Functieknop
Cameraschakelaa
1. Bevestigen van de camerariem en de lensdop
3. Batterijen in de camera zetten
4. xD-Picture Card in de camera zetten
DIGITALE CAMERA
C-5050ZOOM
NL
Quick Start Guide
We hebben deze handige Quick Start Guide bijgesloten om u vertrouwd te maken met de
basis functies en technieken, zodat u snel met uw nieuwe camera aan de slag kunt. Voor meer
gedetailleerde beschrijvingen en procedures, alsmede voor aanvullende informatie over meer
verfijnde functies, die hier niet aan de orde komen, raadpleegt u de gedrukte „Beknopte
Handleiding” of het „Reference Manual” op de CD-ROM.
De inhoud van het pakket
Camera
Camerariem
Lensdop / Bevestigingskoordje
NiMH-batterijen (oplaadbaar) / Batterij
laadapparaat / Gebruiksaanwijzing
(uitsluitend Olympus America en Olympus
Europa).
USB-kabeltje
AV-kabeltje
Beknopte handleiding
Quick Start Guide
Software installatie handleiding
OLYMPUS AMERICA INC.
Two Corporate Center Drive, Melville, NY 11747-3157, U.S.A. Tel. 631-844-5000
24/7 online automated help: http://support.olympusamerica.com/
Phone customer support: Tel. 1-888-553-4448 (Toll-free)
Our phone customer support is available from 8 am to 10 pm (Monday to Friday) ET
E-Mail: distec@olympus.com
Olympus software updates can be obtained at: http://olympus.com/digital/
OLYMPUS OPTICAL CO. (EUROPA) GMBH.
Premises/Goods delivery: Wendenstrasse 14-18, 20097 Hamburg, Germany
Letters: Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Germany
Tel. 040-237730
www.olympus-europa.com
http://www.olympus.com/
ijgesloten bij het CD-ROM pakket)
(
CD-ROM met USB-driver voor Windows
98, Reference Manual en nog veel meer
Garantiekaart / Registratiekaart (niet in
alle landen)
Veiligheidsmaatregelen (boekje)
xD-Picture Card
Handleiding xD-Picture Card
Afstandsbediening (uitsluitend Olympus
America)
Handleiding Afstandsbediening
(uitsluitend Olympus America)
Printed in Germany · OE · 4 · 10/2002 · E0419113
1 Steek het koordje van de lensdop door het gaatje
in de lensdop.
2 Bevestig de camerariem, als afgebeeld, aan het
bevestigingspunt voor de camerariem.
Bevestigingspunt camerariem
3 Maak de camerariem op lengte. Steek de
camerariem door de gesp ( ) en overtuig u
ervan dat u de riem stevig bevestigd heeft.
4 Bevestig de camerariem op dezelfde wijze aan het andere bevestigingspunt.
2. Verwijderen van de lensdop
Vergeet niet als u gaat fotograferen de lensdop te
verwijderen voordat u de camera inschakelt.
Belangrijk
Geachte Koper/Koopster,
Zorg ervoor dat het Nederlandse
garantiebewijs geheel is ingevuld en
afgestempeld door uw leverancier. Bewaar
de aankoopbon zeer zorgvuldig. Als u
onverhoopt gebruik moet maken van de
garantievoorwaarden, dient u deze
bescheiden te overleggen.
1 Overtuig u ervan dat de camera uitgeschakeld is, dat wil zeggen dat de
cameraschakelaar in de stand OFF (Uit) staat.
2 Schuif de sluiting van het batterijcompartiment vanuit
de stand in de stand .
3 Leg uw vinger op het symbool , en schuif het
deksel van het batterijcompartiment in de richting ,
en klap het open in de richting .
• Schuif het deksel open met uw vingertoppen. Gebruik niet
uw vingernagel omdat u zich dan kunt bezeren.
4
Steek de batterijen, als afgebeeld, in de juiste stand in de camera.
Bij gebruik van AA-formaat (R6) batterijen.
Stand van de
batterijen
De juiste stand van de AA-formaat batterijen is aan
de onderzijde de camera aangegeven.
Bij gebruik van lithium batterijblokken
van het type CR-V3.
5 Klap het deksel van het batterijcompartiment dicht,
druk het deksel vervolgens omlaag en schuif het
in de richting van de pijl
• Druk bij het sluiten van het deksel vooral op het midden
van het deksel. Drukt u op de rand ervan, dan is het
deksel moeilijker te sluiten.
• Overtuig u ervan dat het deksel volledig gesloten is.
.
6 Schuif de sluiting van het batterijcompartiment vanuit de stand in de
stand
.
1 Overtuig u ervan dat de camera uitgeschakeld is, dat wil zeggen dat de
cameraschakelaar in de stand OFF (Uit) staat.
2 Open het klepje over de kaartsleuf
3 Steek een kaartje in de camera.
• Houd het kaartje recht voor de kaartsleuf en steek het, als
afgebeeld, in de juiste stand in de sleuf voor een xD-Picture
Card / SmartMedia.
• De afbeelding naast de kaartsleuf laat zien hoe u het kaartje in
de sleuf moet steken.
4 Sluit het klepje over de kaartsleuf tot het hoorbaar dichtklikt.
Geheugenkaartje uit de camera nemen
1 Ontgrendel het kaartje door het iets verder naar binnen te
drukken en laat het dan voorzichtig los.
Het kaartje veert iets naar buiten en stopt dan. Trek het
kaartje recht uit de kaartsleuf.
Opmerking
Laat u het kaartje plotseling los, dan bestaat de kans
dat het uit de kaartsleuf springt.
•De xD-Picture Card en SmartMedia gebruiken dezelfde kaartsleuf. Hetzelfde is het
Opmerking
geval met CompactFlash en Microdrive. U kunt geen twee kaartjes tegelijk in één
kaartsleuf steken.
•Open nooit het klepje over de kaartsleuf, haal ook niet het kaartje of de batterijen
uit de camera als die nog ingeschakeld is. Doet u dat toch, dan kan het op het
kaartje opgeslagen beeldmateriaal verloren gaan. Beeldmateriaal dat verloren is
gegaan, kunt u niet meer herstellen.
Stilstaande beelden fotograferen
1 Zet de functieknop in de stand en schakel de
camera in door de cameraschakelaar zo te
draaien dat de indicatie ON (Aan) tegenover de
witte instelstreep komt te staan.
2 Richt het AF-teken in de zoeker op
het onderwerp.
3 Druk de ontspanknop rustig half in
zodat de camera zich kan scherpstellen.
• Als de groene LED brandt, houdt de camera de gemeten
scherpstelling en belichting vast.
• Als de oranje LED brandt, ontsteekt de flitser automatisch.
4 Druk de ontspanknop helemaal in.
• De camera maakt de opname.
• De indicatie-LED Dataverkeer knippert ten teken dat het beeld
wordt opgeslagen op het kaartje.
• Als de groene LED ophoudt met knipperen, kunt u de volgende
opname maken.
Uitschakelen van de camera
Om de camera uit te schakelen, draait u de cameraschakelaar zo dat de indicatie
OFF (Uit) tegenover de witte instelstreep komt te staan.
AF-teken
Oranje
LED
Groene
LED
Stilstaande beelden weergeven
1 Zet de functieknop in de stand (Weergeven)
en schakel de camera in door de cameraschakelaar zo te draaien dat de indicatie ON
(Aan) tegenover de witte instelstreep komt te
staan.
• De monitor wordt ingeschakeld met daarin het laatst
gefotografeerde beeld (Enkelbeeldweergave)
Snelweergave (Dubbelklik weergave)
Ook als de camera in een andere stand
dan (Weergeven) staat, kunt u door
tweemaal kort achter elkaar op de knop
e drukken (dubbelklikken) beelden
weergeven.
2 Wilt u andere beelden weergeven, dan kiest u die met de pendelknop of met de
instelknop.
Met de pendelknop
Springt naar het tiende beeld vóór het huidige beeld
Geeft het voorgaande
beeld weer
Springt naar het tiende beeld na het huidige beeld
Met de instelknop
Toont het voorgaande
beeld
Functieknop
Cameraschakelaar
Geeft het volgende
beeld weer
Toont het volgende
beeld
Filmbeelden fotograferen
1 Zet de functieknop in de stand (Weergeven) en draai de camera schakelaar
zo dat de indicatie ON (Aan) tegenover de witte instelstreep komt te staan.
• In de monitor die wordt ingeschakeld, wordt de beschikbare opnametijd aangegeven
en het type kaartje dat u gebruikt.
2 Kader uw opname af terwijl u naar het beeld in de monitor kijkt.
3 Start het fotograferen van filmbeelden door de ontspanknop in te drukken.
• Rechts naast de zoeker knippert de oranje LED.
• Tijdens het fotograferen van filmbeelden brandt het functiepictogram rood.
4 Om het opnemen van filmbeelden te stoppen drukt u de ontspanknop opnieuw in.
Filmbeelden weergeven
1 Zet de functieknop in de stand (Weergeven) en draai de camera schakelaar
zo dat de indicatie ON (Aan) tegenover de witte instelstreep komt te staan.
• De monitor wordt ingeschakeld.
2 Zet met de pendelknop of de instelknop het met het functiepictogram
gemarkeerde beeld in de monitor.
3 Open het hoofdmenu door op de knop te drukken.
4 Selecteer de functie MOVIE PLAY (Filmbeelden
weergeven) door op de knop te drukken.
5
Selecteer MOVIE PLA YBACK (Filmbeelden weergave) door
op of te drukken en druk dan op de knop .
• Nu worden de filmbeelden weergegeven. Aan het
einde van de reeks filmbeelden wordt weer automatisch
het eerste beeld weergegeven.
6 Open aan het einde van de reeks filmbeelden het menu door op de knop te
drukken.
Selecteer de gewenste functie door op of te drukken en druk dan op
de knop .
PLAYBACK (Weergeven) : Geeft de hele reeks filmbeelden opnieuw weer.
FRAME BY FRAME : Geeft de reeks filmbeelden, met de hand bediend, beeld
(Beeld voor beeld) voor beeld weer.
EXIT (Afsluiten) : Hiermee sluit u de functie Filmbeelden weergeven af.
MOVIE PLAY
INFO
MODE MENU
Beelden beveiligen
U doet er goed aan belangrijke beelden tegen abusievelijk wissen te beveiligen.
1 Zet met de pendelknop of de instelknop het
beeld dat u wilt beveiligen in de monitor.
„Stilstaande beelden weergeven“.
Knop Beveiligen
2 Druk op de knop (Beveiligen).
• Beveiligde beelden worden gemarkeerd met
het functiepictogram .
• Om de beveiliging van een beeld op te
heffen, drukt u opnieuw op de knop .
Beelden wissen (Een enkel beeld wissen)
1 Zet met de pendelknop of de instelknop het
beeld dat u wilt wissen in de monitor.
„Stilstaande beelden weergeven“.
2 Open het scherm ERASE (Wissen) door
op de knop
(Wissen) te drukken.
3 Selecteer de optie YES (Ja) door op of te
drukken en druk dan op de knop .
• Het beeld wordt gewist en het menu gesloten.
SELECt
ERASE
YES
NO
GO
Druk en draaiknoppen
Menufuncties
Monitor
Zoeker
Oranje LED
Groene LED
AF-teken
AEL-knop (AEL)
Houdt de gemeten belichting vast. Door
herhaald op deze knop te drukken wordt
de geheugenfunctie afwisselend in en
uitgeschakeld.
Wisknop ( )
Wist een geselecteerd beeld.
Cameraschakelaar
Door de schakelaar te verdraaien schakelt u de camera in en uit.
Instelknop
• Met de functieknop in de stand A, S of M stelt u met deze knop de
diafragmawaarde en de sluitertijd in.
• In combinatie met de andere knoppen kunt u met deze knop de functies
instellen.
• Selecteert het beeld dat u wilt weergeven.
Monitorknop (Snelweergave )
• Schakelt de monitor in en uit.
• Door dubbelklikken wisselt u tussen de functies Fotograferen en Weergeven.
Pendelknop ( )
• Stelt de functies in de menu’s in.
• Selecteert het beeld dat u wilt weergeven.
OK/MENU-knop
()
Opent het menuscherm.
Kaartknop (CF/xD•SM)
Hiermee schakelt u tussen de kaartjes als u twee kaartjes in de camera heeft
gezet.
Belichtingscompensatieknop ( )
Wijzigt de belichtingscompensatiewaarde.
AF / Macro / MF-knop ( )
Hiermee selecteert u de scherpstelfunctie uit: Autofocus (geen functiepictogram), Macro ( ),
Handscherpstelling (MF), Supermacro ( knippert) en Supermacro MF (MF knippert).
Zoomknop (T/W )
• Zoomt in en uit.
• Geeft meer beelden tegelijk weer / Vergroot het getoonde beeld.
Ontspanknop
Door half in te drukken stelt u de camera scherp.
Door helemaal in te drukken maakt u de opname.
Voorkeursfunctieknop ( )
Activeert de functie die u aan deze knop heeft toegekend.
Afdrukknop ( )
Slaat de gegevens voor de afdrukwachtrij op op het kaartje.
Functieknop
Hiermee schakelt u tussen de functies.
Knop Zelfontspanner / Afstandsbediening ( )
Activeert de zelfontspanner ( )of de afstandsbediening ( ).
Knop Beeld draaien ( )
Draait het beeld 90 ° met de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in.
LCD-venster
Lichtmeetfunctieknop ( )
Hiermee kiest u de lichtmeetmethode uit ESP (geen functiepictogram), Spotmeting ( ) en Multimeting ( ).
Knop Beveiligen ( )
Beveiligt belangrijke beelden tegen abusievelijk wissen.
Oogcorrectieknop
Past de zoeker aan aan het gezichtsvermogen (visuele scherpte) van de gebruiker van de camera.
Flitserfunctieknop
Selecteert de flitserfunctie uit Auto (Geen functiepictogram), Onderdrukken van rode ogen ( ),
Invulflitsen ( ), Synchronisatie met lange sluitertijd ( SLOW/ SLOW) en Flitser uit ( ).
: Fotofuncties
: Weergavefuncties
12 3 4
Indrukken . Met de pendelknop selecteert
Selecteer een tabblad met of .
u een menu.
DRIVE
MODE MENU
Pendelknop ( )
OK/MENU-knop
WB
Menufuncties tijdens Fotograferen
Neemt geluid op tijdens het fotograferen van filmbeelden.
Tabblad CAMERA
DRIVE
ISO Met deze functie kiest u de ISO-equivalente gevoeligheid: AUTO, 64,
MY MODE Hiermee kiest u de functie die geactiveerd moet worden wanneer u
FLASH Bij gebruik van een losse flitser kunt u kiezen uit de volgende functies:
SLOW Met de camera ingesteld op SLOW (Synchronisatie met lange
NOISE REDUCTION Door deze functie in te schakelen vermindert u de ruis in beelden die
DIGITAL ZOOM Het maximale optische zoombereik kan door digitaal te zoomen
FULLTIME AF Deze functie houdt het beeld voortdurend scherp zonder dat u daarvoor
AF MODE Met deze functie selecteert u de autofocusmethode (iESP of SPOT).
PANORAMA Met deze functie en met een kaartje van het merk Olympus CAMEDIA
2 IN 1 Deze functie combineert twee achtereenvolgens gemaakte opnamen en
FUNCTION Met deze functie kunt u speciale effecten in uw foto’s aanbrengen -
Tabblad PICTURE
WB
CUSTOM WB ( Met deze functie slaat u uw voorkeurswitbalans op.
SCENE MODES Met deze functie fotografeert u met specifieke instellingen om het
SHARPNESS Met deze functie stelt u de beeldscherpte in.
CONTRAST Met deze functie stelt u het beeldcontrast in.
SATURATION
Tabblad CARD
CARD SETUP Met deze functie formatteert u kaartjes.
Tabblad SETUP
ALL RESET Met deze functie bepaalt u of bij het uitschakelen van de camera de
PW ON SETUP Met deze functie stelt u het beeld in dat bij het inschakelen van de
PW OFF SETUP Met deze functie stelt u het beeld in dat bij het uitschakelen van de
REC VIEW Met deze functie specificeert u of beelden tijdens het opslaan op het
BEEP Met deze functie stelt u het pieptoontje in dat klinkt wanneer een knop
SHUTTER SOUND Met deze functie stelt u het geluid in dat de camera produceert als de
MY MODE SETUP Met deze functie legt u uw voorkeursinstellingen vast die geactiveerd
FILE NAME
PIXEL MAPPING Met deze functie controleert u de CCD en de
(Tijdens fotograferen van filmbeelden)
Met deze functie stelt u de wijze in waarop repeterende opnamen gemaakt
worden: (Enkelbeeld opname), (Zeer snelle repeterende
opnamen), (Repeterende opnamen), (Repeterende
opnamen met autofocus) of BKT (Automatische proefbelichting).
100, 200 of 400.
fotografeert met de camera in de stand .
IN + , en SLAVE (Slaafflitser). Selecteert u de functie
„SLAVE”, dan wordt de lichtopbrengst van de hoofdflitser ingesteld.
sluitertijd) kunt u met deze functie kiezen uit, SLOW 1 (Eerste
gordijn), SLOW (Eerste gordijn met onderdrukken van rode ogen)
en SLOW 2 (Tweede gordijn).
met lange belichtingen gemaakt worden.
worden vergroot tot circa 10x.
de ontspanknop half hoeft in te drukken.
Records sound when taking a still picture.
kunt u panorama-opnamen maken.
slaat de beelden als een enkel beeld op.
ZWART-WIT, SEPIA, WHITE BOARD of BLACK BOARD.
Geeft de helderheidsverdeling van stilstaande beelden weer in de vorm
van een histogram.
Met deze functie stelt u de beeldkwaliteit en de resolutie in.
Stilstaande beelden: RAW, TIFF, SHQ, HQ, SQ1, SQ2
Filmbeelden : HQ, SQ
Met deze functie brengt u de witbalans in overeenstemming met de lichtbron.
Met deze functie kunt u de witbalans met de hand fijninstellen.
gewenste effect te bereiken ( , , ).
Met deze functie stelt u de kleurdiepte in zonder dat dit de kleurtint wijzigt.
huidige camera-instellingen wel of niet opgeslagen worden.
Met deze functie selecteert u de in de monitor gebruikte voertaal.
camera in de monitor verschijnt.
camera in de monitor verschijnt.
geheugenkaartje getoond worden in de monitor.
Met deze functie stelt u het voor waarschuwingen, enzovoort gebruikte
akoestische signaal en het volume ervan in.
wordt ingedrukt en stelt u het volume ervan in.
ontspanknop wordt ingedrukt en stelt u het volume ervan in.
moeten worden als u de camera in de stand .
Met deze functie specificeert u hoe bestanden en mappen benoemd worden.
beeldbewerkingschakelingen op fouten.
Tabblad CAMERA
Tabblad PICTURE (Beeld)
Tabblad CARD (Kaartje)
Tabblad SETUP (Instellen)
Wanneer in het hoofdmenu het functiemenu MODE MENU geselecteerd is.Hoofdmenu
Met deze functie stelt u de helderheid van de monitor in.
m/ft Met deze functie stelt u de maateenheid in die bij met de hand
VIDEO OUT Met deze functie selecteert u de kleurentelevisienorm - NTSC of PAL -
SHORT CUT Met deze functie kunt u veel gebruikte functies als snelmenu’s aan het
CUSTOM BUTTON Met deze functie kunt u een veel gebruikte functie toekennen aan de
DUAL CONTROL
PANEL
AF ILLUMINATOR Met deze functie schakelt u de AF hulpverlichting in om een donker
Met deze functie stelt u datum en tijd in.
scherpstellen gebruikt wordt.
van de door u gebruikte TV-ontvanger. De gebruikte norm kan per land
verschillen.
hoofdmenu toevoegen.
Voorkeursfunctieknop van de camera..
Als de LCD-monitor niet gebruikt wordt, geeft het LCD-venster dezelfde
informatie weer als de LCD-monitor.
onderwerp te verlichten.
Menufuncties tijdens Weergeven
Geeft alle opgeslagen beelden na elkaar weer.
MOVIE PLAYBACK Voor het weergeven van filmbeelden.
INDEX Voor het samenstellen van een indexbeeld van negen filmbeelden.
EDIT Voor het bewerken van filmbeelden.
Voor het weergeven van alle fotografische informatie in de LCD-monitor.
De functie geeft de helderheidsverdeling van stilstaande beelden weer in de vorm van een histogram.
Tabblad PLAY *
*Tijdens het weergeven van filmbeelden verschijnt het tabblad PLAY niet.
Tabblad EDIT
RAW DATA EDIT
COPY
Tabblad CARD
CARD SETUP Met deze functie formatteert u kaartjes.
Tabblad SETUP
ALL RESET Met deze functie bepaalt u of bij het uitschakelen van de camera de
PW ON SETUP Met deze functie stelt u het beeld in dat bij het inschakelen van de
PW OFF SETUP Met deze functie stelt u het beeld in dat bij het uitschakelen van de
SCREEN SETUP Met deze functie registreert u een opgeslagen beeld zodat u dat kunt
VOLUME Met deze functie stelt u het volume van het afgespeelde geluid in. Ook
BEEP Met deze functie stelt u het pieptoontje in dat klinkt wanneer een knop
VIDEO OUT
Opmerking
Filmbeelden weergeven (Tijdens weergeven van filmbeelden)
Met deze functie kunt u geluid toevoegen aan reeds gefotografeerde beelden.
Met deze functie stelt u de beeldkwaliteit, witbalans, enzovoort in van
beelden die opgeslagen werden in het bestandstype RAW en slaat ze op
als nieuwe bestanden.
Met deze functie maakt u het beeldbestand kleiner en slaat het op in de
vorm van een nieuw bestand.
Met deze functie maakt u een uitsnede van het beeld en slaat die op in
de vorm van een nieuw bestand.
Met deze functie kopieert u beelden van en naar kaartjes. Hierbij kunt u
kiezen of u alle beelden of maar een enkel, geselecteerd beeld wilt kopiëren.
Wist alle op het kaartje opgeslagen beelden.
huidige camera-instellingen wel of niet opgeslagen worden.
Met deze functie selecteert u de in de monitor gebruikte voertaal.
camera in de monitor verschijnt.
camera in de monitor verschijnt.
selecteren met PW ON SETUP en / of PW OFF SETUP.
kunt u er het volume mee instellen van het geluid dat tijdens PW ON
SETUP en / of PW OFF SETUP wordt afgespeeld.
Met deze functie stelt u het voor waarschuwingen, enzovoort gebruikte
akoestische signaal en het volume ervan in.
wordt ingedrukt en stelt het volume ervan in.
Met deze functie stelt u de helderheid van de monitor in.
Met deze functie stelt u datum en tijd in.
Met deze functie selecteert u de kleurentelevisienorm - NTSC of PAL - van de
door u gebruikte TV-ontvanger. De gebruikte norm kan per land verschillen.
Met deze functie stelt u het aantal beelden in waaruit een indexbeeld moet bestaan.
•Welke instellingen beschikbaar zijn, is afhankelijk van de ingestelde functie. Zie
de „Reference Manual” voor details.
DRIVE
CAMERA
ISO
MY MODE
FLASH
CARDSEt PIC
SLOW
INFO
Open het menu door
op te drukken.
IN+
SLOW1