Olympus C-50 ZOOM User Manual [nl]

DIGITALE CAMERA
C-50 ZOOM

HANDLEIDING

n Wij zijn u erkentelijk voor de aanschaf van deze digitale Olympus-
camera. Lees voordat u uw nieuwe camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange levensduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een zodanige plaats dat u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
n Bent u van plan voor u belangrijke foto’s te gaan maken, dan doet
u er goed aan eerst een aantal proefopnamen te maken, teneinde u met de werking van uw camera vertrouwd te maken.
n De inhoud van de in deze handeling getoonde afbeeldingen kan
afwijken van het eigenlijke product.
For customers in North and South America
Voor klanten in Noord en Zuid-Amerika
Voor klanten in de Ver. Staten van Noord-Amerika Overeenstemmingsverklaring Typenummer : C-50 ZOOM Handelsnaam : OLYMPUS Verantwoordelijke partij: Olympus America Inc. Addres : 2 Corporate Center Drive, Melville, New York
Telefoon : 1-631-844-5000
Getest en gebleken te voldoen aan de FCC-normen VOOR HUIS OF KANTOORGEBRUIK
Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC Rules. Het apparaat werd getest op de volgende aspecten: (1) Het apparaat mag geen schadelijke stoorsignalen afgeven. (2) Het apparaat moet ongevoelig zijn voor eventuele ontvangen
stoorsignalen, met inbegrip van stoorsignalen die aanleiding kunnen geven tot ongewenste werking.
Voor klanten in Canada
Dit digitale apparaat volgens Class B voldoet aan alle eisen zoals die zijn vastgelegd in de Canadian Interference Causing Equipment Regulations.
11747-3157 U.S.A.
Voor klanten in Europa
Handelsmerken
• Microsoft en Windows zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van
• Macintosh is een handelsmerk van Apple Computer Inc.
• Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn wettig gedeponeerde
• De in deze handleiding genoemde normen voor camera bestandssystemen
Het waarmerk "CE" garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de Europese Unie voor wat betreft veiligheid, gezondheid, milieubehoud en persoonlijke veiligheid van de gebruiker. Camera’s voorzien van het waarmerk “CE” zijn bedoeld voor verkoop in Europa.
Microsoft Corporation.
handelsmerken en/of handelsmerken van de betreffende rechthebbenden.
zijn de door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) opgestelde “Design Rule for Camera File System / DCF”-normen.
2
Inhoudsopgave ................................................................P. 4
De verschillende onderdelen ............................................P. 8
Indicaties in de monitor ..................................................P. 10
Hoe u deze handleiding gebruikt ....................................P. 14
Hoofdstuk 1
Voordat u gaat fotograferen P. 15
Hoofdstuk 2
Gebruik van de menu's P. 24
Hoofdstuk 3
Fotograferen P. 31
Hoofdstuk 4
Geavanceerde fototechnieken P. 54
Hoofdstuk 5
Beeldkwaliteit en belichting instellen P. 70
Hoofdstuk 6
Weergeven P. 79
Hoofdstuk 7
Handige functies P. 93
Hoofdstuk 8
Printen instellen P. 104
Hoofdstuk 9
Diverse P. 108
3

Inhoudsopgave

De verschillende onderdelen ........................................8
Indicaties in de monitor ..............................................10
Geheugenindicator ..................................................................13
Batterijcontrole ........................................................................13
Hoe u deze handleiding gebruikt ................................14
Voordat u gaat fotograferen 15
Bevestigen van de camerariem ..............................15
Iets over de batterij en het kaartje ........................16
Iets over de batterij ............................................................16
Principe van het kaartje .................................................... 16
Batterij en kaartje in de camera zetten en eruit halen ........17
Gebruik van de optionele lichtnetadapter ............................19
Hoofdstuk 1
Camera in en uitschakelen ....................................20
Controleren van het kaartje ................................................ 21
Datum en tijd instellen ..........................................22
Gebruik van de menu's 24
Wat zijn menu's? ..................................................24
Een voorbeeld hoe u de menu's gebruikt ..............25
Snelmenu's (tijdens fotograferen/weergeven) ........27
MODE MENU (tijdens fotograferen) ........................28
Hoofdstuk 2
MODE MENU (tijdens weergeven) ..........................30
Fotograferen 31
Fotofuncties ..........................................................31
Vasthouden van de camera ..................................34
Indrukken van de ontspanknop ............................35
Scherpstellen ........................................................35
Autofocus ..........................................................................35
Als scherpstellen met het autofocus niet lukt
Hoofdstuk 3
(Onderwerpen waarop de camera zich moeilijk kan
scherpstellen) ........................................................................36
4
Contents
2 IN 1
Scherpstelgeheugen (Scherpstellen op onderwerpen
die niet in het beeldmidden staan) ........................................37
Stilstaande beelden fotograferen ..........................38
Fotograferen met de zoeker ................................................38
Fotograferen met de monitor ..............................................39
Een vergelijking tussen zoeker en monitor ............................40
Diafragma instellen (Fotograferen met diafragmavoorkeuze) 41
Sluitertijd instellen (Fotograferen met sluitertijdvoorkeuze)......42
Diafragma en sluitertijd instellen (Handinstelling) ..................43
Video-opnamen ....................................................44
Hoofdstuk 3
Zoomen (tijdens tele/groothoekopnamen) ............46
Digitaal zoomen ................................................................46
Flitsfotografie ......................................................48
Gebruik van de flitser ........................................................50
Lichtopbrengst van de flitser instellen ..............................53
Geavanceerde fototechnieken 54
Spotmeting (Selecteren van het lichtmeetvlak) ..54 Macro-opnamen
(Close-ups fotograferen) ..................................55
Fotograferen met de zelfontspanner ................56
Fotograferen met de afstandbediening ..............57
Repeterende opnamen ..........................................59
Repeterende opnamen en repeterende
opnamen met autofocus ......................................59
Hoofdstuk 4
Automatische proefbelichting (Repeterende opnamen met een
afwijkende belichting voor elk beeld)
Voorkeursfunctie My Mode instellen ......................63
Panoramaopnamen ..............................................66
Twee-in-een beelden fotograferen ................68
BKT ........................60
5
Contents
Beeldkwaliteit en belichting instellen 70
Beeldkwaliteit ......................................................70
Beeldkwaliteit voor stilstaande beelden instellen ....................72
Beeldkwaliteit voor video-opnamen instellen ........................72
ISO-equivalente gevoeligheid ..............................74
Belichtingscorrectie ................................................76
Witbalans..............................................................77
Hoofdstuk 5
Beeldscherpte ........................................................78
Beeldcontrast ........................................................78
Weergeven 79
Stilstaande beelden weergeven ............................79
Enkelbeeldweergave ..........................................................79
Snelweergave QUICK VIEW................................................79
Diashow ......................................................................80
Gezoomd weergeven ....................................................81
Indexweergave ............................................................82
Beelden draaien ............................................................83
Videobeelden weergeven (MOVIE PLAY) ..............84
INDEX ..............................................................................86
Beelden beveiligen ..........................................87
Hoofdstuk 6
Beelden wissen ..............................................88
Eén enkel beeld wissen ......................................................88
Alle beelden wissen ..........................................................89
Stilstaande beelden bewerken ..............................90
Beelden omzetten in zwart-wit of in sepia ............................90
Resolutie wijzigen ........................................................91
Weergeven op een TV-ontvanger ..........................92
6
Contents
Handige functies 93
Alles herstellen (Opslaan van de camera
instellingen) ......................................................93
Snelmenu ..............................................................94
Informatieweergave INFO ....................................97
Formatteren van kaartjes ................................98
Helderheid van de monitor instellen ..................99
Pieptoontje uitschakelen ..................................99
Controlebeeld weergeven – REC VIEW ..................100
Hoofdstuk 7
Wachttijd sluimerfunctie – SLEEP ..........................101
Instellen van het
video-uitgangssignaal – VIDEO OUT ..................101
Bestandsnaam toekennen – FILE NAME ................102
Beeldbewerkingfuncties
controleren – PIXEL MAPPING ............................103
Printen instellen 104
Print mogelijkheden ............................................104
Print reservering opslaan ....................................106
Hoofdstuk 8
Diverse 108
Storingen opheffen ..............................................108
Onderhoud van de camera ..................................115
Foutcodes ............................................................116
Menuoverzichten ................................................118
Menu-instellingen en standaardinstellingen
af fabriek ..........................................................121
Camerafuncties en fotofuncties ............................122
Hoofdstuk 9
Technische gegevens............................................125
Verklarende woordenlijst ....................................127
Index ..................................................................130
7

De verschillende onderdelen

Zoomknop (W/T)/( / ) (zie blz.46, 81, 82)
Ontspanknop (zie blz. 35) Indicatie-LED Zelfontspanner / Afstandbediening (zie blz. 56, 57)
Bevestigings­punt camerariem (zie blz. 15)
Flitser (zie blz. 48)
Ontvanger afstandbe­diening (zie blz. 57)
Lenskap
Video-uitgangsconnector VIDEO OUT (zie blz. 92)
USB connector
Deksel connectorcompartiment
Deksel batterij/kaartcompar­timent (zie blz. 17)
8
Lens
Gelijkspanningsconnector DC-IN* (zie blz. 19)
* Voordat u de lichtnetadapter kunt
aansluiten, moet u het dopje verwijderen.
Statiefaansluiting
De verschillende onderdelen
Flitserfunctieknop ( ) (zie blz. 50)
Wisknop ( ) (P. 88)
Groene LED (zie blz. 35)
Oranje LED (zie blz. 35, 50)
Zoeker (zie blz. 35)
AF-teken (zie blz. 35)
Monitor
Monitorknop (Quick View/ ) (zie blz. 79)
Indicatie-LED Dataverkeer (zie blz. 35)
Macro/Spotmeetknop ( )
(zie blz. 54, 55)
Knop Beveiligen ( ) (zie blz. 87)
Functieknop (P. 31)
OK/MENU-knop ( )
Pendelknop (
ÑñÉí)
9

Indicaties in de monitor

12 3 4
5
6 7
8
$
9
0 !
@ #
%
^ &
ISO 80
’02.09.12 12:30
20
t
q w e
HQ
SIZE: 320x240
’02.09.12 12:30
7 r
@
y
HQ
’02.09.12 12:30
20
9*()
7
q w
e
HQ
SIZE: 2560x1920
F2.8 1/800 +2.0
ISO80 ’02.09.12 12:30 FILE: 100–0020
4
r 2 3
@ #
y
Tijdens fotograferen
Informatieweergave INFO op OFF
Tijdens weergeven van stilstaande beelden
Informatieweergave INFO op OFF
Tijdens weergeven van video-opnamen
Informatieweergave INFO op OFF Informatieweergave INFO op ON
10
Informatieweergave INFO op ON
Informatieweergave INFO op ON
Indicaties in de monitor
,,,
,
Functie Indicaties Blz.
1 Fotofuncties , P, A, S, M, P. 31
, , , , , ,
2 Diafragma F2.8 – F8.0 P. 41, 43 3 Sluitertijd 8 – 1/1000 P. 42, 43 4 Belichtingscorrectie –2.0 – +2.0 P. 76
Belichtingsafwijking –3.0 – +3.0 P. 43
5 AF-teken 6 Aantal beelden dat nog 24 P. 39
kan worden opgeslagen Nog beschikbare opnametijd 24" P. 44
7 Beeldkwaliteit TIFF, SHQ, HQ, SQ1, SQ2 P. 70 8 Geheugenindicator P. 13
9 Indicator batterijlading P. 13 0 Zelfontspanner P. 56
Afstandbediening P. 57
! Sluiterfunctie , , BKT P. 59 @ Witbalans , , , P. 77 # ISO ISO80, ISO160, ISO320 P. 74 $ Groene LED O– % Flitser paraatindicator P. 50, 52 ^ Flitserfunctie , , ,
SLOW
, P. 50
SLOW
& Spotmeting / , , P. 54, 55
Macro-opname
11
Indicaties in de monitor
Opmerking
Functie Indicaties Blz.
* Print reservering P. 106 ( Aantal kopieën x2 – x10 P. 106 ) Beveiligd beeld P. 87 q Datum ’02. 12. 24, ’ 03. 01. 12 P. 22 w Tijd 07:15, 12:30, 17:45 P. 22 e Beeldnummer 20 r Resolutie 2560 x 1920, 1600 x 1200 P. 71 t Video P. 84 y Bestandsnummer / FILE:100 – 0020
Totale opnametijd 0"/15" (tijdens video-opnamen)
0" / 15"
Weergavetijd
Welke informatie in de monitor wordt weergegeven is afhankelijk van de
instellingen van de camera.
Hoeveel informatie in de monitor wordt aangegeven, kunt u zelf instellen
(zie blz. 97).
Totale opnametijd
12
Indicaties in de monitor
Geheugenindicator
Als u een foto maakt, licht de geheugenindicator op. Dit geeft aan dat de camera het zojuist gefotografeerde beeld opslaat op het kaartje (xD-Picture Card). Afhankelijk van de ingestelde fotofunctie verandert de indicatie van de geheugenindicator als hieronder afgebeeld. Lichten alle segmenten van de geheugenindicator op, dan moet u wachten tot ze doven voordat u de volgende opname kunt maken.
Tijdens fotograferen van stilstaande beelden
Als u doorgaat met fotograferen
Fotograferen
Vóór de opname
(De indicator is gedoofd)
Wachten
Tijdens de opname (Indicator brandt)
Tijdens video-opnamen
Als u doorgaat met fotograferen
Fotograferen
Wachten
Vóór de opname
(De indicator is gedoofd)
Tijdens de opname (Indicator brandt)
Tot alle segmenten gedoofd zijn, is fotograferen niet
mogelijk.
Op het moment dat alle segmenten oplichten, stopt de
camera automatisch met fotograferen van videobeelden.
Batterijcontrole
Wordt de camera ingeschakeld of wordt de camera gebruikt, terwijl de nog beschikbare batterijlading gering is, dan verandert de indicatie van de batterijlading in de monitor als volgt.
No indication
Brandt (groen)
Camera
gebruiksklaar
Brandt (rood)
Beschikbare lading: Gering. Laad de batterij zo spoedig mogelijk op, speciaal bij langdurig gebruik.
(De groene en de oranje
LED, naast de zoeker,
knipperen.)
Beschikbare lading: Batterij uitgeput. Vervang de batterij door een opgeladen exemplaar
13
Chapter 3
Taking still pictures
1
In the top menu, select MODE MENU T CAMERA T P/A/S/M TS. Press . Press
again to cancel the menu.
2
Set the shutter speed.
To set a faster shutter speed, press Ñ.
To set a slower shutter speed, press
ñ
.
Available  modes
Shutter speed setting (Shutter priority shooting)
button
Ññ
buttons

Hoe u deze handleiding gebruikt

Chapter 7
Information display
Lets you select the amount of shooting information displayed in the shooting or playback mode. Shooting information is displayed for approximately 3 seconds, then the monitor returns to the regular display. For details on each piece of information displayed, see page 10.
Av
ailable
modes
:
In the top menu, select MODE MENU T SETUP TINFO T ON or OFF. Press . Press again to cancel the menu.
:
P
ress to display the top menu. Press
É
to tu
rn INFO on.
To turn INFO off in the playback mode, press again to bring up the top menu and press
É
.
INFO
Stel de camera in op een van de beschikbare functies.
Werk de menu's af in de volgorde van de pijlen (zie blz. 25).
Is een knop gearceerd afgebeeld, dan drukt u die in als onderdeel van de bewerkingstap.
De in de aanwijzingen aangegeven knoppen Ñ, ñ, É en í komen overeen met de knoppen van de pendelknop.
14

Bevestigen van de camerariem

Opmerking
Steek de kleine lus van de
1
camerariem door het bevestigingspunt voor de camerariem.
Steek het lange uiteinde van de
2
camerariem door de kleine lus die u al door het bevestigingspunt gestoken heeft.
Trek de riem strak en overtuig
3
u ervan dat u de riem stevig bevestigd heeft en niet los kan raken.
Let op als u de camera aan de riem met u meedraagt. De riem kan
makkelijk achter andere voorwerpen blijven haken en zo ernstige schade veroorzaken.
Bevestig de camerariem op de juiste wijze zodat die niet los kan raken.
Olympus stelt zich niet aansprakelijk voor schade die ontstaat als de riem niet goed aan de camera wordt bevestigd en de camera valt.
Bevestigingspunt camerariem

Hoofdstuk 1

Voordat u gaat fotograferen
15

Iets over de batterij en het kaartje

64
MB
Opmerking
Iets over de batterij
Deze camera werkt met een OLYMPUS lithium-ionbatterij (LI-10B). Deze batterij werd speciaal voor deze camera ontwikkeld en met andere batterijen werkt de camera niet. Op het moment
Hoofdstuk 1
van aanschaf is de batterij niet volledig opgeladen. Als u de batterij voor het eerst gaat gebruiken, moet u hem eerst volledig opladen met het voorgeschreven laadapparaat (LI-10C). Gebruik geen andere laadapparaten. Voor details leest u de bij het laadapparaat geleverde handleiding.
Apparaatstekker
Principe van het kaartje
In deze camera worden de gefotografeerde beelden opgeslagen op een xD­Picture Card. Overal waar in deze handleiding sprake is van een “kaartje” wordt een xD-Picture Card bedoeld. De gefotografeerde en op het kaartje opgeslagen beelden kunt u makkelijk wissen, er overheen opslaan en/of op een computer bewerken.
Lithium-ionbatterij
Laadapparaat
Netsnoer
Stopcontact
Indexvlak
Hier noteert u de inhoud van het kaartje.
Geschikte kaartjes: xD-Picture Card – 16 MB tot en met 128 MB
Het is mogelijk dat de camera een kaartje van een ander merk dan Olympus
of een kaartje dat werd geformatteerd in een ander apparaat (bijvoorbeeld een computer, enzovoort) niet herkent. Vergeet vooral niet het kaartje in deze camera te formatteren voordat u het gaat gebruiken (zie blz. 98).
16
Elektrische contacten
Voor de elektrische verbinding met de camera. Raak de contacten niet aan.
Iets over de batterij en het kaartje
Batterij en kaartje in de camera zetten en eruit halen
Overtuig u ervan dat de camera uitgeschakeld is, dat wil zeggen dat
1
…de lenskap gesloten is,
…de monitor gedoofd is, en
…de groene LED gedoofd is.
Lenskap
Monitor
Schuif het deksel van het
2
batterijcompartiment / kaartcompartiment in de richting van pijl in de richting van pijl
A en klap het open B.
Groene LED
A
m Batterij in de camera zetten
3
Steek de batterij met plus- en mincontacten in de juiste stand in het batterijcompartiment.
Zorg ervoor dat de batterij door de
batterijvergrendeling goed op zijn plaats wordt gehouden. Is dat niet het geval, dan bestaat de kans dat de batterij uit de camera springt als u het deksel van het batterij/kaartcompartiment opent.
m Batterij uit de camera halen Schuif de batterijvergrendeling in de richting van de pijl. Als de batterij naar buiten veert, pakt u de batterij vast en trekt hem uit de camera.
Batterijvergrendeling
Hoofdstuk 1
B
17
Iets over de batterij en het kaartje
Opmerking
m Kaartje in de camera zetten Houd het kaartje in de juiste stand vast en steek het als afgebeeld in het batterij/kaartcompartiment.
Houd het kaartje vooral recht als u het in de
camera steekt.
Steekt u het kaartje verkeerd of scheef in de
Hoofdstuk 1
camera, dan kan dat de contacten beschadigen of kan het kaartje beklemd raken.
Drukt u het kaartje niet helemaal naar
binnen, dan is het mogelijk dat geen beelden op het kaartje worden opgeslagen.
m Kaartje uit de camera halen Maak het kaartje vrij door dat met de vingers rustig tot de aanslag naar binnen te drukken. Houd het kaartje tegen zodat het niet met kracht uit de kaartsleuf schiet. Pak het kaartje vast en trek het recht uit de camera.
Sluit het deksel van het batterij/
4
kaartcompartiment door het in de richting
C, te drukken en vervolgens in de
van pijl richting van pijl
Haalt u de batterij binnen 3 (drie) seconden na het uitschakelen van de
camera uit de camera, dan bestaat de kans dat de in de functie opgeslagen instellingen verloren gaan.
Haalt u de batterij ongeveer 1 (één) uur uit de camera, dan bestaat de kans
dat van sommige instellingen de standaard instellingen af fabriek worden hersteld, ook al is de functie ALL RESET op ON gezet.
Open nooit het deksel van het batterij/kaartcompartiment en koppel ook niet
de optionele lichtnetadapter af als de camera in gebruik is of met een computer communiceert.
eslagen beeldmateriaal verloren gaan.
opg
Beelden die verloren zijn gegaan, kunt u niet meer herstellen.
Drukt u het kaartje helemaal naar binnen en laat u het dan abrupt los, dan
is het mogelijk dat het kaartje met kracht uit de sleuf schiet.
D dicht te schuiven.
Doet u dat toc
h, dan kan alle op het kaartje
D
18
C
Iets over de batterij en het kaartje
Opmerking
Gebruik van de optionele lichtnetadapter
Behalve de meegeleverde batterij kunt u ook een optionele Olympus CAMEDIA lichtnetadapter van het type D-7AC gebruiken. Een lichtnetadapter is vooral praktisch bij tijdrovende taken zoals het overbrengen van beelden naar een computer. Wel moet de lichtnetadapter geschikt zijn voor de bij u ter plaatse gebruikte netspanning. Voor details raadpleegt u uw Olympus dealer of een Olympus Service Center.
Stopcontact
Gelijkspanningsplug
Hoofdstuk 1
Netstekker
Voordat u de lichtnetadapter gaat gebruiken, moet u de batterij uit de camera
halen.
Let op dat u bij het aansluiten van de lichtnetadapter op de
gelijkspanningsconnector DC-IN van de camera, eerst het dopje van de connector moet halen.
Raakt de batterij uitgeput terwijl de camera aangesloten is op een computer, dan
is het mogelijk dat het beeldmateriaal verloren gaat of beschadigd raakt. U doet er dan ook goed aan om bij het overbrengen van beeldmateriaal naar een computer de optionele lichtnetadapter te gebruiken. Sluit de lichtnetadapter niet aan en koppel die ook niet af terwijl dataverkeer met de computer plaats vindt.
In onderstaande gevallen wordt voortdurend energie verbruikt, waardoor het
aantal nog beschikbare opnamen afneemt.
• Bij gebruik van de monitor.
• Door herhaaldelijk automatisch scherptestellen door de ontspanknop half in te drukken.
• Door herhaaldelijk in en uit te zoomen.
• Als dataverkeer tussen computer en camera plaats vindt.
Haal nooit de batterij uit de camera en zet ze er ook niet in en sluit nooit de
lichtnetadapter aan en koppel die niet af terwijl de camera ingeschakeld is. Doet u dat toch, dan kan dat de inwendige instellingen en functies van de camera verstoren.
Lees voordat u de lichtnetadapter gaat gebruiken, de meegeleverde
"Veiligheidsinstructies" ervan aandachtig door.
Lichtnetadapter
Gelijkspanningsconnector DC-IN
19

Camera in en uitschakelen

Opmerking
In de stand Fotograferen
Inschakelen: Open de lenskap. De camera wordt ingeschakeld in de stand
Uitschakelen: Schakel de camera uit door de lenskap gedeeltelijk te sluiten
Hoofdstuk 1
Inschakelen van de camera
Schuif de lenskap open.
In de stand Weergeven
Inschakelen: Druk met de lenskap gesloten op de monitorknop De
Uitschakelen: Druk op de monitorknop . De camera wordt uitgeschakeld
Inschakelen van de camera
fotograferen.
(ongeveer halverwege de lenstubus). Wacht tot de lens zich helemaal heeft teruggetrokken en sluit dan de lenskap helemaal. Nu schakelt de camera uit.
camera wordt ingeschakeld in de stand weergeven (ook de monitor wordt ingeschakeld).
(ook de monitor wordt uitgeschakeld).
Druk op de monitorknop .
Uitschakelen van de camera
Schuif de lenskap dicht.
Uitschakelen van de camera
Druk op de monitorknop .
Laat u de camera ingeschakeld liggen en voert u verder geen handelingen
uit, dan neemt de camera automatisch de sluimerstand aan, om de batterij te sparen. Om de camera weer te activeren, is indrukken van een van de knoppen voldoende. De tijd die moet verstrijken voordat de camera de sluimerstand aanneemt, kunt u zelf instellen (zie blz. 101).
Druk de lenskap, bij het sluiten ervan, vooral niet met kracht tegen de
lenstubus omdat dat de lens kan beschadigen of de juiste werking van de camera kan verstoren.
20
Camera in en uitschakelen
FORMATFORMAT
YES
NONO
CAUTION ERASING ALL
Controleren van het kaartje
Bij het inschakelen van de camera wordt automatisch het kaartje gecontroleerd.
Indicatie in de monitor Correctie
U heeft geen kaartje of het kaartje verkeerd in de camera gezet.
T Steek een kaartje in de camera. Heeft u al
een kaartje in de camera gestoken, dan haalt u dat eruit en steekt het opnieuw in de camera.
Er heeft zich een probleem met het kaartje voorgedaan.
T Formatteer het kaartje. Is het probleem
daarmee niet verholpen, dan moet u een ander kaartje gebruiken.
Het camerasysteem heeft het kaartje niet herkend.
T Formatteer het kaartje.
Door te formatteren, wist u alle op het
kaartje opgeslagen beelden.
1 Selecteer FORMAT, door op ñ te
drukken en druk dan op de OK/MENU­knop .
Nu wordt het instelmenu FORMAT
geopend.
2 Start het formatteren door YES te
selecteren door op OK/MENU-knop te drukken.
Als het formatteren met succes voltooid
is, is de camera klaar om ermee te fotograferen.
Hoofdstuk 1
Ñ en dan op de
21
CARD SETUP

Datum en tijd instellen

SELECTSELECT
SETSET
GOGO
Beschikbare functies
Voordat u de camera gaat gebruiken, moet u datum en tijd instellen. Omdat datum en tijd samen met de beelden worden opgeslagen, is het van belang dat u ze goed instelt.
Voorbeelden van met de functie beschikbare instellingen.
Hoofdstuk 1
Zet de functieknop in de stand , en
1
open de lenskap.
De camera wordt ingeschakeld en de lens
schuift naar voren.
Schuift de lens niet naar voren, dan heeft
u de lenskap waarschijnlijk niet helemaal open geschoven.
Druk op de OK/MENU-knop .
2
De monitor wordt automatisch ingeschakeld
met daarin het hoofdmenu.
Selecteer de functie (Datum en tijd)
3
4
22
ñ van de pendelknop te drukken.
door op
Nadat u in het instelmenu de functie heeft geselecteerd, selecteert u de gewenste datumnotatie door op drukken:
Selecteer een van de onderstaande
datumnotaties D–M–Y (Dag / Maand / Jaar) M–D–Y (Maand / Dag / Jaar) Y–M–D (Jaar / Maand / Dag).
De nu volgende stappen laten zien hoe
datum en tijd worden ingesteld voor de datumnotatie Y-M-D (Jaar / Maand / Dag).
Ñ of ñ te
Pendelknop
Functieknop
knop
Instelmenu
Kies de cijfergroep van het jaartal door op
SELECTSELECT
SETSET
GOGO
SELECTSELECT
SETSET
GOGO
Opmerking
5
í te drukken.
Stel het jaartal in door op Ññ te drukken
6
en kies daarna de cijfergroep voor de maand met
Herhaal deze procedure tot u datum en tijd
volledig heeft ingesteld.
Wilt u naar de voorgaande cijfergroep
terugkeren, dan drukt u op
De camera kan de tijd uitsluitend aangeven
in "aantallen uren", de zogenaamde militaire tijdaanduiding. Daarbij wordt 2 p.m. aangegeven als 14:00 uur, namelijk 12:00 uur + 2:00 uur = 14:00 uur.
De eerste twee cijfers van het jaartal zijn
vast ingesteld.
Druk op de -knop.
7
Wilt u de klok nauwkeurig gelijkzetten, dan
drukt u op de OK/MENU-knop op het moment dat de klok 00 seconden aanwijst. De klok in de camera begint te lopen op het moment dat u de OK-knop indrukt.
Om de camera uit te schakelen, schuift
8
u de lenskap dicht.
í.
É.
Datum en tijd instellen
Hoofdstuk 1
De huidige instellingen blijven gehandhaafd, ook als u de camera
uitschakelt, tenzij u dat anders instelt.
Laat u de camera ongeveer 1 (één) uur zonder batterij liggen, dan worden
voor datum en tijd weer de instellingen af fabriek hersteld. Als dat gebeurt, moet u datum en tijd opnieuw instellen.
23

Wat zijn menu's?

WB
MODE MENU
PICTURE
CAM
SET
CARD
WBWB
CONTRASTCONTRAST
SHARPNESSSHARPNESS
HQ
SQ1SQ1 SQ2SQ2
TIFFTIFF SHQSHQ
PICSET
CARD
ISOISO
P/A/S/MP/A/S/M
PP
CAMERA
DRIVEDRIVE
OFFOFF
AUTOAUTO
Schakelt u de camera in en drukt u dan op de OK/MENU-knop , dan verschijnt in de monitor het zogenaamde "hoofdmenu". Veel functies van deze camera worden geopend vanuit menu's. Dit hoofdstuk beschrijft het gebruik van menu's aan de hand van de menu's zoals die verschijnen als u de camera in de stand zet. De samenstelling van het hoofdmenu is afhankelijk van de

Hoofdstuk 2

camerafunctie.
Hoofdmenu
Met de pendelknop opent u snelmenu's
of het functiemenu MODE MENU.
Gebruik van de menu's
Snelmenu's
Hiermee opent u rechtstreeks de
instelmenu's.
De in de snelmenu's geregistreerde
functies kunt u vervangen door andere (zie blz. 94)…
24
Functiemenu
Vanuit het functiemenu opent
u instelmenu's voor functies zoals de witbalans, enzovoort.
De instellingen zijn verdeeld
over 4 (vier) tabbladen.
Door op Ññ te drukken
selecteert u een tabblad – CAMERA, PICTURE, CARD of SETUP – en geeft u de daarin geregistreerde functies weer.
Tab

Een voorbeeld hoe u de menu's gebruikt

WB
MODE MENU
PICTURE
CAM
SET
CARD
AUTOAUTO
HQHQ
NORMALNORMAL
NORMALNORMAL
WBWB
CONTRASTCONTRAST
SHARPNESSSHARPNESS
PICSET
CARD
ISOISO
P/A/S/MP/A/S/M
PP
CAMERA
DRIVEDRIVE
OFFOFF
AUTOAUTO
CAM
SET
PIC
CARD SETUPCARD SETUP
CARD
SETUP
CAM
CARD
PIC
OFFOFF
ONON
REC VIEWREC VIEW
ALL RESETALL RESET
INFOINFO
ONON
ONON
MY MODE SETUPMY MODE SETUP
Open het hoofdmenu door op
1
de OK/MENU-knop te drukken en druk dan op
í.
Hoofdmenu
CAM: tabblad CAMERA
Functies voor het fotograferen: selecteren van de sluiterfuncties, digitaal zoomen, enzovoort.
PIC: tabblad PICTURE
Functies voor het aanpassen van beelden: selecteren van de beeldkwaliteit, aanpassen van de witbalans, enzovoort.
CARD: tabblad CARD
Functies met betrekking tot het kaartje, bijvoorbeeld formatteren.
Selecteer de gewenste tabblad
2
Tabblad CAMERA
Tabblad PICTURE (Beeld)
Tabblad CARD (Kaartje)
Tabblad SETUP (Instellen)
Ñ of ñ te drukken en
door op druk dan op
˙
¥
˙
¥
˙
¥
í.
Om naar het tabblad selectiemenu terug te keren,
É.
drukt u op
Hoofdstuk 2
SET: tabblad SETUP
Functies voor het wijzigen van de camera instellingen: datum en tijd, snelmenu instellingen, enzovoort.
25
Een voorbeeld hoe u de menu's gebruikt
SETUP
CAM
CARD
PIC
ONON
ALL RESET
OFFOFF
REC VIEWREC VIEW
INFOINFO
ONON
ONON
MY MODE SETUPMY MODE SETUP
SETUP
CAM
CARD
PIC
ONON
ONON
ALL RESETALL RESET
OFFOFF
REC VIEWREC VIEW
INFOINFO
ONON
MY MODE SETUPMY MODE SETUP
SETUP
CAM
CARD
PIC
OFFOFF
ON
REC VIEWREC VIEW
ALL RESETALL RESET
INFOINFO
MY MODE SETUPMY MODE SETUP
SETUP
CAM
CARD
PIC
OFF
ONON
REC VIEWREC VIEW
ALL RESETALL RESET
INFOINFO
MY MODE SETUPMY MODE SETUP
Opmerking
Selecteer de gewenste functie
3
Ñ of ñ te drukken en
door op druk dan op
í.
Selecteer de gewenste
4
instelling door op drukken en sla de instelling op door op de OK/MENU-knop te drukken.
Sluit het menu door opnieuw op
Hoofdstuk 2
de OK/MENU-knop te drukken.
˙
¥
Rond de geselecteerde functie verschijnt een groen kader.
Afhankelijk van de status van de camera en de gemaakte instellingen is het
mogelijk dat niet alle functies beschikbaar zijn. Niet beschikbare functies kunt u niet selecteren.
Drukt u met een instelmenu in de monitor op de ontspanknop om een
opname te maken, dan gebeurt dat met de op dat moment geselecteerde instellingen.
Wilt u dat de instellingen gehandhaafd blijven als u de camera uitschakelt,
dan zet u de functie ALL RESET op OFF (zie blz. 93).
26
Om naar het selecteren van een functie terug te keren, drukt u
É en dan op
op de OK/MENU­knop .
¥
Ñ of ñ te
˙
Snelmenu's (tijdens
CARD SETUP
DIGITAL ZOOM
MODE MENU
WB
MODE MENU
WB
MODE MENU
DIGITAL ZOOM
MODE MENU
INFO
MODE MENU
MOVIE PLAY
INFO
fotograferen/weergeven)
Stand Fotograferen
Playback mode
hoofdmenu
hoofdmenu
, , , , of
hoofdmenu
hoofdmenu
(voor stilstaande beelden)
of hoofdmenu
hoofdmenu
(voor video-opnamen)
Selecteert fotograferen met de zelfontspanner P. 56, of met de afstandbediening. 57
Met deze functie stelt u datum en tijd in P. 22
DIGITAL Deze functie breidt het optische zoombereik P. 46 ZOOM uit tot maximaal circa 12x.
Met deze functie stelt u de beeldkwaliteit in. P. 70
CARD SETUP Met deze functie formatteert u het kaartje. P. 98
WB Met deze functie kiest u de juiste witbalans, P. 77
in overeenstemming met de lichtbron.
Deze functie geeft alle opgeslagen beelden de P. 80 een na de ander weer.
MOVIE Deze functie is bedoeld voor het weergeven P. 84 PLAY van videobeelden. Ook kunt u indexen
samenstellen door beelden uit video-opnamen te lichten.
INFO Met deze functie stelt u de hoeveelheid P. 97
informatie in die in de monitor wordt weergegeven.
Met deze functie slaat u printinformatie voor P. 106 DPOF-gestuurde printers op.
27
Hoofdstuk 2

MODE MENU (tijdens fotograferen)

PICSET
CARD
ISOISO
P/A/S/MP/A/S/M
PP
CAMERA
DRIVEDRIVE
OFFOFF
AUTOAUTO
Met de camera in de stand Fotograferen bestaat het functiemenu MODE MENU uit 4 (vier) tabbladen. Door op tabblad met de daarin vastgelegde menufuncties. Omdat de camera in de stand automatisch werkt, is geen MODE MENU beschikbaar.
Ññ te drukken selecteert u een
Hoofdstuk 2
Tabblad CAMERA
Tabblad PICTURE (Beeld)
Tabblad CARD (Kaartje)
Tabblad SETUP (Instellen)
Tabblad CAMERA
Met deze functie kiest u voor het ontspannen van P. 56, de sluiter uit zelfontspanner of afstandsbediening. 57
DRIVE Met deze functie kiest u voor de sluiterfunctie P. 59
uit (enkelbeeldopname), (repeterende- opnamen), repeterende opnamen met autofocus) of BKT (automatische proefbelichting).
ISO Met deze functie stelt u de ISO-equivalente P. 74
gevoeligheid van de camera in.
P/A/S/M Voor de belichtingsfunctie kunt u kiezen uit: P. 33
P (Programmagestuurd Auto), A (Diafragmavoorkeuze Auto), S (Sluitertijdvoorkeuze Auto) of M (Handinstelling)
Met deze functie stelt u de lichtopbrengst van P. 53 de flitser in.
DIGITAL ZOOM Door digitaal te zoomen verruimt u het maximale P. 46
optische zoombereik tot maximaal 12x.
PANORAMA Met deze functie en met kaartjes van het merk P. 66
Olympus CAMEDIA-kunt u panoramaopnamen samenstellen.
2 IN 1 Deze functie combineert twee achtereenvolgens P. 68
gefotografeerde stilstaande beelden tot een enkel beeld.
28
MODE MENU (fotograferen)
Tabblad PICTURE
Met deze functie stelt u de beeldkwaliteit in. P. 70
WB Met deze functie past u de witbalans aan P. 77
SHARPNESS Met deze functie stelt u de beeldscherpte in. P. 78 CONTRAST Met deze functie stelt u het beeldcontrast in. P. 78
Tabblad CARD
CARD SETUP Met deze functie formatteert u het kaartje. P. 98
Tabblad SETUP
ALL RESET Met deze functie bepaalt u of de huidige camera P. 93
INFO Met deze functie kunt u de in de monitor getoonde P. 97
REC VIEW Met deze functie stelt u in of het beeld in de P. 100
MY MODE Met deze functie legt u uw voorkeurinstellingen P. 63 SETUP vast.
SLEEP Met deze functie stelt u de wachttijd voor de P. 101
FILE NAME Met deze functie wijzigt u de wijze waarop P. 102
PIXEL Met deze functie controleert u de CCD en de P. 103 MAPPING beeldbewerkingfuncties op fouten.
SHORT CUT Met deze functie kunt u veelgebruikte functies P. 94
VIDEO OUT Met deze functie stelt u als televisiesysteem P. 101
aan de lichtbron.
instellingen gehandhaafd blijven als u de camera uitschakelt.
hoeveelheid informatie wijzigen. Met deze functie schakelt u het pieptoontje P. 99
(gebruikt als waarschuwingssignaal, enzovoort) in of uit.
de monitor moet verschijnen terwijl dat wordt opgeslagen op het kaartje.
sluimerfunctie in.
bestanden en mappen voor beelden toegekend worden.
Met deze functie stelt u de helderheid van de P. 99 monitor in.
Met deze functie stelt u datum en tijd in. P. 22
als snelmenu aan het hoofdmenu toevoegen.
NTSC of PAL in, overeenkomstig het bij u ter plaatse gebruikte TV-systeem.
29
Hoofdstuk 2

MODE MENU (tijdens weergeven)

CARD
SET
CARD SETUPCARD SETUP
EDIT
PLAY
SET
CARD
De menufuncties die beschikbaar zijn in het functiemenu MODE MENU tijdens het weergeven van stilstaande beelden zijn andere dan tijdens het weergeven van video-opnamen. Door op de daarin vastgelegde menufuncties
Tijdens weergeven van stilstaande beelden
Hoofdstuk 2
Tabblad PLAY
Tabblad EDIT
BLACK&WHITE Met deze functie zet u een kleurenbeeld om in P. 90
SEPIA Met deze functie zet u een kleurenbeeld om P. 90
Tabblad CARD
CARD SETUP Met deze functie formatteert u het kaartje P. 89,
Tabblad SETUP
ALL RESET Met deze functie bepaalt u of de huidige camera P. 93
VIDEO OUT Met deze functie stelt u als televisiesysteem P. 101
30
Ñ of ñ te drukken selecteert u een tabblad met
Tijdens weergeven van videobeelden
Met deze functie kunt u beelden 90° met de P. 83 wijzers van de klok mee (+ 90°) of tegen de wijzers van de klok in (– 90°) draaien.
een zwart-witbeeld.
in een sepiabeeld. Met deze functie maakt u het beeld kleiner en P. 91
slaat dat kleinere beeld op als een nieuw beeld.
(FORMAT) of wist u alle op het kaartje 98 opgeslagen beelden (ALL ERASE).
instellingen gehandhaafd blijven als u de camera uitschakelt.
Met deze functie schakelt u het pieptoontje P. 99 (gebruikt als waarschuwingssignaal, enzovoort) in of uit.
Met deze functie stelt u de helderheid van de P. 99 monitor in.
Met deze functie stelt u datum en tijd in. P. 22 Met deze functie stelt u het aantal beelden P. 82
in waaruit het indexbeeld moet bestaan.
NTSC of PAL in, overeenkomstig het bij u ter plaatse gebruikte TV-systeem.
Loading...
+ 102 hidden pages