Raadpleeg de instructies op pagina 10
van deze handleiding voor informatie over
de montage van de keyboardstandaard.
NL
Page 2
Gebruikershandleiding
2
Page 3
OBSERVERA!
Apparaten kopplas inte ur växelströmskällan (nätet) så länge
som den ar ansluten till vägguttaget, även om själva apparaten
har stängts av.
ADVARSEL: Netspændingen til dette apparat er IKKE
afbrudt, sålænge netledningen sidder i en stikkontakt, som er
tændt — også selvom der er slukket på apparatets afbryder.
VAR OITUS:Laitteen toisiopiiriin kytketty käyttökytkin ei irroita
koko laitetta verkosta.
(standby)
Het serienummer van dit product wordt vermeld aan de onderzijde van het instrument. Het is raadzaam dit serienummer in
de hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook
deze handleiding als permanent aankoopbewijs om identificatie in geval van diefstal te vergemakkelijken.
Modelnummer
Serienummer
(bottom)
IMPORTANT NOTICE FOR THE UNITED KINGDOM
Connecting the Plug and Cord
IMPORTANT. The wires in this mains lead are coloured in
accordance with the following code:
As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus
may not correspond with the coloured makings identifying the
terminals in your plug proceed as follows:
The wire which is coloured BLUE must be connected to the terminal which is marked with the letter N or coloured BLACK.
The wire which is coloured BROWN must be connected to the
terminal which is marked with the letter L or coloured RED.
Making sure that neither core is connected to the earth terminal
of the three pin plug.
* This applies only to products distributed by
Yamaha Music U.K. Ltd.
BLUE : NEUTRAL
BROWN: LIVE
(2 wires)
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten.
Dit teken op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische
producten niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval.
Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten deze naar daarvoor bestemde
verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC.
Door deze producten juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle rijkdommen en voorkomt u mogelijke negatieve
effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, welke zich zou kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten kunt u contact opnemen met uw plaatselijke
gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht.
[Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie]
Mocht u elektrische en elektronisch apparatuur willen weggooien, neem dan alstublieft contact op met uw dealer of leverancier
voor meer informatie.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft contact op met uw
plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen.
(weee_eu)
Gebruikershandleiding
3
Page 4
VOORZICHTIG
Spanningsvoorziening/netadapter
Niet openen
Waarschuwing tegen water
Waarschuwing tegen brand
Als u onregelmatigheden opmerkt
Spanningsvoorziening/netadapter
Locatie
Aansluitingen
Zorgvuldig behandelen
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
* Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van elektrische
schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Plaats het netsnoer uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingen en
kachels, buig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen op en
zorg dat niemand op het snoer kan trappen, erover kan struikelen of voorwerpen
erover kan rollen.
• Gebruik het instrument uitsluitend op de voorgeschreven elektrische spanning.
De vereiste spanning wordt vermeld op het naamplaatje van het instrument.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven adapter (pagina 112). Gebruik van een
andere adapter kan beschadiging of oververhitting veroorzaken.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder vuil of stof dat zich erop
heeft verzameld.
• Dit instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Maak het
instrument nooit open en probeer niet de inwendige onderdelen te demonteren of
te wijzigen. Als het instrument defect lijkt, stopt u onmiddellijk met het gebruik
ervan en laat u het instrument nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het instrument niet in de buurt
van water of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats er geen
voorwerpen met vloeistoffen op die in de openingen kunnen terechtkomen.
Wanneer een vloeistof, zoals water, in het instrument lekt, schakelt u het
instrument onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat
het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Steek/verwijder nooit een stekker in/uit het stopcontact wanneer u natte handen
hebt.
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat.
Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
• Als een van de volgende storingen optreedt, schakelt u de POWER-schakelaar
onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument
vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Het netsnoer of de stekker raakt versleten of beschadigd.
• Het instrument verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt rook uithet
instrument.
• Er is een voorwerp gevallen in het instrument.
• Het geluid valt plotseling weg tijdens het gebruik van het instrument.
LET OP
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om lichamelijk letsel bij uzelf en anderen of beschadiging van
het instrument en andere eigendommen te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Sluit het instrument niet via een verdeelstekker aan op het stopcontact. Dit kan
leiden tot een verminderde geluidskwaliteit of oververhitting in het stopcontact.
• Trek altijd aan de stekker en nooit aan het snoer wanneer u de stekker verwijdert
uit het instrument of het stopcontact. Het snoer kan beschadigd raken als u eraan
trekt.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het instrument
gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Schakel de stroomtoevoer naar alle onderdelen uit voordat u het instrument
aansluit op andere elektronische componenten. Stel alle volumeniveaus in op het
laagste niveau voordat u de stroomtoevoer naar alle onderdelen in- of uitschakelt.
• Zorg dat het volume van alle componenten is ingesteld op het laagsteniveau en
voer het volume tijdens het bespelen van het instrument geleidelijk op tot het
gewenste niveau.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het per ongeluk kan
omvallen.
• Verwijder alle aangesloten kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
• Let erop tijdens het opstellen van het instrument dat het te gebruiken stopcontact
gemakkelijk bereikbaar is. Als er een storing optreedt of het instrument niet
correct werkt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert
u de stekker uit het stopcontact. Ook wanneer de POWER-schakelaar is
uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom naar het
instrument. Verwijder de stekker uit het stopcontact als u het instrument
gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Gebruik uitsluitend de standaard die voor uw instrument wordt aanbevolen.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde schroeven om de standaard of het rek te
bevestigen. Als u dit niet doet, kunnen de inwendige onderdelen beschadigd
raken en kan het instrument omvallen.
Gebruikershandleiding
4
• Steek uw vingers of handen niet in de openingen van het instrument.
• Steek nooit papier, metaal of andere voorwerpen in de openingen van het paneel
en laat deze nooit hierin vallen.
• Leun niet op het instrument, plaats er geen zware voorwerpen op en ga
voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument/apparaat of een hoofdtelefoon niet te lang op een hoog
of oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit permanent gehoorverlies kan
veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u ruis in uw oren of gehoorverlies
constateert.
(7)-1 1/2
Page 5
Yamaha is noch aansprakelijk voor ontstane schade door oneigenlijk gebruik of modificatie van het instrument, noch voor verlies of beschadiging van gegevens.
Schakel het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Zelfs als de [](Standby/On)-schakelaar in de stand-bystand staat, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument. Verwijder de stekker van het netsnoer
uit het stopcontact als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
LET OP
Volg de voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat het apparaat, gegevens of andere
eigendommen beschadigd raken.
Behandeling en onderhoud
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Het instrument, de tv
of de radio kunnen ruis genereren.
• Stel het instrument niet bloot aan grote hoeveelheden stof of trillingen, of extreme koude of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een verwarming of overdag
in een auto), om eventuele vervorming of verkleuring van het instrument of beschadiging aan de interne componenten te voorkomen.
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel of het keyboard tot gevolg kan hebben.
• Gebruik bij het schoonmaken een zachte droge doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemisch geïmpregneerde
schoonmaakdoekjes.
• Bij extreme veranderingen in temperatuur of vochtigheid, kan condensatie ontstaan en kan zich water verzamelen op het oppervlak van het instrument. Als
er water achterblijft, kan het worden geabsorbeerd door houten onderdelen, die daardoor beschadigd kunnen raken. Veeg water altijd onmiddellijk weg
met een zachte doek.
Gegevens opslaan
• Sommige data-items (pagina 64) worden automatisch als back-updata in het interne geheugen opgeslagen, zelfs als u het instrument uitschakelt.
Opgeslagen data kunnen verloren gaan ten gevolge van een storing of foutieve handeling. Sla belangrijke gegevens op een USB-opslagapparaat of een
ander extern apparaat zoals een computer op (pagina 93 - 94 en 101).
• Om gegevensverlies door mediabeschadiging te voorkomen, adviseren wij u belangrijke gegevens op twee USB-opslagapparaten of een ander extern
apparaat (bijvoorbeeld een computer) op te slaan.
Auteursrechten
• Het kopiëren van commercieel verkrijgbare muziekgegevens, inclusief maar niet beperkt tot MIDI-gegevens en/of audiogegevens, is strikt verboden,
uitgezonderd voor persoonlijk gebruik.
• Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma's en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvan het over de licenties
beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Onder dergelijk materiaal waarop auteursrechten berusten, vallen, zonder enige
beperkingen, alle computersoftware, stijlbestanden, MIDI-bestanden, WAVE-gegevens, bladmuziek en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van
dergelijke programma's en inhoud, buiten het persoonlijke gebruik van de koper, is volgens de desbetreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan.
Elke schending van auteursrechten heeft strafrechtelijke gevolgen. MAAK, DISTRIBUEER OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
Functies/data die bij het instrument zijn meegeleverd
• Sommige presetsongs zijn ingekort of bewerkt, en zijn daarom niet precies hetzelfde als het origineel.
• Dit apparaat kan muziekdata van verschillende typen en indelingen gebruiken door deze van tevoren naar de juiste muziekdata-indeling voor gebruik met
het instrument te optimaliseren. Hierdoor wordt op dit apparaat muziek mogelijk niet exact zo afgespeeld als de componist het oorspronkelijk heeft
bedoeld.
Deze handleiding
• De afbeeldingen en LCD-schermen zoals deze in deze handleiding te zien zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins
afwijken van de werkelijkheid.
• Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft
®
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
• De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden genoemd, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve
eigenaars.
(7)-1 2/2
Gebruikershandleiding
5
Page 6
Logo's
GM System Level 1
'GM System Level 1' is een aanvulling op de MIDI-standaard die ervoor zorgt dat GM-compatibele
muziekdata op elke willekeurige GM-compatibele toongenerator nauwkeurig kunnen worden
teruggespeeld, ongeacht de fabrikant. Het GM-logo is aangebracht op alle software en hardware die GM
System Level ondersteunt.
XGlite
Zoals de naam al aangeeft, is 'XGlite' een vereenvoudigde versie van de kwalitatief hoogwaardige
Yamaha XG-klankopwekkingstechniek. Uiteraard kunt u alle willekeurige XG-songdata afspelen via
een XGlite-toongenerator. Sommige songs worden echter anders afgespeeld dan de originele data als
gevolg van de gereduceerde set besturingsparameters en effecten.
XF
De bestandsindeling XF van Yamaha voegt grotere functionaliteit en open uitbreidbaarheid toe aan de
industriestandaard SMF (Standard MIDI File). Het instrument kan songteksten weergeven als er een
XF-bestand met songtekstdata wordt afgespeeld.
STYLE FILE
SFF (Style File Format) is een originele stijlbestandsindeling van Yamaha, die gebruikmaakt van een
uniek conversiesysteem om te voorzien in automatische begeleiding van hoge kwaliteit, gebaseerd op
een uitgebreide reeks akkoordsoorten.
Gebruikershandleiding
6
Page 7
Over deze gebruikershandleiding en de Data List
Plaats de muziekstandaard
zoals aangegeven in de
uitsparingen.
Muziekstandaard
Deze handleiding bestaat uit vier hoofdgedeelten: 'Configuratie', 'Beknopte handleiding', 'Referentie' en
'Appendix'.
Er is ook een afzonderlijke 'Data List' meegeleverd.
Gebruikershandleiding (dit boek)
Configuratie
Beknopte
handleiding
Referentie
Appendix
• • • • • • • • •
• • • • • • • • •
• • • • • • • • •
• • • • • • • • •
Lees dit gedeelte eerst.
In dit gedeelte wordt uitgelegd uit hoe u de basisfuncties kunt
gebruiken. Raadpleeg dit gedeelte terwijl u het instrument
bespeelt.
In dit gedeelte wordt gedetailleerd uitgelegd hoe u de veelzijdige
functies van het instrument kunt instellen.
Dit gedeelte bevat informatie over het oplossen van problemen en
specificaties.
Data List (Datalijst)
Voice-overzicht, Indeling van MIDI-data enz.
MIDI Reference (MIDI-naslaginformatie)
Het gedeelte MIDI-naslaginformatie bevat informatie met betrekking tot MIDI. De MIDI Reference kan
worden gedownload vanuit de Yamaha Manual Library op: http://www.yamaha.co.jp/manual/
Meegeleverde accessoires
De DGX-640-verpakking bevat de volgende items. Controleer of u ze allemaal hebt.
• Muziekstandaard
• Cd-rom 'Accessory'
• Gebruikershandleiding (dit boek)
• Keyboardstandaard
• Voetschakelaar
• Netadapter
* Wordt mogelijk niet meegeleverd in uw regio. Neem
hiervoor contact op met uw Yamaha-leverancier.
• Data List (Datalijst)
• My Yamaha Product User Registration
* U hebt de product-id op dit blad nodig bij het invullen
van het gebruikersregistratieformulier.
Gebruikershandleiding
7
Page 8
Speciale kenmerken
U hebt maar één
vinger nodig!
Standaard Graded Hammer-keyboard
We hebben onze ervaring als grootste fabrikant van akoestische piano's gebruikt om een keyboard te
ontwikkelen met een aanslag die bijna niet te onderscheiden is van een echte piano. Net als bij een
traditionele akoestische piano hebben de toetsen voor de lage tonen een zwaardere aanslag en kunnen
die voor de hoge tonen lichter worden bespeeld. U kunt zelfs de gevoeligheid van het keyboard
aanpassen aan uw speelstijl. Dankzij deze Graded Hammer-technologie kan de DGX-640 ook een
authentieke aanslag bieden in een lichtgewicht instrument.
Speelhulptechnologie
Pagina 43
Speel met een song mee op het keyboard van het instrument en het resultaat is altijd
perfect...ook als u niet de juiste noten speelt! U hoeft alleen maar op het keyboard
mee te spelen (bijvoorbeeld beurtelings op het linker- en rechterhandbereik van het
keyboard) en u klinkt als een prof, zolang u met de muziek meespeelt.
Ook als u niet met beide handen kunt spelen, kunt u de melodie meespelen door
op één toets te drukken.
Diverse instrumentvoices bespelen
Pagina 18
Met de DGX-640 kunt u de instrumentvoice die te horen is als u het keyboard
bespeelt, wijzigen in viool, fluit, harp of een van de vele andere beschikbare
voices. U kunt ook de instrumentatie wijzigen van een song die voor piano is
geschreven, bijvoorbeeld door deze met viool te spelen. Ontdek een nieuwe
wereld van muzikale verscheidenheid.
Meespelen met stijlen
Pagina 24
Wilt u spelen met volledige begeleiding? Probeer dan eens de automatische
begeleidingsstijlen. De begeleidingsstijlen zijn als een volledige
begeleidingsband die een verscheidenheid aan stijlen kan spelen van walsen tot
8-beat tot euro-trance en nog veel meer. Selecteer een stijl die past bij de muziek
die u wilt spelen of experimenteer met nieuwe stijlen om uw muzikale horizon te
verbreden.
Makkelijk spelen door de muzieknotatie weer te geven
Pagina 32
Als u een song afspeelt, wordt de bijbehorende muzieknotatie in de display
weergegeven terwijl de song wordt afgespeeld. Dit is een geweldige manier om
muziek te leren lezen. Als de song akkoord- en songtekstdata* bevat, worden de
songteksten en akkoorden ook weergegeven.
* Als de song die u afspeelt met gebruik van de weergavefunctie voor de muzieknotatie niet de
juiste songtekst- of akkoorddata bevat, worden geen songteksten of akkoorden in de display
weergegeven.
Gebruikershandleiding
8
Page 9
Inhoudsopgave
Over deze gebruikershandleiding en de Data List ...........7
Lees deze instructies zorgvuldig door voordat u de keyboardstandaard monteert of gebruikt.
Deze instructies zijn bedoeld voor een veilig gebruik van de standaard, ter voorkoming van beschadigingen en blessures bij u en
bij anderen. Als u deze instructies zorgvuldig volgt, kunt u rekenen op een veilig en langdurig gebruik van uw keyboardstandaard.
• Let erop dat u geen onderdelen door elkaar haalt en zorg ervoor dat alle onderdelen in de juiste richting worden geplaatst. Houd
bij de montage de onderstaande volgorde aan.
• De montage moet door ten minste twee personen worden uitgevoerd.
• Zorg ervoor dat u de juiste maat schroeven gebruikt, zoals hieronder aangegeven. Gebruik van verkeerde schroeven kan
beschadiging veroorzaken.
• Gebruik de standaard pas nadat de montage is voltooid. Als de standaard niet geheel is gemonteerd, kan deze kantelen of kan
het keyboard eraf vallen.
• Plaats de standaard altijd op een vlakke en stabiele ondergrond. Als u de standaard op een oneffen oppervlak plaatst, kan deze
onstabiel worden of kantelen, kan het keyboard eraf vallen of kunt u zich bezeren.
• Gebruik de standaard alleen op de manier waarop deze is bedoeld. Als u andere voorwerpen op de standaard plaatst, kunnen
die voorwerpen eraf vallen of kan de standaard kantelen.
• Leun of duw niet te hard op het keyboard, want zo kan de standaard kantelen of kan het keyboard eraf vallen.
• Zorg ervoor dat de standaard stevig en veilig is en dat alle schroeven stevig vastgedraaid zijn voordat u de standaard gebruikt.
Als dat niet het geval is, kan de standaard kantelen, kan het keyboard vallen of kan de gebruiker zich bezeren.
• Voor de demontage van de standaard draait u de onderstaande volgorde om.
Zorg dat u een kruiskopschroevendraaier (+) van het juiste formaat bij de hand hebt.
1
U hebt de onderdelen nodig die in de afbeelding 'Montageonderdelen' worden weergegeven. Volg de montageinstructies en gebruik de desbetreffende onderdelen wanneer ze nodig zijn.
Gebruikershandleiding
10
Page 11
Configuratie
2
q Verbindings-
bussen
w 6 x 70 mm
schroeven met ronde kop
'L'
'R'
3
e 6 x 30 mm schroeven met ronde kop
LET OP
2 Bevestig de standaardpoten.
Plaats de verbindingsbussen q op de aangegeven
manier in de zijpanelen. De verbindingsbussen zijn
juist geplaatst als u de schroefkop op de bus ziet.
OPMERKING
• Als u de bussen in de verkeerde richting hebt geplaatst
en ze weer wilt verwijderen, tikt u rond de gaten op de
panelen.
Bevestig de standaardpoten 'L' (links) en 'R'
(rechts) aan de onderkant van de zijpanelen met de
schroeven
bovenkant van de standaardpoten gemarkeerd. Als
het vastdraaien van de schroeven lastig gaat, draait
u met een schroevendraaier de verbindingsbussen
zodanig dat de gaten in de bussen op één lijn liggen
met de schroefgaten op de standaardpoten.
w. 'L' (links) en 'R' (rechts) is aan de
Configuratie
3 Bevestig het achterpaneel.
Bevestig het achterpaneel met de schroeven e.
Controleer de montagerichting van de zijpanelen.
Zorg dat het niet-gekleurde vlak naar beneden
wijst.
• Zorg dat u het achterpaneel niet laat vallen of de
scherpe metalen hulpstukken aanraakt.
OPMERKING
• Als u een optionele pedalenconsole hebt aangeschaft,
bevestigt u de pedalenconsole voordat u verdergaat met
de volgende stap. Raadpleeg de instructies die zijn
meegeleverd met de pedalenconsole.
Gebruikershandleiding
11
Page 12
Configuratie
4
Ten minste
10 cm
Ten minste
10 cm
Zorg ervoor dat u uw handen ten minste
10 cm van de einden van het keyboard
afhoudt, als u dit op zijn plaats brengt.
5
r 5 x 16 mm
schroeven
met ronde kop
LET OP
Configuratie
4 Zet het keyboard op de standaard.
Controleer of de standaard juist staat en plaats het
keyboard voorzichtig op de zijpanelen. Verschuif
het keyboard langzaam, zodat de gaten aan de
onderkant van het keyboard in lijn liggen met de
gaten in de hoekbeugels.
• Zorg dat u het keyboard niet laat vallen en dat uw
vingers niet klem komen te zitten tussen het keyboard
en de onderdelen van de standaard.
• Houd het keyboard vast op de plaats die in de
afbeelding wordt aangegeven.
5 Installeer het keyboard op de standaard.
Maak het keyboard met de schroeven r vast aan de
hoekbeugels.
Checklist voor na de montage
Controleer na montage van de standaard de volgende
punten:
• Zijn er onderdelen overgebleven?
Zo ja, lees dan de montage-instructies nogmaals
en corrigeer eventueel gemaakte fouten.
• Staat het instrument niet in de weg van deuren en/of
andere beweegbare voorwerpen?
Als dat wel het geval is, verplaatst u het
instrument naar een geschikte locatie.
• Maakt het instrument een ratelend geluid als u het
bespeelt of verplaatst?
Zo ja, draai dan alle schroeven stevig aan.
• Als het keyboard een krakend geluid maakt of
onstabiel lijkt als u erop speelt, loopt u nog eens
zorgvuldig de montage-instructies en -schema's na
en draait u alle schroeven nog eens stevig vast.
12
Gebruikershandleiding
Page 13
Voer de volgende handelingen uit VOORDAT u het instrument aanzet.
WAARSCHUWING
LET OP
Stopcontact
Netadapter
3
2
WAARSCHUWING
LET OP
Spanningsvereisten
1 Zorg dat de [](Standby/On)-schakelaar van het
instrument op Stand-by staat.
Configuratie
• Gebruik de aangegeven adapter (pagina 112). Gebruik
van andere adapters kan leiden tot onherstelbare
beschadiging van zowel de adapter als het instrument.
2 Sluit de netadapter aan op de voedingsaansluiting.
3 Sluit de netadapter aan op een stopcontact.
• Haal de netadapter uit het stopcontact tijdens onweer
of als u het instrument niet gebruikt.
Maak alle benodigde aansluitingen die hieronder zijn aangegeven VOORDAT u het
instrument aanzet.
Een hoofdtelefoon aansluiten (PHONES/OUTPUT-aansluiting)
van het instrument wordt dan naar dat apparaat
gestuurd.
• Luister niet gedurende langere tijd met een hoog volume
via de hoofdtelefoon. Dit kan niet alleen vermoeiend voor
de oren zijn, maar kan ook uw gehoor beschadigen.
Hier kunt u elke stereohoofdtelefoon met een 1/4-inch
hoofdtelefoonaansluiting aansluiten voor ongestoord
beluisteren. De luidsprekers worden automatisch
uitgeschakeld wanneer u een stekker in deze
aansluiting steekt.
De PHONES/OUTPUT-aansluiting functioneert ook
als externe uitgang. U kunt de PHONES/OUTPUTaansluiting verbinden met een keyboardversterker,
stereo-installatie, mengpaneel, taperecorder of een
ander lijnniveau-audioapparaat. Het uitgangssignaal
• Zet, om beschadiging van de luidsprekers te voorkomen,
de volumeregeling van het externe apparaat op de
minimumstand voordat u de aansluiting maakt.
Het negeren van deze waarschuwingen kan leiden tot
elektrische schokken of beschadiging van apparatuur.
Stel ook het volume van alle apparatuur in op het
minimumniveau en verhoog tijdens het bespelen van het
instrument geleidelijk het volume om het gewenste volume
in te stellen.
Configuratie
Een voetschakelaar aansluiten (SUSTAIN-aansluiting)
deze aansluiting en gebruik de voetschakelaar om de
sustain in en uit te schakelen.
OPMERKING
• De sustainfunctie heeft geen invloed op de splitvoices.
• Zorg dat het pedaal juist is aangesloten op de SUSTAIN-
Met de sustainfunctie kunt u een natuurlijke sustain
maken door terwijl u speelt een voetschakelaar in te
aansluiting voordat u het instrument aanzet.
• Houd de voetschakelaar niet ingedrukt op het moment dat u
het instrument aanzet. Hierdoor zou de polariteit van de
voetschakelaar worden omgedraaid, wat een omgekeerde
werking tot gevolg heeft.
drukken. Sluit de meegeleverde voetschakelaar aan op
Gebruikershandleiding
13
Page 14
Configuratie
Keyboardst
andaard
LP-7A (optioneel)
Als u hier op het
demperpedaal drukt, krijgen
de noten die u speelt voordat
u het pedaal loslaat, een
langere sustain.
Als u hier op het
sostenutopedaal drukt terwijl
u een noot ingedrukt houdt,
wordt de noot aangehouden
zolang het pedaal ingedrukt
blijft.
Configuratie
Een pedalenconsole aansluiten (PEDAL UNIT-aansluiting)
Via deze aansluiting sluit u een optionele LP-7Apedalenconsole aan. Bevestig de pedalenconsole bij
het aansluiten ook aan de meegeleverde
keyboardstandaard.
OPMERKING
• Zorg ervoor dat het instrument uit is als u het pedaal aansluit
of loskoppelt.
Functies pedalenconsole
De optionele pedalenconsole heeft drie pedalen die een verscheidenheid
aan expressieve effecten mogelijk maken, zoals die ook door de pedalen
van een akoestische piano worden geproduceerd. De pedalenconsole heeft
geen invloed op de splitvoice als het keyboard in de splitmodus staat.
Demperpedaal (rechts)
Het demperpedaal werkt op dezelfde manier als een demperpedaal op
een akoestische piano. Als het demperpedaal wordt ingedrukt, klinken
de noten langer door. Als u het pedaal loslaat, worden alle sustainnoten
onmiddellijk gestopt (gedempt).
Met het effect Half Pedal (halfpedaal) kunt u gedeeltelijke sustaineffecten
reproduceren, afhankelijk van hoever u het pedaal intrapt.
* Als u zowel de voetschakelaar als de pedalenconsole gebruikt, heeft het effect
dat het laatst is toegepast voorrang.
Sostenutopedaal (midden)
Als u een noot of akkoord op het keyboard speelt en het pedaal indrukt
terwijl de noten nog worden vastgehouden, worden deze noten
aangehouden zolang het pedaal is ingedrukt (alsof het demperpedaal is
ingedrukt). Alle daarna gespeelde noten worden echter niet
aangehouden. Hierdoor is het mogelijk om een akkoord te laten
doorklinken, terwijl andere noten staccato worden gespeeld.
Softpedaal (links)
Het softpedaal vermindert het volume en wijzigt de klankkleur van de
gespeelde noten enigszins als het pedaal wordt ingedrukt. Het
14
softpedaal heeft geen invloed op de noten die al worden gespeeld op het
moment dat dit wordt ingedrukt.
Gebruikershandleiding
Page 15
Aansluiten op een computer (USB-aansluiting)
LET OP
LET OP
Als u een verbinding maakt tussen de USBaansluiting van het instrument en de USB-aansluiting
van een computer, kunt u speeldata en songbestanden
tussen deze twee overdragen (pagina 97).
Het instrument inschakelen
Configuratie
Configuratie
Met de [](Standby/On)-schakelaar zet u het
instrument aan () of in de stand-bystand ().
Zet het volume laag door de [MASTER VOLUME]regelaar naar links te draaien en druk op de
[](Standby/On)-schakelaar om het instrument aan
te zetten. Druk opnieuw op de [](Standby/On)schakelaar om het instrument uit te zetten.
Back-updata in het flashgeheugen worden in het
instrument geladen als dit wordt aangezet. Als het
flashgeheugen geen back-updata bevat, worden alle
instrumentinstellingen teruggezet op de
fabrieksinstellingen als het instrument wordt
aangezet.
• Zelfs als de schakelaar in de 'STANDBY'-positie staat, loopt
er nog een minimale hoeveelheid stroom door het
instrument. Als u het instrument gedurende een lange tijd
niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de netadapter uit het
stopcontact haalt.
• Probeer nooit het instrument uit te zetten als de tekst
'WRITING!' in de display wordt weergegeven. Als u dat wel
doet, kunt u het flashgeheugen beschadigen en kunnen
data verloren gaan.
#4 USB TO HOST-aansluiting................ pagina 97
#5 SUSTAIN-aansluiting ........................ pagina 13
#6 PEDAL UNIT-aansluiting .................. pagina 14
#7 PHONES/OUTPUT-aansluiting......... pagina 13
#8 DC IN-aansluiting.............................. pagina 13
Gebruikershandleiding
17
Page 18
Diverse instrumentvoices proberen te bespelen
Het nummer en de naam van de
momenteel geselecteerde voice
OPMERKING
117 Flute selecteren
Beknopte handleiding
Naast piano, orgel en andere 'normale' toetsinstrumenten, bevat dit instrument een
scala aan voices, zoals gitaar, bas, strijkinstrumenten, saxofoon, trompet, drums en
slagwerk, geluidseffecten... een grote verscheidenheid aan muziekgeluiden.
Met de volgende procedure selecteert u de mainvoice voor uw spel op het keyboard.
Beknopte handleiding
Een voice selecteren en bespelen - MAIN
Druk op de knop [VOICE].
1
De display voor de selectie van de mainvoice wordt weergegeven.
Het nummer en de naam van de momenteel geselecteerde voice zijn
gemarkeerd.
Selecteer met welke voice u wilt spelen.
2
Draai aan de draaiknop en selecteer de voicenaam. De beschikbare
voices worden na elkaar geselecteerd en weergegeven. De voice die u
hier selecteert, wordt de mainvoice.
Selecteer bijvoorbeeld de voice '117 Flute'.
• Raadpleeg de afzonderlijke
Data List voor een volledige
lijst met de beschikbare
voices.
18
Gebruikershandleiding
Page 19
Diverse instrumentvoices proberen te bespelen
OPMERKING
Vol um e
instellen
OPMERKING
Bespeel het keyboard.
3
Probeer eens diverse voices te selecteren en te bespelen.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAIN-display terug te keren.
Presetvoicetypen
001–142
155–535
143–154
(Drumkit)
Instrumentvoices
Verscheidene drum- en percussiegeluiden zijn
toegewezen aan afzonderlijke toetsen, waarmee u ze
kunt afspelen. Raadpleeg het drumkitoverzicht van de
afzonderlijke Data List voor meer informatie over het
toewijzen van instrumenten aan toetsen.
• Voice-instellingen
(pagina 72)
De voice Grand Piano spelen
Als u gewoon piano wilt spelen, hoeft u maar op één knop te drukken.
Druk op de knop [PORTABLE GRAND].
De voice '001 Live! Grand Piano' wordt geselecteerd.
Beknopte handleiding
• Als u op de knop
[PORTABLE GRAND] drukt,
worden alle instellingen
uitgezet behalve de
aanslaggevoeligheid. De
dual- en splitvoices worden
ook uitgezet, zodat over het
gehele keyboard alleen de
voice Grand Piano wordt
gespeeld.
Gebruikershandleiding
19
Page 20
Diverse instrumentvoices proberen te bespelen
Nummer en naam van dualvoice
Er klinken twee voices
tegelijkertijd.
Als u op de knop [DUAL ON/OFF] drukt om de Dual-functie in te schakelen, wordt naast de
mainvoice een tweede voice afgespeeld wanneer u het keyboard bespeelt. Deze tweede voice wordt de
dualvoice genoemd. De naam en het nummer van de geselecteerde dualvoice worden weergegeven in
de MAIN-display.
Beknopte handleiding
Twee voices tegelijkertijd bespelen - DUAL
Druk nogmaals op de knop om de dualvoice uit te zetten.
Als u deze functie aanzet, wordt automatisch een geschikte dualvoice
geselecteerd, maar u kunt heel eenvoudig een andere dualvoice selecteren
(pagina 73).
Gebruikershandleiding
20
Page 21
Diverse instrumentvoices proberen te bespelen
Splitvoice
Splitpunt
Mainvoice en dualvoice
Nummer en naam van splitvoice
Verschillende voices met de linker- en rechterhand bespelen - SPLIT
Wanneer u op de knop [SPLIT ON/OFF] drukt om de splitfunctie in te schakelen, kunt u links en rechts
van het 'splitpunt' van het keyboard verschillende voices spelen. Rechts van het splitpunt kunt u de
mainvoice en dualvoice bespelen. De voice die u links van het splitpunt bespeelt, wordt de splitvoice
genoemd. De naam en het nummer van de geselecteerde splitvoice worden weergegeven in de MAINdisplay. U kunt de instelling voor het splitpunt naar wens wijzigen (pagina 80).
Druk nogmaals op de knop om de functie splitvoice uit te zetten.
Als u deze functie aanzet, wordt automatisch een geschikte splitvoice
geselecteerd, maar u kunt heel eenvoudig een andere splitvoice selecteren
(pagina 73).
Beknopte handleiding
Gebruikershandleiding
21
Page 22
De metronoom
Geeft de tel in de maat aan
Huidige instelling
Te m po
Het instrument bevat een metronoom waarvan u het tempo en de maatsoort kunt
instellen. Stel het tempo in waarin u het prettigst kunt spelen.
Zet de metronoom aan en start deze door op de knop [METRONOME ON/OFF] te drukken.
Druk nogmaals op de knop [METRONOME ON/OFF] om de metronoom te
stoppen.
Beknopte handleiding
De metronoom starten
Het metronoomtempo aanpassen
Druk op de knop [TEMPO/TAP] om de tempo-
1
instelling op te roepen.
Selecteer een tempo (5 t/m 280) met de draaiknop.
2
Gebruikershandleiding
22
Page 23
De maatsoort instellen
Langer dan een
seconde ingedrukt
houden
Teller
(aantal tellen
in de maat)
Noemer
(de lengte van
één tel)
OPMERKING
In dit voorbeeld wordt de maatsoort ingesteld op 5/8.
Houd de knop [METRONOME ON/OFF] langer dan
1
een seconde ingedrukt om de functie 'Time
Signature–Numerator' te selecteren.
De metronoom
Selecteer het aantal tellen in de maat met de
2
draaiknop.
Het bereik ligt tussen 1 en 60. Selecteer 5 voor dit voorbeeld.
Er klinkt een beltoon op de eerste tel van elke maat.
Druk net zo vaak op de CATEGORY-knoppen [r]
3
en [f] als nodig is om de functie voor de tellengte,
'Time Signature–Denominator', te selecteren.
Selecteer een tellengte met behulp van de
4
draaiknop.
Selecteer de gewenste lengte voor elke tel: 2, 4, 8 of 16 (halve noot,
kwartnoot, achtste noot of 16e noot). Selecteer voor dit voorbeeld 8.
• De maatsoort van de
metronoom wordt
gesynchroniseerd met een
stijl of song die wordt
afgespeeld, daarom kunnen
deze parameters niet
worden gewijzigd tijdens
het afspelen van een song
of stijl.
Beknopte handleiding
Gebruikershandleiding
23
Page 24
Stijlen bespelen
De geselecteerde stijl
OPMERKING
OPMERKING
Dit instrument heeft een automatische begeleidingsfunctie die u voorziet van
begeleiding (ritme + bas + akkoorden) in de gekozen stijl bij de akkoorden die u met uw
linkerhand speelt. U kunt kiezen uit 165 verschillende stijlen met een verscheidenheid
aan muziekgenres en maatsoorten. In dit gedeelte leert u hoe u de automatische
begeleidingsfunctie kunt gebruiken.
Bijna alle stijlen hebben een ritmepartij. U kunt kiezen uit een groot aantal verschillende ritmes: rock,
blues, euro-trance en nog veel meer. Laten we beginnen door te luisteren naar het basisritme.
De ritmepartij bestaat uitsluitend uit percussie-instrumenten.
Beknopte handleiding
Het ritme van een stijl selecteren
Druk op de knop [STYLE].
1
De display voor het selecteren van de stijl wordt weergegeven. Het
nummer en de naam van de geselecteerde stijl zijn gemarkeerd.
Selecteer een stijl.
2
Selecteer de gewenste stijl met de draaiknop. In het stijloverzicht van
de afzonderlijke Data List vindt u een lijst met alle beschikbare stijlen.
Druk op de knop [START/STOP].
3
Het ritme van de stijl wordt afgespeeld. Druk nogmaals op de knop
[START/STOP] als u het afspelen wilt stoppen.
• U kunt ook de stijlbestanden
op de meegeleverde cd-rom
gebruiken (pagina 102).
• De stijl 'Serenade' in de
categorie Waltz en alle
stijlen in de categorie Pianist
hebben geen ritmegedeelte,
dus u hoort geen ritme als u
deze voor het bovenstaande
voorbeeld gebruikt. Zet bij
deze stijlen eerst de
automatische begeleidingsfunctie aan zoals
beschreven op pagina 25 en
druk vervolgens op de knop
[START/STOP]. De bas- en
akkoordpartij van de
begeleiding begint te spelen
zodra u een toets indrukt
links van het splitpunt op het
keybo ard.
24
Gebruikershandleiding
Page 25
Stijlen bespelen
Dit pictogram wordt weergegeven als de
automatische begeleiding is aangezet.
Bereik voor automatische
begeleiding
Splitpunt (54: F#2)
Knippert als Sync
Start actief is.
Meespelen met een stijl
Op de vorige pagina hebt u geleerd u hoe u het ritme van een stijl kunt selecteren. We laten u nu zien
hoe u een bas- en akkoordbegeleiding aan een basisritme kunt toevoegen voor een volle en rijke
begeleiding waarbij u kunt meespelen.
Druk op de knop [STYLE] en selecteer de gewenste
1
stijl.
Selecteer voor dit voorbeeld de stijl '153 PianoBoogie'.
Zet de automatische begeleiding aan.
2
Druk op de knop [ACMP ON/OFF]. Druk nogmaals op deze knop om
de automatische begeleiding uit te zetten.
Als de automatische begeleiding aan staat...
Het gedeelte van het keyboard links van het splitpunt (54: F#2) wordt het
'bereik voor automatische begeleiding', dat alleen wordt gebruikt voor het
aangeven van de begeleidingsakkoorden.
Zet Sync Start aan.
3
Druk op de knop [SYNC START] om de functie Sync Start aan te zetten.
Beknopte handleiding
Als Sync Start actief is, wordt de bas- en akkoordbegeleiding in een
bepaalde stijl afgespeeld zodra u links van het splitpunt op het
keyboard een toets indrukt. Druk nogmaals op de knop om de functie
Sync Start uit te zetten.
Gebruikershandleiding
25
Page 26
Stijlen bespelen
OPMERKING
Bereik voor automatische
begeleiding
Splitpunt
Hier wordt het akkoord
aangegeven dat in het
begeleidingsbereik van het
keyboard wordt afgespeeld.
OPMERKING
OPMERKING
Beknopte handleiding
Begin te spelen.
4
Het afspelen van de stijl begint zodra u een akkoord speelt in het
bereik voor automatische begeleiding op het keyboard. Probeer de
akkoordprogressie te spelen die hieronder wordt weergegeven. De
begeleiding past zich aan de noten aan die u speelt met uw
linkerhand.
• Akkoorden (pagina 27)
• Akkoorden opzoeken in het
woordenboek voor
akkoorden (pagina 82)
CC
G
F
F
C
Deze progressie is een gevarieerde harmonische begeleiding met
slechts drie akkoorden. Als u de progressie een beetje in de vingers
begint te krijgen, kunt u eens proberen de volgorde van de akkoorden
te veranderen.
26
Stop met spelen.
5
Als u klaar bent, drukt u op de knop [START/STOP] om het afspelen
van een stijl te stoppen.
Gebruikershandleiding
• U kunt het spelen ook
stoppen door op de knop
[INTRO/ENDING/rit.] te
drukken zodat een passend
eindpatroon wordt
afgespeeld waarna het
afspelen van de stijl stopt.
• U kunt ook van 'stijlsectie'
wisselen om de begeleiding
wat te variëren. Raadpleeg
'Patroonvariaties (secties)'
op pagina 76.
Page 27
Stijlen bespelen
Cm
7
C
Dm
7
D
DM
7
E
Em
7
E
Fm
7
F
Gm
7
G
GM
7
Am
7
A
Am
7
AM
7
B
Bm
BM
7
C
Cm
C
7
Akkoorden
Gebruikers die niet vertrouwd zijn met akkoorden kunnen deze tabel met elementaire akkoorden
raadplegen. Aangezien er vele nuttige akkoorden zijn, evenals vele manieren om ze muzikaal toe te passen,
wordt u aangeraden in de handel verkrijgbare boeken met akkoorden te raadplegen voor meer informatie.
geeft de grondtoon aan.
MajeurMineurSeptiemMineur septiemMajeur septiem
C
Cm
7
CM
7
D
C
F
G
Dm
Em
Fm
Gm
7
7
7
7
A
B
7
• Naast de bovenstaande typen akkoorden kan een groot aantal verschillende typen akkoorden worden herkend.
• Afhankelijk van het type akkoord, kunnen naast de grondligging ook inversies worden gebruikt.
• Sommige typen akkoorden worden mogelijk niet herkend als bepaalde noten zijn weggelaten.
Bm
7
EM
FM
7
7
Beknopte handleiding
Gemakkelijke akkoorden
Met deze methode kunt u in het begeleidingsgedeelte van het keyboard met één, twee of drie vingers gemakkelijk
akkoorden spelen.
Voor grondtoon 'C'
Cm
7
Een majeurakkoord
spelen
Druk op de grondtoon
() van het akkoord.
Een mineurakkoord
spelen
Speel de grondtoon van
het akkoord met de
dichtstbijzijnde zwarte
toets links ervan.
Een septiemakkoord
spelen
Speel de grondtoon van
het akkoord met de
dichtstbijzijnde witte toets
links ervan.
Een mineurseptiemakkoord
spelen
Druk de grondtoon van het
desbetreffende akkoord in met de
dichtstbijzijnde witte en zwarte
toets links ervan (drie in totaal).
AI Finger
Door het type vingerzetting voor akkoorden te wijzigen in 'AI Fingered', kunt u automatisch een passende
begeleiding creëren, zelfs wanneer u niet alle noten van een akkoord speelt. (pagina 81 en 87)
Gebruikershandleiding
27
Page 28
Songs afspelen
Het nummer en de naam van
de geselecteerde song
OPMERKING
De gemarkeerde song kan
worden afgespeeld
Voor dit instrument verwijst 'song' naar de gegevens waaruit een muziekstuk is
opgebouwd. U kunt de 30 interne songs gewoon beluisteren of u kunt ze gebruiken
met een van de vele functies op het instrument, zoals de functie speelhulptechnologie,
de lesfunctie en nog veel meer. De songs zijn ingedeeld in categorieën.
In dit gedeelte leert u hoe u songs kunt selecteren en afspelen en vindt u een korte
beschrijving van de 30 meegeleverde songs.
Een song selecteren en beluisteren
Beknopte handleiding
Druk op de knop [SONG].
1
De display voor de selectie van de song wordt weergegeven.
Het nummer en de naam van de geselecteerde song zijn gemarkeerd.
Selecteer een song.
2
Selecteer een song nadat u het songoverzicht in de afzonderlijke Data
List hebt bekeken.
Selecteer met de draaiknop de song die u wilt beluisteren.
• Songs die u zelf hebt
opgenomen
(gebruikerssongs) of songs
die naar het instrument zijn
overgebracht vanaf een
computer, kunt u op
dezelfde manier afspelen
als interne songs.
28
Gebruikershandleiding
Page 29
De songs zijn ingedeeld in categorieën.
• De songs in deze categorie zijn bedoeld om u een idee te geven van de
geavanceerde mogelijkheden van dit instrument.
• In deze songs komen veel van de voices voor die beschikbaar zijn op het instrument.
• Deze songs kunt u gebruiken als u wilt experimenteren met de geavanceerde functies
van het instrument: song 9 voor eenvoudige songarrangementen, en de songs 10 en
11 voor de functie speelhulptechnologie.
• Deze solostukken voor piano zijn ideaal als songlessen.
• Een selectie van songs voor piano-ensembles die ook zeer geschikt zijn als
songlessen.
• Deze songs zijn ideaal voor het oefenen van begeleidingspatronen.
• Songs die u zelf opneemt.
• Songs die zijn opgeslagen op een USB-flashgeheugen dat is aangesloten op het
instrument, of songs die zijn overgebracht vanaf een computer (pagina 30 en 99).
OPMERKING
Beluister de song.
3
Druk op de knop [START/STOP] om de geselecteerde song af te
spelen.
U kunt het afspelen altijd stoppen door opnieuw op de knop [START/
STOP] te drukken.
Dit rode lampje licht op op de eerste tel van elke maat wanneer een
song wordt afgespeeld. De overige tellen worden aangegeven met een
groen lampje.
Songs afspelen
• In het Songbook op de cdrom vindt u muzieknotaties
voor de 30 interne songs.
De uitzonderingen zijn de
songs 1 tot 11 en 30. De
muzieknotatie van songs
9-11 kunt u vinden in de
afzonderlijke Data List.
Beknopte handleiding
Gebruikershandleiding
29
Page 30
Songs afspelen
OPMERKING
USB-flashgeheugen (hoofdmap)
Song-
bestand
Song-
bestand
Song-
bestand
Song-
bestand
Kan worden geselecteerd/
afgespeeld.
Kan niet worden geselecteerd/
afgespeeld.
MIDI-songs die zijn opgeslagen op een USB-flashgeheugen dat is aangesloten op het instrument,
kunnen rechtstreeks worden geselecteerd en afgespeeld.
Beknopte handleiding
Songs op een USB-flashgeheugen selecteren en afspelen
U gaat op exact dezelfde manier te werk als bij het selecteren van interne
songs (pagina 28). Songs op een USB-flashgeheugen zijn genummerd vanaf
36. U hoeft dus alleen songnummer 36 of hoger te selecteren.
De displaytaal voor songtitels
Bestandsnamen die Japanse tekens bevatten, worden correct weergegeven als de
displaytaal van het instrument is ingesteld op Japans (pagina 71).
• Voorzorgsmaatregelen
tijdens het gebruik van de
[USB TO DEVICE]aansluiting (pagina 91)
BELANGRIJK
• Als u data wilt afspelen die
van een computer of ander
apparaat naar een USBflashgeheugen zijn
gekopieerd, moeten de data
zijn opgeslagen in de
hoofdmap van het USBflashgeheugen of in een
map van het eerste of
tweede niveau in de
hoofdmap. Data die zijn
opgeslagen in mappen van
het derde niveau binnen een
map van het tweede niveau,
kunnen niet door dit
instrument worden
geselecteerd en
afgespeeld.
30
Gebruikershandleiding
Page 31
Songs afspelen
REW
Druk op deze knop
om versneld terug te
spoelen naar een
eerder punt in de song.
FF
Druk op deze knop om
versneld vooruit te
spoelen naar een later
punt in de song.
PAU SE
Druk op deze knop om
een song tijdens het
afspelen te pauzeren.
Als deze indicator brandt, kunt u de
functies gebruiken die met de labels
boven de knoppen zijn aangegeven.
Song snel vooruitspoelen, snel terugspoelen en onderbreken
Deze functies lijken op de knoppen van een cassettedeck of cd-speler, waarmee u een song snel vooruit
kunt spoelen [FF], terug kunt spoelen [REW] en kunt pauzeren [PAUSE].
De demosong afspelen
Druk op de knop [DEMO/BGM]. Het afspelen van de demosong begint. Luistert u eens naar de
prachtige instrumentvoices die het instrument heeft.
Als de demosong tot het einde heeft doorgespeeld, begint deze automatisch weer van voor af aan.
U kunt het afspelen van de demo altijd stoppen door op de knop [DEMO/BGM] of [START/STOP]
te drukken.
Met de standaardinstelling wordt slechts één demosong afgespeeld en
herhaald wanneer op de knop [DEMO/BGM] wordt gedrukt. U kunt deze
instelling zo wijzigen dat alle interne songs worden afgespeeld of dat alle
songs die van een computer naar het instrument zijn overgebracht, worden
afgespeeld. Er zijn vijf verschillende afspeelgroepen waaruit u kunt kiezen.
Selecteer de instelling die het beste past bij wat u wilt. (pagina 85)
Beknopte handleiding
Gebruikershandleiding
31
Page 32
Songs afspelen
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Enkele notenbalk
Dubbele notenbalk
Markering
Muzieknotatie van
de melodie
Akkoord
Songteksten
Dit instrument kan de songs in muzieknotatie weergeven.
Er wordt muzieknotatie weergegeven voor de 30 interne presetsongs en voor songs in de SMF-indeling
die zijn opgeslagen in het USB-flashgeheugen of in het interne flashgeheugen van het instrument.
Beknopte handleiding
De muzieknotatie van een song weergeven
Selecteer een song.
1
Volg stap 1 en 2 van de procedure die is beschreven op pagina 28.
Druk op de knop [SCORE] om de muzieknotatie
2
met een enkele notenbalk weer te geven.
De muzieknotatie kan op twee manieren worden weergegeven: met
een enkele en met een dubbele notenbalk. U kunt tussen deze
weergaven schakelen door op de knop [SCORE] te drukken.
• Bij een song met akkoorden songtekstdata worden
zowel de akkoorden als de
songteksten weergegeven
in de display voor
muzieknotatie met een
enkele notenbalk.
• Als een song veel tekst
bevat, wordt deze per maat
in twee rijen weergegeven.
• Sommige songteksten of
akkoorden kunnen zijn
afgekort als de
geselecteerde song te veel
tekst bevat.
• Kleine noten die moeilijk te
lezen zijn, kunt u beter
leesbaar maken met de
quantize-functie
(pagina 89).
32
Druk op de knop [START/STOP].
3
Het afspelen van de song wordt gestart. Het driehoekje verspringt
boven aan de muzieknotatie om de huidige positie in de song aan
te geven.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAIN-display
4
terug te keren.
Gebruikershandleiding
• Bij een dubbele notenbalk
worden geen akkoorden of
songteksten weergegeven.
• Als het songvolume op dit
punt volledig is uitgezet,
hoort u alleen het geluid van
uw eigen spel, zodat u de
song zelf kunt spelen terwijl
u de noten leest. Zie
pagina 83 als u wilt weten
hoe u het songvolume
regelt.
Page 33
Songs afspelen
OPMERKING
OPMERKING
Titel, tekstschrijver
en componist van
de song
Weergave van
songteksten en
akkoorden
De songteksten weergeven
Als een song songtekstdata bevat, kunnen de songteksten in de display worden weergegeven.
Als een song geen songtekstdata bevat, worden geen songteksten weergegeven, ook niet wanneer u op
de knop [LYRICS] drukt.
Selecteer een song.
1
Selecteer songnummer 16 door stap 1 en 2 op pagina 28 uit te voeren.
Interne song nummer 16 is de enige interne song met
songtekstenweergave.
Druk op de knop [LYRICS].
2
De titel, tekstschrijver en componist van de song worden in de display
weergegeven.
• Songs die van internet zijn
gedownload of commercieel
verkri jgbare songbestanden ,
waaronder songs met de
bestandsindeling XF
(pagina 6), zijn compatibel
met de weergavefunctie
voor songteksten mits het
gaat om standaard-MIDIbestanden met songteksten.
Bij sommige bestanden is
de weergave van
songteksten niet mogelijk.
• Als in de weergave van
songteksten onleesbare
tekens verschijnen, dient u
wellicht de displaytaal te
wijzigen (pagina 71).
Beknopte handleiding
Druk op de knop [START/STOP].
3
De song wordt afgespeeld terwijl de songteksten en akkoorden in de
display worden weergegeven.
De songteksten worden gemarkeerd om de huidige positie in de song
aan te geven.
Gebruikershandleiding
33
Page 34
Basisbediening
1 Druk op een knop om een basisfunctie te selecteren.
2 Selecteer een item of waarde met de draaiknop.
3 Start een functie.
Volume aanpassen
Hiermee regelt u het volume van
het geluid dat te horen is via de
luidsprekers van het instrument of
via een hoofdtelefoon die op de
PHONES-aansluiting is
aangesloten.
Als u linksom
draait, gaat
het volume
omlaag.
Als u
rechtsom
draait, gaat
het volume
omhoog.
Display (pagina 36 - 37)
3 Start een functie.1 Selecteer een basisfunctie.2
Selecteer een item of waarde.
Selecteer een song die u wilt beluisteren of een song die u wilt gebruiken voor een les.
Selecteer een automatische begeleidingsstijl.
Selecteer een voice die u wilt bespelen via het keyboard.
Referentie
Basisbediening
De basisbediening van de DGX-640 is gebaseerd op de volgende eenvoudige handelingen.
Referentie
1 Druk op een knop om een basisfunctie te selecteren.
Gebruikershandleiding
34
Page 35
2 Selecteer een item of waarde met de draaiknop.
Het geselecteerde item is in
de display gemarkeerd. In dit
voorbeeld is er gedrukt op
de knop [VOICE].
VerhogenVerlagen
Kort
indrukken
om te
verhogen
Kort
indrukken om
te verlagen
Voorbeeld:
songnummer '003' kan
op drie manieren
worden opgegeven.
•[0] [0] [3]
•[0] [3]
(in de display verschijnt
na een korte vertraging
'003')
•[3]
(in de display verschijnt
na een korte vertraging
'003')
Druk op de nummerknoppen [0], [0], [3].
Naar het eerste item
in de volgende of
vorige categorie
springen.
CATEGORY-knop [r] markering.
De eerste voice in de
geselecteerde
categorie wordt
geselecteerd.
CATEGORY-knop [
f
]
markering.
Selecteer de
categorie die hier
wordt weergegeven.
Als u een basisfunctie selecteert, wordt het
overeenkomstige item in de display
weergegeven. Vervolgens kunt u het
gewenste item selecteren met de
draaiknop of de nummerknoppen [0] - [9].
Waarden wijzigen
Basisbediening
Draaiknop
Draai de draaiknop rechtsom
om de waarde van het geselecteerde item te verhogen of
linksom om de waarde te verlagen. Als u de waarde verder wilt
verhogen of verlagen, blijft u de
knop rechts- of linksom draaien.
Knoppen [+] en [-]
Druk kort op de knop [+]
om de waarde met 1 te
verhogen of op de knop [] om de waarde met 1 te
verlagen. Houd deze
knoppen ingedrukt om de
waarde doorlopend te
verhogen of te verlagen.
Nummerknoppen [0] - [9]
Met de nummerknoppen kunt u rechtstreeks het
nummer van een song, stijl of voice of een
parameterwaarde opgeven.
U kunt nullen op de posities voor honderdtallen of
tientallen weglaten (zie onder).
CATEGORY-knoppen [r] en [f]
Als u een song, stijl of voice
selecteert, kunt u met deze
knoppen naar het eerste item
in de volgende of vorige categorie gaan.
De CATEGORY-knoppen
[
r
] en [f] zijn handig om
gecategoriseerde items te
selecteren, zoals in het volgende voorbeeld.
Voorbeeld: display VOICE SELECT
In een display waarin een categorie wordt
weergegeven, is selectie eenvoudig als u eerst met de
CATEGORY-knoppen [
r
] en [f] de categorie
selecteert waarin het gewenste item zich bevindt, en
vervolgens met de draaiknop of de knoppen [+] en [-]
het item selecteert. Dit is met name handig wanneer u
een selectie moet maken uit een groot aantal voices.
Referentie
3 Een functie starten.
Bij de meeste procedures in deze handleiding wordt de
draaiknop aanbevolen voor het selecteren van items,
omdat dit de gemakkelijkste en meest intuïtieve
methode is. De meeste items of waarden die kunnen
worden geselecteerd met behulp van de draaiknop
kunnen echter ook worden geselecteerd met de
knoppen [+] en [-].
Dit is de knop [START/STOP].
Nadat u op de knop [SONG] of [STYLE] hebt gedrukt, drukt u op de knop [START/STOP]
om de geselecteerde song of stijl (ritme) af te spelen.
Gebruikershandleiding
35
Page 36
Basisbediening
Titel
Functie-item
Waarde
De displays
Namen van displays
U voert alle handelingen uit terwijl u naar de display kijkt. Voor verschillende modi en functies zijn een aantal
displays beschikbaar. De naam van de actieve display staat bovenaan.
MAIN-display
Terugkeren naar de MAIN-display
De meeste basishandelingen worden uitgevoerd vanuit de MAIN-display van het
instrument.
U kunt vanuit elke andere display naar de MAIN-display terugkeren door op de knop
[EXIT] rechtsonder naast de display te drukken.
Referentie
Display FUNCTION
De display FUNCTION geeft toegang tot 53 utilityfuncties (pagina 86).
De display FUNCTION wordt geopend als u op de knop [FUNCTION] drukt. In de display FUNCTION kunt u
met de CATEGORY-knoppen [
op de CATEGORY-knop(pen) tot de gewenste functie verschijnt. Vervolgens kunt u met de draaiknop, de
knoppen [+] en [-] of de nummerknoppen [0] - [9] de waarde van de functie naar wens aanpassen.
Het symbool 'Ingedrukt houden'
Het symbool '' dat naast sommige knoppen wordt weergegeven, geeft aan dat u de
knop langer dan een seconde ingedrukt kunt houden om een functie uit te voeren.
Hiermee krijgt u gemakkelijk en rechtstreeks toegang tot een verscheidenheid aan
functies.
Gebruikershandleiding
36
r
] en [
f
] 53 verschillende groepen functies selecteren. Druk zo vaak als nodig is
Page 37
Items in de MAIN-display
* Met de knop LCD CONTRAST op
het achterpaneel van het
instrument kunt u de leesbaarheid
van de display optimaal instellen.
Stijlstatus (automatische
begeleiding)
Verschijnt als automatische
begeleiding actief is.
Verschijnt als de functie
Synchro Stop is geactiveerd.
Naam van het stijlpatroon.
Status registratiegeheugen
Geeft het geselecteerde
banknummer weer.
Geeft de geheugennummers
weer die data bevatten. Rond
het geselecteerde nummer
verschijnt een kader.
Aan/uit-pictogrammen voor functies
Speelhulptechnologie
Verschijnt als de speelhulptechnologie is ingeschakeld.
Harmonie
Verschijnt als de harmoniefunctie
actief is. Als dit pictogram wordt
weergegeven, worden harmonienoten toegevoegd aan de mainvoice.
DSP
Wordt weergegeven wanneer DSP
is ingeschakeld.
Song-/trackstatus
Gemarkeerd tijdens de opname
van gebruikerssongs.
Er is geen rand als de track is
uitgeschakeld.
Transponering
Akkoord-
weergave
Tempo
A-B Repeat
Verschijnt wanneer
herhaaldelijk afspelen is
geactiveerd.
De MAIN-display bevat alle huidige basisinstellingen: song, stijl, voice.
De display bevat ook een reeks aanduidingen die aangeven of de verschillende functies aan of uit staan.
Basisbediening
Referentie
Gebruikershandleiding
37
Page 38
Een song selecteren voor een les
OPMERKING
OPMERKING
Les voor de
rechterhand
(R-partij is uitgeschakeld)
Les voor de
linkerhand
(L-partij is uitgeschakeld)
Les voor
beide handen
(R- en L-partijen zijn
uitgeschakeld)
Yamaha Education Suite
U kunt elke gewenste song selecteren en gebruiken voor een les met de linkerhand,
rechterhand of beide handen. Tijdens de les kunt u zo langzaam spelen als u wilt.
U kunt zelfs de verkeerde noten spelen. De song wordt vertraagd tot een tempo dat
u aan kunt. U bent nooit te oud om te leren!
De oefenmethoden:
Les 1 - WaitingLeer de juiste noten te spelen.
Les 2 - Your Tempo In deze les leert u de juiste noten te spelen met de juiste timing.
Les 3 - Minus One Leer de juiste noten met de juiste timing gelijk met de song te spelen.
Les 1 - Waiting
Bij deze les moet u proberen de juiste noten te spelen. Speel de noot die in de display wordt weergegeven.
De song wordt gepauzeerd tot u de juiste noot speelt.
Selecteer een song voor de les.
1
Selecteer een song uit de categorie Piano Solo of Piano Ensemble. Selecteer
voor dit voorbeeld '012 For Elise'.
Druk op de knop [EXIT] om terug te keren naar de MAIN-display.
2
Referentie
Zet het afspelen uit van de partij die u wilt oefenen.
3
De presetsongs hebben aparte partijen voor de linker- en rechterhand. U kunt de
partijen voor linker- en rechterhand indien nodig aan- en uitzetten, zodat u de
overeenkomstige partij op het keyboard kunt oefenen (de partij die is uitgezet).
U speelt de partij voor de rechterhand met de knop [R/1] en die voor de
linkerhand met de knop [L/2].
• De songs 10 en 11 zijn functiedemo's voor speelhulp.
De lesfunctie kan niet worden gebruikt voor deze
songs.
• U kunt ook songs gebruiken
(alleen in de SMF-indeling
0) die u hebt overgebracht
van de computer en hebt
opgeslagen in het flashgeheugen. (pagina 100)
• U kunt ook songs op een
USB-flashgeheugen gebruiken (alleen in de SMF-indeling 0). (pagina 30)
• U kunt de partijen zelfs
tijdens het afspelen aan- en
uitzetten.
38
Druk op de partijknoppen [R/1] en [L/2] om het afspelen in en uit te schakelen.
Zet het afspelen uit van de partij die u wilt oefenen. Als u voor het eerst een
song selecteert, lichten de indicatoren met randen voor de partijen '1' en '2' op
om aan te geven dat beide partijen zijn ingeschakeld. Als u op een van de
knoppen drukt om het afspelen uit te zetten, verdwijnt de rand rond de
corresponderende partij-indicator en wordt het afspelen van de
corresponderende partij uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding
Page 39
Start les 1.
Markering
Markering
Het weergegeven bereik (61 toetsen)
Het daadwerkelijke bereik van het keyboard
(DGX-640 = 88 toetsen)
4
Druk op de knop [WAITING] om les 1 te starten.
De song wordt automatisch afgespeeld nadat u les 1 hebt geselecteerd.
Een song selecteren voor een les
Speel de noten die in de display worden weergegeven. De stip (
het grafische keyboard in de display, geeft aan wat de volgende noot is. Als u de
juiste noot speelt, verspringt de markering naar de volgende toets die u moet
spelen. De song wordt gepauzeerd totdat u de juiste noot hebt gespeeld. De
driehoekige markering (
in de song.
Het keyboard naar links of naar rechts verschuiven.
U kunt de verborgen ( ) delen van het keyboard weergeven door op de
knop [+] of [-] te drukken.
) boven de muzieknotatie geeft de huidige positie aan
) op de toets op
Referentie
In de display worden 61 toetsen van het toetsenbereik van het keyboard
weergegeven. De DGX-640 heeft in werkelijkheid 88 toetsen. Bij sommige
songs die heel hoge of heel lage noten bevatten, vallen deze noten buiten het
weergegeven bereik, zodat ze niet worden weergegeven in de display. In deze
gevallen verschijnt er een 'over'-indicator links of rechts van het grafische
keyboard. Schuif het keyboard naar links of naar rechts met de knop [+] of [-]
zodat u de noten kunt zien (de markering verschijnt vervolgens bij de juiste
toets in de display). Noten die buiten het totale bereik van het keyboard vallen,
kunnen tijdens de les niet worden gebruikt.
Stop de lesmodus.
5
U kunt de lesmodus altijd stoppen door op de knop [START/STOP] te drukken.
Gebruikershandleiding
39
Page 40
Een song selecteren voor een les
De song spelen en de
markering bij de
muzieknotatie volgen
Les 2 - Your Tempo
In deze les leert u de juiste noten te spelen met de juiste timing. Het tempo waarin de song wordt afgespeeld,
wordt aangepast aan het tempo waarin u speelt. Als u de verkeerde noten speelt, wordt de song vertraagd. U kunt
dus in uw eigen tempo leren.
Selecteer de song en de partij die u wilt oefenen (stap 1 en 3 op
1
pagina 38).
Start les 2.
2
Druk op de knop [YOUR TEMPO] om les 2 te starten.
De song wordt automatisch afgespeeld nadat u les 2 hebt geselecteerd.
De driehoekige markering verschijnt boven de muzieknotatie in de display en
verspringt om de huidige positie in de song aan te geven. Probeer de noten met
de juiste timing te spelen. Het tempo versnelt naarmate u de juiste noten met de
juiste timing leert spelen, totdat u uiteindelijk speelt in het oorspronkelijke
tempo van de song.
Referentie
Stop de lesmodus.
3
U kunt de lesmodus altijd stoppen door op de knop [START/STOP] te drukken.
Gebruikershandleiding
40
Page 41
Een song selecteren voor een les
Markering
Markering
Les 3 - Minus One
In deze les kunt u uw techniek perfectioneren. De song wordt in een normaal tempo gespeeld, maar zonder de
partij die u wilt spelen. Speel mee terwijl u naar de song luistert.
Selecteer de song en de partij die u wilt oefenen (stap 1 en 3 op
1
pagina 38).
Start les 3.
2
Druk op de knop [MINUS ONE] om les 3 te starten.
De song wordt automatisch afgespeeld nadat u les 3 hebt geselecteerd.
Speel mee terwijl u naar de song luistert. De markering boven de muzieknotatie
en de markering op het keyboard in de display geven aan welke noten u moet
spelen.
Stop de lesmodus.
3
U kunt de lesmodus altijd stoppen door op de knop [START/STOP] te drukken.
Gebruikershandleiding
Referentie
41
Page 42
Een song selecteren voor een les
OPMERKING
OPMERKING
Uw vorderingen bijhouden
Als de lessong is afgelopen, wordt gekeken hoe u het hebt gedaan. Er zijn vier
verschillende niveaus: OK, Good, Very Good of Excellent. 'Excellent!' is het
hoogst haalbare niveau.
• U kunt de
beoordelingsfunctie
uitzetten via het item
FUNCTION Grade
(pagina 89).
Nadat de beoordeling is weergegeven, begint de les weer vanaf het begin.
Oefening baart kunst - Leren door herhaling
Gebruik deze functie om kort voor een deel waar u een fout hebt gemaakt te beginnen of om herhaaldelijk een
deel te oefenen dat u moeilijk vindt.
Druk tijdens een les op de knop [REPEAT & LEARN]. De song wordt vier maten
teruggespoeld vanaf het punt waar u de knop hebt ingedrukt en begint te spelen na
één maat aftellen. De song wordt afgespeeld tot het punt waarop u de knop
[REPEAT & LEARN] hebt ingedrukt, springt daarna vier maten terug en wordt
opnieuw afgespeeld nadat is afgeteld. Dit wordt herhaald zodat u, als u een fout
maakt, alleen op de knop [REPEAT & LEARN] hoeft te drukken om dat gedeelte net
zo lang te oefenen totdat u het onder de knie hebt. Druk nogmaals op de knop om
naar de normale lesmodus terug te gaan.
Referentie
• U kunt het aantal maten
instellen dat de functie
Repeat & Learn terugspringt
door tijdens het
herhaaldelijk afspelen op de
nummerknoppen [1] - [9] te
drukken.
42
Gebruikershandleiding
Page 43
Piano spelen op een makkelijke manier
Dit instrument maakt gebruik van een speelhulptechnologie die zorgt dat u klinkt als
een geweldige pianist wanneer u met een song meespeelt (ook al maakt u veel fouten).
U kunt in principe elke willekeurige noot aanslaan en toch goed klinken. U kunt zelfs
een prachtige melodie ten gehore te brengen door maar één toets aan te slaan. U kunt
dus toch genieten van muziek, ook al kunt u geen piano spelen en geen noten lezen.
De speelhulptechnologie bestaat uit vier selecteerbare typen. Selecteer het type dat
u het beste bevalt.
Chord...........................Wat of waar u ook speelt, het resultaat is een muzikaal en harmonieus
geluid. Dit type biedt u veel vrijheid, zodat u alles kunt spelen met zowel
uw linker- als uw rechterhand.
Chord/Free .................Als u eenvoudige melodieën kunt spelen met uw rechterhand, maar moeite
hebt met de akkoorden voor uw linkerhand, is dit het juiste type voor u. Het
type Chord heeft alleen betrekking op het linkerhandgedeelte van het
keyboard. U speelt eenvoudige akkoorden met uw linkerhand ter
ondersteuning van de melodie die u met uw rechterhand speelt.
Melody.........................Met dit type kunt u de melodie van een geselecteerde song spelen door
met slechts één vinger willekeurige toetsen aan te slaan. U kunt direct
melodieën spelen, ook als u nog nooit op een toetsinstrument hebt gespeeld.
Chord/Melody............Speel de melodie van de geselecteerde song met slechts één vinger op het
rechterhandgedeelte van het keyboard en speel de akkoorden op het
linkerhandgedeelte van het keyboard met behulp van het type Chord.
Als u de speelhulptechnologie wilt gebruiken, moet u een song spelen die de vereiste akkoord- en/of melodiedata
bevat. Als het type Chord of Chord/Free is geselecteerd, kan de speelhulptechnologie alleen worden gebruikt met
songs die akkoorddata bevatten. Als het type Melody is geselecteerd, kan de speelhulptechnologie alleen worden
gebruikt met songs die melodiedata bevatten. Als het type Chord/Melody is geselecteerd, kan de
speelhulptechnologie alleen worden gebruikt met songs die akkoord- en melodiedata bevatten. Raadpleeg het
songoverzicht in de afzonderlijke Data List om te weten of een song de vereiste akkoorddata bevat.
Raadpleeg pagina 52 voor meer informatie over hoe de speelhulptechnologie kan helpen bij uw spel.
Referentie
Gebruikershandleiding
43
Page 44
Piano spelen op een makkelijke manier
Het
geselecteerde
type
Chord selecteren
Langer dan een
seconde ingedrukt
houden
OPMERKING
Type CHORD - Met beide handen spelen
Probeer de speelhulptechnologie met de presetsong 'Ave Maria'.
Druk op de knop [P.A.T. ON/OFF].
1
Hiermee zet u de functie speelhulptechnologie aan.
Als de functie voor speelhulptechnologie is ingeschakeld, wordt het
geselecteerde type weergegeven in de MAIN-display.
Selecteer het type CHORD.
2
Referentie
44
Houd de knop [P.A.T. ON/OFF] langer dan een seconde ingedrukt om het type
speelhulptechnologie weer te geven. Selecteer het type Chord met de draaiknop.
Selecteer een song.
3
Selecteer voor dit voorbeeld eens de song '010 Ave Maria'.
Als het type Chord is geselecteerd, worden alleen de functies in de display
weergegeven die voor de song beschikbaar zijn.
Druk op de knop [START/STOP].
4
De song wordt afgespeeld.
Het basispatroon wordt steeds herhaald. Luister gedurende vier maten naar het
basispatroon om een gevoel te krijgen van het basispatroon en begin vanaf de
vijfde maat zelf te spelen. De toetsen die u moet spelen, worden weergegeven in
de display.
Gebruikershandleiding
• Een song selecteren en
beluisteren (pagina 28)
Page 45
Bespeel het keyboard.
NaVoo r
OPMERKING
5
Piano spelen op een makkelijke manier
Probeer de muzieknotatie die links is weergegeven eens met beide handen te
spelen. U kunt zelfs dezelfde toetsen telkens opnieuw spelen: C, E, G, C, E, G,
C, E. U merkt dat vanaf de vijfde maat de noten worden geproduceerd volgens
de muziek uit het rechtervoorbeeld. Als u door blijft spelen, worden bij het type
Chord van de speelhulptechnologie de noten die u speelt 'gecorrigeerd'.
Zo werkt het type speelhulptechnologie Chord.
U kunt het afspelen van een song altijd stoppen door op de knop [START/
STOP] te drukken.
Druk op de knop [P.A.T. ON/OFF] om de speelhulptechnologie
6
uit te zetten.
In de display wordt '...' weergegeven op de plaats waar anders het type
speelhulptechnologie zou staan.
Probeer vervolgens een andere presetsong te spelen.
• U vindt de muzieknotatie
van Ave Maria in de
afzonderlijke Data List.
Referentie
Gebruikershandleiding
45
Page 46
Piano spelen op een makkelijke manier
Het geselecteerde
type
Chord/Free
selecteren
Langer dan een
seconde ingedrukt
houden
OPMERKING
Type CHORD/FREE - Het type Chord alleen op de linkerhand
toepassen
Probeer de speelhulptechnologie met de presetsong 'Nocturne'.
Druk op de knop [P.A.T. ON/OFF].
1
Hiermee zet u de functie speelhulptechnologie aan.
Als de functie voor speelhulptechnologie is ingeschakeld, wordt het
geselecteerde type weergegeven in de MAIN-display.
Selecteer het type CHORD/FREE.
2
Referentie
Houd de knop [P.A.T. ON/OFF] langer dan een seconde ingedrukt om het type
speelhulptechnologie weer te geven. Selecteer het type Chord/Free met de
draaiknop.
Selecteer een song.
3
Selecteer voor dit voorbeeld eens de song '011 Nocturne'.
Druk op de knop [START/STOP].
4
• Een song selecteren en
beluisteren (pagina 28)
46
De song wordt afgespeeld.
De toetsen die u met uw linkerhand moet spelen, worden in de display
weergegeven.
Gebruikershandleiding
Page 47
Piano spelen op een makkelijke manier
Splitpunt
Als u dit type gebruikt, klinken de
noten die u links van het splitpunt
speelt een octaaf hoger.
OPMERKING
Bespeel het keyboard.
5
Speel met uw rechterhand rechts van het splitpunt en met uw linkerhand links
van het splitpunt.
Speel de melodie van Nocturne met uw rechterhand. Herhaal met uw linkerhand
een F-A-C-arpeggio zoals is aangegeven in de muzieknotatie in de display.
U speelt herhaaldelijk dezelfde noten met uw linkerhand, maar de noten die
u hoort, zijn aangepast aan de muziek.
Zo werkt het type speelhulptechnologie Chord/Free.
Druk op de knop [SCORE] als u de muzieknotatie voor de partij voor de
rechterhand in de display wilt weergeven.
U kunt het afspelen van een song altijd stoppen door op de knop [START/
STOP] te drukken.
Druk op de knop [P.A.T. ON/OFF] om de speelhulptechnologie
6
uit te zetten.
In de display wordt '...' weergegeven op de plaats waar anders het type
speelhulptechnologie zou staan.
Probeer vervolgens een andere presetsong te spelen.
• U vindt de muzieknotatie
van de Nocturne in de
afzonderlijke Data List.
Referentie
Gebruikershandleiding
47
Page 48
Piano spelen op een makkelijke manier
Het geselecteerde
type
Selecteer Melody
Langer dan een
seconde ingedrukt
houden
OPMERKING
OPMERKING
Type MELODY - Met één vinger spelen
Druk op de knop [P.A.T. ON/OFF].
1
Hiermee zet u de functie speelhulptechnologie aan.
Als de functie voor speelhulptechnologie is ingeschakeld, wordt het
geselecteerde type weergegeven in de MAIN-display.
Selecteer het type MELODY.
2
Referentie
48
Houd de knop [P.A.T. ON/OFF] langer dan een seconde ingedrukt om het type
speelhulptechnologie weer te geven. Selecteer het type Melody met de
draaiknop.
Selecteer een song.
3
Selecteer voor dit voorbeeld '012 For Elise'.
Geef de muzieknotatie weer.
4
Druk op de knop [SCORE] om de muzieknotatie van de melodie in de display
weer te geven.
Druk op de knop [START/STOP].
5
De song wordt afgespeeld.
Omdat het type Melody is geselecteerd, is de melodie van de song niet te horen.
U kunt nu zelf de melodie spelen.
Gebruikershandleiding
• Een song selecteren en
beluisteren (pagina 28)
• De muzieknotatie van een
song weergeven
(pagina 32)
Page 49
Piano spelen op een makkelijke manier
Markering
Dat klinkt als
een melodie!
Wordt weergegeven als de
speelhulptechnologie is ingeschakeld.
Bespeel het keyboard.
6
De markering geeft de huidige positie aan in de muzieknotatie terwijl de song
wordt afgespeeld.
Als u een toets speelt telkens wanneer een markering boven een noot in de
notatie wordt weergegeven, kunt u de melodie spelen met het juiste
oorspronkelijke ritme.
Hoe klinkt dat? U hebt zojuist met één vinger de melodie gespeeld met behulp
van het type speelhulptechnologie Melody.
U kunt het afspelen van een song altijd stoppen door op de knop [START/
STOP] te drukken.
Druk op de knop [P.A.T. ON/OFF] om de speelhulptechnologie
7
uit te zetten.
In de display wordt '...' weergegeven op de plaats waar anders het type
speelhulptechnologie zou staan.
Probeer vervolgens een andere presetsong te spelen.
Referentie
Gebruikershandleiding
49
Page 50
Piano spelen op een makkelijke manier
Het geselecteerde
type
Chord/Melody
selecteren
Langer dan een
seconde ingedrukt
houden
OPMERKING
OPMERKING
CHORD/MELODY - Type Chord met de linkerhand en type Melody met de
rechterhand
Druk op de knop [P.A.T. ON/OFF].
1
Hiermee zet u de functie speelhulptechnologie aan.
Als de functie voor speelhulptechnologie is ingeschakeld, wordt het
geselecteerde type weergegeven in de MAIN-display.
Selecteer het type CHORD/MELODY.
2
Referentie
50
Houd de knop [P.A.T. ON/OFF] langer dan een seconde ingedrukt om het type
speelhulptechnologie weer te geven. Selecteer het type Chord/Melody met de
draaiknop.
Selecteer een song.
3
Selecteer voor dit voorbeeld '023 Rock Piano'.
Geef de muzieknotatie weer.
4
Druk tweemaal op de knop [SCORE] om de muzieknotatie met dubbele
notenbalk in de display weer te geven.
Druk op de knop [START/STOP].
5
De song wordt afgespeeld.
Omdat het type Melody is geselecteerd, is de melodie van de song niet te horen.
U kunt nu zelf de melodie spelen.
Gebruikershandleiding
• Een song selecteren en
beluisteren (pagina 28)
• De muzieknotatie van een
song weergeven
(pagina 32)
Page 51
Piano spelen op een makkelijke manier
Splitpunt
Als u dit type gebruikt, klinken de
noten die u links van het splitpunt
speelt een octaaf hoger.
Markering
Wordt weergegeven als de
speelhulptechnologie is ingeschakeld.
Bespeel het keyboard.
6
Speel met uw rechterhand rechts van het splitpunt en met uw linkerhand links
van het splitpunt.
Speel met uw rechterhand mee met het ritme van de melodie van de song.
U kunt elke willekeurige toets rechts van het splitpunt bespelen. Speel
tegelijkertijd met uw linkerhand wat begeleidingsakkoorden en -frasen. Welke
toetsen u ook indrukt, met uw rechterhand speelt u de melodie van de song en
met uw linkerhand speelt u prachtige akkoorden en frasen.
Zo werkt het type speelhulptechnologie Chord/Melody.
Druk op de knop [P.A.T. ON/OFF] om de speelhulptechnologie
7
uit te zetten.
In de display wordt '...' weergegeven op de plaats waar anders het type
speelhulptechnologie zou staan.
Probeer vervolgens een andere presetsong te spelen.
Gebruikershandleiding
Referentie
51
Page 52
Piano spelen op een makkelijke manier
Het klinkt alsof
u de juiste noten
weet te raken.
De akkoordinformatie van de
song wordt onderaan in de
MAIN-display weergegeven.
Het resultaat is nog beter als u
het ritme van uw linkerhand
aanpast aan het ritme van de
akkoordindicator in de display.
Speel tegelijkertijd met uw linkeren rechterhand - type 1.
Speel drie noten
tegelijkertijd met uw
rechterhand.
Speel tegelijkertijd met uw linkeren rechterhand - type 2.
Speel beurtelings met uw linkeren rechterhand - type 3.
Speel drie noten
tegelijkertijd met
uw rechterhand.
Akkoorddata
Met de speelhulptechnologie speelt u als een professional.
Hier volgt een aantal tips voor het type Chord.
Als u Chord/Free of Chord/Melody selecteert, wordt het linkerhandgedeelte van het klavier het
akkoordengedeelte. Deze tips gaan dus over het linkerhandgedeelte van het klavier.
Probeer eerst het ritme van de song aan te voelen. Vervolgens speelt u op het keyboard beurtelings met uw
linker- en rechterhand met uw handen in de houding zoals aangegeven op de afbeelding (het maakt niet uit
welke noten).
Hoe klinkt dat? Dankzij het speelhulptechnologietype Chord behaalt u betere resultaten, waar u ook speelt.
Probeer nu de drie speelmethoden die hieronder zijn beschreven. Met verschillende manieren van spelen
krijgt u verschillende resultaten.
Referentie
Als u de slag te pakken hebt, kunt u proberen met uw linkerhand de akkoorden en met uw rechterhand de
melodie of een andere combinatie te spelen.
Externe songs en de speelhulptechnologie
Songs die van internet zijn gedownload, kunnen worden gebruikt met de speelhulptechnologie als deze de
vereiste akkoord- en/of melodiedata bevatten.
Gebruikershandleiding
52
Page 53
Spelen met de muziekdatabase
OPMERKING
Splitpunt
Als u muziek wilt spelen in uw favoriete stijl, maar niet weet hoe u de beste voice
en stijl voor het gewenste muziektype selecteert, selecteert u de juiste stijl uit de
muziekdatabase. De paneelinstellingen worden automatisch aangepast aan de ideale
combinatie van sounds en stijl.
Druk op de knop [MUSIC DATABASE].
1
Er verschijnt een overzicht van de muziekdatabase in de display.
Selecteer een muziekdatabase.
2
Raadpleeg de lijst op het paneel of de lijst met muziekdatabases in de
afzonderlijke Data List en selecteer een muziekdatabase met de draaiknop.
Selecteer een muziekdatabase die past bij de song die u wilt spelen.
• Muziekdatabasebestanden
(MDB) die zijn overgebracht
vanaf een computer of die
zijn opgeslagen op een
USB-flashgeheugenapparaat dat is aangesloten
op het apparaat, kunnen op
dezelfde manier als de
interne muziekdatabases
(MDB-nummer 306 -)
worden geselecteerd en
gebruikt. Zie pagina 100
voor instructies voor de
bestandsoverdracht.
Speel de akkoorden met uw linkerhand en de melodie met uw
3
rechterhand.
Wanneer u met uw linkerhand links van het splitpunt een akkoord aanslaat,
wordt het afspelen van de stijl gestart. Zie pagina 26–27 voor meer informatie
over het spelen van akkoorden.
Als u op dit punt op de knop [EXIT] drukt om naar de MAIN-display terug te
keren, kunt u de ingestelde voice en stijl controleren.
Druk op de knop [START/STOP] om het afspelen te stoppen.
4
Gebruikershandleiding
Referentie
53
Page 54
De stijl van een song wijzigen
OPMERKING
Het nummer en de naam van
de geselecteerde song
worden hier weergegeven.
OPMERKING
Elke song heeft een standaardstijl, maar met de functie Easy Song Arranger kan een
song in elke willekeurige stijl worden uitgevoerd. U kunt een song die eigenlijk een
ballad is bijvoorbeeld dus afspelen als bossa nova, hiphop enzovoort. U verkrijgt totaal
andere arrangementen door de stijl van een song te wijzigen.
Als u een song volledig wilt veranderen, kunt u ook de melodievoice van een song en
de keyboardvoice wijzigen.
De demosong van Easy Song Arranger beluisteren
Het 'Hallelujah Chorus' in de presetsongs geeft een indruk van de Easy Song Arranger. Speel dit af.
Druk op de knop [SONG] en selecteer '009 Hallelujah Chorus' met de draaiknop.
Druk op de knop [START/STOP] om het afspelen van de song te starten. In de
display verschijnt een uitleg van de functie Easy Song Arranger. Terwijl de song
wordt afgespeeld, veranderen de stijlen en daarmee de algehele sfeer van de song.
U kunt de functie Easy Song Arranger ook gebruiken bij andere songs (alle songs die
akkoorddata bevatten).
• U vindt de volledige
muzieknotatie van het
Hallelujah Chorus in de
afzonderlijke Data List.
De Easy Song Arranger gebruiken
Probeer van stijl te wisselen terwijl de song wordt afgespeeld.
Druk in de MAIN-display op de knop [EASY SONG ARRANGER].
1
De MAIN-display van EASY SONG ARRANGER wordt geopend. Het
nummer en de naam van de geselecteerde song zijn gemarkeerd.
Referentie
54
Selecteer een song.
2
Druk op de knop [SONG] en draai vervolgens aan de draaiknop om de song te
selecteren die u wilt arrangeren. Selecteer de songs die de benodigde
akkoorddata bevatten. Raadpleeg hiervoor het songoverzicht in de afzonderlijke
Data List.
Beluister de song.
3
Druk op de knop [START/STOP] om de song af te spelen. Ga verder met de
volgende stap terwijl de song wordt afgespeeld.
Gebruikershandleiding
• Tijdens het afspelen van de
songs met de nummers 010
en 021 tot en met 030
worden melodietracks bij
gebruik van Easy Song
Arranger automatisch
gedempt zodat u de
melodie niet hoort. Als u de
melodietracks wilt horen,
drukt u op de SONG
MEMORY-knoppen [3] t/m [5].
Page 55
Selecteer een stijl.
OPMERKING
Als u op de knop [VOICE] drukt,
worden de displays Melody R en
Melody L beurtelings geselecteerd.
De geselecteerde melodievoice
wordt weergegeven.
Langer dan een
seconde ingedrukt
houden
OPMERKING
4
Druk op de knop [STYLE] en draai vervolgens aan de draaiknop om te horen
hoe de song klinkt met verschillende stijlen. Als u de diverse stijlen selecteert,
verandert de song niet. Alleen de stijl verandert.
De melodievoice van een song wijzigen.
5
Houd de knop [VOICE] langer dan een seconde ingedrukt om het voiceoverzicht weer te geven. Als u op de knop [VOICE] drukt, worden de displays
Melody R en Melody L beurtelings geselecteerd.
De stijl van een song wijzigen
• De Easy Song Arranger maakt
gebruik van songdata.
Hierdoor kunt u geen
akkoorden aangeven
wanneer u op het
begeleidingsgedeelte van het
keyboard speelt. De knop
[ACMP ON/OFF] werkt niet.
• Als de maatsoort van de song
en de stijl verschillen, wordt
de maatsoort van de song
gebruikt.
Wijzig de melodievoice met de draaiknop. U kunt verschillende melodievoices
selecteren. De song blijft hetzelfde, alleen de melodievoice verandert.
Druk op de knop [EASY SONG ARRANGER] om de functie uit te
6
zetten.
Als de song of stijl wordt afgespeeld, stopt u het afspelen en schakelt
u vervolgens de Easy Song Arranger uit.
• Als u tijdens het afspelen van
een stijl op de knop [INTRO/
ENDING/rit.] drukt, stopt de
stijl, maar blijft de song
spelen. Gebruik de knop
[START/STOP] om het
afspelen helemaal te stoppen.
Gebruikershandleiding
Referentie
55
Page 56
Uw eigen spel opnemen
LET OP
OPMERKING
De gebruikerssong met het laagste
nummer (van de songnummers 031 - 035)
die beschikbaar is voor opname, wordt
weergegeven. Als u zelf wilt selecteren
welke song moet worden opgenomen,
gebruikt u de knoppen [+] en [-] om de
gewenste song te selecteren.
Track 1 wordt
automatisch
geselecteerd
Knippert als de
opnamemodus actief is.
OPMERKING
LET OP
U kunt maximaal 5 songs met uw eigen spel opnemen en opslaan als gebruikerssongs
031 tot en met 035. Als u uw spel hebt opgeslagen als een gebruikerssong, kunt u die
song op dezelfde manier afspelen als interne songs. Gebruikerssongs kunnen ook
worden opgeslagen op een USB-flashgeheugenapparaat, zoals wordt beschreven
op pagina 94.
Opnemen
Druk op de knop [REC].
1
• Als alle gebruikerssongs
(songnummers 031 - 035)
opgenomen gegevens
bevatten, wordt
automatisch song 031
geselecteerd. In dat geval
neemt u op over de
gegevens van song 031
heen. Let dus op dat u
geen materiaal wist dat
u wilt behouden!
U kunt de opnamemodus uitzetten door opnieuw op de knop [REC] of op de
Referentie
knop [EXIT] te drukken. (De indicator van de knop [START/STOP] houdt op
met knipperen.)
Start de opname.
2
Zodra u het keyboard bespeelt, wordt de opname gestart.
Stop de opname.
3
Druk op de knop [REC] of de knop [START/STOP] als u de opname wilt
stoppen.
Sla de song op.
4
Als de opname is gestopt, wordt een bericht weergegeven waarin u wordt
gevraagd of u de song wilt opslaan. Druk op de knop [+/YES] als u de song wilt
opslaan, of op de knop [-/NO] als u de song niet wilt opslaan. Als u de song
opslaat, wordt deze als een MIDI-bestand opgeslagen in songnummer 031 - 035.
• Nadat de knop [REC] is
ingedrukt, kunt u de
begeleiding niet meer aanof uitzetten.
• Nadat u de gebruikerssong
die u wilt opnemen hebt
geselecteerd, kunt u ook
een stijl voor opname
selecteren. Druk hiervoor
op de knop [STYLE] en
selecteer het stijlnummer
terwijl de ACMP-aanduiding
aan staat.
• Probeer nooit het
instrument uit te zetten
als het bericht 'Writing!'
in de display wordt
weergegeven. Als u dat
wel doet, kunt u het
flashgeheugen
beschadigen en kunnen
data verloren gaan.
Druk op de knop [START/STOP] om het zojuist opgenomen spel af te spelen.
Gebruikershandleiding
56
Page 57
Opnemen op een opgegeven track
OPMERKING
Melodie
Akkoor-
den
Track(s) opgeven
en opname
Tr ac k1Tr ac k2Tra c k3Tr ac k4Tr ac k5Stijl-
track
Selecteer met de draaiknop een
songnummer van 031 tot en met 035.
LET OP
OPMERKING
Track 1 en Style track
worden gemarkeerd.
Indrukken en
ingedrukt
houden
Uw eigen spel opnemen
Opnamedata
U kunt in totaal 6 tracks opnemen: 5 melodietracks en 1 stijltrack (akkoorden).
Iedere track kan afzonderlijk worden opgenomen.
SONG MEMORY (track) [1] - [5]
SONG MEMORY (track) [A]
..Neemt de melodiepartijen op.
.........Neemt het stijlpatroon en de
akkoordpartijen op.
Track dempen
Met dit instrument kunt u kiezen of opgenomen tracks worden afgespeeld
terwijl u andere tracks opneemt of afspeelt (pagina 84).
Druk in de MAIN-display op de knop [SONG] en selecteer met de
1
draaiknop het gebruikerssongnummer (031 - 035) waarnaar u
wilt opnemen.
• Als u alleen de
melodietracks opneemt,
kunt u een maximum van
ongeveer 30.000 noten
opnemen voor de vijf
gebruikerssongs.
• Gebruikerssongs worden
opgeslagen als bestanden
in de SMF 0-indeling
(Standard MIDI File). Zie
pagina 108 voor informatie
over SMF-bestanden.
Selecteer de track(s) waarop u wilt opnemen en bevestig uw
2
selectie in de display.
Een melodietrack en begeleidingstrack tegelijk opnemen
Houd de knop [REC] ingedrukt en druk op de knop [1] - [5] voor de
melodietrack die u wilt opnemen.
Houd vervolgens de knop [REC] ingedrukt terwijl u op [A] drukt.
In de display worden de geselecteerde tracks gemarkeerd.
• Als u opneemt op een
track die al opgenomen
data bevat, worden de
bestaande gegevens
overschreven gaan deze
verloren.
• Als u de stijltrack [A]
selecteert voor opname,
wordt stijlbegeleiding
automatisch aangezet.
• Tijdens de opname kunt u
stijlbegeleiding niet aan- of
uitzetten.
Gebruikershandleiding
Referentie
57
Page 58
Uw eigen spel opnemen
OPMERKING
Track 1 wordt
gemarkeerd.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Huidige maat
De opname
begint
of
Een melodietrack opnemen
Houd de knop [REC] ingedrukt en druk op de knop [1] - [5] voor de
melodietrack die u wilt opnemen. Selecteer knop [1] - [3] als u een dualvoice
wilt opnemen. Splitvoices kunnen niet worden opgenomen.
In de display wordt de geselecteerde track gemarkeerd.
Als u de opname op een geselecteerde track wilt annuleren, drukt u nogmaals op
die trackknop.
De opname wordt gestart wanneer u begint te spelen.
3
U kunt het opnemen ook starten door op de knop [START/STOP] te drukken.
Het huidige maatnummer wordt tijdens het opnemen aangegeven in de display.
• Als stijlbegeleiding actief is
en track [A] nog niet is
opgenomen, wordt stijltrack
[A] automatisch
geselecteerd voor opname
wanneer u een melodietrack
selecteert. Zorg ervoor dat
stijltrack [A] uit staat als u
alleen een melodietrack wilt
opnemen.
• Als het geheugen tijdens de
opname vol raakt, verschijnt
een waarschuwing en wordt
de opname automatisch
gestopt. Gebruik de song- of
trackwisfunctie (pagina 60 -
61) om ongewenste data te
verwijderen en ruimte vrij te
maken voor opnamen.
Begin vervolgens opnieuw
met opnemen.
Referentie
58
Druk op de knop [START/STOP] of [REC] als u de opname wilt
4
stoppen.
Als de opname stopt, wordt het actieve maatnummer weer ingesteld op 001 en
verschijnt in de display een kader rond de nummers van de tracks waarop u hebt
opgenomen.
Gebruikershandleiding
• Als u alleen het
ritmegedeelte (percussie)
wilt opnemen, drukt u op de
knop [START/STOP] om
alleen het ritme af te spelen
en voegt u vervolgens de
sectiewijziging toe door op
de knop [INTO/ENDING/rit.]
of de knop [MAIN/AUTO/
FILL] te drukken.
• Als u tijdens het opnemen
van een stijltrack op de knop
[INTRO/ENDING/rit.] drukt,
wordt een geschikt
eindpatroon gespeeld en
wordt de opname gestopt.
Page 59
Sla de song op.
LET OP
5
Als de opname is gestopt, wordt een bericht weergegeven waarin u wordt
gevraagd of u de song wilt opslaan. Druk op de knop [+/YES] als u de song wilt
opslaan, of op de knop [-/NO] als u de song niet wilt opslaan. Als u de song
opslaat, wordt deze als een MIDI-bestand opgeslagen in songnummer 031 - 035.
Als u in reactie op het bevestigingsbericht op [-/NO] drukt, wordt de song niet
als een MIDI-bestand opgeslagen, maar blijft deze wel in het geheugen van het
instrument totdat het instrument wordt uitgezet. U kunt de song dus later nog
naar een MIDI-bestand converteren en het bestand opslaan. Houd daarvoor de
knop [REC] ingedrukt totdat het bericht wordt weergegeven waarin u wordt
gevraagd de song op te slaan, en druk vervolgens op de knop [+/YES].
Overige tracks opnemen
Herhaal stap 2 tot en met 5 om op te nemen op de overige tracks.
Als u een lege track selecteert (trackknoppen [1] - [5], [A]), kunt u de
nieuwe track opnemen terwijl u de eerder opgenomen tracks beluistert (de
rand rondom het tracknummer wordt in de display weergegeven). U kunt
reeds opgenomen tracks ook dempen terwijl u nieuwe tracks opneemt (de
rand rondom het tracknummer verdwijnt uit de display).
Uw eigen spel opnemen
• De opgenomen songdata
gaan verloren als u het
instrument uitzet zonder
de song op te slaan.
Een track opnieuw opnemen
Selecteer de track die u opnieuw wilt opnemen en neem deze vervolgens op
de gebruikelijke manier op.
De bestaande data worden overschreven door het nieuwe materiaal.
Als u klaar bent met de opname…
6
Druk op de knop [START/STOP] om het zojuist opgenomen spel af te spelen.
Een gebruikerssong afspelen
Gebruikerssongs worden op dezelfde manier afgespeeld als gewone songs
(pagina 28).
Een gebruikerssong opslaan in het USB-flashgeheugen pagina 94.
Data die niet kunnen worden opgenomen
• Splitvoice
• De volgende items worden opgenomen aan het begin van de track.
Wijzigingen tijdens de song worden niet opgenomen.
Maatsoort, stijlnummer, stijlvolume
Referentie
Gebruikershandleiding
59
Page 60
Uw eigen spel opnemen
OPMERKING
Indrukken en
ingedrukt houden
Langer dan een seconde
ingedrukt houden
Song Clear - Gebruikerssongs verwijderen
Met deze functie wist u een hele gebruikerssong (alle tracks).
Selecteer in de MAIN-display de gebruikerssong (031 - 035) die u
1
wilt wissen.
Houd de trackknop [1] langer dan een seconde ingedrukt terwijl
2
u de trackknop [A] ingedrukt houdt.
U wordt gevraagd het wissen te bevestigen.
U kunt het verwijderen annuleren door op de knop [-] te drukken.
Druk op de knop [+] om de song te wissen.
3
Terwijl de song wordt gewist, verschijnt kort een mededeling in de display dat
de songwisfunctie wordt uitgevoerd.
• Als u alleen een
bepaalde track van een
gebruikerssong wilt wissen,
gebruikt u de
trackwisfunctie.
Referentie
60
Gebruikershandleiding
Page 61
Uw eigen spel opnemen
Langer dan een seconde
ingedrukt houden
Track Clear - Een bepaalde track uit een gebruikerssong verwijderen
Met deze functie kunt u een bepaalde track van een gebruikerssong verwijderen.
Selecteer in de MAIN-display de gebruikerssong (031 - 035) die u
1
wilt wissen.
Houd de trackknop ([1] - [5], [A]) die overeenkomt met de track
2
die u wilt wissen langer dan een seconde ingedrukt.
U wordt gevraagd het wissen te bevestigen.
U kunt het wissen annuleren door op de knop [-] te drukken.
Druk op de knop [+] om de track te wissen.
3
Terwijl de track wordt gewist, verschijnt kort het bericht in de display dat de
trackwisfunctie wordt uitgevoerd.
Gebruikershandleiding
Referentie
61
Page 62
Uw favoriete paneelinstellingen in het geheugen opslaan
U kunt maximaal 32
presets opslaan (acht
banken van elk vier).
Geheugen 1 Geheugen 2
8 banken
Geheugen 3 Geheugen 4
Banknummer
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
LET OP
Banknummer
Dit instrument is uitgerust met een registratiegeheugenfunctie waarmee u uw favoriete
instellingen kunt opslaan. U kunt die daarna gemakkelijk opnieuw oproepen als u ze
nodig hebt. U kunt maximaal 32 volledige set-ups opslaan (8 banken van telkens vier
set-ups).
In het registratiegeheugen opslaan
Stel de paneelregelaars naar wens in: selecteer een voice,
1
begeleidingsstijl enz.
Druk op de knop [BANK]. Als u de knop loslaat, wordt in de
2
display een banknummer weergegeven.
Referentie
Selecteer met de draaiknop of de nummerknoppen [1] - [8] een
3
banknummer tussen 1 en 8.
Druk op een van de REGIST MEMORY-knoppen [1] t/m [4] terwijl
4
u de knop [BANK] ingedrukt houdt om de huidige
paneelinstellingen op te slaan in het opgegeven
registratiegeheugen.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAIN-display terug te keren om de banken registratiegeheugennummers te controleren.
Gebruikershandleiding
62
• Data kunnen niet tijdens het
afspelen van een song in het
registratiegeheugen worden
opgeslagen.
• U kunt ook uw
paneelinstellingen die in de
registratiegeheugen zijn
opgeslagen, in het USBflashgeheugen opslaan als
het gebruikersbestand, of
op een computer als een
back-upbestand.
• Als u een
registratiegeheugennummer
selecteert waarin al data zijn
opgeslagen, worden de
bestaande data gewist en
door de nieuwe data
overschreven.
• Schakel het apparaat niet
uit terwijl er instellingen in
het registratiegeheugen
worden opgeslagen.
Anders kunnen de data
beschadigd raken of
verloren gaan.
Page 63
Uw favoriete paneelinstellingen in het geheugen opslaan
Banknummer
Een registratiegeheugen terugzetten
Druk op de knop [BANK]. Als u de knop loslaat, wordt in de
1
display een banknummer weergegeven.
Selecteer met de draaiknop of de nummerknoppen [1] - [8] de
2
bank die u wilt ophalen.
U kunt controleren of de paneelinstellingen in het registratiegeheugen 1 t/m 4
zijn opgeslagen door op de knop [EXIT] te drukken om naar de MAIN-display
terug te keren.
Druk op een van de knoppen REGIST MEMORY [1] tot [4], waarin
3
zich de instellingen bevinden die u wilt terugzetten. De
paneelregelaars worden onmiddellijk overeenkomstig ingesteld.
Instellingen die in het registratiegeheugen kunnen worden opgeslagen
Stijlinstellingen*
Style number, Auto Accompaniment ON/OFF, Split Point, Style settings (Main A/B), Style Volume, Tempo, Chord Fingering
Van de volgende instellingen wordt altijd een back-up gemaakt; deze blijven zelfs behouden als de stroom uitvalt.
Als u deze instellingen wilt initialiseren, gebruikt u de initialiseringsbewerking 'Backup Clear' die hieronder
wordt beschreven.
De back-upparameters
• Registratiegeheugen
• FUNCTION-instellingen: Tuning, Split Point, Touch Sensitivity, Style
Volume, Song Volume, Metronome Volume,
Grade, Demo Cancel, Demo Group, Demo Play
Mode, Language Selection, Panel Sustain, Master
EQ type, Chord Fingering
• U kunt de instellingen als
back-updata op uw
computer opslaan met de
MSD-software (Musicsoft
Downloader). Zie 'Een backupbestand van het
instrument overbrengen
naar een computer' op
pagina 101.
Initialisatie
Met deze functie wist u alle back-updata in het flashgeheugen van het instrument. De oorspronkelijke
standaardinstellingen worden hersteld. U kunt de volgende initialisatieprocedures gebruiken.
Back-up wissen
Als u data wilt wissen die als back-up in het interne flashgeheugen zijn geplaatst
(gebruikersinstelling van paneel, registratiegeheugen), zet u het instrument aan door
op de [](Standby/On)-schakelaar te drukken terwijl u de hoogste witte toets op het
keyboard ingedrukt houdt. De back-updata worden gewist en de standaardwaarden
worden hersteld.
Referentie
Met deze initialisatie wist u geen bestanden die van de computer zijn overgebracht.
Als u de bestanden wilt verwijderen, raadpleegt u het gedeelte 'Bestanden
verwijderen' hieronder.
Bestanden verwijderen
Als u song-, stijl- en muziekdatabasebestanden wilt wissen die van een computer
naar het interne flashgeheugen zijn overgedragen, zet u het instrument aan door de
[](Standby/On)-schakelaar ingedrukt te houden terwijl u de hoogste witte toets en
de drie hoogste zwarte toetsen op het keyboard ingedrukt houdt.
Gebruikershandleiding
64
• Als u de bewerking Flash
Clear uitvoert, worden ook
data gewist die u hebt
gekocht. Gegevens die u
wilt behouden, moet u
opslaan op een computer.
Page 65
Spelen met diverse effecten
Als de harmoniefunctie is ingeschakeld,
staat het harmoniepictogram in de display.
OPMERKING
Het harmonietype dat
nu is geselecteerd.
Langer dan een
seconde ingedrukt
houden.
OPMERKING
De harmonietypen afspelen
• Harmonietype 01 t/m 10, 13
Druk op de toetsen voor de rechterhand terwijl u akkoorden
speelt in het automatische begeleidingsgedeelte van het
keyboard als de automatische begeleiding is ingeschakeld.
• Harmonietype 15 t/m 18 (echo)
Blijf de toetsen ingedrukt houden.
• Harmonietype 19 t/m 22 (tremolo)
Blijf de toetsen ingedrukt houden.
• Harmonietype 23 t/m 26 (trill)
Houd twee toetsen ingedrukt.
Harmonie toevoegen
Met deze functie worden harmonienoten aan demainvoice toegevoegd.
Druk op de knop [HARMONY ON/OFF]
1
om de harmoniefunctie aan te zetten.
Druk nogmaals op de knop [HARMONY ON/
OFF] om de harmoniefunctie uit te zetten.
• Als u op de knop [HARMONY ON/OFF] drukt om deze
functie aan te zetten, wordt automatisch het juiste
harmonietype voor de huidige mainvoice geselecteerd.
Selecteer een harmonietype met de
3
draaiknop.
Zie het effecttypeoverzicht in de afzonderlijke
Data List voor informatie over de beschikbare
harmonietypen. Probeer het keyboard te bespelen
met de harmoniefunctie. Het effect en de werking
van elk harmonietype is verschillend. Zie het
onderstaande gedeelte 'De harmonietypen
afspelen' en het effecttypeoverzicht voor details.
• De harmonienoten kunnen alleen aan de mainvoice
worden toegevoegd en niet aan dual- of splitvoices.
• De toetsen links van het splitpunt van het keyboard
produceren geen harmonienoten als de automatische
begeleiding is aangezet (als ACMP ON wordt
weergegeven).
Houd de knop [HARMONY] langer dan
2
een seconde ingedrukt.
Het geselecteerde harmonietype wordt
weergegeven in de display.
Bij de functie-instellingen kunt u het harmonievolume
aanpassen (pagina 88).
Gebruikershandleiding
Referentie
65
Page 66
Spelen met diverse effecten
Reverbtype item
Het geselecteerde
reverbtype
Chorustype item
Het geselecteerde
chorustype
Reverb toevoegen
Met reverb kunt u de rijke ambiance van een
concertzaal nabootsen. Als u een stijl of song
selecteert, wordt automatisch het optimale reverbtype
voor de gebruikte voice geselecteerd. Volg de
hieronder beschreven procedure als u een ander
reverbtype wilt selecteren. Zie het effecttypeoverzicht
in de afzonderlijke Data List voor informatie over de
beschikbare reverbtypen.
Druk op de knop [FUNCTION] om de
1
display FUNCTION te openen.
Selecteer het item Reverb Type met de
2
CATEGORY-knoppen [
In de display wordt het geselecteerde reverbtype
weergegeven.
r
] en [f].
Chorus toevoegen
Het choruseffect creëert een vol geluid dat lijkt op een
groot aantal van dezelfde voices die unisono worden
gespeeld. Als u een stijl of een song selecteert, wordt
het optimale chorustype voor de gebruikte voice
automatisch geselecteerd. Als u een ander chorustype
wilt selecteren, gaat u op de volgende manier te werk.
Druk op de knop [FUNCTION] om de
1
display FUNCTION te openen.
Selecteer het item Chorus Type met de
2
CATEGORY-knoppen [
In de display wordt het geselecteerde chorustype
weergegeven.
r
] en [f].
Referentie
Selecteer een chorustype met de
3
draaiknop.
Selecteer een reverbtype met de
3
draaiknop.
Controleer hoe het geselecteerde reverbtype
klinkt door op het keyboard te spelen.
Zie het effecttypeoverzicht in de afzonderlijke
Data List voor informatie over de beschikbare
reverbtypen.
Het reverbniveau aanpassen
U kunt de hoeveelheid reverb voor de
mainvoice, de dualvoice en de splitvoice
afzonderlijk aanpassen. (Zie pagina 87.)
Gebruikershandleiding
66
Controleer hoe het geselecteerde chorustype
klinkt door op het keyboard te spelen.
Zie het effecttypeoverzicht in de afzonderlijke
Data List voor informatie over de beschikbare
chorustypen.
Het chorusniveau aanpassen
U kunt de hoeveelheid chorus voor de
mainvoice, de dualvoice en de splitvoice
afzonderlijk aanpassen. (Zie pagina 87.)
Page 67
Spelen met diverse effecten
OPMERKING
Als DSP is ingeschakeld, wordt het DSPpictogram in de display weergegeven.
DSP toevoegen
DSP is een afkorting van Digital Signal Processor. Het DSP-effect kan worden toegevoegd aan de mainvoice en de
dualvoice. Deze variëren van reverb-achtige effecten tot vervorming en andere dynamische verwerkingsfuncties
waarmee u het geluid kunt verbeteren of het helemaal kunt veranderen.
Druk op de knop [FUNCTION] om de
1
display FUNCTION te openen.
• Als DSP is ingeschakeld, wordt automatisch het
optimale DSP-type voor de huidige voice geselecteerd.
• Het volume van de afgespeelde voice wordt gewijzigd
als DSP wordt in- of uitgeschakeld. Dit is geen fout.
Hoeveel het volume wijzigt, is afhankelijk van de
geselecteerde voice.
• Het DSP-type is een algemene instelling; er kan slechts
één type worden geselecteerd. Als u bijvoorbeeld een
net geladen song of stijl afspeelt, kan het daardoor
gebeuren dat de afgespeelde voices niet klinken zoals u
had verwacht. Dit is normaal, omdat de song of stijl een
eigen DSP-type heeft, dat het DSP-type vervangt dat u
voor het laden had geselecteerd. Iets gelijksoortigs doet
zich voor als u de knoppen [FF], [REW] of de functie AB Repeat gebruikt tijdens het afspelen van een song.
Selecteer het item DSP ON/OFF met de
2
CATEGORY-knoppen [
In de display wordt de huidige instelling
weergegeven.
r
] en [f].
Gebruik de draaiknop om DSP in of uit te
3
schakelen.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAINdisplay terug te gaan en de status van DSP on/off
te controleren.
Selecteer het item DSP Type met de
4
CATEGORY-knoppen [
In de display wordt het geselecteerde DSP-type
weergegeven.
r
] en [f].
Selecteer een DSP-type met de
5
draaiknop.
Zie het DSP-typeoverzicht in de afzonderlijke
Data List voor informatie over de beschikbare
DSP-typen.
Het DSP-niveau aanpassen
U kunt de hoeveelheid DSP die op de
mainvoice en de dualvoice wordt toegepast,
afzonderlijk aanpassen.
(Zie pagina 87.)
Gebruikershandleiding
Referentie
67
Page 68
Spelen met diverse effecten
OPMERKING
Panelsustain
Met deze functie voegt u sustain toe aan de
keyboardvoices. Gebruik deze functie als u altijd
sustain aan de voices wilt toevoegen, ongeacht de
bediening van de voetschakelaar. De sustainfunctie
heeft geen invloed op de splitvoice.
Druk op de knop [FUNCTION] om de
1
display FUNCTION te openen.
Selecteer het item Sustain met de
2
CATEGORY-knoppen [
In de display wordt de huidige instelling
weergegeven.
r
] en [f].
Pitchbend
Met het pitchbendwiel kunt u geleidelijke variaties
van de toonhoogte toevoegen aan de noten die u op
het keyboard speelt. Rol het wiel naar boven als u de
toonhoogte wilt verhogen of naar beneden als u de
toonhoogte wilt verlagen.
U kunt de hoeveelheid pitchbend wijzigen die door
het wiel wordt geproduceerd (zie
pagina 87).
Referentie
68
Gebruik de draaiknop om panelsustain
3
in of uit te schakelen.
• De sustain van sommige voices wordt niet opvallend
beïnvloed als de panelsustainfunctie is ingeschakeld.
Gebruikershandleiding
Page 69
Spelen met diverse effecten
Het op dat moment geselecteerde
Master EQ-type.
Een EQ-instelling selecteren voor het beste geluid
Er zijn vijf verschillende masterequalizer-instellingen (EQ) beschikbaar, die u het best mogelijke geluid laten
horen wanneer u met verschillende reproductiesystemen luistert: de interne luidsprekers, de hoofdtelefoon of een
extern luidsprekersysteem.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
De geselecteerde functie wordt in de display
weergegeven.
Druk net zo vaak op de CATEGORY-
2
knoppen [
Master EQ-typefunctie 'Master EQ Type'
te selecteren.
In de display wordt het geselecteerde EQ-type
weergegeven.
r
] en [f] als nodig is om de
Gebruik de draaiknop om de gewenste
3
Master EQ-instelling te selecteren.
U kunt kiezen uit vijf instellingen: 1 - 5.
Instelling 1 en 2 zijn het best geschikt voor
luisteren via de in het instrument ingebouwde
luidsprekers, instelling 3 is voor een
hoofdtelefoon en instellingen 4 en 5 zijn ideaal
om via externe luidsprekers te luisteren.
Gebruikershandleiding
Referentie
69
Page 70
Handige speelfuncties
Tap S t ar t
U kunt de song/stijl starten door in het gewenste temp
op de knop [TEMPO/TAP] te klikken: 4 keer voor
vierkwartsmaten en 3 keer voor driekwartsmaten.
Tijdens het afspelen van de song/stijl kunt u het tempo
wijzigen door twee keer op de knop te drukken.
One Touch Setting
Het kan soms lastig zijn om de juiste voice te
selecteren bij een song of stijl. De functie One Touch
Setting selecteert automatisch een goed
uitgebalanceerde voice voor u wanneer u een stijl of
song selecteert. Selecteer voicenummer '000' om deze
functie aan te zetten.
Het belgeluid voor de klik instellen
Hiermee kunt u selecteren of de klik een belgeluid
heeft of alleen een klikgeluid.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item Bell met de
2
CATEGORY-knoppen [
Vervolgens kunt u met de knoppen [+]
3
en [-] het belgeluid in- of uitschakelen.
r
] en [f].
Referentie
Gebruikershandleiding
70
Page 71
Handige speelfuncties
Metronoomvolume
Item Language
De geselecteerde taal
Het metronoomvolume
aanpassen
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item Metronome Volume
2
met de CATEGORY-knoppen [
r
] en [f].
De displaytaal veranderen
U kunt op dit instrument Engels of Japans als
displaytaal selecteren. De standaarddisplaytaal is
Engels, maar als u overschakelt naar Japans worden
de songteksten, bestandsnamen en enkele meldingen
in het Japans weergegeven (indien van toepassing).
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Druk een aantal keer op de CATEGORY-
2
knoppen [
'Language' wordt weergegeven.
De displaytaal die momenteel is geselecteerd
wordt onder het item 'Language' weergegeven.
Als de taal is gemarkeerd, kunt u met de knoppen
[+] en [-] de gewenste taal selecteren.
r
] en [f] tot het item
Stel het gewenste metronoomvolume in
3
met behulp van de draaiknop.
Selecteer een displaytaal.
3
Met de knop [+] selecteert u Engels en met de
knop [-] button selecteert u Japans.
De geselecteerde taal wordt opgeslagen in het
interne flashgeheugen zodat de instelling
behouden blijft, zelfs als het instrument wordt
uitgezet.
Referentie
Gebruikershandleiding
71
Page 72
Voice-instellingen
Voices bewerken
Maak originele voices door de vele beschikbare
voiceparameters te bewerken. Door de diverse
beschikbare parameters te bewerken, kunt u nieuwe
voices maken die aan uw muzikale behoeften
voldoen.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
De geselecteerde functie wordt in de display
weergegeven.
Selecteer het item dat u wilt bewerken
2
met de CATEGORY-knoppen [
U kunt de voice-instelling (Volume, Octave, Pan,
Reverb Level, Chorus Level en DSP Level) die op
de main-, dual- en splitvoices wordt toegepast,
afzonderlijk aanpassen. Raadpleeg de functies op
pagina 87 voor details.
r
] en [f].
CategorieFunctie-itemBereik/instellingen
Main Volume000 - 127
Main Octave-2 - +2
000 (links) 64 (midden) 127 (rechts)
000 (links) 64 (midden) 127 (rechts)
000 (links) 64 (midden) 127 (rechts)
MAIN VOICE
DUAL VOICE
SPLIT VOICE
Main Pan
Main Reverb Level000 - 127
Main Chorus Level000 - 127
Main DSP Level000 - 127
Dual Volume000 - 127
Dual Octave-2 - +2
Dual Pan
Dual Reverb Level000 - 127
Dual Chorus Level000 - 127
Dual DSP Level000 - 127
Split Volume000 - 127
Split Octave-2 - +2
Split Pan
Split Reverb Level000 - 127
Split Chorus Level000 - 127
Referentie
Stel de waarde in met de draaiknop.
3
U kunt bewerkte parameters opslaan in het
registratiegeheugen. Als u een andere
keyboardvoice selecteert, worden de parameters
hersteld en worden automatisch de ideale
instellingen voor de geselecteerde voice gekozen.
Gebruikershandleiding
72
Page 73
Voice-instellingen
Langer dan een
seconde ingedrukt
houden.
Langer dan een
seconde ingedrukt
houden.
Een dualvoice selecteren
Houd de knop [DUAL ON/OFF] langer
1
dan een seconde ingedrukt.
De display voor de selectie van de dualvoice
wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste dualvoice.
2
Draai aan de draaiknop totdat u in de display de
dualvoice hebt geselecteerd die u wilt gebruiken.
De voice die u hier selecteert, wordt de dualvoice.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAINdisplay terug te keren.
Een splitvoice selecteren
Houd de knop [SPLIT ON/OFF] langer
1
dan een seconde ingedrukt.
De display voor de selectie van de splitvoice
wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste splitvoice.
2
Draai aan de draaiknop totdat u in de display de
splitvoice hebt geselecteerd die u wilt gebruiken.
De voice die u hebt geselecteerd, wordt de
splitvoice die links van het splitpunt op het
keyboard klinkt.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAINdisplay terug te keren.
Gebruikershandleiding
Referentie
73
Page 74
Voice-instellingen
Transpose-item
Kan tussen -12 en +12
worden ingesteld
OPMERKING
Stemmingsitem
Kan tussen -100 en +100
worden ingesteld
OPMERKING
Toonhoogteregelaars
(Transponeren)
De algemene toonhoogte van het instrument kan met
maximaal 1 octaaf omhoog of omlaag worden
verschoven, in eenheden van een halve toon.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item Transpose met de
2
CATEGORY-knoppen [
r
] en [f].
Toonhoogteregelaars (Stemmen)
De algemene stemming van het instrument kan met
maximaal 100 cents omhoog of omlaag worden
verschoven, in eenheden van een cent (100 cent = 1
halve toon).
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item Tuning met de
2
CATEGORY-knoppen [
r
] en [f].
Referentie
74
Stel met de draaiknop de
3
transponeerwaarde tussen -12 en +12
in, al naar gelang de behoefte.
• De toonhoogte van drumkitvoices kan niet worden
veranderd.
Gebruikershandleiding
Stel met de draaiknop de
3
stemmingswaarde tussen -100 en +100
in, al naar gelang de behoefte.
• De toonhoogte van drumkitvoices kan niet worden
veranderd.
Page 75
Aanslaggevoeligheid
Item aanslaggevoeligheid
OPMERKING
U kunt de gevoeligheid van het keyboard in drie stappen aan de dynamiek aanpassen.
Voice-instellingen
Druk op de knop [FUNCTION].
1
De geselecteerde functie wordt in de display
weergegeven.
Selecteer het item Touch Sensivity met
2
de CATEGORY-knoppen [
In de display wordt de geselecteerde
aanslaggevoeligheid weergegeven.
r
] en [f].
Selecteer met de draaiknop een
3
instelling tussen 1 en 3 voor de
aanslaggevoeligheid. Hogere waarden
geven een grotere (gemakkelijkere)
volumevariatie als reactie op de
dynamische eigenschappen van het
keyboard - d.w.z. een grotere
gevoeligheid.
De instelling '4' geeft een vaste
aanslaggevoeligheid, oftewel geen
dynamiekverschillen ongeacht hoe hard of hoe
zacht u de toetsen bespeelt.
• De aanslaggevoeligheid staat aanvankelijk standaard op
'2' ingesteld.
Gebruikershandleiding
Referentie
75
Page 76
Stijlfuncties (functies voor automatische begeleiding)
IntroMain A/B
EindsectieAuto Fill
De basisbediening van de stijlfunctie (automatische begeleiding) wordt beschreven
op pagina 24 van de Beknopte handleiding.
Hieronder vindt u een aantal andere manieren om de stijlen te spelen, de procedure
waarmee u het volume kunt aanpassen enz.
Patroonvariaties (secties)
Het instrument beschikt over een grote verscheidenheid aan stijlsecties waarmee u de arrangementen van de
begeleiding kunt variëren om ze zo passend te maken voor de song die u speelt.
Introsectie
Dit wordt gebruikt voor het begin van de song. Nadat de intro is afgespeeld, gaat de begeleiding door met
de Main-sectie. De lengte van de intro (in maten) is verschillend en afhankelijk van de geselecteerde stijl.
MAIN-sectie
Referentie
De Main-sectie wordt gebruikt voor het spelen van het hoofdgedeelte van de song. Er wordt een
begeleidingspatroon gespeeld dat wordt herhaald tot er een andere sectieknop wordt ingedrukt. Er zijn
twee variaties op het basispatroon (A en B) en het afspeelgeluid van de stijl verandert harmonisch,
gebaseerd op de akkoorden die u met uw linkerhand speelt.
Fill-insectie
Deze sectie wordt automatisch toegevoegd voordat er naar sectie A of B wordt overgestapt.
ENDING-sectie
De Ending-sectie wordt gebruikt voor het einde van de song. Als de eindsectie is afgespeeld, stopt de
automatische begeleiding automatisch. De lengte van de eindsectie (in maten) is verschillend en
afhankelijk van de geselecteerde stijl.
Gebruikershandleiding
76
Page 77
Stijlfuncties (functies voor automatische begeleiding)
Verschijnt als de automatische
begeleiding actief is.
De indicator knippert als de
stand-bymodus van Synchro
Start wordt ingeschakeld.
De naam van de geselecteerde sectie,
MAIN A of MAIN B, wordt weergegeven.
Splitpunt
Begeleidingsgedeelte
Druk op de knop [STYLE] en selecteer
1
een stijl.
Druk op de knop [ACMP ON/OFF] om de
2
automatische begeleiding in te
schakelen.
Druk op de knop [SYNC START] om
3
Synchro Start aan te zetten.
Druk op de knop [MAIN/AUTO FILL].
4
Druk op de knop [INTRO/ENDING/rit.].
5
U bent nu klaar om het intro te spelen.
Zodra u een akkoord speelt met uw
6
linkerhand, begint het intro van de
geselecteerde stijl te spelen.
Speel voor dit voorbeeld een C-majeurakkoord
(zoals hieronder aangegeven). Zie 'Akkoorden' op
pagina 27 voor informatie over het invoeren van
akkoorden.
Referentie
Synchro Start
Als de stand-bymodus voor Sync Start actief
is, wordt de stijl afgespeeld zodra u een
akkoord speelt in het gedeelte voor
automatische begeleiding op het keyboard.
U kunt de stand-bymodus voor Sync Start
verlaten door nog eens op de knop [SYNC
START] te drukken.
Gebruikershandleiding
77
Page 78
Stijlfuncties (functies voor automatische begeleiding)
De stijl blijft spelen
terwijl u op de
toetsen speelt
De afspeelstijl stopt
als u de toetsen
loslaat
Druk op de knop [MAIN/AUTO FILL].
7
Synchro Stop
Als deze functie is geselecteerd, wordt de
begeleidingsstijl alleen gespeeld terwijl u akkoorden
speelt in het begeleidingsgedeelte van het keyboard.
De afspeelstijl stopt als u de toetsen loslaat. Om de
functie aan te zetten drukt u op de knop [SYNC
STOP].
Als de fill-in is afgespeeld, gaat deze vloeiend
over in de geselecteerde hoofdsectie A/B.
Druk op de knop [INTRO/ENDING/rit.].
8
Hierdoor wordt naar de eindsectie geschakeld.
Als de eindsectie is afgespeeld, stopt de
automatische begeleiding automatisch. U kunt de
eindsectie geleidelijk laten vertragen (ritardando)
Referentie
door nogmaals op de knop [INTRO/ENDING/rit.]
te drukken terwijl de eindsectie wordt afgespeeld.
Gebruikershandleiding
78
Page 79
Stijlfuncties (functies voor automatische begeleiding)
Het tempo van de stijl wijzigen
Stijlen kunnen op elk gewenst tempo worden
afgespeeld: snel of langzaam.
Druk op de knop [TEMPO/TAP] om de
1
tempo-instelling in de display weer te
geven nadat u een stijl hebt
geselecteerd.
Selecteer met de draaiknop een tempo
2
van 011 t/m 280 slagen van een
kwartnoot per minuut.
Druk tegelijkertijd op de knoppen [+] en [-] om
de waarde van het standaardtempo van een
stijl onmiddellijk opnieuw in te stellen.
Het stijlvolume aanpassen
Druk op de knop [STYLE] om de stijlfunctie te
activeren.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item Style Volume met de
2
CATEGORY-knoppen [
r
] en [f].
U kunt het tempo tijdens het afspelen van een stijl
wijzigen door tweemaal op de knop [TEMPO/
TAP] te drukken.
Stel het stijlvolume met de draaiknop in
3
op een waarde tussen 000 en 127.
Referentie
Gebruikershandleiding
79
Page 80
Stijlfuncties (functies voor automatische begeleiding)
Splitpunt (54: F#2)
Splitvoice
Mainvoice
OPMERKING
Verschijnt als automatische begeleiding
actief is
Begeleidings-
gedeelte
Het splitpunt instellen
De standaardwaarde voor het splitpunt is toetsnummer
54 (de toets F#2), maar u kunt deze op de hieronder
beschreven manier wijzigen in een andere toets.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item Split point met de
2
CATEGORY-knoppen [
r
] en [f].
Een stijl met akkoorden maar
zonder ritme spelen (stop
begeleiding)
Als de automatische begeleiding is aangezet (in dat
geval is het ACMP ON-pictogram zichtbaar) en
Synchro Start is uit, kunt u akkoorden spelen in het
gedeelte voor de linkerhand (begeleiding) van het
keyboard terwijl de stijl is gestopt, en toch de
begeleidingsakkoorden horen. Dit is 'Stop
Accompaniment', waarbij iedere vingerzetting op de
akkoorden die door het instrument wordt herkend, kan
worden gebruikt.
Druk op de knop [ACMP ON/OFF] om de
automatische begeleiding aan te zetten
nadat u op de knop [STYLE] hebt gedrukt.
Stel het splitpunt met de draaiknop in op
3
Referentie
een toets tussen 021 (A-1) en 108 (C7).
• Als u het splitpunt wijzigt, verandert ook het splitpunt
voor automatische begeleiding.
• Het splitpunt kan niet tijdens een les worden gewijzigd.
• De splitvoice klinkt als de splitpunttoets wordt gespeeld.
80
Gebruikershandleiding
Page 81
Stijlfuncties (functies voor automatische begeleiding)
AI Fingered
Er kunnen minder dan drie noten worden gespeeld om
de akkoorden aan te geven (op basis van het eerder
gespeelde akkoord enzovoort).
Houd de knop [ACMP ON/OFF] langer
1
dan een seconde ingedrukt om de
functie 'Chord Fingering' te selecteren.
In deze modus kunnen geen gemakkelijke
akkoorden worden gedetecteerd.
Stijlen spelen met het volledige
keyboard
In 'Meespelen met een stijl' op pagina 25 hebben we
een methode beschreven om stijlen te spelen waarbij
akkoorden alleen links van het splitpunt van het
keyboard werden gedetecteerd. Met de instellingen
die hieronder worden beschreven, gebeurt de
akkoorddetectie voor de stijlbegeleiding over het
volledige keyboard, waardoor er een nog
dynamischere stijl kan worden toegepast. In deze
modus kunnen geen gemakkelijke akkoorden worden
gedetecteerd.
Houd de knop [ACMP ON/OFF] langer
1
dan een seconde ingedrukt om de
functie 'Chord Fingering' te selecteren.
Selecteer 3 'AI Fingered' met de
2
draaiknop.
Selecteer 1 'Multi Finger' om de vingerzetting van
het akkoord terug te zetten op de
standaardinstelling.
Selecteer 2 'FullKeyboard' met de
2
draaiknop.
Selecteer 1 'Multi Finger' om de vingerzetting van
het akkoord terug te zetten op de
standaardinstelling.
Gebruikershandleiding
Referentie
81
Page 82
Stijlfuncties (functies voor automatische begeleiding)
Langer dan een
seconde ingedrukt
houden.
Akkoordnaam
(grondtoon en soort)
Akkoordnotatie
Afzonderlijke noten van het akkoord (keyboard)
OPMERKING
Akkoorden opzoeken in het woordenboek voor akkoorden
De woordenboekfunctie is in feite een ingebouwd akkoordenboek waarin u de afzonderlijke noten van akkoorden
kunt zien. Dit is ideaal als u de naam van een bepaald akkoord weet en snel wilt leren hoe u dit akkoord kunt spelen.
Houd de knop [MINUS ONE] langer dan
1
een seconde ingedrukt.
Druk op de toets 'M7' (majeurseptiem) in
3
het gedeelte van het keyboard met het
opschrift 'CHORD TYPE'. (De noot geeft
geen geluid.) De noten die u zou moeten
spelen voor het opgegeven akkoord
(grondtoon en akkoordtype), worden in
de display getoond, zowel in de notatie
als in het toetsoverzicht.
Als voorbeeld gaat u leren hoe u een
2
GM7-akkoord (G-majeurseptiem) moet
spelen. Druk op de toets 'G' in het
gedeelte van het keyboard met het
Referentie
opschrift 'ROOT'. (De noot geeft geen
geluid.) De grondtoon die u instelt,
wordt in de display weergegeven.
Druk op de [+]/[-]-knoppen om mogelijke
inversies van het akkoord op te roepen.
82
Gebruikershandleiding
• Over majeurakkoorden: Eenvoudige majeurakkoorden
worden gewoonlijk alleen aangegeven met de
grondtoonnoot. 'C' verwijst bijvoorbeeld naar C-majeur.
Als u hier echter majeurakkoorden wilt aangeven, let er
dan op dat u 'M' (majeur) selecteert na het selecteren
van de grondtoonnoot.
• Houd er rekening mee dat de akkoordsoorten die hier
worden uitgelegd, noten voor de linkerhand zijn die op
verschillende stijlen worden toegepast en verschillen
van degene voor de speelhulpfunctie.
Probeer een akkoord in het
4
automatische begeleidingsgedeelte van
het keyboard te spelen terwijl u de
aanduidingen in de display bekijkt. Als u
het akkoord juist hebt gespeeld, klinkt er
een belgeluid om dit aan te geven. De
akkoordnaam in de display knippert.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAINdisplay terug te keren.
Page 83
Songinstellingen
Huidige tempowaarde
Songvolume-item
Kan op een waarde tussen 000 en
127 worden ingesteld
OPMERKING
Het tempo van de song wijzigen
Songs kunnen op elk gewenst tempo worden
afgespeeld: snel of langzaam.
Druk op de knop [TEMPO/TAP] om de
1
tempo-instelling in de display weer te
geven na het selecteren van een song.
Selecteer met de draaiknop een tempo
2
van 011 t/m 280 slagen van een
kwartnoot per minuut.
Druk de knoppen [+] en [-] tegelijkertijd in om de
waarde onmiddellijk terug te zetten naar het
standaardtempo van een song.
U kunt het tempo tijdens het afspelen van een
song wijzigen door tweemaal op de knop
[TEMPO/TAP] te drukken.
Song Volume
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item Song Volume met de
2
CATEGORY-knoppen [
Stel het songvolume met de draaiknop
3
in op een waarde tussen 000 en 127.
• Het songvolume kan worden aangepast terwijl er een
song is geselecteerd.
r
] en [f].
Referentie
Gebruikershandleiding
83
Page 84
Songinstellingen
OPMERKING
Tracknummer met rand
… track bevat data en wordt niet gedempt.
Tracknummer zonder rand
... track bevat data maar is gedempt.
Geen tracknummer… geen data.
A-B Repeat
Met deze functie kunt u een sectie van een song
opgeven om die herhaald af te spelen. 'A' is hierbij het
beginpunt, 'B' het eindpunt.
AB
Speel de song af en druk op de knop
1
[A-B REPEAT] aan het begin van de
sectie die u wilt herhalen (punt 'A').
Druk nogmaals op de knop [A-B
2
REPEAT] aan het eind van de sectie die
u wilt herhalen (punt 'B').
Onafhankelijke songtracks
dempen
Elke 'track' van een song speelt een verschillende
partij van de song af: melodie, percussie, begeleiding
enz. U kunt afzonderlijke tracks dempen en de
gedempte partij zelf op het keyboard spelen, of
gewoon tracks dempen die u niet wilt horen. U kunt
een track dempen door op de desbetreffende
trackknop (TRACK [1] - [5], [A]) te drukken. Druk
nogmaals op dezelfde knop om het dempen van de
track op te heffen.
Referentie
De opgegeven sectie A-B van de song
3
wordt nu herhaaldelijk afgespeeld.
U kunt het herhaald afspelen stoppen door op de
knop [A-B REPEAT] te drukken.
• Het begin- en eindpunt voor de herhaling kunnen niet
binnen dezelfde maat vallen.
• Tijdens het afspelen wordt het huidige maatnummer in
84
de display weergegeven.
• Als u het beginpunt 'A' wilt instellen aan het begin van
de song, drukt u op de knop [A-B REPEAT] voordat u de
song gaat afspelen.
Gebruikershandleiding
De melodievoice wijzigen
U kunt de melodievoice van een song wijzigen in elke
andere gewenste voice.
Houd de knop [VOICE] tijdens het afspelen van een
song langer dan een seconde ingedrukt. De display
VOICE SELECT (MELODY R of MELODY L)
wordt geopend, waarin u de Melody R- of Melody Lvoice kunt kiezen. Als u op de knop [VOICE] drukt,
kunt u schakelen tussen VOICE SELECT MELODY
R en MELODY L. Selecteer de voice met de
draaiknop. Terwijl u verschillende melodievoices
selecteert, verandert alleen de melodievoice. De song
verandert niet.
Page 85
Songinstellingen
Langer dan een seconde
ingedrukt houden.
BGM afspelen
Met de standaardinstelling wordt slechts één
demosong afgespeeld en herhaald wanneer op de
knop [DEMO/BGM] wordt gedrukt. U kunt deze
instelling zo wijzigen dat alle interne songs, alle songs
die van een computer naar het instrument zijn
overgebracht, of alle MIDI-songs op een USBflashgeheugen dat op het instrument is aangesloten,
worden afgespeeld. Er zijn vijf verschillende
afspeelgroepen waaruit u kunt kiezen. Selecteer de
instelling die het beste past bij wat u wilt.
Houd de knop [DEMO/BGM] langer dan
1
een seconde ingedrukt om de
selectiedisplay 'Demo Group' te
openen.
In de display wordt het geselecteerde doel voor
herhaald afspelen weergegeven.
Songs in willekeurige volgorde
afspelen
In de modus voor willekeurig afspelen worden de
songs die zijn geselecteerd voor BGM afspelen in
willekeurige volgorde afgespeeld.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Druk net zo vaak op de CATEGORY-
2
knoppen [
'Demo Play Mode' te selecteren.
In de display wordt de geselecteerde modus voor
herhaald afspelen weergegeven.
U kunt de modus voor herhaald afspelen niet
selecteren als 'Demo' is geselecteerd als
herhaalde afspeelgroep.
r
] en [f] als nodig is om
Selecteer met de draaiknop een
2
herhaalde afspeelgroep uit de volgende
tabel.
DemoDemosong
PresetAlle presetsongs
UserAlle gebruikerssongs
Download
USB
Alle songs die vanaf een
computer zijn overgebracht
Alle songs die zijn opgeslagen
in USB-flashgeheugen dat is
aangesloten op het instrument.
Selecteer 'Random' met de draaiknop.
3
Selecteer 'Normal' als u de normale afspeelmodus
wilt herstellen.
Gebruikershandleiding
Referentie
85
Page 86
De functies
De
geselecteerde
functie
Functiecategorie
Vorig item
Waarde
Volgend item
Rechtstreekse
numerieke
invoer.
Gelijktijdig
indrukken om de
standaardinstelling
terug te halen.
• De waarde
met 1
verhogen.
•ON
•Uitvoeren
• De waarde
met 1
verlagen.
•OFF
• Annuleren
Via de functies hebt u toegang tot een hele reeks gedetailleerde instrumentparameters
voor het stemmen, het instellen van het splitpunt en het aanpassen van de voices en
effecten. Bekijk de lijst met functies op de tegenoverliggende pagina. Er zijn in totaal
53 functieparameters.
Als u een functie vindt die u wilt instellen, selecteert u gewoon de weergavenaam van
de functie en past u de functie vervolgens naar wens aan.
Functies selecteren en instellen
Zoek de functie die u wilt instellen in de
1
lijst die begint op pagina 87.
Stel met de draaiknop, de knoppen [+]
4
en [-] of de nummerknoppen [0] - [9] de
geselecteerde functie naar wens in.
Druk op de knop [FUNCTION].
2
Referentie
Selecteer een functie.
3
Druk net zo vaak op de CATEGORY-knoppen
[
r
] en [f] tot de weergavenaam van de functie
in de display wordt weergegeven.
Met de knoppen [+] en [-] kunt u instellingen van
het type ON/OFF maken: [+] = ON, [-] = OFF.
In sommige gevallen wordt met de knop [+] de
uitvoering van de geselecteerde functie gestart.
Met de knop [-] wordt de selectie ongedaan
gemaakt.
Gebruikershandleiding
86
Sommige functie-instellingen worden in het geheugen
opgeslagen zodra ze gewijzigd zijn. Raadpleeg 'De
back-upparameters' op pagina 64 voor informatie over
de functie-instellingen die op het instrument worden
opgeslagen.
Als u alle standaardinstellingen wilt herstellen, moet u
de procedure 'Back-up wissen' uitvoeren (zie
'Initialisatie' op pagina 64).
Style Volume000 - 127Bepaalt het volume van de stijl.
Song Volume000 - 127Bepaalt het volume van de song.
Transpose-12 - +12Bepaalt de toonhoogte van het instrument in eenheden van een halve toon.
Tuning-100 - +100
Pitch Bend Range01 - 12Bepaalt het pitchbendbereik in stappen van een halve toon.
Split Point021(A-1) - 108(C7)
1(Soft),
Touch Sensitivity
Chord Fingering
Main Volume000 - 127Bepaalt het volume van de mainvoice.
Main Octave-2 - +2Bepaalt het octaafbereik voor de mainvoice.
Main Pan
Main Reverb Level000 - 127
Main Chorus Level000 - 127
Main DSP Level000 - 127
Dual Volume000 - 127Bepaalt het volume van de dualvoice.
Dual Octave-2 - +2Bepaalt het octaafbereik voor de dualvoice.
Dual Pan
Dual Reverb Level000 - 127
Dual Chorus Level000 - 127
Dual DSP Level000 - 127
2(Medium),
3(Hard),
4(Off)
1(Multi Finger),
2(FullKeyboard),
3(AI Fingered)
000 (links) 64 (midden) 127 (rechts)
000 (links) 64 (midden) 127 (rechts)
Bepaalt de toonhoogte van het geluid van het instrument in eenheden van 1
cent.
Bepaalt de hoogste toets voor de splitvoice en stelt het 'splitpunt' in (met
andere woorden, de toets die de grens vormt tussen de splitvoice (laag) en
de mainvoice (hoog)). De splitpuntinstelling en
begeleidingssplitpuntinstelling worden automatisch ingesteld op dezelfde
waarde.
Bepaalt de gevoeligheid van de functie.
Stelt de akkoorddetectiemodus in. Bij meervoudige vingerzetting (Multi
Finger) worden zowel de normale akkoorden gedetecteerd als de
eenvoudige akkoorden die links van het splitpunt worden gespeeld. In de
modus voor een volledig keyboard worden normale akkoorden die waar ook
op het keyboard worden gespeeld, gedetecteerd en geven de gespeelde
noten ook geluid. In de modus AI Fingered kunnen minder dan drie noten
worden gespeeld om de akkoorden aan te geven (op basis van het eerder
gespeelde akkoord enzovoort).
Bepaalt de panpositie van de mainvoice in het stereobeeld. Bij de waarde '0'
wordt het geluid volledig links gepand; bij de waarde '127' wordt het geluid
volledig rechts gepand.
Bepaalt hoeveel van het mainvoicesignaal naar het reverbeffect wordt
verzonden.
Bepaalt hoeveel van het mainvoicesignaal naar het choruseffect wordt
verzonden.
Bepaalt hoeveel van het mainvoicesignaal naar het DSP-effect wordt
verzonden.
Bepaalt de panpositie van de dualvoice in het stereobeeld. Bij de waarde '0'
wordt het geluid volledig links gepand; bij de waarde '127' wordt het geluid
volledig rechts gepand.
Bepaalt hoeveel van het dualvoicesignaal naar het reverbeffect wordt
verzonden.
Bepaalt hoeveel van het dualvoicesignaal naar het choruseffect wordt
verzonden.
Bepaalt hoeveel van het dualvoicesignaal naar het DSP-effect wordt
verzonden.
Split Volume000 - 127Bepaalt het volume van de splitvoice.
Split Octave-2 - +2Bepaalt het octaafbereik voor de splitvoice.
SPLIT VOICE
EFFECT
HARMONY
PATP. A . T. Ty p e
PCPC ModePC1/PC2/OFF
Split Pan
Split Reverb Level000 - 127
Split Chorus Level000 - 127
Reverb Type01 - 36Bepaalt het reverbtype, waaronder Off.
Chorus Type1 - 45Bepaalt het chorustype, waaronder Off.
DSP ON/OFFON/OFFHiermee wordt bepaald of het DSP-effect is in- of uitgeschakeld.
DSP Type001 - 239Bepaalt het DSP-type.
SustainON/OFF
Master EQ Type
Harmony Type01 - 26Bepaalt het harmonietype.
Harmony Volume000 - 127Bepaalt het volume van het harmonie-effect.
000 (links) 64 (midden) 127 (rechts)
1(Speaker 1),
2(Speaker 2),
3(Headphones),
4(Line Out 1),
5(Line Out 2)
CHORD,
CHORD/FREE,
MELODY,
CHORD/MELODY
Referentie
LocalON/OFF
External ClockON/OFF
Keyboard OutON/OFF
MIDI
METRONOME
Style OutON/OFF
Song OutON/OFF
Initial SetupYES/NO
Time Signature Numerator
Time Signature Denominator
BellON/OFFBepaalt of een belaccent klinkt (ON) of niet (OFF).
Metronome Volume000 - 127Bepaalt het volume van de metronoom.
01 - 60Bepaalt de maatsoort van de metronoom.
2, 4, 8, 16Bepaalt de lengte van elke metronoomtel.
Bepaalt de panpositie van de splitvoice in het stereobeeld. Bij de waarde '0'
wordt het geluid volledig links gepand; bij de waarde '127' wordt het geluid
volledig rechts gepand.
Bepaalt hoeveel van het splitvoicesignaal naar het reverbeffect wordt
verzonden.
Bepaalt hoeveel van het splitvoicesignaal naar het choruseffect wordt
verzonden.
Bepaalt of panelsustain altijd of nooit wordt toegepast op de main-/
dualvoice. Panelsustain wordt doorlopend toegepast als deze aan staat
(ON), en nooit wanneer deze uit staat (OFF).
Stelt de equalizer voor de uitgang van de speaker in op een optimaal geluid
in verschillende luistersituaties.
Bepaalt het type van de speelhulpfunctie.
Optimaliseert de MIDI-instellingen als u het instrument aansluit op een
computer.
Bepaalt of het keyboard van het instrument de interne toongenerator wel
(ON) of niet aanstuurt (OFF).
Bepaalt of het instrument synchroniseert met de interne klok (OFF) of met
een externe klok (ON).
Bepaalt of de prestatiedata van het keyboard worden verzonden (ON) of niet
(OFF).
Bepaalt of stijldata wel (ON) of niet (OFF) via USB worden verzonden tijdens
het afspelen van stijlen.
Bepaalt of een gebruikerssong wel (ON) of niet (OFF) via USB wordt
verzonden tijdens het afspelen van songs.
Met deze functie kunt u de data van de paneelinstellingen naar een
computer verzenden. Druk op [+] om te verzenden, of druk op [
annuleren.
* Al deze instellingen kunnen gemakkelijk worden teruggezet op hun oorspronkgelijke standaardwaarden door tegelijkertijd op de
knoppen [+] en [-] te drukken.
(De uitzondering hierop is Initial Send, wat een handeling is en geen instelling.)
Afhankelijk van de songdata kunt u de notatie leesbaarder maken door de
timing van de noten aan te passen.
Dit bepaalt de minimumtimingresolutie die in de song wordt gebruikt. Als een
song bijvoorbeeld zowel kwartnoten als achtste noten bevat, zou u deze
waarde moeten instellen op 'eight note' (achtste noot). Alle noten en rusten
die korter zijn dan deze waarde, worden niet in de notatie weergegeven.
Bepaalt het gidstracknummer voor de les voor uw rechterhand. Deze
instelling is effectief voor songs in SMF-indeling 0 en 1 die vanaf een
computer zijn overgebracht.
Bepaalt het gidstracknummer voor uw linkerhandles. Deze instelling is
effectief voor songs in SMF-indeling 0 en 1 die vanaf een computer zijn
overgebracht.
Bepaalt of de demoannuleerfunctie is geactiveerd. Als deze instelling aan
staat (ON), wordt de demosong niet afgespeeld, zelfs niet wanneer u op de
knop [DEMO/BGM] drukt.
Bepaalt de groep voor herhaald afspelen.
Bepaalt de modus voor herhaald afspelen.
Bepaalt de weergavetaal voor de songbestandsnamen, songteksten en
bepaalde displaymededelingen. Alle andere berichten en namen worden in
het Engels getoond. Als dit op Japans is ingesteld, worden de
bestandsnamen met Japanse lettertekens weergegeven. De display voor de
songteksten volgt de oorspronkelijke taalinstelling in de songdata. Als een
dergelijke instelling niet bestaat, wordt deze instelling gebruikt.
Gebruikershandleiding
Referentie
89
Page 90
Data opslaan en laden
Bezig met
installeren
(knippert)
Geïnstal-
leerd
(brandt)
OPMERKING
OPMERKING
USB-flashgeheugen is een geheugenmedium dat wordt gebruikt om data op te slaan.
Als er een USB-flashgeheugenapparaat is geplaatst in de USB TO DEVICE-aansluiting
van dit instrument, kunnen geregistreerde instellingen worden opgeslagen van of
geladen in het instrument.
In deze sectie bekijken we de procedures voor het instellen en formatteren van USBflashgeheugenapparaten en voor het opslaan en laden van data van en naar deze apparaten.
Zie 'Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een USB TO DEVICE-aansluiting' op
pagina 91 voordat u een USB-apparaat gebruikt.
Een USB-flashgeheugen aansluiten
Sluit een USB-flashgeheugen aan op de
1
USB TO DEVICE-aansluiting en let
Druk op de knop [FILE CONTROL] om
3
de display FILE CONTROL te openen.
daarbij op de juiste richting.
Druk in de display FILE CONTROL op de
CATEGORY-knoppen [
r
] en [f] om de
bestandsbewerkingen weer te geven die hieronder
Soms wordt een bericht (informatie- of
bevestigingsdialoog) in de display
Referentie
weergegeven om de bediening te
vergemakkelijken. Zie 'Berichten' op
pagina 110 voor een uitleg van elk bericht.
Wacht op bevestiging dat het USB-
2
flashgeheugen correct is aangesloten.
worden beschreven.
MenuNaslagpagina
Format92
User File Save93
User Song Save94
Load95
USB Delete96
User Delete96
Als u op de knop [FILE CONTROL] drukt terwijl
er een niet-geformatteerd USB-flashgeheugen op
het instrument is aangesloten, wordt automatisch
de functie 'Format' geselecteerd.
90
Gebruikershandleiding
Als u de display FILE CONTROL wilt sluiten,
drukt u op de knop [EXIT].
• Er wordt geen geluid voortgebracht wanneer u op het
keyboard speelt terwijl de display FILE CONTROL
zichtbaar is. In deze toestand zijn ook alleen knoppen
actief die verband houden met de bestandsfuncties.
• De display FILE CONTROL wordt in de volgende
gevallen niet weergegeven:
• Tijdens het afspelen van een stijl of song
• Tijdens een les.
• Tijdens het laden van data van een USBflashgeheugen.
Page 91
Data opslaan en laden
LET OP
LET OP
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van de USB TO
DEVICE-aansluiting
Dit instrument heeft een ingebouwde USB TO
DEVICE-aansluiting. Ga voorzichtig om met het
USB-apparaat als u dit op de aansluiting aansluit.
Volg de onderstaande belangrijke
voorzorgsmaatregelen.
OPMERKING
• Hoewel cd-r/rw-stations kunnen worden gebruikt om data op
het instrument in te lezen, kunnen ze niet worden gebruikt om
data op te slaan.
Compatibele USB-apparaten
• USB-opslagapparaten (flashgeheugen, schijfstation)
Het instrument ondersteunt niet noodzakelijkerwijs
alle commercieel beschikbare USB-apparaten.
Yamaha kan de werking niet garanderen van USBapparaten die u aanschaft. Ga voordat u een USBapparaat aanschaft voor gebruik met dit instrument
naar de volgende webpagina:
http://music.yamaha.com/download/
OPMERKING
• Andere USB-apparaten zoals een computertoetsenbord of
muis kunnen niet worden gebruikt.
USB-opslagapparaten gebruiken
Als u het instrument aansluit op een USBopslagapparaat, kunt u het aangesloten apparaat
gebruiken voor zowel het opslaan van de door u
gemaakte data als het lezen van opgeslagen data.
OPMERKING
• Hoewel cd-r/rw-stations kunnen worden gebruikt om data op
het instrument in te lezen, kunnen deze niet worden gebruikt
voor het opslaan van data.
Het nummer van het te gebruiken
USB-opslagapparaat
Er kan slechts één USB-opslagapparaat worden
aangesloten op de aansluiting USB TO DEVICE.
USB-opslagmedia formatteren
Als een USB-opslagapparaat wordt aangesloten of als
er een medium wordt geplaatst, kan er een bericht
verschijnen waarin u wordt gevraagd het apparaat/
medium te formatteren. Als dat gebeurt, voert u de
Format-handeling uit (pagina 92).
• Door te formatteren, worden alle bestaande data
overschreven. Zorg dat het medium dat u formatteert geen
belangrijke data bevat.
USB-apparaat aansluiten
• Zorg als u een USB-apparaat aansluit op de USB TO
DEVICE-aansluiting, dat u de juiste aansluiting op
het apparaat gebruikt en het apparaat in de juiste
richting aansluit.
• Hoewel het instrument de USB 1.1-standaard
ondersteunt, kunt u ook een USB 2.0-opslagapparaat
aansluiten en gebruiken met het instrument. De
overdrachtssnelheid is in dit geval echter wel die
van USB 1.1.
Uw data beveiligen
(schrijfbeveiliging)
Gebruik de schrijfbeveiliging van het opslagapparaat
of -medium om te voorkomen dat belangrijke data
onopzettelijk worden gewist. Als u data op het USBopslagapparaat wilt opslaan, moet schrijfbeveiliging
zijn uitgeschakeld.
USB-opslagapparaat aansluiten/
verwijderen
Controleer voordat u het medium van het apparaat
verwijdert of het instrument geen data gebruikt (zoals
bij het opslaan en verwijderen van data).
• Vermijd het snel achter elkaar aan-/uitzetten van het USBopslagapparaat, of het te vaak aansluiten/loskoppelen van
het apparaat. Als u dit toch doet, loopt u het risico dat het
instrument vastloopt. Haal de USB-aansluiting NIET los,
verwijder de media NIET uit het apparaat en schakel de
apparaten NIET uit terwijl het instrument data gebruikt
(bijvoorbeeld tijdens opslaan, verwijderen, laden en
formatteren) of terwijl het USB-opslagapparaat wordt
gekoppeld (meteen na het aansluiten). Als u dit toch doet,
kunnen de data op een of beide apparaten beschadigd raken.
Gebruikershandleiding
Referentie
91
Page 92
Data opslaan en laden
LET OP
LET OP
OPMERKING
Alle instructies in dit hoofdstuk zijn bedoeld
voor de display FILE CONTROL. Druk op de
knop [FILE CONTROL] om de display FILE
CONTROL te openen.
USB-flashgeheugen formatteren
Het nieuwe USB-flashgeheugen moet worden
geformatteerd voordat het door dit instrument kan
worden gebruikt.
• Als een USB-flashgeheugen dat data bevat, wordt
geformatteerd zoals hieronder wordt beschreven, worden
alle data gewist. Controleer vóór het formatteren van een
USB-flashgeheugen of het geen belangrijke data bevat.
Selecteer het item Format met de
1
CATEGORY-knoppen [
U wordt om bevestiging gevraagd.
r
] en [f].
Referentie
Druk op de knop [EXECUTE]. U wordt
2
om bevestiging gevraagd.
Op dit punt kunt u op de knop [-] drukken om de
bewerking te annuleren.
Als u nogmaals op de knop [EXECUTE]
3
of de knop [+] drukt, wordt de
formattering gestart.
• Zodra in de display het bericht wordt weergegeven
dat de formattering is gestart, kunt u deze bewerking
niet meer annuleren. Schakel de stroom tijdens deze
bewerking niet uit en verwijder ook het USBflashgeheugen niet.
In de display wordt het bericht
4
weergegeven dat de bewerking is
beëindigd.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAINdisplay terug te keren.
• Als het USB-flashgeheugen tegen schrijven is beveiligd,
wordt een bericht in de display weergegeven en kunt u
de bewerking niet uitvoeren.
Gebruikershandleiding
92
Page 93
Data opslaan en laden
OPMERKING
Cursor
De draaiknop
selecteert
tekens
Te ke n
verwijderen
Cursor
rechts
Cursor
links
LET OP
OPMERKING
Gebruikersbestanden
(registratiegeheugen) opslaan in het
USB-flashgeheugen
Met deze bewerking wordt een 'gebruikersbestand'
met de data uit het registratiegeheugen opgeslagen op
een USB-flashgeheugenapparaat. Het
gebruikersbestand krijgt de extensie '.usr', die niet in
de display van het instrument wordt weergegeven.
Selecteer het item Regist Save met de
1
CATEGORY-knoppen [
Er wordt automatisch een standaardbestandsnaam
gemaakt.
r
] en [f].
Verander de bestandsnaam indien nodig.
3
• Met de knop [-] kunt u de cursor naar links
verplaatsen; met de knop [0] kunt u de cursor
naar rechts verplaatsen.
• Selecteer met de draaiknop een teken voor de
huidige locatie van de cursor.
• Met de knop [+] kunt u het teken op de locatie
van de cursor verwijderen.
Druk op de knop [EXECUTE]. U wordt
4
om bevestiging gevraagd.
U kunt de opslag nu nog annuleren door op de
knop [-] te drukken.
Een bestaand bestand overschrijven
Als u een bestand wilt overschrijven dat op het
USB-flashgeheugen staat, selecteert u het
bestand met de knoppen [+] en [-] en gaat u
verder met stap 4.
• In één enkel USB-flashgeheugen kunnen maximaal 100
gebruikersbestanden worden opgeslagen.
Druk op de knop [EXECUTE]. Onder het
2
eerste teken van de bestandsnaam
verschijnt een cursor.
Als u nogmaals op de knop [EXECUTE]
5
of de knop [+] drukt, wordt het bestand
opgeslagen.
Gebruikersbestanden worden opgeslagen in de
map 'USER FILES', die automatisch in het USBflashgeheugen wordt aangemaakt.
• Zodra het bericht in de display wordt weergegeven
dat data worden opgeslagen, kan de bewerking niet
meer worden geannuleerd. Schakel tijdens deze
bewerking de stroom niet uit en verwijder ook het
USB-flashgeheugen niet.
In de display wordt het bericht
6
weergegeven dat de bewerking is
beëindigd.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAINdisplay terug te keren.
• Als u een bestaande bestandsnaam opgeeft, wordt u
om bevestiging gevraagd. Druk op [EXECUTE] of [+] als
het bestand mag worden overschreven, of op [-] om te
annuleren.
• Hoe lang het opslaan duurt, is afhankelijk van de staat
van het USB-flashgeheugen.
Referentie
Gebruikershandleiding
93
Page 94
Data opslaan en laden
De naam van de
brongebruikerssong.
De naam van het bestand
dat u wilt opslaan
Cursor
LET OP
OPMERKING
Een gebruikerssong opslaan in het
USB-flashgeheugen
Met deze bewerking wordt een gebruikerssong
(songnummer 031 - 035) opgeslagen in USBflashgeheugen.
Selecteer het item User Song Save met
1
de CATEGORY-knoppen [
De SOURCE FILE (de naam van een
gebruikerssong) wordt gemarkeerd.
r
] en [f].
Druk op de knop [EXECUTE].
4
Onder het eerste teken van de bestandsnaam
verschijnt een cursor.
Verander de bestandsnaam indien
5
nodig.
Zie 'Gebruikersbestanden (registratiegeheugen)
opslaan in het USB-flashgeheugen' op pagina 93
voor de invoer van de bestandsnaam.
Druk op de knop [EXECUTE]. U wordt
6
om bevestiging gevraagd.
U kunt de opslag nu nog annuleren door op de
knop [-] te drukken.
Als u nogmaals op de knop [EXECUTE]
7
Referentie
Selecteer de brongebruikerssong.
2
U kunt gelijktijdig op de knoppen [+] en [-]
drukken om de eerste gebruikerssong te
selecteren.
Druk op de knop [EXECUTE].
3
De DESTINATION SONG wordt gemarkeerd en
er wordt automatisch een standaardnaam
gemaakt.
Een bestaand bestand overschrijven
Als u een bestand wilt overschrijven dat al in
het USB-flashgeheugen staat, selecteert u het
bestand met de draaiknop of de knoppen [+] en
[-] en gaat u verder met stap 6.
of de knop [+] drukt, wordt het bestand
opgeslagen.
Gebruikerssongs worden opgeslagen in de map
'USER FILES', die automatisch in het USBflashgeheugen wordt aangemaakt.
• Zodra het bericht in de display wordt weergegeven
dat data worden opgeslagen, kan de bewerking niet
meer worden geannuleerd. Schakel tijdens deze
bewerking de stroom niet uit en verwijder ook het
USB-flashgeheugen niet.
In de display wordt het bericht
8
weergegeven dat de bewerking is
beëindigd.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAINdisplay terug te keren.
• Als u een bestaande bestandsnaam opgeeft, wordt u
om bevestiging gevraagd. Druk op [EXECUTE] of [+] als
het bestand mag worden overschreven, of op [-] om te
annuleren.
• Hoe lang het opslaan duurt, is afhankelijk van de staat
van het USB-flashgeheugen.
Gebruikershandleiding
94
Page 95
Data opslaan en laden
LET OP
LET OP
Bestanden laden uit een USBflashgeheugen
Gebruikersbestanden en stijl-, song- en
muziekdatabasebestanden in een USB-flashgeheugen
kunnen naar het instrument worden geladen.
• Als u een gebruikersbestand laadt, worden data in het
registratiegeheugen overschreven door de zojuist geladen
gegevens. Sla belangrijke data op een USB-flashgeheugen
op voordat u data laadt die oudere data overschrijven.
Selecteer het item Load met de
1
CATEGORY-knoppen [
r
] en [f].
Druk nogmaals op de knop [EXECUTE]
4
of op de knop [+]. De laadbewerking
begint.
• Zodra het bericht in de display wordt weergegeven
dat de data worden geladen, kunt u de bewerking niet
meer annuleren. Schakel tijdens deze bewerking de
stroom niet uit en verwijder ook het USBflashgeheugen niet.
In de display wordt het bericht
5
weergegeven dat de bewerking is
beëindigd.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAINdisplay terug te keren.
Selecteer met de draaiknop het bestand
2
dat u wilt laden.
Eerst worden alle gebruikersbestanden in het
USB-flashgeheugen weergegeven, gevolgd door
de stijlbestanden, songbestanden en
muziekdatabasebestanden.
Bestanden moeten in de map 'User Files' in het
USB-flashgeheugen staan. Bestanden buiten die
map worden niet herkend.
Druk op de knop [EXECUTE]. U wordt
3
om bevestiging gevraagd.
U kunt het laden nu nog annuleren door op de
knop [-] te drukken.
Gebruikershandleiding
Referentie
95
Page 96
Data opslaan en laden
LET OP
LET OP
Data verwijderen van een USBflashgeheugen
Met deze procedure verwijdert u gebruikers-, stijl- en
muziekdatabasebestanden en songbestanden die op dit
instrument zijn gemaakt uit een USB-flashgeheugen.
Selecteer het item USB Delete met de
1
CATEGORY-knoppen [
Selecteer met de draaiknop het bestand
2
dat u wilt verwijderen.
Eerst worden alle gebruikersbestanden in het
USB-flashgeheugen weergegeven, gevolgd door
de stijlbestanden, songbestanden en
Referentie
muziekdatabasebestanden.
Bestanden moeten in de map 'User Files' in het
USB-flashgeheugen staan. Bestanden buiten die
map worden niet herkend.
Druk op de knop [EXECUTE]. U wordt
3
om bevestiging gevraagd.
U kunt de wisopdracht nu nog annuleren door op
de knop [-] te drukken.
Als u nogmaals op de knop [EXECUTE]
4
of de knop [+] drukt, wordt het bestand
gewist.
• Zodra het bericht in de display wordt weergegeven
dat de data worden gewist, kunt u de bewerking niet
meer annuleren. Schakel tijdens deze bewerking de
stroom niet uit en verwijder ook het USBflashgeheugen niet.
r
] en [f].
Gebruikersgegevens verwijderen
van het instrument
Met deze procedure wordt de gebruikerssong verwijderd,
evenals stijl-, song- en muziekdatabasebestanden die zijn
overgebracht van een extern apparaat zoals een computer.
Met deze bewerking worden de presetdata niet gewist.
Selecteer het item User Delete met de
1
CATEGORY-knoppen [
Als er geen USB-flashgeheugen is aangesloten op
het instrument, kan alleen 'User Delete' worden
geselecteerd.
Selecteer met de draaiknop het bestand
2
dat u wilt verwijderen.
Eerst worden alle gebruikersbestanden
weergegeven, gevolgd door de song-, stijl- en
muziekdatabasebestanden.
Druk op de knop [EXECUTE]. U wordt
3
om bevestiging gevraagd.
U kunt de wisopdracht nu nog annuleren door op
de knop [-] te drukken.
Als u nogmaals op de knop [EXECUTE]
4
of de knop [+] drukt, wordt het bestand
gewist.
• Zodra in de display het bericht wordt weergegeven
dat de data worden gewist, kunt u de bewerking niet
meer annuleren.
r
] en [f].
In de display wordt het bericht
5
weergegeven dat de bewerking is
beëindigd.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAINdisplay terug te keren.
Gebruikershandleiding
96
In de display wordt het bericht weerge-
5
geven dat de bewerking is beëindigd.
Druk op de knop [EXIT] om naar de MAINdisplay terug te keren.
Page 97
Aansluiten op een computer
USB-aansluitingUSB TO HOST-aansluiting
USB-kabel
Instrument
LET OP
Dit instrument kan op een computer worden aangesloten om MIDI-data of een bestand
over te brengen.
Een pc aansluiten
MIDI Basics
Als u meer wilt weten over MIDI en het gebruik
ervan, leest u dit inleidende boek. MIDI Basics kan
worden gedownload vanuit de Yamaha Manual
Library op:
http://www.yamaha.co.jp/manual/
Als u wilt communiceren met instrumenten en die
instrumenten wilt gebruiken als ze op uw computer
zijn aangesloten, moet de bijbehorende
stuurprogrammasoftware correct op uw computer
worden geïnstalleerd. Dankzij het USB-MIDIstuurprogramma kunnen sequencesoftware en
gelijksoortige toepassingen op uw computer MIDIdata via een USB-kabel naar en van MIDI-apparaten
verzenden en ontvangen. U vindt het USB MIDIstuurprogramma op de cd-rom. Hoe u het USB-MIDIstuurprogramma kunt installeren, leest u op
pagina 104.
• Sluit het instrument uitsluitend op externe apparatuur aan
als alle apparaten zijn uitgezet. Schakel vervolgens eerst
de stroom van het instrument in en daarna van de
aangesloten externe apparatuur. Zet de apparatuur in
omgekeerde volgorde uit.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
van de USB TO HOST-aansluiting
Neem de volgende punten in acht als u de computer
aansluit op de USB TO HOST-aansluiting. Als u dit
niet doet, loopt u het risico dat de computer vastloopt
en dat data worden beschadigd of verloren gaan. Als
de computer of het instrument vastloopt, start u de
toepassingssoftware of het besturingssysteem van de
computer opnieuw op, of schakelt u het instrument uit
en weer in.
• Gebruik een USB-kabel van het type AB die niet
langer is dan ongeveer 3 meter.
• Voordat u de computer op de USB TO HOSTaansluiting aansluit, haalt u de computer uit
eventuele energiebesparende modi (zoals de
sluimerstand, de slaapstand of stand-by).
• Voordat u het instrument inschakelt, verbindt u de
computer met de USB TO HOST-aansluiting.
• Voer de volgende stappen uit voordat u het
instrument in- of uitschakelt en voordat u de USBkabel aansluit op of verwijdert uit de [USB TO
HOST]-aansluiting.
• Sluit eventuele geopende softwaretoepassingen
op de computer af.
• Zorg ervoor dat er geen data door het instrument
worden verzonden. (Er worden data verzonden
als er op het keyboard wordt gespeeld, als er een
song wordt afgespeeld enz.)
• Als er een computer op het instrument is
aangesloten, wacht u minimaal zes seconden tussen
deze handelingen: (1) het uitzetten en vervolgens
weer aanzetten van het instrument, of (2) het
aansluiten en vervolgens weer loshalen van de USBkabel en andersom.
Gebruikershandleiding
Referentie
97
Page 98
Aansluiten op een computer
OPMERKING
Speldata naar en van een computer overbrengen
Als u het instrument aansluit op een computer, kunnen de speldata van het instrument worden gebruikt op de
computer en kunnen speldata van de computer op het instrument worden afgespeeld.
MIDI-instellingen
Deze instellingen hebben specifiek betrekking op het
verzenden en ontvangen van data.
Item
LocalON/OFF
External
Clock
Keyboard
Out
Style OutON/OFF
Song OutON/OFF
Referentie
Als er geen enkel geluid uit het instrument komt, is de
Bereik/
instellingen
ON/OFF
ON/OFF
Beschrijving
Local control (lokale besturing) bepaalt
of de noten die op het instrument
worden gespeeld, door het interne
toongeneratorsysteem worden
weergegeven: het interne
toongeneratorsysteem is actief als de
lokale besturing aan staat en niet-actief
als de lokale besturing uit staat.
Dit bepaalt of het instrument wordt
gesynchroniseerd met de eigen interne
klok (OFF) of met een kloksignaal van
een extern apparaat (ON).
Deze instellingen bepalen of de
prestatiedata van het keyboard worden
verzonden (ON) of niet (OFF).
Deze instellingen bepalen of stijldata
wel (ON) of niet (OFF) worden
verzonden tijdens het afspelen van
stijlen.
Deze instellingen bepalen of
gebruikerssongs wel (ON) of niet
(OFF) worden verzonden tijdens het
afspelen van songs.
PC Mode
Als u speldata wilt uitwisselen tussen de computer en
het instrument moet u enkele MIDI-instellingen
uitvoeren. PC Mode kan in één enkele bewerking op
een eenvoudige manier verschillende instellingen voor
u maken. U kunt kiezen uit drie instellingen: PC1,
PC2 en OFF.
Deze instelling is niet nodig wanneer er song- of
back-upbestanden tussen de computer en het
instrument worden uitgewisseld.
PC1PC2*OFF
LocalOFFOFFON
External ClockONOFFOFF
Song OutOFFOFFOFF
Style OutOFFOFFOFF
Keyboard OutOFFONON
* Stel de pc-modus in op PC2 als u Digital Music Notebook
gebruikt.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
meest voor de hand liggende oorzaak dat Local
Control is uitgeschakeld.
Als de externe klok aan staat (ON) en er geen
kloksignaal wordt ontvangen van een extern apparaat,
worden de functies voor songs, stijl en metronoom
niet gestart.
Druk net zo vaak op de CATEGORY-
2
knoppen [
r
] en [f] als nodig is om het
item PC mode te selecteren.
98
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item waarvan u de waarde
2
wilt wijzigen met de CATEGORYknoppen [
Selecteer ON of OFF met de draaiknop.
3
Gebruikershandleiding
r
] en [f].
Selecteer PC1, PC2 of OFF met de
3
draaiknop.
• Data van presetsongs kunnen niet met de functie Song
Out vanaf het instrument worden verzonden.
Gebruikerssongs wel.
Page 99
Aansluiten op een computer
Initial Send
Met deze functie kunt u de data van de
paneelinstellingen naar een computer verzenden.
Voordat u speldata opneemt op een
sequencertoepassing op uw computer, kunt u het beste
eerst de data van de paneelinstellingen verzenden en
registreren en daarna pas de eigenlijke speldata.
Druk op de knop [FUNCTION].
1
Selecteer het item Initial Send met de
2
CATEGORY-knoppen [
Druk op [+/YES] om te verzenden of
3
druk op [-/NO] om te annuleren.
r
] en [f].
Data overbrengen tussen
computer en instrument
Songs, stijlen of muziekdatabasebestanden op een
computer of de meegeleverde cd-rom kunnen naar het
instrument worden overgebracht. Back-upbestanden
kunnen ook van het instrument naar de computer
worden overgebracht en omgekeerd. U moet het
programma Musicsoft Downloader en het USB-MIDIstuurprogramma die op de meegeleverde cd-rom staan,
installeren op uw computer om bestanden tussen uw
computer en het instrument te kunnen uitwisselen. Zie
de installatiegids voor de cd-rom 'Accessory' op
pagina 102 voor meer informatie over de installatie.
DAta die van een computer naar dit
instrument kunnen worden overgebracht.
Datacapaciteit: 1895 kB
502 bestanden in totaal voor songs, stijlen en
de muziekdatabase.
De SMF-indeling (Standard MIDI File) is een van de
meest gebruikte en meest compatibele sequenceindelingen die worden gebruikt voor het opslaan van
sequencedata. Er zijn twee versies: Format 0 en
Format 1. Een groot aantal MIDI-apparaten is
compatibel met SMF Format 0 en de meeste in de
handel verkrijgbare MIDI-sequencedata worden in
SMF Format 0 geleverd.
Referentie
Met Musicsoft Downloader kunt
u het volgende doen:
Breng bestanden van de computer over naar het
flashgeheugen van het instrument.
zie de procedure die beschreven is op pagina 100.
Als voorbeeld wordt de procedure beschreven
om songs van de cd-rom 'Accessory' van uw
computer naar het instrument over te brengen.
Back-upbestanden kunnen van het instrument naar
een computer worden overgebracht en omgekeerd.
zie de procedure die beschreven is op pagina 101.
* Gebruik de toepassing Musicsoft Downloader met Internet
Explorer 5.5 of hoger.
Gebruikershandleiding
99
Page 100
Aansluiten op een computer
OPMERKING
w Dubbelklik op de map
'SampleData' de map
'SongData' en klik op een
songbestand.
e Klik op
'Open'
q Klik op het cd-romstation
q Klik op 'Electronic Musical
Instruments' en vervolgens op
'Flash Memory'
OPMERKING
Gebruik Musicsoft Downloader om
songs van de de cd-rom 'Accessory'
over te brengen naar het
flashgeheugen van het instrument.
OPMERKING
• Als er een song of een stijl wordt afgespeeld, moet u het
afspelen stoppen voordat u verder gaat.
Installeer Musicsoft Downloader en het
1
stuurprogramma van USB-MIDI op uw
computer en sluit dan de computer en
het instrument aan (pagina 104).
Plaats de meegeleverde cd-rom in het
2
cd-romstation.
Dubbelklik op het pictogram van de
3
snelkoppeling van Musicsoft
Downloader dat op het bureaublad
wordt aangemaakt.
Hiermee wordt de toepassing Musicsoft Downloader
gestart. Het hoofdvenster verschijnt in het scherm.
Op dit punt kunt u een stijl- of
muziekdatabasebestand selecteren op de
computer of cd-rom en dit op dezelfde manier als
een songbestand kopiëren naar het instrument.
Een kopie van het geselecteerde MIDI-
6
songbestand verschijnt in de 'List of
files stored temporarily' bovenaan in
het venster.
Het geheugenmedium wordt ook weergegeven
onderaan in het venster. Hier wordt de
overdrachtsbestemming gespecificeerd. Klik op
'Instrument' en vervolgens op 'Flash memory'.
• Zolang Musicsoft Downloader draait, kan het instrument
niet worden gebruikt.
Referentie
Klik op de knop 'Add File' om het
4
venster Add File te openen.
Klik op de knop rechts van 'Look in'
5
en selecteer het cd-romstation in het
vervolgkeuzemenu dat verschijnt.
Dubbelklik in het venster op de map
'SampleData'. Selecteer het bestand dat
u wilt overbrengen naar het instrument
in de map 'Song Data' en klik op 'Open'.
Nadat u het bestand hebt geselecteerd
7
in de 'List of files stored temporarily',
klikt u op de pijl-omlaag [Move], waarna
een bevestigingsbericht wordt
weergegeven. Klik op [OK]. De song
wordt dan van de lijst met tijdelijk
opgeslagen bestanden naar het
geheugen van het instrument
overgebracht.
• Bestanden die met de Musicsoft Downloader worden
overgebracht naar de hoofdmap van een USBflashgeheugen (elke locatie buiten de map USER FILES
op het USB-flashgeheugenapparaat), kunnen niet
worden verwijderd via de display voor bestandsbeheer
van het instrument. Verwijder dergelijke bestanden met
de knop Delete van Musicsoft Downloader.
Gebruikershandleiding
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.