Bluetooth Pairing (koppeling tussen mobiele telefoon en CIX 3000 Blue) . . . . . . . 51
1
2
Algemene aanwijzingen
Verklaring van de symbolen
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
Met dit symbool worden veiligheidsaanwijzingen of waarschuwingen aangeduid. Deze
A
bevatten belangrijke informatie over het veilige gebruik van het apparaat. Indien deze aan
wijzing niet wordt opgevolgd, bestaat er kans op materiële schade of verwondingen. Volg
deze aanwijzingen daarom altijd nauwkeurig op.
geeft aan dat u iets moet doen.
☞
staat voor de reactie van het apparaat.
:
geeft u extra informatie.
✎
geeft een opsomming aan.
❑
„ “ Begrippen tussen aanhalingstekens geven een beeldschermmenuoptie aan.
Voor vragen m.b.t. onze de multimediasystemen staat in de meeste landen een hotline
ter beschikking. Voor de actuele telefoonnummers verwijzen wij u naar de volgende
website:
Technische en optische wijzigingen en drukfouten voorbehouden.
-
Algemene aanwijzingen
Voor uw veiligheid!
Het gebruik van het navigatiesysteem ontslaat u in geen geval van uw verantwoordelijk
A
heid als bestuurder. De geldende verkeersregels en de huidige verkeerssituatie moeten altijd
worden opgevolgd. Deze hebben altijd voorrang op de door het navigatiesysteem gegeven
aanwijzingen wanneer de momentele verkeerssituatie en de aanwijzingen van het navigatie
systeem elkaar tegenspreken.
Het systeem houdt geen rekening met de relatieve veiligheid van de voorgestelde routes.
A
Met wegversperringen, wegwerkzaamheden, hoogte- of gewichtsbeperkingen, verkeers- of
weersomstandigheden of andere invloeden die de veiligheid of de rijtijd van de route beïn
vloeden, wordt bij de voorgestelde routes geen rekening gehouden. Controleer de geschiktheid
van de voorgestelde routes naar eigen goeddunken. Gebruik de functie „Alternatieve Route”
om betere routevoorstellen te krijgen of rijd gewoon de route die u het best lijkt en laat de
automatische routeherberekening een nieuwe route plannen.
Met het oog op de verkeersveiligheid mogen gegevens alleen aan het vóór de rit of bij
A
stilstaand voertuig in het navigatiesysteem en de telefoon worden ingevoerd.
De wettelijke, actuele maximumsnelheid in het wegverkeer heeft altijd prioriteit boven
A
de opgeslagen waarden op de gegevens-CD/DVD. Het kan niet onder alle omstandigheden
altijd worden gegarandeerd dat de snelheidswaarden van het navigatiesysteem met die van
de actuele verkeerssituatie overeenstemmen.
In sommige gebieden kan het voorkomen dat niet alle informatie over een bepaalde weg
A
is opgenomen. Zo kan bijvoorbeeld geen informatie beschikbaar zijn over „verboden in te rijden”
in voetgangersgebieden, de rijrichting van een straat met eenrichtingsverkeer, of „verboden
af te slaan”. In deze gebieden geeft het navigatiesysteem een waarschuwing. Neem altijd de
verkeersborden en verkeersregels in acht.
A
Zorg ervoor, dat iedereen die uw multimediasysteem gebruikt, toegang heeft tot deze
gebruiksaanwijzing en de richtlijnen en adviezen vóór het gebruik van het systeem heeft gelezen.
A
Als uw monitor op een flexibele houder is gemonteerd, stelt u de monitor zo in dat u snel
en gemakkelijk op het beeldscherm kunt kijken en reflectie en verblinding worden vermeden.
Parkeer uw auto op een veilige plek voordat u instellingen uitvoert.
A
Is uw monitor op een vaste houder gemonteerd, controleer dan of deze door uw dealer
volgens de bovenstaande adviezen is ingebouwd. De monitor mag niet zodanig worden inge
bouwd, dat deze het zicht op belangrijke zaken in het kader van de veilige besturing van het
voertuig belemmert (bijv. straat, spiegels, instrumenten, directe omgeving van het voertuig).
Bovendien mag de monitor niet in het werkingsgebied van de airbags worden gemonteerd.
A
Kijk alleen op het beeldscherm als dit zonder gevaar mogelijk is. Als u lange tijd op het
beeldscherm moet kijken, stop dan eerst op een veilige plek.
A
Bewaar de afstandsbediening altijd op een veilige plaats. Niet-vastgezette voorwerpen
kunnen bij een noodstop of een ongeval rondvliegen en bij inzittenden lestel veroorzaken.
A
De in „Boordcomputer” van het systeem weergegeven waarden voor de huidige snelheid,
de reistijd en de afgelegde afstand zijn berekend. De nauwkeurigheid kan niet in alle gevallen
worden gegarandeerd. Bij de snelheid is de snelheidsmeter altijd bindend.
-
3
-
-
-
k
4
Algemene aanwijzingen
Als u in een noodgeval een hulpverlenende instantie (politie, brandweer, enz.) zoekt, ver
A
trouw dan niet alleen op het navigatiesysteem. Er kan niet worden gegarandeerd, dat alle
beschikbare hulpdiensten in uw omgeving in de database zijn opgeslagen. Handel naar eigen
goeddunken en bekwaamheid om in een dergelijke situatie snel hulp te krijgen.
Door telefoneren tijdens het rijden kan uw concentratie sterk afnemen waardoor u niet
A
meer goed op de weg let. Om het leven van de inzittenden en dat van de andere verkeersdeel
nemers niet in gevaar te brengen, is het verstandig om als bestuurder niet tijdens het rijden te
telefoneren. Neem de plaatselijk geldende voorschriften met betrekking tot het telefoneren
in de auto in acht.
-
Over het functioneren van uw navigatiesysteem
Dit multimediasysteem is een buitengewoon nuttig hulpmiddel in het dagelijks verkeer.
U voert simpelweg vóór het rijden de bestemming in, activeert „Begeleiding” en u
kunt vertrekken. Het navigatiesysteem geeft u rij-instructies in akoestische en visuele
vorm. Door de mobiele telefoon aan te sluiten kunt u in de auto veiliger en comfor
tabeler telefoneren. Een beperkt aantal bedieningstoetsen en een overzichtelijke menu
structuur zorgen voor een gemakkelijke bediening.
Functies
■
Sommige in deze handleiding beschreven functies kunnen alleen in combinatie met
accessoires worden gebruikt. Het is ook mogelijk dat functies in sommige landen niet
kunnen worden gebruikt, omdat de gegevens niet zijn geregistreerd. Vanwege de vele
functies is er omwille van het bedieningsgemak en de functionaliteit van afgezien om
alle instellingen willekeurig combineerbaar te kunnen gebruiken.
■ Afstandsgegevens
Op snelwegen wijken de afstanden tot afritten die het systeem aangeeft af van de verkeersborden. De borden op de snelwegen hebben betrekking op het begin van de afrit,
terwijl het navigatiesysteem altijd de afstand tot het eind van de uitrijstrook aangeeft.
Dat komt overeen met het punt waar de rijbanen zich splitsen.
■
Beperkingen bij gebruik (landspecifiek)
Als er op de onderste statusregel het symbool van een doorgestreepte hand verschijnt,
zijn de bedieningsopties tijdens het rijden sterk beperkt. Het activeren van deze functie
is afhankelijk van de landelijke wettelijke bepalingen.
■
GPS-ontvangst
Het systeem blijft in principe ook bij slechte GPS-ontvangst goed werken, hoewel dan
de nauwkeurigheid van de plaatsbepaling kan verminderen.
-
-
-
Algemene aanwijzingen
Opstartprocedure
■
Als het voertuig langere tijd wordt geparkeerd, bewegen de satellieten zich intussen
in hun baan om de aarde voort. Na het inschakelen van het contact kan het daardoor
enkele minuten duren voordat het systeem weer voldoende satellieten kan ontvangen
en de signalen kan analyseren. Voldoende ontvangst (driedimensionale positie) kunt u
herkennen aan het zwarte satellietsymbool Ù in de ingestelde tekstkleur op het display.
Als de GPS-ontvangst niet voldoende is, blijft het satellietsymbool rood.
Bij het opstarten kan het navigatiesysteem u vertellen: „Rij naar de geplande route“.
Het systeem gaat ervan uit, dat het voertuig zich buiten een ingevoerde straat bevindt.
Als zich in dit gebied andere straten bevinden, kan het navigatiesysteem met meldingen
komen die niet kloppen. Het systeem gaat ervan uit, dat het voertuig zich in een andere
straat bevindt.
Automatische nieuwe routebepaling
■
Als u de aanwijzingen van het systeem niet opvolgt, plant het systeem automatisch een
nieuwe route.
Gebieden met beperkte wegeninformatie
■
In een aantal gebieden staat niet alle informatie over een weg op de wegenkaartenDVD/CD. Zo kunnen bijvoorbeeld afslagverboden, aanwijzingen over de rijrichting van
een weg met eenrichtingverkeer of het inrijverbod in een voetgangersgebied
ontbreken. Wanneer u een dergelijk gebied inrijdt, toont het navigatiesysteem een
waarschuwing.
Gedetailleerde uitleg over de werking van het navigatiesysteem vindt u ook op het
✎
internet onder www.vdodayton.com.
Onderhoud en verzorging
Gebruik geen wasbenzine, alcohol of andere oplosmiddelen. Gebruik het liefst alleen
een vochtige doek.
5
6
Bediening
Afstandsbedieningen
Afhankelijk van de geleverde configuratie kunnen er verschillende afstandsbedieningen
zijn meegeleverd. De volledige functionaliteit is uitsluitend gegarandeerd als de juiste
afstandsbediening geactiveerd is.
Activeren van de juiste afstandsbediening
■
Kies „Instellingen–> Afstandsbediening” en activeer de gewenste afstandsbediening
☞
door de OK-toets in te drukken.
Als u ook nog een afstandsbediening op het stuur gebruikt, activeert u deze ook met
☞
een vinkje.
Stel de afstandsbediening met geplaatste batterijen niet aan de brandende zon bloot.
A
Actieve houder (accessoire)
■
Als u de afstandsbediening uitsluitend in de actieve houder gebruikt, raden wij u aan
om de batterijen uit de afstandsbediening te verwijderen. Het systeem kan worden be
diend als de afstandsbediening in de houder zit.
Melding Batterijen vervangen
■
Als het systeem niet meer op het indrukken van toetsen reageert, of het batterijsymbool
( op de statusregel verschijnt, moeten de batterijen in de afstandsbediening worden
vervangen.
Aanwijzingen:
In veel landen mogen lege batterijen niet bij het normale huisvuil worden gegooid.
Informeert u zich over de plaatselijke voorschriften voor de afvoer van lege batterijen.
Gebruik uitsluitend batterijen die niet leeglopen. Leeglopende batterijen kunnen de
afstandsbediening of uw auto beschadigen.
Stel de afstandsbediening niet bloot aan direct zonlicht of extreme hitte. De batterijen
ontladen zich bij hoge temperaturen en er bestaat gevaar voor leeglopen.
-
Bediening
7
1
2
3
4
5
6
7
9
8
1
2
3
4
5
7
6
RC 5400RC 5000
RC 5400
1 VOICE / ALT-R . . . Kort indrukken: Hiermee roept u de huidige gesproken begelei
dingsaanwijzing op.
Lang indrukken: Hiermee gaat u naar het menu „Alternatieve route“.
2 4, 6, 8, 2. . . . . Cursortoetsen, hiermee verplaatst u de cursor in menu’s.
3 OK . . . . . . . . . . . . Hiermee bevestigt u een keuze.
4 ESC . . . . . . . . . . . Kort indrukken: Hiermee gaat u naar het vorige menu.
Lang indrukken: Hiermee gaat u direct naar het hoofdmenu.
5 NAVIGATIE . . . . . Kort indrukken: Hiermee wijzigt u de weergavesoorten van het
begeleidingsscherm.
Lang indrukken: Hiermee gaat u direct naar het hoofdmenu.
6 VERMAAK . . . . . . Kort indrukken: Hiermee roept u de laatst gebruikte bron van ver-
maak op.
7 FAVORIETEN . . . . Deze toets kan naar eigen keuze worden geprogrammeerd, zodat
u direct toegang tot geselecteerde functies hebt. Voor gedetailleerde
informatie over het programmeren van de toets verwijzen wij u naar
het hoofdstuk „Configuratie“, pagina .
8 W, V . . . . . . . . . Volume-instelling.
9 HOME . . . . . . . . . Kort indrukken: Hiermee neemt u het onder „Thuis“ opgeslagen
adres in de begeleiding over.
Lang indrukken: Hiermee neemt u het onder „Werk“ opgeslagen
adres in de begeleiding over.
De toetsen y, z en x hebben met betrekking tot de navigatie geen functie.
-
RC 5000
1 ALT-R. . . . . . . . . . Hiermee gaat u naar het menu „Alternatieve Route“.
2 4, 6, 8, 2. . . . . Cursortoetsen, hiermee verplaatst u de cursor in menu’s.
3 OK . . . . . . . . . . . . Hiermee bevestigt u een keuze.
4 MENU . . . . . . . . . Hiermee roept u het hoofdmenu op.
5 KAART . . . . . . . . . Hiermee wijzigt u de weergavesoorten van het
6 -, + . . . . . . . . . Volume instellen.
7 REP. . . . . . . . . . . Hiermee roept u de huidige gesproken begeleidingsaanwijzing op.
begeleidingsscherm.
8
Bediening
In- en uitschakelen
De navigatiecomputer wordt samen met het contact in- en uitgeschakeld.
Schakel het contact in.
☞
Zodra het navigatiesysteem gereed is voor gebruik, verschijnt op het beeldscherm een
:
aanwijzing voor het gebruik van het systeem.
Lees deze aanwijzing en druk ter bevestiging op de OK-toets van de afstandsbediening.
☞
Het hoofdmenu verschijnt.
:
Stand-by-modus
■
U zet het systeem als volgt in de stand-by-modus.
Kies „Stand-by“ in het hoofdmenu.
☞
Het beeldscherm en de gesproken begeleidingsaanwijzingen worden uitgeschakeld.
:
Druk op één van de cursortoetsen 4, 6, 8, 2 of op de OK-toets op de afstandsbe
☞
diening om de stand-by-modus weer te verlaten.
Als er een externe luidspreker aangesloten is, hoort u in de stand-by-modus nog steeds
✎
de gesproken aanwijzingen.
Als u geen gesproken aanwijzingen wilt, kiest u „Stop begeleiding“, voordat u het
systeem in de stand-by-modus zet.
Als het navigatiesysteem in de stand-by-modus wordt uitgeschakeld, blijft het ook
✎
na het inschakelen van het contact in de stand-by-modus.
■ Uitschakelvertraging
Onmiddellijk na het uitschakelen van het contact wordt de monitor uitgeschakeld, maar
blijft de navigatiecomputer nog gedurende een instelbare tijd actief. Het voordeel
hiervan is dat u na een korte stop (bijv. bij een benzinestation) de begeleiding kunt
voortzetten zonder dat de navigatiecomputer de route opnieuw moet berekenen.
De uitschakelvertraging kan in het menu „Instellingen–> Alg. instellingen –> Uitschakelprocedure“ tussen 1 en 10 minuten worden ingesteld. Zie pagina 41.
-
Volume instellen
U kunt het volume van de gesproken informatie als volgt instellen:
Druk één of meerdere keren op de V-toets om het volume van de gesproken aan
☞
wijzingen te verhogen.
Druk één of meerdere keren op de W-toets om het volume van de gesproken infor
☞
matie te verlagen.
-
-
Bediening
Wegenkaarten-DVD/CD plaatsen/verwisselen
De Power-LED brandt (bijv. als het contact ingeschakeld is):
Druk éénmaal op de toets e op de navigatiecomputer.
☞
Als de Power-LED niet brandt:
Druk eerst éénmaal op de toets e, wacht vervolgens 10 seconden en druk dan nog
☞
maals op deze toets.
De DVD/CD wordt uitgeworpen.
☞
Verwijder de DVD/CD en schuif de nieuwe wegenkaarten-DVD/CD voorzichtig met
☞
het opschrift naar boven in het CD-station totdat deze naar binnen wordt getrokken.
Het systeem heeft na het verwisselen van de wegenkaarten-DVD/CD enkele seconden
nodig voor de initialisatie.
Belangrijk: Gebruik uitsluitend originele gegevensdragers met een diameter van 12 cm.
A
Breng geen CD’s van 8 cm of met een speciale vorm aan. Hierdoor kan het systeem worden
beschadigd.
Bediening van de menu’s
De centrale elementen voor de bedie
ning van de menu’s zijn de cursortoetsen 4, 6, 8 en 2 en de OK-toets.
Gebruik de cursortoetsen om de
☞
cursor (kleurmarkering) op de
gewenste menuoptie te zetten.
Druk op de OK-toets om de keuze
☞
te bevestigen en de functie te
activeren.
Druk op de OK-toets om de
☞
instelling over te nemen.
Druk op de ESC-toets om het menu zonder overnemen van de ingestelde waarde af
☞
te sluiten of om naar het naasthogere menu terug te gaan.
Alle beschikbare opties verschijnen met een kleurmarkering.
✎
Niet-beschikbare opties worden automatisch overgeslagen.
✎
-
Deutschland
Kempten Allgäu
Straat:
Spec. bestemmingen
Adresboek
Viapunt
Routecriterium
Navigatie
1:52h
TMC
Naam:
Huisnummer:
Telefoonnr.
Begeleiding
Bestemmingskaart
Terug
4000m
9
-
9:184
10
Bediening
Hoofdmenu
Het hoofdmenu verschijnt nadat u de
gebruikersaanwijzing hebt bevestigd.
In het hoofdmenu kunt u kiezen uit de
volgende opties:
Hoofdmenu
TMC
Navigation
--:--h
Navigatie: . . . . . . . . Hiermee roept u het hoofdmenu van de navigatie op (bijv. voor
het invoeren van bestemmingen, begeleiding, adresboek, enz.).
Reisinformatie: . . . . Hiermee roept u het menu met de beschikbare C-IQ reisinformatie
producten op (bijv. reisgidsen, restaurant- en hotelgidsen).
Noodgeval: . . . . . . . . Hiermee roept u het noodgevallenmenu met de actuele voertuig
positie en het nationale alarmnummer op. Bovendien kunt u een
telefoonnummer voor een wegenwachtservice programmeren.
Info: . . . . . . . . . . . . . Hiermee roept u het menu Info met TMC-verkeersinformatie op.
Bovendien is er nadere informatie met betrekking tot de huidige
route beschikbaar.
Boordcomputer: . . . . Hiermee roept u het boordcomputerscherm met de ritgegevens en
de huidige GPS-positie op.
Telefoon*: . . . . . . . . . Hiermee roept u het menu Telefoon op.
Bluetooth*: . . . . . . . . Hiermee roept u het menu Pairing op (als er geen verbinding tussen
de CIX 3000 Blue en een aangemelde Bluetooth-telefoon is).
TV/Video*: . . . . . . . . Hiermee schakelt u over op de aangesloten TV/video-bron (bijv.
TV-tuner).
C-IQ: . . . . . . . . . . . . . Hiermee roept u het C-IQ-menu op. Hier activeert u C-IQ-producten
en beheert u uw C-IQ-producten.
Instellingen: . . . . . . . Hiermee past u het navigatiesysteem specifiek aan.
Stand-by: . . . . . . . . . Hiermee zet u het systeem in de stand-by-modus.
Druk op de toets OK om het systeem weer te activeren.
--:--4
-
-
* Deze opties verschijnen alleen als de desbetreffende systeemuitbreiding is aangesloten.
Navigatie
Korte inleiding
Aansluitend hierop vindt u een korte inleiding waarin kort en bondig het invoeren van
een nieuwe bestemming en het starten van de begeleiding wordt beschreven.
Een gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke navigatiefuncties vindt u in aan
sluiting daarop.
Een bestemming invoeren en navigeren
Kies „Navigatie“ in het „Hoofd
☞
menu“.
Het menu „Navigatie” verschijnt.
:
Als uw bestemming in een ander
✎
land dan het weergegeven land
ligt, kiest u eerst het land van
bestemming uit de lijst met be
schikbare landen.
Voer het bestemmingsadres onder
☞
„Plaatsnaam/ZIP“ en „Straat:“ in.
Markeer hiervoor de desbetref
fende tekens en bevestig deze met de OK-toets.
Bij eenduidige tekenvolgorde wordt de invoer automatisch voltooid, de cursor springt
✎
op „OK“.
Als er op de wegenkaarten-DVD/CD huisnummers voor de ingevoerde straat zijn op-
✎
geslagen, kunt u onder „Huisnummer“ het adres van bestemming verder inperken.
Als u een kruising wilt invoeren, kiest u „Spec. bestemmingen –> Kruising“.
☞
Onder „Naam“ en „Telefoonnr.“ kunt u het adres een naam naar keuze geven en
✎
een daarbij horend telefoonnummer programmeren. Het bestemmingsadres kan
vervolgens in het adresboek worden opgeslagen. In combinatie met een telefoon-
uitbreiding kan dit nummer direct uit het adresboek worden opgeroepen.
Kies „Routecriterium“ om de gewenste criteria voor de routeplanning vast te leggen.
☞
Kies „Begeleiding“ om de begeleiding te starten.
☞
Reeds na korte tijd krijgt u een begeleidingsaanwijzing.
:
-
-
-
Navigatie
Deutschland
Kempten Allgäu
Straat:
Spec. bestemmingen
Adresboek
Viapunt
Routecriterium
1:52h
TMC
Naam:
Huisnummer:
Telefoonnr.
Begeleiding
Bestemmingskaart
Terug
4000m
9:184
11
-
12
Navigatie
Invoer bestemmingen
De bestemming kan op de volgende manieren worden ingevoerd:
Directe invoer van adres via plaats/postcode, straat, huisnummer of kruising.
❑
QXS - Quick Access (invoeren van straat, dan pas selecteren van plaats).
❑
Invoeren van bijzondere bestemmingen (hotels, restaurants, benzinestations, openbare
❑
voorzieningen, enz.).
Overnemen van reeds in het adresboek opgeslagen adressen.
❑
Bestemmingskaart.
❑
Invoer via GPS-coördinaten (geografische lengte- en breedtegraad).
❑
Overname uit reisinformatie (bijv. reisgids).
❑
Het invoeren van bestemmingen via postcodes, QXS (Quick Access) en reisinformatie
✎
wordt niet door alle wegenkaarten-DVD’s/CD’s ondersteund.
Bestemmingen kunnen ook zonder C-IQ-activering worden ingevoerd. Navigatieaan
✎
wijzingen worden echter alleen in vrijgegeven gebieden en/of voor vrijgegeven pro
ducten verstrekt. Zie voor nadere informatie over het activeren van C-IQ-producten
het hoofdstuk „C-IQ – Intelligent Content On Demand“, pagina 42.
Directe-adresinvoer
Kies „Navigatie“ in het „Hoofd-
☞
menu“.
Voer via het toetsenbord het
☞
doeladres onder „Land”, „Plaatsnaam/ZIP”, „Straat:” en het
„Huisnummer“ (indien van
toepassing) in.
Bevestig elke letter met de OK-
☞
toets.
Onder „Spec. bestemmingen“ kunt
✎
u in plaats van een huisnummer
ook een kruising invoeren. Deze optie is met name handig bij lange straten, als er
geen huisnummer bekend is.
Als de bestemming in het adresboek moet worden opgeslagen, kunnen ook nog
✎
„Naam“ en „Telefoonnr.“ worden ingevoerd.
Strings waarvoor geen naam bestaat, kunnen niet worden gekozen. Bij eenduidige
✎
tekenvolgorde wordt de invoer automatisch voltooid.
■
Opties bij het invoeren van tekens
Bij het invoeren van tekens kunt u kiezen uit de volgende opties:
❑
Spatie: Hiermee voegt u een spatie in de tekenreeks in.
❑
Wissen: Hiermee wist u het laatst ingevoerde teken.
❑
Lijst: Hiermee geeft u alle vermeldingen op de wegenkaarten-DVD/CD weer die met
de tot nu toe ingevoerde tekenreeks beginnen.
❑
Terug: Hiermee breekt u het invoeren af en gaat u terug naar het naasthogere
menu.
❑
OK: Hiermee neemt u de ingevoerde tekenreeks over.
Navigatie
Deutschland
WETZ_
Straat:
Spec. bestemmingen
ABCFJK MNOPQRSTUVWXYZDE GHIL
.' - , ËÏ@&
SpatieWissenLijstTerugOK
1:52h
TMC
Naam:
Huisnummer:
Telefoonnr.
1234567890
-
-
4000m
9:184
Navigatie
13
Hiermee kiest u de plaats via de postcode
Voer onder „Plaatsnaam/ZIP:“ de postcode van de gewenste plaats in.
☞
Kies vervolgens „Lijst“ om alle in aanmerking komende wijken weer te geven.
☞
Kies de gewenste plaats uit de lijst.
☞
Voor de doelbestemming volstaat ook het invoeren van de plaatsnaam. Het navigatie
✎
systeem begeleidt u dan tot aan de stads- of dorpsgrens. Voor eenduidige invoer zijn
postcode en plaatsnaam vereist. Bedenk echter dat de beschikbaarheid van postcodes
afhankelijk is van de gegevens op de wegenkaarten-CD/DVD.
Functie „Lijst”
Als er meerdere plaatsen of straten met dezelfde naam zijn, kunt u via de functie „Lijst”
automatisch alle opties met extra gegevens bekijken.
Kies de gewenste plaats of de gewenste straat.
☞
De lijst met alle bij de tot nu toe ingevoerde tekenreeks passende namen kan altijd
✎
via de functie „Lijst” worden opgevraagd. Wanneer er nog niets is ingevoerd, geeft
de lijst een alfabetische opsomming.
Met „Terug“ of door op de cursortoets 4 te drukken, kan de lijst worden afge
✎
sloten zonder een vermelding in de lijst te kiezen.
-
Bijzondere bestemmingen
Via „Spec. bestemmingen“ in het menu „Navigatie“ kunt u de volgende bestemmingen invoeren:
❑ Bijzondere lokaties: Interessante en/of nuttige instanties, waarvan de adressen op de
CD/DVD zijn opgeslagen. Voorbeelden hiervan zijn tankstations, werkplaatsen,
ziekenhuizen, luchthavens enz.
❑ Kruising: bij reeds ingevoerde plaatsnaam en straat
❑ Alle straten: straatnaam invoeren zonder dat de naam van de plaats eerst moet worden
ingevoerd. Deze methode heet „Quick Access“ en is nuttig bij zelden voorkomende
straatnamen. Bedenk dat deze functie afhankelijk is van de gebruikte wegenkaarten-
CD/DVD.
■
Bijzondere bestemmingen
Kies „Spec. bestemmingen“ in het menu „Navigatie“.
☞
Kies “Bijzondere lokaties”.
☞
Kies één van de volgende opties:
☞
❑
In de buurt: als u een bestemming in de buurt van de actuele positie van het voer
tuig zoekt.
❑
Bij de bestemming: als u een bestemming in een reeds ingevoerde plaats van bestem
ming zoekt.
❑
Nationaal belang: als u naar een bestemming van nationale of interregionaal belang
wilt rijden.
Kies de gewenste categorie (bijv. STATION, HOTEL, enz).
☞
Kies de gewenste instantie.
☞
Kies ”Begeleiding”.
☞
-
-
-
14
Kruising
■
Bij langere doelstraten kan het nuttig zijn een kruising in te voeren:
Kies „Spec. bestemmingen“ in het menu „Navigatie“.
☞
Kies „Kruising”.
☞
Voer de kruising in met behulp van het toetsenbord of de lijstfunctie in.
☞
Alle straten (Quick Access)
■
Kies „Spec. bestemmingen“ in het menu „Navigatie“.
☞
Kies „Alle straten”.
☞
Voer de straatnaam in.
☞
Kies de gewenste plaats onder „Lijst“.
☞
Kies „Begeleiding”.
☞
Navigatie
Bestemming uit het adresboek laden
Wanneer het gewenste bestemmingsadres al in het adresboek staat of wanneer het adres
tot de laatste 20 ingevoerde bestemmingen behoort, kunt u het adres gemakkelijk
overnemen als bestemmingsadres:
Kies „Adresboek“ in het menu „Navigatie“.
☞
Kies „Adres lezen”.
☞
Kies de categorie van het adresboek waarin het adres moet worden gewijzigd (Privé,
☞
Zakelijk, Thuis of Werk).
Met „Vorige bestemming“ kunt u één van de 20 laatst gebruikte bestemmingen
☞
laden.
Kies de gewenste vermelding in de lijst en bevestig deze met de OK-toets, als u het
☞
adres als nieuw bestemmingsadres wilt overnemen.
Met de 6-toets op de afstandsbediening kunt u eerst de details van het adres bekijken.
✎
Met „Terug“ door op de toets 4 te drukken kunt u de lijst afsluiten zonder een
✎
vermelding uit de lijst te kiezen.
Wanneer u kaarten van verschillende leveranciers gebruikt, kan het noodzakelijk
✎
worden om de opgeslagen adressen aan te passen.
Navigatie
C
E
C
Bestemmingskaart
Via de bestemmingkaart is het mogelijk een bestemming in te voeren via:
overnemen van een bestemming met behulp van een vizier.
❑
direct invoeren van een geografische positie (GPS-coördinaten).
❑
Vizier
■
Wanneer de bestemming niet in de buurt van de positie van het voertuig ligt, moet u
de bestemming van tevoren zo nauwkeurig mogelijk via het directe adres invoeren.
Kies „Bestemmingskaart“ in het menu „Navigatie“.
☞
of:
Druk op een cursortoets als de
☞
wegenkaart al wordt weerge
-
geven.
De bestemmingskaart wordt aan
:
geduid met een vizier. Wanneer er
-
geen bestemming is ingevoerd,
geeft het vizier de positie van het
voertuig aan.
Het vizier kan nu met de cursor
☞
-
toetsen worden verplaatst.
Druk op de OK-toets en kies
☞
„Opslaan“.
Druk opnieuw op de OK-toets om de gemarkeerde positie als bestemming over te
☞
nemen.
Kies eerst een grote schaal om de bestemming ruwweg vast te leggen. Kies daarna
✎
een kleinere schaal om uw bestemming met het vizier exact te markeren.
Bestemmingen in niet-gedigitaliseerde gebieden kunnen ook worden gekozen.
✎
Bij de bestemmingskeuze op snelwegen moet op de juiste kant van de rijbaan worden
✎
gelet.
■
Coördinaten
Kies „Bestemmingskaart“ in het menu „Navigatie“.
☞
De bestemmingskaart wordt weergegeven.
:
Druk op de OK-toets.
☞
Kies „Coördinaten” en druk op de OK-toets.
☞
Kies „Lengtegraad” of „Breedtegraad” en druk op de OK-toets.
☞
Met elke druk op de OK-toets markeert u de volgende positie van de coördinaten.
☞
Elke positie kan met de cursortoetsen worden gewijzigd en met de OK-toets worden
bevestigd.
Als u een positie wilt overslaan, drukt u op de OK-toets.
☞
Kies „Voer coördinaten in” om de coördinaten als bestemmingsadres over te nemen.
☞
Schaal: 10kmTMC4000m
Terug
OBERURSELTAUNUS
Telefoon
Schaal
455
Opslaan
ERHÖCHSTADT
Coördinaten
Beginpos.
STEINBACHTAUNUS
NIEDERHÖCHSTADT
1:52h49:18
3006
WEISSKIRCHEN
E451
NIEDER ESCHBACH
BONAMES
661
FRANKFURTER BERG
3003
NIEDERERLENBA
HARHEIM
DER ERLENBA
3
15
521
16
Navigatie
Viapunten (tussenstops)
Wanneer u onderweg naar het ingevoerde bestemmingsadres nog meer plaatsen wilt
bezoeken, kunt u deze als viapunten opslaan. Het navigatiesysteem plant een zodanige
route dat de viapunten in de opgegeven volgorde worden bezocht voordat het bestem
mingsadres wordt bereikt.
Wanneer u een viapunt bent gepasseerd, wordt dit automatisch van de lijst met via
✎
punten geschrapt.
Er kunnen maximaal 25 viapunten worden opgeslagen.
✎
Bij een actief viapunt verwijst alle route-info, zoals bijv. afstand en reistijd, naar het
✎
desbetreffende viapunt.
Viapunten invoeren
■
Kies „Viapunt” in het navigatiemenu.
☞
Het menu „Viapunt“ verschijnt.
:
Viapunten kunnen op dezelfde wijze als bestemmingen worden ingevoerd. Zie ook
☞
„Invoeren van bestemmingen“, pagina12.
In het menu „Viapunt” kunt u bovendien uit de volgende opties kiezen:
Viapunt opslaan: hiermee slaat u het nu ingevoerde viapunt op.
❑
Viapunten tonen: hiermee geeft u een lijst met de tot nu toe ingevoerde viapunten
❑
weer.
❑ Viapunt wissen: hiermee wist u viapunten uit de lijst met viapunten.
Viapunten die u niet hebt bereikt of niet meer wilt bereiken, moeten uit de lijst met
✎
viapunten worden gewist. Het navigatiesysteem plant dan een route naar het volgende viapunt of naar de definitieve bestemming. Als een niet bereikt viapunt niet
wordt gewist, probeert het systeem u steeds weer opnieuw naar dit viapunt te leiden.
■ Een flexibel routepunt vastleggen.
Naast de reguliere viapunten kunt u het navigatiesysteem de geplande route naar de
bestemming zo laten bepalen dat het traject zo dicht mogelijk langs een bepaald punt
op de landkaart loopt.
Kies tijdens de begeleiding de kaartweergave.
☞
Plaats de cursor met de cursortoetsen 4, 6, 8 of 2 op het punt op de kaart dat u
☞
als flexibel routepunt wilt vastleggen.
Druk op OK.
☞
Kies in het invoegmenu „Opslaan –> Flex. routepunt“.
☞
Er kan slechts één flexibel routepunt worden vastgelegd.
✎
Een flexibel routepunt kan alleen via de kaartweergave bij actieve begeleiding worden
✎
vastgelegd.
Een flexibel routepunt wordt niet direct bezocht. Het is met name een globale oriën
✎
tatie bij de begeleiding onderweg.
Zodra u een nieuwe bestemming of een nieuw viapunt (zie bovenstaand) invoert of
✎
de begeleiding stopt, wordt het flexibele routepunt gewist.
In tegenstelling tot een regulier viapunt volgt er bij het bereiken van het flexibele
✎
routepunt geen melding.
■
Flexibel routepunt wissen
Kies „Info” in het hoofdmenu.
☞
Kies „Viapunt“ in het menu „Info“.
☞
Kies „Flex. routep. wissen“.
☞
-
-
-
Loading...
+ 35 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.