HP LaserJet 4650 User's Guide [nl]

hp color LaserJet
4650, 4650n, 4650dn,
4650dtn, 4650hdn
gebruiken
hp color LaserJet 4650 series printer
Gebruikershandleiding
Auteursrecht en licentiebepalingen
© 2004 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Verveelvuldiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en services van HP worden uiteengezet in de garantieverklaring die bij dergelijke producten en services wordt geleverd. Niets in deze verklaring mag worden opgevat als een aanvullende garantie. HP is niet aansprakelijk voor technische of redactionele fouten of weglatingen in deze verklaring.
Onderdeelnummer: Q3668-90950
Edition 1: 9/2004
Handelsmerken
Adobe® is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
Corel® en CorelDRAW™ zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Corel Corporation of Corel Corporation Limited.
Energy Star® en het logo® Energy Star zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van de Amerikaanse EPA (Environmental Protection Agency).
Microsoft® is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten.
Netscape Navigator is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk van Netscape Communications.
Het is mogelijk dat geproduceerde PANTONE®-kleuren niet overeenkomen met normen van PANTONE. Raadpleeg recente publicaties van PANTONE voor nauwkeurige kleuren. PANTONE® en andere handelsmerken van Pantone, Inc. zijn het eigendom van Pantone, Inc. © Pantone, inc., 2000.
PostScript® is een handelsmerk van Adobe Systems.
TrueType™ is een in de V.S. gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc.
UNIX® is een gedeponeerd handelsmerk van The Open Group.
Windows®, MS Windows® en Windows NT® zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
hp on line klantenondersteuning
On line Services
24 uur per dag bereikbaar via een modem- of internetverbinding:
World Wide Web-adres: Ga naar http://www.hp.com/support/clj4650 voor informatie over de HP Color LaserJet 4650 series printers en het ophalen van bijgewerkte printersoftware van HP, product- en ondersteuningsinformatie en printerstuurpgramma's in verschillende talen. (Deze websites zijn Engelstalig.)
Ga naar http://www.hp.com/support/net_printing voor informatie over de externe printserver HP Jetdirect 4650.
HP Instant Support Professional Edition (ISPE) is een suite met webhulpprogramma's voor probleemoplossing voor pc's en printers. Via ISPE kunt u snel computer- en printerproblemen vaststellen en oplossen. U kunt de ISPE-hulpprogramma's openen via
http://instantsupport.hp.com.
Telefonische ondersteuning
HP biedt gedurende de garantieperiode kosteloze telefonische ondersteuning. Als u belt, wordt u doorverbonden met een team van medewerkers die klaar staan om u te helpen. Raadpleeg de brochure in de productverpakking voor het telefoonnummer voor uw land/ regio. U kunt ook naar http://www.hp.com/support/callcenters gaan. Zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt als u HP belt: productnaam, serienummer, datum van aankoop en een beschrijving van het probleem.
U kunt voor ondersteuning ook terecht op http://www.hp.com. Klik op het vak support &
drivers.
Toepassingen, stuurprogramma's en elektronische informatie
Ga naar: http://www.hp.com/go/clj4650_software voor de HP Color LaserJet 4650 series printer. De webpagina voor de stuurprogramma's kan Engelstalig zijn, maar u kunt de stuurprogramma's in verschillende talen downloaden.
Bel: (zie de brochure in de productverpakking).
Rechtstreeks bestellen van HP accessoires en benodigdheden
In de Verenigde Staten kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.com/sbso/product/
supplies. In Canada kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.ca/catalog/supplies.
In Europa kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.com/supplies. In Zuidoost-Azië en Australië kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.com/paper/.
Accessoires kunnen worden besteld op http://www.hp.com/go/accessories.
Bel: 1-800-538-8787 (Verenigde Staten) of 1-800-387-3154 (Canada).
HP service-informatie
Voor de gegevens van geautoriseerde HP dealers kunt u bellen met 1-800-243-9816 (Verenigde Staten) of 1-800-387-3867 (Canada). Neem voor service voor uw product contact op met de afdeling klantenondersteuning van uw land/regio (zie de brochure in de productverpakking).
Serviceovereenkomsten van HP
Bel: 1-800-835-4747 (Verenigde Staten) of 1-800-268-1221 (Canada).
Verlengde service: 1-800-446-0522
HP werkset
NLWW iii
Met de HP werkset kunt u de printerstatus en -instellingen controleren en probleemoplossingsinformatie en on line documentatie bekijken. U kunt de HP werkset weergeven als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten of als deze op een netwerk is aangesloten. U kunt de HP werkset alleen gebruiken als u de software volledig hebt geïnstalleerd. Zie
De hp werkset gebruiken.
Ondersteuning en informatie van HP voor Macintosh-computers
Ga naar: http://www.hp.com/go/macosx voor ondersteuningsinformatie voor Macintosh OS X en de service voor updates voor stuurprogramma's van HP.
Ga naar: http://www.hp.com/go/mac-connect voor producten die speciaal voor de Macintosh­gebruiker zijn ontworpen.
iv NLWW
Inhoudsopgave
1 Basisinformatie over de printer
Snelle toegang tot printerinformatie .........................................................................................2
World Wide Web-koppelingen ...........................................................................................2
Koppelingen naar handleiding ...........................................................................................2
Als u meer informatie wilt ..................................................................................................2
Printerconfiguraties ..................................................................................................................5
HP Color LaserJet 4650 (onderdeelnummer Q3668A) .....................................................5
HP Color LaserJet 4650n (onderdeelnummer Q3669A) ...................................................6
HP Color LaserJet 4650dn (onderdeelnummer Q3670A) .................................................6
HP Color LaserJet 4650dtn (onderdeelnummer Q3671A) ................................................6
HP Color LaserJet 4650hdn (onderdeelnummer Q3672A) ...............................................7
Printerfuncties ..........................................................................................................................8
Overzicht ................................................................................................................................11
Printersoftware .......................................................................................................................13
Softwarefuncties ..............................................................................................................13
Printerstuurprogramma's .................................................................................................14
Software voor Macintosh-computers ...............................................................................18
De afdruksysteemsoftware installeren .............................................................................19
De installatie van de software ongedaan maken .............................................................25
Software voor netwerken .................................................................................................25
Hulpprogramma's ............................................................................................................26
Specificaties voor het afdrukmateriaal ...................................................................................29
Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal ...................................................29
2 Bedieningspaneel
Inleiding ..................................................................................................................................34
Display .............................................................................................................................34
Toegang tot het bedieningspaneel via een computer ......................................................35
Knoppen op het bedieningspaneel ........................................................................................37
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel ..............................................................38
Menu's van het bedieningspaneel ..........................................................................................39
Om te beginnen... ............................................................................................................39
Menuoverzicht ........................................................................................................................40
Ga als volgt te werk om naar de menu's te gaan ............................................................40
Menu Taak ophalen .........................................................................................................40
Menu Informatie ...............................................................................................................40
Menu Papierverwerking ...................................................................................................41
Menu Apparaat configureren ...........................................................................................41
Menu diagnostiek ............................................................................................................42
Menu Taak ophalen ...............................................................................................................44
Menu Informatie .....................................................................................................................45
Menu Papierverwerking .........................................................................................................46
Menu Apparaat configureren .................................................................................................47
Afdrukmenu .....................................................................................................................47
Afdrukkwaliteitmenu ........................................................................................................48
NLWW v
Menu Systeeminstellingen ...............................................................................................49
Menu I/O ..........................................................................................................................52
Menu Reset .....................................................................................................................53
Menu Diagnostiek ..................................................................................................................54
Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen .................................................56
Taakopslaglimiet ..............................................................................................................56
Time-out taak vasthouden ...............................................................................................56
Adres weergeven .............................................................................................................57
Kleur/zwart .......................................................................................................................58
Opties voor ladegedrag ...................................................................................................58
PowerSave-tijd ................................................................................................................60
Personality .......................................................................................................................61
Wisbare waarschuwingen ................................................................................................62
Automatisch doorgaan .....................................................................................................62
Printerbenodigdheden bijna op ........................................................................................63
Kleurentoner is op ...........................................................................................................63
Storingsherstel .................................................................................................................64
Taal ..................................................................................................................................65
Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld ..............................................66
3 I/O-configuratie
Netwerkconfiguratie ...............................................................................................................68
Parameters van Novell NetWare-frametype configureren ...............................................68
TCP/IP-parameters configureren .....................................................................................69
Parallelle configuratie .............................................................................................................75
USB-configuratie ....................................................................................................................76
Configuratie van extra aansluiting ..........................................................................................77
Enhanced I/O (EIO) configureren ..........................................................................................78
HP Jetdirect-printservers .................................................................................................78
Beschikbare interfaces voor Enhanced I/O .....................................................................78
NetWare-netwerken .........................................................................................................79
Windows- en Windows NT-netwerken .............................................................................79
AppleTalk-netwerken .......................................................................................................79
UNIX/Linux-netwerken .....................................................................................................79
Draadloos afdrukken ..............................................................................................................80
IEEE 802.11b-standaard .................................................................................................80
Bluetooth .........................................................................................................................80
4 Afdruktaken
Afdruktaken beheren ..............................................................................................................82
Bron .................................................................................................................................82
Soort en Formaat .............................................................................................................82
Prioriteiten van afdrukinstellingen ....................................................................................82
Afdrukmateriaal selecteren ....................................................................................................84
Afdrukmaterialen die u moet vermijden ...........................................................................84
Papier dat de printer kan beschadigen ............................................................................85
Invoerladen configureren .......................................................................................................86
Laden configureren wanneer u hierom wordt gevraagd ..................................................86
Een lade configureren tijdens het plaatsen van papier ....................................................87
Een lade configureren op basis van de instellingen van de afdruktaak ...........................87
Laden configureren via het menu Papierverwerking .......................................................88
Lade 2, lade 3 of lade 4 configureren voor een speciaal papierformaat ..........................88
Afdrukken vanuit lade 1 (multifunctionele lade) ...............................................................90
Enveloppen afdrukken vanuit lade 1 ...............................................................................91
Afdrukken vanuit lade 2, lade 3 en lade 4 .......................................................................93
vi NLWW
Detecteerbaar afdrukmateriaal met standaardformaat in lade 2, lade 3 en lade 4
plaatsen ........................................................................................................................93
Niet-detecteerbaar afdrukmateriaal met standaardformaat in lade 2, lade 3 en
lade 4 plaatsen .............................................................................................................95
Afdrukmateriaal met speciaal formaat in lade 2, lade 3 en lade 4 plaatsen ....................98
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal ................................................................................100
Transparanten ...............................................................................................................100
Glanspapier ...................................................................................................................100
Gekleurd papier .............................................................................................................101
Afbeeldingen afdrukken .................................................................................................101
Enveloppen ....................................................................................................................101
Etiketten .........................................................................................................................102
Zwaar papier ..................................................................................................................102
HP LaserJet Tough paper .............................................................................................103
Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier ..............................................................103
Kringlooppapier .............................................................................................................103
Dubbelzijdig afdrukken (duplex) ...........................................................................................104
Instellingen van het bedieningspaneel voor automatisch dubbelzijdig afdrukken .........105
Lege pagina's dubbelzijdig afdrukken ...........................................................................106
Opties voor het binden van dubbelzijdige afdruktaken ..................................................106
Handmatig dubbelzijdig afdrukken ................................................................................106
Brochures afdrukken .....................................................................................................107
Bijzondere afdruksituaties ....................................................................................................108
De eerste pagina anders afdrukken ..............................................................................108
Een leeg achterblad afdrukken ......................................................................................108
Afdrukken op speciaal papier ........................................................................................108
Een afdruktaak afbreken ...............................................................................................109
Taakopslagfuncties ..............................................................................................................110
Een afdruktaak opslaan .................................................................................................110
Snelkopiëren ..................................................................................................................111
Proefafdrukfunctie .........................................................................................................111
Privétaken ......................................................................................................................112
Mopier-modus ................................................................................................................114
Geheugenbeheer .................................................................................................................115
5 Printerbeheer
Pagina’s met printerinformatie .............................................................................................118
Menustructuur ................................................................................................................118
Configuratiepagina ........................................................................................................119
Statuspagina printerbenodigdheden ..............................................................................119
Gebruikspagina .............................................................................................................120
Demo .............................................................................................................................120
CMYK-voorbeelden afdrukken ......................................................................................120
RGB-voorbeelden afdrukken .........................................................................................121
Bestandsdirectory ..........................................................................................................121
PCL- of PS-lettertypeoverzicht ......................................................................................121
Logbestand ....................................................................................................................122
De geïntegreerde webserver gebruiken ...............................................................................123
U krijgt als volgt toegang tot de geïntegreerde webserver ............................................123
Tabblad Informatie .........................................................................................................124
Tabblad Instellingen ......................................................................................................124
Tabblad Netwerken .......................................................................................................125
Overige koppelingen ......................................................................................................125
De hp werkset gebruiken .....................................................................................................126
Ondersteunde besturingssystemen ...............................................................................126
NLWW vii
Ondersteunde browsers ................................................................................................126
De hp werkset weergeven .............................................................................................126
Onderdelen van de HP werkset .....................................................................................127
Overige koppelingen ......................................................................................................127
Tabblad Status ..............................................................................................................127
Tabblad Problemen oplossen ........................................................................................127
Tabblad Waarschuwingen .............................................................................................128
Tabblad Documentatie ..................................................................................................128
Knop Apparaatinstellingen .............................................................................................128
HP werkset-koppelingen ................................................................................................129
6 Kleur
Afdrukken in kleur ................................................................................................................132
HP ImageREt 3600 ........................................................................................................132
Beste afdrukkwaliteit ......................................................................................................132
Papierselectie ................................................................................................................132
Kleuropties .....................................................................................................................132
sRGB .............................................................................................................................133
Afdrukken in vier kleuren — CMYK ...............................................................................133
CMYK-inktsetemulatie (alleen PostScript) .....................................................................133
Kleuropties van de printer beheren ......................................................................................135
Afdrukken in grijstinten ..................................................................................................135
Automatische of handmatige kleuraanpassing ..............................................................135
Kleuren overeenstemmen ....................................................................................................137
PANTONE®-kleuraanpassing .......................................................................................137
Voorbeeldkaart kleuraanpassing ...................................................................................137
Kleurvoorbeelden afdrukken ..........................................................................................138
Kleuremulatie van de HP Color LaserJet 4550 .............................................................138
7 Onderhoud
Printcartridges beheren ........................................................................................................140
Printcartridges van HP ...................................................................................................140
Printcartridges van andere merken ...............................................................................140
Echtheidscontrole van printcartridges ...........................................................................140
HP fraude-hotline ...........................................................................................................140
Printcartridges bewaren .................................................................................................141
Verwachte levensduur van printcartridge ......................................................................141
De levensduur van de printcartridge controleren ...........................................................141
Printcartridges vervangen ....................................................................................................143
De printcartridge vervangen ..........................................................................................143
Printerbenodigdheden vervangen ........................................................................................147
Printerbenodigdheden zoeken .......................................................................................147
Richtlijnen voor vervanging ...........................................................................................147
Ruimte om de printer vrijmaken om benodigdheden te vervangen ...............................148
Vervangingstijden voor benodigdheden (bij benadering) ..............................................148
Waarschuwingen configureren ............................................................................................149
8 Probleemoplossing
Controlelijst voor het oplossen van problemen ....................................................................153
Factoren die de prestaties van de printer beïnvloeden ........................................................154
Informatiepagina's voor problemen oplossen ......................................................................155
Pagina van papierbaantest ............................................................................................155
Registratiepagina ...........................................................................................................155
Logbestand ....................................................................................................................156
viii NLWW
Soorten berichten op het bedieningspaneel ........................................................................157
Statusberichten ..............................................................................................................157
Waarschuwingsberichten ..............................................................................................157
Foutberichten .................................................................................................................157
Kritieke-foutberichten .....................................................................................................157
Berichten van het bedieningspaneel ....................................................................................158
Papierstoringen ....................................................................................................................193
Herstel na papierstoringen ............................................................................................193
Veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen ................................................................195
Papierstoringen verhelpen ...................................................................................................197
Papierstoring in lade 1 ...................................................................................................197
Storing in lade 2, lade 3 of lade 4 ..................................................................................198
Papierstoringen in de bovenklep ...................................................................................199
Papierstoring in de papierbaan ......................................................................................202
Meerdere storingen in de papierbaan ............................................................................204
Papierstoring in de duplexbaan .....................................................................................206
Meerdere storingen in de duplexbaan ...........................................................................209
Problemen met de papierverwerking ...................................................................................212
De printer voert meerdere vellen tegelijk in .........................................................................212
De printer voert een onjuist paginaformaat in ......................................................................212
De printer neemt papier op uit een verkeerde lade ..............................................................213
Het afdrukmateriaal wordt niet automatisch ingevoerd ........................................................214
Het afdrukmateriaal wordt niet vanuit lade 2, 3 of 4 ingevoerd ............................................214
Transparanten of glanspapier worden niet ingevoerd ..........................................................215
Enveloppen lopen vast of worden niet ingevoerd in de printer ............................................216
De uitvoer is gekruld of gekreukt .........................................................................................216
Printer kan niet dubbelzijdig afdrukken of doet het niet goed. .............................................217
Problemen met de manier waarop de printer reageert ........................................................218
Geen bericht in het display ..................................................................................................218
De printer staat aan maar er wordt niets afgedrukt ..............................................................218
Printer is ingeschakeld, maar ontvangt geen gegevens ......................................................219
Selecteren van de printer vanaf de computer is niet mogelijk .............................................220
Problemen met het bedieningspaneel van de printer ..........................................................221
De instellingen van het bedieningspaneel werken niet juist .................................................221
Lade 3 of lade 4 kan niet worden geselecteerd ...................................................................221
Onjuiste printeruitvoer ..........................................................................................................222
Onjuiste lettertypen worden afgedrukt .................................................................................222
Niet in staat om alle tekens in een symbolenset af te drukken ............................................222
Dansende tekst tussen afdrukken ........................................................................................222
Ontbrekende tekens of onderbroken afdrukproces ..............................................................222
Gedeeltelijke afdruk .............................................................................................................223
Richtlijnen voor afdrukken met verschillende lettertypen ..............................................223
Problemen met programma's ...............................................................................................224
Niet in staat om systeemselecties te wijzigen door middel van software .............................224
Niet in staat om vanuit de software een lettertype te selecteren .........................................224
Niet in staat om vanuit de software kleuren te selecteren ...................................................224
Het printerstuurprogramma herkent lade 3, lade 4 of de duplexeenheid niet ......................224
Problemen met het afdrukken van kleuren ..........................................................................225
Er wordt zwart afgedrukt in plaats van kleur ........................................................................225
Verkeerde tint .......................................................................................................................225
Ontbrekende kleuren ...........................................................................................................225
Inconsistente kleuren na installatie van een printcartridge ..................................................226
De kleuren die worden afgedrukt, komen niet overeen met de kleuren op het scherm .......226
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ........................................................................227
Afdrukkwaliteitproblemen veroorzaakt door het afdrukmateriaal ...................................227
Problemen met transparanten .......................................................................................227
NLWW ix
Problemen met afdrukkwaliteit veroorzaakt door de omgeving .....................................228
Afdrukkwaliteitproblemen veroorzaakt door storingen ...................................................228
Pagina voor problemen oplossen ..................................................................................228
Hulpprogramma voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit ...................229
De printer kalibreren ......................................................................................................229
Schema voor problemen met de afdrukkwaliteit ............................................................230
Bijlage A Geheugenkaarten en printservers gebruiken
Printergeheugen en lettertypen ............................................................................................237
Een configuratiepagina afdrukken .................................................................................238
Geheugen en lettertypen installeren ....................................................................................239
DDR DIMM's installeren ................................................................................................239
Een flash-geheugenkaart installeren .............................................................................242
Geheugen activeren ......................................................................................................246
Een HP Jetdirect-printserver installeren ..............................................................................247
Een HP Jetdirect-printserver installeren ........................................................................247
Bijlage B Benodigdheden en accessoires
Rechtstreeks bestellen via de geïntegreerde webserver (voor printers met een
netwerkverbinding) ...........................................................................................................251
Rechtstreeks bestellen via HP werkset ................................................................................252
Bijlage C Service en ondersteuning
Beperkte garantie van Hewlett-Packard ..............................................................................257
Printcartridge Verklaring van beperkte garantie ...................................................................259
Fuser- en transfereenheid Verklaring van beperkte garantie ...............................................260
Onderhoudsovereenkomsten van HP ..................................................................................261
On-site servicecontracten ..............................................................................................261
Bijlage D Printerspecificaties
Voedingsspecificaties ..........................................................................................................264
Geluidsniveau ......................................................................................................................265
Omgevingsspecificaties .......................................................................................................266
Bijlage E Overheidsinformatie
FCC-voorschriften ................................................................................................................267
Programma voor milieuvriendelijke producten .....................................................................268
Milieubescherming .........................................................................................................268
Ozon-productie ..............................................................................................................268
Energieverbruik .............................................................................................................268
Papierverbruik ...............................................................................................................268
Plastic onderdelen .........................................................................................................268
Afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet ..................................................................269
Informatie over het programma HP Printing Supplies Returns and Recycling
Program ......................................................................................................................269
Kringlooppapier .............................................................................................................269
Materiaalbeperkingen ....................................................................................................269
Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart) ........................................................270
Meer informatie ..............................................................................................................270
Conformiteitsverklaring ........................................................................................................271
Veiligheidsverklaringen ........................................................................................................272
Laserveiligheid ...............................................................................................................272
x NLWW
Canadese DOC-voorschriften .......................................................................................272
EMI-verklaring voor Korea .............................................................................................272
VCCI-verklaring voor Japan ..........................................................................................272
Laserverklaring voor Finland .........................................................................................273
Woordenlijst
Index
NLWW xi
xii NLWW

Basisinformatie over de printer

Dit hoofdstuk biedt informatie over het instellen van uw printer en de functies ervan. De volgende onderwerpen komen aan bod:
Snelle toegang tot printerinformatie
Printerconfiguraties
Printerfuncties
Overzicht
Printersoftware
Specificaties voor het afdrukmateriaal
NLWW 1

Snelle toegang tot printerinformatie

World Wide Web-koppelingen

Printerstuurprogramma's, bijgewerkte HP-printersoftware, productinformatie en ondersteunende informatie kunt u vinden op de volgende URL's:
http://www.hp.com/support/lj4650
Printerstuurprogramma's zijn te downloaden op de volgende sites:
In China: ftp://www.hp.com.cn/support/lj4650
In Japan: ftp://www.jpn.hp.com/support/lj4650
In Korea: http://www.hp.co.kr/support/lj4650
In Taiwan: http://www.hp.com.tw/support/lj4650 of op de lokale website voor
stuurprogramma's op: http://www.dds.com.tw
Ga als volgt te werk om benodigdheden te bestellen:
Verenigde Staten: http://www.hp.com/go/ljsupplies
Rest van de wereld: http://www.hp.com/ghp/buyonline.html
Ga als volgt te werk om accessoires te bestellen:
http://www.hp.com/go/accessories

Koppelingen naar handleiding

Ga naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor de meest recente versie van de HP Color LaserJet 4650 series printer.

Als u meer informatie wilt

Voor deze printer zijn verschillende handleidingen beschikbaar. Ga naar http://www.hp.com/
support/lj4650.
De printer gereedmaken
Aan de slag
Hierin vindt u stapsgewijze instructies voor het installeren en instellen van de printer.
Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver
Hierin vindt u instructies voor het configureren van de HP Jetdirect-printserver en het oplossen van problemen daarmee.
2 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
HP Driver Pre-Configuration Guide (Handleiding voor het vooraf configureren van stuurprogramma's van HP)
Ga naar http://www.hp.com/go/hpdpc_sw voor meer informatie over het configureren van printerstuurprogramma's.
HP Embedded Web Server User Guide (Gebruikershandleiding voor geïntegreerde webservers van HP)
Informatie over het gebruik van de geïntegreerde webserver is beschikbaar op de cd-rom die bij de printer wordt geleverd.
Handleidingen voor accessoires en benodigdheden
Hierin vindt u stapsgewijze instructies voor het installeren van de accessoires en verbruiksproducten voor de printer. Deze wordt geleverd bij de optionele accessoires en verbruiksproducten voor de printer.
De printer gebruiken
Gebruikershandleiding op cd-rom
Hierin vindt u uitgebreide informatie over het gebruik van de printer en het verhelpen van mogelijke problemen. Deze handleiding staat op de cd-rom die bij de printer wordt geleverd.
Help
NLWW Snelle toegang tot printerinformatie 3
Hierin vindt u informatie over de printeropties die beschikbaar zijn in de printerstuurprogramma's. U kunt een Help-onderwerp raadplegen via het menu Help van het printerstuurprogramma.
4 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW

Printerconfiguraties

Dank u voor de aanschaf van de HP Color LaserJet 4650 series printer. Deze printer is verkrijgbaar in de hieronder beschreven configuraties.

HP Color LaserJet 4650 (onderdeelnummer Q3668A)

De HP Color LaserJet 4650 is een vier-kleurenlaserprinter met een snelheid van 22 pagina's per minuut (ppm) voor Letter-formaat en voor A4-formaat.
Laden. De printer wordt geleverd met een multifunctionele lade (lade 1) voor maximaal
100 vel verschillende afdrukmaterialen of 20 enveloppen en papierinvoer voor 500 vel (lade 2) met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal, Executive, 8,5 x 13 inch, JIS B5, Executive (JIS), 16K, A4 en A5 en voor afdrukmateriaal van speciaal formaat. De printer ondersteunt een optionele papierinvoer voor 500 vel (lade 3) of een optionele papierinvoer voor 2 x 500 vel (lade 3 en lade 4). Deze laden bieden ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal, Executive, JIS B5, Executive (JIS), 16K, A4 en A5 en voor afdrukmateriaal van speciaal formaat.
Opmerking
Opmerking
Connectiviteit. De printer bevat een parallelle poort, een netwerkpoort en extra poorten
als aansluitingsmogelijkheid. De printer beschikt over drie EIO-sleuven (Enhanced Input/ Output), draadloze verbindingen, een extra poort, een USB-verbinding (Universal Serial Bus) en een standaard bidirectionele parallelle kabelinterface (volgens IEEE-1284).
Geheugen. 160 MB geheugen: 128 MB DDR (Dual Data-Rate) SDRAM (Synchronous
Dynamic Random Access Memory), 32 MB geheugen op de formatter-kaart en een DIMM-sleuf (Dual Inline Memory Module).
De printer heeft twee 200-pins SODIMM-sleuven (Small Outline Dual Inline Memory Module) waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd. De printer ondersteunt maximaal 544 MB geheugen: 512 MB geheugen plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart. Daarnaast is er een optionele vaste schijf beschikbaar.
Geheugenspecificatie: HP Color LaserJet 4650 series printers maken gebruik van 200-pins SODIMM's waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd.
NLWW Printerconfiguraties 5

HP Color LaserJet 4650n (onderdeelnummer Q3669A)

De HP Color LaserJet 4650n bevat dezelfde functies als de 4650, plus een EIO­netwerkkaart voor de HP Jetdirect 620N-printserver.

HP Color LaserJet 4650dn (onderdeelnummer Q3670A)

De HP Color LaserJet 4650dn bevat dezelfde functies als de 4650n en een functie voor automatisch dubbelzijdig afdrukken.

HP Color LaserJet 4650dtn (onderdeelnummer Q3671A)

De HP Color LaserJet 4650dtn bevat dezelfde functies als de 4650dn, een extra papierinvoer voor 500 vel (lade 3) en een totaal van 288 MB SDRAM.
6 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Opmerking
288 MB SDRAM: 256 MB DDR, 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart en een extra DIMM-sleuf. Deze printer heeft twee 200-pins SODIMM-sleuven (Small Outline Dual Inline Memory Module) waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd.

HP Color LaserJet 4650hdn (onderdeelnummer Q3672A)

De HP Color LaserJet 4650hdn bevat dezelfde functies als de 4650dn, plus een extra papierinvoer voor 2 x 500 vel (lade 3 en 4) en een optionele vaste schijf.
Opmerking
288 MB SDRAM: 256 MB DDR plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart en een extra DIMM-sleuf. Deze printer heeft twee 200-pins SODIMM-sleuven (Small Outline Dual Inline Memory Module) waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd.
NLWW Printerconfiguraties 7

Printerfuncties

In deze printer wordt de kwaliteit en betrouwbaarheid van Hewlett-Packard gecombineerd met de onderstaande functies. Voor verdere informatie over functies van de printer gaat u naar de website van Hewlett-Packard op http://www.hp.com/support/lj4650.
Functies
Prestaties
Geheugen
Gebruikersinterface
22 pagina's per minuut (ppm) voor Letter-formaat en voor A4­formaat.
Drukt af op transparanten en glanspapier.
160 MB geheugen voor de HP Color LaserJet 4650, 4650n en 4650dn: 128 MB DDR plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart en een extra DDR-sleuf. Geheugenspecificatie: HP Color LaserJet 4650 series printers maken gebruik van 200-pins SODIMM's waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd.
288 MB geheugen voor de HP Color LaserJet 4650dtn en 4650hdn: 256 MB DDR plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart en een extra DDR-sleuf.
Kan worden uitgebreid tot 544 MB: 512 MB DDR-geheugen plus 32 MB geheugen op de formatter-kaart.
Er kan een optionele vaste schijf worden toegevoegd via een EIO­sleuf (die beschikbaar is op de HP Color LaserJet 4650hdn printer).
Grafisch display op het bedieningspaneel.
Verbeterde Help met animaties.
Geïntegreerde webserver voor toegang tot ondersteuning en bestelmogelijkheden voor printerbenodigdheden (printers die op een netwerk zijn aangesloten).
HP werksetsoftware voor het weergeven van printerstatus en waarschuwingen, het configureren van de printerinstellingen, het bekijken van de documentatie en informatie over het oplossen van problemen en het afdrukken van interne printerinformatiepagina's.
Ondersteunde printerpersonality's
Opslagfuncties
Milieuvoorzieningen
HP PCL 6.
HP PCL 5c.
PostScript 3-emulatie.
PDF (Portable Document Format).
Taakopslag. Zie
Afdrukken met een PIN-code (Personal Identification Number)
Lettertypen en formulieren.
PowerSave-instelling.
Groot aantal onderdelen geschikt voor recycling.
Voldoet aan Energy Star.
Voldoet aan Blue Angel.
Taakopslagfuncties voor meer informatie.
8 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Functies (vervolg)
Lettertypen
80 interne lettertypen beschikbaar voor de PCL-printertaal en voor PostScript-emulatie.
80 schermlettertypen in TrueType™-formaat geleverd bij de software.
Ondersteunt formulieren en lettertypen op schijf bij gebruik van HP Web Jetadmin.
Papierverwerking
Accessoires
Drukt af op afdrukmateriaal van 77 mm bij 127 mm tot maximaal Legal-formaat.
Drukt af op afdrukmateriaal met een gewicht van 60 g/m 200 g/m
Drukt af op een verscheidenheid van afdrukmateriaal waaronder
2
.
glanspapier, etiketten, transparanten en enveloppen.
Meerdere glansniveaus.
Een papierinvoer (lade 2) voor 500 vel met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal, Executive, 8,5 bij 13 inch, JIS B5, Executive (JIS), 16K, A4 en A5 en voor afdrukmateriaal van speciaal formaat.
Een optionele papierinvoer (lade 3) voor 500 vel met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal, Executive, JIS B5, Executive (JIS), 16K, A4 en A5 en voor afdrukmateriaal van speciaal formaat; standaard op de HP Color LaserJet 4650dtn.
Een optionele papierinvoer (lade 3 en 4) voor 2 x 500 vel met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal, Executive, JIS B5, Executive (JIS), 16K, A4 en A5 en voor afdrukmateriaal van speciaal formaat; standaard op de HP Color LaserJet 4650hdn.
Dubbelzijdig afdrukken voor de HP Color LaserJet 4650dn, 4650dtn en 4650hdn printers.
Uitvoerbak voor 250 vel met afdrukkant naar beneden.
Vaste schijf voor de printer voor opslag van lettertypen en macro's en extra functies voor de opslag van taken; standaard op de HP Color LaserJet 4600hdn.
DIMM-modules (Dual Inline Memory Modules).
CompactFlash-sleuven voor extra lettertypen en upgrades van firmware.
Voetstuk voor de printer.
Een optionele papierinvoer (lade 3) voor 500 vel met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal, Executive, JIS B5, A4 en A5; standaard op de HP Color LaserJet 4650dtn.
Een optionele papierinvoer (lade 3 en 4) voor 2 x 500 vel met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal, Executive, JIS B5, A4 en A5 en voor afdrukmateriaal van speciaal formaat; standaard op de HP Color LaserJet 4650hdn.
2
tot
Connectiviteit
Optionele EIO-netwerkkaart (Enhanced Input/Output); standaard op de HP Color LaserJet 4650n, 4650dn, 4650dtn en 4650hdn printers.
USB 1.1-verbinding.
HP Web Jetadmin-software.
Standaard bidirectionele parallelle kabelinterface (voldoet aan IEEE-1284-C).
Extra connector.
USB-verbindingen en parallelle verbindingen worden ondersteund, maar kunnen niet tegelijk worden gebruikt.
NLWW Printerfuncties 9
Functies (vervolg)
Benodigdheden
De statuspagina biedt informatie over het niveau van de toner, het aantal afgedrukte pagina's en het geschatte aantal resterende pagina's.
Printcartridges hoeven niet te worden geschud.
Printer controleert of nieuw geïnstalleerde printcartridges van HP zijn.
Bestellen van printerbenodigdheden via internet (via de geïntegreerde webserver of HP werksetsoftware).
10 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW

Overzicht

De volgende afbeeldingen geven een overzicht van de naam en de plaats van de belangrijkste onderdelen van de printer.
Vooraanzicht (afgebeeld met invoerlade voor 2 x 500 vel)
1 uitvoerbak 2 printerbedieningspaneel 3 bovenklep 4 Lade 1 5 Lade 2 6 toegang tot printcartridges, transfer- en fusereenheid 7 aan/uit-schakelaar 8 Lade 3 en lade 4 (optioneel)
NLWW Overzicht 11
Opmerking
De optionele papierinvoer voor 500 vel (lade 3) en de optionele invoerlade voor 2 x 500 vel (lade 3 en lade 4) kunnen niet tegelijk worden gebruikt op de printer.
Zij- en achteraanzicht (afgebeeld met invoerlade voor 2 x 500 vel)
1 uitvoerbak 2 extra connector 3 parallelle verbinding 4 aan/uit-schakelaar 5 EIO-aansluiting (aantal: 3) 6 geheugentoegang 7 USB-verbinding 8 Lade 3 en lade 4 (optioneel)
Opmerking
De optionele papierinvoer voor 500 vel (lade 3) en de optionele invoerlade voor 2 x 500 vel (lade 3 en lade 4) kunnen niet tegelijk worden gebruikt op de printer.
12 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW

Printersoftware

Bij de printer hebt u een cd-rom gekregen met de afdruksysteemsoftware. De softwareonderdelen en printerstuurprogramma's op deze cd-rom maken het mogelijk ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden van de printer. Instructies voor het installeren van deze software vindt u in de handleiding Aan de slag.
Opmerking
Opmerking
Opmerking
De meest recente informatie over de verschillende componenten van de afdruksysteemsoftware vindt u in het Leesmij-bestand op het web op http://www.hp.com/
support/lj4650. Informatie over het installeren van de printersoftware vindt u in de
installatieopmerkingen op de cd-rom die bij de printer wordt geleverd.
Hieronder volgt een beknopt overzicht van de software op de cd-rom. Het afdruksysteem omvat software voor eindgebruikers en netwerkbeheerders van de volgende besturingssystemen:
Microsoft Windows 98, ME
Microsoft Windows NT 4.0, 2000, XP (32-bits) en Server 2003 (32-bits)
Apple Mac OS versie 8.6 tot en met 9.2.x en Apple Mac OS versie 10.1 en later
Zie Netwerkconfiguratie voor een overzicht van alle netwerkomgevingen die door de netwerkbeheersoftware worden ondersteund.
Ga naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor een lijst van printerstuurprogramma's, bijgewerkte HP-printersoftware en informatie over productondersteuning.

Softwarefuncties

Er zijn functies voor automatisch configureren, nu bijwerken en vooraf configureren beschikbaar op de HP Color LaserJet 4650 series printer.
Opmerking
Stuurprogramma automatisch configureren
Met de HP LaserJet PCL 6- en PCL 5c-stuurprogramma's voor Windows en de PS­stuurprogramma's voor Windows 2000 en Windows XP worden printeraccessoires automatisch herkend en worden stuurprogramma's automatisch geconfigureerd tijdens de installatie. Voorbeelden van accessoires die door de automatische stuurprogrammaconfiguratie worden ondersteund, zijn de duplexeenheid, de optionele papierladen en DIMM's. Als de omgeving bidirectionele communicatie ondersteunt, wordt de automatische stuurprogrammaconfiguratie standaard in het installatieprogramma aangeboden als te installeren onderdeel bij een standaardinstallatie en bij een aangepaste installatie.
Nu bijwerken
Als u de configuratie van de HP Color LaserJet 4650 hebt gewijzigd na de installatie, kan het stuurprogramma automatisch worden bijgewerkt met de nieuwe configuratie in omgevingen die bidirectionele communicatie ondersteunen. Klik op de knop Nu bijwerken om de nieuwe configuratie in het stuurprogramma automatisch weer te geven.
De functie Nu bijwerken wordt niet ondersteund in omgevingen waarbij gedeelde Windows NT 4.0-, Windows 2000- of Windows XP-clients zijn verbonden met Windows NT
4.0-, Windows 2000- of Windows XP-hosts.
NLWW Printersoftware 13
HP-stuurprogramma's vooraf configureren
Met de functie voor het vooraf configureren van HP-stuurprogramma's beschikt u over een softwarearchitectuur en een set hulpprogramma's waarmee HP-software kan worden aangepast en gedistribueerd in beheerde bedrijfsafdrukomgevingen. Met de functie voor het vooraf configureren van HP-stuurprogramma's kunnen IT-beheerders de standaardafdrukinstellingen en de standaardapparaatinstellingen voor HP­printerstuurprogramma's vooraf configureren voordat ze de stuurprogramma's in de netwerkomgeving installeren. Raadpleeg de HP Driver Preconfiguration Support Guide die beschikbaar is op http://www.hp.com/support/lj4650.

Printerstuurprogramma's

Via de printerstuurprogramma's hebt u toegang tot de printerfuncties en kan de computer communiceren met de printer (via een printertaal). Controleer de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de cd-rom van de printer voor extra software en talen.
De volgende printerstuurprogramma's worden bij de printer geleverd. De meest recente stuurprogramma's zijn verkrijgbaar op http://www.hp.com/support/lj4650. Afhankelijk van de configuratie van Windows-computers, wordt de computer automatisch via het installatieprogramma voor de printersoftware gecontroleerd op internettoegang om de meest recente stuurprogramma's op te halen.
Opmerking
Besturings­systeem
Windows 98, ME
Windows NT
4.0
Windows 2000 alleen web
Windows XP alleen web
Windows Server 2003
Macintosh OS
1
Niet alle functies van de printer zijn beschikbaar vanuit alle stuurprogramma's of
1
PCL 6 PCL 5c PS
alleen web
alleen web
alleen web
PPD
2
besturingssystemen. Raadpleeg de Help bij het stuurprogramma voor de beschikbare functies.
2
PPD-bestanden (PostScript Printer Description).
Als het systeem tijdens het installeren van de software niet automatisch op internet heeft gezocht naar de meest recente stuurprogramma's, kunt u deze downloaden vanaf
http://www.hp.com/support/lj4650. Klik als u hier bent op Downloads and Drivers om het
gewenste stuurprogramma op te zoeken.
U kunt modelscripts voor UNIX® en Linux downloaden van internet of door deze aan te vragen bij een HP-erkende servicevertegenwoordiger of klantenondersteuning. Raadpleeg de ondersteuningsbrochure in de productverpakking.
OS/2-stuurprogramma's zijn verkrijgbaar bij IBM en worden geleverd met OS/2.
14 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Opmerking
Als het gewenste printerstuurprogramma zich niet op de cd-rom bij de printer bevindt of hier niet wordt genoemd, controleert u de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden om te zien of het printerstuurprogramma wordt ondersteund. Als dit niet wordt ondersteund, neemt u contact op met de fabrikant of distributeur van het programma dat u gebruikt en vraagt u een stuurprogramma aan voor de printer.
Extra stuurprogramma's
De volgende stuurprogramma's staan niet op de cd-rom, maar zijn wel beschikbaar op internet of te bestellen bij de HP Klantenondersteuning.
PCL 5c-printerstuurprogramma's voor Windows 98, ME, NT 4.0, 2000, XP en Server
2003.
OS/2 PCL 5c/6-printerstuurprogramma.
OS/2 PS-printerstuurprogramma.
UNIX-modelscripts.
Linux-stuurprogramma's.
HP OpenVMS-stuurprogramma's.
Opmerking
Opmerking
De OS/2-stuurprogramma's zijn verkrijgbaar bij IBM en worden bij OS/2 geleverd. Deze stuurprogramma's zijn niet beschikbaar voor de talen Traditioneel Chinees, Vereenvoudigd Chinees, Koreaans en Japans.
Het gewenste printerstuurprogramma selecteren
Selecteer een printerstuurprogramma op basis van het gebruik van de printer. Bepaalde printerfuncties zijn alleen beschikbaar in de PCL 6-stuurprogramma's. Raadpleeg de Help bij het printerstuurprogramma voor de beschikbare functies.
Gebruik het PCL 6-stuurprogramma om volledig gebruik te maken van de
printerfuncties. Voor algemeen gebruik op kantoor wordt het PCL 6-stuurprogramma aanbevolen voor optimale prestaties en afdrukkwaliteit.
Gebruik het PCL 5c-stuurprogramma (alleen beschikbaar op het web) als neerwaartse
compatibiliteit met de vorige PCL-printerstuurprogramma's of oudere printers nodig is.
Gebruik het PS-stuurprogramma als u hoofdzakelijk afdrukt vanuit PostScript-specifieke
programma's, zoals Adobe en Corel, voor compatibiliteit met PostScript 3-gebruik of voor DIMM-ondersteuning van PS-lettertypen.
De printer schakelt automatisch tussen PS- en PCL-printertalen.
Help bij het printerstuurprogramma
Elk printerstuurprogramma heeft Help-schermen die kunnen worden geactiveerd met de knop Help, F1 op het toetsenbord van de computer of een vraagteken rechtsboven in het printerstuurprogramma (afhankelijk van het gebruikte Windows-besturingssysteem). Deze Help-schermen bevatten gedetailleerde informatie over het specifieke stuurprogramma. De Help bij het printerstuurprogramma maakt geen onderdeel uit van de programma-Help.
De printerstuurprogramma's openen
Gebruik een van de volgende methoden om de printerstuurprogramma's te openen vanaf de computer:
NLWW Printersoftware 15
Besturingssysteem Instellingen wijzigen
voor alle directe afdruktaken (totdat de toepassing wordt afgesloten)
Standaardinstellingen voor afdruktaken wijzigen
(Schakel bijvoorbeeld Afdrukken op beide zijden standaard in.)
Configuratie­instellingen wijzigen
(Voeg bijvoorbeeld een fysieke optie, zoals een lade, toe of schakel een stuurprogramma­functie, zoals Handmatig dubbelzijdig afdrukken toestaan, in of uit.)
Windows 98, NT 4.0 en ME
Windows 2000 en XP Klik op Afdrukken in
Macintosh OS 9.1 Kies Print in het menu
Klik op Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing. Selecteer de printer en klik op Eigenschappen. (De werkelijke procedure kan verschillen; dit is de meestvoorkomende procedure.)
het menu Bestand van de toepassing. Selecteer de printer en klik op
Eigenschappen of Voorkeuren. (De
werkelijke procedure kan verschillen; dit is de meestvoorkomende procedure.)
Archief. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's.
Klik op Start en kies
Instellingen en Printers. Klik met de
rechtermuisknop op het printerpictogram en kies
Eigenschappen
(Windows 98 en ME) of Standaardwaarden document (NT 4.0).
Klik op Start en kies
Instellingen en Printers of Printers en faxapparaten. Klik
met de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies
Voorkeursinstel­lingen voor afdrukken.
Kies Print in het menu Archief. Als u de
instellingen hebt gewijzigd in het pop­upmenu, klikt u op Bewaar instellingen.
Klik op Start en kies
Instellingen en Printers. Klik met de
rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Eigenschappen. Selecteer het tabblad Configureren.
Klik op Start en kies
Instellingen en Printers of Printers en faxapparaten. Klik
met de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Eigenschappen. Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen.
Klik op het printerpictogram op het Bureaublad. Klik op Instellingen
wijzigen in het menu Print.
16 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Besturingssysteem Instellingen wijzigen
voor alle directe afdruktaken (totdat de toepassing wordt afgesloten)
Standaardinstellingen voor afdruktaken wijzigen
(Schakel bijvoorbeeld Afdrukken op beide zijden standaard in.)
Configuratie­instellingen wijzigen
(Voeg bijvoorbeeld een fysieke optie, zoals een lade, toe of schakel een stuurprogramma­functie, zoals Handmatig dubbelzijdig afdrukken toestaan, in of uit.)
Macintosh OS X.1 Kies Print in het menu
Archief. Wijzig de
gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's.
Macintosh OS X.2 Kies Print in het menu
Archief. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's.
Kies Print in het menu Archief. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's en klik op Bewaar speciale instellingen in het hoofdpop-upmenu. Deze instellingen worden opgeslagen als de optie Speciaal. Als u de nieuwe instellingen wilt gebruiken, moet u de optie Speciaal selecteren wanneer u een programma opent en wilt afdrukken.
Kies Print in het menu Archief. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's en klik in het pop-upmenu
Instellingen op Bewaar als en voer
een naam in voor de standaardinstelling. Deze instellingen worden opgeslagen in het menu Instellingen. Als u de nieuwe instellingen wilt gebruiken, moet u de opgeslagen instelling selecteren wanneer u een programma opent en wilt afdrukken.
Verwijder de printer en installeer deze opnieuw. Het stuurprogramma wordt automatisch geconfigureerd met de nieuwe opties wanneer de printer opnieuw is geïnstalleerd. (Alleen AppleTalk­verbindingen)
Opmerking
Configuratie­instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar in de Classic-omgeving.
Open Afdrukbeheer. (Selecteer de vaste schijf, klik op
Programma's, klik op Hulpprogramma's en
dubbelklik op Afdrukbeheer.) Klik op de afdrukwachtrij. Klik op Toon info in het menu Printers. Selecteer het menu
Installatiemogelijk­heden.
Opmerking
Configuratie­instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar in de Classic-omgeving.
NLWW Printersoftware 17
Besturingssysteem Instellingen wijzigen
voor alle directe afdruktaken (totdat de toepassing wordt afgesloten)
Standaardinstellingen voor afdruktaken wijzigen
(Schakel bijvoorbeeld Afdrukken op beide zijden standaard in.)
Configuratie­instellingen wijzigen
(Voeg bijvoorbeeld een fysieke optie, zoals een lade, toe of schakel een stuurprogramma­functie, zoals Handmatig dubbelzijdig afdrukken toestaan, in of uit.)
Macintosh OS X.3 Kies Print in het menu
Archief. Wijzig de
gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's.
Kies Print in het menu Archief. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's, klik in het pop-upmenu
Instellingen op Bewaar als en voer
een naam in voor de standaardinstelling. Deze instellingen worden opgeslagen in het menu Instellingen. Als u de nieuwe instellingen wilt gebruiken, moet u de opgeslagen instelling selecteren wanneer u een programma opent en wilt afdrukken.
Open Afdrukbeheer. (Selecteer de vaste schijf, klik op
Programma's, klik op Hulpprogramma's en
dubbelklik op Afdrukbeheer.) Klik op de afdrukwachtrij. Klik op Toon info in het menu Printers. Selecteer het menu
Installatiemogelijk­heden.
Opmerking
Configuratie­instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar in de Classic-omgeving.

Software voor Macintosh-computers

Het HP-installatieprogramma bestaat uit PPD-bestanden (PostScript Printer Description), PDE's (Printer Dialog Extensions) en het HP LaserJet-hulpprogramma voor gebruik op Macintosh-computers.
De geïntegreerde webserver kan worden gebruikt op Macintosh-computers als de printer is aangesloten op een netwerk.
PPD's
Met PPD's, in combinatie met de Apple PostScript-stuurprogramma's, kunt u de printerfuncties gebruiken en kan de computer met de printer communiceren. Er is een installatieprogramma voor de PPD's, PDE's en andere software beschikbaar op de cd-rom. Gebruik het juiste PS-stuurprogramma dat bij het besturingssysteem is geleverd.
18 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
HP LaserJet-hulpprogramma
Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma om functies uit te voeren die niet beschikbaar zijn in het stuurprogramma. Met de afbeeldingen is het selecteren van printerfuncties eenvoudiger dan ooit. Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma voor de volgende taken:
de naam van de printer opgeven, deze toewijzen aan een zone op het netwerk en
bestanden en lettertypen downloaden.
de printer configureren en instellen voor het afdrukken via IP (Internet Protocol).
Opmerking
Opmerking
Het HP LaserJet-hulpprogramma wordt momenteel niet ondersteund voor OS X, maar wordt wel ondersteund voor de Classic-omgeving.

De afdruksysteemsoftware installeren

De volgende gedeelten bevatten instructies voor het installeren van de afdruksysteemsoftware.
De printer wordt geleverd met de afdruksysteemsoftware en printerstuurprogramma's op een cd-rom. De afdruksysteemsoftware op de cd-rom moet worden geïnstalleerd om optimaal gebruik te kunnen maken van de printerfuncties.
Als u geen toegang hebt tot een cd-rom-station, kunt u de afdruksysteemsoftware downloaden van internet op http://www.hp.com/support/lj4650.
Voorbeeldmodelscripts voor netwerken met UNIX® (HP-UX®, Sun Solaris) en Linux kunnen worden gedownload op http://www.hp.com/support.
U kunt de meest recente software gratis downloaden op http://www.hp.com/support/lj4650.
De Windows-afdruksysteemsoftware installeren voor rechtstreekse verbindingen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de afdruksysteemsoftware voor Microsoft Windows 98, Windows ME, Windows NT 4.0, Windows 2000 en Windows XP kunt installeren.
Wanneer u de afdruksoftware installeert in een omgeving met rechtstreekse verbindingen, moet u de software altijd installeren voordat u de parallelle kabel of USB-kabel aansluit. Zie
De software installeren wanneer de parallelle kabel of de USB-kabel is aangesloten als u de
parallelle kabel of USB-kabel hebt aangesloten voordat u de software hebt geïnstalleerd.
Voor de directe verbinding kunt u een parallelle kabel of USB-kabel gebruiken. U kunt parallelle kabels en USB-kabels echter niet tegelijk aansluiten. Gebruik een kabel die voldoet aan IEEE 1284 of een standaard-USB-kabel van 2 meter.
Opmerking
NLWW Printersoftware 19
NT 4.0 ondersteunt geen USB-kabelverbindingen.
De afdruksysteemsoftware installeren
1. Sluit alle geopende of actieve programma's af.
2. Plaats de printer-cd-rom in het cd-rom-station.
Als het welkomstvenster niet wordt geopend, voert u de volgende procedure uit om het venster te openen:
Kies Uitvoeren in het menu Start.
Typ het volgende: X:\setup (waarbij X de letter van het cd-rom-station is).
Klik op OK.
3. Klik op Printer installeren wanneer u hierom wordt gevraagd en volg de instructies op
het scherm.
4. Klik op Voltooien wanneer de installatie is voltooid.
5. Mogelijk moet u de computer opnieuw opstarten.
6. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de software juist is geïnstalleerd.
Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in de productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor hulp of meer informatie.
De Windows-afdruksysteemsoftware installeren voor netwerken
De software op de printer-cd-rom ondersteunt netwerkinstallaties met een Microsoft-netwerk. Ga naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor netwerkinstallaties op andere besturingssystemen.
De HP Jetdirect-printserver die wordt geleverd bij de HP LaserJet 4650n, HP LaserJet 4650dn of HP LaserJet 4650dtn, heeft een 10/100 Base-TX-netwerkpoort. Als u een HP Jetdirect-printserver met een ander type netwerkpoort nodig hebt, raadpleegt u
Benodigdheden en accessoires of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650.
Het installatieprogramma biedt geen ondersteuning voor printerinstallaties of het maken van printerobjecten op Novell-servers. Alleen netwerkinstallaties met directmodus tussen Windows-computers en een printer worden ondersteund. Als u de printer wilt installeren en objecten wilt maken op een Novell-server, kunt u een HP-hulpprogramma (zoals HP Web Jetadmin of de wizard HP-netwerkprinter) installeren of een Novell-hulpprogramma (zoals NWadmin) gebruiken.
De afdruksysteemsoftware installeren
1. Als u de software installeert op Windows NT 4.0, Windows 2000 of Windows XP, moet u controleren of u over beheerdersrechten beschikt.
2. Controleer of de HP Jetdirect-printserver juist is geconfigureerd voor het netwerk door een configuratiepagina af te drukken (zie tweede pagina het IP-adres van de printer op. Mogelijk hebt u dit adres nodig voor de voltooiing van de netwerkinstallatie.
Pagina’s met printerinformatie). Zoek op de
3. Sluit alle geopende of actieve programma's af.
20 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
4. Plaats de printer-cd-rom in het cd-rom-station.
Als het welkomstvenster niet wordt geopend, voert u de volgende procedure uit om het venster te openen:
Kies Uitvoeren in het menu Start.
Typ het volgende: X:\setup (waarbij X de letter van het cd-rom-station is).
Klik op OK.
5. Klik op Printer installeren wanneer u hierom wordt gevraagd en volg de instructies op het scherm.
6. Klik op Voltooien wanneer de installatie is voltooid.
7. Mogelijk moet u de computer opnieuw opstarten.
8. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de software juist is geïnstalleerd.
Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in de productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor hulp of meer informatie.
Een Windows-computer instellen voor gebruik van de netwerkprinter via Windows-printerdeling
Als de printer rechtstreeks is aangesloten op een computer via een parallelle kabel, kunt u de printer delen op het netwerk, zodat andere netwerkgebruikers de printer ook kunnen gebruiken.
Raadpleeg de Windows-documentatie als u Windows-printerdeling wilt inschakelen. Wanneer de printer is gedeeld, installeert u de printersoftware op alle computers waardoor de printer wordt gedeeld.
De Macintosh-afdruksysteemsoftware installeren voor netwerken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de Macintosh-afdruksysteemsoftware kunt installeren. De afdruksysteemsoftware ondersteunt Apple Mac OS versie 8.6 tot en met 9.2.x en Apple Mac OS versie 10.1 en later.
NLWW Printersoftware 21
De afdruksysteemsoftware bestaat uit de volgende onderdelen:
PPD-bestanden (PostScript® Printer Description)
Met de PPD's, in combinatie met de Apple PostScript-printerstuurprogramma's, kunt u de printerfuncties gebruiken. Er is een installatieprogramma voor de PPD's en andere software beschikbaar op de cd-rom die bij de printer wordt geleverd. Gebruik het Apple LaserWriter 8-printerstuurprogramma dat bij de computer is geleverd.
HP LaserJet-hulpprogramma
Met het HP LaserJet-hulpprogramma kunt u functies uitvoeren die niet beschikbaar zijn in het printerstuurprogramma. Gebruik de afbeeldingen om de printerfuncties te selecteren en voer de volgende taken uit voor de printer:
Geef de naam van de printer op.
Wijs de printer toe aan een zone op het netwerk.
Wijs een IP toe aan de printer.
Download de bestanden en lettertypen.
Configureer de printer en stel deze in voor het afdrukken via IP of AppleTalk.
Opmerking
Het HP LaserJet-hulpprogramma wordt momenteel niet ondersteund voor OS X, maar wordt wel ondersteund voor de Classic-omgeving.
Printerstuurprogramma's installeren voor Mac OS 8.6 tot en met 9.2
1. Sluit de netwerkkabel aan op de HP Jetdirect-printserver en een netwerkpoort.
2. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station. Het cd-rom-menu wordt automatisch uitgevoerd. Als het cd-rom-menu niet automatisch wordt uitgevoerd, dubbelklikt u op het cd-rom­pictogram op het bureaublad en dubbelklikt u op het pictogram van het installatieprogramma. Dit pictogram bevindt zich in de map Installer/<taal> van de installatie-cd-rom (waarbij <taal> de voorkeurstaal is). (De map Installer/English bevat bijvoorbeeld het pictogram van het installatieprogramma voor de Engelse printersoftware.)
3. Volg de aanwijzingen op het computerscherm.
4. Open het Apple-hulpprogramma voor bureaubladprinters. Dit programma bevindt zich in {opstartschijf}: Programma's: Hulpprogramma's.
5. Dubbelklik op Printer (AppleTalk).
6. Klik naast de AppleTalk-printerselectie op Wijzig.
7. Selecteer de printer, klik op Autoconfig en klik op Maak aan.
8. Klik op Maak standaard in het menu Afdrukken.
Opmerking
22 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Het pictogram op het bureaublad wordt generiek weergegeven. Alle afdrukvensters worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken van het desbetreffende programma.
Printerstuurprogramma's installeren voor Mac OS 10.1 en later
1. Sluit de netwerkkabel aan op de HP Jetdirect-printserver en een netwerkpoort.
2. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station. Het cd-rom-menu wordt automatisch uitgevoerd. Als het cd-rom-menu niet automatisch wordt uitgevoerd, dubbelklikt u op het cd-rom­pictogram op het bureaublad en dubbelklikt u op het pictogram van het installatieprogramma. Dit pictogram bevindt zich in de map Installer/<taal> van de installatie-cd-rom (waarbij <taal> de voorkeurstaal is). (De map Installer/English bevat bijvoorbeeld het pictogram van het installatieprogramma voor de Engelse printersoftware.)
3. Dubbelklik op de map HP LaserJet Installers.
4. Volg de aanwijzingen op het computerscherm.
5. Dubbelklik op het installatieprogrammapictogram voor de gewenste taal.
6. Dubbelklik op de vaste schijf van de computer op Programma's, Hulpprogramma's en dubbelklik op Afdrukbeheer.
7. Klik op Voeg printer toe.
8. Selecteer het verbindingstype AppleTalk voor OS X 10.1 en selecteer het verbindingstype Rendezvous voor OS X 10.2.
9. Selecteer de naam van de printer.
10. Klik op Voeg printer toe.
Opmerking
Opmerking
11. Sluit Afdrukbeheer door te klikken op de sluitknop in de linkerbovenhoek.
Macintosh-computers kunnen niet rechtstreeks op de printer worden aangesloten via een parallelle poort.
De Macintosh-afdruksysteemsoftware installeren voor rechtstreekse verbindingen (USB)
Macintosh-computers ondersteunen geen verbindingen via de parallelle poort.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe de afdruksysteemsoftware voor Mac OS 8.6 tot en met
9.2.x en Mac OS X en later kan worden geïnstalleerd.
Het Apple LaserWriter-stuurprogramma moet worden geïnstalleerd om de PPD-bestanden te kunnen gebruiken. Gebruik het Apple LaserWriter 8-stuurprogramma dat bij de Macintosh­computer is geleverd.
De afdruksysteemsoftware installeren
1. Sluit een USB-kabel aan op de USB-poort van de printer en de USB-poort van de computer. Gebruik een standaard-USB-kabel van twee meter.
2. Sluit alle geopende of actieve programma's af.
3. Plaats de printer-cd-rom in het cd-rom-station en voer het installatieprogramma uit.
Het cd-rom-menu wordt automatisch uitgevoerd. Als het cd-rom-menu niet automatisch wordt uitgevoerd, dubbelklikt u op het cd-rom-pictogram op het bureaublad en dubbelklikt u op het pictogram van het installatieprogramma. Dit pictogram bevindt zich in de map Installer/<taal> van de installatie-cd-rom (waarbij <taal> de voorkeurstaal is).
4. Volg de aanwijzingen op het computerscherm.
5. Start de computer opnieuw op.
NLWW Printersoftware 23
6. Voor Mac OS 8.6 tot en met 9.2.x:
Open het Apple-hulpprogramma voor bureaubladprinters vanuit HD/Programma's/
Hulpprogramma's.
Dubbelklik op Printer (USB).
Klik naast de Selectie USB-printer op Wijzig.
Selecteer de printer, klik op Autoconfig en klik op Maak aan.
Klik op het printerpictogram dat zojuist is gemaakt.
Klik op Maak standaard in het menu Afdrukken.
Voor Mac OS X: Start Afdrukbeheer via HD/Programma's/Hulpprogramma's/ Afdrukbeheer. Als de printer niet automatisch wordt geconfigureerd, gaat u als volgt te werk:
Klik op Voeg printer toe.
Selecteer in de printerlijst USB als verbindingstype.
Selecteer de printer en klik in de linkerbenedenhoek op Voeg toe.
7. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de software juist is geïnstalleerd.
Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in de productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor hulp of meer informatie.
Opmerking
Het pictogram op het bureaublad wordt generiek weergegeven. Alle afdrukvensters worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken van het desbetreffende programma.
De software installeren wanneer de parallelle kabel of de USB-kabel is aangesloten
Als u al een parallelle kabel of USB-kabel hebt aangesloten op een Windows-computer, wordt het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden weergegeven wanneer u de computer opstart.
De software installeren voor Windows 98 of Windows ME
1. Klik in het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden op Cd-rom-station doorzoeken.
2. Klik op Volgende.
3. Volg de aanwijzingen op het computerscherm.
4. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de software juist is geïnstalleerd.
Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in de productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor hulp of meer informatie.
24 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
De software installeren voor Windows 2000 of Windows XP
1. Klik in het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden op Zoeken.
2. Schakel in het scherm Stuurprogrammabestanden zoeken het selectievakje Een locatie opgeven in, schakel alle andere selectievakjes uit en klik op Volgende.
3. Typ de letter van de hoofdmap. Typ bijvoorbeeld X:\ (waarbij X:\ de letter is van de hoofdmap van het cd-rom-station).
4. Klik op Volgende.
5. Volg de aanwijzingen op het computerscherm.
6. Klik op Voltooien wanneer de installatie is voltooid.
7. Selecteer een taal en volg de instructies op het computerscherm.
8. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de software juist is geïnstalleerd.
Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in de productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor hulp of meer informatie.

De installatie van de software ongedaan maken

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de installatie van de afdruksysteemsoftware ongedaan kunt maken.
Software verwijderen uit Windows-besturingssystemen
Gebruik de uninstaller in de programmagroep HP LaserJet 4650/Tools om een of alle componenten van het Windows HP-afdruksysteem te selecteren en te verwijderen.
1. Klik op Start en kies Programma's.
2. Wijs HP LaserJet 4650 aan en klik op Tools.
3. Klik op Uninstaller.
4. Klik op Volgende.
5. Selecteer de componenten van het HP-afdruksysteem die u wilt verwijderen.
6. Klik op OK.
7. Volg de instructies op het computerscherm om het verwijderen van de componenten te voltooien.
Software verwijderen uit Macintosh-besturingssystemen
Sleep de map HP LaserJet en de PPD's naar de prullenbak.

Software voor netwerken

Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver voor een overzicht van verkrijgbare HP-software voor netwerkinstallatie en configuratie. Deze handleiding kunt u vinden op de cd-rom die bij de printer is geleverd.
NLWW Printersoftware 25
HP Web Jetadmin
Met HP Web Jetadmin kunt u printers die zijn verbonden met HP Jetdirect, binnen uw intranet beheren met een browser. HP Web Jetadmin is een beheerhulpmiddel op basis van browsertechnologie en moet alleen worden geïnstalleerd op één server voor netwerkbeheer. Dit programma kan worden geïnstalleerd en uitgevoerd op de systemen Red Hat Linux, Suse Linux, Windows NT 4.0 Server en Workstation, Windows 2000 Professional, Server en Advanced Server en Windows XP Professional Service Pack 1.
Ga naar de on line HP Klantenondersteuning op http://www.hp.com/go/webjetadmin voor de meest recente versie van HP Web Jetadmin of een recente lijst met ondersteunde hostsystemen.
Wanneer HP Web Jetadmin is geïnstalleerd op een hostserver, kan dit programma worden geopend op alle clients via een ondersteunde webbrowser (zoals Microsoft Internet Explorer
5.5 en 6.0 of Netscape Navigator 7.0).
HP Web Jetadmin bevat de volgende functies:
De taakgeoriënteerde gebruikersinterface biedt configureerbare weergaven, waardoor
netwerkbeheerders veel tijd kunnen besparen.
Met de aanpasbare gebruikersprofielen kunnen netwerkbeheerders ervoor zorgen dat
alleen de bekeken of gebruikte functie wordt opgenomen.
Onmiddellijke waarschuwingen per e-mail voor apparatuurdefecten, benodigdheden die
bijna op zijn en overige printerproblemen worden nu naar verschillende personen verzonden.
Installatie-op-afstand en beheer-vanaf-waar-dan-ook met behulp van een standaard
webbrowser.
Geavanceerde auto-detectie zoekt naar randapparatuur in het netwerk zonder dat elke
printer handmatig in de database ingevoerd moet worden.
Eenvoudige integratie in beheertoepassingen voor de onderneming.
Snel zoeken naar randapparatuur gebaseerd op parameters, zoals het IP-adres, de
kleurcapaciteit of de naam van het model.
Eenvoudig organiseren van randapparatuur in logische groepen, met virtuele
kantoorplattegronden voor gemakkelijke navigatie.
Meerdere printers tegelijk beheren en configureren.
Ga naar http://www.hp.com/go/webjetadmin voor de meest recente informatie over HP Web Jetadmin.
UNIX
Het HP Jetdirect-printerinstallatieprogramma voor UNIX is een eenvoudig hulpprogramma voor het installeren van printers op HP-UX- en Solaris-netwerken. U kunt deze software downloaden via de on line HP Klantenondersteuning op http://www.hp.com/support/
net_printing.

Hulpprogramma's

De HP Color LaserJet 4650 series printer is voorzien van verschillende hulpprogramma's, waarmee een netwerkprinter eenvoudig kan worden beheerd.
26 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Geïntegreerde webserver
Deze printer is uitgerust met een geïntegreerde webserver die toegang geeft tot informatie over de printer- en netwerkactiviteiten. Een webserver biedt een omgeving waarin webtoepassingen kunnen worden uitgevoerd op dezelfde manier als waarop een besturingssysteem, zoals Windows, een omgeving biedt waarin programma's op de computer kunnen worden uitgevoerd. De resultaten van deze toepassingen kunnen vervolgens worden weergegeven door een webbrowser, zoals Microsoft Internet Explorer of Netscape Navigator.
Wanneer een webserver "geïntegreerd" is, wil dit zeggen dat deze zich op een hardwareapparaat (zoals een printer) of in de firmware bevindt en niet uit software bestaat die op een netwerkserver is geladen.
Het voordeel van een geïntegreerde webserver is dat deze een interface voor de printer biedt die toegankelijk is voor iedereen met een standaardwebbrowser en een op het netwerk aangesloten computer. Er is geen speciale software die geïnstalleerd en geconfigureerd moet worden. Meer informatie over de geïntegreerde webserver van HP vindt u in de Embedded Web Server User Guide (Gebruikershandleiding voor geïntegreerde webservers van HP). Deze handleiding kunt u vinden op de cd-rom die bij de printer is geleverd.
Functies
De geïntegreerde webserver van HP dient voor het bekijken van de status van de printer en de netwerkkaart en voor het beheren van de afdrukfuncties via uw computer. U kunt met de geïntegreerde webserver van HP het volgende doen:
informatie over de printerstatus bekijken
de resterende levensduur van alle benodigdheden bepalen en nieuwe bestellen
de configuratie van laden bekijken en wijzigen
de configuratie van het bedieningspaneel van de printer bekijken en wijzigen
interne pagina's bekijken en afdrukken
berichten van printergebeurtenissen en benodigdheden ontvangen
koppelingen naar andere websites maken en aanpassen
de taal selecteren waarin de pagina's van de geïntegreerde webserver moeten worden
weergegeven
de netwerkconfiguratie bekijken en wijzigen
De geïntegreerde webserver gebruiken voor een volledig overzicht van de functies van
Zie de geïntegreerde webserver.
hp werkset
De HP werkset is een toepassing die u kunt gebruiken voor de volgende taken:
de printerstatus controleren
informatie over het oplossen van problemen bekijken
on line documentatie bekijken
interne printerpagina's afdrukken
U kunt de HP werkset weergeven als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten of als deze op een netwerk is aangesloten. U kunt de HP werkset alleen gebruiken als u de software volledig hebt geïnstalleerd.
NLWW Printersoftware 27
Overige componenten en hulpprogramma's
Voor gebruikers van Windows en Macintosh-computers en voor netwerkbeheerders zijn diverse programma's beschikbaar. Een kort overzicht van deze programma's volgt hieronder.
Windows Macintosh OS
Een programma voor het
automatisch installeren van het afdruksysteem
On line webregistratie
HP werkset
PPD-bestanden
(PostScript Printer Description) voor gebruik met de Apple PostScript­stuurprogramma's die geleverd worden met het besturingssysteem van de Macintosh (Mac OS)
HP LaserJet-
hulpprogramma (beschikbaar op internet): een hulpprogramma voor printerbeheer voor Mac OS-gebruikers
HP werkset (voor Mac OS
X v10.2 en later)
Netwerkbeheerder
HP Web Jetadmin: een op
browsertechnologie gebaseerd hulpmiddel voor systeembeheer. Ga naar http://www.hp.com/go/
webjetadmin voor de
meest recente software voor HP Web Jetadmin
HP Jetdirect Printer
Installer voor UNIX: beschikbaar voor downloaden van
http://www.hp.com / support /net_printing
28 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW

Specificaties voor het afdrukmateriaal

Voor optimale resultaten gebruikt u fotokopieerpapier van 75 g/m2. Controleer of het papier van goede kwaliteit is en vrij is van insnijdingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof, kreukels, knikken, vouwen of omkrullende randen.
Ga naar http://www.hp.com/go/ljsupplies voor het bestellen van benodigdheden in de
Verenigde Staten.
Ga naar http://www.hp.com/ghp/buyonline.html voor het bestellen van benodigdheden in
de rest van de wereld.
Ga naar http://www.hp.com/go/accessories als u accessoires wilt bestellen.
Ga naar http://www.hp.com/support/ljpaperguide voor meer informatie over
ondersteunde gewichten en formaten van het afdrukmateriaal.

Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal

Formaten van afdrukmateriaal voor lade 1
Lade 1 Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
Standaardformaat papier/kaarten (Letter/ A4, Legal, Executive, JIS B5, A5)
Minimumformaat
76,2 bij 127 mm
papier/kaarten
Maximumformaat
216 bij 356 mm
papier/kaarten
Standaardformaat glanzend papier (Letter/A4, Legal, Executive, JIS B5, A5)
Minimumformaat
76,2 bij 127 mm
glanzend papier
Maximumformaat
216 bij 356 mm
glanzend papier
Zwaarglanzend papier 216 bij 356 mm
Standaardformaat transparanten (Letter/ A4)
60 tot 200 g/m
2
100 vellen (75 g/m
164 tot 200 g/m
2
100 vellen (75 g/m
164 tot 200 g/m
2
100 vellen (75 g/m
75 tot 105 g/m
2
Maximale stapelhoogte: 10 mm
75 tot 200 g/m
2
Maximale stapelhoogte: 10 mm
75 tot 200 g/m
2
Maximale stapelhoogte: 10 mm
106 tot 120 g/m
2
Maximale stapelhoogte: 10 mm
0,13 tot 0,13 mm dik 60 vellen
2
)
2
)
2
)
Standaardformaat HP Tough-papier (Letter/
0,13 tot 0,13 mm dik Maximale
stapelhoogte: 10 mm
A4, Legal, Executive, JIS B5, A5)
Minimumformaat HP Tough-papier
76,2 bij 127 mm 0,13 tot 0,13 mm dik Maximale
stapelhoogte: 10 mm
NLWW Specificaties voor het afdrukmateriaal 29
Formaten van afdrukmateriaal voor lade 1 (vervolg)
Lade 1 Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
Maximumformaat HP Tough-papier
Minimumformaat HP
216 bij 356 mm 0,13 tot 0,13 mm dik Maximale
stapelhoogte: 10 mm
216 bij 279 mm
120 tot 120 g/m
2
200 vellen
hoogglanzend laserpapier
Maximumformaat HP
279 bij 432 mm
120 tot 120 g/m
2
200 vellen
hoogglanzend laserpapier
Envelop (Com 10,
105 tot 105 g/m
2
20 enveloppen
Monarch, C5, DL, B5)
Standaardformaat etiketten (Letter/A4,
60 tot 163 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Legal, Executive, JIS B5, A5)
Minimumformaat etiketten
Maximumformaat etiketten
76,2 bij 127 mm
216 bij 356 mm
60 tot 163 g/m
60 tot 163 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
2
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Formaten voor afdrukmateriaal voor lade 2 en de optionele lade 3 en 4
1
Lade 2, optionele
Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
lade 3 en lade 4
Standaardformaat brieven (Letter/A4, Legal, Executive, JIS B5, A5)
Minimumformaat papier 148 bij 210 mm
Maximumformaat
216 bij 356 mm
papier
Standaardformaat glanzend papier (Letter/A4, Legal, Executive, JIS B5, A5)
Minimumformaat
182 bij 210 mm
glanzend papier
Maximumformaat
216 bij 356 mm
glanzend papier
Standaardformaat etiketten (Letter/A4, Legal, Executive, JIS B5, A5)
60 tot 105 g/m
60 tot 105 g/m
60 tot 105 g/m
75 tot 120 g/m
75 tot 120 g/m
75 tot 120 g/m
60 tot 105 g/m
2
2
2
2
2
2
2
500 vellen
(75 g/m
2
500 vellen
(75 g/m
2
500 vellen
(75 g/m
2
200 vellen
200 vellen
200 vellen
Maximale
)
)
)
stapelhoogte: 50 mm
Minimumformaat etiketten
182 bij 210 mm
75 tot 120 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 50 mm
30 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Formaten voor afdrukmateriaal voor lade 2 en de optionele lade 3 en 41 (vervolg)
Lade 2, optionele lade 3 en lade 4
Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
Maximumformaat etiketten
Transparanten (Letter, A4)
Standaardformaat HP Tough-papier (Letter/
216 bij 356 mm
75 tot 120 g/m
0,13 tot 0,13 mm dik 100 vellen
0,13 tot 0,13 mm dik Maximale
2
Maximale
stapelhoogte: 50 mm
(0,13 mm dik)
stapelhoogte: 10 mm
A4, Legal, Executive, JIS B5, A5)
Minimumformaat HP Tough-papier
1
Voor laden 2, 3 en 4 wordt, met name voor B5 ISO, een aangepast formaat gebruikt. U
76,2 bij 127 mm 0,13 tot 0,13 mm dik Maximale
stapelhoogte: 10 mm
kunt in lade 2, 3 en 4 niet dezelfde aangepaste formaten gebruiken als in lade 1.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
Standaardformaat afdrukmateriaal (A4/ Letter, Legal, Executive, JIS B5)
Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
60 tot 105 g/m
2
200 vellen
NLWW Specificaties voor het afdrukmateriaal 31
32 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW

Bedieningspaneel

Dit hoofdstuk bevat informatie over het bedieningspaneel van de printer, waaronder de printerfuncties en gegevens over de printer en de afdruktaken. De volgende onderwerpen komen aan bod:
Inleiding
Knoppen op het bedieningspaneel
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
Menu's van het bedieningspaneel
Menuoverzicht
Menu Taak ophalen
Menu Informatie
Menu Papierverwerking
Menu Apparaat configureren
Menu Diagnostiek
Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen
Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld
NLWW 33

Inleiding

Het bedieningspaneel biedt functies voor de bediening van de printer en geeft informatie weer over de printer en over afdruktaken. Het display biedt grafische informatie over de printer en de status van de printerbenodigdheden zodat u gemakkelijker problemen kunt opsporen en oplossen.
Knoppen en lampjes op het bedieningspaneel
1 M
ENU
(knop)
TOP
2 S 3 K 4 G 5 A 6 7 T 8 O 9 S 10 O 11 Display
(knop)
LAAR
(lampje)
EGEVENS
TTENTIE
(lampje)
H
ELP
( ) (knop)
ERUG/SLUITEN
MLAAG
( ) (knop)
ELECTEREN
MHOOG
( ) (knop)
(lampje)
( ) (knop)
( ) (knop)
De printer biedt informatie via het display en de lampjes links onder het bedieningspaneel. De lampjes Klaar, Gegevens en Attentie bieden overzichtelijke informatie over de staat van de printer en waarschuwen u voor afdrukproblemen. Het display biedt verdere statusinformatie samen met menu's, Help-informatie, animaties en foutberichten.

Display

Het display van de printer biedt prompt volledige informatie over de printer en de afdruktaken. Het niveau van de printerbenodigdheden, locaties van eventuele papierstoringen en de status van de afdruktaken worden aan de hand van symbolen en afbeeldingen weergegeven. De menu's bieden toegang tot de printerfuncties en tot gedetailleerde informatie.
34 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Het hoofdscherm van het display heeft drie gebieden:
Display van de printer
1 Berichtengebied 2 Berichtengebied 3 Promptgebied
Display van de printer
1 Berichtengebied 2 Meter voor de benodigdheden 3 De kleur van de printcartridges van links naar rechts: zwart, magenta, geel en cyaan
Het bericht- en het promptgebied bieden informatie over de staat van de printer en laten u weten hoe u verder moet handelen.
De meter voor de benodigdheden toont het niveau in de printcardridges (zwart, magenta, geel en cyaan). Wanneer het inktniveau niet bekend is, wordt in plaats van het niveau een vraagteken (?) weergegeven. Dit voorkomen als:
cartridges ontbreken;
cartridges onjuist zijn geplaatst;
cartridges fouten bevatten;
cartridges van een ander merk dan HP zijn geplaatst.
De meter voor benodigdheden wordt weergegeven wanneer op de printer de status Gereed wordt weergegeven zonder waarschuwingen. De meter wordt ook weergegeven wanneer er een waarschuwing of foutbericht over een printcartridge of meerdere benodigdheden wordt weergegeven.

Toegang tot het bedieningspaneel via een computer

U hebt ook toegang tot het bedieningspaneel van de printer via een computer wanneer u de instellingspagina van de geïntegreerde webserver gebruikt.
NLWW Inleiding 35
De computer toont dezelfde informatie als op het bedieningspaneel wordt weergegeven. Verder kunt u via de computer een aantal functies van het bedieningspaneel uitvoeren, zoals het controleren van de printerbenodigdheden, bekijken van berichten en het veranderen van de configuratie van de laden. Zie voor meer informatie.
De geïntegreerde webserver gebruiken
36 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

Knoppen op het bedieningspaneel

U kunt de knoppen op het bedieningspaneel gebruiken om printerfuncties uit te voeren of om de menu's en berichten in het display te doorlopen.
Knop Functie
S
ELECTEREN
P
IJL OMHOOG
P
IJL OMLAAG
T
ERUG/SLUITEN
M
ENU
S
TOP
Hiermee kunt u selecteren en het afdrukken hervatten nadat een storing is opgelost.
Hiermee doorloopt u de menu's en tekst en wijzigt u de numerieke opties in het display.
Hiermee gaat u terug in de menu's of beëindigt u het menu of de Help.
Opent en sluit de menu's.
Hiermee onderbreekt u de huidige taak en geeft u opties voor het doorgaan met afdrukken of het annuleren van de huidige taak.
H
ELP
Biedt geanimeerde afbeeldingen en gedetailleerde informatie over printerberichten of menu's.
NLWW Knoppen op het bedieningspaneel 37

Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel

Lampjes op het bedieningspaneel
1 K
LAAR
2 G
EGEVENS
3 A
TTENTIE
Lampje Aan Uit Knippert
K
LAAR
(groen)
Printer is on line (klaar om gegevens te ontvangen en af te drukken)
Printer is off line of is uitgeschakeld.
Printer probeert het
afdrukken te
beëindigen en off line
te gaan.
G
EGEVENS
(groen)
A
TTENTIE
(geel)
Er zijn verwerkte gegevens in de printer aanwezig, maar er zijn nog meer gegevens nodig om de afdruktaak te kunnen voltooien.
Er heeft zich een kritieke fout voorgedaan. De printer heeft aandacht nodig.
Printer kan geen gegevens verwerken of ontvangen.
Er zijn geen omstandigheden meer aanwezig die aandacht vragen.
Printer verwerkt of
ontvangt gegevens.
Er heeft zich een fout
voorgedaan. De
printer heeft aandacht
nodig.
38 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

Menu's van het bedieningspaneel

U kunt de meeste gangbare afdruktaken vanaf de computer uitvoeren via het stuurprogramma of de software van de printer. Dit is de eenvoudigste manier om de printer te bedienen. Op deze manier worden de instellingen van het bedieningspaneel genegeerd. Zie de bijbehorende Help-bestanden van de software of raadpleeg meer informatie over toegang tot het printerstuurprogramma.
U kunt de printer eveneens bedienen door de instellingen in het bedieningspaneel van de printer te wijzigen. Via het bedieningspaneel kunt u toegang krijgen tot printerfuncties die niet worden ondersteund door het stuurprogramma en de software. U gebruikt het bedieningspaneel voor het configureren van de laden voor bepaalde soorten afdrukmateriaal en formaten.

Om te beginnen...

Printersoftware voor
Ga naar de menu's en activeer de gewenste selectie door op M
Gebruik de pijl Omhoog en Omlaag (
doorlopen van de menu's kunt u de pijl Omhoog en Omlaag gebruiken om de numerieke waarden te wijzigen. Houd de pijl Omhoog of Omlaag ingedrukt om de opties sneller te doorlopen.
Met de knop Terug ( ) kunt u terugspringen in de menuopties en numerieke waarden
selecteren tijdens het configureren van de printer.
U kunt alle menu's afsluiten door op M
Als er gedurende 60 seconden geen toets wordt ingedrukt, verspringt de printer naar de
status Gereed.
Als er naast een menuoptie een vergrendelingssymbool wordt weergegeven, wil dit
zeggen dat er voor de betreffende optie een PIN-code nodig is. Over het algemeen is deze code verkrijgbaar bij de netwerkbeheerder.
) om de menu's te doorlopen. Naast het
ENU
te drukken.
ENU
te drukken.
NLWW Menu's van het bedieningspaneel 39

Menuoverzicht

In de volgende tabellen vindt u een overzicht van ieder menu.

Ga als volgt te werk om naar de menu's te gaan

Druk op M
Druk op
Druk op
MENU'S TAAK OPHALEN
ENU
om naar MENU'S te gaan.
of om naar het overzicht te gaan.
om de gewenste optie te selecteren.
Informatie
PAPIERVERWERKING
Apparaat configureren
DIAGNOSTIEK
SERVICE

Menu Taak ophalen

Zie Menu Taak ophalen voor meer informatie.
TAAK OPHALEN OVERZICHT VAN OPGESLAGEN TAKEN
AFDRUKKEN

Menu Informatie

Zie Menu Informatie voor meer informatie.
Er verschijnt een lijst met opgeslagen taken
GEEN OPGESL. TAKEN
40 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Informatie MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN
CONFIGURATIE AFDRUKKEN
STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR.
STAT. BENODIGDHDN
GEBRUIKSGEGEVENS AFDRUKKEN
DEMO AFDRUKKEN
RGB-MONSTERS AFDRUKKEN
CMYK-MONSTERS AFDRUKKEN
BESTANDSDIRECTORY AFDRUKKEN
PCL-LETTERTYPEN OVERZICHT AFDRUK.
PS-LETTERTYPEN- OVERZICHT AFDRUK.

Menu Papierverwerking

Zie Menu Papierverwerking voor meer informatie.
PAPIERVERWERKING LADE 1 FORMAAT
LADE 1 TYPE
Lade <N> Formaat
N = 2, 3 of 4
Lade <N> Type
N = 2, 3 of 4

Menu Apparaat configureren

Zie Menu Apparaat configureren en Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel
wijzigen voor meer informatie.
Apparaat configureren AFDRUKKEN AANTAL
Standaard papierformaat:
STAND. AANGEPAST PAPIERFORMAAT
DUBBELZIJDIG
DUPLEX BINDEN
A4/LETTER VERVANGEN
HANDMATIG INVOEREN
LETTERTYPE COURIER
BREDE A4
PS-FOUTEN AFDRUKKEN
PCL
NLWW Menuoverzicht 41
AFDRUKKWALITEIT KLEUR AANPASSEN
KALIBRATIE INSTELLEN
AFDRUKMODI
OPTIMALISEREN
NU SNEL KALIBREREN
NU VOLLEDIG KALIBREREN
KLEUR RET
SYSTEEM- INSTELLINGEN MAX. AANTAL
OPGESLAGEN TAKEN
TIME-OUT TAAKOPSLAG
ADRES WEERGEVEN
OPTIMALE SNELHEID/ KOSTEN
GEDRAG VAN LADE
POWERSAVE-TIJD
PERSONALITY
VERWIJDERBARE WAARSCHUWINGEN
I/O I/O TIME-OUT
HERSTEL FABRIEKSINST.

Menu diagnostiek

Zie Menu Diagnostiek voor meer informatie.
AUTOM. DOORGAAN
BENDIGDH. BIJNA OP
KLEURBENODIGDH. OP
HERSTEL PAPIERSTORING
RAMDISK
Taal
PARALLELLE INVOER
EIO X JETDIRECT
(waarbij X= 1, 2 of 3.)
HERSTELLEN
POWERSAVE
RESET BENODIGDHDN
42 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
DIAGNOSTIEK GEBEURTENIS- LOGBOEK AFDRUKKEN
GEBEURTENISLOG- BOEK WEERGEVEN
PQ PROBLEEMOPLOSSING
CARTRIDGECONTR. UITSCHAKELEN
SENSOREN PAPIERBAAN
PAPIERBAANTEST
HANDMATIGE SENSORTEST
ONDERDELENTEST
TEST AFDRUKKEN/STOPPEN
NLWW Menuoverzicht 43

Menu Taak ophalen

Het menu Taak ophalen geeft u een overzicht van alle opgeslagen afdruktaken.
Menuoptie Omschrijving
OVERZICHT VAN OPGESLAGEN TAKEN AFDRUKKEN Er wordt een pagina afgedrukt
met alle taken die op de printer zijn opgeslagen.
Er wordt een lijst weergegeven met de opgeslagen taken voor elke gebruiker.
GEEN OPGESL. TAKEN Als er geen taken opgeslagen
Elke persoon die taken heeft opgeslagen op de printer wordt weergegeven. Het getal tussen haakjes geeft aan hoeveel taken de desbetreffende persoon heeft opgeslagen.
zijn, wordt in plaats van de lijst dit bericht weergegeven.
44 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

Menu Informatie

U kunt het menu Informatie gebruiken voor toegang tot bepaalde printerinformatie en het afdrukken ervan.
Menuoptie Omschrijving
MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN
CONFIGURATIE AFDRUKKEN Hiermee drukt u de configuratiepagina van de
STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR. Maakt een afdruk van de resterende levensduur
STAT. BENODIGDHDN
GEBRUIKSGEGEVENS AFDRUKKEN
DEMO AFDRUKKEN Drukt een voorbeeldpagina af.
RGB-MONSTERS AFDRUKKEN Drukt kleurvoorbeelden af voor verschillende
Drukt een overzicht af van het menu van het bedieningspaneel waarop u de lay-out en de instelling van de diverse opties van het menu van het bedieningspaneel kunt zien. Zie
Pagina’s met printerinformatie.
printer af.
van de benodigdheden en rapporteert gegevens over het totaal aantal afgedrukte pagina's en de verwerkte taken, de vervaardigingsdatum van de printcartridges, het serienummer, het aantal afgedrukte pagina's en onderhoudsinformatie.
Toont de status van de benodigdheden in een lijst.
Maakt een afdruk van alle papierformaten die door de printer gevoerd zijn; toont of de afdrukken enkelzijdig, dubbelzijdig, zwart-wit of in kleur waren en rapporteert het aantal pagina's.
RGB-waarden. De voorbeelden dienen als richtlijn voor kleuraanpassing op de HP Color LaserJet 4650.
CMYK-MONSTERS AFDRUKKEN Drukt kleurvoorbeelden af voor verschillende
CMYK-waarden. De voorbeelden dienen als richtlijn voor kleuraanpassing op de HP Color LaserJet 4650.
BESTANDSDIRECTORY AFDRUKKEN Maakt een afdruk van de naam en de directory
van de bestanden die op de vaste schijf in de printer zijn opgeslagen.
PCL-LETTERTYPEN OVERZICHT AFDRUK. Maakt een afdruk van de beschikbare PCL-
lettertypen.
PS-LETTERTYPEN- OVERZICHT AFDRUK. Maakt een afdruk van de beschikbare PS-
lettertypen (PostScript-emulatie).
NLWW Menu Informatie 45

Menu Papierverwerking

Via het menu Papierverwerking kunt u de invoerladen configureren volgens soort en formaat afdrukmateriaal. Het is belangrijk om door middel van dit menu de laden juist te configureren alvorens u voor het eerst afdrukt.
Opmerking
Als u andere HP LaserJet-printermodellen hebt gebruikt, bent u wellicht gewend om lade 1 te configureren in de Eerste modus of de Cartridgemodus. Op printers van de HP Color LaserJet 4650 series is het instellen van het formaat en soort voor lade 1 op ELK FORM gelijk aan Eerste modus. Het configureren van het formaat of soort voor lade 1 op een andere instelling dan ELK FORM is gelijk aan Cartridgemodus.
Menuoptie
LADE 1 FORMAAT Een lijst van de beschikbare
LADE 1 TYPE Er wordt een lijst met de
Waarde Omschrijving
Dient voor het configureren van
formaten wordt weergegeven.
beschikbare typen weergegeven.
het formaat afdrukmateriaal voor lade 1. De standaardinstelling is ELK FORMAAT. Zie
formaten en gewichten afdrukmateriaal voor een
volledig overzicht van de beschikbare formaten.
Dient voor het configureren van het soort afdrukmateriaal voor lade 1. De standaardinstelling is ELK SOORT. Zie
Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal voor
een volledig overzicht van de beschikbare soorten.
Ondersteunde
Lade <N> Formaat
N = 2, 3 of 4
Lade <N> Type
N = 2, 3 of 4
Een lijst van de beschikbare formaten wordt weergegeven.
Er wordt een lijst met de beschikbare typen weergegeven.
Dient voor het configureren van het formaat afdrukmateriaal voor lade 2, lade 3 of lade 4. De standaardinstelling is het formaat dat wordt gedetecteerd door de ladegeleiders. Als u een speciaal formaat wilt gebruiken, verplaatst u de schakelaar in de lade naar SPECIAAL. Zie
formaten en gewichten afdrukmateriaal voor een
volledig overzicht van de beschikbare formaten.
Dient voor het configureren van het soort afdrukmateriaal voor lade 2, lade 3 of lade 4. De standaardinstelling is GEWOON. Zie
formaten en gewichten afdrukmateriaal voor een
volledig overzicht van de beschikbare soorten.
Ondersteunde
Ondersteunde
46 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

Menu Apparaat configureren

Met behulp van het menu voor het configureren van het apparaat kunt u de standaard afdrukinstellingen wijzigen, de afdrukkwaliteit aanpassen, de configuratie van het systeem en de I/O-opties wijzigen en de standaard instellingen van de printer opnieuw instellen.

Afdrukmenu

Deze instellingen zijn alleen van toepassing op taken zonder specifieke eigenschappen. Voor de meeste taken worden alle eigenschappen specifiek opgegeven en worden de instellingen in dit menu tenietgedaan. Dit menu kan tevens worden gebruikt voor het instellen van het standaard soort en formaat afdrukmateriaal.
Menuoptie Waarden Omschrijving
AANTAL 1-32000 Dient voor instelling van het
standaard aantal exemplaren. Het standaardaantal is 1.
Standaard papierformaat: Een lijst van de
beschikbare formaten wordt weergegeven.
STAND. AANGEPAST PAPIERFORMAAT
DUBBELZIJDIG UIT
DUPLEX BINDEN LANGE RAND
A4/LETTER VERVANGEN NEE
MAATEENHEID
X-GROOTTE
Y-GROOTTE
AAN
KORTE RAND
JA
Dient voor instelling van het standaard formaat van het afdrukmateriaal.
Dient voor instelling van de standaard afmetingen voor taken zonder formaat.
Dient voor in- en uitschakelen van de functie voor het dubbelzijdig afdrukken voor printers met de betreffende functie. De standaardwaarde is UIT.
Dit item wordt alleen weergegeven als de printer is voorzien van een duplexmodule en als DUBBELZIJDIG is ingesteld op AAN. Hiermee kunt u de rand van het papier kiezen dat wordt gebruikt voor het binden van dubbelzijdige afdruktaken.
Dient voor het afdrukken van een A4-taak op papier van Letter-formaat als er geen A4­papier in de printer is. De standaardwaarde is NEE.
HANDMATIG INVOEREN UIT
AAN
Dient voor het handmatig invoeren van afdrukmateriaal. De standaardwaarde is UIT.
NLWW Menu Apparaat configureren 47
Menuoptie Waarden Omschrijving
LETTERTYPE COURIER NORMAAL
DONKER
BREDE A4 NEE
JA
PS-FOUTEN AFDRUKKEN UIT
AAN
PDF-FOUTEN AFDRUKKEN UIT
AAN
PCL PAGINALENGTE
AFDRUKSTAND
LETTERTYPEBRON
Dient voor het selecteren van een van de beschikbare versies van het lettertype Courier. De standaardwaarde is NORMAAL.
Dient voor het veranderen van het afdrukgebied van het A4­formaat zodat 80 tekens met een corpsgrootte van 10 op een enkele regel passen. De standaardwaarde is NEE.
Dient voor het in- of uitschakelen van pagina's met PS-fouten. De standaardwaarde is UIT.
Dient voor het in- of uitschakelen van pagina's met PDF-fouten. De standaardwaarde is UIT.
Dient voor het configureren van de instellingen voor de printertaal.
GROOTTE LETTERTYPE
PITCH LETTERTYPE
SYMBOLENSET
CR AAN LF TOEVOEGEN
BLANCO PAGINA'S ONDERDRUKKEN

Afdrukkwaliteitmenu

Dit menu dient voor het aanpassen van alle aspecten van de afdrukkwaliteit, waaronder instellingen voor de kalibratie, registratie en de kleurhalftonen.
Menuoptie Waarden Omschrijving
KLEUR AANPASSEN LICHTE DELEN
HALFTONEN
DONKERE DELEN
STANDAARDWAARDEN HERSTELLEN
Dient voor het aanpassen van de halftooninstellingen voor iedere kleur apart. De standaardwaarde voor elke kleur is 0.
48 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Menuoptie Waarden Omschrijving
KALIBRATIE INSTELLEN TESTPAGINA AFDRUKKEN
Bron
LADE 1
LADE 2
LADE 3
LADE 4
AFDRUKMODI Er wordt een lijst met de
beschikbare modi weergegeven.
OPTIMALISEREN ACHTERGR. VERKL.
OVERDRACHT
OPTIMALISATIE OPNIEUW INSTELLEN
NU SNEL KALIBREREN Hiermee worden gedeeltelijke
Dient voor het uitlijnen van de afbeelding voor enkelzijdig en dubbelzijdig afdrukken. De standaardwaarde voor de Bron is LADE 2. De standaardwaarde voor de subitems LADE 1, LADE 2, LADE 3 en LADE 4 is 0.
Dient voor het associëren van een bepaalde soort afdrukmateriaal met een specifieke afdrukmodus.
Hiermee kunt u bepaalde parameters optimaliseren voor alle taken in plaats van optimaliseren voor bepaalde papiersoorten. De standaardwaarde voor elke optie is UIT.
printerkalibraties uitgevoerd.
De printer kalibreren voor
Zie meer informatie.
NU VOLLEDIG KALIBREREN Hiermee worden alle
printerkalibraties uitgevoerd.
De printer kalibreren voor
Zie meer informatie.
KLEUR RET UIT
AAN
Met de menuoptie KLEUR RET kan de gebruiker de instelling RET (Resolution Enhancement Technology) van een kleurenprinter in- of uitschakelen. De standaardwaarde is AAN.

Menu Systeeminstellingen

Het menu voor de systeeminstelling dient voor het aanbrengen van verandering in de standaard instellingen voor de algemene printerconfiguratie, zoals de PowerSave-tijd, de printerpersonality (printertaal) en het herstel na een storing.
Zie
Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen voor meer informatie.
Menuoptie Waarden Omschrijving
MAX. AANTAL OPGESLAGEN TAKEN
1-100 Dient voor het instellen van het
maximaal aantal taken dat op de vaste schijf van de printer opgeslagen kan worden. De standaardwaarde is
32.
NLWW Menu Apparaat configureren 49
Menuoptie Waarden Omschrijving
TIME-OUT TAAKOPSLAG UIT
1 UUR
4 UUR
1 DAG
1 WEEK
ADRES WEERGEVEN AUTO
UIT
OPTIMALE SNELHEID/ KOSTEN AUTO
MEESTAL KLEURENPAG
MEESTAL ZWARTE PAG
Dient voor instelling van de tijdperiode dat bestanden in de taakopslag worden bewaard alvorens ze uit de wachtrij worden verwijderd. De standaardwaarde is UIT.
Met dit item wordt bepaald of het IP­adres van de printer op het display wordt weergegeven met het bericht Gereed. Als er meer dan één EIO­kaart is geïnstalleerd, wordt het IP­adres van de kaart in de eerste sleuf weergegeven. De standaardwaarde is UIT.
Deze menuoptie bepaalt hoe de printer overschakelt van afdrukken in kleur naar monochroom (zwart-wit) afdrukken zodat maximale prestaties en een maximale gebruiksduur van de printcartridges worden verkregen.
Met AUTO worden de standaardinstellingen van de printer hersteld. De standaardwaarde is AUTO.
Selecteer MEESTAL KLEURENPAG als u bijna al uw taken afdrukt in kleur met een hoge paginadekking.
Selecteer MEESTAL ZWARTE PAG als u meestal monochrome taken of een combinatie van kleurentaken en monochrome taken afdrukt.
50 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Menuoptie Waarden Omschrijving
GEDRAG VAN LADE GEBRUIK
GEWENSTE LADE
PROMPT HANDINVOER
PS OF AFDRUKMATERI AAL
Dient voor het opgeven van instellingen voor de ladeselectie. (Met deze instelling kunt u de laden zo configureren dat deze hetzelfde werken als laden in een aantal eerdere HP-printers en kunt u de instellingen voor het dubbelzijdig afdrukken op voorbedrukt papier configureren.)
De standaardwaarde voor GEBRUIK GEWENSTE LADE is EXCLUSIEF.
De standaardwaarde voor PROMPT
HANDINVOER is ALTIJD.
PS OF AFDRUKMATERIAAL
bepaalt hoe papier wordt verwerkt wanneer u afdrukt vanuit een Adobe PS-printerstuurprogramma. Bij INGESCHAKELD wordt de papierverwerking van HP gebruikt. Bij Niet mogelijk wordt de papierverwerking van Adobe PS gebruikt. De standaardwaarde is INGESCHAKELD.
Configuratie-instellingen van het
Zie
bedieningspaneel wijzigen voor meer
informatie.
POWERSAVE-TIJD 1 MINUUT
15 MINUTEN
30 MINUTEN
60 MINUTEN
90 MINUTEN
2 UUR
4 UUR
PERSONALITY AUTO
PDF
PCL
PS
MIME
VERWIJDERBARE WAARSCHUWINGEN
AUTOM. DOORGAAN UIT
AAN
TAAK
AAN
Vermindert het energieverbruik wanneer de printer inactief is geweest gedurende de periode die is opgegeven voor dit item. De standaardwaarde is 30 MINUTEN.
Dient voor het instellen van de standaardpersonality op PCL, PDF of PostScript-emulatie of op automatisch schakelen. De standaardwaarde is AUTO.
Dient voor instelling van het al dan niet wissen van waarschuwingen op het bedieningspaneel of wanneer een volgende taak verzonden wordt. De standaardwaarde is TAAK.
Bepaalt wat de printer doet wanneer er een fout optreedt waarna automatisch doorgaan mogelijk is. De standaardwaarde is AAN.
NLWW Menu Apparaat configureren 51
Menuoptie Waarden Omschrijving
BENDIGDH. BIJNA OP STOP
VERDER
KLEURBENODIGDH. OP AUTO DOORG.
ZWART
STOP
HERSTEL PAPIERSTORING AUTO
UIT
AAN
RAMDISK AUTO
UIT
Dient voor instelling van de opties die gevolgd kunnen worden wanneer de benodigdheden bijna op zijn. De standaardwaarde is VERDER.
Stelt het printergedrag voor KLEURBENODIGDH. OP in. Wanneer een kleurencartridge leeg is en de printer is ingesteld op AUTO DOORG. ZWART, wordt er verder afgedrukt met alleen zwarte toner.
Bepaalt of de printer na een papierstoring zal proberen om overgeslagen pagina's opnieuw af te drukken. De standaardwaarde is AUTO.
Dient voor het opgeven van de configuratie van de RAM-schijf. Wanneer deze is ingesteld op AUTO, wordt de optimale grootte van de RAM-schijf bepaald op basis van de hoeveelheid beschikbaar geheugen. De standaardwaarde is AUTO. Dit bericht wordt weergegeven op modellen waarin een vaste schijf is geïnstalleerd.
Taal Een lijst van de
beschikbare talen wordt weergegeven.
Dient voor instelling van de standaardtaal.

Menu I/O

Met dit menu kunt u de I/O-opties van de printer configureren.
Netwerkconfiguratie.
Zie
Menuoptie Waarden Omschrijving
I/O TIME-OUT 15 SECONDEN
Ber.:5 - 300
Druk daarna op
Dient voor het selecteren van de I/O-time-out in seconden.
52 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Menuoptie Waarden Omschrijving
PARALLELLE INVOER HOGE SNELHEID
GEAVANCEERDE FUNCTIES
EIO X
(waarbij X= 1, 2 of 3.)
De waarden kunnen variëren. Mogelijke waarden zijn:
NOVELL
DLC/LLC
IPX/SPX
TCP/IP
APPLETALK

Menu Reset

Dient voor het selecteren van de snelheid waarmee de parallelle poort communiceert met de host en voor het in- en uitschakelen van de bidirectionele parallelle communicatie.
De standaardwaarde voor HOGE SNELHEID is JA. De standaardwaarde voor
GEAVANCEERDE FUNCTIES
is AAN.
Dient voor het configureren van de EIO-apparaten die in sleuf 1, 2 of 3 zijn geïnstalleerd.
Het menu Reset dient voor het herstellen van de fabrieksinstellingen, het in- en uitschakelen van de PowerSave-functie en het bijwerken van de printer na installatie van nieuwe printerbenodigdheden.
Menuoptie Waarden Omschrijving
FABRIEKSINST. HERSTELLEN
POWERSAVE UIT
RESET BENODIGDHDN NWE. TRANSFERKIT
Geen. Dient voor het wissen van de
paginabuffer, verwijderen van alle veranderbare personalitygegevens, het activeren van de herstelfunctie voor de afdrukomgeving en het herstellen van alle fabriekswaarden.
Dient voor het in- en
AAN
NIEUWE FUSERKIT
uitschakelen van de PowerSave-functie. De standaardwaarde is AAN.
Hiermee geeft aan de printer door dat er een nieuwe transferkit of fuserkit is geïnstalleerd.
NLWW Menu Apparaat configureren 53

Menu Diagnostiek

Met behulp van het menu Diagnostiek kunt u tests uitvoeren voor het vaststellen en oplossen van problemen met de printer.
Menuoptie Omschrijving
GEBEURTENIS- LOGBOEK AFDRUKKEN Met deze optie kunt u een lijst
GEBEURTENISLOG- BOEK WEERGEVEN Deze optie toont de laatste 50
CARTRIDGECONTR. UITSCHAKELEN Met deze optie kunt u een
Papierbaan HANDMATIGE SENSORTEST Met dit item wordt een test
afdrukken van de laatste 50 vermeldingen in het afdruklogboek, te beginnen met het meest recente bericht.
gebeurtenissen van het bedieningspaneel, te beginnen met de meest recente gebeurtenis.
printcartridge verwijderen om te bepalen welke printcartridge de oorzaak van het probleem is.
uitgevoerd op alle sensoren om te bepalen of deze correct functioneren en wordt de status van elke sensor weergegeven.
PAPIERBAANTEST Deze optie komt van pas voor
het testen van de functies voor de papierverwerking zoals de configuratie van de laden.
HANDMATIGE SENSORTEST Met dit item wordt een test
uitgevoerd om te bepalen of de papierbaansensoren correct functioneren.
ONDERDELENTEST Met deze optie kunt u aparte
onderdelen onafhankelijk activeren om geluiden, lekkages en andere problemen te isoleren.
54 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Menuoptie Omschrijving
TEST AFDRUKKEN/STOPPEN Met dit item worden problemen
met de afdrukkwaliteit nauwkeuriger geïsoleerd door de printer tijdens het afdrukken te onderbreken. Als u de printer midden in de afdrukcyclus uitschakelt, kunt u controleren waar de afdrukkwaliteit van afbeelding begint te verslechteren. Als u de printer tijdens het afdrukken onderbreekt, heeft dit wellicht een papierstoring tot gevolg die handmatig moet worden opgelost. Een servicemedewerker moet deze test uitvoeren.
KLEURBANDTEST
(Voor HP Color LaserJet 4650 modellen)
Gebruik deze optie om een kleurbandtestpagina af te drukken die wordt gebruikt om piekspanning in de hoogspanningsvoeding op te sporen.
NLWW Menu Diagnostiek 55

Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen

Met behulp van het bedieningspaneel van de printer kunt u de standaardinstellingen van de printerconfiguratie wijzigen, zoals het formaat en het soort afdrukmateriaal van een lade, de tijd voor de PowerSave-functie, de personality van de printer (de printertaal) en de methode van storingsherstel.
U hebt tevens toegang tot het bedieningspaneel van de printer via een computer als u de instellingspagina van de geïntegreerde webserver gebruikt. De computer toont dezelfde informatie als op het bedieningspaneel wordt weergegeven. Zie
webserver gebruiken voor meer informatie.
De geïntegreerde
VOORZICHTIG
De configuratie-instellingen hoeven maar zelden te worden gewijzigd. Hewlett-Packard raadt u aan de configuratie-instellingen uitsluitend door de systeembeheerder te laten wijzigen.

Taakopslaglimiet

Deze optie dient voor het instellen van het maximaal aantal taken dat op de vaste schijf van de printer opgeslagen kan worden. Het maximaal toegestane aantal is 100 en de standaard instelling is 32.
Ga als volgt te werk om de limiet voor het aantal opgeslagen taken in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om MAX. AANTAL OPGESLAGEN TAKEN te selecteren.
of om de waarde te wijzigen.
om de waarde op te slaan.
ENU
9. Druk op M
.

Time-out taak vasthouden

Deze optie dient voor instelling van de periode dat bestanden in de taakopslag worden bewaard alvorens ze uit de wachtrij worden verwijderd. De standaardinstelling voor deze optie is UIT. De andere beschikbare instellingen zijn 1 UUR, 4 UUR, 1 DAG en 1 WEEK.
56 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Ga als volgt te werk om de functie Time-out taak vasthouden in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om TIME-OUT TAAKOPSLAG te markeren.
om TIME-OUT TAAKOPSLAG te selecteren.
of om de gewenste tijd te selecteren.
om de tijd in te stellen.
ENU
.

Adres weergeven

Met dit item wordt bepaald of het IP-adres van de printer op het display wordt weergegeven met het bericht Gereed. Als er meer dan één EIO-kaart is geïnstalleerd, wordt het IP-adres van de kaart in de eerste sleuf weergegeven.
Het IP-adres weergeven
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om ADRES WEERGEVEN te markeren.
om ADRES WEERGEVEN te selecteren.
of om de gewenste optie te selecteren.
om de optie te selecteren.
ENU
.
NLWW Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen 57

Kleur/zwart

Met dit item kunt u de printerinstellingen configureren om de prestaties van de printer en cartridges te optimaliseren voor de afdrukomgeving. Als de printer voornamelijk wordt gebruikt voor afdrukken in zwart (meer dan tweederde van de pagina's is zwart), wijzigt u de instellingen in MEESTAL ZWARTE PAG. Als de printer voornamelijk wordt gebruikt voor afdrukken in kleur, wijzigt u de printerinstellingen in MEESTAL KLEURENPAG. Als de printer wordt gebruikt voor het afdrukken in kleur en zwart, wordt u aangeraden de standaardinstelling AUTO te gebruiken. Als u het percentage kleurenpagina's wilt bepalen, drukt u een configuratiepagina af. Zie over het afdrukken van een configuratiepagina. Op de configuratiepagina wordt het totale aantal pagina's en het aantal kleurenpagina's weergegeven. Als u het percentage van de afgedrukte kleurenpagina's wilt bepalen, deelt u het aantal kleurenpagina's door het totale aantal pagina's.
Kleur/zwart instellen
Pagina’s met printerinformatie voor meer informatie
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om OPTIMALE SNELHEID/ KOSTEN te markeren.
om OPTIMALE SNELHEID/ KOSTEN te selecteren.
of om de gewenste optie te selecteren.
om de optie te selecteren.
ENU
.

Opties voor ladegedrag

De acties die door laden uitgevoerd worden, omvatten drie opties die door de gebruiker ingesteld kunnen worden:
GEBRUIK GEWENSTE LADE. Als u EXCLUSIEF selecteert, wordt niet automatisch
een andere lade geselecteerd wanneer u aangeeft dat een bepaalde lade moet worden gebruikt. Wanneer u EERSTE selecteert, wordt een tweede lade gebruikt wanneer de opgegeven lade leeg is of niet overeenkomt met de instellingen die zijn opgegeven voor de afdruktaak. EXCLUSIEF is de standaardinstelling.
Handmatig laden. Als u ALTIJD (de standaardinstelling) selecteert, geeft het systeem
altijd eerst een melding voordat papier uit lade 1 (de multifunctionele lade) wordt opgenomen. Als u TENZIJ GELADEN selecteert, geeft het systeem alleen een melding als lade 1 (de multifunctionele lade) leeg is.
PS OF AFDRUKMATERIAAL. Deze instelling is van invloed op de werking van niet-HP
PostScript-stuurprogramma's met het apparaat. U hoeft deze instelling niet te wijzigen als u de stuurprogramma's gebruikt die door HP zijn geleverd. Als deze is ingesteld op INGESCHAKELD, wordt voor de niet-HP PostScript-stuurprogramma's de HP ladeselectiemethode gebruikt, net als voor de stuurprogramma's van HP. Als deze is ingesteld op Niet mogelijk, wordt voor een aantal niet-HP PostScript-stuurprogramma's de PostScript-ladeselectiemethode gebruikt in plaats van de HP-methode.
58 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
De printer instellen op het gebruik van de gewenste lade
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om GEDRAG VAN LADE te markeren.
om GEDRAG VAN LADE te selecteren.
om GEBRUIK GEWENSTE LADE te selecteren.
of om EXCLUSIEF of EERSTE te selecteren.
om het gedrag van de lade in te stellen.
ENU
.
Ga als volgt te werk om de prompt voor handinvoer in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op M
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om GEDRAG VAN LADE te markeren.
om GEDRAG VAN LADE te selecteren.
om PROMPT HANDINVOER te markeren.
om PROMPT HANDINVOER te selecteren.
of om ALTIJD of TENZIJ GELADEN te selecteren.
om het gedrag van de lade in te stellen.
ENU
.
NLWW Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen 59
De standaardinstelling van de printer instellen voor PS OF AFDRUKMATERIAAL
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om GEDRAG VAN LADE te markeren.
om GEDRAG VAN LADE te selecteren.
om PS OF AFDRUKMATERIAAL te selecteren.
9. Druk op of selecteer INGESCHAKELD of Niet mogelijk.
10. Druk op
11. Druk op M
om het gedrag van de lade in te stellen.
ENU
.

PowerSave-tijd

Met de instelbare PowerSave-functie kunt u het energieverbruik beperken wanneer de printer enige tijd niet actief is geweest. De tijd die verstrijkt voordat de PowerSave-stand van de printer wordt ingeschakeld, kan worden ingesteld op 1 MINUUT, 15 MINUTEN, 30
MINUTEN, 60 MINUTEN, 90 MINUTEN, 2 UUR of 4 UUR. De standaardinstelling is 30 MINUTEN.
Opmerking
Het display van de printer wordt gedempt wanneer de printer naar de PowerSave-stand schakelt. De PowerSave-stand heeft geen invloed op de tijd van het warm worden van de printer.
Ga als volgt te werk om de tijd voor de PowerSave-stand in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om POWERSAVE-TIJD te markeren.
om POWERSAVE-TIJD te selecteren.
of om de gewenste tijd te selecteren.
om de tijd in te stellen.
ENU
.
60 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Ga als volgt te werk om PowerSave in of uit te schakelen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om HERSTEL te markeren.
om HERSTEL te selecteren.
om POWERSAVE te markeren.
om POWERSAVE te selecteren.
of om AAN of UIT te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.

Personality

Deze printer schakelt automatisch naar de juiste personality (printertaal). AUTO is de standaardwaarde.
AUTO stelt de printer in staat om automatisch de aard van de afdruktaak te detecteren
en de personality voor de betreffende taak in te stellen.
PDF stelt de printer in op het afdrukken van PDF-bestanden.
PCL stelt de printer in voor gebruik van de printertaal PCL (Printer Control Language).
PS stelt de printer in voor gebruik van de PostScript-emulatiemodus.
MIME stelt de printer in voor gebruik met draagbare apparaten, zoals mobiele telefoons
en PDA's (Personal Digital Assistants).
Ga als volgt te werk om de personality in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om PERSONALITY te markeren.
om PERSONALITY te selecteren.
of om de juiste personality te selecteren (AUTO, PCL, PDF, PS, MIME).
om de personality in te stellen.
ENU
.
NLWW Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen 61

Wisbare waarschuwingen

Met deze optie bepaalt u de tijd dat wisbare waarschuwingen worden weergegeven door AAN of TAAK te selecteren. De standaardwaarde is TAAK.
AAN geeft de wisbare waarschuwingen weer totdat u op
drukt.
TAAK geeft de wisbare waarschuwingen weer totdat de taak waardoor het bericht is
veroorzaakt, is beëindigd.
Ga als volgt te werk om de wisbare waarschuwingen in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om VERWIJDERBARE WAARSCHUWINGEN te markeren.
om VERWIJDERBARE WAARSCHUWINGEN te selecteren.
of om de gewenste instelling te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.

Automatisch doorgaan

U bepaalt wat de printer doet wanneer er een fout optreedt waarna automatisch doorgaan mogelijk is. AAN is de standaardinstelling.
AAN toont gedurende tien seconden een foutbericht alvorens automatisch door te gaan
met afdrukken.
UIT zet het afdrukken tijdelijk stil wanneer er een fout is opgetreden tot u op
drukt.
Ga als volgt te werk om de printer in te stellen op automatisch doorgaan
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om AUTOM. DOORGAAN te markeren.
om AUTOM. DOORGAAN te selecteren.
of om de gewenste instelling te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.
62 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

Printerbenodigdheden bijna op

De printer biedt twee opties voor het rapporteren dat de benodigdheden bijna op zijn; VERDER is de standaardwaarde.
VERDER stelt de printer in staat om verder af te drukken terwijl een waarschuwing
wordt weergegeven tot de benodigdheden zijn vervangen.
Met STOP houdt de printer op met afdrukken totdat de benodigdheden zijn vervangen of
totdat u op blijft.
Ga als volgt te werk om de waarschuwing voor de printerbenodigdheden in te stellen
drukt waardoor de printer verder afdrukt terwijl de waarschuwing zichtbaar
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om BENDIGDH. BIJNA OP te markeren.
om BENDIGDH. BIJNA OP te selecteren.
of om de gewenste instelling te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.

Kleurentoner is op

Er zijn twee opties voor deze menuoptie.
AUTO DOORG. ZWART stelt de printer in staat om verder af te drukken met alleen
zwarte toner wanneer de kleurencartridge leeg is. Op het bedieningspaneel wordt een waarschuwingsbericht weergegeven wanneer deze printermodus is geactiveerd. In deze modus kunt u alleen een specifiek aantal pagina's afdrukken. Hierna wordt het afdrukken onderbroken totdat u de lege kleurencartridge hebt vervangen.
Met STOP wordt het afdrukken gestopt totdat de lege kleurencartridge is vervangen.
NLWW Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen 63
Reactie instellen voor lege kleurencartridge
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om KLEURBENODIGDH. OP te markeren.
om KLEURBENODIGDH. OP te selecteren.
of om de gewenste instelling te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.

Storingsherstel

Met deze optie bepaalt u de reactie van de printer na een papierstoring, waaronder de manier waarop de printer de betrokken pagina's verwerkt. AUTO is de standaardwaarde.
AUTO — wanneer er voldoende geheugen beschikbaar is, wordt de functie voor
storingsherstel automatisch door de printer ingeschakeld.
AAN — de pagina's die bij de papierstoring zijn betrokken, worden opnieuw afgedrukt.
Er wordt extra geheugen toegewezen voor het opslaan van de laatste paar afgedrukte pagina's waardoor de algemene afdrukprestaties iets slechter worden.
UIT — pagina's die bij de papierstoring zijn betrokken, worden niet opnieuw afgedrukt.
Aangezien er geen geheugen wordt gebruikt voor het opslaan van de laatst afgedrukte pagina's, is het mogelijk dat de prestaties optimaal zijn.
Ga als volgt te werk om de reactie van de printer op een papierstoring in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om HERSTEL PAPIERSTORING te markeren.
om HERSTEL PAPIERSTORING te selecteren.
of om de gewenste instelling te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.
64 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

Taal

Bij een aantal producten wordt de optie voor het instellen van de standaardtaal weergegeven wanneer de printer voor het eerst wordt geïnitialiseerd. Gebruik de pijl om door de beschikbare opties te bladeren. Wanneer de gewenste taal wordt gemarkeerd, drukt u op onderstaande stappen uit te voeren:
om de standaardtaal in te stellen. U kunt de taal elk moment wijzigen door de
Ga als volgt te werk om de taal te selecteren
of
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om Taal te markeren.
om Taal te selecteren.
of om de gewenste taal te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.
Ga als volgt te werk om de taal te selecteren als het display wordt weergegeven in een taal die u niet begrijpt
1. Schakel de printer uit.
2. Houd
3. Druk nogmaals op
4. Druk op
ingedrukt terwijl u de printer aanzet, totdat de drie lampjes blijven branden.
.
of om door de beschikbare talen te bladeren.
5. Druk op
NLWW Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen 65
om de gewenste taal op te slaan als de nieuwe standaardinstelling.

Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld

Als gebruik van de printer met anderen gedeeld wordt, volgt u de onderstaande richtlijnen:
Raadpleeg altijd uw systeembeheerder voordat u de instellingen op het
bedieningspaneel wijzigt. Het wijzigen van de instellingen op het bedieningspaneel kan gevolgen hebben voor andere afdruktaken.
Overleg altijd met de andere gebruikers voordat u het standaardlettertype van de printer
wijzigt of software-lettertypen downloadt. Een goede coördinatie bespaart printergeheugen en voorkomt onverwachte afdrukresultaten.
Houd er rekening mee dat overschakeling op een andere printerpersonality, zoals
geëmuleerde PostScript of PCL, van invloed is op de afdrukresultaten van andere gebruikers.
Opmerking
Het is mogelijk dat het netwerkbesturingssysteem dat u gebruikt, automatisch de afdruktaak van iedere gebruiker beschermt tegen consequenties van andere afdruktaken. Raadpleeg uw systeembeheerder voor meer informatie.
66 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

I/O-configuratie

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u bepaalde netwerkparameters configureert op de printer. De volgende onderwerpen komen aan bod:
Netwerkconfiguratie
Parallelle configuratie
USB-configuratie
Configuratie van extra aansluiting
Enhanced I/O (EIO) configureren
Draadloos afdrukken
NLWW 67

Netwerkconfiguratie

Het is mogelijk dat u bepaalde netwerkparameters op de printer moet configureren. U kunt deze parameters configureren via het bedieningspaneel op de printer, de geïntegreerde webserver of op de meeste netwerken via de HP Web Jetadmin-software (of het HP LaserJet-hulpprogramma voor Macintosh).
Opmerking
Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie over het gebruik van de geïntegreerde webserver. Zie gebruik van de HP-werkset.
Een volledige lijst van ondersteunde netwerken en instructies voor het configureren van netwerkparameters vanuit software vindt u in de Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver. Deze handleiding wordt geleverd bij printers waarin een HP Jetdirect-printserver is geïnstalleerd.
Dit gedeelte bevat de volgende instructies voor het configureren van netwerkparameters vanaf het bedieningspaneel van de printer:
TCP/IP-parameters configureren
ongebruikte netwerkparameters uitschakelen
parameters van Novell NetWare-frametype configureren
De hp werkset gebruiken voor meer informatie over het

Parameters van Novell NetWare-frametype configureren

De HP Jetdirect-printserver selecteert automatisch een NetWare-frametype. Selecteer een frametype alleen handmatig als de printserver een onjuist frametype selecteert. Als u wilt weten welke frametypen de HP Jetdirect-printserver heeft gekozen, kunt u een configuratiepagina van de printer afdrukken. Zie
Pagina’s met printerinformatie.
Novell NetWare-parameters configureren via het bedieningspaneel van de printer
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren.
om I/O te selecteren.
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
om EIO X te selecteren.
om IPX/SPX te markeren.
om IPX/SPX te selecteren.
om FRAMETYPE te markeren.
om het gewenste frametype te markeren.
om het frametype te selecteren.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
68 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW

TCP/IP-parameters configureren

Via het bedieningspaneel van de printer kunt u de volgende TCP/IP-parameters configureren:
gebruik het bestand BOOTP voor configuratieparameters (het bestand BOOTP wordt
standaard gebruikt)
IP-adres (4 bytes)
subnetmasker (4 bytes)
standaardgateway (4 bytes)
time-out voor niet-actieve TCP-verbinding (in seconden)
Automatisch TCP/IP-parameters via het bedieningspaneel van de printer configureren
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren.
om I/O te selecteren.
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren.
om TCP/IP te selecteren.
om CONFIG.METHODE te selecteren.
om AUTOM. IP te markeren.
om AUTOM. IP te selecteren.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
Handmatig TCP/IP-parameters configureren via het bedieningspaneel van de printer
Gebruik de handmatige configuratie voor het instellen van een IP-adres, het subnetmasker en de lokale en de standaardgateway.
Een IP-adres instellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
NLWW Netwerkconfiguratie 69
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren.
om I/O te selecteren.
om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren.
8. Druk op om TCP/IP te selecteren.
Opmerking
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op
om HANDM. INST. te markeren.
om HANDM. INST. te selecteren.
om HANDMATIG te markeren.
om IP-adres: te markeren.
om IP-adres: te selecteren.
De eerste serie van drie series getallen is gemarkeerd. Als een getal niet is gemarkeerd, wordt een gemarkeerde onderstreping weergegeven.
14. Druk op
15. Druk op
of om een hoger of lager getal op te geven en het IP-adres te configureren.
om naar de volgende serie getallen te gaan.
16. Herhaal stap 15 en 16 totdat het gewenste IP-adres is opgegeven.
ENU
17. Druk op M
om terug te keren naar de status Gereed.
Het subnetmasker instellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren.
Opmerking
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op
om I/O te selecteren.
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren.
om TCP/IP te selecteren.
om HANDM. INST. te markeren.
om HANDM. INST. te selecteren.
om SUBNETMASKER te markeren.
om SUBNETMASKER te selecteren.
De eerste serie van drie series getallen is gemarkeerd.
14. Druk op
of om een hoger of lager getal op te geven en het subnetmasker te
configureren.
15. Druk op
om naar de volgende serie getallen te gaan.
16. Herhaal stap 14 en 15 totdat het gewenste subnetmasker is opgegeven.
ENU
17. Druk op M
om terug te keren naar de status Gereed.
70 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW
De syslog server instellen
Opmerking
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren.
om I/O te selecteren.
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren.
om HANDM. INST. te markeren.
om HANDM. INST. te selecteren.
om SYSLOG-SERVER te markeren.
om SYSLOG-SERVER te selecteren.
De eerste serie van vier series getallen geeft de standaardinstellingen weer. Elke serie getallen vertegenwoordigt één byte informatie en ligt tussen 0 en 255.
13. Druk op
of op om het getal te verhogen of te verlagen voor de eerste byte van de
standaardgateway.
14. Druk op
om naar de volgende serie getallen te gaan. Druk op om naar de vorige
serie getallen te gaan.
15. Herhaal stap 13 en 14 totdat het gewenste subnetmasker is opgegeven.
16. Druk op
17. Druk op M
om de syslog server op te slaan.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
De lokale en de standaardgateway instellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren.
om I/O te selecteren.
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren.
om TCP/IP te selecteren.
om HANDM. INST. te markeren.
om HANDM. INST. te selecteren.
tot LOKALE GATEWAY of STANDAARDGATEWAY verschijnt.
NLWW Netwerkconfiguratie 71
13. Druk op om LOKALE GATEWAY of STANDAARDGATEWAY te selecteren.
Opmerking
Opmerking
De eerste serie van drie series getallen geeft de standaardinstellingen weer. Als er geen getal gemarkeerd is, wordt een gemarkeerde onderstreping weergegeven.
14. Druk op
of om een hoger of lager getal op te geven en LOKAAL of
STANDAARDGATEWAY te configureren.
15. Druk op
om naar de volgende serie getallen te gaan.
16. Herhaal stap 15 en 16 totdat het gewenste subnetmasker is opgegeven.
ENU
17. Druk op M
om terug te keren naar de status Gereed.
Netwerkprotocollen uitschakelen (optioneel)
Alle ondersteunde netwerkprotocollen zijn standaard ingeschakeld. Het uitschakelen van de ongebruikte protocollen heeft het voordeel dat:
de printer minder netwerkverkeer genereert;
onbevoegde gebruikers niet kunnen afdrukken op de printer;
er alleen toepasselijke informatie op de configuratiepagina wordt weergegeven;
het bedieningspaneel van de printer protocolspecifieke foutberichten en
waarschuwingen kan weergeven.
De TCP/IP-configuratie van de HP Color LaserJet 5550 series printer kan niet worden uitgeschakeld.
Opmerking
IPX/SPX uitschakelen
Schakel dit protocol niet uit als Windows 95/98, Windows NT, ME, 2000 en Windows XP wordt gebruikt om op de printer af te drukken.
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren.
om I/O te selecteren.
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
om EIO X te selecteren.
om IPX/SPX te markeren.
om IPX/SPX te selecteren.
om INSCHAKELEN te markeren.
om INSCHAKELEN te selecteren.
tot AAN of UIT verschijnt.
om AAN of UIT te selecteren.
ENU
14. Druk op M
om terug te keren naar de status Gereed.
72 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW
DLC/LLC uitschakelen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op
14. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren.
om I/O te selecteren.
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
om EIO X te selecteren.
om DLC/LLC te markeren.
om DLC/LLC te selecteren.
om INSCHAKELEN te markeren.
om INSCHAKELEN te selecteren.
tot AAN of UIT verschijnt.
om AAN of UIT te selecteren.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
De time-out bij inactiviteit instellen
1. Druk op om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op bij inactiviteit.
14. Druk op
15. Druk op M
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren.
om I/O te selecteren.
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren.
om HANDM. INST. te markeren.
om HANDM. INST. te selecteren.
om INACTIV.TIME-OUT te markeren.
om INACTIV.TIME-OUT te selecteren.
of op om het aantal seconden te verhogen of te verlagen voor de time-out
om de time-out bij inactiviteit op te slaan.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
NLWW Netwerkconfiguratie 73
De verbindingssnelheid instellen
De verbindingssnelheid is standaard ingesteld op AUTO. Voer de volgende procedure uit om een bepaalde snelheid in te stellen:
1. Druk op
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op M
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren.
om I/O te selecteren.
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
om EIO X te selecteren.
om LINK-SNELH te markeren.
om LINK-SNELH te selecteren.
om de gewenste verbindingssnelheid te markeren.
om de gewenste verbindingssnelheid te selecteren.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
74 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW

Parallelle configuratie

De HP Color LaserJet 4650 biedt ondersteuning voor een parallelle en een netwerkverbinding tegelijk. Een parallelle verbinding wordt aangebracht door de printer op een computer aan te sluiten met behulp van een bidirectionele parallelle kabel (die voldoet aan IEEE-1284-C) waarbij de c-connector op de parallelle poort van de printer wordt aangesloten. De kabel mag maximaal 10 m lang zijn.
Wanneer de term bidirectioneel wordt gebruikt om de parallelle interface te beschrijven, wordt met de term bidirectioneel bedoeld dat de printer via de parallelle poort zowel gegevens van de computer kan ontvangen als gegevens naar de computer kan terugsturen.
Opmerking
Opmerking
Verbinding voor de parallelle poort
1 c-connector 2 parallelle poort
Voor gebruik van de geavanceerde mogelijkheden van de bidirectionele parallelle interface, zoals de bidirectionele communicatie tussen de computer en de printer, snellere gegevensoverdracht en automatische configuratie van printerstuurprogramma's, dient u te zorgen dat de meest recente printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Zie
Printerstuurprogramma's voor meer informatie.
De fabrieksinstellingen bieden ondersteuning voor automatisch schakelen tussen de parallelle poort en een of meer netwerkverbindingen van de printer. Als zich problemen voordoen, raadpleegt u
Netwerkconfiguratie.
NLWW Parallelle configuratie 75

USB-configuratie

Deze printer ondersteunt een USB 1.1-verbinding. De poort bevindt zich aan de achterkant van de printer, zoals wordt weergegeven in de volgende afbeelding. U moet een USB-kabel gebruiken van het type A-naar-B.
Opmerking
USB-ondersteuning is niet beschikbaar voor computers met Windows 95 of Windows NT 4.0.
USB-verbinding
1 USB-aansluiting 2 USB-poort
76 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW

Configuratie van extra aansluiting

Deze printer heeft een extra aansluiting voor invoerapparaten voor papierverwerking. De poort bevindt zich aan de achterkant van de printer, zoals wordt weergegeven in de volgende afbeelding.
Extra aansluiting
1 Extra verbindingspoort
NLWW Configuratie van extra aansluiting 77

Enhanced I/O (EIO) configureren

De printer beschikt over drie EIO-sleuven (Enhanced Input/Output). De drie sleuven dienen voor het installeren van compatibele, externe apparaten, zoals een HP Jetdirect-printserver of andere apparaten. Door een EIO-netwerkkaart in een van de sleuven te installeren, verhoogt u het aantal netwerkinterfaces dat voor de printer beschikbaar is.
EIO-netwerkkaarten kunnen de prestaties van de printer maximaliseren, wanneer u afdrukt via een netwerk. Daarnaast beschikt u op deze manier over de mogelijkheid om de printer overal in het netwerk te plaatsen. Hierdoor is het niet nodig om de printer rechtstreeks op een server of een werkstation aan te sluiten en kunt u de printer dichter bij de gebruikers van het netwerk plaatsen.
Als de printer is voorzien van een EIO-netwerkkaart, kunt u deze kaart configureren via het menu Configureren op het bedieningspaneel.

HP Jetdirect-printservers

HP Jetdirect-printservers (netwerkkaarten) kunnen worden geïnstalleerd in een van de EIO­sleuven van de printer. Deze kaarten ondersteunen diverse netwerkprotocollen en besturingssystemen. HP Jetdirect-printservers vergemakkelijken het netwerkbeheer doordat u de mogelijkheid hebt een printer op iedere locatie rechtstreeks aan te sluiten op uw netwerk. HP Jetdirect-printservers ondersteunen ook SNMP (Simple Network Management Protocol), waarmee netwerkbeheerders printers op afstand kunnen beheren en problemen via de HP Web Jetadmin-software kunnen oplossen.
Opmerking
Opmerking
Installatie van deze kaarten en de netwerkconfiguratie moet worden uitgevoerd door een netwerkbeheerder. U kunt de kaart configureren via het bedieningspaneel of met het programma HP Web Jetadmin.
Raadpleeg de documentatie bij de HP Jetdirect printserver voor informatie over welke externe apparaten of EIO-netwerkkaarten worden ondersteund.

Beschikbare interfaces voor Enhanced I/O

HP Jetdirect-printservers (netwerkkaarten) bieden oplossingen voor:
Novell NetWare
Microsoft Windows- en Windows NT-netwerken
Apple Mac OS (LocalTalk)
UNIX (HP-UX en Solaris)
Linux (Red Hat en SuSE)
Afdrukken via internet
Voor een overzicht van beschikbare netwerkoplossingen raadpleegt u de Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver of bezoekt u HP Klantenondersteuning op http://www.hp.com/support/net_printing.
78 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW

NetWare-netwerken

Als u Novell NetWare samen met een HP Jetdirect-printserver gebruikt, biedt de wachtrijserver-modus betere afdrukprestaties dan de afstandsprinter-modus. De HP Jetdirect-printserver biedt ondersteuning voor NDS (Novell Directory Services) en de bindery­modus. Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver voor meer informatie.
Gebruik voor computers met Windows 95, 98, ME, NT 4.0, 2000 of XP heeft de wizard voor het installeren van een nieuwe printer om de printer voor een NetWare-netwerk in te stellen.

Windows- en Windows NT-netwerken

Gebruik voor computers met Windows 95, 98, ME, NT 4.0, 2000 of XP de wizard voor het installeren van een nieuwe printer om de printer voor een Microsoft Windows-netwerk in te stellen. Het hulpprogramma kan worden gebruikt om printers in te stellen voor een peer-to­peernetwerk of voor een client-servernetwerk.

AppleTalk-netwerken

Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma om de printer in te stellen voor een EtherTalk- of een LocalTalk-netwerk. Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect- printserver voor meer informatie. Deze handleiding wordt geleverd bij printers waarin een HP Jetdirect-printserver is geïnstalleerd.

UNIX/Linux-netwerken

Gebruik het HP Jetdirect-printerinstallatieprogramma voor UNIX om de printer voor een HP­UX- of Sun Solaris-netwerk in te stellen.
Gebruik HP Web Jetadmin om printers voor een UNIX- of Linux-netwerk in te stellen en te beheren.
Als u software van HP wilt aanschaffen voor UNIX/Linux-netwerken, bezoekt u de HP Klantenondersteuning op: http://www.hp.com/support/net_printing. Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver voor overige installatieopties die door de HP Jetdirect-printserver worden ondersteund. Deze handleiding wordt geleverd bij printers met een HP Jetdirect-printserver.
NLWW Enhanced I/O (EIO) configureren 79

Draadloos afdrukken

Draadloze netwerken zijn een veilig en kostenbesparend alternatief voor traditionele bekabelde netwerkverbindingen. Zie beschikbare draadloze printservers.

IEEE 802.11b-standaard

Met de draadloze HP Jetdirect 802.11b externe printserver kan HP-randapparatuur overal op kantoor of thuis worden geplaatst en worden verbonden met een draadloos netwerk dat wordt uitgevoerd onder de netwerkbesturingssystemen Microsoft, Apple, Netware, UNIX of Linux. Via de draadloze technologie kunt u materiaal afdrukken van hoge kwaliteit, zonder de beperkingen van bedrading. Randapparatuur kan overal in een kantoor of thuis eenvoudig worden geplaatst en kan eenvoudig worden verplaatst zonder dat netwerkkabels hoeft te verleggen.
De wizard HP-netwerkprinter maakt de installatie eenvoudig.
Er zijn HP Jetdirect 802.11b-printservers beschikbaar voor USB-verbindingen en parallelle verbindingen.

Bluetooth

Benodigdheden en accessoires voor een lijst met
De draadloze technologie van Bluetooth is een kortegolf-radiotechnologie waarmee computers, printers, PDA's (Personal Digital Assistants), mobiele telefoons en andere apparaten draadloos kunnen worden verbonden.
In tegenstelling tot de infraroodtechnologie, worden bij Bluetooth radiosignalen gebruikt voor de communicatie, waardoor apparaten zich niet in dezelfde kamer of hetzelfde kantoor hoeven te bevinden, omdat de verbonden apparaten niet worden gehinderd door obstakels. Door de draadloze technologie neemt de mobiliteit en efficiëntie met betrekking tot bedrijfsnetwerktoepassingen toe.
Voor de HP Color LaserJet 4650 series printer is een Bluetooth-adapter (hp bt1300) nodig om gebruik te kunnen maken van de draadloze technologie van Bluetooth. De adapter is beschikbaar voor USB-verbindingen of parallelle verbindingen. De adapter heeft een ontvangstbereik van 10 meter op de 2,5 GHz ISM-band en een gegevensoverdrachtsnelheid tot 723 Kbps. Het apparaat ondersteunt de volgende Bluetooth-profielen:
HCRP (Hardcopy Cable Replacement Profile)
SPP (Serial Port Profile)
OPP (Object Push Profile)
BIP (Basic Imaging Profile)
BPP (Basic Printing Profile) met XHTML-afdruk
80 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW

Afdruktaken

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u eenvoudige afdruktaken uitvoert. De volgende onderwerpen komen aan bod:
Afdruktaken beheren
Afdrukmateriaal selecteren
Invoerladen configureren
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
Dubbelzijdig afdrukken (duplex)
Bijzondere afdruksituaties
Taakopslagfuncties
Geheugenbeheer
NLWW 81

Afdruktaken beheren

Als u het besturingssysteem Microsoft Windows gebruikt en een taak wilt afdrukken, wordt door drie instellingen bepaald waar het printerstuurprogramma probeert papier op te nemen. De instellingen voor Bron, Soort en Formaat worden in de meeste programma's weergegeven in het dialoogvenster Pagina-instelling, Afdrukken of Afdrukeigenschappen. Als u deze instellingen niet verandert, selecteert de printer automatisch een lade op basis van de standaardinstellingen.

Bron

Afdrukken volgens Bron houdt in dat u een specifieke lade kiest waaruit de printer het papier moet opnemen. De printer probeert uit de opgegeven lade af te drukken, ongeacht het soort en het formaat van het afdrukmateriaal in de lade. Als u een lade kiest die is geconfigureerd voor een soort of formaat dat niet met de afdruktaak overeenkomt, drukt de printer niet automatisch af. In plaats daarvan zal de printer wachten tot u in de opgegeven lade papier van het juiste soort en het juiste formaat voor de afdruktaak plaatst. Nadat u dit hebt gedaan hebt, begint de printer met afdrukken. Als u op weergegeven waarmee u het afdrukken uit een andere lade kunt instellen.

Soort en Formaat

drukt, worden er opties
Afdrukken volgens Soort of Formaat houdt in dat de printer papier of afdrukmateriaal zal opnemen uit de lade die afdrukmateriaal van het juiste soort en het juiste formaat bevat. Selectie van afdrukmateriaal volgens soort in plaats van bron is vergelijkbaar met het vergrendelen van laden en zorgt dat speciaal afdrukmateriaal niet per ongeluk gebruikt wordt. Als een lade bijvoorbeeld voor briefhoofdpapier geconfigureerd is en u in het printerstuurprogramma opgeeft dat u op normaal papier wilt afdrukken, wordt door de printer geen papier uit de lade met briefhoofdpapier opgenomen. In plaats daarvan wordt papier opgenomen uit een lade die normaal papier bevat en die via het bedieningspaneel voor normaal papier geconfigureerd is. Selectie van afdrukmateriaal volgens soort en formaat leidt tot aanmerkelijk verbeterde afdrukkwaliteit voor zwaar papier, glanzend papier en transparanten. Gebruik van de onjuiste instelling kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit. Druk altijd af volgens Soort voor speciaal afdrukmateriaal zoals etiketten of transparanten. Druk enveloppen, indien mogelijk, af volgens Formaat.
Als u wilt afdrukken volgens Soort of Formaat, selecteert u het gewenste soort of
formaat in het dialoogvenster Pagina-instelling, het dialoogvenster Afdrukken of het dialoogvenster Afdrukeigenschappen, afhankelijk van het programma.
Als u vaak op een bepaald soort of een bepaald formaat afdrukmateriaal afdrukt, kunt u
(voor een lokale printer) of kan de netwerkbeheerder (voor een netwerkprinter) een lade voor het betreffende soort of het betreffende formaat papier configureren. Als u daarna dat soort of dat formaat kiest als afdruktaak, zal de printer afdrukmateriaal opnemen uit de lade die voor het betreffende soort of het betreffende formaat is geconfigureerd.

Prioriteiten van afdrukinstellingen

Veranderingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, krijgen als volgt voorrang afhankelijk van waar de wijzigingen zijn gemaakt:
82 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
Opmerking
Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het programma dat u gebruikt.
Het dialoogvenster Pagina-instelling. Dit dialoogvenster wordt geopend wanneer u
klikt op Pagina-instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin u werkt. Als u hier wijzigingen aanbrengt, worden alle gewijzigde instellingen ergens anders tenietgedaan.
Het dialoogvenster Afdrukken. Dit dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op
Afdrukken, Pagina-instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina- instelling niet teniet.
Het dialoogvenster Printereigenschappen (printerstuurprogramma). Het
printerstuurprogramma wordt geopend wanneer u klikt op Eigenschappen in het dialoogvenster Afdrukken. Instellingen die veranderd worden in het dialoogvenster Printereigenschappen kunnen geen instellingen tenietdoen die elders gekozen zijn.
Standaard printerinstellingen. Standaard printerinstellingen zijn de instellingen die
voor alle afdruktaken gebruikt worden, tenzij de instellingen veranderd worden in het dialoogvenster Pagina-instelling, Afdrukken of Printereigenschappen, zoals hierboven omschreven. Er zijn twee manieren om de standaard printerinstellingen te veranderen:
1. Klik op Start, Instellingen en Printers. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Eigenschappen.
VOORZICHTIG
2. Klik op Start, Configuratiescherm en selecteer de map Printers. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Eigenschappen.
Zie
De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
Als u afdruktaken van andere gebruikers onveranderd wilt laten, is het verstandig om veranderingen in de instelling aan te brengen via het programma of het printerstuurprogramma. Wijzigingen van de printerinstellingen via het bedieningspaneel van de printer worden de standaardinstellingen voor alle volgende afdruktaken. Wijzigingen die via een toepassing of het printerstuurprogramma worden aangebracht, hebben alleen gevolgen voor de betreffende afdruktaak.
NLWW Afdruktaken beheren 83

Afdrukmateriaal selecteren

Met deze printer kunt u op verschillende soorten papier en andere afdrukmaterialen afdrukken. In dit gedeelte worden richtlijnen en specificaties voor de keuze en het gebruik van verschillende afdrukmaterialen gegeven. Zie informatie over ondersteunde afdrukmaterialen.
Ga voordat u tot aanschaf van afdrukmaterialen of speciale formulieren in grotere hoeveelheden overgaat eerst na of uw papierleverancier weet welke eisen worden gesteld aan afdrukmaterialen die op uw printer gebruikt mogen worden. Deze eisen worden beschreven in de HP LaserJet Family Print Media Guide.
Zie
Benodigdheden en accessoires voor bestelinformatie over de HP LaserJet Family Print
Media Guide. Ga naar http://www.hp.com/support/ljpaperguide om een exemplaar van de HP LaserJet Family Print Media Guide te downloaden.
Het blijft altijd mogelijk dat afdrukmaterialen voldoen aan alle in dit hoofdstuk genoemde richtlijnen en toch niet tot bevredigende afdrukresultaten leiden. Dit kan te wijten zijn aan abnormale omstandigheden in de ruimte waar wordt afgedrukt of aan andere variabelen waarover Hewlett-Packard geen controle heeft (bijvoorbeeld een extreem hoge of lage temperatuur of luchtvochtigheid).
Hewlett-Packard adviseert afdrukmaterialen eerst uit te proberen voordat u grote hoeveelheden aanschaft.
Specificaties voor het afdrukmateriaal voor
VOORZICHTIG
Het gebruik van afdrukmaterialen die niet voldoen aan de hier of in de papierspecificatiehandleiding beschreven eisen, kan problemen veroorzaken waarvoor reparaties nodig zijn die niet door de garantie- of serviceovereenkomst van Hewlett-Packard worden gedekt.

Afdrukmaterialen die u moet vermijden

Voor deze printer kunnen verschillen soorten afdrukmateriaal worden gebruikt. Gebruik van afdrukmateriaal dat niet aan de specificaties voldoet, leidt tot verslechterde afdrukkwaliteit en verhoogde kans op papierstoringen.
Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak.
Gebruik geen papier met gaatjes of perforaties, behalve papier voor
standaardringbanden.
Gebruik geen meerdelige formulieren.
Gebruik geen papier waarop al eerder is afgedrukt of gekopieerd.
Gebruik geen papier met een watermerk als u afdrukt met dekkende kleurvlakken of
patronen.
84 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW

Papier dat de printer kan beschadigen

In zeldzame gevallen kan het voorkomen dat de printer door het papier wordt beschadigd. Gebruik niet het volgende papier, ter voorkoming van mogelijke schade aan de printer:
Gebruik geen papier met nietjes.
Gebruik geen transparanten die bestemd zijn voor inkjetprinters of voor andere printers
met lage temperaturen of transparanten die bestemd zijn voor zwart-wit afdrukken. Gebruik uitsluitend transparanten die zijn goedgekeurd voor gebruik met HP Color LaserJet printers.
Gebruik geen fotopapier dat bestemd is voor inkjetprinters.
Gebruik geen gebosseleerd of gecoat papier dat niet bestemd is voor de temperatuur
van de fusereenheid. Kies afdrukmateriaal dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen een temperatuur van 190° C.
Gebruik geen briefhoofdpapier dat met lage-temperatuurinkt of thermografie is
afgedrukt. Voorgedrukte formulieren en briefhoofdpapier moeten zijn gedrukt met inkt die bestand is tegen een temperatuur van 190° C gedurende 0,1 seconde.
Gebruik geen afdrukmaterialen die schadelijke emissies produceren of die smelten,
vervormen of verkleuren bij blootstelling aan een temperatuur van 190° C gedurende 0,1 seconde.
Als u in de V.S. benodigdheden voor HP Color LaserJet-printers wilt bestellen, gaat u naar
http://www.hp.com/go/ljsupplies. Ga ander naar http://www.hp.com/ghp/buyonline.html.
NLWW Afdrukmateriaal selecteren 85

Invoerladen configureren

U kunt de invoerladen configureren volgens soort en formaat. U kunt verschillende soorten afdrukmateriaal in de invoerladen van de printer plaatsen en het afdrukmateriaal vervolgens via het bedieningspaneel opvragen afhankelijk van het soort of het formaat.
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Als u andere HP LaserJet-printermodellen hebt gebruikt, bent u wellicht gewend om lade 1 te configureren in de Eerste modus of de Cartridgemodus. Op printers van de HP Color LaserJet 4650 series is het instellen van het formaat en soort voor lade 1 op ELK FORM gelijk aan Eerste modus. Het configureren van het formaat of soort voor lade 1 op een andere instelling dan ELK FORM is gelijk aan Cartridgemodus.
Als u dubbelzijdig wilt afdrukken, dient u te zorgen dat het afdrukmateriaal voldoet aan de specificaties voor duplexafdrukken. (Zie
afdrukmateriaal.)
De onderstaande instructies dienen voor het configureren van de laden met behulp van het bedieningspaneel. Het is tevens mogelijk om de laden via de computer te configureren met behulp van de geïntegreerde webserver. Zie
Ondersteunde formaten en gewichten
De geïntegreerde webserver gebruiken.

Laden configureren wanneer u hierom wordt gevraagd

In de volgende situaties wordt u automatisch gevraagd de lade te configureren voor soort en formaat:
wanneer u papier in de lade plaatst;
wanneer u een bepaalde lade of een bepaald afdrukmateriaal opgeeft voor een
afdruktaak, terwijl de instellingen van het printerstuurprogramma of een programma en de lade niet overeenkomen met de instellingen voor de afdruktaak.
Opmerking
Op het bedieningspaneel wordt het volgende bericht weergegeven: VUL LADE XX: [SOORT] [FORMAAT], Druk op
beschreven hoe u de lade kunt configureren wanneer u hierom wordt gevraagd.
De prompt wordt niet weergegeven als u afdrukt vanuit lade 1 en als lade 1 is geconfigureerd volgens ELK FORMAAT en ELK SOORT.
om type te wijzigen. In de instructies hierna wordt
86 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
Loading...