3-859-544-42(1)
Mini Hi-Fi
Component
System
Gebruiksaanwijzing |
|
NL |
|
|
|
Instruzioni per l’uso |
|
I |
f
MHC-RX90
©1996 by Sony Corporation
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen.
Om gevaar voor elektrische schokken te vermijden, dient u de behuizing van het apparaat nooit te openen. Laat onderhoud en eventuele reparatie over aan bevoegd vakpersoneel.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast.
De laser in dit apparaat is in staat om straling uit te zenden die de limiet van klasse 1 overschrijdt.
Dit apparaat is geklassificeerd als een KLASSE 1 LASER produkt. De aanduiding CLASS 1 LASER PRODUCT bevindt zich aan de achterkant van het apparaat.
Binnenin het apparaat bevindt zich het onderstaande waarschuwingslabel.
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Deze stereo-installatie is voorzien van het B-type Dolby* ruisonderdrukkingssysteem.
* Dolby ruisonderdrukking geproduceerd onder licentie van: Dolby Laboratories Licensing Corporation.
DOLBY en het dubbele-D symbool a zijn handelsmerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation.
2
Inhoudsopgave |
|
Voorbereidingen |
|
Stap 1: Aansluiten van de stereo- |
|
installatie ........................................... |
4 |
Stap 2: Gelijkzetten van de klok ........... |
6 |
Stap 3: Vastleggen van uw favoriete |
|
radiozenders ..................................... |
7 |
Aansluiten van externe audio/ |
|
video-apparatuur ............................. |
8 |
Basisbediening |
|
Afspelen van een compact disc .......... |
11 |
Opnemen van een compact disc ........ |
13 |
Luisteren naar de radio ....................... |
14 |
Opnemen van een radio-uitzending . 15 |
|
Afspelen van een cassette ................... |
16 |
Kopiëren van bandopnamen |
|
(dubbing) ........................................ |
18 |
Compact disc speler |
|
Gebruik van het CD uitleesvenster.... |
19 |
Herhaalde weergave van |
|
muziekstukken op CD .................. |
19 |
Willekeurige weergave van |
|
muziekstukken op CD .................. |
20 |
Programma-weergave van |
|
muziekstukken op CD .................. |
21 |
Weergave van de CD’s zonder |
|
onderbreking tussen de |
|
muziekstukken ............................... |
22 |
Cassettedeck |
|
Handmatig opnemen ........................... |
23 |
Geprogrammeerde opname |
|
van een CD ..................................... |
24 |
Diskjockey-effecten |
|
Repeteerweergave van een |
|
muziekpassage op CD .................. |
26 |
“Flits” weergave van een |
|
muziekpassage op CD .................. |
26 |
Toonregeling met golf-effekt .............. |
27 |
Bespelen van de drumpanelen ........... |
27 |
Gebruik van een beat-box ritme ......... |
28 |
Instellen van de weergave |
|
Bijregelen van het geluid ..................... |
29 |
Kiezen van een akoestiek-instelling .... |
30 |
|
NL |
Bijregelen van de akoestiek- |
|
instelling .......................................... |
31 |
Vastleggen van uw eigen akoestiek- |
|
instellingen ..................................... |
33 |
Omschakelen van de luidspreker- |
|
configuratie ..................................... |
34 |
Extra funkties |
|
Gebruik van het Radio Data Systeem |
|
(RDS)* ............. ................................ |
36 |
Karaoke: Meezingen met muziek ...... |
38 |
Met muziek in slaap vallen ................. |
39 |
Met muziek gewekt worden ............... |
40 |
Schakelklok-opname van radio- |
|
uitzendingen .................................. |
41 |
Aanvullende informatie |
|
Voorzorgsmaatregelen ........................ |
43 |
Verhelpen van storingen ..................... |
44 |
Technische gegevens ............................ |
47 |
Index ....................................................... |
49 |
* Alleen voor het West-Europese model |
|
3
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en ander toebehoren.
Rechter akoestiek-luidspreker Linker akoestiek-luidspreker
1 |
1 |
|
AM-kaderantenne |
FM-draadantenne
4
2
1 |
1 |
1
3
Rechter voorluidspreker |
Linker voorluidspreker |
1Sluit de voorluidsprekers aan.
1.Sluit de luidsprekersnoeren van de voorluidsprekers aan op de SPEAKER klemmen met dezelfde kleur.
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes, om storing in de weergave te voorkomen.
Steek enkel het vrijgemaakte uiteinde in de aansluiting.
R
+ |
L |
|
|
|
+ |
|
– |
2.Sluit de luidsprekersnoeren van de akoestiekluidsprekers aan op de SURROUND SPEAKER klemmen met dezelfde kleur.
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes, om storing in de weergave te voorkomen.
4 Rood (‘ ) Zwart (’ )
Opmerking
Plaats de akoestiekluidsprekers niet bovenop een TV-toestel. Dit zou storing in de kleurweergave van de TV kunnen veroorzaken.
Steek enkel het vrijgemaakte uiteinde in de aansluiting.
R
+ |
L |
|
|
|
+ |
|
– |
Grijs (‘ ) |
Zwart (’ ) |
2Sluit de FMen AM-antennes aan.
Zet de kaderantenne in elkaar en sluit
deze aan.
AM-kaderantenne (bijgeleverd)
FM75
COAXIAL
AM
3Steek de stekker van het netsnoer in het stopkontakt.
De demonstratiefunktie wordt ingeschakeld en de bijbehorende aanduidingen verschijnen in het uitleesvenster.
4Schakel de demonstratiefunktie uit door op de DISPLAY/DEMO toets te drukken terwijl de stereoinstallatie is uitgeschakeld.
De demonstratiefunktie wordt ook uitgeschakeld wanneer u de tijd instelt.
Aanbrengen van de voetjes onder de voorluidsprekers
Bevestig de bijgeleverde luidsprekervoetjes onder de voorluidsprekers, om te zorgen dat ze stevig staan en niet kunnen wegglijden.
wordt vervolgd
5
Stap 1: Aansluiten van de stereoinstallatie (vervolg)
Plaats twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening
]
}
}
]
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer zes maanden meegaan. Als de stereo-installatie niet meer goed op de afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide batterijen door nieuwe.
Opmerking
Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden.
Wanneer u de stereo-installatie vervoert
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het CD-mechanisme te beschermen:
1Druk meermalen op de FUNCTION keuzeschakelaar totdat de aanduiding “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2Houd de PLAY MODE toets ingedrukt en druk dan op de POWER toets zodat er "LOCK" in het uitleesvenster verschijnt.
Stap 2: Gelijkzetten van de klok
Om de schakelklok-funkties te kunnen gebruiken, zult u eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd moeten instellen.
1 2,4 3,5
0 |
) |
„ |
⁄ Æ‚
1 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets.
De uren-aanduiding begint te knipperen.
2 Stel het uur in door de instelknop te verdraaien tot het juiste uur wordt aangegeven.
De ingebouwde klok werkt met een 24uurs cyclus.
3 Druk op de ENTER/NEXT toets.
De minuten-aanduiding begint te knipperen.
4 Stel de minuten in door de instelknop te verdraaien tot de juiste minuut wordt aangegeven.
6
5 Druk op de ENTER/NEXT toets.
De klok begint te lopen.
Tips
•Heeft u een fout gemaakt, begin dan opnieuw vanaf stap 1.
•Bij het gelijkzetten van de klok wordt de demonstratiefunktie automatisch uitgeschakeld. Om de demonstratiefunktie opnieuw in te schakelen, drukt u op de DISPLAY/DEMO toets terwijl de stereo-installatie uitgeschakeld is.
Opmerking
Bij het gelijkzetten van de klok moet u de akoestiekaanduiding in het uitleesvenster in een andere stand dan spectrum-analyzer 3 zetten. (Zie “Veranderen van de akoestiek-aanduidingen” op blz. 31.)
Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders
Bij het model met 3 afstembanden kunt u 40 favoriete radiozenders vastleggen: 20 voor de FM, 10 voor de middengolf en 10 voor de langegolf. Bij het model met 4 afstembanden kunt u 45 radiozenders vastleggen: 20 voor de FM, 10 voor de middengolf, 10 voor de langegolf en 5 voor de UKV.
POWER |
3,5 6 1 2 4 |
|
0 ) |
|
„ |
|
⁄ |
Æ‚ |
|
|
1 Druk net zovaak op de TUNER/ BAND toets tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de afstemband als volgt:
Model met 3 afstembanden: FM n MW n LW
n
Model met 4 afstembanden:
FM n MW n LW n UKV*
n
*Als u de UKV band kiest, verschijnt de aanduiding “STEREO PLUS” in het uitleesvenster.
wordt vervolgd
7
Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders (vervolg)
2 Druk net zovaak op de TUNING MODE toets totdat de aanduiding “AUTO” in het uitleesvenster verschijnt.
3 Draai aan de instelknop.
De tuner begint nu de afstemband te doorzoeken, om te stoppen wanneer er op een duidelijk doorkomende zender is afgestemd. In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding “TUNED” (en ook “STEREO” als er een stereo radiouitzending wordt ontvangen).
TUNED
STEREO
VOLUME
AUTO
MHz
4 Druk op de TUNER MEMORY toets.
In het uitleesvenster verschijnt een
voorinstelnummer.
Voorinstelnummer
TUNED
STEREO
VOLUME
AUTO
5 Draai aan de instelknop om in te stellen op het gewenste voorinstelnummer voor de ontvangen zender.
6 Druk op de ENTER/NEXT toets.
De zender wordt nu vastgelegd onder uw gekozen nummer.
7 Herhaal de stappen 1 t/m 6 voor elk van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen.
Afstemmen op een zender die te zwak is voor automatische afstemming
Druk in stap 2 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “MANUAL” verschijnt en draai dan aan de instelknop om op de gewenste zender af te stemmen.
Vastleggen onder een ander nummer
Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 1.
Tip
De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het verwijderen van de stekker uit het stopkontakt of na uitvallen van de stroom ongeveer 12 uur lang in het afstemgeheugen bewaard blijven.
Aansluiten van externe audio/videoapparatuur
Voor een veelzijdig gebruik van uw stereoinstallatie kunt er los verkrijgbare apparatuur op aansluiten. Zie voor nadere bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing van elk aan te sluiten apparaat.
Aansluiten van audioapparatuur
Kies een van de volgende twee aansluitmethoden, afhankelijk van de apparatuur die u heeft.
Aansluiten van een minidiscrecorder voor het maken van digitale opnamen
Sluit de minidisc-recorder via een optische kabel aan voor het maken van digitale opnamen van CD’s op minidisc.
Naar de DIGITAL IN aansluiting van de minidisc-recorder
8
Aansluiten van een minidiscrecorder voor het maken van analoge opnamen
Steek de stekkers in de aansluitbussen met dezelfde kleur. Voor het luisteren naar de weergave van de aangesloten minidiscrecorder, drukt u meermalen op de FUNCTION keuzeschakelaar tot in het uitleesvenster de aanduiding “MD” verschijnt.
Naar de audio- |
Naar de audio- |
uitgang van de |
ingang van de |
minidisc-recorder |
minidisc-recorder |
Opmerking
Als u bij meermalen indrukken van de FUNCTION keuzeschakelaar de “MD” instelling niet kunt kiezen, druk dan, terwijl de stereo-installatie is uitgeschakeld, op de POWER schakelaar terwijl u de FUNCTION keuzeschakelaar ingedrukt houdt.
De “VIDEO” aanduiding verandert hierdoor in “MD”. Om weer naar “VIDEO” terug te keren, herhaalt u de procedure.
Tip
Als u een platenspeler met een MM magnetisch element aansluit op de VIDEO/MD IN aansluitingen, gebruikt u dan voor het aansluiten de los verkrijgbare MM equalizer-voorversterker EQ-2 en een audio-aansluitsnoer. Voor het luisteren naar de weergave van de platenspeler, drukt u meermalen op de FUNCTION keuzeschakelaar tot in het uitleesvenster de aanduiding “VIDEO” verschijnt.
Aansluiten van een ultralaagluidspreker
U kunt op dit apparaat ook een los verkrijgbare “superwoofer” ultralage-tonen luidspreker aansluiten.
Naar de ultralaag-luidspreker
Aansluiten van een videorecorder
Steek de stekkers in de aansluitbussen met dezelfde kleur. Voor het luisteren naar het geluid van de aangesloten videorecorder, drukt u meermalen op de FUNCTION keuzeschakelaar tot in het uitleesvenster de aanduiding “VIDEO” verschijnt.
Naar de audio-uitgang van de videorecorder
Opmerking
Als het geluid vervormd klinkt wanneer u “VIDEO” kiest, schakelt dan over op “MD” (zie de
“Opmerking” hiernaast).
wordt vervolgd
9
Aansluiten van externe audio/ video-apparatuur (vervolg)
Aansluiten van buitenantennes
Voor de beste radio-ontvangst is het aanbevolen een of meer buitenantennes aan te sluiten.
FM-antenne
Sluit een los verkrijgbare FM-buitenantenne ann. U kunt ook gebruik maken van een TVantenne.
IEC standaard antennestekker
(niet bijgeleverd) Schroefklem
FM75
COAXIAL
AM
y
Belangrijk
Bji gebruik van een buitenantenne dient deze via de schroefklem y geaard te worden,ter bescherming tegen blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding; gezien de kans op aan gasexplosie is dit uiterst gevaarlijk.
Aardingsdraad (niet bijgeleverd)
AM-antennes
Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter lengte aan op de AM antenne-aansluiting. Laat tevens de AM-kaderantenne aangesloten.
Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd)
Schroefklem
FM75
COAXIAL
AM
y
Aardingsdraad (niet bijgeleverd)
10
Basisbediening
Afspelen van een compact disc
— Normale weergave
Met deze stereo-installatie kunt u tot drie compact discs achtereen afspelen.
POWER 0 |
) |
2 1 Æ‚ |
|
0 |
) |
|
„ |
|
|
⁄ |
Æ‚ |
……
» |
Æ |
„ |
„ |
» |
Æ |
⁄ |
⁄ |
1/ALL DISCS |
DISC SKIP „ VOLUME |
|
|
|
EX-CHANGE |
|
|
CD ( |
|
|
P |
|
|
p |
|
|
= + |
|
|
0 ) |
|
V |
|
B |
b |
VOL +/– |
|
v |
|
1 Druk op de § OPEN/CLOSE toets en leg een of twee compact discs in de disc-lade. Als een disc niet goed geplaatst is, kan deze niet worden afgespeeld.
Met de bedrukte |
„ |
label-kant boven. |
Æ‚ |
Voor het afspelen |
|
van een 8 cm CD |
|
singletje plaatst u |
|
dit in de binnenste |
|
uitsparing van de |
|
disc-lade. |
|
Voor het inleggen van een derde compact disc drukt u op de DISC SKIP EX-CHANGE toets om het disc-plateau door te draaien.
2 Druk op een van de DISC 1-3 toetsen. De disc-lade sluit en het afspelen van de gekozen CD begint.
Als u op de · toets (of op de · toets van de afstandsbediening) drukt met de disc-lade dicht, dan begint het afspelen vanaf het begin van de CD in de disc-uitsparing waarvan het nummer (toets) groen oplicht.
Nummer van de |
Verstreken |
disc-uitsparing |
speelduur |
VOLUME
ALL 1DISCS
Muziekstuknummer
wordt vervolgd
Basisbediening
11
Afspelen van een compact disc (vervolg)
Voor het |
Doet u het volgende |
|
Stoppen met |
Druk op de |
toets (of op |
afspelen |
de p toets van de |
|
|
afstandsbediening). |
|
|
|
|
Pauzeren |
Druk op de · |
toets (of |
|
op de P toets van de |
|
|
afstandsbediening). Druk |
|
|
nogmaals op de toets om |
|
|
de weergave te hervatten. |
|
|
|
|
Opzoeken van een |
Draai de instelknop tijdens |
|
muziekstuk |
weergave of pauzeren naar |
|
|
rechts (om vooruit te gaan) |
|
|
of naar links (om terug te |
|
|
gaan) en laat de knop los |
|
|
bij het gewenste muziekstuk. |
|
|
Ook kunt u de + toets |
|
|
(om vooruit te gaan) of de |
|
|
= toets (om terug te |
|
|
gaan) op de afstandsbe- |
|
|
diening gebruiken. |
|
|
|
|
Opzoeken van een |
Druk tijdens weergave op |
|
punt in een |
de ) of 0 toets (of op |
|
muziekstuk |
de ) / 0 toets van de |
|
|
afstandsbediening) en laat |
|
|
de toets bij het gewenste |
|
|
punt los. |
|
|
|
|
Kiezen van een |
Druk op de DISC 1-3 toets |
|
compact disc in |
of op de DISC SKIP EX- |
|
de stopstand |
CHANGE toets. |
|
Afspelen van |
Druk net zovaak op de 1/ |
|
alleen de eerste |
ALL DISCS toets tot er “1 |
|
compact disc |
DISC” wordt aangegeven. |
|
Afspelen van |
Druk net zovaak op de 1/ |
|
alle CD’s |
ALL DISCS toets tot er |
|
|
“ALL DISCS” wordt |
|
|
aangegeven. |
|
|
|
|
Uitnemen of |
Druk op de § OPEN/ |
|
verwisselen van |
CLOSE toets. |
|
een compact disc |
|
|
Verwisselen van een Druk op de DISC SKIP EX-
andere CD tijdens |
CHANGE toets. |
weergave |
|
|
|
Bijregelen van de |
Draai aan de VOLUME |
geluidssterkte |
regelaar (of druk op de |
|
VOL +/– toets van de |
|
afstandsbediening). |
|
|
Tips
• Bij indrukken van de · toets wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de compact disc, mits er een CD in de disclade aanwezig is (één-toets weergavestart).
•U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron en de weergave van een compact disc starten, eenvoudig met een druk op de · toets of een van de DISC 1-3 toetsen (automatische geluidsbron-keuze).
•Als er geen CD in de disc-lade aanwezig is, verschijnt de aanduiding “CD NO DISC”.
•Tijdens het afspelen van een disc of wanneer er is ingeschakeld op een bepaalde disc-uitsparing zal de DISC 1-3 toets van de betreffende discuitsparing groen oplichten.
12
Opnemen van een compact disc
— CD synchroon-opname
Met behulp van de CD SYNCHRO toets kunt u een compact disc snel en doeltreffend op de band opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnamenivo wordt automatisch ingesteld.
DISC SKIP |
4 |
2 |
POWER EX-CHANGE |
||
0 ) |
|
„ |
⁄ |
Æ‚ |
……
» |
Æ |
„ |
„ |
» |
Æ |
⁄ |
⁄ |
REPEAT/ |
3 5 1 |
DOLBY NR |
1 Druk op de § EJECT toets en plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B.
Met de kant |
„ |
Æ |
» |
|
… |
|
|
voor opname |
|
|
|
naar u toe |
|
|
|
|
|
|
|
gericht. |
|
|
|
|
|
|
⁄ |
2 Druk op de § OPEN/CLOSE toets en plaats een compact disc.
Druk dan nogmaals op de toets om de disc-lade te sluiten.
Als de indikator voor de gewenste discuitsparing niet groen oplicht, druk dan net zovaak op de DISC SKIP EXCHANGE toets tot de indikator groen
oplicht.
Met de bedrukte label-kant boven. Voor het afspelen van een 8 cm CD singletje plaatst u dit in de binnenste uitsparing van de disc-lade.
„
Æ‚
3 Druk op de CD SYNCHRO toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te staan en de CD-speler komt in de weergavepauzestand te staan. De · aanduiding (voor de voorkant van de cassette) licht op.
4 Kies met de EDIT/DIRECTION schakelaar de “A” instelling voor het opnemen op één cassettekant of de “a” (of “RELAY”) instelling voor het opnemen op beide cassettekanten.
5 Druk op de toets van deck B.
Het opnemen begint.
Stoppen met opnemen
Druk op de stoptoets van deck B of van de CD-speler.
Tips
•Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan op de ª toets zodat de ª aanduiding (voor de achterkant van de cassette) oplicht.
•Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt.
•Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u op de REPEAT/DOLBY NR schakelaar nadat u op de CD SYNCHRO toets heeft gedrukt, zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt.
Opmerking
Tijdens het opnemen kunt u niet naar een andere geluidsbron luisteren; daarvoor zult u eerst moeten
stoppen met opnemen.
Basisbediening
13
Luisteren naar de radio
— Geheugenafstemming
Leg eerst uw favoriete radiozenders in het afstemgeheugen vast (zie “Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders”).
POWER |
3 |
STEREO/MONO |
|
0 ) |
|
|
„ |
|
|
⁄ |
Æ‚ |
|
|
|
……
» |
Æ |
„ |
„ |
» |
Æ |
⁄ ⁄
VOLUME 1 2
|
|
= + |
|
|
TUNER/BAND |
|
V |
|
B |
b |
VOL +/– |
|
|
|
|
v |
|
1 Druk net zovaak op de TUNER/ BAND toets tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de afstemband als volgt: Model met 3 afstembanden:
FM n MW n LW
n Model met 4 afstembanden: FM n MW n LW n UKV* n
*Als u de UKVband kiest, verschijnt de aanduiding “STEREO PLUS” in het uitleesvenster.
2 Druk net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt.
MANUAL n AUTO n PRESET
n
3 Draai aan de instelknop (of druk op de = of + toets van de afstandsbediening) om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender.
Draai naar links |
|
Draai naar rechts |
(of druk op de |
|
(of druk op de |
= toets van – |
|
+ + toets van de |
de afstandsbe- |
|
afstandsbediening) |
diening) om af te |
|
om af te stemmen |
stemmen op een |
|
op een hoger |
lager genummerde |
genummerde |
|
zender. |
|
zender. |
Voorinstelnummer |
Afstemfrekwentie |
|
|
|
TUNED |
|
|
STEREO |
|
|
VOLUME |
PRESET |
|
MHz |
Voor het |
Doet u het volgende |
|
Uitschakelen van |
Druk op de POWER |
|
de radio |
schakelaar. |
|
Bijregelen van de |
Draai aan de VOLUME |
|
geluidssterkte |
regelaar (of druk op de VOL |
+/– toets van de afstandsbediening).
14
Luisteren naar radiozenders die niet zijn vastgelegd
Druk in stap 2 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “MANUAL” verschijnt en draai dan aan de instelknop om op de gewenste zender af te stemmen.
Tips
•Bij indrukken van de TUNER/BAND toets wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint de weergave van de laatst ontvangen radiozender (één-toets weergavestart).
•U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron naar de tuner en de radioontvangst starten, eenvoudig met een druk op de TUNER/BAND toets (automatische geluidsbronkeuze).
•Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet duidelijk doorkomt, drukt u op de STEREO/ MONO toets, zodat de aanduiding “MONO” oplicht. Het stereo-effekt zal nu verloren gaan, maar de radio-ontvangst zal helderder klinken. Druk nogmaals op de toets om weer naar stereogeluid te luisteren.
•Om de beste radio-ontvangst te vinden kan het nodig zijn verschillende standen van de bijgeleverde antennes uit te proberen.
Opnemen van een radio-uitzending
Na keuze van de gewenste vastgelegde voorkeurzender kunt u radio-uitzendingen op de band opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnamenivo wordt automatisch ingesteld.
POWER |
6 3 |
|
1 2 |
0 |
) |
|
„ |
|
|
⁄ |
Æ‚ |
……
» |
Æ |
„ |
„ |
» |
Æ |
⁄ |
⁄ |
REPEAT/ |
5 7 4 |
DOLBY NR |
1 Druk op de TUNER/BAND toets om de gewenste afstemband te kiezen.
2 Druk net zovaak op de TUNING MODE toets tot er “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt.
3 Draai aan de instelknop om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender.
Draai naar links |
Draai naar rechts |
om af te |
om af te stemmen |
stemmen op – |
+ op een hoger |
een lager |
genummerde |
genummerde |
zender. |
zender. |
|
Voorinstelnummer |
Afstemfrekwentie |
|
TUNED |
|
STEREO |
|
VOLUME |
PRESET |
MHz |
|
wordt vervolgd |
Basisbediening
15
Opnemen van een radiouitzending (vervolg)
4 Druk op de § EJECT toets en plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B.
|
… |
|
„ |
Æ |
» |
Met de kant
voor opname naar u toe
gericht.
⁄
5 Druk op de r toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te staan.
6 Kies met de EDIT/DIRECTION schakelaar de “A” instelling voor het opnemen op één cassettekant of de “a” (of “RELAY”) instelling voor het opnemen op beide cassettekanten.
7 Druk op de toets van deck B.
Het opnemen begint.
Stoppen met opnemen
Druk op de toets van deck B.
Tips
•Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan op de ª toets zodat de ª aanduiding (voor de achterkant van de cassette) oplicht.
•Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt.
•Voor het opnemen van een uitzending van een radiozender die niet is vastgelegd, drukt u in stap 2 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “MANUAL” verschijnt en dan draait u aan de instelknop om op de gewenste zender af te stemmen.
•Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u op de REPEAT/DOLBY NR schakelaar nadat u op de r toets heeft gedrukt, zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt.
•Als er bij het opnemen van een radio-uitzending storing klinkt, kunt u dit verhelpen door de antenne voor de betreffende afstemband in een andere richting te draaien.
Afspelen van een cassette
De cassettedecks zijn geschikt voor weergave van TYPE I (normaalband), TYPE II (CrO2band) en TYPE IV (metaalband) cassettes. Bij plaatsen van een cassette neemt het deck automatisch de bandsoort waar en stelt daarop in. Gebruik de DECK A en DECK B toetsen op de afstandsbediening om het gewenste deck te kiezen.
POWER REPEAT/DOLBY NR |
|
2 VOLUME |
0 ) |
|
„ |
|
⁄ |
Æ‚ |
|
|
……
» |
Æ |
„ |
„ |
» |
Æ |
|
⁄ |
|
|
⁄ |
3 |
1 |
º |
/ ‚ |
1 3 |
|
|
P p
0 )
DECK A (
DECK B (
|
V |
|
B |
b |
VOL +/– |
|
v |
|
16
1 Druk op de § EJECT toets en steek een bespeelde cassette in deck A of B.
Met de kant |
» Æ |
„ |
|
|
… |
die u wilt |
|
|
weergeven |
|
|
|
|
|
naar u toe |
|
|
gericht. |
|
|
⁄
2 Kies met de EDIT/DIRECTION schakelaar de “A” instelling voor het afspelen van één cassettekant of de “a”* instelling voor het afspelen van beide cassettekanten.
Kies de “RELAY”** instelling (kontinuweergave) voor het achter elkaar afspelen van de cassettes in beide decks.
3 Druk op de · toets.
Druk op de ª toets om de achterkant van de cassette af te spelen.
Nu begint de weergave van de cassette.
*Het deck stopt automatisch nadat de cyclus, d.w.z. afspelen van beide cassettekanten, vijfmaal is herhaald.
**De kontinu-weergave gebeurt altijd in de onderstaande volgorde:
Deck A (voorkant), Deck A (achterkant),
Deck B (voorkant), Deck B (achterkant)
Voor het |
Doet u het volgende |
|
Stoppen met |
Druk op de |
toets (of op |
afspelen |
de p toets van de |
|
|
afstandsbediening). |
|
Pauzeren |
Druk op de |
toets. Druk |
(alleen deck B) |
nogmaals op de toets om |
|
|
de weergave te hervatten. |
|
Vooruitspoelen |
Druk op de ‚ toets bij |
|
|
weergave van de voorkant |
|
|
en op de º toets bij |
|
|
weergave van de |
|
|
achterkant van de cassette. |
|
Terugspoelen |
Druk op de º toets bij |
|
|
weergave van de voorkant |
|
|
en op de ‚ toets bij |
|
|
weergave van de |
|
|
achterkant van de cassette. |
|
Uitnemen van |
Druk op de § EJECT toets. |
|
de cassette |
|
|
Bijregelen van de |
Draai aan de VOLUME |
|
geluidssterkte |
regelaar (of druk op de |
|
|
VOL +/– toets van de |
|
|
afstandsbediening). |
|
|
|
|
Tips
•Bij indrukken van de · of de ª toets wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de cassette, mits er een cassette in het deck aanwezig is (één-toets weergavestart).
•U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron en de weergave van een cassette starten, eenvoudig met een druk op de · of de ª toets (automatische geluidsbron-keuze).
•Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u op de REPEAT/DOLBY NR schakelaar zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt.
•Bij het kopiëren van een Dolby-B gecodeerde cassette zal de kopie-cassette eveneens Dolby-B gecodeerd zijn.
Basisbediening
17
Kopiëren van bandopnamen (dubbing)
— Kopiëren met hoge snelheid
U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnamenivo wordt automatisch ingesteld.
REPEAT/DOLBY NR
3
POWER
0 |
) |
„ |
⁄ Æ‚
……
» |
Æ |
„ |
„ |
» |
Æ |
⁄ |
⁄ |
1 2 4 1
1 Druk op de § EJECT toets en plaats een bespeelde cassette in deck A en een voor opnemen geschikte cassette in deck B.
Met de kant |
|
… |
» Æ |
„ |
|
voor weergave/ |
|
|
opname naar u |
|
|
toe gericht. |
|
|
|
⁄ |
|
2 Druk op de HIGH SPEED DUBBING toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te staan.
3 Kies met de EDIT/DIRECTION schakelaar de “A” instelling voor het opnemen op één cassettekant of de “a” (of “RELAY”) instelling voor het opnemen op beide cassettekanten.
4 Druk op de toets.
Het kopiëren begint.
Stoppen met kopiëren
Druk op de toets van deck A of B.
Tips
•Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt.
•Als u de EDIT/DIRECTION schakelaar op “a” zet en de cassettes in de decks een verschillende lengte hebben, zullen de cassettes onafhankelijk van elkaar op de andere kant overschakelen. Als u de schakelaar op “RELAY” zet, schakelen beide cassettes gelijktijdig op de andere kant over.
•Instellen van de REPEAT/DOLBY NR schakelaar is niet nodig. De cassette in deck B wordt automatisch van dezelfde codering voorzien, d.w.z. met/zonder Dolby, als de cassette in deck A.
18
Compact disc speler
Gebruik van het CD uitleesvenster
In het uitleesvenster kunt u de resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk of de gehele compact disc kontroleren.
POWER DISPLAY/DEMO
0 |
) |
„ |
⁄ Æ‚
/Druk tijdens CD-weergave enkele malen op de DISPLAY/DEMO toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
nVerstreken speelduur van het weergegeven muziekstuk.
µ
Resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk.
µ
Resterende speelduur van de huidige compact disc (1 DISC stand) of “PLAY” aanduiding (ALL DISCS stand)
µ
Normale klok (wordt acht sekonden aangegeven)
µ
Naam van effekt (P FILE) of “EFFECT ON (OFF)”
Kontroleren van de totale speelduur en het aantal muziekstukken op de CD
Druk in de stopstand éénmaal op de DISPLAY/DEMO toets.
Wanneer u nogmaals op de DISPLAY/ DEMO toets drukt, verschijnt de kloktijd voor acht sekonden en daarna worden weer de oorspronkelijke aanduidingen in het uitleesvenster getoond.
Herhaalde weergave van muziekstukken op CD
— REPEAT weergave
Met de herhaalfunktie kunt u een enkele compact disc of alle CD’s laten herhalen met normale weergave, willekeurige weergave of programma-weergave.
|
REPEAT/ |
POWER 1/ALL DISCS |
DOLBY NR |
0 ) |
„ |
⁄ |
Æ‚ |
/Druk tijdens CD-weergave op de REPEAT/DOLBY NR toets tot de aanduiding “REPEAT” verschijnt.
De herhaalde weergave begint. Volg de onderstaande aanwijzingen voor het omschakelen van de herhaalfunktie.
Voor het |
Drukt u net zovaak op |
herhalen van |
|
Alle muziekstukken |
de 1/ALL DISCS toets tot |
op de weergegeven |
het uitleesvenster “ |
CD |
1 DISC” aangeeft. |
Alle muziekstukken |
de 1/ALL DISCS toets tot |
op alle compact |
het uitleesvenster “ALL |
discs |
DISCS” aangeeft. |
Een enkel |
de REPEAT/DOLBY NR |
muziekstuk* |
toets tot het uitleesvenster |
|
“REPEAT 1” aangeeft, |
|
tijdens weergave van het te |
|
herhalen muziekstuk. |
|
|
*Tijdens programma-weergave en willekeurige weergave is herhalen van een enkel muziekstuk niet mogelijk.
Uitschakelen van de herhaalfunktie
Druk net zovaak op de REPEAT/DOLBY NR toets totdat de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding in het uitleesvenster dooft.
19
Willekeurige weergave van muziekstukken op CD
— SHUFFLE weergave
Alle muziekstukken van een compact disc of van alle compact discs kunnen in willekeurige volgorde worden weergegeven.
POWER 3 |
2 DISC 1-3 |
|
4 1 |
0 |
) |
|
„ |
|
|
⁄ |
Æ‚ |
……
» |
Æ |
„ |
„ |
» |
Æ |
⁄ |
⁄ |
1 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade.
2 Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “SHUFFLE” verschijnt.
3 Druk op de 1/ALL DISCS toets en kies de “1 DISC” of “ALL DISCS” instelling.
Bij “ALL DISCS” worden de muziekstukken van alle CD’s in willekeurige volgorde weergegeven. Bij “1 DISC” worden de muziekstukken van de CD waarvan de DISC indikator groen oplicht in willekeurige volgorde weergegeven.
4 Druk op de fl toets.
De aanduiding “J” verschijnt en dan begint het afspelen in willekeurige volgorde.
Uitschakelen van de willekeurige weergave
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “SHUFFLE” of “PROGRAM” in het uitleesvenster dooft. Hierna worden de muziekstukken in de normale volgorde weergegeven.
Kiezen van een gewenste compact disc
Druk op de DISC 1-3 toets.
Tips
•Ook tijdens normale weergave kunt u overschakelen op willekeurige weergave, door op de PLAY MODE toets te drukken totdat er “SHUFFLE” in het uitleesvenster verschijnt.
•Om een ongewenst muziekstuk over te slaan, draait u de instelknop naar rechts (of drukt u op de + toets van de afstandsbediening).
20
Programmaweergave van muziekstukken op CD
— PROGRAM weergave
U kunt uw eigen muziekselektie samenstellen door maximaal 32 nummers van alle CD’s te programmeren in de volgorde waarin u de muziek wilt horen.
POWER 2 4 3 |
„ 5 7 1 |
0 ) |
„ |
⁄ |
Æ‚ |
DISC SKIP
CD (
CHECK
CLEAR
V
B b
v
1 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade.
2 Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” verschijnt.
3 Druk op een van de DISC 1-3 toetsen om in te stellen op de CD met het gewenste muziekstuk.
4 Draai aan de instelknop tot het gewenste muziekstuk in het uitleesvenster wordt aangegeven.
Nummer van CD
VOLUME
1DISC PROGRAM
Nummer van muziekstuk
5 Druk op de ENTER/NEXT toets.
Het gekozen muziekstuk is nu in uw muziekprogramma opgenomen. Het volgnummer in het muziekprogramma verschijnt, gevolgd door de totale speelduur.
Totale speelduur
VOLUME
1DISC PROGRAM
Laatst geprogrammeerde muziekstuk
6 Voor elk muziekstuk dat u aan uw muziekprogramma wilt toevoegen, herhaalt u de stappen 3 t/m 5.
Voor het kiezen van een volgend muziekstuk van dezelfde compact disc kunt u stap 3 achterwege laten.
7 Druk op de · toets.
Alle geprogrammeerde muziekstukken worden dan in de door u gekozen volgorde afgespeeld.
Uitschakelen van de programmaweergave
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” of “SHUFFLE” dooft.
wordt vervolgd
21
Programma-weergave van muziekstukken op CD (vervolg)
Voor het |
Doet u het volgende |
Kontroleren van |
Druk meermalen op de |
het programma |
CHECK toets van de |
|
afstandsbediening. Nadat |
|
het laatste muziekstuk is |
|
getoond, verschijnt |
|
“CHECK END”. |
|
|
Wissen van het |
Druk in de stopstand op |
laatste muziekstuk |
de CLEAR toets van de |
in het |
afstandsbediening. |
muziekprogramma |
|
|
|
Wissen van een |
Druk net zovaak op de |
bepaald muziekstuk |
CHECK toets van de |
in het |
afstandsbediening tot het |
muziekprogramma |
nummer van het |
|
muziekstuk dat u wilt |
|
wissen wordt getoond en |
|
druk vervolgens op de |
|
CLEAR toets. |
|
|
Toevoegen |
1 Kies de compact disc met |
van een |
de DISC 1-3 toetsen. |
muziekstuk |
2 Kies het muziekstuk met |
aan uw |
de instelknop. |
muziekprogramma |
3 Druk op de ENTER/ |
|
NEXT toets. |
|
|
Wissen van het |
Druk in de stopstand |
gehele |
éénmaal, of tijdens |
muziekprogramma |
weergave tweemaal, op de |
|
toets. |
|
|
Tips
•Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een druk op de · toets kunt u hetzelfde programma dus nogmaals weergeven.
•Als tijdens programmeren in plaats van de totale speelduur “--.--” verschijnt, betekent dit:
–datu een muziekstuknummer boven de 20 heeft geprogrammeerd, of dat
–de totale geprogrammeerde speelduur meer bedraagt dan 100 minuten.
Weergave van de CD’s zonder onderbreking tussen de muziekstukken
— Non-stop weergave/Applaus-mix
Bij non-stop weergave worden de muziekstukken op de CD’s direkt achter elkaar weergegeven; er is geen pauze tussen de muziekstukken. Ook kunt u het applaus van een enthousiast publiek tussen de nummers invoegen.
POWER |
2 |
|
3 1 |
0 |
) |
|
„ |
|
|
⁄ |
Æ‚ |
|
|
|
1 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade.
2 Druk enkele malen op de NONSTOP toets tot de gewenste funktie wordt aangegeven.
Voor |
Stelt u in op |
Doorlopende weergave |
NON-STOP |
PLAY |
van |
muziekstukken |
|
zonder pauzes ertussen |
|
|
|
Invoegen van applaus |
APPLAUSE MIX |
tussen de muziekstukken
3 Druk op de · toets.
Uitschakelen van de non-stop weergave
|
Druk nogmaals op de NON-STOP toets zodat |
|
de aanduiding “NON-STOP OFF” in het |
22 |
uitleesvenster verschijnt. |
|
Cassettedeck
Handmatig opnemen
U kunt een compact disc, cassette of radiouitzending opnemen. Bij handmatig opnemen kunt u naar wens muziekstukken overslaan of bijvoorbeeld in het midden van de cassette beginnen met opnemen. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
REPEAT/ |
|
|
|
DOLBY NR |
1 6 2 |
||
POWER |
4 |
||
0 |
) |
|
„ |
|
|
⁄ |
Æ‚ |
……
» |
Æ |
„ |
„ |
» |
Æ |
⁄ |
⁄ |
3 5 1
1 Steek een voor opnemen geschikte cassette in deck B.
2 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding voor de geluidsbron die u wilt opnemen verschijnt (bijv. “CD” voor het opnemen van een compact disc).
3 Druk op de r opnametoets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. De · aanduiding (voor de voorkant van de cassette) licht op.
4 Kies met de EDIT/DIRECTION schakelaar de “A” instelling voor het opnemen op één cassettekant of de “a” (of “RELAY”) instelling voor het opnemen op beide cassettekanten.
5 Druk op de toets van deck B.
Het opnemen begint.
6 Begin met de weergave van de geluidsbron die u wilt opnemen.
Voor het |
Doet u het volgende |
|
Stoppen met |
Druk op de |
stoptoets |
opnemen |
van deck B. |
|
|
|
|
Kort onderbreken |
Druk op de |
pauzetoets |
(pauzeren) van |
van deck B. |
|
de opname |
|
|
|
|
|
Tips
•Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan op de ª toets zodat de ª aanduiding (voor de achterkant van de cassette) oplicht.
•Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u op de REPEAT/DOLBY NR schakelaar nadat u op de r opnametoets heeft gedrukt, zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt.
•Wilt u tijdens het kopiëren of overnemen van bandopnamen van een andere cassette bepaalde muziekstukken overslaan, druk dan op de ‚(of º) toets van deck A. Deck B komt in de opnamepauzestand te staan en de cassette in het andere deck wordt vooruitgespoeld. Druk op de
toets van deck B zodra u weer wilt beginnen met opnemen.
23
Geprogrammeerde opname van een CD
— Programma-montage
U kunt de muziekstukken op de compact discs in een zelf gekozen volgorde opnemen. Bij het programmeren van de volgorde dient u erop te letten dat de totale speelduur van de muziekstukken die op een bepaalde cassettekant moeten worden opgenomen, niet langer is dan de betreffende cassettekant.
REPEAT/DOLBY NR
POWER 3 11 4 |
1 2 |
|
0 ) |
|
„ |
|
⁄ |
Æ‚ |
……
» |
Æ |
„ |
„ |
» |
Æ |
⁄ |
⁄ |
6 5 10 12 1
8
CHECK
V
B b
v
1 Leg een of meer compact discs in de disc-lade en steek een voor opnemen geschikte cassette in deck B.
2 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt.
3 Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” verschijnt.
4 Druk op een van de DISC 1-3 toetsen om in te stellen op de CD met het gewenste muziekstuk.
5 Draai aan de instelknop tot het gewenste muziekstuk in het uitleesvenster wordt aangegeven.
|
Totale speelduur (met |
|
inbegrip van het |
Nummer van CD |
gekozen muziekstuk) |
|
VOLUME |
1DISC PROGRAM |
|
|
Nummer van muziekstuk |
6 Druk op de ENTER/NEXT toets.
Het gekozen muziekstuk is nu in uw muziekprogramma opgenomen. Het woord “STEP” en het volgorde-nummer in het muziekprogramma verschijnen, gevolgd door de totale speelduur.
Totale speelduur
VOLUME
1DISC PROGRAM
Laatst gekozen muziekstuk
7 Voor elk muziekstuk dat u aan uw muziekprogramma voor cassettekant A wilt toevoegen, herhaalt u de stappen 4 t/m 6.
Voor het kiezen van een volgend muziekstuk van dezelfde compact disc kunt u stap 4 achterwege laten.
24
8 Druk op de toets van de afstandsbediening om een pauze in te voegen. Deze pauze geeft het einde van het muziekprogramma voor cassettekant A aan.
De letter “P” verschijnt en de totale speelduur komt op “0.00” te staan.
9 Voor het programmeren van de muziekstukken bestemd voor opname op cassettekant B, herhaalt u de stappen 5 en 6 indien het muziekstukken van dezelfde disc betreft of anders de stappen 4 t/m 6.
10 Druk op de CD SYNCHRO toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te staan en de CD-speler komt in de weergavepauzestand te staan. De · aanduiding (voor de voorkant van de cassette) licht op.
11 Kies met de EDIT/DIRECTION schakelaar de “A” instelling voor het opnemen op één cassettekant of de “a” (of “RELAY”) instelling voor het opnemen op beide cassettekanten.
12 Druk op de toets van deck B.
Het opnemen begint.
Stoppen met opnemen
Druk op de stoptoets van deck B of de CDspeler.
Kontroleren van de op te nemen muziekstukken
Druk meermalen op de CHECK toets van de afstandsbediening. Nadat het laatste muziekstuk is aangegeven, verschijnt de aanduiding “CHECK END”.
Uitschakelen van de programmamontage
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” of “SHUFFLE” verdwijnt.
Tip
Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u na de CD SYNCHRO toets op de REPEAT/DOLBY NR schakelaar tot in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt.
Automatische selectie van de vereiste bandlengte
— Bandlengte-montage
U kunt de CD-speler de geschikte bandlengte voor het opnemen van een bepaalde compact disc laten bepalen en aangeven, zodat u de disc automatisch op een passende cassette kunt opnemen. De CD-speler kan echter geen passende cassette bepalen voor compact discs met meer dan 20 muziekstukken.
1 Plaats een compact disc.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION toets tot het uitleesvenster “CD” aangeeft.
3 Druk eenmaal op de EDIT/ DIRECTION toets, zodat de aanduiding “EDIT” gaat knipperen.
De vereiste bandlengte voor het opnemen van de gekozen compact disc verschijnt, gevolgd door de totale speelduur en de muziekstukken voor cassettekant A en B.
Opmerking
U kunt deze funktie niet gebruiken wanneer u reeds muziekstukken heeft geprogrammeerd. Wis in dit geval eerst het muziekprogramma (zie “Wissen van het gehele muziekprogramma” op blz. 22) en schakel dan pas de funktie in.
25
Diskjockey-effekten
Repeteerweergave van een muziekpassage op CD
— LOOP weergave
Tijdens afspelen kunt u een bepaalde muziekpassage enkele malen laten herhalen. Zo kunt u interessante effekten bereiken voor creatieve eigen opnamen.
POWER LOOP Instelknop
0 |
) |
„ |
⁄ Æ‚
/Druk tijdens afspelen op de LOOP toets bij het punt waar u de repeteerweergave wilt starten en houd de toets ingedrukt totdat u de normale weergave wilt laten doorgaan.
Instellen van de lengte van de repeteerlus
Stel de lengte van de repeteerlus in door aan de instelknop te draaien terwijl u de LOOP toets ingedrukt houdt (of door op de BEAT MENU B of b toets van de afstandsbediening te drukken terwijl u de LOOP toets ingedrukt houdt) (LOOP 1~20).
26
“Flits” weergave van een muziekpassage op CD
— FLASH weergave
Tijdens afspelen kunt u een bepaalde muziekpassage met plotseling opkomende en afvallende geluidssterkte weergeven. Zo kunt u interessante effekten bereiken voor creatieve eigen opnamen.
POWER FLASH Instelknop
0 |
) |
„ |
⁄ Æ‚
/Druk tijdens afspelen op de FLASH toets bij het punt waar u de flitsweergave wilt starten en houd de toets ingedrukt totdat u de normale weergave wilt laten doorgaan.
Instellen van de lengte van de flits-weergavelus
Stel de lengte van de flits-weergavelus (FLASH 1~20) in door aan de instelknop te draaien terwijl u de FLASH toets ingedrukt houdt (of door op de BEAT MENU B of b toets van de afstandsbediening te drukken terwijl u de FLASH toets ingedrukt houdt).
Gekombineerd gebruik van de LOOP en FLASH funktie
Houd de LOOP en de FLASH toets tegelijk ingedrukt.
Opmerkingen
•In dit geval kunt u de lengte van de LOOP repeteerlus en de flits-weergavelus niet instellen. Indien gewenst, kunt u de lengte voor beide funkties afzonderlijk vooraf instellen.
•Om het flits-effekt op te nemen, gebruikt u de analoge (VIDEO/MD OUT) aansluitingen of het cassettedeck van deze stereo-installatie.
Toonregeling met golf-effekt
— WAVE funktie
Bij gebruik van deze funktie wordt de instelling van de grafiek-toonregeling golvend aan het geluid toegevoegd. U kunt dit effekt in kombinatie met iedere geluidsbron gebruiken, maar het resultaat kan niet worden opgenomen.
POWER WAVE Instelknop
0 |
) |
„ |
⁄ Æ‚
/Druk op de WAVE toets bij het punt waar u wilt starten en houd de toets ingedrukt totdat u de normale weergave wilt laten doorgaan.
Instellen van de lengte van het golf-effekt
Stel de lengte in door aan de instelknop te draaien terwijl u de WAVE toets ingedrukt houdt (WAVE 1~10).
Bespelen van de drumpanelen
Met de drumpanelen kunt u tijdens weergave extra percussie toevoegen. Dit effekt is met elke geluidsbron te kombineren, zodat u bijzonder creatieve eigen opnamen kunt produceren.
PAD A/ |
Instelknop |
|
POWER PAD B |
|
|
|
|
|
0 ) |
„ |
|
|
⁄ |
Æ‚ |
CHAIN
LEVEL +/–
/Tik op paneel A of B om het gewenste geluid te produceren.
Veranderen van het drumgeluid
Houd paneel A of B ingedrukt en draai aan de instelknop om in te stellen op het gewenste drumgeluid. U kunt kiezen uit 21 verschillende drumgeluiden. De naam van het soort geluid wordt in het uitleesvenster aangegeven.
KICK˜SNARE ˜ ... ˜ SCRATCH PUSH
n |
n |
Een drum-roffel geven
Draai aan de instelknop terwijl u de CHAIN toets ingedrukt houdt. U kunt de snelheid van de drumroffel variëren door de instelknop linksom te draaien (voor drumpaneel A) of rechtsom (voor drumpaneel B).
De geluidssterkte van de drums bijregelen
Druk op de LEVEL + of - toets.
Opmerking
Wanneer de APPLAUSE MIX funktie is |
|
ingeschakeld, zal het geluid van de drumpanelen |
|
tijdens het applaus niet hoorbaar zijn. |
27 |
|
Gebruik van een beat-box ritme
Met de BEAT ritme-funktie kunt u een uitgebreid repertoire aan drumritmes voortbrengen. Dit effekt is met elke geluidsbron te kombineren, zodat u bijzonder creatieve eigen opnamen kunt produceren.
POWER LEVEL +/– |
Instelknop |
|
0 ) |
„ |
|
|
⁄ |
Æ‚ |
BEAT |
BEAT |
BEAT |
BPM |
ON/OFF |
SPEED |
SELECT |
CONTROL |
1 Druk op de BEAT ON/OFF toets zodat de indikator dooft en start dan de weergave van een geluidsbron.
2 Druk enkele malen op de BPM CONTROL toets om in te stellen op het gewenste tempo van het ritme.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, zegt er een stem “one, two, three, four, one ...” terwijl de snelheid (BPM 70 - 140) ook in het uitleesvenster verschijnt.
Het gekozen tempo wordt automatisch in het geheugen vastgelegd.
3 Druk op de BEAT ON/OFF toets om het beat-box ritme te starten.
Door indrukken van de BPM CONTROL toets kunt u het beat-box ritme synchroniseren met dat van de geluidsbron.
Veranderen van het tempo
Houd de BEAT SPEED toets ingedrukt en draai aan de instelknop (of druk op de BEAT SPEED +/- toets van de afstandsbediening) om in te stellen op het gewenste tempo (BPM 70 - 140).
Veranderen van het ritme
U kunt kiezen uit 8 verschillende beat-box ritmes. Houd de BEAT SELECT toets ingedrukt en draai aan de instelknop (of druk op de BEAT SELECT +/- toets van de afstandsbediening) om in te stellen op het gewenste beat-box ritme. De naam van het soort ritme wordt in het uitleesvenster aangegeven.
16 BEAT 1˜ 16 BEAT 2 ˜ . . . ˜SAMBA
n |
n |
Uitschakelen van het beat-box ritme
Druk op de BEAT ON/OFF toets. Let op dat de indikator dooft.
De geluidssterkte van het beatbox ritme bijregelen
Druk op de LEVEL + of - toets.
Opmerking
Wanneer de APPLAUSE MIX funktie is ingeschakeld, zal het geluid van het beat-box ritme tijdens het applaus niet hoorbaar zijn.
28
Instellen van de weergave
Bijregelen van het geluid
U kunt het weergegeven geluid meer kracht geven door de bassen of het gehele klankbeeld extra te versterken. Ook is er een hoofdtelefoon-aansluiting om te luisteren zonder anderen te storen.
POWER DBFB
0 |
) |
„ |
⁄ Æ‚
……
» |
Æ |
„ |
„ |
» |
Æ |
⁄ ⁄
PHONES GROOVE
Extra versterken van de bassen
Druk op de DBFB* toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
DBFB |
n DBFB |
n Geen |
aanduiding |
|||
n |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
||
Bij de “DBFB |
” instelling is het effekt |
|||||
sterker dan bij de “DBFB |
” instelling. |
* DBFB = Dynamische basversterking.
Opmerkingen
•Wanneer de bassen in de muziek erg sterk zijn en u dan de DBFB basversterkingsfunktie gebruikt samen met de grafiek-toonregeling, is het mogelijk dat het geluid vervormd klinkt. Stel de basweergave geleidelijk bij terwijl u naar de muziek luistert, zodat u het resultaat van de bijregeling kunt beoordelen.
•Bij het uitschakelen van de GROOVE funktie komt de DBFB basversterkingsfunktie op “DBFB ” te staan en de grafiek-toonregeling in de neutraalstand (geen bijregeling). Om de DBFB funktie uit te schakelen, drukt u net zovaak op de DBFB toets tot de aanduiding verdwijnt. On de instelling van de grafiek-toonregeling te veranderen, brengt u de gewenste wijziging aan.
Luisteren via een hoofdtelefoon
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting. Wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten, zal er geen geluid via de luidsprekers te horen zijn.
Opmerking
Als u een “superwoofer” ultralage-tonen luidspreker hebt aangesloten, zal deze ook bij luisteren via een hoofdtelefoon nog steeds geluid weergeven. Schakel bij luisteren via een hoofdtelefoon de “superwoofer” ultralaagluidspreker uit.
Extra vermogen voor het totaalgeluid
Druk op de GROOVE toets. De geluidssterkte wordt verhoogd, de DBFB basversterkingsfunktie komt op volle sterkte te staan, de instelling van de grafiektoonregeling verandert en de “GROOVE” toets licht op. Druk nogmaals op de GROOVE
toets om weer terug te keren naar de 29 oorspronkelijke geluidssterkte.
Kiezen van een akoestiek-instelling
Met behulp van het akoestiek-menu kunt u het klankbeeld aanpassen aan de muziek waar u naar luistert.
U kunt ook zelfgemaakte akoestiekinstellingen in het geheugen vastleggen (zie “Vastleggen van uw eigen akoestiekinstellingen”).
POWER |
2 EFFECT ON/OFF |
|
0 ) |
|
„ |
|
⁄ |
Æ‚ |
3 1
1 Druk op de MUSIC, MOVIE of GAME toets om het gewenste akoestiek-menu te kiezen.
Zie de tabel onder “Akoestiek-menu’s” in de kolom hiernaast. Bij het kiezen van een bepaald akoestiek-menu wordt automatisch het laatst gekozen akoestiek-effekt van het betreffende menu opgeroepen.
2 Gebruik de instelknop om het gewenste akoestiek-effekt te kiezen.
De naam van het akoestiek-effekt verschijnt in het uitleesvenster.
3 Druk op de ENTER/NEXT toets.
Uitschakelen van het akoestiekeffekt
Druk net zovaak op de EFFECT ON/OFF toets tot de aanduiding “EFFECT OFF” verschijnt.
Akoestiek-menu’s
De aanduiding “SUR ” verschijnt als u een akoestiek-instelling kiest met ruimtelijk rondom-effekt.
MENU |
|
Effekt |
|
Voor |
toets |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
MUSIC |
|
ROCK |
|
Standaard |
|
|
POP |
|
muziekbronnen |
|
|
JAZZ |
|
|
|
|
DANCE |
|
|
|
|
SOUL |
|
|
|
|
|
|
|
MOVIE |
|
ACTION |
|
Geluid van |
|
|
ROMANCE |
|
speelfilms en |
|
|
SF |
|
speciale |
|
|
DRAMA |
|
luistersituaties |
|
|
SPORTS |
|
|
GAME |
|
SHOOTING |
|
Videospelletjes |
|
|
RACING |
|
|
|
|
RPG |
|
|
|
|
BATTLE |
|
|
|
|
ADVENTURE |
|
|
|
|
|
|
|
30