Pioneer VSX-915-K, VSX-915-S User manual

AUDIO/VIDEO MULTI-KANAALS ONTVANGER
RECEPTOR MULTICANAL DE AUDIO/VÍDEO
VSX-915
-S/-K
Gebruiksaanwijzing Manual de instrucciones
BELANGRIJK
T
De lichtflash met pijlpuntsymbool in een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de aandacht van de gebruikers te trekken op een niet geïsoleerde “gevaarlijke spanning” in het toestel, welke voldoende kan zijn om bij aanraking een elektrische shock te veroorzaken.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
WAARSCHUWING:
OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SHOCK TE VOORKOMEN, DEKSEL (OF RUG) NIET VERWIJDEREN. AAN DE BINNENZIJDE BEVINDEN ZICH GEEN ELEMENTEN DIE DOOR DE GEBRUIKER KUNNEN BEDIEND WORDEN. ENKEL DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL TE BEDIENEN.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de aandacht van de gebruiker te trekken op de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de handleiding bij dit toestel.
D3-4-2-1-1_Du
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Pioneer produkt. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door zodat u het apparaat op de juiste wijze kunt bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft.
Gebruiksomgeving
emperatuur en vochtigheidsgraad op de plaats van gebruik: +5° – +35°C, minder dan 85% RH (ventilatieopeningen niet afgedekt) Zet het apparaat niet op een slecht geventileerde plaats en stel het apparaat ook niet bloot aan hoge vochtigheid of direct zonlicht (of sterke kunstmatige verlichting).
D3-4-2-1-7c_A_Du
WAARSCHUWING
Dit apparaat is niet waterdicht. Om brand of een elektrische schok te voorkomen, mag u geen voorwerp dat vloeistof bevat in de buurt van het apparaat zetten (bijvoorbeeld een bloemenvaas) of het apparaat op andere wijze blootstellen aan waterdruppels, opspattend water, regen of vocht.
D3-4-2-1-3_A_Du
BELANGRIJKE INFORMATIE BETREFFENDE DE VENTILATIE
Let er bij het installeren van het apparaat op dat er voldoende vrije ruimte rondom het apparaat is om een goede doorstroming van lucht te waarborgen (tenminste 60 cm boven, 10 cm achter en 30 cm aan de zijkanten van het apparaat).
WAARSCHUWING
Lees zorgvuldig de volgende informatie voordat u de stekker de eerste maal in het stopcontact steekt.
De bedrijfsspanning van het apparaat verschilt afhankelijk van het land waar het apparaat wordt verkocht. Zorg dat de netspanning in het land waar het apparaat wordt gebruikt overeenkomt met de bedrijfsspanning (bijv. 230 V of 120 V) aangegeven op de achterkant van het apparaat.
D3-4-2-1-4_A_Du
WAARSCHUWING
De gleuven en openingen in de behuizing van het apparaat zijn aangebracht voor de ventilatie, zodat een betrouwbare werking van het apparaat wordt verkregen en oververhitting wordt voorkomen. Om brand te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze openingen nooit geblokkeerd worden of dat ze afgedekt worden door voorwerpen (kranten, tafelkleed, gordijn e.d.) of door gebruik van het apparaat op een dik tapijt of een bed.
D3-4-2-1-7b_A_Du
WAARSCHUWING
Om brand te voorkomen, mag u geen open vuur (zoals een brandende kaars) op de apparatuur zetten.
D3-4-2-1-7a_A_Du
STANDA
AD R D
V
ANCE
SU
D R R
ST/
D I
/AU
RECT
L
T
I
O
S T
SUR
E
N
S
ING
I
R
GNAL
MODE
S
E LECT
STANDB
Y
DVD
/
ON
/LD
TV / SAT
FL
P HONE
INP
S
UT
DVR
A
/
T
VCR
T
D
AUDIO
SPEAKERS I M M
ER
EXTEND
/VIDEO
E
VIDEO
D
M
MULT
O D
A
E
CO
I-
USTIC BAN D
T U NING / STATION
T U
NER
E
D I T
CHANNEL
EQ
AMPLI
CD
FIER
V S
X
CD-R/
-
TONE
QUI
CK S E T
U
SYST
P
EM
S
E T U P
9
15
T
APE/MD
ENTER
MU L
T I JOG
TUNER
RET U
S
RN
­V I D
E O
V
AUX
I D E
O
M
AST
V
ER
O
L U
ME
D O W
N
U P
Dit product voldoet aan de laagspanningsrichtlijn (73/23/EEG, gewijzigd bij 93/68/EEG), EMC­richtlijnen (89/336/EEG, gewijzigd bij 92/31/EEG en 93/68/EEG).
Als de netstekker van dit apparaat niet geschikt is voor het stopcontact dat u wilt gebruiken, moet u de stekker verwijderen en een geschikte stekker aanbrengen. Laat het vervangen en aanbrengen van een nieuwe netstekker over aan vakkundig onderhoudspersoneel. Als de verwijderde stekker per ongeluk in een stopcontact zou worden gestoken, kan dit resulteren in een ernstige elektrische schok. Zorg er daarom voor dat de oude stekker na het verwijderen op de juiste wijze wordt weggegooid. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact wanneer u het apparaat geruime tijd niet denkt te gebruiken (bijv. wanneer u op vakantie gaat).
LET OP
De STANDBY/ON schakelaar van dit apparaat koppelt het apparaat niet volledig los van het lichtnet. Aangezien er na het uitschakelen van het apparaat nog een kleine hoeveelheid stroom blijft lopen, moet u de stekker uit het stopcontact halen om het apparaat volledig van het lichtnet los te koppelen. Plaats het apparaat zodanig dat de stekker in een noodgeval gemakkelijk uit het stopcontact kan worden gehaald. Om brand te voorkomen, moet u de stekker uit het stopcontact halen wanneer u het apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken (bijv. wanneer u op vakantie gaat).
D3-4-2-1-9a_Du
D3-4-2-2-1a_A_Du
D3-4-2-2-2a_A_Du
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
D3-4-2-4-2_Du
Dit apparaat is bestemd voor normaal huishoudelijk gebruik. Indien het apparaat voor andere doeleinden of op andere plaatsen wordt gebruikt (bijvoorbeeld langdurig gebruik in een restaurant voor zakelijke doeleinden, of gebruik in een auto of boot) en als gevolg hiervan defekt zou raken, zullen de reparaties in rekening gebracht worden, ook als het apparaat nog in de garantieperiode is.
K041_Du
Vervaardigt onder licentie in Dolby Laboratories. "Dolby", "Pro Logic", "Surround EX" en het dubbele D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
"DTS" ,"DTS-ES Extended Surround" en "Neo:6" zijn de handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
Inhoud
01 Voordat u begint
Voorstelling van het begrip thuistheater . . . . . 6
De inhoud van de verpakking controleren . . . . 6
De batterijen plaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
De receiver installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Ventilatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
02 5-minutengids
Luisteren naar surroundgeluid . . . . . . . . . . . . 8
Snel instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
03 Snelle instelling van het surroundgeluid
Automatische instelling van surroundgeluid
(MCACC). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Andere problemen tijdens het gebruik van de
automatische MCACC-instelling. . . . . . . . . 14
04 Aansluitingen
De kabels aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Analoge audiokabels . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Digitale audiokabels. . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Videokabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Een DVD-speler en tv aansluiten . . . . . . . . . . 17
De meerkanaals analoge uitgangen
aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Een satellietontvanger of andere digitale
decoder aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Andere audiocomponenten aansluiten . . . . . 19
De WMA9 Pro-decoder. . . . . . . . . . . . . . . . 19
Andere videocomponenten aansluiten . . . . . 20
De componentvideo-aansluitingen
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
De video-aansluiting op het voorpaneel
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Antennes aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
FM-draadantenne . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
AM-raamantenne . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Buitenantennes gebruiken . . . . . . . . . . . . . 22
De luidsprekers aansluiten . . . . . . . . . . . . . . 23
Tips voor het opstellen van de
luidsprekers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Bediening van andere Pioneer-apparaten . . . 25
05 Bedieningselementen en displays
Voorpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Bereik van de afstandsbediening . . . . . . . . 32
06 Luisteren naar uw systeem
Automatische weergave . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Luisteren in surroundgeluid . . . . . . . . . . . . . 33
Gebruik van de geavanceerde
surroundeffecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Instellingen van Dolby Pro Logic IIx Music .35
Instellingen van Neo:6 Music . . . . . . . . . . . 35
Luisteren in stereo. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Luisteren met akoestische kalibratie EQ . . . . 36
Het ingangssignaal kiezen . . . . . . . . . . . . . . 37
Gebruik van het surround-achterkanaal
(Extended-modus) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Gebruik van de virtuele surround-
achterkanaalfunctie (VirtualSB). . . . . . . . . . . 39
Gebruik van de luisterfuncties Loudness en
Midnight . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Dialogen benadrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Gebruik van de toonregeling . . . . . . . . . . . . . 40
Andere bronnen weergeven. . . . . . . . . . . . . . 41
De multikanaals analoge ingangen kiezen . . 41
Gebruik van de slaaptimer. . . . . . . . . . . . . . . 41
07 Het systeeminstelmenu (System Setup)
Instellingen voor de receiver verrichten vanuit
het menu System Setup . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Instelling van de surround-achterluidspreker
Standaardinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Handmatige MCACC-luidsprekerinstelling . . 43
Fijninstelling kanaalniveau
Standaardinstelling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Fijninstelling kanaalafstand
Standaardinstelling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Akoestische kalibratie EQ . . . . . . . . . . . . . . 45
Handmatige luidsprekerinstelling . . . . . . . . . 47
De luidsprekers instellen . . . . . . . . . . . . . . 47
Crossovernetwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Channel Level . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Speaker Distance . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
08 Gebruik van de tuner
Luisteren naar de radio . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
FM-stereogeluid verbeteren . . . . . . . . . . . . 50
Rechtstreeks afstemmen op een zender . . . 50
Voorkeurzenders opslaan . . . . . . . . . . . . . . . 51
Voorkeurzenders een naam geven . . . . . . . 51
Luisteren naar voorkeurzenders . . . . . . . . . 52
Een inleiding tot RDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
RDS-informatie weergeven . . . . . . . . . . . . . 52
Zoeken naar RDS-programma’s . . . . . . . . . 53
EON gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Alle zenders uitsluiten van de RDS- en
EON-zoekfunctie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
09 Opnamen maken
Een audio- of video-opname maken . . . . . . . . 55
10 De rest van uw systeem bedienen
De afstandsbediening instellen voor de
bediening van andere apparaten . . . . . . . . . . 56
Ingestelde codes rechtstreeks kiezen . . . . . . 56
Signalen van andere afstandsbedieningen
programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Een van de toetsinstellingen van de
afstandsbediening wissen . . . . . . . . . . . . . . . 58
Alle geprogrammeerde instellingen van de
afstandsbediening wissen . . . . . . . . . . . . . . . 58
Directe functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Ingestelde codes controleren . . . . . . . . . . . . 59
Bedieningstoetsen voor TV’s . . . . . . . . . . . . . 60
Bedieningstoetsen voor andere apparaten . . 61
11 Andere aansluitingen
Luidspreker B-instelling in Second Zone . . . . 63
De luidsprekersysteeminstelling
veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Dubbele versterking van uw
voorluidsprekers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Dubbele bedrading van uw luidsprekers . . . . 64
Extra versterkers aansluiten. . . . . . . . . . . . . . 65
Gebruik van deze receiver met een
Pioneer-plasmadisplay. . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Gebruik van de SR+-functie met een
Pioneer-plasmadisplay. . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
12 Overige instellingen
Het menu Input Assign
(ingangen toewijzen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Het menu voor overige instellingen . . . . . . . . 68
Instelling van de regeling van het dynamisch
bereik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Dual Mono Setup . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Instelling van de LFE-verzwakking . . . . . . . .69
SR+-instelling voor
Pioneer-plasmadisplays . . . . . . . . . . . . . . .69
13 Bijkomende informatie
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Het hoofdtoestel terugstellen. . . . . . . . . . . . . 73
De luidsprekerimpedantie wijzigen . . . . . . . . 73
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het
netsnoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .75
Het toestel schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . 75
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
Hoofdstuk 1:
Voordat u begint
Voorstelling van het begrip thuistheater
U bent wellicht gewend stereoapparatuur te gebruiken om naar muziek te luisteren, maar bent mogelijk niet vertrouwd met thuistheatersystemen die zoveel meer mogelijkheden bieden (bv.surroundgeluid) bij het luisteren naar geluidsopnamen.
Het begrip thuistheater verwijst naar het gebruik van meerdere audiokanalen om een surroundgeluidseffect te creëren, waardoor u zich in het midden van de actie of in een concertzaal waant. Het surroundgeluid dat u verkrijgt met een thuistheatersysteem hangt niet alleen af van de opstelling van uw luidsprekers in de kamer, maar ook van de bron en van de geluidsinstellingen van de receiver.
DVD-video is dankzij zijn formaat, kwaliteit en gebruiksgemak uitgegroeid tot de voornaamste bron voor thuistheater. Afhankelijk van de DVD kan één disc tot zeven verschillende audiokanalen produceren, die naar verschillende luidsprekers in uw systeem worden gezonden. Hierdoor ontstaat een surroundgeluidseffect en krijgt u het gevoel dat u ‘erbij bent’.
Deze receiver decodeert automatisch DVD­videodiscs in Dolby Digital, DTS of Dolby Surround overeenkomstig uw luidsprekeropstelling. In de meeste gevallen hoeft u niets te wijzigen om een realistisch surroundgeluid te verkrijgen, maar niettemin worden andere mogelijkheden (bv. luisteren naar een CD met multikanaals surroundgeluid) beschreven in Luisteren naar uw systeem op bladzijde 33.
De inhoud van de verpakking controleren
Controleer of u de volgende bijgeleverde toebehoren heeft ontvangen:
• Microfoon voor instellen
• Afstandsbediening
TOP MENU
GUIDE
D.ACCESS
RECEIVER
STANDRAD
LOUDNESS
MIDNIGHT/
AUDIO
SHIFT
MPX
RECEIVER CONTROL
CH RETURN
ADV. SURR
SUBTITLE
DIALOG E INPUT ATT
EFFECT
/CH SEL
ACOUSTIC
STEREO SLEEP
CH CH
HDD
EQ
LEVEL
DVD
T.EDIT
DISPLAY
TUNER
TV VOL
SYSTEM
SETUP
A
BCDE
REC STOP
ST ST
SELECT
INPUT
TV CONTROL
REC MUTE
TUNE
ENTER
TV CH
RETURN
VOL
BAND
CD
+
CD-R/TAPE
10
TUNE
FL DIMMER SR
TUNER
ENTER
RECEIVER
CLASS
MENU
DISC
• Drogecelbatterijen (formaat AA IEC R6) x2
•AM-raamantenne
• FM-draadantenne
• Deze gebruiksaanwijzing
RECEIVER
DVD/LD TV/SAT
MULTI CONTROL
SELECT
INPUT
DVR/VCR
SOURCE
TV CONT
6
Du
De batterijen plaatsen
Waarschuwing
Verkeerd gebruik van de batterijen kan lekkage of het barsten van de batterijen tot gevolg hebben. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
• Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Plaats de batterijen zodanig dat de plus- en minpolen overeenkomen met de merktekens in het batterijvak.
• Batterijen met dezelfde vorm kunnen een verschillende spanning hebben. Gebruik verschillende soorten batterijen niet samen.
• Wanneer u gebruikte batterijen weggooit, dient u zich te houden aan de wettelijke voorschriften of de milieuwetgeving die in uw land of gebied van toepassing zijn.
De receiver installeren
• Installeer dit toestel op een vlak en stabiel oppervlak.
Installeer het niet op de volgende plaatsen: – op een kleuren-TV (kan beeldvervorming veroorzaken) – dicht bij een cassettedeck (of een ander apparaat dat een magnetisch veld opwekt). Dit kan storingen in het geluid veroorzaken. – in rechtstreeks zonlicht – in een vochtige of natte ruimte – in een zeer warme of koude ruimte – op plaatsen die onderhevig zijn aan trillingen of andere bewegingen – op zeer stoffige plaatsen – op plaatsen waar hete dampen of olie aanwezig zijn (bv. in de keuken)
Ventilatie
Let er bij het installeren van dit apparaat op dat er voldoende vrije ruimte rondom het apparaat is voor een goede warmteafvoer (tenminste 20 cm boven het apparaat). Indien er onvoldoende ruimte wordt vrijgehouden tussen het apparaat en wanden of andere apparatuur, zal de warmte zich in het apparaat ophopen, wat van invloed is op de prestaties en/of storingen kan veroorzaken.
Receiver
De sleuven en openingen in de behuizing zijn aangebracht voor ventilatie en om de apparatuur te beschermen tegen oververhitting. Om brand te voorkomen, dient u niets direct op het apparaat te plaatsen en dient u ervoor te zorgen dat de openingen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door voorwerpen (zoals kranten, tafelkleden of gordijnen). Ook mag het apparaat niet worden gebruikt op een dik tapijt of een bed.
20 cm
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
Du
7
Hoofdstuk 2:
5-minutengids
Luisteren naar surroundgeluid
Deze receiver is ontworpen met het oog op een zo eenvoudig mogelijke instelling. Aan de hand van de hiernavolgende snelle installatiegids kunt u uw systeem dan ook in geen tijd klaarstomen voor surroundgeluid. In de meeste gevallen kunt u de standaardinstellingen van de receiver gewoon behouden.
• Zorg ervoor dat alle aansluitingen tot stand zijn gebracht voordat u de stekker van dit toestel in het stopcontact steekt.
1 Uw DVD-speler aansluiten.
Om surroundgeluid te kunnen afspelen, moet u uw DVD-speler via een digitale verbinding op de receiver aansluiten. U kunt een coaxiale (aanbevolen) of een optische verbinding maken (beide zijn niet nodig). Als u een optische kabel gebruikt, zie Het menu Input Assign (ingangen toewijzen) op bladzijde 67 om de optische ingang toe te wijzen aan DVD.
Gebruik een videokabel om de video-uitgang van uw DVD-speler aan te sluiten op de receiver via de hieronder getoonde aansluitingen.
2 Sluit uw TV aan.
Gebruik een videokabel om uw receiver aan te sluiten op de TV via de hieronder getoonde aansluitingen.
8
Du
CEN-
SUB
TER
OUT
CONTROL
OUT
MONITOR OUT
SUB WOOFER
PREOUT
AM
LOOP
ANTENNA
MONITOR OUT
DVD 5.1CH INPUT
IN
OUT
DVR/ VCR
IN
TV/ SAT
IN
DVD /LD
IN
S-VIDEO
WOOFER
COMPONENT VIDEO
(
)
(
)
DVR/ VCR
ASSIGNABLE
DVD/ LD
IN
IN
π
¥
BPRYPBPR
YP
LR
SURROUND
MONITOR OUT
FRONT
CENTER SURROUND
RL R L
A B
S P
E A K
E R
S
FRONT
(
)
TV / SAT
IN
ø
SURROUND BACK
RL
SURROUND
SURROUND BACK
LLL
RRR
PREOUT
CENTER
AUX
IN
DIGITAL OUT
OPT
OPT
2
(DVR/VCR)
OPT
1
(TV/SAT)
ASSIGNABLE
COAX
STANDBY/ON
7
0
3
DVD PLAYER
ÎA
8
¡ ¢4 1
DIGITAL IN
2
(CD)
COAX
1
(DVD /LD)
FM UNBAL
75
CD
IN
DVR/
OUT
VCR
IN
VIDEO
IN TV/ SAT
IN
IN DVD /LD
FRONT
IN
D V D
5.1CH INPUT
REC
IN
CD-R
OUT
/ TAPE
/ MD
IN
PLAY
R
L
AUDIO
3 Sluit uw luidsprekers aan.
Hier wordt een complete opstelling van acht luidsprekers (inclusief subwoofer) getoond, maar er zijn natuurlijk vele variaties mogelijk. Sluit gewoon de luidsprekers aan die u heeft op de hieronder
getoonde manier. afbeelding). Het verdient echter aanbeveling ten minste drie luidsprekers te gebruiken en een complete opstelling is het beste.
Zorg ervoor dat u de rechterluidspreker aansluit op de rechtse aansluiting en de linkerluidspreker op de linkse aansluiting. Ook moeten de positieve en negatieve (+/–) aansluitingen op de receiver overeenkomen met die op de luidsprekers. U kunt luidsprekers met een nominale impedantie tussen 6–16 gebruiken (zie De luidsprekerimpedantie wijzigen op bladzijde 73 als u van plan bent luidsprekers met een impedantie van minder dan 8 te gebruiken).
1
De receiver werkt al met twee stereoluidsprekers (de voorluidsprekers in de
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Waarschuwing
• Zorg dat de ontblote draaduiteinden van de luidsprekerkabel stevig in elkaar zijn gedraaid en volledig in de luidsprekeraansluiting steken. Gebruik luidsprekerkabels van goede kwaliteit om de luidsprekers op de receiver aan te sluiten.
Opmerking
1 • Als u geen subwoofer gebruikt, wijzig dan de instelling van de voorluidsprekers (zie De luidsprekers instellen op bladzijde 47) in LARGE.
Wanneer u slechts één surround-achterluidspreker gebruikt, sluit deze dan aan op de linker surround-achteraansluiting (L).
Español
9
Du
Zorg ervoor dat de luidsprekerkabel die u gaat gebruiken goed is voorbereid. Dat wil zeggen dat u ongeveer 10 mm van de isolatie van elke draad moet verwijderen en de ontblote draden in elkaar moet draaien (afb. A).
Schroef de aansluitklem een paar slagen los tot er voldoende ruimte is om de blanke draad te kunnen insteken (afb. B). Nadat de draad is ingestoken, draait u de aansluiting weer vast totdat de draad goed vastzit (afb. C).
De plaats van uw luidsprekers heeft een grote invloed op het geluid. Stel uw luidsprekers op zoals hieronder getoond voor een optimaal surroundgeluidseffect. Zie Tips voor het opstellen van de luidsprekers op bladzijde 24 voor meer informatie
5 Druk op QUICK SETUP op het voorpaneel om uw luidsprekeropstelling, kamergrootte en luisterpositie in te stellen. Maak uw selectie met de draaischijf MULTI JOG en bevestig uw selectie met ENTER. Als u
meer informatie nodig hebt, leest u Snel instellen hieronder.
1
6 Speel een DVD af en regel het volume naar wens.
Controleer of DVD/LD wordt weergegeven op het display van de receiver. Dit geeft aan dat de DVD-ingang is geselecteerd. Is dit niet het geval, druk dan op DVD/LD op de afstandsbediening om de receiver in te stellen
op de DVD-ingang.
2
U kunt nog verschillende andere geluidsopties selecteren. Zie Luisteren naar uw systeem op
bladzijde 33 voor meer informatie.
3
4 Steek de stekker van de receiver in en zet hem aan. Doe vervolgens hetzelfde met uw DVD-speler, subwoofer en TV.
De video-ingang van uw TV moet ingesteld zijn op deze receiver. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw TV als u niet weet hoe u dit moet doen.
Opmerking
1 Zie ook Instellingen voor de receiver verrichten vanuit het menu System Setup op bladzijde 42 voor meer instelopties. 2 Wellicht moet u uw DVD-speler instellen op de uitgang Dolby Digital, DTS en 88,2/96 kHz PCM (2-kanaals) audio (zie de handleiding van uw DVD-speler voor meer informatie hierover). 3 Afhankelijk van uw DVD-speler of brondiscs krijgt u mogelijk alleen digitaal 2-kanaals stereo- en analoog geluid te horen. In dat geval moet de luisterstand ingesteld zijn op STANDARD (zie Luisteren in surroundgeluid op bladzijde 33 wanneer u dit moet doen) wanneer u multikanaals surroundgeluid wilt.
10
Du
Snel instellen
Met de optie Snel instellen is uw systeem snel en eenvoudig klaar voor gebruik. De receiver stelt zichzelf automatisch in op basis van uw luidsprekeropstelling, kamergrootte en luisterpositie. De volgende stappen voert u uit op het voorpaneel.
• Wilt u een uitgebreidere manier van instellen, lees dan Automatische instelling van surroundgeluid (MCACC) op bladzijde 12. In dit geval kunt u Snel instellen overslaan.
1 Als de receiver uit staat, drukt u op STANDBY/ON
2 Druk op
Op het scherm flikkert SW DET (SubWoofer DETectie) terwijl de receiver uw opstelling onderzoekt op aanwezigheid van een subwoofer. Deze controle wordt afgesloten met SW YES (subwoofer aanwezig) of SW NO (subwoofer afwezig). Vervolgens wordt u gevraagd om uw luidsprekeropstelling op te geven.
3 Selecteer uw luidsprekeropstelling met de draaischijf
Wanneer een subwoofer is gedetecteerd in stap 2, kunt u tussen de volgende opties schakelen:
7.1ch
Is tijdens stap 2 geen subwoofer gedetecteerd, dan kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden:
7.0ch
om hem aan te zetten.
QUICK SETUP
MULTI JOG
.
.
2.1ch 3.1ch
6.1ch 5.1ch
2.0ch 3.0ch
6.0ch 5.0ch
4.1ch
4.0ch
• Zoek in onderstaande tabel de luidsprekeropstelling die overeenkomt met uw systeem.
4Druk op
5 Selecteer uw kamergrootte met de draaischijf MULTI JOG.
Afhankelijk van de afstand van uw luidsprekers tot de luisterpositie, kiest u uit klein, middelgroot of groot (S, M of L), waarbij M staat voor een kamer van gemiddelde grootte.
6 Druk op ENTER.
7 Selecteer uw luisterpositie met de draaischijf
U kunt bladeren door de volgende mogelijkheden:
FWD – Als u dichter bij de voorluidsprekers zit dan bij de zijluidsprekers
MID – Als u even ver van voor- en zijluidsprekers zit
BACK – Als u dichter bij de zijluidsprekers zit dan bij de voorluidsprekers
8 Bevestig uw keuze door op drukken.
Op het scherm verschijnen de door u gekozen luidsprekeropstelling, kamergrootte en luisterpositie.
ENTER
.
MULTI JOG
.
ENTER
te
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
11
Du
Hoofdstuk 3:
T
Snelle instelling van het surroundgeluid
1 Sluit de microfoon aan op de aansluiting
Automatische instelling van surroundgeluid (MCACC)
De automatische meerkanaals akoestische calibratie (MCACC, voor ‘Auto Multi-Channel Acoustic Calibration’) meet de akoestische karakteristieken van uw luisterruimte, waarbij rekening wordt gehouden met omgevingsgeluid, luidsprekergrootte en – afstand; ook worden kanaalgalm en kanaalvolume getest. Nadat u de microfoon heeft ingesteld die bij uw systeem wordt
MCACC
SETUP MIC
Controleer of er zich geen obstakels tussen de luidsprekers en de microfoon bevinden.
•Druk PUSH OPEN op het paneel omlaag om toegang te verkrijgen tot de MCACC SETUP MIC-aansluiting en de videoaansluitingen aan de voorzijde (bladzijde 21).
TUNER
R
op het voorpaneel.
AUX
MCACC SETUP MIC
DIGITAL IN
MASTER VOLUME
UPDOWN
geleverd, kiest de receiver op basis van de informatie van een reeks testtonen de optimale luidsprekerinstellingen en egalisatie voor uw
luisterruimte.
1
U kunt de microfoon ook op oorhoogte plaatsen met behulp van een tafel of een stoel. U kunt de microfoon ook op oorhoogte
Belangrijk
• MCACC wist alle eventuele luidsprekerinstellingen die u eerder hebt gemaakt.
• Zorg dat er geen hoofdtelefoon is aangesloten.
Waarschuwing
• De testtonen die worden voortgebracht tijdens de automatische MCACC-instelling klinken erg hard.
INPUT
RECEIVER
SELECT
DVD/LD TV/SAT DVR/VCR TV CONT
CD-R/TAPE
CD
Opmerking
1 Wanneer u een “bi-amp”-aansturing voor uw voorluidsprekers wilt toepassen, of een afzonderlijk luidsprekersysteem in een andere ruimte wilt opstelle n, lees dan op Instelling van de surround-achterluidspreker Standaardinstelling op bladzijde 42 en zorg ervoor dat uw luidsprekers correct zijn aangesloten voordat u verder gaat. 2 Wanneer u de Auto MCACC-instelling op een bepaald moment annuleert, sluit de receiver de installatie automatisch af en worden er geen instellingen ingevoerd. 3 Wanneer u een “bi-amp”-aansturing voor uw voorluidsprekers wilt toepassen, of een afzonderlijk luidsprekersysteem in een andere ruimte wilt opstellen, lees dan Instelling van de surround-achterluidspreker Standaardinstelling en zorg ervoor dat uw luidsprekers correct zijn aangesloten voordat u verder gaat.
MULTI CONTROL
TUNER RECEIVER
SOURCE
D.ACCES S
TOP MENU
T.EDIT
GUIDE
+
10
ST ST
SYSTEM
SETUP
TV VOL
FL DIMMER SR
TUNE
ENTER
TUNE
TV CONTROL
INPUT
TV CH
SELECT
ENTER
CLASS MENU
BAND
RETURN
VOL
DISC
plaatsen met behulp van een tafel of een stoel.
2 Als de receiver uit staat, drukt u op RECEIVER
om hem aan te zetten.
3 Als u een subwoofer hebt, dan zet u die aan.
4 Druk op
RECEIVER
op de
afstandsbediening en druk vervolgens op de
SYSTEM SETUP
toets
.
• Druk om het even wanneer op SYSTEM SETUP om het menu System Setup te
verlaten.
2
5 Selecteer ‘A. MCACC’ in het menu System
ENTER
Setup en druk op
6 Zorg ervoor dat ‘SB NORM.’ geselecteerd is en druk vervolgens op ENTER.
.
3
Maak zo min mogelijk geluid nadat u op ENTER hebt gedrukt. Het systeem produceert een reeks testtonen om het omgevingsgeluidsni­veau vast te stellen.
12
Du
Als er te veel geluid is, verschijnt op het scherm vijf seconden lang het bericht NOISY!. Wilt u stoppen en de geluidsniveaus opnieuw testen, druk dan op SYSTEM SETUP (zie de opmerkingen over omgevingsgeluid hieronder); wilt u het nog eens proberen, druk dan op ENTER als RETRY? op het scherm verschijnt.
• Regel het volume niet bij tijdens de weergave van de testtonen. Dit kan onjuiste luidsprekerinstellingen tot gevolg hebben.
Het systeem controleert nu de microfoon en uw luidsprekeropstelling.
Als er een ERR-bericht op het scherm verschijnt, dan is er misschien een probleem met uw microfoon of met de luidsprekeraansluitingen. Zet het apparaat uit, en onderzoek het probleem dat door het ERR-bericht wordt aangeduid (zie hieronder); probeer dan de automatische surround-instelling opnieuw.
ERR MIC – Controleer de microfoonaan­sluiting.
ERR Fch – Controleer de aansluitingen van de voorluidsprekers.
ERR Sch – Controleer de aansluitingen van de zijluidsprekers.
ERR SBch – Controleer de aansluitingen van de achterluidsprekers.
ERR SW – Let erop dat de subwoofer aan staat en dat het volume niet op nul staat.
7 Wanneer op het scherm CHECK OK verschijnt, kunt u uw luidsprekerconfiguratie bevestigen.
Controleer met / (cursor omhoog/omlaag) één voor één alle luidsprekers. De berichten YES en NO geven aan welke luidsprekers daadwerkelijk aangesloten zijn. Als de aangegeven luidsprekerconfiguratie niet correct is, wijzigt u de instelling met / (cursor links/rechts). Wanneer u klaar bent, gaat u door naar de volgende stap.
8 Selecteer op het scherm CHECK OK en druk op
ENTER
.
De automatische MCACC eindigt met het controleren van het volume van de subwoofer.
• Als de subwoofer te hard of te zacht staat, verschijnt op het scherm vijf seconden lang het bericht SW.VOL.DWN/ SW.VOL.UP. Wilt u stoppen en uw subwoofervolume aanpassen, druk dan op SYSTEM SETUP of druk gewoon op ENTER wanneer RETRY? op het scherm verschijnt.
9 De automatische MCACC-instelling is voltooid!
De MCACC-indicator op het voorpaneel licht op om aan te geven dat de surroundinstellingen zijn voltooid.
De instellingen die zijn gemaakt met de automatische MCACC-instelling leiden normaal tot een uitstekend surroundgeluid van uw systeem, maar u kunt deze instellingen ook handmatig invoeren met het menu System
Setup (zie bladzijde bladzijde 42).
1
U kunt ook wanneer SKIP? op het scherm verschijnt met / (cursor links/rechts) een van de volgende opties selecteren en dan met / (cursor omhoog/omlaag) de instellingen controleren:
CHK SP – Controleer de grootte en het aantal luidsprekers dat u hebt aangesloten (zie bladzijde 47 voor meer informatie)
CHK DIST. – Controleer de afstand van uw luidsprekers vanaf de luisterpositie (zie bladzijde 49 voor meer informatie)
CHK LEVEL – Controleer de algehele balans van uw luidsprekersysteem (zie bladzijde 48 voor meer informatie)
CHK EQ – Selecteer ofwel ALL CH of F ALIGN en controleer de aanpassingen aan de frequentiebalans van uw luidsprekersysteem gebaseerd op de akoestische karakteristieken van uw kamer (zie bladzijde 45 voor meer informatie)
10 Wanneer u klaar bent selecteert u ‘SKIP?’ om terug te keren naar het menu System Setup.
• Vergeet niet de microfoon los te koppelen nadat u de automatisch MCACC hebt voltooid.
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
Opmerking
1 • A fhankelijk van de eigenschappen van uw kamer, worden soms verschillende formaten ingesteld voor identieke luidsprekers met conusafmetingen van ongeveer 12 cm. U kunt de instelling handmatig corrigeren me t Handmatige De luidsprekers instellen op bladzijde 47.
• De afstand van de subwoofer tot de luisterpositie kan verder worden ingesteld dan de werkelijke afstand. Deze instelling moet nauwkeurig zijn (rekening houdend met de vertraging en de eigenschappen van de kamer) en moet normaal gezien niet worden gewijzigd.
13
Du
Andere problemen tijdens het gebruik van de automatische MCACC-instelling
Als de omgevingsomstandigheden niet optimaal zijn voor de automatische MCACC­instelling (te veel achtergrondgeluiden, weerkaatsing van echo’s door de muren, obstakels tussen de luidsprekers en de microfoon), kunnen de eindinstellingen onjuist zijn. Controleer of andere huishoudelijke apparatuur (airconditioning, koelkast, ventilator, enz.) in de omgeving geen storingen veroorzaken en schakel ze indien nodig uit. Als instructies worden weergegeven op het display op het voorpaneel, moet u deze volgen.
• Sommige oudereTV’s kunnen de werking van de microfoon storen. Zet in dit geval de TV uit tijdens het verrichten van de automatische MCACC-instelling.
14
Du
Hoofdstuk 4:
Aansluitingen
De kabels aansluiten
Zorg ervoor dat de kabels niet over het apparaat heen liggen (zoals aangegeven in de afbeelding). Anders produceert het magnetische veld van de transformatoren in het apparaat een brom in de luidsprekers.
Belangrijk
• Voordat u aansluitingen maakt of wijzigt, moet u dit toestel uitschakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken.
Analoge audiokabels
Gebruik stereo RCA-phonokabels voor het aansluiten van analoge audioapparaten. Deze kabels herkent u aan de rode en witte stekkers; sluit de rode stekkers aan op de R­aansluitingen (rechts) en de witte stekkers op de L-aansluitingen (links).
Digitale audiokabels
Gebruik in de handel verkrijgbare coaxiale digitale audiokabelsof optische kabels om digitale apparaten aan te sluiten op deze receiver.
• Wanneer u optische kabels aansluit, wees dan voorzichtig dat u bij het insteken van de stekker het afsluitklepje van de optische aansluiting niet beschadigt.
• Wikkel een optische kabel losjes op om hem te bewaren. De kabel kan worden beschadigd als hij scherp wordt gebogen.
• Voor coaxiale digitale aansluitingen kunt u ook een gewone RCA-videokabel gebruiken.
Videokabels
Gewone RCA-videokabels
Dit soort kabels wordt het meest gebruikt voor video-aansluitingen en dient te worden gebruikt voor de aansluiting op composietvideo-aansluitingen. De kabels hebben gele stekkers waarmee u ze kunt onderscheiden van audiokabels.
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
15
Du
S-videokabels
Bij gebruik van S-videokabels is de beeldweergave helderder dan bij gebruik van gewone RCA-videokabels doordat afzonderlijke signalen voor luminantie (helderheid) en kleur worden verzonden.
Componentvideokabels
Gebruik componentvideokabels voor een optimale kleurweergave van uw videobron. Het kleursignaal van de TV wordt eerst opgesplitst in het luminantiesignaal (Y) en de kleursignalen (P
B en PR) en daarna
weergegeven. Op die manier wordt interferentie tussen de signalen vermeden.
16
Du
Een DVD-speler en tv aansluiten
Op deze bladzijde ziet u hoe u uw DVD-speler en uw tv op de receiver moet aansluiten.
1 Verbind een coaxiale digitale geluidsuitgang op uw DVD-speler met de ingang DIGITAL COAX 1 (DVD/LD) op de receiver.
Gebruik hiervoor een coaxiale digitale geluidskabel.
2 Verbind de composiet video-uitgang en de stereo analoge geluidsuitgangen op
DVD-speler met de DVD/LD-ingangen op de receiver.
Gebruik hiervoor een standaard RCA­videokabel
• Als uw DVD-speler meerkanaals analoge
uitgangen heeft, lees dan De meerkanaals analoge uitgangen aansluiten hieronder.
3 Verbind de analoge geluidsuitgangen van uw tv met de TV/SAT-ingangen op de receiver.
Zo kunt u het geluid van de tv-tuner via uw versterker afspelen. Gebruik hiervoor een RCA­geluidskabel.
• Als uw tv een ingebouwde digitale decoder heeft, kunt u ook een optische digitale geluidsuitgang op uw tv verbinden met de ingang DIGITAL OPT 1 (TV/SAT) op de receiver. Gebruik hiervoor een optische kabel.
4 Verbind de video-uitgang MONITOR OUT op de receiver met een video-ingang op uw tv.
Gebruik hiervoor een standaard RCA­videokabel op de composietvideo-aansluiting.
1
2
3
en een stereo RCA-geluidskabel.
uw
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
4
Opmerking
1 Als uw DVD-speler alleen een optische digitale uitgang heeft, kunt u deze verbinden met de optische ingang op de receiver met een optische kabel. Bij het instellen van de receiver moet u aangeven op welke ingang u de speler hebt aangesloten (zie Het menu Input Assign (ingangen toewijzen) op bladzijde 67). 2 Hierdoor kunt u analoge opnamen maken vanaf uw DVD-speler. 3 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO DVD/LD-aansluiting. Wanneer uw speler beschikt over een componentvideo-uitgang, kunt u deze ook aansluiten. Zie De componentvideo-aansluitingen gebruiken op bladzijde 21 voor meer informatie hierover. 4 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO MONITOR OUT-aansluiting. Zie De componentvideo-aansluitingen gebruiken op bladzijde 21 wanneer u de componentvideo-uitgangen wilt gebruiken om deze receiver op uw tv aan te sluiten.
17
Du
De meerkanaals analoge uitgangen
V
I
T
aansluiten
Voor DVD-audio en SACD-weergave kan uw DVD-speler beschikken over analoge 5.1­kanaal-uitgangen. In dat geval kunt u de multikanaals analoge uitgangen aansluiten op de multikanaalsingangen van deze receiver,
zoals hieronder getoond.
1
1 Verbind een stel audio-/video-uitgangen op de decoder met de TV/SAT AUDIO- en
VIDEO-ingangen op de receiver.
2
Gebruik voor het geluid een stereo RCA geluidskabel en voor het beeld een standaard
RCA videokabel.
3
2 Verbind een optische digitale geluidsuitgang van uw decoder met de ingang DIGITAL OPT 1 (TV/SAT) op de receiver.
FM UNBAL
75
VIDEO
4
AM
LOOP
OUT
CONTROL
IN
OUT
MONITOR OUT
SUB WOOFER
PREOUT
ANTENNA
MONITOR OU
OUT
IN
IN
IN
S-V
Gebruik hiervoor een optische kabel.
AUX
IN
DIGITAL OUT
(DVR/VCR)
(TV/SAT)
ASSIGNABLE
DIGITAL IN
COAX
COAX
OPT
OPT
2
OPT
1
2
(CD)
1
(DVD /LD)
CD
IN
DVR/
OUT
VCR
IN
IN
IN
OUT
IN
R
AUDIO
IN
TV / SAT
IN
DVD /LD
FRONT
D V D
5.1CH INPUT
REC
IN
CD-R
/ TAPE
/ MD
PLAY
L
2 1
DIGITAL OUT
OPTICAL COAXIAL
L
AV OUT
Een satellietontvanger of andere digitale decoder aansluiten
Satelliet- en kabelontvangers en digitale tv­tuners zijn voorbeelden van zgn. decoders.
Opmerking
1 De meerkanaals ingang kan alleen gebruikt worden als u DVD 5.1 ch hebt geselecteerd (zie bladzijde 41). 2 Wanneer u reeds uw tv hebt aangesloten op de TV/SAT-ingangen, kiest u gewoon een andere ingang. Om een signaal te kunnen ontvangen moet u echter de ingangsselectieknop indrukken voor de ingang waarop u de set-topbox hebt aangesloten. 3 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO TV/SAT-aansluiting. Wanneer uw set­topbox ook over een componentvideo-uitgang beschikt, kunt u deze ook aansluiten. Zie De componentvideo-aansluitingen gebruiken op bladzijde 21 voor meer informatie hierov er. 4 Wanneer uw satelliet/kabelreceiver niet over een digitale audio-uitgang beschikt, kunt u deze stap overslaan. Wanneer de receiver alleen over een coaxiale digitale uitgang beschikt, kunt u die aansluiten op een van de coaxiale ingangen van deze receiver met behulp van een coaxiale digitale audiokabel. Wanneer u de receiver installeert, dient u aan de receiver door te geven op welke ingang u de set-topbox hebt a angesloten (zie Het menu Input Assign (ingangen toewijzen) op bladzijde 67).
18
Du
STB
VIDEOAUDIOR
Andere audiocomponenten aansluiten
Het aantal en soort aansluitingen hangt af van het soort component dat u wilt aansluiten.
Volg de stappen hieronder als u een CD-R, minidisc, DAT- of taperecorder of andere audiocomponent wilt aansluiten.
1 Als uw component een digitale uitgang heeft, verbind deze dan met een digitale ingang op de receiver zoals aangegeven.
In het voorbeeld ziet u een coaxiale verbinding met de digitale CD-ingang met behulp van een coaxiale digitale audiokabel.
2 Verbind zonodig de analoge geluidsuit­gangen van de component met een onge­bruikte set audio-ingangen op de receiver.
Deze verbinding moet u maken bij componenten zonder digitale uitgang, of als u opnamen vanaf een digitale component wilt maken. Gebruik een RCA-geluidskabel zoals aangegeven.
3 Als u een opnameapparaat aansluit, sluit dan de analoge geluidsuitgangen (REC) aan op de analoge geluidsingangen op het opnameapparaat.
In het voorbeeld ziet u een analoge verbinding met de analoge CD-R/TAPE/MD-uitgang met behulp van een RCA geluidskabel.
4 Wanneer uw recorder over een digitale ingang beschikt, sluit u deze aan op de digi­tale uitgang van de receiver, zoals getoond.
Gebruik een optische kabel om deze aansluiting te maken.
1
De WMA9 Pro-decoder
Dit apparaat beschikt over een ingebouwde
Windows Media Pro) decoder, zodat u met WMA9 Pro gecodeerd geluid kunt afspelen wanneer u een WMA9 Pro-Compatible speler hebt aangesloten met een coaxiale of optische digitale verbinding. De aangesloten PC,
®
Audio 9 Professional (WMA9
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
Opmerking
1 Mer k op dat u digitale componenten op analoge geluidsaansluitingen moet aansluiten als u van of naar digitale componenten (zoals een minidisc) wilt opnemen van of naar analoge componenten.
19
Du
DVD-speler, decoder e.d. moet echter het WMA9 Pro-signaal via een coaxiale of optische digitale uitgang kunnen weergeven.
4 Wanneer uw videoapparaat over een digitale ingang beschikt, sluit u deze aan op de digitale uitgang van de receiver, zoals getoond.
Gebruik een optische kabel om deze aansluiting te maken.
Microsoft, Windows Media
®
en het Windows­logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Andere videocomponenten aansluiten
Deze receiver beschikt over audio-/video­ingangen en -uitgangen waarop u analoge of digitale videorecorders, DVD-recorders en hardeschijfrecorders kunt aansluiten.
1 Verbind een stel audio-/video­uitgangen op de recorder met de DVR/VCR AUDIO- en VIDEO-ingangen op de receiver.
Gebruik een stereo RCA-phonokabel voor de audioaansluiting en een standaard RCA-
videokabel voor de videoaansluiting.
2 Verbind een stel audio-/video­ingangen op de recorder met de DVR/VCR AUDIO- en VIDEO-uitgangen op de receiver.
Gebruik een stereo RCA-phonokabel voor de audioaansluiting en een standaard RCA-
videokabel voor de videoaansluiting.
3 Als uw videocomponent over een digitale geluidsuitgang beschikt, verbind u die met een digitale ingang op de receiver.
In het voorbeeld ziet u een recorder die aangesloten is op de ingang DIGITAL COAX 1
(DVD/LD).
3
1
2
Opmerking
1 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO DVR/VCR IN-aansluiting. Wanneer uw set-topbox ook over een componentvideo-uitgang beschikt, kunt u deze ook aansluiten. Zie De componentvideo-aansluitingen gebruiken op bladzijde 21 voor meer informatie. 2 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO DVR/VCR OUT-aansluiting. 3 Als uw videocomponent geen digitale geluidsuitgang heeft, slaat u deze stap over. Als hij alleen een optische digitale uitgang heeft, kunt u deze verbinden met de optische ingang op de receiver met een optische kabel. Wanneer u de receiver installeert, dient u aan de receiver door te geven op welke ingang u het apparaat hebt aangesloten (zie Het menu Input Assign (ingangen toewijzen) op bladzijde 67).
20
Du
De componentvideo-aansluitin­gen gebruiken
Componentvideo levert superieure beeldkwaliteit in vergelijking met composietvideo. Een ander voordeel (indien uw bron en uw tv beide compatibel zijn) is progressive-scan video, dat een zeer stabiel, trillingvrij beeld biedt. Zie de handleidingen die bij uw tv en uw bronapparaat zijn geleverd om te controleren of beide compatibel zijn met progressive-scan video.
Belangrijk
• Indien u een willekeurig bronapparaat op
uw receiver aansluit met behulp van een componentvideo-ingang, moet ook uw tv zijn aangesloten op de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT-aansluitingen van uw receiver.
1 Sluit de componentvideo-uitgangen van uw bron aan op een paar component­video-ingangen van deze receiver.
Gebruik een drieweg-componentvideokabel voor de aansluiting.
2 Indien noodzakelijk wijst u de componentvideo-ingangen toe aan de ingangsbron die u hebt aangesloten.
Dit hoeft alleen te gebeuren wanneer u niet volgens de onderstaande standaardinstellingen hebt aangesloten:
COMP 1DVD
COMP 2TV
COMP 3DVR
Zie De componentvideo-ingangen toewijzen op bladzijde 67 voor meer informatie
3 Sluit de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT-aansluitingen van deze receiver aan op de componentvideo-ingangen van uw tv of monitor.
Gebruik een drieweg-componentvideokabel.
De video-aansluiting op het voorpaneel gebruiken
Gebruik een drieweg-componentvideokabel. Er bevinden zich standaard audio/video­aansluitingen alsmede een S-video-aansluiting en een optische ingang op het voorpaneel. Sluit ze op dezelfde manier aan als de aansluitingen op het achterpaneel. Druk op de knop VIDEO op het voorpaneel om deze als uw ingangsbron te selecteren.
•Druk PUSH OPEN op het paneel omlaag om toegang te verkrijgen tot de MCACC SETUP MIC-aansluiting en de videoaansluitingen aan de voorzijde.
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
21
Du
Antennes aansluiten
Sluit de AM-raamantenne en de FM­draadantenne aan zoals hieronder getoond. Om de ontvangst en de geluidskwaliteit te verbeteren, kunt u buitenantennes aansluiten (zie Buitenantennes gebruiken hieronder). Voordat u aansluitingen maakt of wijzigt, moet u de receiver uitschakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken.
FM-draadantenne
Sluit de FM-draadantenne aan, rol ze volledig af en bevestig ze aan een raamkozijn of op een andere plaats waar een goede ontvangst wordt verkregen.
Antenneklikaansluitingen
Draai de ontblote draaduiteinden in elkaar, steek ze in de opening en laat de aansluiting vastklikken.
10mm
Buitenantennes gebruiken
Om de FM-ontvangst te verbeteren
Sluit een FM-buitenantenne aan met een PAL­steker.
Om de AM-ontvangst te verbeteren
Sluit een met vinyl beklede draad van 5 – 6 m aan op de AM-antenne-aansluiting zonder de bijgeleverde AM-raamantenne los te koppelen.
U verkrijgt de beste ontvangst wanneer u de kabel buiten horizontaal ophangt.
AM-raamantenne
Zet de antenne in elkaar en sluit hem aan op de receiver. Sluit deze aan (indien nodig) en richt de antenne zodanig dat de ontvangst optimaal is.
22
Du
De luidsprekers aansluiten
Hier wordt een complete opstelling van acht luidsprekers (inclusief subwoofer) getoond, maar er zijn natuurlijk vele variaties mogelijk. Sluit gewoon de luidsprekers aan die u heeft op de hieronder
getoonde manier. afbeelding). Het verdient echter aanbeveling ten minste drie luidsprekers te gebruiken en een complete opstelling is het beste.
Zorg ervoor dat u de rechterluidspreker aansluit op de rechtse aansluiting en de linkerluidspreker op de linkse aansluiting. Ook moeten de positieve en negatieve (+/–) aansluitingen op de receiver
overeenkomen met die op de luidsprekers. tussen 6–16 gebruiken (zie De luidsprekerimpedantie wijzigen op bladzijde 73 als u van plan bent luidsprekers met een impedantie van minder dan 8 te gebruiken).
1
De receiver werkt al met twee stereoluidsprekers (de voorluidsprekers in de
2
U kunt luidsprekers met een nominale impedantie
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Waarschuwing
• Zorg dat de ontblote draaduiteinden van de luidsprekerkabel stevig in elkaar zijn gedraaid en volledig in de luidsprekeraansluiting steken. Gebruik luidsprekerkabels van goede kwaliteit om de luidsprekers op de receiver aan te sluiten.
Opmerking
1 Als u geen subwoofer gebruikt, wijzig dan de instelling van de voorluidsprekers (zie De luidsprekers instellen op bladzijde 47) in LARGE. 2 Wanneer u slechts één surround-achterluidspreker gebruikt, sluit deze dan aan op de linker surround-achteraansluiting (L).
Español
23
Du
Zorg ervoor dat de luidsprekerkabel die u gaat gebruiken goed is voorbereid. Dat wil zeggen dat u ongeveer 10 mm van de isolatie van elke draad moet verwijderen en de ontblote draden in elkaar moet draaien (afb. A).
Schroef de aansluitklem een paar slagen los tot er voldoende ruimte is om de blanke draad te kunnen insteken (afb. B). Nadat de draad is ingestoken, draait u de aansluiting weer vast totdat de draad goed vastzit (afb. C).
Waarschuwing
• Deze luidsprekeraansluitingen kunnen gevaarlijk zijn wanneer er stroom op staat. Haal om te voorkomen dat u een schok krijgt tijdens het aansluiten of losmaken van luidsprekerkabels eerst de stekker uit het stopcontact.
Tips voor het opstellen van de luidsprekers
Luidsprekers zijn gewoonlijk ontworpen met een bepaalde opstelling in gedachten. Sommige zijn ontworpen om op de vloer te staan, terwijl andere het beste klinken wanneer u ze op een steun plaatst. Sommige moeten dicht bij een muur worden opgesteld; andere staan beter ver van muren vandaan. Hierna geven we enkele tips die u helpen het beste geluid uit uw luidsprekers te halen. Volg echter ook de aanwijzingen in verband met de opstelling die de fabrikant geeft voor uw specifieke luidsprekers om hun mogelijkheden optimaal te benutten.
• Plaats de luidsprekers links en rechts voor op gelijke afstand van de TV.
• Wanneer u luidsprekers dicht bij de TV plaatst, is het raadzaam magnetisch afgeschermde luidsprekers te gebruiken. Dit voorkomt mogelijke storingen, zoals verkleuring van het beeld, wanneer u de TV
aanzet. Als u geen magnetisch afgeschermde luidsprekers heeft en het TV-beeld verkleurt, plaats de luidsprekers dan verder weg van de TV.
• Als u een middenluidspreker gebruikt, stel de voorluidsprekers dan iets schuiner op. Zo niet, dan plaatst u ze minder schuin.
• Plaats de middenluidspreker boven of onder de TV zodat het geluid van het middenkanaal zich bij het TV-scherm bevindt. Zorg er ook voor dat de middenluidspreker de lijn die wordt gevormd door de voorste randen van de luidsprekers links en rechts voor niet snijdt.
• De luidsprekers worden het beste schuin in de richting van de luisterpositie geplaatst. Hoe schuin hangt af van de afmetingen van de kamer. Plaats ze minder schuin in grotere kamers.
• Surround- en surround-achterluidsprekers moeten 60 tot 90 cm boven oorhoogte en lichtjes neerwaarts gekanteld worden opgesteld. Plaats de luidsprekers niet naar elkaar toe.
• Stel uw luidsprekers op zoals hieronder getoond om een optimaal surroundgeluid te verkrijgen. Zorg ervoor dat alle luidsprekers stevig opgesteld staan om ongevallen te voorkomen en om de geluidskwaliteit te verbeteren.
Waarschuwing
• Als u de middenluidspreker op de TV plaatst, moet u hem vastmaken met kleefband of iets dergelijks. Dit voorkomt het gevaar voor beschadiging van de luidspreker of letsels als hij van de TV zou vallen als gevolg van externe schokken, bijvoorbeeld een aardbeving.
• Zorg ervoor dat er geen blote luidsprekerkabel tegen het achterpaneel aankomt, omdat anders de receiver zichzelf automatisch uitschakelt.
24
Du
Bovenaanzicht van de luidsprekeropstelling
Zie ook de 3-D-afbeelding van de luidsprekeropstelling op bladzijde 10.
De afbeeldingen hieronder tonen de aanbevolen opstelling van de surround- en surround-achterluidsprekers. De eerste afbeelding (afb. A) toont de beste opstelling wanneer één (of geen) surround­achterluidspreker is aangesloten. De tweede afbeelding (afb. B) laat zien wat de beste opstelling is wanneer u twee surround­achterluidsprekers gebruikt.
3-D-aanzicht van 7.1-kanaals luidsprekersysteem
Bediening van andere Pioneer-apparaten
Vele Pioneer-apparaten hebben SR CONTROL- aansluitingen. Deze kunnen worden gebruikt om apparaten aan elkaar te koppelen zodat u
.
gewoon de afstandsbedieningssensor van één apparaat kunt gebruiken. Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, wordt het bedieningssignaal doorgestuurd naar het
juiste apparaat.
Als u deze functie gebruikt, zorg er dan voor dat
minstens één set analoge audio- of video­aansluitingen is aangesloten op een ander
apparaat voor een goede aarding.
1
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Opmerking
1 • Als u al uw apparaten met de afstandsbediening van deze receiver wilt bedienen, zie De rest van uw systeem bedienen op bladzijde 56.
• Als u een afstandsbediening heeft aangesloten op de CONTROL IN-aansluiting (met behulp van een ministekkerkabel), zult
u dit toestel niet kunnen bedienen via de afstandsbedieningssensor.
Español
25
Du
Hoofdstuk 5:
Bedieningselementen en displays
Voorpaneel
1 Ingangskeuzetoetsen
Druk hierop om een ingangsbron te selecteren.
2 Lettertekendisplay
Zie Display op bladzijde 28.
3 MCACC-indicator
Licht op wanneer de akoestische kalibratie EQ (bladzijde 36) is ingeschakeld (akoestische kalibratie EQ wordt automatisch ingesteld op ALL CH ADJUST nadat de automatische MCACC-instelling (bladzijde 12) of automatische EQ-instelling (bladzijde 45) is voltooid).
26
Du
4
ENTER
5
MULTI JOG
Gebruik de MULTI JOG-knop om diverse instellingen en menu-opties te selecteren.
6
STANDBY/ON
Hiermee schakelt u de receiver tussen aan en stand-by.
-knop
7
PHONES
Sluit hierop een hoofdtelefoon aan. Wanneer een hoofdtelefoon is aangesloten, wordt er geen geluid weergegeven via de luidsprekers.
8
LISTENING MODE
STANDARD
Druk hierop voor standaard decodering en om te wisselen tussen de verschillende opties voor Pro Logic IIx en Neo:6 (bladzijde 33).
ADVANCED SURROUND
Hiermee kiest u tussen de verschillende surroundmodi (bladzijde 34).
ST/DIRECT/AUTO SURR
Hiermee wisselt u tussen directe weergave en stereoweergave. De directe weergave negeert de toonregelingen en elke andere signaalverwerking en levert de meest nauwkeurige bronweergave op (bladzijde 36). Selecteert tevens de Auto Surround-modus (Automatische weergave op bladzijde 33).
9 SIGNAL SELECT
Hiermee kiest u een ingangssignaal (bladzijde 37).
10
VIDEO INPUT
De video-aansluiting op het voorpaneel gebruiken op bladzijde 21.
11 MCACC SETUP MIC-aansluiting
Hier kunt u de meegeleverde microfoon aansluiten (bladzijde 12).
12
MASTER VOLUME
13
EON MODE
Gebruik deze toets om te zoeken naar programma’s die verkeersinformatie of nieuws uitzenden (bladzijde 53).
14 PTY SEARCH
Gebruik deze toets om te zoeken naar RDS­programmatypes (bladzijde 53).
15
SPEAKERS
Wordt gebruikt om het luidsprekersysteem (bladzijde 63) en de impedantie-instelling te wijzigen (bladzijde 73).
-aansluiting
-toetsen
-knop
-aansluitingen
16
EXTENDED MODE
Hiermee kiest u de surround­achterkanaalfunctie (bladzijde 38) of de virtuele surround-achterkanaalfunctie (bladzijde 39).
17 ACOUSTIC EQ
Hiermee kiest u een instelling voor de akoestische kalibratie EQ (bladzijde 36).
18 BAND
Hiermee wisselt u tussen de radiogolfbanden AM en FM (bladzijde 50).
19 TUNING/STATION
Hiermee selecteert u de frequentie (bladzijde 50) en voorkeurzenders (bladzijde 51) wanneer u de radio gebruikt.
20
TUNER EDIT
Druk hierop om een zender op te slaan en een naam te geven zodat u hem later kunt oproepen (bladzijde 51).
21
TONE
Met deze knop krijgt u toegang tot de lage- en hogetonenregelingen, die u dan kunt aanpassen met de draaischijf MULTI JOG (bladzijde 40).
22
Zie Snel instellen op bladzijde 11.
23 Bedieningstoetsen van het menu System Setup
QUICK SETUP
SYSTEM SETUP
Samen met de draaischijf MULTI JOG krijgt u zo toegang tot het menu System Setup (bladzijde 11, bladzijde 42, bladzijde 67).
RETURN
Druk hierop om te bevestigen en het huidige menu af te sluiten.
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
27
Du
Display
1234567118910
13
14 15 20 21 22
1
SIGNAL SELECT
-indicators
Deze lampjes geven het soort invoersignaal aan:
AUTO – Licht op wanneer de AUTO
signaalherkenning is ingeschakeld.
SB – Afhankelijk van de bron brandt dit
wanneer een signaal met achterkanaalscodering wordt gedetecteerd.
DIGITAL – Licht op wanneer een digitaal
geluidssignal wordt gedetecteerd.
2 DIGITAL – Licht op wanneer een Dolby
Digital gecodeerd geluidssignaal wordt gedetecteerd.
ANALOG – Licht op wanneer een analoog
signaal wordt gedetecteerd.
DTS – Brandt wanneer een met DTS
gecodeerde geluidsbron wordt gedetecteerd.
2
Wanneer de STANDARD-modus is ingeschakeld, licht dit op om aan te geven dat een DTS multikanaals-signaal wordt gedecodeerd.
3
2 DIGITAL
Brandt wanneer de receiver in STANDARD- modus werkt en een Dolby Digital meerkanaals signaal wordt gedetecteerd.
4
2 PRO LOGIC II
x
Wanneer de receiver in (STANDARD) Pro Logic II-modus werkt, brandt het lampje 2 PRO LOGIC II om aan te geven dat Pro Logic II­decodering actief is. Het lampje 2 PRO
LOGIC II
x
brandt om aan te geven dat Pro
Logic IIx-decodering actief is (zie Luisteren in surroundgeluid op bladzijde 33).
1716 18 19
5VIR.SB
Licht op wanneer u Virtual Surround Back gebruikt (bladzijde 39).
6
DIRECT
Brandt wanneer rechtstreekse weergave van bronmateriaal actief is. Rechtstreekse weergave negeert de toonregelingen en kanaalniveaus en biedt de meest accurate weergave van een bron.
7 AUTO SURR.
Brandt wanneer Auto Surround aan staat (zie Automatische weergave op bladzijde 33).
8
ATT
Licht op wanneer INPUT ATT wordt gebruikt om het niveau van het analoge ingangssignaal de verzwakken (verlagen).
9 SLEEP
Licht op wanneer de slaapstand is ingeschakeld (bladzijde 41).
10
Radio-indicatoren
– Licht op wanneer de monofunctie is ingesteld met de MPX-toets.
– Licht op tijdens de ontvangst van een stereo FM-uitzending in de automatische stereomodus.
– Licht op wanneer een uitzending wordt ontvangen.
11 EON
EON licht op wanneer de EON-functie is
ingesteld en knippert tijdens de ontvangst van een EON-uitzending. De indicator
(figuur) licht op wanneer de huidige zender de EON-service aanbiedt (bladzijde 53).
12
[]
6
L
EON
[]
C
RDS
[]
R
SP
AB
[]
Rs
0
[ ]
SB
R
[]
SB
L
[]
Ls
6
40
125
250 4K
13K
28
Du
RDS
Licht op wanneer een RDS-uitzending wordt ontvangen (bladzijde 52).
12 Luidsprekerindicator
Lichten op om het huidige luidsprekersysteem aan te geven, A en/of B (bladzijde 63).
13 Lettertekendisplay
14
Neo:6
Brandt wanneer de modus (STANDARD) Neo:6 aan staat en Neo:6 actief is.
15
ADV.SURR.
(Advanced Surround)
Licht op wanneer een van de Advanced Surround-modi is geselecteerd.
16 WMA9 Pro
Brandt wanneer WMA9 Pro-decodering actief is.
17
MIDNIGHT
Brandt wanneer de Midnight modus actief is (bladzijde 40).
18 D.E.
Licht op wanneer de functie voor het benadrukken van de dialogen (DIALOG E) is ingeschakeld (bladzijde 40).
19
LOUDNESS
Brandt wanneer Loudness (hoog-/ laagversterking) actief is (bladzijde 40).
20 EX
Brandt wanneer een met Dolby Digital Surround EX gecodeerd geluidssignaal wordt gedetecteerd.
21 Hoofdvolumeniveau
Geeft het algehele volumeniveau aan. ---dB geeft het minimum niveau aan, en – 0 dB het maximum niveau.
Afhankelijk van de door u gemaakte volume­instellingen per kanaal, kan het maximum volume tussen –10 dB en –0 dB liggen.
22 MCACC kanaal-EQ-indicatoren
Deze indicatoren laten de EQ (frequentiebandversterking)-balans per kanaal zien wanneer u uw akoestische calibratie­instellingen controleert. Zie Uw instellingen voor akoestische kalibratie EQ controleren op bladzijde 46 voor meer informatie.
Afstandsbediening
INPUT
RECEIVER
1
SELECT
2
DVD/LD TV/SAT
CD
MULTI CONTROL
CD-R/TAPE
3
4
+
10
D.ACCESS TOP MENU
5 6
7
8
9
10
TUNE
ST ST
T.EDIT
TUNE
SYSTEM
SETUP
GUIDE
TV CONTROL
INPUT
TV VOL
SELECT
REC MUT E
A
TUNER
DISPLAY
BCD E
MPX
CH RETURN
AUDIO
SUBTITLE
RECEIVER CONTROL
STANDARD
ADV. SURR
MIDNIGHT/
DIALOG E INPUT ATT
LOUDNESS
EFFECT
SHIFT
/CH SEL
RECEIVER
1 RECEIVER
Hiermee schakelt u de receiver tussen aan en stand-by.
2 INPUT SELECT
Hiermee selecteert u de ingangsbron.
DVR/VCR
TUNER
FL DIMMER SR
ENTER
TV CH
REC STOP
HDD CH
STEREO SLEEP
ACOUSTIC
EQ
LEVEL
SOURCE
TV CONT
RECEIVER
ENTER
CLASS
MENU
BAND
RETURN
VOL
DVD
CH
11
12
13
DISC
14
15
English
Italiano
Français
Deutsch
Nederlands
Español
29
Du
3 MULTI CONTROL-toetsen
Druk hierop om de bediening van andere apparaten te selecteren (zie De rest van uw systeem bedienen op bladzijde 56).
4 Cijfertoetsen en andere bedieningselementen voor receiver/ apparaten
Gebruik de cijfertoetsen om rechtstreeks een radiofrequentie (bladzijde 50) of een track op een CD, DVD, enz. te kiezen.
DISC (ENTER) kan worden gebruikt om opdrachten op een tv in te voeren, en kan tevens worden gebruikt om een schijf in een multi-CD-speler te selecteren.
De volgende functies zijn beschikbaar wanneer u eerst op de RECEIVER-toets drukt:
FL DIMMER
Verlaagt of verhoogt de helderheid van het display.
SR+
Schakelt de functie SR+ in of uit (bladzijde 66).
5 Tuner-/apparaatbedieningstoetsen/ SYSTEM SETUP
De volgende bedieningstoetsen (uitgezonderd SYSTEM SETUP) zijn beschikbaar na het selecteren van de overeenkomstige MULTI CONTROL-toets (TUNER, DVD/LD, TV/SAT, enz.).
D. ACCESS Na het indrukken van deze toets kunt u een radiozender rechtstreeks kiezen met de cijfertoetsen (bladzijde 50).
TOP MENU
Geeft het hoofdmenu van een DVD weer.
T. EDIT
Druk hierop om een zender op te slaan en een naam te geven zodat u hem later kunt oproepen (bladzijde 51).
GUIDE Geeft de gids weer op een digitale TV.
SYSTEM SETUP
(Druk eerst op RECEIVER om deze functie te gebruiken)
Hiermee roept u het systeeminstelmenu op (zie bladzijde 42).
CLASS Hiermee wisselt u tussen de drie categorieën van voorkeurzenders (bladzijde 51).
MENU
Geeft het discmenu van DVD-videodiscs weer. Ook gebruikt om TV-menu’s weer te geven.
BAND
Hiermee wisselt u tussen de radiogolfbanden AM en FM (bladzijde 50).
RETURN Druk hierop om te bevestigen en om het huidige menuscherm te verlaten (ook gebruikt om terug te keren naar het vorige menu bij DVD’s).
6

(TUNE/ST +/–) /ENTER
Gebruik de pijltoetsen wanneer u uw surroundgeluidssysteem instelt (zie bladzijde 42). Ook gebruikt om DVD-menu’s/ opties te kiezen en voor de bediening van deck 1 van een dubbel cassettedeck. Gebruik de toetsen TUNE +/– om te zoeken naar radiofrequenties en ST +/– om te zoeken naar voorkeurzenders (bladzijde 51).
7 TV CONTROL-toetsen
Deze toetsen zijn voorbehouden voor de bediening van de TV die is toegewezen aan de TV CONT-toets. Als u dus slechts één TV op dit systeem heeft aangesloten, wijs hem dan toe aan de toets TV CONT MULTI CONTROL. Als u twee TV’s heeft, wijst u de hoofd-TV toe aan de toets TV CONT (zie bladzijde 56 voor meer informatie).
TV
Hiermee zet u de TV aan of uit.
TV VOL +/–
Hiermee regelt u het volume van uw TV.
INPUT SELECT
Hiermee selecteert u het ingangssignaal van de TV.
TV CH +/–
Hiermee kiest u kanalen.
8 Apparaatbedieningstoetsen
De hoofdtoetsen (, , enz.) worden gebruikt voor de bediening van een apparaat nadat u het heeft gekozen met de MULTI CONTROL­toetsen.
30
Du
Loading...
+ 120 hidden pages