Verveelvuldiging, bewerking en vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming zijn verboden, behalve zoals
toegestaan door het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en
services van HP wordt uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt geleverd. Niets
in deze verklaring mag worden opgevat als
een aanvullende garantie. HP is niet
aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in deze
verklaring.
Artikelnummer Q6500-90931
Editie 1, 4/2006
Adobe Photoshop® en PostScript® zijn
handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated.
Corel® is een handelsmerk of gedeponeerd
handelsmerk van Corel Corporation of Corel
Corporation Limited.
Linux is een in de Verenigde Staten
gedeponeerd handelsmerk van Linus
Torvalds.
Microsoft®, Windows®, Windows NT® en
Windows® XP zijn in de Verenigde Staten
gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
UNIX® is een gedeponeerd handelsmerk
van The Open Group.
ENERGY STAR® en het ENERGY STARlogo® zijn in de Verenigde Staten
gedeponeerde merken van het Amerikaanse
Environmental Protection Agency.
Inhoudsopgave
1 Basisinformatie over de all-in-one
Configuraties van de all-in-one ..............................................................................................................2
HP LaserJet 3050 all-in-one .................................................................................................2
HP LaserJet 3052/3055 all-in-one ........................................................................................2
HP LaserJet 3390/3392 all-in-one ........................................................................................4
Functies van de all-in-one .....................................................................................................................5
Onderdelen van de all-in-one ................................................................................................................7
HP LaserJet 3050 all-in-one onderdelen ..............................................................................7
De all-in-one is verkrijgbaar in de volgende configuraties:
HP LaserJet 3050 all-in-one
HP LaserJet 3050 all-in-one printer, fax, kopieerapparaat,
scanner
Drukt pagina's in Letter-formaat af met een snelheid van
●
maximaal 19 pagina's per minuut (ppm) en pagina's in
A4-formaat met een snelheid van maximaal 18 ppm.
PCL 5e- en PCL 6-printerstuurprogramma's en
●
HP PostScript Level 3-emulatie.
Voorrangsinvoersleuf kan maximaal 10 pagina's
●
bevatten.
Lade 1 kan maximaal 250 vel afdrukmateriaal of 10
●
enveloppen bevatten.
De gemiddelde levensduur van de standaard zwarte
●
printcartridge is 2000 pagina's in overeenstemming met
ISO/IEC 19752. De werkelijke levensduur is afhankelijk
van het specifieke gebruik.
USB 2.0-poort voor hoge snelheid.
●
HP LaserJet 3052/3055 all-in-one
V.34-faxmodem en 4 MB Flash-faxgeheugen.
●
64 MB RAM-geheugen.
●
Automatische documentinvoer (ADI) voor 30 pagina's.
●
HP LaserJet 3052 all-in-one printer, kopieerapparaat,
scanner
Drukt pagina's in Letter-formaat af met een snelheid van
●
maximaal 19 ppm en pagina's in A4-formaat met een
snelheid van maximaal 18 ppm.
PCL 5e- en PCL 6-printerstuurprogramma's en
●
HP PostScript Level 3-emulatie.
Voorrangsinvoersleuf kan maximaal 10 pagina's
●
bevatten.
Lade 1 kan maximaal 250 vel afdrukmateriaal of 10
●
enveloppen bevatten.
De gemiddelde levensduur van de standaard zwarte
●
printcartridge is 2000 pagina's in overeenstemming met
ISO/IEC 19752. De werkelijke levensduur is afhankelijk
van het specifieke gebruik.
USB 2.0-poort voor hoge snelheid en aansluitingspoort
●
voor een 10/100Base-T-netwerk.
2Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de all-in-oneNLWW
64 MB RAM-geheugen.
●
Automatische documentinvoer (ADI) voor 50 pagina's.
●
De HP LaserJet 3055 all-in-one printer, fax,
kopieerapparaat, scanner beschikt over alle functies van de
HP LaserJet 3052 all-in-one, plus:
V.34-faxmodem en 4 MB Flash-faxgeheugen.
●
NLWWConfiguraties van de all-in-one3
HP LaserJet 3390/3392 all-in-one
HP LaserJet 3390 all-in-one printer, fax, kopieerapparaat,
scanner
Drukt pagina's in Letter-formaat af met een snelheid van
●
maximaal 22 ppm en pagina's in A4-formaat met een
snelheid van maximaal 21 ppm.
PCL 5e- en PCL 6-printerstuurprogramma's en
●
HP PostScript Level 3-emulatie.
Voorrangsinvoersleuf voor losse vellen (lade 1) voor het
●
maken van afdrukken door losse vellen in te voeren.
Lade 2 kan maximaal 250 vel afdrukmateriaal of 10
●
enveloppen bevatten.
Optionele invoerlade voor 250 vel (lade 3) beschikbaar.
●
Automatisch dubbelzijdig afdrukken, faxen ontvangen en
●
kopiëren.
De gemiddelde levensduur van de standaard zwarte
●
printcartridge is 2500 pagina's in overeenstemming met
ISO/IEC 19752. De werkelijke levensduur is afhankelijk
van het specifieke gebruik.
De gemiddelde levensduur van de printcartridge met
●
hoge capaciteit is 6000 pagina's in overeenstemming met
ISO/IEC 19752. De werkelijke levensduur is afhankelijk
van het specifieke gebruik.
USB 2.0-poort voor hoge snelheid en aansluitingspoort
●
voor een 10/100Base-T-netwerk.
V.34-faxmodem en 4 MB Flash-faxgeheugen.
●
64 MB RAM-geheugen.
●
Flatbedscanner en automatische documentinvoer (ADI)
●
voor 50 pagina's.
Eén beschikbare DIMM-sleuf voor geheugenuitbreiding
●
en ondersteuning van extra lettertypen (geheugen
uitbreidbaar tot 192 MB).
De HP LaserJet 3392 all-in-one printer, fax,kopieerapparaat, scanner beschikt over alle functies van de
HP LaserJet 3390 all-in-one, plus:
Extra invoerlade voor 250 vel (lade 3) meegeleverd.
●
64 MB geheugen-DIMM.
●
Nieteenheid.
●
4Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de all-in-oneNLWW
Functies van de all-in-one
Uitstekende afdrukkwaliteit
Faxen
Kopiëren
Scannen
Nieten
Tekst en afbeeldingen op 1200 dpi (dots per inch) met Image Ret 2400.
●
Aanpasbare instellingen voor het optimaliseren van de afdrukkwaliteit.
●
De HP UltraPrecise-printcartridge bevat toner van een fijnere samenstelling, zodat tekst
●
en afbeeldingen scherper worden afgedrukt.
Volledige faxfunctionaliteit met een V.34-fax, inclusief een telefoonboekfunctie en functies
●
voor het afroepen van het faxapparaat en de uitgestelde verzending van faxen
(HP LaserJet 3050 all-in-one, HP LaserJet 3055 all-in-one, HP LaserJet 3390 all-in-one
en HP LaserJet 3392 all-in-one).
Voor meer informatie gaat u naar
ADI waarmee u sneller en efficiënter documenten met meerdere pagina's kunt kopiëren.
●
Voor meer informatie gaat u naar
De HP LaserJet 3052/3055/3390/3392 all-in-one biedt ondersteuning voor 1200 pixels
●
per inch (ppi), 24-bits kleurenscans in Letter/A4-formaat vanaf de glasplaat van de
scanner.
De HP LaserJet 3050 all-in-one biedt ondersteuning voor 600 pixels per inch (ppi), 24-bits
●
kleurenscans vanaf de beeldsensor via de automatische documentinvoer (ADI).
Alle modellen beschikken over een automatische documentinvoer (ADI), waarmee u
●
sneller en efficiënter documenten met meerdere pagina's kunt scannen.
Voor meer informatie gaat u naar
De HP LaserJet 3392 all-in-one beschikt over een nieteenheid waarmee u snel en
●
eenvoudig maximaal 20 vel afdrukmateriaal van 80 g/m
Faxen .
Kopiëren .
Scannen .
2
kunt nieten in de all-in-one.
Netwerk (alleen HP LaserJet
3052/3055/3390/3392 all-inone)
Functies van het
printerstuurprogramma
Automatisch schakelen
tussen printertalen
Interfaceaansluitingen
Milieuvriendelijke functies
De vervangbare nietcassette met grote capaciteit bevat 1500 nietjes
●
Zie
Nieteenheid (alleen HP LaserJet 3392 all-in-one) voor meer informatie.
TCP/IP
●
LPD
●
9100
●
De printertaal PCL 6 biedt snelle afdrukprestaties, ingebouwde Intellifont- en TrueType-
●
schalingstechnologieën en geavanceerde weergavecapaciteiten.
De all-in-one schakelt automatisch over op de juiste printertaal voor de afdruktaak (zoals
●
PS of PCL 6).
USB 2.0-poort voor hoge snelheid.
●
10/100 Ethernet-netwerkpoort (RJ45) (alleen HP LaserJet 3052/3055/3390/3392 all-in-
●
one).
PowerSave-modus (alleen HP LaserJet 3052/3055/3390/3392 all-in-one)
●
Gekwalificeerd voor ENERGY STAR®
●
NLWWFuncties van de all-in-one5
Economisch afdrukken
N-per-vel afdrukken (meerdere pagina's per vel afdrukken). Zie
●
afdrukken op één vel papier of Meerdere pagina's afdrukken op één vel papier
(Macintosh) .
Dubbelzijdig afdrukken met de automatische duplexeenheid (alleen HP LaserJet
●
3390/3392 all-in-one).
In de Economode-instelling wordt minder toner gebruikt.
●
Meerdere pagina's
Benodigdheden
Toegankelijkheid
Een pagina Status benodigdheden waarop informatie over de printcartridges en de
●
resterende hoeveelheden wordt weergegeven (alleen voor benodigdheden van HP,
HP LaserJet 3390/3392 all-in-one).
Inktpatronen hoeven niet te worden geschud.
●
Echtheidscontrole van HP-printcartridges (HP LaserJet 3390/3392 all-in-one).
●
Functionaliteit voor het bestellen van benodigdheden (HP LaserJet 3390/3392 all-in-one).
●
On line gebruikershandleiding die compatibel is met reader-programma's.
●
Printcartridges kunnen met één hand worden geïnstalleerd en verwijderd.
●
Alle kleppen en deksels kunnen met één hand worden geopend.
●
6Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de all-in-oneNLWW
Onderdelen van de all-in-one
Maak uzelf vertrouwd met de onderdelen van de all-in-one voordat u de all-in-one in gebruik neemt
HP LaserJet 3050 all-in-one onderdelen
Vooraanzicht
5
4
3
2
1
1Lade 1
2Voorrangsinvoersleuf
3Uitvoerbak
6
7
8
4Automatische documentinvoer ADI, uitvoerbak
5Automatische documentinvoer
6Hendel voor afdrukmateriaal in ADI
7Bedieningspaneel
8Ontgrendeling van cartridgeklep
Achteraanzicht
10
11
9
Interfacepoorten
9
12
Veiligheidsslot
10
NLWWOnderdelen van de all-in-one7
11Aan/uit-schakelaar
12Stroomaansluiting
Interfacepoorten
De HP LaserJet 3050 all-in-one beschikt over één USB 2.0-poort voor hoge snelheid en over faxpoorten.
1
2
1
USB 2.0-poort voor hoge snelheid
2
Faxpoorten
Bedieningspaneel
1
1
Faxknoppen. Gebruik de faxknoppen om de meest gebruikte faxinstellingen te wijzigen. Raadpleeg
informatie over het gebruik van de faxknoppen.
2
Alfanumerieke knoppen. Met de alfanumerieke knoppen voert u gegevens in op het bedieningspaneel van de all-in-
one en kiest u telefoonnummers voor het faxen. Voor informatie over de alfanumerieke knoppen kunt u
raadplegen.
3
Menuknoppen en annuleerknop. Met deze knoppen kunt u menuopties kiezen, de status van de all-in-one controleren
en de huidige taak annuleren.
4
Kopieerknoppen. Met deze knoppen kunt u veelgebruikte standaardinstellingen wijzigen en de kopieerfunctie starten.
Zie
Kopiëren voor instructies bij de kopieerfunctie.
5
Scanknoppen. Met deze knoppen kunt u documenten scannen naar een e-mail of een map. Zie
bij de scanfunctie.
2
3
4
5
Faxen voor
Faxen
Scannen voor instructies
8Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de all-in-oneNLWW
Onderdelen van de HP LaserJet 3052/3055 all-in-one
Vooraanzicht
4
5
3
6
2
1
1Lade 1
2Voorrangsinvoersleuf
3Uitvoerbak
4Automatische documentinvoerlade (ADI)
5Uitvoerbak van de automatische documentinvoer
6Bedieningspaneel
Opmerking Het bedieningspaneel van de HP LaserJet 3055 all-in-one, met faxknoppen, wordt weergegeven.
Het bedieningspaneel van de HP LaserJet 3052 all-in-one beschikt niet over faxknoppen.
7Ontgrendeling van cartridgeklep
7
Achteraanzicht
9
10
8
8Interfacepoorten
9Veiligheidsslot
10Aan/uit-schakelaar
11Stroomaansluiting
NLWWOnderdelen van de all-in-one9
11
Interfacepoorten
De HP LaserJet 3052/3055 all-in-one heeft twee interfacepoorten: een 10/100Base-T (RJ-45-)
netwerkpoort en een USB 2.0-poort voor hoge snelheid. De HP LaserJet 3055 all-in-one beschikt ook
over faxpoorten.
1
2
3
1
Netwerkpoort
2
USB 2.0-poort voor hoge snelheid
3
Faxpoorten (alleen HP LaserJet 3055 all-in-one)
Bedieningspaneel
1
1
Faxknoppen (alleen HP LaserJet 3055 all-in-one, de HP LaserJet 3052 all-in-one beschikt niet over
faxknoppen). Gebruik de faxknoppen om de meest gebruikte faxinstellingen te wijzigen. Raadpleeg
informatie over het gebruik van de faxknoppen.
2
Alfanumerieke knoppen. Met de alfanumerieke knoppen voert u gegevens in op het bedieningspaneel van de all-in-
one en kiest u telefoonnummers voor het faxen. Voor informatie over de alfanumerieke knoppen kunt u
raadplegen.
3
Menuknoppen en annuleerknop. Met deze knoppen kunt u menuopties kiezen, de status van de all-in-one controleren
en de huidige taak annuleren.
4
Kopieerknoppen. Met deze knoppen kunt u veelgebruikte standaardinstellingen wijzigen en de kopieerfunctie starten.
Zie
Kopiëren voor instructies bij de kopieerfunctie.
5
Scanknoppen. Met deze knoppen kunt u documenten scannen naar een e-mail of een map. Zie
bij de scanfunctie.
2
3
4
5
Faxen voor
Faxen
Scannen voor instructies
10Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de all-in-oneNLWW
Onderdelen van de HP LaserJet 3390/3392 all-in-one
Vooraanzicht
5
4
3
2
1
1Lade 2
2Voorrangsinvoersleuf voor losse vellen (lade 1)
3Printcartridgeklep
4Bovenste uitvoerbak (afdrukzijde omlaag)
5Bedieningspaneel
6Automatische documentinvoerlade (ADI)
7Automatische documentinvoer ADI, uitvoerbak
8Nieteenheid (alleen HP LaserJet 3392 all-in-one)
9Aan/uit-schakelaar
6
7
8
9
10
10Optionele lade 3 (standaard op HP LaserJet 3392 all-in-one, optioneel op HP LaserJet 3390 all-in-one).
Achteraanzicht
12
13
11
11Voedingsaansluiting
12Achterste uitvoerklep (uitvoerbak met afdrukzijde omhoog voor rechte papierbaan)
13DIMM-deur
14Interfacepoorten
14
NLWWOnderdelen van de all-in-one11
Interfacepoorten
De HP LaserJet 3390/3392 all-in-one heeft twee interfacepoorten: een 10/100Base-T (RJ-45-)
netwerkpoort en een USB 2.0-poort voor hoge snelheid. De HP LaserJet 3390/3392 all-in-one beschikt
ook over faxpoorten.
1
1
USB 2.0-poort voor hoge snelheid
2
Netwerkpoort
3
Faxpoorten
2
3
Bedieningspaneel
Op de volgende afbeeldingen ziet u de onderdelen van het bedieningspaneel van de all-in-one.
1
Shift
05
06
07
08
1
Faxknoppen. Gebruik de faxknoppen om de meest gebruikte faxinstellingen te wijzigen. Raadpleeg
informatie over het gebruik van de faxknoppen.
2
Alfanumerieke knoppen. Met de alfanumerieke knoppen voert u gegevens in op het bedieningspaneel van de all-in-
one en kiest u telefoonnummers voor het faxen. Voor informatie over de alfanumerieke knoppen kunt u
raadplegen.
2
3
4
5
Faxen voor
Faxen
3
Menuknoppen en annuleerknop. Met deze knoppen kunt u menuopties kiezen, de status van de all-in-one controleren
en de huidige taak annuleren.
4
Kopieerknoppen. Met deze knoppen kunt u veelgebruikte standaardinstellingen wijzigen en de kopieerfunctie starten.
Zie
Kopiëren voor instructies bij de kopieerfunctie.
5
Scanknoppen. Met deze knoppen kunt u documenten scannen naar een e-mail of een map. Zie
bij de scanfunctie.
Scannen voor instructies
12Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de all-in-oneNLWW
2Software
Software installeren
●
Printerstuurprogramma's
●
Software voor Windows
●
Software voor Macintosh
●
NLWW13
Software installeren
Als uw computer aan de aanbevolen minimumvereisten voldoet, kunt u op twee manieren de software
installeren die op de cd-rom's staat die zijn meegeleverd met de all-in-one.
Standaardinstallatie
De volgende software behoort tot een standaardinstallatie:
HP ToolboxFX
●
HP LaserJet Scan-programma en -stuurprogramma
●
HP LaserJet Fax
●
Readiris OCR (wordt niet geïnstalleerd in combinatie met andere software, afzonderlijke installatie
De volgende software behoort tot een minimale installatie:
PCL 6-printerstuurprogramma
●
HP LaserJet Scan-programma en -stuurprogramma
●
Opmerking De minimale installatie biedt ondersteuning voor het verzenden van faxen via het
bedieningspaneel.
14Hoofdstuk 2 SoftwareNLWW
Printerstuurprogramma's
Het apparaat wordt geleverd met software die, door gebruik te maken van een printertaal, communicatie
mogelijk maakt tussen de computer en het apparaat. Deze software wordt een printerdriver genoemd.
Printerdrivers bieden toegang tot bepaalde functies van het apparaat, zoals het afdrukken op papier
van aangepast formaat, het wijzigen van het formaat van documenten en het toevoegen van
watermerken.
Ondersteunde printerdrivers
De volgende printerstuurprogramma's zijn beschikbaar voor het product. Als het gewenste
printerstuurprogramma niet op de product-cd staat of niet beschikbaar is op
contact op met de fabrikant of de distributeur van het programma dat u gebruikt en vraagt u een
stuurprogramma aan voor het product.
Opmerking De meest recente drivers zijn beschikbaar op www.hp.com. Afhankelijk van de
configuratie van computers die onder Windows worden uitgevoerd, controleert het
installatieprogramma voor de productsoftware automatisch of de computer toegang heeft tot de
nieuwste drivers die via internet beschikbaar zijn.
www.hp.com, neemt u
Besturingssysteem
Microsoft® Windows® 98
Windows Millennium (Me)
Windows 2000
Windows® XP
Windows Server 2003
Mac OS X versie 10.3 en
Mac OS X versie 10.4
1
Niet alle functies van het apparaat zijn beschikbaar voor alle drivers of besturingssystemen. Zie de contextafhankelijke Help
in de printerdriver voor beschikbare functies.
2
Bij de all-in-one worden een Macintosh-printerstuurprogramma en de vereiste PPD-bestanden (PostScript Printer Description)
meegeleverd.
1
Faxstuurprogram
ma
X
X
XXX
PCL 6-printerstuurprogram
ma
X
X
X
X
X
PCL 5printerdriver
X
X
X
X
X
PSprinterdriver
X
X
X
X
X
PPD2printerdriver
Extra stuurprogramma's
De volgende stuurprogramma's staan niet op de cd, maar zijn beschikbaar op internet.
UNIX®-modelscripts.
●
Linux-drivers.
●
Windows XP 64-bits stuurprogramma's
●
®
U kunt modelscripts voor UNIX
en Linux verkrijgen door deze te downloaden van internet of door deze
aan te vragen bij een HP-serviceprovider of -ondersteuningsprovider. Ga voor Linux-ondersteuning naar
www.hp.com/go/linux. Ga voor UNIX-ondersteuning naar www.hp.com/go/jetdirectunix_software.
NLWWPrinterstuurprogramma's15
Het juiste printerstuurprogramma selecteren
Selecteer een printerdriver op basis van het besturingssysteem dat u gebruikt en de manier waarop u
het apparaat gebruikt. Raadpleeg de Help bij de printerdriver voor de beschikbare functies. Raadpleeg
de Help bij de printerdriver voor informatie over het verkrijgen van toegang tot de printerdriver.
Het PCL 6-printerstuurprogramma kan de beste algehele prestaties en toegang tot de
●
printerfuncties bieden.
Het PCL 5-printerstuurprogramma wordt aanbevolen voor algemene afdruktaken op kantoor in
●
zwart-wit en kleur.
Gebruik het PostScript-stuurprogramma als u voornamelijk afdrukt vanuit programma's die op
●
PostScript zijn gebaseerd, zoals Adobe Photoshop
®
en CorelDRAW®, zodat u beschikt over
compatibiliteit met PostScript Level 3 of over ondersteuning voor PS Flash-lettertypen.
Opmerking Het apparaat schakelt automatisch over tussen PS- en de PCL-printertalen.
Help bij printerstuurprogramma's (Windows)
De Help bij de printerdriver maakt geen onderdeel uit van de Help van de toepassing. De Help bij de
printerdriver biedt uitleg bij de knoppen, selectievakken en vervolgkeuzelijsten van de printerdriver. De
Help bevat ook instructies voor algemene afdruktaken, zoals dubbelzijdig afdrukken, meerdere pagina's
op een vel afdrukken en de eerste pagina of de omslagbladen op ander papier afdrukken.
U opent de schermen van de Help bij de printerdriver als volgt:
Klik op de knop Help.
●
Klik op de toets F1 op het toetsenbord van de computer.
●
Klik op het vraagteken dat zich in de rechterbovenhoek van de printerdriver bevindt.
●
Klik met de rechtermuisknop op een van de opties in de printerdriver en klik vervolgens op Wat is
●
dit?
Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's
Gebruik een van de volgende methoden om de printerdrivers te openen vanaf de computer:
Besturingssysteem
Windows 98 en
Windows Millennium
Edition (ME)
De instellingen van alle
afdruktaken wijzigen totdat
het softwareprogramma wordt
gesloten
1.Klik in het menu Bestand
van het
softwareprogramma op
Afdrukken.
2.Selecteer de naam van de
printer en klik op
Eigenschappen.
De standaardinstellingen van
afdruktaken wijzigen
(bijvoorbeeld Dubbelzijdig
afdrukken standaard
inschakelen)
1.Klik achtereenvolgens op
Start, Instellingen en
Printers.
2.Klik met de
rechtermuisknop op het
printerpictogram en
selecteer Eigenschappen.
De configuratie-instellingen
wijzigen (bijvoorbeeld, een
lade toevoegen of Handmatig
dubbelzijdig afdrukken
inschakelen/uitschakelen)
1.Klik achtereenvolgens op
Start, Instellingen en
Printers.
2.Klik met de
rechtermuisknop op het
printerpictogram en
selecteer Eigenschappen.
3.Klik op het tabblad
Configureren.
16Hoofdstuk 2 SoftwareNLWW
Besturingssysteem
De instellingen van alle
afdruktaken wijzigen totdat
het softwareprogramma wordt
gesloten
De stappen kunnen variëren. Dit
is de meeste voorkomende
procedure.
De standaardinstellingen van
afdruktaken wijzigen
(bijvoorbeeld Dubbelzijdig
afdrukken standaard
inschakelen)
De configuratie-instellingen
wijzigen (bijvoorbeeld, een
lade toevoegen of Handmatig
dubbelzijdig afdrukken
inschakelen/uitschakelen)
Windows 2000, XP
en Server 2003
Mac OS X versie
10.3 en
Mac OS X versie
10.4
1.Klik in het menu Bestand
van het
softwareprogramma op
Afdrukken.
2.Selecteer de naam van de
printer en klik op
Eigenschappen of
Voorkeuren.
De stappen kunnen variëren. Dit
is de meeste voorkomende
procedure.
1.Klik in het menu Archief op
Druk af.
2.Wijzig de gewenste
instellingen in de
verschillende popupmenu's.
1.Klik op Start, Instellingen
en klik vervolgens op
Printers of Printers en
faxapparaten.
2.Klik met de
rechtermuisknop op het
printerpictogram en
selecteer
Voorkeursinstellingen
voor afdrukken.
1.Klik in het menu Archief op
Druk af.
2.Wijzig de gewenste
instellingen in de
verschillende popupmenu's.
3.Klik in het pop-upmenu
Instellingen op Opslaan
als en typ een naam voor
de voorinstelling.
Deze instellingen worden in het
menu Instellingen opgeslagen.
Als u de nieuwe instellingen wilt
gebruiken, moet u de
opgeslagen voorinstelling
selecteren wanneer u een
programma opent en wilt
afdrukken.
1.Klik op Start, Instellingen
en klik vervolgens op
Printers of Printers en
faxapparaten.
2.Klik met de
rechtermuisknop op het
printerpictogram en
selecteer Eigenschappen.
3.Klik op het tabblad
Apparaatinstellingen.
1.Open het Hulpprogramma
voor printerinstelling door
de vaste schijf te
selecteren, op
Programma's en
Hulpprogramma's te
klikken en vervolgens te
dubbelklikken op
Hulpprogramma voor
printerinstelling.
2.Klik op de afdrukwachtrij.
3.Klik in het menu Printers op
Toon info.
4.Klik op het menu
Installatiemogelijkheden.
Welke software is er nog meer beschikbaar?
De cd-rom's bij de all-in-one bevatten de HP-scansoftware. Zie het Leesmij-bestand op de cd-rom's van
de all-in-one voor meer informatie over extra software en ondersteunde talen.
NLWWPrinterstuurprogramma's17
Software voor Windows
Wanneer u de software voor Windows installeert, kunt u de all-in-one rechtstreeks op een computer
aansluiten met een USB-kabel of op een netwerk met de interne printserver. Instructies voor het
installeren van deze software vindt u in de starthandleiding en recente software-informatie in het
Leesmij-bestand.
De volgende software is beschikbaar voor alle gebruikers van de all-in-one, of de all-in-one nu
rechtstreeks op een computer met een USB-kabel of op een netwerk is aangesloten met een printserver.
Softwareonderdelen voor Windows
HP ToolboxFX
Als u HP ToolboxFX wilt gebruiken, moet u een standaardinstallatie uitvoeren.
HP ToolboxFX bevat snelkoppelingen naar de statusgegevens van de all-in-one en naar Helpinformatie, zoals deze gebruikershandleiding en hulpmiddelen voor het diagnosticeren en oplossen van
problemen. Zie
Geïntegreerde webserver (EWS)
De geïntegreerde webserver is een webinterface die op eenvoudige wijze toegang biedt tot de status
en configuratie van de all-in-one, met inbegrip van netwerkconfiguraties en SPS-functionaliteit (Smart
Printing Supplies).
HP ToolboxFX voor meer informatie.
Als u toegang wilt verkrijgen tot de geïntegreerde webserver, maakt u via het netwerk verbinding met
de all-in-one. Typ het IP-adres van de all-in-one in een webbrowser om de introductiepagina van de
geïntegreerde webserver van de all-in-one weer te geven. Vanaf de introductiepagina kunt u de
tabbladen en het linkernavigatiemenu gebruiken om de status van de all-in-one te controleren, de allin-one te configureren of de status van de benodigdheden te controleren.
De volgende browsers worden ondersteund:
Internet Explorer 5.0 of hoger
●
Netscape Navigator 4.75 of later
●
Opera 6.05 of hoger
●
Safari 1.2 of hoger
●
Software verwijderen met het onderdeel Software
Gebruik de optie Software in Windows om de software van de all-in-one te verwijderen. Met deze
methode hoeft u niet over de cd-rom met de software te beschikken.
1.Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Configuratiescherm.
Klik in Windows XP op Start en vervolgens op Configuratiescherm.
●
2.Klik tweemaal op Software.
3.Blader door de lijst met softwareprogramma's en klik op HP LaserJet 3390/3392 all-in-one.
4.Klik op Verwijderen.
18Hoofdstuk 2 SoftwareNLWW
Software voor Macintosh
Voor Mac OS X versie 10.3 en Mac OS X versie 10.3 gebruikt u Afdrukbeheer als u wilt afdrukken.
De all-in-one beschikt over de volgende software voor Macintosh-computers.
Opmerking Bij Macintosh-computers wordt de HP ToolboxFX niet ondersteund.
HP Director
HP Director is een softwareprogramma dat wordt gebruikt voor het werken met documenten. Wanneer
het document in de automatische documentinvoer (ADI) wordt geplaatst en de computer rechtstreeks
is aangesloten op de all-in-one, verschijnt HP Director op het computerbeeldscherm om de fax- of
scanfunctie te starten of instellingen van de all-in-one te wijzigen via Macintosh apparaat configureren.
Bovendien wordt de HP all-in-one Setup Assistant meegeleverd, waarmee de fax- en afdrukwachtrijen
worden gemaakt.
Macintosh apparaat configureren (Mac OS X versie 10.3 en
Mac OS X V10.4)
Macintosh apparaat configureren is een webprogramma dat toegang biedt tot gegevens over de all-inone (bijvoorbeeld informatie over de status van benodigdheden en instellingen van de all-in-one).
Gebruik Macintosh apparaat configureren om de all-in-one te bewaken en te beheren vanaf de computer
Opmerking Als u Macintosh apparaat configureren wilt gebruiken, moet u alle
softwareonderdelen installeren.
De status van de all-in-one controleren en informatiepagina's afdrukken.
●
Alle instellingen van de all-in-one controleren en wijzigen.
●
De standaardafdrukinstellingen controleren.
●
De faxinstellingen controleren en wijzigen, met inbegrip van het verzenden of ontvangen van faxen,
●
het faxtelefoonboek, snelkiesinstellingen en faxrapporten.
Netwerkinstellingen controleren en wijzigen, met inbegrip van IP-configuratie, geavanceerde
●
opties, mDNS, SNMP, netwerkconfiguratie en wachtwoorden.
U kunt Macintosh apparaat configureren weergeven als de all-in-one rechtstreeks op de computer is
aangesloten of als de all-in-one op het netwerk is aangesloten.
Opmerking U hebt geen toegang tot internet nodig om Macintosh apparaat configureren te
openen en te gebruiken.
Macintosh apparaat configureren weergeven wanneer de all-in-one rechtstreeks is aangesloten
op de computer
1.U opent HP Director door op het pictogram HP Director in het Dock te klikken.
2.In HP Director klikt u op Instellingen.
3.Selecteer Apparaat configureren om de introductiepagina van Macintosh apparaat configureren
te openen in een browser.
NLWWSoftware voor Macintosh19
Macintosh apparaat configureren weergeven wanneer de all-in-one is aangesloten op een
netwerk
1.Open een van de volgende ondersteunde webbrowsers:
Safari 1.2 of hoger
●
Microsoft Internet Explorer 5.0 of hoger
●
Netscape Navigator 4.75 of hoger
●
Opera 6.05 of hoger
●
2.Geef het IP-adres van de all-in-one op in de webbrowser om de startpagina van Macintosh
apparaat configureren te openen.
PDE's (Mac OS X versie 10.3 en Mac OS X versie 10.4)
PDE's zijn invoegtoepassingen waarvan de code toegang biedt tot functies van de all-in-one, zoals
informatie over het aantal kopieën en instellingen voor dubbelzijdig afdrukken en de afdrukkwaliteit. De
cd van HP LaserJet 3390/3392 all-in-one voor Macintosh-computers bevat een installatieprogramma
voor de PDE's en andere software.
Software installeren voor Macintosh
In dit gedeelte wordt beschreven hoe de Macintosh-software voor het afdruksysteem wordt
geïnstalleerd.
De Macintosh-afdruksysteemsoftware installeren voor rechtstreekse
verbindingen (USB)
In dit gedeelte wordt beschreven hoe de software voor het afdruksysteem wordt geïnstalleerd voor
Mac OS X versie 10.3 en Mac OS X versie 10.4.
Als u de PPD-bestanden wilt gebruiken, moet de Apple PostScript-driver worden geïnstalleerd. Gebruik
de Apple PostScript 8-driver die bij de Macintosh-computer wordt geleverd.
De afdruksysteemsoftware installeren
1.Sluit een USB-kabel aan tussen de USB-poort op de printer en de USB-poort op de computer.
Gebruik een standaard USB-kabel van 2 meter.
2.Plaats de cd van de printer in het cd-romstation en start de Installer.
3.Dubbelklik op het cd-pictogram op het bureaublad.
4.Dubbelklik op het pictogram van het installatieprogramma.
5.Volg de aanwijzingen op het computerscherm.
6.Er worden automatisch USB-wachtrijen gemaakt wanneer de printer is aangesloten op de
computer. De wachtrij maakt echter gebruik van een algemene PPD als het installatieprogramma
niet is uitgevoerd voordat de USB-kabel wordt aangesloten. Als u de PPD van de wachtrij wilt
wijzigen, opent u Afdrukbeheer of Printer Setup Utility (Hulpprogramma voor printerinstellingen),
selecteert u de juiste printerwachtrij en klikt u op Toon info om het dialoogvenster Printerinfo te
20Hoofdstuk 2 SoftwareNLWW
openen. Selecteer Printermodel in het pop-upmenu en selecteer vervolgens de juiste PPD voor
de printer in het pop-upmenu waarin Algemeen is geselecteerd.
7.Druk een testpagina of een pagina vanuit een willekeurig softwareprogramma af om te controleren
of de software van de all-in-one op de juiste wijze is geïnstalleerd.
Installeer de software van de all-in-one opnieuw als de installatie is mislukt. Als dit ook mislukt,
raadpleegt u de opmerkingen bij de installatie of de Leesmij-bestanden met recente informatie op
de cd of de brochure die zich in de verpakking bevindt. U kunt ook naar de juiste
ondersteuningswebsite gaan om meer informatie te verkrijgen (zie
Klantenondersteuning van HP ).
Macintosh-afdruksysteemsoftware installeren voor netwerken
Printerstuurprogramma's installeren voor Mac OS X versie 10.3 en Mac OS X versie 10.4
1.Sluit de netwerkkabel aan op de HP LaserJet 3052/3055/3390/3392 all-in-one en op een
netwerkpoort.
2.Plaats de cd in het cd-rom-station en dubbelklik op het cd-pictogram op het bureaublad.
3.Dubbelklik op het pictogram van Installer in de map HP LaserJet Installer.
4.Volg de instructies van de HP All-in-One Setup Assistant op het beeldscherm van de computer.
Opmerking U wordt gevraagd om de computer opnieuw op te starten en het IP-adres van
de all-in-one op te geven om de netwerkinstallatie te voltooien.
Software verwijderen van Macintosh-besturingssystemen
Als u de printersoftware wilt verwijderen van uw Macintosh-computer, opent u de Finder, bladert u naar
Programma's/HP LaserJet aio/HP Uninstaller en voert u het programma voor het verwijderen van de
software uit.
NLWWSoftware voor Macintosh21
22Hoofdstuk 2 SoftwareNLWW
3Specificaties afdrukmateriaal
Algemene richtlijnen
●
Papier en ander afdrukmateriaal kiezen
●
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
●
Ondersteunde gewichten en formaten van afdrukmateriaal
●
Omgeving voor afdrukken en opslag
●
NLWW23
Algemene richtlijnen
Het is mogelijk dat het afdrukmateriaal aan alle richtlijnen in deze handleiding voldoet en toch geen
bevredigend resultaat geeft. Dit probleem kan worden veroorzaakt door onjuist gebruik, een
onaanvaardbare temperatuur en vochtigheidsgraad of andere variabelen waarover Hewlett-Packard
geen controle heeft.
Test, voordat u een grote hoeveelheid afdrukmateriaal aanschaft, altijd een exemplaar op kwaliteit en
controleer of het afdrukmateriaal voldoet aan de vereisten in deze gebruikershandleiding en in de
HP LaserJet Printer Family Print Media Guide, die op het web beschikbaar is op
ljpaperguide. Zie Accessoires en bestelinformatie voor bestelinformatie.
VOORZICHTIG Het gebruik van afdrukmateriaal dat niet aan de specificaties van HP voldoet,
kan problemen met de all-in-one veroorzaken, waardoor deze moet worden gerepareerd. Deze
reparaties worden niet gedekt door de garantie of de serviceovereenkomsten van HewlettPackard.
De all-in-one kan diverse afdrukmaterialen verwerken, zoals losse vellen papier (met inbegrip van 100%
gerecycled kringlooppapier), enveloppen, etiketten, transparanten, glanzend papier voor LaserJet, HP
LaserJet Tough-papier en speciaal papier. Eigenschappen zoals gewicht, samenstelling, vezels en
vochtgehalte zijn belangrijke factoren die de prestaties en de kwaliteit van de uitvoer beïnvloeden.
Afdrukmateriaal dat niet aan de in deze handleiding beschreven richtlijnen voldoet, kan de volgende
problemen veroorzaken:
Slechte afdrukkwaliteit
●
www.hp.com/support/
Meer papierstoringen
●
Voortijdige slijtage van de all-in-one waardoor reparaties vereist zijn
●
Papier en ander afdrukmateriaal kiezen
Met de HP LaserJet all-in-one maakt u documenten met een uitstekende afdrukkwaliteit. U kunt
afdrukken op diverse afdrukmaterialen, zoals losse vellen papier (met inbegrip van 100% gerecycled
kringlooppapier), enveloppen, etiketten, transparanten en speciaal afdrukmateriaal.
Eigenschappen zoals gewicht, vezels en vochtgehalte zijn belangrijke factoren die de prestaties en de
kwaliteit beïnvloeden. Gebruik alleen hoogwaardig afdrukmateriaal dat speciaal is ontworpen voor
laserprinters als u de hoogste afdrukkwaliteit wilt verkrijgen. Zie
afdrukmateriaal voor uitgebreide specificaties voor papier en afdrukmateriaal.
Opmerking Test altijd een exemplaar van afdrukmateriaal voordat u grote hoeveelheden
aanschaft. De leverancier van uw afdrukmateriaal moet op de hoogte zijn van de vereisten die
worden vermeld in de HP LaserJet Printer Family Print Media Guide (HP-artikelnummer
5963-7863). Zie
HP-afdrukmateriaal
HP beveelt aan dat u HP LaserJet-afdrukmateriaal gebruikt in de all-in-one.
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal voor meer informatie.
Richtlijnen voor het gebruik van
24Hoofdstuk 3 Specificaties afdrukmateriaalNLWW
Afdrukmateriaal om te vermijden
De all-in-one kan verschillende soorten afdrukmateriaal verwerken. Als u afdrukmateriaal gebruikt dat
niet voldoet aan de specificaties, neemt de afdrukkwaliteit af en neemt de kans op papierstoringen toe.
Gebruik geen afdrukmateriaal dat te ruw is.
●
Gebruik geen afdrukmateriaal dat uitsparingen of perforaties bevat, met uitzondering van
●
standaard geperforeerd papier met drie gaten.
Gebruik geen meerdelige formulieren.
●
Gebruik geen papier dat een watermerk bevat als u effen patronen afdrukt.
●
Afdrukmateriaal waardoor de all-in-one kan worden beschadigd
Onder speciale omstandigheden kan afdrukmateriaal de all-in-one beschadigen. Gebruik niet de
volgende soorten afdrukmateriaal om mogelijke schade te voorkomen:
Materiaal met nietjes.
●
Gebruik geen transparanten die zijn ontworpen voor inkjetprinters of andere printers met lage
●
temperaturen. Gebruik alleen transparanten die geschikt zijn voor gebruik met HP LaserJetprinters.
Gebruik geen fotopapier dat bestemd is voor inkjetprinters.
●
Gebruik geen reliëfpapier of papier met coating dat niet is ontworpen voor de temperatuur van de
●
fuser. Selecteer afdrukmateriaal dat gedurende 0,1 seconde temperaturen van 200°C kan
weerstaan. HP fabriceert afdrukmateriaal dat is ontworpen voor de all-in-one.
Gebruik geen briefhoofdpapier dat is geproduceerd met kleurstoffen voor lage temperaturen of
●
thermografie. Voorbedrukte formulieren of briefhoofdpapier moet zijn gebaseerd op inkt die
gedurende 0,1 seconde temperaturen van 200°C kan weerstaan.
Gebruik geen afdrukmateriaal dat uitstoot van gassen veroorzaakt, smelt, verkleurt of waarin de
●
inkt doorloopt wanneer het gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan een temperatuur van
200°C.
Als u afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet wilt bestellen, gaat u naar
in de VS of gaat u naar
www.hp.com/ghp/buyonline.html/ als u buiten de VS woont.
www.hp.com/go/ljsupplies
NLWWPapier en ander afdrukmateriaal kiezen25
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
De volgende gedeelten bevatten richtlijnen en instructies voor het afdrukken op transparanten,
enveloppen en ander speciaal afdrukmateriaal. Deze richtlijnen en specificaties zijn opgenomen om u
te helpen bij het selecteren van afdrukmateriaal dat een optimale afdrukkwaliteit biedt en om te
voorkomen dat u afdrukmateriaal gebruikt waarmee papierstoringen worden veroorzaakt of de all-inone wordt beschadigd.
Papier
Gebruik gewoon papier van 80 g/m2 voor optimale resultaten. Controleer of het papier van goede
kwaliteit is en geen sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof of kreukels bevat en
gekrulde of omgebogen randen heeft.
Informatie over de soort papier die u gebruikt (bijvoorbeeld bankpost- of kringlooppapier) vindt u op de
verpakking.
Bepaald papier kan problemen met de afdrukkwaliteit of papierstoringen en schade aan de all-in-one
veroorzaken.
Tabel 3-1 Papiersoort
AfdrukprobleemProbleem met papierOplossing
Slechte afdrukkwaliteit of toner hecht niet
goed
Problemen met invoeren
Weggevallen gedeelten, vastlopen of
krullen
Toegenomen grijze achtergrondarcering Mogelijk te zwaarGebruik lichter papier.
Sterke krulling
Problemen met invoeren
Papierstoringen of schade aan de all-inone
Problemen met invoerenOnregelmatige randenGebruik papier van goede kwaliteit.
Te vochtig, te ruw, te glad of te veel reliëf Probeer een andere papiersoort die een
gradatie voor gladheid van
100-250 Sheffield heeft en een
vochtgehalte van 4-6% heeft.
Controleer de all-in-one en zorg dat het
juiste soort afdrukmateriaal is
geselecteerd.
Verkeerd opgeslagenBewaar het papier in de vochtwerende
verpakking en zorg dat het plat ligt.
Te vochtig, verkeerde vezelrichting of
opgebouwd uit korte vezels
Uitsparingen of perforatiesGebruik geen papier met perforaties of
Gebruik papier met een lange vezel.
Gebruik de rechte papierbaan (alleen
HP LaserJet 3390/3392 all-in-one).
Controleer de all-in-one en zorg dat het
juiste soort afdrukmateriaal is
geselecteerd.
papier waarin is geknipt.
26Hoofdstuk 3 Specificaties afdrukmateriaalNLWW
Opmerking De toner wordt op het papier aangebracht onder invloed van hoge temperaturen
en een hoge druk. Controleer of gekleurd papier of voorbedrukte formulieren gebruikmaken van
inkt die gedurende 0,1 seconde kan worden blootgesteld aan de fuser-temperatuur van 200°C.
Gebruik geen papier met een briefhoofd dat is gedrukt met inkt voor lage temperaturen, zoals
wordt gebruikt in bepaalde thermografische toepassingen.
Gebruik geen briefhoofd met reliëf.
Gebruik geen transparanten die zijn ontworpen voor inkjetprinters of andere printers met lage
temperaturen. Gebruik alleen transparanten die geschikt zijn voor gebruik met HP LaserJetprinters.
Etiketten
Voor de HP LaserJet 3050/3052/3055 all-in-one wordt aanbevolen dat u etiketten afdrukt vanuit de
voorrangsinvoersleuf. Voor de HP LaserJet 3390/3392 all-in-one wordt aanbevolen dat u etiketten
afdrukt vanuit de voorrangsinvoersleuf voor losse vellen (lade 1) en dat u de rechte papierbaan gebruikt.
Afdrukmateriaal laden in de invoerladen voor meer informatie.
Zie
VOORZICHTIG U moet een etikettenvel niet meerdere malen invoeren in de all-in-one.
Hierdoor neemt de kwaliteit van het kleefmiddel af, waardoor de all-in-one kan worden
beschadigd.
Onderdelen
Let bij het selecteren van etiketten op de kwaliteit van de diverse onderdelen:
Kleefmiddelen: Het kleefmiddel moet stabiel zijn bij de maximale fuser-temperatuur van 200°C.
●
Schikking: gebruik alleen etiketbladen waarvan het beschermblad niet zichtbaar is tussen de
●
etiketten. Als u etiketbladen gebruikt met ruimte tussen de etiketten, kunnen de etiketten tijdens
het afdrukken loslaten. Dit veroorzaakt ernstige storingen.
Krullen: Voordat u begint met afdrukken, moeten de etiketten vlak liggen en niet meer dan 13 mm
●
krullen in elke richting.
Staat van het materiaal: gebruik geen etiketten met kreukels, luchtbellen of andere verschijnselen
●
waaruit blijkt dat het etiket van het ondervel is losgelaten of los kan raken.
Transparanten
Transparanten moeten de maximale fuser-temperatuur van de all-in-one van 200°C kunnen weerstaan.
VOORZICHTIG U kunt transparanten afdrukken vanuit een lade voor 250 vel (lade 1 op de
HP LaserJet 3050/3052/3055 all-in-one, lade 2 of de optionele lade 3 op de HP LaserJet
3390/3392 all-in-one). U kunt echter niet meer dan 75 transparanten tegelijk in een lade plaatsen.
NLWWRichtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal27
Enveloppen
Voor de HP LaserJet 3050/3052/3055 all-in-one wordt aanbevolen dat u enveloppen afdrukt vanuit de
voorrangsinvoersleuf. Voor de HP LaserJet 3390/3392 all-in-one wordt aanbevolen dat u enveloppen
afdrukt vanuit de voorrangsinvoersleuf voor losse vellen (lade 1) en dat u de rechte papierbaan gebruikt.
Afdrukmateriaal laden in de invoerladen voor meer informatie.
Zie
Samenstelling
De samenstelling van enveloppen is uiterst belangrijk. Er zijn aanzienlijke verschillen tussen de
vouwlijnen van enveloppen, niet alleen bij enveloppen van verschillende fabrikanten, maar ook bij
enveloppen uit dezelfde doos. Of u enveloppen goed kunt bedrukken, hangt voornamelijk af van de
kwaliteit van de enveloppen. Let bij het selecteren van enveloppen op het volgende:
2
Gewicht: Het papier van de envelop mag niet zwaarder zijn dan 90 g/m
●
papierstoringen optreden.
Opbouw: Voordat u begint met afdrukken, moeten de enveloppen vlak liggen en niet meer dan 6
●
mm krullen in elke richting. Bovendien mogen de enveloppen geen lucht bevatten. Er kunnen
problemen optreden als de enveloppen lucht bevatten. Gebruik geen enveloppen die klemmen,
knipsluitingen, koorden, vensters, gaten, perforaties, uitsparingen, synthetische materialen,
stempels of reliëf hebben. Gebruik geen enveloppen met kleefmiddelen die onder druk worden
gehecht.
Staat van het materiaal: controleer of de enveloppen niet gekreukeld of anderszins beschadigd
●
zijn. Zorg dat er geen lijm zichtbaar is op de enveloppen.
, anders kunnen er
Enveloppen met dubbele naad
Bij een envelop met een dubbele naad bevinden zich aan beide zijden van de envelop verticale naden
in plaats van diagonale naden. Dergelijke enveloppen kunnen meer omkrullen. Controleer of de naden
helemaal doorlopen tot de hoek van de envelop (zie de volgende afbeelding):
1
2
1Aanvaardbare opbouw van envelop
2Onaanvaardbare opbouw van envelop
28Hoofdstuk 3 Specificaties afdrukmateriaalNLWW
Enveloppen met plakstrips of flappen
Enveloppen met een verwijderbare kleefstrook of met meerdere flappen die worden omgevouwen,
moeten kleefmiddelen hebben die bestand zijn tegen de hitte en de druk van de all-in-one: 200°C. De
extra flappen en stroken kunnen kreuken, vouwen of papierstoringen veroorzaken.
Enveloppen opslaan
Als u de enveloppen goed bewaart, komt dit de afdrukkwaliteit ten goede. Bewaar de enveloppen plat.
Als zich lucht in de envelop bevindt waardoor een luchtbel wordt gevormd, kan de envelop tijdens het
afdrukken gaan kreukelen.
Kaarten en zwaar afdrukmateriaal
U kunt op verschillende soorten kaarten afdrukken vanuit de invoerlade, bijvoorbeeld op indexkaarten
en briefkaarten. Bepaalde kaarten leveren betere resultaten op dan andere omdat deze over een betere
opbouw beschikken voor doorvoer door een laserprinter. De HP LaserJet 3390/3392 all-in-one is
ontworpen om kaarten af te drukken via de rechte papierbaan nadat de achterste uitvoerklep is geopend.
2
Voor optimale prestaties gebruikt u papier van maximaal 157 g/m
kunnen er invoerproblemen, stapelproblemen, papierstoringen, problemen met aanbrengen van de
toner, lage afdrukkwaliteit of overmatige mechanische slijtage optreden.
Opmerking U kunt mogelijk op zwaarder papier afdrukken als u de invoerlade niet volledig vult
en als u papier met een gradatie voor gladheid van 100-180 Sheffield gebruikt.
. Als u zwaarder papier gebruikt,
Samenstelling van de kaarten
2
Gladheid: Kaarten van 135-157 g/m
●
100-180 Sheffield beschikken. Kaarten van 60-135 g/m
van 100-250 Sheffield beschikken.
Opbouw: Kaarten moeten vlak liggen en minder dan 5 mm krullen.
●
Staat van het materiaal: controleer of de kaarten niet gekreukeld of anderszins beschadigd zijn.
●
moeten over een gradatie voor gladheid van
2
moeten over een gradatie voor gladheid
Richtlijnen voor kaarten
Stel de marges in op 2 mm van de randen.
NLWWRichtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal29
Briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren
Briefhoofdpapier is kwaliteitspapier, vaak met een watermerk, soms met katoenen vezels en is
beschikbaar in vele kleuren en afwerkingen met bijpassende enveloppen. Voorbedrukte formulieren
worden gemaakt van vele verschillende papiersoorten, van kringlooppapier tot kwaliteitspapier.
Veel fabrikanten produceren dit papier tegenwoordig met eigenschappen die zijn geoptimaliseerd voor
laserprinters en prijzen het papier aan als laser-compatibel of gegarandeerd voor laser. Voor sommige
ruwe oppervlakken, zoals geribbeld of geschept papier of linnen, is wellicht een van de speciale
fusermodi nodig, die op sommige printermodellen beschikbaar zijn voor het verkrijgen van voldoende
tonerhechting.
Opmerking Elke pagina kan afwijkend zijn. Dit is normaal bij het afdrukken op een laserprinter.
Deze afwijking is niet zichtbaar bij het afdrukken op gewoon papier. De afwijking is echter duidelijk
zichtbaar tijdens het afdrukken op voorbedrukte formulieren, omdat de lijnen en kaders al op het
papier zijn aangebracht.
Volg onderstaande richtlijnen om problemen bij het gebruik van voorbedrukte formulieren, reliëfpapier
en briefhoofdpapier te voorkomen:
Gebruik geen inkt voor lage temperaturen (het type inkt dat wordt gebruikt in bepaalde
●
thermografische toepassingen).
Gebruik voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier dat is gedrukt door middel van offset-
●
lithografie of graveerdruk.
Gebruik formulieren die zijn gemaakt met hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of
●
gevaarlijke gassen uitstoot wanneer deze gedurende 0,1 seconde worden verhit tot 200°C.
Doorgaans voldoet door oxidatie drogende inkt en op olie gebaseerde inkt aan deze vereiste.
Gebruikt u voorbedrukte formulieren, pas dan op dat de vochtigheidsgraad van het papier niet
●
wijzigt en gebruik geen materiaal dat de elektrische eigenschappen of verwerkingseigenschappen
van het papier wijzigt. Bewaar de formulieren in een vochtwerende verpakking zodat er tijdens de
opslag geen wijzigingen in de vochtigheidsgraad kunnen optreden.
Gebruik geen voorbedrukte formulieren met een afwerklaag of coating.
●
Gebruik geen papier met veel reliëf of een briefhoofd met reliëf.
●
Gebruik geen papier met veel structuur.
●
Gebruik geen offset-poeder of andere materiaal waarmee wordt voorkomen dat bedrukte
●
formulieren aan elkaar kleven.
30Hoofdstuk 3 Specificaties afdrukmateriaalNLWW
Ondersteunde gewichten en formaten van afdrukmateriaal
Gebruik kopieerpapier van 75 tot 90 g/m2 voor optimale resultaten. Controleer of het papier van goede
kwaliteit is en vrij is van insnijdingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof, kreukels, knikken, vouwen
en omkrullende randen.
Opmerking De all-in-one ondersteunt allerlei afdrukmaterialen in standaardformaat. De
capaciteit van de laden en bakken is afhankelijk van het gewicht of de dikte van het
afdrukmateriaal en de omgevingsvoorwaarden. Gebruik alleen transparanten die zijn ontworpen
voor gebruik met HP LaserJet-printers. Inkjet- en monochrome transparanten worden niet
ondersteund voor deze all-in-one.
Tabel 3-2 Specificaties voor de voorrangsinvoersleuf, HP LaserJet 3050/3052/3055 all-in-one
AfdrukmateriaalAfmetingen
1
PapierMinimaal: 76 x 127 mm
GewichtCapaciteit
60 tot 163 g/m
2
Maximaal 10 vel papier van 80 g/m
2
Maximaal: 216 x 356 mm
HP-omslagpapier
3
Dezelfde afmetingen als de
203 g/m
2
1 vel
eerder vermelde minimum- en
Transparanten en
maximumformaten.
Dikte: 0,10 tot 0,13 mm1 transparant
ondoorzichtige film
Etiketten
Enveloppen
1
2
3
4
4
Dikte: max. 0,23 mm1 vel met etiketten
Max. 90 g/m
2
Max. 10
De all-in-one ondersteunt allerlei afdrukmaterialen in standaardformaat. Zie het printerstuurprogramma voor ondersteunde formaten.
De capaciteit is afhankelijk van het materiaalgewicht, de dikte van het materiaal en de omgevingsomstandigheden.
Hewlett-Packard garandeert het resultaat niet als u afdrukt op overige soorten zwaar papier.
Gladheid: 100 tot 250 (Sheffield).
Tabel 3-3 Specificaties voor lade 1, HP LaserJet 3050/3052/3055 all-in-one
AfdrukmateriaalAfmetingen
Minimumformaat76 x 127 mm
Maximumformaat216 x 356 mm
Letter216 x 279 mm
1
GewichtCapaciteit
60 tot 163 g/m
2
250 vel van 80 g/m2 papier
2
2
A4210 x 297 mm
Legal216 x 356 mm
16K (195 x 270 mm)195 x 270 mm
16K (7,75 x 10.75 inch)197 x 273 mm
16K (184 x 260 mm)184 x 260 mm
A5148 x 210 mm
B5 (ISO)176 x 250 mm
B5 (JIS)182 x 257 mm
Executive191 x 267 mm
NLWWOndersteunde gewichten en formaten van afdrukmateriaal31
Tabel 3-3 Specificaties voor lade 1, HP LaserJet 3050/3052/3055 all-in-one (vervolg)
AfdrukmateriaalAfmetingen
1
GewichtCapaciteit
2
8,5 x 13 inch
1
De all-in-one ondersteunt allerlei afdrukmaterialen in standaardformaat. Zie het printerstuurprogramma voor ondersteunde formaten.
2
De capaciteit is afhankelijk van het materiaalgewicht, de dikte van het materiaal en de omgevingsomstandigheden.
216 x 330 mm
Tabel 3-4 Specificaties voor de voorrangsinvoersleuf voor losse vellen, HP LaserJet 3390/3392 all-in-one
AfdrukmateriaalAfmetingen
PapierMinimaal: 76 x 127 mm
1
GewichtCapaciteit
60 tot 163 g/m
2
1 vel
Maximaal: 216 x 356 mm
HP-omslagpapier
3
Dezelfde afmetingen als de
203 g/m
2
1 vel
eerder vermelde minimum- en
Transparanten en
maximumformaten.
Dikte: 0,10 tot 0,13 mm1 transparant
ondoorzichtige film
Etiketten
Enveloppen
1
2
3
4
4
Dikte: max. 0,23 mm1 vel met etiketten
Max. 90 g/m
2
1 envelop
De all-in-one ondersteunt allerlei afdrukmaterialen in standaardformaat. Zie het printerstuurprogramma voor ondersteunde formaten.
De capaciteit is afhankelijk van het materiaalgewicht, de dikte van het materiaal en de omgevingsomstandigheden.
Hewlett-Packard garandeert het resultaat niet als u afdrukt op overige soorten zwaar papier.
Gladheid: 100 tot 250 (Sheffield).
2
Tabel 3-5 Specificaties voor lade 2 en de optionele lade 3, HP LaserJet 3050/3052/3055 all-in-one
AfdrukmateriaalAfmetingen
Minimumformaat148 x 210 mm
1
GewichtCapaciteit
60 tot 105 g/m
2
250 vel van 80 g/m2 papier
Maximumformaat216 x 356 mm
Letter216 x 279 mm
A4210 x 297 mm
Legal216 x 356 mm
A5148 x 210 mm
B5 (ISO)176 x 250 mm
B5 (JIS)182 x 257 mm
Executive191 x 267 mm
8,5 x 13 inch216 x 330 mm
1
De all-in-one ondersteunt allerlei afdrukmaterialen in standaardformaat. Zie het printerstuurprogramma voor ondersteunde formaten.
2
De capaciteit is afhankelijk van het materiaalgewicht, de dikte van het materiaal en de omgevingsomstandigheden.
2
Tabel 3-6 Specificaties voor de automatische documentinvoer (ADI), HP LaserJet 3050 all-in-one
AfdrukmateriaalAfmetingenGewicht of dikteCapaciteit
Minimumformaat148 x 105 mm
60 tot 105 g/m
2
30 vel (80 g/m2)
32Hoofdstuk 3 Specificaties afdrukmateriaalNLWW
Tabel 3-6 Specificaties voor de automatische documentinvoer (ADI), HP LaserJet 3050 all-in-one (vervolg)
AfdrukmateriaalAfmetingenGewicht of dikteCapaciteit
Maximumformaat
1
Voor papier van Legal-formaat (216 x 356 mm) en groter afdrukmateriaal voert u één vel tegelijk in via de ADI.
216 x 381 mm
1
Tabel 3-7 Specificaties voor de ADI, HP LaserJet 3050 all-in-one
AfdrukmateriaalAfmetingenGewicht of dikteCapaciteit
Minimumformaat127 x 127 mm
Maximumformaat216 x 381 mm
Opmerking Als u faxt, kopieert of scant met de HP LaserJet 3052/3055/3390/3392 all-in-one,
gebruikt u de flatbedscanner voor foto's of als het origineel dun, dik of te klein is voor de
automatische documentinvoer. Gebruik de flatbedscanner ook als u de functie Aanpassen aan
pagina wilt gebruiken bij het kopiëren. De flatbedscanner biedt de beste fax-, kopieer- en
scanresolutie.
60 tot 90 g/m
2
50 vel (80 g/m2)
NLWWOndersteunde gewichten en formaten van afdrukmateriaal33
Omgeving voor afdrukken en opslag
De beste omgeving voor afdrukken en het opslaan van afdrukmateriaal is bij kamertemperatuur en niet
te droog of te vochtig. Houd er rekening mee dat papier snel vocht opneemt en verliest.
Een combinatie van warmte en vocht beschadigt papier. Door de warmte verdampt het vocht in het
papier, terwijl dit door de koude op de vellen condenseert. Verwarmingssystemen en airconditioners
verwijderen het meeste vocht uit een vertrek. Wanneer een pak papier wordt geopend en gebruikt,
verliest het papier vocht, waardoor strepen en vlekken ontstaan. Vochtig weer en drinkfonteinen kunnen
de vochtigheid in een vertrek doen toenemen. Wanneer een pak papier wordt geopend voor gebruik,
neemt het papier vocht op en ontstaan lichte afdrukken en weggevallen gedeelten. Ook kan het papier
vervormen wanneer het vocht verliest en opneemt. Dit kan tot papierstoringen leiden.
Daarom zijn de opslag en het hanteren van papier even belangrijk als het papierfabricageproces zelf.
De omgevingscondities bij papieropslag kunnen een rechtstreeks effect op de papiertoevoer hebben.
Zorg ervoor dat u niet meer papier aanschaft dan gemakkelijk in korte tijd (ongeveer drie maanden) kan
worden opgebruikt. Papier dat lange tijd opgeslagen blijft, kan aan extreme warmte en vochtigheid
worden blootgesteld, waardoor het beschadigd kan raken. Planning is belangrijk om beschadiging van
een grote voorraad papier te voorkomen.
Ongeopende riemen papier in verzegelde verpakking kunnen enkele maanden lang stabiel blijven
voordat het papier wordt gebruikt. Geopende pakken papier kunnen eerder door de omgeving worden
beschadigd, vooral als ze niet in een vochtafstotende omslag zijn gewikkeld.
De opslagomgeving voor afdrukmateriaal moet goed worden beheerd om optimale prestaties te
garanderen. De vereiste temperatuur is 20-24 °C, met een vochtigheidsgraad van 45-55%. De volgende
richtlijnen zijn nuttig bij het evalueren van de opslagomgeving:
Het afdrukmateriaal moet op of omstreeks kamertemperatuur worden opgeslagen.
●
De lucht moet niet te droog of te vochtig zijn.
●
De beste manier om een geopende riem papier op te slaan is deze weer strak in de vochtbestendige
●
omslag te wikkelen. Als er van extreme bedrijfsomstandigheden sprake is in de omgeving van de
all-in-one, moet u alleen de hoeveelheid papier uitpakken die gedurende één dag wordt gebruikt
om ongewenste veranderingen aan het vochtgehalte te voorkomen.
Bewaar papier en afdrukmaterialen nooit dicht bij een verwarming of airconditioning of nabij ramen
●
en deuren die vaak open staan.
34Hoofdstuk 3 Specificaties afdrukmateriaalNLWW
4De all-in-one gebruiken
Afdrukmateriaal laden in de invoerladen
●
Afdruktaken instellen
●
Het bedieningspaneel van de all-in-one gebruiken
●
NLWW35
Afdrukmateriaal laden in de invoerladen
In de volgende gedeelten wordt beschreven hoe u afdrukmateriaal in de verschillende invoerladen
plaatst.
VOORZICHTIG Als u afdrukt op gekreukt, gevouwen of beschadigd afdrukmateriaal kunnen er
papierstoringen optreden Zie
informatie.
Documenten plaatsen om te faxen, kopiëren of scannen
Lees de volgende instructies om originelen in de all-in-one te plaatsen en deze te scannen. Voor de
beste scanresultaten gebruikt u de flatbedscanner.
Originelen op de flatbedscanner plaatsen (alleen HP LaserJet 3052/3055/3390/3392 all-in-one)
1.Controleer of de automatische documentinvoer leeg is.
2.Open de klep van de flatbedscanner.
3.Plaats het origineel met de afdrukzijde omlaag en met de linkerbovenhoek van het document in
de rechteronderhoek van de glasplaat van de flatbedscanner.
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal voor meer
HP LaserJet
HP LaserJet 3390/3392
4.Sluit de klep voorzichtig.
Het document kan nu worden gefaxt/gekopieerd/gescand.
Originelen in de automatische documentinvoer (ADI) plaatsen
Opmerking De capaciteit van de ADI voor de HP LaserJet 3050 all-in-one is maximaal 30 vel
afdrukmateriaal van 80 g/m
3052/3055/3390/3392 all-in-one is maximaal 50 vel afdrukmateriaal van 80 g/m
3052/3055
2
. De capaciteit van de ADI voor de HP LaserJet
2
.
36Hoofdstuk 4 De all-in-one gebruikenNLWW
VOORZICHTIG Gebruik geen originelen met correctievloeistof, correctietape, paperclips of
nietjes om schade aan de all-in-one te voorkomen. Plaats ook geen foto's, kleine of tamelijk
dunne originelen in de automatische documentinvoer.
1.Voor de HP LaserJet 3050 all-in-one plaatst u de papierstapel met de bovenste rand naar voren
in de invoerlade van de automatische documentinvoer. Plaats het afdrukmateriaal vervolgens met
de afdrukzijde omlaag en leg de eerste pagina die moet worden gekopieerd onder aan de stapel.
Controleer of de hendel voor afdrukmateriaal in de ADI op de juiste wijze is ingesteld voor
documenten met een of meer pagina's.
-of-
Voor de HP LaserJet 3052/3055/3390/3392 all-in-one plaatst u de papierstapel met de bovenste
rand naar voren in de invoerlade van de automatische documentinvoer. Plaats het afdrukmateriaal
vervolgens met de afdrukzijde omhoog en leg de eerste pagina die moet worden gekopieerd boven
op de stapel.
2.Schuif de stapel in de automatische documentinvoer totdat het papier niet verder doorgeschoven
kan worden.
HP LaserJet 3052/3055
HP LaserJet 3050
HP LaserJet 3390/3392
Document geladen wordt weergegeven op het display van het bedieningspaneel.
3.Schuif de papiergeleiders tegen de stapel afdrukmateriaal aan.
HP LaserJet
HP LaserJet 3050
HP LaserJet 3390/3392
4.Het document kan nu worden gefaxt/gekopieerd/gescand.
3052/3055
NLWWAfdrukmateriaal laden in de invoerladen37
Invoerladen vullen, HP LaserJet 3050/3052/3055 all-in-one
Voorrangsinvoersleuf
De voorrangsinvoersleuf op de HP LaserJet 3050/3052/3055 all-in-one kan maximaal 10 vel
afdrukmateriaal van 163 g/m
afdrukmateriaal in met de bovenrand naar voren en de afdrukzijde omhoog. Stel de papiergeleiders aan
de zijkant altijd in voordat u afdrukmateriaal plaatst, om te voorkomen dat het afdrukmateriaal vastloopt
of scheeftrekt.
2
of één envelop, transparant vel of kaart bevatten. Voer het
Invoerlade voor 250 vel (lade 1)
De invoerlade kan maximaal 250 pagina's met papier van 80 g/m2 bevatten, of enige pagina's minder
van zwaarder afdrukmateriaal (een stapelhoogte van 25 mm of minder). Voer het afdrukmateriaal in
met de bovenrand naar voren en de afdrukzijde omlaag. Stel de papiergeleiders aan de zijkant en
achterkant altijd in voordat u afdrukmateriaal plaatst, om te voorkomen dat het afdrukmateriaal vastloopt
of scheeftrekt.
Opmerking Wanneer u nieuw afdrukmateriaal toevoegt, verwijdert u al het afdrukmateriaal uit
de invoerlade en legt u de stapel met nieuw afdrukmateriaal recht. Hiermee voorkomt u dat
meerdere vellen afdrukmateriaal worden geladen in de all-in-one, waardoor papierstoringen
kunnen optreden.
38Hoofdstuk 4 De all-in-one gebruikenNLWW
Invoerladen vullen, HP LaserJet 3390/3392 all-in-one
Voorrangsinvoersleuf voor losse vellen (lade 1)
De voorrangsinvoersleuf voor losse vellen op de HP LaserJet 3390/3392 all-in-one kan maximaal één
vel afdrukmateriaal van 163 g/m
afdrukmateriaal in met de bovenrand naar voren en de afdrukzijde omhoog. Stel de papiergeleiders
altijd in voordat u afdrukmateriaal plaatst, om te voorkomen dat het afdrukmateriaal vastloopt of
scheeftrekt.
Opmerking Wanneer u afdrukmateriaal plaatst in de voorrangsinvoersleuf voor losse vellen
van de HP LaserJet 3390/3392 all-in-one, wordt het afdrukmateriaal gedeeltelijk ingevoerd in de
all-in-one en vervolgens wordt er gewacht. U moet wachten totdat de all-in-one is gestopt voordat
u een volgend vel afdrukmateriaal invoert. U kunt slechts één vel afdrukmateriaal tegelijk
invoeren.
2
of één envelop, transparant vel of kaart bevatten. Voer het
Invoerlade voor 250 vel (lade 2 of optionele lade 3)
Opmerking Lade 3 is optioneel voor de HP LaserJet 3390 all-in-one.
De invoerlade kan maximaal 250 pagina's met papier van 80 g/m2 bevatten, of enige pagina's minder
van zwaarder afdrukmateriaal (een stapelhoogte van 25 mm of minder). Voer het afdrukmateriaal in
met de bovenrand naar voren en de afdrukzijde omlaag. Stel de papiergeleiders aan de zijkant en
achterkant altijd in voordat u afdrukmateriaal laadt, om te voorkomen dat het afdrukmateriaal vastloopt
of scheeftrekt.
Opmerking Wanneer u nieuw afdrukmateriaal toevoegt, verwijdert u al het afdrukmateriaal uit
de invoerlade en legt u de stapel met nieuw afdrukmateriaal recht. Hiermee voorkomt u dat
meerdere vellen afdrukmateriaal worden geladen in de all-in-one, waardoor er papierstoringen
kunnen optreden.
NLWWAfdrukmateriaal laden in de invoerladen39
Afdruktaken instellen
In dit gedeelte worden de basisinstructies voor afdrukken beschreven. Wanneer u de afdrukinstellingen
wijzigt, volgt u de hiërarchie op basis waarvan prioriteiten worden toegekend aan wijzigingen.
Opmerking De namen van opdrachten en dialoogvensters zijn afhankelijk van het
softwareprogramma.
Prioriteiten voor afdrukinstellingen
Wanneer u de afdrukinstellingen wijzigt, volgt u de hiërarchie op basis waarvan prioriteiten worden
toegekend aan wijzigingen. (De namen van opdrachten en dialoogvensters zijn afhankelijk van het
softwareprogramma.)
Dialoogvenster "Pagina-instelling". Dit dialoogvenster verschijnt wanneer u klikt op Pagina-
●
instelling of een dergelijke opdracht in het menu Bestand in uw softwareprogramma. Dit
dialoogvenster is onderdeel van het programma waarin u werkt. De instellingen die u hier wijzigt,
hebben voorrang boven alle andere instellingen.
Het dialoogvenster Afdrukken. Dit dialoogvenster wordt geopend wanneer u op Afdrukken,
●
Afdrukinstellingen of een vergelijkbare opdracht klikt in het menu Bestand van uw
softwareprogramma. Het dialoogvenster maakt ook deel uit van het programma maar heeft een
lagere prioriteit dan het dialoogvenster Pagina-instelling. Als u instellingen wijzigt in het
dialoogvenster Afdrukken, worden er geen instellingen opgeheven die zijn gewijzigd in het
dialoogvenster Pagina-instelling. Als u hier instellingen wijzigt, worden er wel instellingen
opgeheven die zijn gewijzigd in het printerstuurprogramma.
Printerstuurprogramma's. Het printer stuurprogramma wordt geopend wanneer u op
●
Eigenschappen klikt in het dialoogvenster Afdrukken. Als u hier instellingen wijzigt, worden er
geen instellingen vervangen die elders zijn gewijzigd. (Voor Macintosh worden de instellingen voor
printerstuurprogramma's geïntegreerd in het dialoogvenster Afdrukken.)
Een bron selecteren
U kunt afdrukken op bron (lade) of op soort of formaat. Voer de volgende stappen uit om op bron af te
drukken. Bij besturingssystemen van Macintosh zijn soorten en formaten samen te vinden via het popupmenu Papierbron.
Windows: selecteer indien mogelijk de Bron (lade) in het dialoogvenster Print in uw
●
softwareprogramma. Kies anders een lade via het veld Bron is op het tabblad Papier in de
printerdriver.
Mac OS X versie 10.3 en Mac OS X versie 10.4: selecteer in het dialoogvenster Afdrukken de
●
lade of het type afdrukmateriaal in het pop-upmenu Papierinvoer.
40Hoofdstuk 4 De all-in-one gebruikenNLWW
Een type of formaat selecteren
U kunt afdrukken op bron (lade) of op soort of formaat. Als u op speciale afdrukmaterialen afdrukt, zoals
zwaar papier, is het belangrijk op soort (of formaat voor enveloppen) af te drukken voor het beste
resultaat. Voer de volgende stappen uit om op soort of formaat af te drukken. Bij besturingssystemen
van Macintosh zijn soorten en formaten samen te vinden via het pop-upmenu Papierbron.
Windows: selecteer een papiersoort in het veld Type is op het tabblad Papier in de printerdriver.
●
Of kies een formaat via het veld Formaat is. Bij sommige soorten papier zoals briefhoofdpapier of
enveloppen, kiest u zowel soort als formaat.
Mac OS X versie 10.3 en Mac OS X versie 10.4: selecteer in het dialoogvenster Afdrukken de
●
lade of het type afdrukmateriaal in het pop-upmenu Papierinvoer.
NLWWAfdruktaken instellen41
Het bedieningspaneel van de all-in-one gebruiken
U kunt instellingen opgeven via het bedieningspaneel van de all-in-one.
De taal van het bedieningspaneel van de all-in-one wijzigen
Als u de taal van het bedieningspaneel wijzigt, kunnen rapporten worden afgedrukt en berichten op het
bedieningspaneel van de all-in-one worden weergegeven in een andere taal dan de standaardtaal voor
uw land/regio.
De taal van het bedieningspaneel van de all-in-one wijzigen
1.Druk op Menu.
2.Gebruik de knop < of > om Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Taal te selecteren en druk vervolgens op
4.Gebruik de knop < of > om de gewenste taal te selecteren.
5.Druk op
De all-in-one wordt automatisch opnieuw gestart.
om uw selectie op te slaan.
.
.
Het standaardpapierformaat wijzigen
Stel het formaat en het type in op het afdrukmateriaal dat u gewoonlijk in de invoerlade plaatst. De allin-one gebruikt deze instellingen voor het kopiëren, het afdrukken van rapporten, het faxen en het
automatisch verkleinen van binnenkomende faxen.
Zo wijzigt u het standaardpapierformaat
1.Druk op Menu.
2.Gebruik de knop < of > om Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Papierinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
4.Gebruik de knop < of > om St.papierformaat te selecteren en druk vervolgens op
5.Gebruik de knop < of > om het formaat te selecteren.
.
.
.
6.Druk op
42Hoofdstuk 4 De all-in-one gebruikenNLWW
om uw selectie op te slaan.
Zo wijzigt u het standaardtype afdrukmateriaal
1.Druk op Menu.
2.Gebruik de knop < of > om Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Papierinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
4.Gebruik de knop < of > om Stand. papiersoort te selecteren en druk vervolgens op
5.Gebruik de knop < of > om het type te selecteren.
6.Druk op
om uw selectie op te slaan.
.
.
.
De standaardconfiguratie voor laden wijzigen
De standaardladeconfiguraties (formaat en soort) zijn ingesteld op Willekeurig, wat betekent dat alle
soorten en formaten ondersteund afdrukmateriaal kunnen worden afgedrukt vanaf die lade. Configureer
de laden aan de hand van de volgende instructies alleen als u regelmatig afdrukken maakt voor
specifieke formaten en soorten afdrukmateriaal.
Het standaardformaat van afdrukmateriaal voor een lade wijzigen
1.Druk op Menu.
2.Gebruik de knop < of > om Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Papierinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
4.Gebruik de knop < of > om Lade 1 (of lade 2 of optionele lade 3) te selecteren en druk vervolgens
.
op
.
.
5.Gebruik de knop < of > om Papierformaat te selecteren en druk vervolgens op
6.Gebruik de knop < of > om het formaat te selecteren.
7.Druk op
Het standaardtype afdrukmateriaal voor een lade wijzigen
1.Druk op Menu.
2.Gebruik de knop < of > om Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Papierinstellingen te selecteren en druk vervolgens op .
4.Gebruik de knop < of > om Lade 1 (of lade 2 of optionele lade 3) te selecteren en druk vervolgens
op
5.Gebruik de knop < of > om Papiersoort te selecteren en druk vervolgens op
6.Gebruik de knop < of > om het type te selecteren.
7.Druk op
om uw selectie op te slaan.
.
om uw selectie op te slaan.
.
.
.
NLWWHet bedieningspaneel van de all-in-one gebruiken43
Het volume van de all-in-one regelen
U kunt het volume van de volgende geluiden regelen:
Het alarmsignaal dat wordt weergegeven om u ergens op attent te maken, bijvoorbeeld dat de klep
●
van de all-in-one open staat.
De pieptonen die te horen zijn wanneer u op de toetsen van de all-in-one drukt.
●
Het geluid van de telefoonlijn voor uitgaande faxen.
●
Het belvolume voor binnenkomende faxen.
●
Het alarmvolume regelen
Het alarmsignaal wordt weergegeven bij waarschuwingen of kritieke fouten. Het alarmsignaal duurt één
seconde.
Het volume van het alarmsignaal regelen
1.Druk op Menu.
2.Gebruik de knop < of > om Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Vol-instellingen te selecteren en druk vervolgens op
4.Druk op
5.Gebruik de knop < of > om Uit, Laag, Gemiddeld of Hoog te selecteren.
6.Druk op
Opmerking Het alarmvolume staat standaard ingesteld op Laag.
om Volume alarmsignaal te selecteren.
om uw selectie op te slaan.
.
.
Het volume voor de fax wijzigen
Met deze instelling kunt u het volume regelen van de verschillende faxgeluiden die te horen zijn tijdens
het verzenden of ontvangen van een fax.
Het volume van faxgeluiden wijzigen
1.Druk op Volume.
2.Gebruik de knop < of > om Uit, Laag, Gemiddeld of Hoog te selecteren.
3.Druk op
om uw selectie op te slaan.
Opmerking De fabrieksinstelling is Laag.
44Hoofdstuk 4 De all-in-one gebruikenNLWW
Het belvolume voor de fax wijzigen
Het faxsignaal is te horen wanneer wordt begonnen met het verzenden of ontvangen van een fax. De
lengte van het faxsignaal is afhankelijk van de lengte van de beltoon van het plaatselijke telefoonbedrijf.
Het belvolume van de fax wijzigen
1.Druk op Menu.
2.Gebruik de knop < of > om Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Vol-instellingen te selecteren en druk vervolgens op
4.Druk op de knop < of > om Belvolume te selecteren en druk vervolgens op
5.Gebruik de knop < of > om Uit, Laag, Gemiddeld of Hoog te selecteren.
6.Druk op
Opmerking De fabrieksinstelling is Laag.
om uw selectie op te slaan.
.
.
.
Het volume van de toetsen op het bedieningspaneel van de all-in-one wijzigen
Met deze volumeregeling kunt u het geluid regelen dat te horen is wanneer u op de toetsen van het
bedieningspaneel drukt.
Het volume van de toetsen op het bedieningspaneel wijzigen
1.Druk op Menu.
2.Gebruik de knop < of > om Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Vol-instellingen te selecteren en druk vervolgens op
4.Gebruik de knop < of > om Toetsvolume te selecteren en druk vervolgens op
.
.
.
5.Gebruik de knop < of > om Uit, Laag, Gemiddeld of Hoog te selecteren.
6.Druk op
NLWWHet bedieningspaneel van de all-in-one gebruiken45
om uw selectie op te slaan.
Opmerking De standaardinstelling van het volume van de toetsen op het
bedieningspaneel is Laag.
46Hoofdstuk 4 De all-in-one gebruikenNLWW
5Afdrukken
In dit gedeelte vindt u informatie over algemene afdruktaken.
Functies van het Windows-printerstuurprogramma gebruiken
●
Functies van het Macintosh-printerstuurprogramma gebruiken
●
Een uitvoerlocatie selecteren (HP LaserJet 3390/3392 all-in-one)
●
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
●
Afdruktaken annuleren
●
Voor informatie over het beheren van de all-in-one en de instellingen via HP ToolboxFX raadpleegt u
HP ToolboxFX .
Opmerking Een groot aantal functies dat in dit hoofdstuk wordt beschreven, kan ook met
HP ToolboxFX worden uitgevoerd. Zie de on line Help bij HP ToolboxFX voor instructies voor
het gebruik van HP ToolboxFX.
NLWW47
Functies van het Windows-printerstuurprogramma
gebruiken
Als u afdrukt vanuit een softwareprogramma, zijn veel van de functies van het apparaat beschikbaar
vanuit de printerdriver. Raadpleeg de Help bij de printerdriver voor volledige informatie over de
beschikbare functies. In dit gedeelte worden de volgende functies beschreven:
Snelinstellingen maken en gebruiken
●
Watermerken maken en gebruiken
●
Documenten verkleinen/vergroten
●
Een aangepast papierformaat instellen in het printerstuurprogramma
●
Voorbladen van een andere papiersoort gebruiken
●
Een lege eerste of laatste pagina afdrukken
●
Meerdere pagina's afdrukken op één vel papier
●
Afdrukken op beide zijden
●
Opmerking Instellingen in de printerdriver en het softwareprogramma overschrijven meestal
de bedieningspaneelinstellingen. De instellingen van het softwareprogramma hebben over het
algemeen voorrang op de instellingen van de printerdriver.
Snelinstellingen maken en gebruiken
Met snelinstellingen kunt u de huidige instellingen van het stuurprogramma opslaan om deze opnieuw
te gebruiken. U kunt bijvoorbeeld instellingen voor de afdrukstand, dubbelzijdig afdrukken en de
papierbron opslaan in een snelinstelling. Snelinstellingen zijn beschikbaar op de meeste tabbladen van
het printerstuurprogramma. U kunt maximaal 25 snelinstellingen voor afdruktaken opslaan.
Opmerking Mogelijk geeft de printerdriver aan dat er 25 snelinstellingen voor het afdrukken
van taken zijn gedefinieerd hoewel er minder dan 25 worden weergegeven. Mogelijk wordt een
aantal vooraf gedefinieerde snelinstellingen voor het afdrukken van taken meegeteld die niet van
toepassing zijn op uw apparaat.
Een snelinstelling maken
1.Open de printerdriver (zie
2.Selecteer de afdrukinstellingen die u wilt gebruiken.
3.Typ in het vak Snelinstellingen voor het afdrukken van taken een naam voor de geselecteerde
instellingen (bijvoorbeeld 'Kwartaalrapport' of 'Mijn projectstatus').
4.Klik op Opslaan.
Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's ).
48Hoofdstuk 5 AfdrukkenNLWW
Snelinstellingen gebruiken
1.Open de printerdriver (zie
2.Selecteer in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen voor het afdrukken van taken de snelinstelling
die u wilt gebruiken.
3.Klik op OK. Het apparaat is nu ingesteld om af te drukken volgens de instellingen die in de
snelinstelling zijn opgeslagen.
Opmerking Als u de standaardinstellingen van de printerdriver wilt herstellen, selecteert u
Standaard afdrukinstellingen in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen voor het afdrukken
van taken.
Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's ).
Watermerken maken en gebruiken
Een watermerk is een mededeling, bijvoorbeeld 'Vertrouwelijk', die wordt afgedrukt op de achtergrond
van elke pagina van het document.
Een bestaand watermerk gebruiken
1.Open de printerdriver (zie
2.Klik op het tabblad Effecten op de vervolgkeuzelijst Watermerken.
3.Klik op het watermerk dat u wilt gebruiken.
4.Als u het watermerk alleen op de eerste pagina van het document wilt afdrukken, klikt u op Alleen
eerste pagina.
Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's ).
5.Klik op OK. Het apparaat is nu ingesteld om het door u geselecteerde watermerk af te drukken.
Als u het watermerk wilt verwijderen, klikt u op (geen) in de vervolgkeuzelijst Watermerken.
Documenten verkleinen/vergroten
Met de opties voor het wijzigen van het documentformaat kunt u de schaal van een document
aanpassen op basis van een percentage van de normale grootte. U kunt een document ook afdrukken
op een ander papierformaat, met of zonder vergroten/verkleinen.
Een document vergroten of verkleinen
1.Open de printerdriver (zie
2.Typ op het tabblad Effecten naast % van normaal formaat het percentage waarmee u het
document wilt verkleinen of vergroten.
U kunt ook de schuifbalk gebruiken om het vergrotings-/verkleiningspercentage aan te passen.
3.Klik op OK. Het apparaat is nu ingesteld om het document te vergroten of te verkleinen met het
percentage dat u hebt geselecteerd.
Een document afdrukken op een ander papierformaat
1.Open de printerdriver (zie
Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's ).
Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's ).
2.Klik op het tabblad Effecten op Document afdrukken op.
NLWWFuncties van het Windows-printerstuurprogramma gebruiken49
3.Selecteer het doelformaat waarop u wilt afdrukken.
4.Als u het document op een doelpagina wilt afdrukken zonder het passend te maken op de pagina,
controleert u of de optie Passend maken niet is ingeschakeld.
5.Klik op OK. Het apparaat is nu ingesteld om het document af te drukken zoals u hebt aangegeven.
Een aangepast papierformaat instellen in het
printerstuurprogramma
Een aangepast papierformaat instellen:
1.Open de printerdriver (zie
2.Klik op het tabblad Papier of Papier/Kwaliteit op de optie Aangepast.
3.Typ de naam van het aangepaste papierformaat in het venster Aangepast papierformaat.
4.Geef de lengte en breedte van het papier op. Als u een te kleine of te grote afmeting opgeeft, stelt
de driver automatisch het minimale of maximale formaat in.
5.Indien nodig klikt u op de knop om de maateenheid te wisselen van millimeter naar inch of
omgekeerd.
6.Klik op Opslaan.
7.Klik op Sluiten. Het apparaat is nu ingesteld om het document af te drukken op het aangepaste
papierformaat dat u hebt geselecteerd. De naam die u hebt opgeslagen, wordt in de lijst van
papierformaten weergegeven zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken.
Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's ).
Voorbladen van een andere papiersoort gebruiken
Volg deze instructies als de eerste pagina van de afdruktaak anders moet zijn dan de andere pagina's.
1.Open de printerdriver (zie
2.Selecteer het papier voor de eerste pagina van de afdruktaak op het tabblad Papier of Papier/
Kwaliteit.
Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's ).
3.Klik op Gebruik ander papier/omslagbladen.
4.Klik in de lijst op de pagina's of omslagbladen die u op ander papier wilt afdrukken.
5.Als u een omslagblad voor de voor- of achterkant wilt afdrukken, moet u ook Leeg/voorbedr.
omslagblad toevoegen selecteren.
-of-
Selecteer een papiertype of -bron voor de overige pagina's van de afdruktaak. Het apparaat is nu
ingesteld om het document af te drukken op het papier dat u hebt geselecteerd.
Opmerking U moet hetzelfde papierformaat gebruiken voor alle pagina's van de afdruktaak.
50Hoofdstuk 5 AfdrukkenNLWW
Een lege eerste of laatste pagina afdrukken
Een lege eerste of laatste pagina afdrukken
1.Open de printerdriver (zie
2.Klik op het tabblad Papier of Papier/Kwaliteit op Gebruik ander papier/omslagbladen.
3.Klik in de keuzelijst op Voorblad of Achterblad.
4.Klik op Leeg/voorbedr. omslagblad toevoegen.
Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's ).
Meerdere pagina's afdrukken op één vel papier
U kunt meer dan één pagina op één vel papier afdrukken. Deze functie is in een aantal drivers
beschikbaar. Dankzij deze functie is het mogelijk conceptpagina's goedkoop af te drukken.
Om meer dan één pagina op een vel papier af te drukken, zoekt u de optie Pagina-instelling of Aantal
pagina's per vel in de driver. (Dit wordt ook wel 2 op een vel, 4 op een vel of n op een vel afdrukken
genoemd.)
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken
1.Open de printerdriver (zie
2.Klik op het tabblad Afwerking.
3.Selecteer onder Documentopties het aantal pagina's dat u per vel wilt afdrukken (1, 2, 4, 6, 9 of
16).
4.Als het aantal pagina's meer dan 1 bedraagt, selecteert u de opties voor Paginaranden
afdrukken en Paginavolgorde.
Klik op Paginaranden afdrukken als u een rand wilt afdrukken om elke pagina op het vel.
●
Klik op Paginavolgorde, als u de volgorde en de plaats van de pagina's op het vel wilt
●
opgeven.
5.Klik op OK. Het apparaat is nu ingesteld om het aantal pagina's per vel af te drukken dat u hebt
geselecteerd.
Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's ).
Afdrukken op beide zijden
U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken op de HP LaserJet 3390/3392 all-in-one met de
automatische duplex-eenheid. U kunt handmatig dubbelzijdig afdrukken met de HP LaserJet
3050/3052/3055/3390/3392 all-in-one. Als u handmatig dubbelzijdig wilt afdrukken, drukt u af op beide
zijden van een pagina door de pagina tweemaal in te voeren in de all-in-one.
NLWWFuncties van het Windows-printerstuurprogramma gebruiken51
Opmerking In het printerstuurprogramma is de optie Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)
alleen beschikbaar als de optie voor automatisch dubbelzijdig afdrukken niet beschikbaar is of
niet wordt ondersteund door het type afdrukmateriaal dat u gebruikt.
Automatisch afdrukken op beide zijden (HP LaserJet 3390/3392 all-in-one)
1.Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken. Als u speciaal papier
zoals briefpapier plaatst, plaats het dan op een van de volgende manieren:
Voor lade 1 plaatst u het briefhoofdpapier met de afdrukzijde omhoog en de onderste rand
●
naar voren.
Plaats voor alle andere laden het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar beneden en de
●
bovenzijde naar de achterkant van de lade toe.
VOORZICHTIG Gebruik geen papier dat zwaarder is dan 105 g/m2. Dit kan leiden tot een
papierstoring in de all-in-one.
2.Open de printerdriver (zie Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's ).
3.Klik in Windows op het tabblad Afwerking op de optie Dubbelzijdig afdrukken.
4.Klik op OK. Het apparaat is nu gereed om dubbelzijdig af te drukken.
Handmatig afdrukken op beide zijden (HP LaserJet 3050/3052/3055 all-in-one)
Opmerking Het printerstuurprogramma biedt ook instructies en afbeeldingen voor handmatig
dubbelzijdig afdrukken.
1.Open de eigenschappen van de all-in-one (printerstuurprogramma) in het softwareprogramma.
2.Op het tabblad Afwerking selecteert u Dubbelzijdig afdrukken.
Opmerking Als de optie Dubbelzijdig afdrukken grijs wordt weergegeven of niet
beschikbaar is, opent u de eigenschappen van de all-in-one (printerstuurprogramma).
Selecteer op het tabblad Apparaatinstellingen of Configureren de optie Handmatige
duplex toestaan en klik op OK. Herhaal stap 1 en 2.
3.Druk het document af.
4.Nadat een zijde is afgedrukt, verwijdert u het overgebleven afdrukmateriaal uit de invoerlade en
legt u het weg totdat de handmatige dubbelzijdige afdruktaak is voltooid.
HP LaserJet 3050HP LaserJet 3052/3055
52Hoofdstuk 5 AfdrukkenNLWW
5.Leg de afgedrukte pagina’s met de afdrukzijde omlaag en zorg dat de stapel recht ligt.
HP LaserJet 3050HP LaserJet 3052/3055
6.Plaats de stapel met afdrukmateriaal opnieuw in de invoerlade. De afgedrukte zijde moet naar
beneden gericht zijn en de bovenrand moet als eerste worden ingevoerd in de all-in-one.
1
HP LaserJet 3050HP LaserJet 3052/3055
7.Klik op OK in het computerscherm en wacht totdat de tweede zijde is afgedrukt.
NLWWFuncties van het Windows-printerstuurprogramma gebruiken53
Handmatig afdrukken op beide zijden (HP LaserJet 3390/3392 all-in-one)
1.Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken. Als u speciaal papier
zoals briefpapier plaatst, plaats het dan op een van de volgende manieren:
Voor lade 1 plaatst u het briefhoofdpapier met de afdrukzijde omhoog en de onderste rand
●
naar voren.
Plaats voor alle andere laden het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar boven en de
●
bovenzijde naar de achterkant van de lade toe.
VOORZICHTIG Gebruik geen papier dat zwaarder is dan 105 g/m2. Hierdoor kunnen
papierstoringen optreden.
2.Open de printerdriver (zie Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's ).
3.Klik op het tabblad Afwerking op Dubbelzijdig afdrukken (handmatig).
4.Klik op OK.
5.Verzend de afdruktaak naar het apparaat.
6.Ga naar de all-in-one. Verwijder eventueel blanco papier uit lade 1. Plaats de afgedrukte stapel in
de lade die wordt opgegeven op het bedieningspaneel. Plaats het papier met de bedrukte zijde
omhoog en zorg dat de onderrand als eerste wordt ingevoerd in de all-in-one. Volg de instructies
in het pop-upvenster dat wordt weergegeven voordat u de uitvoerstapel opnieuw invoert, om het
tweede gedeelte van de taak af te drukken.
7.Mogelijk wordt u via het scherm van het bedieningspaneel gevraagd een toets in te drukken om
door te gaan.
54Hoofdstuk 5 AfdrukkenNLWW
Functies van het Macintosh-printerstuurprogramma
gebruiken
Wanneer u afdrukt vanuit een softwareprogramma, is een groot aantal functies beschikbaar via het
printerstuurprogramma. Raadpleeg de Help bij het printerstuurprogramma voor uitgebreide informatie
over de functies die beschikbaar zijn in het printerstuurprogramma. In dit gedeelte worden de volgende
functies beschreven:
Voorinstellingen maken en gebruiken in Mac OS X versie 10.3 en Mac OS X versie 10.4
●
Een voorblad afdrukken (Macintosh)
●
Meerdere pagina's afdrukken op één vel papier (Macintosh)
●
Afdrukken op beide zijden (Macintosh)
●
Opmerking Instellingen in de printerdriver en het softwareprogramma overschrijven meestal
de bedieningspaneelinstellingen. De instellingen van het softwareprogramma hebben over het
algemeen voorrang op de instellingen van de printerdriver.
Voorinstellingen maken en gebruiken in Mac OS X versie 10.3 en Mac
OS X versie 10.4
Gebruik voorinstellingen om de huidige instellingen van de driver op te slaan, zodat u deze later opnieuw
kunt gebruiken. U kunt bijvoorbeeld de afdrukstand, de instelling voor dubbelzijdig afdrukken en de
papierbron opslaan in een voorinstelling.
Een voorinstelling maken
1.Open het printerstuurprogramma (zie
2.Selecteer de afdrukinstellingen die u wilt gebruiken.
3.Klik in het vak Instellingen op Bewaar als... en typ een naam voor de voorinstelling (bijvoorbeeld
'Kwartaalrapport' of 'Mijn projectstatus').
4.Klik op OK.
Voorinstellingen gebruiken
1.Open het printerstuurprogramma (zie
2.Selecteer in het menu Instellingen de voorinstelling die u wilt gebruiken.
Opmerking Als u de standaardinstellingen van de printerdriver wilt herstellen, selecteert u
Standaard in het pop-upmenu Instellingen.
Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's ).
Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's ).
NLWWFuncties van het Macintosh-printerstuurprogramma gebruiken55
Een voorblad afdrukken (Macintosh)
Desgewenst kunt u een afzonderlijk voorblad voor uw document afdrukken dat een bericht bevat (zoals
'Vertrouwelijk').
Een voorblad afdrukken
1.Open het printerstuurprogramma (zie
2.Selecteer in het pop-upmenu Voorblad de optie Voor document of Na document om aan te
geven waar het voorblad moet worden afgedrukt.
3.Als u Mac OS X versie 10.3 of Mac OS X versie 10.4 gebruikt, selecteert u in het pop-upmenu
Type infopagina het bericht dat u wilt afdrukken op het voorblad.
Opmerking Als u een leeg voorblad wilt afdrukken, selecteert u Standaard als het Type
voorblad.
Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's ).
Meerdere pagina's afdrukken op één vel papier (Macintosh)
U kunt meer dan één pagina op één vel papier afdrukken. Dankzij deze functie is het mogelijk
voorbeeldpagina's goedkoop af te drukken.
Verschillende pagina's op één vel papier afdrukken
1.Open het printerstuurprogramma (zie
2.Klik op het pop-upmenu Lay-out.
3.Selecteer bij Pagina's per vel het aantal pagina's dat u per vel wilt afdrukken (1, 2, 4, 6, 9 of 16).
4.Als het aantal pagina's meer dan 1 is, klikt u op Lay-outrichting om de volgorde en positie van de
pagina's op het vel te selecteren.
5.Bij Randen selecteert u het soort rand dat u om iedere pagina van het vel wilt afdrukken.
56Hoofdstuk 5 AfdrukkenNLWW
Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's ).
Afdrukken op beide zijden (Macintosh)
U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken op de HP LaserJet 3390/3392 all-in-one met de
automatische duplex-eenheid. U kunt handmatig dubbelzijdig afdrukken met de HP LaserJet
3050/3052/3055/3390/3392 all-in-one. Als u handmatig dubbelzijdig wilt afdrukken, drukt u af op beide
zijden van de pagina door de pagina tweemaal in te voeren in de all-in-one.
Automatisch afdrukken op beide zijden (HP LaserJet 3390/3392 all-in-one)
1.Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken. Als u speciaal papier
zoals briefpapier plaatst, plaats het dan op een van de volgende manieren:
Voor lade 1 plaatst u het briefhoofdpapier met de afdrukzijde omhoog en zorgt u dat de
●
onderrand als eerste wordt ingevoerd in de all-in-one.
Plaats voor alle andere laden het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar beneden en de
●
bovenkant in de richting van de achterkant van de lade.
VOORZICHTIG Gebruik geen papier dat zwaarder is dan 105 g/m2. Hierdoor kunnen
papierstoringen optreden.
2.Open het printerstuurprogramma (zie Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's ).
3.Open het pop-upmenu Lay-out.
4.Bij Dubbelzijdig afdrukken selecteert u Binden aan lange zijde of Binden aan korte zijde.
5.Klik op Druk af.
Handmatig afdrukken op beide zijden (HP LaserJet 3050/3052/3055 all-in-one)
1.Selecteer Printerfuncties in het dialoogvenster Afdrukken.
2.Selecteer Afwerking in de lijst Functiesets en selecteer vervolgens Handmatig afdrukken op
2e zijde).
3.Druk het document af.
4.Nadat één zijde is afgedrukt, verwijdert u het overgebleven afdrukmateriaal uit de invoerlade en
legt u het weg totdat de handmatige dubbelzijdige afdruktaak is voltooid.
HP LaserJet 3050HP LaserJet 3052/3055
NLWWFuncties van het Macintosh-printerstuurprogramma gebruiken57
5.Leg de afgedrukte pagina’s met de afdrukzijde omlaag en zorg dat de stapel recht ligt.
HP LaserJet 3050HP LaserJet 3052/3055
6.Plaats de stapel met afdrukmateriaal opnieuw in de invoerlade. De afgedrukte zijde moet naar
beneden gericht zijn en de bovenrand moet als eerste worden ingevoerd in de all-in-one.
1
HP LaserJet 3050HP LaserJet 3052/3055
7.Klik op OK op het computerscherm en wacht totdat de tweede zijde is afgedrukt.
58Hoofdstuk 5 AfdrukkenNLWW
Handmatig afdrukken op beide zijden (HP LaserJet 3390/3392 all-in-one)
(Macintosh)
1.Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken. Als u speciaal papier
zoals briefpapier plaatst, plaats het dan op een van de volgende manieren:
Voor lade 1 plaatst u het briefhoofdpapier met de afdrukzijde omhoog en de onderste rand
●
naar voren.
Plaats voor alle andere laden het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar boven en de
●
bovenzijde naar de achterkant van de lade toe.
VOORZICHTIG Gebruik geen papier dat zwaarder is dan 105 g/m2. Hierdoor kunnen
papierstoringen optreden.
2.Open de printerdriver (zie Toegang verkrijgen tot de printerstuurprogramma's ).
3.Klik op het tabblad Afwerking op Dubbelzijdig afdrukken (handmatig).
4.Klik op OK.
5.Verzend de afdruktaak naar het apparaat.
6.Ga naar de all-in-one. Verwijder eventueel blanco papier uit lade 1. Plaats de afgedrukte stapel in
de lade die wordt opgegeven op het bedieningspaneel. Plaats het papier met de bedrukte zijde
omhoog en zorg dat de onderrand als eerste wordt ingevoerd in de all-in-one. Volg de instructies
in het pop-upvenster dat wordt weergegeven voordat u de uitvoerstapel opnieuw invoert, om het
tweede gedeelte van de taak af te drukken.
7.Mogelijk wordt u via het scherm van het bedieningspaneel gevraagd een toets in te drukken om
door te gaan.
NLWWFuncties van het Macintosh-printerstuurprogramma gebruiken59
Een uitvoerlocatie selecteren (HP LaserJet 3390/3392 allin-one)
De HP LaserJet 3390/3392 all-in-one wordt geleverd met een bovenste uitvoerbak en een achterste
uitvoerklep om af te drukken via een rechte papierbaan. Afdruktaken worden uitgevoerd via de bovenste
uitvoerbak wanneer de achterste uitvoerklep is gesloten. Afdruktaken worden uitgevoerd via de
achterkant van de all-in-one wanneer de achterste uitvoerklep is geopend.
Open de achterste uitvoerklep om de rechte papierbaan te gebruiken als er problemen optreden
●
bij het afdrukken naar de bovenste uitvoerbak of als u afdrukt op afdrukmateriaal zoals kaarten,
enveloppen, etiketten of fotopapier. Verwijder elk vel zodra het uit de all-in-one komt.
Gebruik de bovenste uitvoerbak voor de meeste afdruktaken, inclusief afdrukken op papier met
●
gemiddeld gewicht, briefhoofdpapier en transparanten. De bovenste uitvoerbak maximaal 125 vel
papier bevatten. Opstapeling van meer dan 125 vellen kan papierstoringen veroorzaken.
1
1Achterste uitvoerklep
2Bovenste uitvoerbak
2
60Hoofdstuk 5 AfdrukkenNLWW
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
Volg deze richtlijnen bij het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal.
Opmerking Niet alle functies zijn beschikbaar voor alle printerstuurprogramma's of
besturingssystemen. Zie de on line Help in de eigenschappen van de all-in-one
(stuurprogramma) voor informatie over de beschikbare functies voor het stuurprogramma.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal (HP LaserJet 3050/3052/3055
all-in-one)
1.Open de invoerlade voor afdrukmateriaal en verwijder al het afdrukmateriaal.
2.Plaats het afdrukmateriaal in de invoerlade. Controleer of de bovenste rand van het afdrukmateriaal
naar voren is gericht en de afdrukzijde boven ligt.
3.Stel de papiergeleiders af op de lengte en breedte van het afdrukmateriaal.
4.Voor Windows-printerstuurprogramma's selecteert u op het tabblad Papier of Papier/Kwaliteit het
desbetreffende type afdrukmateriaal in de vervolgkeuzelijst Type is:
Voor Macintosh-printerstuurprogramma's selecteert u op het tabblad Papier/Kwaliteit of Papier
(het tabblad Papiersoort/Kwaliteit voor bepaalde Macintosh-printerstuurprogramma's) het
desbetreffende type afdrukmateriaal.
5.Druk het document af.
NLWWAfdrukken op speciaal afdrukmateriaal61
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal (HP LaserJet 3390/3392 allin-one)
1.Open de achterste uitvoerklep.
2.Voordat u het afdrukmateriaal invoert, opent u de voorrangsinvoersleuf voor losse vellen (lade 1)
en stelt u de papiergeleiders in op de breedte van het afdrukmateriaal.
3.Voer één vel papier in de voorrangsinvoersleuf voor losse vellen in (lade 1). Controleer of de
bovenste rand van het afdrukmateriaal naar voren is gericht en of de afdrukzijde (ruwe zijde) boven
ligt. Het afdrukmateriaal wordt gedeeltelijk ingevoerd in de all-in-one en vervolgens wordt er
gewacht.
4.Voor Windows-printerstuurprogramma's opent u het dialoogvenster Eigenschappen (of
Voorkeursinstellingen voor afdrukken voor de all-in-one in Windows 2000 en XP). Zie
verkrijgen tot de printerstuurprogramma's voor instructies.
Voor Macintosh-printerstuurprogramma's selecteert u op het tabblad Papier/Kwaliteit of Papier
(het tabblad Printerfuncties voor bepaalde Macintosh-stuurprogramma's) het juiste type
afdrukmateriaal.
5.Druk het document af. Haal tijdens het afdrukken het afdrukmateriaal uit de achterkant van de all-
in-one om te voorkomen dat de vellen aan elkaar gaan plakken. Leg de afgedrukte pagina's op
een glad oppervlak.
Toegang
62Hoofdstuk 5 AfdrukkenNLWW
Transparanten en etiketten
Gebruik alleen transparanten en etiketten die worden aanbevolen voor gebruik in laserprinters, zoals
HP Transparency Film- en HP LaserJet-etiketten. Zie
afdrukmateriaal voor meer informatie.
VOORZICHTIG Geef het juiste type afdrukmateriaal op in de instellingen voor de all-in-one. De
fuser-temperatuur wordt aangepast in overeenstemming met de instelling voor het type
afdrukmateriaal. Wanneer u afdrukt op speciaal afdrukmateriaal zoals transparanten of etiketten,
wordt hiermee voorkomen dat afdrukmateriaal beschadigd raakt door de fuser tijdens het
afdrukproces in de all-in-one.
VOORZICHTIG Controleer of het afdrukmateriaal niet is gekreukt of gekruld, het geen
gescheurde randen bevat en er geen etiketten ontbreken.
Opmerking U kunt meerdere transparanten in de hoofdinvoerlade plaatsen (lade 2). U kunt
echter niet meer dan 75 transparanten tegelijk in een lade plaatsen.
Richtlijnen voor het gebruik van
Afdrukmateriaal van aangepast formaat en kaarten
Gebruik de hoofdinvoerlade voor meerdere vellen. Zie Ondersteunde gewichten en formaten van
afdrukmateriaal voor de ondersteunde formaten afdrukmateriaal.
VOORZICHTIG Controleer of de vellen niet aan elkaar plakken voordat u deze in de lade
plaatst.
Gekleurd papier
Gekleurd papier moet dezelfde hoge kwaliteit als wit kopieerpapier hebben.
●
De gebruikte pigmenten moeten gedurende 0,1 seconde de fuser-temperatuur van 200°C kunnen
●
weerstaan zonder kwaliteitsvermindering.
Gebruik geen papier met een gekleurde coating die na de productie van het papier is aangebracht.
●
NLWWAfdrukken op speciaal afdrukmateriaal63
Enveloppen
Gebruik alleen enveloppen die worden aanbevolen voor laserprinters. Zie Richtlijnen voor het gebruik
van afdrukmateriaal voor meer informatie.
Opmerking Voor de HP LaserJet 3390/3392 all-in-one moet u enveloppen een voor een
invoeren in de voorrangsinvoersleuf voor losse vellen (lade 1).
Open de achterste uitvoerklep (HP LaserJet 3390/3392 all-in-one) om te voorkomen dat de envelop
gaat krullen tijdens het afdrukken.
Zwaar papier
tot
2
.
Alle laden zijn geschikt voor zwaar afdrukmateriaal tot een maximaal gewicht van 105 g/m
●
Gebruik lade 1 voor kaarten (135 g/m
●
Selecteer in het softwareprogramma of het printerstuurprogramma Zwaar (106 g/m
●
163 g/m
2
) of Kaarten (135 g/m
2
tot 216 g/m
2
tot 216 g/m
2
).
2
) als type afdrukmateriaal of druk af vanuit een lade
2
die is geconfigureerd voor zwaar papier. Aangezien deze instelling van invloed is op alle
afdruktaken, is het belangrijk de standaardinstellingen van de all-in-one te herstellen nadat de
afdruktaak is voltooid.
VOORZICHTIG Als u papier gebruikt dat zwaarder is dan de specificaties van aanbevolen
afdrukmateriaal voor deze all-in-one, kunnen er invoerfouten, papierstoringen, vermindering van
de afdrukkwaliteit en overmatige mechanische slijtage optreden. Bepaalde zware
afdrukmaterialen, zoals HP Cover Stock, kunnen zonder problemen worden gebruikt.
Briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren
Met de all-in-one kunt u afdrukken op briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren die bestand zijn
tegen temperaturen van 200°C.
Opmerking Als u een brief van één pagina wilt afdrukken op briefhoofdpapier, gevolgd door
een document met meerdere pagina's, voert u het briefhoofdpapier in de voorrangsinvoersleuf
voor losse vellen (lade 1) in en plaatst u het gewone papier in de hoofdinvoerlade (lade 2).
Vervolgens wordt automatisch eerst afgedrukt vanuit de voorrangsinvoersleuf voor losse vellen.
64Hoofdstuk 5 AfdrukkenNLWW
Afdruktaken annuleren
Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op Annuleren te drukken op het
bedieningspaneel van de all-in-one.
VOORZICHTIG Als u op Annuleren drukt, wordt de taak gewist die op dat moment wordt
verwerkt. Als u op Annuleren drukt terwijl er meerdere processen worden uitgevoerd (er wordt
bijvoorbeeld een document afgedrukt terwijl er een fax wordt ontvangen), wordt het proces gewist
dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de all-in-one.
U kunt ook een afdruktaak annuleren vanuit een softwareprogramma of een afdrukwachtrij.
Als u een afdruktaak direct wilt onderbreken, moet u het resterende papier uit de lade van de all-in-one
halen. Nadat het afdrukken is onderbroken, beschikt u over de volgende opties:
Bedieningspaneel: Als u de afdruktaak wilt annuleren, drukt u op Annuleren op het
●
bedieningspaneel van de all-in-one en laat u de knop vervolgens los.
Softwareprogramma: doorgaans wordt er korte tijd een dialoogvenster op het scherm
●
weergegeven waarin u de afdruktaak kunt annuleren.
Afdrukwachtrij van Windows: als een afdruktaak in een afdrukwachtrij (computergeheugen) of
●
printerspooler staat, kunt u de taak daar wissen.
Windows 98, Windows ME (Millennium) of Windows 2000: ga naar het dialoogvenster
●
Printer. Klik op Start, klik op Instellingen en vervolgens op Printers. Dubbelklik op het
pictogram van de all-in-one om het venster te openen, selecteer de afdruktaak en klik op
Verwijderen.
Windows XP: klik op Start, klik op Instellingen en klik vervolgens op Printers en
●
faxapparaten. Dubbelklik op het pictogram van de all-in-one om het venster te openen, klik
met de rechtermuisknop op de afdruktaak die u wilt annuleren en klik op Annuleren.
Afdrukwachtrij van Macintosh: open de afdrukwachtrij door te dubbelklikken op het pictogram
●
van de all-in-one in het Dock. Selecteer de afdruktaak en klik op Verwijder.
NLWWAfdruktaken annuleren65
66Hoofdstuk 5 AfdrukkenNLWW
6Faxen
Basisfaxfuncties en taken
●
Geavanceerde faxfuncties en taken
●
Faxlogboeken en rapporten
●
Faxen verzenden en ontvangen met behulp van een computer
●
Andere manieren om de fax in te stellen.
●
Extra apparaten aansluiten
●
Opmerking Een groot aantal functies dat in dit hoofdstuk wordt beschreven, kan ook met de
HP ToolboxFX worden uitgevoerd. Zie de on line Help bij de HP ToolboxFX voor meer informatie
over de HP ToolboxFX.
NLWW67
Basisfaxfuncties en taken
Faxknoppen op het bedieningspaneel
De knoppen voor het verzenden van faxen bevinden zich aan de linkerkant van het bedieningspaneel.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een document kunt faxen.
De faxinstellingen opgeven
Voordat u de faxfuncties van de all-in-one kunt gebruiken, moet u de volgende taken uitvoeren:
De datum en tijd instellen
●
De fax-kopregel instellen
●
Opmerking Als u de software van de all-in-one op de computer installeert, kunt u de overige
instructies in dit hoofdstuk overslaan. De Installer van de software helpt u automatisch door de
installatie van de faxinstellingen, tenzij u gebruikmaakt van Microsoft Windows® 95 of Windows
NT®. Zie de elektronische gebruikershandleiding voor instructies.
Shift
05
06
07
08
HP LaserJet 3390/3392HP LaserJet 3050HP LaserJet 3055
Als u de software-installatie hebt voltooid, kunt u faxen verzenden vanaf de computer. Als u het
installatieproces voor de fax nog niet hebt voltooid wanneer u de software installeert, kunt u dit
proces op elk moment voltooien met de wizard Faxinstellingen in de programmagroep van de
all-in-one (klik achtereenvolgens op Start, Programma's, HP, de naam van de all-in-one en
Wizard Faxinstellingen).
In de Verenigde Staten en een groot aantal andere regio's/landen is het instellen van tijd, datum
en overige informatie in de faxkopregel een vereiste.
68Hoofdstuk 6 FaxenNLWW
De datum en tijd instellen
Datum en tijd instellen
Voer de volgende procedure uit om de tijd en datum in te stellen of te wijzigen. Zie
het bedieningspaneel voor informatie over het invoeren van gegevens.
1.Druk op Menu op het bedieningspaneel.
2.Gebruik de knop < of > om Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Druk op Menu om Tijd/datum te selecteren.
4.Gebruik de knop < of de knop > om de 12-uurs of de 24-uurs klok te selecteren en druk vervolgens
op de knop
5.Voer met de alfanumerieke knoppen de huidige tijd in.
6.Als u de 12-uurs klok gebruikt, kunt u met de knop < of de knop > de cursor voorbij het vierde teken
plaatsen. Selecteer 1 voor de voormiddag of 2 voor de namiddag en druk vervolgens op de
knop
of
Als u de 24-uurs klok hebt opgegeven, drukt u op de knop
7.
Opmerking Geef de maand en dag op met twee cijfers, bijvoorbeeld "05" voor mei en "01"
voor de eerste dag van de maand.
8.Druk op Menu.
.
.
.
Tekst invoeren vanaf
.
De faxkopregel instellen
De faxkopregel instellen
U kunt de gegevens van de faxkopregel als volgt instellen of wijzigen. Zie
bedieningspaneel voor informatie over het invoeren van gegevens.
1.Druk op Menu op het bedieningspaneel.
2.Gebruik de knop < of > om Faxinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Faxkop te selecteren en druk vervolgens op
4.Gebruik de alfanumerieke knoppen om uw faxnummer in te voeren en druk vervolgens op de knop
.
5.Gebruik de alfanumerieke knoppen om uw bedrijfsnaam in te voeren en druk vervolgens op de
knop
.
Opmerking Het maximum aantal toegestane tekens in het faxnummer is 20. Het maximum
aantal toegestane tekens in de bedrijfsnaam is 40.
Tekst invoeren vanaf het
.
.
NLWWBasisfaxfuncties en taken69
Faxen verzenden
Een fax naar een ontvanger verzenden
1.Gebruik de alfanumerieke knoppen op het bedieningspaneel van de all-in-one om het nummer te
kiezen.
Indien het faxnummer dat u kiest, is toegewezen aan een sneltoets, drukt u op de bijbehorende
sneltoets.
-of-
Als het faxnummer dat u belt een snelkiescode heeft, drukt u op Adresboek, voert u de snelkiescode
in met de alfanumerieke knoppen en drukt u vervolgens op
2.Plaats het document in de invoerlade van de automatische documentinvoer (ADI) of op de
flatbedscanner.
3.Druk op Fax starten. Als de pagina's die u wilt verzenden zich in de ADI bevinden, begint het faxen
automatisch.
4.Als door de ADI-sensor van de all-in-one wordt gedetecteerd dat er geen document is geladen in
de ADI-invoerlade, wordt Verst. van glas? 1=Ja 2=Nee weergegeven op het display van het
bedieningspaneel. Als u de fax verzendt vanaf de flatbedscanner, drukt u op 1 om Ja te selecteren.
Vervolgens drukt u op
.
.
Nadat u op
bedieningspaneel.
5.Als u het document al op de flatbedscanner hebt geplaatst, drukt u op
op de flatbedscanner en drukt u vervolgens op
Nadat de pagina is gescand, wordt Nog een pagina? 1=Ja 2=Nee weergegeven op het display
van het bedieningspaneel.
6.Als u meer pagina's wilt scannen, drukt u op 1 om Ja te selecteren en herhaalt u stap 5 voor elke
pagina die u wilt faxen.
-of-
Als u klaar bent, drukt u op 2 om Nee te selecteren.
Wanneer de laatste pagina van de fax is uitgevoerd uit de all-in-one, kunt u de volgende fax versturen
of kunt u kopiëren of scannen.
U kunt een sneltoets of snelkiescode opgeven voor nummers die u regelmatig gebruikt. Zie
Snelkiescodes en sneltoetsen snel programmeren en Groepkiescodes programmeren . Wanneer u
over elektronische adresboeken beschikt, kunt u deze gebruiken voor het selecteren van ontvangers.
Elektronische adresboeken worden met andere toepassingen aangemaakt.
Een fax naar meerdere ontvangers verzenden
U kunt een fax naar diverse faxnummers tegelijk verzenden. Als u een fax wilt verzenden naar een
groep faxnummers waaraan u een groepkiescode hebt toegewezen, raadpleegt u de informatie
verderop in dit gedeelte over het verzenden van faxen naar groepkiescodes. Als u een fax wilt verzenden
naar een groep nummers (maximaal 20) waaraan u geen groepkiescode hebt toegewezen, raadpleegt
hebt gedrukt, wordt Plaats pag:X Druk op weergegeven op het display van het
(of plaatst u het document
).
70Hoofdstuk 6 FaxenNLWW
u de informatie verderop in dit gedeelte over het handmatig verzenden van faxen naar groepen (ad hoc
faxen).
In het zeldzame geval dat uw document te groot is voor het geheugen, voert u een van de volgende
▲
stappen uit:
Wis opgeslagen faxen uit het faxgeheugen. Zie
informatie.
-of-
Deel het document op in kleinere stukken en verzend het als meerdere faxtaken.
Een fax verzenden met behulp van een groepkiescode
1.Plaats het document in de invoerlade van de automatische documentinvoer (ADI) of op de
flatbedscanner.
2.Druk op de sneltoets voor de groep.
Druk op Adresboek, gebruik de alfanumerieke knoppen om de groepkiescode op te geven en druk
vervolgens op
3.Druk op Fax starten. Als de pagina's die u wilt verzenden zich in de ADI bevinden, begint het faxen
automatisch.
4.Als door de ADI-sensor van de all-in-one wordt gedetecteerd dat er geen document is geladen in
de ADI-invoerlade, wordt Verst. van glas? 1=Ja 2=Nee weergegeven op het display van het
bedieningspaneel. Als u de fax verzendt vanaf de flatbedscanner, drukt u op 1 om Ja te selecteren.
Vervolgens drukt u op
Nadat u op
bedieningspaneel.
.
.
hebt gedrukt, wordt Plaats pag:X Druk op weergegeven op het display van het
Faxen uit het geheugen verwijderen voor meer
5.Als u het document al op de flatbedscanner hebt geplaatst, drukt u op
op de flatbedscanner en drukt u vervolgens op
Nadat de pagina is gescand, wordt Nog een pagina? 1=Ja 2=Nee weergegeven op het display
van het bedieningspaneel.
6.Als u meer pagina's wilt scannen, drukt u op 1 om Ja te selecteren en herhaalt u stap 5 voor elke
pagina die u wilt faxen.
-of-
Als u klaar bent, drukt u op 2 om Nee te selecteren.
Het document wordt in het geheugen gescand en naar de opgegeven faxnummers gestuurd. Als een
nummer uit de groep in gesprek is of de oproep niet wordt aangenomen, wordt het nummer opnieuw
gekozen. Als meerdere kiespogingen zijn mislukt, wordt het faxactiviteitenlogboek bijgewerkt en wordt
het volgende nummer in de groep gekozen.
).
(of plaatst u het document
NLWWBasisfaxfuncties en taken71
Een fax handmatig naar een groep verzenden (ad hoc faxen)
U kunt als volgt een fax verzenden naar een groep ontvangers waarvoor u geen groepkiescode hebt
ingesteld:
1.Plaats het document in de invoerlade van de automatische documentinvoer (ADI) of op de
flatbedscanner.
2.Gebruik de alfanumerieke knoppen.
Indien het faxnummer dat u kiest is toegewezen aan een sneltoets, drukt u op de bijbehorende
sneltoets.
-of-
Als het faxnummer dat u belt een snelkiescode heeft, drukt u op Adresboek, voert u de snelkiescode
in met de alfanumerieke knoppen en drukt u vervolgens op
.
3.Druk op
4.Herhaal stap 2 en 3 als u meer nummers wilt invoeren.
-of-
Wanneer u alle nummers hebt gekozen, gaat u door met de volgende stap.
5.Druk op Fax starten. Als de pagina's die u wilt verzenden zich in de ADI bevinden, begint het faxen
automatisch.
6.Als door de ADI-sensor van de all-in-one wordt gedetecteerd dat er geen document is geladen in
de ADI-invoerlade, wordt Verst. van glas? 1=Ja 2=Nee weergegeven op het display van het
bedieningspaneel. Als u de fax verzendt vanaf de flatbedscanner, drukt u op 1 om Ja te selecteren.
Vervolgens drukt u op
Nadat u op
bedieningspaneel.
7.Als u het document al op de flatbedscanner hebt geplaatst, drukt u op
op de flatbedscanner en drukt u vervolgens op
Nadat de pagina is gescand, wordt Nog een pagina? 1=Ja 2=Nee weergegeven op het display
van het bedieningspaneel.
8.Als u meer pagina's wilt scannen, drukt u op 1 om Ja te selecteren en herhaalt u stap 7 voor elke
pagina die u wilt faxen.
.
.
hebt gedrukt, wordt Plaats pag:X Druk op weergegeven op het display van het
(of plaatst u het document
).
-of-
Als u klaar bent, drukt u op 2 om Nee te selecteren.
De fax wordt verzonden naar elk faxnummer. Als een nummer uit de groep in gesprek is of de oproep
niet wordt aangenomen, wordt het nummer opnieuw gekozen. Als meerdere kiespogingen zijn mislukt,
wordt het faxactiviteitenlogboek bijgewerkt en wordt het volgende nummer in de groep gekozen.
Opmerking Het faxactiviteitenlogboek wordt niet ondersteund in Windows 98 of Windows ME,
maar u kunt het logboek vanaf het bedieningspaneel afdrukken. Zie
afdrukken voor instructies.
72Hoofdstuk 6 FaxenNLWW
Het faxactiviteitenlogboek
Handmatig kiezen gebruiken
Doorgaans wordt een nummer gekozen nadat u op de knop Fax starten hebt gedrukt. In bepaalde
gevallen kan het echter wenselijk zijn dat elk nummer direct wordt gekozen nadat u dit hebt ingevoerd.
Als u bijvoorbeeld uw faxverzending wilt laten afschrijven van een telefoonkaart, moet u het faxnummer
kiezen, wachten op de acceptatietoon van de telefoonmaatschappij en vervolgens het nummer van de
telefoonkaart kiezen. Wanneer u een internationaal nummer kiest, moet u misschien een deel van het
nummer bellen en wachten op kiestonen voordat u verder kunt kiezen.
Handmatig kiezen gebruiken met de automatische documentinvoer (ADI)
1.Laad het document in de automatische documentinvoer.
2.Druk op Fax starten op het bedieningspaneel van de all-in-one.
3.Kies een nummer.
Opmerking Het nummer wordt gekozen terwijl u de cijfers invoert. Op deze wijze kunt u
pauzes inlassen en wachten op kiestonen, internationale toegangstonen of acceptatietonen
voor uw telefoonkaart, voordat u de volgende cijfers kiest.
Handmatig kiezen gebruiken met de flatbedscanner (HP LaserJet 3050/3052/3055 all-in-one)
1.Druk op Fax starten op het bedieningspaneel van de all-in-one.
In het display van het bedieningspaneel wordt het volgende bericht weergegeven: Verst. van
glas? 1=Ja 2=Nee.
2.Druk op 1 om Ja te selecteren. In het display van het bedieningspaneel wordt het volgende bericht
weergegeven: Plaats pag:X Druk op
3.Scan een pagina naar het geheugen door het vel met de bedrukte zijde omlaag op de
flatbedscanner te plaatsen en vervolgens op
het volgende bericht weergegeven op het display van de all-in-one: Nog een pagina? 1=Ja 2=Nee.
4.Als u meer pagina's wilt scannen, drukt u op 1 om Ja te selecteren en herhaalt u stap 3 voor elke
pagina die u wilt faxen.
-of-
Als u klaar bent, drukt u op 2 om Nee te selecteren en gaat u verder met de volgende stap.
5.Wanneer alle pagina’s zijn gescand en in het geheugen zijn opgeslagen, begint u met kiezen. Het
nummer wordt gekozen terwijl u de cijfers invoert. Zo kunt u pauzes inlassen, wachten op
kiestonen, internationale toegangstonen of acceptatietonen van uw telefoonkaart, voordat u
verdergaat met kiezen.
, waarbij X het paginanummer is.
te drukken. Na het scannen van de pagina wordt
NLWWBasisfaxfuncties en taken73
Handmatig opnieuw kiezen
Als u een ander document naar het laatst gekozen faxnummer wilt verzenden, kunt u met deze
procedure het nummer handmatig opnieuw kiezen. Als u het document dat u de eerste keer hebt
verzonden, opnieuw probeert te verzenden, kunt u beter wachten tot het automatisch kiezen is beëindigd
of tot u dit zelf hebt stopgezet. Anders is het mogelijk dat de ontvanger de fax twee maal ontvangt: een
keer door de poging om het nummer handmatig te herkiezen en een keer door één van de automatische
pogingen tot herkiezen.
Opmerking Zie Een faxtaak annuleren als u de huidige kiespoging voor een fax wilt annuleren
of als u alle toekomstige kiespogingen voor een fax wilt annuleren. Zie
kiezen wijzigen om de instellingen voor opnieuw kiezen te wijzigen.
Handmatig opnieuw kiezen
1.Laad het document in de automatische documentinvoer of op de flatbedscanner.
2.Druk op Opnieuw kiezen op het bedieningspaneel van de all-in-one.
3.Druk op Fax starten. Als de pagina's die u wilt verzenden zich in de ADI bevinden, begint het faxen
automatisch.
4.Als door de ADI-sensor van de all-in-one wordt gedetecteerd dat er geen document is geladen in
de ADI-invoerlade, wordt Verst. van glas? 1=Ja 2=Nee weergegeven op het display van het
bedieningspaneel. Als u de fax verzendt vanaf de flatbedscanner, drukt u op 1 om Ja te selecteren.
Vervolgens drukt u op
.
De instellingen opnieuw
Nadat u op
bedieningspaneel.
5.Als u het document al op de flatbedscanner hebt geplaatst, drukt u op
op de flatbedscanner en drukt u vervolgens op
Nadat de pagina is gescand, wordt Nog een pagina? 1=Ja 2=Nee weergegeven op het display
van het bedieningspaneel.
6.Als u meer pagina's wilt scannen, drukt u op 1 om Ja te selecteren en herhaalt u stap 5 voor elke
pagina die u wilt faxen.
-of-
Als u klaar bent, drukt u op 2 om Nee te selecteren.
De fax wordt verzonden naar het nummer dat opnieuw is gekozen. Als het nummer in gesprek is of de
oproep niet wordt aangenomen, wordt het nummer opnieuw gekozen op basis van de instelling voor
opnieuw kiezen. Als meerdere kiespogingen zijn mislukt, wordt het faxactiviteitenlogboek bijgewerkt
door de fout toe te voegen.
hebt gedrukt, wordt Plaats pag:X Druk op weergegeven op het display van het
(of plaatst u het document
).
74Hoofdstuk 6 FaxenNLWW
Een faxtaak annuleren
U kunt een fax waarvan het nummer wordt gekozen of een fax die wordt ontvangen of verzonden,
annuleren.
De huidige faxtaak annuleren
Druk op Annuleren op het bedieningspaneel. Pagina's die niet zijn verzonden, worden geannuleerd.
Met de knop Annuleren kunt u ook taken voor groepkiezen stoppen.
Een faxtaak annuleren met de Faxtaakstatus
U kunt faxopdrachten annuleren in de volgende situaties:
Er wordt gewacht op een nieuwe kiespoging als de lijn bezet is, een oproep niet wordt aangenomen
●
of er een communicatiefout optreedt.
De fax wordt op een later tijdstip verzonden.
●
Voer de volgende stappen uit om een faxopdracht te annuleren vanuit de status van de opdracht.
1.Druk op Menu op het bedieningspaneel van de all-in-one.
2.Druk op
3.Gebruik de knop < of > om door de opdrachten te bladeren totdat u de opdracht hebt bereikt die
u wilt wissen.
4.Druk op de knop
5.Druk op
om Status faxtaak te selecteren.
om de taak te selecteren die u wilt annuleren.
om te bevestigen dat u de taak wilt annuleren.
De standaardcontrastinstelling (licht/donker) wijzigen
Het contrast is van invloed op de helderheid en donkerheid van een uitgaande fax.
De standaardinstelling voor licht/donker (contrast) wijzigen
De standaardinstelling voor licht/donker is het contrast dat gewoonlijk wordt gebruikt voor items die
worden gefaxt. In de standaardinstelling staat de schuifknop in het midden.
1.Druk op Menu op het bedieningspaneel van de all-in-one.
2.Gebruik de knop < of > om Faxinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Verzendinstell. te selecteren en druk vervolgens op
4.Gebruik de knop < of > om Std. licht/donker te selecteren en druk vervolgens op
5.Gebruik de knop < om de schuifknop naar links te verplaatsen en de fax lichter te maken dan het
origineel of gebruik de knop > om de schuifknop naar rechts te verplaatsen en de fax donkerder
te maken dan het origineel.
.
.
.
6.Druk op
NLWWBasisfaxfuncties en taken75
om uw selectie op te slaan.
Resolutie-instellingen wijzigen
Opmerking Als u de resolutie vergroot, wordt de fax ook vergroot. Als een fax een groter
formaat heeft, neemt de verzendtijd toe en kan er meer geheugen vereist zijn dan er beschikbaar
is in de all-in-one.
De fabrieksinstelling voor de standaardresolutie-instelling is Fijn.
Gebruik deze procedure om de standaardresolutie voor alle faxtaken te wijzigen naar één van de
volgende instellingen:
Standaard: deze instelling biedt de laagste kwaliteit en de snelste zendsnelheid.
●
Fijn: deze instelling biedt een hogere resolutiekwaliteit dan Standaard die meestal gebruikt wordt
●
voor tekstdocumenten.
Zeer fijn: deze instelling kan het beste gebruikt worden voor gemengde documenten (met tekst
●
en afbeeldingen). De zendtijd is langzamer dan bij Fijn maar sneller dan bij Foto.
Foto: deze instelling biedt de beste afbeeldingen, maar vergroot de zendtijd.
●
De standaardresolutie-instelling wijzigen
1.Druk op Menu op het bedieningspaneel van de all-in-one.
2.Gebruik de knop < of > om Faxinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Verzendinstell. te selecteren en druk vervolgens op
4.Gebruik de knop < of > om Stand. resolutie te selecteren en druk vervolgens op
5.Gebruik de knop < of > om de resolutie-instelling aan te passen.
6.Druk op
De resolutie voor de huidige faxtaak aanpassen
1.Druk op Resolutie op het bedieningspaneel van de all-in-one om de huidige instelling voor de
resolutie weer te geven.
2.Gebruik de knop < of > om de instelling voor de resolutie aan te passen.
3.Druk op
Opmerking Met deze procedure wijzigt u de faxresolutie voor de huidige faxtaak. Zie Resolutie-
instellingen wijzigen voor instructies over het wijzigen van de standaardfaxresolutie.
Opmerking Als u het faxcontrast of het scanformaat wilt wijzigen, moet u de
standaardinstellingen wijzigen. Zie
standaardinstelling van het glasformaat wijzigen .
om de selectie op te slaan.
om de selectie op te slaan.
De standaardcontrastinstelling (licht/donker) wijzigen of De
.
.
.
76Hoofdstuk 6 FaxenNLWW
De standaardinstelling van het glasformaat wijzigen
Met deze instelling bepaalt u welk papierformaat de flatbedscanner scant als u een fax via de computer
verzendt. De standaardfabrieksinstelling wordt bepaald door de regio/het land waarin u de all-in-one
hebt aangeschaft.
De standaardinstelling van het glasformaat wijzigen
1.Druk op Menu op het bedieningspaneel van de all-in-one.
2.Gebruik de knop < of > om Faxinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Verzendinstell. te selecteren en druk vervolgens op
4.Gebruik de knop < of > om Standaardglasplaat te selecteren en druk vervolgens op
5.Gebruik de knoppen < en > om de juiste instelling voor papierformaat te selecteren. A4 of
Letter.
6.Druk op
om uw selectie op te slaan.
.
.
.
De modus toonkiezen of pulskiezen selecteren
Gebruik deze procedure om de all-in-one in te stellen op toonkiezen of pulskiezen. De fabrieksinstelling
is Toon. Wijzig deze instelling niet, tenzij u weet dat uw telefoonlijn niet gebruikmaakt van toonkiezen.
Toonkiezen of pulskiezen selecteren
1.Druk op Menu op het bedieningspaneel van de all-in-one.
2.Gebruik de knop < of > om Faxinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Verzendinstell. te selecteren en druk vervolgens op
4.Gebruik de knop < of > om Kiesmodus te selecteren en druk vervolgens op
5.Gebruik de knop < of > om Toon of Puls te selecteren en druk op
om uw keuze op te slaan.
.
.
.
Opmerking De optie pulskiezen is niet in alle regio’s/landen beschikbaar.
NLWWBasisfaxfuncties en taken77
De instellingen opnieuw kiezen wijzigen
Wanneer geen fax kan worden verzonden, omdat de faxoproep niet wordt aangenomen of de lijn bezet
is, wordt geprobeerd het nummer opnieuw te kiezen op basis van de opties voor Opnieuw kiezen bij
bezet, Opnieuw kiezen bij geen antwoord en Opnieuw kiezen bij communicatiefouten. Volg de
procedures in dit hoofdstuk om deze opties in of uit te schakelen.
De optie opnieuw kiezen bij bezet wijzigen
Als deze optie is ingeschakeld, wordt het nummer automatisch opnieuw gekozen zodra er een
bezetsignaal wordt ontvangen. De fabrieksinstelling voor de optie Opnieuw kiezen bij bezet is Aan.
1.Druk op Menu op het bedieningspaneel van de all-in-one.
2.Gebruik de knop < of > om Faxinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Verzendinstell. te selecteren en druk vervolgens op
4.Gebruik de knop < of > om Bezet: kies opn. te selecteren en druk vervolgens op
5.Gebruik de knop < of > om Aan of Uit te selecteren en druk vervolgens op
De optie opnieuw kiezen bij geen gehoor wijzigen
Als deze optie is ingeschakeld, wordt het nummer automatisch opnieuw gekozen als de faxoproep niet
wordt aangenomen. De fabrieksinstelling voor de optie Opnieuw kiezen bij geen gehoor is Uit.
1.Druk op Menu op het bedieningspaneel van de all-in-one.
2.Gebruik de knop < of > om Faxinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Verzendinstell. te selecteren en druk vervolgens op
4.Gebruik de knop < of > om Gn geh.:kies opn te selecteren en druk vervolgens op
5.Gebruik de knop < of > om Aan of Uit te selecteren en druk vervolgens op
De optie opnieuw kiezen bij communicatiefout wijzigen
Als deze optie is ingeschakeld, wordt het nummer automatisch opnieuw gekozen als er een bepaalde
communicatiefout optreedt. De fabrieksinstelling voor de optie Opnieuw kiezen bij communicatiefout is
Aan.
.
.
.
.
.
.
.
.
1.Druk op Menu op het bedieningspaneel van de all-in-one.
2.Gebruik de knop < of > om Faxinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Verzendinstell. te selecteren en druk vervolgens op
4.Gebruik de knop < of > om Comfout opn.kiez te selecteren en druk vervolgens op
5.Gebruik de knop < of > om Aan of Uit te selecteren en druk vervolgens op
78Hoofdstuk 6 FaxenNLWW
.
.
.
.
De instellingen voor automatisch verkleinen voor inkomende faxen
wijzigen
Als de optie Aanpassen aan pagina is ingeschakeld, worden lange faxen automatisch tot maximaal 75%
verkleind zodat de informatie op papier van standaardformaat past (de fax wordt bijvoorbeeld verkleind
van Legal- naar Letter-formaat).
Als deze functie is uitgeschakeld, worden lange faxen op meerdere pagina's afgedrukt. De
fabrieksinstelling voor het automatisch verkleinen van inkomende faxen is ingesteld op Aan.
Wanneer u de functie voor het stempelen van pagina's hebt ingesteld, kunt u het beste de optie voor
automatische verkleining inschakelen. Zo worden inkomende faxen enigszins verkleind, zodat het
stempel niet op twee pagina's wordt afgedrukt.
Opmerking Zorg dat de instellingen voor het papierformaat overeenkomen met het formaat
van het afdrukmateriaal dat in de lade is geplaatst.
Automatisch verkleinen wijzigen voor binnenkomende faxen
1.Druk op Menu op het bedieningspaneel van de all-in-one.
2.Gebruik de knop < of > om Faxinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Ontv. instell. te selecteren en druk vervolgens op
4.Gebruik de knop < of > om Op pag. passen te selecteren en druk vervolgens op
5.Gebruik de knop < of > om Aan of Uit te selecteren en druk op
om uw keuze op te slaan.
.
.
.
NLWWBasisfaxfuncties en taken79
Faxnummers blokkeren of deblokkeren
Als u van bepaalde personen of bedrijven geen faxen wilt ontvangen, kunt u maximaal 30 faxnummers
blokkeren met behulp van het bedieningspaneel. Wanneer u een faxnummer blokkeert en een fax naar
u wordt verstuurd vanaf een geblokkeerd nummer, wordt op het bedieningspaneel aangegeven dat het
nummer is geblokkeerd. De fax wordt niet afgedrukt en niet in het geheugen opgeslagen. Faxen van
geblokkeerde faxnummers verschijnen in het faxactiviteitenlogboek met de aanduiding 'verwijderd'. U
kunt geblokkeerde faxnummers afzonderlijk of allemaal tegelijk deblokkeren.
Opmerking De afzender van een geblokkeerde fax ontvangt geen melding van een mislukte
fax.
Voor het afdrukken van een lijst van geblokkeerde nummers ziet u De lijst met geblokkeerde faxen
afdrukken . Zie Het faxactiviteitenlogboek afdrukken om een activiteitenlogboek af te drukken.
Faxnummers blokkeren en deblokkeren
Ga als volgt te werk om faxnummers te blokkeren of te deblokkeren met het bedieningspaneel:
1.Druk op Menu op het bedieningspaneel van de all-in-one.
2.Gebruik de knop < of > om Faxinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Gebruik de knop < of > om Ontv. instell. te selecteren en druk vervolgens op
4.Gebruik de knop < of > om Faxen blokkeren te selecteren en druk vervolgens op
5.Gebruik de knoppen < en > om Item toevoegen te selecteren en druk vervolgens op
faxnummer in zoals het wordt aangegeven in de kopregel (inclusief spaties) en druk vervolgens
. Voer een naam in voor het geblokkeerde nummer en druk op .
op
Gebruik de knop < of > om Item verwijderen te selecteren en druk vervolgens op
knop < of > om het faxnummer te selecteren dat u wilt verwijderen en druk vervolgens op
dit te bevestigen.
-of-
Als u alle geblokkeerde faxnummers wilt deblokkeren, gebruikt u de knop < of > om Alles
wissen te selecteren en drukt u vervolgens op
te bevestigen.
. Druk nogmaals op de knop om de verwijdering
.
.
.
. Voer het
. Gebruik de
om
80Hoofdstuk 6 FaxenNLWW
Geavanceerde faxfuncties en taken
Snelkiescodes, sneltoetsen en groepkiescodes gebruiken
Veelgebruikte faxnummers of groepen faxnummers kunt u opslaan onder sneltoetsen, snelkiescodes
of groepkiescodes.
In het telefoonboek van de all-in-one zijn maximaal 120 codes beschikbaar voor snelkiescodes en
groepkiescodes. Als u bijvoorbeeld 100 codes programmeert als snelkiescodes, blijven er nog 20 codes
over voor groepkiescodes.
Tekens gebruiken
Wanneer u het bedieningspaneel gebruikt om uw naam in te voeren in de kopregel of een naam op te
geven voor een sneltoets, snelkiescode of groepkiescode, moet u meerdere keren op een alfanumerieke
knop drukken totdat de gewenste letter wordt weergegeven. Vervolgens drukt u op > om de letter te
selecteren en door te gaan naar het volgende teken. In
bijbehorende tekens wordt weergegeven welke letters en getallen verschijnen voor elke alfanumerieke
knop wanneer de standaardtaal is ingesteld op Engels.
Tabel 6-1 Alfanumerieke knoppen en de bijbehorende tekens
KnopTekensKnopTekens
117P Q R S p q r s 7
Tabel 6-1 Alfanumerieke knoppen en de
2A B C a b c 28T U V t u v 8
3D E F d e f 39W X Y Z w x y z 9
4G H I g h i 400
5J K L j k l 5*( ) + - . / , “ * & @ R W
6M N O m n o 6#spatie #,
Opmerking Gebruik > om de cursor over het bedieningspaneel te bewegen en gebruik < om
tekens te verwijderen.
Een pauze invoegen
U kunt pauzes invoegen in faxnummers die u kiest of instelt als sneltoets, snelkiescode of kiescode voor
groepen. Pauzes zijn vaak vereist wanneer u een internationaal nummer kiest of wanneer u verbinding
maakt met een buitenlijn.
Druk meerdere malen op #(Pauze) totdat er een komma (,) verschijnt op het display van het
●
bedieningspaneel. Deze komma verwijst naar een pauze op de desbetreffende plaats in de
kiesreeks.
Druk meerdere malen op * (Symbolen) totdat W verschijnt op het display van het bedieningspaneel,
●
als er op een kiestoon moet worden gewacht voordat de overige cijfers van het telefoonnummer
worden gekozen.
Druk meerdere malen op * (Symbolen) totdat R verschijnt op het display van het bedieningspaneel
●
als er een hookflash moet worden uitgevoerd.
NLWWGeavanceerde faxfuncties en taken81
Snelkiescodes en sneltoetsen snel programmeren
De snelkiescodes 1 tot en met 10 (HP LaserJet 3050 all-in-one), 1 tot en met 12 (HP LaserJet 3055 allin-one) of 1 tot en met 16 (HP LaserJet 3390/3392 all-in-one) zijn ook gekoppeld aan de bijbehorende
sneltoetsen op het bedieningspaneel. De sneltoetsen kunnen worden gebruikt voor snelkiescodes of
groepkiescodes. U kunt maximaal 50 tekens invoeren per faxnummer.
Opmerking Als u toegang wilt verkrijgen tot alle snelkiescodes, gebruikt u de knop Shift. De
snelkiescodes 6 tot en met 10 (HP LaserJet 3050 all-in-one), 7 tot en met 12 (HP LaserJet 3055
all-in-one) of 9 tot en met 16 (HP LaserJet 3390/3392 all-in-one) zijn allemaal toegankelijk door
op Shift en de bijbehorende sneltoets op het bedieningspaneel te drukken.
Opmerking Snelkiescodes, sneltoetsen en groepkiescodes kunnen gemakkelijker worden
geprogrammeerd via de software. Raadpleeg de on line Help bij de HP ToolboxFX voor
informatie over het programmeren van snelkiescodes, sneltoetsen en groepkiescodes met de
HP ToolboxFX.
Voer de volgende stappen uit om snelkiescodes en sneltoetsen vanaf het bedieningspaneel van de allin-one in te stellen:
1.Druk op Menu op het bedieningspaneel van de all-in-one.
2.Gebruik de knop < of > om Faxinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
3.Druk op
4.Druk op
5.Druk op
6.Gebruik de alfanumerieke toetsen om de snelkiescode op te geven die u aan het faxnummer wilt
toewijzen en druk vervolgens op
tot en met 16 selecteert, wordt het faxnummer toegewezen aan de overeenkomstige sneltoets.
7.Voer het faxnummer in met de alfanumerieke knoppen. Vergeet niet om eventuele pauzes en
andere noodzakelijke nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers
buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor internationaal bellen.
8.Druk op
9.Voer een naam in voor het faxnummer met behulp van de alfanumerieke knoppen. Druk een aantal
keren op de alfanumerieke knop voor de gewenste letter, totdat deze wordt weergegeven. (Zie
Tekens gebruiken voor een overzicht van de tekens.)
om Adresboek te selecteren.
om Ind instellingen te selecteren.
om Toevoegen/bewerken te selecteren.
. Als u een nummer van 1 tot en met 10, 1 tot en met 12 of 1
Opmerking Als u een faxnummer invoert, drukt u op Pauze totdat er een komma (,)
verschijnt als u een pauze in de kiesreeks wilt invoegen, of op * totdat W verschijnt als u wilt
dat er wordt gewacht op een kiestoon.
.
.
Opmerking Als u leestekens wilt invoeren, drukt u herhaaldelijk op de asterisk-knop (*)
totdat het gewenste teken verschijnt. Vervolgens drukt u op de knop > om naar de volgende
spatie te gaan.
10. Druk op om de informatie op te slaan.
11. Als u meer snelkiescodes of sneltoetsen wilt programmeren, moet u stap 1 tot en met 10 herhalen.
82Hoofdstuk 6 FaxenNLWW
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.