De lichtflash met pijlpuntsymbool in een
gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de
aandacht van de gebruikers te trekken op
een niet geïsoleerde “gevaarlijke spanning”
in het toestel, welke voldoende kan zijn om
bij aanraking een elektrische shock te
veroorzaken.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
WAARSCHUWING:
OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE
SHOCK TE VOORKOMEN, DEKSEL (OF RUG)
NIET VERWIJDEREN. AAN DE BINNENZIJDE
BEVINDEN ZICH GEEN ELEMENTEN DIE
DOOR DE GEBRUIKER KUNNEN BEDIEND
WORDEN. ENKEL DOOR GEKWALIFICEERD
PERSONEEL TE BEDIENEN.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige
driehoek is bedoeld om de aandacht van de
gebruiker te trekken op de aanwezigheid van
belangrijke bedienings- en
onderhoudsinstructies in de handleiding bij
dit toestel.
D3-4-2-1-1_Du
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit
Pioneer produkt. Lees de gebruiksaanwijzing
aandachtig door zodat u het apparaat op de
juiste wijze kunt bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in
de toekomst nogmaals nodig heeft.
Gebruiksomgeving
emperatuur en vochtigheidsgraad op de plaats van
gebruik:
+5° – +35°C, minder dan 85% RH (ventilatieopeningen
niet afgedekt)
Zet het apparaat niet op een slecht geventileerde plaats
en stel het apparaat ook niet bloot aan hoge
vochtigheid of direct zonlicht (of sterke kunstmatige
verlichting).
D3-4-2-1-7c_A_Du
WAARSCHUWING
Dit apparaat is niet waterdicht. Om brand of een
elektrische schok te voorkomen, mag u geen
voorwerp dat vloeistof bevat in de buurt van het
apparaat zetten (bijvoorbeeld een bloemenvaas) of
het apparaat op andere wijze blootstellen aan
waterdruppels, opspattend water, regen of vocht.
D3-4-2-1-3_A_Du
BELANGRIJKE INFORMATIE BETREFFENDE
DE VENTILATIE
Let er bij het installeren van het apparaat op dat er
voldoende vrije ruimte rondom het apparaat is om
een goede doorstroming van lucht te waarborgen
(tenminste 60 cm boven, 10 cm achter en 30 cm aan
de zijkanten van het apparaat).
WAARSCHUWING
Lees zorgvuldig de volgende informatie voordat u de
stekker de eerste maal in het stopcontact steekt.
De bedrijfsspanning van het apparaat verschilt
afhankelijk van het land waar het apparaat wordt
verkocht. Zorg dat de netspanning in het land waar
het apparaat wordt gebruikt overeenkomt met de
bedrijfsspanning (bijv. 230 V of 120 V) aangegeven
op de achterkant van het apparaat.
D3-4-2-1-4_A_Du
WAARSCHUWING
De gleuven en openingen in de behuizing van het
apparaat zijn aangebracht voor de ventilatie, zodat
een betrouwbare werking van het apparaat wordt
verkregen en oververhitting wordt voorkomen. Om
brand te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat
deze openingen nooit geblokkeerd worden of dat
ze afgedekt worden door voorwerpen (kranten,
tafelkleed, gordijn e.d.) of door gebruik van het
apparaat op een dik tapijt of een bed.
D3-4-2-1-7b_A_Du
WAARSCHUWING
Om brand te voorkomen, mag u geen open vuur
(zoals een brandende kaars) op de apparatuur
zetten.
D3-4-2-1-7a_A_Du
STANDA
AD
R
D
V
ANCE
SU
D
R
R
ST/
D
I
/AU
RECT
L
T
I
O
S
T
SUR
E
N
S
ING
I
R
GNAL
MODE
S
E
LECT
STANDB
Y
DVD
/
ON
/LD
TV
/
SAT
FL
P
HONE
INP
S
UT
DVR
A
/
T
VCR
T
D
AUDIO
SPEAKERS
I
M
M
ER
EXTEND
/VIDEO
E
VIDEO
D
M
MULT
O
D
A
E
CO
I-
USTIC
BAN
D
T
U
NING
/
STATION
T
U
NER
E
D
I
T
CHANNEL
EQ
AMPLI
CD
FIER
V
S
X
CD-R/
-
TONE
QUI
CK
S
E
T
U
SYST
P
EM
S
E
T
U
P
9
15
T
APE/MD
ENTER
MU
L
T
I JOG
TUNER
RET
U
S
RN
V
I
D
E
O
V
AUX
I
D
E
O
M
AST
V
ER
O
L
U
ME
DOW
N
U
P
Dit product voldoet aan de laagspanningsrichtlijn
(73/23/EEG, gewijzigd bij 93/68/EEG), EMCrichtlijnen (89/336/EEG, gewijzigd bij 92/31/EEG en
93/68/EEG).
Als de netstekker van dit apparaat niet geschikt is
voor het stopcontact dat u wilt gebruiken, moet u de
stekker verwijderen en een geschikte stekker
aanbrengen. Laat het vervangen en aanbrengen van
een nieuwe netstekker over aan vakkundig
onderhoudspersoneel. Als de verwijderde stekker
per ongeluk in een stopcontact zou worden
gestoken, kan dit resulteren in een ernstige
elektrische schok. Zorg er daarom voor dat de oude
stekker na het verwijderen op de juiste wijze wordt
weggegooid.
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact
wanneer u het apparaat geruime tijd niet denkt te
gebruiken (bijv. wanneer u op vakantie gaat).
LET OP
De STANDBY/ON schakelaar van dit apparaat
koppelt het apparaat niet volledig los van het
lichtnet. Aangezien er na het uitschakelen van het
apparaat nog een kleine hoeveelheid stroom blijft
lopen, moet u de stekker uit het stopcontact halen
om het apparaat volledig van het lichtnet los te
koppelen. Plaats het apparaat zodanig dat de stekker
in een noodgeval gemakkelijk uit het stopcontact
kan worden gehaald. Om brand te voorkomen, moet
u de stekker uit het stopcontact halen wanneer u het
apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken (bijv.
wanneer u op vakantie gaat).
D3-4-2-1-9a_Du
D3-4-2-2-1a_A_Du
D3-4-2-2-2a_A_Du
Bij dit product zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg zijn,
moet u ze niet weggooien maar
inleveren als KCA.
D3-4-2-4-2_Du
Dit apparaat is bestemd voor normaal huishoudelijk
gebruik. Indien het apparaat voor andere doeleinden
of op andere plaatsen wordt gebruikt (bijvoorbeeld
langdurig gebruik in een restaurant voor zakelijke
doeleinden, of gebruik in een auto of boot) en als
gevolg hiervan defekt zou raken, zullen de reparaties
in rekening gebracht worden, ook als het apparaat
nog in de garantieperiode is.
K041_Du
Vervaardigt onder licentie in Dolby
Laboratories. "Dolby", "Pro Logic",
"Surround EX" en het dubbele D symbool
zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
"DTS" ,"DTS-ES Extended Surround" en
"Neo:6" zijn de handelsmerken van
Digital Theater Systems, Inc.
Inhoud
01 Voordat u begint
Voorstelling van het begrip thuistheater . . . . . 6
U bent wellicht gewend stereoapparatuur te
gebruiken om naar muziek te luisteren, maar
bent mogelijk niet vertrouwd met
thuistheatersystemen die zoveel meer
mogelijkheden bieden (bv.surroundgeluid) bij
het luisteren naar geluidsopnamen.
Het begrip thuistheater verwijst naar het
gebruik van meerdere audiokanalen om een
surroundgeluidseffect te creëren, waardoor u
zich in het midden van de actie of in een
concertzaal waant. Het surroundgeluid dat u
verkrijgt met een thuistheatersysteem hangt
niet alleen af van de opstelling van uw
luidsprekers in de kamer, maar ook van de
bron en van de geluidsinstellingen van de
receiver.
DVD-video is dankzij zijn formaat, kwaliteit en
gebruiksgemak uitgegroeid tot de
voornaamste bron voor thuistheater.
Afhankelijk van de DVD kan één disc tot zeven
verschillende audiokanalen produceren, die
naar verschillende luidsprekers in uw systeem
worden gezonden. Hierdoor ontstaat een
surroundgeluidseffect en krijgt u het gevoel dat
u ‘erbij bent’.
Deze receiver decodeert automatisch DVDvideodiscs in Dolby Digital, DTS of Dolby
Surround overeenkomstig uw
luidsprekeropstelling. In de meeste gevallen
hoeft u niets te wijzigen om een realistisch
surroundgeluid te verkrijgen, maar niettemin
worden andere mogelijkheden (bv. luisteren
naar een CD met multikanaals
surroundgeluid) beschreven in Luisteren naar uw systeem op bladzijde 33.
De inhoud van de verpakking
controleren
Controleer of u de volgende bijgeleverde
toebehoren heeft ontvangen:
• Microfoon voor instellen
• Afstandsbediening
TOP MENU
GUIDE
D.ACCESS
RECEIVER
STANDRAD
LOUDNESS
MIDNIGHT/
AUDIO
SHIFT
MPX
RECEIVER CONTROL
CH RETURN
ADV. SURR
SUBTITLE
DIALOG EINPUT ATT
EFFECT
/CH SEL
ACOUSTIC
STEREO SLEEP
CH CH
HDD
EQ
LEVEL
DVD
T.EDIT
DISPLAY
TUNER
TV VOL
SYSTEM
SETUP
A
BCDE
REC STOP
STST
SELECT
INPUT
TV CONTROL
RECMUTE
TUNE
ENTER
TV CH
RETURN
VOL
BAND
CD
+
CD-R/TAPE
10
TUNE
FL DIMMER SR
TUNER
ENTER
RECEIVER
CLASS
MENU
DISC
• Drogecelbatterijen (formaat AA IEC R6) x2
•AM-raamantenne
• FM-draadantenne
• Deze gebruiksaanwijzing
RECEIVER
DVD/LD TV/SAT
MULTI CONTROL
SELECT
INPUT
DVR/VCR
SOURCE
TV CONT
6
Du
De batterijen plaatsen
Waarschuwing
Verkeerd gebruik van de batterijen kan lekkage
of het barsten van de batterijen tot gevolg
hebben. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
• Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen
door elkaar.
• Plaats de batterijen zodanig dat de plus- en
minpolen overeenkomen met de
merktekens in het batterijvak.
• Batterijen met dezelfde vorm kunnen een
verschillende spanning hebben. Gebruik
verschillende soorten batterijen niet
samen.
• Wanneer u gebruikte batterijen weggooit,
dient u zich te houden aan de wettelijke
voorschriften of de milieuwetgeving die in
uw land of gebied van toepassing zijn.
De receiver installeren
• Installeer dit toestel op een vlak en stabiel
oppervlak.
Installeer het niet op de volgende plaatsen:
– op een kleuren-TV (kan beeldvervorming
veroorzaken)
– dicht bij een cassettedeck (of een ander
apparaat dat een magnetisch veld opwekt). Dit
kan storingen in het geluid veroorzaken.
– in rechtstreeks zonlicht
– in een vochtige of natte ruimte
– in een zeer warme of koude ruimte
– op plaatsen die onderhevig zijn aan trillingen
of andere bewegingen
– op zeer stoffige plaatsen
– op plaatsen waar hete dampen of olie
aanwezig zijn (bv. in de keuken)
Ventilatie
Let er bij het installeren van dit apparaat op dat
er voldoende vrije ruimte rondom het apparaat
is voor een goede warmteafvoer (tenminste 20
cm boven het apparaat). Indien er onvoldoende
ruimte wordt vrijgehouden tussen het apparaat
en wanden of andere apparatuur, zal de
warmte zich in het apparaat ophopen, wat van
invloed is op de prestaties en/of storingen kan
veroorzaken.
Receiver
De sleuven en openingen in de behuizing zijn
aangebracht voor ventilatie en om de
apparatuur te beschermen tegen
oververhitting. Om brand te voorkomen, dient u
niets direct op het apparaat te plaatsen en
dient u ervoor te zorgen dat de openingen nooit
worden geblokkeerd of afgedekt door
voorwerpen (zoals kranten, tafelkleden of
gordijnen). Ook mag het apparaat niet worden
gebruikt op een dik tapijt of een bed.
20 cm
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
Du
7
Hoofdstuk 2:
5-minutengids
Luisteren naar surroundgeluid
Deze receiver is ontworpen met het oog op een zo eenvoudig mogelijke instelling. Aan de hand van
de hiernavolgende snelle installatiegids kunt u uw systeem dan ook in geen tijd klaarstomen voor
surroundgeluid. In de meeste gevallen kunt u de standaardinstellingen van de receiver gewoon
behouden.
• Zorg ervoor dat alle aansluitingen tot stand zijn gebracht voordat u de stekker van dit toestel
in het stopcontact steekt.
1Uw DVD-speler aansluiten.
Om surroundgeluid te kunnen afspelen, moet u uw DVD-speler via een digitale verbinding op de
receiver aansluiten. U kunt een coaxiale (aanbevolen) of een optische verbinding maken (beide
zijn niet nodig). Als u een optische kabel gebruikt, zie Het menu Input Assign (ingangen toewijzen)
op bladzijde 67 om de optische ingang toe te wijzen aan DVD.
Gebruik een videokabel om de video-uitgang van uw DVD-speler aan te sluiten op de receiver via
de hieronder getoonde aansluitingen.
2Sluit uw TV aan.
Gebruik een videokabel om uw receiver aan te sluiten op de TV via de hieronder getoonde
aansluitingen.
8
Du
CEN-
SUB
TER
OUT
CONTROL
OUT
MONITOR
OUT
SUB
WOOFER
PREOUT
AM
LOOP
ANTENNA
MONITOR OUT
DVD 5.1CH INPUT
IN
OUT
DVR/
VCR
IN
TV/
SAT
IN
DVD /LD
IN
S-VIDEO
WOOFER
COMPONENT VIDEO
(
)
(
)
DVR/ VCR
ASSIGNABLE
DVD/ LD
IN
IN
π
¥
BPRYPBPR
YP
LR
SURROUND
MONITOR OUT
FRONT
CENTERSURROUND
RLR L
AB
S
P
E
A
K
E
R
S
FRONT
(
)
TV / SAT
IN
ø
SURROUND BACK
RL
SURROUND
SURROUND BACK
LLL
RRR
PREOUT
CENTER
AUX
IN
DIGITAL OUT
OPT
OPT
2
(DVR/VCR)
OPT
1
(TV/SAT)
ASSIGNABLE
COAX
STANDBY/ON
7
0
3
DVD PLAYER
ÎA
8
¡ ¢4 1
DIGITAL IN
2
(CD)
COAX
1
(DVD
/LD)
FM UNBAL
Ω
75
CD
IN
DVR/
OUT
VCR
IN
VIDEO
IN
TV/
SAT
IN
IN
DVD
/LD
FRONT
IN
D V D
5.1CH
INPUT
REC
IN
CD-R
OUT
/ TAPE
/ MD
IN
PLAY
R
L
AUDIO
3Sluit uw luidsprekers aan.
Hier wordt een complete opstelling van acht luidsprekers (inclusief subwoofer) getoond, maar er
zijn natuurlijk vele variaties mogelijk. Sluit gewoon de luidsprekers aan die u heeft op de hieronder
getoonde manier.
afbeelding). Het verdient echter aanbeveling ten minste drie luidsprekers te gebruiken en een
complete opstelling is het beste.
Zorg ervoor dat u de rechterluidspreker aansluit op de rechtse aansluiting en de linkerluidspreker
op de linkse aansluiting. Ook moeten de positieve en negatieve (+/–) aansluitingen op de receiver
overeenkomen met die op de luidsprekers. U kunt luidsprekers met een nominale impedantie
tussen 6–16 Ω gebruiken (zie De luidsprekerimpedantie wijzigen op bladzijde 73 als u van plan bent
luidsprekers met een impedantie van minder dan 8 Ω te gebruiken).
1
De receiver werkt al met twee stereoluidsprekers (de voorluidsprekers in de
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Waarschuwing
• Zorg dat de ontblote draaduiteinden van de luidsprekerkabel stevig in elkaar zijn gedraaid en
volledig in de luidsprekeraansluiting steken. Gebruik luidsprekerkabels van goede kwaliteit om
de luidsprekers op de receiver aan te sluiten.
Opmerking
1 • Als u geen subwoofer gebruikt, wijzig dan de instelling van de voorluidsprekers (zie De luidsprekers instellen op bladzijde 47)
in LARGE.
• Wanneer u slechts één surround-achterluidspreker gebruikt, sluit deze dan aan op de linker surround-achteraansluiting (L).
Español
9
Du
Zorg ervoor dat de luidsprekerkabel die u gaat
gebruiken goed is voorbereid. Dat wil zeggen
dat u ongeveer 10 mm van de isolatie van elke
draad moet verwijderen en de ontblote draden
in elkaar moet draaien (afb. A).
Schroef de aansluitklem een paar slagen los
tot er voldoende ruimte is om de blanke draad
te kunnen insteken (afb. B). Nadat de draad is
ingestoken, draait u de aansluiting weer vast
totdat de draad goed vastzit (afb. C).
De plaats van uw luidsprekers heeft een grote
invloed op het geluid. Stel uw luidsprekers op
zoals hieronder getoond voor een optimaal
surroundgeluidseffect. Zie Tips voor het opstellen van de luidsprekers op bladzijde 24
voor meer informatie
5Druk op QUICK SETUP op het voorpaneel
om uw luidsprekeropstelling, kamergrootte
en luisterpositie in te stellen.
Maak uw selectie met de draaischijf MULTI
JOG en bevestig uw selectie met ENTER. Als u
meer informatie nodig hebt, leest u Snel
instellen hieronder.
1
6Speel een DVD af en regel het volume
naar wens.
Controleer of DVD/LD wordt weergegeven op
het display van de receiver. Dit geeft aan dat de
DVD-ingang is geselecteerd. Is dit niet het
geval, druk dan op DVD/LD op de
afstandsbediening om de receiver in te stellen
op de DVD-ingang.
2
U kunt nog verschillende andere geluidsopties
selecteren. Zie Luisteren naar uw systeem op
bladzijde 33 voor meer informatie.
3
4Steek de stekker van de receiver in en zet
hem aan. Doe vervolgens hetzelfde met uw
DVD-speler, subwoofer en TV.
De video-ingang van uw TV moet ingesteld zijn
op deze receiver. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van uw TV als u niet weet
hoe u dit moet doen.
Opmerking
1 Zie ook Instellingen voor de receiver verrichten vanuit het menu System Setup op bladzijde 42 voor meer instelopties.
2 Wellicht moet u uw DVD-speler instellen op de uitgang Dolby Digital, DTS en 88,2/96 kHz PCM (2-kanaals) audio (zie de
handleiding van uw DVD-speler voor meer informatie hierover).
3 Afhankelijk van uw DVD-speler of brondiscs krijgt u mogelijk alleen digitaal 2-kanaals stereo- en analoog geluid te horen. In
dat geval moet de luisterstand ingesteld zijn op STANDARD (zie Luisteren in surroundgeluid op bladzijde 33 wanneer u dit moet
doen) wanneer u multikanaals surroundgeluid wilt.
10
Du
Snel instellen
Met de optie Snel instellen is uw systeem snel
en eenvoudig klaar voor gebruik. De receiver
stelt zichzelf automatisch in op basis van uw
luidsprekeropstelling, kamergrootte en
luisterpositie. De volgende stappen voert u uit
op het voorpaneel.
• Wilt u een uitgebreidere manier van
instellen, lees dan Automatische instelling van surroundgeluid (MCACC) op
bladzijde 12. In dit geval kunt u Snel
instellen overslaan.
1Als de receiver uit staat, drukt u op
STANDBY/ON
2Druk op
Op het scherm flikkert SW DET (SubWoofer
DETectie) terwijl de receiver uw opstelling
onderzoekt op aanwezigheid van een
subwoofer. Deze controle wordt afgesloten met
SW YES (subwoofer aanwezig) of SW NO
(subwoofer afwezig). Vervolgens wordt u
gevraagd om uw luidsprekeropstelling op te
geven.
3Selecteer uw luidsprekeropstelling met
de draaischijf
Wanneer een subwoofer is gedetecteerd in
stap 2, kunt u tussen de volgende opties
schakelen:
7.1ch
Is tijdens stap 2 geen subwoofer gedetecteerd,
dan kunt u kiezen uit de volgende
mogelijkheden:
7.0ch
om hem aan te zetten.
QUICK SETUP
MULTI JOG
.
.
2.1ch3.1ch
6.1ch5.1ch
2.0ch3.0ch
6.0ch5.0ch
4.1ch
4.0ch
• Zoek in onderstaande tabel de
luidsprekeropstelling die overeenkomt met
uw systeem.
4Druk op
5Selecteer uw kamergrootte met de
draaischijf MULTI JOG.
Afhankelijk van de afstand van uw luidsprekers
tot de luisterpositie, kiest u uit klein,
middelgroot of groot (S, M of L), waarbij M
staat voor een kamer van gemiddelde grootte.
6Druk op ENTER.
7Selecteer uw luisterpositie met de
draaischijf
U kunt bladeren door de volgende
mogelijkheden:
• FWD – Als u dichter bij de voorluidsprekers
zit dan bij de zijluidsprekers
• MID – Als u even ver van voor- en
zijluidsprekers zit
• BACK – Als u dichter bij de zijluidsprekers
zit dan bij de voorluidsprekers
8Bevestig uw keuze door op
drukken.
Op het scherm verschijnen de door u gekozen
luidsprekeropstelling, kamergrootte en
luisterpositie.
ENTER
.
MULTI JOG
.
ENTER
te
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
11
Du
Hoofdstuk 3:
T
Snelle instelling van het
surroundgeluid
1Sluit de microfoon aan op de aansluiting
Automatische instelling van
surroundgeluid (MCACC)
De automatische meerkanaals akoestische
calibratie (MCACC, voor ‘Auto Multi-Channel
Acoustic Calibration’) meet de akoestische
karakteristieken van uw luisterruimte, waarbij
rekening wordt gehouden met
omgevingsgeluid, luidsprekergrootte en –
afstand; ook worden kanaalgalm en
kanaalvolume getest. Nadat u de microfoon
heeft ingesteld die bij uw systeem wordt
MCACC
SETUP MIC
Controleer of er zich geen obstakels tussen de
luidsprekers en de microfoon bevinden.
•Druk PUSH OPEN op het paneel omlaag om
toegang te verkrijgen tot de MCACC SETUP MIC-aansluiting en de videoaansluitingen
aan de voorzijde (bladzijde 21).
TUNER
R
op het voorpaneel.
AUX
MCACC
SETUP MIC
DIGITAL IN
MASTER
VOLUME
UPDOWN
geleverd, kiest de receiver op basis van de
informatie van een reeks testtonen de optimale
luidsprekerinstellingen en egalisatie voor uw
luisterruimte.
1
U kunt de microfoon ook op oorhoogte
plaatsen met behulp van een tafel of een stoel.
U kunt de microfoon ook op oorhoogte
Belangrijk
• MCACC wist alle eventuele
luidsprekerinstellingen die u eerder hebt
gemaakt.
• Zorg dat er geen hoofdtelefoon is aangesloten.
Waarschuwing
• De testtonen die worden voortgebracht
tijdens de automatische MCACC-instelling
klinken erg hard.
INPUT
RECEIVER
SELECT
DVD/LD TV/SAT DVR/VCR TV CONT
CD-R/TAPE
CD
Opmerking
1 Wanneer u een “bi-amp”-aansturing voor uw voorluidsprekers wilt toepassen, of een afzonderlijk luidsprekersysteem in een
andere ruimte wilt opstelle n, lees dan op Instelling van de surround-achterluidspreker Standaardinstelling op bladzijde 42 en zorg
ervoor dat uw luidsprekers correct zijn aangesloten voordat u verder gaat.
2 Wanneer u de Auto MCACC-instelling op een bepaald moment annuleert, sluit de receiver de installatie automatisch af en
worden er geen instellingen ingevoerd.
3 Wanneer u een “bi-amp”-aansturing voor uw voorluidsprekers wilt toepassen, of een afzonderlijk luidsprekersysteem in een
andere ruimte wilt opstellen, lees dan Instelling van de surround-achterluidspreker Standaardinstelling en zorg ervoor dat uw
luidsprekers correct zijn aangesloten voordat u verder gaat.
MULTI CONTROL
TUNER RECEIVER
SOURCE
D.ACCES S
TOP MENU
T.EDIT
GUIDE
+
10
STST
SYSTEM
SETUP
TV VOL
FL DIMMERSR
TUNE
ENTER
TUNE
TV CONTROL
INPUT
TV CH
SELECT
ENTER
CLASS
MENU
BAND
RETURN
VOL
DISC
plaatsen met behulp van een tafel of een stoel.
2Als de receiver uit staat, drukt u op
RECEIVER
om hem aan te zetten.
3Als u een subwoofer hebt, dan zet u die aan.
4Druk op
RECEIVER
op de
afstandsbediening en druk vervolgens op de
SYSTEM SETUP
toets
.
• Druk om het even wanneer op SYSTEM
SETUP om het menu System Setup te
verlaten.
2
5Selecteer ‘A. MCACC’ in het menu System
ENTER
Setup en druk op
6Zorg ervoor dat ‘SB NORM.’ geselecteerd
is en druk vervolgens op ENTER.
.
3
Maak zo min mogelijk geluid nadat u op ENTER
hebt gedrukt. Het systeem produceert een
reeks testtonen om het omgevingsgeluidsniveau vast te stellen.
12
Du
Als er te veel geluid is, verschijnt op het scherm
vijf seconden lang het bericht NOISY!. Wilt u
stoppen en de geluidsniveaus opnieuw testen,
druk dan op SYSTEM SETUP (zie de
opmerkingen over omgevingsgeluid hieronder);
wilt u het nog eens proberen, druk dan op ENTER
als RETRY? op het scherm verschijnt.
• Regel het volume niet bij tijdens de
weergave van de testtonen. Dit kan onjuiste
luidsprekerinstellingen tot gevolg hebben.
Het systeem controleert nu de microfoon en
uw luidsprekeropstelling.
Als er een ERR-bericht op het scherm verschijnt,
dan is er misschien een probleem met uw
microfoon of met de luidsprekeraansluitingen.
Zet het apparaat uit, en onderzoek het probleem
dat door het ERR-bericht wordt aangeduid (zie
hieronder); probeer dan de automatische
surround-instelling opnieuw.
• ERR MIC – Controleer de microfoonaansluiting.
• ERR Fch – Controleer de aansluitingen van
de voorluidsprekers.
• ERR Sch – Controleer de aansluitingen van
de zijluidsprekers.
• ERR SBch – Controleer de aansluitingen
van de achterluidsprekers.
• ERR SW – Let erop dat de subwoofer aan
staat en dat het volume niet op nul staat.
7Wanneer op het scherm CHECK OK
verschijnt, kunt u uw
luidsprekerconfiguratie bevestigen.
Controleer met / (cursor omhoog/omlaag)
één voor één alle luidsprekers. De berichten
YES en NO geven aan welke luidsprekers
daadwerkelijk aangesloten zijn. Als de
aangegeven luidsprekerconfiguratie niet
correct is, wijzigt u de instelling met /
(cursor links/rechts). Wanneer u klaar bent,
gaat u door naar de volgende stap.
8Selecteer op het scherm CHECK OK en
druk op
ENTER
.
De automatische MCACC eindigt met het
controleren van het volume van de subwoofer.
• Als de subwoofer te hard of te zacht staat,
verschijnt op het scherm vijf seconden
lang het bericht SW.VOL.DWN/SW.VOL.UP. Wilt u stoppen en uw
subwoofervolume aanpassen, druk dan op
SYSTEM SETUP of druk gewoon op ENTER
wanneer RETRY? op het scherm verschijnt.
9De automatische MCACC-instelling is
voltooid!
De MCACC-indicator op het voorpaneel licht
op om aan te geven dat de
surroundinstellingen zijn voltooid.
De instellingen die zijn gemaakt met de
automatische MCACC-instelling leiden
normaal tot een uitstekend surroundgeluid van
uw systeem, maar u kunt deze instellingen ook
handmatig invoeren met het menu System
Setup (zie bladzijde bladzijde 42).
1
U kunt ook wanneer SKIP? op het scherm
verschijnt met / (cursor links/rechts) een
van de volgende opties selecteren en dan met
/ (cursor omhoog/omlaag) de instellingen
controleren:
• CHK SP – Controleer de grootte en het
aantal luidsprekers dat u hebt aangesloten
(zie bladzijde 47 voor meer informatie)
• CHK DIST. – Controleer de afstand van uw
luidsprekers vanaf de luisterpositie (zie
bladzijde 49 voor meer informatie)
• CHK LEVEL – Controleer de algehele
balans van uw luidsprekersysteem (zie
bladzijde 48 voor meer informatie)
• CHK EQ – Selecteer ofwel ALL CH of F ALIGN en controleer de aanpassingen aan
de frequentiebalans van uw
luidsprekersysteem gebaseerd op de
akoestische karakteristieken van uw kamer
(zie bladzijde 45 voor meer informatie)
10 Wanneer u klaar bent selecteert u ‘SKIP?’
om terug te keren naar het menu System
Setup.
• Vergeet niet de microfoon los te koppelen
nadat u de automatisch MCACC hebt
voltooid.
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
Opmerking
1 • A fhankelijk van de eigenschappen van uw kamer, worden soms verschillende formaten ingesteld voor identieke luidsprekers
met conusafmetingen van ongeveer 12 cm. U kunt de instelling handmatig corrigeren me t Handmatige De luidsprekers instellen
op bladzijde 47.
• De afstand van de subwoofer tot de luisterpositie kan verder worden ingesteld dan de werkelijke afstand. Deze instelling moet
nauwkeurig zijn (rekening houdend met de vertraging en de eigenschappen van de kamer) en moet normaal gezien niet worden
gewijzigd.
13
Du
Andere problemen tijdens het
gebruik van de automatische
MCACC-instelling
Als de omgevingsomstandigheden niet
optimaal zijn voor de automatische MCACCinstelling (te veel achtergrondgeluiden,
weerkaatsing van echo’s door de muren,
obstakels tussen de luidsprekers en de
microfoon), kunnen de eindinstellingen onjuist
zijn. Controleer of andere huishoudelijke
apparatuur (airconditioning, koelkast,
ventilator, enz.) in de omgeving geen storingen
veroorzaken en schakel ze indien nodig uit. Als
instructies worden weergegeven op het display
op het voorpaneel, moet u deze volgen.
• Sommige oudereTV’s kunnen de werking
van de microfoon storen. Zet in dit geval de
TV uit tijdens het verrichten van de
automatische MCACC-instelling.
14
Du
Hoofdstuk 4:
Aansluitingen
De kabels aansluiten
Zorg ervoor dat de kabels niet over het
apparaat heen liggen (zoals aangegeven in de
afbeelding). Anders produceert het
magnetische veld van de transformatoren in
het apparaat een brom in de luidsprekers.
Belangrijk
• Voordat u aansluitingen maakt of wijzigt,
moet u dit toestel uitschakelen en de
stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken.
Analoge audiokabels
Gebruik stereo RCA-phonokabels voor het
aansluiten van analoge audioapparaten. Deze
kabels herkent u aan de rode en witte stekkers;
sluit de rode stekkers aan op de Raansluitingen (rechts) en de witte stekkers op
de L-aansluitingen (links).
Digitale audiokabels
Gebruik in de handel verkrijgbare coaxiale
digitale audiokabelsof optische kabels om
digitale apparaten aan te sluiten op deze
receiver.
• Wanneer u optische kabels aansluit, wees
dan voorzichtig dat u bij het insteken van
de stekker het afsluitklepje van de optische
aansluiting niet beschadigt.
• Wikkel een optische kabel losjes op om
hem te bewaren. De kabel kan worden
beschadigd als hij scherp wordt gebogen.
• Voor coaxiale digitale aansluitingen kunt u
ook een gewone RCA-videokabel
gebruiken.
Videokabels
Gewone RCA-videokabels
Dit soort kabels wordt het meest gebruikt voor
video-aansluitingen en dient te worden
gebruikt voor de aansluiting op
composietvideo-aansluitingen. De kabels
hebben gele stekkers waarmee u ze kunt
onderscheiden van audiokabels.
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
15
Du
S-videokabels
Bij gebruik van S-videokabels is de
beeldweergave helderder dan bij gebruik van
gewone RCA-videokabels doordat afzonderlijke
signalen voor luminantie (helderheid) en kleur
worden verzonden.
Componentvideokabels
Gebruik componentvideokabels voor een
optimale kleurweergave van uw videobron. Het
kleursignaal van de TV wordt eerst opgesplitst
in het luminantiesignaal (Y) en de
kleursignalen (P
B en PR) en daarna
weergegeven. Op die manier wordt
interferentie tussen de signalen vermeden.
16
Du
Een DVD-speler en tv aansluiten
Op deze bladzijde ziet u hoe u uw DVD-speler
en uw tv op de receiver moet aansluiten.
1Verbind een coaxiale digitale
geluidsuitgang op uw DVD-speler met de
ingang DIGITAL COAX 1 (DVD/LD) op de
receiver.
Gebruik hiervoor een coaxiale digitale
geluidskabel.
2Verbind de composiet video-uitgang en
de stereo analoge geluidsuitgangen op
DVD-speler met de DVD/LD-ingangen op de
receiver.
Gebruik hiervoor een standaard RCAvideokabel
• Als uw DVD-speler meerkanaals analoge
uitgangen heeft, lees dan De meerkanaals analoge uitgangen aansluiten hieronder.
3Verbind de analoge geluidsuitgangen van
uw tv met de TV/SAT-ingangen op de
receiver.
Zo kunt u het geluid van de tv-tuner via uw
versterker afspelen. Gebruik hiervoor een RCAgeluidskabel.
• Als uw tv een ingebouwde digitale decoder
heeft, kunt u ook een optische digitale
geluidsuitgang op uw tv verbinden met de
ingang DIGITAL OPT 1 (TV/SAT) op de
receiver. Gebruik hiervoor een optische
kabel.
4Verbind de video-uitgang MONITOR OUT
op de receiver met een video-ingang op uw
tv.
Gebruik hiervoor een standaard RCAvideokabel op de composietvideo-aansluiting.
1
2
3
en een stereo RCA-geluidskabel.
uw
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
4
Opmerking
1 Als uw DVD-speler alleen een optische digitale uitgang heeft, kunt u deze verbinden met de optische ingang op de receiver
met een optische kabel. Bij het instellen van de receiver moet u aangeven op welke ingang u de speler hebt aangesloten (zie Het menu Input Assign (ingangen toewijzen) op bladzijde 67).
2 Hierdoor kunt u analoge opnamen maken vanaf uw DVD-speler.
3 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO DVD/LD-aansluiting. Wanneer uw
speler beschikt over een componentvideo-uitgang, kunt u deze ook aansluiten. Zie De componentvideo-aansluitingen gebruiken
op bladzijde 21 voor meer informatie hierover.
4 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO MONITOR OUT-aansluiting. Zie De componentvideo-aansluitingen gebruiken op bladzijde 21 wanneer u de componentvideo-uitgangen wilt gebruiken om deze
receiver op uw tv aan te sluiten.
17
Du
De meerkanaals analoge uitgangen
V
I
T
aansluiten
Voor DVD-audio en SACD-weergave kan uw
DVD-speler beschikken over analoge 5.1kanaal-uitgangen. In dat geval kunt u de
multikanaals analoge uitgangen aansluiten op
de multikanaalsingangen van deze receiver,
zoals hieronder getoond.
1
1Verbind een stel audio-/video-uitgangen
op de decoder met de TV/SAT AUDIO- en
VIDEO-ingangen op de receiver.
2
Gebruik voor het geluid een stereo RCA
geluidskabel en voor het beeld een standaard
RCA videokabel.
3
2Verbind een optische digitale
geluidsuitgang van uw decoder met de
ingang DIGITAL OPT 1 (TV/SAT) op de
receiver.
FM UNBAL
Ω
75
VIDEO
4
AM
LOOP
OUT
CONTROL
IN
OUT
MONITOR
OUT
SUB
WOOFER
PREOUT
ANTENNA
MONITOR OU
OUT
IN
IN
IN
S-V
Gebruik hiervoor een optische kabel.
AUX
IN
DIGITAL OUT
(DVR/VCR)
(TV/SAT)
ASSIGNABLE
DIGITAL IN
COAX
COAX
OPT
OPT
2
OPT
1
2
(CD)
1
(DVD
/LD)
CD
IN
DVR/
OUT
VCR
IN
IN
IN
OUT
IN
R
AUDIO
IN
TV /
SAT
IN
DVD
/LD
FRONT
D V D
5.1CH
INPUT
REC
IN
CD-R
/ TAPE
/ MD
PLAY
L
21
DIGITAL OUT
OPTICAL COAXIAL
L
AV OUT
Een satellietontvanger of
andere digitale decoder
aansluiten
Satelliet- en kabelontvangers en digitale tvtuners zijn voorbeelden van zgn. decoders.
Opmerking
1 De meerkanaals ingang kan alleen gebruikt worden als u DVD 5.1 ch hebt geselecteerd (zie bladzijde 41).
2 Wanneer u reeds uw tv hebt aangesloten op de TV/SAT-ingangen, kiest u gewoon een andere ingang. Om een signaal te
kunnen ontvangen moet u echter de ingangsselectieknop indrukken voor de ingang waarop u de set-topbox hebt aangesloten.
3 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO TV/SAT-aansluiting. Wanneer uw settopbox ook over een componentvideo-uitgang beschikt, kunt u deze ook aansluiten. Zie De componentvideo-aansluitingen gebruiken op bladzijde 21 voor meer informatie hierov er.
4 Wanneer uw satelliet/kabelreceiver niet over een digitale audio-uitgang beschikt, kunt u deze stap overslaan. Wanneer de
receiver alleen over een coaxiale digitale uitgang beschikt, kunt u die aansluiten op een van de coaxiale ingangen van deze
receiver met behulp van een coaxiale digitale audiokabel. Wanneer u de receiver installeert, dient u aan de receiver door te geven
op welke ingang u de set-topbox hebt a angesloten (zie Het menu Input Assign (ingangen toewijzen) op bladzijde 67).
18
Du
STB
VIDEOAUDIOR
Andere audiocomponenten
aansluiten
Het aantal en soort aansluitingen hangt af van
het soort component dat u wilt aansluiten.
Volg de stappen hieronder als u een CD-R,
minidisc, DAT- of taperecorder of andere
audiocomponent wilt aansluiten.
1 Als uw component een digitale uitgang
heeft, verbind deze dan met een digitale
ingang op de receiver zoals aangegeven.
In het voorbeeld ziet u een coaxiale verbinding
met de digitale CD-ingang met behulp van een
coaxiale digitale audiokabel.
2 Verbind zonodig de analoge geluidsuitgangen van de component met een ongebruikte set audio-ingangen op de receiver.
Deze verbinding moet u maken bij
componenten zonder digitale uitgang, of als u
opnamen vanaf een digitale component wilt
maken. Gebruik een RCA-geluidskabel zoals
aangegeven.
3 Als u een opnameapparaat aansluit, sluit
dan de analoge geluidsuitgangen (REC) aan
op de analoge geluidsingangen op het
opnameapparaat.
In het voorbeeld ziet u een analoge verbinding
met de analoge CD-R/TAPE/MD-uitgang met
behulp van een RCA geluidskabel.
4Wanneer uw recorder over een digitale
ingang beschikt, sluit u deze aan op de digitale uitgang van de receiver, zoals getoond.
Gebruik een optische kabel om deze
aansluiting te maken.
1
De WMA9 Pro-decoder
Dit apparaat beschikt over een ingebouwde
Windows Media
Pro) decoder, zodat u met WMA9 Pro
gecodeerd geluid kunt afspelen wanneer u een
WMA9 Pro-Compatible speler hebt
aangesloten met een coaxiale of optische
digitale verbinding. De aangesloten PC,
®
Audio 9 Professional (WMA9
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
Opmerking
1 Mer k op dat u digitale componenten op analoge geluidsaansluitingen moet aansluiten als u van of naar digitale componenten
(zoals een minidisc) wilt opnemen van of naar analoge componenten.
19
Du
DVD-speler, decoder e.d. moet echter het
WMA9 Pro-signaal via een coaxiale of optische
digitale uitgang kunnen weergeven.
4Wanneer uw videoapparaat over een
digitale ingang beschikt, sluit u deze aan op
de digitale uitgang van de receiver, zoals
getoond.
Gebruik een optische kabel om deze
aansluiting te maken.
Microsoft, Windows Media
®
en het Windowslogo zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Andere videocomponenten
aansluiten
Deze receiver beschikt over audio-/videoingangen en -uitgangen waarop u analoge of
digitale videorecorders, DVD-recorders en
hardeschijfrecorders kunt aansluiten.
1 Verbind een stel audio-/videouitgangen op de recorder met de DVR/VCR
AUDIO- en VIDEO-ingangen op de receiver.
Gebruik een stereo RCA-phonokabel voor de
audioaansluiting en een standaard RCA-
videokabel voor de videoaansluiting.
2 Verbind een stel audio-/videoingangen op de recorder met de DVR/VCR
AUDIO- en VIDEO-uitgangen op de
receiver.
Gebruik een stereo RCA-phonokabel voor de
audioaansluiting en een standaard RCA-
videokabel voor de videoaansluiting.
3 Als uw videocomponent over een
digitale geluidsuitgang beschikt, verbind u
die met een digitale ingang op de receiver.
In het voorbeeld ziet u een recorder die
aangesloten is op de ingang DIGITAL COAX 1
(DVD/LD).
3
1
2
Opmerking
1 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO DVR/VCR IN-aansluiting. Wanneer uw
set-topbox ook over een componentvideo-uitgang beschikt, kunt u deze ook aansluiten. Zie De componentvideo-aansluitingen gebruiken op bladzijde 21 voor meer informatie.
2 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO DVR/VCR OUT-aansluiting.
3 Als uw videocomponent geen digitale geluidsuitgang heeft, slaat u deze stap over. Als hij alleen een optische digitale uitgang
heeft, kunt u deze verbinden met de optische ingang op de receiver met een optische kabel. Wanneer u de receiver installeert,
dient u aan de receiver door te geven op welke ingang u het apparaat hebt aangesloten (zie Het menu Input Assign (ingangen toewijzen) op bladzijde 67).
20
Du
De componentvideo-aansluitingen gebruiken
Componentvideo levert superieure
beeldkwaliteit in vergelijking met
composietvideo. Een ander voordeel (indien
uw bron en uw tv beide compatibel zijn) is
progressive-scan video, dat een zeer stabiel,
trillingvrij beeld biedt. Zie de handleidingen die
bij uw tv en uw bronapparaat zijn geleverd om
te controleren of beide compatibel zijn met
progressive-scan video.
Belangrijk
• Indien u een willekeurig bronapparaat op
uw receiver aansluit met behulp van een
componentvideo-ingang, moet ook uw tv
zijn aangesloten op de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT-aansluitingen van
uw receiver.
1 Sluit de componentvideo-uitgangen
van uw bron aan op een paar componentvideo-ingangen van deze receiver.
Gebruik een drieweg-componentvideokabel
voor de aansluiting.
2 Indien noodzakelijk wijst u de
componentvideo-ingangen toe aan de
ingangsbron die u hebt aangesloten.
Dit hoeft alleen te gebeuren wanneer u niet
volgens de onderstaande
standaardinstellingen hebt aangesloten:
• COMP 1 – DVD
• COMP 2 – TV
• COMP 3 – DVR
Zie De componentvideo-ingangen toewijzen op
bladzijde 67 voor meer informatie
3 Sluit de COMPONENT VIDEO MONITOR
OUT-aansluitingen van deze receiver aan
op de componentvideo-ingangen van uw
tv of monitor.
Gebruik een drieweg-componentvideokabel.
De video-aansluiting op het
voorpaneel gebruiken
Gebruik een drieweg-componentvideokabel. Er
bevinden zich standaard audio/videoaansluitingen alsmede een S-video-aansluiting
en een optische ingang op het voorpaneel.
Sluit ze op dezelfde manier aan als de
aansluitingen op het achterpaneel. Druk op de
knop VIDEO op het voorpaneel om deze als uw
ingangsbron te selecteren.
•Druk PUSH OPEN op het paneel omlaag
om toegang te verkrijgen tot de MCACC SETUP MIC-aansluiting en de
videoaansluitingen aan de voorzijde.
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
21
Du
Antennes aansluiten
Sluit de AM-raamantenne en de FMdraadantenne aan zoals hieronder getoond.
Om de ontvangst en de geluidskwaliteit te
verbeteren, kunt u buitenantennes aansluiten
(zie Buitenantennes gebruiken hieronder).
Voordat u aansluitingen maakt of wijzigt, moet
u de receiver uitschakelen en de stekker van
het netsnoer uit het stopcontact trekken.
FM-draadantenne
Sluit de FM-draadantenne aan, rol ze volledig
af en bevestig ze aan een raamkozijn of op een
andere plaats waar een goede ontvangst wordt
verkregen.
Antenneklikaansluitingen
Draai de ontblote draaduiteinden in elkaar,
steek ze in de opening en laat de aansluiting
vastklikken.
10mm
Buitenantennes gebruiken
Om de FM-ontvangst te verbeteren
Sluit een FM-buitenantenne aan met een PALsteker.
Om de AM-ontvangst te verbeteren
Sluit een met vinyl beklede draad van 5 – 6 m
aan op de AM-antenne-aansluiting zonder de
bijgeleverde AM-raamantenne los te koppelen.
U verkrijgt de beste ontvangst wanneer u de
kabel buiten horizontaal ophangt.
AM-raamantenne
Zet de antenne in elkaar en sluit hem aan op de
receiver. Sluit deze aan (indien nodig) en richt
de antenne zodanig dat de ontvangst optimaal
is.
22
Du
De luidsprekers aansluiten
Hier wordt een complete opstelling van acht luidsprekers (inclusief subwoofer) getoond, maar er
zijn natuurlijk vele variaties mogelijk. Sluit gewoon de luidsprekers aan die u heeft op de hieronder
getoonde manier.
afbeelding). Het verdient echter aanbeveling ten minste drie luidsprekers te gebruiken en een
complete opstelling is het beste.
Zorg ervoor dat u de rechterluidspreker aansluit op de rechtse aansluiting en de linkerluidspreker
op de linkse aansluiting. Ook moeten de positieve en negatieve (+/–) aansluitingen op de receiver
overeenkomen met die op de luidsprekers.
tussen 6–16 Ω gebruiken (zie De luidsprekerimpedantie wijzigen op bladzijde 73 als u van plan bent
luidsprekers met een impedantie van minder dan 8 Ω te gebruiken).
1
De receiver werkt al met twee stereoluidsprekers (de voorluidsprekers in de
2
U kunt luidsprekers met een nominale impedantie
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Waarschuwing
• Zorg dat de ontblote draaduiteinden van de luidsprekerkabel stevig in elkaar zijn gedraaid en
volledig in de luidsprekeraansluiting steken. Gebruik luidsprekerkabels van goede kwaliteit om
de luidsprekers op de receiver aan te sluiten.
Opmerking
1 Als u geen subwoofer gebruikt, wijzig dan de instelling van de voorluidsprekers (zie De luidsprekers instellen op bladzijde 47)
in LARGE.
2 Wanneer u slechts één surround-achterluidspreker gebruikt, sluit deze dan aan op de linker surround-achteraansluiting (L).
Español
23
Du
Zorg ervoor dat de luidsprekerkabel die u gaat
gebruiken goed is voorbereid. Dat wil zeggen
dat u ongeveer 10 mm van de isolatie van elke
draad moet verwijderen en de ontblote draden
in elkaar moet draaien (afb. A).
Schroef de aansluitklem een paar slagen los
tot er voldoende ruimte is om de blanke draad
te kunnen insteken (afb. B). Nadat de draad is
ingestoken, draait u de aansluiting weer vast
totdat de draad goed vastzit (afb. C).
Waarschuwing
• Deze luidsprekeraansluitingen kunnen
gevaarlijk zijn wanneer er stroom op staat.
Haal om te voorkomen dat u een schok
krijgt tijdens het aansluiten of losmaken
van luidsprekerkabels eerst de stekker uit
het stopcontact.
Tips voor het opstellen van de
luidsprekers
Luidsprekers zijn gewoonlijk ontworpen met
een bepaalde opstelling in gedachten.
Sommige zijn ontworpen om op de vloer te
staan, terwijl andere het beste klinken wanneer
u ze op een steun plaatst. Sommige moeten
dicht bij een muur worden opgesteld; andere
staan beter ver van muren vandaan. Hierna
geven we enkele tips die u helpen het beste
geluid uit uw luidsprekers te halen. Volg echter
ook de aanwijzingen in verband met de
opstelling die de fabrikant geeft voor uw
specifieke luidsprekers om hun mogelijkheden
optimaal te benutten.
• Plaats de luidsprekers links en rechts voor
op gelijke afstand van de TV.
• Wanneer u luidsprekers dicht bij de TV
plaatst, is het raadzaam magnetisch
afgeschermde luidsprekers te gebruiken.
Dit voorkomt mogelijke storingen, zoals
verkleuring van het beeld, wanneer u de TV
aanzet. Als u geen magnetisch
afgeschermde luidsprekers heeft en het
TV-beeld verkleurt, plaats de luidsprekers
dan verder weg van de TV.
• Als u een middenluidspreker gebruikt, stel
de voorluidsprekers dan iets schuiner op.
Zo niet, dan plaatst u ze minder schuin.
• Plaats de middenluidspreker boven of
onder de TV zodat het geluid van het
middenkanaal zich bij het TV-scherm
bevindt. Zorg er ook voor dat de
middenluidspreker de lijn die wordt
gevormd door de voorste randen van de
luidsprekers links en rechts voor niet
snijdt.
• De luidsprekers worden het beste schuin in
de richting van de luisterpositie geplaatst.
Hoe schuin hangt af van de afmetingen
van de kamer. Plaats ze minder schuin in
grotere kamers.
• Surround- en surround-achterluidsprekers
moeten 60 tot 90 cm boven oorhoogte en
lichtjes neerwaarts gekanteld worden
opgesteld. Plaats de luidsprekers niet naar
elkaar toe.
• Stel uw luidsprekers op zoals hieronder
getoond om een optimaal surroundgeluid
te verkrijgen. Zorg ervoor dat alle
luidsprekers stevig opgesteld staan om
ongevallen te voorkomen en om de
geluidskwaliteit te verbeteren.
Waarschuwing
• Als u de middenluidspreker op de TV
plaatst, moet u hem vastmaken met
kleefband of iets dergelijks. Dit voorkomt
het gevaar voor beschadiging van de
luidspreker of letsels als hij van de TV zou
vallen als gevolg van externe schokken,
bijvoorbeeld een aardbeving.
• Zorg ervoor dat er geen blote
luidsprekerkabel tegen het achterpaneel
aankomt, omdat anders de receiver
zichzelf automatisch uitschakelt.
24
Du
Bovenaanzicht van de
luidsprekeropstelling
Zie ook de 3-D-afbeelding van de
luidsprekeropstelling op bladzijde 10.
De afbeeldingen hieronder tonen de
aanbevolen opstelling van de surround- en
surround-achterluidsprekers. De eerste
afbeelding (afb. A) toont de beste opstelling
wanneer één (of geen) surroundachterluidspreker is aangesloten. De tweede
afbeelding (afb. B) laat zien wat de beste
opstelling is wanneer u twee surroundachterluidsprekers gebruikt.
3-D-aanzicht van 7.1-kanaals
luidsprekersysteem
Bediening van andere
Pioneer-apparaten
Vele Pioneer-apparaten hebben SR CONTROL-
aansluitingen. Deze kunnen worden gebruikt
om apparaten aan elkaar te koppelen zodat u
.
gewoon de afstandsbedieningssensor van één
apparaat kunt gebruiken. Wanneer u de
afstandsbediening gebruikt, wordt het
bedieningssignaal doorgestuurd naar het
juiste apparaat.
Als u deze functie gebruikt, zorg er dan voor dat
minstens één set analoge audio- of videoaansluitingen is aangesloten op een ander
apparaat voor een goede aarding.
1
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Opmerking
1 • Als u al uw apparaten met de afstandsbediening van deze receiver wilt bedienen, zie De rest van uw systeem bedienen op
bladzijde 56.
• Als u een afstandsbediening heeft aangesloten op de CONTROL IN-aansluiting (met behulp van een ministekkerkabel), zult
u dit toestel niet kunnen bedienen via de afstandsbedieningssensor.
Español
25
Du
Hoofdstuk 5:
Bedieningselementen en
displays
Voorpaneel
1 Ingangskeuzetoetsen
Druk hierop om een ingangsbron te selecteren.
2Lettertekendisplay
Zie Display op bladzijde 28.
3 MCACC-indicator
Licht op wanneer de akoestische kalibratie EQ
(bladzijde 36) is ingeschakeld (akoestische
kalibratie EQ wordt automatisch ingesteld op
ALL CH ADJUST nadat de automatische
MCACC-instelling (bladzijde 12) of
automatische EQ-instelling (bladzijde 45) is
voltooid).
26
Du
4
ENTER
5
MULTI JOG
Gebruik de MULTI JOG-knop om diverse
instellingen en menu-opties te selecteren.
6
STANDBY/ON
Hiermee schakelt u de receiver tussen aan en
stand-by.
-knop
7
PHONES
Sluit hierop een hoofdtelefoon aan. Wanneer
een hoofdtelefoon is aangesloten, wordt er
geen geluid weergegeven via de luidsprekers.
8
LISTENING MODE
STANDARD
Druk hierop voor standaard decodering en
om te wisselen tussen de verschillende
opties voor Pro Logic IIx en Neo:6
(bladzijde 33).
ADVANCED SURROUND
Hiermee kiest u tussen de verschillende
surroundmodi (bladzijde 34).
ST/DIRECT/AUTO SURR
Hiermee wisselt u tussen directe weergave
en stereoweergave. De directe weergave
negeert de toonregelingen en elke andere
signaalverwerking en levert de meest
nauwkeurige bronweergave op
(bladzijde 36). Selecteert tevens de Auto
Surround-modus (Automatische weergave
op bladzijde 33).
9 SIGNAL SELECT
Hiermee kiest u een ingangssignaal
(bladzijde 37).
10
VIDEO INPUT
De video-aansluiting op het voorpaneel
gebruiken op bladzijde 21.
11 MCACC SETUP MIC-aansluiting
Hier kunt u de meegeleverde microfoon
aansluiten (bladzijde 12).
12
MASTER VOLUME
13
EON MODE
Gebruik deze toets om te zoeken naar
programma’s die verkeersinformatie of nieuws
uitzenden (bladzijde 53).
14 PTY SEARCH
Gebruik deze toets om te zoeken naar RDSprogrammatypes (bladzijde 53).
15
SPEAKERS
Wordt gebruikt om het luidsprekersysteem
(bladzijde 63) en de impedantie-instelling te
wijzigen (bladzijde 73).
-aansluiting
-toetsen
-knop
-aansluitingen
16
EXTENDED MODE
Hiermee kiest u de surroundachterkanaalfunctie (bladzijde 38) of de
virtuele surround-achterkanaalfunctie
(bladzijde 39).
17 ACOUSTIC EQ
Hiermee kiest u een instelling voor de
akoestische kalibratie EQ (bladzijde 36).
18 BAND
Hiermee wisselt u tussen de radiogolfbanden
AM en FM (bladzijde 50).
19 TUNING/STATION
Hiermee selecteert u de frequentie
(bladzijde 50) en voorkeurzenders
(bladzijde 51) wanneer u de radio gebruikt.
20
TUNER EDIT
Druk hierop om een zender op te slaan en een
naam te geven zodat u hem later kunt
oproepen (bladzijde 51).
21
TONE
Met deze knop krijgt u toegang tot de lage- en
hogetonenregelingen, die u dan kunt
aanpassen met de draaischijf MULTI JOG
(bladzijde 40).
22
Zie Snel instellen op bladzijde 11.
23 Bedieningstoetsen van het menu System
Setup
QUICK SETUP
SYSTEM SETUP
Samen met de draaischijf MULTI JOG
krijgt u zo toegang tot het menu System
Setup (bladzijde 11, bladzijde 42,
bladzijde 67).
RETURN
Druk hierop om te bevestigen en het
huidige menu af te sluiten.
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
27
Du
Display
1234567118910
13
141520 2122
1
SIGNAL SELECT
-indicators
Deze lampjes geven het soort invoersignaal aan:
• AUTO – Licht op wanneer de AUTO
signaalherkenning is ingeschakeld.
• SB – Afhankelijk van de bron brandt dit
wanneer een signaal met
achterkanaalscodering wordt
gedetecteerd.
• DIGITAL – Licht op wanneer een digitaal
geluidssignal wordt gedetecteerd.
• 2 DIGITAL – Licht op wanneer een Dolby
Digital gecodeerd geluidssignaal wordt
gedetecteerd.
• ANALOG – Licht op wanneer een analoog
signaal wordt gedetecteerd.
• DTS – Brandt wanneer een met DTS
gecodeerde geluidsbron wordt gedetecteerd.
2
Wanneer de STANDARD-modus is
ingeschakeld, licht dit op om aan te geven dat
een DTS multikanaals-signaal wordt
gedecodeerd.
3
2 DIGITAL
Brandt wanneer de receiver in STANDARD-
modus werkt en een Dolby Digital meerkanaals
signaal wordt gedetecteerd.
4
2 PRO LOGIC II
x
Wanneer de receiver in (STANDARD) Pro
Logic II-modus werkt, brandt het lampje 2 PRO LOGIC II om aan te geven dat Pro Logic IIdecodering actief is. Het lampje 2 PRO
LOGIC II
x
brandt om aan te geven dat Pro
Logic IIx-decodering actief is (zie Luisteren in surroundgeluid op bladzijde 33).
17161819
5VIR.SB
Licht op wanneer u Virtual Surround Back
gebruikt (bladzijde 39).
6
DIRECT
Brandt wanneer rechtstreekse weergave van
bronmateriaal actief is. Rechtstreekse
weergave negeert de toonregelingen en
kanaalniveaus en biedt de meest accurate
weergave van een bron.
7 AUTO SURR.
Brandt wanneer Auto Surround aan staat (zie
Automatische weergave op bladzijde 33).
8
ATT
Licht op wanneer INPUT ATT wordt gebruikt
om het niveau van het analoge ingangssignaal
de verzwakken (verlagen).
9SLEEP
Licht op wanneer de slaapstand is
ingeschakeld (bladzijde 41).
10
Radio-indicatoren
• – Licht op wanneer de monofunctie is
ingesteld met de MPX-toets.
• – Licht op tijdens de ontvangst van een
stereo FM-uitzending in de automatische
stereomodus.
• – Licht op wanneer een uitzending
wordt ontvangen.
11 EON
EON licht op wanneer de EON-functie is
ingesteld en knippert tijdens de ontvangst
van een EON-uitzending. De indicator
(figuur) licht op wanneer de huidige zender
de EON-service aanbiedt (bladzijde 53).
12
[]
6
L
EON
[]
C
RDS
[]
R
SP
AB
[]
Rs
0
[]
SB
R
[]
SB
L
[]
Ls
6
40
125
250 4K
13K
28
Du
RDS
Licht op wanneer een RDS-uitzending
wordt ontvangen (bladzijde 52).
12 Luidsprekerindicator
Lichten op om het huidige luidsprekersysteem
aan te geven, A en/of B (bladzijde 63).
13 Lettertekendisplay
14
Neo:6
Brandt wanneer de modus (STANDARD)
Neo:6 aan staat en Neo:6 actief is.
15
ADV.SURR.
(Advanced Surround)
Licht op wanneer een van de Advanced
Surround-modi is geselecteerd.
16 WMA9 Pro
Brandt wanneer WMA9 Pro-decodering actief
is.
17
MIDNIGHT
Brandt wanneer de Midnight modus actief is
(bladzijde 40).
18 D.E.
Licht op wanneer de functie voor het
benadrukken van de dialogen (DIALOG E) is
ingeschakeld (bladzijde 40).
19
LOUDNESS
Brandt wanneer Loudness (hoog-/
laagversterking) actief is (bladzijde 40).
20 EX
Brandt wanneer een met Dolby Digital
Surround EX gecodeerd geluidssignaal wordt
gedetecteerd.
21 Hoofdvolumeniveau
Geeft het algehele volumeniveau aan. ---dB
geeft het minimum niveau aan, en – 0 dB het
maximum niveau.
Afhankelijk van de door u gemaakte volumeinstellingen per kanaal, kan het maximum
volume tussen –10 dB en –0 dB liggen.
22 MCACC kanaal-EQ-indicatoren
Deze indicatoren laten de EQ
(frequentiebandversterking)-balans per kanaal
zien wanneer u uw akoestische calibratieinstellingen controleert. Zie Uw instellingen voor akoestische kalibratie EQ controleren op
bladzijde 46 voor meer informatie.
Afstandsbediening
INPUT
RECEIVER
1
SELECT
2
DVD/LD TV/SAT
CD
MULTI CONTROL
CD-R/TAPE
3
4
+
10
D.ACCESS
TOP MENU
5
6
7
8
9
10
TUNE
STST
T.EDIT
TUNE
SYSTEM
SETUP
GUIDE
TV CONTROL
INPUT
TV VOL
SELECT
RECMUT E
A
TUNER
DISPLAY
BCD E
MPX
CH RETURN
AUDIO
SUBTITLE
RECEIVER CONTROL
STANDARD
ADV. SURR
MIDNIGHT/
DIALOG EINPUT ATT
LOUDNESS
EFFECT
SHIFT
/CH SEL
RECEIVER
1RECEIVER
Hiermee schakelt u de receiver tussen aan en
stand-by.
2INPUT SELECT
Hiermee selecteert u de ingangsbron.
DVR/VCR
TUNER
FL DIMMERSR
ENTER
TV CH
REC STOP
HDD
CH
STEREO SLEEP
ACOUSTIC
EQ
LEVEL
SOURCE
TV CONT
RECEIVER
ENTER
CLASS
MENU
BAND
RETURN
VOL
DVD
CH
11
12
13
DISC
14
15
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
29
Du
3MULTI CONTROL-toetsen
Druk hierop om de bediening van andere
apparaten te selecteren (zie De rest van uw systeem bedienen op bladzijde 56).
4 Cijfertoetsen en andere
bedieningselementen voor receiver/
apparaten
Gebruik de cijfertoetsen om rechtstreeks een
radiofrequentie (bladzijde 50) of een track op
een CD, DVD, enz. te kiezen.
DISC (ENTER) kan worden gebruikt om
opdrachten op een tv in te voeren, en kan
tevens worden gebruikt om een schijf in een
multi-CD-speler te selecteren.
De volgende functies zijn beschikbaar
wanneer u eerst op de RECEIVER-toets drukt:
FL DIMMER
Verlaagt of verhoogt de helderheid van het
display.
SR+
Schakelt de functie SR+ in of uit
(bladzijde 66).
5 Tuner-/apparaatbedieningstoetsen/
SYSTEM SETUP
De volgende bedieningstoetsen (uitgezonderd
SYSTEM SETUP) zijn beschikbaar na het
selecteren van de overeenkomstige MULTI CONTROL-toets (TUNER, DVD/LD, TV/SAT,
enz.).
D. ACCESS
Na het indrukken van deze toets kunt u een
radiozender rechtstreeks kiezen met de
cijfertoetsen (bladzijde 50).
TOP MENU
Geeft het hoofdmenu van een DVD weer.
T. EDIT
Druk hierop om een zender op te slaan en
een naam te geven zodat u hem later kunt
oproepen (bladzijde 51).
GUIDE
Geeft de gids weer op een digitale TV.
SYSTEM SETUP
(Druk eerst op RECEIVER om deze functie
te gebruiken)
Hiermee roept u het systeeminstelmenu op
(zie bladzijde 42).
CLASS
Hiermee wisselt u tussen de drie
categorieën van voorkeurzenders
(bladzijde 51).
MENU
Geeft het discmenu van DVD-videodiscs
weer. Ook gebruikt om TV-menu’s weer te
geven.
BAND
Hiermee wisselt u tussen de
radiogolfbanden AM en FM (bladzijde 50).
RETURN
Druk hierop om te bevestigen en om het
huidige menuscherm te verlaten (ook
gebruikt om terug te keren naar het vorige
menu bij DVD’s).
6
(TUNE/ST +/–) /ENTER
Gebruik de pijltoetsen wanneer u uw
surroundgeluidssysteem instelt (zie
bladzijde 42). Ook gebruikt om DVD-menu’s/
opties te kiezen en voor de bediening van deck
1 van een dubbel cassettedeck. Gebruik de
toetsen TUNE +/– om te zoeken naar
radiofrequenties en ST +/– om te zoeken naar
voorkeurzenders (bladzijde 51).
7 TV CONTROL-toetsen
Deze toetsen zijn voorbehouden voor de
bediening van de TV die is toegewezen aan de
TV CONT-toets. Als u dus slechts één TV op dit
systeem heeft aangesloten, wijs hem dan toe
aan de toets TV CONT MULTI CONTROL. Als
u twee TV’s heeft, wijst u de hoofd-TV toe aan
de toets TV CONT (zie bladzijde 56 voor meer
informatie).
TV
Hiermee zet u de TV aan of uit.
TV VOL +/–
Hiermee regelt u het volume van uw TV.
INPUT SELECT
Hiermee selecteert u het ingangssignaal
van de TV.
TV CH +/–
Hiermee kiest u kanalen.
8 Apparaatbedieningstoetsen
De hoofdtoetsen (, , enz.) worden gebruikt
voor de bediening van een apparaat nadat u
het heeft gekozen met de MULTI CONTROLtoetsen.
30
Du
Loading...
+ 120 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.