Ontdek nu de voordelen van online registratie! Registreer uw Pioneer product via
www.pioneer.nl
Registre su producto en
Descubra los beneficios de registrarse on-line:
Gebruiksaanwijzing
Manual de instrucciones
-
www.pioneer.be
www.pioneer.es
(of www.pioneer-eur.com).
(o en www.pioneer-eur.com)
BELANGRIJK
T
De lichtflash met pijlpuntsymbool in een
gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de
aandacht van de gebruikers te trekken op
een niet geïsoleerde “gevaarlijke spanning”
in het toestel, welke voldoende kan zijn om
bij aanraking een elektrische shock te
veroorzaken.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
WAARSCHUWING:
OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE
SHOCK TE VOORKOMEN, DEKSEL (OF RUG)
NIET VERWIJDEREN. AAN DE BINNENZIJDE
BEVINDEN ZICH GEEN ELEMENTEN DIE
DOOR DE GEBRUIKER KUNNEN BEDIEND
WORDEN. ENKEL DOOR GEKWALIFICEERD
PERSONEEL TE BEDIENEN.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige
driehoek is bedoeld om de aandacht van de
gebruiker te trekken op de aanwezigheid van
belangrijke bedienings- en
onderhoudsinstructies in de handleiding bij
dit toestel.
D3-4-2-1-1_Du
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit
Pioneer produkt. Lees de gebruiksaanwijzing
aandachtig door zodat u het apparaat op de
juiste wijze kunt bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in
de toekomst nogmaals nodig heeft.
WAARSCHUWING
Dit apparaat is niet waterdicht. Om brand of een
elektrische schok te voorkomen, mag u geen
voorwerp dat vloeistof bevat in de buurt van het
apparaat zetten (bijvoorbeeld een bloemenvaas) of
het apparaat op andere wijze blootstellen aan
waterdruppels, opspattend water, regen of vocht.
WAARSCHUWING
Lees zorgvuldig de volgende informatie voordat u de
D3-4-2-1-3_A_Du
stekker de eerste maal in het stopcontact steekt.
De bedrijfsspanning van het apparaat verschilt
afhankelijk van het land waar het apparaat wordt
verkocht. Zorg dat de netspanning in het land waar
het apparaat wordt gebruikt overeenkomt met de
bedrijfsspanning (bijv. 230 V of 120 V) aangegeven
op de achterkant van het apparaat.
D3-4-2-1-4_A_Du
WAARSCHUWING
Om brand te voorkomen, mag u geen open vuur
(zoals een brandende kaars) op de apparatuur
zetten.
D3-4-2-1-7a_A_Du
Gebruiksomgeving
emperatuur en vochtigheidsgraad op de plaats van
gebruik:
+5° – +35°C, minder dan 85% RH (ventilatieopeningen
niet afgedekt)
Zet het apparaat niet op een slecht geventileerde plaats
en stel het apparaat ook niet bloot aan hoge
vochtigheid of direct zonlicht (of sterke kunstmatige
verlichting).
D3-4-2-1-7c_A_Du
BELANGRIJKE INFORMATIE BETREFFENDE
DE VENTILATIE
Let er bij het installeren van het apparaat op dat er
voldoende vrije ruimte rondom het apparaat is om
een goede doorstroming van lucht te waarborgen
(tenminste 60 cm boven, 10 cm achter en 30 cm aan
de zijkanten van het apparaat).
WAARSCHUWING
De gleuven en openingen in de behuizing van het
apparaat zijn aangebracht voor de ventilatie, zodat
een betrouwbare werking van het apparaat wordt
verkregen en oververhitting wordt voorkomen. Om
brand te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat
deze openingen nooit geblokkeerd worden of dat
ze afgedekt worden door voorwerpen (kranten,
tafelkleed, gordijn e.d.) of door gebruik van het
apparaat op een dik tapijt of een bed.
D3-4-2-1-7b_A_Du
DOWN
DOWN
Deponeer dit product niet bij het gewone huishoudelijk afval wanneer u het wilt verwijderen. Er bestaat een speciaal wettelijk
voorgeschreven verzamelsysteem voor de juiste behandeling, het opnieuw bruikbaar maken en de recycling van gebruikte
elektronische producten.
In de 25 lidstaten van de EU, Zwitserland en Noorwegen kunnen particulieren hun gebruikte elektronische producten gratis bij de daarvoor
bestemde verzamelplaatsen of een verkooppunt (indien u aldaar een gelijkwaardig nieuw product koopt) inleveren.
Indien u zich in een ander dan bovengenoemd land bevindt kunt u contact opnemen met de plaatselijke overheid voor informatie over de juiste
verwijdering van het product.
Zodoende zorgt u ervoor dat het verwijderde product op de juiste wijze wordt behandeld, opnieuw bruikbaar wordt gemaakt, t gerecycleerd en het
niet schadelijk is voor de gezondheid en het milieu.
K058_Du
Dit product voldoet aan de laagspanningsrichtlijn
(73/23/EEG, gewijzigd bij 93/68/EEG), EMCrichtlijnen (89/336/EEG, gewijzigd bij 92/31/EEG en
93/68/EEG).
D3-4-2-1-9a_Du
Als de netstekker van dit apparaat niet geschikt is
voor het stopcontact dat u wilt gebruiken, moet u de
stekker verwijderen en een geschikte stekker
aanbrengen. Laat het vervangen en aanbrengen van
een nieuwe netstekker over aan vakkundig
onderhoudspersoneel. Als de verwijderde stekker
per ongeluk in een stopcontact zou worden
gestoken, kan dit resulteren in een ernstige
elektrische schok. Zorg er daarom voor dat de oude
stekker na het verwijderen op de juiste wijze wordt
weggegooid.
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact
wanneer u het apparaat geruime tijd niet denkt te
gebruiken (bijv. wanneer u op vakantie gaat).
D3-4-2-2-1a_A_Du
LET OP
De STANDBY/ON schakelaar van dit apparaat
koppelt het apparaat niet volledig los van het
lichtnet. Aangezien er na het uitschakelen van het
apparaat nog een kleine hoeveelheid stroom blijft
lopen, moet u de stekker uit het stopcontact halen
om het apparaat volledig van het lichtnet los te
koppelen. Plaats het apparaat zodanig dat de stekker
in een noodgeval gemakkelijk uit het stopcontact
kan worden gehaald. Om brand te voorkomen, moet
u de stekker uit het stopcontact halen wanneer u het
apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken (bijv.
wanneer u op vakantie gaat).
Dit apparaat is bestemd voor normaal huishoudelijk
gebruik. Indien het apparaat voor andere doeleinden
of op andere plaatsen wordt gebruikt (bijvoorbeeld
langdurig gebruik in een restaurant voor zakelijke
doeleinden, of gebruik in een auto of boot) en als
gevolg hiervan defect zou raken, zullen de reparaties
in rekening gebracht worden, ook als het apparaat
nog in de garantieperiode is.
K041_Du
Bij dit product zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg zijn,
moet u ze niet weggooien maar
inleveren als KCA.
D3-4-2-4-2_Du
Vervaardigt onder licentie in Dolby
Laboratories. "Dolby", "Pro Logic",
"Surround EX" en het dubbele D symbool
zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
"DTS" ,"DTS-ES" ,"DTS 96/24" en
"Neo:6" zijn de handelsmerken van
Digital Theater Systems, Inc.
• Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen
door elkaar.
• Plaats de batterijen zodanig dat de plus- en
minpolen overeenkomen met de
merktekens in het batterijvak.
• Batterijen met dezelfde vorm kunnen een
verschillende spanning hebben. Gebruik
verschillende soorten batterijen niet
samen.
• Wanneer u gebruikte batterijen weggooit,
dient u zich te houden aan de wettelijke
voorschriften of de milieuwetgeving die in
uw land of gebied van toepassing zijn.
zonlicht of op een hete plaats, zoals in de
auto of bij een kachel. Batterijen kunnen
hierdoor gaan lekken, oververhitten,
exploderen of in brand vliegen. Bovendien
reduceert dit de levensduur of de prestatie
van de batterijen.
De receiver installeren
Installeer dit toestel op een vlak en stabiel
oppervlak. Installeer het niet op de volgende
plaatsen:
– op een kleuren-TV (kan beeldvervorming
veroorzaken)
– dicht bij een cassettedeck (of een ander
apparaat dat een magnetisch veld opwekt).
Dit kan storingen in het geluid veroorzaken.
– in rechtstreeks zonlicht
– in een vochtige of natte ruimte
– in een zeer warme of koude ruimte
– op plaatsen die onderhevig zijn aan trillingen
of andere bewegingen
– op zeer stoffige plaatsen
– op plaatsen waar hete dampen of olie
aanwezig zijn (bv. in de keuken)
Ventilatie
Let er bij het installeren van dit apparaat op dat
er voldoende vrije ruimte rondom het apparaat
is voor een goede warmteafvoer (tenminste
20 cm boven het apparaat). Indien er
onvoldoende ruimte wordt vrijgehouden
tussen het apparaat en wanden of andere
apparatuur, zal de warmte zich in het apparaat
ophopen, wat van invloed is op de prestaties
en/of storingen kan veroorzaken.
De sleuven en openingen in de behuizing zijn
aangebracht voor ventilatie en om de
apparatuur te beschermen tegen
oververhitting. Om brand te voorkomen, dient u
niets direct op het apparaat te plaatsen en
dient u ervoor te zorgen dat de openingen nooit
worden geblokkeerd of afgedekt door
voorwerpen (zoals kranten, tafelkleden of
gordijnen). Ook mag het apparaat niet worden
gebruikt op een dik tapijt of een bed.
6
Du
Hoofdstuk 2:
5-minutengids
2Sluit uw luidsprekers aan en stel ze op
Voorstelling van het begrip
thuistheater
Het begrip thuistheater verwijst naar het
gebruik van meerdere audiokanalen om een
surroundgeluidseffect te creëren, waardoor u
zich in het midden van de actie of in een
concertzaal waant. Het surroundgeluid dat u
krijgt van een thuistheatersysteem is niet
alleen afhankelijk van uw luidsprekeropstelling, maar ook van de bron en de geluidsinstellingen van de receiver.
Deze receiver decodeert automatisch
meerkanaals Dolby Digital-, DTS- of Dolby
Surround-bronnen conform uw
luidsprekeropstelling. In de meeste gevallen
hoeft u niets te wijzigen om een realistisch
surroundgeluid te verkrijgen, maar niettemin
worden andere mogelijkheden (bv. luisteren
naar een CD met multikanaals
surroundgeluid) beschreven in Luisteren naar uw systeem op bladzijde 28.
Luisteren naar surroundgeluid
Met behulp van de onderstaande verkorte
installatiehandleiding moet u uw systeem voor
surroundgeluid in een handomdraai
aangesloten hebben. In de meeste gevallen
kunt u de standaardinstellingen van de
receiver gewoon behouden.
• Zorg ervoor dat alle aansluitingen tot stand
zijn gebracht voordat u de stekker van dit
toestel in het stopcontact steekt.
1Sluit uw TV en DVD-speler aan.
Zie Een DVD-speler en tv aansluiten op
bladzijde 13 om dit te doen. Om
surroundgeluid te kunnen afspelen, moet u uw
DVD-speler via een digitale verbinding op de
receiver aansluiten.
Opmerking
1 Wellicht moet u uw DVD-speler instellen op de uitgang Dolby Digital, DTS en 88,2/96 kHz PCM (2-kanaals) audio (zie de
handleiding van uw DVD-speler voor meer informatie hierover).
2 Afhankelijk van uw DVD-speler of bronschijf, kunt u wellicht alleen 2-kanaalsgeluid weergeven. In dat geval moet de
luisterstand ingesteld zijn op STANDARD (zie Luisteren in surroundgeluid op bladzijde 28 wanneer u dit moet doen) wanneer u
multikanaals surroundgeluid wilt.
voor optimale surroundgeluid.
Zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 19.
De plaats van uw luidsprekers heeft een grote
invloed op het geluid. Plaats uw luidsprekers
zoals hieronder aangegeven voor het beste
surroundgeluid-effect. Zie tevens Tips voor het opstellen van de luidsprekers op bladzijde 20
voor verdere informatie.
3Sluit de receiver aan en schakel deze in,
gevolgd door uw DVD-speler, subwoofer en TV.
De video-ingang van uw TV moet ingesteld zijn
op deze receiver. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van uw TV als u niet weet
hoe u dit moet doen.
4Druk op QUICK SETUP op het voorpaneel
om uw luidsprekeropstelling, kamergrootte
en luisterpositie in te stellen.
Maak uw selectie met de draaischijf MULTI
JOG en bevestig uw selectie met ENTER. Zie
Snel instellen hieronder voor meer informatie.
5Speel een DVD af en stel het volume in.
Controleer of DVD wordt weergegeven in het
display van de receiver. Als dat niet zo is, druk
dan op DVD op de afstandsbediening om de
receiver in te stellen op DVD.
U kunt nog verschillende andere geluidsopties
selecteren. Zie Luisteren naar uw systeem op
bladzijde 28 voor meer informatie.
1
2
English
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Español
Du
7
Snel instellen
Met de optie Snel instellen is uw systeem snel
en eenvoudig klaar voor gebruik. De receiver
stelt zichzelf automatisch in op basis van uw
luidsprekeropstelling, kamergrootte en
luisterpositie. De volgende stappen voert u uit
op het voorpaneel.
• Wilt u een uitgebreidere manier van
instellen, lees dan Automatische instelling van surroundgeluid (MCACC) op
bladzijde 9. In dit geval kunt u Snel
instellen overslaan.
1
• Zoek in onderstaande tabel de
luidsprekeropstelling die overeenkomt met
uw systeem.
1Als de receiver uit staat, drukt u op
STANDBY/ON
2Druk op
om hem aan te zetten.
QUICK SETUP
.
• Op het scherm flikkert SW DET
(SubWoofer DETectie) terwijl de receiver
uw opstelling onderzoekt op aanwezigheid
van een subwoofer. Deze controle wordt
afgesloten met SW YES (subwoofer
aanwezig) of SW NO (subwoofer afwezig).
Vervolgens wordt u gevraagd om uw
luidsprekeropstelling op te geven.
3Selecteer uw luidsprekeropstelling met
de draaischijf
MULTI JOG
.
Is tijdens stap 2 een subwoofer gedetecteerd,
dan kunt u kiezen uit de volgende
mogelijkheden:
2.1ch – 3.1ch – 4.1ch – 5.1ch – 6.1ch – 7.1ch
Is tijdens stap 2 geen subwoofer gedetecteerd,
dan kunt u kiezen uit de volgende
mogelijkheden:
2.0ch – 3.0ch – 4.0ch – 5.0ch – 6.0ch – 7.0ch
4Druk op
ENTER
.
5Selecteer uw kamergrootte met de
draaischijf
MULTI JOG
.
Afhankelijk van de afstand van uw luidsprekers
tot de luisterpositie, kiest u uit klein,
middelgroot of groot (S, M of L), waarbij M
staat voor een kamer van gemiddelde grootte.
6Druk op
ENTER
.
7Selecteer uw luisterpositie met de
draaischijf
MULTI JOG
.
U kunt bladeren door de volgende
mogelijkheden:
• FWD – Als u dichter bij de voorluidsprekers
zit dan bij de zijluidsprekers
• MID – Als u even ver van voor- en
zijluidsprekers zit
• BACK – Als u dichter bij de zijluidsprekers
zit dan bij de voorluidsprekers
8Bevestig uw keuze door op
ENTER
te
drukken.
Op het scherm verschijnen de door u gekozen
luidsprekeropstelling, kamergrootte en
luisterpositie.
Opmerking
1 Zie ook Instellingen voor de receiver verrichten vanuit het menu System Setup op bladzijde 36 voor meer instelopties.
8
Du
Hoofdstuk 3:
Snelle instelling van het
surroundgeluid
Automatische instelling van
surroundgeluid (MCACC)
De automatische meerkanaals akoestische
calibratie (MCACC, voor ‘Auto Multi-Channel
Acoustic Calibration’) meet de akoestische
karakteristieken van uw luisterruimte, waarbij
rekening wordt gehouden met omgevingsgeluid, luidsprekergrootte en –afstand; ook
worden kanaalgalm en kanaalvolume getest.
Nadat u de microfoon heeft ingesteld die bij uw
systeem wordt geleverd, kiest de receiver op
basis van de informatie van een reeks testtonen de optimale luidsprekerinstellingen en
egalisatie voor uw luisterruimte.
Belangrijk
• MCACC wist alle eventuele
luidsprekerinstellingen die u eerder hebt
gemaakt.
• Zorg dat er geen hoofdtelefoon is
aangesloten.
Waarschuwing
• De testtonen die worden voortgebracht
tijdens de automatische MCACC-instelling
klinken erg hard.
INPUT
RECEIVER
SELECT
AV PRE-PROGRAMMED AND LEARNING
REMOTE CONTROL UNIT
TV DVR
DVD
CD-R/TAPE
USB
CD
AMFM
SYSTEM OFF
SOURCE
TV CTRL
RECEIVER
D.ACCESS
TOP MENU
SETUP
GUIDE
DIALOG E
+10
STST
PTY SEARCH
TV VOL
TUNE
ENTER
TUNE
TV CONTROL
INPUT
SELECT
CLASS
DISC
ENTER
MENU
T.EDIT
RETURN
TV CH
VOL
Druk de nok PUSH OPEN omlaag om de
aansluiting MCACC SETUP MIC te openen.
U kunt de microfoon ook op oorhoogte
plaatsen met behulp van een tafel of een stoel.
U kunt de microfoon ook op oorhoogte
plaatsen met behulp van een tafel of een stoel.
• Controleer of er zich geen obstakels tussen
de luidsprekers en de microfoon bevinden.
3Druk op
RECEIVER
op de
afstandsbediening en druk vervolgens op de
SETUP
toets
.
Er verschijnt een menuscherm (OSD) op uw
TV. Gebruik /// en ENTER op de
afstandsbediening om door de schermen te
navigeren en menu-onderdelen te selecteren.
Druk op RETURN om het huidige menu af te
sluiten.
• Druk op elk gewenst tijdstip op SETUP om
het menu System Setup (systeem
instellen) af te sluiten.
1
4 Selecteer ‘Auto MCACC’ in het menu
System Setup en druk op ENTER.
System Setup
1.Surr Back System
2.Auto MCACC
3.Manual MCACC
4.Manual SP Setup
5.Input Assign
6.Other Setup
: Exit
2. Auto MCACC
Surr Back System
Normal (SB) ]
: Finish ENTER: Start
English
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Español
1 Schakel de receiver en uw TV in.
2Sluit de microfoon aan op de aansluiting
MCACC
SETUP MIC
Opmerking
1 De schermbeveiliging start automatisch na drie minuten zonder activiteit. Als u de automatische MCACC onderbreekt, stopt
de receiver met testen en worden er geen instellingen opgeslagen.
op het voorpaneel.
9
Du
5 Zorg ervoor dat ‘Normal (SB)’
geselecteerd is en druk vervolgens op
ENTER.
1
Maak zo min mogelijk geluid nadat u op ENTER
hebt gedrukt. Het systeem produceert een
reeks testtonen om het omgevingsgeluidsniveau vast te stellen.
6 Volg de instructies op het scherm.
• Zorg dat de microfoon is aangesloten.
• Als u een subwoofer gebruikt, wordt deze
automatisch herkend telkens wanneer u
het systeem aanzet. Zorg ervoor dat het
ingeschakeld is en dat het volume
ingesteld is.
• Zie hieronder voor opmerkingen met
betrekking tot achtergrondlawaai en
andere mogelijke interferentie.
7 Wat tot de testtonen beëindigd zijn.
Er wordt een voortgangsrapport weergegeven
Wanneer de weergegeven luidsprekerconfiguratie niet correct is’, gebruikt u / om de
luidspreker te selecteren en / om de
instelling te wijzigen (en het aantal voor
surround achter). Wanneer u klaar bent, gaat u
door naar de volgende stap.
Wanneer u een foutbericht (ERR) in de kolom
aan de rechter zijkant ziet, kan er een probleem
zijn met de luidsprekeraansluiting. Wanneer
door het selecteren van RETRY het probleem
niet’ wordt opgelost, schakelt u het apparaat
uit en controleert u de
luidsprekeraansluitingen.
9 Zorg ervoor dat ‘OK’ geselecteerd is en
druk vervolgens op ENTER.
Een voortgangsrapport wordt op het scherm
weergegeven terwijl de receiver meer testtonen
weergeeft om de optimale receiverinstellingen
voor kanaalniveau, luidsprekerafstand en de
akoestische frequentiekalibratie.
op het scherm terwijl de receiver testtonen
weergeeft om de aanwezigheid van de
luidsprekers in uw opstelling te bepalen.
Probeer zo stil mogelijk te zijn wanneer dit
plaats vindt.’
• Voor de juiste luidsprekerinstellingen dient
u het volume niet in te stellen tijdens de
testtonen.
8 Bevestig de luidsprekerconfiguratie.
De configuratie die op het scherm wordt
weergegeven, dient overeen te komen met de
feitelijke luidsprekers die u hebt.
2.Auto MCACC
CHECK!
Front [ YES ]
Center [ YES ]
Surround [ YES ]
SB [ Yx2 ]
SUB W. [ YES ]
OK
Opmerking
1 Wanneer u een “bi-amp”-aansturing voor uw voorluidsprekers wilt toepassen, of een afzonderlijk luidsprekersysteem in een
andere ruimte wilt opstellen, lees dan Instelling van de surround-achterluidspreker Standaardinstelling op bladzijde 36 en zorg
ervoor dat uw luidsprekers correct zijn aangesloten voordat u verder gaat.
2 • Afhankelijk van de eigenschappen van uw kamer, worden soms verschillende formaten ingesteld voor identieke luidsprekers
met conusafmetingen van ongeveer 12 cm. U kunt de instelling handmatig corrigeren met Handmatige De luidsprekers instellen
op bladzijde 42.
• De afstand van de subwoofer tot de luisterpositie kan verder worden ingesteld dan de werkelijke afstand. Deze instelling moet
nauwkeurig zijn (rekening houdend met de vertraging en de eigenschappen van de kamer) en moet normaal gezien niet worden
gewijzigd.
OK
OK
:Cancel
:Cancel
Probeer ook dan zo stil mogelijk te zijn wanneer
dit gebeurt. Het kan 3 tot 8 minuten duren.
10 De automatische MCACC-instelling is
voltooid! Selecteer ‘SKIP’ om terug te gaan
naar het menu System Setup (systeem
instellen).
De lampje MCACC op het voorpaneel gaat
branden om aan te geven dat de instelling
voltooid is.
De instellingen die zijn gemaakt met de
automatische MCACC-instelling leiden
normaal tot een uitstekend surroundgeluid van
uw systeem, maar u kunt deze instellingen ook
handmatig invoeren met het menu System
Setup (zie bladzijde bladzijde 36).
2
10
Du
U kunt ook selecteren om de instellingen weer
te geven door de afzonderlijke parameters te
selecteren in het scherm Analyzed Data Check (Controle geanalyseerde gegevens):
• Speaker Setting – De grootte en het
aantal luidsprekers dat u’ aangesloten
hebt (zie bladzijde 42 voor meer informatie
hierover)
• Speaker Distance – De afstand van uw
luidsprekers tot de beluisterpositie (zie
bladzijde 44 voor meer informatie hierover)
• Channel Level – de totale balans van uw
luidsprekersysteem (ziebladzijde 43 voor
meer informatie hierover)
• Acoustic Cal EQ – aanpassingen aan de
frequentiebalans van luidsprekersysteem
op basis van de akoestische
eigenschappen van uw kamer (zie
bladzijde 39 voor meer informatie hierover)
Selecteer de gewenste kanalen door op
RETURN te drukken wanneer u klaar bent met
de controle van een kanaal. Wanneer u klaar
bent selecteert u ‘SKIP’ om terug te keren naar
het menu System Setup.
Andere problemen tijdens het
gebruik van de automatische
MCACC-instelling
Als de omgevingsomstandigheden niet
optimaal zijn voor de automatische MCACCinstelling (te veel achtergrondgeluiden,
weerkaatsing van echo’s door de muren,
obstakels tussen de luidsprekers en de
microfoon), kunnen de eindinstellingen onjuist
zijn. Controleer of andere huishoudelijke
apparatuur (airconditioning, koelkast,
ventilator, enz.) in de omgeving geen storingen
veroorzaken en schakel ze indien nodig uit. Als
instructies worden weergegeven op het display
op het voorpaneel, moet u deze volgen.
• Sommige oudereTV’s kunnen de werking
van de microfoon storen. Zet in dit geval de
TV uit tijdens het verrichten van de
automatische MCACC-instelling.
English
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Español
11
Du
Hoofdstuk 4:
Aansluitingen
De kabels aansluiten
Belangrijk
• Voordat u aansluitingen maakt of wijzigt,
schakelt u het apparaat uit en verwijdert u
de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact.
• Zorg ervoor dat er geen kabels over de
bovenzijde van dit apparaat hangen.
Anders produceert het magnetische veld
van de transformatoren in het apparaat een
brom in de luidsprekers.
Zet het apparaat op standby voordat u de
•
stekker uit het stopcontact trekt.
Analoge audiokabels
Gebruik stereo RCA-phonokabels voor het
aansluiten van analoge audioapparaten. Deze
kabels herkent u aan de rode en witte stekkers;
sluit de rode stekkers aan op de Raansluitingen (rechts) en de witte stekkers op
de L-aansluitingen (links).
Digitale audiokabels
Gebruik in de handel verkrijgbare coaxiale
digitale audiokabelsof optische kabels om
digitale apparaten aan te sluiten op deze
receiver.
1
Videokabels
Gewone RCA-videokabels
Deze kabels worden het meest gebruikt voor
videoaansluitingen en worden gebruikt om
composite video-aansluitingen met elkaar te
verbinden. De gele stekkers onderscheiden ze
van de kabels voor audio.
S-videokabels
Bij gebruik van S-videokabels is de
beeldweergave helderder dan bij gebruik van
gewone RCA-videokabels doordat afzonderlijke
signalen voor luminantie (helderheid) en kleur
worden verzonden.
Componentvideokabels
Gebruik componentvideokabels voor een
optimale kleurweergave van uw videobron. Het
kleursignaal van de TV wordt eerst opgesplitst
in het luminantiesignaal (Y) en de
kleursignalen (P
weergegeven. Op die manier wordt
interferentie tussen de signalen vermeden.
B en PR) en daarna
Opmerking
1 • Wanneer u optische kabels aansluit, wees dan voorzichtig dat u bij het insteken van de stekker het afsluitklepje van de
optische aansluiting niet beschadigt.
•Wikkel een optische kabel losjes op om hem te bewaren. De kabel kan worden beschadigd als hij scherp wordt gebogen.
•Voor coaxiale digitale aansluitingen kunt u ook een gewone RCA-videokabel gebruiken.
12
Du
Een DVD-speler en tv aansluiten
Op deze bladzijde ziet u hoe u uw DVD-speler
en uw tv op de receiver moet aansluiten.
1Verbind een coaxiale digitale
geluidsuitgang op uw DVD-speler met de
ingang DIGITAL COAX 1 (DVD/LD) op de
receiver.
Gebruik hiervoor een coaxiale digitale
geluidskabel.
2Verbind de composiet video-uitgang en
de stereo analoge geluidsuitgangen op
DVD-speler met de DVD/LD-ingangen op de
receiver.
Gebruik hiervoor een standaard RCAvideokabel
• Als uw DVD-speler meerkanaals analoge
uitgangen heeft, lees dan De meerkanaals analoge uitgangen aansluiten hieronder.
3Verbind de analoge geluidsuitgangen van
uw tv met de TV/SAT-ingangen op de
receiver.
Zo kunt u het geluid van de tv-tuner via uw
versterker afspelen. Gebruik hiervoor een RCAgeluidskabel.
• Als uw tv een ingebouwde digitale decoder
heeft, kunt u ook een optische digitale
geluidsuitgang op uw tv verbinden met de
ingang DIGITAL OPT 2 (TV/SAT) op de
receiver. Gebruik hiervoor een optische
kabel.
4Verbind de video-uitgang MONITOR OUT
op de receiver met een video-ingang op uw
tv.
Gebruik hiervoor een standaard RCAvideokabel op de composietvideo-aansluiting.
1
2
3
en een stereo RCA-geluidskabel.
uw
4
DIGITAL
AUDIO OUT
OPTICAL
DIGITAL OUT
OPT
OPT
(
)
TV/ SAT
OPT
(CD)
ASSIGNABLE
DIGITAL IN
ASSIGNABLE
DIGITAL IN
COAX
(
DVR/VCR
COAX
(
DVD/LD
Deze receiver
1
COAXIAL
DIGITAL OUT
3
ANALOG AUDIO OUT
AUX
IN
IN
2
IN
1
OUT
IN
IN
2
)
IN
1
)
OUT
R
AUDIO
FM UNBAL
CD
DVR/
VCR
TV/
SAT
DVD
/LD
FRONT
D V D
5.1CH
INPUT
PLAY
CD-R
/TAPE
/MD
REC
L
TV
LR
VIDEO IN
4
AM
ANTENNA
LOOP
75
IN
IN
IN
VIDEO
OUT
CONTROL
IN
OUT
MONITOR
OUT
SUB
WOOFER
PREOUT
MONITOR OUT
IN
IN
IN
S-VIDEO
OUT
DVR/
VCR
TV/
SAT
DVD
/LD
English
Deutsch
Français
Italiano
2
Nederlands
AUDIORL
ANALOG OUT
VIDEO OUT
Español
Opmerking
1 Als uw DVD-speler alleen een optische digitale uitgang heeft, kunt u deze verbinden met de optische ingang op de receiver
met een optische kabel. Bij het instellen van de receiver moet u aangeven op welke ingang u de speler hebt aangesloten (zie Het menu Input Assign (ingangen toewijzen) op bladzijde 63).
2 Hierdoor kunt u analoge opnamen maken vanaf uw DVD-speler.
3 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO DVD/LD-aansluiting. Wanneer uw
speler beschikt over een componentvideo-uitgang, kunt u deze ook aansluiten. Zie De componentvideo-aansluitingen gebruiken
op bladzijde 17 voor meer informatie.
4 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO MONITOR OUT-aansluiting. Zie De componentvideo-aansluitingen gebruiken op bladzijde 17 wanneer u de componentvideo-uitgangen wilt gebruiken om deze
receiver op uw tv aan te sluiten.
13
Du
De meerkanaals analoge uitgangen
O
B
C
aansluiten
Voor DVD-audio en SACD-weergave kan uw
DVD-speler beschikken over analoge 5.1kanaal-uitgangen. In dat geval kunt u de
multikanaals analoge uitgangen aansluiten op
de multikanaalsingangen van deze receiver,
zoals hieronder getoond.
Deze receiver
ASSIGNABLE
DIGITAL IN
DIGITAL OUT
(
TV/ SAT
(CD)
ASSIGNABLE
DIGITAL IN
AUX
IN
OPT
IN
CD
OPT
2
)
DVR/
IN
VCR
OPT
1
OUT
TV/
SAT
IN
DVD
/LD
FRONT
IN
COAX
2
PLAY
(
)
DVR/VCR
CD-R
IN
/TAPE
COAX
/MD
1
(
)
DVD/LD
REC
OUT
R
L
AUDIO
RLRL
CENTER
OUTPUT
FRONT
OUTPUT
FM UNBAL
D V D
5.1CH
INPUT
1
SUB
CEN-
WOOFER
ANTENNA
IN
PREOUT
MONITOR OUT
S-VIDEO
TER
L
R
SURROUND
DVD 5.1CH INPUT
OUT
DVR/
VCR
FRONT
IN
RL
S
TV/
SAT
P
IN
E
DVD
A
A
/LD
IN
K
E
R
S
SUB
VIDEO
WOOFER
OUTPUT
OUTPUT
Y
COMPONE
(
DVR/V
R
P
MONIT
AM
LOOP
75
OUT
CONTROL
VIDEO
IN
OUT
IN
MONITOR
OUT
SUB
WOOFER
IN
SURROUND
OUTPUT
1Verbind een stel audio-/video-uitgangen
op de decoder met de TV/SAT AUDIO- en
VIDEO-ingangen op de receiver.
2
Gebruik een stereo RCA-phonokabel voor de
audioaansluiting en een standaard RCA-
videokabel voor de videoaansluiting.
3
2Verbind een optische digitale
geluidsuitgang van uw decoder met de
ingang DIGITAL OPT 2 (TV/SAT) op de
receiver.
Gebruik hiervoor een optische kabel.
4
Een satellietontvanger of
andere digitale decoder
aansluiten
Satelliet- en kabelontvangers en digitale tvtuners zijn voorbeelden van zgn. decoders.
Opmerking
1 De meerkanaals ingang kan alleen gebruikt worden als u DVD 5.1 ch hebt geselecteerd (zie bladzijde 33).
2 Wanneer u reeds uw tv hebt aangesloten op de TV/SAT-ingangen, kiest u gewoon een andere ingang. Om een signaal te
kunnen ontvangen moet u echter de ingangsselectieknop indrukken voor de ingang waarop u de set-topbox hebt aangesloten.
3 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO TV/SAT-aansluiting. Wanneer uw settopbox ook over een componentvideo-uitgang beschikt, kunt u deze ook aansluiten. Zie De componentvideo-aansluitingen gebruiken op bladzijde 17 voor meer informatie.
4 Wanneer uw satelliet/kabelreceiver niet over een digitale audio-uitgang beschikt, kunt u deze stap overslaan. Wanneer de
receiver alleen over een coaxiale digitale uitgang beschikt, kunt u die aansluiten op een van de coaxiale ingangen van deze
receiver met behulp van een coaxiale digitale audiokabel. Wanneer u de receiver installeert, dient u aan de receiver door te geven
op welke ingang u de set-topbox hebt aangesloten (zie Het menu Input Assign (ingangen toewijzen) op bladzijde 63).
14
Du
Andere audiocomponenten
aansluiten
Het aantal en soort aansluitingen hangt af van
het soort component dat u wilt aansluiten.
Volg de stappen hieronder als u een CD-R,
minidisc, DAT- of taperecorder of andere
audiocomponent wilt aansluiten.
1Als uw component een digitale uitgang
heeft, verbind deze dan met een digitale
ingang op de receiver zoals aangegeven.
In het voorbeeld ziet u een coaxiale verbinding
met de digitale CD-ingang met behulp van een
coaxiale digitale audiokabel.
2Verbind zonodig de analoge
geluidsuitgangen van de component met een
ongebruikte set audio-ingangen op de
receiver.
Deze verbinding moet u maken bij
componenten zonder digitale uitgang, of als u
opnamen vanaf een digitale component wilt
maken. Gebruik een RCA-geluidskabel zoals
aangegeven.
3Als u een opnameapparaat aansluit, sluit
dan de analoge geluidsuitgangen (REC) aan
op de analoge geluidsingangen op het
opnameapparaat.
In het voorbeeld ziet u een analoge verbinding
met de analoge CD-R/TAPE/MD-uitgang met
behulp van een RCA geluidskabel.
4Wanneer uw recorder over een digitale
ingang beschikt, sluit u deze aan op de
digitale uitgang van de receiver, zoals
getoond.
Gebruik een optische kabel om deze
aansluiting te maken.
1
De WMA9 Pro-decoder
Dit apparaat beschikt over een ingebouwde
Windows Media
Pro) decoder, zodat u met WMA9 Pro
gecodeerd geluid kunt afspelen wanneer u een
WMA9 Pro-Compatible speler hebt
aangesloten met een coaxiale of optische
digitale verbinding.
®
Audio 9 Professional (WMA9
English
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Español
Opmerking
1 Merk op dat u digitale componenten op analoge geluidsaansluitingen moet aansluiten als u van of naar digitale componenten
(zoals een minidisc) wilt opnemen van of naar analoge componenten.
15
Du
De aangesloten DVD-speler, decoder e.d. moet
echter het WMA9 Pro-signaal via een coaxiale
of optische digitale uitgang kunnen
weergeven.
Microsoft, Windows Media® en het Windows-logo zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
Andere videocomponenten
aansluiten
Deze receiver beschikt over audio-/videoingangen en -uitgangen waarop u analoge of
digitale videorecorders, DVD-recorders en
hardeschijfrecorders kunt aansluiten.
1Verbind een stel audio-/video-uitgangen
op de recorder met de DVR/VCR AUDIO- en
VIDEO-ingangen op de receiver.
Gebruik een stereo RCA-phonokabel voor de
audioaansluiting en een standaard RCA-
videokabel voor de videoaansluiting.
2Verbind een stel audio-/video-ingangen
op de recorder met de DVR/VCR AUDIO- en
VIDEO-uitgangen op de receiver.
Gebruik een stereo RCA-phonokabel voor de
audioaansluiting en een standaard RCA-
videokabel voor de videoaansluiting.
3Verbind een coaxiale digitale
geluidsuitgang op uw videocomponent met
de ingang DIGITAL COAX 2 (DVR/VCR) op de
receiver.
Gebruik hiervoor een coaxiale digitale
geluidskabel.
3
1
2
4Wanneer uw videoapparaat over een
digitale ingang beschikt, sluit u deze aan op
de digitale uitgang van de receiver, zoals
getoond.
Gebruik een optische kabel om deze
aansluiting te maken.
Opmerking
1 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO DVR/VCR IN-aansluiting. Wanneer uw
videocomponent beschikt over een componentvideo-uitgang, kunt u deze ook aansluiten. Zie De componentvideo-aansluitingen gebruiken op bladzijde 17 voor meer informatie.
2 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO DVR/VCR OUT-aansluiting.
3 Als uw videocomponent slechts beschikt over een optische digitale uitgang, kunt u het apparaat toch aansluiten op de
optische ingang van deze receiver. Bij het instellen van de receiver moet u aangeven op welke ingang u de speler hebt
aangesloten (zie Het menu Input Assign (ingangen toewijzen) op bladzijde 63).
16
Du
De componentvideo-aansluitingen
gebruiken
Componentvideo levert superieure
beeldkwaliteit in vergelijking met
composietvideo. Een ander voordeel (indien
uw bron en uw tv beide compatibel zijn) is
progressive-scan video, dat een zeer stabiel,
trillingvrij beeld biedt. Zie de handleidingen die
bij uw tv en uw bronapparaat zijn geleverd om
te controleren of beide compatibel zijn met
progressive-scan video.
Belangrijk
• Indien u een willekeurig bronapparaat op
uw receiver aansluit met behulp van een
componentvideo-ingang, moet ook uw tv
zijn aangesloten op de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT-aansluitingen van
uw receiver.
1Sluit de componentvideo-uitgangen van
uw bron aan op een paar componentvideoingangen van deze receiver.
Gebruik een drieweg-componentvideokabel
voor de aansluiting.
2Indien noodzakelijk wijst u de
componentvideo-ingangen toe aan de
ingangsbron die u hebt aangesloten.
Dit hoeft alleen te gebeuren wanneer u niet
volgens de onderstaande standaardinstellingen hebt aangesloten:
• COMPONENT 1 – DVD
• COMPONENT 2 – TV
• COMPONENT 3 – DVR
Zie De componentvideo-ingangen toewijzen op
bladzijde 63 voor meer informatie.
3Sluit de COMPONENT VIDEO MONITOR
OUT-aansluitingen van deze receiver aan op
de componentvideo-ingangen van uw tv of
monitor.
Gebruik een drieweg-componentvideokabel.
De video-aansluiting op het
voorpaneel gebruiken
De video-aansluitingen aan de voorzijde zijn
toegankelijk via het voorpaneel met behulp van
de knop VIDEO. Er bevinden zich standaard
audio/video-aansluitingen alsmede een Svideo-aansluiting en een optische ingang. Sluit
ze op dezelfde manier aan als de aansluitingen
op het achterpaneel.
• Druk de nok PUSH OPEN omlaag om de
video-aansluitingen aan de voorzijde te
openen.
English
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Español
17
Du
Antennes aansluiten
Sluit de AM-raamantenne en de FMdraadantenne aan zoals hieronder getoond.
Om de ontvangst en de geluidskwaliteit te
verbeteren, kunt u buitenantennes aansluiten
(zie Buitenantennes gebruiken hieronder).
Buitenantennes gebruiken
Om de FM-ontvangst te verbeteren
Sluit een FM-buitenantenne aan met een PALsteker.
FM UNBAL
AM
75
LOOP
ANTENNA
1Verwijder de beschermende mantels van
beide AM-antennedraden.
2Duw de nokken open, steek er per
aansluiting een draad in en laat vervolgens
de nokken los om de AM-antennedraden vast
te zetten.
3Bevestig de AM-raamantenne aan de
bevestigde houder.
Om de houder aan de antenne te bevestigen,
buigt u de houder in de richting van de pijl (afb. a), vervolgens klemt u de raamantenne in de
houder (afb. b).
• Wanneer u de AM-antenne aan de muur of
een ander oppervlak wilt bevestigen,
bevestigt u de houder met schroeven (afb. c), voordat u de raamantenne aan de
houder bevestigt. Zorg ervoor dat u een
heldere ontvangst hebt.
4Plaats de AM-antenne op een vlakke
ondergrond en in een richting waarbij de
ontvangst optimaal is.
5Sluit de FM-draadantenne op dezelfde
wijze aan als de AM-raamantenne.
Voor optimale resultaten rolt u de FM-antenne
volledig af en bevestigt u deze aan een wand of
een deurkozijn. Niet los ophangen of opgerold
laten.
Om de AM-ontvangst te verbeteren
Sluit een met vinyl beklede draad van 5 m tot
6 m aan op de AM-antenne-aansluiting zonder
de bijgeleverde AM-raamantenne los te
koppelen.
U verkrijgt de beste ontvangst wanneer u de
kabel buiten horizontaal ophangt.
m tot
18
Du
De luidsprekers aansluiten
Een complete installatie van acht luidsprekers (inclusief subwoofer) staat hier afgebeeld, maar de
installatie thuis zal bij iedereen anders zijn. Sluit gewoon de luidsprekers aan die u heeft op de
hieronder getoonde manier.
voorluidsprekers in de afbeelding). Het verdient echter aanbeveling ten minste drie luidsprekers
te gebruiken en een complete opstelling is het beste.
Zorg ervoor dat u de rechterluidspreker aansluit op de rechtse aansluiting en de linkerluidspreker
op de linkse aansluiting. Ook moeten de positieve en negatieve (+/–) aansluitingen op de receiver
overeenkomen met die op de luidsprekers.
tussen 6 Ω tot 16 Ω gebruiken (zie De luidsprekerimpedantie wijzigen op bladzijde 68 als u van plan
bent luidsprekers met een impedantie van minder dan 8 Ω te gebruiken).
1
De receiver werkt al met twee stereoluidsprekers (de
2
U kunt luidsprekers met een nominale impedantie
English
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Waarschuwing
• Zorg dat de ontblote draaduiteinden van de luidsprekerkabel stevig in elkaar zijn gedraaid en
volledig in de luidsprekeraansluiting steken. Gebruik luidsprekerkabels van goede kwaliteit om
de luidsprekers op de receiver aan te sluiten.
Opmerking
1 Als u geen subwoofer gebruikt, wijzig dan de instelling voor de voorluidspreker (zie De luidsprekers instellen op bladzijde 42) in
LARGE.
2 Wanneer u slechts één surround-achterluidspreker gebruikt, sluit deze dan aan op de linker surround-achteraansluiting (L).
Español
19
Du
Zorg ervoor dat de luidsprekerkabel die u gaat
gebruiken goed is voorbereid. Dat wil zeggen
dat u ongeveer 10 mm van de isolatie van elke
draad moet verwijderen en de ontblote draden
in elkaar moet draaien (afb. A).
Schroef de aansluitklem een paar slagen los
tot er voldoende ruimte is om de blanke draad
te kunnen insteken (afb. B). Nadat de draad is
ingestoken, draait u de aansluiting weer vast
totdat de draad goed vastzit (afb. C).
Waarschuwing
• Op deze luidsprekeraansluitingen staat
een GEVAARLIJKE spanning. Om een
elektrische schok te voorkomen bij het
aansluiten en losmaken van de
luidsprekerkabels, moet u de stekker uit
het stopcontact halen voordat u niet
geïsoleerde onderdelen aanraakt.
Tips voor het opstellen van de
luidsprekers
Luidsprekers zijn gewoonlijk ontworpen met
een bepaalde opstelling in gedachten.
Sommige zijn ontworpen om op de vloer te
staan, terwijl andere het beste klinken wanneer
u ze op een steun plaatst. Sommige moeten
dicht bij een muur worden opgesteld; andere
staan beter ver van muren vandaan. Hierna
geven we enkele tips die u helpen het beste
geluid uit uw luidsprekers te hal en. Volg ech ter
ook de aanwijzingen in verband met de
opstelling die de fabrikant geeft voor uw
specifieke luidsprekers om hun mogelijkheden
optimaal te benutten.
• Plaats de luidsprekers links en rechts voor
op gelijke afstand van de TV.
• Wanneer u luidsprekers dicht bij de TV
plaatst, is het raadzaam magnetisch
afgeschermde luidsprekers te gebruiken.
Dit voorkomt mogelijke storingen, zoals
verkleuring van het beeld, wanneer u de TV
aanzet. Als u geen magnetisch
afgeschermde luidsprekers heeft en het
TV-beeld verkleurt, plaats de luidsprekers
dan verder weg van de TV.
• Als u een middenluidspreker gebruikt, stel
de voorluidsprekers dan iets schuiner op.
Zo niet, dan plaatst u ze minder schuin.
• Plaats de middenluidspreker boven of
onder de TV zodat het geluid van het
middenkanaal zich bij het TV-scherm
bevindt. Zorg er ook voor dat de
middenluidspreker de lijn die wordt
gevormd door de voorste randen van de
luidsprekers links en rechts voor niet
snijdt.
• De luidsprekers worden het beste schuin in
de richting van de luisterpositie geplaatst.
Hoe schuin hangt af van de afmetingen
van de kamer. Plaats ze minder schuin in
grotere kamers.
• Surround- en surround-achterluidsprekers
moeten 60 cm tot 90 cm boven oorhoogte
en lichtjes neerwaarts gekanteld worden
opgesteld. Plaats de luidsprekers niet naar
elkaar toe.
• Stel uw luidsprekers op zoals hieronder
getoond om een optimaal surroundgeluid
te verkrijgen. Zorg ervoor dat alle
luidsprekers stevig opgesteld staan om
ongevallen te voorkomen en om de
geluidskwaliteit te verbeteren.
Waarschuwing
• Als u de middenluidspreker op de TV
plaatst, moet u hem vastmaken met
kleefband of iets dergelijks. Dit voorkomt
het gevaar voor beschadiging van de
luidspreker of letsels als hij van de TV zou
vallen als gevolg van externe schokken,
bijvoorbeeld een aardbeving.
• Zorg ervoor dat er geen blote
luidsprekerkabel tegen het achterpaneel
aankomt, omdat anders de receiver
zichzelf automatisch uitschakelt.
20
Du
Bovenaanzicht van de
luidsprekeropstelling
Zie ook de 3-D-afbeelding van de
luidsprekeropstelling op bladzijde 7.
English
Deutsch
.
De afbeeldingen hieronder tonen de
aanbevolen opstelling van de surround- en
surround-achterluidsprekers. De eerste
afbeelding (afb. A) toont de beste opstelling
wanneer één (of geen) surroundachterluidspreker is aangesloten. De tweede
afbeelding (afb. B) laat zien wat de beste
opstelling is wanneer u twee surroundachterluidsprekers gebruikt.
90 tot 120
0 tot 60
3-D-aanzicht van
7,1-kanaals
luidsprekersysteem
Français
Italiano
Nederlands
Español
21
Du
Hoofdstuk 5:
Bedieningselementen en
displays
Voorpaneel
1Ingangskeuzetoetsen
Druk hierop om een ingangsbron te selecteren.
2Lampje Digital Precision Processing
Brandt wanneer er digitale verwerking plaats
vindt.
3Lettertekendisplay
Zie Display op bladzijde 23.
4MCACC-indicator
Licht op wanneer akoestische kalibratie EQ
(bladzijde 30) ingeschakeld is (akoestische
kalibratie wordt automatisch ingesteld op ALL CH ADJUST nadat de automatische MCACCinstelling (bladzijde 9) of de automatische EQinstelling (bladzijde 39) is voltooid.)
5
ENTER
22
Du
6
MULTI JOG
Gebruik de MULTI JOG-knop om diverse
instellingen en menu-opties te selecteren.
7
LISTENING MODE
STANDARD – Druk hierop voor standaard
decodering en om te wisselen tussen de
verschillende opties voor Pro Logic IIx en
Neo:6 (bladzijde 28).
ADVANCED SURR – Hiermee kiest u
tussen de verschillende surroundmodi
(bladzijde 29).
ST/DIRECT/AUTO SURR
Hiermee wisselt u tussen stereo/directe
weergave (bladzijde 30).
Hiermee selecteert u tevens de Auto
Surround-modus (Automatische weergave
op bladzijde 28).
-knop
-toetsen
8
PHONES
-aansluiting
Sluit hierop een hoofdtelefoon aan (Wanneer
een hoofdtelefoon is aangesloten, wordt er
geen geluid weergegeven via de luidsprekers).
9
STANDBY/ON
Hiermee schakelt u de receiver tussen aan en
stand-by.
10
VIDEO INPUT
Zie De video-aansluiting op het voorpaneel
gebruiken op bladzijde 17.
11
USB
-interface
Hierop wordt een USB-audioapparaat
aangesloten voor weergave (zie De USB-interface gebruiken op bladzijde 34).
12 MCACC SETUP MIC-aansluiting
Hier kunt u de meegeleverde microfoon
aansluiten.
13
MASTER VOLUME
14
EON MODE
-knop
Gebruik deze toets om te zoeken naar
programma’s die verkeersinformatie of nieuws
uitzenden (bladzijde 48).
15 PTY SEARCH
Gebruik deze toets om te zoeken naar RDSprogrammatypes (bladzijde 47).
16
MIDNIGHT/LOUDNESS
Hiermee schakelt u tussen de luisterfuncties
Midnight en Loudness (bladzijde 32).
17
SPEAKERS
Wordt gebruikt om het luidsprekersysteem
(bladzijde 59) en de impedantie-instelling te
wijzigen (bladzijde 68).
18
TUNING/STATION
Hiermee selecteert u de frequentie
(bladzijde 45) en voorkeurzenders
(bladzijde 46) wanneer u de radio gebruikt.
19
TUNER EDIT
Druk hierop om een zender op te slaan en een
naam te geven zodat u hem later kunt
oproepen (bladzijde 46).
20
TONE
Met deze knop krijgt u toegang tot de lage- en
hogetonenregelingen, die u dan kunt
aanpassen met de draaischijf MULTI JOG
(bladzijde 32).
21
QUICK SETUP
Zie Snel instellen op bladzijde 8.
22 Bedieningstoetsen van het menu System
Setup
SETUP – Samen met de draaischijf MULTI
JOG krijgt u zo toegang tot het menu
System Setup (bladzijde 9, bladzijde 36,
bladzijde 63).
RETURN – Druk hierop om te bevestigen en
het huidige menu af te sluiten.
23 SIGNAL SELECT
Hiermee kiest u een ingangssignaal
(bladzijde 33).
24
SBch PROCESSING
Hiermee selecteert verwerking via het
surround-achterkanaal of de virtuele surroundachtermodus (bladzijde 31).
25 ACOUSTIC EQ
Hiermee kiest u een instelling voor de
akoestische kalibratie EQ (bladzijde 30).
English
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Español
Display
1234567118910
141520 2122
13
1
SIGNAL
-indicators
Deze lampjes geven het soort invoersignaal
aan:
17161819
AUTO – Licht op wanneer de AUTO
signaalherkenning is ingeschakeld.
12
[]
6
L
EON
[]
C
RDS
[]
R
SP
AB
[]
Rs
0
[]
SB
R
[]
SB
L
[]
Ls
6
40
125
250 4K
13K
23
Du
SB – Afhankelijk van de bron brandt dit
wanneer een signaal met achterkanaalscodering wordt gedetecteerd.
DIGITAL – Licht op wanneer een digitaal
geluidssignal wordt gedetecteerd.
2 DIGITAL – Licht op wanneer een Dolby
Digital gecodeerd geluidssignaal wordt
gedetecteerd.
ANALOG – Licht op wanneer een analoog
signaal wordt gedetecteerd.
DTS – Brandt wanneer een met DTS
gecodeerde geluidsbron wordt
gedetecteerd.
2
Wanneer de STANDARD-modus is
ingeschakeld, licht dit op om aan te geven dat
een DTS multikanaals-signaal wordt
gedecodeerd.
3
2 DIGITAL
Wanneer de STANDARD-stand ingeschakeld
is, dan licht dit op om aan te geven dat een
Dolby Digital meerkanaals-signaal wordt
gedecodeerd.
4
2 PRO LOGIC II
x
Wanneer de receiver in (STANDARD) Pro
Logic II-modus werkt, brandt het lampje 2 PRO LOGIC II om aan te geven dat Pro Logic IIdecodering actief is. Het lampje 2 PRO
x
LOGIC II
brandt om aan te geven dat Pro
Logic IIx-decodering actief is (zie Luisteren in surroundgeluid op bladzijde 28).
5VIR.SB
Licht op wanneer u Virtual Surround Back
gebruikt (bladzijde 31).
6
DIRECT
Brandt wanneer rechtstreekse weergave van
bronmateriaal actief is. Bij direct afspelen
wordt de toonregeling uitgeschakeld, zodat het
geluid van de bron het meest nauwkeurig
wordt weergegeven.
7AUTO SURR.
Licht op wanneer Auto Surround (zie
Automatische weergave op bladzijde 28)
ingeschakeld is.
8
ATT
Licht op wanneer ANALOG ATT wordt
gebruikt om het niveau van het analoge
ingangssignaal de verzwakken (verlagen).
9SLEEP
Licht op wanneer de slaapstand is
ingeschakeld (Afstandsbediening hieronder).
10
Tuner
indicators
– Licht op wanneer de monomodus is
ingesteld met de knop MPX.
– Licht op tijdens de ontvangst van een
stereo FM-uitzending in de automatische
stereomodus.
– Licht op wanneer een uitzending
wordt ontvangen.
11 EON/RDS-indicators
EON - Licht op wanneer de EON-functie
ingesteld is en knippert tijdens de
ontvangst van een EON-uitzending.
De -indicator licht op wanneer de
huidige zender de EON-service aanbiedt
(bladzijde 48).
RDS – Licht op wanneer een RDSuitzending wordt ontvangen (bladzijde 47).
12 Luidsprekerindicator
Lichten op om het huidige
luidsprekersysteem aan te geven, A en/of B
(bladzijde 59).
13 Lettertekendisplay
14
Neo:6
Wanneer de (STANDARD) Neo:6-modus
ingeschakeld is, brandt dit om aan te geven dat
Neo:6 actief is.
15
ADV.SURR
. (Advanced Surround)
Licht op wanneer een van de Advanced
Surround-modi is geselecteerd.
16 WMA9 Pro
Brandt wanneer WMA9 Pro-decodering actief is.
17
MIDNIGHT
Brandt wanneer de Midnight modus actief is
(bladzijde 32).
18 D.E.
Licht op wanneer de functie voor het
benadrukken van de dialogen (DIALOG E) is
ingeschakeld (bladzijde 32).
19
LOUDNESS
Brandt wanneer Loudness (hoog-/
laagversterking) actief is (bladzijde 32).
20 EX
Brandt wanneer een met Dolby Digital
Surround EX gecodeerd geluidssignaal wordt
gedetecteerd.
24
Du
21 Hoofdvolumeniveau
22 MCACC kanaal-EQ-indicatoren
Deze indicatoren tonen de EQ-balans voor elk
kanaal in Uw instellingen voor akoestische kalibratie EQ controleren op bladzijde 41.
Bovendien lichten L en R op wanneer de Sound
Retriever gebruiken (bladzijde 32).
Afstandsbediening
11
INPUT
RECEIVER
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
SELECT
AV PRE-PROGRAMMED AND LEARNING
REMOTE CONTROL UNIT
DVD
CD-R/TAPE
CD
SLEEP
SR+
DIALOG E
D.ACCESS
+10
TOP MENU
STST
SETUP
PTY SEARCH
GUIDE
TV CONTROL
INPUT
TV VOL
SELECT
A
EON
MPX
B
AUDIO
SUBTITLE
DISP
STANDARD ADV.SURR
MULTI OPE
S.RETRIEVER
EFFECT/CH SEL
SHIFT
1RECEIVER
Hiermee schakelt u de receiver tussen aan en
stand-by.
SYSTEM OFF
SOURCE
TVDVR
USB
AMFM
SB ch
DIMMER
CLASS
ENTER
TUNE
ENTER
TUNE
TV CH
REC
MUTE
REC STOP JUKEBOX
CDE
HDD
CH
AUTO SURR
STEREO
ACOUSTIC EQ
RECEIVER
TV CTRL
RECEIVER
ANALOG
ATT
MIDNIGHT/
LOUDNESS
DISC
MENU
T.EDIT
RETURN
VOL
DVD
CH
SIGNAL SEL
12
13
14
15
16
17
2MULTI CONTROL-toetsen
Druk hierop om de bediening van andere
apparaten te selecteren (zie De rest van uw systeem bedienen op bladzijde 50).
3Cijfertoetsen en andere
bedieningselementen voor receiver/
apparaten
Gebruik de cijfertoetsen om rechtstreeks een
radiofrequentie (bladzijde 45) of een track op
een CD, DVD, enz. te kiezen.
DISC (ENTER) kan worden gebruikt om
opdrachten voor TV’s in te voeren, en kan
tevens worden gebruikt om een schijf in een
multi-CD-speler te selecteren.
De volgende functies zijn beschikbaar
wanneer u eerst op de RECEIVER-toets drukt:
SLEEP – Druk hierop om de tijdsduur te
wijzigen voordat de receiver overschakelt
naar standby (90 min – 60 min – 30 min – uit). U kunt de resterende tijd van de
slaaptimer om het even wanneer
controleren door eenmaal op SLEEP te
drukken.
SB ch – Hiermee kiest u de surroundachterkanaalfunctie (bladzijde 31) of de
virtuele surround-achterkanaalfunctie
(bladzijde 31).
ANALOG ATT – Verzwakt (verlaagt) het
niveau van een analoog ingangssignaal om
vervorming te voorkomen.
SR + – Schakelt de functie SR+ aan of uit
(bladzijde 62).
DIMMER – Verlaagt of verhoogt de
helderheid van het display.
MIDNIGHT/LOUDNESS – Gebruik de
functie Midnight om filmgeluid te
beluisteren bij een laag volume. Gebruik
Loudness om de lage en hoge tonen te
versterken bij een laag volume
(bladzijde 32).
DIALOG E – Hiermee kunt u de dialogen
benadrukken wanneer u TV of films kijkt
(bladzijde 32).
D.ACCESS – Na het indrukken van deze
toets kunt u een radiozender rechtstreeks
kiezen met de cijfertoetsen (bladzijde 45).
CLASS – Hiermee wisselt u tussen de drie
categorieën van voorkeurzenders
(bladzijde 46).
English
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Español
25
Du
4Tuner-/apparaatbedieningstoetsen/
SETUP
De volgende bedieningstoetsen (uitgezonderd
SETUP) zijn beschikbaar na het selecteren van
de overeenkomstige MULTI CONTROL-toets
(DVD, AM,FM, TV, enz.).
TOP MENU – Geeft het hoofdmenu van een
DVD weer.
MENU – Hiermee wordt het schijfmenu
van d DVD-Video-schijven. Ook gebruikt
om TV-menu’s weer te geven.
T.EDIT – Druk hierop om een zerder op te
slaan en een naam te geven zodat u hem
later kunt oproepen (bladzijde 46).
SETUP (Druk eerst op RECEIVER om deze
functie te gebruiken)
Hiermee roept u het systeeminstelmenu op
(zie bladzijde 36).
GUIDE – Geeft de gids weer op een digitale
TV.
PTY SEARCH – Gebruik deze toets om te
zoeken naar RDS-programmatypes
(bladzijde 47).
RETURN – Druk hi er op om te bev est igen en
om het huidige menuscherm te verlaten
(ook gebruikt om terug te keren naar het
vorige menu bij DVD’s).
5
Gebruik de pijltoetsen wanneer u uw
surroundgeluidssysteem instelt (zie
bladzijde 36). Ook gebruikt om DVD-menu’s/
opties te kiezen en voor de bediening van deck
1 van een dubbel cassettedeck. Gebruik de
toetsen TUNE / om radiofrequenties te
zoeken en gebruik ST / om de
voorkeuzezenders te vinden (bladzijde 46).
6TV CONTROL-toetsen
Deze toetsen zijn voorbehouden voor de
bediening van de TV die is toegewezen aan de
TV CTRL-toets. Als u dus slechts één TV op dit
systeem heeft aangesloten, wijs hem dan toe
aan de toets TV CTRL MULTI CONTROL. Als u
twee TV’s heeft, wijst u de hoofd-TV toe aan de
toets TV CTRL (zie bladzijde 50 voor meer
informatie).
TV – Hiermee zet u de TV aan of uit.
TV VOL +/– – Hiermee stelt u het volume
van de TV in.
INPUT SELECT – Hiermee selecteert u het
ingangssignaal van de TV.
TV CH +/– – Hiermee kiest u kanalen.
(TUNE/ST +/–) /
ENTER
7Apparaatbedieningstoetsen
De hoofdtoetsen (, , enz.) worden gebruikt
voor de bediening van een apparaat nadat u
het heeft gekozen met de MULTI CONTROLtoetsen.
De bedieningselementen boven deze toetsen
kunnen worden gebruikt nadat u de
bijbehorende toets MULTI CONTROL
(bijvoorbeeld DVD of DVR) hebt ingedrukt.
MPX – Hiermee wisselt u tussen stereo- en
mono-ontvangst van FM-uitzendingen. Als
het signaal zwak is, kunt u de
geluidskwaliteit verbeteren door om te
schakelen naar mono (bladzijde 45).
EON – Gebruik deze toets om te zoeken
naar programma’s die verkeersinformatie
of nieuws uitzenden (bladzijde 48).
AUDIO – Hiermee verandert u de audiotaal
of het audiokanaal op DVD-discs.
DISP – Schakelt tussen benoemde
voorkeuzezenders en radiofrequenties
(bladzijde 46).Het geeft ook RDSinformatie weer (bladzijde 47).
SUBTITLE – Hiermee kunt u de ondertitels
van meertalige DVD-videodiscs weergeven
of wijzigen.
CH +/– – Hiermee kiest u kanalen wanneer
u een TV, VCR, DVR, enz. gebruikt.
De volgende DVR-bedieningsfuncties zijn
beschikbaar wanneer u eerst op SHIFT drukt:
REC – Start de opname.
REC STOP – Stopt de opname.
JUKEBOX – Hiermee schakelt u over naar
de jukeboxfunctie.
HDD/DVD – Met deze toetsen wisselt u
tussen de vaste schijf en de bediening van
de DVD voor DVD/HDD-recorders.
8RECEIVER CONTROL-toetsen
STANDARD – Druk hierop voor standaard
decodering en om te wisselen tussen de
verschillende opties voor Pro Logic IIx en
Neo:6 (bladzijde 28).
ADV.SURR – Hiermee kiest u tussen de
verschillende surroundmodi (bladzijde 29).
STEREO – Hiermee wisselt u tussen stereo/
directe weergave
ook de Auto Surroundmodus
(Automatische weergave op bladzijde 28).
(bladzijde 30). Selecteert
26
Du
AUTO SURR – Hiermee wisselt u tussen
stereo/directe weergave
(page 30).
Selecteert ook de Auto Surroundmodus
(Auto playback on page 28).
S. RETRIEVER – D ru k hi erop o m gelu id met
CD-kwaliteit te herstellen voor
gecomprimeerde audiobronnen
(bladzijde 32).
ACOUSTIC EQ – Hiermee kiest u een
instelling voor de akoestische kalibratie EQ
(bladzijde 30).
SIGNAL SEL – Hiermee kiest u een
ingangssignaal (bladzijde 33).
9
MULTI OPE
Druk hierop om meerdere handelingen te
verrichten (bladzijde 53).
10
SHIFT
Druk hierop om toegang te krijgen tot de DVRbedieningsfuncties (boven de apparaatbedieningstoetsen) en tot bepaalde bedieningsfuncties van de receiver.
11 INPUT SELECT
Hiermee selecteert u de ingangsbron. (gebruik
SHIFT voor INPUT SELECT ).
12SOURCE
Hiermee zet u apparaten die zijn aangesloten
op de receiver aan en uit (zie bladzijde 50 voor
meer informatie). Druk hierop na MULTI OPE
(bladzijde 53).
13 Lettertekendisplay (LCD)
Dit display toont informatie wanneer
bedieningssignalen worden verstuurd.
De volgende commando’s worden getoond
wanneer u de afstandsbediening instelt voor
de bediening van andere apparaten (zie De rest van uw systeem bedienen op bladzijde 50):
SETUP – Geeft de instelmodus aan, waarin
u de onderstaande opties kunt kiezen.
PRESET – Zie Ingestelde codes rechtstreeks
kiezen op bladzijde 51.
LEARNING – Zie Signalen van andere
afstandsbedieningen programmeren op
bladzijde 51.
MULTI OP – Zie Multi Operation en System
Off op bladzijde 53.
SYS OFF – Zie Multi Operation en System
Off op bladzijde 53.
DIRECT F – Zie Directe functie op
bladzijde 53.
ERASE – Zie Signalen van andere
afstandsbedieningen programmeren op
bladzijde 51.
RESET – Zie Alle geprogrammeerde
instellingen van de afstandsbediening
wissen op bladzijde 53.
READ ID – Zie Ingestelde codes controleren
op bladzijde 53.
14 RECEIVER
Schakelt de afstandsbediening in voor de
bediening van de receiver (wordt gebruikt om
de groene opdrachten boven de nummertoetsen te selecteren (DIMMER, enz.). Gebruik
deze toets tevens om het surroundgeluid in te
stellen (bladzijde 9, bladzijde 36).
15 VOL +/–
Hiermee stelt u het luistervolume in.
16 MUTE
Hiermee dempt u het geluid of herstelt u het
oorspronkelijke geluidsniveau nadat het geluid
is gedempt (door het regelen van het volume
wordt het geluidsniveau eveneens hersteld).
17 EFFECT/CH SEL
Druk hierop herhaalde malen om een
kanaal selecteren, gebruik vervolgens +/
-
om het niveau in te stellen (zie Tip op
bladzijde 44). Hiermee stelt u tevens het
niveau in van geavanceerde surroundeffecten, Dolby Pro Logic IIx Music- en Neo:6
Music-parameters (bladzijde 29). U kunt de
-
toetsen +/
gebruiken om deze instel-
lingen uit te voeren.
Bedieningsbereik van de
afstandsbediening
Onder de volgende omstandigheden werkt de
afstandsbediening mogelijk niet goed:
• Er bevinden zich obstakels tussen de
afstandsbediening en de sensor van de
afstandsbediening op de receiver.
• Er valt direct zonlicht of TL-licht op de
afstandsbedieningssensor.
• De receiver staat dicht bij een apparaat dat
infraroodstralen uitzendt.
• De receiver wordt tegelijkertijd met een
andere infrarood-afstandsbediening
bediend.
30
30
7 m
DOWN
D
OWN
English
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Español
27
Du
Hoofdstuk 6:
Luisteren naar uw systeem
Belangrijk
• Bepaalde functies die in dit hoofdstuk
worden beschreven zijn alleen beschikbaar
bij bepaalde geluidsbronnen (bijvoorbeeld
PCM 88,2 kHz/96 kHz, DTS 96 kHz (24-bits)
of WMA 9 Pro).
Automatische weergave
De meest eenvoudige, rechtstreekse
weergave-optie is de automatische
surroundfunctie. In deze functie herkent de
receiver automatisch welk soort bron u
afspeelt en selecteert hij multikanaals of
stereoweergave, al naar gelang het geval.
AUTO SURR
STEREO
STANDARD ADV.SURR
1
• Wanneer u naar een geluidsbron
luistert, drukt u op AUTOSURR om de bron
automatisch te laten afspelen.
AUTOSURR. verschijnt kort op de display
(hierna verschijnt het type decodering of de
afspeelmodus). De indicatoren voor digitale
indeling op het scherm geven aan wat voor
type bron wordt weergegeven.
Luisteren in surroundgeluid
Met deze receiver kunt u elke bron beluisteren
in surroundgeluid. De beschikbare opties
hangen evenwel af van uw
luidsprekeropstelling en het soort bron dat u
beluistert.
Als u surround-achterluidsprekers heeft
aangesloten, zie Verwerking van surround-
achterkanaal gebruiken op bladzijde 31.
2
De volgende functies leveren standaard
surroundgeluid voor stereo- en multikanaals
bronnen.
AUTO SURR
STEREO
STANDARD ADV.SURR
•Druk tijdens het luisteren naar een bron
op STANDARD.
Druk indien nodig meerdere keren om een
luisterfunctie te selecteren.
• Als de bron gecodeerd is met Dolby Digital,
DTS of Dolby Surround, wordt automatisch
het juiste decoderingsformaat gekozen en
getoond op het display.
Bij tweekanaals bronnen heeft u de keuze uit:
• 2 Pro Logic IIx MOVIE – Levert tot 7.1
geluidskanalen, vooral geschikt voor
filmbronnen
• 2 Pro Logic IIx MUSIC – Levert tot 7.1
geluidskanalen, vooral geschikt voor
muziekbronnen
• 2 Pro Logic IIx GAME – Tot 7.1-kanaals
geluid, vooral geschikt voor videospellen
• 2 PRO LOGIC -4.1-kanaals
surroundgeluid (het geluid van de
surroundluidsprekers is mono)
• Neo:6 CINEMA – 6.1-kanaals geluid, vooral
geschikt voor filmbronnen
• Neo:6 MUSIC – 6.1-kanaals geluid, vooral
geschikt voor muziekbronnen
Bij multikanaals bronnen, als u (een) surroundachterluidspreker(s) heeft aangesloten en
SB ON heeft geselecteerd, heeft u de keuze uit
(overeenkomstig het formaat):
• 2Pro Logic IIx MOVIE – Zie hierboven
• 2Pro Logic IIx MUSIC – Zie hierboven
Opmerking
1 • Stereo-surroundformaten (matrix) worden als dusdanig gedecodeerd met Neo:6 CINEMA of 2 Pro Logic IIx MOVIE (zie Luisteren in surroundgeluid hierboven voor meer informatie over deze decoderingsformaten).
• De automatische surroundfunctie wordt geannuleerd als u een hoofdtelefoon aansluit of de multikanaals analoge ingangen
selecteert.
2 Als de verwerking van het surround-achtergeluid (bladzijde 31) op OFF wordt gezt of als de surrourd-achterluid sprekers
worden ingesteld op NO (bladzijde 42) (dit geurt automatisch als de Instelling van de surround-achterluidspreker Standaardinstelling op bladzijde 36 op iets anders dan Normal (SB) wordt ingesteld), wordt 2 Pro Logic IIx op 2Pro Logic II
(5.1-kanaals geluid) ingesteld.
28
Du
• Dolby Digital EX – Creëert surround-
CHCH
achterkanaalgeluid voor 5.1-kanaals
bronnen en biedt zuivere decodering voor
6.1-kanaals bronnen (zoals Dolby Digital
Surround EX)
• DTS-ES – Hiermee kunt u DTS-bronnen
beluisteren via 6.1 kanalen
Gebruik van de geavanceerde
surroundeffecten
Met de geavanceerde surroundeffecten
kunnen diverse bijkomende
surroundgeluidseffecten worden verkregen.
De meeste Advanced Surround-modi zijn
bedoeld voor het beluisteren van filmgeluid,
maar sommige zijn ook geschikt voor
muziekbronnen. Probeer verschillende
instellingen uit met diverse geluidsopnamen
om te zien welke instelling u het meest bevalt.
AUTO SURR
STEREO
STANDARD ADV.SURR
•Druk herhaaldelijk op ‘
een luisterfunctie te selecteren.
• ADV. MOVIE – Geschikt voor filmbronnen.
• ADV. MUSIC - Geschikt voor
muziekbronnen.
• TV SURR. – Deze modus produceert
surround-geluid voor zowel mono- als
stereo-tv-bronnen.
• SPORTS – Geschikt voor
sportprogramma’s.
• ADV. GAME - Geschikt voor videospellen.
• EXPANDED – Simuleert meerkanaals-
surroundgeluid voor tweekanaalsbronnen.
2
• 7-STEREO – Geeft een meerkanaalsgeluid
aan een stereobron, waarbij al uw
luidsprekers worden gebruikt.
• VIR. SURR - Creëert een virtueel
surroundeffect met behulp van alleen de
subwoofer en de voorluidsprekers.
• PHONESUR. – Creëert het effect van een
volledig surroundgeluid met de
hoofdtelefoon.
ADV.SURR
’ om
Effectopties instellen
Wanneer surroundeffecten worden gebruikt,
zijn er een aantal instellingen die u kunt
aanpassen.
1Druk herhaalde malen op
om de instelling te selecteren die u wilt
afstellen.
Afhankelijk van de huidige status / modus van
de receiver worden bepaalde opties wellicht
niet weergegeven. Raadpleeg de onderstaande
tabel voor opmerkingen hierover.
2 Gebruik de toetsen +/– om deze naar
wens in te stellen.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de
beschikbare opties voor elke instelling. De
standaardwaarden, indien niet vermeld, zijn
aangegeven in vet.
1
3
Druk nogmaals op EFFECT/CH SEL om
nog andere instellingen aan te passen.
Instelling Functie
Center
Width
(Alleen van toepassing bij
gebruik van een
middenluidspreker)
Dimension
Panorama
Center
Image
(Alleen van
toepassing
bij gebruik
van een middenluidspreker)
Spreid het middenkanaal
a
tussen de rechter- en linker
voorluidsprekers, waardoor het
breder (hogere instellingen) of
smaller (lagere instellingen)
klinkt.
a
Hiermee wordt de balans van
het surroundgeluid van voornaar achterzijde ingesteld,
waardoor het geluid verder weg
(negatieve instellingen) of meer
naar voren (positieve
instellingen) klinkt.
a
Hiermee wordt het voorste
stereobeeld verbreedt, zodat het
de surroundluidsprekers omvat
voor een ‘omhullend’ effect.
Hiermee stelt u het midden-
b
beeld in om een breder stereoeffect te creëren met gesproken
tekst. Stel het effect in van 0
(alle middenkanaalsignalen
gaan naar de luidsprekers links
en rechts voor) tot 10 (de
middenkanaalsignalen gaan
alleen naar de middenluidspreker).
EFFECT/CH SEL
Opties
0 tot 7
Stan-
daard:
–3 tot
+3
Stan-
daard:
OFF
ON
0 tot 10
Stan-
daard:
English
Deutsch
Français
3
Italiano
0
Nederlands
Español
3
Opmerking
1• Als u op ADVANCED SURROUND drukt terwijl u een hoofdtelefoon hebt aangesloten, wordt automatisch de PHONES
SURROUND-modus geselecteerd.
• Afhankelijk van de bron en de geluidsmodus die u heeft gekozen, is het mogelijk dat u geen geluid hoort uit de surround-
achterluidsprekers van uw systeem. Zie Verwerking van surround-achterkanaal gebruiken op bladzijde 31 voor meer informatie.
• Wanneer een geavanceerde surround-weergavemodus geselecteerd is, kan het effectniveau worden ingesteld met behulp
van de parameter EFFECT in Effectopties instellen hierboven.
2 Wordt gebruikt in combinatie met Dolby Pro Logic voor een stereo-surroundeffect (stereoveld is breder dan bij standaardmodi
met Dolby Digital-bronnen).
29
Du
Instelling Functie
EffectHiermee stelt u het effectniveau
a Alleen beschikbaar bij 2-kanaalsbronnen in Dolby Pro
Logic IIx Music-modus.
b Alleen beschikbaar bij 2-kanaalsbronnen in Neo:6 Musicmodus.
in voor de momenteel geselecteerde geavanceerde surroundmodus (elke modus kan
afzonderlijk worden ingesteld).
Opties
10 tot 90
Luisteren in stereo
Wanneer u STEREO of DIRECT selecteert,
hoort u de bron alleen via de linkse en rechtse
voorluidsprekers (en soms ook via uw
subwoofer, afhankelijk van uw
luidsprekerinstellingen).
Dolby Digital, DTS en WMA9 Pro multikanaals
geluidsbronnen worden omlaag gemixt tot
stereo.
STANDARD ADV.SURR STEREO
•Druk tijdens het luisteren naar een bron
op
STEREO
voor stereoweergave.
Druk herhaaldelijk om te kiezen tussen:
• STEREO – Het audiogeluid wordt
weergegeven met uw surroundinstellingen. U kunt nog steeds de functies
Midnight, Loudness en Tone gebruiken.
• DIRECT – Alle effecten en
surroundinstellingen worden genegeerd,
waardoor het geluid zo dicht mogelijk bij
het audiosignaal van de bron blijft.
• AUTO SURR. – Zie Automatische weergave
op bladzijde 28 voor meer informatie.
AUTO SURR
1
U kunt bronnen beluisteren met akoestische
kalibratie-egalisatie, die wordt ingesteld in
Automatische instelling van surroundgeluid
(MCACC) op bladzijde 9 of Akoestische
kalibratie EQ op bladzijde 39. Zie de vermelde
bladzijden voor meer informatie over
akoestische kalibratie-egalisatie.
MULTI OPE
S.RETRIEVER
ACOUSTIC EQ
SIGNAL SEL
•Druk tijdens het luisteren naar een bron
op ACOUSTIC EQ.
Druk herhaaldelijk om te kiezen tussen de
volgende instellingen:
• ALL CH – Alle kanalen zijn even belangrijk.
• F. ALIGN – Het geluid is hoorbaar uit alle
luidsprekers volgens de instellingen van de
voorluidsprekers.
• CUSTOM 1/2 – Aangepaste instellingen
• EQ OFF – Hiermee schakelt u de
akoestische calibratie uit.
De MCACC-indicator op het voorpaneel licht
op wanneer de akoestische kalibratie EQ actief
2
is.
Luisteren met akoestische
kalibratie EQ
• Standaardinstelling: OFF / ALL CH (na de
automatische MCACC-instelling of
automatische EQ-instelling)
Opmerking
1 Als u overschakelt naar Midnight, Loudness (hoog-/laagversterking), Dialog enhancement (spraakversterking), de Sound
Retriever of One (toonregeling) terwijl DIRECT is geselecteerd, dan schakelt de receiver automatisch over op STEREO.
2 • U kunt de akoestische frequentiekalibratie niet’ gebruiken met DVD 5.1ch of WMA9 Pro, en het heeft geen effect op de
hoofdtelefoon.
• Als u de akoestische kalibratie EQ inschakelt wanneer
30
Du
DIRECT
is geselecteerd, schakelt de receiver automatisch over naar
STEREO
.
Loading...
+ 111 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.