Verveelvoudiging, bewerking of vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming is verboden, behalve voor
zover toegestaan volgens het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en
services van HP wordt uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt geleverd.
Niets in deze verklaring mag worden
opgevat als een aanvullende garantie. HP
is niet aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in deze
verklaring.
Gebruikers van het Hewlett-Packard
product dat in deze gebruikershandleiding
wordt beschreven, krijgen een licentie
voor: a) het afdrukken van deze
gebruikershandleiding voor
PERSOONLIJK, INTERN of
BEDRIJFSMATIG gebruik onder de
voorwaarde dat de afgedrukte exemplaren
niet worden verkocht, doorverkocht of
anderszins worden verspreid; en b) het
opslaan van de elektronische versie van
deze gebruikershandleiding op een
netwerkserver, mits de toegang tot dit
elektronische bestand wordt beperkt tot
personen die het Hewlett-Packard product
dat in deze gebruikershandleiding wordt
beschreven, aanwenden voor
PERSOONLIJK of INTERN gebruik.
Onderdeelnummer: Q2669-90957
Edition 1, 10/2004
Handelsmerken
Adobe® en PostScript® zijn
handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated.
Microsoft®, Windows® en Windows NT®
zijn gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten.
UNIX® is een gedeponeerd handelsmerk
van The Open Group.
Alle andere in deze handleiding genoemde
producten zijn mogelijk handelsmerken
van de respectievelijke bedrijven.
Inhoudsopgave
1 Kennismaking met het apparaat
Onderdelen van de HP LaserJet 3015 all-in-one .....................................................................2
Inhoud van de verpakking ..................................................................................................2
In de volgende onderwerpen vindt u meer informatie over de nieuwe HP LaserJet 3015 allin-one:
●
Onderdelen van de HP LaserJet 3015 all-in-one
●
Apparaatfuncties
●
Afbeelding van de hardwareonderdelen
●
De knoppen op het bedieningspaneel
●
Overzicht van de softwareonderdelen van het apparaat
●
Specificaties voor afdrukmateriaal
NLWW
1
Onderdelen van de HP LaserJet 3015 all-in-one
Controleer aan de hand van onderstaande afbeelding of alle onderdelen zijn meegeleverd.
Inhoud van de verpakking
1Printcartridge
2Netsnoer
3Beknopte handleiding en ondersteuningsbrochure
4Invoerlade
5CD-ROM's met de software en een elektronische gebruikershandleiding
6Invoerlade van de automatische documentinvoer
7Faxhandleiding
8Telefoonsnoer
9Steun voor automatische documentinvoer
10 Steun voor uitvoerbak
11 Sjabloon voor het bedieningspaneel
12 HP LaserJet 3015 all-in-one
Opmerking
2
Hoofdstuk 1 Kennismaking met het apparaatNLWW
Gebruik het telefoonsnoer en het netsnoer die bij het apparaat zijn geleverd. Wanneer
andere telefoonsnoeren of netsnoeren worden gebruikt, werkt het apparaat mogelijk niet
goed.
In de volgende bronnen vindt u meer informatie over het gebruik van het apparaat:
●
De HP werkset. In dit softwareonderdeel kunt u een groot aantal van de taken
uitvoeren die in deze gebruikershandleiding worden beschreven en kunt u instellingen
opgeven voor de afdruk-, fax-, kopieer- en scanfuncties.
●
Naslaggids. Raadpleeg deze handleiding om het apparaat te installeren en aan te
sluiten op de computer en om de software te installeren.
●
Faxhandleiding. Gebruik deze handleiding om de faxfuncties van het apparaat te
installeren en te gebruiken.
Apparaatfuncties
Snelheid●
Papierverwerking●
Geheugen●
Aansluitingen●
Fax●
15 pagina's per minuut (ppm) afdrukken en kopiëren
Een automatische documentinvoer voor 30 pagina's, een
invoerlade voor 150 vel en een voorrangsinvoerlade voor 10 vel
32 MB RAM-geheugen (9 MB voor het systeem en 23 MB RAM
beschikbaar voor de gebruiker)
Een USB-poort (compatibel met de USB 2.0-specificaties) en een
IEEE 1284-B-compatibele parallelle poort (Opmerking: kabels
worden niet meegeleverd.)
Volledige faxfunctionaliteit met V.34-fax, inclusief een
telefoonboekfunctie en functies voor het opvragen en het
uitstellen van faxen
NLWWApparaatfuncties
3
Afbeelding van de hardwareonderdelen
In de onderstaande afbeeldingen worden de hardwareonderdelen van het apparaat
weergegeven.
HP LaserJet 3015 all-in-one hardwareonderdelen
1Invoerlade van de automatische documentinvoer
2Papierhendel van de automatische documentinvoer
3Bedieningspaneel
4Uitvoerbak van de automatische documentinvoer
5Ontgrendelingsklep van de printcartridge
6Uitvoerbak van het apparaat
7Voorrangsinvoerlade
8Invoerlade
9Parallelle poort
10 USB-poort
11 Faxpoorten
12 Aan/uit-schakelaar
13 Voedingsaansluiting
4
Hoofdstuk 1 Kennismaking met het apparaatNLWW
De knoppen op het bedieningspaneel
In de volgende afbeelding worden de knoppen van het bedieningspaneel weergegeven.
1
Faxknoppen. Met de faxknoppen kunt u faxen verzenden en ontvangen en de meest gebruikte
faxinstellingen wijzigen. Raadpleeg de faxhandleiding voor informatie over de faxknoppen.
2
Alfanumerieke knoppen. Met de alfanumerieke knoppen voert u gegevens in op het
bedieningspaneel en kiest u telefoonnummers voor het faxen. Voor informatie over de
alfanumerieke tekens kunt u de faxhandleiding raadplegen.
3
Menuknoppen en annuleerknop. Met deze knoppen kunt u menuopties kiezen, de status van
het apparaat controleren en de huidige taak annuleren.
4
Kopieerknoppen. Met deze knoppen kunt u veelgebruikte standaardinstellingen wijzigen en de
kopieerfunctie starten. Zie
5
Scanknoppen. Met deze knoppen kunt u documenten scannen naar een e-mail of een map. Zie
Scannen voor instructies bij de scanfunctie.
Kopiëren voor de gebruiksaanwijzingen van de kopieerfunctie.
NLWWDe knoppen op het bedieningspaneel
5
Overzicht van de softwareonderdelen van het apparaat
Opmerking
Opmerking
De softwareonderdelen die worden geïnstalleerd, zijn afhankelijk van het
besturingssysteem en het type installatie. Zie de naslaggids voor meer informatie.
De volgende softwareonderdelen worden bij het apparaat meegeleverd:
●HP werkset
●HP LaserJet Scan
●TWAIN- of WIA-scandriver
●HP LaserJet Fax
●Readiris OCR (niet geïnstalleerd bij andere software; moet dus apart geïnstalleerd
De PCL 6-printerdriver wordt automatisch geïnstalleerd als u de optie Normaal gebruikt
tijdens het installeren van de software. Als u de PostScript Level 2-emulatie printerdriver
wilt installeren, selecteert u de optie Aangepast tijdens het installeren van de software. Als
u de PCL 5e-printerdriver wilt installeren, gebruikt u de printerwizard nadat de software is
geïnstalleerd.
6
Hoofdstuk 1 Kennismaking met het apparaatNLWW
Specificaties voor afdrukmateriaal
Gebruik kopieerpapier van 75 g/m2tot 90 g/m2voor optimale resultaten. Controleer of het
papier van goede kwaliteit is en geen insnijdingen, knikken, scheuren, vlekken, losse
stukken, stof, kreukels, gaten en gekrulde of gevouwen randen heeft.
Opmerking
De printer ondersteunt afdrukmateriaal in een grote verscheidenheid aan
standaardformaten en aangepaste formaten. De capaciteit van de laden en bakken kan
variëren afhankelijk van het gewicht of de dikte van het afdrukmateriaal en de
omgevingsvoorwaarden. Gladheid - 100 tot 250 (Sheffield).
Gebruik alleen transparanten die zijn ontworpen voor gebruik met HP LaserJet-printers.
Ondersteunde papiergewichten en -formaten
Papierformaat voor invoerlade
InvoerladeAfmetingenGewicht of dikteCapaciteit
Minimumpapierformaat 76 bij 127 mm
Maximumpapierformaat216 bij 356 mm
Minimumformaat
76 bij 127 mm
glanzend papier
Maximumformaat
216 bij 356 mm
glanzend papier
60 tot 163 g/m
60 tot 163 g/m
75 tot 120 g/m
75 tot 120 g/m
2
2
2
150 vellen
(60 g/m
2
150 vellen
(60 g/m
2
Maximale
)
)
stapelhoogte: 18 mm
2
Maximale
stapelhoogte: 18 mm
Minimumformaat
transparanten
Maximumformaat
transparanten
Minimumformaat
enveloppen
Maximumformaat
enveloppen
Minimumformaat
etiketten
Maximumformaat
etiketten
Minimumformaat
kaarten
Maximumformaat
kaarten
76 bij 127 mm0,10 tot 0,13 mm dik75 vellen
216 bij 356 mm0,10 tot 0,13 mm dik75 vellen
90 bij 160 mm
178 bij 254 mm
76 bij 127 mm
216 bij 356 mm
76 bij 127 mm
216 bij 356 mm
75 tot 105 g/m
75 tot 105 g/m
60 tot 216 g/m
60 tot 216 g/m
135 tot 157 g/m
135 tot 157 g/m
2
2
2
2
2
2
15 enveloppen
15 enveloppen
60 vellen
60 vellen
60 vellen
60 vellen
NLWWSpecificaties voor afdrukmateriaal
7
Papierformaten voor voorrangsinvoerlade
VoorrangsinvoerladeAfmetingenGewicht of dikteCapaciteit
Minimumpapierformaat 76 bij 127 mm
Maximumpapierformaat216 bij 356 mm
Minimumformaat
76 bij 127 mm
glanzend papier
Maximumformaat
216 bij 356 mm
glanzend papier
Minimumformaat
76 bij 127 mm0,10 tot 0,13 mm dik5vellen
transparanten
Maximumformaat
216 bij 356 mm0,10 tot 0,13 mm dik5vellen
transparanten
Minimumformaat
76 bij 127 mm
enveloppen
Maximumformaat
216 bij 356 mm
enveloppen
Minimumformaat
76 bij 127 mm
etiketten
Maximumformaat
216 bij 356 mm
etiketten
60 tot 163 g/m
60 tot 163 g/m
75 tot 120 g/m
75 tot 120 g/m
60 tot 90 g/m
60 tot 90 g/m
60 tot 216 g/m
60 tot 216 g/m
2
2
2
10 vellen
(75 g/m
10 vellen
(75 g/m
Maximale
2
)
2
)
stapelhoogte: 1,5 mm
2
Maximale
stapelhoogte: 1,5 mm
2
2
2
2
Individual enveloppen
Individual enveloppen
4vellen
4vellen
Opmerking
Minimumformaat
76 bij 127 mm
135 tot 163 g/m
2
4vellen
kaarten
Maximumformaat
216 bij 356 mm
135 tot 163 g/m
2
4vellen
kaarten
Papierformaten voor automatische documentinvoer
Automatische
documentinvoer
Minimumpapierformaat 74 bij 105 mm
Maximumpapierformaat215 bij 356 mm
AfmetingenGewicht of dikteCapaciteit
60 tot 90 g/m
60 tot 90 g/m
2
2
30 vellen
(75 g/m
30 vellen
(75 g/m
2
)
2
)
De uitvoerbak van de automatische documentinvoer kan één vel afdrukmateriaal van het
formaat Legal (215 x 356 mm) bevatten. Vellen die hierop volgen, schuiven uit de
uitvoerbak van de automatische documentinvoer.
8
Hoofdstuk 1 Kennismaking met het apparaatNLWW
De instellingen wijzigen via de
2
Opmerking
HP werkset of via het
bedieningspaneel
U kunt de instellingen van het apparaat wijzigen met behulp van de HP werkset of via het
bedieningspaneel. Het is meestal eenvoudiger om de apparaatinstellingen in de werkset te
wijzigen.
De volgende tabel geeft een overzicht van de instellingen die u kunt wijzigen in de HP
werkset en via het bedieningspaneel. Voor meer informatie over het wijzigen van
instellingen via de HP werkset kunt u de Help van de werkset raadplegen. U kunt de Help
van de HP werkset openen door links in het venster van de werkset op Hoe kan ik te
klikken. (Zie
werkset.) Meer informatie over het wijzigen van de instellingen via het bedieningspaneel
vindt u in dit hoofdstuk.
Instellingen die in de toepassing zijn opgeslagen, hebben voorrang boven de instellingen in
de printerdriver. De instellingen van de printerdriver hebben voorrang boven de instellingen
die via de HP werkset of via het bedieningspaneel zijn opgegeven.
De HP werkset gebruiken voor meer informatie over het openen van de HP
Instelling of functieHP werksetBedieningspaneel
De fabrieksinstellingen herstellen.XX
Informatiepagina's zoals de configuratiepagina, de
menustructuur van het bedieningspaneel en de
pagina met gebruiksinformatie afdrukken.
De taal van het bedieningspaneel wijzigen.XX
De taal van de HP werkset wijzigen.X
Statuswaarschuwingen instellen.X
De instellingen voor het verzenden en ontvangen
van faxen aanpassen.
Faxen bekijken of doorsturen die op de computer
zijn ontvangen.
De instellingen configureren voor scannen naar email of een map.
De kopieerinstellingen wijzigen.XX
Bestemmingen in het faxtelefoonboek toevoegen,
wissen of wijzigen.
De online gebruikershandleiding openen.X
XX
XX
X
X
XX
NLWW
De apparaatstatus op afstand controleren.X
9
De HP werkset gebruiken
De HP werkset is een toepassing die gebruikmaakt van het Internet. Met de werkset
kunnen de volgende taken worden uitgevoerd.
●De apparaatstatus controleren.
●De apparaatinstellingen voor afdrukken, faxen, kopiëren en scannen bekijken.
●Informatie over probleemoplossing en "Hoe kan ik"-informatie bekijken.
●Toegang geven tot de mogelijkheden van fax- en scansoftware.
U kunt de HP werkset openen als het apparaat rechtstreeks is aangesloten op een
computer of wanneer het apparaat is aangesloten op een netwerk. Om de HP werkset te
kunnen gebruiken, moet u alle softwareonderdelen geïnstalleerd hebben.
Opmerking
Opmerking
U hebt geen internetverbinding nodig voor het openen en gebruiken van de HP werkset. Als
u echter op een koppeling klikt in het gedeelte Overige links, hebt u een internetverbinding
nodig om de betreffende koppeling te kunnen openen. Raadpleeg voor meer informatie
Overige links.
Ondersteunde besturingssystemen
De volgende besturingssystemen ondersteunen het gebruik van de HP werkset:
●Windows 98, Windows 2000, Windows Millennium Edition (Me) en Windows XP
Het TCP/IP-protocol moet in het besturingssysteem geïnstalleerd zijn om gebruik te kunnen
maken van de HP werkset.
Ondersteunde browsers
Om de HP werkset te kunnen gebruiken, hebt u één van de volgende browsers nodig:
●Microsoft Internet Explorer 5.5 of hoger
●Netscape Navigator 6.2 of hoger
●Opera 7.0 of hoger
Alle pagina's kunnen vanuit de browser worden afgedrukt.
Opmerking
10
Hoofdstuk 2 De instellingen wijzigen via de HP werkset of via het bedieningspaneelNLWW
De HP werkset openen
U kunt de HP werkset op één van de volgende manieren openen:
●
Dubbelklik in het bureaublad op het pictogram van de HP werkset
●Dubbelklik op het pictogram Status Client rechts in de taakbalk.
●
In het menu Start wijst u HP LaserJet aan en selecteert u HP werkset.
De HP werkset wordt geopend in een internetbrowser.
Nadat u het internetadres hebt geopend, kunt u het toevoegen aan uw favorieten zodat u
het een volgende keer snel terug kunt vinden.
.
De tabbladen van de HP werkset
De HP werkset bevat de volgende tabbladen:
●
Het tabblad Status
●
Het tabblad Faxen
●
Het tabblad Scannen naar…
●
Het tabblad Problemen oplossen
●
Het tabblad Documentatie
Overige links
Iedere pagina van de HP werkset bevat links naar de HP website voor apparaatregistratie
en -ondersteuning en links voor het bestellen van benodigdheden. Om deze links te kunnen
openen, hebt u een interaansluiting nodig. Wanneer u gebruik maakt van een
inbelverbinding en u geen verbinding hebt gemaakt bij het openen van de HP werkset,
moet u alsnog verbinding maken om deze websites te kunnen bekijken.
Het tabblad Status
Het tabblad Status bevat links naar de volgende pagina's:
●
Status apparaat. Hier kunt u informatie over de apparaatstatus bekijken. Op deze
pagina wordt de toestand van het apparaat weergegeven zoals papierstoringen of lege
papierlades. Nadat u een probleem met het apparaat hebt verholpen, drukt u op
Vernieuwen om de apparaatstatus bij te werken.
●
Statuswaarschuwingen instellen. Hier kunt u waarschuwingen instellen als u wilt dat
het apparaat u automatisch waarschuwt bij problemen. Op deze pagina kunt u
waarschuwingen in- en uitschakelen, opgeven wanneer het apparaat een
waarschuwing moet afgeven en het type waarschuwing instellen dat u wilt ontvangen
(in de vorm van een berichtenvenster of een pictogram op de taakbalk). Om de
waarschuwingsinstellingen te activeren, klikt u op Toepassen.
●
Apparaatconfiguratie. Hier kunt u de apparaatinstellingen bekijken. Op deze pagina
worden ook de geïnstalleerde accessoires weergegeven zoals DIMM's. Op de pagina
Apparaatconfiguratie wordt dezelfde informatie weergegeven als op de
configuratiepagina.
●
Infopagina's afdrukken. Op deze pagina kunt u de configuratiepagina en andere
informatiepagina's afdrukken voor het apparaat.
Tabblad Faxen
Het tabblad Faxen bevat links naar de volgende pagina's:
Faxtaken
●
Faxtelefoonboek
●
Faxverzendlog
●
Eigenschappen faxgegevens
●
Faxrapporten
●
Gedetailleerde faxinstellingen
●
NLWWDe HP werkset gebruiken
11
Opmerking
Raadpleeg de faxhandleiding voor meer informatie over het gebruik van de faxfuncties.
Het tabblad Scannen naar...
Het tabblad Scannen naar... bevat links naar de volgende pagina's:
Scannen naar e-mail of naar archief
●
Voorkeursinstellingen voor scannen
●
Opmerking
De scanvoorkeuren zijn alleen van toepassing op Scannen naar e-mail of een map.
Het tabblad Problemen oplossen
Het tabblad Problemen oplossen bevat links naar diverse informatie over het oplossen
van problemen zoals het verhelpen van een papierstoring, het verbeteren van de
afdrukkwaliteit en het verhelpen van problemen met de fax-, kopieer- of scanfuncties.
Het tabblad Documentatie
Het tabblad Documentatie bevat links naar de volgende informatiebronnen:
●
Gebruikershandleiding. De gebruikershandleiding bevat informatie over het gebruik
van het apparaat, garantie-informatie, specificaties en ondersteuningsinformatie. De
gebruikershandleiding is beschikbaar in HTML- en PDF-formaat.
●
Late Breaking News. Document met het laatste nieuws over het apparaat. Alleen
beschikbaar in het Engels.
12
Hoofdstuk 2 De instellingen wijzigen via de HP werkset of via het bedieningspaneelNLWW
Het bedieningspaneel gebruiken
Het is ook mogelijk om instellingen op te geven via het bedieningspaneel. Dit hoofdstuk
geeft informatie over de volgende taken:
Een configuratiepagina afdrukken
●
De menustructuur van het bedieningspaneel afdrukken
●
De fabrieksinstellingen herstellen
●
De taal van het bedieningspaneel wijzigen
●
Het standaardpapierformaat wijzigen
●
Het volume van het apparaat regelen
●
De afdrukinstellingen wijzigen
●
Een configuratiepagina afdrukken
U kunt een configuratiepagina afdrukken voor een overzicht van de huidige
apparaatinstellingen.
Zo drukt u een configuratiepagina af
1. Druk op
2.
Gebruik de knop < of > om Rapporten te selecteren en druk vervolgens op
3.
Gebruik de knop < of > om Config-rapport te selecteren en druk vervolgens op
ENTER
MENU/ENTER
.
.
MENU/ENTER
MENU
De menu-instellingen van het apparaat worden afgesloten en het rapport wordt afgedrukt.
De menustructuur van het bedieningspaneel afdrukken
Wanneer u de menustructuur afdrukt, hebt u een overzicht van de menuopties van het
bedieningspaneel.
Zo drukt u de menustructuur van het bedieningspaneel af
1. Druk op
2.
Gebruik de knop < of > om Rapporten te selecteren en druk vervolgens op
3.
Gebruik de knop < of > om Menustructuur te selecteren en druk vervolgens op
ENTER
De menustructuur met de opties van het bedieningspaneel van het apparaat wordt
afgedrukt.
MENU/ENTER
.
op het bedieningspaneel.
MENU/ENTER
MENU
.
/
.
/
NLWWHet bedieningspaneel gebruiken
13
De fabrieksinstellingen herstellen
Wanneer u de fabrieksinstellingen herstelt, worden alle instellingen gewijzigd in de
standaardinstellingen en worden de naam en het telefoonnummer in de faxkopregel gewist.
(Zie de faxhandleiding voor meer informatie over het toevoegen van uw gegevens aan de
faxkopregel.) Als u de fabrieksinstellingen herstelt, worden de faxnummers en namen onder
de sneltoetsen en snelkiescodes gewist. Pagina's die opgeslagen zijn in het geheugen,
worden eveneens verwijderd. Na het herstellen van de fabrieksinstellingen wordt het
apparaat opnieuw opgestart.
Zo herstelt u de fabrieksinstellingen
Opmerking
1. Druk op
2.
Gebruik de knop < of > om Service te selecteren en druk vervolgens op
3.
Gebruik de knop < of > om Standaardwaarden te selecteren, druk op
druk nogmaals op
MENU/ENTER
.
MENU/ENTER
om uw selectie te bevestigen.
MENU/ENTER
MENU/ENTER
.
en
Het apparaat wordt automatisch opnieuw opgestart.
De taal van het bedieningspaneel wijzigen
Door de taal van het bedieningspaneel te wijzigen, kunnen rapporten worden afgedrukt en
berichten op het bedieningspaneel worden weergegeven in een andere taal dan de
standaardtaal voor uw land/regio.
De demopagina wordt alleen in het Engels afgedrukt.
Zo wijzigt u de taal van het bedieningspaneel
1. Druk op
2.
Selecteer Alg instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
3.
Selecteer Taal met de knop < of > en druk vervolgens op
4. Gebruik de knop < of > om de gewenste taal te selecteren.
MENU/ENTER
.
MENU/ENTER
MENU/ENTER
.
.
14
5. Druk op de knop
MENU/ENTER
om uw selectie op te slaan.
Het apparaat wordt automatisch opnieuw opgestart.
Het standaardpapierformaat wijzigen
Het papierformaat moet zijn ingesteld op het formaat van het papier dat u gewoonlijk in de
invoerlade plaatst. Het apparaat gebruikt deze instelling voor het kopiëren, afdrukken van
rapporten, faxen en het automatisch verkleinen van binnenkomende faxen.
Het standaardpapierformaat wijzigen
1. Druk op
2.
Selecteer Alg instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
3.
Selecteer St.papierformaat met de knop < of > en druk vervolgens op
Hoofdstuk 2 De instellingen wijzigen via de HP werkset of via het bedieningspaneelNLWW
MENU/ENTER
.
MENU/ENTER
MENU/ENTER
.
.
4. Gebruik de knop < of > totdat het formaat van het geladen papier wordt weergegeven.
Selecteer Letter, Legal of A4.
5. Druk op de knop
MENU/ENTER
om uw selectie op te slaan.
Het volume van het apparaat regelen
U kunt het volume van de volgende geluiden regelen:
●Het alarmsignaal dat wordt afgegeven om u ergens op attent te maken, bijvoorbeeld
dat de klep van het apparaat open staat.
●De pieptonen die te horen zijn wanneer u op de toetsen van het bedieningspaneel drukt.
●Het geluid van de telefoonlijn voor uitgaande faxen.
●Het belvolume voor binnenkomende faxen.
Het volume van het alarmsignaal wijzigen
Het alarmsignaal wordt afgegeven bij waarschuwingen of kritieke fouten. De lengte van het
alarmsignaal is één of drie seconden, afhankelijk van het soort fout.
1. Druk op
2.
Selecteer Alg instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
3.
Selecteer Vol-instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
4.
Druk op de knop
MENU/ENTER
.
MENU/ENTER
om Alarmvolume te selecteren.
MENU/ENTER
MENU/ENTER
.
.
Opmerking
Opmerking
5.
Selecteer Uit, Laag, Gemiddeld of Hoog met de knop < of >.
6. Druk op de knop
MENU/ENTER
om uw selectie op te slaan.
Het alarmvolume staat standaard ingesteld op Laag.
Het volume van faxgeluiden wijzigen
Met deze instelling kunt u het volume regelen van de verschillende faxgeluiden die te horen
zijn tijdens het verzenden of ontvangen van een fax.
1. Druk op
2.
Selecteer Alg instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
3.
Selecteer Vol-instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
4.
Selecteer Volume telefoonlijn met de knop < of > en druk vervolgens op
5.
Selecteer Uit, Laag, Gemiddeld of Hoog met de knop < of >.
MENU/ENTER
6. Druk op de knop
De fabrieksinstelling is Laag.
.
MENU/ENTER
om uw selectie op te slaan.
MENU/ENTER
MENU/ENTER
MENU/ENTER
.
.
.
NLWWHet bedieningspaneel gebruiken
15
Het belvolume van de fax wijzigen
Het faxsignaal is te horen wanneer de fax begint met het verzenden of ontvangen van een
fax. De lengte van het faxsignaal is afhankelijk van de lengte van de beltoon van het
plaatselijke telefoonbedrijf.
Opmerking
1. Druk op
2.
Selecteer Alg instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
3.
Selecteer Vol-instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
4.
Druk eenmaal op de knop < of > om Belvolume te selecteren en druk vervolgens op
MENU/ENTER
5.
Selecteer Uit, Laag, Gemiddeld of Hoog met de knop < of >.
MENU/ENTER
.
6. Druk op de knop
.
MENU/ENTER
MENU/ENTER
MENU/ENTER
om uw selectie op te slaan.
De fabrieksinstelling is Laag.
Het volume van de bedieningspaneeltoetsen wijzigen
Met deze volumeregeling kunt u het geluid regelen dat te horen is wanneer u op de
bedieningspaneeltoetsen drukt.
1. Druk op
2.
Selecteer Alg instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
3.
Selecteer Vol-instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
4.
Selecteer Vol. toetsindruk met de knop < of > en druk vervolgens op
5.
Selecteer Uit, Laag, Gemiddeld of Hoog met de knop < of >.
MENU/ENTER
.
MENU/ENTER
MENU/ENTER
MENU/ENTER
.
.
.
.
.
Opmerking
6. Druk op de knop
MENU/ENTER
om uw selectie op te slaan.
De standaardinstelling van het volume van de bedieningspaneeltoetsen is Laag.
16
Hoofdstuk 2 De instellingen wijzigen via de HP werkset of via het bedieningspaneelNLWW
3
Afdrukken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdruktaken kunt uitvoeren met het apparaat:
●
Afdrukken met handmatige invoer
●
Afdruktaken onderbreken of annuleren
●
Printerdrivers
●
Instellingen voor de afdrukkwaliteit
●
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal
●
Specificaties voor afdrukmateriaal
●
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
●
Afdrukmateriaal selecteren voor de automatische documentinvoer
●
Afdrukken op enveloppen
●
Afdrukken op transparanten en etiketten
●
Afdrukken op briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren
●
Afdrukken op speciaal papierformaat of op kaarten
●
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
●
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
●
Folders afdrukken
●
Watermerken afdrukken
NLWW
17
Afdrukken met handmatige invoer
Gebruik de handmatige invoer als u afdrukt op gemengd afdrukmateriaal, bijvoorbeeld als u
eerst een envelop afdrukt, vervolgens een brief, daarna nogmaals een envelop, enzovoort.
Plaats een envelop in de voorrangsinvoerlade en plaats het briefhoofdpapier in de
invoerlade.
Afdrukken met behulp van de handmatige invoer
1. Open de eigenschappen van het apparaat of de printerinstellingen (printerdriver) in het
softwareprogramma.
2.
Op het tabblad Papier of het tabblad Papier/Kwaliteit, selecteert u Handinvoer (Lade
1) in de vervolgkeuzelijst Bron is: of Papierinvoer. (Zie
afdrukkwaliteit voor informatie over het openen van de printerdriver vanaf de computer.)
3. Verzend de afdruktaak.
4.
Wacht totdat Handmatige invoer op het bedieningspaneel verschijnt nadat u de
instelling hebt gewijzigd. Druk vervolgens op
MENU/ENTER
Instellingen voor de
om de taken af te drukken.
18
Hoofdstuk 3 AfdrukkenNLWW
Afdruktaken onderbreken of annuleren
VOORZICHTIG
U kunt een afdruktaak tijdens het afdrukken onderbreken door op
Als u op de knop
Als u op
ANNULEREN
ANNULEREN
drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt, gewist.
drukt terwijl er meerdere processen worden uitgevoerd (er wordt
ANNULEREN
te drukken.
bijvoorbeeld een document afgedrukt terwijl er een fax wordt ontvangen), dan wordt het
proces gewist dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel.
U kunt ook een afdruktaak annuleren vanuit een softwareprogramma of een afdrukwachtrij.
Als u een afdruktaak direct wilt onderbreken, moet u het resterende papier uit de lade van
het apparaat halen. Nadat het afdrukken is onderbroken, beschikt u over de volgende
opties:
●
Bedieningspaneel: als u de afdruktaak wilt annuleren, drukt u één maal op
ANNULEREN
op het bedieningspaneel.
●
Softwareprogramma: meestal verschijnt er kort een dialoogvenster op het scherm
waarin u de afdruktaak kunt annuleren.
●
Afdrukwachtrij van Windows: als een afdruktaak in een afdrukwachtrij
(computergeheugen) of printerspooler staat, kunt u de taak daar wissen. Dat kunt u
doen in het venster Printer in Windows 98, Windows Me, Windows 2000 en Windows
XP. Klik op Start, Instellingen en Printers. Dubbelklik op het pictogram van het
apparaat om het venster te openen, selecteer de afdruktaak en klik op Verwijderen.
NLWWAfdruktaken onderbreken of annuleren
19
Printerdrivers
Selecteer een van de volgende printerdrivers nadat u de software hebt geïnstalleerd:
PCL 6-driver (standaarddriver): gebruik de PCL 6-driver om de volledige functionaliteit
van het apparaat te kunnen gebruiken. De PCL 6-driver wordt aanbevolen, tenzij volledige
achterwaartse compatibiliteit met voorgaande PCL-drivers of oudere printers vereist is.
PCL 5e-driver: gebruik de PCL 5e-driver als u wilt dat de afdrukresultaten overeenkomen
met afdrukken van oudere HP LaserJet-printers. In deze driver zijn bepaalde functies
(FastRes 1200 en 300 dpi) niet beschikbaar. (Gebruik niet de PCL 5e-driver die is
meegeleverd bij dit apparaat of bij oudere printers.)
PS-driver: gebruik de PostScript-driver® (PS) als compatibiliteit met PostScript gewenst is.
Bepaalde functies, zoals handmatig dubbelzijdig afdrukken, folders afdrukken, watermerken
en meer dan vier pagina's per vel afdrukken, zijn niet beschikbaar in deze driver.
Opmerking
Het apparaat schakelt automatisch tussen PostScript-emulatie en PCL-printertalen,
afhankelijk van de geselecteerde driver. Met PS-emulatie wordt Adobe® PostScript Level 2
geëmuleerd. Voor meer informatie over het openen van de printerdriver raadpleegt u
afdrukinstellingen wijzigen.
De
De afdrukinstellingen wijzigen
Na de installatie hebt u via de printerdriver of een andere toepassing toegang tot de
printerinstellingen. Deze instellingen hebben geen gevolgen voor andere gebruikers op het
netwerk.
U kunt een aantal instellingen ook in de HP werkset wijzigen. Voor meer informatie over de
HP werkset raadpleegt u
Standaardinstellingen voor alle toepassingen wijzigen
Windows 98, Windows Me en Windows XP Home: In het menu Start wijst u Instellingen
aan en klikt u op Printers. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat
en klik op Eigenschappen. Pas de gewenste instellingen aan en klik op OK.
Windows NT 4.0, Windows 2000 en Windows XP Professional: In het menu Start wijst u
Instellingen aan en klikt u op Printers. Klik in Windows 2000 met de rechtermuisknop op
het pictogram van het apparaat en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Klik in
Windows NT 4.0 met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat en kies
Standaardwaarden document. Pas de gewenste instellingen aan en klik op OK.
De HP werkset gebruiken.
Opmerking
20
Hoofdstuk 3 AfdrukkenNLWW
Mogelijk wijken deze stappen af van de stappen die u in werkelijkheid moet uitvoeren. Dit is
echter de meest voorkomende manier.
De instellingen van een afdruktaak wijzigen
In het menu Bestand klikt u op Afdrukken. In het dialoogvenster Afdrukken klikt u op
Eigenschappen. Wijzig de instellingen die u op de huidige afdruktaak wilt toepassen enklik op OK.
Loading...
+ 136 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.