Whirlpool 1CI-40, AFE 858/1, AFB 904/G, AFB 413, VR 146 NE/1 INSTRUCTION FOR USE [nl]

...
0 (0)

N

 

 

 

 

 

 

C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nederlands

MILIEUVRIENDELIJKE WENKEN

Het behandelen van verpakking en afval Ù

Werp de verpakking van Uw apparaat niet in de vuilnisbak maar selecteer de verschillende soorten materiaal (bijv. karton, polystyreen) en breng deze, volgens de plaatselijke voorschriften, naar de hiervoor bestemde depots.

Verklaring

Dit apparaat bevat onderdelen die in contact kunnen komen met levensmiddelen. De onderdelen voldoen aan de E.E.G richtlijn 89/ 09/CEE.

Informatie

Dit apparaat bevat geen HCFK (het koelcircuit bevat R134a) of HFK (het koelcircuit bevat R600a – Isobutaan). Raadpleeg voor verdere details het typeplaatje op het apparaat.

Voor apparaten met Isobutaan (R600a)

Het koelgas Isobutaan is een natuurlijk gas dat zeer milieuvriendelijk is, maar wel brandbaar.

Daarom is het essentie¨el dat u goed controleert of de buizen van het koelcircuit niet beschadigt zijn.

een contactopening van minstens 3 mm die bereikbaar gemonteerd is.

ELEKTRISCHE AANSLUITING EN IN GEBRUIK NEMEN

Laat het apparaat 1 uur staan vo´o´r u het op het net aansluit. Controleer of de netspanning op het typeplaatje (Fig. 4-5) dat zich in de vriesruimte bevindt, overeenkomt met de netspanning van de woning.

Het is wettelijk verplicht het apparaat te aarden. De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan personen of voorwerpen, welke door het niet opvolgen van dit voorschrift kan ontstaan.

Wanneer het apparaat aangesloten is, en de thermostaatknop niet is ingesteld op het symbool x, gaat het groene en rode kontrolelampje branden (Fig. 1F-1E). Na het instellen van de temperatuur, zoals aangegeven in het volgende hoofdstuk, is de vrieskast klaar voor gebruik wanneer het rode kontrolelampje uit is.

LEER UW APPARAAT KENNEN

Het apparaat met het symbool çdat u hebt aangeschaft maakt het mogelijk om op perfecte wijze vers en gekookt voedsel in te vriezen, ijsblokjes te maken en diepvriesproducten of ingevroren voedsel te bewaren.

We raden aan deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen, hierin vindt u de beschrijving van het apparaat en nuttige wenken om de beste resultaten te verkrijgen bij het invriezen en het bewaren van voedsel.

BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT

(Fig. )

A)Lade voor het invriezen.

B)Manden voor het bewaren van diepvriesproducten.

C)Thermostaat te regelen met een muntstuk.

D)Snelvries schakelaar (geel lampje).

E)Alarm lampje voor het invriezen (rood lampje).

Dit gaat aan wanneer:

Het apparaat net ingeschakeld is

De temperatuur in de vrieskast niet laag genoeg is

De vrieskast geladen wordt met vers in te vriezen voedingswaren

Wanneer de deur van de vrieskast lang opengelaten is. Het lampje gaat uit wanneer:

De juiste temperatuur in de vrieskast bereikt is.

F) Kontrolelampje voor de werking (groen lampje).

INSTALLATIE (Fig. 2-3)

Controleer of het apparaat niet beschadigd is. Eventuele schade, opgelopen tijdens het transport, moet binnen 24 uur na aflevering van het apparaat aan de leverancier gemeld worden. Het apparaat op een droge en goed geventileerde plaats installeren, niet in de nabijheid van warmtebronnen, zoals kachels, fornuizen, direct zonlicht, enz.

Vo´o´r u het apparaat op zijn plaats zet, raden we aan om te kontroleren of de buizen op de achterkant niet beschadigd zijn door het transport en de achterkant van het apparaat of de muur niet raken, dit zou tijdens de werking van de vrieskast lawaai kunnen veroorzaken.

Het apparaat moet ingebouwd worden in een kolom, voorzien van een frontale luchttoevoer en luchtafvoerpijp aan de achterkant; gedetailleerde instructies zijn bijgevoegd.

Maak de binnenkant schoon met een vochtige spons gedrenkt in een oplossing van lauw water en soda of azijn en breng de eventuele meegeleverde accessoires aan.

Attentie: Na het installeren moet het stopcontact bereikbaar zijn om het apparaat, indien nodig, uit te kunnen schakelen. Indien dit niet mogelijk is, het apparaat op het lichtnet aansluiten door middel van een tweepolige schakelaar met

REGELEN VAN DE TEMPERATUUR

Met de thermostaat (zie Fig. 1C) kan de temperatuur geregeld worden. De stand x betekent een tijdelijk onderbroken werking en de controlelampjes gaan uit. De ideale temperatuur voor het langdurig bewaren van diepvriesprodukten of ingevroren voedsel is -18oC. Onder normale omstandigheden (omgevingstemperatuur tussen +20oC en +25o), wordt aangeraden de thermostaatknop op stand 2 in te stellen. Indien men een lagere of hogere temperatuur dan -18oC in de vrieskast wenst, de thermostaatknop respectievelijk naar een hoger cijfer of naar de stand x draaien. Het regelen van de thermostaat is afhankelijk van de temperatuurwisselingen buiten de vrieskast, van de hoeveelheid te bewaren voedsel, van de frekwentie van het openen van de deur en van de plaats waar het apparaat geı¨nstalleerd is: na enige ervaring zult u de regeling vinden die aan uw wensen voldoet.

GEBRUIK VAN HET VRIESKASTGEDEELTE

INVRIEZEN

De maximum hoeveelheid voedsel, uitgedrukt in kg, die in 24 uur ingevroren kan worden bij een omgevingstemperatuur van 25oC, is aangegeven op het typeplaatje (Fig. 5). Vers voedsel moet steeds ingevroren worden in de bovenste twee invriesvakken bovenin de vrieskast. De invriescapaciteit die aangegeven staat op het typeplaatje, wordt verkregen door de laden te verwijderen en het in te vriezen voedsel direct op de koelroosters te plaatsen.

Voor het behalen van het beste resultaat, als volgt te werk gaan:

breng alle reeds in de bovenste vriesvakken opgeslagen diepvriesproducten over naar de onderste manden.

Man kan ook invriezen door gebruik te maken van de laden, maar in dat geval wordt de invriescapaciteit wat kleiner. Nadat u de in te vriezen voedingswaren hebt ingepakt in aluminium of plastic folie, de pakjes voorzien van een etiket met inhoud en invriesdatum, zodat u later de eerst ingevroren pakken kunt gebruiken, bergt u de pakken op in de bovenste vriesvakken (Fig. 6).

Voor omgevingstemperaturen tot 25oC de snelvriestoets D indrukken (Fig. D) 24 uur voordat u met het invriezen begint. Het gele controlelampje licht op. Op deze wijze werkt het apparaat continu; daarom raden wij u aan om 24 uur na het opbergen van het voedsel de schakelaar D weer in te drukken, zodat het apparaat weer op normale wijze functioneert. Zet nooit warme gerechten in de vrieskast; geen levensmiddelen die gedeeltelijk ontdooid zijn opnieuw invriezen.

MAKEN VAN IJSBLOKJES (Fig. 6)

De ijsbakjes voor drie vierde met water vullen en ze in de invriesruimte plaatsen.

11

M

 

 

 

 

Y

 

 

 

 

 

 

 

 

Whirlpool 1CI-40, AFE 858/1, AFB 904/G, AFB 413, VR 146 NE/1 INSTRUCTION FOR USE

N

 

 

 

 

 

 

C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NL

Attentie: geen ijsblokjes of waterijs onmiddellijk nadat het uit de vrieskast komt opeten, door de koude kunnen deze brandwonden veroorzaken.

Geen vloeistoffen in glas in de vrieskast plaatsen.

BEWAREN VAN DIEPVRIESPRODUCTEN (Fig. 6)

Bij het inkopen van diepvriesproducten, nakijken of de verpakking niet beschadigd is, niet bol staat of geen vochtplek ken vertoont. De diepvriesproducten zo vlug mogelijk in de vrieskast opbergen om te voorkomen dat een verhoogde temperatuur tijdens het vervoer de versheid benadeelt.

In elk geval moeten deze producten verbruikt worden vo´o´r de vervaldatum aangegeven op de verpakking.

− De pakjes in de bewaarruimte opbergen zodat de invriesruimte vrijblijft.

Het maximum beschikbare volume voor het bewaren wordt verkregen door de manden, indien aanwezig, te verwijderen, behalve de bovenste en onderste mand. De pakjes mogen in elk geval ook direkt op de koelplaten gelegd worden, rekening houdend met de maximum opslagruimte, aangegeven op de zijwanden van de vrieskast. In de vrieskast kan de juiste temperatuur voor het bewaren van voedingswaren behouden blijven, ook in geval van stroomonderbreking, gedurende 11 uur in het invriesgedeelte en ongeveer 16 uur in de bewaarmanden; er wordt wel aangeraden de vrieskastdeur tijdens deze periode niet te openen.

N.B.: Door de goede hermetische sluiting van de vrieskastdeur is het niet mogelijk deze meteen na het sluiten weer open te maken; wacht enkele minuten.

ONTDOOIEN

Enkele raadgevingen:

Groente om te koken: niet ontdooien maar direkt in kokend water brengen en zoals gebruikelijk bereiden.

Vlees in het algemeen (grote stukken): ontdooien in de koelkast zonder de oorspronkelijke verpakking te verwijderen. Het vlees een paar uur bij omgevingstemperatuur laten rusten vo´o´r u het bereidt.

(Kleine stukken): ontdooien bij omgevingstemperatuur of meteen bereiden.

Vis: ontdooien in de koelkast, zonder de verpakking te verwijderen of bereiden wanneer de vis half ontdooid is.

Voorgekookte gerechten: meteen in de oven bereiden zonder het aluminium bakje te verwijderen.

Fruit: ontdooien in de koelkast.

ONTDOOIEN VAN DE VRIESKAST

De hoeveelheid rijp die zich vormt op de binnenwand van het vriesgedeelte is afhankelijk van hoe vaak de deur geopend wordt.

De ijsaanslag dient verwijderd te worden zodra deze ca. 3 mm dik is. In de regel wordt de vrieskast 2 maal per jaar ontdooid en schoongemaakt, bij voorkeur wanneer de kast bijna leeg is.

Ga als volgt te werk:

23 uur vo´o´rdat U met ontdooien begint, de snelvriesschakelaar indrukken, opdat de opgeslagen diepvriesproducten zo koud mogelijk uit de kast gehaald kunnen worden;

neem de stekker uit het stopcontact (Fig. 8);

verwijder de ijsbakjes;

wikkel de pakketten ingevroren levensmiddelen in krantepapier en bewaar zu zolang op een koele plaats;

neem alle manden uit de kast;

verwijder het afvoerpijpje (Fig. 7);

zet een bakje onder de afvoeropening om het smeltwater op te vangen;

laat de deur open.

Probeer de ijsaanslag niet met scherpe voorwerpen te verwijderen. Schade veroorzaakt voor het gebruik van scherpe voorwerpen, valt niet onder de garantie. Vermijd eveneens het gebruik van heet water, electrische verwarmingsapparaten of andere warmtebronnen.

Zodra de vrieskast ontdooid is, de binnenwanden schoonmaken met wat lauw water en soda of azijn. De afdichting van de deur reinigen met schoon water. Zorg ervoor dat de deurafdichting niet met vet of olie in aanraking komt, om aantasting van het afdichtingsmateriaal te voorkomen.

Na het schoonmaken, de kast goed nadrogen, het afvoerpijpje weer op zijn plaats aanbrengen, de manden in de vrieskast plaatsen en het apparaat weer op het net aansluiten. Voer deze werkzaamheden zo snel mogelijk uit. Nadat het rode waarschuwingslampje is uitgegaan kunnen de diepvriesproducten weer in de vrieskast worden geplaatst.

ONDERHOUD EN SCHOONMAKEN

De goede werking en de levensduur van het apparaat zijn afhankelijk van een juist en regelmatig onderhoud.

Haal steeds de steker uit het stopkontakt voor gelijk welke werkzaamheden te ondernemen.

Indien de steker niet bereikbaar is, de hoofdschakelaar uitzetten. Voor het schoonmaken van de binnenkant de instrukties van het vorige hoofdstuk volgen.

RAADGEVINGEN IN GEVAL VAN AFWEZIGHEID (Fig. 9)

Indien de afwezigheid van lange duur is, het apparaat uitschakelen door de steker uit het stopkontakt te nemen; de vrieskast helemaal leeg maken. Schoonmaken en de deur open laten. Indien de afwezigheid van korte duur is, het apparaat aangesloten laten.

SERVICE (Fig. 0- - 2)

Een foutieve werking van het apparaat is niet altijd te wijten aan een defekt, maar wordt vaak veroorzaakt door een verkeerd gebruik of onjuiste installatie.

Om onnodige service diensten, met de daaraan verbonden kosten te vermijden, raden we aan als volgt te handelen:

1)Indien de temperatuur in het apparaat niet laag genoeg is en het rode alarmlampje flikkert of continu blijft branden, kontroleer of:

− De voedingswaren zo opgeborgen zijn dat de deur perfect sluit

− het apparaat niet te dicht bij warmtebronnen staat − er niet te veel rijp op de wanden van de vrieskast is

− de condensor of het ventilatierooster niet zeer bevuild zijn

− de omgevingstemperatuur niet zeer laag is, in dit geval de wijzer van de thermostaatknop naar een hoger cijfer draaien. Indien na deze kontroles het rode lampje nog steeds brandt of flikkert, wordt de storing waarschijnlijk veroorzaakt door de thermostaat. In dit geval de snelvries schakelaar aanzetten en de Service Dienst waarschuwen.

2)Indien de kompressor continu werkt, kan dit door de volgende redenen komen:

− de snelvriesschakelaar is eventueel aangezet − de omgevingstemperatuur is te hoog

− het gebruik van de vrieskast is zeer intensief met vaak openmaken van de deur.

3)Indien het apparaat niet werkt, kontroleer of:

er elektrische stroom is

de steker goed in het wandkontakt is aangebracht

de eventueel aanwezige automatische zekering van de elektrische installatie van de woning niet uitgeschakeld is en dat de smeltzekeringen bij de meter niet doorgebrand zijn

de voedingskabel niet gebroken is.

4)Indien de vrieskast teveel lawaai maakt, kontroleer

of:

− het apparaat niet tegen meubels of wanden staat die vibratie kunnen veroorzaken.

5)De afdichting rond de deur is warm.

− dit is geen defekt maar een voorziening om condensvorming te voorkomen.

2

M

 

 

 

 

Y

 

 

 

 

 

 

 

 

Loading...
+ 3 hidden pages