HP LaserJet 9055, LaserJet 9065 Quick Reference Guide [nl]

hphpLaserJet 9055 mfp
LaserJet 9065 mfp
naslaggids
hp LaserJet 9055mf p en 9065mfp
naslaggids
Copyrightinformatie
Copyright © 2003 Hewlett-Packard Development Company, LP
Reproductie, aanpassing of vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming is verboden, behalve voor zover dit wordt toegestaan onder auteursrecht.
Een gebruiker van de printer van Hewlett-Packard die hoort bij de gebruikershandleiding, wordt hierbij een licentie verleend om: a) exemplaren van deze gebruikershandleiding af te drukken voor PERSOONLIJK, INTERN of ZAKELIJK gebruik, op voorwaarde dat de gebruiker deze exemplaren niet verkoopt, opnieuw verkoopt of op enig andere wijze distribueert; en b) een elektronische kopie van deze gebruikershandleiding op een netwerkserver te plaatsen, op voorwaarde dat de toegang tot de elektronische kopie wordt beperkt tot PERSOONLIJK, INTERN gebruik van de printer van Hewlett-Packard die bij deze gebruikershandleiding hoort.
De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Artikelnummer: Q3643-90916 Uitgave 1: 11/2003
FCC-verklaring voor apparaten van Klasse A
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal apparaat van Klasse A, conform Deel 15 van de FCC-regels. Deze voorschriften zijn ontworpen om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storingen bij het gebruik van deze apparatuur in een commerciële omgeving. Deze apparatuur genereert en gebruikt hoogfrequentie-energie en kan deze uitstralen. Als de apparatuur niet overeenkomstig de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit schadelijke storingen in radiocommunicatie veroorzaken. Gebruik van deze apparatuur in een woongebied heeft waarschijnlijk schadelijke storingen tot gevolg. In dit geval moet de gebruiker zelf en op eigen kosten de storing verhelpen. De eindgebruiker van dit product moet zich realiseren dat wijzigingen of aanpassingen die in deze apparatuur worden gemaakt zonder toestemming van Hewlett-Pac kard, tot gevolg kunnen hebben dat het product niet meer voldoet aan de voorschriften van Klasse A. In een dergelijk geval kan de FCC het recht van de gebruiker om deze apparatuur te bedienen ongeldig maken.
Handelsmerken
Alle producten die in deze handleiding worden vermeld, kunnen de handelsmerken van de betreffende bedrijven zijn.
Inhoudsopgave
1 Aan de slag
MFP-onderdelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
De MFP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
Het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
Het aanraakscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
De MFP in- en uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Help-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
2 Kopiëren
De glasplaat gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
De ADI gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
Een papierformaat kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Afdrukstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Verkleinen en vergroten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Dubbelzijdig afdrukken (dubbelzijdig kopiëren) . . . . . . . . . . . .11
De functies van de optionele afwerkeenheid gebruiken. . . . . .11
Nieten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Perforeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Vouwen in het midden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Een driedubbele vouw maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Kaften invoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Brochures maken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Geschikte papierformaten voor de afwerkingsfuncties . . .13
3 Afdrukken
Het afdrukscherm openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
De configuratiepagina weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
4 Laden plaatsen
Lade 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Papier plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Tabbladen plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Lade 2 en 3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
Papier plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
Tabbladen plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
Lade 4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
Papier plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
Tabbladen plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
Optionele Lade 5 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
Papier plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
Tabbladen plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
Ondersteunde papierformaten voor laden . . . . . . . . . . . . . . . .25
5 Toner toevoegen
Toner toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
NLWW iii
6 De bak voor perforeerafval legen
De bak voor perforeerafval legen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
7 Papierstoringen verhelpen
Papierstoringen verhelpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Bijlage A Papierformaten Bijlage B Garantie- en overheidsinformatie
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard. . . . . . .39
iv NLWW
1

Aan de slag

NLWW 1

MFP-onderdelen

De MFP

1 Automatische documentinvoer (ADF) 2 Glasplaat 3Plank 4 Lade 1 5 Lade 4 6 Lade 3 7 Lade 2 8 Voorklep 9 Toegangsklep voor tonervoorraad 10 Aanraakscherm 11 Bedieningspaneel 12 Optionele lade 5 (invoerapparaat met grote capaciteit) 13 Optionele afwerkeenheid (uitvoerapparaat)
2 1 Aan de slag NLWW

Het bedieningspaneel

1) Aanraakscherm 9) Slaapstand aan/uit
2) Controleren 10) Stoppen
3) Modusselectie 11) Starten
4) Help 12) Wissen
5) Numeriek toetsenblok 13) Teller
6) Afbreken 14) Herstel
7) Proefafdruk 15) Jobgeheugen
8) Timer
U kunt met het bedieningspaneel toegang krijgen tot de volgende functies:
Controleren (2): hiermee geeft u een scherm weer waarin de geselecteerde instellingen
voor de huidige taak worden weergegeven.
Modusselectie (3): hiermee kunt u de bedieningsmodus van het apparaat wijzigen:
kopiëren, scannen/faxen of afdrukken.
Help (4): hiermee geeft u een scherm weer met de Help voor de huidige geselecteerde
functie of krijgt u toegang tot het scherm Keyoperatormodus. Niet elke functie heeft een bijbehorende Help.
Numeriek toetsenblok (5): hiermee kunt u numerieke waarden invoeren.
Afbreken (6): hiermee stopt u de kopieertaak die wordt uitgevoerd waarna u vanaf de
glasplaat kunt kopiëren.
Proefafdruk (7): hiermee kunt u één set kopieën uitvoeren om te controleren of de huidige
instellingen juist zijn geselecteerd.
Timer (8): dit lampje gaat branden wanneer de functie voor de wekelijkse timer is geactiveerd.
Met deze functie kan de MFP op bepaalde tijden automatisch worden uitgeschakeld (gedurende maximaal één week).
Slaapstand aan/uit (9): hiermee wordt de energiebesparende modus geactiveerd
wanneer de MFP niet actief is of wordt de modus voor het onderbreken van de timer geactiveerd wanneer de functie voor de wekelijkse timer actief is.
Stoppen (10): hiermee kunt u het kopiëren stoppen en het opgeslagen geheugen wissen.
Starten (11): hiermee start u het kopiëren of het scannen.
Wissen (12): hiermee kunt u het aantal exemplaren opnieuw instellen.
Teller (13): hiermee geeft u het tellerscherm weer of krijgt u toegang tot de programmeermodi
voor het instellen van speciale functies.
NLWW MFP-onderdelen 3
Herst el (14): hiermee kunt u de MFP opnieuw instellen op de automatische
modusinstellingen of op de keyoperatorinstellingen.
Jobgeheugen (15): hiermee geeft u schermen weer waarin u functies voor het opslaan
en terughalen van opdrachten kunt selecteren.

Het aanraakscherm

Let op Druk niet te hard op het glas van het aanraakscherm. Als u dit wel doet, kan het aanraakscherm
worden beschadigd.
Het aanraakscherm is een LCD-scherm waarop interactieve schermen worden weergegeven met aanraaktoetsen voor het maken van taakselecties. Selecties worden gemarkeerd wanneer deze worden aangeraakt. U kunt het aanraakscherm pas gebruiken als de MFP volledig is opgewarmd.
Gebruik het beginscherm om toegang te krijgen tot de opties AFW.EENH., DUBBELZIJD., CONTRAST, SCHAAL, PAPIER en GEAVANC..
Als u OPTIES kiest bij AFW.EENH., kunt u instel lin gen se le ct ere n v o or UITV.BAK, BINDEN, NIETEN, UITVOER en HDD OPSLAAN. U kunt ook NIETEN en SORT. kiezen. Met NIETEN kunt u de functie voor nieten in- en uitschakelen. Met SORT. kunt u de functievoor sorteren in- en uitschakelen.
Bij DUBBELZIJD. kunt u opties voor dubbelzijdig afdrukken voor enkelzijdige en dubbelzijdige originelen en voor afdrukken selecteren.
Kies bij CONTRAST HERSTEL of AUTO. Met deze instellingen kunt u het contrast van de kopie lichter of donkerder maken.
Kies bij SCHAAL AUTO, ZOOM of VOORINST.. Hiermee kunt u een document verkleinen of vergroten. U kunt een vooraf ingestelde factor selecteren met VOORINST. of de factor handmatig aanpassen met ZOOM. Met AUTO kunt u de factor terugzetten op 1:1.
Kies bij PAPIER de lade waaruit u wilt kopiëren. Het papierformaat wordt weergegeven. De bijbehorende pictog r a mm en geven weer hoeveel papier elke lade bevat.
Kies bij GEAVANC. ORIGINELEN, UITVOER, ROTATIE UIT of OPSLAAN. Met ORIGINELEN kunt u aangeven welke soort origineel u wilt kopiëren (bijvoorbeeld een origineel met gemengde formaten of een origineel op tabpapier). Met UITVOER kunt u opties voor de kopie selecteren, zoals het invoegen van een voorblad, een transparant tussenvel, het herhalen van een afbeelding of het toevoegen van een stempel/sjabloon. Als ROTATIE UIT is geselecteerd en gemarkeerd, schakelt u hiermee de automatische functie uit waarbij een originele afbeelding 90 graden kan worden gedraaid zodat deze wordt aangepast aan de afdrukstand van de pagina zonder dat er gegevens verloren gaan. Als ROTATIE UIT bijvoorbeeld is geselecteerd, wordt een liggende afbeelding niet geroteerd voordat deze op een pagina met een staande afdrukstand wordt afgedrukt. Als u een document met een liggende afdrukstand wilt afdrukken op een pagina met een staande afdrukstand (of omgekeerd) door eerst de afbeelding te draaien, moet u de automatisch functie inschakelen (ROTATIE UIT is niet gemarkeerd). Met OPSLAAN ku nt u een document scannen en opslaan op de MFP om dit later af te drukken.
4 1 Aan de slag NLWW

De MFP in- en uitschakelen

Als u de MFP wilt inschakelen, drukt u op de hoofdschakelaar (2) en vervolgens op de secundaire netschakelaar (1).
Let op Als u de MFP wilt uitschakelen, moet u altijd eerst op de secundaire netschakelaar (1) drukken en
vervolgens op de hoofdschakelaar (2).
1 Secundaire netschakelaar 2 Hoofdschakelaar

Help-modus

Bij de meeste functies is een Help-optie beschikbaar. Als u de Help wilt weergeven, drukt u op
Help op het bedieningspaneel.
Met de optie Help krijgt u toegang tot informatie over de huidige schermmodus en hoe u taken kunt maken.
Wanneer de opt ie Help wordt geselecteerd, wordt een lijst met alle MFP-functies weergegeven. Als u een functie aanraakt, wordt het Help-scherm met informatie over deze functie weergegeven. Voer de volgende procedure uit als u de Help wilt gebruiken:
1 Druk op Help. 2 Raak VOORRAAD NIETJES, PERFORATOR, ADF, VOORRAAD TONER, VOORRAAD PAPIER,
MENU HELP of VOOR ASSISTENTIE aan om de specifieke Help weer te geven. Selecteer het gewenste onderwerp.
3 Raak MENU HELP aan in het midden van het scherm als u Help nodig hebt voor
andere handelingen.
4 Raak Afsluiten aan om terug te gaan naar het scherm dat werd weergegeven voordat u op
Help drukte.
NLWW Help-modus 5
6 1 Aan de slag NLWW
2

Kopiëren

NLWW 7

De glasplaat gebruiken

Gebruik de glasplaat wanneer originelen niet geschikt zijn voor de automatische documentinvoer (bijvoorbeeld wanneer het formaat niet overeenkomt of wanneer de originelen zijn gevouwen of geniet of zich in slechte staat bevinden).
Gebruik de glasplaat voor documenten met de volgende maximumwaarden:
280 bij 432 mm (11 bij 17 inch)
6,8 kg (15 lb)
30 mm dikte
De glasplaat gebruiken
1 Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden linksachter op de glasplaat.
2 Sluit de documentklep om te voorkomen dat het origineel wordt verschoven op de glasplaat.
3 Selecteer de gewenste opties en druk op Starten.
8 2 Kopiëren NLWW

De ADF gebruiken

De automatische documentinvoer (ADF) kan maximaal 100 originelen invoeren die met de bedrukte zijde naar boven in de lade zijn geplaatst. U kunt de ADF alleen gebruiken voor vlakke, gladde originelen die niet zijn geniet of gevouwen. Zie Papierformaten verschillende papierformaten. U kunt de onderstaande formaten gebruiken in de ADF:
Gebruik de ADF niet voor de onderstaande originelen:
gekrulde, gekreukelde of gevouwen originelen
collages en knipsels
boeken
glanzend papier, overheadtransparanten, voorbedrukte formulieren of cellofaan
originelen die zijn gevouwen, geperforeerd of geniet
extreem dunne of dikke originelen (dun papier is 49 tot 57 g/m
dik papier is 90 tot 200 g/m
•A3 •B4 •5,5 x 8,5R+
•A4 •B5 •Letter
•A4R •B5R •LetterR
• A5 • B6R • Legal
• A5R • 5,5 x 8,5 • Tabloid/Ledger
2
(25 tot 110 lb bankpost)).
voor de afmetingen van
2
(13 tot 15 lb bankpost),
De ADF gebruiken
De MFP bepaalt het juiste papierformaat op basis van de aanpassingen van de papiergeleiders in de ADF.
1 Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar boven in de ADF-lade. Controleer of de ADF
volledig is gesloten.
2 Pas de papiergeleiders aan aan het formaat van het document dat in de ADF is geplaatst.
3 Gebruik het numerieke toetsenblok om het gewenste aantal exemplaren in te voeren. 4 Druk op Starten.
NLWW De ADF gebruiken 9
Loading...
+ 35 hidden pages