Yamaha DGX-640 User Manual [nl]

Page 1
ConfiguratieReferentieAppendix Beknopte handleiding
Gebruikershandleiding
Montage van keyboardstandaard
Raadpleeg de instructies op pagina 10 van deze handleiding voor informatie over de montage van de keyboardstandaard.
NL
Page 2
Gebruikershandleiding
2
Page 3
OBSERVERA!
Apparaten kopplas inte ur växelströmskällan (nätet) så länge som den ar ansluten till vägguttaget, även om själva apparaten har stängts av.
ADVARSEL: Netspændingen til dette apparat er IKKE
afbrudt, sålænge netledningen sidder i en stikkontakt, som er tændt — også selvom der er slukket på apparatets afbryder.
VAR OITUS: Laitteen toisiopiiriin kytketty käyttökytkin ei irroita
koko laitetta verkosta.
(standby)
Het serienummer van dit product wordt vermeld aan de onder­zijde van het instrument. Het is raadzaam dit serienummer in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook deze handleiding als permanent aankoopbewijs om identifi­catie in geval van diefstal te vergemakkelijken.
Modelnummer
Serienummer
(bottom)
IMPORTANT NOTICE FOR THE UNITED KINGDOM
Connecting the Plug and Cord
IMPORTANT. The wires in this mains lead are coloured in accordance with the following code:
As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the coloured makings identifying the terminals in your plug proceed as follows:
The wire which is coloured BLUE must be connected to the ter­minal which is marked with the letter N or coloured BLACK. The wire which is coloured BROWN must be connected to the terminal which is marked with the letter L or coloured RED. Making sure that neither core is connected to the earth terminal of the three pin plug.
* This applies only to products distributed by
Yamaha Music U.K. Ltd.
BLUE : NEUTRAL BROWN : LIVE
(2 wires)
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten.
Dit teken op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval. Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC.
Door deze producten juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle rijkdommen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, welke zich zou kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht.
[Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie]
Mocht u elektrische en elektronisch apparatuur willen weggooien, neem dan alstublieft contact op met uw dealer of leverancier voor meer informatie.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen.
(weee_eu)
Gebruikershandleiding
3
Page 4
VOORZICHTIG
Spanningsvoorziening/netadapter
Niet openen
Waarschuwing tegen water
Waarschuwing tegen brand
Als u onregelmatigheden opmerkt
Spanningsvoorziening/netadapter
Locatie
Aansluitingen
Zorgvuldig behandelen
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
* Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Plaats het netsnoer uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingen en kachels, buig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen op en zorg dat niemand op het snoer kan trappen, erover kan struikelen of voorwerpen erover kan rollen.
• Gebruik het instrument uitsluitend op de voorgeschreven elektrische spanning. De vereiste spanning wordt vermeld op het naamplaatje van het instrument.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven adapter (pagina 112). Gebruik van een andere adapter kan beschadiging of oververhitting veroorzaken.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder vuil of stof dat zich erop heeft verzameld.
• Dit instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Maak het instrument nooit open en probeer niet de inwendige onderdelen te demonteren of te wijzigen. Als het instrument defect lijkt, stopt u onmiddellijk met het gebruik ervan en laat u het instrument nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het instrument niet in de buurt van water of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats er geen voorwerpen met vloeistoffen op die in de openingen kunnen terechtkomen. Wanneer een vloeistof, zoals water, in het instrument lekt, schakelt u het instrument onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Steek/verwijder nooit een stekker in/uit het stopcontact wanneer u natte handen hebt.
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat. Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
• Als een van de volgende storingen optreedt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Het netsnoer of de stekker raakt versleten of beschadigd.
• Het instrument verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt rook uithet
instrument.
• Er is een voorwerp gevallen in het instrument.
• Het geluid valt plotseling weg tijdens het gebruik van het instrument.
LET OP
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om lichamelijk letsel bij uzelf en anderen of beschadiging van het instrument en andere eigendommen te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Sluit het instrument niet via een verdeelstekker aan op het stopcontact. Dit kan leiden tot een verminderde geluidskwaliteit of oververhitting in het stopcontact.
• Trek altijd aan de stekker en nooit aan het snoer wanneer u de stekker verwijdert uit het instrument of het stopcontact. Het snoer kan beschadigd raken als u eraan trekt.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Schakel de stroomtoevoer naar alle onderdelen uit voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten. Stel alle volumeniveaus in op het laagste niveau voordat u de stroomtoevoer naar alle onderdelen in- of uitschakelt.
• Zorg dat het volume van alle componenten is ingesteld op het laagsteniveau en voer het volume tijdens het bespelen van het instrument geleidelijk op tot het gewenste niveau.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het per ongeluk kan omvallen.
• Verwijder alle aangesloten kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
• Let erop tijdens het opstellen van het instrument dat het te gebruiken stopcontact gemakkelijk bereikbaar is. Als er een storing optreedt of het instrument niet correct werkt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Ook wanneer de POWER-schakelaar is uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Verwijder de stekker uit het stopcontact als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Gebruik uitsluitend de standaard die voor uw instrument wordt aanbevolen. Gebruik uitsluitend de meegeleverde schroeven om de standaard of het rek te bevestigen. Als u dit niet doet, kunnen de inwendige onderdelen beschadigd raken en kan het instrument omvallen.
Gebruikershandleiding
4
• Steek uw vingers of handen niet in de openingen van het instrument.
• Steek nooit papier, metaal of andere voorwerpen in de openingen van het paneel en laat deze nooit hierin vallen.
• Leun niet op het instrument, plaats er geen zware voorwerpen op en ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument/apparaat of een hoofdtelefoon niet te lang op een hoog of oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u ruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
(7)-1 1/2
Page 5
Yamaha is noch aansprakelijk voor ontstane schade door oneigenlijk gebruik of modificatie van het instrument, noch voor verlies of beschadiging van gegevens.
Schakel het instrument altijd uit als u het niet gebruikt. Zelfs als de [ ](Standby/On)-schakelaar in de stand-bystand staat, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument. Verwijder de stekker van het netsnoer uit het stopcontact als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
LET OP
Volg de voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat het apparaat, gegevens of andere eigendommen beschadigd raken.
Behandeling en onderhoud
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Het instrument, de tv of de radio kunnen ruis genereren.
• Stel het instrument niet bloot aan grote hoeveelheden stof of trillingen, of extreme koude of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een verwarming of overdag in een auto), om eventuele vervorming of verkleuring van het instrument of beschadiging aan de interne componenten te voorkomen.
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel of het keyboard tot gevolg kan hebben.
• Gebruik bij het schoonmaken een zachte droge doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemisch geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
• Bij extreme veranderingen in temperatuur of vochtigheid, kan condensatie ontstaan en kan zich water verzamelen op het oppervlak van het instrument. Als er water achterblijft, kan het worden geabsorbeerd door houten onderdelen, die daardoor beschadigd kunnen raken. Veeg water altijd onmiddellijk weg met een zachte doek.
Gegevens opslaan
• Sommige data-items (pagina 64) worden automatisch als back-updata in het interne geheugen opgeslagen, zelfs als u het instrument uitschakelt. Opgeslagen data kunnen verloren gaan ten gevolge van een storing of foutieve handeling. Sla belangrijke gegevens op een USB-opslagapparaat of een ander extern apparaat zoals een computer op (pagina 93 - 94 en 101).
• Om gegevensverlies door mediabeschadiging te voorkomen, adviseren wij u belangrijke gegevens op twee USB-opslagapparaten of een ander extern apparaat (bijvoorbeeld een computer) op te slaan.
Auteursrechten
• Het kopiëren van commercieel verkrijgbare muziekgegevens, inclusief maar niet beperkt tot MIDI-gegevens en/of audiogegevens, is strikt verboden, uitgezonderd voor persoonlijk gebruik.
• Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma's en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvan het over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Onder dergelijk materiaal waarop auteursrechten berusten, vallen, zonder enige beperkingen, alle computersoftware, stijlbestanden, MIDI-bestanden, WAVE-gegevens, bladmuziek en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma's en inhoud, buiten het persoonlijke gebruik van de koper, is volgens de desbetreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft strafrechtelijke gevolgen. MAAK, DISTRIBUEER OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
Functies/data die bij het instrument zijn meegeleverd
• Sommige presetsongs zijn ingekort of bewerkt, en zijn daarom niet precies hetzelfde als het origineel.
• Dit apparaat kan muziekdata van verschillende typen en indelingen gebruiken door deze van tevoren naar de juiste muziekdata-indeling voor gebruik met het instrument te optimaliseren. Hierdoor wordt op dit apparaat muziek mogelijk niet exact zo afgespeeld als de componist het oorspronkelijk heeft bedoeld.
Deze handleiding
• De afbeeldingen en LCD-schermen zoals deze in deze handleiding te zien zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken van de werkelijkheid.
• Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft
®
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
• De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden genoemd, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
(7)-1 2/2
Gebruikershandleiding
5
Page 6
Logo's
GM System Level 1
'GM System Level 1' is een aanvulling op de MIDI-standaard die ervoor zorgt dat GM-compatibele muziekdata op elke willekeurige GM-compatibele toongenerator nauwkeurig kunnen worden teruggespeeld, ongeacht de fabrikant. Het GM-logo is aangebracht op alle software en hardware die GM System Level ondersteunt.
XGlite
Zoals de naam al aangeeft, is 'XGlite' een vereenvoudigde versie van de kwalitatief hoogwaardige Yamaha XG-klankopwekkingstechniek. Uiteraard kunt u alle willekeurige XG-songdata afspelen via een XGlite-toongenerator. Sommige songs worden echter anders afgespeeld dan de originele data als gevolg van de gereduceerde set besturingsparameters en effecten.
XF
De bestandsindeling XF van Yamaha voegt grotere functionaliteit en open uitbreidbaarheid toe aan de industriestandaard SMF (Standard MIDI File). Het instrument kan songteksten weergeven als er een XF-bestand met songtekstdata wordt afgespeeld.
STYLE FILE
SFF (Style File Format) is een originele stijlbestandsindeling van Yamaha, die gebruikmaakt van een uniek conversiesysteem om te voorzien in automatische begeleiding van hoge kwaliteit, gebaseerd op een uitgebreide reeks akkoordsoorten.
Gebruikershandleiding
6
Page 7

Over deze gebruikershandleiding en de Data List

Plaats de muziekstandaard zoals aangegeven in de uitsparingen.
Muziekstandaard
Deze handleiding bestaat uit vier hoofdgedeelten: 'Configuratie', 'Beknopte handleiding', 'Referentie' en 'Appendix'. Er is ook een afzonderlijke 'Data List' meegeleverd.
Gebruikershandleiding (dit boek)
Configuratie
Beknopte
handleiding
Referentie
Appendix
• • • • • • • • •
• • • • • • • • •
• • • • • • • • •
• • • • • • • • •
Lees dit gedeelte eerst.
In dit gedeelte wordt uitgelegd uit hoe u de basisfuncties kunt gebruiken. Raadpleeg dit gedeelte terwijl u het instrument bespeelt.
In dit gedeelte wordt gedetailleerd uitgelegd hoe u de veelzijdige functies van het instrument kunt instellen.
Dit gedeelte bevat informatie over het oplossen van problemen en specificaties.
Data List (Datalijst)
Voice-overzicht, Indeling van MIDI-data enz.
MIDI Reference (MIDI-naslaginformatie)
Het gedeelte MIDI-naslaginformatie bevat informatie met betrekking tot MIDI. De MIDI Reference kan worden gedownload vanuit de Yamaha Manual Library op: http://www.yamaha.co.jp/manual/

Meegeleverde accessoires

De DGX-640-verpakking bevat de volgende items. Controleer of u ze allemaal hebt.
• Muziekstandaard
• Cd-rom 'Accessory'
• Gebruikershandleiding (dit boek)
• Keyboardstandaard
• Voetschakelaar
• Netadapter
* Wordt mogelijk niet meegeleverd in uw regio. Neem
hiervoor contact op met uw Yamaha-leverancier.
• Data List (Datalijst)
• My Yamaha Product User Registration
* U hebt de product-id op dit blad nodig bij het invullen
van het gebruikersregistratieformulier.
Gebruikershandleiding
7
Page 8

Speciale kenmerken

U hebt maar één vinger nodig!
Standaard Graded Hammer-keyboard
We hebben onze ervaring als grootste fabrikant van akoestische piano's gebruikt om een keyboard te ontwikkelen met een aanslag die bijna niet te onderscheiden is van een echte piano. Net als bij een traditionele akoestische piano hebben de toetsen voor de lage tonen een zwaardere aanslag en kunnen die voor de hoge tonen lichter worden bespeeld. U kunt zelfs de gevoeligheid van het keyboard aanpassen aan uw speelstijl. Dankzij deze Graded Hammer-technologie kan de DGX-640 ook een authentieke aanslag bieden in een lichtgewicht instrument.
Speelhulptechnologie
Pagina 43
Speel met een song mee op het keyboard van het instrument en het resultaat is altijd perfect...ook als u niet de juiste noten speelt! U hoeft alleen maar op het keyboard mee te spelen (bijvoorbeeld beurtelings op het linker- en rechterhandbereik van het keyboard) en u klinkt als een prof, zolang u met de muziek meespeelt. Ook als u niet met beide handen kunt spelen, kunt u de melodie meespelen door op één toets te drukken.
Diverse instrumentvoices bespelen
Pagina 18
Met de DGX-640 kunt u de instrumentvoice die te horen is als u het keyboard bespeelt, wijzigen in viool, fluit, harp of een van de vele andere beschikbare voices. U kunt ook de instrumentatie wijzigen van een song die voor piano is geschreven, bijvoorbeeld door deze met viool te spelen. Ontdek een nieuwe wereld van muzikale verscheidenheid.
Meespelen met stijlen
Pagina 24
Wilt u spelen met volledige begeleiding? Probeer dan eens de automatische begeleidingsstijlen. De begeleidingsstijlen zijn als een volledige begeleidingsband die een verscheidenheid aan stijlen kan spelen van walsen tot 8-beat tot euro-trance en nog veel meer. Selecteer een stijl die past bij de muziek die u wilt spelen of experimenteer met nieuwe stijlen om uw muzikale horizon te verbreden.
Makkelijk spelen door de muzieknotatie weer te geven
Pagina 32
Als u een song afspeelt, wordt de bijbehorende muzieknotatie in de display weergegeven terwijl de song wordt afgespeeld. Dit is een geweldige manier om muziek te leren lezen. Als de song akkoord- en songtekstdata* bevat, worden de songteksten en akkoorden ook weergegeven.
* Als de song die u afspeelt met gebruik van de weergavefunctie voor de muzieknotatie niet de
juiste songtekst- of akkoorddata bevat, worden geen songteksten of akkoorden in de display weergegeven.
Gebruikershandleiding
8
Page 9
Inhoudsopgave
Over deze gebruikershandleiding en de Data List ...........7
Meegeleverde accessoires ..............................................7
Speciale kenmerken.........................................................8
Configuratie
Configuratie 10
Montage van de keyboardstandaard..............................10
Spanningsvereisten........................................................13
Een hoofdtelefoon aansluiten (PHONES/OUTPUT-
aansluiting).....................................................................13
Een voetschakelaar aansluiten (SUSTAIN-
aansluiting).....................................................................13
Een pedalenconsole aansluiten (PEDAL UNIT-
aansluiting).....................................................................14
Aansluiten op een computer (USB-aansluiting) .............15
Het instrument inschakelen............................................15
Bedieningspaneel en aansluitingen 16
Beknopte handleiding
Diverse instrumentvoices proberen te bespelen 18
Een voice selecteren en bespelen - MAIN.....................18
De voice Grand Piano spelen ........................................19
Twee voices tegelijkertijd bespelen - DUAL ...................20
Verschillende voices met de linker- en rechterhand
bespelen - SPLIT ...........................................................21
De metronoom 22
De metronoom starten ...................................................22
Het metronoomtempo aanpassen..................................22
De maatsoort instellen ...................................................23
Stijlen bespelen 24
Het ritme van een stijl selecteren...................................24
Meespelen met een stijl .................................................25
Songs afspelen 28
Een song selecteren en beluisteren ...............................28
Songs op een USB-flashgeheugen selecteren
en afspelen.....................................................................30
Song snel vooruitspoelen, snel terugspoelen en
onderbreken ...................................................................31
De demosong afspelen ..................................................31
De muzieknotatie van een song weergeven ..................32
De songteksten weergeven............................................33
Referentie
Basisbediening 34
Een song selecteren voor een les 38
Piano spelen op een makkelijke manier 43
Spelen met de muziekdatabase 53
De stijl van een song wijzigen 54
Uw eigen spel opnemen 56
Uw favoriete paneelinstellingen in het geheugen opslaan 62
Back-up en initialisatie 64
Back-up ..........................................................................64
Initialisatie ......................................................................64
Spelen met diverse effecten 65
Harmonie toevoegen......................................................65
Reverb toevoegen..........................................................66
Chorus toevoegen..........................................................66
DSP toevoegen..............................................................67
Panelsustain ..................................................................68
Pitchbend .......................................................................68
Een EQ-instelling selecteren voor het beste geluid .......69
Handige speelfuncties 70
Tap Start ........................................................................70
One Touch Setting .........................................................70
Het belgeluid voor de klik instellen.................................70
Het metronoomvolume aanpassen................................71
De displaytaal veranderen .............................................71
Voice-instellingen 72
Voices bewerken............................................................72
Een dualvoice selecteren...............................................73
Een splitvoice selecteren ...............................................73
Toonhoogteregelaars (Transponeren) ...........................74
Toonhoogteregelaars (Stemmen)..................................74
Aanslaggevoeligheid......................................................75
Stijlfuncties (functies voor automatische begeleiding) 76
Patroonvariaties (secties)...............................................76
Het tempo van de stijl wijzigen.......................................79
Het stijlvolume aanpassen.............................................79
Het splitpunt instellen.....................................................80
Een stijl met akkoorden maar zonder ritme spelen
(stop begeleiding) ..........................................................80
AI Fingered ....................................................................81
Stijlen spelen met het volledige keyboard......................81
Akkoorden opzoeken in het woordenboek voor
akkoorden ......................................................................82
Songinstellingen 83
Het tempo van de song wijzigen....................................83
Song Volume .................................................................83
A-B Repeat ....................................................................84
Onafhankelijke songtracks dempen...............................84
De melodievoice wijzigen...............................................84
BGM afspelen ................................................................85
Songs in willekeurige volgorde afspelen........................85
De functies 86
Functies selecteren en instellen.....................................86
Data opslaan en laden 90
Een USB-flashgeheugen aansluiten..............................90
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de USB TO
DEVICE-aansluiting .......................................................91
USB-opslagapparaten gebruiken...................................91
Aansluiten op een computer 97
Een pc aansluiten ..........................................................97
Speldata naar en van een computer overbrengen......... 98
Data overbrengen tussen computer en instrument........99
Installatiegids voor de meegeleverde cd-rom 102
Belangrijke informatie over de cd-rom .........................102
Inhoud van cd-rom.......................................................103
Systeemvereisten ........................................................104
Software-installatie.......................................................104
Appendix
Problemen oplossen 109
Berichten 110
Specificaties 112
Index 113
Gebruikershandleiding
Beknopte handleidingReferentieAppendix Configuratie
9
Page 10

Configuratie

LET OP
q Verbindingsbussen
(4 stuks)
w 6 x 70 mm schroeven
met ronde kop (4 stuks)
e 6 x 30 mm schroeven
met ronde kop (4 stuks)
r 5 x 16 mm schroeven
met ronde kop (4 stuks)
1
Montageonderdelen
Achterpaneel
Zijpanelen
Standaardpoten

Configuratie

Configuratie

Montage van de keyboardstandaard

Lees deze instructies zorgvuldig door voordat u de keyboardstandaard monteert of gebruikt. Deze instructies zijn bedoeld voor een veilig gebruik van de standaard, ter voorkoming van beschadigingen en blessures bij u en bij anderen. Als u deze instructies zorgvuldig volgt, kunt u rekenen op een veilig en langdurig gebruik van uw keyboardstandaard.
• Let erop dat u geen onderdelen door elkaar haalt en zorg ervoor dat alle onderdelen in de juiste richting worden geplaatst. Houd
bij de montage de onderstaande volgorde aan.
• De montage moet door ten minste twee personen worden uitgevoerd.
• Zorg ervoor dat u de juiste maat schroeven gebruikt, zoals hieronder aangegeven. Gebruik van verkeerde schroeven kan
beschadiging veroorzaken.
• Gebruik de standaard pas nadat de montage is voltooid. Als de standaard niet geheel is gemonteerd, kan deze kantelen of kan
het keyboard eraf vallen.
• Plaats de standaard altijd op een vlakke en stabiele ondergrond. Als u de standaard op een oneffen oppervlak plaatst, kan deze
onstabiel worden of kantelen, kan het keyboard eraf vallen of kunt u zich bezeren.
• Gebruik de standaard alleen op de manier waarop deze is bedoeld. Als u andere voorwerpen op de standaard plaatst, kunnen
die voorwerpen eraf vallen of kan de standaard kantelen.
• Leun of duw niet te hard op het keyboard, want zo kan de standaard kantelen of kan het keyboard eraf vallen.
• Zorg ervoor dat de standaard stevig en veilig is en dat alle schroeven stevig vastgedraaid zijn voordat u de standaard gebruikt.
Als dat niet het geval is, kan de standaard kantelen, kan het keyboard vallen of kan de gebruiker zich bezeren.
• Voor de demontage van de standaard draait u de onderstaande volgorde om.
Zorg dat u een kruiskopschroevendraaier (+) van het juiste formaat bij de hand hebt.
1
U hebt de onderdelen nodig die in de afbeelding 'Montageonderdelen' worden weergegeven. Volg de montage­instructies en gebruik de desbetreffende onderdelen wanneer ze nodig zijn.
Gebruikershandleiding
10
Page 11
Configuratie
2
q Verbindings-
bussen
w 6 x 70 mm
schroeven met ronde kop
'L'
'R'
3
e 6 x 30 mm schroeven met ronde kop
LET OP
2 Bevestig de standaardpoten.
Plaats de verbindingsbussen q op de aangegeven manier in de zijpanelen. De verbindingsbussen zijn juist geplaatst als u de schroefkop op de bus ziet.
OPMERKING
• Als u de bussen in de verkeerde richting hebt geplaatst en ze weer wilt verwijderen, tikt u rond de gaten op de panelen.
Bevestig de standaardpoten 'L' (links) en 'R' (rechts) aan de onderkant van de zijpanelen met de schroeven bovenkant van de standaardpoten gemarkeerd. Als het vastdraaien van de schroeven lastig gaat, draait u met een schroevendraaier de verbindingsbussen zodanig dat de gaten in de bussen op één lijn liggen met de schroefgaten op de standaardpoten.
w. 'L' (links) en 'R' (rechts) is aan de
Configuratie
3 Bevestig het achterpaneel.
Bevestig het achterpaneel met de schroeven e. Controleer de montagerichting van de zijpanelen. Zorg dat het niet-gekleurde vlak naar beneden wijst.
• Zorg dat u het achterpaneel niet laat vallen of de scherpe metalen hulpstukken aanraakt.
OPMERKING
• Als u een optionele pedalenconsole hebt aangeschaft, bevestigt u de pedalenconsole voordat u verdergaat met de volgende stap. Raadpleeg de instructies die zijn meegeleverd met de pedalenconsole.
Gebruikershandleiding
11
Page 12
Configuratie
4
Ten minste 10 cm
Ten minste 10 cm
Zorg ervoor dat u uw handen ten minste 10 cm van de einden van het keyboard afhoudt, als u dit op zijn plaats brengt.
5
r 5 x 16 mm
schroeven met ronde kop
LET OP
Configuratie
4 Zet het keyboard op de standaard.
Controleer of de standaard juist staat en plaats het keyboard voorzichtig op de zijpanelen. Verschuif het keyboard langzaam, zodat de gaten aan de onderkant van het keyboard in lijn liggen met de gaten in de hoekbeugels.
• Zorg dat u het keyboard niet laat vallen en dat uw vingers niet klem komen te zitten tussen het keyboard en de onderdelen van de standaard.
• Houd het keyboard vast op de plaats die in de afbeelding wordt aangegeven.
5 Installeer het keyboard op de standaard.
Maak het keyboard met de schroeven r vast aan de hoekbeugels.
Checklist voor na de montage
Controleer na montage van de standaard de volgende punten:
• Zijn er onderdelen overgebleven? Zo ja, lees dan de montage-instructies nogmaals
en corrigeer eventueel gemaakte fouten.
• Staat het instrument niet in de weg van deuren en/of andere beweegbare voorwerpen? Als dat wel het geval is, verplaatst u het
instrument naar een geschikte locatie.
• Maakt het instrument een ratelend geluid als u het bespeelt of verplaatst? Zo ja, draai dan alle schroeven stevig aan.
• Als het keyboard een krakend geluid maakt of onstabiel lijkt als u erop speelt, loopt u nog eens zorgvuldig de montage-instructies en -schema's na en draait u alle schroeven nog eens stevig vast.
12
Gebruikershandleiding
Page 13
Voer de volgende handelingen uit VOORDAT u het instrument aanzet.
WAARSCHUWING
LET OP
Stopcontact
Netadapter
3
2
WAARSCHUWING
LET OP

Spanningsvereisten

1 Zorg dat de [ ](Standby/On)-schakelaar van het
instrument op Stand-by staat.
Configuratie
• Gebruik de aangegeven adapter (pagina 112). Gebruik van andere adapters kan leiden tot onherstelbare beschadiging van zowel de adapter als het instrument.
2 Sluit de netadapter aan op de voedingsaansluiting. 3 Sluit de netadapter aan op een stopcontact.
• Haal de netadapter uit het stopcontact tijdens onweer of als u het instrument niet gebruikt.
Maak alle benodigde aansluitingen die hieronder zijn aangegeven VOORDAT u het instrument aanzet.

Een hoofdtelefoon aansluiten (PHONES/OUTPUT-aansluiting)

van het instrument wordt dan naar dat apparaat gestuurd.
• Luister niet gedurende langere tijd met een hoog volume via de hoofdtelefoon. Dit kan niet alleen vermoeiend voor de oren zijn, maar kan ook uw gehoor beschadigen.
Hier kunt u elke stereohoofdtelefoon met een 1/4-inch hoofdtelefoonaansluiting aansluiten voor ongestoord beluisteren. De luidsprekers worden automatisch uitgeschakeld wanneer u een stekker in deze aansluiting steekt. De PHONES/OUTPUT-aansluiting functioneert ook als externe uitgang. U kunt de PHONES/OUTPUT­aansluiting verbinden met een keyboardversterker, stereo-installatie, mengpaneel, taperecorder of een ander lijnniveau-audioapparaat. Het uitgangssignaal
• Zet, om beschadiging van de luidsprekers te voorkomen, de volumeregeling van het externe apparaat op de minimumstand voordat u de aansluiting maakt. Het negeren van deze waarschuwingen kan leiden tot elektrische schokken of beschadiging van apparatuur. Stel ook het volume van alle apparatuur in op het minimumniveau en verhoog tijdens het bespelen van het instrument geleidelijk het volume om het gewenste volume in te stellen.
Configuratie

Een voetschakelaar aansluiten (SUSTAIN-aansluiting)

deze aansluiting en gebruik de voetschakelaar om de sustain in en uit te schakelen.
OPMERKING
• De sustainfunctie heeft geen invloed op de splitvoices.
• Zorg dat het pedaal juist is aangesloten op de SUSTAIN-
Met de sustainfunctie kunt u een natuurlijke sustain maken door terwijl u speelt een voetschakelaar in te
aansluiting voordat u het instrument aanzet.
• Houd de voetschakelaar niet ingedrukt op het moment dat u het instrument aanzet. Hierdoor zou de polariteit van de voetschakelaar worden omgedraaid, wat een omgekeerde werking tot gevolg heeft.
drukken. Sluit de meegeleverde voetschakelaar aan op
Gebruikershandleiding
13
Page 14
Configuratie
Keyboardst andaard
LP-7A (optioneel)
Als u hier op het demperpedaal drukt, krijgen de noten die u speelt voordat u het pedaal loslaat, een langere sustain.
Als u hier op het sostenutopedaal drukt terwijl u een noot ingedrukt houdt, wordt de noot aangehouden zolang het pedaal ingedrukt blijft.
Configuratie

Een pedalenconsole aansluiten (PEDAL UNIT-aansluiting)

Via deze aansluiting sluit u een optionele LP-7A­pedalenconsole aan. Bevestig de pedalenconsole bij het aansluiten ook aan de meegeleverde keyboardstandaard.
OPMERKING
• Zorg ervoor dat het instrument uit is als u het pedaal aansluit of loskoppelt.
Functies pedalenconsole
De optionele pedalenconsole heeft drie pedalen die een verscheidenheid aan expressieve effecten mogelijk maken, zoals die ook door de pedalen van een akoestische piano worden geproduceerd. De pedalenconsole heeft geen invloed op de splitvoice als het keyboard in de splitmodus staat.
Demperpedaal (rechts)
Het demperpedaal werkt op dezelfde manier als een demperpedaal op een akoestische piano. Als het demperpedaal wordt ingedrukt, klinken de noten langer door. Als u het pedaal loslaat, worden alle sustainnoten onmiddellijk gestopt (gedempt). Met het effect Half Pedal (halfpedaal) kunt u gedeeltelijke sustaineffecten reproduceren, afhankelijk van hoever u het pedaal intrapt.
* Als u zowel de voetschakelaar als de pedalenconsole gebruikt, heeft het effect
dat het laatst is toegepast voorrang.
Sostenutopedaal (midden)
Als u een noot of akkoord op het keyboard speelt en het pedaal indrukt terwijl de noten nog worden vastgehouden, worden deze noten aangehouden zolang het pedaal is ingedrukt (alsof het demperpedaal is ingedrukt). Alle daarna gespeelde noten worden echter niet aangehouden. Hierdoor is het mogelijk om een akkoord te laten doorklinken, terwijl andere noten staccato worden gespeeld.
Softpedaal (links)
Het softpedaal vermindert het volume en wijzigt de klankkleur van de gespeelde noten enigszins als het pedaal wordt ingedrukt. Het
14
softpedaal heeft geen invloed op de noten die al worden gespeeld op het moment dat dit wordt ingedrukt.
Gebruikershandleiding
Page 15

Aansluiten op een computer (USB-aansluiting)

LET OP
LET OP
Als u een verbinding maakt tussen de USB­aansluiting van het instrument en de USB-aansluiting van een computer, kunt u speeldata en songbestanden tussen deze twee overdragen (pagina 97).

Het instrument inschakelen

Configuratie
Configuratie
Met de [ ](Standby/On)-schakelaar zet u het instrument aan ( ) of in de stand-bystand ( ). Zet het volume laag door de [MASTER VOLUME]­regelaar naar links te draaien en druk op de [ ](Standby/On)-schakelaar om het instrument aan te zetten. Druk opnieuw op de [ ](Standby/On)­schakelaar om het instrument uit te zetten.
Back-updata in het flashgeheugen worden in het instrument geladen als dit wordt aangezet. Als het flashgeheugen geen back-updata bevat, worden alle instrumentinstellingen teruggezet op de fabrieksinstellingen als het instrument wordt aangezet.
• Zelfs als de schakelaar in de 'STANDBY'-positie staat, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument. Als u het instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de netadapter uit het stopcontact haalt.
• Probeer nooit het instrument uit te zetten als de tekst 'WRITING!' in de display wordt weergegeven. Als u dat wel doet, kunt u het flashgeheugen beschadigen en kunnen data verloren gaan.
Gebruikershandleiding
15
Page 16
Configuratie
q
w
ert
io
y
u
!0
!3
!4
!1 !2
Voorpaneel
Songoverzicht (Data List) Stijloverzicht (Data List)

Bedieningspaneel en aansluitingen

Voorpaneel
q [ ](Standby/On)-schakelaar........... pagina 15
w [MASTER VOLUME]-regelaar ........... pagina 15
e [DEMO/BGM]-knop .....................pagina 31, 85
r [SCORE]-knop...................................pagina 32
t [LYRICS]-knop...................................pagina 33
y [REC]-knop ........................................pagina 56
u LESSON START
i [P.A.T. ON/OFF]-knop........................pagina 44
o [EASY SONG ARRANGER]-
knop ...................................................pagina 54
!0 Song Track-knoppen
Lesson
!1 [METRONOME ON/OFF]-knop ......... pagina 22
!2 [TEMPO/TAP]-knop............... pagina 22, 79, 83
!3 SONG
[WAITING]-knop.............................pagina 38
[YOUR TEMPO]-knop ....................pagina 40
[MINUS ONE]-knop........................pagina 41
[1] - [5], [A] ............................... pagina 57, 84
[R/1]- en [L/1]-knoppen ................. pagina 38
[REPEAT&LEARN]-knop ............... pagina 42
[A-B REPEAT]-knop.......................pagina 84
[REW]-knop....................................pagina 31
[FF]-knop........................................pagina 31
[PAUSE]-knop ................................pagina 31
[START/STOP]-knop ...................... pagina 29
!4 STYLE
[ACMP ON/OFF]-knop................... pagina 25
[INTRO/ENDING/rit.]-knop ............ pagina 76
[MAIN/AUTO FILL]-knop ............... pagina 76
[SYNC STOP]-knop........................ pagina 78
[SYNC START]-knop...................... pagina 77
[START/STOP]-knop................ pagina 24, 26
!5 REGIST MEMORY [BANK]-knoppen,
[1] - [4]................................................pagina 62
!6 CATEGORY-knoppen [
!7 [EXIT]-knop ....................................... pagina 36
!8 [FUNCTION]-knop....................... pagina 36, 86
!9 DATA ENTRY
Draaiknop, nummerknoppen [0] - [9],
knoppen [+] en [-] ............................. pagina 35
@0 [FILE CONTROL]-knop..................... pagina 90
@1 [EXECUTE]-knop ..............................pagina 92
@2 [PORTABLE GRAND]-knop.............. pagina 19
@3 [SONG]-knop..................................... pagina 28
@4 [STYLE]-knop.................................... pagina 24
@5 [VOICE]-knop .................................... pagina 18
@6 [MUSIC DATABASE]-knop................ pagina 53
@7 [SPLIT ON/OFF]-knop....................... pagina 21
@8 [DUAL ON/OFF]-knop ....................... pagina 20
@9 [HARMONY ON/OFF]-knop .............. pagina 65
#0 [PITCH BEND]-wiel ........................... pagina 68
#1 Drumkit .............................................. pagina 19
De afbeeldingen naast elke toets geven de drum- en percussie-instrumenten aan die aan de toetsen zijn toegewezen als "Standard Kit 1" is geselecteerd.
#2 USB TO DEVICE-aansluiting...... pagina 30, 90
r
] en [f]..... pagina 35
Gebruikershandleiding
16
Page 17
Bedieningspaneel en aansluitingen
!9
!6
!7 !8
@0
@1
@2
@3 @4 @5
@6
@7 @8 @9
#2
#6 #7 #8#5#4#3
#1
#0
Achterpaneel
Voice-overzicht (Data List)
Muziekdatabase-overzicht (Data List)
Display (pagina 36)
Configuratie
Achterpaneel
#3 CONTRAST-knop...............................pagina 37
#4 USB TO HOST-aansluiting................ pagina 97
#5 SUSTAIN-aansluiting ........................ pagina 13
#6 PEDAL UNIT-aansluiting .................. pagina 14
#7 PHONES/OUTPUT-aansluiting......... pagina 13
#8 DC IN-aansluiting.............................. pagina 13
Gebruikershandleiding
17
Page 18

Diverse instrumentvoices proberen te bespelen

Het nummer en de naam van de momenteel geselecteerde voice
OPMERKING
117 Flute selecteren

Beknopte handleiding

Naast piano, orgel en andere 'normale' toetsinstrumenten, bevat dit instrument een scala aan voices, zoals gitaar, bas, strijkinstrumenten, saxofoon, trompet, drums en slagwerk, geluidseffecten... een grote verscheidenheid aan muziekgeluiden.
Met de volgende procedure selecteert u de mainvoice voor uw spel op het keyboard.
Beknopte handleiding

Een voice selecteren en bespelen - MAIN

Druk op de knop [VOICE].
1
De display voor de selectie van de mainvoice wordt weergegeven. Het nummer en de naam van de momenteel geselecteerde voice zijn gemarkeerd.
Selecteer met welke voice u wilt spelen.
2
Draai aan de draaiknop en selecteer de voicenaam. De beschikbare voices worden na elkaar geselecteerd en weergegeven. De voice die u hier selecteert, wordt de mainvoice. Selecteer bijvoorbeeld de voice '117 Flute'.
• Raadpleeg de afzonderlijke Data List voor een volledige lijst met de beschikbare voices.
18
Gebruikershandleiding
Page 19
Diverse instrumentvoices proberen te bespelen
OPMERKING
Vol um e instellen
OPMERKING
Bespeel het keyboard.
3
Probeer eens diverse voices te selecteren en te bespelen. Druk op de knop [EXIT] om naar de MAIN-display terug te keren.
Presetvoicetypen
001–142 155–535
143–154 (Drumkit)
Instrumentvoices
Verscheidene drum- en percussiegeluiden zijn toegewezen aan afzonderlijke toetsen, waarmee u ze kunt afspelen. Raadpleeg het drumkitoverzicht van de afzonderlijke Data List voor meer informatie over het toewijzen van instrumenten aan toetsen.
• Voice-instellingen (pagina 72)

De voice Grand Piano spelen

Als u gewoon piano wilt spelen, hoeft u maar op één knop te drukken.
Druk op de knop [PORTABLE GRAND]. De voice '001 Live! Grand Piano' wordt geselecteerd.
Beknopte handleiding
• Als u op de knop [PORTABLE GRAND] drukt, worden alle instellingen uitgezet behalve de aanslaggevoeligheid. De dual- en splitvoices worden ook uitgezet, zodat over het gehele keyboard alleen de voice Grand Piano wordt gespeeld.
Gebruikershandleiding
19
Page 20
Diverse instrumentvoices proberen te bespelen
Nummer en naam van dualvoice
Er klinken twee voices tegelijkertijd.
Als u op de knop [DUAL ON/OFF] drukt om de Dual-functie in te schakelen, wordt naast de mainvoice een tweede voice afgespeeld wanneer u het keyboard bespeelt. Deze tweede voice wordt de dualvoice genoemd. De naam en het nummer van de geselecteerde dualvoice worden weergegeven in de MAIN-display.
Beknopte handleiding

Twee voices tegelijkertijd bespelen - DUAL

Druk nogmaals op de knop om de dualvoice uit te zetten.
Als u deze functie aanzet, wordt automatisch een geschikte dualvoice geselecteerd, maar u kunt heel eenvoudig een andere dualvoice selecteren (pagina 73).
Gebruikershandleiding
20
Page 21
Diverse instrumentvoices proberen te bespelen
Splitvoice
Splitpunt
Mainvoice en dualvoice
Nummer en naam van splitvoice

Verschillende voices met de linker- en rechterhand bespelen - SPLIT

Wanneer u op de knop [SPLIT ON/OFF] drukt om de splitfunctie in te schakelen, kunt u links en rechts van het 'splitpunt' van het keyboard verschillende voices spelen. Rechts van het splitpunt kunt u de mainvoice en dualvoice bespelen. De voice die u links van het splitpunt bespeelt, wordt de splitvoice genoemd. De naam en het nummer van de geselecteerde splitvoice worden weergegeven in de MAIN­display. U kunt de instelling voor het splitpunt naar wens wijzigen (pagina 80).
Druk nogmaals op de knop om de functie splitvoice uit te zetten.
Als u deze functie aanzet, wordt automatisch een geschikte splitvoice geselecteerd, maar u kunt heel eenvoudig een andere splitvoice selecteren (pagina 73).
Beknopte handleiding
Gebruikershandleiding
21
Page 22

De metronoom

Geeft de tel in de maat aan
Huidige instelling
Te m po
Het instrument bevat een metronoom waarvan u het tempo en de maatsoort kunt instellen. Stel het tempo in waarin u het prettigst kunt spelen.
Zet de metronoom aan en start deze door op de knop [METRONOME ON/OFF] te drukken.
Druk nogmaals op de knop [METRONOME ON/OFF] om de metronoom te stoppen.
Beknopte handleiding

De metronoom starten

Het metronoomtempo aanpassen

Druk op de knop [TEMPO/TAP] om de tempo-
1
instelling op te roepen.
Selecteer een tempo (5 t/m 280) met de draaiknop.
2
Gebruikershandleiding
22
Page 23

De maatsoort instellen

Langer dan een seconde ingedrukt houden
Teller (aantal tellen in de maat)
Noemer (de lengte van één tel)
OPMERKING
In dit voorbeeld wordt de maatsoort ingesteld op 5/8.
Houd de knop [METRONOME ON/OFF] langer dan
1
een seconde ingedrukt om de functie 'Time Signature–Numerator' te selecteren.
De metronoom
Selecteer het aantal tellen in de maat met de
2
draaiknop.
Het bereik ligt tussen 1 en 60. Selecteer 5 voor dit voorbeeld. Er klinkt een beltoon op de eerste tel van elke maat.
Druk net zo vaak op de CATEGORY-knoppen [r]
3
en [f] als nodig is om de functie voor de tellengte, 'Time Signature–Denominator', te selecteren.
Selecteer een tellengte met behulp van de
4
draaiknop.
Selecteer de gewenste lengte voor elke tel: 2, 4, 8 of 16 (halve noot, kwartnoot, achtste noot of 16e noot). Selecteer voor dit voorbeeld 8.
• De maatsoort van de metronoom wordt gesynchroniseerd met een stijl of song die wordt afgespeeld, daarom kunnen deze parameters niet worden gewijzigd tijdens het afspelen van een song of stijl.
Beknopte handleiding
Gebruikershandleiding
23
Page 24

Stijlen bespelen

De geselecteerde stijl
OPMERKING
OPMERKING
Dit instrument heeft een automatische begeleidingsfunctie die u voorziet van begeleiding (ritme + bas + akkoorden) in de gekozen stijl bij de akkoorden die u met uw linkerhand speelt. U kunt kiezen uit 165 verschillende stijlen met een verscheidenheid aan muziekgenres en maatsoorten. In dit gedeelte leert u hoe u de automatische begeleidingsfunctie kunt gebruiken.
Bijna alle stijlen hebben een ritmepartij. U kunt kiezen uit een groot aantal verschillende ritmes: rock, blues, euro-trance en nog veel meer. Laten we beginnen door te luisteren naar het basisritme. De ritmepartij bestaat uitsluitend uit percussie-instrumenten.
Beknopte handleiding

Het ritme van een stijl selecteren

Druk op de knop [STYLE].
1
De display voor het selecteren van de stijl wordt weergegeven. Het nummer en de naam van de geselecteerde stijl zijn gemarkeerd.
Selecteer een stijl.
2
Selecteer de gewenste stijl met de draaiknop. In het stijloverzicht van de afzonderlijke Data List vindt u een lijst met alle beschikbare stijlen.
Druk op de knop [START/STOP].
3
Het ritme van de stijl wordt afgespeeld. Druk nogmaals op de knop [START/STOP] als u het afspelen wilt stoppen.
• U kunt ook de stijlbestanden op de meegeleverde cd-rom gebruiken (pagina 102).
• De stijl 'Serenade' in de categorie Waltz en alle stijlen in de categorie Pianist hebben geen ritmegedeelte, dus u hoort geen ritme als u deze voor het bovenstaande voorbeeld gebruikt. Zet bij deze stijlen eerst de automatische begeleidings­functie aan zoals beschreven op pagina 25 en druk vervolgens op de knop [START/STOP]. De bas- en akkoordpartij van de begeleiding begint te spelen zodra u een toets indrukt links van het splitpunt op het keybo ard.
24
Gebruikershandleiding
Page 25
Stijlen bespelen
Dit pictogram wordt weergegeven als de automatische begeleiding is aangezet.
Bereik voor automatische
begeleiding
Splitpunt (54: F#2)
Knippert als Sync
Start actief is.

Meespelen met een stijl

Op de vorige pagina hebt u geleerd u hoe u het ritme van een stijl kunt selecteren. We laten u nu zien hoe u een bas- en akkoordbegeleiding aan een basisritme kunt toevoegen voor een volle en rijke begeleiding waarbij u kunt meespelen.
Druk op de knop [STYLE] en selecteer de gewenste
1
stijl.
Selecteer voor dit voorbeeld de stijl '153 PianoBoogie'.
Zet de automatische begeleiding aan.
2
Druk op de knop [ACMP ON/OFF]. Druk nogmaals op deze knop om de automatische begeleiding uit te zetten.
Als de automatische begeleiding aan staat...
Het gedeelte van het keyboard links van het splitpunt (54: F#2) wordt het 'bereik voor automatische begeleiding', dat alleen wordt gebruikt voor het aangeven van de begeleidingsakkoorden.
Zet Sync Start aan.
3
Druk op de knop [SYNC START] om de functie Sync Start aan te zetten.
Beknopte handleiding
Als Sync Start actief is, wordt de bas- en akkoordbegeleiding in een bepaalde stijl afgespeeld zodra u links van het splitpunt op het keyboard een toets indrukt. Druk nogmaals op de knop om de functie Sync Start uit te zetten.
Gebruikershandleiding
25
Page 26
Stijlen bespelen
OPMERKING
Bereik voor automatische
begeleiding
Splitpunt
Hier wordt het akkoord aangegeven dat in het begeleidingsbereik van het keyboard wordt afgespeeld.
OPMERKING
OPMERKING
Beknopte handleiding
Begin te spelen.
4
Het afspelen van de stijl begint zodra u een akkoord speelt in het bereik voor automatische begeleiding op het keyboard. Probeer de akkoordprogressie te spelen die hieronder wordt weergegeven. De begeleiding past zich aan de noten aan die u speelt met uw linkerhand.
• Akkoorden (pagina 27)
• Akkoorden opzoeken in het woordenboek voor akkoorden (pagina 82)
C C
G
F
F
C
Deze progressie is een gevarieerde harmonische begeleiding met slechts drie akkoorden. Als u de progressie een beetje in de vingers begint te krijgen, kunt u eens proberen de volgorde van de akkoorden te veranderen.
26
Stop met spelen.
5
Als u klaar bent, drukt u op de knop [START/STOP] om het afspelen van een stijl te stoppen.
Gebruikershandleiding
• U kunt het spelen ook stoppen door op de knop [INTRO/ENDING/rit.] te drukken zodat een passend eindpatroon wordt afgespeeld waarna het afspelen van de stijl stopt.
• U kunt ook van 'stijlsectie' wisselen om de begeleiding wat te variëren. Raadpleeg 'Patroonvariaties (secties)' op pagina 76.
Page 27
Stijlen bespelen
Cm
7
C
Dm
7
D
DM
7
E
Em
7
E
Fm
7
F
Gm
7
G
GM
7
Am
7
A
Am
7
AM
7
B
Bm
BM
7
C
Cm
C
7
Akkoorden
Gebruikers die niet vertrouwd zijn met akkoorden kunnen deze tabel met elementaire akkoorden raadplegen. Aangezien er vele nuttige akkoorden zijn, evenals vele manieren om ze muzikaal toe te passen, wordt u aangeraden in de handel verkrijgbare boeken met akkoorden te raadplegen voor meer informatie.
geeft de grondtoon aan.
Majeur Mineur Septiem Mineur septiem Majeur septiem
C
Cm
7
CM
7
D
C
F
G
Dm
Em
Fm
Gm
7
7
7
7
A
B
7
• Naast de bovenstaande typen akkoorden kan een groot aantal verschillende typen akkoorden worden herkend.
• Afhankelijk van het type akkoord, kunnen naast de grondligging ook inversies worden gebruikt.
• Sommige typen akkoorden worden mogelijk niet herkend als bepaalde noten zijn weggelaten.
Bm
7
EM
FM
7
7
Beknopte handleiding
Gemakkelijke akkoorden
Met deze methode kunt u in het begeleidingsgedeelte van het keyboard met één, twee of drie vingers gemakkelijk akkoorden spelen.
Voor grondtoon 'C'
Cm
7
Een majeurakkoord spelen
Druk op de grondtoon () van het akkoord.
Een mineurakkoord spelen
Speel de grondtoon van het akkoord met de dichtstbijzijnde zwarte toets links ervan.
Een septiemakkoord spelen
Speel de grondtoon van het akkoord met de dichtstbijzijnde witte toets links ervan.
Een mineurseptiemakkoord spelen
Druk de grondtoon van het desbetreffende akkoord in met de dichtstbijzijnde witte en zwarte toets links ervan (drie in totaal).
AI Finger
Door het type vingerzetting voor akkoorden te wijzigen in 'AI Fingered', kunt u automatisch een passende begeleiding creëren, zelfs wanneer u niet alle noten van een akkoord speelt. (pagina 81 en 87)
Gebruikershandleiding
27
Page 28

Songs afspelen

Het nummer en de naam van de geselecteerde song
OPMERKING
De gemarkeerde song kan worden afgespeeld
Voor dit instrument verwijst 'song' naar de gegevens waaruit een muziekstuk is opgebouwd. U kunt de 30 interne songs gewoon beluisteren of u kunt ze gebruiken met een van de vele functies op het instrument, zoals de functie speelhulptechnologie, de lesfunctie en nog veel meer. De songs zijn ingedeeld in categorieën. In dit gedeelte leert u hoe u songs kunt selecteren en afspelen en vindt u een korte beschrijving van de 30 meegeleverde songs.

Een song selecteren en beluisteren

Beknopte handleiding
Druk op de knop [SONG].
1
De display voor de selectie van de song wordt weergegeven. Het nummer en de naam van de geselecteerde song zijn gemarkeerd.
Selecteer een song.
2
Selecteer een song nadat u het songoverzicht in de afzonderlijke Data List hebt bekeken. Selecteer met de draaiknop de song die u wilt beluisteren.
• Songs die u zelf hebt opgenomen (gebruikerssongs) of songs die naar het instrument zijn overgebracht vanaf een computer, kunt u op dezelfde manier afspelen als interne songs.
28
Gebruikershandleiding
Page 29
De songs zijn ingedeeld in categorieën.
• De songs in deze categorie zijn bedoeld om u een idee te geven van de geavanceerde mogelijkheden van dit instrument.
• In deze songs komen veel van de voices voor die beschikbaar zijn op het instrument.
• Deze songs kunt u gebruiken als u wilt experimenteren met de geavanceerde functies van het instrument: song 9 voor eenvoudige songarrangementen, en de songs 10 en 11 voor de functie speelhulptechnologie.
• Deze solostukken voor piano zijn ideaal als songlessen.
• Een selectie van songs voor piano-ensembles die ook zeer geschikt zijn als songlessen.
• Deze songs zijn ideaal voor het oefenen van begeleidingspatronen.
• Songs die u zelf opneemt.
• Songs die zijn opgeslagen op een USB-flashgeheugen dat is aangesloten op het instrument, of songs die zijn overgebracht vanaf een computer (pagina 30 en 99).
OPMERKING
Beluister de song.
3
Druk op de knop [START/STOP] om de geselecteerde song af te spelen. U kunt het afspelen altijd stoppen door opnieuw op de knop [START/ STOP] te drukken. Dit rode lampje licht op op de eerste tel van elke maat wanneer een song wordt afgespeeld. De overige tellen worden aangegeven met een groen lampje.
Songs afspelen
• In het Songbook op de cd­rom vindt u muzieknotaties voor de 30 interne songs. De uitzonderingen zijn de songs 1 tot 11 en 30. De muzieknotatie van songs 9-11 kunt u vinden in de afzonderlijke Data List.
Beknopte handleiding
Gebruikershandleiding
29
Page 30
Songs afspelen
OPMERKING
USB-flashgeheugen (hoofdmap)
Song-
bestand
Song-
bestand
Song-
bestand
Song-
bestand
Kan worden geselecteerd/ afgespeeld.
Kan niet worden geselecteerd/ afgespeeld.
MIDI-songs die zijn opgeslagen op een USB-flashgeheugen dat is aangesloten op het instrument, kunnen rechtstreeks worden geselecteerd en afgespeeld.
Beknopte handleiding

Songs op een USB-flashgeheugen selecteren en afspelen

U gaat op exact dezelfde manier te werk als bij het selecteren van interne songs (pagina 28). Songs op een USB-flashgeheugen zijn genummerd vanaf
36. U hoeft dus alleen songnummer 36 of hoger te selecteren.
De displaytaal voor songtitels
Bestandsnamen die Japanse tekens bevatten, worden correct weergegeven als de displaytaal van het instrument is ingesteld op Japans (pagina 71).
• Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik van de [USB TO DEVICE]­aansluiting (pagina 91)
BELANGRIJK
• Als u data wilt afspelen die van een computer of ander apparaat naar een USB­flashgeheugen zijn gekopieerd, moeten de data zijn opgeslagen in de hoofdmap van het USB­flashgeheugen of in een map van het eerste of tweede niveau in de hoofdmap. Data die zijn opgeslagen in mappen van het derde niveau binnen een map van het tweede niveau, kunnen niet door dit instrument worden geselecteerd en afgespeeld.
30
Gebruikershandleiding
Page 31
Songs afspelen
REW
Druk op deze knop om versneld terug te spoelen naar een eerder punt in de song.
FF
Druk op deze knop om versneld vooruit te spoelen naar een later punt in de song.
PAU SE
Druk op deze knop om een song tijdens het afspelen te pauzeren.
Als deze indicator brandt, kunt u de functies gebruiken die met de labels boven de knoppen zijn aangegeven.

Song snel vooruitspoelen, snel terugspoelen en onderbreken

Deze functies lijken op de knoppen van een cassettedeck of cd-speler, waarmee u een song snel vooruit kunt spoelen [FF], terug kunt spoelen [REW] en kunt pauzeren [PAUSE].

De demosong afspelen

Druk op de knop [DEMO/BGM]. Het afspelen van de demosong begint. Luistert u eens naar de prachtige instrumentvoices die het instrument heeft. Als de demosong tot het einde heeft doorgespeeld, begint deze automatisch weer van voor af aan. U kunt het afspelen van de demo altijd stoppen door op de knop [DEMO/BGM] of [START/STOP] te drukken.
Met de standaardinstelling wordt slechts één demosong afgespeeld en herhaald wanneer op de knop [DEMO/BGM] wordt gedrukt. U kunt deze instelling zo wijzigen dat alle interne songs worden afgespeeld of dat alle songs die van een computer naar het instrument zijn overgebracht, worden afgespeeld. Er zijn vijf verschillende afspeelgroepen waaruit u kunt kiezen. Selecteer de instelling die het beste past bij wat u wilt. (pagina 85)
Beknopte handleiding
Gebruikershandleiding
31
Page 32
Songs afspelen
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Enkele notenbalk
Dubbele notenbalk
Markering
Muzieknotatie van de melodie
Akkoord
Songteksten
Dit instrument kan de songs in muzieknotatie weergeven. Er wordt muzieknotatie weergegeven voor de 30 interne presetsongs en voor songs in de SMF-indeling die zijn opgeslagen in het USB-flashgeheugen of in het interne flashgeheugen van het instrument.
Beknopte handleiding

De muzieknotatie van een song weergeven

Selecteer een song.
1
Volg stap 1 en 2 van de procedure die is beschreven op pagina 28.
Druk op de knop [SCORE] om de muzieknotatie
2
met een enkele notenbalk weer te geven.
De muzieknotatie kan op twee manieren worden weergegeven: met een enkele en met een dubbele notenbalk. U kunt tussen deze weergaven schakelen door op de knop [SCORE] te drukken.
• Bij een song met akkoord­en songtekstdata worden zowel de akkoorden als de songteksten weergegeven in de display voor muzieknotatie met een enkele notenbalk.
• Als een song veel tekst bevat, wordt deze per maat in twee rijen weergegeven.
• Sommige songteksten of akkoorden kunnen zijn afgekort als de geselecteerde song te veel tekst bevat.
• Kleine noten die moeilijk te lezen zijn, kunt u beter leesbaar maken met de quantize-functie (pagina 89).
32
Druk op de knop [START/STOP].
3
Het afspelen van de song wordt gestart. Het driehoekje verspringt boven aan de muzieknotatie om de huidige positie in de song aan te geven.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAIN-display
4
terug te keren.
Gebruikershandleiding
• Bij een dubbele notenbalk worden geen akkoorden of songteksten weergegeven.
• Als het songvolume op dit punt volledig is uitgezet, hoort u alleen het geluid van uw eigen spel, zodat u de song zelf kunt spelen terwijl u de noten leest. Zie pagina 83 als u wilt weten hoe u het songvolume regelt.
Page 33
Songs afspelen
OPMERKING
OPMERKING
Titel, tekstschrijver en componist van de song
Weergave van songteksten en akkoorden

De songteksten weergeven

Als een song songtekstdata bevat, kunnen de songteksten in de display worden weergegeven. Als een song geen songtekstdata bevat, worden geen songteksten weergegeven, ook niet wanneer u op de knop [LYRICS] drukt.
Selecteer een song.
1
Selecteer songnummer 16 door stap 1 en 2 op pagina 28 uit te voeren. Interne song nummer 16 is de enige interne song met songtekstenweergave.
Druk op de knop [LYRICS].
2
De titel, tekstschrijver en componist van de song worden in de display weergegeven.
• Songs die van internet zijn gedownload of commercieel verkri jgbare songbestanden , waaronder songs met de bestandsindeling XF (pagina 6), zijn compatibel met de weergavefunctie voor songteksten mits het gaat om standaard-MIDI­bestanden met songteksten. Bij sommige bestanden is de weergave van songteksten niet mogelijk.
• Als in de weergave van songteksten onleesbare tekens verschijnen, dient u wellicht de displaytaal te wijzigen (pagina 71).
Beknopte handleiding
Druk op de knop [START/STOP].
3
De song wordt afgespeeld terwijl de songteksten en akkoorden in de display worden weergegeven. De songteksten worden gemarkeerd om de huidige positie in de song aan te geven.
Gebruikershandleiding
33
Page 34

Basisbediening

1 Druk op een knop om een basisfunctie te selecteren.
2 Selecteer een item of waarde met de draaiknop.
3 Start een functie.
Volume aanpassen
Hiermee regelt u het volume van het geluid dat te horen is via de luidsprekers van het instrument of via een hoofdtelefoon die op de PHONES-aansluiting is aangesloten.
Als u linksom draait, gaat het volume omlaag.
Als u rechtsom draait, gaat het volume omhoog.
Display (pagina 36 - 37)
3 Start een functie. 1 Selecteer een basisfunctie. 2
Selecteer een item of waarde.
Selecteer een song die u wilt beluisteren of een song die u wilt gebruiken voor een les.
Selecteer een automatische begeleidingsstijl.
Selecteer een voice die u wilt bespelen via het keyboard.

Referentie

Basisbediening
De basisbediening van de DGX-640 is gebaseerd op de volgende eenvoudige handelingen.
Referentie
1 Druk op een knop om een basisfunctie te selecteren.
Gebruikershandleiding
34
Page 35
2 Selecteer een item of waarde met de draaiknop.
Het geselecteerde item is in de display gemarkeerd. In dit voorbeeld is er gedrukt op de knop [VOICE].
VerhogenVerlagen
Kort indrukken om te verhogen
Kort indrukken om te verlagen
Voorbeeld: songnummer '003' kan op drie manieren worden opgegeven.
•[0]  [0]  [3]
•[0]  [3] (in de display verschijnt na een korte vertraging '003')
•[3] (in de display verschijnt na een korte vertraging '003')
Druk op de nummerknoppen [0], [0], [3].
Naar het eerste item in de volgende of vorige categorie springen.
CATEGORY-knop [r] markering.
De eerste voice in de geselecteerde categorie wordt geselecteerd.
CATEGORY-knop [
f
]
markering.
Selecteer de categorie die hier wordt weergegeven.
Als u een basisfunctie selecteert, wordt het overeenkomstige item in de display weergegeven. Vervolgens kunt u het gewenste item selecteren met de draaiknop of de nummerknoppen [0] - [9].
Waarden wijzigen
Basisbediening
Draaiknop
Draai de draaiknop rechtsom om de waarde van het geselec­teerde item te verhogen of linksom om de waarde te verla­gen. Als u de waarde verder wilt verhogen of verlagen, blijft u de knop rechts- of linksom draaien.
Knoppen [+] en [-]
Druk kort op de knop [+] om de waarde met 1 te verhogen of op de knop [­] om de waarde met 1 te verlagen. Houd deze knoppen ingedrukt om de waarde doorlopend te verhogen of te verlagen.
Nummerknoppen [0] - [9]
Met de nummerknoppen kunt u rechtstreeks het nummer van een song, stijl of voice of een parameterwaarde opgeven. U kunt nullen op de posities voor honderdtallen of tientallen weglaten (zie onder).
CATEGORY-knoppen [r] en [f]
Als u een song, stijl of voice selecteert, kunt u met deze knoppen naar het eerste item in de volgende of vorige cate­gorie gaan. De CATEGORY-knoppen [
r
] en [f] zijn handig om gecategoriseerde items te selecteren, zoals in het vol­gende voorbeeld.
Voorbeeld: display VOICE SELECT
In een display waarin een categorie wordt weergegeven, is selectie eenvoudig als u eerst met de CATEGORY-knoppen [
r
] en [f] de categorie selecteert waarin het gewenste item zich bevindt, en vervolgens met de draaiknop of de knoppen [+] en [-] het item selecteert. Dit is met name handig wanneer u een selectie moet maken uit een groot aantal voices.
Referentie
3 Een functie starten.
Bij de meeste procedures in deze handleiding wordt de draaiknop aanbevolen voor het selecteren van items, omdat dit de gemakkelijkste en meest intuïtieve methode is. De meeste items of waarden die kunnen worden geselecteerd met behulp van de draaiknop kunnen echter ook worden geselecteerd met de knoppen [+] en [-].
Dit is de knop [START/STOP]. Nadat u op de knop [SONG] of [STYLE] hebt gedrukt, drukt u op de knop [START/STOP] om de geselecteerde song of stijl (ritme) af te spelen.
Gebruikershandleiding
35
Page 36
Basisbediening
Titel
Functie-item
Waarde
De displays
Namen van displays
U voert alle handelingen uit terwijl u naar de display kijkt. Voor verschillende modi en functies zijn een aantal displays beschikbaar. De naam van de actieve display staat bovenaan.
MAIN-display
Terugkeren naar de MAIN-display
De meeste basishandelingen worden uitgevoerd vanuit de MAIN-display van het
instrument.
U kunt vanuit elke andere display naar de MAIN-display terugkeren door op de knop [EXIT] rechtsonder naast de display te drukken.
Referentie
Display FUNCTION
De display FUNCTION geeft toegang tot 53 utilityfuncties (pagina 86). De display FUNCTION wordt geopend als u op de knop [FUNCTION] drukt. In de display FUNCTION kunt u met de CATEGORY-knoppen [ op de CATEGORY-knop(pen) tot de gewenste functie verschijnt. Vervolgens kunt u met de draaiknop, de knoppen [+] en [-] of de nummerknoppen [0] - [9] de waarde van de functie naar wens aanpassen.
Het symbool 'Ingedrukt houden'
Het symbool ' ' dat naast sommige knoppen wordt weergegeven, geeft aan dat u de knop langer dan een seconde ingedrukt kunt houden om een functie uit te voeren. Hiermee krijgt u gemakkelijk en rechtstreeks toegang tot een verscheidenheid aan functies.
Gebruikershandleiding
36
r
] en [
f
] 53 verschillende groepen functies selecteren. Druk zo vaak als nodig is
Page 37
Items in de MAIN-display
* Met de knop LCD CONTRAST op
het achterpaneel van het instrument kunt u de leesbaarheid van de display optimaal instellen.
Stijlstatus (automatische begeleiding)
Verschijnt als automatische begeleiding actief is.
Verschijnt als de functie Synchro Stop is geactiveerd.
Naam van het stijlpatroon.
Status registratiegeheugen
Geeft het geselecteerde banknummer weer.
Geeft de geheugennummers weer die data bevatten. Rond het geselecteerde nummer verschijnt een kader.
Aan/uit-pictogrammen voor functies
Speelhulptechnologie
Verschijnt als de speelhulp­technologie is ingeschakeld.
Harmonie
Verschijnt als de harmoniefunctie actief is. Als dit pictogram wordt weergegeven, worden harmonieno­ten toegevoegd aan de mainvoice.
DSP
Wordt weergegeven wanneer DSP is ingeschakeld.
Song-/trackstatus
Gemarkeerd tijdens de opname van gebruikerssongs.
Er is geen rand als de track is uitgeschakeld.
Transponering
Akkoord-
weergave
Tempo
A-B Repeat
Verschijnt wanneer herhaaldelijk afspelen is geactiveerd.
Maatnummer
Voice: main (pagina 18)
dual (pagina 20)
split (pagina 21) Song (pagina 28) Stijl (pagina 24) MDB (pagina 53)
De MAIN-display bevat alle huidige basisinstellingen: song, stijl, voice. De display bevat ook een reeks aanduidingen die aangeven of de verschillende functies aan of uit staan.
Basisbediening
Referentie
Gebruikershandleiding
37
Page 38

Een song selecteren voor een les

OPMERKING
OPMERKING
Les voor de rechterhand
(R-partij is uitgeschakeld)
Les voor de
linkerhand
(L-partij is uitgeschakeld)
Les voor
beide handen
(R- en L-partijen zijn uitgeschakeld)
Yamaha Education Suite
U kunt elke gewenste song selecteren en gebruiken voor een les met de linkerhand, rechterhand of beide handen. Tijdens de les kunt u zo langzaam spelen als u wilt. U kunt zelfs de verkeerde noten spelen. De song wordt vertraagd tot een tempo dat u aan kunt. U bent nooit te oud om te leren!
De oefenmethoden:
Les 1 - Waiting Leer de juiste noten te spelen.
Les 2 - Your Tempo   In deze les leert u de juiste noten te spelen met de juiste timing.
Les 3 - Minus One    Leer de juiste noten met de juiste timing gelijk met de song te spelen.
Les 1 - Waiting
Bij deze les moet u proberen de juiste noten te spelen. Speel de noot die in de display wordt weergegeven. De song wordt gepauzeerd tot u de juiste noot speelt.
Selecteer een song voor de les.
1
Selecteer een song uit de categorie Piano Solo of Piano Ensemble. Selecteer voor dit voorbeeld '012 For Elise'.
Druk op de knop [EXIT] om terug te keren naar de MAIN-display.
2
Referentie
Zet het afspelen uit van de partij die u wilt oefenen.
3
De presetsongs hebben aparte partijen voor de linker- en rechterhand. U kunt de partijen voor linker- en rechterhand indien nodig aan- en uitzetten, zodat u de overeenkomstige partij op het keyboard kunt oefenen (de partij die is uitgezet). U speelt de partij voor de rechterhand met de knop [R/1] en die voor de linkerhand met de knop [L/2].
• De songs 10 en 11 zijn func­tiedemo's voor speelhulp. De lesfunctie kan niet wor­den gebruikt voor deze songs.
• U kunt ook songs gebruiken (alleen in de SMF-indeling
0) die u hebt overgebracht van de computer en hebt opgeslagen in het flashge­heugen. (pagina 100)
• U kunt ook songs op een USB-flashgeheugen gebrui­ken (alleen in de SMF-inde­ling 0). (pagina 30)
• U kunt de partijen zelfs tijdens het afspelen aan- en uitzetten.
38
Druk op de partijknoppen [R/1] en [L/2] om het afspelen in en uit te schakelen. Zet het afspelen uit van de partij die u wilt oefenen. Als u voor het eerst een song selecteert, lichten de indicatoren met randen voor de partijen '1' en '2' op om aan te geven dat beide partijen zijn ingeschakeld. Als u op een van de knoppen drukt om het afspelen uit te zetten, verdwijnt de rand rond de corresponderende partij-indicator en wordt het afspelen van de corresponderende partij uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding
Page 39
Start les 1.
Markering
Markering
Het weergegeven bereik (61 toetsen)
Het daadwerkelijke bereik van het keyboard
(DGX-640 = 88 toetsen)
4
Druk op de knop [WAITING] om les 1 te starten.
De song wordt automatisch afgespeeld nadat u les 1 hebt geselecteerd.
Een song selecteren voor een les
Speel de noten die in de display worden weergegeven. De stip ( het grafische keyboard in de display, geeft aan wat de volgende noot is. Als u de juiste noot speelt, verspringt de markering naar de volgende toets die u moet spelen. De song wordt gepauzeerd totdat u de juiste noot hebt gespeeld. De driehoekige markering ( in de song.
Het keyboard naar links of naar rechts verschuiven.
U kunt de verborgen ( ) delen van het keyboard weergeven door op de knop [+] of [-] te drukken.
) boven de muzieknotatie geeft de huidige positie aan
) op de toets op
Referentie
In de display worden 61 toetsen van het toetsenbereik van het keyboard weergegeven. De DGX-640 heeft in werkelijkheid 88 toetsen. Bij sommige songs die heel hoge of heel lage noten bevatten, vallen deze noten buiten het weergegeven bereik, zodat ze niet worden weergegeven in de display. In deze gevallen verschijnt er een 'over'-indicator links of rechts van het grafische keyboard. Schuif het keyboard naar links of naar rechts met de knop [+] of [-] zodat u de noten kunt zien (de markering verschijnt vervolgens bij de juiste toets in de display). Noten die buiten het totale bereik van het keyboard vallen, kunnen tijdens de les niet worden gebruikt.
Stop de lesmodus.
5
U kunt de lesmodus altijd stoppen door op de knop [START/STOP] te drukken.
Gebruikershandleiding
39
Page 40
Een song selecteren voor een les
De song spelen en de markering bij de muzieknotatie volgen
Les 2 - Your Tempo
In deze les leert u de juiste noten te spelen met de juiste timing. Het tempo waarin de song wordt afgespeeld, wordt aangepast aan het tempo waarin u speelt. Als u de verkeerde noten speelt, wordt de song vertraagd. U kunt dus in uw eigen tempo leren.
Selecteer de song en de partij die u wilt oefenen (stap 1 en 3 op
1
pagina 38).
Start les 2.
2
Druk op de knop [YOUR TEMPO] om les 2 te starten.
De song wordt automatisch afgespeeld nadat u les 2 hebt geselecteerd.
De driehoekige markering verschijnt boven de muzieknotatie in de display en verspringt om de huidige positie in de song aan te geven. Probeer de noten met de juiste timing te spelen. Het tempo versnelt naarmate u de juiste noten met de juiste timing leert spelen, totdat u uiteindelijk speelt in het oorspronkelijke tempo van de song.
Referentie
Stop de lesmodus.
3
U kunt de lesmodus altijd stoppen door op de knop [START/STOP] te drukken.
Gebruikershandleiding
40
Page 41
Een song selecteren voor een les
Markering
Markering
Les 3 - Minus One
In deze les kunt u uw techniek perfectioneren. De song wordt in een normaal tempo gespeeld, maar zonder de partij die u wilt spelen. Speel mee terwijl u naar de song luistert.
Selecteer de song en de partij die u wilt oefenen (stap 1 en 3 op
1
pagina 38).
Start les 3.
2
Druk op de knop [MINUS ONE] om les 3 te starten.
De song wordt automatisch afgespeeld nadat u les 3 hebt geselecteerd.
Speel mee terwijl u naar de song luistert. De markering boven de muzieknotatie en de markering op het keyboard in de display geven aan welke noten u moet spelen.
Stop de lesmodus.
3
U kunt de lesmodus altijd stoppen door op de knop [START/STOP] te drukken.
Gebruikershandleiding
Referentie
41
Page 42
Een song selecteren voor een les
OPMERKING
OPMERKING
Uw vorderingen bijhouden
Als de lessong is afgelopen, wordt gekeken hoe u het hebt gedaan. Er zijn vier verschillende niveaus: OK, Good, Very Good of Excellent. 'Excellent!' is het hoogst haalbare niveau.
• U kunt de beoordelingsfunctie uitzetten via het item FUNCTION Grade (pagina 89).
Nadat de beoordeling is weergegeven, begint de les weer vanaf het begin.
Oefening baart kunst - Leren door herhaling
Gebruik deze functie om kort voor een deel waar u een fout hebt gemaakt te beginnen of om herhaaldelijk een deel te oefenen dat u moeilijk vindt.
Druk tijdens een les op de knop [REPEAT & LEARN]. De song wordt vier maten teruggespoeld vanaf het punt waar u de knop hebt ingedrukt en begint te spelen na één maat aftellen. De song wordt afgespeeld tot het punt waarop u de knop [REPEAT & LEARN] hebt ingedrukt, springt daarna vier maten terug en wordt opnieuw afgespeeld nadat is afgeteld. Dit wordt herhaald zodat u, als u een fout maakt, alleen op de knop [REPEAT & LEARN] hoeft te drukken om dat gedeelte net zo lang te oefenen totdat u het onder de knie hebt. Druk nogmaals op de knop om naar de normale lesmodus terug te gaan.
Referentie
• U kunt het aantal maten instellen dat de functie Repeat & Learn terugspringt door tijdens het herhaaldelijk afspelen op de nummerknoppen [1] - [9] te drukken.
42
Gebruikershandleiding
Page 43

Piano spelen op een makkelijke manier

Dit instrument maakt gebruik van een speelhulptechnologie die zorgt dat u klinkt als een geweldige pianist wanneer u met een song meespeelt (ook al maakt u veel fouten). U kunt in principe elke willekeurige noot aanslaan en toch goed klinken. U kunt zelfs een prachtige melodie ten gehore te brengen door maar één toets aan te slaan. U kunt dus toch genieten van muziek, ook al kunt u geen piano spelen en geen noten lezen.
De speelhulptechnologie bestaat uit vier selecteerbare typen. Selecteer het type dat u het beste bevalt.
Chord...........................Wat of waar u ook speelt, het resultaat is een muzikaal en harmonieus
geluid. Dit type biedt u veel vrijheid, zodat u alles kunt spelen met zowel uw linker- als uw rechterhand.
Chord/Free .................Als u eenvoudige melodieën kunt spelen met uw rechterhand, maar moeite
hebt met de akkoorden voor uw linkerhand, is dit het juiste type voor u. Het type Chord heeft alleen betrekking op het linkerhandgedeelte van het keyboard. U speelt eenvoudige akkoorden met uw linkerhand ter ondersteuning van de melodie die u met uw rechterhand speelt.
Melody.........................Met dit type kunt u de melodie van een geselecteerde song spelen door
met slechts één vinger willekeurige toetsen aan te slaan. U kunt direct melodieën spelen, ook als u nog nooit op een toetsinstrument hebt gespeeld.
Chord/Melody............Speel de melodie van de geselecteerde song met slechts één vinger op het
rechterhandgedeelte van het keyboard en speel de akkoorden op het linkerhandgedeelte van het keyboard met behulp van het type Chord.
Als u de speelhulptechnologie wilt gebruiken, moet u een song spelen die de vereiste akkoord- en/of melodiedata bevat. Als het type Chord of Chord/Free is geselecteerd, kan de speelhulptechnologie alleen worden gebruikt met songs die akkoorddata bevatten. Als het type Melody is geselecteerd, kan de speelhulptechnologie alleen worden gebruikt met songs die melodiedata bevatten. Als het type Chord/Melody is geselecteerd, kan de speelhulptechnologie alleen worden gebruikt met songs die akkoord- en melodiedata bevatten. Raadpleeg het songoverzicht in de afzonderlijke Data List om te weten of een song de vereiste akkoorddata bevat.
Raadpleeg pagina 52 voor meer informatie over hoe de speelhulptechnologie kan helpen bij uw spel.
Referentie
Gebruikershandleiding
43
Page 44
Piano spelen op een makkelijke manier
Het geselecteerde type
Chord selecteren
Langer dan een seconde ingedrukt houden
OPMERKING
Type CHORD - Met beide handen spelen
Probeer de speelhulptechnologie met de presetsong 'Ave Maria'.
Druk op de knop [P.A.T. ON/OFF].
1
Hiermee zet u de functie speelhulptechnologie aan. Als de functie voor speelhulptechnologie is ingeschakeld, wordt het geselecteerde type weergegeven in de MAIN-display.
Selecteer het type CHORD.
2
Referentie
44
Houd de knop [P.A.T. ON/OFF] langer dan een seconde ingedrukt om het type speelhulptechnologie weer te geven. Selecteer het type Chord met de draaiknop.
Selecteer een song.
3
Selecteer voor dit voorbeeld eens de song '010 Ave Maria'. Als het type Chord is geselecteerd, worden alleen de functies in de display weergegeven die voor de song beschikbaar zijn.
Druk op de knop [START/STOP].
4
De song wordt afgespeeld. Het basispatroon wordt steeds herhaald. Luister gedurende vier maten naar het basispatroon om een gevoel te krijgen van het basispatroon en begin vanaf de vijfde maat zelf te spelen. De toetsen die u moet spelen, worden weergegeven in de display.
Gebruikershandleiding
• Een song selecteren en beluisteren (pagina 28)
Page 45
Bespeel het keyboard.
NaVoo r
OPMERKING
5
Piano spelen op een makkelijke manier
Probeer de muzieknotatie die links is weergegeven eens met beide handen te spelen. U kunt zelfs dezelfde toetsen telkens opnieuw spelen: C, E, G, C, E, G, C, E. U merkt dat vanaf de vijfde maat de noten worden geproduceerd volgens de muziek uit het rechtervoorbeeld. Als u door blijft spelen, worden bij het type Chord van de speelhulptechnologie de noten die u speelt 'gecorrigeerd'. Zo werkt het type speelhulptechnologie Chord.
U kunt het afspelen van een song altijd stoppen door op de knop [START/ STOP] te drukken.
Druk op de knop [P.A.T. ON/OFF] om de speelhulptechnologie
6
uit te zetten.
In de display wordt '...' weergegeven op de plaats waar anders het type speelhulptechnologie zou staan.
Probeer vervolgens een andere presetsong te spelen.
• U vindt de muzieknotatie van Ave Maria in de afzonderlijke Data List.
Referentie
Gebruikershandleiding
45
Page 46
Piano spelen op een makkelijke manier
Het geselecteerde type
Chord/Free selecteren
Langer dan een seconde ingedrukt houden
OPMERKING
Type CHORD/FREE - Het type Chord alleen op de linkerhand toepassen
Probeer de speelhulptechnologie met de presetsong 'Nocturne'.
Druk op de knop [P.A.T. ON/OFF].
1
Hiermee zet u de functie speelhulptechnologie aan. Als de functie voor speelhulptechnologie is ingeschakeld, wordt het geselecteerde type weergegeven in de MAIN-display.
Selecteer het type CHORD/FREE.
2
Referentie
Houd de knop [P.A.T. ON/OFF] langer dan een seconde ingedrukt om het type speelhulptechnologie weer te geven. Selecteer het type Chord/Free met de draaiknop.
Selecteer een song.
3
Selecteer voor dit voorbeeld eens de song '011 Nocturne'.
Druk op de knop [START/STOP].
4
• Een song selecteren en beluisteren (pagina 28)
46
De song wordt afgespeeld. De toetsen die u met uw linkerhand moet spelen, worden in de display weergegeven.
Gebruikershandleiding
Page 47
Piano spelen op een makkelijke manier
Splitpunt
Als u dit type gebruikt, klinken de noten die u links van het splitpunt speelt een octaaf hoger.
OPMERKING
Bespeel het keyboard.
5
Speel met uw rechterhand rechts van het splitpunt en met uw linkerhand links van het splitpunt.
Speel de melodie van Nocturne met uw rechterhand. Herhaal met uw linkerhand een F-A-C-arpeggio zoals is aangegeven in de muzieknotatie in de display. U speelt herhaaldelijk dezelfde noten met uw linkerhand, maar de noten die u hoort, zijn aangepast aan de muziek. Zo werkt het type speelhulptechnologie Chord/Free.
Druk op de knop [SCORE] als u de muzieknotatie voor de partij voor de rechterhand in de display wilt weergeven. U kunt het afspelen van een song altijd stoppen door op de knop [START/ STOP] te drukken.
Druk op de knop [P.A.T. ON/OFF] om de speelhulptechnologie
6
uit te zetten.
In de display wordt '...' weergegeven op de plaats waar anders het type speelhulptechnologie zou staan.
Probeer vervolgens een andere presetsong te spelen.
• U vindt de muzieknotatie van de Nocturne in de afzonderlijke Data List.
Referentie
Gebruikershandleiding
47
Page 48
Piano spelen op een makkelijke manier
Het geselecteerde type
Selecteer Melody
Langer dan een seconde ingedrukt houden
OPMERKING
OPMERKING
Type MELODY - Met één vinger spelen
Druk op de knop [P.A.T. ON/OFF].
1
Hiermee zet u de functie speelhulptechnologie aan. Als de functie voor speelhulptechnologie is ingeschakeld, wordt het geselecteerde type weergegeven in de MAIN-display.
Selecteer het type MELODY.
2
Referentie
48
Houd de knop [P.A.T. ON/OFF] langer dan een seconde ingedrukt om het type speelhulptechnologie weer te geven. Selecteer het type Melody met de draaiknop.
Selecteer een song.
3
Selecteer voor dit voorbeeld '012 For Elise'.
Geef de muzieknotatie weer.
4
Druk op de knop [SCORE] om de muzieknotatie van de melodie in de display weer te geven.
Druk op de knop [START/STOP].
5
De song wordt afgespeeld. Omdat het type Melody is geselecteerd, is de melodie van de song niet te horen. U kunt nu zelf de melodie spelen.
Gebruikershandleiding
• Een song selecteren en beluisteren (pagina 28)
• De muzieknotatie van een song weergeven (pagina 32)
Page 49
Piano spelen op een makkelijke manier
Markering
Dat klinkt als een melodie!
Wordt weergegeven als de speelhulptechnologie is ingeschakeld.
Bespeel het keyboard.
6
De markering geeft de huidige positie aan in de muzieknotatie terwijl de song wordt afgespeeld. Als u een toets speelt telkens wanneer een markering boven een noot in de notatie wordt weergegeven, kunt u de melodie spelen met het juiste oorspronkelijke ritme.
Hoe klinkt dat? U hebt zojuist met één vinger de melodie gespeeld met behulp van het type speelhulptechnologie Melody.
U kunt het afspelen van een song altijd stoppen door op de knop [START/ STOP] te drukken.
Druk op de knop [P.A.T. ON/OFF] om de speelhulptechnologie
7
uit te zetten.
In de display wordt '...' weergegeven op de plaats waar anders het type speelhulptechnologie zou staan.
Probeer vervolgens een andere presetsong te spelen.
Referentie
Gebruikershandleiding
49
Page 50
Piano spelen op een makkelijke manier
Het geselecteerde type
Chord/Melody selecteren
Langer dan een seconde ingedrukt houden
OPMERKING
OPMERKING
CHORD/MELODY - Type Chord met de linkerhand en type Melody met de rechterhand
Druk op de knop [P.A.T. ON/OFF].
1
Hiermee zet u de functie speelhulptechnologie aan. Als de functie voor speelhulptechnologie is ingeschakeld, wordt het geselecteerde type weergegeven in de MAIN-display.
Selecteer het type CHORD/MELODY.
2
Referentie
50
Houd de knop [P.A.T. ON/OFF] langer dan een seconde ingedrukt om het type speelhulptechnologie weer te geven. Selecteer het type Chord/Melody met de draaiknop.
Selecteer een song.
3
Selecteer voor dit voorbeeld '023 Rock Piano'.
Geef de muzieknotatie weer.
4
Druk tweemaal op de knop [SCORE] om de muzieknotatie met dubbele notenbalk in de display weer te geven.
Druk op de knop [START/STOP].
5
De song wordt afgespeeld. Omdat het type Melody is geselecteerd, is de melodie van de song niet te horen. U kunt nu zelf de melodie spelen.
Gebruikershandleiding
• Een song selecteren en beluisteren (pagina 28)
• De muzieknotatie van een song weergeven (pagina 32)
Page 51
Piano spelen op een makkelijke manier
Splitpunt
Als u dit type gebruikt, klinken de noten die u links van het splitpunt speelt een octaaf hoger.
Markering
Wordt weergegeven als de speelhulptechnologie is ingeschakeld.
Bespeel het keyboard.
6
Speel met uw rechterhand rechts van het splitpunt en met uw linkerhand links van het splitpunt.
Speel met uw rechterhand mee met het ritme van de melodie van de song. U kunt elke willekeurige toets rechts van het splitpunt bespelen. Speel tegelijkertijd met uw linkerhand wat begeleidingsakkoorden en -frasen. Welke toetsen u ook indrukt, met uw rechterhand speelt u de melodie van de song en met uw linkerhand speelt u prachtige akkoorden en frasen. Zo werkt het type speelhulptechnologie Chord/Melody.
Druk op de knop [P.A.T. ON/OFF] om de speelhulptechnologie
7
uit te zetten.
In de display wordt '...' weergegeven op de plaats waar anders het type speelhulptechnologie zou staan.
Probeer vervolgens een andere presetsong te spelen.
Gebruikershandleiding
Referentie
51
Page 52
Piano spelen op een makkelijke manier
Het klinkt alsof u de juiste noten weet te raken.
De akkoordinformatie van de song wordt onderaan in de MAIN-display weergegeven. Het resultaat is nog beter als u het ritme van uw linkerhand aanpast aan het ritme van de akkoordindicator in de display.
Speel tegelijkertijd met uw linker­en rechterhand - type 1.
Speel drie noten tegelijkertijd met uw rechterhand.
Speel tegelijkertijd met uw linker­en rechterhand - type 2.
Speel 1 noot tegelijk met uw rechterhand (bijvoorbeeld: wijsvinger middelvinger ringvinger).
Speel beurtelings met uw linker­en rechterhand - type 3.
Speel drie noten tegelijkertijd met uw rechterhand.
Akkoorddata
Met de speelhulptechnologie speelt u als een professional.
Hier volgt een aantal tips voor het type Chord. Als u Chord/Free of Chord/Melody selecteert, wordt het linkerhandgedeelte van het klavier het akkoordengedeelte. Deze tips gaan dus over het linkerhandgedeelte van het klavier. Probeer eerst het ritme van de song aan te voelen. Vervolgens speelt u op het keyboard beurtelings met uw linker- en rechterhand met uw handen in de houding zoals aangegeven op de afbeelding (het maakt niet uit welke noten).
Hoe klinkt dat? Dankzij het speelhulptechnologietype Chord behaalt u betere resultaten, waar u ook speelt.
Probeer nu de drie speelmethoden die hieronder zijn beschreven. Met verschillende manieren van spelen krijgt u verschillende resultaten.
Referentie
Als u de slag te pakken hebt, kunt u proberen met uw linkerhand de akkoorden en met uw rechterhand de melodie of een andere combinatie te spelen.
Externe songs en de speelhulptechnologie
Songs die van internet zijn gedownload, kunnen worden gebruikt met de speelhulptechnologie als deze de vereiste akkoord- en/of melodiedata bevatten.
Gebruikershandleiding
52
Page 53

Spelen met de muziekdatabase

OPMERKING
Splitpunt
Als u muziek wilt spelen in uw favoriete stijl, maar niet weet hoe u de beste voice en stijl voor het gewenste muziektype selecteert, selecteert u de juiste stijl uit de muziekdatabase. De paneelinstellingen worden automatisch aangepast aan de ideale combinatie van sounds en stijl.
Druk op de knop [MUSIC DATABASE].
1
Er verschijnt een overzicht van de muziekdatabase in de display.
Selecteer een muziekdatabase.
2
Raadpleeg de lijst op het paneel of de lijst met muziekdatabases in de afzonderlijke Data List en selecteer een muziekdatabase met de draaiknop. Selecteer een muziekdatabase die past bij de song die u wilt spelen.
• Muziekdatabasebestanden (MDB) die zijn overgebracht vanaf een computer of die zijn opgeslagen op een USB-flashgeheugen­apparaat dat is aangesloten op het apparaat, kunnen op dezelfde manier als de interne muziekdatabases (MDB-nummer 306 -) worden geselecteerd en gebruikt. Zie pagina 100 voor instructies voor de bestandsoverdracht.
Speel de akkoorden met uw linkerhand en de melodie met uw
3
rechterhand.
Wanneer u met uw linkerhand links van het splitpunt een akkoord aanslaat, wordt het afspelen van de stijl gestart. Zie pagina 26–27 voor meer informatie over het spelen van akkoorden.
Als u op dit punt op de knop [EXIT] drukt om naar de MAIN-display terug te keren, kunt u de ingestelde voice en stijl controleren.
Druk op de knop [START/STOP] om het afspelen te stoppen.
4
Gebruikershandleiding
Referentie
53
Page 54

De stijl van een song wijzigen

OPMERKING
Het nummer en de naam van de geselecteerde song worden hier weergegeven.
OPMERKING
Elke song heeft een standaardstijl, maar met de functie Easy Song Arranger kan een song in elke willekeurige stijl worden uitgevoerd. U kunt een song die eigenlijk een ballad is bijvoorbeeld dus afspelen als bossa nova, hiphop enzovoort. U verkrijgt totaal andere arrangementen door de stijl van een song te wijzigen. Als u een song volledig wilt veranderen, kunt u ook de melodievoice van een song en de keyboardvoice wijzigen.
De demosong van Easy Song Arranger beluisteren
Het 'Hallelujah Chorus' in de presetsongs geeft een indruk van de Easy Song Arranger. Speel dit af.
Druk op de knop [SONG] en selecteer '009 Hallelujah Chorus' met de draaiknop. Druk op de knop [START/STOP] om het afspelen van de song te starten. In de display verschijnt een uitleg van de functie Easy Song Arranger. Terwijl de song wordt afgespeeld, veranderen de stijlen en daarmee de algehele sfeer van de song. U kunt de functie Easy Song Arranger ook gebruiken bij andere songs (alle songs die akkoorddata bevatten).
• U vindt de volledige muzieknotatie van het Hallelujah Chorus in de afzonderlijke Data List.
De Easy Song Arranger gebruiken
Probeer van stijl te wisselen terwijl de song wordt afgespeeld.
Druk in de MAIN-display op de knop [EASY SONG ARRANGER].
1
De MAIN-display van EASY SONG ARRANGER wordt geopend. Het nummer en de naam van de geselecteerde song zijn gemarkeerd.
Referentie
54
Selecteer een song.
2
Druk op de knop [SONG] en draai vervolgens aan de draaiknop om de song te selecteren die u wilt arrangeren. Selecteer de songs die de benodigde akkoorddata bevatten. Raadpleeg hiervoor het songoverzicht in de afzonderlijke Data List.
Beluister de song.
3
Druk op de knop [START/STOP] om de song af te spelen. Ga verder met de volgende stap terwijl de song wordt afgespeeld.
Gebruikershandleiding
• Tijdens het afspelen van de songs met de nummers 010 en 021 tot en met 030 worden melodietracks bij gebruik van Easy Song Arranger automatisch gedempt zodat u de melodie niet hoort. Als u de melodietracks wilt horen, drukt u op de SONG MEMORY-knoppen [3] t/m [5].
Page 55
Selecteer een stijl.
OPMERKING
Als u op de knop [VOICE] drukt, worden de displays Melody R en Melody L beurtelings geselecteerd.
De geselecteerde melodievoice wordt weergegeven.
Langer dan een seconde ingedrukt houden
OPMERKING
4
Druk op de knop [STYLE] en draai vervolgens aan de draaiknop om te horen hoe de song klinkt met verschillende stijlen. Als u de diverse stijlen selecteert, verandert de song niet. Alleen de stijl verandert.
De melodievoice van een song wijzigen.
5
Houd de knop [VOICE] langer dan een seconde ingedrukt om het voice­overzicht weer te geven. Als u op de knop [VOICE] drukt, worden de displays Melody R en Melody L beurtelings geselecteerd.
De stijl van een song wijzigen
• De Easy Song Arranger maakt gebruik van songdata. Hierdoor kunt u geen akkoorden aangeven wanneer u op het begeleidingsgedeelte van het keyboard speelt. De knop [ACMP ON/OFF] werkt niet.
• Als de maatsoort van de song en de stijl verschillen, wordt de maatsoort van de song gebruikt.
Wijzig de melodievoice met de draaiknop. U kunt verschillende melodievoices selecteren. De song blijft hetzelfde, alleen de melodievoice verandert.
Druk op de knop [EASY SONG ARRANGER] om de functie uit te
6
zetten.
Als de song of stijl wordt afgespeeld, stopt u het afspelen en schakelt u vervolgens de Easy Song Arranger uit.
• Als u tijdens het afspelen van een stijl op de knop [INTRO/ ENDING/rit.] drukt, stopt de stijl, maar blijft de song spelen. Gebruik de knop [START/STOP] om het afspelen helemaal te stoppen.
Gebruikershandleiding
Referentie
55
Page 56

Uw eigen spel opnemen

LET OP
OPMERKING
De gebruikerssong met het laagste nummer (van de songnummers 031 - 035) die beschikbaar is voor opname, wordt weergegeven. Als u zelf wilt selecteren welke song moet worden opgenomen, gebruikt u de knoppen [+] en [-] om de gewenste song te selecteren.
Track 1 wordt automatisch geselecteerd
Knippert als de opnamemodus actief is.
OPMERKING
LET OP
U kunt maximaal 5 songs met uw eigen spel opnemen en opslaan als gebruikerssongs 031 tot en met 035. Als u uw spel hebt opgeslagen als een gebruikerssong, kunt u die song op dezelfde manier afspelen als interne songs. Gebruikerssongs kunnen ook worden opgeslagen op een USB-flashgeheugenapparaat, zoals wordt beschreven op pagina 94.
Opnemen
Druk op de knop [REC].
1
• Als alle gebruikerssongs (songnummers 031 - 035) opgenomen gegevens bevatten, wordt automatisch song 031 geselecteerd. In dat geval neemt u op over de gegevens van song 031 heen. Let dus op dat u geen materiaal wist dat u wilt behouden!
U kunt de opnamemodus uitzetten door opnieuw op de knop [REC] of op de
Referentie
knop [EXIT] te drukken. (De indicator van de knop [START/STOP] houdt op met knipperen.)
Start de opname.
2
Zodra u het keyboard bespeelt, wordt de opname gestart.
Stop de opname.
3
Druk op de knop [REC] of de knop [START/STOP] als u de opname wilt stoppen.
Sla de song op.
4
Als de opname is gestopt, wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd of u de song wilt opslaan. Druk op de knop [+/YES] als u de song wilt opslaan, of op de knop [-/NO] als u de song niet wilt opslaan. Als u de song opslaat, wordt deze als een MIDI-bestand opgeslagen in songnummer 031 - 035.
• Nadat de knop [REC] is ingedrukt, kunt u de begeleiding niet meer aan­of uitzetten.
• Nadat u de gebruikerssong die u wilt opnemen hebt geselecteerd, kunt u ook een stijl voor opname selecteren. Druk hiervoor op de knop [STYLE] en selecteer het stijlnummer terwijl de ACMP-aanduiding aan staat.
• Probeer nooit het instrument uit te zetten als het bericht 'Writing!' in de display wordt weergegeven. Als u dat wel doet, kunt u het flashgeheugen beschadigen en kunnen data verloren gaan.
Druk op de knop [START/STOP] om het zojuist opgenomen spel af te spelen.
Gebruikershandleiding
56
Page 57
Opnemen op een opgegeven track
OPMERKING
Melodie
Akkoor-
den
Track(s) opgeven en opname
Tr ac k1Tr ac k2Tra c k3Tr ac k4Tr ac k5Stijl-
track
Selecteer met de draaiknop een songnummer van 031 tot en met 035.
LET OP
OPMERKING
Track 1 en Style track
worden gemarkeerd. Indrukken en ingedrukt houden
Uw eigen spel opnemen
Opnamedata
U kunt in totaal 6 tracks opnemen: 5 melodietracks en 1 stijltrack (akkoorden). Iedere track kan afzonderlijk worden opgenomen.
SONG MEMORY (track) [1] - [5]
SONG MEMORY (track) [A]
..Neemt de melodiepartijen op.
.........Neemt het stijlpatroon en de
akkoordpartijen op.
Track dempen
Met dit instrument kunt u kiezen of opgenomen tracks worden afgespeeld terwijl u andere tracks opneemt of afspeelt (pagina 84).
Druk in de MAIN-display op de knop [SONG] en selecteer met de
1
draaiknop het gebruikerssongnummer (031 - 035) waarnaar u wilt opnemen.
• Als u alleen de melodietracks opneemt, kunt u een maximum van ongeveer 30.000 noten opnemen voor de vijf gebruikerssongs.
• Gebruikerssongs worden opgeslagen als bestanden in de SMF 0-indeling (Standard MIDI File). Zie pagina 108 voor informatie over SMF-bestanden.
Selecteer de track(s) waarop u wilt opnemen en bevestig uw
2
selectie in de display.
Een melodietrack en begeleidingstrack tegelijk opnemen
Houd de knop [REC] ingedrukt en druk op de knop [1] - [5] voor de melodietrack die u wilt opnemen. Houd vervolgens de knop [REC] ingedrukt terwijl u op [A] drukt. In de display worden de geselecteerde tracks gemarkeerd.
• Als u opneemt op een track die al opgenomen data bevat, worden de bestaande gegevens overschreven gaan deze verloren.
• Als u de stijltrack [A] selecteert voor opname, wordt stijlbegeleiding automatisch aangezet.
• Tijdens de opname kunt u stijlbegeleiding niet aan- of uitzetten.
Gebruikershandleiding
Referentie
57
Page 58
Uw eigen spel opnemen
OPMERKING
Track 1 wordt gemarkeerd.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Huidige maat
De opname begint
of
Een melodietrack opnemen
Houd de knop [REC] ingedrukt en druk op de knop [1] - [5] voor de melodietrack die u wilt opnemen. Selecteer knop [1] - [3] als u een dualvoice wilt opnemen. Splitvoices kunnen niet worden opgenomen. In de display wordt de geselecteerde track gemarkeerd.
Als u de opname op een geselecteerde track wilt annuleren, drukt u nogmaals op die trackknop.
De opname wordt gestart wanneer u begint te spelen.
3
U kunt het opnemen ook starten door op de knop [START/STOP] te drukken. Het huidige maatnummer wordt tijdens het opnemen aangegeven in de display.
• Als stijlbegeleiding actief is en track [A] nog niet is opgenomen, wordt stijltrack [A] automatisch geselecteerd voor opname wanneer u een melodietrack selecteert. Zorg ervoor dat stijltrack [A] uit staat als u alleen een melodietrack wilt opnemen.
• Als het geheugen tijdens de opname vol raakt, verschijnt een waarschuwing en wordt de opname automatisch gestopt. Gebruik de song- of trackwisfunctie (pagina 60 -
61) om ongewenste data te verwijderen en ruimte vrij te maken voor opnamen. Begin vervolgens opnieuw met opnemen.
Referentie
58
Druk op de knop [START/STOP] of [REC] als u de opname wilt
4
stoppen.
Als de opname stopt, wordt het actieve maatnummer weer ingesteld op 001 en verschijnt in de display een kader rond de nummers van de tracks waarop u hebt opgenomen.
Gebruikershandleiding
• Als u alleen het ritmegedeelte (percussie) wilt opnemen, drukt u op de knop [START/STOP] om alleen het ritme af te spelen en voegt u vervolgens de sectiewijziging toe door op de knop [INTO/ENDING/rit.] of de knop [MAIN/AUTO/ FILL] te drukken.
• Als u tijdens het opnemen van een stijltrack op de knop [INTRO/ENDING/rit.] drukt, wordt een geschikt eindpatroon gespeeld en wordt de opname gestopt.
Page 59
Sla de song op.
LET OP
5
Als de opname is gestopt, wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd of u de song wilt opslaan. Druk op de knop [+/YES] als u de song wilt opslaan, of op de knop [-/NO] als u de song niet wilt opslaan. Als u de song opslaat, wordt deze als een MIDI-bestand opgeslagen in songnummer 031 - 035.
Als u in reactie op het bevestigingsbericht op [-/NO] drukt, wordt de song niet als een MIDI-bestand opgeslagen, maar blijft deze wel in het geheugen van het instrument totdat het instrument wordt uitgezet. U kunt de song dus later nog naar een MIDI-bestand converteren en het bestand opslaan. Houd daarvoor de knop [REC] ingedrukt totdat het bericht wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd de song op te slaan, en druk vervolgens op de knop [+/YES].
Overige tracks opnemen
Herhaal stap 2 tot en met 5 om op te nemen op de overige tracks. Als u een lege track selecteert (trackknoppen [1] - [5], [A]), kunt u de nieuwe track opnemen terwijl u de eerder opgenomen tracks beluistert (de rand rondom het tracknummer wordt in de display weergegeven). U kunt reeds opgenomen tracks ook dempen terwijl u nieuwe tracks opneemt (de rand rondom het tracknummer verdwijnt uit de display).
Uw eigen spel opnemen
• De opgenomen songdata gaan verloren als u het instrument uitzet zonder de song op te slaan.
Een track opnieuw opnemen
Selecteer de track die u opnieuw wilt opnemen en neem deze vervolgens op de gebruikelijke manier op. De bestaande data worden overschreven door het nieuwe materiaal.
Als u klaar bent met de opname…
6
Druk op de knop [START/STOP] om het zojuist opgenomen spel af te spelen.
Een gebruikerssong afspelen
Gebruikerssongs worden op dezelfde manier afgespeeld als gewone songs (pagina 28).
Een gebruikerssong opslaan in het USB-flashgeheugen  pagina 94.
Data die niet kunnen worden opgenomen
• Splitvoice
• De volgende items worden opgenomen aan het begin van de track. Wijzigingen tijdens de song worden niet opgenomen.
Maatsoort, stijlnummer, stijlvolume
Referentie
Gebruikershandleiding
59
Page 60
Uw eigen spel opnemen
OPMERKING
Indrukken en ingedrukt houden
Langer dan een seconde ingedrukt houden
Song Clear - Gebruikerssongs verwijderen
Met deze functie wist u een hele gebruikerssong (alle tracks).
Selecteer in de MAIN-display de gebruikerssong (031 - 035) die u
1
wilt wissen.
Houd de trackknop [1] langer dan een seconde ingedrukt terwijl
2
u de trackknop [A] ingedrukt houdt.
U wordt gevraagd het wissen te bevestigen. U kunt het verwijderen annuleren door op de knop [-] te drukken.
Druk op de knop [+] om de song te wissen.
3
Terwijl de song wordt gewist, verschijnt kort een mededeling in de display dat de songwisfunctie wordt uitgevoerd.
• Als u alleen een bepaalde track van een gebruikerssong wilt wissen, gebruikt u de trackwisfunctie.
Referentie
60
Gebruikershandleiding
Page 61
Uw eigen spel opnemen
Langer dan een seconde ingedrukt houden
Track Clear - Een bepaalde track uit een gebruikerssong verwijderen
Met deze functie kunt u een bepaalde track van een gebruikerssong verwijderen.
Selecteer in de MAIN-display de gebruikerssong (031 - 035) die u
1
wilt wissen.
Houd de trackknop ([1] - [5], [A]) die overeenkomt met de track
2
die u wilt wissen langer dan een seconde ingedrukt.
U wordt gevraagd het wissen te bevestigen. U kunt het wissen annuleren door op de knop [-] te drukken.
Druk op de knop [+] om de track te wissen.
3
Terwijl de track wordt gewist, verschijnt kort het bericht in de display dat de trackwisfunctie wordt uitgevoerd.
Gebruikershandleiding
Referentie
61
Page 62

Uw favoriete paneelinstellingen in het geheugen opslaan

U kunt maximaal 32 presets opslaan (acht banken van elk vier).
Geheugen 1 Geheugen 2
8 banken
Geheugen 3 Geheugen 4
Banknummer
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
LET OP
Banknummer
Dit instrument is uitgerust met een registratiegeheugenfunctie waarmee u uw favoriete instellingen kunt opslaan. U kunt die daarna gemakkelijk opnieuw oproepen als u ze nodig hebt. U kunt maximaal 32 volledige set-ups opslaan (8 banken van telkens vier set-ups).
In het registratiegeheugen opslaan
Stel de paneelregelaars naar wens in: selecteer een voice,
1
begeleidingsstijl enz.
Druk op de knop [BANK]. Als u de knop loslaat, wordt in de
2
display een banknummer weergegeven.
Referentie
Selecteer met de draaiknop of de nummerknoppen [1] - [8] een
3
banknummer tussen 1 en 8.
Druk op een van de REGIST MEMORY-knoppen [1] t/m [4] terwijl
4
u de knop [BANK] ingedrukt houdt om de huidige paneelinstellingen op te slaan in het opgegeven registratiegeheugen.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAIN-display terug te keren om de bank­en registratiegeheugennummers te controleren.
Gebruikershandleiding
62
• Data kunnen niet tijdens het afspelen van een song in het registratiegeheugen worden opgeslagen.
• U kunt ook uw paneelinstellingen die in de registratiegeheugen zijn opgeslagen, in het USB­flashgeheugen opslaan als het gebruikersbestand, of op een computer als een back-upbestand.
• Als u een registratiegeheugennummer selecteert waarin al data zijn opgeslagen, worden de bestaande data gewist en door de nieuwe data overschreven.
• Schakel het apparaat niet uit terwijl er instellingen in het registratiegeheugen worden opgeslagen. Anders kunnen de data beschadigd raken of verloren gaan.
Page 63
Uw favoriete paneelinstellingen in het geheugen opslaan
Banknummer
Een registratiegeheugen terugzetten
Druk op de knop [BANK]. Als u de knop loslaat, wordt in de
1
display een banknummer weergegeven.
Selecteer met de draaiknop of de nummerknoppen [1] - [8] de
2
bank die u wilt ophalen.
U kunt controleren of de paneelinstellingen in het registratiegeheugen 1 t/m 4 zijn opgeslagen door op de knop [EXIT] te drukken om naar de MAIN-display terug te keren.
Druk op een van de knoppen REGIST MEMORY [1] tot [4], waarin
3
zich de instellingen bevinden die u wilt terugzetten. De paneelregelaars worden onmiddellijk overeenkomstig ingesteld.
Instellingen die in het registratiegeheugen kunnen worden opgeslagen
Stijlinstellingen*
Style number, Auto Accompaniment ON/OFF, Split Point, Style settings (Main A/B), Style Volume, Tempo, Chord Fingering
Voice-instellingen
Mainvoice-instelling
Dualvoice-instellingen
Splitvoice-instellingen
Effectinstellingen
Reverb Type, Chorus Type, Panel Sustain ON/OFF, DSP ON/OFF, DSP Type
Harmonie-instellingen
Harmony ON/OFF, Harmony Type, Harmony Volume
Overige instellingen
Transpose, Pitch Bend Range
* Stijlinstellingen zijn niet beschikbaar voor Registration Memory als u de songfuncties gebruikt.
(Voice number, Volume, Octave, Pan, Reverb Level, Chorus Level, DSP Level),
(Dual ON/OFF, Voice number, Volume, Octave, Pan, Reverb Level, Chorus Level, DSP Level),
(Split ON/OFF, Voice number, Volume, Octave, Pan, Reverb Level, Chorus Level)
Referentie
Gebruikershandleiding
63
Page 64

Back-up en initialisatie

OPMERKING
LET OP

Back-up

Van de volgende instellingen wordt altijd een back-up gemaakt; deze blijven zelfs behouden als de stroom uitvalt. Als u deze instellingen wilt initialiseren, gebruikt u de initialiseringsbewerking 'Backup Clear' die hieronder wordt beschreven.
De back-upparameters
• Registratiegeheugen
• FUNCTION-instellingen: Tuning, Split Point, Touch Sensitivity, Style Volume, Song Volume, Metronome Volume, Grade, Demo Cancel, Demo Group, Demo Play Mode, Language Selection, Panel Sustain, Master EQ type, Chord Fingering
• U kunt de instellingen als back-updata op uw computer opslaan met de MSD-software (Musicsoft Downloader). Zie 'Een back­upbestand van het instrument overbrengen naar een computer' op pagina 101.

Initialisatie

Met deze functie wist u alle back-updata in het flashgeheugen van het instrument. De oorspronkelijke standaardinstellingen worden hersteld. U kunt de volgende initialisatieprocedures gebruiken.
Back-up wissen
Als u data wilt wissen die als back-up in het interne flashgeheugen zijn geplaatst (gebruikersinstelling van paneel, registratiegeheugen), zet u het instrument aan door op de [ ](Standby/On)-schakelaar te drukken terwijl u de hoogste witte toets op het keyboard ingedrukt houdt. De back-updata worden gewist en de standaardwaarden worden hersteld.
Referentie
Met deze initialisatie wist u geen bestanden die van de computer zijn overgebracht. Als u de bestanden wilt verwijderen, raadpleegt u het gedeelte 'Bestanden verwijderen' hieronder.
Bestanden verwijderen
Als u song-, stijl- en muziekdatabasebestanden wilt wissen die van een computer naar het interne flashgeheugen zijn overgedragen, zet u het instrument aan door de [ ](Standby/On)-schakelaar ingedrukt te houden terwijl u de hoogste witte toets en de drie hoogste zwarte toetsen op het keyboard ingedrukt houdt.
Gebruikershandleiding
64
• Als u de bewerking Flash Clear uitvoert, worden ook data gewist die u hebt gekocht. Gegevens die u wilt behouden, moet u opslaan op een computer.
Page 65

Spelen met diverse effecten

Als de harmoniefunctie is ingeschakeld, staat het harmoniepictogram in de display.
OPMERKING
Het harmonietype dat nu is geselecteerd.
Langer dan een seconde ingedrukt houden.
OPMERKING
De harmonietypen afspelen
• Harmonietype 01 t/m 10, 13
Druk op de toetsen voor de rechterhand terwijl u akkoorden speelt in het automatische begeleidingsgedeelte van het keyboard als de automatische begeleiding is ingeschakeld.
• Harmonietype 15 t/m 18 (echo)
Blijf de toetsen ingedrukt houden.
• Harmonietype 19 t/m 22 (tremolo)
Blijf de toetsen ingedrukt houden.
• Harmonietype 23 t/m 26 (trill)
Houd twee toetsen ingedrukt.

Harmonie toevoegen

Met deze functie worden harmonienoten aan demainvoice toegevoegd.
Druk op de knop [HARMONY ON/OFF]
1
om de harmoniefunctie aan te zetten.
Druk nogmaals op de knop [HARMONY ON/ OFF] om de harmoniefunctie uit te zetten.
• Als u op de knop [HARMONY ON/OFF] drukt om deze functie aan te zetten, wordt automatisch het juiste harmonietype voor de huidige mainvoice geselecteerd.
Selecteer een harmonietype met de
3
draaiknop.
Zie het effecttypeoverzicht in de afzonderlijke Data List voor informatie over de beschikbare harmonietypen. Probeer het keyboard te bespelen met de harmoniefunctie. Het effect en de werking van elk harmonietype is verschillend. Zie het onderstaande gedeelte 'De harmonietypen afspelen' en het effecttypeoverzicht voor details.
• De harmonienoten kunnen alleen aan de mainvoice worden toegevoegd en niet aan dual- of splitvoices.
• De toetsen links van het splitpunt van het keyboard produceren geen harmonienoten als de automatische begeleiding is aangezet (als ACMP ON wordt weergegeven).
Houd de knop [HARMONY] langer dan
2
een seconde ingedrukt.
Het geselecteerde harmonietype wordt weergegeven in de display.
Bij de functie-instellingen kunt u het harmonievolume aanpassen (pagina 88).
Gebruikershandleiding
Referentie
65
Page 66
Spelen met diverse effecten
Reverbtype item
Het geselecteerde reverbtype
Chorustype item
Het geselecteerde chorustype

Reverb toevoegen

Met reverb kunt u de rijke ambiance van een concertzaal nabootsen. Als u een stijl of song selecteert, wordt automatisch het optimale reverbtype voor de gebruikte voice geselecteerd. Volg de hieronder beschreven procedure als u een ander reverbtype wilt selecteren. Zie het effecttypeoverzicht in de afzonderlijke Data List voor informatie over de beschikbare reverbtypen.
Druk op de knop [FUNCTION] om de
1
display FUNCTION te openen.
Selecteer het item Reverb Type met de
2
CATEGORY-knoppen [
In de display wordt het geselecteerde reverbtype weergegeven.
r
] en [f].

Chorus toevoegen

Het choruseffect creëert een vol geluid dat lijkt op een groot aantal van dezelfde voices die unisono worden gespeeld. Als u een stijl of een song selecteert, wordt het optimale chorustype voor de gebruikte voice automatisch geselecteerd. Als u een ander chorustype wilt selecteren, gaat u op de volgende manier te werk.
Druk op de knop [FUNCTION] om de
1
display FUNCTION te openen.
Selecteer het item Chorus Type met de
2
CATEGORY-knoppen [
In de display wordt het geselecteerde chorustype weergegeven.
r
] en [f].
Referentie
Selecteer een chorustype met de
3
draaiknop.
Selecteer een reverbtype met de
3
draaiknop.
Controleer hoe het geselecteerde reverbtype klinkt door op het keyboard te spelen.
Zie het effecttypeoverzicht in de afzonderlijke Data List voor informatie over de beschikbare reverbtypen.
Het reverbniveau aanpassen
U kunt de hoeveelheid reverb voor de mainvoice, de dualvoice en de splitvoice afzonderlijk aanpassen. (Zie pagina 87.)
Gebruikershandleiding
66
Controleer hoe het geselecteerde chorustype klinkt door op het keyboard te spelen.
Zie het effecttypeoverzicht in de afzonderlijke Data List voor informatie over de beschikbare chorustypen.
Het chorusniveau aanpassen
U kunt de hoeveelheid chorus voor de mainvoice, de dualvoice en de splitvoice afzonderlijk aanpassen. (Zie pagina 87.)
Page 67
Spelen met diverse effecten
OPMERKING
Als DSP is ingeschakeld, wordt het DSP­pictogram in de display weergegeven.

DSP toevoegen

DSP is een afkorting van Digital Signal Processor. Het DSP-effect kan worden toegevoegd aan de mainvoice en de dualvoice. Deze variëren van reverb-achtige effecten tot vervorming en andere dynamische verwerkingsfuncties waarmee u het geluid kunt verbeteren of het helemaal kunt veranderen.
Druk op de knop [FUNCTION] om de
1
display FUNCTION te openen.
• Als DSP is ingeschakeld, wordt automatisch het optimale DSP-type voor de huidige voice geselecteerd.
• Het volume van de afgespeelde voice wordt gewijzigd als DSP wordt in- of uitgeschakeld. Dit is geen fout. Hoeveel het volume wijzigt, is afhankelijk van de geselecteerde voice.
• Het DSP-type is een algemene instelling; er kan slechts één type worden geselecteerd. Als u bijvoorbeeld een net geladen song of stijl afspeelt, kan het daardoor gebeuren dat de afgespeelde voices niet klinken zoals u had verwacht. Dit is normaal, omdat de song of stijl een eigen DSP-type heeft, dat het DSP-type vervangt dat u voor het laden had geselecteerd. Iets gelijksoortigs doet zich voor als u de knoppen [FF], [REW] of de functie A­B Repeat gebruikt tijdens het afspelen van een song.
Selecteer het item DSP ON/OFF met de
2
CATEGORY-knoppen [
In de display wordt de huidige instelling weergegeven.
r
] en [f].
Gebruik de draaiknop om DSP in of uit te
3
schakelen.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAIN­display terug te gaan en de status van DSP on/off te controleren.
Selecteer het item DSP Type met de
4
CATEGORY-knoppen [
In de display wordt het geselecteerde DSP-type weergegeven.
r
] en [f].
Selecteer een DSP-type met de
5
draaiknop.
Zie het DSP-typeoverzicht in de afzonderlijke Data List voor informatie over de beschikbare DSP-typen.
Het DSP-niveau aanpassen
U kunt de hoeveelheid DSP die op de mainvoice en de dualvoice wordt toegepast, afzonderlijk aanpassen. (Zie pagina 87.)
Gebruikershandleiding
Referentie
67
Page 68
Spelen met diverse effecten
OPMERKING

Panelsustain

Met deze functie voegt u sustain toe aan de keyboardvoices. Gebruik deze functie als u altijd sustain aan de voices wilt toevoegen, ongeacht de bediening van de voetschakelaar. De sustainfunctie heeft geen invloed op de splitvoice.
Druk op de knop [FUNCTION] om de
1
display FUNCTION te openen.
Selecteer het item Sustain met de
2
CATEGORY-knoppen [
In de display wordt de huidige instelling weergegeven.
r
] en [f].

Pitchbend

Met het pitchbendwiel kunt u geleidelijke variaties van de toonhoogte toevoegen aan de noten die u op het keyboard speelt. Rol het wiel naar boven als u de toonhoogte wilt verhogen of naar beneden als u de toonhoogte wilt verlagen. U kunt de hoeveelheid pitchbend wijzigen die door het wiel wordt geproduceerd (zie
pagina 87).
Referentie
68
Gebruik de draaiknop om panelsustain
3
in of uit te schakelen.
• De sustain van sommige voices wordt niet opvallend beïnvloed als de panelsustainfunctie is ingeschakeld.
Gebruikershandleiding
Page 69
Spelen met diverse effecten
Het op dat moment geselecteerde Master EQ-type.

Een EQ-instelling selecteren voor het beste geluid

Er zijn vijf verschillende masterequalizer-instellingen (EQ) beschikbaar, die u het best mogelijke geluid laten horen wanneer u met verschillende reproductiesystemen luistert: de interne luidsprekers, de hoofdtelefoon of een extern luidsprekersysteem.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
De geselecteerde functie wordt in de display weergegeven.
Druk net zo vaak op de CATEGORY-
2
knoppen [ Master EQ-typefunctie 'Master EQ Type' te selecteren.
In de display wordt het geselecteerde EQ-type weergegeven.
r
] en [f] als nodig is om de
Gebruik de draaiknop om de gewenste
3
Master EQ-instelling te selecteren.
U kunt kiezen uit vijf instellingen: 1 - 5. Instelling 1 en 2 zijn het best geschikt voor luisteren via de in het instrument ingebouwde luidsprekers, instelling 3 is voor een hoofdtelefoon en instellingen 4 en 5 zijn ideaal om via externe luidsprekers te luisteren.
Gebruikershandleiding
Referentie
69
Page 70

Handige speelfuncties

Tap S t ar t

U kunt de song/stijl starten door in het gewenste temp op de knop [TEMPO/TAP] te klikken: 4 keer voor vierkwartsmaten en 3 keer voor driekwartsmaten. Tijdens het afspelen van de song/stijl kunt u het tempo wijzigen door twee keer op de knop te drukken.

One Touch Setting

Het kan soms lastig zijn om de juiste voice te selecteren bij een song of stijl. De functie One Touch Setting selecteert automatisch een goed uitgebalanceerde voice voor u wanneer u een stijl of song selecteert. Selecteer voicenummer '000' om deze functie aan te zetten.

Het belgeluid voor de klik instellen

Hiermee kunt u selecteren of de klik een belgeluid heeft of alleen een klikgeluid.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item Bell met de
2
CATEGORY-knoppen [
Vervolgens kunt u met de knoppen [+]
3
en [-] het belgeluid in- of uitschakelen.
r
] en [f].
Referentie
Gebruikershandleiding
70
Page 71
Handige speelfuncties
Metronoomvolume
Item Language
De geselecteerde taal

Het metronoomvolume aanpassen

Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item Metronome Volume
2
met de CATEGORY-knoppen [
r
] en [f].

De displaytaal veranderen

U kunt op dit instrument Engels of Japans als displaytaal selecteren. De standaarddisplaytaal is Engels, maar als u overschakelt naar Japans worden de songteksten, bestandsnamen en enkele meldingen in het Japans weergegeven (indien van toepassing).
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Druk een aantal keer op de CATEGORY-
2
knoppen [ 'Language' wordt weergegeven.
De displaytaal die momenteel is geselecteerd wordt onder het item 'Language' weergegeven. Als de taal is gemarkeerd, kunt u met de knoppen [+] en [-] de gewenste taal selecteren.
r
] en [f] tot het item
Stel het gewenste metronoomvolume in
3
met behulp van de draaiknop.
Selecteer een displaytaal.
3
Met de knop [+] selecteert u Engels en met de knop [-] button selecteert u Japans.
De geselecteerde taal wordt opgeslagen in het interne flashgeheugen zodat de instelling behouden blijft, zelfs als het instrument wordt uitgezet.
Referentie
Gebruikershandleiding
71
Page 72

Voice-instellingen

Voices bewerken

Maak originele voices door de vele beschikbare voiceparameters te bewerken. Door de diverse beschikbare parameters te bewerken, kunt u nieuwe voices maken die aan uw muzikale behoeften voldoen.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
De geselecteerde functie wordt in de display weergegeven.
Selecteer het item dat u wilt bewerken
2
met de CATEGORY-knoppen [
U kunt de voice-instelling (Volume, Octave, Pan, Reverb Level, Chorus Level en DSP Level) die op de main-, dual- en splitvoices wordt toegepast, afzonderlijk aanpassen. Raadpleeg de functies op
pagina 87 voor details.
r
] en [f].
Categorie Functie-item Bereik/instellingen
Main Volume 000 - 127
Main Octave -2 - +2
000 (links) ­64 (midden) ­127 (rechts)
000 (links) ­64 (midden) ­127 (rechts)
000 (links) ­64 (midden) ­127 (rechts)
MAIN VOICE
DUAL VOICE
SPLIT VOICE
Main Pan
Main Reverb Level 000 - 127
Main Chorus Level 000 - 127
Main DSP Level 000 - 127
Dual Volume 000 - 127
Dual Octave -2 - +2
Dual Pan
Dual Reverb Level 000 - 127
Dual Chorus Level 000 - 127
Dual DSP Level 000 - 127
Split Volume 000 - 127
Split Octave -2 - +2
Split Pan
Split Reverb Level 000 - 127
Split Chorus Level 000 - 127
Referentie
Stel de waarde in met de draaiknop.
3
U kunt bewerkte parameters opslaan in het registratiegeheugen. Als u een andere keyboardvoice selecteert, worden de parameters hersteld en worden automatisch de ideale instellingen voor de geselecteerde voice gekozen.
Gebruikershandleiding
72
Page 73
Voice-instellingen
Langer dan een seconde ingedrukt houden.
Langer dan een seconde ingedrukt houden.

Een dualvoice selecteren

Houd de knop [DUAL ON/OFF] langer
1
dan een seconde ingedrukt.
De display voor de selectie van de dualvoice wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste dualvoice.
2
Draai aan de draaiknop totdat u in de display de dualvoice hebt geselecteerd die u wilt gebruiken. De voice die u hier selecteert, wordt de dualvoice.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAIN­display terug te keren.

Een splitvoice selecteren

Houd de knop [SPLIT ON/OFF] langer
1
dan een seconde ingedrukt.
De display voor de selectie van de splitvoice wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste splitvoice.
2
Draai aan de draaiknop totdat u in de display de splitvoice hebt geselecteerd die u wilt gebruiken. De voice die u hebt geselecteerd, wordt de splitvoice die links van het splitpunt op het keyboard klinkt.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAIN­display terug te keren.
Gebruikershandleiding
Referentie
73
Page 74
Voice-instellingen
Transpose-item
Kan tussen -12 en +12 worden ingesteld
OPMERKING
Stemmingsitem
Kan tussen -100 en +100 worden ingesteld
OPMERKING

Toonhoogteregelaars (Transponeren)

De algemene toonhoogte van het instrument kan met maximaal 1 octaaf omhoog of omlaag worden verschoven, in eenheden van een halve toon.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item Transpose met de
2
CATEGORY-knoppen [
r
] en [f].

Toonhoogteregelaars (Stemmen)

De algemene stemming van het instrument kan met maximaal 100 cents omhoog of omlaag worden verschoven, in eenheden van een cent (100 cent = 1 halve toon).
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item Tuning met de
2
CATEGORY-knoppen [
r
] en [f].
Referentie
74
Stel met de draaiknop de
3
transponeerwaarde tussen -12 en +12 in, al naar gelang de behoefte.
• De toonhoogte van drumkitvoices kan niet worden veranderd.
Gebruikershandleiding
Stel met de draaiknop de
3
stemmingswaarde tussen -100 en +100 in, al naar gelang de behoefte.
• De toonhoogte van drumkitvoices kan niet worden veranderd.
Page 75

Aanslaggevoeligheid

Item aanslaggevoeligheid
OPMERKING
U kunt de gevoeligheid van het keyboard in drie stappen aan de dynamiek aanpassen.
Voice-instellingen
Druk op de knop [FUNCTION].
1
De geselecteerde functie wordt in de display weergegeven.
Selecteer het item Touch Sensivity met
2
de CATEGORY-knoppen [
In de display wordt de geselecteerde aanslaggevoeligheid weergegeven.
r
] en [f].
Selecteer met de draaiknop een
3
instelling tussen 1 en 3 voor de aanslaggevoeligheid. Hogere waarden geven een grotere (gemakkelijkere) volumevariatie als reactie op de dynamische eigenschappen van het keyboard - d.w.z. een grotere gevoeligheid.
De instelling '4' geeft een vaste aanslaggevoeligheid, oftewel geen dynamiekverschillen ongeacht hoe hard of hoe zacht u de toetsen bespeelt.
• De aanslaggevoeligheid staat aanvankelijk standaard op '2' ingesteld.
Gebruikershandleiding
Referentie
75
Page 76

Stijlfuncties (functies voor automatische begeleiding)

Intro Main A/B
Eindsectie Auto Fill
De basisbediening van de stijlfunctie (automatische begeleiding) wordt beschreven op pagina 24 van de Beknopte handleiding. Hieronder vindt u een aantal andere manieren om de stijlen te spelen, de procedure waarmee u het volume kunt aanpassen enz.

Patroonvariaties (secties)

Het instrument beschikt over een grote verscheidenheid aan stijlsecties waarmee u de arrangementen van de begeleiding kunt variëren om ze zo passend te maken voor de song die u speelt.
Introsectie
Dit wordt gebruikt voor het begin van de song. Nadat de intro is afgespeeld, gaat de begeleiding door met de Main-sectie. De lengte van de intro (in maten) is verschillend en afhankelijk van de geselecteerde stijl.
MAIN-sectie
Referentie
De Main-sectie wordt gebruikt voor het spelen van het hoofdgedeelte van de song. Er wordt een begeleidingspatroon gespeeld dat wordt herhaald tot er een andere sectieknop wordt ingedrukt. Er zijn twee variaties op het basispatroon (A en B) en het afspeelgeluid van de stijl verandert harmonisch, gebaseerd op de akkoorden die u met uw linkerhand speelt.
Fill-insectie
Deze sectie wordt automatisch toegevoegd voordat er naar sectie A of B wordt overgestapt.
ENDING-sectie
De Ending-sectie wordt gebruikt voor het einde van de song. Als de eindsectie is afgespeeld, stopt de automatische begeleiding automatisch. De lengte van de eindsectie (in maten) is verschillend en afhankelijk van de geselecteerde stijl.
Gebruikershandleiding
76
Page 77
Stijlfuncties (functies voor automatische begeleiding)
Verschijnt als de automatische begeleiding actief is.
De indicator knippert als de stand-bymodus van Synchro Start wordt ingeschakeld.
De naam van de geselecteerde sectie, MAIN A of MAIN B, wordt weergegeven.
Splitpunt
Begeleidingsgedeelte
Druk op de knop [STYLE] en selecteer
1
een stijl.
Druk op de knop [ACMP ON/OFF] om de
2
automatische begeleiding in te schakelen.
Druk op de knop [SYNC START] om
3
Synchro Start aan te zetten.
Druk op de knop [MAIN/AUTO FILL].
4
Druk op de knop [INTRO/ENDING/rit.].
5
U bent nu klaar om het intro te spelen.
Zodra u een akkoord speelt met uw
6
linkerhand, begint het intro van de geselecteerde stijl te spelen.
Speel voor dit voorbeeld een C-majeurakkoord (zoals hieronder aangegeven). Zie 'Akkoorden' op pagina 27 voor informatie over het invoeren van akkoorden.
Referentie
Synchro Start
Als de stand-bymodus voor Sync Start actief is, wordt de stijl afgespeeld zodra u een akkoord speelt in het gedeelte voor automatische begeleiding op het keyboard. U kunt de stand-bymodus voor Sync Start verlaten door nog eens op de knop [SYNC START] te drukken.
Gebruikershandleiding
77
Page 78
Stijlfuncties (functies voor automatische begeleiding)
De stijl blijft spelen terwijl u op de toetsen speelt
De afspeelstijl stopt als u de toetsen loslaat
Druk op de knop [MAIN/AUTO FILL].
7
Synchro Stop
Als deze functie is geselecteerd, wordt de begeleidingsstijl alleen gespeeld terwijl u akkoorden speelt in het begeleidingsgedeelte van het keyboard. De afspeelstijl stopt als u de toetsen loslaat. Om de functie aan te zetten drukt u op de knop [SYNC STOP].
Als de fill-in is afgespeeld, gaat deze vloeiend over in de geselecteerde hoofdsectie A/B.
Druk op de knop [INTRO/ENDING/rit.].
8
Hierdoor wordt naar de eindsectie geschakeld. Als de eindsectie is afgespeeld, stopt de automatische begeleiding automatisch. U kunt de eindsectie geleidelijk laten vertragen (ritardando)
Referentie
door nogmaals op de knop [INTRO/ENDING/rit.] te drukken terwijl de eindsectie wordt afgespeeld.
Gebruikershandleiding
78
Page 79
Stijlfuncties (functies voor automatische begeleiding)

Het tempo van de stijl wijzigen

Stijlen kunnen op elk gewenst tempo worden afgespeeld: snel of langzaam.
Druk op de knop [TEMPO/TAP] om de
1
tempo-instelling in de display weer te geven nadat u een stijl hebt geselecteerd.
Selecteer met de draaiknop een tempo
2
van 011 t/m 280 slagen van een kwartnoot per minuut.
Druk tegelijkertijd op de knoppen [+] en [-] om de waarde van het standaardtempo van een stijl onmiddellijk opnieuw in te stellen.

Het stijlvolume aanpassen

Druk op de knop [STYLE] om de stijlfunctie te activeren.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item Style Volume met de
2
CATEGORY-knoppen [
r
] en [f].
U kunt het tempo tijdens het afspelen van een stijl wijzigen door tweemaal op de knop [TEMPO/ TAP] te drukken.
Stel het stijlvolume met de draaiknop in
3
op een waarde tussen 000 en 127.
Referentie
Gebruikershandleiding
79
Page 80
Stijlfuncties (functies voor automatische begeleiding)
Splitpunt (54: F#2)
Splitvoice
Mainvoice
OPMERKING
Verschijnt als automatische begeleiding actief is
Begeleidings-
gedeelte

Het splitpunt instellen

De standaardwaarde voor het splitpunt is toetsnummer 54 (de toets F#2), maar u kunt deze op de hieronder beschreven manier wijzigen in een andere toets.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item Split point met de
2
CATEGORY-knoppen [
r
] en [f].

Een stijl met akkoorden maar zonder ritme spelen (stop begeleiding)

Als de automatische begeleiding is aangezet (in dat geval is het ACMP ON-pictogram zichtbaar) en Synchro Start is uit, kunt u akkoorden spelen in het gedeelte voor de linkerhand (begeleiding) van het keyboard terwijl de stijl is gestopt, en toch de begeleidingsakkoorden horen. Dit is 'Stop Accompaniment', waarbij iedere vingerzetting op de akkoorden die door het instrument wordt herkend, kan worden gebruikt.
Druk op de knop [ACMP ON/OFF] om de automatische begeleiding aan te zetten nadat u op de knop [STYLE] hebt gedrukt.
Stel het splitpunt met de draaiknop in op
3
Referentie
een toets tussen 021 (A-1) en 108 (C7).
• Als u het splitpunt wijzigt, verandert ook het splitpunt voor automatische begeleiding.
• Het splitpunt kan niet tijdens een les worden gewijzigd.
• De splitvoice klinkt als de splitpunttoets wordt gespeeld.
80
Gebruikershandleiding
Page 81
Stijlfuncties (functies voor automatische begeleiding)

AI Fingered

Er kunnen minder dan drie noten worden gespeeld om de akkoorden aan te geven (op basis van het eerder gespeelde akkoord enzovoort).
Houd de knop [ACMP ON/OFF] langer
1
dan een seconde ingedrukt om de functie 'Chord Fingering' te selecteren.
In deze modus kunnen geen gemakkelijke akkoorden worden gedetecteerd.

Stijlen spelen met het volledige keyboard

In 'Meespelen met een stijl' op pagina 25 hebben we een methode beschreven om stijlen te spelen waarbij akkoorden alleen links van het splitpunt van het keyboard werden gedetecteerd. Met de instellingen die hieronder worden beschreven, gebeurt de akkoorddetectie voor de stijlbegeleiding over het volledige keyboard, waardoor er een nog dynamischere stijl kan worden toegepast. In deze modus kunnen geen gemakkelijke akkoorden worden gedetecteerd.
Houd de knop [ACMP ON/OFF] langer
1
dan een seconde ingedrukt om de functie 'Chord Fingering' te selecteren.
Selecteer 3 'AI Fingered' met de
2
draaiknop.
Selecteer 1 'Multi Finger' om de vingerzetting van het akkoord terug te zetten op de standaardinstelling.
Selecteer 2 'FullKeyboard' met de
2
draaiknop.
Selecteer 1 'Multi Finger' om de vingerzetting van het akkoord terug te zetten op de standaardinstelling.
Gebruikershandleiding
Referentie
81
Page 82
Stijlfuncties (functies voor automatische begeleiding)
Langer dan een seconde ingedrukt houden.
Akkoordnaam (grondtoon en soort)
Akkoordnotatie
Afzonderlijke noten van het akkoord (keyboard)
OPMERKING

Akkoorden opzoeken in het woordenboek voor akkoorden

De woordenboekfunctie is in feite een ingebouwd akkoordenboek waarin u de afzonderlijke noten van akkoorden kunt zien. Dit is ideaal als u de naam van een bepaald akkoord weet en snel wilt leren hoe u dit akkoord kunt spelen.
Houd de knop [MINUS ONE] langer dan
1
een seconde ingedrukt.
Druk op de toets 'M7' (majeurseptiem) in
3
het gedeelte van het keyboard met het opschrift 'CHORD TYPE'. (De noot geeft geen geluid.) De noten die u zou moeten spelen voor het opgegeven akkoord (grondtoon en akkoordtype), worden in de display getoond, zowel in de notatie als in het toetsoverzicht.
Als voorbeeld gaat u leren hoe u een
2
GM7-akkoord (G-majeurseptiem) moet spelen. Druk op de toets 'G' in het gedeelte van het keyboard met het
Referentie
opschrift 'ROOT'. (De noot geeft geen geluid.) De grondtoon die u instelt, wordt in de display weergegeven.
Druk op de [+]/[-]-knoppen om mogelijke inversies van het akkoord op te roepen.
82
Gebruikershandleiding
• Over majeurakkoorden: Eenvoudige majeurakkoorden worden gewoonlijk alleen aangegeven met de grondtoonnoot. 'C' verwijst bijvoorbeeld naar C-majeur. Als u hier echter majeurakkoorden wilt aangeven, let er dan op dat u 'M' (majeur) selecteert na het selecteren van de grondtoonnoot.
• Houd er rekening mee dat de akkoordsoorten die hier worden uitgelegd, noten voor de linkerhand zijn die op verschillende stijlen worden toegepast en verschillen van degene voor de speelhulpfunctie.
Probeer een akkoord in het
4
automatische begeleidingsgedeelte van het keyboard te spelen terwijl u de aanduidingen in de display bekijkt. Als u het akkoord juist hebt gespeeld, klinkt er een belgeluid om dit aan te geven. De akkoordnaam in de display knippert.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAIN­display terug te keren.
Page 83

Songinstellingen

Huidige tempowaarde
Songvolume-item
Kan op een waarde tussen 000 en 127 worden ingesteld
OPMERKING

Het tempo van de song wijzigen

Songs kunnen op elk gewenst tempo worden afgespeeld: snel of langzaam.
Druk op de knop [TEMPO/TAP] om de
1
tempo-instelling in de display weer te geven na het selecteren van een song.
Selecteer met de draaiknop een tempo
2
van 011 t/m 280 slagen van een kwartnoot per minuut.
Druk de knoppen [+] en [-] tegelijkertijd in om de waarde onmiddellijk terug te zetten naar het standaardtempo van een song.
U kunt het tempo tijdens het afspelen van een song wijzigen door tweemaal op de knop [TEMPO/TAP] te drukken.

Song Volume

Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item Song Volume met de
2
CATEGORY-knoppen [
Stel het songvolume met de draaiknop
3
in op een waarde tussen 000 en 127.
• Het songvolume kan worden aangepast terwijl er een song is geselecteerd.
r
] en [f].
Referentie
Gebruikershandleiding
83
Page 84
Songinstellingen
OPMERKING
Tracknummer met rand
… track bevat data en wordt niet gedempt.
Tracknummer zonder rand
... track bevat data maar is gedempt.
Geen tracknummer… geen data.

A-B Repeat

Met deze functie kunt u een sectie van een song opgeven om die herhaald af te spelen. 'A' is hierbij het beginpunt, 'B' het eindpunt.
AB
Speel de song af en druk op de knop
1
[A-B REPEAT] aan het begin van de sectie die u wilt herhalen (punt 'A').
Druk nogmaals op de knop [A-B
2
REPEAT] aan het eind van de sectie die u wilt herhalen (punt 'B').

Onafhankelijke songtracks dempen

Elke 'track' van een song speelt een verschillende partij van de song af: melodie, percussie, begeleiding enz. U kunt afzonderlijke tracks dempen en de gedempte partij zelf op het keyboard spelen, of gewoon tracks dempen die u niet wilt horen. U kunt een track dempen door op de desbetreffende trackknop (TRACK [1] - [5], [A]) te drukken. Druk nogmaals op dezelfde knop om het dempen van de track op te heffen.
Referentie
De opgegeven sectie A-B van de song
3
wordt nu herhaaldelijk afgespeeld.
U kunt het herhaald afspelen stoppen door op de knop [A-B REPEAT] te drukken.
• Het begin- en eindpunt voor de herhaling kunnen niet binnen dezelfde maat vallen.
• Tijdens het afspelen wordt het huidige maatnummer in
84
de display weergegeven.
• Als u het beginpunt 'A' wilt instellen aan het begin van de song, drukt u op de knop [A-B REPEAT] voordat u de song gaat afspelen.
Gebruikershandleiding

De melodievoice wijzigen

U kunt de melodievoice van een song wijzigen in elke andere gewenste voice.
Houd de knop [VOICE] tijdens het afspelen van een song langer dan een seconde ingedrukt. De display VOICE SELECT (MELODY R of MELODY L) wordt geopend, waarin u de Melody R- of Melody L­voice kunt kiezen. Als u op de knop [VOICE] drukt, kunt u schakelen tussen VOICE SELECT MELODY R en MELODY L. Selecteer de voice met de draaiknop. Terwijl u verschillende melodievoices selecteert, verandert alleen de melodievoice. De song verandert niet.
Page 85
Songinstellingen
Langer dan een seconde ingedrukt houden.

BGM afspelen

Met de standaardinstelling wordt slechts één demosong afgespeeld en herhaald wanneer op de knop [DEMO/BGM] wordt gedrukt. U kunt deze instelling zo wijzigen dat alle interne songs, alle songs die van een computer naar het instrument zijn overgebracht, of alle MIDI-songs op een USB­flashgeheugen dat op het instrument is aangesloten, worden afgespeeld. Er zijn vijf verschillende afspeelgroepen waaruit u kunt kiezen. Selecteer de instelling die het beste past bij wat u wilt.
Houd de knop [DEMO/BGM] langer dan
1
een seconde ingedrukt om de selectiedisplay 'Demo Group' te openen.
In de display wordt het geselecteerde doel voor herhaald afspelen weergegeven.

Songs in willekeurige volgorde afspelen

In de modus voor willekeurig afspelen worden de songs die zijn geselecteerd voor BGM afspelen in willekeurige volgorde afgespeeld.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Druk net zo vaak op de CATEGORY-
2
knoppen [ 'Demo Play Mode' te selecteren.
In de display wordt de geselecteerde modus voor herhaald afspelen weergegeven. U kunt de modus voor herhaald afspelen niet selecteren als 'Demo' is geselecteerd als herhaalde afspeelgroep.
r
] en [f] als nodig is om
Selecteer met de draaiknop een
2
herhaalde afspeelgroep uit de volgende tabel.
Demo Demosong
Preset Alle presetsongs
User Alle gebruikerssongs
Download
USB
Alle songs die vanaf een computer zijn overgebracht
Alle songs die zijn opgeslagen in USB-flashgeheugen dat is aangesloten op het instrument.
Selecteer 'Random' met de draaiknop.
3
Selecteer 'Normal' als u de normale afspeelmodus wilt herstellen.
Gebruikershandleiding
Referentie
85
Page 86

De functies

De geselecteerde functie
Functiecategorie
Vorig item
Waarde
Volgend item
Rechtstreekse numerieke invoer.
Gelijktijdig indrukken om de standaardinstelling terug te halen.
• De waarde met 1 verhogen.
•ON
•Uitvoeren
• De waarde met 1 verlagen.
•OFF
• Annuleren
Via de functies hebt u toegang tot een hele reeks gedetailleerde instrumentparameters voor het stemmen, het instellen van het splitpunt en het aanpassen van de voices en effecten. Bekijk de lijst met functies op de tegenoverliggende pagina. Er zijn in totaal 53 functieparameters. Als u een functie vindt die u wilt instellen, selecteert u gewoon de weergavenaam van de functie en past u de functie vervolgens naar wens aan.

Functies selecteren en instellen

Zoek de functie die u wilt instellen in de
1
lijst die begint op pagina 87.
Stel met de draaiknop, de knoppen [+]
4
en [-] of de nummerknoppen [0] - [9] de geselecteerde functie naar wens in.
Druk op de knop [FUNCTION].
2
Referentie
Selecteer een functie.
3
Druk net zo vaak op de CATEGORY-knoppen [
r
] en [f] tot de weergavenaam van de functie
in de display wordt weergegeven.
Met de knoppen [+] en [-] kunt u instellingen van het type ON/OFF maken: [+] = ON, [-] = OFF. In sommige gevallen wordt met de knop [+] de uitvoering van de geselecteerde functie gestart. Met de knop [-] wordt de selectie ongedaan gemaakt.
Gebruikershandleiding
86
Sommige functie-instellingen worden in het geheugen opgeslagen zodra ze gewijzigd zijn. Raadpleeg 'De back-upparameters' op pagina 64 voor informatie over de functie-instellingen die op het instrument worden opgeslagen. Als u alle standaardinstellingen wilt herstellen, moet u de procedure 'Back-up wissen' uitvoeren (zie 'Initialisatie' op pagina 64).
Page 87
Lijst met functie-instellingen
Categorie Functie-item Bereik/instellingen Beschrijving
VOLU ME
OVERALL
MAIN VOICE
DUAL VOICE
Style Volume 000 - 127 Bepaalt het volume van de stijl.
Song Volume 000 - 127 Bepaalt het volume van de song.
Transpose -12 - +12 Bepaalt de toonhoogte van het instrument in eenheden van een halve toon.
Tuning -100 - +100
Pitch Bend Range 01 - 12 Bepaalt het pitchbendbereik in stappen van een halve toon.
Split Point 021(A-1) - 108(C7)
1(Soft),
Touch Sensitivity
Chord Fingering
Main Volume 000 - 127 Bepaalt het volume van de mainvoice.
Main Octave -2 - +2 Bepaalt het octaafbereik voor de mainvoice.
Main Pan
Main Reverb Level 000 - 127
Main Chorus Level 000 - 127
Main DSP Level 000 - 127
Dual Volume 000 - 127 Bepaalt het volume van de dualvoice.
Dual Octave -2 - +2 Bepaalt het octaafbereik voor de dualvoice.
Dual Pan
Dual Reverb Level 000 - 127
Dual Chorus Level 000 - 127
Dual DSP Level 000 - 127
2(Medium), 3(Hard), 4(Off)
1(Multi Finger), 2(FullKeyboard), 3(AI Fingered)
000 (links) ­64 (midden) ­127 (rechts)
000 (links) ­64 (midden) ­127 (rechts)
Bepaalt de toonhoogte van het geluid van het instrument in eenheden van 1 cent.
Bepaalt de hoogste toets voor de splitvoice en stelt het 'splitpunt' in (met andere woorden, de toets die de grens vormt tussen de splitvoice (laag) en de mainvoice (hoog)). De splitpuntinstelling en begeleidingssplitpuntinstelling worden automatisch ingesteld op dezelfde waarde.
Bepaalt de gevoeligheid van de functie.
Stelt de akkoorddetectiemodus in. Bij meervoudige vingerzetting (Multi Finger) worden zowel de normale akkoorden gedetecteerd als de eenvoudige akkoorden die links van het splitpunt worden gespeeld. In de modus voor een volledig keyboard worden normale akkoorden die waar ook op het keyboard worden gespeeld, gedetecteerd en geven de gespeelde noten ook geluid. In de modus AI Fingered kunnen minder dan drie noten worden gespeeld om de akkoorden aan te geven (op basis van het eerder gespeelde akkoord enzovoort).
Bepaalt de panpositie van de mainvoice in het stereobeeld. Bij de waarde '0' wordt het geluid volledig links gepand; bij de waarde '127' wordt het geluid volledig rechts gepand.
Bepaalt hoeveel van het mainvoicesignaal naar het reverbeffect wordt verzonden.
Bepaalt hoeveel van het mainvoicesignaal naar het choruseffect wordt verzonden.
Bepaalt hoeveel van het mainvoicesignaal naar het DSP-effect wordt verzonden.
Bepaalt de panpositie van de dualvoice in het stereobeeld. Bij de waarde '0' wordt het geluid volledig links gepand; bij de waarde '127' wordt het geluid volledig rechts gepand.
Bepaalt hoeveel van het dualvoicesignaal naar het reverbeffect wordt verzonden.
Bepaalt hoeveel van het dualvoicesignaal naar het choruseffect wordt verzonden.
Bepaalt hoeveel van het dualvoicesignaal naar het DSP-effect wordt verzonden.
De functies
Referentie
Gebruikershandleiding
87
Page 88
De functies
Categorie Functie-item Bereik/instellingen Beschrijving
Split Volume 000 - 127 Bepaalt het volume van de splitvoice.
Split Octave -2 - +2 Bepaalt het octaafbereik voor de splitvoice.
SPLIT VOICE
EFFECT
HARMONY
PAT P. A . T. Ty p e
PC PC Mode PC1/PC2/OFF
Split Pan
Split Reverb Level 000 - 127
Split Chorus Level 000 - 127
Reverb Type 01 - 36 Bepaalt het reverbtype, waaronder Off.
Chorus Type 1 - 45 Bepaalt het chorustype, waaronder Off.
DSP ON/OFF ON/OFF Hiermee wordt bepaald of het DSP-effect is in- of uitgeschakeld.
DSP Type 001 - 239 Bepaalt het DSP-type.
Sustain ON/OFF
Master EQ Type
Harmony Type 01 - 26 Bepaalt het harmonietype.
Harmony Volume 000 - 127 Bepaalt het volume van het harmonie-effect.
000 (links) ­64 (midden) ­127 (rechts)
1(Speaker 1), 2(Speaker 2), 3(Headphones), 4(Line Out 1), 5(Line Out 2)
CHORD, CHORD/FREE, MELODY, CHORD/MELODY
Referentie
Local ON/OFF
External Clock ON/OFF
Keyboard Out ON/OFF
MIDI
METRONOME
Style Out ON/OFF
Song Out ON/OFF
Initial Setup YES/NO
Time Signature ­Numerator
Time Signature ­Denominator
Bell ON/OFF Bepaalt of een belaccent klinkt (ON) of niet (OFF).
Metronome Volume 000 - 127 Bepaalt het volume van de metronoom.
01 - 60 Bepaalt de maatsoort van de metronoom.
2, 4, 8, 16 Bepaalt de lengte van elke metronoomtel.
Bepaalt de panpositie van de splitvoice in het stereobeeld. Bij de waarde '0' wordt het geluid volledig links gepand; bij de waarde '127' wordt het geluid volledig rechts gepand.
Bepaalt hoeveel van het splitvoicesignaal naar het reverbeffect wordt verzonden.
Bepaalt hoeveel van het splitvoicesignaal naar het choruseffect wordt verzonden.
Bepaalt of panelsustain altijd of nooit wordt toegepast op de main-/ dualvoice. Panelsustain wordt doorlopend toegepast als deze aan staat (ON), en nooit wanneer deze uit staat (OFF).
Stelt de equalizer voor de uitgang van de speaker in op een optimaal geluid in verschillende luistersituaties.
Bepaalt het type van de speelhulpfunctie.
Optimaliseert de MIDI-instellingen als u het instrument aansluit op een computer.
Bepaalt of het keyboard van het instrument de interne toongenerator wel (ON) of niet aanstuurt (OFF).
Bepaalt of het instrument synchroniseert met de interne klok (OFF) of met een externe klok (ON).
Bepaalt of de prestatiedata van het keyboard worden verzonden (ON) of niet (OFF).
Bepaalt of stijldata wel (ON) of niet (OFF) via USB worden verzonden tijdens het afspelen van stijlen.
Bepaalt of een gebruikerssong wel (ON) of niet (OFF) via USB wordt verzonden tijdens het afspelen van songs.
Met deze functie kunt u de data van de paneelinstellingen naar een computer verzenden. Druk op [+] om te verzenden, of druk op [ annuleren.
-] om te
Gebruikershandleiding
88
Page 89
De functies
Categorie Functie-item Bereik/instellingen Beschrijving
1(1/4 note), 2(1/4 note triplet), 3(1/8 note),
SCORE Quantize
Right-Part
SONG/ LESSON
Left-Part
LESSON Grade ON/OFF Bepaalt of de beoordelingsfunctie aan of uit staat.
Demo Cancel ON/OFF
DEMO
LANGUAGE Language English/Japanese
DEMO GROUP
DEMO PLAY MODE
4(1/8 note triplet), 5(1/16 note), 6(1/16 note triplet), 7(1/32 note), 8(1/32 note triplet)
GuideTrack 1 - 16, OFF
GuideTrack 1 - 16, OFF
1(Demo), 2(Preset), 3(User), 4(Download), 5(USB)
1(Normal)/ 2(Random)
* Al deze instellingen kunnen gemakkelijk worden teruggezet op hun oorspronkgelijke standaardwaarden door tegelijkertijd op de
knoppen [+] en [-] te drukken. (De uitzondering hierop is Initial Send, wat een handeling is en geen instelling.)
Afhankelijk van de songdata kunt u de notatie leesbaarder maken door de timing van de noten aan te passen. Dit bepaalt de minimumtimingresolutie die in de song wordt gebruikt. Als een song bijvoorbeeld zowel kwartnoten als achtste noten bevat, zou u deze waarde moeten instellen op 'eight note' (achtste noot). Alle noten en rusten die korter zijn dan deze waarde, worden niet in de notatie weergegeven.
Bepaalt het gidstracknummer voor de les voor uw rechterhand. Deze instelling is effectief voor songs in SMF-indeling 0 en 1 die vanaf een computer zijn overgebracht.
Bepaalt het gidstracknummer voor uw linkerhandles. Deze instelling is effectief voor songs in SMF-indeling 0 en 1 die vanaf een computer zijn overgebracht.
Bepaalt of de demoannuleerfunctie is geactiveerd. Als deze instelling aan staat (ON), wordt de demosong niet afgespeeld, zelfs niet wanneer u op de knop [DEMO/BGM] drukt.
Bepaalt de groep voor herhaald afspelen.
Bepaalt de modus voor herhaald afspelen.
Bepaalt de weergavetaal voor de songbestandsnamen, songteksten en bepaalde displaymededelingen. Alle andere berichten en namen worden in het Engels getoond. Als dit op Japans is ingesteld, worden de bestandsnamen met Japanse lettertekens weergegeven. De display voor de songteksten volgt de oorspronkelijke taalinstelling in de songdata. Als een dergelijke instelling niet bestaat, wordt deze instelling gebruikt.
Gebruikershandleiding
Referentie
89
Page 90

Data opslaan en laden

Bezig met
installeren
(knippert)
Geïnstal-
leerd
(brandt)
OPMERKING
OPMERKING
USB-flashgeheugen is een geheugenmedium dat wordt gebruikt om data op te slaan. Als er een USB-flashgeheugenapparaat is geplaatst in de USB TO DEVICE-aansluiting van dit instrument, kunnen geregistreerde instellingen worden opgeslagen van of geladen in het instrument. In deze sectie bekijken we de procedures voor het instellen en formatteren van USB­flashgeheugenapparaten en voor het opslaan en laden van data van en naar deze apparaten. Zie 'Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een USB TO DEVICE-aansluiting' op pagina 91 voordat u een USB-apparaat gebruikt.

Een USB-flashgeheugen aansluiten

Sluit een USB-flashgeheugen aan op de
1
USB TO DEVICE-aansluiting en let
Druk op de knop [FILE CONTROL] om
3
de display FILE CONTROL te openen.
daarbij op de juiste richting.
Druk in de display FILE CONTROL op de CATEGORY-knoppen [
r
] en [f] om de
bestandsbewerkingen weer te geven die hieronder
Soms wordt een bericht (informatie- of bevestigingsdialoog) in de display
Referentie
weergegeven om de bediening te vergemakkelijken. Zie 'Berichten' op pagina 110 voor een uitleg van elk bericht.
Wacht op bevestiging dat het USB-
2
flashgeheugen correct is aangesloten.
worden beschreven.
Menu Naslagpagina
Format 92
User File Save 93
User Song Save 94
Load 95
USB Delete 96
User Delete 96
Als u op de knop [FILE CONTROL] drukt terwijl er een niet-geformatteerd USB-flashgeheugen op het instrument is aangesloten, wordt automatisch de functie 'Format' geselecteerd.
90
Gebruikershandleiding
Als u de display FILE CONTROL wilt sluiten, drukt u op de knop [EXIT].
• Er wordt geen geluid voortgebracht wanneer u op het keyboard speelt terwijl de display FILE CONTROL zichtbaar is. In deze toestand zijn ook alleen knoppen actief die verband houden met de bestandsfuncties.
• De display FILE CONTROL wordt in de volgende gevallen niet weergegeven:
• Tijdens het afspelen van een stijl of song
• Tijdens een les.
• Tijdens het laden van data van een USB­flashgeheugen.
Page 91
Data opslaan en laden
LET OP
LET OP

Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de USB TO DEVICE-aansluiting

Dit instrument heeft een ingebouwde USB TO DEVICE-aansluiting. Ga voorzichtig om met het USB-apparaat als u dit op de aansluiting aansluit. Volg de onderstaande belangrijke voorzorgsmaatregelen.
OPMERKING
• Hoewel cd-r/rw-stations kunnen worden gebruikt om data op het instrument in te lezen, kunnen ze niet worden gebruikt om data op te slaan.
Compatibele USB-apparaten
• USB-opslagapparaten (flashgeheugen, schijfstation) Het instrument ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle commercieel beschikbare USB-apparaten. Yamaha kan de werking niet garanderen van USB­apparaten die u aanschaft. Ga voordat u een USB­apparaat aanschaft voor gebruik met dit instrument naar de volgende webpagina: http://music.yamaha.com/download/
OPMERKING
• Andere USB-apparaten zoals een computertoetsenbord of muis kunnen niet worden gebruikt.

USB-opslagapparaten gebruiken

Als u het instrument aansluit op een USB­opslagapparaat, kunt u het aangesloten apparaat gebruiken voor zowel het opslaan van de door u gemaakte data als het lezen van opgeslagen data.
OPMERKING
• Hoewel cd-r/rw-stations kunnen worden gebruikt om data op het instrument in te lezen, kunnen deze niet worden gebruikt voor het opslaan van data.
Het nummer van het te gebruiken USB-opslagapparaat
Er kan slechts één USB-opslagapparaat worden aangesloten op de aansluiting USB TO DEVICE.
USB-opslagmedia formatteren
Als een USB-opslagapparaat wordt aangesloten of als er een medium wordt geplaatst, kan er een bericht verschijnen waarin u wordt gevraagd het apparaat/ medium te formatteren. Als dat gebeurt, voert u de Format-handeling uit (pagina 92).
• Door te formatteren, worden alle bestaande data overschreven. Zorg dat het medium dat u formatteert geen belangrijke data bevat.
USB-apparaat aansluiten
• Zorg als u een USB-apparaat aansluit op de USB TO DEVICE-aansluiting, dat u de juiste aansluiting op het apparaat gebruikt en het apparaat in de juiste richting aansluit.
• Hoewel het instrument de USB 1.1-standaard ondersteunt, kunt u ook een USB 2.0-opslagapparaat aansluiten en gebruiken met het instrument. De overdrachtssnelheid is in dit geval echter wel die van USB 1.1.
Uw data beveiligen (schrijfbeveiliging)
Gebruik de schrijfbeveiliging van het opslagapparaat of -medium om te voorkomen dat belangrijke data onopzettelijk worden gewist. Als u data op het USB­opslagapparaat wilt opslaan, moet schrijfbeveiliging zijn uitgeschakeld.
USB-opslagapparaat aansluiten/ verwijderen
Controleer voordat u het medium van het apparaat verwijdert of het instrument geen data gebruikt (zoals bij het opslaan en verwijderen van data).
• Vermijd het snel achter elkaar aan-/uitzetten van het USB­opslagapparaat, of het te vaak aansluiten/loskoppelen van het apparaat. Als u dit toch doet, loopt u het risico dat het instrument vastloopt. Haal de USB-aansluiting NIET los, verwijder de media NIET uit het apparaat en schakel de apparaten NIET uit terwijl het instrument data gebruikt (bijvoorbeeld tijdens opslaan, verwijderen, laden en formatteren) of terwijl het USB-opslagapparaat wordt gekoppeld (meteen na het aansluiten). Als u dit toch doet, kunnen de data op een of beide apparaten beschadigd raken.
Gebruikershandleiding
Referentie
91
Page 92
Data opslaan en laden
LET OP
LET OP
OPMERKING
Alle instructies in dit hoofdstuk zijn bedoeld voor de display FILE CONTROL. Druk op de knop [FILE CONTROL] om de display FILE CONTROL te openen.
USB-flashgeheugen formatteren
Het nieuwe USB-flashgeheugen moet worden geformatteerd voordat het door dit instrument kan worden gebruikt.
• Als een USB-flashgeheugen dat data bevat, wordt geformatteerd zoals hieronder wordt beschreven, worden alle data gewist. Controleer vóór het formatteren van een USB-flashgeheugen of het geen belangrijke data bevat.
Selecteer het item Format met de
1
CATEGORY-knoppen [
U wordt om bevestiging gevraagd.
r
] en [f].
Referentie
Druk op de knop [EXECUTE]. U wordt
2
om bevestiging gevraagd.
Op dit punt kunt u op de knop [-] drukken om de bewerking te annuleren.
Als u nogmaals op de knop [EXECUTE]
3
of de knop [+] drukt, wordt de formattering gestart.
• Zodra in de display het bericht wordt weergegeven dat de formattering is gestart, kunt u deze bewerking niet meer annuleren. Schakel de stroom tijdens deze bewerking niet uit en verwijder ook het USB­flashgeheugen niet.
In de display wordt het bericht
4
weergegeven dat de bewerking is beëindigd.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAIN­display terug te keren.
• Als het USB-flashgeheugen tegen schrijven is beveiligd, wordt een bericht in de display weergegeven en kunt u de bewerking niet uitvoeren.
Gebruikershandleiding
92
Page 93
Data opslaan en laden
OPMERKING
Cursor
De draaiknop selecteert tekens
Te ke n verwijderen
Cursor rechts
Cursor links
LET OP
OPMERKING
Gebruikersbestanden (registratiegeheugen) opslaan in het USB-flashgeheugen
Met deze bewerking wordt een 'gebruikersbestand' met de data uit het registratiegeheugen opgeslagen op een USB-flashgeheugenapparaat. Het gebruikersbestand krijgt de extensie '.usr', die niet in de display van het instrument wordt weergegeven.
Selecteer het item Regist Save met de
1
CATEGORY-knoppen [
Er wordt automatisch een standaardbestandsnaam gemaakt.
r
] en [f].
Verander de bestandsnaam indien nodig.
3
• Met de knop [-] kunt u de cursor naar links verplaatsen; met de knop [0] kunt u de cursor naar rechts verplaatsen.
• Selecteer met de draaiknop een teken voor de huidige locatie van de cursor.
• Met de knop [+] kunt u het teken op de locatie van de cursor verwijderen.
Druk op de knop [EXECUTE]. U wordt
4
om bevestiging gevraagd.
U kunt de opslag nu nog annuleren door op de knop [-] te drukken.
Een bestaand bestand overschrijven
Als u een bestand wilt overschrijven dat op het USB-flashgeheugen staat, selecteert u het bestand met de knoppen [+] en [-] en gaat u verder met stap 4.
• In één enkel USB-flashgeheugen kunnen maximaal 100 gebruikersbestanden worden opgeslagen.
Druk op de knop [EXECUTE]. Onder het
2
eerste teken van de bestandsnaam verschijnt een cursor.
Als u nogmaals op de knop [EXECUTE]
5
of de knop [+] drukt, wordt het bestand opgeslagen.
Gebruikersbestanden worden opgeslagen in de map 'USER FILES', die automatisch in het USB­flashgeheugen wordt aangemaakt.
• Zodra het bericht in de display wordt weergegeven dat data worden opgeslagen, kan de bewerking niet meer worden geannuleerd. Schakel tijdens deze bewerking de stroom niet uit en verwijder ook het USB-flashgeheugen niet.
In de display wordt het bericht
6
weergegeven dat de bewerking is beëindigd.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAIN­display terug te keren.
• Als u een bestaande bestandsnaam opgeeft, wordt u om bevestiging gevraagd. Druk op [EXECUTE] of [+] als het bestand mag worden overschreven, of op [-] om te annuleren.
• Hoe lang het opslaan duurt, is afhankelijk van de staat van het USB-flashgeheugen.
Referentie
Gebruikershandleiding
93
Page 94
Data opslaan en laden
De naam van de brongebruikerssong.
De naam van het bestand dat u wilt opslaan
Cursor
LET OP
OPMERKING
Een gebruikerssong opslaan in het USB-flashgeheugen
Met deze bewerking wordt een gebruikerssong (songnummer 031 - 035) opgeslagen in USB­flashgeheugen.
Selecteer het item User Song Save met
1
de CATEGORY-knoppen [
De SOURCE FILE (de naam van een gebruikerssong) wordt gemarkeerd.
r
] en [f].
Druk op de knop [EXECUTE].
4
Onder het eerste teken van de bestandsnaam verschijnt een cursor.
Verander de bestandsnaam indien
5
nodig.
Zie 'Gebruikersbestanden (registratiegeheugen) opslaan in het USB-flashgeheugen' op pagina 93 voor de invoer van de bestandsnaam.
Druk op de knop [EXECUTE]. U wordt
6
om bevestiging gevraagd.
U kunt de opslag nu nog annuleren door op de knop [-] te drukken.
Als u nogmaals op de knop [EXECUTE]
7
Referentie
Selecteer de brongebruikerssong.
2
U kunt gelijktijdig op de knoppen [+] en [-] drukken om de eerste gebruikerssong te selecteren.
Druk op de knop [EXECUTE].
3
De DESTINATION SONG wordt gemarkeerd en er wordt automatisch een standaardnaam gemaakt.
Een bestaand bestand overschrijven
Als u een bestand wilt overschrijven dat al in het USB-flashgeheugen staat, selecteert u het bestand met de draaiknop of de knoppen [+] en [-] en gaat u verder met stap 6.
of de knop [+] drukt, wordt het bestand opgeslagen.
Gebruikerssongs worden opgeslagen in de map 'USER FILES', die automatisch in het USB­flashgeheugen wordt aangemaakt.
• Zodra het bericht in de display wordt weergegeven dat data worden opgeslagen, kan de bewerking niet meer worden geannuleerd. Schakel tijdens deze bewerking de stroom niet uit en verwijder ook het USB-flashgeheugen niet.
In de display wordt het bericht
8
weergegeven dat de bewerking is beëindigd.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAIN­display terug te keren.
• Als u een bestaande bestandsnaam opgeeft, wordt u om bevestiging gevraagd. Druk op [EXECUTE] of [+] als het bestand mag worden overschreven, of op [-] om te annuleren.
• Hoe lang het opslaan duurt, is afhankelijk van de staat van het USB-flashgeheugen.
Gebruikershandleiding
94
Page 95
Data opslaan en laden
LET OP
LET OP
Bestanden laden uit een USB­flashgeheugen
Gebruikersbestanden en stijl-, song- en muziekdatabasebestanden in een USB-flashgeheugen kunnen naar het instrument worden geladen.
• Als u een gebruikersbestand laadt, worden data in het registratiegeheugen overschreven door de zojuist geladen gegevens. Sla belangrijke data op een USB-flashgeheugen op voordat u data laadt die oudere data overschrijven.
Selecteer het item Load met de
1
CATEGORY-knoppen [
r
] en [f].
Druk nogmaals op de knop [EXECUTE]
4
of op de knop [+]. De laadbewerking begint.
• Zodra het bericht in de display wordt weergegeven dat de data worden geladen, kunt u de bewerking niet meer annuleren. Schakel tijdens deze bewerking de stroom niet uit en verwijder ook het USB­flashgeheugen niet.
In de display wordt het bericht
5
weergegeven dat de bewerking is beëindigd.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAIN­display terug te keren.
Selecteer met de draaiknop het bestand
2
dat u wilt laden.
Eerst worden alle gebruikersbestanden in het USB-flashgeheugen weergegeven, gevolgd door de stijlbestanden, songbestanden en muziekdatabasebestanden. Bestanden moeten in de map 'User Files' in het USB-flashgeheugen staan. Bestanden buiten die map worden niet herkend.
Druk op de knop [EXECUTE]. U wordt
3
om bevestiging gevraagd.
U kunt het laden nu nog annuleren door op de knop [-] te drukken.
Gebruikershandleiding
Referentie
95
Page 96
Data opslaan en laden
LET OP
LET OP
Data verwijderen van een USB­flashgeheugen
Met deze procedure verwijdert u gebruikers-, stijl- en muziekdatabasebestanden en songbestanden die op dit instrument zijn gemaakt uit een USB-flashgeheugen.
Selecteer het item USB Delete met de
1
CATEGORY-knoppen [
Selecteer met de draaiknop het bestand
2
dat u wilt verwijderen.
Eerst worden alle gebruikersbestanden in het USB-flashgeheugen weergegeven, gevolgd door de stijlbestanden, songbestanden en
Referentie
muziekdatabasebestanden. Bestanden moeten in de map 'User Files' in het USB-flashgeheugen staan. Bestanden buiten die map worden niet herkend.
Druk op de knop [EXECUTE]. U wordt
3
om bevestiging gevraagd.
U kunt de wisopdracht nu nog annuleren door op de knop [-] te drukken.
Als u nogmaals op de knop [EXECUTE]
4
of de knop [+] drukt, wordt het bestand gewist.
• Zodra het bericht in de display wordt weergegeven dat de data worden gewist, kunt u de bewerking niet meer annuleren. Schakel tijdens deze bewerking de stroom niet uit en verwijder ook het USB­flashgeheugen niet.
r
] en [f].
Gebruikersgegevens verwijderen van het instrument
Met deze procedure wordt de gebruikerssong verwijderd, evenals stijl-, song- en muziekdatabasebestanden die zijn overgebracht van een extern apparaat zoals een computer. Met deze bewerking worden de presetdata niet gewist.
Selecteer het item User Delete met de
1
CATEGORY-knoppen [
Als er geen USB-flashgeheugen is aangesloten op het instrument, kan alleen 'User Delete' worden geselecteerd.
Selecteer met de draaiknop het bestand
2
dat u wilt verwijderen.
Eerst worden alle gebruikersbestanden weergegeven, gevolgd door de song-, stijl- en muziekdatabasebestanden.
Druk op de knop [EXECUTE]. U wordt
3
om bevestiging gevraagd.
U kunt de wisopdracht nu nog annuleren door op de knop [-] te drukken.
Als u nogmaals op de knop [EXECUTE]
4
of de knop [+] drukt, wordt het bestand gewist.
• Zodra in de display het bericht wordt weergegeven dat de data worden gewist, kunt u de bewerking niet meer annuleren.
r
] en [f].
In de display wordt het bericht
5
weergegeven dat de bewerking is beëindigd.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAIN­display terug te keren.
Gebruikershandleiding
96
In de display wordt het bericht weerge-
5
geven dat de bewerking is beëindigd.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAIN­display terug te keren.
Page 97

Aansluiten op een computer

USB-aansluiting USB TO HOST-aansluiting
USB-kabel
Instrument
LET OP
Dit instrument kan op een computer worden aangesloten om MIDI-data of een bestand over te brengen.

Een pc aansluiten

MIDI Basics
Als u meer wilt weten over MIDI en het gebruik ervan, leest u dit inleidende boek. MIDI Basics kan worden gedownload vanuit de Yamaha Manual Library op: http://www.yamaha.co.jp/manual/
Als u wilt communiceren met instrumenten en die instrumenten wilt gebruiken als ze op uw computer zijn aangesloten, moet de bijbehorende stuurprogrammasoftware correct op uw computer worden geïnstalleerd. Dankzij het USB-MIDI­stuurprogramma kunnen sequencesoftware en gelijksoortige toepassingen op uw computer MIDI­data via een USB-kabel naar en van MIDI-apparaten verzenden en ontvangen. U vindt het USB MIDI­stuurprogramma op de cd-rom. Hoe u het USB-MIDI­stuurprogramma kunt installeren, leest u op pagina 104.
• Sluit het instrument uitsluitend op externe apparatuur aan als alle apparaten zijn uitgezet. Schakel vervolgens eerst de stroom van het instrument in en daarna van de aangesloten externe apparatuur. Zet de apparatuur in omgekeerde volgorde uit.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de USB TO HOST-aansluiting
Neem de volgende punten in acht als u de computer aansluit op de USB TO HOST-aansluiting. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de computer vastloopt en dat data worden beschadigd of verloren gaan. Als de computer of het instrument vastloopt, start u de toepassingssoftware of het besturingssysteem van de computer opnieuw op, of schakelt u het instrument uit en weer in.
• Gebruik een USB-kabel van het type AB die niet langer is dan ongeveer 3 meter.
• Voordat u de computer op de USB TO HOST­aansluiting aansluit, haalt u de computer uit eventuele energiebesparende modi (zoals de sluimerstand, de slaapstand of stand-by).
• Voordat u het instrument inschakelt, verbindt u de computer met de USB TO HOST-aansluiting.
• Voer de volgende stappen uit voordat u het instrument in- of uitschakelt en voordat u de USB­kabel aansluit op of verwijdert uit de [USB TO HOST]-aansluiting.
• Sluit eventuele geopende softwaretoepassingen op de computer af.
• Zorg ervoor dat er geen data door het instrument worden verzonden. (Er worden data verzonden als er op het keyboard wordt gespeeld, als er een song wordt afgespeeld enz.)
• Als er een computer op het instrument is aangesloten, wacht u minimaal zes seconden tussen deze handelingen: (1) het uitzetten en vervolgens weer aanzetten van het instrument, of (2) het aansluiten en vervolgens weer loshalen van de USB­kabel en andersom.
Gebruikershandleiding
Referentie
97
Page 98
Aansluiten op een computer
OPMERKING

Speldata naar en van een computer overbrengen

Als u het instrument aansluit op een computer, kunnen de speldata van het instrument worden gebruikt op de computer en kunnen speldata van de computer op het instrument worden afgespeeld.
MIDI-instellingen
Deze instellingen hebben specifiek betrekking op het verzenden en ontvangen van data.
Item
Local ON/OFF
External Clock
Keyboard Out
Style Out ON/OFF
Song Out ON/OFF
Referentie
Als er geen enkel geluid uit het instrument komt, is de
Bereik/
instellingen
ON/OFF
ON/OFF
Beschrijving
Local control (lokale besturing) bepaalt of de noten die op het instrument worden gespeeld, door het interne toongeneratorsysteem worden weergegeven: het interne toongeneratorsysteem is actief als de lokale besturing aan staat en niet-actief als de lokale besturing uit staat.
Dit bepaalt of het instrument wordt gesynchroniseerd met de eigen interne klok (OFF) of met een kloksignaal van een extern apparaat (ON).
Deze instellingen bepalen of de prestatiedata van het keyboard worden verzonden (ON) of niet (OFF).
Deze instellingen bepalen of stijldata wel (ON) of niet (OFF) worden verzonden tijdens het afspelen van stijlen.
Deze instellingen bepalen of gebruikerssongs wel (ON) of niet (OFF) worden verzonden tijdens het afspelen van songs.
PC Mode
Als u speldata wilt uitwisselen tussen de computer en het instrument moet u enkele MIDI-instellingen uitvoeren. PC Mode kan in één enkele bewerking op een eenvoudige manier verschillende instellingen voor u maken. U kunt kiezen uit drie instellingen: PC1, PC2 en OFF. Deze instelling is niet nodig wanneer er song- of back-upbestanden tussen de computer en het instrument worden uitgewisseld.
PC1 PC2* OFF
Local OFF OFF ON
External Clock ON OFF OFF
Song Out OFF OFF OFF
Style Out OFF OFF OFF
Keyboard Out OFF ON ON
* Stel de pc-modus in op PC2 als u Digital Music Notebook gebruikt.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
meest voor de hand liggende oorzaak dat Local Control is uitgeschakeld. Als de externe klok aan staat (ON) en er geen kloksignaal wordt ontvangen van een extern apparaat, worden de functies voor songs, stijl en metronoom niet gestart.
Druk net zo vaak op de CATEGORY-
2
knoppen [
r
] en [f] als nodig is om het
item PC mode te selecteren.
98
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item waarvan u de waarde
2
wilt wijzigen met de CATEGORY­knoppen [
Selecteer ON of OFF met de draaiknop.
3
Gebruikershandleiding
r
] en [f].
Selecteer PC1, PC2 of OFF met de
3
draaiknop.
• Data van presetsongs kunnen niet met de functie Song Out vanaf het instrument worden verzonden. Gebruikerssongs wel.
Page 99
Aansluiten op een computer
Initial Send
Met deze functie kunt u de data van de paneelinstellingen naar een computer verzenden. Voordat u speldata opneemt op een sequencertoepassing op uw computer, kunt u het beste eerst de data van de paneelinstellingen verzenden en registreren en daarna pas de eigenlijke speldata.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item Initial Send met de
2
CATEGORY-knoppen [
Druk op [+/YES] om te verzenden of
3
druk op [-/NO] om te annuleren.
r
] en [f].

Data overbrengen tussen computer en instrument

Songs, stijlen of muziekdatabasebestanden op een computer of de meegeleverde cd-rom kunnen naar het instrument worden overgebracht. Back-upbestanden kunnen ook van het instrument naar de computer worden overgebracht en omgekeerd. U moet het programma Musicsoft Downloader en het USB-MIDI­stuurprogramma die op de meegeleverde cd-rom staan, installeren op uw computer om bestanden tussen uw computer en het instrument te kunnen uitwisselen. Zie de installatiegids voor de cd-rom 'Accessory' op pagina 102 voor meer informatie over de installatie.
DAta die van een computer naar dit instrument kunnen worden overgebracht.
Datacapaciteit: 1895 kB
502 bestanden in totaal voor songs, stijlen en de muziekdatabase.
Data-indeling
Song: .mid SMF-indeling 0/1 Stijl: .sty Muziekdatabase: .mfd Back-upbestand: 10PG88G.bup
Wat is SMF (Standard MIDI File)?
De SMF-indeling (Standard MIDI File) is een van de meest gebruikte en meest compatibele sequence­indelingen die worden gebruikt voor het opslaan van sequencedata. Er zijn twee versies: Format 0 en Format 1. Een groot aantal MIDI-apparaten is compatibel met SMF Format 0 en de meeste in de handel verkrijgbare MIDI-sequencedata worden in SMF Format 0 geleverd.
Referentie
Met Musicsoft Downloader kunt u het volgende doen:
Breng bestanden van de computer over naar het
flashgeheugen van het instrument.
zie de procedure die beschreven is op pagina 100.
Als voorbeeld wordt de procedure beschreven om songs van de cd-rom 'Accessory' van uw computer naar het instrument over te brengen.
Back-upbestanden kunnen van het instrument naar
een computer worden overgebracht en omgekeerd.
zie de procedure die beschreven is op pagina 101.
* Gebruik de toepassing Musicsoft Downloader met Internet
Explorer 5.5 of hoger.
Gebruikershandleiding
99
Page 100
Aansluiten op een computer
OPMERKING
w Dubbelklik op de map
'SampleData' de map 'SongData' en klik op een songbestand.
e Klik op
'Open'
q Klik op het cd-romstation
q Klik op 'Electronic Musical
Instruments' en vervolgens op 'Flash Memory'
OPMERKING
Gebruik Musicsoft Downloader om songs van de de cd-rom 'Accessory' over te brengen naar het flashgeheugen van het instrument.
OPMERKING
• Als er een song of een stijl wordt afgespeeld, moet u het afspelen stoppen voordat u verder gaat.
Installeer Musicsoft Downloader en het
1
stuurprogramma van USB-MIDI op uw computer en sluit dan de computer en het instrument aan (pagina 104).
Plaats de meegeleverde cd-rom in het
2
cd-romstation.
Dubbelklik op het pictogram van de
3
snelkoppeling van Musicsoft Downloader dat op het bureaublad wordt aangemaakt.
Hiermee wordt de toepassing Musicsoft Downloader gestart. Het hoofdvenster verschijnt in het scherm.
Op dit punt kunt u een stijl- of muziekdatabasebestand selecteren op de computer of cd-rom en dit op dezelfde manier als een songbestand kopiëren naar het instrument.
Een kopie van het geselecteerde MIDI-
6
songbestand verschijnt in de 'List of files stored temporarily' bovenaan in het venster.
Het geheugenmedium wordt ook weergegeven onderaan in het venster. Hier wordt de overdrachtsbestemming gespecificeerd. Klik op 'Instrument' en vervolgens op 'Flash memory'.
• Zolang Musicsoft Downloader draait, kan het instrument niet worden gebruikt.
Referentie
Klik op de knop 'Add File' om het
4
venster Add File te openen.
Klik op de knop rechts van 'Look in'
5
en selecteer het cd-romstation in het vervolgkeuzemenu dat verschijnt. Dubbelklik in het venster op de map 'SampleData'. Selecteer het bestand dat u wilt overbrengen naar het instrument in de map 'Song Data' en klik op 'Open'.
Nadat u het bestand hebt geselecteerd
7
in de 'List of files stored temporarily', klikt u op de pijl-omlaag [Move], waarna een bevestigingsbericht wordt weergegeven. Klik op [OK]. De song wordt dan van de lijst met tijdelijk opgeslagen bestanden naar het geheugen van het instrument overgebracht.
• Bestanden die met de Musicsoft Downloader worden overgebracht naar de hoofdmap van een USB­flashgeheugen (elke locatie buiten de map USER FILES op het USB-flashgeheugenapparaat), kunnen niet worden verwijderd via de display voor bestandsbeheer van het instrument. Verwijder dergelijke bestanden met de knop Delete van Musicsoft Downloader.
Gebruikershandleiding
100
Loading...