Uitgave 1, 2/2005
Het reproduceren, aanpassen of vertalen
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming is verboden, behalve
voorzover toegestaan door de
copyrightwetgeving.
De informatie in deze publicatie kan zonder
voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
De enige garantie voor producten en
services van HP staat in de uitdrukkelijke
garantieverklaringen die bij die producten
en services worden geleverd. Niets in deze
publicatie mag worden beschouwd als
aanvullende garantie. HP aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor technische fouten,
drukfouten of weglatingen in deze
publicatie.
Handelsmerken
Microsoft
MS-DOS
®
, Windows®, Windows NT® en
®
zijn in de V.S. gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
®
UNIX
is een gedeponeerd handelsmerk
van Open Group.
®
Novell
en NetWare® zijn gedeponeerde
handelsmerken van Novell Corporation.
®
Pentium
is een gedeponeerd
handelsmerk van Intel Corporation.
®
Adobe
en Acrobat® zijn gedeponeerde
handelsmerken van Adobe Systems
Incorporate.
Veiligheidsinformatie
Neem bij het gebruik van dit product altijd
de elementaire voorzorgsmaatregelen in
acht om de kans op letsel ten gevolge van
brand of elektrische schokken te beperken.
1Zorg dat u alle instructies in de
printerdocumentatie heeft gelezen en
begrepen.
2Neem alle op dit
product vermelde waarschuwingen en
instructies in acht.
3Haal het netsnoer uit het stopcontact
voordat u dit product reinigt.
4Plaats of gebruik dit product niet in de
buurt van water en zorg dat u niet nat
bent als u het product gebruikt.
5Zorg dat het product stevig op een
stabiel oppervlak staat.
6Zet het product op een veilige plaats
waar niemand op het netsnoer kan
trappen of erover kan struikelen en
het netsnoer niet kan worden
beschadigd.
7Als het product niet
naar behoren werkt, raadpleeg dan
“Problemen oplossen”.
8Dit product bevat geen onderdelen die
door de gebruiker kunnen worden
onderhouden. Laat
onderhoudswerkzaamhe-den over
aan erkende onderhoudsmonteurs.
A Printerspecificaties
B HP benodigdheden en accessoires
C Wettelijk verplichte informatie
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
Index
ivNLWW
Welkom
1
Uw printer kan levendige kleuren afdrukken op papier van maximaal 33 0 bij 483 mm.
De printer kan rechtstreeks worden aangesloten op de parallelle poort of USB-poort
van de computer. De printer kan ook worden gedeeld in een ne twerk.
Gebruik van deze handleiding
Deze handleiding bestaat uit de volgende delen:
Beknopte printerinformatie en aansluitingen – Be schrijft de prin teronderdele n en geeft
informatie over de aansluiting via een USB-kabel o f parallelle kabel, de aansluiting o p een
netwerk en de aansluiting op een externe printserver. Legt ook het gebruik van
inktpatronen uit.
Afdrukken op divers afdrukmateriaal – Geeft informatie over het plaatsen van en het
afdrukken op verschillende papiersoorten.
De Werkset gebruiken – Beschrijft de functies van de Werkset zoals informatie over het
inktniveau en het onderhoud van inktpatronen, koppelingen naar de digitale
gebruikershandleiding (bevat gebruiksaanwijzingen en infor matie voor het oplossen van
problemen) en de website myPrintMileage (waarop informatie over printergebruik wordt
bijgehouden).
Problemen oplossen – Helpt u bij het oplossen van problemen met de printer en legt uit
hoe u contact kunt opnemen met de klantenonde rsteuning.
Klantenondersteuning – Geeft een lijst met adressen voor ondersteuning bij problemen
met uw printer.
Printerspecificaties en HP benodigdheden – Bevat informatie zoals
onderdeelnummers van inktpatronen, ondersteund afdrukmateriaal, de capaciteit van de
lades en systeemvereisten.
Voor meer informatie
Werkset – Bevat gebruiksaanwijzingen en informatie voor het oplossen van problemen en
geeft toegang tot printeronderhoudfuncti es en HP informatie.
Starter-CD – Bevat printersoftware, extra softwaresjablonen, ee n hulpprogramma voor
het kopiëren van de printersoftware op diskette, een elektronische versie van deze
gebruikershandleiding en bestelinformatie.
Website – http://www.hp.com/support/dj1280 koppelingen naar de website van HP voor
de meest recente informatie over printersoftware, producten, besturingssystemen en
ondersteuning.
HP Instant Support–Een hulpprogramma op het internet dat informatie biedt over
productspecifieke diensten, het oplossen van problemen en printerbenodigdheden.
Deze e-service is toegankelijk via de Werkset
Als de informatie in bovengenoemde bronnen niet toereikend is voor het oplossen van uw
printerproblemen raadpleeg dan “Problemen oplossen” voor een overzicht van beschikbare
bronnen voor ondersteuning en onderh oud van uw prin ter. U kunt oo k een bero ep doen op he t
HP klantenondersteuningscentrum bij u in de buurt.
NLWW1-1
.
Beknopte printerinformatie en
2
aansluitingen
Onderdelen en functies van de printer
1Uitvoerbak – Vangt de afgedrukte pagina’s op.
2Papiergeleiders – Leiden het papier in de printer.
3Toegangsklep – Biedt toegang tot de inktpatronen en vastgelopen papier.
4Inktpatroonlampje – Knippert als de toegangsklep openstaat of wanneer een
inktpatroonfout optreedt.
5Knop Annuleren – Annuleert de huidige afdruktaak.
6Knop Doorgaan – Knippert terwijl de printer wacht op het drogen van een pagina.
Druk op de knop als u niet wilt wachten.
7Aan/Uit-knop – Voor het aan- en uitzetten va n he t ap pa ra a t.
8Briefkaartgeleider – Kan worden uitgetrokken om kort papier in de printer te leiden.
9Hoofdlade – Hierin kan maximaal 150 ve l stan da ard pa p ier of 30 ve l tran sp ar a nt en
worden geplaatst.
10 USB-poort – Aansluiting voor de USB-kabel.
11 Parallelle poort – Aansluiting voor de parallelle kabel.
12 Handinvoer aan de achterkant – Voor de invoer van dik papier dat recht door de
printer moet worden gevoerd.
13 Knop van verwijderbaar paneel – Wordt naar links gedraaid om het achterpaneel te
verwijderen of naar rechts om het te vergrendelen.
14 Verwijderbaar paneel – Voor toegang tot vastgelopen papier.
15 Netaansluiting – Aansluiting voor het netsnoer.
2-1NLWW
De printer aansluiten
U kunt deze printer als lokale printer of in een netwerk gebruiken. Voor lokaal gebruik kunt u
de printer aansluiten via een USB-kabel of pa rallelle kabel. Voor gebr uik in een netwerk kunt u
de printer aansluiten via een optionele externe printserver van HP.
Wij adviseren u om eerst de software te installeren voordat u de printer op de computer
aansluit.
Voor Windows
Gebruik een USB-kabel om de printer aan te sluiten op een computer met een USB-poort die
onder Windows 98, Windows Me, Windows 2000 of WindowsXP draait.
Wanneer uw computer niet aan deze specificaties voldoet, sluit dan de printer via een
parallelle kabel aan op uw computer.
In de meeste gevallen kunt u nadat u de printersoftware hebt geïnstalleerd en de printer op
de computer hebt aangesloten, extra printers installeren via USB-kabels zonder dat u de
printersoftware opnieuw hoeft te installeren.
Eerst de software installeren (aanbevolen)
1Start Windows en zorg dat er geen andere Windows-toepassingen open zijn.
2Plaats de Starter-CD in het cd -ro m sta tio n . Het cd -m e nu word t nu aut oma tisch geopend.
Wanneer het cd-menu niet automatisch wordt geopend, klikt u op Start, Uitvoeren en in
het opdrachtvenster typt u de begin let ter va n h et cd-rom st at ion van uw comp ut er ge vo lgd
door :\SETUP (bijvoorbeeld, typ D:\SETUP).
3Klik op Printerstuurprogramma installeren in het cd-menu.
4Kies uw taal en klik vervolgens op OK.
5Volg de aanwijzingen op het scherm.
6Klik op Aangeslo te n op deze computer en vervolgens op Volgende.
7Wanneer u een USB-kabel gebruikt, selecteer dan USB-kabel en klik op Volgende.
Wanneer u een parallelle kabel gebruikt, selecteer dan Parallelle kabel. In de keuzelijst
Poorten selecteert u de parallelle poort waarop de printer is aangesloten.
Wanneer het installatieprogramma een bestaande parallelle verbinding detecteert en u vraagt
wat u wilt doen dan kunt u de printer op de gedetecteerde poort installeren. Wanneer u
bovendien Snelle installatie selecteert dan gebruikt het installatieprogramma de
standaardinstellingen voor de installatie.
8Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm.
9Sluit de USB-kabel of de parallelle kabel aan op de computer en de printer wanneer
het programma u dit vraagt. De wizard Nieuwe Ha rd wa re gev on de n vers ch ijnt op he t
beeldscherm van de computer en het printerpictogram wordt in de printermap
aangemaakt.
Sluit alleen de kabel aan die u bij stap 7 heeft geselecteerd.
NLWW2-2
Eerst de hardware installeren
Wanneer u, voorafgaand aan de installatie van de printer software, de USB-kabel op de
poorten van de computer en de printer aansluit, verschijnt de wizard Nieuwe Hardware
gevonden op het beeldscherm van de computer.
Wanneer u een parallelle kabel heeft aangesloten en het syste em opnieuw heeft opgestart,
verschijnt de wizard Nieuwe Hardware gevonden op het beeldscherm van de computer.
1Klik op Volgende in de wizard Nieuwe Hardware gevonden.
2Klik op Zoeken naar het beste printerstuurprogramma voor uw apparaat
(aanbevolen) en klik vervolgens op Volgende.
3Plaats de Starter-CD in het cd -ro m sta tio n .
Wanneer het cd-menu verschijnt, klikt u twee keer op Sluiten om het cd-menu te sluiten.
4Selecteer Een locati e op geven.
5Klik op Bladeren om naar de hoofdmap van de Starter-CD te gaan en klik vervolgens
op OK.
6Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm.
7Klik op Volgende en vervolgens op Voltooien.
Nadat u de hardware-installatie heeft voltooid, start de wizard Nieuwe Hardware gevonden
automatisch het installatieprogramma. U kunt nu onderdelen installeren die niet bij het
stuurprogramma horen zoals de Werkset.
Voor Macintosh
U kunt uw printer op de USB-poort van een Macintosh-computer aansluiten.
Mac OS X
1Plaats de Starter-CD in het cd-romstation en dubbelklik op het CD-pictogram
op het bureaublad van de Mac.
2Dubbelklik op het pictogram van het installatieprogramma.
3Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
4Sluit de USB-kabel aan op de computer en de printer.
5Open het Afdrukcentrum.
6Klik op de knop Printer toevoegen.
7Selecteer USB in het menu.
8Selecteer de printer in de lijst.
9Klik op de knop Toevoegen.
2-3NLWW
Volg onderstaande stappen om de printer in te stellen als de standaardprinter van
de computer:
1Open het Afdrukcentrum.
2Klik op de printer.
3Kies één van de volgende opties:
• In het menu Printers selecteert u Als standaard instellen.
•Druk op Command + D.
De printernaam wordt in vette letters weergegeven of er verschijnt een blauwe stip naast
de printernaam om aan te geven dat de printer de standaardprinter is.
De printer in een netwerk gebruiken
De printer kan in een netwerkomgeving worden gedeeld. Hiervoor kunt u de printer
rechtstreeks aansluiten op het netwerk via een optionele externe HP Jetdirect-printserver.
Voor informatie over de installatie van HP Jetdirect-printservers kunt u de handleidingen
voor de installatie van HP Jetdirect-hardware en -software raadplegen.
Voor Windows
Installatie van het printerstuurprogramma via het netwerk met behulp
van het printerinstallatieprogramma
Installeer eerst de HP Jetdirect-printserver, sluit dan pas de printer aan op het netwerk en
installeer vervolgens de printersoftware.
1Sluit de netwerkkabel aan tussen de HP Jetdirect-printserver en een netwerkpoort.
2Start Windows en zorg dat er geen andere Windows-toepassingen open zijn.
3Plaats de Starter-CD in het cd -ro m sta tio n . Het cd -m e nu word t nu aut oma tisch geopend.
Wanneer het cd-menu niet automatisch wordt geopend, klikt u op Start, Uitvoeren en
in het opdrachtenvenster typt u de beginletter van het cd-romstation van uw computer
gevolgd door :\SETUP (bijvoorbeeld, typ D:\SETUP).
4Klik op Printerstuurprogramma installeren in het cd-menu.
5Kies uw taal en klik vervolgens op OK.
6Volg de aanwijzingen op het scherm.
7Klik op Aangeslo te n via netwerk en klik vervolgens op Volgende.
8Klik op Client-installatie voor afdrukken via client-server en klik vervolgens
op Volgende.
9Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
NLWW2-4
Installatie van het printerstuurprogramma via het netwerk met behulp
van Printer toevoegen
1Klik op Start, ga naar Instellingen en klik vervolgens op Printers (Windows NT 4.0, 98,
Me en 2000) of Printers en faxen (Windows XP).
2Dubbelklik op Printer toevoegen en klik vervolgens op Volgende.
3Voor Windows 98, Me, 2000 of XP selecteert u Netwerkprinter.
-of-
Voor Windows NT 4.0 selecteert u Netwerkafdrukserver.
4Klik op Volgende.
5Kies één van de volgende opties:
• Voer het netwerkpad of de wachtrijnaam in van de gedeeld e printer en klik op
Volgende. Klik op Diskette wanneer het programm a dit vraagt om het printermodel
te selecteren.
• Klik op Volgende en zoek de printer in de lijst met Gedeelde printers.
6Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Aansluiting op een printserver
Installeer eerst de HP Jetdirect-printserver, sluit dan pas de printer aan op het netwerk en
installeer vervolgens de printersoftware.
1Klik op Start, ga naar Instellingen en klik vervolgens op Printers (Windows NT 4.0, 98,
Me en 2000) of Printers en faxen (Windows XP).
2Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram in de map met printers en klik op
Eigenschappen.
3Kies één van de volgende opties:
• Voor Windows NT 4.0, 2000 en XP: selecteer het tabblad Poorten en klik vervolgens
op Poort toevoegen.
• Voor Windows 98 en Me: selecteer het tabblad Details en klik vervolgens op
Poort toevoegen.
4Selecteer de gewenste poort (zoals de standaard TCP/IP-poort van HP) en klik op de
knop Nieuwe poort.
5Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm om de aansluiting te voltooien.
2-5NLWW
De afdrukinstellingen wijzigen
Voor Windows:
In de map Printers kunt u de printereigenschappen weergeven en de standaardinstellingen
wijzigen:
1Klik op Start, ga naar Instellingen en klik vervolgens op Printers (Windows NT 4.0, 98,
Me en 2000) of Printers en faxen (Windows XP).
2Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram in de map Printers en selecteer
Eigenschappen (Windows 98 of Me), Standaardinstellingen voor document
(Windows NT 4.0) of Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Windows 2000 of XP).
Om de huidige afdrukinstellingen te wijzigen, opent u het dialoogvenster Afdrukken van de
applicatie die u gebruikt (in de meeste gevallen selecteert u hiervoor het menu Bestand,
klikt u op Afdrukken en vervolgens op Eigenschappen).
Voor Macintosh:
Om de afdrukinstellingen te wijzigen, klikt u op het menu Bestand en vervolgens op
Pagina-instelling of Afdrukken.
De inktpatronen gebruiken
De inktpatronen vervangen
Gebruik uitsluitend de aanbevolen inktpatronen. Raadpleeg “HP benodigdheden en
accessoires” voor onderdeelnummers en bestelinformatie.
Inktpatronen plaatsen:
1Zet de printer aan en open de bovenste klep.
De inktpatroonhouder verplaatst zich naar het midden van de printer.
2Duw de grendel van de inktpatroon omhoog, pak de oude inktpatroon aan de bovenkant
vast en trek de patroon uit de houder.
3Haal de nieuwe inktpatroon uit de verpakking zonder de inktsproeiers en de contact en aan
te raken en verwijder voorzichtig de beschermtape van de inktsproeiers.
NLWW2-6
4Druk de nieuwe inktpatroon stevig in de patroonhouder en sluit de grendel van de
inktpatroon.
5Sluit de bovenste klep van de printer.
De inktpatronen uitlijnen
De printer beschikt over een functie voor het automatisch uitlijnen van nieuwe inktpatronen.
Bij onscherpe afdrukken kunt u de inktpatronen handmatig uitlijnen.
1Open de Werkset: klik op Start, ga naar Programma’s, HP Deskjet 1280 en klik
vervolgens op HP Deskjet 1280 Werkset.
2Klik op het tabblad Printerservice.
3Klik op De inktpatronen uitlijnen.
4Volg de aanwijzingen op het scherm om de inktpatronen uit te lijnen.
U kunt de inktpatronen ook uitlijnen in het tabblad Onderhoud van het printerstuurpr ogramma.
De inktpatronen reinigen
De inktpatronen van uw printer zijn uitgerust met microscopische sproeiers die verstopt
kunnen raken als zij langer dan enkele minuten aan lucht worden blootgesteld. De printer
is zo ontworpen dat uitdrogen van de sproeiers wordt voorkomen wanneer de printer
stand-by is of is uitgeschakeld met de Aan/Uit-knop.
Een inktpatroon die lange tijd niet wordt gebruikt, kan verstopt raken waardoor de
afdrukkwaliteit merkbaar afneemt. Om verstopping van de sproeiers te verhelpen,
moet u de inktpatronen reinigen.
Reinig de inktpatronen wanneer tekens onvolledig worden afgedrukt of wanneer punten of
lijnen ontbreken in afgedrukte tekst of afbeeldingen.
Het overmatig reinigen van inktpatronen verspilt inkt en verkort de levensduur van de
inktpatronen.
Inktpatronen reinigen:
1Open de Werkset: klik op Start, ga naar Programma’s, HP Deskjet 1280 en klik
vervolgens op HP Deskjet 1280 Werkset.
2Klik op het tabblad Printerservice.
3Klik op De inktpatronen reinigen en volg de aanwijzingen op het scherm.
4Herhaal het reinigingsproces als het afdrukresultaat nog niet naar uw zin is.
5Wanneer u dan nog niet tevreden bent over het afdrukresultaat, vervang dan
de inktpatroon.
U kunt de inktpatronen ook reinigen via het tabblad Onderhoud van het
printerstuurprogramma.
2-7NLWW
Ook een slecht contact tussen de inktpatronen en de inktpatroonhouder kan de kwaliteit van
het afdrukresultaat negatief beïnvloeden. U kunt dit probleem proberen op te lossen door de
inktpatronen en de inktpatroonhouder te reinigen:
1Verwijder de inktpatroon uit de printer.
2Reinig de elektrische contacten van de inktpatroonhouder met een droog wattenstokje.
3Reinig de elektrische contacten van de inktpatroon met een droge doek zonder rafels.
Om beschadiging van de elektrische contacten te voor komen, moet u de contacten
slechts één maal afnemen. De inktsproeiers op de inktpatroon niet afnemen.
4Plaats de inktpatroon terug in de printer.
NLWW2-8
Overige software installeren
HP Deskjet configuratiescherm voor DOS
afdrukinstellingen instellen. Ga naar
downloaden. Zie ook
Linux stuurprogramma – Ga naar http://www.linuxprinting.org om de software te
downloaden.
U moet beheerdersbevoegdheden hebben om de printersoftware te inst alleren onder Windows
NT 4.0, Windows 2000 of Windows XP.
“Afdrukken vanuit een MS-DOS-programma”
http://www.hp.com/support/dj1280
– Hiermee kunt u in een MS-DOS®-omgeving
Afdrukken vanuit een MS-DOS-programma
Wanneer u afdrukt vanuit MS-DOS®, kunt u de printerinstellingen op twee manieren
aanpassen: in het HP Deskjet-configuratiescherm voor DOS en in het printerstuurprogramma
van uw DOS-applicatie.
Het HP Deskjet-configuratiescherm voor DOS kunt u downloaden op:
http://www.hp.com/support/dj1280
Een groot aantal printerfuncties is toegankelijk via applicatiespecifieke
DOS-printerstuurprogramma’s; sommige softwarefabrikanten ontwikkelen
echter geen printerstuurprogramma’s voor hun DOS-applicaties. Gebruik het
HP Deskjet-configuratiescherm voor DOS voor het instellen van de standaardinstellingen
voor afdrukken vanuit DOS-applicaties.
.
om de software te
.
2-9NLWW
3
Afdrukken op divers
afdrukmateriaal
Uw HP printer kan afdrukken op verschillende soorten afdrukmateriaal zoals normaal papier,
enveloppen en transparanten. U kunt afdrukken o p de meeste soorten kantoorpapier.
Afdrukmateriaal dat de printerinkt goed absorbeert, geeft de beste resultaten.
Het verdient aanbeveling diverse papiersoorten te proberen voordat u grote hoeveelheden
aanschaft. Kies de meest geschikte papiersoort. HP papier voor inkjetprinters geeft de beste
resultaten.
Te dun papier, papier met een gladde textuur of papier dat eenvoudig meerekt kan
invoerproblemen opleveren.
Papier met een zware textuur of papier dat inkt niet goe d absorbeert kan leiden tot slecht
gevulde tekst en afbeeldingen.
Voor een correcte papierinvoer dient u slechts één soort papier tegelijk in de hoofdlade
te gebruiken.
Gebruik bij voorkeur papier dat u al eerder naar tevredenheid in uw printer heeft gebruikt.
U kunt afdrukken op onderstaand afdrukmateriaal. Raadpleeg voor meer informatie
Wanneer u wilt afdrukken op meerdere vellen transparanten, fotopapier of ander speciaal
papier dan knippert het Doorgaan-lampje na iedere afg edr ukte pag ina zo da t deze kan drog en
voordat de volgende pagina wordt afgedr ukt. Druk op de knop Doorgaan wanne er u niet op het
drogen van de afgedrukte pagina wilt wachten en de volgende pagina wilt afdrukken.
NLWW3-1
Papier laden
Hoofdlade
De hoofdlade is bestemd voor het papier dat u het meest gebruikt. U kunt maximaal 150 vel
normaal papier of 30 transparanten in de hoofdlade plaatsen.
Papier in de hoofdlade laden:
1Til de uitvoerbak op en schuif de papierbreedte- en lengtegeleiders zo ver mogelijk terug.
2Plaats een stapel papier van maximaal 19 mm of 150 vel met de afdrukzijde naar beneden
zo ver mogelijk tegen de rechterkant van de hoofdlade.
3Schuif de papierbreedte- en lengtegeleiders tegen het papier aan.
4Pas in het printerstuurprogramma de afdrukinstellingen aan, zodat deze overeenkomen
met het formaat, de papiersoort, de papierinvoer en de oriëntatie en klik vervolgens
op OK. (Voor meer informatie over toegang tot het printerstuurprogramma raadpleegt u
“De afdrukinstellingen wijzigen”.)
3-2NLWW
Handinvoer aan de achterkant
De handinvoer aan de achterkant is bestemd voor het invoeren van dikker papier zoals
kaarten en fotopapier zonder dat het papier wordt gekreukt of scheefgetrokken. In deze
handinvoer wordt het papier recht ingevoerd .
Het papier handmatig invoeren:
1Selecteer in het printerstuurprogramma het tabblad Papier/Kwaliteit en selecteer
Handinvoer in de keuzelijst Bron is. (Voor meer informatie over toegang tot het
printerstuurprogramma raadpleegt u “De afdrukinstellingen wijzigen”.)
2Wijzig zonodig de overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK.
3Druk het document af.
4Wanneer de knop Doorgaan knippert, plaatst u het papier met de afdrukzijde naar boven
in de handinvoer aan de achterzijde van de printer. Zorg hierbij dat de rand van het papier
zich op één lijn bevindt met het merkstreepje naast de invoer.
5Druk op de printer op de knop Doorgaan om het afdrukken te starten.
Minimale afdrukmarges
Papiersoort/formaatMinimale afdrukmarges
Letter, Legal en Executive papierLinks: 6,4 mm
A4-papierLinks: 3,4 mm
A3, A3+, B4-papier
Weekend/Tabloid (279 bij 432 mm)
Statement
Super B (330 bij 483 mm)
Banier (Tabloid)
Banier (A3)
Speciaal formaat
A5, B5-papier
Kaarten (102 bij152 mm, 127 bij 203 mm, A6)
Enveloppen (#10, A2, Monarch, DL, C5, C6)
Rechts: 6,4 mm
Boven: 3 mm
Onder: 12,7 mm
Rechts: 3,4 mm
Boven: 3 mm
Onder: 12,7 mm
Links: 5,1 mm
Rechts: 5,1 mm
Boven: 3 mm
Onder: 12,7 mm
Links: 3,3 mm
Rechts: 3,3 mm
Boven: 3 mm
Onder: 12,7 mm
Foto’s (102 bij152 mm) met verwijderlipjeLinks: 3,3 mm
Rechts: 3,3 mm
Boven: 3,3 mm
Onder: 3,3 mm
NLWW3-3
Papiersoort/formaatMinimale afdrukmarges
HP wenskaartenveloppen (111 bij 152 mm)Links: 3 mm
Rechts: 3 mm
Boven: 3 mm
Onder: 12,7 mm
Banieren - Letter-formaat (216 bij 279 mm)Links: 6,4 mm
Rechts: 6,4 mm
Boven: 3 mm
Onder: 12,7 mm
Banieren - A4-formaat (210 bij 29,72 cm)Links: 3,4 mm
Rechts: 3,4 mm
Boven: 3 mm
Onder: 12,7 mm
Afdrukken op diverse papiersoorten en -formaten
Afdrukken op transparanten
Gebruik HP Premium transparenten. Deze transparanten zijn speciaal bestemd voor gebruik
met uw HP printer. Raadpleeg “HP benodigdheden en accessoires” voor onderdeelnummers
en bestelinformatie.
Afdrukken op transparanten:
1Plaats maximaal 30 vel HP Premium transparanten met de ruwe kant naar beneden en
de plakstrip naar voren zo ver mogelijk tegen de rechterkant van de hoofdlade aan.
2Schuif de papierbreedte- en lengtegeleiders tegen de transparanten aan.
3Voor Windows:
Selecteer in het printerstuurprogra mma het tabblad Papier/Kwaliteit en doe het volgende
(Voor meer informatie over toegang to t het printerstuurprogramma raadplee gt u “De
afdrukinstellingen wijzigen”):
• In de keuzelijst Papiersoort selecteert u de transparanten waarop u wilt afdrukken
(bijvoorbeeld HP Premium transparanten).
• In de keuzelijst Formaat is selecteert u het formaat van de gebruikte transparanten
(zoals Letter of A4).
• In de keuzelijst Bron is selecteert u Lade 1.
• In de keuzelijst Afdrukkwaliteit selecteert u Beste.
Voor Macintosh:
• Selecteer het formaat van de transpa ra nt en (zo als Le tt er of A4).
• Open het tabblad Papiersoort/Kwaliteit en selecteer de transparanten waarop u wilt
afdrukken (bijvoorbeeld HP Premium transpar an te n ).
• Selecteer Lade 1.
• Selecteer Beste in de keuzelijst Afdrukkwaliteit.
Gebruik de modus Beste voor het afdrukken op transparanten. Deze modus voorziet in een
langere droogtijd en garandeert dat de inkt volledig droogt voordat de volgende transparant
door de printer wordt uitgevoerd.
3-4NLWW
4Wijzig zonodig de overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK.
5U kunt nu afdrukken op uw transparanten.
Wij raden u aan om afgedrukte transparanten te verwijderen en apart te zetten om deze
te laten drogen. Wanneer nat afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
Afdrukken op HP papier
Gebruik HP papier voor het beste afdrukresulta at. Deze papiersoorte n zijn speciaal ontworpen
voor gebruik met uw HP printer. U heeft de keuze uit HP Premium papier, HP Premium
fotopapier, HP Bright White papier en HP wenskaarten. Raadpleeg “HP benodigdheden en
accessoires” voor onderdeelnummers en bestelinformatie.
Afdrukken op HP papier:
1Plaats een stapel HP papier van maximaal 19 mm of 150 vel met de afdrukzijde naar
beneden zo ver mogelijk tegen de rechterkant van de hoofdlade.
2Schuif de papierbreedte- en lengtegeleiders tegen het papier aan.
3Voor Windows:
Selecteer in het printerstuurprogra mma het tabblad Papier/Kwaliteit en doe het volgende
(Voor meer informatie over toegang to t het printerstuurprogramma raadplee gt u “De
afdrukinstellingen wijzigen”):
• In de keuzelijst Papiersoort selecteert u het HP papier waarop u wilt afdrukken
(bijvoorbeeld HP Premium papier).
• In de keuzelijst Formaat is selecteert u het formaat van het HP papier
(zoals Letter of A4).
• In de keuzelijst Bron is selecteert u Lade 1.
• In de keuzelijst Afdrukkwaliteit selecteert u Beste.
Voor Macintosh:
• Selecteer het formaat van het HP papier (zoals Letter of A4).
• Open het tabblad Papiersoort/Kwaliteit en selecteer het HP papier waarop u
wilt afdrukken (bijvoorbeeld HP Premium papier).
• Selecteer Lade 1.
• Selecteer Beste in de keuzelijst Afdrukkwaliteit.
4Wijzig zonodig de overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK.
5Druk het document af.
NLWW3-5
Afdrukken op papier van standaardformaat
Afdrukken op papier van standaardformaat:
1Plaats een stapel papier van maximaal 19 mm of 150 vel met de afdrukzijde naar beneden
zo ver mogelijk tegen de rechterkant van de hoofdlade.
2Schuif de papierbreedte- en lengtegeleiders tegen het papier aan.
3Pas in het printerstuurprogramma de nodige afdrukinstellingen aan en klik op OK.
(Voor meer informatie over toegang tot het printerstuurprogramma raadpleegt u
“De afdrukinstellingen wijzigen”.)
4Druk het document af.
De instellingen van uw applicatie hebben mogelijk voorrang op de afdrukinstellingen.
Selecteer Pagina-instelling of Afdrukinstellingen in uw applicatie om de
standaardpapierinstellingen te wijzigen.
Afdrukken op speciaal papierformaat
Afdrukken op speciaal papierformaat:
Het papierformaat moet tussen de 89 mm en 330 mm liggen; de papierlengte moet tussen de
146 mm en 1.270 mm liggen.
1Plaats een stapel papier van maximaal 19 mm of 150 vel met de afdrukzijde naar beneden
zo ver mogelijk tegen de rechterkant van de hoofdlade.
2Schuif de papierbreedte- en lengtegeleiders tegen het papier aan.
3Voordat u uw applicatie opstart, opent u het printerstuurprogramma om het gewenste
aangepaste papierformaat in te stellen. (Voor mee r informatie over toegang tot het
printerstuurprogramma raadpleegt u “De afdrukinstellingen wijzigen”.)
4Voor Windows:
Selecteer in het printerstuurprogramm a het ta bb lad Papier/Kwaliteit en doe het
volgende:
• Klik op de knop Aangepast naast de keuzelijst Formaat is.
Het dialoogvenster Aangepast papierformaat verschijnt.
• Bij Papierformaat voert u de waarden in voor de Breedte en de Lengte. U kunt de
instellingen indien gewenst opslaan onder één van de geprogrammeerde namen.
Klik op OK.
• In de keuzelijst Bron is selecteert u Lade 1.
Voor Macintosh:
• In het menu Bestand klikt u op Pagina-instelling.
• Selecteer Aangepast paginaformaat bij Paginaformaat.
• Voer bij Nieuw waarden in de vakken Breedte en Hoogte in. U kunt de instellingen
indien gewenst opslaan onder één van de geprogrammeerde namen. Klik op Gereed.
5Wijzig zonodig de overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK.
6Open de applicatie en druk uw document af.
3-6NLWW
Afdrukken op enveloppen
Afdrukken op enveloppen:
1Zorg dat al het papier uit de hoofdlade is verwijderd.
2Schuif de enveloppen met de flappen naar boven zo ver mogelijk tegen de rechterkant
van de hoofdlade.
3Schuif de papierbreedte- en lengtegeleiders tegen de enveloppen aan.
4Voor Windows:
Selecteer in het printerstuurprogra mma het tabblad Papier/Kwaliteit en doe het volgende
(Voor meer informatie over toegang to t het printerstuurprogramma raadplee gt u “De
afdrukinstellingen wijzigen”):
• In de keuzelijst Formaat is selecteert u het formaat van de enveloppen.
Voor Macintosh:
• Selecteer het formaat van de envelo pp e n.
5Wijzig zonodig de overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK.
6Druk uw enveloppen af.
NLWW3-7
Afdrukken op kaarten
Afdrukken op kaarten:
1Plaats een stapel kaarten van maximaal 19 mm dik met de afdrukzijde naar beneden
zover mogelijk tegen de rechterkant van de hoofdlade.
2Trek de briefkaartgeleider uit de lengtegeleider.
3Schuif de briefkaartgeleider en de breedtegeleider tegen de kaarten aan.
4Voor Windows:
Selecteer in het printerstuurprogra mma het tabblad Papier/Kwaliteit en doe het volgende
(Voor meer informatie over toegang to t het printerstuurprogramma raadplee gt u
“De afdrukinstellingen wijzigen”):
• Selecteer in de keuzelijst Papiersoort de papiersoort die u gebruikt (zoals
HP wenskaarten met reliëf).
• Selecteer in de keuzelijst Formaat is het formaat van de kaarten die u gebruikt of
klik op Aangepast wanneer het formaat van de kaarten die u gebruikt niet in de lijst
voorkomt.
Voor informatie over het afdrukken op kaarten van speciaal formaat raadpleegt u
“Afdrukken op speciaal papierformaat”.
Voor Macintosh:
• Selecteer het formaat van de kaarten waarop u wilt afdrukken.
• Open het tabblad Papiersoort/Kwaliteit en selecteer de papiersoort die u gebruikt
(zoals HP wenskaarten met reliëf).
Voor informatie over het afdrukken op kaarten van aangepast formaat raadpleegt u
“Afdrukken op speciaal papierformaat”.
5Wijzig zonodig de overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK.
6Druk uw kaarten af.
Wanneer uw kaarten zijn gemaakt van dikker papier (zoals systeemkaarten), kunt u de
kaarten met de hand invoeren. Voor informatie over handmatige papierinvoer raadpleegt u
“Handinvoer aan de achterkant”.
3-8NLWW
Afdrukken op normaal dik papier of fotopapier
De handinvoer aan de achterkant is bestemd voor het afdrukken op dikker papier (maximaal
280 g/m
2
; 0,52 mm) zoals kaarten en fotopapier zonder dat het papier wordt gekreukt of
scheefgetrokken. Deze handinvoer is zo ontworpen dat het papier recht wordt ingevoerd.
Voor het beste afdrukresultaat van foto’s en afbeeldingen moet u de modus Beste en HP
fotopapier in het printerstuurprogramma select eren. De modus Beste maakt gebruik van de
unieke PhotoREt III kleurenlaagtechnologie van HP en van ColorSmart III kleurenoptimalisatie
voor realistische foto’s, levendige kleuren en uitzonderlijk scherpe tekst. PhotoREt III levert
meer kleuren, lichtere tinten en mooiere overgangen tussen tinten zodat de beste
afdrukkwaliteit van foto’s en afbeeldingen wordt verkregen.
Afdrukken op normaal dik papier of fotopa pier:
1Voor Windows:
Selecteer in het printerstuurprogra mma het tabblad Papier/Kwaliteit en doe het volgende
(Voor meer informatie over toegang to t het printerstuurprogramma raadplee gt u “De
afdrukinstellingen wijzigen”):
• Selecteer in de keuzelijst Papiersoort de papiersoort die u gebruikt
(zoals HP Premium Plus fotopapier).
• In de keuzelijst Formaat is selecteert u het formaat van het gebruikte papier
(zoals Letter of A4).
• In de keuzelijst Bron is selecteert u Handinvoer.
• In de keuzelijst Afdrukkwaliteit selecteert u Beste. U kunt ook de
hoge-resolutiemodus 4800
x 1200 geoptimaliseerde dpi* selecteren voor de beste
afdrukkwaliteit. In deze modus neemt het af dr ukken meer tijd in beslag omdat meer
computergeheugen vereist is.
Voor Macintosh:
• Selecteer het papierformaat (zoals Letter of A4).
• Open het tabblad Papiersoort/Kwaliteit en selecteer de papiersoort die u gebruikt
(zoals HP Premium Plus fotopapier).
• Selecteer Handinvoer.
• Selecteer Beste in de keuzelijst Afdrukkwaliteit. U kunt ook Maximum dpi selecteren
voor maximaal 4800x1200 dpi geoptimaliseerd* voor een optimale afdrukkwaliteit.
2Wijzig zonodig de overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK.
3Druk het document af.
4Plaats papier in de handinvoer aan de achterkant van de printer.
Voor informatie over handmatige papierinvoer raadpleegt u “Handinvoer aan de
achterkant”.
•Wij raden u aan om afgedrukte pagina’s te verwijderen en apart te zetten om deze te laten
drogen. Wanneer nat afdrukmateriaal zich op stapelt kunnen vlekken ontstaan.
•*Tot 4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi voor kleurenaf drukken op HP Premium fotopapier
en 1200 x 1200 invoer dpi.
NLWW3-9
Dubbelzijdig afdrukken
U kunt op beide zijden van het papier afdrukken door het pap ier om te draaien en opnieuw in
de printer in te voeren.
Er kan alleen handmatig dubbelzijdig worden afgedrukt b ij computers met Windows. Wann eer
u aan beide zijden van een pagina wilt afdrukken moet u de opties voor dubbelzijdig afdrukken
selecteren in uw applicatie of in het printerstuurprogramma.
1Plaats het gewenste papier met de afdrukzijde naar beneden zover mogelijk tegen de
rechterkant van de hoofdlade.
•Voor de beste afdrukresultaten moet u pa pier gebruiken dat niet zwaarder is dan 13 5 g/m2.
Dubbelzijdig afdrukken is niet geschikt voor etiketten, transparanten en pagina’s die met
een grote hoeveelheid inkt zijn bedekt.
•Wij raden u aan om afgedrukte pagina’s te verwijderen en apart te zetten om deze te laten
drogen. Wanneer nat afdrukmateriaal zich op stapelt kunnen vlekken ontstaan.
2Schuif de papierbreedte- en lengtegeleiders tegen het papier aan.
3Selecteer in het printerstuurprogramma het tabblad Afwerking en selecteer vervolgens
Dubbelzijdig afdrukken. (Voor meer informatie over toegang tot het
printerstuurprogramma raadpleegt u “De afdrukinstellingen wijzigen”.)
4Selecteer Voorkant boven wanneer u de oriëntatie wilt aanpassen.
5Kies desgewenst een boeklay-out in de keuzelijst Boeklay-out.
6Selecteer het tabb lad Papier/Kwaliteit en selecteer vervolgens in de keuzelijst
Afdrukkwaliteit Normaal of Beste.
7Wijzig zonodig de overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK.
8Druk het document af.
9Nadat de eerste zijde van de pagina is afgedrukt, draait u de pagina om en plaatst u deze
opnieuw in de printer.
10 Volg de aanwijzingen op het scherm om het dubbelzijdig afdrukken te voltooien.
Toelichting op de geavanceerde softwarefuncties
Uw printerstuurprogramma is uitgerust met de volgende geavanceerde softwarefuncties.
Voor meer informatie over het gebruik van deze functies kunt u de on line-Help van het
stuurprogramma raadplegen.
Vergroten/Verkleinen
U kunt uw documenten vrijwel zonder verlies van afdrukkwaliteit en resolutie vergroten
of verkleinen.
In het tabblad Effecten selecteert u het selectievakje Afdrukdocument. Vervolgens
selecteert u het gewenste documentformaat en selecteert u het selectievakje
Passend maken.
U kunt ook het schuifbalk-% van het oorspronkelijke formaat gebruiken om het
documentformaat aan te passen. U kunt van 25 tot 400 procent van het oorspronkelijke
documentformaat in- en uitzoomen. Hierbij kan het echter gebeuren dat sommige delen van
de pagina buiten het beeld vallen.
3-10NLWW
Dubbelzijdig afdrukken (Alleen Windows)
Voor het afdrukken van professioneel uitziende brochures en catalogi is de printer uitgerust
met een functie voor dubbelzijdig afdrukken. In het tabblad Afwerking selecteert u het vakje
Dubbelzijdig afdrukken. Wanneer u afdrukken aan de bovenkant wilt binden, selecteert u
ook het vakje Voorkant boven.
Boeklay-out
Voor het maken van brochures zonder dat u zich zorgen ho eft te maken over de juiste
paginanummering. Deze functie is uitsluitend beschikbaar wanneer Dubbelzijdig afdrukken
is geselecteerd in het tabblad Afwerking. U hoeft de pagina’s alleen nog maar te vouwen en
de brochure te binden. U kunt brochures zowel links als rechts binden. Hiervoor selecteert u
de linker of rechter bindzijde.
Pagina’s per vel
Om de afdrukkosten te beperken kunt u tot 16 pagina’s op één vel afdrukken. U kunt de
volgorde van de lay-out instellen met de opties bij Paginavolgorde. In het tabblad Afwerking
selecteert u twee of meer pagina’s in de lijst Paginavolgorde. Vervolgens selecteert u de
gewenste lay-outvolgorde in de lijst Paginavolgorde.
Panelen (Alleen Windows)
U kunt een document van één pagina van maximaal A3-formaat (13 bij 19 inch) vijf maal
vergroten (5 x 5). Het vergrote document kan op meerde re pagina’s worden afgedrukt zodat
een grote poster kan worden gemaakt. In het tabblad Afwerking selecteert u het aantal
panelen dat u wilt aanmaken.
Spiegelbeeld
U kunt een pagina horizontaal spiegelen. Zo kunt u de on derkant van een transparant
beschrijven en houdt u de bovenkant vrij voor het pla a tse n va n op m er kin ge n m et ee n
markeerstift. In het tabblad Basisinstellingen selecteert u het vakje Spiegelbeeld.
Banieren afdrukken
U kunt grote afbeeldingen en vette, oversiz ed lette rt yp en op kettin gp a pie r af dr ukken. In het
tabblad Papiersoort selecteert u HP bannerpapier in de lijst Papiersoort.
Afdrukken in sepia en in grijsschaal (Alleen Windows)
U kunt afbeeldingen afdrukken in een bruinachtige, nostalgische tint via de functie
Afdrukken in Sepia. Met Afdrukken in grijsschaal kunt u afdrukken in grijstinten maken.
Zowel zwart-wit- als kleurendocumenten kunnen met dit effect worden afgedrukt.
Watermerk (Alleen Windows)
Korte tekst zoals VERTROUWELIJK en DRINGEND kan als achtergrond achter de tekst van
uw documenten worden afgedrukt. U kunt de richting en de stijl van het watermerk
aanpassen. U vindt deze functie in het tabblad Effecten.
Optimaliseren voor fotokopie en fax
Kleurenafbeeldingen die in zwart-wit worden gefaxt of gekopieerd zijn soms van slechte
kwaliteit. Met de functie Optimaliseren voor fotokopie of fax kunt u afbeeldingen afdrukken in
grijstinten met een hoog contrast waardoo r de afbeeldin g uitst ekend gesch ikt is voo r faxen en
kopiëren. In het tabblad Kleur selecteer u Afdrukken in grijsschaal en vervolgens Optimaliseren voor fotokopie of fax.
NLWW3-11
De Werkset gebruiken
4
De Werkset geeft informatie over de status en het onderhoud van de printer. De Werkset
geeft u bovendien stapsgewijze begeleiding bij eenvoudige afdruktaken en biedt hulp bij
het oplossen van problemen. U heeft ook toegang tot on line printerinformatie.
De Werkset is alleen beschikbaar voor Windows. Raadpleeg voor Macintosh
“De HP Inkjet Werkset (Macintosh) gebruiken”.
Nadat u de printersoftware heeft geïnstallee rd, kunt u de Werkset openen door Start,
Programma’s, HP Deskjet 1280 en vervolgens HP Deskjet 1280 Werkset te selecteren.
Tabblad Printerstatus
In het tabblad Printerstatus kunt u het inktniveau van de patronen en de printerstatus
raadplegen. Het inktniveau wordt aangegeven in stappen van 10 procent.
In de printerkeuzelijst kunt u de printer selecteren die u in de Werkset wilt gebruiken. Deze lijst
bevat printers die compatibel zijn met de Werkset. De informatie in het statusvenster zoals
Afdruktaak, Toegangsklep open en Inktpatroon leeg verwijst naar de huidige printerstatus.
Klik op deze knop...Voor...
Benodigdheden bestellenVoor het on line bestellen van printerbenodigdheden, zoals
Informatie over
benodigdheden
VoorkeurenSelecteer welke werksetberichten moeten worden weergegeven voor
Tabblad Informatie
In het tabblad Informatie kunt u de printer registreren en informatie over de printerhardware
raadplegen. In dit tabblad heeft u ook toegang tot on line probleemoplossing via HP Instant
Support en kunt u informatie raadplegen over printergebruik, probleemoplossing en contact
opnemen met HP.
Klik op deze knop...Voor...
myPrintMileage
(Alleen Windows)
PrinterhardwareWeergave van gedetailleerde printerinformatie zoals model,
HP Instant SupportToegang tot de website HP Instant Support voor ondersteuning en tips
inktpatronen. Hiervoor heeft u een internetaansluiting nodig.
Informatie over HP benodigdheden en bestelinformatie.
de printers die moeten worden gecontroleerd en onderhouden.
Wanneer een statusfout of waarschuwing wordt weergegeven op het
beeldscherm van de computer, klikt u op het printerpictogram om het
Help-bestand te openen voor gedetailleerde informatie over de
foutstatus.
Toegang tot de website myPrintMileage en tot informatie over uw
printergebruik zoals printergebruikspatronen (inkt- en papierverbruik).
firmwareversie en onderhouds-ID.
voor probleemoplossing.
Printer registrerenOn-lineregistratie van uw printer.
4-1NLWW
Klik op deze knop...Voor...
Hoe kan ik…Een lijst met de meest gebruikte printertaken en helpinformatie over de
meest gebruikte onderhoudstaken.
Problemen oplossenEen lijst met printerproblemen met stapsgewijze aanwijzingen voor het
oplossen van problemen.
Contact opnemen met HPInformatie over contact met HP.
HP Instant Support
HP Instant Support is een verzameling hulpprogramma's die u via een browser kunt openen
en gebruiken. Met behulp van HP Instant Support kunt u snel computer- en afdrukproblemen
identificeren, diagnosticeren en oplossen.
HP Instant Support biedt onderstaande informatie over uw apparaat:
Snel toegang tot tips voor het oplossen van problemen
Biedt specifieke tips voor uw apparaat.
Oplossingen voor fouten die specifiek zijn voor uw apparaat
Direct toegang tot informatie over problemen die specifiek zijn voor uw apparaat.
Als u een beschrijving van het probleem wilt zien, alsmede tips voor het oplossen of
voorkomen van het probleem, klikt u op de koppeling in het bericht. Als u een lijst wilt
bekijken van eerder opgetreden fouten, klikt u op Waarschuwingen aan de linkerkant van
de pagina HP Instant Support.
Kennisgeving van printerstuurprogramma’s en updates van firmware
Geeft een waarschuwing bij updates van firmware of stuurprogramma's door middel van
een bericht op de homepage van HP Instant Support. Klik op de koppeling in het bericht
om rechtstreeks naar de downloadsectie van de HP website te gaan.
Ondersteuning verkrijgen
Geeft een lijst van beschikbare services voor uw apparaat.
Inkt- en materiaalverbruik beheren (myPrintMileage)
Helpt u het gebruik van printerbenodigdheden te beheren en te voorspellen.
Zelfdiagnose voor uw apparaat
Voert een zelfdiagnose uit op uw apparaat. Selecteer Printer in het menu Self Help op de
pagina Instant Support om een diagnose van de ap parate n te st arten. De comput er wordt
gecontroleerd en er verschijnt een lijst van geconfigureerde apparaten. Als u het appa raat
selecteert waarop u een diagnose wilt uitvoeren, kunt u via HP Instant Support
bijvoorbeeld controleren of u het meest recen te stuurprog ramma hebt of u toegang ge ven
tot rapporten over de status van het apparaat en gedetailleerde diagnostiek.
Als er gedurende deze procedure fouten worden ontdekt, kunt u kiezen of u de
stuurprogramma's wilt updaten of een gedetailleerde diagnose wilt uitvoeren.
NLWW4-2
On line ondersteuning van HP expert (Active Chat)
Hulp op maat van een expert van HP, via het web en op elk gewenst moment . U hoeft
alleen maar een vraag of beschrijving van het probleem in te di enen. Historiegegevens,
de systeemconfiguratie en acties die u hebt uitgevoerd, worden (na uw toestemming)
automatisch doorgestuurd naar HP zodat u het probleem niet opnieuw hoeft te
omschrijven. Een HP ondersteuningsexpert reageert on line en lost het probleem via een
chatsessie op.
Knowledge database
Gebruik de knowledge database van HP om snel antwoorden te vinden op uw vragen.
Veiligheid en privacy
Als u gebruik wilt maken van HP Instant Support, moeten er gedetailleerde gegevens
van het apparaat, zoals het serienummer, fou tco nd itie s en stat usmeldingen, naar HP worden
verzonden. HP respecteert uw privacy en beheert deze informatie op de manier die is
beschreven in de on line privacyverklaring van HP
(http://www.hp.com/country/us/eng/privacy.htm)
.
Als u alle gegevens wilt bekijken die naar HP worden verzonden, kiest u Bron (Internet
Explorer) of Paginabron (Netscape) in het menu Beeld van uw webbrowser.
Toegang krijgen tot HP Instant Support
Werkset (Windows)
Open het tabblad Informatie en klik op HP Instant Support.
myPrintMileage
myPrintMileage is een service van HP waarmee u verbruiksgegevens kunt bijhouden, zodat u
een prognose van het toekomstige printerverbruik kunt maken en op basis hiervan
benodigdheden kunt bestellen. Het bestaat uit twee onderdelen:
myPrintMileage website
myPrintMileage AutoSend, een hulpprogramma waarmee de verbruiksgegevens van het
apparaat regelmatig worden bijgewerkt op de myPrintMileage-website
Om myPrintMileage te kunnen gebruiken, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
Het wordt aanbevolen gedurende drie tot zes maanden gegevens te verzenden via
myPrintMileage, zodat er voldoende informatie op de myPrintMileage-website wordt
verzameld om een representatie f be eld te krijg en .
U kunt de pagina met afdrukgegevens alleen gebruiken als u via de myPrintMileage-site een
registratieprocedure uitvoert.
4-3NLWW
Op de myPrintMileage-website kunt u de volgende items zien:
Afdrukanalyse, bijvoorbeeld de hoeveelheid gebruikte inkt, het type inkt (zwart of kleur)
en een schatting van het aantal pagina's dat u kunt afdrukken met de resterende inkt.
Afdrukgegevens, waarmee u rapporten kunt genereren met verbruiksgegevens, kosten
per pagina of kosten per taak gedurende een specifieke periode. Vervolgens kunt u deze
gegevens exporteren naar een Microsoft Excel-spreadsheet en instellen dat er
waarschuwingen en kennisgevingen per e-mail worden verzonden voor de ontvangst van
rapporten met afdrukgegevens.
Toegang krijgen tot myPrintMileage
Werkset (Windows)
Klik op het tabblad Informatie op myPrintMileage en volg de instructies op het scherm.
Windows-taakbalk
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Werkset op de Windows-taakbalk, klik op
myPrintMileage en selecteer Mijn printerverbruik.
Voeg de webpagina's voor het openen van myPrintMileage niet toe aan uw favorieten. Als u
dat wel doet en vervolgens via het menu Favorieten verbinding maakt met een pagina, bevat
deze niet de laatste informatie.
Printerbenodigdheden via de Werkset bestellen
Via de Werkset kunt u inktpatronen rechtstreeks vanaf uw computer bestellen. Om gebruik
te kunnen maken van deze functie moet u aan drie voorwaarden voldoen:
De Werkset moet op uw computer geïnstalleerd zijn.
De printer moet via een USB-kabel, parallelle kabel of een netwerkverbinding op uw
computer zijn aangesloten.
U moet over een internetaansluiting beschikken.
Rechtstreeks via de Werkset bestellen
1Dubbelklik in het statusgedeelte van de Windows-taakbalk (bij de klok) op het pictogram
van de Werkset.
2In het tabblad Printerstatus klikt u op On line bestellen. In de standaardbrowser wordt
een website geopend waarop u printerbenodigdheden kunt bestellen.
3Volg de aanwijzingen op de website om printerbenodigdheden te selecteren en te
bestellen.
NLWW4-4
Tabblad Printerservice
Het tabblad Printerservice bevat functies waarme e u uw print er kunt te sten en onder houden.
Zo kunt u uw inktpatronen reinigen en uitlijnen en een testpagina afdrukken.
Klik op deze knop...voor...
Inkpatronen uitlijnenHet uitlijnen van de inktpatronen. Zie “De inktpatronen uitlijnen” voor
meer informatie.
Inkpatronen reinigenHet reinigen van de inktpatronen. Zie “De inktpatronen reinigen” voor
meer informatie.
Demopagina afdrukkenHet versturen van een testpagina naar de printer om te controleren of
de printer goed werkt en goed is aangesloten op de computer.
De HP Inkjet Werkset (Macintosh) gebruiken
Voor Mac OS X biedt de HP Inkjet Werkset hulpmiddelen om de printer te kalibreren,
de inktpatronen te reinigen, een testpagina af te drukken en ondersteuning op de website
te zoeken.
De HP Inkjet Werkset weergeven
1Dubbelklik op het pictogram Macintosh HD op het bureaublad.
2Selecteer Applicaties en vervolgens Hulpprogramma’s.
3Selecteer HP printer Selector.
De menuopties van HP Inkjet Utility weergeven
De volgende menuopties van HP Inkjet Utility zijn beschikbaar:
WOW!: voor het afdrukken van een testpagina om de afdrukkwaliteit te controleren.
Test: voor het afdrukken van een testpagina of diagnostiekpagina.
Reinigen: voor het reinigen van de inktpatronen.
Kalibreren: voor het uitlijnen van de inktpatronen.
Kleur kalibreren: voor het aanpassen van de kleuren om kleurproblemen te verhelpen.
Schatting inktniveaus: voor de weergave van het inktniveau in de patronen.
Ondersteuning: voor toegang tot de website van HP voor printerondersteuning en
informatie over producten en benodigdheden van HP.
Registreren: voor toegang tot de website van HP voor het registreren van de printer.
4-5NLWW
Problemen oplossen
5
Dit hoofdstuk bevat nuttige informatie voor het oplossen van veelvoorkomende problemen
zoals papierstoringen en een slechte afdrukkwaliteit. Wanneer uw printer niet goed werkt
en het u niet lukt om de printerproblemen te verhelpen met behulp van de aanwijzingen
in dit hoofdstuk druk dan een diagnostiekpagina af en neem contact op met
HP Klantenondersteuning (zie “Een dia gnostiekpagina afdrukken” en
“Klantenondersteuning”).
De printer kan niet worden ingeschakeld
Controleer of het netsnoer is aangesloten.
Controleer of het afneembare paneel aan de achterkant van de printer goed in de sleuf is
bevestigd en of de knop is vergrendeld.
De printer reageert niet (er wordt niets afgedrukt)
Controleer de voeding.
Controleer of het netsnoer goed op de printer en op een wer kend stopcontact is
aangesloten en of de printer aan staat. Het Aan/Uit-lampje op het voorpaneel
van de printer moet branden.
Als u probeert om af te drukken terwijl de printer uit staat, verschijnt er een foutmelding
op uw computer. Als de printer uit stond en er geen bericht is verschenen toen u probeerde
af te drukken, is de printerinstelling misschien onjuist. Om dit te verhelpen moet u de
printersoftware opnieuw installeren.
Controleer de kabels.
Controleer of de printerkabel goed is aangesloten op de printer en de computer.
Controleer de knop van het achterpaneel.
Zorg dat het paneel aan de achterkant van de printer goed is bevestigd en dat de knop is
vergrendeld. De printer werkt niet als de knop niet is vergrendeld.
Controleer de printerinstellingen.
Controleer of de HP Deskjet-printer is geselecteerd als de huidige of standaardprinter en
zorg dat Afdrukken onderbreken in het printermenu niet is geselecteerd.
Even geduld.
Het duurt langer voordat de printer begint met het afdrukken van complexe documenten
die veel lettertypen, illustraties en kleurenfoto's bevatten. Als het Aan/Uit-lampje knippert,
is de printer bezig met het verwerken van informatie.
Controleer het papier.
Controleer of het papier correct is geladen in de lade en geen storing veroorzaakt in de
printer. Zie “Papier laden” en “Er is papier vastgelopen in de printer” voor meer informatie.
NLWW5-1
Controleer de inktpatronen.
Controleer of de zwarte inktpatroon en kleureninktpatroon goed zijn geplaatst en of
de toegangsklep gesloten is (zie “De inktpatronen vervangen” voor meer informatie).
Het inktpatroonlampje knippert als de inktpatronen niet goed zijn geplaatst.
Zie “De printerlampjes knipperen” en “Probleem met de inktpatronen” voor meer
informatie.
Probeer een testpagina af te drukken
Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Druk op de knop Doorgaan en laat de knop
los als het lampje van de knop Doorgaan begint te knipperen. Als de testpagina wordt
afgedrukt, wordt het probleem niet veroorzaakt door de printer.
Probeer vanuit een ander softwareprogramma af te drukken.
Probeer vanuit andere softwareprogramma’s af te drukken om te zien of het probleem
dan ook optreedt.
Probeer een testpagina af te drukken.
Druk een Windows-testpagina af: Klik op Start, ga naar Instellingen en klik vervolgens
op Printers (Windows NT 4.0, 98, Me en 2000) of Printers en faxen (Windows XP). Klik
met de rechtermuisknop op het printerpictogram en selectee r Eigenschappen. Selecteer
het tabblad Algemeen en klik vervolgens op Testpagina afdrukken.
Wanneer de testpagina wordt afgedrukt en de printer goed werkte met het
softwareprogramma dat u gebruikt, probeer dan een ander bestand af te drukken
met de software. Wanneer dit bestand wordt afgedrukt, is het bestand dat u hiervoor
probeerde af te drukken mogelijk beschadigd. Probeer een eventuele reservekopie van
het betreffende bestand af te drukken. Wanneer u het probleem niet met bovenstaande
oplossingen hebt kunnen verhelpen dan wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt
doordat het softwareprogramma niet in staat is om de printerinstellingen goed te
interpreteren. Raadpleeg het leesmij-bestand op de Starter-CD voor informatie over
bekende softwareconflicten. U kunt ook de handleiding van uw softwareprogramma
raadplegen of contact opnemen met de softwarefabrikant voor nadere hulp bij dit
probleem.
Wanneer de testpagina niet wordt afgedrukt, controleer dan of u de juiste poort (USB,
LPTx) heeft geselecteerd en of de printer rechtstreeks op uw computer is aangesloten.
Als uw printer is aangesloten op een schakeldoos controle e r dan of u de juiste sch ak el
heeft geselecteerd. Tijdens het afdrukken van de testpagina moet het Aan/Uit-lampje
knipperen. Wanneer het Aan/Uit-lampje niet knippert, druk dan een diagnostiekpagina af.
Zie “Een diagnostiekpagina afdrukken” voor aanwijzingen.
Controleer de instellingen van het netwerk
Controleer of uw printer correct is geïnstalleerd in de netwerkomgeving. Zie “De printer in
een netwerk gebruiken” en de documentatie die u van uw netwerkleverancier hebt
gekregen. Zie ook “Problemen met afdrukken in een netwerk” voor extra informatie
over het oplossen van problemen.
Controleer de USB-poort.
Koppel de printer los van de USB-poort en wacht een paar seconden. Sluit de printer
dan opnieuw aan. Als dit niet helpt, probeer de printer dan op een andere USB-poort
aan te sluiten.
Controleer de toestand van de kabel.
Controleer of de printerkabel niet is beschadigd of gerafeld. Als dit wel het geval is,
moet u contact opnemen met de kabelfabrikant voor een nieuwe kabel.
Verwijder de printersoftware en voer het insta llatieprogramma (setup.exe) uit . Vergeet niet
om tijdens de installatie, wanneer dit wordt gevraagd, de printer aan te zetten en
uitsluitend de kabel aan te sluiten die u heeft geselecteerd.
5-2NLWW
Papierstoringen
Controleer of er papier is vastgelopen in de printer.
Voor het verwijderen van vastgelopen papier, zie “Er is papier vastgelopen in de printer”.
Controleer of het papier goed is geplaatst.
Controleer of de breedte- en lengtegeleiders goed tegen de linkerzijde en onderkant van
het papier zijn geplaatst. Zie “Papier laden” voor meer informatie.
Controleer de papiersoort.
Sommige papiersoorten zijn niet geschikt voor gebruik met uw HP printer.
Zie “Afdrukken op divers afdrukmateriaal” voor meer informatie over aanbevolen
afdrukmateriaal.
Plaats slechts één papiersoort tegelijk.
Controleer of er voldoende papier in de lade aanwezig is.
Indien geen van bovengenoemde oplossingen helpt, druk dan een diagnostiekpagina af.
Zie “Een diagnostiekpagina afdrukken” voor aanwijzingen.
Scheve papierinvoer
Wanneer het papier scheef in de printer wordt getrokken of wanneer de marges scheef zijn,
controleer dan of de papiergeleiders goed tegen de onderkant en zijkant van het papier zijn
geplaatst.
Er is papier vastgelopen in de printer
Om vastgelopen papier uit de printer te verwijderen, moet u de toegangsklep openen en het
papier naar u toe trekken. Wanneer u niet bij het va stgelopen papier kunt komen, moet u aan
de paneelknop aan de achterkant van de printer draaien, het vastgelopen papier uit de printer
trekken en het paneel terug plaatsen. Wanneer u nog steed s niet bij het papier kunt komen,
moet u de uitvoerbak optillen en het vastgelopen papier uit de hoofdlade verwijderen.
NLWW5-3
Tips voor het vermijden van papierstoringen
Controleer of niets de papierbaan blokkeert.
Gebruik geen beschadigd, gekruld of gekreukeld papier. Wij raden u af om papier te
gebruiken met inkepingen en perforaties of papier met veel textuur of reliëf.
Plaats slechts één papiersoort tegelijk in de lades.
Met uitzondering van de handinvoer, plaatst u het papier met de afdr ukzijde naar beneden
zover mogelijk tegen de rechterzijde van de lade aan.
Plaats niet meer dan 150 vel (of een stapel van 19 mm hoog) of 15 enveloppen tegelijk
in de hoofdlade. Plaats slechts één vel tegelijk in de handinvoer.
Gebruik altijd papier dat overeenkomt met het papier in de “Printerspecificaties”.
Voor informatie over aanbevolen afdrukmateriaal, zie “Afdrukken op divers
afdrukmateriaal”.
Er wordt een lege pagina afgedrukt
Controleer of het beschermtape is verwijderd van de sproeiers van de inktpatronen.
Controleer of de inktpatroon leeg is.
Wanneer een blanco pagina wordt afgedrukt terwijl u zwarte tekst wilde afdrukken,
is de zwarte inktpatroon mogelijk leeg. Controleer of de LED’s van de printer branden
(zie “De printerlampjes knipperen” en “Probleem met de inktpatronen” voor meer
informatie). Vervang de zwarte inktpatroon en probeer opnieuw af te drukken.
Zie “De inktpatronen vervangen” voor aanwijzingen.
Controleer de printerinstellingen.
Controleer of uw printer is geselecteerd als de huidige of standaardprinter.
Controleer of er conflicten zijn tussen appar ate n die ee n po o rt de le n.
Wanneer u een parallelle kabelverbinding gebruikt, controleer dan of uw printer
rechtstreeks is aangesloten op de parallelle poort . De poort mag niet met andere
apparaten zoals een zip-station of andere printers worden gedeeld.
Controleer of de printer wordt gedeeld.
Wanneer uw printer wordt gedeeld, raadpleeg dan “Problemen met afdrukken in een
netwerk” voor informatie over probleemoplossing.
Slechte afdrukkwaliteit
Open de bovenste klep wanneer u een probleem met een inktpatroon vermoedt. Aan de
binnenkant van het bovenste printergedeelte worden pictogrammen weergegeven die naar
problemen met inktpatronen verwijzen. De gele pijl op de inktpatroonhouder wijst naar het
pictogram van het betreffende prob le em .
5-4NLWW
De afdruk is vaag of de kleuren zijn dof
Controleer de ingestelde afdrukkwaliteit.
De optie Snel verbruikt minder inkt en drukt sneller af. Daarom is deze optie geschikt
voor kladafdrukken. Voor een betere kleurenafdruk selecteert u de kwaliteit Normaal
of Beste in het printerstuurprogramma.
Controleer de ingestelde papiersoort.
Als u op transparanten of andere speciaal afdrukmateriaal afdrukt, moet het
overeenkomende materiaal zijn geselecteerd in het printerstuurprogramma.
Ga na welke papiersoort u gebruikt.
Sommige afdrukmaterialen zijn niet gesch ikt voor gebru ik me t uw HP printer. Voor meer
informatie over het aanbevolen afdrukmateriaal, zie “Afdrukken op dive rs
afdrukmateriaal”.
Controleer of de inktpatronen bijna leeg of vers to pt zijn:
• Als de afdrukkwaliteit afneemt, is het verstandig om de inktpatronen te reinigen en
een testpagina af te drukken. Zie “De inktpatronen reinigen” voor aanwijzingen.
• Controleer of de lijnen op de testpagina niet zijn onderbroken en goed zijn afgedrukt.
Bij gebroken lijnen is de inkt mogelijk op. Vervang de inktpatroon (zie “De inktpatronen
vervangen” voor aanwijzin gen). Wanneer u de inktpatroon echter onlangs nog heeft
vervangen, is de patroon mogelijk defect. Zie “HP benodigdheden en accessoires”
voor informatie over het vervangen van inktpatronen.
Kleuren lopen door elkaar heen
Controleer de ingestelde afdrukkwaliteit.
Voor sommige papiersoorten (zoals transparanten) en afdrukkwaliteiten (zoals Beste)
is meer inkt nodig dan voor andere instellingen. Pas de afdrukinstellingen aan in het
printerstuurprogramma. Controleer ook of u de juiste papiersoort heeft geselecteerd in
het printerstuurprogramma.
Controleer de ingestelde papiersoort.
Sommige afdrukmaterialen zijn niet gesch ikt voor gebru ik me t uw HP printer. Voor meer
informatie over het aanbevolen afdrukmateriaal, zie “Afdrukken op dive rs
afdrukmateriaal”.
HP raadt het gebruik van gerecyclede inktpatronen af en ondersteunt deze niet.
Het navullen en het gebruik van incompatibele inkten kan het ingewikkelde afdruksysteem
ontregelen, hetgeen kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit en zelfs tot beschadiging
van de printer. Voor het bestellen van de originele HP-inktpatronen, zie “HP
benodigdheden en accessoires”.
Bij het afdrukken op fotopapier en transparante n:
Controleer of het papier in de handinvoer aan de voorkant of in de hoofdlade met de
afdrukzijde naar beneden is geplaatst.
Controleer of het papier in de handinvoer aan de achterkant met de afdrukzijde naar
boven is geplaatst.
Gebruik uitsluitend de HP transparanten die worden genoemd bij “HP benodigdheden en
accessoires”.
NLWW5-5
De inkt is uitgesmeerd over de witte (blanco) gedeeltes
U moet de afdrukken altijd laten drogen.
Als u documenten afdrukt die veel inkt gebruiken, moet u het document langer laten
drogen voordat u het verwijdert. Dit is met name van belang voor transparanten.
Controleer direct na het afdrukken of de inkt is uitgesmeerd. U kunt de droogtijd
aanpassen in het printerstuurprogramma.
Bepaalde soorten afdrukmateriaal absorberen de inkt niet goed. Hierdoor droogt de
inkt langzamer op en ontstaan er vegen. Voor meer informatie over het aanbevolen
afdrukmateriaal, zie “Afdrukken op divers afdrukmateriaal”.
De pagina kreukt door te veel inkt.
Kleurendocumenten met rijke, gemengde kleure n kunnen t e ve el inkt geb ruike n. Hierdo or
kreukelt de pagina en ontstaan er vegen. Probeer de afdrukkwaliteit Normaal of Snel te
gebruiken om de hoeveelheid inkt te beperken of gebruik HP Premium papier voor
inkjetafdrukken van documenten met levendige kleuren.
Controleer overtollige inktresten op de inktpatroon.
Reinig de inktpatronen om overtollige inktresten te verwijderen. Zie “De inktpatronen
reinigen” voor aanwijzingen.
De inkt vult de tekst of illustraties niet volledig
Controleer de inktpatronen:
• Mogelijk is de inkt (bijna) op. Controleer of de LED’s van de printer branden (zie “De
printerlampjes knipperen” en “Probleem met de inktpatronen” voor meer informatie).
Vervang (bijna) lege inktpatronen en probeer opnieuw af te drukken. Zie “De
inktpatronen vervangen” voor aanwijzingen.
• Als de afdrukkwaliteit aanzienlijk verslechtert, is het een goed idee om de inktpatronen
te reinigen. Zie “De inktpatronen reinigen” voor aanwijzingen.
• Wanneer de inktpatronen slecht contact maken, probeer de patronen dan te
verwijderen en opnieuw aan te brengen. Zorg dat de inktpatronen stevig op hun plaats
zitten. Zie “De inktpatronen vervangen” voor aanwijzingen.
Controleer de papiersoort.
Sommige afdrukmaterialen zijn niet gesch ikt voor gebru ik me t uw HP printer. Voor meer
informatie over het aanbevolen afdrukmateriaal, zie “Afdrukken op dive rs
afdrukmateriaal”.
Wanneer bovengenoemde oplossingen niet helpen, probeer dan af te drukken in de
modus Best.
5-6NLWW
De tekst is gekarteld aan de randen
Controleer het geselecteerde lettertype.
Bepaalde softwareprogramma's bieden aangepaste lettertypen die bij het vergroten of
afdrukken gekartelde randen vertonen. Door TrueType-lettertypen te gebruiken kunt u
er zeker van zijn dat de printer lettertypen met gladde randen afdrukt. Let tijdens het
selecteren van een lettertype op het pictogram voor Tru eType.
Bij het kantelen, vergroten of afdrukken van een bitmapafbeelding van tekst worden de
randen mogelijk ook gekarteld afgedrukt.
Door TrueType-lettertypen te gebruiken kunt u er zeker van zijn dat de printer lettertypen
met gladde randen afdrukt. Let tijdens het selecteren van een lettertype op het pictogram
voor TrueType.
Controleer de papiersoort.
Media met een ruwe textuur of papier dat de inkt niet goed absorbeert, kan de oorzaak
zijn van slecht gevulde illustraties of tekst. Voor meer informatie over het aanbevolen
afdrukmateriaal, zie “Afdrukken op divers afdrukmateriaal”.
Wanneer geen van bovengenoemde oplossingen helpt, wordt het probleem waarschijnlijk
veroorzaakt door een conflict met het softwarepakket dat u ge bruikt.
Raadpleeg het leesmij-bestand op de Starter-CD voor informatie over bekende
softwareconflicten. U kunt ook de handleiding van uw softwareprogramma raadplegen
of contact opnemen met de softwarefabrikant voor nadere hulp bij dit probleem.
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeeltes
De marge-instellingen kunnen onjuist zijn.
Controleer of de marge-instellingen van het document het afdrukgebied van uw printer
niet overschrijden.
De kleurinstellingen voor het afdrukken kunnen onjuist zijn.
Grijsschaal is mogelijk geselecteerd in het printerstuurprogramma.
De verkeerde printer is mogelijk geselecteerd.
Controleer of de juiste printer is geselecteerd als de hu idig e of stan da a rd pr i nt er .
Onverwachte resultaten
Tekst of afbeeldingen zijn weggevallen aan de randen van de
pagina
Controleer de instelling van de paginaoriëntatie.
Mogelijk is de onjuiste paginaoriëntatie geselecteerd voor het document dat u afdrukt.
Zie “De afdrukinstellingen wijzigen” voor aanwijzingen.
Controleer de marge-instellingen.
Controleer of de marge-instellingen van het document het afdrukgebied van uw printer
niet overschrijden. Zie “Minimale afdrukmarges”.
Controleer of de inhoud op de pagina past:
• Weggevallen inhoud bevindt zich wellicht buiten het afdrukgebied. Of de afmetingen
van het af te drukken document vallen buiten het formaat van het afdrukmateriaal in
de hoofdlade.
• Met de functie afdrukvoorbeeld kunt u het document controleren vóór het afdrukken.
Controleer of de huidige afmetingen van de afbeeldingen in het document (schaal)
binnen het afdrukgebied van de printer vallen.
NLWW5-7
• Als de lay-out van het af te drukken document op een papierformaat past dat door de
printer wordt ondersteund, plaats dan het juiste papierformaat in de printer. Zorg dat
u de juiste paginaoriëntatie selecteert.
• Sommige softwareprogramma’s zijn uitgerust met een functie waarmee u het
documentformaat kunt aanpassen aan het geselecteerde papierformaat.
Controleer of het papier juist is geladen.
Controleer of de breedte- en lengtegeleiders goed tegen de linkerzijde en onderkant van
het papier zijn geplaatst. Controleer tevens of de juiste paginaoriëntatie is geselecteerd.
Zie “Papier laden” en “De afdrukinstellingen wijzigen” voor meer informatie.
Wanneer geen van bovengenoemde oplossingen helpt, wordt het probleem waarschijnlijk
veroorzaakt door een conflict met het softwarepakket dat u ge bruikt.
Raadpleeg het leesmij-bestand op de Starter-CD voor informatie over bekende
softwareconflicten. U kunt ook de handleiding van uw softwareprogramma raadplegen
of contact opnemen met de softwarefabrikant voor nadere hulp bij dit probleem.
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst
Controleer het papierformaat en de ingestelde paginaoriëntatie.
Controleer of het geselecteerde papierformaat en de paginaoriëntatie in het
softwareprogramma overeenkomen met de instellingen in het printerstuurprogramma.
Controleer of het papier juist is geladen
Wanneer alles op de pagina scheef of gekanteld is, controleer da n of de breedte- en
lengtegeleiders goed tegen de linkerzijde en onderkant van het papier zijn geplaatst
en of er niet meer dan 150 vellen papier in de hoofdlade zijn geplaatst.
Controleer de marge-instellingen.
Als de tekst of de afbeeldingen aan de randen van de pagina zijn wegvallen, controleer
dan of de marges van het document niet buiten het afdrukgebied van de printer vallen.
Zie “Minimale afdrukmarges ” voor meer informatie.
De afdruk vertoont vreemde tekens
Controleer de kabelaansluiting.
Een veelvoorkomende oorzaak van willekeurige tekens op een afdruk is een slechte
kabelaansluiting tussen de printer en de computer.
De verkeerde printer is mogelijk geselecteerd.
Controleer of uw printer is geselecteerd als de huidige of standaardprinter.
Het bestand is mogelijk beschadigd.
Dit komt sporadisch voor. Als u andere documenten vanuit dezelfde softwaretoepassing
kunt afdrukken, probeer dan eventueel een back-upexemplaar van het document af te
drukken.
Controleer of er conflicten zijn tussen appar ate n die ee n po o rt de le n.
Wanneer u een parallelle kabelverbinding gebruikt, controleer dan of de printer
rechtstreeks is aangesloten op de parallelle poort . De poort mag niet met andere
apparaten zoals een zip-station of andere printers worden gedeeld.
Het systeem moet mogelijk opnieuw worden gestart.
Zet de printer en computer enkele seconden uit en weer aan en probeer opnieuw af
te drukken.
5-8NLWW
De verkeerde lettertypen zijn afgedrukt
Mogelijk zijn de verkeerde lettertypen gebruikt in het document.
Controleer of u het gekozen lettertype goed heeft toegepast. In een grafisch programma
bijvoorbeeld moeten de woorden in de gewenste tekengrootte worden geplaatst;
vergroot de woorden niet door ze te slepen naar de gewenste grootte.
Controleer of het lettertype beschikbaar is op uw computer.
De gebruikte lettertypen in het document komen mogelijk niet overeen met de lettertypen
die in Windows beschikbaar zijn of het gebruikte lettertype kan niet worden afgedrukt.
Controleer of het onjuist afgedrukte lettertype voorkomt in het menu met lettertypen in
uw softwareprogramma en controleer of dit een TrueType-lettertype is (aanbevolen).
De verkeerde printer is mogelijk geselecteerd.
Controleer of uw HP printer is geselecteerd als de huidige of standaardprinter.
Wanneer geen van bovengenoemde oplossingen helpt, wordt het probleem waarschijnlijk
veroorzaakt door een conflict met het softwarepakket dat u ge bruikt.
Raadpleeg het leesmij-bestand op de Starter-CD voor informatie over bekende
softwareconflicten. U kunt ook de handleiding van uw softwareprogramma raadplegen
of contact opnemen met de softwarefabrikant voor nadere hulp bij dit probleem.
Kleuren worden niet goed afgedrukt
Wanneer de verkeerde kleuren worden afgedrukt (bijvoorbeeld wanneer groen als blauw
of geel wordt afgedrukt) dan zijn één of meerdere kleuren in het inktpatroon mogelijk op.
Voor het controleren van het inktniveau van de inktpa tronen in Windows gaat u naar
de Werkset (wanneer dit onderdeel op uw systeem geïnstalleerd is). Om de Werkset te
openen klikt u op Start en selecteert u Programma’s, HP Deskjet 1280 en vervolgens HP Deskjet 1280 Werkset.
Nadat u een testpagina heeft afgedrukt, kunt u indien nodig de inktpatronen reinigen.
Zie “De inktpatronen reinigen” voor aanwijzingen.
De kleuren worden grijs afgedrukt of in de verkeerde tint:
• Wanneer kleuren als grijstinten worden afgedrukt dan is mogelijk Afdrukken in
grijsschaal geselecteerd in het printe rstuurprogramma. Voor het afdrukken in kleur
verwijdert u het kruisje bij het vakje Afdrukken in grijsschaal in het tabblad Kleur.
• Wanneer de kleur van tint is veranderd, is mogelijk de verkeerde instelling in de
printer geselecteerd. Selecteer het tabblad Kleur en zorg dat de kleurschuiven in
het midden staan.
Controleer de papiersoort.
Het gebruik van gekleurd papier kan ook de kleur van de a fdruk beïnvloeden. Probeer een
afdruk op normaal wit papier te maken.
Langzaam afdrukken
Controleer de volgende zaken om de prestaties van uw printer te verbeteren:
Gebruik een parallelle IEEE-1284-kabel voor bidirectionele communicatie.
Controleer uw systeemconfiguratie:
•Zie “Printerspecificaties” voor de minimale systeemvereisten.
• Mogelijk beschikt uw systeem over onvoldoende vaste-schijfruimte.
Om af te drukken op papier van 279 bij 432 mm wordt minima al 50 MB vrije ruimte
op de vaste schijf van uw systeem aangeraden. Voor het afdrukken van bestanden
met een grote hoeveelheid afbeeldingen of foto’s heeft u meer vaste-schijfruimte
nodig (meer dan 50 MB).
• Uw systeem beschikt mogelijk over onvoldoende virtueel geheugen.
Breid het virtuele geheugen van uw systeem uit.
NLWW5-9
Controleer de instellingen van uw poort en kabel (alleen voor Windows 98/Me):
• Wanneer u een parallelle aansluiting gebruikt, pro beer dan over te stappen op een
USB-aansluiting. Voor meer informatie, raadpleeg “De printer aansluiten”.
• De poortconfiguratie van uw systeem is niet ingesteld op ECP.
Raadpleeg de handleiding van uw computer voor het aanpassen van uw
poortinstellingen en de contactgegevens van de computerfabrikant.
De inktpatroon is mogelijk bijna leeg.
Controleer of de LED’s van de printer branden (zie “De printerlampjes knipperen” en
“Probleem met de inktpatronen” voor meer informatie). Vervang (bijna) lege inktpatronen
en probeer opnieuw af te drukken. Zie “De inktpatronen vervangen” voor aanwijzingen.
De printerlampjes knipperen
Het Aan/Uit-lampje knippert tijdens het afdrukken. Dit is normaal.
Het Aan/Uit-lampje knippert 2-Aan, 1-Uit wanneer een afdruktaak wordt geannuleerd.
Als u dit ziet...Wordt het probleem vermoedelijk veroorzaakt door...
Aan/Uit-lampje brandt en
Lampje Doorgaan knippert
Aan/Uit-lampje brandt en
Inktpatroonlampje knippert
Aan/Uit-lampje en
Inktpatroonlampje branden
Het papier is op
Het papier moet worden verwijderd
Er is een verkeerd papierformaat of verkeerde papiersoort
geladen
De printer ontvangt geen gegevens meer
De printer wacht op het drogen van de pagina vóór het
afdrukken van de volgende pagina
Handmatige dubbelzijdige afdruktaak wacht op een handeling
van de gebruiker
Er is een verkeerd papierformaat gebruikt
Zie “Papier laden” en “Afdrukken op papier van standaardformaat”
voor meer informatie.
Verkeerd inktpatroon
Verkeerde installatie
Inktpatroon beschadigd of onbruikbaar
Kijk op de verpakking om te controleren of de inktpatroon geschikt
is voor het printermodel. Voor informatie over de installatie van
inktpatronen, zie “De inktpatronen vervangen”.
Inkt (bijna) op
Vervang (bijna) lege inktpatronen en probeer opnieuw af te
drukken. Zie “De inktpatronen vervangen” voor aanwijzingen.
Aan/Uit-lampje en lampje
Doorgaan knipperen
De inktpatroon is mogelijk geblokkeerd. Schakel de printer uit,
open de bovenste klep en controleer het volgende:
Verwijder eventueel verpakkingsmateriaal uit de printer.
Controleer of er papier in de printer is vastgelopen. Verwijder
het resterende papier en verwijder het vastgelopen papier uit
de rollen. Zie “Er is papier vastgelopen in de printer”.
Als er geen papier is vastgelopen, zet de printer dan uit en
weer aan.
5-10NLWW
Als u dit ziet...Wordt het probleem vermoedelijk veroorzaakt door...
Het lampje Doorgaan knippertEr is papier vastgelopen of de papiermotor is uitgevallen.
Zie “Er is papier vastgelopen in de printer”.
Alle lampjes knipperenZet de printer uit en weer aan. Als de lampjes nog steeds
knipperen, verwijder dan de stekker van de printer uit het
stopcontact om de stroomvoeding volledig te onderbreken.
Als het probleem aanhoudt, is de printer vermoedelijk defect.
Neem contact op met het HP Klantenondersteuningscentrum
(zie “Klantenondersteuning”).
Problemen met afdrukken in een netwerk
Dit gedeelte kan u helpen bij het oplossen van problemen met afdrukken naar een
gedeelde printer.
Controleer het volgende:
Controleer of de printer aan staat en de bovenste klep is gesloten.
Controleer of de knop van het paneel aan de achterkant is vergrendeld.
Controleer of de inktpatronen goed zijn gepla a tst (zie “De inktpatronen vervangen”)
en of het papier goed in de printer is geladen (zie “Papier laden”).
Controleer of de netwerkkabel en de printerkabel goed zijn aangesloten.
Als het lampje van de knop Doorgaan knippert, druk dan op de knop. Na een paar
seconden moet de printer beginnen met afdrukken .
Als het afdrukken niet wordt hervat, open dan de bovenste klep om te controleren of het
papier in de printer is vastgelopen. Raadpleeg “Er is papier vastgelopen in de printer”
voor aanwijzingen over het verwijderen van vastgelopen papier.
Het delen van een printer in een gemengde Mac- en PC-netwerkomgeving wordt afgeraden.
Nadat u de printer heeft gecontroleerd, kunt u prober en om een document af te drukken vana f
een andere cliëntcomputer op het netwerk.
Als het document via een andere computer goed wordt afgedrukt, zijn de systeeminstellingen
van uw computer waarschijnlijk niet goed geconfigureerd voor gebruik met deze printer.
Neem contact op met uw systeembeheerder om het probleem op te lossen.
Als het document niet goed wordt afgedrukt vanaf een an dere cliëntcomputer:
1Sluit de printer aan op een PC met Windows.
2Installeer de printersoftware op de PC als dit nog niet is gedaan.
3Dubbelklik op het pictogram van de Werkset op het bureaublad of in de programmagroep
van de printer.
4In het tabblad Printservices klikt u op Een testpagina afdrukken.
NLWW5-11
Als de testpagina wordt afgedrukt, werkt uw printer, maar zijn mogelijk uw netwerkinstellingen
niet goed geconfigureerd. Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer informatie.
Als de testpagina niet wordt afgedrukt, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door
een storing in de printer of in de computer. Neem contact op met het
HP Klantenondersteuningscentrum voor hulp (zie “Klantenondersteuning”).
Houd het serienummer van de printer, het print ermodel en de beschikbare informatie over
uw computer bij de hand.
De printersoftware verwijderen
Voor Windows:
1Start Windows en zorg dat er geen andere Windows-toepassingen open zijn.
2Open het Configuratiescherm.
3Dubbelklik op Programma’s toevoeg e n/verwijderen.
4Selecteer HP Deskjet 1280.
5Volg de aanwijzingen op het scherm om het verwijderen van de printersoftware
te voltooien.
U moet beheerdersbevoegdheden hebben voor het verwijderen van de printersoftware onder
Windows NT 4.0, Windows 2000 en Windows XP.
Als de software niet kan worden verwijderd of als de Uninstaller niet kan worden gevonden,
probeer dan het hulpprogramma voor het verwijderen van software op de Starter-CD
(“scrubber”). Voor Windows 98 en Windows Me gebruikt u het bestand scrub98.exe in de
map Windows\Utils\Scrubber\Win98_Me. Voor Windows 2000 en Windows XP gebruikt u het
bestand scrub2k.exe in de map Windows\Utils\Scrubber\Win2K. Herhaal hierna het volledige
installatieproces.
Voor Macintosh:
1Start de computer opnieuw op.
Wanneer u de computer niet opnieuw opstart vóór het verwijderen van de software worden
sommige bestanden mogelijk niet van de computer verwijderd wanneer u de functie
Verwijderen gebruikt.
2Plaats de Starter-CD in het cd-romstation en dubbelklik op het CD-pictogram op het
bureaublad.
3Dubbelklik op het pictogram van het installatieprogramma en volg de aanwijzingen
op het scherm.
4Wanneer het installatiedialoogvenster verschijnt, selecteert u Verwijderen in de
keuzelijst links boven in het dialoogvenster.
5Volg de aanwijzingen op het scherm om de printersoftware te verwijderen.
5-12NLWW
USB-installatie mislukt of het afdrukken via USB werkt niet
Wanneer de installatie is mislukt, verwijdert u het stuurprogramma en probeert u
de USB-aansluiting opnieuw te installeren.
Controleer of uw computer een USB-poort heeft en juist is geconfigureerd voor
gebruik met USB.
Controleer of uw computer aan staat.
Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de computer en de printer.
Controleer of de printer is ingeschakeld.
Sluit de USB-kabel aan op de computer en de printer en zet de printer aan. Controleer of
Windows de printer kan detecteren. Windows geeft de wizar d Nieuwe hardware gevonden
weer zodra de printer wordt gedetecteerd.
De printer drukt niet af na de overschakeling op een andere poort
Sluit de parallelle kabel en de USB-kabel niet gelijktijdig aan op de printer. Gebruik slechts één
type aansluiting tegelijk op de printer.
Controleer of de kabel die u gebruikt goed is aangesloten op de computer en de printer.
Zorg dat de printer is uitgeschakeld als u van poort wisselt. Als dit niet het geval is,
schakel de printer dan uit, wacht een paar seconden en schakel de printer weer aan .
Controleer of de poortinstellingen overeenkomen met de daadwerkelijke aansluiting.
Klik op Start, ga naar Instellingen en klik vervolgens op Printers (Windows NT 4.0, 98,
Me en 2000) of Printers en faxen (Windows XP). Klik met de rechtermuisknop op
het printerpictogram en selecteer Eigenschappen. Selecteer het tabblad Details
(Windows 98 en Me) of het tabblad Poorten (Windows NT 4.0, 2000 en XP) en controleer
de poortinstellingen.
Druk een testpagina af: klik op Start, ga naar Instellingen en klik vervolgens op Printers
(Windows NT 4.0, 98, Me en 2000) of Printers en faxen (Windows XP). Klik met de
rechtermuisknop op het printerpictogram en selecteer Eigenschappen. Selecteer het
tabblad Algemeen en klik vervolgens op T est pagina afd rukken. Als de test pagina wordt
afgedrukt, controleer dan of de juiste printer is geselecteer d in de applicatie van waa ruit u
probeert af te drukken.
NLWW5-13
Probleem met de inktpatronen
Als u de bovenste klep van de printer opent, ziet u dat de gele pijl op de inktpatroonhouder
zich op één lijn bevindt met één van de pictogrammen aan de achterkant van de printer.
Als het inktpatroonlampje brandt, open dan de bovenste klep van de printer en volg
onderstaande aanwijzingen.
De pijl wijst naar...Dit betekent dat...Het probleem oplossen...
Probleem met
kleureninktpatroon
Probleem met zwarte
inktpatroon
Kleureninktpatroon
bijna leeg
Zwarte inktpatroon
bijna leeg
De inktpatroon:
ontbreekt
is verkeerd
geïnstalleerd
is niet geschikt voor
de printer is defect
defect
De kleureninktpatroon is
bijna leeg.
De zwarte inktpatroon is
bijna leeg.
1Plaats een inktpatroon als deze
ontbreekt.
2Plaats de inktpatroon opnieuw,
indien aanwezig.
3Als bovenstaande oplossingen het
probleem niet verhelpen, controleer
dan of de kleurenpatroon een
HP C6578 serie patroon is en of de
zwarte patroon een HP 51645 serie
patroon is.
4Vervang de inktpatroon als het
probleem aanhoudt.
Vervang de kleurenpatroon spoedig met
een HP C6578 serie patroon.
Vervang de zwarte inktpatroon spoedig
met een HP 51645 serie patroon.
Door het afdrukken van een configuratiepagina zonder dat de printer is aangesloten op de
computer kunt u de juiste configuratie van de printer cont roleren.
1Schakel de printer uit, wacht een paar seconden en schakel de printer weer aan door
op de Aan/Uit-knop te drukken.
2Houd de knop Doorgaan ingedrukt en laat de knop los als het lampje van de knop
Doorgaan begint te knipperen. Uw printer drukt een configuratiepagina af.
5-14NLWW
Een diagnostiekpagina afdrukken
Deze pagina bevat nuttige informatie voor HP Technische ondersteuning wanneer u
printerproblemen heeft.
1Zet de printer aan.
2Terwijl u de Aan/Uit-knop van de printer ingedrukt houdt, drukt u vier maal op de knop
Doorgaan en laat u vervolgens de Aan/Uit-knop los.
3Als het goed is, drukt de printer nu een diagnostiekpagina af. Als de printer geen
diagnostiekpagina afdrukt, is er iets mis met de printer. Neem contact op met het
HP Klantenondersteuningscentrum (zie “Klantenondersteuning”).
Een afdruktaak annuleren
U kunt een afdruktaak op twee manieren annuleren:
Druk op de knop Annuleren op het voorpaneel van de printer. De afdruktaak wordt
onmiddellijk geannuleerd.
Als u op de knop Annuleren drukt, wordt de afdruktaak die op dat moment door de printer
wordt verwerkt, verwijdert. Dit is niet van invloed op afdruktaken in de wachtrij.
-of-
U kunt ook de afdruktaken in de wachtrij verwijderen. Zie de Help van Windows of
Macintosh voor meer informatie.
NLWW5-15
Klantenondersteuning
6
Het vorige hoofdstuk bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen.
Als uw printer niet naar behoren werkt en de oplossingen in deze handlei ding het probleem
niet verhelpen, dan kunt u gebruik maken van één van de onderstaande
ondersteuningsservices.
Werkset
De Werkset is uitsluitend beschikbaar als u het printerstuurprogramma heeft geïnstalleerd via
Setup.exe.
Het tabblad Probleemoplossing in dit programma geeft eenvoudige stapsgewijze
oplossingen voor veelvoorkomende afdrukproblemen. Met behulp van de stapsgewijze
procedure zult u in staat zijn de m eeste pr inter problemen op te lossen. U kunt h et pr ogramma
openen door dubbel te klikken op het pictogram van de Werkset op het bureaublad of in de
programmagroep.
HP Instant Support
HP Instant Support is een hulpprogramma op het internet dat productspecifieke services, t ips
voor probleemoplossing en informatie over het inkt- en papierverbruik van de printer biedt. U
heeft een internetaansluiting nodig om HP Instant Support te kunnen gebruiken.
Voor toegang tot HP Instant Sup port sel ecteert u HP Instant Support in het tabblad Informatie
van de Werkset.
De internetpagina’s van HP Instant Support worden voortdurend bijgewerkt. Voeg de website
niet toe aan uw favorieten; open de website altijd via de Werkset.
Website
Breng een bezoek aan onze website voor de meest recente informatie over printersoftware,
producten, besturingssystemen en onder steuning op http://www.hp.com/support/dj1280
Telefonische ondersteuning van HP
Gedurende de garantieperiode kunt u een beroep doen op het
HP Klantenondersteuningscentrum. Kijk voor het telefoonnummer in de ondersteuningsgids
die bij uw printer is geleverd.
Houd de volgende informatie bij de hand zodat de medewerkers van ons
Klantenondersteuningscentrum u zo goed mogelijk van dienst kunnen zijn:
1Druk een diagnostiekpagina af (zie “Een diagnostiekpagina afdrukken” voor
aanwijzingen). Als de printer niet afdrukt houdt dan de volgende informatie bij de hand:
a modelnummer en serienummer (aan de achterkant van de printer) zoals C8136A en
SG1881119P
b printermodel zoals HP Deskjet 1280, HP Business Inkjet 2600
2Controleer het besturingssysteem dat u gebruikt. Bijvoorbeeld Windows 98 SE.
.
6-1NLWW
3Als de printer is aangesloten op een netwerk, controleer dan het besturingssysteem van
het netwerk. Bijvoorbeeld Windows NT Server 4.0.
4Controleer op welke manier de printer op uw systeem is aangesloten. Bijvoorbeeld
parallel, Universal Serial Bus (USB) of netwerk.
5Controleer het printerstuurprogramma en het versienummer van de printersoftware.
Bijvoorbeeld HP Deskjet 1280 PCL 3 versie 1.0.
6Wanneer u problemen heeft met het afdrukken vanuit een bepaalde applicatie noteer
dan de naam en het versienummer van de applicatie.
In veel landen biedt HP gratis telefonische ondersteuning gedurende de garantieperiode.
Maar sommige van de onderstaande telefoonnummers zijn mogelijk niet kosteloos.
Zie voor de meest recente lijst met telefoonnummers http://www.hp.com/support
HP bietet während der Gewährleistungsfrist
vielerorts gebührenfreien telefonischen Support an.
Die nachfolgend aufgelisteten Rufnummern sind
jedoch unter Umständen nicht gebührenfrei.
Zur weiteren Klärung oder um zusätzliche Information
zu erhalten, können Sie Kontakt mit der
Online-Kundenbetreuung von HP
(http://www.hp.com/cpso-support/guide/psd/
N.B.*: Genoemde snelheden zijn gemiddelden. De werkelijke snelheid is mede afhankelijk
van de systeemconfiguratie, de gebruikte software en het document.
Resolutie bij zwartSnel300 x 600 dpi
Normaal600
Beste600 x 600 dpi
Resolutie bij kleurSnel300
Normaal600
BestePhotoREt III
4800
x 1200
Geoptimaliseerde dpi*
N.B.*: Tot 4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi voor kleurenafdrukken op
HP Premium fotopapier en 1200 x 1200 invoer dpi.
PrintertalenHP PCL Level 3 verbeterd
Software-
compatibiliteit
Lettertypen8 ingebouwde lettertypen, 4 in de oriëntatie Staand en 4 in de oriëntatie Liggend:
Geavanceerde
softwarefuncties
PapierformaatAmerikaanse standaardformaten: Letter, Legal, Tabloid, Super B, Executive,
PapiersoortenPapier (normaal, inkjet, foto en banier), enveloppen, transparanten, etiketten,
Windows 98, Windows Me, Windows NT 4.0, Windows 2000, Windows XP
(Professional en Home Editions) en Windows 2003; Mac OS X (10.1.5 en hoger);
Linux; ondersteuning van MS-DOS-printerstuurprogramma via toepassingen van
derden
CG Times, CG Times Italic; Courier, Courier Italic; Letter Gothic,
Letter Gothic Italic; Univers, Univers Italic (eurosymbool ondersteund)
Internationale standaardformaten: A6, A5, A4, A3, A3+
Speciale Amerikaanse formaten: 102 bij 152 mm, 330 bij 483 mm
Speciale metrische formaten: 102 bij 152 mm, 330 bij 1270 mm
T-shirt transfers, wenskaarten
Handinvoer:Invoer van losse vellen voor dik papier, enveloppen
Capaciteit uitvoerbak:Maximaal 50 vellen
14 ppm
6 ppm
4 ppm
11 ppm
4 ppm
2 ppm
x 600 dpi
x 600 dpi
x 600 dpi
4800 x 1200 dpi
Kaarten: maximaal 60
en kaarten.
7,9 ppm
3,9 ppm
2,8 ppm
5,4 ppm
2,7 ppm
1,4 ppm
NLWWA-1
Aanbevolen
papiergewicht
I/O-interfaceIEEE 1284-compatibel met Centronics parallel;
Papier: 60 tot 135 g/m2 via de hoofdlade en maximaal 280 g/m2 via de handinvoer
aan de achterkant.
Enveloppen: 75 tot 90 g/m
Kaarten: 110 tot 200 g/m2 via de handinvoer
Universal Serial Bus (Windows 98 en USB-connect Macintosh)
592,3 mm (B) bij 233 mm (H) bij 381 mm (D)
Met volledig uitgetrokken papierlade:
592,3 mm (B) bij 233 mm (H) bij 672 mm (D)
(±3 Hz)
tijdens afdrukken: maximaal 7,7 watt
Voor optimale werking: 15° tot 35° C
Temperatuur bij opslag: -40° tot 60° C
Vochtigheidsgraad: 20 tot 80 procent RV niet-condenserend
Geluidsspecificatie conform ISO 9296: Geluidskracht LwAD: 5.8 B(A);
Geluidsdruk LpAm: 47 dB(A) (Gemeten van 1m afstand)
2
° tot 40° C
Minimaal
Windows98: P90 MHz, 16 MB RAM, 80 MB vrije ruimte op de vaste schijf
Windows NT 4.0: P100 MHz, 32 MB RAM, 80 MB vrije ruimte op de vaste schijf
Windows Me: P150 MHz, 32 MB RAM, 80 MB vrije ruimte op de vaste schijf
Windows 2000: P300 MHz, 64 MB RAM, 80 MB vrije ruimte op de vaste schijf
Windows XP: P233 MHz, 64 MB RAM, 80 MB vrije ruimte op de vaste schijf
Mac OS X (10.15 en hoger): G3 (m.u.v. origineel PowerBook G3), 128 MB RAM
Aanbevolen
Windows98: P266 MHz, 32 MB RAM, 100 MB vrije ruimte op de vaste schijf
Windows NT 4.0: P266 MHz, 64 MB RAM, 100 MB vrije ruimte op de vaste schijf
Windows Me: P266 MHz, 32 MB RAM, 100 MB vrije ruimte op de vaste schijf
Windows 2000: P300 MHz, 64 MB RAM, 100 MB vrije ruimte op de vaste schijf
Windows XP: P300 MHz, 128 MB RAM, 100 MB vrije ruimte op de vaste schijf
Mac OS X (10.15 en hoger): G4 800 MHz, 256 MB RAM
GarantieBeperkte garantie van 1 jaar
ProductcertificatenVeiligheidscertificaten: CCC S&E (China), CSA (Canada), PSB (Singapore),
UL (VS), NOM-NYCE (Mexico), TUV-GS (Duitsland), KTL Mark (Korea),
CE (Europese Unie), B mark (Polen)
EMC-certificaten: FCC Titel 47 CFR Deel 15 Klasse B (VS),
CTICK (Australië en Nieuw-Zeeland, CE (Europese Unie), BSMI (Taiwan),
GOST (Rusland), ICES (Canada), MIC Mark (Korea)
A-2NLWW
HP benodigdheden en
B
accessoires
U kunt benodigdheden en accessoires van HP bestellen via de HP-website. Ga naar
HPshopping.com (http://www.hpshopping.com
Accessoires
Parallelle kabel
HP IEEE-1284 A-B parallelle kabel, (2 m) C2950A
HP IEEE-1284 A-B parallelle kabel, (3 m) C2951A
USB-kabel
HP USB A-B (2 m) C6518A
) voor meer informatie.
Netwerkinterface
HP Jetdirect 170X externe printserver J3258A
HP Jetdirect 300X externe printserver J3263A
HP Jetdirect 175X externe printserver (USB) J6035A
HP Jetdirect 310X externe printserver (USB) J6038A
A4, 500 vel: 210 bij 297 mm C1825A
A3, 200 vel: 297 bij 420 mm C1858A
HP Premium papier
A4, 200 vel: 210 bij 297 mm 51634Z
A3, 100 vel: 297 bij 420 mm C1856A
US Letter, 200 vel: 216 bij 279 mm 51634Y
US B-formaat, 100 vel: 279 bij 432 mm C1855A
NLWWB-1
HP Premium papier, extra zwaar
A4, 100 vel: 210 bij 297 mm C1853A
HP Premium fotopapier
Letter, 100 vel, glanzend: 8,5 x 11 inch C5477A
Letter, 50 vel, glanzend: 8,5 x 11 inch C6979A
A4, 15 vel, glanzend: 210 x 297 mm Q2519A
A3, 20 vel, glanzend: 297 x 420 mm C6059A
Tabloid, 20 vel, glanzend: 11 x 17 inch C6058A
HP Professional brochure- en flyerpapier
Letter, 50 vel, dubbelzijdig, glanzend: 8,5 x 11 inch C6817A
Letter, 50 vel, mat: 8,5 x 11 inch C6955A
Letter, 100 vel, in drieën gevouwen, dubbelzijdig, glanzend: 8,5 x 11 inch C7020A
Letter, 100 vel, in drieën gevouwen, mat: 8,5 x 11 inch Q5443A
A4, 100 vel, in drieën gevouwen, mat: 210 x 297 mm Q6590A
A4, 50 vel, in drieën gevouwen, dubbelzijdig, glanzend: 210 x 297 mm Q2525A
A4, 50 vel, dubbelzijdig, glanzend: 210 x 297 mm C6818A
A4, 100 vel, mat: 210 x 297 mm Q6592A
Letter, 100 vel, mat: 8,5 x 11 inch Q5445A
Letter, 150 vel, dubbelzijdig, glanzend: 8,5 x 11 inch Q1987A
A3, 50 vel, mat: 297 x 420 mm Q6591A
A3, 50 vel, dubbelzijdig, glanzend: 297 x 420 mm C6821A
Tabloid, 50 vel, dubbelzijdig, glanzend: 11 x 17 inch C6820A
HP Premium transparanten
Letter, 20 vel: 8,5 x 11 inch C3828A
Letter, 50 vel: 8,5 x 11 inch C3834A
A4, 20 vel: 210 x 297 mm C3832A
A4, 50 vel: 210 x 297 mm C3835A
HP bannerpapier
A4, 100 vel: 210 bij 297 mm C1821A
HP T-shirt transfers
A4, 10 vel: 210 bij 297 mm C6050A
US Letter, 10 vel: 216 bij 279 mm C6049A
B-2NLWW
HP wenskaarten
A4, 20 vel, 20 enveloppen C6042A
US Letter, 20 vel, 20 enveloppen C1812A
Glanzend, A4, 10 vel, 10 enveloppen C6045A
Glanzend, US Letter, 10 vel, 10 enveloppen C6044A
Met viltreliëf, Ivoor (half voorgevouwen), US Letter, 20 vel, 20 enveloppen C6828A
HP Premium presentatiepapier
Letter, 150 vel: 8,5 x 11 inch Q5449A
A4, 150 vel: 210 x 297 mm Q6593A
NLWWB-3
Wettelijk verplichte informatie
C
FCC statement
The United States Federal Communications Commission (in 47 cfr 15.105) has specified that
the following notices be brought to the attention of user s of this product.
This device complies with part 15 of the FCC rules. Operation is subject to the following two
conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must
accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Shielded cables
Use of a shielded data cable is required to comply with the Class B limits of Part 15 of the
FCC Rules.
Pursuant to Part 15.21 of the FCC Rules, any changes or modificatio n s to this
equipment not expressly approved by the Hewlett-Packard Company, may cause
harmful interference and void the FCC authorization to operate this equipment.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital
device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable
protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates,
uses and can radiate radio frequency energy an d, if not installed a nd used in acco rdance with
the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is
no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does
cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by
turning the equipment off and on, the user is encou raged to try to correct the interference by
one or more of the following measures:
Reorient or relocate the receiving antenna.
Increase the separation between the equipment and receiver.
Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver
is connected.
Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Verklaring ten aanzien van de voedingskabel
De voedingskabel kan niet worden gerepareerd. Gooi beschadigde kabels weg of breng de
kabels terug naar de dealer.
C-1 NLWW
LED-classificatie
EMI statement (Korea)
Wettelijk verplicht modelnummer
Voor wettelijke identificatiedoeleinden is uw product voorzien van een modelnummer.
Het modelnummer van uw product is SNPRC-0305. Dit wettelijk verplichte nummer moet
niet worden verward met de productnaam (HP Deskjet 1280 ) of het productnummer
(C8136A).
Milieubeschermingsprogramma
Hewlett-Packard stelt alles in het werk kwaliteitsproducten t e leveren zonder dat dit ten koste
gaat van het milieu. De ontwerpprocessen van HP producten worden doorlopend verbeterd
om de negatieve invloed op de werkomgeving en de omgevingen waar producten worden
gefabriceerd, verzonden en gebruikt, zo veel mogelijk te beperken. HP heeft ook processen
ontwikkeld om de negatieve invloed van het afvoeren van het product aan het einde van de
levenscyclus zo veel mogelijk te beperken.
Zie voor informatie over het milieubeschermingsprogramma van HP:
Met de functies voor 2-zijdig (dubbelzijdig) en N-op-1 afdrukken van dit product (waarmee u
meerdere pagina’s van een document op 1 vel papier kunt afdrukken) brengt u het
papiergebruik omlaag, waardoor er minder natuurlijke bronnen nodig zijn om aan uw
afdrukwensen te voldoen. Zie deze handleiding voor meer informatie over het werken met
deze functies.
Inktverbruik
In de modus Snel van dit product wordt er minder inkt gebruikt, waardoor de leve nsduur van
de patronen kan worden verlengd. Raadpleeg de o n line He lp van het pr int ers tu urpro gr amm a
voor meer informatie.
Chemicaliën die schadelijk zijn voor de ozonlaag
Chemicaliën die schadelijk zijn voor de ozonlaag, zoals chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK’s),
worden niet meer gebruikt in productieprocessen van HP.
Gevaarlijke materialen
Dit HP product bevat de volgende materialen die mogelijk aan het einde van de levensduur op
een speciale wijze moeten worden behandeld:
Lood in soldeermiddel
Recycling
In het ontwerp van dit product is rekening gehouden met recycling van de verschillende
onderdelen:
het aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van een
goede werking en stabiliteit.
ongelijksoortige materialen zijn zo ontwor pen dat ze eenvoudig kunnen worden
gescheiden.
bevestigingen en andere aansluitingen zijn eenvoudig te vinden, gemakkelijk bereikbaar
en kunnen met standaardgereedschap worden verwijderd.
belangrijke onderdelen zijn zo ontworpen dat u er snel bij kunt voor efficiënte demontage
en reparatie.
C-3 NLWW
Productverpakking
Bij het kiezen van de verpakkingsmaterialen voor dit product is een optimale bescherming
gekoppeld aan zo laag mogelijke kosten. Tegelijkertijd is rekening gehouden met de gevolgen
voor het milieu en de mogelijkheden van recycling. Het degelijke ontwerp van het product
betekent dat er weinig verpakkingsmateriaal nodig is en dat de kans op beschadiging
minimaal is.
HP afdrukbenodigdheden
In veel landen kunnen de afdrukbenodigdheden voor dit product (zoals printkoppen) via het
HP Printing Supplies Returns and Recycling Program worden ingeleverd bij HP. Deze handige
en gratis dienst is beschikbaar in meer dan 48 landen.
Material safety data sheets
Material safety data sheets (MSDS’s) kunt u aanvragen via de volgende HP website:
http://www.hp.com/go/msds
.
Product retourneren bij einde levenscyclus
Aan het einde van de levenscyclus van het product kunt u het product inleveren bij HP.
NLWWC-4
C-5 NLWW
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
HP ProductDuur van beperkte garantie
Software90 dagen
Accessoires90 dagen
InktpatronenTotdat er geen HP inkt meer in de HP inktpatroon zit of, zo dit
eerder is, tot de verloopdatum van de garantie die op de HP
inktpatroon is vermeld.
Printerrandapparatuur (zie details hieronder)1 jaar
Geldigheid van beperkte garantie
1Hewlett-Packard verstrekt aan de eindgebruiker de garantie
dat bovengenoemde producten van HP vrij zijn van materiaalen fabricagefouten gedurende bovengenoemde periode die
begint op de dag van aankoop door de klant.
2Wat softwareproducten betreft, geldt de beperkte garantie van
HP uitsluitend voor niet-uitvoerbare programmeerinstructies.
HP garandeert niet dat de werking van een product
ononderbroken of vrij van fouten is.
3De beperkte garantie van HP geldt alleen voor defecten die
zich voordoen als resultaat van normaal gebruik van het
product en is niet van toepassing bij andere problemen, met
inbegrip van defecten die het resultaat zijn van:
a verkeerd of ondeskundig onderhoud of aanpassing;
b software, informatiedragers, onderdelen of benodigdheden
die niet door HP worden geleverd of ondersteund;
c gebruik dat niet in overeenstemming is met de specificaties
van het product;
d niet-toegestane modificaties of misbruik.
4Wat printerproducten van HP betreft, heeft het gebruik van
een niet door HP vervaardigde of een nagevulde inktpatroon
geen invloed op de garantie aan de klant of op eventuele
ondersteuningscontracten van HP met de klant. Als defecten
of beschadigingen van de printer echter aan het gebruik van
een niet door HP vervaardigde of een nagevulde inktpatroon
kunnen worden toegeschreven, zal HP de gebruikelijke
arbeidsuren en materiaalkosten voor het repareren van het
betreffende defect of de betreffende beschadiging van de
printer in rekening brengen. Deze garantie is niet van
toepassing op lege HP inktpatronen, nagevulde HP
inktpatronen of HP inktpatronen waarmee is geknoeid.
5Als HP tijdens de garantieperiode op de hoogte wordt
gebracht van een defect van een product dat onder de
garantie van HP valt, wordt het defecte product door HP ofwel
gerepareerd ofwel vervangen naar goeddunken van HP.
6Als een defect product dat onder de garantie van HP valt, niet
door HP gerepareerd of vervangen kan worden, zal HP de
aankoopprijs voor het defecte product terugbetalen binnen
een redelijke termijn nadat HP op de hoogte is gebracht van
het defect.
7HP is niet verplicht tot reparatie, vervanging of terugbetaling
zo lang de klant het defecte product niet aan HP heeft
geretourneerd.
8Een vervangingsproduct mag nieuw of bijna nieuw zijn op
voorwaarde dat het ten minste dezelfde functionaliteit bezit als
het product dat vervangen wordt.
9Producten van HP kunnen gereviseerde onderdelen,
componenten of materialen bevatten, waarvan de prestaties
gelijkwaardig zijn aan die van nieuwe producten.
10 De beperkte garantieverklaring van HP is geldig in alle landen
of regio's waar het product van HP waarop deze garantie
betrekking heeft, door HP wordt gedistribueerd. Contracten
voor extra garantieservice, zoals service op de locatie van de
klant, zijn verkrijgbaar bij ieder erkend HP servicekantoor in
landen of regio's waar het product door HP of een erkende
importeur wordt gedistribueerd.
Beperking van garantie
IN ZOVERRE DOOR DE PLAATSELIJKE WET IS
TOEGESTAAN, VERSTREKKEN NOCH HP, NOCH DERDE
LEVERANCIERS ENIGE ANDERE GARANTIE OF
VOORWAARDE, HETZIJ UITDRUKKELIJKE OF
STILZWIJGENDE GARANTIES OF VOORWAARDEN VAN
VERKOOPBAARHEID, BEVREDIGENDE KWALITEIT EN
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Beperking van aansprakelijkheid
1In zoverre door de plaatselijke wet is toegestaan, zijn de
rechtsmiddelen in deze garantieverklaring het enige en
exclusieve verhaal van de klant.
2IN ZOVERRE DOOR DE PLAATSELIJKE WET IS
TOEGESTAAN, MET UITZONDERING VAN DE SPECIFIEKE
VERPLICHTINGEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING, ZIJN
HP EN DERDE LEVERANCIERS ONDER GEEN BEDING
AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, INDIRECTE, SPECIALE
EN INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE, ZIJ HET
OP BASIS VAN CONTRACT, BENADELING OF ENIG
ANDERE JURIDISCHE THEORIE EN OF HP AL DAN NIET
VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE OP
DE HOOGTE IS.
NLWW
Plaatselijke wet
1Deze garantieverklaring biedt de klant specifieke juridische
rechten. De klant kan over andere rechten beschikken die in de
VS van staat tot staat, in Canada van provincie tot provincie en
elders van land tot land of regio tot regio kunnen verschillen.
2In zoverre deze garantieverklaring niet overeenstemt met de
plaatselijke wet, zal deze garantieverklaring als aangepast en
in overeenstemming met dergelijke plaatselijke wet worden
beschouwd. Krachtens dergelijke plaatselijke wet is het
mogelijk dat bepaalde afwijzingen en beperkingen in deze
garantieverklaring niet op de klant van toepassing zijn.
Sommige staten in de VS en bepaalde overheden buiten de
Verenigde Staten (inclusief provincies in Canada) kunnen
bijvoorbeeld:
a de afwijzingen en beperkingen in deze garantieverklaring
als tenietgedaan beschouwen ter bescherming van de
wettelijk voorgeschreven rechten van de klant (bijvoorbeeld
in het Verenigd Koninkrijk);
b de mogelijkheid van een fabrikant voor het doen gelden van
dergelijke afwijzingen of voorwaarden anderzijds beperken;
of
c de klant aanvullende rechten onder de garantie bieden, de
tijdsduur van stilzwijgende garanties bepalen die niet door
de fabrikant afgewezen kan worden, en beperkingen op de
tijdsduur van stilzwijgende garanties niet toestaan.
3MET BETREKKING TOT CONSUMENTENTRANSACTIES IN
AUSTRALIË EN NIEUW-ZEELAND WORDEN DE
WETTELIJK VOORGESCHREVEN RECHTEN DIE VAN
TOEPASSING ZIJN OP DE AANKOOP VAN PRODUCTEN
VAN HP AAN DERGELIJKE KLANTEN, DOOR DE
VOORWAARDEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING NIET
TENIETGEDAAN, BEPERKT OF VERANDERD, BEHALVE IN
ZOVERRE DOOR DE WET IS TOEGESTAAN, EN VORMEN
DE VOORWAARDEN VAN DEZE GARANTIEVERKLARING
EEN AANVULLING OP DEZE RECHTEN.
NLWW
Index
Cijfers
4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi 3-9, A-1
A
Aan/uit-knop 2-1
accessoires
bestelinformatie A-1
garantie
afdrukken
afdruktaak annuleren 5-15
minimale marges 3-3
op enveloppen 3-7
op fotopapier 3-9
op HP papier 3-5
op kaarten 3-8
op normaal dik papier 3-9
op papier van standaardformaat 3-6
op sepciaal papierformaat 3-6
op transparanten 3-4
afdrukken in een netwerk 2-4
afdrukmateriaal
afdrukken op transparanten 3-4
afdruksnelheid A-1
afdruktaak annuleren 5-15
afmetingen, printer A-2
AutoSend voor myPrintMileage 4-3
B
benodigdheden en accessores
bestelinformatie A-1
beperkte garantie
bescherminsprogramma B-2
besturingssysteemeisen A-2
bij einde levenscyclus, retourneren B-4
briefkaartgeleider 2-1
C
cables
regulatory compliance B-1
CFK’s in product B-3
chemicaliën die schadelijk zijn voor de ozonlaag, in product
B-3
chloorfluorkoolwaterstoffen in product B-3
configuratiepagina, afdrukken 5-14
garantie
geheugen, ingebouwd A-2
gevaarlijke materialen in product B-3
H
handinvoer aan de achterkant 2-1, 3-3
handinvoer, achterkant 2-1, 3-3
help
HP Instant Support 6-1
klantenondersteuning 6-1
Telefonische ondersteuning van HP 6-1
website 6-1
Werkset 4-1, 6-1
hoofdlade 2-1, 3-2
HP Deskjet configuratiescherm voor DOS 2-9
HP Deskjet-configuratiescherm voor DOS 2-9
HP Inkjet Utility 4-5
HP Instant Support 1-1, 4-1, 6-1
HP papier, afdrukken 3-5
HP PCL 3 A-1
hpshopping.com A-1
blanco pagina afgedrukt 5-4
configuratiepagina, afdrukken 5-14
diagnostiekpagina, afdrukken 5-15
er wordt niets afgedrukt 5-1
inktpatronen, probleem 5-14
langzaam afdrukken 5-9
ontbrekende tekst of afbeeldingen 5-7
onverwachte resultaten 5-7
papierstoringen 5-3
poortwijziging, probleem 5-13
printer kan niet worden ingeschakeld 5-1
printerlampjes knipperen 5-10
problemen met afdrukken in een netwerk 5-11
scheve papierinvoer 5-3
slechte afdrukkwaliteit 5-4
testpagina, afdrukken 5-2
USB werkt niet 5-13
vastgelopen papier 5-3
verkeerde plaatsing van tekst of afbeeldingen 5-8
productcertificaten A-2
R
recycling B-3
resolutie, printer A-1
retourneren bij einde levenscyclus B-4
S
software
eerst de hardware installeren 2-3
eerst de software installeren 2-2
garantie
geavanceerde softwarefuncties 3-10
installatie onder Windows 2-2
overige software installeren 2-9
systeemeisen A-2