Harman Kardon AVR-3550 Owners manual

Page 1
AVR 3550 Audio/ VideoReceiver
HANDLEIDING
AVR 3550
AM/FM
RDS
Power for the Digital Revolution
®
Page 2
2 INHOUD
3 Inleiding 4 Veiligheid 4 Opstellen & Uitpakken 5 Bedieningsorganen 7 Display
9 Aansluitingen 11 Afstandsbediening 14 Installeren en aansluiten 14 Audio-apparatuur 14 Video-apparatuur 15 SCART AV-aansluitingen 16 Uitbreiding afstandsbediening 16 Lichtnetuitgangen 17 Luidsprekerkeuze en -opstelling 18 Systeemconfiguratie 18 In gebruik nemen en in-beeld display 18 Instellingen voor elke gebruikte ingang 19 Instelling ingang 19 Opzet surround 19 Instellingen voor andere ingangen 20 Instellingen onafhankelijk van de
gekozen ingang
20 Opzet luidsprekers 21 Vertraging 22 Nachtfunctie 22 Uitgangen 22 Gebruik EzSet 23 Handinstelling uitgangsniveau 25 Bediening 25 Basisbediening 25 Ingangskeuze 25 Gebruik hoofdtelefoon 26 Overzicht surroundfuncties 27 Keuze surroundfuncties 27 Digitale audioweergave 28 Digitale bron kiezen 28 Digitale status 29 Nachtfunctie 29 Opnemen 30 Aanpassen uitgangsniveaus 30 Directe 6-kanaals uitgang 30 Geheugenbeveiliging 31 Gebruik van de tuner 32 RDS 33 Bijzondere functies 33 Helderheid display 33 Volume bij inschakeling 34 Gedeeltelijke in-beeld display 34 Aanpassen in-beeld duur (time-out) 35 Programmeren afstandsbediening 35 Programmeren met codes 35 Macro’s programmeren 36 Geprogrammeerde apparaatfuncties 36 Volume doorschakelen 37 Kanaalkeuze doorgeven 37 Transport doorschakelen 37 Resetten geheugen afstandsbediening 38 Functie overzicht 40 Problemen 40 Processor resetten 41 Technische gegevens
Inhoud
Opzet van de handleiding
Om de handleiding optimaal te kunnen gebruiken in combinatie met de afstandsbediening, de bedie­ningsorganen, de aansluitingen en de display is deze als volgt ingedeeld:
VOORBEELD (vet gedrukt) geeft een toets op de afstandsbediening of de voorzijde aan, dan wel een aansluiting op de achterzijde.
VOORBEELD (display) geeft een aanwijzing in de display aan.
VOORBEELD (vet gedrukt) geeft een oplichtende indicatie in de display op de voorzijde aan.
1
(cijfer in een hokje) verwijst naar een specifieke toets op de voorzijde.
(cijfer in een cirkel) verwijst naar een aansluiting op de achterzijde.
0
(cijfer in een ovaal) verwijst naar een toets op de afstandsbediening.
A
(letter in een hokje) verwijst naar een indicatie in de display.
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij, Harman Consumer International
2 route de Tours, 72500 Château-du-Loir, Frankrijk
verklaren dat het product dat beschreven wordt in deze handleiding voldoet aan de technische normen:
EN 55013/6.1990
EN 55020/12.1994
EN 60065:1993
EN 61000-3-2/4.1995
Carsten Olesen
Harman Kardon Europe A/S
3/02
Page 3
INLEIDING 3
Inleiding
Dank u voor de aanschaf van een Harman Kardon product!
Met de aanschaf van een Harman Kardon AVR 3550 staat u aan het begin van vele jaren luisterplezier. De AVR 3550 is ontworpen om u optimaal te laten genieten van alle spanning en effecten van filmgeluid en alle nuances in de muziek. Dankzij ingebouwde Dolby" Digital en DTS-decoders biedt de AVR 3550 zes audioka­nalen die het digitale filmgeluid van de nieuwste DVD- en LD-films, naast digitale televisie uitzen­dingen op de beste manier tot uitdrukking bren­gen.
In de AVR 3550 worden complexe digitale scha­kelingen gebruikt om dit allemaal te verwezenlij­ken, maar het installeren en bedienen zijn toch heel eenvoudig. Aan kleur herkenbare aanslui­tingen, een programmeerbare afstandsbediening en in-beeld menu’s maken de AVR 3550 zeer gebruiksvriendelijk. Om optimaal plezier te heb­ben van uw receiver, raden wij u aan even de tijd te nemen deze handleiding in zijn geheel door te lezen. Controleer ook of alle verbindingen met de luidsprekers, bronnen en andere externe apparatuur correct zijn uitgevoerd. Op deze manier raakt u zo snel mogelijk vertrouwd met alle functies en bedieningsorganen en kunt u alle mogelijkheden van de AVR 3550 benutten.
Bewaar de handleiding om deze later nog eens te raadplegen
Beschrijving en functies
De AVR 3550 is een van de veelzijdigste, multi­functionele A/V receivers die er op de markt zijn en biedt talloze luistermogelijkheden. Naast Dolby Digital en DTS decoders voor digitale bronnen is er ook een reeks analoge geluids­functies, voor gebruik met CD, VCR,TV de inge­bouwde FM/MG tuner van de AVR zelf. Naast de nieuwste Dolby Pro Logic
®
II decoders, Dolby 3 Stereo, Dolby 3 Stereo en speciale zaal- en theatereffecten bieden alleen de Harman Kardon receivers Logic 7, een bredere en ruimer geluids­effect. Eveneens exclusief voor Harman Kardon is VMAx, dat gebruikt maakt van een eigen pro­cessing om een open en ruimtelijk klankbeeld te creëren via slechts twee luidsprekers.
Buiten het grote aantal luistermogelijkheden is de AVR 3550 ook gemakkelijk te configureren voor optimaal resultaat met uw luidsprekers in uw luis­terruimte.Via de in-beeld menu’s kunnen de luid­sprekers,ingangen en vertragingstijden gemakke­lijk ingesteld worden, terwijl onze exclusieve EzSet™ afstandsbediening de niveaus van het systeem meet en automatisch kalibreert voor een perfect uitgebalanceerd klankbeeld.
Voor optimale flexibiliteit bezit de AVR 3550 aansluitingen voor drie video apparaten, elk zowel in composiet als S-Video. Er zijn twee extra audio ingangen beschikbaar en in totaal vier digitale ingangen zorgen ervoor dat de AVR 3550 alle moderne digitale audiosignalen kan verwerken. Coax en optisch digitale uitgan­gen zijn beschikbaar voor directe verbinding met digitale recorders. Een video opname-uitgang, en een zeskanaals ingang maken de AVR 3550 vrijwel toekomstzeker, daar alle faciliteiten voor nieuwe formaten van morgen aanwezig zijn.
De krachtige versterker van de AVR 3550 is gebouwd op de traditionele Harman Kardon technologieën voor de eindversterkers om een optimaal dynamisch bereik te kunnen bieden met elke denkbare programmabron.
Harman Kardon heeft de ‘HiFi’ receiver meer dan negenenveertig jaar geleden uitgevonden. Met topklasse schakelingen die zich in de loop der tijd hebben bewezen, is de AVR 3550 de beste receiver die Harman Kardon ooit heeft geproduceerd.
Ingebouwde Dolby Digital en DTS decoders op basis van Crystal
®
Chip
Technology
Logic 7 en VMAx functies exclusief voor Harman Kardon
ProLogic II decoder, de nieuwste
technologie van Dolby Laboratories.
Afstandsbediening stelt automatisch de optimale niveaus in
Talloze digitale ingangen en uitgangen
In-beeld menu en display systeem
6-Kanaals directe ingang voor gebruik
met DVD Audio spelers en andere producten met ingebouwde surround decoders of externe surround decoders.
Afstandsbediening met ingebouwde codes.
TM
WAARSCHUWING
KANS OP ELEKTRISCHE
SCHOKKEN. NIET OPENEN
LET OP: VERMIJD HET RISICO VAN ELEKTRISCHE SCHOKKEN. OPEN NOOIT ZELF DE BEHUIZING. IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ZELF KUNNEN WORDEN ONDERHOUDEN, GEREPAREERD EN/OF VERVANGEN. LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN GEKWALIFICEERDE TECHNICI.
WAARSCHUWING: VERKLEIN BRANDGEVAAR EN DE KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN; STEL HET APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
Het symbool van de bliksemschicht met pijlpunt en een gelijkzijdige driehoek waarschuwt de gebruiker voor de aan­wezigheid van ongeïsoleerde gevaarlijke voltages binnen in de behuizing van het apparaat. Deze voltages kunnen elek­trische schokken veroorzaken.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek waarschuwt de gebruiker voor de aanwezigheid van belangrijke infor­matie aangaande onderhoud en service in de gebruiksaanwijzing.
Page 4
4 VEILIGHEID
Veiligheid
Belangrijke veiligheidsinformatie
Controleer netspanning voor gebruik
Uw nieuwe AVR 3550 is ontworpen voor gebruik met 220 - 240 volt wisselspanning. Sluit u de receiver op een andere netspanning aan dan waarvoor deze is bedoeld, dan kan dit gevaarlijk zijn en zelfs brand ontstaan. Bovendien kan de receiver hier door beschadigd worden.
Heeft u vragen heeft over de juiste netspanning voor dit specifieke model of over de netspanning in uw omgeving, raadpleeg dan eerst uw leve­rancier voordat het apparaat met het lichtnet verbindt.
Gebruik geen verlengsnoeren
Gebruik het apparaat alleen met het vaste net­snoer. Het gebruik van verlengsnoeren met dit product wordt afgeraden. Leg, net als bij andere elektrische apparaten, het netsnoer niet onder vloerbedekking of tapijten en zet er geen zware voorwerpen op. Een beschadigd netsnoer onmiddellijk door een erkende technische dienst laten vervangen door een exemplaar dat aan de fabrieksspecificaties voldoet.
Ga voorzichtig met het netsnoer om
Wanneer u het netsnoer uit het stopcontact neemt, trek dan altijd aan de stekker en niet aan het snoer. Wanneer het apparaat voor langere tijd niet zal worden gebruikt, neem dan de stek­ker uit het stopcontact.
Open de behuizing niet
In dit product bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker gerepareerd kunnen worden. Bij het openen van de behuizing kunt u een schok oplopen en wijzigingen aan het product zullen de garantie ongeldig maken. Mocht water of een metalen voorwerp zoals een paperclip, een nietje of iets dergelijks in het apparaat terechtkomen, neem dan de stekker direct uit het stopcontact en raadpleeg een erkende repa­rateur.
Uitpakken
De doos en overig verpakkingsmateriaal dat gebruikt werd om uw nieuwe receiver tijdens transport te beschermen, zijn speciaal ontwor­pen om schokken en trillingen te absorberen.Wij adviseren u de doos en het verpakkingsmateri­aal te bewaren voor het geval u gaat verhuizen of als het apparaat ooit gerepareerd zou moeten worden.
Om de omvang van de doos te verkleinen kunt u deze plat maken. Dit doet u door het plakband op de bodem helemaal los te maken en de doos plat te drukken. De kartonnen hulpstukken kun­nen op dezelfde manier worden bewaard. Verpakkingsmateriaal dat niet samengedrukt kan worden kan in een plastic zak worden bewaard.
Wilt u het verpakkingsmateriaal niet bewaren, is het goed te weten dat de doos en het overige verpakkingsmateriaal gerecycled kunnen wor­den. Denk aan het milieu en lever dit materiaal in op de daarvoor aangewezen plaats.
Opstelling
Plaats het apparaat, om een goede werking te verzekeren en risico’s te vermijden, op een ste­vige en vlakke ondergrond. Zet u het apparaat op een schap, controleer dan of het schap en de steunen het gewicht kunnen dragen.
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor ventilatie rond het apparaat. Plaatst u dit pro­duct in een kast of andere gesloten ruimte, controleer dan of er voldoende ventilatie is. In sommige gevallen kan een ventilator nodig zijn.
Plaats het apparaat niet op een tapijt of een dergelijke ondergrond, daar dan de ventila­tiesleuven worden afgesloten.
Gebruik het apparaat niet op extreem hete of koude plaatsen, op een plaats waar het bloot­staat aan direct zonlicht, of in de nabijheid van een verwarming.
Plaats het apparaat niet in een vochtige of stoffige omgeving.
Zorg ervoor dat de ventilatiesleuven in de bovenzijde van het apparaat vrij blijven en plaats er geen voorwerpen op.
Schoonmaken
Maak het apparaat zonodig schoon met een schone, zachte en droge doek. Indien nodig bevochtigt u een zachte doek met lauw sop en daarna met een doek met schoon water. Droog het apparaat onmiddellijk af met een droge doek. Gebruik NOOIT benzeen, reinigingsmidde­len met drijfgassen, verdunner, alcohol of andere vluchtige middelen. Gebruik geen schuurmidde­len, want deze kunnen de afwerking van meta­len onderdelen beschadigen. Vermijd het gebruik van insecticiden in de buurt van dit apparaat.
Verplaatsen
Alvorens het apparaat te verplaatsen controleren of alle verbindingen met andere apparaten los­genomen zijn en dat de stekker van het appa­raat zelf uit het stopcontact genomen is.
Page 5
BEDIENINGSORGANEN 5
1
Netschakelaar: druk op deze toets om de AVR in te schakelen. Is de schakelaar ingedrukt, dan staat het apparaat in standby, wat wordt aangegeven door de oranje LED
3
rond de
standby schakelaar
2
. Wanneer deze toets NIET ingedrukt is, werkt het apparaat niet. Om het apparaat geheel uit te schakelen en ook de afstandsbediening te blokkeren, deze schakelaar indrukken zodat deze naar buiten komt en het woord ‘OFF’ (uit) op de bovenzijde van de scha­kelaar zichtbaar wordt.
Opmerking: Laat deze schakelaar normaal gesproken in de positie ON (aan) staan.
2
Standby: wanneer de netschakelaar
1
ingedrukt is, drukt u op deze toets om de AVR in te schakelen. Druk deze knop opnieuw in om het apparaat uit (standby) te schakelen. De licht-
netindicatie
3
(rond de schakelaar) wordt
groen als het apparaat aan staat.
3
Lichtnetindicatie: licht oranje op tijdens standby, als teken dat het apparaat gereed is voor gebruik. Ingeschakeld licht deze groen op.
4
Hoofdtelefoonuitgang: sluit hierop een hoofdtelefoon aan om ongestoord te kunnen luisteren. Gebruik een hoofdtelefoon met een standaard 6,3 jackplug. Zodra de hoofdtelefoon wordt aangesloten, worden de luidsprekers uitgeschakeld.
5
Insteltoetsen: bij het vastleggen van de configuratie kiest u met deze toetsen uit de beschikbare mogelijkheden die in de display
Ú
worden aangegeven.
6
Klankregeling in/uit: de klankregeling en balans worden ingeschakeld door deze toets in te drukken. De indicatie TONE IN verschijnt in de
display
Ú
en met de regelaars lage tonen
^
, hoge tonen*en balans&kan het signaal naar de luidsprekers worden gecorri­geerd. Staat de indicatie TONE OUT in de dis­play, dan wordt het signaal ‘recht’ weergegeven.
Bedieningsorganen
1 2 3 4 5 6 7 8 9
) ! @ # $ % ^ & *
( Ó Ô  Ò Ú Û Ù
Netschakelaar Standby Lichtnetindicatie Hoofdtelefoonuitgang Insteltoetsen Klankregeling in/uit Surroundfunctie Afstemmen FM/MG
Voorkeurposities Ingangskeuze RDS functies Testsignaal Surroundfunctie indicaties Sensor afstandsbediening Lage tonen Balans Hoge tonen
Volume Instellen Ingangsindicaties Vertraging Digitale ingangskeuze Display Kanaalkeuze Luidsprekerkeuze
4
1
3
5
7
8
9
)
!
@
^
* &
(
2
6
Ò
$
Ù
AVR 3550
#%
Û
Ú
Ô
Ó
RDSAM/FM
2
DTS HDCD
PCM
MULTI3ST
DSPOSD
SL
SBL
SBR
SR
VMAx NF LOGIC 7 CMPL
II
KHz
MHz
OPT12
COAX12
ANALOG
TA
AUTORDS
TUNED ST
MEM
II
Page 6
6 BEDIENINGSORGANEN
Bedieningsorganen
7
Surroundfunctie: indrukken om door de beschikbare surroundfuncties te schakelen en te kiezen. Niet alle functies zijn altijd beschikbaar, afhankelijk van het type ingang. Zie pagina 26 voor een overzicht van de surroundfuncties.
8
Afstemmen: druk op de linkerzijde van de toets om naar een lagere frequentie te gaan, of op de rechter om naar een hogere te gaan. Wordt een zender met een voldoende sterk sig­naal gevonden dan licht de indicatie TUNED
L
in de displayÚop. Zie pagina 31 voor nadere informatie over afstemmen.
9
FM/MG keuze: druk op deze toets om tuner als bron van de AVR 3550 te kiezen. Na eenmaal indrukken hoort u de laatst gebruikte zender; nogmaals indrukken schakelt heen en weer tussen AM (= MG) en FM. Houd de toets vast om te schakelen tussen stereo en mono, handafstemming en automatische afstemming. Zie pagina 31 voor nadere informatie.
)
Voorkeurposities: Druk op deze toetsen om voor- of achteruit door het overzicht van de voorkeurzenders te schakelen. Zie pagina 31 voor nadere informatie.
!
Ingangskeuze: druk één of meermaals op deze toets om een andere bron te kiezen.
@ RDS functie: indrukken om de verschillen- de boodschappen van het RDS-systeem van de AVR tuner op te roepen. Zie pagina 32 voor nadere informatie over RDS.
#
Testsignaal: druk op deze toets om de niveaus van de kanalen in te stellen met de ingebouwde testgenerator als referentie.Voor meer informatie over het instellen van de uit­gangsniveaus, zie pagina 23.
$
Surroundfunctie indicaties: een groene
LED licht op bij de actieve surroundfunctie.
%
Sensor afstandsbediening: deze sensor ontvangt de bevelen van de afstandsbediening. Richt de afstandsbediening hierop en zorgt dat de sensor niet geblokkeerd wordt, tenzij een externe sensor is aangesloten.
^
Klankregeling laag: draai aan deze knop om de lage frequenties in de linker en rechterka­nalen max. 10 dB te versterken of te verzwak­ken. Stel in naar smaak en afhankelijk van de kamerakoestiek.
&
Balans: draai aan deze knop om beide front kanalen even luid te laten klinken.
Opmerking: Normaal gesproken dient deze rege­laar ongeveer in het midden (’12 uur’) te staan.
*
Klankregeling hoog: draai aan deze knop om de hoge frequenties in de linker en rechter­kanalen max. 10 dB te versterken of te verzwak­ken. Stel in naar smaak en afhankelijk van de kamerakoestiek.
(
Volume: draai deze knop naar rechts om het niveau te verhogen, of naar links om het niveau te verlagen. Mute (geluid uit) wordt auto­matisch opgeheven zodra de volumeregelaar wordt verdraaid.
Ó
Instellen: regelt het instellen en configure­ren van de in de display
Ú
aangegeven instel­ling, die dan in het geheugen van de AVR wordt opgeslagen. Deze toets wordt ook gebruikt om de helderheid van de display te wijzigen. Zie pagina 33.
Ô
Ingangsindicatie: een groene LED licht op
bij de ingang van de AVR die in gebruik is.
Vertragingstijd: druk op deze toets om een vertragingstijd in te stellen. Zie pagina 21 voor nadere informatie over vertragingstijden.
Ò
Digitale ingangskeuze: druk op deze toets om te kiezen tussen de optische
en
coax
digitale ingangen. Zie pagina 27 en
verder voor meer informatie over digitale audio.
Ú
Display: in de display verschijnen aanwij­zingen en indicaties die helpen het apparaat te bedienen. Zie pagina 7 – 8 voor een volledige beschrijving.
Û
Kanaalkeuze: indrukken om de verschillen­de kanalen in te stellen met behulp van een externe audiobron. Voor meer informatie over het instellen van de uitgangsniveaus, zie pagina 30.
Ù
Luidsprekerkeuze: kiest de luidsprekers die in uw kamer worden gebruikt. Zie pagina 18 voor meer informatie over installatie en configu­ratie.
Page 7
A B C D E F G H
I J K L M N O P
Q R S T U V W X
DISPLAY 7
Display
DTS
PCM
A
K
M
R
S
Q
N
V
U
T
F
H
I
J
C
D
O
E G P L
B
X
W
3ST
OSD DSP
SL
SR
VMAx NF LOGIC 7 CMPL II
KHz
MHz
OPT12
COAX12
ANALOG
AUTORDS TA
TUNED ST
MEM
Signaal type Digitale ingang optisch DTS functie Dolby Digital Digitale ingang coax Dolby Pro Logic II Analoge ingang Dolby 3 Stereo
VMAx functie DSP Functie Logic 7 functie Afstemming In-beeld display Display Nachtfunctie Automatisch
Luidspreker/kanaal functie Voorkeurpositie / Sluimerfunctie Voorkeurpositie Sluimertijd Geheugen Stereo RDS Verkeersinformatie
A
Signaal type: deze indicaties geven van een digitale ingang aan om welke soort signaal het gaat.
B
Digitale ingang optisch: licht op wanneer een optisch digitale ingang is gekozen.
C
DTS functie: licht op wanneer de DTS­functie is gekozen.
D
Dolby Digital: licht op wanneer Dolby Digital is gekozen.
E
Digitale ingang coax: licht op wanneer een coax digitale ingang is gekozen.
F
Dolby Pro Logic II: licht op wanneer Dolby Pro Logic II is gekozen.
G
Analoge ingang: licht op wanneer een analoge ingang is gekozen.
H
Dolby 3 Stereo: licht op wanneer de Dolby 3 Stereo functie is gekozen. Alleen ST(stereo) licht op wanneer 'Surround Off' is gekozen. In dat geval zijn alle Surround functies uitgescha­keld en wordt in stereo weergegeven.
I
VMAx functie: licht op wanneer de VMAx functie is gekozen. VMAx verschijnt wanneer de Far Field VMAx functie is gekozen; VMAxN verschijnt wanneer de Near Field VMAx functie is gekozen. Zie pagina 27 voor nadere informa­tie over de VMAx functies.
J
DSP functie: licht op wanneer één van de surround functies door Digitale Signaal Processing of DSP in gebruik is. Deze functies omvatten Hall 1, Hall 2, de Theater, Surround Off A/D-Mode functie en 5 Kanaals Stereo.
K
Logic 7 functie: licht op wanneer de Logic 7 functie is gekozen. LOGIC 7C verschijnt voor Logic 7 Cinema, LOGIC 7 M voor Logic 7 Muziek. Zie pagina 26 voor een beschrijving van de Logic 7 functies.
L
Afstemming: licht op wanneer een zender met voldoende sterkte binnenkomt en correct is afgestemd.
M
In-beeld display: wanneer de in-beeld dis­play ingeschakeld is, licht deze indicatie op om aan te geven dat andere indicaties in de display niet werken.
N
Display: hierin verschijnen aanwijzingen over status, ingang, surroundfunctie, tuner, volu­me en andere aspecten van de bediening.
O
Nachtfunctie: licht op wanneer de AVR 3550 in de nachtfunctie staat en het dynamisch bereik van het digitale programmamateriaal wordt beperkt.
P
Automatisch: geeft aan dat de automati-
sche afstemming van de tuner is ingeschakeld.
Q
Luidspreker/kanaal functie: geeft aan welke luidspreker voor elk kanaal gekozen is, of de configuratie van het binnenkomende signaal. De indicaties voor de luidsprekers links, centrum, rechts, links surround en rechts surround bestaan uit drie hokjes, terwijl de subwoofer een enkel hokje is. Het middelste hokje licht op wan­neer een ‘kleine’ luidspreker is gekozen, de bui­tenste twee wanneer een grote luidspreker is gekozen. Brandt geen enkel hokje voor de kana­len centrum, surround of subwoofer, dan zijn er voor die posities geen luidsprekers gekozen. Zie pagina 19 voor nadere informatie over het confi­gureren van de luidsprekers. De letter in het mid­delste hokje geeft een actief kanaal aan. Voor standaard analoge bronnen zullen alleen L en R oplichten, wat een stereobron aangeeft. Gaat het om een digitale bron dan geven de indicaties aan welke kanalen op de digitale ingang worden ontvangen. Een knipperende letter geeft een onderbroken digitaal signaal aan. Zie pagina 28 voor nadere informatie over deze indicaties.
R
Voorkeurpositie / Sluimerfunctie: bij radio ontvangst geeft het nummer aan welke voorkeurzender wordt beluisterd. Zie pagina 31 voor nadere informatie over voorkeurzenders. Is de sluimerfunctie actief dan geven deze cijfers aan hoeveel minuten nog resteren voordat het apparaat in standby gaat.
Page 8
8 DISPLAY
Display
S
Voorkeurpositie: licht op wanneer de tuner wordt gebruikt om aan te geven dat de indicatie voorkeurpositie/sluimerfunctie
R
de actieve voorkeurpositie aangeeft. Zie pagina 29 voor meer informatie over voorkeurzenders.
T
Sluimerfunctie: licht op wanneer de slui­merfunctie actief is. Het getal in de display geeft aan na hoeveel minuten de AVR in standby zal gaan.
U
Geheugen: geeft in twee cijfers aan welke voorkeurpositie in gebruik is of vastgelegd wordt.
V
Stereo: licht op als wordt afgestemd op een FM-zender die in stereo uitzendt.
W RDS: licht op wanneer een zender wordt ontvangen die RDS data uitzendt.
X Verkeersinformatie: licht op wanneer de afgestemde zender regelmatig verkeersinforma­tie uitzendt. Zie pagina 32 voor nadere informa­tie omtrent RDS.
Page 9
AANSLUITINGEN 9
Aansluitingen
¤
db g ∞ £ ª§ f ⁄
¢ c a e · ‹
¡
°
Tape-ingangen: verbind deze ingangen met
de Play/Out uitgangen van een audiorecorder.
Tape-uitgangen: verbind deze uitgangen met de Record/In ingangen van een audiore­corder.
Video 1 audio ingangen: verbind deze ingangen met de Play/Out uitgangen van een VCR of andere videobron.
MG-antenne: sluit hierop de bijgeleverde MG raamantenne aan. Wordt een externe MG­antenne gebruikt, sluit die dan aan conform de daarbij gevoegde aanwijzingen.
Video 1 audio uitgangen: verbind deze uitgangen met de Record/Input ingangen van een VCR.
DVD audio ingangen: verbind deze ingan­gen met de analoge audio uitgangen op een DVD of andere video bron.
FM-antenne: sluit hierop de bijgeleverde FM-antenne aan, of een buitenantenne, dan wel een kabelsysteem.
CD-ingang: verbind deze ingang met de analoge uitgangen van een CD-speler of CD­wisselaar.
6 Kanaals directe ingang: verbind deze ingangen met de uitgangen van een externe digitale audiodecoder.
Digitale audio uitgangen: verbind deze uitgangen met de digitale ingang van een digi­tale recorder zoals een CD-recorder of een MiniDisc recorder.
Coax digitale ingangen: verbind deze ingang met de coax digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV-receiver, LD-speler, MD- of CD-speler. Het kan een Dolby Digital, DTS of standaard digitaal PCM-signaal zijn. Sluit geen RF digitaal signaal van een LD-speler op deze ingang aan.
Subwoofer uitgang: verbind deze uitgang met de lijningang van een actieve subwoofer. Bij gebruik van een losse subwooferversterker wordt deze uitgang met de ingang van die ver­sterker verbonden.
        
        
       
Tape ingangen Tape uitgangen Video 1 audio ingangen MG antenne Video 1 audio uitgangen DVD audio ingangen FM antenne CD ingang 6 Kanaals directe ingang
Digitale audio uitgangen Coax digitale ingangen Subwoofer uitgang TV/monitor uitgang Front/Centrum luidsprekeruitgangen Surround luidsprekeruitgangen Geschakelde lichtnetuitgang Ongeschakelde lichtnetuitgang Netsnoer
DVD video ingangen Video 1 video uitgangen Meerkamer IR-ingang Video 2 video ingangen IR-uitgang afstandsbediening Video 1 video ingangen Optisch digitale ingangen Video 2 audio ingangen
Page 10
10 AANSLUITINGEN
Aansluitingen
TV/monitoruitgang: verbind deze uitgang met de composiet- of S-Video ingang van een monitor of videoprojector, zodat ook de in-beeld menu’s worden weergegeven en de signaalbron bekeken kan worden die met de videoschakelaar van de receiver is gekozen.
Front/Centrum luidsprekeruitgangen:
verbind deze uitgangen met de overeenkomstige + en – aansluitingen van de front/centrum luid­sprekers. Let bij het aansluiten van luidsprekers altijd goed op de polariteit: de rode + van de AVR komt aan de rode + van de luidspreker en de zwarte – van de AVR komt aan de zwarte – van de luidspreker. Zie pagina 14 voor nadere informatie.
Surround luidsprekeruitgangen: verbind deze uitgangen met de overeenkomstige + en – aansluitingen van de linker en rechter surround luidsprekers. Let bij het aansluiten van luidspre­kers altijd goed op de polariteit: de rode + van de AVR komt aan de rode + van de luidspreker en de zwarte – van de AVR komt aan de zwarte – van de luidspreker. Zie pagina 14 voor nadere informatie.
Geschakelde lichtnetuitgang: voor het voeden van andere apparaten, die dan met
standby
2
op de AVR worden ingeschakeld.
Ongeschakelde lichtnetuitgang: voor het voeden van andere apparaten, die dan constant van spanning worden voorzien, ook wanneer de AVR in standby staat, maar alleen wanneer de netschakelaar
1
van de AVR
ingedrukt is.
Opmerking: Het totale opgenomen vermogen van de apparaten die op de lichtnetuitgangen zijn aangesloten, mag niet hoger zijn dan 100 watt via de ongeschakelde uitgang
en
50 watt via de geschakelde uitgang
.
Netsnoer: verbind de stekker met een ongeschakeld stopcontact.
DVD video-ingangen: verbind deze ingan­gen met de composiet of S-video uitgangen van een DVD-speler of andere videobron.
Video 1 video uitgangen: verbind deze uitgangen met de RECORD/INPUT composiet of S-video ingang van een VCR.
Meerkamer IR-ingang: wanneer de IR-sensor van de AVR geblokkeerd is door een kast of andere obstakels, kan een externe sensor worden gebruikt. Sluit deze op deze ingang aan.
Video 2 video ingangen: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een tweede VCR of ande­re videobron.
IR-uitgang afstandsbediening: via deze aansluiting kan de IR-sensor in de receiver ook andere op afstand bediende apparaten bedie­nen. Verbind deze uitgang met de ‘IR-IN’ ingang op andere Harman Kardon of andere geschikte apparaten.
Video 1 video ingangen: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een VCR of andere video­bron.
Optisch digitale ingangen: verbind deze ingang met de optisch digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV-receiver, LD-speler, MD- of CD-speler. Het kan een Dolby Digital, DTS of standaard digitaal PCM-signaal zijn.
Video 2 audio ingangen: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een VCR of andere video­bron.
Page 11
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D E F G H I J K L M N O P Q   
! " # $ % & '
AFSTANDSBEDIENING 11
Afstandsbediening
Inschakelen IR-zender Programma/SPL Uitschakelen Ingangen AVR MG/FM EzSet sensor microfoon Testsignaal Sluimer Surround Nachtfunctie Kanaal
⁄/¤
Instellen Digitale keuze Cijfertoetsen Tuner Direct Afstemmen In-beeld display Macro’s Loopwerkfuncties Volgende/vorige RDS Voorkeuze hoger/lager Wissen Geheugen Vertraging/vorig kanaal
Luidspreker Geen functie Volume hoger/lager TV/Video SPL 6-Kanaals directe ingang Muting
Opmerking: de hier gebruikte functienamen slaan op de voor de AVR gebruikte functies. De meeste toetsen hebben meerdere functies wanneer de afstandsbediening voor andere apparaten wordt gebruikt. Zie pagina 38-39 voor een overzicht van deze functies.
POWER
AVR
AM/FM
VCR
6 CH.
ON
OFF
SLEEP
SURR.
CH.
G
U
I
D
E
C
H
.
E
X
I
T
D
I
G
I
T
A
L
M
E
N
U
S
P
K
R
P
R
E
V
.
C
H
D
E
L
A
Y
SET
TUN-M
MEM
RDS
OSD
DIRECT
TUNING
PRESET
CLEAR
DWN
UP
TEST
NIGHT
3550
SKIP
a
bc
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
n
o
q
n
s
r
t
u
v
w
`
32
30
29
DVD
CD
TAPE
VID 2
TV
CBL/SAT
VID 1
SPL
1
2
3
4
7
6
5
9
0
8
M2
M3
M4
M1
28
VOL.
37
36
35
34
33
31
38
z
x
y
TM
p
Page 12
12 AFSTANDSBEDIENING
Afstandsbediening
Belangrijk: de afstandsbediening van de
AVR 3550 kan geprogrammeerd worden om maximaal 7 apparaten, inclusief de AVR 3550 zelf, te besturen. Voordat u de afstandsbediening in gebruik neemt eerst met ingangen
4
het apparaat kiezen dat u wilt gebruiken.Af fabriek is de afstandsbediening van de AVR 3550 inge­steld op het bedienen van de AVR 3550 en de meeste Harman Kardon CD en DVD-spelers en cassettedecks. De afstandsbediening kan ook een reeks andere producten bedienen via de codes die al aanwezig zijn. Voordat u de afstandsbediening in gebruik neemt met andere producten, eerst de aanwijzingen op pagina 35 over het programmeren van bevelen uitvoeren.
Aan veel toetsen van de afstandsbediening kun­nen functies toegewezen worden die afhankelijk zijn van het product dat met de ingangskeuze geactiveerd is. In deze paragraaf worden in de eerste plaats de functies van de afstands­bediening voor de AVR 3550 beschreven. Zie pagina 38 voor informatie over andere functies voor de toetsen van de afstandsbediening.
0
Inschakelen: druk op deze toets om de netspanning in te schakelen van het apparaat in te schakelen dat met de ingangskeuze
4
is
gekozen.
1
IR-zender: richt dit op de sensor van de AVR 3550 bij het indrukken van een toets, zodat de infrarood signalen goed worden ontvangen.
2
Programma/SPL-indicatie: deze drie­kleurige indicatie leidt u door het programmeren van de afstandsbediening en wordt tevens gebruikt als niveau indicatie bij gebruik van de EzSet functie. Zie pagina 22 voor het instellen van uitgangsniveaus en pagina 35 voor informa­tie over het programmeren van de afstands­bediening.
3
Uitschakelen: druk op deze toets om de AVR of een gekozen apparaat in standby te zetten.
4
Ingangen: door één van deze toetsen in te drukken gebeuren er drie dingen: staat de AVR niet aan, dan wordt deze ingeschakeld; ook wordt de bron overeenkomend met de ingedrukte toets geactiveerd, en tenslotte wordt de afstandsbe­diening omgeschakeld, zodat deze de gekozen bron bedient. Nadat u op deze toets gedrukt hebt, drukt u op AVR
5
om de functies van de
AVR met de afstandsbediening te activeren.
5
AVR: hiermee schakelt u de afstandsbedie­ning om, zodat deze de functies van de AVR bedient. Staat de AVR op standby, dan wordt deze ingeschakeld.
6
MG/FM: druk op deze toets om de tuner van de AVR als bron te kiezen. Drukt u op deze toets terwijl de tuner al gekozen is, dan wordt omgeschakeld tussen MG en FM. Zie pagina 26.
7
EzSet sensor microfoon: achter deze uitsparing bevindt zich de microfoon voor de EzSet. Bij gebruik van de afstandsbediening om de luidsprekerniveaus met EzSet te kalibreren opletten dat u deze opening niet afdekt. Zie pagina 26 voor informatie over het gebruik van EzSet.
8
Testsignaal: druk hierop om het configure­ren van de uitgangsniveaus van de AVR te star­ten. Zie pagina 22 voor nadere informatie over het kalibreren van de AVR.
9
Sluimer: druk op deze toets om de slui­merfunctie te activeren. Na de in de display aan­gegeven tijd zal de AVR automatisch in standby gaan. Telkens wanneer op deze toets wordt gedrukt zal de tijd veranderen in deze volgorde:
Houd de toets twee seconden ingedrukt om de sluimerfunctie uit te schakelen. Denk er aan dat deze toets ook wordt gebruikt om een ander kanaal te kiezen op TV, VCR en SAT.
Merk op dat deze toets ook gebruikt wordt om kanalen te kiezen op uw TV, VCR, AUX en SAT ontvanger wanneer die gekozen zijn.
Wanneer de afstandsbediening van de AVR geprogrammeerd is op de codes van een ander apparaat, wordt deze toets tevens gebruikt bij 'Automatisch Zoeken'. Zie pagina 39 voor nade­re informatie omtrent het programmeren van de afstandsbediening.
A
Surround: druk op deze toets om de sur­roundfunctie te wijzigen. Vervolgens kiest u met de toetsen
⁄/¤
D
de gewenste surround­functie. Zie pagina 27 voor nadere informatie. Merk op dat deze toets ook gebruikt wordt om kanalen te kiezen op de TV, VCR, AUX en SAT­ontvanger, wanneer deze gekozen zijn met de ingangskeuze
4
. Wanneer de afstandsbedie­ning van de AVR 3550 geprogrammeerd is met de codes van een ander apparaat, wordt deze toets ook gebruikt voor de functie ‘Automatisch zoeken’. Zie pagina 26 voor nadere informatie over het programmeren van de afstandsbedie­ning.
B
Nachtfunctie: schakelt de nachtfunctie in. Bedoeld voor digitale bronnen en zorgt ervoor dat ook op laag volume de dialoog in het cen­trum kanaal verstaanbaar blijft. Zie pagina 29 voor nadere informatie.
C
Kanaal: hiermee activeert u het instellen van de uitgangsniveaus van de AVR met een externe bron. Na eenmaal op deze toets gedrukt te hebben kan met de toetsen
⁄/¤
D
het
kanaal worden gekozen, waarna met instellen
F
en dan opnieuw met de ⁄/¤het niveau kan worden ingesteld. Zie pagina 30 voor aan­vullende informatie.
D
⁄/¤
: worden voor meerdere functies gebruikt, bijvoorbeeld om een surroundfunctie te kiezen. Druk daarvoor eerst op surround
¤
A
en vervolgens gaat u met de toetsen ⁄/
¤
door de verschillende surroundfuncties die in de
display
Ú
verschijnen. Deze toetsen worden ook gebruikt om de uitgangsniveaus te wijzigen wanneer het apparaat met het testsignaal of een externe bron wordt ingesteld. Tenslotte om de vertraging in te stellen, nadat op vertraging
is gedrukt.
Wanneer de afstandsbediening van de AVR 3550 geprogrammeerd wordt op de codes van een ander apparaat, wordt deze toets ook gebruikt bij 'Automatisch zoeken'. Zie pagina 35 voor nadere informatie omtrent het programme­ren van de afstandsbediening.
E‹: om het menu-item of –instelling te wijzigen wanneer een menugestuurd apparaat (TV, VCR, DVD, enz.) is gekozen.
F
Instellen: deze toets wordt gebruikt om instellingen in het geheugen van de AVR op te slaan. Tevens voor het invoeren van de vertra­gingstijd, instelling van de luidsprekerconfigura­tie en het uitgangsniveau van de zender.
G
Digitaal: druk op deze toets om een van de digitale ingangen

te kiezen. Zie pagina 28 voor nadere informatie over het gebruik van de digitale ingangen.
H
Cijfertoetsen: met deze tien cijfertoetsen kan de frequentie van een radiozender of een programma op TV of satellietontvanger, dan wel een nummer op CD, DVD, of LD worden inge­voerd, afhankelijk van de gekozen bron en de programmering van de afstandsbediening.
I
Tuner: wanneer de tuner actief is kan met deze toets worden gekozen uit automatische of handafstemming. Drukt u op deze toets en dooft daarop de indicatie AUTO
P
, dan gaat de fre-
quentie telkens wanneer u op afstemmen
K8drukt een stap omhoog of omlaag. Is FM
gekozen en brandt de indicatie AUTO
P
dan wordt met deze toets naar mono geschakeld voor betere ontvangst van zwakke zenders. Zie pagina 31.
90
min80min70min60min50min
30
40
min20min10min
min
OFF
Page 13
AFSTANDSBEDIENING 13
J
Direct: indrukken wanneer de tuner actief is om de frequentie van een zender direct in te toetsen. Voer vervolgens met de cijfertoetsen
H
de frequentie in. Zie pagina 31 voor nadere
informatie.
K
Afstemmen hoger/lager: met deze toetsen kunt u de afgestemde frequentie van de tuner binnen het gekozen bereik verhogen of verlagen. Is tuner
I
ingedrukt en brandt de
indicatie AUTO
P
en drukt u op deze toets dan zoekt de tuner naar de eerstvolgende zender die een goed signaal geeft. Licht de AUTO
P
indi­catie NIET op dan gaat de afstemming met elke druk op deze toets één stap verder of terug. Zie pagina 31 voor aanvullende informatie.
L
In-beeld display/info: indrukken om aanwijzingen in beeld te zien en te kiezen. Zie pagina 22.
M
Macro's: druk op deze toetsen om een 'macro' op te slaan of op te roepen. Een macro is een vastgelegde reeks bevelen. Zie pagina 35 voor informatie over het opslaan en oproepen van macro's.
N
Loopwerkfuncties: deze toetsen hebben geen enkele functie voor de AVR, maar kunnen wel geprogrammeerd worden voor het voor- of achteruit afspelen van CD- of DVD-spelers, en audio- of videocassetterecorders (zie pagina 35 voor aanvullende informatie over het programmeren van de afstandsbediening).
O
Volgende/vorige: deze toetsen hebben geen functie voor de AVR, maar worden afhan­kelijk van de programmering gebruikt voor CD, DVD, audio- of videorecorders om naar een volgend of voorgaand nummer te gaan. Zie pagina 38 voor aanvullende informatie.
P
RDS: indrukken om RDS boodschappen op te roepen van de AVR 3550. Zie pagina 32 voor nadere informatie over RDS.
Q
Voorkeuze hoger/lager: bij gebruik van de tuner drukt u op deze toets om door het overzicht van de geprogrammeerde zenders in het geheugen van de AVR te gaan. Is CD of DVD gekozen met de ingang
4
dan functioneert deze toets als vertraagd voor/achteruit (DVD) of +10 (CD).
Wissen: druk op deze toets om verkeerde instellingen te wissen wanneer u met de afstandsbediening de frequentie van de zender invoert.
Geheugen: druk op deze toets om een radiozender op een voorkeurpositie in het geheu­gen van de AVR op te slaan. De indicatie geheu-
gen
U
begint te knipperen waarna binnen vijf
seconden de gewenste geheugenpositie met de
cijfertoetsen
H
kan worden ingevoerd. Zie
pagina 31 voor aanvullende informatie.
Vertraging/Voorgaande zender: druk op deze toets om de vertragingstijd in te stellen, die door de AVR bij surround gebruikt. Voer ver­volgens de tijd in door op instellen
F
te
drukken en dan met
⁄/¤
D
in te stellen.
Druk nogmaals op instellen
F
om het proces af te ronden. Zie pagina 21 voor aanvullende informatie.
›: indrukken om de menu-instelling of keuze te wijzigen nadat een menugestuurd apparaat (TV, VCR, DVD, e.a.) is gekozen.
!
Luidspreker: indrukken om het Bass Management Systeem van de AVR 3550 te con­figureren op het door u gebruikte luid­sprekersysteem.Vervolgens gebruikt u de
⁄/¤
toetsen Dom het kanaal te kiezen dat u wilt instellen. Druk op instellen
F
en kies het type luidspreker. Zie pagina 19 voor aanvullende informatie.
"
Geen functie: deze toets heeft geen functie in de bediening van de AVR 3550, maar kan gebruikt worden om een meerkamer systeem van een andere Harman Kardon AV­receiver met die functie in/uit te schakelen, net als de Sub-functie op dvd-spelers.
#
Volume hoger/lager: verhoogt of
verlaagt het afspeelniveau van het systeem.
$
TV/Video: deze toets heeft op de AVR 3550 geen functie, maar bij gebruik van een geschikte VCR, DVD of satellietontvanger met een TV/Video functie, schakelt deze toets tussen het signaal van de speler of receiver en de exter­ne video input van de speler. Raadpleeg de handleiding van de speler of receiver voor details over deze functie.
%
SPL: activeert de EzSet functie van de AVR 3550 om snel en nauwkeurig de uitgangs­niveaus te kalibreren: indrukken, drie seconden vasthouden en loslaten. Denk er aan dat het testsignaal beurtelings aan alle kanalen wordt toegevoerd en dat de programma/SPL
2
van kleur verandert.Tijdens deze procedure stelt EzSet automatisch alle niveaus van alle kanalen in tot deze gelijk zijn, waarop de
programma/SPL
2
van elk kanaal groen
wordt.
&
6-Kanaals directe ingang: druk op deze toets om de component die op de 6-kanaals directe ingang
is aangesloten als bron te
kiezen.
'
Muting: druk hierop om het geluid van de AVR of de TV (afhankelijk van het apparaat dat gekozen is) tijdelijk uit te schakelen.
Wanneer de afstandsbediening van de AVR geprogrammeerd is voor gebruik met een ander apparaat, kan deze toets samen met Ingang
4
worden ingedrukt om het programmeren te activeren. Zie pagina 35 voor informatie over het programmeren van de afstandsbediening.
Opmerking: drukt u op een toets waarvan de functie overeenkomt met een op het gekozen apparaat, dan knippert de overeenkomstige keu­zetoets
45
kort om de keuze te bevestigen.
Afstandsbediening
Page 14
14 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Plaats het apparaat nadat het uitgepakt is op een stevige ondergrond en controleer of deze het gewicht kan dragen. Vervolgens dient het apparaat aangesloten te worden op de overige audio- en videoapparatuur.
Aansluiten audioapparatuur
Wij raden u aan uitsluitend signaalkabels van goede kwaliteit te gebruiken om achteruitgang van het signaal te voorkomen.
Het is een goede gewoonte om bij het maken of veranderen van de verbindingen tussen audio­apparatuur of luidsprekers altijd de stekker uit het stopcontact te nemen. Daarmee wordt voor­komen dat er onbedoeld een schakelpuls o.i.d. naar de luidsprekers gaat, waardoor deze beschadigd zouden kunnen worden.
Belangrijk: om alle aansluitingen gemakkelijk te kunnen onderscheiden en zo het aansluiten te vereenvoudigen, zijn alle aansluitingen van de AVR 3550 conform de nieuwe EIA/CEA-863 richtlijn op de volgende wijze kleurgecodeerd: Luidsprekers en audio in/uitgangen: wit (links, luid­sprekers front) en rood (rechts,luidsprekers front). Luidsprekers: groen (centrum), blauw (links sur­round) en grijs (rechts surround). Audio uitgang: paars (subwoofer). Composiet video in/uitgangen: geel. Digitale audio in/uitgangen: oranje.
1. Sluit de analoge uitgang van een CD-speler op de CD-ingang
aan.
OPMERKING: als de CD-speler zowel een vaste als variabele audio-uitgang heeft, kunt u het beste de vaste uitgang gebruiken, tenzij het signaal om wat voor reden dan ook in niveau aangepast dient te worden aan dat van andere bronnen.
2. Verbind de analoge uitgangen PLAY/OUT van en cassettedeck, MD, CD-R of andere audiore­corder met de tape ingang
. Verbind de analoge ingangen RECORD/IN met de uitgan­gen Tape uitgang
op de AVR.
3. Verbind de uitgang van elke digitale bron met de juiste ingang van de AVR 3550. Let erop dat de optisch en Coax digitale ingangen

kunnen worden gebruikt met een Dolby Digital of DTS-bron, dan wel met een PCM-sig­naal (S/P-DIF) van een traditionele CD-, MD- of LD-speler.
4. Verbind de Coax of Optisch digitale uit-
gangen
op de achterzijde van de AVR met de overeenkomstige digitale ingangen van een CD-R of MiniDisc recorder.
5. Installeer de bij het apparaat geleverde MG kamerantenne als hieronder aangegeven. Sluit deze aan op de schroefklemmen AM en GND
.
6. Sluit de bijgeleverde FM-antenne aan op FM
(75 ohm) ingang
. De FM-antenne kan een externe dakantenne, een draadantenne binnens­huis zijn, of een aansluiting op het kabelsys­teem. Als de antenne is aangesloten via een lint­kabel van 300 ohm, dient een 300 ohm/75 ohm adapter gebruikt te worden.
7. Sluit de luidsprekers aan op de front, centrum en surround luidsprekeruitgangen

. Voor een optimale signaaloverdracht naar de luid­sprekers, adviseren wij luidsprekerkabels van goede kwaliteit te gebruiken. Er zijn vele merken kabels leverbaar en de keuze van een kabel kan worden beïnvloed door de afstand tussen uw luidsprekers en de receiver, het type luidsprekers dat u gebruikt, uw persoonlijke voorkeur en andere factoren. Uw leverancier of installateur kan u helpen bij het kiezen van de juiste kabel. Een kabel met een doorsnede van 1,5 mm
2
kan voor korte afstanden (minder dan 4 m) worden gebruikt. Wij raden aan om geen kabels met een doorsnede van 1 mm
2
of minder te gebruiken, vanwege vermogensverlies en de teruggang in prestatie die zich zal voordoen.
Kabel die door een muur gaat dient van een keurmerk voorzien te zijn, ten teken dat deze aan alle eisen voldoet. Wend u zonodig tot uw instal­lateur of een erkend elektriciën die op de hoogte is van de plaatselijke bouwvoorschriften met vra­gen over kabel die door de muur wordt gevoerd. Bij het aansluiten van de luidsprekers vooral goed letten op de juiste polariteit. Verbind de "negatieve" / "zwarte" draad met dezelfde aan­sluiting op zowel de receiver als de luidspreker.
Op dezelfde manier verbind u de "positieve" / "rode" draad met de aansluitingen van dezelfde kleur op de AVR en luidsprekers.
OPMERKING: hoewel de meeste luidsprekerfa­brikanten zich houden aan de industriële stan­daard waarbij zwarte aansluitingen voor de negatieve draad en rode voor de positieve draad worden gebruikt, kunnen sommige fabrikanten van deze configuratie afwijken. Om een goede fase en optimale prestaties te verzekeren, het typeplaatje op uw luidspreker of de handleiding van de luidsprekers controleren op de polariteit. Als u niet weet wat de polariteit van uw luidspre­ker is, vraag dan uw leverancier om advies voor­dat u verder gaat met de aansluiting, of raad­pleeg de fabrikant/importeur van de luidsprekers.
Gebruik ook bij voorkeur identieke kabellengten voor het aansluiten van de luidsprekerparen. Gebruik bijvoorbeeld dezelfde lengte voor de luid­sprekers linksvoor en rechtsvoor en voor surround links en surround rechts, ook als de luidsprekers op verschillende afstanden van de AVR staan.
8. De subwoofer wordt gewoonlijk aangesloten op de lijnniveau subwooferuitgang
en de lijningang van een subwoofer met ingebouwde versterker. Wordt een passieve subwoofer gebruikt, verbind dan deze uitgang met de ingang van een eindversterker, waarop dan één of meer subwoofers worden aangesloten. Wordt een actieve subwoofer gebruikt zonder lijnni­veau ingang, lees dan de instructies die bij de luidspreker zijn gevoegd voor de juiste aanslui­ting.
Opmerking: een luidsprekerset met twee satel­lieten en een passieve subwoofer wordt aange­sloten op de uitgangen front luidsprekers
,
en NIET op de subwooferuitgang.
Aansluitingen van videoapparatuur
Videoapparatuur wordt op dezelfde manier aan­gesloten als audiocomponenten. Het gebruik van signaalkabel van goede kwaliteit is belangrijk voor het behoud van de signaalkwaliteit.
1. Verbind de audio- en video Play/Out uitgan- gen met de Video 1 of Video 2 In ingangen

op de achterzijde. De audio en video Record/In ingangen van de VCR worden verbonden met de Video 1 Out uitgangen

van de AVR 3550.
2. Verbind de analoge audio- en video-ingangen van een satellietontvanger, kabelconverter, tele­visie of andere videobron met de Video 2

(indien niet in gebruik) ingangen.
3. Verbind de analoge audio- en video-uitgan­gen van een DVD- of laserdiscspeler met de
DVD-ingang

.
4. Verbind de aansluitingen Video Monitor
out
van de receiver met de composiet- en S-video ingang van de televisiemonitor of videoprojector.
Opmerking over video aansluitingen:
• S-Video of Composiet videosignalen kunnen
alleen in hun oorspronkelijke vorm worden bekeken en worden niet omgezet naar andere formaten. De in-beeld display is echter in elk formaat zichtbaar, ongeacht of de video dan wel S-video ingang op de TV is gekozen.
Installeren en aansluiten
Page 15
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 15
Installeren en aansluiten
Scart A/V-aansluitingen
Voor alle hiervoor omschreven verbindingen gebruikt uw videoapparaat cinch-aansluitingen en/of S-video aansluitingen, zowel voor de audio- als de videosignalen: elk normaal video­apparaat (niet S-VHS of High 8) gebruikt voor alleen afspelen 3 cinch verbindingen; videorecor­ders voor afspelen en opnemen zelfs 6 cinch ver­bindingen. Alle S-video-apparaten (S-VHS, High
8) hebben 2 cinch (audio) en 1 S-video verbin­ding nodig voor afspelen, of 4 cinch (audio in/uit) en 2 S-video (video in/uit) verbindingen als het een videorecorder betreft.
Veel Europese videoapparaten zijn maar ten dele voorzien van cinch of S-video aansluitingen, niet voor alle audio- en video in- en -uitgangen die nodig zijn als eerder beschreven, maar via een zogeheten Scart of Euro-AV connector , een vrij­wel haakse plug met 21 pennen, zie afbeelding. In dat geval zijn de volgende scart/cinch-adap­ters of kabels nodig:
• Voor weergave van satellietontvangers, cam­corders, DVD- of LD-spelers, een adapter van scart naar 3 cinch pluggen, zie afbeelding 1 (normale videoapparaten), of van scart naar 2 cinch +1 S-video stekkers, zie afbeelding 4 (S­videoapparaten).
• HiFi-videorecorders hebben een adapter van scart naar 6 cinch pluggen nodig, zie afbeelding 2 (normale video), of van scart naar 4 audio +2 S-video pluggen, zie afbeelding 5 (S-video VCR). Lees de instructies bij de adapter zorgvuldig, om vast te stellen welke van de zes stekkers voor het opnamesignaal is (aansluiten op de uitgan­gen van de AVR) en welke voor het weergavesig­naal van de videorecorder (aansluiten op de Ingangen van de AVR). Maak onderscheid tussen audio- en videosignalen. Aarzel niet uw leveran­cier te raadplegen indien u twijfels heeft.
• Gebruikt u uitsluitend normale videoappara­ten, dan is voor de TV-monitor een adapter van 3 cinch pluggen naar scart nodig (zie afbeelding
3). Gebruikt u ook S-video apparaten, dan is een extra adapter van 2 cinch + 1 S-video plug naar scart nodig (afbeelding 6), verbonden met de scart-ingang van uw TV, geschikt voor S-video.
Alleen de videopluggen (de ‘gele’ cinch pluggen in afbeelding 3 en de S-video plug in afbeelding
6) worden aangesloten op de TV/Monitor
Uitgang
en het volume van de TV wordt
geheel teruggedraaid.
Belangrijke opmerking over adapterkabels
Wanneer de cinch aansluitingen van de adapter die u gebruikt gemarkeerd zijn, sluit de audio en video ingangspluggen dan altijd aan op de audio en video uitgangen van de AVR en omge­keerd. Is dat niet het geval, let dan op de sig­naalrichting zoals die is aangegeven in boven-
staande afbeeldingen en in de aanwijzingen bij de adapter. Heeft u twijfels, aarzel dan niet uw leverancier om inlichtingen te vragen.
Belangrijke opmerkingen over S-video
1. Alleen de S-video in/uit van S-video appara­tuur mag verbonden worden met de AVR, NOOIT zowel de normale als de S-video aansluitingen, uitgezonderd de TV, zie punt 2.
2. Net als alle normale AV apparatuur zet de AVR 3550 het composiet videosignaal niet om naar S-video of omgekeerd.Wanneer zowel video als S-video bronnen gebruikt worden, die­nen dus beide verbindingen van de AVR 3550 naar de TV gemaakt worden, waarbij ook de juiste ingang op de TV gekozen wordt.
Belangrijk bij gebruik van scart/cinch adapters
Wanneer videobronnen op de TV aangesloten zijn via een scartkabel worden naast de audio/videosignalen ook stuursignalen naar de TV gezonden. Met deze signalen werkt bijvoor­beeld de automatische bronkeuze, zodat de TV automatisch naar de juiste bron schakelt zodra de videobron wordt gestart. En bij DVD-spelers schakelt het signaal de TV automatisch tussen 4:3/16:9 formaten - bij 16:9 TV's of bij 4:3 TV's die naar 16:9 omschakelbaar zijn - en wordt de RGB en wordt de RGB videodecoder van de TV in/uitgeschakeld, afhankelijk van de instelling van de DVD-speler. Bij gebruik van een adapterkabel gaan deze signalen verloren en dient de TV met de hand in de juiste positie gezet te worden.
Black
Yellow
Red
Afbeelding 1:
Scart/cinch adapter voor
weergave;
Richting: scart
cinch
Black
Red
Blue
Yellow
Green
White
Afbeelding 2:
Scart/cinch adapter voor
opnemen en weergeven;
Richting: scart cinch
Black
Yellow
Red
Afbeelding 3:
Cinch/scart adapter voor
weergave:
Richting: cinch
scart
Rot
Schwarz
S-Video In
Afbeelding 4:
Scart/S-video adapter
voor weergave:
Richting: scart
cinch
Schwarz
Rot
Blau
Gelb
S-Video In
S-Video Out
Afbeelding 5:
Scart/S-video adapter
voor opname en
weergave:
Richting: scart cinch
Rot
Schwarz
S-Video Out
Afbeelding 6:
Scart/S-video adapter
voor weergave:
Richting: cinch
scart
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Rood
Blauw
(1)
Geel
Groen
(1)
Wit
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Rood
S-video in
Rood
Zwart
S-video uit
Zwart
Rood
Blauw
(1)
Geel
S-video in
S-video uit
1
Ook andere kleuren mogelijk, B.V. bruin en grijs
Page 16
16 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en aansluiten
Uitbreiding afstandsbediening
Wanneer de ontvanger in een gesloten kast staat of achter donker glas, dan kan dat er toe leiden dat de sensor van de afstandsbediening geen bevelen ontvangt. In dat geval kan de afstandsbedieningsensor van een ander Harman Kardon, of geschikt apparaat, die wel ontvangst heeft, worden gebruikt. Hiervoor kan ook een extra sensor gebruikt worden.
Verbind de IR-uitgang voor afstandsbediening van dat apparaat, of de uitgang van de afstandsbedieningsensor aan op de ingang IR
afstandsbediening
.
Wanneer ook andere componenten geen beve­len van de afstandsbediening ontvangen, is maar één sensor nodig. Gebruik eenvoudig de sensor van dit apparaat, of een extra sensor door een verbinding te maken van uitgang IR
afstandsbediening
naar de aansluiting afstandsbediening ingang op de Harman Kardon of andere geschikte apparatuur.
Lichtnetuitgangen
Dit apparaat is voorzien van twee lichtnetuit­gangen voor andere apparatuur. Het is belang­rijk dat geen apparatuur wordt aangesloten die veel vermogen opneemt, zoals eindversterkers of monitoren. Het totale opgenomen vermogen mag per uitgang niet boven de 100 watt liggen.
De geschakelde lichtnetuitgang
voert alleen spanning wanneer het apparaat geheel is ingeschakeld. Gebruik deze uitgang voor appa­raten die geen netschakelaar hebben, of een mechanische netschakelaar die continu inge­schakeld kan blijven.
OPMERKING: veel audio- en videoproducten gaan over op standby wanneer deze met geschakelde lichtnetuitgangen worden gebruikt en kunnen via zo’n uitgang niet worden geacti­veerd, zonder gebruik van de afstandsbediening van dat product.
De ongeschakelde lichtnetuitgang
voert alleen spanning zolang de AVR op het lichtnet is aangesloten en de lichtnetschakelaar
1
ingedrukt is.
Tenslotte wordt, nadat alle aansluitingen tot stand gebracht zijn, de stekker van het netsnoer in een spanning voerend stopcontact van 220-240 V. De AVR 3550 is dan bijna gereed voor gebruik!
Page 17
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 17
Installeren en aansluiten
Luidsprekerkeuze
Welk merk luidsprekers ook wordt gebruikt, neem altijd hetzelfde merk en type voor de front luidsprekers links, midden en rechts. Zo ontstaat een consistent front geluidsbeeld en wordt voor­komen dat zich vervelende bijeffecten voordoen, zoals bij front luidsprekers die niet goed bij elkaar passen. Harman kardon adviseert luid­sprekers van JBL of Infinity.
Opstelling van de luidsprekers
De opstelling van de luidsprekers in een home theater systeem met meerdere kanalen heeft een aanzienlijke invloed op de bereikte geluidskwali­teit.
Afhankelijk van het type centrum luidspreker en uw televisietoestel, dient u uw centrale luidspre­ker ofwel direct op of onder de TV opgesteld te worden, dan wel in het midden achter een akoe­stisch doorzichtig projectiescherm.
Nadat de centrum luidspreker is geïnstalleerd, worden de front luidsprekers links en rechts opgesteld en wel op een onderlinge afstand die gelijk is aan de afstand tussen de centrum luid­spreker en de gewenste luisterpositie. Idealiter dienen de front luidsprekers zo te worden opge­steld dat de tweeters zich niet meer dan 60 cm boven of onder de tweeter in de centrum luid­spreker bevinden.
Houd de front luidsprekers minimaal op een afstand van 0,5 meter van de TV, tenzij de luid­sprekers magnetisch afgeschermd zijn om ver­vorming van het TV-beeld te voorkomen. Denk er aan dat de meeste luidsprekers niet magnetisch zijn afgeschermd, zelfs die in complete surround sets, meestal is alleen de centrum luidspreker wel afgeschermd.
Afhankelijk van de kamerakoestiek en het type luidsprekers dat wordt gebruikt, kan het resul­taat worden verbeterd door de front luidsprekers links en rechts ten opzichte van de centrum luid­spreker iets naar voren te plaatsen. Corrigeer zo mogelijk alle front luidsprekers zo dat deze op oorhoogte staan wanneer u zich op uw luister­positie bevindt. Aan de hand van deze uitgangs­punten kunt u experimenteren met de opstelling van de front luidsprekers in uw systeem.Aarzel niet de onderdelen te verplaatsen, net zo lang tot het systeem een optimaal resultaat laat horen. Verplaats de luidsprekers tot de audio­overgangen van de front luidsprekers gebalan­ceerd klinken. Surround luidsprekers dienen tegen de zijwanden van de kamer te worden opgesteld, ter hoogte van of iets achter de luis­terpositie. Het hart van de luidspreker wordt op de kamer gericht. Wanneer het niet mogelijk is de luidsprekers tegen de zijwanden op te stellen, kunnen de luidsprekers tegen de achterwand worden geplaatst, achter de luisterpositie. De luidsprekers bij voorkeur niet meer dan 2 meter achter de luisterpositie opstellen.
Subwoofers produceren grotendeels niet gericht geluid en kunnen bijna overal in de ruimte wor­den opgesteld. De opstelling dient te worden gebaseerd op de afmetingen en vorm van het vertrek en het type subwoofer dat wordt gebruikt. Een methode om de optimale locatie voor een subwoofer te vinden is deze eerst in het front van de kamer te zetten, ongeveer 15 cm van een muur, of in de buurt van een hoek. Een andere methode is de subwoofer tijdelijk op de plaats te zetten waar u gewoonlijk zult zitten en vervolgens in de kamer rond te lopen totdat u een plaats vindt waar de subwoofer het beste klinkt. Zet de subwoofer dan op die plaats.Volg ook de instructies van de fabrikant van de sub­woofer op, of experimenteer om de beste locatie voor een subwoofer in de luisterruimte te vin­den.
Right Front Speaker
Left Front
Speaker
No more than
60cm
Center Front Speaker
A) Opstelling van de front luidsprekers bij een TV-toestel of een projector achter het scherm.
B) De afstand tussen de linker en rechter luidsprekers dient gelijk te zijn aan de afstand tussen de luisterpositie en het scherm. Experimenteer met de opstelling van de front luidsprekers door deze iets dichterbij te zetten dan de centrum luidspreker.
Centrum luidspreker
Max.
60 cm
Front rechtsFront links
TV of projectiescherm
Centrum
Front links Front rechts
Alternatieve opstelling tegen achterwand
Max. 2 meter
TV or Projection Screen
Center Front
Left Front
Speaker
No more than 2m
speakers are used
when rear-mounted
Speaker
Optional Rear-Wall Mounting
Right Front
Speaker
Page 18
18 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
In gebruik name en in-beeld display
Zijn de luidsprekers in de kamer eenmaal opge­steld en aangesloten zijn, dient het geheugen van de systeem geconfigureerd te worden. De AVR 3550 beschikt over twee soorten geheu­gens, individuele geheugens die verbonden zijn met de gekozen ingang, B.V. surroundfuncties, en andere die onafhankelijk zijn van de gekozen bron, zoals de uitgangsniveaus van de luidspre­kers of vertragingstijden die door de surround processor gebruikt worden.
Schakel de AVR nu in, zodat deze laatste instel­lingen kunnen worden uitgevoerd.
1. Steek de stekker van het netsnoer
in een
ongeschakeld stopcontact.
2. Druk op de netschakelaar
1
zodat deze
ingedrukt blijft staan. Controleer of de lichtnet-
indicatie
3
oranje wordt, ten teken dat het
apparaat in standby staat.
3. Installeer de drie bijgeleverde AAA batterijen in de afstandsbediening, als in de afbeelding aangegeven. Let op de polariteit (+) en (–), die op de bodem van het batterijvakje staat aange­geven.
4. Schakel de AVR in door op Standby
2
te drukken, of met de ingangskeuze
!
op de
voorzijde, dan wel op de afstandsbediening op
AVR keuze
5
, of op een van de toetsen
Ingangskeuze
46
te drukken. De licht-
netindicatie
3
wordt nu groen ten teken dat
het apparaat ingeschakeld is en de display
Ú
licht op.
Gebruik van de in-beeld display
Het maken van de volgende instellingen gaat het eenvoudigste via de in-beeld display van het TV toestel of projectiescherm. Zo kan de huidige status van de AVR 3550 gemakkelijk worden afgelezen, wat prettig is bij het kiezen van de luidsprekers, de vertraging en andere instellin­gen. Om de in-beeld display te activeren dient een verbinding gemaakt te zijn tussen de video
monitor uitgang
op de achterzijde naar de composiet- of S-video ingang van uw TV of pro­jector. Om de in-beeld informatie van de AVR te kunnen zien, dient ook op de monitor/projector de juiste videobron gekozen te zijn.
BELANGRIJK: bij het bekijken van de in-beeld informatie op een op een projectie-TV is het van belang om deze niet te lang op het scherm te laten staan. Zoals bij alle videoschermen, maar
in het bijzonder bij projectoren, kan het continu weergeven van statische beelden als deze menu’s, of beelden van videospelletjes, perma­nent ‘inbranden’ van de beeldbuis of projector veroorzaken. Dergelijke schade valt niet onder de garantie van de AVR en vrijwel zeker ook niet onder die van de TV of projector.
De AVR 3550 heeft twee in-beeld weergavefunc­ties: ‘Semi-OSD’ (gedeeltelijk) en ‘Full-OSD’ (vol­ledig). Bij het configureren raden wij u aan Full­OSD functie te gebruiken. De volledige status en de opties verschijnen dan in beeld, wat het gemakkelijker maakt uit de beschikbare moge­lijkheden te kiezen en instellingen te maken. De Semi-OSD functie gebruikt slechts één regel. Denk er aan dat bij het Full-OSD (volledig inbeeld) de gekozen menu’s niet in de display
ÚN
verschijnen. Wordt het Full-OSD (volle-
dig) menusysteem gebruikt, dan verschijnt de aanwijzing OSD ONin de display
N
en
licht inbeeld display
M
op ten teken dat een
videodisplay gebruikt dient te worden.
Wordt het Semi-OSD systeem (gedeeltelijk in­beeld) gebruikt met de afzonderlijke configuratie­toetsen, dan in-beeld een enkele regel tekst met de huidige menukeuze te zien zijn. Deze keuze zal ook aangegeven worden in de Display N.
In-beeld display kiezen
Het Full-OSD (volledig) systeem is steeds beschikbaar door op de OSD
L
te druk-ken.
Wanneer u op deze toets drukt zal het hoofd­menu MASTER MENU(Afb. 1) verschijnen en kunnen instellingen gemaakt worden vanuit de individuele menu’s. Denk er aan dat de menu’s na de laatste handeling gedurende 20 seconden zichtbaar zullen blijven, waarna uit beeld verdwijnen. Deze tijd kan verlengd worden tot 50 seconden door naar het ADVANCED
SELECT menu te gaan en het item FULL OSD TIME OUTte wijzigen (zie pag. 34).
De Semi-OSD is ook beschikbaar als standaard systeeminstelling en kan worden uitgeschakeld via het ADVANCED SELECT menu. Zie pagina 34. Met het semi-OSD systeem kunnen direct correcties worden gemaakt, door op de toetsen op het frontpaneel of de afstandsbedie­ning te drukken om de gekozen instelling te maken als verderop uitgelegd wordt. Denk er aan dat directe correcties alleen gemaakt kun­nen worden wanneer de volledige in-beeld dis­play uitgeschakeld is.
Afbeelding 1
Instellingen per gebruikte ingang
De AVR 3550 heeft een modern geheugensys­teem waarmee verschillende instellingen voor de digitale ingang en de surround functie per ingang gemaakt kunnen worden. Deze flexibili­teit biedt de kans de manier waarop u elke bron wilt gebruiken in de AVR vast te leggen. Zo kunt u verschillende surround functies aan analoge en digitale ingangen en verschillende bronnen koppelen. Nadat deze instellingen zijn gemaakt zullen deze automatisch opgeroepen worden zodra een bron wordt gekozen.
Bij de standaard fabrieksinstellingen van de AVR 3550 zijn alle ingangen ingesteld op een analoge bron, met stereo als de surroundfunctie, plus de aanwezigheid van een subwoofer. Voordat het apparaat in gebruik wordt geno­men, zullen de instellingen voor de meeste ingangen waarschijnlijk gewijzigd dienen te worden, om ze correct te configureren voor het gebruik met digitale of analoge ingangen, en de aan de ingang gekoppelde surround functie. Denk eraan dat deze instellingen voor elke gebruikte ingang gemaakt dienen te worden, aangezien het geheugensysteem van de AVR 3550 de instellingen voor elke ingang afzonder­lijk opslaat. Anderzijds zullen eerst nieuwe instellingen gemaakt dienen te worden nadat de systeemcomponenten gewijzigd zijn.
Om dit proces snel en eenvoudig uit te voeren raden wij aan het Full-OSD (volledig) systeem met menu’s in beeld te gebruiken en stap voor stap alle ingangen te doorlopen.
De volgende items beschrijven de afzonderlijke instellingen voor elke ingang. Onthoud dat na het maken van de instellingen voor één ingang, deze alleen voor die ingang gelden en voor alle andere gebruikte ingangen afzonderlijke instel­lingen gemaakt moeten worden.
* MASTER MENU *
INPUT SETUP SURROUND SETUP SPEAKER SETUP OUTPUT ADJUST CHANNEL ADJUST ADVANCED EXIT
Page 19
SYSTEEMCONFIGURATIE 19
Instelling ingang
De eerste stap bij het configureren van de AVR 3550 is het kiezen van een ingang. Doe dit door zo vaak op ingangskeuze
!
op de voorzijde te drukken, tot de naam van de gewenste ingang in de display
N
verschijnt en de groe-
ne LED naast de naam van de ingang bij de
ingangsindicatie
Ô
oplicht. De ingang kan ook gekozen worden door op de overeenkomsti­ge ingangskeuze
46&
op de afstands-
bediening te drukken.
Wanneer u het Full-OSD (volledig in-beeld) sys­teem gebruikt om instellingen te maken, drukt u eenmaal op OSD
L
waarop het hoofdmenu
MASTER MENU(Afb. 1) verschijnt. Denk er aan dat de
cursor naast de regel van de
INPUT SETUP staat. Druk op instellen
F
om het menu te openen, waarna het
INPUT SETUP menu (Afb. 2) in beeld ver­schijnt. Druk op
/
E
tot de gewenste ingang gemarkeerd wordt en ook door een groe­ne LED oplicht bij de ingangsindicatie
Ô
op de voorzijde.Als de ingang gebruik maakt van de standaard links/rechts analoge ingang is er geen verdere instelling nodig.
Afbeelding 2
Indien een van de digitale ingangen gekoppeld moet worden aan de gekozen bron drukt u op
¤
D
op de afstandsbediening terwijl het
menu INPUT SETUP (Afb. 2) in beeld staat en de cursor gaat naar beneden, naar de regel DIGITAL IN. Druk zo vaak op
‹/›
E
tot de naam van de gewenste digitale
ingang verschijnt. Om terug te gaan naar de ANALOG ingang, drukt u op deze toetsen tot het woord ‘ANALOG’ verschijnt. Staat de gewenste ingang in beeld, druk dan weer op
¤
D
tot de u cursor naast RETURN TO
MENU, en druk op instellen
F
.
Om de digitale ingang die gekoppeld is aan de gekozen ingang kunnen op elk moment de dis­crete functietoetsen worden gebruikt en het semi-OSD systeem: druk op digitale ingangs-
keuze
ÒGop het frontpaneel of op de
afstandsbediening. Binnen vijf seconden wordt nu de ingang gekozen met instellen
5
op de
voorzijde, of met
/¤
D
op de afstandsbedie­ning tot de gewenste digitale of analoge ingang in de display
N
en in het onderste deel van de videodisplay die op de AVR is aangesloten. Druk tenslotte op instellen
F
om de nieuwe digi-
tale instelling op te slaan.
Opzet Surround
Is de instelling van de ingang voltooid, dan dient nog de gewenste surround functie voor die ingang gekozen te worden. Aangezien de sur­roundfuncties een kwestie zijn van persoonlijke smaak, bent u vrij in uw keuze – die bovendien later gewijzigd kan worden. Het Surround Functie Overzicht op pagina 26 kan u helpen de functie te kiezen die het beste past bij de geko­zen ingang. Het is het eenvoudigste om aanvan­kelijk voor de meeste analoge ingangen van de AVR Dolby Pro Logic II te kiezen en Dolby Digital voor de digitale ingangen. Voor ingangen zoals CD-speler, tape deck of tuner kan het best de stereofunctie worden gekozen, wanneer dat ten­minste de luisterfunctie is die voor de standaard stereobronnen wordt gebruikt. Voor die bronnen is het onwaarschijnlijk dat er materiaal met sur­roundcodering zal worden afgespeeld. Denk er aan dat er twee stereofuncties zijn, de gewone STEREO functie en de A/D MODE.In de STEREO functie zijn zowel de surround processor als de laagbewerking uitgeschakeld. Gebruik deze functie voor stereo wanneer de front luidsprekers op Large (groot) staan.
In de A/D MODE is de surround processor uitgeschakeld, maar de laagbewerking is actief. Gebruik deze instelling wanneer de luidsprekers die zijn aangesloten op de Front Luidspreker
Uitgangen
op Small (klein) staan, in combi-
natie met een actieve subwoofer op de Sub-
wooferuitgang
. Als alternatief kan de 5 Kanaals Stereo of Logic 7 Music functie worden gekozen voor stereo programmamateriaal.
De surround instellingen worden het gemakke­lijkst gemaakt via de Full-OSD (volledig) menu’s in beeld. Druk vanuit het hoofdmenu MASTER MENU (Afb. 1) op de
⁄/¤
D
tot
de cursor
naast het SURROUND SETUP
menu staat. Druk op instellen
F
tot het
SURROUND SETUP menu (Afb. 3 of 4) in beeld verschijnt.
Afbeelding 3
Afbeelding 4
Aangezien de fabrieksinstelling voor alle ingan­gen Stereo is zullen de woorden SURR OFF (surround uit) in eerste instantie gemarkeerd zijn (Afb. 3),tenzij er voor de zojuist geselecteerde ingang een andere surroundfunctie gekozen is. Om de surroundfunctie te wijzigen terwijl de cur­sor u naast de surroundregel staat, drukt u zo vaak op
E
tot de naam van de gewenste surroundfunctie gemarkeerd wordt.Terwijl de functie gewijzigd wordt, licht eveneens een groe­ne LED op naast de naam van de functie bij sur-
round functie indicaties
$
op het frontpa-
neel.
Merk op dat in de regels naast de items in de dis­play cijfers of streepjes verschijnen, afhankelijk van de vraag of deze parameter instelbaar is. Bijvoorbeeld, de vertraging ‘midden’ en de nacht­functie zijn alleen bij Dolby Digital instelbaar, en de vertragingstijd is alleen bij Dolby Digital en Dolby Pro Logic II instelbaar. De kantelfrequentie is in alle functies instelbaar. Merk eveneens op dat Dolby Digital en DTS alleen verschijnen als een keuzemogelijkheid is (Afb.4), dit echter pas nadat er eerst een digitale ingang gekozen is. Deze instellingen voor vertraging en nachtfunctie, die onafhankelijk zijn van de gekozen ingang, worden in de volgende paragraaf op deze pagina beschreven.
Om de surroundfunctie die is gekoppeld aan de gekozen ingang op een willekeurig moment te wijzigen, drukt u op Surroundfunctie
7
op het frontpaneel tot de gewenste functie in de display wordt aangegeven, of u drukt op
Surround
A
en u kiest de gewenste sur-
roundfunctie met
/¤
D
.
Instellingen voor andere ingangen
Nadat één ingang is ingesteld op analoge of digitale signalen en de surround functie, keert u terug naar de INPUT SETUP regel in het MASTER MENU en voert u de instellingen voor elke te gebruiken ingang in.
Systeemconfiguratie
* INPUT SETUP *
INPUT :VIDEO 1 DIGITAL IN:ANALOG RETURN TO MENU
* SURROUND SETUP *
SURROUND: SURR OFF
CENTER DELAY: MS SURR DELAY: MS NIGHT:    RETURN TO MENU
* SURROUND SETUP *
SURROUND: DOLBY DIGITAL CENTER DELAY: 0MS SURR DELAY: 00MS NIGHT: OFF MID MAX RETURN TO MENU
Page 20
20 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Instellingen onafhankelijk van de gekozen ingang
Nadat de bovengenoemde instellingen voor alle gebruikte ingangen in het systeem zijn gemaakt, blijven blijven de nu volgende instellingen, feite­lijk onafhankelijk van de gekozen ingang, onge­acht met welke ingang ze worden gemaakt.
Opzet luidsprekers
In dit menu wordt vastgelegd welk type luidspre­kers met de AVR worden gebruikt en is belang­rijk, daar deze instelling bepaalt welke luidspre­kers de lage frequenties (bas) toegevoerd zullen krijgen. Gebruik voor elke instelling hier de posi­tie LARGE (groot) wanneer traditionele luid­sprekers worden aangesloten die geschikt zijn voor frequenties beneden 100 Hz. Gebruik de instelling SMALL (klein) voor kleinere, satelliet­achtige luidsprekers die geen frequenties bene­den 100 Hz kunnen weergeven. Denk er aan dat bij toepassing van kleine luidsprekers voor front links en rechts, een subwoofer onmisbaar is voor het weergeven van de lage frequenties. Bij twijfel over de categorie waarin de luidsprekers thuisho­ren, de technische gegevens in de handleiding van de luidsprekers, of uw leverancier raadple­gen.
Bij het maken van de luidsprekerinstellingen kunt u het beste Dolby Pro Logic II gebruiken. Druk daar­voor op op Surround
7
op de voorzijde tot een Dolby Pro Logic II functie in de display wordt aan­gegeven, of druk op Surround
A
en kies een
Pro Logic II functie met A/V
/¤
D
. Denk er aan dat met de gekozen ingang alle luidsprekerinstel­lingen ook naar de andere surround functies geko­pieerd worden (zover mogelijk) en bij andere func­ties niet herhaald hoeven te worden, maar wel met elke gebruikte ingang.
1. Het wordt aanbevolen de juiste luidsprekerin­stellingen te maken via het SPEAKER SETUP menu (Afb. 5). Staat dat menu nog niet in beeld van de voorgaande instellingen, druk dan op in-beeld display
L
om het
MASTER MENU(Afb. 1) op te roepen, en druk tweemaal op
¤
D
zodat de cursor naar de regel SPEAKER SETUP gaat. Druk vervolgens op instellen
F
} om het SPEAKER
SETUP menu op te roepen (Afb. 5).
Afbeelding 5
2. Zodra het SPEAKERSETUP menu ver­schijnt staat de cursor
bovenaan de reeks luid-
sprekerposities, wijzend naar de regel LEFT/RIGHT (links/rechst) voor de instel-
ling van de linker en rechter front luidsprekers. Om de instelling van de front luidsprekers te ver­anderen drukt u op
/
E
zodat
LARGE (groot) of SMALL (klein) verschijnt, overeenkomend met de eerdere omschrijving.
Wanneer SMALL wordt gekozen, zullen de lage tonen voor de front kanalen alleen naar de subwooferuitgang gestuurd worden. Denk er aan dat bij deze instelling en zonder een subwoofer geen lage tonen van de front kanalen hoorbaar zullen zijn. Deze instelling is niet beschikbaar voor de stereo functie om een zo zuiver mogelij­ke weergave te krijgen door de wisselfilters van de DSP te passeren.
Wordt LARGE gekozen, dan wordt een full­range signaal naar de linker en rechter front kanalen gestuurd. Afhankelijk van de keuze voor het item SUBWOOFER in dit menu (zie below), kan het laag voor front links en rechts ook naar een subwoofer worden gestuurd.
Belangrijk: bij gebruik van een luidsprekerset met twee front satellieten en een passieve sub­woofer, aangesloten op de front luidspreke-
ruitgangen
, dan dienen de front luidspre-
kers ingesteld worden op LARGE.
3. Zodra de keuze voor de front luidsprekers is gemaakt drukt u op
¤
D
op de afstandsbedie-
ning om de cursor naar CENTER te verplaatsen.
4. Druk op
/
E
op de afstandsbedie­ning om de optie te kiezen die het beste de gebruikte centrum luidspreker omschrijft, als elders op deze pagina aangegeven.
Wordt SMALL gekozen, dan zullen de lage tonen voor het centrum kanaal naar de front kanalen gestuurd worden, mits deze zijn inge­steld op LARGE en de subwoofer is uitgescha­keld. Is de subwoofer ingeschakeld, dan zullen de lage tonen van het centrum kanaal uitsluitend naar de subwoofer gestuurd worden.
Is LARGE gekozen, dan wordt een volledig signaal naar de centrum uitgang gestuurd en bij analoge en digitale surround functies (uitgezon­derd bij Pro Logic II Music) wordt geen laag van het centrum kanaal naar de subwoofer uitgang gestuurd.
Is NONE gekozen (geen) dan wordt geen sig­naal naar de centrum uitgang gestuurd. De recei­ver staat dan in de 'fantoom' centrum functie en de informatie van het centrum kanaal wordt naar de linker en rechter front uitgangen gestuurd, terwijl het laag naar de subwoofer uitgang wordt gezonden, mits SW L/R+LFE op de SUBWOOFER regel is gekozen (zie hieronder).
Deze functie is nodig wanneer geen centrum luidspreker wordt gebruikt. Denk er aan dat voor gebruik van de Logic 7C surround functie een centrum luidspreker noodzakelijk is, maar Logic 7M werkt prima zonder.
5. Nadat de keuze voor het centrum kanaal is gemaakt, drukt u op
¤
D
op de afstandsbe-
diening om de cursor te verplaatsen naar SURROUND.
6. Druk op
/
E
op de afstandsbedie­ning om de optie te kiezen die het beste de sur­round luidsprekers in uw systeem omschrijft, op basis van de definities op deze pagina.
Is SMALL gekozen (klein), dan zal bij alle digitale surround functies en uitgeschakelde sub­woofer het laag voor surround naar de front luid­sprekers gestuurd worden; of naar de subwoofer uitgang wanneer deze is ingeschakeld. Bij analo­ge surround functies wordt de uitgang waar het laag achter naartoe wordt gestuurd bepaald door de gekozen functie en de instelling van de sub­woofer en de front luidsprekers.
Wanneer LARGE is gekozen wordt het volledi­ge frequentiebereik naar de surround kanalen gestuurd (bij alle analoge en digitale surround­functies) en, met uitzondering van de Hall en Theater functies, wordt geen laag van de sur­round kanalen naar de subwoofer gestuurd.
Wanneer NONE gekozen, dan zal de surround informatie verdeeld worden over de uitgangen links front en rechts front. Merk op dat voor opti­male weergave zonder surround luidsprekers gekozen dient te worden voor de Dolby 3 Stereo functie i.p.v. Dolby Pro Logic II.
7. Zijn de instellingen voor de surround kanalen gereed, druk dan op
¤
D
op de afstandsbe-
diening om de cursor te verplaatsen naar SUBWOOFER.
8. Druk op ‹/ ›
E
op de afstandsbedie­ning om de optie te selecteren die best uw sys­teem omschrijft.
De beschikbare keuzes voor de opstelling van de subwoofer worden bepaald door de instellingen voor de andere luidsprekers, vooral de front links en rechts posities.Wanneer de front links/rechts luidsprekers op SMALL staan wordt de sub- woofer automatisch op SUB gezet, wat bete­kent dat deze actief is.Wanneer de front links/rechts luidsprekers op LARGE staan, zijn drie opties beschikbaar:
• Is geen subwoofer aangesloten op de AVR, druk dan op
/
E
op de afstandsbedie-
ning, zodat NONE in het in-beeld menu ver­schijnt. Wordt deze optie gekozen, dan wordt alle laag informatie naar de front links/rechts ‘hoofd­luidsprekers’ gestuurd.
• Is wel een subwoofer aangesloten op de AVR, dan bestaat de optie de front links/rechts ‘hoofd’ luidsprekers het laag in alle gevallen te laten weergeven en de subwoofer alleen te activeren wanneer de AVR 3550 wordt gebruikt met een digitale bron die een speciaal Low Frequency Effects, of LFE geluidsspoor omvat. Dan kunnen zowel de hoofdluidsprekers als de subwoofer
* SPEAKER SETUP *
LEFT/RIGHT: SMALL CENTER : SMALL SURROUND : SMALL SUBWOOFER : SUB RETURN TO MENU
Page 21
SYSTEEMCONFIGURATIE 21
gebruikt worden voor het speciale laag van bepaalde films. Die optie wordt gekozen door op
/
E
op de afstandsbediening te drukken
zodat SW(LFE) in het in-beeld menu verschijnt.
• Wanneer een subwoofer is aangesloten en deze wordt gebruikt voor de laagweergave in combinatie met de hoofdluidsprekers front links/rechts, ongeacht het type programmabron of de gekozen surroundfunctie, druk dan op
/
E
op de afstandsbediening waarop SW
L/R+LFE in het in-beeld menu verschijnt. Is
deze optie gekozen, dan wordt een ‘compleet’ signaal naar de front links/rechts ‘hoofd’ luid­sprekers gestuurd en krijgt de subwoofer de lage frequenties van de front links en rechts beneden de frequentie die bij de hierna volgende instelling in dit menu wordt gekozen.
9. Wanneer alle luidsprekerkeuzes zijn gemaakt drukt u op
¤
D
en vervolgens op instellen
F
om terug te gaan naar het hoofdmenu.
10. De luidsprekerinstelling kan op elk moment gewijzigd worden zonder het Full-OSD (volledig) menu in beeld op te roepen, door op luidspre-
kerkeuze
Ù
op het frontpaneel of op !op
de afstandsbediening te drukken. Dan verschijnt FNT SPKR onderin het beeld en in de
display
N
.
Druk nu binnen vijf seconden op
‹/›
5
of op
⁄/¤
D
op de afstandsbediening om een
andere luidsprekerpositie te kiezen, of druk op
instellen
ÓFom de instelling van de front
luidsprekers links en rechts te wijzigen.
Nadat op instellen
ÓFis gedrukt en het
systeem gereed is voor het wijzigen van de instelling voor de front luidsprekers, geven de in­beeld display en de display
N
F-LARGE of
F-SMALL aan, afhankelijk van de huidige
instelling. Druk op instellen
5
op het frontpa-
neel, of op de
⁄/¤
D
op de afstandsbedie­ning tot de gewenste instelling wordt aangege­ven, gebruik makend van de eerder gegeven aan­wijzingen omtrent ‘grote’ en ‘kleine’ luidsprekers, en druk dan op instellen
ÓF.
Indien nog een ander luidsprekerpositie dient te worden gewijzigd, drukt u op
‹/›
5
op het
frontpaneel of op
⁄/¤
D
op de afstandsbe­diening om een andere luid-sprekerpositie te kie­zen, vervolgens drukt u op instellen
ÓFen
dan op instellen
5
op het frontpaneel, of op
de
⁄/¤
D
op de afstandsbediening tot de gewenste luidsprekerpositie wordt aangegeven, en tenslotte weer op instellen
ÓFom de
keuze te bevestigen.
Om u te helpen bij het maken van deze instellin­gen veranderen de indicaties
luidspreker/kanaal functie
Q
telkens wan­neer een luidsprekertype voor een bepaalde posi­tie kiest. Licht alleen het binnenste symbool op dan is op SMALL ingesteld. Wanneer het middel­ste vakje en de twee buitenste vakjes met cirkel-
tjes erin verlicht zijn, dan is de luidspreker op LARGE ingesteld. Wanneer geen indicatie voor een luidsprekerpositie verschijnt, dan is die posi­tie op NONE of ‘geen luidspreker’ ingesteld.
Opmerking: deze symbolen zijn niet zichtbaar bij het corrigeren terwijl het volledig in-beeld luidspreker setupmenu actief is.
Als voorbeeld zijn in Afbeelding 6 hieronder, de luidsprekers links en rechts vooraf ingesteld op LARGE, de centrum, links surround en rechts sur­round luidsprekers staan op SMALL en de sub­woofer is actief.
Afbeelding 6
Vertraging
Alleen voor de Dolby Digital of Dolby Pro Logic II functies dient de vertragingstijd ingesteld te wor­den. Denk er aan dat de vertragingstijd voor andere functies niet instelbaar is.
Belangrijk: is de vertragingstijd eenmaal voor een bepaalde ingang ingesteld, dan geldt die ook voor alle andere ingangen. De surround ver­tragingstijd wordt alleen ingesteld voor de Dolby Pro Logic II of de Dolby Digital functie. De overi­ge instellingen worden automatisch gemaakt.
Vanwege de verschillende afstanden van de luis­terpositie tot de front luidsprekers en de sur­round luidsprekers, is ook de tijd die het geluid nodig heeft om uw oren te bereiken verschillend. Door gebruik te maken van de vertraging kunnen deze verschillen in luidsprekerpositie en kame­rakoestiek in uw luisterruimte of home theater gecompenseerd worden.
De fabrieksinstelling is geschikt voor de meeste luisterkamers, maar in sommige gevallen zijn de afstanden tussen de front en de surround luid­sprekers ongebruikelijk en dat kan tot gevolg hebben dat het geluid van de front kanalen geen eenheid meer vormt met de surround kanalen.
Om de eenheid tussen front, centrum en surround te herstellen gaat u als volgt te werk:
1. Meet de afstand in meters tussen de luister/kijk-positie tot de front luidsprekers.
2. Meet de afstand tussen de luister/kijkpositie tot de surround luidsprekers.
3. Bereken het verschil tussen de afstand tot de front luidsprekers en de afstand tot de surround luidsprekers en vermenigvuldig dit met 3.
a. De optimale vertragingstijd voor Dolby Digital
surround is het resultaat van dat sommetje. Voorbeeld: de front luidsprekers staan op 3 m afstand en de surround luidsprekers op 1 m. De optimale vertraging wordt nu berekend als (3-1) x 3 = 6. De vertraging voor Dolby Digital wordt in dit voorbeeld ingesteld op zes milliseconden.
b. Bij het instellen van de vertraging voor Dolby
Pro Logic II, neemt u het resultaat van boven­staande berekening en u telt daar 15 bij op voor de optimale vertragingstijd. Als de front luidsprekers bijvoorbeeld op een afstand van 3 m staan en de surround luidsprekers op 1 m, wordt de optimale vertraging berekend als (3-1) x 3 + 15 = 21. In dit voorbeeld zal de Dolby Pro Logic II vertraging dus worden inge­steld op (afgerond) twintig milliseconden.
OPMERKING: De DTS, Logic 7, 5 Kan. Stereo, Hall en Theater functies maken gebruik van een vaste, niet instelbare vertragingstijd.
De Dolby Digital functie omvat ook een afzonder­lijke instelling voor de vertraging van het centrum kanaal, aangezien de individuele aard van deze signalen de opstelling van de centrum kanaal luid­spreker kritischer maakt. Om de vertraging voor het centrum kanaal te berekenen, meet u de afstand vanaf favoriete luisterpositie in het midden van de kamer tot zowel de centrum kanaal luid­spreker, èn de linker of rechter front luidspreker.
Zijn de afstanden gelijk, dan is geen verdere instelling nodig en kan de centrum vertraging op nul blijven staan. Is de afstand tot de front luid­sprekers groter dan de afstand tot de centrum luidspreker, dan kan het nodig zijn dat u de luid­sprekers verplaatst door de front luidsprekers links en rechts dichter bij de luisterpositie, dan wel de centrum luidspreker verder van de luister­positie af te zetten.
Wanneer verplaatsen van de luidsprekers niet mogelijk is, corrigeer dan de vertragingstijd voor de centrum luidspreker door een milliseconde toe te voegen voor elke 30 cm die de centrum luid­spreker dichter bij de luisterpositie staat dan de front luidsprekers.Voorbeeld: wanneer de front luidsprekers links en rechts elk 3 m van de luis­terpositie af staan en de centrum luidspreker 2,4 m, dan wordt de vertraging berekend als 300 cm –240 cm = 60 cm, waardoor dus een optimale centrum vertraging van 2 milliseconden wordt aanbevolen.
Om de vertragingstijd in te stellen gaat u uit van het hoofdmenu, MASTER MENU (Afb. 1). Staat het systeem nog niet in dat menu, druk dan op in-beeld display
L
om het hoofdmenu op te roepen. Om de vertraging voor de Dolby Digital functie in te stellen (inclusief de centrum vertraging en de automatische instelling van de surround vertraging voor Dolby Pro Logic II), druk op instellen
F
en kies een willekeurige digi-
tale ingang en de Dolby Digital surround functie
Systeemconfiguratie
LR
SL SR
C
LFE
Page 22
22 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
(de surround functie gecombineerd met elke gekozen ingang wordt aangegeven met de sur-
round functie indicaties
$
op de voorzijde),
en keer terug naar het hoofdmenu. Druk op
¤
D
en op instellenFom het surround
menu op te roepen en druk eenmaal op
¤
D
.
Zodra de Dolby Digital functie is gekozen staat de cursor u op CENTER DELAY. Druk op
/
E
tot de uitkomst van de eerder uit-
gevoerde berekening in de display staat. Nadat de CENTER DELAY (centrum vertraging) is ingevoerd drukt u eenmaal op
¤
D
om naar
de SURR DELAY regel te gaan om de ver­traging voor de surround luidsprekers in te stel­len. Druk op
/
E
tot het eerder bere­kende cijfer voor de Dolby Digital surround func­tie in de display verschijnt verschijnt. Zie pagina
21. Is de instelling van de vertragingen voltooid, druk dan op
¤
D
om naar het volgende item
te gaan (Nachtfunctie, zie verderop).
Denk er aan dat de instelling van de vertraging op elk gewenst moment gecorrigeerd kan wor­den wanneer Dolby Digital of Dolby Pro Logic II in gebruik zijn, door op vertraging (delay)
op de voorzijde, of . Druk vervolgens op ‹/›
5
op het front of op
⁄/¤
n op de afstands-
bediening om het centrum kanaal of de achter kanalen voor correctie te kiezen, en druk dan op
Instellen
Ó
op de afstandsbediening, gevolgd
door instellen
5
op de voorzijde tot de
gewenste waarde in de display
N
verschijnt.
Nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital die een speciale bewerking gebruikt om het dyna­misch bereik en de verstaanbaarheid van het film­geluid te behouden, terwijl het piekniveau begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotse­ling pieken anderen storen, zonder dat de impact van de digitale bron al te zeer wordt aangetast. Merk op dat de nachtfunctie alleen beschikbaar is bij weergave van Dolby Digital surround.
Om de nachtfunctie vanuit het menu in te stellen, wordt de cursor u naar de regel Night (nacht) van het SURROUND SETUPmenu verplaatst. Druk vervolgens op
/
E
om
te kiezen uit de volgende instellingen:
OFF (uit): wanneer OFF (uit) is gemarkeerd, werkt de nachtfunctie niet.
MID (medium): wanneer MID (medium) gemarkeerd is wordt een geringe compressie toegepast worden.
MAX: wanneer MAX gemarkeerd is wordt een sterke compressie toegepast.
Bij gebruik van de nachtfunctie raden wij u aan de MID (medium) instelling als uitgangspunt te kiezen en later, indien nodig, om te schakelen op MAX.
Denk er aan dat de nachtfunctie op elk moment direct kan worden gecorrigeerd mits Dolby Digital is gekozen met Nachtfunctie
B
. Door
op deze toets te drukken verschijnt D-R (Dynamic Range) onderin beeld en in de display
N
. Druk binnen vijf seconden op
⁄/¤
D
om
de gewenste instelling te kiezen en druk dan op
Instellen
F
om de keuze te bevestigen.
Wanneer alle instellingen voor de surroundfunc­tie gemaakt zijn drukt u op
⁄/¤
D
zodat de u
cursor naast RETURN TO MENU staat en u drukt op instellen
F
om terug te gaan naar
het hoofdmenu.
Uitgangsniveau
Het instellen van de uitgangsniveaus is een belangrijk onderdeel van het configuratieproces bij een surround sound product. Het is in het bij­zonder belangrijk bij een Dolby Digital ontvanger als de AVR, aangezien de juiste uitgangssignalen ervoor zorgen dat het filmgeluid met de juiste richting en intensiteit wordt weergegeven.
OPMERKING: luisteraars zijn vaak onzeker over werking van de surround kanalen. Sommigen menen dat er altijd geluid uit alle luidsprekers moet komen, terwijl er juist voor het merendeel van de tijd weinig of geen geluid uit de surround kanalen komt. Dat komt omdat ze alleen gebruikt worden wanneer een regisseur of geluidstechnicus daar specifiek een geluid toe­voegt om een klankbeeld te creëren, een geluidseffect of een actie te laten bewegen van het front van de kamer naar de achterzijde. Wanneer de uitgangsniveaus correct zijn inge­steld, is het normaal dat de surround luidspre­kers slechts zo nu en dan actief zijn. Het volume van de achter luidsprekers extra verhogen kan juist de illusie van een omringend klankbeeld teniet doen, in afwijking van de manier waarop het geluid in een bioscoop of concertzaal wordt ervaren.
BELANGRIJK: Het uitgangsniveau kan apart worden ingesteld voor elke digitale en analoge surround functie. Daarmee kunnen niveauver­schillen tussen de luidsprekers gecompenseerd worden, en tevens kunnen verschillen afhanke­lijk van de gekozen surround functie, of het niveau van bepaalde luidsprekers naar eigen inzicht verhoogd of verlaagd worden, afhankelijk van de gekozen surround functie. Denk er aan dat correcties voor een willekeurige surround­functie ook effectief zijn met alle ingangen die gebruik maken van dezelfde surroundfunctie.
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aan­gesloten. Het systeemvolume dient aanvankelijk geheel terug draaien. Zorg er tenslotte voor dat
balans
&
in het midden staat ‘op 12 uur’.
Gebruik EzSet
Met de exclusieve EzSet afstandsbediening van Harman Kardon kunnen de uitgangsniveaus van de AVR 3550 snel en nauwkeurig worden inge­steld, zonder gebruik te hoeven maken van een geluidsdrukmeter, hoewel ook een handinstel­ling beschikbaar is.Voor een snelle en gemakke­lijke instelling de onderstaande procedure vol­gen terwijl u op de luisterpositie heeft plaatsge­nomen:
1. Controleer of alle luidsprekers op de juiste manier zijn geconfigureerd op LARGE en SMALL als eerder beschreven en schakel zonodig de in­beeld display uit.
2. Stel het volume zo in dat 15wordt aange­geven, als aangegeven in de in-beeld display en de display
N
.
3. Kies een ingang met de Dolby Pro Logic II sur­roundfunctie.Vergeet niet dezelfde correcties te maken met alle andere surroundfuncties gecom­bineerd met de gebruikte ingangen.
4. Maak eerst een niet-automatische test: schakel het interne testsignaal in door op test-
signaal
8
te drukken. U hoort een testsignaal (ruis) dat in de richting van de klok van de ene naar de andere luidspreker wordt geschakeld.
Luister goed of het geluid uit de positie van de luidspreker komt die in de display
N
wordt aangegeven, terwijl de luidsprekers een voor een in de display worden aangegeven, als aangege­ven in het Output Adjust Menu, zie afbeelding 7 op de volgende pagina. Klopt het hoorbare geluid NIET met de aangegeven positie, schakel de AVR dan uit met de netschakelaar
1
en controleer de luidsprekeraansluitingen om er zeker van te zijn dat elke luidspreker met de juis­te uitgang is verbonden. Aan het einde van het instellen schakelt u het testsignaal uit door nog­maals op Testsignaal
8
te drukken.
5. Houd de afstandsbediening voor u op armlengte om er zeker van te zijn dat de EzSet
sensor microfoon
(
niet wordt afgedekt. De microfoon bevindt zich op de voorzijde van de afstandsbediening en richt hem op de AVR, niet verticaal zoals u met een gewone microfoon zou doen.
6. SPL indicatie
%
3 seconden indrukken en
vasthouden. Loslaten zodra de programma/
SPL indicatie
2
niet meer knippert en het
testsignaal uit de linker front luidspreker komt.
7. Op dat moment neemt EzSet over en wordt het uitgangsniveau van elk kanaal ingesteld zodat ze allen gelijk zijn en op de referentie zijn ingesteld. Dit proces duurt een paar minuten, afhankelijk van de benodigde correcties.
Page 23
SYSTEEMCONFIGURATIE 23
8. Tijdens het instellen kan het kanaal dat wordt gecorrigeerd, worden afgelezen in zowel de in-beeld display (indien actief) als in de display
N
, met een indicatie van de instelling ten opzichte van het gekozen volume. Bij het instel­len worden een paar zaken geregeld:
• De kanaalpositie die gecorrigeerd wordt knip­pert in de luidspreker/kanaal functie
Q
. Hoort u het signaal uit een andere luidspreker dan die welke wordt aangegeven, dan is er een fout gemaakt bij het aansluiten van de luidspre­kers. In dat geval drukt u TWEEMAAL op test-
signaal
8
om het instellen te stoppen. Schakel het apparaat vervolgens uit en contro­leer alle luidsprekeruitgangen

.
• Wanneer om te beginnen het linker front kanaal wordt ingesteld zal EzSet het basisniveau instellen, als aangegeven met de indicatie FL in de display
N
en in beeld, voor het basisni­veau. Tijdens het instellen hoort u het testsignaal pulseren of klikken wanneer EzSet het niveau wijzigt. Dit is normaal.
• Bij het instellen van de overige kanalen verschijnen het bewuste kanaal en de instelling in de in-beeld display (indien actief) en in de
display
N
. Terwijl het niveau wordt aangepast
verandert de kleur van de programma/SPL
indicatie
2
in relatie tot het verschil met de referentie. Rood geeft aan dat het niveau te hoog is, amber is te laag. Groen tenslotte geeft aan dat het niveau juist is en het testsignaal gaat naar het volgende kanaal.
• Terwijl de instellingen worden gemaakt knippert de rode LED onder de AVR keuze
5
.
Dat is normaal en geeft aan dat EzSet actief is.
9. Nadat het testsignaal eenmaal alle kanalen heeft behandeld, gaat het nogmaals rond om het niveau van alle kanalen te controleren.
10. Bij het afsluiten van de kanaalinstellingen knippert AVR keuze
5
tweemaal en dooft, het testsignaal wordt uitgeschakeld en de AVR keert terug naar normaal gebruik.
Handinstelling uitgangsniveau
De uitgangsniveaus kunnen ook met de hand worden ingesteld, hetzij om ze met een SPL meter zelf in te stellen, dan wel om fijninstellin­gen te maken ten opzichte van de niveaus die de EzSet afstandsbediening heeft gemaakt. Handinstelling is het gemakkelijkst via het OUTPUT ADJUST menu (Afb. 7). Staat het hoofdmenu nog in beeld druk dan op
¤
D
tot
de in-beeld
cursor naast OUTPUT
ADJUST staat. Bent u niet in het hoofdmenu,
druk dan op in-beeld display
L
om het
MASTER MENU(Afb. 1) op te roepen en druk vervolgens driemaal op
¤
D
zodat de
cursor u op de regel uitgangsniveaus staat. Druk op instellen
F
om het OUTPUT
ADJUST menu in beeld te laten verschijnen.
Afbeelding 7
Zodra het menu verschijnt zult een testsignaal (ruis) in de kamer horen. Deze testruis gaat van luidspreker naar luidspreker, met de klok mee. De testruis zal gedurende twee seconden op elke luidspreker te horen zijn, voordat deze ver­der gaat, tevens zal er een knipperende cursor in beeld, naast de naam van elke luidsprekerpositie verschijnen wanneer het geluid bij die luidspre­ker is. Draai nu het volume omhoog tot u de ruis goed kunt horen.
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel lager niveau heeft dan normale muziek dient u het volume, na de instelling van alle kanalen, terug te nemen. Het juiste volume dient weer hersteld te zijn VOORDAT u terugkeert in het hoofdmenu en het testsignaal uitgeschakeld wordt.
Nadat u de luidsprekerposities gecontroleerd heeft, laat u het testsignaal weer rondgaan en luistert u of een kanaal luider klinkt dan de andere. Met de front luidspreker links als refe­rentie drukt u op
⁄/¤
D
op de afstandsbe­diening om alle luidsprekers op hetzelfde niveau te brengen. Merk op dat drukken op
‹/›
E
het testsignaal op dat kanaal zal blijven om de tijd te geven de afregeling te maken. Laat u de toets los dan gaat de ruis na vijf seconden weer rond. De cursor
u in beeld kan ook direct
naar de af te regelen luidspreker verplaatst wor­den met de
⁄/¤
D
toetsen op de afstands-
bediening.
Ga door met het regelen van de afzonderlijke luidsprekers tot ze alle hetzelfde volume hebben. Merk op dat de regelingen alleen gemaakt die­nen te worden met
‹/›
E
op de
afstandsbediening, NIET met de volumeregeling.
U kunt de uitgangsniveaus ook met de hand instellen en gebruik maken van de niveau indica­tie op de EzSet afstandsbediening. Om de sensor en de indicatie te activeren drukt u op SPL
indicatie
%
op de afstandsbediening terwijl
het testsignaal rondgaat. De programma/SPL
indicatie
2
verandert van kleur om het
niveau aan te geven.
Stel het niveau in als hierboven aangegeven tot de LED groen oplicht voor alle kanalen. Rood betekent dat het niveau te hoog is en amber is te laag. Druk op SPL
%
om de sensor en de
indicatie uit te schakelen.
OPMERKING: het uitgangsniveau van de sub­woofer kan niet gecorrigeerd worden met behulp van het testsignaal. Om het niveau van de subwoofer te corrigeren volgt u de stappen voor het instellen van het uitgangsniveau op pagina 30.
Systeemconfiguratie
* OUTPUT ADJUST *
FRONT LEFT : 0dB CENTER : 0dB FRONT RIGHT: 0dB SURR RIGHT : 0dB SURR LEFT : 0dB RETURN TO MENU
Page 24
24 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Wanneer alle kanalen hetzelfde niveau hebben is de afregeling gereed. Zet nu met volume
(
#
het niveau op ca. –40 dB, anders zal het afspeelniveau te hoog zijn zodra de muziek begint te spelen. Om dit menu te verlaten drukt u op
⁄/¤
D
tot de cursor u in beeld naast
de regel RETURN TO MENU staat en u drukt op instellen
F
om het testsignaal uit te schakelen en terug te keren naar het hoofd­menu. De uitgangsniveaus kunnen ook afgere­geld worden door de afzonderlijke toetsen en het Semi-OSD systeem te gebruiken. Om op deze manier de uitgangsniveaus te regelen drukt u op
testsignaal
#8. Vanaf het moment dat u
op de toets drukt gaat het testsignaal, zoals eer­der beschreven, rond. Het juiste kanaal vanwaar u het testsignaal wilt horen, wordt aangegeven in het onderste derde deel van het beeld en in de display
N
. Als een extra aanwijzing wordt het juiste kanaal, terwijl het testsignaal rond­gaat, ook aangegeven door de
luidspreker/kanaal keuze
Q
, door een knip-
perende letter in het correcte kanaal. Draai het
volume
(#hoger tot u de ruis duidelijk
kunt horen.
Om het uitgangsniveau te regelen drukt u op
insteltoetsen
5
op het frontpaneel of op de
‹/›
E
tot het gewenste niveau in de dis­play of in beeld wordt aangegeven. Zodra u de toetsen loslaat gaat het testsignaal na vijf seconden opnieuw rond.
Wanneer alle kanalen hetzelfde uitgangsniveau hebben, zet u met volume
(#het niveau
op ca. –40 dB, anders zal het afspeelniveau te hoog zijn zodra de muziek begint te spelen. Daarna drukt u op testsignaal
#8om de
testtoon uit te schakelen en het proces af te ron­den.
BELANGRIJK: De afregeling van het uitgangs­niveau zal niet effectief zijn voor alle ingangen, maar alleen voor de werkelijk geselecteerde sur­roundfuncties. Om ook effectief te zijn voor een andere functie, kiest u die functie (met welke ingang dan ook) en u herhaalt de boven omschreven inregeling. Zo kunt u verschillen in niveaus tussen luidsprekers, die per surround­functie kunnen verschillen, compenseren, of het niveau van bepaalde luidsprekers opzettelijk ver­hogen of verlagen, e.e.a. afhankelijk van de gekozen surroundfunctie.
OPMERKING: niveau inregeling is niet beschik­baar voor de VMAx of Surround uit functie, aan­gezien er geen surround luidsprekers gebruikt worden (en er dus geen niveauverschillen kun­nen optreden tussen luidsprekers in dezelfde kamer). Maar om niveauverschillen te compen­seren tussen stereo,VMAx en andere surround­functies (onafhankelijk van de gekozen ingang) kunnen de uitgangen ingeregeld worden met de procedure voor fijnregeling van de niveaus, zie pagina 30, ook voor de Surround uit en VMAx functies. Zodra de op de vorige pagina beschre­ven instellingen zijn gemaakt kan de AVR gebruikt worden. Hoewel er nog extra instellingen gemaakt kunnen worden, dient dit bij voorkeur te gebeuren nadat naar meerdere bronnen heeft geluisterd met verschillende soorten bronmateri­aal. Deze geavanceerde instellingen worden op pag. 33-34 van deze handleiding beschreven. Bovendien kan elke instelling die u in het begin gemaakt heeft, later gewijzigd worden.
Bij het toevoegen van nieuwe of andere bronnen of luidsprekers, of u wilt de instelling corrigeren naar uw eigen smaak, volg dan eenvoudig de aanwijzingen voor het veranderen van de para­meter als hiervoor beschreven. Denk er aan dat alle wijzigingen op elk moment ook bij gebruik van afzonderlijke toetsen in het geheugen van de AVR, ook wanneer deze geheel wordt uitge­schakeld, tenzij deze wordt gereset (zie pagina
40). De instellingen worden bepaald door de gekozen ingang (analoge/digitale ingangskeuze, surroundfunctie) of door de gekozen surround­functie (luidsprekerniveau), als op de voorgaan­de pagina’s beschreven.
Nu u klaar bent met de instelling en configuratie van de AVR staat u op het punt het beste in muziek en home theater weergave te beleven. Veel plezier!
Page 25
BEDIENING 25
Bediening
Basisbediening
Nadat u de installatie en de configuratie van de AVR 3550 heeft voltooid, kan het apparaat in gebruik worden genomen en kunt u ervan gaan genieten. Voor optimaal plezier van uw nieuwe receiver gaat u als volgt te werk:
Inschakelen van de AVR
Wanneer u de AVR voor het eerst in gebruik neemt drukt u netschakelaar
1
op het front­paneel in om het apparaat in te schakelen. Het apparaat komt dan in de standby positie, als aangegeven door de oranje kleur van de
lichtnetindicatie
3
. Vanuit de standby positie
kan het apparaat worden ingeschakeld door op
standby
2
of op ingangskeuze!op het
frontpaneel te drukken, of op AVR keuze
5
.
Merk op dat de lichtnetindicatie
3
groen wordt. Het apparaat schakelt nu in op de laatst gebruikte bron. Het apparaat kan ook ingescha­keld worden door op één van de ingangskeuze
46&
toetsen te drukken op de afstands-
bediening.
OPMERKING: na op ingangskeuze
4
gedrukt te hebben, drukt u op AVR keuze
5
om de afstandsbediening de AVR functie te laten besturen.
Om het apparaat uit te schakelen aan het einde van een luistersessie drukt u eenvoudig op
standby
2
op het frontpaneel of op uitscha-
kelen
3
op de afstandsbediening. De voeding
naar een apparaat op de geschakelde licht-
netuitgang
op de achterzijde is aangeslo-
ten, zal spanningsloos worden en de
lichtnetindicatie
3
wordt oranje.Als de afstandsbediening gebruikt wordt om het apparaat uit te schakelen, gaat het systeem eigenlijk in standby, als wordt aangegeven door de oranje kleur van de lichtnetindicatie
3
.
Bent u gedurende langere tijd afwezig, dan is het verstandig om het apparaat helemaal uit te zetten met de netschakelaar1.
OPMERKING: alle voorkeurposities in het geheugen kunnen verloren gaan wanneer het apparaat langer dan twee weken spanningloos blijft of de netschakelaar
1
uit staat.
Gebruik sluimerfunctie
• Om de AVR 3550 te programmeren voor automatische uitschakeling, drukt u op
sluimerfunctie
9
op de afstandsbediening. Telkens wanneer op deze toets wordt gedrukt wordt de tijd tot het uitschakelen verkorten in de volgende reeks:
De sluimerfunctie wordt aangegeven onder
voorkeurpositie/sluimertijd
R
en telt terug
tot de tijd verstreken is.
Wanneer de ingestelde sluimertijd is verstreken wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld (standby). Denk er aan dat de helderheid van de display wordt gehalveerd zodra een sluimertijd is geprogrammeerd. Om de sluimerfunctie te laten vervallen drukt u op sluimerfunctie
9
tot de display terugkeert naar de normale sterkte en de indicatie Sluimer in de display
N
weer op
"0" staat.
Ingangskeuze
• Om een bron te kiezen drukt u op een van de
ingangskeuze
46&
op de afstandsbe-
diening.
OPMERKING: na op ingangskeuze
4
gedrukt te hebben, drukt u op AVR keuze
5
om de afstandsbediening de AVR functie te laten besturen.
• De bron kan ook gewijzigd worden door op
ingangskeuze
!
op het frontpaneel te drukken.Telkens wanneer u de toets indrukt zal de volgende bron in de reeks beschikbare bronnen gekozen worden.
• Wanneer een andere ingang wordt gekozen schakelt de AVR 3550 automatisch naar de digi­tale ingang (indien gekozen) en de surround­functie het configureren voor die bron is gepro­grammeerd.
• Wanneer er een andere bron wordt gekozen, zal de naam van deze bron tijdelijk onderin beeld verschijnen. De naam verschijnt ook in de
display
N
, en een groene LED licht op naast de
naam van de bron bij de ingangsindicatie
Ô
.
• Wanneer een pure audiobron (tuner, CD, tape, 6 kanaals directe ingang) wordt gekozen, blijft de laatst gebruikte video ingang verbonden met de video 1 uitgangen
en video monitor
uitgang
. Zo kan tegelijkertijd naar verschil-
lende bronnen worden gekeken en geluisterd.
Gebruik hoofdtelefoon
• Stel het volume naar wens in met volume
(
op het frontpaneel of volume hoger/lager
#
op de afstandsbediening.
• De regelaar balans
&
wordt gebruikt om de onderlinge klankbalans tussen de front luidsprekers links en rechts in te stellen.
• Om alle luidsprekers tijdelijk uit te schakelen druk u op de toets muting
'
. Dit zal het sig­naal naar alle luidsprekers en de hoofdtelefoon onderbreken, maar heeft geen invloed op een lopende opname of kopiëren. Druk nogmaals op
muting
'
om het geluid weer in te schake-
len.
• Tijdens het luisteren kunt u de klankregeling
laag
^
en de klankregeling hoog
*
gebruiken het geluid naar eigen smaak in te stellen of de kamerakoestiek te compenseren. Merk op dat deze regelaars geen invloed hebben bij gebruik van de 6-kanaals directe ingang.
• Om een ‘rechte’ frequentiekarakteristiek te krijgen en de klankregeling en de balans van de AVR uit te schakelen drukt u op klankregeling
in/uit
6
zodat de indicatie TONE OUT tijde-
lijk in de display
N
verschijnt. Om de regeling
weer in te schakelen drukt u nogmaals op
klankregeling in/uit
6
zodat TONE I N
tijdelijk in de display
N
verschijnt.
• Om alleen te luisteren sluit u een hoofd­telefoon met 6,3 mm stereo jackplug aan op de
hoofdtelefoonuitgang
4
op het front­paneel. Merk op dat wanneer de plug van de hoofdtelefoon wordt aangesloten, het woord HEADPHONE kort door de display
N
loopt en dat alle luidsprekers uitgeschakeld worden. Wanneer de plug wordt uitgetrokken zullen de luidsprekers weer ingeschakeld worden.
90
min80min70min60min50min
40
min
30
min20min10min
OFF
Page 26
FUNCTIE EIGENSCHAPPEN BEREIK VERTRAGINGSTIJD
DOLBY DIGITAL Alleen beschikbaar met digitale bronnen, Dolby Digital gecodeerd. Maximaal vijf Midden: 0 – 5 ms
audiokanalen en een speciaal kanaal voor Low-Frequency Effects. Standaard: 0 ms
Surround: 0 – 15 ms Standaard: 0 ms
DTS Alleen met digitale bronnen DTS gecodeerd. Beschikbaar op speciale DVD, LD en Vertragingstijd niet instelbaar.
audiodiscs. Maximaal vijf audiokanalen en een speciaal kanaal voor Low Frequency Effects.
Dolby Pro Logic II
LOGIC 7 C Een nieuwe functie die in elke opname, stereo of surround, de surroundinformatie optimaal Vertragingstijd niet instelbaar. LOGIC 7 M benut. Bij surround materiaal is de plaatsing nauwkeuriger, overgangen en bewegingen
rustiger en realistischer dan bij andere decodertechnieken. Logic 7 vergroot de ruimtelijkheid en vergroot het toneel bij conventionele stereo- en muziekprogramma’s door de natuurlijke informatie in stereo-opnamen te gebruiken. Logic 7C of Cinema is bedoeld voor filmgeluid. Logic 7M of Muziek is bedoeld voor muziek.
DOLBY 3 STEREO Gebruikt de informatie van een surround of tweekanaals stereoprogramma om het Geen surround kanalen.
centrumkanaal te creëren. Bovendien de achter surround informatie zorgvuldig gemixt met de front kanalen links en rechts, voor meer realisme. Voor gebruik zonder surround-luidsprekers, maar met een centrum luidspreker.
THEATER De THEATER functie zorgt voor een geluidsbeeld dat overeenkomt met het standaard Vertragingstijd niet instelbaar.
akoestische klankbeeld in een theater met stereo en zelfs puur mono bronnen.
HALL 1 De beide zaalfuncties komen overeen met een kalne zaal (HALL 1) en een Vertragingstijd niet instelbaar. HALL 2 middelgrote concertzaal (HALL 2), met stereo en zelfs puur mono bronnen.
VMAx Near Bij gebruik van alleen de beide front luidsprekers biedt de gepatenteerde Harman Kardon Geen surround kanalen. VMAx Far VMAx een driedimensionaal beeld met de illusie van fantoom luidpsrekers op centrum en
surround posities.VMAx N (near field) is voor luisteren op minder dan 1,5 meter van de luidsprekers;VMAx F (far field) voor luisteren op meer dan 1,5 meter afstand.
5 Kanaals stereo Maakt gebruik van meerdere luidsprekers om een stereosignaal zowel voor als achter in Geen vertraging in deze functie.
de kamer te positioneren. Ideaal bij een party, plaatst hetzelfde geluid in front links als surround links, en in front rechts en surround rechts. Het centrum kanaal krijgt een mono somsignaal van het in-fase material van links en rechts.
Surround uit Deze functie schakelt alle surround processing en de laagbewerking uit. Dit zorgt voor Geen surround kanalen. (stereo) pure links/rechts weergave van tweekanaals stereoprogramma’s wanneer de front
luidsprekers op large (groot) staan.
Surround uit Deze functie schakelt alle surround processing uit, maar houdt de laagbewerking actief. Geen surround kanalen. (A/D MODE) Dat betekent dat de instelling van de front luidsprekers (large of small – groot of klein)
behouden blijft. Gebruik deze instelling wanneer de front luidsprekers op small (klein) staan in combinatie met een actieve subwoofer.
Dolby Pro Logic II is de nieuwste versie van de baanbrekende surround technologie van Dolby Laboratories en decodeert een breedband en discreet signaal voor links, centrum, rechts, rechts surround en links surround van zowel matrix surround gecodeerde pro­gramma's als conventionele stereobronnen. De Dolby Pro Logic II Movie functie werkt optimaal bij filmgeluid dat is opgenomen met een matrix systeem, doordat echte links, centrum en rechts achter signalen worden gebruikt. De Pro Logic II Music functie is bedoeld voor gebruik bij muziek, opgenomen in matrix of in stereo, met discrete links en rechts kanalen. De Pro Logic Emulation functie zorgt voor een vijfkanaals surround weer­gave van conventionele stereobronnen.
26 BEDIENING
Bediening
Overzicht Surroundfuncties
Film en Emulation: 10 ms - 25 ms, Standaard instelling - 10 ms, Muziek: 0 ms - 15 ms, Standaard instelling - 0 ms
Page 27
BEDIENING 27
Bediening
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de AVR 3550 is de mogelijkheid een volledig meer­kanaals surround klankbeeld weer te geven van digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde programma’s en standaard stereo en zelfs mono programma’s. Alles bij elkaar zijn vijftien luister­functies beschikbaar op de AVR 3550.
Het kiezen van de surroundfunctie is in wezen een persoonlijke zaak, net als het soort programma dat u gebruikt. Films,CD's en TV-programma's met de logo's van een van de belangrijke surround processen, zoals Dolby Surround, worden afge­speeld in Dolby Pro Logic II Movie (films) of Music (bij muziek) surround of met de exclusieve Harman Kardon Logic 7 Movie functie, zodat een breed­bandig en discreet 5.1 kanaals surround signaal van de surround gecodeerde programma's ont­staat met een stereo links/rechts signaal, net als in werkelijkheid. In dat geval hoort u geluid dat van links komt alleen links, zie details op pagina 26. Wanneer geen achter luidsprekers worden ge­bruikt dient Dolby 3 Stereo gekozen te worden bij alle surround opnamen. Denk er aan dat bij gebruik van Dolby Digital 2.0 signalen (bijvoor­beeld 'D.D. 2.0' nummers van een DVD) die gecodeerd zijn met Dolby Pro Logic informatie, binnenkomend via een willekeurige digitale ingang, automatisch Dolby Pro Logic II gekozen zal worden (als aanvulling op de Dolby Digital functie) en ook van deze opnamen een volledig
5.1 surround sound zal decoderen (zie ook 'Dolby Digital' op pagina 28 ).
Om een volledig omringend geluidsbeeld te krij­gen met allerlei bewegende effecten bij alle ana­loge stereo opnamen, kiest u Dolby Pro Logic II Music of Emulation, dan wel de exclusieve Harman Kardon Logic 7 Music functie voor een dramatische verbetering ten opzichte van Dolby Pro Logic (I) van voorheen.
OPMERKING: wanneer een programma is gecodeerd met matrix surround informatie blijft deze informatie behouden zolang het program­ma in stereo wordt uitgezonden. Films met surround geluid kunnen dus gedecodeerd wor­den met elke analoge surround functie, zoals Pro Logic of Logic 7, wanneer deze door conventio­nele TV-zenders, betaal-TV of satellieten worden uitgezonden. Bovendien worden er steeds meer TV-programma’s, sportuitzendingen, hoorspelen en muziek-CD’s opgenomen met surround geluid. U kunt een overzicht van deze program­ma’s bekijken op het web van Dolby Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet wordt aange­geven als drager van standaard surround infor­matie, zult u merken dat de Dolby Pro Logic II, Dolby 3 Stereo of Logic 7 functies vaak een omringend surround klankbeeld leveren, gebruik makend van de natuurlijke surround informatie die in alle stereo opnamen aanwezig is.
Probeer daarom bij stereoprogramma’s zonder surround informatie de Theater, Hall en 5 kanaals stereo functies (5 kanaals stereo is vooral effec­tief met oude, extreem-stereo opnamen) en met monoprogramma’s raden we aan de Theater of Hall functies te proberen. En bij gebruik van uit­sluitend twee front luidsprekers bevelen wij het door Harman gepatenteerde VMAx aan, waar­mee een nagenoeg driedimensionaal ruimtebeeld wordt bereikt met slechts twee luidsprekers. Surroundfuncties worden met de toetsen op het frontpaneel of op de afstandsbediening geselec­teerd. Om een surroundfunctie op het frontpa­neel te kiezen, drukt u op surroundfunctie
7
om door het overzicht van beschikbare functies te lopen. Om een surroundfunctie te kiezen met de afstandsbediening drukt u op surroundfunc-
tie
A
en vervolgens op de
⁄/¤
D
om de functie te wijzigen. Wanneer u op deze toetsen drukt verschijnt de naam van de surroundfunctie in de display
N
en tevens licht een afzonderlij-
ke indicatie
C D F H I J K M
op. Wanneer de surroundfunctie wordt gewijzigd zal een groene LED naast de huidige surround-
functie indicaties
$
op het frontpaneel
oplichten.
OPMERKING: de naam van elke surroundfunc­tie verschijnt onderin beeld en in de display
N
zodra deze wordt gekozen. Om te voorkomen dat het kiezen van de surroundfunctie onbedoeld wordt verlaten, drukt u op
/
¤
D
terwijl de
functie nog zichtbaar is.
Merk op dat de functies Dolby Digital en DTS slechts gekozen kunnen worden wanneer een digitale bron gekozen is. Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid van een digitale bron automa­tisch naar de juiste functie (Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onafhankelijk van de tevo­ren gekozen functie.Voor meer informatie over het kiezen van digitale bronnen in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Om naar een programma te luisteren in traditio­neel tweekanaals stereo met alleen de front luid­sprekers links en rechts (en de subwoofer indien geïnstalleerd en geconfigureerd), volgt u de hier­boven gegeven aanwijzingen voor de afstands­bediening tot SURR OFF in de display
N
verschijnt.
Digitale audioweergave
Digitale surround is een belangrijke vooruitgang ten opzichte van de vroegere analoge matrix sur­round systemen. Het beschikt over vijf gescheiden kanalen: front links, midden, front rechts, links sur­round en rechts surround. Elk kanaal reproduceert het volledige frequentiebereik (20 Hz tot 20 kHz) en bezit een aanzienlijk groter dynamisch bereik en ruimere signaal/ruis-afstand. Bovendien heb­ben digitale surround systemen de mogelijkheid een extra kanaal te leveren dat speciaal bedoeld is voor lage frequenties. Dit is het ‘.1’ kanaal
waarnaar wordt verwezen wanneer u deze syste­men beschreven ziet als ‘5.1’ bijvoorbeeld. Het baskanaal is gescheiden van de andere kanalen, maar aangezien de bandbreedte opzettelijk beperkt is, hebben technici er die specifieke bena­ming aan gegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital (aanvankelijk bekend als AC-3® ) is een standaard onderdeel van DVD, en beschik­baar op speciaal gecodeerde laserdiscs en satel­lietuitzendingen. Het maakt deel uit van het nieuwe high-definition televisie (HDTV) systeem.
Merk op dat er een extra, externe RF demodula­tor nodig is om de AVR 3550 te gebruiken met de Dolby Digital soundtracks op laserdiscs. Sluit de RF uitgang van de LD-speler aan op de demo­dulator en sluit vervolgens de digitale uitgang van de demodulator aan op de optische of
coax ingangen

van de AVR. Voor DVD­spelers en DTS-gecodeerde laserdiscs is geen demodulator nodig.
DTS
DTS is een ander digitaal audio systeem dat 5.1 audio kan leveren. Hoewel zowel DTS als Dolby Digital digitaal zijn, maken ze gebruik van andere methoden om de signalen te coderen en hebben daarom andere decoders nodig om de digitale signalen weer naar analoog om te zetten.
DTS-gecodeerd materiaal is op bepaalde DVD’s en LD’s beschikbaar, en op speciale alleen voor audio bestemde DTS CD’s. U kunt elke LD, DVD of CD-speler, voorzien van een digitale uitgang, gebruiken om DTS-gecodeerde speciale audio­CD’s met de AVR af te spelen, maar DTS-LD’s en DTS-DVD’s kunnen alleen op resp. LD-spelers en op DVD-spelers worden afgespeeld. Sluit zo'n speler aan op de optisch of coax digitale ingang

.
Om DVD’s die DTS zijn gecodeerd te beluisteren dient de DVD-speler compatibel zijn met het DTS­signaal, wat wordt aangegeven met het DTS-logo op het voorpaneel van de speler. Merk op dat sommige vroegere DVD-spelers misschien niet in staat zijn om DTS-gecodeerde DVD’s af te spelen. Dit wijst niet op een probleem met de AVR 3550, want sommige spelers kunnen het DTS-signaal niet doorgeven via de digitale uitgangen. Indien u eraan twijfelt of uw DVD-speler DTS DVD’s kan afspelen, raadpleeg dan de handleiding van de
speler.
Denk er aan dat sommige DVD-spelers geleverd worden, ingesteld op uitsluitend Dolby Digital voor de digitale uitgang. Om ervoor te zorgen dat ook DTS signalen naar de AVR gaan, dient u het menusysteem van de DVD-speler te controle­ren.
Page 28
28 BEDIENING
Bediening
PCM Audio afspelen
PCM (Puls Code Modulation) is een niet-gecom­primeerd digitaal audiosysteem dat gebruikt wordt voor compact discs, niet-Dolby Digital/DTS Laserdiscs en sommige speciaal PCM gecodeerde DVD’s. De digitale schakelingen in de AVR 3550 kunnen digitaal-naar-analoog omzetten in hoge kwaliteit en kunnen rechtstreeks worden verbon­den met de digitale audio-uitgang van uw CD- of LD-speler. (LD alleen voor PCM- of DTS-program­ma’s, voor Dolby Digital discs is een RF-adapter nodig, zie pagina ‘Dolby Digital’).
Coax en Optisch digitale ingangen

kun-
nen op de achterzijde worden aangesloten.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren eerst de ingang (b.v. CD) kiezen om het videosignaal (indien aanwezig) naar de TV. Druk vervolgens op de digitale ingangskeuze
ÒGen gebruik
vervolgens de
⁄/¤
D
op de afstandsbedie-
ning of instellen
5
op het frontpaneel, tot de
gewenste keuze OPTICAL of COAX in de
display
N
verschijnt. Druk op instellen
Ó
F
om de gewenste keuze in te voeren.
Wanneer een PCM bron speelt, zal de PCM-indica­tie
A
oplichten. Tijdens PCM weergave kunt u elke surroundfunctie kiezen als beschreven op pagina 26 en 27, uitgezonderd Dolby Digital of DTS.
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een digitale bron correct op de AVR 3550 te zijn aan­gesloten. Sluit de digitale uitgangen van de DVD­spelers, HDTV-ontvangers, satellietsystemen en CD-spelers aan op de een optisch of coax digi-
tale ingang

op de achterzijde aan. Om ook analoog te kunnen opnemen, dienen de analoge uitgangen van de digitale bron te worden verbonden met de juiste ingangen op de achterzij­de van de AVR (voorbeeld: sluit de analoge stereo uitgang van een DVD-speler aan op de DVD­ingang
op de achterzijde, naast de digitale uit-
gangen van de bron).
Voor het afspelen van een digitale bron als DVD, kiest u eerst de ingang via de afstandsbediening of op de voorzijde, als in deze handleiding beschreven, om het videosignaal (indien aanwe­zig) naar de TV-monitor te sturen en het analoge audiosignaal voor opname beschikbaar te hebben. Wanneer de digitale ingang van de DVD-speler niet automatisch wordt gekozen (als gevolg van eerder gemaakte instellingen bij de configuratie van het systeem, zie pagina 19), kies dan de digi­tale bron met de digitale ingangskeuze
G
Ò
en gebruik
⁄/¤
D
op de afstandsbediening of
de insteltoetsen
5
op de voorzijde om de
OPTICAL of COAXIAL ingangen te kie­zen, zoals deze in de display N indicaties
B
E
of de in-beeld display verschijnen.
Speelt een digitale bron, dan zal de AVR automa­tisch signaleren of het om een meerkanaals Dolby Digital, DTS bron of een conventioneel PCM sig­naal, het standaard signaal van CD-spelers gaat. De signaaltype indicatie
A
licht op in de dis-
play
Ú
ter bevestiging dat het digitale signaal
Dolby Digital, DTS of PCM is.
Denk er aan dat een digitale ingang (b.v. coax) gekoppeld blijft met de analoge ingang (b.v. DVD) zodra het is gesignaleerd, zodat het digita­le signaal niet opnieuw gekozen hoeft te worden telkens wanneer een bepaalde ingang, bijvoor­beeld DVD, wordt gekozen.
Digitale status
Wanneer een digitale bron speelt, herkent de AVR het type bitstream data. Gebruik makend van deze informatie wordt de juiste surroundfunctie automatisch gekozen.Voorbeeld: bij DTS bitstre­am activeert het apparaat de DTS-decoder en bij Dolby Digital de Dolby Digital decoder. Bij binnen­komst van PCM data van CD's en LD's en sommi­ge muziek DVD's of bepaalde nummers op nor­male DVD's, kan de juiste surroundfunctie met de hand worden gekozen. Daar de beschikbare sur­roundfuncties worden bepaald door het type digi­tale data, maakt de AVR gebruik van een aantal indicaties waaraan u kunt zien om wat voor sig­naal het gaat. Dit verheldert de keuze van functies en ingangen afhankelijk van het materiaal op de disc.
Wanneer een digitale bron speelt zal de bit-
stream indicatie
A
oplichten ten teken om
welk signaal het gaat:
: Wanneer de Dolby D indicatie oplicht wordt een Dolby Digital bitstream ontvangen. Afhankelijk van het gekozen audionummer op de speler en het aantal kanalen op de disc zijn ver­schillende surroundfuncties mogelijk. Merk op dat het mogelijk is dat er maar één kanaal zon­der subwoofer, aangeduid als ‘1.0’ audio, kan zijn opgenomen op digitale surround audionum­mers, of juist alle vijf kanalen met subwoofer (‘5.1’ audio), en alle denkbare tussenvormen. Wanneer het Dolby Digital slechts uit twee kana­len bestaat (‘2.0’), dan bevatten deze twee kana­len (links en rechts) vaak Pro Logic surround informatie. Bij zulke nummers schakelt de AVR automatisch naar Dolby Pro Logic II Movie (naast de normale Dolby Digital functie), maar u kunt ook de VMAx functie kiezen. Bevat het D.D. 2.0 signaal geen Pro Logic informatie, dan wordt automatisch normaal Dolby Digital gekozen, hoe­wel u zelf elke Pro Logic II functie kunt kiezen (gebruik in dat geval alleen Music of Emulation) of elke gewenste VMAx functie.
DTS: wanneer de DTS indicatie oplicht wordt een DTS bitstream ontvangen. Wordt dit type gegevens detecteert, dan kan alleen de DTS func­tie gebruikt worden.
PCM: wanneer de PCM indicatie oplicht wordt er een standaard Pulse Code Modulation of PCM sig­naal ontvangen. Dit is het type digitale audio dat gebruikt wordt op conventionele compact disc en laserdisc opnamen. Wanneer een PCM bitstream aanwezig is, dan zijn alle functies uitgezonderd Dolby Digital en DTS, beschikbaar. Merk op dat het PCM signaalformaat op de DVD-speler voor elke audionummer kan worden, zelfs voor Dolby Digital tracks (maar niet met Dolby Digital decodering). Er kunnen, indien gekozen, zelfs ‘2.0’ DD audio­nummers met alle surroundfuncties afgespeeld worden, ook met het meest effectieve Logic 7.
Page 29
BEDIENING 29
Naast de signaaltype indicaties biedt de AVR 3550 een stel unieke kanaal indicaties die u ver­tellen hoeveel kanalen in de digitale informatie ontvangen worden en of het digitale signaal onderbroken wordt.
Deze indicaties zijn de letters L/C/R/LS/RS/LFE in de middelste vakjes van de luidspreker/kanaal
functie
Q
in de displayÚop de voorzijde. Wanneer een standaard stereosignaal of matrix surround signaal gebruikt wordt zullen alleen de indicaties ‘L’ en ‘R’ oplichten, aangezien analoge signalen alleen respectievelijk een linker en een rechter kanaal hebben. Dat geldt zelfs bij sur­round opnamen, die de surround informatie alleen in het linker en rechter kanaal dragen. Digitale signalen daarentegen kunnen één tot zes kanalen bevatten, e.e.a. afhankelijk van het programmamateriaal, de uitzendmethode en de manier waarop zij gecodeerd zijn. Wanneer een digitaal signaal wordt afgespeeld zullen de let­ters oplichten conform het signaal dat wordt ont­vangen. Het is belangrijk op te merken dat hoe­wel bijvoorbeeld naar Dolby Digital verwezen wordt als een ‘5.1’ systeem, niet alle Dolby Digital DVD of audionummers op een DVD of ander Dolby Digital materiaal gecodeerd zijn voor
5.1. Het is normaal dat voor een DVD met Dolby Digital geluid alleen de ‘L’ en ‘R’ indicaties indi­caties oplichten.
OPMERKING: Veel DVD’s zijn opgenomen met zowel een ‘5.1’ als een ‘2.0’ versie van hetzelfde materiaal, waarbij de ‘2.0’ versie vaak gebruikt wordt voor andere talen. Wanneer u een DVD afspeelt, controleer dan steeds het type materiaal op de schijf. De meeste discs geven deze infor­matie in de vorm van een overzicht of symbool op de hoes.Wanneer een disc meerdere syste­men aanbiedt, zullen wellicht instellingen van de DVD-speler veranderd moeten worden (meestal via 'Audio Select' of vie een menu op de disc) om een compleet 5.1 signaal naar de AVR te zenden, of het gewenste geluid en de juiste taal te kiezen ('2.0' audionummers kunnen afgespeeld worden met alle Pro Logic II of VMAx functies, zie Dolby Digital op pagina 28). Het is ook mogelijk dat het type signaal verandert tijdens het afspelen van een DVD. In sommige gevallen zullen de voor­beelden van speciaal materiaal in 2.0 audio opgenomen zijn, terwijl het hoofdprogramma beschikbaar is in 5.1 audio. Zolang uw DVD-spe­ler is ingesteld op 6-kanaals uitgangssignaal zal de AVR automatisch de veranderingen in de bit­stream en het aantal kanalen detecteren en dit met de indicaties aangeven. De letters zoals gebruikt bij de indicaties luidsprekers/kanaal
functie
Q
knipperen ook om aan te geven wanneer een bitstream onderbroken wordt. Dat gebeurt wanneer een digitale ingang voor het afspelen gekozen is, of wanneer een digitale bron zoals een DVD op pauze staat. De knippe­rende indicaties wijzen erop dat het afspelen is
onderbroken door de afwezigheid van een digi­taal signaal en niet door een fout in de AVR. Dit is normaal en de digitale weergave zal hervat worden zodra het afspelen opnieuw gestart wordt.
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze func­tie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen vol­ledig verstaanbaar af te spelen, maar met beperkte maximale piekniveaus, terwijl de zwak­ke signalen 1/4 tot 1/3 opgetrokken worden. Zo wordt vermeden dat abrupt luide overgangen anderen storen, zonder de impact van de digitale bron te beperken. De nachtfunctie is alleen beschikbaar wanneer de Dolby Digital functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer een Dolby Digital DVD speelt door op nacht-
functie
B
op de afstandsbediening. Druk ver-
volgens op
/¤
D
om de gematigde of de volledige compressie (medium of full) van de nachtfunctie te kiezen. Om de nachtfunctie uit te schakelen drukt u op
/¤
D
tot de aanwijzing
onderin de video display en de display
N
D-R OFF aangeeft. Wanneer de nachtfunctie actief is licht ook de indicatie nachtfunctie
O
op. De nachtfunctie kan ook gekozen worden om altijd op dat compressieniveau te zijn, zodra de Dolby Digital functie wordt geactiveerd via de opties in het Surround Sound Setup menu. Zie pagina 22 voor informatie over het gebruik van de menu’s om deze optie in te stellen.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat, zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en de kanaalposities in de luidspreker/kanaal
functie
Q
zullen knipperen. Dit is normaal en wijst niet op een probleem met de AVR 3550 of met de bron. De AVR zal, zodra de gegevens weer beschikbaar zijn en wanneer het apparaat weer op afspelen staat, naar de normale digitale weergave terugkeren.
2. Hoewel de AVR bijna alle DVD films, CD’s en HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk dat sommige toekomstige digitale formaten niet door de AVR 3550 verwerkt kunnen worden.
3. Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde programma’s en niet alle audionummers op een DVD volledig 5.1-kanaals audio bevatten. Raadpleeg de handleiding van het programma bij uw DVD of laserdisc om na te gaan welk type audio op de disc is opgenomen. De AVR 3550 zal automatisch het type digitale surround codering detecteren, deze vervolgens aangeven in de
luidspreker/kanaal functie
Q
indicatie en
instellingen maken ter verwerking.
4. Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt is het mogelijk dat u onder bepaalde omstandig­heden enkele van de analoge surroundfuncties niet kunt kiezen, zoals Dolby Pro Logic II, Dolby 3, Stereo, Hall, Theater, 5-kanaals Stereo of Logic 7, tenzij u gebruik maakt van speciale audionum­mers (zie indicatie ‘Dolby Digital’ op de voor­gaande pagina) of gekozen data formaat (zie ‘PCM’ op voorgaande pagina).
5. Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt kan geen analoge opname worden gemaakt via de Tape uitgangen
of Video 1uitgan­gen, wanneer de bron alleen is verbonden met een digitale ingang op de AVR. Maar het analoge tweekanaals signaal van die bron, de ‘mixdown’ naar Stereo of Dolby Surround, kan worden opgenomen door de analoge audio uitgangen met de juiste analoge ingangen (DVD bijvoor­beeld) van de AVR, zodra op de AVR de juiste analoge ingang is gekozen. Denk er aan dat DTS bronnen door de speler niet gemengd worden, tenzij de digitale uitgang op ‘PCM’ staat. Bovendien worden de digitale signalen worden doorgegeven naar de digitale audio
uitgangen
.
Opnemen
Bij normaal gebruik worden de audio en video signalen die op de AVR voor kijken en luisteren zijn gekozen door gestuurd naar de opname uit­gangen. Dat betekent dat elk programma waar u naar kijkt of luistert simpelweg kan worden opgenomen door recorders aan te sluiten op de uitgangen Tape Outputs
of Video 1
Outputs
. Wordt een digitale audiorecorder
aangesloten op één van de digital audio uit-
gangen
dan kunt u de digitale signalen opnemen met CD-R, MiniDisc of ander digitaal opnamesysteem. Denk er aan dat alle digitale signalen doorgestuurd naar zowel de coax als optisch digitale uitgangen, ongeacht het type digitale ingang dat werd gekozen.
OPMERKINGEN:
• De AVR 3500 kan een analoog signaal omzet­ten in een digitaal signaal. Op die manier kan het analoge of digitale signaal op een CD-R worden opgenomen via de digitale uitgang. Denk er aan dat wijziging van het formaat (b.v. van Dolby Digital naar PCM of omgekeerd) niet mogelijk is. Bovendien dient de digitale recorder geschikt te zijn voor het uitgangssignaal.
• Een analoge opname maken van een Dolby Digital of DTS bron is niet mogelijk wanneer de bron uitsluitend is aangesloten op een digitale ingang van de AVR. Een analoog tweekanaals signaal van deze bron kan wel opgenomen wor­den (zie punt 5 ‘Belangrijk bij digitale weergave’ op de voorgaande pagina).
Bediening
Page 30
30 BEDIENING
Bediening
<Aanpassen uitgangsniveaus
Het normale weergaveniveau van de AVR 3550 wordt ingesteld met behulp van het testsignaal, als beschreven op pagina 22-23. In sommige gevallen is het wenselijk de weergaveniveaus aan te passen met programmamateriaal waarmee u vertrouwd bent. Verder kunnen de niveaus voor de subwoofer en de stereo en VMAx functies alleen via deze procedure aangepast worden.
Om de uitgangsniveaus met programmamateri­aal aan te passen via de display
N
of via in­beeld informatie (niet volledig!) dient eerst de surroundfunctie waarin u de luidsprekers wilt afstellen gekozen te worden. Zie opmerking hier­onder. Start dan het door u gekozen programma en stel het referentieniveau voor de front links en rechts luidsprekers in met volume
(#.
Is het referentieniveau eenmaal ingesteld, druk dan op kanaalkeuze
CÛwaarop geduren-
de 3 seconden FL LEVEL in de display
N
verschijnt. Om het niveau te veranderen drukt u eerst op instellen
FÓen vervolgens
gebruikt u de insteltoetsen
5
of
⁄/¤
D
om het niveau te verhogen of te verlagen. Gebruik NIET de volumeregelaar, want dit zal de referentie instelling wijzigen. Druk op de toets
instellen
FÓ, zodra de wijziging doorge-
voerd is en druk vervolgens op de insteltoetsen
5
of
⁄/¤
D
om zonodig een ander kanaal
te kiezen en in te stellen.
Om het niveau van de subwoofer aan te passen,
drukt u op de insteltoetsen
5
of
⁄/¤
D
tot
de aanwijzing SW LEVEL in de display
N
of op de in-beeld display verschijnt (alleen van toepassing indien de subwoofer geactiveerd is).
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in de display
N
en in beeld verschijnt, op instel-
len
FÓen volg de instructies op.
Herhaal de procedure zonodig, tot alle kanalen die u wilt afstellen zijn ingesteld. Druk als alle instellingen zijn uitgevoerd, tweemaal op de
insteltoets
FÓen de AVR zal terugkeren
naar normale bediening.
Gebruikt u een disc met ruissignalen of een externe generator als bron om de uitgangsni­veaus in te stellen, dan kunt u gebruik maken van de EzSet functie van de afstandsbediening om het juiste niveau (SPL) in te stellen. Om de afstandsbediening hiervoor te gebruiken en de sensor te activeren, start u het testsignaal en u drukt op SPL
%
en laat deze snel los. Zodra het testsignaal van de bron naar de linker front luidspreker wordt gevoerd opent u de volume-
regelaar
(#tot de programma indicatie
2
op de afstandsbediening groen oplicht. Wanneer het testsignaal naar de luidspreker wordt gevoerd die u wilt instellen kan de pro-
gramma indicatie
2
van kleur veranderen om het niveau aan te geven. Corrigeer het niveau voor dat kanaal als aangegeven tot de LED groen oplicht voor alle kanalen. Rood bete­kent dat het signaal te sterk is, amber is te laag. Nadat alle uitgangsniveaus zijn ingesteld drukt u op SPL
%
om de sensor en de indicatie uit te
schakelen.
De kanaaluitgang gekoppeld aan welke ingang dan ook, kan ook aangepast worden met het menu systeem ‘volledig in-beeld display’. Stel allereerst met volume
(#op een plezierig
geluidsniveau in. Druk vervolgens op in-beeld display
L
om in het hoofdmenu MASTER
MENU (Afb.1) te komen. Druk daarna op
¤
D
tot de cursor ›naast de regel CHANNEL
ADJUST (KANAALKEUZE) staat. Druk op de
toets instellen
F
om het menu CHANNEL
ADJUST (KANAALKEUZE) (Afb. 8) te activeren.
Afbeelding 8
Zodra het menu in beeld verschijnt, kunt u met
⁄/¤
D
de cursor ›in beeld naast het door u aan te passen kanaal te zetten. Druk vervolgens op de toetsen
‹/›
E
om het uitgangs-
niveau te verhogen of te verlagen.
Wanneer alle aanpassingen gerealiseerd zijn, drukt u op
⁄/¤
D
om de cursor ›in beeld
naar de positie RETURN T O MENU (terug naar menu) te verplaatsen, en druk om in het hoofdmenu andere aanpassingen te maken op
instellen
F
. Indien u geen verdere aanpassingen wenst te maken, dan drukt u op de toets in-beeld display
L
om het
menusysteem te verlaten.
OPMERKING: de uitgangsniveaus kunnen voor iedere digitale en analoge surroundfunctie afzon­derlijk ingesteld worden. Indien u andere niveaus voor een specifieke functie wenst, kies dan die functie en volg stapsgewijs bovengenoemde instructies. Bij aanpassen van de niveaus als hier­boven omschreven, worden automatisch en in overeenstemming daarmee (en omgekeerd), de niveaus in het Output Adjust Menu (menu aan­passen uitgangsniveaus,Afb. 7, pagina 23) aan­gepast. Voor wat betreft de Stereo en VMAx functies, is de hier beschreven procedure de enige methode om een uitgangsniveau in te stel­len, d.w.z. om een VMAx niveau met andere functies in overeenstemming te brengen.
Directe 6-kanaals ingang
De AVR 3550 is uitgerust voor uitbreiding in de toekomst door toepassing van extra, externe adapters voor formaten die de AVR niet kan ver­werken.Wordt er een adapter aangesloten op de directe 6 kanaals ingang
, dan kiest u die
door op de 6-kanaals directe ingang
&
te drukken. De directe ingang voor de 6-kanalen kan tevens gekozen worden door op ingangs-
keuze
!
op het frontpaneel te drukken. Druk op deze toets tot de aanwijzing CH DIRECT (direct kanaal) in display
N
verschijnt en de
groene LED naast de indicatie 6CH(6 kanaals) ingangsindicatie
Ô
. Let op dat bij gebruik van de directe 6 kanaals ingang geen surroundfunctie gekozen kan wor­den, aangezien de externe decoder de bewerking bepaalt. Bovendien staat er geen signaal op de opname-uitgangen bij gebruik van de directe 6-kanaals ingang en ook de klankregeling
^*
en balans &werken niet.
Geheugenbeveiliging
De AVR 3550 is uitgerust met een geheugenbe­veiliging die de opgeslagen zenders van de tuner en de systeemconfiguratie vasthoudt als het apparaat helemaal wordt uitgeschakeld, de stek­ker uit het stopcontact wordt genomen of wan­neer de netspanning uitvalt. Dit geheugen blijft ca. 1 weken behouden; daarna dient alle infor­matie opnieuw te worden ingevoerd.
* CHANNEL ADJUST *
FRONT LEFT : 0dB CENTER : 0dB FRONT RIGHT : 0dB SURR RIGHT : 0dB SURR LEFT : 0dB SUBWOOFER : 0dB CHANNEL RESET: OFF ON RETURN TO MENU
Page 31
BEDIENING 31
Bediening
Gebruik van tuner
De AVR 3550 is geschikt voor de ontvangst van MG, FM en FM stereo zenders plus de ontvangst van RSD-gegevens. Zenders kunnen met de hand worden afgestemd, of worden opgeslagen als voorkeurzenders en weer worden opgeroepen uit een geheugen met een capaciteit voor 30 posities.
Zenderkeuze
1. Druk op MG/FM
6
op de afstandsbedie­ning om de tuner als ingang te kiezen, of door op de voorzijde op ingang
!
te drukken tot de
tuner geactiveerd is, dan wel door direct op
MG/FM
9
te drukken.
2. Druk nogmaals op MG/FM
6
of op de
MG/FM
9
om tussen MG en FM om te schake-
len, tot het gewenste bereik wordt aangegeven.
3. Druk op tunerfunctie
I
op de afstandsbe-
diening of houd FM/MG
9
op het frontpaneel 3 seconden ingedrukt om handafstemming of automatische afstemming te kiezen. Zodra de indicatie AUTO
P
oplicht, zal de tuner alleen die zenders laten horen die met een voldoende sterk signaal binnenkomen om met een accepta­bele kwaliteit ontvangen te kunnen worden. Wanneer de indicatie AUTO
P
niet oplicht, staat de tuner op handafstemming en gaat bij elke keer dat op afstemmen
8
wordt gedrukt een stapje voor of achteruit binnen het gekozen bereik.
4. Door op afstemmen8te drukken kunt u zenders opzoeken. Licht de indicatie AUTO
P
op, dan wordt na op de toets gedrukt te hebben de eerstvolgende zender op een hogere of lage­re frequentie opgezocht die met een behoorlijk signaal binnenkomt. U kunt de toets ingedrukt houden om sneller te zoeken en het automatisch zoeken te activeren. Is Auto gekozen, dan zal de tuner alle zenders zowel in mono als in stereo laten horen, afhankelijk van de uitzending. Brandt de indicatie AUTO
P
niet, raak dan de
toets afstemmen
8
kort aan om steeds één stap verder of terug te gaan, of houd de toets ingedrukt om bepaalde zender te zoeken. Zodra de indicatie afstemming
L
oplicht is correct op de zender afgestemd en dient de zender hel­der te klinken.
5. Ook kan er op zenders afgestemd worden door eerst op direct
J
te drukken en vervol-
gens met de cijfertoetsen
H
de frequentie van de zender in te voeren. Wanneer het laatste cijfer van de frequentie ingevoerd is wordt auto­matisch op de gewenste zender afgestemd. Mocht u bij het invoeren van de frequentie een verkeerde toets drukken, druk dan op wissen
om de frequentie opnieuw in te voeren.
OPMERKING: Is de FM ontvangst van een ste­reozender zwak, kan de kwaliteit verbeterd wor­den door om te schakelen naar mono. U doet dat door op tunerfunctie
I
op de afstands-
bediening te drukken, of door FM/MG
9
op de voorzijde 3 seconden ingedrukt te houden tot de indicatie STEREO
V
uitgaat.
Opslaan voorkeurzenders
Er kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het geheugen van de AVR 3550, die gemakkelijk kunnen worden opgeroepen via de toetsen op het frontpaneel, dan wel via de afstandsbedie­ning. Om een zender in het geheugen op te slaan, stemt u eerst op de zender af door de hier­boven beschreven stappen uit te voeren en dan:
1. Druk op de geheugentoets
op de
afstandsbediening. Merk op dat de indicatie
MEMORY
U
oplicht en knippert in de display.
2. Binnen vijf seconden kiest u met de cijfer-
toetsen
H
de positie waarop u de zender wilt
opslaan. Het nummer verschijnt in de display bij
voorkeurpositie/sluimerfunctie
R
.
3. Herhaal deze procedure voor alle zenders die u vast wilt leggen.
Oproepen van voorkeurzenders
• Om een eerder in het geheugen vastgelegde zenders met de hand te kiezen, drukt u op de
cijfertoetsen
H
overeenkomend met de
gewenste zender in het geheugen.
• Om stap voor stap de zenders in het geheugen te doorlopen, drukt u op voorkeurposities
)
op de voorzijde, of op voorkeuze hoger/lager
Q
op de afstandsbediening.
Page 32
32 BEDIENING
Bediening
RDS
De AVR 3550 is uitgerust met RDS (Radio Data System), dat op FM radio een breed scala aan informatie biedt. RDS wordt nu in vele landen gebruikt en is een systeem voor het zenden van zendernamen of netwerkinformatie, een aandui­ding van het programmatype van de zender, tekstboodschappen over de zender of muziek­specificaties en de juiste tijd.
Aangezien steeds meer FM-zenders met RDS werken, kan de AVR dienen als een gemakkelijk te gebruiken bron voor zowel informatie als amusement. Dit hoofdstuk helpt u het RDS-sys­teem maximaal te benutten.
RDS-afstemming
Als er wordt afgestemd op een FM-zender die gebruik maakt van RDS, zal de indicatie RDS
W
oplichten en zal de AVR automatisch de zendernaam of andere programmaservice in de
display
N
aangeven.
RDS aanwijzingen
Het RDS-systeem biedt een breed aanbod aan informatie die als aanvulling op de zendernaam verschijnt wanneer voor het eerst op de zender wordt afgestemd. Bij normaal RDS gebruik zal de display de naam van de zender, zendgemach­tigde of de oproepletters aangeven. Door op
RDS functies
@Pte drukken kunt u door
de verschillende soorten informatie schakelen, in deze volgorde:
• Zendernaam (soms, zoals in Nederland, B.V. de naam van de omroep)
• Zendfrequentie
• Programmasoort (PTY) zoals in onderstaand overzicht aangegeven.
• Radiotekst (RT) met een specifiek bericht via de zender die uitzendt. Denk er aan dat, indien de melding langer is dan de 8 posities van de display, de tekst zal doorlopen. Afhankelijk van de kwaliteit van het signaal, kan het tot 30 seconden duren voordat de melding verschijnt. Zodra RT is gekozen, zal het woord TEXT (tekst) knipperend in de display verschijnen.
• Juiste tijd. Denk er aan dat het 2 minuten kan duren voordat de tijd verschijnt. In de tussentijd zal het woord TIME in display knipperen, wanneer CT (clock time) gekozen is. De nauw­keurigheid van de tijdmelding wordt bepaald door de zender, niet door de AVR.
Sommige RDS zenders gebruiken niet alle functies.Worden gegevens voor de gekozen functie niet verzonden, dan zal de display
N
de aanwijzing NO TYPE, NO TEXT, of NO TIME (geen soort, geen tekst, geen tijd)
na enige tijd laten zien.
In iedere FM functie heeft RDS een voldoend sterk signaal nodig om correct te functioneren. Indien het zwak signaal is, of enkele van de RDS
indicatie
W
knipperen, probeer dan de anten­ne beter te richten, of stem op een sterkere RDS-zender af.
Programmasoort (PTY)
Een belangrijke eigenschap van RDS is de moge­lijkheid programmacodes voor de soort program­ma’s (PTY – Program Type) mee te zenden. Deze codes geven het type programma van de uitzen­ding aan. De onderstaande lijst geeft alle PTY afkortingen aan, met toelichting:
• (ALLEEN RDS)
TRAFFIC: Verkeersinformatie
NEWS: Nieuws
AFFAIRS: Actualiteiten
INFO: Algemene informatie
SPORT: Sport
EDUCATE: Educatief
DRAMA: Drama
CULTURE: Cultuur
SCIENCE: Wetenschap
VARIED: Gevarieerde praatprogramma’s
POP : Populaire muziek
ROCK: Rockmuziek
MOR: Middle of the Road-muziek
LIGHT: Licht klassieke muziek
CLASSICS: Ernstige klassieke muziek
OTHER M: Andere muziek
WEATHER: Weerbericht
FINANCE: Financiële informatie
CHILDREN: Kinderprogramma’s
SOCIAL: Sociale zaken
RELIGION: Religieuze uitzendingen
PHONE I N:Telefoon talkshows
TEST: Test
TRAVEL: Reis- en toeristische informatie
LEISURE: Hobby en vrije tijd
JAZZ: Jazz muziek
COUNTRY: Country muziek
NATION: Nationale muziek
OLDIES: Goud van oud
FOLK M: Volksmuziek
DOCUMENT: Documentaire
TEST: Nood test
ALARM: Noodinformatie
Op de volgende wijze kunt u een specifiek programmatype (PTY) zoeken:
1. Druk op RDS
@Ptot de huidige PTY in de
display
N
aangegeven wordt.
2. Zodra het PTY aangegeven wordt, drukt u op
voorkeuze hoger/lager
)Q, of houdt
deze toets ingedrukt om door de lijst van beschikbare PTY typen, als hierboven aangege­ven, te schakelen. Om snel en eenvoudig te zoe­ken naar de volgende zender die PTY gegevens uitzendt, kunt u de toets voorkeuze
hoger/lager
)Qgebruiken tot RDS
ONLY (alleen RDS) in de display verschijnt.
3. Druk op een van de toetsen afstemmen
8K; de tuner begint de FM-band noor boven
of beneden te doorzoeken op de eerste zender die RDS-gegevens uitzendt die overeenkomen met de gewenste keuze en voldoende sterk is voor kwaliteitsontvangst.
4. Terwijl de PTY in de display knippert, maakt de tuner een complete scan van de gehele FM­band en zoekt naar de eerstvolgende zender het gevraagde PTY type èn een acceptabele ont­vangst biedt. Wordt zo’n zender niet gevonden, verschijnt gedurende enkele seconde de melding NONE (geen) en keert de tuner terug naar de zender die gekozen was voordat het zoeken begon.
OPMERKINGEN:
• Veel zenders zenden geen specifieke PTY uit, in welk geval de display NONE (geen) aangeeft.
• Sommige zenders zenden voortdurende ver­keersinformatie uit. Om als verkeersinformatie zender gedetecteerd te worden, zenden zij voortdurend een specifieke verkeerscode uit, waardoor de indicatie TA
X
in de display oplicht. Deze zenders kunnen gevonden worden door TRAFFIC (verkeer) te kiezen; deze optie staat in de lijst voor de optie NEWS (nieuws). De AVR zal desbetreffende zender vinden, ook al zendt deze zender tijdens het zoeken naar deze specifieke zender, geen verkeersinformatie uit.
Page 33
BIJZONDERE FUNCTIES 33
Bijzondere functies
De AVR 3550 is voorzien van een aantal geavanceerde functies, die het apparaat extra flexibel maken. Ook al is het niet noodzakelijk om deze extra’s altijd te gebruiken, toch bieden zij vele extra keuzemogelijkheden, die u wellicht goed van pas komen.
Helderheid display De display
Ú
op het frontpaneel van de AVR is standaard ingesteld op een helderheidsniveau dat voldoende is om de informatie in een nor­maal verlichte ruimte te kunnen lezen. Het is echter mogelijk dat u onder bepaalde omstan­digheden de helderheid tijdelijk wilt wijzigen, of zelfs geheel wilt uitschakelen.
Om de ingestelde helderheid van de display voor een specifieke luistersessie te wijzigen, dient u een aanpassing te maken in het menu ADVANCED SELECT (bijzondere functies). Om die instellingen te activeren drukt u op in-beeld display
L
om het
MASTER MENU (hoofdmenu) in beeld te brengen. Druk tweemaal op
D
tot de cursor
naast de regel ADVANCED (bijzonder)
staat. Druk op instellen
F
om het menu
ADVANCED SELECT (bijzondere functies
- Afb. 9) te activeren.
Afbeelding 9
Om de helderheid in het menu ADVANCED SELECT (bijzondere functies) te wijzigen,
dient de cursor
(in beeld) naast de regel VF
D te staan en druk vervolgens op
tot het
gewenste niveau van helderheid in beeld wordt aangegeven. Wanneer FULL (volledig) gemar­keerd is, zal de display de normale helderheid hebben. Is HALF (half) gemarkeerd, dan zal de display met halve helderheid oplichten. Is OFF (uit) gemarkeerd, dan zullen alle indicaties in de
display
Ú
doven. Merk op dat de groene LED
voor de ingangskeuze
Ô
, de indicaties voor
de surroundfunctie
$
, plus de lichtnetindi-
catie
3
altijd actief blijven als teken dat het
systeem geactiveerd is.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu maken, druk dan op
⁄/¤
D
tot de in beeld
cursor
naast de gewenste instelling staat, of
op de regel RETURN T O MENU (terug naar hoofdmenu) en druk dan op instellen
F
. Zijn er geen andere instellingen meer te maken, druk dan op in-beeld display
L
om het menusys-
teem te verlaten.
De helderheid van het display kan ook gewijzigd worden door de toets instellenF3 secon­den ingedrukt te houden, tot in de display
N
de aanwijzing VFD FULL (volledig) aangege­ven wordt. Binnen 3 seconden dient u instellen
5
in te drukken tot de gewenste helderheid si
bereikt. Op dat moment drukt u weer op instel-
len
Ó
om de instelling te activeren.
Zodra het gewenste helderheidsniveau gekozen is, zal deze instelling van kracht blijven tot een wijziging plaatsvindt of het systeem uitgescha­keld wordt.
Volume bij inschakeling
Net als bij de meeste audio/video receivers, zal de AVR, zodra deze uitgeschakeld wordt, de positie van de volumeregelaar onthouden. Om een standaard instelling te krijgen die altijd als u het systeem aanzet, wordt geactiveerd, dient u het menu ADVANCEDSELECT (bijzondere functies) aan te passen. Druk op in-beeld dis-
play
L
om het MASTERMENU (afb. 1) op
te roepen. Druk tweemaal op
D
tot de
cursor
in beeld naast ADVANCED staat.
Druk op de toets instellen
F
om in het menu
ADVANCED SELECT (bijzondere functies
- Afb. 9) te komen. Zorg ervoor dat de cursor
in beeld naast de regel standaardinstellingen volume staat. Zonodig drukt u op
⁄/¤
tot de gewenste regel gemarkeerd is. Druk vervolgens op de toets
D
tot het woord ON(aan) in
beeld gemarkeerd wordt.
Druk dan één keer op de toets
¤
D
zodat de
cursor
(in beeld) naast de regel VOLUME
DEFAULT (instelling standaard volume)
staat. Om het gewenste standaard volume bij het aanzetten van het systeem in te stellen, drukt u meermaals op
‹/›
E
, of u houdt
deze ingedrukt, tot het gewenste volume in de regel DEFAULT VOL SET (instelling stan­daard volume) aangegeven wordt. Merk op dat deze instelling niet met de reguliere volume knoppen wordt ingesteld.
OPMERKING: daar de instelling van het volume bij het aanzetten van het systeem niet hoorbaar is op het moment dat u de instelling maakt, kan het verstandig zijn de instelling van het volume tevoren te bepalen. Luister daarvoor naar een willekeurige bron, stel het volume met de regu­liere volumeregelaar
(#in. Zodra het door
u gewenste volume bereikt is, maakt u een noti­tie van deze instelling zodra deze op het onder­ste derde deel van de display
N
verschijnt (het typische volume verschijnt als negatief nummer, bijv. -25 dB). Wanneer de aanpassingen worden uitgevoerd, maak dan gebruik van toetsen
‹/›
E
om deze instellingen in te voeren. In tegenstelling tot de andere instellingen in het hoofdmenu, blijft het standaard ingestelde volu­me van kracht tot deze in dit menu uitgescha­keld is. Deze instelling blijft derhalve behouden, ook nadat het systeem uitgeschakeld is.
In tegenstelling tot andere instellingen in het hoofdmenu, blijft het standaard ingestelde volumeniveau van kracht totdat deze in dit menu uitgeschakeld is.Deze instelling blijft derhalve behouden, ook nadat het systeem uitgeschakeld is.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu maken, druk dan op
⁄/¤
D
tot de in beeld
cursor
naast de gewenste instelling staat, of op de regel RETURN T O MENU (terug naar hoofdmenu) en druk dan op instellen
F
. Zijn er geen andere instellingen meer te maken, druk dan op in-beeld display
L
om het
menusysteem te verlaten.
* ADVANCED SELECT *
VFD :FULL HALF OFF VOLUME DEFAULT:OFF ON DEFAULT VOL SET:25dB SEMI OSD :OFF ON SEMI OSD TIME OUT: 35 FULL OSD TIME OUT:205 RETURN TO MENU
Page 34
34 BIJZONDERE FUNCTIES
Gedeeltelijke in-beeld display
Het gedeeltelijk in-beeld display systeem laat, zodra het volume, de ingangskeuze, de sur­roundfunctie of de afgestemde frequentie, of welke andere configuratie instelling dan ook gewijzigd is, in één regel in het onderste deel van het beeld de status zien. Het gedeeltelijk in­beeld display systeem is handig omdat het via het beeld informatie over alle wijzigingen en instellingen verschaft, welke op het front moei­lijk leesbaar zijn. Het kan echter zijn dat u deze displays soms, voor bepaalde luistersessies, uit wenst te schakelen. Ook kan de duur dat de informatie in beeld staat worden aangepast. Beide opties zijn binnen de AVR 3550 mogelijk.
Om het gedeeltelijk in-beeld display systeem uit te schakelen, dient u binnen het menu ADVANCED SELECT (bijzondere functies
- Afb. 9) aanpassingen te maken. Om de correc­tie te activeren drukt u op in-beeld display
L
om het MASTER MENU (hoofdmenu) in
beeld te krijgen. Druk tweemaal op
D
tot
de in-beeld cursor
¤ naast de regel ADVAN-
CED staat. Druk op instellen
F
om het
menu ADVANCED SELECT (bijzondere functies) op te roepen.
Overtuig uzelf ervan dat binnen het menu ADVANCED SELECT (bijzondere functies) de cursor u (in beeld) naast de regel SEMI OSD (gedeeltelijk in-beeld standaard instelling) staat. Druk indien nodig op de toetsen
⁄/¤
D
. Druk vervolgens op de toets zodat het
woord OFF (uit) in beeld gemarkeerd wordt. Merk op dat deze instelling slechts tijdelijk is en alleen actief is tot de instelling gewijzigd wordt of de AVR uitgeschakeld wordt. Zodra het sys­teem uitgeschakeld is, zal de gedeeltelijke in-beeld display de voorkeur houden, zelfs indien dit in de voorgaande luistersessie uitgeschakeld werd.
Om de tijdsduur dat het gedeeltelijke in-beeld display in beeld verschijnt te wijzigen, gaat u naar het menu ADVANCED SELECT (bijzondere functies), als hierboven beschreven. Druk op de toetsen
⁄/¤
D
tot de cursor
(in beeld) naast de regel SEMI OSD TIME OUT (gedeeltelijk in-beeld standaard
instelling) staat. Druk zonodig op de toetsen
⁄/¤
. Druk vervolgens op de toetsen
‹/›
E
tot de gewenste tijd in seconden wordt aangegeven. Merk op dat dit, in tegenstelling tot de meeste andere opties in dit menu, een permanente wijziging van de instelling is en dat de invoer van de vervaltijd van kracht blijft tot deze gewijzigd wordt. Deze instelling blijft bestaan, ook als het systeem uitgeschakeld wordt.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu maken, druk dan op
⁄/¤
D
tot de in beeld
cursor
naast de gewenste instelling staat, of
op de regel RETURN T O MENU (terug naar hoofdmenu) en druk dan op instellen
F
. Zijn er geen andere instellingen meer te maken, druk dan op in-beeld display
L
om het
menusysteem te verlaten.
Aanpassen in-beeld duur (time-out’)
Het systeemmenu FULL OSD (volledig in­beeld) wordt gebruikt om het wijzigen van instellingen van de AVR via een aantal in-beeld menu’s te vereenvoudigen. De door de fabrikant ingestelde standaard instelling laat de menu’s, wanneer gedurende 20 seconden geen activiteit plaatsvindt verdwijnen. Deze vervaltijd is een beveiliging om inbranden van de tekst op het beeldscherm te voorkomen. Desgewenst kan de duur van het menu in beeld aan de wensen wor­den aangepast.
Om de vervaltijd van het FULL OSD (volledig in-beeld) te wijzigen, gaat u naar het menu ADVANCED SELECT (bijzondere functies
- Afb. 1). Om het instellen te starten drukt u op
in-beeld display
L
om het MASTER
MENU op te roepen. Druk tweemaal op
D
tot de cursor ¤ in beeld op de regel ADVAN­CED staat. Druk op instellen
F
om in het
menu ADVANCED SELECT (bijzondere functies - Afb. 9) te komen.
In het menu ADVANCED SELECT (bijzon­dere functies) controleert u dat de cursor u (in beeld) naast de regel FULL OSD (volledig in­beeld) staat. Dit kan zonodig met de toetsen
⁄/¤
D
. Druk vervolgens op de toetsen
‹/›
E
tot de gewenste tijd in seconden wordt aangegeven. Merk op dat dit, in tegenstelling tot de meeste andere opties in dit menu, een permanente wijziging van de instelling betreft en dat de invoer van de vervaltijd van kracht blijft is tot deze gewijzigd wordt. Deze instelling blijft dus ook gelden als het systeem uitgeschakeld wordt.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu maken, druk dan op
⁄/¤
D
tot de in beeld
cursor
naast de gewenste instelling staat, of
op de regel RETURN T O MENU (terug naar hoofdmenu) en druk dan op instellen
F
. Zijn er geen andere instellingen meer te maken, druk dan op in-beeld display
L
om het menusys-
teem te verlaten.
Bijzondere functies
Page 35
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 35
Programmeren afstandsbediening
De AVR 3550 is voorzien van een krachtige afstandsbediening, die niet alleen de functies van de receiver bedient, maar tevens de meest gang­bare merken audio en video apparatuur, inclusief CD-spelers,TV-systemen, kabelsystemen,VCR’s (videorecorders) satellietontvangers en andere thuisbioscoop apparatuur. Zodra de AVR eenmaal is geprogrammeerd met de codes voor de door u gebruikte apparatuur, is het mogelijk om de meeste andere afstandsbedieningen te laten ver­vallen en te vervangen door slechts één, inwen­dig verlichte, universele afstandsbediening.
Programmeren met codes
Op de fabriek is de afstandsbediening volledig geprogrammeerd voor alle functies van de AVR 3550, plus die voor de meeste Harman Kardon cassettedecks, CD-wisselaars, CD en DVD-spe­lers. Bovendien kunt u, door één van de onder­staande methoden te volgen, de afstandsbedie­ning programmeren op een groot aantal appara­ten van andere fabrikanten.
Codes rechtstreeks invoeren
Dit is de gemakkelijkste manier om uw afstands­bediening te programmeren op verschillende pro­ducten:
1. Gebruik de tabellen op de volgende pagina’s om de driecijferige code of codes te vinden voor de merknaam en het type product (b.v. VCR, TV). Vindt u meer dan één nummer voor een apparaat, probeer dan de verschillende mogelijkheden.
2. Zet het product dat u wilt programmeren aan met de afstandsbediening van de AVR 3550.
3. Druk op ingangskeuze
4
voor het type
product dat u wilt programmeren en muting
'
en houd beide vast. Zodra de
programma/SPL indicatie
2
amber wordt en knippert laat u de toetsen los. Begin de volgende stap binnen 20 seconden.
4. Wanneer het apparaat dat u wilt programme­ren op afstand in/uit geschakeld kan worden gaat u als volgt verder:
a. Richt de afstandsbediening van de AVR op het
te programmeren apparaat en voer de eerste driecijferige code in met de cijfertoetsen
H
. Wanneer het apparaat dat u program­meert nu uitgeschakeld wordt heeft u de juiste code. Druk nogmaals op de ingangskeuze
4
en zie dat het rode lichtje onder de ingangskeuze driemaal knippert en dooft als bevestiging van de invoer.
b.Wordt het apparaat dat u programmeert niet
uitgeschakeld, voer dan een andere driecijferi­ge code in tot het apparaat wel uitschakelt. Dat is dan de juiste code. Druk weer op
ingangskeuze
4
en zie dat de rode indica­tie onder de ingangskeuze driemaal knippert en dooft om de invoer te bevestigen.
5. Wanneer het inschakelen van het te program­meren apparaat niet lukt via de afstandsbedie­ning, volg dan onderstaande stappen (max. 20 seconden na stap 3, anders moet eerst stap 3 worden herhaald):
a. Voer de eerste driecijferige code in met de cij-
fertoetsen
H
en druk weer op de
ingangskeuze4. Druk op een willekeurige
transportfunctie die op afstand kan worden bediend, B.V. pauze of weergaveflN
. Wanneer het apparaat dat u programmeert nu werkt is de juiste code ingevoerd.
b.Werkt de functie die werd ingetoetst van het
apparaat niet, herhaal dan de stappen 3 en 5a hierboven met het volgende driecijferige code­nummer in de tabel voor dat merk en type pro­duct, tot het apparaat wel reageert.
6. Probeer alle functies op de afstandsbediening uit, om er zeker van te zijn dat het product goed werkt. Bedenk dat veel fabrikanten een aantal verschillende combinaties gebruiken, het is daar­om een goed idee niet alleen te controleren of het commando voor inschakelen, maar ook of volume, kanaal en transport naar behoren wer­ken.Als de functies niet goed werken heeft u waarschijnlijk een andere code nodig.
7. Reageert het apparaat niet op enige ingevoer­de code, of komt de code voor uw product niet voor in de tabellen, of werken niet alle producten goed, probeer dan de afstandsbediening te pro­grammeren met de automatische zoekmethode.
Opmerking bij gebruik AVR 3550 afstands­bediening met een Harman Kardon CD Recorder.
Op de fabriek is de afstandsbediening voorgepro­grammeerd voor besturing van de Harman Kardon CD-spelers.Tevens kunnen de meeste functies op de CD-Recorder CDR2 en CDR20 (zie overzicht op pagina 40) bestuurd worden nadat code ‘002’ is ingevoerd bij de CD keuze
2
als hiervoor beschreven. Om terug te gaan naar de CD-speler besturing voert u weer code ‘001’ in.
Automatische zoekmethode
Wanneer het apparaat dat u wilt programmeren op de afstandsbediening van de AVR niet voor­komt in de codetabellen, of als de code niet goed lijkt te werken, kunt u proberen de juiste code te programmeren met behulp van de onderstaande automatische zoekmethode. Merk op dat de automatische zoekmethode uitsluitend werkt voor apparaten met een op afstand bediende aan/uit-functie:
1. Zet het product dat u wilt programmeren op de afstandsbediening van de AVR 3550 aan.
2. Druk de ingangskeuze
4
voor het bedoel-
de product (B.V. VCR, TV) en de muting
'
gelijktijdig in. Zodra de programma/SPL indi­catie
2
amber wordt en knippert, laat u de toetsen los.Voer de volgende stap binnen 20 seconden uit.
3. Om er achter te komen of de volgende stap voorgeprogrammeerd is richt u de afstandsbedie­ning van de AVR op het apparaat dat u wilt pro­grammeren en u drukt op
D
en houd deze vast. Nu wordt elke keer dat de rode indicatie onder ingangskeuze
4
knippert een reeks codes uit de ingebouwde database van de afstandsbediening uitgezonden. Zodra het appa­raat dat geprogrammeerd moet worden uitscha­kelt laat u toets
D
los. Denk er aan dat het een paar minuten kan duren voordat de juiste code is gevonden en het apparaat uitgeschakeld wordt.
4. Wordt
niet losgelaten zodra het apparaat uitschakelt, dan wordt de juiste code weer ‘over­schreven’, doe daarom een test: schakel het apparaat weer in en, terwijl de ingangskeuze
4
rood oplicht drukt u eenmaal op ⁄D
en
dan ook eenmaal op
¤
D
. Schakelt het appa­raat nu uit, dan was de juiste code gevonden, zo niet dan is deze ‘overschreven’. Om de juiste code terug te vinden drukt u terwijl de rode indi­catie onder ingangskeuze
4
nog brandt
meermaals (niet vasthouden) op
¤
D
om terug te gaan door de codes en let goed op de reactie bij elke keer dat u indrukt. Zodra het apparaat uitgeschakeld wordt heeft u de juiste code gevonden.
5. Druk weer op de ingangskeuze4en merk op dat de rode indicatie driemaal knippert en dan dooft ter bevestiging van de invoer.
6. Probeer alle functies op de afstandsbediening om er zeker van te zijn dat het product werkt. Vergeet niet dat veel fabrikanten een aantal verschillende codecombinaties gebruiken, en het is goed te controleren dat niet alleen de aan-/uit schakelaar van de voeding werkt, maar ook dat volume, kanaal en transport goed werken. Als niet alle functies goed werken, kunt u de automatische zoekmethode gebruiken om een andere code te zoeken, of om een code direct in te voeren.
Macro's programmeren
Met macro’s kunt u gemakkelijk veelgebruikte combinaties van bevelen vastleggen en met één druk op een knop van de afstandsbediening van de AVR uitvoeren. Eenmaal geprogrammeerd kan een macro maximaal 19 verschillende codes van de afstandsbediening in een vooraf vastgelegde volgorde uitzenden, om bijvoorbeeld het systeem in te schakelen, bronnen te veranderen, en andere veelgebruikte handelingen uit te voeren. De AVR afstandsbediening kan maximaal vijf verschillende macro combinaties opslaan, én in combinatie met de netschakelaar
0
, en vier andere die
toegankelijk zijn via de toets macro
M
.
1. Druk tegelijk op muting
'
en op macro
M
die u wilt programmeren of op de
netschakelaar
0
. Merk op dat de laatst
gebruikte ingangskeuze rood zal oplichten en
programma/SPL indicatie
2
knippert amber.
Page 36
36 PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING
2. Voer de stappen voor de macro reeks in door op de toets voor het bedoelde bevel te drukken. Hoewel de macro maximaal uit 19 stappen kan bestaan, telt elke handeling, ook het omschake­len naar een ander apparaat, als een stap. De
programma/SPL indicatie
2
knippert groen
als bevestiging dat u een bevel heeft ingevoerd.
OPMERKING: druk voor het invoeren van een inschakelbevel van een apparaat tijdens het invoeren van een macro op muting
'
.
Gebruik NIET de werkelijke netschakelaar.
• Vergeet niet de juiste ingangskeuze
4
in te drukken voordat u naar een ander apparaat omschakelt. Dat geldt ook voor AVR keuze
5
zolang deze niet rood oplicht en AVR functies worden geprogrammeerd
3. Wanneer alle stappen zij ingevoerd drukt u op
sluimerfunctie
9
om de bevelen op te slaan.
De rode indicatie onder de ingangskeuze
45
knippert en dooft dan.
Voorbeeld: om de Macro 1
M
toets te programmeren zodat de AVR en uw TV worden ingeschakeld, gaat u als volgt te werk:
• Druk tegelijkertijd op macro 1Men op
muting
'
en laat deze los.
• Denk er aan dat de programma/SPL indicatie amber zal knipperen.
• Druk op AVR keuze
5
.
• Druk op muting
'
om het inschakelen van
de AVR op te slaan.
• Druk op VID 2 ingangskeuze
4
om de vol-
gende stap – TV inschakelen – in te voeren.
• Druk op muting
'
om het inschakelen van
de TV op te slaan.
• Druk op sluimerfunctie/kanaal hoger
9
om het proces af te ronden en de macro op te slaan.
Na deze stappen uitgevoerd te hebben zullen al deze apparaten worden ingeschakeld zodra u op
Macro 1
M
drukt.
Wissen macro’s
Op de volgende wijze kunt u bevelen die in een macro zijn ondergebracht wissen:
1. Druk tegelijk op muting
'
en op de toets
macro
M
waarop de bevelen die u wilt wissen
zijn opgeslagen.
2. Merk op dat de programma/SPL indicatie
2
amber knippert en dat de LED onder de
AVR keuze
5
rood wordt.
3. Binnen tien seconden drukt u op surround-
functie keuze/kanaal lager
A
.
4. De rode LED onder de AVR keuze dooft en de
programma/SPL indicatie
2
wordt groen,
knippert driemaal en dooft.
5. Zodra de programma/SPL indicatie
2
dooft en de macro is gewist.
Geprogrammeerde apparaatfuncties
Wanneer de afstandsbediening van de AVR 3550 is geprogrammeerd op de codes van andere appa­raten, drukt u op de juiste ingangskeuze
4
om de afstandsbediening om te schakelen van bediening van de AVR naar het andere product. Drukt u op een van deze toetsen, dan zal deze kort oplichten, om aan te geven dat de bediening op een ander apparaat is overgeschakeld.
Bedient u een ander apparaat dan de AVR, hoe­ven de toetsen niet altijd overeen te komen met de functie die op de afstandsbediening of toets staat aangegeven. Sommige opdrachten, zoals de cijfertoetsen, zijn dezelfde als bij de AVR. Andere toetsen veranderen van functie en corresponderen met de secundaire indicatie op de afstandsbedie­ning. Voorbeeld: de sluimer- en surround functie­toetsen fungeren ook als programma hoger/lager toetsen bij de bediening van een TV-toestel, videorecorder of satellietontvanger.
Soms klopt echter ook de opgedrukte functie niet. Raadpleeg dan de tabel op pagina 38 om te zien welke functie een toets bedient. Kies in de tabel eerst het type apparaat dat u bedient (B.V.TV, VCR) en vervolgens kijkt u naar de afbeelding van de afstandsbediening op pagina 38. Om het gemakkelijk te maken zijn de toetsen genum­merd.
Om er achter te komen welke functie een toets voor een specifiek apparaat bestuurt, zoekt u het nummer van de toets in het Functie Overzicht en dan kijkt u in de kolom naar het apparaat dat u bestuurt. Voorbeeld: toets nummer 52 is de Macro 2 toets voor de AVR 3550, maar is ook de toets ‘favoriet’ bij veel kabel-TV en satellietont­vanger set-top boxen.Toets nummer 30 is de vertraging voor de AVR 3550, maar open/dicht voor CD-spelers.
Denk er daarom aan dat de nummers die de toetsfuncties in de linker kolom omschrijven, anders zijn dan die welke in deze handleiding worden gebruikt om de functies van de AVR te beschrijven.
Belangrijk bij het gebruik van de afstands­bediening van de AVR 3550 met andere apparaten
• Fabrikanten kunnen verschillende codesets gebruiken voor dezelfde productcategorie. Daarom is het belangrijk dat u controleert of de code die u heeft ingevoerd wel op alle functies werkt. Als blijkt dat niet alle functies werken, controleer dan of er een andere code is die meer functies kan besturen.
• Afhankelijk van merk en type is het mogelijk dat de functies zoals opgesomd in het functie overzicht, niet overeenstemmen met het juiste commando voor een functie, terwijl het apparaat op het commando reageert. In dat geval is het verstandig de reactie van het apparaat te noteren
op dezelfde regel van de tabel, of een aparte notitie te maken.
• Wordt een toets ingedrukt op de afstandsbe­diening van de AVR, dan moet de rode indicatie onder de ingangskeuze
4
vóór het te bedie­nen product kort knipperen. Knippert het echter wel voor sommige, maar niet voor alle functies van een bepaald product, betekent dat NIET dat er een probleem is met de afstandsbediening, maar dat er geen functie geprogrammeerd is voor de toets die ingedrukt werd.
• De afstandsbediening is voorgeprogrammeerd met de codes van apparaten van de nieuwste generatie en kunnen afwijken van die welke voor eerdere generaties werden gebruikt.
Volume doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan worden geprogrammeerd om volume hoger/lager
#
en muting'te regelen van een TV of de AVR in combinatie met een van de zes apparaten die met de afstandsbediening worden bestuurd. Voorbeeld: daar de AVR waarschijnlijk wordt gebruikt als het geluidssysteem bij TV-kijken, kan het handig zijn het volume van de AVR te rege­len, hoewel de afstandsbediening is omgescha­keld op de tv.
Om de afstandsbediening van de volumeregelaar door te schakelen gaat u als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op de ingangskeuze
4
voor het apparaat dat u aan de volumeregelaar wilt koppelen en muting
'
tot de rode indicatie
onder de ingangskeuze
4
op lichte en merk
op dat programma/SPL indicatie
2
amber
knippert.
2. Druk op volume hoger
#
en merk op dat
programma/SPL indicatie
2
stopt amber te
knipperen.
3. Druk op AVR keuze
5
of op ingangskeu-
ze
4
, afhankelijk van welke volumeregeling u
wilt koppelen aan het doorschakelen. De pro-
gramma/SPL indicatie
2
knippert driemaal
groen en dooft als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om de volumeregelaar van de AVR te activeren ondanks het feit dat deze geschakeld is op de TV, drukt u eerst tegelijk op Video/TV
$
en muting'. Vervolgens drukt u op
Volume hoger
#
, gevolgd door AVR keuze
5
.
OPMERKING: wanneer u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke configuratie van de afstands­bediening na een doorschakeling van het volume geprogrammeerd te hebben, herhaalt u deze stappen. Alleen drukt u nu op Video/TV
$
in
stap 1 en 3.
Programmeren afstandsbediening
Page 37
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 37
Programmeren afstandsbediening
Kanaalkeuze doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan gepro­grammeerd worden zodat de kanaalkeuze van de TV, kabel- of satellietontvanger in uw systeem wordt gebruikt in combinatie met andere appa­raten die worden bediend. Voorbeeld: bij het besturen van de VCR wilt u wellicht een ander kanaal kiezen op de kabel- of satellietaanslui­ting zonder eerst van de afstandsbediening van het andere apparaat te hoeven terugschakelen naar bediening van de AVR. Om de afstandsbe­diening te programmeren op doorschakeling van de kanaalkeuze, volgt u deze stappen:
1. Druk tegelijk op ingangskeuze
4
voor het apparaat waaraan u de kanaalkeuze wilt koppelen en op muting
'
tot de rode indicatie onder de
ingangskeuze oplicht en de programma/SPL
indicatie
2
knippert in amber.
2. Druk op volume lager
#
en merk op dat
programma/SPL indicatie
2
stopt amber
te knipperen.
3. Druk op AVR keuze
5
of op ingangskeuze
4
, afhankelijk van welk apparaat u wilt koppe-
len aan het doorschakelen. De programma/SPL
indicatie
2
knippert driemaal groen en dooft
als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om de kanalen van de TV te veran­deren terwijl de afstandsbediening op de VCR is geschakeld, drukt u eerst tegelijk op VID 1/VCR
ingangskeuze
4
en op muting'. Laat
de toetsen los en druk op volume lager
#
,
gevolgd door VID 2/TV ingangskeuze
4
.
OPMERKING: om de doorschakeling van de kanaalkeuze te verwijderen en de oorspronkelij­ke configuratie weer te kunnen gebruiken, herhaalt u de stappen hierboven. Druk echter op
VID 1/VCR ingangskeuze in stap 1 and 3.
Transport doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan gepro­grammeerd worden zodat de transportfuncties x (weergave, stop, snel vooruit, snel achteruit, pauze en opname) van een VCR, DVD of CD in samenhang met de andere functies zullen wer­ken met een van de andere apparaten die door de afstandsbediening worden bestuurd. Voorbeeld: bij gebruik en bediening van de TV kunt u de VCR of DVD willen starten of stoppen, zonder het apparaat dat voor de afstands­bediening van de AVR is gekozen te moeten ver­anderen. Om de afstandsbediening te program­meren op transport doorschakelen gaat u als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op ingangskeuze
4
voor het apparaat waaraan u het transport wilt koppelen en op muting
'
tot de rode indicatie onder
de ingangskeuze oplicht en de programma/SPL
indicatie
2
knippert in amber.
2. Druk op weergave x. De programma/SPL
indicatie
2
stopt amber te knipperen.
3. Druk op AVR keuze
5
of op ingangskeuze
4
, afhankelijk van welk apparaat u wilt koppe-
len aan het doorschakelen. De programma/SPL
indicatie
2
knippert driemaal groen en dooft
als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om het transport van een CD-speler te besturen terwijl de afstandsbediening op de TV is geschakeld, drukt u tegelijk op VID 2/TV
ingangskeuze
4
en op muting'.
Vervolgens laat u ze los en u drukt op weergave x, gevolgd door de CD ingangskeuze
4
.
OPMERKING: om de transport doorschakeling te verwijderen en naar de oorspronkelijke configuratie terug te keren, herhaalt u de stappen hierboven. Druk echter op VID 2/TV
ingangskeuze in stap 1 en 3.
OPMERKING: voordat u de afstandsbediening
voor volume, kanaal of transport programmeert, eerst controleren of de programmering nodig voor de specifieke TV, CD, DVD, kabel- of satel­lietontvangers is uitgevoerd.
Resetten geheugen afstandsbediening
Bij het toevoegen van componenten aan een home theater systeem, zult u soms de afstands­bediening geheel opnieuw willen programmeren om verwarring van bevelen, macro’s of door­schakelingen die u heeft gemaakt te voorkomen. U doet dat door de afstandsbediening in de oor­spronkelijke fabrieksinstelling terug te zetten. Denk er wel aan dat daarmee alle bevelen wor­den gewist en alles opnieuw moet worden inge­voerd. Ga als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op een willekeurige ingangs-
keuze
4
en op ‘0Htot de programma/
SPL indicatie
2
amber knippert.
2. Druk driemaal op 3’.
3. De rode LED onder de ingangskeuze
4
dooft en de programma/SPL indicatie
2
stopt met knipperen en wordt groen.
4. De programma/SPL indicatie
2
blijft groen tot de afstandsbediening is gereset. Denk er aan dat dit even kan duren, afhankelijk van het aantal bevelen dat in de afstandsbediening zijn opgeslagen en gewist moeten worden.
5. Wanneer de programma/SPL indicatie
2
dooft is de afstandsbediening teruggezet in de fabrieksinstelling.
Page 38
38 FUNCTIE OVERZICHT
Functie overzicht
Nr. Toets naam AVR functie DVD CD/CDR
1 Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen 2 Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen 3 Muting Muting 4 AVR AVR keuze 5 DVD DVD ingang DVD 6 CD CD ingang CD Keuze 7 Tape Tape ingang 8 VID 1 Video 1 ingang
9 VID 2 Video 2 ingang 10 CBL/SAT Video 3 ingang 11 MG/FM Tuner ingang 12 6 Kanaals ingang 6 kanaals ingang 13 SPL SPL 14 Sluimer Sluimer 15 Test Testsignal -/ingangskeuze 16 TV/DVD -/CDP keuze 17 Volume hoger Volume hoger Volume hoger 18 Surroundfunctie
Surroundfunctie
-/CDR keuze 19 Nacht Nachtfunctie Ondertitels in/uit 20 Spare 21 Volume lager Volume lager Volume lager 22 Kanaal/Gids Kanaal fijnregeling Titel 23
Verplaatsen/hoger Hoger 24 Luidspreker/menu Luidspreker/correctie Menu Intro/- 25
Verplaatsen/correctie links Links 26 Instellen Instellen Enter 27
Verplaatsen/correctie rechts Rechts 28 Digital/exit Digitale ingang Open/dicht 29
¤
Verplaatsen correctie lager Lager 30 Vertraging/vorig kanaal Vertraging correctie Terug Open/dicht 31 1 111 32 2 222 33 3 333 34 4 444 35 5 555 36 6 666 37 7 777 38 8 888 39 Afstemming Tunerfunctie Hoofdstuk Herhalen 40 9 999 41 0 000 42 Geheugen Geheugen Audio Tijd/CDR display 43 Afstemmen hoger Afstemmen hoger 44 Direct Direct frequentie ingeven Hoek Willekeurig 45 Wissen Wissen Wissen Wissen 46 Voorkeuze hoger Voorkeuze hoger Langzaam vooruit +10/- 47 Afstemmen lager Afstemmen lager -/
hoger nummer 48 In-beeld display In-beeld display 49 RDS RDS Select Disc overslaan Disc overslaan 50 Voorkeuze lager
Voorkeuze/afstemmen lager
Langzaam achteruit 51 M1 52 M2 53 M3 54 M4 55 Terugspoelen Zoeken achteruit Zoeken achteruit 56 Weergave Weergave Weergave 57 Snel vooruit Zoeken vooruit Zoeken vooruit 58 Opname -/opname 59 Stop Stop Stop 60 Pauze Pauze Pauze 61 Skip lager Skip – Skip – 62 Skip hoger Skip + Skip +
3550
1
4
5
6
7
8
9
10
12
16
20
21
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
61
62
58
59
60
22
13
14
15
19
18
17
11
2
3
Page 39
FUNCTIE OVERZICHT 39
Functie overzicht
Nr. Toets naam Tape VCR (VID 1) TV (VID 2) CBL SAT
1 Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen 2 Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen 3 Muting Muting 4 AVR 5 DVD 6 CD 7 Tape Tape 8 VID 1 VCR ingang
9 VID 2 TV ingang 10 CBL/SAT Cable/Sat ingang Cable/Sat ingang 11 MG/FM 12 6 Kanaals ingang 13 SPL 14 Sluimer Kanaal + Kanaal + Kanaal + Kanaal + 15 Test 16 TV/VCR TV/VCR TV/kabel TV/Sat 17 Volume hoger Volume hoger Volume hoger 18 Surroundfunctie Kanaal – Kanaal – Kanaal – 19 Nacht 20 Spare 21 Volume lager Volume lager 22 Kanaal/Gids Info/gids Info/gids 23
Hoger Hoger Hoger Hoger 24 Luidspreker/menu Menu Menu Menu Menu 25
Links Links Links Links 26 Instellen Enter Enter Enter Enter 27
Rechts Rechts Rechts Rechts 28 Digitaal/exit Exit Exit Exit Exit 29
¤
Lager Lager Lager Lager 30 Vertraging/vorig kanaal Vorig Kanaal Vorig Kanaal Vorig Kanaal 31 1 1111 32 2 2222 33 3 3333 34 4 4444 35 5 5555 36 6 6666 37 7 7777 38 8 8888 39 Afstemming 40 9 9999 41 0 0000 42 Geheugen 43 Afstemmen hoger 44 Direct 45 Wissen Wissen Wissen Wissen Wissen 46 Voorkeuze hoger 47 Afstemmen lager 48 In-beeld display In-beeld display In-beeld display In-beeld display In-beeld display 49 RDS 50 Voorkeuze lager 51 M1 Cancel Sluimer PPV Cancel 52 M2 Favoriet Favoriet 53 M3 Passeren Volgende 54 M4 Muziek Alt 55 Terugspoelen Terugspoelen Terugspoelen Dag – Dag – 56 Wergave Weergave Weergave 57 Snel vooruit Doorspoolen Doorspoolen Dag + Dag + 58 Opname Opname/opn. pauze Opname 59 Stop Stop Stop 60 Pauze Pauze 61 Skip lager Scan – Pagina – Pagina – 62 Skip hoger Scan + Pagina + Pagina +
Page 40
40 PROBLEMEN
Problemen
Processor resetten
In het zeldzame geval dat de werking van het apparaat en/of de display niet normaal lijkt kan de oorzaak liggen in een foutieve werking van het geheugen of de microprocessor.
Om dat te corrigeren neemt u de stekker van het apparaat uit het stopcontact en wacht minimaal drie minuten voordat u deze weer in het stop­contact steekt. Controleer nu de werking van het apparaat. Werkt het nog steeds niet goed, dan kan een reset noodzakelijk zijn.
Daarmee wordt het gehele systeemgeheugen van de AVR 3550 inclusief alle instellingen van de tuner, uitgangsniveaus (componentenniveaus) en de gegevens voor luidsprekercombinaties, verwij­derd. Zet eerst het systeem aan met standby
2
. Druk vervolgens tegelijk op klankregeling
6
en houd deze drie seconden vast.
Het systeem zal nu automatisch activeren met de melding RESET in de display
N
. Denk er aan dat na deze handeling alle instellingen van het systeem en de tuner opnieuw moeten wor­den gemaakt.
OPMERKING: het resetten van de processor zal alle instellingen die u heeft gemaakt wissen: uit­gangsniveaus van de luidsprekers, de uitgangsni­veaus, surroundfuncties, toewijzing van de digita­le ingangen en de opgeslagen radiozenders. Na het resetten keert het apparaat terug in de fabrieksinstelling en moeten alle instellingen opnieuw worden gemaakt.
Functioneert het systeem nu nog steeds niet goed, dan kan een elektrische ontlading er ver­antwoordelijk voor zijn dat de processor en/of het geheugen is vernield.
Raadpleeg in dat geval de Harman Kardon tech­nische dienst.
SYMPTOOM OORZAAK OPLOSSING
Apparaat werkt niet wanneer de • Geen netspanning • Controleer lichtnetaansluiting
netschakelaar 1wordt ingedrukt. • Controleer of er spanning op het stopcontact staat
Display licht op maar geen • Onderbroken ingangssignaal • Controleer alle aansluitingen geluid en geen beeld • Muting ingeschakeld • Druk op muting
'
• Volume is geheel teruggedraaid • Draai het volume omhoog
Geluid hoorbaar maar display licht niet op • Display helderheid uitgeschakeld • Volg de aanwijzingen over de helderheid van de display op
pagina 34
Geen enkele luidspreker werkt; • Versterker beveiliging actief, kortsluiting • Controleer luidsprekerverbindingen op kortsluiting
standby2rood • Versterker beveiliging actief, intern probleem • Neem contact op met uw leverancier
Geen geluid uit surround en • Onjuiste surroundfunctie • Kies een andere functie dan stereo centrum luidsprekers • Onjuiste configuratie • Controleer de luidsprekerfunctie
• Stereo of mono programma • Bij Dolby surroundfuncties kan geen informatie voor achterkanalen aanwezig zijn
• Luidsprekers verkeerd aangesloten • Controleer luidspreker aansluitingen eventueel met testsignaal
Apparaat reageert niet op • Zwakke batterijen in afstandsbediening • Vervang batterijen de afstandsbediening • Verkeerde apparaat gekozen • Druk op AVR
5
Sensor afstandsbediening
%
• Controleer of de sensor op de voorzijde niet wordt afgedekt
geblokkeerd door een voorwerp of meubel
Intermitterende brom in de tuner • Lokale interferentie • Verplaats het apparaat of de antenne, uit de buurt van
computers,TL-buizen, motoren of andere elektrische apparaten
Indicatie in kanaalaanduiding knippert • Digitale audiosignaal pauzeert • Hervat weergave DVD
display
Q
en audio stopt • Controleer of een digitaal signaal naar de ingang
wordt gestuurd
Page 41
TECHNISCHE GEGEVENS 41
Technische gegevens
Audio gedeelte
Stereo Continu nominaal vermogen (FTC)
65 watt per kanaal, 20 Hz – 20 kHz, @ <0,07% THD, beide kanalen uitgestuurd in 8 ohm
Vijf kanaals surroundfuncties Vermogen per kanaal
Front L&R kanalen: 55 watt per kanaal, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Centrum kanaal: 55 watt, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Surround kanalen: 55 watt per kanaal, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Ingangsgevoeligheid/impedantie
Lineair (lijnniveau) 200 mV/47 kohm
Signaal/ruis-afstand (IHF-A) 95 dB
Surround overspraak
Analoge opname 40 dB (Pro Logic II, enz.) Dolby Digital (AC-3) 55 dB DTS 55 dB
Frequentiebereik
@ 1 W (+0 dB, -3 dB) 10 Hz – 100 kHz
High Instantaneous Current Capability (HCC) + 28 Amp.
Transiënt Intermodulatie
Vervorming (TIM) Onmeetbaar
Stijgtijd 16 msec
Slew rate 40 V/msec
FM tuner
Afstembereik 87,5 – 108 MHz Bruikbare gevoeligheid IHF 1,3 µV / 13,2 dBf Signaal/ruis-afstand Mono/stereo: 70/65 dB (DIN) Vervorming Mono/stereo: 0,15/0,3% Stereo kanaalscheiding 35 dB @ 1 kHz Selectiviteit +300 kHz: 65 dB Spiegelonderdrukking 80 dB MF onderdrukking 90 dB
MG tuner
Afstembereik 522 – 1620 kHz Signaal/ruis-afstand 45 dB Bruikbare gevoeligheid kamerantenne: 500 µV Vervorming 1 kHz, 50% mod.: 0,8% Selectiviteit +9 kHz: 30 dB
Video gedeelte
Videosysteem PAL/NTSC Ingangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm Uitgangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm Video frequentiebereik 10 Hz – 8 MHz (-3 dB)
Algemeen
Lichnetspanning AC 220 – 240 V / 50 Hz Opgenomen vermogen 72 W zonder signaal, 580 W maximum
(twee kanalen uitgestuurd)
Afmetingen (max)
Breedte 440 mm Hoogte 166 mm Diepte 390 mm Gewicht 12,0 kg
Diepte inclusief knoppen, toetsen en aansluitingen. Hoogte inclusief voetjes en chassis. Alle technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Harman Kardon is een geregistreerd handelsmerk en ‘Power for the Digital Revolution’ is een handelsmerk van Harman International Industries, Inc.
is een handelsmerk van Harman International Industries, Inc.
(Patent nr. 5.386.478)
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. ‘Dolby’, ‘Pro Logic’ en het dubbele D symbool zijn geregistreerde handelsmerken van Dolby Laboratories. Confidential Unpublished Works. ©1992-1999 Dolby Laboratories, Inc. Alle rechten voorbehouden.
‘DTS’ en ‘DTS Digital Surround’ zijn handelsmerken van Digital Theater Systems Inc.
††
UltraStereo is een geregistreerde handelsmerk van UltraStereo Corp.VMAx is een handelsmerk van Harman International Industries, Inc. en is een implementatie van Cooper Bauck Transaural Stereo patent onder licentie.
Logic 7 is een geregistreerd handelsmerk van Lexicon, Inc.
Crystal is een geregistreerd handelsmerk van Cirrus Logic Corp.
TM
Page 42
250 Crossways Park Drive,Woodbury, New York 11797 www.harmankardon.com Harman Consumer International: 2, route de Tours, 72500 Château-du-Loir, France © 2002 Harman Kardon, Incorporated Best.nr. cqx1a777z
Loading...