Verveelvoudiging, bewerking en vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming zijn verboden, behalve zoals
toegestaan door het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder
vooraankondiging worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en services
van HP wordt uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt geleverd. Niets
in deze verklaring mag worden opgevat als
een aanvullende garantie. HP is niet
aansprakelijk voor technische of redactionele
fouten of weglatingen in deze verklaring.
Onderdeelnummer: CD646-90920
Edition 2, 11/2012
Handelsmerken
®
, Adobe Photoshop®, Acrobat® en
Adobe
PostScript
®
zijn handelsmerken van Adobe
Systems Incorporated.
Apple en het Apple-logo zijn handelsmerken
van Apple Computer, Inc., geregistreerd in de
VS en andere landen/regio's. iPod is een
handelsmerk van Apple Computer, Inc. iPod
is uitsluitend bedoeld voor legaal of door de
rechthebbende geautoriseerd kopiëren. Steel
geen muziek.
Microsoft®, Windows®, Windows® XP en
Windows Vista® zijn in de Verenigde Staten
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
De printerdriver verwijderen (Mac OS X) ................................................................................ 330
Index ............................................................................................................................... 331
NLWWxiii
xivNLWW
1Inleiding
Productfuncties
●
Productweergaven
●
Bedieningspaneel
●
Apparaatrapporten
●
NLWW1
Productfuncties
Papierverwerking
In lade 2 past 250 vel.
Plaats voor één optionele lade voor 500 vel.
De standaarduitvoerbak heeft een maximale capaciteit van 250 vel en voert pagina's met de
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex)
De nietmachine kan tot 20 pagina's tegelijk nieten.
Verbinding
10/100/1000 Ethernet LAN-aansluiting met IPv4 en IPv6
USB-poort voor direct afdrukken en scannen zonder computer en het bijwerken van firmware.
Opslag
Bedieningspaneel
Afdrukken
USB-afdrukfunctie (geen computer vereist)
In lade 1 past 100 vel.
bedrukte zijde omlaag uit.
Hi-Speed USB 2.0
Gecodeerde harde schijf van 320 GB
Bedieningspaneel met een VGA-kleurentouchscreen van 203 mm
Uittrekbaar toetsenbord voor het gemakkelijk invoeren van informatie
Drukt 31 pagina's per minuut (ppm) af op papier van Letter-formaat en 30 ppm op papier van
A4-formaat
Fax
Kopiëren en scannen
Scant enkelzijdige originelen met een snelheid van 42 afbeeldingen per minuut (ipm) in zwart-
Scant dubbelzijdige originelen met een snelheid van 42 afbeeldingen per minuut (ipm) in
Resolutie: Maximaal 600 x 600 dpi (dots per inch)
Tweekoppige documentinvoer van 100 pagina's, geschikt voor automatisch dubbelzijdig
USB-scanfunctie (geen computer vereist)
Scannen in kleur of monochroom
Digitaal verzenden
HP LaserJet analoog faxaccessoire 500
Drukt 31 ppm af op papier van Letter-formaat en 30 ppm papier van A4-formaat (voor
enkelzijdige originelen)
wit en 32 ipm in kleur.
zwart-wit en 31 ipm in kleur.
kopiëren en scannen. Met detectie van invoer van meerdere pagina's.
E-mail
●
Opslaan in netwerkmap
●
Opslaan in apparaatgeheugen
●
Opslaan op USB
●
Opslaan op SharePoint®
●
2Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Optical character recognition (OCR)
Geavanceerde
●
beeldverwerkingsinstellingen
Pagina's automatisch bijsnijden
●
Automatische afdrukstand van afbeelding
●
Automatisch aanpassen van tint
●
123
Ondersteunde besturingssystemen
Windows XP SP2 of hoger, 32-bits en 64-bits
OPMERKING: Sinds april 2009 biedt Microsoft geen ondersteuning meer voor
Windows XP. HP zal zijn best blijven doen om ondersteuning te bieden voor het niet langer
verkrijgbare Windows XP.
OPMERKING: Het software-installatieprogramma ondersteunt de 64-bits versie niet, maar
de printerdriver ondersteunt deze wel.
Windows Vista, 32-bits en 64-bits
OPMERKING: Windows Vista Starter wordt niet ondersteund door het software-
installatieprogramma of de printerdriver.
Windows 7, 32-bits en 64-bits
Windows Server 2003 SP1 of hoger, 32-bits en 64-bits
OPMERKING: Het software-installatieprogramma ondersteunt de 64-bits versie niet, maar
de printerdriver ondersteunt deze wel.
Windows Server 2008, 32-bits en 64-bits
Windows Server 2008 R2, 64-bits
Mac OS X 10.6 en 10.7
1
De lijst van ondersteunde besturingssystemen geldt voor de Windows PCL 6, PCL 5, PS, en Mac-printerdrivers en de
meegeleverde softwareinstallatie-CD. Zie
www.hp.com/go/ljcolorflowMFPM575_software voor een actuele lijst van
ondersteunde besturingssystemen.
2
Wanneer u software installeert vanaf de meegeleverde cd, worden voor Windows-besturingssystemen de losse HP PCL6-driver
en .NET 3.5 SP1 geïnstalleerd.
3
Bij Mac OS X-besturingssystemen worden de Mac Postscript-driver en Mac Utility geïnstalleerd.
NLWW
Productfuncties
3
Productweergaven
Vooraanzicht van apparaat
1
2
3
18
4
17
5
16
15
6
14
7
13
8
12
9
11
1Vergrendeling van documentinvoerklep (toegang voor het verhelpen van storingen)
10
2Invoerlade documentinvoer
3Uitvoerbak documentinvoer
4Bedieningspaneel met kleurenaanraakscherm (kan worden gekanteld voor betere weergave)
5Knop Home (om terug te keren naar het beginscherm)
OPMERKING: De knop bevindt zich aan de zijkant van het bedieningspaneel.
6Nietmachine
7Hendel voor de rechterklep (toegang voor het verhelpen van papierstoringen)
8Lade 1
9Aan-uitknop
10Toegangsklep voor storingen in optionele lade 3
11Optionele lade 3
12Lade 2
13Voorklep (toegang tot tonercartridges en tonerafvaleenheid)
14Uitvoerbak
4Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
15Toetsenbord (Trek het toetsenbord recht naar voren om het te gebruiken.)
16Hardware-integratiepocket (voor het aansluiten van apparatuur van derden)
17USB-poort voor direct afdrukken en scannen zonder computer
18Scannerhandgreep (om het deksel van de scanner te openen)
Achteraanzicht van apparaat
3
1
2
NLWW
1Formatter (bevat de interfacepoorten)
2Voedingsaansluiting
3Sleuf voor kabelslot
Productweergaven
5
Interfacepoorten
1
2
3
4
5
1Faxpoort
2USB-poort voor het aansluiten van externe USB-apparaten (er bevindt zich mogelijk een afdekklepje op deze poort)
3Snelle USB 2.0-afdrukpoort
4Ethernetpoort (RJ-45) voor LAN (Local Area Network)
5Foreign Interface Harness-poort voor het aansluiten van apparaten van derden
Locatie van serienummer en modelnummer
Het modelnummer en het serienummer staan op een identificatielabel op de achterzijde van het apparaat.
Het serienummer bevat informatie over land/regio van herkomst, apparaatversie, productiecode en het
productienummer van het apparaat.
6Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
NLWW
Productweergaven
7
Bedieningspaneel
Indeling van het bedieningspaneel
1
1USB-poort met
eenvoudige toegang
2Hardware-
integratiepocket
3Kleuren aanraakscherm Voor configuratie en beheer van apparaatfuncties
4Knop beginschermOm op ieder moment terug te keren naar het beginscherm van het apparaat
2
34
USB-poort voor direct afdrukken, documenten scannen naar een USB-flashstation en firmware
bijwerken.
OPMERKING: De knop bevindt zich aan de zijkant van het bedieningspaneel.
Voor het aansluiten van apparatuur van HP en van derden
OPMERKING: Deze verlichte knop bevindt zich aan de zijkant van het bedieningspaneel.
Het heeft geen zin om het pictogram Beginscherm aan te raken.
Beginscherm bedieningspaneel
Het beginscherm biedt toegang tot apparaatfuncties en geeft de huidige apparaatstatus weer.
U kunt altijd terugkeren naar het beginscherm door rechts van het bedieningspaneel van het apparaat op
de knop Home te drukken. U kunt ook de knop Beginscherm in de linker bovenhoek van de meeste
schermen aanraken.
OPMERKING:HP geeft regelmatig updates uit voor functies die beschikbaar zijn in de firmware van
het apparaat. Werk de productfirmware bij voor de meest actuele functies. Om het meest recente
upgradebestand voor de firmware te downloaden, gaat u naar
ljcolorflowMFPM575_firmware.
OPMERKING:De functies die in het beginscherm worden weergegeven zijn afhankelijk van de
configuratie van het apparaat. Gebruik de geïntegreerde webserver van HP om deze functies in te
schakelen en te configureren. U kunt de pictogrammen in het beginscherm aan uw voorkeuren aanpassen.
Wanneer u functies inschakelt, worden de pictogrammen automatisch weergegeven in het beginscherm.
www.hp.com/go/
8Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
5
6
4 3
7 8 9 10
2
11
1
12
13
1Knop VernieuwenRaak de vernieuwingsknop aan om wijzigingen ongedaan te maken en de standaardinstellingen
te herstellen.
2knop Aanmelden of
Afmelden
3HP-logo of de knop
Beginscherm
4StopknopRaak de stopknop aan als u de huidige taak wilt onderbreken. Het scherm Taakstatus wordt
5StartknopRaak de knop Start aan om een kopieertaak te starten.
6ApparaatstatusDe statusregel biedt informatie over de algehele apparaatstatus.
7Knop TaalselectieRaak de taalselectieknop aan om de taal te selecteren voor het bedieningspaneel van het
8SluimerknopRaak de sluimerknop aan om de sluimermodus van het apparaat te activeren.
9NetwerkknopRaak de netwerkknop aan voor informatie over de netwerkverbinding.
10Knop HelpRaak de knop Help aan om het geïntegreerde helpsysteem te openen.
11Veld AantalIn het veld Aantal ziet u hoeveel kopieën er zullen worden gemaakt.
Raak de knop Aanmelden aan om naar de beveiligde functies te gaan.
Raak de knop Afmelden aan als u zich wilt afmelden bij het apparaat indien u bent aangemeld
voor toegang tot beveiligde functies. Nadat u zich hebt afgemeld, worden de
standaardinstellingen voor alle opties hersteld.
Met uitzondering van het beginscherm, verandert het HP-logo op elk scherm in de knop
Beginscherm
geopend, waar u de taak kunt annuleren of voortzetten.
apparaat.
. Raak de knop Beginscherm aan om terug te keren naar het Beginscherm .
NLWW
Bedieningspaneel
9
12SchuifbalkRaak de pijlen omhoog of omlaag op de schuifbalk aan om een volledige lijst van beschikbare
functies te zien.
13FunctiesAfhankelijk van de configuratie van het apparaat kunnen de volgende functies hier worden
weergegeven:
Begininstellingen
●
Quick Sets
●
Kopie
●
E-mail
●
Fax
●
Opslaan op USB
●
Opslaan naar netwerkmap
●
Opslaan in app.geheugen
●
Opslaan op SharePoint®
●
Ophalen van USB
●
Ophalen uit apparaatgeheugen
●
Taakstatus
●
Toetsenbord
Dit apparaat heeft een fysiek toetsenbord. De toetsen zijn op dezelfde manier aan uw taal gekoppeld als
het virtuele toetsenbord op het bedieningspaneel van het apparaat. Indien u voor het virtuele toetsenbord
een andere indeling selecteert, worden de toetsen op het fysieke toetsenbord aangepast aan de nieuwe
instellingen.
Producten die aan Europa en America worden geleverd, bevatten toetsenbordoverlays voor verschillende
talen. Instructies voor het installeren van de overlays zijn bijgevoegd. U kunt ook kits kopen die overlays
voor de volgende talen bevatten:
A7W12AVereenvoudigd Chinees
A7W13ADeens
Benodigdheden
●
Laden
●
Beheer
●
Apparaatonderhoud
●
Traditioneel Chinees
Frans (Zwitserland)
Duits (Zwitserland)
10Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Trek het toetsenbord recht naar voren om het te gebruiken.
Het bedieningspaneel reinigen
Reinig het bedieningspaneel met een zachte, pluisvrije doek. Gebruik geen keukenpapier of tissues omdat
deze een schurende werking kunnen hebben en het scherm kunnen beschadigen. In geval van hardnekkig
vuil kunt u de doek bevochtigen met water of glasreiniger.
Help op het bedieningspaneel
Het apparaat heeft een ingebouwd Help-systeem dat uitleg geeft over het gebruik van elk scherm. U opent
het Help-systeem door de knop Help
Voor sommige schermen opent Help een algemeen menu waarin kan worden gezocht naar specifieke
onderwerpen. U kunt door de menustructuur bladeren door het aanraken van de menuknoppen.
Voor schermen met instellingen voor afzonderlijke taken opent Help een onderwerp dat de opties voor
dat scherm uitlegt.
Als er een fout of waarschuwing op het apparaat wordt gegeven, raakt u de knop Fout
Waarschuwing
bericht staan ook instructies voor het oplossen van het probleem.
U kunt een rapport van het volledige menu Beheer afdrukken of weergeven, zodat u eenvoudiger naar
de gewenste instellingen kunt gaan.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan.
1.
Open de volgende menu's:
2.
Rapporten
●
Configuratie-/statuspagina's
●
aan om een bericht weer te geven waarin het probleem wordt beschreven. In dat
in de rechterbovenhoek van het scherm aan te raken.
of
NLWW
Bedieningspaneel
11
Selecteer de optie Menustructuur Beheer.
3.
Raak de knop Afdrukken aan om het rapport af te drukken. Raak de knop Beeld aan om het rapport
4.
weer te geven.
12Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Apparaatrapporten
U kunt apparaatrapporten afdrukken met gegevens over het product en de huidige configuratie. Voer de
volgende stappen uit om de rapporten af te drukken of te bekijken:
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan.
1.
Open het menu Rapporten.
2.
Selecteer een van de rapportcategorieën:
3.
Configuratie-/statuspagina's
●
Faxrapporten (alleen faxmodellen)
●
Overige pagina's
●
Selecteer de naam van het rapport dat u wilt bekijken een raak vervolgens de knop Afdrukken aan
4.
om het af te drukken of raak de knop Beeld aan om de instellingen op het scherm van het
bedieningspaneel te bekijken.
OPMERKING:Sommige pagina´s hebben de optie Beeld niet.
Tabel 1-1 Menu rapporten
Eerste niveauTweede niveauOmschrijving
Configuratie-/statuspagina'sMenustructuur BeheerToont de structuur van het menu Beheer.
Verbinding maken paginaGeeft het IP-adres, de hostnaam en het MAC-
adres van het apparaat weer als het
verbonden is met een netwerk. Als dit van
toepassing is, geeft het ook het HP ePrint-adres
en het Airprint-adres weer. Als de faxfunctie is
geconfigureerd, wordt ook het faxnummer van
de fax weergegeven.
Pagina met huidige instellingenToont de huidige instellingen voor elke optie
in het menu Beheer.
ConfiguratiepaginaToont de apparaatinstellingen en
geïnstalleerde accessoires.
Pagina Status benodigdhedenToont de geschatte resterende levensduur van
benodigdheden; biedt statistieken van het
totaal aantal afgedrukte pagina´s en
verwerkte opdrachten, serienummer,
paginatellingen en onderhoudsinformatie.
HP biedt schattingen van de resterende
levensduur van de benodigdheden als service
aan de klant. De daadwerkelijke resterende
niveaus kunnen afwijken van de schattingen.
GebruikspaginaToont een telling van alle papierformaten die
in het apparaat zijn gebruikt; meldt ook of het
enkelzijdig, dubbelzijdig, zwart-wit of kleur
was; en toont de paginatelling.
NLWW
Apparaatrapporten
13
Tabel 1-1 Menu rapporten (vervolg)
Eerste niveauTweede niveauOmschrijving
Pagina BestandsdirectoryToont de bestandsnaam en mapnaam voor
bestanden die zijn opgeslagen in het
apparaatgeheugen.
Statuspagina webservicesToont de gedetecteerde webservices voor het
product.
Taaklogboek kleurgebruikToont de kleurgebruikstatistieken voor het
apparaat.
FaxrapportenFaxactiviteitenlogBevat een lijst van de faxen die zijn verzonden
en ontvangen door dit apparaat.
Rapport FactuurcodesEen lijst van factureringscodes die zijn
gebruikt voor uitgaande faxen. Dit rapport
toont hoeveel verstuurde faxen er op elke code
zijn gezet.
Lijst met geblokkeerde faxenEen lijst van telefoonnummers waarvan geen
faxen mogen worden ontvangen op dit
apparaat.
SnelkieslijstToont de snelkeuzes die zijn ingesteld voor dit
product.
Rapport FaxoproepenEen gedetailleerd rapport van de laatste
faxbediening, uitgaand of ingaand.
Overige pagina'sDemopaginaDrukt een demonstratiepagina af die laat zien
wat de mogelijkheden van dit apparaat zijn.
RGB-voorbeeldenDrukt kleurstalen af voor verschillende RGB-
waarden. Gebruik de stalen als een leidraad
voor het matchen van afgedrukte kleuren.
CMYK-voorbeeldenDrukt kleurstalen af voor verschillende CMYK-
waarden. Gebruik de stalen als een leidraad
voor het matchen van afgedrukte kleuren.
PCL-lettertypelijstDrukt de beschikbare PCL-fonts af.
PS-lettertypenlijstDrukt de beschikbare HP postscript level 3-
emulatielettertypen af.
14Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
2Het apparaat aansluiten en de
software installeren
Het apparaat met een USB-kabel op een computer aansluiten en de software installeren (Windows)
●
Het apparaat met een netwerkkabel op het netwerk aansluiten en de software installeren (Windows)
●
Het apparaat met een USB-kabel op een computer aansluiten en de software installeren (Mac OS
●
X)
Het apparaat met een netwerkkabel op het netwerk aansluiten en de software installeren (Mac OS
●
X)
NLWW15
Het apparaat met een USB-kabel op een computer
aansluiten en de software installeren (Windows)
Het apparaat ondersteunt een USB 2.0-aansluiting. Gebruik een USB-kabel van het type A-naar-B. HP
raadt aan een USB-kabel van maximaal 2 m (6,5 ft) te gebruiken.
VOORZICHTIG:Sluit de USB-kabel pas aan als hierom wordt gevraagd.
Sluit alle geopende programma's op de computer af.
1.
Installeer de software vanaf de cd en volg de instructies op het scherm.
2.
3.Selecteer wanneer u daarom wordt gevraagd de optie Rechtstreeks verbinding maken met
deze computer via een USB-kabel en klik vervolgens op de knop Volgende.
Wanneer u hierom wordt gevraagd, sluit u de USB-kabel aan op het product en de computer.
4.
5.Klik aan het eind van de installatie op de knop Voltooien of klik op de knop Meer opties om
meer software te installeren of algemene functies voor digitale verzending voor het apparaat te
configureren.
Druk vanuit een willekeurig programma een pagina af om te controleren of de software correct is
6.
geïnstalleerd.
16Hoofdstuk 2 Het apparaat aansluiten en de software installerenNLWW
Het apparaat met een netwerkkabel op het netwerk
aansluiten en de software installeren (Windows)
Het IP-adres configureren
Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld en dat het bericht Klaar wordt weergegeven op het
1.
bedieningspaneel van het apparaat.
Sluit het apparaat met de netwerkkabel aan op het netwerk.
2.
NLWW
Wacht 60 seconden voor u doorgaat. In deze minuut wordt het apparaat herkend door het netwerk
3.
en wordt er een IP-adres of hostnaam aan het apparaat toegewezen.
Raak de knop Netwerk
4.
apparaat te bepalen.
Als de knop Netwerk
configuratiepagina af te drukken.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan.
a.
Open de volgende menu's:
b.
Rapporten
●
Configuratie-/statuspagina's
●
Configuratiepagina
●
Het apparaat met een netwerkkabel op het netwerk aansluiten en de software installeren
op het bedieningspaneel aan om het IP-adres of de hostnaam van het
niet zichtbaar is, kunt u het IP-adres of de hostnaam opzoeken door een
(Windows)
17
Raak de knop Beeld aan om de informatie op het bedieningspaneel te bekijken of raak de knop
c.
Afdrukken aan om de pagina’s af te drukken.
Zoek het IP-adres op de pagina Jetdirect.
d.
Jetdirect Page
5.IPv4: als het IP-adres 0.0.0.0, 192.0.0.192 of 169.254.x.x is, moet u het handmatig configureren.
Als het IP-adres anders is, is de configuratie gelukt.
IPv6: als het IP-adres begint met 'fe80:', kan het apparaat als het goed is afdrukken. Anders moet
u het IP-adres handmatig configureren.
De software installeren
HP Color LaserJet
Page 1
Sluit alle programma's op de computer af.
1.
Installeer de software vanaf de cd.
2.
Volg de instructies op het scherm op.
3.
4.Selecteer de optie Verbinding maken via een bekabeld netwerk wanneer u hierom wordt
gevraagd.
Selecteer in de lijst met beschikbare apparaten het apparaat met het juiste IP-adres. Als het apparaat
5.
niet in de lijst staat, voert u het IP-adres, de hostnaam of het hardwareadres van het apparaat
handmatig in.
6.Klik aan het eind van de installatie op de knop Voltooien of klik op de knop Meer opties om
meer software te installeren of algemene functies voor digitale verzending voor het product te
configureren.
Druk vanuit een willekeurig programma een pagina af om te controleren of de software correct is
7.
geïnstalleerd.
18Hoofdstuk 2 Het apparaat aansluiten en de software installerenNLWW
Het apparaat met een USB-kabel op een computer
aansluiten en de software installeren (Mac OS X)
Het apparaat ondersteunt een USB 2.0-aansluiting. Gebruik een USB-kabel van het type A-naar-B. HP
raadt aan een USB-kabel van maximaal 2 m te gebruiken.
Sluit de USB-kabel aan op het apparaat en de computer.
1.
NLWW
Installeer de software vanaf de cd.
2.
Klik op het pictogram van het apparaat en volg de instructies op het scherm.
3.
4.Klik op de knop Sluiten.
Druk vanuit een willekeurig programma een pagina af om te controleren of de software correct is
5.
geïnstalleerd.
Het apparaat met een USB-kabel op een computer aansluiten en de software installeren (Mac OS
19
X)
Het apparaat met een netwerkkabel op het netwerk
aansluiten en de software installeren (Mac OS X)
Het IP-adres configureren
Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld en dat het bericht Klaar wordt weergegeven op het
1.
bedieningspaneel van het apparaat.
Sluit het apparaat met de netwerkkabel aan op het netwerk.
2.
Wacht 60 seconden voor u doorgaat. In deze minuut wordt het apparaat herkend door het netwerk
3.
en wordt er een IP-adres of hostnaam aan het apparaat toegewezen.
Raak de knop Netwerk
4.
apparaat te bepalen.
Als de knop Netwerk
configuratiepagina af te drukken.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan.
a.
Open de volgende menu's:
b.
Rapporten
●
Configuratie-/statuspagina's
●
Configuratiepagina
●
20Hoofdstuk 2 Het apparaat aansluiten en de software installerenNLWW
op het bedieningspaneel aan om het IP-adres of de hostnaam van het
niet zichtbaar is, kunt u het IP-adres of de hostnaam opzoeken door een
Raak de knop Beeld aan om de informatie op het bedieningspaneel te bekijken of raak de knop
c.
Afdrukken aan om de pagina’s af te drukken.
U vindt de Bonjour Service-naam en het IP-adres op de Jetdirect-pagina.
d.
Jetdirect Page
5.IPv4: als het IP-adres 0.0.0.0, 192.0.0.192 of 169.254.x.x is, moet u het handmatig configureren.
Als het IP-adres anders is, is de configuratie gelukt.
IPv6: als het IP-adres begint met 'fe80:', kan het apparaat als het goed is afdrukken. Anders moet
u het IP-adres handmatig configureren.
De software installeren
HP Color LaserJet
Page 1
Sluit alle programma's op de computer af.
1.
Installeer de software vanaf de cd.
2.
Klik op het pictogram van het apparaat en volg de instructies op het scherm.
3.
4.Klik op de knop Sluiten als de installatie is voltooid.
OPMERKING:Voer de volgende stappen alleen uit na het installeren van de
afdruksysteemsoftware als u tijdens de installatie geen printer hebt toegevoegd.
5.Open op de computer het menu Apple , klik op het menu Systeemvoorkeuren en klik
vervolgens op het pictogram Afdrukken en faxen of het pictogram Afdrukken enscannen.
Klik op het plusje (+).
6.
Gebruik Bonjour (standaardbrowser) of IP Printing voor de netwerkverbinding.
7.
OPMERKING:Bonjour is de gemakkelijkste en beste methode als u het apparaat op uw lokale
netwerk wilt installeren.
IP Printing moet worden gebruikt als het apparaat zich buiten de lokale ruimte van de Bonjourkoppeling op een groter netwerk bevindt.
NLWW
Het apparaat met een netwerkkabel op het netwerk aansluiten en de software installeren (Mac OS
X)
21
Voer de volgende stappen uit als u Bonjour gebruikt:
a.Klik op het tabblad Standaardkiezer.
Selecteer het apparaat in de lijst. Er wordt gecontroleerd of het apparaat een verbinding met
b.
het netwerk heeft. In het veld Afdrukken met wordt automatisch de correcte PPD van het
apparaat ingevuld.
OPMERKING:Als er zich meerdere apparaten op uw netwerk bevinden, drukt u een
configuratiepagina af en controleert u of de printernaam in Bonjour overeenkomt met de naam
van het te installeren apparaat in de lijst.
OPMERKING:Als u het apparaat niet in de lijst ziet staan, controleert u of het apparaat is
ingeschakeld en een verbinding heeft met het netwerk. Schakel het apparaat vervolgens uit en
weer in. Als de PPD van het apparaat niet in de vervolgkeuzelijst Afdrukken met staat,
schakelt u de computer uit en weer in. Begin vervolgens opnieuw met het installatieproces.
c.Klik op de knop Toevoegen om het installatieproces te voltooien.
Voer de volgende stappen uit als u IP Printing gebruikt:
a.Klik op het tabblad IP-printer.
b.Kies HP Jet Direct - Socket in de vervolgkeuzelijst Protocol. Dit is de aanbevolen instelling
voor HP-apparaten.
c.Typ in het scherm voor het toevoegen van de printer het IP-adres in het veld Adres.
d.De velden Naam, Locatie en Afdrukken met worden automatisch ingevuld. Als de PPD
van het apparaat niet in het veld Afdrukken met staat, schakelt u de computer uit en weer
in. Begin vervolgens opnieuw met het installatieproces.
22Hoofdstuk 2 Het apparaat aansluiten en de software installerenNLWW
3Invoerladen en uitvoerbakken
Ondersteunde papierformaten
●
Ondersteunde papiersoorten
●
Laden configureren
●
Alternatieve briefhoofdmodus
●
Lade 1
●
Lade 2
●
Optionele lade 3
●
Standaard uitvoerbak
●
De nietmachine gebruiken
●
NLWW23
Ondersteunde papierformaten
OPMERKING:Voor de beste resultaten selecteert u het juiste papierformaat en de juiste papiersoort
in de printerdriver voordat u gaat afdrukken.
Tabel 3-1 Ondersteunde papierformaten
Formaat en afmetingenLade 1Lade 2Lade 3
(optioneel)
Letter
216 x 279 mm
Legal
216 x 356 mm
A4
210 x 297 mm
RA4
215 x 305 mm
A5
148 x 210 mm
B5 (JIS)
182 x 257 mm
Automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
(duplex)
B6 (JIS)
128 x 182 mm
Executive
184 x 267 mm
Statement
140 x 216 mm
Oficio 8,5 x 13
216 x 330 mm
Oficio 216 x 340
216 x 340 mm
4x6
102 x 152 mm
10 x 15 cm
102 x 152 mm
24Hoofdstuk 3 Invoerladen en uitvoerbakkenNLWW
Tabel 3-1 Ondersteunde papierformaten (vervolg)
Formaat en afmetingenLade 1Lade 2Lade 3
(optioneel)
3x5
76 x 127 mm
5x7
127 x 178 mm
5x8
127 x 203 mm
A6
105 x 148 mm
Briefkaart (JIS)
100 x 148 mm3,9 x 5,8 inch
Dubbele briefkaart (JIS)
200 x 148 mm
Automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
(duplex)
16K
184 x 260 mm
16K
195 x 270 mm
16K
197 x 273 mm
Envelop #10
105 x 241 mm
Envelop #9
98 x 225 mm
B5-envelop
176 x 250 mm
C5-envelop
162 x 229 mm
C6-envelop
114 x 162 mm
NLWW
Ondersteunde papierformaten
25
Tabel 3-1 Ondersteunde papierformaten (vervolg)
Formaat en afmetingenLade 1Lade 2Lade 3
(optioneel)
DL-envelop
110 x 220 mm
Monarch-envelop
98 x 191 mm
Aangepast
76 x 127 mm tot 216 x 356 mm
Aangepast
148 x 210 mm tot 216 x 297 mm
Aangepast
148 x 210 mm tot 216 x 356 mm
Automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
(duplex)
26Hoofdstuk 3 Invoerladen en uitvoerbakkenNLWW
Ondersteunde papiersoorten
Ga naar www.hp.com/support/ljcolorflowMFPM575 voor een compleet overzicht van specifieke HPpapiersoorten die dit apparaat ondersteunt.
OPMERKING:Voor de beste resultaten selecteert u het juiste papierformaat en de juiste papiersoort
in de printerdriver voordat u gaat afdrukken.
PapiersoortLade 1Lade 2
Gewoon
Licht 60–74 g/m
Middengewicht 96–110 g/m
Zwaar 111-120 g/m
Zwaar 111-130 g/m
Extra zwaar 131-175 g/m
Extra zwaar 131-163 g/m
2
2
2
2
2
2
Kleurentransparant
Etiketten
Briefhoofd
Voorbedrukt
Geperforeerd
1
Lade 3 (optioneel) Automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
(duplex)
Gekleurd
Ruw
Bankpost
Kringloop
Envelop
Karton 176-220 g/m
2
Middengewicht, glanzend 105–110 g/m
Zwaar, glanzend 111–130 g/m
Extra zwaar, glanzend 131–175 g/m
Kaart, glanzend 176–220 g/m
2
2
2
2
Ondoorzichtige film
HP EcoSMART Lite
HP Mat 105 g/m
NLWW
2
Ondersteunde papiersoorten
27
PapiersoortLade 1Lade 2
1
Lade 3 (optioneel) Automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
(duplex)
HP Mat 120 g/m
HP Mat 160 g/m
HP Mat 200 g/m
2
2
2
HP Zachtglanzend 120 g/m
HP Glanzend 130 g/m
HP Glanzend 160 g/m
HP Glanzend 220 g/m
1
2
2
2
De stapelhoogte voor lade 2 is 100 vellen voor glanzend papier en 20 mm voor kort papier (A5, A6, 10x15 en liggend).
2
28Hoofdstuk 3 Invoerladen en uitvoerbakkenNLWW
Laden configureren
In de volgende situaties wordt u automatisch gevraagd de lade te configureren voor soort en formaat:
Wanneer u papier in de lade plaatst
●
Wanneer u via de printerdriver of een softwareprogramma een bepaalde lade of papiersoort
●
opgeeft voor een afdruktaak en de configuratie van de lade niet overeenkomt met de instellingen
voor de afdruktaak
OPMERKING:Dit bericht wordt niet weergegeven als u afdrukt vanuit lade 1 en deze is
geconfigureerd voor de papiersoort Elk formaat en het papierformaat Elk soort. In dit geval wordt de taak
afgedrukt vanuit lade 1 als voor de afdruktaak geen lade is opgegeven, zelfs als het papierformaat en
de papiersoort van de afdruktaak niet overeenkomen met het in lade 1 geplaatste papier.
Een lade configureren tijdens het plaatsen van papier
Plaats papier in de lade. Sluit de lade als u lade 2 of 3 gebruikt.
1.
Een configuratiebericht over de lade wordt op het bedieningspaneel van het apparaat weergegeven.
2.
Raak de knop OK aan om het gedetecteerde formaat en de gedetecteerde soort te accepteren, of
3.
raak de knop Wijzigen aan als u een ander papierformaat of een andere papiersoort wilt kiezen.
Selecteer de juiste papiersoort en het juiste formaat en raak de knop OK aan.
4.
Een lade configureren op basis van de instellingen van de
afdruktaak
Geef in het softwareprogramma de bronlade, het papierformaat en de papiersoort op.
1.
Verzend de taak naar het product.
2.
Als de lade geconfigureerd moet worden, wordt er een configuratiebericht over de lade op het
bedieningspaneel van het apparaat weergegeven.
Vul de lade met het opgegeven soort en formaat papier en sluit de lade.
3.
Raak de knop OK aan om het gedetecteerde formaat en de gedetecteerde soort te accepteren, of
4.
raak de knop Wijzigen aan als u een ander papierformaat of een andere papiersoort wilt kiezen.
Selecteer de juiste papiersoort en het juiste formaat en raak de knop OK aan.
5.
Een lade configureren via het bedieningspaneel
U kunt de soort en het formaat voor de laden ook configureren zonder een prompt op het product.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Laden aan.
1.
NLWW
Raak de regel aan voor de lade die u wilt configureren, en raak vervolgens de knop Wijzigen aan.
2.
Laden configureren
29
Selecteer het papierformaat en de papiersoort in de lijst met opties.
3.
Raak de knop OK aan om uw selectie op te slaan.
4.
30Hoofdstuk 3 Invoerladen en uitvoerbakkenNLWW
Alternatieve briefhoofdmodus
Met de functie Alternatieve briefhoofdmodus kunt u briefhoofdpapier of voorbedrukt papier voor alle
afdruk- en kopieertaken op dezelfde manier in de lade plaatsen, of u nu enkelzijdige of dubbelzijdige
afdrukken of kopieën maakt. In deze modus plaatst u het papier op dezelfde manier als bij automatisch
dubbelzijdig afdrukken.
Als u deze functie wilt gebruiken, kunt u deze inschakelen via de menu's op het bedieningspaneel van
het apparaat. Als u deze functie in Windows wilt gebruiken, moet u de functie ook inschakelen in de
printerdriver en de papiersoort configureren in de printerdriver.
De alternatieve briefhoofdmodus inschakelen via de menu's op het bedieningspaneel van het
apparaat
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan.
1.
Open de volgende menu's:
2.
Laden beheren
●
Alternatieve briefhoofdmodus
●
Raak de optie Ingeschakeld aan en raak vervolgens de knop Opslaan aan.
3.
Als u de alternatieve briefhoofdmodus in Windows wilt gebruiken, voert u bij elke afdruktaak de volgende
procedure uit.
Afdrukken met de alternatieve briefhoofdmodus (Windows)
1.Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
2.Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3.Klik op het tabblad Geavanceerd.
4.Vouw de lijst Printerfuncties uit.
5.Open de vervolgkeuzelijst Alternatieve briefhoofdmodus en klik op de optie Aan.
6.Klik op de knop Toepassen.
7.Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
8.Klik in de vervolgkeuzelijst Papiersoort op Meer....
9.Vouw de lijst Type is: uit.
10. Vouw de lijst Overig uit en klik vervolgens op de optie Briefhoofd. Klik op de knop OK.
11. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het
op
dialoogvenster Afdrukken
de knop OK om de taak af te drukken.
NLWW
Alternatieve briefhoofdmodus
31
Lade 1
Ladecapaciteit en afdrukrichting van het papier
Plaats niet te veel papier in de laden om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant van de stapel
niet boven de indicator voor de maximale hoogte uitkomt. Vul de lade tot minder dan de helft van de
indicatoren bij kort/smal of zwaar/glanzend papier.
Tabel 3-2 Capaciteit lade 1
PapiersoortSpecificatiesHoeveelheid
PapierBereik:
2
60 g/m
Enveloppen
EtikettenMaximaal: 0,102 mm dikMaximale stapelhoogte: 10 mm
TransparantenMinimaal: 0,102 mm dikMaximale stapelhoogte: 10 mm
Glanzend papierBereik:
Minder dan 60 g/m
105 g/m
tot 220 g/m
2
tot 220 g/m
2
2
tot 90 g/m
2
2
Maximale stapelhoogte: 10 mm
Equivalent aan 100 vellen van 75 g/m
Maximaal 10 enveloppen
Maximaal 50 vellen
Maximale stapelhoogte: 10 mm
Maximaal 50 vellen
Tabel 3-3 Afdrukstand van het papier in lade 1
PapiersoortStand afbeeldingDuplexmodusPapier plaatsen
Alternatieve
briefhoofdmodus =
uitgeschakeld
Voorbedrukt of
briefhoofdpapier
staandEnkelzijdig afdrukken Afdrukzijde beneden
Bovenrand in de richting van de
printer
Papier plaatsen
Alternatieve
briefhoofdmodus =
ingeschakeld
Afdrukzijde boven
Onderrand in de richting van de
printer
2
32Hoofdstuk 3 Invoerladen en uitvoerbakkenNLWW
Tabel 3-3 Afdrukstand van het papier in lade 1 (vervolg)
PapiersoortStand afbeeldingDuplexmodusPapier plaatsen
Alternatieve
briefhoofdmodus =
uitgeschakeld
Dubbelzijdig
afdrukken
LiggendEnkelzijdig afdrukken Afdrukzijde boven
Afdrukzijde boven
Onderrand in de richting van de
printer
Bovenrand naar de voorkant van
het apparaat gericht
Papier plaatsen
Alternatieve
briefhoofdmodus =
ingeschakeld
Afdrukzijde boven
Onderrand in de richting van de
printer
Afdrukzijde boven
Bovenrand naar de voorkant van
het apparaat gericht
Dubbelzijdig
afdrukken
GeperforeerdStaand of liggendEnkel- of dubbelzijdig
afdrukken
Afdrukzijde boven
Bovenrand naar de voorkant van
het apparaat gericht
Gaten naar de achterkant van het
apparaat gericht
Afdrukzijde boven
Bovenrand naar de voorkant van
het apparaat gericht
Niet van toepassing
NLWW
Lade 1
33
Tabel 3-3 Afdrukstand van het papier in lade 1 (vervolg)
PapiersoortStand afbeeldingDuplexmodusPapier plaatsen
Alternatieve
briefhoofdmodus =
uitgeschakeld
EnveloppenLange rand van de
envelop invoeren in
het apparaat
Korte rand van de
envelop invoeren in
het apparaat
Enkelzijdig afdrukken Afdrukzijde beneden
Bovenrand in de richting van de
printer
Enkelzijdig afdrukken Afdrukzijde beneden
Bovenrand naar de achterkant
van het apparaat gericht
Papier plaatsen
Alternatieve
briefhoofdmodus =
ingeschakeld
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Lade 1 vullen
Open lade 1.
1.
34Hoofdstuk 3 Invoerladen en uitvoerbakkenNLWW
Trek het verlengstuk van de lade uit.
2.
Klap het verlengstuk van de lade uit om het
3.
papier te ondersteunen en schuif de zijgeleiders
open.
Plaats het papier met de te bedrukken zijde
4.
omlaag zo in de lade dat de korte bovenrand
als eerste wordt ingevoerd in het apparaat.
NLWW
Lade 1
35
Zorg dat de stapel onder de lipjes op de
5.
geleiders past en niet boven de indicatoren voor
het maximale papierniveau uitkomt.
Stel de zijgeleiders zo in dat deze het papier
6.
licht raken maar dat het hierdoor niet buigt.
Enveloppen afdrukken
Wanneer uw software niet automatisch de juiste opmaak voor een envelop kiest, moet u in uw toepassing
of in het printdriver de afdrukstand Liggend opgeven. Neem bij het instellen van de marges voor het
adres van de afzender en de ontvanger op Commercial #10- of DL-enveloppen de volgende richtlijnen
in acht:
AdrestypeLinkermargeBovenmarge
Afzender15 mm15 mm
Bestemming102 mm51 mm
Kies voor andere envelopformaten een marge-instelling die met het formaat overeenkomt.
Automatische papierdetectie (autodetectiemodus)
De automatische detectie van de papiersoort werkt alleen als een lade is ingesteld op de instelling Elk
soort of Gewoon.
Nadat papier is opgepakt uit de lade, wordt gedetecteerd of het transparanten zijn en worden het
papiergewicht en het glansniveau gedetecteerd.
Als u zelf wilt bepalen welke papiersoort wordt gebruikt, selecteert u een specifieke papiersoort in de
taak of configureert u de lade voor een specifieke papiersoort.
36Hoofdstuk 3 Invoerladen en uitvoerbakkenNLWW
Instellingen autodetectie
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan.
1.
Open de volgende menu's:
2.
Algemene instellingen
●
Afdrukkwaliteit
●
Autodetectie-instellingen
●
Selecteer een van de modi voor automatische detectie.
3.
VOLLEDIGE DETECTIE (alleen lade 1)Van elk vel dat wordt opgepakt, wordt gedetecteerd of het licht papier, normaal
papier, zwaar papier, glanzend papier, stevig papier of een transparant is.
Uitgebreide herkenning
OPMERKING: Dit is de
standaardinstelling voor alle laden.
Alleen transparantEr wordt onderscheid gemaakt tussen transparanten en niet-transparanten. Deze
Van de eerste vellen die worden opgepakt uit de lade, wordt gedetecteerd of het licht
papier, normaal papier, zwaar papier, glanzend papier, stevig papier of een
transparant is. Het apparaat gaat ervan uit dat de rest van de pagina's van dezelfde
soort zijn.
instelling levert de hoogste afdruksnelheid op, maar bij sommige papiersoorten kan
dit ten koste gaan van de afdrukkwaliteit.
NLWW
Lade 1
37
Lade 2
Ladecapaciteit en afdrukrichting van het papier
Plaats niet te veel papier in de laden om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant van de stapel
niet boven de indicator voor de maximale hoogte uitkomt. Vul de lade tot minder dan de helft van de
indicatoren bij kort/smal of zwaar/glanzend papier.
Tabel 3-4 Capaciteit lade 2
PapiersoortSpecificatiesHoeveelheid
PapierBereik:
2
60 g/m
TransparantenMinimaal: 0,102 mm dikMaximale stapelhoogte: 25 mm
Glanzend papierBereik:
105 g/m
tot 220 g/m
2
tot 220 g/m
2
2
Equivalent aan 250 vellen van 75 g/m
Maximale stapelhoogte: 25 mm
De maximale stapelhoogte voor papier van A5-, A6en 10x15-formaat en voor papier waarvoor u de
liggende afdrukstand gebruikt, is 15 mm.
100 vellen
Tabel 3-5 Afdrukstand van het papier in lade 2
PapiersoortStand afbeeldingDuplexmodusPapier plaatsen
Alternatieve
briefhoofdmodus =
uitgeschakeld
Voorbedrukt of
briefhoofdpapier
staandEnkelzijdig afdrukken Afdrukzijde boven
Bovenrand aan de rechterkant
van de lade
Papier plaatsen
Alternatieve
briefhoofdmodus =
ingeschakeld
Afdrukzijde boven
Bovenrand aan de rechterkant
van de lade
2
38Hoofdstuk 3 Invoerladen en uitvoerbakkenNLWW
Tabel 3-5 Afdrukstand van het papier in lade 2 (vervolg)
PapiersoortStand afbeeldingDuplexmodusPapier plaatsen
Alternatieve
briefhoofdmodus =
uitgeschakeld
Dubbelzijdig
afdrukken
LiggendEnkelzijdig afdrukken Afdrukzijde boven
Afdrukzijde beneden
Bovenrand aan de linkerkant van
de lade
Bovenrand naar de achterkant
van het apparaat gericht
Papier plaatsen
Alternatieve
briefhoofdmodus =
ingeschakeld
Afdrukzijde beneden
Bovenrand aan de linkerkant van
de lade
Afdrukzijde boven
Bovenrand naar de achterkant
van het apparaat gericht
Dubbelzijdig
afdrukken
GeperforeerdStaand of liggendEnkel- of dubbelzijdig
afdrukken
Afdrukzijde beneden
Bovenrand naar de voorkant van
het apparaat gericht
Gaten naar de achterkant van het
apparaat gericht
Afdrukzijde beneden
Bovenrand naar de voorkant van
het apparaat gericht
Niet van toepassing
NLWW
Lade 2
39
Lade 2 vullen
Deze lade kan maximaal 250 vel papier met een gewicht van 75 g/m
zwaarder is, kan de lade minder vellen bevatten. Plaats niet te veel papier in de lade.
VOORZICHTIG:Druk vanuit lade 2 geen enveloppen, etiketten, briefkaarten of niet-ondersteunde
papierformaten af. Druk op deze soorten papier alleen af via lade 1.
Schuif de lade open.
1.
OPMERKING:Open de lade niet als deze in
gebruik is.
Stel de geleiders voor de papierbreedte en -
2.
lengte in door de vergrendeling van elk van de
geleiders in te drukken en de geleiders op te
schuiven tot het formaat van het papier dat u
gebruikt.
220
bevatten. Als het papier
Plaats het papier in de lade met de te bedrukken
3.
zijde omhoog. Zorg ervoor dat de geleiders de
stapel papier net raken zonder dat de stapel
gaat opbollen.
OPMERKING:Plaats niet te veel papier in
de lade om storingen te voorkomen. Let erop dat
de bovenkant van de stapel niet boven de
maximale-hoogte-indicator uitkomt.
OPMERKING:Als de lade niet goed wordt
ingesteld, kan tijdens het afdrukken een
foutbericht verschijnen of kan het papier
vastlopen.
40Hoofdstuk 3 Invoerladen en uitvoerbakkenNLWW
Schuif de lade terug in het apparaat.
Y
X
4.
Op het bedieningspaneel wordt de soort en het
5.
formaat van het papier voor de lade
weergegeven. Als de configuratie niet juist is,
volgt u de instructies op het bedieningspaneel
om het formaat of de soort te wijzigen.
Voor papier van een niet-standaardformaat
6.
moet u de afmetingen X en Y van het papier
opgeven
Automatische papierdetectie (autodetectiemodus)
De automatische detectie van de papiersoort werkt alleen als een lade is ingesteld op Elk soort of normaal
papier.
NLWW
Nadat papier is opgepakt uit de lade, wordt gedetecteerd of het transparanten zijn en worden het
papiergewicht en het glansniveau gedetecteerd.
Als u zelf wilt bepalen welke papiersoort wordt gebruikt, selecteert u een specifieke papiersoort in de
taak of configureert u de lade voor een specifieke papiersoort.
Lade 2
41
Instellingen autodetectie
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan.
1.
Open de volgende menu's:
2.
Algemene instellingen
●
Afdrukkwaliteit
●
Autodetectie-instellingen
●
Selecteer een van de modi voor automatische detectie.
3.
Uitgebreide herkenning
OPMERKING: Dit is de
standaardinstelling voor alle laden.
Alleen transparantEr wordt onderscheid gemaakt tussen transparanten en niet-transparanten. Deze
Van de eerste vellen die worden opgepakt uit de lade, wordt gedetecteerd of het licht
papier, normaal papier, zwaar papier, glanzend papier, stevig papier of een
transparant is. Het apparaat gaat ervan uit dat de rest van de pagina's van dezelfde
soort zijn.
instelling levert de hoogste afdruksnelheid op, maar bij sommige papiersoorten kan
dit ten koste gaan van de afdrukkwaliteit.
42Hoofdstuk 3 Invoerladen en uitvoerbakkenNLWW
Optionele lade 3
Ladecapaciteit en afdrukrichting van het papier
Plaats niet te veel papier in de laden om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant van de stapel
niet boven de indicator voor de maximale hoogte uitkomt. Vul de lade tot minder dan de helft van de
indicatoren bij kort/smal of zwaar/glanzend papier.
Tabel 3-6 Capaciteit lade 3
PapiersoortSpecificatiesHoeveelheid
PapierBereik:
2
60 g/m
EtikettenMaximaal: 0,102 mm dikMaximale stapelhoogte: 56 mm
TransparantenMinimaal: 0,102 mm dikMaximale stapelhoogte: 56 mm
Glanzend papierBereik:
105 g/m
tot 220 g/m
2
tot 220 g/m
2
2
Equivalent aan 500 vellen van 75 g/m
Maximale stapelhoogte: 56 mm
Maximale stapelhoogte: 56 mm
Tabel 3-7 Afdrukstand van het papier in lade 3
PapiersoortStand afbeeldingDuplexmodusPapier plaatsen
Alternatieve
briefhoofdmodus =
uitgeschakeld
Voorbedrukt of
briefhoofdpapier
staandEnkelzijdig afdrukken Afdrukzijde boven
Bovenrand aan de rechterkant
van de lade
Papier plaatsen
Alternatieve
briefhoofdmodus =
ingeschakeld
Afdrukzijde boven
Bovenrand aan de rechterkant
van de lade
2
NLWW
Optionele lade 3
43
Tabel 3-7 Afdrukstand van het papier in lade 3 (vervolg)
PapiersoortStand afbeeldingDuplexmodusPapier plaatsen
Alternatieve
briefhoofdmodus =
uitgeschakeld
Dubbelzijdig
afdrukken
LiggendEnkelzijdig afdrukken Afdrukzijde boven
Afdrukzijde beneden
Bovenrand aan de linkerkant van
de lade
Bovenrand naar de achterkant
van het apparaat gericht
Papier plaatsen
Alternatieve
briefhoofdmodus =
ingeschakeld
Afdrukzijde beneden
Bovenrand aan de linkerkant van
de lade
Afdrukzijde boven
Bovenrand naar de achterkant
van het apparaat gericht
Dubbelzijdig
afdrukken
GeperforeerdStaand of liggendEnkel- of dubbelzijdig
afdrukken
Afdrukzijde beneden
Bovenrand naar de voorkant van
het apparaat gericht
Gaten naar de achterkant van het
apparaat gericht
Afdrukzijde beneden
Bovenrand naar de voorkant van
het apparaat gericht
Niet van toepassing
44Hoofdstuk 3 Invoerladen en uitvoerbakkenNLWW
Lade 3 vullen
Deze lade kan maximaal 500 vel papier met een gewicht van 75 g/m2 bevatten. Als het papier zwaarder
is, kan de lade minder vellen bevatten. Plaats niet te veel papier in de lade.
VOORZICHTIG:Druk vanuit lade 3 geen enveloppen, briefkaarten of niet-ondersteunde
papierformaten af. Druk op deze soorten papier alleen af via lade 1.
Schuif de lade open.
1.
OPMERKING:Open de lade niet als deze in
gebruik is.
Stel de geleiders voor de papierbreedte en -
2.
lengte in door de vergrendeling van elk van de
geleiders in te drukken en de geleiders op te
schuiven tot het formaat van het papier dat u
gebruikt.
Plaats het papier in de lade met de te bedrukken
3.
zijde omhoog. Zorg ervoor dat de geleiders de
stapel papier net raken zonder dat de stapel
gaat opbollen.
OPMERKING:Plaats niet te veel papier in
de lade om storingen te voorkomen. Let erop dat
de bovenkant van de stapel niet boven de
indicator voor de maximale hoogte uitkomt.
OPMERKING:Als de lade niet goed wordt
ingesteld, kan tijdens het afdrukken een
foutbericht verschijnen of kan het papier
vastlopen.
NLWW
Optionele lade 3
45
Schuif de lade in het apparaat.
Y
X
4.
Op het bedieningspaneel wordt de soort en het
5.
formaat van het papier voor de lade
weergegeven. Als de configuratie niet juist is,
volgt u de instructies op het bedieningspaneel
om het formaat of de soort te wijzigen.
Voor papier van een niet-standaardformaat
6.
moet u de afmetingen X en Y van het papier
opgeven
Automatische papierdetectie (autodetectiemodus)
De automatische detectie van de papiersoort werkt alleen als een lade is ingesteld op Elk soort of normaal
papier.
Nadat papier is opgepakt uit de lade, wordt gedetecteerd of het transparanten zijn en worden het
papiergewicht en het glansniveau gedetecteerd.
Als u zelf wilt bepalen welke papiersoort wordt gebruikt, selecteert u een specifieke papiersoort in de
taak of configureert u de lade voor een specifieke papiersoort.
46Hoofdstuk 3 Invoerladen en uitvoerbakkenNLWW
Instellingen autodetectie
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan.
1.
Open de volgende menu's:
2.
Algemene instellingen
●
Afdrukkwaliteit
●
Autodetectie-instellingen
●
Selecteer een van de modi voor automatische detectie.
3.
Uitgebreide herkenning
OPMERKING: Dit is de
standaardinstelling voor alle laden.
Alleen transparantEr wordt onderscheid gemaakt tussen transparanten en niet-transparanten. Deze
Van de eerste vellen die worden opgepakt uit de lade, wordt gedetecteerd of het licht
papier, normaal papier, zwaar papier, glanzend papier, stevig papier of een
transparant is. Het apparaat gaat ervan uit dat de rest van de pagina's van dezelfde
soort zijn.
instelling levert de hoogste afdruksnelheid op, maar bij sommige papiersoorten kan
dit ten koste gaan van de afdrukkwaliteit.
NLWW
Optionele lade 3
47
Standaard uitvoerbak
De uitvoerbak bevindt zich onder de documentinvoer en kan maximaal 250 vellen papier van 75 g/m
bevatten.
2
48Hoofdstuk 3 Invoerladen en uitvoerbakkenNLWW
De nietmachine gebruiken
Activeer het nietmechanisme door papier in de nieteenheid te plaatsen.
Plaats maximaal 20 vellen papier met een
1.
gewicht van maximaal 75 g/m
de klep van de nietmachine. Plaats minder
vellen in de nieteenheid als het papier zwaarder
is dan 75 g/m
VOORZICHTIG:Probeer geen kunststof,
karton of hout van nietjes te voorzien met de
nieteenheid. Als u deze materialen probeert te
nieten, kan de nieteenheid beschadigd raken.
OPMERKING:Als u het aanbevolen
maximale aantal vellen overschrijdt, kan de
nieteenheid vastlopen of beschadigd raken.
Wacht totdat de vellen zijn geniet door de
2.
nieteenheid. Wanneer het papier volledig in de
sleuf van de nieteenheid wordt geplaatst, wordt
het nietmechanisme geactiveerd.
2
.
2
in de sleuf in
Haal het geniete papier uit de sleuf.
3.
OPMERKING:Als u het papier niet kunt
verwijderen na het nieten, opent u de klep van
de nietmachine voorzichtig en schuift u het
document naar buiten.
NLWW
De nietmachine gebruiken
49
50Hoofdstuk 3 Invoerladen en uitvoerbakkenNLWW
4Onderdelen, benodigdheden en
accessoires
Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen
●
Beleid van HP ten aanzien van benodigdheden van derden
●
Anti-namaakwebsite van HP
●
Afdrukken wanneer een tonercartridge het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt
●
Hiermee kunt u de opties Instellingen Vrijwel leeg op het bedieningspaneel in- of uitschakelen
●
Zelfreparatie-onderdelen voor de klant
●
Accessoires
●
Tonercartridges
●
Tonerafvaleenheid
●
Nietmachine
●
NLWW51
Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen
Benodigdheden en papier bestellenwww.hp.com/go/suresupply
Originele onderdelen of accessoires van HP bestellen
Bestellen via service- of ondersteuningsprovidersNeem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt
Bestellen met software van HPDe geïntegreerde webserver van HP bevat een koppeling naar
www.hp.com/buy/parts
van HP.
de website SureSupply van HP. Hier vindt u mogelijkheden voor
het aanschaffen van originele HP-benodigdheden.
52Hoofdstuk 4 Onderdelen, benodigdheden en accessoiresNLWW
Beleid van HP ten aanzien van benodigdheden van
derden
Hewlett-Packard Company kan het gebruik van tonercartridges die niet door HP zijn vervaardigd (nieuw
of opnieuw gevuld), niet aanbevelen.
OPMERKING:Het gebruik van tonercartridges die niet van HP zijn, of het gebruik van nagevulde
tonercartridges in printerproducten van HP heeft geen invloed op de garantie die aan de klant is gegeven
of op ondersteuningsovereenkomsten van HP die met de klant zijn afgesloten. Als problemen met of
schade aan het product echter toe te wijzen zijn aan het gebruik van een tonercartridge die niet van HP
is of een bijgevulde tonercartridge, brengt HP de standaard arbeids- en materiaalkosten in rekening voor
de reparatie van het product voor de betreffende problemen of schade.
NLWW
Beleid van HP ten aanzien van benodigdheden van derden
53
Anti-namaakwebsite van HP
Ga naar www.hp.com/go/anticounterfeit wanneer u een tonercartridge van HP hebt geïnstalleerd en er
een melding op het bedieningspaneel verschijnt dat de cartridge niet van HP is. HP helpt u te bepalen of
de desbetreffende cartridge een echt HP-product is en stappen te ondernemen om het probleem op te
lossen.
In de volgende gevallen hebt u mogelijk te maken met een tonercartridge die niet van HP is:
Op de statuspagina voor benodigdheden wordt aangegeven dat een artikel van een andere
●
fabrikant dan HP is geïnstalleerd.
U ondervindt een groot aantal problemen bij het gebruik van de cartridge.
●
De cartridge ziet er anders uit dan gebruikelijk (de verpakking is bijvoorbeeld anders dan die van
●
HP).
54Hoofdstuk 4 Onderdelen, benodigdheden en accessoiresNLWW
Afdrukken wanneer een tonercartridge het einde van
de geschatte levensduur heeft bereikt
<Kleur> <Onderdeel> Leeg
<Kleur> <Onderdeel> Vrijwel leeg
Dit bericht wordt weergegeven als een onderdeel bijna het
einde van de geschatte levensduur heeft bereikt. <Kleur> is de
kleur is van het onderdeel en <Onderdeel> het type van het
onderdeel.
Dit bericht wordt weergegeven als een onderdeel het einde van
de geschatte levensduur heeft bereikt. Er kunnen zich problemen
met de afdrukkwaliteit voordoen wanneer een onderdeel wordt
gebruikt dat het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt.
NLWW
Afdrukken wanneer een tonercartridge het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt
55
Hiermee kunt u de opties Instellingen Vrijwel leeg op
het bedieningspaneel in- of uitschakelen
U kunt de standaardinstellingen op elk moment in- of uitschakelen en u hoeft deze niet opnieuw in te
schakelen wanneer u een nieuwe cartridge installeert.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan.
1.
Open de volgende menu's:
2.
Benodigdheden beheren
●
Instellingen benodigdheden
●
Kies een van de volgende opties:
3.
Zwarte printcassette
●
Kleurenprintcass
●
Tonerafvaleenheid
●
Fuserkit
●
Documentinvoerkit
●
Voer een van de volgende handelingen uit:
4.
Selecteer de optie Stoppen om in te stellen dat het apparaat niet meer afdrukt (ook geen
●
faxberichten) totdat u de cartridge vervangt.
Selecteer de optie Vragen om door te gaan om in te stellen dat het apparaat niet meer afdrukt
●
(ook geen faxberichten) en u vraagt de cartridge te vervangen. U kunt het bericht ter
kennisgeving aannemen en doorgaan met afdrukken.
Selecteer de optie Doorgaan om in te stellen dat er een waarschuwing verschijnt wanneer de
●
cartridge bijna leeg is, maar het apparaat wel blijft afdrukken.
OPMERKING:met de instelling Doorgaan kan er gewoon worden afgedrukt (zonder dat u
iets hoeft te doen) wanneer een onderdeel vrijwel leeg is. Dit kan leiden tot een onacceptabele
afdrukkwaliteit.
OPMERKING:Als de tonerafvaleenheid vol is, stopt het apparaat met afdrukken om schade aan
het apparaat te voorkomen.
Als u de optie Stoppen of Vragen om door te gaan selecteert, houdt het apparaat op met afdrukken als
de drempelwaarde Vrijwel leeg wordt bereikt. Nadat u de cartridge hebt vervangen, hervat het apparaat
automatisch het afdrukken.
Wanneer het apparaat is ingesteld op de optie Stoppen of Vragen om door te gaan, is er enig risico dat
faxberichten niet worden afgedrukt wanneer het apparaat het afdrukken hervat. Dit kan gebeuren als het
apparaat tijdens het wachten meer faxberichten heeft ontvangen dan in het geheugen kunnen worden
opgeslagen.
56Hoofdstuk 4 Onderdelen, benodigdheden en accessoiresNLWW
Het apparaat kan faxberichten zonder onderbreking afdrukken wanneer de drempelwaarde Vrijwel leeg
is bereikt, als u de optie Doorgaan voor kleur- en zwart-witcartridges selecteert, maar de afdrukkwaliteit
kan afnemen.
Als een HP-onderdeel vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP voor het desbetreffende
onderdeel beëindigd.
NLWW
Hiermee kunt u de opties Instellingen Vrijwel leeg op het bedieningspaneel in- of uitschakelen
57
Zelfreparatie-onderdelen voor de klant
De volgende onderdelen voor zelfreparatie zijn beschikbaar voor uw apparaat.
●
Onderdelen die zijn gemarkeerd met Verplicht, kunnen door de klant zelf worden geïnstalleerd.
U kunt de reparatie ook laten uitvoeren door servicemedewerkers van HP maar dan worden kosten
in rekening gebracht. Voor deze onderdelen wordt onder uw HP-productgarantie geen
ondersteuning ter plekke of reparatie in de werkplaats aangeboden.
●
Onderdelen die zijn gemarkeerd met Optioneel , kunnen tijdens de garantieperiode van het
apparaat op uw verzoek zonder bijkomende kosten worden geïnstalleerd door servicemedewerkers
van HP.
OPMERKING:Ga naar www.hp.com/go/customerselfrepair/ljcolorflowMFPM575 voor meer
informatie.
Tabel 4-1 Zelfreparatie-onderdelen voor de klant
ArtikelOmschrijvingInstructies voor zelf
vervangen
110V-fuserkitVervangende fuserVerplichtCE484A
220V-fuserkitVervangende fuserVerplichtCE506A
Onderhoudskit voor
documentinvoerrollen
e-Duplexkit voor documentinvoerVervangende e-DuplexeenheidVerplicht5851-5022
Rollenkit voor lade 2 en 3Invoer- en scheidingsrollen voor
Rollerkit lade 1Oppakrol en scheidingskussen
Vervangende toetsenbordoverlay Verplicht5851-5005
Vervangende toetsenbordoverlay Verplicht5851-5006
Vervangende toetsenbordoverlay Verplicht5851-5147
Vervangende toetsenbordoverlay Verplicht5851-5149
Vervangende toetsenbordoverlay Verplicht5851-5150
Biedt faxfunctionaliteit voor het
apparaat
lade 2 en lade 3
voor lade 1
VerplichtCC487A
VerplichtCD644-67904
OptioneelCD644-67903
Nummer
Montagekit voor formatter (alle
landen/regio's, behalve China)
Montagekit voor formatter (alleen
China)
Kit voor hardeschijfgeheugenVervangende HP High
Kit voor hardeschijfgeheugenVervangende HP High
Montagekit voor voorklepVervangende voorklepVerplichtCD644-67902
Kit voor omkeergeleider voor
dubbelzijdig afdrukken
Kit voor secundaire
overdrachtsrol
Kit voor Intermediate Transfer Belt
(ITB)
Kit voor tonerafvaleenheidVervangende tonerafvaleenheidVerplichtCE254A
Reserve formatter (u moet de oude
formatter verwisselen)
Reserve formatter (u moet de oude
formatter verwisselen)
Performance Secure Hard Disk
Performance Secure Hard Disk
(optie voor Amerikaanse
overheid)
Vervangende omkeergeleider
voor dubbelzijdig afdrukken
Vervangende rol voor lade 2VerplichtCD644-67914
Vervangende ITBVerplichtCD644-67908
VerplichtCD644-67909
VerplichtCD644-67910
OptioneelCD646-67905
OptioneelCD644-67913
VerplichtCC468-67913
NLWW
Zelfreparatie-onderdelen voor de klant
59
Tabel 4-1 Zelfreparatie-onderdelen voor de klant (vervolg)
ArtikelOmschrijvingInstructies voor zelf
vervangen
Kit voor achterplaat van schuimVervangende witte achterplaat
voor onder het deksel van de
scanner
Veer voor scheidingskussen van
documentinvoer
Vervangende veer voor
scheidingskussen van
documentinvoer
Optioneel5851-4878
Optioneel5851-4879
Nummer
60Hoofdstuk 4 Onderdelen, benodigdheden en accessoiresNLWW
Accessoires
ArtikelOmschrijvingOnderdeelnummer
HP Color LaserJet 1 x papierinvoer voor
500 vel
Kast voor HP LaserJet-printerEen kast met opslagruimte waar het
HP Jetdirect-printserversDraadloze HP Jetdirect-printserver
Draadloze HP Jetdirect-printserver
USB-kabelStandaard USB-compatibele
NietcassetteVerpakking van twee nietcassettes. Elke
Toetsenbordoverlaykit voor HP LaserJetBevat toetsenbordoverlays en installatie-
Papierinvoerlade voor 500 vel (optionele
lade 3)
apparaat op kan worden gezet
ew2500
2700w
aansluitkabel van 2 meter
nietcassette bevat 1.500 niet-gevormde
nietjes.
instructies in de volgende talen:
Vereenvoudigd Chinees
●
Traditioneel Chinees
●
Bevat toetsenbordoverlays en installatieinstructies in de volgende talen:
CF084A
CF085A
J8021A
J8026A
C6518A
Q7432A
A7W12A
A7W13A
Deens
●
Frans (Zwitserland)
●
Duits (Zwitserland)
●
NLWW
Accessoires
61
Tonercartridges
Afbeelding van tonercartridge
●
Informatie over tonercartridges
●
De tonercartridges vervangen
●
Afbeelding van tonercartridge
1
3
2
1Plastiek bescherming
2Afbeeldingsdrum
VOORZICHTIG: Raak de groene rol niet aan. Als u dit doet, kan de cartridge beschadigd raken
3Geheugenchip
Informatie over tonercartridges
KleurCartridgenummerNummer
Zwarte tonercartridge met
standaardcapaciteit
Zwarte tonercartridge met hoge
capaciteit
Cyaan tonercartridge507ACE401A
Gele tonercartridge507ACE402A
Magenta tonercartridge507ACE403A
507ACE400A
507XCE400X
Milieuvriendelijke functies: Recycle uw tonercartridges met behulp van het HP Planet Partnersprogramma voor retournering en recycling.
62Hoofdstuk 4 Onderdelen, benodigdheden en accessoiresNLWW
Meer informatie over benodigdheden vindt u op www.hp.com/go/learnaboutsupplies.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Ga voor de
meest recente informatie over benodigdheden naar
www.hp.com/go/ljcolorflowMFPM575_manuals.
Tonercartridges recyclen
Plaats de gebruikte tonercartridge in de doos waarin u de nieuwe cartridge hebt ontvangen om deze te
recyclen. Stuur het gebruikte onderdeel met het bijgesloten retouretiket naar HP voor recycling. Voor
informatie over hergebruik raadpleegt u de gids voor hergebruik die bij elk nieuw onderdeel van HP
wordt geleverd.
Bewaren van tonercartridges
Haal de tonercartridge pas uit de verpakking wanneer u klaar bent om deze te gebruiken.
VOORZICHTIG: Stel de tonercartridge niet langer dan enkele minuten bloot aan licht. Zo voorkomt u
beschadiging van de cartridge. Dek de afbeeldingsdrum af als de tonercartridge voor langere tijd uit het
apparaat wordt verwijderd.
Beleid van HP ten aanzien van tonercartridges die niet van HP zijn
Hewlett-Packard Company kan het gebruik van tonercartridges die niet door HP zijn vervaardigd (nieuw
of opnieuw gevuld), niet aanbevelen.
OPMERKING: Beschadigingen door een tonercartridge die niet van HP is, vallen niet onder de
garantie en serviceovereenkomsten van HP.
De tonercartridges vervangen
Het product gebruikt vier kleuren en heeft voor elke kleur een afzonderlijke tonercartridge: zwart (K),
magenta (M), cyaan (C) en geel (Y).
VOORZICHTIG: Als er toner op uw kleding komt, veegt u dit af met een droge doek en wast u de
kleding in koud water. Met warm water wordt de toner in de stof opgenomen.
OPMERKING: Op de verpakking van de tonercartridge vindt u informatie over hergebruik van
gebruikte cartridges.
NLWW
Tonercartridges
63
Open de voorklep. Controleer of de klep
1.
volledig is geopend.
Trek de gebruikte tonercartridge aan de greep
2.
uit het apparaat.
Haal de nieuwe tonercartridge uit de
3.
verpakking.
64Hoofdstuk 4 Onderdelen, benodigdheden en accessoiresNLWW
Pak beide uiteinden van de tonercartridge vast
4.
en verdeel de toner in de tonercartridge door
voorzichtig heen en weer te schudden.
Verwijder de plastic bescherming van de
5.
tonercartridge.
VOORZICHTIG: Vermijd langdurige
blootstelling aan licht.
VOORZICHTIG: Raak de groene roller niet
aan. Hierdoor kunt u de cartridge beschadigen.
NLWW
Tonercartridges
65
Lijn de tonercartridge uit met de houder en
6.
schuif de tonercartridge in het product totdat u
een klik hoort.
Sluit de voorklep.
7.
66Hoofdstuk 4 Onderdelen, benodigdheden en accessoiresNLWW
Tonerafvaleenheid
ArtikelOmschrijvingOnderdeelnummer
TonerafvaleenheidContainer voor tonerafvalCE254A
Ga naar www.hp.com/go/learnaboutsupplies voor meer informatie.
De tonerafvaleenheid vervangen
Vervang de tonerafvaleenheid wanneer daarvoor een bericht op het bedieningspaneel van het apparaat
wordt weergegeven.
OPMERKING: De tonerafvaleenheid is ontworpen voor eenmalig gebruik. Probeer niet de
tonerafvaleenheid te legen en opnieuw te gebruiken. Doet u dit toch, dan kan toner worden gemorst in
het apparaat, wat een verminderde afdrukkwaliteit tot gevolg kan hebben. Stuur de tonerafvaleenheid
na gebruik terug naar het HP Planet Partners-programma voor recycling.
OPMERKING: Wanneer u documenten afdrukt waarbij veel toner wordt verbruikt, kan de
tonerafvaleenheid snel vol raken. HP raadt u aan om een extra tonerafvaleenheid bij de hand te hebben
wanneer u dergelijke documenten afdrukt.
Open de voorklep. Controleer of de klep
1.
volledig is geopend.
Pak het blauwe label aan de bovenkant van de
2.
tonerafvaleenheid vast en verwijder de eenheid
uit het apparaat.
NLWW
Tonerafvaleenheid
67
Plaats de meegeleverde blauwe dop over de
3.
blauwe opening aan de bovenkant van de
eenheid.
Haal de nieuwe tonerafvaleenheid uit de
4.
verpakking.
68Hoofdstuk 4 Onderdelen, benodigdheden en accessoiresNLWW
Plaats de nieuwe eenheid met de onderkant
5.
eerst in het apparaat en duw vervolgens tegen
de bovenkant van de eenheid totdat deze op
zijn plaats klikt.
Sluit de voorklep.
6.
OPMERKING: Als de tonerafvaleenheid niet
goed wordt geïnstalleerd, kan de voorklep niet
volledig worden gesloten.
Als u de tonerafvaleenheid wilt recyclen, volgt u de instructies bij de nieuwe tonerafvaleenheid.
NLWW
Tonerafvaleenheid
69
Nietmachine
ItemOmschrijvingNummer
NietcassetteVerpakking van twee nietcassettes. Elke
Ga naar www.hp.com/go/learnaboutsupplies voor meer informatie.
Nietjes plaatsen
Open de klep van de nietmachine.
1.
OPMERKING: Als u de klep van de
nieteenheid opent, wordt het apparaat
uitgeschakeld.
U vindt de instructies en de artikelnummers van
vervangende nietjes op de klep van de
nieteenheid.
Q7432A
cassette bevat 1500 ongevormde nietjes.
Als u een nietcassette vervangt (bijvoorbeeld als
2.
de nietcassette geen nietjes meer bevat),
verwijdert u de nietcassette uit het apparaat.
70Hoofdstuk 4 Onderdelen, benodigdheden en accessoiresNLWW
Plaats een nieuwe nietcassette in de opening
3.
achter het klepje van de nieteenheid.
Sluit de klep van de nietmachine.
4.
NLWW
Nietmachine
71
72Hoofdstuk 4 Onderdelen, benodigdheden en accessoiresNLWW
5Afdrukken
Ondersteunde printerdrivers (Windows)
●
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Windows)
●
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Mac OS X)
●
Afdruktaken (Windows)
●
Afdruktaken (Mac OS X)
●
Geavanceerde afdruktaken (Windows)
●
Aanvullende afdruktaken (Mac OS X)
●
Afdrukken in kleur
●
Afdruktaken opslaan op het apparaat
●
Een taakscheidingspagina toevoegen (Windows)
●
HP ePrint gebruiken
●
De HP ePrint-software gebruiken
●
Apple AirPrint gebruiken
●
HP Smart Print gebruiken (Windows)
●
Gebruik van USB-printen met eenvoudige toegang
●
NLWW73
Ondersteunde printerdrivers (Windows)
Printerdrivers verschaffen toegang tot apparaatfuncties en zorgen ervoor dat de computer met het
apparaat kan communiceren (via een printertaal). De volgende printerdrivers zijn beschikbaar op
www.hp.com/go/ljcolorflowMFPM575_software.
Meegeleverd als de standaarddriver op de installatie-cd. Deze driver wordt
HP PCL 6-driver
●
automatisch geïnstalleerd, tenzij u een andere driver selecteert.
Aanbevolen voor alle Windows-omgevingen
●
Biedt in het algemeen de beste snelheid, afdrukkwaliteit en ondersteuning voor
●
apparaatfuncties voor de meeste gebruikers
Ontwikkeld om samen te werken met de Windows Graphic Device Interface
●
(GDI) voor optimale snelheid in Windows-omgevingen
Mogelijk niet helemaal compatibel met software van derden of aangepaste
●
programma’s die zijn gebaseerd op PCL 5
HP UPD PS-driver
HP UPD PCL 5
HP UPD PCL 6
●
Aanbevolen voor afdrukken met programma’s van Adobe
grafisch intensieve software
Biedt ondersteuning voor afdrukken via postscript-emulatie en voor postscript
●
flash-lettertypen
Aanbevolen voor alle veelvoorkomende afdruktaken op een kantoor (Windows-
●
omgevingen)
Compatibel met eerdere PCL-versies en oudere HP LaserJet-producten
●
De beste keuze voor afdrukken via aangepaste softwareprogramma's of
●
softwareprogramma's van derden
De beste keuze wanneer u in verschillende omgevingen werkt, waarbij het
●
product dient te worden ingesteld op PCL 5 (UNIX, Linux, mainframe)
Ontworpen voor Windows-omgevingen in bedrijven om één driver te bieden die
●
u voor meerdere printermodellen kunt gebruiken
Aanbevolen wanneer u naar meerdere printermodellen afdrukt vanaf een
●
mobiele Windows-computer
Aanbevolen voor printen in alle Windows-omgevingen
●
Biedt algemeen de beste snelheid, afdrukkwaliteit en printerfunctie-
●
ondersteuning voor de meeste gebruikers
Ontwikkeld voor gebruik met Windows Graphic Device Interface (GDI) voor de
●
beste snelheid in Windows-omgevingen
®
of met andere
Mogelijk niet helemaal compatibel met software van derden of aangepaste
●
programma’s die zijn gebaseerd op PCL 5
HP Universal Print Driver (UPD)
De HP Universal Print Driver (UPD) voor Windows is een driver die u vanaf elke locatie rechtstreeks
toegang biedt tot vrijwel elk HP LaserJet-apparaat, zonder dat u afzonderlijke drivers hoeft te downloaden.
74Hoofdstuk 5 AfdrukkenNLWW
De driver is gebaseerd op HP-printdrivertechnologie die zich in het verleden al heeft bewezen. Ook is de
driver grondig getest en gebruikt in combinatie met veel verschillende softwareprogramma's. Het betreft
een krachtige oplossing die gelijkmatig presteert.
De HP UPD communiceert rechtstreeks met elk HP-product, verzamelt configuratiegegevens en past
vervolgens de gebruikersinterface aan om zo de unieke, beschikbare functies van het product weer te
geven. De UPD schakelt automatisch functies in die voor het product beschikbaar zijn. Hierbij kunt u
denken aan dubbelzijdig afdrukken en nieten, zodat u deze functies niet meer handmatig hoeft in te
schakelen.
Ga naar
www.hp.com/go/upd voor meer informatie.
Installatiemodi UPD
Traditionele modus
Dynamische modus
Als u voor deze modus kiest, dient u de UPD van internet te downloaden. Ga
●
www.hp.com/go/upd.
naar
Kies deze modus wanneer u de driver installeert voor één computer.
●
De UPD werkt met een specifiek apparaat.
●
Als u voor deze modus kiest, moet u de UPD voor elke computer en voor elk
●
apparaat afzonderlijk installeren.
Als u voor deze modus kiest, dient u de UPD van internet te downloaden. Ga
●
naar
www.hp.com/go/upd.
In de dynamische modus kunt u volstaan met de installatie van een enkele driver.
●
U kunt apparaten van HP dan op elke locatie detecteren en daarmee afdrukken.
Gebruik deze modus wanneer u de UPD voor een werkgroep wilt installeren.
●
NLWW
Ondersteunde printerdrivers (Windows)
75
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Windows)
De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het
softwareprogramma wordt gesloten
De stappen kunnen variëren. Dit is de meeste voorkomende procedure.
1.Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
2.Selecteer het product en klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen
1.Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit
de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op Printers en
faxapparaten.
Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit
de klassieke weergave van het menu Start): klik op Start, Instellingen en vervolgens op
Printers.
Windows Vista: Klik op het Windows-pictogram in de linkeronderhoek van het scherm en klikachtereenvolgens op Configuratiescherm en Printers.
Windows 7: Klik op het Windows-pictogram in de linkeronderhoek van het scherm en klikvervolgens op Apparaten en printers.
2.Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en selecteer Voorkeursinstellingen voor
afdrukken.
De configuratie-instellingen van het product wijzigen
1.Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit
de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op Printers en
faxapparaten.
Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit
de klassieke weergave van het menu Start): klik op Start, Instellingen en vervolgens op
Printers.
Windows Vista: Klik op het Windows-pictogram in de linkeronderhoek van het scherm en klikachtereenvolgens op Configuratiescherm en Printers.
Windows 7: Klik op het Windows-pictogram in de linkeronderhoek van het scherm en klikvervolgens op Apparaten en printers.
2.Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en selecteer Eigenschappen of
Eigenschappen van printer.
3.Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
76Hoofdstuk 5 AfdrukkenNLWW
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Mac OS X)
De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het
softwareprogramma wordt gesloten
1.Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken.
2.Selecteer dit apparaat in het menu Printer.
3.Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open
de vervolgkeuzelijst van het menu en open vervolgens het menu waarvoor u de afdrukinstellingen
wilt wijzigen.
Selecteer voor elk menu de afdrukinstellingen die u wilt wijzigen.
4.
Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende menu's.
5.
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen
1.Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken.
2.Selecteer dit apparaat in het menu Printer.
3.Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open
de vervolgkeuzelijst van het menu en open vervolgens het menu waarvoor u de afdrukinstellingen
wilt wijzigen.
Selecteer voor elk menu de afdrukinstellingen die u wilt opslaan, zodat u deze opnieuw kunt
4.
gebruiken.
5.Klik in het menu Voorinstellingen op de optie Opslaan als... en typ een naam voor de
voorinstelling.
6.Klik op de knop OK.
Deze instellingen worden in het menu Voorinstellingen opgeslagen. Als u de nieuwe instellingen wilt
gebruiken, moet u de opgeslagen voorinstelling selecteren wanneer u een programma opent en wilt
afdrukken.
De configuratie-instellingen van het product wijzigen
1.Open het menu Apple op de computer en klik op het menu Systeemvoorkeuren en op het
pictogram Afdrukken en faxen of op het pictogram Afdrukken en scannen.
Selecteer het apparaat aan de linkerzijde van het scherm.
2.
3.Klik op de knop Opties en benodigdheden.
NLWW
4.Klik op het tabblad Driver.
Configureer de geïnstalleerde opties.
5.
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Mac OS X)
77
Afdruktaken (Windows)
Een afdruksnelkoppeling gebruiken (Windows)
1.Selecteer de afdrukoptie vanuit het
programma.
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de
2.
knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3.Klik op het tabblad Snelkoppelingen.
78Hoofdstuk 5 AfdrukkenNLWW
Selecteer een van de snelkoppelingen. Klik op
4.
de knop OK om het dialoogvenster
Documenteigenschappen te sluiten.
OPMERKING: Wanneer u een
snelkoppeling selecteert, worden de
bijbehorende instellingen op de overige
tabbladen in de printerdriver gewijzigd.
5.Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de
knop OK om de taak af te drukken.
Een afdruksnelkoppeling maken (Windows)
1.Selecteer de afdrukoptie vanuit het
programma.
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de
2.
knop Eigenschappen of Voorkeuren.
NLWW
Afdruktaken (Windows)
79
3.Klik op het tabblad Snelkoppelingen.
Selecteer een bestaande snelkoppeling als
4.
basis.
OPMERKING: Selecteer altijd eerst een
snelkoppeling voordat u een van de instellingen
aan de rechterkant van het scherm aanpast. Als
u eerst de instellingen aanpast en vervolgens
een snelkoppeling selecteert, gaan al uw
aanpassingen verloren.
Selecteer de afdrukopties voor de nieuwe
5.
snelkoppeling.
80Hoofdstuk 5 AfdrukkenNLWW
6.Klik op de knop Opslaan als.
Geef een naam op voor de snelkoppeling en klik
7.
vervolgens op de knop OK.
8.Klik op de knop OK om het dialoogvenster
Documenteigenschappen te sluiten. Klik inhet dialoogvenster Afdrukken op de knop
OK om de taak af te drukken.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Windows)
1.Selecteer de afdrukoptie vanuit het
programma.
NLWW
Afdruktaken (Windows)
81
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
2.
Eigenschappen of Voorkeuren.
3.Klik op het tabblad Afwerking.
82Hoofdstuk 5 AfdrukkenNLWW
4.Vink het vakje Dubbelzijdig afdrukken
aan. Klik op de knop OK om het dialoogvenster
Documenteigenschappen te sluiten.
5.Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de
knop OK om de taak af te drukken.
Meerdere pagina's per vel afdrukken (Windows)
1.Selecteer de afdrukoptie vanuit het
programma.
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
2.
Eigenschappen of Voorkeuren.
NLWW
Afdruktaken (Windows)
83
3.Klik op het tabblad Afwerking.
Selecteer het aantal pagina's per vel in het
4.
vervolgkeuzemenu Pagina's per vel.
84Hoofdstuk 5 AfdrukkenNLWW
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.