HP Deskjet 5100 User's Guide [nl]

Page 1

gebruikershandleiding

Selecteer een onderwerp onder de afbeelding van uw printermodel voor een antwoord op een vraag.
kennisgevingen
speciale functies
aan de slag
aansluitingen
onderhoud
problemen oplossen
specificaties
kennisgevingen
speciale functies
aan de slag
aansluitingen
onderhoud
problemen oplossen
specificaties
Page 2

kennisgevingen

kennisgevingen en handelsmerken
termen en conventies
Page 3

kennisgevingen en handelsmerken

kennisgeving van hewlett-packard company
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Hewlett-Packard (HP) biedt ten aanzien van dit materiaal geen enkele garantie, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de geïmpliceerde garanties van verkoopbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel.
Hewlett-Packard is niet aansprakelijk voor directe, indirecte, incidentele of gevolgschade die zou voortkomen uit het verstrekken of het gebruiken van deze informatie.
Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging, bewerking of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett­Packard, tenzij dit is toegestaan krachtens de wetten op het auteursrecht.
kennisgevingen
Microsoft, MS, MS-DOS, Windows en XP zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
TrueType is een handelsmerk in de VS van Apple Computer, Inc. Adobe en Acrobat zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Copyright 2003 Hewlett-Packard Company
Page 4

termen en conventies

De volgende termen en conventies worden gebruikt in de gebruikershandleiding.
termen
Met de term printer of HP printer wordt verwezen naar HP Deskjet printers.
symbolen
Het symbool > leidt u door een aantal softwarestappen. Bijvoorbeeld: Klik op Bestand > Afdrukken.
Let op en Waarschuwing
Let op geeft aan dat het risico bestaat dat de HP Deskjet printer of andere apparatuur beschadigd kan raken. Bijvoorbeeld:
Let op! Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van de
inktpatroon niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen de sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt optreden of kunnen zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen.
Waarschuwing geeft aan dat er gevaar voor uzelf of anderen bestaat. Bijvoorbeeld:
Waarschuwing! Houd nieuwe en gebruikte inktpatronen buiten het
bereik van kinderen.
pictogrammen
Een pictogram voor een Opmerking geeft aan dat er aanvullende informatie beschikbaar is. Bijvoorbeeld:
De beste resultaten verkrijgt u met producten van HP.
Een pictogram van een Muis geeft aan dat er aanvullende informatie beschikbaar is via de Help-functie Wat is dit? Bijvoorbeeld:
Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om meer informatie over de geselecteerde optie weer te geven.
Het pictogram Niet doen geeft aan dat een bepaalde actie wordt afgeraden.
Page 5
Reinig de binnenkant van de printer niet.
Page 6

speciale functies

Gefeliciteerd! U hebt een HP Deskjet printer aangeschaft die beschikt over verschillende indrukwekkende functies:
Afdrukken zonder rand: gebruik de volledige pagina tijdens het afdrukken
van foto's en kaarten met behulp van de functie Afdrukken zonder rand.
Scherm afdrukken: druk de afbeelding af die op het beeldscherm van de
computer wordt weergegeven door de knop in te drukken.
Uitbreidingsmogelijkheid voor afdrukken met zes inkten: zorg voor nog
beter afdrukken van foto's met een fotopatroon.
digitale fotoafdrukken: verbeterde mogelijkheden voor digitale
fotoafdrukken.
modus Inktreserve: modus Inktreserve geeft de mogelijkheid om door te
gaan met afdrukken als de andere inktpatroon leeg is.
automatisch in- en uitschakelen: schakel de functie automatisch
uitschakelen in om de printer in een modus te schakelen met een laag
stroomverbruik en energiebesparend nadat deze niet-actief is geweest gedurende 30 minuten. De printer wordt automatisch ingeschakeld zodra u een bestand afdrukt.
Meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier: gebruik de
printersoftware om max. 16 pagina's op één vel papier af te drukken.
knop voor Afdrukken annuleren : annuleer de afdruktaken door de knop
één keer in te drukken.
Optionele module voor dubbelzijdig afdrukken: schaf een module voor
dubbelzijdig afdrukken aan om documenten automatisch dubbelzijdig af te
drukken.
HP Deskjet 5150 serie printer
HP Deskjet 5160 serie printer
Page 7
Niet alle printermodellen zijn in alle landen/regio's verkrijgbaar.
Page 8

afdrukken zonder rand

Met Afdrukken zonder rand kunt u tot aan de randen van bepaalde papiersoorten en een reeks van standaard papierformaten zoals L-formaat (89 x 127 mm) tot Letter (216 x 279) en A4 (210 x 297 mm) afdrukken. De printer kan ook op fotopapier van 10 x 15 mm met afscheurrand afdrukken.
richtlijnen
Druk geen documenten zonder rand af in de modus inktreserve. Er moeten
altijd twee inktpatronen in de printer zijn geïnstalleerd.
Open het bestand in een softwaretoepassing en wijs de gewenste beeldgrootte
toe. Zorg dat deze grootte overeenkomt met het formaat van het papier waarop u het beeld wilt afdrukken.
afdrukken
Voer de volgende stappen uit om een document zonder rand af te drukken:
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. Open het dialoogvenster
3. Selecteer een van de randloze papierformaten in de vervolgkeuzelijst Formaat
is. Controleer of het geselecteerde papierformaat overeenkomt met het
formaat dat u in de invoerlade hebt.
Eigenschappen voor printer.
Page 9
4. Selecteer het juiste papiertype in de vervolgkeuzelijst Type is.
5. Klik op het selectievakje Zonder rand automatisch passend maken om de grootte van het beeld automatisch zo aan te passen dat er geen rand wordt afgedrukt.
De optie Automatisch zonder randen is alleen beschikbaar voor fotopapiersoorten.
Page 10
6. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. Als u wilt afdrukken op fotopapier met een afscheurrand, moet u de rand
verwijderen om het document volledig randloos te maken.
Page 11

modus Inktreserve

In de modus Inktreserve kan de printer werken terwijl er maar één inktpatroon in gebruik is. Deze modus wordt ingeschakeld wanneer een inktpatroon uit de houder wordt verwijderd.
Klik hier voor instructies over het verwijderen van een inktpatroon.
uitvoer in modus Inktreserve
Als u afdrukt in de modus Inktreserve, werkt de printer langzamer en gaat de kwaliteit van de afdrukken achteruit.
wanneer alleen deze inktpatroon is geïnstalleerd...
zwarte inktpatroon
driekleurenpatroon
foto-inktpatroon
Aangeraden wordt niet de foto-inktpatroon te gebruiken voor de modus Inktreserve.
is het resultaat...
Kleuren worden als grijswaarden afgedrukt.
Kleuren worden wel afgedrukt, maar zwart wordt als grijstint weergegeven en is niet echt zwart.
Kleuren worden als grijswaarden afgedrukt, maar zwart wordt als grijstint weergegeven en is niet echt zwart.
de modus Inktreserve afsluiten
Installeer twee inktpatronen in de printer om de modus Inktreserve af te sluiten. Klik hier voor instructies over het installeren van een inktpatroon.
Page 12

inktpatronen vervangen

Controleer de artikelnummers voordat u nieuwe inktpatronen koopt. De printer kan werken met slechts één geïnstalleerde inktpatroon. Klik
informatie. Ga als volgt te werk om een inktpatroon te vervangen:
1. laad een stapel gewoon wit papier in de invoerlade.
2. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten.
3. Open de printerkap.
4. Duw de vergrendeling van de inktpatroon in de positie open.
hier voor meer
5. Schuif de inktpatroon uit de houder.
6. Haal de vervangende inktpatroon uit de verpakking en verwijder voorzichtig de
Page 13
kunststof tape.
Let op! Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van
de inktpatroon niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen de sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt optreden of kunnen zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen. Verwijder de koperen strips niet. Dit zijn vereiste elektrische contactpunten.
1. Verwijder het beschermende plakband
7. Houd de inktpatroon zo dat de koperen strip aan de onderzijde richting de printer wijst en schuif de inktpatroon in de houder zoals is weergegeven.
8. Duw de vergrendeling van de inktpatroon omlaag totdat deze vastklikt.
9. Sluit de bovenkap. De printer drukt automatisch een kalibratiepagina af.
Klik hier voor informatie over het bewaren van inktpatronen.
hier voor informatie over het recyclen van lege inktpatronen.
Klik
Page 14
Waarschuwing! Houd nieuwe en gebruikte inktpatronen buiten het
bereik van kinderen.
Page 15

inktpatronen

U kunt deze inktpatronen in de printer gebruiken.
zwarte inktpatroon
driekleurenpatroon
foto-inktpatroon
1. zwarte inktpatroon 2. driekleurenpatroon 3. foto-inktpatroon
Mogelijk worden niet al deze inktpatronen bij uw printer geleverd.
Niet alle inktpatronen zijn in alle landen/regio's verkrijgbaar.
inktpatroon selecteren
printermodel inktpatroon selectienummer productnummer
hp deskjet 5100 series
hier voor installatie-instructies.
Klik
hier voor opslaginstructies.
Klik
hier voor recyclinginstructies.
Klik
Raadpleeg de informatie op de verpakking van de inktpatroon als u wilt weten wat de inktcapaciteit van de inktpatroon is.
zwart
drie kleuren
foto
56
57
58
c6656
c6657
c6658
Voor optimale prestaties gebruikt u uitsluitend originele, in de fabriek gevulde inktpatronen van HP.
Let op! Schade die rechtstreeks voortkomt uit het wijzigen of
Page 16
navullen van HP inktpatronen valt uitdrukkelijk buiten de garantie van de HP printer.
Page 17

inktpatronen onderhouden

De volgende tips helpen u bij het onderhoud van de HP inktpatronen en bieden u een consistente afdrukkwaliteit:
Bewaar alle inktpatronen in de verzegelde verpakking totdat u deze nodig
hebt. Inktpatronen moeten op kamertemperatuur worden bewaard (15-35 °C).
Verwijder de kunststof tape op de inktsproeiers pas als u gereed bent om de
inktpatroon te installeren in de printer. Als de beschermende tape van de inktpatroon is verwijderd, moet u deze niet meer terugplaatsen. Wanneer u de tape opnieuw bevestigt, beschadigt u de inktpatroon.
inktpatronen opslaan
Als u inktpatronen uit de printer verwijdert, moet u ze in een inktpatroonbeschermer of een luchtdichte plastic verpakking bewaren.
Bij de foto-inktpatroon wordt een inktpatroonbeschermer geleverd. Als u de inktpatroon in een luchtdichte plastic verpakking bewaart, moeten de inktsproeiers met de koppen naar beneden toe worden bewaard zonder dat ze met de verpakking in contact komen.
de inktpatroon in de inktpatroonbeschermer plaatsen
Schuif de inktpatroon onder een lichte hoek in de beschermer en klik deze stevig vast.
de inktpatroon uit de inktpatroonbeschermer verwijderen
Druk de beschermer omlaag en naar achteren om de inktpatroon los te maken. Schuif de inktpatroon uit de beschermer.
Page 18
Let op! Laat de inktpatroon niet vallen. Hierdoor kan de inktpatroon
beschadigd raken.
Page 19

inktpatronen recyclen

Klanten die hun HP inktpatronen willen recyclen, kunnen deelnemen aan het recyclingprogramma voor lege inktpatronen van HP. HP biedt dit programma in meer landen/regio's aan dan enig andere producent van printerpatronen in de wereld. Dit programma wordt aangeboden als een gratis service voor HP klanten en is een milieuvriendelijke oplossing voor deze producten aan het einde van de levenscyclus. Dit programma is niet beschikbaar in alle landen/regio's.
Als u hieraan wilt deelnemen, vraagt u eenvoudig via het web een portvrije envelop of bulkverpakking aan op www.hp.com/recycle.
Omdat de unieke recyclingprocessen van HP zeer gevoelig zijn voor onjuiste materialen, kunnen wij geen inktpatronen van andere fabrikanten inzamelen en recyclen. De eindproducten van het recyclingproces worden gebruikt bij de fabricage van nieuwe producten en HP moet garanderen dat het materiaal een constante samenstelling heeft. Daarom recyclen wij alleen originele HP inktpatronen. Dit programma geldt niet voor opnieuw gevulde patronen.
Teruggezonden inktpatronen worden gescheiden in ruwe materialen zodat deze kunnen worden gezuiverd en worden gebruikt in andere bedrijfstakken voor de fabricage van nieuwe producten. Voorbeelden van producten die zijn gemaakt van gerecyclede materialen van HP inktpatronen, zijn auto-onderdelen, platen die worden gebruikt in de fabricage van microchips, koperdraad, stalen platen en edele materialen die in elektronische producten worden gebruikt. Afhankelijk van het model kan HP maximaal 65% van het gewicht van een inktpatroon recyclen. De resterende delen die niet kunnen worden hergebruikt (inkt, schuim en samengestelde materialen), worden op milieuvriendelijke wijze verwijderd.
Page 20

afdrukinstellingen

De printer wordt aangestuurd door op de computer geïnstalleerde software. Gebruik de printersoftware (dat wil zeggen het printerstuurprogramma) om de afdrukinstellingen voor een document te wijzigen.
Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer om de printerinstellingen te wijzigen.
het dialoogvenster Eigenschappen voor printer openen
Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster Eigenschappen voor printer te openen:
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer verschijnt.
Het is mogelijk dat de wijze waarop u het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer opent van programma tot programma
verschilt.
het dialoogvenster Eigenschappen voor printer gebruiken
Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer bevat verschillende hulpmiddelen waardoor het eenvoudig te gebruiken is.
knoppen en menu's
Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer bevat de volgende functies:
Page 21
1. Tabbladen: klik op een tabblad om de inhoud ervan weer te geven.
2. Snelinstellingen afdruktaak: zie
snelinstellingen afdruktaak.
3. Afdrukvoorbeeld: geeft aan wat voor gevolgen wijzigingen in de printerinstellingen op de afdruk hebben.
4. Knoppen:
OK: als u hierop klikt, worden wijzigingen opgeslagen en toegepast.Annuleren: als u hierop klikt, wordt het dialoogvenster gesloten zonder
dat de nieuwe instellingen worden opgeslagen.
Help: als u hierop klikt, verschijnen instructies voor het gebruik van de
Help-functie Wat is dit?.
Het is mogelijk dat ook de knop Toepassen verschijnt. Als u op de knop
Toepassen klikt, worden de instellingen opgeslagen zonder dat het
dialoogvenster wordt gesloten.
Page 22
Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om meer informatie over de geselecteerde optie weer te geven.
tabbladen
tabblad Papier/Kwaliteit
tabblad Afwerking
tabblad Effecten
tabblad Basis
tabblad Kleur
De printerfuncties en instructies voor het gebruik ervan kunnen worden gewijzigd. Dit document werd gepubliceerd voordat alle printerfuncties waren vastgesteld.
Page 23

snelinstellingen afdruktaak

Gebruik snelinstellingen voor afdruktaken als u wilt afdrukken met instellingen die u regelmatig gebruikt of als u deze wilt opslaan.
Als u bijvoorbeeld vaak enveloppen afdrukt, kunt u een afdruktaak maken met de instellingen voor het papierformaat, de afdrukkwaliteit en de afdrukstand die u normaal gezien gebruikt voor enveloppen. Nadat u de afdruktaak eenmaal hebt gemaakt, kunt u deze gewoon selecteren wanneer u enveloppen afdrukt. U hoeft de afdrukinstellingen dan niet meer allemaal op te geven.
Maak uw eigen afdruktaak of gebruik de speciaal ontworpen afdruktaken die u in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen afdruktaak vindt.
snelinstellingen voor afdruktaken gebruiken
Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor een afdruktaak te gebruiken:
1. Open het dialoogvenster
2. Selecteer de afdruktaak die u wilt gebruiken in de vervolgkeuzelijst.
Eigenschappen voor printer.
Page 24
3. Klik op OK.
Als u de standaardprinterinstellingen wilt herstellen, selecteert u
Standaard afdrukinstellingen in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen afdruktaak en klikt u op OK.
snelinstellingen voor een afdruktaak maken
Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor afdruktaken te maken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer de opties die u in de nieuwe afdruktaak wilt opnemen.
3. Voer in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen afdruktaak een naam voor de nieuwe afdruktaak in en klik op Opslaan.
De snelinstellingen voor de afdruktaak wordt aan de vervolgkeuzelijst toegevoegd.
Page 25
Als u meer opties aan de afdruktaak toevoegt, moet u de naam van de afdruktaak wijzigen en op OK klikken.
snelinstellingen voor afdruktaken verwijderen
Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor een afdruktaak te verwijderen:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer de afdruktaak die u uit de vervolgkeuzelijst wilt verwijderen en klik op Verwijderen.
Een aantal snelinstellingen voor afdruktaken kunt u niet verwijderen.
Page 26

tabblad Papier/Kwaliteit

Op het tabblad Papier/Kwaliteit kunt u de volgende opties instellen:
1. Snelinstellingen afdruktaak: zie
2. Formaat is: formaat van het gebruikte papier.
3. Aangepast: zie
4. Bron is: Selecteer de lade waaruit u wilt afdrukken. Selecteer Bovenste lade om af te drukken vanuit de invoerlade van de printer.
5. Type is: de papiersoort die wordt gebruikt.
6. Minimale marges: selecteer deze optie om dichter langs de onderste rand van de pagina af te drukken. Deze functie kan op bepaalde papiersoorten inktvegen veroorzaken.
7. Zonder rand automatisch passend maken: selecteer deze optie wanneer u
randloos document op een bepaald papiertype afdrukt en u het beeld over
een de volledige pagina wilt afdrukken.
8. Afdrukkwaliteit: Er zijn vijf opties voor de afdrukkwaliteit: Snel concept, Snel
normaal, Normaal, Best en Maximum dpi. Naarmate de afdrukkwaliteit
een aangepast papierformaat instellen.
snelinstellingen afdruktaak.
Page 27
toeneemt van Snel concept naar Maximum dpi wordt de kwaliteit van het gedrukte beeld beter en neemt de afdruksnelheid af. Voor Snel concept wordt de minste hoeveelheid inkt gebruikt. Voor Maximum dpi wordt de meeste inkt gebruikt en is veel schijfruimte vereist.
9. hp digitale fotografie: zie digitale foto's afdrukken.
10. Afdruktips: afdrukideeën.
Page 28

een aangepast papierformaat instellen

Gebruik het dialoogvenster Aangepast papierformaat als u wilt afdrukken op een speciaal papierformaat.
een aangepast papierformaat definiëren
Voer de volgende stappen uit om een aangepast papierformaat te definiëren:
1. Open het dialoogvenster
2. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
Eigenschappen voor printer.
3. Klik op de knop Aangepast. Het dialoogvenster Aangepast papierformaat wordt weergegeven.
Page 29
4. Selecteer een aangepast papierformaat in de vervolgkeuzelijst Naam.
5. Voer de afmetingen van het papier in de vakken Breedte en Lengte in. Onder elk vak staan de minimale en maximale papierafmetingen.
6. Selecteer de maateenheid: Inch of Millimeters.
7. Klik op Opslaan om het aangepaste papierformaat op te slaan. U kunt maximaal vijf aangepaste papierformaten opslaan.
8. Klik op OK om het dialoogvenster Aangepast papierformaat af te sluiten.
Page 30

digitale foto's afdrukken

De printer biedt een aantal functies waarmee u de kwaliteit van digitale foto's kunt verbeteren.
het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie openen
Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie te openen:
1. Open het dialoogvenster
2. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit en vervolgens op de knop HP opties voor
digitale fotografie.
Eigenschappen voor printer.
het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie gebruiken
Gebruik het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie om de volgende opties in te stellen:
1. Rode ogen verwijderen: Klik op Aan als u het rode-ogeneffect in de foto wilt verwijderen of verminderen.
2. Contrastverbetering: Stel het gewenste contrast in. Klik op Automatisch als u het contrast automatisch door het stuurprogramma van de printer wilt laten
Page 31
uitbalanceren.
3. Digitale flitser: Hiermee maakt u donkere beelden lichter. Klik op
Automatisch als u licht en donker automatisch door het stuurprogramma van
de printer wilt laten uitbalanceren.
4. SmartFocus: Als u op Aan klikt, worden beelden automatisch door het stuurprogramma van de printer scherpgesteld.
5. Scherpte: Hiermee stelt u de scherpte van beelden naar wens in. Klik op
Automatisch als u de scherpte automatisch door het stuurprogramma wilt laten
bepalen.
6. Vloeiend maken: Hiermee kunt u vervormingen naar wens aanpassen. Klik op Automatisch als u wilt dat het beeld automatisch door het stuurprogramma vloeiend wordt gemaakt.
Page 32

tabblad Afwerking

Op het tabblad Afwerking kunt u de volgende opties instellen:
1. Snelinstellingen afdruktaak: zie
2. Dubbelzijdig afdrukken. zie
3. Brochure-indeling is: zie
4. Pagina's per vel: zie
5. Poster afdrukken: selecteer het aantal pagina's dat u als poster naast elkaar wilt laten afdrukken om het formaat van uw poster te bepalen.
6. draaien met 180 graden: hiermee draait u het afgedrukte beeld 180 graden.
een brochure afdrukken.
meerdere pagina's afdrukken op één vel papier.
snelinstellingen afdruktaak.
dubbelzijdig afdrukken.
Page 33

dubbelzijdig afdrukken

Gebruik een van de volgende methoden om documenten dubbelzijdig af te drukken:
handmatig dubbelzijdig afdrukken
automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex-afdrukken)
handmatig dubbelzijdig afdrukken
Gebruik handmatig dubbelzijdig afdrukken als:
de module voor dubbelzijdig afdrukken niet op de printer is bevestigd.
u op een soort afdrukmateriaal wilt afdrukken dat niet door de module voor
dubbelzijdig afdrukken wordt ondersteund.
afdrukinstructies
Voer de volgende stappen uit om een dubbelzijdig document handmatig af te drukken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Afwerking.
Page 34
3. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken.
4. Schakel het vakje Automatisch uit en voer een van de volgende handelingen uit:
Voor binden als een boek: zorg dat Pagina's naar boven omslaan niet is
geselecteerd.
1. liggend 2. staand
Voor binden als een schrijfblok: selecteer Pagina's naar boven omslaan.
Page 35
1. liggend 2. staand
5. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. De oneven genummerde pagina's worden het eerst afgedrukt.
6. Nadat de oneven genummerde pagina's zijn afgedrukt, laadt u het papier opnieuw, nu met de afdrukzijde omhoog, op basis van de geselecteerde bindsoort en afdrukstand.
Binden als boek met afdrukstand staand: laad het papier als volgt:
Binden als boek met afdrukstand liggend: laad het papier als volgt:
Page 36
Binden als schrijfblok met afdrukstand staand: laad het papier als volgt:
Binden als schrijfblok met afdrukstand liggend: laad het papier als volgt:
7. Klik op Doorgaan om de even genummerde pagina's af te drukken.
automatisch dubbelzijdig afdrukken (module vereist)
Om documenten automatisch dubbelzijdig af te drukken, moet de module voor
dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) op de printer zijn bevestigd.
De module voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) ondersteunt slechts bepaalde soorten afdrukmateriaal. Zie de documentatie die bij de module is geleverd voor een lijst met ondersteunde soorten afdrukmaterialen.
Gebruik
handmatig dubbelzijdig afdrukken om op niet-ondersteund afdrukmateriaal
af te drukken.
afdrukinstructies
Voer de volgende stappen uit om een dubbelzijdig document automatisch af te drukken:
1. Open het dialoogvenster Selecteer het tabblad Afwerking.
Eigenschappen voor printer.
Page 37
2. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken.
3. Zorg dat Automatisch is geselecteerd.
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
Automatisch het formaat van elke pagina aanpassen aan de documentlay-out
op het scherm: Selecteer Lay-out bewaren. Wanneer deze optie is uitgeschakeld, kan dit resulteren in ongewenste
pagina-einden.
U gaat als volgt te werk om het formaat van elke pagina niet aan te passen
aan de marges aan beide zijden: Zorg dat Lay-out bewaren niet is geselecteerd.
5. Selecteer een bindoptie:
Voor binden als een boek: zorg dat Pagina's naar boven omslaan niet is
geselecteerd.
Page 38
1. liggend 2. staand
Voor binden als een schrijfblok: selecteer Pagina's naar boven omslaan.
1. liggend 2. staand
6. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
Nadat de eerste zijde van de pagina is afgedrukt, pauzeert de printer terwijl de inkt opdroogt. Zodra de inkt droog is, wordt het papier terug in de duplexeenheid gevoerd en wordt de andere zijde van de pagina afgedrukt.
Verwijder het papier niet eerder uit de duplexeenheid voordat beide zijden van de pagina zijn afgedrukt.
Page 39

accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid)

De duplexeenheid is speciale hardware waarmee de printer automatisch beide zijden van een pagina kan bedrukken.
Het heeft meerdere voordelen om een duplexeenheid met uw printer te gebruiken. U kunt dan:
Dubbelzijdig afdrukken zonder de pagina handmatig opnieuw te laden.
Lange documenten snel en efficiënt afdrukken.
Minder papier gebruiken door dubbelzijdig af te drukken.
Professioneel-uitziende brochures, rapporten, nieuwsbrieven en overige
speciale items maken.
Als de duplexeenheid niet bij uw printer is geleverd, kan deze afzonderlijk via een geautoriseerde HP-dealer worden
aangeschaft.
De duplexeenheid is niet beschikbaar in alle landen/regio's.
de duplexeenheid installeren
Volg deze stappen om de duplexeenheid op uw printer aan te sluiten:
1. Druk de twee klemgrepen op de achterklep van de printer naar elkaar toe en verwijder de klep.
Page 40
Doe de achterklep niet weg. Om te kunnen afdrukken, moet de duplexeenheid of de achterklep op de printer bevestigd zijn.
2. Schuif de duplexeenheid achter in de printer tot beide zijden op hun plaats vastklikken.
Druk niet op de knoppen aan de zijkanten van de duplexeenheid terwijl u deze op de printer bevestigt. Gebruik de knoppen alleen wanneer u de duplexeenheid uit de printer haalt.
afdrukken met de duplexeenheid
Klik hier voor instructies over het dubbelzijdig afdrukken van een document met de duplexeenheid.
hier voor instructies om automatisch dubbelzijdig afdrukken de
Klik standaardinstelling van uw printer te maken.
ondersteunde soorten afdrukmateriaal
De duplexeenheid werkt alleen met bepaalde soorten afdrukmateriaal. Zie de specificaties in de documentatie die bij de duplexeenheid is geleverd voor een lijst
Page 41
met ondersteunde afdrukmaterialen.
Page 42

standaardinstellingen wijzigen

Gebruik het pictogram op de taakbalk als u de standaardinstellingen van de printer wilt wijzigen. De standaardafdrukinstellingen zijn van toepassing op alle documenten die op de printer worden afgedrukt.
1. taakbalkpictogram
het snelmenu van het taakbalkpictogram gebruiken
Voer de volgende stappen uit om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen:
1. Klik op het taakbalkpictogram. Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer verschijnt.
2. Selecteer de opties die u als standaardinstellingen wilt gebruiken.
3. Klik op OK. Er verschijnt een dialoogvenster met het bericht dat de nieuwe instellingen
zullen worden gebruikt, telkens wanneer u afdrukt. Als u dit dialoogvenster niet meer wilt zien, selecteert u Dit bericht niet meer weergeven.
4. Klik op OK om de nieuwe afdrukinstellingen op te slaan.
Page 43

een brochure afdrukken

Bij het afdrukken van brochures worden de pagina's van een document automatisch zo gerangschikt en vergroot of verkleind dat wanneer het document tot een brochure wordt gevouwen, de paginavolgorde correct is.
Selecteer een van de volgende opties voor de gewenste instructies:
een brochure afdrukken
een brochure afdrukken met gebruik van de module voor dubbelzijdig
afdrukken
een brochure afdrukken
Voer de volgende stappen uit om een brochure af te drukken:
1. Open het dialoogvenster
2. Selecteer het tabblad Afwerking.
Eigenschappen voor printer.
Page 44
3. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken.
4. Zorg dat Automatisch niet is geselecteerd.
5. Selecteer een bindoptie in de vervolgkeuzelijst Brochure-indeling is:
Rechts binden: zorgt ervoor dat het binden aan de rechterzijde van de
brochure plaatsvindt.
Links binden: zorgt ervoor dat het binden aan de linkerzijde van de
brochure plaatsvindt.
6. Voer een van de volgende handelingen uit:
Page 45
Als u elke tweede pagina van de brochure leeg wilt laten, selecteert u
Afdrukken op een zijde.
Als u op alle pagina's van de brochure wilt afdrukken, zorgt u dat Afdrukken
op een zijde niet is geselecteerd.
7. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
8. Laad op de hieronder getoonde wijze papier in de invoerlade wanneer u daarom wordt gevraagd.
9. Klik op Doorgaan om het afdrukken van de brochure te voltooien.
een brochure afdrukken met gebruik van de module voor dubbelzijdig afdrukken
Voer de volgende stappen uit om een brochure af te drukken met de module voor dubbelzijdig afdrukken:
De module voor dubbelzijdig afdrukken is optioneel. Klik hier voor meer informatie.
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Afwerking.
Page 46
3. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken.
4. Selecteer Automatisch.
5. Selecteer lay-out bewaren.
6. Selecteer een bindoptie in de vervolgkeuzelijst Brochure-indeling is:
Rechts binden: zorgt ervoor dat het binden aan de rechterzijde van de
brochure plaatsvindt.
Links binden: zorgt ervoor dat het binden aan de linkerzijde van de
brochure plaatsvindt.
Page 47
7. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u elke tweede pagina van de brochure leeg wilt laten, selecteert u
Afdrukken op een zijde.
Als u op alle pagina's van de brochure wilt afdrukken, zorgt u dat Afdrukken
op een zijde niet is geselecteerd.
8. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
Page 48

meerdere pagina's afdrukken op één vel papier.

De printersoftware biedt u de mogelijkheid verschillende pagina's van een document op één vel papier af te drukken. De printersoftware vergroot/verkleint de documenttekst en -afbeeldingen automatisch zodat deze op de afgedrukte pagina passen.
Voer de volgende stappen uit om verschillende pagina's van een document op één vel papier af te drukken:
1. Open het dialoogvenster
2. Klik op het tabblad Afwerking.
Eigenschappen voor printer.
3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina's dat u op elk vel papier wilt laten verschijnen.
4. Als u wilt dat rond elk paginabeeld dat op het vel papier wordt afgedrukt een rand wordt weergegeven, klikt u op het selectievakje Paginaranden afdrukken.
5. Selecteer een lay-out voor elk vel papier in de vervolgkeuzelijst
Paginavolgorde is.
6. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
Page 49

tabblad Effecten

Op het tabblad Effecten kunt u de volgende opties instellen:
1. Snelinstellingen afdruktaak: zie
2. Document afdrukken op: als u deze optie selecteert, kunt u het document op een ander papierformaat afdrukken dan het papierformaat waarvoor het document is opgemaakt. Selecteer het doelpapierformaat in de vervolgkeuzelijst.
3. Passend maken: als u deze optie selecteert, wordt het formaat van het afgedrukte beeld automatisch aangepast aan het papierformaat dat u hebt geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Document afdrukken op.
4. % van normaal formaat: geef het vergrotings- of verkleiningspercentage voor het afgedrukte beeld op. Geef bijvoorbeeld 70 op als u het afgedrukte beeld tot 70 procent van de normale grootte wilt verkleinen.
5. Watermerken: zie
watermerken.
snelinstellingen afdruktaak.
Page 50

watermerken

Watermerken worden als achtergrond op documenten afgedrukt.
een bestaand watermerk op een document toepassen
Voer de volgende stappen uit om een bestaand watermerk op een document toe te passen:
1. Open het dialoogvenster
2. Klik op het tabblad Effecten.
Eigenschappen voor printer.
3. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerken. Als u niet een van de weergegeven watermerken wilt gebruiken,
nieuw watermerk.
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u wilt dat het watermerk alleen op de eerste pagina wordt weergegeven,
selecteert u Alleen eerste pagina.
maakt u een
Page 51
Als u wilt dat het watermerk alleen op alle afgedrukte pagina's wordt
weergegeven, zorgt u dat Alleen eerste pagina niet is geselecteerd.
5. Druk het document af op basis van de instructies voor de papiersoort.
een watermerk maken of wijzigen
Voer de volgende stappen uit om een watermerk te maken of wijzigen:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Klik op het tabblad Effecten.
3. Klik op de knop Bewerken. Het dialoogvenster Watermerkgegevens verschijnt.
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
Klik op de knop Nieuw ofselecteer het watermerk dat u wilt wijzigen.
5. Voer het watermerkbericht, de berichthoek en de lettertypekenmerken in.
6. Nadat u de watermerkgegevens hebt ingesteld, klikt u op OK.
Klik
hier voor instructies over het toepassen van watermerken.
Page 52
Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om meer informatie over de geselecteerde optie weer te geven.
Page 53

tabblad Basis

Op het tabblad Basis kunt u de volgende opties instellen:
1. Snelinstellingen afdruktaak: zie
snelinstellingen afdruktaak.
2. Afdrukstand: geef de pagina-indeling op:
Staande afdrukrichting: de lengte van de afgedrukte pagina is groter
dan de breedte.
Liggende afdrukrichting: de breedte van de afgedrukte pagina is
groter dan de lengte.
Spiegelbeeld: hiermee draait u het afgedrukte beeld van links naar
rechts om.
3. Paginavolgorde: Selecteer een van de volgende opties:
Van voren naar achteren: na het afdrukken van het volledige
document ligt de eerste pagina bovenop.
Van achteren naar voren: na het afdrukken van het volledige
document ligt de laatste pagina bovenop.
Page 54
4. Exemplaren: gebruik deze optie als u meerdere exemplaren van een document wilt afdrukken.
Aantal exemplaren: aantal af te drukken exemplaren.Sorteren: bij het afdrukken van meerdere exemplaren van een
document wordt elk exemplaar in zijn geheel afgedrukt voordat een nieuw exemplaar wordt afgedrukt.
5. Afdrukvoorbeeld: selecteer deze optie als u de lay-out van een document wilt weergeven voordat het wordt afgedrukt.
6. Geavanceerde functies: zie geavanceerde functies.
Page 55

geavanceerde functies

Voor het afdrukken van foto's, transparanten of documenten met illustraties moet u mogelijk in het dialoogvenster Geavanceerde functies opties instellen.
het dialoogvenster Geavanceerde functies openen
Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster Geavanceerde functies te openen:
1. Open het dialoogvenster
2. Klik op het tabblad Basis en vervolgens op de knop Geavanceerde functies.
Eigenschappen voor printer.
het dialoogvenster Geavanceerde functies gebruiken
Gebruik het dialoogvenster Geavanceerde functies om deze opties in te stellen:
1. Inktvolume: hiermee past u de hoeveelheid inkt aan die op een pagina wordt gedrukt. Wanneer u de hoeveelheid inkt reduceert, heeft dit een nadelige invloed op de kleurkwaliteit.
2. Droogtijd: hiermee stelt u extra droogtijd voor langzaam drogende afdrukken in.
3. Modus weinig geheugen: deze optie stelt u in staat een document af te
Page 56
drukken vanaf een computer die over onvoldoende geheugen of schijfruimte beschikt om het document onder normale omstandigheden af te drukken. De kwaliteit van de afdruk kan wel achteruitgaan als u deze optie inschakelt. De kwaliteitsmodus Maximum dpi is niet beschikbaar wanneer de printer in de Modus weinig geheugen staat.
Page 57

tabblad Kleur

Op het tabblad Kleur kunt u de volgende opties instellen:
1. Snelinstellingen afdruktaak: zie
snelinstellingen afdruktaak.
2. Afdrukken in Grijsschaal: als u deze optie selecteert, wordt met grijstinten afgedrukt.
Hoge kwaliteit: als u deze optie selecteert, wordt de
driekleureninktpatroon en/of de foto-inktpatroon gebruikt voor het afdrukken van hoogwaardige grijswaarden.
Alleen zwarte inktpatroon: als u deze optie selecteert, wordt de
zwarte inktpatroon gebruikt voor het afdrukken van grijswaarden.
Optimaliseren voor fotokopie of fax: als u deze optie selecteert,
wordt de zwarte inktpatroon gebruikt om grijswaarden af te drukken die geschikt zijn voor fotokopiëren en faxen.
3. Verzadiging: hiermee past u de intensiteit van afgedrukte kleuren aan.
4. Helderheid: hiermee past u de licht- of donkerheid van afgedrukte kleuren aan.
Page 58
5. Kleurschakering: hiermee geeft u aan of afgedrukte kleuren warm of koel zijn.
6. Kleurruimte: Zie digitale fotografie-technologie.
Page 59

Digitale fotografie-technologie

De printersoftware biedt meerdere technische functies voor het afdrukken van digitale foto's.
PhotoREt
4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd
Exif Print
Afdrukken met zes-inkten
Kleurruimten
Afdrukken met PhotoREt
PhotoREt biedt de optimale combinatie van afdruksnelheid en afdrukkwaliteit voor uw beeld.
Voer de volgende stappen uit om af te drukken met PhotoREt-technologie:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit.
3. Selecteer Best uit de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit.
4. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd
4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi is de hoogste resolutiekwaliteit die voor deze printer beschikbaar is. Als u 4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi hebt geselecteerd in de printerdriver, dan zal de driekleurenpatroon afdrukken in modus 4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi. Als er ook een fotopatroon is geïnstalleerd, wordt de afdrukkwaliteit nog verder verbeterd. U kunt fotopatronen apart kopen als deze niet bij de printer zijn geleverd.
Voer de volgende stappen uit om in de modus 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd af te drukken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit.
3. Selecteer de juiste papiersoort in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
4. Selecteer Maximale dpi uit de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit.
Page 60
5. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
Exif Print-enhanced foto's afdrukken
Exif Print (Exchangeable Image File Format 2.2) is een internationale standaard voor digitale beelden met als doel het vereenvoudigen van digitale fotografie en het verbeteren van afgedrukte foto's. Wanneer een foto wordt gemaakt met een digitale camera die compatibel is met Exif Print, worden gegevens als de belichtingstijd, type flits en kleurverzadiging met de foto opgeslagen. Met behulp van deze informatie kan de software van de HP Deskjet printer automatisch beeldspecifieke verbeteringen uitvoeren, wat resulteert in foto's van uitmuntende kwaliteit.
Voor het afdrukken van Exif Print-enhanced foto's is het volgende vereist:
Een digitale camera die Exif Print ondersteunt
Exif Print-compatibele fotosoftware
HP Deskjet printersoftware die Exif Print ondersteunt
Windows 98, 2000, Me of XP
Voer de volgende stappen uit om Exif Print-enhanced foto's af te drukken:
1. Open het bestand dat u met Exif Print-compatibele fotosoftware wilt afdrukken.
2. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
3. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit.
4. Selecteer de juiste fotopapiersoort in de vervolgkeuzelijst Soort is.
5. Selecteer Normaal of Best uit de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit.
6. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
Het afgedrukte beeld wordt automatisch door de printersoftware geoptimaliseerd.
afdrukken in kleur met zes inkten
U kunt de kwaliteit van foto's verbeteren met de optie voor het afdrukken in kleur met zes inkten.
Als u met zes inkten in kleur wilt afdrukken, moet zowel een foto- als een driekleureninktpatroon zijn geïnstalleerd. U kunt foto-inktpatronen apart kopen als deze niet bij de printer zijn geleverd.
Voer de volgende stappen uit om met zes inkten in kleur af te drukken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit.
Page 61
3. Selecteer de juiste fotopapiersoort in de vervolgkeuzelijst Soort is.
4. Selecteer Normaal of Best of Maximale dpi uit de vervolgkeuzelijst
Afdrukkwaliteit.
5. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
kleurruimte
Kleurruimte definieert het kleurenbereik waarin kan worden afgedrukt. De printersoftware vertaalt de kleuren van uw document vanuit de huidige kleurruimte naar de geselecteerde kleurruimte.
De volgende kleurruimten zijn beschikbaar:
sRGB/sYCC
Adobe RGB
sRGB/sYCC
sRGB/sYCC is een geschikte kleurruimte voor de meeste afdruktaken. Het wordt gebruikt voor de meest web-gebaseerde documenten en de huidige beeldapparatuur.
Volg deze stappen om de sRGB/sYCC-kleurruimte te gebruiken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Kleur.
3. Selecteer sRGB/sYCC uit de vervolgkeuzelijst Kleurruimte.
4. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
Adobe RGB
Adobe RGB is een nieuwe kleurruimte die meer kleuren biedt dan sRGB/sYCC maar alleen geschikt is voor afbeeldingen.
Als u vanuit een professionele softwaretoepassing Adobe RGB gebruikt, moet u het kleurbeheer in de toepassing uitschakelen en de printersoftware de kleurruimte laten beheren.
Volg deze stappen om de Adobe RGB-kleurruimte te gebruiken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit, en selecteer het volgende:
Selecteer HP-fotopapier in de vervolgkeuzelijst Soort is.Best of Maximale dpi in de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit.
3. Selecteer het tabblad Kleur.
Page 62
4. Selecteer Adobe RGB uit de vervolgkeuzelijst Kleurruimte.
5. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
Als de Adobe RGB-kleurruimte wordt gebruikt voor een afbeelding die in een andere kleurruimte is gemaakt, dan worden de afgedrukte kleuren levendiger.
Page 63

een schermafdruk afdrukken

Gebruik het hulpprogramma HP Schermafdrukken om de afbeelding op het beeldscherm van uw computer af te drukken.
het hulpprogramma hp schermafdrukken configureren
Volg deze stappen voor het configureren van het hulpprogramma HP
Schermafdrukken:
1. Ga naar
printer hulpprogramma's en klik vervolgens op scherm afdrukken.
2. Selecteer de volgende gewenste configuratie-opties:
Open/Sluit HP Scherm afdrukken: activeert of deactiveert het
hulpprogramma.
Start met Windows: het hulpprogramma wordt zodanig ingesteld dat dit
start zodra Windows wordt gestart.
Scherm afdrukken: drukt de afbeelding op het scherm af.Afdrukrichting: modus schakelt tussen liggend en staand.
3. Klik op OK.
afdrukinstructies
Voer de volgende stappen uit om een schermafbeelding af te drukken:
1. Controleer of de HP printer op uw computer de standaard printer is.
2. Laad of Letter- of A4-papier in de invoerlade.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
Het hele bureaublad afdrukken: Druk op de knop Print screen (Scherm
afdrukken) op het toetsenbord.
Alleen het actieve venster afdrukken: Druk gelijktijdig op de Alt-toets en de
knop Print screen.
Page 64

functie voor automatisch in- en uitschakelen

autom. inschakelen
Autom. inschakelen is een standaardfunctie van de printer. De printer wordt automatisch ingeschakeld zodra u een bestand afdrukt.
automatisch inschakelen
Schakel de functie automatisch inschakelen in om de printer in een modus te schakelen met een laag stroomverbruik en energiebesparend nadat deze niet-actief is geweest gedurende 30 minuten.
Volg deze stappen om de functie automatisch inschakelen te activeren:
1. Ga naar
2. Klik op De printer configureren.
3. Klik op Configureren.
4. Selecteer Activeer de functie Hardware automatisch uitschakelen.
5. Klik op Toepassen, en klik vervolgens op OK.
printeronderhoud.
Page 65

aan de slag (hp deskjet 5150)

hier voor een overzicht van de printerfuncties en de optionele module voor
Klik dubbelzijdig afdrukken.
Klik op het gewenste onderdeel hieronder voor een beschrijving van een printerfunctie:
knoppen en lampjes
papierladen
inktpatronen
modus Inktreserve
Klik hier voor een omschrijving van de optionele module voor dubbelzijdig afdrukken.
Page 66

printerfuncties

De HP printer beschikt over verschillende functies die het afdrukken eenvoudiger en efficiënter maken.
knoppen en lampjes
1.
papierladen
2.
inktpatronen
1.
modus Inktreserve
2.
Page 67
aansluitingen
1.
module voor dubbelzijdig afdrukken (optioneel)
2.
Page 68

knoppen en lampjes

Gebruik de knoppen van de printer om de printer aan en uit te zetten, om afdruktaken te annuleren en een taak opnieuw te starten. De printerlampjes geven een indicatie over de status van de printer.
1. knop Afdrukken annuleren 2. inktpatroonstatus-lampje 3. knop Doorgaan 4. Aan/ uit-knop
knop Afdrukken annuleren
Als u op de knop Afdrukken annuleren drukt, wordt de huidige afdruktaak geannuleerd.
symbool en lampje inktpatroonstatus
Het inktpatroonstatus-lampje gaat branden of knipperen als een inktpatroon service nodig heeft.
knop en lampje Doorgaan
Het Doorgaan-lampje knippert als u iets moet doen, bijvoorbeeld papier plaatsen of een papierstoring verhelpen. Als het probleem is opgelost, drukt u op de knop Doorgaan om verder te gaan met afdrukken.
Aan/uit-knop en -lichtje
Druk op de Aan/uit-knop om de printer in en uit te schakelen. Het kan ongeveer vijf seconden duren voordat de printer aan staat nadat u op de Aan/uit-knop hebt gedrukt.
Page 69
Het aan/uit-lampje knippert als de printer bezig is.
Let op! Gebruik altijd de Aan/uit-knop om de printer in en uit te
schakelen. Het gebruik van een stekkerdoos, stroomstootbeveiliging of muurschakelaar om de printer aan en uit te zetten kan storingen veroorzaken.
Page 70

printerlampjes branden of knipperen

betekenis van de lampjes
De printerlampjes geven de printerstatus weer.
1. aan/uit-lampje 2. doorgaan-lampje 3. inktpatroonstatus-lampje
het aan/uit-lichtje knippert
de printer maakt zich klaar om af te drukken
Het lampje stopt met knipperen als de printer alle gegevens heeft ontvangen.
doorgaan-lampje knippert
het papier in de printer is wellicht op
1. Plaats papier in de invoerlade.
2. Druk op de knop Doorgaan aan de voorzijde van de printer.
er kan een papierstoring zijn
Volg deze instructies voor het oplossen van de papierstoring.
inktpatroonstatus-lampje brandt of knippert
als het lampje brandt en niet knippert
Controleer of de inktpatroon bijna leeg is. Als een inktpatroon bijna leeg is, overweeg dan
de inktpatroon te vervangen.
Page 71
Als geen van beide inktpatronen bijna leeg is, druk dan op de knop Doorgaan. Als het inktpatroonstatus-lampje blijft branden, schakelt u de printer uit en weer aan.
als het lampje brandt en knippert
Controleer of de juiste inktpatronen zijn geïnstalleerd. Volg deze
richtlijnen als het lampje gaat knipperen terwijl u een document zonder
randen aan het afdrukken bent. Volg anders de deze stappen:
1. Open de bovenklep van de printer, verwijder de zwarte inktpatroon of de fotopatroon en sluit de klep weer.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
als het lampje knippert: Open de bovenklep, vervang de inktpatroon die u
hebt verwijderd en verwijder de driekleurenpatroon. Ga naar stap 3.
als het lampje uit is: Er is een probleem met de inktpatroon die u hebt
verwijderd. Ga naar stap 3.
3. De inktpatronen handmatig reinigen. Na het reinigen van de inktpatroon plaatst u deze terug in de printer. Als het inktpatroonstatus-lampje blijft knipperen, moet u
de inktpatroon
vervangen.
alle lampjes knipperen
de printer moet wellicht opnieuw worden opgestart
1. Druk op de Aan/uit-knop om de printer uit te schakelen en druk nogmaals op de Aan/uit-knop om de printer opnieuw te starten.
Ga naar stap 2 als de lampjes blijven knipperen.
2. Druk op de Aan/uit-knop om de printer uit te zetten.
3. Verwijder het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
4. Steek het netsnoer van de printer opnieuw in het stopcontact.
5. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten.
Page 72

papierstoring

volg deze stappen
1. Druk op de knop Doorgaan.
2. Als u etiketten afdrukt, controleert u of er geen etiket is losgeraakt van het etikettenvel terwijl het vel door de printer werd gevoerd.
als de papierstoring niet verholpen is
printer heeft geen module voor dubbelzijdig afdrukken aangesloten printer heeft een module voor dubbelzijdig afdrukken aangesloten
printer heeft geen module voor dubbelzijdig afdrukken aangesloten
1. Druk de twee klemgrepen op de achterklep van de printer naar elkaar toe en verwijder de klep.
2. Verwijder de papierstoring via de achterzijde van de printer en plaats de achterklep terug.
3. Druk op de knop Doorgaan.
Page 73
4. Druk het document af.
printer heeft een module voor dubbelzijdig afdrukken aangesloten
1. Druk de knoppen aan de linker- en rechterkant van de module voor dubbelzijdig afdrukken in en haal deze van de printer.
2. Haal eventueel aanwezig papier uit de achterzijde van de printer.
Als de papierstoring is verholpen, gaat u verder met stap 3 hieronder. Als de papierstoring niet is verholpen, gaat u verder met stap 1 hieronder.
1. Druk op de knop boven op de module voor dubbelzijdig afdrukken en duw de toegangsklep omlaag.
2. Verwijder het papier uit de module voor dubbelzijdig afdrukken en sluit de toegangsklep.
3. Plaats de module voor dubbelzijdig afdrukken in de printer totdat beide zijden vastklikken.
Page 74
Druk niet op de knoppen aan de zijkanten van de duplexeenheid terwijl u deze op de printer bevestigt. Gebruik de knoppen alleen wanneer u de duplexeenheid uit de printer haalt.
4. Druk op de knop Doorgaan.
Page 75

problemen met afdrukken zonder rand

Volg de volgende richtlijnen voor het afdrukken zonder randen:
Controleer of het gespecificeerde papierformaat in de vervolgkeuzelijst
Formaat is op het tabblad Papier/Kwaliteit overeenkomt met het papierformaat
dat in de invoerlade is geladen.
Selecteer de juiste papiersoort in de vervolgkeuzelijst Soort is op het tabblad
Papier/Kwaliteit.
Als u afdrukt in grijstinten, selecteert u Hoge kwaliteit onder Afdrukken in
grijstinten op het tabblad Kleur.
Druk geen documenten zonder rand af in de modus inktreserve. Er moeten
altijd twee inktpatronen in de printer zijn geïnstalleerd.
deel van de foto is vaag
vervaging treedt op aan de randen van een afdruk
Controleer of het fotopapier is gekruld. Als het fotopapier is gekruld, plaatst u het papier in een plastic tas en buigt u het papier voorzichtig in de tegengestelde richting van de krul totdat het papier weer vlak ligt. Als het probleem blijft, moet u fotopapier gebruiken dat niet gekruld is.
hier voor instructies over het voorkomen van fotopapier dat gaat krullen.
Klik
vervaging treedt op bij de randen van een afdruk
Page 76
Als op ongeveer 2,5 tot 6,5 cm vanaf de rand van een foto vervaging optreedt, kunt u het volgende proberen:
Installeer een fotopatroon in de printer.
Open het dialoogvenster Printereigenschappen, selecteer de tab Papier/
Kwaliteit en stel vervolgens de Afdrukkwaliteit in op Maximale dpi.
Draai de afbeelding 180 graden.
er verschijnen strepen in een lichter gedeelte van de afdruk
Als in een licht gedeelte op ongeveer 6,5 cm vanaf de lange zijde van een foto strepen voorkomen, kunt u het volgende proberen:
Installeer een fotopatroon in de printer.
Draai de afbeelding 180 graden.
het beeld wordt onder een hoek afgedrukt
Page 77
Volg deze stappen als de afbeelding onder een hoek wordt afgedrukt :
1. Verwijder het papier uit de invoerlade.
2. Laad het fotopapier correct in de invoerlade.
3. Controleer of de papiergeleiders stevig tegen het afdrukmateriaal geschoven zijn.
4. Volg de laadinstructies voor het soort afdrukmateriaal.
afdruk heeft een ongewenste rand
voor de meeste fotopapiersoorten
Als de afdruk een ongewenste rand heeft, moet u Als u een dubbelzijdig document afdrukt, kunt u beter het document
plaats van automatisch afdrukken.
de printer kalibreren.
handmatig in
voor fotopapier met een afscheurrand
Als de rand onder de afscheurrand verschijnt, moet u de afscheurrand verwijderen.
Page 78
Als de rand boven de afscheurrand verschijnt, moet u
de printer kalibreren.
inktvegen
Volg deze stappen als de achterkant van een afdruk inktvegen bevat of het papier aan elkaar vastplakt.
1. Open het dialoogvenster
2. Sleep de schuifknop Droogtijd in de richting van Meer.
3. Sleep de schuifknop Inktvolume in de richting van Licht.
De kleuren in het beeld kunnen lichter worden.
4. Klik op OK.
Als het probleem blijft bestaan:
1. Verwijder het afdrukmateriaal voor het afdrukken zonder rand en laad gewoon papier in de invoerlade.
Geavanceerde functies.
Page 79
2. Druk op de knop Doorgaan en houd deze ingedrukt tot de printer een zelftestpagina afdrukt. Laat vervolgens de knop los.
3. Herhaal stap 2 tot de achterkant van het papier geen inktvegen meer heeft.
Page 80

opslag en verwerking van fotopapier

Volg deze instructies om de kwaliteit van uw HP-fotopapier te behouden.
opslag
Houd ongebruikt fotopapier in een hersluitbare plastic tas in de doos waarin
het papier oorspronkelijk is geleverd. Bewaar het verpakte fotopapier op een vlak oppervlak in een koele ruimte.
Als u wilt gaan afdrukken, moet u alleen het papier pakken dat u direct van
plan bent te gebruiken. Als u klaar bent afdrukken, moet u het ongebruikte fotopapier terug in de plastic tas doen.
Laat geen ongebruikt fotopapier in de papierlade van de printer liggen. Het
papier kan gaan krullen waardoor de kwaliteit van uw foto's slechter kan worden.
verwerking
Houd het fotopapier altijd vast bij de randen. Vingerafdrukken op fotopapier
kunnen de afdrukkwaliteit verslechteren.
Als de hoeken van het fotopapier meer dan 10 mm omkrullen, moet u het
papier plat maken door het in de hersluitbare plastic tas te plaatsen en de tas tegen de punt van een tafel rollen om het papier weer vlak te maken.
Fotopapier moet vlak zijn voordat u gaat afdrukken.
Page 81

inktpatronen kalibreren

De printer kalibreert automatisch de inktpatronen zodra een nieuwe inktpatroon wordt geïnstalleerd. U kunt de inktpatronen ook kalibreren op andere momenten om zo een optimale afdrukkwaliteit te garanderen.
Ga als volgt te werk om inktpatronen te kalibreren:
1. laad een stapel gewoon wit papier in de invoerlade.
2. Ga naar
3. Klik op Printer kalibreren.
4. Klik op Kalibreren en volg de instructies op het scherm op.
printeronderhoud.
Page 82

de inktpatronen handmatig reinigen

Als de printer in een stoffige omgeving wordt gebruikt, kan er zich enig vuil ophopen op de contactpunten van de inktpatronen.
reinigingsmiddelen verkrijgen
U hebt het volgende nodig als u de inktpatronen wilt reinigen.
Gedistilleerd water (leidingwater kan verontreinigende stoffen bevatten die de
inktpatroon kan beschadigen)
Wattenstaafjes of ander zacht, pluisvrij materiaal dat niet aan de inktpatronen
blijft kleven
Let op dat u geen
inkt op uw handen of kleding krijgt tijdens het reinigen.
reiniging voorbereiden
1. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten en open de kap.
2. Verwijder de inktpatronen en plaats deze op een vel papier met de sproeikop naar boven.
Laat de inktpatronen niet langer dan een half uur buiten de printer liggen.
reinigingsinstructies
1. Bevochtig een wattenstaafje met gedistilleerd water en knijp het overtollige water eruit.
2. Veeg de koperen contactpunten van de inktpatroon schoon met het wattenstaafje.
Raak niet de sproeikop van de inktpatroon aan. Als u de sproeikop aanraakt, kunnen de sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt optreden of kunnen zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen.
Page 83
1. reinig alleen de koperen contactpunten
Herhaal dit proces totdat er geen inktresten of stof meer op een schoon wattenstaafje verschijnen.
3. Plaats de inktpatronen in de printer en sluit de printerkap.
Page 84

inkt van de huid en van kleding verwijderen

Volg deze instructies op om inkt van de huid en van kleding te verwijderen:
inkt verwijderen van methode
huid
witte stof
gekleurde stof
Let op! Gebruik altijd koud water om de inkt uit stof te verwijderen.
Door lauw of heet water kan de inktkleur zich aan de stof hechten.
Was de huid op de desbetreffende plaats met een zeep met schuurmiddel.
Was de stof in koud water met bleekmiddel.
Was de stof in koud water met schuimende ammonia.
Page 85

papierladen

De printer heeft twee papierladen: een invoerlade en een uitvoerlade.
1. uitvoerlade 2. invoerlade
invoerlade
De invoerlade bevat papier of ander afdrukmateriaal dat moet worden bedrukt. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de randen van het afdrukmateriaal waarop u
wilt afdrukken.
1. invoerlade 2. papierbreedtegeleider 3. papierlengtegeleider
uitvoerlade
Afgedrukte pagina's worden in de uitvoerlade geplaatst. Klap de uitvoerlade omhoog om papier te laden (de meeste papierformaten zijn
Page 86
hiervoor geschikt). Verwijder de uitvoerlade als u klein afdrukmateriaal wilt laden.
Plaats de uitvoerlade terug voordat u gaat afdrukken.
Om te voorkomen dat het papier uit de uitvoerlade valt, moet u het verlengstuk van de uitvoerlade uittrekken.
1. verlengstuk van uitvoerlade
Trek tijdens het afdrukken in de modus Snel concept het verlengstuk van de uitvoerlade uit en vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade open.
Page 87
1. verlengstuk van de uitvoerlade 2. verlengstukstop van de uitvoerlade
Vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade niet uit tijdens het afdrukken op legal-papier.
Vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade dicht als de afdruktaak voltooid is en druk het verlengstuk van de uitvoerlade in de uitvoerlade.
Page 88

aansluitingen

USB
netwerkmogelijkheden verbinden via een netwerkcomputer
een hp jetdirect printserver gebruiken
Page 89
USB
De printer wordt met een USB-kabel (Universal Serial Bus) aangesloten op de computer. Op de computer moet Windows 98 of hoger staan als u een USB-kabel wilt gebruiken.
Zie de Installatieposter die bij de printer wordt geleverd voor instructies over het aansluiten van de printer met een USB-kabel.
Page 90

netwerkmogelijkheden

Selecteer de gewenste netwerkoptie:
verbinden via een netwerkcomputer
een hp jetdirect printserver gebruiken
Page 91

verbinden via een netwerkcomputer

De printer kan rechtstreeks op een computer op een netwerk worden aangesloten en worden gedeeld met andere computers op het netwerk.
Raadpleeg de instructies op de cd-rom met printersoftware en volg de aanwijzingen voor netwerkinstallatie op het scherm als u de printer wilt delen op een netwerk.
Page 92

een hp jetdirect printserver gebruiken

De printer kan worden aangesloten op een netwerk met een HP Jetdirect printserver. Raadpleeg de instructies op de cd-rom met printersoftware en de documentatie die
bij de printserver is geleverd over het gebruik van een HP Jetdirect printserver.
Page 93

aan de slag (hp deskjet 5160)

hier voor een overzicht van de printerfuncties en de optionele module voor
Klik dubbelzijdig afdrukken.
Klik op het gewenste onderdeel hieronder voor een beschrijving van een printerfunctie:
knoppen en lampjes
papierladen
inktpatronen
modus Inktreserve
Klik hier voor een omschrijving van de optionele module voor dubbelzijdig afdrukken.
Page 94

printerfuncties

De HP printer beschikt over verschillende functies die het afdrukken eenvoudiger en efficiënter maken.
knoppen en lampjes
1.
papierladen
2.
enkele envelopsleuf
3.
inktpatronen
1.
modus Inktreserve
2.
Page 95
aansluitingen
1.
duplexeenheid (optioneel)
2.
Page 96

knoppen en lampjes

Gebruik de knoppen van de printer om de printer aan en uit te zetten, om afdruktaken te annuleren en een taak opnieuw te starten. De printerlampjes geven een indicatie over de status van de printer.
1. knop Afdrukken annuleren 2. inktpatroonstatus-lampje 3. knop Doorgaan 4. Aan/ uit-knop
knop Afdrukken annuleren
Als u op de knop Afdrukken annuleren drukt, wordt de huidige afdruktaak geannuleerd.
symbool en lampje inktpatroonstatus
Het inktpatroonstatus-lampje gaat branden of knipperen als een inktpatroon service nodig heeft.
knop en lampje Doorgaan
Het Doorgaan-lampje knippert als u iets moet doen, bijvoorbeeld papier plaatsen of een papierstoring verhelpen. Als het probleem is opgelost, drukt u op de knop Doorgaan om verder te gaan met afdrukken.
Aan/uit-knop en -lichtje
Druk op de Aan/uit-knop om de printer in en uit te schakelen. Het kan ongeveer vijf seconden duren voordat de printer aan staat nadat u op de Aan/uit-knop hebt gedrukt.
Het aan/uit-lampje knippert als de printer bezig is.
Page 97
Let op! Gebruik altijd de Aan/uit-knop om de printer in en uit te
schakelen. Het gebruik van een stekkerdoos, stroomstootbeveiliging of muurschakelaar om de printer aan en uit te zetten kan storingen veroorzaken.
Page 98

papierladen

Selecteer een van de volgende onderwerpen voor informatie over de papierlade:
de papierlade openvouwen
invoerlade
uitvoerlade
de papierlade open- en dichtvouwen
De HP deskjet 5160 serie printer is niet in alle landen/regio's beschikbaar.
de papierlade openvouwen
Voer de volgende stappen uit om de papierlade open te vouwen:
1. Druk de invoerlade naar beneden.
2. Trek de papierlengtegeleider naar buiten naar de rand van de invoerlade.
3. Druk de uitvoerlade naar beneden.
4. Klap het verlengstuk van de lade uit.
Page 99
invoerlade
De invoerlade bevat papier en ander te bedrukken afdrukmateriaal.
1. invoerlade
papierbreedtegeleider
De papierbreedtegeleider aanpassen om af te drukken op verschillende papierformaten.
1. papierbreedtegeleider
papierlengtegeleider
De papierlengtegeleider aanpassen om af te drukken op verschillende papierformaten.
Page 100
1. papierlengtegeleider
verlengstuk van de invoerlade
Als u wilt afdrukken op groot papier zoals legal-papier, trekt u de papierlengtegeleider naar buiten tot aan de rand van de invoerlade en trekt u vervolgens het verlengstuk van de invoerlade naar buiten.
1. verlengstuk van de invoerlade
uitvoerlade
Afgedrukte pagina's worden in de uitvoerlade geplaatst.
1. uitvoerlade
Om te voorkomen dat het papier uit de uitvoerlade valt, moet u het verlengstuk van de uitvoerlade uittrekken.
Loading...