Pioneer AVM-P8000R User manual [nl]

Audio-visueel hoofdtoestel
Gebruiksaanwijzing
AVM-P8000R
De kleuren van de snoeren van dit toestel zijn gewijzigd.
NEDERLANDS
1
Inhoud
Alvorens gebruik .................................... 3
• Videosysteem van een aangesloten component
• Uitgangsinstelling van de DVD-speler
Meer over deze gebruiksaanwijzing ...................... 5
Voor uw veiligheid .................................................. 6
• Bij gebruik van een display dat is aangesloten op de achter-video uitgangsaansluiting
Terugstellen van de microprocessor ...................... 7
Voorzorgen .............................................................. 7
In geval van problemen .......................................... 7
Wanneer u de Multi-CD wisselaar voor
50 CD’s gebruikt ............................................ 7
Afstandsbediening en voorzorgen .......................... 8
• Batterijen
Bediening van de diverse
signaalbronnen ................................ 9
Luisteren naar muziek ............................................ 9
• Wanneer u een Multi-DVD-wisselaar aansluit
Virtual Theater Quick Tour ................ 11
Menustructuur ...................................................... 12
Informatiescherm .................................................. 13
• Omschakelen van het informatiescherm
Weergeven van beelden op het
scherm (Selecteren van de NAVI,
Videorecorder enz.) ...................... 15
Selecteren van het beeld voor de mobiele
navigatie ...................................................... 15
Selecteren van de videobron ................................ 15
• In- of uitschakelen van de videofunctie
• Selecteren van de videobron
Selecteren van de BGTV, BGVTR .......................... 16
Selecteren van de weer te geven beelden
op het achter-display .................................... 17
Instellen van het beeld ........................................ 18
Ingebouwde tuner ................................ 19
Basisbediening .................................................... 19
Bediening via het functie-menuscherm ................ 20
• Openen van het tuner functiemenu
Bediening van de diverse functies ...................... 21
• Geheugen voor sterke zenders (BSM)
• Afstemmen op lokale zenders
• TA functie
• Instelling onderbreking voor nieuwsprogramma’s
• AF functie
• Regionale functie
• PGM toets
Tonen van de omlaag geklapte plaat .................. 24
Oproepen van voorkeuzezenders via de
voorkeuzezender-lijst .................................... 24
Gebruiken van de RDS functies ........ 25
Tonen van de frequentie ...................................... 25
Alternatieve frequentie functie ............................ 26
• Activeren (ON) en uitschakelen (OFF) van de AF functie
PI zoekfunctie ........................................................ 27
• PI zoeken
• Automatisch PI zoeken (voor voorkeuzezenders)
Regionale functie .................................................. 27
• Activeren (ON) en uitschakelen (OFF) van de REG functie
Verkeersinformatiefunctie .................................... 28
• Activeren en uitschakelen van de TA functie
• Uitschakelen van verkeersinformatie
• Regelen van het volume voor verkeersinformatie
• TP alarmfunctie
Programmatype (PTY) functie .............................. 30
• Zoeken van de PTY
• Instelling voor het onderbreken voor nieuwsprogramma’s
• PTY alarm
• PTY lijst
Radio Tekst .......................................................... 33
• Radio Tekstdisplay
• Opslaan van Radio Tekst in het geheugen
• Oproepen van voorgeprogrammeerde Radio Tekst
Multi-DVD-wisselaar .......................... 35
Bediening via het functie-menuscherm
(DVD, Video CD) ............................................ 36
• Openen van het DVD functiemenu
(DVD, Video CD)
Bediening van de diverse functies ...................... 37
• Herhaalde weergave
• Pauzeren
• PGM toets
Bediening via het functie-menuscherm (CD) .......... 39
• Openen van het DVD functiemenu (CD)
Bediening van de diverse functies ...................... 40
• Herhaalde weergave
• Willekeurige weergave
• Scan weergave
• ITS weergave
• Pauzeren
• PGM toets
Tonen van de omlaag geklapte plaat .................. 43
Invoeren van disctitels voor CD en Video CD ...... 43
Selecteren van een disc via de disc-titellijst ...... 44
2
Multi-CD-wisselaar ............................ 45
Basisbediening .................................................... 45
Bediening via het functie-menuscherm .............. 46
• Openen van het Multi-CD functiemenu
Bediening van de diverse functies ...................... 47
• Herhaalde weergave
• Willekeurige weergave
• Scan weergave
• ITS weergave
• Pauzeren
• Compressie en DBE
• PGM toets
Tonen van de omlaag geklapte plaat .................. 50
Invoeren van disctitels .......................................... 51
Tekst laten verschijnen op het scherm (voor CD TEXT
geschikte modellen)
........................................ 52
Selecteren van een disc via de disc-titellijst ...... 53
ITS (Directe fragmentkeuze) ................................ 53
• ITS programmeren (ITS)
• Wissen van een geprogrammeerd fragment
• Wissen van een geprogrammeerde CD
TV Tuner ................................................ 55
Basisbediening .................................................... 55
Bediening via het functie-menuscherm ................ 56
• Openen van het TV tuner functiemenu
CD-speler .............................................. 57
Basisbediening .................................................... 57
Bediening via het functie-menuscherm ................ 58
• Openen van het CD functiemenu
Multi-MD-wisselaar .......................... 59
Basisbediening .................................................... 59
Bediening via het functie-menuscherm ................ 60
• Openen van het Multi-MD functiemenu
DAB Tuner ............................................ 61
Basisbediening .................................................... 61
Bediening via het functie-menuscherm ................ 62
• Openen van het DAB tuner functiemenu
Over de aanduidingen voor dit product ................ 63
Tonen van de omlaag geklapte plaat .................. 64
Oproepen van voorkeuze services via
de voorkeuze service lijst .............................. 64
Instellen audio ...................................... 65
Openen van het audio menu ................................ 65
Equalizercurve ...................................................... 66
• Kiezen van de equalizercurve
• Instellen van een equalizercurve
Balansregeling ...................................................... 68
High-pass filter .................................................... 69
Benadrukken van het geluidsbeeld voor .............. 69
Loudness instelling .............................................. 70
Uitgangssignaal zonder Fade .............................. 71
Subwooferuitgang ................................................ 72
• In- of uitschakelen van het subwoofer uitgangssignaal
• Instellen van de subwoofer
Instelling signaalbron-niveau (SLA) ...................... 74
Veranderen van de
begininstellingen .......................... 75
Openen van het begin-instelmenu ...................... 75
Veranderen van de FM afstemstap ...................... 76
Instellen van de DAB prioriteitsfunctie ................ 76
Activeren van de automatische PI zoekfunctie .... 76
Instellen van de Achter-luidspreker
snoeraansluiting .......................................... 77
Instellen aansturing subwoofer ............................ 77
Instellen van de tijd .............................................. 77
Instellen van de display positie ............................ 78
Veranderen van het plaatpatroon ........................ 78
Andere functies .................................... 79
Omschakelen van het middenscherm
en het tijddisplay in de Center Room .......... 79
Omschakelen van de kleur van de spectrum
analyzer ........................................................ 79
Luisteren naar geluid of kijken naar beelden
van extra toestellen ...................................... 80
• Openen van het instelmenu
• Omschakelen van de Aux signaalbron
• Omschakelen van de videofunctie
• Omschakelen van de luidspreker ingangsfunctie
Titels invoeren voor AUX apparatuur .................. 82
Dempingsfunctie .................................................. 82
• Demping voor een mobiele navigatie eenheid
• Demping voor een draagbare telefoon
Oplossen van problemen .................... 83
Installeren ............................................ 85
Technische gegevens ........................ 98
4
Alvorens gebruik
Alvorens gebruik
Plaats van de toetsen
Afstandsbediening
Gebruik de toetsen *1–*10 om uw navigatie-systeem te bedienen.
Gebruik als afstandsbediening voor uw navigatie-systeem
Ingeval voertuig-navigatie beschikbaar is, kunt u deze afstandsbediening ook gebruiken om uw navigatie-systeem te bedienen. Zet de bedieningsfunctie-schakelaar op “NAVI” om uw navigatie-systeem te bedienen.
Opmerking:
• Wanneer de “NAVI” instelling wordt gebruikt, kunt u geen andere toetsen gebruiken dan de hierboven vermelde.
• Deze afstandsbediening kan ook worden gebruikt voor een Multi-DVD-wisselaar. (Raadleeg de handleiding van de Multi-DVD-wisselaar.)
*1 Joystick/OK toets *2 NAVI toets *3 MENU toets *4 – toets *5 + toets
*6 VOLGENDE OPTIE toets *7 PRAAT toets *8 TERUG toets *9 Afstandsbediening bedieningsfunctie-
schakelaar
*10 AAN/UIT toets
SOURCE signaalbron toets
*2
Kleine stuurknuppel (BAND toets)
VOLUME
MENU toets
*4
DISPLAY toets
*5
RETURN terugtoets
*8
Stuurknuppel
*1
TA toets
*7
PTY toets
*6
PGM toets
V.SEL toets
*3
Toetsen 1 t/m 6
Afstandsbediening Bedieningsfunctie-schakelaar
*9
*10
3
Alvorens gebruik
4
Meer over dit toestel
De tunerfrequenties van dit toestel zijn afgestemd voor gebruik in West-Europa, Azië, het Midden-Oosten, Afrika en Oceanië. De ontvangst is mogelijk niet optimaal wanneer u dit toestel in andere gebieden gebruikt. De RDS-functies werken uitsluitend in gebieden waar de FM-zenders RDS-signalen uitzenden. Dit product is voorzien van een Virtual Theater grafische gebruikersinterface die in deze gebruiksaanwijzing de Virtual Theater Quick Tour genoemd wordt. Als u de basisstructuur van het Virtual Theater eenmaal door heeft, zult u er gemakkelijk uw weg in kunnen vinden.
De basisbeginselen van het Virtual Theater zijn eigenlijk vrij eenvoudig. Alles draait om de basislocatie, de Center Room. (Zie de Virtual Theater Quick Tour op bladzijde 11.)
Videosysteem van een aangesloten component
Dit product is bedoeld voor het NTSC/PAL systeem. Wanneer u een externe component aansluit op dit product, moet u er op letten dat deze component geschikt is voor gebruik met dit videosysteem. Als dat niet het geval is, zullen de beelden niet correct kunnen worden weergegeven.
Dit product voldoet aan de eisen m.b.t. elektromagnetisme (89/336/EEC, 92/31/EEC) en CE markering richtlijnen (93/68/EEC).
6
Uitgangsinstelling van de DVD-speler
Wanneer u een Pioneer Multi-DVD-wisselaar zoals de XDV-P9 aansluit, dient u de digitale uitgangsinstelling (DIGITAL OUTPUT) en de digitale en analoge audio uitgangsinstelling (OUT SELECTION) als volgt in te stellen:
Functie Instelling
DIGITAL OUTPUT LPCM OUT SELECTION 96 kHz
Raadpleeg de handleiding van de DVD-speler voor details omtrent het maken van deze instellingen.
Voorzorg:
U moet de juiste instelling maken. Doet u dat niet, dan zal geen audio worden gereproduceerd.
Meer over deze gebruiksaanwijzing
Dit toestel heeft een aantal geavanceerde functies voor een superieure radio-ontvangst en bediening. Deze functies zijn allen ontworpen voor een gemakkelijke bediening maar bepaalde functies vereisen echter wel wat uitleg. Deze gebruiksaanwijzing heeft als doel u bekend te maken met alle functies van het toestel zodat u werkelijk van een optimale geluidsweergave kunt genieten.
Lees daarom deze gebruiksaanwijzing even door voordat u het toestel in gebruik neemt. Besteed vooral wat extra anndacht aan het gedeelte Voorzorgen op bladzijde 7 en bij andere hoofdstukjes.
Alvorens gebruik
5
Alvorens gebruik
6
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
Om het risico op ongelukken en een mogelijke inbreuk op relevante regelgeving te vermijden, mag dit product niet worden gebruikt met een videoscherm dat zichtbaar is voor de bestuurder.
In sommige landen of staten is het mogelijk zelfs illegaal voor andere inzittenden van het voertuig dan de bestuurder om naar beelden op een beeldscherm te kijken. U dient zich aan dergelijke regelingen te houden waar en wanneer deze van kracht zijn.
Om uw voertuig veilig te kunnen blijven besturen, mag u dit product tijdens het rijden niet bedienen. Als u probeert beelden van een DVD-Video disc of andere signaalbron op het voor-display te bekijken terwijl de handrem niet is aangetrokken, zal deze waarschuwing verschijnen:
Wanneer u uw auto op een veilige plek heeft geparkeerd en de handrem heeft aangetrokken, zal het beeld op het scherm verschijnen.
Bij gebruik van een display dat is aangesloten op de achter-video uitgangsaansluiting
De achter-video uitgangsaansluiting van dit product is bedoeld voor het aansluiten van een display waarop de passagiers achterin de auto naar videos of DVDs kunnen kijken.
WAARSCHUWING
U mag het display NOOIT op een plek installeren waar de bestuurder van het voertuig het beeld van de video of DVD kan zien terwijl hij of zij aan het rijden is.
Alvorens gebruik
Terugstellen van de microprocessor
U moet in de volgende gevallen de microprocessor van het toestel terugstellen: Wanneer u het toestel na het installeren voor het eerst in gebruik neemt. Wanneer het toestel niet juist functioneert. Wanneer de aanduidingen op het display vreemd (onjuist) zijn.
• Verwijder voor het terugstellen van de microprocessor, druk met de punt van een pen of dergelijke op de RESET toets van het toestel.
Voorzorgen
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zodat u later indien nodig nog het een en ander kunt opzoeken.
Stel het volume zodanig in dat u nog geluiden van buiten kunt horen.
Bescherm het toestel tegen vocht.
Het geheugen wordt gewist als u de accu ontkoppelt. U moet het geheugen derhalve
daarna weer instellen.
In geval van problemen
Raadpleeg uw handelaar of een erkende PIONEER Onderhoudsdienst indien het toestel niet juist functioneert.
Wanneer u de Multi-CD wisselaar voor 50 CD’s gebruikt
De beschikbare functies voor de Multi-CD wisselaar voor 50 CDs worden beschreven in deze Gebruiksaanwijzing. Let er wel op dat andere functies van de Multi-CD wisselaar voor 50 CDs niet met dit product gebruikt kunnen worden.
7
Alvorens gebruik
Afstandsbediening en voorzorgen
Voor uw gemak is er een afstandsbediening bij dit toestel geleverd.
Richt de afstandsbediening naar het voorpaneel voor de signaalontvanger op het kleurendisplay (los verkrijgbaar) van het toestel.
Bevestig de afstandsbediening wanneer niet in gebruik stevig op de bijgeleverde basis.
Voorzorgen:
Bewaar de afstandsbediening niet op hete plaatsen of in het directe zonlicht.
De afstandsbediening werkt mogelijk niet juist in het directe zonlicht.
Laat de afstandsbediening niet op de vloer vallen of slingeren waar het onder het rem- of
gaspedaal zou kunnen komen.
Batterijen
• Verwijder de afdekking op het achterpaneel van de afstandsbediening en plaats de batterijen met de (+) en (–) polen in de juiste richting.
Voorzorgen:
Gebruik uitsluitend AAA of IEC R03 1,5 Volt batterijen.
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening indien u deze voor langere tijd (een maand) niet
gaat gebruiken.
Probeer de bijgeleverde batterijen niet op te laden.
Gebruik tegelijkertijd geen oude en nieuwe batterijen.
Wanneer de batterijen hebben gelekt moet u de afstandsbediening goed reinigen en daarna nieuwe
batterijen plaatsen.
Bij het weggooien van batterijen dient u zich te houden aan overheidsregelingen of regelingen van publieke milieu-organisaties die van toepassing zijn in het gebied waar u zich bevindt.
8
9
Bediening van de diverse signaalbronnen
Luisteren naar muziek
Hier volgt een uiteenzetting van de handelingen die u dient uit te voeren als u naar muziek wilt luisteren.
1. Selecteer de gewenste signaalbron (bijv. de Multi-CD-wisselaar).
Met elke druk op de SOURCE toets zal de gewenste signaalbron worden ingesteld in deze volgorde:
DVD-speler = TV = VIDEO = Tuner = DAB (Digitale audio-uitzendingen)
= Multi-MD-wisselaar = CD-speler = Multi-CD-wisselaar = Extern 1 = Extern 2 = AUX = Luidspreker ingangssignaal
Opmerking:
Met externe apparatuur worden Pioneer producten bedoeld (ook wanneer die in de toekomst verkrijgbaar zullen zijn) die, alhoewel ze niet geschikt zijn als signaalbron, wel geschikt zijn om in zeker mate via dit toestel aangestuurd te worden. Dit product is in staat om twee externe toestellen aan te sturen, alhoewel er voor zowel extern toestel 1 als extern toestel 2 alleen maar External op het display zal verschijnen. Wanneer er twee externe toestellen aanges­loten zijn, stelt dit product automatisch in welk extern toestel 1 en welk extern toestel 2 zal worden genoemd.
In de volgende gevallen zal de ingestelde geluidsbron niet veranderen: * Wanneer de andere signaalbron niet is aangesloten op dit product. * Wanneer er geen magazijn in de Multi-CD-wisselaar zit. * Wanneer er geen magazijn in de Multi-DVD-wisselaar zit. * Wanneer er geen CD in de CD-speler zit. * Wanneer er geen disc in de Multi-MD-wisselaar zit. * Wanneer de AUX (extra ingangsaansluiting), VIDEO en Luidspreker ingangsaansluiting
zijn uitgeschakeld. (Zie blz. 80, 81.)
Wanneer de blauw-witte draad van dit product is aangesloten op de relais-aansluiting voor de gemotoriseerde antenne van de auto, zal de antenne uitgestoken worden wanneer de signaal­bron van dit toestel wordt ingeschaled. Schakel de signaalbron uit om de antenne weer in te trekken.
Met elke druk verandert de ingestelde signaalbron ...
Bediening van de diverse signaalbronnen
2. Selecteer het gewenste beeld.
Met elke druk op de V.SEL toets zal de ingestelde signaalbron als volgt veranderen: Bronscherm = Mobiele navigatie-eenheid (NAVI) = TV tuner (BGTV)
= Video (BGVTR)
Opmerking:
Selecteer Bronscherm om de weergave van normale audio/videobronnen te beluisteren/bekijten.
U kunt de Pioneer Mobiele navigatie-eenheid alleen selecteren wanneer dit toestel is aanges-
loten en ingeschakeld.
U kunt de TV tuner alleen selecteren wanneer deze is aangesloten op dit product. (De video­bron die geselecteerd is door de TV tuner zal worden weergegeven.)
U dient de VIDEO functie in te schakelen (ON) via het instelmenu om deze te kunnen selecteren. (Zie bladzijde 15.)
3. Zet het volume lager of hoger.
4. Zet de signaalbron uit.
Wanneer u een Multi-DVD-wisselaar aansluit
U kunt de Multi-DVD-wisselaar onafhankelijk van andere toestellen aan of uit zetten. Als u dit product zelf uit zet, schakelt u daarmee niet de Multi-DVD-wisselaar uit. U moet de Multi­DVD-wisselaar apart uit zetten.
Als u de Multi-DVD-wisselaar uitschakelt terwijl DVD als signaalbron geselecteerd is, kunt u dit bevestigd zien op het scherm.
Houd 1 seconde ingedrukt.
Met elke druk verandert het beeld ...
10
Bediening van de diverse signaalbronnen
11
Virtual Theater Quick Tour
Virtual Theater Quick Tour
Beweeg de stuurknuppel naar boven om in de virtuele ruimte naar de Spectrum Analyser kamer te gaan. De spectrum analyser is voorzien van een staafgrafiek die de niveaus aangeeft van de frequenties in het geluid dat op dit moment wordt weergegeven.
Beweeg de stuurknuppel naar links om naar de ingang van het functie­menuscherm te gaan. Als u de stuurknup­pel indrukt, opent u het functie­menuscherm. Hieronder volgt meer uitleg over het gebruik van het functie­menuscherm.
Beweeg de stuurknuppel naar rechts om naar de Power Band kamer te gaan. Dit scherm geeft een visuele weergave van de volume instellingen. Druk de stuurknuppel in om het Power Band display als volgt om te schakelen.
Mono display j 4-band display
Wanneer de stroom wordt ingeschakeld, wordt automa­tisch het Center Room scherm getoond. De afbeeld­ing in het midden van de kamer kunt u veranderen. (Zie bladzijde 79.)
12
Virtual Theater Quick Tour
Menustructuur
U kunt dit product instellen en bedienen via het hoofdmenu. Druk op de MENU toets en u zult vier hoofdmenu iconen op het scherm zien verschijnen: Function, Audio, Picture en Set Up. De geselecteerde mogelijkheid wordt groen aangegeven. Vanaf dit openingss­cherm kunt u naar de andere menuschermen gaan.
Selecteer Function en druk vervol­gens de stuurknuppel in om het func­tie-menuscherm te openen. Dit menu hangt af van de signaalbron.
Selecteer Set Up en druk vervolgens de stuurknuppel in om het instelmenu te openen.
Selecteer Audio en druk vervolgens de stuurknuppel in om het audio instel­menu te openen.
Selecteer Picture en druk vervolgens de stuurknuppel in om het beeld instel­menu te openen.
Animatie
Animatie
Animatie
Terugkeren naar de Center Room
U kunt op 2 manieren terugkeren naar de Center Room als u klaar bent in een van de andere kamers. U kunt op het menuscherm van de kamer waar u naar toe bent gegaan de Return (terug) mogelijkheid kiezen met de stuurknuppel en deze vervolgens indrukken, of u kunt gewoon op de RETURN (terug) toets op de afstandsbediening drukken. In beide gevallen zult u terugkeren naar de Center Room.
Indrukken van de stuurknuppel
Met indrukken van de stuurknuppel bedoelen we dat u een keer in het midden van de stuurknuppel naar beneden drukt en vervolgens loslaat.
De beeld icoon (Picture) verschijnt alleen wanneer u een visuele signaalbron heeft geselecteerd.
13
Virtual Theater Quick Tour
Informatiescherm
Als op de DISPLAY op de afstandsbediening drukt, kunt u de lijst met titels laten zien, wijzigingen aanbrengen op het bronplaat informatiescherm enz.
Omschakelen van het informatiescherm
Hieronder wordt de Multi-CD-wisselaar als voorbeeld van een signaalbron gebruikt.
7 Multi-CD-wisselaar
Druk op de DISPLAY toets om het informatiescherm voor de bronplaat als volgt te doen veranderen. De titellijst verschijnt op de plaat en u kunt hier disctitels invoeren. U kunt ook de titels op de omlaag geklapte plaat omschakelen.
De ingevoerde titel wordt getoond.
7 Wanneer er een CD TEXT disc wordt
afgespeeld
De disctitel en de fragmenttitel worden getoond.
7 Wanneer er een CD TEXT disc wordt
afgespeeld
Druk op de DISPLAY toets om het dis­play als volgt te laten veranderen:
1 Fragmenttitel
Disctitel
«
2 Disc artiest naam
Disctitel
«
3 Fragment artiest naam
Disctitel
Opmerking:
Als de gebruikte Multi-CD-wisselaar niet geschikt is voor CD TEXT, kunt u de CD TEXT gerelateerde displayfuncties niet gebruiken.
Bronplaatscherm
Omlaag geklapte plaatscherm
Geen plaat
14
Virtual Theater Quick Tour
7 Tuner
Bronplaatscherm
«
Omlaag geklapte plaatscherm
(Voorkeuzezender-lijst)
«
Omlaag geklapte plaatscherm
(Radiotekst display)
«
Omlaag geklapte plaatscherm
(PTY Zoek-plaat)
«
Geen plaat
7 TV
Bronplaatscherm
«
Geen plaat
7 Multi-DVD-wisselaar
Bronplaatscherm
«
Omlaag geklapte plaatscherm
«
Geen plaat
7 CD-speler
Bronplaatscherm
«
Omlaag geklapte plaatscherm
«
Geen plaat
7 DAB Tuner
Bronplaatscherm
«
Omlaag geklapte plaatscherm
(Voorkeuze service-lijst)
«
Omlaag geklapte plaatscherm
(Dynamisch label display)
«
Omlaag geklapte plaatscherm
(PTY Zoek-plaat)
«
Geen plaat
7 Multi-MD-wisselaar
Bronplaatscherm
«
Omlaag geklapte plaatscherm
«
Geen plaat
7 Externe apparatuur
Onder externe apparatuur wordt VIDEO, AUX. luidspreker ingang en externe toestellen verstaan.
Bronplaatscherm
«
Geen plaat
Bij visuele signaalbronnen zal het bron­plaatscherm na ongeveer 8 seconden verdwijnen.
Met elke druk op de DISPLAY toets zal het display op de bronplaat als volgt veranderen:
1. Disctitel Fragmenttitel
2. Fragmenttitel Disctitel
Houd de DISPLAY toets 2 seconden ingedrukt om de bovenste titel te laten scrollen.
Voor DVDs, Video CDs en CDs zullen de volgende aanduidingen op het omlaag geklapte plaatscherm verschijnen:
Voor DVD’s:
Alleen de titellijst
Voor Video CD’s:
Titellijst, Title Edit voor het invoeren van titels
Voor CD’s:
Titellijst, Title Edit voor het invoeren van titels en ITS geheugen ITS MEMO, ITS Clear”.
Voor televisies zal het bronplaatscherm na ongeveer 8 seconden verdwijnen.
15
Weergeven van beelden op het scherm (Selecteren van de NAVI, Videorecorder enz.)
Weergeven van beelden op het scherm (Selecteren van de NAVI, Videorecorder enz.)
Selecteren van het beeld voor de mobiele navigatie
U kunt het beeld (los van het geluid) van de Mobiele navigatie naar een andere signaalbron schakelen terwijl u naar het geluid van de huidige signaalbron blijft luisteren.
Zet uw navigatie eenheid aan voor u deze handelingen gaat uitvoeren. (Raadpleeg de handleiding van de navigatie eenheid.)
• Selecteer “NAVI” door op de V.SEL toets te drukken.
Opmerking:
U kunt de Pioneer Mobiele navigatie-eenheid alleen
selecteren wanneer dit toestel is aangesloten en ingeschakeld.
Als u de navigatie-eenheid uitschakelt terwijl NAVI als
signaalbron geselecteerd is, kunt u dit bevestigd zien op het scherm.
Selecteren van de videobron
In- of uitschakelen van de videofunctie
U kunt het videotoestel selecteren wanneer er een is aangesloten op de video-ingangsaansluiting van dit product. Zet de video in het instelmenu aan (ON) om de videofunctie te kunnen selecteren.
1. Druk op de MENU toets.
De iconen van het hoofdmenu wervelen naar beneden en Function wordt groen aangegeven.
2. Beweeg de stuurknuppel en selecteer “Set Up”.
Set Up wordt groen aangegeven.
3. Druk de stuurknuppel in.
Het instelmenu zal verschijnen.
4. Beweeg de stuurknuppel en selecteer “Video”.
Video wordt groen aangegeven.
5. Druk de stuurknuppel in.
Elke keer dat u de stuurknuppel indrukt, gaat de video­functie aan of uit.
6. Druk op de RETURN toets.
U zult terugkeren naar de Center Room.
16
Weergeven van beelden op het scherm (Selecteren van de NAVI, Videorecorder enz.)
Selecteren van de videobron
U kunt profiteren van video en audio amusement van externe componenten die zijn aangesloten op de video ingangsaansluiting.
Zet uw video apparatuur aan voor u handelingen uit gaat voeren. (Raadpleeg de handleid­ing van uw video apparatuur.)
• Druk op de SOURCE toets en selecteer “Video”.
Selecteren van de BGTV, BGVTR
U kunt het beeld (los van het geluid) van de TV of Video omschakelen naar een andere signaalbron terwijl u blijft luisteren naar het geluid van de huidige signaalbron.
Zet uw video apparatuur aan voor u handelingen uit gaat voeren. (Raadpleeg de handleiding van uw video apparatuur.)
• Selecteer “BGTV” of “BGVTR” door op de V.SEL toets te drukken.
17
Weergeven van beelden op het scherm (Selecteren van de NAVI, Videorecorder enz.)
Selecteren van de weer te geven beelden op het achter-display
U kunt ook profiteren van video en audio amusement van externe componenten aangesloten op de video-ingangsaansluiting van een eventueel achter-display (los verkrijgbaar). Dit is alleen mogelijk als er inderdaad een achter-display is aangesloten.
Zet uw video apparatuur aan voor u handelingen uit gaat voeren. (Raadpleeg de handleiding van uw video apparatuur.)
• Houd de V.SEL toets 2 seconden lang inge­drukt.
Elke keer dat de V.SEL toets 2 seconden ingedrukt gehouden wordt, zal de ingestelde signaalbron als volgt veranderen:
Uit = weergave van de signaalbron voor het voor-dis­play (F.SRC) = video (VTR)
Opmerking:
Het achter-display zal alleen audio-visuele signaalbronnen (bijv. Multi-DVD, TV tuner enz.)
weergeven. Signaalbronnen die alleen audiosignalen produceren (MD, CD, FM/MW/LW (MG/LG) tuner) kunnen niet worden weergegeven via het achter-display.
U kunt de audio en video signaalbronnen niet apart van elkaar inschakelen voor het achter-dis-
play.
18
Weergeven van beelden op het scherm (Selecteren van de NAVI, Videorecorder enz.)
Instellen van het beeld
U kunt de beeldkwaliteit van VIDEO, DVD en een TV tuner onafhankelijk van elkaar regelen. U kunt de beeldkwaliteit ook regelen met de binnenverlichting van de auto aan en uit en beide instellingen in het geheugen opslaan.
1. Selecteer de gewenste signaalbron (beeld) door op de SOURCE toets te drukken.
2. Druk op de MENU toets.
De iconen van het hoofdmenu wervelen naar beneden.
3. Beweeg de stuurknuppel naar rechts en selecteer “Picture”.
Picture wordt groen aangegeven.
4. Druk de stuurknuppel in.
Het PICTURE ADJUST beeld instelscherm zal verschijnen.
5. Beweeg de stuurknuppel naar boven/beneden en selecteer de gewenste mogelijkheid.
De geselecteerde mogelijkheid wordt geel aangegeven. U kunt nu de geselecteerde mogelijkheid wijzigen.
Mogelijkheid Instelling
SHARP Stel de scherpte van het beeld in.
Het weergegeven beeld verandert van scherp naar wollig.
COLOR Stel de kleur van het beeld in.
Het weergegeven beeld verandert van licht naar donker.
6. Stel de geselecteerde mogelijkheid in door de stuurknuppel naar links/rechts te bewegen.
7. Annuleer het “PICTURE ADJUST” scherm door op de RETURN toets te drukken.
Opmerking:
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden na het openen van het PICTURE ADJUST scherm
een handeling uitvoert, zal het PICTURE ADJUST scherm automatisch worden gean­nuleerd.
Ingebouwde tuner
Ingebouwde tuner
Basisbediening
Selecteren van de tuner
Druk net zo vaak als nodig is op de SOURCE toets om de “Tuner” als signaalbron te selecteren.
Band
Met elke klik verandert de ingestelde band als volgt:
FM1 = FM2 = FM3 = MW/LW (MG/LG)
Voorkeuzezenders
U kunt zenders van de golfbanden als “voorkeuzezenders” onder de 1 t/m 6 toetsen vast­leggen en dan met een druk op één toets oproepen.
Oproepen van een Minder dan 2 seconden voorkeuzezender
Zender opslaan in Langer dan 2 seconden voorkeuzegeheugen
Opmerking:
U kunt maximaal 18 FM zenders (6 voor FM 1, FM 2 en FM 3) en 6 MW/LW (MG/LG) zenders in het geheugen als voorkeuzezenders vastleggen.
U kunt ook de kleine stuurknuppel naar boven/beneden gebruiken om zenders die zijn opgeslagen onder de toetsen 1 t/m 6 op te roepen.
Handmatig en automatisch afstemmen
U kunt de afstem-methode selecteren door de tijd dat u de kleine stuurknuppel naar links of rechts houdt te veranderen.
Handmatig afstemmen (stap-voor-stap) Minder dan 0,5 seconden Automatisch afstemmen Langer dan 0,5 seconden
Opmerking:
Als u de kleine stuurknuppel langer dan 0,5 seconden naar links/rechts houdt, kunt u zenders overslaan. Het automatisch afstemmen begint zodra u de kleine stuurknuppel loslaat.
Stereo-indicator STEREO licht op wanneer er op een stereo-uitzending wordt afgestemd.
Voorkeuzenummer Frequentie
Band
19
De AF functie van dit product kan in en uit worden geschakeld. Bij normaal afstemmen hoort de AF functie te worden uitgeschakeld. (Zie bladzijde 26.)
Bediening via het functie-menuscherm
Openen van het tuner functiemenu
1. Druk op de MENU toets.
De iconen van het hoofdmenu wervelen naar beneden en Function wordt groen aangegeven.
2. Druk de stuurknuppel in.
Het Tuner functiemenu verschijnt met de volgende mogelijkheden:
3. Beweeg de stuurknuppel en selecteer de gewenste mogelijkheid.
De geselecteerde mogelijkheid wordt groen aangegeven.
4. Druk de stuurknuppel in.
Raadpleeg de uitleg van de diverse functies zelf voor meer informatie.
Verlaten van het Tuner functiemenu
• Druk op de RETURN toets.
20
Ingebouwde tuner
7 FM tuner functiemenu
7 MW/LW (MG/LG) tuner functiemenu
Geheugen voor sterke zenders
(Zie bladzijde 21.)
Afstemmen op lokale zenders
(Zie bladzijde 21.)
AF functie
(Zie bladzijde 22.)
TA functie
(Zie bladzijde 22.)
Instelling onder­breking voor nieuwsprogramma’s
(Zie bladzijde 22.)
Geheugen voor sterke zenders
(Zie bladzijde 21.)
Afstemmen op lokale zenders
(Zie bladzijde 21.)
PGM toets
(Zie bladzijde 23.)
Regionale functie
(Zie bladzijde 22.)
PGM toets
(Zie bladzijde 23.)
21
Bediening van de diverse functies
Geheugen voor sterke zenders (BSM)
Met de BSM functie worden automatisch de sterkste zenders in het geheugen vastgelegd.
Selecteer de band voor u deze handelingen gaat uitvoeren. (Zie “Band” op bladzijde 19.)
1. Controleer of “BSM” op het moment geselecteerd staat.
Als dit niet het geval is, dient u deze mogelijkheid te selecteren door de stuurknuppel te bewegen. BSM wordt groen aangegeven.
2. Druk de stuurknuppel in.
De aanduiding BSM Off zal veranderen in BSM On”. De zenders met de sterkste signalen zullen worden opgeslagen onder de toetsen 1 t/m 6 op volgorde van hun signaalsterkte.
• Druk de stuurknuppel in voordat het opslaan afgelopen is om het proces te annuleren.
Afstemmen op lokale zenders
Wanneer Local geactiveerd is kunt u uitsluitend op zenders met sterke signalen afstemmen.
1. Beweeg de stuurknuppel en selecteer “Local”.
Local wordt groen aangegeven.
2. Druk de stuurknuppel in.
Met elke druk zal de gevoeligheid van het afstemmen op lokale zenders als volgt veranderen:
FM: Off (uit) = Level (niveau) 1 =
Level 2 = Level 3 = Level 4
MW/LW (MG/LG): Off (uit) = Level (niveau) 1 = Level 2
Opmerking:
Met de Level 4 instelling kunnen uitsluitend de sterkste zenders worden ontvangen. Met een
lagere instelling kunt u respectievelijk zwakkere zenders ontvangen.
Ingebouwde tuner
TA functie
U kunt de TA (verkeersberichten) aan of uit zetten. (Zie bladzijde 28.)
1. Beweeg de stuurknuppel en selecteer “TA”.
TA wordt groen aangegeven.
2. Druk de stuurknuppel in.
Elke keer dat de stuurknuppel wordt ingedrukt, zal de TA functie in de FM band worden in- of uitgeschakeld.
Instelling onderbreking voor nieuwsprogramma’s
U kunt het automatisch onderbreken voor PTY gecodeerde nieuwsprogrammas aan of uit zetten. (Zie bladzijde 31.)
1. Beweeg de stuurknuppel en selecteer “News”.
News wordt groen aangegeven.
2. Druk de stuurknuppel in.
Elke keer dat de stuurknuppel wordt ingedrukt, zal de NEWS functie in de FM band worden in- of uit­geschakeld.
AF functie
U kunt de AF functie (Alternatieve Frequentie) aan of uit zetten. (Zie bladzijde 26.)
1. Beweeg de stuurknuppel en selecteer “AF”.
AF wordt groen aangegeven.
2. Druk de stuurknuppel in.
Elke keer dat de stuurknuppel wordt ingedrukt, zal de AF functie in de FM band worden in- of uitgeschakeld.
Regionale functie
U kunt de Regionale functie aan of uit zetten. (Zie bladzijde 27.)
1. Beweeg de stuurknuppel en selecteer “REG”.
REG wordt groen aangegeven.
2. Druk de stuurknuppel in.
Elke keer dat de stuurknuppel wordt ingedrukt, zal de REG functie in de FM band worden in- of uit­geschakeld.
22
Ingebouwde tuner
23
PGM toets
U kunt de BSM of Local functie op een snellere manier in- of uitschakelen. Als u een van deze functies wilt kunnen bedienen zonder daarvoor telkens het functiemenu te moeten openen, dient u het volgende te doen:
1. Beweeg de stuurknuppel en selecteer “PGM”.
PGM wordt groen aangegeven.
2. Druk de stuurknuppel in.
Elke keer dat u de stuurknuppel indrukt zal de door de PGM toets gecontroleerde functie als volgt veranderen:
BSM = Local
Druk op de PGM toets terwijl de tuner als signaalbron gebruikt wordt
Functienaam (display) Drukken 2 seconden ingedrukt houden
Geheugen voor sterke zenders Uit Aan (BSM)
Afstemmen op lokale zenders Omschakelen gevoeligheid ——— (Local) lokaal automatisch
afstemmen
Ingebouwde tuner
20
Ingebouwde tuner
Tonen van de omlaag geklapte plaat
• Druk op de DISPLAY toets.
Met elke druk op de DISPLAY toets veranderen de Bronplaat en de omlaag geklapte plaat als volgt:
Bronplaat = Voorkeuzezender-lijst = Radiotekst display = PTY Zoek-plaat = Geen plaat
Voorbeelden
Opmerking:
Wanneer de tuner is afgestemd op een zender die geen RDS signalen uitzendt, of een waarvan de signalen te zwak zijn om goed te worden ontvangen, zal de programma-servicenaam (PS) verdwijnen en zal de frequentie waarop is afgestemd verschijnen.
Oproepen van voorkeuzezenders via de voorkeuzezender-lijst
1. Druk op de DISPLAY toets om de voorkeuzezender-lijst te laten verschijnen.
2. Druk op de BAND toets om de band te selecteren.
3. Beweeg de stuurknuppel naar boven/beneden en selecteer de gewenste voorkeuzezender.
De met de stuurknuppel geselecteerde zender licht op.
4. Druk de stuurknuppel in.
De geselecteerde zender wordt geel aangegeven en vervolgens zal er op worden afgestemd.
24
Bronplaat Radiotekst display (FM band)
Voorkeuzezender-lijst PTY Zoek-plaat (FM Band)
25
Gebruiken van de RDS functies
Gebruiken van de RDS functies
Wat is RDS?
RDS (Radio Data System) is een systeem waarbij tezamen met de normale FM signalen ook andere data worden uitgezonden. Deze data, die u overigens niet kunt horen, leveren een aantal extra functies waarmee bijvoorbeeld de naam van de zender of het programma en het programmatype op het display kan worden getoond, gemakkelijk verkeersinformatie kan worden ontvangen en automatisch op een zender die een bepaald programma uitzendt kan worden afgestemd.
Opmerking:
Niet alle zenders maken van RDS gebruik.
RDS-functies, zoals AF (Alternative Frequencies search) en TA (Traffic Announcement
standby) werken uitsluitend wanneer op een RDS-zender is afgestemd.
Tonen van de frequentie
Wanneer u de frequentie van het huidige station wilt weten, kunt u het frequentie display aan zetten.
• Laat de voorkeuzezender-lijst verschijnen door op de DISPLAY toets te drukken.
Programma Service naam
De Programma Service naam toont de naam van het netwerk of het station dat de RDS infor­matie levert.
PTY informatie
PTY (Programmatype identificatiecode) informatie voor het station waar op dit moment op afgestemd is wordt op het display getoond. Deze informatie hangt samen met de lijst in het hoofdstuk PTY lijst op blz. 32.
Opmerking:
•“NONE wordt op het display getoond indien er geen PTY code (of de nul-code) van een
zender wordt ontvangen. Dit toont dat deze zender geen specifiek programma uitzendt.
PTY informatie Programma Service naam
Frequentie
Gebruiken van de RDS functies
Alternatieve frequentie functie
Met de alternatieve frequentie (AF) functie wordt naar andere frequenties gezocht in het zelfde netwerk als de zender waarop momenteel is afgestemd. Er wordt automatisch naar een andere frequentie in het netwerk overgeschakeld als het signaal via die frequentie sterker is, als er problemen zijn met de ontvangst van de zender waarop afgestemd is, of als via een andere frequentie een betere ontvangst mogelijk is.
Opmerking:
Met de AF functie geactiveerd en de AF indicator opgelicht wordt uitsluitend op RDS­zenders afgestemd wanneer u de functie voor het automatisch afstemmen of de BSM functie gebruikt.
Wanneer u een voorkeuzezender oproept wordt mogelijk naar een andere alternatieve frequentie (AF) voor deze zender gezocht. (Uitsluitend mogelijk bij gebruik van voorkeurzenders van de FM1 en FM2 golfbanden.) Er zal geen voorkeuzezendernummer op het display verschijnen indien de RDS-data van de ontvangen zender verschillen van de data van de voorkeuzezender.
Het geluid wordt mogelijk tijdelijk onderbroken wanneer door de AF functie naar een andere frequentie wordt overgeschakeld.
Wanneer de tuner wordt afgestemd op een zender die geen RDS signalen uitzendt, zal de AF Car icoon verdwijnen.
U kunt de AF functie voor iedere FM golfband onafhankelijk activeren of uitschakelen.
De AF Car icoon licht op wanneer de tuner wordt afgestemd op een RDS zender met een AF
lijst.
Activeren (ON) en uitschakelen (OFF) van de AF functie
Bij het verlaten van de fabriek is de AF functie geactiveerd.
1. Druk op de MENU toets.
De iconen van het hoofdmenu wervelen naar beneden en Function wordt groen aangegeven.
2. Druk de stuurknuppel in.
Het Tuner functiemenu zal verschijnen.
3. Beweeg de stuurknuppel en selecteer “AF”.
AF wordt groen aangegeven.
4. Druk de stuurknuppel in om de AF functie in een FM band aan of uit te zetten.
Elke keer dat de stuurknuppel wordt ingedrukt, zal de AF functie worden in- of uitgeschakeld.
5. Druk op de RETURN toets.
Hierdoor keert u terug naar de Center Room.
AF Car icoon “AF”
26
27
PI zoekfunctie
Met deze functie zoekt de tuner naar een andere frequentie waarop hetzelfde programma wordt uitgezonden. PI SEEK wordt op het display getoond en het volume wordt tijdelijk gedempt tijdens het PI zoeken. Na het PI zoeken wordt weer het oorspronkelijke volume ingesteld, ongeacht of het PI zoeken geslaagd is of niet. De voorgaande frequentie wordt weer ingesteld indien er geen andere frequentie werd gevonden.
PI zoeken
Het PI zoeken start automatisch indien de tuner geen geschikte alternatieve frequentie vindt of het signaal te zwak voor een goede ontvangst is.
Automatisch PI zoeken (voor voorkeuzezenders)
Wanneer voorkeuzezenders niet kunnen worden opgeroepen als u bijvoorbeeld een lange reis maakt, kunt u het PI zoeken activeren. De functie is bij het verlaten van de fabriek uitgeschakeld.
Opmerking:
Zie Veranderen van de begininstellingen voor meer informatie omtrent het aan of uit zetten van het automatisch PI afstemmen.
Regionale functie
Bij gebruik van de AF functie voor het afstemmen op alternatieve frequenties kunt u de REG (Regional) functie activeren waarmee uitsluitend op zenders wordt afgestemd die regionale programmas uitzenden.
Opmerking:
Regionale programmas en netwerken zijn afhankelijk van het land verschillend georgan­iseerd. (De programmas kunnen bijvoorbeeld per uur, provincie of zendgebied verschillen.)
Het voorkeuzezendernummer op het display verandert mogelijk wanneer de tuner op een regionale zender afstemt die verschillend is van de zender waarop eerst was afgestemd.
U kunt de REG functie voor iedere FM golfband onafhankelijk activeren of uitschakelen.
Activeren (ON) en uitschakelen (OFF) van de REG functie
Bij het verlaten van de fabriek is de REG functie geactiveerd.
1. Druk op de MENU toets.
De iconen van het hoofdmenu wervelen naar beneden en Function wordt groen aangegeven.
2. Druk de stuurknuppel in.
Het Tuner functiemenu zal verschijnen.
3. Beweeg de stuurknuppel en selecteer “REG”.
REG wordt groen aangegeven.
Gebruiken van de RDS functies
4. Druk de stuurknuppel in om de Regionale functie in een FM band aan of uit te zetten.
Elke keer dat de stuurknuppel wordt ingedrukt, zal de Regionale functie worden in- of uitgeschakeld.
5. Druk op de RETURN toets.
Hierdoor keert u terug naar de Center Room.
Verkeersinformatiefunctie
Met de TA (standbyfunctie voor verkeersinformatie) kunt u automatisch verkeersinformatie ontvangen, ongeacht welke bron is ingeschakeld. De TA functie kan voor ofwel een TP zender (een zender die verkeersinformatie uitzendt) ofwel een EON TP zender (een zender die informatie heeft over verkeersinformatiezenders) worden geactiveerd.
Activeren en uitschakelen van de TA functie
1. Stem af op een TP of EON TP zender door de kleine stuurknuppel naar links/rechts te bewe­gen.
De Car-icoon licht op wanneer op een TP zender of een EON TP zender is afgestemd.
2. Schakel de TA functie in door op de TA toets te drukken.
De Traffic. indicator licht op ten teken dat de tuner wacht op verkeersinformatie. Herhaal de bovenstaande handeling om de TA functie uit te schakelen wanneer u geen verkeersinformatie wilt beluisteren.
Opmerking:
De TA functie kan tevens worden geactiveerd of uitgeschakeld met het functiemenu.
Het toestel schakelt als de verkeersinformatie is afgelopen weer naar de voorgaande bron.
De TA functie kan vanuit andere bronnen dan de tuner worden geactiveerd indien de FM golf-
band daarvoor was ingesteld. Het schakelen is niet mogelijk indien de MW/LW (MG/LG) golfband het laatst was ingesteld.
Indien de FM golfband het laatst was ingesteld kunt u door de TA functie te activeren ook
andere afstemfuncties bedienen tijdens het beluisteren van andere bronnen dan de tuner.
Er wordt uitsluitend op TP of EON TP zenders afgestemd met de automatische afstemfunctie
als de Traffic indicator is opgelicht.
Wanneer de Traffic indicator is opgelicht wordten met de BSM functie uitsluitend TP of
EON TP zenders vastgelegd.
28
Gebruiken van de RDS functies
“Traffic” Car-icoon
29
Uitschakelen van verkeersinformatie
• Druk tijdens ontvangst op de TA toets om de verkeersinformatie uit te schakelen en weer de voorgaande bron te beluisteren.
De verkeersinformatie wordt uitgeschakeld maar de TA functie blijft geactiveerd totdat u nogmaals op de TA toets drukt.
Regelen van het volume voor verkeersinformatie
Bij aanvang van verkeersinformatie wordt het volume automatisch op het vooraf bepaalde niveau gesteld zodat u de informatie duidelijk hoort.
• Stel het volume in door tijdens de ontvangst van een verkeersbericht op VOLUME te drukken.
Het nieuwe volumeniveau wordt in het geheugen vastgelegd, en een volgende verkeersinformatie­uitzending zal met dit niveau worden weergegeven.
TP alarmfunctie
Ongeveer 30 seconden nadat de Car icoon verdwenen is omdat het signaal terwijl zwak was, zal er een piepsignaal van 5 seconden gegeven worden om u eraan te herinneren dat u op een andere TP of EON TP zender moet afstemmen.
• Stem op een andere TP of EON TP zender af indien u de tuner beluistert.
Als andere bronnen dan de tuner zijn geactiveerd, zoekt de tuner ongeveer 10 (of 30)* seconden nadat de Car-icoon is gedoofd automatisch de TP zender met het sterkste signaal.
* Tijd voordat het zoeken start.
TA functie geactiveerd 10 seconden TA, AF functie geactiveerd 30 seconden
Gebruiken van de RDS functies
Loading...
+ 70 hidden pages