Selecteer een van de onderstaande onderwerpen als u het antwoord op een vraag
wilt weten:
● kennisgevingen
● speciale functies
● aan de slag
● aansluitingen
● afdrukken
● onderhoud
● problemen oplossen
● specificaties
kennisgevingen
● kennisgevingen en handelsmerken
● termen en conventies
kennisgevingen en handelsmerken
kennisgeving van hewlett-packard company
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
Hewlett-Packard (HP) biedt ten aanzien van dit materiaal geen enkele garantie, met
inbegrip van, maar niet beperkt tot, de geïmpliceerde garanties van verkoopbaarheid
en geschiktheid voor een bepaald doel.
Hewlett-Packard is niet aansprakelijk voor directe, indirecte, incidentele of
gevolgschade die zou voortkomen uit het verstrekken of het gebruiken van deze
informatie.
Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging, bewerking of vertaling van dit
materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HewlettPackard, tenzij dit is toegestaan krachtens de wetten op het auteursrecht.
kennisgevingen
Microsoft, MS, MS-DOS, Windows en XP zijn gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
TrueType is een handelsmerk in de VS van Apple Computer, Inc.
Adobe en Acrobat zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Copyright 2003 Hewlett-Packard Company
termen en conventies
De volgende termen en conventies worden gebruikt in de gebruikershandleiding.
termen
Met de term printer of HP printer wordt verwezen naar HP Deskjet printers.
symbolen
Het symbool > leidt u door een aantal softwarestappen. Bijvoorbeeld:
Klik op Bestand > Afdrukken.
Let op en Waarschuwing
Let op geeft aan dat het risico bestaat dat de HP Deskjet printer of andere
apparatuur beschadigd kan raken. Bijvoorbeeld:
Let op! Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van de
inktpatroon niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen de
sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt optreden of
kunnen zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen.
Waarschuwing geeft aan dat er gevaar voor uzelf of anderen bestaat. Bijvoorbeeld:
Waarschuwing! Houd nieuwe en gebruikte inktpatronen buiten het
bereik van kinderen.
pictogrammen
Een pictogram voor een Opmerking geeft aan dat er aanvullende informatie
beschikbaar is. Bijvoorbeeld:
De beste resultaten verkrijgt u met producten van HP.
Een pictogram van een Muis geeft aan dat er aanvullende informatie beschikbaar is
via de Help-functie Wat is dit? Bijvoorbeeld:
Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie
aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna
verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om
meer informatie over de geselecteerde optie weer te geven.
Het pictogram Niet doen geeft aan dat een bepaalde actie wordt afgeraden.
Reinig de binnenkant van de printer niet.
speciale functies
Gefeliciteerd! U hebt een HP Deskjet printer aangeschaft die beschikt over
verschillende indrukwekkende functies:
●Kiezer Afdrukkwaliteit: selecteer de afdrukkwaliteit aan de voorzijde van de
printer.
●Afdrukken zonder rand: gebruik de volledige pagina tijdens het afdrukken
van foto's en kaarten met behulp van de functie Afdrukken zonder rand.
●Scherm afdrukken: druk de afbeelding af die op het beeldscherm van de
computer wordt weergegeven door de knop in te drukken.
●Uitbreidingsmogelijkheid voor afdrukken met zes inkten: zorg voor nog
beter afdrukken van foto's met een fotopatroon.
●digitale fotoafdrukken: verbeterde mogelijkheden voor digitale
fotoafdrukken.
●modus Inktreserve: modus Inktreserve geeft de mogelijkheid om door te
gaan met afdrukken als de andere inktpatroon leeg is.
●automatisch in- en uitschakelen: schakel de functie automatisch
uitschakelen in om de printer in een modus te schakelen met een laag
stroomverbruik en energiebesparend nadat deze niet-actief is geweest
gedurende 30 minuten. De printer wordt automatisch ingeschakeld zodra u een
bestand afdrukt.
●Meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier: gebruik de
printersoftware om max. 16 pagina's op één vel papier af te drukken.
●knop voor Afdrukken annuleren : annuleer de afdruktaak door de knop een
keer in te drukken.
●Optionele module voor dubbelzijdig afdrukken: schaf een module voor
dubbelzijdig afdrukken aan om documenten automatisch dubbelzijdig af te
drukken.
een afdrukkwaliteit selecteren
De printer biedt twee methoden voor het selecteren van een afdrukkwaliteit:
● printersoftware
● Kiezer Afdrukkwaliteit
printersoftware
Volg deze stappen om een afdrukkwaliteit te selecteren in de printersoftware:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit.
3. selecteer een van de volgende opties uit de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit.
❍Kiezer Afdrukkwaliteit gebruiken: activeert de knop Kiezer
Afdrukkwaliteit.
❍Snel concept: drukt af met de snelste afdruksnelheid terwijl u de minste
hoeveelheid inkt gebruikt.
❍Snel normaal: drukt sneller af dan de modus Normaal en heeft een hogere
afdrukkwaliteit dan Snelconcept.
❍Normaal: drukt sneller af dan de modus Best en heeft een hogere
afdrukkwaliteit dan Snel Normaal. Deze modus is geschikt voor de meeste
afdruktaken en heeft de minimale afdrukkwaliteit die u kunt gebruiken voor
de opties van digitale fotografie.
❍ Best: voor afdrukken van de hoogste kwaliteit.
❍ Maximale dpi: voor de hoogste afdrukkwaliteit maar met een langzamere
afdruksnelheid dan de modus Best en vereist een grotere schijfruimte.
Kiezer Afdrukkwaliteit
Gebruik de knop Kiezer Afdrukkwaliteit om de afdrukkwaliteit en –snelheid in te
stellen aan de voorzijde van de printer.
1. knop Kiezer Afdrukkwaliteit
de knop Kiezer Afdrukkwaliteit activeren
Voordat u de knop Kiezer Afdrukkwaliteit kunt gebruiken, moet u deze eerst activeren
via de printersoftware.
Volg deze stappen om de knop Kiezer Afdrukkwaliteit te activeren.
1. Open het dialoogvenster
2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit.
3. Selecteer Kiezer Afdrukkwaliteit gebruiken uit de vervolgkeuzelijst
Afdrukkwaliteit.
Eigenschappen voor printer.
4. Klik op OK.
de knop Kiezer Afdrukkwaliteit gebruiken
Gebruik de knop Kiezer Afdrukkwaliteit om de afdrukkwaliteit te specificeren voor
documenten die u wilt afdrukken. U kunt de afdrukkwaliteit voor een document niet
meer wijzigen tijdens het afdrukken.
Volg deze stappen om de knop Kiezer Afdrukkwaliteit te gebruiken.
1. Controleer of de knop Kiezer Afdrukkwaliteit is geactiveerd in de
printersoftware.
2. Druk op de knop Kiezer Afdrukkwaliteit om een van de volgende
afdrukkwaliteiten te selecteren:
Snel
normaal
Normaal
Best
Snel concept en maximale dpi kunnen alleen worden geselecteerd
via de
of Maximale dpi wordt afgedrukt, knippert het pictogram van de
huidig geselecteerde afdrukkwaliteit totdat het document is
afgedrukt.
printersoftware. Als een document in de modus Snel concept
lampjes
Het pictogram Kiezer Afdrukkwaliteit gaat branden of knipperen om de geselecteerde
afdrukkwaliteit aan te geven:
als...dan...
Er brandt één pictogram
Eén pictogram brandt en het
andere knippert
Eén pictogram knippert
Het verlichte pictogram is de geselecteerde
afdrukkwaliteit.
Het verlichte pictogram is de geselecteerde
afdrukkwaliteit voor de huidige afdruktaak.
Het knipperende pictogram is de
geselecteerde afdrukkwaliteit voor de
volgende afdruktaak.
Of Snel concept of Maximale dpi is
geselecteerd als afdrukkwaliteit van de
printersoftware.
afdrukinstellingen
De printer wordt aangestuurd door op de computer geïnstalleerde software. Gebruik
de printersoftware (dat wil zeggen het printerstuurprogramma) om de
afdrukinstellingen voor een document te wijzigen.
Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer om de printerinstellingen te
wijzigen.
het dialoogvenster Eigenschappen voor printer openen
Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster Eigenschappen voor printer te
openen:
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer verschijnt.
Het is mogelijk dat de wijze waarop u het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer opent van programma tot programma
verschilt.
het dialoogvenster Eigenschappen voor printer gebruiken
Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer bevat verschillende hulpmiddelen
waardoor het eenvoudig te gebruiken is.
knoppen en menu's
Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer bevat de volgende functies:
1. Tabbladen: klik op een tabblad om de inhoud ervan weer te geven.
2. Snelinstellingen afdruktaak: zie
snelinstellingen afdruktaak.
3. Afdrukvoorbeeld: geeft aan wat voor gevolgen wijzigingen in de
printerinstellingen op de afdruk hebben.
4. Knoppen:
❍ OK: als u hierop klikt, worden wijzigingen opgeslagen en toegepast.
❍ Annuleren: als u hierop klikt, wordt het dialoogvenster gesloten zonder
dat de nieuwe instellingen worden opgeslagen.
❍Help: als u hierop klikt, verschijnen instructies voor het gebruik van de
Help-functie Wat is dit?.
Het is mogelijk dat ook de knop Toepassen verschijnt. Als u op de knop
Toepassen klikt, worden de instellingen opgeslagen zonder dat het
dialoogvenster wordt gesloten.
Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie
aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna
verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om meer
informatie over de geselecteerde optie weer te geven.
tabbladen
● tabblad Papier/Kwaliteit
● tabblad Afwerking
● tabblad Effecten
● tabblad Basis
● tabblad Kleur
De printerfuncties en instructies voor het gebruik ervan kunnen
worden gewijzigd. Dit document werd gepubliceerd voordat alle
printerfuncties waren vastgesteld.
snelinstellingen afdruktaak
Gebruik snelinstellingen voor afdruktaken als u wilt afdrukken met instellingen die u
regelmatig gebruikt of als u deze wilt opslaan.
Als u bijvoorbeeld vaak enveloppen afdrukt, kunt u een afdruktaak maken met de
instellingen voor het papierformaat, de afdrukkwaliteit en de afdrukstand die u
normaal gezien gebruikt voor enveloppen. Nadat u de afdruktaak eenmaal hebt
gemaakt, kunt u deze gewoon selecteren wanneer u enveloppen afdrukt. U hoeft de
afdrukinstellingen dan niet meer allemaal op te geven.
Maak uw eigen afdruktaak of gebruik de speciaal ontworpen afdruktaken die u in de
vervolgkeuzelijst Snelinstellingen afdruktaak vindt.
snelinstellingen voor afdruktaken gebruiken
Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor een afdruktaak te gebruiken:
1. Open het dialoogvenster
2. Selecteer de afdruktaak die u wilt gebruiken in de vervolgkeuzelijst.
Eigenschappen voor printer.
3. Klik op OK.
Als u de standaardprinterinstellingen wilt herstellen, selecteert u
Standaard afdrukinstellingen in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen
afdruktaak en klikt u op OK.
snelinstellingen voor een afdruktaak maken
Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor afdruktaken te maken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer de opties die u in de nieuwe afdruktaak wilt opnemen.
3. Voer in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen afdruktaak een naam voor de
nieuwe afdruktaak in en klik op Opslaan.
De snelinstellingen voor de afdruktaak wordt aan de vervolgkeuzelijst
toegevoegd.
Als u meer opties aan de afdruktaak toevoegt, moet u de naam van
de afdruktaak wijzigen en op OK klikken.
snelinstellingen voor afdruktaken verwijderen
Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor een afdruktaak te verwijderen:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer de afdruktaak die u uit de vervolgkeuzelijst wilt verwijderen en klik
op Verwijderen.
Een aantal snelinstellingen voor afdruktaken kunt u niet verwijderen.
tabblad Papierkwaliteit
Op het tabblad Papier/Kwaliteit kunt u de volgende opties instellen:
1. Snelinstellingen afdruktaak: zie
2. Formaat is: formaat van het gebruikte papier.
3. Aangepast: zie
4. Bron is: zie
5. Soort is: zie
6. Minimale marges: selecteer deze optie om dichter langs de onderste rand
van de pagina af te drukken. Deze functie kan op bepaalde papiersoorten
inktvegen veroorzaken.
7. Zonder rand automatisch passend maken: selecteer deze optie wanneer u
randloos document op een bepaald papiertype afdrukt en u het beeld over
een
de volledige pagina wilt afdrukken.
8. Afdrukkwaliteit: Zie
9. hp digitale fotografie: zie
een aangepast papierformaat instellen.
een papierbron selecteren.
een papiersoort selecteren.
een afdrukkwaliteit selecteren.
digitale foto's afdrukken.
snelinstellingen afdruktaak.
10. Afdruktips: afdrukideeën.
een aangepast papierformaat instellen
Gebruik het dialoogvenster Aangepast papierformaat als u wilt afdrukken op een
speciaal papierformaat.
een aangepast papierformaat definiëren
Voer de volgende stappen uit om een aangepast papierformaat te definiëren:
1. Open het dialoogvenster
2. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
Eigenschappen voor printer.
3. Klik op de knop Aangepast.
Het dialoogvenster Aangepast papierformaat wordt weergegeven.
4. Selecteer een aangepast papierformaat in de vervolgkeuzelijst Naam.
5. Voer de afmetingen van het papier in de vakken Breedte en Lengte in.
Onder elk vak staan de minimale en maximale papierafmetingen.
6. Selecteer de maateenheid: Inch of Millimeters.
7. Klik op Opslaan om het aangepaste papierformaat op te slaan.
U kunt maximaal vijf aangepaste papierformaten opslaan.
8. Klik op OK om het dialoogvenster Aangepast papierformaat af te sluiten.
een papierbron selecteren
De printer biedt de volgende opties voor papierbron:
● invoerlade
● papierlade voor 250 vel gewoon papier
De papierlade voor 250 vel gewoon papier is niet bij uw printer
geleverd, maar kan afzonderlijk worden aangeschaft bij een
geautoriseerde HP-dealer. De accessoire is niet beschikbaar in alle
landen/regio's.
Voer de volgende stappen uit om de papierbron te selecteren:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit.
3. Selecteer een van de volgende opties uit de vervolgkeuzelijst Bron is.
❍ Bovenste lade: printer drukt af vanuit de invoerlade.
❍ Onderste lade: printer drukt af vanuit de papierlade voor 250 vel gewoon
papier.
❍Boven, daarna onder: printer drukt af vanuit de invoerlade. Als de
invoerlade leeg is, drukt de printer af vanuit de papierlade voor 250 vel
gewoon papier.
❍Onder, daarna boven: printer drukt af vanuit de papierlade voor 250 vel
gewoon papier. Als de accessoire leeg is, zal de printer afdrukken vanuit de
invoerlade.
papierladen
De printer heeft twee papierladen: een invoerlade en een uitvoerlade.
1. uitvoerlade 2. invoerlade
invoerlade
De invoerlade bevat papier of ander afdrukmateriaal dat moet worden bedrukt.
Schuif de papiergeleiders stevig tegen de randen van het afdrukmateriaal waarop u
Afgedrukte pagina's worden in de uitvoerlade geplaatst.
Klap de uitvoerlade omhoog om papier te laden (de meeste papierformaten zijn
hiervoor geschikt). Verwijder de uitvoerlade als u klein afdrukmateriaal wilt laden.
Plaats de uitvoerlade terug voordat u gaat afdrukken.
Om te voorkomen dat het papier uit de uitvoerlade valt, moet u het verlengstuk van
de uitvoerlade uittrekken.
1. verlengstuk van uitvoerlade
Trek tijdens het afdrukken in de modus Snel concept het verlengstuk van de
uitvoerlade uit en vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade open.
1. verlengstuk van de uitvoerlade 2. verlengstukstop van de uitvoerlade
Vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade niet uit tijdens het
afdrukken op legal-papier.
Vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade dicht als de afdruktaak voltooid is en
druk het verlengstuk van de uitvoerlade in de uitvoerlade.
papierlade voor 250 vel gewoon papier
De papierlade voor 250 vel gewoon papier breidt de papiercapaciteit van uw printer
uit tot 400 vel. Het is handig als u grote hoeveelheden afdrukt en voor situaties
waarbij u de invoerlade voor speciaal afdrukmateriaal gebruikt zoals briefhoofdpapier
maar ook het gewone papier beschikbaar wilt hebben.
Als de papierlade voor 250 vel gewoon papier niet bij uw printer is geleverd, kan deze
afzonderlijk worden aangeschaft bij een geautoriseerde HP-dealer.
De papierlade voor 250 vel is niet in alle landen/regio's beschikbaar.
Selecteer een van de onderstaande opties voor informatie over de papierlade voor
250 vel gewoon papier:
● de papierlade voor 250 vel gewoon papier installeren
● beschrijving van het accessoire
● het papierformaat instellen
● de onderste lade laden
de papierlade voor 250 vel gewoon papier installeren
Volg deze stappen om de papierlade voor 250 vel gewoon papier te installeren:
1. Zet de printer uit.
2. Zoek een plaats voor de printer en plaats hier de papierlade voor 250 vel
gewoon papier.
3. Til de printer voorzichtig op en breng deze boven de papierlade.
4. Plaats voorzichtig de printer bovenop de papierlade.
de papierlade voor 250 vel gewoon papier gebruiken
beschrijving van het accessoire
De papierlade voor 250 vel gewoon papier bestaat uit twee delen.
1. voetstuk 2. onderste lade
De onderste lade heeft aanpassingen voor drie formaten.