Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of
openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande
Corporation. Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in
deze handleiding. Evenmin wordt aansprakelijkheid aanvaard voor schade die voortvloeit uit het gebruik van de
informatie in deze publicatie. De informatie in dit document is uitsluitend bestemd voor gebruik met dit Epsonproduct. Epson is niet verantwoordelijk voor gebruik van deze informatie in combinatie met andere producten.
Seiko Epson Corporation noch haar lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit
product of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan
niet foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering
van de V.S.) het zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschrien van Seiko Epson
Corporation.
Seiko Epson Corporation en haar dochterondernemingen kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor
schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen
kenbaar als Original Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson.
schrielijke
toestemming van Seiko Epson
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit
elektromagnetische interferentie als gevolg van het gebruik van andere interfacekabels die door Seiko Epson
Corporation worden aangeduid als Epson Approved Products.
Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this soware and its documentation for any purpose is
hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in
all copies of the soware and related documentation, and (ii) the names of Sam Leer and Silicon Graphics
may not be used in any advertising or publicity relating to the soware without the specic, prior written
permission of Sam Leer and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS,
IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF
MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL,
INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES
WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT ADVISED
OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN
CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.
Leer
❏ SDXC Logo is a trademark of SD-3C, LLC.
❏ Microso®, Windows®, and Windows Vista® are registered trademarks of Microso Corporation.
❏ Apple, Macintosh, Mac OS, OS X, Bonjour, Safari, iPad, iPhone, iPod touch, and iTunes are trademarks of Apple
Inc., registered in the U.S. and other countries. AirPrint and the AirPrint logo are trademarks of Apple Inc.
❏ Google Cloud Print, Chrome, Chrome OS, and Android are trademarks of Google Inc.
❏ QR Code is a registered trademark of DENSO WAVE INCORPORATED in Japan and other countries.
❏ Adobe and Adobe Reader are either registered trademarks or trademarks of Adobe Systems Incorporated in the
United States and/or other countries.
❏ Intel
❏ Algemene opmerking: andere productnamen vermeld in deze uitgave, dienen uitsluitend als identicatie en
is a registered trademark of Intel Corporation.
®
kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars.Epson maakt geen enkele aanspraak op enige
rechten op deze handelsmerken.
3
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Copyright
Handelsmerken
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................8
Informatie zoeken in de handleiding.............8
Markeringen en symbolen...................10
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding. . . . . . 10
Een geheugenkaart benaderen vanaf een computer 173
Hulp vragen.............................174
Technische ondersteuning (website)......... 174
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................175
Bijlage
Technische specicaties.................... 165
Printer specicaties..................... 165
Scannerspecicaties.....................166
Interface-specicaties....................166
7
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen
De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Naast de handleidingen kunt u ook de
verschillende hulpmogelijkheden op de printer zelf of in de toepassingen raadplegen.
❏ Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer, het installeren van de soware, het gebruik van de printer, het
oplossen van problemen enzovoort.
❏ Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Biedt algehele informatie en instructies voor het gebruik van de printer, voor
netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt en voor het oplossen van problemen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
❏ Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde
ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
❏ Digitale handleiding
Start EPSON Soware Updater op uw computer. EPSON Soware Updater controleert of er updates
beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie
downloaden.
Gerelateerde informatie
& “EPSON Soware Updater” op pagina 132
Informatie zoeken in de handleiding
In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan
met behulp van de bladwijzers.U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt.Dit gedeelte bevat uitleg
over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe Reader X is geopend op de computer.
8
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken.Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die
u zoekt en klik vervolgens op Zoeken.Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst.Klik op een van de
weergegeven zoekresultaten om naar de
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
betreende
pagina te gaan.
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan.Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat
gedeelte.Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
❏ Wi n dow s: h ou d de Alt-toets ingedrukt en druk op ←.
❏ Mac OS: houd de command-toets ingedrukt en druk op ←.
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken.Klik op Afdrukken in het menu Bestand en
geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
❏ Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voor be eld : 20 -2 5
❏ Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
9
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Markeringen en symbolen
Let op:
!
Instructies die zorgvuldig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
Belangrijk:
c
Instructies die moeten worden gevolgd om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende informatie en referentiegegevens.
&
Gerelateerde informatie
Koppelingen naar de verwante paragrafen.
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding
❏ Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of
macOS High Sierra. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de
situatie.
❏
Aeeldingen
verschillen tussen elk model, maar de gebruiksmethode
❏ Sommige menu-items op de display variëren naargelang het model en de instellingen.
van de printer gebruikt in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine
hetzelfde.
blij
Referenties voor besturingssystemen
Windows
In deze handleiding verwijzen termen zoals "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows
Vista", en "Windows XP" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle
versies ervan aan te duiden.
❏
Microso
❏ Microso
❏
Microso
❏ Microso
❏ Microso
❏
Microso
❏ Microso
Wi n dow s® 10 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 8.1 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 8 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 7 besturingssysteem
®
Wi n dow s Vi s ta® besturingssysteem
®
Wi n dow s® XP besturingssysteem
®
Wi n dow s® XP Professional x64 Edition besturingssysteem
®
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS High Sierra, macOS Sierra, OS X El
Capitan, OS X Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X v10.6.8.
10
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies
Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken. Bewaar deze handleiding voor latere
raadplegingen. Let ook op alle waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
❏ Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
❏ Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur
kan leiden tot brand of elektrische schokken.
❏ Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
❏ Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen
van het apparaat.
❏ Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of
als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de
prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden
gegeven.
❏ Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
❏ Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of
luchtvochtigheid.
❏ Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
❏ Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
❏ Neem contact op met uw leverancier als het lcd-scherm beschadigd is. Als u vloeistof uit het scherm op uw
handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het scherm in uw ogen krijgt, moet u
uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen
problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
❏ Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.
❏ Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
❏ Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
❏ Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
❏ Haal de cartridge niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.
❏ Schud de cartridges niet te hard en laat ze niet vallen. Wees ook voorzichtig dat u ze niet ineendrukt of hun
etiket scheurt. Omdat hierdoor inkt kan lekken.
❏ Houd cartridges buiten het bereik van kinderen.
11
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Printeradviezen en waarschuwingen
Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze
handleiding voor toekomstig gebruik.
Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de
printer
❏ Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.
❏ Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het etiket van de printer.
❏ Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
❏ Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
❏ Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.
❏ Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral
op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
❏ Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het
totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de
maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
❏ Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en
stroompieken.
❏ Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op
een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden
beschadigd raken.
❏ Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
❏ Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
❏ Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
❏ Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
❏ Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.
❏ Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
❏ Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
❏ Raak de witte, platte kabel binnen in de printer niet aan.
❏ Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
❏ Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
12
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
❏ Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
❏ Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
P
❏ Zet de printer altijd uit met de knop
stopcontact niet af zolang het lampje
❏ Controleer voordat u de printer vervoert of de printkop zich in de uitgangspositie bevindt (uiterst rechts) en of
de cartridges aanwezig zijn.
❏ Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
P
nog knippert.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een
draadloze verbinding
❏ Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken.Wanneer u deze printer gebruikt in een medische
instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de
medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
❏ Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle
waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de
buurt van automatisch aangestuurde apparaten.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van geheugenkaarten
❏ Verwijder een geheugenkaart niet en schakel de printer niet uit wanneer het lampje van de geheugenkaart
knippert.
❏ Het gebruik van geheugenkaarten verschilt per type kaart. Raadpleeg de documentatie die bij de geheugenkaart
is geleverd voor meer informatie.
❏ Gebruik alleen geheugenkaarten die compatibel zijn met het apparaat.
Gerelateerde informatie
& “Ondersteunde geheugenkaartspecicaties” op pagina 168
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het display
❏ Het display kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder. Dit
is normaal en wil geenszins zeggen dat het display beschadigd is.
❏ Maak het display alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
❏ De buitenkant van de display kan breken als deze een grote weerslag krijgt. Neem contact op met uw
wederverkoper als het oppervlak van het scherm barst of splintert. Raak de gebroken stukken nooit aan en
verwijder ze niet.
13
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Uw persoonlijke gegevens beschermen
Als u de printer aan iemand anders gee of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer Inst >
Stand. inst. herstellen > Alle instellingen op het bedieningspaneel.
14
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen
ZijgeleiderZorgen ervoor dat het papier recht in de printer wordt ingevoerd. Schuif ze
A
naar de randen van het papier.
Papiertoevoer achterLaadt papier.
B
PapiersteunOndersteuning voor geladen papier.
C
InvoerbeschermingVoorkomt dat ongewenste zaken in de printer terechtkomen. Laat deze
D
bescherming over het algemeen dicht.
UitvoerladeOpvanglade voor het papier dat uit de printer komt. Zet vóór het afdrukken de
E
stop omhoog om te voorkomen dat het uitgeworpen papier van de lade valt.
BedieningspaneelVoor bediening van de printer.
F
B
A
15
Gebruikershandleiding
GeheugenkaartsleufPlaats een geheugenkaart in het apparaat.
A
CartridgehouderInstalleer de cartridges. Aan de onderkant komt inkt uit de spuitkanaaltjes van
B
Basisprincipes van printer
de printkop.
DocumentdekselHoudt het licht van buitenaf tegen tijdens het scannen.
A
ScannerglasplaatPlaats de originelen.
B
ScannereenheidScant de originelen die u hebt geplaatst. Open dit om cartridges te vervangen
C
of papier dat in de printer is vastgelopen, te verwijderen.
A
B
NetaansluitingVoor aansluiting van het netsnoer.
A
USB-poortAansluiting voor een USB-kabel.
B
16
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Bedieningspaneel
U kunt het bedieningspaneel in een andere hoek zetten.
Als u het bedieningspaneel lager wilt zetten, moet u de hendel aan de achterkant van het paneel induwen, zoals
hieronder getoond.
Knoppen
A
B
C
Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Niet uitschakelen zolang het aan-uitlampje knippert (wanneer de printer bezig is of gegevens
verwerkt).
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan-uitlampje gedoofd is.
Hiermee opent u het startscherm.
Terugkeren naar het vorige scherm.
D
E
F
G
u d l r
OKMet de knoppen u d l r selecteert u een menu en met een druk op de knop OK opent u het
geselecteerde menu.
Hiermee selecteert u het aantal pagina's dat u wilt afdrukken.
Hiermee stopt u de actieve bewerking.
Hiermee start u een taak, zoals afdrukken of kopiëren.
17
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Uitleg bij het LCD-scherm
Op het LCD-scherm worden menu's en berichten weergegeven. Selecteer een menu of instelling door te drukken
op de knoppen
u d l r
Uitleg bij het startscherm
De volgende pictogrammen en menu's worden weergegeven op het startscherm.
.
Hier staan pictogrammen die de netwerkstatus aangeven. U kunt de betekenis van de pictogrammen achterhalen
A
l
via het menu Help. Ga in het startscherm naar Help met de knop
Selecteer Pictogrammenlijst met de knop
u
of d en druk vervolgens op de knop OK.
of r en druk vervolgens op de knop OK.
18
Gebruikershandleiding
Functiepictogrammen en namen worden weergegeven als moduspictogrammen.
B
Basisprincipes van printer
Kopiëren
Foto afdr.
Scannen
Meer functies
Stille modus
Inst
HelpHiermee geeft u uitleg weer over basishandelingen, de betekenis van de pictogrammen op het
Inst Wi-FiHiermee geeft u menu's weer voor het instellen van de printer voor gebruik in een draadloos
Hiermee activeert u de modus Kopiëren, waarmee u een document kunt kopiëren.
Hiermee activeert u de modus Foto afdr., waarmee u foto's kunt afdrukken die op een
geheugenkaart staan.
Hiermee activeert u de modus Scannen, waarmee u een document of foto kunt scannen.
Hiermee activeert u de modus Meer functies die u verschillende afdrukfuncties biedt, zoals
het kopiëren van foto's en het afdrukken van origineel lijntjespapier of kalenders, op basis van
foto's op uw geheugenkaart.
Hiermee geeft u de instelling Stille modus weer, waarmee u ervoor zorgt dat de printer
minder geluid maakt. Als u deze optie inschakelt, kan de afdruksnelheid minder zijn.
Afhankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit,
merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.
Dit is een snelkoppeling naar het volgende menu.
Inst > Printerinstellingen > Stille modus
Hiermee activeert u de modus Inst, waarmee u onderhoud kunt uitvoeren en printer- en
netwerkinstellingen kunt opgeven.
display en informatie over het oplossen van problemen.
netwerk. Dit is een snelkoppeling naar het volgende menu.
Inst > Netwerkinstellingen > Inst Wi-Fi
C
Wanneer l en r worden weergegeven, kunt u naar rechts of links bladeren.
Hier staan de knoppen die u kunt gebruiken. In dit voorbeeld kunt u naar het geselecteerde menu gaan door op OK
D
te drukken.
Tekens invoeren
Als u via het bedieningspaneel tekens en symbolen wilt invoeren voor de netwerkinstellingen, gebruik dan de
knoppen
u, d, l
of functietoets te selecteren op het toetsenbord en druk vervolgens ter bevestiging op OK. Wanneer u klaar bent
met het invoeren van tekens, selecteert u Klaar en drukt u vervolgens op de knop OK.
en r en het sowaretoetsenbord op het display. Druk op de knop u, d, l of r om een teken
19
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Hoe het weergegeven scherm eruitziet, hangt af van de gekozen instellingen. Dit is het scherm voor het invoeren
van het wachtwoord voor het Wi-Fi-netwerk.
PictogrammenBeschrijving
AB12Hiermee verandert u kleine letters in hoofdletters.
ab12Hiermee verandert u hoofdletters in kleine letters.
SymboolHiermee geeft u symbolen weer.
l r
SpatieHiermee voert u een spatie in rechts naast de cursor.
KlaarHiermee sluit u het softwaretoetsenbord en geeft u een bevestigingsscherm weer of gaat u naar het
Hiermee verplaatst u de cursor naar links of rechts.
Hiermee wist u het teken links van de cursor (Backspace).
volgende scherm.
20
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen
U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.
Wi-Fi-verbinding
Sluit de printer en de computer of het smart device aan op het toegangspunt. Dit is de meest gebruikelijke manier
van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een
toegangspunt.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 22
& “Een smart device verbinden” op pagina 23
& “Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 23
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het
smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als toegangspunt en kunt u
maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een apart toegangspunt nodig hebt. Smart devices
die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de printer.
21
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Opmerking:
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) is een verbindingsmodus die is ontwikkeld als vervanging voor de adhocmodus.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een
netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee via Wi-Fi,
wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Gerelateerde informatie
& “Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 26
Een computer verbinden
Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer.U kunt
het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
❏ Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
❏ Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een computer met een schijfstation.)
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de
gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.
22
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Vo l ge n d e.
Volg de instructies op het scherm.
Een smart device verbinden
U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk
(SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende
website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Opmerking:
Als u tegelijkertijd een computer en een smart device met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de
computer te verbinden.
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen
congureren.Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als u beschikt over de informatie voor het toegangspunt, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de instellingen
handmatig congureren.
Als het toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de instellingen
Nadat de printer verbinding hee gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat
dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.)
Congureer
geavanceerde netwerkinstellingen om een statisch IP-adres te gebruiken.
congureren
23
met drukknopinstellingen.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Gerelateerde informatie
& “Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren” op pagina 24
& “Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling” op pagina 25
& “Wi-Fi-instellingen congureren via de PIN code-instelling (WPS)” op pagina 26
& “Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 26
& “Geavanceerde netwerkinstellingen congureren” op pagina 27
Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren
U kunt de gegevens die voor de verbinding met een toegangspunt nodig zijn handmatig opgeven op het
bedieningspaneel van de printer. Voor het handmatig instellen hebt u de SSID en het wachtwoord van een
toegangspunt nodig.
Opmerking:
Als u een toegangspunt met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID die en het wachtwoord dat op het label
vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neem dan contact op met de persoon die het toegangspunt
ingesteld of raadpleeg de documentatie van het toegangspunt.
hee
1.Selecteer Instellingen draadloos LAN op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2.Selecteer Wi - Fi (a an be vo l en ) en druk vervolgens op de knop OK.
3.Druk op de knop OK.
4.Selecteer Wi-Fi instelwizard en druk vervolgens op de knop OK.
5.
Selecteer de SSID voor het toegangspunt op het bedieningspaneel van de printer en druk op de knop OK.
Opmerking:
❏ Als de SSID waarmee u wilt verbinden, niet wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer, selecteert u
Opnieuw zoeken om de lijst te vernieuwen. Als deze nog steeds niet wordt weergegeven, selecteert u Andere SSID's
en voert u de SSID rechtstreeks in.
❏ Als u de SSID niet kent, controleer dan of deze vermeld staat op het label van het toegangspunt. Als u het
toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u de SSID die op het label staat.
6.Voer het wachtwoord in en selecteer Klaar. Druk op de knop OK.
Opmerking:
❏ Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.
❏ Als u het wachtwoord niet kent, controleer dan of het vermeld staat op het label van het toegangspunt. Als u het
toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u het wachtwoord dat op het label staat. Het
wachtwoord kan ook een sleutel of wachtwoordzin worden genoemd.
❏ Als u het wachtwoord voor het toegangspunt niet kent, raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is
geleverd of neemt u contact op met de persoon die dit hee ingesteld.
24
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
7.Controleer de instellingen en druk vervolgens op de knop OK.
8.Selecteer of u al dan niet een netwerkverbindingsrapport wilt afdrukken na het voltooien van de instellingen.
Opmerking:
Als u geen verbinding kunt maken, laadt u papier en drukt u vervolgens op de knop
netwerkverbindingsrapport af te drukken.
Gerelateerde informatie
& “Tekens invoeren” op pagina 19
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 28
& “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 146
om een
Wi-Fi-instellingen
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op het toegangspunt te drukken. Als aan de
volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
❏ Het toegangspunt is compatibel met WPS (Wi-Fi Protected Setup).
❏ De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op het toegangspunt te drukken.
Opmerking:
Als u de knop niet kunt vinden of als u instelt met behulp van de soware, raadpleeg dan de documentatie van het
toegangspunt.
1.Selecteer Instellingen draadloos LAN op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2.
Selecteer Wi- Fi (a an be vo l en ) en druk vervolgens op de knop OK.
3.Druk op de knop OK.
4.Selecteer Drukknopinstelling (WPS) en druk vervolgens op de knop OK.
5.Houd de knop [WPS] op het toegangspunt ingedrukt tot het beveiligingslampje knippert.
congureren
via de drukknopinstelling
Als u niet weet waar de [WPS]-knop zit, of als het toegangspunt geen knoppen hee, raadpleeg dan de
documentatie van het toegangspunt voor meer informatie.
25
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
6.Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer. Volg de instructies op het scherm die worden
weergegeven.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een keer.
Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 28
& “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 146
Wi-Fi-instellingen congureren via de PIN code-instelling (WPS)
U kunt verbinding maken met een toegangspunt door gebruik te maken van een pincode. U kunt deze methode
gebruiken als uw toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. Gebruik een computer om een pincode
in te voeren in het toegangspunt.
1.Selecteer Inst op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2.Selecteer Netwerkinstellingen en druk vervolgens op de knop OK.
3.Selecteer Instellingen draadloos LAN op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
4.Selecteer Instellingen pincode (WPS) en druk vervolgens op de knop OK.
5.Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die op het bedieningspaneel van de printer wordt
weergegeven in te voeren in het toegangspunt. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
6.Druk op de knop OK.
Het instellen is voltooid wanneer dit wordt gemeld in een bericht.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een keer.
Als het nog steeds niet werkt, druk dan een verbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 28
& “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren
” op pagina 146
Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt) congureren
Deze methode maakt het mogelijk om de printer rechtstreeks, dus zonder toegangspunt, te verbinden met een
computer of smart device. De printer fungeert zelf als toegangspunt.
26
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Belangrijk:
c
Wanneer u een computer of smart device verbindt met de printer met de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt), is de printer verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als de computer of het smart device en
vindt communicatie tussen de beide apparaten plaats. Omdat de computer of het smart device automatisch wordt
verbonden met het andere verbindbare Wi-Fi-netwerk als de printer wordt uitgeschakeld, wordt niet opnieuw
verbinding gemaakt met het vorige Wi-Fi-netwerk als de printer wordt ingeschakeld. Maak vanuit de computer of
het smart device opnieuw verbinding met de SSID van de printer voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt). Als u niet steeds opnieuw verbinding wilt maken wanneer u de printer in- of uitschakelt, wordt
aangeraden een Wi-Fi-netwerk te gebruiken door de printer te verbinden met een toegangspunt.
1.Selecteer Instellingen draadloos LAN op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2.Selecteer Wi - Fi Di re c t en druk vervolgens op de knop OK.
3.Druk op de knop OK.
4.Druk op de knop OK om de installatie te starten.
5.Druk op de knop OK.
6.Kijk op het bedieningspaneel van de printer welke SSID en welk wachtwoord worden weergegeven. Selecteer
in het scherm Netwerkverbinding van de computer of het smart device de SSID die wordt weergegeven op het
bedieningspaneel van de printer om verbinding te maken.
7.
Voer op de computer of het smart device het wachtwoord in dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel
van de printer.
8.
Nadat de verbinding is gemaakt, drukt u op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
9.Druk op de knop OK.
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 28
& “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 146
Geavanceerde netwerkinstellingen
U kunt de naam van de netwerkprinter, TCP/IP-instellingen, DNS-server enzovoort aanpassen.Controleer de
netwerkomgeving voordat u wijzigingen aanbrengt.
congureren
1.Selecteer Inst op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2.Selecteer Netwerkinstellingen en druk vervolgens op de knop OK.
3.Selecteer Handmatige netwerkinst. en druk vervolgens op de knop OK.
4.Voer de apparaatnaam in.
U kunt de volgende tekens gebruiken.Als u de apparaatnaam wilt vastleggen, plaatst u de cursor op Klaar en
drukt u vervolgens op de knop OK.
❏ Tekenlimiet: 2 t/m 15 (u moet minstens 2 tekens invoeren)
27
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
❏ Toegestane tekens: A t/m Z, a t/m z, 0 t/m 9, -.
❏ Tekens die u niet bovenaan kunt gebruiken: 0 t/m 9, -.
❏ Tekens die u niet onderaan kunt gebruiken: -
Opmerking:
Als u op de knop OK drukt zonder de apparaatnaam in te voeren, worden de standaardapparaatnaam (EPSON en de
laatste zes cijfers van het MAC-adres van het apparaat) ingesteld.
5.Selecteer op welke manier het IP-adres wordt opgevraagd (TCP/IP-instelling).
❏ Aut.
Selecteer deze optie wanneer u thuis een toegangspunt gebruikt of wanneer u het IP-adres automatisch laat
toewijzen via DHCP.
❏ Handmatig
Selecteer deze optie wanneer u niet wilt dat het IP-adres van de apparaat wordt gewijzigd.Voer het IP-adres,
het subnetmasker, de standaardgateway, de primaire DNS-server en secundaire DNS-server in, aankelijk
van uw netwerkomgeving.Druk op de knop OK en ga naar stap 7.
6.
Selecteer de manier waarop de DNS-server wordt ingesteld.
❏ Aut.
Selecteer deze optie wanneer het IP-adres automatisch moet worden opgevraagd.
❏ Handmatig
Selecteer deze optie wanneer u een uniek DNS-serveradres wilt instellen voor de printer.Voer het adres in
van de primaire DNS-server en van de secundaire DNS-server.
7.Selecteer of u al dan niet een proxyserver wilt gebruiken.
❏ Niet gebruiken
Selecteer deze optie wanneer u de printer gebruikt in een thuisnetwerk.
❏ Gebruiken
Selecteer deze optie wanneer u in uw netwerkomgeving een proxyserver gebruikt en u dit wilt instellen in
de printer.Voer het adres en poortnummer van de proxyserver in.
8.Controleer de instellingen en druk op de knop OK.
Wanneer u klaar bent met de netwerkinstellingen, wordt een bericht weergegeven op het display. Kort daarna
wordt opnieuw het startscherm weergegeven.
De status van de netwerkverbinding controleren
U kunt de netwerkstatus als volgt controleren.
De netwerkstatus controleren met het netwerkpictogram
U kunt de status van de netwerkverbinding controleren aan de hand van het netwerkpictogram op het startscherm
van de printer. Het pictogram verandert volgens verbindingstype en signaalsterkte. Selecteer voor meer informatie
Help > Pictogrammenlijst op het bedieningspaneel van de printer.
28
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
De netwerkstatus controleren op het bedieningspaneel
U kunt ook andere netwerkgerelateerde informatie bekijken door te drukken op andere netwerkmenu's die u wilt
controleren.
1.Selecteer Inst op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2.Selecteer Netwerkinstellingen en druk vervolgens op de knop OK.
3.Selecteer Netwerkstatus en druk vervolgens op de knop OK.
de verbindingsstatus voor Wi-Fi en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) weer. U kunt controleren of
Gee
de printer verbinding
verbonden door middel van een Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt).
met het netwerk of hoeveel apparaten verbinding hebben wanneer de printer is
hee
4.Als u nog meer informatie wilt controleren, druk dan op de knop
nakijken.
❏ Wi F i - s t a t u s
Gee de netwerkinformatie (IP-adres vragen, Standaardgateway, Instelmodus DNS-server enzovoort) voor
Wi-Fi-verbindingen weer.
❏ Wi-Fi Direct-status
Gee de netwerkinformatie (IP-adres vragen, het aantal verbonden apparaten, Standaardgateway
enzovoort) voor Wi-Fi Direct-verbindingen (eenvoudig toegangspunt) weer.
❏ Epson Connect Status
Gee de geregistreerde gegevens weer voor Epson Connect.
❏ Printstatus Google Cloud
Gee de geregistreerde gegevens weer voor Google Cloud Print en de status van de verbinding.
❏ Statusvel afdrukken
Zorg ervoor dat er papier in de printer is geplaatst en druk vervolgens op de knop
netwerkstatusvel af te drukken.
l
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken
of r en selecteer de menu's die u wilt
x
om een
U kunt een netwerkverbindingsrapport afdrukken om de status tussen de printer en het toegangspunt te
controleren.
1.Papier laden.
2.Selecteer Inst op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
3.Selecteer Netwerkinstellingen en druk vervolgens op de knop OK.
4.Selecteer Verbindingscontrole en druk vervolgens op de knop OK.
De verbindingscontrole wordt gestart.
5.
Selecteer Ja en druk vervolgens op de knop OK.
29
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
6.Druk op de knop x om het netwerkverbindingsrapport af te drukken.
Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en volg de afgedrukte
oplossingen.
Gerelateerde informatie
& “Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport” op pagina 30
Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport
Controleer de berichten en foutcodes op het netwerkverbindingsrapport en volg dan de oplossingen.
a. Foutcode
b. Berichten over de netwerkomgeving
Gerelateerde informatie
& “E-1” op pagina 31
& “E-2, E-3, E-7” op pagina 31
& “E-5” op pagina 32
& “E-6” op pagina 32
& “E-8” op pagina 33
& “E-9” op pagina 33
30
Loading...
+ 145 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.