Wij danken u en feliciteren u met uw aankoop van de digitale piano FP-3.
Hoofdkenmerken
Stijlvol, licht en compact design
Het verfijnde design past in elk interieur en omdat de piano zo licht en compact is,
kan u het instrument gemakkelijk over al mee naartoe nemen.
Authentieke piano-uitvoeringen
Door de hoogkwalitatieve klanken van een concertvleugel en een Progressive
Hammer Action-klavier met realistische piano-aanslag dat een zwaar gevoel in de
lage noten en een lichter gevoel in de hoge noten cre‘ert, kan u van echt authentieke
piano-uitvoeringen genieten.
Gelieve de paragrafen:
ÒVEILIG GEBRUIK VAN
HET TOESTELÓ en
ÒBELANGRIJKE
OPMERKINGENÓ (pg. 2;
pg. 4)
aandachtig te lezen
vooraleer u het toestel
gebruikt. Deze paragrafen
bevatten belangrijke
informatie omtrent het juiste
gebruikt van het toestel.
Daarnaast is het
aangewezen de bij uw
nieuwe toestel ingesloten
gebruikershandleiding
volledig te lezen om er zeker
van te zijn dat u van elk
kenmerk iets heeft
opgestoken. Bewaar uw
handleiding als handig
naslagwerk.
Een brede waaier van tonen die in veel muziekgenres kunnen worden gebruikt
Naast de pianoklanken is de FP-3 voorzien van 40 ingebouwde klanken die voor
bijna elke denkbare muziekstijl kunnen worden gebruikt.
U kan eveneens drumsets spelen met het instrument.
Met “Session Partner” spelen geeft u een “sessie”-gevoel
Ontdek het echte sessie-gevoel wanneer u meespeelt met een ÒRhythmÓ-sectie die
opgebouwd is uit realistische drum- en basklanken.
U kan het akkoordenschema van ÒRhythmÓ automatisch afspelen, of u kan de
akkoorden die gespeeld moeten worden bepalen met uw linkerhand.
Een groot aantal interne songs
De FP-3 is voorzien van vier interne demo-songs en van vijftig interne piano-songs.
Een grote verscheidenheid aan uitvoeringen met de Dual- en Split-functies
Zet twee van de verscheidene interne klanken van de FP-3 in lagen, speel met
verschillende klanken toegewezen aan de linkse en rechtse helft van het klavier en
geniet van de vele andere mogelijkheden van het werken met uitvoeringen.
De klavieraanslag kan ingesteld worden in functie van de kracht van
de vingers
U kan de klavieraanslag veranderen zodat deze beter is aangepast aan de kracht van
de vingers van de persoon die het klavier bespeelt.
Functies voor eenvoudig opnemen
U kan uw eigen uitvoeringen gemakkelijk opnemen met behulp van enkele
eenvoudige knopbewerkingen.
Twee aansluitpunten voor een hoofdtelefoon
De FP-3 is uitgerust met twee aansluitpunten voor een hoofdtelefoon, zodat twee
mensen tegelijk een hoofdtelefoon kunnen gebruiken.
Dit is een handig kenmerk dat gebruikt kan worden tijdens het lesgeven, of wanneer
men stukken speelt voor vier handen.
Met aansluitpunten voor Line In/Out
Als u externe audio-apparatuur aansluit op de jacks van Line Out kan u de klanken
vanuit de FP-3 door uw audio-opstelling spelen en wanneer u een CD-speler of een
gelijkaardig toestel aansluit op de jacks van Line In kan u de interne klanken samen
spelen met de uitvoeringen van de FP-3.
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze publicatie mag onder geen enkele vorm
worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toelating van ROLAND CORPORATION.
Voor het Verenigd Koninkrijk
BELANGRIJK: DE DRADEN VAN DE VOEDING ZIJN GEKLEURD VOLGENS DE HIERONDER BESCHREVEN CODE.
BLAUW:
BRUIN:
Aangezien de kleuren van de voedingsdraden van dit toestel mogelijk niet overeenkomen met de gekleurde markeringen
die de terminals in de plug aanduiden, moet u als volgt handelen:
De draad met de BLAUWE kleur moet aangesloten worden op de terminal die met de letter N is gemarkeerd of ZWART gekleurd is.
De draad met de BRUINE kleur moet aangesloten worden op de terminal die met de letter L is gemarkeerd of ROOD gekleurd is.
Verbind de bovenvermelde draden in geen gavel met de aardingsterminal van een driepinsplug.
USING THE UNIT SAFELY
NEUTRAAL
ONDER STROOM
VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL
INSTRUCTIES TER VOORKOMING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF VERWONDINGEN
OverOPGELET en
OPGELET
GEVAAR
GEVAAR
Wijst de gebruiker op het risico op
overlijden of ernstige verwondingen
wanneer het toestel niet juist wordt
gebruikt
Wijst de gebruiker op het risico op
verwondingen of beschadiging van het
materiaal wanneer het toestel niet juist
wordt gebruikt.
Met beschadiging van materiaal wordt
verwezen naar beschadiging van of
andere ongunstige effecten op de
woning ,de inboedel en huisdieren.
NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT
Over de symbolen
Het - symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen.De specifieke betekenis van
het symbool wordt bepaald door het teken in de driehoek.
Het symbool dat hier links staat, wordt gebruikt voor
algemene waarschuwingen of aanduiding van gevaar.
Het -symbool wijst de gebruiker op zaken die nooit
mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). Hetgene niet
mag worden gedaan, wordt aangeduid door het teken
in de cirkel. Het symbool dat hier links staat, duidt aan
dat het toestel nooit mag worden uit elkaar gehaald.
Het ●-symbool wijst de gebruiker op dingen die moeten
worden uitgevoerd. De specifieke zaak die moet worden
gedaan, wordt aangeduid door het teken in de cirkel.
Het symbool dat hier links staat, duidt aan dat het
stroomsnoer uit het stopcontact moet worden gehaald.
OPGELETOPGELET
001
¥Lees onderstaande instructies en de gebruikershan-
¥ Probeer het toestel niet te herstellen of er onder-
delen van te vervangen (behalve wanneer er in dit
handboek specifieke instructies worden gegeven
om dit wel te doen). Alle onderhoud moet worden
gedaan door uw leverancier, het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een erkende Roland verdeler,
zoals deze op de ÒInformatiepaginaÓ staan aangegeven.
standaard die door Roland is aanbevolen, moet dit
rek of de standaard waterpas geplaatst worden
zodat het toestel stabiel staat. Als u geen rek of
standaard gebruikt, moet u er eveneens voor
zorgen dat de locatie die u kiest om uw toestel te
plaatsen, voorzien is van een waterpas oppervlak
waarop het toestel goed steunt, zodat het niet kan
wankelen.
toestel werd meegeleverd. Zorg er ook voor dat de
lijnspanning van de installatie overeenkomt met
de inkomende spanning die op de AC-adaptor
staat vermeld. Andere AC-adaptors kunnen een
andere polariteit hebben of ontworpen zijn voor
een andere spanning, zodat hun gebruik kan
leiden tot schade, slecht functioneren, of een elektrische
schok.
¥ Het stroomsnoer niet overmatig draaien of buigen
en er geen zware voorwerpen op plaatsen. Dit kan
het snoer beschadigen en kan kortsluiting
veroorzaken. Beschadigde stroomsnoeren vormen
een risico op brand en elektrische schokken!
¥ Dit toestel kan -op zichzelf of in combinatie met
een versterker en een hoofdtelefoon of
luidsprekers- klankniveaus produceren die
permanent gehoorverlies kunnen veroorzaken.
Werk nooit gedurende een langere tijd aan een
hoog of oncomfortabel volume. Als uw gehoor
vermindert of als u gefluit hoort, moet u onmiddellijk met het gebruik van het toestel stoppen en
een oorarts raadplegen.
¥ Zet onmiddellijk de stroom uit, verwijder de AC-
adaptor van de uitgang en raadpleeg uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center
of een erkende Roland verdeler, zoals deze op de
ÒInformatiepaginaÓ staan aangegeven wanneer:
¥ de AC-adaptor, het stroomsnoer of de stekker
beschadigd is;
¥ er voorwerpen of vloeistoffen in het toestel zijn
geraakt,
¥ het toestel aan regen is blootgesteld of op een
andere manier nat geworden is,
¥ het toestel schijnbaar niet normaal werkt of een
¥ Sluit het stroomsnoer van het toestel niet samen
aan op een uitgang van een onredelijk aantal
andere toestellen. Wees vooral voorzichtig met het
gebruik van verlengsnoerenÑhet totale vermogen
dat gebruikt wordt door alle toestellen die op het
verlengsnoer zijn aangesloten, mag het vermogen
(watt/amp•re) van het verlengsnoer niet
overschrijden. Te hoge belastingen kunnen de
isolatie van het verlengsnoer doen opwarmen en
mogelijk doen smelten.
worden voor het vastmaken van de muziekstandaard of de standaard moet u deze op een veilige
plaats buiten het bereik van kinderen bewaren om het
risico op inslikken te vermijden.
Gelieve naast de onderwerpen beschreven in “VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL” op pagina 2-3, eveneens het
volgende in acht te nemen:
Stroomtoevoer
301
¥ Dit toestel mag niet worden gebruikt op hetzelfde stroom-
circuit van eender welk toestel dat lijnruis genereert (zoals
een elektrische motor of een variabel verlichtingssysteem).
302
¥ De AC-adaptor wordt warm wanneer hij lange tijd
aanhoudend wordt gebruikt. Dit is normaal en mag geen
reden geven tot ongerustheid
307
¥ Zet de stroom van alle toestellen uit vooraleer dit toestel
op andere toestellen aan te sluiten. Op deze manier
voorkomt men het slecht functioneren en/of beschadiging van luidsprekers of andere apparatuur.
Plaatsing
351
¥ Het gebruik van dit toestel in de buurt van stroomver-
sterkers (of andere apparatuur met sterke stroomtransformatoren) kan brom veroorzaken. Om dit probleem op te
lossen, moet u de richting van het toestel veranderen, of
het toestel verder van de interferentiebron verwijderen.
352
¥ Dit apparaat kan interfereren met radio- en televisie-
ontvangst. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van zulke
ontvangers.
354a
¥ Het toestel niet blootstellen aan direct zonlicht, niet in de
buurt plaatsen van apparaten die warmte afgeven, laat het
niet achter in een afgesloten voertuig of stel het niet bloot
aan extreme temperaturen. Overmatige hitte kan het
toestel vervormen of ontkleuren.
355
¥ Gebruik het toestel niet op natte plaatsen (waar het is
blootgesteld aan regen of ander vocht) om een mogelijke
panne te vermijden.
358
¥ Laat geen voorwerpen achter op het klavier. Dit kan
leiden tot een slechte werking zoals toetsen die geen klank
meer geven.
¥ Zet het toestel nooit langer dan twee weken op zijn kant.
Dit kan een slechte invloed hebben op de werking van het
klavier.
359
¥ Kleef geen stickers, enz. op het instrument. Wanneer men
deze van het instrument probeert te verwijderen kan de
externe afwerking beschadigd worden.
Bijkomende voorzorgsmaatregelen
553
¥ Behandel de knoppen, schuiven en andere controlefunc-
ties, eveneens als de jacks en de connectoren van het
toestel met de nodige voorzichtigheid. Een ruwe behan-
deling kan leiden tot een slechte werking.
¥ Nooit op de display slaan of er sterke druk op uitoefenen.
¥ Bij het aansluiten of afkoppelen van de kabels moet de
connector zelf vastgenomen worden - nooit aan de kabel
trekken. Op deze manier wordt kortsluiting en bescha-
diging van de interne elementen van de kabel voorkomen.
¥ Probeer het volume van het toestel binnen redelijke
perken te houden zodat de buren niet gestoord worden.
Misschien verkiest u het gebruik van een hoofdtelefoon,
waardoor u zich geen zorgen moet maken over degenen
die u omringen (vooral Ôs avonds laat).
¥ Wanneer u het toestel moet vervoeren, moet het indien
mogelijk in de oorspronkelijke verpakking (samen met de
pads) worden ingepakt. Is dit niet mogelijk, dan moet u
gelijkaardige verpakkingsmaterialen gebruiken.
¥ Gebruik uitsluitend het gespecifieerde expressiepedaal (EV-5;
afzonderlijk te koop). Het aansluiten van een ander expressiepedaal
kan leiden tot slecht functioneren en/of beschadiging van het toestel.
¥ Gebruik een Roland-kabel om de aansluitingen te maken.
Als u een andere kabel gebruikt, moet u de volgende
voorzorgsmaatregelen treffen.
¥ Sommige aansluitingskabels bevatten resistoren.
Gebruik voor het aansluiten van dit toestel geen kabels
die resistoren bevatten. Als men zulke kabels gebruikt
is het mogelijk dat het klankvolume zeer laag of
onmogelijk te horen is. Raadpleeg de fabrikant van de
kabel voor meer informatie over de kabelspecificaties.
Standaard (FPS-10A:
afzonderlijk te koop)
Voorzorgsmaatregelen voor de luisprekerstandaard
¥
Om ongelukken te voorkomen die worden veroorzaakt
door vallende luidsprekers, mag u de luidsprekerstan-
daarden die bij de FPS-10A zijn meegeleverd, niet gebruiken
in combinatie met een ander instrument of product
¥ Zorg er voor dat u de bijgeleverde velcro-tape gebruikt
om de luidsprekers vast te zetten daar waar ze op de
luidsprekerstandaard worden geplaatst.
¥ Wees voorzichtig als u de luidsprekers zijdelings zet om
het vermogen te vergroten: de velcro-tape kan loskomen
en de luidsprekers kunnen gemakkelijker vallen.
.
Onderhoud
401a
¥ Voor de alledaagse schoonmaak reinigt men het toestel
met een zachte, droge doek of met een doek die met een
beetje water is bevochtigd. Voor het verwijderen van
hardnekkig vuil gebruikt u een doek die in een zachte,
niet-bijtende detergent is gedrenkt. Daarna het toestel
grondig afdrogen met een zachte, droge doek.
402
¥ Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmid-
delen om ontkleuring en/of vervorming te voorkomen.
4
¥ Gelieve Roland-luidsprekers te gebruiken die aan de
volgende voorwaarden voldoen:
<Gewicht: 10 kg of minder;
Afmetingen: 210 (W) x 280 (D) x 330 (H) mm of minder>
Roland waarborgt de stabiliteit niet van een installatie
met andere luidsprekers dan degene die hierboven zijn
beschreven. Vooraleer u dit probeert, moet u zorgvuldig
controleren dat het mogelijk is die luidsprekers stabiel te
installeren en dat ze tijdens het gebruik stabiel blijven.
¥ De bevestigingsschroeven van de luidsprekerstand gewoon
vastschroeven zonder de juiste voorbereiding kan het toestel
beschadigen. Vergewis u er van dat u de bevestigingsschroeven
van de luidsprekers vastmaakt aan de luidsprekerstandaard.
Inhoud
VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL..........................2
Hiermee kan u in de linker en rechter klavierhelft
verschillende tonen spelen (pg. 16) en kan u ritme-akkoorden
bepalen met de linkerhand (pg. 31).
Tone-knoppen
4
Deze worden gebruikt om het soort van klanken (Toongroepen)
te kiezen die door het klavier worden gespeeld (pg. 14)
Display
5
Toont informatie zoals het song-nummer, het ritmenummer,
het tempo, de slag en de instelwaarden van de parameters.
[-]/[+] knop
6
Deze twee knoppen worden gebruikt om de waarden te veranderen
van een groot gamma instellingen. Als men tegelijkertijd op de [-]
en [+] knoppen drukt, wordt de instelling van een bepaalde waarde
teruggebracht tot zijn standaardwaarde. Daarnaast is het mogelijk
dat, bij sommige instellingen, de lampjes van deze knoppen van
kleur veranderen wanneer de instellingen worden veranderd.
[Tempo/Rhythm] knop
7
Druk op deze knop om het tempo of het ritme te veranderen (pg. 23, pg. 28).
Rhythm-knop
8
Schakelt elk ritme aan- of uit.
Gebruik deze twee knoppen om te bepalen of er een ritme
moet gespeeld worden in elke individuele part.
.
[Drums] knop
Zet het ritme-drumpart aan of uit (pg. 26).
Druk op deze knop wanneer u zowel de drum- als de Chord
parts wil stopzetten.
[Chord] knop
Zet de Rhythm-drumpart en de Chord-part aan en uit. U kan
eveneens alleen de Chord-part uitzetten (pg. 26).
[ (Metronome)] knop
9
Zet de interne metronoom aan en uit (pg. 23).
Recorder-knop
10
Wordt gebruikt voor het afspelen en opnemen van uitvoeringen
In deze handelingen wordt gebruik gemaakt van de
volgende twee knoppen.
.
[Play] knop
Start en stopt het afspelen van de interne songs en de
opgenomen uitvoeringen (pg. 12).
Wordt gebruikt voor het starten van uitvoeringsopnamen (pg. 33).
Kan ook gebruikt worden om ritmes plots te doen stoppen (pg. 26).
[Rec] knop
Zet het toestel in de modus waarin het klaar is voor het
opnemen van uitvoeringen (pg. 33).
[Chorus] knop
11
U kan deze knop gebruiken om driedimensionele adem en
ÒdikteÓ aan klanken te geven (pg. 20).
[Reverb] knop
12
U kan deze knop gebruiken om de karakteristieke galm van
een concertzaal toe te voegen aan wat u speelt (pg. 21).
[Song] knop
13
Voor het selecteren van interne songs (pg. 12).
Als u deze knop ingedrukt houdt en op de [Reverb] knop
drukt, kan u de aanslaggevoeligheid van het klavier
veranderen (pg. 19).
Daarenboven kan u verschillende instellingen maken
wanneer u deze knop ingedrukt houdt en op andere
welbepaalde knoppen drukt (pg. 38 tot pg.44).
6
Achterpaneel
DamperSoft
PedalLine In
1234567
OutIn
MIDI
RL (Mono
Stereo
Paneelbeschrijving
On
)
RL (Mono
Stereo
Line Out
)
Power
Off
DC In 9V
1
Pedaal-jacks
Voor de aansluiting van het meegeleverde pedaal (DP-6) of
andere geschikte pedalen (pg. 10).
2
MIDI-connectoren
U kan externe MIDI-toestellen aansluiten op de FP-3 en
hiertussen uitvoeringsgegevens uitwisselen (pg. 42).
3Line In-jacks
Voor de invoer van audio-signalen. Wordt gebruikt voor het
aansluiten van audio-toestellen en gelijkaardige apparatuur
(pg. 8).
4Line Out-jacks
Voor de uitvoer van audio-signalen. Wordt ook gebruikt
voor het aansluiten van audio-toestellen en gelijkaardige
apparatuur (pg. 8).
Hiermee kan u klanken die u op de FP-3 speelt vanuit andere
audio-toestellen doen klinken.
5[Power] schakelaar
Deze schakelaar zet de stroom aan/uit (pg. 10).
6DC In-jack
Sluit de meegeleverde AC-adaptor hierop aan (pg. 8).
7Snoerhaak
Gebruik deze om het snoer van de meegeleverde AC-adaptor
op zijn plaats te houden (pg. 8).
7
Vooraleer u gaat spelen
Om slechte werking of
beschadiging van de luidsprekers en andere toestellen te voorkomen, moet
u steeds het volume omlaag draaien en de stroom
van alle toestellen uitzetten
vooraleer u aansluitingen
maakt.
Aansluitingen maken
fig.00-01
De FP-3 is niet voorzien van een versterker of luidsprekers. Om klank te
horen, moet u ofwel een versterker en luidsprekers, of een hoofdtelefoon
aansluiten.
* De MIDI-kabel en stereo-hoofdtelefoon zijn niet meegeleverd. Raadpleeg uw
Roland-verdeler als u zulke toebehoren wil aankopen.
DamperSoft
PedalLine In
OutIn
MIDI
MIDI-toestellen (pg. 46)
Pedaalschakelaar
(DP-2, DP-6, enz.)
RL (Mono
Stereo
)
RL (Mono
Stereo
Line Out
)
On
Power
NOTE
Off
DC In 9V
AC-adaptor
Roland
Expressiepedaal (EV-5)
Pedaalschakelaar
(DP-2, DP-6, enz.)
CD-speler,
audio-toestellen
Luidspreker met ingebouwde versterker
klavierversterker, enz.
1.Controleer het volgende vooraleer u aansluitingen
maakt.
Werd het volume van de FP-3 of de aangesloten versterker volledig omlaag
gezet?
AC-kabel#
Stereo-set, enz.
Stroomuitgang
Staat de stroom van de FP-3 of de aangesloten versterker uit?
8
2.Sluit de meegeleverde AC-adaptor aan op de FP-3 en prik
het andere uiteinde in een stopcontact.
Om onvoorziene stroomonderbrekingen te voorkomen (als de stekker per ongeluk
wordt uitgetrokken) en om onnodige belasting op de DC-in-jack te vermijden, moet
u het stroomsnoer vastmaken met behulp van de snoerhaak zoals wordt aangeduid
in de illustratie
fig.00-02
.
Achterpaneel
On
Power
Off
DC In 9V
3.Sluit de versterker of de audio-apparatuur aan op de Line
Out-jacks zoals in de afbeelding wordt getoond.
Vooraleer u gaat spelen
Om de klank van de FP-3 ten volle te kunnen benutten, raden wij u aan in stereo te spelen.
Als u een monosysteem gebruikt, moet u aansluiten op de Line Out L (Mono) jack
→Zie ÒEen hoofdtelefoon aansluitenÓ (pg. 12) als u een hoofdtelefoon gebruikt.
→
Zie ÒPedalen aansluitenÓ (pg. 10) voor instructies over het aansluiten op de pedaal-jacks.
→Zie ÒMIDI-toestellen aansluitenÓ (pg. 42) voor instructies over het aansluiten op
MIDI-connectoren.
De muziekstandaard installeren
fig.00-03
1.
Bevestig de muziekstandaard, zoals getoond, aan de achterzijde
van de FP-3 met behulp van de meegeleverde schroeven
.
.
Let er bij het bevestigen van de muziekstandaard op dat u de meegeleverde
schroeven gebruikt.
Draai de schroeven naar rechts om ze vast te zetten.
Wanneer u de muziekstandaard bevestigt, moet u deze stevig met ŽŽn hand
vasthouden en er voor zorgen dat u hem niet laat vallen. Wees voorzichtig
zodat uw vingers niet geklemd raken
.
2.Om de muziekstandaard te verwijderen moet u de standaard
met ŽŽn hand ondersteunen terwijl u de schroeven losdraait.
NOTE
Oefen geen onnodige druk
uit op de ge•nstalleerde
muziekstandaard.
9
Vooraleer u gaat spelen
Pedalen aansluiten
1. Sluit het met de FP-3 meegeleverde pedaal
(DP-6x1) aan op ŽŽn van de pedaal-jacks.
Wanneer u aansluit op de damper-jack kan het pedaal
gebruikt worden als rechterpedaal (doorklinkpedaal).
Wanneer u aansluit op Soft kan het pedaal gebruikt
worden als linkerpedaal (piano-pedaal).
* Als u een pedaalsnoer van het toestel loskoppelt terwijl de
stroom aanstaat, is het mogelijk dat het pedaaleffect
onophoudelijk wordt toegepast. Vooraleer een pedaalsnoer aan
te sluiten of te verwijderen, moet u de stroom van de FP-3
uitzetten.
Rechterpedaal (doorklinkpedaal)
Gebruik deze pedaal om de klank te laten voortduren.
Wanneer deze pedaal ingedrukt is en u laat de toetsen los,
worden lange voortdurende weergalmingen aan de klank
toegevoegd.
Als u het rechterpedaal op een akoestische piano indrukt,
resoneert de klank van de snaren die werden aangeslagen
samen met andere snaren, waardoor rijke weergalmingen en
breedte aan de klank worden toegevoegd. U kan deze
resonantie (meegaande resonantie) aanpassen wanneer het
rechterpedaal wordt ingedrukt.
* Men kan de hoeveelheid resonantie veranderen die men met
het rechterpedaal verkrijgt. Gelieve voor meer informatie ÒDe
resonantie van het linkerpedaal wijzigenÓ (pg. 38) te
raadplegen.
Linkerpedaal (piano-pedaal)
Deze pedaal wordt gebruikt om de klank zachter te maken.
Als men met het linkerpedaal ingedrukt speelt, wordt een
klank geproduceerd die niet zo sterk klinkt dan wanneer
men anders met dezelfde kracht zou spelen. Het heeft
dezelfde functie als het linkerpedaal van een akoestische
piano.
* Wanneer men een pedaal aansluit op de jack van het linker-
pedaal, kan deze ook gebruikt worden als een sostenuto- of
expressiepedaal. Gelieve voor meer informatie en instructies
ÒDe manier waarop de pedalen werken veranderenÓ (pg. 38) te
raadplegen.
* Wanneer men een tweede pedaal bezit, kan u twee pedalen
tegelijkertijd gebruiken. Gelieve uw verkoper van de FP-3 te
contacteren wanneer u het optionele pedaal (DP-2/DP-6) wil
aanschaffen.
De stroom aan- en uitzetten
Wanneer de aansluitingen gemaakt zijn, moet u de stroom
van de verschillende aangesloten toestellen in de opgegeven
volgorde aanzetten. Wanneer u de toestellen in de verkeerde
volgorde aanzet, is het mogelijk dat de luidsprekers en de
andere toestellen beschadigd raken of slecht zullen
functioneren.
■ De stroom aanzetten
1. Vooraleer u de stroom aanzet, moet u het
volume volledig omlaag zetten door aan de
[Volume] knop te draaien.
fig.00-05
Draai eveneens het volume van elk aangesloten audiotoestel en andere apparatuur volledig omlaag.
2. Druk op de [Power] schakelaar op de
achterkant van het toestel.
Na enkele seconden wordt het toestel operationeel en
hoort u geluid wanneer u het klavier bespeelt.
fig.00-06
Achterpaneel
Laagste positie
On
Off
Power
DC In 9V
ON
* Dit toestel is uitgerust met een beveiligingscircuit. Na het
opstarten is er een korte tijdspanne (enkele seconden) vereist
vooraleer het toestel normaal werkt.
3. Zet de stroom aan van de aangesloten externe
apparatuur.
4. Pas het volume aan van het aangesloten
externe audio-toestel.
5. Pas het volume aan van de FP-3 om het juiste
volumeniveau te verkrijgen.
10
Vooraleer u gaat spelen
■ De stroom uitzetten
1. Vooraleer u de stroom uitzet, moet u het
volume volledig omlaag zetten door aan de
[Volume] knop te draaien.
Draai eveneens het volume van elk aangesloten audiotoestel en andere apparatuur volledig omlaag.
2. Druk op de [Power] schakelaar op de
achterkant van het toestel.
De stroom wordt uitgeschakeld.
fig.00-07
Achterpaneel
Laagste positie
On
Off
Power
DC In 9V
OFF
Het volume en de helderheid
van de klank aanpassen
fig.00-08
1. Gebruik de [Volume] knop om het algemene
volumeniveau aan te passen.
Als u de knop naar rechts draait, verhoogt het volume;
draait u de knop naar links dan verlaagt het volume.
Een hoofdtelefoon aansluiten
Als u een hoofdtelefoon aansluit, kan u op elk moment, zelfs
Ôs avonds, ongestoord uw toestel bespelen.
fig.00-09
1. Prik de hoofdtelefoon in de phones-jack aan
de linkervoorzijde van de piano.
Gebruik de [Volume] knop op de FP-3 om het volume
van de hoofdtelefoon aan te passen.
* Zorg er voor dat u een stereo-hoofdtelefoon gebruikt.
Opmerkingen bij het gebruik van een
hoofdtelefoon
¥ Om beschadiging aan het snoer te vermijden, mag u de
hoofdtelefoon alleen bij de hoofdset of de plug
vastnemen.
¥ De hoofdtelefoon kan beschadigd worden als het
volume te luid staat wanneer u hem inprikt. Zet het
volume op de FP-3 lager vooraleer u de hoofdtelefoon
inprikt.
¥ Om oorbeschadiging, gehoorverlies of beschadiging van
de hoofdtelefoon te vermijden, mag de hoofdtelefoon
niet gebruikt worden met een buitensporig hoog
volume. Gebruik de hoofdtelefoon met een gematigd
volumeniveau.
2. Gebruik [Brilliance] knop om de algemene
klankkwaliteit aan te passen.
Als u de knop naar rechts draait, dan wordt de klank
helderder; draait u de knop naar links dan wordt de
klank zachter.
11
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Interne songs beluisteren
Nu proberen we een interne song te beluisteren.
De FP-3 beschikt over vijftig ingebouwde songs.
fig.01-01
1.Druk op de [Song] knop, waardoor het lampje gaat branden.
In de display verschijnt het volgende.
fig.01-02
2.Druk op de [-] of [+] knop om de song te selecteren.
3.Druk op de [Play] knop.
De song wordt afgespeeld.
De geselecteerde song wordt tot op het einde gespeeld, waarna de playback stopt.
Meer informatie over de namen
van de interne songs vindt u in
de ÒInterne songlijstÓ (pg. 54)
.
123, 4
Over de display van de
interne songs
USr (User)ÑSlaat
opgenomen uitvoeringen
op (meer over opnemen
→pg. 33). Als Òd.Ó is
toegevoegd, duidt dit op
een van de demo-songs die
de verschillende interne
tonen van de FP-3
gebruiken
4.
■
Druk nogmaals op de [Play] knop om de playback te stoppen.
Wanneer u de volgende keer op de [Play] knop drukt, wordt de be‘indigde
song van in het begin afgespeeld.
Alle songs voortdurend afspelen (All Song Play)
Het beluisteren van alle songs die herhaaldelijk in volgorde worden
afgespeeld, noemt men ÒAll Song PlayÓ.
fig.01-06
1.Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Play]-knop.
De songs worden voortdurend afgespeeld.
Wanneer de laatste song is afgespeeld, wordt de playback hernomen van de
eerste song.
2.Druk op de [Play] knop om het afspelen te stoppen.
U verlaat All Song Play wanneer de uitvoering stopt.
Als u de volgende keer op de [Play] knop drukt, zal de be‘indigde song van
in het begin worden gespeeld.
NOTE
De interne song en Rhythm (pg.
26) kunnen niet tegelijkertijd
worden afgespeeld
12
Wanneer u de
volumebalans van het
klavier en het ritme
verandert, is het mogelijk
dat de volumebalans van
het klavier en de interne
song gewijzigd wordt. Zie
ÒDe volumebalans van het
klavier en het ritme
veranderenÓ (pg. 32).
12
Wanneer het volgende in de display verschijnt
Als er uitvoeringsgegevens in het geheugen van de FP-3 zijn opgeslagen, zal
het volgende in de display verschijnen.
fig.01-03
Flikkert groen Flikkert roodFlashes in green
U kan pas een interne song afspelen wanneer u de uitvoeringsgegevens hebt
gewist.
Druk op de [Rec] knop om de uitvoeringsgegevens te wissen en de interne
song af te spelen.
Druk op de [Play] of [Song] knop als u de song niet wil wissen.
■ Elke part afzonderlijk beluisteren
Bij de interne songs kan u de uitvoeringspart selecteren die moet worden
afgespeeld.
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Bij de piano-songs van 1 tot 50 kan u ook elke hand afzonderlijk inoefenen
terwijl u met de song meespeelt.
1.Selecteer de song die moet worden afgespeeld.
2.Houd de [Play] knop ingedrukt en druk op de [Chord (1)] of
[(2)] knop voor de part die niet moet worden afgespeeld.
Het lampje van de geselecteerde knop dooft.
De uitvoeringsgegevens zijn aan de spoorknoppen toegewezen, zoals
hieronder is aangeduid.
fig.01-05
Part van de
linkerhand
spoor
Part van de
rechterhand
3.Druk op de [Play] knop.
De playback van de song begint.
De klank van de uitvoeringspart die in stap 2 is geselecteerd, wordt niet
gespeeld.
Het tijdelijk verhinderen dat klanken van een bepaalde part niet worden
gespeeld, noemt men ÒmutingÓ (uitzetten).
4.Houd de [Play] knop ingedrukt en druk op de knop die
in stap 2 geselecteerd werd.
De klank van de uitgezette part wordt nu gespeeld.
13
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Uitvoeringen met een groot gamma
klanken
De FP-3 beschikt over 40 verschillende interne klanken waardoor u
uitvoeringen kan spelen met klanken die geschikt zijn voor verschillende
soorten muziek.
Deze ingebouwde klanken worden ÒtonenÓ genoemd. De tonen worden
onderverdeeld in zes verschillende groepen, waarvan elke groep aan een
andere toonknop is toegewezen.
De toon ÒGrand Piano 1Ó wordt geselecteerd wanneer de stroom van het
instrument aanstaat.
fig.01-07
Zie ÒToonlijstÓ (pg. 48)
voor meer informatie over
tonen.
1, 32
1.Druk op een van de toonknoppen om een toongroep te
kiezen.
U zal de toon horen die is toegewezen aan toon nummer 1 van de
geselecteerde groep. Bespeel nu het klavier.
Het toonnummer verschijnt in de display.
fig.01-08
Wanneer u op de toonknop drukt, zal het lampje van de [-] en [+] knop in
het oranje gaan branden.
2.Druk op de [-] of [+] knop om een toon uit de toongroep
te selecteren.
Het lampje van de geselecteerde toonknop gaat flikkeren, waardoor
aangeduid wordt dat de toon geselecteerd is.
3.Bespeel het klavier of druk op de flikkerende toonknop.
14
Het lampje van de toonknop gaat vast branden en u kan de klank
controleren. Wanneer u het klavier bespeelt hoort u de toon die u hebt
geselecteerd.
De volgende keer dat u deze toonknop kiest, wordt de toon gespeeld die u
hier geselecteerd hebt.
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
b
Uitvoeringen met twee gelaagde
klanken (Dual Play)
U kan vanuit ŽŽn enkele toets twee verschillende klanken spelen. Deze
uitvoeringsmethode noemt men ÒDual PlayÓ.
Voorbeeld: Piano- en strijkerstonen in lagen proberen te zetten
fig.01-09
1
1.Druk tegelijkertijd op de [Piano] knop en op de [Strings/
Pad] knop.
De lampjes van beide knoppen gaan branden.
Bespeel nu het klavier.
Zowel de piano- als de strijkersklanken worden gespeeld.
Als men op deze manier twee knoppen tegelijk indrukt, wordt Dual Play geactiveerd
In Dual Play wordt de toon van de knop die u links indrukt de ÒUppertoonÓ en de toon van de knop die u rechts indrukt de ÒLower-toonÓ
genoemd.
Het lampje van de toonknop brandt voor de Upper-toon in het oranje en
voor de Lower-toon in het rood.
fig.01-10
Oranje
Hoge toon
Hier is de piano-toon de Upper-toon en de strijkerstoon de Lower-toon.
Rood
Lage toon
U kan de toonhoogte van de
Lower-toon in stappen van
1 octaaf veranderen. Zie
ÒDe toonhoogte van de
Lower-toon in stappen van
een octaaf veranderen
.
(Octave Shift)Ó (pg. 39).
U kan de volumebalans
van de twee tonen
veranderen. Zie ÒDe
volumebalans van Dual
Play en Split Play
veranderenÓ (pg. 20).
2.Om Dual Play te verlaten, moet u op de Tone-knop drukken.
Nu zal alleen de toon klinken van de knop die u net hebt ingedrukt.
De Upper-toon en de Lower-toon verwisselen
In Dual Play-modus kan u beide toonknoppen van de twee tonen die op dit
moment zijn geselecteerd een tweede maal tegelijk indrukken om de toon
van de linkse knop aan de Lower-toon en de toon van de rechtse knop aan
de Upper-toon toe te wijzen.
U kan gemakkelijk tussen twee tonen overschakelen, wat soms nuttig is
wanneer u bijvoorbeeld de instelling hebt gemaakt dat het pedaaleffect niet
wordt toegepast op de Lower-toon (zie ÒMEMOÓ).
Hoewel het pedaaleffect op
eide tonen wordt toegepast wanneer u het pedaal
indrukt als u in Dual Play
staat, kan u de FP-3 zo
instellen dat het effect niet
op de Lower-toon wordt
toegepast. Zie ÒDe manier
waarop de pedaaleffecten
worden toegepast
veranderenÓ (pg. 39).
15
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Spelen met verschillende tonen in de linker en
rechter klavierhelft (Split Play)
Spelen met een klavier dat vanuit een bepaalde toets opgedeeld is in een
linker- en een rechterhelft, wordt ÒSplit PlayÓ genoemd en het punt waarop
het klavier verdeeld is, noemt men het ÒsplitpuntÓ.
In Split Play kan u verschillende tonen hebben in de linker- en de rechterhelft
Daarnaast kan u akkoorden specifi‘ren met de toetsen van de linkerhand
wanneer u het ritme gebruikt in uitvoeringen (Zie ÒSpelen met een
vastgelegd akkoordenschema in de linkerhand (Rhythm Split Play)Ó (pg.
31)) voor meer details.
Wanneer u het instrument aanzet, is het splitpunt ingesteld op ÒF 3Ó. De
toets van het splitpunt behoort tot de linkerhelft.
In Split Play wordt een klank die in de rechtse helft wordt gespeeld een ÒUpper-toonÓ
genoemd, en een klank die in de linkse helft wordt gespeeld, noemt men ÒLower-toonÓ.
Voorbeeld: Split play uitproberen met de piano-tonen.
fig.01-11
12, 3
.
1.Druk op de [Piano] knop.
Nu wordt de piano-toon geselecteerd.
2.Druk op de [Split] knop waardoor het lampje gaat branden.
Het klavier wordt onderverdeeld in een hoog en een laag deel.
fig.01-12
F 3 (Splitpunt)
Lage toonHoge toon
De rechterkant van het klavier speelt de piano-toon en de linkerkant speelt
een akoestische bas+ cymbaaltoon.
U kan een toon spelen voor de rechterkant (de Upper-toon) vooraleer u het
klavier opdeelt.
Het lampje van de toonknop gaat in het oranje branden voor de Upper-toon
en in het rood voor de Lower-toon.
3.Druk nogmaals op de [Split] knop om Split Play te verlaten.
Het lampje van de [Split] knop dooft en de Upper-toon wordt de toon voor
het hele klavier.
Wanneer u van Dual Play
(pg. 17) naar Split Play
overschakelt, wordt de
Upper-toon die in Dual
Play werd gebruikt,
geselecteerd als de Uppertoon voor Split Play.
U kan de volumebalans
van de twee tonen
veranderen. Zie ÒDe
volumebalans van Dual
Play en Split Play
veranderenÓ (pg. 20).
16
■ Tonen veranderen
fig.01-13
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
1
2
1.Houd de [Split] knop ingedrukt en druk tegelijkertijd op
de toonknop van de toon die u wil veranderen, dus de
hoge of de Lower-toon.
De lampjes van de [-] en [+] knoppen gaan branden in dezelfde kleur als die
van het lampje van de geselecteerde knop.
Is de kleur oranje, dat duidt dit aan dat de Upper-toon kan veranderd
worden; is de kleur rood, dan wordt de Lower-toon veranderd.
2.Gebruik de toonknoppen en de [-] en [+] knoppen om de
tonen te selecteren.
Zie ÒUitvoeringen met een groot gamma klankenÓ (pg. 16) voor meer
informatie over het selecteren van tonen.
■ Het splitpunt van het klavier veranderen
U kan de plaats waar het klavier is opgedeeld (het splitpunt) veranderen
binnen een bereik van B1 tot B6.
Wanneer u het instrument aanzet, is het splitpunt ingesteld op ÒF 3Ó.
Deze instelling blijft gelden tot u het instrument uitzet.
fig.01-14
F 3
B1B6
1.Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op een toets die
het splitpunt moet worden.
De ingedrukte toets wordt het splitpunt en hoort bij de linkerhelft van het klavier
Terwijl u de [Split] knop ingedrukt houdt, verschijnt de toets die als
splitpunt wordt gebruikt in de display.
Als de toon van dezelfde
toonknop geselecteerd is
voor zowel de hoge als de
lage tonen, kan u bepalen
welke van de tonen
veranderd is aan de hand
van de kleur van de lampjes
van de [-] en [+] knoppen.
U kan de toonhoogte van de
Lower-toon in stappen van 1
octaaf veranderen. Zie ÒDe
toonhoogte van de lage toon in
stappen van een octaaf
veranderen (Octave Shift)Ó (pg.
De naam van de toets die
als splitpunt dienst doet,
verschijnt in de display,
zoals hieronder
weergegeven.
Display
C d_ d E_
Letter
C D D E
name
Display
E F F G
Letter
E F F G
.
name
Display
A_ A b_ b
Letter
A A B B
name
Als u de [Split] knop ingedrukt houdt, kan u de waarde ook veranderen
door op de [-] of [+] knop te drukken.
Door de [
Split
] knop ingedrukt te houden en ŽŽn maal op de [-] of [+] knop te
drukken, kan u daarenboven de huidig geselecteerde waarde in de display
doen verschijnen.
Wanneer u de [Split] knop loslaat, keert u terug naar het vorige scherm.
Als u de [Split] knop ingedrukt
houdt en tegelijkertijd op de [-]
en [+] knoppen drukt, wordt
de originele waarde van de
instelling hersteld.
17
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
De volumebalans van Dual Play en
Split Play veranderen
U kan de volumebalans van de hoge en de lage tonen veranderen in Dual
Play (pg. 17) en Split Play (pg. 18).
Wanneer u het instrument aanzet, is deze balans ingesteld op Ò5Ð5Ó
(ÒLower-toon volumeÓÐÒUpper-toonvolumeÓ).
fig.01-15
23
1.Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Split]
knop.
De lampjes van de [Song] en [Split] knoppen gaan rood flikkeren.
fig.01-16
(Het lampje van de toonknop is rood)
Lage toonvolume
Hoge toonvolume
(Het lampje van de toonknop is oranje)
2.Druk op de [-] of [+] knoppen om de volumebalans aan te
passen.
Om de standaard volumebalans te herstellen, moet u tegelijkertijd op de [-]
en [+] knoppen drukken.
3.Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
1
18
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
De aanslag van het klavier veranderen
U kan de gevoeligheid van de aanslag, of de respons van de toetsen
veranderen.
Wanneer u het instrument aanzet, staat deze instelling op ÒNormalÓ.
fig.01-17
23
1.Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Reverb]
knop.
De lampjes van de [Song] en [Reverb] knoppen gaan rood flikkeren.
fig.01-18
2.Druk op de [-] of [+] knop om de aanslag te selecteren.
LampjeOmschrijving
OFF
(Vast)
1 (Light)
2 (Normal)
De klank speelt aan ŽŽn ingesteld volume, onafgezien van
de kracht waarmee u de toetsen bespeelt.
Er wordt een lichte klavieraanslag geselecteerd. U kan fortissimo (ff) spelen met een minder krachtige aanslag dan
normaal, het klavier voelt dus lichter aan. Deze instelling
maakt het spelen zelfs voor kinderen gemakkelijk.
Dit stelt de standaard klavieraanslag in. U kan spelen met
meest natuurlijke aanslag. Dit ligt het dichtst bij de
aanslag van een akoestische piano.
1
Hier wordt een zware klavieraanslag geselecteerd. U moet
3 (Heavy)
het klavier krachtiger dan normaal bespelen om fortissimo
(ff) te spelen; de klavieraanslag voelt dus zwaarder aan.
Dynamisch spel geeft nog meer gevoel aan wat u speelt.
3.Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
19
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Adem toevoegen aan de klank (Chorus Effect)
U kan een chorus-effect toepassen op de noten die u op het klavier speelt.
Als u een chorus-effect toevoegt, geeft u een grotere dimensie aan de klank,
met meer dikte en adem.
De instellingen van het chorus-effect worden voor elke klank afzonderlijk
bewaard en blijven gelden tot u de stroom uitzet.
fig.01-19
1, 2
1.
Druk op de [Chorus] knop waardoor het lampje gaat branden.
Bespeel nu het klavier.
Het chorus-effect wordt toegepast op de toon die op dit moment geselecteerd is.
2.Om het chorus-effect uit te zetten, moet u nogmaals op
de [Chorus] knop drukken waardoor het lampje dooft.
■
Een draaiende klank geven aan orgeltonen (rotary effect)
Sommige orgeltonen die met de [Organ] knop zijn geselecteerd, zijn voorzien
van een rotary-effect. Wanneer een van deze tonen wordt geselecteerd, kan u de
[Chorus] knop gebruiken om de snelheid van het rotary-effect te veranderen
Een rotary-effect geeft een ÒdraaiendÓ effect, gelijkaardig aan de klank van
een orgel dat een roterende luidspreker gebruikt.
Druk op de [Organ] knop en selecteer de orgeltoon.
Telkens u op de [Chorus] knop drukt, moet u de snelheid
van het rotary-effect verwisselen tussen snelle en trage
rotatie.
Wanneer een toon wordt geselecteerd waaraan het rotary-effect is
toegevoegd, dan zal het lampje van de [Chorus] knop rood of groen flikkeren
Op sommige tonen is reeds
chorus toegepast. Als u
zoÕn toon selecteert zal het
lampje van [Chorus]
automatisch gaan branden.
.
.
Zie ÒToonlijstÓ (pg. 48) voor
meer informatie over tonen
waarop een rotary-effect kan
worden toegepast.
Wanneer het lampje van de [Chorus] knop rood flikkert, wordt een sneller
rotary-effect toegepast.
Wanneer het lampje van de [Chorus] knop groen flikkert, wordt een trager
rotary-effect toegepast.
■ De diepte van het chorus-effect veranderen
Voor het chorus-effect kan u kiezen uit tien diepteniveaus.
1.
20
Houd de [Chorus] knop ingedrukt en druk op de [-] of [+] knop
Het lampje van de [Chorus] knop gaat rood flikkeren.
De diepte van het chorus-effect dat wordt toegepast op de toon die op dit
moment geselecteerd is, verschijnt in de display.
.
NOTE
U kan de diepteniveaus
van het rotary-effect niet
aanpassen.
fig.01-20
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
2.
Druk op de [-] or [+] knop om de diepte van het effect te veranderen
3.Druk nogmaals op de [Chorus] knop.
Het knoplampje keert terug naar zijn vorige toestand.
Wanneer u de volgende keer dezelfde toon kiest, wordt het chorus-effect
toegepast met de diepte die u hier hebt geselecteerd.
Galm toevoegen aan klanken (het reverb-effect)
U kan een reverb-effect toepassen op de noten die u op het klavier speelt.
Het reverb-effect geeft een aangename weergalm, en geeft de indruk dat u
in een concertzaal of vergelijkbare ruimte aan het spelen bent.
fig.01-21
1.Druk op de [Reverb] knop waardoor het lampje gaat branden.
.
1, 2
Bespeel nu het klavier.
Het reverb-effect wordt op de volledige toon toegepast.
2.Druk nogmaals op de [Reverb] knop om het reverb-effect
uit te zetten; het lampje zal doven.
■ De diepte van het reverb-effect veranderen
Voor het reverb-effect kan u kiezen uit tien diepteniveaus.
1.
2.
Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de [-] of [+] knop
Het lampje van de [Reverb] knop gaat rood flikkeren.
De geselecteerde diepte van het reverb-effect verschijnt in de display.
fig.01-22
Druk op de [-] of [+] knop om de diepte van het effect te selecteren
3.Druk nogmaals op de [Reverb] knop.
Het lampje keert terug naar zijn vorige toestand.
.
NOTE
U kan geen afzonderlijke
effectdiepte-instellingen
instellen voor elke
individuele toon. Het effect
wordt met dezelfde diepte
op alle tonen toegepast.
.
21
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
De toonaard van het klavier
transponeren (Key Transpose)
U kan de toonaard van een uitvoering transponeren zonder de positie van uw vingers
op het klavier te moeten veranderen. Dit kenmerk noemt men ÒKey Transpose
Hierdoor kan u een song in een moeilijke toonaard met veel kruisen ( ) en
b-mollen ( ) in een toonaard spelen waarvan de vingerzetting voor u
gemakkelijker is. Dit is handig bij de begeleiding van een lied wanneer u uw
spel moet aanpassen aan de toonaard van de stem van de zanger.
fig.01-23
Ó.
Druk op de overeenkomstige toets
1.Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de toets die
overeenkomt met de grondnoot van de gewenste toonaard.
De waarde van de Key Transpose-instellingen verschijnt voortdurend in de
display terwijl u de [Song] knop ingedrukt houdt.
Wanneer u de [Song] knop ingedrukt houdt, kan u de waarde zelfs
veranderen door op de [-] of [+] knop te drukken.
Daarenboven kan u, wanneer u de [Song] knop ingedrukt houdt en ŽŽn maal op de [-]
of [+] knop drukt, de huidige geselecteerde Key Transpose-waarde doen verschijnen.
Het beschikbare bereik is -6Ð0Ð5.
fig.01-24
Wanneer u de [Song] knop loslaat, keert u terug naar het vorige scherm.
2.Om naar de originele toonaard terug te keren, moet u de
[Song] knop ingedrukt houden en op de C-toets drukken
(de grondnoot van C-groot).
1, 2
Wanneer u de [Song] knop
ingedrukt houdt en
tegelijkertijd op de [-] en [+]
knop drukt, wordt de
instelling teruggebracht tot
zijn oorspronkelijke
waarde.
Voorbeeld: een song spelen in de toonaard van E-groot na
transpositie naar C-groot
Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de E -toets (want E is de grondnoot).
Als men C als referentiepunt neemt, gaat u vier toetsen (de zwarte toetsen
inbegrepen) omhoog om E te bereiken, dus verschijnt Ò4Ó in de display.
fig.01-25
22
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
De metronoom gebruiken
Hier wordt beschreven hoe u een metronoom kan gebruiken.
fig.02-01
1.Druk op de [ (Metronome)] knop om de metronoom-
klank te horen.
Het lampje van de [Tempo/Rhythm] knop gaat rood en groen flikkeren in
de maat van de slag die op dat moment geselecteerd is. Het lampje licht rood
op bij de eerste tijd en licht groen op bij de zwakke tijden.
1, 2
Het tempo verschijnt in de display.
fig.02-02
2.Druk opnieuw op de [ (Metronome)] knop om de
metronoom uit te zetten.
■ Het tempo veranderen
1.Druk op de [Tempo/Rhythm] knop zodat het tempo in de
display verschijnt.
Als u op de [Tempo/Rhythm] knop drukt, verschijnt beurtelings het tempo
en het op dit moment geselecteerde ritmenummer (aangeduid door een ÒrÓ
die aan het ritmenummer voorafgaat).
Wanneer het tempo in de display verschijnt, gaan de lampjes van de [-] en
[+] knoppen in het rood branden.
2.Druk op de [-] of [+] knop om het tempo aan te passen.
Zie ÒHoofdstuk 2 Met
ritmes meespelenÓ (pg. 25)
voor meer details over
ritme.
23
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
■ De slag van de metronoom veranderen
1.Druk op de [-] of [+] knop terwijl u de [Tempo/Rhythm]
ingedrukt houdt.
Het lampje van de [Tempo/Rhythm] knop gaat rood flikkeren.
De op dit moment geselecteerde slag verschijnt in de display.
fig.02-03
2.Druk op de [-] of [+] knop om de slag te selecteren.
U kan een van de volgende slagen selecteren.
DisplaySlagDisplaySlag
2.22/2 6.46/4
0.4
2.42/4 3.83/8
3.43/4 6.86/8
4.44/4 9.89/8
5.45/4 12.812/8
Alleen zwakke
tijden
7.47/4
NOTE
De metronoomslag kan niet
veranderd worden
wanneer een song of een
ritme gespeeld wordt.
3.Druk op de [Tempo/Rhythm] knop.
Het knoplampje keert terug naar zijn vorige toestand.
■ Het volume veranderen
Het metronoomvolume kan met tien beschikbare volumeniveaus aangepast
worden.
Deze instelling staat op Ò5Ó wanneer het instrument wordt aangezet.
1.Druk op de [-] of [+] knop terwijl u de [ (Metronome)]
knop ingedrukt houdt.
Het lampje van de [ (Metronome)] gaat rood flikkeren.
Het op dit moment geselecteerde metronoomvolume verschijnt in de
display.
fig.02-04
2.Druk op de [-] of [+] knop om het volume aan te passen.
3.Druk op de [ (Metronome)] knop.
Het knoplampje keert terug naar zijn vorige toestand.
24
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Wat is Session Partner?
Met “Session Partner” spelen geeft u een “sessie-gevoel”
ÒSession PartnerÓ is een functie waarmee u de On/Off-status van de twee
ritmeknoppen samen met ÒRhythmÓ kan selecteren zodat u op een
eenvoudige manier begeleiding kan toevoegen.
U kan introÕs, eindes en fill-ins (korte frasen die op overgangspunten in de
song worden ingevoegd) spelen door de knoppen in te drukken terwijl u het
klavier bespeelt.
Daarnaast kan u eveneens automatische akkoordveranderingen maken
terwijl u het ritme speelt, waardoor u piano-uitvoeringen verkrijgt met een
sessie-gevoelÑalsof u begeleid wordt door een heel orkest.
Wat kan u doen met “Session Partner”
Met ÒSession PartnerÓ kan u hoofdzakelijk het volgende doen.
¥ Meespelen met een Rhythm Drum Part in plaats van de
metronoomklank (pg. 26)
¥ Piano spelen met een sessie-gevoel samen met ritmes terwijl het
akkoordenschema automatisch wordt voortgezet (pg. 26)
¥ Piano spelen om in uw eigen begeleiding te voorzien terwijl u
akkoorden aangeeft met uw linkerhand (het linkse deel van het klavier)
(pg. 31)
¥ Ritmes samen met gespecifieerde akkoorden opnemen en daarna het
volledige klavier gebruiken om samen met deze vooropgenomen
begeleiding te spelen (pg. 35)
Als u de akkoorden en de ritmes verandert, kan u zelfs wanneer u dezelfde
melodie speelt op eenvoudige wijze verschillende soorten nieuwe
arrangementen cre‘ren.
ÒSession PartnerÓ biedt u een groot gamma uitvoeringsmogelijkheden,
waarvan wij hopen dat u zoveel mogelijk geniet.
Wat zijn de FP-3’s “ritmes”?
De FP-3 beschikt over interne ÒritmesÓ, waaronder jazz, rock en een groot
aantal andere muziekstijlen.
ÒRitmesÓ combineren ritmische patronen, baspatronen en andere elementen
van verschillende muziekstijlen en vormen de basis van de
uitvoeringsbegeleiding in de ÒSession PartnerÓ-functie.
Daarnaast is elk ritme samengesteld uit een ÒDrum PartÓ (drumpartij) en
een ÒChord PartÓ (akkoordenpartij).
Drum Parts bestaan uit drumklanken. Chord Parts zijn partijen waarin
akkoorden worden gespeeld met de basklank als basis maar waarin
eveneens andere instrumentale klanken worden gebruikt. U kan elk van
deze Parts spelen door op de [Drums] en [Chord] knoppen te drukken.
25
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Meespelen met ritmes
fig.02-05
■ Meespelen met drumklanken
Nu gaan we een uitvoering proberen te spelen terwijl de klank van de Drum
Part van het ritme speelt.
Aangezien er een breed gamma muziekstijlen beschikbaar is, moet u er voor
zorgen dat u het ritme gebruikt dat het best geschikt is voor de song die u
speelt. Zie ook ÒEen ritme selecterenÓ (pg. 28).
1.Druk op de [Drums] knop.
Het lampje van de [Drums] knop gaat branden en de intro begint te spelen.
2.Wanneer u nogmaals op de [Drums] knop drukt, wordt
het einde gespeeld en stopt het ritme.
Het lampje van de [Drums] knop dooft.
■ Meespelen met akkoordpartijen (chord parts)
Naast Drum Parts kan u eveneens met ÒChord PartsÓ spelen waarin bas- en
andere klanken gebruikt worden.
Het akkoordenschema volgt automatisch, dus u kan de melodie gerust
spelen op de manier die u verkiest.
U kan eveneens de Chord Part tijdens de uitvoering stopzetten en alleen de
Drum Part laten verderspelen.
1.Druk op de [Chord] knop.
De lampjes van de [Chord] en [Drums] knoppen gaan branden en de intro
begint te spelen.
NOTE
U kan de interne song en
Rhythm niet tegelijkertijd
spelen.
Zie ÒRitmelijstÓ (pg. 49).
voor meer informatie over
de verschillende soorten
ritme.
Een ritme onmiddellijk
stopzetten
Druk op de [Play] knop om
een ritme onmiddellijk te
stoppen. Wanneer het
lampje van de [Drums]
knop rood brandt en u
drukt nogmaals op de
[Drums] knop, kan u de
intro of het einde
onmiddellijk stoppen, zelfs
terwijl deze gespeeld
worden
2.Druk op de [Chord] knop waardoor het lampje dooft.
De klank van de Chord Part stopt en de Drum Part wordt alleen verder gespeeld.
3.Druk nogmaals op de [Chord] knop waardoor het
knoplampje gaat branden.
De klank van de Chord Part begint opnieuw te spelen.
4.Wanneer u nogmaals op de [Drums] knop drukt, wordt
het einde gespeeld en zal het ritme stoppen.
De lampjes van de [Chord] en de [Drums] knop doven.
26
U kan de patronen van de
akkoordenschemaÕs
veranderen. Zie ÒLijst van
akkoordenschemapatronenÓ
U kan de akkoorden bepalen
die in een ritme worden
gespeeld. Zie ÒSpelen met een
vastgelegd akkoordenschema
in de linkerhand (Rhythm
Split Play)Ó (pg. 31) voor
meer details.
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Gedoofd
Brandt rood
Alleen de basklank van de akkoordpartij spelen
Een Chord Part van een ritme bevat niet alleen de basis-basklank van dat
ritme, maar kan eveneens de klank bevatten van andere instrumenten. Het
is echter wel mogelijk om uitsluitend de basklank van zulke Chord Parts te
spelen.
U kan de instellingen eveneens veranderen terwijl het ritme wordt
gespeeld.
Deze instelling geldt dan voor alle ritmes tot de stroom van de FP-3 wordt
uitgezet.
1.Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Chord]
knop.
De lampjes van de [Song] en [Chord] knoppen gaan rood flikkeren.
fig.02-07
2.Druk op de [-] or [+] knop om de instelling te selecteren.
LampjeOmschrijving
OnAlle klanken van de Chord Part worden gespeeld.
OFFAlleen de basklank van de Chord Part wordt gespeeld.
3.Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
Over het branden van de [Drums] en [Chord] knoplampjes
De lampjes van de [Drums] en [Chord] knoppen geven de status aan van de
ritme-uitvoering, zoals hieronder aangeduid.
LampjeUitvoering
De uitvoering is gestopt
Intro/Fill-In/einde wordt gespeeld
Brandt groen
Ritme wordt gespeeld
27
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Een ritme selecteren
Probeer nu het ritme dat gespeeld wordt te veranderen.
fig.02-09
1.Druk op de [Tempo/Rhythm] knop zodat het
ritmenummer in de display verschijnt.
Ritmenummers zijn aangeduid met een ÒrÓ voor het nummer.
Wanneer een ritme in de display verschijnt, branden de knoplampjes van
[-] en [+] in het groen.
fig.02-10
214 3
2.Druk op de [-] of [+] knop om het ritme te selecteren.
3.Druk op de [Chord] of [Drums] knop.
Het lampje van de knop gaat branden en de intro van het geselecteerde
ritme begint te spelen.
4.Druk op de [Drums] knop om de uitvoering stop te
zetten.
Er wordt een einde gespeeld, waarna het ritme stopt.
Het lampje van de [Chord] of [Drums] knop dooft.
■ Ritmes veranderen terwijl u speelt
Als u een ritme verandert terwijl een ritme gespeeld wordt, zal het nieuw
geselecteerde ritme beginnen te spelen nadat de fill-in gespeeld is. Het
lampje van de [Chord] of [Drums] knop gaat rood branden terwijl de fill-in
gespeeld wordt.
Wat is een “Fill In”?
Een korte improvisatorische frase die aan de maatstreep is toegevoegd
wordt een ÒFill InÓ genoemd.
NOTE
U kan het ritme niet
veranderen terwijl de intro
of het einde wordt gespeeld
28
De frase die het best voor het geselecteerde ritme geschikt is, wordt
gespeeld.
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Het tempo van een ritme veranderen
U kan het tempo van het geselecteerde ritme veranderen. Daarnaast kan u
het tempo ook veranderen terwijl het ritme gespeeld wordt.
fig.02-08
21
1.Druk op de [Tempo/Rhythm] knop zodat het tempo in de
display verschijnt.
Als u op de [Tempo/Rhythm] knop drukt, verschijnt beurtelings het tempo
en het op dit moment geselecteerde ritmenummer (voorafgegaan door een
ÒrÓ).
Wanneer het tempo in de display verschijnt, branden de lampjes van de [-]
en [+] knoppen in het rood.
2.Druk op de [+] en [-] knoppen om het tempo aan te
passen.
Het tempo kan aangepast worden binnen een bereik van 20 ~ 250.
Wanneer u op de [Chord] of [Drums] knop drukt, wordt het ritme aan het
geselecteerde tempo gespeeld.
Als u tegelijkertijd op de [-] en [+] drukt, wordt het tempo teruggebracht op
96.
29
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Het akkoordenschema van een ritme selecteren
Wanneer de Chord Part wordt gespeeld tijdens een uitvoering volgen de
akkoorden elkaar automatisch op. Indien u dat wenst, kan u het patroon van
het akkoordenschema veranderen.
Deze instellingen kunnen niet voor elk ritme afzonderlijk gememoriseerd
worden.
1.Houd de [Chord] knop ingedrukt en druk op de [-] of [+]
knop.
Het lampje van de [Chord] knop flikkert in het rood.
Zie ÒLijst van
akkoordenschemapatronen
Ó (pg. 50) voor meer
informatie over
akkoordenschemapatronen.
Het op dit moment geselecteerde patroonnummer van het
akkoordenschema en de grondtoon van het startakkoord verschijnen in de
display.
De uitvoering stopt wanneer het ritme gespeeld wordt.
fig.02-11
Patroonnummer van het akkoordenschema Grondnoot van het beginakkoord
2.Druk op de [-] of [+] knop om het
akkoordenschemapatroon te veranderen.
3.Druk op de toets die overeenkomt met de grondnoot van
het eerste akkoord.
Het akkoordenschema dat volgt, werd veranderd zodat het overeenkomt
met het aangeduide akkoord.
fig.02-12
De grondnoot verschijnt in
de display zoals hieronder
aangeduid.
Display
C C d E_
Letter
C C D E
name
Display
E F F G
Letter
E F F G
name
Display
A_ A b_ b
Letter
A A B B
name
In Split Play kan u zelf
akkoorden bepalen. Zie
ÒSpelen met een vastgelegd
akkoordenschema in de
linkerhand (Rhythm Split
Play)Ó (pg. 31) voor meer
details.
C
CDEEFFGAAB
4.Druk nogmaals op de [Chord] knop.
Het knoplampje keert terug naar zijn vorige toestand.
30
B
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
b
Spelen met een vastgelegd akkoordenschema
in de linkerhand (Rhythm Split Play)
Het uitvoeren met een klavier dat op een bepaald punt in een linker- en
rechterhelft is opgedeeld, noemt men ÒSplit Play.Ó
Als men het ritme gebruikt wanneer Split Play aan staat, dan is het mogelijk om
de akkoorden te specifi‘ren met de toetsen van de linkerhelft van het klavier.
fig.02-13
1, 54 2
1.Druk op de [Split] knop waardoor het lampje gaat branden.
2.Druk op de [Chord] knop waardoor het lampje gaat branden.
De lampjes van de [Chord] en [Drums] knoppen flikkeren en de FP-3 wordt
in stand-by modus gezet.
Wanneer men op de [Split] knop drukt terwijl er een uitvoering wordt
gespeeld, dan zal het ritme stoppen.
3.Het akkoord wordt aangeduid door een toets in de
linkerhelft van het klavier en het ritme begint.
fig.02-14
F 3 (Split point)
NOTE
Bij het aanduiden van akkoorden in de linkerhelft van het
klavier wordt Dual Play (pg. 17)
in de rechterhelft uitgeschakeld
Het punt waarop het
klavier is verdeeld, noemt
men het ÒsplitpuntÓ; u kan
dit splitpunt veranderen.
Zie ÒHet splitpunt van het
klavier veranderenÓ (pg.
19) voor meer informatie.
The range specifyed a chord
U kan akkoorden
Specifieer het akkoord in de linkerhelft van het klavier en speel de melodie
op de rechterhelft.
Het is niet nodig de toetsen van de akkoorden in de linkerhelft ingedrukt te
houden. Zelfs wanneer u de toets loslaat, zal hetzelfde akkoord zolang
voortduren tot wanneer het volgende akkoord wordt gespeeld.
Wanneer u akkoorden specifieert, worden geen klanken van de linkerhelft
van het klavier gespeeld.
gewoonweg met uw vinger
aanduiden; u hoeft de
toetsen van de noten waaruit
dat akkoord is samengesteld
zelfs niet te spelen. Zie
ÒVingerzettinglijst van de
akkoordenÓ (pg. 52).
4.Druk op de [Drums] knop om het ritme stop te zetten.
Wanneer het einde uitgespeeld is, zal de uitvoering stoppen.
De lampjes van de [Chord] en [Drums] knoppen beginnen te flikkeren en de
FP-3 wordt in stand-by modus gezet.
5.Druk op de [Split] knop om Split Play te verlaten; het
lampje dooft.
Als in Split Play de [Chord]
knop uit staat en alleen de
Drum part wordt gespeeld
kan u de linkerhelft van het
klavier bespelen met
ehulp van de lage toon
(pg. 18).
31
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
De volumebalans van het klavier en
het ritme veranderen
Wanneer u in uitvoeringen ritmes gebruikt, kan u de balans veranderen van
het volume van het ritme en het volume van de uitvoering die op het klavier
wordt gespeeld.
Wanneer de stroom wordt aangezet, staat de volumebalans op Ò5Ð5Ó
(ÒKlaviervolumeÓ Ð ÒRitmevolumeÓ).
fig.02-15
Wanneer u de
volumebalans van het
klavier en het ritme
verandert, is het mogelijk
dat de volumebalans van
het klavier en de interne
song verandert.
23
1.Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Drums]
knop.
De lampjes van de [Song] en [Drums] knoppen gaan rood flikkeren.
De geselecteerde volumebalans verschijnt in de display.
fig.02-16
KlaviervolumeRitmevolume
2.Druk op de [-] of [+] knop om de volumebalans aan te
passen.
Om de normale standaard volumebalans te herstellen, moet u tegelijkertijd
op de [-] en [+] knoppen drukken.
3.Druk op de [Song] knop.
Het knoplampje keert terug naar zijn vorige toestand.
1
32
Hoofdstuk 3 Een uitvoering opnemen
g
U kan op eenvoudige wijze uw uitvoeringen opnemen.
U kan een opgenomen uitvoering afspelen om te controleren wat en hoe u
gespeeld hebt en u kan met behulp van Rhythm melodie‘n op het klavier
spelen samen met de vooropgenomen begeleiding.
Opmerkingen in verband met opnamen
¥ Er kan slechts ŽŽn song worden opgenomen. Bij een tweede of latere
opname, wordt de eerder opgenomen song gewist bij het opnemen van
het nieuwe materiaal. Wanneer u een nieuwe uitvoering opneemt, is het
aan te raden om eerst de eerder opgenomen uitvoering te wissen (pg. 37).
¥
Opgenomen uitvoeringen worden gewist wanneer de stroom wordt uitgezet.
Opnemen zonder de
eerder opgenomen
uitvoering te wissen...
1st Pass
2nd Pass
Een uitvoering opnemen
Hiermee neemt u alleen datgene op wat u op het klavier speelt, zonder Rhythm
fig.03-01
3
1.Druk op de [Song] knop waardoor het lampje gaat branden.
Het song-nummer verschijnt in de display.
2.Druk op de [-] knop om ÒUSrÓ te doen verschijnen.
3.Selecteer de toon die gespeeld moet worden.
4.Gebruik, indien nodig, de metronoom.
Selecteer het tempo en de maat van de song terwijl u de metronoom beluistert (pg. 23).
5.Druk op de [Rec] knop.
Het lampje van de [Rec] gaat branden, het lampje van de [Play] knop gaat
flikkeren en de FP-3 wordt in opname-stand-by modus gezet.
6.Druk op de [Play] knop of speel een toets op het klavier
om de opname te starten.
Druk op de [Play] knop en nadat u twee maten aftelgeluid hebt gehoord,
wordt de opname gestart.
De opname begint wanneer u op het klavier begint te spelen, zelfs wanneer
u de [Play] knop niet indrukt. In dit geval hoort men geen aftel.
.
456, 8
De eerte uitvoerin
blijft bewaard
7
NOTE
Wanneer u bijkomend materiaal
opneemt zonder de eerder
opgenomen klanken te wissen,
dan wordt de song opgenomen
aan het oorspronkelijk
opgenomen tempo.
Tijdens de aftel wordt de
aftelmaat in de display
aangeduid als Ò-2Ó en dan
als Ò-1Ó.
Over “USr” in de
display
Wanneer de opname stopt,
12
7.
Druk op de [Rec] of de [Play] knop om de opname te stoppen
De lampjes van de [Rec] en [Play] knoppen doven en de opname stopt.
De opgenomen uitvoering beluisteren
8.Druk op de [Play] knop.
Druk nogmaals op de [Play] knop en het afspelen stopt.
.
verandert de ÒÓ
indicatie in de display in
Ò. Het Ò.Ó in de
display wijst op eerder
opgenomen
uitvoeringsmateriaal.
33
Hoofdstuk 3 Een uitvoering opnemen
■ Een uitvoering opnemen met behulp van ritmes
Het is eveneens mogelijk sessie-uitvoeringen eenvoudig op te nemen in de
interne ritme- en akkoordenschemaÕs.
fig.03-02
1
1
1.Selecteer het te spelen ritme of de te spelen toon.
Stel het ritmetempo ook in op een tempo dat gemakkelijker te spelen is (pg.
29).
2.Druk op de [Rec] knop.
Het lampje van de [Rec] knop gaat branden, het lampje van de [Play] knop
flikkert en de FP-3 wordt in de opname stand-by modus gezet.
NOTE
Wanneer u bijkomend materiaal
opneemt zonder de eerder
opgenomen klanken te wissen,
dan wordt de song opgenomen
aan het oorspronkelijk
opgenomen tempo.
2
54 3
Zie pg. 16 en pg. 28 voor
meer details over het
selecteren van tonen en
ritmes.
3.Druk op de [Chord] of de [Drums] knop om de opname te
starten.
Het ritme begint te spelen, terwijl de opname tegelijkertijd wordt gestart.
4.Druk op de [Drums] knop om de opname stop te zetten.
Het einde wordt gespeeld en de uitvoering en de opname worden
stopgezet.
Wanneer u op de [Rec] of de [Play] knop drukt, zal de opname stoppen
zonder dat het einde wordt gespeeld.
De opgenomen uitvoering beluisteren
5.Druk op de [Play] knop.
Druk nogmaals op de [Play] knop en het afspelen stopt.
Zie ÒRitmelijstÓ (pg. 49) en
ÒLijst van
akkoordenschemapatronen
Ó (pg. 50) voor meer
informatie over de
verschillende ritme- en
akkoordenschemapatronen
.
NOTE
Een ritme kan niet worden
opgestart wanneer er een
opname gemaakt wordt.
34
Hoofdstuk 3 Een uitvoering opnemen
■ Een uitvoering opnemen met behulp van ritmes
(in Split Play)
Specifieer zelf het akkoordenschema om sessie-uitvoeringen op te nemen
met nog grotere mogelijkheden.
Als u alleen het ritme (begeleiding) vooropneemt met behulp van de
akkoordenschemaÕs die u verkiest, kan u in sessie-uitvoeringen het
volledige klavier gebruiken terwijl u meespeelt met de playback van deze
opname.
fig.03-06
NOTE
Wanneer u bijkomend materiaal
opneemt zonder de eerder
opgenomen klanken te wissen,
dan wordt de song opgenomen
aan het oorspronkelijk
opgenomen tempo.
3467
1
1.Selecteer het te spelen ritme of toon.
Stel het ritmetempo ook in op een tempo dat gemakkelijker te spelen is (pg. 29).
2.Druk op de [Rec] knop.
Het lampje van de [Rec] knop gaat branden, het lampje van de [Play] knop
flikkert en de FP-3 wordt in de opname stand-by modus gezet.
3.Druk op de [Split] knop waardoor het lampje gaat branden.
Het klavier wordt ingesteld op Split Play.
4.Druk op de [Chord] knop.
De lampjes van de [Chord] en [Drums] knoppen flikkeren en de FP-3 wordt
in stand-by modus gezet.
5.Specifieer een akkoord door het op de linkerhelft van het
klavier te spelen.
De ritme-intro begint te spelen en de opname begint terzelfdertijd.
2
Neem de begeleiding op terwijl u de akkoorden specifieert op de linkerhelft
van het klavier.
6.Druk op de [Drums] knop om de opname stop te zetten.
Het einde wordt gespeeld en de uitvoering en de opname worden stopgezet
Wanneer u op de [Rec] of de [Play] knop drukt, zal de opname stoppen
zonder dat het einde wordt gespeeld.
De opgenomen uitvoering beluisteren
7.Druk op de [Play] knop.
Druk nogmaals op de [Play] knop en het afspelen stopt.
.
35
Hoofdstuk 3 Een uitvoering opnemen
■ Geselecteerde spoorknoppen opnemen
De opnamefunctie van de FP-3 is uitgerust met drie Track-knoppen (spoorknoppen).
Wanneer u op de [Rec] knop drukt, worden alle Track-knoppen ingesteld om opgenomen
te worden. Wanneer u echter de Track-knoppen selecteert die niet moeten opgenomen
worden, kan u alleen opnemen op de specifieke Track-knoppen van uw keuze.
U kan bijvoorbeeld de uitvoering van elke hand op verschillende Track-knoppen
opnemen, of opnieuw opnemen over bepaalde Track-knoppen in een eerder opgenomen
uitvoering.
Op de [Drums (R)] knop kunnen uitsluitend klanken van de Drumsettonen en
ritmeklanken worden opgenomen
fig.03-03
.
NOTE
Wanneer u bijkomend materiaal
opneemt zonder de eerder
opgenomen klanken te wissen,
dan wordt de song opgenomen
aan het oorspronkelijk
opgenomen tempo.
1.
Houd de [Rec] knop ingedrukt en doof het lampje van de
Track-knop, i.e. de [Drums (R)], [Chord (1)] of de [ (2)]
knop, voor elk spoor dat niet moet worden opgenomen.
Het lampje van de [Rec] gaat branden, het lampje van de [Play] knop flikkert
en de FP-3 wordt in de opname stand-by modus gezet.
Wanneer de FP-3 in standby staat, kan u de uitvoering opnemen volgens de
procedures die beschreven zijn in ÒEen uitvoering opnemenÓ (pg. 33), ÒEen
uitvoering opnemen met behulp van ritmesÓ (pg. 34) of ÒEen uitvoering opnemen
met behulp van ritmes (in Split Play)Ó (pg. 35), te beginnen vanaf stap 3
.
De uitvoering wordt enkel opgenomen op de Track-knoppen waarvan het
lampje brandt.
Samen met interne songs opnemen
U kan uw eigen uitvoering ook opnemen terwijl u meespeelt met de interne piano-songs.
Wanneer u opneemt op specifieke Track-knoppen, worden de klanken op de
geselecteerde Track-knoppen niet gespeeld. U kan bijvoorbeeld dat wat u met
uw rechterhand speelt, opnemen terwijl u de Part van de linkerhand beluistert.
1.Selecteer de song met de [Song], [-] en [+] knoppen.
2.Houd de [Rec] knop ingedrukt en doe het lampje branden
van de track-knop van het spoor waarop u zelf wil spelen.
Het lampje van de [Rec] gaat branden, het lampje van de [Play] knop flikkert
en de FP-3 wordt in de opname stand-by modus gezet.
Over het branden van
de lampjes van de
Track-knoppen
wanneer de [Rec] knop
wordt ingedrukt
Gedoofd
Gedoofd
Brandt oranje
Brandt oranje
Brandt rood
Brandt rood
Overeenkomst tussen
interne Piano Song Trackknoppen en uitvoering
[1] knop: Part van de linkse hand
[2] knop: Part van de rechtse hand
Aan de [R] knop zijn geen
uitvoeringsgegevens toegewezen
NOTE
Geen opname
Geen opname
Opname
Opname
Gegevensopname
Gegevensopname
Opname
Opname
Geen gege-
Geen gegevensopname
vensopname
.
3.Druk op de [Play] knop om de opname te starten.
Het materiaal van de Track-knop waarvan het lampje in stap 2 niet brandde,
wordt niet gespeeld.
4.
36
Druk op de [Rec] of [Play] knop om de opname stop te zetten
Wanneer u samen met een
interne song opneemt, kan
u deze opname niet
afspelen aan een gewijzigd
tempo.
.
Hoofdstuk 3 Een uitvoering opnemen
Opgenomen uitvoeringen wissen
U kan opgenomen uitvoeringen wissen.
fig.03-04
1.Houd de [Song] ingedrukt en druk op de [Rec] knop.
In de display verschijnt een bevestigingsboodschap.
fig.03-05
Flikkert groen Flikkert roodFlikkert groen
2.Druk op de [Rec] knop.
De opgenomen uitvoering wordt gewist.
Druk op de [Play] of [Song] knop als u de uitvoering niet wil wissen.
Overeenkomst tussen de opgenomen uitvoering en de
Track-knoppen
Een opgenomen uitvoering wordt als volgt aan de Track-knoppen
toegewezen.
2
1
Track-knopOpgenomen uitvoering
[R]
[1]¥ Lage toon in Dual play of Split play (pg. 17, pg. 18)
[2]
*U kan op de [1] knop eveneens gewone klavieruitvoeringen opnemen waarin
alleen de [1] knop wordt gespecifieerd.
¥ Rhythm (Drums Part, Chord Part) (pg. 25)
¥ Een uitvoering van drumsettonen
¥ De uitvoering van het volledige klavier (zonder de
drumsettonen)
¥ Hoge toon in Dual play of Split play (pg. 17, pg. 18)
37
Hoofdstuk 4 Andere functies
De resonantie van het
linkerpedaal wijzigen
Het indrukken van het rechterpedaal op een akoestische
piano doet de noten die u speelt met andere snaren
meeklinken en voegt rijke galmklanken en dikte toe aan de
klank. Door het indrukken van het rechterpedaal van de FP-3
wordt deze resonantie (meegaande resonantie) nagebootst.
Voor de resonantieklank kan u tien diepteniveaus selecteren
(resonantieniveau).
Wanneer u het instrument aanzet, staat deze instelling op
Ò5Ó.
* Deze instelling werkt alleen maar bij tonen 1, 2 en 5 van de
[Piano] knop. Voor andere tonen kan u deze instelling niet
maken.
1. Houd de [Reverb] en [Chorus] knoppen
ingedrukt en druk op de [-] of [+] knop.
De lampjes van de [Reverb] en [Chorus] knoppen gaan
rood flikkeren.
De resonantie van de toon die op dit moment is
geselecteerd verschijnt in de display.
fig.04-01
De manier waarop de
pedalen werken veranderen
Hoewel een pedaal dat aan de jack van Pedal [Soft] is
aangesloten meestal werkt als een linkerpedaal (pg. 10), kan
het eveneens ingesteld worden om te functioneren als een
sostenuto-pedaal of expressiepedaal.
Sluit het meegeleverde DP-6 pedaal of de DP-2 (afzonderlijk
te koop) aan voor gebruik als een sostenuto-pedaal. Sluit het
meegeleverde expressiepedaal (EV-5) aan voor gebruik als
een expressiepedaal.
Wanneer het instrument wordt aangezet, staat deze
instelling op het functioneren als linkerpedaal.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[E.Piano] knop.
De lampjes van de [Song] en [E.Piano] knoppen gaan
rood flikkeren.
fig.04-02
Brandt roodBrandt rood
2. Druk op de [-] of [+] knop om de pedaalfunctie
te selecteren.
Brandt rood
2. Druk op de [-] of [+] knop om het
resonantieniveau te selecteren.
3. Druk op de [Reverb] of [Chorus] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
LampjeOmschrijving
1 (Linkerpedaal)
2 (Sostenuto
pedaal)
3 (Expressiepedaal)
Stelt functie in op linkerpedaal. Instelling wordt
gemaakt bij het aanzetten van het instrument.
Wanneer het pedaal wordt ingedrukt, blijven alleen de klanken van de ingedrukte
toetsen voortduren. Sluit het meegeleverde
DP-6 of DP-2 pedaal (afzonderlijk te koop)
aan.
Laat volumecontrole toe. U kan het volume
ook veranderen met de [Volume] knop, maar
als u deze pedaal gebruikt kan u het volumeniveau wijzigen zonder uw handen van
het klavier te nemen. Sluit een afzonderlijk
verkocht expressiepedaal aan (EV-5).
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
* Gebruik uitsluitend het gespecifieerde pedaal (EV-5;
afzonderlijk te koop). Als u een ander pedaal aansluit, loopt u
kans op slecht functioneren en/of schade aan het toestel.
38
* Zet de stroom van het toestel uit vooraleer u een pedaalsnoer
wil aansluiten of verwijderen.
Hoofdstuk 4 Andere functies
De manier waarop de
pedaaleffecten worden
toegepast veranderen
Wanneer het pedaal wordt ingedrukt in Dual Play (pg. 17) of
Split Play (pg. 18), wordt het pedaaleffect op zowel de
Upper- als de Lower-toon toegepast. U kan de instellingen
van de toon waarop het effect moet worden toegepast echter
veranderen.
Wanneer het instrument aangezet wordt, is de instelling die
bepaalt hoe de effecten worden toegepast hetzelfde voor de
Upper- en de Lower-toon (Ò1Ó in de onderstaande tabel).
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Organ] knop.
De lampjes van de [Song] en [Organ] knoppen gaan rood
flikkeren.
fig.04-03
Brandt roodBrandt rood
De toonhoogte van de
Lower-toon in stappen van
een octaaf veranderen
(Octave Shift)
U kan de toonhoogte van de Lower-toon in stappen van een
octaaf veranderen in Dual Play (pg. 17) en Split Play (pg. 18).
Het op deze manier wijzigen van de toonhoogte met
eenheden van ŽŽn octaaf noemt men ÒOctave ShiftÓ.
U kan de toonhoogte van de Lower-toon bijvoorbeeld
verhogen in Split Play tot dezelfde toonhoogte van de hoge
tonen.
Het bereik van beschikbare toonhoogtewijzigingen loopt van
twee octaven hoger tot twee octaven lager.
Deze instelling blijft gelden tot de stroom wordt uitgezet
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Piano] knop.
De lampjes van de [Song] en [Piano] knoppen flikkeren
in het rood.
fig.04-04
2. Druk op de [-] of [+] knop om te selecteren hoe
de effecten moeten worden toegepast.
Lampje
* rechterpedaalÑaansluiten op de [Damper] jack
* linkerpedaalÑaansluiten op de [Soft] jack
1
2
3
Omschrijving
Alles ingeschakeld
Alleen toegepast op
de Uppertonen
Linkse
pedaal
alleen voor
de Lowertoon
Hoge
tonen
❍❍Rechterpedaal
❍❍Linkerpedaal
x❍Rechterpedaal
x❍Linkerpedaal
❍❍Rechterpedaal
❍xLinkerpedaal
Lage
tonen
Pedaal
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
Brandt roodBrandt rood
2. Druk op de [-] of [+] knop om de toonhoogte te
selecteren.
De toonhoogte wordt bij elke druk op de [-] knop met
een octaaf verlaagd en met elke druk op de [+] knop met
een octaaf verhoogd.
Om naar de oorspronkelijk toonhoogte terug te keren,
moet u tegelijkertijd op de [-] en [+] knoppen drukken.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
39
Hoofdstuk 4 Andere functies
Afstemmen op de
toonhoogten van andere
instrumenten (Master Tuning)
Als u samen speelt met andere instrumenten kan u de
standaard toonhoogte afstemmen op de toonhoogte van een
ander instrument.
De standaardtoonhoogte verwijst meestal naar de
toonhoogte van de noot die wordt gespeeld wanneer men de
midden A-toets aanslaat. Zorg er voor dat de basistoon van
elk instrument afgestemd is op de basistoon van de andere
instrumenten zodat u een zuiverdere samenspelklank krijgt.
Deze afstemming van alle instrumenten op een
standaardtoonhoogte wordt Òmaster tuningÓ genoemd.
U kan de standaardtoonhoogte om het even waar instellen
binnen een bereik van 415.3 Hz tot 466.2 Hz.
Wanneer het instrument aangezet wordt, staat de
standaardtoonhoogte op Ò440.0 HzÓ.
Deze instelling blijft gelden tot de stroom wordt uitgezet.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Voice/Winds] knop.
De lampjes van de [Song] en [Voice/Winds] knoppen
gaan rood flikkeren.
fig.04-05
Flikkert roodFlikkert rood
De stemming aanpassen
U kan klassieke muziek, zoals bijvoorbeeld barok, spelen met
de originele stemming.
De meeste moderne liedjes worden gecomponeerd en
gespeeld vanuit de veronderstelling dat gelijke stemming zal
worden gebruikt (tegenwoordig de meest gebruikte
stemming) maar toen de klassieke muziek gecomponeerd
werd, bestond er een grote verscheidenheid aan andere
stemmingssystemen. Wanneer u een compositie in zijn
originele stemming speelt, kan u genieten van de klank van
de akkoorden die de componist oorspronkelijk voor ogen
had.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Chorus] knop.
De lampjes van de [Song] en [Chorus] knoppen gaan
rood flikkeren.
fig.04-06
Flikkert roodFlikkert rood
Stemming Tonicum
2. Druk op de [-] of [+] knop om de stemming te
veranderen en druk op de toets die
overeenkomt met de noot van de toon.
U kan kiezen uit de zeven stemmingen die hieronder
worden beschreven.
De laatste drie cijfers van de huidige instelling van de
standaardtoonhoogte verschijnen in de display.
2. Druk op de [-] or [+] knop om de
standaardtoonhoogte te wijzigen.
De toonhoogte daalt met 0.1 Hz telkens er op de [-] knop
wordt gedrukt. Wanneer u de knop ingedrukt houdt,
daalt de toonhoogte voortdurend.
De toonhoogte stijgt met 0.1 Hz telkens er op de [+] knop
wordt gedrukt. Wanneer u de knop ingedrukt houdt,
stijgt de toonhoogte voortdurend.
Druk tegelijkertijd op de [-] en [+] knoppen om naar de
originele toonhoogte terug te keren.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
StemmingKenmerken
1GelijkeIn deze stemming wordt elk octaaf
verdeeld in twaalf gelijke stappen.
Elk interval produceert ongeveer
dezelfde hoeveelheid lichte dissonantie. Deze stemming is ingesteld
wanneer u de stroom aanzet.
Pythagore•sche
2
3Zuiver majeur
Deze stemming, van de Þlosoof
Pythagoras, elimineert dissonantie in kwarten en kwinten. Dissonantie wordt gemaakt door tertsintervalakkoorden maar de melodie‘n zijn welluidend.
Deze stemming elimineert dubbelzinnigheden in kwinten en tertsen. Ze is
niet geschikt voor het spelen van melodie‘n en kan niet getransponeerd
worden, maar kan mooie klanken
.
geven
40
Hoofdstuk 4 Andere functies
StemmingKenmerken
4Zuiver mineurDe zuivere stemmingen ver-
schillen van majeur- en mineurtoonladders. Men kan hetzelfde
effect krijgen met de mineurtoonladder als met de majeurtoonladder.
5 MiddentoonDeze toonladder maakt enkele
compromissen in zuivere intonatie, waardoor transpositie in
andere toonaarden mogelijk
wordt.
6WerckmeisterDeze stemming combineert de
middentoon- en de
stemmingen. Uitvoeringen zijn
mogelijk in alle toonaarden (eerste
techniek, III).
7KirnbergerDit is een verbetering van de mid-
dentoon- en de zuivere toonstemmingen die modulatie in een hoge
graad toelaten. Uitvoeringen zijn
mogelijk in alle toonaarden (III).
Pythagore•sche
Het slagpatroon veranderen
De metronoom slaat gewoonlijk ŽŽn slag per vierde noot,
maar u kan het slagpatroon veranderen zodat het
bijvoorbeeld ŽŽn slag per elke gepunte vierde noot slaat.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[(Metronome)] knop.
De lampjes van de [Song] en [(Metronome)]
knoppen flikkeren in het rood.
fig.04-07
Flikkert in roodFlikkert in rood
2. Druk op de [-] of [+] knop om de slagverdeling
te veranderen.
LampjeOmschrijving
—
(Normaal)
A1De metronoom speelt met een naslag achter
De metronoom klinkt op de gewone manier.
elke slag.
De display is als volgt:
fig.Chart3
Display
Letter
name
C d_ d E_ E F F G A_ A b_ b
C D D E E F F G A A B B
Wanneer men speelt met een andere stemming dan de
gelijke stemming, moet u de grondnoot specifi‘ren voor
het stemmen van het uit te voeren lied (dit is de noot die
overeenkomt met C voor een majeur-toonaard of met A
voor een mineur-toonaard).
Als u een gelijke stemming kiest, moet u geen grondnoot
selecteren.
3. Druk op de [Song] knop.
De knoplampjes keren terug naar hun originele toestand.
* Als u samen speelt met andere instrumenten moet u er op
letten dat, afhankelijk van de toonaard, er een verschuiving
van de toonhoogte kan zijn. Stem de FP-3 af op de
basistoonhoogte van de andere instrumenten.
A2Voor elke slag wordt in triolen geteld.
A3De toegevoegde klanken worden vermengd.
2. ()
2 ()
4. ()
4 ()
8. ()
8 ()
16 ()
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van gepunte halve nootslagen.
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van halve nootslagen.
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van gepunte vierde nootslagen
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van vierde nootslagen.
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van gepunte achtste nootslagen.
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van achtste nootslagen.
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van zestiende nootslagen.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun oorspronkelijke toestand.
.
→
Als u ÒA1Ó selecteert met een trioolritme (6/8, 9/8, 12/8) wordt
de toegevoegde klank op dezelfde manier gespeeld als ÒA2Ó.
→ Zie ÒDe metronoom gebruikenÓ (pg.23).
41
Hoofdstuk 4 Andere functies
MIDI-toestellen aansluiten
■ Hoe MIDI te gebruiken
Uitvoeringsgegevens die gespeeld zijn op de FP-3
Over MIDI
MIDI is de afkorting van ÒMusical Instrument Digital InterfaceÓ
en is een wereldwijde standaard voor het uitwisselen van
uitvoeringsgegevens (MIDI-commandoÕs) en andere informatie
tussen elektronische instrumenten en computers.
opnemen op een sequencer* en automatisch de
opgenomen uitvoeringsgegevens op de FP-3 afspelen
Aansluitvoorbeeld:
Aansluiten op een sequencer (de Roland MT -reeks, enz.).
fig.04-09.e
De FP-3 is voorzien van een MIDI-connector en een computerconnector waarmee uitvoeringsinformatie met externe toestellen kan
worden uitgewisseld. Als u het klavier met deze connectoren op
andere toestellen aansluit, kan u over een nog groter aantal
verschillende mogelijkheden beschikken om uw klavier te gebruiken.
* Er is eveneens een afzonderlijke uitgave ÒMIDI-
implementatieÓ beschikbaar. Hierin worden de volledige
details beschreven betreffende de manier waarop MIDI op dit
toestel werd ge•mplementeerd. Gelieve het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een erkende Roland verdeler te
contacteren als u deze uitgave zou wensen (wanneer u
bijvoorbeeld een byte-level programmatie wil uitvoeren).
■ Connectoren
fig.04-08
→ Wanneer u aansluit op een sequencer, raden wij u aan deze te
gebruiken met de volgende instellingen.
¥ Local Control off (pg. 43)
¥ MIDI Out Mode 1 (pg. 44)
Wanneer het instrument aanstaat, is de MIDI Out-modus
ingesteld op Ò1Ó.
Op de FP-3 spelen met behulp van klanken van een
andere klankmodule*
OutIn
MIDI
Aansluitvoorbeeld: Aansluiten op een MIDI-klankmodule
fig.04-10.e
MIDI Out-connector
Verzendt gegevens over wat gespeeld wordt op het klavier
evenals andere uitvoeringsgegevens.
Sluit de MIDI in-connector aan op het externe MIDI-toestel.
MIDI In-connector
Ontvangt commandoÕs die vanuit externe MIDI-toestellen worden verzonden
Sluit de MIDI out-connector aan op het externe MIDI-toestel.
■ Aansluitingen maken
* Draai steeds het volume omlaag en zet de stroom uit van alle toestellen
vooraleer u aansluitingen maakt om het slecht functioneren en/of
beschadiging van de luidsprekers of andere toestellen te voorkomen.
1. Draai het volume volledig omlaag van de FP-3
en van het toestel dat u gaat aansluiten.
2. Zet de stroom uit van de FP-3 en van het toestel
dat u gaat aansluiten.
3. Sluit een MIDI-kabel (afzonderlijk te koop)
aan op de MIDI-connectoren van elk toestel.
4. Zet de stroom aan van de FP-3 en van het
aangesloten toestel.
5. Pas het volume aan van de FP-3 en van het
aangesloten toestel.
6. Stel de MIDI-instellingen in.
Maak de instellingen voor de MIDI-verzend en
ontvangstkanalen (pg. 43) en voor Local On/Off (pg. 43).
.
→
Wanneer u aansluit op een MIDI-klankmodule, raden wij aan het systeem
te gebruiken met de MIDI Out-modus ingesteld op Ò2Ó (pg.44). Wanneer
het instrument aanstaat, is de MIDI Out-modus ingesteld op Ò1Ó
Wat is een sequencer?
Een sequencer is een toestel dat de stroom MIDI-commandoÕs
opneemt die door een instrument wordt uitgestuurd. Deze
commandoÕs transporteren alle details van wat er gebeurde
toen het instrument bespeeld werd, met inbegrip van de
timing van de noten, de kracht die werd gebruikt om ze te
spelen en hoe lang ze gespeeld werden. Later kan u de
opgenomen MIDI-informatie opnieuw naar het instrument
versturen, waardoor het automatisch zal gaan spelen.
Wat is een MIDI-klankmodule?
Een synthesizer of elektronische piano is binnenin voorzien van een
gedeelte dat de klank produceert en dat we klankmodule noemen. Een
MIDI-klankmodule produceert klanken die voortkomen uit de MIDIcommandoÕs die er door andere klankmodules naartoe werden gestuurd.
Sequencer
* De MT-80s heeft geen MIDI
InOut
MIDI
MIDI
Out-connector.
MIDI
Damper Soft
FP-3
Damper Soft
OutIn
PedalLine In
OutIn
PedalLine In
)
RL (Mono
Stereo
Klankmodule
)
RL (Mono
Stereo
MIDI
OUTTHRUIN
FP-3
RL (Mono
Stereo
Line Out
RL (Mono
Stereo
Line Out
)
)
.
42
Hoofdstuk 4 Andere functies
■ MIDI-instellingen
MIDI Send-kanaalinstellingen
MIDI beschikt over zestien MIDI-kanalen met nummers van 1 tot 16.
Het gewoon aansluiten van een kabel volstaat niet voor
communicatie. De aangesloten toestellen moeten zo ingesteld worden
dat ze hetzelfde MIDI-kanaal gebruiken. Als dit niet het geval is, zal
er geen klank geproduceerd worden en kunnen er geen klanken
geselecteerd worden.
Selecteer het verzendkanaal (1Ð16) van de FP-3.
Wanneer u het instrument aanzet, staat het ingesteld op kanaal Ò1Ó.
De FP-3 ontvangt commandoÕs op alle kanalen van 1 tot 16.
* Wanneer het klavier opgedeeld is in een linker- en een
rechterhelft, is het verzendkanaal voor commandoÕs van de
linkerhand vastgelegd op Ò3Ó.
* Wanneer een drumsettoon aan het klavier is toegewezen, is het
verzendkanaal vastgelegd op Ò10Ó.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Guitar/Bass] knop.
De lampjes van de [Song] en [Guitar/Bass] knoppen
gaan rood flikkeren.
fig.04-11
Local Control ON: Het klavier en de interne klankgenerator
zijn verbonden.
fig.04-13.e
Klank wordt verstuurd
Klankgenerator
Local On
Local Control OFF: Het klavier en de interne klankgenerator
zijn niet verbonden. Er wordt geen klank geproduceerd
wanneer men op het klavier speelt.
fig.04-14.e
Er wordt geen klank geproduceerd
Klankgenerator
Local Off
Flikkert roodFlikkert rood
2. Druk op de [-] of [+] knop om het
verzendkanaal te selecteren.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
Local Control On en Off schakelen
Wanneer u op een MIDI sequencer aansluit, moet u Local
Control op ÒOffÓ zetten.
Wanneer u het instrument aanzet, is dit ingesteld op ÒOnÓ.
Zoals hieronder getoond, wordt de informatie die beschrijft
wat er op het klavier wordt gespeeld naar de interne
klankgenerator verstuurd via twee verschillende routes (1)
en (2). Als resultaat hoort u overlappende of intermitterende
klanken. Om dit te voorkomen, moet route (1) worden
onderbroken door het toestel in te stellen op ÒLocal OffÓ.
fig.04-12.e
Local On
(1)
Sequencer
MIDI
Klank-
generator
MIDI
IN
MIDI
OUT
OUT
MIDI
IN
Geheugen
* Wanneer u een toestel aansluit van de Roland MT-reeks is het
niet nodig om Local Control uit te schakelen. MT-toestellen
verzenden Local Off-commandoÕs wanneer ze worden
aangezet. Als u eerst de FP-3 aanzet en daarna het toestel van
de MT-reeks wordt Local Control automatisch uitgeschakeld
op de FP-3.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Tempo/Rhythm] knop.
De lampjes van de [Song] en [Tempo/Rhythm] knoppen
gaan rood flikkeren.
fig.04-15
Flikkert in roodFlikkert in rood
2. Druk op de [-] of [+] knop om Local Control on
en off te zetten.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
Elke gespeelde noot
klinkt twee keer
Thru functie On
(2)
43
Hoofdstuk 4 Andere functies
De MIDI Out-modus instellen
Als u de MIDI Out-modus instelt, kan u een meer geschikte
selectie van MIDI-gegevens maken (op het externe MIDItoestel) die via de MIDI Out-connector wordt verstuurd
wanneer u een toonverandering maakt op de FP-3.
Er zijn drie instellingen beschikbaar voor de MIDI Outmodus.
ÒMIDI Out-modus 1Ó is de standaardinstelling bij het
aanzetten van de stroom.
MIDI
Out
modus
1MIDI
Out
modus
1
Deze instelling is geschikt voor het
aansluiten van sequencers. De MIDIinformatie die hieronder wordt getoond wordt uitgestuurd door de MIDI
Out-connector wanneer u een toon
verandert op de FP-3.
Wanneer u iets opneemt op een
sequencer zal deze modus er voor zorgen dat, wanneer u de uitvoering op de
FP-3 afspeelt, u dezelfde tonen zal
horen als degene die gebruikt werden
wanneer de uitvoering werd opgenomen.
¥ Program Change
¥ Reverb of chorus-effect aan/uit
¥ Reverb of chorus-effect diepte
¥ Meegaande resonantiediepte
Omschrijvingen
fig.04-17
Flikkert in roodFlikkert in rood
2. Druk op de [-] of [+] knop om de MIDI Out-
modus te selecteren.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
2MIDI
Out
modus
2
3MIDI
Out
modus
3
Deze instelling is geschikt voor het
aansluiten op een klankmodule. De
MIDI-informatie van toon en effect
wordt niet door de MIDI Out-connector
verstuurd wanneer u een toon verandert op de FP-3.
U kan uitvoeringsgegevens versturen
die met de FP-3 zijn opgenomen. De
MIDI-commandoÕs die verstuurd
worden hebben bovendien dezelfde
inhoud als deze in MIDI Out-modus 1.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Strings/Pad] knop.
De lampjes van de [Song] en [Strings/Pad] knoppen
gaan rood flikkeren.
44
Problemen oplossen
Lees dit wanneer u denkt een probleem te hebben.
ProbleemOorzaak/oplossing
Geen stroom
Geen klank
Geen klank (met
en aangesloten
MIDI-toestel)
Geen klank, zelfs
niet wanneer een
toets wordt ingedrukt
Het volume van
het klavier is te
laag
Geen klank vanuit
de linkerkant
Wanneer het klavier wordt
bespeeld, hoort
men twee klanken
Niet alle klanken
worden gespeeld
Het klavier, het
songregister of de
toonhoogte staat
uit
Rhythm klinkt niet
Akkoorden worden
niet herkend in de linkerhelft wanneer ritmes
worden gespeeld
Is het stroomsnoer correct aangesloten? (pg. 8)
Is het volumeniveau van de FP-3 (pg. 11) of
aangesloten toestel volledig omlaag gezet?
Staat de stroom van alle toestellen aan? (pg. 11)
Is de MIDI-kabel correct aangesloten en ingeprikt? (pg. 42)
Komt het MIDI-kanaal overeen met het
aangesloten instrument? (pg. 43)
Is Local Off geselecteerd? Als Local Control
op OFF staat, krijgt men geen klank wanneer
men het klavier bespeelt. Zet Local Control
op ÒONÓ (pg. 43).
Staat de volumebalans van het klavier volledig omlaag? (pg. 32)
Brandt het lampje van de [Split] knop? (pg.
31)
Er komt geen klank van de linkerkant als het
lampje van de [Split] knop brandt terwijl de
chord part speelt.
Staat de FP-3 in Dual Play? (pg. 17)
Wanneer de FP-3 aangesloten is op een
externe sequencer, moet hij in de Local OFFmodus gezet worden (pg. 43). U kan de SOFT
THRU op de sequencer ook op ÒOFFÓ zetten.
De FP-3 heeft een maximale polyfonie van 64
stemmen. Wanneer u samen speelt met een
song of een ritme terwijl u de rechterpedaal
veel gebruikt, is het mogelijk dat de uitvoeringsgegevens het aantal beschikbare stemmen overschrijdt wat kan betekenen dat
sommige noten of klanken die op het klavier
worden gespeeld, niet zullen klinken.
Hebt u Transpose ingesteld? (pg. 24)
Zijn de instellingen van de stemming correct
(pg. 40)?
Is de instelling van Master Tuning correct?
(pg. 40)
Is de volumebalans voor Rhythm volledig
omlaag gezet? (pg. 32)
Is het lampje van de [Split] knop gedoofd? (
31
) Wanneer het lampje van de [Split] knop
gedoofd is terwijl de akkoordpartij speelt, wordt
het akkoordenschema automatisch voortgezet
pg.
ProbleemOorzaak/oplossing
Brandt het lampje van de [Song] knop in het
groen?
(pg. 12)
Songs kunnen niet worden afgespeeld wanneer het lampje van de [Song] knop brandt.
De song wordt niet
afgespeeld
Het volume van de
interne song is te
laag
Alleen de klank
van één instrument in een song
speelt niet
Tone of Rhythm
kunnen niet geselecteerd worden
Opnemen is
onmogelijk
Het tempo van de
opgenomen song
of de metronoom
staat uit
Druk op de [Song] knop waardoor het lampje
zal doven.
Verschijnt ÒdELÓ in de display? (pg. 14)
De interne songs kunnen niet worden
afgespeeld omdat de opgenomen uitvoeringen in het geheugen van de FP-3 blijven.
Probeer de song af te spelen nadat u de uitvoeringsgegevens hebt gewist.
Is de volumebalans van Rhythm (en interne
song) helemaal omlaag gedraaid?
(pg. 32)
Staat Track Mute aan? (pg. 14)
Als het knoplampje gedoofd is wanneer u de
[Play] knop ingedrukt houdt, kan u de muziek van dat spoor niet horen. Druk op de
track-knop zodat het lampje gaat branden.
Flikkert het lampje van de [Song] knop in het
rood?
Wanneer het lampje van de [Song] knop rood
ßikkert, betekent dit dat het instellen van
functies in werking is. Druk nogmaals op de
[Song] knop en selecteer daarna de toon of
Rhythm.
Heeft u geselecteerd welke Track-knoppen
opgenomen moeten worden? (pg. 36)
Wanneer u een interne song voor opname
selecteert die tempoveranderingen vertoont,
zullen de tempoÕs van de uitvoeringen die op
andere sporen zijn opgenomen samen met
deze veranderingen wijzigen. Daarenboven
wordt het metronoomtempo op dezelfde
manier veranderd.
Wanneer u bijkomend materiaal
opneemt zonder de eerder opgenomen
songs te wissen, zal de song worden
opgenomen aan het oorspronkelijk
opnametempo. (
Opgenomen uitvoeringen worden gewist
Een opgenomen
uitvoering is gewist
.
wanneer de stroom van de FP-3 wordt uitgezet of wanneer een song wordt geselecteerd. Eens de song is uitgewist kan deze niet
gerecupereerd worden.
pg. 37)
45
Problemen oplossen
ProbleemOorzaak/oplossing
Is het pedaal correct aangesloten?
Sluit het pedaal goed aan op de Pedal jack
(pg. 10).
Het pedaal heeft
geen effect of het
effect “plakt”
Reverb blijft zelfs
wanneer de reverb
werd opgeheven
De klank verandert
plots in de hoge
octaven
Er klinkt een hoge
fluittoon
Wanneer u een pedaalsnoer van het toestel
loskoppelt terwijl de stroom aanstaat, is het
mogelijk dat het pedaaleffect non-stop wordt
toegepast.
Zorg er voor dat u de stroom van het toestel
uitzet vooraleer u probeert een pedaalsnoer
aan te sluiten of te verwijderen (pg. 10).
Aangezien de FP-3 pianoklanken de diepte
en weergalming van echte akoestische
pianoÕs getrouw weergeven, is het mogelijk
dat u nog steeds galm hoort nadat het reverbeffect werd uitgezet.
Met de instellingen van een akoestische
piano, worden de klanken van het hoge 1 1/
2-octaafbereik tot het einde toe verlengd,
onafgezien de werking van het rechterpedaal.
De toon verschilt ook in dit bereik. De Roland
pianoÕs geven een getrouwe weergave van de
klankkwaliteiten van akoestische pianoÕs. U
kan de Key Transpose-instelling van het
instrument ook gebruiken om het bereik te
veranderen waarin het rechterpedaal geen
effect heeft.
Bij het beluisteren met de hoofdtelefoon:
Bepaalde pianotonen met trillende, heldere
klanken bevatten een grote hoge frequentiecomponent, waardoor het kan lijken of er
een metaalachtige galm werd toegepast. Dit
is een getrouwe weergave van akoestische
pianoÕs en wijst niet op een slechte werking.
Aangezien men deze weergalm vooral kan
horen wanneer een zware reverb werd toegevoegd, kan u het probleem verlichten door
de hoeveelheid toegepaste reverb op de klank
te verminderen.
Bij het beluisteren door luidsprekers:
Hier kan men een andere oorzaak (zoals resonantie die door de FP-3 wordt geproduceerd)
vermoeden. Consulteer uw Roland verdeler
of het dichtstbijzijnde Roland Service Center.
ProbleemOorzaak/oplossing
Bij het beluisteren door luidsprekers:
Als u met hoge volumes speelt is het mogelijk
dat de instrumenten in de buurt van de FP-3
beginnen te resoneren. Resonantie kan zich
ook voordoen bij ßuorescerende lichtbuizen,
glazen deuren en andere voorwerpen. Dit
probleem komt in het bijzonder sneller voor
wanneer de bascomponent wordt verhoogd
en wanneer de klank aan hogere volumes
Lage eindklanken
zijn vreemd/
klinken ratelend
Het volumeniveau
van het instrument
dat op de Line In
Jack is aangesloten is te laag
wordt gespeeld. Neem de volgende
maatregelen om zulke resonantie tegen te
gaan.
- Plaats de luidsprekers zo dat ze 10Ð15 cm
van de muren of andere oppervlakken verwijderd zijn.
- Verminder het volume.
- Verwijder de luidsprekers van resonerende
voorwerpen.
Bij het beluisteren met de hoofdtelefoon:
De oorzaak ligt ergens anders. Consulteer uw
Roland verdeler of het dichtstbijzijnde
Roland Service Center.
Gebruikt u misschien een aansluitkabel die
een resistor bevat?
Gebruik een aansluitkabel zonder resistor.
Het Ò.Ó in de display wijst er op dat er reeds opgenomen uitvoeringsmateriaal is. (pg. 12, pg. 33)
Dit verschijnt wanneer u probeert een opgenomen song te wissen (pg. 37).
Het verschijnt eveneens na het opnemen van een song wanneer u een andere
song probeert te selecteren (pg. 14).
De hoeveelheid uitvoeringsinformatie is te groot en verder opnemen is niet
mogelijk.
Er werden te veel MIDI-gegevens tegelijkertijd verstuurd vanuit een MIDI
instrument en het toestel was niet in staat de gegevens te verwerken. Verminder het aantal MIDI-gegevens dat naar de FP-3 wordt verstuurd.
Er deed zich een probleem voor zoals een losse MIDI-kabel of computerkabel. Zorg er voor dat MIDI-kabels en computerkabels correct zijn vastgehaakt.
Er vond een systeemfout plaats. Probeer de procedure opnieuw uit te voeren.
Gelieve het dichtstbijzijnde Roland Service Center te raadplegen als deze
boodschap, zelfs na herhaaldelijke pogingen, steeds opnieuw blijft verschijnen.
* Foutmeldingen worden aangeduid met een ÒE.Ó voor het nummer.
Wanneer de foutmelding verschijnt, flikkert het lampje van de [-] en [+] knoppen in het rood.
Druk op de [-] of [+] knop en u kan de foutmelding annuleren.
47
Toonlijst
→ ÒUitvoeringen met een groot gamma klankenÓ (pg. 16)
Piano
1Grand Piano 1*
2Grand Piano 2*
3Rock Piano
4Honky-tonk
5Upright Piano*
6Harpsichord
* duidt een toon aan met meegaande resonantie (pg. 38).
1Jazz Scat
2Rich Choir
3Dreamy Choir
4Alto Sax
5Flute
6Trumpet
7Pop Drum Set
8Vox Drum Set
Pop Drum SetVox Drum Set
21
R&B Snare
22
Rock Snare
23
Rock Snare
Pop Snare m
24
Pop Snare Ghost
25
26
Pop Snare m
27
Finger Snap
28
707 Claps
Hand Clap[EXC7]
29
30
Hand Clap2[EXC7]
Hand Clap
31
32
Pop Pedal HH[EXC1]
33
Hand Clap
34
Pop Snare Ghost
35
Pop Kick
Pop Kick
36
C2
C3
C4
C5
C6
C7
Pop Side Stick
37
38
Pop Sanre s
39
Pop Snare Ghost
40
Pop Snare s
Pop Low Tom f
41
42
Pop CHH 1[EXC1]
Pop Low Tom
43
44
Pop CHH 2[EXC1]
45
Pop Mid Tom f
46
Pop OHH[EXC1]
47
Pop Mid Tom
Pop High Tom f
48
Pop Crash Cymbal 1
49
50
Pop High Tom
51
Pop Ride Cymbal 1
52
Pop Chinees Cymbal
Pop Ride Bell
53
54
Tambourine 2
Splash Cymbal
55
56
Cha Cha Cowbell
57
Pop Crash Cymbal 2
58
Vibra-slap 2
59
Pop Ride Cymbal 2
High Bongo 2
60
Low Bongo 2
61
62
Mute Conga
63
High Conga 2
64
Low Conga 2
High Timbale 2
65
66
Low Timbale 2
High Agogo
67
68
Low Agogo
69
Shaker 3
70
Shaker 4
71
Short Hi Whistle[EXC2]
Long Low Whistle [EXC2]
72
Short Guiro[EXC3]
73
74
Long Guiro[EXC3]
75
Claves
76
High Wood Block
Low Wood Block
77
78
Mute Cuica[EXC4]
Open Cuica[EXC4]
79
80
Mute Triangle[EXC5]
81
Open Triangle[EXC5]
82
Shaker
83
Jingle Bell
Bar Chime
84
Castanets
85
86
Mute Surdo[EXC6]
87
Open Surdo[EXC6]
88
-----
89
91
93
95
96
98
100
101
103
105
Falamenco Hi-Timbale
90
Falamenco Lo-Timbale
Falamenco Tmbl Flam
92
Shekere 1
Shekere 2
94
Low Bongo Mute
-----
-----
-----
97
-----
99
-----
Falamenco HC
Falamenco HC
102
Bongo Cowbell
-----
104
Bongo Cowbell
-----
* ---: Geen klank.
* [EXC]: klinkt niet tegelijk met andere percussie
instrumenten van hetzelfde nummer.
R&B Snare
Rock Snare
Rock Snare
Pop Snare m
Pop Snare Ghost
Pop Snare m
Finger Snap
707 Claps
Hand Clap[EXC7]
Hand Clap2[EXC7]
Hand Clap
Pop Pedal HH
Hand Clap
Vox Dut
Vox Dom
Vox Tuush
Vox Hehho
Vox Doyear
Vox Thu!
Vox That
Vox Aahhh
Vox Tu
Vox Dooh
Vox Ptu
Vox Down
Vox Pa
Vox Bom
Vox Toear
Vox Aahhu
Vox Toya
Vox Thu
Vox Cheey
Vox Cymm
Vox Tub
Vox Pruru
Vox Tut
Vox Tyun
Vox Tdum
Vox Afahhhh
High Bongo 2
Low Bongo 2
Mute Conga
High Conga 2
Low Conga 2
High Timbale 2
Low Timbale 2
High Agogo
Low Agogo
Shaker 3
Shaker 4
Short Hi Whistle[EXC2]
Long Low Whistle [EXC2]
Short Guiro[EXC3]
Long Guiro[EXC3]
Claves
High Wood Block
Low Wood Block
Mute Cuica[EXC4]
Open Cuica[EXC4]
Mute Triangle[EXC5]
Open Triangle[EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Bar Chime
Castanets
Mute Surdo[EXC6]
Open Surdo[EXC6]
→ ÒHet akkoordenschema van een ritme selecterenÓ (pg. 30)
Aanbevolen Rhythm-genre: All
Patroon 1
Aanbevolen Rhythm-genre: All
Patroon 2
Aanbevolen Rhythm-genre: Jazz
Patroon 3
Aanbevolen Rhythm-genre: Pop, Ballad
CAmDm7G7
IVImIIm7V7
AmGFE7
ImVII VIV7
CM7Am7Dm7G7
I M7VIm7IIm7V7
Dm7G7CM7Am7
IIm7V7I M7VIm7
Patroon 4
Dm7G7CM7A7
IIm7V7I M7VI7
Aanbevolen Rhythm-genre: Pop
CBm7Em7Am
IVIIm7IIIm7VIm
Patroon 5
FGCsus4C
IVVI sus4I
Aanbevolen Rhythm-genre: Ballad, Jazz
Dm7G7CM7FM7
IVm7V7I M7 VIM7
Patroon 6
Bm7b5E7Am7A7
IIm7b5V7I m7I 7
50
Aanbevolen Rhythm-genre: Blues, Rock, Pop
C7F7C7
I 7IV7I 7
Lijst van akkoordenschemapatronen
Patroon 7
Aanbevolen Rhythm-genre: Jazz
Patroon 8
F7C7
IV7I 7
G7F7C7G7
V7IV7I 7V7
CM7Cdim
I M7I dim
Dm9CM7
IIm9I M7
G7Dm9
V7IIm9
CM7Cdim
I M7I dim
Dm9G7CM7
IIm9V7I M7
Aanbevolen Rhythm-genre: Latin, Pop
CAm7
I VIm7
Patroon 9
Dm7G7sus4
IIm7V7sus4
51
Vingerzettinglijst van de akkoorden
● symbool:duidt de samenstellende noten van de akkoorden aan.
★ symbool:akkoorden met een Ò★Ó kunnen gespeeld worden door alleen de toets die is aangeduid met Ò★Ó
aan te slaan.
→ ÒSpelen met een vastgelegd akkoordenschema in de linkerhand (Rhythm Split Play)Ó (pg. 31)
* Alle rechten voorbehouden. Ongeoorloofd gebruik van dit materiaal voor andere doeleinden dan
privŽdoeleinden en persoonlijk gebruik vormt een inbreuk op de toepasselijke wetten.
* Er worden geen gespeelde gegevens van de interne songs uitgestuurd via de MIDI OUT-connector.
■ Profiel
John MaulScott Wilkie
John Maul is een muzikant, componist en arrangeur, afgestudeerd aan de
Royal Academy of Music in London. Het werk van John omvat studioopnamen en live-uitvoeringen, waaronder werken met top jazz-artiesten
van het Verenigd Koninkrijk.
Hij schreef onder andere commerci‘le muziek voor de BBC radio en televisie, evenals jazz- en klassieke werken.
Terwijl hij vroeger als product-specialist werkte voor Roland U.K., is John
nu actief betrokken bij het componeren en programmeren van muzieksoftware voor zowel Roland Japan als voor verschillende muziekuitgevers.
Zeer recent verscheen zijn boek ÒMusical Picture BookÓ een werk met
originele pianomuziek over alle standaarden van muzikaal vermogen, met
piano- en orchestrale begeleiding in SMF-formaat.
Scott Wilkie is een hedendaagse jazz
opnameartiest en is gevestigd in Zuid-California. Hij bracht verschillende platen uit bij
NaradaJazz Records en gaat regelmatig op
reis met zijn eigen groep. Hij treedt voor
Roland ook overal ter wereld op als artiest.
U vindt hem on-line op
www.scottwilkie.com.
55
Lijst met handige toetsencombinaties
2
3
1
4567
8
9101112131415
1
2345
6
Nr.U wilKnoppenPagina
Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [●] knop.
Volumebalans tussen de hoge en lage toon
1
Octave Shift
2
Pedaalwerking
3
Hoe de pedaalwerking wordt toegepast
4
MIDI send kanaalinstellingen
5
MIDI Out-modus
6
Master Tuning
7
[Song] + [Split]pg. 20
[Song] + [Piano]pg. 39
[Song] + [E.Piano]pg. 38
[Song] + [Organ]pg. 39
[Song] + [Guitar/Bass]pg. 43
[Song] + [Strings/Pad]pg.44
[Song] + [Voice/Winds]pg. 40
Local Control
8
Volumebalans tussen het klavier en Rhythm
9
Alleen de basklank van de chord part spelen
10
Slagpatroon van de metronoom
11
All Song Play
12
De opgenomen uitvoering wissen
13
Een stemming selecteren
14
De grondnoot bepalen
Aanslag van de toetsen
15
[Song] + [Tempo/Rhythm]pg. 43
[Song] + [Drums]pg. 32
[Song] + [Chord]pg. 27
[Song] + [Metronome]pg. 41
[Song] + [Play]pg. 12
[Song] + [Rec]pg. 37
[Song] + [Chorus]
+ key
[Song] + [Reverb]pg. 21
Houd de [] knop ingedrukt en druk op de [-] of [+] knop.
Metronoomslag
1
Metronoomvolume
2
Een akkoordenschemapatroon selecteren
3
De grondtoon van het beginakkoord bepalen
Diepte van het chorus-effect
4
Diepte van het reverb-effect
5
[Tempo/Rhythm] + [-] [+]pg. 26
[Metronome] + [-] [+]pg. 26
[Chord] + [-] [+]
+ key
[Chorus] + [-] [+]pg. 22
[Reverb] + [-] [+]pg. 23
pg. 40
pg. 30
56
Resonantieniveau van het rechterpedaal
6
[Reverb] + [Chorus] + [-] [+]pg. 38
Houd de [Split] of [Song] knop ingedrukt en druk op de toets.
Splitpunt
Key Transpose
[Split] + keypg. 19
[Song] + keypg. 24
MIDI
Implementati
on
DIGITALE PIANO
Model FP-3
Functie...
Basic
Channel
Mode
Note
Number :
Velocity
After
Touch
Pitch Bend
Control
Change
Default
Changed
Default
Messages
Altered
True Voice
Note ON
Note OFF
Key s
Ch s
0, 32
10
11
64
66
67
91
93
MIDI-implementatiekaart
VerzondenHerkendOpmerkingen
1
1
Mode 3
x
**************
15—113
**************
O
x 8n v=64
x
x
x
O
x
7
x
O
O
O
O
O
O
—
16
*3
*3
*3
1—16
1—16
Mode 3
Mode 3, 4(M=1)
0—127
0—127
O
x
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O (Reverb)
O (Chorus)
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
Datum : 1/10/ 2000
VersiE : 1.00
* 2
Bank select
Volume
Panpot
Expression
Hold 1
Sostenuto
Soft
Effect1 depth
Effect3 depth
Prog
Change
: True Number
System Exclusive
System
Common
System
Real Time
Aux
Message
: Song Pos
: Song Sel
: Tune
: Clock
: Commands
: All sound off
:
Reset all controllers
: Local Control
: All Notes OFF
: Active Sense
: Reset
Notes
Mode 1 : OMNI ON, POLY
Mode 3 : OMNI OFF, POLY
O 0—37, 63
**************
O
x
x
x
O
x
x
x
x
x
O
x
*3
O
0—37, 63
O
x
x
x
x
x
O (120, 126, 127)
O
O
O (123—125)
O
x
* 1 O x is selectable by SysEx.
* 2 Recognized as M=1 even if M=1.
* 3 Not transmitted when MIDI Out Mode (p. 44) is set to 2.
Line Out jacks (L/Mono, R)
Line In jacks (L/Mono, R)
Jack van de hoofdtelefoon x 2 (Stereo Mini)
MIDI-connectoren (In/Out)
Pedaal-jacks (rechter-, linkerpedaal, sostenuto- en
expressiepedaal)
Stroomtoevoer
DC 9 V
Energieverbruik
1.000 mA
Afmetingen
1,291 (W) x 302 (D) x 124(H) mm
50-7/8(W) x 11-15/16 (D) x 4-15/16(H) inch
Gewicht
18.5 kg / 40 lbs 13 oz
Toebehoren
Gebruikershandleiding
AC-adaptor
AC-snoer
Muziekstandaard/2 schroeven voor de muziekstandaard
Audio-kabel
Pedaal (DP-6)
Omslag
* In het belang van productverbetering is het mogelijk dat de
specificaties en/of het uitzicht van dit toestel veranderd worden
zonder voorafgaandelijke verwittiging.
Dit product voldoet aan de eisen van de Europese richtlijn 89/336/EEC.
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the
FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential
installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in
accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee
that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or
television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the
interference by one or more of the following measures:
— Reorient or relocate the receiving antenna.
— Increase the separation between the equipment and receiver.
— Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
— Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment.
This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
For Canada
NOTICE
This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
AVIS
Cet appareil num rique de la classe B respecte toutes les exigences du R glement sur le mat riel brouilleur du Canada.
050301-HS ’00-10-A3-11N
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.