Sony MHC-RX90 User Manual [it]

3-859-544-42(1)

Mini Hi-Fi

Component

System

Gebruiksaanwijzing

 

NL

 

 

 

Instruzioni per l’uso

 

I

f

MHC-RX90

©1996 by Sony Corporation

WAARSCHUWING

Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen.

Om gevaar voor elektrische schokken te vermijden, dient u de behuizing van het apparaat nooit te openen. Laat onderhoud en eventuele reparatie over aan bevoegd vakpersoneel.

Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast.

De laser in dit apparaat is in staat om straling uit te zenden die de limiet van klasse 1 overschrijdt.

Dit apparaat is geklassificeerd als een KLASSE 1 LASER produkt. De aanduiding CLASS 1 LASER PRODUCT bevindt zich aan de achterkant van het apparaat.

Binnenin het apparaat bevindt zich het onderstaande waarschuwingslabel.

Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.

Deze stereo-installatie is voorzien van het B-type Dolby* ruisonderdrukkingssysteem.

* Dolby ruisonderdrukking geproduceerd onder licentie van: Dolby Laboratories Licensing Corporation.

DOLBY en het dubbele-D symbool a zijn handelsmerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation.

2

Inhoudsopgave

 

Voorbereidingen

 

Stap 1: Aansluiten van de stereo-

 

installatie ...........................................

4

Stap 2: Gelijkzetten van de klok ...........

6

Stap 3: Vastleggen van uw favoriete

 

radiozenders .....................................

7

Aansluiten van externe audio/

 

video-apparatuur .............................

8

Basisbediening

 

Afspelen van een compact disc ..........

11

Opnemen van een compact disc ........

13

Luisteren naar de radio .......................

14

Opnemen van een radio-uitzending . 15

Afspelen van een cassette ...................

16

Kopiëren van bandopnamen

 

(dubbing) ........................................

18

Compact disc speler

 

Gebruik van het CD uitleesvenster....

19

Herhaalde weergave van

 

muziekstukken op CD ..................

19

Willekeurige weergave van

 

muziekstukken op CD ..................

20

Programma-weergave van

 

muziekstukken op CD ..................

21

Weergave van de CD’s zonder

 

onderbreking tussen de

 

muziekstukken ...............................

22

Cassettedeck

 

Handmatig opnemen ...........................

23

Geprogrammeerde opname

 

van een CD .....................................

24

Diskjockey-effecten

 

Repeteerweergave van een

 

muziekpassage op CD ..................

26

“Flits” weergave van een

 

muziekpassage op CD ..................

26

Toonregeling met golf-effekt ..............

27

Bespelen van de drumpanelen ...........

27

Gebruik van een beat-box ritme .........

28

Instellen van de weergave

 

Bijregelen van het geluid .....................

29

Kiezen van een akoestiek-instelling ....

30

 

NL

Bijregelen van de akoestiek-

 

instelling ..........................................

31

Vastleggen van uw eigen akoestiek-

 

instellingen .....................................

33

Omschakelen van de luidspreker-

 

configuratie .....................................

34

Extra funkties

 

Gebruik van het Radio Data Systeem

 

(RDS)* ............. ................................

36

Karaoke: Meezingen met muziek ......

38

Met muziek in slaap vallen .................

39

Met muziek gewekt worden ...............

40

Schakelklok-opname van radio-

 

uitzendingen ..................................

41

Aanvullende informatie

 

Voorzorgsmaatregelen ........................

43

Verhelpen van storingen .....................

44

Technische gegevens ............................

47

Index .......................................................

49

* Alleen voor het West-Europese model

 

3

Voorbereidingen

Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie

Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en ander toebehoren.

Rechter akoestiek-luidspreker Linker akoestiek-luidspreker

1

1

 

AM-kaderantenne

FM-draadantenne

4

2

1

1

1

3

Rechter voorluidspreker

Linker voorluidspreker

1Sluit de voorluidsprekers aan.

1.Sluit de luidsprekersnoeren van de voorluidsprekers aan op de SPEAKER klemmen met dezelfde kleur.

Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes, om storing in de weergave te voorkomen.

Steek enkel het vrijgemaakte uiteinde in de aansluiting.

R

+

L

 

 

+

 

2.Sluit de luidsprekersnoeren van de akoestiekluidsprekers aan op de SURROUND SPEAKER klemmen met dezelfde kleur.

Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes, om storing in de weergave te voorkomen.

4 Rood (‘ ) Zwart (’ )

Strek de FMdraadantenne zover mogelijk horizontaal uit.

Opmerking

Plaats de akoestiekluidsprekers niet bovenop een TV-toestel. Dit zou storing in de kleurweergave van de TV kunnen veroorzaken.

Steek enkel het vrijgemaakte uiteinde in de aansluiting.

R

+

L

 

 

+

 

Grijs (‘ )

Zwart (’ )

2Sluit de FMen AM-antennes aan.

Zet de kaderantenne in elkaar en sluit

deze aan.

AM-kaderantenne (bijgeleverd)

FM75

COAXIAL

AM

3Steek de stekker van het netsnoer in het stopkontakt.

De demonstratiefunktie wordt ingeschakeld en de bijbehorende aanduidingen verschijnen in het uitleesvenster.

4Schakel de demonstratiefunktie uit door op de DISPLAY/DEMO toets te drukken terwijl de stereoinstallatie is uitgeschakeld.

De demonstratiefunktie wordt ook uitgeschakeld wanneer u de tijd instelt.

Aanbrengen van de voetjes onder de voorluidsprekers

Bevestig de bijgeleverde luidsprekervoetjes onder de voorluidsprekers, om te zorgen dat ze stevig staan en niet kunnen wegglijden.

wordt vervolgd

5

Stap 1: Aansluiten van de stereoinstallatie (vervolg)

Plaats twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening

]

}

}

]

Tip

Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer zes maanden meegaan. Als de stereo-installatie niet meer goed op de afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide batterijen door nieuwe.

Opmerking

Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden.

Wanneer u de stereo-installatie vervoert

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het CD-mechanisme te beschermen:

1Druk meermalen op de FUNCTION keuzeschakelaar totdat de aanduiding “CD” in het uitleesvenster verschijnt.

2Houd de PLAY MODE toets ingedrukt en druk dan op de POWER toets zodat er "LOCK" in het uitleesvenster verschijnt.

Stap 2: Gelijkzetten van de klok

Om de schakelklok-funkties te kunnen gebruiken, zult u eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd moeten instellen.

1 2,4 3,5

0

)

Æ‚

1 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets.

De uren-aanduiding begint te knipperen.

2 Stel het uur in door de instelknop te verdraaien tot het juiste uur wordt aangegeven.

De ingebouwde klok werkt met een 24uurs cyclus.

3 Druk op de ENTER/NEXT toets.

De minuten-aanduiding begint te knipperen.

4 Stel de minuten in door de instelknop te verdraaien tot de juiste minuut wordt aangegeven.

6

5 Druk op de ENTER/NEXT toets.

De klok begint te lopen.

Tips

Heeft u een fout gemaakt, begin dan opnieuw vanaf stap 1.

Bij het gelijkzetten van de klok wordt de demonstratiefunktie automatisch uitgeschakeld. Om de demonstratiefunktie opnieuw in te schakelen, drukt u op de DISPLAY/DEMO toets terwijl de stereo-installatie uitgeschakeld is.

Opmerking

Bij het gelijkzetten van de klok moet u de akoestiekaanduiding in het uitleesvenster in een andere stand dan spectrum-analyzer 3 zetten. (Zie “Veranderen van de akoestiek-aanduidingen” op blz. 31.)

Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders

Bij het model met 3 afstembanden kunt u 40 favoriete radiozenders vastleggen: 20 voor de FM, 10 voor de middengolf en 10 voor de langegolf. Bij het model met 4 afstembanden kunt u 45 radiozenders vastleggen: 20 voor de FM, 10 voor de middengolf, 10 voor de langegolf en 5 voor de UKV.

POWER

3,5 6 1 2 4

0 )

 

 

Æ‚

 

 

1 Druk net zovaak op de TUNER/ BAND toets tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven.

Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de afstemband als volgt:

Model met 3 afstembanden: FM n MW n LW

n

Model met 4 afstembanden:

FM n MW n LW n UKV*

n

*Als u de UKV band kiest, verschijnt de aanduiding “STEREO PLUS” in het uitleesvenster.

wordt vervolgd

7

Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders (vervolg)

2 Druk net zovaak op de TUNING MODE toets totdat de aanduiding “AUTO” in het uitleesvenster verschijnt.

3 Draai aan de instelknop.

De tuner begint nu de afstemband te doorzoeken, om te stoppen wanneer er op een duidelijk doorkomende zender is afgestemd. In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding “TUNED” (en ook “STEREO” als er een stereo radiouitzending wordt ontvangen).

TUNED

STEREO

VOLUME

AUTO

MHz

4 Druk op de TUNER MEMORY toets.

In het uitleesvenster verschijnt een

voorinstelnummer.

Voorinstelnummer

TUNED

STEREO

VOLUME

AUTO

5 Draai aan de instelknop om in te stellen op het gewenste voorinstelnummer voor de ontvangen zender.

6 Druk op de ENTER/NEXT toets.

De zender wordt nu vastgelegd onder uw gekozen nummer.

7 Herhaal de stappen 1 t/m 6 voor elk van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen.

Afstemmen op een zender die te zwak is voor automatische afstemming

Druk in stap 2 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “MANUAL” verschijnt en draai dan aan de instelknop om op de gewenste zender af te stemmen.

Vastleggen onder een ander nummer

Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 1.

Tip

De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het verwijderen van de stekker uit het stopkontakt of na uitvallen van de stroom ongeveer 12 uur lang in het afstemgeheugen bewaard blijven.

Aansluiten van externe audio/videoapparatuur

Voor een veelzijdig gebruik van uw stereoinstallatie kunt er los verkrijgbare apparatuur op aansluiten. Zie voor nadere bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing van elk aan te sluiten apparaat.

Aansluiten van audioapparatuur

Kies een van de volgende twee aansluitmethoden, afhankelijk van de apparatuur die u heeft.

Aansluiten van een minidiscrecorder voor het maken van digitale opnamen

Sluit de minidisc-recorder via een optische kabel aan voor het maken van digitale opnamen van CD’s op minidisc.

Naar de DIGITAL IN aansluiting van de minidisc-recorder

8

Aansluiten van een minidiscrecorder voor het maken van analoge opnamen

Steek de stekkers in de aansluitbussen met dezelfde kleur. Voor het luisteren naar de weergave van de aangesloten minidiscrecorder, drukt u meermalen op de FUNCTION keuzeschakelaar tot in het uitleesvenster de aanduiding “MD” verschijnt.

Naar de audio-

Naar de audio-

uitgang van de

ingang van de

minidisc-recorder

minidisc-recorder

Opmerking

Als u bij meermalen indrukken van de FUNCTION keuzeschakelaar de “MD” instelling niet kunt kiezen, druk dan, terwijl de stereo-installatie is uitgeschakeld, op de POWER schakelaar terwijl u de FUNCTION keuzeschakelaar ingedrukt houdt.

De “VIDEO” aanduiding verandert hierdoor in “MD”. Om weer naar “VIDEO” terug te keren, herhaalt u de procedure.

Tip

Als u een platenspeler met een MM magnetisch element aansluit op de VIDEO/MD IN aansluitingen, gebruikt u dan voor het aansluiten de los verkrijgbare MM equalizer-voorversterker EQ-2 en een audio-aansluitsnoer. Voor het luisteren naar de weergave van de platenspeler, drukt u meermalen op de FUNCTION keuzeschakelaar tot in het uitleesvenster de aanduiding “VIDEO” verschijnt.

Aansluiten van een ultralaagluidspreker

U kunt op dit apparaat ook een los verkrijgbare “superwoofer” ultralage-tonen luidspreker aansluiten.

Naar de ultralaag-luidspreker

Aansluiten van een videorecorder

Steek de stekkers in de aansluitbussen met dezelfde kleur. Voor het luisteren naar het geluid van de aangesloten videorecorder, drukt u meermalen op de FUNCTION keuzeschakelaar tot in het uitleesvenster de aanduiding “VIDEO” verschijnt.

Naar de audio-uitgang van de videorecorder

Opmerking

Als het geluid vervormd klinkt wanneer u “VIDEO” kiest, schakelt dan over op “MD” (zie de

“Opmerking” hiernaast).

wordt vervolgd

9

Aansluiten van externe audio/ video-apparatuur (vervolg)

Aansluiten van buitenantennes

Voor de beste radio-ontvangst is het aanbevolen een of meer buitenantennes aan te sluiten.

FM-antenne

Sluit een los verkrijgbare FM-buitenantenne ann. U kunt ook gebruik maken van een TVantenne.

IEC standaard antennestekker

(niet bijgeleverd) Schroefklem

FM75

COAXIAL

AM

y

Belangrijk

Bji gebruik van een buitenantenne dient deze via de schroefklem y geaard te worden,ter bescherming tegen blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding; gezien de kans op aan gasexplosie is dit uiterst gevaarlijk.

Aardingsdraad (niet bijgeleverd)

AM-antennes

Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter lengte aan op de AM antenne-aansluiting. Laat tevens de AM-kaderantenne aangesloten.

Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd)

Schroefklem

FM75

COAXIAL

AM

y

Aardingsdraad (niet bijgeleverd)

10

Sony MHC-RX90 User Manual

Basisbediening

Afspelen van een compact disc

— Normale weergave

Met deze stereo-installatie kunt u tot drie compact discs achtereen afspelen.

POWER 0

)

2 1 Æ‚

0

)

 

 

 

Æ‚

»

Æ

»

Æ

1/ALL DISCS

DISC SKIP VOLUME

 

 

EX-CHANGE

 

 

CD (

 

 

P

 

 

p

 

 

= +

 

 

0 )

 

V

 

B

b

VOL +/–

 

v

 

1 Druk op de § OPEN/CLOSE toets en leg een of twee compact discs in de disc-lade. Als een disc niet goed geplaatst is, kan deze niet worden afgespeeld.

Met de bedrukte

label-kant boven.

Æ‚

Voor het afspelen

 

van een 8 cm CD

 

singletje plaatst u

 

dit in de binnenste

 

uitsparing van de

 

disc-lade.

 

Voor het inleggen van een derde compact disc drukt u op de DISC SKIP EX-CHANGE toets om het disc-plateau door te draaien.

2 Druk op een van de DISC 1-3 toetsen. De disc-lade sluit en het afspelen van de gekozen CD begint.

Als u op de · toets (of op de · toets van de afstandsbediening) drukt met de disc-lade dicht, dan begint het afspelen vanaf het begin van de CD in de disc-uitsparing waarvan het nummer (toets) groen oplicht.

Nummer van de

Verstreken

disc-uitsparing

speelduur

VOLUME

ALL 1DISCS

Muziekstuknummer

wordt vervolgd

Basisbediening

11

Afspelen van een compact disc (vervolg)

Voor het

Doet u het volgende

Stoppen met

Druk op de

toets (of op

afspelen

de p toets van de

 

afstandsbediening).

 

 

 

Pauzeren

Druk op de ·

toets (of

 

op de P toets van de

 

afstandsbediening). Druk

 

nogmaals op de toets om

 

de weergave te hervatten.

 

 

Opzoeken van een

Draai de instelknop tijdens

muziekstuk

weergave of pauzeren naar

 

rechts (om vooruit te gaan)

 

of naar links (om terug te

 

gaan) en laat de knop los

 

bij het gewenste muziekstuk.

 

Ook kunt u de + toets

 

(om vooruit te gaan) of de

 

= toets (om terug te

 

gaan) op de afstandsbe-

 

diening gebruiken.

 

 

Opzoeken van een

Druk tijdens weergave op

punt in een

de ) of 0 toets (of op

muziekstuk

de ) / 0 toets van de

 

afstandsbediening) en laat

 

de toets bij het gewenste

 

punt los.

 

 

 

Kiezen van een

Druk op de DISC 1-3 toets

compact disc in

of op de DISC SKIP EX-

de stopstand

CHANGE toets.

Afspelen van

Druk net zovaak op de 1/

alleen de eerste

ALL DISCS toets tot er “1

compact disc

DISC” wordt aangegeven.

Afspelen van

Druk net zovaak op de 1/

alle CD’s

ALL DISCS toets tot er

 

“ALL DISCS” wordt

 

aangegeven.

 

 

 

Uitnemen of

Druk op de § OPEN/

verwisselen van

CLOSE toets.

 

een compact disc

 

 

Verwisselen van een Druk op de DISC SKIP EX-

andere CD tijdens

CHANGE toets.

weergave

 

 

 

Bijregelen van de

Draai aan de VOLUME

geluidssterkte

regelaar (of druk op de

 

VOL +/– toets van de

 

afstandsbediening).

 

 

Tips

• Bij indrukken van de · toets wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de compact disc, mits er een CD in de disclade aanwezig is (één-toets weergavestart).

U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron en de weergave van een compact disc starten, eenvoudig met een druk op de · toets of een van de DISC 1-3 toetsen (automatische geluidsbron-keuze).

Als er geen CD in de disc-lade aanwezig is, verschijnt de aanduiding “CD NO DISC”.

Tijdens het afspelen van een disc of wanneer er is ingeschakeld op een bepaalde disc-uitsparing zal de DISC 1-3 toets van de betreffende discuitsparing groen oplichten.

12

Opnemen van een compact disc

— CD synchroon-opname

Met behulp van de CD SYNCHRO toets kunt u een compact disc snel en doeltreffend op de band opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnamenivo wordt automatisch ingesteld.

DISC SKIP

4

2

POWER EX-CHANGE

0 )

 

Æ‚

»

Æ

»

Æ

REPEAT/

3 5 1

DOLBY NR

1 Druk op de § EJECT toets en plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B.

Met de kant

Æ

»

 

 

 

voor opname

 

 

 

naar u toe

 

 

 

 

 

gericht.

 

 

 

 

 

 

2 Druk op de § OPEN/CLOSE toets en plaats een compact disc.

Druk dan nogmaals op de toets om de disc-lade te sluiten.

Als de indikator voor de gewenste discuitsparing niet groen oplicht, druk dan net zovaak op de DISC SKIP EXCHANGE toets tot de indikator groen

oplicht.

Met de bedrukte label-kant boven. Voor het afspelen van een 8 cm CD singletje plaatst u dit in de binnenste uitsparing van de disc-lade.

Æ‚

3 Druk op de CD SYNCHRO toets.

Deck B komt in de opnamepauzestand te staan en de CD-speler komt in de weergavepauzestand te staan. De · aanduiding (voor de voorkant van de cassette) licht op.

4 Kies met de EDIT/DIRECTION schakelaar de “A” instelling voor het opnemen op één cassettekant of de “a” (of “RELAY”) instelling voor het opnemen op beide cassettekanten.

5 Druk op de toets van deck B.

Het opnemen begint.

Stoppen met opnemen

Druk op de stoptoets van deck B of van de CD-speler.

Tips

Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan op de ª toets zodat de ª aanduiding (voor de achterkant van de cassette) oplicht.

Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt.

Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u op de REPEAT/DOLBY NR schakelaar nadat u op de CD SYNCHRO toets heeft gedrukt, zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt.

Opmerking

Tijdens het opnemen kunt u niet naar een andere geluidsbron luisteren; daarvoor zult u eerst moeten

stoppen met opnemen.

Basisbediening

13

Luisteren naar de radio

— Geheugenafstemming

Leg eerst uw favoriete radiozenders in het afstemgeheugen vast (zie “Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders”).

POWER

3

STEREO/MONO

0 )

 

 

 

 

Æ‚

 

 

 

»

Æ

»

Æ

⁄ ⁄

VOLUME 1 2

 

 

= +

 

 

TUNER/BAND

 

V

 

B

b

VOL +/–

 

 

 

v

 

1 Druk net zovaak op de TUNER/ BAND toets tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven.

Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de afstemband als volgt: Model met 3 afstembanden:

FM n MW n LW

n Model met 4 afstembanden: FM n MW n LW n UKV* n

*Als u de UKVband kiest, verschijnt de aanduiding “STEREO PLUS” in het uitleesvenster.

2 Druk net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt.

MANUAL n AUTO n PRESET

n

3 Draai aan de instelknop (of druk op de = of + toets van de afstandsbediening) om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender.

Draai naar links

 

Draai naar rechts

(of druk op de

 

(of druk op de

= toets van

 

+ + toets van de

de afstandsbe-

 

afstandsbediening)

diening) om af te

 

om af te stemmen

stemmen op een

 

op een hoger

lager genummerde

genummerde

zender.

 

zender.

Voorinstelnummer

Afstemfrekwentie

 

 

TUNED

 

 

STEREO

 

 

VOLUME

PRESET

 

MHz

Voor het

Doet u het volgende

Uitschakelen van

Druk op de POWER

de radio

schakelaar.

Bijregelen van de

Draai aan de VOLUME

geluidssterkte

regelaar (of druk op de VOL

+/– toets van de afstandsbediening).

14

Luisteren naar radiozenders die niet zijn vastgelegd

Druk in stap 2 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “MANUAL” verschijnt en draai dan aan de instelknop om op de gewenste zender af te stemmen.

Tips

Bij indrukken van de TUNER/BAND toets wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint de weergave van de laatst ontvangen radiozender (één-toets weergavestart).

U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron naar de tuner en de radioontvangst starten, eenvoudig met een druk op de TUNER/BAND toets (automatische geluidsbronkeuze).

Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet duidelijk doorkomt, drukt u op de STEREO/ MONO toets, zodat de aanduiding “MONO” oplicht. Het stereo-effekt zal nu verloren gaan, maar de radio-ontvangst zal helderder klinken. Druk nogmaals op de toets om weer naar stereogeluid te luisteren.

Om de beste radio-ontvangst te vinden kan het nodig zijn verschillende standen van de bijgeleverde antennes uit te proberen.

Opnemen van een radio-uitzending

Na keuze van de gewenste vastgelegde voorkeurzender kunt u radio-uitzendingen op de band opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnamenivo wordt automatisch ingesteld.

POWER

6 3

 

1 2

0

)

 

 

 

Æ‚

»

Æ

»

Æ

REPEAT/

5 7 4

DOLBY NR

1 Druk op de TUNER/BAND toets om de gewenste afstemband te kiezen.

2 Druk net zovaak op de TUNING MODE toets tot er “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt.

3 Draai aan de instelknop om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender.

Draai naar links

Draai naar rechts

om af te

om af te stemmen

stemmen op

+ op een hoger

een lager

genummerde

genummerde

zender.

zender.

 

Voorinstelnummer

Afstemfrekwentie

 

TUNED

 

STEREO

 

VOLUME

PRESET

MHz

 

wordt vervolgd

Basisbediening

15

Opnemen van een radiouitzending (vervolg)

4 Druk op de § EJECT toets en plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B.

 

 

Æ

»

Met de kant

voor opname naar u toe

gericht.

5 Druk op de r toets.

Deck B komt in de opnamepauzestand te staan.

6 Kies met de EDIT/DIRECTION schakelaar de “A” instelling voor het opnemen op één cassettekant of de “a” (of “RELAY”) instelling voor het opnemen op beide cassettekanten.

7 Druk op de toets van deck B.

Het opnemen begint.

Stoppen met opnemen

Druk op de toets van deck B.

Tips

Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan op de ª toets zodat de ª aanduiding (voor de achterkant van de cassette) oplicht.

Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt.

Voor het opnemen van een uitzending van een radiozender die niet is vastgelegd, drukt u in stap 2 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “MANUAL” verschijnt en dan draait u aan de instelknop om op de gewenste zender af te stemmen.

Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u op de REPEAT/DOLBY NR schakelaar nadat u op de r toets heeft gedrukt, zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt.

Als er bij het opnemen van een radio-uitzending storing klinkt, kunt u dit verhelpen door de antenne voor de betreffende afstemband in een andere richting te draaien.

Afspelen van een cassette

De cassettedecks zijn geschikt voor weergave van TYPE I (normaalband), TYPE II (CrO2band) en TYPE IV (metaalband) cassettes. Bij plaatsen van een cassette neemt het deck automatisch de bandsoort waar en stelt daarop in. Gebruik de DECK A en DECK B toetsen op de afstandsbediening om het gewenste deck te kiezen.

POWER REPEAT/DOLBY NR

 

2 VOLUME

0 )

 

 

Æ‚

 

 

»

Æ

»

Æ

 

 

 

3

1

º

/ ‚

1 3

 

 

P p

0 )

DECK A (

DECK B (

 

V

 

B

b

VOL +/–

 

v

 

16

1 Druk op de § EJECT toets en steek een bespeelde cassette in deck A of B.

Met de kant

» Æ

 

 

die u wilt

 

 

weergeven

 

 

 

naar u toe

 

 

gericht.

 

 

2 Kies met de EDIT/DIRECTION schakelaar de “A” instelling voor het afspelen van één cassettekant of de “a”* instelling voor het afspelen van beide cassettekanten.

Kies de “RELAY”** instelling (kontinuweergave) voor het achter elkaar afspelen van de cassettes in beide decks.

3 Druk op de · toets.

Druk op de ª toets om de achterkant van de cassette af te spelen.

Nu begint de weergave van de cassette.

*Het deck stopt automatisch nadat de cyclus, d.w.z. afspelen van beide cassettekanten, vijfmaal is herhaald.

**De kontinu-weergave gebeurt altijd in de onderstaande volgorde:

Deck A (voorkant), Deck A (achterkant),

Deck B (voorkant), Deck B (achterkant)

Voor het

Doet u het volgende

Stoppen met

Druk op de

toets (of op

afspelen

de p toets van de

 

afstandsbediening).

Pauzeren

Druk op de

toets. Druk

(alleen deck B)

nogmaals op de toets om

 

de weergave te hervatten.

Vooruitspoelen

Druk op de toets bij

 

weergave van de voorkant

 

en op de º toets bij

 

weergave van de

 

achterkant van de cassette.

Terugspoelen

Druk op de º toets bij

 

weergave van de voorkant

 

en op de toets bij

 

weergave van de

 

achterkant van de cassette.

Uitnemen van

Druk op de § EJECT toets.

de cassette

 

 

Bijregelen van de

Draai aan de VOLUME

geluidssterkte

regelaar (of druk op de

 

VOL +/– toets van de

 

afstandsbediening).

 

 

 

Tips

Bij indrukken van de · of de ª toets wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de cassette, mits er een cassette in het deck aanwezig is (één-toets weergavestart).

U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron en de weergave van een cassette starten, eenvoudig met een druk op de · of de ª toets (automatische geluidsbron-keuze).

Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u op de REPEAT/DOLBY NR schakelaar zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt.

Bij het kopiëren van een Dolby-B gecodeerde cassette zal de kopie-cassette eveneens Dolby-B gecodeerd zijn.

Basisbediening

17

Kopiëren van bandopnamen (dubbing)

— Kopiëren met hoge snelheid

U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnamenivo wordt automatisch ingesteld.

REPEAT/DOLBY NR

3

POWER

0

)

Æ‚

»

Æ

»

Æ

1 2 4 1

1 Druk op de § EJECT toets en plaats een bespeelde cassette in deck A en een voor opnemen geschikte cassette in deck B.

Met de kant

 

» Æ

voor weergave/

 

 

opname naar u

 

 

toe gericht.

 

 

 

 

2 Druk op de HIGH SPEED DUBBING toets.

Deck B komt in de opnamepauzestand te staan.

3 Kies met de EDIT/DIRECTION schakelaar de “A” instelling voor het opnemen op één cassettekant of de “a” (of “RELAY”) instelling voor het opnemen op beide cassettekanten.

4 Druk op de toets.

Het kopiëren begint.

Stoppen met kopiëren

Druk op de toets van deck A of B.

Tips

Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt.

Als u de EDIT/DIRECTION schakelaar op “a” zet en de cassettes in de decks een verschillende lengte hebben, zullen de cassettes onafhankelijk van elkaar op de andere kant overschakelen. Als u de schakelaar op “RELAY” zet, schakelen beide cassettes gelijktijdig op de andere kant over.

Instellen van de REPEAT/DOLBY NR schakelaar is niet nodig. De cassette in deck B wordt automatisch van dezelfde codering voorzien, d.w.z. met/zonder Dolby, als de cassette in deck A.

18

Compact disc speler

Gebruik van het CD uitleesvenster

In het uitleesvenster kunt u de resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk of de gehele compact disc kontroleren.

POWER DISPLAY/DEMO

0

)

Æ‚

/Druk tijdens CD-weergave enkele malen op de DISPLAY/DEMO toets.

Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:

nVerstreken speelduur van het weergegeven muziekstuk.

µ

Resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk.

µ

Resterende speelduur van de huidige compact disc (1 DISC stand) of “PLAY” aanduiding (ALL DISCS stand)

µ

Normale klok (wordt acht sekonden aangegeven)

µ

Naam van effekt (P FILE) of “EFFECT ON (OFF)”

Kontroleren van de totale speelduur en het aantal muziekstukken op de CD

Druk in de stopstand éénmaal op de DISPLAY/DEMO toets.

Wanneer u nogmaals op de DISPLAY/ DEMO toets drukt, verschijnt de kloktijd voor acht sekonden en daarna worden weer de oorspronkelijke aanduidingen in het uitleesvenster getoond.

Herhaalde weergave van muziekstukken op CD

— REPEAT weergave

Met de herhaalfunktie kunt u een enkele compact disc of alle CD’s laten herhalen met normale weergave, willekeurige weergave of programma-weergave.

 

REPEAT/

POWER 1/ALL DISCS

DOLBY NR

0 )

Æ‚

/Druk tijdens CD-weergave op de REPEAT/DOLBY NR toets tot de aanduiding “REPEAT” verschijnt.

De herhaalde weergave begint. Volg de onderstaande aanwijzingen voor het omschakelen van de herhaalfunktie.

Voor het

Drukt u net zovaak op

herhalen van

 

Alle muziekstukken

de 1/ALL DISCS toets tot

op de weergegeven

het uitleesvenster “

CD

1 DISC” aangeeft.

Alle muziekstukken

de 1/ALL DISCS toets tot

op alle compact

het uitleesvenster “ALL

discs

DISCS” aangeeft.

Een enkel

de REPEAT/DOLBY NR

muziekstuk*

toets tot het uitleesvenster

 

“REPEAT 1” aangeeft,

 

tijdens weergave van het te

 

herhalen muziekstuk.

 

 

*Tijdens programma-weergave en willekeurige weergave is herhalen van een enkel muziekstuk niet mogelijk.

Uitschakelen van de herhaalfunktie

Druk net zovaak op de REPEAT/DOLBY NR toets totdat de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding in het uitleesvenster dooft.

19

Willekeurige weergave van muziekstukken op CD

— SHUFFLE weergave

Alle muziekstukken van een compact disc of van alle compact discs kunnen in willekeurige volgorde worden weergegeven.

POWER 3

2 DISC 1-3

 

4 1

0

)

 

 

 

Æ‚

»

Æ

»

Æ

1 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade.

2 Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “SHUFFLE” verschijnt.

3 Druk op de 1/ALL DISCS toets en kies de “1 DISC” of “ALL DISCS” instelling.

Bij “ALL DISCS” worden de muziekstukken van alle CD’s in willekeurige volgorde weergegeven. Bij “1 DISC” worden de muziekstukken van de CD waarvan de DISC indikator groen oplicht in willekeurige volgorde weergegeven.

4 Druk op de toets.

De aanduiding “J” verschijnt en dan begint het afspelen in willekeurige volgorde.

Uitschakelen van de willekeurige weergave

Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “SHUFFLE” of “PROGRAM” in het uitleesvenster dooft. Hierna worden de muziekstukken in de normale volgorde weergegeven.

Kiezen van een gewenste compact disc

Druk op de DISC 1-3 toets.

Tips

Ook tijdens normale weergave kunt u overschakelen op willekeurige weergave, door op de PLAY MODE toets te drukken totdat er “SHUFFLE” in het uitleesvenster verschijnt.

Om een ongewenst muziekstuk over te slaan, draait u de instelknop naar rechts (of drukt u op de + toets van de afstandsbediening).

20

Programmaweergave van muziekstukken op CD

— PROGRAM weergave

U kunt uw eigen muziekselektie samenstellen door maximaal 32 nummers van alle CD’s te programmeren in de volgorde waarin u de muziek wilt horen.

POWER 2 4 3

5 7 1

0 )

Æ‚

DISC SKIP

CD (

CHECK

CLEAR

V

B b

v

1 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade.

2 Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” verschijnt.

3 Druk op een van de DISC 1-3 toetsen om in te stellen op de CD met het gewenste muziekstuk.

4 Draai aan de instelknop tot het gewenste muziekstuk in het uitleesvenster wordt aangegeven.

Nummer van CD

VOLUME

1DISC PROGRAM

Nummer van muziekstuk

5 Druk op de ENTER/NEXT toets.

Het gekozen muziekstuk is nu in uw muziekprogramma opgenomen. Het volgnummer in het muziekprogramma verschijnt, gevolgd door de totale speelduur.

Totale speelduur

VOLUME

1DISC PROGRAM

Laatst geprogrammeerde muziekstuk

6 Voor elk muziekstuk dat u aan uw muziekprogramma wilt toevoegen, herhaalt u de stappen 3 t/m 5.

Voor het kiezen van een volgend muziekstuk van dezelfde compact disc kunt u stap 3 achterwege laten.

7 Druk op de · toets.

Alle geprogrammeerde muziekstukken worden dan in de door u gekozen volgorde afgespeeld.

Uitschakelen van de programmaweergave

Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” of “SHUFFLE” dooft.

wordt vervolgd

21

Programma-weergave van muziekstukken op CD (vervolg)

Voor het

Doet u het volgende

Kontroleren van

Druk meermalen op de

het programma

CHECK toets van de

 

afstandsbediening. Nadat

 

het laatste muziekstuk is

 

getoond, verschijnt

 

“CHECK END”.

 

 

Wissen van het

Druk in de stopstand op

laatste muziekstuk

de CLEAR toets van de

in het

afstandsbediening.

muziekprogramma

 

 

 

Wissen van een

Druk net zovaak op de

bepaald muziekstuk

CHECK toets van de

in het

afstandsbediening tot het

muziekprogramma

nummer van het

 

muziekstuk dat u wilt

 

wissen wordt getoond en

 

druk vervolgens op de

 

CLEAR toets.

 

 

Toevoegen

1 Kies de compact disc met

van een

de DISC 1-3 toetsen.

muziekstuk

2 Kies het muziekstuk met

aan uw

de instelknop.

muziekprogramma

3 Druk op de ENTER/

 

NEXT toets.

 

 

Wissen van het

Druk in de stopstand

gehele

éénmaal, of tijdens

muziekprogramma

weergave tweemaal, op de

 

toets.

 

 

Tips

Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een druk op de · toets kunt u hetzelfde programma dus nogmaals weergeven.

Als tijdens programmeren in plaats van de totale speelduur “--.--” verschijnt, betekent dit:

datu een muziekstuknummer boven de 20 heeft geprogrammeerd, of dat

de totale geprogrammeerde speelduur meer bedraagt dan 100 minuten.

Weergave van de CD’s zonder onderbreking tussen de muziekstukken

— Non-stop weergave/Applaus-mix

Bij non-stop weergave worden de muziekstukken op de CD’s direkt achter elkaar weergegeven; er is geen pauze tussen de muziekstukken. Ook kunt u het applaus van een enthousiast publiek tussen de nummers invoegen.

POWER

2

 

3 1

0

)

 

 

 

Æ‚

 

 

 

1 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade.

2 Druk enkele malen op de NONSTOP toets tot de gewenste funktie wordt aangegeven.

Voor

Stelt u in op

Doorlopende weergave

NON-STOP

PLAY

van

muziekstukken

 

zonder pauzes ertussen

 

 

 

Invoegen van applaus

APPLAUSE MIX

tussen de muziekstukken

3 Druk op de · toets.

Uitschakelen van de non-stop weergave

 

Druk nogmaals op de NON-STOP toets zodat

 

de aanduiding “NON-STOP OFF” in het

22

uitleesvenster verschijnt.

 

Cassettedeck

Handmatig opnemen

U kunt een compact disc, cassette of radiouitzending opnemen. Bij handmatig opnemen kunt u naar wens muziekstukken overslaan of bijvoorbeeld in het midden van de cassette beginnen met opnemen. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.

REPEAT/

 

 

DOLBY NR

1 6 2

POWER

4

0

)

 

 

 

Æ‚

»

Æ

»

Æ

3 5 1

1 Steek een voor opnemen geschikte cassette in deck B.

2 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding voor de geluidsbron die u wilt opnemen verschijnt (bijv. “CD” voor het opnemen van een compact disc).

3 Druk op de r opnametoets.

Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. De · aanduiding (voor de voorkant van de cassette) licht op.

4 Kies met de EDIT/DIRECTION schakelaar de “A” instelling voor het opnemen op één cassettekant of de “a” (of “RELAY”) instelling voor het opnemen op beide cassettekanten.

5 Druk op de toets van deck B.

Het opnemen begint.

6 Begin met de weergave van de geluidsbron die u wilt opnemen.

Voor het

Doet u het volgende

Stoppen met

Druk op de

stoptoets

opnemen

van deck B.

 

 

 

 

Kort onderbreken

Druk op de

pauzetoets

(pauzeren) van

van deck B.

 

de opname

 

 

 

 

 

Tips

Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan op de ª toets zodat de ª aanduiding (voor de achterkant van de cassette) oplicht.

Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u op de REPEAT/DOLBY NR schakelaar nadat u op de r opnametoets heeft gedrukt, zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt.

Wilt u tijdens het kopiëren of overnemen van bandopnamen van een andere cassette bepaalde muziekstukken overslaan, druk dan op de (of º) toets van deck A. Deck B komt in de opnamepauzestand te staan en de cassette in het andere deck wordt vooruitgespoeld. Druk op de

toets van deck B zodra u weer wilt beginnen met opnemen.

23

Geprogrammeerde opname van een CD

— Programma-montage

U kunt de muziekstukken op de compact discs in een zelf gekozen volgorde opnemen. Bij het programmeren van de volgorde dient u erop te letten dat de totale speelduur van de muziekstukken die op een bepaalde cassettekant moeten worden opgenomen, niet langer is dan de betreffende cassettekant.

REPEAT/DOLBY NR

POWER 3 11 4

1 2

0 )

 

 

Æ‚

»

Æ

»

Æ

6 5 10 12 1

8

CHECK

V

B b

v

1 Leg een of meer compact discs in de disc-lade en steek een voor opnemen geschikte cassette in deck B.

2 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt.

3 Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” verschijnt.

4 Druk op een van de DISC 1-3 toetsen om in te stellen op de CD met het gewenste muziekstuk.

5 Draai aan de instelknop tot het gewenste muziekstuk in het uitleesvenster wordt aangegeven.

 

Totale speelduur (met

 

inbegrip van het

Nummer van CD

gekozen muziekstuk)

 

VOLUME

1DISC PROGRAM

 

 

Nummer van muziekstuk

6 Druk op de ENTER/NEXT toets.

Het gekozen muziekstuk is nu in uw muziekprogramma opgenomen. Het woord “STEP” en het volgorde-nummer in het muziekprogramma verschijnen, gevolgd door de totale speelduur.

Totale speelduur

VOLUME

1DISC PROGRAM

Laatst gekozen muziekstuk

7 Voor elk muziekstuk dat u aan uw muziekprogramma voor cassettekant A wilt toevoegen, herhaalt u de stappen 4 t/m 6.

Voor het kiezen van een volgend muziekstuk van dezelfde compact disc kunt u stap 4 achterwege laten.

24

8 Druk op de toets van de afstandsbediening om een pauze in te voegen. Deze pauze geeft het einde van het muziekprogramma voor cassettekant A aan.

De letter “P” verschijnt en de totale speelduur komt op “0.00” te staan.

9 Voor het programmeren van de muziekstukken bestemd voor opname op cassettekant B, herhaalt u de stappen 5 en 6 indien het muziekstukken van dezelfde disc betreft of anders de stappen 4 t/m 6.

10 Druk op de CD SYNCHRO toets.

Deck B komt in de opnamepauzestand te staan en de CD-speler komt in de weergavepauzestand te staan. De · aanduiding (voor de voorkant van de cassette) licht op.

11 Kies met de EDIT/DIRECTION schakelaar de “A” instelling voor het opnemen op één cassettekant of de “a” (of “RELAY”) instelling voor het opnemen op beide cassettekanten.

12 Druk op de toets van deck B.

Het opnemen begint.

Stoppen met opnemen

Druk op de stoptoets van deck B of de CDspeler.

Kontroleren van de op te nemen muziekstukken

Druk meermalen op de CHECK toets van de afstandsbediening. Nadat het laatste muziekstuk is aangegeven, verschijnt de aanduiding “CHECK END”.

Uitschakelen van de programmamontage

Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” of “SHUFFLE” verdwijnt.

Tip

Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u na de CD SYNCHRO toets op de REPEAT/DOLBY NR schakelaar tot in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt.

Automatische selectie van de vereiste bandlengte

— Bandlengte-montage

U kunt de CD-speler de geschikte bandlengte voor het opnemen van een bepaalde compact disc laten bepalen en aangeven, zodat u de disc automatisch op een passende cassette kunt opnemen. De CD-speler kan echter geen passende cassette bepalen voor compact discs met meer dan 20 muziekstukken.

1 Plaats een compact disc.

2 Druk enkele malen op de FUNCTION toets tot het uitleesvenster “CD” aangeeft.

3 Druk eenmaal op de EDIT/ DIRECTION toets, zodat de aanduiding “EDIT” gaat knipperen.

De vereiste bandlengte voor het opnemen van de gekozen compact disc verschijnt, gevolgd door de totale speelduur en de muziekstukken voor cassettekant A en B.

Opmerking

U kunt deze funktie niet gebruiken wanneer u reeds muziekstukken heeft geprogrammeerd. Wis in dit geval eerst het muziekprogramma (zie “Wissen van het gehele muziekprogramma” op blz. 22) en schakel dan pas de funktie in.

25

Diskjockey-effekten

Repeteerweergave van een muziekpassage op CD

— LOOP weergave

Tijdens afspelen kunt u een bepaalde muziekpassage enkele malen laten herhalen. Zo kunt u interessante effekten bereiken voor creatieve eigen opnamen.

POWER LOOP Instelknop

0

)

Æ‚

/Druk tijdens afspelen op de LOOP toets bij het punt waar u de repeteerweergave wilt starten en houd de toets ingedrukt totdat u de normale weergave wilt laten doorgaan.

Instellen van de lengte van de repeteerlus

Stel de lengte van de repeteerlus in door aan de instelknop te draaien terwijl u de LOOP toets ingedrukt houdt (of door op de BEAT MENU B of b toets van de afstandsbediening te drukken terwijl u de LOOP toets ingedrukt houdt) (LOOP 1~20).

26

“Flits” weergave van een muziekpassage op CD

— FLASH weergave

Tijdens afspelen kunt u een bepaalde muziekpassage met plotseling opkomende en afvallende geluidssterkte weergeven. Zo kunt u interessante effekten bereiken voor creatieve eigen opnamen.

POWER FLASH Instelknop

0

)

Æ‚

/Druk tijdens afspelen op de FLASH toets bij het punt waar u de flitsweergave wilt starten en houd de toets ingedrukt totdat u de normale weergave wilt laten doorgaan.

Instellen van de lengte van de flits-weergavelus

Stel de lengte van de flits-weergavelus (FLASH 1~20) in door aan de instelknop te draaien terwijl u de FLASH toets ingedrukt houdt (of door op de BEAT MENU B of b toets van de afstandsbediening te drukken terwijl u de FLASH toets ingedrukt houdt).

Gekombineerd gebruik van de LOOP en FLASH funktie

Houd de LOOP en de FLASH toets tegelijk ingedrukt.

Opmerkingen

In dit geval kunt u de lengte van de LOOP repeteerlus en de flits-weergavelus niet instellen. Indien gewenst, kunt u de lengte voor beide funkties afzonderlijk vooraf instellen.

Om het flits-effekt op te nemen, gebruikt u de analoge (VIDEO/MD OUT) aansluitingen of het cassettedeck van deze stereo-installatie.

Toonregeling met golf-effekt

— WAVE funktie

Bij gebruik van deze funktie wordt de instelling van de grafiek-toonregeling golvend aan het geluid toegevoegd. U kunt dit effekt in kombinatie met iedere geluidsbron gebruiken, maar het resultaat kan niet worden opgenomen.

POWER WAVE Instelknop

0

)

Æ‚

/Druk op de WAVE toets bij het punt waar u wilt starten en houd de toets ingedrukt totdat u de normale weergave wilt laten doorgaan.

Instellen van de lengte van het golf-effekt

Stel de lengte in door aan de instelknop te draaien terwijl u de WAVE toets ingedrukt houdt (WAVE 1~10).

Bespelen van de drumpanelen

Met de drumpanelen kunt u tijdens weergave extra percussie toevoegen. Dit effekt is met elke geluidsbron te kombineren, zodat u bijzonder creatieve eigen opnamen kunt produceren.

PAD A/

Instelknop

 

POWER PAD B

 

 

 

0 )

 

 

Æ‚

CHAIN

LEVEL +/–

/Tik op paneel A of B om het gewenste geluid te produceren.

Veranderen van het drumgeluid

Houd paneel A of B ingedrukt en draai aan de instelknop om in te stellen op het gewenste drumgeluid. U kunt kiezen uit 21 verschillende drumgeluiden. De naam van het soort geluid wordt in het uitleesvenster aangegeven.

KICK˜SNARE ˜ ... ˜ SCRATCH PUSH

n

n

Een drum-roffel geven

Draai aan de instelknop terwijl u de CHAIN toets ingedrukt houdt. U kunt de snelheid van de drumroffel variëren door de instelknop linksom te draaien (voor drumpaneel A) of rechtsom (voor drumpaneel B).

De geluidssterkte van de drums bijregelen

Druk op de LEVEL + of - toets.

Opmerking

Wanneer de APPLAUSE MIX funktie is

 

ingeschakeld, zal het geluid van de drumpanelen

 

tijdens het applaus niet hoorbaar zijn.

27

 

Gebruik van een beat-box ritme

Met de BEAT ritme-funktie kunt u een uitgebreid repertoire aan drumritmes voortbrengen. Dit effekt is met elke geluidsbron te kombineren, zodat u bijzonder creatieve eigen opnamen kunt produceren.

POWER LEVEL +/–

Instelknop

 

0 )

 

 

Æ‚

BEAT

BEAT

BEAT

BPM

ON/OFF

SPEED

SELECT

CONTROL

1 Druk op de BEAT ON/OFF toets zodat de indikator dooft en start dan de weergave van een geluidsbron.

2 Druk enkele malen op de BPM CONTROL toets om in te stellen op het gewenste tempo van het ritme.

Telkens wanneer u op deze toets drukt, zegt er een stem “one, two, three, four, one ...” terwijl de snelheid (BPM 70 - 140) ook in het uitleesvenster verschijnt.

Het gekozen tempo wordt automatisch in het geheugen vastgelegd.

3 Druk op de BEAT ON/OFF toets om het beat-box ritme te starten.

Door indrukken van de BPM CONTROL toets kunt u het beat-box ritme synchroniseren met dat van de geluidsbron.

Veranderen van het tempo

Houd de BEAT SPEED toets ingedrukt en draai aan de instelknop (of druk op de BEAT SPEED +/- toets van de afstandsbediening) om in te stellen op het gewenste tempo (BPM 70 - 140).

Veranderen van het ritme

U kunt kiezen uit 8 verschillende beat-box ritmes. Houd de BEAT SELECT toets ingedrukt en draai aan de instelknop (of druk op de BEAT SELECT +/- toets van de afstandsbediening) om in te stellen op het gewenste beat-box ritme. De naam van het soort ritme wordt in het uitleesvenster aangegeven.

16 BEAT 1˜ 16 BEAT 2 ˜ . . . ˜SAMBA

n

n

Uitschakelen van het beat-box ritme

Druk op de BEAT ON/OFF toets. Let op dat de indikator dooft.

De geluidssterkte van het beatbox ritme bijregelen

Druk op de LEVEL + of - toets.

Opmerking

Wanneer de APPLAUSE MIX funktie is ingeschakeld, zal het geluid van het beat-box ritme tijdens het applaus niet hoorbaar zijn.

28

Instellen van de weergave

Bijregelen van het geluid

U kunt het weergegeven geluid meer kracht geven door de bassen of het gehele klankbeeld extra te versterken. Ook is er een hoofdtelefoon-aansluiting om te luisteren zonder anderen te storen.

POWER DBFB

0

)

Æ‚

»

Æ

»

Æ

⁄ ⁄

PHONES GROOVE

Extra versterken van de bassen

Druk op de DBFB* toets.

Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:

DBFB

n DBFB

n Geen

aanduiding

n

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bij de “DBFB

” instelling is het effekt

sterker dan bij de “DBFB

” instelling.

* DBFB = Dynamische basversterking.

Opmerkingen

Wanneer de bassen in de muziek erg sterk zijn en u dan de DBFB basversterkingsfunktie gebruikt samen met de grafiek-toonregeling, is het mogelijk dat het geluid vervormd klinkt. Stel de basweergave geleidelijk bij terwijl u naar de muziek luistert, zodat u het resultaat van de bijregeling kunt beoordelen.

•Bij het uitschakelen van de GROOVE funktie komt de DBFB basversterkingsfunktie op “DBFB ” te staan en de grafiek-toonregeling in de neutraalstand (geen bijregeling). Om de DBFB funktie uit te schakelen, drukt u net zovaak op de DBFB toets tot de aanduiding verdwijnt. On de instelling van de grafiek-toonregeling te veranderen, brengt u de gewenste wijziging aan.

Luisteren via een hoofdtelefoon

Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting. Wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten, zal er geen geluid via de luidsprekers te horen zijn.

Opmerking

Als u een “superwoofer” ultralage-tonen luidspreker hebt aangesloten, zal deze ook bij luisteren via een hoofdtelefoon nog steeds geluid weergeven. Schakel bij luisteren via een hoofdtelefoon de “superwoofer” ultralaagluidspreker uit.

Extra vermogen voor het totaalgeluid

Druk op de GROOVE toets. De geluidssterkte wordt verhoogd, de DBFB basversterkingsfunktie komt op volle sterkte te staan, de instelling van de grafiektoonregeling verandert en de “GROOVE” toets licht op. Druk nogmaals op de GROOVE

toets om weer terug te keren naar de 29 oorspronkelijke geluidssterkte.

Kiezen van een akoestiek-instelling

Met behulp van het akoestiek-menu kunt u het klankbeeld aanpassen aan de muziek waar u naar luistert.

U kunt ook zelfgemaakte akoestiekinstellingen in het geheugen vastleggen (zie “Vastleggen van uw eigen akoestiekinstellingen”).

POWER

2 EFFECT ON/OFF

0 )

 

 

Æ‚

3 1

1 Druk op de MUSIC, MOVIE of GAME toets om het gewenste akoestiek-menu te kiezen.

Zie de tabel onder “Akoestiek-menu’s” in de kolom hiernaast. Bij het kiezen van een bepaald akoestiek-menu wordt automatisch het laatst gekozen akoestiek-effekt van het betreffende menu opgeroepen.

2 Gebruik de instelknop om het gewenste akoestiek-effekt te kiezen.

De naam van het akoestiek-effekt verschijnt in het uitleesvenster.

3 Druk op de ENTER/NEXT toets.

Uitschakelen van het akoestiekeffekt

Druk net zovaak op de EFFECT ON/OFF toets tot de aanduiding “EFFECT OFF” verschijnt.

Akoestiek-menu’s

De aanduiding “SUR ” verschijnt als u een akoestiek-instelling kiest met ruimtelijk rondom-effekt.

MENU

 

Effekt

 

Voor

toets

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MUSIC

 

ROCK

 

Standaard

 

 

POP

 

muziekbronnen

 

 

JAZZ

 

 

 

 

DANCE

 

 

 

 

SOUL

 

 

 

 

 

 

 

MOVIE

 

ACTION

 

Geluid van

 

 

ROMANCE

 

speelfilms en

 

 

SF

 

speciale

 

 

DRAMA

 

luistersituaties

 

 

SPORTS

 

 

GAME

 

SHOOTING

 

Videospelletjes

 

 

RACING

 

 

 

 

RPG

 

 

 

 

BATTLE

 

 

 

 

ADVENTURE

 

 

 

 

 

 

 

30

Loading...
+ 68 hidden pages