Olympus C-5050 ZOOM User Manual [nl]

Digitale Camera
C-5050ZOOM
BEKNOPTE HANDLEIDING
NL
INHOUD
VOORBEREIDINGEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
MENUFUNCTIES. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
BASISHANDELINGEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
GEAVANCEERDE FOTOGRAFISCHE TECHNIEKEN. . . . . . . 37
BEELDEN WEERGEVEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
AFDRUKINSTELLINGEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
BEELDEN OVERBRENGEN NAAR EEN COMPUTER . . . . . . 45
FOUTCODES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
TECHNISCHE GEGEVENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
VEILIGHEIDSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
xD-PICTURE CARD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Deze beknopte handleiding dient als eerste kennismaking met uw camera. Een meer gedetailleerde beschrijving van de hier beschreven functies vindt u in de „Reference Manual“ op de bij de camera geleverde CD-ROM.
2 NL
Lees voordat u de camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van het juiste gebruik ervan te verzekeren.
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet er goed aan eerst enkele testopnamen te maken.
Deze beknopte handleiding dient als eerste kennismaking met uw camera. Een meer gedetailleerde beschrijving van de hier beschreven functies vindt u op de bij de camera geleverde CD-ROM. Voor de details van de wijze waarop u de camera aansluit op een PC en het installeren van de meegeleverde software raadpleegt u de „Software Installation Guide“ die deel uitmaakt van het CD-ROM pakket.
Voor klanten in de Ver. Staten van Noord- en Zuid-Amerika
Voor klanten in USA
Overeenstemmingsverklaring Typenummer: : C-5050ZOOM Handelsnaam : OLYMPUS Verantwoordelijke partij : Olympus America Inc. Adres : 2 Corporate Center Drive, Melville, New York
Telefoon : 1-631-844-5000 Getest en gebleken te voldoen aan de FCC-normen VOOR HUIS OF KANTOORGEBRUIK Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC Rules. Het apparaat werd getest op de volgende aspecten: (1) Het apparaat mag geen schadelijke stoorsignalen afgeven. (2) Het apparaat moet ongevoelig zijn voor eventuele ontvangen stoorsignalen, met
inbegrip van stoorsignalen die aanleiding kunnen geven tot ongewenste werking.
11747-3157 USA
Voor klanten in Canada
Dit digitale apparaat volgens Class B voldoet aan alle eisen zoals die zijn vastgelegd in de Canadian Interference Causing Equipment Regulations.
Voor klanten in Europa
Het waarmerk „CE“ garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de Europese Unie voor wat betreft veiligheid, gezondheid, milieubehoud en persoonlijke veiligheid van de gebruiker. Camera's met het waarmerk „CE“ zijn bedoeld voor de Europese markt.
Handelsmerken
• IBM is een wettig gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
• Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
• Macintosh is een handelsmerk van Apple Computer Inc.
• Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn wettig gedeponeerde handelsmerken en/of handelsmerken van de betreffende firma's.
• De in deze handleiding genoemde normen voor camera bestandssystemen zijn de door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) opgestelde „Design Rule for Camera File System / DCF“-normen.
Belangrijk
Geachte Koper/Koopster, Zorg ervoor dat het Nederlandse garantiebewijs geheel is ingevuld en afgestempeld door uw leverancier. Bewaar de aankoopbon zeer zorgvuldig. Als u onverhoopt gebruik moet maken van de garantievoorwaarden, dient u deze bescheiden te overleggen.
NL 3
VOORBEREIDINGEN
DE VERSCHILLENDE ONDERDELEN
Flitser LCD-venster Indicatie-LED Zelfontspanner / Afstandsbediening
Accessoireschoentje met middencontact
Lens
AF-hulpverlichting
Microfoon
Bevestigingspunt camerariem
Sensor afstandsbediening
Connector A/V OUT (MONO)
4 NL
USB-connector
Gelijkspanningsconnector DC-IN
Klepje over de connectors
Zoeker
Monitor
Oranje LED Groene LED
AF-teken
AEL-knop (AEL) Wisknop ( )
Pendelknop ( ) OK/MENU-knop ( )
Kaartknop (CF/xD•SM)
Sleuf voor CompactFlash / Microdrive
Sleuf voor xD-kaartje / SmartMedia
Cameraschakelaar
Instelknop Monitorknop (Quick View
[Snelweergave] ) Luidspreker
Klepje over de kaartsleuf Indicatie-LED Dataverkeer
Uitwerperknop
NL 5
Belichtingscompensatieknop ( ) AF / Macro / MF-knop ( )
Ontspanknop Zoomknop (T/W· )
Knop Zelfontspanner / Afstandsbediening ( )
Knop Beeld draaien ( )
Lichtmeetfunctieknop ( )
Knop Beveiligen ( ) Oogcorrectieknop Flitserfunctieknop ( )
Deksel batterijcompartiment Sluiting batterijcompartiment
Voorkeursfunctieknop ( )
Afdrukknop ( )
Functieknop
6 NL
Statiefaansluiting
INDICATIES IN HET LCD-VENSTER
Functie Indicaties 1 Batterijcontrole , 2 Sluitertijd 2000 (1/2000 s); 2.5" 3 Diafragmawaarde F1.8 4 Belichtingscompensatie
Lichtopbrengst flitser
5 Macro-functie
Hand scherpstelling Supermacro functie
Supermacro Hand scherpstelling 6 Flitserfunctie , , , SLOW, SLOW 7 Lichtopbrengst flitser 8 Repeterende opnamen , , , BKT 9 Afstandsbediening
10 Zelfontspanner 11 Geluidsopname 12 Opslagfunctie RAW, TIFF, SHQ, HQ, SQ (SQ1, SQ2) 13 Ruisonderdrukking NR 14 AE-lock
AE geheugen
15 Lichtmeting ,
+2.0; +1.0; 0.0; –1.0; –2.0
(Brandt)
MF (Brandt)
(Knippert)
(Knippert)
MF
AEL AEL
NL 7
Functie Indicaties 16 ISO ISO 17 Witbalans WB 18 Geselecteerd kaartje , , 19 Aantal beelden dat nog opgeslagen
kan worden / Nog resterende seconden Foutcode
30
-E-
8 NL
INDICATIES IN DE LCD-MONITOR
Stand Fotograferen
Stilstaande beelden
Functie Indicaties
1 Functie Fotograferen , , , , , , , , ,
2 Sluitertijd 16 – 1/2000 3 Diafragmawaarde F1.8 – F8.0 4 Belichtingscompensatie
Belichtingsafwijking 5 Batterijcontrole , 6 Groene LED 7 Flitser paraat / Waarschuwing tegen
bewegen van de camera /
Flitser wordt opgeladen 8 Macro functie
Supermacro functie
Hand scherpstelling 9 Ruisonderdrukking
10 Flitserfunctie , , , SLOW 1, SLOW 2,
11 Lichtopbrengst flitser –2.0 – +2.0 12 Sluiterfunctie , , , , BKT 13 Zelfontspanner
Afstandsbediening
,
–2.0 – +2.0 –3.0 – +3.0
(Brandt)
(Knippert)
MF
SLOW
Filmbeelden
NL 9
Stilstaande beelden
Functie Indicaties 14 Geluidsopname 15 Opslagfunctie RAW, TIFF, SHQ, HQ, SQ1, SQ2 16 Resolutie 2560 × 1920, 2560 × 1696, 1280 × 960,
17 AF-teken [ ] 18 Aantal beelden dat nog opgeslagen
kan worden / Nog resterende seconden
19 AE-lock
AE geheugen 20 Spotmeting 21 ISO-equivalente gevoeligheid ISO 64; ISO 100; ISO 200; ISO 400 22 Witbalans , , , , , , ,
23 Witbalans compensatie B1 – B7; R1 – R7 24 Verzadiging –5 – +5 25 Scherpte –5 – +5 26 Contrast –5 – +5 27 Voorinstelling motiefprogramma's , , 28 Geheugenindicator , , , 29 Geselecteerd kaartje [xD], [SM], [CF]
640 × 480, 320 × 240
30
36''
,
AWB, CWB
Filmbeelden
10 NL
Stand Weergeven
Bij de hieronder getoonde beelden is de informatieweergave ingeschakeld (stand ON).
Stilstaande beelden Filmbeelden
Functie Indicaties 1 Batterijcontrole , 2 Geselecteerd kaartje [xD], [SM], [CF] 3 Afdrukwachtrij
Aantal afdrukken
Filmbeelden 4 Geluidsopname 5 Beveiligd beeld 6 Opslagfunctie RAW, TIFF, SHQ, HQ, SQ1, SQ2 7 Aantal pixels 2560 × 1920; 2560 × 1696; 1280 × 960;
8 Diafragmawaarde F1.8 – F8.0 9 Sluitertijd 16 – 1/2000
10 Belichtingscompensatie –2.0 – +2.0 11 Witbalans WB AUTO, , , , , ,
12 ISO-equivalente gevoeligheid ISO 64; ISO 100; ISO 200; ISO 400 13 Datum en tijd '02.10.17 15:30 14 Bestandsnummer
Afspeeltijd / Totale opnametijd
x 10
640 × 480; 320 × 240
, ,
FILE: 100 – 0030 0'' / 20''
, AWB, CWB
NL 11
Geheugenindicator
Als u een stilstaand beeld fotografeert, licht de geheugenindicator op. Als de geheugen­indicator in de monitor zichtbaar is, is de camera bezig het beeld op te slaan op het geheugenkaartje. Afhankelijk van de opnamestatus veranderen de indicaties in de geheugenindicator als hieronder afgebeeld. Tijdens het opslaan van filmbeelden verschijnt de geheugenindicator niet.
Fotograferen Fotograferen Fotograferen
Vóór de opname.
(Indicator is gedoofd)
Eén opname
gemaakt.
(Brandt)
Meer dan twee
opnamen gemaakt.
(Brandt)
Wachten
U kunt geen opnamen
meer maken.
(Licht helemaal op)
Voordat u de volgende
opname kunt maken moet
u enkele ogenblikken
wachten.
Batterijcontrole
Wordt de camera ingeschakeld of is de camera in gebruik en is de nog beschikbare batterijlading gering, dan verandert in de monitor de indicatie van de batterijlading als volgt:
Batterij-
controle
Geen indicatie
LCD-venster LCD-monitor Status
Brandt Brandt (groen)
Knippert Knippert (rood) Nog beschikbare batterijlading:
Naast de zoeker knipperen de groene LED en de oranje LED. (Het LCD-venster wordt automatisch uitgeschakeld.)
(Dooft na een ogenblik)
Nog beschikbare batterijlading:
Nog beschikbare batterijlading: Uitgeput Vervang de batterijen door nieuwe.
Hoog
Gering
Vervang de batterijen door
nieuwe.
12 NL
BEVESTIGEN VAN DE CAMERARIEM EN LENSDOP
1
Steek het koordje van de lensdop door het gaatje in de lensdop.
2
Bevestig de camerariem, als afgebeeld, aan het bevestigingspunt voor de camerariem.
3
Maak de camerariem op lengte. Steek de camerariem door de gesp ( ) en overtuig u ervan dat u de riem stevig bevestigd heef.
4
Bevestig de camerariem op dezelfde wijze aan het andere bevestigingspunt.
BATTERIJEN IN DE CAMERA ZETTEN
1
Overtuig u ervan dat de camera uitgeschakeld is, dat wil zeggen dat de cameraschakelaar in de stand OFF (Uit) staat.
2
Schuif de sluiting van het batterijcompartiment vanuit de stand in de stand
3
Leg uw vinger op het symbool en schuif het deksel van het batterijcompartiment in de richting en klap het open in de richting .
• Schuif het deksel open met uw vingertoppen. Gebruik niet uw vingernagel omdat u zich dan kunt bezeren.
Bevestigingspunt camerariem
.
NL 13
4
Steek de batterijen, als afgebeeld, in de juiste stand in de camera.
Bij gebruik van AA-formaat (R6) batterijen.
Stand van de batterijen
De juiste stand van de AA-formaat batterijen is aan de onderzijde de camera aangegeven.
5
Klap het deksel van het batterijcompartiment dicht, druk het deksel vervolgens omlaag en schuif het in de richting van de pijl .
• Druk bij het sluiten van het deksel vooral op het midden van het deksel. Drukt u op de rand ervan, dan is het deksel moeilijker te sluiten.
• Overtuig u ervan dat het deksel volledig gesloten is.
6
Schuif de sluiting van het batterijcompartiment vanuit de stand in de stand .
GEHEUGENKAARTJE IN DE CAMERA ZETTEN
Overal waar in deze handleiding de uitdrukking „kaartje“ gebruikt wordt, wordt een xD-Picture Card, SmartMedia, CompactFlash of een Microdrive bedoeld. Deze camera slaat de gefotografeerde beelden op op een geheugenkaartje.
1
Overtuig u ervan dat de camera uitgeschakeld is, dat wil zeggen dat de cameraschakelaar in de stand OFF (Uit) staat.
2
Open het klepje over de kaartsleuf.
Bij gebruik van lithium batterijblokken van het type CR-V3
14 NL
3
Steek een kaartje in de camera.
xD-Picture Card / SmartMedia
• Houd het kaartje recht voor de kaartsleuf en steek het in de juiste stand in de sleuf voor een xD-Picture Card / SmartMedia.
• De afbeelding naast de kaartsleuf laat zien hoe u het kaartje in de sleuf moet steken.
Attention: xD-Picture Card – refer to page 58.
Compact Flash/Microdrive
• Houd het kaartje recht voor de kaartsleuf en steek het in de sleuf tot het stuit.
4
Sluit het klepje over de kaartsleuf tot het hoorbaar dichtklikt.
Geheugenkaartje uit de camera nemen
xD-Picture Card
• Ontgrendel het kaartje door het iets verder naar binnen te drukken en laat het dan voorzichtig los. Het kaartje veert iets naar buiten en stopt dan. Trek het kaartje recht uit de kaartsleuf.
Opmerking
Laat u het kaartje plotseling los, dan bestaat de kans dat het uit de kaartsleuf springt.
SmartMedia
• Druk het kaartje iets verder naar binnen en laat het dan los. Het kaartje veert dan iets naar buiten zodat u het uit de sleuf kunt trekken.
Compact Flash/Microdrive
• Druk de uitwerperknop rustig in zodat die omhoog veert en druk hem vervolgens helemaal in. Het kaartje veert dan iets naar buiten zodat u het uit de sleuf kunt trekken.
Van geheugenkaartje wisselen
De gefotografeerde beelden worden opgeslagen op het kaartje waarvan in het LCD-venster of in de LCD-monitor het functiepictogram wordt aangegeven. Voordat u gaat fotograferen moet u het soort geheugenkaartje kiezen waarop u de beelden wilt opslaan. De standaard­instelling af fabriek is dat de sleuf voor een xD-Picture Card / SmartMedia wordt gebruikt. Steekt u maar één kaartje in de camera, dan wordt automatisch dat kaartje gebruikt. Het kaartje dat u wilt gebruiken kunt u ook selecteren vanuit de stand Weergeven.
NL 15
CAMERA IN EN UITSCHAKELEN
Tijdens fotograferen
1
Verwijder, voordat u de camera inschakelt, de lensdop door de beide nokken naar elkaar toe te knijpen.
2
Draai de functieknop zo dat de gewenste fotofunctie tegenover de rode instelstreep komt te staan. U kunt kiezen uit: / / / /
//////.
3
Draai de cameraschakelaar zo dat de indicatie ON (Aan) tegenover de witte instelstreep komt te staan.
• De camera wordt ingeschakeld en de lens schuift naar voren.
4
Om de camera uit te schakelen draait u de cameraschakelaar zo dat de indicatie OFF (Uit) tegenover de witte instelstreep komt te staan.
Functie­knop
Camera­schakelaar
Tijdens weergegeven
1
Draai de functieknop zo dat het functiepictogram tegenover de rode instelstreep komt te staan.
2
Draai de cameraschakelaar zo dat de indicatie ON (Aan) tegenover de witte instelstreep komt te staan.
• Daarmee wordt de LCD-monitor ingeschakeld.
3
Om de camera uit te schakelen draait u de cameraschakelaar zo dat de indicatie OFF (Uit) tegenover de witte instelstreep komt te staan.
• Daarmee wordt ook de LCD-monitor uitgeschakeld.
16 NL
TAAL INSTELLEN
1
Zet de functieknop in de stand en schakel de camera in.
• Vergeet vooral niet de lensdop te verwijderen voordat u de camera inschakelt.
• De taal kunt u vanuit alle functies instellen.
2
Open het hoofdmenu door op de knop te drukken.
3
Selecteer de functie MODE MENU (Functiemenu) door op van de pendelknop te drukken.
4
Selecteer het tabblad SETUP (Instellen) door op of op te drukken en druk dan op de knop .
5
Selecteer de functie door op of op te drukken en druk dan op de knop .
6
Selecteer de gewenste taal door op of op de knop .
7
Sluit het menu door opnieuw op de knop te drukken.
8
Schakel de camera uit door de cameraschakelaar in de stand OFF (Uit) te zetten.
DATUM EN TIJD INSTELLEN
1
Zet de functieknop in de stand en schakel de camera in.
• Vergeet vooral niet de lensdop te verwijderen voordat u de camera inschakelt.
• Datum en tijd kunt u vanuit alle functies instellen.
2
Open het hoofdmenu door op de knop te drukken .
3
Selecteer de functie MODE MENU (Functiemenu) door op van de pendelknop te drukken.
4
Selecteer het tabblad SETUP (Instellen) door op of op te drukken en druk dan op
5
Selecteer de functie door op of op te drukken en druk dan op
.
• De geselecteerde functie wordt gemarkeerd door een groen kader.
6
Selecteer een van de volgende datumnotaties: Y-M-D (Jaar/Maand/Dag), M-D-Y (Maand/Dag/Jaar) of D-M-Y (Dag/Maand/Jaar) door op of op
te drukken en druk dan op .
• Kies de cijfergroep van het jaartal (Y).
• Deze en de volgende stappen, laten zien hoe u datum en tijd instelt wanneer als datumnotatie Y-M-D (Jaar/Maand/Dag) geselecteerd is.
.
te drukken en druk dan op
NL 17
7
Stel het jaartal in door op of op te drukken. Nadat u het jaartal ingesteld heeft, kiest u de cijfergroep voor de maand (M) door op te drukken.
• Wilt u naar de voorgaande instelling terugkeren, dan drukt u op de knop . De eerste twee cijfers van het jaartal kunt u niet instellen.
8
Herhaal deze procedure tot u de cijfergroepen voor datum en tijd allemaal ingesteld heeft.
9
Druk op de knop .
• Wilt u de klok van de camera nauwkeurig gelijkzetten, dan drukt u op de knop op het moment dat de klok 00 seconden aanwijst. De klok gaat pas lopen op het moment dat u de knop indrukt.
10
Wilt u de camera uitschakelen, dan zet u de cameraschakelaar in de stand OFF (Uit).
• Laat u de camera langer dan circa één uur zonder batterijen, dan gaan de
Opmerking
ingestelde datum en tijd verloren.
18 NL
Loading...
+ 42 hidden pages