16 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en Aansluiten
Versterker Trigger Aansluitingen
Wordt een extra externe audio eindversterker
gebruikt, dan biedt deze uitgang het benodigde
signaal om deze automatisch in te schakelen.
Via deze verbinding zal een aangesloten
versterker of elk ander via een trigger te
besturen apparaat, projectorscherm of automatische gordijnen, automatisch in- en
uitgeschakeld worden wanneer de AVR wordt
in- of uitgeschakeld.
OPMERKING: let er bij het aansluiten van een
apparaat op dat de juiste polariteit gehandhaafd
blijft en dat de benodigde stroom niet meer
bedraagt dan 500 mA. Bent u niet vertrouwd
met dit type verbinding, raadpleeg dan uw
leverancier voor nadere informatie.
Scart A/V-aansluitingen
Voor alle hiervoor omschreven verbindingen
gebruikt uw videoapparaat cinch-aansluitingen
en/of S-video aansluitingen, zowel voor de
audio- als de videosignalen: elk normaal videoapparaat (niet S-VHS of High 8) gebruikt voor
alleen afspelen 3 cinch verbindingen; videorecorders voor afspelen en opnemen zelfs 6 cinch verbindingen. Alle S-video-apparaten (S-VHS, High
8) hebben 2 cinch (audio) en 1 S-video verbinding nodig voor afspelen, of 4 cinch (audio
in/uit) en 2 S-video (video in/uit) verbindingen
als het een videorecorder betreft.
Veel Europese videoapparaten zijn maar ten dele
voorzien van cinch of S-video aansluitingen, niet
voor alle audio- en video in- en -uitgangen die
nodig zijn als eerder beschreven, maar via een
zogeheten Scart of Euro-AV connector, een
vrijwel haakse plug met 21 pennen, zie afbeelding. In dat geval zijn de volgende scart/cinchadapters of kabels nodig:
• Voor weergave van satellietontvangers,
camcorders, DVD- of LD-spelers, een adapter
van scart naar 3 cinch pluggen, zie afbeelding
1 (normale videoapparaten), of van scart naar
2 cinch +1 S-video stekkers, zie afbeelding 4
(S-videoapparaten).
• HiFi-videorecorders hebben een adapter van
scart naar 6 cinch pluggen nodig, zie afbeelding 2 (normale video), of van scart naar 4
audio +2 S-video pluggen, zie afbeelding 5 (Svideo VCR). Lees de instructies bij de adapter
zorgvuldig, om vast te stellen welke van de zes
stekkers voor het opnamesignaal is (aansluiten
op de uitgangen van de AVR) en welke voor
het weergavesignaal van de videorecorder
(aansluiten op de Ingangen van de AVR).
Maak onderscheid tussen audio- en videosignalen. Aarzel niet uw leverancier te raadplegen
indien u twijfels heeft.
• Gebruikt u uitsluitend normale videoapparaten, dan is voor de TV-monitor een adapter
van 3 cinch pluggen naar scart nodig (zie
afbeelding 3). Gebruikt u ook S-video apparaten, dan is een extra adapter van 2 cinch + 1
S-video plug naar scart nodig (afbeelding 6),
verbonden met de scart-ingang van uw TV,
geschikt voor S-video.
Alleen de videopluggen (de ‘gele’ cinch pluggen
in afbeelding 3 en de S-video plug in afbeelding
6) worden aangesloten op de TV/Monitor
Uitgang
en het volume van de TV wordt
geheel teruggedraaid.
Belangrijke opmerking over
adapterkabels
Wanneer de cinch aansluitingen van de adapter
die u gebruikt gemarkeerd zijn, sluit de audio en
video ingangspluggen dan altijd aan op de
audio en video uitgangen van de AVR 7500 en
omgekeerd. Is dat niet het geval, let dan op de
signaalrichting zoals die is aangegeven in
bovenstaande afbeeldingen en in de aanwijzingen bij de adapter. Heeft u twijfels, aarzel dan
niet uw leverancier om inlichtingen te vragen.
Belangrijke opmerkingen over S-video
1. Alleen de S-video in/uit van S-video apparatuur mag verbonden worden met de AVR, NOOIT
zowel de normale als de S-video aansluitingen,
uitgezonderd de TV, zie punt 2.
Wanneer beide aansluitingen gemaakt zijn zal
alleen het S-Video signaal zichtbaar gemaakt
worden.
2. Net als alle normale AV apparatuur zet de
AVR 7500 het composiet videosignaal niet om
naar S-video of omgekeerd.Wanneer zowel
video als S-video bronnen gebruikt worden, dienen dus beide verbindingen van de AVR 7500
naar de TV gemaakt worden, waarbij ook de
juiste ingang op de TV gekozen wordt.
5. Verbind de Composiet en S-Video (indien
S-Video wordt gebruikt) Monitor Uitgang
op de achterzijde van de receiver met de composiet of S-Video ingang van de televisie of videoprojector.
6. Indien u DVD-speler en monitor beide component video aansluitingen hebben, sluit de component video uitgangen van de DVD-speler dan
aan op de Component video video-ingangen
. Merk op dat zelfs wanneer de component video-aansluitingen gebruikt worden, de
audio-aansluitingen nog steeds gemaakt moeten
worden op de analoge DVD audio-ingangen
(
of op de Coaxiale of Optische digitale
ingangen
.
7. Indien u een ander component video-apparaat
ter beschikking hebt, sluit het dan aan op de
Video 2 component video-ingangen
De
audio-aansluitingen voor dit apparaat dienen te
worden gemaakt op de Video 2 ingangen
of op de Coaxiale of Optische digitale ingangen
.
8. Indien de component video-ingangen gebruikt
worden, sluit dan de Component video-uit-
gangen
aan op de component video-ingan-
gen van uw TV, projector of weergave-apparaat.
9. Gebruikt u een camcorder, videospelletje of
ander audio/video apparaat dat is zo nu en dan
tijdelijk wordt aangesloten op de AVR, verbind de
audio, video en digitale audio uitgangen van dat
apparaat dan met de Front Ingangen
*ÓÔ
. Een op Video 4 ingangÔaangesloten apparaat wordt gekozen als Video 4
ingang en aangesloten op de digitale ingan-
gen
*Ó
gekozen als 'Optisch 3' of 'Coax 3'
ingang. Zie pagina 21 voor nadere informatie
over de configuratie van de ingangen.
Opmerkingen over video-aansluitingen:
• Y/Pr/Pb Component, RGB (zie pagina 17),
S-Video of Composiet videosignalen kunnen
alleen in hun oorspronkelijke vorm worden
bekeken en worden niet omgezet naar andere
formaten.
• Wanneer de component video-aansluitingen
gebruikt worden zullen de on-screen menu’s
niet zichtbaar zijn. U moet overschakelen op de
standaard composiet of S-video ingang van uw
TV om deze menu’s te zien.
• Alle component in- en uitgangen kunnen ook
voor RGB signalen worden gebruikt, op dezelfde wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb signalen, en verbonden met de aansluitingen van
overeenkomstige kleur.
Maar dat werkt alleen zolang de drie RGB
videosignalen door de bron worden afgegeven,
alleen met een sync signaal in het ‘G’ signaal,
zonder een afzonderlijk sync signaal van de
bron.