for choosing one of its products. We have compiled this booklet to provide a comprehensive overview of your vehicle's quality features. Please, read it
carefully before riding the vehicle for the first time. It contains information, tips and precautions for using your vehicle. It also describes features, details
and devices to assure you that you have made the right choice. We believe that if you follow our suggestions, you will soon get to know your new vehicle
well and that it will continue to give you satisfactory service for many years to come. This booklet is an integral part of the vehicle and must be handed
over to the new owner in the event of sale.
APRILIA WIL U BEDANKEN
omdat u één van haar producten heeft gekozen. Wij hebben deze handleiding opgesteld opdat u de kwaliteiten ervan ten volle kan waarderen. Wij
raden aan om deze handleiding geheel door te lezen, voordat u met het voertuig gaat rijden. Het bevat informatie, raadgevingen en waarschuwingen
in verband met het gebruik van uw voertuig; daarnaast zal u eigenschappen, bijzonderheden en handigheidjes ontdekken die u ervan zullen overtuigen
dat u een juiste keuze heeft gemaakt. Wij zijn er zeker van dat indien u hier rekening mee zal houden, u makkelijk zal wennen aan uw nieuw voertuig,
waar u lang naar volle tevredenheid gebruik van zal kunnen maken. Deze uitgave is een integrerend deel van het voertuig, en bij verkoop van dit laatste
moet het worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar.
SPORTCITY CUBE 125-200
Ed. 04 2008
The instructions in this booklet have been compiled primarily to offer a simple and clear guide to using the vehicle; This booklet also details routine
maintenance procedures and regular checks that should be carried out on the vehicle at an authorised aprilia Dealer or Workshop. This booklet also
contains instructions for simple repairs. Any operations not specifically described in this booklet require the use of special tools and/or particular technical
knowledge: for these operations, please take your vehicle to an authorised aprilia Dealer or Workshop.
De instructies in deze handleiding zijn voorbereid om vooral een eenvoudige en duidelijke leidraad te zijn voor het gebruik; men vindt eveneens de
handelingen van het klein onderhoud en van de periodieke controles die uitgevoerd moeten worden op het voertuig, bij een Dealer of Erkende apriliaGarage. De handleiding bevat tevens instructies voor een aantal eenvoudige herstellingen. De herstellingen die niet uitgebreid in deze uitgave zijn
beschreven, vereisen dat men over speciale gereedschappen en/of specifieke technische kennis beschikt; voor het uitvoeren van deze herstellingen
raadt men aan om zich te wenden tot een Dealer of Erkende aprilia Garage.
2
Personal safety
Persoonlijke veiligheid
Failure to completely observe these instructions will
result in serious risk of personal injury.
Safeguarding the environment
Sections marked with this symbol indicate the correct
use of the vehicle to prevent damaging the environ-
ment.
Vehicle intactness
The incomplete or non-observance of these regula-
tions leads to the risk of serious damage to the vehicle
and sometimes even the invalidity of the guarantee.
The symbols shown above are very important. They
are used to highlight those parts of the booklet that
should be read with particular care. As you can see,
each sign consists of a different graphic symbol, making it quick and easy to locate the various topics.
Before starting the engine, read this booklet thoroughly and the "SAFE RIDING" section in particular. Your
safety as well as other's does not only depend on the
quickness of your reflexes and agility, but also on how
well you know your vehicle, the state of maintenance
of the vehicle itself and your knowledge of the rules
for SAFE RIDING. For your safety, get to know your
vehicle well so as to safely ride and master it in road
traffic IMPORTANT This booklet is an integral part of
the vehicle, and must be handed to the new owner in
the event of sale.
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd, kan dit ernstig letsel aan personen tot ge-
volg hebben.
Bescherming van
Geeft het juiste gedrag aan dat u aan moet houden
zodat het gebruik van het voertuig geen schade aan-
richt aan de natuur.
Staat van het voertuig
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd kan dit ernstige schade aan het voertuig,
en eventueel het vervallen van deze garantie tot ge-
volg hebben.
Bovengenoemde signalen zijn erg belangrijk. Ze hebben namelijk tot doel om de delen van het boekje aan
te geven die u aandachtig door moet lezen. Zoals u
ziet, bestaat ieder teken uit een ander grafisch symbool, zodat de bijbehorende onderwerpen meteen
duidelijk kunnen worden gevonden in de verschillende delen. Vooraleer men de motor start, leest men
aandachtig deze handleiding, en vooral de paragraaf
"VEILIG RIJDEN". Uw veiligheid en die van anderen
hangt niet enkel af van uw reflexen en vlugheid, maar
ook van de kennis en de efficiëntie van het voertuig,
en van de kennis van de fundamentele regels voor het
VEILIG RIJDEN. We raden daarom aan om vertrouwd
te raken met het voertuig, zodat u zich veilig en beheersd kan bewegen in het verkeer. BELANGRIJK
Deze handleiding moet beschouwd worden als integrerend deel van het voertuig, en moet worden overhandigd bij de verkoop ervan.
6 Ignition switch / steering lock (ON OFF - LOCK)
7. Instruments and gauges
11
Legenda (01_03)
Legende
1. Elektrische commando's op de linker
kant van het stuur
2. Hendel van de achterrem
3. Hendel van de voorrem
4. Gashandvat
5. Elektrische commando's op de rechter
kant van het stuur
6. Schakelaar van de ontsteking / stuurslot (ON- OFF- LOCK)
7. Instrumenten en indicators
12
01_03
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_04
Analogue instrument panel
(01_04)
KEY
1. Blue high-beam warning light
2. Green turn indicators warning light
3. Fuel gauge
4. Orange low fuel warning light
13
Analoog instrumentenpaneel
(01_04)
Legende
1. Blauwe controlelamp van het groot
licht
2. Groene controlelamp van de richtingaanwijzers
3. Indicator van het brandstofpeil
5. Speedometer
6. Coolant high temperature warning light
7. Coolant temperature gauge
8. Red oil pressure warning light.
9. ABS warning light (Activated on ABS
versions only)
10. Multifunction indicator: total odometer
(ODO) / two trip odometers (ODO I - ODO
II) / battery voltage
11. Warning light not active
12. Digital clock
4. Oranje controlelamp van de brandstof-
reserve
5. Snelheidsmeter
6. Controlelamp van de hoge tempera-
tuur van de koelvloeistof
7. Indicator van de temperatuur van de
koelvloeistof
8. Rode controlelamp van de oliedruk
9. Controlelamp van het ABS (enkel ac-
tief op de versies met ABS)
10. Mutifunctionele indicator: kilometerteller totaal (ODO) / twee kilometertellers
partieel (ODO I - ODO II) / accuspanning
11. Controlelamp niet actief
12. Digitale kok
INSTRUMENT AND GAUGE DESCRIPTION
NOTE
WITH THE KEY SET TO «ON», ALL
THE PRE-INSTALLED WARNING
LIGHTS, INSTRUMENT PANEL LIGHTING AND ALL THE INDICATORS IN
DIGITAL DISPLAY TURN ON FOR THE
FIRST THREE SECONDS FOR AN INITIAL INSTRUMENT CHECK.
14
BESCHRIJVING VAN DE INSTRUMENTEN EN DE INDICATOREN
N.B.
MET DE SLEUTEL IN DE «ON» POSI-
TIE, LICHTEN ALLE VOORZIENE
CONTROLELAMPEN, DE VERLICHTING VAN HET DASHBOARD EN DE
INDICATOREN VAN HET DIGITAAL
DISPLAY OP VOOR DRIE SECONDEN,
VOOR EEN BEGINCHECK VAN HET
INSTRUMENT.
1 Vehicle / 1 Voertuing
High-beam warning light «1»
Turns on when the front headlamp highbeam bulb is activated or when the highbeam light is flashed (PASSING).
Controlelamp van het groot licht «1»
Deze licht op wanneer het lampje van het
groot licht van het voorlicht geactiveerd
is, of wanneer men het groot licht doet
knipperen (PASSING).
Turn indicator warning light«2»
Flashes when in right or left turning
mode.
If the turn indicator breaks down, the
warning light flashing frequency doubles.
Replace light bulb if this occurs.
Fuel gauge «3»
Shows the approximate fuel level in the
tank.
Low fuel warning light«4»
Turns on when there is a 1.5-litre fuel re-
serve in the tank.
If this occurs, refill the tank as soon as
possible.
Controlelamp van de richtingaanwijzers «2»
Knippert wanneer het signaal voor het
rechts of links afslaan in functie is.
Wanneer een richtingaanwijzer stukgaat,
verdubbelt de snelheid van het knipperen
van de controlelamp. In dit geval moet het
lampje vervangen worden.
Indicator van het brandstofpeil «3»
Duidt bij benadering het brandstofpeil in
de tank aan.
Controlelamp van de brandstofreserve «4»
Deze licht op wanneer er in de brandstoftank 1,5 liter brandstof overblijft.
In dit geval moet men zo vlug mogelijk
tanken.
15
Speedometer «5»
Shows riding speed.
Snelheidsmeter «5»
Duidt de rijsnelheid aan.
Coolant high temperature warning
light «6»
Turns on when the coolant temperature
indicator reaches very high values. Stop
the engine at once and check the coolant
level.
Coolant temperature gauge «7»
Shows the approximate temperature of
the coolant in the engine. The normal operating temperature is reached when the
needle is at central area of the scale. If it
is not at the central area, do not over demand the scooter. If the needle reaches
the last segment, stop the engine and
check the coolant level.
CAUTION
IF THE TEMPERATURE EXCEEDS
THE MAXIMUM ALLOWED FOR A
LONG TIME, THE ENGINE CAN BE SERIOUSLY DAMAGED.
Controlelamp van de hoge temperatuur van de koelvloeistof «6»
Deze licht op wanneer de indicator van
de temperatuur van de koelvloeistof te
hoge waarden bereikt. Leg onmiddellijk
de motor stil en controleer het peil van de
koelvloeistof.
Indicator van de temperatuur van de
koelvloeistof «7»
Duidt bij benadering de temperatuur aan
van de koelvloeistof in de motor. Wanneer het wijzertje zich in de centrale zone
van de schaal bevindt, is de werkingstemperatuur normaal. Wanneer de
streep zich niet in de centrale positie bevindt, mag het voertuig niet excessief belast worden. Wanneer de wijzer de laatste streep bereikt, legt men de motor stil
en controleert men het peil van de koelvloeistof.
LET OP
WANNEER DE MAXIMUM TOEGESTANE TEMPERATUUR VOOR EEN LANGE PERIODE WORDT OVERSCHRE-
16
1 Vehicle / 1 Voertuing
DEN, KAN DE MOTOR ERNSTIG
WORDEN BESCHADIGD.
Engine oil pressure warning light «8»
Displayed to indicate low engine oil pressure. If this occurs, stop the engine at
once and contact an Official aprilia Dealer.
With engine off, the warning light is always on. If it turns off, there is a failure in
the sensor or the connections.
The warning light must go off after the
engine starts.
ABS warning light «9»
Active only for models with ABS.
Multifunction indicator «10»
Displays the total kilometres travelled
(ODO), the two trip odometers (ODO I ODO II) or battery tension.
Warning light «11»Controlelamp «11»
Controlelamp van de druk van de motorolie «8»
Deze verschijnt om te melden dat de druk
van de motorolie onvoldoende is. In dit
geval legt men onmiddellijk de motor stil,
en wendt men zich tot een Officiële apri-lia Dealer.
Wanneer de motor uitstaat is de controlelamp steeds aan; wanneer ze uit blijkt,
is er een onregelmatigheid aanwezig aan
de sensor of aan de verbindingen.
De controlelamp moet uitgaan nadat de
motor wordt gestart.
Controlelamp ABS «9»
Enkel actief op versies met ABS.
Multifunctionele indicator «10»
Geeft de totaal afgelegde afstand (ODO)
of de twee partiële hodogrammen (ODO
I-ODO II) of de accuspanning weer.
Deze licht op, maar is niet actief.
17
It turns on but it is not active.
01_05
Digital clock «12»
Shows current hours and minutes.
Digital lcd display (01_05)
Clock adjustment
NOTE
FOR SAFETY REASONS, ADJUST
THE CLOCK ONLY WHEN YOUR VEHICLE IS STOPPED.
Digitale klok «12»
Geeft de uren en de minuten weer.
Digitaal display (01_05)
Regeling van de klok
N.B.
VOOR VEILIGHEIDSREDENEN IS HET
ENKEL MOGELIJK OM DEZE HANDELING UIT TE VOEREN WANNEER HET
VOERTUIG STILSTAAT.
18
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_06
When the total odometer (ODO) is shown
on the multifunction display «1», press
the MODE button «2» for more than three
seconds. The colon dividing hours-minutes starts flashing.
Each time the MODE button «2» is pressed, the hour value is increased for adjustment.
Pressing the MODE button «2» again
longer than three seconds activates the
minutes adjustment. The value displayed
increases each time the MODE button
«2» is pressed.
Press the MODE button «2» longer than
three seconds to go back to the hour adjustment.
If no button is pressed within three seconds, the displays automatically exits the
clock adjustment function.
Wanneer op het multifunctioneel display
«1» de functie van de kilometers totaal
(ODO) wordt weergegeven, moet voor
langer dan drie seconden op de toets
MODE «2» gedrukt worden. De twee
puntjes die de uren en de minuten scheiden, beginnen te knipperen.
Voer de regeling van de uren uit door de
aangeduide waarde te verhogen bij elke
druk op de toets MODE «2».
Druk weer op de toets MODE «2» voor
langer dan drie seconden om over te
gaan naar de regeling van de minuten.
De aangeduide waarde wordt verhoogd
bij elke druk op de toets MODE «2».
Door op de toets MODE «2» te drukken
voor langer dan drie seconden, wordt teruggekeerd naar de regeling van de uren.
Wanneer geen enkele toets wordt geactiveerd voor drie seconden, verlaat het
display automatisch de functie van de regeling van de klok.
“MODE” button
Press the «MODE» button, ODO I, ODO
II and the battery voltage are displayed
successively.
19
MODE- toets
Wanneer op de toets «MODE» wordt gedrukt, worden achtereenvolgens ODO I,
ODO II en de accuspanning weergegeven.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT-
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
01_07
01_08
Key switch (01_07, 01_08)
The ignition switch «1» is located on the
right-hand side, near the headstock.
NOTE
KEY«2» ACTIVATES THE IGNITION
SWITCH/ STEERING LOCK, THE SADDLE LOCK AND THE GLOVE-BOX
LATCH. TWO KEYS ARE SUPPLIED
WITH THE VEHICLE (ONE IS A SPARE
KEY).
NOTE
KEEP THE SPARE KEY IN DIFFERENT
PLACE, NOT WITH THE VEHICLE.
SWITCH POSITIONS
ON «A»: The engine and lights can be set
to work. The key cannot be extracted.
Sleutelschakelaar (01_07,
01_08)
De ontstekingsschakelaar «1» bevindt
zich op de rechter kant, nabij de kop van
de stuurinrichting.
N.B.
DE SLEUTEL «2» ACTIVEERT DE
SCHAKELAAR VAN DE ONTSTEKING / STUURSLOT, HET SLOT VAN
HET ZADEL EN HET SLOT VAN DE
OPBERGRUIMTE. BIJ HET VOERTUIG
WORDEN TWEE SLEUTELS GELEVERD (ÉÉN RESERVESLEUTEL).
N.B.
BEWAAR DE RESERVESLEUTEL
NIET OP HET VOERTUIG.
POSITIE VAN DE SCHAKELAAR
ON «A»: De motor en de lichten kunnen
in werking worden gesteld. Het is niet
mogelijk om de sleutel te verwijderen.
20
1 Vehicle / 1 Voertuing
OFF «B»: The engine and lights cannot
be set to work. The key may be removed.
LOCK «C»: The steering is locked. It is
not possible to start the engine or switch
on the lights. The key can be extracted.
OFF «B»: De motor en de lichten kunnen
niet in werking worden gesteld. Het is
mogelijk om de sleutel te verwijderen.
LOCK «C»: Het stuur is geblokkeerd. Het
is niet mogelijk om de motor te starten en
om de lichten aan te schakelen. De sleutel kan verwijderd worden.
Locking the steering wheel
CAUTION
AVOIDING LOSING CONTROL OF THE
VEHICLE - NEVER TURN THE KEY TO
«LOCK» WHILE RIDING.
To lock the steering:
•
Turn the handlebar fully leftwards.
•
Turn and set the key «2» to
«OFF»
NOTE
TURN THE KEY AND MOVE THE HAN-
DLEBAR AT THE SAME TIME.
•
Press and turn the key «2» anticlockwise (to the left), move
the handlebar slowly until the
key «2» is set to «LOCK».
21
Inschakeling van het stuurslot
LET OP
DRAAI DE SLEUTEL NOOIT IN POSI-
TIE «LOCK» TIJDENS HET RIJDEN,
ZODAT MEN DE CONTROLE OVER
HET VOERTUIG NIET VERLIEST.
Om de stuurinrichting te blokkeren:
•
Drai het stuur volledig naar
links.
•
Draai de sleutel «2» in positie
«OFF»
N.B.
DRAAI DE SLEUTEL EN DRAAI TEGE-
LIJKERTIJD AAN HET STUUR.
•
Druk op de sleutel «2» en draai
hem in tegenwijzerszin (naar
links), draai traag aan het stuur
tot de sleutel «2» op «LOCK»
wordt geplaatst.
•
Extract the key.
•
Verwijder de sleutel.
01_09
01_10
Switch direction indicators
(01_09)
Move the switch «3» to the left, to indicate
a left turn; move the switch «3» to the
right, to indicate a right turn. Press the
central part of the switch 3 to deactivate
the turn indicator.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
Horn button (01_10)
To action the horn, press button «2».
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
Schakelaar richtingaanwijzers
(01_09)
Verplaats schakelaar «3» naar links, om
aan te duiden dat men naar links draait;
verplaats schakelaar «3» naar rechts, om
aan te duiden dat men naar rechts draait;
Druk centraal op de schakelaar «3» om
de richtingaanwijzer te desactiveren.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
Drukknop claxon (01_10)
Door op drukknop «2» te drukken, activeert men de akoestische melder.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
22
Light switch (01_11)
1 Vehicle / 1 Voertuing
Koplampschakelaar (01_11)
01_11
If the light switch «4» is set to «A», the
high-beam light is activated; if it is set to
«B», the low-beam light is activated.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
PASSING button «C»
Press the PASSING button and the highbeam light is flashed.
NOTE
RELEASING THE BUTTON «C» DEAC-
TIVATES THE HIGH-BEAM FLASH.
Wanneer de omleider van de lichten «4»
zich in positie «A» bevindt, wordt het
groot licht geactiveerd; in positie «B»
wordt het dimlicht geactiveerd.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
Drukknop PASSING «C»
Door op de drukknop PASSING te drukken, wordt de knippering van het groot
licht geactiveerd.
N.B.
WANNEER DE DRUKKNOP «C»
WORDT LOSGELATEN, WORDT HET
KNIPPEREN VAN HET GROOT LICHT
GEDESACTIVEERD.
23
Start-up button (01_12)
Startknop (01_12)
01_12
By pressing the starter button "7", the
starter motor makes the engine rotate.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
Engine stop button (01_13)
CAUTION
DO NOT ACTION THE ENGINE STOP
SWITCH «6» WHILE RIDING THE VEHICLE.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
Door op drukknop «7» te drukken, doet
de startmotor de motor draaien.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
Stopschakelaar motor (01_13)
LET OP
RAAK DE SCHAKELAAR VOOR HET
STILLEGGEN VAN DE MOTOR «6»
NIET AAN TIJDENS HET RIJDEN.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
24
1 Vehicle / 1 Voertuing
The engine stop switch «6» functions as
a safety and emergency switch.
When the switch «6» set to «ON» the engine can be started; when it is set to
«OFF», the engine stops.
CAUTION
De schakelaar voor het stilleggen van de
motor «6» dient als veiligheids- of noodschakelaar.
Met de schakelaar «6» in positie «ON»,
is het mogelijk om de motor te starten; in
positie «OFF» stopt de motor met draaien.
LET OP
01_13
01_14
WITH THE ENGINE OFF AND THE IGNITION SWITCH SET TO «ON» THE
BATTERY MAY GET DISCHARGED.
WITH THE ENGINE OFF AND AFTER IT
STOPS TURN THE IGNITION SWITCH
TO «OFF».
25
MET DE MOTOR STIL EN DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR MET SLEUTEL
IN POSITIE «ON», KAN DE ACCU ONTLADEN. WANNEER HET VOERTUIG
STILSTAAT NADAT MEN DE MOTOR
HEEFT STILGELEGD, DRAAIT MEN
DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR IN
POSITIE «OFF».
Power supply socket (01_14)
Stopcontact (01_14)
•
There is a 12V plug socket «4»
inside the helmet compartment.
•
This socket can be used to power equipment with a maximum
power of 180 W (mobile telephones, hand lamp, etc.).
CAUTION
USING THIS SOCKET FOR A LONG
PERIOD CAN RESULT IN A FULLY
DISCHARGED BATTERY.
•
Binnenin de helmruimte onder
de zadelruimte is een stopcontact «4» van 12V voorzien.
•
Het stopcontact kan gebruikt
worden voor het voeden van gebruiksvoorwerpen met een vermogen van maximum 180 W
(GSM, inspectielamp, enz.).
LET OP
EEN LANG GEBRUIK VAN HET STOPCONTACT WANEER DE MOTOR UITSTAAT, KAN DE ACCU VOLLEDIG
DOEN ONTLADEN.
01_15
26
Opening the saddle (01_15)
1 Vehicle / 1 Voertuing
Opening van het zadel (01_15)
To unlock the saddle:
•
Rest the vehicle on its centre
stand.
•
Insert the key in the saddle
opening lock.
•
Turn the key «4» anticlockwise.
•
Lift the saddle «5».
•
To lock the saddle, lower and
press it (without forcing it) to trip
the lock.
CAUTION
BEFORE RIDING, MAKE SURE THAT
THE SADDLE IS CORRECTLY
LOCKED INTO POSITION.
Identification (01_16, 01_17)
Write down the chassis and engine numbers in the specific space in this manual.
The chassis number can be used to order
spare parts.
Om het zadel te blokkeren:
•
Plaats het voertuig op de centrale standaard.
•
Plaats de sleutel in het blok voor
de opening van het zadel.
•
Draai de sleutel «4» in tegenwijzerszin.
•
Hef het zadel «5» op.
•
Om het zadel te blokkeren moet
het omlaag gebracht en er op
gedrukt worden (zonder te forceren), door het slot te doen klikken.
LET OP
VOORALEER MEN GAAT RIJDEN,
CONTROLEERT MEN OF HET ZADEL
CORRECT GEBLOKKEERD IS.
Identificatie (01_16, 01_17)
Het is goed om het framenummer en het
motornummer op de speciale plaats in dit
boekje te schrijven.
Het framenummer kan gebruikt worden
voor het aanschaffen van reserveonderdelen.
27
NOTE
N.B.
01_16
ALTERING IDENTIFICATION NUMBERS CAN BE SERIOUSLY PUNISHED BY LAW, PARTICULARLY MODIFYING THE CHASSIS NUMBER WILL
IMMEDIATELY INVALIDATE THE
WARRANTY.
Chassis number
The chassis number is stamped on the
chassis central bar. Remove the cover
indicated to read it.
HET WIJZIGEN VAN DE IDENTIFICATIENUMMERS KAN LEIDEN TOT ERNSTIGE STRAFRECHTELIJKE EN ADMINISTRATIEVE SANCTIES, VOORAL
HET WIJZIGEN VAN HET FRAMENUMMER DOET DE GARANTIE ONMIDDELLIJK VERVALLEN.
Framenummer
Het framenummer is gedrukt op de centrale buis van het frame. Voor de lezing
is het nodig om het aangeduide dopje te
verwijderen.
Located below the handlebar, in the internal shield; to reach it:
•
Insert the key «1» in the lock.
•
Turn the key clockwise, pull it
and open the cover «2».
NOTE
BEFORE LOCKING THE COVER,
MAKE SURE THAT THE KEY HAS NOT
BEEN LEFT INSIDE THE GLOVE-BOX.
29
Penen van de koffer voor
(01_18)
Dit bevindt zich onder het stuur, intern de
beschermingsplaat; Om het te bereiken
moet het volgende uitgevoerd worden:
•
Plaats de sleutel «1» in het slot.
•
Draai de sleutel in wijzerszin,
trek er aan, en open het deurtje
«2».
N.B.
VOORALEER MEN HET DEURTJE
BLOKKEERT, CONTROLEERT MEN
OF MEN DE SLEUTEL NIET HEEFT
VERGETEN IN DE OPBERGRUIMTE.
01_19
Bag clip (01_19)
The bag hook «1» is located at the front
of the internal shield.
CAUTION
DO NOT HANG BULKY BAGS OR
PACKAGES ON THE HOOK TO AVOID
OBSTRUCTING VEHICLE HANDLING
AND FEET MOVEMENT.
Characteristic
Maximum allowed weight
1.5 kg
30
Tassenhaak (01_19)
De lasthaak «1» bevindt zich op de interne beschermingsplaat, in de voorkant.
LET OP
HANG GEEN TE GROTE TASSEN OF
PAKKEN AAN DE LASTHAAK, OMDAT DE HANDELBAARHEID VAN HET
VOERTUIG OF DE BEWEGING VAN
DE VOETEN ZOU KUNNEN GEHINDERD WORDEN.
Technische kenmerken
Maximum toegestaan gewicht
1,5 kg
Loading...
+ 127 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.