inbouwovens en
inbouwfornuizen
H 370, H 380
H 373, H 383, H 390
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u uw toestel installeert en
in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan het apparaat. M.-Nr. 05 237 500
b functiekiezer voor de oven
c display en druktoetsen voor de oven
d display en druktoetsen voor de
schakelklok
e toets ‘+/–’ met controlelampje
f knoppen voor kookzones / -platen
Ovenruimte
g verwarmingselement voor boven-
warmte en grilleren met beschermplaat
h grillmotor
i luikje(s) voor het vervangen van de
halogeenlamp(en) *
j aansluitopening voor de spijzen-
thermometer*
k aanzuigopening voor de ventilator
l telescopische slede met de niveaus
1, 2, 3, 4 en 5 *
m schakelaar voor het deurcontact
n ovendeur
* naar gelang van het model
Beschrijving van het toestel
Toebehoren
Elk model is uitgerust met
– twee bakplaten
– een afdruipschaal
– een rooster
– een vetfilter
– een telescopische slede
Naar gelang van het model is uw
toestel ook nog voorzien van een
– ingebouwde katalysator,
– grillmotor en draaispit,
– spijzenthermometer.
Kookvlak
Over de bediening en de inbouw van
het kookvlak vindt u uitleg in de gebruiksaanwijzing die bij het kookvlak
gevoegd is.
7
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
De verpakking recycleren
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus
opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Uw oud toestel afdanken
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan een autowrak- of
schrootverwerkend bedrijf. Die weten
vast hoe die stoffen opnieuw te gebruiken zijn.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard. Hou
dus rekening met de gelijknamige rubriek ‘Opmerkingen omtrent uw veiligheid’.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan er
schade optreden aan het toestel en
kan de gebruiker gevaar lopen.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwijzing voordat u uw oven of fornuis in
gebruik neemt.
U vindt er belangrijke wenken omtrent de inbouw, de veiligheid, het
gebruik en het onderhoud van het
toestel. Zo beschermt u zichzelf en
vermijdt u schade aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel eventueel na u gebruikt.
Deskundig gebruik
Deze oven / dit fornuis is enkel
voor huishoudelijk gebruik bestemd. U mag er enkel levensmiddelen
mee bakken, braden, ontdooien, inmaken, drogen en grilleren.
Elke andere toepassing is misschien
gevaarlijk. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
die werd veroorzaakt doordat het toestel niet volgens de voorschriften gebruikt of verkeerd bediend werd.
Technisch veilig
Vergelijk eerst de aansluitgege-
vens (spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van uw huisinstallatie. Sluit daarna pas uw fornuis /
uw oven aan.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er scha-
de op aan uw toestel.
Vraag in geval van twijfel inlichtingen
aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardingssysteem is
aangesloten, dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is.
In geval van twijfel dient u uw installatie
door een vakman te laten nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardingsleiding
onderbroken was of gewoon ontbrak.
(Er zijn elektrische schokken mogelijk).
Gebruik uw fornuis / uw oven enkel
in ingebouwde toestand. Zo bent u
zeker dat u geen elektrische onderdelen kunt aanraken.
Maak in geen geval de ommante-
ling van uw toestel open.
Raakt u eventueel aansluitingen aan,
die onder spanning staan, of wijzigt u
de elektrische en mechanische structuur, dan loopt u het gevaar een elektrische schok te krijgen. De werking van
het toestel kan dan ook in het gedrang
komen.
De installatie en de herstelling van
uw elektrische toestellen mag u enkel door een erkend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundige installatieof reparatiewerkzaamheden kunnen er
niet te onderschatten risico’s opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is pas stroomloos indien aan een van deze voorwaar-
den werd voldaan:
– de smeltstoppen van uw installatie
zijn uitgeschakeld,
– het snoer is van het elektrisch net los-
gekoppeld.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker, om het toestel stroomloos te
maken.
Het toestel mag niet met behulp
van een verlengsnoer op het net
worden aangesloten.
Verlengsnoeren zijn geen voldoende
waarborg voor de veiligheid van het
toestel. Er is bv. gevaar voor oververhitting.
De oven is voorzien voor inbouw in
een kolomkast. Wenst u hem in
een onderkast in te bouwen? Vervang
dan de roestvrijstalen rail boven het
bedieningspaneel door een dichtingsprofiel. Dit profiel beschermt de oven
ook tegen vloeistof die eventueel van
het werkblad afloopt. Het is in de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
Indien u dit toestel niet op een vas-
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
schip, laat dit karwei dan enkel
Gebruik
Voorzichtig! U kunt zich verbranden!
In en rond de oven / het kookvlak
loopt de temperatuur hoog op!
Verbied kleine kinderen het toestel
tijdens de werking aan te raken.
Niet alleen het kookvlak wordt heet,
maar ook het ovenvenster, de wasemafvoer aan de greeplijst en het bedieningspaneel. Kinderen kunnen zich
echter ook verbranden door kookpannen naar zich toe te trekken.
De oven
Trek ovenwanten aan als u gebak,
gebraad of grillgerechten in of uit
de oven schuift of iets aan het klaar te
maken gerecht toevoegt.
Bij gebruik van de werkwijzen bovenen onderwarmte en grilleren worden
het bovenste verwarmingselement en
de beschermplaat heel erg heet. U
kunt zich daaraan verbranden!
Wenst u de bovenste ovenplaat
schoon te maken? Laat het verwarmingselement dan pas zakken als u
geen risico meer loopt u te verbranden.
Duw het verwarmingselement niet
met geweld naar beneden. Door
geweld te gebruiken kan het element
schade oplopen.
Gebruik enkel de speciale Miele-
spijzenthermometer. Dient die te
worden vervangen, gebruik dan eveneens enkel een originele Miele-spijzenthermometer. Die is bij uw Miele-handelaar en in de Technische Dienst van
Miele verkrijgbaar.
Laat de spijzenthermometer niet in
de oven als u de werkwijze ‘grill 1’
of ‘grill 2’ hebt gekozen.
Door hoge temperaturen gaat de kunststof smelten.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik geen kunststof vaatwerk.
Dat smelt bij hoge temperaturen.
Bovendien kan de oven schade oplopen.
Maak geen blikjes in de oven in. Er
ontstaat overdruk. De blikjes ontploffen. U kunt zich kwetsen en de
oven kan schade oplopen.
Schuif op de bodem van de oven
geen voorwerpen als bv. kookpannen heen en weer. Anders wordt het bodemoppervlak beschadigd.
De ovendeur kan een gewicht dra-
gen van hoogstens 10 kg. Ga niet
op de open ovendeur staan of zitten. Zet
er evenmin zware voorwerpen op neer.
Het toestel kan anders schade oplopen.
Dek de spijzen steeds af als u ze
in de oven laat staan. Door het
vocht van de spijzen kan er in het toestel corrosie optreden. Zo vermijdt u
ook dat die spijzen uitdrogen.
Wenst u het gerecht na het kook-
proces nog in de oven warm te
houden? Of wenst u de resterende
warmte te benutten? Stel dan de laagste temperatuur in. Laat de functiekiezer op de gekozen werkwijze staan.
Schakel de oven in geen geval uit. De
luchtvochtigheid neemt toe. Het bedieningspaneel beslaat. Er worden druppels gevormd onder het werkblad en/of
op de voorzijde van het inbouwmeubel.
Bak diepvriesgebak of pizza op
het rooster. Leg daar bakpapier onder. Bak die niet op de bakplaat noch
op de afdruipschaal. Die platen kunnen
zo erg vervormen dat u ze niet meer uit
de oven kan halen als ze heet zijn. Elke
keer dat u ze opnieuw gebruikt, gaan
ze nog meer kromtrekken. Diepvrieswaar als friet, kroketten e.d. kunnen wel
op de bakplaat of in de afdruipschaal
worden klaargemaakt.
Giet nooit water op de bakplaat,
de afdruipschaal of rechtstreeks in
de oven zolang de oppervlakten nog
heet zijn. De damp die ontstaat, kan tot
ernstige verbrandingen aanleiding geven. Het email kan door de temperatuurswisseling ook schade oplopen.
Leg bij ‘Boven- / onderwarmte A’,
‘Onderwarmte B’ en ‘Intensief bakken F’ nooit aluminiumfolie op de
ovenbodem. Zet daar evenmin pannen,
bakplaten of afdruipschalen op neer.
Let erop, als u een afdruipschaal van
een ander merk in de oven schuift, dat
de afstand tussen de onderkant van
die schaal en de ovenbodem minstens
6 cm bedraagt.
Houdt u met deze richtlijnen geen rekening, dan wordt de onderwarmte geblokkeerd. Daardoor kan het email van
de ovenbodem scheuren of afspringen.
Door condenswater kan
– het inbouwmeubel / het werkblad
schade oplopen,
– er corrosie in het toestel optreden.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
In de handel vindt u aluminium-
bekledingen die de ovenruimte
voor vuil zouden moeten vrijwaren en
de moeite van het schoonmaken verminderen. Zo u zulke aluminiumfolie
gebruikt, duiken er merkelijk verschillen
op in het bak- en braadresultaat.
Bovendien kan uw toestel schade oplopen (bv. door opeenhoping van hitte).
Algemeen
Hou het fornuis / de oven onder
toezicht als u vet of olie gebruikt.
Vet of olie kan door oververhitting vlam
vatten. Er bestaat dan ook brandgevaar!
Gebruik uw toestel niet om het
vertrek te verwarmen. Door hoge
temperaturen in de oven of aan het
kookvlak kunnen licht ontvlambare
voorwerpen in de omgeving in brand
schieten.
Gebruikt u soms een stopcontact
in de omgeving van de oven / het
fornuis? Dan mag het snoer van het
apparaat niet tussen de hete ovendeur
geklemd geraken. Laat het snoer evenmin op het kookvlak rusten. De isolatie
van het snoer kan schade oplopen. Er
is risico op elektrische schokken!
Zorg ervoor dat de spijzen steeds
voldoende worden opgewarmd.
De nodige programmaduur hangt van
heel wat factoren af. Bv. van de aanvankelijke temperatuur, de hoeveelheid, de
soort en de kwaliteit van de spijzen.
Wellicht werd ook van het recept
afgeweken.
Zo er in de spijzen eventueel kiemen
aanwezig zijn, worden die enkel bij een
toereikende temperatuur (> 70°C) en
bij een voldoende lange programmaduur (> 10 min.) vernietigd. Twijfelt u
eraan of de spijzen voldoende worden
opgewarmd, kies dan liever een ietwat
langere tijd.
Het is eveneens van belang dat de temperatuur in de spijzen gelijkmatig wordt
verdeeld. Dit bereikt u bv. door in de
spijzen te roeren of ze om te draaien.
Gebruik om de oven / het kookvlak
schoon te maken in geen geval
een toestel dat met stoom onder druk
werkt. De stoom kan onderdelen van
het toestel aanraken, die onder spanning staan. Er kan kortsluiting optreden.
Gebruikt u om in de oven te bak-
ken of te braden alcohol als bv.
rum, cognac, wijn e.d.?
Hou er rekening mee dat alcohol bij
hoge temperatuur verdampt. Onder
minder gunstige omstandigheden kan
die damp tegen hete verwarmingselementen ontvlammen.
Berging van uw oud toestel
Bij oude, niet meer gebruikte toe-
stellen trekt u de stekker uit het
stopcontact. Maak daarna snoer en
stekker onbruikbaar. Zo vermijdt u dat
uw toestel voor verkeerde doeleinden
wordt gebruikt.
De fabrikant kan niet worden aansprakelijk gesteld voor schade die
ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden
genomen.
12
Inrichting voor uw veiligheid
Inschakelblokkering
Deze blokkering verhindert dat de oven
en de kookplaten / -zones onverhoeds
worden ingeschakeld.
Zo activeert u de blokkering
Om de blokkering te activeren,
dient de functiekiezer op ‘0’ te staan.
De toets ‘ p’ indrukken tot het sleutelsymbool in het display opduikt.
Inrichting voor uw veiligheid
Zo maakt u de blokkering weer ongedaan:
De functiekiezer mag in gelijk welke
stand staan.
De toets ‘ p’ indrukken tot het sleutelsymbool uit het display verdwijnt.
De oven en de kookplaten / -zones
kunt u nu niet meer inschakelen.
Het sleutelsymbool gaat na 5 seconden uit. Zodra u aan de functiekiezer
draait of een toets indrukt, verschijnt
het symbool terug en blijft het weer
5 seconden lang zichtbaar.
13
Voor het eerste gebruik
Voor het eerste gebruik
De schakelklok gelijk zetten
Na het aansluiten van het toestel knipperen in het display ‘12:00’ en de symbolen ‘f’ en ‘)’.
Druk tegelijk op de toetsen ‘f’ en
‘)’.
Worden verlicht:
–‘12:00’ in het display,
– het controlelampje van de toets ‘+/–’.
Voer nu meteen, zolang het controlelampje van de toets ‘+/–’ brandt, met
behulp van de toets ‘+’ of ‘–’ de juiste tijd in uren:minuten in.
Zodra het controlelampje van de toets
‘+/–’ uitgaat, wordt de ingestelde tijd
overgenomen. De tijd wordt minuut per
minuut aangeduid. De dubbele punt
gaat knipperen.
Is uw toestel uitgerust met de ontvanger voor het signaal van de radiogestuurde klok? Dan wordt de klok automatisch juist gezet. Raadpleeg daartoe
de aparte gebruiksaanwijzing voor de
radiogestuurde klok.
Het toestel schoonmaken
Verwijder eventuele zelfklevers van
bakplaten, afdruipschaal en ovenbodem.
Maak de ovenruimte schoon met
warm water met een zacht reinigingsmiddel erin. Wrijf hem daarna met
een zuiver doek droog.
Laat de ovendeur open tot de oven
droog is.
Was het toebehoren af.
Nieuwetoestellen geven in het begin
wat reuk af. Door hoge temperaturen
verdwijnt die reuk sneller.
Laat de oven daarom minstens 1 uur
werken:
Draai de functiekiezer op
‘Hete lucht D’.
Stel nu meteen, zolang het controlelampje van de toets ‘+/–’ brandt,
met de toets ‘+’ de hoogste temperatuur in.
Dit proces kunt u - naar gelang van het
model - met de schakelklok automatisch stopzetten.
14
Zorg er intussen voor dat het vertrek voldoende wordt geventileerd.
Systemen in de oven
Hete lucht D
Dit systeem werkt met een hete luchtstroom.
Door de turbine in de ovenrugwand
wordt er lucht uit de ovenruimte aangezogen. Die wordt over een ringvormig
verwarmingselement gevoerd. De verwarmde lucht wordt tenslotte via de
openingen in de rugwand teruggeblazen.
De hitte bereikt de spijzen onmiddellijk.
U hoeft de oven dus niet te laten voorverwarmen.
Uitzondering: bij het braden van rosbief
en filet of bij het bakken van donker
brooddeeg dient u de oven te laten
voorverwarmen.
Bij hete lucht kan er op verschillende niveaus tegelijk worden gebakken of gebraden.
Wegens de luchtcirculatie liggen de
temperaturen bij deze werkwijze lager
dan bij boven- en onderwarmte.
Kiest u een temperatuur van minstens
140 °C, dan wordt een snel opwarmproces in werking gesteld.
Het bovenste verwarmingselement
wordt namelijk automatisch mee ingeschakeld. Zo gaat de oven vlugger opwarmen. Meteen spaart u daarmee ook
stroom.
Systemen in de oven
Braadautomaat E
In het begin werkt de oven automatisch
met een hoge temperatuur. De poriën
in het vlees gaan zo gauw dicht.
Daarna wordt de temperatuur automatische op de ingestelde waarde teruggeschakeld.
Kiest u een temperatuur van minstens
140 °C, dan wordt een snel opwarmproces in werking gesteld.
Het bovenste verwarmingselement
wordt namelijk automatisch mee ingeschakeld. Zo gaat de oven vlugger opwarmen. Meteen spaart u daarmee ook
stroom.
Boven- en onderwarmte A
Bij deze conventionele werkwijze wordt
de warmte van boven en van onder op
de gerechten overgebracht.
De oven hoeft u enkel te laten voorverwarmen
– bij taart of gebak met een korte bak-
tijd (tot ca. 30 minuten),
– bij het bakken van delicaat deeg,
– bij het bakken van donker brood-
deeg,
– bij het braden van rosbief of filet.
Kiest u een temperatuur van minstens
150 °C, dan wordt een snel opwarmproces in werking gesteld.
Het verwarmingselement voor hete
lucht en de ventilator worden namelijk
automatisch mee ingeschakeld. Zo
gaat de oven vlugger opwarmen. Meteen spaart u daarmee ook stroom.
15
Systemen in de oven
Ontdooien G
Het ontdooien gebeurt zonder verwarming. U kunt evenwel een temperatuur
kiezen tot 50 °C.
Stelt u geen temperatuur in, dan laat
de turbine in de ovenrugwand de koude lucht (kamerlucht) voortdurend circuleren.
Intensief bakken F
Bij het intensief bakken wordt hete
lucht gecombineerd met onderwarmte.
Deze werkwijze wordt bv. gebruikt voor
gebak met vochtig beleg.
Circulatiegrill N
Bij het grilleren met luchtcirculatie verdeelt de turbine aan de rugzijde de hitte van de grill over heel het grillgerecht.
Daardoor kunt u de temperatuur lager
instellen dan bij het gewone grilleren.
Grill 1 m
Het binnenste gedeelte van het bovenste verwarmingselement dient om te
grilleren. Enkele minuten na het inschakelen wordt de weerstand roodgloeiend. De infrarode straling die voor het
grilleren vereist is, treedt in actie.
Deze werkwijze is bijzonder geschikt
om kleinere hoeveelheden te grilleren.
Grill 2 n
Het gehele bovenste verwarmingselement dient om te grilleren.
Deze werkwijze is daarom vooral geschikt om grotere hoeveelheden op
een breder oppervlak te grilleren.
16
Bediening van de oven
Bedieningselementen
Als bedieningselementen voor de oven
fungeren de functiekiezer en de temperatuurkiezer.
Bediening van de oven
Functiekiezer
(uitvoering naar gelang van het model)
Hiermee bepaalt u de gewenste werkwijze.
U kunt deze knop zowel naar links als
naar rechts draaien.
17
Bediening van de oven
Druktoetsen
Met de druktoetsen kunt u
– de oventemperatuur veranderen,
– de kerntemperatuur veranderen zo
u met de spijzenthermometer werkt
(naar gelang van het model),
– de aparte tijd activeren.
Voor elke druktoets vindt u in het dis-
play van de oven een overeenstemmend symbool.
Via de toetsen ‘+’ of ‘–’ worden alle ge-
gevens of veranderingen aan tijd of
temperatuur ingevoerd.
De temperatuur / tijd kunt u invoeren
– stap voor stap: druk dan telkens kort
op de toets.
– snel: hou de toets dan ingedrukt.
Intussen verandert
– de oventemperatuur in stappen van
5 °C,
– de kerntemperatuur in stappen van
1 °C,
– de aparte tijd in stappen van 1 min.
Door een van de druktoetsen (p, e, l )
in te drukken brandt het controlelamp-je tussen de toetsen ‘+’ en ‘–’.
18
Zolang dit controlelampje brandt, kunt
u een tijd of temperatuur invoeren of
wijzigen.
Met elke druk op de toets ‘+/–’ alsook
op de overige toetsen wordt de beschikbare invoertijd aangepast.
Zodra dit controlelampje uitgaat, wordt
de invoer of wijziging overgenomen.
Bediening van de oven
Een werkwijze kiezen
Met de functiekiezer kunt u de volgende werkwijzen kiezen:
– Verlichting H
Om de ovenverlichting apart in te
schakelen.
Bij H 390: zodra u de functiekiezer
op ‘Verlichting H’ draait, worden alle
werkwijzen aangeduid.
– Hete lucht D
Om op verschillende niveaus tegelijk
te bakken en te stoven.
– Bovenwarmte C
Om soufflés te bereiden, groente te
gratineren en gerechten na te bruinen.
– Boven- en onderwarmte A
Om traditionele gerechten te bakken
of te braden, om soufflés te bereiden.
– Onderwarmte B
Wordt tegen het einde van de baktijd
gekozen om het gebak onderaan
bruiner te laten worden.
– Braadautomaat E
Om de start van het braadproces en
het vervolg daarvan automatisch te
laten verlopen.
Niet geschikt om te bakken.
Uitzondering: bakken van volkorenbrood, brood van roggemeel of van
grof gemalen graan met zuurdeeg
(geen bakmengsels).
– Ontdooien G
Om diepvries behoedzaam te laten
ontdooien.
– Intensief bakken F
Om te bakken:
– gebak met vochtig deeg, bv. kwarktaart, pruimentaart, quiche,
– gebak met garneerwerk (chocolade, gelatine, e.d.), waarbij de bodem
niet op voorhand wordt gebakken.
Niet geschikt om vlak gebak te bakken. Evenmin om te braden, daar het
vleesjus anders te donker wordt.
– Grilleren met luchtcirculatie N
Om grillgerechten met een grotere
diameter te grilleren. Bv. rollade en
gevogelte.
Er wordt gegrilleerd met gesloten
ovendeur.
– Grill 1 m
Om vlakke spijzen en kleine hoeveelheden te grilleren. Om te gratineren
in kleine bakvormen. Er wordt gegrilleerd met gesloten ovendeur.
– Grill 2 n
Om vlakke spijzen en grotere hoeveelheden te grilleren. Om te gratineren in grote bakvormen. Er wordt gegrilleerd met gesloten ovendeur.
19
Bediening van de oven
Een temperatuur kiezen
Voorgestelde temperatuur
In de fabriek werden de volgende temperaturen ingesteld:
Hete lucht D . . . . . . . . . . . . . . . 160 °C
Braadautomaat E* . . . . . . . . . 160 °C
Bovenwarmte C . . . . . . . . . . . . 190 °C
Boven- en onderwarmte A . . . . 190 °C
Onderwarmte B . . . . . . . . . . . . 190 °C
Ontdooien G geen temperatuuropgave
Intensief bakken F . . . . . . . . . 170 °C
Grilleren met luchtcirculatie N
Grill 1 (klein) m . . . . . . . . . . . . . 240 °C
Grill 2 (groot) n. . . . . . . . . . . . . 240 °C
* Dichtschroeitemperatuur 230 °C,
temperatuur om verder te
braden 160 °C
Stemt de u voorgestelde temperatuur
met die van uw recept overeen? Wacht
dan tot het controlelampje in de toets
‘+/–’ is uitgegaan. De voorgestelde temperatuur wordt dan als te bereiken temperatuur overgenomen. De ovenverwarming gaat dan meteen van start.
In het display verschijnt nu de werkelij-keoventemperatuur.
200 °C
Zodra u een werkwijze hebt gekozen,
wordt u in het display van de oven een
temperatuur voorgesteld.
20
Op het display kunt u volgen hoe de
temperatuur stijgt tot wanneer de gewenste temperatuur bereikt is.
Doet u bv. de ovendeur open of verlaagt u de gewenste temperatuur, dan
zakt de temperatuur weer graad na
graad.
Bediening van de oven
De temperatuur veranderen
Stemt de voorgestelde temperatuur
niet overeen met de temperatuur die in
uw recept wordt opgegeven? Dan kunt
u die, naar gelang van de gebruikte
verwarmingsmethode, tussen de volgende posities wijzigen:
Hete lucht D . . . . . . . . . . . 30 – 250 °C
Braadautomaat E . . . . . . 100 – 230°C
Bovenwarmte C . . . . . . . . 30 – 250 °C
Boven- en onderwarmte A 30 – 280 °C
Onderwarmte B . . . . . . . 100 – 250 °C
Ontdooien G . . . . . . . . . . . . 30 – 50 °C
Intensief bakken F . . . . . 50 – 250 °C
Circulatiegrill N . . . . . . . . 50 – 260 °C
Grill 1 (klein) m . . . . . . . . 200 – 300 °C
Grill 2 (groot) n . . . . . . . . 200 – 300 °C
Daartoe:
op de toets ‘ p’ drukken en
Zelf een temperatuur voorstellen en
invoeren
Indien u vaak met een temperatuur
werkt, die afwijkt van wat in de fabriek
werd ingesteld, kunt u ook uw eigen
temperatuurvoorstel invoeren. Dit gaat
evenwel niet bij de werkwijze ‘Ontdooi-
en G’
Zo hoeft u niet bij elk kookproces opnieuw de door u gewenste temperatuur
in te stellen.
Ga als volgt te werk:
Kies met de functiekiezer de gewenste verwarmingsmethode waarin u
de voorgestelde temperatuur wenst
te wijzigen.
In het display verschijnt de door de fabriek ingestelde temperatuur.
Voer nu meteen, zolang het controlelampje in de toets ‘+/–’ brandt, met
de toets ‘+’ of ‘–’ de gewenste temperatuur in.
met de toets ‘+’ of ‘–’ de gewenste
temperatuur instellen.
Om op te slaan, drukt u zolang op
de toets ‘ p’ tot u een signaal hoort.
Uw eigen temperatuurvoorstel is nu opgeslagen.
Als u de volgende keer deze verwarmingsmethode kiest, verschijnt meteen
de door u ingevoerde temperatuur.
Na een stroomonderbreking dient u uw
eigen voorgestelde temperaturen echter opnieuw in te voeren.
21
Bediening van de oven
De oven gebruiken
Zet het gebak, gebraad of grillgerecht in de oven.
Draai de functiekiezer op de gewenste verwarmingssoort.
Worden verlicht
– de voorgestelde temperatuur in het
display van de oven,
– het controlelampje van de toets ‘+/–’.
Nu kunt u de temperatuur aanpassen
indien de voorgestelde temperatuur
niet overeenstemt met de gegevens uit
uw recept.
Druk op de toets ‘ p’.
Kies de gewenste temperatuur met
toets ‘+/–’.
Zodra het controlelampje in toets ‘+/–’
uitgaat, gaat het kookproces van start.
De verwarming wordt automatisch onderbroken zodra de ovendeur opengaat. Dan wordt namelijk de schake-laar van het deurcontact bediend.
Hierdoor worden de verwarmingssystemen uitgeschakeld en bij ‘Hete lucht’
ook de ventilator.
U kunt het kookproces ook op voorhand instellen en later laten aflopen.
Zie ‘Een kooktijd programmeren’.
De oven voorverwarmen
De oven dient u maar in enkele gevallen voor te verwarmen.
Bij ‘Hete lucht D’
– om donker brooddeeg te bakken,
– om rosbief en filet te braden.
Bij ‘Boven- en onderwarmte A’
– taart of gebak met korte baktijd (tot
ca. 30 minuten),
– delicaat deeg,
– donker brooddeeg,
– om rosbief en filet te braden.
Voorverwarmen
Draai de functiekiezer op de gewenste werkwijze.
Stel de nodige temperatuur in.
Zodra de gewenste temperatuur be-
reikt is, plaatst u het te bakken of te
braden gerecht in de oven.
Het proces onderbreken / de
oven uitschakelen
Draai de functiekiezer op ‘0’.
De oven wordt uitgeschakeld. Alle processen / symbolen worden gewist.
Uitzonderingen:
– Zo de spijzenthermometer ingesto-
ken is, wordt het symbool e verlicht.
– Zo u een aparte tijd hebt ingevoerd,
wordt het symbool l verlicht en verschijnt de aflopende aparte tijd in het
display.
22
Bediening van de oven
Snel opwarmen
Bij de werkwijzen ‘Hete lucht D’,
‘Braadautomaat E’ en ‘Boven- en
onderwarmte A’ wordt het snel opwarmen automatisch ingeschakeld zodra
de te bereiken temperatuur
– bij ‘Hete lucht D’ en ‘Braadauto-
maat E’ minstens 140 °C en
– bij ‘Boven- en onderwarmte A’ min-
stens 150 °C bedraagt.
Dat er een ‘C’ draait naast de te bereiken temperatuur, wijst erop dat het snel
opwarmproces ingeschakeld is.
Tijdens het opwarmen werken dan zowel het verwarmingselement en de turbine voor hete lucht als de weerstand
voor bovenwarmte. Zo verloopt het opwarmen nog vlotter en spaart u ook
stroom.
Zodra de gewenste temperatuur is bereikt, wordt het bijkomende verwarmingselement uitgeschakeld.
Het wordt dan niet meer ingeschakeld
zelfs niet als de temperatuur hoger
wordt ingesteld.
Het snel opwarmproces uitschakelen
Voor sommige gerechten is het zinvol
zonder snel opwarmen te werken (bv.
voor biscuit, koekjes).
Kies werkwijze en temperatuur.
Zodra de werkelijke temperatuur in het
display verschijnt, kunt u het snel opwarmen uitschakelen.
Druk op de toets ‘–’ tot de ‘C’ in het
display niet meer draait.
Het snel opwarmen is voor dit kookproces uitgeschakeld.
U schakelt het pas weer in wanneer u
de functiekiezer op ‘0’ draait.
Bovendien kunt u het snel opwarmen
voor deze drie werkwijzen ook permanent uitschakelen. Zie rubriek ‘De oveninstellingen wijzigen, programmeerfunctie 06’.
Uitzondering: verhoogt u de temperatuur voordat de gewenste temperatuur
is bereikt, dan blijft het snel opwarmproces in werking.
23
Bediening van de oven
Spaarfunctie
Hebt u een kookproces met de schakelklok geprogrammeerd of werkt u met
de spijzenthermometer? In zo’n geval
wordt de resterende warmte automatisch benut. En dat spaart energie.
Vlak voor het einde van de kooktijd
gaat de ovenverlichting uit. In het display van de oven wordt de spaarfunctie weergegeven met "EC".
De warmte in de oven volstaat om het
kookproces te beëindigen.
Ovenverlichting
Terwijl de oven in werking is, wordt de
ovenverlichting automatisch uitgeschakeld ca. 15 seconden nadat u de laatste keer op een toets hebt gedrukt. Zo
wordt stroom gespaard.
Druk op om het even welke toets om
het licht weer voor korte tijd in te
schakelen.
De ovenverlichting gaat bovendien ook
automatisch aan wanneer u een werkwijze hebt gekozen en u de ovendeur
openmaakt.
U kunt de ovenverlichting echter ook
zo instellen dat ze altijd aangaat zodra
u een werkwijze kiest. Zie rubriek
‘Oveninstellingen wijzigen’.
Gedimde nachtverlichting
Van 22 tot 6 uur wordt de verlichting
van het display van de schakelklok
automatisch gedimd. Dit verlaagt het
stroomverbruik.
De koele-luchtventilator blijft draaien.
Naar gelang van de gekozen werkwijze
blijft ook de heteluchtventilator werken.
24
Een aparte tijd invoeren
U kunt een aparte tijd instellen als u bv.
eieren kookt.
De aparte tijd kan onafhankelijk van
een reeds ingebracht proces ingesteld
worden.
Een aparte tijd invoeren
Na afloop van de aparte tijd
– weerklinkt er ca. 5 seconden lang
een signaal en
– knippert tegelijk ca. 1 minuut lang
het symbool ‘l’.
Een aparte tijd invoeren / wijzigen
(1 minuut - 23 uur en 59 minuten)
Druk op de toets ‘l’.
Voer de gewenste tijd met de toets
‘+’ in uren:minuten in.
Zodra het controlelampje in de toets
‘+/–’ uitgaat, wordt de ingebrachte tijd
overgenomen. De aparte tijd loopt dan
minuut per minuut af.
Indien u juist de oven gebruikt, dan
blijft de aflopende aparte tijd maar
even zichtbaar. Daarna verschijnt weer
de oven- of kerntemperatuur in het display. Het symbool ‘l’ is nog steeds verlicht en herinnert u eraan dat er een aparte tijd is ingevoerd.
Door op toets ‘l’ te drukken kunt u het
signaal en het symbool meteen wissen.
De aparte tijd wissen
Druk op de toets ‘l’.
Zet met de toets ‘–’ de ingevoerde
aparte tijd op ‘0:00’.
25
Oveninstellingen wijzigen
Oveninstellingen wijzigen
Voor enkele vastgelegde oveninstellingen kunt u een alternatief kiezen.
De afzonderlijke mogelijkheden vindt u
op de volgende tabel.
Ga als volgt te werk:
Draai de functiekiezer op ‘0’.
Zet de ovendeur volledig open.
Draai de functiekiezer in de stand
‘Verlichting H’.
Druk op toets ‘ p’.
In het display van de oven verschijnt
‘01:0’ ofwel de laatst gewijzigde instelling.
Kies met toets ‘+/–’ het nummer van
de gewenste instelling. Zie tabel.
Druk op toets ‘l’.
Indien :1 verschijnt, is de standaardinstelling verwijderd en de alternatieve
gekozen.
Zodra u de functiekiezer op ‘0’
draait, slaat het toestel uw instellingen op.
Zolang u de functiekiezer niet op ‘0’
draait, kunt u zo veel instellingen wijzigen als u dat wenst.
Hou hiermee rekening:
Functie 02 verschijnt wel in het display,
maar is niet actief.
Bij :0 is de standaardinstelling actief.
Uitzondering: functie 08:
Naar gelang van het model kunt u de
kloktijd 1 à 4 uur terugzetten. Daartoe
drukt u meermaal op toets ‘l’.
26
Loading...
+ 58 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.