Aprilia SPORTCITY CUBE 125, SPORTCITY CUBE 200 User Manual

APRILIA WOULD LIKE TO THANK YOU
for choosing one of its products. We have compiled this booklet to provide a comprehensive overview of your vehicle's quality features. Please, read it carefully before riding the vehicle for the first time. It contains information, tips and precautions for using your vehicle. It also describes features, details and devices to assure you that you have made the right choice. We believe that if you follow our suggestions, you will soon get to know your new vehicle well and that it will continue to give you satisfactory service for many years to come. This booklet is an integral part of the vehicle and must be handed over to the new owner in the event of sale.
APRILIA WIL U BEDANKEN
omdat u één van haar producten heeft gekozen. Wij hebben deze handleiding opgesteld opdat u de kwaliteiten ervan ten volle kan waarderen. Wij raden aan om deze handleiding geheel door te lezen, voordat u met het voertuig gaat rijden. Het bevat informatie, raadgevingen en waarschuwingen in verband met het gebruik van uw voertuig; daarnaast zal u eigenschappen, bijzonderheden en handigheidjes ontdekken die u ervan zullen overtuigen dat u een juiste keuze heeft gemaakt. Wij zijn er zeker van dat indien u hier rekening mee zal houden, u makkelijk zal wennen aan uw nieuw voertuig, waar u lang naar volle tevredenheid gebruik van zal kunnen maken. Deze uitgave is een integrerend deel van het voertuig, en bij verkoop van dit laatste moet het worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar.
SPORTCITY CUBE 125-200
Ed. 04 2008
The instructions in this booklet have been compiled primarily to offer a simple and clear guide to using the vehicle; This booklet also details routine maintenance procedures and regular checks that should be carried out on the vehicle at an authorised aprilia Dealer or Workshop. This booklet also contains instructions for simple repairs. Any operations not specifically described in this booklet require the use of special tools and/or particular technical knowledge: for these operations, please take your vehicle to an authorised aprilia Dealer or Workshop.
De instructies in deze handleiding zijn voorbereid om vooral een eenvoudige en duidelijke leidraad te zijn voor het gebruik; men vindt eveneens de handelingen van het klein onderhoud en van de periodieke controles die uitgevoerd moeten worden op het voertuig, bij een Dealer of Erkende aprilia Garage. De handleiding bevat tevens instructies voor een aantal eenvoudige herstellingen. De herstellingen die niet uitgebreid in deze uitgave zijn beschreven, vereisen dat men over speciale gereedschappen en/of specifieke technische kennis beschikt; voor het uitvoeren van deze herstellingen raadt men aan om zich te wenden tot een Dealer of Erkende aprilia Garage.
2
Personal safety
Persoonlijke veiligheid
Failure to completely observe these instructions will
result in serious risk of personal injury.
Safeguarding the environment
Sections marked with this symbol indicate the correct
use of the vehicle to prevent damaging the environ-
ment.
Vehicle intactness
The incomplete or non-observance of these regula-
tions leads to the risk of serious damage to the vehicle
and sometimes even the invalidity of the guarantee.
The symbols shown above are very important. They are used to highlight those parts of the booklet that should be read with particular care. As you can see, each sign consists of a different graphic symbol, mak­ing it quick and easy to locate the various topics. Before starting the engine, read this booklet thorough­ly and the "SAFE RIDING" section in particular. Your safety as well as other's does not only depend on the quickness of your reflexes and agility, but also on how well you know your vehicle, the state of maintenance of the vehicle itself and your knowledge of the rules for SAFE RIDING. For your safety, get to know your vehicle well so as to safely ride and master it in road traffic IMPORTANT This booklet is an integral part of the vehicle, and must be handed to the new owner in the event of sale.
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden opgevolgd, kan dit ernstig letsel aan personen tot ge-
volg hebben.
Bescherming van
Geeft het juiste gedrag aan dat u aan moet houden
zodat het gebruik van het voertuig geen schade aan-
richt aan de natuur.
Staat van het voertuig
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd kan dit ernstige schade aan het voertuig, en eventueel het vervallen van deze garantie tot ge-
volg hebben.
Bovengenoemde signalen zijn erg belangrijk. Ze heb­ben namelijk tot doel om de delen van het boekje aan te geven die u aandachtig door moet lezen. Zoals u ziet, bestaat ieder teken uit een ander grafisch sym­bool, zodat de bijbehorende onderwerpen meteen duidelijk kunnen worden gevonden in de verschillen­de delen. Vooraleer men de motor start, leest men aandachtig deze handleiding, en vooral de paragraaf "VEILIG RIJDEN". Uw veiligheid en die van anderen hangt niet enkel af van uw reflexen en vlugheid, maar ook van de kennis en de efficiëntie van het voertuig, en van de kennis van de fundamentele regels voor het VEILIG RIJDEN. We raden daarom aan om vertrouwd te raken met het voertuig, zodat u zich veilig en be­heersd kan bewegen in het verkeer. BELANGRIJK Deze handleiding moet beschouwd worden als inte­grerend deel van het voertuig, en moet worden over­handigd bij de verkoop ervan.
3
4
INDEX INDEX
VEHICLE......................................................................................... 7
Arrangement of the main components......................................... 10
Dashboard................................................................................... 11
Analogue instrument panel.......................................................... 13
Digital lcd display......................................................................... 18
"MODE" button......................................................................... 19
Key switch.................................................................................... 20
Locking the steering wheel....................................................... 21
Switch direction indicators........................................................... 22
Horn button.................................................................................. 22
Light switch.................................................................................. 23
Start-up button............................................................................. 24
Engine stop button....................................................................... 24
Power supply socket.................................................................... 26
Opening the saddle.................................................................. 27
Identification................................................................................. 27
Rear top box opening.................................................................. 29
Bag clip........................................................................................ 30
USE................................................................................................. 31
Checks......................................................................................... 32
Refuelling..................................................................................... 35
Shock absorber adjustment......................................................... 37
Starting up the engine.................................................................. 39
Difficult start up............................................................................ 49
Stopping the engine..................................................................... 51
Catalytic silencer.......................................................................... 54
Stand........................................................................................... 56
Suggestions to prevent theft........................................................ 56
Safe driving.................................................................................. 57
MAINTENANCE.............................................................................. 65
Engine oil level............................................................................. 66
VOERTUING..................................................................................... 7
Plaats van de hoofdcomponenten................................................. 10
Legenda......................................................................................... 11
Analoog instrumentenpaneel......................................................... 13
Digitaal display............................................................................... 18
MODE- toets............................................................................... 19
Sleutelschakelaar........................................................................... 20
Inschakeling van het stuurslot.................................................... 21
Schakelaar richtingaanwijzers....................................................... 22
Drukknop claxon............................................................................ 22
Koplampschakelaar....................................................................... 23
Startknop........................................................................................ 24
Stopschakelaar motor.................................................................... 24
Stopcontact.................................................................................... 26
Opening van het zadel............................................................... 27
Identificatie..................................................................................... 27
Penen van de koffer voor............................................................... 29
Tassenhaak................................................................................... 30
GEBRUIK.......................................................................................... 31
Controles........................................................................................ 32
Tanken........................................................................................... 35
Regeling van de schokdempers..................................................... 37
Starten des motors......................................................................... 39
Moeilijke start................................................................................. 49
Het stilleggen van de motor........................................................... 51
Katalysator..................................................................................... 54
Standaard...................................................................................... 56
Tips tegen diefstal.......................................................................... 56
Het veilig rijden.............................................................................. 57
ONDERHOUD................................................................................... 65
Peil van de motorolie..................................................................... 66
5
Engine oil level check............................................................... 67
Engine oil top-up...................................................................... 69
Hub oil level................................................................................. 70
Tyres............................................................................................ 72
Spark plug dismantlement........................................................... 75
Removing the air filter.................................................................. 80
Air filter cleaning.......................................................................... 81
Cooling fluid level......................................................................... 82
Checking the brake oil level......................................................... 88
Battery......................................................................................... 92
Use of a new battery................................................................ 98
Long periods of inactivity............................................................. 100
Fuses........................................................................................... 101
Lamps.......................................................................................... 105
Front light group........................................................................... 107
Headlight adjustment............................................................... 111
Front direction indicators............................................................. 112
Rear optical unit........................................................................... 115
Number plate light........................................................................ 117
Idle adjustment............................................................................ 117
Front and rear disc brake............................................................. 118
Periods of inactivity...................................................................... 122
Cleaning the vehicle.................................................................... 124
Transport..................................................................................... 128
TECHNICAL DATA......................................................................... 133
Kit equipment............................................................................... 140
PROGRAMMED MAINTENANCE.................................................. 141
Scheduled maintenance table..................................................... 142
SPECIAL FITTINGS....................................................................... 151
Controle van het peil van de motorolie....................................... 67
Het bijvullen van motorolie......................................................... 69
Oliepeil van de naaf....................................................................... 70
Banden........................................................................................... 72
Demonteren van de bougie............................................................ 75
Demonteren van het luchtfilter....................................................... 80
Reiniging van de luchtfilter............................................................. 81
Peil van de koelvloeistof................................................................ 82
Controle van het oliepeil van de remmen...................................... 88
Accu............................................................................................... 92
Inwerkingstelling van een nieuwe accu...................................... 98
Lange stilstand............................................................................... 100
Zekeringen..................................................................................... 101
Lampen.......................................................................................... 105
Voorste optische groep.................................................................. 107
Regeling van de koplamp........................................................... 111
Voorste richtingaanwijzers............................................................. 112
Achterste optische groep............................................................... 115
Nummerplaatlicht........................................................................... 117
Regeling van het minimum toerental............................................. 117
Schijfrem vooraan en achteraan.................................................... 118
Stilstand van het voertuig............................................................... 122
Reinigen van het voertuig.............................................................. 124
Vervoer.......................................................................................... 128
TECHNISCHE GEGEVENS.............................................................. 133
Bijgeleverde gereedschappen....................................................... 140
GEPLAND ONDERHOUD................................................................ 141
Tabel van het geprogrammeerd onderhoud.................................. 142
SPECIALE UITRUSTINGEN............................................................. 151
SPECIALE UITRUSTINGEN............................................................. 152
6
SPORTCITY
CUBE
125-200
7
Chap. 01
Vehicle
Hst. 01
Voertuing
01_01
8
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_02
9
Arrangement of the main components (01_02)
Plaats van de hoofdcomponenten (01_02)
KEY:
1. Expansion tank
2. Coolant expansion tank cap
3. Rear brake fluid reservoir
4. Left rear-view mirror
5. Bag hook
6. Air filter
7. Centre stand
8. Engine oil refill cap
9. Left passenger footrest
10. Battery
11. Fuse box
12. Chassis number
13. Front case
14. Passenger handgrip
15. Saddle
16. Fuel tank
17. Fuel tank cap
18. Right rear-view mirror
19. Front brake fluid reservoir
20. Horn
LEGENDE:
1. Expansievat
2. Dop van het expansievat van de koel-
vloeistof
3. Vloeistoftank van de achterrem
4. Linker achteruitkijkspiegeltje
5. Lasthaak
6. Luchtfilter
7. Centrale standaard
8. Vuldop voor de motorolie
9. Linker voetensteun van de passagier
10. Accu
11. Zekeringenhouder
12. Framenummer
13. Voorste motorkap
14. Handgreep van de passagier
15. Zadel
16. Brandstoftank
17. Dop van de brandstoftank
18. Rechter achteruitkijkspiegeltje
19. Vloeistoftank van de voorrem
20. Akoestische melder
10
1 Vehicle / 1 Voertuing
21. Glove compartment
22. Ignition /steering lock switch
23. Battery compartment cover
24. Spark plug
25. Right passenger footrest
21. Opbergruimte
22. Schakelaar van de ontsteking / stuur-
slot
23. Deksel van de accuruimte
24. Bougie
25. Rechter voetensteun van de passa-
gier
Dashboard (01_03)
KEY
1. Electrical controls on the left-hand side
of the handlebar
2. Rear brake lever
3. Front brake lever
4. Throttle grip
5. Electrical controls on the right-hand
side of the handlebar
6 Ignition switch / steering lock (ON ­OFF - LOCK)
7. Instruments and gauges
11
Legenda (01_03)
Legende
1. Elektrische commando's op de linker
kant van het stuur
2. Hendel van de achterrem
3. Hendel van de voorrem
4. Gashandvat
5. Elektrische commando's op de rechter
kant van het stuur
6. Schakelaar van de ontsteking / stuur­slot (ON- OFF- LOCK)
7. Instrumenten en indicators
12
01_03
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_04
Analogue instrument panel (01_04)
KEY
1. Blue high-beam warning light
2. Green turn indicators warning light
3. Fuel gauge
4. Orange low fuel warning light
13
Analoog instrumentenpaneel (01_04)
Legende
1. Blauwe controlelamp van het groot
licht
2. Groene controlelamp van de richting­aanwijzers
3. Indicator van het brandstofpeil
5. Speedometer
6. Coolant high temperature warning light
7. Coolant temperature gauge
8. Red oil pressure warning light.
9. ABS warning light (Activated on ABS
versions only)
10. Multifunction indicator: total odometer (ODO) / two trip odometers (ODO I - ODO II) / battery voltage
11. Warning light not active
12. Digital clock
4. Oranje controlelamp van de brandstof-
reserve
5. Snelheidsmeter
6. Controlelamp van de hoge tempera-
tuur van de koelvloeistof
7. Indicator van de temperatuur van de koelvloeistof
8. Rode controlelamp van de oliedruk
9. Controlelamp van het ABS (enkel ac-
tief op de versies met ABS)
10. Mutifunctionele indicator: kilometer­teller totaal (ODO) / twee kilometertellers partieel (ODO I - ODO II) / accuspanning
11. Controlelamp niet actief
12. Digitale kok
INSTRUMENT AND GAUGE DESCRIP­TION
NOTE WITH THE KEY SET TO «ON», ALL
THE PRE-INSTALLED WARNING LIGHTS, INSTRUMENT PANEL LIGHT­ING AND ALL THE INDICATORS IN DIGITAL DISPLAY TURN ON FOR THE FIRST THREE SECONDS FOR AN INI­TIAL INSTRUMENT CHECK.
14
BESCHRIJVING VAN DE INSTRUMEN­TEN EN DE INDICATOREN
N.B. MET DE SLEUTEL IN DE «ON» POSI-
TIE, LICHTEN ALLE VOORZIENE CONTROLELAMPEN, DE VERLICH­TING VAN HET DASHBOARD EN DE INDICATOREN VAN HET DIGITAAL DISPLAY OP VOOR DRIE SECONDEN, VOOR EEN BEGINCHECK VAN HET INSTRUMENT.
1 Vehicle / 1 Voertuing
High-beam warning light «1»
Turns on when the front headlamp high­beam bulb is activated or when the high­beam light is flashed (PASSING).
Controlelamp van het groot licht «1»
Deze licht op wanneer het lampje van het groot licht van het voorlicht geactiveerd is, of wanneer men het groot licht doet knipperen (PASSING).
Turn indicator warning light «2» Flashes when in right or left turning
mode. If the turn indicator breaks down, the
warning light flashing frequency doubles. Replace light bulb if this occurs.
Fuel gauge «3»
Shows the approximate fuel level in the tank.
Low fuel warning light «4» Turns on when there is a 1.5-litre fuel re-
serve in the tank.
If this occurs, refill the tank as soon as possible.
Controlelamp van de richtingaanwij­zers «2»
Knippert wanneer het signaal voor het rechts of links afslaan in functie is.
Wanneer een richtingaanwijzer stukgaat, verdubbelt de snelheid van het knipperen van de controlelamp. In dit geval moet het lampje vervangen worden.
Indicator van het brandstofpeil «3»
Duidt bij benadering het brandstofpeil in de tank aan.
Controlelamp van de brandstofreser­ve «4»
Deze licht op wanneer er in de brandstof­tank 1,5 liter brandstof overblijft.
In dit geval moet men zo vlug mogelijk tanken.
15
Speedometer «5»
Shows riding speed.
Snelheidsmeter «5»
Duidt de rijsnelheid aan.
Coolant high temperature warning light «6»
Turns on when the coolant temperature indicator reaches very high values. Stop the engine at once and check the coolant level.
Coolant temperature gauge «7»
Shows the approximate temperature of the coolant in the engine. The normal op­erating temperature is reached when the needle is at central area of the scale. If it is not at the central area, do not over de­mand the scooter. If the needle reaches the last segment, stop the engine and check the coolant level.
CAUTION
IF THE TEMPERATURE EXCEEDS THE MAXIMUM ALLOWED FOR A LONG TIME, THE ENGINE CAN BE SE­RIOUSLY DAMAGED.
Controlelamp van de hoge tempera­tuur van de koelvloeistof «6»
Deze licht op wanneer de indicator van de temperatuur van de koelvloeistof te hoge waarden bereikt. Leg onmiddellijk de motor stil en controleer het peil van de koelvloeistof.
Indicator van de temperatuur van de koelvloeistof «7»
Duidt bij benadering de temperatuur aan van de koelvloeistof in de motor. Wan­neer het wijzertje zich in de centrale zone van de schaal bevindt, is de werkings­temperatuur normaal. Wanneer de streep zich niet in de centrale positie be­vindt, mag het voertuig niet excessief be­last worden. Wanneer de wijzer de laat­ste streep bereikt, legt men de motor stil en controleert men het peil van de koel­vloeistof.
LET OP
WANNEER DE MAXIMUM TOEGESTA­NE TEMPERATUUR VOOR EEN LAN­GE PERIODE WORDT OVERSCHRE-
16
1 Vehicle / 1 Voertuing
DEN, KAN DE MOTOR ERNSTIG WORDEN BESCHADIGD.
Engine oil pressure warning light «8»
Displayed to indicate low engine oil pres­sure. If this occurs, stop the engine at once and contact an Official aprilia Deal­er.
With engine off, the warning light is al­ways on. If it turns off, there is a failure in the sensor or the connections.
The warning light must go off after the engine starts.
ABS warning light «9»
Active only for models with ABS.
Multifunction indicator «10»
Displays the total kilometres travelled (ODO), the two trip odometers (ODO I ­ODO II) or battery tension.
Warning light «11» Controlelamp «11»
Controlelamp van de druk van de mo­torolie «8»
Deze verschijnt om te melden dat de druk van de motorolie onvoldoende is. In dit geval legt men onmiddellijk de motor stil, en wendt men zich tot een Officiële apri- lia Dealer.
Wanneer de motor uitstaat is de contro­lelamp steeds aan; wanneer ze uit blijkt, is er een onregelmatigheid aanwezig aan de sensor of aan de verbindingen.
De controlelamp moet uitgaan nadat de motor wordt gestart.
Controlelamp ABS «9»
Enkel actief op versies met ABS.
Multifunctionele indicator «10»
Geeft de totaal afgelegde afstand (ODO) of de twee partiële hodogrammen (ODO I-ODO II) of de accuspanning weer.
Deze licht op, maar is niet actief.
17
It turns on but it is not active.
01_05
Digital clock «12»
Shows current hours and minutes.
Digital lcd display (01_05)
Clock adjustment NOTE FOR SAFETY REASONS, ADJUST
THE CLOCK ONLY WHEN YOUR VE­HICLE IS STOPPED.
Digitale klok «12»
Geeft de uren en de minuten weer.
Digitaal display (01_05)
Regeling van de klok N.B. VOOR VEILIGHEIDSREDENEN IS HET
ENKEL MOGELIJK OM DEZE HANDE­LING UIT TE VOEREN WANNEER HET VOERTUIG STILSTAAT.
18
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_06
When the total odometer (ODO) is shown on the multifunction display «1», press the MODE button «2» for more than three seconds. The colon dividing hours-mi­nutes starts flashing.
Each time the MODE button «2» is press­ed, the hour value is increased for ad­justment.
Pressing the MODE button «2» again longer than three seconds activates the minutes adjustment. The value displayed increases each time the MODE button «2» is pressed.
Press the MODE button «2» longer than three seconds to go back to the hour ad­justment.
If no button is pressed within three sec­onds, the displays automatically exits the clock adjustment function.
Wanneer op het multifunctioneel display «1» de functie van de kilometers totaal (ODO) wordt weergegeven, moet voor langer dan drie seconden op de toets MODE «2» gedrukt worden. De twee puntjes die de uren en de minuten schei­den, beginnen te knipperen.
Voer de regeling van de uren uit door de aangeduide waarde te verhogen bij elke druk op de toets MODE «2».
Druk weer op de toets MODE «2» voor langer dan drie seconden om over te gaan naar de regeling van de minuten. De aangeduide waarde wordt verhoogd bij elke druk op de toets MODE «2».
Door op de toets MODE «2» te drukken voor langer dan drie seconden, wordt te­ruggekeerd naar de regeling van de uren.
Wanneer geen enkele toets wordt geac­tiveerd voor drie seconden, verlaat het display automatisch de functie van de re­geling van de klok.
“MODE” button
Press the «MODE» button, ODO I, ODO II and the battery voltage are displayed successively.
19
MODE- toets
Wanneer op de toets «MODE» wordt ge­drukt, worden achtereenvolgens ODO I, ODO II en de accuspanning weergege­ven.
N.B. DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT-
NOTE ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY IS SET TO "ON"
STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN PO­SITIE «ON» BEVINDT
01_07
01_08
Key switch (01_07, 01_08)
The ignition switch «1» is located on the right-hand side, near the headstock.
NOTE KEY«2» ACTIVATES THE IGNITION
SWITCH/ STEERING LOCK, THE SAD­DLE LOCK AND THE GLOVE-BOX LATCH. TWO KEYS ARE SUPPLIED WITH THE VEHICLE (ONE IS A SPARE KEY).
NOTE KEEP THE SPARE KEY IN DIFFERENT
PLACE, NOT WITH THE VEHICLE.
SWITCH POSITIONS ON «A»: The engine and lights can be set
to work. The key cannot be extracted.
Sleutelschakelaar (01_07, 01_08)
De ontstekingsschakelaar «1» bevindt zich op de rechter kant, nabij de kop van de stuurinrichting.
N.B. DE SLEUTEL «2» ACTIVEERT DE
SCHAKELAAR VAN DE ONTSTE­KING / STUURSLOT, HET SLOT VAN HET ZADEL EN HET SLOT VAN DE OPBERGRUIMTE. BIJ HET VOERTUIG WORDEN TWEE SLEUTELS GELE­VERD (ÉÉN RESERVESLEUTEL).
N.B. BEWAAR DE RESERVESLEUTEL
NIET OP HET VOERTUIG.
POSITIE VAN DE SCHAKELAAR ON «A»: De motor en de lichten kunnen
in werking worden gesteld. Het is niet mogelijk om de sleutel te verwijderen.
20
1 Vehicle / 1 Voertuing
OFF «B»: The engine and lights cannot be set to work. The key may be removed.
LOCK «C»: The steering is locked. It is not possible to start the engine or switch on the lights. The key can be extracted.
OFF «B»: De motor en de lichten kunnen niet in werking worden gesteld. Het is mogelijk om de sleutel te verwijderen.
LOCK «C»: Het stuur is geblokkeerd. Het is niet mogelijk om de motor te starten en om de lichten aan te schakelen. De sleu­tel kan verwijderd worden.
Locking the steering wheel
CAUTION AVOIDING LOSING CONTROL OF THE
VEHICLE - NEVER TURN THE KEY TO «LOCK» WHILE RIDING.
To lock the steering:
Turn the handlebar fully left­wards.
Turn and set the key «2» to «OFF»
NOTE TURN THE KEY AND MOVE THE HAN-
DLEBAR AT THE SAME TIME.
Press and turn the key «2» an­ticlockwise (to the left), move the handlebar slowly until the key «2» is set to «LOCK».
21
Inschakeling van het stuurslot
LET OP DRAAI DE SLEUTEL NOOIT IN POSI-
TIE «LOCK» TIJDENS HET RIJDEN, ZODAT MEN DE CONTROLE OVER HET VOERTUIG NIET VERLIEST.
Om de stuurinrichting te blokkeren:
Drai het stuur volledig naar links.
Draai de sleutel «2» in positie «OFF»
N.B. DRAAI DE SLEUTEL EN DRAAI TEGE-
LIJKERTIJD AAN HET STUUR.
Druk op de sleutel «2» en draai hem in tegenwijzerszin (naar links), draai traag aan het stuur tot de sleutel «2» op «LOCK» wordt geplaatst.
Extract the key.
Verwijder de sleutel.
01_09
01_10
Switch direction indicators (01_09)
Move the switch «3» to the left, to indicate a left turn; move the switch «3» to the right, to indicate a right turn. Press the central part of the switch 3 to deactivate the turn indicator.
NOTE ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY IS SET TO "ON"
Horn button (01_10)
To action the horn, press button «2». NOTE ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY IS SET TO "ON"
Schakelaar richtingaanwijzers (01_09)
Verplaats schakelaar «3» naar links, om aan te duiden dat men naar links draait; verplaats schakelaar «3» naar rechts, om aan te duiden dat men naar rechts draait; Druk centraal op de schakelaar «3» om de richtingaanwijzer te desactiveren.
N.B. DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT­STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN PO­SITIE «ON» BEVINDT
Drukknop claxon (01_10)
Door op drukknop «2» te drukken, acti­veert men de akoestische melder.
N.B. DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT­STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN PO­SITIE «ON» BEVINDT
22
Light switch (01_11)
1 Vehicle / 1 Voertuing
Koplampschakelaar (01_11)
01_11
If the light switch «4» is set to «A», the high-beam light is activated; if it is set to «B», the low-beam light is activated.
NOTE ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY IS SET TO "ON"
PASSING button «C»
Press the PASSING button and the high­beam light is flashed.
NOTE RELEASING THE BUTTON «C» DEAC-
TIVATES THE HIGH-BEAM FLASH.
Wanneer de omleider van de lichten « zich in positie «A» bevindt, wordt het groot licht geactiveerd; in positie « wordt het dimlicht geactiveerd.
N.B. DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT­STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN PO­SITIE «ON» BEVINDT
Drukknop PASSING «C»
Door op de drukknop PASSING te druk­ken, wordt de knippering van het groot licht geactiveerd.
N.B. WANNEER DE DRUKKNOP «C»
WORDT LOSGELATEN, WORDT HET KNIPPEREN VAN HET GROOT LICHT GEDESACTIVEERD.
23
Start-up button (01_12)
Startknop (01_12)
01_12
By pressing the starter button "7", the starter motor makes the engine rotate.
NOTE ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY IS SET TO "ON"
Engine stop button (01_13)
CAUTION
DO NOT ACTION THE ENGINE STOP SWITCH «6» WHILE RIDING THE VE­HICLE.
NOTE ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY IS SET TO "ON"
Door op drukknop «7» te drukken, doet de startmotor de motor draaien.
N.B. DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT­STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN PO­SITIE «ON» BEVINDT
Stopschakelaar motor (01_13)
LET OP
RAAK DE SCHAKELAAR VOOR HET STILLEGGEN VAN DE MOTOR «6» NIET AAN TIJDENS HET RIJDEN.
N.B. DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT­STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN PO­SITIE «ON» BEVINDT
24
1 Vehicle / 1 Voertuing
The engine stop switch «6» functions as a safety and emergency switch. When the switch «6» set to «ON» the en­gine can be started; when it is set to «OFF», the engine stops.
CAUTION
De schakelaar voor het stilleggen van de motor «6» dient als veiligheids- of nood­schakelaar. Met de schakelaar «6» in positie «ON», is het mogelijk om de motor te starten; in positie «OFF» stopt de motor met draai­en.
LET OP
01_13
01_14
WITH THE ENGINE OFF AND THE IG­NITION SWITCH SET TO «ON» THE BATTERY MAY GET DISCHARGED. WITH THE ENGINE OFF AND AFTER IT STOPS TURN THE IGNITION SWITCH TO «OFF».
25
MET DE MOTOR STIL EN DE ONTSTE­KINGSSCHAKELAAR MET SLEUTEL IN POSITIE «ON», KAN DE ACCU ONT­LADEN. WANNEER HET VOERTUIG STILSTAAT NADAT MEN DE MOTOR HEEFT STILGELEGD, DRAAIT MEN DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR IN POSITIE «OFF».
Power supply socket (01_14)
Stopcontact (01_14)
There is a 12V plug socket «4» inside the helmet compartment.
This socket can be used to pow­er equipment with a maximum power of 180 W (mobile tele­phones, hand lamp, etc.).
CAUTION
USING THIS SOCKET FOR A LONG PERIOD CAN RESULT IN A FULLY DISCHARGED BATTERY.
Binnenin de helmruimte onder de zadelruimte is een stopcon­tact «4» van 12V voorzien.
Het stopcontact kan gebruikt worden voor het voeden van ge­bruiksvoorwerpen met een ver­mogen van maximum 180 W (GSM, inspectielamp, enz.).
LET OP
EEN LANG GEBRUIK VAN HET STOP­CONTACT WANEER DE MOTOR UIT­STAAT, KAN DE ACCU VOLLEDIG DOEN ONTLADEN.
01_15
26
Opening the saddle (01_15)
1 Vehicle / 1 Voertuing
Opening van het zadel (01_15)
To unlock the saddle:
Rest the vehicle on its centre stand.
Insert the key in the saddle opening lock.
Turn the key «4» anticlockwise.
Lift the saddle «5».
To lock the saddle, lower and press it (without forcing it) to trip the lock.
CAUTION
BEFORE RIDING, MAKE SURE THAT THE SADDLE IS CORRECTLY LOCKED INTO POSITION.
Identification (01_16, 01_17)
Write down the chassis and engine num­bers in the specific space in this manual.
The chassis number can be used to order spare parts.
Om het zadel te blokkeren:
Plaats het voertuig op de cen­trale standaard.
Plaats de sleutel in het blok voor de opening van het zadel.
Draai de sleutel «4» in tegenwij­zerszin.
Hef het zadel «5» op.
Om het zadel te blokkeren moet het omlaag gebracht en er op gedrukt worden (zonder te for­ceren), door het slot te doen klik­ken.
LET OP
VOORALEER MEN GAAT RIJDEN, CONTROLEERT MEN OF HET ZADEL CORRECT GEBLOKKEERD IS.
Identificatie (01_16, 01_17)
Het is goed om het framenummer en het motornummer op de speciale plaats in dit boekje te schrijven.
Het framenummer kan gebruikt worden voor het aanschaffen van reserveonder­delen.
27
NOTE
N.B.
01_16
ALTERING IDENTIFICATION NUM­BERS CAN BE SERIOUSLY PUNISH­ED BY LAW, PARTICULARLY MODI­FYING THE CHASSIS NUMBER WILL IMMEDIATELY INVALIDATE THE WARRANTY.
Chassis number
The chassis number is stamped on the chassis central bar. Remove the cover indicated to read it.
Chassis
No.: ...............................................
Engine number
The engine number is stamped near the rear shock absorber lower support.
Engine
No.: ...............................................
HET WIJZIGEN VAN DE IDENTIFICA­TIENUMMERS KAN LEIDEN TOT ERN­STIGE STRAFRECHTELIJKE EN AD­MINISTRATIEVE SANCTIES, VOORAL HET WIJZIGEN VAN HET FRAMENUM­MER DOET DE GARANTIE ONMID­DELLIJK VERVALLEN.
Framenummer
Het framenummer is gedrukt op de cen­trale buis van het frame. Voor de lezing is het nodig om het aangeduide dopje te verwijderen.
Framenum-
mer: ................................................
Motornummer
Het motornummer is gedrukt in de nabij­heid van de onderste steun van de ach­terste schokdemper.
Motornum-
mer: ................................................
01_17
28
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_18
Rear top box opening (01_18)
Located below the handlebar, in the in­ternal shield; to reach it:
Insert the key «1» in the lock.
Turn the key clockwise, pull it and open the cover «2».
NOTE BEFORE LOCKING THE COVER,
MAKE SURE THAT THE KEY HAS NOT BEEN LEFT INSIDE THE GLOVE-BOX.
29
Penen van de koffer voor (01_18)
Dit bevindt zich onder het stuur, intern de beschermingsplaat; Om het te bereiken moet het volgende uitgevoerd worden:
Plaats de sleutel «1» in het slot.
Draai de sleutel in wijzerszin, trek er aan, en open het deurtje «2».
N.B. VOORALEER MEN HET DEURTJE
BLOKKEERT, CONTROLEERT MEN OF MEN DE SLEUTEL NIET HEEFT VERGETEN IN DE OPBERGRUIMTE.
01_19
Bag clip (01_19)
The bag hook «1» is located at the front of the internal shield.
CAUTION
DO NOT HANG BULKY BAGS OR PACKAGES ON THE HOOK TO AVOID OBSTRUCTING VEHICLE HANDLING AND FEET MOVEMENT.
Characteristic
Maximum allowed weight
1.5 kg
30
Tassenhaak (01_19)
De lasthaak «1» bevindt zich op de inter­ne beschermingsplaat, in de voorkant.
LET OP
HANG GEEN TE GROTE TASSEN OF PAKKEN AAN DE LASTHAAK, OM­DAT DE HANDELBAARHEID VAN HET VOERTUIG OF DE BEWEGING VAN DE VOETEN ZOU KUNNEN GEHIN­DERD WORDEN.
Technische kenmerken
Maximum toegestaan gewicht
1,5 kg
Loading...
+ 127 hidden pages