Voordat u het montagesysteem monteert en gaat gebruiken, dient u vertrouwd te zijn met
de bedieningselementen. Lees ook de veiligheidsvoorschriften zorgvuldig door om schade
voor u of andere personen te voorkomen.
Stel het navigatiesysteem niet aan extreme hitte of direct zonlicht bloot. Temperaturen boven de 50 °C kunnen het navigatiesysteem, en in het bijzonder de lithiumionen-accu, ernstig beschadigen. De lithium-ionen-accu mag uitsluitend bij een
temperatuur van 0-45 °C worden opgeladen. Neem de veiligheidsvoorschriften voor
het gebruik van de accu in acht.
Het apparaat is niet spatwaterdicht en mag daarom niet aan vochtigheid worden
blootgesteld. Het kan daardoor namelijk beschadigd raken.
GPS (Global Positioning System) is een op satelliet gebaseerd systeem dat de positieen tijdgegevens wereldwijd ondersteunt. Het systeem wordt door de Verenigde
Staten beheerd en gecontroleerd. De Verenigde Staten zijn tevens verantwoordelijk
voor de beschikbaarheid en nauwkeurigheid van het systeem. Alle wijzigingen in de
GPS-beschikbaarheid en nauwkeurigheid, maar ook andere invloeden uit de omgeving kunnen de werking van het navigatiesysteem beïnvloeden. De leverancier van
het -systeem garandeert de beschikbaarheid en nauwkeurigheid van GPS niet.
Als u het beeldscherm op een bevestigingssysteem in uw voertuig aanbrengt, dient u
op volgende te letten: u mag de positie van het beeldscherm in geen geval veranderen
door het navigatiesysteem zelf te bewegen, u mag alleen de stand van de cradle veranderen. Plaats het beeldscherm zo, dat u snel en gemakkelijk op het beeldscherm
kunt kijken, geen last heeft van hinderlijke spiegelingen en er niet kunt worden verblind. Het beeldscherm mag niet op een plek worden aangebracht waar het zicht
wordt belemmerd op zaken die belangrijk zijn voor een veilig rijgedrag (bijv. op de
straat of op het instrumentenpaneel), of het functioneren van veiligheidsvoorzieningen, in gevaar komt.
Het systeem houdt geen rekening met de relatieve veiligheid van de geadviseerde
routes. Met wegversperringen, wegwerkzaamheden, hoogte- of gewichtsbeperkingen, verkeers- of weersomstandigheden of andere factoren die de veiligheid of de
benodigde rijtijd voor de route kunnen beïnvloeden, wordt bij de geadviseerde routes
geen rekening gehouden. Controleer de geschiktheid van de geadviseerde routes volgens uw eigen inschattingen. Gebruik de functie Wijzig route voor weergave van
andere routevoorstellen, of volg gewoon de route van uw keuze en laat de automatische routeberekening een nieuwe route plannen.
In bepaalde gebieden is het mogelijk dat doodlopende wegen, eenrichtingsverkeer en
inrijverboden (bijv. bij een voetgangersgebied) niet in de navigatie zijn opgenomen.
Let hier bijzonder op de actuele verkeersborden en het wegenverkeersreglement.
Als u in een geval van nood een hulpdienst (politie, brandweer, enz.) zoekt, vertrouwt
u dan niet uitsluitend op het navigatiesysteem. Handelt u altijd naar uw eigen inschattingen en mogelijkheden om in zo'n situatie hulp te krijgen.
Zorg ervoor dat iedereen die het navigatiesysteem gebruikt, deze informatie en de
aanbevelingen voor het gebruik van het systeem vóór gebruik leest.
Algemene opmerkingen
WEEE-compliantie
Alle elektro- en elektronische toestellen dienen gescheiden van het algemene
huisvuil op daarvoor door de overheid aangegeven locaties te worden ingeleverd. Als dit symbool van een afvalemmer met een kruis erdoorheen op een product is aangebracht, is dit product onderhevig aan de Europese richtlijn 2002/96/
EC. Dankzij de deskundige afvalverwijdering en gescheiden inzameling van oude
toestellen worden mogelijke milieu- en gezondheidsschade voorkomen. Dit is
een voorwaarde voor het hergebruik en het recyclen van gebruikte elektrische
en elektronische toestellen. Meer informatie over de verwijdering van uw oude
toestellen krijgt u bij de gemeente, bij de afvalverwerkingsdienst of bij de leverancier bij wie u het product hebt aangeschaft.
CE-keurmerk
Dit product voldoet aan de eisen van het CE-keurmerk voor gebruik in een
woon-, kantoor- of bedrijfsomgeving.
R&TTE-richtlijn
Siemens VDO Trading GmbH verklaart hiermee dat het apparaat voldoet aan de algemene
eisen en overige van toepassing zijnde bepalingen van de EU-richtlijn 1999/5/EC.
De conformiteitsverklaring kan worden aangevraagd bij:
Siemens VDO Trading GmbH, Kruppstraße 105, 60388 Frankfurt am Main, Duitsland.
Batterijen/accu's
In veel landen mogen batterijen en accu's niet met het gewone huisvuil worden
meegegeven. Win informatie in over de plaatselijke voorschriften voor de
afvalverwijdering van gebruikte batterijen/accu's. Zorg bij beschadigde of leeggelopen accu's ook voor de juiste afvalverwijdering.
315
316
Overzicht apparaat
Inhoud
Bij het navigatiesysteem worden de volgende onderdelen meegeleverd:
1 Navigatiesysteem
2 Lithium-ionen-accu
3 Houder met zuignap voor bevestiging aan de voorruit
4 Gelijkstroom-aansluitkabel 12 V voor stroomvoorziening van het navigatiesysteem in
het voertuig (adapter voor sigarettenaansteker)
5 100/240-V wisselstroomvoeding
Voor de stroomvoorziening en het opladen van de accu mag uitsluitend de meegeleverde wisselstroomvoeding of de gelijkstroom-aansluitkabel worden gebruikt!
•Actieve TV-antenne (voor versterking van het TV-signaal bij zwakke ontvangst)
•Afstandsbediening via het stuur (infrarood)
7
Bedieningselementen en aansluitingen
317
1
2
Bovenkant
1 Aan/uit-schakelaar
•Kort op drukken: het navigatiesysteem schakelt over naar de stand-bymodus.
•Door er nogmaals kort op te drukken wordt het systeem weer ingeschakeld.
•Druk ongeveer 3 seconden op de knop om het navigatiesysteem uit te schakelen.
•Als u het apparaat weer wilt inschakelen, drukt u ongeveer 3 seconden op de knop.
Het navigatiesysteem start volledig opnieuw.
2 Lichtsensor – deze sensor past automatisch de schermhelderheid aan de bestaande
lichtomstandigheden aan. Deze functie kan in het menu Instellingen worden geactiveerd of gedeactiveerd.
4
5
3
Voorkant
3 Beeldscherm/touchscreen
4 Laadstatus: de status-LED kan het volgende aangeven:
Groen Het navigatieapparaat werkt op de externe stroomvoorziening, de accu is mini-
maal 95% opgeladen.
Rood Het navigatieapparaat werkt op de externe stroomvoorziening, de accu wordt
opgeladen.
OranjeHet navigatieapparaat werkt op de externe stroomvoorziening, er is geen accu
geplaatst.
UitHet navigatieapparaat werkt niet op de externe stroomvoorziening.
5 Infraroodsensor
Handig in combinatie met stuurafstandsbediening RCS 5100 (accessoires)
318
Bedieningselementen en aansluitingen
7
6
10
8
9
11
Achterkant
6 Accuvakje voor de lithium-ionen-accu (afdekkapje)
7 Aansluiting voor externe GPS-antenne
8 Luidspreker
9 Groeven voor bevestiging van de houder
10 Aansluiting voor TV-antennes (afdekkapje)
11 Voet (uitschuifbaar)
Linkerkant
12
8
9
Rechterkant
13
12 Sleuf voor SD-kaart
13 Aansluiting voor koptelefoon
Volumeregeling voor de hoofdtelefoon: hoge volumes kunnen uw gehoor
beschadigen of verminderen.
14 Aansluiting voor 100V/240V-voeding (optioneel) of 12 V-sigarettenaansteker
14
Bedieningselementen en aansluitingen
16
319
17
15
Onderkant
15 Seriële aansluiting – alleen voor Active Cradle (optioneel)
16 USB-aansluiting voor verbinding met de pc
17 Reset: als het navigatiesysteem niet meer op uw invoer reageert, kunt u hier (bijv. met
een omgebogen paperclip of een balpen) een reset van het systeem uitvoeren. Opgeslagen gegevens gaan hierbij niet verloren. Start het navigatiesysteem opnieuw met de
aan-/uitschakelaar.
20
19
18
21
Cradle
18 Voet
19 Zuignap
20 Zuignaphendel
Het bevestigingssysteem met de zuignap kan afwijking van de afbeelding.
21 Passieve cradle (optioneel)
320
Bedieningselementen en aansluitingen
23
22
22 Active Cradle (optioneel)
23 Aansluiting voor Car Connectivity Cable
24 Aansluiting voor 100V/240V-voeding (optioneel) of 12 V-sigarettenaansteker
25 Line-out / Audio
26 Aansluiting voor TMC-antenne
27 Microphone-in / Bluetooth (optioneel)
24
25
26
27
TMC Active Cradle: eigenschappen die met dit symbool worden gemarkeerd, zijn
alleen actief als u een TMC Actieve Cradle hebt aangeschaft en het navigatiesysteem
op die cradle hebt bevestigd.
BT Active Cradle: eigenschappen die met dit symbool worden gemarkeerd, zijn
alleen actief als u een Bluetooth Actieve Cradle hebt aangeschaft en het navigatiesysteem op die cradle hebt bevestigd.
Knoppen voor BT en TMC op de gebruikersinterface van het navigatiesysteem functioneren alleen als het systeem in de desbetreffende cradle is geplaatst.
Stuurafstandsbediening
321
Afstandsbediening RCS 5100 (optioneel)
Met de op de stuur vastgezette afstandsbediening kunt u het navigatiesysteem heel gemakkelijk bedienen tijdens het rijden. Zet de keuzeschakelaar (3) op navigatie.
1 Als u deze knop kort indrukt, wordt de laatste navigatieaanwijzing herhaald. De knop
langer indrukken: alternatieve route plannen.
2 Met de cursorknoppen kunt u in de menu´s navigeren. In de kaartweergave kunt u met
de cursorknop links/rechts de afbeelding vergroten/verkleinen.
3 Keuzeschakelaar Andere modus (navigatie “N” / Audio “A”)
4 Door op deze knop te drukken bevestigt u uw keuze.
5 Als u kort op deze knop drukt, wordt de Kaart weergegeven. Als u langer op de knop
drukt, wordt de Functiebalk weergegeven.
6 Door op deze knop te drukken verlaagt u het volume van de navigatieaanwijzingen.
Op instelschermen met schuifregelaars kan de betreffende waarde met deze knop worden verlaagd.
7 Door op deze knop te drukken verhoogt u het volume van de navigatieaanwijzingen.
Op instelschermen met schuifregelaars kan de betreffende waarde met deze knop worden verhoogd.
322
Ingebruikstelling en montage
Eerste ingebruikstelling
Voordat u het navigatiesysteem voor de
eerste keer kunt inschakelen, moet u de
accu plaatsen. Ga hierbij als volgt te werk:
•Open het accuvakje.
•Schuif de accu in het accuvakje met de
aansluitcontacten naar beneden. U
kunt het accuvakje nu sluiten.
•Sluit het navigatiesysteem op de 12-V
stroomvoorziening in uw voertuig aan.
De accu wordt nu opgeladen. Het duurt
ca. 8 uur totdat de accu helemaal geladen is.
Navigatie met de PN 4000 werkt op de
accu zonder externe stroomvoorziening ca. 5 uur, bij inschakeling van TV
ca. 2 uur (PN 6000: ca. 6 uur voor navigatie en ca. 4 uur bij ingeschakelde TV).
De acculooptijd is bovendien afhankelijk van de ingestelde helderheid van
het beeldscherm.
•Steek de meegeleverde SD-kaart met
het kaartmateriaal in de sleuf voor de
SD-kaart.
Als u een actieve cradle plaatst, kunt u de autoaccu/sleutelschakelaar in combinatie
met de optionele Car Connectivity Cable gebruiken. Als u de contactsleutel in het contactslot draait, wordt het navigatieapparaat automatisch in- of uitgeschakeld. Als het
navigatiesysteem in de actieve cradle is geplaatst en het contact is ingeschakeld, wordt
de accu automatisch opgeladen.
Als u de passieve cradle gebruikt:
•drukt u op de aan-/uitschakelaar om het navigatiesysteem in of uit te schakelen.
•laadt u de accu via de kabel voor de sigarettenaansteker op.
De accu mag alleen onder toezicht worden opgeladen. Open de accu niet met geweld,
er kunnen bijtende zuren vrijkomen. Beschadigde of leeggelopen accu's mogen niet
meer worden gebruikt en moeten op de juiste manier worden afgevoerd.
Ingebruikstelling en montage
323
Montage
•Maak de voorruit en het zuigvlak van de cradle stof- en vetvrij voordat u de cradle op de
voorruit bevestigt.
•Door de temperatuurverschillen tussen dag en nacht of door vocht kan het vacuüm van
de zuignap van de houder worden verminderd. Bevestig het navigatiesysteem daarom
zo dat het niet wordt beschadigd, wanneer het eventueel naar onderen valt. Om diefstal
te voorkomen, dient het navigatiesysteem 's nachts te worden gedemonteerd.
•Gebruik voor het reinigen van het beeldscherm en de behuizing geen schoonmaakmiddel. Het best geschikt is een vochtige, zachte doek.
Het apparaat mag niet zo worden aangebracht dat het zicht wordt belemmerd. Het
apparaat mag ook niet in het opbergbereik van de airbag of op hoofd- of kniehoogte
worden aangebracht.
Bevestig het apparaat zo dat het zelfs bij een noodstop of een botsing niet weg kan
slingeren.
Ga bij de montage in het voertuig als volgt te werk:
•Zoek voor de montage van de houder een
geschikte plek in het voertuig, die vanuit de
bestuurdersstoel goed te zien is (met vrij zicht op
de lucht) maar het zicht niet belemmert.
•Druk de zuignap tegen de ruit en beweeg de vergrendelingshendel in de richting van de ruit tot
deze in de aanslag valt.
•Plaats het navigatiesysteem op de houder.
Demontage: Voor de demontage klapt u de
vergrendelingshendel in de tegenovergestelde
richting en trekt u voorzichtig aan de doorzichtige rubberen lus van de zuignap, zodat u de
zuignap van de voorruit kunt losmaken.
Het aanbrengen van het apparaat en het invoeren van gegevens in het systeem moeten wegens de verkeersveiligheid uitsluitend vóór de rit of bij een stilstaand voertuig
worden uitgevoerd.
Het gebruik van het navigatiesysteem vrijwaart de bestuurder in geen geval van zijn
eigen verantwoordelijkheid. De geldende verkeersregels en de actuele verkeerssituatie hebben altijd voorrang. De door het apparaat ter beschikking gestelde informatie
dient alleen ter oriëntatie en is niet bindend.
Controleer de door het apparaat ter beschikking gestelde informatie altijd (snelheid,
resterende reistijd, verwijdering, voorgestelde route).
Kijk alleen op het beeldscherm als dit zonder gevaar mogelijk is. Stop op een geschikte
plaats als u langere tijd op het beeldscherm moet kijken.
Het touchscreen mag niet met scherpe of spitse voorwerpen worden bediend, omdat
dit tot beschadiging van het scherm kan leiden.
Als u het voertuig langere tijd verlaat, kunt u het navigatiesysteem beter meenemen
om diefstal te voorkomen.
324
Instellingen
Configuratie
•Na het inschakelen van het navigatiesysteem
verschijnt het beeldscherm met de wettelijke
instructies.
•Druk na het lezen van de instructies op OK.
•Als het systeem gereed is, verschijnt het Hoofd-menu op het scherm.
TouchScreen Het navigatiesysteem is
“voorzien“ van een touchscreen (sensorscherm). Druk met een vinger op de pictogrammen die als knoppen op het touchscreen
fungeren.
Raak het scherm nooit aan met scherpe voorwerpen, daar zulke voorwerpen het kwetsbare touchscreen kunnen beschadigen.
Hoofdmenu
Het Hoofdmenu heeft de volgende menuopties:
Voer bestemming in (pagina 340)
Druk op de knop Bestemming om u
door het navigatiesysteem vanaf de
plaats waar u zich bevindt naar een
bepaalde bestemming te laten leiden.
Er wordt een submenu geopend met
opties voor navigatie en het opgeven
van een adres. Zie pagina 340 "Navigatie" voor meer informatie.
Thuis/Werk
Met de beide knoppen Thuis en Werk kunt u twee bestemmingen
opgeven die u vaak gebruikt, zodat u ze snel kunt oproepen.
Als u het thuis- of werkadres eenmaal hebt opgegeven, kunt u zich vanaf elke willekeurige
plaats naar een van deze adressen laten leiden. Druk eenvoudigweg op de knop Thuis of
Werk in het Hoofdmenu. U kunt de adressen die u hier invoert op elk gewenst moment
wijzigen. (Zie pagina 343 "Toevoegen aan Adresboek".)
Kaart (pagina 325)
Druk op de knop Kaart om kaarten weer te geven voor of tijdens navigatie.
Instellingen
Instellingen (pagina 325)
Druk op de knop Instellingen als u basisinstellingen wilt opgeven of wijzigen
voor bijvoorbeeld taal, volume, helderheid, of eenheden (kilometers of mijlen).
Er wordt een submenu geopend met keuzemogelijkheden voor navigatieinstellingen en functies van het navigatiesysteem.
Multimedia (pagina 345)
Druk op de knop Multimedia om opties voor multimedia weer te geven. Er wordt
een submenu geopend met keuzemogelijkheden voor Multimedia en toepassingen zoals de Muziekspeler en tv via TV.
Instellingen
Druk op de knop Instellingen om uw voorkeurinstellingen op te geven. Het
eerste van drie submenu's wordt geopend.
Druk op de toets met de pijl rechts onderaan op het scherm om de overige
pagina’s van het submenu weer te geven.
Als u op de knop Terug drukt in de linkerbovenhoek van het scherm, kunt u het
weergegeven scherm sluiten zonder eventuele wijzigingen op te slaan. Daarmee keert
u terug naar het vorige menu. Met OK wordt de gedane selectie opgeslagen en keert
u terug naar het vorige menu.
U kunt de geselecteerde instellingen altijd nog wijzigen. De menustructuur kan
veranderen als gevolg van software-updates.
325
Kaart/Weergave-instellingen
Als u op deze knop drukt, kunt u vervolgens instellingen opgeven voor de
kaartweergave. De door u geselecteerde instellingen worden met een groen
vinkje gemarkeerd en geactiveerd.
Voertuigrichting: druk op deze knop om de gewenste oriëntatie van de kaart
te kiezen. Als de optie met een groen vinkje is gemarkeerd, volgt de kaartweergave de rijrichting van de auto. Als er geen vinkje staat, wordt de kaart
weergegeven met het noorden boven en geeft de pijl de rijrichting aan.
3D-weergave: druk op deze knop om de kaart driedimensionaal weer te geven.
In 3D-weergave kan de kaart niet met het noorden naar boven worden weergegeven. De optie Voertuigrichting is dan niet actief.
Visueel advies: druk op deze knop om tijdens het navigeren een aanstaande
verandering van richting met een pijl weer te geven op de Routebalk.
326
Instellingen
Automatische schaal: activeer deze functie als u wilt dat de schaal van de
kaartweergave automatisch wordt aangepast. Aanpassing van de schaal is
afhankelijk van de snelheid van het voertuig en het naderen van een kruising.
Toon gehele route: selecteer deze optie als u de rest van de huidige route op
het scherm weer te geven terwijl de bestemmingsgeleiding actief is. Als u deze
optie kiest, wordt dat met een groen vinkje aangegeven. Als u Toon gehele route
wilt uitschakelen, deactiveert u deze modus. De functie Vergroten/verkleinen is
niet beschikbaar als de hele route wordt getoond.
Huidige straat: druk op deze knop om de naam weer te geven van de straat
waar u zich bevindt. De naam wordt aan de onderkant van de kaart weergegeven.
Huidige stad: druk op deze knop om de naam weer te geven van de plaats waar
u zich bevindt. De naam wordt aan de onderkant van de kaart weergegeven.
Volgende straat: druk op deze knop om aan de bovenkant van het scherm met
de kaartweergave de naam weer te geven van de eerstvolgende zijstraat die u
moet nemen.
Rijbaanbegeleiding: weergave van de optimale rijbaan op snelwegen en
hoofdverkeerswegen bij nadering van een punt waar u van richting moet veranderen. Druk op deze knop als u deze functie wilt inschakelen. Tijdens de navigatie worden de beschikbare rijbanen op de Routebalk weergegeven, de
optimale rijbaan in het groen.
Pijl naar bestemming: druk op deze knop om tijdens het navigeren op de
Routebalk de richting van de bestemming ten opzichte van de rijrichting met een
pijl weer te geven.
TMC-symbolen: druk op deze knop als u gedetailleerde gegevens over TMCmeldingen (bijvoorbeeld files) in de vorm van pictogrammen wilt weergeven.
Alleen beschikbaar bij gebruik van de optionele TMC Active Cradle.
POI-symbolen: druk op deze knop als u
pictogrammen voor POI-categorieën
(bijvoorbeeld tankstations en hotels) op
de kaart wilt weergeven. Zodra u op de
knop drukt, worden de POI-categorieën
in een lijst op het scherm getoond.
Nadat u op een categorie hebt gedrukt,
worden de POI's van die categorie
(bijvoorbeeld tankstations) op de kaart
weergegeven. Zie ook "POI – "Speciale
bestemmingen" als bestemming" op
pagina 342.
Beeldscherminstellingen
Druk op deze knop om instellingen op te geven voor de weergave op het scherm.
De door u geselecteerde instellingen worden met een groen vinkje gemarkeerd
en geactiveerd.
Kleuren: u kunt voor de achtergrond van het scherm uit verschillende kleuren
kiezen. Druk op deze knop en kies uit de dan weergegeven lijst een kleurenschema. Het geselecteerde kleurenschema wordt voor de weergave van alle
menu's op het scherm gebruikt.
Nacht/dag: druk op deze knop om over te schakelen van de dag- naar de nachtmodus voor weergave en andersom. Deze functie is niet actief als u de functie
voor Automatische helderheid hebt geactiveerd.
Helderheid: er wordt een submenu geopend met aanraakregelaars voor de helderheid van het scherm overdag en 's nachts.
Druk op de pijlknoppen om het gewenste percentage te kiezen
en bevestig uw keuze met OK.
Automatische helderheid: als u op deze knop drukt, wordt de helderheid van
het scherm automatisch geregeld met behulp van de lichtsensoren van het navigatiesysteem. Handmatig omschakelen met behulp van de knop Nacht/dag is
dan niet mogelijk.
Statusbalk: de statusbalk wordt steeds aan de onderkant van het scherm weergegeven. Bij de instellingen voor de statusbalk kunt u voor maximaal zes verschillende soorten gegevens aangeven of u daarover op de statusbalk wilt worden
geïnformeerd.
U kunt kiezen uit de volgende
gegevens:
•Tijd
•Datum
•Aankomsttijd
•Resterende reistijd
•Resterende reisafstand
•Vertraging
(op basis van bij TMC-meldingen
berekende vertragingen door files)
•Snelheidsbeperking
•Snelheid
•Hoogte
•TMC-provider
•Batterijstatus
•GPS-status
•Bluetooth-status
Druk een voor een op de knoppen van de velden 1 tot en met 6 en selecteer
telkens het gewenste gegevenstype uit de lijst die dan wordt weergegeven door
op een optie te drukken.
U kunt ook rechtstreeks op een veld van de statusbalk drukken
om een ander gegeven te kiezen voor weergave.
Instellingen
327
Loading...
+ 37 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.