Wij zijn u erkentelijk voor de aanschaf van deze digitale Olympuscamera. Lees voordat u uw nieuwe camera gaat gebruiken deze
handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een
lange levensduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze
handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt
raadplegen.
Bent u van plan belangrijke foto’s te gaan maken, bijvoorbeeld een
huwelijksrapportage, dan doet u er goed aan een aantal proefopnamen
te maken, zodat u vertrouwd raakt met het gebruik van de camera.
Omdat de in deze handleiding getoonde illustraties tijdens de
ontwikkeling van de camera werden vervaardigd is het mogelijk dat
deze afwijken van het uiteindelijke product.
Adres : 2 Corporate Center Drive, Melville, New York
Telefoon : 631-844-5000
Getest en gebleken te voldoen aan de FCC-normen
VOOR HUIS OF KANTOORGEBRUIK
Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC Rules. Het apparaat werd
getest op de volgende aspecten:
(1) Het apparaat mag geen schadelijke stoorsignalen afgeven.
(2) Het apparaat moet ongevoelig zijn voor eventuele ontvangen
stoorsignalen, met inbegrip van stoorsignalen die aanleiding kunnen
geven tot ongewenste werking.
RM-2 (Afstandbediening)
: Olympus America Inc.
11747-3157 U.S.A.
Voor klanten in Canada
Dit digitale apparaat volgens Class B voldoet aan alle eisen zoals die zijn
vastgelegd in de Canadian Interference Causing Equipment Regulations.
Voor klanten in Europa
Het waarmerk "CE" garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen
van de Europese Unie voor wat betreft veiligheid, gezondheid,
milieubehoud en persoonlijke veiligheid van de gebruiker.
Camera’s voorzien van het waarmerk “CE” zijn bedoeld voor verkoop in
Europa.
Handelsmerken
• IBM is een wettig gedeponeerd handelsmerk van International Business
Machines Corporation.
• Microsoft en Windows zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
• Macintosh is een handelsmerk van Apple Computer Inc.
• Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken en/of handelsmerken van de betreffende rechthebbenden.
• De in deze handleiding genoemde normen voor camera bestandssystemen zijn
de door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association
(JEITA) opgestelde “Design Rule for Camera File System / DCF”-normen.
2
De samenstelling van deze handleiding
Inleiding tot de functies
van de camera
Fotograferen in zijn
eenvoudigste vorm
Geavanceerd fotofuncties
Voor die specifieke opname
onder gebruikmaking van
diverse effecten of voor het
aanpassen van instellingen.
Voor het weergeven en
bewerken van beelden
Instellingen die de bediening
van de camera vereenvoudigen
Beelden printen
Storingen opheffen en
andere informatie
Inhoudsopgave
De verschillende onderdelen
Voordat u gaat fotograferen
Gebruik van knoppen en
menu’s
Fotograferen
Flitsen
Geavanceerde
fototechnieken
Instellen van beeldkwaliteit
en belichting
Beelden weergeven
Handige functies
Printen instellen
Direct printen
Diverse
Blz. 4
Blz. 12
Blz. 24
Blz. 47
Blz. 65
Blz. 82
Blz. 95
Blz. 135
Blz. 157
Blz. 186
Blz. 225
Blz. 236
Blz. 251
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
3
Inhoudsopgave
De samenstelling van deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
(Indicaties in de monitor in de stand Fotograferen
Bij het inschakelen van de camera wordt ook de monitor ingeschakeld, met
daarin de foto-informatie. Met elke druk op de monitorknop f, wisselt de
informatieweergave in de monitor in de hieronder afgebeelde volgorde.
Beeld 1
Getoond worden de
details van de fotoinformatie.
Beeld 2
Beeld 3
TIPS
Bij het inschakelen van de camera alleen het AF-teken tonen
(Beeld 3).
Het AF-teken kan op een van de volgende manieren worden weergegeven,
zonder dat u daarvoor op de monitorknop
→ Schakel de camera in met de functie ALL REST uitgeschakeld en
met het AF-teken in de monitor (Beeld 3). g“ALL RESET –
Opslaan van camera instellingen” (zie blz. 186)
→ Selecteer in het instelmenu MY MODE voor de LCD de functie ON
. Schakel de camera pas in nadat u de functieknop op r
Met de functie INFO (Informatieweergave) bepaalt u hoeveel informatie in
de monitor wordt getoond. Het onderstaande toont twee monitorbeelden
waarbij de informatieweergave is ingesteld op ON. g“INFO –
Informatieweergave in de monitor” (zie blz. 200)
Stilstaande beeldenVideo-opnamen
FunctieIndicatiesBlz.
1 Batterijladinge, f22
2 Kaartje[xD], [CF]34
3 Printreservering,
Aantal kopieën
Video-opnamen
4 GeluidsopnameH131, 133
5 Beveiligd beeld9183
6 BeeldkwaliteitRAW, TIFF, SHQ, HQ, SQ1, SQ2135
7 Resolutie2592×1944, 1600×1200, 640×480,
8 DiafragmawaardeF2.8 tot F8.095
9 Sluitertijd15" tot 1/400097
10 Belichtingscorrectie-2.0 tot +2.0143
11 WitbalansWB AUTO, 2, 3, 5, 4, w - z, 1, V 145, 149
12 ISO (-equivalente
gevoeligheid)
13 Datum en tijd’03.12.17 15:3042
14 Bestandsnummer,
Weergavetijd / Totale
opnametijd
<×10
n
320×240 etc.
ISO 80, ISO 100, ISO 200, ISO 400141
FILE : 100 - 0030
0"/20"
227
164
138
225
20
De verschillende onderdelen
• De indicaties die verschijnen bij een videobeeld dat werd
geselecteerd en weergegeven vanuit het indexbeeld wijken af van
Opmerking
de indicaties die verschijnen wanneer het videobeeld wordt
weergegeven vanuit de functie Video-opnamen weergeven.
(Geheugenindicator
Indicatie batterijlading
Als u stilstaande beelden fotografeert, lichten de
segmenten van de geheugenindicator op. Deze
geven aan dat de camera bezig is het zojuist
gefotografeerde beeld op te slaan op het
kaartje. Afhankelijk van het aantal gemaakte
opnamen verandert de status van de
geheugenindicator als hieronder afgebeeld.
Bij video-opnamen verschijnt de
Geheugenindicator
geheugenindicator niet.
FotograferenFotograferenFotograferen
abc d
Vóór de
opname
(Indicator is
gedoofd)
Eén opname
gemaakt
(Brandt)
Meer dan
opnamen
gemaakt.
(Brandt)
twee
Wachten
Maximale aantal
opnamen bereikt.
(Alle segmenten
lichten op).
Wacht tot de indicator
weer de status heeft zoals
uiterst links is
aangegeven voordat u de
volgende opname maakt.
21
De verschillende onderdelen
(Batterijcontrole
Wordt de camera ingeschakeld of wordt de camera gebruikt, terwijl de nog
beschikbare batterijlading gering is, dan verandert de indicatie van de
batterijlading in het LCD-venster en in de monitor als volgt.
Indicatie
batterijlading
eBrandt
fKnippertKnippert rood
Geen
functiepictogram
LCD-
venster
De groene en de oranje LED naast
de zoeker knipperen. Het
LCD-venster wordt automatisch
uitgeschakeld.
MonitorStatus
Brandt groen
(Dooft na enige tijd)
Beschikbare lading: Hoog.
Beschikbare lading: Gering.
Laad de batterij zo spoedig
mogelijk op, zeker als u de
camera lang achtereen wilt
gaan gebruiken.
Beschikbare lading: Batterij
uitgeput.
Laad de batterij op.
22
Hoe u deze handleiding gebruikt
4
Flash
Flash intensity control
You can adjust the amount of light emitted by the flash.
In some situations, you may get better results by adjusting the light
emission. Examples include small subjects, distant backgrounds, or
situations when increased contrast is desired.
1
Adjust the brightness by turning
the control dial while holding
down # and F at the same time.
• The exposure value is displayed on
the control panel while the flash
intensity control function is set.
TIPS
Mode dial
Control dial
#Flash mode
button
F Exposure compensation
button
Turning to the left
decreases the light
emission.
Min. setting is –2.0.
Turning to the right
increases the light
emission.
Max. setting is +2.0.
6
SHARPNESS
This function adjusts the sharpness of the image.
1 In the top menu, select MODE
MENU → PICTURE →
SHARPNESS, and press d.
g“How to use the menus” (P.49)
2 Press ac to adjust the
sharpness between +5 and -5.
• To increase the sharpness (+) :
Press a. The image contours are
emphasized, making the image
appear sharper and more vivid. Use
Mode dial
Arrow pad
OK button
CARDEt
CAM
PICtURE
SHARPNESS
CONtRASt
SAtURAtION
Zet de functieknop op een van de afgebeelde functiepictogrammen.
De knoppen voor
de betreffende
functie en de
plaats ervan zijn
duidelijk
aangegeven.
Een dergelijke afbeelding geeft de
handelingen met de instelknop aan.
Volg voor het uitvoeren van de menu bewerkingen de aanwijzingen
van de pijlen. Voor details van de bedieningsprocedures, raadpleegt
u “Hoe u de menu’s gebruikt” (zie blz. 55).
Deze voorbeeld pagina dient uitsluitend ter informatie en kan verschillen van
de feitelijke pagina’s in deze handleiding.
Deze afbeeldingen en pictogrammen stellen
de pendelknop voor. Alleen de pijlknoppen die
op de betreffende handeling van toepassing
zijn worden getoond.
23
1 Voordat u gaat fotograferen
Bevestigen van de camerariem
1 Steek het koordje van de lensdop door
de opening in de lensdop, haal het
andere uiteinde door de lus van het
koordje en trek het koordje strak.
1
Voordat u gaat fotograferen
2 Trek het uiteinde van de camerariem
uit de schuifgesp en de ring.
3 Steek een uiteinde van de riem (A)
door de lus van het koordje (aan de
lensdop bevestigd in stap 1). Steek de
riem vervolgens door het
bevestigingspunt op de camera.
4 Steek het uiteinde van de riem terug
door de ring, als aangegeven door de
pijl. Maak de riem op de gewenste
lengte.
Schuifgesp
A
Bevestigingspunt
camerariem
Ring
5 Steek vervolgens het uiteinde van de
riem terug door de schuifgesp, als
aangegeven door de pijl. Trek de riem
strak (B), en overtuig u ervan dat u de
riem stevig bevestigd heeft en niet los
kan raken.
6 Bevestig de riem aan het andere
bevestigingspunt, als in stap 3 tot en met 5.
• Wees voorzichtig met de camerariem als u de camera met
u meedraagt. De riem kan makkelijk achter andere voorwerpen
blijven haken en zo letsel of schade veroorzaken.
Opmerking
• Bevestig de camerariem op de juiste wijze, zoals hierboven
beschreven, zodat de camera niet los kan raken. Olympus stelt
zich niet aansprakelijk voor schade die ontstaat als de riem niet
goed aan de camera wordt bevestigd en de camera valt.
24
B
Opladen van de batterij
Deze camera werkt met een Olympus lithium-ionbatterij van het type BLM-1.
De camera werkt niet met andere batterijen. Op het moment van aanschaf is
de lithium-ionbatterij niet volledig opgeladen. Voordat u de camera gaat
gebruiken moet u de batterij met het voorgeschreven laadapparaat BCM-2
eerst helemaal opladen Voor de details daarvan raadpleegt u de bij het
laadapparaat geleverde handleiding.
1 Steek de apparaatstekker van het
netsnoer in het laadapparaat.
1
Voordat u gaat fotograferen
2 Steek de netstekker van het
netsnoer in het stopcontact.
3 Verwijder de beschermkap van de
batterij. Leg de batterij op het
laadapparaat en let daarbij op de
juiste stand van plus- en
mincontacten, zoals de afbeelding
laat zien.
• Richt de batterij uit ten opzichte
van het uitrichtteken () en
steek de batterij helemaal in het
laadapparaat.
• Betekenis van de
laadindicator:
Brandt rood :
Brandt groen
Knippert rood: Storing in het
• Het opladen van de batterij
duurt circa 5 uur.
De werkelijke laadtijd is
afhankelijk van de in de batterij
nog beschikbare restlading.
De batterij wordt
opgeladen.
:Het opladen is
voltooid.
opladen van de
batterij.
Laadindicator
Stopcontact
Beschermkap
Uitrichtteken
25
Opladen van de batterij
• Gebruik uitsluitend het voorgeschreven type laadapparaat.
• De batterij wordt tijdens het opladen weliswaar warm, maar dat
wijst niet op een defect.
Opmerking
• Denkt u de camera lang achtereen te gaan gebruiken, dan doet
u er goed aan een reservebatterij (los verkrijgbaar) mee te nemen.
• Om te voorkomen dat de batterijcontacten worden kortgesloten,
moet u altijd de beschermkap op de batterij zetten als u de batterij
hanteert of met u meedraagt.
1
Voordat u gaat fotograferen
26
Batterij in de camera zetten
Deze camera werkt met een Olympus lithium-ionbatterij van het type BLM-1.
1 Overtuig u ervan dat de camera
schakelaar in de stand OFF (Uit)
staat.
Cameraschakelaar
2 Schuif de sluiting van het
deksel van het
batterijcompartiment vanuit de
stand = in de stand ) en klap
het deksel van het
batterijcompartiment open.
3 Steek de batterij met plus- en
mincontacten in de juiste
stand, als afgebeeld, in het
batterijcompartiment.
• Als de batterij goed in het
batterijcompartiment wordt gezet,
wordt die door de
batterijvergrendeling op zijn plaats
vastgehouden.
1
Voordat u gaat fotograferen
Batterijvergrendeling
4 Sluit het deksel van het
batterijcompartiment.
5 Schuif de sluiting van het
deksel van het
batterijcompartiment vanuit de
stand ) in de stand =.
27
Batterij in de camera zetten
Batterij uit de camera halen
1 Druk de batterijvergrendeling in de
richting van de pijl (A).
• De batterij veert ophoog.
• Houd uw hand over de batterij zodat die niet
uit de camera kan vallen. Draai de camera
1
Voordat u gaat fotograferen
om en laat de batterij in uw hand vallen.
Waarschwung voor te geringe batterijlading
De door de camera gebruikte hoeveelheid energie is sterk afhankelijk
van de met de digitale camera uitgevoerde handelingen. Raakt de
batterij uitgeput, dan is het mogelijk dat de camera uitschakelt zonder
dat eerst de waarschuwing voor te geringe batterijlading in de monitor
verschijnt (zie blz. 22).
Andere vormen van energievoorziening
(Lichtnetadapter
Met de optionele lichtnetadapter van het type Olympus CAMEDIA kunt u de
camera uit een gewoon stopcontact voeden. Wel moet u een lichtnetadapter
van het voorgeschreven type gebruiken. De lichtnetadapter is vooral
praktisch bij tijdrovende bezigheden, bijvoorbeeld wanneer u lang achtereen
fotografeert of bij het downloaden van beelden naar een personal computer.
Let op dat de lichtnetadapter geschikt is voor de netspanning bij u ter
plaatse. Voor nadere informatie neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde
Olympus dealer of service center.
Stopcontact
A
28
Netstekker
Lichtnetadapter
Gelijkspanningsplug
Gelijkspanningsconnector
DC-IN (zwart)
Batterij in de camera zetten
(Power-batterijhouder
Met de optionele Power-batterijhouder
(B-HLD20) kunt u de camera langer achtereen
gebruiken dan met de lithium-ionbatterij. Voordat
u de power-batterijhouder aan de camera kunt
bevestigen, moet u het deksel van het
batterijcompartiment verwijderen door dat in de
richting van de pijl te drukken.
Voor details over de wijze waarop u de
batterijhouder gebruikt, raadpleegt u de bij de
power-batterijhouder geleverde handleiding.
TIPS
Gebruik van het laadapparaat in het buitenland
→ Om het laadapparaat in het buitenland te kunnen gebruiken, heeft
u bij het laadapparaat een verloopstekker nodig die geschikt is voor
de stopcontacten in het land waar u het laadapparaat wilt
gebruiken. Voor vragen wat voor verloopstekker u nodig heeft,
raadpleegt u uw reisbureau.
• Raakt de batterij uitgeput terwijl de camera aangesloten is op een
PC of op een printer, dan is het mogelijk dat het beeldmateriaal
Opmerking
verloren gaat of beschadigd raakt. U doet er dan ook goed aan om
bij het overbrengen van beeldmateriaal naar een PC een
lichtnetadapter te gebruiken. Sluit de lichtnetadapter niet aan en
koppel die ook niet af terwijl dataverkeer met de PC of met de
printer plaats vindt.
• Haal nooit de batterij uit de camera en zet die er ook niet in en sluit
nooit de lichtnetadapter aan en koppel die niet af terwijl de camera
ingeschakeld is. Doet u dat toch, dan kan dat de inwendige
instellingen en functies van de camera verstoren.
• Het energieverbruik van de camera is sterk afhankelijk van de
lichtomstandigheden, enzovoort.
• Tijdens de hieronder opgesomde bedrijfsomstandigheden wordt
voortdurend energie verbruikt, waardoor het aantal opnamen dat
u kunt maken afneemt.
• Als de monitor ingeschakeld is.
• Bij herhaald gebruik van de zoomlens.
• Bij herhaald automatisch scherpstellen door de ontspanknop
half in te drukken.
1
Voordat u gaat fotograferen
29
Batterij in de camera zetten
• Als de functie FULLTIME AF (Continu-AF) ingeschakeld is.
• Als de camera is aangesloten op een PC of op een printer.
• Bij gebruik van een lichtnetadapter, wordt de energievoorziening
van de camera verzorgd door de lichtnetadapter ook al heeft u een
batterij in de camera gezet. De batterij wordt door de
lichtnetadapter niet opgeladen.
• Lees voordat u de lichtnetadapter gaat gebruiken, de handleiding
ervan aandachtig door.
1
Voordat u gaat fotograferen
30
Loading...
+ 254 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.