Dank voor uw keuze voor de Roland Digitale Piano FP-5.
Handleiding
Belangrijkste eigenschappen
Stijlvol, licht, compact ontwerp
Het verfijnde ontwerp past overal; aangezien het instrument zo lichtgewicht en compact
is, kan het gemakkelijk overal mee naartoe worden genomen.
Authentieke piano uitvoeringen
Biedt concertvleugelgeluiden van hoge kwaliteit en een progressive hammer action
keyboard dat, door een zwaarder gevoel in het lagere gedeelte en een lichter gevoel in de
hogere noten te geven, een authentieke piano aanslag geeft.
Daarnaast is de FP-5 uitgerust met drie pedaal jacks en wordt hij geleverd met een halfdemperpedaal dat in staat is om de diepte van de resonantie aan te passen. Door deze
combinatie kunt u van heuse authentieke piano uitvoeringen genieten.
Brede variatie aan tonen voor gebruik in vele muzikale genres
De FP-5 biedt niet alleen pianogeluiden, maar tevens meer dan 50 verschillende onboard
geluiden, die in een brede variatie aan muzikale stijlen kunnen worden gebruikt.
U kunt met het instrument ook Drum sets spelen.
Daarnaast geven de effecten van hoge kwaliteit u de mogelijkheid om meer dynamiek en
expressie aan het geluid toe te voegen.
“Tone wheel mode” simuleert het maken van orgelgeluiden
Nu kunt u de manier waarop orgelgeluiden worden gemaakt simuleren door
harmonische balken te gebruiken. U kunt Footages aan en uitzetten en het volume
daarvan instellen om zo verfijnde aanpassingen in het geluid te maken.
201a
Lees voordat u dit toestel
gebruikt zorgvuldig de
hoofdstukken getiteld:
TOESTEL OP EEN VEILIGE
MANIER GEBRUIKEN”
“
BELANGRIJKE
OPMERKINGEN” (p. 2; p. 4).
Deze hoofdstukken geven
belangrijke informatie met
betrekking tot de juiste
bediening van het apparaat. Om
er zeker van te zijn dat u een
goed idee heeft gekregen van
elke functie, die uw nieuwe
apparaat biedt, dient de
handleiding in zijn geheel te
worden gelezen. De handleiding
dient als handige referentie
bewaard en bij de hand
gehouden te worden.
“HET
en
Met “Session Partner” kunt u van muzikale experimenten genieten
Geniet van het echte sessie-achtige gevoel, terwijl u meespeelt met een drummachine die
op realistisch-klinkende “ritmes” is gebaseerd.
U kunt de “ritme” akkoord progressie met uw linkerhand aangeven, en tevens originele
akkoord progressies creëren.
Ervaar een variatie aan uitvoeringen met de duale en gesplitste functies
Stapel twee van de vele interne tonen van de FP-5 met elkaar, speel terwijl verschillende
tonen aan het linker en rechtergedeelte van het keyboard zijn toegewezen, en geniet van
de vele overige mogelijkheden tijdens het werken met uitvoeringen (Performances).
Functies voor gemakkelijk opnemen
U kunt uw eigen uitvoeringen gemakkelijk opnemen door simpelweg de
knoppenbediening te gebruiken.
Inclusief USB aansluiting
Sluit uw computer aan op de USB aansluiting van de FP-5 en wissel MIDI gegevens uit.
Speaker van hoge kwaliteit meegeleverd
Luister dankzij de speaker van hoge kwaliteit op plezierige wijze naar krachtige,
ontroerende uitvoeringen.
Alle rechten voorbehouden. Zonder de schriftelijke toestemming van Roland corporation
mag geen enkel deel van deze publicatie op welke manier dan ook worden
gereproduceerd.
USING THE UNIT SAFELY
WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
001
• Lees voor het gebruik van dit toestel eerst de
onderstaande instructies en de handleiding.
• Probeer het toestel niet te repareren of interne
onderdelen te vervangen (behalve wanneer deze
handleiding specifieke instructies geeft over hoe u
dit dient te doen). Ga voor alle servicewerkzaamheden
naar uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service
Center of een erkende Roland distributeur, zoals op de
“Informatie” pagina staat vermeld.
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het ● wijst de gebruiker op onderdelen die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
•Als u dit toestel gebruikt met een standaard die
door Roland is aanbevolen, dient de standaard of
het statief zorgvuldig te worden geplaatst, zodat het
toestel waterpas en blijvend stabiel staat. Als u geen
standaard of statief gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat
elke locatie, waar u het toestel wenst te plaatsen, een
waterpas oppervlak heeft, dat het toestel ondersteunt en
wiebelen van het toestel tegengaat.
• Gebruik alleen de bij dit apparaat geleverde
adapter. Tevens controleert u of het voltage bij
installatie overeenkomt met het ingangsvoltage,
aangegeven op de behuizing van de adapter. Andere
adapters kunnen van een andere polariteit gebruikmaken
of zijn op een ander voltage ontworpen, zodat gebruik
daarvan tot schade, storingen of elektrische schok kan
leiden.
• Draai of buig de stroomkabel niet teveel, en plaats
er ook geen zware objecten op. Dit kan de kabel
beschadigen, wat kapotte elementen en
kortsluiting kan veroorzaken. Beschadigde kabels
kunnen brand en schokgevaar veroorzaken!
• Dit toestel is, alleen of in combinatie met een
versterker en koptelefoon of speakers, in staat om
geluidsniveaus te produceren, die permanent
gehoorverlies kunnen veroorzaken. Werk niet
voor een lange periode op een hoog volumeniveau of op
een niveau dat onaangenaam is. Als u enig gehoorverlies
of piepen in de oren ervaart, dient u direct te stoppen met
het gebruik van het toestel en een oorarts te raadplegen.
• Zet direct de stroom uit, haal de adapter uit het
stopcontact, en breng het apparaat voor
onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum (zie de "Informatie
pagina"), als:
• de adapter, het netsnoer of de stekker
beschadigd is; of
• er objecten of vloeistof in het apparaat terecht
zijn gekomen; of
• het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
een andere manier nat is geworden); of het
apparaat niet normaal lijkt te werken of een
opmerkelijke verandering tijdens uitvoering
vertoont.
• In huishoudens met kleine kinderen dient een
volwassene toezicht te houden, tot het kind in
staat is om zich aan alle regels voor de veilige
bediening van het toestel te houden.
• Forceer de stroomkabel van het toestel niet door
met een onredelijk aantal andere apparaten een
stopcontact te moeten delen. Wees extra voorzichtig met het gebruik van verlengsnoeren – de
totale hoeveelheid stroom die wordt gebruikt door
alle apparatuur die u op het stopcontact van het
verlengsnoer heeft aangesloten mag nooit het
stroomniveau (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Overmatige lading kan het
isolatiemateriaal van de kabel doen verhitten, en
uiteindelijk doorsmelten.
• Raadpleeg uw leverancier, het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een erkende Roland
distributeur, zoals vermeld op de “Informatie”
pagina, voor u het toestel in het buitenland gebruikt.
• Speel GEEN CD-ROM schijf af op een conventionele audio CD speler. Het resulterende geluid
kan van een niveau zijn dat permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Er kan schade ontstaan aan
speakers of andere onderdelen van het systeem.
• Dit toestel kan alleen worden gebruikt met het
Roland keyboard statief FPS-11A. Gebruik van
andere statieven kan resulteren in instabiliteit en
zo mogelijke verwondingen veroorzaken.
• Elke opeenhoping van stof tussen de adapter en
het stopcontact kan slechte isolatie tot gevolg
hebben en brand veroorzaken. Veeg van tijd tot
tijd het stof weg met een droge doek. Haal tevens
altijd de stekker uit het stopcontact als het toestel
voor langere periode niet zal worden gebruikt.
• Probeer te voorkomen dat snoeren en kabels in de
knoop raken. Tevens dienen alle snoeren en kabels
zo worden geplaatst, dat ze buiten het bereik van
kinderen zijn.
• Wanneer u de schroeven van de muziekstandaard moet verwijderen, zorgt u ervoor dat u deze
veilig opbergt, buiten het bereik van kinderen,
zodat deze geen kans krijgen om de schroeven per
ongeluk in te slikken.
Lees naast de items die onder “Het apparaat op een veilige menaier gebruiken” op de pagina’s 2 en 3 staan het
volgende, en neem het in acht:
Stroomvoorziening
• Gebruik dit toestel niet op een zelfde stroomnet met een
apparaat dat storing kan veroorzaken (zoals een
elektrische motor of een variabel verlichtingssysteem).
• Zet voordat u dit toestel op andere apparaten aansluit de
stroomtoevoer van alle toestellen uit. Dit helpt u om
storingen en / of schade aan speakers of andere
elementen te voorkomen.
Plaatsing
• Gebruik van het toestel in de nabijheid van versterkers (of
andere apparatuur die grote stroomtransformators
hebben) kan storing veroorzaken. Verplaats dit toestel om
het probleem te verhelpen; of zet het verder van de stoorzender af.
• Dit apparaat kan radio en televisieontvangst verstoren.
Gebruik het niet in de nabijheid van dergelijke ontvangende apparatuur.
• Er kan ruis worden geproduceerd, wanneer in de
nabijheid van dit toestel draadloze communicatie
apparatuur, zoals mobiele telefoons, worden gebruikt.
Dergelijke ruis kan voorkomen wanneer u een telefoontje
ontvangt of gaat plegen of tijdens een gesprek. Mocht u
dergelijke problemen ondervinden, leg zulke draadloze
apparaten dan verder van het toestel af of zet ze uit.
• Stel dit toestel niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet
in de nabijheid van apparaten die warmte uitstralen, laat
het niet achter in een afgesloten voertuig of stel het niet op
andere manieren aan extreme temperaturen bloot.
Overmatige hitte kan het toestel doen verkleuren of
vervormen.
• Er kunnen waterdruppels (condens) in het toestel
ontstaan, wanneer het naar een andere locatie wordt
verplaatst, waar de temperatuur en / of vochtigheidsgraad anders is. Als u het toestel in deze toestand tracht te
gebruiken, kan dat leiden tot schade en / of storing.
Voordat u het toestel in gebruik neemt, dient u het
daarom enkele uren te laten staan, tot de condens volledig
is verdampt.
• Laat geen voorwerpen op het keyboard liggen. Dit kan
storing veroorzaken, zoals toetsen die geen geluid meer
produceren.
Onderhoud
• Veeg het toestel voor dagelijkse schoonmaak af met een
zachte, droge doek of één die licht met water is
bevochtigd. Gebruik om hardnekkig vuil te verwijderen
een doek, die is geïmpregneerd met een mild, niet
agressief schoonmaakmiddel.
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplossingen van welke soort dan ook, om zo de mogelijkheid
van verkleuring en / of vervorming te voorkomen.
Overige
voorzorgsmaatregelen
• Wees ervan bewust dat de inhoud van het geheugen
onherstelbaar verloren kan gaan als gevolg van een
storing of oneigenlijk gebruik van het toestel. We raden u
aan om van belangrijke gegevens, die u in het geheugen
van het toestel heeft opgeslagen, regelmatig een back-up
te maken op een PC kaart, tegen het verlies van belangrijke gegevens.
• Helaas kan het onmogelijk blijken om de inhoud van
gegevens die op een PC kaart waren opgeslagen te
herstellen als deze eenmaal verloren is gegaan. In geval
van een dergelijk verlies van gegevens is Roland Corporation niet aansprakelijk.
• Als u de (draai)knoppen, schuiven of andere controllers
en jacks en aansluitingen van het toestel gebruikt, doe dit
dan met een passende hoeveelheid voorzichtigheid.
Hardhandig gebruik kan tot storingen leiden.
• Sla nooit op de display en oefen er geen grote druk op uit.
• Pak bij alle kabels, wanneer u ze aansluit / loskoppelt, de
aansluiting vast – trek nooit aan de kabel. Zo vermijdt u
het veroorzaken van kortsluiting of schade aan de interne
elementen van de kabel.
• Probeer om het volume van het toestel op redelijke
niveaus te houden, om te voorkomen dat u uw buren
overlast bezorgt. U zou er de voorkeur aan kunnen geven
om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen
zorgen hoeft te maken over diegenen om u heen (vooral
als het laat op de avond is).
• Verpak het toestel als u het moet vervoeren, indien
mogelijk, in de doos (inclusief vulling) waarin hij werd
geleverd. Wanneer dit niet mogelijk is, dient u gelijksoortige verpakkingsmaterialen te gebruiken.
• Gebruik het aangegeven expressie pedaal (EV-5; los
verkrijgbaar). U riskeert het toebrengen van storingen en
/ of schade aan het toestel, als u andere expressie pedalen
aansluit.
• Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te doen.
Neem als u een ander merk kabel gebruikt de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
• Sommige aansluitingskabels hebben weerstanden.
Gebruik voor het aansluiten van dit toestel geen kabels
die weerstanden bevatten. Het gebruik van dergelijke
kabels kan ervoor zorgen dat het geluidsniveau
extreem laag is of zelfs onhoorbaar. Neem voor informatie over kabelspecificaties contact op met de
fabrikant van de kabel.
CD-ROMs gebruiken
• Voorkom aanraken of krassen van de glimmende
onderkant (het gecodeerde oppervlak) van de schijf. Het
kan zijn dat beschadigde of vieze CD-ROMs niet goed
kunnen worden gelezen. Houd uw cd’s schoon door
gebruik van CD reinigers die in de winkel verkrijgbaar
zijn.
Past in Dual play en Split play de volumebalans van de
hogere en lagere tonen aan (p. 21).
4[Pedal control] knop
Gebruik het demperpedaal om de toon van het geluid te
veranderen (p. 27).
5[Setup] knop
Bewaart de geselecteerde functies en toestanden van de
knoppen (p. 37).
Roept de bewaarde instellingen op (p. 37).
Daarnaast kunt u naar het demo lied luisteren door deze
toets ingedrukt te houden, terwijl u de [Split] knop indrukt
(p. 11).
6[Split] knop
Biedt u de mogelijkheid om aan de linker en rechterkant van
het keyboard verschillende tonen te spelen (p. 19).
7[Transpose] knop
Transponeert de toon van het keyboard (p. 28).
Door deze knop ingedrukt te houden en op de [Reverb] knop
te drukken, kunt u de aanslaggevoeligheid van het keyboard
wijzigen (p. 22).
8[Reverb] knop
U kunt deze gebruiken om aan hetgeen u speelt de
karakteristieke galm van een concertzaal toe te voegen (p.
23).
9[Effects] knop
Gebruik deze om een variatie aan effecten aan het geluid toe
te voegen (p. 24).
6
10
11
9
10 Tone knoppen
Ze worden gebruikt om het soort geluid te kiezen (Tone
groepen) die door het keyboard worden gespeeld (p. 14).
Daarnaast schakelt dit in de Tone wheel functie de footage in
en uit (p. 17).
11 [Tone wheel] knop
Simuleert in de Tone wheel functie het maken van
orgeltonen (p. 15).
12 Display
Geeft diverse informatie weer, zoals het song nummer, ritme
nummer, tempo, maat en waarden van
parameterinstellingen.
13 [Variation/Effects] knop
Druk deze in om de Toonvariatie of het Effect type te
wijzigen (p. 14, p. 24). Telkens wanneer u deze knop indrukt,
worden achtereenvolgens de Toonvariatie en het Effect type
weergegeven.
Daarnaast kunt u deze knop vasthouden, terwijl u op de
[Tempo/Rhythm] knop drukt, om vele verschillende
instellingen te doen (p. 42 t/m p. 53).
14 [Tempo/Rhythm] knop
Druk deze in om het tempo of ritme te wijzigen (p. 29, p. 33).
Telkens wanneer u deze knop indrukt, worden
achtereenvolgens het tempo en het ritme weergegeven.
15 [-]/[+] knoppen
Deze twee knoppen worden gebruikt om de waarden van
verschillende instellingen aan te passen (p. 29).
16 [ ((Metronoom) knop
Zet de interne metronoom aan en uit (p. 29).
17 [Start/Stop] knop
Schakelt voor de Session Partner tussen start en stop (p. 32).
18 [Drums] knop
Zet het Drums gedeelte van Session Partner aan en uit (p. 32).
Paneelbeschrijvingen
13
14
12
15
16
19 [Bass] knop
Zet het basgedeelte van Session Partner aan en uit (p. 32)
20 [Chord] knop
Zet het akkoordgedeelte van Session Partner aan en uit
(p. 32)
21 [Chord progression] knop
Dit zet de Session Partner akkoord progressie aan en uit.
Wanneer deze is uitgeschakeld, worden akkoorden aan de
linkerkant van het keyboard aangegeven (p. 35).
1718
19
20
21
22
23
24
22 [Play/Stop] knop
Start en stopt het afspelen van interne songs en opgenomen
uitvoeringen (p. 12).
Wordt gebruikt voor het starten van opnames van
uitvoeringen (p. 38).
23 [Rec] knop
Brengt het apparaat in de toestand waarin het klaar is voor
het opnemen van uitvoeringen (p. 38).
24 [Song] knop
Voor het selecteren van interne songs (p. 12).
Achterpaneel
1
1USB(MIDI) aansluiting
Gebruik deze om doormiddel van een USB kabel een
computer op de FP-5 aan te sluiten (p. 49).
2MIDI aansluitingen
Worden gebruikt voor het aansluiten van externe MIDI
apparatuur en voor het verzenden en ontvangen van MIDI
berichten (p. 49).
3Pedaal jacks
Accepteert aansluiting van het meegeleverde pedaal of
andere geschikte pedalen (p. 9).
4Line in jacks
Voor invoer van de geluidssignalen. Worden gebruikt voor
het aansluiten van geluidsapparatuur en soortgelijke
apparaten.
5Line uit jacks
2
3
4
56
Voor uitvoer van de geluidssignalen. Worden ook gebruikt
voor het aansluiten van geluidsapparatuur en soortgelijke
apparaten.
Deze bieden u de mogelijkheid om geluiden vanaf de FP-5
op andere geluidsapparatuur af te spelen.
7
89
6[Speaker] schakelaar
Deze schakelaar zet de interne speaker aan / uit (p. 48).
7[Power] schakelaar
Deze schakelaar zet het apparaat aan / uit (p. 9).
8DC In jack
Sluit hier de meegeleverde adapter op aan (p. 8).
9Kabelhaak
Gebruik deze om de kabel van de meegeleverde adapter op
zijn plaats te houden (p. 8).
7
Voordat u speelt
Aansluitingen maken
1.
Controleer het volgende, voordat u begint met het maken van
aansluitingen.
Is het volumeniveau van de FP-5 helemaal omlaag gedraaid?
Is de stroomtoevoer (power) van de FP uitgeschakeld?
2.Sluit de meegeleverde stroomkabel aan op de meegeleverde adapter.
fig.00-01
Adapter
Stroomkabel
Stopcontact
3.Sluit de meegeleverde adapter aan op de FP-5, en stop vervolgens de
stekker aan het andere eind in het stopcontact.
Veranker de stroomkabel met gebruik van de kabelhaak, zoals in de
illustratie weergegeven, om ongewenste stroomstoringen van uw apparaat
te voorkomen (mocht de stekker er per ongeluk uitgetrokken worden), en
om te voorkomen dat er onnodige druk op de adapter jack wordt
fig.00-02
uitgeoefend.
Achterpaneel
De muziekstandaard installeren
fig.00-03
4.Bevestig de muziekstandaard met behulp van de meegeleverde
schroeven aan de achterkant van de FP-5, zoals aangegeven in de
illustratie.
5.Plaats de muziekstandaard tussen de schroeven en het frame van de
FP-5.
6.Zet de muziekstandaard op zijn plek vast door de schroeven aan te
draaien, terwijl u hem met één hand vasthoudt.
* Ondersteun de muziekstandaard tijdens het bevestigen stevig met één hand, om
ervoor te zorgen dat u hem niet laat vallen. Let erop dat uw vingers niet klem komen
te zitten.
7.Ondersteun de muziekstandaard met één hand, terwijl u de
schroeven losdraait, om de standaard te verwijderen.
* Vergeet na het verwijderen van de muziekstandaard niet om de schroeven weer vast
te draaien.
NOTE
Gebruik geen overdadige
kracht om de standaard te
installeren.
8
Voordat u speelt
Pedalen aansluiten
1. Sluit het pedaal dat bij de FP-5 is meegeleverd
aan op één van de pedaal jacks.
Het pedaal kan worden gebruikt als demperpedaal,
wanneer het is aangesloten op de Damper jack.
Daarnaast kunt u de FP-5 zo instellen dat het pedaal
andere mogelijkheden biedt (p. 27, p. 44).
Het pedaal kan worden gebruikt als sostenuto pedaal,
wanneer het is aangesloten op de Sostenuto(FC1) jack
Daarnaast kunt u de FP-5 zo instellen dat het pedaal
andere mogelijkheden biedt (p. 43, p. 52).
Het pedaal kan worden gebruikt als soft pedaal,
wanneer het is aangesloten op de Sostenuto(FC1) jack
Daarnaast kunt u de FP-5 zo instellen dat het pedaal
andere mogelijkheden biedt (p. 43, p. 52).
fig.00-04
Sostenuto pedaal
Dit pedaal houdt alleen het geluid aan van de toetsen die al
werden gespeeld toen u het pedaal indrukte.
* Als het pedaal op de Sostenuto(FC1) jack is aangesloten, kan
het ook aan andere functies worden toegewezen. Zie “Het
functioneren van de pedalen wijzigen” (p. 43), “Het pedaal
gebruiken om van setup te wisselen (Pedaal shift) (p. 52).
Soft pedaal
Dit pedaal wordt gebruikt om het geluid zachter te maken.
Als u speelt met het soft pedaal ingedrukt, wordt er een
geluid voortgebracht dat niet zo sterk is als wanneer het
normaalgesproken, met dezelfde kracht gespeeld, zou zijn.
Dit pedaal heeft dezelfde functie als het linker pedaal van
een akoestische piano.
* Als het pedaal op de Soft(FC2) jack is aangesloten, kan het ook
aan andere functies worden toegewezen. Zie “Het
functioneren van de pedalen wijzigen” (p. 43), “Het pedaal
gebruiken om van setup te wisselen (Pedaal shift) (p. 52).
* Door een tweede en derde pedaal aan te schaffen, kunt u drie
pedalen tegelijk gebruiken. Neem contact op met de dealer,
waar u de FP-5 heeft gekocht, als u het optionele pedaal wilt
kopen (DP serie).
* Als u de stekker van een pedaalkabel uit het apparaat haalt,
terwijl de stroom aanstaat, kan dit ervoor zorgen dat het effect
van het pedaal onophoudelijk wordt toegepast. De
stroomtoevoer van de FP-5 dient uitgeschakeld te worden,
voordat u een pedaalkabel aansluit of loskoppelt.
Demperpedaal
Gebruik dit pedaal om het geluid aan te houden. Als het
pedaal wordt ingedrukt, worden er, nadat u de toetsen
loslaat, blijvend galm aan het geluid toegevoegd die lang
blijft hangen.
Het pedaal dat bij de FP-5 is meegeleverd functioneert als
half-demperpedaal, zodat u de hoeveelheid resonantie kunt
aanpassen.
Als u het demperpedaal op een akoestische piano indrukt,
resoneert het geluid van de snaren die werden aangeslagen
met andere snaren, zodat er rijke galm en dynamiek aan het
geluid wordt toegevoegd. Wanneer het demperpedaal wordt
ingedrukt, kan deze resonantie (gebalanceerde resonantie)
worden aangepast.
* Als het pedaal op de Damper jack is aangesloten, kan het ook
aan andere functies worden toegewezen. Zie “De toon van het
geluid in realtime wijzigen (Pedal control)” (p. 27).
* Stel, als het meegeleverde pedaal is aangesloten, de schakelaar
op het pedaal in op “Continuous”.
De stroomtoevoer aan en
uitzetten
* Zet, zodra de aansluitingen zijn voltooid, de stroom op uw
verscheidene apparaten aan, in de aangegeven volgorde. Als u
de apparatuur in de verkeerde volgorde aanzet, riskeert u
storing en / of schade aan speakers en andere apparaten.
■ De stroomtoevoer aanzetten
1. Draai voordat u de stroomtoevoer inschakelt eerst
door aan de [Volume] draaiknop te draaien het
volume omlaag.
fig.00-05
2. Druk op de [Power] schakelaar aan de achterkant
van het toestel.
De stroomtoevoer gaat aan, en er verschijnt “FP5” in de
display.
Na een paar seconden kan het toestel worden bediend,
en wordt er geluid voortgebracht als u het keyboard
bespeelt.
9
Voordat u speelt
fig.00-06
Achterpaneel
Ingedrukt
AAN
* Dit toestel is met een beschermingscircuit uitgerust. Er is na
het aanzetten van de stroom een korte interval (een paar
seconden) nodig, voordat het toestel normaal functioneert.
3. Pas het volume aan om het juiste volumeniveau
te krijgen.
■ De stroomtoevoer uitzetten
1. Draai voordat u de stroomtoevoer uitschakelt
eerst het volume omlaag, door aan de [Volume]
draaiknop te draaien.
fig.00-05
2. Gebruik de [Brilliance] draaiknop om de
algemene geluidskwaliteit aan te passen.
Als u de draaiknop met de klok meedraait, wordt de
toon helderder; als u hem tegen de klok indraait, wordt
het geluid doffer.
Als de FP-5 tegen een muur is opgesteld, zult u de
draaiknop waarschijnlijk meer naar links willen draaien.
Een koptelefoon aansluiten
Door een koptelefoon aan te sluiten, kunt u op welk tijdstip
dan ook, zelfs ’s nachts, zonder zorgen van het spelen
genieten.
* Een koptelefoon wordt niet meegeleverd. Vraag uw Roland
dealer om advies als u er één wilt aanschaffen.
fig.00-09
2. Druk op de [Power] schakelaar aan de achterkant
van het toestel.
De stroomtoevoer is uitgeschakeld.
fig.00-07
Achterpaneel
Niet ingedrukt
UIT
Het volume en de helderheid
van het geluid aanpassen
fig.00-08
1. Sluit de koptelefoon aan op de koptelefoon jack
links aan de voorkant van de piano.
Gebruik de [Volume] draaiknop op de FP-5 om het
volume van de koptelefoon aan te passen.
* Zorg ervoor dat u een stereo koptelefoon gebruikt.
Enkele aanwijzingen wat het gebruik
van een koptelefoon betreft
• Pak om schade aan het snoertje te voorkomen de
koptelefoon alleen bij het hoofdtelefoongedeelte of het
stekkertje vast.
• De koptelefoon kan beschadigd raken als het volume bij
het aansluiten van de koptelefoon te hoog staat. Draai
het volume op de FP-5 omlaag, voordat u de koptelefoon
aansluit.
• Om mogelijke gehoorschade, gehoorverlies of schade
aan de koptelefoon te voorkomen, dient de koptelefoon
niet op een overmatig hoog volume te worden gebruikt.
Gebruik de koptelefoon op normaal volume.
1. Gebruik de [Volume] draaiknop om het
algemene volumeniveau aan te passen.
Als u de draaiknop met de klok meedraait, verhoogt het
volume; tegen de klok in wordt het verlaagd.
10
Hoofdstuk 1 het keyboard bespelen
Demo songs beluisteren
Luister nu naar demo songs.
De FP-5 wordt met vierenvijftig demo songs geleverd.
De zeven Tone knoppen, de [Start/Stop] knop, en de [Play/Stop] knop zijn
elk aan één demo song toegewezen.
Alle rechten
voorbehouden. Oneigenlijk
gebruik van dit materiaal
voor andere doeleinden
dan privé, persoonlijk
plezier is in overtreding
met de daarop van
toepassing zijnde wetten.
2,31,42,32,3
1.Houd de [Setup] knop ingedrukt, en druk op de [Split] knop.
De indicators voor de Tone en [Start/Stop] knop en [Play/Stop] knop
knipperen in rood.
fig.01-03
rood knipperend
rood knipperend
2.Druk op één van de knipperende Tone knoppen, maar niet
de [Setup] of de [Split] knop, om de song te selecteren.
Songs worden herhaaldelijk afgespeeld. De knop voor het lied, dat op dat
moment wordt afgespeeld, knippert aan en uit.
Als het afspelen van de laatste song is bereikt, gaat het afspelen verder door
terug te keren naar de eerste song en die opnieuw af te spelen.
3.Druk op de knipperende knop om het afspelen te stoppen.
4.Druk op de [Setup] knop of de [Split] knop om de Demo
functie te verlaten.
De indicators keren terug naar hun eerdere toestand.
De demo song kan niet
worden afgespeeld als er
nog opgenomen uitvoeringsgegevens in het
geheugen van de FP-5 zijn
achtergebleven. Druk op de
[Rec] knop om de uitvoeringsgegevens te verwijderen (p. 14).
Druk op een knop die niet
aan een demo song is toegewezen om de Demo
functie te verlaten.
NOTE
Er worden geen MIDI
gegevens uitgevoerd voor
de muziek, die wordt
afgespeeld.
11
Hoofdstuk 1 het keyboard bespelen
Interne songs beluisteren
Luister eerst eens nu om naar de interne songs.
De FP-5 wordt met vijfenzestig interne songs geleverd.
fig.01-01
2
1.Druk op de [Song] knop, zodat de indicator oplicht.
Het volgende verschijnt in de display.
fig.01-02
2.Druk op de [-] en [+] knop om de song te selecteren.
3.Druk op de [Play/Stop] knop.
De song zal beginnen te spelen.
De geselecteerde song wordt tot het eind afgespeeld, en vervolgens stopt het
afspelen.
4.Druk nogmaals op de [Play/Stop] knop om het afspelen te
stoppen.
De eerstvolgende keer dat u op de [Play/Stop] knop drukt, wordt de song
die werd gestopt vanaf het begin afgespeeld.
3,41
Zie “Interne song lijst”
(p. 69) voor meer informatie over de namen van
interne songs.
Over de weergave van
interne songs
USr (User) – Bewaart opgenomen uitvoeringen (voor
meer over opnemen
( p. 38). Wanneer “P.” is
toegevoegd – Geeft één van
de piano songs aan.
■
Alle songs herhaaldelijk afspelen (All Song Play)
Het luisteren naar het herhaaldelijk afspelen van alle interne songs achter
elkaar wordt “All Song Play” genoemd.
fig.01-06
1.
Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Play/Stop] knop.
De songs worden herhaaldelijk afgespeeld.
Als het afspelen van de laatste song is bereikt, gaat het afspelen verder door
terug te keren naar de eerste song en die opnieuw af te spelen.
2.Druk op de [Play/Stop] knop om het afspelen te stoppen.
U verlaat All Song Play wanneer de uitvoering wordt gestopt.
De eerstvolgende keer dat u op de [Play/Stop] knop drukte, wordt de song
die werd gestopt vanaf het begin afgespeeld.
12
21
Wanneer het volgende in de display verschijnt
Als uitvoeringsgegevens in het geheugen van de FP-5 zijn opgeslagen,
verschijnt het volgende in de display.
fig.01-03
rood knipperend
Tot u de uitvoeringsgegevens wist, kunt u geen interne songs afspelen.
Druk op de [Rec] knop om de uitvoeringsgegevens te verwijderen en de
interne song af te spelen.
Druk op de [Play/Stop] of [Song] knop als u de song niet wilt wissen.
■ Elk deel afzonderlijk beluisteren
Bij de interne songs kunt u het uitvoeringsgedeelte, dat afgespeeld dient te
worden, selecteren.
Hoofdstuk 1 het keyboard bespelen
U kunt terwijl u met de song meespeelt ook met elke hand afzonderlijk
oefenen.
1.Selecteer de song die afgespeeld dient te worden.
2.Houd de [Play/Stop] knop ingedrukt, en druk op de [Bass
(1)] knop of [Chord (2)] knop om het deel te selecteren,
waarvan u het geluid niet wilt afspelen.
De indicator van de geselecteerde knop gaat uit.
De uitvoeringsgegevens zijn aan de Track knoppen toegewezen, op de
manier die hieronder is aangegeven.
fig.01-05
Linkerhand
gedeelte
De song wordt afgespeeld zodra u de [Play/Stop] knop loslaat.
Het geluid van het uitvoeringsgedeelte dat in Stap 2 werd geselecteerd
wordt niet afgespeeld.
Er voor zorgen dat geluiden van een aangegeven deel tijdelijk niet worden
afgespeeld wordt “muting” (stillen) genoemd.
Rechterhand
gedeelte
Als u van song wisselt,
wordt de stil instelling
geannuleerd.
3.Houd de [Play/Stop] knop ingedrukt, en druk op de knop
die in Stap 2 werd geselecteerd.
Het geluid van het gestilde deel wordt dan afgespeeld.
4.Druk op de [Play/Stop] knop om het afspelen te stoppen.
13
Hoofdstuk 1 het keyboard bespelen
Uitvoeren met een variatie aan
geluiden
De FP-5 biedt meer dan 300 verschillende interne geluiden, die u de
mogelijkheid bieden om van uitvoeringen te genieten met geluiden, die
voor vele verschillende soorten muziek geschikt zijn.
Deze onboard geluiden worden “Tones” genoemd. De Tones zijn
onderverdeeld in zeven verschillende groepen, waarvan elk is toegewezen
aan een andere Tone knop.
Als de stroomtoevoer van het instrument wordt aangezet, is de Tone
“Grand Piano 1” geselecteerd.
fig.01-07
Zie “Toon lijst” (p. 57) voor
meer informatie over tonen
(Tones).
1
23
1.Druk op één van de Tone knoppen om een Tone groep te
selecteren.
U zult de toon horen die in de geselecteerde Tone groep is toegewezen aan
toon nummer 1.
Raak het keyboard aan.
In de display verschijnt het toonnummer.
fig.01-08
2.Druk op de [Variation/Effects] knop, zodat de indicator rood
oplicht.
3.Druk op de [-] of [+] knop om uit de Tone groep een toon te
selecteren.
14
De toon, die u heeft geselecteerd, wordt hoorbaar, wanneer u het keyboard
aanraakt.
De eerstvolgende keer dat u deze Tone knop kiest, wordt de toon gespeeld
die u hier heeft geselecteerd.
Hoofdstuk 1 het keyboard bespelen
Het maken van orgeltonen simuleren
(Tone Wheel functie)
Wanneer één van de “Tone Wheel” tonen is geselecteerd, kunt u in de “Tone
Wheel functie” spelen, waarin het maken van orgelgeluiden wordt
gesimuleerd.
Een orgel heeft negen “harmonische balken” die in en uitgetrokken kunnen
worden, en door de balken in verschillende positiecombinaties te
gebruiken, kan er een variatie aan tonen worden gemaakt. Er zijn
verschillende “voeten” (feet) aan elke balk toegewezen, en de tonen van de
geluiden worden door deze “voeten” bepaald.
U kunt het maken van tonen door middel van harmonische balken
simuleren door aan de Tone knoppen footages toe te wijzen.
In de Tone Wheel functie wordt er geschakeld tussen footages door op de
[Tone Wheel] knop te drukken. Aan andere Tone knoppen dan de [Piano]
knop is een totaal van negen footages en percussie instrumenten
toegewezen aan.
NOTE
Wanneer het Tone Wheel is
geselecteerd, kunt u de
duale functie niet
toepassen (p 18).
Wat zijn “voeten”?
Voeten verwijzen in principe naar de pijplengten die in pijporgels wordt
gebruikt. De lengte pijplengte die wordt gebruikt om voor het keyboard
de referentie toon (grondtoon) te maken is acht voet. Als u de pijp
halveert, wordt de pitch één octaaf hoger; als u daarentegen de
pijplengte verdubbelt, wordt de toon één octaaf hoger. Zodoende zou
een pijp die een toon van één octaaf onder de referentie van 8’ (acht
voet) maakt 16’ zijn; voor één octaaf boven de referentie, zou de pijp 4’
zijn; en om de toon met nóg een octaaf te verhogen, zou hij naar 2’
moeten worden verkort.
Op toonwielorgels, in het hoge bereik van het keyboard, worden voeten met
een hoge toon om één octaaf lager “heen gewonden”.
Door het gedeelte van hoge frequentie om te vouwen, wordt voorkomen dat
de geluiden van hoge frequentie onaangenaam schel klinken. Door het
gedeelte van lage frequentie om te vouwen, wordt voorkomen dat het
geluid “modderig” klinkt.
Op de FP-5 wordt dit kenmerk waarheidsgetrouw gesimuleerd.
15
Hoofdstuk 1 het keyboard bespelen
Oranjeverlicht
07
1,3,4
2
1.Druk op de [Tone Wheel] knop, zodat de indicator rood
oplicht.
2.Druk op de [-] of [+] knop om een toon te selecteren.
3.Druk op de [Tone Wheel] knop, zodat de indicator groen of
oranje oplicht.
De FP-5 schakelt naar de “Tone Wheel functie”, de functie wordt
ingeschakeld, en de footage knoppen gaan knipperen.
fig.05-10
groen of
oranje verlicht
4.Druk op de [Tone Wheel] knop tot de knop rood verlicht is,
om de Tone Wheel functie te verlaten.
.
Over de verlichting van de [Tone Wheel] knop indicators
Wanneer u op de [Piano]
knop drukt, verlaat de FP-5
de Tone Wheel functie,
ongeacht de verlichtingsstatus van de [Tone Wheel]
knoppen.
16
De indicators van de [Tone Wheel] knoppen geven de status van de toon
en voetgroep aan, zoals hieronder is aangegeven.
IndicatorUitvoering
Rood verlicht
Groen verlicht
Oranje verlicht
In de hogere toon (Upper Tone) of lagere toon (Lower
Tone) is “Tone Wheel” geselecteerd.
De voeten of hogere footage groep kan in de Tone
Wheel functie worden in en uitgeschakeld.
De voeten of lagere footage groep kan in de Tone
Wheel functie worden in en uitgeschakeld.
Hoofdstuk 1 het keyboard bespelen
■ De footage selecteren
1.Druk op de [Tone Wheel] knop om de hogere (indicator van
de knop licht groen op) of de lagere (indicator van de knop
licht oranje op) footage groep te selecteren.
2.Druk op de Tone knoppen om de verschillende footages aan
en uit te zetten.
■ Het volume van voeten veranderen
Het volume op voeten kan met acht beschikbare volumeniveaus worden
aangepast.
1.Druk op de [Tone Wheel] knop om de hogere (indicator van
de knop licht groen op) of de lagere (indicator van de knop
licht oranje op) footage groep te selecteren.
2.Houd de Tone knop ingedrukt voor de footage, waarvan u
het volume wilt wijzigen, en druk op de [-] of [+] knop om
het volume aan te passen.
Het volumeniveau van de footage, die is toegewezen aan de knop die is
ingedrukt, wordt weergegeven.
Over Perc (percussie)
Perc (percussie) voegt aan het begin van de noot een geluid van het attacktype toe, om het geluid meer dynamiek te geven. Het attack geluid
verandert naar aanleiding van de waarde.
InstellingenOmschrijving
2e
3e
De percussie op toonwielorgels is niet op alle gespeelde noten van
toepassing. Als er noten legato (vloeiend en verbonden) werden gespeeld,
werd er alleen op de eerst gespeelde noot percussie toegepast. Als er noten
staccato (elke noot afzonderlijk gearticuleerd) werden gespeeld, werd er op
alle noten percussie toegepast. Deze methode wordt enkelvoudig trigger
algoritme genoemd, en is een erg belangrijk element in orgeluitvoering.
Percussie klinkt op een toon die één octaaf
boven die van de toets die is ingedrukt ligt.
Percussie klinkt op een toon die één-éénvijfde octaaf boven die van de toets die is ingedrukt ligt.
De instellingen, die hier
worden gewijzigd, worden
voor elke toon afzonderlijk
opgeslagen. Zelfs wanneer
u de Tone Wheel functie
heeft verlaten, kunt u op de
[Tone Wheel] knop drukken om de toon met de
gewijzigde instellingen te
selecteren.
NOTE
De percussie wordt alleen
op de HOGERE (UPPER)
toon toegepast
Wanneer percussie is ingeschakeld, wordt de 1’ toon
niet geproduceerd (p. 15).
Op de FP-5 wordt dit kenmerk gesimuleerd.
17
Hoofdstuk 1 het keyboard bespelen
b
b
Met twee gelaagde tonen uitvoeren
(Dual play)
U kunt twee verschillende geluiden van een enkele toets op hetzelfde
moment spelen. Deze uitvoeringsmethode wordt “Dual play” genoemd.
Voorbeeld: probeer piano en strijk (strings) tonen te lagen
fig.01-09
1
1.Houd de [Piano] knop ingedrukt, en druk op de [Strings/
Pad] knop.
De indicators voor beide knoppen lichten op.
Raak het keyboard aan. Zowel het piano als het strijkgeluid is hoorbaar.
Door op een dergelijke wijze twee Tone knoppen tegelijkertijd in te drukken
wordt Dual play geactiveerd.
Van deze twee geselecteerde tonen wordt diegene, waarvan u de Tone knop
als eerste indrukte, de “Hogere toon” genoemd, en diegene waarvan u de
Tone knop daarna heeft ingedrukt, wordt de “Lagere toon” genoemd.
De indicator van de Tone knop van de hogere toon licht rood op, en die van
de lagere toon licht oranje op.
fig.01-10
U kunt de toon van de
lagere toon met één octaaf
tegelijk wijzigen. Zie “De
toon van de lagere toon wijzigen in stappen van één
octaaf (Octaaf shift)” (p. 44)
U kunt de volumeniveau
alans van de twee tonen
variëren. Zie “In Dual play
en Split play de volume-
alans wijzigen” (p. 21).
rood
Hogere toon
Hier is de piano klank de hogere en de strijkklank de lagere toon.
oranje
Lagere toon
NOTE
U kunt de duale functie
niet inschakelen als de
Tone wheel is geselecteerd
(p. 15).
2.Druk op één van de twee Tone knoppen om Dual play te
verlaten.
Nu is alleen de toon van de knop die u zojuist heeft ingedrukt hoorbaar.
Hoewel het effect, als u het
De toonvariaties wijzigen
1.Druk op de [-] of [+] knop om de hogere toon te wijzigen.
2.Houd de Tone knop van de lagere toon ingedrukt, en druk
op de [-] of [+] knop om de lagere toon te wijzigen.
18
pedaal indrukt in de Dual
play, op beide tonen wordt
toegepast, kunt u de FP-5 zo
instellen dat het effect niet
op de lagere toon wordt toegepast. Zie “Veranderen
hoe de pedaaleffecten worden toegepast” (p. 43).
Hoofdstuk 1 het keyboard bespelen
b
b
Spelen met verschillende klanken in de linker en
rechterkant van het keyboard (Split play)
Het spelen, terwijl het keyboard op een bepaalde toets in een linker en
rechterkant is gedeeld, wordt “Split play” (gesplitst spelen) genoemd, en
het punt waarop het keyboard wordt gedeeld, wordt het “splitspunt”
genoemd.
In Split play kunt u aan de linker en rechterkant een verschillend toongeluid
hebben.
Als het instrument wordt aangezet, is het splitspunt ingesteld op “F 3” De
splitspunt toets hoort bij de linkerkant.
In de Split play wordt een geluid dat aan de rechterkant wordt gespeeld een
“Hogere Toon” (“Upper Tone”) genoemd, en het geluid dat aan de linkerkant wordt gespeeld wordt een “Lagere Toon” (“Lower Tone”) genoemd.
Voorbeeld: Laten we gesplitst spelen met de piano tonen
uitproberen.
fig.01-11
U kunt aangeven, welk
deel prioriteit krijgt, wanneer de effecten die aan de
hogere en lagere klank zijn
toegewezen van elkaar verschillen. Zie “Het deel
waaraan de effecten worden toegevoegd instellen”
(p. 44).
12,3
1.Druk op de [Piano] knop.
De piano toon is nu geselecteerd.
2.Druk op de [Split] knop, zodat de indicator oplicht.
Het keyboard is in hogere en lagere gedeelten onderverdeeld.
fig.01-12
F 3 (Splitspunt)
Lagere toonHogere toon
Het rechterhand gedeelte van het keyboard speelt piano klank, en het
linkerhand gedeelte speelt A. Bass+Ride klank.
U kunt ook een klank voor de rechterkant (de hogere toon) spelen, voordat
u het keyboard splitst.
De indicator van de Tone knop licht voor de hogere klank rood, en voor de
lagere klank groen op.
3.Druk nogmaals op de [Split] knop om Split play te verlaten.
De indicator van de [Split] knop gaat uit en de hogere toon wordt de toon
voor het hele keyboard.
U kunt de volumeniveau
alans van de twee klanken
variëren. Zie “In Dual play
en Split play de volume-
alans wijzigen” (p. 21).
Wanneer voor de lagere
toon de “Tone Wheel” toon
is geselecteerd, licht de
indicator van de [Tone
Wheel] knop op in rood
(p. 16).
Als u van Dual play (p. 18)
naar Split Play omschakelt,
wordt de hogere klank die
in Dual play werd gebruikt
geselecteerd als hogere
klank voor Split play.
19
Hoofdstuk 1 het keyboard bespelen
■ Tone groep en toonvariatie wijzigen
fig.01-13
2,43,4
1,2
De hogere toon wijzigen
1.Druk op de Tone knop om een Tone groep te selecteren.
2.Druk op de [-] en [+] knoppen om de tonen te selecteren.
De lagere toon wijzigen
1.Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op de Tone knop
om een Tone groep te selecteren.
2.Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op de [-] en [+]
knoppen om de tonen te selecteren.
Zie “Met een variatie aan geluiden spelen” (p. 14) voor meer informatie
over het selecteren van tonen.
■ Het splitspunt van het keyboard wijzigen
U kunt binnen een bereik van B1 tot en met B6 de locatie waar het keyboard
wordt gedeeld (het splitspunt) wijzigen.
Wanneer het instrument wordt aangezet, is dit ingesteld op “F 3”.
Als voor zowel de hogere
als de lagere toon dezelfde
Tone knop is geselecteerd,
gaat, tijdens het ingedrukt
houden van de [Split]
knop, de indicator van de
Tone knop in groen knipperen.
U kunt de toon van de
lagere toon met één octaaf
tegelijk wijzigen. Zie “De
toon van de lagere toon in
stappen van één octaaf wijzigen (Octaaf shift)” (p. 44).
Deze instelling blijft effectief, totdat u de stroom uitzet.
fig.01-14
F 3
B1B6
1.Houd de [Split] knop ingedrukt, en druk op een toets die als
splitspunt kan worden ingesteld.
De toets, die u heeft ingedrukt, wordt nu het splitspunt, en verschijnt in de
display.
De toets, die als splitpunt wordt gebruikt, hoort bij het linkerhand gedeelte
van het keyboard.
Als u de [Split] knop loslaat, gaat u terug naar het vorige scherm.
20
De naam van de toets, die
als splitpunt fungeert,
wordt in de display weergegeven, zoals hieronder
aangegeven.
Display
C d_ d E_
Letter
C D D E
naam
Display
E F F G
Letter
E F F G
naam
Display
A_ A b_ b
Letter
A A B B
naam
Hoofdstuk 1 het keyboard bespelen
In Dual play en Split Play de
volumebalans wijzigen
U kunt in Dual Play (p. 18) en Split Play (p. 19) de volumebalans van de
hogere en lagere toon wijzigen.
fig.01-15
1
1.Gebruik de [Balance] draaiknop om de volumebalans aan te
passen.
U kunt de volumebalans
niet wijzigen, zelfs niet als
u aan de [Balance] draaiknop draait, wanneer voor
zowel de hogere toon als de
lagere toon Tone Wheel
orgels zijn geselecteerd.
21
Hoofdstuk 1 het keyboard bespelen
b
De aanslag van het keyboard wijzigen
U kunt de aanslaggevoeligheid of de respons van de toetsen wijzigen.
Wanneer het instrument wordt aangezet, is dit op “N (Normaal)” ingesteld.
fig.01-17
12
1.Houd de [Transpose] knop ingedrukt, en druk op de
[Reverb] knop.
De indicators voor de [Transpose] en [Reverb] knoppen knipperen in rood.
fig.01-18
2.Druk op de [-] of [+] knoppen om de aanslag te selecteren.
IndicatieOmschrijving
OFF
(Fixed)
-L-
(Light)
-N-(Normal)
Het geluid wordt op een vast volume gespeeld, ongeacht
de kracht waarmee de toetsen worden bespeeld.
Er wordt een lichte keyboard aanslag geselecteerd. U kunt
fortissimo (ff) bereiken met een minder krachtige aanslag
dan normaal, zodat het keyboard lichter aanvoelt. Met
deze instelling is het, zelfs voor kinderen, gemakkelijk om
het instrument te bespelen.
Hiermee wordt de standaard keyboard aanslag ingesteld.
U kunt met de meest natuurlijke aanslag spelen. Dit komt
het dichtst in de buurt van de aanslag van een akoestische
piano.
NOTE
Voor sommige geluiden
kan het zijn, dat de aanslag
niet verandert.
-H-
(Heavy)
Hiermee wordt een zware keyboard aanslag geselecteerd.
U dient het keyboard krachtiger aan te slaan dan normaal
om fortissimo (ff) te spelen, zodat het keybaord zwaarder
aanvoelt. Met dynamische vingerzetting kunt u nog meer
gevoel aan uw spel toevoegen.
Als de keyboard aanslag op
“Fixed” (vast) is ingesteld,
kunt u de aanslaggevoeligheid die het geluid zal heb-
en instellen (p. 45).
3.Druk op de [Transpose] of de [Reverb] knop.
De indicators keren terug naar hun voormalige toestand.
22
Hoofdstuk 1 het keyboard bespelen
Galm aan het geluid toevoegen (het reverb effect)
U kunt op de noten die u op het keyboard speelt een reverb effect toepassen.
Met het reverb effect kunt u een plezierige galm verkrijgen, zodat het klinkt
alsof u in een concertzaal of gelijksoortige ruimte speelt.
fig.01-21
1,2
1.Druk op de [Reverb] knop, zodat de indicator oplicht.
Raak het keyboard aan.
Het reverb effect wordt op de gehele toon toegepast.
2.Druk nogmaals op de [Reverb] knop om het Reverb effect te
beëindigen, zodat de indicator uitgaat.
■ De diepte van het reverb effect wijzigen
U kunt voor het reverb effect uit een tiental diepteniveaus kiezen.
1.Houd de [Reverb] knop ingedrukt, en druk op de [-] of [+]
knop.
De geselecteerde diepte van de reverb verschijnt in de display.
fig.01-22
NOTE
U kunt niet voor elke toon
afzonderlijk verschillende
diepte instellingen van het
reverb effect maken.
NOTE
U kunt de reverb effect
diepte van Session Partner,
Demo songs en Interne
songs niet wijzigen.
23
Hoofdstuk 1 het keyboard bespelen
Een variatie van effecten aan het geluid
toevoegen
Naast reverb kunt u een variatie aan wijzigingen op de geluiden van de FP5 toepassen.
Deze worden “effecten” genoemd. U kunt op de FP-5 selecteren uit een
tiental verschillende effect types.
Met de standaard fabrieksinstellingen zijn er voor elke toon afzonderlijk
bepaalde effecten voorgeprogrammeerd.
fig.01-19
1,2
NOTE
Het kan zijn dat op
sommige geluiden geen
effecten worden toegepast.
1.Druk op de [Effects] knop, zodat de indicator oplicht.
Raak het keyboard aan.
Het effect wordt toegepast op de toon, die op dit moment is geselecteerd.
2.Druk nogmaals op de [Effects] knop om het effect te
verwijderen, zodat de indicator uitgaat.
■ Het Effect type wijzigen
1.Druk op de [Effects] knop, zodat de indicator oplicht.
Het effect wordt toegepast op de toon, die op dit moment is geselecteerd.
2.Druk op de [Variation/Effects] knop, zodat de indicator
oranje oplicht.
In de display verschijnt het effectnummer.
fig.01-22
Op sommige tonen is al
direct een effect toegepast.
Als u een dergelijke toon
selecteert, licht de indicator van de [Effects] knop
automatisch op.
U kunt, wanneer de effecten die aan de hogere en
lagere toon zijn toegewezen
van elkaar verschillen, aangeven welk deel prioriteit
krijgt. Zie “Het deel waaraan de effecten worden toegevoegd instellen” (p. 44).
24
Loading...
+ 56 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.