Vermenigvuldiging, bewerking en vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming zijn verboden, behalve zoals
toegestaan door het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garanties voor producten en
services van HP worden uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt geleverd. Niets
in deze verklaring mag worden opgevat als
een aanvullende garantie. HP is niet
aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in deze
verklaring.
Onderdeelnummer: Q5982-90977
Edition 2, 5/2008
Adobe® is een handelsmerk van Adobe
Systems Incorporated.
Arial® is een in de Verenigde Staten
gedeponeerd handelsmerk van Monotype
Corporation.
CorelDRAW™ is een handelsmerk of
gedeponeerd handelsmerk van Corel
Corporation of Corel Corporation Limited.
Microsoft® is een gedeponeerd
handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten.
Windows® en MS Windows® zijn in de
Verenigde Staten gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Netscape Navigator is een in de Verenigde
Staten gedeponeerd handelsmerk van
Netscape Communications Corporation.
Opera™ is een handelsmerk van Opera
Software ASA.
PANTONE® is het handelsmerk van
Pantone, Inc voor de controlestandaard voor
kleuren.
PostScript® is een handelsmerk van Adobe
Systems Incorporated.
UNIX® is een gedeponeerd handelsmerk
van The Open Group.
Energy Star® en het logo van Energy Star®
zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde
merken van de Amerikaanse EPA
(Environmental Protection Agency).
HP Klantenondersteuning
Online services
Ga, met een Internet-verbinding, naar de juiste website voor bijgewerkte printersoftware,
productinformatie en ondersteuningsinformatie (24 uur per dag bereikbaar).
HP Color LaserJet 3000-serie printer:
●
HP Color LaserJet 3600-serie printer:
●
HP Color LaserJet 3800-serie printer:
●
Ga naar
HP Instant Support Professional Edition (ISPE) bevat op het web gebaseerde hulpprogramma's voor
het oplossen van problemen met het bureaublad en printerproducten. Ga naar
Telefonische ondersteuning
HP biedt gedurende de garantieperiode gratis telefonische ondersteuning. Raadpleeg de brochure bij
de printer voor het telefoonnummer voor uw land/regio. U kunt ook naar
callcenters gaan. Zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt als u HP belt: de productnaam,
het serienummer, de datum van aankoop en een beschrijving van het probleem.
Toepassingen, drivers en elektronische informatie
●
●
●
De webpagina voor de drivers is Engelstalig, maar u kunt de drivers in verschillende talen downloaden.
www.hp.com/support/net_printing voor informatie over de HP Jetdirect externe printerserver.
HP Color LaserJet 3000-serie printer:
HP Color LaserJet 3600-serie printer:
HP Color LaserJet 3800-serie printer:
www.hp.com/support/clj3000
www.hp.com/support/clj3600
www.hp.com/support/clj3800
instantsupport.hp.com.
www.hp.com/support/
www.hp.com/go/clj3000_software
www.hp.com/go/clj3600_software
www.hp.com/go/clj3800_software
Rechtstreeks bestellen van HP-accessoires en -benodigdheden
Verenigde Staten:
●
Canada:
●
Europa:
●
Zuidoost-Azië:
●
Ga naar de HP Parts Store op
1-800-538-8787 (VS) of 1-800-387-3154 (Canada).
Service-informatie van HP
Voor de gegevens van geautoriseerde HP-dealers kunt u bellen met 1-800-243-9816 (Verenigde
Staten) of 1-800-387-3867 (Canada).
Buiten de Verenigde Staten en Canada neemt u contact op met de afdeling klantenondersteuning van
uw land/regio. Raadpleeg de brochure in de productverpakking.
Serviceovereenkomsten van HP
Bel 1-800-835-4747 (VS) of 1-800-268-1221 (Canada).
www.hp.ca/catalog/supplies
www.hp.com/supplies
www.hp.com/sbso/product/supplies.
www.hp.com/paper/
www.hp.com/buy/parts (alleen voor de VS en Canada), of bel
NLWWiii
Bel 1-800-446-0522 voor verlengde service.
De HP-software voor eenvoudig printeronderhoud
Met de HP-software voor eenvoudig printeronderhoud kunt u de printerstatus controleren en informatie
over het oplossen van problemen en online documentatie weergeven. U kunt de HP-software voor
eenvoudig printeronderhoud alleen gebruiken als u de software volledig hebt geïnstalleerd.
Raadpleeg
De HP-software voor eenvoudig printeronderhoud gebruiken.
Ondersteuning en informatie van HP voor Macintosh-computers
Ga naar
www.hp.com/go/macosx voor ondersteuningsinformatie voor Macintosh OS X en de service
voor driverupdates van HP.
Ga naar
www.hp.com/go/mac-connect voor producten die specifiek zijn ontworpen voor de Macintosh-
gebruiker.
iv HP KlantenondersteuningNLWW
Inhoudsopgave
1 Basisinformatie over de printer
Snelle toegang tot printerinformatie ..................................................................................................... 2
Index ................................................................................................................................................................. 215
NLWWxi
xiiNLWW
1Basisinformatie over de printer
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de functies van de printer:
Snelle toegang tot printerinformatie
●
Printeroverzicht
●
Functieoverzicht
●
Rondleiding
●
Printersoftware
●
Specificaties voor het afdrukmateriaal
●
NLWW1
Snelle toegang tot printerinformatie
Voor deze printer zijn verschillende handleidingen beschikbaar.
HP Color LaserJet 3000-serie printer:
●
HP Color LaserJet 3600-serie printer:
●
HP Color LaserJet 3800-serie printer:
●
www.hp.com/support/clj3000.
www.hp.com/support/clj3600.
www.hp.com/support/clj3800.
De volgende tabel geeft een overzicht van de beschikbare printerhandleidingen en het soort informatie
dat in deze handleidingen staat.
Tabel 1-1 Printerhandleidingen
HandleidingOmschrijving
Beknopte handleidingStapsgewijze instructies voor het installeren en instellen van de printer.
Handleiding voor
geïntegreerde HP Jetdirectprintservers voor beheerders
Handleidingen voor
accessoires en
benodigdheden
GebruikershandleidingBiedt uitgebreide informatie over het gebruik van de printer en het verhelpen van mogelijke
Online HelpInformatie over de opties van de printerdrivers. U kunt een Help-onderwerp openen via het
Instructies voor het configureren van de HP Jetdirect-printserver en het oplossen van
problemen.
Stapsgewijze instructies voor het installeren van de accessoires en benodigdheden. (Deze
handleidingen worden meegeleverd met de optionele accessoires en benodigdheden van
de printer.)
problemen. Deze handleiding staat op de cd van de printer.
menu Help van de printerdriver.
2Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Printeroverzicht
De HP Color LaserJet 3000, 3600 en 3800-serie printers zijn verkrijgbaar in de hieronder beschreven
configuraties.
HP Color LaserJet 3000-serie printer
Tabel 1-2 HP Color LaserJet 3000-serie printer, configuraties
HP Color LaserJet 3000-printerHP Color LaserJet
Drukt 30 pagina's per minuut
●
(ppm) af op afdrukmateriaal van
Letter-formaat, 29 ppm in zwart-wit
en 15 ppm in kleur op
afdrukmateriaal van A4-formaat.
Multifunctionele lade (lade 1) voor
●
100 vel en invoerlade (lade 2) voor
250 vel
Hi-Speed USB (Universal Serial
●
Bus) 2.0-poort en EIO-sleuf
(Enhanced Input/Output)
64 MB RAM-geheugen (Random
●
Access Memory)
3000n-printer
HP Color LaserJet 3000printer, plus:
128 MB RAM
●
Volledig functionele
●
geïntegreerde
HP Jetdirectprintserver om
verbinding te maken
met 10Base-T/
100Base-TXnetwerken
HP Color LaserJet
3000dn-printer
HP Color LaserJet 3000printer, plus:
256 MB RAM
●
Volledig functionele
●
geïntegreerde
HP Jetdirectprintserver om
verbinding te maken
met 10Base-T/
100Base-TXnetwerken
Automatisch
●
dubbelzijdig
afdrukken (duplex)
HP Color LaserJet
3000dtn-printer
HP Color LaserJet 3000printer, plus:
256 MB RAM
●
Volledig functionele
●
geïntegreerde
HP Jetdirectprintserver om
verbinding te maken
met 10Base-T/
100Base-TXnetwerken
Automatisch
●
dubbelzijdig
afdrukken (duplex)
Invoerlade voor 500
●
vel (lade 3)
NLWWPrinteroverzicht3
HP Color LaserJet 3600-serie printer
Tabel 1-3 HP Color LaserJet 3600-serie printer, configuraties
HP Color LaserJet 3600-printerHP Color LaserJet 3600n-printerHP Color LaserJet 3600dn-printer
Afdruksnelheid van 17 ppm
●
Multifunctionele lade (lade 1) voor
●
100 vel en invoerlade (lade 2) voor
250 vel
Hi-Speed USB 2.0-poort
●
64 MB RAM
●
HP Color LaserJet 3600-printer, plus:
Hoogwaardige geïntegreerde
●
HP Jetdirect-printserver om
verbinding te maken met 10Base-T/
100Base-TX-netwerken
HP Color LaserJet 3800-serie printer
Tabel 1-4 HP Color LaserJet 3800-serie printer, configuraties
HP Color LaserJet 3800-printerHP Color LaserJet
3800n-printer
HP Color LaserJet 3600-printer, plus:
●
●
●
HP Color LaserJet
3800dn-printer
128 MB RAM
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
(duplex)
Hoogwaardige geïntegreerde
HP Jetdirect-printserver om
verbinding te maken met 10Base-T/
100Base-TX-netwerken
HP Color LaserJet
3800dtn-printer
De afdruksnelheid is 22 ppm
●
(voor Letter-formaat) en 21 ppm
(voor A4-formaat)
Multifunctionele lade (lade 1)
●
voor 100 vel en invoerlade
(lade 2) voor 250 vel
Hi-Speed USB 2.0-poort en EIO-
●
sleuf
96 MB RAM-geheugen (Random
●
Access Memory)
HP Color LaserJet 3800printer, plus:
160 MB RAM
●
Volledig functionele
●
geïntegreerde
HP Jetdirectprintserver om
verbinding te maken
met 10Base-T/
100Base-TXnetwerken
HP Color LaserJet 3800printer, plus:
288 MB RAM
●
Automatisch
●
dubbelzijdig
afdrukken (duplex)
Volledig functionele
●
geïntegreerde
HP Jetdirectprintserver om
verbinding te maken
met 10Base-T/
100Base-TXnetwerken
HP Color LaserJet 3800printer, plus:
288 MB RAM
●
Automatisch
●
dubbelzijdig
afdrukken (duplex)
Volledig functionele
●
geïntegreerde
HP Jetdirectprintserver om
verbinding te maken
met 10Base-T/
100Base-TXnetwerken
Invoerlade voor 500
●
vel (lade 3)
4Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Functieoverzicht
Tabel 1-5 Functies
FunctieHP Color LaserJet 3000-serie
Prestaties
Gebruikersinterface
Printerdrivers
printer
Processor van 533 MHz
●
Grafisch display
●
Help op het bedieningspaneel
●
HP-software voor eenvoudig
●
printeronderhoud (een op het
web gebaseerd hulpprogramma
voor status en problemen
oplossen)
Printerdrivers voor Windows en
●
Macintosh
Geïntegreerde webserver voor
●
toegang tot ondersteuning en
bestelmogelijkheden voor
printerbenodigdheden
(beheerhulpmiddel voor printers
die op een netwerk zijn
aangesloten)
HP PCL 5c
●
HP PCL 6
●
HP Color LaserJet 3600-serie
printer
Processor van 360 MHz
●
Grafisch display
●
Help op het bedieningspaneel
●
HP-software voor eenvoudig
●
printeronderhoud (een op het
web gebaseerd hulpprogramma
voor status en problemen
oplossen)
Printerdrivers voor Windows en
●
Macintosh
HP JetReady 4.2
HP Color LaserJet 3800-serie
printer
Processor van 533 MHz
●
Grafisch display
●
Help op het bedieningspaneel
●
HP-software voor eenvoudig
●
printeronderhoud (een op het
web gebaseerd hulpprogramma
voor status en problemen
oplossen)
Printerdrivers voor Windows en
●
Macintosh
Geïntegreerde webserver voor
●
toegang tot ondersteuning en
bestelmogelijkheden voor
printerbenodigdheden
(beheerhulpmiddel voor printers
die op een netwerk zijn
aangesloten)
HP PCL 5c
●
HP PCL 6
●
Opslagfuncties
Lettertypen
Accessoires
PostScript® 3-emulatie
●
Lettertypen, formulieren en
●
andere macro's
Taak vasthouden
●
80 interne lettertypen
●
beschikbaar voor PCL- en
PostScript 3-emulatie
80 schermlettertypen in
●
TrueType-formaat beschikbaar
bij de software
Optionele invoerlade voor 500 vel
●
(lade 3) (standaard op de
HP Color LaserJet 3000dtnprinter)
DIMM-modules (Dual Inline
●
Memory Modules)
Geen
Geen
Optionele invoerlade voor 500
●
vel (lade 3)
PostScript 3-emulatie
●
Lettertypen, formulieren en
●
andere macro's
Taak vasthouden
●
80 interne lettertypen
●
beschikbaar voor PCL- en
PostScript 3-emulatie
80 schermlettertypen in
●
TrueType-formaat beschikbaar
bij de software
Optionele invoerlade voor 500
●
vel (lade 3) (standaard op de
HP Color LaserJet 3800dtnprinter)
DIMM-modules (Dual Inline
●
Memory Modules)
NLWWFunctieoverzicht5
Tabel 1-5 Functies (vervolg)
FunctieHP Color LaserJet 3000-serie
Connectiviteit
Milieuvoorzieningen
Toebehoren
printer
Interface met Hi-Speed USB 2.0-
●
kabel
Volledig functionele
●
geïntegreerde HP Jetdirectprintserver (standaard op de
HP Color LaserJet 3000n,
3000dn en 3000dtn-printers)
HP Web Jetadmin-software
●
(standaard op de HP Color
LaserJet 3000n, 3000dn en
3000dtn-printers)
EIO-sleuf (Enhanced Input/
●
Output)
Instelling Sluimermodus
●
Groot aantal onderdelen en materialen geschikt voor recycling
●
Voldoet aan Energy Star®
●
De statuspagina biedt informatie over het niveau van de toner, het aantal afgedrukte pagina's en het geschatte
●
aantal resterende pagina's
Cartridges hoeven niet te worden geschud
●
HP Color LaserJet 3600-serie
printer
Interface met Hi-Speed USB 2.0-
●
kabel
Hoogwaardige geïntegreerde
●
HP Jetdirect-printserver
(standaard op de HP Color
LaserJet 3600n en 3600dnprinters)
HP Web Jetadmin-software
●
(standaard op de HP Color
LaserJet 3600n en 3600dnprinters)
HP Color LaserJet 3800-serie
printer
Interface met Hi-Speed USB 2.0-
●
kabel
Volledig functionele
●
geïntegreerde HP Jetdirectprintserver (standaard op de
HP Color LaserJet 3800n,
3800dn en 3800dtn-printers)
HP Web Jetadmin-software
●
(standaard op de HP Color
LaserJet 3800n, 3800dn en
3800dtn-printers)
EIO-sleuf (Enhanced Input/
●
Output)
Toegang
De printer controleert of nieuw geïnstalleerde printcartridges originele HP-cartridges zijn
●
Printerbenodigdheden bestellen via Internet (met de HP-software voor eenvoudig printeronderhoud)
●
De online gebruikershandleiding is geschikt voor schermlezers
●
U kunt printcartridges met één hand installeren en verwijderen
●
U kunt alle panelen en kleppen met één hand openen
●
U kunt afdrukmateriaal met één hand in lade 1 plaatsen
●
6Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Rondleiding
De volgende afbeeldingen geven een overzicht van de naam en de plaats van de belangrijkste
onderdelen van de printer.
1
2
3
4
5
6
7
8
Afbeelding 1-1 Vooraanzicht (afgebeeld met optionele papierinvoer voor 500 vel)
1Verlengstuk voor uitvoerbak
2Uitvoerbak
3Bovenklep
4Bedieningspaneel van de printer
5Voorklep
6Lade 1 (voor 100 vel gewoon papier)
7Lade 2 (voor 250 vel gewoon papier)
8Lade 3 (optioneel; voor 500 vel gewoon papier)
NLWWRondleiding7
Afbeelding 1-2 Zij- en achteraanzicht
1
2
3
4
5
1Aan-uitschakelaar
2Voedingsaansluiting
3EIO-sleuf (op de HP Color LaserJet 3000 en 3800-serie printers)
4Hi-Speed USB 2.0-poort
5Netwerkpoort (op de HP Color LaserJet 3000n, 3000dn, 3000dtn, 3600n, 3600dn, 3800n, 3800dn en 3800dtn-printers)
8Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Printersoftware
De afdruksysteemsoftware is bij de printer geleverd. Instructies voor het installeren van deze software
vindt u in de beknopte handleiding.
Het afdruksysteem omvat software voor eindgebruikers en netwerkbeheerders, en printerdrivers voor
toegang tot de printerfuncties en communicatie met de computer.
Opmerking Zie Netwerkconfiguratie voor een overzicht van alle netwerkomgevingen die door
de netwerkbeheersoftware worden ondersteund.
Ga voor een lijst van printerdrivers en bijgewerkte printersoftware van HP voor de HP Color
LaserJet 3000-serie printers naar
3600-serie printers gaat u naar
3800-serie printers gaat u naar
HP Color LaserJet 3000-serie en HP Color LaserJet 3800-serie
printerdrivers
De HP Color LaserJet 3000 en 3800-serie printers gebruikt de PDL-drivers voor PCL 5c, PCL 6 en
PostScript 3-emulatie.
Opmerking Voor Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003, omvat de HP Color
LaserJet 3000 en 3800-serie printers een monochrome PCL 6-driver die kan worden
geïnstalleerd voor gebruikers die alleen in zwart-wit afdrukken.
www.hp.com/go/clj3000_software. Voor de HP Color LaserJet
www.hp.com/go/clj3600_software. Voor de HP Color LaserJet
www.hp.com/go/clj3800_software.
Tabel 1-6 Printerdrivers voor de HP Color LaserJet 3000 en 3800-serie printers
Besturingssysteem
Windows 98, ME
Windows 2000
Windows XP (32-bits)
Windows Server 2003 (32-bits)
Windows Server 2003 (64-bits)
Mac OS v9.1 en later, en OS X v10.2 en
later
1
Niet alle functies van de printer zijn beschikbaar vanuit alle drivers of besturingssystemen.
2
De HP Color LaserJet 3000 en 3800-serie printers omvatten zowel een monochrome als een kleuren
1
3
4
PCL 5cPCL 6
2
PS 3-emulatie
PCL 6-driver voor gebruikers van Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003.
3
Voor Windows 2000 en Windows XP (32-bits en 64-bits), kunt u de PCL 5-driver downloaden van
www.hp.com/go/clj3000_software of www.hp.com/go/clj3800_software.
4
Voor Windows XP (32-bits en 64-bits), kunt u de PCL 6-driver downloaden van www.hp.com/go/
clj3000_software of www.hp.com/go/clj3800_software.
NLWWPrintersoftware9
HP Color LaserJet 3600-serie printerdrivers
De HP Color LaserJet 3600-serie printer gebruikt de HP JetReady 4.2 PDL (Page Description
Language), een printertaal voor hosts. Met HP JetReady 4.2 worden zowel de computer als de printer
gebruikt om de afgedrukte pagina te genereren in een Windows- of Macintosh-omgeving. HP JetReady
4.2 zet de vooraf gegenereerde bestanden over van de hostcomputer naar de printer en geeft instructies
aan de printer zodat de pagina's kunnen worden omgezet in afdrukbare gegevens.
De HP JetReady 4.2 PDL-driver is beschikbaar op de installatie-cd voor de volgende
besturingssystemen:
Windows 98, Windows Millennium Edition (Me)
●
Windows 2000
●
Windows XP (32-bits en 64-bits)
●
Windows Server 2003 (32-bits en 64-bits)
●
Macintosh OS X v10.2 en later
●
Opmerking Niet alle functies van de printer zijn beschikbaar vanuit alle drivers of
besturingssystemen.
Als tijdens de installatie van de software niet automatisch is gezocht naar de meest recente
drivers op het internet, kunt u de drivers downloaden via
www.hp.com/go/clj3600_software.
Extra drivers
De volgende drivers staan niet op de cd, maar zijn beschikbaar via www.hp.com/go/clj3000_software
of
www.hp.com/go/clj3800_software. Deze drivers zijn alleen voor de HP Color LaserJet 3000 en 3800-
serie printers.
UNIX®-modelscripts
●
Linux-drivers
●
OS/2 PS- en PCL-printerdriver
●
Opmerking De drivers voor OS/2 zijn verkrijgbaar bij IBM en worden bij OS/2 geleverd. Deze
drivers zijn niet beschikbaar voor de talen Traditioneel Chinees, Vereenvoudigd Chinees,
Koreaans en Japans.
10Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
De printerdrivers openen
BesturingssysteemDe instellingen van alle
afdruktaken wijzigen totdat
het softwareprogramma wordt
gesloten
Windows 98 en ME1.Klik in het menu Bestand
Windows 2000, XP
en Server 2003
van het
softwareprogramma op
Afdrukken.
2.Selecteer de printer en klik
op Eigenschappen.
De stappen kunnen variëren. Dit
is de meeste voorkomende
procedure.
1.Klik in het menu Bestand
van het
softwareprogramma op
Afdrukken.
2.Selecteer de driver en klik
vervolgens op
Eigenschappen of
Voorkeuren.
De stappen kunnen variëren. Dit
is de meeste voorkomende
procedure.
De instellingen van alle
afdruktaken wijzigen
1.Klik achtereenvolgens op
Start, Instellingen en
Printers.
2.Klik met de
rechtermuisknop op het
pictogram van de driver en
selecteer vervolgens
Eigenschappen.
1.Klik op Start, Instellingen
en klik vervolgens op
Printers of Printers en
faxapparaten.
2.Klik met de
rechtermuisknop op het
pictogram van de driver en
selecteer vervolgens
Voorkeursinstellingen
voor afdrukken.
De configuratie-instellingen
van het apparaat wijzigen
1.Klik achtereenvolgens op
Start, Instellingen en
Printers.
2.Klik met de
rechtermuisknop op het
pictogram van de driver en
selecteer vervolgens
Eigenschappen.
3.Klik op het tabblad
Configureren.
1.Klik op Start, Instellingen
en klik vervolgens op
Printers of Printers en
faxapparaten.
2.Klik met de
rechtermuisknop op het
pictogram van de driver en
selecteer vervolgens
Eigenschappen.
3.Klik op het tabblad
Apparaatinstellingen.
Mac OS 9.1 en
hoger
(alleen voor de
HP Color LaserJet
3000 en 3800-serie
printers)
Mac OS X 10.2 en
10.3
1.Kies Print in het menu
Archief.
2.Wijzig de gewenste
instellingen in de
verschillende popupmenu's.
1.Kies Print in het menu
Archief.
2.Wijzig de gewenste
instellingen in de
verschillende popupmenu's.
1.Kies Print in het menu
Archief.
2.Als u de instellingen hebt
gewijzigd in het popupmenu, klikt u op Bewaar
instellingen.
1.Kies Print in het menu
Archief.
2.Wijzig de gewenste
instellingen in de
verschillende popupmenu's.
3.Klik in het pop-upmenu
Instellingen op Opslaan
als en typ een naam voor
de voorinstelling.
Deze instellingen worden in het
menu Instellingen opgeslagen.
Als u de nieuwe instellingen wilt
gebruiken, moet u de
opgeslagen voorinstelling
selecteren wanneer u een
programma opent en wilt
afdrukken.
1.Klik op het printerpictogram
op het bureaublad.
2.Klik in het menu Print op
Wijzig configuratie.
1.Klik in het menu Voltooi
van de Finder op
Programma's.
2.Open Hulpprogramma's
en open vervolgens
Afdrukbeheer
(Mac OS X 10.2) of het
Hulpprogramma voor
printerinstelling
(Mac OS X 10.3).
3.Klik op de afdrukwachtrij.
4.Klik in het menu Printers
op Toon info.
5.Klik op het menu
Installatiemogelijkheden.
NLWWPrintersoftware11
BesturingssysteemDe instellingen van alle
afdruktaken wijzigen totdat
het softwareprogramma wordt
gesloten
Software voor netwerken
Zie de Handleiding voor geïntegreerde HP Jetdirect printservers voor beheerders voor een overzicht
van verkrijgbare HP-software voor netwerkinstallatie en configuratie. Deze handleiding kunt u vinden
op de printer-cd.
HP Web Jetadmin
HP Web Jetadmin is een op browsertechnologie gebaseerd hulpmiddel voor printers die via HP Jetdirect
zijn aangesloten op een intranet, en moet alleen op de netwerkcomputer van de beheerder worden
geïnstalleerd.
De instellingen van alle
afdruktaken wijzigen
De configuratie-instellingen
van het apparaat wijzigen
Opmerking
Configuratieinstellingen zijn mogelijk
niet beschikbaar in de
Classic-modus.
Ga naar
www.hp.com/go/webjetadmin voor de meest recente versie van HP Web Jetadmin of een
recente lijst met ondersteunde hostservers.
Als HP Web Jetadmin op een hostserver is geïnstalleerd, is het programma vanaf elke clientcomputer
toegankelijk via een ondersteunde webbrowser, zoals Microsoft Internet Explorer 4.x of Netscape
Navigator 4.x of hoger. In de browser kunt u naar de HP Web Jetadmin-host navigeren.
UNIX
Voor HP-UX- en Solaris-netwerken, gaat u naar www.hp.com/support/net_printing om de HP Jetdirect
printer installer voor UNIX te downloaden.
Opmerking De HP Color LaserJet 3600-serie printer ondersteunt UNIX niet.
Linux
Ga voor informatie naar www.hp.com/go/linuxprinting.
Hulpprogramma's
De HP Color LaserJet 3000, 3600 en 3800-serie printers zijn voorzien van verschillende
hulpprogramma's waarmee u de printer op een netwerk eenvoudig kunt controleren en beheren.
HP-software voor eenvoudig printeronderhoud
De HP-software voor eenvoudig printeronderhoud is een toepassing die u voor de volgende taken kunt
gebruiken:
De printerstatus controleren
●
De status van de benodigdheden controleren
●
12Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Waarschuwingen instellen
●
Printerinformatie bekijken
●
Toegang krijgen tot hulpmiddelen voor onderhoud en het oplossen van problemen
●
U kunt de HP-software voor eenvoudig printeronderhoud gebruiken als de printer rechtstreeks is
aangesloten op de computer of als de printer is aangesloten op een netwerk. U kunt de HP-software
voor eenvoudig printeronderhoud alleen gebruiken als u de software volledig hebt geïnstalleerd.
Geïntegreerde webserver
Opmerking De geïntegreerde webserver op de HP Color LaserJet 3600-serie printer geeft
alleen informatie over de netwerkconfiguratie en -status.
Deze printer is uitgerust met een geïntegreerde webserver die toegang geeft tot informatie over de
printer- en netwerkactiviteiten. Deze informatie wordt weergegeven in een webbrowser, zoals Microsoft
Internet Explorer of Netscape Navigator.
De geïntegreerde webserver bevindt zich in de printer. Hij is niet geladen op een netwerkserver.
De geïntegreerde webserver biedt een interface met de printer die toegankelijk is voor iedereen met
een standaard webbrowser en een op het netwerk aangesloten computer. Er is geen speciale software
die moet worden geïnstalleerd en geconfigureerd, maar u moet wel een ondersteunde webbrowser op
de computer hebben. Als u naar de geïntegreerde webserver wilt gaan, typt u het IP-adres van de printer
in de adresregel van de browser. (Als u het IP-adres niet weet, drukt u een configuratiepagina af. Meer
informatie over het afdrukken van een configuratiepagina vindt u in
gebruiken.)
Pagina's met printerinformatie
Functies
Gebruik de geïntegreerde webserver van HP voor de volgende taken:
De printerstatusinformatie bekijken
●
De resterende levensduur van alle benodigdheden bepalen en nieuwe benodigdheden bestellen
●
De configuratie van de laden weergeven en wijzigen
●
De configuratie van het bedieningspaneel van de printer weergeven en wijzigen
●
Interne pagina's weergeven en afdrukken
●
E-mailwaarschuwingen instellen voor diverse printergebeurtenissen
●
Koppelingen naar andere websites maken en aanpassen
●
De taal selecteren waarin de pagina's van de geïntegreerde webserver moeten worden
●
weergegeven
De netwerkconfiguratie weergeven en wijzigen
●
Toegang tot de functies voor het afdrukken in kleur beperken (alleen voor de HP Color LaserJet
●
3000-serie printer)
Ondersteuningsinformatie over de printer en over de huidige printerstatus bekijken
●
De geïntegreerde webserver gebruiken voor een volledig overzicht van de functies van de
Zie
geïntegreerde webserver.
NLWWPrintersoftware13
Overige componenten en hulpprogramma's
Voor gebruikers van Windows- en Macintosh-computers zijn diverse programma's beschikbaar.
WindowsMacintosh OS
Een programma voor het automatisch installeren van het
gebruik met de Apple PostScript-drivers die worden
geleverd met het besturingssysteem van de Macintosh
(Mac OS)
De HP Printer Utility—stelt u in staat om
●
printerinstellingen van een Mac te wijzigen. Dit
hulpprogramma is geschikt voor Mac OS X v10.2 en
v10.3.
14Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Specificaties voor het afdrukmateriaal
Voor optimale resultaten raadt HP het gebruik van afdrukmateriaal van HP aan dat is ontwikkeld voor
HP Color LaserJet-printers. Gebruik afdrukmateriaal met een gewicht van 75 g/m
Alhoewel de printer afdrukmateriaal ondersteunt met een gewicht van 60 g/m
gebruik van lichter of zwaarder afdrukmateriaal het aantal papierstoringen en de afdrukkwaliteit
beïnvloeden.
Gebruik altijd de juiste instelling voor het afdrukmateriaal in de printerdriver en configureer de laden
voor het juiste afdrukmateriaal. U kunt papier het best eerst uitproberen voordat u grote hoeveelheden
aanschaft.
Ondersteunde afdrukmaterialen
Tabel 1-7 Afdrukmaterialen voor lade 1
SoortAfmetingenGewicht of dikteCapaciteit
StandaardMinimaal: 76 x 127 mm
Glanzend papierHP Color LaserJet 3600 en 3800: 75 tot
Transparanten
Enveloppen
Etiketten
Kaarten
2
(3 x 5 inch)
Maximaal: 216 x 356 mm
(8,5 x 14 inch)
2
tot 120 g/m2.
2
tot 176 g/m2, kan het
60 tot 163 g/m
176 g/m
HP Color LaserJet 3000: 75 tot 120 g/m
0,12 tot 0,13 mm dik60 vellen
60 tot 90 g/m
75 tot 163 g/m
163 tot 176 g/m
2
2
2
2
2
100 vellen
60 vellen
2
10 enveloppen
60 vellen
60 vellen
1
1
De capaciteit kan verschillen afhankelijk van het gewicht en de dikte van het materiaal en de
omgevingsomstandigheden. De gladheid moet 100 tot 250 (Sheffield) zijn. Raadpleeg
Benodigdheden en accessoires voor bestelinformatie.
2
Gebruik uitsluitend transparanten die zijn gemaakt voor gebruik met HP Color LaserJet printers. Deze
printer herkent transparanten die niet zijn ontworpen voor gebruik met HP Color LaserJet printers.
Raadpleeg
Submenu Afdrukkwaliteit voor meer informatie.
NLWWSpecificaties voor het afdrukmateriaal15
Tabel 1-8 Afdrukmaterialen voor lade 2 en lade 3
SoortAfmetingenGewicht of dikteCapaciteit lade 21Capaciteit
StandaardMinimaal: 148 x 210 mm (5,83
Glanzend papier
Transparanten
Etiketten
1
De printer ondersteunt afdrukmateriaal van verschillende standaardformaten en aangepaste
x 8,27 inch)
Maximaal: 215.9 x 355,6 mm
2
(8,5 x 14 inch)
formaten. De capaciteit kan verschillen afhankelijk van het gewicht en de dikte van het materiaal en
de omgevingsomstandigheden. De gladheid moet 100 tot 250 (Sheffield) zijn. Raadpleeg
Benodigdheden en accessoires voor bestelinformatie.
2
Gebruik uitsluitend transparanten die zijn gemaakt voor gebruik met HP Color LaserJet printers. Deze
printer herkent transparanten die niet zijn ontworpen voor gebruik met HP Color LaserJet printers.
Raadpleeg
Submenu Afdrukkwaliteit voor meer informatie.
Ondersteunde mediaformaten
Tabel 1-9 Ondersteunde mediaformaten
Invoerlade
LetterLegalA4A58,5 x 13Executive
1
lade 3
60 tot 120 g/m
106 tot 120 g/m
0,12 tot 0,13 mm dik50 vellen100 vellen
75 tot 163 g/m
(JIS)
2
2
2
B5 (JIS)Aan-
250 vellen500 vellen
100 vellen200 vellen
50 vellen100 vellen
StatementEnvelop
gepast
1
Lade 1
Lade 2,
lade 3
1
Ondersteunde envelopformaten zijn #10, Monarch, C5, DL, en B5.
Tabel 1-10 Automatisch dubbelzijdig afdrukken
MediaformaatAfmetingenGewicht en dikte
Letter216 x 279 mm
Legal216 x 356 mm
A4210 x 297 mm
8,5 x 13216 x 330 mm
1
Automatisch dubbelzijdig afdrukken op dikker materiaal dan hierboven aanbevolen kan ongewenste
1
60 tot 120 g/m
2
resultaten opleveren.
Opmerking Automatisch dubbelzijdig (duplex) afdrukken is mogelijk met de HP Color LaserJet
3000dn, 3000dtn, 3600dn, 3800dn en 3800dtn-printers.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken. De meeste van de ondersteunde papierformaten en -soorten die
voor lade 1 zijn aangegeven, kunnen handmatig dubbelzijdig worden afgedrukt. Raadpleeg
Dubbelzijdig
afdrukken (duplex) gebruiken voor meer informatie.
16Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
2Bedieningspaneel
Dit hoofdstuk bevat informatie over het bedieningspaneel van de printer. Op het bedieningspaneel
bevinden zich knoppen van printerfuncties en een display met informatie over de printer en de
afdruktaken:
Overzicht van het bedieningspaneel
●
De menu's op het bedieningspaneel gebruiken
●
Menu Taak ophalen
●
Menu Informatie
●
Menu Papierverwerking
●
Menu Apparaat configureren
●
Menu Diagnose
●
Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen
●
Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld
●
NLWW17
Overzicht van het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel biedt functies voor de bediening van de printer en geeft berichten weer over de
printer, afdruktaken en de status van de benodigdheden.
Afbeelding 2-1 Knoppen en lampjes op het bedieningspaneel
NummerKnop of lampjeFunctie
87654321
?
1011129
1Knop StopHiermee kunt u de huidige taak onderbreken, de huidige afdruktaak
2Knop MenuHiermee kunt u menu's openen en afsluiten.
3Klaar-lampjeGeeft aan of de printer online of offline is. Raadpleeg Lampjes op het
4Gegevens-lampjeGeeft aan of de printer gegevens ontvangt. Raadpleeg Lampjes op
5Attentie-lampjeGeeft aan dat zich een kritieke fout heeft voorgedaan. Raadpleeg
6
7
8
9
10
Terug ( ) (knop)
Omhoog () (knop)
Selecteren () (knop)
Help ( ) (knop)
Omlaag () (knop)
hervatten of annuleren, afdrukmateriaal uit de printer verwijderen en
verwijderbare fouten bij de onderbroken taak verwijderen. Als de
printer niet bezig is een taak af te drukken, kunt u op Stop drukken
om de printer tijdelijk te laten pauzeren.
bedieningspaneel.
het bedieningspaneel.
Lampjes op het bedieningspaneel.
Hiermee kunt u terugbladeren in geneste menu's.
Hiermee kunt u door menu's en tekst bladeren en de waarden van
de numerieke opties op het display verhogen.
Hiermee kunt u selecties maken, het afdrukken hervatten na
verwijderbare fouten en niet-originele printcartridges activeren.
Hiermee krijgt u gedetailleerde informatie over printerberichten en
menu's.
Hiermee kunt u door menu's en tekst bladeren en de waarden van
de numerieke opties op het display verlagen.
11Meter voor benodigdhedenGeeft het niveau van de printcartridges weer. Zie Display.
12DisplayGeeft statusinformatie, menu's, Help-informatie en foutberichten
weer. Zie
Display.
18Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
De printer biedt informatie via het display en de lampjes in het onderste gedeelte van het
bedieningspaneel. Het display biedt verdere statusinformatie, menu's, Help-informatie en foutberichten.
De lampjes Klaar, Gegevens en Attentie bieden overzichtelijke informatie over de status van de printer.
U kunt de meeste dagelijkse afdruktaken vanaf de computer uitvoeren via de printerdriver of een
softwareprogramma. Via het bedieningspaneel hebt u toegang tot printerfuncties die niet worden
ondersteund door de printerdriver of het softwareprogramma. Wijzigingen die u aanbrengt met de
computer hebben voorrang boven de instellingen op het bedieningspaneel. Raadpleeg
Printersoftware voor meer informatie over het gebruik van de printerdriver.
Lampjes op het bedieningspaneel
LampjeAanUitKnippert
Display
Klaar
(groen)
Gegevens
(groen)
Attentie
(geel)
Printer is online (klaar om
gegevens te ontvangen en af
te drukken)
Er zijn verwerkte gegevens in
de printer aanwezig, maar er
zijn nog meer gegevens nodig
om de afdruktaak te kunnen
voltooien. Ook kan de
afdruktaak zijn onderbroken
of kan er sprake van fouten
die moeten worden
verholpen.
Er heeft zich een kritieke fout
voorgedaan. De printer heeft
aandacht nodig.
Printer is offline
(onderbroken) of is
uitgeschakeld.
Printer kan geen gegevens
verwerken of ontvangen.
Er zijn geen omstandigheden
meer aanwezig die aandacht
vragen.
Printer probeert het afdrukken
te beëindigen en offline te
gaan. Dit gebeurt meestal in
reactie op een verzoek van de
gebruiker om de huidige
afdruktaak te onderbreken.
Printer verwerkt of ontvangt
gegevens.
Er heeft zich een fout
voorgedaan. De printer heeft
aandacht nodig.
Het display van de printer biedt snel volledige informatie over de printer en de afdruktaken. Het niveau
van de benodigdheden wordt aangegeven door middel van afbeeldingen. De menu's bieden toegang
tot de printerfuncties en tot gedetailleerde informatie.
Het hoofdscherm van het display bestaat uit twee gebieden: bericht/prompt en meter voor
benodigdheden.
NLWWOverzicht van het bedieningspaneel19
1
2
3
Afbeelding 2-2 Display van de printer
1Berichten-/promptgebied
2Meter voor benodigdheden
3Kleurencartridges van links naar rechts: zwart, geel, cyaan en magenta
Het bericht- en het promptgebied bieden informatie over de staat van de printer en laten u weten hoe
u verder moet handelen.
De meter voor de benodigdheden toont het niveau in de printcartridges (zwart, magenta, geel en cyaan).
Als een printcartridge is geïnstalleerd die niet van HP is, wordt er wellicht een ? weergegeven in plaats
van het inktniveau. De meter voor benodigdheden verschijnt altijd wanneer het bericht Klaar wordt
weergegeven en wanneer de printer een waarschuwing of foutbericht over een cartridge weergeeft.
20Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
De menu's op het bedieningspaneel gebruiken
Volg de onderstaande stappen om toegang tot het bedieningspaneel te krijgen.
De menu's gebruiken
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
of om naar het overzicht te gaan.
om de gewenste optie te selecteren.
om naar het vorige niveau terug te gaan.
5.Druk op Menu om het menu te sluiten.
6.
Druk op
om extra informatie over een menu weer te geven.
De hoofdmenu's worden weergegeven in de onderstaande tabel.
Hoofdmenu'sTAAK OPHALEN (alleen voor de HP Color LaserJet 3000 en 3800-
serie printers)
INFORMATIE
PAPIERVERWERKING
APPARAAT CONFIGUREREN
DIAGNOSE
SERVICE
NLWWDe menu's op het bedieningspaneel gebruiken21
Menu Taak ophalen
Opmerking Deze functie is alleen beschikbaar voor de HP Color LaserJet 3000 en 3800-serie
printers.
Opmerking Dit menu wordt alleen weergegeven als de printer is voorzien van een harde schijf.
Gebruik het menu TAAK OPHALEN om opgeslagen taken af te drukken of te verwijderen via het
bedieningspaneel.
Menu-itemWaardeOmschrijving
<GEBRUIKERSNAAM>ALLE PRIVÉTAKEN
<TAAKNAAM>
ALLE PRIVÉTAKEN wordt weergegeven als er meerdere
taken zijn opgeslagen en beveiligd met een PIN-code
(Personal Identification Number).
<TAAKNAAM> is de naam die is toegewezen aan de
afdruktaak bij het verzenden vanaf de computer.
Nadat u een afdruktaak hebt geselecteerd, kunt u deze
afdrukken of verwijderen.
Raadpleeg Opgeslagen taken beheren voor meer informatie over opgeslagen taken.
22Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Menu Informatie
Met het menu INFORMATIE kunt u afdrukspecifieke printerinformatie openen en afdrukken.
SubmenuOmschrijving
MENUSTRUCTUUR AFDRUKKENHiermee drukt u een overzicht af van het menu van het bedieningspaneel waarop u de
CONFIGURATIE AFDRUKKENHiermee drukt u de configuratiepagina van de printer af.
lay-out en de instelling van de diverse menu-items van het bedieningspaneel kunt zien.
Raadpleeg
Pagina's met printerinformatie gebruiken.
STATUSPAGINA BENODIGDH.
AFDR.
STATUS BENODIGDHDNHiermee geeft u de status van de benodigdheden in een lijst weer.
GEBRUIKSGEGEVENS
AFDRUKKEN
(alleen voor de HP Color LaserJet
3000 en 3800-serie printers)
LOGBOEK
KLEURGEBRUIKTAKEN
AFDRUKKEN
(alleen voor de HP Color LaserJet
3000 en 3800-serie printers)
DEMO AFDRUKKENHiermee drukt u een demonstratiepagina af.
RGB-VOORBEELDEN
AFDRUKKEN
CMYK-VOORBEELDEN
AFDRUKKEN
(alleen voor de HP Color LaserJet
3000 en 3800-serie printers)
BESTANDSDIRECTORY
AFDRUKKEN
Hiermee drukt u informatie af over het niveau van de toner, het aantal afgedrukte
pagina's en het geschatte aantal resterende pagina's.
Hiermee maakt u een afdruk van alle materiaalformaten die door de printer zijn gevoerd;
geeft aan of de afdrukken enkelzijdig (simplex), dubbelzijdig (duplex), zwart-wit of in
kleur zijn en rapporteert het aantal pagina's.
Hiermee drukt u een overzicht op taakbasis af met de gebruikersnaam, de naam van
de toepassing en informatie over kleurgebruik van iedere taak.
Hiermee maakt u een afdruk van een RGB-kleurenpalet dat kan worden gebruikt voor
kleuraanpassing.
Hiermee maakt u een afdruk van een CMYK-kleurenpalet dat kan worden gebruikt voor
kleuraanpassing.
Hiermee maakt u een afdruk van de naam en de directory van de bestanden die in de
printer zijn opgeslagen.
(alleen voor de HP Color LaserJet
3000 en 3800-serie printers)
PCL-LETTERTYPENOVERZICHT
AFDRUK.
(alleen voor de HP Color LaserJet
3000 en 3800-serie printers)
PS-LETTERTYPENOVERZICHT
AFDRUK.
(alleen voor de HP Color LaserJet
3000 en 3800-serie printers)
Hiermee maakt u een afdruk van de beschikbare PCL-lettertypen.
Hiermee maakt u een afdruk van de beschikbare PS-lettertypen (geëmuleerd
PostScript).
NLWWMenu Informatie23
Menu Papierverwerking
Gebruik het menu PAPIERVERWERKING om de invoerladen op soort en formaat te configureren.
Opmerking Gebruik dit menu voordat u de eerste keer gaat afdrukken. Zo worden de laden
goed geconfigureerd.
Menu-itemWaardeOmschrijving
LADE 1
FORMAAT
LADE 1 SOORTEr wordt een lijst met de
LADE 2
FORMAAT
LADE 3
FORMAAT
LADE 2 SOORT
LADE 3 SOORT
Er wordt een lijst met de
beschikbare formaten
weergegeven.
beschikbare soorten
weergegeven.
Er wordt een lijst met de
beschikbare formaten
weergegeven.
Er wordt een lijst met de
beschikbare soorten
weergegeven.
Hiermee configureert u het papierformaat voor lade 1. De standaardinstelling
is ELK FORMAAT. Raadpleeg
volledig overzicht van de beschikbare formaten.
Hiermee configureert u de papiersoort voor lade 1. De standaardinstelling is
ELK SOORT. Raadpleeg
overzicht van de beschikbare soorten.
Hiermee configureert u het papierformaat voor lade 2 of lade 3. De
standaardinstelling is Letter of A4, afhankelijk van het land/de regio.
Raadpleeg
beschikbare formaten.
Hiermee configureert u de papiersoort voor lade 2 of lade 3. De
standaardinstelling is GEWOON. Raadpleeg
voor een volledig overzicht van de beschikbare soorten.
Ondersteunde mediaformaten voor een volledig overzicht van de
Ondersteunde mediaformaten voor een
Ondersteunde mediaformaten voor een volledig
Ondersteunde mediaformaten
24Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Menu Apparaat configureren
Met het menu APPARAAT CONFIGUREREN kunt u de standaard afdrukinstellingen wijzigen of
opnieuw instellen, de afdrukkwaliteit aanpassen en de systeemconfiguratie en I/O-opties wijzigen. De
vijf submenu's van APPARAAT CONFIGUREREN worden hieronder beschreven.
Submenu Afdrukken
Deze instellingen zijn alleen van toepassing op taken waarvoor geen eigenschappen zijn bepaald. Voor
de meeste taken worden alle eigenschappen specifiek opgegeven en worden de instellingen in dit menu
genegeerd. Met dit menu kunt u ook de standaardinstellingen voor papierformaat en -soort opgeven.
Menu-itemWaardenOmschrijving
EXEMPLAREN1-32.000Hiermee stelt u het standaardaantal exemplaren in. Het
standaardaantal exemplaren is 1.
STANDAARD
PAPIERFORMAAT
STAND. AANGEPAST
PAPIERFORMAAT
DUBBELZIJDIG
(alleen voor HP Color
LaserJet 3000dn,
3000dtn, 3600dn,
3800dn en 3800dtnprinters)
DUPLEX BINDEN
(alleen voor HP Color
LaserJet 3000dn,
3000dtn, 3600dn,
3800dn en 3800dtnprinters)
A4/LETTER
OVERSCHRIJVEN
Er wordt een lijst met de
beschikbare formaten
weergegeven.
MAATEENHEID
X-AFMETING
Y-AFMETING
UIT
AAN
LANGE RAND
KORTE RAND
NEE
JA
Hiermee stelt u het standaard papierformaat in.
Hiermee stelt u de standaardafmeting voor aangepaste taken zonder
formaat in. Beschikbaar voor lade 1.
Hiermee schakelt u de duplexfunctie (automatisch dubbelzijdig
afdrukken) in en uit. De standaardinstelling is UIT. U kunt deze instelling
negeren in de printerdriver.
Hiermee bepaalt u of een dubbelzijdige afdruktaak aan de lange zijde
of de korte zijde wordt omgekeerd. U kunt deze instelling negeren in de
printerdriver.
Hiermee stelt u in dat A4-formaat wordt afgedrukt op papier van Letterformaat wanneer er geen papier van A4-formaat in de printer is
geplaatst, of dat Letter-formaat wordt afgedrukt op papier van A4formaat wanneer er geen papier van Letter-formaat is geplaatst. De
standaardinstelling is NEE.
HANDMATIG
INVOEREN
LETTERTYPE
COURIER
(alleen voor de
HP Color LaserJet
3000 en 3800-serie
printers)
UIT
AAN
STANDAARD
DONKER
De standaardinstelling is UIT. Als u de optie instelt op AAN, wordt
HANDMATIG INVOEREN de standaardinstelling voor taken waarvoor
u geen lade hoeft te selecteren. U kunt deze instelling negeren in de
printerdriver.
Hiermee selecteert u een versie van het lettertype Courier. De
standaardinstelling is STANDAARD.
NLWWMenu Apparaat configureren25
Menu-itemWaardenOmschrijving
BREDE A4
(alleen voor de
HP Color LaserJet
3000 en 3800-serie
printers)
PS-FOUTEN
AFDRUKKEN
(alleen voor de
HP Color LaserJet
3000 en 3800-serie
printers)
PDF-FOUTEN
AFDRUKKEN
(alleen voor de
HP Color LaserJet
3000 en 3800-serie
printers)
PCLPAGINALENGTE
NEE
JA
UIT
AAN
UIT
AAN
AFDRUKRICHTING
(alleen voor de HP Color
LaserJet 3000 en 3800serie printers)
Hiermee stelt u het afdrukgebied van het A4-formaat op dusdanige wijze
in dat 80 10-pitch tekens op een enkele regel passen. De
standaardinstelling is NEE.
Selecteer AAN om pagina's met PS-fouten (emulated PostScript) af te
drukken. De standaardinstelling is UIT.
Selecteer AAN om pagina's met PDF-fouten (Portable Document
Format) af te drukken. De standaardinstelling is UIT.
Hiermee configureert u instellingen voor de printertaal.
Met PAGINALENGTE stelt u het aantal regels per pagina in. De
standaardinstelling is 60.
Met AFDRUKRICHTING stelt u in of de pagina wordt opgemaakt langs
de lange zijde of de korte zijde. De standaardinstelling is STAAND.
LETTERTYPEBRON
(alleen voor de HP Color
LaserJet 3000 en 3800serie printers)
GROOTTE LETTERTYPE
(alleen voor de HP Color
LaserJet 3000 en 3800serie printers)
PITCH LETTERTYPE
(alleen voor de HP Color
LaserJet 3000 en 3800serie printers)
PUNTGROOTTE
LETTERTYPE
(alleen voor de HP Color
LaserJet 3000 en 3800serie printers)
TEKENSET
CR AAN LF TOEVOEGEN
ONDERDRUK LEGE
PAGINA'S
Met LETTERTYPEBRON stelt u in welke symbolenset wordt gebruikt
op het bedieningspaneel van de printer. De standaardinstelling is
INTERN. GROOTTE LETTERTYPE is het nummer van het lettertype
dat u selecteert. Als dit lettertype een contourlettertype is, kunt u met
PITCH LETTERTYPE de pitch van een lettertype met een vaste
letterafstand instellen. De standaardinstelling is 10,00.
Met PUNTGROOTTE LETTERTYPE stelt u de grootte van een
geselecteerd lettertype met een vaste letterafstand in. Het
standaardlettertype is 12 punten.
Met TEKENSET stelt u in welke symbolenset wordt gebruikt op het
bedieningspaneel van de printer. De standaardinstelling is PC-8.
Met CR AAN LF TOEVOEGEN stelt u in of een regelinvoer wordt
toegevoegd aan elke regelterugloop bij een neerwaarts compatibele
PCL-taak. De standaardinstelling is NEE.
Met ONDERDRUK LEGE PAGINA'S stelt u in of lege pagina's in PCL-
taken automatisch worden onderdrukt JA betekent dat lege pagina's
worden onderdrukt.
De PCL5 TOEWIJZING MEDIABRON-opdracht selecteert een
invoerlade door een nummer dat is toegewezen aan de beschikbare
laden.
26Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Menu-itemWaardenOmschrijving
(alleen voor de HP Color
LaserJet 3000 en 3800serie printers)
TOEWIJZING
MEDIABRON
(alleen voor de HP Color
LaserJet 3000 en 3800serie printers)
Submenu Afdrukkwaliteit
In dit menu kunt u alle aspecten van de afdrukkwaliteit aanpassen, zoals de instellingen voor kalibratie,
registratie en kleurhalftonen.
Menu-itemWaardenOmschrijving
KLEUR AANPASSEN ACCENTEN
MIDDENTINTEN
SCHADUWEN
KLEURWAARDEN
HERSTELLEN
KALIBRATIE
INSTELLEN
AUTODETECTIEMODUSDETECTIE LADE 1
AFDRUKMODIEr wordt een lijst met
TESTPAGINA
AFDRUKKEN
BRON
LADE 1 AANPASSEN
LADE 2 AANPASSEN
LADE 3 AANPASSEN
DETECTIE LADE>1
afdrukmaterialen
weergegeven. Wanneer u
een bepaalde soort
selecteert, wordt er een
lijst met de beschikbare
modi weergegeven.
Hiermee past u de halftooninstellingen voor iedere kleur apart aan. De
standaardinstelling voor elke kleur is 0.
Hiermee verplaatst u de kantlijn om afbeeldingen op de pagina te
centreren van boven naar beneden en van links naar rechts. U kunt ook
de afbeelding die op de voorkant staat uitlijnen met de afbeelding op de
achterkant.
Als een lade is ingesteld op GEWOON of ELK FORMAAT, en in de
afdruktaak geen materiaalsoort is opgegeven, wordt de afdrukkwaliteit
aangepast aan de materiaalsoort die door de printer wordt herkend. De
standaardinstelling voor lade 1 is VOLLED. DETECTIE, waarmee
transparanten, glanzend papier en stevig papier worden herkend.
Hiermee koppelt u elke soort afdrukmateriaal aan een specifieke
afdrukmodus.
OPTIMALISERENEr wordt een lijst met
RANDINSTELLING
(alleen voor de
HP Color LaserJet
parameters weergegeven.
UIT
LICHT
NORMAAL
Hiermee optimaliseert u bepaalde parameters voor alle taken in plaats
van (of naast) alleen parameters te optimaliseren voor bepaalde
papiersoorten.
Hiermee regelt u hoe randen worden afgedrukt.
NLWWMenu Apparaat configureren27
Menu-itemWaardenOmschrijving
3000 en 3800-serie
printers)
NU SNEL
KALIBREREN
NU VOLLEDIG
KALIBREREN
KALIBRATIE
VERTRAGEN BIJ
WEKKEN/
INSCHAKELEN
(alleen voor de
HP Color LaserJet
3000 en 3800-serie
printers)
REINIGINGSPAGINA
MAKEN
(alleen voor de
HP Color LaserJet
3000, 3000n, 3600,
3600n, 3800, en
3800n-printers)
REINIGINGSPAGINA
VERWERKEN
MAXIMAAL
Hiermee voert u een printerkalibratie uit.
Hiermee voert u alle printerkalibraties uit om de afdrukkwaliteit te
NEE
JA
Hiermee drukt u een reinigingspagina af waarmee de printer kan worden
Bij printers die dubbelzijdig kunnen afdrukken, zorgt deze opdracht dat
optimaliseren.
Hiermee drukt u af vóór het kalibratieproces plaatsvindt nadat de printer
is ingeschakeld of wanneer de sluimermodus wordt uitgeschakeld.
gereinigd. Deze pagina bevat instructies voor het verwerken van de
reinigingspagina. Raadpleeg
de reinigingspagina wordt gemaakt en verwerkt. Bij printers die niet
dubbelzijdig kunnen afdrukken, verwerkt dit menu-item de
reinigingspagina die de opdracht REINIGINGSPAGINA MAKEN heeft
gemaakt nadat de reinigingspagina in lade 1 is geplaatst. Het
reinigingsproces duurt enkele momenten. Raadpleeg
reinigen voor meer informatie.
De printer reinigen voor meer informatie.
De printer
Submenu Systeeminstellingen
Met het menu SYSTEEMINSTELLINGEN kunt u de standaardinstellingen voor de algemene
printerconfiguratie wijzigen, zoals de datum/tijd, de printer-personality (printertaal) en het verhelpen van
storingen. Raadpleeg
Menu-itemWaardenOmschrijving
DATUM/TIJDDATUM
MAX. AANTAL OPGESLAGEN
TAKEN
(alleen voor de HP Color
LaserJet 3000 en 3800-serie
printers)
28Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen voor meer informatie.
Hiermee stelt u de tijd en de datum in op de printer.
DATUMNOTATIE
TIJD
TIJDINDELING
1–100Hiermee beperkt u het aantal taken dat op de printer kan
worden opgeslagen.
Menu-itemWaardenOmschrijving
TIME-OUT TAAKOPSLAG
(alleen voor de HP Color
LaserJet 3000 en 3800-serie
printers)
ADRES WEERGEVENAUTO
KLEURGEBRUIK BEPERKEN
(alleen voor de HP Color
LaserJet 3000 en 3800-serie
printers)
KLEUR/ZWART GEM.AUTO
UIT
1 UUR
4 UUR
1 DAG
1 WEEK
UIT
KLEUR UITSCHAKELEN
KLEUR INSCHAKELEN
KLEUR INDIEN
TOEGESTAAN
MEESTAL KLEURENPAG
MEESTAL ZWARTE PAG
Hiermee stelt u in hoelang een opgeslagen taak op de
computer kan blijven staan voordat de taak automatisch
wordt verwijderd. De standaardinstelling is UIT.
Selecteer AUTO om afwisselend het IP-adres van de printer
en het bericht Klaar weer te geven op het bedieningspaneel
van de printer. De standaardinstelling is UIT.
Dit menu-item wordt alleen weergegeven als de printer is
aangesloten op een netwerk.
Hiermee schakelt u het kleurgebruik uit of begrenst u het
kleurgebruik. De standaardinstelling is KLEUR
INSCHAKELEN. U kunt de instelling KLEUR INDIEN
TOEGESTAAN gebruiken door gebruikersmachtigingen in
te stellen met de geïntegreerde webserver. Raadpleeg De
geïntegreerde webserver gebruiken.
Hiermee bepaalt u hoe de printer overschakelt van
afdrukken in kleur naar monochroom afdrukken (afdrukken
in zwart-wit), zodat maximale prestaties en een maximale
gebruiksduur van de printcartridges worden verkregen.
Met AUTO worden de fabrieksinstellingen van de printer
teruggezet. De standaardinstelling is AUTO.
LADEGEDRAGGEBRUIK GEWENSTE
LADE
PROMPT VOOR
HANDMATIGE INVOER
PS OF
AFDRUKMATERIAAL
EEN ANDERE LADE
GEBRUIKEN
PROMPT VOOR
FORMAAT/SOORT
BLANCO PAGINA'S IN
DUPLEXER
Selecteer MEESTAL KLEURENPAG als u bijna al uw taken
afdrukt in kleur met een hoge paginadekking.
Selecteer MEESTAL ZWARTE PAG als u meestal
monochrome taken of een combinatie van kleurentaken en
monochrome taken afdrukt.
Hiermee geeft u instellingen voor de ladesectie op. (Met
deze instelling kunt u laden configureren als laden van
bepaalde oudere printers van HP.)
De standaardinstelling voor GEBRUIK GEWENSTE LADE
is UITSLUITEND.
De standaardinstelling voor PROMPT VOOR
HANDMATIGE INVOER is ALTIJD.
PS OF AFDRUKMATERIAAL bepaalt hoe papier wordt
verwerkt wanneer u afdrukt vanuit een Adobe® PSprinterdriver. INGESCHAKELD gebruikt de
papierverwerking van HP. UITGESCHAKELD gebruikt de
papierverwerking van Adobe PS. De standaardinstelling is
INGESCHAKELD.
EEN ANDERE LADE GEBRUIKEN bepaalt of de printer
aan de gebruiker vraagt een andere lade te gebruiken
wanneer de geselecteerde lade niet beschikbaar is. De
standaardinstelling is INGESCHAKELD.
PROMPT VOOR FORMAAT/SOORT bepaalt of de printer
aan de gebruiker vraagt de lade opnieuw te configureren
nadat u deze hebt gevuld en gesloten. De
standaardinstelling is WEERGEVEN.
NLWWMenu Apparaat configureren29
Menu-itemWaardenOmschrijving
BLANCO PAGINA'S IN DUPLEXER bepaalt of de printer
een pagina ook omdraait wanneer de pagina leeg is. De
standaardinstelling is AUTO (alleen voor modellen die
dubbelzijdig kunnen afdrukken).
SLUIMERVERTRAGING1 MINUUT
15 MINUTEN
30 MINUTEN
45 MINUTEN
60 MINUTEN
90 MINUTEN
2 UUR
4 UUR
WEKTIJDMAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
ZATERDAG
Raadpleeg
informatie.
Hiermee vermindert u het stroomverbruik wanneer de printer
een bepaalde tijd niet gebruikt is.
Hiermee stelt u in hoe lang het duurt voordat de
sluimermodus van de printer wordt ingeschakeld als de
printer niet actief is. De standaardinstelling is
30 MINUTEN.
Raadpleeg
instellen voor meer informatie.
Hiermee stelt u een wektijd in voor de printer om iedere dag
op te warmen en te kalibreren. De standaardinstelling voor
elke dag is UIT. Als u een wektijd instelt, kunt u het beste
een instelling met een lange sluimervertraging gebruiken,
zodat de printer niet spoedig na het waken weer in de
sluimermodus komt.
Menuopties voor Ladegedrag voor meer
Functies Sluimervertraging en Sluimermodus
ZONDAG
MEEST GUNSTIGE SNELHEID/
STROOMVERBRUIK
(alleen voor de HP Color
LaserJet 3000 en 3800-serie
printers)
HELDERHEID WEERGEVEN1–10Hiermee stelt u de helderheid van het bedieningspaneel van
PERSONALITY
(alleen voor de HP Color
LaserJet 3000 en 3800-serie
printers)
VERWIJDERBARE
WAARSCHUWINGEN
(alleen voor de HP Color
LaserJet 3000 en 3800-serie
printers)
SNELLERE EERSTE
PAGINA
STROOM BESPAREN
AUTO
PCL
PDF
PS
TAAK
AAN
Hiermee heeft u invloed op de afdruksnelheid door te
bepalen of de fuser afkoelt tussen taken in. Als SNELLEREEERSTE PAGINA wordt geselecteerd, koelt de fuser niet af
en gaat het afdrukken sneller. Als STROOM BESPAREN
wordt geselecteerd, koelt de fuser af tussen taken in. De
standaardinstelling is SNELLERE EERSTE PAGINA.
de printer in. De standaardinstelling is 5. Raadpleeg
Helderheid display.
Hiermee stelt u de standaard-personality in op PCL-, PDFof PostScript-emulatie, of op automatische schakeling. De
standaardinstelling is AUTO.
Raadpleeg
Hiermee stelt u in hoe lang een verwijderbare waarschuwing
wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
De standaardinstelling is TAAK. Deze waarde wordt
weergegeven tot het einde van de taak die de waarschuwing
heeft gegenereerd. AAN wordt weergegeven totdat er op
Functie Personality voor meer informatie.
wordt gedrukt.
Functie
30Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Menu-itemWaardenOmschrijving
Raadpleeg Functie Verwijderbare waarschuwingen voor
meer informatie.
AUTOM. DOORGAANUIT
AAN
VOORRAAD VERVANGENSTOP BIJNA LEEG
STOP BIJ LEEG
NEGEREN BIJ LEEG
BESTELLEN BIJ0–100De gebruiker kan het percentage instellen waar het
Hiermee bepaalt u wat de printer doet wanneer er een fout
optreedt waarna automatisch doorgaan mogelijk is. De
standaardinstelling is AAN.
Bij AAN wordt het afdrukken na 10 seconden automatisch
hervat.
UIT onderbreekt het afdrukken. Druk op
met afdrukken.
Raadpleeg
informatie.
Hiermee kunt u de bedieningsopties instellen van
benodigdheden die bijna op of op zijn. De
standaardinstelling is STOP BIJ LEEG.
Met STOP BIJNA LEEG kunt u het afdrukken stopzetten
zodra wordt vastgesteld dat printerbenodigdheden bijna op
zijn. Druk op
Met NEGEREN BIJ LEEG kan de printer ook doorgaan met
afdrukken wanneer sommige benodigdheden op zijn.
Raadpleeg
informatie.
bericht BESTELLEN BIJ wordt weergegeven. Het
standaardpercentage is 15.
Functie Automatisch doorgaan voor meer
om door te gaan met afdrukken.
Functie Voorraad vervangen voor meer
om door te gaan
KLEURBENODIGDH. OPSTOP
STORINGSHERSTELAUTO
RAM-SCHIJF
(alleen voor de HP Color
LaserJet 3000 en 3800-serie
printers)
TAALEr wordt een lijst met
Submenu I/O
Met het menu I/O kunt u de in- en uitvoeropties van de printer configureren.
AUTO DOORG. ZWART
UIT
AAN
AUTO
UIT
beschikbare talen
weergegeven.
Hiermee stelt u in wat de printer moet doen als een
kleurencartridge leeg is. Als de printer staat ingesteld op
AUTO DOORG. ZWART, gaat de printer door met afdrukken
met uitsluitend zwarte toner. De standaardinstelling is
STOP.
Bepaalt of de printer na een papierstoring zal proberen om
overgeslagen pagina's opnieuw af te drukken. De
standaardinstelling is AUTO.
Raadpleeg
Hiermee bepaalt u hoe de functie voor de RAM-schijf is
geconfigureerd. Selecteer AUTO om de printer in staat te
stellen de optimale grootte van de RAM-schijf te bepalen op
basis van de hoeveelheid beschikbaar geheugen. Met UIT
schakelt u de RAM-schijf uit, maar er is nog wel een
minimale RAM-schijf beschikbaar. De standaardinstelling
is AUTO.
Hiermee stelt u de standaardtaal voor het bedieningspaneel
in.
Raadpleeg
Functie Storing verhelpen voor meer informatie.
Functie Taal voor meer informatie.
NLWWMenu Apparaat configureren31
Raadpleeg Netwerkconfiguratie.
Menu-itemWaardenOmschrijving
I/O-TIME-OUT5–300Hiermee selecteert u de I/O-time-out in seconden.
PAGINABUFFERINSTELLING
EN
(alleen voor de HP Color
LaserJet 3600-serie printers)
PARALLELLE INVOER
(alleen voor de HP Color
LaserJet 3000 en 3800-serie
printers)
GEÏNTEGREERDE JETDIRECT Mogelijke waarden zijn:
UIT
AAN
HOGE SNELHEID
GEAVANCEERDE
FUNCTIES
TCP/IP
IPX/SPX
APPLETALK
DLC/LLC
BEVEILIGD WEB
DIAGNOSE
BEVEILIGING
OPNIEUW INSTELLEN
VERBINDINGSSNELHE
ID
Hiermee stelt u in of de printer de prestaties moet optimaliseren
of het apparaatgebruik moet beperken terwijl wordt gewacht op
gegevensoverdracht. Selecteer AAN als de printer USB of
Ethernet 10Base-T gebruikt. De standaardinstelling is UIT.
Hiermee stelt u de snelheid en andere opties voor een optionele
parallelle verbinding in.
Hiermee configureert u de geïntegreerde HP Jetdirectprintserver.
Opmerking Voor printers uit de HP Color LaserJet
3600-serie is TCP/IP het enige beschikbare
netwerkprotocol.
EIO 1 JETDIRECT
(alleen voor de HP Color
LaserJet 3000 en 3800-serie
printers)
Submenu Herstel
Met het menu HERSTEL kunt u de fabrieksinstellingen terugzetten en de sluimermodus in- en
uitschakelen.
Menu-itemWaardenOmschrijving
FABRIEKSINSTELLINGE
N TERUGZETTEN
SLUIMERMODUSUIT
Waarden variëren
afhankelijk van de
producten in de EIOsleuf.
GeenHiermee wist u de paginabuffer, verwijdert u alle tijdelijke personality-gegevens,
stelt u de afdrukomgeving opnieuw in en zet u alle fabrieksinstellingen terug. Met
dit menu worden de netwerkinstellingen van HP Jetdirect niet teruggezet naar
de fabrieksinstellingen.
Hiermee schakelt u de sluimermodus in en uit. De standaardinstelling is AAN.
AAN
Raadpleeg de informatie die bij het EIO-apparaat is geleverd.
32Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Menu Diagnose
Met het menu DIAGNOSE kunt u testen uitvoeren waarmee problemen met de printer kunnen worden
vastgesteld en opgelost.
Menu-itemOmschrijving
GEBEURTENISLOGBOEK
AFDRUKKEN
LOGBESTAND
WEERGEVEN
PQ
PROBLEEMOPLOSSI
NG
DIAGNOSEPAGINA
AFDRUKKEN
CARTRIDGECONTR
OLE UITSCHAKELEN
PAPIERBAANSENSO
REN
PAPIERBAANTESTHiermee test u de functies voor de papierverwerking van de printer, zoals de configuratie van de
HANDMATIGE
SENSORTEST
ONDERDELENTESTHiermee kunt u aparte onderdelen onafhankelijk activeren om geluiden, lekkages en andere kwesties
TEST AFDRUKKEN/
STOPPEN
Hiermee drukt u een lijst af met de laatste 50 vermeldingen in het printerlogboek, te beginnen met de
meest recente vermelding.
Hiermee geeft u de laatste 50 gebeurtenissen weer op het bedieningspaneel, te beginnen met de
meest recente gebeurtenis.
Hiermee drukt u een aantal pagina's af dat u kunt gebruiken om problemen met de afdrukkwaliteit op
te lossen.
Hiermee drukt u de diagnosepagina af.
Hiermee drukt u af als een of meer cartridges zijn verwijderd, zodat u problemen met printcartridges
kunt vaststellen.
Hiermee geeft u de waarden van de sensoren weer. De waarden worden telkens wanneer het papier
de sensoren passeert, bijgewerkt. Afdruktaken kunnen worden gestart op het bedieningspaneel of
verzonden via de computer.
laden.
Hiermee kan een servicemedewerker testen of de sensoren en schakelaars voor de papierbaan
correct functioneren.
te isoleren.
Hiermee kunt u problemen met de afdrukkwaliteit nauwkeuriger isoleren door de printer tijdens het
afdrukken te onderbreken. Als u de printer tijdens het afdrukken onderbreekt, heeft dit wellicht een
papierstoring tot gevolg die handmatig moet worden verwijderd. Een servicemedewerker moet deze
test uitvoeren.
NLWWMenu Diagnose33
Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel
wijzigen
Wijzig via het bedieningspaneel de standaardinstellingen van de printerconfiguratie, zoals het formaat
en soort afdrukmateriaal, de sluimervertraging, de printer-personality (printertaal) en het verhelpen van
storingen.
U kunt ook toegang krijgen tot het bedieningspaneel van de printer via een computer, namelijk met
behulp van de pagina Instellingen van de geïntegreerde webserver. Op de computer wordt dezelfde
informatie weergegeven als op het bedieningspaneel. Raadpleeg
gebruiken voor meer informatie.
VOORZICHTIG De configuratie-instellingen hoeven maar zelden te worden gewijzigd. U kunt
het beste de systeembeheerder de configuratie-instellingen laten wijzigen.
Menuopties voor Ladegedrag
In het menu LADEGEDRAG vindt u de volgende door de gebruiker te definiëren opties:
GEBRUIK GEWENSTE LADE: Selecteer UITSLUITEND (de standaardinstelling), zodat de printer
●
niet automatisch een andere lade kiest wanneer u aangeeft dat een bepaalde lade moet worden
gebruikt. Selecteer EERSTE als de printer het papier uit een tweede lade mag opnemen wanneer
de opgegeven lade leeg is of is een ander formaat of soort afdrukmateriaal bevat.
PROMPT VOOR HANDMATIGE INVOER: Als u ALTIJD (de standaardinstelling) selecteert, geeft
●
het systeem altijd eerst een melding voordat papier uit de multifunctionele lade wordt opgenomen.
Als u TENZIJ GELADEN selecteert, geeft het systeem alleen een melding als de multifunctionele
lade leeg is of is geconfigureerd voor een ander formaat of soort afdrukmateriaal.
De geïntegreerde webserver
PS OF AFDRUKMATERIAAL: Als u INGESCHAKELD (de standaardinstelling) selecteert, maakt
●
de printer gebruik van de papierselectieprocedure van HP. Selecteer UITGESCHAKELD als de
printer de papierselectieprocedure van Adobe mag gebruiken.
EEN ANDERE LADE GEBRUIKEN. Als u INGESCHAKELD (de standaardinstelling) selecteert,
●
wordt u gevraagd een andere lade aan te geven wanneer de geselecteerde lade niet beschikbaar
is. Als u UITGESCHAKELD selecteert, wordt u niets gevraagd.
PROMPT VOOR FORMAAT/SOORT. Als u WEERGEVEN (de standaardinstelling) selecteert,
●
wordt u gevraagd het formaat en soort afdrukmateriaal op te geven direct nadat u het in de lade
hebt geplaatst. Als u NIET WEERGEVEN selecteert, wordt u niets gevraagd.
BLANCO PAGINA'S IN DUPLEXER. Als u AUTO (de standaardinstelling) selecteert, keert de
●
printer wellicht geen pagina's om in de duplexeenheid voor lege pagina's, zodat de prestaties van
de printer verbeteren. Als u JA selecteert, keert de printer elke pagina om.
Functie Gebruik gewenste lade instellen
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op .
om LADEGEDRAG te markeren en druk vervolgens op .
5.Druk op
34Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
om GEBRUIK GEWENSTE LADE te selecteren.
6.Druk op of om UITSLUITEND of EERSTE te selecteren.
7.Druk op
naar de status Klaar.
om het geselecteerde gedrag op te slaan en druk vervolgens op Menu om terug te keren
Functie Prompt voor handmatige invoer instellen
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
5.Druk op
6.Druk op
7.Druk op
naar de status Klaar.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op .
om LADEGEDRAG te markeren en druk vervolgens op .
om PROMPT VOOR HANDMATIGE INVOER te markeren en druk vervolgens op .
of om ALTIJD of TENZIJ GELADEN te selecteren.
om het geselecteerde gedrag op te slaan en druk vervolgens op Menu om terug te keren
Functie PS of afdrukmateriaal instellen
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op .
4.Druk op
5.Druk op
6.Druk op
7.Druk op
naar de status Klaar.
om LADEGEDRAG te markeren en druk vervolgens op .
om PS OF AFDRUKMATERIAAL te markeren en druk vervolgens op .
of om INGESCHAKELD of UITGESCHAKELD te selecteren.
om het geselecteerde gedrag op te slaan en druk vervolgens op Menu om terug te keren
Functie Een andere lade gebruiken instellen
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
5.Druk op
6.Druk op
7.Druk op
naar de status Klaar.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op .
om LADEGEDRAG te markeren en druk vervolgens op .
om EEN ANDERE LADE GEBRUIKEN te markeren en druk vervolgens op .
of om INGESCHAKELD of UITGESCHAKELD te selecteren.
om het geselecteerde gedrag op te slaan en druk vervolgens op Menu om terug te keren
NLWWConfiguratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen35
Functie Formaat/soort-prompt instellen
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
5.Druk op
6.Druk op
7.Druk op
naar de status Klaar.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op .
om LADEGEDRAG te markeren en druk vervolgens op .
om PROMPT VOOR FORMAAT/SOORT te markeren en druk vervolgens op .
of om WEERGEVEN of NIET WEERGEVEN te selecteren.
om het geselecteerde gedrag op te slaan en druk vervolgens op Menu om terug te keren
Functie Blanco pagina's in duplexer instellen
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
5.Druk op
6.Druk op
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op .
om LADEGEDRAG te markeren en druk vervolgens op .
om BLANCO PAGINA'S IN DUPLEXER te markeren en druk vervolgens op .
of om AUTO of JA te selecteren.
7.Druk op
naar de status Klaar.
om het geselecteerde gedrag op te slaan en druk vervolgens op Menu om terug te keren
Functies Sluimervertraging en Sluimermodus instellen
Met de functie SLUIMERVERTRAGING bepaalt u hoe lang het duurt voordat de printer die enige tijd
niet actief is geweest, overschakelt naar de sluimermodus om energie te besparen. De tijdsduur die
verstrijkt voordat de sluimermodus van de printer wordt ingeschakeld, kan worden ingesteld op:
1 MINUUT
●
15 MINUTEN
●
30 MINUTEN (de standaardinstelling)
●
45 MINUTEN
●
60 MINUTEN
●
90 MINUTEN
●
2 UUR
●
4 UUR
●
Opmerking Het display van de printer wordt gedimd wanneer de printer in de sluimermodus
staat. De sluimermodus heeft geen invloed op de opwarmtijd van de printer, tenzij deze meer
dan 8 uur in de sluimermodus heeft gestaan.
36Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Functie Sluimervertraging instellen
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
5.Druk op
tijd te bevestigen.
6.Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op .
om SLUIMERVERTRAGING te markeren en druk vervolgens op .
of om de gewenste tijd op te geven en druk vervolgens op om de geselecteerde
Functie Sluimermodus in- of uitschakelen
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
5.Druk op
bevestigen.
6.Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om HERSTEL te markeren en druk vervolgens op .
om SLUIMERMODUS te markeren en druk vervolgens op .
of om AAN of UIT te selecteren en druk vervolgens op om de selectie te
Functie Helderheid display
Met de functie HELDERHEID WEERGEVEN wijzigt u de helderheid van het bedieningspaneel.
Functie Helderheid display instellen
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
5.Druk op
te bevestigen.
6.Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op .
om HELDERHEID WEERGEVEN te markeren en druk vervolgens op .
of om de gewenste instelling te selecteren en druk vervolgens op om de selectie
Functie Personality
Opmerking Deze functie is alleen beschikbaar voor de HP Color LaserJet 3000 en 3800-serie
printers.
NLWWConfiguratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen37
Deze printer schakelt automatisch over naar de juiste personality (printertaal).
AUTO: Stelt de printer in staat om automatisch de aard van de afdruktaak te detecteren en de
●
personality voor de betreffende taak in te stellen.
PCL: Stelt de printer in voor gebruik van de printertaal PCL (Printer Control Language).
●
PDF: Stelt de printer in voor gebruik van de indeling PDF (Portable Document Format).
●
PS: Stelt de printer in voor gebruik van de PostScript-emulatiemodus.
●
Functie Personality instellen
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
5.Druk op
personality te bevestigen.
6.Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op .
om PERSONALITY te markeren en druk vervolgens op .
of om de gewenste personality te selecteren en druk vervolgens op om de
Functie Verwijderbare waarschuwingen
Opmerking Deze functie is alleen beschikbaar voor de HP Color LaserJet 3000 en 3800-serie
printers.
Met deze functie bepaalt u hoelang verwijderbare waarschuwingen in het display worden weergegeven.
Selecteer hiervoor AAN of TAAK. De standaardinstelling is TAAK.
AAN: Verwijderbare waarschuwingen worden weergegeven totdat u op de knop
●
TAAK: Verwijderbare waarschuwingen worden weergegeven totdat de taak waardoor het bericht
●
is veroorzaakt, is beëindigd.
Functie Verwijderbare waarschuwingen instellen
drukt.
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
.
5.Druk op
te bevestigen.
6.Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
38Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op .
om VERWIJDERBARE WAARSCHUWINGEN te markeren en druk vervolgens op
of om de gewenste instelling te selecteren en druk vervolgens op om de selectie
Functie Automatisch doorgaan
Met deze functie bepaalt u het gedrag van de printer nadat een verwijderbare fout is weergegeven.
AAN is de standaardinstelling.
AAN: Er wordt gedurende tien seconden een foutbericht weergegeven voordat het afdrukken
●
automatisch wordt voortgezet.
UIT: Telkens wanneer een foutbericht wordt weergegeven, wordt de afdruktaak stilgezet totdat u
●
op
drukt.
Functie Automatisch doorgaan instellen
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
5.Druk op
te bevestigen.
6.Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op .
om AUTOM. DOORGAAN te markeren en druk vervolgens op .
of om de gewenste instelling te selecteren en druk vervolgens op om de selectie
Functie Voorraad vervangen
Er zijn drie opties mogelijk voor het geval de benodigdheden bijna of volledig leeg zijn:
STOP BIJ LEEG (de standaardinstelling): De printer gaat door met afdrukken als een printcartridge
●
bijna leeg is. Als de cartridge leeg is, kan de printer niet afdrukken.
STOP BIJNA LEEG: De printer zet het afdrukken stil totdat u de bijna lege cartridge hebt
●
vervangen.
NEGEREN BIJ LEEG: De printer gaat ook door met afdrukken wanneer sommige benodigdheden
●
leeg zijn.
Functie Voorraad vervangen instellen
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
5.Druk op
te bevestigen.
●
6.Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
NLWWConfiguratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen39
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op .
om VOORRAAD VERVANGEN te markeren en druk vervolgens op .
of om de gewenste instelling te selecteren en druk vervolgens op om de selectie
Als u NEGEREN BIJ LEEG selecteert en vervolgens op
weergegeven. Wilt u de waarschuwing negeren, selecteer dan JA, GEBRUIK OPTIENEGEREN en druk op
. Stel vervolgens het maximale aantal pagina's in en druk op .
drukt, wordt er een waarschuwing
Functie Storing verhelpen
Met deze optie bepaalt u de reactie van de printer na een papierstoring, bijvoorbeeld de manier waarop
de printer de betrokken pagina's verwerkt. AUTO is de standaardinstelling.
AUTO: Wanneer er voldoende geheugen beschikbaar is, wordt de functie voor het verhelpen van
●
storingen automatisch door de printer ingeschakeld.
AAN: De pagina's die bij de papierstoring zijn betrokken, worden opnieuw afgedrukt. Er wordt
●
aanvullende geheugencapaciteit toegewezen om de laatste afgedrukte pagina's op te slaan.
Hierdoor kunnen de algemene afdrukprestaties afnemen.
UIT: Pagina's die bij de papierstoring zijn betrokken, worden niet opnieuw afgedrukt. Aangezien
●
er geen geheugen wordt gebruikt voor het opslaan van de laatst afgedrukte pagina's, zijn de
prestaties optimaal.
Functie Storing verhelpen instellen
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
5.Druk op
te bevestigen.
6.Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op .
om STORINGSHERSTEL te markeren en druk vervolgens op .
of om de gewenste instelling te selecteren en druk vervolgens op om de selectie
Functie Taal
Afhankelijk van het land/de regio waar u de printer hebt aangeschaft, kan de functie voor het instellen
van de taal worden weergegeven wanneer u de printer voor het eerst inschakelt. Als u de beschikbare
opties doorloopt, wordt de lijst weergegeven in de taal die is gemarkeerd. Wanneer de lijst in de
gewenste taal wordt weergegeven, drukt u op
ook wijzigen aan de hand van de volgende stappen.
De gewenste taal selecteren
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op .
om de desbetreffende taal in te stellen. U kunt de taal
4.Druk op
5.Druk op
bevestigen.
6.Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
40Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
om TAAL te markeren en druk vervolgens op .
of om de gewenste taal te selecteren en druk vervolgens op om de selectie te
Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt
gedeeld
Als de printer met anderen wordt gedeeld, volgt u de onderstaande richtlijnen:
Raadpleeg altijd uw systeembeheerder voordat u de instellingen op het bedieningspaneel wijzigt.
●
Het wijzigen van de instellingen op het bedieningspaneel kan gevolgen hebben voor andere
afdruktaken.
Overleg altijd met de andere gebruikers voordat u het standaardlettertype van de printer wijzigt of
●
softwarelettertypen downloadt. Een goede coördinatie bespaart printergeheugen en voorkomt
onverwachte afdrukresultaten.
Houd er rekening mee dat overschakeling op een andere printer-personality, bijvoorbeeld van
●
geëmuleerd PostScript naar PCL, van invloed is op de afdrukresultaten van andere gebruikers.
Opmerking Het besturingssysteem van het netwerk beschermt de afdruktaak van elke
gebruiker mogelijk automatisch tegen de invloed van andere afdruktaken. Raadpleeg uw
systeembeheerder voor meer informatie.
NLWWHet bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld41
42Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
3I/O-configuratie
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u bepaalde netwerkparameters op de printer configureert:
USB-configuratie
●
Netwerkconfiguratie
●
NLWW43
USB-configuratie
Voor alle printermodellen worden USB-aansluitingen ondersteund. De USB-poort bevindt zich aan de
rechterkant van de printer.
De USB-kabel aansluiten
Sluit de USB-kabel aan op de printer. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de computer.
Afbeelding 3-1 Verbinding voor de USB-poort
1USB-poort
1
2
2USB-aansluiting
44Hoofdstuk 3 I/O-configuratieNLWW
Netwerkconfiguratie
Het is mogelijk dat u bepaalde netwerkparameters op de printer moet configureren. U kunt deze
parameters configureren via het bedieningspaneel van de printer, de geïntegreerde webserver en voor
de meeste netwerken ook vanuit de HP Web Jetadmin-software.
Opmerking Raadpleeg De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie over het
gebruik van de geïntegreerde webserver.
Raadpleeg de Handleiding voor geïntegreerde HP Jetdirect-printservers voor beheerders voor een
volledig overzicht van ondersteunde netwerken en instructies voor het configureren van
netwerkparameters vanuit software. Deze handleiding wordt geleverd bij printers waarin een
geïntegreerde HP Jetdirect-printserver is geïnstalleerd.
TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel van
de printer
Een IP-adres, subnetmasker of standaardgateway handmatig instellen.
Een IP-adres instellen
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
5.Druk op
6.Druk op
7.Druk op
8.Druk op
9.Druk op
10. Druk op
11. Druk op
te gaan.)
12. Herhaal stap 9 en 10 totdat het juiste IP-adres is ingevoerd. Druk vervolgens op om de instelling
op te slaan.
13. Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om I/O te markeren en druk vervolgens op .
om GEÏNTEGREERDE JETDIRECT te markeren en druk vervolgens op .
om TCP/IP te markeren en druk vervolgens op .
om CONFIGURATIEMETHODE te selecteren.
om HANDMATIG te markeren en druk vervolgens op .
om HANDMATIGE INSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op .
om IP-adres: te markeren en druk vervolgens op .
of op om het getal te verhogen of te verlagen voor de eerste byte van het IP-adres.
om naar de volgende serie getallen te gaan. (Druk op om naar de vorige reeks getallen
OpmerkingHoud de pijltoets ingedrukt om de getallen sneller te doorlopen.
Het subnetmasker instellen
1.Druk op Menu.
2.Druk op
NLWWNetwerkconfiguratie45
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
3.Druk op om I/O te markeren en druk vervolgens op .
4.Druk op
5.Druk op
6.Druk op
7.Druk op
8.Druk op
9.Druk op
10. Druk op
subnetmasker.
11. Druk op
te gaan.)
12. Herhaal stap 10 en 11 totdat het juiste subnetmasker is ingevoerd. Druk vervolgens op
subnetmasker op te slaan.
13. Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
om GEÏNTEGREERDE JETDIRECT te markeren en druk vervolgens op .
om TCP/IP te markeren en druk vervolgens op .
om CONFIGURATIEMETHODE te selecteren.
om HANDMATIG te markeren en druk vervolgens op .
om HANDMATIGE INSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op .
om SUBNETMASKER te markeren en druk vervolgens op .
of op om het getal te verhogen of te verlagen voor de eerste byte van het
om naar de volgende serie getallen te gaan. (Druk op om naar de vorige reeks getallen
De standaardgateway instellen
1.Druk op Menu.
om het
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
5.Druk op
6.Druk op
7.Druk op
8.Druk op
9.Druk op
10. Druk op
standaardgateway.
11. Druk op
te gaan.)
12. Herhaal stap 10 en 11 totdat de juiste standaardgateway is ingevoerd. Druk vervolgens op
de standaardgateway op te slaan.
13. Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om I/O te markeren en druk vervolgens op .
om GEÏNTEGREERDE JETDIRECT te markeren en druk vervolgens op .
om TCP/IP te markeren en druk vervolgens op .
om CONFIGURATIEMETHODE te selecteren.
om HANDMATIG te markeren en druk vervolgens op .
om HANDMATIGE INSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op .
om STANDAARDGATEWAY te markeren en druk vervolgens op .
of op om het getal te verhogen of te verlagen voor de eerste byte van de
om naar de volgende serie getallen te gaan. (Druk op om naar de vorige reeks getallen
om
46Hoofdstuk 3 I/O-configuratieNLWW
Netwerkprotocollen uitschakelen (optioneel)
Alle ondersteunde netwerkprotocollen zijn ingeschakeld in de fabriek. Het uitschakelen van de
ongebruikte protocollen heeft de volgende voordelen:
Vermindert door printers veroorzaakt netwerkverkeer.
●
Verhindert dat onbevoegde gebruikers op de printer afdrukken.
●
Geeft alleen toepasselijke informatie weer op de configuratiepagina.
●
Zorgt dat het bedieningspaneel van de printer protocolspecifieke foutberichten en waarschuwingen
●
weergeeft.
IPX/SPX uitschakelen
Opmerking Schakel dit protocol niet uit in door Windows bestuurde systemen die met behulp
van IPX/SPX naar de printer afdrukken.
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
5.Druk op
6.Druk op
7.Druk op
8.Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om I/O te markeren en druk vervolgens op .
om GEÏNTEGREERDE JETDIRECT te markeren en druk vervolgens op .
om IPX/SPX te markeren en druk vervolgens op .
om INSCHAKELEN te selecteren.
om UIT te markeren en druk vervolgens op .
AppleTalk uitschakelen
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
5.Druk op
6.Druk op
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om I/O te markeren en druk vervolgens op .
om GEÏNTEGREERDE JETDIRECT te markeren en druk vervolgens op .
om APPLETALK te markeren en druk vervolgens op .
om INSCHAKELEN te selecteren.
7.Druk op
8.Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
om UIT te markeren en druk vervolgens op .
DLC/LLC uitschakelen
1.Druk op Menu.
2.Druk op
NLWWNetwerkconfiguratie47
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
3.Druk op om I/O te markeren en druk vervolgens op .
4.Druk op
5.Druk op
6.Druk op
7.Druk op
8.Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
om GEÏNTEGREERDE JETDIRECT te markeren en druk vervolgens op .
om DLC/LLC te markeren en druk vervolgens op .
om INSCHAKELEN te selecteren.
om UIT te markeren en druk vervolgens op .
Enhanced I/O (EIO) configureren
Opmerking Deze functie is alleen beschikbaar voor de HP Color LaserJet 3000 en 3800-serie
printers.
Als u een printserver toevoegt aan een basismodel (HP Color LaserJet 3000 of HP Color LaserJet
3800), hebt u mogelijk extra printergeheugen nodig.
In de EIO-sleuf kunt u compatibele externe apparaten installeren, zoals netwerkkaarten voor de
HP Jetdirect-printserver of andere apparaten. Als u een EIO-netwerkkaart in de sleuf plaatst, verhoogt
u het aantal netwerkinterfaces dat voor de printer beschikbaar is.
HP Jetdirect EIO-printservers
HP Jetdirect-printservers (netwerkkaarten) kunnen in de EIO-sleuven van de printer worden geplaatst.
Deze kaarten ondersteunen diverse netwerkprotocollen en besturingssystemen. HP Jetdirectprintservers vereenvoudigen het netwerkbeheer doordat u de printer overal rechtstreeks op uw netwerk
kunt aansluiten. HP Jetdirect-printservers ondersteunen ook het SNMP (Simple Network Management
Protocol), waarmee netwerkbeheerders printers op afstand kunnen beheren en problemen via de
HP Jetadmin-software kunnen oplossen.
Opmerking U kunt de kaart configureren via het bedieningspaneel, via de installatiesoftware
voor de printer of via het programma HP Web Jetadmin. Raadpleeg voor meer informatie de
documentatie van de HP Jetdirect-printserver.
48Hoofdstuk 3 I/O-configuratieNLWW
4Afdruktaken
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u eenvoudige afdruktaken uitvoert:
Als u Windows gebruikt, wordt door drie instellingen bepaald waar de printerdriver zal proberen om
papier op te nemen. De instellingen voor Bron, Soort en Formaat worden in de meeste
softwareprogramma's weergegeven in het dialoogvenster Pagina-instelling, Afdrukken of
Afdrukeigenschappen. Als u deze instellingen niet verandert, selecteert de printer automatisch een
lade op basis van de standaardinstellingen.
VOORZICHTIG Het is verstandig om veranderingen in de instelling aan te brengen via het
programma of de printerdriver, omdat de wijzigingen van de printerinstellingen die zijn
aangebracht via het bedieningspaneel van de printer de standaardinstellingen voor alle volgende
afdruktaken worden. De instellingen die in de software of de printerdriver worden geselecteerd,
krijgen voorrang op de instellingen die op het bedieningspaneel worden geselecteerd.
Bron
Bij afdrukken volgens Bron selecteert u een lade waaruit de printer het afdrukmateriaal haalt. De printer
zal proberen om uit de opgegeven lade af te drukken, ongeacht de soort en het formaat van het
afdrukmateriaal in de lade. Als u een lade selecteert die is geconfigureerd voor een type of formaat dat
niet met de afdruktaak overeenkomt, gaat de taak niet verder totdat u de lade vult met de juiste soort
of het juiste formaat. Als het papier juist in de lade is geplaatst, begint de printer met afdrukken. Als u
op
drukt, kunt u een andere lade selecteren.
Opmerking Raadpleeg Prioriteit van afdrukinstellingen als u problemen hebt met afdrukken
volgens Bron.
Soort en Formaat
Afdrukken volgens Soort of Formaat houdt in dat de printer papier ophaalt vanuit de eerste lade die
papier van de gewenste soort of het gewenste formaat bevat. Selectie van papier volgens soort in plaats
van bron is vergelijkbaar met het vergrendelen van laden en zorgt ervoor dat speciaal papier niet per
ongeluk wordt gebruikt. Als een lade bijvoorbeeld voor briefhoofdpapier is geconfigureerd en u in de
printerdriver opgeeft dat u op normaal papier wilt afdrukken, wordt door de printer geen papier uit de
lade met briefhoofdpapier opgenomen, maar wordt er papier opgenomen uit een lade die normaal papier
bevat en die voor normaal papier is geconfigureerd.
Opmerking Selectie van de instelling Willekeurig zorgt ervoor dat de functie voor het
vergrendelen niet wordt ingeschakeld.
Selectie van papier volgens soort en formaat leidt tot aanmerkelijke verbeteringen in de afdrukkwaliteit
voor zwaar papier, glanspapier en transparanten. Gebruik van de onjuiste instelling kan leiden tot
50Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
verminderde afdrukkwaliteit. Druk altijd af volgens Soort voor speciaal afdrukmateriaal, zoals etiketten
of transparanten. Druk altijd af volgens Formaat voor enveloppen.
Als u wilt afdrukken volgens Soort of Formaat en de laden niet zijn geconfigureerd voor een
●
bepaalde soort of een bepaald formaat, plaatst u het papier of het afdrukmateriaal in Lade 1.
Vervolgens selecteert u de opties Soort en Formaat in de dialoogvensters Pagina-instelling,Afdrukken of Afdrukeigenschappen.
Als u vaak op een bepaalde soort of een bepaald formaat papier afdrukt, kunt u (voor een lokale
●
printer) of kan de netwerkbeheerder (voor een netwerkprinter) een lade voor de betreffende soort
of het betreffende formaat papier configureren. Als u daarna die soort of dat formaat kiest als
afdruktaak, zal de printer papier opnemen uit de lade die voor de betreffende soort of het
betreffende formaat is geconfigureerd. Raadpleeg
Als u Lade 2 of de optionele Lade 3 sluit, wordt een bericht weergegeven dat u een Soort of
●
Formaat voor de lade moet selecteren. Als de lade al correct is geconfigureerd, drukt u op
terug te keren naar de status Klaar.
Prioriteit van afdrukinstellingen
Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de
wijzigingen zijn aangebracht:
Opmerking Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het
programma dat u gebruikt.
Laden configureren.
om
Dialoogvenster Pagina-instelling. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Pagina-
●
instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin u werkt.
Als u hier wijzigingen aanbrengt, worden alle gewijzigde instellingen ergens anders teniet gedaan.
Dialoogvenster Afdrukken. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Afdrukken,
●
Afdrukinstelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin
u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden gewijzigd hebben een lagere
prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-instelling niet teniet.
Dialoogvenster Printereigenschappen (printerdriver). De printerdriver wordt geopend wanneer
●
u klikt op Eigenschappen in het dialoogvenster Afdrukken. Instellingen die in het
dialoogvenster Printereigenschappen worden gewijzigd, hebben geen prioriteit over instellingen
die elders in het programma zijn gekozen.
Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver
●
worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in
een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor printer,
zoals hierboven beschreven.
Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het
●
bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders
worden gewijzigd.
Toegang tot de instellingen in de printerdriver
BesturingssysteemInstellingen voor afdruktaken tijdelijk
wijzigen
Windows 98, 2000, Me
en XP
Kies Afdrukken in het menu Bestand. Selecteer
de printer en klik op Eigenschappen. (De
Standaardinstellingen definitief wijzigen
Klik op Start en kies Instellingen en Printers
of Printers en faxapparaten. Klik met de
1
NLWWAfdruktaken beheren51
BesturingssysteemInstellingen voor afdruktaken tijdelijk
wijzigen
Standaardinstellingen definitief wijzigen
1
werkelijke procedure kan verschillen; dit is de
meestvoorkomende procedure.)
Macintosh OS 9.1Kies Print in het menu Archief. Wijzig de
gewenste instellingen in de verschillende popupmenu's.
Macintosh OS XKies Print in het menu Archief. Wijzig de
gewenste instellingen in de verschillende popupmenu's.
1
Toegang tot de standaardinstellingen voor de printer is wellicht beperkt en de instellingen zijn dus
rechtermuisknop op het printerpictogram en
selecteer Voorkeursinstellingen voorafdrukken.
Kies Print in het menu Archief. Als u de
instellingen hebt gewijzigd in het pop-upmenu,
klikt u op Bewaar instellingen.
Kies Print in het menu Archief. Wijzig de
gewenste instellingen in de verschillende popupmenu's en klik op Bewaar specialeinstellingen in het hoofdpop-upmenu om ze op
te slaan met de optie Speciaal. Als u de nieuwe
instellingen wilt gebruiken, moet u de optie
Speciaal selecteren wanneer u een programma
opent en wilt afdrukken.
wellicht niet beschikbaar.
52Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Afdrukmateriaal selecteren
Met deze printer kunt u op verschillende soorten papier en ander afdrukmateriaal afdrukken.
Zorg voordat u papier of speciale formulieren in grotere hoeveelheden aanschaft dat uw leverancier
weet welke eisen worden gesteld aan afdrukmaterialen die op uw printer mogen worden gebruikt. Deze
eisen worden beschreven in de Handleiding Specificaties afdrukmateriaal voor HP LaserJet-printers.
Raadpleeg
HP LaserJet-printers te bestellen. Als u een exemplaar van dit document wilt downloaden, ga dan
naar
support/clj3600 voor de HP Color LaserJet 3600-serie printer of naar www.hp.com/support/clj3800 voor
de HP Color LaserJet 3800-serie printer. Selecteer Manuals (Handleidingen).
Het is mogelijk dat het papier voldoet aan alle richtlijnen van dit hoofdstuk of van de HandleidingSpecificaties afdrukmateriaal voor HP LaserJet-printers en toch geen bevredigende afdrukresultaten
geeft. Dit kan te wijten zijn aan abnormale omstandigheden in de ruimte waar wordt afgedrukt, of aan
andere variabelen waarover HP geen controle heeft (bijvoorbeeld een extreem hoge of lage temperatuur
of luchtvochtigheid).
U kunt papier het best eerst uitproberen voordat u grote hoeveelheden aanschaft.
Benodigdheden en accessoires om de Handleiding Specificaties afdrukmateriaal voor
www.hp.com/support/clj3000 voor de HP Color LaserJet 3000-serie printer, naar www.hp.com/
VOORZICHTIG Het gebruik van papier dat niet voldoet aan de hier of in de handleiding voor
afdrukmateriaal beschreven specificaties, kan problemen veroorzaken waar reparaties voor
nodig zijn die niet onder de garantie- of service-overeenkomst van Hewlett-Packard vallen.
Papier dat u moet vermijden
De printer kan veel verschillende soorten papier verwerken. Het gebruik van papier dat niet voldoet aan
de hier of in de handleiding voor afdrukmateriaal beschreven specificaties leidt tot verslechtering van
de afdrukkwaliteit en een verhoogde kans op storingen.
Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak.
●
Gebruik geen papier met gaatjes of perforaties, behalve geperforeerd standaardpapier met 3
●
gaatjes.
Gebruik geen meerdelige formulieren.
●
Gebruik geen papier waarop al eerder is afgedrukt of dat door een kopieerapparaat is gevoerd.
●
Gebruik geen papier met een watermerk als u afdrukt met dekkende kleurvlakken of patronen.
●
Papier dat de printer kan beschadigen
In zeldzame gevallen kan het voorkomen dat de printer door het papier wordt beschadigd. Als u schade
aan de printer wilt voorkomen, moet u gebruik van het volgende papier vermijden:
Gebruik geen papier met nietjes.
●
Gebruik geen transparanten die bestemd zijn voor Inkjetprinters of andere printers met lage
●
temperaturen, of voor afdrukken in zwart-wit. Gebruik uitsluitend transparanten die zijn
goedgekeurd voor gebruik met HP Color LaserJet-printers.
NLWWAfdrukmateriaal selecteren53
Gebruik geen fotopapier dat bestemd is voor Inkjetprinters.
●
Gebruik geen gebosseleerd of gecoat papier, of afdrukmateriaal dat schadelijke emissies
●
produceert of dat smelt, vervormt of verkleurt als het gedurende 0,1 seconde aan een temperatuur
van 190 °C wordt blootgesteld. Gebruik ook geen briefhoofdpapier met inkt die deze temperatuur
niet kan verdragen.
Als u benodigdheden voor HP Color LaserJet-printers wilt bestellen, gaat u naar:
www.hp.com/go/ljsupplies in de VS
●
www.hp.com/ghp/buyonline.html in de rest van de wereld
●
54Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Laden configureren
U kunt de laden op soort en formaat configureren. U kunt verschillende soorten papier in de laden van
de printer plaatsen en vervolgens papier opvragen per soort of formaat in het programma.
Opmerking Als u eerder HP LaserJet-printers hebt gebruikt, bent u wellicht gewend om Lade 1
te configureren in de Eerste modus of de Cassettemodus. Als u de instellingen voor de Eerste
modus wilt nabootsen, configureert u voor Lade 1 de opties ELK FORMAAT en ELK SOORT.
Het papier wordt eerst uit Lade 1 gehaald (indien deze lade papier bevat) wanneer er voor de
afdruktaak geen andere lade is opgegeven. Deze instelling wordt aanbevolen als u verschillende
soorten of formaten papier in Lade 1 plaatst. Als u de instellingen van de Cassettemodus wilt
nabootsen, stelt u de soort of het formaat voor Lade 1 in op een andere instelling dan ELKFORMAAT of ELK SOORT. Deze instelling wordt aanbevolen wanneer u hetzelfde
papierformaat en dezelfde papiersoort gebruikt in Lade 1.
Opmerking Als u dubbelzijdig wilt afdrukken, controleert u of het geplaatste papier voldoet aan
de specificaties voor dubbelzijdig afdrukken. Raadpleeg
Met de volgende instructies kunt u de laden configureren voor het bedieningspaneel van de printer. Het
is tevens mogelijk om de laden via de computer te configureren met behulp van de geïntegreerde
webserver. Raadpleeg
Formaat configureren
1.Druk op Menu.
De geïntegreerde webserver gebruiken.
Specificaties voor het afdrukmateriaal.
2.Druk op
3.Druk op
druk vervolgens op
4.Druk op
5.Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
om PAPIERVERWERKING te markeren en druk vervolgens op .
om LADE 1 FORMAAT, LADE 2 FORMAAT, of LADE 3 FORMAAT te markeren en
.
of op om het juiste formaat te markeren en druk vervolgens op .
Soort configureren
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
vervolgens op
4.Druk op
5.Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
om PAPIERVERWERKING te markeren en druk vervolgens op .
om LADE 1 SOORT, LADE 2 SOORT, of LADE 3 SOORT te markeren en druk
.
of op om de gewenste papiersoort te markeren en druk vervolgens op .
Lade 1 configureren voor aangepast papier
Gebruik de instelling ELK FORMAAT wanneer het papier waarop u wilt afdrukken, niet precies
overeenkomt met het papierformaat dat is opgegeven in het document dat u afdrukt. Als er geen
bronlade wordt geselecteerd, probeert de printer eerst papier te vinden dat precies overeenkomt met
het document en probeert deze vervolgens af te drukken vanuit de lade die is ingesteld op ELKFORMAAT of ELK SOORT.
NLWWLaden configureren55
Gebruik de instelling ELK AANGEPAST als u een aantal aangepaste formaten wilt afdrukken vanuit
de lade zonder een formaat in te stellen voor iedere taak. Gebruik de instelling AANGEPAST als u een
bepaald afdrukformaat wilt afdrukken vanuit een bepaalde lade. Als u een aangepaste taak wilt
afdrukken, probeert de printer een formaat te vinden dat precies overeenkomt. Wanneer er geen formaat
wordt gevonden dat precies overeenkomt met het aangepaste formaat dat is opgegeven, probeert de
printer de lade te vinden die is ingesteld op ELK AANGEPAST. Uiteindelijk drukt de printer af vanuit
een lade die is ingesteld op ELK FORMAAT.
Het instellen van aangepast papier bestaat uit drie stappen. Nadat u deze stappen hebt uitgevoerd,
wordt op het uitleesvenster opnieuw het menu PAPIERVERWERKING weergegeven. Nadat een
aangepast formaat voor een lade is ingesteld, blijft deze instelling behouden totdat u de instelling wijzigt
in het bedieningspaneel.
2
yy
x
1
1X-afmeting
2Y-afmeting
Maateenheid
1.Druk op
2.Druk op
X-afmeting
De X-afmeting is de breedte van de pagina zoals deze wordt ingevoerd.
1.Druk op
2.Druk op
Y-afmeting
De Y-afmeting is de lengte van de pagina zoals deze wordt ingevoerd.
1.Druk op
2.Druk op
om MAATEENHEID te markeren en druk vervolgens op .
of op om de gewenste maateenheid te markeren en druk vervolgens op .
om X-AFMETING te markeren en druk vervolgens op .
of op om de gewenste instelling te markeren en druk vervolgens op .
om Y-AFMETING te markeren en druk vervolgens op .
of op om de gewenste instelling te markeren en druk vervolgens op .
56Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Lade 2 of Lade 3 configureren voor aangepast papier
De printer stelt automatisch verschillende papierformaten vast, maar u kunt ook laden configureren voor
aangepaste papierformaten. U dient de volgende parameters op te geven:
Maateenheid (millimeters of inch).
●
De X-afmeting is de breedte van de pagina zoals deze wordt ingevoerd.
●
De Y-afmeting is de lengte van de pagina zoals deze wordt ingevoerd.
●
2
X
Y
3
4
1
1Paginalengte (Y-afmeting)
2Paginabreedte (X-afmeting)
3Lengtegeleider van het afdrukmateriaal
4Breedtegeleider van het afdrukmateriaal
Voer de volgende procedure uit om een lade voor een aangepast formaat te configureren. Wanneer
een aangepast formaat voor een lade is ingesteld, blijft deze instelling behouden totdat u de instellingen
van de lengtegeleiders wijzigt.
Een aangepast formaat instellen in Lade 2 of Lade 3
1.Open de lade en plaats het papier met de afdrukzijde omhoog in de lade.
2.Stel de lengtegeleiders in naar de positie niet-standaard en sluit de lade.
3.Als het bericht 'ladeconfiguratie' wordt weergegeven, drukt u op
4.Druk op
5.Druk op
op
Nadat de maateenheid juist is ingesteld, dient u de X-afmeting als volgt in te stellen:
6.Druk op
Als de opgegeven instelling buiten het geldige bereik valt, wordt gedurende twee seconden
Ongeldige waarde weergegeven. U wordt in het uitleesvenster gevraagd om een andere instelling
op te geven.
NLWWLaden configureren57
om ELK AANGEPAST te wijzigen in AANGEPAST en druk vervolgens op .
of op om de juiste eenheid te markeren (millimeters of inch) en druk vervolgens
.
of op om de gewenste instelling te markeren en druk vervolgens op .
.
Nadat de X-afmeting juist is ingesteld, dient u de Y-afmeting als volgt in te stellen:
7.Druk op
Als de opgegeven instelling buiten het geldige bereik valt, wordt gedurende twee seconden
Ongeldige waarde weergegeven. U wordt op het uitleesvenster gevraagd om een andere
instelling op te geven. Op de printer wordt een bericht weergegeven waarin de afmetingen voor
het aangepaste formaat staan.
of op om de gewenste instelling te markeren en druk vervolgens op .
Afdrukken vanuit Lade 1 (multifunctionele lade)
Lade 1 is een multifunctionele lade die 100 vel papier of 10 enveloppen kan bevatten. Deze lade biedt
een gemakkelijke manier voor het afdrukken van enveloppen, transparanten, aangepaste
papierformaten of andere papiersoorten zonder dat u papier uit andere laden hoeft te verwijderen.
Papier plaatsen in Lade 1
VOORZICHTIG Plaats tijdens het afdrukken geen afdrukmateriaal in Lade 1, om
papierstoringen te voorkomen.
1.Open Lade 1.
OpmerkingGebruik Lade 1 als u wilt afdrukken op speciaal afdrukmateriaal, zoals
enveloppen. Zie
Enveloppen afdrukken vanuit Lade 1 voor meer informatie.
2.Laat het verlengstuk voor de uitvoerbak uit de bak glijden.
58Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
3.Trek het verlengstuk van de lade uit en open indien nodig het extra verlengstuk van de lade.
4.Schuif de papiergeleiders voor de breedte iets verder uit elkaar dan de breedte van het
afdrukmateriaal.
5.Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde omlaag en met de bovenste, korte zijde als eerste
in de lade.
OpmerkingRaadpleeg Dubbelzijdig afdrukken (duplex) gebruiken voor
plaatsingsinstructies als u dubbelzijdig wilt afdrukken.
NLWWLaden configureren59
6.Schuif de papiergeleiders voor de breedte net zover naar binnen totdat deze de stapel
afdrukmateriaal op zijn plaats houden zonder het materiaal te buigen. Het afdrukmateriaal moet
onder de lipjes op de breedtegeleiders passen.
VOORZICHTIG Wacht totdat de printer gereed is met afdrukken voordat u Lade 1
(optioneel) sluit. Anders kunnen papierstoringen ontstaan.
Enveloppen afdrukken vanuit Lade 1
U kunt vanuit Lade 1 verschillende soorten enveloppen afdrukken. Er kunnen maximaal 10 enveloppen
in de lade worden geplaatst. De afdrukkwaliteit is afhankelijk van de soort envelop.
In de software stelt u de marges in op ten minste 15 mm vanaf de rand van de envelop.
VOORZICHTIG Enveloppen met klemmetjes, vensters, binnenvoering, niet-bedekt plakmiddel
of andere synthetische materialen kunnen de printer zwaar beschadigen. Probeer nooit op beide
zijden van een envelop af te drukken om storingen en mogelijke beschadiging van de printer te
vermijden. Voordat u enveloppen plaatst, moet u ervoor zorgen dat deze vlak en onbeschadigd
zijn en niet aan elkaar plakken. Gebruik geen zelfklevende enveloppen waarvan de kleefstroken
onder druk vastkleven. Verwijder geen enveloppen uit de lade en vul de lade niet bij tijdens het
afdrukken, omdat u hiermee papierstoringen kunt veroorzaken.
Enveloppen plaatsen in Lade 1
1.Open Lade 1.
60Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
2.Trek het verlengstuk van de lade uit en open indien nodig het extra verlengstuk van de lade.
3.Stel de papiergeleiders voor de breedte in.
4.Plaats maximaal 10 enveloppen in het midden van Lade 1 met de afdrukzijde naar beneden, de
postzegelhoek van de printer af gericht en de korte zijde naar de printer gekeerd. Schuif de
enveloppen zo ver mogelijk in de printer zonder te forceren.
NLWWLaden configureren61
5.Schuif de geleiders tegen de stapel enveloppen, echter zonder dat deze opbollen. De enveloppen
moeten onder de lipjes op de geleiders passen.
Enveloppen bedrukken
1.Als voor Lade 1 een specifiek formaat is ingesteld, stelt u op het bedieningspaneel het
papierformaat voor Lade 1 in op het formaat van de enveloppen.
2.Geef Lade 1 aan in het softwareprogramma.
3.Wanneer uw software niet automatisch de juiste opmaak voor een envelop kiest, moet u in uw
programma of in de printerdriver de stand Liggend opgeven. Neem bij het instellen van de marges
voor het adres van de afzender en de ontvanger op enveloppen van het formaat Commercial #10
of DL de volgende richtlijnen in acht.
OpmerkingKies voor andere envelopformaten een marge-instelling die met dit formaat
overeenkomt.
4.Klik op Afdrukken in de software of de printerdriver.
AdrestypeLinkermargeBovenmarge
Afzender15 mm15 mm
Bestemming102 mm51 mm
Afdrukken vanuit Lade 2 en Lade 3
Lade 2 biedt plaats aan 250 vel normaal papier, terwijl optionele Lade 3 plaats biedt aan 500 vel normaal
papier. Voor Lade 2 en Lade 3 kan een groot aantal formaten worden ingesteld. Lade 3 is geïnstalleerd
onder Lade 2. Als Lade 3 is geïnstalleerd, wordt hij door de printer herkend en wordt Lade 3
weergegeven als een optie in het menu APPARAAT CONFIGUREREN op het bedieningspaneel.
VOORZICHTIG De papierbaan voor Lade 3 loopt door Lade 2. Wanneer Lade 2 of Lade 3
gedeeltelijk naar buiten is getrokken of is verwijderd, kan papier in Lade 3 niet worden ingevoerd.
Hierdoor kan in de printer een papierstoring ontstaan.
62Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Plaatsen in Lade 2
VOORZICHTIG Als u papierstoringen wilt vermijden, moet u geen lade openen of verwijderen
tijdens het afdrukken.
1.Trek Lade 2 uit de printer en verwijder alle papier.
2.Laat het verlengstuk voor de uitvoerbak uit de bak glijden.
3.Pas de lengtegeleider aan totdat de pijl wijst naar het papierformaat dat u plaatst.
NLWWLaden configureren63
4.Verschuif de zijgeleiders totdat de pijl op de rechterbreedtegeleider het geplaatste papierformaat
aangeeft.
5.Plaats het papier in de lade. Als dit speciaal papier is, bijvoorbeeld briefhoofdpapier, plaatst u het
papier met de afdrukzijde naar boven en de bovenrand richting de voorkant van de lade.
OpmerkingRaadpleeg Dubbelzijdig afdrukken (duplex) gebruiken voor
plaatsingsinstructies als u dubbelzijdig wilt afdrukken.
6.Controleer of de stapel papier vlak is en of het papier onder de hoogtemarkeringen zit.
64Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
7.Schuif de lade terug in de printer.
Plaatsen in Lade 3
1.Trek de lade uit de printer en verwijder alle papier.
2.Til het verlengstuk voor de uitvoerbak op.
NLWWLaden configureren65
3.Pas de lengtegeleider aan totdat de pijl wijst naar het papierformaat dat u plaatst.
4.Verschuif de zijgeleiders totdat de pijl op de rechterbreedtegeleider het geplaatste papierformaat
aangeeft.
5.Plaats het papier in de lade. Als dit speciaal papier is, bijvoorbeeld briefhoofdpapier, plaatst u het
papier met de afdrukzijde naar boven en de bovenrand richting de voorkant van de lade.
OpmerkingRaadpleeg Dubbelzijdig afdrukken (duplex) gebruiken voor
plaatsingsinstructies als u dubbelzijdig wilt afdrukken.
66Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
6.De stapel papier moet in alle vier hoeken vlak in de lade liggen en moet onder de hoogtelipjes zijn
De HP Color LaserJet 3000 en 3800-serie printers kunnen afdrukmateriaal automatisch indelen in een
van de volgende categorieën:
Standaard
●
Transparant
●
Glanzend
●
Extra zwaarglanzend
●
Glanzende film
●
Zwaar
●
Licht
●
De automatische detectie van de materiaalsoort werkt alleen als de lade is geconfigureerd naar Alle
standaardsoorten. Als u een lade configureert voor een andere soort, zoals Zwaar of Glanzend, wordt
de mediasensor in die lade uitgeschakeld.
Opmerking De functie voor automatische mediadetectie werkt het best als u origineel
afdrukmateriaal van HP gebruikt dat is ontwikkeld voor HP LaserJet kleurenprinters.
Detectie lade 1
Volledige detectie (standaard)
De printer pauzeert bij iedere pagina om de materiaalsoort te detecteren.
●
Dit is de beste modus als u verschillende materialen gebruikt voor één afdruktaak.
●
Uitgebreide detectie
Aan het begin van iedere nieuwe afdruktaak detecteert de printer de materiaalsoort alvorens de
●
eerste pagina af te drukken.
Hierbij wordt aangenomen dat de tweede en daaropvolgende pagina's van dezelfde soort zijn als
●
de eerste pagina.
Dit is de op één na snelste modus en is handig wanneer u een stapel van één soort afdrukmateriaal
●
gebruikt.
Transparant
De printer pauzeert niet om de materiaalsoort te detecteren, maar maakt alleen onderscheid tussen
●
transparanten (Transparantenmodus) en papier (Normale modus).
Dit is de snelste modus en is handig bij het afdrukken van grote hoeveelheden in de Normale
●
modus.
68Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Detectie lade 2 of lade 3
Uitgebreide detectie
De materiaalsoort van de eerste vijf pagina's uit elke lade wordt gedetecteerd. Vervolgens wordt
●
het gemiddelde van de vijf resultaten berekend.
Hierbij wordt aangenomen dat de zesde en daaropvolgende pagina's van dezelfde soort zijn als
●
de eerste vijf, totdat de printer wordt uitgeschakeld of in de sluimermodus wordt gezet, of totdat de
lade wordt geopend.
Alleen transparant (standaard)
De printer pauzeert niet om de materiaalsoort te detecteren, maar maakt alleen onderscheid tussen
●
transparanten (Transparantenmodus) en papier (Normale modus).
Dit is de snelste modus en is handig bij het afdrukken van grote hoeveelheden in de Normale
Als u afdrukt vanuit een softwareprogramma, zijn veel van de functies van het apparaat beschikbaar
vanuit de printerdriver. Raadpleeg de Help bij de printerdriver voor volledige informatie over de
beschikbare functies. In dit gedeelte worden de volgende functies beschreven:
Snelinstellingen maken en gebruiken
●
Watermerken gebruiken
●
Documentformaat wijzigen
●
Aangepast papierformaat instellen in de printerdriver
●
Verschillende papiersoorten en omslagbladen gebruiken
●
Een lege eerste pagina afdrukken
●
Meerdere pagina's op een vel papier afdrukken
●
Kleuropties instellen
●
Het dialoogvenster HP Digital Imaging Options gebruiken
●
Het tabblad Services gebruiken
●
Opmerking Instellingen in de printerdriver en het softwareprogramma overschrijven meestal
de bedieningspaneelinstellingen. De instellingen van het softwareprogramma hebben over het
algemeen voorrang op de instellingen van de printerdriver.
Snelinstellingen maken en gebruiken
Gebruik snelinstellingen om de huidige instellingen van de driver op te slaan, zodat u deze later opnieuw
kunt gebruiken. Snelinstellingen zijn beschikbaar op de meeste tabbladen van de printerdriver. U kunt
maximaal 25 snelinstellingen voor het afdrukken van taken opslaan.
Een snelinstelling maken
1.Open de printerdriver (zie
2.Selecteer de afdrukinstellingen die u wilt gebruiken.
3.Typ in het venster Snelinstellingen voor het afdrukken van taken een naam voor de
snelinstelling.
4.Klik op Opslaan.
Snelinstellingen gebruiken
1.Open de printerdriver (zie
2.Selecteer in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen voor het afdrukken van taken de snelinstelling
die u wilt gebruiken.
3.Klik op OK.
De printerdrivers openen).
De printerdrivers openen).
70Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Opmerking Als u de standaardinstellingen van de printerdriver wilt gebruiken, selecteert u
Standaard afdrukinstellingen in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen voor het afdrukken
van taken.
Watermerken gebruiken
Een watermerk is een mededeling, bijvoorbeeld 'Vertrouwelijk', die wordt afgedrukt op de achtergrond
van elke pagina van het document.
1.Open de printerdriver (zie
2.Klik op het tabblad Effecten op de vervolgkeuzelijst Watermerken.
3.Klik op het watermerk dat u wilt gebruiken. Klik op Bewerken om een nieuw watermerk te maken.
4.Als u het watermerk alleen op de eerste pagina van het document wilt afdrukken, klikt u op Alleen
eerste pagina.
5.Klik op OK.
Als u het watermerk wilt verwijderen, klikt u op (geen) in de vervolgkeuzelijst Watermerken.
Documentformaat wijzigen
Met de opties voor het wijzigen van het documentformaat kunt u de schaal van een document
aanpassen op basis van een percentage van de normale grootte. U kunt een document ook afdrukken
op een ander papierformaat, met of zonder vergroten/verkleinen.
Een document vergroten of verkleinen
1.Open de printerdriver (zie
2.Typ op het tabblad Effecten naast % van normaal formaat het percentage waarmee u het
document wilt vergroten of verkleinen.
U kunt ook de schuifbalk gebruiken om het percentage aan te passen.
De printerdrivers openen).
De printerdrivers openen).
3.Klik op OK.
Een document afdrukken op een ander papierformaat
1.Open de printerdriver (zie
2.Klik op het tabblad Effecten op Document afdrukken op.
3.Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken.
4.Als u het document wilt afdrukken zonder het passend te maken op de pagina, controleert u of de
optie Passend maken niet is ingeschakeld.
5.Klik op OK.
De printerdrivers openen).
Aangepast papierformaat instellen in de printerdriver
1.Open de printerdriver (zie De printerdrivers openen).
2.Klik op het tabblad Papier of Papier/Kwaliteit op de optie Aangepast.
NLWWFuncties van de Windows-printerdriver gebruiken71
3.Typ de naam van het aangepaste papierformaat in het venster Aangepast papierformaat.
4.Geef de lengte en breedte van het papier op. Als u een te kleine of te grote afmeting opgeeft, stelt
de driver het minimale of maximale formaat in.
5.Indien nodig klikt u op de knop om de maateenheid te wisselen van millimeter naar inch of
omgekeerd.
6.Klik op Opslaan.
7.Klik op Sluiten. De naam die u hebt opgeslagen, wordt in de lijst van papierformaten weergegeven
zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken.
Verschillende papiersoorten en omslagbladen gebruiken
Volg deze instructies als de eerste pagina van de afdruktaak anders moet zijn dan de andere pagina's.
1.Open de printerdriver (zie
2.Selecteer het papier voor de eerste pagina van de afdruktaak op het tabblad Papier of Papier/
Kwaliteit.
3.Klik op Gebruik ander papier/omslagbladen.
4.Klik in de lijst op de pagina's of omslagbladen die u op ander papier wilt afdrukken.
5.Als u een omslagblad voor de voor- of achterkant wilt afdrukken, moet u ook Leeg/voorbedr.
omslagblad toevoegen selecteren.
6.Selecteer een papiertype of -bron voor de overige pagina's van de afdruktaak.
Opmerking U moet hetzelfde papierformaat gebruiken voor alle pagina's van de afdruktaak.
De printerdrivers openen).
Een lege eerste pagina afdrukken
1.Open de printerdriver (zie De printerdrivers openen).
2.Klik op het tabblad Papier of Papier/Kwaliteit op Gebruik ander papier/omslagbladen.
3.Klik in de lijst op Voorblad.
4.Klik op Leeg/voorbedr. omslagblad toevoegen.
Meerdere pagina's op een vel papier afdrukken
U kunt meer dan één pagina op één vel papier afdrukken.
1.Open de printerdriver (zie
2.Klik op het tabblad Afwerking.
3.Selecteer onder Documentopties het aantal pagina's dat u per vel wilt afdrukken (1, 2, 4, 6, 9 of
16).
72Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
De printerdrivers openen).
4.Als het aantal pagina's meer dan 1 bedraagt, selecteert u de opties voor Paginaranden
afdrukken en Paginavolgorde.
5.Klik op OK. Het apparaat is nu ingesteld om het aantal pagina's per vel af te drukken dat u hebt
geselecteerd.
Kleuropties instellen
Via de opties van het tabblad Kleur kan worden ingesteld hoe kleuren vanuit softwareprogramma's
moeten worden geïnterpreteerd en afgedrukt. U kunt kiezen uit de kleuropties Automatisch en
Handmatig.
Selecteer Automatisch als u de instellingen van kleuren en halftonen voor tekst, illustraties en
●
foto's wilt optimaliseren. De instelling Automatisch biedt extra kleuropties voor programma's en
besturingssystemen die kleurbeheersystemen ondersteunen. Deze instelling wordt aanbevolen
voor het afdrukken van al uw kleurendocumenten.
Selecteer Handmatig als u de instellingen van kleuren en halftonen voor tekst, illustraties en foto's
●
wilt aanpassen. Als u een PCL-driver gebruikt, kunt u de RGB-gegevens aanpassen. Als u de PSdriver gebruikt, kunt u de RGB- en CMYK-gegevens aanpassen.
De kleuropties instellen
1.Open de printerdriver (zie
2.Klik op het tabblad Kleur.
3.Selecteer in het gebied Kleuropties de optie die u wilt gebruiken.
4.Als u Handmatig hebt geselecteerd, klikt u op Instellingen om het dialoogvenster
Kleurinstellingen te openen. Pas de afzonderlijke instellingen voor tekst, illustraties en foto's aan.U kunt ook de algemene afdrukinstellingen aanpassen. Klik op OK.
5.Selecteer in het gebied Kleurenthema's de RGB-kleur die u wilt gebruiken.
6.Klik op OK.
De printerdrivers openen).
Het dialoogvenster HP Digital Imaging Options gebruiken
Gebruik HP Digital Imaging Options om foto's en afbeeldingen van betere kwaliteit af te drukken.
Opmerking HP Digital Imaging Options is beschikbaar voor Windows 2000, Windows XP en
Windows Server 2003.
De volgende opties zijn beschikbaar in het dialoogvenster HP Digital Imaging Options:
Contrastverbetering: Verbeter de kleuren en het contrast van verbleekte foto's automatisch. Als
●
u op Automatisch klikt, zorgt de printersoftware dat foto's waar nodig helderder worden gemaakt.
Digitale flitser: Pas de belichting van donkere gebieden aan om details naar voren te brengen.
●
Als u op Automatisch klikt, vindt de printersoftware de juiste balans tussen licht en donker.
SmartFocus: Verbeter de beeldkwaliteit en de helderheid van afbeeldingen met een lage resolutie,
●
zoals afbeeldingen die van Internet zijn gedownload. Als u op Aan klikt, zorgt de printersoftware
ervoor dat de details van de afbeelding scherper worden gemaakt.
NLWWFuncties van de Windows-printerdriver gebruiken73
Scherpte: Pas de scherpte van de afbeelding naar wens aan. Als u op Automatisch klikt, zorgt
●
de printersoftware ervoor dat de scherpte van de afbeelding wordt ingesteld.
Verzachten: Maak een afbeelding zachter (vloeiender). Als u op Automatisch klikt, zorgt de
●
printersoftware ervoor dat de afbeelding automatisch zachter of scherper wordt.
Het dialoogvenster HP Digital Imaging Options openen
1.Open het dialoogvenster Printereigenschappen.
2.Klik op het tabblad Papier/kwaliteit en klik vervolgens op de knop HP Digital Imaging.
Opmerking Als u de HP Image Zone-software hebt geïnstalleerd, kunt u deze gebruiken om
digitale foto's te bewerken en te verbeteren.
Het tabblad Services gebruiken
Opmerking Het tabblad Services is niet beschikbaar voor Windows 9x.
Als het apparaat is aangesloten op een netwerk, kunt u het tabblad Services gebruiken voor informatie
over het apparaat en de status van de verbruiksartikelen. Klik op het statuspictogram Apparaat enbenodigdheden, als u de pagina Apparaatstatus van de geïntegreerde webserver van HP wilt openen.
Op deze pagina vindt u de huidige status van het apparaat, de resterende levensduur (in procenten)
van ieder verbruiksartikel en informatie over het bestellen van verbruiksartikelen.
74Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Functies van de Macintosh-printerdriver gebruiken
Als u afdrukt vanuit een softwareprogramma zijn veel van de functies van de printer beschikbaar vanuit
de printerdriver. Raadpleeg de Help bij de printerdriver voor volledige informatie over de beschikbare
functies. In dit gedeelte worden de volgende functies beschreven:
Voorinstellingen maken en gebruiken in Mac OS X
●
Een voorblad afdrukken
●
Meerdere pagina's op een vel papier afdrukken
●
Kleuropties instellen
●
Opmerking Instellingen in de printerdriver en het softwareprogramma overschrijven meestal
de bedieningspaneelinstellingen. De instellingen van het softwareprogramma hebben over het
algemeen voorrang op de instellingen van de printerdriver.
Voorinstellingen maken en gebruiken in Mac OS X
Gebruik voorinstellingen om de huidige instellingen van de printerdriver op te slaan, zodat u deze later
opnieuw kunt gebruiken.
Een voorinstelling maken
1.Open de printerdriver (zie
2.Selecteer de afdrukinstellingen.
3.Klik in het venster Instellingen op Bewaar als... en typ een naam voor de voorinstelling.
4.Klik op OK.
Voorinstellingen gebruiken
1.Open de printerdriver (zie
2.Selecteer in het menu Instellingen de voorinstelling die u wilt gebruiken.
Opmerking Selecteer de voorinstelling Standaard om de standaardinstellingen van de
printerdriver te gebruiken.
Een voorblad afdrukken
U kunt een afzonderlijk voorblad met een mededeling afdrukken voor uw document (bijvoorbeeld
“Vertrouwelijk”).
1.Open de printerdriver (zie
2.In het pop-upmenu Voorblad of Papier/Kwaliteit selecteert u of u het voorblad voor het
document of achter het document wilt afdrukken.
De printerdrivers openen).
De printerdrivers openen).
De printerdrivers openen).
3.Als u gebruikmaakt van Mac OS X, selecteert u in het pop-upmenu van het Type voorblad de
mededeling die u op het voorblad wilt laten plaatsen.
NLWWFuncties van de Macintosh-printerdriver gebruiken75
OpmerkingAls u een leeg voorblad wilt afdrukken, selecteert u Standaard als het Type
voorblad.
Meerdere pagina's op een vel papier afdrukken
U kunt meer dan één pagina op één vel papier afdrukken. Dankzij deze functie is het mogelijk
voorbeeldpagina's goedkoop af te drukken.
1.Open de printerdriver (zie
2.Klik op het pop-upmenu Lay-out.
3.Selecteer bij Pagina's per vel het aantal pagina's dat u per vel wilt afdrukken (1, 2, 4, 6, 9 of 16).
4.Selecteer naast Lay-outrichting de volgorde en de plaats van de pagina's op het vel.
5.Bij Randen selecteert u het soort rand dat u om iedere pagina van het vel wilt afdrukken.
Kleuropties instellen
Gebruik het pop-upmenu Kleuropties om in te stellen hoe kleuren vanuit softwareprogramma's moeten
worden geïnterpreteerd en afgedrukt.
1.Open de printerdriver (zie
2.Open het pop-upmenu Kleuropties.
3.Als u Mac OS X gebruikt, klikt u op Toon geavanceerde opties.
4.Pas de afzonderlijke instellingen voor tekst, illustraties en foto's aan.
De printerdrivers openen).
De printerdrivers openen).
76Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
Ga bij het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal te werk volgens onderstaande richtlijnen.
Transparanten
Pak transparanten altijd bij de randen vast. Vettige vingerafdrukken op een transparant kunnen de
●
afdrukkwaliteit aantasten.
Gebruik alleen overheadtransparanten die voor gebruik in deze printer worden aanbevolen.
●
Hewlett-Packard beveelt voor deze printer HP Color LaserJet Transparanten aan. U kunt
verschillende HP-producten met elkaar combineren voor optimale afdrukresultaten.
Selecteer TRANSPARANT als materiaalsoort in het programma of de printerdriver of druk af vanuit
●
een lade die is geconfigureerd voor transparanten.
VOORZICHTIG Transparanten die niet zijn ontwikkeld voor afdrukken in een LaserJet-printer
smelten in de printer, waardoor de printer wordt beschadigd. Gebruik geen transparanten die
bestemd zijn voor afdrukken in zwart-wit.
Glanzend papier
Selecteer GLANZEND als materiaalsoort in het programma of de printerdriver of druk af vanuit
●
een lade die is geconfigureerd voor glanzend papier.
HP Color LaserJet 3600 en 3800-serie printers: Selecteer GLANZEND voor materialen met
●
een gewicht tot 120 g/m
g/m
HP Color LaserJet 3000-serie printer: Selecteer GLANZEND voor materialen met een
●
gewicht tot 120 g/m
Aangezien dit voor alle afdruktaken geldt, is het belangrijk dat u na uitvoering van uw afdruktaak
●
de normale instelling van de printer herstelt. Raadpleeg
Opmerking Bij deze printer kunt u het beste HP Color LaserJet Soft Gloss papier gebruiken.
U kunt verschillende HP-producten met elkaar combineren voor optimale afdrukresultaten. Als
in deze printer geen HP Color LaserJet Soft Gloss papier wordt gebruikt, kan de afdrukkwaliteit
verminderen.
Gekleurd papier
Gekleurd papier moet van dezelfde hoge kwaliteit zijn als wit fotokopieerpapier.
●
De gebruikte kleurpigmenten moeten de temperatuur van de fuser van de printer (190 °C)
●
gedurende 0,1 seconde kunnen doorstaan zonder dat de kwaliteit van de kleuren wordt aangetast.
Gebruik geen papier met een gekleurde coating die na fabricage van het papier is aangebracht.
●
De printer produceert kleuren door patronen van puntjes, overlappend en met variërende
●
spatiëring, af te drukken. De tint of de kleur van het gebruikte papier kan de tinten van de afgedrukte
kleuren beïnvloeden.
2
2
. Selecteer Extra zwaarglanz. voor materialen met een gewicht tot 176 g/m2.
. Selecteer Zwaarglanzend voor materialen met een gewicht tot 163
2
.
Laden configureren voor meer informatie.
NLWWAfdrukken op speciaal afdrukmateriaal77
Enveloppen
Houd rekening met de volgende punten om goed af te drukken op enveloppen en om papierstoringen
te voorkomen:
Plaats niet meer dan 10 enveloppen tegelijk in lade 1.
●
De enveloppen mogen niet zwaarder zijn dan 90 g/m
●
Enveloppen moeten plat zijn.
●
Gebruik geen vensterenveloppen of enveloppen met sluithaakjes.
●
Enveloppen mogen niet verkreukeld, geknikt of gevouwen of anderszins beschadigd zijn.
●
Zelfklevende enveloppen moeten zijn voorzien van lijm die bestand is tegen de hitte en de druk
●
van het smeltproces van de printer.
De enveloppen moeten worden geplaatst met de afdrukkant omlaag, de bovenkant van de envelop
●
naar links en de korte zijde naar de printer gericht.
Opmerking U kunt enveloppen alleen bedrukken vanuit lade 1. Stel het formaat voor de lade
in op het specifieke envelopformaat. Raadpleeg
Enveloppen afdrukken vanuit Lade 1.
2
.
Opmerking In een vochtige omgeving moeten enveloppen worden afgedrukt met de lange
zijde naar de printer. Dit voorkomt dat de enveloppen tijdens het afdrukken worden dichtgeplakt.
Enveloppen moeten met de afdrukkant naar beneden en met de lange zijde naar de printer
worden geplaatst als u wilt afdrukken langs de lange zijde. Raadpleeg
Enveloppen afdrukken
vanuit Lade 1.
Etiketten
Opmerking Selecteer in het programma of de printerdriver de optie Etiketten als de
materiaalsoort of configureer lade 1 voor etiketten. Raadpleeg
Controleer of de kleeflaag van de etiketten gedurende 0,1 seconde een temperatuur van 190 °
●
Ckan doorstaan.
Zorg dat de kleeflaag tussen de etiketten nergens blootligt. Op plaatsen waar de kleeflaag blootligt,
●
kunnen de etiketten loslaten, wat papierstoringen kan veroorzaken. Een blootliggende kleeflaag
kan ook onderdelen van de printer beschadigen.
Plaats een vel etiketten niet meer dan een keer in de printer.
●
Zorg dat de etiketten goed vlak liggen.
●
Gebruik geen etiketten met kreukels, bobbels of andere beschadigingen.
●
Zwaar papier
De laden kunnen de meeste zware materialen tot 105 g/m
●
Gebruik kaarten (135 g/m
●
Selecteer in het programma of de printerdriver de optie Zwaar (106 g/m
●
Kaarten (135 g/m
Laden configureren.
2
verwerken.
2
tot 176 g/m2) alleen in lade 1.
2
2
tot 176 g/m2) als materiaalsoort of druk af vanuit een lade die is geconfigureerd
tot 163 g/m2) of
78Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
voor zwaar papier. Aangezien deze instelling voor alle afdruktaken geldt, is het belangrijk dat u na
uitvoering van uw afdruktaak de normale instelling van de printer herstelt. Raadpleeg
configureren.
VOORZICHTIG Gebruik geen papier dat zwaarder is dan het afdrukmateriaal dat voor deze
printer wordt aanbevolen. Gebruik van te zwaar papier kan tot transportproblemen,
papierstoringen, verminderde afdrukkwaliteit of overmatige slijtage van de printermechanismen
leiden. Bepaalde zware afdrukmaterialen, zoals HP Cover Stock, kunnen echter zonder
problemen worden gebruikt.
HP LaserJet Tough papier
Gebruik alleen HP LaserJet Tough papier voor deze printer. U kunt verschillende HP-producten
●
met elkaar combineren voor optimale afdrukresultaten.
Pak het papier altijd bij de randen vast. Vettige vingerafdrukken op HP LaserJet Tough papier
●
kunnen de afdrukkwaliteit aantasten.
Selecteer Stevig papier als materiaalsoort in het programma of de printerdriver of druk af vanuit
●
een lade die is geconfigureerd voor HP LaserJet Tough papier.
VOORZICHTIG Transparanten die niet zijn ontwikkeld voor afdrukken in een LaserJet printer,
smelten in de printer, waardoor de printer wordt beschadigd.
Laden
Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier
Formulieren en briefhoofdpapier moeten zijn bedrukt met hittebestendige inkt die niet smelt,
●
verdampt of schadelijke emissies produceert wanneer deze gedurende 0,1 seconde aan de
temperatuur van de fuser van de printer (ongeveer 190 °C) wordt blootgesteld.
De inkt mag niet brandbaar zijn en de rollen in de printer niet aantasten.
●
Formulieren en briefhoofdpapier moeten in een vochtbestendige verpakking worden bewaard om
●
veranderingen in het materiaal tegen te gaan.
Controleer voordat u voorbedrukte formulieren of briefhoofdpapier in de printer plaatst of de inkt
●
goed droog is. Tijdens het smeltproces kan natte inkt loslaten van voorbedrukt papier.
Als u dubbelzijdig (duplex) afdrukt, plaatst u voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier met de
●
voorbedrukte zijde omlaag en de bovenkant naar de achterzijde van de lade gericht in lade 2 of
lade 3. Als u voorbedrukte formulieren of briefhoofdpapier in lade 1 wilt plaatsen, plaatst u deze in
de lade met de voorbedrukte zijde omhoog en de onderkant naar de printer gericht.
Als u enkelzijdig afdrukt, plaatst u voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier met de
●
voorbedrukte zijde omhoog en de bovenkant naar de voorzijde van de lade gericht in lade 2 of
lade 3. Als u voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier in lade 1 wilt plaatsen, plaatst u deze
in de lade met de voorbedrukte zijde omlaag en de onderkant naar de printer gericht.
Kringlooppapier
U kunt in uw printer ook kringlooppapier gebruiken. Kringlooppapier moet aan dezelfde eisen voldoen
als gewoon papier. Raadpleeg de Handleiding Specificaties afdrukmateriaal voor HP LaserJet-printers voor meer informatie. U kunt het beste kringlooppapier gebruiken dat niet meer dan 5 procent
houtpulp bevat.
NLWWAfdrukken op speciaal afdrukmateriaal79
Dubbelzijdig afdrukken (duplex) gebruiken
Opmerking Dubbelzijdig afdrukken is beschikbaar voor HP Color LaserJet 3000dn, 3000dtn,
3600dn, 3800dn en 3800dtn-printers.
De printer kan op beide zijden van het papier afdrukken. Raadpleeg Handmatig dubbelzijdig
afdrukken als de printer niet beschikt over een functie voor automatisch dubbelzijdig afdrukken.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
Opmerking Als u automatisch dubbelzijdig wilt afdrukken, moet u dit aangeven in het
programma dat u gebruikt of in de printerdriver.
Ga als volgt te werk om automatisch dubbelzijdig af te drukken:
Zorg ervoor dat de printerdriver voor dubbelzijdig afdrukken is ingesteld. (Raadpleeg de online
●
Help van de printerdriver voor instructies.)
Selecteer de opties voor dubbelzijdig afdrukken in de printerdriver, inclusief paginaoriëntatie en
●
het binden.
Bepaalde afdrukmaterialen, zoals transparanten, etiketten, kaarten en glansfilm kunnen niet
●
dubbelzijdig worden bedrukt.
Voor de beste resultaten kunt u dubbelzijdig afdrukken het best vermijden bij gebruik van ruw en
●
zwaar papier.
Tijdens dubbelzijdig afdrukken, plaatst u voorgedrukte formulieren en briefhoofdpapier in Lade 1
●
met de afdrukzijde naar boven en de bovenrand van de pagina richting de achterzijde van de lade.
Plaats voorgedrukte formulieren en briefhoofdpapier in Lade 2 en Lade 3 met de afdrukzijde naar
beneden en de bovenrand naar de achterzijde van de lade gericht.
OpmerkingHet plaatsen van voorgedrukte formulieren en briefhoofdpapier voor
dubbelzijdig afdrukken is anders dan het plaatsen voor enkelzijdig afdrukken.
80Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Opmerking Tijdens dubbelzijdig afdrukken, drukt de printer af op de eerste afdrukzijde van de
pagina en plaatst hij de pagina vervolgens tijdelijk in de uitvoerbak. Vervolgens haalt de printer
de pagina terug naar de printer om de tweede zijde van de pagina af te drukken. Controleer of
de pagina is afgedrukt voordat u hem uit de uitvoerbak neemt. Het wegnemen van een pagina
uit de uitvoerbak terwijl de printer probeert een pagina terug te halen naar de printer kan leiden
tot een storing.
Instellingen van het bedieningspaneel voor automatisch dubbelzijdig
afdrukken
Veel programma's hebben instellingen voor dubbelzijdig afdrukken. Als u de instellingen voor
dubbelzijdig afdrukken niet in uw programma of printerdriver kunt wijzigen, kunt u dit doen via het
bedieningspaneel van de printer. De fabrieksinstelling is UIT.
VOORZICHTIG Druk niet dubbelzijdig af op etiketten, transparanten of glanzend papier. De
printer kan hierdoor ernstig worden beschadigd.
Dubbelzijdig afdrukken in- of uitschakelen via het bedieningspaneel
Opmerking Het wijzigen van de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken heeft gevolgen voor
alle afdruktaken. Wijzig deze instellingen daarom indien mogelijk altijd via uw programma of de
printerdriver.
Als u dubbelzijdig afdrukken in de printerdriver wilt selecteren, moet eerst de driver juist worden
geconfigureerd. (Raadpleeg de online Help van de printerdriver voor instructies.)
1.Druk op Menu.
2.Druk op
3.Druk op
4.Druk op
5.Druk op
dubbelzijdig afdrukken uit te schakelen en druk vervolgens op
6.Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op .
om AFDRUKKEN te selecteren.
om DUBBELZIJDIG te markeren en druk vervolgens op .
of op om AAN te selecteren om dubbelzijdig afdrukken in te schakelen of UIT om
Opties voor het binden van dubbelzijdige afdruktaken
Voordat u een dubbelzijdig document afdrukt, kiest u de printerdriver om de rand aan te geven waarlangs
het voltooide document moet worden gebonden. Over de lengte van het papier (boekbinden) is de
bindmethode die voor boeken wordt gebruikt. Over de breedte van het papier is de bindmethode die
voor kalenders wordt gebruikt.
Opmerking De standaardbindmethode is binden langs de lange zijde waarbij de pagina is
ingesteld op de staande oriëntatie. Als u langs de korte zijde wilt binden, schakelt u het
selectievakje Pagina's naar boven omslaan in.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
.
Als u dubbelzijdig wilt afdrukken op papier waarvan het formaat of gewicht niet wordt ondersteund
(zie
Specificaties voor het afdrukmateriaal), of als de printer automatisch dubbelzijdig afdrukken niet
NLWWDubbelzijdig afdrukken (duplex) gebruiken81
ondersteunt, moet u het papier handmatig opnieuw in de printer plaatsen nadat de eerste zijde is
afgedrukt.
Opmerking Gebruik geen beschadigd of eerder bedrukt papier. Dit kan papierstoringen
veroorzaken.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
1.Als u Lade 1 gebruikt, plaatst u het briefhoofdpapier met de afdrukzijde omhoog en met de
onderzijde als eerste in de lade.
Als u Lade 2 gebruikt (lade voor 250 vel) of Lade 3 (lade voor 500 vel), plaatst u het briefhoofdpapier
met de afdrukzijde omlaag en de bovenrand van de pagina richting de achterzijde van de lade.
2.Open de printerdriver.
3.Selecteer het juiste formaat en type.
4.Selecteer Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) op het tabblad Afwerking.
5.Klik op OK.
6.Ga naar de printer. Wanneer de melding HANDMATIG INVOEREN verschijnt, verwijdert u
eventueel leeg papier uit Lade 1. Verwijder de afgedrukte stapel uit de uitvoerbak en plaats de
stapel met de bedrukte zijde omhoog en met de onderrand als eerste. U moet de tweede zijde altijd
afdrukken vanuit Lade 1.
OpmerkingVerwijder geen lege vellen uit de afgedrukte stapel.
7.Als er een bericht verschijnt op het bedieningspaneel drukt u op .
OpmerkingAls het totale aantal vellen in Lade 1 het toegestane aantal voor handmatig
dubbelzijdig afdrukken overschrijdt, voert u de 100 bovenste vellen eerst in en drukt u
vervolgens op
u op
. Indien noodzakelijk herhaalt u dit totdat alle vellen uit de afgedrukte stapel in Lade 1
. Als u hierom wordt gevraagd, plaatst u de volgende 100 vellen en drukt
zijn geplaatst.
82Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Bijzondere afdruksituaties beheren
De eerste pagina anders afdrukken
Voer de volgende procedure uit om de eerste pagina van een document op een andere papiersoort af
te drukken dan de rest van het document. U kunt bijvoorbeeld de eerste pagina van een document op
briefhoofdpapier afdrukken en de rest op normaal papier.
1.Geef vanuit uw toepassing of de printerdriver een lade op voor de eerste pagina en een andere
lade voor de overige pagina's.
2.Plaats het speciale papier in de lade die u in stap 1 hebt opgegeven.
3.Leg het papier voor de overige pagina's van het document in een andere lade.
4.Druk het document af.
U kunt ook op ander papier afdrukken door via het bedieningspaneel of vanuit de printerdriver de soorten
papier in de laden in te stellen en vervolgens voor de eerste pagina en de resterende pagina's de
gewenste papiersoort te selecteren.
Afdrukken op speciaal papier
U kunt met deze printer ook enkelzijdig en handmatig dubbelzijdig afdrukken op papier van afwijkend
formaat. Lade 1 ondersteunt papierformaten van 76 x 127 mm tot 216 x 356 mm. Lade 2 en Lade 3
ondersteunen papierformaten van 148 x 210 mm tot 215,9 x 355,6 mm.
Als tijdens het afdrukken op speciaal papier Lade 1 via het bedieningspaneel van de printer is
geconfigureerd als LADE X SOORT= ELK SOORT en LADE X FORMAAT= ELK, zal de printer
afdrukken op het papier in de lade, ongeacht de papiersoort.
In sommige programma's en printerdrivers kunt u zelf speciale papierformaten opgeven. Let er in dat
geval op dat u het papierformaat correct instelt, zowel in het dialoogvenster Pagina-instelling als in het
dialoogvenster Afdrukken. Wanneer dit niet mogelijk is met de software, geeft u de afmetingen van het
speciale papierformaat op in het menu PAPIERVERWERKING op het bedieningspaneel. Raadpleeg
Menu Papierverwerking voor meer informatie.
Wanneer u in uw programma ook zelf de marges voor een speciaal papierformaat moet berekenen,
raadpleeg dan de online Help van de toepassing.
Een afdruktaak afbreken
U kunt een afdruktaak afbreken vanaf het bedieningspaneel of vanuit het programma. Voor instructies
voor het afbreken van een afdruktaak vanaf een computer in een netwerk raadpleegt u de online Help
voor het desbetreffende netwerkbesturingssysteem.
Opmerking Nadat een afdruktaak is geannuleerd, kan het even duren voordat alle
afdrukgegevens uit het geheugen zijn verwijderd.
Een afdruktaak afbreken via het bedieningspaneel van de printer
1.Druk op Stop op het bedieningspaneel van de printer.
2.Druk op
annuleren.
NLWWBijzondere afdruksituaties beheren83
om Huidige taak annuleren te markeren en druk vervolgens op om de taak te
Als de afdruktaak te ver is gevorderd, kunt u deze wellicht niet annuleren.
Een afdruktaak afbreken met het programma
Er verschijnt kort een dialoogvenster op het scherm waarin u de afdruktaak kunt annuleren.
Wanneer u meerdere afdruktaken vanuit een toepassing naar de printer hebt gestuurd, is het mogelijk
dat deze nog in de wachtrij staan (bijvoorbeeld in Afdrukbeheer van Windows). Raadpleeg de
documentatie bij de toepassing om te weten te komen hoe u een afdruktaak vanaf de computer kunt
afbreken.
Als een afdruktaak in een afdrukwachtrij (computergeheugen) of afdrukspooler (Windows 98, 2000, XP
of ME) is geplaatst, verwijdert u de afdruktaak daar.
Voor Windows 98 of Windows Me klikt u op Start, Instellingen en vervolgens op Printers. Voor
Windows 2000 en Windows XP klikt u op Start en vervolgens op Printers. Dubbelklik op het pictogram
van de HP Color LaserJet 3000, 3600 of 3800 printer om de afdrukspooler te openen. Selecteer de
afdruktaak die u wilt annuleren en druk op Delete. Als de afdruktaak niet wordt geannuleerd, moet u de
computer wellicht uitschakelen en opnieuw opstarten.
84Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Opgeslagen taken beheren
Opmerking Deze functie is alleen beschikbaar voor de HP Color LaserJet 3000 en 3800-serie
printers.
Opmerking Deze functie is alleen beschikbaar voor printers met een geïnstalleerde harde
schijf.
Voor het opslaan van afdruktaken op de printer, kunt u het tabblad Taakopslag gebruiken in het
dialoogvenster Eigenschappen in de printerdriver. Nadat een taak is opgeslagen, kunt u deze
afdrukken of verwijderen vanuit het bedieningspaneel van de printer.
Een opgeslagen taak afdrukken
1.Druk op Menu.
2.Druk op
Er wordt een lijst met parameters weergegeven. Als er geen taken worden opgeslagen, verschijnt
het bericht GEEN OPGESL. TAKEN.
3.Druk op
●
4.Druk op
5.Druk op
●
6.Als u hierom wordt gevraagd, voert u een PIN-code in door te drukken op
nummer te wijzigen. Nadat u elk getal van de viercijferige PIN-code hebt ingevoerd, drukt u op
.
7.Druk op
af te drukken.
Een opgeslagen taak verwijderen
om TAAK OPHALEN te markeren en druk vervolgens op .
om uw gebruikersnaam te markeren en druk vervolgens op .
Het menu-item ALLE PRIVÉTAKEN wordt weergegeven als er meerdere taken zijn
opgeslagen en beveiligd met een PIN-code (Personal Identification Number). Als u een taak
die beveiligd is met een PIN-code wilt afdrukken, markeert u ALLE PRIVÉTAKEN en drukt u
vervolgens op
om de juiste afdruktaak te markeren en druk vervolgens op .
om AFDRUKKEN te markeren en druk vervolgens op .
Als de taak niet is beveiligd met een PIN-code, gaat u naar stap 7.
en op om het aantal exemplaren in te voeren en druk vervolgens op om de taak
.
of op om het
1.Druk op Menu.
2.Druk op
Er wordt een lijst met gebruikers weergegeven. Als er geen taken worden opgeslagen, verschijnt
het bericht GEEN OPGESL. TAKEN.
3.Druk op
●
4.Druk op
NLWWOpgeslagen taken beheren85
om TAAK OPHALEN te markeren en druk vervolgens op .
om uw gebruikersnaam te markeren en druk vervolgens op .
Het menu-item ALLE PRIVÉTAKEN wordt weergegeven als er meerdere taken zijn
opgeslagen en beveiligd met een PIN-code (Personal Identification Number). Als u een taak
die beveiligd is met een PIN-code wilt afdrukken, markeert u ALLE PRIVÉTAKEN en drukt u
vervolgens op
om de juiste afdruktaak te markeren en druk vervolgens op .
.
5.Druk op om VERWIJDEREN te markeren en druk vervolgens op .
Als de taak niet is beveiligd met een PIN-code, verwijdert de printer de taak.
6.Als u hierom wordt gevraagd, voert u een PIN-code in door te drukken op
of op om het
nummer te wijzigen. Nadat u elk getal van de viercijferige PIN-code hebt ingevoerd, drukt u op
.
De printer verwijdert de taak nadat u het vierde getal van de PIN hebt ingevoerd en op
gedrukt.
hebt
86Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.