Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
Sticker met serienummer
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op
uw volledige tevredenheid.
Mocht u nog vragen hebben,
mochten sommige onderdelen
ontbreken of beschadigd zijn
neem dan contact op met de
winkel waar u dit produkt hebt
gekocht.
GEBRUIKSAANWIJZING
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
OPGELET
Lees alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding door voordat u dit apparaat gaat gebruiken. Bewaar
deze handleiding voor verdere
raadpleging.
De sticker(s) met waarschuwing hier getoond
zijn op de aangegeven plaatsen geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is, het nummer op de kaft van deze
handleiding en vraag voor een vervangsticker. Plak de sticker op de aangegeven
plaats. Opmerking: De sticker(s) worden niet op
ware groote weergegeven.
NordicTrack is een merk van ICON IP, Inc.
2
Page 3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw gewichtssysteem voordat u deze gebruikt om de
kans op ernstig letsel te verminderen. ICON is niet aansprakelijk voor persoonlijk letsel of schade
oor het gebruik van dit produkt.
d
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan
35 of mensen met gezondheidsproblemen.
2. De eigenaar moet zich ervan vergewissen
dat allen die gebruik maken van de elliptische exerciser voldoende op de hoogte zijn
van alle voorzorgsmaatregelen.
3. Dit gewichtssysteem is alleen voor huiselijk
gebruik bedoeld. Gebruik het gewichtssyteem niet commercieel of voor verhuur.
4. Plaats de gewichtssysteem altijd op een
vlakke ondergrond met een matje eronder
om uw vloer (bedekking) te beschermen.
5. Controleer en draai alle onderdelen regelmatig aan. Vervang versleten onderdelen
direct.
6. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12
en huisdieren bij de gewichtssysteem vandaan.
7. Draag geschikte kleding tijdens uw oefening.
Draag geen loszittende kleding die in het
gewichtssysteem verward kan raken. Draag
altijd gymschoenen voor de juiste
voetbescherming tijdens het trainen.
10. Zorg ervoor dat de kabels zich te allen tijde
in de katrollen bevinden. Stop meteen wanneer de kabel vastloopt tijdens het oefenen
en zorg ervoor dat kabels rond de katrollen
liggen.
11. Zorg ervoor dat de wieltjes, de voeten van
het onderstel, en de bijstelpoten op de vloer
gelijk staan (raadpleeg GEWICHTSSYTEEM
GELIJKSTELLEN op bladzijde 6).
12. Laat de handvaten, de tricepstouwen, de
enkelband, of de buikspierband los wanneer
de gewichten getild worden; de gewichten
zullen met grote kracht neerkomen.
13. Dit gewichtssysteem is voorzien van een
open stapel gewichten. De stapel gewichten
moet nooit buiten het blikveld van de
gebruiker toegankelijk zijn. Plaats het
gewichtssysteem in een hoek of vleugel van
de kamer zoals in de tekening hieronder
getoond wordt, om toegang tot de stapel
gewichten te voorkomen. Er mag niet meer
dan 1m speling zijn tussen het gewichtssysteem en de muren er omheen.
Muur
8. Houdt u handen en voeten weg van bewegende onderdelen.
9. Gebruik de pen om de stapel gewichten te
vergrendelen na uw oefening zodat u
voorkomt dat onbevoegd gebruik van het
gewichtssysteem plaatsvindt (raadpleeg DE
STAPEL GEWICHTEN VERGRENDELEN op
bladzijde 6).
14. Stop meteen wanneer u pijn heeft of wanneer u zich duizelig voelt en begin een
cooldown.
15. Gebruik het gewichtssyteem alleen zoals
beschreven in deze handleiding.
3
Page 4
VOORDAT U BEGINT
ijn dat u voor het veelzijdige NORDICTRACK
F
PETITION SERIES E8500 gewichtssysteem heeft
gekozen. Het gewichtssysteem biedt een keuze aan
gewichtsstanden, ontworpen om elke spierhoofdgroep
e stimuleren. Of het nu uw bedoeling is om uw lichaam
t
strakker te maken, voor aanzienlijke spiertoename en
kracht, of om uw hart- en vaatsysteem te verbeteren,
het gewichtssysteem helpt u bij het bereiken van de
specifieke resultaten die u wenst.
Lees, voor uw eigen welzijn, deze handleiding
zorgvuldig door voordat u het gewichtssysteem
Bijstelknop
Katrolstand
Katrolknop
Haak voor de
Accessoires
®
OM-
C
aat gebruiken. Raadpleeg de kaft van deze handleid-
g
ing mocht u nog vragen hebben nadat u de handleiding
hebt doorgelezen. Voordat u met ons contact opneemt,
schrijf het modelnummer en serienummer even op. De
laats waar u beide stickers kunt vinden wordt op de
p
kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de
tekening hieronder en de verschillende onderdelen.
GEMONTEERDE
AFMETINGEN:
Hoogte: 197 cm
Breedte: 187 cm
Lengte: 134 cm
Gewicht: 159 kg
Rechterkant
Stapel met gewichten
Wiel
Accessoires
Linkerkant
Gewichtspen
Bijstelpoot
Ruststand voor de
Accessoires
Wielslot
4
Page 5
MONTAGE
. Opmerking: Montage moet door twee person-
1
en worden uitgevoerd. Voor de duidelijkheid
kan het zijn dat sommige onderdelen niet
getoond worden.
1
Leg alle onderdelen op een open plek and verwijder al het verpakkingsmateriaal; gooi het ver-
pakkingsmateriaal pas weg als de montage
voltooid is.
Maak het Linker Achter Onderstel (9) aan het
Middelste Onderstel (1) vast met vier M10 x
25mm Schroeven (73). Draai vervolgens een
Bijstelpoot (44) in het Linker Achter Onderstel.
Maak het Rechter Achter Onderstel (8) en de
andere Bijstelpoot (44) op dezelfde manier
vast. Zorg ervoor dat de Bijstelpoot, de voeten
van het Onderstel (45), en de Wieltjes (niet
getoond) allemaal op gelijke hoogte op de
vloer staan (raadpleeg bladzijde 6).
2. Draai de twee Gewichtsgeleiders (22) los van de
bovenkant van het Middelste Onderstel (1).
Verwijder dan vervolgens de Voorplaat (23) van
de Gewichtsgeleiders.
Zoek vervolgens naar het Gewicht (25) met de
sticker met het hoogste nummer. Draai het
Gewicht zodanig dat de sticker met het nummer
aan de rechterkant zit. Schuif dan het Gewicht op
de Gewichtsgeleiders (22). Schuif de overge-
bleven Gewichten (25) op dezelfde manier op
de Gewichtsgeleiders.
8
44
45
45
2
23
26
22
73
1
9
44
73
73
1
22
Schuif de Hoofdplaat (23) op de
Gewichtsgeleiders (22). Steek vervolgens de
Gewichtsselector (26) op de Gewichten (25).
Draai dan de Gewichtsgeleiders in de bovenkant
van het Middelste Onderstel (1).
3. Zorg ervoor dat alle onderdelen goed zijn vastgedraaid. Het gebruik van de overgebleven onderdelen wordt
in BIJSTELLEN uitgelegd, dat begint op bladzijde 6. Trek voordat u het gewichtssysteem gebruikt enkele
keren aan iedere kabel om er zeker van te zijn dat de kabels goed lopen. Als een van de kabels niet soepel
beweegt, zoek deze dan en corrigeer het probleem. BELANGRIJK: Als de kabels niet goed zijn geïn-
stalleerd, dan kunnen ze beschadigd raken als er zware gewichten worden gebruikt. Raadpleeg
bladzijde 9 voor de goede ligging van de kabels. Trek de kabels bij wanneer de kabels slap staand.
Zie ONDERHOUD op bladzijde 10.
Pengat
25
Sticker met
het nummer
5
Page 6
BIJSTELLEN
it gedeelte legt uit hoe het gewichtssysteem bij te stellen. Zie de RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN op
D
bladzijde 11 voor belangrijke informatie over hoe u het grootste voordeel uit uw oefeningenprogramma kunt
halen. Raadpleeg ook de bijbehorende oefeningengids om de juiste vorm van diverse oefeningen te zien.
GEWICHTSSYSTEEM GELIJKSTELLEN
Draai om het gewichtssysteem gelijk te stellen de
Bijstelpoot (44) in het Linker Achter Onderstel (9) of in
het Rechter Achter Onderstel (niet getoond) totdat het
gewichtssysteem op de vloer gelijk staat. Zorg
ervoor dat de Bijstelpoot, de Voeten van het
Onderstel (45), de Linker en de Rechter Wieltjes
(47, 79) allemaal op de vloer gelijk staan.
DE STAPEL GEWICHTEN VERGRENDELEN
79
45
45
47
44
9
44
Opmerking: Voor de duidelijkheid worden de
schilden aan de linkerkant van het gewichtssysteem en het middelste schild niet getoond.
Steek, om de stapel gewichten te vergrendelen, de
Pen (52) door een Gewichtsgeleider (22) en plaats
een Slot (53) op de Pen.
DE GEWICHTSINSTELLING VERANDEREN
Steek om de gewichtsinstelling te veranderen de Pen
(27) onder het gewenste Gewicht (25).
Opmerking: Op ieder Gewicht (25) staan twee
stickers met nummers. Het hoogste nummer geeft
de weerstand aan wanneer beide katrolstanden
gebruikt worden; het laagste nummer geeft de
weerstand aan wanneer er maar een katrolstand
gebruikt wordt.
27
25
22
53
52
6
Page 7
DE ACCESSOIRES AAN EEN KATROLSTAND
VASTMAKEN
aak de Dwarsstang (31) met een Kabelklip (65) vast
M
aan een van de Kabelstoppen (37). De twee
endelen (32), de twee Tricepstouwen (33), de
H
Buikspierband (34), of de Enkelband (35) kunnen
op dezelfde manier aan een van de Katrolstanden
worden vastgemaakt.
34
31
65
7
3
32
ACCESSOIRES OPBERGEN
U kunt de Dwarsstang (31) in het aangegeven gat in
de basis van het Middelste Onderstel (1) plaatsen.
U kunt de twee Hendelen (32) en de Buikspierband
(34) aan de haken van het Middelste Onderstal (1)
hangen.
U kunt de twee Tricepstouwen (33) en de Enkelband
(35) aan de haken van de Rechter en Linker Boven
Onderstellen (6, 7) hangen.
35
33
6
Haak
33
1
Haken
Haak
7
31
34
32
35
33
1
Gat
7
Page 8
DE KATROLDRAAGERS BIJSTELLEN
Trek om de hoogte van de rechter Katroldraager (20)
bij te stellen aan de aangegeven Bijstelknop (29),
chuif de rechter Katroldraager tot de gewenste
s
stand, en steek de Bijstelknop in een van de bijstelgaten in de Rechter Geleider van de Katroldraager
(90). Zorg ervoor dat de Bijstelknop volledig in
en van de gaten van de Rechter Geleider van de
e
Katroldraager zit.
Stel de linker Katroldrager (niet getoond) op
dezelfde manier bij.
GEWICHTSSYSTEEM SLUITEN EN OPENEN
Verwijder, om het gewichtssysteem te sluiten, eerst
alle accessoires van de Kabelstoppen (37). Berg de
accessoires op als u dat wilt (raadpleeg OPBERGEN
VAN DE ACCESSOIRES op bladzijde 7). Stel dan de
Katroldragers (20) in de hoogste stand(raadpleeg
Bijstellen van de KATROLDRAAGERS hierboven).
Ontgrendel vervolgens het Rechter Wiel (79) door het
slot van het rechter wiel naar boven te trekken. Zoek
dan naar de woorden 1st FOLD (eerste vouw) op het
Rechter Bovenste Onderstel (6). Trek aan de
Bijstelknop (29) die zich onder de woorden 1st FOLD
bevindt. Draai het Rechter Onderstel (2) tegen het
Middelste Schild (17). Vergrendel het Rechter Wiel
door het slot van het rechter wiel naar beneden te
duwen.
Ontgrendel het Linker Wiel (47) door het slot van het
linker wiel naar boven te trekken. Zoek vervolgens
naar de woorden 2nd FOLD (tweede vouw) op het
Linker Bovenste Onderstel (7). Trek aan de
Bijstelknop (29) die zich onder de woorden 2nd FOLD
bevindt. Draai dan het Linker Onderstel (3) tegen het
Middelste Schild (17) totdat de Magneten (36) het
Rechter Onderstel (2) aanraken. Vergrendel het
Linker Wiel door het slot van het linker wiel naar
beneden te duwen.
Trek om het gewichtssysteem te openen het slot van
het linker wiel naar boven om het Linker Wiel (47) te
ontgrendelen. Draai het Linker Ondertstel (3) weg van
het Middelste Schild (17) totdat de Bijstelknop (29)
zich in het gat van het Linker Bovenste Onderstel (7)
bevindt. Druk het slot van het linker wiel naar beneden om het Linker Wiel te vergrendelen. Open het
Rechter Onderstel (2) op dezelfde manier.
37
Slot van
het Wiel
79
1st FOLD
2
20
9
29
0
6
20
29
29
7
2nd FOLD
36
17
36
3
47
Slot van
het Wiel
8
Page 9
KABELDIAGRAMMEN
Het schema hieronder geeft de juiste route van de kabels aan. De getallen in elke tekening tonen de juiste route
voor die kabel. Gebruik het schema om ervoor te zorgen dat de kabels en de kabelgeleiders op de juiste manier
ijn gemonteerd. Indien de kabels niet op de juiste wijze zijn gemonteerd, zal het gewichtsysteem niet juist func-
z
tioneren en zal er schade optreden. Zorg dat de kabelgeleiders de kabels niet aanraken of binden.
3
4
5
2
1
Hoge Kabel (38)
Lengte: 9 m
1
11
6
7
8
10
9
12
13
Lage Kabel (74)
Lengte: 5 m
8
5
3
4
2
6
7
9
Page 10
ONDERHOUD
Zorg ervoor dat alle onderdelen goed zijn vastgedraaid voordat u het gewichtssysteem gebruikt. Vervang versleten onderdelen direct. U kunt het gewichtssysteem met een zachte doek en een zacht schoonmaakmiddel
schoonmaken. Gebruik nooit oplosmiddelen om het gewichtssysteem schoon te maken.
DE KABELS VASTMAKEN
Gevlochten kabels, het type kabel dat op het gewichtssysteem gebruikt wordt kunnen wanneer ze voor het
eerst gebruikt worden wat slap zijn. Als er ruimte is in de kabels voordat weerstand wordt gevoeld, moet de
kabel strak worden getrokken. Om de kabels strak te trekken moet u eerst de gewichtspen in het midden van
de stapel gewichten steken. De slapheid in de drie kabels kunnen op verschillende manieren worden opgeheven:
Verwijder de M10 Borgmoer (70) en de M10 x 40mm
Bout (71) van de Kleine Katrol (40) bij de onderkant
van de Katrolplaat (41). Maak de Kleine katrol en de
Kabelgeleider weer vast aan het gat dat dichter in het
midden van de Katrolplaten ligt. Zorg ervoor dat de
Onderste Kabel (74) en de Kleine Katrol soepel
lopen.
70
Stel op dezelfde manier, mocht dat nodig zijn, de
stand van de Kleine Katrol (40) bij aan het boveneind
van de Katrolplaat (41).
Draai de kabels niet te vast aan. Het bovenste gewicht zal van de stapel gewichten worden getild wanneer de kabels te strak liggen. Als een kabel vaak lijkt weg te glijden uit de katrollen, kan deze gedraaid
zijn. Haal de kabel eruit en installeer hem opnieuw. Raadpleeg HET BESTELLEN VAN VERVANG
ONDERDELEN op de achterkaft van deze handleiding wanneer de kabels vervangen moeten worden.
40
41
71
40
74
10
Page 11
RICHTLIJNEN VOOR OEFENINGEN
DE VIER BASISTYPEN AAN OEFENINGEN
Spieropbouw
Om de grootte en de kracht van uw spieren te laten
oenemen, dient u ze dicht tot hun maximale
t
capaciteiten te brengen. Uw spieren zullen zich voortdurend aanpassen en groeien naarmate u in toenemende mate de intensiteit van de uw oefening verhoogt. U kunt het intensiteitsniveau van een individuele oefening op twee manieren aanpassen:
• door de hoeveelheid weerstand te veranderen die
wordt gebruikt
• door de hoeveelheid herhalingen of sets te wijzigen
die worden uitgevoerd. (Een ʻherhalingʼ is één complete reeks van een oefening, zoals een sit-up. Een
ʻsetʼ is een reeks herhalingen.)
De juiste hoeveelheid weerstand voor elke oefening
hangt af van de individuele gebruiker. U moet uw limieten meten en een hoeveelheid weerstand kiezen die
juist voor u is. Begin met 3 sets van 8 herhalingen
voor elke oefening die u uitvoert. Rust 3 minuten na
elke set. Als u 3 sets van 12 herhalingen zonder problemen kunt voltooien, dan kunt u de hoeveelheid weerstand verhogen.
Vormgeven
U kunt uw spieren vormgeven door ze en bescheiden
hoeveelheid van hun capaciteiten te laten uitvoeren.
Selecteer een bescheiden hoeveelheid weerstand en
verhoog het aantal herhalingen in elke set. Voltooi
zoveel mogelijk sets van 15 tot 20 herhalingen als
mogelijk is zonder dat u zich onprettig voelt. Rust 1
minuut na elke set. Werk aan uw spieren door meer
sets te voltooien in plaats van het gebruik van meer
weerstand.
Gewichtsverlies
Om gewicht te verliezen, selecteert u een lage
hoeveelheid weerstand en verhoogt u het aantal herhalingen in elke set. Doe gedurende 20 tot 30 minuten
oefeningen en rust maximaal 30 seconden tussen
sets.
Kruislingse training
Kruislingse training is een efficiënte manier om tot een
volledig en uitgebalanceerd fitnessprogramma te
komen. Een voorbeeld van een gebalanceerd programma is als volgt:
• Plan krachttrainingoefeningen op maandag, woens-
dag en vrijdag.
• Plan 20 tot 30 minuten aerobische oefeningen zoals
het rennen op een loopband of het rijden op een
elliptisch oefenapparaat of fiets op dinsdag en donderdag.
Rust gedurende minstens één dag van de aerobis-
•
che oefening en de krachttraining en geef uw
lichaam de kans om zich weer te herstellen.
De combinatie van krachttraining en aerobische oefening zal uw lichaam vormgeven en het krachtiger
maken waarbij uw hart en longen verder ontwikkeld
worden.
HET PERSONALISEREN VAN UW OEFENINGENPROGRAMMA
Het bepalen van de juist duur van elke oefening en het
aantal herhalingen en sets die u wilt voltooien is een
individueel gegeven. Vermijd overmaat tijdens de
eerste maanden van uw oefeningenprogramma. Ga
voort op eigen snelheid en let goed op de signalen
van uw lichaam. Als u pijn voelt of duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u onmiddellijk te stoppen en af
te koelen. Zoek uit wat er mis is voordat u verder gaat.
Onthoud dat voldoende rust en een goede voeding
belangrijke factoren zijn in elk oefeningenprogramma.
WARMING UP
Start met strekken en lichte oefeningen gedurende 5
tot 10 minuten voor aanvang van elke oefening. Een
warming up bereidt uw lichaam voor op een inspannende oefening door het verhogen van de bloeddoorstroming, het verhogen van de lichaamstemperatuur en het geven van meer zuurstof aan de spieren.
OEFENINGEN DOEN
Elk oefeningenprogramma dient 6 tot 10 verschillende
oefeningen te bevatten. Selecteer oefeningen voor
elke hoofdspiergroep en benadruk de gebieden die u
het meest wilt ontwikkelen. Om uw oefeningenprogramma uit te balanceren en te variëren kunt u de
oefeningen per programma wisselen.
Plan uw oefeningen op het tijdstip op de dag waarop u
het meeste energie heeft. Elk oefeningenprogramma
moet worden gevolgd door een rustdag. Als u eenmaal
een schema heeft gevonden dat goed voor u werkt,
dient u hierbij te blijven.
11
Page 12
O
P
Q
R
S
T
U
V
X
W
N
M
J
G
F
H
I
K
E
C
D
B
A
L
A. Schuine halsspier (hals)
B. Grote borstspier (borst)
C. Biceps (voorkant van de arm)
D. Schuine spieren (taille)
E. Opperarmspaakbeenspier
(bovenarm)
F.Heupbuigspieren (bovendij)
G. Abductor (buitenkant dij)
H. Vierhoofdige dijspier (voorkant dij)
I.Kleermakersspier (voorkant dij)
J. Voorste scheenbeenspier (voorkant
kuit)
K. Scholspier (voorkant kuit)
L. Voorste deltaspier (schouder)
M. Rechte buikspier (buik)
N. Abductor (binnenkant dij)
O. Monnikskapspier (bovenkant rug)
P.Romboïdeus (bovenkant rug)
Q. Achterste deltaspier (schouder)
R. Triceps (achterkant arm)
S. Latissimus Dorsi (midden rug)
T.Oprichtende rugspier (onderkant
rug)
U. Middelste bilspier (heup)
V.Grote bilspier (heup)
W. Achillespees (achterkant been)
X. Dikke kuitspier (achterkant kuit)
SPIEROVERZICHT
OEFENINGENVORM
et behouden van de juiste vorm is een essentieel
H
onderdeel van een effectief oefeningenprogramma.
Dit vereist dat u het volledige bewegingsbereik voor
elke oefening doorloopt en alleen de juiste lichaamsonderdelen beweegt. Het doen van oefeningen op
een niet gestuurde manier zorgt dat u zich nadien uitgeput voelt. Op de oefeningengids die bij deze handleiding wordt geleverd vindt u fotoʼs waarop de juiste
vorm voor diverse oefeningen worden weergegeven
en een lijst met betreffende spieren. Zie het
spieroverzicht op de volgende pagina om de namen
van de spieren te zien.
De herhalingen in elke set moeten soepel en zonder
pauzeren worden uitgevoerd. De startbeweging van
elke herhaling moet ongeveer de helft duren van de
terugkerende beweging van de oefening. Op de juiste
wijze ademhalen is belangrijk. Adem uit tijdens de
startbeweging van elke herhaling en adem in bij de
terugkerende beweging. Houd uw adem nooit in.
Rust een korte periode na elke set. De ideale rusttijden zijn:
• Rust drie minuten na elke set bij een spieropbouwoefening.
• Rust één minuut na elke set bij een vormgevingsoefening.
• Rust 30 seconden na elke set bij een gewichtsverliesoefening.
lan om de eerste paar weken tijd uit te trekken om
P
uzelf bekend te maken met de apparatuur en het
leren van de juiste vorm voor elke oefening.
COOLING DOWN
Eindig met 5 tot 10 minuten stretchen na elk oefeningenprogramma. Voer zowel strekbewegingen uit voor
uw armen en benen. Beweeg langzaam bij het
strekken en spring nooit op. Begin langzaam en
gelijkmatig met strekken en ga zover als u kunt zonder te overstrekken. Rekken aan het eind van een
oefeningenprogramma is een effectieve manier om de
flexibiliteit te verhogen.
BLIJF GEMOTIVEERD
Voor motivatie houdt u een verslag bij van elk
oefeningenprogramma. Schrijf de datum, de uitgevoerde oefeningen, de gebruikte weerstand en het aantal sets en herhalingen op. Vermeld uw gewicht en
belangrijkste lichaamsmaten aan het eind van elke
maand. Onthoud dat het dagelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in hebben, de sleutel tot uw
succes is.
12
Page 13
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. NTEVSY9978.0 R1208A
nderdeel
O
Nr.AantalBeschrijving
11Middelste Onderstel
21Rechter Onderstel
3
42Staander
51Geleider van de Linker Katrol
91Linker Achter Onderstel
101Middelste Boven Schild
111Rechter Boven Schild
121Linker Boven Schild
131Rechter Onder Schild
141Linker Onder Schild
151Linker Schild
161Rechter Schild
171Middelste Schild
181Sierstrip
191Middelste Onder Schild
202Katroldraager
211Linker Draaihouder
222Gewichtsgeleider
231Hoofdplaat
242Huls van de Hoofdplaat
2514Gewicht
261Gewichtsselector
271Gewichtspen
282Gewichtsbumper
294Bijstelknop
301Pulleyplaat
311Dwarsstang
322Hendel
332Tricepstouw
341Buikspierband
351Enkelband
362Magneetdoos
372Kabelstop
381Hoge Kabel
398Grote Katrol
4011Kleine Katrol
411Katrolplaat
424Kabelklip
436Kabelgeleider
442Bijstelpoot
452Voet van het Onderstel
461Kapje van het Linker Onderstel
471Linker Wiel
481Linker Huls van de Grote Beugel
491Linker Veer
1Linker Onderstel
Draager
nderdeel
O
Nr.AantalBeschrijving
502Huls van de Kleine Beugel
514Draaghuls
21Pen
5
531Slot
544M10 x 20mm Schouderbout
554Huls
5624M10 Tussenring
572M10 x 265mm Bout
581Kapje van het Rechter Onderstel
5960M4 x 19mm Tapschroef
604M10 x 85mm Bout
612M4 Moer
624M10 x 60mm Bout
632M4 x 12mm Schroef
649M10 x 45mm Bout
652Kabelklip
664M4 Tussenring
678M4 x 16mm Schroef
686M10 x 80mm Bout
692M4 x 10mm Schroef
7019M10 Slotmoer
713M10 x 40mm Bout
724M4 x 50mm Schroef
7316M10 x 25mm Schroef
741Onderste Kabel
75238mm x 50mm Binnenkapje
76225mm Rond Kapje
77238mm x 76mm Binnenkapje
78230mm x 48mm Binnenkapje
791Rechter Wiel
801Rond Ondestelbumper
812Boutbumper
822M8 Slotmoer
838M6 x 10mm Schroef
842Magneetkap
852M4 x 4.5mm Schroef
861Oefenbal
872M10 x 95mm Schroef
881Huls van de Rechter Grote Beugel
891Rechter Veer
901Rechter Geleider van de
Katroldraager
911Rechter Draaibeugel
9228Huls van het Gewicht
932Magneet
942Tussenstuk van het Magneet
Opmerking: Technische gegevens zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving. Zie de
achterkant van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervangingsonderdelen. *Deze onderdelen staan niet weergegeven.
Om vervang onderdelen te bestellen, bekijk dan de kaft van deze handleiding. Zorg ervoor dat u de volgende
informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en serienummer van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)