Roland FP-3 MIDI IMPLEMENTATION [nl]

®
Gebruikershandleiding
Wij danken u en feliciteren u met uw aankoop van de digitale piano FP-3.
Hoofdkenmerken
Stijlvol, licht en compact design
Het verfijnde design past in elk interieur en omdat de piano zo licht en compact is, kan u het instrument gemakkelijk over al mee naartoe nemen.
Authentieke piano-uitvoeringen
Door de hoogkwalitatieve klanken van een concertvleugel en een Progressive Hammer Action-klavier met realistische piano-aanslag dat een zwaar gevoel in de lage noten en een lichter gevoel in de hoge noten cre‘ert, kan u van echt authentieke piano-uitvoeringen genieten.
Gelieve de paragrafen:
ÒVEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTELÓ en ÒBELANGRIJKE OPMERKINGENÓ (pg. 2; pg. 4)
aandachtig te lezen vooraleer u het toestel gebruikt. Deze paragrafen bevatten belangrijke informatie omtrent het juiste gebruikt van het toestel. Daarnaast is het aangewezen de bij uw nieuwe toestel ingesloten gebruikershandleiding volledig te lezen om er zeker van te zijn dat u van elk kenmerk iets heeft opgestoken. Bewaar uw handleiding als handig naslagwerk.
Een brede waaier van tonen die in veel muziekgenres kunnen worden gebruikt
Naast de pianoklanken is de FP-3 voorzien van 40 ingebouwde klanken die voor bijna elke denkbare muziekstijl kunnen worden gebruikt. U kan eveneens drumsets spelen met het instrument.
Met “Session Partner” spelen geeft u een “sessie”-gevoel
Ontdek het echte sessie-gevoel wanneer u meespeelt met een ÒRhythmÓ-sectie die opgebouwd is uit realistische drum- en basklanken. U kan het akkoordenschema van ÒRhythmÓ automatisch afspelen, of u kan de akkoorden die gespeeld moeten worden bepalen met uw linkerhand.
Een groot aantal interne songs
De FP-3 is voorzien van vier interne demo-songs en van vijftig interne piano-songs.
Een grote verscheidenheid aan uitvoeringen met de Dual- en Split-functies
Zet twee van de verscheidene interne klanken van de FP-3 in lagen, speel met verschillende klanken toegewezen aan de linkse en rechtse helft van het klavier en geniet van de vele andere mogelijkheden van het werken met uitvoeringen.
De klavieraanslag kan ingesteld worden in functie van de kracht van de vingers
U kan de klavieraanslag veranderen zodat deze beter is aangepast aan de kracht van de vingers van de persoon die het klavier bespeelt.
Functies voor eenvoudig opnemen
U kan uw eigen uitvoeringen gemakkelijk opnemen met behulp van enkele eenvoudige knopbewerkingen.
Twee aansluitpunten voor een hoofdtelefoon
De FP-3 is uitgerust met twee aansluitpunten voor een hoofdtelefoon, zodat twee mensen tegelijk een hoofdtelefoon kunnen gebruiken. Dit is een handig kenmerk dat gebruikt kan worden tijdens het lesgeven, of wanneer men stukken speelt voor vier handen.
Met aansluitpunten voor Line In/Out
Als u externe audio-apparatuur aansluit op de jacks van Line Out kan u de klanken vanuit de FP-3 door uw audio-opstelling spelen en wanneer u een CD-speler of een gelijkaardig toestel aansluit op de jacks van Line In kan u de interne klanken samen spelen met de uitvoeringen van de FP-3.
Copyright © 2000 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze publicatie mag onder geen enkele vorm
worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toelating van ROLAND CORPORATION.
Voor het Verenigd Koninkrijk
BELANGRIJK: DE DRADEN VAN DE VOEDING ZIJN GEKLEURD VOLGENS DE HIERONDER BESCHREVEN CODE.
BLAUW: BRUIN:
Aangezien de kleuren van de voedingsdraden van dit toestel mogelijk niet overeenkomen met de gekleurde markeringen die de terminals in de plug aanduiden, moet u als volgt handelen:
De draad met de BLAUWE kleur moet aangesloten worden op de terminal die met de letter N is gemarkeerd of ZWART gekleurd is.
De draad met de BRUINE kleur moet aangesloten worden op de terminal die met de letter L is gemarkeerd of ROOD gekleurd is.
Verbind de bovenvermelde draden in geen gavel met de aardingsterminal van een driepinsplug.
USING THE UNIT SAFELY
NEUTRAAL ONDER STROOM
VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL
INSTRUCTIES TER VOORKOMING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF VERWONDINGEN
Over OPGELET en
OPGELET
GEVAAR
GEVAAR
Wijst de gebruiker op het risico op overlijden of ernstige verwondingen wanneer het toestel niet juist wordt gebruikt
Wijst de gebruiker op het risico op verwondingen of beschadiging van het materiaal wanneer het toestel niet juist wordt gebruikt.
Met beschadiging van materiaal wordt
verwezen naar beschadiging van of andere ongunstige effecten op de woning ,de inboedel en huisdieren.
NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT
Over de symbolen
Het - symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen.De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken in de driehoek. Het symbool dat hier links staat, wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of aanduiding van gevaar.
Het -symbool wijst de gebruiker op zaken die nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). Hetgene niet mag worden gedaan, wordt aangeduid door het teken in de cirkel. Het symbool dat hier links staat, duidt aan dat het toestel nooit mag worden uit elkaar gehaald.
Het -symbool wijst de gebruiker op dingen die moeten
worden uitgevoerd. De specifieke zaak die moet worden gedaan, wordt aangeduid door het teken in de cirkel. Het symbool dat hier links staat, duidt aan dat het stroomsnoer uit het stopcontact moet worden gehaald.
OPGELET OPGELET
001
¥Lees onderstaande instructies en de gebruikershan-
dleiding vooraleer u dit toestel gebruikt.
..........................................................................................................
002c
¥ Open het toestel en de AC-adaptor niet (of wijzig
er niets aan).
..........................................................................................................
003
¥ Probeer het toestel niet te herstellen of er onder-
delen van te vervangen (behalve wanneer er in dit handboek specifieke instructies worden gegeven om dit wel te doen). Alle onderhoud moet worden gedaan door uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland verdeler, zoals deze op de ÒInformatiepaginaÓ staan aangegeven.
..........................................................................................................
004
¥
Het toestel niet gebruiken of opslaan in plaatsen die: ¥ onderhevig zijn aan extreme temperaturen (bv.
direct zonlicht in een gesloten voertuig, dicht bij
warmteleidingen of bovenop een warmtebron, ¥ vochtig zijn (bv., bad- en waskamers, op natte vloeren) ¥ nat zijn, ¥ blootgesteld zijn aan regen,
¥ stoffig zijn, ¥onderhevig zijn aan hevige trillingen.
..........................................................................................................
,
005
¥ Dit toestel mag alleen gebruikt worden met een
rek of een standaard die door Roland is aanbevolen.
..........................................................................................................
006
¥ Als men het toestel gebruikt met een rek of een
standaard die door Roland is aanbevolen, moet dit rek of de standaard waterpas geplaatst worden zodat het toestel stabiel staat. Als u geen rek of standaard gebruikt, moet u er eveneens voor zorgen dat de locatie die u kiest om uw toestel te plaatsen, voorzien is van een waterpas oppervlak waarop het toestel goed steunt, zodat het niet kan wankelen.
..........................................................................................................
008c
¥ Gebruik uitsluitend de AC-adaptor die met het
toestel werd meegeleverd. Zorg er ook voor dat de lijnspanning van de installatie overeenkomt met de inkomende spanning die op de AC-adaptor staat vermeld. Andere AC-adaptors kunnen een andere polariteit hebben of ontworpen zijn voor een andere spanning, zodat hun gebruik kan leiden tot schade, slecht functioneren, of een elektrische schok.
..........................................................................................................
009
¥ Het stroomsnoer niet overmatig draaien of buigen
en er geen zware voorwerpen op plaatsen. Dit kan het snoer beschadigen en kan kortsluiting veroorzaken. Beschadigde stroomsnoeren vormen een risico op brand en elektrische schokken!
..........................................................................................................
2
OPGELET
010
¥ Dit toestel kan -op zichzelf of in combinatie met
een versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers- klankniveaus produceren die permanent gehoorverlies kunnen veroorzaken. Werk nooit gedurende een langere tijd aan een hoog of oncomfortabel volume. Als uw gehoor vermindert of als u gefluit hoort, moet u onmid­dellijk met het gebruik van het toestel stoppen en een oorarts raadplegen.
..........................................................................................................
011
¥ Zorg er voor dat er geen voorwerpen (bv.,
brandbare materialen, munten, pennen) of vloei­stoffen (water, limonade, enz.) in het toestel binnendringen.
..........................................................................................................
012b
¥ Zet onmiddellijk de stroom uit, verwijder de AC-
adaptor van de uitgang en raadpleeg uw lever­ancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland verdeler, zoals deze op de ÒInformatiepaginaÓ staan aangegeven wanneer:
¥ de AC-adaptor, het stroomsnoer of de stekker
beschadigd is; ¥ er voorwerpen of vloeistoffen in het toestel zijn
geraakt, ¥ het toestel aan regen is blootgesteld of op een
andere manier nat geworden is,
¥ het toestel schijnbaar niet normaal werkt of een
opmerkelijke verandering in de werking vertoont.
..........................................................................................................
013
¥ In gezinnen met kleine kinderen moet een
volwassene de kinderen begeleiden tot ze in staat zijn om alle regels te volgen die essentieel zijn om het toestel veilig te gebruiken
..........................................................................................................
014
¥ Bescherm het toestel tegen hevige schokken. (Laat het niet vallen)!
..........................................................................................................
015
¥ Sluit het stroomsnoer van het toestel niet samen
aan op een uitgang van een onredelijk aantal andere toestellen. Wees vooral voorzichtig met het gebruik van verlengsnoerenÑhet totale vermogen dat gebruikt wordt door alle toestellen die op het verlengsnoer zijn aangesloten, mag het vermogen (watt/amp•re) van het verlengsnoer niet overschrijden. Te hoge belastingen kunnen de isolatie van het verlengsnoer doen opwarmen en mogelijk doen smelten.
..........................................................................................................
016
¥ Raadpleeg uw verkoper, het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een erkende Roland verdeler, die u vindt op de ÒinformatiepaginaÓ, vooraleer u het toestel in het buitenland gebruikt.
..........................................................................................................
GEVAAR
101b
¥ Stel het toestel en de AC-adaptor op in een plaats
waar voldoende ventilatie is.
102c
¥ Alleen de stekker van het AC-adaptorsnoer
vastnemen wanneer men deze op het toestel wil in- of uitpluggen.
..........................................................................................................
103b
¥ Koppel de AC-adaptor los wanneer het toestel
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
104
¥ Zorg er voor dat snoeren en kabels niet in de war
raken. De snoeren en kabels moeten ook buiten het bereik van kinderen worden gelegd.
..........................................................................................................
106
¥ Plaats geen zware voorwerpen op het toestel en ga
er niet op staan.
..........................................................................................................
107c
¥ De AC-adaptor of zijn stekkers nooit met natte
handen vastnemen wanneer men deze op het toestel in- of uitplugt.
..........................................................................................................
108b
¥ Koppel de AC-adaptor en alle snoeren los van het
toestel en ontkoppel alle snoeren van externe toestellen vooraleer u het toestel verplaatst.
..........................................................................................................
109b
¥ Zet de stroom uit en koppel de AC-adaptor los
vooraleer u het toestel reinigt (pg. 8 ).
..........................................................................................................
110b
¥ Bij kans op onweer moet u de AC-adaptor los-
koppelen.
118
¥ Indien u de schroeven verwijdert die gebruikt
worden voor het vastmaken van de muziekstan­daard of de standaard moet u deze op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen bewaren om het risico op inslikken te vermijden.
..........................................................................................................
3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Gelieve naast de onderwerpen beschreven in “VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL” op pagina 2-3, eveneens het volgende in acht te nemen:
Stroomtoevoer
301
¥ Dit toestel mag niet worden gebruikt op hetzelfde stroom-
circuit van eender welk toestel dat lijnruis genereert (zoals een elektrische motor of een variabel verlichtingssysteem).
302
¥ De AC-adaptor wordt warm wanneer hij lange tijd
aanhoudend wordt gebruikt. Dit is normaal en mag geen reden geven tot ongerustheid
307
¥ Zet de stroom van alle toestellen uit vooraleer dit toestel
op andere toestellen aan te sluiten. Op deze manier voorkomt men het slecht functioneren en/of bescha­diging van luidsprekers of andere apparatuur.
Plaatsing
351
¥ Het gebruik van dit toestel in de buurt van stroomver-
sterkers (of andere apparatuur met sterke stroomtransfor­matoren) kan brom veroorzaken. Om dit probleem op te lossen, moet u de richting van het toestel veranderen, of het toestel verder van de interferentiebron verwijderen.
352
¥ Dit apparaat kan interfereren met radio- en televisie-
ontvangst. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van zulke ontvangers.
354a
¥ Het toestel niet blootstellen aan direct zonlicht, niet in de
buurt plaatsen van apparaten die warmte afgeven, laat het niet achter in een afgesloten voertuig of stel het niet bloot aan extreme temperaturen. Overmatige hitte kan het toestel vervormen of ontkleuren.
355
¥ Gebruik het toestel niet op natte plaatsen (waar het is
blootgesteld aan regen of ander vocht) om een mogelijke panne te vermijden.
358
¥ Laat geen voorwerpen achter op het klavier. Dit kan
leiden tot een slechte werking zoals toetsen die geen klank meer geven.
¥ Zet het toestel nooit langer dan twee weken op zijn kant.
Dit kan een slechte invloed hebben op de werking van het klavier.
359
¥ Kleef geen stickers, enz. op het instrument. Wanneer men
deze van het instrument probeert te verwijderen kan de externe afwerking beschadigd worden.
Bijkomende voorzorgsmaatregelen
553
¥ Behandel de knoppen, schuiven en andere controlefunc-
ties, eveneens als de jacks en de connectoren van het toestel met de nodige voorzichtigheid. Een ruwe behan-
deling kan leiden tot een slechte werking. ¥ Nooit op de display slaan of er sterke druk op uitoefenen. ¥ Bij het aansluiten of afkoppelen van de kabels moet de
connector zelf vastgenomen worden - nooit aan de kabel
trekken. Op deze manier wordt kortsluiting en bescha-
diging van de interne elementen van de kabel voorkomen. ¥ Probeer het volume van het toestel binnen redelijke
perken te houden zodat de buren niet gestoord worden.
Misschien verkiest u het gebruik van een hoofdtelefoon,
waardoor u zich geen zorgen moet maken over degenen
die u omringen (vooral Ôs avonds laat). ¥ Wanneer u het toestel moet vervoeren, moet het indien
mogelijk in de oorspronkelijke verpakking (samen met de
pads) worden ingepakt. Is dit niet mogelijk, dan moet u
gelijkaardige verpakkingsmaterialen gebruiken. ¥ Gebruik uitsluitend het gespecifieerde expressiepedaal (EV-5;
afzonderlijk te koop). Het aansluiten van een ander expressiepedaal
kan leiden tot slecht functioneren en/of beschadiging van het toestel. ¥ Gebruik een Roland-kabel om de aansluitingen te maken.
Als u een andere kabel gebruikt, moet u de volgende
voorzorgsmaatregelen treffen.
¥ Sommige aansluitingskabels bevatten resistoren.
Gebruik voor het aansluiten van dit toestel geen kabels die resistoren bevatten. Als men zulke kabels gebruikt is het mogelijk dat het klankvolume zeer laag of onmogelijk te horen is. Raadpleeg de fabrikant van de kabel voor meer informatie over de kabelspecificaties.
Standaard (FPS-10A: afzonderlijk te koop)
Voorzorgsmaatregelen voor de luisprekerstandaard
¥
Om ongelukken te voorkomen die worden veroorzaakt
door vallende luidsprekers, mag u de luidsprekerstan-
daarden die bij de FPS-10A zijn meegeleverd, niet gebruiken
in combinatie met een ander instrument of product ¥ Zorg er voor dat u de bijgeleverde velcro-tape gebruikt
om de luidsprekers vast te zetten daar waar ze op de
luidsprekerstandaard worden geplaatst. ¥ Wees voorzichtig als u de luidsprekers zijdelings zet om
het vermogen te vergroten: de velcro-tape kan loskomen
en de luidsprekers kunnen gemakkelijker vallen.
.
Onderhoud
401a
¥ Voor de alledaagse schoonmaak reinigt men het toestel
met een zachte, droge doek of met een doek die met een beetje water is bevochtigd. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt u een doek die in een zachte, niet-bijtende detergent is gedrenkt. Daarna het toestel grondig afdrogen met een zachte, droge doek.
402
¥ Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmid-
delen om ontkleuring en/of vervorming te voorkomen.
4
¥ Gelieve Roland-luidsprekers te gebruiken die aan de
volgende voorwaarden voldoen:
<Gewicht: 10 kg of minder;
Afmetingen: 210 (W) x 280 (D) x 330 (H) mm of minder>
Roland waarborgt de stabiliteit niet van een installatie
met andere luidsprekers dan degene die hierboven zijn
beschreven. Vooraleer u dit probeert, moet u zorgvuldig
controleren dat het mogelijk is die luidsprekers stabiel te
installeren en dat ze tijdens het gebruik stabiel blijven.
¥ De bevestigingsschroeven van de luidsprekerstand gewoon
vastschroeven zonder de juiste voorbereiding kan het toestel
beschadigen. Vergewis u er van dat u de bevestigingsschroeven
van de luidsprekers vastmaakt aan de luidsprekerstandaard.
Inhoud
VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL..........................2
BELANGRIJKE OPMERKINGEN ..................................... 4
Inhoud....................................................................................5
Paneelbeschrijving ...............................................................6
Vooraleer u speelt ................................ 8
Aansluitingen maken ..........................................................8
De muziekstandaard installeren........................................9
Pedalen aansluiten.............................................................10
De stroom aan- en uitzetten..............................................10
Het volume en de helderheid van de klank veranderen11
Een hoofdtelefoon aansluiten........................................... 11
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen....... 12
Interne songs beluisteren ..................................................12
Alle songs voortdurend afspelen
(All Song Play)..............................................................12
Elke part afzonderlijk beluisteren .............................13
Uitvoeringen met een groot gamma klanken ................14
Uitvoeringen met twee gelaagde klanken (Dual Play). 15
Uitvoeringen met verschillende klanken in de linkse en
rechtse kant van het klavier (Split Play) .........................16
Tonen veranderen........................................................ 17
Het splitpunt van het klavier veranderen................17
De volumebalans veranderen voor Dual Play en
Split Play.............................................................................. 18
De aanslag van het klavier veranderen ..........................19
Adem toevoegen aan de klank (Chorus-effect) .............20
Een draaiend klank geven aan orgeltonen
(Rotary Effect)...............................................................20
De diepte van het chorus-effect veranderen............20
Galm toevoegen aan klanken (het reverb-effect) ..........21
De diepte van het reverb-effect veranderen ............21
De toonaard van het klavier transponeren (Key Transpose) 22
De metronoom gebruiken.................................................23
Het tempo veranderen ................................................23
De maat van de metronoom veranderen .................24
Het volume veranderen..............................................24
Hoofdstuk 2 Meespelen met ritmes..... 25
Wat is Session Partner? .....................................................25
Meespelen met ritmes........................................................26
Meespelen met drumklanken ....................................26
Meespelen met akkoordpartijen................................26
Over het branden van de[Drum] en [Chord] knop-
lampjes .................................................................................. 27
Een ritme selecteren...........................................................28
Ritmes veranderen terwijl u speelt............................28
Het tempo van een ritme veranderen .............................29
Het akkoordenschema van een ritme selecteren...........30
Spelen met een vastgelegd akkoordenschema
in de linkerhand (Rhythm Split Play) .............................31
De volumebalans van het klavier en het ritme
veranderen ..........................................................................32
Hoofdstuk 3 Een uitvoering opnemen . 33
Een uitvoering opnemen................................................... 33
Een uitvoering opnemen met behulp van ritmes....34
Een uitvoering opnemen met behulp van ritmes
(in Split Play) ................................................................35
Geselecteerde spoorknoppen opnemen ...................36
Opgenomen uitvoeringen wissen.................................... 37
Overeenkomst tussen de opgenomen uitvoering
en Track-knoppen ............................................................... 37
Hoofdstuk 4 Andere functies .............. 38
De resonantie van het rechterpedaal veranderen .........38
De manier waarop de pedalen werken veranderen .....38
De manier waarop de pedaaleffecten worden toegepast veranderen
De toonhoogte van de Lower-toon in stappen van een
octaaf veranderen (Octave Shift) .....................................39
Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten
(Master Tuning)....................................................................40
De stemming aanpassen....................................................40
Het slagpatroon veranderen............................................. 41
MIDI-toestellen aansluiten................................................42
39
Bijlagen.............................................. 45
Problemen oplossen........................................................... 45
Foutmeldingen/Andere meldingen................................ 47
Toonlijst ...............................................................................48
Ritmelijst.............................................................................. 49
Lijst van akkoordenschemapatronen ..............................50
Vingerzettinglijst van de akkoorden...............................52
Interne songlijst ..................................................................54
Lijst met handige toetsencombinaties.............................56
MIDI-implementatie..........................................................57
Hoofdkenmerken ...............................................................58
Index.....................................................................................59
5
Paneelbeschrijving
Voorpaneel
1 2 3 5 6 7 9 11 12 134 8 10
[Volume] knop
1
Past het algemene volumeniveau aan (pg. 11).
[Brilliance] knop
2
Past de helderheid van de klank aan (pg. 11).
[Split] knop
3
Hiermee kan u in de linker en rechter klavierhelft verschillende tonen spelen (pg. 16) en kan u ritme-akkoorden bepalen met de linkerhand (pg. 31).
Tone-knoppen
4
Deze worden gebruikt om het soort van klanken (Toongroepen) te kiezen die door het klavier worden gespeeld (pg. 14)
Display
5
Toont informatie zoals het song-nummer, het ritmenummer, het tempo, de slag en de instelwaarden van de parameters.
[-]/[+] knop
6
Deze twee knoppen worden gebruikt om de waarden te veranderen van een groot gamma instellingen. Als men tegelijkertijd op de [-] en [+] knoppen drukt, wordt de instelling van een bepaalde waarde teruggebracht tot zijn standaardwaarde. Daarnaast is het mogelijk dat, bij sommige instellingen, de lampjes van deze knoppen van kleur veranderen wanneer de instellingen worden veranderd.
[Tempo/Rhythm] knop
7
Druk op deze knop om het tempo of het ritme te veranderen (pg. 23, pg. 28).
Rhythm-knop
8
Schakelt elk ritme aan- of uit. Gebruik deze twee knoppen om te bepalen of er een ritme moet gespeeld worden in elke individuele part.
.
[Drums] knop
Zet het ritme-drumpart aan of uit (pg. 26). Druk op deze knop wanneer u zowel de drum- als de Chord parts wil stopzetten.
[Chord] knop
Zet de Rhythm-drumpart en de Chord-part aan en uit. U kan eveneens alleen de Chord-part uitzetten (pg. 26).
[ (Metronome)] knop
9
Zet de interne metronoom aan en uit (pg. 23).
Recorder-knop
10
Wordt gebruikt voor het afspelen en opnemen van uitvoeringen In deze handelingen wordt gebruik gemaakt van de volgende twee knoppen.
.
[Play] knop
Start en stopt het afspelen van de interne songs en de opgenomen uitvoeringen (pg. 12).
Wordt gebruikt voor het starten van uitvoeringsopnamen (pg. 33). Kan ook gebruikt worden om ritmes plots te doen stoppen (pg. 26).
[Rec] knop
Zet het toestel in de modus waarin het klaar is voor het opnemen van uitvoeringen (pg. 33).
[Chorus] knop
11
U kan deze knop gebruiken om driedimensionele adem en ÒdikteÓ aan klanken te geven (pg. 20).
[Reverb] knop
12
U kan deze knop gebruiken om de karakteristieke galm van een concertzaal toe te voegen aan wat u speelt (pg. 21).
[Song] knop
13
Voor het selecteren van interne songs (pg. 12).
Als u deze knop ingedrukt houdt en op de [Reverb] knop drukt, kan u de aanslaggevoeligheid van het klavier veranderen (pg. 19).
Daarenboven kan u verschillende instellingen maken wanneer u deze knop ingedrukt houdt en op andere welbepaalde knoppen drukt (pg. 38 tot pg.44).
6
Achterpaneel
Damper Soft
Pedal Line In
1 2 3 4 5 6 7
Out In
MIDI
RL (Mono
Stereo
Paneelbeschrijving
On
)
RL (Mono
Stereo
Line Out
)
Power
Off
DC In 9V
1
Pedaal-jacks
Voor de aansluiting van het meegeleverde pedaal (DP-6) of andere geschikte pedalen (pg. 10).
2
MIDI-connectoren
U kan externe MIDI-toestellen aansluiten op de FP-3 en hiertussen uitvoeringsgegevens uitwisselen (pg. 42).
3 Line In-jacks
Voor de invoer van audio-signalen. Wordt gebruikt voor het aansluiten van audio-toestellen en gelijkaardige apparatuur (pg. 8).
4 Line Out-jacks
Voor de uitvoer van audio-signalen. Wordt ook gebruikt voor het aansluiten van audio-toestellen en gelijkaardige apparatuur (pg. 8).
Hiermee kan u klanken die u op de FP-3 speelt vanuit andere audio-toestellen doen klinken.
5 [Power] schakelaar
Deze schakelaar zet de stroom aan/uit (pg. 10).
6 DC In-jack
Sluit de meegeleverde AC-adaptor hierop aan (pg. 8).
7 Snoerhaak
Gebruik deze om het snoer van de meegeleverde AC-adaptor op zijn plaats te houden (pg. 8).
7
Vooraleer u gaat spelen
Om slechte werking of beschadiging van de luid­sprekers en andere toes­tellen te voorkomen, moet u steeds het volume om­laag draaien en de stroom van alle toestellen uitzetten vooraleer u aansluitingen maakt.
Aansluitingen maken
fig.00-01
De FP-3 is niet voorzien van een versterker of luidsprekers. Om klank te horen, moet u ofwel een versterker en luidsprekers, of een hoofdtelefoon aansluiten.
* De MIDI-kabel en stereo-hoofdtelefoon zijn niet meegeleverd. Raadpleeg uw
Roland-verdeler als u zulke toebehoren wil aankopen.
Damper Soft
Pedal Line In
Out In
MIDI
MIDI-toestellen (pg. 46)
Pedaalschakelaar (DP-2, DP-6, enz.)
RL (Mono
Stereo
)
RL (Mono
Stereo
Line Out
)
On
Power
NOTE
Off
DC In 9V
AC-adaptor
Roland
Expressiepedaal (EV-5)
Pedaalschakelaar (DP-2, DP-6, enz.)
CD-speler, audio-toestellen
Luidspreker met ingebouwde versterker klavierversterker, enz.
1. Controleer het volgende vooraleer u aansluitingen
maakt.
Werd het volume van de FP-3 of de aangesloten versterker volledig omlaag gezet?
AC-kabel#
Stereo-set, enz.
Stroomuitgang
Staat de stroom van de FP-3 of de aangesloten versterker uit?
8
2. Sluit de meegeleverde AC-adaptor aan op de FP-3 en prik
het andere uiteinde in een stopcontact.
Om onvoorziene stroomonderbrekingen te voorkomen (als de stekker per ongeluk wordt uitgetrokken) en om onnodige belasting op de DC-in-jack te vermijden, moet u het stroomsnoer vastmaken met behulp van de snoerhaak zoals wordt aangeduid in de illustratie
fig.00-02
.
Achterpaneel
On
Power
Off
DC In 9V
3. Sluit de versterker of de audio-apparatuur aan op de Line
Out-jacks zoals in de afbeelding wordt getoond.
Vooraleer u gaat spelen
Om de klank van de FP-3 ten volle te kunnen benutten, raden wij u aan in stereo te spelen.
Als u een monosysteem gebruikt, moet u aansluiten op de Line Out L (Mono) jack
Zie ÒEen hoofdtelefoon aansluitenÓ (pg. 12) als u een hoofdtelefoon gebruikt.
Zie ÒPedalen aansluitenÓ (pg. 10) voor instructies over het aansluiten op de pedaal-jacks.
Zie ÒMIDI-toestellen aansluitenÓ (pg. 42) voor instructies over het aansluiten op
MIDI-connectoren.
De muziekstandaard installeren
fig.00-03
1.
Bevestig de muziekstandaard, zoals getoond, aan de achterzijde van de FP-3 met behulp van de meegeleverde schroeven
.
.
Let er bij het bevestigen van de muziekstandaard op dat u de meegeleverde schroeven gebruikt.
Draai de schroeven naar rechts om ze vast te zetten. Wanneer u de muziekstandaard bevestigt, moet u deze stevig met ŽŽn hand
vasthouden en er voor zorgen dat u hem niet laat vallen. Wees voorzichtig zodat uw vingers niet geklemd raken
.
2. Om de muziekstandaard te verwijderen moet u de standaard
met ŽŽn hand ondersteunen terwijl u de schroeven losdraait.
NOTE
Oefen geen onnodige druk uit op de ge•nstalleerde muziekstandaard.
9
Vooraleer u gaat spelen
Pedalen aansluiten
1. Sluit het met de FP-3 meegeleverde pedaal
(DP-6x1) aan op ŽŽn van de pedaal-jacks.
Wanneer u aansluit op de damper-jack kan het pedaal gebruikt worden als rechterpedaal (doorklinkpedaal).
Wanneer u aansluit op Soft kan het pedaal gebruikt worden als linkerpedaal (piano-pedaal).
* Als u een pedaalsnoer van het toestel loskoppelt terwijl de
stroom aanstaat, is het mogelijk dat het pedaaleffect onophoudelijk wordt toegepast. Vooraleer een pedaalsnoer aan te sluiten of te verwijderen, moet u de stroom van de FP-3 uitzetten.
Rechterpedaal (doorklinkpedaal)
Gebruik deze pedaal om de klank te laten voortduren. Wanneer deze pedaal ingedrukt is en u laat de toetsen los, worden lange voortdurende weergalmingen aan de klank toegevoegd.
Als u het rechterpedaal op een akoestische piano indrukt, resoneert de klank van de snaren die werden aangeslagen samen met andere snaren, waardoor rijke weergalmingen en breedte aan de klank worden toegevoegd. U kan deze resonantie (meegaande resonantie) aanpassen wanneer het rechterpedaal wordt ingedrukt.
* Men kan de hoeveelheid resonantie veranderen die men met
het rechterpedaal verkrijgt. Gelieve voor meer informatie ÒDe resonantie van het linkerpedaal wijzigenÓ (pg. 38) te raadplegen.
Linkerpedaal (piano-pedaal)
Deze pedaal wordt gebruikt om de klank zachter te maken.
Als men met het linkerpedaal ingedrukt speelt, wordt een klank geproduceerd die niet zo sterk klinkt dan wanneer men anders met dezelfde kracht zou spelen. Het heeft dezelfde functie als het linkerpedaal van een akoestische piano.
* Wanneer men een pedaal aansluit op de jack van het linker-
pedaal, kan deze ook gebruikt worden als een sostenuto- of expressiepedaal. Gelieve voor meer informatie en instructies ÒDe manier waarop de pedalen werken veranderenÓ (pg. 38) te raadplegen.
* Wanneer men een tweede pedaal bezit, kan u twee pedalen
tegelijkertijd gebruiken. Gelieve uw verkoper van de FP-3 te contacteren wanneer u het optionele pedaal (DP-2/DP-6) wil aanschaffen.
De stroom aan- en uitzetten
Wanneer de aansluitingen gemaakt zijn, moet u de stroom van de verschillende aangesloten toestellen in de opgegeven volgorde aanzetten. Wanneer u de toestellen in de verkeerde volgorde aanzet, is het mogelijk dat de luidsprekers en de andere toestellen beschadigd raken of slecht zullen functioneren.
De stroom aanzetten
1. Vooraleer u de stroom aanzet, moet u het
volume volledig omlaag zetten door aan de [Volume] knop te draaien.
fig.00-05
Draai eveneens het volume van elk aangesloten audio­toestel en andere apparatuur volledig omlaag.
2. Druk op de [Power] schakelaar op de
achterkant van het toestel.
Na enkele seconden wordt het toestel operationeel en hoort u geluid wanneer u het klavier bespeelt.
fig.00-06
Achterpaneel
Laagste positie
On
Off
Power
DC In 9V
ON
* Dit toestel is uitgerust met een beveiligingscircuit. Na het
opstarten is er een korte tijdspanne (enkele seconden) vereist vooraleer het toestel normaal werkt.
3. Zet de stroom aan van de aangesloten externe
apparatuur.
4. Pas het volume aan van het aangesloten
externe audio-toestel.
5. Pas het volume aan van de FP-3 om het juiste
volumeniveau te verkrijgen.
10
Vooraleer u gaat spelen
De stroom uitzetten
1. Vooraleer u de stroom uitzet, moet u het
volume volledig omlaag zetten door aan de [Volume] knop te draaien.
Draai eveneens het volume van elk aangesloten audio­toestel en andere apparatuur volledig omlaag.
2. Druk op de [Power] schakelaar op de
achterkant van het toestel.
De stroom wordt uitgeschakeld.
fig.00-07
Achterpaneel
Laagste positie
On
Off
Power
DC In 9V
OFF
Het volume en de helderheid van de klank aanpassen
fig.00-08
1. Gebruik de [Volume] knop om het algemene
volumeniveau aan te passen.
Als u de knop naar rechts draait, verhoogt het volume; draait u de knop naar links dan verlaagt het volume.
Een hoofdtelefoon aansluiten
Als u een hoofdtelefoon aansluit, kan u op elk moment, zelfs Ôs avonds, ongestoord uw toestel bespelen.
fig.00-09
1. Prik de hoofdtelefoon in de phones-jack aan
de linkervoorzijde van de piano.
Gebruik de [Volume] knop op de FP-3 om het volume van de hoofdtelefoon aan te passen.
* Zorg er voor dat u een stereo-hoofdtelefoon gebruikt.
Opmerkingen bij het gebruik van een hoofdtelefoon
¥ Om beschadiging aan het snoer te vermijden, mag u de
hoofdtelefoon alleen bij de hoofdset of de plug vastnemen.
¥ De hoofdtelefoon kan beschadigd worden als het
volume te luid staat wanneer u hem inprikt. Zet het volume op de FP-3 lager vooraleer u de hoofdtelefoon inprikt.
¥ Om oorbeschadiging, gehoorverlies of beschadiging van
de hoofdtelefoon te vermijden, mag de hoofdtelefoon niet gebruikt worden met een buitensporig hoog volume. Gebruik de hoofdtelefoon met een gematigd volumeniveau.
2. Gebruik [Brilliance] knop om de algemene
klankkwaliteit aan te passen.
Als u de knop naar rechts draait, dan wordt de klank helderder; draait u de knop naar links dan wordt de klank zachter.
11
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Interne songs beluisteren
Nu proberen we een interne song te beluisteren. De FP-3 beschikt over vijftig ingebouwde songs.
fig.01-01
1. Druk op de [Song] knop, waardoor het lampje gaat branden.
In de display verschijnt het volgende.
fig.01-02
2. Druk op de [-] of [+] knop om de song te selecteren.
3. Druk op de [Play] knop.
De song wordt afgespeeld.
De geselecteerde song wordt tot op het einde gespeeld, waarna de playback stopt.
Meer informatie over de namen van de interne songs vindt u in de ÒInterne songlijstÓ (pg. 54)
.
12 3, 4
Over de display van de interne songs
USr (User)ÑSlaat opgenomen uitvoeringen op (meer over opnemen pg. 33). Als Òd.Ó is toegevoegd, duidt dit op een van de demo-songs die de verschillende interne tonen van de FP-3 gebruiken
4.
Druk nogmaals op de [Play] knop om de playback te stoppen.
Wanneer u de volgende keer op de [Play] knop drukt, wordt de be‘indigde song van in het begin afgespeeld.
Alle songs voortdurend afspelen (All Song Play)
Het beluisteren van alle songs die herhaaldelijk in volgorde worden afgespeeld, noemt men ÒAll Song PlayÓ.
fig.01-06
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Play]-knop.
De songs worden voortdurend afgespeeld. Wanneer de laatste song is afgespeeld, wordt de playback hernomen van de eerste song.
2. Druk op de [Play] knop om het afspelen te stoppen.
U verlaat All Song Play wanneer de uitvoering stopt. Als u de volgende keer op de [Play] knop drukt, zal de be‘indigde song van in het begin worden gespeeld.
NOTE
De interne song en Rhythm (pg.
26) kunnen niet tegelijkertijd worden afgespeeld
12
Wanneer u de volumebalans van het klavier en het ritme verandert, is het mogelijk dat de volumebalans van het klavier en de interne song gewijzigd wordt. Zie ÒDe volumebalans van het klavier en het ritme veranderenÓ (pg. 32).
12
Wanneer het volgende in de display verschijnt
Als er uitvoeringsgegevens in het geheugen van de FP-3 zijn opgeslagen, zal het volgende in de display verschijnen.
fig.01-03
Flikkert groen Flikkert rood Flashes in green
U kan pas een interne song afspelen wanneer u de uitvoeringsgegevens hebt gewist.
Druk op de [Rec] knop om de uitvoeringsgegevens te wissen en de interne song af te spelen.
Druk op de [Play] of [Song] knop als u de song niet wil wissen.
Elke part afzonderlijk beluisteren
Bij de interne songs kan u de uitvoeringspart selecteren die moet worden afgespeeld.
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Bij de piano-songs van 1 tot 50 kan u ook elke hand afzonderlijk inoefenen terwijl u met de song meespeelt.
1. Selecteer de song die moet worden afgespeeld.
2. Houd de [Play] knop ingedrukt en druk op de [Chord (1)] of
[ (2)] knop voor de part die niet moet worden afgespeeld.
Het lampje van de geselecteerde knop dooft.
De uitvoeringsgegevens zijn aan de spoorknoppen toegewezen, zoals hieronder is aangeduid.
fig.01-05
Part van de
linkerhand
spoor
Part van de
rechterhand
3. Druk op de [Play] knop.
De playback van de song begint.
De klank van de uitvoeringspart die in stap 2 is geselecteerd, wordt niet gespeeld.
Het tijdelijk verhinderen dat klanken van een bepaalde part niet worden gespeeld, noemt men ÒmutingÓ (uitzetten).
4. Houd de [Play] knop ingedrukt en druk op de knop die
in stap 2 geselecteerd werd.
De klank van de uitgezette part wordt nu gespeeld.
13
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Uitvoeringen met een groot gamma klanken
De FP-3 beschikt over 40 verschillende interne klanken waardoor u uitvoeringen kan spelen met klanken die geschikt zijn voor verschillende soorten muziek.
Deze ingebouwde klanken worden ÒtonenÓ genoemd. De tonen worden onderverdeeld in zes verschillende groepen, waarvan elke groep aan een andere toonknop is toegewezen.
De toon ÒGrand Piano 1Ó wordt geselecteerd wanneer de stroom van het instrument aanstaat.
fig.01-07
Zie ÒToonlijstÓ (pg. 48) voor meer informatie over tonen.
1, 3 2
1. Druk op een van de toonknoppen om een toongroep te
kiezen.
U zal de toon horen die is toegewezen aan toon nummer 1 van de geselecteerde groep. Bespeel nu het klavier.
Het toonnummer verschijnt in de display.
fig.01-08
Wanneer u op de toonknop drukt, zal het lampje van de [-] en [+] knop in het oranje gaan branden.
2. Druk op de [-] of [+] knop om een toon uit de toongroep
te selecteren.
Het lampje van de geselecteerde toonknop gaat flikkeren, waardoor aangeduid wordt dat de toon geselecteerd is.
3. Bespeel het klavier of druk op de flikkerende toonknop.
14
Het lampje van de toonknop gaat vast branden en u kan de klank controleren. Wanneer u het klavier bespeelt hoort u de toon die u hebt geselecteerd.
De volgende keer dat u deze toonknop kiest, wordt de toon gespeeld die u hier geselecteerd hebt.
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
b
Uitvoeringen met twee gelaagde klanken (Dual Play)
U kan vanuit ŽŽn enkele toets twee verschillende klanken spelen. Deze uitvoeringsmethode noemt men ÒDual PlayÓ.
Voorbeeld: Piano- en strijkerstonen in lagen proberen te zetten
fig.01-09
1
1. Druk tegelijkertijd op de [Piano] knop en op de [Strings/
Pad] knop.
De lampjes van beide knoppen gaan branden.
Bespeel nu het klavier.
Zowel de piano- als de strijkersklanken worden gespeeld.
Als men op deze manier twee knoppen tegelijk indrukt, wordt Dual Play geactiveerd
In Dual Play wordt de toon van de knop die u links indrukt de ÒUpper­toonÓ en de toon van de knop die u rechts indrukt de ÒLower-toonÓ genoemd.
Het lampje van de toonknop brandt voor de Upper-toon in het oranje en voor de Lower-toon in het rood.
fig.01-10
Oranje
Hoge toon
Hier is de piano-toon de Upper-toon en de strijkerstoon de Lower-toon.
Rood
Lage toon
U kan de toonhoogte van de Lower-toon in stappen van 1 octaaf veranderen. Zie ÒDe toonhoogte van de Lower-toon in stappen van een octaaf veranderen
.
(Octave Shift)Ó (pg. 39).
U kan de volumebalans van de twee tonen veranderen. Zie ÒDe volumebalans van Dual Play en Split Play veranderenÓ (pg. 20).
2. Om Dual Play te verlaten, moet u op de Tone-knop drukken.
Nu zal alleen de toon klinken van de knop die u net hebt ingedrukt.
De Upper-toon en de Lower-toon verwisselen
In Dual Play-modus kan u beide toonknoppen van de twee tonen die op dit moment zijn geselecteerd een tweede maal tegelijk indrukken om de toon van de linkse knop aan de Lower-toon en de toon van de rechtse knop aan de Upper-toon toe te wijzen.
U kan gemakkelijk tussen twee tonen overschakelen, wat soms nuttig is wanneer u bijvoorbeeld de instelling hebt gemaakt dat het pedaaleffect niet wordt toegepast op de Lower-toon (zie ÒMEMOÓ).
Hoewel het pedaaleffect op
eide tonen wordt toege­past wanneer u het pedaal indrukt als u in Dual Play staat, kan u de FP-3 zo instellen dat het effect niet op de Lower-toon wordt toegepast. Zie ÒDe manier waarop de pedaaleffecten worden toegepast veranderenÓ (pg. 39).
15
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Spelen met verschillende tonen in de linker en rechter klavierhelft (Split Play)
Spelen met een klavier dat vanuit een bepaalde toets opgedeeld is in een linker- en een rechterhelft, wordt ÒSplit PlayÓ genoemd en het punt waarop het klavier verdeeld is, noemt men het ÒsplitpuntÓ.
In Split Play kan u verschillende tonen hebben in de linker- en de rechterhelft
Daarnaast kan u akkoorden specifi‘ren met de toetsen van de linkerhand wanneer u het ritme gebruikt in uitvoeringen (Zie ÒSpelen met een vastgelegd akkoordenschema in de linkerhand (Rhythm Split Play)Ó (pg.
31)) voor meer details.
Wanneer u het instrument aanzet, is het splitpunt ingesteld op ÒF 3Ó. De toets van het splitpunt behoort tot de linkerhelft.
In Split Play wordt een klank die in de rechtse helft wordt gespeeld een ÒUpper-toonÓ genoemd, en een klank die in de linkse helft wordt gespeeld, noemt men ÒLower-toonÓ.
Voorbeeld: Split play uitproberen met de piano-tonen.
fig.01-11
12, 3
.
1. Druk op de [Piano] knop.
Nu wordt de piano-toon geselecteerd.
2. Druk op de [Split] knop waardoor het lampje gaat branden.
Het klavier wordt onderverdeeld in een hoog en een laag deel.
fig.01-12
F 3 (Splitpunt)
Lage toon Hoge toon
De rechterkant van het klavier speelt de piano-toon en de linkerkant speelt een akoestische bas+ cymbaaltoon. U kan een toon spelen voor de rechterkant (de Upper-toon) vooraleer u het klavier opdeelt. Het lampje van de toonknop gaat in het oranje branden voor de Upper-toon en in het rood voor de Lower-toon.
3. Druk nogmaals op de [Split] knop om Split Play te verlaten.
Het lampje van de [Split] knop dooft en de Upper-toon wordt de toon voor het hele klavier.
Wanneer u van Dual Play (pg. 17) naar Split Play overschakelt, wordt de Upper-toon die in Dual Play werd gebruikt, geselecteerd als de Upper­toon voor Split Play.
U kan de volumebalans van de twee tonen veranderen. Zie ÒDe volumebalans van Dual Play en Split Play veranderenÓ (pg. 20).
16
Tonen veranderen
fig.01-13
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
1
2
1. Houd de [Split] knop ingedrukt en druk tegelijkertijd op
de toonknop van de toon die u wil veranderen, dus de hoge of de Lower-toon.
De lampjes van de [-] en [+] knoppen gaan branden in dezelfde kleur als die van het lampje van de geselecteerde knop.
Is de kleur oranje, dat duidt dit aan dat de Upper-toon kan veranderd worden; is de kleur rood, dan wordt de Lower-toon veranderd.
2. Gebruik de toonknoppen en de [-] en [+] knoppen om de
tonen te selecteren.
Zie ÒUitvoeringen met een groot gamma klankenÓ (pg. 16) voor meer informatie over het selecteren van tonen.
Het splitpunt van het klavier veranderen
U kan de plaats waar het klavier is opgedeeld (het splitpunt) veranderen binnen een bereik van B1 tot B6.
Wanneer u het instrument aanzet, is het splitpunt ingesteld op ÒF 3Ó.
Deze instelling blijft gelden tot u het instrument uitzet.
fig.01-14
F 3
B1 B6
1. Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op een toets die
het splitpunt moet worden.
De ingedrukte toets wordt het splitpunt en hoort bij de linkerhelft van het klavier
Terwijl u de [Split] knop ingedrukt houdt, verschijnt de toets die als splitpunt wordt gebruikt in de display.
Als de toon van dezelfde toonknop geselecteerd is voor zowel de hoge als de lage tonen, kan u bepalen welke van de tonen veranderd is aan de hand van de kleur van de lampjes van de [-] en [+] knoppen.
U kan de toonhoogte van de Lower-toon in stappen van 1 octaaf veranderen. Zie ÒDe toonhoogte van de lage toon in stappen van een octaaf veranderen (Octave Shift)Ó (pg.
De naam van de toets die als splitpunt dienst doet, verschijnt in de display, zoals hieronder weergegeven.
Display
C d_ d E_
Letter
C D D E 
name
Display
E F F G 
Letter
E F F G
.
name
Display
A_ A b_ b 
Letter
A A B B 
name
Als u de [Split] knop ingedrukt houdt, kan u de waarde ook veranderen door op de [-] of [+] knop te drukken.
Door de [
Split
] knop ingedrukt te houden en ŽŽn maal op de [-] of [+] knop te drukken, kan u daarenboven de huidig geselecteerde waarde in de display doen verschijnen.
Wanneer u de [Split] knop loslaat, keert u terug naar het vorige scherm.
Als u de [Split] knop ingedrukt houdt en tegelijkertijd op de [-] en [+] knoppen drukt, wordt de originele waarde van de instelling hersteld.
17
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
De volumebalans van Dual Play en Split Play veranderen
U kan de volumebalans van de hoge en de lage tonen veranderen in Dual Play (pg. 17) en Split Play (pg. 18).
Wanneer u het instrument aanzet, is deze balans ingesteld op Ò5Ð5Ó (ÒLower-toon volumeÓÐÒUpper-toonvolumeÓ).
fig.01-15
2 3
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Split]
knop.
De lampjes van de [Song] en [Split] knoppen gaan rood flikkeren.
fig.01-16
(Het lampje van de toonknop is rood)
Lage toonvolume
Hoge toonvolume (Het lampje van de toonknop is oranje)
2. Druk op de [-] of [+] knoppen om de volumebalans aan te
passen.
Om de standaard volumebalans te herstellen, moet u tegelijkertijd op de [-] en [+] knoppen drukken.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
1
18
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
De aanslag van het klavier veranderen
U kan de gevoeligheid van de aanslag, of de respons van de toetsen veranderen.
Wanneer u het instrument aanzet, staat deze instelling op ÒNormalÓ.
fig.01-17
2 3
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Reverb]
knop.
De lampjes van de [Song] en [Reverb] knoppen gaan rood flikkeren.
fig.01-18
2. Druk op de [-] of [+] knop om de aanslag te selecteren.
Lampje Omschrijving
OFF
(Vast)
1 (Light)
2 (Normal)
De klank speelt aan ŽŽn ingesteld volume, onafgezien van de kracht waarmee u de toetsen bespeelt.
Er wordt een lichte klavieraanslag geselecteerd. U kan for­tissimo (ff) spelen met een minder krachtige aanslag dan normaal, het klavier voelt dus lichter aan. Deze instelling maakt het spelen zelfs voor kinderen gemakkelijk.
Dit stelt de standaard klavieraanslag in. U kan spelen met meest natuurlijke aanslag. Dit ligt het dichtst bij de aanslag van een akoestische piano.
1
Hier wordt een zware klavieraanslag geselecteerd. U moet
3 (Heavy)
het klavier krachtiger dan normaal bespelen om fortissimo (ff) te spelen; de klavieraanslag voelt dus zwaarder aan. Dynamisch spel geeft nog meer gevoel aan wat u speelt.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
19
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Adem toevoegen aan de klank (Chorus Effect)
U kan een chorus-effect toepassen op de noten die u op het klavier speelt. Als u een chorus-effect toevoegt, geeft u een grotere dimensie aan de klank, met meer dikte en adem.
De instellingen van het chorus-effect worden voor elke klank afzonderlijk bewaard en blijven gelden tot u de stroom uitzet.
fig.01-19
1, 2
1.
Druk op de [Chorus] knop waardoor het lampje gaat branden.
Bespeel nu het klavier.
Het chorus-effect wordt toegepast op de toon die op dit moment geselecteerd is.
2. Om het chorus-effect uit te zetten, moet u nogmaals op
de [Chorus] knop drukken waardoor het lampje dooft.
Een draaiende klank geven aan orgeltonen (rotary effect)
Sommige orgeltonen die met de [Organ] knop zijn geselecteerd, zijn voorzien van een rotary-effect. Wanneer een van deze tonen wordt geselecteerd, kan u de [Chorus] knop gebruiken om de snelheid van het rotary-effect te veranderen
Een rotary-effect geeft een ÒdraaiendÓ effect, gelijkaardig aan de klank van een orgel dat een roterende luidspreker gebruikt.
Druk op de [Organ] knop en selecteer de orgeltoon. Telkens u op de [Chorus] knop drukt, moet u de snelheid
van het rotary-effect verwisselen tussen snelle en trage rotatie.
Wanneer een toon wordt geselecteerd waaraan het rotary-effect is toegevoegd, dan zal het lampje van de [Chorus] knop rood of groen flikkeren
Op sommige tonen is reeds chorus toegepast. Als u zoÕn toon selecteert zal het lampje van [Chorus] automatisch gaan branden.
.
.
Zie ÒToonlijstÓ (pg. 48) voor meer informatie over tonen waarop een rotary-effect kan worden toegepast.
Wanneer het lampje van de [Chorus] knop rood flikkert, wordt een sneller rotary-effect toegepast.
Wanneer het lampje van de [Chorus] knop groen flikkert, wordt een trager rotary-effect toegepast.
De diepte van het chorus-effect veranderen
Voor het chorus-effect kan u kiezen uit tien diepteniveaus.
1.
20
Houd de [Chorus] knop ingedrukt en druk op de [-] of [+] knop
Het lampje van de [Chorus] knop gaat rood flikkeren. De diepte van het chorus-effect dat wordt toegepast op de toon die op dit
moment geselecteerd is, verschijnt in de display.
.
NOTE
U kan de diepteniveaus van het rotary-effect niet aanpassen.
fig.01-20
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
2.
Druk op de [-] or [+] knop om de diepte van het effect te veranderen
3. Druk nogmaals op de [Chorus] knop.
Het knoplampje keert terug naar zijn vorige toestand.
Wanneer u de volgende keer dezelfde toon kiest, wordt het chorus-effect toegepast met de diepte die u hier hebt geselecteerd.
Galm toevoegen aan klanken (het reverb-effect)
U kan een reverb-effect toepassen op de noten die u op het klavier speelt. Het reverb-effect geeft een aangename weergalm, en geeft de indruk dat u in een concertzaal of vergelijkbare ruimte aan het spelen bent.
fig.01-21
1. Druk op de [Reverb] knop waardoor het lampje gaat branden.
.
1, 2
Bespeel nu het klavier. Het reverb-effect wordt op de volledige toon toegepast.
2. Druk nogmaals op de [Reverb] knop om het reverb-effect
uit te zetten; het lampje zal doven.
De diepte van het reverb-effect veranderen
Voor het reverb-effect kan u kiezen uit tien diepteniveaus.
1.
2.
Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de [-] of [+] knop
Het lampje van de [Reverb] knop gaat rood flikkeren.
De geselecteerde diepte van het reverb-effect verschijnt in de display.
fig.01-22
Druk op de [-] of [+] knop om de diepte van het effect te selecteren
3. Druk nogmaals op de [Reverb] knop.
Het lampje keert terug naar zijn vorige toestand.
.
NOTE
U kan geen afzonderlijke effectdiepte-instellingen instellen voor elke individuele toon. Het effect wordt met dezelfde diepte op alle tonen toegepast.
.
21
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
De toonaard van het klavier transponeren (Key Transpose)
U kan de toonaard van een uitvoering transponeren zonder de positie van uw vingers op het klavier te moeten veranderen. Dit kenmerk noemt men ÒKey Transpose
Hierdoor kan u een song in een moeilijke toonaard met veel kruisen ( ) en b-mollen ( ) in een toonaard spelen waarvan de vingerzetting voor u
gemakkelijker is. Dit is handig bij de begeleiding van een lied wanneer u uw spel moet aanpassen aan de toonaard van de stem van de zanger.
fig.01-23
Ó.
Druk op de overeenkomstige toets
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de toets die
overeenkomt met de grondnoot van de gewenste toonaard.
De waarde van de Key Transpose-instellingen verschijnt voortdurend in de display terwijl u de [Song] knop ingedrukt houdt.
Wanneer u de [Song] knop ingedrukt houdt, kan u de waarde zelfs veranderen door op de [-] of [+] knop te drukken.
Daarenboven kan u, wanneer u de [Song] knop ingedrukt houdt en ŽŽn maal op de [-] of [+] knop drukt, de huidige geselecteerde Key Transpose-waarde doen verschijnen.
Het beschikbare bereik is -6Ð0Ð5.
fig.01-24
Wanneer u de [Song] knop loslaat, keert u terug naar het vorige scherm.
2. Om naar de originele toonaard terug te keren, moet u de
[Song] knop ingedrukt houden en op de C-toets drukken (de grondnoot van C-groot).
1, 2
Wanneer u de [Song] knop ingedrukt houdt en tegelijkertijd op de [-] en [+] knop drukt, wordt de instelling teruggebracht tot zijn oorspronkelijke waarde.
Voorbeeld: een song spelen in de toonaard van E-groot na transpositie naar C-groot
Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de E -toets (want E is de grondnoot).
Als men C als referentiepunt neemt, gaat u vier toetsen (de zwarte toetsen inbegrepen) omhoog om E te bereiken, dus verschijnt Ò4Ó in de display.
fig.01-25
22
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
De metronoom gebruiken
Hier wordt beschreven hoe u een metronoom kan gebruiken.
fig.02-01
1. Druk op de [ (Metronome)] knop om de metronoom-
klank te horen.
Het lampje van de [Tempo/Rhythm] knop gaat rood en groen flikkeren in de maat van de slag die op dat moment geselecteerd is. Het lampje licht rood op bij de eerste tijd en licht groen op bij de zwakke tijden.
1, 2
Het tempo verschijnt in de display.
fig.02-02
2. Druk opnieuw op de [ (Metronome)] knop om de
metronoom uit te zetten.
Het tempo veranderen
1. Druk op de [Tempo/Rhythm] knop zodat het tempo in de
display verschijnt.
Als u op de [Tempo/Rhythm] knop drukt, verschijnt beurtelings het tempo en het op dit moment geselecteerde ritmenummer (aangeduid door een ÒrÓ die aan het ritmenummer voorafgaat).
Wanneer het tempo in de display verschijnt, gaan de lampjes van de [-] en [+] knoppen in het rood branden.
2. Druk op de [-] of [+] knop om het tempo aan te passen.
Zie ÒHoofdstuk 2 Met ritmes meespelenÓ (pg. 25) voor meer details over ritme.
23
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
De slag van de metronoom veranderen
1. Druk op de [-] of [+] knop terwijl u de [Tempo/Rhythm]
ingedrukt houdt.
Het lampje van de [Tempo/Rhythm] knop gaat rood flikkeren.
De op dit moment geselecteerde slag verschijnt in de display.
fig.02-03
2. Druk op de [-] of [+] knop om de slag te selecteren.
U kan een van de volgende slagen selecteren.
Display Slag Display Slag
2.2 2/2 6.4 6/4
0.4
2.4 2/4 3.8 3/8
3.4 3/4 6.8 6/8
4.4 4/4 9.8 9/8
5.4 5/4 12.8 12/8
Alleen zwakke
tijden
7.4 7/4
NOTE
De metronoomslag kan niet veranderd worden wanneer een song of een ritme gespeeld wordt.
3. Druk op de [Tempo/Rhythm] knop.
Het knoplampje keert terug naar zijn vorige toestand.
Het volume veranderen
Het metronoomvolume kan met tien beschikbare volumeniveaus aangepast worden.
Deze instelling staat op Ò5Ó wanneer het instrument wordt aangezet.
1. Druk op de [-] of [+] knop terwijl u de [ (Metronome)]
knop ingedrukt houdt.
Het lampje van de [ (Metronome)] gaat rood flikkeren.
Het op dit moment geselecteerde metronoomvolume verschijnt in de display.
fig.02-04
2. Druk op de [-] of [+] knop om het volume aan te passen.
3. Druk op de [ (Metronome)] knop.
Het knoplampje keert terug naar zijn vorige toestand.
24
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Wat is Session Partner?
Met “Session Partner” spelen geeft u een “sessie-gevoel”
ÒSession PartnerÓ is een functie waarmee u de On/Off-status van de twee ritmeknoppen samen met ÒRhythmÓ kan selecteren zodat u op een eenvoudige manier begeleiding kan toevoegen.
U kan introÕs, eindes en fill-ins (korte frasen die op overgangspunten in de song worden ingevoegd) spelen door de knoppen in te drukken terwijl u het klavier bespeelt.
Daarnaast kan u eveneens automatische akkoordveranderingen maken terwijl u het ritme speelt, waardoor u piano-uitvoeringen verkrijgt met een sessie-gevoelÑalsof u begeleid wordt door een heel orkest.
Wat kan u doen met “Session Partner”
Met ÒSession PartnerÓ kan u hoofdzakelijk het volgende doen.
¥ Meespelen met een Rhythm Drum Part in plaats van de
metronoomklank (pg. 26)
¥ Piano spelen met een sessie-gevoel samen met ritmes terwijl het
akkoordenschema automatisch wordt voortgezet (pg. 26)
¥ Piano spelen om in uw eigen begeleiding te voorzien terwijl u
akkoorden aangeeft met uw linkerhand (het linkse deel van het klavier) (pg. 31)
¥ Ritmes samen met gespecifieerde akkoorden opnemen en daarna het
volledige klavier gebruiken om samen met deze vooropgenomen begeleiding te spelen (pg. 35)
Als u de akkoorden en de ritmes verandert, kan u zelfs wanneer u dezelfde melodie speelt op eenvoudige wijze verschillende soorten nieuwe arrangementen cre‘ren.
ÒSession PartnerÓ biedt u een groot gamma uitvoeringsmogelijkheden, waarvan wij hopen dat u zoveel mogelijk geniet.
Wat zijn de FP-3’s “ritmes”?
De FP-3 beschikt over interne ÒritmesÓ, waaronder jazz, rock en een groot aantal andere muziekstijlen.
ÒRitmesÓ combineren ritmische patronen, baspatronen en andere elementen van verschillende muziekstijlen en vormen de basis van de uitvoeringsbegeleiding in de ÒSession PartnerÓ-functie.
Daarnaast is elk ritme samengesteld uit een ÒDrum PartÓ (drumpartij) en een ÒChord PartÓ (akkoordenpartij).
Drum Parts bestaan uit drumklanken. Chord Parts zijn partijen waarin akkoorden worden gespeeld met de basklank als basis maar waarin eveneens andere instrumentale klanken worden gebruikt. U kan elk van deze Parts spelen door op de [Drums] en [Chord] knoppen te drukken.
25
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Meespelen met ritmes
fig.02-05
Meespelen met drumklanken
Nu gaan we een uitvoering proberen te spelen terwijl de klank van de Drum Part van het ritme speelt.
Aangezien er een breed gamma muziekstijlen beschikbaar is, moet u er voor zorgen dat u het ritme gebruikt dat het best geschikt is voor de song die u speelt. Zie ook ÒEen ritme selecterenÓ (pg. 28).
1. Druk op de [Drums] knop.
Het lampje van de [Drums] knop gaat branden en de intro begint te spelen.
2. Wanneer u nogmaals op de [Drums] knop drukt, wordt
het einde gespeeld en stopt het ritme.
Het lampje van de [Drums] knop dooft.
Meespelen met akkoordpartijen (chord parts)
Naast Drum Parts kan u eveneens met ÒChord PartsÓ spelen waarin bas- en andere klanken gebruikt worden.
Het akkoordenschema volgt automatisch, dus u kan de melodie gerust spelen op de manier die u verkiest.
U kan eveneens de Chord Part tijdens de uitvoering stopzetten en alleen de Drum Part laten verderspelen.
1. Druk op de [Chord] knop.
De lampjes van de [Chord] en [Drums] knoppen gaan branden en de intro begint te spelen.
NOTE
U kan de interne song en Rhythm niet tegelijkertijd spelen.
Zie ÒRitmelijstÓ (pg. 49). voor meer informatie over de verschillende soorten ritme.
Een ritme onmiddellijk stopzetten
Druk op de [Play] knop om een ritme onmiddellijk te stoppen. Wanneer het lampje van de [Drums] knop rood brandt en u drukt nogmaals op de [Drums] knop, kan u de intro of het einde onmiddellijk stoppen, zelfs terwijl deze gespeeld worden
2. Druk op de [Chord] knop waardoor het lampje dooft.
De klank van de Chord Part stopt en de Drum Part wordt alleen verder gespeeld.
3. Druk nogmaals op de [Chord] knop waardoor het
knoplampje gaat branden.
De klank van de Chord Part begint opnieuw te spelen.
4. Wanneer u nogmaals op de [Drums] knop drukt, wordt
het einde gespeeld en zal het ritme stoppen.
De lampjes van de [Chord] en de [Drums] knop doven.
26
U kan de patronen van de akkoordenschemaÕs veranderen. Zie ÒLijst van akkoordenschemapatronenÓ
U kan de akkoorden bepalen die in een ritme worden gespeeld. Zie ÒSpelen met een vastgelegd akkoordenschema in de linkerhand (Rhythm Split Play)Ó (pg. 31) voor meer details.
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Gedoofd
Brandt rood
Alleen de basklank van de akkoordpartij spelen
Een Chord Part van een ritme bevat niet alleen de basis-basklank van dat ritme, maar kan eveneens de klank bevatten van andere instrumenten. Het is echter wel mogelijk om uitsluitend de basklank van zulke Chord Parts te spelen.
U kan de instellingen eveneens veranderen terwijl het ritme wordt gespeeld.
Deze instelling geldt dan voor alle ritmes tot de stroom van de FP-3 wordt uitgezet.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Chord]
knop.
De lampjes van de [Song] en [Chord] knoppen gaan rood flikkeren.
fig.02-07
2. Druk op de [-] or [+] knop om de instelling te selecteren.
Lampje Omschrijving
On Alle klanken van de Chord Part worden gespeeld.
OFF Alleen de basklank van de Chord Part wordt gespeeld.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
Over het branden van de [Drums] en [Chord] knoplampjes
De lampjes van de [Drums] en [Chord] knoppen geven de status aan van de ritme-uitvoering, zoals hieronder aangeduid.
Lampje Uitvoering
De uitvoering is gestopt
Intro/Fill-In/einde wordt gespeeld
Brandt groen
Ritme wordt gespeeld
27
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Een ritme selecteren
Probeer nu het ritme dat gespeeld wordt te veranderen.
fig.02-09
1. Druk op de [Tempo/Rhythm] knop zodat het
ritmenummer in de display verschijnt.
Ritmenummers zijn aangeduid met een ÒrÓ voor het nummer.
Wanneer een ritme in de display verschijnt, branden de knoplampjes van
[-] en [+] in het groen.
fig.02-10
2 1 4 3
2. Druk op de [-] of [+] knop om het ritme te selecteren.
3. Druk op de [Chord] of [Drums] knop.
Het lampje van de knop gaat branden en de intro van het geselecteerde ritme begint te spelen.
4. Druk op de [Drums] knop om de uitvoering stop te
zetten.
Er wordt een einde gespeeld, waarna het ritme stopt.
Het lampje van de [Chord] of [Drums] knop dooft.
Ritmes veranderen terwijl u speelt
Als u een ritme verandert terwijl een ritme gespeeld wordt, zal het nieuw geselecteerde ritme beginnen te spelen nadat de fill-in gespeeld is. Het lampje van de [Chord] of [Drums] knop gaat rood branden terwijl de fill-in gespeeld wordt.
Wat is een “Fill In”?
Een korte improvisatorische frase die aan de maatstreep is toegevoegd wordt een ÒFill InÓ genoemd.
NOTE
U kan het ritme niet veranderen terwijl de intro of het einde wordt gespeeld
28
De frase die het best voor het geselecteerde ritme geschikt is, wordt gespeeld.
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Het tempo van een ritme veranderen
U kan het tempo van het geselecteerde ritme veranderen. Daarnaast kan u het tempo ook veranderen terwijl het ritme gespeeld wordt.
fig.02-08
2 1
1. Druk op de [Tempo/Rhythm] knop zodat het tempo in de
display verschijnt.
Als u op de [Tempo/Rhythm] knop drukt, verschijnt beurtelings het tempo en het op dit moment geselecteerde ritmenummer (voorafgegaan door een ÒrÓ).
Wanneer het tempo in de display verschijnt, branden de lampjes van de [-] en [+] knoppen in het rood.
2. Druk op de [+] en [-] knoppen om het tempo aan te
passen.
Het tempo kan aangepast worden binnen een bereik van 20 ~ 250.
Wanneer u op de [Chord] of [Drums] knop drukt, wordt het ritme aan het geselecteerde tempo gespeeld.
Als u tegelijkertijd op de [-] en [+] drukt, wordt het tempo teruggebracht op
96.
29
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Het akkoordenschema van een ritme selecteren
Wanneer de Chord Part wordt gespeeld tijdens een uitvoering volgen de akkoorden elkaar automatisch op. Indien u dat wenst, kan u het patroon van het akkoordenschema veranderen.
Deze instellingen kunnen niet voor elk ritme afzonderlijk gememoriseerd worden.
1. Houd de [Chord] knop ingedrukt en druk op de [-] of [+]
knop.
Het lampje van de [Chord] knop flikkert in het rood.
Zie ÒLijst van akkoordenschemapatronen Ó (pg. 50) voor meer informatie over akkoordenschema­patronen.
Het op dit moment geselecteerde patroonnummer van het akkoordenschema en de grondtoon van het startakkoord verschijnen in de display.
De uitvoering stopt wanneer het ritme gespeeld wordt.
fig.02-11
Patroonnummer van het akkoordenschema Grondnoot van het beginakkoord
2. Druk op de [-] of [+] knop om het
akkoordenschemapatroon te veranderen.
3. Druk op de toets die overeenkomt met de grondnoot van
het eerste akkoord.
Het akkoordenschema dat volgt, werd veranderd zodat het overeenkomt met het aangeduide akkoord.
fig.02-12
De grondnoot verschijnt in de display zoals hieronder aangeduid.
Display
C C d E_
Letter
C C D E 
name
Display
E F F G 
Letter
E F F G
name
Display
A_ A b_ b 
Letter
A A B B
name
In Split Play kan u zelf akkoorden bepalen. Zie ÒSpelen met een vastgelegd akkoordenschema in de linkerhand (Rhythm Split Play)Ó (pg. 31) voor meer details.
C
CDEEFFGAAB
4. Druk nogmaals op de [Chord] knop.
Het knoplampje keert terug naar zijn vorige toestand.
30
B
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
b
Spelen met een vastgelegd akkoordenschema in de linkerhand (Rhythm Split Play)
Het uitvoeren met een klavier dat op een bepaald punt in een linker- en rechterhelft is opgedeeld, noemt men ÒSplit Play.Ó
Als men het ritme gebruikt wanneer Split Play aan staat, dan is het mogelijk om de akkoorden te specifi‘ren met de toetsen van de linkerhelft van het klavier.
fig.02-13
1, 5 4 2
1. Druk op de [Split] knop waardoor het lampje gaat branden.
2. Druk op de [Chord] knop waardoor het lampje gaat branden.
De lampjes van de [Chord] en [Drums] knoppen flikkeren en de FP-3 wordt in stand-by modus gezet. Wanneer men op de [Split] knop drukt terwijl er een uitvoering wordt gespeeld, dan zal het ritme stoppen.
3. Het akkoord wordt aangeduid door een toets in de
linkerhelft van het klavier en het ritme begint.
fig.02-14
F 3 (Split point)
NOTE
Bij het aanduiden van akkoor­den in de linkerhelft van het klavier wordt Dual Play (pg. 17) in de rechterhelft uitgeschakeld
Het punt waarop het klavier is verdeeld, noemt men het ÒsplitpuntÓ; u kan dit splitpunt veranderen. Zie ÒHet splitpunt van het klavier veranderenÓ (pg.
19) voor meer informatie.
The range specifyed a chord
U kan akkoorden
Specifieer het akkoord in de linkerhelft van het klavier en speel de melodie op de rechterhelft. Het is niet nodig de toetsen van de akkoorden in de linkerhelft ingedrukt te houden. Zelfs wanneer u de toets loslaat, zal hetzelfde akkoord zolang voortduren tot wanneer het volgende akkoord wordt gespeeld. Wanneer u akkoorden specifieert, worden geen klanken van de linkerhelft van het klavier gespeeld.
gewoonweg met uw vinger aanduiden; u hoeft de toetsen van de noten waaruit dat akkoord is samengesteld zelfs niet te spelen. Zie ÒVingerzettinglijst van de akkoordenÓ (pg. 52).
4. Druk op de [Drums] knop om het ritme stop te zetten.
Wanneer het einde uitgespeeld is, zal de uitvoering stoppen. De lampjes van de [Chord] en [Drums] knoppen beginnen te flikkeren en de FP-3 wordt in stand-by modus gezet.
5. Druk op de [Split] knop om Split Play te verlaten; het
lampje dooft.
Als in Split Play de [Chord] knop uit staat en alleen de Drum part wordt gespeeld kan u de linkerhelft van het klavier bespelen met
ehulp van de lage toon
(pg. 18).
31
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
De volumebalans van het klavier en het ritme veranderen
Wanneer u in uitvoeringen ritmes gebruikt, kan u de balans veranderen van het volume van het ritme en het volume van de uitvoering die op het klavier wordt gespeeld.
Wanneer de stroom wordt aangezet, staat de volumebalans op Ò5Ð5Ó (ÒKlaviervolumeÓ Ð ÒRitmevolumeÓ).
fig.02-15
Wanneer u de volumebalans van het klavier en het ritme verandert, is het mogelijk dat de volumebalans van het klavier en de interne song verandert.
2 3
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Drums]
knop.
De lampjes van de [Song] en [Drums] knoppen gaan rood flikkeren.
De geselecteerde volumebalans verschijnt in de display.
fig.02-16
Klaviervolume Ritmevolume
2. Druk op de [-] of [+] knop om de volumebalans aan te
passen.
Om de normale standaard volumebalans te herstellen, moet u tegelijkertijd op de [-] en [+] knoppen drukken.
3. Druk op de [Song] knop.
Het knoplampje keert terug naar zijn vorige toestand.
1
32
Hoofdstuk 3 Een uitvoering opnemen
g
U kan op eenvoudige wijze uw uitvoeringen opnemen. U kan een opgenomen uitvoering afspelen om te controleren wat en hoe u gespeeld hebt en u kan met behulp van Rhythm melodie‘n op het klavier spelen samen met de vooropgenomen begeleiding.
Opmerkingen in verband met opnamen
¥ Er kan slechts ŽŽn song worden opgenomen. Bij een tweede of latere
opname, wordt de eerder opgenomen song gewist bij het opnemen van het nieuwe materiaal. Wanneer u een nieuwe uitvoering opneemt, is het aan te raden om eerst de eerder opgenomen uitvoering te wissen (pg. 37).
¥
Opgenomen uitvoeringen worden gewist wanneer de stroom wordt uitgezet.
Opnemen zonder de eerder opgenomen uitvoering te wissen...
1st Pass
2nd Pass
Een uitvoering opnemen
Hiermee neemt u alleen datgene op wat u op het klavier speelt, zonder Rhythm
fig.03-01
3
1. Druk op de [Song] knop waardoor het lampje gaat branden.
Het song-nummer verschijnt in de display.
2. Druk op de [-] knop om ÒUSrÓ te doen verschijnen.
3. Selecteer de toon die gespeeld moet worden.
4. Gebruik, indien nodig, de metronoom.
Selecteer het tempo en de maat van de song terwijl u de metronoom beluistert (pg. 23).
5. Druk op de [Rec] knop.
Het lampje van de [Rec] gaat branden, het lampje van de [Play] knop gaat flikkeren en de FP-3 wordt in opname-stand-by modus gezet.
6. Druk op de [Play] knop of speel een toets op het klavier
om de opname te starten.
Druk op de [Play] knop en nadat u twee maten aftelgeluid hebt gehoord, wordt de opname gestart. De opname begint wanneer u op het klavier begint te spelen, zelfs wanneer u de [Play] knop niet indrukt. In dit geval hoort men geen aftel.
.
456, 8
De eerte uitvoerin
blijft bewaard
7
NOTE
Wanneer u bijkomend materiaal opneemt zonder de eerder opgenomen klanken te wissen, dan wordt de song opgenomen aan het oorspronkelijk opgenomen tempo.
Tijdens de aftel wordt de aftelmaat in de display aangeduid als Ò-2Ó en dan als Ò-1Ó.
Over “USr” in de display
Wanneer de opname stopt,
12
7.
Druk op de [Rec] of de [Play] knop om de opname te stoppen
De lampjes van de [Rec] en [Play] knoppen doven en de opname stopt.
De opgenomen uitvoering beluisteren
8. Druk op de [Play] knop.
Druk nogmaals op de [Play] knop en het afspelen stopt.
.
verandert de Ò Ó indicatie in de display in
Ò . Het Ò.Ó in de display wijst op eerder opgenomen uitvoeringsmateriaal.
33
Hoofdstuk 3 Een uitvoering opnemen
Een uitvoering opnemen met behulp van ritmes
Het is eveneens mogelijk sessie-uitvoeringen eenvoudig op te nemen in de interne ritme- en akkoordenschemaÕs.
fig.03-02
1
1
1. Selecteer het te spelen ritme of de te spelen toon.
Stel het ritmetempo ook in op een tempo dat gemakkelijker te spelen is (pg.
29).
2. Druk op de [Rec] knop.
Het lampje van de [Rec] knop gaat branden, het lampje van de [Play] knop flikkert en de FP-3 wordt in de opname stand-by modus gezet.
NOTE
Wanneer u bijkomend materiaal opneemt zonder de eerder opgenomen klanken te wissen, dan wordt de song opgenomen aan het oorspronkelijk opgenomen tempo.
2
54 3
Zie pg. 16 en pg. 28 voor meer details over het selecteren van tonen en ritmes.
3. Druk op de [Chord] of de [Drums] knop om de opname te
starten.
Het ritme begint te spelen, terwijl de opname tegelijkertijd wordt gestart.
4. Druk op de [Drums] knop om de opname stop te zetten.
Het einde wordt gespeeld en de uitvoering en de opname worden stopgezet.
Wanneer u op de [Rec] of de [Play] knop drukt, zal de opname stoppen zonder dat het einde wordt gespeeld.
De opgenomen uitvoering beluisteren
5. Druk op de [Play] knop.
Druk nogmaals op de [Play] knop en het afspelen stopt.
Zie ÒRitmelijstÓ (pg. 49) en ÒLijst van akkoordenschemapatronen Ó (pg. 50) voor meer informatie over de verschillende ritme- en akkoordenschemapatronen .
NOTE
Een ritme kan niet worden opgestart wanneer er een opname gemaakt wordt.
34
Hoofdstuk 3 Een uitvoering opnemen
Een uitvoering opnemen met behulp van ritmes
(in Split Play)
Specifieer zelf het akkoordenschema om sessie-uitvoeringen op te nemen met nog grotere mogelijkheden.
Als u alleen het ritme (begeleiding) vooropneemt met behulp van de akkoordenschemaÕs die u verkiest, kan u in sessie-uitvoeringen het volledige klavier gebruiken terwijl u meespeelt met de playback van deze
opname.
fig.03-06
NOTE
Wanneer u bijkomend materiaal opneemt zonder de eerder opgenomen klanken te wissen, dan wordt de song opgenomen aan het oorspronkelijk opgenomen tempo.
3 46 7
1
1. Selecteer het te spelen ritme of toon.
Stel het ritmetempo ook in op een tempo dat gemakkelijker te spelen is (pg. 29).
2. Druk op de [Rec] knop.
Het lampje van de [Rec] knop gaat branden, het lampje van de [Play] knop flikkert en de FP-3 wordt in de opname stand-by modus gezet.
3. Druk op de [Split] knop waardoor het lampje gaat branden.
Het klavier wordt ingesteld op Split Play.
4. Druk op de [Chord] knop.
De lampjes van de [Chord] en [Drums] knoppen flikkeren en de FP-3 wordt in stand-by modus gezet.
5. Specifieer een akkoord door het op de linkerhelft van het
klavier te spelen.
De ritme-intro begint te spelen en de opname begint terzelfdertijd.
2
Neem de begeleiding op terwijl u de akkoorden specifieert op de linkerhelft van het klavier.
6. Druk op de [Drums] knop om de opname stop te zetten.
Het einde wordt gespeeld en de uitvoering en de opname worden stopgezet
Wanneer u op de [Rec] of de [Play] knop drukt, zal de opname stoppen zonder dat het einde wordt gespeeld.
De opgenomen uitvoering beluisteren
7. Druk op de [Play] knop.
Druk nogmaals op de [Play] knop en het afspelen stopt.
.
35
Hoofdstuk 3 Een uitvoering opnemen
Geselecteerde spoorknoppen opnemen
De opnamefunctie van de FP-3 is uitgerust met drie Track-knoppen (spoorknoppen).
Wanneer u op de [Rec] knop drukt, worden alle Track-knoppen ingesteld om opgenomen te worden. Wanneer u echter de Track-knoppen selecteert die niet moeten opgenomen worden, kan u alleen opnemen op de specifieke Track-knoppen van uw keuze. U kan bijvoorbeeld de uitvoering van elke hand op verschillende Track-knoppen opnemen, of opnieuw opnemen over bepaalde Track-knoppen in een eerder opgenomen uitvoering. Op de [Drums (R)] knop kunnen uitsluitend klanken van de Drumsettonen en
ritmeklanken worden opgenomen
fig.03-03
.
NOTE
Wanneer u bijkomend materiaal opneemt zonder de eerder opgenomen klanken te wissen, dan wordt de song opgenomen aan het oorspronkelijk opgenomen tempo.
1.
Houd de [Rec] knop ingedrukt en doof het lampje van de
Track-knop, i.e. de [Drums (R)], [Chord (1)] of de [ (2)] knop, voor elk spoor dat niet moet worden opgenomen.
Het lampje van de [Rec] gaat branden, het lampje van de [Play] knop flikkert en de FP-3 wordt in de opname stand-by modus gezet.
Wanneer de FP-3 in standby staat, kan u de uitvoering opnemen volgens de procedures die beschreven zijn in ÒEen uitvoering opnemenÓ (pg. 33), ÒEen uitvoering opnemen met behulp van ritmesÓ (pg. 34) of ÒEen uitvoering opnemen met behulp van ritmes (in Split Play)Ó (pg. 35), te beginnen vanaf stap 3
.
De uitvoering wordt enkel opgenomen op de Track-knoppen waarvan het lampje brandt.
Samen met interne songs opnemen
U kan uw eigen uitvoering ook opnemen terwijl u meespeelt met de interne piano-songs.
Wanneer u opneemt op specifieke Track-knoppen, worden de klanken op de geselecteerde Track-knoppen niet gespeeld. U kan bijvoorbeeld dat wat u met
uw rechterhand speelt, opnemen terwijl u de Part van de linkerhand beluistert.
1. Selecteer de song met de [Song], [-] en [+] knoppen.
2. Houd de [Rec] knop ingedrukt en doe het lampje branden
van de track-knop van het spoor waarop u zelf wil spelen.
Het lampje van de [Rec] gaat branden, het lampje van de [Play] knop flikkert en de FP-3 wordt in de opname stand-by modus gezet.
Over het branden van de lampjes van de Track-knoppen wanneer de [Rec] knop wordt ingedrukt
Gedoofd
Gedoofd
Brandt oranje
Brandt oranje
Brandt rood
Brandt rood
Overeenkomst tussen interne Piano Song Track­knoppen en uitvoering
[1] knop: Part van de linkse hand [2] knop: Part van de rechtse hand Aan de [R] knop zijn geen uitvoeringsgegevens toegewezen
NOTE
Geen opname
Geen opname
Opname
Opname
Gegevensopname
Gegevensopname
Opname
Opname
Geen gege-
Geen gege­vensopname
vensopname
.
3. Druk op de [Play] knop om de opname te starten.
Het materiaal van de Track-knop waarvan het lampje in stap 2 niet brandde, wordt niet gespeeld.
4.
36
Druk op de [Rec] of [Play] knop om de opname stop te zetten
Wanneer u samen met een interne song opneemt, kan u deze opname niet afspelen aan een gewijzigd tempo.
.
Hoofdstuk 3 Een uitvoering opnemen
Opgenomen uitvoeringen wissen
U kan opgenomen uitvoeringen wissen.
fig.03-04
1. Houd de [Song] ingedrukt en druk op de [Rec] knop.
In de display verschijnt een bevestigingsboodschap.
fig.03-05
Flikkert groen Flikkert rood Flikkert groen
2. Druk op de [Rec] knop.
De opgenomen uitvoering wordt gewist.
Druk op de [Play] of [Song] knop als u de uitvoering niet wil wissen.
Overeenkomst tussen de opgenomen uitvoering en de Track-knoppen
Een opgenomen uitvoering wordt als volgt aan de Track-knoppen toegewezen.
2
1
Track-knop Opgenomen uitvoering
[R]
[1] ¥ Lage toon in Dual play of Split play (pg. 17, pg. 18)
[2]
* U kan op de [1] knop eveneens gewone klavieruitvoeringen opnemen waarin
alleen de [1] knop wordt gespecifieerd.
¥ Rhythm (Drums Part, Chord Part) (pg. 25) ¥ Een uitvoering van drumsettonen
¥ De uitvoering van het volledige klavier (zonder de
drumsettonen)
¥ Hoge toon in Dual play of Split play (pg. 17, pg. 18)
37
Hoofdstuk 4 Andere functies
De resonantie van het linkerpedaal wijzigen
Het indrukken van het rechterpedaal op een akoestische piano doet de noten die u speelt met andere snaren meeklinken en voegt rijke galmklanken en dikte toe aan de klank. Door het indrukken van het rechterpedaal van de FP-3 wordt deze resonantie (meegaande resonantie) nagebootst.
Voor de resonantieklank kan u tien diepteniveaus selecteren (resonantieniveau).
Wanneer u het instrument aanzet, staat deze instelling op Ò5Ó.
* Deze instelling werkt alleen maar bij tonen 1, 2 en 5 van de
[Piano] knop. Voor andere tonen kan u deze instelling niet maken.
1. Houd de [Reverb] en [Chorus] knoppen
ingedrukt en druk op de [-] of [+] knop.
De lampjes van de [Reverb] en [Chorus] knoppen gaan rood flikkeren.
De resonantie van de toon die op dit moment is geselecteerd verschijnt in de display.
fig.04-01
De manier waarop de pedalen werken veranderen
Hoewel een pedaal dat aan de jack van Pedal [Soft] is aangesloten meestal werkt als een linkerpedaal (pg. 10), kan het eveneens ingesteld worden om te functioneren als een sostenuto-pedaal of expressiepedaal.
Sluit het meegeleverde DP-6 pedaal of de DP-2 (afzonderlijk te koop) aan voor gebruik als een sostenuto-pedaal. Sluit het meegeleverde expressiepedaal (EV-5) aan voor gebruik als een expressiepedaal.
Wanneer het instrument wordt aangezet, staat deze instelling op het functioneren als linkerpedaal.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[E.Piano] knop.
De lampjes van de [Song] en [E.Piano] knoppen gaan rood flikkeren.
fig.04-02
Brandt roodBrandt rood
2. Druk op de [-] of [+] knop om de pedaalfunctie
te selecteren.
Brandt rood
2. Druk op de [-] of [+] knop om het
resonantieniveau te selecteren.
3. Druk op de [Reverb] of [Chorus] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
Lampje Omschrijving
1 (Linker­pedaal)
2 (Sostenuto pedaal)
3 (Express­iepedaal)
Stelt functie in op linkerpedaal. Instelling wordt gemaakt bij het aanzetten van het instrument.
Wanneer het pedaal wordt ingedrukt, blij­ven alleen de klanken van de ingedrukte toetsen voortduren. Sluit het meegeleverde DP-6 of DP-2 pedaal (afzonderlijk te koop) aan.
Laat volumecontrole toe. U kan het volume ook veranderen met de [Volume] knop, maar als u deze pedaal gebruikt kan u het volu­meniveau wijzigen zonder uw handen van het klavier te nemen. Sluit een afzonderlijk verkocht expressiepedaal aan (EV-5).
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
* Gebruik uitsluitend het gespecifieerde pedaal (EV-5;
afzonderlijk te koop). Als u een ander pedaal aansluit, loopt u kans op slecht functioneren en/of schade aan het toestel.
38
* Zet de stroom van het toestel uit vooraleer u een pedaalsnoer
wil aansluiten of verwijderen.
Hoofdstuk 4 Andere functies
De manier waarop de pedaaleffecten worden toegepast veranderen
Wanneer het pedaal wordt ingedrukt in Dual Play (pg. 17) of Split Play (pg. 18), wordt het pedaaleffect op zowel de Upper- als de Lower-toon toegepast. U kan de instellingen van de toon waarop het effect moet worden toegepast echter veranderen.
Wanneer het instrument aangezet wordt, is de instelling die bepaalt hoe de effecten worden toegepast hetzelfde voor de Upper- en de Lower-toon (Ò1Ó in de onderstaande tabel).
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Organ] knop.
De lampjes van de [Song] en [Organ] knoppen gaan rood flikkeren.
fig.04-03
Brandt roodBrandt rood
De toonhoogte van de Lower-toon in stappen van een octaaf veranderen (Octave Shift)
U kan de toonhoogte van de Lower-toon in stappen van een octaaf veranderen in Dual Play (pg. 17) en Split Play (pg. 18).
Het op deze manier wijzigen van de toonhoogte met eenheden van ŽŽn octaaf noemt men ÒOctave ShiftÓ.
U kan de toonhoogte van de Lower-toon bijvoorbeeld verhogen in Split Play tot dezelfde toonhoogte van de hoge tonen.
Het bereik van beschikbare toonhoogtewijzigingen loopt van twee octaven hoger tot twee octaven lager.
Deze instelling blijft gelden tot de stroom wordt uitgezet
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Piano] knop.
De lampjes van de [Song] en [Piano] knoppen flikkeren in het rood.
fig.04-04
2. Druk op de [-] of [+] knop om te selecteren hoe
de effecten moeten worden toegepast.
Lampje
* rechterpedaalÑaansluiten op de [Damper] jack * linkerpedaalÑaansluiten op de [Soft] jack
1
2
3
Omschrijving
Alles inge­schakeld
Alleen toe­gepast op de Upper­tonen
Linkse pedaal alleen voor de Lower­toon
Hoge tonen
❍❍Rechterpedaal ❍❍Linkerpedaal
x Rechterpedaal
x Linkerpedaal
❍❍Rechterpedaal
x Linkerpedaal
Lage
tonen
Pedaal
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
Brandt roodBrandt rood
2. Druk op de [-] of [+] knop om de toonhoogte te
selecteren.
De toonhoogte wordt bij elke druk op de [-] knop met een octaaf verlaagd en met elke druk op de [+] knop met een octaaf verhoogd.
Om naar de oorspronkelijk toonhoogte terug te keren, moet u tegelijkertijd op de [-] en [+] knoppen drukken.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
39
Hoofdstuk 4 Andere functies
Afstemmen op de toonhoogten van andere instrumenten (Master Tuning)
Als u samen speelt met andere instrumenten kan u de standaard toonhoogte afstemmen op de toonhoogte van een ander instrument.
De standaardtoonhoogte verwijst meestal naar de toonhoogte van de noot die wordt gespeeld wanneer men de midden A-toets aanslaat. Zorg er voor dat de basistoon van elk instrument afgestemd is op de basistoon van de andere instrumenten zodat u een zuiverdere samenspelklank krijgt. Deze afstemming van alle instrumenten op een standaardtoonhoogte wordt Òmaster tuningÓ genoemd.
U kan de standaardtoonhoogte om het even waar instellen binnen een bereik van 415.3 Hz tot 466.2 Hz.
Wanneer het instrument aangezet wordt, staat de standaardtoonhoogte op Ò440.0 HzÓ.
Deze instelling blijft gelden tot de stroom wordt uitgezet.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Voice/Winds] knop.
De lampjes van de [Song] en [Voice/Winds] knoppen gaan rood flikkeren.
fig.04-05
Flikkert roodFlikkert rood
De stemming aanpassen
U kan klassieke muziek, zoals bijvoorbeeld barok, spelen met de originele stemming.
De meeste moderne liedjes worden gecomponeerd en gespeeld vanuit de veronderstelling dat gelijke stemming zal worden gebruikt (tegenwoordig de meest gebruikte stemming) maar toen de klassieke muziek gecomponeerd werd, bestond er een grote verscheidenheid aan andere stemmingssystemen. Wanneer u een compositie in zijn originele stemming speelt, kan u genieten van de klank van de akkoorden die de componist oorspronkelijk voor ogen had.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Chorus] knop.
De lampjes van de [Song] en [Chorus] knoppen gaan rood flikkeren.
fig.04-06
Flikkert roodFlikkert rood
Stemming Tonicum
2. Druk op de [-] of [+] knop om de stemming te
veranderen en druk op de toets die overeenkomt met de noot van de toon.
U kan kiezen uit de zeven stemmingen die hieronder worden beschreven.
De laatste drie cijfers van de huidige instelling van de standaardtoonhoogte verschijnen in de display.
2. Druk op de [-] or [+] knop om de
standaardtoonhoogte te wijzigen.
De toonhoogte daalt met 0.1 Hz telkens er op de [-] knop wordt gedrukt. Wanneer u de knop ingedrukt houdt, daalt de toonhoogte voortdurend.
De toonhoogte stijgt met 0.1 Hz telkens er op de [+] knop wordt gedrukt. Wanneer u de knop ingedrukt houdt, stijgt de toonhoogte voortdurend.
Druk tegelijkertijd op de [-] en [+] knoppen om naar de originele toonhoogte terug te keren.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
Stemming Kenmerken
1 Gelijke In deze stemming wordt elk octaaf
verdeeld in twaalf gelijke stappen. Elk interval produceert ongeveer dezelfde hoeveelheid lichte disso­nantie. Deze stemming is ingesteld wanneer u de stroom aanzet.
Pythagore•sche
2
3 Zuiver majeur
Deze stemming, van de Þlosoof Pythagoras, elimineert dissonan­tie in kwarten en kwinten. Disso­nantie wordt gemaakt door terts­intervalakkoorden maar de melo­die‘n zijn welluidend.
Deze stemming elimineert dubbelzin­nigheden in kwinten en tertsen. Ze is niet geschikt voor het spelen van melo­die‘n en kan niet getransponeerd worden, maar kan mooie klanken
.
geven
40
Hoofdstuk 4 Andere functies
Stemming Kenmerken
4 Zuiver mineur De zuivere stemmingen ver-
schillen van majeur- en mineur­toonladders. Men kan hetzelfde effect krijgen met de mineurtoon­ladder als met de majeurtoonlad­der.
5 Middentoon Deze toonladder maakt enkele
compromissen in zuivere into­natie, waardoor transpositie in andere toonaarden mogelijk wordt.
6 Werckmeister Deze stemming combineert de
middentoon- en de stemmingen. Uitvoeringen zijn mogelijk in alle toonaarden (eerste techniek, III).
7 Kirnberger Dit is een verbetering van de mid-
dentoon- en de zuivere toonstem­mingen die modulatie in een hoge graad toelaten. Uitvoeringen zijn mogelijk in alle toonaarden (III).
Pythagore•sche
Het slagpatroon veranderen
De metronoom slaat gewoonlijk ŽŽn slag per vierde noot, maar u kan het slagpatroon veranderen zodat het bijvoorbeeld ŽŽn slag per elke gepunte vierde noot slaat.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[ (Metronome)] knop.
De lampjes van de [Song] en [ (Metronome)] knoppen flikkeren in het rood.
fig.04-07
Flikkert in roodFlikkert in rood
2. Druk op de [-] of [+] knop om de slagverdeling
te veranderen.
Lampje Omschrijving
(Normaal)
A1 De metronoom speelt met een naslag achter
De metronoom klinkt op de gewone manier.
elke slag.
De display is als volgt:
fig.Chart3
Display
Letter name
C d_ d E_ E F F G A_ A b_ b 
C D D E E F F G A A B B
Wanneer men speelt met een andere stemming dan de gelijke stemming, moet u de grondnoot specifi‘ren voor het stemmen van het uit te voeren lied (dit is de noot die overeenkomt met C voor een majeur-toonaard of met A voor een mineur-toonaard).
Als u een gelijke stemming kiest, moet u geen grondnoot selecteren.
3. Druk op de [Song] knop.
De knoplampjes keren terug naar hun originele toestand.
* Als u samen speelt met andere instrumenten moet u er op
letten dat, afhankelijk van de toonaard, er een verschuiving van de toonhoogte kan zijn. Stem de FP-3 af op de basistoonhoogte van de andere instrumenten.
A2 Voor elke slag wordt in triolen geteld. A3 De toegevoegde klanken worden vermengd.
2. ( )
2 ( )
4. ( )
4 ( )
8. ( )
8 ( )
16 ( )
Het tellen start in het begin van de maat, in intervallen van gepunte halve nootslagen.
Het tellen start in het begin van de maat, in intervallen van halve nootslagen.
Het tellen start in het begin van de maat, in intervallen van gepunte vierde nootslagen
Het tellen start in het begin van de maat, in intervallen van vierde nootslagen.
Het tellen start in het begin van de maat, in intervallen van gepunte achtste nootslagen.
Het tellen start in het begin van de maat, in intervallen van achtste nootslagen.
Het tellen start in het begin van de maat, in intervallen van zestiende nootslagen.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun oorspronkelijke toestand.
.
Als u ÒA1Ó selecteert met een trioolritme (6/8, 9/8, 12/8) wordt de toegevoegde klank op dezelfde manier gespeeld als ÒA2Ó.
Zie ÒDe metronoom gebruikenÓ (pg.23).
41
Hoofdstuk 4 Andere functies
MIDI-toestellen aansluiten
Hoe MIDI te gebruiken
Uitvoeringsgegevens die gespeeld zijn op de FP-3
Over MIDI
MIDI is de afkorting van ÒMusical Instrument Digital InterfaceÓ en is een wereldwijde standaard voor het uitwisselen van uitvoeringsgegevens (MIDI-commandoÕs) en andere informatie tussen elektronische instrumenten en computers.
opnemen op een sequencer* en automatisch de opgenomen uitvoeringsgegevens op de FP-3 afspelen
Aansluitvoorbeeld: Aansluiten op een sequencer (de Roland MT -reeks, enz.).
fig.04-09.e
De FP-3 is voorzien van een MIDI-connector en een computer­connector waarmee uitvoeringsinformatie met externe toestellen kan worden uitgewisseld. Als u het klavier met deze connectoren op andere toestellen aansluit, kan u over een nog groter aantal verschillende mogelijkheden beschikken om uw klavier te gebruiken.
* Er is eveneens een afzonderlijke uitgave ÒMIDI-
implementatieÓ beschikbaar. Hierin worden de volledige details beschreven betreffende de manier waarop MIDI op dit toestel werd ge•mplementeerd. Gelieve het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland verdeler te contacteren als u deze uitgave zou wensen (wanneer u bijvoorbeeld een byte-level programmatie wil uitvoeren).
Connectoren
fig.04-08
Wanneer u aansluit op een sequencer, raden wij u aan deze te
gebruiken met de volgende instellingen. ¥ Local Control off (pg. 43) ¥ MIDI Out Mode 1 (pg. 44)
Wanneer het instrument aanstaat, is de MIDI Out-modus ingesteld op Ò1Ó.
Op de FP-3 spelen met behulp van klanken van een andere klankmodule*
Out In
MIDI
Aansluitvoorbeeld: Aansluiten op een MIDI-klankmodule
fig.04-10.e
MIDI Out-connector
Verzendt gegevens over wat gespeeld wordt op het klavier evenals andere uitvoeringsgegevens. Sluit de MIDI in-connector aan op het externe MIDI-toestel.
MIDI In-connector
Ontvangt commandoÕs die vanuit externe MIDI-toestellen worden verzonden
Sluit de MIDI out-connector aan op het externe MIDI-toestel.
Aansluitingen maken
* Draai steeds het volume omlaag en zet de stroom uit van alle toestellen
vooraleer u aansluitingen maakt om het slecht functioneren en/of beschadiging van de luidsprekers of andere toestellen te voorkomen.
1. Draai het volume volledig omlaag van de FP-3
en van het toestel dat u gaat aansluiten.
2. Zet de stroom uit van de FP-3 en van het toestel
dat u gaat aansluiten.
3. Sluit een MIDI-kabel (afzonderlijk te koop)
aan op de MIDI-connectoren van elk toestel.
4. Zet de stroom aan van de FP-3 en van het
aangesloten toestel.
5. Pas het volume aan van de FP-3 en van het
aangesloten toestel.
6. Stel de MIDI-instellingen in.
Maak de instellingen voor de MIDI-verzend en ontvangstkanalen (pg. 43) en voor Local On/Off (pg. 43).
.
Wanneer u aansluit op een MIDI-klankmodule, raden wij aan het systeem te gebruiken met de MIDI Out-modus ingesteld op Ò2Ó (pg.44). Wanneer het instrument aanstaat, is de MIDI Out-modus ingesteld op Ò1Ó
Wat is een sequencer?
Een sequencer is een toestel dat de stroom MIDI-commandoÕs opneemt die door een instrument wordt uitgestuurd. Deze commandoÕs transporteren alle details van wat er gebeurde toen het instrument bespeeld werd, met inbegrip van de timing van de noten, de kracht die werd gebruikt om ze te spelen en hoe lang ze gespeeld werden. Later kan u de opgenomen MIDI-informatie opnieuw naar het instrument versturen, waardoor het automatisch zal gaan spelen.
Wat is een MIDI-klankmodule?
Een synthesizer of elektronische piano is binnenin voorzien van een gedeelte dat de klank produceert en dat we klankmodule noemen. Een MIDI-klankmodule produceert klanken die voortkomen uit de MIDI­commandoÕs die er door andere klankmodules naartoe werden gestuurd.
Sequencer
* De MT-80s heeft geen MIDI
InOut
MIDI
MIDI
Out-connector.
MIDI
Damper Soft
FP-3
Damper Soft
Out In
Pedal Line In
Out In
Pedal Line In
)
RL (Mono
Stereo
Klankmodule
)
RL (Mono
Stereo
MIDI OUTTHRU IN
FP-3
RL (Mono
Stereo
Line Out
RL (Mono
Stereo
Line Out
)
)
.
42
Hoofdstuk 4 Andere functies
MIDI-instellingen
MIDI Send-kanaalinstellingen
MIDI beschikt over zestien MIDI-kanalen met nummers van 1 tot 16. Het gewoon aansluiten van een kabel volstaat niet voor communicatie. De aangesloten toestellen moeten zo ingesteld worden dat ze hetzelfde MIDI-kanaal gebruiken. Als dit niet het geval is, zal er geen klank geproduceerd worden en kunnen er geen klanken geselecteerd worden. Selecteer het verzendkanaal (1Ð16) van de FP-3. Wanneer u het instrument aanzet, staat het ingesteld op kanaal Ò1Ó. De FP-3 ontvangt commandoÕs op alle kanalen van 1 tot 16.
* Wanneer het klavier opgedeeld is in een linker- en een
rechterhelft, is het verzendkanaal voor commandoÕs van de linkerhand vastgelegd op Ò3Ó.
* Wanneer een drumsettoon aan het klavier is toegewezen, is het
verzendkanaal vastgelegd op Ò10Ó.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Guitar/Bass] knop.
De lampjes van de [Song] en [Guitar/Bass] knoppen gaan rood flikkeren.
fig.04-11
Local Control ON: Het klavier en de interne klankgenerator zijn verbonden.
fig.04-13.e
Klank wordt verstuurd
Klankgenerator
Local On
Local Control OFF: Het klavier en de interne klankgenerator zijn niet verbonden. Er wordt geen klank geproduceerd wanneer men op het klavier speelt.
fig.04-14.e
Er wordt geen klank geproduceerd
Klankgenerator
Local Off
Flikkert roodFlikkert rood
2. Druk op de [-] of [+] knop om het
verzendkanaal te selecteren.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
Local Control On en Off schakelen
Wanneer u op een MIDI sequencer aansluit, moet u Local Control op ÒOffÓ zetten.
Wanneer u het instrument aanzet, is dit ingesteld op ÒOnÓ.
Zoals hieronder getoond, wordt de informatie die beschrijft wat er op het klavier wordt gespeeld naar de interne klankgenerator verstuurd via twee verschillende routes (1) en (2). Als resultaat hoort u overlappende of intermitterende klanken. Om dit te voorkomen, moet route (1) worden onderbroken door het toestel in te stellen op ÒLocal OffÓ.
fig.04-12.e
Local On
(1)
Sequencer
MIDI
Klank-
generator
MIDI
IN
MIDI OUT
OUT
MIDI
IN
Geheugen
* Wanneer u een toestel aansluit van de Roland MT-reeks is het
niet nodig om Local Control uit te schakelen. MT-toestellen verzenden Local Off-commandoÕs wanneer ze worden aangezet. Als u eerst de FP-3 aanzet en daarna het toestel van de MT-reeks wordt Local Control automatisch uitgeschakeld op de FP-3.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Tempo/Rhythm] knop.
De lampjes van de [Song] en [Tempo/Rhythm] knoppen gaan rood flikkeren.
fig.04-15
Flikkert in roodFlikkert in rood
2. Druk op de [-] of [+] knop om Local Control on
en off te zetten.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
Elke gespeelde noot
klinkt twee keer
Thru functie On
(2)
43
Hoofdstuk 4 Andere functies
De MIDI Out-modus instellen
Als u de MIDI Out-modus instelt, kan u een meer geschikte selectie van MIDI-gegevens maken (op het externe MIDI­toestel) die via de MIDI Out-connector wordt verstuurd wanneer u een toonverandering maakt op de FP-3.
Er zijn drie instellingen beschikbaar voor de MIDI Out­modus.
ÒMIDI Out-modus 1Ó is de standaardinstelling bij het aanzetten van de stroom.
MIDI
Out
modus
1 MIDI
Out modus 1
Deze instelling is geschikt voor het aansluiten van sequencers. De MIDI­informatie die hieronder wordt ge­toond wordt uitgestuurd door de MIDI Out-connector wanneer u een toon verandert op de FP-3. Wanneer u iets opneemt op een sequencer zal deze modus er voor zor­gen dat, wanneer u de uitvoering op de FP-3 afspeelt, u dezelfde tonen zal horen als degene die gebruikt werden wanneer de uitvoering werd op­genomen. ¥ Program Change ¥ Reverb of chorus-effect aan/uit ¥ Reverb of chorus-effect diepte ¥ Meegaande resonantiediepte
Omschrijvingen
fig.04-17
Flikkert in roodFlikkert in rood
2. Druk op de [-] of [+] knop om de MIDI Out-
modus te selecteren.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
2 MIDI
Out modus 2
3 MIDI
Out modus 3
Deze instelling is geschikt voor het aansluiten op een klankmodule. De MIDI-informatie van toon en effect wordt niet door de MIDI Out-connector verstuurd wanneer u een toon veran­dert op de FP-3.
U kan uitvoeringsgegevens versturen die met de FP-3 zijn opgenomen. De MIDI-commandoÕs die verstuurd worden hebben bovendien dezelfde inhoud als deze in MIDI Out-modus 1.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Strings/Pad] knop.
De lampjes van de [Song] en [Strings/Pad] knoppen gaan rood flikkeren.
44
Problemen oplossen
Lees dit wanneer u denkt een probleem te hebben.
Probleem Oorzaak/oplossing
Geen stroom
Geen klank
Geen klank (met en aangesloten MIDI-toestel)
Geen klank, zelfs niet wanneer een toets wordt inge­drukt
Het volume van het klavier is te laag
Geen klank vanuit de linkerkant
Wanneer het kla­vier wordt bespeeld, hoort men twee klanken
Niet alle klanken worden gespeeld
Het klavier, het songregister of de toonhoogte staat uit
Rhythm klinkt niet
Akkoorden worden niet herkend in de link­erhelft wanneer ritmes worden gespeeld
Is het stroomsnoer correct aangesloten? (pg. 8)
Is het volumeniveau van de FP-3 (pg. 11) of aangesloten toestel volledig omlaag gezet?
Staat de stroom van alle toestellen aan? (pg. 11)
Is de MIDI-kabel correct aangesloten en inge­prikt? (pg. 42)
Komt het MIDI-kanaal overeen met het aangesloten instrument? (pg. 43)
Is Local Off geselecteerd? Als Local Control op OFF staat, krijgt men geen klank wanneer men het klavier bespeelt. Zet Local Control op ÒONÓ (pg. 43).
Staat de volumebalans van het klavier vol­ledig omlaag? (pg. 32)
Brandt het lampje van de [Split] knop? (pg.
31) Er komt geen klank van de linkerkant als het lampje van de [Split] knop brandt terwijl de chord part speelt.
Staat de FP-3 in Dual Play? (pg. 17)
Wanneer de FP-3 aangesloten is op een externe sequencer, moet hij in de Local OFF­modus gezet worden (pg. 43). U kan de SOFT THRU op de sequencer ook op ÒOFFÓ zetten.
De FP-3 heeft een maximale polyfonie van 64 stemmen. Wanneer u samen speelt met een song of een ritme terwijl u de rechterpedaal veel gebruikt, is het mogelijk dat de uitvoer­ingsgegevens het aantal beschikbare stem­men overschrijdt wat kan betekenen dat sommige noten of klanken die op het klavier worden gespeeld, niet zullen klinken.
Hebt u Transpose ingesteld? (pg. 24)
Zijn de instellingen van de stemming correct (pg. 40)?
Is de instelling van Master Tuning correct? (pg. 40)
Is de volumebalans voor Rhythm volledig omlaag gezet? (pg. 32)
Is het lampje van de [Split] knop gedoofd? (
31
) Wanneer het lampje van de [Split] knop gedoofd is terwijl de akkoordpartij speelt, wordt het akkoordenschema automatisch voortgezet
pg.
Probleem Oorzaak/oplossing
Brandt het lampje van de [Song] knop in het groen? (pg. 12) Songs kunnen niet worden afgespeeld wan­neer het lampje van de [Song] knop brandt.
De song wordt niet afgespeeld
Het volume van de interne song is te laag
Alleen de klank van één instru­ment in een song speelt niet
Tone of Rhythm kunnen niet gese­lecteerd worden
Opnemen is onmogelijk
Het tempo van de opgenomen song of de metronoom staat uit
Druk op de [Song] knop waardoor het lampje zal doven.
Verschijnt ÒdELÓ in de display? (pg. 14) De interne songs kunnen niet worden afgespeeld omdat de opgenomen uitvoerin­gen in het geheugen van de FP-3 blijven. Probeer de song af te spelen nadat u de uitvo­eringsgegevens hebt gewist.
Is de volumebalans van Rhythm (en interne song) helemaal omlaag gedraaid? (pg. 32)
Staat Track Mute aan? (pg. 14) Als het knoplampje gedoofd is wanneer u de [Play] knop ingedrukt houdt, kan u de mu­ziek van dat spoor niet horen. Druk op de track-knop zodat het lampje gaat branden.
Flikkert het lampje van de [Song] knop in het rood? Wanneer het lampje van de [Song] knop rood ßikkert, betekent dit dat het instellen van functies in werking is. Druk nogmaals op de [Song] knop en selecteer daarna de toon of Rhythm.
Heeft u geselecteerd welke Track-knoppen opgenomen moeten worden? (pg. 36)
Wanneer u een interne song voor opname selecteert die tempoveranderingen vertoont, zullen de tempoÕs van de uitvoeringen die op andere sporen zijn opgenomen samen met deze veranderingen wijzigen. Daarenboven wordt het metronoomtempo op dezelfde manier veranderd.
Wanneer u bijkomend materiaal opneemt zonder de eerder opgenomen songs te wissen, zal de song worden opgenomen aan het oorspronkelijk opnametempo. (
Opgenomen uitvoeringen worden gewist
Een opgenomen uitvoering is gewist
.
wanneer de stroom van de FP-3 wordt uit­gezet of wanneer een song wordt geselec­teerd. Eens de song is uitgewist kan deze niet gerecupereerd worden.
pg. 37)
45
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak/oplossing
Is het pedaal correct aangesloten? Sluit het pedaal goed aan op de Pedal jack (pg. 10).
Het pedaal heeft geen effect of het effect “plakt”
Reverb blijft zelfs wanneer de reverb werd opgeheven
De klank verandert plots in de hoge octaven
Er klinkt een hoge fluittoon
Wanneer u een pedaalsnoer van het toestel loskoppelt terwijl de stroom aanstaat, is het mogelijk dat het pedaaleffect non-stop wordt toegepast. Zorg er voor dat u de stroom van het toestel uitzet vooraleer u probeert een pedaalsnoer aan te sluiten of te verwijderen (pg. 10).
Aangezien de FP-3 pianoklanken de diepte en weergalming van echte akoestische pianoÕs getrouw weergeven, is het mogelijk dat u nog steeds galm hoort nadat het reverb­effect werd uitgezet.
Met de instellingen van een akoestische piano, worden de klanken van het hoge 1 1/ 2-octaafbereik tot het einde toe verlengd, onafgezien de werking van het rechterpedaal. De toon verschilt ook in dit bereik. De Roland pianoÕs geven een getrouwe weergave van de klankkwaliteiten van akoestische pianoÕs. U kan de Key Transpose-instelling van het instrument ook gebruiken om het bereik te veranderen waarin het rechterpedaal geen effect heeft.
Bij het beluisteren met de hoofdtelefoon: Bepaalde pianotonen met trillende, heldere klanken bevatten een grote hoge frequen­tiecomponent, waardoor het kan lijken of er een metaalachtige galm werd toegepast. Dit is een getrouwe weergave van akoestische pianoÕs en wijst niet op een slechte werking. Aangezien men deze weergalm vooral kan horen wanneer een zware reverb werd toe­gevoegd, kan u het probleem verlichten door de hoeveelheid toegepaste reverb op de klank te verminderen. Bij het beluisteren door luidsprekers: Hier kan men een andere oorzaak (zoals reso­nantie die door de FP-3 wordt geproduceerd) vermoeden. Consulteer uw Roland verdeler of het dichtstbijzijnde Roland Service Center.
Probleem Oorzaak/oplossing
Bij het beluisteren door luidsprekers: Als u met hoge volumes speelt is het mogelijk dat de instrumenten in de buurt van de FP-3 beginnen te resoneren. Resonantie kan zich ook voordoen bij ßuorescerende lichtbuizen, glazen deuren en andere voorwerpen. Dit probleem komt in het bijzonder sneller voor wanneer de bascomponent wordt verhoogd en wanneer de klank aan hogere volumes
Lage eindklanken zijn vreemd/ klinken ratelend
Het volumeniveau van het instrument dat op de Line In Jack is aangeslo­ten is te laag
wordt gespeeld. Neem de volgende maatregelen om zulke resonantie tegen te gaan.
- Plaats de luidsprekers zo dat ze 10Ð15 cm van de muren of andere oppervlakken ver­wijderd zijn.
- Verminder het volume.
- Verwijder de luidsprekers van resonerende voorwerpen. Bij het beluisteren met de hoofdtelefoon: De oorzaak ligt ergens anders. Consulteer uw Roland verdeler of het dichtstbijzijnde Roland Service Center.
Gebruikt u misschien een aansluitkabel die een resistor bevat? Gebruik een aansluitkabel zonder resistor.
46
Foutmeldingen/Andere meldingen
Display Betekenis
USr User. Bewaart opgenomen uitvoeringen. (pg. 12, pg. 33)
Usr.
d. Demo song-nummer. (pg. 12, pg. 36) P. Piano song-nummer. (pg. 12, pg. 36) r. Rhythm nummer. (pg. 28)
dEL
E.32
E.40
E.41
E.51
Het Ò.Ó in de display wijst er op dat er reeds opgenomen uitvoeringsmate­riaal is. (pg. 12, pg. 33)
Dit verschijnt wanneer u probeert een opgenomen song te wissen (pg. 37). Het verschijnt eveneens na het opnemen van een song wanneer u een andere song probeert te selecteren (pg. 14).
De hoeveelheid uitvoeringsinformatie is te groot en verder opnemen is niet mogelijk.
Er werden te veel MIDI-gegevens tegelijkertijd verstuurd vanuit een MIDI instrument en het toestel was niet in staat de gegevens te verwerken. Vermin­der het aantal MIDI-gegevens dat naar de FP-3 wordt verstuurd.
Er deed zich een probleem voor zoals een losse MIDI-kabel of computerka­bel. Zorg er voor dat MIDI-kabels en computerkabels correct zijn vastge­haakt.
Er vond een systeemfout plaats. Probeer de procedure opnieuw uit te voeren. Gelieve het dichtstbijzijnde Roland Service Center te raadplegen als deze boodschap, zelfs na herhaaldelijke pogingen, steeds opnieuw blijft ver­schijnen.
* Foutmeldingen worden aangeduid met een ÒE.Ó voor het nummer.
Wanneer de foutmelding verschijnt, flikkert het lampje van de [-] en [+] knoppen in het rood. Druk op de [-] of [+] knop en u kan de foutmelding annuleren.
47
Toonlijst
ÒUitvoeringen met een groot gamma klankenÓ (pg. 16)
Piano
1 Grand Piano 1* 2 Grand Piano 2* 3 Rock Piano 4 Honky-tonk 5 Upright Piano* 6 Harpsichord
* duidt een toon aan met meegaande resonantie (pg. 38).
E.Piano
1 Stage Rhodes 2 Dyno Rhodes 3 E.Piano 4 Suitcase 5 Wurly 6 Clavi 7 Vibraphone 8 Vibra Bell
Orgel
1 Jazz Organ* 2 Rock Organ 3 Full Organ* 4 Lower Organ* 5 Church Organ 6 Nason Flute 8Õ
* duidt een toon aan met rotary-effect (pg. 22).
Gitaar/Bas
1 Acoustic Guitar 2 Jazz Guitar 3 Acoustic Bass 4 Acoustic Bass + Cymbal 5 Fingered Bass 6 Thum Voice
Strijkers/Pad
1 Slow Strings 2 Strings 3 Warm JP Strings 4 Holy Voice 5 Sugar Key 6 Harp
Stemmen/Blazers
1 Jazz Scat 2 Rich Choir 3 Dreamy Choir 4 Alto Sax 5 Flute 6 Trumpet 7 Pop Drum Set 8 Vox Drum Set
Pop Drum Set Vox Drum Set
21
R&B Snare
22
Rock Snare
23
Rock Snare Pop Snare m
24
Pop Snare Ghost
25
26
Pop Snare m
27
Finger Snap
28
707 Claps Hand Clap [EXC7]
29
30
Hand Clap2 [EXC7] Hand Clap
31
32
Pop Pedal HH [EXC1]
33
Hand Clap
34
Pop Snare Ghost
35
Pop Kick Pop Kick
36
C2
C3
C4
C5
C6
C7
Pop Side Stick
37
38
Pop Sanre s
39
Pop Snare Ghost
40
Pop Snare s Pop Low Tom f
41
42
Pop CHH 1 [EXC1] Pop Low Tom
43
44
Pop CHH 2 [EXC1]
45
Pop Mid Tom f
46
Pop OHH [EXC1]
47
Pop Mid Tom Pop High Tom f
48
Pop Crash Cymbal 1
49
50
Pop High Tom
51
Pop Ride Cymbal 1
52
Pop Chinees Cymbal Pop Ride Bell
53
54
Tambourine 2 Splash Cymbal
55
56
Cha Cha Cowbell
57
Pop Crash Cymbal 2
58
Vibra-slap 2
59
Pop Ride Cymbal 2 High Bongo 2
60
Low Bongo 2
61
62
Mute Conga
63
High Conga 2
64
Low Conga 2 High Timbale 2
65
66
Low Timbale 2 High Agogo
67
68
Low Agogo
69
Shaker 3
70
Shaker 4
71
Short Hi Whistle [EXC2] Long Low Whistle [EXC2]
72
Short Guiro [EXC3]
73
74
Long Guiro [EXC3]
75
Claves
76
High Wood Block Low Wood Block
77
78
Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4]
79
80
Mute Triangle [EXC5]
81
Open Triangle [EXC5]
82
Shaker
83
Jingle Bell Bar Chime
84
Castanets
85
86
Mute Surdo [EXC6]
87
Open Surdo [EXC6]
88
-----
89 91 93 95 96 98
100 101
103
105
Falamenco Hi-Timbale
90
Falamenco Lo-Timbale Falamenco Tmbl Flam
92
Shekere 1 Shekere 2
94
Low Bongo Mute
-----
-----
-----
97
-----
99
----- Falamenco HC Falamenco HC
102
Bongo Cowbell
-----
104
Bongo Cowbell
-----
* ---: Geen klank. * [EXC]: klinkt niet tegelijk met andere percussie instrumenten van hetzelfde nummer.
R&B Snare Rock Snare Rock Snare Pop Snare m Pop Snare Ghost Pop Snare m Finger Snap 707 Claps Hand Clap [EXC7] Hand Clap2 [EXC7] Hand Clap Pop Pedal HH Hand Clap Vox Dut Vox Dom Vox Tuush Vox Hehho Vox Doyear Vox Thu! Vox That Vox Aahhh Vox Tu Vox Dooh Vox Ptu Vox Down Vox Pa Vox Bom Vox Toear Vox Aahhu Vox Toya Vox Thu Vox Cheey Vox Cymm Vox Tub Vox Pruru Vox Tut Vox Tyun Vox Tdum Vox Afahhhh High Bongo 2 Low Bongo 2 Mute Conga High Conga 2 Low Conga 2 High Timbale 2 Low Timbale 2 High Agogo Low Agogo Shaker 3 Shaker 4 Short Hi Whistle [EXC2] Long Low Whistle [EXC2] Short Guiro [EXC3] Long Guiro [EXC3] Claves High Wood Block Low Wood Block Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4] Mute Triangle [EXC5] Open Triangle [EXC5] Shaker Jingle Bell Bar Chime Castanets Mute Surdo [EXC6] Open Surdo [EXC6]
----­Falamenco Hi-Timbale Falamenco Lo-Timbale Falamenco Tmbl Flam Shekere 1 Shekere 2 Low Bongo Mute
-----
-----
-----
-----
----- Falamenco HC Falamenco HC Bongo Cowbell
----- Bongo Cowbell
-----
48
Ritmelijst
ÒEen ritme selecterenÓ (pg. 28)
Nr. Genre Naam
Aanbevolen
Slag
tempo
r01 Pop Cutting Guitar 1 90 ~ 120 4/4
r02 Pop Cutting Guitar 2 90 ~ 120 4/4
r03 Pop EP Pop 1 80 ~ 110 4/4
r04 Pop EP Pop 2 80 ~ 110 4/4
r05 Pop Acoustic Pop 1 80 ~ 110 4/4
r06 Pop Acoustic Pop 2 80 ~ 110 4/4
r07 Pop Piano Pop 1 85 ~ 115 4/4
r08 Pop Piano Pop 2 85 ~ 115 4/4
r09 Latin Bossa Nova 1 110 ~ 140 4/4
r10 Latin Bossa Nova 2 110 ~ 140 4/4
r11 Ballad Ballad 1 70 ~ 100 4/4
r12 Ballad Ballad 2 70 ~ 100 4/4
r13 Jazz Scat Swing 1 100 ~ 130 4/4
Nr. Genre Naam
Aanbevolen
Slag
tempo
r31 Pop Funk Pop 1 90 ~ 120 4/4
r32 Pop Funk Pop 2 90 ~ 120 4/4
r33 Pop Funk Pop 3 90 ~ 120 4/4
r34 Pop Funk Pop 4 90 ~ 120 4/4
r35 Pop Hip Hop 1 80 ~ 110 4/4
r36 Pop Hip Hop 2 80 ~ 110 4/4
r37 Pop Easy Pop 1 100 ~ 130 4/4
r38 Pop Easy Pop 2 100 ~ 130 4/4
r39 Pop Cutting Guitar 3 90 ~ 120 4/4
r40 Pop Cutting Guitar 4 90 ~ 120 4/4
r41 Pop Fusion 1 85 ~ 115 4/4
r42 Pop Fusion 2 85 ~ 115 4/4
r43 Pop Contemporary 1 85 ~ 115 4/4
r14 Jazz Scat Swing 2 100 ~ 130 4/4
r15 Pop Country Pop 1 85 ~ 115 4/4
r16 Pop Country Pop 2 85 ~ 115 4/4
r17 Pop EP Pop 3 80 ~ 110 4/4
r18 Pop EP Pop 4 80 ~ 110 4/4
r19 Shufße Shufße 1 110 ~ 140 4/4
r20 Shufße Shufße 2 110 ~ 140 4/4
r21 Shufße Shufße 3 130 ~ 160 4/4
r22 Shufße Shufße 4 130 ~ 160 4/4
r23 Jazz Jazz 1 110 ~ 140 4/4
r24 Jazz Jazz 2 110 ~ 140 4/4
r25 Jazz Jazz 3 100 ~ 130 4/4
r26 Jazz Jazz 4 100 ~ 130 4/4
r27 Latin Beguine 1 90 ~ 120 4/4
r44 Pop Contemporary 2 85 ~ 115 4/4
r45 Ballad Piano Ballad 1 50 ~ 80 4/4
r46 Ballad Piano Ballad 2 50 ~ 80 4/4
r47 Ballad Piano Ballad 3 75 ~ 105 4/4
r48 Ballad Piano Ballad 4 75 ~ 105 4/4
r49 Waltz Jazz Waltz 1 90 ~ 120 3/4
r50 Waltz Jazz Waltz 2 90 ~ 120 3/4
r51 Waltz Piano Waltz 1 85 ~ 115 3/4
r52 Waltz Piano Waltz 2 85 ~ 115 3/4
r53 Rock Gospel Shout 1 125 ~ 155 4/4
r54 Rock Gospel Shout 2 125 ~ 155 4/4
r55 Blues Boogie 1 145 ~ 175 4/4
r56 Blues Boogie 2 145 ~ 175 4/4
r57 Blues Blues 1 60 ~ 90 4/4
r28 Latin Beguine 2 90 ~ 120 4/4
r29 Latin Mambo 1 90 ~ 120 4/4
r30 Latin Mambo 2 90 ~ 120 4/4
r58 Blues Blues 2 60 ~ 90 4/4
r59 Rock Rock 1 110 ~ 140 4/4
r60 Rock Rock 2 110 ~ 140 4/4
49
Lijst van akkoordenschemapatronen
ÒHet akkoordenschema van een ritme selecterenÓ (pg. 30)
Aanbevolen Rhythm-genre: All
Patroon 1
Aanbevolen Rhythm-genre: All
Patroon 2
Aanbevolen Rhythm-genre: Jazz
Patroon 3
Aanbevolen Rhythm-genre: Pop, Ballad
C Am Dm7 G7
I VIm IIm7 V7
Am G F E7
Im VII VI V7
CM7 Am7 Dm7 G7
I M7 VIm7 IIm7 V7
Dm7 G7 CM7 Am7
IIm7 V7 I M7 VIm7
Patroon 4
Dm7 G7 CM7 A7
IIm7 V7 I M7 VI7
Aanbevolen Rhythm-genre: Pop
C Bm7 Em7 Am
I VIIm7 IIIm7 VIm
Patroon 5
F G Csus4 C
IV V I sus4 I
Aanbevolen Rhythm-genre: Ballad, Jazz
Dm7 G7 CM7 FM7
IVm7 V7 I M7 VIM7
Patroon 6
Bm7b5 E7 Am7 A7
IIm7b5 V7 I m7 I 7
50
Aanbevolen Rhythm-genre: Blues, Rock, Pop
C7 F7 C7
I 7 IV7 I 7
Lijst van akkoordenschemapatronen
Patroon 7
Aanbevolen Rhythm-genre: Jazz
Patroon 8
F7 C7
IV7 I 7
G7 F7 C7 G7
V7 IV7 I 7 V7
CM7 Cdim
I M7 I dim
Dm9 CM7
IIm9 I M7
G7 Dm9
V7 IIm9
CM7 Cdim
I M7 I dim
Dm9 G7 CM7
IIm9 V7 I M7
Aanbevolen Rhythm-genre: Latin, Pop
C Am7
I VIm7
Patroon 9
Dm7 G7sus4
IIm7 V7sus4
51
Vingerzettinglijst van de akkoorden
symbool:duidt de samenstellende noten van de akkoorden aan. symbool:akkoorden met een ÒÓ kunnen gespeeld worden door alleen de toets die is aangeduid met ÒÓ
aan te slaan.
ÒSpelen met een vastgelegd akkoordenschema in de linkerhand (Rhythm Split Play)Ó (pg. 31)
C C# D E E F
CM7 C#M7 DM7 E M7 EM7 FM7
C7 C#7 D7 E 7 E7 F7
Cm C#m Dm E m Em Fm
Cm7 C#m7 Dm7 E m7 Em7 Fm7
Cdim C#dim Ddim E dim Edim Fdim
Cm7 ( 5 )
Caug C#aug Daug E aug Eaug Faug
Csus4 C#sus4 Dsus4 E sus4 Esus4 Fsus4
C7sus4 C#7sus4 D7sus4 E 7sus4 E7sus4 F7sus4
C6 C#6 D6 E 6 E6
Dm7 ( 5 ) Em7 ( 5 )
Fm7 ( 5 )E m7 ( 5 )C#m7 ( 5 )
F6
52
Cm6 Dm6 Em6
C#m6 E m6
Fm6
Vingerzettinglijst van de akkoorden
F# G A A B B
F#M7 GM7 A M7 AM7 B M7 BM7
F#7 G7 A 7 A7 B 7 B7
F#m Gm A m Am B m Bm
F#m7 Gm7 A m7 Am7 B m7 Bm7
F#dim Gdim A dim Adim B dim Bdim
Gm7 ( 5 ) Am7 ( 5 ) Bm7 ( 5 )
F#aug Gaug A aug Aaug B aug Baug
F#sus4 Gsus4 A sus4 Asus4 B sus4 Bsus4
F#7sus4 G7sus4 A 7sus4 A7sus4 B 7sus4 B7sus4
F#6
G6
A6A 6 B6
B m7 ( 5 )A m7 ( 5 )F#m7 ( 5 )
B 6
F#m6
Gm6
B m6Am6A m6
Bm6
53
Interne songlijst
A. Dvor‡k
ÒInterne songs beluisterenÓ (pg. 12)
Song
Song-titel Componist Copyright
Nr.
d. 1 Jobs For The Boys J. Maul © 2000 John Maul d. 2 Howz It Feel? S. Wilkie © 2000 Scott Wilkie (ASCAP) d. 3 Bop on the Rock J. Maul © 1992 Roland Corporation d. 4 YesterdayÕs Dream J. Maul © 1992 Roland Corporation P. 1 Arabesque No. 1 in E-Major C. Debussy © 1994 Roland Corporation P. 2 Gymnopedie No. 1 E. Satie © 1997 Roland Corporation P. 3 GolliwogÕs Cakewalk C. Debussy © 1996 Roland Corporation P. 4 Je Te Veux E. Satie © 1997 Roland Corporation P. 5 ÒClair de luneÓ from ÒSuite BergamasqueÓ C. Debussy © 1990 Roland Corporation P. 6 ÒPassepiedÓ from ÒSuite BergamasqueÓ C. Debussy © 1998 Roland Corporation P. 7 Nocturne No. 2 in E-ßat Major, Op. 9-2 F. Chopin © 1993 Roland Corporation P. 8 ÒTroika Drive: NovemberÓ from ÒThe Seasons,Ó Op. 37 P. Tchaikovsky © 1996 Roland Corporation P. 9 Polonaise No. 6 in A-ßat Major ÒHŽro•que,Ó Op. 53 (Excerpt) F. Chopin © 1994 Roland Corporation P.10 Piano Sonata No. 14 in C-sharp Minor, ÒMoonlightÓ 1st Movement L. v. Beethoven © 1998 Roland Corporation P.11 Rhapsody No. 2, Op. 79 J. Brahms © 1998 Roland Corporation P.12 Nocturne No. 5 in F-sharp Major, Op. 15-2 F. Chopin © 1990 Roland Corporation P.13 Mazurka No.5 in B-ßat Major, Op. 7-1 F. Chopin © 1995 Roland Corporation P.14 ÒDoctor Gradus Ad ParnassumÓ from Suite ÒChildrenÕs CornerÓ C. Debussy © 1995 Roland Corporation P.15 Turkish March, Op.113 L. v. Beethoven © 1996 Roland Corporation P.16 Etude Op. 25-1 in A-ßat Major ÒThe Shepherd BoyÓ F. Chopin © 1995 Roland Corporation P.17 Etude No. 5 in G-ßat Major ÒBlack Keys,Ó Op. 10-5 F. Chopin © 1990 Roland Corporation P. 18 Fantasie-Impromptu Op.66 F. Chopin © 1994 Roland Corporation P.19 Valse No. 1 in E-ßat Major, Op. 18 ÒGrand Valse BrillanteÓ F. Chopin © 1998 Roland Corporation P.20 Valse No. 6 in D-ßat Major, Op. 64-1 ÒPetit ChienÓ F. Chopin © 1990 Roland Corporation P.21 Valse No. 2 in A-ßat Major, Op.34-1 ÒValse BrillanteÓ F. Chopin © 1994 Roland Corporation P.22 Valse No. 7 in C-sharp Minor, Op. 64-2 F. Chopin © 1996 Roland Corporation P.23 Rondo Brillante ÒAufforderung Zum TanzÓ in D-ßat Major, Op. 65 C. M. v. Weber © 1994 Roland Corporation
P.24 Slavonic Dance No. 10, Op. 72-2 © 1998 Roland Corporation
P.25
P.26 Bagatelle ÒFŸr EliseÓ WoO. 59 L. v. Beethoven © 1994 Roland Corporation
P.27
Menuet in G Major, BWV. Anh. 114 from ÒNotebook Of Anna Magdalena BachÓ
12 Variationen †ber Ein Franzšsisches Lied ÒAh, Vuos Dirai-Je, Maman,Ó K. 265
J. S. Bach © 1992 Roland Corporation
W. A. Mozart © 1994 Roland Corporation
P.28
P.29 Salut DÕAmour Op. 12 E. Elgar © 1996 Roland Corporation P.30 A MaidenÕs Prayer T. Badarzewska © 1996 Roland Corporation
Turkisch March (Piano Sonate No. 11 in A Major, 3rd Movement ÒAlla TurcaÓ)
W. A. Mozart © 1994 Roland Corporation
54
Interne songlijst
Song
Song-titel Componist Copyright
Nr.
P.31 Spinnerlied Op. 14-4 A. Ellmenreich © 1994 Roland Corporation P.32 ÒBerceuseÓ from ÒDolly,Ó Op. 56 G. FaurŽ © 1995 Roland Corporation P.33 3-Romances Sans Paroles No. 3, Op. 17 G. FaurŽ © 1996 Roland Corporation P.34 ÒGavotteÓ from Opera ÒRosineÓ F. Gossec © 1996 Roland Corporation P.35 ÒAriettaÓ from ÒLyric Pieces, Volume 1Ó Op. 12-1 E. Grieg © 1996 Roland Corporation P.36 Invention No. 4 in D Minor, BWV. 775 J. S. Bach © 1998 Roland Corporation P.37 Invention No. 13 in A-Minor J. S. Bach © 1997 Roland Corporation P.38 Invention Three-Part (Sinfonia) No. 12 in A Major, BWV. 798 J. S. Bach © 1998 Roland Corporation P.39 1st Mov. from Sonatina Op. 20 No. 1 in C-Major F. Kuhlau © 1996 Roland Corporation P.40 No. 14 ÒLa StyrienneÓ from Ò25 Easy StudiesÓ Op. 100 F. Burgmuller © 1992 Roland Corporation P.41 Harmonious Blacksmith G. Handel © 1996 Roland Corporation P.42 La Cinquantaine G. P. Marie © 1996 Roland Corporation P.43 Blumenlied G. Lange © 1996 Roland Corporation P.44 On Wings Of Song F. Mendelssohn © 1996 Roland Corporation P.45 ÒFrŸhlingsliedÓ from ÒLieder Ohne Worte Heft 5,Ó Op. 62-6 F. Mendelssohn © 1996 Roland Corporation P.46 Moment musicaux No. 3, Op. 94-3 F. Schubert © 1994 Roland Corporation P.47 Military March No. 1, Op. 51-1 F. Schubert © 1998 Roland Corporation P.48 ÒFršhlicher LandmannÓ from ÒAlbum FŸr Die JugendÓ Op. 68 R. Schumann © 1996 Roland Corporation
P.49
P.50 ÒTrŠumereiÓ from ÒScenes From ChildhoodÓ Op. 15 R. Schumann © 1997 Roland Corporation
ÒGrande RitournelleÓ from ÒLa Belle Excentrique (Fantaisie Serieuse)Ó
E. Satie © 1997 Roland Corporation
* Alle rechten voorbehouden. Ongeoorloofd gebruik van dit materiaal voor andere doeleinden dan
privŽdoeleinden en persoonlijk gebruik vormt een inbreuk op de toepasselijke wetten.
* Er worden geen gespeelde gegevens van de interne songs uitgestuurd via de MIDI OUT-connector.
Profiel
John Maul Scott Wilkie
John Maul is een muzikant, componist en arrangeur, afgestudeerd aan de Royal Academy of Music in London. Het werk van John omvat studio­opnamen en live-uitvoeringen, waaronder werken met top jazz-artiesten van het Verenigd Koninkrijk. Hij schreef onder andere commerci‘le muziek voor de BBC radio en tele­visie, evenals jazz- en klassieke werken. Terwijl hij vroeger als product-specialist werkte voor Roland U.K., is John nu actief betrokken bij het componeren en programmeren van muzieksoft­ware voor zowel Roland Japan als voor verschillende muziekuitgevers. Zeer recent verscheen zijn boek ÒMusical Picture BookÓ een werk met originele pianomuziek over alle standaarden van muzikaal vermogen, met piano- en orchestrale begeleiding in SMF-formaat.
Scott Wilkie is een hedendaagse jazz opnameartiest en is gevestigd in Zuid-Cali­fornia. Hij bracht verschillende platen uit bij NaradaJazz Records en gaat regelmatig op reis met zijn eigen groep. Hij treedt voor Roland ook overal ter wereld op als artiest. U vindt hem on-line op www.scottwilkie.com.
55
Lijst met handige toetsencombinaties
2
3
1
4 5 6 7
8
9 10 11 12 13 14 15
1
2 3 4 5
6
Nr. U wil Knoppen Pagina
Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [] knop.
Volumebalans tussen de hoge en lage toon
1
Octave Shift
2
Pedaalwerking
3
Hoe de pedaalwerking wordt toegepast
4
MIDI send kanaalinstellingen
5
MIDI Out-modus
6
Master Tuning
7
[Song] + [Split] pg. 20
[Song] + [Piano] pg. 39
[Song] + [E.Piano] pg. 38
[Song] + [Organ] pg. 39
[Song] + [Guitar/Bass] pg. 43
[Song] + [Strings/Pad] pg.44
[Song] + [Voice/Winds] pg. 40
Local Control
8
Volumebalans tussen het klavier en Rhythm
9
Alleen de basklank van de chord part spelen
10
Slagpatroon van de metronoom
11
All Song Play
12
De opgenomen uitvoering wissen
13
Een stemming selecteren
14
De grondnoot bepalen
Aanslag van de toetsen
15
[Song] + [Tempo/Rhythm] pg. 43
[Song] + [Drums] pg. 32
[Song] + [Chord] pg. 27
[Song] + [Metronome] pg. 41
[Song] + [Play] pg. 12
[Song] + [Rec] pg. 37
[Song] + [Chorus] + key
[Song] + [Reverb] pg. 21
Houd de [ ] knop ingedrukt en druk op de [-] of [+] knop.
Metronoomslag
1
Metronoomvolume
2
Een akkoordenschemapatroon selecteren
3
De grondtoon van het beginakkoord bepalen
Diepte van het chorus-effect
4
Diepte van het reverb-effect
5
[Tempo/Rhythm] + [-] [+] pg. 26
[Metronome] + [-] [+] pg. 26
[Chord] + [-] [+] + key
[Chorus] + [-] [+] pg. 22
[Reverb] + [-] [+] pg. 23
pg. 40
pg. 30
56
Resonantieniveau van het rechterpedaal
6
[Reverb] + [Chorus] + [-] [+] pg. 38
Houd de [Split] of [Song] knop ingedrukt en druk op de toets.
Splitpunt
Key Transpose
[Split] + key pg. 19
[Song] + key pg. 24
MIDI Implementati on
DIGITALE PIANO Model FP-3
Functie...
Basic Channel
Mode
Note Number :
Velocity
After Touch
Pitch Bend
Control Change
Default Changed
Default Messages Altered
True Voice
Note ON Note OFF
Key s Ch s
0, 32
10 11 64 66 67 91 93
MIDI-implementatiekaart
Verzonden Herkend Opmerkingen
1 1
Mode 3 x
**************
15—113
**************
O x 8n v=64
x x
x O
x
7
x O O O O O O
16
*3
*3 *3
1—16 1—16
Mode 3 Mode 3, 4(M=1)
0—127 0—127
O x
O O
O O
O O O O O O O (Reverb) O (Chorus)
*1 *1
*1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1
Datum : 1/10/ 2000
VersiE : 1.00
* 2
Bank select Volume Panpot Expression Hold 1 Sostenuto Soft Effect1 depth Effect3 depth
Prog Change
: True Number
System Exclusive
System Common
System Real Time
Aux Message
: Song Pos : Song Sel : Tune
: Clock : Commands
: All sound off :
Reset all controllers : Local Control : All Notes OFF : Active Sense : Reset
Notes
Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode 3 : OMNI OFF, POLY
O 0—37, 63
**************
O x
x x
O x
x x x x O x
*3
O 0—37, 63
O x
x x
x x
O (120, 126, 127) O O O (123—125) O x
* 1 O x is selectable by SysEx. * 2 Recognized as M=1 even if M=1. * 3 Not transmitted when MIDI Out Mode (p. 44) is set to 2.
Mode 2 : OMNI ON, MONO Mode 4 : OMNI OFF, MONO
Program number 1—38, 64
O : Yes X : No
57
Hoofdkenmerken
<Klavier>
88 toetsen (Progressief hameractiemechanisme)
Aanslaggevoeligheid
Licht/normaal/zwaar/vast
Klaviermodus
Volledige Dual Split (aanpasbaar splitpunt)
<Klankbron>
Max.polyfonie
64 stemmen
Tonen
6 groepen, 40 variaties (2 drumsets inbegrepen)
Effecten
Reverb (10 niveaus) Chorus (10 niveaus) Meegaande resonantie (10 niveaus) Rotary
Transponeren
-6 tot +5 (stappen van een halve toon)
Stemming
7 soorten, selecteerbare tonica
Master Tuning
415.3 Hz tot 466.2 Hz (stappen van 0.1 Hz)
<Rhythm>
Ritmes
60 ritmes
Akkoordenschema
Automatisch of ingegeven op het klavier
<Andere>
Display
LED met 7-segmenten en 3 cijfers
Connectoren
Line Out jacks (L/Mono, R) Line In jacks (L/Mono, R) Jack van de hoofdtelefoon x 2 (Stereo Mini) MIDI-connectoren (In/Out) Pedaal-jacks (rechter-, linkerpedaal, sostenuto- en expressiepedaal)
Stroomtoevoer
DC 9 V
Energieverbruik
1.000 mA
Afmetingen
1,291 (W) x 302 (D) x 124(H) mm 50-7/8(W) x 11-15/16 (D) x 4-15/16(H) inch
Gewicht
18.5 kg / 40 lbs 13 oz
Toebehoren
Gebruikershandleiding AC-adaptor AC-snoer Muziekstandaard/2 schroeven voor de muziekstandaard Audio-kabel Pedaal (DP-6) Omslag
* In het belang van productverbetering is het mogelijk dat de
specificaties en/of het uitzicht van dit toestel veranderd worden zonder voorafgaandelijke verwittiging.
<Opnemen>
Metronoom
Slag: 2/2,0/4,2/4,3/4,4/4,5/4, 6/4,7/4,3/8,6/8,9/8,12/8 Volume: 10 niveaus Patroon: 11 patronen
Sporen
3 sporen
Song
1 song
Tempo
Vierde noot = 20 tot 250
Resolutie
120 tikken per vierde noot
58
Index
A
Aansluiting ....................................................................... 8
AC-adaptor ...................................................................... 9
Akkoord .......................................................................... 52
Akkoordenschema
Akkoorden specifi‘ren ............................................ 31
Automatisch ............................................................. 26
Patronen selecteren ................................................. 30
Akkoordpartij .......................................................... 25, 26
All Song Play .................................................................. 12
B
Beat .................................................................................. 24
C
Chord Part ................................................................ 25, 26
Bass ............................................................................ 27
Chorus-effect .................................................................. 20
Diepte veranderen ................................................... 20
CommandoÕs .................................................................. 47
Lijst van akkoordenschemapatronen ......................... 50
Line Out ............................................................................ 9
Linkerpedaal .........................................................8, 10, 38
Local Control .................................................................. 43
Lower-toon ............................................................... 15, 16
M
Master Tuning ................................................................ 40
Meegaande resonantie ............................................ 10, 38
Meegeleverde pedaal .................................................... 10
Metronoom ..................................................................... 23
Slagpatroon ............................................................... 41
Volume ...................................................................... 24
MIDI ................................................................................ 42
MIDI-toestel ................................................................... 42
MIDI In/Out .................................................................. 42
MIDI Out-modus ........................................................... 44
MIDI-verzendkanaal ..................................................... 43
MIDI-klankmodule ....................................................... 42
Muziekstandaard ............................................................ 9
D
Damper ........................................................................... 10
Display ............................................................................ 47
DP-6 ................................................................................. 10
Drum-part ................................................................ 25, 26
Dual Play ........................................................................ 15
E
Expressiepedaal ......................................................... 8, 38
F
Fill In ............................................................................... 28
H
Helderheid ..................................................................... 11
Hoofdtelefoon ................................................................ 11
I
Interne song ................................................................... 12
Opnemen ....................................................................36
Interne songlijst ............................................................. 54
K
Key Transpose ............................................................... 22
Klavieraanslag (Key Touch) ........................................ 19
L
Lijst met handige toetsencombinaties ........................ 56
O
Octave Shift .................................................................... 39
Opnemen ........................................................................ 33
Geselecteerde sporen ............................................... 36
Samen met interne songs ........................................ 36
Uitvoering met Rhythm .......................................... 34
Uitvoering met Rhythm in Split Play ................... 35
P
Pedaal .................................................................. 10, 38, 39
Pitch ................................................................................. 40
Playback
Alle songs .................................................................. 12
Elke partij afzonderlijk ............................................ 13
Interne song .............................................................. 12
R
Rechterpedaal ...................................................... 8, 10, 38
Resonantie ...................................................................... 38
Reverb-effect .................................................................. 21
De diepte veranderen .............................................. 21
Ritme ................................................................... 25, 26, 28
Rhythm ............................................................... 25, 26, 28
Ritmelijst.......................................................................... 49
Rotary-effect ................................................................... 20
59
Index
S
Sequencer ....................................................................... 42
Session Partner .............................................................. 25
Slag .................................................................................. 24
Sostenuto-pedaal ........................................................... 38
Split Play ......................................................................... 16
Ritme ......................................................................... 31
Splitpunt ......................................................................... 17
Spoorknop
Opnemen ............................................................ 36, 37
Standaard toonhoogte .................................................. 40
Stemming ........................................................................ 40
Stroom ............................................................................. 10
T
Tempo ....................................................................... 23, 29
Toonhoogte .................................................................... 40
Toon ................................................................................ 14
Toongroep ...................................................................... 14
Toonlijst .......................................................................... 48
Track Button
Opnemen ............................................................ 36, 37
Track-knop ..................................................................... 13
Transponeren ................................................................. 22
Problemen oplossen ...................................................... 45
Tuning ............................................................................. 40
U
Uitzetten ......................................................................... 13
Upper-toon ............................................................... 15, 16
V
Vingerzettinglijst van de akkoorden .......................... 52
Volume ............................................................................ 11
Metronoom ............................................................... 24
Volumebalans
Klavier en Ritme ...................................................... 32
Lage toon en hoge toon .......................................... 18
W
Werkingslijst .................................................................. 56
Wissen ............................................................................. 37
60
MEMO
Informatie
Wanneer u een herstellingsdienst nodig hebt, contacteer dan het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler in uw land.
AFRICA
AFRICA
EGYPT
Al Fanny Trading Office
P.O. Box 2904, El Horrieh Heliopolos, Cairo, EGYPT TEL: (02) 4185531
REUNION
Maison FO - YAM Marcel
25 Rue Jules Merman, ZL Chaudron - BP79 97491 Ste Clotilde REUNION TEL: 28 29 16
SOUTH AFRICA
That Other Music Shop (PTY) Ltd.
11 Melle Street (Cnr Melle and Juta Street) Braamfontein, 2001, Republic of SOUTH AFRICA TEL: (011) 403 4105
Paul Bothner (PTY) Ltd.
17 Werdmuller Centre Claremont 7700 Republic of SOUTH AFRICA
P.O. Box 23032 Claremont, Cape Town SOUTH AFRICA, 7735 TEL: (021) 64 4030
ASIA
CHINA
Beijing Xinghai Musical Instruments Co., Ltd.
6 Huangmuchang Chao Yang District, Beijing, CHINA TEL: (010) 6774 7491
HONG KONG
Tom Lee Music Co., Ltd. Service Division
22-32 Pun Shan Street, Tsuen Wan, New Territories, HONG KONG TEL: 2415 0911
INDIA
Rivera Digitec (India) Pvt. Ltd.
409, Nirman Kendra Mahalaxmi Flats Compound Off. Dr. Edwin Moses Road, Mumbai-400011, INDIA TEL: (022) 498 3079
INDONESIA
PT Citra IntiRama
J1. Cideng Timur No. 15J-150 Jakarta Pusat INDONESIA TEL: (021) 6324170
KOREA
Cosmos Corporation
1461-9, Seocho-Dong, Seocho Ku, Seoul, KOREA TEL: (02) 3486-8855
MALAYSIA
Bentley Music SDN BHD
140 & 142, Jalan Bukit Bintang 55100 Kuala Lumpur, MALAYSIA TEL: (03) 2443333
PHILIPPINES
G.A. Yupangco & Co. Inc.
339 Gil J. Puyat Avenue Makati, Metro Manila 1200, PHILIPPINES TEL: (02) 899 9801
SINGAPORE
Swee Lee Company
150 Sims Drive, SINGAPORE 387381 TEL: 748-1669
CRISTOFORI MUSIC PTE LTD
Blk 3014, Bedok Industrial Park E, #02-2148, SINGAPORE 489980 TEL: 243 9555
TAIWAN
ROLAND TAIWAN ENTERPRISE CO., LTD.
Room 5, 9fl. No. 112 Chung Shan N.Road Sec.2, Taipei, TAIWAN, R.O.C. TEL: (02) 2561 3339
THAILAND
Theera Music Co. , Ltd.
330 Verng NakornKasem, Soi 2, Bangkok 10100, THAILAND TEL: (02) 2248821
VIETNAM
Saigon Music
138 Tran Quang Khai St., District 1 Ho Chi Minh City VIETNAM TEL: (08) 844-4068
AUSTRALIA/ NEW ZEALAND
AUSTRALIA
Roland Corporation Australia Pty., Ltd.
38 Campbell Avenue Dee Why West. NSW 2099 AUSTRALIA TEL: (02) 9982 8266
NEW ZEALAND
Roland Corporation (NZ) Ltd.
97 Mt. Eden Road, Mt. Eden, Auckland 3, NEW ZEALAND TEL: (09) 3098 715
CENTRAL/LATIN AMERICA
ARGENTINA
Instrumentos Musicales S.A.
Florida 656 2nd Floor Office Number 206A Buenos Aires ARGENTINA, CP1005 TEL: (54-11) 4- 393-6057
BRAZIL
Roland Brasil Ltda.
R. Coronel Octaviano da Silveira 203 05522-010 Sao Paulo BRAZIL TEL: (011) 3743 9377
COSTA RICA
JUAN Bansbach Instrumentos Musicales
Ave.1. Calle 11, Apartado 10237, San Jose, COSTA RICA TEL: (506)258-0211
CHILE
Comercial Fancy S.A.
Avenida Rancagua #0330 Providencia Santiago, CHILE TEL: 56-2-373-9100
EL SALVADOR
OMNI MUSIC
75 Avenida Notre YY Alameda, Juan Pablo 2, No. 4010 San Salvador, EL SALVADOR TEL: (503) 262-0788
MEXICO
Casa Veerkamp, s.a. de c.v.
Av. Toluca No. 323, Col. Olivar de los Padres 01780 Mexico D.F. MEXICO TEL: (525) 668 04 80
La Casa Wagner de Guadalajara s.a. de c.v.
Av. Corona No. 202 S.J. Guadalajara, Jalisco Mexico C.P.44100 MEXICO TEL: (3) 613 1414
PANAMA
SUPRO MUNDIAL, S.A.
Boulevard Andrews, Albrook, Panama City, REP. DE PANAMA TEL: (507) 315-0101
PARAGUAY
Distribuidora De Instrumentos Musicales
J.E. Olear y ESQ. Manduvira Edeficio, El Dorado Planta Baja Asuncion PARAGUAY TEL: 595-21-492147
PERU
VIDEO Broadcast S.A.
Portinari 199 (ESQ. HALS), San Borja, Lima 41, REP. OF PERU TEL: 51-14-758226
URUGUAY
Todo Musica S.A.
Cuareim 1844, Montevideo, URUGUAY TEL: 5982-924-2335
VENEZUELA
Musicland Digital C.A.
Av. Francisco de Miranda, Centro Parque de Cristal, Nivel C2 Local 20 Caracas VENEZUELA TEL: (02) 285 9218
EUROPE
AUSTRIA
Roland Austria GES.M.B.H.
Siemensstrasse 4, P.O. Box 74, A-6063 RUM, AUSTRIA TEL: (0512) 26 44 260
BELGIUM/HOLLAND/ LUXEMBOURG
Roland Benelux N. V.
Houtstraat 3, B-2260, Oevel (Westerlo) BELGIUM TEL: (014) 575811
DENMARK
Roland Scandinavia A/S
Nordhavnsvej 7, Postbox 880, DK-2100 Copenhagen DENMARK TEL: (039)16 6200
FRANCE
Roland France SA
4, Rue Paul Henri SPAAK, Parc de l'Esplanade, F 77 462 St. Thibault, Lagny Cedex FRANCE TEL: 01 600 73 500
FINLAND
Roland Scandinavia As, Filial Finland
Lauttasaarentie 54 B Fin-00201 Helsinki, FINLAND TEL: (9) 682 4020
GERMANY
Roland Elektronische Musikinstrumente HmbH.
Oststrasse 96, 22844 Norderstedt, GERMANY TEL: (040) 52 60090
GREECE
STOLLAS S.A. Music Sound Light
155, New National Road 26422 Patras, GREECE TEL: 061-435400
HUNGARY
Intermusica Ltd.
Warehouse Area ÔDEPOÕ Pf.83 H-2046 Torokbalint, HUNGARY TEL: (23) 511011
IRELAND
Roland Ireland
Audio House, Belmont Court, Donnybrook, Dublin 4. Republic of IRELAND TEL: (01) 2603501
ITALY
Roland Italy S. p. A.
Viale delle Industrie 8, 20020 Arese, Milano, ITALY TEL: (02) 937-78300
NORWAY
Roland Scandinavia Avd. Kontor Norge
Lilleakerveien 2 Postboks 95 Lilleaker N-0216 Oslo NORWAY TEL: 273 0074
POLAND
P. P. H. Brzostowicz
UL. Gibraltarska 4. PL-03664 Warszawa POLAND TEL: (022) 679 44 19
PORTUGAL
Tecnologias Musica e Audio, Roland Portugal, S.A.
RUA DE SANTA CARARINA 131/133, 4000-450 PORTO PORTUGAL TEL: (022) 208 4456
ROMANIA
FBS LINES
Plata Libertatii 1. RO-4200 Cheorgheni TEL: (066) 164-609
RUSSIA
Slami Music Company
Sadojava-Triumfalnaja st., 16 103006 Moscow, RUSSIA TEL: 095 209 2193
SPAIN
Roland Electronics de Espaa, S. A.
Calle Bolivia 239, 08020 Barcelona, SPAIN TEL: (93) 308 1000
SWEDEN
Roland Scandinavia A/S SWEDISH SALES OFFICE
Danvik Center 28, 2 tr. S-131 30 Nacka SWEDEN TEL: (08) 702 0020
SWITZERLAND
Roland (Switzerland) AG Musitronic AG
Gerberstrasse 5, CH-4410 Liestal, SWITZERLAND TEL: (061) 921 1615
UKRAINE
TIC-TAC
Mira Str. 19/108 P.O. Box 180 295400 Munkachevo, UKRAINE TEL: (03131) 414-40
UNITED KINGDOM
Roland (U.K.) Ltd.
Atlantic Close, Swansea Enterprise Park, SWANSEA SA7 9FJ, UNITED KINGDOM TEL: (01792) 700139
MIDDLE EAST
BAHRAIN
Moon Stores
Bab Al Bahrain Road, P.O. Box 20077 State of BAHRAIN TEL: 211 005
CYPRUS
Radex Sound Equipment Ltd.
17 Diagorou St., P.O. Box 2046, Nicosia CYPRUS TEL: (02) 453 426
ISRAEL
Halilit P. Greenspoon & Sons Ltd.
8 Retzif Fa'aliya Hashnya St. Tel-Aviv-Yaho ISRAEL TEL: (03) 6823666
JORDAN
AMMAN Trading Agency
Prince Mohammed St. P.O. Box 825 Amman 11118 JORDAN TEL: (06) 4641200
KUWAIT
Easa Husain Al-Yousifi
Abdullah Salem Street, Safat KUWAIT TEL: 5719499
LEBANON
A. Chahine & Fils
P.O. Box 16-5857 Gergi Zeidan St. Chahine Building, Achrafieh Beirut, LEBANON TEL: (01) 335799
QATAR
Badie Studio & Stores
P.O. Box 62, DOHA QATAR TEL: 423554
SAUDI ARABIA
aDawliah Universal Electronics APL
P.O. Box 2154 ALKHOBAR 31952, SAUDI ARABIA TEL: (03) 898 2081
SYRIA
Technical Light & Sound Center
Khaled Ibn Al Walid St. P.O. Box 13520 Damascus - SYRIA TEL: (011) 2235 384
TURKEY
Barkat muzik aletleri ithalat ve ihracat Ltd Sti
Siraselviler cad.Guney is hani 84- 86/6, Taksim. Istanbul. TURKEY TEL: (0212) 2499324
U.A.E.
Zak Electronics & Musical Instruments Co. L.L.C.
Zabeel Road, Al Sherooq Bldg., No. 14, Grand Floor DUBAI U.A.E. TEL: (04) 3360715
NORTH AMERICA
CANADA
Roland Canada Music Ltd. (Head Office)
5480 Parkwood Way Richmond B. C., V6V 2M4 CANADA TEL: (0604) 270 6626
Roland Canada Music Ltd. (Toronto Office)
Unit 2, 109 Woodbine Downs Blvd, Etobicoke, ON M9W 6Y1 CANADA TEL: (0416) 213 9707
U. S. A.
Roland Corporation U.S.
5100 S. Eastern Avenue Los Angeles, CA 90040-2938, U. S. A. TEL: (323) 890 3700
1 Juni 2000 (Roland)
Voor landen van de EG
Dit product voldoet aan de eisen van de Europese richtlijn 89/336/EEC.
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
— Reorient or relocate the receiving antenna. — Increase the separation between the equipment and receiver. — Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected. — Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment. This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
For Canada
NOTICE
This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
AVIS
Cet appareil num rique de la classe B respecte toutes les exigences du R glement sur le mat riel brouilleur du Canada.
050301-HS ’00-10-A3-11N
Loading...