Hp DESKJET K109A REFERENCE GUIDE [nl]

HP Deskjet Ink Advantage Printer series - K109
Windows-help
HP Deskjet Ink Advantage Printer series - K109

Inhoudsopgave

1 Hoe kan ik?................................................................................................................................3
2 Kennis maken met de HP Printer
Printeronderdelen.......................................................................................................................5
3Printen
Documenten afdrukken..............................................................................................................7
Foto's afdrukken.........................................................................................................................8
Enveloppen afdrukken..............................................................................................................10
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal....................................................................................11
Een webpagina afdrukken........................................................................................................17
5 Met cartridges werken
Geschatte inktniveaus controleren...........................................................................................25
Inktproducten bestellen............................................................................................................26
Inktpatronen automatisch reinigen...........................................................................................27
Vervang de cartridges..............................................................................................................27
De modus Inktbackup gebruiken..............................................................................................29
Informatie over de cartridgegarantie.........................................................................................29
6 Een probleem oplossen
HP-ondersteuning.....................................................................................................................31
Problemen met de installatie oplossen.....................................................................................34
Problemen met afdrukken oplossen.........................................................................................38
Fouten.......................................................................................................................................44
8 Technische informatie
Kennisgeving............................................................................................................................49
Specificaties..............................................................................................................................49
Programma voor milieubeheer.................................................................................................50
Overheidsvoorschriften.............................................................................................................53
Index..............................................................................................................................................57
Inhoudsopgave
1
Inhoudsopgave
2
1 Hoe kan ik?
Leer uw HP Printer te gebruiken
Afdrukmateriaal laden" op pagina 23
•" Vervang de cartridges" op pagina 27
•"

Hoe kan ik?

Hoe kan ik? 3
Hoofdstuk 1
Hoe kan ik?
4 Hoe kan ik?
2 Kennis maken met de HP Printer
Printeronderdelen
Kenmerken van het bedieningspaneel

Printeronderdelen

1 Bedieningspaneel
2 Papierbreedtegeleider
3 Papierlade
4 Verlengstuk van de uitvoerlade (ook wel ladeverlengstuk genoemd)
5 Papierstop
6 Cartridges
7 Toegangsklep aan de voorzijde
8 USB-poort aan de achterkant
9 Netsnoer: Gebruik het product alleen met de netadapter die door HP is geleverd.
10 Achterklep
Printeronderdelen 5

Kennis maken met de HP Printer

Hoofdstuk 2

Kenmerken van het bedieningspaneel

1 Aan: schakelt het apparaat in of uit. Als het apparaat uit is, gebruikt het toch nog een minimale
hoeveelheid stroom. Om de stroom helemaal te onderbreken schakelt u het apparaat uit en haalt u de stekker uit het stopcontact.
2 Doorgaan: hiermee geeft u de HP Printer de opdracht om door te gaan zodra het probleem
is opgelost.
3 Annuleren: beëindigt de huidige bewerking.
4 Statuslampje Inkt: de lichtjes branden als de inkt bijna op is en knipperen als er onderhoud
moet worden uitgevoerd aan de printcartridge.
Kennis maken met de HP Printer
6 Kennis maken met de HP Printer
3Printen
Kies een afdruktaak om verder te gaan.
"Documenten afdrukken" op pagina 7
"Foto's afdrukken" op pagina 8
"Enveloppen afdrukken" op pagina 10
"Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal" op pagina 11
"Een webpagina afdrukken" op pagina 17
Verwante onderwerpen
Afdrukmateriaal laden" op pagina 23
•" Aanbevolen papiersoorten om af te drukken" op pagina 21
•"

Documenten afdrukken

De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. U hoeft de instellingen alleen handmatig te wijzigen als u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, als u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of transparanten of als u speciale functies wilt gebruiken.
Afdrukken vanuit een softwaretoepassing
1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4. Als u instellingen moet wijzigen, klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster
Eigenschappen wordt geopend. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
Opmerking Als u een foto afdrukt, moet u opties selecteren voor het juiste
fotopapier en voor de verbetering van de foto.

Printen

Documenten afdrukken 7
Hoofdstuk 3
5. Selecteer de gewenste opties voor de afdruktaak met de functies die beschikbaar zijn
op de tabbladen Geavanceerd, Snel afdrukopties instellen, Effecten, en Kleur.
Tip U kunt eenvoudig de gewenste opties voor uw afdruktaak selecteren door
een van de vooraf ingestelde taken op het tabblad Snel afdrukopties instellen te kiezen. Klik op een type afdruktaak in de lijst Snel afdrukopties instellen. De standaardinstellingen voor het type afdruktaak worden ingesteld en samengevat op het tabblad Snel afdrukopties instellen. Indien nodig kunt u de instellingen hier aanpassen en uw aangepaste instellingen opslaan als nieuwe snelle afdrukoptie. Als u een aangepaste optie voor snel afdrukken wilt opslaan, selecteert u de desbetreffende optie en klikt u op Opslaan als. Om een sneloptie te verwijderen, selecteert u de sneloptie en klikt u op Verwijderen.
6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Verwante onderwerpen
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken" op pagina 21
•"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 23
•"
De afdrukresolutie weergeven" op pagina 19
•"
Aangepaste afdruksnelkoppelingen maken" op pagina 19
•"
Standaardinstellingen voor afdrukken instellen" op pagina 20
•"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 47
•"

Foto's afdrukken

Een foto afdrukken op fotopapier
1. Haal al het papier uit de invoerlade en laad vervolgens het fotopapier met de zijde
waarop moet worden afgedrukt, omlaag.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
Printen
5. Klik op het tabblad Functies.
8 Printen
6. Klik in het gedeelte Basisopties op de juiste papiersoort in de vervolgkeuzelijst
Papiersoort.
7. Klik in het gedeelte Opties formaat wijzigen op het juiste papierformaat in de lijst
Formaat.
Als het papierformaat en de papiersoort niet compatibel zijn, verschijnt er een waarschuwingsbericht op het apparaat en kunt u een ander papierformaat of een andere papiersoort selecteren.
8. Selecteer in het gebied Basisopties een hoge afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld
Optimaal, in de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit.
Opmerking Voor de resolutie met het maximum aantal dpi gaat u naar het
tabblad Geavanceerd en selecteert u Ingeschakeld in het vervolgkeuzemenu Maximum aantal dpi. Zie "
Afdrukken met maximum aantal dpi" op pagina 18
voor meer informatie.
9. Klik op OK om terug naar het dialoogvenster Eigenschappen te gaan.
10. (Optioneel) Als u de foto wilt afdrukken in zwart-wit, klikt u op het tabblad Kleur en
schakelt u het selectievakje Afdrukken in Grijsschaal in. Selecteer in de vervolgkeuzelijst een van de volgende opties:
Hoge kwaliteit: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te drukken in
grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze schakeringen.
Alleen zwarte inkt: gebruikt zwarte inkt om uw foto's af te drukken in grijstinten.
De grijze schakeringen worden gecreëerd door verschillende patronen zwarte stippen, wat kan leiden tot een korrelig beeld.
11. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster
Afdrukken.
Opmerking Laat ongebruikte vellen fotopapier niet in de invoerlade liggen. Het
fotopapier kan omkrullen wat leidt tot een mindere kwaliteit van de afdrukken. Fotopapier moet vlak zijn om er goed op te kunnen afdrukken.
Een afbeelding zonder rand afdrukken
1. Haal al het papier uit de papierlade.
2. Plaats het fotopapier met de bedrukte zijde naar onder aan de rechterkant in de
papierlade.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
Foto's afdrukken 9
Printen
Hoofdstuk 3
5. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
6. Klik op het tabblad Functies.
7. Klik in de keuzelijst Formaat op het formaat van het fotopapier dat u in de papierlade
hebt geplaatst. Als er een afbeelding zonder randen kan worden afgedrukt op het opgegeven formaat, is het selectievakje Afdrukken zonder rand beschikbaar.
8. Klik op Meer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort en selecteer de juiste papiersoort.
Opmerking U kunt geen afbeelding zonder randen afdrukken als de papiersoort
is ingesteld op Gewoon papier of op een andere papiersoort dan fotopapier.
9. Schakel het selectievakje Afdrukken zonder rand in als dit nog niet is ingeschakeld.
Als het papierformaat en de papiersoort voor afdrukken zonder rand niet compatibel zijn, geeft de printersoftware een waarschuwingsbericht weer en kunt u een ander papierformaat of een andere papiersoort selecteren.
10. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster
Afdrukken.
Opmerking Laat ongebruikt fotopapier niet in de papierlade zitten. Het
fotopapier kan omkrullen, wat leidt tot een mindere kwaliteit van de afdrukken. Fotopapier moet vlak zijn om er goed op te kunnen afdrukken.
Verwante onderwerpen
Afdrukmateriaal laden" op pagina 23
•"
Afdrukken met maximum aantal dpi" op pagina 18
•"
De afdrukresolutie weergeven" op pagina 19
•"
Aangepaste afdruksnelkoppelingen maken" op pagina 19
•"
Standaardinstellingen voor afdrukken instellen" op pagina 20
•"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 47
•"

Enveloppen afdrukken

U kunt een of meer enveloppen in de invoerlade van de HP Printer plaatsen. Gebruik geen glanzende of gebosseleerde enveloppen of enveloppen met vensters of klemmetjes.
Opmerking Raadpleeg de Help-functie van uw tekstverwerkingssoftware voor
informatie over het opmaken van tekst voor afdrukken op enveloppen. Voor nog betere resultaten kunt u ook een etiket gebruiken voor het retouradres op enveloppen.
Enveloppen afdrukken
1. Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
2. Plaats de enveloppen tegen de rechterkant van de lade. De zijde waarop u wilt
Printen
afdrukken moet naar beneden wijzen. De klep moet zich aan de linkerkant bevinden.
3. Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de printer.
10 Printen
4. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de enveloppen.
5. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
6. Klik op het tabblad Functies en geef de volgende afdrukinstellingen op:
Papiersoort: Gewoon papier
Formaat: een geschikt formaat envelop
7. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Verwante onderwerpen
Afdrukmateriaal laden" op pagina 23
•" De afdrukresolutie weergeven" op pagina 19
•" Aangepaste afdruksnelkoppelingen maken" op pagina 19
•" Standaardinstellingen voor afdrukken instellen" op pagina 20
•" De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 47
•"

Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal

Transparanten afdrukken
1. Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
2. Plaats de transparanten tegen de rechterkant van de lade. Het afdrukzijde moet
omlaag wijzen en de zelfklevende strip omhoog, in de richting van de printer.
3. Duw de transparanten voorzichtig in de printer totdat deze niet verder kunnen zodat
de zelfklevende strips niet aan elkaar kleven.
4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de rand van de transparanten.
5. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal 11
Printen
Hoofdstuk 3
6. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
7. Klik op Presentatie afdrukken in de lijst Snel afdrukopties instellen en geef de
volgende afdrukinstellingen op:
Papiersoort: klik op Meer en kies een geschikte soort transparant.
Papierformaat: een geschikt papierformaat
8. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Briefkaarten afdrukken
1. Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
2. Plaats de kaarten tegen de rechterkant van de lade. Het papier moet met de
afdrukzijde naar beneden liggen en de korte rand moet in de richting van de printer wijzen.
3. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer.
4. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de kaarten.
Printen
12 Printen
5. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
6. Klik op het tabblad Functies en geef de volgende afdrukinstellingen op:
Papiersoort: klik op Meer, klik op Speciaal papier en kies een geschikte kaartsoort.
Afdrukkwaliteit: Normaal of Beste.
Formaat: een geschikt kaartformaat
7. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Etiketten afdrukken
1. Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
2. Waaier de randen van de labelvellen uit om te voorkomen dat deze aan elkaar
plakken en maak er een nette stapel van.
3. Plaats de labelvellen tegen de rechterkant van de lade. De labelzijde moet naar
beneden wijzen.
4. Schuif de vellen zo ver mogelijk in de printer.
5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de rand van de vellen.
6. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
7. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
8. Klik op Algemeen standaard afdrukken in de lijst Snel afdrukopties instellen en
geef de volgende afdrukinstellingen op:
Papiersoort: Standaardpapier
Papierformaat: een geschikt papierformaat
9. Klik op OK.
Brochures afdrukken
1. Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
2. Plaats het papier tegen de rechterkant van de lade. De zijde waarop u wilt afdrukken
moet naar beneden wijzen.
3. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
4. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van het papier.
5. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
6. Klik op het tabblad Functies.
7. Geef de volgende afdrukinstellingen op:
Afdrukkwaliteit: Optimaal
Papiersoort: klik op Meer en kies een geschikt HP inkjetpapier.
Afdrukstand: Staand of Liggend
Grootte: een geschikt papierformaat
Dubbelzijdig afdrukken: Handmatig
8. Klik op OK om af te drukken.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal 13
Printen
Hoofdstuk 3
Wenskaarten afdrukken
1. Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
2. Waaier de randen van de wenskaarten uit om te voorkomen dat deze aan elkaar
plakken en maak er een nette stapel van.
3. Plaats de wenskaarten tegen de rechterkant van de lade. De zijde waarop u wilt
afdrukken moet naar beneden wijzen.
4. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer.
5. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de kaarten.
6. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
7. Klik op het tabblad Functies en geef de volgende afdrukinstellingen op:
Afdrukkwaliteit: Normaal
Papiersoort: klik op Meer en kies een geschikte kaartsoort.
Formaat: een geschikt kaartformaat
8. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Printen
14 Printen
Boekjes afdrukken
1. Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
2. Plaats het gewone papier tegen de rechterkant van de lade. De zijde waarop u wilt
afdrukken moet naar beneden wijzen.
3. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
4. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van het papier.
5. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
6. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
7. Klik in de lijst Snel afdrukopties instellen op Boekjes afdrukken.
8. Selecteer een van de volgende bindopties in de vervolgkeuzelijst Dubbelzijdig
afdrukken:
Links binden
Rechts binden
9. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
10. Laad op de hieronder getoonde wijze de afgedrukte pagina's opnieuw in de
papierlade wanneer daarom wordt gevraagd.
11. Klik op Doorgaan om het afdrukken van de brochure te voltooien.
Posters afdrukken
1. Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
2. Plaats het gewone papier tegen de rechterkant van de lade. De zijde waarop u wilt
afdrukken moet naar beneden wijzen.
3. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
4. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van het papier.
5. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
6. Klik op het tabblad Functies en geef de volgende afdrukinstellingen op:
Papiersoort: Standaardpapier
Afdrukstand: Staand of Liggend
Formaat: een geschikt papierformaat
7. Klik op het tabblad Geavanceerd en vervolgens op Printerfuncties.
8. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Poster afdrukken het aantal vellen voor de poster.
9. Klik op de knop Vlakken selecteren.
10. Controleer of het aantal vlakken dat is geselecteerd overeenkomt met het aantal
vellen voor de poster en klik op OK.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal 15
Printen
Hoofdstuk 3
11. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Opstrijkpatronen afdrukken
1. Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
2. Plaats het opstrijkpatroon tegen de rechterkant van de lade. De zijde waarop u wilt
afdrukken moet naar beneden wijzen.
Printen
16 Printen
3. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
4. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van het papier.
5. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
Loading...
+ 42 hidden pages