Wij danken u en feliciteren u met uw aankoop van de digitale piano FP-3.
Hoofdkenmerken
Stijlvol, licht en compact design
Het verfijnde design past in elk interieur en omdat de piano zo licht en compact is,
kan u het instrument gemakkelijk over al mee naartoe nemen.
Authentieke piano-uitvoeringen
Door de hoogkwalitatieve klanken van een concertvleugel en een Progressive
Hammer Action-klavier met realistische piano-aanslag dat een zwaar gevoel in de
lage noten en een lichter gevoel in de hoge noten cre‘ert, kan u van echt authentieke
piano-uitvoeringen genieten.
Gelieve de paragrafen:
ÒVEILIG GEBRUIK VAN
HET TOESTELÓ en
ÒBELANGRIJKE
OPMERKINGENÓ (pg. 2;
pg. 4)
aandachtig te lezen
vooraleer u het toestel
gebruikt. Deze paragrafen
bevatten belangrijke
informatie omtrent het juiste
gebruikt van het toestel.
Daarnaast is het
aangewezen de bij uw
nieuwe toestel ingesloten
gebruikershandleiding
volledig te lezen om er zeker
van te zijn dat u van elk
kenmerk iets heeft
opgestoken. Bewaar uw
handleiding als handig
naslagwerk.
Een brede waaier van tonen die in veel muziekgenres kunnen worden gebruikt
Naast de pianoklanken is de FP-3 voorzien van 40 ingebouwde klanken die voor
bijna elke denkbare muziekstijl kunnen worden gebruikt.
U kan eveneens drumsets spelen met het instrument.
Met “Session Partner” spelen geeft u een “sessie”-gevoel
Ontdek het echte sessie-gevoel wanneer u meespeelt met een ÒRhythmÓ-sectie die
opgebouwd is uit realistische drum- en basklanken.
U kan het akkoordenschema van ÒRhythmÓ automatisch afspelen, of u kan de
akkoorden die gespeeld moeten worden bepalen met uw linkerhand.
Een groot aantal interne songs
De FP-3 is voorzien van vier interne demo-songs en van vijftig interne piano-songs.
Een grote verscheidenheid aan uitvoeringen met de Dual- en Split-functies
Zet twee van de verscheidene interne klanken van de FP-3 in lagen, speel met
verschillende klanken toegewezen aan de linkse en rechtse helft van het klavier en
geniet van de vele andere mogelijkheden van het werken met uitvoeringen.
De klavieraanslag kan ingesteld worden in functie van de kracht van
de vingers
U kan de klavieraanslag veranderen zodat deze beter is aangepast aan de kracht van
de vingers van de persoon die het klavier bespeelt.
Functies voor eenvoudig opnemen
U kan uw eigen uitvoeringen gemakkelijk opnemen met behulp van enkele
eenvoudige knopbewerkingen.
Twee aansluitpunten voor een hoofdtelefoon
De FP-3 is uitgerust met twee aansluitpunten voor een hoofdtelefoon, zodat twee
mensen tegelijk een hoofdtelefoon kunnen gebruiken.
Dit is een handig kenmerk dat gebruikt kan worden tijdens het lesgeven, of wanneer
men stukken speelt voor vier handen.
Met aansluitpunten voor Line In/Out
Als u externe audio-apparatuur aansluit op de jacks van Line Out kan u de klanken
vanuit de FP-3 door uw audio-opstelling spelen en wanneer u een CD-speler of een
gelijkaardig toestel aansluit op de jacks van Line In kan u de interne klanken samen
spelen met de uitvoeringen van de FP-3.
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze publicatie mag onder geen enkele vorm
worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toelating van ROLAND CORPORATION.
Voor het Verenigd Koninkrijk
BELANGRIJK: DE DRADEN VAN DE VOEDING ZIJN GEKLEURD VOLGENS DE HIERONDER BESCHREVEN CODE.
BLAUW:
BRUIN:
Aangezien de kleuren van de voedingsdraden van dit toestel mogelijk niet overeenkomen met de gekleurde markeringen
die de terminals in de plug aanduiden, moet u als volgt handelen:
De draad met de BLAUWE kleur moet aangesloten worden op de terminal die met de letter N is gemarkeerd of ZWART gekleurd is.
De draad met de BRUINE kleur moet aangesloten worden op de terminal die met de letter L is gemarkeerd of ROOD gekleurd is.
Verbind de bovenvermelde draden in geen gavel met de aardingsterminal van een driepinsplug.
USING THE UNIT SAFELY
NEUTRAAL
ONDER STROOM
VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL
INSTRUCTIES TER VOORKOMING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF VERWONDINGEN
OverOPGELET en
OPGELET
GEVAAR
GEVAAR
Wijst de gebruiker op het risico op
overlijden of ernstige verwondingen
wanneer het toestel niet juist wordt
gebruikt
Wijst de gebruiker op het risico op
verwondingen of beschadiging van het
materiaal wanneer het toestel niet juist
wordt gebruikt.
Met beschadiging van materiaal wordt
verwezen naar beschadiging van of
andere ongunstige effecten op de
woning ,de inboedel en huisdieren.
NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT
Over de symbolen
Het - symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen.De specifieke betekenis van
het symbool wordt bepaald door het teken in de driehoek.
Het symbool dat hier links staat, wordt gebruikt voor
algemene waarschuwingen of aanduiding van gevaar.
Het -symbool wijst de gebruiker op zaken die nooit
mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). Hetgene niet
mag worden gedaan, wordt aangeduid door het teken
in de cirkel. Het symbool dat hier links staat, duidt aan
dat het toestel nooit mag worden uit elkaar gehaald.
Het ●-symbool wijst de gebruiker op dingen die moeten
worden uitgevoerd. De specifieke zaak die moet worden
gedaan, wordt aangeduid door het teken in de cirkel.
Het symbool dat hier links staat, duidt aan dat het
stroomsnoer uit het stopcontact moet worden gehaald.
OPGELETOPGELET
001
¥Lees onderstaande instructies en de gebruikershan-
¥ Probeer het toestel niet te herstellen of er onder-
delen van te vervangen (behalve wanneer er in dit
handboek specifieke instructies worden gegeven
om dit wel te doen). Alle onderhoud moet worden
gedaan door uw leverancier, het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een erkende Roland verdeler,
zoals deze op de ÒInformatiepaginaÓ staan aangegeven.
standaard die door Roland is aanbevolen, moet dit
rek of de standaard waterpas geplaatst worden
zodat het toestel stabiel staat. Als u geen rek of
standaard gebruikt, moet u er eveneens voor
zorgen dat de locatie die u kiest om uw toestel te
plaatsen, voorzien is van een waterpas oppervlak
waarop het toestel goed steunt, zodat het niet kan
wankelen.
toestel werd meegeleverd. Zorg er ook voor dat de
lijnspanning van de installatie overeenkomt met
de inkomende spanning die op de AC-adaptor
staat vermeld. Andere AC-adaptors kunnen een
andere polariteit hebben of ontworpen zijn voor
een andere spanning, zodat hun gebruik kan
leiden tot schade, slecht functioneren, of een elektrische
schok.
¥ Het stroomsnoer niet overmatig draaien of buigen
en er geen zware voorwerpen op plaatsen. Dit kan
het snoer beschadigen en kan kortsluiting
veroorzaken. Beschadigde stroomsnoeren vormen
een risico op brand en elektrische schokken!
¥ Dit toestel kan -op zichzelf of in combinatie met
een versterker en een hoofdtelefoon of
luidsprekers- klankniveaus produceren die
permanent gehoorverlies kunnen veroorzaken.
Werk nooit gedurende een langere tijd aan een
hoog of oncomfortabel volume. Als uw gehoor
vermindert of als u gefluit hoort, moet u onmiddellijk met het gebruik van het toestel stoppen en
een oorarts raadplegen.
¥ Zet onmiddellijk de stroom uit, verwijder de AC-
adaptor van de uitgang en raadpleeg uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center
of een erkende Roland verdeler, zoals deze op de
ÒInformatiepaginaÓ staan aangegeven wanneer:
¥ de AC-adaptor, het stroomsnoer of de stekker
beschadigd is;
¥ er voorwerpen of vloeistoffen in het toestel zijn
geraakt,
¥ het toestel aan regen is blootgesteld of op een
andere manier nat geworden is,
¥ het toestel schijnbaar niet normaal werkt of een
¥ Sluit het stroomsnoer van het toestel niet samen
aan op een uitgang van een onredelijk aantal
andere toestellen. Wees vooral voorzichtig met het
gebruik van verlengsnoerenÑhet totale vermogen
dat gebruikt wordt door alle toestellen die op het
verlengsnoer zijn aangesloten, mag het vermogen
(watt/amp•re) van het verlengsnoer niet
overschrijden. Te hoge belastingen kunnen de
isolatie van het verlengsnoer doen opwarmen en
mogelijk doen smelten.
worden voor het vastmaken van de muziekstandaard of de standaard moet u deze op een veilige
plaats buiten het bereik van kinderen bewaren om het
risico op inslikken te vermijden.
Gelieve naast de onderwerpen beschreven in “VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL” op pagina 2-3, eveneens het
volgende in acht te nemen:
Stroomtoevoer
301
¥ Dit toestel mag niet worden gebruikt op hetzelfde stroom-
circuit van eender welk toestel dat lijnruis genereert (zoals
een elektrische motor of een variabel verlichtingssysteem).
302
¥ De AC-adaptor wordt warm wanneer hij lange tijd
aanhoudend wordt gebruikt. Dit is normaal en mag geen
reden geven tot ongerustheid
307
¥ Zet de stroom van alle toestellen uit vooraleer dit toestel
op andere toestellen aan te sluiten. Op deze manier
voorkomt men het slecht functioneren en/of beschadiging van luidsprekers of andere apparatuur.
Plaatsing
351
¥ Het gebruik van dit toestel in de buurt van stroomver-
sterkers (of andere apparatuur met sterke stroomtransformatoren) kan brom veroorzaken. Om dit probleem op te
lossen, moet u de richting van het toestel veranderen, of
het toestel verder van de interferentiebron verwijderen.
352
¥ Dit apparaat kan interfereren met radio- en televisie-
ontvangst. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van zulke
ontvangers.
354a
¥ Het toestel niet blootstellen aan direct zonlicht, niet in de
buurt plaatsen van apparaten die warmte afgeven, laat het
niet achter in een afgesloten voertuig of stel het niet bloot
aan extreme temperaturen. Overmatige hitte kan het
toestel vervormen of ontkleuren.
355
¥ Gebruik het toestel niet op natte plaatsen (waar het is
blootgesteld aan regen of ander vocht) om een mogelijke
panne te vermijden.
358
¥ Laat geen voorwerpen achter op het klavier. Dit kan
leiden tot een slechte werking zoals toetsen die geen klank
meer geven.
¥ Zet het toestel nooit langer dan twee weken op zijn kant.
Dit kan een slechte invloed hebben op de werking van het
klavier.
359
¥ Kleef geen stickers, enz. op het instrument. Wanneer men
deze van het instrument probeert te verwijderen kan de
externe afwerking beschadigd worden.
Bijkomende voorzorgsmaatregelen
553
¥ Behandel de knoppen, schuiven en andere controlefunc-
ties, eveneens als de jacks en de connectoren van het
toestel met de nodige voorzichtigheid. Een ruwe behan-
deling kan leiden tot een slechte werking.
¥ Nooit op de display slaan of er sterke druk op uitoefenen.
¥ Bij het aansluiten of afkoppelen van de kabels moet de
connector zelf vastgenomen worden - nooit aan de kabel
trekken. Op deze manier wordt kortsluiting en bescha-
diging van de interne elementen van de kabel voorkomen.
¥ Probeer het volume van het toestel binnen redelijke
perken te houden zodat de buren niet gestoord worden.
Misschien verkiest u het gebruik van een hoofdtelefoon,
waardoor u zich geen zorgen moet maken over degenen
die u omringen (vooral Ôs avonds laat).
¥ Wanneer u het toestel moet vervoeren, moet het indien
mogelijk in de oorspronkelijke verpakking (samen met de
pads) worden ingepakt. Is dit niet mogelijk, dan moet u
gelijkaardige verpakkingsmaterialen gebruiken.
¥ Gebruik uitsluitend het gespecifieerde expressiepedaal (EV-5;
afzonderlijk te koop). Het aansluiten van een ander expressiepedaal
kan leiden tot slecht functioneren en/of beschadiging van het toestel.
¥ Gebruik een Roland-kabel om de aansluitingen te maken.
Als u een andere kabel gebruikt, moet u de volgende
voorzorgsmaatregelen treffen.
¥ Sommige aansluitingskabels bevatten resistoren.
Gebruik voor het aansluiten van dit toestel geen kabels
die resistoren bevatten. Als men zulke kabels gebruikt
is het mogelijk dat het klankvolume zeer laag of
onmogelijk te horen is. Raadpleeg de fabrikant van de
kabel voor meer informatie over de kabelspecificaties.
Standaard (FPS-10A:
afzonderlijk te koop)
Voorzorgsmaatregelen voor de luisprekerstandaard
¥
Om ongelukken te voorkomen die worden veroorzaakt
door vallende luidsprekers, mag u de luidsprekerstan-
daarden die bij de FPS-10A zijn meegeleverd, niet gebruiken
in combinatie met een ander instrument of product
¥ Zorg er voor dat u de bijgeleverde velcro-tape gebruikt
om de luidsprekers vast te zetten daar waar ze op de
luidsprekerstandaard worden geplaatst.
¥ Wees voorzichtig als u de luidsprekers zijdelings zet om
het vermogen te vergroten: de velcro-tape kan loskomen
en de luidsprekers kunnen gemakkelijker vallen.
.
Onderhoud
401a
¥ Voor de alledaagse schoonmaak reinigt men het toestel
met een zachte, droge doek of met een doek die met een
beetje water is bevochtigd. Voor het verwijderen van
hardnekkig vuil gebruikt u een doek die in een zachte,
niet-bijtende detergent is gedrenkt. Daarna het toestel
grondig afdrogen met een zachte, droge doek.
402
¥ Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmid-
delen om ontkleuring en/of vervorming te voorkomen.
4
¥ Gelieve Roland-luidsprekers te gebruiken die aan de
volgende voorwaarden voldoen:
<Gewicht: 10 kg of minder;
Afmetingen: 210 (W) x 280 (D) x 330 (H) mm of minder>
Roland waarborgt de stabiliteit niet van een installatie
met andere luidsprekers dan degene die hierboven zijn
beschreven. Vooraleer u dit probeert, moet u zorgvuldig
controleren dat het mogelijk is die luidsprekers stabiel te
installeren en dat ze tijdens het gebruik stabiel blijven.
¥ De bevestigingsschroeven van de luidsprekerstand gewoon
vastschroeven zonder de juiste voorbereiding kan het toestel
beschadigen. Vergewis u er van dat u de bevestigingsschroeven
van de luidsprekers vastmaakt aan de luidsprekerstandaard.
Inhoud
VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL..........................2
Hiermee kan u in de linker en rechter klavierhelft
verschillende tonen spelen (pg. 16) en kan u ritme-akkoorden
bepalen met de linkerhand (pg. 31).
Tone-knoppen
4
Deze worden gebruikt om het soort van klanken (Toongroepen)
te kiezen die door het klavier worden gespeeld (pg. 14)
Display
5
Toont informatie zoals het song-nummer, het ritmenummer,
het tempo, de slag en de instelwaarden van de parameters.
[-]/[+] knop
6
Deze twee knoppen worden gebruikt om de waarden te veranderen
van een groot gamma instellingen. Als men tegelijkertijd op de [-]
en [+] knoppen drukt, wordt de instelling van een bepaalde waarde
teruggebracht tot zijn standaardwaarde. Daarnaast is het mogelijk
dat, bij sommige instellingen, de lampjes van deze knoppen van
kleur veranderen wanneer de instellingen worden veranderd.
[Tempo/Rhythm] knop
7
Druk op deze knop om het tempo of het ritme te veranderen (pg. 23, pg. 28).
Rhythm-knop
8
Schakelt elk ritme aan- of uit.
Gebruik deze twee knoppen om te bepalen of er een ritme
moet gespeeld worden in elke individuele part.
.
[Drums] knop
Zet het ritme-drumpart aan of uit (pg. 26).
Druk op deze knop wanneer u zowel de drum- als de Chord
parts wil stopzetten.
[Chord] knop
Zet de Rhythm-drumpart en de Chord-part aan en uit. U kan
eveneens alleen de Chord-part uitzetten (pg. 26).
[ (Metronome)] knop
9
Zet de interne metronoom aan en uit (pg. 23).
Recorder-knop
10
Wordt gebruikt voor het afspelen en opnemen van uitvoeringen
In deze handelingen wordt gebruik gemaakt van de
volgende twee knoppen.
.
[Play] knop
Start en stopt het afspelen van de interne songs en de
opgenomen uitvoeringen (pg. 12).
Wordt gebruikt voor het starten van uitvoeringsopnamen (pg. 33).
Kan ook gebruikt worden om ritmes plots te doen stoppen (pg. 26).
[Rec] knop
Zet het toestel in de modus waarin het klaar is voor het
opnemen van uitvoeringen (pg. 33).
[Chorus] knop
11
U kan deze knop gebruiken om driedimensionele adem en
ÒdikteÓ aan klanken te geven (pg. 20).
[Reverb] knop
12
U kan deze knop gebruiken om de karakteristieke galm van
een concertzaal toe te voegen aan wat u speelt (pg. 21).
[Song] knop
13
Voor het selecteren van interne songs (pg. 12).
Als u deze knop ingedrukt houdt en op de [Reverb] knop
drukt, kan u de aanslaggevoeligheid van het klavier
veranderen (pg. 19).
Daarenboven kan u verschillende instellingen maken
wanneer u deze knop ingedrukt houdt en op andere
welbepaalde knoppen drukt (pg. 38 tot pg.44).
6
Achterpaneel
DamperSoft
PedalLine In
1234567
OutIn
MIDI
RL (Mono
Stereo
Paneelbeschrijving
On
)
RL (Mono
Stereo
Line Out
)
Power
Off
DC In 9V
1
Pedaal-jacks
Voor de aansluiting van het meegeleverde pedaal (DP-6) of
andere geschikte pedalen (pg. 10).
2
MIDI-connectoren
U kan externe MIDI-toestellen aansluiten op de FP-3 en
hiertussen uitvoeringsgegevens uitwisselen (pg. 42).
3Line In-jacks
Voor de invoer van audio-signalen. Wordt gebruikt voor het
aansluiten van audio-toestellen en gelijkaardige apparatuur
(pg. 8).
4Line Out-jacks
Voor de uitvoer van audio-signalen. Wordt ook gebruikt
voor het aansluiten van audio-toestellen en gelijkaardige
apparatuur (pg. 8).
Hiermee kan u klanken die u op de FP-3 speelt vanuit andere
audio-toestellen doen klinken.
5[Power] schakelaar
Deze schakelaar zet de stroom aan/uit (pg. 10).
6DC In-jack
Sluit de meegeleverde AC-adaptor hierop aan (pg. 8).
7Snoerhaak
Gebruik deze om het snoer van de meegeleverde AC-adaptor
op zijn plaats te houden (pg. 8).
7
Vooraleer u gaat spelen
Om slechte werking of
beschadiging van de luidsprekers en andere toestellen te voorkomen, moet
u steeds het volume omlaag draaien en de stroom
van alle toestellen uitzetten
vooraleer u aansluitingen
maakt.
Aansluitingen maken
fig.00-01
De FP-3 is niet voorzien van een versterker of luidsprekers. Om klank te
horen, moet u ofwel een versterker en luidsprekers, of een hoofdtelefoon
aansluiten.
* De MIDI-kabel en stereo-hoofdtelefoon zijn niet meegeleverd. Raadpleeg uw
Roland-verdeler als u zulke toebehoren wil aankopen.
DamperSoft
PedalLine In
OutIn
MIDI
MIDI-toestellen (pg. 46)
Pedaalschakelaar
(DP-2, DP-6, enz.)
RL (Mono
Stereo
)
RL (Mono
Stereo
Line Out
)
On
Power
NOTE
Off
DC In 9V
AC-adaptor
Roland
Expressiepedaal (EV-5)
Pedaalschakelaar
(DP-2, DP-6, enz.)
CD-speler,
audio-toestellen
Luidspreker met ingebouwde versterker
klavierversterker, enz.
1.Controleer het volgende vooraleer u aansluitingen
maakt.
Werd het volume van de FP-3 of de aangesloten versterker volledig omlaag
gezet?
AC-kabel#
Stereo-set, enz.
Stroomuitgang
Staat de stroom van de FP-3 of de aangesloten versterker uit?
8
2.Sluit de meegeleverde AC-adaptor aan op de FP-3 en prik
het andere uiteinde in een stopcontact.
Om onvoorziene stroomonderbrekingen te voorkomen (als de stekker per ongeluk
wordt uitgetrokken) en om onnodige belasting op de DC-in-jack te vermijden, moet
u het stroomsnoer vastmaken met behulp van de snoerhaak zoals wordt aangeduid
in de illustratie
fig.00-02
.
Achterpaneel
On
Power
Off
DC In 9V
3.Sluit de versterker of de audio-apparatuur aan op de Line
Out-jacks zoals in de afbeelding wordt getoond.
Vooraleer u gaat spelen
Om de klank van de FP-3 ten volle te kunnen benutten, raden wij u aan in stereo te spelen.
Als u een monosysteem gebruikt, moet u aansluiten op de Line Out L (Mono) jack
→Zie ÒEen hoofdtelefoon aansluitenÓ (pg. 12) als u een hoofdtelefoon gebruikt.
→
Zie ÒPedalen aansluitenÓ (pg. 10) voor instructies over het aansluiten op de pedaal-jacks.
→Zie ÒMIDI-toestellen aansluitenÓ (pg. 42) voor instructies over het aansluiten op
MIDI-connectoren.
De muziekstandaard installeren
fig.00-03
1.
Bevestig de muziekstandaard, zoals getoond, aan de achterzijde
van de FP-3 met behulp van de meegeleverde schroeven
.
.
Let er bij het bevestigen van de muziekstandaard op dat u de meegeleverde
schroeven gebruikt.
Draai de schroeven naar rechts om ze vast te zetten.
Wanneer u de muziekstandaard bevestigt, moet u deze stevig met ŽŽn hand
vasthouden en er voor zorgen dat u hem niet laat vallen. Wees voorzichtig
zodat uw vingers niet geklemd raken
.
2.Om de muziekstandaard te verwijderen moet u de standaard
met ŽŽn hand ondersteunen terwijl u de schroeven losdraait.
NOTE
Oefen geen onnodige druk
uit op de ge•nstalleerde
muziekstandaard.
9
Vooraleer u gaat spelen
Pedalen aansluiten
1. Sluit het met de FP-3 meegeleverde pedaal
(DP-6x1) aan op ŽŽn van de pedaal-jacks.
Wanneer u aansluit op de damper-jack kan het pedaal
gebruikt worden als rechterpedaal (doorklinkpedaal).
Wanneer u aansluit op Soft kan het pedaal gebruikt
worden als linkerpedaal (piano-pedaal).
* Als u een pedaalsnoer van het toestel loskoppelt terwijl de
stroom aanstaat, is het mogelijk dat het pedaaleffect
onophoudelijk wordt toegepast. Vooraleer een pedaalsnoer aan
te sluiten of te verwijderen, moet u de stroom van de FP-3
uitzetten.
Rechterpedaal (doorklinkpedaal)
Gebruik deze pedaal om de klank te laten voortduren.
Wanneer deze pedaal ingedrukt is en u laat de toetsen los,
worden lange voortdurende weergalmingen aan de klank
toegevoegd.
Als u het rechterpedaal op een akoestische piano indrukt,
resoneert de klank van de snaren die werden aangeslagen
samen met andere snaren, waardoor rijke weergalmingen en
breedte aan de klank worden toegevoegd. U kan deze
resonantie (meegaande resonantie) aanpassen wanneer het
rechterpedaal wordt ingedrukt.
* Men kan de hoeveelheid resonantie veranderen die men met
het rechterpedaal verkrijgt. Gelieve voor meer informatie ÒDe
resonantie van het linkerpedaal wijzigenÓ (pg. 38) te
raadplegen.
Linkerpedaal (piano-pedaal)
Deze pedaal wordt gebruikt om de klank zachter te maken.
Als men met het linkerpedaal ingedrukt speelt, wordt een
klank geproduceerd die niet zo sterk klinkt dan wanneer
men anders met dezelfde kracht zou spelen. Het heeft
dezelfde functie als het linkerpedaal van een akoestische
piano.
* Wanneer men een pedaal aansluit op de jack van het linker-
pedaal, kan deze ook gebruikt worden als een sostenuto- of
expressiepedaal. Gelieve voor meer informatie en instructies
ÒDe manier waarop de pedalen werken veranderenÓ (pg. 38) te
raadplegen.
* Wanneer men een tweede pedaal bezit, kan u twee pedalen
tegelijkertijd gebruiken. Gelieve uw verkoper van de FP-3 te
contacteren wanneer u het optionele pedaal (DP-2/DP-6) wil
aanschaffen.
De stroom aan- en uitzetten
Wanneer de aansluitingen gemaakt zijn, moet u de stroom
van de verschillende aangesloten toestellen in de opgegeven
volgorde aanzetten. Wanneer u de toestellen in de verkeerde
volgorde aanzet, is het mogelijk dat de luidsprekers en de
andere toestellen beschadigd raken of slecht zullen
functioneren.
■ De stroom aanzetten
1. Vooraleer u de stroom aanzet, moet u het
volume volledig omlaag zetten door aan de
[Volume] knop te draaien.
fig.00-05
Draai eveneens het volume van elk aangesloten audiotoestel en andere apparatuur volledig omlaag.
2. Druk op de [Power] schakelaar op de
achterkant van het toestel.
Na enkele seconden wordt het toestel operationeel en
hoort u geluid wanneer u het klavier bespeelt.
fig.00-06
Achterpaneel
Laagste positie
On
Off
Power
DC In 9V
ON
* Dit toestel is uitgerust met een beveiligingscircuit. Na het
opstarten is er een korte tijdspanne (enkele seconden) vereist
vooraleer het toestel normaal werkt.
3. Zet de stroom aan van de aangesloten externe
apparatuur.
4. Pas het volume aan van het aangesloten
externe audio-toestel.
5. Pas het volume aan van de FP-3 om het juiste
volumeniveau te verkrijgen.
10
Vooraleer u gaat spelen
■ De stroom uitzetten
1. Vooraleer u de stroom uitzet, moet u het
volume volledig omlaag zetten door aan de
[Volume] knop te draaien.
Draai eveneens het volume van elk aangesloten audiotoestel en andere apparatuur volledig omlaag.
2. Druk op de [Power] schakelaar op de
achterkant van het toestel.
De stroom wordt uitgeschakeld.
fig.00-07
Achterpaneel
Laagste positie
On
Off
Power
DC In 9V
OFF
Het volume en de helderheid
van de klank aanpassen
fig.00-08
1. Gebruik de [Volume] knop om het algemene
volumeniveau aan te passen.
Als u de knop naar rechts draait, verhoogt het volume;
draait u de knop naar links dan verlaagt het volume.
Een hoofdtelefoon aansluiten
Als u een hoofdtelefoon aansluit, kan u op elk moment, zelfs
Ôs avonds, ongestoord uw toestel bespelen.
fig.00-09
1. Prik de hoofdtelefoon in de phones-jack aan
de linkervoorzijde van de piano.
Gebruik de [Volume] knop op de FP-3 om het volume
van de hoofdtelefoon aan te passen.
* Zorg er voor dat u een stereo-hoofdtelefoon gebruikt.
Opmerkingen bij het gebruik van een
hoofdtelefoon
¥ Om beschadiging aan het snoer te vermijden, mag u de
hoofdtelefoon alleen bij de hoofdset of de plug
vastnemen.
¥ De hoofdtelefoon kan beschadigd worden als het
volume te luid staat wanneer u hem inprikt. Zet het
volume op de FP-3 lager vooraleer u de hoofdtelefoon
inprikt.
¥ Om oorbeschadiging, gehoorverlies of beschadiging van
de hoofdtelefoon te vermijden, mag de hoofdtelefoon
niet gebruikt worden met een buitensporig hoog
volume. Gebruik de hoofdtelefoon met een gematigd
volumeniveau.
2. Gebruik [Brilliance] knop om de algemene
klankkwaliteit aan te passen.
Als u de knop naar rechts draait, dan wordt de klank
helderder; draait u de knop naar links dan wordt de
klank zachter.
11
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Interne songs beluisteren
Nu proberen we een interne song te beluisteren.
De FP-3 beschikt over vijftig ingebouwde songs.
fig.01-01
1.Druk op de [Song] knop, waardoor het lampje gaat branden.
In de display verschijnt het volgende.
fig.01-02
2.Druk op de [-] of [+] knop om de song te selecteren.
3.Druk op de [Play] knop.
De song wordt afgespeeld.
De geselecteerde song wordt tot op het einde gespeeld, waarna de playback stopt.
Meer informatie over de namen
van de interne songs vindt u in
de ÒInterne songlijstÓ (pg. 54)
.
123, 4
Over de display van de
interne songs
USr (User)ÑSlaat
opgenomen uitvoeringen
op (meer over opnemen
→pg. 33). Als Òd.Ó is
toegevoegd, duidt dit op
een van de demo-songs die
de verschillende interne
tonen van de FP-3
gebruiken
4.
■
Druk nogmaals op de [Play] knop om de playback te stoppen.
Wanneer u de volgende keer op de [Play] knop drukt, wordt de be‘indigde
song van in het begin afgespeeld.
Alle songs voortdurend afspelen (All Song Play)
Het beluisteren van alle songs die herhaaldelijk in volgorde worden
afgespeeld, noemt men ÒAll Song PlayÓ.
fig.01-06
1.Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Play]-knop.
De songs worden voortdurend afgespeeld.
Wanneer de laatste song is afgespeeld, wordt de playback hernomen van de
eerste song.
2.Druk op de [Play] knop om het afspelen te stoppen.
U verlaat All Song Play wanneer de uitvoering stopt.
Als u de volgende keer op de [Play] knop drukt, zal de be‘indigde song van
in het begin worden gespeeld.
NOTE
De interne song en Rhythm (pg.
26) kunnen niet tegelijkertijd
worden afgespeeld
12
Wanneer u de
volumebalans van het
klavier en het ritme
verandert, is het mogelijk
dat de volumebalans van
het klavier en de interne
song gewijzigd wordt. Zie
ÒDe volumebalans van het
klavier en het ritme
veranderenÓ (pg. 32).
12
Wanneer het volgende in de display verschijnt
Als er uitvoeringsgegevens in het geheugen van de FP-3 zijn opgeslagen, zal
het volgende in de display verschijnen.
fig.01-03
Flikkert groen Flikkert roodFlashes in green
U kan pas een interne song afspelen wanneer u de uitvoeringsgegevens hebt
gewist.
Druk op de [Rec] knop om de uitvoeringsgegevens te wissen en de interne
song af te spelen.
Druk op de [Play] of [Song] knop als u de song niet wil wissen.
■ Elke part afzonderlijk beluisteren
Bij de interne songs kan u de uitvoeringspart selecteren die moet worden
afgespeeld.
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Bij de piano-songs van 1 tot 50 kan u ook elke hand afzonderlijk inoefenen
terwijl u met de song meespeelt.
1.Selecteer de song die moet worden afgespeeld.
2.Houd de [Play] knop ingedrukt en druk op de [Chord (1)] of
[(2)] knop voor de part die niet moet worden afgespeeld.
Het lampje van de geselecteerde knop dooft.
De uitvoeringsgegevens zijn aan de spoorknoppen toegewezen, zoals
hieronder is aangeduid.
fig.01-05
Part van de
linkerhand
spoor
Part van de
rechterhand
3.Druk op de [Play] knop.
De playback van de song begint.
De klank van de uitvoeringspart die in stap 2 is geselecteerd, wordt niet
gespeeld.
Het tijdelijk verhinderen dat klanken van een bepaalde part niet worden
gespeeld, noemt men ÒmutingÓ (uitzetten).
4.Houd de [Play] knop ingedrukt en druk op de knop die
in stap 2 geselecteerd werd.
De klank van de uitgezette part wordt nu gespeeld.
13
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Uitvoeringen met een groot gamma
klanken
De FP-3 beschikt over 40 verschillende interne klanken waardoor u
uitvoeringen kan spelen met klanken die geschikt zijn voor verschillende
soorten muziek.
Deze ingebouwde klanken worden ÒtonenÓ genoemd. De tonen worden
onderverdeeld in zes verschillende groepen, waarvan elke groep aan een
andere toonknop is toegewezen.
De toon ÒGrand Piano 1Ó wordt geselecteerd wanneer de stroom van het
instrument aanstaat.
fig.01-07
Zie ÒToonlijstÓ (pg. 48)
voor meer informatie over
tonen.
1, 32
1.Druk op een van de toonknoppen om een toongroep te
kiezen.
U zal de toon horen die is toegewezen aan toon nummer 1 van de
geselecteerde groep. Bespeel nu het klavier.
Het toonnummer verschijnt in de display.
fig.01-08
Wanneer u op de toonknop drukt, zal het lampje van de [-] en [+] knop in
het oranje gaan branden.
2.Druk op de [-] of [+] knop om een toon uit de toongroep
te selecteren.
Het lampje van de geselecteerde toonknop gaat flikkeren, waardoor
aangeduid wordt dat de toon geselecteerd is.
3.Bespeel het klavier of druk op de flikkerende toonknop.
14
Het lampje van de toonknop gaat vast branden en u kan de klank
controleren. Wanneer u het klavier bespeelt hoort u de toon die u hebt
geselecteerd.
De volgende keer dat u deze toonknop kiest, wordt de toon gespeeld die u
hier geselecteerd hebt.
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
b
Uitvoeringen met twee gelaagde
klanken (Dual Play)
U kan vanuit ŽŽn enkele toets twee verschillende klanken spelen. Deze
uitvoeringsmethode noemt men ÒDual PlayÓ.
Voorbeeld: Piano- en strijkerstonen in lagen proberen te zetten
fig.01-09
1
1.Druk tegelijkertijd op de [Piano] knop en op de [Strings/
Pad] knop.
De lampjes van beide knoppen gaan branden.
Bespeel nu het klavier.
Zowel de piano- als de strijkersklanken worden gespeeld.
Als men op deze manier twee knoppen tegelijk indrukt, wordt Dual Play geactiveerd
In Dual Play wordt de toon van de knop die u links indrukt de ÒUppertoonÓ en de toon van de knop die u rechts indrukt de ÒLower-toonÓ
genoemd.
Het lampje van de toonknop brandt voor de Upper-toon in het oranje en
voor de Lower-toon in het rood.
fig.01-10
Oranje
Hoge toon
Hier is de piano-toon de Upper-toon en de strijkerstoon de Lower-toon.
Rood
Lage toon
U kan de toonhoogte van de
Lower-toon in stappen van
1 octaaf veranderen. Zie
ÒDe toonhoogte van de
Lower-toon in stappen van
een octaaf veranderen
.
(Octave Shift)Ó (pg. 39).
U kan de volumebalans
van de twee tonen
veranderen. Zie ÒDe
volumebalans van Dual
Play en Split Play
veranderenÓ (pg. 20).
2.Om Dual Play te verlaten, moet u op de Tone-knop drukken.
Nu zal alleen de toon klinken van de knop die u net hebt ingedrukt.
De Upper-toon en de Lower-toon verwisselen
In Dual Play-modus kan u beide toonknoppen van de twee tonen die op dit
moment zijn geselecteerd een tweede maal tegelijk indrukken om de toon
van de linkse knop aan de Lower-toon en de toon van de rechtse knop aan
de Upper-toon toe te wijzen.
U kan gemakkelijk tussen twee tonen overschakelen, wat soms nuttig is
wanneer u bijvoorbeeld de instelling hebt gemaakt dat het pedaaleffect niet
wordt toegepast op de Lower-toon (zie ÒMEMOÓ).
Hoewel het pedaaleffect op
eide tonen wordt toegepast wanneer u het pedaal
indrukt als u in Dual Play
staat, kan u de FP-3 zo
instellen dat het effect niet
op de Lower-toon wordt
toegepast. Zie ÒDe manier
waarop de pedaaleffecten
worden toegepast
veranderenÓ (pg. 39).
15
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Spelen met verschillende tonen in de linker en
rechter klavierhelft (Split Play)
Spelen met een klavier dat vanuit een bepaalde toets opgedeeld is in een
linker- en een rechterhelft, wordt ÒSplit PlayÓ genoemd en het punt waarop
het klavier verdeeld is, noemt men het ÒsplitpuntÓ.
In Split Play kan u verschillende tonen hebben in de linker- en de rechterhelft
Daarnaast kan u akkoorden specifi‘ren met de toetsen van de linkerhand
wanneer u het ritme gebruikt in uitvoeringen (Zie ÒSpelen met een
vastgelegd akkoordenschema in de linkerhand (Rhythm Split Play)Ó (pg.
31)) voor meer details.
Wanneer u het instrument aanzet, is het splitpunt ingesteld op ÒF 3Ó. De
toets van het splitpunt behoort tot de linkerhelft.
In Split Play wordt een klank die in de rechtse helft wordt gespeeld een ÒUpper-toonÓ
genoemd, en een klank die in de linkse helft wordt gespeeld, noemt men ÒLower-toonÓ.
Voorbeeld: Split play uitproberen met de piano-tonen.
fig.01-11
12, 3
.
1.Druk op de [Piano] knop.
Nu wordt de piano-toon geselecteerd.
2.Druk op de [Split] knop waardoor het lampje gaat branden.
Het klavier wordt onderverdeeld in een hoog en een laag deel.
fig.01-12
F 3 (Splitpunt)
Lage toonHoge toon
De rechterkant van het klavier speelt de piano-toon en de linkerkant speelt
een akoestische bas+ cymbaaltoon.
U kan een toon spelen voor de rechterkant (de Upper-toon) vooraleer u het
klavier opdeelt.
Het lampje van de toonknop gaat in het oranje branden voor de Upper-toon
en in het rood voor de Lower-toon.
3.Druk nogmaals op de [Split] knop om Split Play te verlaten.
Het lampje van de [Split] knop dooft en de Upper-toon wordt de toon voor
het hele klavier.
Wanneer u van Dual Play
(pg. 17) naar Split Play
overschakelt, wordt de
Upper-toon die in Dual
Play werd gebruikt,
geselecteerd als de Uppertoon voor Split Play.
U kan de volumebalans
van de twee tonen
veranderen. Zie ÒDe
volumebalans van Dual
Play en Split Play
veranderenÓ (pg. 20).
16
■ Tonen veranderen
fig.01-13
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
1
2
1.Houd de [Split] knop ingedrukt en druk tegelijkertijd op
de toonknop van de toon die u wil veranderen, dus de
hoge of de Lower-toon.
De lampjes van de [-] en [+] knoppen gaan branden in dezelfde kleur als die
van het lampje van de geselecteerde knop.
Is de kleur oranje, dat duidt dit aan dat de Upper-toon kan veranderd
worden; is de kleur rood, dan wordt de Lower-toon veranderd.
2.Gebruik de toonknoppen en de [-] en [+] knoppen om de
tonen te selecteren.
Zie ÒUitvoeringen met een groot gamma klankenÓ (pg. 16) voor meer
informatie over het selecteren van tonen.
■ Het splitpunt van het klavier veranderen
U kan de plaats waar het klavier is opgedeeld (het splitpunt) veranderen
binnen een bereik van B1 tot B6.
Wanneer u het instrument aanzet, is het splitpunt ingesteld op ÒF 3Ó.
Deze instelling blijft gelden tot u het instrument uitzet.
fig.01-14
F 3
B1B6
1.Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op een toets die
het splitpunt moet worden.
De ingedrukte toets wordt het splitpunt en hoort bij de linkerhelft van het klavier
Terwijl u de [Split] knop ingedrukt houdt, verschijnt de toets die als
splitpunt wordt gebruikt in de display.
Als de toon van dezelfde
toonknop geselecteerd is
voor zowel de hoge als de
lage tonen, kan u bepalen
welke van de tonen
veranderd is aan de hand
van de kleur van de lampjes
van de [-] en [+] knoppen.
U kan de toonhoogte van de
Lower-toon in stappen van 1
octaaf veranderen. Zie ÒDe
toonhoogte van de lage toon in
stappen van een octaaf
veranderen (Octave Shift)Ó (pg.
De naam van de toets die
als splitpunt dienst doet,
verschijnt in de display,
zoals hieronder
weergegeven.
Display
C d_ d E_
Letter
C D D E
name
Display
E F F G
Letter
E F F G
.
name
Display
A_ A b_ b
Letter
A A B B
name
Als u de [Split] knop ingedrukt houdt, kan u de waarde ook veranderen
door op de [-] of [+] knop te drukken.
Door de [
Split
] knop ingedrukt te houden en ŽŽn maal op de [-] of [+] knop te
drukken, kan u daarenboven de huidig geselecteerde waarde in de display
doen verschijnen.
Wanneer u de [Split] knop loslaat, keert u terug naar het vorige scherm.
Als u de [Split] knop ingedrukt
houdt en tegelijkertijd op de [-]
en [+] knoppen drukt, wordt
de originele waarde van de
instelling hersteld.
17
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
De volumebalans van Dual Play en
Split Play veranderen
U kan de volumebalans van de hoge en de lage tonen veranderen in Dual
Play (pg. 17) en Split Play (pg. 18).
Wanneer u het instrument aanzet, is deze balans ingesteld op Ò5Ð5Ó
(ÒLower-toon volumeÓÐÒUpper-toonvolumeÓ).
fig.01-15
23
1.Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Split]
knop.
De lampjes van de [Song] en [Split] knoppen gaan rood flikkeren.
fig.01-16
(Het lampje van de toonknop is rood)
Lage toonvolume
Hoge toonvolume
(Het lampje van de toonknop is oranje)
2.Druk op de [-] of [+] knoppen om de volumebalans aan te
passen.
Om de standaard volumebalans te herstellen, moet u tegelijkertijd op de [-]
en [+] knoppen drukken.
3.Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
1
18
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
De aanslag van het klavier veranderen
U kan de gevoeligheid van de aanslag, of de respons van de toetsen
veranderen.
Wanneer u het instrument aanzet, staat deze instelling op ÒNormalÓ.
fig.01-17
23
1.Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Reverb]
knop.
De lampjes van de [Song] en [Reverb] knoppen gaan rood flikkeren.
fig.01-18
2.Druk op de [-] of [+] knop om de aanslag te selecteren.
LampjeOmschrijving
OFF
(Vast)
1 (Light)
2 (Normal)
De klank speelt aan ŽŽn ingesteld volume, onafgezien van
de kracht waarmee u de toetsen bespeelt.
Er wordt een lichte klavieraanslag geselecteerd. U kan fortissimo (ff) spelen met een minder krachtige aanslag dan
normaal, het klavier voelt dus lichter aan. Deze instelling
maakt het spelen zelfs voor kinderen gemakkelijk.
Dit stelt de standaard klavieraanslag in. U kan spelen met
meest natuurlijke aanslag. Dit ligt het dichtst bij de
aanslag van een akoestische piano.
1
Hier wordt een zware klavieraanslag geselecteerd. U moet
3 (Heavy)
het klavier krachtiger dan normaal bespelen om fortissimo
(ff) te spelen; de klavieraanslag voelt dus zwaarder aan.
Dynamisch spel geeft nog meer gevoel aan wat u speelt.
3.Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
19
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Adem toevoegen aan de klank (Chorus Effect)
U kan een chorus-effect toepassen op de noten die u op het klavier speelt.
Als u een chorus-effect toevoegt, geeft u een grotere dimensie aan de klank,
met meer dikte en adem.
De instellingen van het chorus-effect worden voor elke klank afzonderlijk
bewaard en blijven gelden tot u de stroom uitzet.
fig.01-19
1, 2
1.
Druk op de [Chorus] knop waardoor het lampje gaat branden.
Bespeel nu het klavier.
Het chorus-effect wordt toegepast op de toon die op dit moment geselecteerd is.
2.Om het chorus-effect uit te zetten, moet u nogmaals op
de [Chorus] knop drukken waardoor het lampje dooft.
■
Een draaiende klank geven aan orgeltonen (rotary effect)
Sommige orgeltonen die met de [Organ] knop zijn geselecteerd, zijn voorzien
van een rotary-effect. Wanneer een van deze tonen wordt geselecteerd, kan u de
[Chorus] knop gebruiken om de snelheid van het rotary-effect te veranderen
Een rotary-effect geeft een ÒdraaiendÓ effect, gelijkaardig aan de klank van
een orgel dat een roterende luidspreker gebruikt.
Druk op de [Organ] knop en selecteer de orgeltoon.
Telkens u op de [Chorus] knop drukt, moet u de snelheid
van het rotary-effect verwisselen tussen snelle en trage
rotatie.
Wanneer een toon wordt geselecteerd waaraan het rotary-effect is
toegevoegd, dan zal het lampje van de [Chorus] knop rood of groen flikkeren
Op sommige tonen is reeds
chorus toegepast. Als u
zoÕn toon selecteert zal het
lampje van [Chorus]
automatisch gaan branden.
.
.
Zie ÒToonlijstÓ (pg. 48) voor
meer informatie over tonen
waarop een rotary-effect kan
worden toegepast.
Wanneer het lampje van de [Chorus] knop rood flikkert, wordt een sneller
rotary-effect toegepast.
Wanneer het lampje van de [Chorus] knop groen flikkert, wordt een trager
rotary-effect toegepast.
■ De diepte van het chorus-effect veranderen
Voor het chorus-effect kan u kiezen uit tien diepteniveaus.
1.
20
Houd de [Chorus] knop ingedrukt en druk op de [-] of [+] knop
Het lampje van de [Chorus] knop gaat rood flikkeren.
De diepte van het chorus-effect dat wordt toegepast op de toon die op dit
moment geselecteerd is, verschijnt in de display.
.
NOTE
U kan de diepteniveaus
van het rotary-effect niet
aanpassen.
Loading...
+ 44 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.