Harman kardon AVR 645 User Manual [nl]

AVR 645 Audio/ VideoReceiver
AVR 645
HANDLEIDING
NEDERLANDS
Inhoud
3 Inleiding 4 Veiligheid 4 Uitpakken 5 Bedieningsorganen
7 Aansluitingen 10 Afstandsbediening Centrale Ruimte 14 Afstandsbediening Zone II 16 Installeren en Aansluiten 16 Audioverbindingen 16 Videoverbindingen 17 HDMI Verbindingen 18 Scart A/V Verbindingen 20 Systeem- en Lichtnetverbindingen 21 Luidsprekerkeuze 21 Luidsprekeropstelling 23 Systeemconfiguratie 23 In Gebruik Nemen 23 Gebruik Display 23 Instellingen voor elke ingang 23 Systeemopzet 24 Opzet Ingangen 26 Instellingen Videomonitor 27 Audio Opzet 27 Surround Opzet 29 Instelling Nachtfunctie 29 Gebruik EzSet/EQ 32 Handinstellingen 33 Luidspreker Opzet 35 Instelling Vertraging 36 Instelling Uitgangsniveau 37 Aanvullende Ingangsinstellingen 38 Bediening 38 Overzicht Surround Functies 40 Bediening 40 Bronkeuze 40 6/8 Kanaals Directe Ingang 41 Instelling en Gebruik Hoofdtelefoon 41 Keuze Surround Functie 42 Digitale Audioweergave 42 Dolby Digital 42 DTS 42 PCM Audio Weergave 43 Digitale Bron Kiezen 43 Digitale Bitstream Indicatie 43 USB Weergave 44 Luidspreker/Kanaal Indicaties 44 Nachtfunctie 45 Gebruik van The Bridge™ 45 Opnemen 45 In/Uitgangen op de Voorzijde
Instelling Uitgangsniveau met Bron
46 46 EzSet/EQ Instelling in/uit Signalen 46 Dimmer 46 Geheugen Beveiliging 47 Bijzondere Functies 47 Display Dimmer 47 Helderheid Display 47 Volume bij Inschakelen 48 Semi In-Beeld (OSD) Instellingen 48 Volledig In-Beeld (OSD) Instellingen 48 DMP/The Bridge Automatische Inschakeling 49 Meerkamer Gebruik 50 Keuze Infrarood Uitgang 51 Tuner 51 Gebruik Tuner 51 Zenderkeuze
51 Voorkeurposities 51 RDS Gebruik 51 RDS Afstemmen 51 RDS Display Aanwijzingen 52 Programma Zoeken 53 Programmeren Afstandsbediening 53 Configureren Afstandsbediening 53 Invoeren Voorgeprogrammeerde Code 54 Automatische Invoer Code 54 Bevelen Programmeren 55 Codes Programmeren voor een
Ingangskeuze
55 Apparaat Prioriteit 56 Macro Programmering 58 Doorschakel Configuratie 59 Herbenoemen 61 Resetten Afstandsbediening 61 Verlichtingsopties 63 Problemen 63 Processor Resetten 64 Bijlage 67 Technische Gegevens
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij, Harman Consumer Group, Inc.
2 route de Tours, 72500 Château-du-Loir, Frankrijk
verklaren dat het product dat beschreven wordt in deze handleiding voldoet aan de technische normen:
EN 55013:2001+A1:2003
EN 55020:2002+A1:2003
EN 61000-3-2:2000
EN 61000-3-3.1995+A1:2001
EN 60065:2002
Jurjen Amsterdam
Harman Consumer Group, Inc.
07/06
Opzet van de handleiding
Om de handleiding optimaal te kunnen gebruiken in combinatie met de afstandsbediening, de bedien­ingsorganen, de aansluitingen en de display is deze als volgt ingedeeld:
VOORBEELD (vet gedrukt) geeft een toets op de afstandsbediening of de voorzijde aan, dan wel een aansluiting op de achterzijde.
VOORBEELD (display) geeft een aanwijzing in de display aan.
VOORBEELD – (Synchro type) geeft een aanwijzing aan die in de LC display van de afstandsbediening
verschijnt.
1
- (cijfer in een hokje) verwijst naar een specifieke toets op de voorzijde.
- (cijfer in een cirkel) verwijst naar een aansluiting op de achterzijde.
0
- (cijfer in een ovaal) verwijst naar een toets op de afstandsbediening.
A - (letter in een ovaal) verwijst naar een toets van Zone II op de afstandsbediening.
De vorm van de tekstcursor in de in-beeld menu’s kunnen iets afwijken van de afbeeldingen in deze handleiding. Ongeacht of de tekst verschijnt in hoofdletters of kleine letters, de prestaties en de bediening blijft hetzelfde.
2 INHOUD
Inleiding
Dank u voor de aanschaf van een Harman Kardon product!
Met de aanschaf van een Harman Kardon AVR 645 staat u aan het begin van vele jaren luisterplezier.
De AVR 645 beschikt over de uitgebreidste audio­en videoprocessing, bedienings- en aansluit­mogelijkheden die ooit door Harman Kardon werden aangeboden. Daarmee wordt de best denkbare audio- en videoreproductie geleverd met elk type bronmateriaal. Door moderne processoren te combineren met ontwikkelingen zoals EzSet/EQ, integreert de AVR645 elke com­ponent in uw systeem naadloos tot één geheel en biedt u het beste in beeld en geluid.
Sommige van de toonaangevende eigenschap­pen waarover de AVR 645 beschikt, zoals HDMI™ aansluitmogelijkheden, ervaart ook de meest vervente home theater enthousiast als vernieuwend.
Om optimaal plezier van uw nieuwe receiver te hebben, raden we u aan deze handleiding in zijn geheel te lezen. Controleer ook of alle verbindin­gen met de luidsprekers, bronnen en andere externe apparatuur correct zijn uitgevoerd. Op deze manier raakt u zo snel mogelijk vertrouwd met alle functies en de bedieningsorganen en kunt u alle mogelijkheden van de AVR benutten. Bewaar de handleiding om deze later nog eens te raadplegen.
Omschrijving en Eigenschappen
De AVR 645 vormt het hart van uw home enter­tainment systeem met een groot aantal luister­mogelijkheden voor vrijwel elke denkbare audio­of videobron, of het nu gaat om een uitzending, een film of een sportevenement in HDTV of een oude mono- of stereo-opname. Bij het afspelen van digitale audiobronnen via conventionele optisch en coax digitale ingangen, dan wel via de voor HDMI 1.1 geschikte verbindingen, decodeert de AVR 645 Dolby Digital, Dolby Digital EX, DTS en DTS-ES datastreams. Tweekanalen stereo en matrix surround bronnen profiteren van alle huidige Dolby Pro Logic IIx functies en DTS Neo:6. De nieuwste versie van onze eigen Logic 7
®
processor is aanwezig voor een breder, meer omringend geluidsbeeld en een betere positionering van het surround geluid, ongeacht het type bronmateriaal. Extra audioweergave en bewerkingen omvatten een directe verbinding naar een geschikte op com­puterbestanden gebaseerde bronnen via een directe USB-verbinding.
Bij de AVR 645 is het videogedeelte uiterst serieus opgezet. Naast de twee HDMI ingangen en drie 100 MHz analoge component video­ingangen. Bij de AVR 645 is het videogedeelte uiterst serieus opgezet: naast de twee HDMI­ingangen en drie 100 MHz analoge component video-ingangen, zet de AVR 645 de binnenge­komen analoge signalen om in een HDMI-uit­gang of converteert composiet en S-video­signalen naar component voor verbindingen met één kabel. Voor het combineren van audio en video bezit de AVR 645 een A/V sync vertraging (delay) zodat het niet lipsynchroon lopen in materiaal waarin digitale video bewerking is gebruikt, wordt geëlimineerd.
Coax en optische digitale uitgangen zijn beschik­baar voor gebruik van digitale recorders, en zowel de analoge audio/video als de coax digi­tale aansluitingen op de voorzijde kunnen op uit­gang worden omgeschakeld voor gebruik met draagbare recorders - exclusief voor Harman Kardon. Twee video opname uitgangen, voorversterkeruitgang en een kleur gecodeerde 8-kanaals ingang maken de AVR vrijwel toekom­stzeker, en biedt deze alles wat voor de nieuwste formaten van morgen nodig is.
De flexibiliteit en het vermogen van de AVR 645 gaat nog verder dan uw home theater of luisterkamer. De AVR bevat een uitgebreid multi­zone bedieningssysteem met de mogelijkheid een bron te kiezen voor uw centrale kamer en een andere bron voor een (Audio) tweede kamer. Zowel composiet video als S-video en audio, worden naar de tweede kamer doorgestuurd, waarbij u volledige controle hebt over het volume via een afzonderlijk infrarood link voor de afstandsbediening. Om de bediening van de AVR vanuit een tweede kamer gemakkelijk te maken wordt er een afzonderlijke ZR 10 afstands­bediening bijgeleverd.
De extra meerkamerfuncties omvatten de mogelijkheid twee versterkerkanalen van de AVR toe te wijzen aan het meerkamersysteem, plus de verbinding van de AVR met het innovatieve A-
®
BUS
toetsenbord voor meerkamerbesturing zon-
der dat extra versterkers nodig zijn.
De krachtige versterker van de AVR 645 maakt gebruik van de traditionele Harman Kardon high­current ontwerp technologieën om de grote dynamiek van elk programmamateriaal te kunnen weergeven.
Harman Kardon heeft de ‘HiFi’ receiver meer dan vijftig jaar geleden uitgevonden. Met state-of­the-art en beproefde schakelingen vormt de AVR de perfecte combinatie in digitale audio tech­nologie, een rustige maar krachtige analoge ver­sterker in een elegante, gemakkelijk te gebruiken vormgeving.
Dolby
®
Digital, Dolby Digital EX en Dolby Pro Logic volldige pakket DTS
®
DTS-ES
®
IIx Decoders, en het
6.1 Discrete & Matrix en DTS
®
functies, inclusief
96/24.
Zeven kanalen high-current versterking en twee kanalen toewijsbaar aan surround achter of meerkamer ­toepassingen.
®
De exclusieve Logic 7
van Harman Kardon, samen met de keuze uit diverse Dolby Virtual Speaker processing bij gebruik van slechts twee luidsprekers
Dolby Headphone voor een open en ruimtelijk geluidsbeeld bij gebruik van een hoofdtelefoon.
USB aansluitmogelijkheid voor audio­weergave met geschikte computers en gemakkelijk systeem opwaardering.
Twee HDMI™ 1.1 en drie toewijsbare analoge component ingangen met grote bandbreedte maken hem geschikt voor alle high-definition videobronnen
Het moderne EzSet/EQ van
Harman Kardon configureert de luid­sprekerinstellingen automatisch en stelt de kamerequalizer in voor een gemakkelijke, snelle en nauwkeurige systeemopzet.
Grote bandbreedte, HDTV compatibele
videoschakeling.
Analoge A/V Ingangen op de Voorzijde,
Omschakelbaar als Uitgang.
Digitale ingangen op de voorzijde en
coax digitale uitgangen voor gemakkelijk aansluiten van draagbare apparatuur en de nieuwste video spelletjes.
Talloze digitale ingangen en uitgangen.
In-beeld menu en display systeem.
Uitgebreide meerkamer opties, inclusief
een standaard Zone II, toewijsbare versterkerkanalen en A-BUS/
READY
®
functie voor luisteren naar een andere bron in een andere zone.
6-Kanaals/8-kanaals Directe Ingang en
Voorversterker Uitgangen voor Gemakkelijke Uitbreiding en Gebruik met Toekomstige Formaten.
Uitgebreide bass management opties,
inclusief Quadruple Crossover
Instelbare A/V Sync vertraging voor elke
ingang zorgt voor lipsynchrone digitale programma’s en video-opnamen.
NEDERLANDS
INLEIDING 3
Veiligheid
WAARSCHUWING
KANS OP ELEKTRISCHE
SCHOKKEN. NIET OPENEN
LET OP: VERMIJD HET RISICO VAN ELEKTRISCHE SCHOKKEN. OPEN NOOIT ZELF DE BEHUIZING. IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ZELF KUNNEN WORDEN ONDERHOUDEN, GEREPAREERD EN/OF VERVANGEN. LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN GEKWALIFICEERDE TECHNICI.
WAARSCHUWING: VERKLEIN BRANDGEVAAR EN DE KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN; STEL HET APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
Het symbool van de bliksemschicht met pijlpunt en een gelijkzijdige driehoek waarschuwt de gebruiker voor de aan­wezigheid van ongeïsoleerde gevaarlijke voltages binnen in de behuizing van het apparaat. Deze voltages kunnen elek­trische schokken veroorzaken.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek waarschuwt de gebruiker voor de aanwezigheid van belangrijke infor­matie aangaande onderhoud en service in de gebruiksaanwijzing.
Belangrijke veiligheidsinformatie
Controleer netspanning voor gebruik
Uw nieuwe AVR is ontworpen voor gebruik met
LEES DIT VOORDAT U HET APPARAAT IN GEBRUIK NEEMT
Installeer dit apparaat niet in een afgesloten ruimte zoals een kast of iets dergelijks - en achterzijde minimaal 10 cm ruimte vrij. Houd het apparaat uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of koude.
Vermijd opstelling op een plaats waar er iets op kan vallen of het apparaat kan worden bloot­gesteld aan lekkende of spattende vloeistoffen. Zet de volgende dingen nooit op de tuner:
– Brandende objecten (b.v. kaarsen) daar dat
brand kan veroorzaken, het apparaat kan beschadigen en tot letsel kan leiden.
– Vazen met vloeistof die om kunnen vallen en
zo elektrische schokken kunnen veroorzaken en het apparaat beschadigen.
Dek het apparaat niet af met kranten, een tafelk­leed of iets anders dat de ventilatie belemmert. Doordat de temperatuur in het inwendige dan oploopt, kan brand ontstaan en letsel worden toegebracht.
Stel het apparaat op in de nabijheid van een stopcontact waar de stekker gemakkelijk te bereiken is.
Dit apparaat voert stroom zolang het met het lichtnet is verbonden, ook wanneer het is uit­geschakeld. Die toestand noemen we standby en daarin wordt slechts een minimale hoeveelheid stroom opgenomen.
WAARSCHUWING
OM HET RISICO OP BRAND OF ELEK­TRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN HET APPARAAT NOOIT BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
220 - 240 volt wisselspanning. Sluit u de receiver op een andere netspanning aan dan waarvoor deze is bedoeld, dan kan dit gevaarlijk zijn en zelfs brand ontstaan. Bovendien kan de receiver hier door beschadigd worden.
Heeft u vragen heeft over de juiste netspanning voor dit specifieke model of over de netspanning in uw omgeving, raadpleeg dan eerst uw lever­ancier voordat het apparaat met het lichtnet verbindt.
Gebruik geen verlengsnoeren
Gebruik het apparaat alleen met het vaste nets­noer. Het gebruik van verlengsnoeren met dit product wordt afgeraden. Leg, net als bij andere elektrische apparaten, het netsnoer niet onder vloerbedekking of tapijten en zet er geen zware voorwerpen op. Een beschadigd netsnoer onmid­dellijk door een erkende technische dienst laten vervangen door een exemplaar dat aan de fab­rieksspecificaties voldoet.
Ga voorzichtig met het netsnoer om
Wanneer u het netsnoer uit het stopcontact neemt, trek dan altijd aan de stekker en niet aan het snoer. Wanneer het apparaat voor langere tijd niet zal worden gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
Open de behuizing niet
In dit product bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker gerepareerd kunnen worden. Bij het openen van de behuizing kunt u een schok oplopen en wijzigingen aan het product zullen de garantie ongeldig maken. Mocht water of een metalen voorwerp zoals een paperclip, een nietje of iets dergelijks in het apparaat te­rechtkomen, neem dan de stekker direct uit het stopcontact en raadpleeg een erkende reparateur.
Opstelling
Plaats het apparaat, om een goede werking te verzekeren en risico’s te vermijden, op een ste
4 VEILIGHEID
vige en vlakke ondergrond. Zet u het apparaat op schap, controleer dan of het schap en de steunen het gewicht kunnen dragen.
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor ventilatie rond het apparaat. Plaatst u dit product in een kast of andere gesloten ruimte, controleer dan of er voldoende lucht in de kast circuleert. In sommige gevallen kan een ventilator nodig zijn.
Plaats het apparaat niet op een tapijt of een dergelijke ondergrond, daar dan de venti­latiesleuven worden afgesloten.
Gebruik het apparaat niet op extreem hete of koude plaatsen, op een plaats waar het bloot­staat aan direct zonlicht, of in de nabijheid van een verwarming.
Plaats het apparaat niet in een vochtige of stoffige omgeving.
Zorg ervoor dat de ventilatiesleuven in de bovenzijde van het apparaat vrij blijven en plaats er geen voorwerpen op.
Schoonmaken
Maak het apparaat zonodig schoon met een schone, zachte en droge doek. Indien nodig kunt bevochtigt u een zachte doek met lauw sop en daarna met een doek met schoon water. Droog het apparaat onmiddellijk af met een droge doek. Gebruik NOOIT benzeen, reinigingsmidde­len met drijfgassen, verdunner, alcohol of andere vluchtige middelen. Gebruik geen schuurmidde­len, want deze kunnen de afwerking van metalen onderdelen beschadigen. Vermijd het gebruik van insecticiden in de buurt van dit apparaat.
Verplaatsen
Alvorens het apparaat te verplaatsen controleren of alle verbindingen met andere apparaten losgenomen zijn en dat de stekker van het appa­raat zelf uit het stopcontact genomen is.
Uitpakken
De doos en overig verpakkingsmateriaal dat gebruikt werd om uw nieuwe receiver tijdens transport te beschermen zijn speciaal ontworpen
om schokken en trillingen te absorberen.Wij adviseren u de doos en het verpakkingsmateri­aal te bewaren voor het geval u gaat verhuizen of als het apparaat ooit gerepareerd zou moeten worden. Om de omvang van de doos te verkleinen kunt u deze plat maken. Dit doet u door het plakband op de bodem helemaal los te maken en de doos plat te drukken. De karton­nen hulpstukken kunnen op dezelfde manier worden bewaard. Verpakkingsmateriaal dat niet samengedrukt kan worden kan in een plastic zak worden bewaard. Wilt u het verpakkingsma­teriaal niet bewaren, is het goed te weten dat de doos en het overige verpakkingsmateriaal gerecycled kunnen worden. Denk aan het milieu en lever dit materiaal in op de daarvoor aangewezen plaats.
Bedieningsorganen
4
9
A
C
E
L
R
N
M
8
F
3
5
P
O
G
6D
B
H IK
J
Q
1
7
I
2
AVR 645
XMFMAM
USB
DMP
TAPE
8CH
6CH
DVD
DIGITAL PRO LOGIC IIx HEADPHONE VIRTUAL SPEAKER
57CH. STEREO
DIRECT DSP SURR. OFF
CDMI
HDMI
VID 34
VID 12
NEDERLANDS
Hoofd Netschakelaar
1
Systeemschakelaar
2
Lichtnetindicatie
3
Hoofdtelefoonuitgang
4
Surround functiegroep
5
Luidspreker
6 7 8 9 ) !
1
Functie Klankregeling Surround Functie Afstemmen Ontvangstbereik
Netschakelaar: druk op deze toets om de AVR in te schakelen. Is de schakelaar ingedrukt, dan staat het apparaat in standby, wat wordt aangegeven door de oranje LED standby schakelaar
2
3
. Wanneer deze toets NIET ingedrukt is, werkt het apparaat niet. Om het apparaat geheel uit te schakelen en ook de afstandsbediening te blokkeren, deze schakelaar indrukken zodat deze naar buiten komt en het woord ‘OFF’ (uit) op de bovenzijde van de schakelaar zichtbaar wordt. Opmerking: laat deze schakelaar normaal gesproken in de positie ON (aan) staan.
2
Standby: wanneer de netschakelaar ingedrukt is, drukt u op deze toets om de AVR in te schakelen. Druk deze knop opnieuw in om het apparaat uit (standby) te schakelen. De
lichtnetindicatie
3
(rond de schakelaar)
wordt blauw als het apparaat aan staat.
3
Lichtnetindicatie: licht amber op tijdens standby, als teken dat het apparaat gereed is voor gebruik. Ingeschakeld licht deze blauw op.
rond de
1
Insteltoets
@
Voorkeurposities
# $ % ^ & * ( Ó Ô 
4
Functie Ingangskeuze RDS Functie Vertraging Optisch Digitale Ingang 4 In/Uitgang Status Coax Digitale Ingang 4 Video 4 Ingang/Uitgang Klepje Voorzijde
Hoofdtelefoonuitgang: sluit hierop een hoofdtelefoon aan om ongestoord te kunnen luisteren. Gebruik een hoofdtelefoon met een standaard 6,3 jackplug. Bij het aansluiten van de hoofdtelefoon worden de luidsprekers in de centrale kamer en alle voorversterkeruitgangen
automatisch uitgeschakeld.
5
Surround groep: indrukken om de eerste groep surround functies te kiezen. Telkens wan­neer u drukt wordt de volgende groep gekozen in deze volgorde: Dolby functies DTS Digital functies DSP functies Stereo functies Logic 7 functies, enz. Is de toets ingedrukt en staat de gewenste groep in beeld en op de onderste regel van de display
˜
, druk dan op Surround functie9om door de beschikbare functies te schakelen.Voorbeeld: druk op deze toets om de Dolby groep te kiezen en druk dan op Surround functie
9
om uit de
beschikbare Dolby functies te kiezen.
Surround Indicatie
Ò
Luidspreker/Kanaal Indicatie Ingang
Ú
Digitale Bronkeuze
Û
Kanaalkeuze
Ù
Volumeregelaar
ı
Ingangskeuze
ˆ
Display
˜
Sensor Afstandsbediening
¯
EzSet/EQ Microfooningang
˘
6
Luidspreker: indrukken om het configureren van de AVR op de luidsprekers die u gebruikt te starten. Voor uitgebreide informatie over het con­figureren van de luidsprekerinstellingen via het frontpaneel, zie pagina 33.
7
Functie ‹: Wanneer een correctie wordt gemaakt met kanaalkeuze
bronkeuze
Û
Ù
of digitale
kunt u hiermee door de verschil-
lende opties schakelen.
8
Klankregeling in/uit: de klankregeling en balans worden ingeschakeld door deze toets in te drukken. De indicatie de display
˜
TONE IN verschijnt in
en met de regelaars Bass,
Treble en Balance kan het signaal naar de
luidsprekers worden gecorrigeerd. Staat de indicatie
TONE OUT in de display, dan wordt
het signaal ‘recht’ weergegeven, ongeacht de positie van de instellingen.Meer informatie op pagina 41.
BEDIENINGSORGANEN 5
Bedieningsorganen
9
Surround Functie: schakel met deze toets
door de afzonderlijke surround functies nadat op
Surround Groep
hiervoor).
)
Afstemmen: druk op de linkerzijde van de toets om naar een lagere frequentie te gaan, of op de rechter zijde om naar een hogere frequen­tie te gaan. Wordt een zender met een sterk sig­naal gevonden dan verschijnt
TUNED
of AUTO TUNED in de display (met de hand afgestemd of automatisch afgestemd). Zie pagina 51 voor meer informatie over afstemmen.
!
FM/MG keuze: druk op deze toets om tuner als bron van de AVR te kiezen. Na eenmaal indrukken hoort u de laatst gebruikte zender; nogmaals indrukken schakelt heen en weer tussen AM (= MG) en FM. Houd de toets vast om te schakelen tussen stereo en mono, handafstem­ming en automatische afstemming. Zie pagina 51 voor nadere informatie.
@
Instellen: regelt het instellen en configur­eren van de in de display instelling, die dan in het geheugen van de AVR wordt opgeslagen.
#
Voorkeurposities: druk op deze toetsen om voor- of achteruit door het overzicht van de voorkeurzenders te schakelen. Zie pagina 51 voor nadere informatie.
$
Functie ›: Wordt een instelling gemaakt
met kanaalkeuze
Û
dan kan met deze toets door de beschikbare
opties worden gescrolld.
%
Ingangskeuze: druk één of meermaals op
deze toets om een andere bron te kiezen.
^ RDS functie: indrukken om de verschillende boodschappen van het RDS-systeem van de AVR tuner op te roepen. Zie pagina 51 voor nadere informatie over RDS.
& Vertraging: indrukken om de vertraging voor de Dolby Surround functies in te stellen. Zie pagina 35 voor nadere informatie omtrent het instellen van de vertraging.
5
is gedrukt (zie punt
MANUAL
˜
aangegeven
Ù
of digitale bronkeuze
5
˜
*
Digitale ingang 4 optisch: sluit de optische digitale audio uitgang van een audio of video product hierop aan. Wordt de ingang niet gebruikt zorg dan dat de ingang met het dopje is afgedekt om te voorkomen dat er stof in de ingang komt.
(
In/Uitgang Status: normaal gesproken lichten deze LED indicaties groen op als teken dat de Video 4 A/V 4
Ó
digitale aansluiting op de voorzijde, werken als ingangen. Wanneer een van deze aansluitin­gen geconfigureerd is als uitgang, wordt de indi­catie rood als teken dat deze aansluiting gebruikt kan worden voor opname. Zie pagina 45 voor meer informatie over het als uitgang configure­ren van de aansluitingen op de voorzijde.
Ó
Digitale ingang 4 coax: wordt gewoonlijk gebruikt voor het aansluiten van draagbare digitale audio apparaten, videospelletjes en andere producten die een coax digitale aans­luiting hebben. Kan ook als uitgang worden gebruikt om een signaal naar CD-R, MiniDisc of ander digitaal opnamemedium te voeren. Zie pagina 45 voor informatie over de configuratie van de Digital Coax 4 aansluiting.
Ô
Video 4 Ingang/Uitgang: deze audio/video aansluitingen kunnen gebruikt worden als tijdelijke verbinding met videospelle­tjes of draagbare audio/video apparaten zoals camcorders en draagbare audio spelers. Kunnen ook geconfigureerd worden als uitgangen (ook S-Video) voor opname met een audio- of video­recorder. (zie pagina 45 voor nadere informatie)
Klepje Voorzijde: om het klepje te openen en toegang te krijgen tot de aansluitingen en de knopjes achter het klepje drukt u dit aan een bovenhoek voorzichtig naar beneden en naar u toe.
Ò
Surround Indicatie: de indicatie geeft de gekozen functie aan. Denk er aan dat bij het inschakelen alle indicaties kort oplichten, waarna in normaal bedrijf alleen de gekozen functie blijft branden.
Ô
aansluitingen of de Coax
Ú
Luidspreker/kanaal functie: geeft aan welke luidspreker voor elk kanaal gekozen is, of de configuratie van het binnenkomende signaal. De indicaties voor de luidsprekers links, centrum, rechts, links surround en rechts surround bestaan uit drie hokjes, terwijl de subwoofer een enkel hokje is. Het middelste hokje licht op wanneer een ‘kleine’ luidspreker is gekozen, de buitenste twee wanneer een grote luidspreker is gekozen. Brandt geen enkel hokje voor de kanalen cen­trum, surround of subwoofer, dan zijn er voor die posities geen luidsprekers gekozen. Zie pagina 36 voor nadere informatie over het configureren van de luidsprekers. De letter in het middelste hokje geeft een actief kanaal aan. Voor standaard analoge bronnen zullen alleen L en R oplichten, wat een stereobron aangeeft. Gaat het om een digitale bron dan geven de indicaties aan welke kanalen op de digitale ingang worden ontvangen. Een knipperende letter geeft een onderbroken digitaal signaal aan. Zie pagina 44 voor nadere informatie over deze indicaties.
Û
Digitale Bronkeuze: druk op deze toets om te kiezen tussen de optische
Ó
digitale ingangen. (zie pagina 43 voor
nadere informatie)
Ù
Kanaalkeuze: indrukken om de verschil­lende kanalen in te stellen met behulp van een externe audiobron. Voor meer informatie over het instellen van de uitgangsniveaus, zie pagina 46.
ı
Volume: draai deze knop naar rechts om het niveau te verhogen, of naar links om het niveau te verlagen. Mute (geluid uit) wordt automatisch opgeheven zodra de volumeregelaar wordt verdraaid.
ˆ
Ingangsindicatie: de indicatie geeft de gekozen bron aan. Denk er aan dat bij het inschakelen alle indicaties kort oplichten, waarna in normaal bedrijf alleen de gekozen bron blijft branden.
˜
Display: in de display worden aanwijzingen en indicaties gegeven die u helpen het apparaat te bedienen.
¯
Sensor afstandsbediening: deze sensor ontvangt de bevelen van de afstandsbediening. Richt de afstandsbediening hierop en zorgt dat de sensor niet geblokkeerd wordt, tenzij een externe sensor is aangesloten.
˘
EzSet/EQ Microfooningang: voordat u het geautomatiseerde EzSet/EQ instelproces start, sluit u de microfoon op deze ingang aan. In andere situaties hoeft de microfoon niet aanges­loten te zijn.
*
en coax
6 BEDIENINGSORGANEN
Aansluitingen
The
Bridge
TM
NEDERLANDS
MG antenne
FM antenne
Tape ingangen
Tape uitgangen
Hoofd Subwoofer Uitgang
DVD audio ingangen
CD ingang
Meerkamer Audio Uitgangen
A-BUS
8-Kanaals Directe Ingangen
Digitale audio uitgangen
TV/monitor uitgang
DVD video ingangen
Front Luidsprekers Uitgangen
Centrum Luidspreker Uitgang
Surround Luidsprekers Uitgangen
Opmerking: om het aansluiten van de ver­schillende verbindingen voor meerkanaals in­en uitgangen en de luidsprekers gemakkelijk te maken, zijn alle aansluitingen van een kleuren­code voorzien, overeenkomstig de nieuwste CEA standaard: Front Links Wit Front Rechts: Rood Centrum: Groen Surround Links: Blauw Surround Rechts: Grijs Surround Achter Links: Bruin Surround Achter Rechts: Tan Subwoofer (LFE): Paars Digitaal Audio: Oranje Composiet Video: Geel Component Video ‘Y’: Groen Component Video ‘Pr’: Rood Component Video ‘Pb’: Blauw
Geschakelde lichtnetuitgang
USB Aansluiting
Lichtnetingang
Video 2 Component Video Ingangen
Component Video Uitgangen
Video 1 Component Video Ingangen
Uitgang IR afstandsbediening
Ingang IR afstandsbediening
Multi IR ingang
Video 1 video uitgangen
Video 1 video ingangen
HDMI Uitgang
Video 3 video ingangen
Video 2 video ingangen
Optisch digitale ingangen
Coax digitale ingangen
MG-antenne: sluit hierop de bijgeleverde MG raamantenne aan. Wordt een externe MG-antenne gebruikt, sluit die dan aan conform de daarbij gevoegde aanwijzingen.
FM-antenne: sluit hierop de bijgeleverde FM-antenne aan, of een buitenantenne, dan wel een kabelsysteem.
Tape-ingangen: verbind deze ingangen met
de Play/Out uitgangen van een audiorecorder.
Tape-uitgangen: verbind deze uitgangen met de Record/In ingangen van een audio­recorder.
HDMI Ingang
Video 2 audio ingangen
Video 3 audio ingangen
Video 1 audio ingangen
Video 1 audio uitgangen
Voorversterker uitgangen
Surround Achter/Meerkamer luidsprekeruitgangen
RS-232 Poort
Ventilatorsleuven
DVD/Video 3 Component Video Ingang
Afstandsbediening IR Draaggolf Uitgang
Trigger Uitgang 1
The Bridge Digital Media Speler (DMP) Ingang
Hoofd Subwoofer Uitgang: verbind deze uitgang met de lijningang van een actieve sub­woofer. Bij gebruik van een losse subwooferver­sterker wordt deze uitgang met de ingang van die versterker verbonden. Gebruikt u slechts één subwoofer, sluit deze dan hierop aan.
DVD Audio Ingang: verbind deze ingang met de analoge audio uitgang van een DVD­speler of een andere audiobron.
CD Ingang: verbind deze ingang met de analoge audio uitgang van een compact disc speler of CD-wisselaar of een andere audiobron.
Meerkamer Audio Uitgangen: sluit hierop extra audio eindversterkers aan om in een andere kamer naar de voor het meerkamersysteem gekozen bron te kunnen luisteren.
AANSLUITINGEN 7
Aansluitingen
A-BUS: verbind deze aansluiting met een extra A-BUS gecertificeerde afstandsbediening of versterker om zo de meerkamer faciliteiten van de AVR uit te breiden. Zie pagina 20 voor meer informatie over A-BUS.
8-Kanaals Directe Ingangen: deze ingan­gen worden gebruikt voor het aansluiten van DVD-Audio of SACD spelers met discrete analoge uitgangen. Afhankelijk van de, bron kunnen alle acht ingangen worden gebruikt, hoewel in de meeste gevallen alleen de front links/rechts, centrum, surround links/rechts en LFE (sub­woofer) ingangen gebruikt zullen worden in een standaard 5.1 audio opzet.
Digitale audio uitgangen: verbind deze uitgangen met de digitale ingang van een digita­le recorder zoals een CD-recorder of een MiniDisc recorder.
Video Monitor Uitgang: verbind deze aansluiting met de composiet en/of S-Video ingang van een TV of monitor of videoprojector om de in-beeld menu’s te kunnen zien, plus de met de videoschakelaar op de AVR gekozen stan­daard video of S-Video bron.
DVD video-ingangen: verbind deze ingan­gen met de composiet of S-video uitgangen van een DVD-speler of andere videobron.
Front Luidsprekers Uitgangen: verbind deze uitgangen met de juiste + en – aansluitin­gen van de linker en rechter luidspreker. Overeenkomstig de nieuwe CEA kleurcode is de witte aansluiting de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode + aansluiting van de Front Links luidspreker, conform de oude codering. De rode aansluiting is de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode positieve + van de Front Rechts luidspreker. Verbind de zwarte – aansluitingen van de AVR met de zwarte – van de luidsprekers. Zie pagina 16 voor nadere informatie over luidsprekerpolariteit.
Centrum Luidspreker Uitgang: verbind deze uitgang met de juiste + en – aansluitingen van de centrum luidspreker. Overeenkomstig de nieuwe CEA kleurcode is de groene aansluiting de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode + aansluiting van de Centrum luid­spreker, conform de oude codering. Verbind de zwarte – aansluiting van de AVR met de zwarte – van de centrum luidspreker. Zie pagina 16 voor nadere informatie over luidsprekerpolariteit.
Surround Luidspreker Uitgangen:
verbind deze uitgangen met de juiste + en – aansluitingen van de surround luidsprekers. Overeenkomstig de nieuwe CEA kleurcode is de blauwe aansluiting de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode + aansluiting van de Surround Links luidspreker, conform de oude codering. De grijze aansluiting is de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode positieve + van de Surround Rechts luidspreker. Verbind de zwarte – aansluitingen van de AVR met de zwarte – van de surround luidsprekers. Zie pagina 16 voor nadere informatie over luid­sprekerpolariteit.
Geschakelde lichtnetuitgang: voor het voeden van andere apparaten, die dan tegelijk met standby ingeschakeld.
USB Aansluiting:verbind een kabel met een USB “Mini B” plug met de AVR en het andere einde met een geschikte computer, draaiend op Windows van de nieuwste service packs met deze poort om via de AVR 645 naar audio van de computer te luisteren. Deze verbinding wordt ook gebruikt om een geschikte computer met de AVR te verbinden voor het opwaarderen (upgrade) van de software indien beschikbaar. Zie pagina 43 voor nadere informatie over het weergeven van computer audio via de AVR. Aanwijzingen voor opwaarderen vindt u bij de bestanden voor het opwaarderen bij het downloaden.
Lichtnetaansluiting: verbind het netsnoer met deze aansluiting zodra de installatie is voltooid. Gebruik voor uw eigen veiligheid uit­sluitend het meegeleverde netsnoer. Let er bij eventuele vervanging op dat eenzelfde type wordt gebruikt.
Component Video 2 Ingang: deze ingang kan met elke videobron worden gebruikt die is voorzien van analoge Y/Pr/Pb of RGB component video uitgangen. De fabrieksinstelling is naar de Video 2 ingang, maar u kunt deze altijd veran­deren via het pagina 16 voor meer informatie over het con­figureren van component video ingangen.
Monitor Component Video Uitgang: sluit deze uitgangen aan op de component video­ingangen van een videoprojector of –monitor. Wanneer een bron, aangesloten op een van de twee Component video-ingangen wordt geselecteerd dan zal het signaal naar deze aansluitingen gestuurd worden.
2
op de AVR worden
®
2000, Windows®XP of hoger voorzien
IN/OUT SETUP menu. Zie

,
Component Video 1 Ingang: deze ingang kan met elke bron worden gebruikt die is voor­zien van analoge Y/Pr/Pb of RGB component video uitgangen. De fabrieksinstelling is naar de Video 1 ingang, maar u kunt deze altijd verande­ren via het 16 voor meer informatie over het configureren van component video ingangen.
Opmerking: alle componenten in- en uitgangen kunnen ook voor RGB signalen gebruikt worden, op dezelfde manier als beschreven voor de Y/Pr/Pb signalen en aangesloten op de ingangen voor de overeenkomstige kleur. RGB aansluiting is niet mogelijk wanneer de bron een afzonderlijk sync signaal afgeeft (zie pagina 17).
aansluiting kan de IR-sensor in de receiver ook andere op afstand bediende apparaten bedienen. Verbind deze uitgang met de ‘IR-IN’ ingang op andere Harman Kardon of andere geschikte apparaten.
sor van de AVR geblokkeerd is door een kast of andere obstakels, kan een externe sensor worden gebruikt. Sluit deze op deze ingang aan.
van een IR-sensor in een andere kamer met deze aansluiting om het meerkamersysteem van de AVR te bedienen.
uitgangen met de RECORD/INPUT composiet of S-video ingang van een VCR.
ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een VCR of andere video­bron.
uitgang met de HDMI ingang op een geschikte van HDMI voorzien videoscherm.
ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een VCR of andere video­bron.
ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een tweede VCR of andere videobron.
optisch digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV ontvanger, LD-speler, MD-speler of CD­speler met deze ingangen. Het signaal kan een Dolby Digital, DTS, 2-kanaals MPEG1 of HDCD signaal zijn, dan wel een standaard PCM digitale bron.
IN/OUT SETUP menu. Zie pagina
IR-uitgang afstandsbediening: via deze
Meerkamer IR-ingang: wanneer de IR-sen-
Meerkamer IR-ingang: verbind de uitgang
Video 1 video uitgangen: verbind deze
Video 1 video ingangen: verbind deze
HDMI Uitgang: verbind deze geschikt
Video 3 video ingangen: verbind deze
Video 2 video ingangen: verbind deze
Optisch Digitale Ingangen: verbind de
8 AANSLUITINGEN
Aansluitingen
Coax Digitale Ingangen: verbind de coax digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV ont­vanger, LD-speler, MD-speler of CD-speler met deze ingangen. Het signaal kan een Dolby Digital, DTS, 2-kanaals MPEG1 of HDCD signaal zijn, dan wel een standaard PCM digitale bron. Verbind geen RF digitale uitgang van een LD-speler met deze ingangen.
HDMI Ingangen: verbind de HDMI uitgang van videobronnen met een DVD-speler, settop box of HDTV tuner op één van deze aansluitingen.
Video 2 Audio Ingang: verbind deze aan­sluitingen met de PLAY/OUT audio-uitgangen van een tweede VCR of een andere audio- of videobron.
Video 3 audio ingangen: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT audio uitgangen van een VCR of andere videobron.
Video 1 Audio Ingang: verbind deze aan­sluitingen met de PLAY/OUT audio-uitgangen van een VCR of een andere audio- of videobron.
Video 1 audio uitgangen: verbind deze uitgangen met de Record/Input ingangen van een VCR.
Voorversterkeruitgang: verbind deze aansluitingen met een extra externe eindversterker voor toepassingen waarbij meer vermogen nodig is.
Surround Achter/Meerkamer Luidsprekeruitgangen: deze luidsprekeruit-
gangen worden gewoonlijk gebruikt om de surround achter links/rechts luidsprekers in een
7.1 systeem te voeden. Ze kunnen echter ook gebruikt worden om de luidsprekers in een andere zone te sturen met het signaal dat is gekozen voor een meerkamersysteem.
Om de uitgang te wijzigen van de standaard Surround Achter naar Meerkamer Uitgang dient een instelling in het Meerkamer Menu van het OSD (in-beeld) systeem worden veranderd. Zie pagina 49 voor meer informatie voor het config­ureren van deze luidsprekeruitgang. Bij normaal surround gebruik zijn bruin en zwart de surround achter positieve (+) en negatieve (-) aansluitin­gen en tan en zwart aansluitingen zijn de sur­round achter rechts positieve (+) en negatieve (-) aansluitingen.
Voor meerkamer toepassing verbindt u de bruine en zwarte SBL aansluitingen met de rode en zwarte aansluitingen van de linker luidspreker in de andere zone en de tan en zwart SBR aan­sluitingen met de rode en zwarte aansluitingen van de rechter luidspreker in de andere zone.
RS-232 Poort: voor besturing van de AVR via een tweerichtingen RS-232 seriële besturings­verbinding naar een geschikte computer of pro­grammeerbaar afstandsbedieningsysteem. Vanwege de complexiteit van het programmeren van RS-232 bevelen, raden we u dringend aan de aansluiting van deze poort voor de besturing aan een ervaren en gekwalificeerde technicus over te laten. Deze aansluiting kan ook verbonden wor­den met een geschikte computer om de software en het besturingssysteem van de AVR op te waarderen zodra nieuwe software beschikbaar komt.
Ventilatiesleuven: hierlangs komt de lucht van het ventilatiesysteem van de AVR naar buiten. Om adequate ventilatie van de receiver mogelijk te maken en beschadigd van onderde­len door warmte te voorkomen, deze openingen nooit blokkeren en minimaal ca. 7 cm aan de achterzijde vrij laten.
DVD/Video 3 Component Video Ingang:
deze ingang kan met elke bron worden gebruikt die is voorzien van analoge Y/Pr/Pb of RGB com­ponent video uitgangen. De fabrieksinstelling is naar de Video 1 ingang, maar u kunt deze altijd veranderen via het pagina 16 voor meer informatie over het configu­reren van component video ingangen.
Afstandsbediening IR Uitgang: op deze uitgang staat het complete signaal zoals dat wordt ontvangen op de Afstandsbedienings-
sensor
¯
bedieningsingang die is verwijderd van signalen op de Afstands­bedieningsuitgang
om IR afstandsbedieningssignalen naar de ingang van geschikte apparaten te sturen via directe verbindingen, dan wel externe IR zenders. Twijfelt u welke van de twee IR Uitgangen gebruikt moet worden, raden we u aan met uw leverancier te overleggen of met de leverancier van de extra te besturen apparatuur.
Trigger Uitgang 1: verbind deze aansluiting met de “Trigger In” aansluiting van een extra externe component zoals een audioversterker die u samen met de AVR 645 wilt in- en uitschake­len. Bij gebruik van deze verbinding stuurt de AVR 645 automatisch een laagspanning stuursig­naal naar het aangesloten apparaat waarmee dit apparaat wordt in- en uitgeschakeld wanneer de AVR 645 wordt ingeschakeld of in standby wordt gezet. Het aangesloten apparaat dient te rea­geren op een 6 volt stuursignaal.
IN/OUT SETUP menu. Zie
dan wel via de Afstands-
inclusief de draaggolf
. Gebruik deze uitgang
verbind bij uitgeschakelde AVR 645 het ene einde van de extra Harman Kardon met de daarvoor bestemde aansluiting en de andere zijde met een geschikte Apple iPod. Wordt nu Digital Media Player als bron gekozen, dan ver­schijnt de besturing en navigatie van de iPod in het beeldscherm (indien aangesloten op de
Video Monitor Uitgang
onderste regel van de Display iPod navigeren en nummers voor weergave kiezen met plus de loopwerktoetsen tandsbediening van de AVR. Zie pagina 45 voor nadere informatie.
Digital Media Player (DMP):
en de bovenste en
˜
. U kunt de
⁄/¤/‹/›
E
F en Set FQ
P
P op de afs-
NEDERLANDS
AANSLUITINGEN 9
Afstandsbediening
4
E
P
I
N
7
H
P
M
3
2
0
5
8
A
O
J
C
G
F
P
Q
K
9
B
L
D
6
1
0
Standby
1
IR-zender
2
LC Display
3
Inschakelen
4
Ingangskeuze
5
AVR-keuze
6
MG/FM keuze
7
6-Kanaals/8-kanaals Directe Ingang
8
Testsignaal
9
Sluimerfunctie
A
Surroundfunctie
B
Nachtfunctie
C
Kanaalkeuze
D
Dimmer
E
Navigatie
F
Instellen
G
Digitale keuze
H
Cijfertoetsen
I
Tunerfunctie
J
Directfunctie
K
Afstemmen hoger/lager
L
In-beeld display/info
M
Dolby Functie
N
DTS Digital Functie
O
Logic 7 Functie
P
Loopwerktoetsen
Q
Verlichting
Volgende/vorige
Stereo Functie
DTS Neo:6 Functie
Macro's
Disc Skip
Voorkeuze Hoger/Lager
Wissen
Geheugen
Instelling Vertraging
Programmeren
Luidsprekerkeuze
Meerkamer
Volume hoger/lager
EZSet/EQ In/Uit
Kanaal Hoger/Lager
Muting
Klankregeling
Opmerking: de hier gebruikte functienamen slaan op de voor de AVR gebruikte functies. De meeste toetsen hebben meerdere functies wanneer de afstandsbediening voor andere apparaten wordt gebruikt.
De aansluiting rechts boven op de afstands­bediening is bedoeld voor toekomstige toe­passingen. Verwijder de plug niet en sluit er geen enkel apparaat op aan.
10 AFSTANDSBEDIENING
Afstandsbediening
90
min80min70min60min50min
40
min
30
min20min10min
OFF
Belangrijk: de afstandsbediening van de AVR 645 kan geprogrammeerd worden om maxi­maal 7 apparaten, inclusief de AVR zelf, te besturen. Voordat u de afstandsbediening in ge­bruik neemt eerst de ingangskeuze
4
indrukken en het apparaat kiezen dat u wilt gebruiken.Af fabriek is de afstandsbediening van de AVR ingesteld op het bedienen van de AVR en de meeste Harman Kardon CD en DVD-spelers en cassettedecks. De afstandsbediening kan ook een reeks andere producten bedienen via de codes die al aanwezig zijn, of door de bevelen van andere afstandsbediening te programmeren.Voordat u de afstandsbediening in gebruik neemt met andere producten, eerst de aanwijzingen op pagina 53-54 over het programmeren van bevelen uitvoeren.
Aan veel toetsen van de afstandsbediening kun­nen functies toegewezen worden die afhankelijk zijn van het product dat met de ingangskeuze
4
geactiveerd is. Hier worden in de eerste plaats de functies van de afstandsbediening voor de AVR beschreven
0
Standby: indrukken om de AVR of een aan­gegeven apparaat in standby te zetten. Denk er aan dat de bij uitgeschakelde AVR de functies in de centrale kamer uitgeschakeld zijn, maar dat wanneer meerkamer functies geactiveerd zijn, deze actief zullen blijven.
1
IR-zender: richt dit op de sensor van de AVR bij het indrukken van een toets, zodat de infrarood signalen goed worden ontvangen.
2
LC Display: een display met twee regels voor diverse informatie afhankelijk van de gegeven bevelen via de afstandsbediening.
3
Inschakelen: druk op deze toets om de netspanning van het apparaat in te schakelen dat met de ingangskeuze
4
is gekozen, uitge-
zonderd Tape.
4
Ingangskeuze: door een van deze toetsen in te drukken gebeuren er drie dingen: staat de AVR niet aan, dan wordt deze ingeschakeld; dan wordt de bron gekozen overeenkomend met de ingedrukt toets, en tenslotte wordt de afstands­bediening omgeschakeld, zodat deze de gekozen bron bedient.
De toetsen DVD, DMP en HDMI 1 worden gebruikt voor één van de volgende twee ingangsbronnen:
• De eerste keer dat op DVD wordt gedrukt, kiest u de bron die is verbonden met de DVD-ingang. De tweede maal kiest de bron die is verbonden met de CD-ingang.
• De eerste keer dat op DMP wordt gedrukt, kiest u The Bridge als ingang. De tweede maal kiest de bron die is verbonden met de Tape­ingang.
• De eerste keer dat op HDMI 1 wordt gedrukt, kiest u de bron die is verbonden met de HDMI 1 ingang. De tweede maal kiest de bron die is ver­bonden met de HDMI 2 ingang.
Bij normaal gebruik zal de afstandsbediening wanneer zes seconden geen toets wordt inge­drukt, terugkeren naar het besturen van de AVR. Daarmee keert de afstandsbediening automa­tisch terug naar het besturen van essentiële func­ties zoals volume, muting en het kiezen van de surroundfunctie nadat de afstandsbediening is gebruikt voor andere apparaten. Wilt u deze tijd waarin een ander apparaat kan worden bestuurd veranderen, of de afstandsbediening constant een ander apparaat laten bedienen (bijvoorbeeld een DVD-speler of een settop-box) en zelf bepalen wanneer u terugkeert naar de besturing van de AVR door op AVR-keuze
5
te drukken,
volg dan de aanwijzingen op pagina 40 op.
5
AVR-keuze: hiermee schakelt u de afs­tandsbediening om, zodat deze de functies van de AVR bedient. Staat de AVR op standby, dan wordt deze ingeschakeld.
6
MG/FM keuze: druk op deze toets om de tuner van de AVR als bron te kiezen. Drukt u op deze toets terwijl de tuner al gekozen is, dan wordt omgeschakeld tussen MG en FM.
7
6-Kanaals/8-Kanaals Directe Ingang:
druk op deze toets om het apparaat dat is aangesloten op de 6-Kanaals Directe Ingang of op de 8-Kanaals Directe Ingang
is aangesloten. De beschikbare ingang wordt bepaald door de keuze 5.1 of 6.1/7.1 die u in de surround instelling maakt. Zie pagina 27 voor meer informatie.
8
Testsignaal: druk hierop om het configure­ren van de uitgangsniveaus van de AVR te star­ten. Zie pagina 27 voor nadere informatie over het kalibreren van de AVR.
9
Sluimerfunctie: sluimerfunctie: druk op deze toets om het apparaat in de sluimerfunctie te zetten. Na de in de display aangegeven tijd zal de AVR automatisch in standby gaan. Elke keer dat u op deze toets drukt zal de tijd veranderen in deze volgorde:
Houd de toets twee seconden ingedrukt om de sluimerfunctie uit te schakelen. Denk er aan dat deze toets ook gebruikt wordt om een ander kanaal te kiezen op TV, VCR en Sat ontvanger wanneer die bron is gekozen via de
Ingangskeuze
A
Surround Functie: druk op deze toets om
4
.
één van de surround functies HALL of THEATER te kiezen. Denk er aan dat afhankelijke van het type ingang niet altijd alle functies beschikbaar zijn. Zie pagina 33 voor meer informatie over de surround functies. Denk er aan dat deze toets ook gebruikt wordt om een zender af te stem­men op TV, VCR en Sat ontvanger wanneer die bron is gekozen via de Ingangskeuze
B
Nachtfunctie: schakelt de nachtfunctie in.
4
.
Bedoeld voor digitale bronnen en zorgt ervoor dat ook op laag volume de dialoog in het cen­trum kanaal verstaanbaar blijft. Zie pagina 23 voor nadere informatie.
C
Kanaalkeuze: hiermee activeert u het instellen van de uitgangsniveaus van de AVR met een externe bron. Na eenmaal op deze toets gedrukt te hebben kan met de toetsen
⁄/¤
E
het kanaal worden gekozen, waarna met
instellen
E
en dan opnieuw met de ⁄/¤het niveau kan worden ingesteld. Zie pagina 40 voor aanvullende informatie.
NEDERLANDS
AFSTANDSBEDIENING 11
Afstandsbediening
DTS Neo:6 MUSIC
DTS Neo:6 MOVIES
D
Dimmer: indrukken om de dimmer te acti­veren waarmee de helderheid van de display kan worden verminderd, of geheel kan worden uitge­schakeld. Druk eenmaal op de toets om de hel­derheid van de display 50% te verminderen en nogmaals binnen vijf seconden om de display uit te schakelen. Denk er aan dat deze instelling tij­delijk is; ongeacht de gekozen instelling zal de display bij het inschakelen van de AVR altijd op volle sterkte oplichten. De blauwe verlichting rond Standby/In branden ongeacht de instelling om aan te geven dat de AVR aan staat. De blauwe indicatie in de volumeregelaar blijft eveneens op volle sterkte branden wanneer de display 50% gedimd is, maar dooft wanneer de display wordt uitge­schakeld.
E
Navigatie: deze enkele schijfvormige toets wordt gebruikt om door de items in de in-beeld menu’s of de display te schakelen of te wijzigen, dan wel de configuratie in te stellen van de digi­tale ingangen of de vertragingstijd (delay). Bij het wijzigen van een instelling drukt u eerst op de toets voor de functie of instelling die veranderd moet worden, bijvoorbeeld de Digitale Keuze
G
om een digitale ingang te wijzigen. Druk vervolgens op één van deze toetsen om door de beschikbare opties te schakelen of om de instelling te verhogen of te verlagen. In de verschillende paragrafen die de functies behan­delen wordt het gebruik van deze toetsen per functie toegelicht.
F
Instellen: deze toets wordt gebruikt om instellingen in het geheugen van de AVR op te slaan. Tevens voor het invoeren van de vertrag­ingstijd, instelling van de luidsprekerconfiguratie en het uitgangsniveau van de zender.
G
Digitale keuze: druk op deze toets om een van de digitale ingangen Zie pagina 43 voor nadere informatie over het gebruik van de digitale ingangen.
H
Cijfertoetsen: met deze tien cijfertoetsen kan de frequentie van een radiozender of een programma op TV of satellietontvanger, dan wel een nummer op CD, DVD, of LD worden ingevo­erd, afhankelijk van de gekozen bron en de pro­grammering van de afstandsbediening.
I
Tunerfunctie: indrukken terwijl de tuner actief is om te kiezen tussen hand- of automatis­che afstemming. Ingedrukt verschijnt er in de onderste regel van de display
MANUAL (met de hand) en door op
Afstemming
frequentie in enkele stappen hoger of lager. Is FM gekozen en staat afstemming) in de display op deze toets te drukken omgeschakeld naar mono ontvangst en worden ook zwakke zenders hoorbaar. Zie pagina 51 voor meer informatie.
1
blijft altijd op volle sterkte

te kiezen.
˜
de aanwijzing
K)te drukken gaat de
AUTO (automatische
˜
dan wordt door
J
Directfunctie: indrukken wanneer de tuner actief is om de frequentie van een zender direct in te toetsen. Voer vervolgens met de cijfer-
toetsen
H
de frequentie in. Zie pagina 44
voor nadere informatie.
K
Afstemmen hoger/lager: wanneer de tuner in gebruik is gaat u met deze toetsen omhoog of omlaag in het gekozen afstembereik. Heeft u op Tunerfunctie
Afstembereik
AUTO in de display
!
I
gedrukt, of
ingedrukt gehouden zodat
˜
verschijnt, dan zal de tuner na het indrukken van één van de toetsen de tuner zoeken naar de eerstvolgende zender die met voldoende sterkte voor goede ontvangst binnenkomt. Verschijnt
˜
dan zal worden afgestemd in enkelvoudige
MANUAL in de display
stappen. Zie pagina 52 voor meer informatie.
L
In-beeld display/info: indrukken om
aanwijzingen in beeld te zien en te kiezen.
M
Dolby Functie: kies hiermee de gewenste Dolby Surround processor functie. Door in te drukken wordt beurtelings een van de functies Dolby Pro Logic II, Dolby 3 Stereo of Dolby Digital gekozen. Denk er aan dat de Dolby functie alleen beschikbaar is bij een digitale ingang en de andere functies alleen zolang geen Dolby Digital bron wordt gebruikt, uitgezonderd Pro Logic II met Dolby Digital 2.0 opnamen, zie opmerking op pagina 42. Zie pagina 28 over de beschikbare Dolby surround functies.
N
DTS Digital Functie: wordt een DTS bron gebruikt dan kiest de AVR automatisch de juiste functie en zijn geen andere beschikbaar. Door op deze toets te drukken wordt alleen de gekozen functie aangegeven, afhankelijk van het afge­speelde surround materiaal en de luidsprekercon­figuratie. Zie item
6
op pagina 5. Wordt geen DTS bron gebruikt, dan heeft deze toets geen functie. Zie pagina 28 en 33 voor de beschikbare DTS opties.
O
Logic 7 Functie: druk op deze toets om één van de beschikbare Logic 7 functie te kiezen. Zie pagina 38 voor de beschikbare Logic 7 functies.
P
Loopwerktoetsen: deze toetsen hebben geen enkele functie voor de AVR, maar kunnen wel geprogrammeerd worden voor het voor­waarts/achterwaarts afspelen van een breed scala aan CD- of DVD-spelers, en audio- of videocassetterecorders. Zie pagina 53 voor aan­vullende informatie over het programmeren van de afstandsbediening.
Q
Verlichting: activeert de inwendige verlich­ting van de afstandsbediening voor een betere leesbaarheid in een donkere omgeving.
Volgende/vorige: deze toetsen hebben geen functie voor de AVR, maar worden afhanke­lijk van de programmering gebruikt voor CD, DVD, audio- of videorecorders om naar een volgend of voorgaand nummer te gaan. Zie pagi­na 38 voor aanvullende informatie.
Stereo Functiekeuze: indrukken om een stereo weergavefunctie te kiezen. Is op de toets gedrukt zodat
display
DSP SURR OFF in de
˜
verschijnt, werkt de AVR in de pas­seerfunctie met echte volledig analoge twee­kanaals links/rechts stereoweergave, zonder sur­round processing of bas management, in tegen­stelling tot andere functies waarbij digitale pro­cessing wordt gebruikt. Verschijnt
OFF
in de display˜dan hoort u stereo-
SURROUND
weergave aangevuld met de voordelen van bas management. Verschijnt tenslotte
STEREO
of 7 C HSTEREOdan wordt het
5CH
stereosignaal naar alle vijf de luidsprekers gevoerd, voorzover aanwezig. Zie pagina 39 voor meer informatie over stereoweergave.
DTS Neo:6 Functie: door op deze toets te drukken schakelt de AVR door de verschillende DTS Neo:6 functies, waarmee een vijf of zeven kanaals surround effect wordt gemaakt van een PCM of een analoog ingangssignaal. De eerste keer dat u drukt wordt de laatst gebruikte DTS Neo:6 functie gebruikt en elke volgende maal kiest een functie in deze volgorde:
Macro's: druk op deze toetsen om een 'macro' op te slaan of op te roepen. Een macro is een vastgelegde reeks bevelen. Zie pagina 56 voor informatie over het opslaan en oproepen van macro's.
Disc Skip: deze toets heeft in de AVR 645 geen directe functie maar kan worden gebruikt om in een CD- of DVD-wisselaar een andere disc te kiezen wanneer de afstandsbediening voor zo’n apparaat is geprogrammeerd.
Voorkeuze hoger/lager: bij gebruik van de tuner drukt u op deze toets om door het over­zicht van de geprogrammeerde zenders in het geheugen van de AVR te gaan. Is CD of DVD gekozen met de ingangskeuze
4
dan func­tioneert deze toets als vertraagd voor/achteruit (DVD) of +10 (CD, CDR).
12 AFSTANDSBEDIENING
Afstandsbediening
Wissen: druk op deze toets om verkeerde instellingen te wissen wanneer u met de afstandsbediening de frequentie van de zender invoert.
Geheugen: indrukken om een zender in het geheugen van de AVR op te slaan. Twee streepjes knipperen rechts in de display u heeft dan vijf seconden om met de Cijfer-
toetsen
H
een positie voor het geheugen te
kiezen. Zie pagina 51 voor meer informatie.
Instelling Vertraging: met deze toets wordt de correctie van de A/V Sync Delay (vertra­ging) en de afzonderlijke kanaalindicaties geko­zen. De eerste keer dat op deze toets wordt gedrukt verschijnt
Onderste display regel
A/V SYNC DELAY in de
˜
en in beeld, wat betekent dat de tijd die de kanalen achterlopen op het beeld veranderd kan worden. Op die manier kan de lipsynchrone loop hersteld wor­den, die was verstoord door de digitale bewer­king in het beeldscherm of bij de TV-zender. Om de A/V Sync Delay te wijzigen drukt u op Set
F
terwijl de aanwijzing A/V SYNC DELAY zichtbaar is en vervolgens drukt u op om de instelling te veranderen zodat geluid en beeld synchroon lopen. Om de vertraging voor een afzonderlijk kanaal te wijzigen, drukt u op
¤
/
E
tot het gewenste kanaal wordt aange-
geven en u drukt op Set
F
. Gebruik om dan de vertraging in te stellen. Zie pagina 35 voor meer informatie over vertraging.
Programmeren: met deze toets wordt het programmeren van de afstandsbediening gestart. Druk op de toets en houd deze drie seconden vast om de afstandsbediening in de program­meerfunctie te zetten. Zodra de rode LED onder
Set
F
oplicht laat u de toets los. Kies vervol­gens de gewenste optie. Zie pagina 53 – 61 voor meer informatie over het configureren van de afstandsbediening.
˜
en
¤
/
E
¤
/
E
Luidsprekerkeuze: indrukken om het Bass Management Systeem van de AVR te configure­ren op het door u gebruikte luidsprekersysteem. Vervolgens gebruikt u de
⁄/¤
toetsen Eom het kanaal te kiezen dat u wilt instellen. Druk op de insteltoets
F
en kies het luid­sprekertype (Large, Small of None – groot, klein of geen) overeenkomend met de gebruikte luid­spreker. Zie pagina 21 voor meer informatie.
Meerkamer: activeert het meerkamersys­teem en de instelling van het wijzigen van het ingangs- of afspeelniveau van de tweede zone. Zie pagina 49 voor nadere informatie over het meerkamersysteem.
Volume hoger/lager: verhoogt of verlaagt
het afspeelniveau van het systeem.
EzSet/EQ: druk hierop om de filters van EzSet/EQ in of uit te schakelen. Op die manier kunt u beoordelen wat het effect is met en zonder EzSet/EQ in de signaalweg.
Kanaal Hoger/Lager: deze toets heeft geen functie in het bedienen van de AVR, maar wanneer deze geprogrammeerd is voor het gebruik met een VCR,TV, kabelbox, satellietont­vanger of soortgelijk product bestuurt deze het veranderen van het kanaal. Zie pagina 53 – 61 voor meer informatie over het programmeren van de afstandsbediening.
Muting: druk hierop om het geluid van de AVR of de TV (afhankelijk van het apparaat dat gekozen is) tijdelijk uit te schakelen.Wanneer de afstandsbediening van de AVR geprogrammeerd is voor gebruik met een ander apparaat, kan deze toets samen met Ingangskeuze
4
worden ingedrukt om het programmeren te activeren. Zie pagina 53 voor informatie over het programmeren van de afstandsbediening.
Klankregeling: regelt de instelling van de klankregelfuncties en de instelling van hoge en lage tonenregeling. Ook kan hiermee de klankre­geling uit de signaalweg worden genomen voor een volledig vlakke weergave. De eerste keer dat de toets wordt ingedrukt verschijnt
TONE IN
(klankregeling in) in de Onderste display regel
˜
en in beeld. Om de klankregeling uit
de signaalweg te nemen drukt u op
¤
/
E
tot de display TONE OUT (klankregeling uit) aangeeft. Om de lage of hoge tonen in te stellen drukt u weer op deze toets tot de gewenste optie in de Onderste display regel
vervolgens weer op
¤
/
˜
E
om de gewenste
verschijnt en
versterking of verzwakking in te stellen. Zie pagina 27 voor meer informatie over de klankregeling.
NEDERLANDS
AFSTANDSBEDIENING 13
Zone II afstandsbediening
K
O
N
M
L
Q
J
D
P
J
G
H
I
F
J
C
B
E
A
De Zone II afstandsbediening kan in dezelfde kamer worden gebruikt waar de AVR staat, of in een andere kamer met een extra infrarood sen­sor die verbonden is met de ingang multi IR van de AVR.
Wij raden u dringend aan de ZR 10 afstandsbe­diening te gebruiken voor de eerste configuratie en opzet van de AVR 645.
A Uitschakelen: in dezelfde kamer waar de AVR staat drukt u op deze toets om op standby te schakelen. Gebruikt in een andere kamer met een sensor die is verbonden met de ingang
multi IR
systeem uit.
B AVR: druk hierop om de AVR in te schake- len. De laatst gebruikte bron wordt automatisch gekozen.
C MG/FM Tuner: indrukken om tuner als bron te kiezen. Nogmaals indrukken schakelt om tussen MG en FM.
D Ingangskeuze: druk op één van deze toet- sen om in te schakelen en een bepaalde bron te kiezen. Staat het apparaat al aan, dan wordt hiermee de bron gekozen.
E In-beeld display/info: indrukken om aanwijzingen in beeld te zien en te kiezen.
F Navigatie: afhankelijk van het menu of de actieve functie, voeren deze toetsen u door de menu’s, schakelen door de opties, maken keuzes in de configuratie en verplaatsen de cursorposi­tie. Druk op links, rechts, hoger, lager afhankelijk van de instelling die u wilt maken.
schakelt deze toets het meerkamer-
A Uitschakelen B AVR keuze C MG/FM keuze D Ingangskeuze E In-beeld Display F Navigatie G Cijfertoetsen H Volgende disc I Volume hoger/lager J Ongebruikt K Muting L Wissen
14 ZONE II AFSTANDSBEDIENING
M Direct Functie N Geheugen O Tunerfuncties P Loopwerkfuncties Q SetThe Bridge /DMP keuze
Opmerking: wordt de Zone II afstands­bediening in dezelfde kamer gebruikt als de AVR, dan worden de functies van de AVR en de geschikte Harman Kardon apparaten in die kamer bestuurd als hiervoor beschreven. Wordt
de Zone II afstandsbediening in een tweede kamer via een sensor op multi IR dan zullen de transporttoetsen DEF G de functies van andere apparaten in de cen­trale kamer besturen. De toetsen voor inschake­len, bronkeuze, volume, muting en de tuner zullen de bron en het volume voor Zone II besturen, als aangesloten op multi uitgang
. Zie pagina 49 voor volledige informatie over
het gebruik van het meerkamersysteem.
gebruikt,
Zone II afstandsbediening
G Cijfertoetsen: met deze tien cijfertoetsen kan de frequentie van een radiozender of een programma op TV of satellietontvanger, dan wel een nummer op CD, DVD, of LD worden inge­voerd, afhankelijk van de gekozen bron en de programmering van de afstandsbediening.
H Disk skip: indrukken om een andere disk te kiezen op een geschikte Harman Kardon CD- of DVD-speler.
I Volume hoger/lager: regelt het volume in de kamer waar de AVR staat. In de andere kamer wordt het volume in die kamer geregeld, via een sensor in verbinding met de multi IR aansluiting.
J Ongebruikt: Deze toetsen zijn niet actief. Indrukken verandert of activeert geen functie in de AVR 645 of andere IR apparatuur.
K Muting: indrukken om het geluid in de kamer waar de AVR staat tijdelijk uit te schake­len. In een andere kamer die via de multi IR aansluiting is verbonden wordt het signaal van de andere kamer onderbroken. Nogmaals indruk­ken om het oorspronkelijke niveau weer te her­stellen. Belangrijk: ongeacht in welke kamer de Zone II afstandsbediening wordt gebruikt, net als bij de afstandsbediening voor de Centrale Kamer is het belangrijk altijd eerst op de Ingangskeuze D te drukken om het apparaat te kiezen dat u wilt bedienen voordat u dat kunt veranderen.
L Wissen: druk op deze toets om verkeerde instellingen te wissen wanneer u met de afs­tandsbediening de frequentie van de zender invoert.
M Directfunctie: indrukken wanneer de tuner actief is om de frequentie van een zender direct in te toetsen. Voer vervolgens met de cijfer- toetsen G de frequentie in. Zie pagina 51 voor nadere informatie.
N Geheugen: indrukken om een zender in het geheugen van de AVR op te slaan. Twee streepjes knipperen rechts in de display u heeft dan vijf seconden om met de Cijfer- toetsen G een positie voor het geheugen te kiezen. Zie pagina 51 voor meer informatie.
O Tunerfunctie: indrukken terwijl de tuner actief is om te kiezen tussen hand- of automatis­che afstemming. Ingedrukt verschijnt er in de onderste regel van de display
MANUAL (met de hand) en door op
Afstemming
frequentie in enkele stappen hoger of lager. Is FM gekozen en staat afstemming) in de display op deze toets te drukken omgeschakeld naar mono ontvangst en worden ook zwakke zenders hoorbaar. Zie pagina 51 voor meer informatie.
P Loopwerktoetsen: deze toetsen hebben geen enkele functie voor de AVR, maar kunnen wel geprogrammeerd worden voor het voor­waarts/achterwaarts afspelen van een breed scala aan Harman Kardon CD- of DVD-spelers, en audio- of videocassetterecorders.
Q Instellen: deze toets wordt gebruikt om instellingen in het geheugen van de AVR op te slaan. Tevens voor het invoeren van de vertrag­ingstijd, instelling van de luidsprekerconfiguratie en het uitgangsniveau van de zender.
Bridge Digital media Player (DMP) Functie: wanneer de van
Harman Kardon (extra leverbaar) is aangesloten op Digital Media Player (DMP) en een geschikte Apple®iPod®is in de geplaatst, wordt met deze toets de iPod als audiobron voor de AVR 645 gekozen. Bovendien, wanneer een beeldscherm is aangesloten op een
Video Monitor
de aanwijzingen van de iPod in beeld en op de bovenste en onderste regels van de Display De toetsen plus de loopwerktoetsen worden gebruikt om de iPod te navigeren en de functies te activeren. Zie pagina 45 en de han­dleiding voor de Bridge en uw iPod voor nadere informatie.
K
te drukken gaat de
⁄/¤/‹/›
AUTO (automatische
aansluiting, verschijnen ook
˜
˜
dan wordt door
E
F en Set FQ
A
˜
de aanwijzing
P kunnen
en
˜
NEDERLANDS
.
ZONE II AFSTANDSBEDIENING 15
Installeren en Aansluiten
Plaats het apparaat nadat het uitgepakt is op een stevige ondergrond en controleer of deze het gewicht kan dragen. Vervolgens dient het apparaat aangesloten te worden op de overige audio- en videoapparatuur.
Aansluiten audioapparatuur
Wij raden u aan uitsluitend signaalkabels van goede kwaliteit te gebruiken om achteruitgang van het signaal te voorkomen.
Het is een goede gewoonte om bij het maken of veranderen van de verbindingen tussen audio­apparatuur of luidsprekers altijd de stekker uit het stopcontact te nemen. Daarmee wordt voorkomen dat er onbedoeld een schakelpuls o.i.d. naar de luidsprekers gaat, waardoor deze beschadigd zouden kunnen worden.
1. Sluit de analoge uitgang van een CD-speler op de CD-ingang
Opmerking: als de CD-speler zowel een vaste als variabele audio-uitgang heeft, kunt u het beste de vaste uitgang gebruiken, tenzij het signaal om wat voor reden dan ook in niveau aangepast dient te worden aan dat van andere bronnen.
2. Verbind de analoge uitgangen PLAY/OUT van en cassettedeck, MD, CD-R of andere audiorecorder met de tape ingang de analoge ingangen RECORD/IN met de uit­gangen Tape uitgang
3. Verbind de digitale uitgang van een digitale bron zoals een CD of DVD speler of wisselaar, videospelletje, digitale satellietontvanger, HDTV ontvanger of digitale settop box, dan wel de uit­gang van een geschikte computer geluidskaart met de Optisch of Coax Digitale Ingangen

4. Verbind de Coax of Optische digitale uit­gangen
de overeenkomstige digitale ingangen van een CD-R of MiniDisc recorder.
aan.
op de AVR.
.
op de achterzijde van de AVR met
. Verbind
5. Installeer de bij het apparaat geleverde MG kamerantenne als hieronder aangegeven. Sluit deze aan op de schroefklemmen AM en GND
6. Sluit de bijgeleverde FM-antenne aan op FM
(75 ohm) ingang. De FM-antenne kan een
externe dakantenne, een draadantenne binnen­shuis zijn, of een aansluiting op het kabelsys­teem. Als de antenne is aangesloten via een lin­tkabel van 300 ohm, dient een 300 ohm/75 ohm adapter gebruikt te worden.
7. Sluit de luidsprekers aan op de front, centrum en surround luidsprekeruitgangen
Voor een optimale signaaloverdracht naar de luid­sprekers,adviseren wij luidsprekerkabels van goede kwaliteit te gebruiken. Er zijn vele merken kabels leverbaar en de keuze van een kabel kan worden beïnvloed door de afstand tussen uw luidsprekers en de receiver, het type luidsprekers dat u gebruikt, uw persoonlijke voorkeur en andere factoren.Uw leverancier of installateur kan u helpen bij het kiezen van de juiste kabel. Een kabel met een doorsnede van 1,5 mm (minder dan 4 m) worden gebruikt. Wij raden aan om geen kabels met een doorsnede van 1 mm minder te gebruiken, vanwege vermogensverlies en de teruggang in prestatie die zich zal voordoen.
Kabel die door een muur gaat dient van een keurmerk voorzien te zijn, ten teken dat deze aan alle eisen voldoet. Wend u zonodig tot uw instal­lateur of een erkend elektriciën die op de hoogte is van de plaatselijke bouwvoorschriften met vra­gen over kabel die door de muur wordt gevoerd.
Bij het aansluiten van de luidsprekerkabels op de juiste polariteit letten. Merk op dat de positieve (+) pool van elke luidsprekeruitgang een specifieke kleurcode draagt als aangegeven op pagina 7. De meeste luidsprekers maken echter gebruik van een rode aansluiting voor de plus (+). Verbind de zwarte negatieve (-) pool van de luidsprekers met de zwarte aansluitingen op de versterker.
2
kan voor korte afstanden

2
.
of
Opmerking: hoewel de meeste luidsprekerfab­rikanten zich houden aan de industriële stan­daard waarbij zwarte aansluitingen voor de
.
negatieve draad en rode voor de positieve draad worden gebruikt, kunnen sommige fabrikanten van deze configuratie afwijken. Om een goede fase en optimale prestaties te verzekeren, het typeplaatje op uw luidspreker of de handleiding van de luidsprekers controleren op de polariteit. Als u niet weet wat de polariteit van uw luid­spreker is, vraag dan uw leverancier om advies voordat u verder gaat met de aansluiting, of raad­pleeg de fabrikant/importeur van de luidsprekers.
Gebruik ook bij voorkeur identieke kabellengten voor het aansluiten van de luidsprekerparen. Gebruik bijvoorbeeld dezelfde lengte voor de luid­sprekers linksvoor en rechtsvoor en voor surround links en surround rechts, ook als de luidsprekers op verschillende afstanden van de AVR staan.
8. De verbinding met een subwoofer wordt meestal gemaakt via de lijnuitgang Subwoofer
Uitgang
woofer met ingebouwde versterker. Als er een passieve subwoofer wordt gebruikt, gaat de uit­gang naar een eindversterker, waarop dan één of meer subwoofers worden aangesloten. Gebruikt u een actieve subwoofer zonder lijnniveau ingan­gen, lees dan de instructies die bij de luidspreker zijn gevoegd voor informatie over de aansluiting.
9. Verbind de 5.1 of 7.1 uitgangen van een meerkanaals audiobron zoals een externe digi­tale processor/decoder, DVD-Audio of SACD spel­er, met de 8-Kanaals Directe Ingang
naar de lijningang van een sub-
Verbindingen met Analoge Video-apparatuur
Analoge video-apparatuur wordt op dezelfde manier aangesloten als audio-apparatuur. Het gebruik van signaalkabel van goede kwaliteit is belangrijk voor het behoud van de signaalk­waliteit.
1. Verbind de audio- en video Play/Out uitgan- gen met de Video 1 of Video 2 In ingangen

Record/In ingangen van de VCR worden ver­bonden met de Video 1 uitgangen de AVR.
op de achterzijde. De audio en video

.
van
16 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en Aansluiten
2. Verbind de analoge audio en video uitgangen van een satellietontvanger, kabel-TV converter, televisie, of enig andere videobron met de
Video 3 ingangen
3. Verbind de analoge audio- en video-uitgangen van een DVD- of laserdiscspeler met de
DVD-ingang
4. Wanneer een videobron een analoge compo­nent video (Y/Pr/Pb) uitgang heeft, maar geen HDMI, sluit deze dan aan op de Component
Video Ingangen
ina 64 vindt u de standaard instellingen voor de verschillende bronapparatuur, die u desgewenst kunt wijzigen via het als beschreven op pagina 24.
5. De standaard videoverbinding voor een DVD­speler is de Component Video Ingang 3 op de AVR 645 maar u kunt dat wijzigen in het
IN/OUT SETUP menu (zie pagina 24). De
composiet en S-video uitgangen kunnen eve­neens met de DVD Video Ingang verbonden.
6. De standaard audio verbinding voor een DVD­speler is een coax digitale audio uitgang van de DVD-speler naar de Coax Digitale Audio
Ingang 1 Coax
Analoge DVD Audio Ingang kunt de toewijzing wijzigen in het
SETUP
via de Digitale Ingangskeuze ijde.
7. Voor het gebruik met de AVR 645 van een draagbaar audio/video apparaat zoals een cam­corder, draagbare mediaspeler of digitale foto­camera, het maken van een verbinding van een videospelletje of een andere bron die niet voort­durend met de AVR is verbonden, sluit u de video-uitgang van de bron aan op de Video
Ingang/Uitgang 4 Klepje uitgangen, verbind die dan met de Optisch Digitale Ingang 4 Ingang 4
Opmerkingen over Verbindingen:
Bij het maken van verbindingen met de
Component Video Ingangen Coax
gen is het verstandig aantekeningen te maken van welke verbindingen zijn gemaakt met behulp van het werkblad in de Bijlage. Dat maakt het configureren gemakkelijker en kan later ook van pas komen.
of Optischdigitale ingangen of de
menu als beschreven op pagina 23 of
Ó
of de Optischdigitale audio ingan-

.

.

. In het overzicht op pag-
IN/OUT SETUP menu
worden
, maar ook een verbinding met
is mogelijk. U
IN/OUT
Û
op de voorz-
Ô
die zich achter het
bevindt. Heeft de bron digitale audio-
*
of de Coax Digitale
.

of de
Opmerking: bij het aansluiten van een digitale kabelbox of een ander set-top tuner met digitale audio-uitgang, raden we u aan zowel de digitale als de analoge uitgangen daarvan op de AVR aan te sluiten. De ingebouwde audio omschakelfunc­tie van de AVR zorgt er dan voor dat er een ononderbroken audiosignaal is, doordat bij onderbreking van het digitale signaal of het niet beschikbaar zijn ervan op een bepaald kanaal, automatisch wordt omgeschakeld naar de analoge aansluitingen.
8. Gebruikt u een camcorder, videospelletje of ander audio/video apparaat dat is zo nu en dan tijdelijk wordt aangesloten op de AVR, verbind de audio, video en digitale audio uitgangen van dat apparaat dan met de Front Ingangen
*ÓÔ
loten apparaat wordt gekozen als Video 4 ingang en aangesloten op de digitale ingangen
ingang. Zie pagina 45 voor nadere informatie over de configuratie van de ingangen.
9. U kunt de AVR op uw beeldscherm aansluiten op de volgende manieren:
• Heeft u een beeldscherm met een HDMI of DVI
• Heeft u een beeldscherm met een component
• Heeft u een beeldscherm met geen digitale of
. Een op Video 4 ingangÔaanges-
gekozen als 'Optisch 4' of 'Coax 4'
ingang, gebruik dan de HDMI Uitgang beschreven in de volgende paragraaf.
ingang (Y/Pr/Pb), gebruik dan de Component
Video Uitgang
component ingangen, verbind dan de Video Monitor Uitgang
overeenkomstige ingang van het beeldscherm. Er is slechts één verbinding nodig; S-video geeft de beste kwaliteit.
.
op de AVR met de
als
HDMI Verbinding
HDMI™ staat voor High-Definition Multimedia Interface wat snel de standaard wordt tussen hoogwaardige audio/video apparatuur en de monitor, vooral bij high-definition videosignalen. HDMI is een digitale verbinding waardoor het converteren van digitaal naar analoog en weer terug wordt vermeden en een betere kwaliteit bij digitale bronnen wordt bereikt. De HDMI sig­nalen kunnen audio bevatten, maar dat is niet altijd het geval, en levert zo een complete verbinding via één kabel tussen de bron en de AVR.
Het is belangrijk dat u zich realiseert dat er ver­schillende versies van de HDMI standaard in gebruik zijn; voordat u een HDMI product op uw AVR aansluit is het belangrijk de versie van de HDMI verbinding te bepalen.
Sommige bronnen of beeldschermen in uw sys­teem maken wellicht gebruik van DVI (Digital Video Interface) voor de digitale videoverbindin­gen. DVI voert dezelfde digitale signalen als HDMI maar maakt gebruik van een grotere con­nector en voert geen audio- en stuursignalen. In de meeste gevallen kunnen DVI en HDMI digitale videoverbindingen door elkaar worden gebruikt, eventueel met de nodige verlooppluggen. Denk er echter wel aan dat sommige van DVI voorziene beeldschermen niet geschikt zijn voor de HDCP kopieerbeveiliging die steeds vaker aanwezig is in signalen die via HDMI zijn verbon­den. Bij gebruik van een HDMI bron en een DVI beeldscherm kan soms het beeld wegvallen wan­neer het beeldscherm geen HDCP ontvangt. Dat is geen fout van de AVR of de bron, maar het geeft aan dat het beeldscherm niet geschikt is.
HDMI Ingangen
De verschillende “versies” van HDMI bepalen voor welke type audiosignalen het geschikt is. Gebaseerd op de oudste versie van HDMI onder uw bronnen, maakt u de verbindingen met de AVR als volgt:
HDMI 1.0 bronnen voeren uitsluitend digitale video- en meerkanalen of tweekanalen PCM audiosignalen. Verbind de HDMI uitgang van een 1.0 bron met een HDMI Ingang de AVR. Gaat het om een DVD Audiospeler of een andere bron met een meerkanalen analoge audio-uitgang, verbind deze dan met de 8-
Kanalen Directe Ingang
1.0 bron, vooral een DVD-speler, controleren of de menu’s in de bron zelf op “Bitstream Out” of “Original” staan zodat 5.1 digitale audio beschikbaar is. Blijkt 5.1 Dolby Digital of DTS audio net beschikbaar te zijn via de HDMI­verbinding, dan is een extra verbinding tussen de bron en de AVR 645 met de Coax de Optisch kelijk.
HDMI 1.1 bronnen voeren naast de digitale videosignalen ook de meerkanalen digitale audiosignalen van DVD-Audiospelers. Gebruikt u een HDMI 1.1 product dan is slechts één verbinding nodig voor het luisteren in de hoofd kamer van de HDMI uitgang naar een HDMI
Ingang
met SACD mogelijkheid, dan dient u de analoge uitgangen van de bron te verbinden met de 8-Kanalen Directe Ingang
HDMI 1.2 2 (en hoger) bronnen worden aangesloten als HDMI 1.1 hiervoor, uitgezon­derd dat bij SACD spelers geen afzonderlijke analoge verbinding nodig is.
*
op de AVR. Gaat het om een speler
Digitale Ingang noodza-
van
. Bij een HDMI
Ó
.
of
NEDERLANDS
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 17
Installeren en Aansluiten
• Het is niet mogelijk een analoog composiet of S-videosignaal naar een recorder of naar het AVR meerkamersysteem te zenden wanneer daarvoor een HDMI-ingang wordt gebruikt. Wanneer de bron met HDMI aansluiting tevens over analoge audio- en video-uitgangen beschikt, verbind deze dan met de Video 2 of
Video 3
de AVR.
• Soms laten HDMI-bronnen niet meer dan één video-uitgang tegelijk toe en dan kan een bron niet gelijktijdig in de hoofdkamer en in een andere kamer of zone worden gebruikt. Dat ligt niet aan de AVR maar is deel van de auteursrechtelijke bescherming die deel uit­maakt van de HDMI-standaard.

en Audio

ingangen op
HDMI Uitgangen
Verbind de HDMI Uitgangmet een HDMI ingang van uw beeldscherm. Dankzij de video­processor in de AVR 645 worden alle videosig­nalen omgezet naar een HDMI uitgang, zodat slechts één verbinding nodig is tussen de ACR en uw beeldscherm.
Scart A/V-aansluitingen
Voor alle hiervoor omschreven verbindingen gebruikt uw videoapparaat cinch-aansluitingen en/of S-video aansluitingen, zowel voor de audio- als de videosignalen: elk normaal videoapparaat (niet S-VHS of High 8) gebruikt voor alleen afspelen 3 cinch verbindingen; video­recorders voor afspelen en opnemen zelfs 6 cinch verbindingen. Alle S-video-apparaten (S-VHS, High 8) hebben 2 cinch (audio) en 1 S-video verbinding nodig voor afspelen, of 4 cinch (audio in/uit) en 2 S-video (video in/uit) verbindingen als het een videorecorder betreft.
Veel Europese videoapparaten zijn maar ten dele voorzien van cinch of S-video aansluitingen, niet voor alle audio- en video in- en -uitgangen die nodig zijn als eerder beschreven, maar via een zogeheten Scart of Euro-AV connector, een vri­jwel haakse plug met 21 pennen, zie afbeelding. In dat geval zijn de volgende scart/cinch-adapters of kabels nodig:
• Voor weergave van satellietontvangers, camcorders, DVD- of LD-spelers, een adapter van scart naar 3 cinch pluggen, zie afbeelding 1 (nor­male videoapparaten), of van scart naar 2 cinch +1 S-video stekkers, zie afbeelding 4 (S-videoapparaten).
• HiFi-videorecorders hebben een adapter van scart naar 6 cinch pluggen nodig, zie afbeelding 2 (normale video), of van scart naar 4 audio +2 S-video pluggen, zie afbeelding 5 (S-video VCR). Lees de instructies bij de adapter zorgvuldig, om vast te stellen welke van de zes stekkers voor het opnamesignaal is (aansluiten op de uitgangen van de AVR) en welke voor het weergavesignaal van de videorecorder (aansluiten op de Ingangen van de AVR). Maak onderscheid tussen audio- en videosignalen. Aarzel niet uw leverancier te raad­plegen indien u twijfels heeft.
• Gebruikt u uitsluitend normale videoapparaten, dan is voor de TV-monitor een adapter van 3 cinch pluggen naar scart nodig (zie afbeelding 3). Gebruikt u ook S-video apparaten, dan is een extra adapter van 2 cinch + 1 S-video plug naar scart nodig (afbeelding 6), verbonden met de scart-ingang van uw TV, geschikt voor S-video.
Alleen de videopluggen (de ‘gele’ cinch pluggen in afbeelding 3 en de S-video plug in afbeelding
6) worden aangesloten op de TV/Monitor
Uitgang
geheel teruggedraaid.
en het volume van de TV wordt
Belangrijke opmerking over adapterkabels
Wanneer de cinch aansluitingen van de adapter die u gebruikt gemarkeerd zijn, sluit de audio en video ingangspluggen dan altijd aan op de audio en video uitgangen van de AVR en omgekeerd. Is dat niet het geval, let dan op de signaalrichting zoals die is aangegeven in bovenstaande afbeeldingen en in de aanwijzingen bij de adapter. Heeft u twijfels, aarzel dan niet uw leverancier om inlichtingen te vragen.
18 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en Aansluiten
Black
Yellow
Red
Black
Red
Blue
Yellow
Green
White
Black
Yellow
Red
Rot
Schwarz
S-Video In
Schwarz
Rot
Blau
Gelb
S-Video In
S-Video Out
Rot
Schwarz
S-Video Out
scart/cinch adapter voor
richting: scart
scart/cinch adapter voor
opnemen en weergeven;
richting: scart cinch
cinch/scart adapter voor
richting: cinch
scart/S-video adapter
richting: scart
scart/S-video adapter
richting: scart cinch
Afbeelding 1:
weergave;
cinch
Afbeelding 2:
Afbeelding 3:
weergave:
scart
Afbeelding 4:
voor weergave:
cinch
Afbeelding 5:
voor opname en
weergave:
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Rood
Blauw1
Geel
Groen1
Wit
Zwart
Rood
S-video in
Zwart
Rood
1
Blauw
Geel
S-video in
S-video uit
Belangrijk bij gebruik van scart/cinch adapters
Wanneer videobronnen op de TV aangesloten zijn via een scartkabel worden naast de audio/videosignalen ook stuursignalen naar de TV gezonden. Met deze signalen werkt bijvoor­beeld de automatische bronkeuze, zodat de TV automatisch naar de juiste bron schakelt zodra de videobron wordt gestart. En bij DVD-spelers wordt de TV ook automatisch op 16:9 geschakeld (met 16:9 TV’s of met 4:3 TV’s waarop het 16:9 formaat kan worden gekozen) en wordt de RGB videodecoder van de TV in/uit­geschakeld, afhankelijk van de instelling van de DVD-speler. Bij gebruik van een adapterkabel gaan deze signalen verloren en dient de TV met de hand op de juiste positie gezet te worden.
Opmerking over het RGB-signaal met SCART:
indien u een toestel gebruikt dat RGB-signalen op een SCART-uitgang (b.v. de meeste DVD­spelers doen dit) levert en u wilt dit RGB-signaal gebruiken, dan moet de SCART-uitgang recht­streeks op uw TV aangesloten worden. Hoewel de AVR driewegs-videosignalen kan schakelen (zoals component signalen Y/Pb/Pr), hebben TV’s aparte sync-signalen nodig naast RGB (ook met SCART) die niet additioneel door de AVR geschakeld en geleverd kunnen worden.
NEDERLANDS
scart/S-video adapter
richting: cinch
Afbeelding 6:
voor weergave:
Rood
Zwart
S-video uit
scart
1
Ook andere kleuren mogelijk, b.v. bruin en grijs
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 19
Installeren en Aansluiten
Systeem en eindversterker verbindingen
De AVR 645 is ontwikkeld voor flexibele toe­passing in meerkamersystemen, externe besturingen en eindversterkers.
Uitbreiding afstandsbediening centrale kamer
Wanneer de ontvanger in een gesloten kast staat of achter donker glas, dan kan dat er toe leiden dat de sensor van de afstandsbediening geen bevelen ontvangt. In dat geval kan de afstands­bedieningsensor van een ander Harman Kardon, of geschikt apparaat, die wel ontvangst heeft, worden gebruikt. Hiervoor kan ook een extra sensor gebruikt worden. Verbind de IR-uitgang voor afstandsbediening van dat apparaat, of de uitgang van de afstandsbedieningsensor aan op de ingang IR afstandsbediening
Wanneer ook andere componenten geen bevelen van de afstandsbediening ontvangen, is maar één sensor nodig. Gebruik eenvoudig de sensor van dit apparaat, of een extra sensor door een verbinding te maken van uitgang IR afstands-
bediening
naar de aansluiting afstandsbedi­ening ingang op de Harman Kardon of andere geschikte apparatuur.
Meerkamer IR-link
Een tweede kamer kan bediend worden door deze op de AVR aan te sluiten via een infrarood verbinding, plus een verbinding naar de luid­sprekers of een versterker. De IR-sensor in de tweede kamer (een extra IR-sensor zijn of een op afstand te bedienen Harman Kardon apparaat met ingebouwde IR-sensor) wordt verbonden met de AVR via een standaard coaxkabel. Sluit de IR-uitgang van het apparaat of een extra sensor aan op de multi IR-ingang jde van de AVR.
Wanneer nog andere Harman Kardon compati­bele bronnen deel uitmaken van de installatie in de centrale kamer, verbind dan uitgang IR af-
standsbediening
op de achterzijde met de IR ingang van de CD-speler of DVD-speler (niet het cassettedeck). Zo kunnen vanuit de kamer op afstand ook de functies van de bronnen worden bediend, naast de bron en het volume in de kamer zelf.
Bij gebruik van een IR afstandsbedieningssensor voor besturing van andere dan Harman Kardon bronapparatuur, raden we u aan een directe verbinding aan te brengen of een extra, externe IR zender aan te sluiten op de
Afstandsbediening IR Draaggolf Uitgang
. Twijfelt u welke IR uitgang gebruikt dient te worden voor de apparatuur in uw systeem, raad­pleeg dan uw leverancier of de ondersteuning via de site van de fabrikant en vraag of het te sturen apparaat een volledige of een gedeeltelijke draaggolf IR gebruikt. Bij gebruik van volledige bevelen, maakt u een verbinding met de
op de achterzi-
.
Afstandsbediening IR Draaggolf Uitgang
. In het andere geval met de
Afstandsbediening IR Uitgang
als eerder
aangegeven.
Opmerking: alle op afstand bediende compo­nenten moeten onderling zijn doorverbonden. Verbind de IR uitgang van het ene apparaat met de IR ingang van het volgende, om de sig­nalen door te lussen.
Meerkamer audio aansluitingen
Afhankelijk van de systeemeisen en de afstand van de AVR tot de andere kamer zijn er drie mogelijkheden voor de audioverbinding:
Optie 1: gebruik hoogwaardige afgeschermde audio verbindingskabels van de AVR naar de andere kamer. In de andere kamer sluit u de verbindingskabel aan op een stereo eindversterk­er. Op zijn beurt wordt die versterker aangesloten op de luidsprekers in die kamer. Op de achterzi­jde van de AVR verbindt u de verbindingskabel met de meerkamer uitgangen
.
Option 2: zet de versterker voor de luidsprekers in de andere kamer in dezelfde kamer als de AVR en verbind de meerkamer uitgang
op de achterzijde van de AVR met de audio ingang van de eindversterker voor de andere kamer. Gebruik geschikte luidsprekerkabel voor de verbinding tussen de eindversterker en de luid­sprekers in de andere kamer. Aanbevolen verbinding van andere kamers wordt hoog­waardige kabel van minimaal 2,5 mm
2
.
Optie 3: door gebruik te maken van de zeven versterkers die in de AVR zijn ingebouwd, kunnen daarvan twee versterkers worden gebruikt om een paar luidsprekers in een andere kamer te sturen. Bij gebruik van deze optie kan niet tegelijkertijd ook de 7.1 optie van de AVR wor­den gebruikt voor de hoofdkamer, maar wel een extra kamer zonder daarvoor een afzonderlijke versterker te installeren. Om de ingebouwde ver­sterkers te gebruiken voor een andere zone sluit u deze luidsprekers aan op de Surround
Achter/ Meerkamer Luidsprekeruitgangen
. Voordat u de andere kamer gebruikt dient u de configuratie van de versterkers voor de surround achter kanalen in het Multiroom menu te wijzi­gen, als beschreven op pagina 49.
Opmerking: in alle opties kan een extra IR sensor (Harman Kardon He 1000) in de andere kamer worden aangesloten op de AVR via een daartoe geschikte kabel. Verbind deze kabel met de Meerkamer IR ingang
op de AVR en gebruik de Zone II afstandsbediening om het vol­ume daar te regelen. Ook kunt u een extra vol­umeregelaar aansluiten tussen de uitgang van de versterker en de luidsprekers.
A-BUS Installatie
De AVR is één van de weinige receivers van van­daag met A-BUS/
®
READY
bediening. Bij gebruik van een extra A-BUS toetsenbord of bestur­ingssysteem beschikt u over alle voordelen van bediening in de andere zone zonder de noodzaak van een extra eindversterker.
Om de AVR met een geschikte A-BUS product te gebruiken, sluit u simpelweg het toetsenbord of de moduul in de andere kamer op de AVR aan via een standaard “Categorie 5” aan, geschikt voor gebruik in een wand. Gebruik aan de receiv­er zijde een standaard RJ-45 plug, overeenkom­stig de aanwijzingen die bij de A-BUS moduul zijn geleverd.
Verdere installatie of correctie is niet nodig, daar de A-BUS aansluiting op de AVR de in- en uit­gaande signalen van het toetsenbord naar de juiste spanningen, signaalbronnen en besturin­gen worden geleid. Het uitgangssignaal naar de A-BUS wordt bepaald door het meerkamersys­teem van de AVR en het menu kan gebruikt wor­den als gebruikelijk.
RS-232 Verbindingen De AVR is uitgerust met een RS-232 Seriële Poort
die voor twee functies kan worden gebruikt. Is de poort verbonden met een compat­ibele, extra externe computer, een toetsenbord of een besturingssysteem, dan is de AVR geschikt voor tweeweg communicatie waarmee het externe systeem de AVR kan besturen en de AVR de status en andere gegevens naar het bestur­ingssysteem kan zenden. Het gebruik van de RS­232 poort voor dit doel vereist specifieke technis­che kennis en wij raden u aan elke verbinding en programmering voor de besturing te laten ver­richten door een ervaren installateur of technicus die vertrouwd is met de gebruikte apparatuur.
De fysieke verbinding met de RS-232 van de AVR is een standaard D-9 aansluiting, maar om voor een geschikte en goede verbinding tot stand te kunnen brengen kunnen specifieke software commando’s en bedradingsschema’s nodig zijn.
20 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en Aansluiten
USB Verbindingen
De AVR 645 is een van de weinige receivers die is voorzien van een USB aansluiting voor weer­gave van daartoe geschikte audiomateriaal van een computer en voor het laden van systeem updates (indien beschikbaar).
De fysieke verbinding tussen een computer en de AVCR is eenvoudig en er is slechts één USB­kabel met “A” connector aan de ene zijde en een USB “Mini B” aan de andere kant voor nodig.
Verbind de grotere “A” plug van de kabel met de computer of een USB hub en het andere einde met de “Mini” USB plug met de USB Jack op de achterzijde van de AVR.
Opmerkingen over USB:
• De USB jack op de AVR 645 is uitsluitend bedoeld voor verbinding met een computer of een computer hub.Verbind deze NOOIT direct met een ander apparaat zoals kaartlezers, USB opslagmedia, externe harddisks, USB-toebe­horen, digitale camera’s of draadloze telefoons. Het aansluiten van dergelijke apparatuur kan schade toebrengen aan het apparaat èn aan de AVR die niet onder de garantie van de AVR valt.
• De USB-aansluiting van de AVR 645 mag alleen gebruikt worden voor audioweergave en systeem upgrade en niet voor andere toepassingen als systeembesturing, weergave van video of stilstaande beelden.
Trigger Verbinding De AVR is voorzien van een laagspanning Amp Trigger
die kan worden gebruikt om extra externe eindversterkers, projectieschermen, gemotoriseerde gordijnen of andere producten die deel uitmaken van een home theater sys­teem, te activeren. Nadat de verbindingen zijn gemaakt zal een laagspannings stuursignaal naar het beeldscherm, de gordijnen of andere appa­ratuur worden gestuurd zodra de AVR 645 wordt ingeschakeld, zodat die met de AVR worden geactiveerd, resp. uitgeschakeld. Vanwege de
complexiteit van lichtnetgestuurde appa­ratuur, raden we u dringend aan dit soort aansluitingen door een gekwalificeerde installateur te laten maken.
De AVR trigger aansluiting is een 3,5 mm mono­jack die een 5 volt signaal afgeeft op de centrale pen (tip) van de plug (+) en waarvan de ring de massa (-) is.
Lichtnetuitgangen
Het apparaat bezit een extra lichtnetuitgang voor het voeden van extra apparatuur, maar niet voor zware componenten zoals eindversterkers. Het totale opgenomen vermogen op de
Geschakelde Lichtnetuitgang
100 watt niet overschrijden.
De geschakelde lichtnetuitgang alleen spanning wanneer het apparaat geheel is ingeschakeld. Gebruik deze uitgang voor apparaten die geen netschakelaar hebben, of een mechanische netschakelaar die continu inge­schakeld kan blijven.
Opmerking: veel audio- en videoproducten gaan over op standby wanneer deze met geschakelde lichtnetuitgangen worden gebruikt en kunnen via zo’n uitgang niet worden geactiveerd, zonder gebruik van de afstandsbediening van dat product.
De AVR heeft een los netsnoer zodat de gehele bedrading van een complexe installatie kan wor­den voorbereid en het apparaat als laatste op zijn plaats wordt gezet. Sluit het lichtnet pas aan op de lichtnetingang verbindingen zijn gemaakt.
De AVR trekt aanzienlijk meer stroom uit het stopcontact dan andere huishoudelijke apparatu­ur met losse netsnoeren zoals computers. Daarom is het belangrijk dat alleen het bijgeleverde netsnoer wordt gebruikt en dat bij vervanging een identiek exemplaar wordt gebruikt.
Is het netsnoer eenmaal aangesloten dan bent u bijna klaar om van de AVR te gaan genieten!
mag de
voert
nadat alle andere
Luidsprekerkeuze
Welk merk luidsprekers ook wordt gebruikt, neem altijd hetzelfde merk en type voor de front luidsprekers links, midden en rechts. Zo ontstaat een consistent front geluidsbeeld en wordt voorkomen dat zich vervelende bijeffecten voor­doen, zoals bij front luidsprekers die niet goed bij elkaar passen. Harman Kardon adviseert luid­sprekers van JBL of Infinity.
Opstelling van de luidsprekers
De opstelling van de luidsprekers in een home theater systeem met meerdere kanalen heeft een aanzienlijke invloed op de bereikte geluidskwaliteit.
Afhankelijk van het type centrum luidspreker en uw televisietoestel, dient u uw centrum luid­spreker ofwel direct op of onder de TV opgesteld te worden, dan wel in het midden achter een akoestisch doorzichtig projectiescherm.
Nadat de centrum luidspreker is geïnstalleerd, worden de front luidsprekers links en rechts opgesteld en wel op een onderlinge afstand die gelijk is aan de afstand tussen de centrum luid­spreker en de gewenste luisterpositie. Idealiter dienen de front luidsprekers zo te worden opgesteld dat de tweeters zich niet meer dan 60 cm boven of onder de tweeter in de centrum luidspreker bevinden.
Houd de front luidsprekers minimaal op een afs­tand van 0,5 meter van de TV, tenzij de luidsprek­ers magnetisch afgeschermd zijn om vervorming van het TV-beeld te voorkomen. Denk er aan dat de meeste luidsprekers niet magnetisch zijn afgeschermd, zelfs die in complete surround sets, meestal is alleen de centrum luidspreker wel afgeschermd.
Afhankelijk van de kamerakoestiek en het type luidsprekers dat wordt gebruikt, kan het resultaat worden verbeterd door de front luidsprekers links en rechts ten opzichte van de centrum luidsprek­er iets naar voren te plaatsen. Corrigeer zo mogelijk alle front luidsprekers zo dat deze op oorhoogte staan wanneer u zich op uw luister­positie bevindt. Aan de hand van deze uit­gangspunten kunt u experimenteren met de opstelling van de front luidsprekers in uw sys­teem. Aarzel niet de onderdelen te verplaatsen, net zo lang tot het systeem een optimaal resul­taat laat horen. Verplaats de luidsprekers tot de audio-overgangen van de front luidsprekers gebalanceerd klinken. Surround luidsprekers dienen tegen de zijwanden van de kamer te wor­den opgesteld, ter hoogte van of iets achter de luisterpositie. Het hart van de luidspreker wordt op de kamer gericht. Wanneer het niet mogelijk is de luidsprekers tegen de zijwanden op te stellen, kunnen de luidsprekers tegen de achter­wand worden geplaatst, achter de luisterpositie. De luidsprekers bij voorkeur niet meer dan 2 meter achter de luisterpositie opstellen.
Wanneer de AVR wordt gebruikt in de 5.1 kanaals functie kunnen de surround luidsprekers het beste tegen de zijwanden van de kamer wor­den opgesteld, of iets achter de luisterpositie. In een 7.1 systeem zijn zowel surround luidsprekers aan de zijkant als aan de achterzijde nodig. Het centrum van de luidsprekers is naar de luisteraar gekeerd. Zie hiernaast.
Een 6.1 surround luidspreker voegt een extra center achter surround luidspreker aan het systeem toe, waardoor ook de nieuwste surroundfuncties als Dolby Digital EX, DTS-ES en het eigen Harman Kardon Logic 7/7.1 processing kunnen worden beluisterd.
Om over te gaan op een 6.1 systeem stelt u eerst de luidsprekers op voor een 5.1 systeem. De 'zesde' luidspreker wordt in het ideale geval opgesteld in het midden van de achterwand en wordt direct op de center front luidspreker gericht.
NEDERLANDS
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 21
Installeren en Aansluiten
Opmerking: de 6.1 opstelling wordt voor de AVR
niet aanbevolen. Wij raden met klem een 7.1 kanalen systeem aan als hieronder beschreven. Wanneer 6.1 materiaal wordt weergegeven via een 7.1 kanalen systeem wordt dezelfde surround achter informatie weergegeven via zowel de linker als rechter surround achter luidsprekers.
Wanneer u aanvankelijk slechts een enkele sur­round achter luidspreker installeert kan de EzSet/EQ 7.1 kanalen kalibratie procedure niet helemaal worden uitgevoerd. In dat geval raden we u aan alle luidsprekers uitgezonderd de sur­round achter luidspreker te installeren en de EzSet/EQ procedure voor een 5.1 systeem uit te voeren (zie pagina 31). Nadat EzSet/EQ is uit­gevoerd, sluit u een enkele surround achter luid­spreker op de linker Surround Achter
Luidspreker Uitgang
. Vervolgens voert u de aanwijzingen op pagina 33 uit om de sur­round achter luidspreker zelf te configureren.
We raden u aan zo spoedig mogelijk een tweede surround achter luidspreker te installeren.
Surround Achter luidsprekers zijn nodig bij een volledig 7.1 systeem en kunnen tevens gebruikt worden in een 5.1 kanaals systeem als een alternatief wanneer het niet goed mogelijk is de hoofd surround luidsprekers aan de zijkant van de kamer op te stellen. Deze luidsprekers kunnen tegen de achterwand worden geplaatst, achter de luisterpositie. Net als bij de zijluidsprekers dient het hart van de luidspreker op de luisteraar gericht te zijn. De luidsprekers niet meer dan twee meter achter de luisterpositie opstellen.
De extra Surround Achter Links/Rechts luidsprek­ers worden opgesteld op ongeveer 150 graden op de cirkel, naar binnen gericht op het luisterge­bied. De gemakkelijkste manier om de opstelling van deze luidsprekers te visualiseren, is de linker surround achter luidspreker te plaatsen recht tegenover de rechter front luidspreker en de rechter surround achter luidspreker tegenover de linker front luidspreker.
Subwoofers produceren grotendeels niet gericht geluid en kunnen bijna overal in de ruimte worden opgesteld. De opstelling dient te worden gebaseerd op de afmetingen en vorm van het vertrek en het type subwoofer dat wordt gebruikt. Een methode om de optimale locatie voor een subwoofer te vinden is deze eerst in het front van de kamer te zetten, ongeveer 15 cm van een muur, of in de buurt van een hoek. Een andere methode is de subwoofer tijdelijk op de plaats te zetten waar u gewoonlijk zult zitten en vervolgens in de kamer rond te lopen totdat u een plaats vindt waar de subwoofer het beste klinkt. Zet de subwoofer dan op die plaats.Volg ook de instruc­ties van de fabrikant van de subwoofer op,of experimenteer om de beste locatie voor een sub­woofer in de luisterruimte te vinden.
Meer informatie over opstelling van subwoofers en een aantal onderwerpen over audio en home theater, vindt u op de Technology sectie van onze website op www.harmankardon.com (> our story > our technology). Daar vindt u links naar informatieve brochures geschreven door experts in akoestiek en elektronica bij Harman Kardon en ons moederbedrijf, Harman International Industries, Inc.
Opmerkingen over het opstellen van luidsprekers:
1. De beperkingen van uw luisterkamer vanwege de positie van wanden en meubels kan het heel moeilijk maken de luidsprekers op te stellen als hiervoor beschreven. Afhankelijk van de speci­fieke indeling van de kamer, zijn hier een paar manieren om met ongebruikelijke omstandighe­den om te gaan:
• Probeer u te houden aan de voorgestelde opstelling en houd de luidsprekers binnen een meter van de aangegeven positie.
• Ongeacht de gekozen opstelling, houd de belangrijkste surround luidsprekers op gelijke afstanden van de front luidsprekers. Bedoeld wordt dat de rechter surround luidspreker niet verder de kamer in dient te staan dan de linker surround luidspreker.
• Wanneer het niet mogelijk is deze luidsprekers tegen de wand of op een schap te plaatsen, overweeg dan extra vloerstands die voor veel luidsprekers leverbaar zijn.
2. Ga bij gebruik van wandluidsprekers die in het
plafond zijn gemonteerd uit van dezelfde aanwi­jzingen als bij vloerstaande of op schappen geplaatste luidsprekers.
3. Wanneer u de surround achter luidsprekers
opnieuw heeft toegewezen voor gebruik in een meerkamer systeem, volg dan de aanwijzingen voor opstelling op voor een 5.1 kanalen systeem voor de hoofd luisterruimte (zie pagina 20).
Minimaal 15 cm van het plafond
Minimaal 60 cm
Center Front Luidspreker
Max.
60 cm
Linker Front Luidspreker
Rechter Front
Luidspreker
A) Installatie Front Luidsprekers met Gewone TV of Achter Projectie TV
5.1 Kanalen Systeem
Linker Surround Luidspreker
6.1 Kanalen Systeem
Linker Surround Luidspreker
7.1-Kanalen systeem
Linker Surround Luidspreker
Surround Achter Links Luidspreker
Beeldscherm
Center Luidspreker
Linker Front Luidspreker
Beeldscherm
Center Luidspreker
Linker Front Luidspreker
Luisterpositie
Surround Achter
Center Luidspreker
Linker Front Luidspreker
Luisterpositie
Rechter Front
Rechter Front
Luidspreker
Beeldscherm
Rechter Front
Luidspreker
Luidspreker
Luidspreker
Rechter Surround
Luidspreker
Rechter Surround
Luidspreker
Rechter Surround
Luidspreker
Surround Achter
Rechts Luidspreker
22 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Systeemconfiguratie
** MASTER MENU **
IN/OUT SETUP VIDEO MONITOR SETTINGS AUDIO ADJUST SURROUND SETUP EZSET/EQ MULTI-ROOM ADVANCED
Zijn de luidsprekers in de kamer eenmaal opgesteld en aangesloten, dan dient het geheugen van de systeem geconfigureerd te worden.
Hoewel het noodzakelijk is dat u zelf de instellin­gen van ingang/uitgang en surround functies kiest, raden we u aan te profiteren van de func­ties van EzSet/EQ en zo automatisch de functies kiest en invoert voor alle andere audioparameters. Daarmee spaart u niet alleen tijd, het zorgt er ook voor dat uw kamer wordt gemeten en gecor­rigeerd met een nauwkeurigheid die met een handinstelling niet mogelijk is. Het wordt nu tijd de AVR in te schakelen en deze fijninstellingen te gaan uitvoeren.
In gebruik name en in-beeld display
Schakel de AVR nu in, zodat deze laatste instellingen kunnen worden uitgevoerd.
1. Controleer of het netsnoer goed op de
lichtnetaansluiting
een ongeschakeld stopcontact is verbonden.Voor uw eigen veiligheid is het belangrijk het netsnoer nooit te vervangen door een exemplaar met geringere capaciteit.
2. Druk op de netschakelaar ingedrukt blijft staan. Controleer of de licht-
netindicatie
apparaat in standby staat.
3. Verwijder de plastic beschermingsfolie van het venster op de afstandsbediening. Met die folie zal het bereik van de afstandsbediening aanzien­lijk kleiner zijn.
4. Installeer de vier bijgeleverde AAA batterijen in de afstandsbediening, als in de afbeelding aangegeven. Let op de polariteit (+) en (–), die op de bodem van het batterijvakje staat aangegeven.
5. Schakel de AVR in door op Standby drukken, of met de ingangskeuze%op de voorzijde, dan wel op de afstandsbediening op
Inschakelen3, AVR keuze5, of op een
van de toetsen Ingangskeuze drukken. De lichtnetindicatie3wordt nu blauw ten teken dat het apparaat ingeschakeld is en de display
Opmerking: nadat op één van de toetsen van de ingangskeuze schakelen is gedrukt, drukt u op AVR keuze om de afstandsbediening de AVR te laten besturen.
is aangesloten en met
1
3
oranje wordt, ten teken dat het
46
˜
licht op.
4
om het apparaat in te
zodat deze
2
te
Gebruik van de in-beeld display
Het maken van de volgende instellingen gaat het eenvoudigste via de in-beeld display van het TV toestel of projectiescherm. Zo kan de huidige status van de AVR gemakkelijk worden afgelezen, wat prettig is bij het kiezen van de luidsprekers, de vertraging en andere instellingen.
Om de in-beeld displays te kunnen zien is een video- of HDMI-verbinding nodig van de achterzi­jde naar de juiste ingang van het beeldscherm of
De Semi-OSD is ook beschikbaar als standaard systeeminstelling en kan worden uitgeschakeld via het
ADVANCED SELECT menu. Zie pagi-
na 48. Met het semi OSD systeem kunt u direct instellingen maken door op de toetsen op de voorzijde of op de afstandsbediening te drukken. Om bijvoorbeeld de digitale ingang voor een bron te wijzigen drukt u op Digitale Keuze
ÛGen een van de keuzetoetsen
or
⁄/¤
E
op de voorzijde of de
7$
‹/›
afstandsbediening.
de projector. Om de in-beeld informatie van de AVR te kunnen zien, dient ook op de monitor/ projector de juiste videobron gekozen te zijn.
Belangrijk: bij gebruik van in-beeld menu’s via een conventionele beeldbuis is het belangrijk dat deze niet langdurig in beeld blijven staan. Zoals bij alle videoschermen, maar in het bijzonder bij projectoren, kan het continu weergeven van sta­tische beelden als deze menu’s, of beelden van videospelletjes, permanent ‘inbranden’ van de beeldbuis of projector veroorzaken. Dergelijke schade valt niet onder de garantie van de AVR en is vrij zeker ook niet onder de garantie van de TV of projector. De AVR heeft twee in-beeld weer­gavefuncties: ‘semi-OSD’ (gedeeltelijk) en ‘Full­OSD’ (volledig). Bij het configureren raden wij u aan Full-OSD functie te gebruiken. De volledige status en de opties verschijnen dan in beeld, wat het gemakkelijker maakt uit de beschikbare mogelijkheden te kiezen en instellingen te maken. De Semi-OSD functie gebruikt slechts één regel.
Denk er aan dat bij het Full-OSD (volledig inbeeld) de gekozen menu’s niet in de display
˜
verschijnen. Wordt het Full-OSD (volledig) menusysteem gebruikt, dan verschijnt de aanwi­jzing OSD ON in de bovenste displayregel
˜
.
Wordt het Semi-OSD systeem (gedeeltelijk in­beeld) gebruikt met de afzonderlijke configurati­etoetsen, dan in-beeld een enkele regel tekst met de huidige menukeuze te zien zijn. Deze keuze zal ook aangegeven worden in de bovenste of
onderste displayregel
˜
.
Het volledige in-beeld menu kan altijd worden
te
opgeroepen of verwijderd door op In-beeld
DisplayLte drukken.Wanneer u op deze
toets drukt zal het hoofdmenu
MENU
(Afb. 7) verschijnen en kunnen instellin-
MASTER
gen gemaakt worden vanuit de individuele menu’s. Denk er aan dat de menu’s na de laatste handeling gedurende 20 seconden zichtbaar zullen blijven, daarna uit beeld verdwijnen. Deze tijd kan verlengd worden tot 50 seconden door naar het
ADVANCED SELECT menu te gaan
5
en het item
FULLOSDTIMEOUT te
wijzigen.
Afbeelding 7
De volledige in-beeld menu’s blijven ca. 20 sec­onden in beeld nadat voor het laatst op een toets is gedrukt, waarna ze uit beeld verdwijnen. De tijd dat menu’s in beeld blijven staan kan worden verlengd tot maximaal vijftig seconden door de instelling
FULL OSD TIME OUT
(tijd in-beeld menu’s) in het ADVANCED
SELECT
(bijzondere functies) menu, als
aangegeven op pagina 48.
Opmerking: gedeeltelijke OSD aanwijzingen zijn niet beschikbaar wanneer een 480p of enig ander high-definition beeld wordt bekeken.
Systeemopzet
De AVR bezit een modern geheugensysteem waardoor het mogelijk is verschillende configu­raties op te zetten voor component video toewi­jzingen, digitale ingangen en surround functies voor elke ingang. Om de luidsprekerinstelling gemakkelijk te maken, kan ook dezelfde instelling worden gemaakt voor alle ingangen. Dankzij deze flexibiliteit kan de instelling voor elke bron worden aangepast aan uw luisterge­woonten en door de AVR worden onthouden. Dat betekent bijvoorbeeld dat u verschillende surround functies en analoge of digitale ingan­gen kunt koppelen aan verschillende bronnen. Zijn die instellingen eenmaal gemaakt, dan worden deze automatisch weer opgeroepen zodra die ingang wordt gekozen.
Om de eerste configuratie en bediening te vereenvoudigen, is de AVR vooringesteld met instellingen die in home theaters veel voorkomen. Deze instellingen vindt u gede­tailleerd in de Bijlage. Het is verstandig voordat u deze instellingen wijzigt de verbindingen van uw ingangen te vergelijken met deze standaard-
NEDERLANDS
waarden zodat u kunt zien welke wijzigingen moeten worden aangebracht.
SYSTEEMCONFIGURATIE 23
Systeemconfiguratie
* IN/OUT SETUP *
SOURCE: VIDEO 1 TITLE: AUDIO IN-PORT: ANALOG AUDIO AUTO POLL: ON OFF VIDEO IN-PORT: AUTO COMPONENT INPUT: COMP 1 VIDEO PROCESS: V CONVER A/V SYNC DLAY: 0mS MASTER MENU PAGE 2
Voordat u het apparaat in gebruik neemt, zult u waarschijnlijk de instellingen voor sommige ingangen willen veranderen zodat zij correct geconfigureerd zijn voor de digitale en analoge ingangen en de surround functies gekoppeld aan elke ingang. Denk eraan dat deze instellingen voor elke gebruikte ingang gemaakt dienen te worden, aangezien het geheugensysteem van de AVR de instellingen voor elke ingang afzonderlijk opslaat. Anderzijds zullen eerst nieuwe instellin­gen gemaakt dienen te worden nadat de sys­teemcomponenten gewijzigd zijn.
Om dit proces snel en eenvoudig uit te voeren raden wij aan het Full-OSD (volledig) systeem met menu’s in beeld te gebruiken en stap voor stap alle ingangen te doorlopen.
Opzet In/Uitgangen
De eerste stap bij het configureren van de AVR is het kiezen van een ingang, om een analoge of digitale ingang te koppelen aan elke bron, b.v. CD of DVD. Denk er aan dat wanneer de ingang is gekozen, alle instellingen voor de Digitale Ingang, Luidspreker Configuratie en Surround Functie daaraan gekoppeld zullen worden en in een geheugen worden opgeslagen. Dat betekent dat deze instellingen ook automatisch voor andere ingangen gebruikt zullen worden. Daarom dienen onderstaande instellingen voor elke ingang herhaald te worden, zodat elke ingang naar eigen inzicht en voorkeur aangepast kan worden. Eenmaal gemaakt, is wijziging alleen nodig wanneer u voor een bepaalde ingang een andere instelling wenst.
Wanneer u het Full-OSD (volledig in-beeld) systeem gebruikt om instellingen te maken, drukt u eenmaal op OSD
MASTER MENU (Afb. 7) verschijnt. Denk er
aan dat de
IN/OUT SETUP staat. Druk op Setup
cursor naast de regel van de
om het menu te openen, waarna het IN/OUT
SETUP
menu (Afb. 8) in beeld verschijnt. Druk
op
/
E
tot de gewenste ingang bij de
Ingangsindicatie
Afbeelding 8
24 SYSTEEMCONFIGURATIE
L
waarop het hoofdmenu
ˆ
gemarkeerd wordt.
F
Wanneer een andere dan de tuner-, 8-kanalen of de USB-ingang als bron wordt gekozen, kunt u de naam waarmee de ingang in de display en in beeld verschijnt, herbenoemen. Handig wanneer u over meer dan één videorecorder beschikt en u bijvoorbeeld een merknaam met de ingang wilt associëren of een naam wilt gebruiken waaraan u de gekozen bron gemakkelijk kunt herkennen.
Om de naam van de ingang te wijzigen drukt u
¤
op
/
NavigatieEop de afstandsbedien-
ing zodat de cursor naar wijst. Druk vervolgens op Set
TITLE (naam)
F
en houd deze een paar seconden vast tot rechts van de kolom een knipperend hokje verschijnt. Laat dan meteen Set
F
los en u kunt de nieuwe naam
invoeren.
Druk op
¤
/
NavigatieEwaarop een
overzicht van alle alfanumerieke karakters ver­schijnt, beginnend met hoofdletters, gevolgd door kleine letters en tenslotte nummers en sym­bolen. Drukt u op
¤
NavigatieEdan ver-
schijnt een reeks symbolen en nummers, gevolgd door een omgekeerd overzicht van kleine letters. Druk nu op de toets in de gewenste richting tot het eerste karakter van de gewenste naam ver­schijnt. Wilt u een spatie als eerste karakter gebruiken, druk dan op
NavigatieE.
Zodra het gewenste karakter verschijnt drukt u
NavigatieEen u herhaalt deze proce-
op dure voor de volgende letter, enzovoort tot de gewenste naam van maximaal 14 karakters is ingevoerd.
Druk op Set
F
om de ingevoerde naam in het systeemgeheugen op te slaan en verder te gaan met de configuratie.
Alle standaard audio-ingangen voor alle bronnen uitgezonderd de Tuner, USB en 6/8-Kanalen Directe ingangen vindt u in de tabel in de Bijlage. Wanneer uw systeem configuratie overeenkomt met de standaard tabel zijn geen wijzigingen
nodig en kunt u op
¤
/
E
F drukken om
naar de volgende regel te gaan.
Met de cursor op de regel
IN-PORT
E
F om de standaard ingang in een andere
(audio ingang) drukt u op
AUDIO
‹/›
te wijzigen. Zodra de naam van de gewenste
ingang verschijnt drukt u op
¤
/
E
F om
naar de volgende regel te gaan.
Bij normaal gebruik zal het apparaat bij onder­breking van de digitale audio stream automa­tisch omschakelen naar de analoge ingang, gekoppeld aan die bron. Dat is vooral belangrijk bij kabel settop boxen waarvan de ingangen nor­maal gesproken digitaal zijn, maar een enkele keer omschakelen naar analoog.Wilt u een ingang zo programmeren dat die automatische omschakeling (poll) niet actief is, druk dan terwijl de in-beeld cursor naar
POLL
wijst op
AUDIO AUTO
‹/›
E
F zodat OFF(uit)
wit oplicht in plaats van ON (aan).
Zodra de gewenste instelling is ingevoerd, drukt
¤
u op
/
E
F om naar de volgende regel
te gaan.
Wanneer de cursor op de regel
PORT
(video-ingang) staat, kunt u een alter-
VIDEO IN-
natief kiezen voor de standaard instelling voor de video-ingang gekoppeld aan een bron. Voor de Video 1 en Video 4 ingangen zal de standaard instelling
AUTO composiet of S-video kiezen,
afhankelijk van welke een signaal ontvangt. Voor de Video 2, Video 3 en DVD-ingangen kiest
AUTO normaal gesproken de standaard compo-
nent ingang, maar indien niet in gebruik kiest het systeem een composiet of S-video uitgang wan­neer een daarvan actief is.
Om ervoor te zorgen dat de AVR altijd naar een specifieke bron kijkt wanneer een ingang wordt gekozen, controleert u of de cursor naar de regel
VIDEO IN-PORT staat en u drukt op
E
F tot de naam van de gewenste ingang
‹/›
verschijnt. De standaard instelling voor HDMI ingangen is
AUTO en hoeft doorgaans niet te
worden gewijzigd. In systemen waarin de HDMI­verbinding alleen wordt gebruikt voor meerkanalen audio (bijv. HDMI 1.1) maar het videosignaal component is, dient de instelling hier vanwege beperkingen in het beeldscherm, te worden gewijzigd in
COMPONENT.
Wanneer de gewenste instellingen voor de video-
¤
ingangen zijn gemaakt, drukt u op
E
F om naar de volgende regel te gaan.
/
Wanneer uw systeem een bron bevat die is voorzien van Y/Pr/Pb component video ingangen kan de AVR deze omschakelen en de juiste sig­nalen naar het beeldscherm sturen. Elke van de
Component Video Ingangen
JL
is toegewezen aan een standaard bron als aangegeven in de Bijlage, maar wanneer uw sys­teem anders is aangesloten dan de standaard instellingen, kunt u één van de drie ingangen kiezen voor elke bron, uitgezonderd de HDMI ingangen voor de Tuner. Beschikt uw systeem (nog) niet over component video of hoeft de standaard instelling niet gewijzigd te worden, druk dan op
¤
NavigatieEF om naar de
volgende instelling te gaan.
* IN/OUT SETUP *
VIDEO 4 : IN OUT COAXIAL 4 : IN OUT REC OUT : ANALOG HDMI LINK : ON OFF
MASTER MENU PAGE 1
Systeemconfiguratie
Om de toewijzing van Component Video te wijzi­gen eerst controleren of de cursor in het menu naar op
COMPONENT I N wijst en druk dan
‹/›
NavigatieEF tot de gewenste
ingang gemarkeerd wordt.
Is de gewenste ingang gekozen, druk dan op
¤
NavigatieEF om naar de volgende instelling te gaan.
Op de regel VIDEO PROCESS kunt u bepalen of het videoformaat moet worden omgezet bij gebruik van de ingang die u nu con­figureert. Wilt u deze instelling niet veranderen,
druk dan op
¤
/
E
F om naar de vol-
gende regel te gaan.
V-CONVERSION (video-omzetting) past
De geen videobewerking of processing toe op het binnenkomende videosignaal, maar voert het naar buiten op één van de volgende manieren, afhankelijk van de bron:
• Een standaard definitie (480i of 576i) analoog signaal (composiet, S-video of component) wordt geconverteerd zodat het beschikbaar is als een HDMI-signaal met dezelfde resolutie èn op de standaard composiet, S-video of compo­nent analoge video-uitgangen. Het videosig­naal is tevens beschikbaar op de opname-uit­gangen.
• Een analoog component high-definition signaal wordt gedigitaliseerd en met dezelfde resolutie afgegeven op de HDMI-uitgangen en als analoog component signaal, maar niet via de analoge composiet, S-video monitor en opname-uitgangen.
• HDMI ingangssignalen worden ongeacht de resolutie via de HDMI-uitgangen afgegeven.
De
BYPASS (passeer) instelling is niet actief
op enige videobewerking of processing van het inkomend videosignaal, maar geeft het af op één van de volgende wijzen, afhankelijk van de ingangsbron:
• Analoge signalen (composiet, S-video of com­ponent) worden alleen afgegeven in de resolu­tie en het formaat dat overeenkomt met de ingang voor zowel de hoofd “Monitor” verbinding als de opname-uitgangen.
• HDMI ingangssignalen worden ongeacht de resolutie via de HDMI-uitgangen afgegeven.
Wanneer een noodzakelijke wijziging in de video-
processing is uitgevoerd, drukt u op
E
F om naar de volgende regel te gaan.
¤
/
Op de regel
A/V SYNC DELAY (A/V sync
vertraging) kunt u een instelling invoeren die het audiosignaal ten opzichte van het videosignaal iets vertraagt waarmee het niet meer lipsyn­chroon lopen na digitale signaalbewerking van een programma in de weergave of in het beeld­scherm wordt gecorrigeerd. Deze afwijking is geen fout van de bron, het is een bijeffect van de video signaalbewerking. In de meeste gevallen raden we aan deze correctie in de vertraging uit te voeren via de directe functies op de afstands­bediening waarbij u nauwkeuriger kunt instellen en ziet wat er in beeld gebeurt. Volg daarvoor de aanwijzingen op pagina 35, maar u kunt de instelling ook nu maken via de menu’s. Daar de hoeveelheid vertraging die nodig is van bron tot bron kan variëren, raden we u dringend aan deze instelling per bron te maken.
Om de A/V Sync Vertragingstijd vanuit het
IN/OUT SETUP menu in te stellen, con-
troleert u of de cursor op de regel
DELAY
staat en u drukt op
A/V SYNC
‹/›
E
F tot de
gewenste vertraging wordt aangegeven zodat het videobeeld klopt met het geluid.
Wanneer alle configuraties in dit menu zijn uit-
gevoerd drukt u op naar
PAGE 2 (pagina 2) wijst en u drukt op
Set
F
Q om naar het tweede submenu
¤
/
E
F tot de cursor
ingang/uitgang instellingen te gaan. Wanneer alle instellingen voor ingangsconfiguratie zijn
gemaakt, drukt u op beeld cursor wijst naar dan op Set
F
¤
/
E
F tot de in-
MASTER MENU en
Q om terug te keren naar het
hoofdmenu.
De tweede pagina van het
IN/OUT SETUP
menu (afb. 9) biedt de mogelijkheid de AVR 645 te configureren voor speciale toepassingen.
Afbeelding 9
Een exclusieve Harman Kardon functie is de moge­lijkheid de aansluitingen op de voorzijde van nor­maal gebruik als ingang om te kunnen schakelen op uitgang, voor het gemakkelijk aansluiten van draagbare recorders. De analoge Video 4 aan-
sluitingen
Ô
op de voorzijde worden normaal gesproken gebruikt als ingang voor camcorders, videospelletjes en andere draagbare audio/video producten, maar kan worden omgeschakeld als uit­gang voor aansluiting van draagbare audio/video recorders. Om ze tijdelijk naar uitgang om te scha­kelen, roept u eerst het menu op. Druk op ¤E sor op het item
E
F tot het woord OUT gemarkeerd is. Denk
er aan dat de Status ingang/uitgang
IN/OUTSETUP
F tot de in-beeld cur-
VIDEO 4 staat. Druk op
(
tussen S and Composite video aansluitingen rood wordt, als teken dat de analoge Video 4 aansluitingen
Ô
nu opname uitgangen zijn.
Op de AVR dient de digitale ingang 4 coax
Ó
normaal als ingang, maar kan worden omgeschakeld als digitale uitgang voor gebruik met CD-R/CD-RV decks, MD-recorders en andere digitale recorders. Druk op het
IN/OUTSETUP menu in beeld is en de
cursor u naast
COAXIAL4 staat om de ingang
⁄/¤
E
F, terwijl
in een uitgang te veranderen. Druk vervolgens op
/
E
F tot het woord OUTwordt gemar-
keerd. Merk op dat de status digitale ingang
4 coax
(
rood wordt, ten teken dat de
aansluiting nu een uitgang is.
Opmerking: er staat alleen een signaal op deze uitgang wanneer het gekozen signaal voor de AVR een digitaal signaal is. Digitale signalen worden ongeacht het type doorgegeven en ongeacht de ingang (coax of optisch) waarvan ze afkomstig zijn. Analoge signalen worden echter niet in digitale omgezet en het formaat van het signaal (b.v. PCM, Dolby Digital of DTS) wordt niet veranderd.
Het omzetten van de uitgang blijft effectief zo­lang de AVR ingeschakeld blijft. Na uitschakeling en opnieuw inschakelen wordt de instelling teruggezet op de normale instelling als ingang.
Op de
REC OUT (opname uitgang) regel kiest
u welk type audiosignaal op de analoge opname-uitgangen verschijnt voor de ingang die u aan het configureren bent. Druk op
E
F om te kiezen uit een van de volgende
‹/›
opties wanneer u de standaard instelling wilt veranderen:
ANALOG kiest voor een onbewerkt doors-
turen van de analoge bron en is de standaard instelling voor de meeste ingangen.
DSP DOWNMIX (DSP mix) kiest een
tweekanalen mix van een meerkanalen digitale ingang.
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 25
Systeemconfiguratie
* AUDIO SETUP *
TONE :IN OUT BASS :0 TREBLE :0
BACK TO MASTER MENU
*VIDEO MONITOR SETTINGS* IN VIDEO FORMAT: 1080i IN VIDEO COPY PROT: ON VIDEO PROCESS: V CONVERS COMPONENT OUT: OFF S-VIDEO OUT: OFF COMPOSITE OUT: OFF DISPLAY INTER: HDMI/DVI HDMI AUDIO OUT: NO BACK TO MASTER MENU
Wanneer de correctie is gemaakt, of wanneer geen correctie nodig is en alle instellingen com-
pleet zijn, drukt u op sor naar
PAGE 1 (pagina 1) wijst en u drukt op
Set
F
Q om naar het menu IN/OUT
SETUP
terug te gaan om een andere ingang te
¤
/
E
F tot de cur-
configureren. Of, wanneer geen configuratie
instellingen nodig zijn, druk op tot de cursor naar dan op Set
MASTER MENU wijst en
F
Q om naar het hoofdmenu
¤
/
E
F
terug te keren.
Instellingen Videomonitor
Het VIDEO MONITOR SETTINGS (instellingen videomonitor) menu (Afbeelding 10) is uniek omdat het een aantal informatieregels bevat die gedetailleerde informatie geven over de instellingen van het videosysteem van de AVR 645 samen met een paar regels waarop specifieke parameters kunnen worden gewijzigd. Met het
MASTER MENU in beeld, drukt u op
¤
/
E
F tot de cursor naar VIDEO
MONITOR SETTINGS
Set
F
Q om het menu te laten verdwijnen.
Afbeelding 10
wijst en dan op
De regel IN VIDEO FORMAT (inkomend videoformaat) geeft informatie over de resolutie van het inkomende videosignaal en kan niet wor­den gewijzigd.
De regel
IN VIDEO COPY PROT (kopieer-
beveiliging inkomend videosignaal) geeft aan of het inkomende videosignaal een kopieerbeveilig­ing bevat en kan niet worden gewijzigd.
De regel
VIDEO PROCESS (videobewerk-
ing) geeft aan hoe de instellingen zijn gemaakt in het
IN/OUT SETUP en of het bin-
nenkomende signaal is bewerkt voordat het zichtbaar wordt en kan niet worden gewijzigd.
De regel COMPONENT OUT (component uit­gang) geeft aan of de Component Video uitgan­gen actief zijn of niet (
ENABLED of OFF),
gebaseerd op het type en de resolutie van het ingangssignaal en of dat signaal een HDCP beveiliging draagt. Ook dit kan niet worden gewijzigd.
De regel
S-VIDEO OUT (S-video uitgang)
geeft aan of de S-Video uitgangen beschikbaar zijn voor 576i resolutie (of OFF – uit), gebaseerd op het type en de resolutie van het ingangssig­naal en of dat signaal een HDCP beveiliging draagt. Ook dit kan niet worden gewijzigd.
Op de regel kiezen tussen de standaard uitgang en een HDMI/DVI uitgang door op
E
DISPLAY INTER kunt u
ANALOG video-
‹/›
F te drukken. Kiest u ANALOG dan
wordt HDMI in standby geplaatst en wordt automatisch naar HDMI geschakeld zodra een HDMI signaal binnenkomt. Wanneer een high­definition bron niet HDCP is beveiligd, kan het via de component uitgangen worden afgegeven; in het andere geval gaat het uitsluitend naar de HDMI uitgangen. De
HDMI/DVI instellingen
sturen alle omgezette of bewerkte videosignalen naar de HDMI uitgangen.
Op de regel HDMI AUDIO OUT (HDMI audio-uitgang) kunt u kiezen tussen een tweekanalen mix van het audiosignaal via de HDMI verbinding (
YES – ja) op de maximale bit
rate dat het audiosysteem kan verwerken en dat bij de gekozen bron hoort, of niet ( wijzigen drukt u op
‹/›
E
NO). Om te
F.
Wanneer de gewenste instellingen voor deze ingang zijn gemaakt of geen wijzigingen nodig
zijn, drukt u op
BACK TO MASTER MENU (terug naar
hoofdmenu) wijst en dan op Set
¤
/
E
F tot de cursor naar
F
Q om
naar het hoofdmenu terug te keren.
Audio Opzet
In dit menu kunt u de klankregeling instellen. Wanneer u op dit moment niets aan deze instellingen wilt veranderen gaat u naar het vol­gende menu. Om de configuratie van deze parameters te wijzigen, controleert u of het
MASTER MENU (hoofdmenu) in beeld staat
met de cursor op de regel
AUDIO SETUP
en u drukt op SetFQ. Nu verschijnt het
AUDIO SETUP (audio opzet) menu.
Afbeelding 12
Op de eerste regel wordt bepaald of de hoog/laag klankregeling in de signaalweg wordt opgenomen. Standaard is deze ingeschakeld en wanneer u deze wilt verwijderen om de schakeling of ‘recht’ te zetten, controleer dan of de cursor naar de regel
TONE (klankregeling) in het menu wijst en druk
‹/›
op
NavigatieEF zodat OUT (uit) in
negatief video wordt gemarkeerd.
Wilt u de klankregeling in de signaalweg laten staan, dan kunt u laag en hoog versterker of verzwakken door op
⁄/¤
NavigatieEF
zodat de cursor naast de regel staat die u wilt corrigeren. Vervolgens drukt u op
‹/›
NavigatieEF tot de gewenste instelling verschijnt.
Wanneer alle gewenste correcties in dit menu gemaakt zijn, verplaatst u met cursor naar
BACK TO MAIN MENU (terug
naar hoofdmenu) en u drukt op
⁄/¤
F
E
Q.
F de
26 SYSTEEMCONFIGURATIE
** SURROUND CONFIG **
LOGIC 7 GLOBAL:OFF DOLBY MULTI CONFIG DOLBY 2.0 CONFIG DTS CONFIG PCM 44.1/48kHz CONFIG PCM 96k CONFIG
BACK TO SURROUND CONFIG
** SURROUND SETUP ** SOURCE: VIDEO 1 AUDIO IN PORT: ANALOG AUDIO IN: PCM 44.1kHz ADC SAMPLING: 48K 96K SURR MODE: LOGIC 7 SURR SELECT: MUSIC 5.1 DEFAULT SURR: LAST SURROUND CONFIG DOLBY SURR SETUP BACK TO MASTER MENU
Systeemconfiguratie
Opzet Surround
De volgende keuze die voor een ingang moet worden gemaakt is het instellen van de gewens­te surround functie.Aangezien de surroundfunc­ties een kwestie zijn van persoonlijke smaak, bent u vrij in uw keuze – die bovendien later gewijzigd kan worden. Het Surround Functie Overzicht op pagina 38 kan u helpen de functie te kiezen die het beste past bij de gekozen ingang. Zo kunt u Dolby Pro Logic II of Logic 7 voor de meeste ingangen kiezen en Dolby Digital voor ingangen aangesloten op digitale bronnen. Voor ingangen zoals CD-speler, tape deck of tuner kan het best de stereofunctie worden gekozen, wanneer dat tenminste de luisterfunctie is die voor de standaard stereobronnen wordt gebruikt. Voor die bronnen is het onwaarschijnlijk dat er materiaal met surroundcodering zal wor­den afgespeeld. Als alternatief kan de 5 Kanaals Stereo of Logic 7 Music functie worden gekozen voor stereo programmamateriaal.
Het wordt aanbevolen de surround setup af te ronden met de volledige in-beeld menu’s. Vanuit het
MASTER MENU (afbeelding 7) drukt u op
⁄/¤
E
F tot de cursor op de regel
SURROUND SELECT (surround functie)
menu staat. Druk op Set
SURROUND SELECT menu (afbeelding 13)
F
Q zodat het
verschijnt.
Afbeelding 13
In de eerste regel van dit menu kiest u de ingang waarvoor specifieke surround instellingen wor­den gemaakt. Druk op
‹/›
E
F om de
ingang te kiezen die u wilt configureren.
De regels aansluiting) en
AUDIO IN-PORT (audio
AUDIO I N (audio ingang) zijn
alleen voor het beeldscherm en kunnen niet wor­den gewijzigd via het menu
SETUP IN-PORT
(surround opzet). De regel AUDIO
geeft de aansluiting van actieve
ingang aan en de regel
SURROUND
AUDIO I N geeft het
type van het aanwezige signaal aan. Denk er aan dat de aanwijzing
AUDIO I N aangeeft dat een digitale verbind-
UNLOCK op de regel
ing is gekozen, maar dat geen data stream aan­wezig is.
Wanneer een ingangskeuze is gemaakt, drukt u
⁄/¤
op
E
F om naar de volgende regel te
gaan.
ADC SAMPLING bepaalt of de
De regel upsampling functie van het apparaat is in- of uit­geschakeld. De standaard instelling “48 kHz” passeert deze functie (OFF – uit) en stuurt het digitale audiosignaal naar de DSP in de oor­spronkelijke sampling frequentie. Om bin­nenkomende 44,1 kHz signalen naar een hogere resolutie, omhoog te samplen naar 96 kHz, drukt u eenmaal op
‹/›
E
F zodat 96 kHz oplicht.
Wanneer de gewenste instelling op deze regel is
⁄/¤
E
gemaakt, drukt u op
F om naar de
volgende regel te gaan.
De regels
SELECT (keuze) hangen met elkaar samen en
SURR MODE (surroundfunctie) en
leiden u door de keuze van de surround functie die wordt geactiveerd zodra de ingang die nu wordt geconfigureerd, wordt gekozen.
Op de regel
E
SURR MODE drukt u op
F om de groep surround functies te kiezen
‹/›
(zoals Dolby functies, DTS functies, Logic 7 func­ties en DSP- of Stereofuncties) die voor deze ingang beschikbaar zijn. Na het maken van een keuze drukt u op regel
SELECT te gaan.
Op de regel
⁄/¤
E
F om naar de
SELECT kunt u een specifieke
functie kiezen binnen de gekozen functiegroep. De functiekeuze wordt bepaald door het type sig­naal (sommige functies zoals Dolby Digital of DTS-ES zijn niet beschikbaar bij analoge bron­nen) en door de luidspreker configuratie daar sommige functies alleen beschikbaar zijn bij een
7.1 luidsprekeropstelling. Een volledig overzicht van de beschikbare functies vindt u in de sur­round functie tabel op pagina 38.
Daarnaast kunt u ook de instellingen gebruiken in de
SURROUND CONFIG (surround con-
figuratie) menu’s om de functies te wissen die u doorgaans niet gebruikt.
Op de regel
DEFAULT SURR (standaard
surround) kiest u de functie die wordt geac­tiveerd wanneer een digitale bron wordt gekozen. De fabrieksinstelling
LAST activeert
steeds de laatst gebruikte functie voor elke digi­tale bron. Wanneer u bij elke digitale bron wilt schakelen naar de specifieke functie zoals die in het inkomende digitale audiosignaal is gecodeerd, druk dan op
ORIGINAL (origineel) verschijnt.
‹/›
E
F tot
Voordat u verder gaat op de regel SURROUND
CONFIG
(surround configuratie) is het belan­grijk u te realiseren dat de instellingen in de daaraan verbonden submenu’s van deze regel veel tijd kosten om af te ronden. Hoewel ze nut­tig zijn omdat u daarmee de surround functies die in de AVR verschijnen kunt aanpassen, is het misschien verstandiger deze lijst op dit moment passeren en eerst de configuratie te voltooien. U kunt dan later naar deze regel terugkeren wan­neer u de gelegenheid heeft gehad naar de ver­schillende surround functies te luisteren en te bepalen welke u wilt behouden en welke u laat vervallen. Deze instellingen zijn geen primaire instellingen en hebben geen invloed op de klank van de AVR.
Om verder te gaan op de regel
CONFIG
drukt u op
⁄/¤
SURROUND
E
F om naar
die regel te gaan; zo niet druk dan nogmaals om naar de regel
DOLBY SURR SETUP (Dolby
surround setup) te gaan en sla de instructies voor die instelling over.
Wanneer zowel een surround functiegroep als een specifieke surround functie zijn gekozen drukt u op
⁄/¤
E
F om naar de volgende
regel van configuratie te gaan.
SURROUNDCONFIG is de basis
De regel voor de configuratie van een groot aantal surround functies. Om verder te gaan drukt u op Set
F
Q en u gaat naar het hoofdmenu
SURROUND CONFIG (afbeelding 14).
Afbeelding 14
De regel LOGIC 7 GLOBAL is het enige item op deze menu pagina die menu specifiek is en hierin kunt u bepalen of Logic 7 de standaard surround functie voor elk inkomend audiosignaal is. De standaard instelling is de inkomende functie. Druk op zodat
ON(aan) verschijnt om de algemene Logic
OFF (uit) en kiest
‹/›
E
F
7 instelling te kiezen voor deze ingang.
De resterende vijf items in dit menu zijn algemene instellingen die u naar een submenu brengen waarin de individuele surround functies zijn opgesomd die binnen de gekozen func­tiegroep beschikbaar zijn. Om een groep te kiezen, drukt u op
⁄/¤
E
F tot de in-beeld
cursor naar de gewenste functie wijst en dan drukt u op
⁄/¤
beneden in de lijst te verplaatsen en dan op
E
F
Q. Binnen elk menu drukt u op
E
F om de cursor naar boven of
F om de functie in of uit te schakelen.
‹/›
SYSTEEMCONFIGURATIE 27
NEDERLANDS
Systeemconfiguratie
** DOLBY SURROUND **
MODE: DOLBY PLIIx MUSIC CENTER WIDTH : 3 DIMENSION : 0 PANORAMA: OFF ON NIGHT: OFF MID MAX
BACK TO SURROUND SETUP
• Wanneer een functie ON (aan) staat verschijnt deze functie in alle menu’s wanneer u een sur­round functie instelt.
• Wanneer een functie
OFF (uit) staat verschijnt
deze functie niet.
• Sommige functies, zoals Dolby Digital, DTS en Stereo in de PCM-menu’s kunnen niet uit­geschakeld worden.
Een compleet overzicht van de AVR 645 surround functies vindt u op pagina 38, maar hier zijn een paar items die het makkelijker maken te beslissen welke functies u in de setup wilt opnemen en welke niet.
• De groep
DOLBY MULT CONFIG bevat
de surround functies die beschikbaar zijn wan­neer een meerkanalen Dolby Digital gecodeerde bron actief is. Dit omvat ook de algemene Dolby Discreet functie die niet kan worden uitgeschakeld en andere functies die kunnen worden gebruikt als nabewerking van de bron en de systeem luidsprekerconfiguratie.
• De groep
DOLBY 2.0 CONFIG bevat
surround functies die beschikbaar zijn wanneer een tweekanalen Dolby Digital gecodeerde bron actief is. Dit omvat ook de algemene Dolby Discreet functie die niet kan worden uit­geschakeld en andere functies die kunnen wor­den gebruikt als nabewerking van de bron en de systeem luidsprekerconfiguratie.
• De groep
DTS CONFIG bevat de beschik-
bare surround functies wanneer een DTS­gecodeerde bron actief is. Dit omvat ook de algemene DTS Discreet functie die niet kan worden uitgeschakeld en andere functies die kunnen worden gebruikt als nabewerking van de bron en de systeem luidsprekerconfiguratie.
• De groep
PCM 44.1/48KHZ CONFIG
bevat de surround functies die beschikbaar zijn wanneer een PCM digitaal signaal actief is. Dit omvat niet alleen PCM bronnen van DVD- en CD-spelers, maar tevens tweekanalen analoge bronnen die in gebruik zijn wanneer deze in de AVR 645 naar PCM worden omgezet. De beschikbare functies bevatten de eigen Dolby functies (inclusief Dolby Headphone en Dolby Virtual Speaker), DTS processing en onze eigen Logic 7 functies, de conventionele “DSP” func­ties (zoals “Hall” en “Theater”) en de “Stereo” functies.
• De groep
PCM 96KHZ CONFIG bevat de
surround functies die beschikbaar zijn wanneer een PCM digitaal signaal actief is. Dit omvat niet alleen 96 kHz PCM bronnen van DVD- en CD-spelers, maar tevens tweekanalen analoge bronnen wanneer 96 kHz is gekozen op de
ADC SAMPLING regel in het SUR­ROUND SETUP
menu. De beschikbare functies bevatten de eigen Dolby functies (inclusief Dolby Headphone en Dolby Virtual Speaker), DTS processing en onze eigen Logic 7 functies, de conventionele “DSP” functies (zoals “Hall” en “Theater”) en de “Stereo” functies.
Opmerking: wanneer een Dolby Digital of DTS bron wordt gekozen en speelt kiest de AVR automatisch de juiste surround functie, ongeacht de standaard instelling voor die ingang. Dan zijn geen andere surround functies meer beschikbaar, uitgezonderd alle Pro Logic II functies met Dolby Digital 2 kanalen (2.0) opnamen.
In het
DOLBY menu (Afb. 15) kan worden
gekozen uit Dolby Digital, Dolby Pro Logic II en IIx Music, Dolby Pro Logic II en IIx Cinema, Dolby Pro Logic, Dolby Virtual Speaker Reference en Wide, en Dolby 3 Stereo. Een volledig overzicht van deze functies vindt u op pagina 38. De Dolby Digital EX functie is alleen beschikbaar indien het systeem is ingesteld op 6.1/7.1 gebruik door de Surround Achter luidsprekers op “Small” (klein) of “Large” (groot) als beschreven op pagina 33. Wordt dan een disc afgespeeld die een speciale markering in de digitale audio datastroom bevat, dan wordt automatisch de EX functie gekozen. Het kan ook worden gekozen via dit menu of via het frontpaneel of de afs­tandsbediening. Een volledige toelichting van deze functies vindt u op pagina 38.
Wanneer alle niet benodigde surroundfuncties zijn uitgeschakeld, drukt u op de cursor naar
CONFIG
BACK TO SURROUND
(terug naar surround configureren)
wijst; druk dan op Set
Het laatste item in het
⁄/¤
E
F tot
F
Q.
SURROUND SETUP
menu is de regel DOLBY SURR SETUP (Dolby surround opzet). Met de cursor op deze regel drukt u op Set
SURROUND
F
Q om het DOLBY
menu (afbeelding 13) in beeld op
te roepen.
Wanneer de cursor op de regel tie) staat, drukt u op
‹/›
NavigatieEF om
MODE (func-
de gewenste Dolby functie te kiezen, wederom rekening houdend met het feit dat de verschillen­de functies waaruit kan worden gekozen, wordt bepaald door het gebruikte programmamateriaal en het aantal luidsprekers in uw systeem.
Afbeelding 15
Wanneer Dolby Pro Logic II Music of Dolby Pro Logic IIx Music als luisterfunctie is gekozen, zijn drie speciale instellingen beschikbaar om het klankbeeld geheel aan uw smaak en de luister­omstandigheden aan te passen. Zijn andere Dolby Surround functies gekozen, dan geven stip­pellijnen aan dat deze instellingen niet actief zijn.
• Center Width (breedte): deze instelling corri­geert de balans van de stemmen verdeeld over de links/rechts luidsprekers en de center luid­spreker. De lagere instellingen spreiden het geluid van het center kanaal meer over de links/rechts luidsprekers. Een hogere instelling (max. “7”) geeft een smallere presentatie van het center kanaal.
• Dimension (afmetingen): deze instelling wijzigt de perceptie van de diepte van het surround klankbeeld door het ondieper te maken, waar­door de geluiden dichter bij het front van de kamer lijken, of juist een diepere presentatie waarbij het centrum zich meer naar de achter­zijde van de kamer lijkt te verplaatsen. De instelling “0” is de neutrale standaardinstelling met het “R-3” bereik voor een dieper naar achter georiënteerd beeld en “F-3” voor een ondieper, naar voor georiënteerd beeld.
• Panorama: schakel deze instelling in of uit om een meer omringende weergave te krijgen die vooral de perceptie van geluid van de zijwan­den van de kamer versterkt.
Om deze parameters te wijzigen, drukt u op
⁄/¤
NavigatieEF terwijl het DOLBY SURROUND menu in beeld staat tot de cursor op de regel staat met de parameter die u wilt wijzigen. Druk dan op
‹/›
NavigatieEF
om de instelling naar wens te wijzigen.
Denk er aan dat wanneer Dolby Digital is gekozen er aanvullende instellingen beschikbaar komen voor de Nacht Functie die alleen met sur­round gekoppeld zijn, niet met de ingang.Vandaar dat deze instellingen slechts één keer gemaakt worden en niet voor elke ingang afzonderlijk.
28 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
* EZSET/EQ MAIN *
Select activity
AUTOMATIC EQ DESIGN MANUAL EQ DESIGN EZSET/EQ MANUAL SETUP
BACK TO MASTER MENU
** DOLBY SURROUND **
MODE: DOLBY DIGITAL
CENTER WIDTH: --­DIMENSION : --­PANORAMA : --­NIGHT:OFF MID MAX
BACK TO SURR SELECT
Afbeelding 16
Instellen nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital die een speciale bewerking gebruikt om het dynamisch bereik en de verstaanbaarheid van het filmgeluid te behouden, terwijl het piekniveau begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotseling pieken anderen storen, zonder dat de impact van de digitale bron al te zeer wordt aangetast. Merk op dat de nachtfunctie alleen beschikbaar is bij weergave van Dolby Digital sig­nalen.
Om de Nacht Functie vanuit het menu in te stellen drukt u op OSD (hoofd) menu verschijnt. Druk dan op ¤E om naar op Set
L
E zodat het MASTER
SURROUND SETUP te gaan en druk
F
Q om het SURROUND SETUP
F
menu te kiezen. Druk op SetFQ om het
DOLBY SURR SETUP menu te keizen (zie
afbeelding 15).
Om de Nacht Functie in te stellen kijkt u of de cursor
op NIGHT in het DOLBY menu staat.
Druk dan op
‹/›
E
F om te kiezen uit de
volgende mogelijkheden:
OFF (uit): wanneer OFF (uit) is gemarkeerd,
werkt de nachtfunctie niet.
MID (medium): wanneer MID (medium) gemar-
keerd is wordt een geringe compressie toegepast worden.
MAX: wanneer MAX gemarkeerd is wordt een
sterke compressie toegepast.
Wanneer u de Night functie wilt gebruiken, raden we u aan aanvankelijk de MID instelling (medi­um) te kiezen en eventueel later, indien nodig, naar MAX (maximum) te gaan.
Denk er aan dat de Night functie op elk moment direct gecorrigeerd kan worden wanneer de Dolby Digital surround functie is geactiveerd door op Night toets drukt verschijnt derde deel van het beeld en in de display Druk binnen vijf seconden op
B
te drukken.Wanneer u op de
D-RANGE in het onderste
⁄/¤
E
˜
F om
.
de gewenste instelling te kiezen en dan op Set
F
Q om de keus te bevestigen.
Wanneer alle instellingen in het
SURROUND
⁄/¤
met
TO SURROUND SETUP
F
Q. Vervolgens kunt u nog andere wijzigin-
menu gemaakt zijn, verplaatst u
E
F de cursor naar BACK
DOLBY
en u drukt op Set
gen in de beschikbare opties aanbrengen of u verplaatst met
BACK TO SURROUND CONFIG en u
drukt op Set
⁄/¤
E
F de cursor naar
F
Q om één menu terug te
gaan.
In het hoofdmenu SURROUND SETUP kunt u de
SOURCE (bron) wijzigen om een andere
ingang in te stellen of, wanneer alle ingangen ingesteld zijn, gaat u met
BACK TO MASTER MENU en u drukt op
Set
F
Q om naar het hoofdmenu te gaan en
⁄/¤
E
F naar
dan naar de volgende stap in het configureren van uw AVR 645.
Gebruik EzSet/EQ
De AVR maakt gebruik van de EzSet/EQ tech­nologie van Harman Kardon waarmee uw sys­teem automatisch geconfigureerd wordt voor de best mogelijke prestaties gebaseerd op uw speci­fieke luidsprekers, waar deze staan opgesteld in de kamer èn de akoestische invloed van de kamer. Door een aantal testsignalen te gebruiken plus de Texas Instruments DA 610 digitale signaal­processor, maakt EzSet/EQ het zelf instellen van luidsprekergrootte, wisselfilter, vertraging en uit­gangsniveau overbodig. Bovendien voegt het een meervoudige parametrische equalizer toe die het frequentieverloop gelijkmatiger maakt voor een optimale reproductie.
Naast het feit dat EzSet/EQ het opzetten van het systeem snel en gemakkelijk maakt, is het ook nauwkeuriger dan handinstelling. Met EzSet/EQ kunt u uw systeem instellen in een fractie van de tijd die u zelf nodig zou hebben en met een resultaat dat alleen met kostbare meetapparatu­ur en tijdrovende procedures valt te evenaren. Het eindresultaat is een kalibratie waarmee uw nieuwe receiver de best denkbare weergave biedt, ongeacht de luidsprekers die u gebruikt, noch de grootte van uw kamer.
Wij raden u aan dat u profiteert van de voorde­len van EzSet/EQ om uw systeem te kalibreren, hoewel het u uiteraard vrij staat alle instellingen zelf te maken, of de door EzSet/EQ gemaakte instellingen via de aanwijzingen op pagina 32-35 te verfijnen.
Voordat u het EzSet/EQ proces start eerst con­troleren of alle luidsprekers in het systeem zijn aangesloten en dat u zowel de EzSet/EQ micro­foon als het verlengstuk bij de hand heeft. Wanneer u ook nog beschikt over een cameras­tatief, bevestig dan het verlengstuk op het statief en de microfoon boven op het verlengstuk. Zet het statief op de primaire luisterpositie, minimaal één meter van de dichtstbijzijnde luidspreker en plaats deze zo dat de microfoon zich minimaal één meter boven oorhoogte bevindt. Heeft u geen statief, schroef dan simpelweg het ver­lengstuk in de bodem van de EzSet/EQ micro­foon.
Sluit nu de microfoon aan op de EzSet/EQ
Microfooningang
˘
die zich achter het klep-
je op het front bevindt. De microfoonkabel is
ca. 6 meter lang wat in de meeste gevallen vol­doende moet zijn. Zonodig kan de kabel worden verlengd met een verlengkabel die in de meeste elektronicawinkels te krijgen is.Wel raden we u aan zoveel mogelijk het gebruik van verlengka­bels te vermijden daar deze het resultaat negatief kunnen beïnvloeden.
Controleer tenslotte, voordat u verder gaat, of het programma volume op –35 dB staat. Wanneer uw subwoofer is voorzien van een volume of ‘level’ instelling, kijk dan of deze mini­maal in de middenstand staat of iets hoger.
U bent nu gereed het EzSet/EQ proces te starten met de volgende stappen:
Stap 1. Ga naar het (afbeelding 17a) door eerst op OSD afstandsbediening te drukken. Druk op
EZSET/EQ MODE menu
L
op de
¤
E
tot de cursor naar EZSET/EQ wijst in het
MASTER MENU (hoofdmenu). Druk op Set
F
om het menu op te roepen.
Afbeelding 17a
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 29
Systeemconfiguratie
* FAR FIELD COMPLETE * EQ successful Speaker config detected FL : YES SBR: YES CEN : YES SBL: YES FR : YES SL : YES SR : YES SUB: YES
DO NEAR FIELD BACK TO MASTER MENU
WARNING !!
During measurement please maintain silence while several sound bursts are heard.
START : OFF ON BACK TO EZSET/EQ MODE BACK TO MASTER MENU
* FAR FIELD MEASURE * Place mic at ear level near the listening position at least 3 ft/ 1m from any hard surface. Set volume to -35dB CONTINUE BACK TO EZSET/EQ MAIN BACK TO MASTER MENU VOLUME: -35dB
Stap 2. Kies één van de twee aangegeven opties, afhankelijk van de wijze waarop u de instellingen wilt maken:
• In de meeste gevallen zult u de automatische functie gebruiken, waarmee de luidspreker­grootte, het wisselfilter, uitgangsniveau, luid­sprekervertraging en de kamercorrectie worden ingesteld. Om deze procedure te kiezen, drukt u simpelweg op Set het menu naar
Druk zodra het
F
terwijl de cursor in
AUTOMATIC wijst.
AUTOMATIC EZSET/EQ
menu verschijnt nogmaals op SetFen ga verder met stap 3.
• Wanneer u de luidspreker wisselfrequenties zelf wilt invoeren maar EzSet/EQ de systeemtest en alle andere hiervoor aangegeven instellingen
F
. Zodra het
¤
E
om
wilt laten uitvoeren, druk dan op de cursor naar
EZSET/EQ SETUP te ver-
plaatsen en druk op Set
MANUAL SETUP menu (afbeelding 18) ver-
schijnt, volgt u de aanwijzingen op pagina 32 om de gewenste instelling van de Crossover Frequenties (wisselfrequenties) te maken en keer terug naar het menu. Druk weer op ¤E naar
MANUAL E Q DESIGN wijst en druk
op Set
F
EZSET/EQ MAIN
zodat de cursor
. Wanneer het tussenmenu verschi­jnt om u attent te maken op het instellen van de wisselfrequenties controleert u of de cursor naar
CONTINUE (verder) wijst en u drukt
nogmaals op Set
F
daar de wisselfrequen-
ties al zijn ingesteld.
Stap 3. Het
FAR FIELD MEASURE menu
(vrije veld meting – afbeelding 17b) verschijnt en geeft aan dat de microfoon opgesteld dient te worden, mocht u dat nog niet hebben gedaan. Dit menu is ook de plaats om het hoofd volume in te stellen. Als aangegeven in het menu wordt het volume ingesteld met Volume
ıop
–35 dB, als aangegeven op de regel onderin het menu zodra het volume wordt gewijzigd. Druk op
Set
F
zodra het volume correct is ingesteld.
Stap 4. Het laatste menu voordat het EzSet/EQ proces start, is een waarschuwing (afbeelding 17c) die u er nogmaals aan herinnert dat de kamer tijdens het proces zo stil mogelijk dient te zijn. Alle bijgeluiden zullen een negatief effect hebben op de resultaten van het proces. Praat niet terwijl de testsignalen circuleren en schakel zo mogelijk ventilatiesystemen uit, indien deze luchtstroom hoorbaar is. Zou tijdens het proces de telefoon gaan o.i.d., start dan het EzSet/EQ proces opnieuw. Wilt u het testproces nog niet starten, druk dan
⁄/¤
op hoofdmenu terug te keren en druk op Set
E
om naar het EzSet/EQ of het
F
Om de EzSet/EQ Near Field metingen te begin­nen drukt u op keerd wordt en u drukt op Set
‹/›
E
zodat ON (aan) gemar-
F
.
Opmerking: nadat het EzSet/EQ proces is ges­tart, zijn de volumeregelaar en de standby­schakelaar tijdelijk buiten functie terwijl de tests worden uitgevoerd. Verander het volume niet en schakel het apparaat niet uit tot de in-beeld aan­wijzingen veranderen en aangeven dat de EzSet/EQ instelling voltooid is.
Afbeelding 17c
Stap 5. U hoort nu een reeks testsignalen die circuleren over alle luidsprekers van het systeem. Gedurende die test meet de AVR 645 het signaal om te bepalen welke luidsprekers actief zijn in elke positie, welke afstand de luidspreker heeft tot de luisterpositie en wordt een profiel gemaakt van de invloed van de kamerakoestiek op de kwaliteit van de geluidsweergave. Zodra de test voltooid is houden de testsignalen op en pauzeert het systeem gedurende ongeveer één minuut om de berekeningen te maken.Wanneer de ”WARNING” (waarschuwing) in beeld blijft nadat de signalen zijn gestopt en de resultaten worden aangegeven als afgebeeld in stap 6 of 7 is er niets mis.
Opmerking: hoewel deze tests vaststellen of op een bepaalde uitgang een luidspreker aanges­loten is, kan niet worden vastgesteld of deze in de juiste positie staat. Vastgesteld wordt dat een luidspreker is aangesloten op bijvoorbeeld de Surround Rechts uitgang, maar niet of deze luid­spreker daadwerkelijk aan de rechterzijde van de kamer staat opgesteld. Dat is de reden dat we u dringend aanraden mee te luisteren bij het cir­culeren van de testsignalen en te controleren of de aangegeven naam voor elk kanaal klopt met de positie van de luidspreker. Hoort u een signaal van een luidspreker die niet klopt met de in beeld aangegeven naam, noteer dan de verkeerde
.
verbinding. Zodra het proces stopt ziet u een aanwijzing dat de Far Field (vrije veld) metingen gereed zijn, maar aangezien er sprake is van een aansluitfout drukt u op cursor in afbeelding 7 wijst naar
MASTER MENU
druk op Set
F
¤
E
zodat de in-beeld
RETURN T O
(terug naar hoofdmenu) en
. Nu verlaat u alle menu’s en u schakelt de receiver uit. Controleer alle luidsprek­erverbindingen en start EzSet/EQ opnieuw.
Stap 6. Zodra de Far Field metingen zijn voltooid, verschijnt een aanwijzing of de proce­dure geslaagd is of niet. In de meeste gevallen zullen er geen problemen zijn en ziet u de aanwi­jzing van afbeelding 17d in beeld. Wanneer de aangegeven luidsprekerposities overeenkomen met de werkelijke situatie van uw systeem drukt u op Set
F
om EzSet/EQ af te ronden met de Near Field (nabije veld) metingen. Ga nu verder met het EzSet/EQ proces door op Set drukken om de Near Field metingen te doen via front links, center en rechts luidsprekers. Door deze afzonderlijke metingen te doen, krijgt de AVR een compleet beeld van de akoestische eigenschappen van de kamer en de correcties maken die nodig zijn om pieken en dalen in de weergave te elimineren. Ga met deze instructies verder in stap 8.
F
te
Afbeelding 17b
30 SYSTEEMCONFIGURATIE
Afbeelding 17d
Systeemconfiguratie
* NEAR FIELD COMPLETE *
EZSET/EQ has success­Fully performed Near Field Eq for the selected speaker.
BACK TO NEAR FIELD
BACK TO MASTER MENU
* NEAR FIELD EQ SELECT *
Please select
1. FL Speaker
2. C Speaker
3. FR Speaker
BACK TO MASTER MENU
* EZSET/EQ ERROR *
An overload was detected. Please verify mic position. Reduce the volume by 6dB and repeat the procedure.
BACK TO MASTER MENU
* FAR FIELD EQ ERROR * Detected speaker config FL : YES SBR: YES CEN : YES SBL: YES FR : YES SL : YES SR : NO SUB: YES Verify spkr connections Verify mic position Reduce background noise
BACK TO MASTER MENU
Stap 7a. Wanneer de metingen niet geslaagd zijn vanwege een niet functionerende of defecte luidspreker verschijnt de aanwijzing
FIELD E Q ERROR
als aangegeven in
FAR
afbeelding 17e. Het EzSet/EQ systeem is zo geprogrammeerd dat gekeken wordt naar luid­sprekerparen in het front links/rechts, surround links/rechts, en surround achter links/rechts. Geeft de test aan dat één maar niet beide luid­sprekers aanwezig zijn geeft het menu
NO(nee)
naast de positie waar de test aangaf dat geen luidspreker aanwezig was. Wanneer deze aanwi­jzing verschijnt noteer dan de luidsprekerpositie en verlaat alle menu’s en schakel de receiver uit. Controleer alle luidsprekerverbindingen en keer terug naar EzSet/EQ.
Afbeelding 17e
Stap 7b. In sommige gevallen werkt het systeem niet correct vanwege al te hoge niveaus. Wanneer dat het geval is verschijnt de aanwijz­ing in afbeelding 17f. Controleer dan de opstelling van de microfoon en of deze niet te dicht bij één luidspreker staat. Druk dan op Set
F
en ga terug naar het MASTER MENU.Van hieruit gaat u terug naar het EzSet/EQ systeem en zodra u weer in het
MEASURE
menu bent neemt u het niveau 3 dB
FAR FIELD
terug voordat u EzSet/EQ weer start.
Afbeelding 17f
Stap 8. Zodra de Far Field metingen zijn voltooid, vraagt het systeem u drie Near Field metingen te doen, één voor elke front luidspreker positie. Deze metingen maken het EzSet/EQ mogelijk nauwkeurige instellingen te maken voor de equalizer van zowel hoog als laag. De Near Field metingen zijn vergelijkbaar met de Far Field test, uitgezonderd dat het systeem steeds één luidspreker afwerkt in plaats van testsignalen over alle luidsprekers te laten circuleren.
In het
NEAR FIELD EQ SELECT (nabije
veld EQ keuze) menu (afbeelding 17g) dat in beeld staat nadat u de instructies in Stap 6 heeft voltooid, drukt u op Set
F
om de near field metingen te starten met de linker front luidsprek­er. Bij het herhalen van het setup proces kunt u
⁄/¤
ook
E
gebruiken om één van de drie
aangegeven luidsprekerposities te kiezen.
Afbeelding 17g
In het NEAR FIELD EQ SELECT menu (afbeelding 17g) ziet u een aanwijzing om de microfoon in een andere positie te plaatsen dan die welke gebruikt werd voor de Far Field metin­gen. Zet nu de microfoon dichtbij de luidspreker die gemeten moet worden, op een afstand van ca. 60 cm. Bovendien dient de microfoon op de luidspreker gericht te zijn en niet omhoog zoals bij de voorgaande Far Field test.Voor de eerste meting plaatst u de microfoon zo dat deze dicht­bij de front links luidspreker staat en daarop ook gericht is en met de cursor wijzend naar
FL SPEAKER
drukt u op SetF.
1.
Stap 9. U ziet nu een waarschuwing vergelijk­baar met die in afbeelding 17c, behalve dat deze een optie bevat om terug te gaan naar het
NEAR FIELD EQ SELECT menu (afbeeld-
ing 17g) plus de mogelijkheid naar het
MASTER MENU terug te gaan. Wanneer u
gereed bent de test te vervolgen, controleer dan of de microfoon naar de luidspreker gericht is die u wilt kalibreren en druk op
E
zodat ON
wordt gemarkeerd en druk op SetF.
Stap 10. Een kort testsignaal wordt naar de te kalibreren luidspreker gezonden en na een korte pauze waarin het systeem de resultaten berekent, verschijnt de aanwijzing “Near Field Complete” (Near Field gereed) of de aanwijzing “Near Field Error” (Near Field fout). In de meeste gevallen verschijnt “Complete” in welk geval u verder gaat met stap 11. Verschijnt “Error” ga dan naar stap 12.
Stap 11. Wanneer de test met succes is afgerond, verschijnt de aanwijzing in afbeelding 17h. Om het systeem correct te kalibreren dient u de Near Field test uit te voeren voor alle drie de front luidsprekers (links, center, rechts). Nadat de test voor de front links luidspreker is uitgevo­erd controleert u of de cursor naar
NEAR FIELD
u drukt op Set
(terug naar Near Field) wijst en
F
. U keert terug naar het Near
BACK TO
Field menu (afbeelding 17g) waar de stappen 8 t/m 11 worden herhaald voor alle drie de front luidsprekers. Daarna is het EzSet/EQ proces afgerond en drukt u op
¤
E
om naar het
hoofdmenu (Master Menu) terug te keren.
Afbeelding 17h
Stap 12. Wanneer een “Near Field Error” (Near Field fout) aanwijzing verschijnt als in afbeelding 17i, controleer dan of de microfoon ongeveer 60 cm van de te testen luidspreker af staat en of de bovenzijde van de microfoon naar de luid­spreker is gericht. Ook kan het nodig zijn het hoofdvolume te verhogen of te verlagen om nauwkeurige resultaten te krijgen.
Na deze beide punten gecontroleerd te hebben, controleert u of de cursor naar
NEAR FIELD
wijst en u drukt op SetF.U
keert nu terug naar het
SELECT
menu (afbeelding 17g) waar u de
BACK TO
NEAR FIELD EQ
stappen 8 t/m 11 herhaalt, de opstelling van de microfoon en het volume zonodig corrigeert tot het
NEAR FIELD COMPLETE menu
(afbeelding 17h) verschijnt nadat het testsignaal stopt.
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 31
* MANUAL SETUP *
EzSet EQ : OFF ON EzSet ADJUST SPEAKER SIZE DELAY ADJUST CHANNEL ADJUST
BACK TO MASTER MENU
* NEAR FIELD ERROR *
Near Field Eq was not
successful.
Please check mic
Placement and volume
Setting
BACK TO NEAR FIELD
BACK TO MASTER MENU
Systeemconfiguratie
Afbeelding 17i
Wanneer de Far Field en de Near Field metingen met succes zijn uitgevoerd is het systeem gereed voor gebruik. Dankzij EzSet/EQ zijn de instellin­gen voor luidsprekergrootte, wisselfrequenties, kanaalniveaus en individuele kanaalvertraging automatisch ingesteld en zijn geen verdere instellingen nodig. Daarnaast voert EzSet/EQ ook een complete kamercorrectie uit en past het sys­teem optimaal aan de combinatie van luidsprek­ers, opstelling en kamerakoestiek aan. Op de vol­gende pagina’s van deze handleiding vindt u aanwijzingen voor het zelf instellen van de sys­teem data, maar tenzij u de exacte instellingen wilt zien en corrigeren, bent u nu gereed om het beste in home theater en muziekweergave te gaan beluisteren. Ga naar pagina 40 voor com­plete informatie over het bedienen van uw AVR.
Handinstellingen
In de meeste gevallen is het eenvoudiger, gemakkelijker en ook nauwkeuriger EzSet/EQ het systeem te laten configureren voor luidsprekerg­rootte, wisselfrequenties, kanaalniveaus en afzonderlijke vertragingstijden. Meent u echter dat uw systeem of uw luisterruimte beter gedi­end is met handinstelling van de parameters, dan kunt u in de AVR 645 alle instellingen ook zelf uitvoeren. Maar ook wanneer u de handinstellin­gen wilt gebruiken, raden we u aan eerst EzSet/EQ uit te voeren zodat de basisinstellingen zijn gedaan en u daarboven de wijzigingen door­voert. Denk er aan dat na het uitvoeren van EzSet/EQ het niet nodig is alle systeeminstellin­gen opnieuw te doen, alleen die welke u wilt veranderen.
Om de huidige instellingen te zien en te cor­rigeren drukt u op OSD ening om het afbeelding 7) op te roepen. Vervolgens drukt u
¤
op
E
zo vaak als nodig is om naar de regel
EZSET/EQ te gaan. Ga dan naar de regel EZSET/EQ MANUAL SETUP (EzSet/EQ
zelf instellen). Druk op Set handinstelling op te roepen (afbeelding 18).
32 SYSTEEMCONFIGURATIE
L
op de afstandsbedi-
MASTER MENU (hoofdmenu –
F
om het menu
Afbeelding 18
Wanneer u al een EzSet/EQ kalibratie heeft uit­gevoerd kunt u via de eerste regel van het menu het verschil horen met de door EzSet/EQ gemaakte instellingen. De standaardinstelling is ON (aan) waarop het inkomende signaal wordt afgespeeld met de EzSet/EQ instellingen. Om het systeem te horen in een Bypass (passeer) functie zonder enige equalizer actief in het signaal, drukt
‹/›
u op
E
zodat OFF (uit) is gemarkeerd. Denk er aan dat eenmaal veranderd, deze instelling gehandhaafd blijft tot deze wederom wordt gewijzigd. Hoewel u deze instelling kunt gebruiken om het verschil met de EzSet/EQ instellingen te horen, raden we u aan deze instelling actief te laten om van de voordelen van de moderne EzSet/EQ technologie te profiteren.
De
EZSET ADJUST regel in het menu is voor
het instellen van de “Tilt”, de hoeveelheid extra hoog. U maakt deze instelling door eerst te con­troleren of
EZSET E Q op ON (aan) staat,
omdat deze instelling niet actief is wanneer
EZSET ADJUST niet in de signaalweg is
opgenomen. Staat de cursor op de regel
EZSET ADJUST druk dan op Set
volgens op
‹/›
E
om de gewenste instelling
F
en ver-
te maken. Zodra de instelling is gemaakt drukt u
op
E
om de cursor naar BACK TO MAN-
UAL SETU
F
te verplaatsen en u drukt op Set
.
Opmerking over menu’s van de handin­stelling: elke van de vier handinstellingen
menu’s (luidsprekergrootte, wisselfrequentie, ver­traging en kanaalniveau bezit een regel
SETTINGS
standaard instelling
(EzSet instelling). Wanneer de
OFF (uit) wordt
EZSET
aangegeven, kunt u in dat menu elke gewenste instelling maken. U kunt de instelling op elk moment veranderen in
ON(aan) om de instellin-
gen op te roepen die in de laatste EzSet/EQ test was gevonden. Wanneer de EzSet/EQ instellingen actief zijn kan geen correctie in de AVR worden gemaakt. Om de instellingen te verfijnen drukt u
‹/›
op
E
tot de cursor op EZSET SET-
TINGS
E
in het menu staat en u drukt op
} om de instelling te veranderen in OFF
‹/›
(uit). Nu kunnen wijzigingen voor de instellingen in dat menu worden gemaakt.
Menu Luidsprekergrootte
Hoewel de meeste luisteraars er de voorkeur aan zullen geven gebruik te maken van de snelheid en nauwkeurigheid van EzSet/EQ om de nodige luidsprekerinstellingen te maken, kunnen ervaren gebruikers ook experimenteren om te horen hoe verschillende combinaties van instellingen in hun home theater zullen klinken, of andere instellin­gen dan die van EzSet/EQ en om eigen voorkeuren te realiseren.
Het menusysteem van de AVR wijkt enigszins af van de conventionele luidsprekermenu’s doordat luidsprekergrootte en wisselfrequentie in één gemakkelijk menu zijn samengebracht. Zelfs wanneer u vertrouwd bent met deze instellingen raden we u dringend aan de volgende paragraaf in deze handleiding te lezen.
In het
SPEAKER SIZE menu (luidsprekerg-
rootte - afbeelding 19) kunt u het type luidsprek­er dat is geconfigureerd voor elk van de vier groepsposities veranderen, net als de wisselfilter instelling voor elk van deze luidsprekers, het werkpunt van het laagdoorlaatfilter dat bepaalt welke frequenties naar de subwoofer gaan voor de LFE (Laag Frequent Effect) signalen, de correc­tie voor de subwoofer waarbij bassignalen naar de Front Links/Rechts luidsprekers worden gestu­urd indien deze op Large (groot) zijn ingesteld, en de wijzigingen voor de grootte van de sub­woofer. Heeft u zoals aanbevolen eerst het EzSet/EQ systeem zijn werk laten doen als aangegeven op pagina 29-32, dan worden vooraf aan de eigen instellingen eerst de EzSet/EQ instellingen aangegeven. U kunt deze instellingen tijdens het instellen op elk moment bevestigen door op drukken tot de cursor op in het menu staat en dan op ‹/›Navigatie
⁄/¤
NavigatieEte
EZSET SETTINGS
E
tot ON(aan) in omgekeerd video wordt gemar­keerd. Denk er echter aan dat wanneer u dat doet elke gemaakte handinstelling vervalt en opnieuw moet worden ingevoerd.
Luidsprekergrootte
Voor elk van de vier luidsprekergroepen kunt u de grootte van de luidspreker kiezen en wanneer ‘klein’ is gekozen, worden de frequenties bene­den een bepaalde grens naar de subwoofer ges­tuurd en niet naar de andere luidsprekers. Daarom is het voordat u de instellingen op de menuregels
SURR
weten tot hoever het frequentiebereik van die luidsprekers doorloopt. Deze gegevens vindt u in de technische gegevens van de handleiding van de luidsprekers. Kunt u niet vinden welke de laagste frequentie is die de luidspreker kan weergeven, begin dan het instellen door EzSet/EQ te starten en die waarden te gebruiken en probeer een positie hoger of lager dan de bestaande instelling. Wij raden af meer dan één
FRONT L/R, CENTER, SIDE
en BACK SURR maakt, belangrijk te
Systeemconfiguratie
* X-OVER CHANGE WARNING *
Speaker X-Over Freq or Size has been changed.
Please re-run EZSET/EQ
* SPEAKER SIZE *
FRONT L/R :SM - 100Hz CENTER :SM - 100Hz SIDE SURR :SM - 100Hz BACK SURR :SM - 100Hz MAIN LFE LP FLT :120 Hz SUB MODE :SUB SUB SIZE :10in/250mm EZSET SETTINGS: OFF ON BACK TO MANUAL SETUP
positie van het wisselpunt af te wijken gezien het effect dat dit kan hebben op het gedrag van de luidsprekers. Beschikt u niet over de juiste tech­nische gegevens van een bepaalde luidspreker, probeer het dan via de website van de fabrikant of importeur, of raadpleeg uw leverancier.
Om de luidsprekerinstellingen zelf te corrigeren, gaat u naar het grootte) menu door op OSD
SPEAKER SIZE (luidspreker-
L
op de afstands-
bediening te drukken en wanneer het
MENU
(hoofdmenu afbeelding 7) verschijnt, drukt u op de en u drukt op Set
SETUP
weer op regel
Set
In het
‹/›
NavigatieEtot de cursor op
MANUAL SETUP (zelf instellen) regel staat
F
. Wanneer het MANUAL
menu (afbeelding 18) verschijnt, drukt u
‹/›
NavigatieEtot de cursor op de
SPEAKER SIZE staat en u drukt op
F
.
SPEAKER SIZE menu (afbeelding 19)
ziet u een overzicht van de instellingen die EzSet/EQ heeft gemaakt, dan wel de standaard fabrieksinstellingen wanneer het geautoma­tiseerde systeem nog niet is gebruikt.
Afbeelding 19
Om de instellingen voor elk van de vier luidsprek­erposities te veranderen, drukt u op
NavigatieEtot de cursor op de regel staat
waar u iets wilt veranderen. Druk op
NavigatieEom de instelling te wijzigen. Bij
de eerste keer dat u dit doet, verschijnt een waarschuwing (afbeelding 20) in beeld dat u na het aanbrengen van wijzigingen in de luidsprek­erinstellingen EzSet/EQ opnieuw dient te laten draaien. Dat is noodzakelijk om eventuele correc­ties in niveau aan te brengen om de nieuwe instellingen op de juiste wijze te integreren.
Afbeelding 20
MASTER
⁄/¤
‹/›
Deze aanwijzing blijft vier seconden in beeld waarna het
SPEAKER SIZE menu weer in
beeld komt. Op dit punt kunt u de instellingen voor grootte (size) of het wisselfilter (crossover) voor elk van de vier luidsprekerposities veran­deren met Navigatie
E
als eerder aangegeven. De informatie hierna behandelt de beschikbare instellingen voor elk van de luid­spreker configuraties.
Op elk van de vier luidsprekerpositie regels kan de luidsprekergrootte en het wisselfilter worden ingesteld. Denk er aan dat de ‘grootte’ niet slaat op de fysieke grootte van de luidspreker maar op diens bereik op lage frequenties.Wanneer uw luidsprekers op een bepaalde positie traditionele breedband luidsprekers zijn die het gehele spec­trum kunnen weergeven, kies dan ‘
LARGE
(groot). Deze luidsprekers worden ‘groot’ genoemd omdat ze moeiteloos en zonder ver­vorming laag kunnen weergeven en meestal een woofer hebben van 20 tot 38 cm doorsnede, wat de kast ook groter maakt dan die van systemen met een kleine of zonder woofer. Wanneer de luidsprekers op een bepaalde positie kleinere luidsprekers zijn die het laag niet (goed) kunnen weergeven, dan kiest u
Op elke luidsprekerpositie kunt u ook
SMALL (klein).
NONE
(geen) kiezen. In dat geval ‘weet’ het systeem dat op die positie geen luidsprekers aanwezig zijn en kan de AVR de juiste surround functies kiezen op basis van het aantal aanwezige luid­sprekers. Om bijvoorbeeld Dolby Digital EX, Dolby Pro Logic IIx, DTS-ES, Logic 7/7-kanalen en ‘7 Stereo’ functies te kunnen gebruiken dient
LARGE of SMALL te zijn ingevoerd als
instelling voor de
BACK SURR (surround
achter) kanalen.
Wanneer
LARGE is gekozen voor enig kanaal
wordt een breedband signaal naar de luid­sprekeruitgang van dat kanaal gestuurd.Voor alle luidsprekerposities uitgezonderd front links/rechts geldt dat wanneer
LARGE is
gekozen, er geen deel van het geluid naar de subwooferuitgang wordt gestuurd, hoewel altijd de speciale laag frequent effect signalen (LFE) van digitale 5.1 of 6.1 programma’s naar de sub­wooferuitgang worden geleid.
Wanneer voor een kanaal
SMALL is gekozen,
kan ook een instelling voor de wisselfrequentie worden ingesteld, waarop de signalen worden verdeeld: boven die frequentie naar de luidsprekers van dat kanaal, daar beneden naar de subwoofer. Bij het configureren van een kleine luidspreker kiest u een frequentie-instelling die zo dicht mogelijk ligt bij de laagste frequentie die deze luidspreker kan weergeven.Wanneer geen van de zes beschikbare wisselfrequenties past, neem dan de frequentie die zo dicht mogelijk boven de laagste frequentie van die luidspreker ligt.
Wanneer voor een bepaalde positie geen luid­sprekers beschikbaar zijn, kies
NONE. Wordt
deze optie gekozen voor de Center of Side Surround luidsprekers (zijluidsprekers), dan wordt het geluid dat normaal gesproken naar deze kanalen wordt gestuurd, verdeeld over de front links en rechts luidsprekers. Denk er aan dat wanneer uw systeem geen Center of Surround luidsprekers bezit, het gebruik van Dolby Virtual Speaker als surround functie, de aanwezigheid van deze luidsprekers kan simuleren. Zie pagina 39 voor meer informatie over de Dolby Virtual Speaker functie.
Denk er aan dat wanneer
NONE is gekozen voor
de Achter Surround luidsprekers, de 6.1/7.1­kanalen surround functies niet beschikbaar zijn. Wanneer dit voor uw systeem het geval is, kun­nen de ongebruikte versterkerkanalen gebruikt worden om een tweede stel luidsprekers in een andere kamer te sturen. Zie pagina 33 voor meer informatie over de versterker configuratie.
Wanneer de gewenste wijzigingen in luidspreker­grootte en/of wisselfrequentie zijn gemaakt, drukt u op
⁄/¤
NavigatieEom de cursor
naar een andere regel van het menu te verplaat­sen, of u gaat naar het
SETUP
drukt op Set
(terug naar handinstelling) menu en u
F
BACK TO MANUAL
om verder te gaan met config-
ureren.
LFE Instelling Laagdoorlaatfilter
De regel
LFELPFLTkiest de frequentie
waaronder geluiden die beschikbaar kunnen zijn van een speciaal LFE kanaal, naar de subwoofer worden gestuurd. In de meeste gevallen wordt deze instelling nauwkeurig door EzSet/EQ gemaakt, maar als u daarvan af wilt wijken, of van de meest gebruikte instelling voor het creëren van een LFE kanaal van 120 Hz, druk dan terwijl het
19) in beeld staat op verplaats de cursor naar
‹/›
SPEAKER SIZE menu (afbeelding
⁄/¤
NavigatieEen
LFE LP FLT. Druk op
NavigatieEom te kiezen en merk op
dat er een herinnering verschijnt (afbeelding 20) om EzSet/EQ nadat alle instellingen zijn gemaakt nog een keer te draaien.
Wanneer het keert, drukt u op
SPEAKER SIZE menu terug-
‹/›
NavigatieEom te
kiezen. Zodra de gewenste instelling verschijnt, drukt u op
⁄/¤
NavigatieEom de cursor
naar een andere regel van het menu waar u iets wilt wijzigen te verplaatsen, of ga naar het
BACK TO MANUAL SETUP menu en druk op
Set
F
om met de configuratie verder te gaan.
SYSTEEMCONFIGURATIE 33
NEDERLANDS
Systeemconfiguratie
Sub Functie-instelling
Wanneer de Front Links/Rechts luidsprekers zijn geconfigureerd als ‘Large’ (groot) en EzSet/EQ een subwoofer heeft gevonden, dan wel met de handinstelling is geconfigureerd als beschikbaar, zijn extra opties beschikbaar om het laag naar bepaalde groepen te sturen. Deze instellingen kunnen worden gewijzigd wanneer het
SPEAKER SIZE menu (afbeelding 19) in
beeld staat. U drukt dan op
E
en u zet de cursor op SUB MODE (sub
functie). Druk op
‹/›
⁄/¤
Navigatie
NavigatieEom het
kiezen te starten en merk op dat er een herinner­ing verschijnt (afbeelding 20) om EzSet/EQ nadat alle instellingen zijn gemaakt nog een keer te draaien.
De volgende opties zijn beschikbaar:
• De standaard instelling voor Large front links/rechts luidsprekers wanneer een sub­woofer aanwezig is, is
SUB L/R + LFE.In
die functie worden alle signalen beneden de wisselfrequentie ingesteld onder
FLT
naar ZOWEL de subwoofer als de front
LFE LP
links/rechts luidsprekers gestuurd.
• Om lage frequenties naar de subwoofer te sturen alleen wanneer grote (large) luidsprek­ers worden toegepast, kiest u
SUB (L/R).
Deze optie is alleen beschikbaar wanneer het apparaat op
SURROUND OFF staat, zodat
een zuiver analoog pad is gekozen.
• Wanneer geen subwoofer aanwezig is en grote luidsprekers zijn geconfigureerd voor de front links/rechts positie, kiest u
NONE (geen). Nu
wordt alle laagfrequent informatie naar de front links/rechts luidsprekers gestuurd.
Wanneer het
SPEAKER SIZE menu weer in
beeld komt in plaats van de aanwijzing, druk dan
‹/›
op
NavigatieEom te kiezen. Zodra de
gewenste instelling verschijnt, drukt u op
⁄/¤
NavigatieEom de cursor naar een andere
regel in het menu te verplaatsen om iets te wijzi­gen, of ga naar het
SETUP
menu en druk op SetFom met de
BACK TO MANUAL
configuratie verder te gaan.
Grootte van de Subwoofer
De laatste instelling in het
SPEAKER SIZE
menu is voor het instellen van de grootte van de subwoofer. In het geval dat EzSet/EQ de juiste grootte niet correct invoerde of u wilt experi­menteren met een andere instelling, controleer dan eerst of het (afbeelding 19) in beeld is; druk dan op
SPEAKER SIZE menu
⁄/¤
NavigatieEzodat de cursor naar SUB
SIZE
(grootte sub) wijst en druk op ‹/
NavigatieEom het keuzeproces te begin-
nen. Denk er aan dat er gedurende vier seconden een aanwijzing verschijnt dat u nadat alle instellingen zijn gemaakt EzSet/EQ nog een keer dient te draaien.
Kies een instelling die het beste past bij de diam­eter van de subwoofereenheid, of die de beste hoogdoorlaat instelling geeft voor het systeem. In elk geval bepaalt de frequentie van het hoog­doorlaatfilter beneden welke frequentie de sig­nalen naar de subwoofer worden gestuurd:
• De instelling voor een 200 mm/8" woofer activeert een 38 Hz subwoofer hoogdoorlaatfil­ter.
• De instelling voor een 250 mm/10" woofer activeert een 30 Hz subwoofer hoogdoorlaat­filter.
• De instelling voor een 300 mm/12" woofer activeert een 20 Hz subwoofer hoogdoorlaat­filter.
• De instelling voor een 350 mm/15" woofer activeert een 15 Hz subwoofer hoogdoorlaat­filter.
Wanneer alle wijzigingen voor luidsprekergerela­teerde instellingen zijn gemaakt, drukt u op
⁄/¤
NavigatieEtot de cursor weer op het
BACK TO MANUAL SETUP menu staat en u
drukt op Set
F
zodat u weer andere instellin-
gen voor de systeemparameters kunt maken.
Het is belangrijk dat u niet vergeet EzSet/EQ opnieuw uit te voeren wanneer wijzigingen in dit menu zijn aangebracht, volgend op de aanwijzin­gen op pagina 33 bij gebruik van de handin­stellingen.
De luidsprekerinstelling kan op elk moment gewijzigd worden zonder het Full-OSD (volledig) menu in beeld op te roepen, door opluidsprek-
erkeuze
6
op het frontpaneel of op op de afstandsbediening. Nadat de toets is ingedrukt verschijnt deel van de videodisplay en in de display
Druk nu binnen vijf seconden op de voorzijde of op
FRONT SPEAKER in het onderste
˜
‹/›
7$
⁄/¤
E
om een andere
.
op
luidsprekerpositie te kiezen, of druk op instellen
@Fom de instelling van de front luidsprekers
links en rechts te wijzigen.
Nadat op instellen
@Fis gedrukt en het
systeem gereed is voor het wijzigen van de instelling voor de front luidsprekers, geven de in­beeld display en de display
LARGE
of FRONT SMALLaan, afhankelijk van de huidige instelling. Druk op de voorzijde of op
⁄/¤
˜
FRONT
‹/›
E
op de afstandsbe-
7$
op
diening tot de gewenste instelling wordt aangegeven, gebruik makend van de eerder gegeven aanwijzingen omtrent ‘grote’ en ‘kleine’ luidsprekers, en druk dan op instellen
@F.
Indien nog een ander luidsprekerpositie dient te
‹/›
7$
worden gewijzigd, drukt u op frontpaneel of op
⁄/¤
E
op de afstandsbedi-
het
ening om een andere luid-sprekerpositie te kiezen, vervolgens drukt u op instellen
⁄/¤
‹/›
7$
op het frontpaneel, of op
E
op de afstandsbediening tot de
en dan op de
@
F
gewenste luidsprekerpositie wordt aangegeven, en tenslotte weer op instellen
@Fom de
keuze te bevestigen.
Om u te helpen bij het maken van deze instellin­gen veranderen de indicaties luidspreker/
kanaal functie
Ú
telkens wanneer een luid­sprekertype voor een bepaalde positie kiest. Licht alleen het binnenste symbool op dan is op SMALL ingesteld. Wanneer het middelste vakje en de twee buitenste vakjes met cirkeltjes erin verlicht zijn, dan is de luidspreker op LARGE ingesteld. Wanneer geen indicatie voor een luid­sprekerpositie verschijnt, dan is die positie op NONE of ‘geen luidspreker’ ingesteld.
Opmerking: deze iconen zijn alleen beschikbaar bij het maken van wijzigingen in de opzet zonder de volledige in-beeld display.
Bijvoorbeeld, in de afbeelding hieronder staan alle luidsprekers op ‘large’ (groot) en een sub­woofer is gekozen.
Instelling vertraging
Vanwege de verschillende afstanden tussen de luisterpositie tot de front luidsprekers en de sur­round luidsprekers, is ook de tijd die het geluid nodig heeft om uw oren te bereiken verschillend. Door gebruik te maken van de vertraging kunnen deze verschillen in luidsprekerpositie en kamer­akoestiek in uw luisterruimte of home theater gecompenseerd worden. Om de front, centrum en surround kanalen opnieuw te synchroniseren is het nodig eerst de afstand van de luister/kijk positie naar de front, centrum, surround en sur­round achter luidsprekers (indien aanwezig) in meters te meten en te noteren.
34 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
* DELAY ADJUST *
FL :12 ft SBR:10 ft CEN:12 ft SBL:10 ft FR :12 ft SL :10 ft SR :10 ft SUB:12 ft DELAY RESET: OFF ON UNIT: FEET METER
EZSET SETTINGS : OFF ON BACK TO MANUAL SETUP
Heeft u het systeem al gekalibreerd met EzSet/EQ dan staan de aangegeven vertragingen voor de metingen van het EzSet/EQ systeem. Geen verdere correctie is nodig tenzij u een specifiek item wilt veranderen en aan uw eigen smaak wilt aan­passen of een niet-standaard systeem opzet. Om de instelling te veranderen volgt u de aanwijzin­gen hieronder om de afstand tussen de plaats van de luidspreker en de hoofd luisterpositie in te voeren. Deze meting hoeft niet op de centimeter nauwkeurig te zijn daar het systeem zich richt op de algehele indruk, meer dan op de exacte plaats.
De vertraging voor alle luidsprekers van uw sys­teem zal alleen beschikbaar zijn (bij 5.1 of 6.1/7.1 configuratie) wanneer een Dolby surround functie is gekozen (uitgezonderd Dolby 3 stereo). Boven­dien kunnen deze alleen bij deze functies gekozen worden; bij alle andere liggen de tijden vast.
Denk er aan dat de vertraging voor alle ingangen 'Global' zijn bij deze Dolby functies en niet voor elke ingang herhaald behoeven te worden.
Om de huidige vertraging te zien of te wijzigen, controleert u of het
EZSET/EQMAIN menu
(afbeelding 17a) in beeld staat. Druk op
E
F om de cursor naar de regel DELAY
ADJUST
Het
te verplaatsen en dan op SetFQ.
DELAYADJUST menu (vertraging
instellen) menu (afbeelding 21) verschijnt in beeld.
Afbeelding 21
Ga nu met de cursor naar de regel UNIT en kies de gewenste eenheid voor afstand, feet of meter. Ga dan met de cursor naar wasar de eerste instelling wordt gemaakt. Druk
‹/›
nu op
E
F tot de juiste afstand van de
front links luidspreker tot de luisterpositie wordt aangegeven. Druk dan eenmaal op om naar de volgende regel te gaan.
Wanneer u alle vertragingen weer terug wilt zetten op de standaard fabrieksinstellingen als aangegeven in afbeelding 21, drukt u op NavigatieEF tot de cursor naar DELAY
RESET
(vertraging terugzetten) wijst. Druk op
‹/›
NavigatieEF tot ON(aan) in omge- keerd video is gemarkeerd. De instellingen wor­den nu teruggezet en u kunt verder gaan met het maken van instellingen als hieronder beschreven. Op het moment dat u de eerste standaard instelling wijzigt, verandert
DELAY RESET
weer naar OFF om aan te geven dat de fab­rieksinstellingen niet langer actief zijn.
⁄/¤
CENTER
¤
E
⁄/¤
F
De cursor staat nu op de regel
CEN zodat de
vertraging van de center luidspreker kan worden ingesteld. Druk op
‹/›
E
F tot de afstand
van de luisterpositie tot de center luidspreker is ingesteld. Herhaal dit voor alle actieve
‹/›
¤
E
F om de
E
F te
luidsprekerposities door op drukken en gebruik instelling te wijzigen.
Wanneer u EzSet/EQ al heeft gedraaid, keer dan naar de instellingen van het geautomatiseerde systeem terug door op
E
F te drukken tot de cursor op de regel
EZSET SETTINGS staat. Vervolgens drukt u
‹/›
op
NavigatieEF zodat ONin omge-
⁄/¤
Navigatie
keerd video wordt gemarkeerd. De instellingen worden nu teruggezet in de waarden als berek­end door EzSet/EQ en het menu wordt geblok­keerd zodat geen wijzigingen kunnen worden aangebracht. Om terug te gaan in het menu en zelf wijzigingen aan te breng, zet u de cursor eerst terug op
‹/›
op
EZSET SETTINGS en u drukt
NavigatieEF tot OFF(uit) in omgekeerd video wordt gemarkeerd. Dit maakt het menu weer geschikt voor wijzigingen.
Wanneer de vertragingstijd voor alle luidspreker­posities is ingesteld kunt u naar het hoofdmenu terugkeren door op tot de cursor op
SETUP
⁄/¤
E
F te drukken
BACK TO MANUAL
staat en dan drukt u op SetFQ.
Denk er aan dat de vertragingen ook op elk moment ingesteld kunnen worden wanneer de Dolby Digital of Dolby Pro Logic II functies wor­den gebruikt, door op Delay
(vertraging) op
de afstandsbediening te drukken. Druk dan op
⁄/¤
E
op de afstandsbediening om de cen-
trum of achter kanalen te kiezen en druk op
instellen
F
. Druk dan op
⁄/¤
E
op de
afstandsbediening tot het gewenste cijfer in de
display
˜
verschijnt en druk tweemaal op
instellen
F
om de instelling te bevestigen en
naar de normale display terug te keren.
Wanneer de vertragingstijden zijn ingesteld, drukt u op
BACK TO MANUAL SETUP staat en dan op
Set
¤
E
F tot de cursor op
F
Q om naar MANUALSETUP terug
te keren.
Instellen uitgangsniveau
Het instellen van de uitgangsniveaus is een belangrijk onderdeel van het configuratieproces bij een surround sound product. Het is in het bij­zonder belangrijk bij een Dolby Digital ontvanger als de AVR, aangezien de juiste uitgangssignalen ervoor zorgen dat het filmgeluid met de juiste richting en intensiteit wordt weergegeven.
In de meeste gevallen hoeven geen correcties aangebracht te worden aan het uitgangsniveau, daar de instellingen gemaakt door EzSet/EQ net zo nauwkeurig zijn als de zelfgemaakte. U kunt echter de instellingen via het
ADJUST
menu (kanaal correctie) aanpassen
CHANNEL
aan uw eigen voorkeur of zo instellen dat de uit­gangen verschillend zijn afhankelijk van de gekozen bron. Deze mogelijkheid afzonderlijke uitgangsniveaus te gebruiken afhankelijk van de gekozen bron is belangrijk voor hen die verschil­lende instellingen voor de subwoofer wensen of voor een individuele groep kanalen zoals de front luidsprekers bij het afspelen van muziek via de CD ingang en niet bij het afspelen van filmgeluid dat meestal via de DVD ingang komt. Dit menu biedt ook de mogelijkheid uitgangsniveaus te corrigeren met behulp van een testdisc of ander programmamateriaal dat u als standaard gebruikt, liever dan met het testsignaal van het systeem.
Opmerking: iuisteraars zijn vaak onzeker over werking van de surround kanalen. Sommigen menen dat er altijd geluid uit alle luidsprekers moet komen, terwijl er juist voor het merendeel van de tijd weinig of geen geluid uit de surround kanalen komt. Dat komt omdat ze alleen gebruikt worden wanneer een regisseur of geluidstechnicus daar specifiek een geluid toevoegt om een klankbeeld te creëren, een geluidseffect of een actie te laten bewegen van het front van de kamer naar de achterzijde.Wanneer de uitgangsniveaus correct zijn ingesteld, is het normaal dat de surround luid­sprekers slechts zo nu en dan actief zijn. Het volume van de achter luidsprekers extra verhogen kan juist de illusie van een omringend klankbeeld teniet doen, in afwijking van de manier waarop het geluid in een bioscoop of concertzaal wordt ervaren.
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aange­sloten. Het systeemvolume aanvankelijk geheel terug draaien.
Om de huidige instellingen van de Kanaal Uitgangen te zien of te wijzigen, controleert u eerst of het (afbeelding 17a) in beeld staat. Druk op
E
CHANNEL ADJUST (kanaal corrigeren) en
druk op Set
ADJUST
EZSET/EQ MAIN menu
F om de cursor te verplaatsen naar
F
Q. Het CHANNEL
menu (afbeelding 22) verschijnt in
⁄/¤
beeld.
SYSTEEMCONFIGURATIE 35
NEDERLANDS
Systeemconfiguratie
* CHANNEL ADJUST * FL : 0dB SBR : 0dB CEN : 0dB SBL : 0dB FR : 0dB SL : 0dB SR : 0dB SW1 : 0dB TEST TONE: AUTO OFF MAN LEVEL RESET: OFF ON CH ADJUST: GLOBAL EZSET SETTINGS: OFF ON BACK TO MANUAL SETUP
Afbeelding 22
Om een maximale flexibiliteit te bereiken, kunnen de niveaus van de kanalen worden ingesteld met of zonder het interne testsignaal en wanneer de toon in gebruik is, kan deze worden geprogram­meerd op automatisch circuleren over de actieve kanalen of alleen van kanaal naar kanaal gaan op uw commando. Zodra het
ADJUST
menu verschijnt, raden we u aan
CHANNEL
eerst het testsignaal automatisch te laten lopen om te zien of alle luidsprekers correct zijn aangesloten. U doet dat door weer op
E
F te drukken tot de cursor op de regel
TEST TONE (testsignaal) staat en vervolgens
‹/›
op
E
F tot AUTOwordt gemarkeerd.
⁄/¤
Het testsignaal circuleert dan vijf seconden per positie over alle luidsprekers.
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel lager niveau heeft dan normale muziek dient u het volume, na de instelling van alle kanalen, terug te nemen. Het juiste volume dient weer hersteld te zijn VOORDAT u terugkeert in het hoofdmenu en het testsignaal uitgeschakeld wordt.
Opmerking: vergeet niet te controleren of de luidsprekers correct zijn aangesloten.Terwijl het testsignaal rond gaat controleert u of het geluid ook werkelijk komt van de luidspreker die in de display
˜
wordt aangegeven. Zou dat bij een luidspreker niet kloppen, schakel de AVR dan uit met de netschakelaar
1
en controleer de luid­sprekeraansluitingen en eventuele verbindingen naar externe versterkers om er zeker van te zijn dat alle luidsprekers met de juiste kanalen zijn verbonden.
Nadat u de luidsprekerposities gecontroleerd heeft, laat u het testsignaal weer rondgaan en luistert u of een kanaal luider klinkt dan de andere. Met de front luidspreker links als referen­tie drukt u op
⁄/¤
E
F op de afstandsbedi-
ening om alle luidsprekers op hetzelfde niveau te brengen. Merk op dat drukken op
‹/›
E
F
het testsignaal op dat kanaal zal blijven om de tijd te geven de afregeling te maken. Laat u de toets los dan gaat de ruis na vijf seconden weer rond. De cursor u in beeld kan ook direct naar de af te regelen luidspreker verplaatst worden
⁄/¤
met de
E
F toetsen op de afstandsbe-
diening.
Ga door met het regelen van de afzonderlijke luidsprekers tot ze alle hetzelfde volume hebben. Merk op dat de regelingen alleen gemaakt dienen te worden met
‹/›
E
F op de
afstandsbediening, NIET met de volumeregeling.
Gebruikt u een geluidsdrukmeter (SPL) voor een exacte instelling met het testsignaal, zet de vol-
umeregelaar
dan op –15 dB en stel het niveau voor elk kanaal zo in dat de meter 75 dB aangeeft, C-gewogen, traag. (C-weighted, slow). Nadat de instellingen zijn gemaakt draait u het volume weer terug.
U kunt deze instellingen van elk kanaal ook geheel zelf maken door op drukken tot de cursor op de regel
TONE SEQ
‹/›
met eren. In de
in het menu staat om vervolgens
E
F MAN(handbediening) te mark-
MAN functie start het testsignaal
⁄/¤
E
F te
TEST
ook direct, maar gaat alleen naar een andere luidspreker door op
‹/›
E
F. te drukken.
Wanneer de handinstelling actief is kan de test-
‹/›
⁄/¤
E
F
toon worden uitgeschakeld door op
E
F te drukken tot de cursor op de regel
TEST TONE staat en dan met OFF (uit) te markeren.
De laatste optie voor klankregeling in het menusysteem is het ingebouwde testsignaal helemaal niet te gebruiken. Doe dat door op
E
F te drukken om het kanaal te veranderen
⁄/¤
en met
E
F het uitgangsniveau te
⁄/¤
veranderen. Bij het maken van correcties aan het uitgangsniveau zonder het ingebouwde testsig­naal raden wij u dringend aan een test-CD in de herhaalfunctie te gebruiken op uw CD of DVD speler zodat het signaal gedurende het gehele instelproces constant blijft.
Opmerking: het uitgangsniveau van de sub­woofer kan niet gecorrigeerd worden met behulp van het testsignaal. Om het niveau van de sub­woofer te corrigeren volgt u de stappen voor het instellen van het uitgangsniveau op pagina 46.
Wanneer alle kanalen hetzelfde niveau hebben is de afregeling gereed. Zet nu met volume
het niveau op ca. –40 dB, anders zal het afspeel­niveau te hoog zijn zodra de muziek begint te spelen. Om het menu te verlaten drukt u op
⁄/¤
E
F tot de in-beeld cursor op
BACK TO MANUAL SETUP staat en dan op
Set
F
Q om naar MANUALSETU terug te
keren.
De uitgangsniveaus kunnen ook afgeregeld wor­den door de afzonderlijke toetsen en het Semi­OSD systeem te gebruiken. Om op deze manier de uitgangsniveaus te regelen drukt u op
testsignaal
8
. Vanaf het moment dat u op de toets drukt gaat het testsignaal, zoals eerder beschreven, rond. Het juiste kanaal vanwaar u het testsignaal wilt horen, wordt aangegeven in het onderste derde deel van het beeld en in de
display
˜
. Als een extra aanwijzing wordt het juiste kanaal, terwijl het testsignaal rondgaat, ook aangegeven door de luidspreker/kanaal
keuze
Ú
, door een knipperende letter in het
correcte kanaal. Draai het volume
hoger
tot u de ruis duidelijk kunt horen.
Om het uitgangsniveau te regelen drukt u op
⁄/¤
E
op de afstandsbediening tot het gewenste niveau in de display of in beeld wordt aangegeven. Zodra u de toetsen loslaat gaat het testsignaal na vijf seconden opnieuw rond.
BELANGRIJK: se afregeling van het uit­gangsniveau zal niet effectief zijn voor alle ingangen, maar alleen voor de werkelijk gese­lecteerde surroundfuncties. Om ook effectief te zijn voor een andere functie, kiest u die functie (met welke ingang dan ook) en u herhaalt de boven omschreven inregeling. Zo kunt u ver­schillen in niveaus tussen luidsprekers, die per surroundfunctie kunnen verschillen, com­penseren, of het niveau van bepaalde luidsprek­ers opzettelijk verhogen of verlagen, e.e.a. afhankelijk van de gekozen surroundfunctie.
Opmerking: het uitgangsniveau kan niet wor­den ingesteld in de Surround Off (uit) functie daar geen surround luidsprekers worden gebruikt en dan ook geen niveauverschillen kunnen optre­den. Maar om niveauverschillen tussen stereo en andere surround functies te compenseren (onafhankelijk van de gekozen ingang) kunnen de uitgangen worden gecorrigeerd met de Level Trim Adjustment (niveau-instelling) op pagina 46, ook voor de Surround Off (stereo) functies.
Naast de instellingen voor het kiezen van kanalen en het gebruik van het testsignaal, kunnen in dit menu de instellingen ook worden teruggezet in de fabrieksinstellingen van 0 dB of opnieuw op de resultaten van de EzSet/EQ procedure.
Om alle kanalen terug te zetten op 0 dB drukt u
⁄/¤
op
LEVEL RESET (niveau terugzetten) staat en
dan weer op
E
F zodat de cursor op de regel
⁄/¤
E
F tot ON(aan) wordt
gemarkeerd.
36 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Om terug te keren naar de instellingen bepaald door EzSet/EQ ook wanneer u met de hand cor­recties heeft aangebracht als eerder beschreven, drukt u eenmaal op
⁄/¤
E
F zodat ON
(aan) wordt gemarkeerd. Denk er aan dat na teruggekeerd te zijn naar de EzSet/EQ instellingen u nog een keer terug moet naar deze menuregel om de instelling op
OFF (uit) te zetten wanneer u
nog handinstellingen wilt maken.
De uiteindelijke instelling in dit menu maakt het mogelijk alle uitgangsniveaus identiek te laten voor alle ingangen of elk voor elke ingang afzon­derlijk in te stellen. De meeste gebruikers prefer­eren dezelfde niveaus voor alle bronnen, maar mogelijk wilt u sommige kanalen hoger of lager instellen, vooral de subwoofer uitgang voor een specifieke bron als CD die primair voor muziek­weergave wordt gebruikt.
Om individuele instellingen voor een specifiek kanaal in te voeren eerst controleren of EzSet/EQ is uitgevoerd en/of handinstellingen zijn gemaakt als basisinstelling voor alle kanalen. Daarna drukt u op OSD E om het menusysteem te verlaten en met de Ingangskeuze
%
op de
voorzijde of de toetsen op de afstandsbediening BCD de ingang te kiezen waarvoor u een afwijkende instelling wilt maken.Vervolgens keert u terug naar het
CHANNEL OUTPUT
submenu met de methode als eerder beschreven.
CHANNELOUTPUT menu drukt u op
In het
⁄/¤
E
F tot de cursor op de regel
LEVELTRIM (niveau-instelling) staat en dan
eenmaal op
INDEPENDENT (onafhankelijk) wordt
⁄/¤
E
F zodat
gemarkeerd.Wanneer deze instelling actief is kunt u de uitgangsniveaus voor elke ingang veranderen zonder de eerder gemaakte instellin­gen te wijzigen.
Wanneer alle Kanaal Uitgangen en de bijbe­horende niveaus zijn ingesteld, drukt u op
E
F tot de cursor op BACK TO
MANUAL SETUP
staat en dan op SetFQ
⁄/¤
om nog andere instellingen van de systeem parameters te maken. Bent u gereed met de handinstellingen, druk dan op OSD E om het menusysteem te verlaten en naar normaal bedrijf terug te gaan.
Aanvullende Ingangsinstellingen
Nadat één ingang is ingesteld voor de Surround functie, digitale ingang (indien aanwezig), luid­sprekertype, en uitgangsniveaus, gaat u terug naar de regel menu (
IN/OUT SETUP in het hoofd-
MASTER MENU – afbeelding 7) en u
voert de instellingen in voor elke ingang die u wilt gebruiken. In de meeste gevallen wijken alleen de digitale ingang en de surround functie van de ingangen van elkaar af, terwijl luidsprek­ertype, wisselfrequentie, nachtfunctie en uit­gangsniveaus doorgaans identiek zijn en heel snel ingevoerd kunnen worden door dezelfde data van de eerste ingang te gebruiken.
Zodra de op de vorige pagina beschreven instellingen zijn gemaakt kan de AVR gebruikt worden. Hoewel er nog extra instellingen gemaakt kunnen worden, dient dit bij voorkeur te gebeuren nadat u naar meerdere bronnen heeft geluisterd met verschillende soorten bron­materiaal. Deze geavanceerde instellingen worden op pag. 47-48 van deze handleiding beschreven. Bovendien kan elke instelling die u in het begin gemaakt heeft, later gewijzigd worden.
Nu u klaar bent met de instelling en configuratie van de AVR staat u op het punt het beste in muziek en home theater weergave te beleven. Veel plezier!
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 37
Bediening
Overzicht Surroundfuncties
FUNCTIE EIGENSCHAPPEN
DOLBY DIGITAL Alleen beschikbaar met digitale bronnen, Dolby Digital gecodeerd. Maximaal vijf
audiokanalen en een speciaal kanaal voor Low-Frequency Effects.
DOLBY DIGITAL EX Beschikbaar wanneer de receiver geconfigureerd is voor 6.1/7.1 kanaals weergave; Dolby Digital EX
is de nieuwste versie van Dolby Digital. Bij gebruik met films of andere programma’s met een speciale codering, reproduceert Dolby Digital EX de speciaal gecodeerde geluidssporen zo dat een volledig 6.1/7.1 ruimtebeeld beschikbaar komt. Staat de receiver op 6.1/7.1 gebruik en is een Dolby Digital signaal aanwezig, dan wordt automatisch EX gekozen. Ook wanneer een specifieke EX codering niet beschikbaar is om het extra kanaal te leveren, zorgen de speciale algoritmes voor een 6.1/7.1 signaal.
DTS 5.1 Wanneer de luidspreker configuratie is ingesteld voor 5.1 kanaals gebruik, is de DTS 5.1 functie
beschikbaar bij het afspelen van DVD, audio muziek of laserdisc gecodeerd met DTS data. DTS 5.1 biedt maximaal vijf gescheiden audiokanalen en een speciaal laagfrequent effect kanaal.
DTS-ES 6.1 Matrix Wanneer de luidspreker configuratie is ingesteld voor 6.1/7.1 kanaals gebruik, zal weergave van. DTS-ES 6.1 Discrete van een DTS gecodeerd programma automatisch de keus van één van de twee DTS-ES functies
activeren. Nieuwere discs met speciale discrete DTS-ES codering worden gedecodeerd naar zes discrete, kanalen met complete bandbreedte, plus een afzonderlijk laagfrequent kanaal. Alle andere DTS discs worden gecodeerd in de DTS-ES Matrix functie, wat een 6.1 kanaals klankbeeld oplevert met 5.1-kanaals geluid.
Dolby Pro Logic II Dolby Pro Logic II is de nieuwste versie van de baanbrekende surround technologie van Dolby
Movie Laboratories, dat de discrete breedband links, rechts, centrum, rechts surround en links surround Music kanalen decodeerde van matrix surround gecodeerde programma’s en conventionele stereobronnen Dolby Pro Logic bij analoge ingangen, of een digitale ingang met PCM of Dolby Digital 2.0 opnamen.De Dolby Pro Logic GAME II Movie functie is geoptimaliseerd voor filmgeluid opgenomen in matrix surround en levert gescheiden
centrum, links achter en rechts achter signalen, terwijl de Pro Logic II Music gebruikt wordt met muziekprogramma’s die zijn opgenomen in matrix surround of zelfs in gewoon stereo, met gescheiden links en rechts signalen in alle gevallen. De Pro Logic II functie biedt indrukwekkende vijfkanaals weer­gave van conventionele stereo opnamen. Game biedt speciale effecten die naar de surround kanalen worden gestuurd terwijl de volle impact wordt bereikt met de subwoofer, zodat de speler geheel wordt opgenomen in de sfeer van het videospelletje.
DOLBY PRO LOGIC IIx Dolby Pro Logic IIx is de nieuwste uitbreiding van de Dolby Pro Logic technologie en creëert een
MUSIC 6.1 en 7.1 ruimtebeeld uit een matrix surround of tweekanalen stereobron in systemen die zijn MOVIE geconfigureerd voor surround achter luidsprekers. Zowel de Movie als Music versies van GAME (spel) Pro Logic IIx zijn beschikbaar. Movie (film), Muziek (muziek) en Game (spel) versies van Pro Logic IIx
zijn beschikbaar. Game biedt speciale effecten die naar de surround kanalen worden gestuurd terwijl de volle impact wordt bereikt met de subwoofer, zodat de speler geheel wordt opgenomen in de sfeer van het videospelletje.
Logic 7 Cinema Exclusief voor Harman Kardon AV receivers is Logic 7 een moderne functie die maximale surround Logic Music informatie uit surround gecodeerde programma’s of conventioneel stereo materiaal haalt.Afhankelijk
van het aantal luidsprekers dat u gebruikt en de keus die is gemaakt in het zijn de 5.1 versies van de Logic 7 functies beschikbaar wanneer de 5.1 optie is gekozen, terwijl de
7.1 versies van Logic 7 een volledig rondom klankbeeld geeft, inclusief achter surround luidsprekers wanneer de 6.1/7.1 optie is gekozen. De Logic 7 C (Cinema) functie wordt gekozen voor elke bron die Dolby Surround of identieke matrix codering bevat. Logic 7 C biedt een betere verstaanbaarheid in het centrum kanaal en een betere plaatsing van geluiden bij bewegingen die daardoor veel realistischer zijn dan bij voorgaande technieken. De Logic 7 M of Music functie wordt gebruikt bij analoge of PCM stereo bronnen. Logic 7 M verbetert het effect door een breder front te bieden en meer ambiance achter. Beide Logic 7 functies sturen tevens laagfrequent informatie naar de subwoofer (indien geïnstalleerd en geconfigureerd) voor optimale impact van de bas. Logic 7 voegt extra laag effect in het gebied van 40 Hz tot 120 Hz toe aan de front en surround luidsprekers en daarmee een minder sterk gelokaliseerd toneel dat breder en dieper lijkt dan wanneer de subwoofer de enige bron van dat laag is.
SURROUND SELECT menu
38 BEDIENING
Bediening
Overzicht Surroundfuncties
FUNCTIE EIGENSCHAPPEN
DTS Neo:6 Cinema Deze beide functies zijn beschikbaar wanneer een analoge bron wordt gebruikt voor het DTS Neo:6 Music creëren van een zeskanaals surround weergave van conventionele matrix gecodeerde en
traditionele stereobronnen. Kies de Cinema versie van Neo:6 wanneer een programma met analoge matrix surround codering wordt afgespeeld. Kies de Music versie van Neo:6 voor optimale processing van niet-gecodeerd tweekanaals stereoprogramma’s.
Dolby 3 Stereo Gebruikt de informatie van een surround of tweekanalen stereo programma voor het creëren van center
kanaal informatie. Daarnaast wordt de informatie die normaal gesproken naar de surround achter luidsprekers gaat, nu gemengd met de front links en front rechts kanalen voor extra realistische weergave. Gebruik deze functie wanneer u wel een center luidspreker, maar geen surround luidsprekers heeft.
THEATER Matrix surround decodering voor standaard bioscoop of theater met stereo en zelfs
zuiver mono bronnen.
HALL 1 en HALL 2 Beide bieden matrix surround decodering en simuleren een medium grote zaal met stereo
en zelfs mono bronnen.
Dolby Virtual Speaker Dolby Virtual Speaker technologie maakt gebruik van de nieuwe generatie algoritmes die de Referentie dynamiek en surround sound effecten van een exact 5.1 kanaals luidsprekersysteem weer te Breed geven via alleen de front links en rechts luidsprekers. In de Referentie Functie wordt de
schijnbare breedte van het frontbeeld bepaald door de afstand tussen de twee luidsprekers. De functie Breed geeft een nog breder frontbeeld wanneer de beide luidsprekers wat te dicht bij elkaar staan.
NEDERLANDS
5-Kanaals Stereo Deze functie maakt gebruik van de multi-luidspreker opstelling en plaatst het stereosignaal 7-Kanaals Stereo zowel voor als achter in de kamer.Afhankelijk van de configuratie van de AVR op
5.1 of 6.1/7.1 gebruik, is altijd één functie beschikbaar, niet beide. Ideaal voor het afspelen van muziek b.v. op een feestje, met identieke signalen op front en achter links en op front en achter rechts. De centrum luidspreker krijgt een monosignaal van in fase materiaal van links en rechts
Surround uit Schakelt alle surround processing uit en geeft zuiver links/rechts weergave van een (stereo) stereo programma.
Dolby Headphone Dolby Headphone geeft het klankbeeld van een vijf luidspreker surround systeem via een DH1 stereo hoofdtelefoon weer.
BEDIENING 39
Bediening
90
min80min70min60min50min
40
min
30
min20min10min
OFF
Basisbediening
Nadat u de installatie en de configuratie van de AVR heeft voltooid, kan het apparaat in gebruik worden genomen en kunt u ervan gaan geni­eten. Voor optimaal plezier van uw nieuwe receiver gaat u als volgt te werk:
Inschakelen van de AVR
• Wanneer u de AVR voor het eerst in gebruik neemt drukt u op de netschakelaar frontpaneel om het apparaat in te schakelen. Het apparaat komt dan in de standby positie, als aangegeven door de oranje kleur van de
lichtnetindicatie
3
. Vanuit de standby positie
kan het apparaat worden ingeschakeld door op
standby
2
of op ingangskeuze%op het
frontpaneel te drukken, of op AVR keuze
5
B. Merk op dat de lichtnetindicatie
blauw wordt. Het apparaat schakelt nu in op de laatst gebruikte bron. Het apparaat kan ook ingeschakeld worden door op één van de
ingangskeuze ingangskeuze
4567
%
op de voorzijde.
Om het apparaat uit te schakelen aan het einde van een luistersessie drukt u eenvoudig op
standby uitschakelen
2
op het frontpaneel of op
3
A op de afstandsbediening.
De voeding naar een apparaat dat op de
geschakelde lichtnetuitgang
achterzijde is aangesloten, zal spanningsloos worden en de lichtnetindicatie je.Als de afstandsbediening gebruikt wordt om het apparaat uit te schakelen, gaat het systeem eigenlijk in standby, als wordt aangegeven door de oranje kleur van de lichtnetindicatie
Bent u gedurende langere tijd afwezig, dan is het verstandig om het apparaat helemaal uit te zetten met de netschakelaar1.
Opmerking: alle voorkeurposities in het geheugen kunnen verloren gaan wanneer het apparaat langer dan twee weken spanningloos blijft of de netschakelaar
1
Gebruik sluimerfunctie
• Om de AVR te programmeren voor auto­matische uitschakeling, drukt u op sluimer-
functie
9
op de afstandsbediening. Telkens wanneer op deze toets wordt gedrukt wordt de tijd tot het uitschakelen verkorten in de volgende reeks:
de sluimerfunctie wordt aangegeven onder
Onderste displayregel
˜
tijd verstreken is.
1
op het
3
BCD of
op de
3
wordt oran-
3
.
uit staat.
en telt terug tot de
Wanneer de ingestelde sluimertijd is verstreken wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld (standby). Denk er aan dat de helderheid van de display wordt gehalveerd zodra een sluimertijd is geprogrammeerd. Om de sluimerfunctie te laten vervallen drukt u op sluimerfunctie
9
en u houdt deze vast tot de display naar de normale helderheid terugkeert en de indicatie
OFF
in de display˜verschijnt.
SLEEP
Ingangskeuze
• Om een bron te kiezen drukt u op een van de
ingangskeuze
tandsbediening.
Opmerking: na op ingangskeuze gedrukt te hebben, drukt u op AVR keuze
5
B om de afstandsbediening de AVR functie
te laten besturen.
• De bron kan ook gewijzigd worden door op
ingangskeuze
drukken.Telkens wanneer u de toets indrukt zal de volgende bron in de reeks beschikbare bronnen gekozen worden.
• Wanneer een andere ingang wordt gekozen kiest de AVR automatisch de digitale ingang (indi­en aangewezen), surround functie,component video ingang, A/V Sync vertraging en de nacht­functie configuraties die actief waren toen deze ingang voor het laatst werd gebruikt.
• De Video 4 ingangen
Ingang 4
Ó
op de voorzijde kunnen gebruikt worden om tijdelijk een videospelletje of een camcorder op het entertainment systeem aan te sluiten. Wanneer deze geconfigureerd zijn als uitgangen (zie pagina 25) kunt u ook een audio- of video­recorder (composiet of S-Video) aansluiten voor het opnemen van de gekozen bron.
• Wanneer er een andere bron wordt gekozen, zal de naam van deze bron tijdelijk onderin beeld ver­schijnen. De naam verschijnt ook in de display
• Wanneer een pure audiobron (tuner, CD, tape, 6/8 kanaals directe ingang) wordt gekozen, blijft de laatst gebruikte video ingang verbonden met de video 1 en video 2 uitgangen zonderd de eigen Video 1/bron) en video monitor
uitgang
lende bronnen worden gekeken en geluisterd.
467
CD op de afs-
4
%
op het frontpaneel te
Ô
, Optisch Digitale
*
, of de Coax Digitale Ingang 4

. Zo kan tegelijkertijd naar verschil-
D
˜
(uitge-
• Wanneer een videobron wordt geselecteerd, zal het audiosignaal naar de luidsprekers gestuurd worden en het videosignaal naar de juiste
Monitor uitgang
en kan deze, op een TV monitor die is aangesloten op de AVR, bekeken worden. Indien een component video bron is aangesloten op de DVD

componentingangen, dan wordt het sig-
of Video 1 of 2
naal doorgegeven naar de Component video-
uitgang
. Zorg ervoor dat uw TV is ingesteld op de juiste ingang om het geschikte videosig­naal te zien.
6-Kanaals/8-kanaals Directe Ingang
Er zijn four ingangskeuzes beschikbaar voor gebruik met bronnen als een DVD-Audio of SACD speler, aangesloten op de 8-kanaals
Directe Ingang
overeenkomstig de opzet in instelling van uw bronnen:
De
6 C H DIRECT ingang wordt gebruikt
wanneer de SBR en SBL ingangen NIET gebruikt worden en de bron een eigen intern bass management bezit. Van deze ingang gaat het signaal direct naar de volumeregelaar zonder enige analoge of digitale omzetting en de niet­gebruikte ingangen worden uitgeschakeld zodat er geen ongewenste stoorsignalen in het systeem kunnen doordringen.
De ingang wanneer de SBR en SBL ingangen NIET gebruikt worden en de bron GEEN eigen intern bass management bezit. In dat geval wordt de analo­ge bron omgezet naar digitaal zodat dezelfde Quadruple Crossover bass management opties voor de directe ingangen worden gebruikt als voor alle andere uitgangen. Ook nu worden de niet-gebruikte ingangen uitgeschakeld om onge­wenste stoorsignalen te blokkeren.
8 C H DIRECT INPUT wordt gebruikt
De wanneer op alle 8-Kanaals Directe Ingangen
.
en de bron een eigen intern bass manage­ment bezit. Van deze ingang gaat het signaal direct naar de volumeregelaar zonder enige ana­loge of digitale omzetting.
8 CH DVD AUDIO wordt gebruikt wan-
De neer op alle 8-Kanaals Directe Ingangen en de bron GEEN eigen intern bass management bezit. In dat geval wordt de analoge bron om­gezet naar digitaal zodat dezelfde Quadruple Crossover bass management opties voor de directe ingangen worden gebruikt als voor alle andere ingangen.
. Kies een geschikte ingang
6 CH DVD AUDIO wordt gebruikt
40 BEDIENING
Bediening
Denk er aan dat wanneer de 6-Kanaals of 8­Kanaals ingang wordt gebruikt, geen surround functie kan worden gekozen daar de externe processor dan de functie bepaalt. Bovendien ver­schijnt er geen signaal op de opname uitgangen en geen laagprocessing wanneer de 6-Kanaals of 8-Kanaals Directe ingang wordt gebruikt en de klankregeling en balans werken niet.
Instellingen en Gebruik Hoofdtelefoon
• Stel het volume naar wens in met volume op het frontpaneel of volume hoger/lager
I op de afstandsbediening.
• Om alle luidsprekers tijdelijk uit te schakelen
druk u op de toets muting signaal naar alle luidsprekers en de hoofdtelefoon onderbreken, maar heeft geen invloed op een lopende opname of kopiëren. Is het geluid van het systeem uitgeschakeld, dan knippert
Display
˜
. Druk nogmaals op MuteK
om naar normaal gebruik terug te keren.
• Tijdens het luisteren kunt u de klankregeling laag en de klankregeling hoog gebruiken het geluid naar eigen smaak in te stellen of de kamer­akoestiek te compenseren. Denk er aan dat deze regelingen en de balans niet werken wanneer de 6/8 kanaals directe ingang gebruikt wordt.
• Om een ‘rechte’ frequentiekarakteristiek te krijgen en de klankregeling en de balans van de AVR uit te schakelen drukt u op klankregeling
in/uit
8zodat de indicatie TONE OUT
tijdelijk in de display˜verschijnt. Om de regeling weer in te schakelen drukt u nogmaals op klankregeling in/uit tijdelijk in de display˜verschijnt.
• Wanneer de klankregeling actief is kan de hoeveelheid hoog en laag worden ingesteld door eerst twee- of driemaal op
Klankregeling
op de afstandsbediening te drukken tot de
gewenste instelling (
TREBLE MODE (hoog)) in de in-beeld dis-
play en in de onderste regel van de Display
˜
verschijnt. Vervolgens gebruikt u
NavigatieEop de afstandsbediening of
‹/›
7$
wens te veranderen. Het apparaat keert vijf seconden na de verandering naar normaal gebruik terug.
• Om alleen te luisteren sluit u een hoofdtelefoon met 6,3 mm stereo jackplug aan op de hoofd-
telefoonuitgang
er aan dat wanneer de hoofdtelefoon aan­gesloten is de luidsprekers automatisch worden uitgeschakeld en een tweekanaals stereosignaal naar de hoofdtelefoon wordt gestuurd. In de
Onderster displayregel
DOLBY:BP wat aangeeft dat het hoofdtele-
foon op Bypass (passeren) staat en ter bevestig­ing dat geen bewerking wordt toegepast.
8
op het front om de instelling naar
4
K. Dit zal het
MUTE in de
8
zodat TONE IN
op de voorzijde, dan wel
BASS MODE (laag) of
op het frontpaneel. Denk
˜
verschijnt
ı
⁄/¤
• Wanneer de hoofdtelefoon in gebruik is, kunt u de Dolby Headphone functie gebruiken wat meerruimte geeft aan het luisteren met hoofdtelefoon. Druk op Dolby Functie op Surround Funtiegroep uit de drie Dolby Headphone functies.
5
M
om te kiezen
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de AVR is de mogelijkheid een volledig meerkanaals surround klankbeeld weer te geven van digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde programma’s en standaard stereo en zelfs mono programma’s.
De keus van een surround functie is een persoon­lijke zaak, net als het type programmamateriaal dat wordt gekozen. Zo dienen CD’s, films en TV­programma’s die het logo van een van de belan­grijke surround processen dragen, Dolby Surround bijvoorbeeld, afgespeeld te worden in de Dolby Pro Logic II Movie (bij films) of Music (met muziek) surround functie, met een DTS Neo:6 functie of met de exclusieve Harman Kardon Logic 7 Movie functie, om een volledige 5.1 kanaals weergave, of zelfs (met Logic 7 en DTS NEO:6) 7.1 kanaals surround weergave van surround gecodeerde programma’s, met een stereo links en rechts achter signaal, precies zoals het was opgenomen. Zo zal geluid dat links achter was opgenomen ook alleen daar gehoord worden. Nadere details op pagina 38.
Wanneer geen achter luidsprekers worden gebruikt dient de Dolby 3 functie bij alle sur­round opnamen gebruikt te worden.
Denk er aan dat Dolby Digital 2.0 signalen (bijv. ‘D.D. 2.0’ nummers op DVD) die gecodeerd zijn met Dolby Pro Logic informatie en binnenkomen via een digitale ingang automatisch in Dolby Pro Logic II Movie worden afgespeeld (als aanvulling op de Dolby Digital functie) en in 5.1 kanaals surround worden weergegeven (zie ook Dolby Digital op pagina 42).
Voor een breed en omringend geluid en duidelijke bewegingen met analoge stereo opnamen kiest u Dolby Pro Logic II Music of Emulation functie of het exclusieve Harman Kardon Logic 7 Music voor een dramatische verbetering vergeleken met Dolby Pro Logic (I) van voorheen.
Opmerking: wanneer een programma is gecodeerd met matrix surround informatie blijft deze informatie behouden zolang het program­ma in stereo wordt uitgezonden. Kortom, films
of
met surround geluid kunnen op elke analoge wijze worden gedecodeerd: Pro Logic II Cinema, Logic 7 Cinema of DTS Neo:6 Cinema wanneer ze via conventionele TV-zenders, kabel of betaal­TV of satelliet worden uitzonden. Bovendien wor­den er steeds meer TV-programma’s, sportu­itzendingen, hoorspelen en muziek-CD’s opgenomen met surround geluid. U kunt een overzicht van deze programma’s bekijken op het web van Dolby Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet genoteerd staat als met internationale surround informatie kan het zijn dat de Dolby Pro Logic II Music, Dolby Pro Logic IIx Music, DTS NEO:6 Music of Logic 7 Music of Enhanced functie uitstekende surround weergave biedt, door gebruik te maken van de natuurlijke surround informatie die in alle stereo-opnamen aanwezig is.
Probeer daarom bij stereoprogramma’s zonder surround informatie de Theater, Hall en 5/7 kanaals stereo functies (vooral effectief met oud­ere 'extreme' stereo opnamen) en met monopro­gramma’s raden we aan de Theater of Hall func­ties te proberen.
Surround functies kunnen zowel op de voorzijde als op de afstandsbediening worden gekozen. Om via het frontpaneel een nieuwe surround functie te kiezen, drukt u eerst op Surround
Functiegroep
zoals Dolby, DTS of Logic 7 is gekozen. Druk dan op Surround functie individuele surround functie te kiezen.
Om via de afstandsbediening een surround func­tie te kiezen kiest u eerst de functiegroep waarin zich de gewenste functie bevindt: Dolby
DTS Surround
O
, Stereoof DSP SurroundA.De eerste keer dat de toets wordt ingedrukt, verschi­jnt de functie van die groep die actief is, dan wel de eerste beschikbare functie wanneer een andere actief is. Om door de verschillende func­ties in de groep te schakelen drukt u nogmaals tot de gewenste functie in de Onderste
Displayregel
Om een DSP functie te kiezen (Hall 1, Hall 2 of Theater) drukt u herhaaldelijk op Surround
Functie
doorlopen.
5
tot de gewenste hoofdgroep
9
om de specifieke
N
, DTS Neo:6, Logic 7
˜
en in-beeld verschijnt.
A
om de beschikbare functies te
M
NEDERLANDS
,
BEDIENING 41
Bediening
Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid van een digitale bron automatisch naar de juiste functie (Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onafhankelijk van de tevoren gekozen functie. Meer informatie over het kiezen van digitale bronnen in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Wanneer de 6-kanaals/8-kanaals directe ingan­gen in gebruik zijn, is er geen surround process­ing, daar deze ingangen de analoge signalen gebruiken van een extra, externe DVD-Audio of SACD-speler, dan wel een ander apparaat, die regelrecht naar de volumeregelaar gaan.
Om naar een programma te luisteren in tradition­eel tweekanaals stereo met alleen de front luid­sprekers links en rechts (en de subwoofer indien geïnstalleerd en geconfigureerd), tot SURR OFFin de display
˜
verschijnt.
Digitale Audio Weergave
Digitale audio is een belangrijke stap voorwaarts ten opzichte van het oude analoge surround sys­teem zoals Dolby Pro Logic. Het biedt vijf of zes discrete kanalen: links front, centrum, rechts front, links surround en rechts surround en bij DTS (zie verderop) zelfs surround achter (met identieke signalen voor links en rechts).
Elk kanaal reproduceert het volledige frequentie­bereik (20 Hz tot 20 kHz) en bezit een aanzienlijk groter dynamisch bereik en ruimere signaal/ruis­afstand. Bovendien hebben digitale systemen de mogelijkheid een extra kanaal te leveren dat spe­ciaal bedoeld is voor lage frequenties. Dit is het ‘.1’ kanaal waarnaar wordt verwezen wanneer u deze systemen beschreven ziet als “5.1,” “6.1” or “7.1” bijvoorbeeld. Het baskanaal is gescheiden van de andere kanalen, maar aangezien de band­breedte opzettelijk beperkt is, hebben technici er die specifieke benaming aan gegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital (aanvankelijk bekend als AC-3 een standaard onderdeel van DVD, en beschik­baar op speciaal gecodeerde laserdiscs en satelli­etuitzendingen. Het maakt deel uit van het nieuwe high-definition televisie (HDTV) systeem.
Merk op dat er een extra, externe RF demodula­tor nodig is om de AVR te gebruiken met de Dolby Digital soundtracks op laserdiscs. Sluit de RF uitgang van de LD-speler aan op de demodu­lator en sluit vervolgens de digitale uitgang van de demodulator aan op de optische of coax
ingangen

van de AVR. Voor DVD­spelers en DTS-gecodeerde laserdiscs is geen demodulator nodig.
®
) is
Om een optimale weergave van alle soorten DVD te garanderen, maakt de AVR 645 altijd eerst gebruik van de standaard weergavefunctie zoals die in de digitale informatie van de disc staat geregistreerd. Voor Dolby Digital discs worden de volgende weergavefuncties worden standaard geactiveerd nadat de AVR de digitale audiodata heeft herkend:
• Wanneer een 5.1 audiosignaal wordt herkend, kiest het systeem Dolby Digital 5.1, ongeacht het aantal luidsprekers in uw systeem en overeenkomstig met de Dolby Laboratories licentie-eisen.
• Wanneer een disc met Dolby Digital EX for­maat wordt afgespeeld, schakelt het systeem automatisch naar de EX functie mits zeven luidsprekers beschikbaar zijn.
• Wanneer een Dolby Digital disc wordt afge­speeld, maar alleen 2.0 audio wordt gesig­naleerd, wordt standaard Dolby Digital met Pro Logic II nabewerking gekozen wanneer u een
5.1 luidsprekersysteem bezit, of Dolby Digital met Pro Logic IIx nabewerking wanneer u over een 7.1 luidsprekersysteem beschikt.
• Afhankelijk van het aantal luidsprekerkanalen in uw systeem kan bij het inloggen op een digi­taal signaal elke gewenste surround functie of nabewerking worden gekozen, met in acht name van alle mogelijke beperkingen die het inkomende datasignaal en het aantal gebruikte luidsprekers in uw systeem kan opleggen. Voorbeeld: bij een 5.1 of 2.0 audiosignaal kunt u een nabewerking kiezen zoals Logic 7/7 Channel Movie nabewerking om achtersig­nalen te krijgen bij een 7.1 luidsprekersysteem.
DTS
DTS is een ander digitaal audio systeem dat 5.1,
6.1 or 7.1 audio kan leveren. Hoewel zowel DTS
als Dolby Digital digitaal zijn, maken ze gebruik van andere methoden om de signalen te coderen en hebben daarom andere decoders nodig om de digitale signalen weer naar analoog om te zetten.
DTS-gecodeerde soundtracks zijn op bepaalde DVD’s en LD’s beschikbaar, en op speciale alleen voor audio bestemde DTS CD’s. U kunt elke LD, DVD of CD-speler voorzien van een digitale uit­gang gebruiken om DTS-gecodeerde speciale audio-CD’s met de AVR af te spelen, maar DTS­LD’s en DTS-DVD’s kunnen alleen op resp. LD-spel­ers en op DVD-spelers worden afgespeeld. U hoeft zulke spelers slechts aan te sluiten op de optis- che of coax ingangen

van de AVR.
Om DVD’s die DTS zijn gecodeerd te beluisteren dient de DVD-speler compatibel zijn met het DTS­signaal, wat wordt aangegeven met het DTS-logo op het voorpaneel van de speler. Merk op dat sommige vroegere DVD-spelers misschien niet in staat zijn om DTS-gecodeerde DVD’s af te spelen. Dit wijst niet op een probleem met de AVR, want
sommige spelers kunnen het DTS-signaal niet doorgeven via de digitale uitgangen. Indien u eraan twijfelt of uw DVD-speler DTS DVD’s kan afspelen, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing van de speler.
Denk er aan dat sommige DVD-spelers geleverd worden, ingesteld op uitsluitend Dolby Digital voor de digitale uitgang. Om ervoor te zorgen dat ook DTS signalen naar de AVR gaan, dient u het menusysteem van de DVD-speler te controleren.
PCM Audio afspelen
PCM (Puls Code Modulation) is een niet-gecom­primeerd digitaal audiosysteem dat gebruikt wordt voor compact discs, niet-Dolby Digital/DTS Laserdiscs en sommige speciaal PCM gecodeerde DVD’s. De digitale schakelingen in de AVR kun­nen digitaal-naar-analoog omzetten in hoge kwaliteit en kunnen rechtstreeks worden verbon­den met de digitale audio-uitgang van uw CD- of LD-speler. (LD alleen voor PCM- of DTS-program­ma’s, voor Dolby Digital discs is een RF-adapter nodig, zie pagina ‘Dolby Digital’).
Verbinden met de optische of coax ingangen

op de achterzijde, of op de digitale
ingangen
op de voorzijde.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren moet eerst de ingang voor de gewenste bron worden geselecteerd (b.v. CD) om het videosignaal (indi­en aanwezig) naar de TV monitor te leiden en een analoog audiosignaal te leveren voor opname. Druk vervolgens op de digitale
ingangskeuze
⁄/¤
de
instellen
gewenste keuze
Onderste displayregel instellen
ÛGen gebruik vervolgens
E
op de afstandsbediening of
7$
op het frontpaneel, tot de
OPTICAL of COAX in de
˜
verschijnt. Druk op
@Fom de gewenste keuze in te
voeren.
In de meeste gevallen zal dat
48KHZ zijn,
hoewel sommige speciaal geremasterde hoge resolutie audiodiscs kan
96KHZ aangegeven
worden.
PCM48KHZindicatie verschijnt ook wan-
De neer de functie van de ingang wordt gewijzigd voor analoge bronnen. In dat geval geeft het systeem aan welke sampling frequentie intern wordt gebruikt op de uitgang van analoog/digi­taal converter die het binnenkomende signaal van een videorecorder, cassettedeck, tuner of andere analoge bron naar digitaal omzet.
Bij PCM weergave wordt automatisch de stan­daard surround functie gekozen of de
LOGIC7
functie, maar u kunt ook een andere surorund functie kiezen, behalve Dolby Digital of DTS.
42 BEDIENING
Bediening
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een digitale bron correct op de AVR te zijn aanges­loten. Sluit de digitale uitgangen van de DVD­spelers, HDTV-ontvangers, satellietsystemen en CD-spelers aan op de optische of coax ingan-
gen

op de achterzijde of de voorzi­jde aan. Om ook analoog te kunnen opnemen, dienen de analoge uitgangen van de digitale bron te worden verbonden met de juiste ingan­gen op de achterzijde van de AVR (voorbeeld: sluit de analoge stereo uitgang van een DVD­speler aan op de DVD-ingang
op de achterzi­jde als u de digitale uitgangen van de bron aansluit).
Om een digitale bron als DVD te kiezen, kiest u eerst met de afstandsbediening of op het front de ingang met ingangskeuze
4%als eerder uit-
gelegd om het videosignaal (indien aanwezig) naar de TV monitor te sturen en het analoge audiosignaal voor opname beschikbaar te hebben. Wanneer het digitale signaal dat is toegewezen aan de gekozen ingang (b.v. ‘DVD’) niet automa­tisch wordt gekozen (door eerder gemaakte instellingen tijdens het configureren, zie pagina
23) kiest u de digitale bron door op digitale
ingangskeuze
GÚte drukken en
⁄/¤
D
op de afstandsbediening of de insteltoetsen
7$
op de voorzijde om de OPTICAL of
COAXIAL ingangen te kiezen, zoals deze in de
Bovenste Displayregel
˜
of de in-beeld dis-
play verschijnen.
Speelt een digitale bron, Speelt een digitale bron, dan zal de AVR automatisch signaleren of een meerkanaals Dolby Digital dan wel een DTS, MP3 of conventioneel PCM signaal wordt toegevoerd, wat de standaard is bij CD-spelers.
Denk er aan dat een digitale ingang (b.v. coax) verbonden blijft met de analoge ingang (b.v. DVD) zodra het is gesignaleerd, zodat het digi­tale signaal niet opnieuw gekozen hoeft te wor­den telkens wanneer een bepaalde ingang, bijvoorbeeld DVD, wordt gekozen.
Digital Bitstream Indicatie
Wanneer een digitale bron speelt, signaleert de AVR het type bitstream data dat aanwezig is. Gebruik makend van deze informatie wordt de juiste surroundfunctie automatisch gekozen.Voor­beeld: DTS bitstreams laten het apparaat naar de DTS decoder omschakelen, en Dolby Digital bit­streams zorgt voor omschakeling op de Dolby Digital decoder. Signaleert het apparaat PCM data van CD’s en LD’s en sommige muziek DVD’s of bepaalde nummers op normale DVD’s, dan kan de juiste surroundfunctie met de hand worden gekozen. Daar de beschikbare surroundfuncties worden bepaald van het type digitale data, maakt de AVR gebruik van een aantal indicaties waaraan u kunt zien om wat voor signaal het gaat. Dit ver­heldert de keuze van functies en ingangen afhankelijk van het materiaal op de disc.
Bij het afspelen van een digitale bron geeft de AVR aan om welk type bitstream het gaat. Deze aanwijzingen verschijnen kort nadat een ingang of surround functie is veranderd en blijft ca. vijf
˜
seconden in de display
staan waarna de
gebruikelijke surround functie weer verschijnt.
Voor Dolby Digital en DTS bronnen verschijnt een driecijferige indicatie met het aantal kanalen in het signaal. Voorbeeld van de indicatie is 3/2/.1.
Het eerste cijfer geeft aan hoeveel discrete front kanalen aanwezig zijn.
• Een 3 geeft aan dat er gescheiden front links, centrum en rechts signalen beschikbaar zijn. Dit wordt aangegeven bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s.
• Een 2 geeft aan dat er gescheiden front links en rechts signalen aanwezig zijn, maar geen discreet centrum kanaal. Dit wordt aangegeven voor Dolby Digital bitstream met stereo pro­grammamateriaal.
• Een 1 geeft aan dat er alleen een monosignaal in het Dolby Digital bitstream aanwezig is.
Het middelste cijfer geeft aan hoeveel discrete surround signalen aanwezig zijn.
• A "3" tells you that separate, discrete left sur­round, center surround and right surround sig­nals are present. This is available only on discs with DTS-ES digital audio.
• Een 2 geeft aan dat gescheiden surround links en rechts beschikbaar zijn. Wordt aangegeven voor Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 program­ma’s.
• Een 1 geeft aan dat slechts één enkel surround kanaal gecodeerd is. Dit verschijnt bij Dolby Digital bitstream met matrix codering.
• Een 0 geeft aan dat er geen surround informa­tie aanwezig is. Dit verschijnt bij tweekanaals stereoprogramma’s.
Het laatste cijfer geeft aan of er een discreet Low Frequency Effect (LFE) kanaal aanwezig is.Dit is de “.1” in de algemeen gebruikte afkorting “5.1” en is een speciaal kanaal dat alleen maar laag bevat.
• Een 1 geeft aan dat een LFE kanaal aanwezig is.Verschijnt bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s indien aanwezig.
• Een 0 geeft aan dat er geen LFE kanaal beschikbaar is. Ook al is er echter geen LFE kanaal, toch zal er laagfrequent materiaal in de subwoofer aanwezig zijn wanneer de luidspre­ker configuratie is ingesteld op de aanwezig­heid van een subwoofer.
• The information in the right side of the display will tell you if the digital audio data contains a special flag signal that will automatically acti­vate the appropriate 6.1 or 7.1 mode.This will be shown as EX-ON or EX-OFF for Dolby Digital bitstreams and ES-ON or ES-OFF for DTS bit­streams.
Wanneer Dolby Digital 3/2/.1 of DTS 3/2/.1 sig­nalen worden afgespeeld schakelt de AVR auto­matisch naar de juiste surround functie en kan geen andere bewerking worden gekozen. Wanneer een Dolby Digital signaal met 3/1/0 of 2/0/0 signaal binnenkomt kunt u elke gewenste Dolby surround functie kiezen.
Het is altijd verstandig de uitlezing van de kanaalgegevens te controleren om er zeker van te zijn dat die overeenkomt met de audio logo informatie op de achterzijde van de DVD verpak­king. Soms ziet u een indicatie als “2/0/0/” zelfs op discs met een compleet 5.1 of 3/2/.1 signaal. In dat geval is het belangrijk de instellingen van uw DVD-speler of het audiomenu voor de spelen­de disc te controleren om er zeker van te zijn dat het juiste signaal naar de AVR wordt gestuurd.
USB Weergave
De AVR 645 behoort tot de zeer weinige A/V receivers die direct op een computer voor weer­gave kunnen worden aangesloten. Wanneer de AVR eenmaal is aangesloten zijn audio streams en weergave via de AVR mogelijk met alle kracht en prestaties van de high-current versterker, uw eigen luidsprekers en de verbeterde meerkanalen weergave via Logic 7, Dolby Pro, Logic II/IIx of DTS Neo:6 processing.
De aansluitmogelijkheid van USB op de AVR 645 kan worden gebruikt met geschikte computers die draaien onder Microsoft met Service Pack 4 of hoger, of Windows XP
®
Windows®2000
®
of Windows XP Media Center Edition met Service Pack 1 of hoger. Verbind één van de beschikbare USB jacks van de computer of een USB hub met
USB
op de AVR met een kabel met standaard USB plug aan de ene en een USB “Mini B” plug aan de andere zijde.
NEDERLANDS
BEDIENING 43
Bediening
Daarnaast dient een mediaspeler op de computer te worden geïnstalleerd. De AVR is getest met gebruik van de Windows Media Player
8.0 of hoger, maar is tevens geschikt voor vele andere populaire spelers zoals iTunes
®
Versie
®
, WinAmp en Real Player®. In de meeste gevallen is het ver­standig te zorgen dat u de nieuwste versie van de spelers gebruikt voor optimale uitwissel­baarheid.
Wanneer de verbinding met de computer voor het eerst wordt gemaakt, of wanneer de USB­verbinding in een andere USB-ingang op een computer of een hub wordt gestoken die niet eerder met de AVR is verbonden geweest, ziet u een reeks pop-up aanwijzingen van Windows om aan te geven dat de computer zichzelf op het nieuwe apparaat instelt. Daar de AVR een aantal verschillende functies biedt, kan de aanwijzing “Nieuwe hardware gevonden” vier maal verschij­nen, elk voor “A/V receiver”, “Compatibel appa­raat”, “Audio receiver” en “Interface”. Wanneer alle aanwijzingen zijn verschenen en weer zijn verdwenen, bent u bijna gereed om te beginnen.
• Om USB als bron te kiezen via het frontpaneel,
drukt u op Ingangskeuze
%
tot USB als
ingang verschijnt in de bovenste regel van de
Display play, indien beschikbaar. De USB Ingang
˜
en in de gedeeltelijke in-beeld dis-
ˆ
licht tevens op in het frontpaneel.
• Om USB als ingang te kiezen met de hoofd afs-
tandsbediening drukt u tweemaal op de DMP toets van de Ingangskeuze4.
• Om USB als ingang te kiezen via de ZR 10 afs-
tandsbediening drukt u op USB Ingangskeuze D.
Wanneer de USB ingang wordt gekozen en de AVR is verbonden met een geschikt computer en één van de eerder genoemde mediaspelers actief, kunt u elke van beide afstandsbedieningen gebruiken om start en stop te bedienen, of naar een ander nummer te gaan. De activiteiten van de Loopwerktoetsen kan van de ene tot de andere mediaspeler verschillen, maar u bent alti­jd in staat de weergave- en stoptoetsen te gebruiken. U kunt ook de mediaspeler op de aangesloten computer bedienen met de Loopwerktoetsen P op de ZR 10 afstands­bediening.
Wanneer de weergave eenmaal is gestart wordt het audiosignaal van een USB-bron op dezelfde wijze behandeld als dat van elke andere tweekanalen bron en kunt u elk van de geschikte
®
surround bewerkingen toepassen. Bij het afspe­len van audio van een computer via de USB­verbinding worden de ingebouwde luidsprekers van een laptop computer vaak uitgeschakeld.
Luidspreker/Kanaal Indicaties
Naast de signaaltype indicaties biedt de AVR een stel unieke kanaal indicaties die u vertellen hoeveel kanalen in de digitale infor­matie ontvangen worden en of het digitale sig­naal onderbroken wordt.
Deze indicaties zijn de L/C/R/LFE/SL/SR/SBL/SBR letters die in de hokjes bij de Luidspreker/
kanaal indicaties
Ú
in de display˜staan. Wanneer een standaard analoog stereo of matrix surround signaal actief is, lichten alleen "L" en "R" op, daar analoge signalen alleen links en rechts bevatten.
Dat geldt zelfs bij surround opnamen, die de sur­round informatie alleen in het linker en rechter kanaal dragen. Digital signalen echter kunnen één, twee, vijf, zes of zeven afzonderlijke kanalen hebben, afhankelijk van het programmamateriaal, de uitzendmethode en de manier waarop zij gecodeerd werden. Wanneer een digitaal signaal wordt afgespeeld zullen de letters in de indicaties oplichten als gevolg van het signaal dat ontvan­gen wordt. Het is belangrijk op te merken dat hoewel bijvoorbeeld naar Dolby Digital verwezen wordt als een ‘5.1’ systeem, niet alle Dolby Digital DVD of audionummers op een DVD of ander Dolby Digital materiaal gecodeerd zijn voor 5.1. Het is dus normaal dat voor een DVD met Dolby Digital geluid alleen de ‘L’ en ‘R’ indicaties geac­tiveerd worden.
Opmerking: veel DVD’s zijn opgenomen met zowel een ‘5.1’ als een ‘2.0’ versie van hetzelfde materiaal, waarbij de ‘2.0’ versie vaak gebruikt wordt voor andere talen. Wanneer u een DVD afspeelt, controleer dan steeds het type materiaal op de schijf. De meeste schijven geven deze infor­matie in de vorm van een overzicht of symbool op de hoes.Wanneer een schijf meerdere systemen aanbiedt, zult u misschien instellingen op uw DVD-speler moeten wijzigen (meestal met de ‘Audio select’ toets of via een menu op de schijf) om een volledig 5.1 signaal naar de AVR te sturen of om het juiste geluid en de juiste taal te kiezen.
Het is ook mogelijk dat het type signaal verandert tijdens het afspelen van een DVD. In sommige gevallen zullen de voorproefjes van speciaal mate­riaal in 2.0 audio opgenomen zijn, terwijl het hoofdprogramma beschikbaar is in 5.1 audio. Zolang uw DVD-speler is ingesteld op 6-kanaals uitgangssignaal zal de AVR automatisch de veran­deringen in de bitstream en het aantal kanalen detecteren en dit met de indicaties aangeven. De letters zoals gebruikt bij de indicaties.
Belangrijk: Wanneer een digitale surround bron (Dolby Digital, DTS) wordt afgespeeld zullen de letters SBL/SBR voor de surround achter kanalen alleen verschijnen bij een DTS-ES DISCRETE 6.1 bron. Deze functie wordt dan in de display aangegeven en in-beeld. Bij alle andere opna­men kunnen de indicaties voor de achter sur­round luidsprekers oplichten (mits deze luid­sprekers geconfigureerd zijn) om aan te geven dat er een signaal naar toe gaat (matrix gede­codeerd met NEO:6, LOGIC 7 of 7 Kan. Stereo) maar geen letters lichten op wanneer de AVR geen ingangssignaal ontvangt voor de surround achter kanalen.
Luidsprekers/kanaal functie
Ú
knipperen ook om aan te geven wanneer een bitstream onderbroken wordt. Dat gebeurt wanneer een digitale ingang voor het afspelen gekozen is, of wanneer een digitale bron zoals een DVD op pauze staat. De knipperende indicaties wijzen erop dat het afspelen is onderbroken door de afwezigheid van een digitaal signaal en niet door een fout in de AVR. Dit is normaal en de digitale weergave zal hervat worden zodra het afspelen opnieuw gestart wordt.
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze func­tie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen volledig verstaanbaar af te spelen, maar met beperkte maximale piekniveaus, terwijl de zwakke signalen 1/4 tot 1/3 opgetrokken wor­den. Dat vermijdt dat abrupt luide overgangen anderen storen, zonder de impact van de digitale bron te beperken. De nachtfunctie is alleen beschikbaar wanneer de Dolby Digital functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer een Dolby Digital DVD speelt door op nacht-
B
functie
volgens op
op de afstandsbediening. Druk ver-
¤
/
E
om de gematigde of de volledige compressie (medium of full) van de nachtfunctie te kiezen. Om de nachtfunctie uit te
¤
/
E
schakelen drukt u op
tot de aanwijzing
onderin de video display en de Onderste
˜
Displayregel
D-RANGE OFF.
De Nacht Functie kan ook permanent op het gewenste compressie niveau worden gekozen zodra de Dolby Digital functie wordt geactiveerd via de opties in het
SURROUND SELECT
menu. Zie pagina 27 voor informatie over het menu voor deze optie.
44 BEDIENING
Bediening
The
Bridge
TM
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat, zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en de kanaalposities in de luidspreker/kanaal functie
Ú
zullen knipperen. Dit is normaal en wijst niet op een probleem met de AVR of met de bron. De AVR zal, zodra de gegevens weer beschikbaar zijn en wanneer het apparaat weer op afspelen staat, naar de normale digitale weergave terugkeren.
• Hoewel de AVR bijna alle DVD films, CD’s en HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk dat sommige toekomstige digitale formaten niet compatibel zijn met de AVR.
• Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde programma’s en niet alle audionummers op een DVD volledig 5.1 of 6.1-kanaals audio bevatten. Raadpleeg de handleiding van het programma bij uw DVD of laserdisc om na te gaan welk type audio op de disc is opgenomen. De AVR herkent automatisch het type digitale surround codering
Ú
en geeft dat aan in de Kanaal Indicaties
en
stelt zich hierop in.
• Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt kunnen normaal gesproken geen analoge sur­round functies als Dolby Pro LogicII, Dolby 3 Stereo, Hall,Theater, 5Kan/7Kan Stereo of Logic 7 worden gekozen, uitgezonderd met Dolby Digital
2.0 opnamen, die met Dolby Por Logic II afge­speeld kunnen worden. Zie pagina 42.
• Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt kan een analoge opname worden gemaakt via de
Tape uitgangen

uitgangen, ook wanneer de bron is
of Video 1 of Video 2
verbonden met een digitale ingang op de AVR, zolang 'Surround Off' is gekozen (kan alleen met een PCM bron). Maar het analoge tweekanaals signaal, zelfs van een Dolby Digital bron (geen DTS), de 'Downmix' naar Stereo of Dolby Surround, kan worden opgenomen door de analoge audio uitgangen met de juiste analoge ingangen (DVD bijvoorbeeld) van de AVR. Bovendien worden de digitale signalen doorge-
geven naar de digitale audio uitgangen
.
Gebruik
De AVR 645 is uitgerust voor gebruik met de extra Harman Kardon iPod basisstation.
Wanneer TheBridge is aangesloten op de AVR en een iPod op de juiste manier ingezet, kunt u beide afstandsbedieningen gebruiken om de iPod voor audioweergave te besturen, waarbij de dis­play op de voorzijde en de gedeeltelijke in-beeld aanwijzingen u helpen in het lokaliseren van nummers en informatie laten zien over het num­mer dat wordt afgespeeld. Bovendien laadt de AVR de via The Bridge aangesloten accu van de iPod ook op. Door de optie in het menu te gebruiken als beschreven op pagina 48 kan de AVR ook nog automatisch ingeschakeld worden zodra u de iPod inschakelt.
DMP AUTO POWER
The Bridge als bron kiezen voor de AVR:
• Vanaf het frontpaneel drukt u zo vaak op
7
Ingangskeuze
als nodig is.
• Op de hoofd afstandsbediening drukt u op
3
Ingangskeuze DMP
.
• Op de ZR 10 afstandsbediening drukt u op
The bridge/DMP .
Wanneer The Bridge is aangesloten en een iPod correct is ingezet, wordt het iPod menu vervan­gen door “harman/kardon” bovenin het scherm van de iPod en de display op de voorzijde en de gedeeltelijke in-beeld menu's geven aanwijzingen die u door het menu en de inhoud leiden. Wanneer de onderste regel van de Display
˜
de aanwijzing UNPLUGGED … geeft, con­troleer dan of in The Bridge de juiste iPod adapter wordt gebruikt en of de iPod correct is ingezet.
De bedieningsorganen op de voorzijde van de AVR kunnen worden gebruikt voor een beperkt aantal iPod-functies. Druk op FM/MG keuze
!
om het lopende nummer te pauzeren en te starten. De Afstemming
)
kan worden gebruikt om voor- of achteruit te zoeken (linkerzi­jde achteruit, rechterzijde vooruit) door de num­mers. Druk op FM/MG keuze
!
om het menu
van de iPod op te roepen. Druk op
Voorkeurzenders
@
om te kiezen. Voor complete informatie over
#
om te scrollen en op Set
het gebruik van de afstandsbediening of bedien­ing op het frontpaneel om een iPod te bedienen, zie de aanwijzingen die zijn geleverd bij The Bridge.
Opnemen op cassette
Bij normaal gebruik worden de audio en video signalen die op de AVR voor kijken en luisteren zijn gekozen door gestuurd naar de opname uit­gangen. Dat betekent dat elk programma waar u naar kijkt of luistert simpelweg kan worden opgenomen door recorders aan te sluiten op de
.
of Video 1 of 2
dan
uitgangen Tape Outputs
Outputs

Wordt een digitale audiorecorder aangesloten op één van de digital audio uitgangen kunt u de digitale signalen opnemen met CD-R, MiniDisc of ander digitaal opnamesysteem. Denk er aan dat alle digitale signalen worden doorges­tuurd naar zowel de coax als optisch digitale uitgangen, ongeacht het type digitale ingang dat werd gekozen.
In/Uitgangen op de Voorzijde
Naast de digitale uitgangen op de achterzijde bezit de AVR de exclusieve Harman Kardon omschakelbare aansluiting op de voorzijde.Voor gemakkelijk aansluiten van draagbare apparatuur
Ó
om het
L
of de
om de
kunt u de Digitale coax 4 aansluiting
Ô
video 4 aansluiting
van ingang op uitgang
omschakelen op de volgende wijze:
1. Druk op in-beeld display
L
MASTER MENU op te roepen (afb. 7).
2. Druk op instellen
SETUP
menu op te roepen (afb. 8).
3. Druk op naar
¤
VIDEO4 of COAXIAL 4 wordt
F
om het IN/OUT
E
waardoor de in-beeld ›cursor
verplaatst afhankelijk van de inagng die u wilt veranderen in een uitgang. Elk van beide of allebei kunnen op elk moment worden veranderd.
‹/›
E
4. Druk op
zodat het woord OUT
gemarkeerd wordt.
5. Druk weer op in-beeld display menu’s te verlaten en naar normaal bedrijf terug te keren.
Merk op dat na deze instelling desbetreffende indicatie status ingang/uitgang ( rood wordt, als teken dat de gekozen analoge of digi­tale aansluiting nu een uitgang is, in plaats van de standaard instelling als ingang. Eenmaal omgeschakeld naar uitgang blijft dat zo zolang de AVR ingeschakeld is, tenzij dit weer wordt veranderd via het in-beeld menu, als boven beschreven. Denk er wel aan dat bij het uitschakelen deze instelling ongedaan wordt gemaakt; wordt het apparaat weer ingeschakeld dan staan de aansluitingen weer in hun normale positie als ingang. Wilt u ze weer als uitgang gebruiken, dan dient opnieuw via het in-beeld menu omgeschakeld te worden.
Opmerkingen:
• De digitale uitgangen zijn alleen actief wanneer er een digitaal signaal aanwezig is en ze zetten een analoog ingangssignaal niet naar een digitaal uitgangssignaal om, noch veranderen zij het for­maat van het digitale signaal (b.v. Dolby Digital naar PCM of vice versa, maar coax digitale sig­nalen worden naar optisch omgezet en omge­keerd). Bovendien dient de digitale recorder com­patibel te zijn met het uitgangssignaal. Voorbeeld: het PCM digitale uitgang van een CD-speler kan opgenomen worden op een CD-R of MiniDisc, maar Dolby Digital of DTS-signalen niet.
• Het maken van een analoge opname van een digitale bron is mogelijk, maar alleen van een PCM bron (geen Dolby Digital of DTS) en alleen correct wanneer 'Surround Off' is gekozen. Met elke andere Surround functie worden alleen de front L/R signalen naar de opname gestuurd.
NEDERLANDS
BEDIENING 45
Bediening
* CHANNEL ADJUST * FL : 0dB SBR : 0dB CEN : 0dB SBL : 0dB FR : 0dB SL : 0dB SR : 0dB SW1 : 0dB TEST TONE: AUTO OFF MAN LEVEL RESET: OFF ON CH ADJUST: GLOBAL EZSET SETTINGS: OFF ON BACK TO MANUAL SETUP
Instelling Uitgangsniveau
Het normale weergaveniveau van de AVR wordt ingesteld met behulp van het testsignaal, als beschreven op pagina 36. In sommige gevallen echter, is het wenselijk om de weergaveniveaus aan te passen aan de diverse programma’s waar u bekend mee bent. Bovendien, het uit­gangsniveau voor de subwoofer en die voor de stereofuncties kan alleen in deze procedure wor­den gecorrigeerd. Denk er aan dat alle instellin­gen gemaakt met een bepaalde ingang effectief zullen zijn op alle ingangen, net als het geval is met de instelling gemaakt met het testsignaal.
Om de weergaveniveaus aan programma’s aan te kunnen passen, dient eerst de surroundfunctie waarin u de luidsprekers wilt afstellen (zie opmerking hieronder) gekozen te worden. Start vervolgens het door u gekozen programma en
stel, met volume voor de front luidsprekers links en rechts in.
Als het referentieniveau eenmaal is ingesteld, drukt u op kanaalkeuze
FRONT L LEVEL verschijnt in de Onderste
Displayregel
drukt u eerst op instellen gebruikt u de insteltoetsen om het niveau te verhogen of te verlagen. Gebruik NIET de volumeregelaar, want dit zal de referentie instelling wijzigen. Druk op de toets
instellen
F@, zodra de wijziging doorgevo-
erd is en druk vervolgens op de insteltoetsen
7$
of ⁄¤E een ander kanaal dat u wenst aan te passen, te kiezen. Om het niveau van de subwoofer aan te passen, drukt u op de insteltoetsen
⁄¤
E
tot de aanwijzing WOOFER LEVEL in de display˜of op de in-beeld display ver­schijnt (alleen van toepassing indien de sub­woofer geactiveerd is).
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in de display
instellen
˜
F@en volg de instructies op.
Herhaal deze procedure zonodig om alle kanalen in te stellen. Wanneer alle instellingen zijn gemaakt en gedurende vijf seconden worden geen correcties meer gemaakt keert de AVR terug naar normaal gebruik.
De kanaaluitgang gekoppeld aan welke ingang dan ook, kan ook aangepast worden m.b.v. het menu systeem ‘volledig in-beeld display’. Stel allereerst met volume plezierig geluidsniveau in. Druk vervolgens op
in-beeld display
MASTERMENU (Afb.7) te komen. Druk daar-
¤
four times until the on-screen naast
na op
MANUAL SETUP staat. Druk op Set
de regel
F
kies de regel CHANNEL ADJUST en
weer op Set
F
menu (afbeelding 22) te activeren.
I het referentie niveau
waarop
˜
. Om het niveau te veranderen
F@en vervolgens
7$
of ⁄¤E
om de locatie van zonodig
7$
en in beeld verschijnt, op
ıI op een
L
om in het hoofdmenu
om het CHANNEL ADJUST
of
Afbeelding 22
Zodra het menu verschijnt wordt het testsignaal uitgeschakeld. Op die manier kan ook een externe test-CD of ander bronmateriaal als testsignaal worden gebruikt. Gebruik vervolgens
⁄¤
E
om de kanalen te kiezen die u wilt cor-
rigeren. Gebruik bij elk kanaal de
‹/›
E
toet-
sen om het uitgangsniveau te wijzigen.
Onthoud wanneer u een disc met een testsignaal gebruikt (b.v. roze ruis) of een externe testgener­ator, dat het er om gaat alle kanalen op de luis­terpositie met gelijke sterkte te horen, ongeacht welke surround functie is gekozen. Gebruikt u een gewone disc met muziek als testsignaal dan kunt u het niveau van elk kanaal naar eigen inzicht instellen, en u kunt bijvoorbeeld het cen­trum kanaal wat zachter zetten of de achter kanalen wat luider omdat u deze in bepaalde omstandigheden wat te zacht vindt.
Wanneer u alle niveaus terug wilt zetten in de fabrieksinstelling en 0 dB offset, drukt u op
E
tot de in-beeld cursor naast LEVEL
RESET ON(aan) oplicht. Nadat de niveaus zijn
staat en u drukt op ‹/›E
⁄¤
zodat
teruggezet hervat u de procedure om de gewen­ste niveau instellingen te maken.Wanneer alle aanpassingen gerealiseerd zijn, drukt u op
E
om de cursor in beeld naar de positie
BACK TO MANUAL SETUP (terug naar
⁄¤
menu) te verplaatsen, en druk om in het hoofd­menu andere aanpassingen te maken op
F
instellen
. Indien u geen verdere aan-
passingen wenst te maken, dan drukt u op de
L
toets in-beeld display
om het menu-
systeem te verlaten.
Opmerking: de uitgangsniveaus kunnen voor iedere digitale en analoge surroundfunctie afzon­derlijk ingesteld worden. Indien u andere niveaus voor een specifieke functie wenst, kies dan die functie en volg stapsgewijs bovengenoemde instructies.Voor de stereofuncties is de hierboven beschreven procedure de enige manier om het uitgangsniveau van de stereofunctie aan te passen aan die van de andere functies.
EzSet/EQ In/Uit
Wanneer u de gemaakte filterinstellingen gemaakt met EzSet/EQ wilt in- of uitschakelen om te horen wat het effect ervan is, drukt u op
EzSet/EQ In/Uit
. Dit verandert de instellin­gen niet, maar schakelt het filter in of uit de sig­naalweg.
Dimmer
Daar de AVR vaak gebruikt zal worden bij het bekijken van films of videoprogramma’s en met gedimd licht, kan het wenselijk zijn de lichtsterkte van de display en de indicaties op de voorzijde te dimmen zodat zij het kijken niet storen. U kunt de displays dimmen als aangegeven op pagina 47, of de lichtsterkte direct met de afstandsbedi­ening regelen.
D
Druk eenvoudig op Dimmer
om het front tot de helft van de normale sterkte te dimmen; nogmaals indrukken om de displays uit te schakelen. Denk er aan dat wanneer de displays gedimd of uitgeschakeld zijn, de blauwe verlicht-
3
ing rond Standby/In
verlicht blijft om aan te
geven dat de AVR nog aan staat.
De indicatie in de Volumeregelaarıblijft normaal branden en dimt niet wanneer de dis­plays op halve sterkte branden.
Denk er aan dat alle wijzigingen van de verlicht­ing tijdelijk zijn; de displays keren terug naar nor­male sterkte zodra de AVR uit en weer ingeschakeld wordt. Om zonder uitschakelen naar de normale sterkte terug te keren drukt u zo
D
vaak op Dimmer
als nodig is om weer de
normale sterkte te bereiken.
Naast het dimmen of uitschakelen van de dis­plays kan de display automatisch weer oplichten zodra een toets op de afstandsbediening of de voorzijde wordt ingedrukt, om na een vaster peri­ode weer te doven. U doet dat door de juiste instellingen te maken op de regel
TIME OUT
van het ADVANCED SELECT
VFD FADE
men, als aangegeven op pagina 47.
Geheugenbeveiliging
Dit product is uitgerust met een geheugen­beveiliging die de opgeslagen zenders van de tuner en de systeemconfiguratie vasthoudt als het apparaat helemaal wordt uitgeschakeld, de stekker uit het stopcontact wordt genomen of wanneer de netspanning uitvalt. Dit geheugen blijft ca. 2 weken behouden; daarna dient alle informatie opnieuw te worden ingevoerd.
46 BEDIENING
Bijzondere Functies
* ADVANCED SELECT *
VFD FADE TIME OUT: OFF VFD BRIGHTNESS: FULL VOLUME DEFAULT: OFF ON DEFAULT VOL SET: -25dB SEMI OSD TIME OUT: 2s FULL OSD TIME OUT: 20s DMP AUTO POWER: OFF ON
BACK TO MASTER MENU
De AVR is voorzien van een aantal geavanceerde functies, die het apparaat extra flexibel maken. Ook al is het niet noodzakelijk om deze extra’s altijd te gebruiken, toch bieden zij vele extra keuzemogelijkheden, die u wellicht goed van pas komen.
Display Dimmer
Bij normaal gebruik blijven de display en de indi­caties op de voorzijde op volle sterkte branden. U kunt ze echter ook dimmen of uitschakelen als beschreven op pagina 46. Nog een andere optie is dat de displays alleen ingeschakeld worden wanneer op een toets op het front of op de afs­tandsbediening wordt gedrukt en dan na een vaste periode weer uitschakelt.
Om de display op het front op de fade functie te zetten drukt u op OSD in beeld op te roepen. Druk op
E
om de cursor op de regel ADVANCED
staat en druk op SetFom het ADVANCED
SELECT
(bijzondere functies) te kiezen (afb. 23).
Afbeelding 23
Met ADVANCED SELECT in beeld drukt u op
⁄/¤
NavigatieEzodat de cursor naar
de regel
VFD FADE TIME OUT gaat.
Vervolgens drukt u op zodat de tijd wordt ingesteld die de displays bli­jven branden wanneer op een toets werd gedrukt.
Is die tijd ingesteld en het apparaat weer in nor­maal gebruik teruggekeerd, dan blijven de dis­plays branden gedurende de gekozen tijd telkens wanneer een toets op het front of op de afs­tandsbediening wordt ingedrukt. Daarna doven de displays langzaam met uitzondering van de verlichting rond Standby/In herinnert dat de AVR aan staat. Denk er aan dat de Fade functie niet werkt wanneer de displays geheel uitgeschakeld zijn met de toets Dimmer als aangegeven op pagina 46.
Wilt u nog andere instellingen maken in het
ADVANCED SELECT menu druk dan op
⁄/¤
NavigatieEom de cursor naast
het gewenste item te verplaatsen of naast
BACK TO MASTER MENU om vervolgens op
Set
F
te drukken om een correctie in een ander menu te maken. Bent u gereed met alle instellingen druk dan op OSD menusysteem te verlaten.
L
om het hoofdmenu
‹/›
Navigatie
3
L
⁄/¤
Navigatie
E
die u er aan
om het
Helderheid display
De display˜op het frontpaneel van de AVR is standaard ingesteld op een helderheid­sniveau dat voldoende is om de informatie in een normaal verlichte ruimte te kunnen lezen. Het is echter mogelijk dat u onder bepaalde omstandigheden de helderheid tijdelijk wilt wijzi­gen, of zelfs geheel wilt uitschakelen.
Om de ingestelde helderheid van de display voor een specifieke luistersessie te wijzigen, dient u een aanpassing te maken in het menu
ADVANCED SELECT (bijzondere functies).
Om die instellingen te activeren drukt u op in­beeld displayLom het MASTERMENU
(hoofdmenu) in beeld te brengen. Druk op
E
tot de cursor naast de regel
ADVANCED (bijzonder) staat. Druk op
instellenFom het menu ADVANCED
SELECT
(bijzondere functies - Afb. 23) te
activeren.
Om de helderheid in het menu
SELECT
(bijzondere functies) te wijzigen, dient
ADVANCED
de cursor (in beeld) naast de regel VF D te staan en druk vervolgens op ›E gewenste niveau van helderheid in beeld wordt aangegeven. Wanneer FULL (volledig) gemar­keerd is,zal de display de normale helderheid heb­ben. Is HALF(half) gemarkeerd, dan zal de dis­play met halve helderheid oplichten. Is OFF (uit) gemarkeerd, dan zullen alle indicaties in de
display˜doven. Denk er echter aan dat de Lichtnetindicatie3altijd blijft branden als
teken dat de AVR nog ingeschakeld is.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu maken, druk dan op
⁄¤
E
tot de in beeld cursor naast de gewenste instelling staat, of op de regel
BACK TO MASTER MENU (terug
naar hoofdmenu) en druk dan op instellen Zijn er geen andere instellingen meer te maken, druk dan op in-beeld displayLom het menusysteem te verlaten.
De helderheid van de display kan ook gewijzigd worden door de toets instellen
@
ingedrukt te houden, tot in de display˜de aanwijzing
VFD FULL (volledig) aangegeven
wordt. Binnen 3 seconden dient u instellen
7$
in te drukken tot de gewenste helderheid
is bereikt. Op dat moment drukt u weer op
instellen@om de instelling te activeren.
Zodra het gewenste helderheidsniveau gekozen is, zal deze instelling van kracht blijven tot een wijziging plaatsvindt of het systeem uit­geschakeld wordt.
tot het
F
3 seconden
Volume bij inschakeling
Net als bij de meeste audio/video receivers, zal de AVR, zodra deze uitgeschakeld wordt, de posi­tie van de volumeregelaar onthouden. Om een standaard instelling te krijgen die altijd als u het systeem aanzet, wordt geactiveerd, dient u het menu ADVANCED SELECT (bijzondere func­ties) aan te passen. Druk op in-beeld display
L
om het MASTERMENU (afb. 7) op te roepen. Druk op ⁄E naast ADVANCED SELECT staat.
Druk op de toets instellen
ADVANCED SELECT (bijzondere functies -
Afb. 23) te komen. Zorg ervoor dat de cursor in beeld naast de regel standaardinstellingen volume staat. Zonodig drukt u op ⁄¤tot de gewenste regel gemarkeerd is. Druk vervolgens op de toets ›E beeld gemarkeerd wordt.
Druk dan één keer op de toets cursor (in beeld) naast de regel DEFAULT
VOL SET
(instelling standaard volume) staat. Om het gewenste standaard volume bij het aanzetten van het systeem in te stellen, drukt u meermaals op
‹/›
drukt, tot het gewenste volume in de regel
DEFAULT VOL SET (instelling standaard
volume) aangegeven wordt. Merk op dat deze instelling niet met de reguliere volume knoppen wordt ingesteld.
Opmerking: omdat de instelling van het volume bij het aanzetten van het systeem niet hoorbaar is op het moment dat u de instelling maakt, kan het verstandig zijn de instelling van het volume tevoren te bepalen. Luister daarvoor naar een willekeurige bron, stel het volume met de reg­uliere volumeregelaar u gewenste volume bereikt is, maakt u een noti-
.
tie van deze instelling zodra deze op het onder­ste derde deel van de display˜verschijnt (het typische volume verschijnt als negatief nummer, bijv. -25 dB). Wanneer de aanpassingen worden uitgevoerd, maak dan gebruik van toetsen
E
om deze instellingen in te voeren. In tegen­stelling tot de andere instellingen in het hoofd­menu, blijft het standaard ingestelde volume van kracht tot deze in dit menu uitgeschakeld is. Deze instelling blijft derhalve behouden, ook nadat het systeem uitgeschakeld is.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu maken, druk dan op cursor naast de gewenste instelling staat, of op de regel BACK TO MASTER MENU (terug naar hoofdmenu) en druk dan op instellenF. Zijn er geen andere instellingen meer te maken, druk dan op in-beeld displayLom het menusysteem te verlaten.
tot de cursor in beeld
F
om in het menu
tot het woord ON(aan) in
¤
E
E
, of u houdt deze inge-
I in. Zodra het door
⁄¤
E
tot de in beeld
BIJZONDERE FUNCTIES 47
zodat de
NEDERLANDS
‹/›
Bijzondere Functies
The
Bridge
TM
The
Bridge
TM
Gedeeltelijke in-beeld display
Het gedeeltelijk in-beeld display systeem laat, zodra het volume, de ingangskeuze, de surround­functie of de afgestemde frequentie, of welke andere configuratie instelling dan ook gewijzigd is, in één regel in het onderste deel van het beeld de status zien. Het gedeeltelijk in-beeld display systeem is handig omdat het via het beeld infor­matie over alle wijzigingen en instellingen ver­schaft, welke op het front moeilijk leesbaar zijn. Het kan echter zijn dat u deze displays soms, voor bepaalde luistersessies, uit wenst te schake­len. Ook kan de duur dat de informatie in beeld staat worden aangepast. Beide opties zijn binnen de AVR mogelijk.
Om het gedeeltelijk in-beeld display systeem uit te schakelen, dient u binnen het menu
ADVANCED SELECT (bijzondere functies -
Afb. 23) aanpassingen te maken. Om de correctie te activeren drukt u op in-beeld display om het MASTERMENU (hoofdmenu) in beeld te krijgen. Druk op ⁄E
¤ naast de regel ADVANCED staat. Druk op
tot de in-beeld cursor
instellenFom het menu ADVANCED
SELECT
(bijzondere functies) op te roepen.
Overtuig uzelf ervan dat binnen het menu
ADVANCED SELECT (bijzondere functies) de
cursor (in beeld) naast de regel SEMIOSD (gedeeltelijk in-beeld standaard instelling) staat. Druk indien nodig op de toetsen ⁄¤E vervolgens op de toets Ezodat het woord
OFF (uit) in beeld gemarkeerd wordt.
Merk op dat deze instelling slechts tijdelijk is en alleen actief is tot de instelling gewijzigd wordt of de AVR uitgeschakeld wordt. Zodra het systeem uitgeschakeld is,zal de gedeeltelijke in-beeld dis­play de voorkeur houden, zelfs indien dit in de voorgaande luistersessie uitgeschakeld werd.
Om de tijdsduur dat het gedeeltelijke in-beeld dis­play in beeld verschijnt te wijzigen, gaat u naar het menu
ADVANCEDSELECT (bijzondere
functies), als hierboven beschreven. Druk op de toetsen ⁄¤E
tot de cursor (in beeld) naast de regel SEMIOSDDEFAULT (gedeeltelijk in-beeld standaard instelling) staat. Druk zonodig op de toetsen ⁄¤. Druk vervolgens op de toetsen
‹/›
E
tot de gewenste tijd in seconden wordt aangegeven. Merk op dat dit, in tegenstelling tot de meeste andere opties in dit menu, een perma­nente wijziging van de instelling is en dat de invo­er van de vervaltijd van kracht blijft tot deze gewi­jzigd wordt. Deze instelling blijft bestaan, ook als het systeem uitgeschakeld wordt.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu maken, druk dan op
⁄¤
E
tot de in beeld cursor naast de gewenste instelling staat, of op de regel
BACK TO MASTER MENU (terug
naar hoofdmenu) en druk dan op instellen Zijn er geen andere instellingen meer te maken, druk dan op in-beeld displayLom het menusysteem te verlaten.
L
. Druk
F
Aanpassen van de volledige in-beeld duur (‘time-out’)
Het systeemmenu FULL OSD (volledig in­beeld) wordt gebruikt om het wijzigen van instellingen van de AVR via een aantal in-beeld menu’s te vereenvoudigen. De door de fabrikant ingestelde standaard instelling laat de menu’s, wanneer gedurende 20 seconden geen activiteit plaatsvindt verdwijnen. Deze vervaltijd is een beveiliging om inbranden van de tekst op het beeldscherm te voorkomen. Desgewenst kan de duur van het menu in beeld aan de wensen wor­den aangepast.
Om de vervaltijd van het in-beeld) te wijzigen, gaat u naar het menu
ADVANCED SELECT (bijzondere functies -
Afb. 23). Om het instellen te starten drukt u op in-beeld displayLom het MASTER
MENU
op te roepen. Druk op ⁄E
cursor ¤ in beeld op de regel ADVANCED
SELECT
staat. Druk op instellenFom in het menu ADVANCED SELECT (bijzondere functies - Afb. 23) te komen.
In het menu
ADVANCED SELECT (bijzondere
functies) controleert u dat de cursor u (in beeld) naast de regel FULL OSD TIME OUT (volledig in-beeld) staat. Dit kan zonodig met de toetsen ⁄¤E
‹/›
E
tot de gewenste tijd in seconden wordt aangegeven. Merk op dat dit, in tegenstelling tot de meeste andere opties in dit menu, een perma­nente wijziging van de instelling betreft en dat de invoer van de vervaltijd van kracht blijft is tot deze gewijzigd wordt. Deze instelling blijft dus ook gelden als het systeem uitgeschakeld wordt.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu maken, druk dan op cursor naast de gewenste instelling staat, of op de regel
BACK TO MASTER MENU (terug
naar hoofdmenu) en druk dan op instellenF. Zijn er geen andere instellingen meer te maken, druk dan op in-beeld displayLom het menusysteem te verlaten.
DMP/ Automatisch Inschakelen
Bij gebruik van de extra leverbare iPod basisstation van Harman Kardon is het gebruike­lijk de iPod alleen als bron te kiezen wanneer dat specifiek wordt verlangd. Maar de AVR kan ook zo worden ingesteld dat zodra de iPod wordt ingeschakeld, ook de AVR automatisch wordt geactiveerd en met de iPod als bron.
Om de instelling te veranderen, controleert u eerst of het
ADVANCED SELECT menu
(afbeelding 23) in beeld staat en dan drukt u op
⁄/¤
E
F tot de cursor naar DMPAUTO
POWER ONwordt gemarkeerd zodat de AVR synchroon
.
wijst. Druk dan op
met de iPod wordt ingeschakeld, of de standaard procedure.
FULL OSD (volledig
. Druk vervolgens op de toetsen
⁄¤
E
tot de in beeld
⁄/¤
E
OFF voor
tot de
F zodat
48 BIJZONDERE FUNCTIES
Meerkamer Gebruik
* MULTI-ROOM SETUP *
MULTI-ROOM :OFF ON MULTI IN :FM PRESET01 MULTI VOL :25dB SB AMPS :MAIN MULTI CARRIER OUT: ZONE II
BACK TO MASTER MENU
Meerkamer Gebruik
De AVR is uitgerust om als regeleenheid in een compleet meerkamersysteem te fungeren, waarbij een afzonderlijke bron naar een tweede zone in het huis kan worden gestuurd en naar een andere in de centrale kamer kan worden geluisterd. Behalve de besturing van de bronkeuze en het vol­ume, biedt de AVR een ruime reeks opties voor het sturen van de luidsprekers in de tweede zone.
• Via de lijnniveau Meerkamer Uitgangen kan de gekozen bron naar extra externe eindver­sterkers worden gestuurd, die aan het beoogde doel zijn aangepast.
• Wanneer de centrale kamer is geconfigureerd voor 5.1 gebruik, kunnen de Surround Achter Links/Rechts versterkers worden gebruikt voor het sturen van de andere zone, zodat geen extra eindversterkers nodig zijn.
• Gebruik makend van de ingebouwde A-BUS/
®
READY
technologie, kunnen extra A-BUS modulen via één enkele Category Five kabel wor­den aangesloten, zodat luidsprekers in andere zones direct vanuit de moduul kunnen worden gestuurd zonder dat extra lichtnet, IR sensor of volumekabels naar de tweede zone hoeven te worden gelegd.
Bovendien bezit de AVR een ingang voor IR sensor, waardoor de bevelen van de bijgeleverde afstands­bediening voor Zone II naar de receiver worden gestuurd, terwijl de standaard IR in/uitgangen ervoor zorgen dat de bevelen worden doorgestu­urd naar geschikte IR bestuurde apparaten.
Installatie
Hoewel eenvoudige meerkamersystemen door de gemiddelde doe-het-zelver te installeren zijn, is een meerkamer/meerzone systeem doorgaans, waarbij kabels moeten worden getrokken door wanden en de diensten van een goede installateur nodig kun­nen zijn. Ongeacht wie het werk doet, vergeet niet rekening te houden met de plaatselijke voorschriften op dit gebied, zoals de soort bedrad­ing en de wijze van verwerken. Uiteindelijk bent u alleen zelf verantwoordelijk voor de juiste instal­latie van het meerkamersysteem, overeenkomstig alle relevante codes en regels.
Voor installaties waarvan de Surround Achter ver­sterkerkanalen gebruikt worden voor een andere zone is het belangrijk dat het systeem voor dat type installatie is geconfigureerd. Zie pagina 49.
Bij installaties waarin A-BUS modulen worden gebruikt vooral de aanwijzingen bij het A-BUS systeem opvolgen.
Aanvullende informatie vindt u op de site van Harman Kardon www.harmankardon.com
RS-232 Besturing
De AVR is een van de weinige A/V receivers die over de mogelijkheid beschikt geheel door een computer of speciale afstandsbedienings­systemen te worden bestuurd. RS-232 program­mering vraagt speciale kennis van programmeren en daarom raden we aan dit door een gekwali­ficeerde installateur te laten doen.
Opmerking: de RS-232 poort op dit appa­raat is uitsluitend bestemd voor gebruik door geautoriseerde service tevhnici.
Nadere informatie over het gebruik van de RS-232 poort voor bediening op afstand vindt u op de site van Harman Kardon op www.harmankardon.com of neem contact op met uw leverancier.
Meerkamer setup
Zodra de audio en IR aansluitingen gerealiseerd zijn, dient de AVR volgens de volgende procedure op meerkamersturing ingesteld wordt. Druk op de toets in-beeld display
TER MENU
(hoofdmenu audio opzet - Afb. 7)
in beeld op te roepen. Druk tweemaal op
L
om het MAS-
E
tot de cursor op de regel MULTIROOM
SETUP
staat. Druk op de toets instellen
F
om in het menu MULTIROOM SETUP (meerkamer opzet - Afb. 24) te komen.
Afbeelding 24
Zodra het menu
MULTI ROOM (meerkamer)
verschijnt, zal de cursor (in beeld) op de regel
MULTI ROOM (meerkamer) staan. Omdat
deze regel gebruikt wordt om het systeem aan en uit te zetten, adviseren wij u om hier geen aanpassingen te maken, tenzij u op dit moment het systeem uit wenst te schakelen. Om het systeem aan te zetten drukt u op de toetsen
E
zodat ON(aan) gemarkeerd wordt.Als u
echter op dit moment het systeem niet aan wenst te zetten of verder wilt gaan naar de vol­gende stap, drukt u één keer op de toetsen
E
zodat de cursor (in beeld) naast de regel
MULTI I N (meerkamer in) staat.
Zodra u in het menu bent, drukt u op de toetsen
MULTIIN (meerkamer in)
‹/›
E
¤
tot de gewenste audio/video ingang in beeld staat. Zodra een keuze is gemaakt, drukt u nog een keer op de
¤
toets
E
tot de cursor (in beeld) naast de
regel
MULTIVOL (meerkamer volume) staat.
Zodra u in de display volume) ziet staan, drukt u op de toetsen
MULTIVOL (meerkamer
‹/›
E
of u houdt deze ingedrukt tot het gewenste vol­ume bereikt is. Gebruik voor deze instelling niet de normale volume toetsen! Zodra alle instellingen voor de meerkamerbesturing ingesteld zijn, drukt u op de toetsen (in beeld) naast de regel
MENU
(terug naar hoofdmenu) staat en druk op
instellen
F
. Indien u verder geen andere
⁄¤
E
tot de cursor
BACKT OMASTER
wijzigingen wilt aanbrengen, drukt u op de toets
in-beeld display
L
om het systeemmenu te
verlaten.
Toewijzen Surround Versterkerkanaal
De AVR is uitgerust met zeven vol vermogen ver­sterkerkanalen voor volledige 7.1-kanaals werk­ing zonder dat daar extra versterkers voor nodig zijn. In sommige systemen echter wilt u miss­chien de traditionele 5.1 configuratie gebruiken voor de centrale kamer, zodat de vrijblijvende surround achter links/rechts versterkers gebruikt kunnen worden voor het sturen van een paar luidsprekers in een andere kamer.
Wilt u de Surround Achter versterkers gebruiken voor een andere kamer, dan dient een instelling in het
MULTIROOM SETUP menu veranderd
te worden. Om dat te doen roept u het menusys­teem op door op OSD het
MASTER MENU (hoofdmenu) in beeld ver-
schijnt (afb. 7). Druk dan op op de regel
Set
F
om het MULTIROOM SETUP menu
L
te drukken, waarop
¤
E
tot de cursor
MULTIROOM staat. Druk op
te kiezen.
Om de instelling zo te veranderen dat de Surround Achter versterkers worden gestuurd met de bron die wordt gekozen via het meer-
F
‹/›
E
zodat
.
kamersysteem, drukt u op
MULTI in negatief video wordt weergegeven
en druk dan op Set
Onthoud dat wanneer deze keuze is gemaakt, u niet langer gebruik kunt maken van de 6.1/7.1 kanaals decoders of bewerkingen en dat de luid­sprekers die voor de andere kamer zijn bestemd, worden aangesloten op de Surround Achter/
Meerkamer Luidspreker Uitgangen
. Het volume voor deze luidsprekers wordt ingesteld door het meerkamersysteem, als uit­gelegd op pagina 50 in deze handleiding.
NEDERLANDS
MEERKAMER GEBRUIK 49
Meerkamer Gebruik
The
Bridge
TM
Keuze Infrarood Uitgang
Bij de AVR kunt u kiezen welke IR ingang wordt gebruikt om de Volledige IR Uitgang sturen. De standaard fabrieksinstelling is het IR signaal dat naar de Meerkamer IR Ingang wordt gestuurd, maar er zijn nog meer opties.
Om deze instelling te veranderen, controleert u
MULTI-ROOM SETUP menu in
of het beeld staat en drukt dan op zodat de cursor naast druk dan op Set
E
F om één van de volgende opties te
F
⁄/¤
CARRIER OUT staat;
Q. Druk op
kiezen:
ZR10voert het huidige signaal van de
Meerkamer IR Ingang Volledige IR Uitgang
A-BUS voert het signaal terug van een extra
.
A-Bus moduul aangesloten op de AVR naar de
Volledige IR Uitgang
FRONT voert het ingekomen signaal van de
.
Afstandsbediening Sensor Volledige IR Uitgang
.
Wanneer alle instellingen in het
SETUP
E
MENU
menu zijn gemaakt, drukt u op
F tot de cursor op BACK TOMASTER
staat om wijzigingen in andere menu’s aan te brengen, of druk op In-Beeld menu om het menusysteem te verlaten en terug te keren naar normaal bedrijf.
Meerkamerbesturing
Wanneer de AVR wordt bediend vanuit een andere kamer waar een IR sensor link is verbon­den met de Meerkamer IR Ingang achterzijde van de AVR, kunt u zowel de hoofd afstandsbediening als de ZR 10 afstandsbedien­ing gebruiken BCD. Druk op AVR keuze B om het apparaat op de laatst gebruikte bron in te schakelen, of op een van de andere toetsen om naar een bepaalde bron te gaan.
Richt de afstandsbediening op een IR sensor of A-Bus moduul in een andere kamer en schakel de tweede zone in door op AVR Keuze B op de ZR 10 afstandsbediening te drukken, waarbij het meerkamersysteem wordt ingeschakeld met de laatst gebruikte bron. Ook kunt u op een Ingangskeuze D drukken, of op Tuner C of om het meerkamersysteem direct op een specifieke bron in te schakelen.
Wanneer het meerkamersysteem is ingeschakeld kunt u dezelfde toetsen op beide afstandsbedi­eningen gebruiken die normaal gesproken de AVR bedienen, zoals volume, bronkeuze, tuner­functies en de bediening van een iPod die in The Bridge staat. Wanneer een van die bronnen is verbonden met de IR Uitgang
IR Uitgang
via een kabelverbinding dan wel
via een extra IR verbinding, kunt u de Loopwerktoetsen P op de ZR 10 gebruiken om geschikte Harman Kardon producten of de
te
E
F
⁄/¤
naar de
¯
naar de
MULTI-ROOM
⁄/¤
L
E
op de
of Volledige
gewenste functies van een bron te bedienen die in de TC 30 is geprogrammeerd.
Om het systeem vanuit de andere kamer uit te schakelen drukt u op de netschakelaar
0
A.
Vergeet niet dat de AVR in- en uitgeschakeld kan worden vanuit de andere kamer, ongeacht de sta­tus van het systeem in de centrale kamer.
Opmerking: wanneer de tuner als bron voor de andere kamer wordt gekozen zal elke wijziging van de frequentie ook de zender veranderen waar in de centrale kamer naar wordt geluisterd, als ook daar tuner is gekozen. En ook wanneer iemand in de centrale kamer een andere zender opzoekt, zal dit effect hebben op de andere kamer. Wanneer het meerkamersysteem ingeschakeld is geven de Display
MULTI O N aan. Druk tweemaal op Set
˜
of de in-beeld display
F
om de instelling te activeren. Wanneer de
MULTI ON/OF (meerkamer in/uit) aanwijzing
op de onderste regel van de in beeld display ver­schijnt, drukt u op Set
E
zodat de display verandert in MULTI ON.
Druk weer op Set
F
en dan op
F
om de instelling te activ-
⁄/¤
eren. Denk er aan dat deze methode kan worden gebruikt om het meerkamersysteem in en uit te schakelen, ook wanneer de AVR in de hoofd­kamer in standby staat.
Belangrijk: wanneer een A-BUS moduul aanges­loten is dient het meerkamersysteem van de AVR worden ingesteld voordat de A-BUS kan commu­niceren met de AVR. Eenmaal ingeschakeld via de aanwijzingen van de vorige paragraaf dient het meerkamersysteem ingeschakeld te blijven om het A-BUS systeem te laten werken.
Staat het apparaat in standby, maar gereed voor meerkamer of A-BUS gebruik, blijft de verlichting rond Standby/In schijnt in de Onderste Displayregel
3
blauw en MULTI O N ver-
˜
zelfs wanneer het apparaat in de centrale kamer uit staat.
Wanneer het meerkamersysteem wordt ingeschakeld wordt de gekozen ingang in het Meerkamer Menu naar de Meerkamer
Uitgang de A-BUS aansluiting
op de achterzijde gestuurd èn naar
. Het volume is zoals het in hetzelfde menu is ingesteld, hoewel het via de extra IR sensor kan worden gecorrigeerd, hoewel en de Zone II afstandsbediening in de andere kamer, of op de extra eindversterker, ver­bonden met de meerkamer uitgangen
.
Hoewel wijzigingen in de ingang of het volume in een andere kamer meestal gemaakt worden via een IR sensor in de andere kamer die is ver­bonden met de AVR, is het tevens mogelijk deze instellingen te maken vanuit de centrale kamer. Dat is belangrijk in situaties waar sommige of geen enkele andere kamer een IR sensor bezit of om een kamer te besturen wanneer u daar niet bent.
Naast het gebruik van het
MULTIROOM menu
van de voorgaande pagina, kunt u de bron of het volume in de andere kamer met de afstandsbedi­ening wijzigen. Druk op Meerkamer afstandsbediening en zodra
MULTI ON/OFF
op de
(aan/uit) in beeld verschijnt en in de Onderste
Displayregel
dan op tussen
MULTI INPUT (meerdere bronnen).
˜
drukt u op SetFen druk
⁄¤
NavigatieEen om te schakelen
MULTI LEVEL (meerdere niveaus) of
Om de bron van de andere kamer te wijzigen wanneer
Set
MULTI INPUT verschijnt, drukt u op
F
en vervolgens op ⁄¤Navigatie
E
tot de gewenste ingang in-beeld en op de
Onderste Displayregel
˜
verschijnt. Onthoud dat alleen analoge of PCM bronnen gekozen kunnen worden voor het meerkamersys­teem. Dolby Digital of DTS bronnen zijn niet beschikbaar voor het meerkamersysteem.
Om het volume in de andere kamer te veran­deren drukt u op Set
LEVEL
verschijnt en u drukt op
F
wanneer MULTI
⁄¤
NavigatieEom het volume te veranderen.
Denk er aan dat deze volumeregelaar het niveau regelt van de Meerkameruitgang
en voor
elke luidspreker die op de Surround Achter
Meerkamer Luidsprekeruitgangen
is aangesloten wanneer de Surround Achter versterkers worden gebruikt voor meerkamer toepassingen, als aangegeven op pagina 49. Deze instelling verandert het volume NIET van alle kamers waar een A-BUS moduul wordt gebruikt, als die instelling alleen wordt gecor­rigeerd via de volumeregelaar van de A-BUS moduul of de ingebouwde IR sensor.
Het meerkamersysteem blijft ingeschakeld, ook wanneer de AVR in de hoofdkamer op standby wordt gezet, door op uitschakelen
standby
2
op het frontpaneel te drukken. Om
0
of op
het meerkamersysteem in de hoofdkamer uit te schakelen, zelfs wanneer de AVR op standby staat, drukt u op meerkamer
instellen Display
F
. Druk op
˜
of in beeld MULTI OFF (meer-
⁄/¤
en daarna op
E
zodat de
voudig uit) wordt aangegeven.
Zelfs wanneer de AVR uitgeschakeld is (standby) en het meerkamersysteem is uitgeschakeld, kan het op elk moment worden geactiveerd door op
Meerkamer
te drukken, of op één van de
toetsen Keuze BCD in de andere kamer.
50 MEERKAMER GEBRUIK
Tuner
Gebruik van tuner
De AVR is geschikt voor de ontvangst van MG, FM en FM stereo zenders plus de ontvangst van RSD­gegevens. Zenders kunnen met de hand worden afgestemd, of worden opgeslagen als voorkeurzenders en weer worden opgeroepen uit een geheugen met een capaciteit voor 30 posi­ties.
Zenderkeuze
1. Druk op MG/FM keuze bediening om de tuner als ingang te kiezen, of door op de voorzijde op ingangskeuze drukken tot de tuner geactiveerd is, dan wel door direct op MG/FM keuze
2. Druk nogmaals op MG/FM keuze de MG/FM keuze te schakelen, tot het gewenste bereik wordt aangegeven.
3. Druk op tunerfunctie ening of houd FM/MG keuze neel 3 seconden ingedrukt om handafstemming of automatische afstemming te kiezen.
Drukt u op deze toets zodat
display
˜
verschijnt dan zal door op
Afstemmen
zoeken naar de eerstvolgende hoger of lager gelegen zender die met voldoende signaal bin­nenkomt. De indicatie schijnt kort wanneer de tuner stopt bij een stereo FM zender, of een neer een MG of een FM mono zender is afgestemd. Druk nogmaals op de afstemtoetsen om naar de eerstvolgende zender te gaan.
Wordt op de toets gedrukt zodat
display
quentie bij elke druk één stap omhoog of omlaag gaan. Ontvangt de tuner een signaal dat sterk genoeg is voor goed ontvangst dan verschijnt
MANUAL TUNED in de display
4. Ook kan er op zenders afgestemd worden door eerst op direct gens met de cijfertoetsen van de zender in te voeren. Denk er aan dat voor het invoeren van nummers boven de 100 eerst de ‘1’ en niet de ‘10’ gekozen moet worden, de eerste ‘0’ wordt automatisch toegevoegd. Wanneer het laatste cijfer van de frequentie ingevoerd is wordt automatisch op de gewenste zender afgestemd. Mocht u bij het invoeren van de frequentie een verkeerde toets drukken, druk dan op wissen in te voeren.
)Kte drukken de tuner gaan
AUTO TUNED indicatie wan-
˜
verschijnt zal de afgestemde fre-
6
op de afstands-
%
!
te drukken.
6
!
om tussen MG en FM om
I
op de afstandsbedi-
!
op het frontpa-
AUTO in de
AUTO ST TUNED ver-
MANUAL in de
Ú
.
J
te drukken en vervol-
H
de frequentie
om de frequentie opnieuw
te
of op
Opmerking: wanneer de FM-ontvangst van een stereozender zwak is, wordt de audiokwaliteit verbeterd door naar mono om te schakelen door op Tunerfunctie of op Ontvangstbereik drukken. Daarop verschijnt kort
display
˜
Opslaan voorkeurzenders
Er kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het geheugen van de AVR, die gemakkelijk kunnen worden opgeroepen via de toetsen op het front­paneel, dan wel via de afstandsbediening. Om een zender in het geheugen op te slaan, stemt u eerst op de zender af door de hierboven beschreven stappen uit te voeren en dan:
1. Druk op Geheugen bediening. Nu verschijnen twee streepjes in de
display
˜
2. Binnen vijf seconden kiest u met de cijfer­toetsen
opslaan. Het nummer verschijnt in de
Display
3. Herhaal deze procedure voor alle zenders die u vast wilt leggen.
Oproepen van voorkeurzenders
• Om een eerder in het geheugen vastgelegde zenders met de hand te kiezen, drukt u op de
cijfertoetsen
gewenste zender in het geheugen.
• Om stap voor stap de zenders in het geheugen te doorlopen drukt u op voorkeurposities op de voorzijde, of op voorkeuze hoger/lager
op de afstandsbediening.
I
op de afstandsbediening
!
op de voorzijde te
MANUAL in de
en dooft vervolgens.
op de afstands-
.
H
de positie waarop u de zender wilt
˜
.
H
overeenkomend met de
#
Wat is RDS
De AVR is uitgerust met RDS (Radio Data System), dat op FM radio een breed scala aan informatie biedt. RDS wordt nu in vele landen gebruikt en is een systeem voor het zenden van zendernamen of netwerkinformatie, een aan­duiding van het programmatype van de zender, tekstboodschappen of muziekspecificaties en de juiste tijd.
Aangezien steeds meer FM-zenders met RDS werken, kan de AVR dienen als een gemakkelijk te gebruiken bron voor zowel informatie als amusement. Dit hoofdstuk helpt u het RDS-sys­teem maximaal te benutten.
RDS Afstemmen
Wanneer een FM-zender afgestemd is en het sig­naal bevat RDS-data geeft de AVR automatisch de naam van de zender of een programmaservice aan in de display
˜
.
RDS aanwijzingen
Het RDS-systeem biedt een breed aanbod aan informatie die als aanvulling op de zendernaam verschijnt wanneer voor het eerst op de zender wordt afgestemd. Bij normaal RDS gebruik zal de display de naam van de zender, zendgemachtigde of de oproepletters aangeven. Door op RDS functies u door de verschillende soorten informatie schakelen, in deze volgorde:
• Zendernaam (soms, zoals in Nederland, b.v. de naam van de omroep).
• Zendfrequentie (FREQ).
• Programmasoort ( overzicht aangegeven.
Opmerkingen:
Veel zenders zenden geen specifieke PTY uit, in welk geval de display NONE(geen) aangeeft.
• Radiotekst ( de zender die uitzendt. Denk er aan dat, indien de melding langer is dan de 8 posities van de display, de tekst zal doorlopen. Afhankelijk van de kwaliteit van het signaal, kan het tot 30 sec­onden duren voordat de melding verschijnt. Zodra RT is gekozen, zal het woord (tekst) knipperend in de display verschijnen.
• Juiste tijd. Denk er aan dat het 2 minuten kan duren voordat de tijd verschijnt. In de tussentijd zal het woord TIME in display knipperen, wanneer CT (clock time) gekozen is.
De nauwkeurigheid van de tijdmelding wordt bepaald door de zender, niet door de AVR.
Sommige RDS zenders gebruiken niet alle functies.Worden gegevens voor de gekozen functie niet verzonden, dan zal de display de aanwijzing NO TYPE, NO TEXT, of
NO TIME (geen soort, geen tekst, geen tijd) na
enige tijd laten zien.
In iedere FM functie heeft RDS een voldoend sterk signaal nodig om correct te functioneren.
RT) met een specifiek bericht via
^te drukken kunt
PTY) zoals in onderstaand
TEXT
˜
NEDERLANDS
TUNER 51
Tuner
Programmasoort (PTY)
Een belangrijke eigenschap van RDS is de mogelijkheid programmacodes voor de soort pro­gramma’s (PTY – Program Type) mee te zenden. Deze codes geven het type programma van de uitzending aan. De onderstaande lijst geeft alle PTY afkortingen aan, met toelichting:
• (
ALLEEN RDS)
TRAFFIC (verkeer)
NEWS: nieuws
AFFAIRS: actualiteiten
INFO: algemene informatie
SPORT: sport
EDUCATE: educatief
DRAMA: drama
CULTURE: cultuur
SCIENCE: wetenschap
VARIED: gevarieerde praatprogramma’s
POP : populaire muziek
ROCK: rockmuziek
MOR: middle of the Road-muziek
LIGHT: licht klassieke muziek
CLASSICS: ernstige klassieke muziek
OTHER M: andere muziek
WEATHER: weerbericht
FINANCE: financiële informatie
CHILDREN: kinderprogramma’s
SOCIAL: sociale zaken
RELIGION: religieuze uitzendingen
PHONE I N: telefoon talkshows
TEST: test
TRAVEL: reis- en toeristische informatie
LEISURE: hobby en vrije tijd
JAZZ: jazz muziek
COUNTRY: country muziek
NATION: nationale muziek
OLDIES: goud van oud
FOLK M: volksmuziek
DOCUMENT: documentaire
TEST: nood test
ALARM: noodinformatie
Op de volgende wijze kunt u een specifiek programmatype (PTY) zoeken:
1. Druk op RDS
display
^tot de huidige PTY in de
˜
aangegeven wordt.
2. Terwijl PTY wordt aangegeven drukt u op voorkeurposities up/down
#of houdt
deze vast om snel door de beschikbare PTY te schakelen als hiervoor aangegeven, te beginnen met de PTY die momenteel wordt ontvangen. Om te zoeken naar een zender die RDS uitzendt drukt u op voorkeurposities up/down
#
tot RDS ONLY (alleen RDS) in de display verschijnt.
3. Druk op een van de toetsen afstemmen
)K; de tuner begint de FM-band naar boven
of beneden te doorzoeken op de eerste zender die RDS-gegevens uitzendt die overeenkomen met de gewenste keuze en voldoende sterk is voor kwaliteitsontvangst.
4. De tuner een complete scan van de gehele FM-band en zoekt naar de eerstvolgende zender het gevraagde PTY type èn een acceptabele ont­vangst biedt. Wordt zo’n zender niet gevonden, verschijnt gedurende enkele seconde de melding
NONE (geen) en keert de tuner terug naar de
zender die gekozen was voordat het zoeken begon.
Opmerkingen:
Sommige zenders zenden voortdurende ver­keersinformatie uit. Deze zenders kunnen gevon­den worden door kiezen, een optie onder
TRAFFIC (verkeer) te
NEWS (nieuws) in het
overzicht. De AVR zoekt de eerstvolgende zender, ook wanneer die geen verkeersinformatie uitzendt tijdens het zoeken.
52 TUNER
POWER OFF? Y:SET N: NEXT# OR CLR
PRESS A NUMBER CODE 1 OF 10
SELECT BRAND RCA
PROGRAM DEVICE MANUAL
SELECT A DEVICE TV
MAIN MENU PROGRAM DEVICE
HOLD PROG BUTTON FOR 3 SECONDS
Programmeren afstandsbediening
Configureren van de Afstandsbediening
De AVR is op de fabriek geprogrammeerd voor alle noodzakelijke functies. Bovendien is hij voorgeprogrammeerd voor de bediening van de recentste Harman Kardon DVD- en CD-spelers en wisselaars, CD-recorders en cassettedecks. De codes van andere merken kunnen ingevoerd wor­den in de AVR met behulp van de uitgebreide overzichten van afstandsbedieningscodes, dan wel via direct oversturen van de codes die niet in de bijgevoegde lijst voorkomen.
Dankzij de geavanceerde technologie en de LC display met twee regels, is het niet langer nodig ingewikkelde codes op te zoeken voor het pro­grammeren van de afstandsbediening; volg de aanwijzingen hieronder en zoek de merknaam in het geheugen van de afstandsbediening. Wij raden u aan eerst de voorgeprogrammeerde code in te voeren. Zou die methode niet werken, gebruik dan het programmeren van de code.
Voorgeprogrammeerde Code Invoeren
De gemakkelijkste manier om de AVR afstands­bediening te programmeren met een apparaat van een ander merk is de volgende:
1. Schakel het apparaat waarop u de AVR afs­tandsbediening wilt programmeren in. Dat is belangrijk omdat in een latere stap wordt gecon­troleerd of dit apparaat uitschakelt als teken dat de afstandsbediening met de juiste codes is geprogrammeerd.
2. Druk op Program seconden vast terwijl de aanwijzing in afbeelding 25 in de display staat. Laat de toets los zodra het rode lichtje onder Set
F
Afbeelding 25
3. Het MAIN MENU (hoofdmenu – afbeelding
26) verschijnt in de display en Set verlicht. Druk op Set kunnen kiezen en de juiste afstandsbedien­ingscodes te zoeken.
Afbeelding 26
4. SELECT A DEVICE (kies een apparaat) ver­schijnt in de display (afbeelding 27). Druk op
⁄¤
E
om door het overzicht van apparaten te gaan en druk op Set waarvoor u de codes wilt instellen verschijnt. In het voorbeeld kiezen we ‘TV’ om de codes in te voeren die nodig zijn om uw TV te bedienen.
en houd deze ca. 3
2
van de afstandsbediening
oplicht.
F
om een apparaat te
F
zodra het apparaat
F
blijft rood
Afbeelding 27
Opmerking: de codes voor harddisk recorders (PVR) zoals TiVo en Replay worden geprogram­meerd door als apparaat VCR te kiezen.Voor satellietapparatuur van TiVo kijkt u onder de merknaam van het product.
5. In het volgende menu van de afstandsbedien­ing (afbeelding 28) drukt u op Set ual (handbediening) te kiezen, wat betekent dat de merknaam van het apparaat kiest uit het overzicht dat in het geheugen van de afstandsbe­diening is geprogrammeerd.
Afbeelding 28
6. Het volgende menu van de afstandsbediening (afbeelding 29) laat het begin van het overzicht van beschikbare merken zien. Druk op tot de merknaam van het apparaat dat u in de afstandsbediening wilt programmeren op de onderste regel van de display verschijnt en druk op Set
Afbeelding 29
Opmerking: wanneer het merk dat u wilt pro­grammeren niet in het overzicht voorkomt, kan deze toch wel beschikbaar zijn, daar sommige fabrikanten codes delen. Kunt u het merk niet vinden, druk dan op Clear programmeren te verlaten en ga naar de aanwi­jzingen op pagina 54 voor de ‘Automatische’ methode om de afstandsbediening te program­meren. Desgewenst, of indien de codes voor uw merk inderdaad niet voorkomen in het geheugen van de afstandsbediening, kunt u de AVR afs­tandsbediening op vrijwel alle infrarood gestu­urde producten programmeren door de bevelen van de originele afstandsbediening in die van de AVR afstandsbediening over te zetten. De aanwi­jzingen voor Overzetten vindt u op pagina 54.
7. De volgende stap is belangrijk, want die bepaalt welke codes het doelapparaat of de dis­play besturen. Richt de AVR afstandsbediening op het te programmeren apparaat en, conform de aanwijzingen in de display van de afstandsbe­diening, drukt u één voor één op de cijfertoetsen die in het menu (afbeelding 30) worden aangegeven, te beginnen met “1”. Nadat u op1
H
terwijl de code wordt overgestuurd en u ziet het ‘zend’ symbool rechtsboven in de display ten teken dat de afstandsbediening een signaal uitzendt.
F
om man-
⁄¤
F
.
(wissen) om het
heeft gedrukt is de display even leeg
E
Afbeelding 30
8. Nadat u een toets heeft ingedrukt en weer los­gelaten, kijkt u of het te programmeren apparaat nu uitgeschakeld wordt.Wordt het apparaat nu uitgeschakeld, druk dan op Set
F
en ga, als aangegeven in de aanwijzingen die in het vol­gende menu verschijnen (afbeelding 31), verder naar stap 10. Schakelt het apparaat niet uit, ga dan naar de volgende stap.
Afbeelding 31
9. Schakelt het apparaat dat in de AVR afstands­bediening wordt geprogrammeerd niet uit na het indrukken van “1”, ga dan verder met de stap­pen 8 en 9 door op alle beschikbare cijfertoetsen te drukken tot het apparaat wordt uitgeschakeld. Zijn alle toetsen geprobeerd en schakelt het apparaat dan nog niet uit, of wordt slechts één cijfertoets aangegeven om te proberen, dan is de code voor dit apparaat niet in de AVR afstands­bediening aanwezig onder de opgegeven merk­naam. In dat geval drukt u op Clear
om de handbediening van het programmeren te verlat­en. Bedenk dat de codes wel degelijk in het geheugen van de AVR afstandsbediening aan­wezig kunnen zijn onder een andere merknaam en daarom laat u de afstandsbediening zelf zoeken door de aanwijzingen voor automatisch programmeren te volgen. Ook kunt u in de meeste gevallen de codes met de hand ‘leren’, overzetten, in het geheugen van de AVR met de aanwijzingen voor Overzetten op pagina 54.
10. Schakelt het te programmeren apparaat uit nadat een cijfertoets is ingedrukt, druk dan bin­nen vijf seconden opSet
F
om deze instelling in het geheugen van de afstandsbediening op te slaan. Nadat u op Set heeft gedrukt geeft de bovenste regel van de display daarop knippert
SAVED vier maal midden in de
SAVING… aan en
onderste regel.
11. Wanneer de codes zijn opgeslagen keert de afstandsbediening terug naar normaal bedrijf en wanneer u op de Input Selector
4
drukt die zojuist was geprogrammeerd worden de codes voor het nieuwe apparaat gebruikt. Drukt u verder op geen enkele toets dan keert de afs­tandsbediening terug naar de standaard instelling voor AVR bediening.
Opmerking: sommige merken gebruiken op meerdere modellen dezelfde code voor het uitschakelen van een apparaat. Daarom kan het gebeuren dat zelfs al lijkt de afstandsbediening correct geprogrammeerd te zijn, toch sommige toetsen niet het juiste effect hebben. Mocht dat het geval zijn, herhaal dan bovenstaande proce­dure, maar probeer, wanneer er meerdere cijfer-
NEDERLANDS
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 53
POWER ON? Y - > SET N-> 1 ~ 0
REACH END POINT EXIT -> SET KEY
POWER OFF? Y - > 1~ 0 N->
PROGRAM DEVICE AUTO
Programmeren afstandsbediening
toetsen worden aangegeven in stap 7, een ander nummer om te zien of de afstandsbediening dan wel correct werkt. Hoewel de AVR afstandsbedi­ening voorgeprogrammeerd is met een uitgebrei­de lijst van codes voor alle belangrijke merken, is het mogelijk dat u een product probeert te pro­grammeren dat te nieuw of te oud is en waarvan niet alle codes in het overzicht zijn opgenomen. U kunt de codes voor elke toets die niet correct werkt zelf invullen met de techniek die wordt beschreven op pagina 54.
Automatische Overdracht van Codes
Naast het zelf kiezen van codes middels de lijst van merknamen, kan ook automatisch worden gezocht door alle codes die in de AVR afstands­bediening zijn opgeslagen om te zien of deze reageert, ook al komt deze niet voor in de lijst merken die verschijnt wanneer u zelf zoekt. Om automatisch te zoeken in de codes die voor een bepaald soort apparaat beschikbaar zijn (b.v. DVD,VCR, enz.) gaat u als volgt te werk:
1. Schakel de spanning van het apparaat dat u in de AVR afstandsbediening wilt programmeren in. Belangrijk omdat in een latere stap gecon­troleerd wordt of het apparaat uitschakelt om te zien of de afstandsbediening met de juiste codes is geprogrammeerd.
2. Druk op Program ongeveer drie seconden vast terwijl de aanwijz­ing uit afbeelding 25 in de display afstandsbediening staat. Laat de toets los zodra het rode lichtje onder Set
MAIN MENU (hoofdmenu – afbeelding
3. Het
26) verschijnt in de display en Set branden. Druk op Set kunnen kiezen en de juiste afstandsbedien­ingscodes vast te stellen.
4.
SELECT A DEVICE (kies een apparaat) verschi-
jnt in de display (afbeelding 27). Druk op
E
om door het overzicht van typen apparaten te gaan waarvoor u de codes wilt instellen. In het voorbeeld kiezen we “TV” om de codes te zoeken die nodig zijn voor het bedienen van uw TV.
5. In het volgende menu op de afstandsbedien­ing (afbeelding 28) drukt u op onderste regel in de display AUTO aangeeft (afbeelding 32) en u drukt op Set automatisch programmeren te activeren.
Afbeelding 32
6. Als aangegeven in het volgende menu drukt u
op
E
om het automatisch code zoeken te starten. De beweging van het vierkante blokje in de bovenste regel van de display geeft aan dat de afstandsbediening signalen uitzendt, terwijl de onderste regel
en houd deze
2
van de
F
oplicht.
F
blijft rood
F
om een apparaat te
⁄¤
E
zodat de
F
om
PLEASE WAIT (even wachten)
aangeeft. Ook ziet u rechts boven in de display het zendsymbool dat u er aan herinnert dat de afs­tandsbediening actief is ook al ziet u geen reactie van het apparaat dat geprogrammeerd wordt.
7. De afstandsbediening heeft een paar seconden nodig om de eerste reeks bevelen over te dragen, wat aangegeven wordt met een nieuwe aanwijz­ing in de display, zie afbeelding 33. Volg de aan­wijzingen op en wanneer het te programmeren apparaat niet uitgeschakeld wordt, drukt u nog­maals op
E
om een nieuwe groep codes uit te zenden. Is het apparaat wel uitgeschakeld, ga dan naar stap 9.
Afbeelding 33
8. Door nogmaals op ⁄E
te drukken stuurt de afstandsbediening een nieuw stel bevelen naar het apparaat. Zodra dit stopt volgt u weer de aanwijzingen uit punt 7. Afhankelijk van het aantal codes dat voor een bepaald apparaat aan­wezig zijn, kan deze handeling tot vijftien maal herhaald moeten worden. Bedenk steeds dat zodra het apparaat uitgeschakeld wort, u door dient te gaan naar stap 9.
Wanneer alle codes voor het te programmeren apparaat zijn geprobeerd, verschijnt de aanwijz­ing in afbeelding 34. Dat wil zeggen dat de codes die u wilt programmeren niet in het geheugen van de AVR voorhanden zijn en deze één voor één in de afstandsbediening overgedra­gen moeten worden als beschreven op pagina
54. Druk op Set
F
als eerder aangegeven om
het programmeren af te sluiten.
Afbeelding 34
9. Wanneer het apparaat na het uitvoeren van de aanwijzingen in stap 7 wel uitschakelt, controleer dan de code door achtereenvolgens op de cijfer-
toetsen
H
te drukken als aangegeven in afbeelding 33. Richt de afstandsbediening op het te programmeren apparaat en druk op “1”
H
om te zien of het apparaat weer inschakelt.
H
10. Na “1”
ingedrukt en weer losgelaten te hebben, controleert u of het apparaat weer ingeschakeld is.Zo ja, ga dan verder naar stap 12. Zo niet, druk dan op “2”
H
en ga zo verder als
aangegeven in de display. Zie afbeelding 35.
Afbeelding 35
11. Schakelt het te programmeren apparaat na het indrukken van “1” niet in, werk dan in volgo­rde alle cijfertoetsen
H
af, door ze één voor één in te drukken, los te laten en te zien of het apparaat inschakelt. Gebeurt dat, ga dan verder
naar de volgende stap. Heeft u alle toetsen geprobeerd en schakelt het apparaat niet in, dan is deze methode voor het programmeren van dat apparaat niet bruikbaar. Druk op Clear
om het programmeren te verlaten. Volg in plaats daarvan de aanwijzingen verderop “Overdragen van Bevelen” om de codes voor dat apparaat in de AVR afstandsbediening te programmeren.
12. Wanneer het te programmeren apparaat weer inschakelt door één van de cijfertoetsen in te toetsen als beschreven in 10 en 11, volgt u de aanwijzingen in afbeelding 32 en u drukt vervol­gens binnen vijf seconden na het inschakelen op
Set
F
. Na het indrukken van Set leest u in de bovenste regel van de display op) en daarna knippert het woord
SAVING… (slaat
SAVED
(opgeslagen) in de onderste regel vier maal.
13. Zijn de codes opgeslagen dan keert de afs­tandsbediening terug naar normaal gebruik. Telkens wanneer u op Input Selector
4
(ingangskeuze) die zojuist geprogrammeerd is, drukt worden de codes voor dat apparaat gebruikt. Wordt verder geen toets ingedrukt, dan keert de afstandsbediening terug naar de stan­daard instelling voor AVR bediening.
Overdragen van Bevelen
In het geval de AVR afstandsbediening geen codes in zijn bestanden heeft die nodig zijn voor het op afstand bedienen van een bepaald appa­raat, of wanneer u een ontbrekende of speciale functie op een bepaalde toets wilt program­meren, kan dat via de speciale programmeer­functie van de AVR. Om de bevelen van de afs­tandsbediening van een apparaat naar de AVR over te dragen gaat u als volgt te werk:
Voor deze procedure dienen zowel de originele als de AVR afstandsbediening beschikbaar zijn. Voordat u op een van beide afstandsbedieningen een toets indrukt, legt u de afstandsbediening van het te programmeren apparaat zó tegenover de AVR dat deze naar de Infrarood Lens van de AVR ‘kijkt’. Beide afstandsbedieningen dienen niet meer dan een paar centimeter uit elkaar te liggen en er mag vooral geen zonlicht of ander fel licht in kunnen vallen.
1. Druk op Program
en houd deze ca. drie seconden vast terwijl de aanwijzing van afbeeld­ing 25 in de display zodra het rode lichtje onder Set
2. De aanwijzing
2
staat. Laat de toets los
F
MAIN MENU (afbeelding 26)
verschijnt in de LC display en Set oplichten. Druk eenmaal op
E
LEARN (leren – overdragen) in de onderste regel van de display verschijnt als aangegeven in afbeelding 36. Druk op Set
F
om het overdra­gen van bevelen van de andere afstandsbedien­ing naar de AVR afstandsbediening te starten.
F
1
oplicht.
blijft rood
waarop
54 PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING
LEARN MENU END LEARNING
LEARN MENU RENAME KEY
LEARN FAILED EXIT
LEARN FAILED RETRY
LEARN MENU LRN ANOTHER KEY
PRESS KEY ON ORIGINAL REMOTE
SELECT A KEY TO PROGRAM
MAIN MENU LEARN
Programmeren afstandsbediening
Afbeelding 36
3. Nu verschijnt de aanwijzing SELECT A
DEVICE
(kies een apparaat) in de display (afbeelding 27). Druk op overzicht van typen te gaan en druk op Set
⁄¤
E
om door het
F
zodra het type dat u wilt instellen verschijnt. In ons voorbeeld kiezen we “TV” om de codes voor uw TV over te dragen.
4. Het volgende menu (afbeelding 37) vraagt u op de AVR afstandsbediening een toets te kiezen die u wilt programmeren. Druk op die toets op de AVR afstandsbediening.
Afbeelding 37
5. Heeft u de toets op de AVR afstandsbediening die geprogrammeerd moet worden ingedrukt, druk dan binnen vijf seconden op de toets op de originele afstandsbediening, als aangegeven in het volgende menu (afbeelding 38).
Afbeelding 38
6. Houd de toets op de originele afstandsbedien­ing vast tot het menu in de display van de AVR afstandsbediening verandert. Wanneer de code met succes is overgedragen verschijnt de aanwi­jzing als in afbeelding 39. Ga dan verder naar stap 8. Is de code niet overgedragen, dan ver­schijnt de aanwijzing van afbeelding 40. Ga in dat geval door naar punt 9.
Afbeelding 39
Afbeelding 40
7. Verschijnt de aanwijzing in afbeelding 36 druk dan op Set
F
om het nogmaals te proberen. Zodra de afstandsbediening u vraagt de toets op de originele afstandsbediening in te drukken en vast te houden via afbeelding 38, druk dan direct nog een keer op de toets op de originele afs­tandsbediening. Om te voorkomen dat het nog­maals mislukt, controleren of de vensters van beide afstandsbedieningen wel goed tegenover elkaar liggen.
8. Houd de toets op de originele afstandsbedien­ing vast tot de display van de AVR weer veran­dert. Wanneer het overdragen van de code is geslaagd, ziet u een display als afbeelding 35. In dat geval gaat u naar de volgende stap. Staat
LEARN FAILED (overdracht mislukt) in de dis-
play (afbeelding 40) probeert u de toets opnieuw te programmeren of u drukt op
E
om de procedure af te breken. Het kan zijn dat sommige afstandsbedieningen codereeksen of infrarood frequenties gebruiken die niet geschikt zijn voor de AVR afstandsbediening en die kunnen dan niet worden overgedragen. Verschijnt de aanwijz­ing van afbeelding 41 in de display, druk dan op
Set
F
om het overdragen af te sluiten.
Afbeelding 41
9. Wanneer de code met succes is overgedragen, heft u drie mogelijkheden. Verschijnt de tekst van afbeelding 39 in de display van de AVR afstands­bediening, dan kunt u op Set
F
drukken om nog meer codes van toetsen van een andere afs­tandsbediening naar de AVR afstandsbediening over te dragen. Herhaal de stappen 4 t/m 8 zo vaak als nodig is om de code-over­dracht te voltooien.
10. Wanneer u de naam die in de LC display verschijnt voor de toets die u zojuist heeft gepro­grammeerd wilt veranderen, druk dan op
E
waarop de tekst uit afbeelding 42 in de display verschijnt. Druk op Set herbenoemen (
F
om het menu toets
RENAME KEY) te openen. Voer
de nieuwe naam voor de toets in als beschreven onder “Herbenoemen Afzonderlijke Toetsen” op pagina 60 van deze handleiding. Wilt u de toets liever later van een andere naam voorzien dan volgt u de aanwijzingen op pagina
59.
Afbeelding 42
11. Heeft u alle toetsen voor het gekozen appa­raat geprogrammeerd, druk dan op
LEARN MENU (overdragen menu – afbeelding
E
zodra
39) verschijnt, waarop de aanwijzing als in afbeelding 43 verschijnt. De afstandsbediening keert daarop terug naar normaal gebruik.
Afbeelding 43
12. Wilt u nog codes voor andere apparaten pro­grammeren, herhaal dan de hiervoor beschreven procedure, maar kies eerst onder stap 3 een ander apparaat.
Programmeren Afstandsbe­dieningscodes voor een Ingang
De afstandsbediening van de AVR kan gepro­grammeerd worden op een speciale code gekop­peld aan de Ingangskeuze
4
zodat altijd wanneer die toets wordt ingedrukt niet alleen dat apparaat op die ingang wordt gekozen, maar ook de andere functies via codes van de afs­tandsbediening voor dat apparaat worden gebruikt. Op die manier kunt u een ingangs- of ander commando naar het beeldscherm sturen zodat de videobronnen die direct met het scherm zijn verbonden omschakelen naar dezelfde ingang die ook voor de AVR is gekozen.
Om de afstandsbedieningscode te programmeren op één van de Ingangskeuze
4
posities volgt u dezelfde procedure als hiervoor voor het pro­grammeren van de toetsen met de volgende uit­zonderingen:
• In stap 3 drukt u op
DEVICE
op de onderster regel van de display
⁄/¤
E
tot LEARN
van de afstandsbediening verschijnt.
• In stap 3 wanneer de aanwijzing
DEVICE
(afbeelding 36) als beschreven in
SELECT A
stap 4 kiest u de specifieke Ingangskeuze
E
die de speciale code moet afgeven wan-
neer deze wordt ingedrukt.
• Wanneer
RENAME DEVICE (herbenoemen)
als optie verschijnt nadat de code is gepro­grammeerd wijzigt u de naam die in de display van de afstandsbediening wordt aangegeven, telkens dat de Ingangskeuze wordt gebruikt.
Prioriteit van Bronnen
Nadat de verschillende bronnen geprogram­meerd zijn kan ook de prioriteit ervan worden ingesteld. De standaard instelling is dat na het indrukken van één van de Ingangskeuze toetsen en een functietoets, keert de afstandsbediening na 6 seconden terug naar het bedienen van de AVR. U kunt dit desgewenst verlengen tot 12 seconden, dan wel de afstandsbediening blijvend de bron laten besturen door de volgende stappen uit te voeren:
1. Druk op Programmeren
vast tot het
MAIN MENU (hoofdmenu) verschi-
en houd deze
jnt.
¤
E
2. Druk op
tot DEVICE PRIORITY (bron
prioriteit) verschijnt. Druk dan op
SET
F
.
⁄/¤
E
3. Druk op
te kiezen. Bevestig de instelling door op
F
te drukken.
om de gewenste instelling
SET
Ander Apparaat
In de standaard fabrieksinstelling is de AVR afs­tandsbediening zo geprogrammeerd dat de uit­gezonden bevelen overeenkomen met het appa­raat dat via de Input Selectors
4
NEDERLANDS
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 55
MACRO RECORD A MACRO
MAIN MENU MACRO
NEW DEVICE TYPE TV< -VCR
OLD DEVICE TYPE TV
MAIN MENU CHANGE DEVICE
Programmeren afstandsbediening
(ingangskeuze) wordt gekozen. Logisch, want u wilt het gekozen apparaat immers met de afs­tandsbediening bedienen. In sommige gevallen echter kan het wenselijk zijn het systeem zo te configureren dat de op de AVR aangesloten apparaten niet reageren op de standaard instelling en de functies die op de afstandsbedi­ening staan gedrukt.
Voorbeeld: wanneer u in uw systeem twee video­recorders gebruikt, kan de tweede op de ingang VID 2 aangesloten zijn. Geen probleem, maar onder normale omstandigheden zullen de uitge­zonden bevelen nadat VID 2 is gekozen bestemd zijn voor een televisie, niet voor een VCR.
In zo’n geval kan dit worden gecorrigeerd via de “Ander Apparaat” procedure, waarmee de codes van het een bepaald type apparaat naar een andere toets kunnen worden verplaatst. In de volgende stappen wordt bijvoorbeeld uitgelegd hoe de VID 2 toetsen geprogrammeerd moeten worden om de bevelen voor een VCR te geven. Uiteraard is het mogelijk de afstandsbediening te programmeren met elk willekeurig apparaat op de codes van een ander apparaat, net zoals uw systeem verlangt. En met de “Herbenoem” func­tie van de AVR kunt u ook de naam in de display van de LC display veranderen, zodat u ziet welke bevelen worden uitgezonden.
Om toetsen die normaliter zijn toegewezen aan een bepaald apparaat aan een ander toe te wijzen gaat u als volgt te werk:
1. Druk op Program
en houd deze ca. drie seconden vast terwijl de aanwijzing van afbeeld­ing 25 in de Display
2
van de afstandsbedi­ening staat. Laat de toets los zodra het rode lichtje onder Set
2. De aanwijzing verschijnt in de LC display en Set oplichten. Druk tweemaal op
CHANGE DEVICE (wijzig apparaat) onder in de
F
oplicht.
MAIN MENU (afbeelding 26)
F
E
blijft rood
zodat
LC display verschijnt, als aangegeven in afbeeld­ing 44. Druk op Set
F
om de procedure van opnieuw toewijzen van de bevelen voor een bepaald apparaat te starten.
Afbeelding 44
3. In het volgende menu kiest u de ingang of het apparaat dat u wilt veranderen. Zodra de aanwijz­ing van afbeelding 45 verschijnt drukt u op
E
om door het overzicht te gaan en het gewen-
⁄¤
ste apparaat voor de andere functie te zoeken. In dit geval zoeken we “TV” om deze te veranderen in VCR en zo een videorecorder te bedienen. Zodra “TV” verschijnt drukt u op Set
F
.
Afbeelding 45
4. Nadat het “Oude” type is gekozen dient u de afstandsbediening te vertellen welk stel afstands­bedieningscodes de juist gekozen set dient te vervangen. Zodra de aanwijzing van afbeelding 46 in de display verschijnt drukt u op
⁄¤
E
om door het overzicht met categorieën te gaan om de naam van het gewenste apparaat op te zoeken. De oude naam blijft links in de LC dis­play staan, terwijl de eventuele vervanging rechts doorloopt. Voorbeeld: u drukt op
TV<-VCR in de display verschijnt om ervoor te
E
tot
zorgen dat de VID 2/TV toets de bevelen uitzendt om een VCR te besturen. Druk op Set
F
zodra
de gewenste combinatie wordt aangegeven.
Afbeelding 46
5. Wanneer het nieuwe apparaat is gekozen, gaat de procedure verder met het kiezen van de codes voor het gebruikte merk en deze is dan ook iden­tiek aan de manier waarop een apparaat door uzelf wordt geprogrammeerd. Ga verder als aangegeven in de volgende stappen en onthoudt dat wanneer de codes voor uw specifieke apparaat niet aanwezig zijn, u een willekeurig merk kunt kiezen om vervolgens de codes over te dragen (‘leren’) aan de AVR afstandsbediening met de pro­cedure op pagina 54. De procedure wordt gestart door het merk te kiezen als aangegeven in afbeeld­ing 29. Druk op
⁄¤
E
tot de merknaam van het apparaat dat u programmeert in de onderste regel van de display verschijnt en druk op Set
F
6. De volgende stap is erg belangrijk omdat deze bepaalt welke codes het apparaat of de display zullen sturen. Richt de AVR afstandsbediening op het te programmeren apparaat en volg de aanwi­jzingen in de display op de cijfertoetsen Nadat op “1”
2
en druk één voor één
H
te beginnen met “1”.
H
is gedrukt zal de display even leeg zijn terwijl de code wordt verzonden en rechtsboven in de display ziet u het ‘zenden’ sym­bool ten teken dat de afstandsbediening een bevel verzendt.
7. Nadat u de toets heeft ingedrukt en losgelaten kijkt u naar het te programmeren apparaat om te zien of dat wordt uitgeschakeld. Zodra de aanwi­jzing in het volgende menu verschijnt (afbeelding
31) drukt u op Set
F
en u gaat verder naar stap 9. Schakelt het apparaat niet uit, ga dan naar de volgende stap.
8. Wanneer het in de AVR te programmeren appa­raat niet uitschakelt nadat u op “1” heeft gedrukt, gaat u verder met stap 6 en 7 door op alle beschik­bare cijfertoetsen te drukken tot het apparaat uitschakelt. Zijn alle toetsen geprobeerd en schakelt het apparaat dan nog niet uit, dan bevindt de code voor dit apparaat zich niet in het geheugen van de AVR afstandsbediening onder die merknaam. In dat geval raden we aan Set
F
in te drukken om de
codes van een ander merk te accepteren en het
programmeren is afgerond. Denk er wel aan dat u dan de afstandsbediening zelf met de hand dient te programmeren met de aanwijzingen “Overdragen Bevelen” op pagina 54.
9. Schakelt het te programmeren apparaat uit nadat een cijfertoets is ingedrukt, druk dan bin­nen vijf seconden op Set
F
om deze instelling in het geheugen van de afstandsbediening op te slaan. Nadat u op Set heeft gedrukt geeft de bovenste regel van de display daarop knippert
SAVED vier maal midden in de
SAVING… aan en
onderste regel.
10. Wanneer de codes zijn opgeslagen keert de afstandsbediening terug naar normaal bedrijf en wanneer u op de Input Selector
4
zojuist was geprogrammeerd, geeft de display geheel links de oorspronkelijke apparaat soort code aan met de naam van de nieuwe code tussen haakjes.Voorbeeld: de display geeft aan
TV<-VCR in ons voorbeeld waarin we de TV
codes vervangen door die voor een VCR.
Macro Programmeren
Macro’s maken het mogelijk veelgebruikte com­binaties van meervoudige bevelen uit te voeren met één druk op een toets.Wanneer een macro is geprogrammeerd kunt u maximaal 20 bevelen uitvoeren door simpelweg op Power On (inschakelen) of de een Macro toets te drukken. Op deze manier wordt het inschakelen, een ander apparaat kiezen of andere veel voorkomende taken aanzienlijk eenvoudiger. Dankzij de twee regels in de display van de afs-
.
tandsbediening is het simpeler dan ooit om te profiteren van de voordelen van een macro-com­mando.
Opnemen van een Macro
Om een macro in het geheugen van de afstandsbe­diening te programmeren gaat u als volgt te werk:
1. Druk op Program ongeveer drie seconden vast terwijl de aanwijz­ing uit afbeelding 25 in de display afstandsbediening staat. Laat de toets los zodra het rode lichtje onder Set
MAIN MENU (hoofdmenu – afbeelding 26)
2. Het verschijnt in de display en Set branden. Druk driemaal op in de onderste regel van de display verschijnt, als aangegeven in afbeelding 47. Druk op Set om het hoofdmenu voor macro’s te kiezen.
Afbeelding 47
3. In het volgende menu (afbeelding 48) drukt u op Set
F
om een macro te gaan opnemen.
Afbeelding 48
en houd deze
F
2
oplicht.
F
blijft rood
E
zodat MACRO
drukt die
van de
F
56 PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING
READ A MACRO POWER ON
MACRO READ A MACRO
ERASE A MACRO POWER ON
MACRO ERASE A MACRO
[AVR] [AVR] POWER ON
POWER ON 00/20 SELECT KEY PRESS
SELECT A DEVICE AVR
SELECT A DEVICE AVR
RECORD A MACRO POWER ON
Programmeren afstandsbediening
4. In het volgende menu (afbeelding 49) kiest u de toets waarmee u later de macro weer oproept. U kunt kiezen uit Power On één van de speciale toetsen Macro
⁄¤
op
E
tot de toets waarop u de macro
3
. Druk
of
wilt programmeren verschijnt. In dit voorbeeld laten we zien hoe een reeks bevelen wordt geprogrammeerd op de Power On toets, die automatisch worden verzonden telkens wanneer op deze toets wordt gedrukt.
Afbeelding 49
5. In het volgende menu (afbeelding 50) kiest u het apparaat voor het eerste bevel dat wordt uit­gezonden als onderdeel van de macro. Druk op
⁄¤
E
tot de naam van het apparaat links op de onderste regel in de display verschijnt. Voorbeeld: de eerste toets die door de macro geactiveerd dient te worden is Power On (inschakelen) en dus wordt AVR gekozen. Druk op
Set
F
wanneer de gezochte apparaat naam
verschijnt om naar de volgende stap te gaan.
Afbeelding 50
6. In het volgende menu (afbeelding 51) begint u met het invoeren van individuele bevelen voor de macro in de volgorde waarin deze ook verzonden dienen te worden. Bedenk dat voor het wijzigen van het apparaat eerst de Input Selector
45
ingedrukt dient te worden en daarna de Command of Functie toets. En omdat we een reeks handelingen willen programmeren die wordt uitgevoerd telkens als op Power On wordt gedrukt, drukt u op AVR. In deze specifieke macro is het de eerste toets.
Afbeelding 51
7. In het volgende menu (afbeelding 52) en de daarop volgende menu’s vindt de werkelijke pro­grammering van de macro’s plaats. Links op de bovenste regel van de display wordt aangegeven welke toets geprogrammeerd wordt (b.v. Power
On
3
of één van de toetsen Macro) en de indicatie op dezelfde regel rechts geeft het aantal macro stappen van de maximaal 20 die nog beschikbaar zijn.
Als aangegeven in de display afstandsbediening drukt u nu op de eerste toets die u de macro wilt laten activeren. In ons voorbeeld willen we de AVR het apparaat te laten inschakelen, en dus drukt u op Power
3
.
Afbeelding 52
8. Nadat de eerste commandotoets voor de macro is ingedrukt, gaat u verder met de overige toetsen die in de macro opgenomen moeten worden, in de volgorde waarin zij uitgevoerd moeten worden. Druk binnen vijf seconden op de volgende toets en vergeet niet op Input Selector
45
wanneer het een functie van een ander apparaat betreft. Steeds na het indrukken van een toets op de afs­tandsbediening geeft de display de stap in de macro aan die is geprogrammeerd.
Afbeelding 53
9. Voorbeeld: we willen eerst de AVR inschakelen door Power On te activeren, gevolgd door het inschakelen van de TV, gevolgd door het kabelmodum in, dan de Logic 7 functie.We doen dat door de volgende toetsen in te drukken:
• Power On
• VID 2/TV
• Power On
• VID 3/Cable
• Power On
• AVR
• Logic 7
3
4
3
4
3
5
O
Na het indrukken van elke toets om deze in te voeren in de macro ziet u de namen van de toet­sen verschijnen in de display en doorschuiven als bevestiging van het programmeren.Afbeelding 53.
10. Nadat alle bevelen voor de macro zijn ingevo­erd drukt u op Set
F
om de macro op te slaan. De display geeft nu aan op welke toets de macro is opgeslagen en het aantal gebruikte stappen en het woord
SAVED knippert vier maal in de onderste
regel van de display.Wanneer de display terugkeert naar normaal gebruik is de macro ingevoerd en is de afstandsbediening gereed voor gebruik.
11. Wanneer een macro is opgenomen onder
Power On
3
wordt deze geactiveerd telkens wanneer u inschakelt met deze toets. Tijdens de uitvoering van de macro ziet u de stappen ver­schijnen in de display van de AVR. Macro’s opgeslagen onder de vier afzonderlijke macro toetsen kunnen op elk moment geactiveerd wor­den door desbetreffende toets in te drukken.
Wissen van een Macro
Nadat een macro is gecreëerd en opgeslagen in het geheugen van de AVR afstandsbediening kan deze ook weer gewist worden. Doet dat als volgt:
1. Druk op Program
en houd deze ca. drie seconden vast terwijl de aanwijzing van afbeeld­ing 25 in de display zodra het rode lichtje onder Set
MAIN MENU (hoofdmenu – afbeelding 26)
2. Het verschijnt in de display en Set branden. Druk driemaal op
2
staat. Laat de toets los
F
F
blijft rood
E
zodat MACRO
oplicht.
in de onderste regel van de display verschijnt, als aangegeven in afbeelding 47. Druk op Set
F
om het hoofdmenu voor macro’s te kiezen.
3. In het volgende menu (afbeelding 54) drukt u
⁄¤
op
E
tot in de onderste regel van de dis-
play
ERASE A MACRO (een macro wissen) als
aangegeven in afbeelding 54. Druk op Set
F
om een macro te gaan wissen.
Afbeelding 54
4. In het volgende menu (afbeelding 55) kan een macro dan worden gewist. Druk op
⁄¤
E
tot het nummer van de macro die u wilt wissen verschijnt. In ons voorbeeld wissen we de Power On macro die in de vorige paragraaf werd gecreëerd. Zodra de naam van de macro die u wilt wissen verschijnt, drukt u op Set
F
.
Afbeelding 55
5. Het woord ERASED knippert vier maal in de onderste regel van de display, waarna de display naar de normale situatie terugkeert. Daarop is de macro gewist en keert ook de afstandsbediening terug naar normaal gebruik.
Controleren van een Macro
Om te zien welke bevelen voor een macro in het geheugen zijn vastgelegd, gaat u als volgt te werk:
1. Druk op Program
en houd deze ca. drie seconden vast terwijl de aanwijzing van afbeeld­ing 25 in de display zodra het rode lichtje onder Set
MAIN MENU (hoofdmenu – afbeelding
2. Het
26) verschijnt in de display en Set branden. Druk driemaal op
MACRO in de onderste regel van de display ver-
2
staat. Laat de toets los
F
F
E
zodat
oplicht.
blijft rood
schijnt, als aangegeven in afbeelding 47. Druk op
Set
F
om het hoofdmenu voor macro’s te
kiezen.
3. In het volgende menu (afbeelding 56) drukt u op ⁄¤E play
56. Druk op Set
tot de onderste regel van de dis-
READ A MACRO aangeeft, als in afbeelding
F
om een macro te gaan wis-
sen.
Afbeelding 56
4. In het volgende menu (afbeelding 57) kiest u welke macro u wilt controleren. Druk op
E
tot de naam van de gewenste macro ver-
⁄¤
schijnt. In dit voorbeeld controleren we de Power On macro die we eerder creëerden. Zodra de naam van de macro die u wilt wissen verschijnt, drukt u op Set
F
.
Afbeelding 57
NEDERLANDS
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 57
DEVICE IN USE VCR
PUNCH-THROUGH CHANNEL
PUNCH-THROUGH TV< -TV
TV< -AVR [VOL] SAVED
PUNCH-THROUGH TV< -AVR
DEVICE IN USE TV
PUNCH-THROUGH VOLUME
MAIN MENU PUNCH-THROUGH
Programmeren afstandsbediening
5. Nadat op Set is gedrukt verschijnen de eerste twee stappen van de macro in de display. Met
⁄¤
E
kunt u door de lijst van alle bevelen in de macro gaan. Bij het lezen van de display ziet u de apparaat toetsen Input Selector
4 5
aangeduid tussen haakjes (b.v. [AVR]).Wanneer de stap in de macro een functie, navigatie of iets anders betreft, verschijnt dat naast het apparaat tussen haakjes op de onderste regel (b.v.
POWER ON
).
[AVR]
6. Wanneer u de gehele inhoud van de macro
F
heeft gecontroleerd drukt u op Set
op de afstandsbediening naar normaal gebruik te laten terugkeren.
Punch-Through – Doorschakelen
Punch-through of doorschakelen is een mogelijkheid waarmee de volumeregelaars, kanaal hoger/lager en de loopwerktoetsen (weergave, stop, opname, snel heen en terug) op de afstandsbediening naar een ander apparaat worden doorgeschakeld.Voorbeeld: wanneer uw TV, kabelmodem of satellietontvanger wordt bestuurd via de AVR dan wilt u waarschijnlijk de volumeregelaar van de AVR gebruiken, ook wan­neer de afstandsbediening ingesteld is op het besturen van de videorecorder. Met “Punch­Through” kan de afstandsbediening gemakkelijk op die wijze geprogrammeerd worden.
Volume Doorschakelen
Volg onderstaande aanwijzingen om de Volume en Mute functies van de afstandsbediening voor een ander apparaat te gebruiken dan de overige functies.
Opmerking bij Volume Doorschakelen
De standaard instelling van de AVR volumerege­laar is gebruik bij elke ingang en elk apparaat, met uitzondering van de VID 2/TV toets. De afs­tandsbediening hoeft dus niet opnieuw gepro­grammeerd te worden voor volume doorschake­len voor gebruik van de AVR met andere bronnen zoals DVD. Om de volumeregelaar van de AVR te gebruiken voor de TV, volgt u deze stappen:
1. Druk op Program seconden vast terwijl de aanwijzing van afbeeld­ing 25 in de display zodra het rode lichtje onder Set
2. Het MAIN MENU (hoofdmenu – afbeelding
26) verschijnt in de display en Set oplichten. Druk op
THROUGH
in de onderste regel van de display verschijnt, als in afbeelding 58. Druk op Set om het Punch-Through menu op te roepen.
Afbeelding 58
en houd deze ca. drie
2
staat. Laat de toets los
F
⁄¤
E
tot PUNCH-
F
oplicht.
blijft rood
F
3. In het volgende menu (afbeelding 59) drukt u op Set
F
om het programmeren van het
doorschakelen te starten.
Afbeelding 59
4. Het volgende menu (afbeelding 60) geeft aan welk apparaat de doorgeschakelde bevelen zal ontvangen. In ons voorbeeld is dat de VID 2/TV toets want daar willen we de volumeregelaar van besturen. Druk op dat apparaat verschijnt en druk dan op Set
⁄¤
E
tot de naam van
F
Afbeelding 60
5. In het volgende menu (afbeelding 61) kiest u het apparaat waarvan het volume wordt geregeld. Druk op
⁄¤
E
tot de naam van het gewenste apparaat rechts van het actieve apparaat verschijnt. In ons geval is dat de AVR (aangegeven met AVR). Zodra de gewenste com­binatie in de display staat drukt u op Set
F
.
Afbeelding 61
6. Zodra op Set is gedrukt verandert de display en geeft aan wat de nieuwe combinatie is die in het geheugen van de afstandsbediening is opgeslagen, als in afbeelding 62. Het woord
SAVED (opgeslagen) knippert vier maal in de
display en de afstandsbediening keert terug naar normaal gebruik.
Afbeelding 62
7. Is het doorschakelen eenmaal geprogram­meerd dan worden de volumetoetsen en de mute-toets naar het tweede aangegeven appa­raat gedirigeerd wanneer op

wordt
ingedrukt terwijl het hoofdsysteem in gebruik is.
Terugzetten van de Volumeregelaar in de Standaard Instelling
Wanneer u het doorschakelen van het volume ongedaan wilt maken zodat de bevelen voor vol­ume en muting weer conform de standaard instelling plaatsvinden, volgt u de stappen hier­boven, behalve dat u in de stappen 4 en 5 het­zelfde apparaat kiest voor het actieve apparaat
DEVICE IN USE, links op de onderste regel, als
voor het apparaat waarnaar wordt doorgeschakeld
PUNCH-TROUGH. In het voor-
beeld de display om de afstandsbediening naar het standaard apparaat terug te zetten is die van afbeelding 63.
Afbeelding 63
Kanaal Doorschakelen
Met kanaal doorschakelen werken de Kanaal hoger/lager toetsen op en ander apparaat dan de toetsen voor de andere functies.Voorbeeld: u gebruikt een kabelmodem of satellietontvanger als bron voor de VCR en u wilt Kanaal
hoger/lager
gebruiken om de kabelaansluiting te bedienen, terwijl de overige toetsen de VCR besturen.
.
Om de AVR te programmeren op het doorschake­len van Kanalen volgt u deze stappen. Het voor­beeld geeft aan hoe een kanaal doorgeschakeld kan worden zodat de bevelen voor Kanaal hoger/lager voor VID 3/Cable verzonden wanneer VID 1/VCR als doelapparaat is geprogrammeerd.
1. Druk op Program
en houd deze ca. drie seconden vast terwijl de aanwijzing van afbeeld­ing 25 in de display zodra het rode lichtje onder Set
MAIN MENU (hoofdmenu – afbeelding
2. Het
26) verschijnt in de display en Set oplichten. Druk op
THROUGH
in de onderste regel van de display
2
staat. Laat de toets los
⁄¤
E
tot PUNCH-
F
F
verschijnt, als in afbeelding 58. Druk op Set om het Punch-Through menu op te roepen.
3. In het volgende menu drukt u op tot CHANNEL op de onderste regel van de LC display verschijnt als aangegeven in afbeelding
64. Druk op Set
F
om het programmeren van het doorschakelen van Channel (kanaal) te starten.
Afbeelding 64
4. In het volgende menu (afbeelding 65) kiest u het apparaat waar de kanaalinformatie naar toe moet. In ons voorbeeld is dat de VID 1/VCR toets waar we de kanaalkeuze van de kabelaansluiting willen activeren. Druk op
⁄¤
E
van het huidige apparaat verschijnt en druk op
Set
F
.
Afbeelding 65
oplicht.
blijft rood
F
⁄¤
E
tot de naam
58 PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING
RENAME RENAME DEVICE
MAIN MENU RENAME
PUNCH-THROUGH TV< -TV
TV< -VCR [TRS] SAVED
PUNCH-THROUGH TV< -VCR
DEVICE IN USE TV
PUNCH-THROUGH TRANSPORT
PUNCH-THROUGH VCR< -VCR
VCR< -CBL [CHAN] SAVED
PUNCH-THROUGH VCR< -CBL
Programmeren afstandsbediening
5. In het volgende menu (afbeelding 66) kiest u het apparaat waar de kanaal hoger/lager bevelen naar toe moeten. Druk op
⁄¤
E
tot het gewenste apparaat rechts naast het huidige apparaat verschijnt, in ons geval de kabelbox. Zodra de gewenste combinatie van apparaten in de display staat, drukt u op Set
F
.
Afbeelding 66
6. Wanneer op Set is gedrukt, verandert de dis­play en geeft aan dat de nieuwe combinatie in het geheugen is opgeslagen, als in afbeelding
67. Het woord
SAVED (opgeslagen) knippert vier
maal en de afstandsbediening keert terug naar normaal gebruik.
Afbeelding 67
7. Is de doorschakeling (punch-through) eenmaal geprogrammeerd dan wordt voortaan de kanaal hoger/lager functie van het tweede apparaat geactiveerd wanneer de toetsen
van het
hoofdapparaat worden gebruikt.
Terugzetten van de Kanaaltoetsen op de Standaard Instelling
Wanneer u het doorschakelen van de kanaaltoet­sen ongedaan wilt maken zodat de bevelen voor kanaal hoger/lager weer conform de standaard instelling plaatsvinden, volgt u de stappen hier­boven, behalve dat u in de stappen 4 en 5 het­zelfde apparaat kiest voor het actieve apparaat
DEVICE IN USE, links op de onderste regel, als
voor het apparaat waarnaar wordt doorgeschakeld
PUNCH-TROUGH. In het voor-
beeld de display om de afstandsbediening naar het standaard apparaat terug te zetten is die van afbeelding 68.
Afbeelding 68
Loopwerktoetsen Doorschakelen
Met het doorschakelen (punch-through) van de loopwerktoetsen worden Weergave
P
, Snel Vooruit/Achteruit P, PauzeP,
Opname
P
en Skip hoger/lagernaar
P
, Stop
een ander apparaat gestuurd dan het apparaat waar de overige functies naar toe gaan. Voorbeeld: u wilt de bevelen naar een tweede VCR sturen die op VID 2/TV is aangesloten, als in de volgende situatie.
1. Druk op Program
en houd deze ca. drie seconden vast terwijl de aanwijzing van afbeeld­ing 25 in de display zodra het rode lichtje onder Set
2
staat. Laat de toets los
F
oplicht.
2. Het
MAIN MENU (hoofdmenu – afbeelding
26) verschijnt in de display en Set oplichten. Druk op
THROUGH
⁄¤
E
in de onderste regel van de display
verschijnt, als in afbeelding 58. Druk op Set
F
blijft rood
tot PUNCH-
F
om het Punch-Through menu op te roepen.
⁄¤
3. In het volgende menu drukt u op
E
tot TRANSPORT op de onderste regel van de LC display verschijnt als aangegeven in afbeelding
69. Druk op Set
F
om het programmeren van het doorschakelen van de loopwerktoetsen te starten.
Afbeelding 69
4. In het volgende menu (afbeelding 70) kiest u het apparaat waar de loopwerkinformatie naar toe moet. In ons voorbeeld is dat de TV toets waar we de loopwerktoetsen willen activeren.
⁄¤
Druk op apparaat verschijnt en druk op Set
E
tot de naam van het huidige
F
.
Afbeelding 70
5. In het volgende menu (afbeelding 71) kiest u het apparaat waar de loopwerkbevelen naar toe moeten. Druk op
⁄¤
E
tot het gewenste apparaat rechts naast het huidige apparaat ver­schijnt, in ons geval de VCR. Zodra de gewenste combinatie van apparaten in de display staat, drukt u op Set
F
.
Afbeelding 71
6. Wanneer op Set is gedrukt, verandert de dis­play en geeft aan dat de nieuwe combinatie in het geheugen is opgeslagen, als in afbeelding
72. Het woord
SAVED (opgeslagen) knippert vier
maal en de afstandsbediening keert terug naar normaal gebruik.
Afbeelding 72
7. Is de doorschakeling (punch-through) eenmaal geprogrammeerd dan worden voortaan de loop­werkfuncties van het tweede apparaat geac­tiveerd wanneer de toetsen van het hoofdappa­raat worden gebruikt.
Terugzetten van de Loopwerkfuncties op de Standaard Instelling
Wanneer u het doorschakelen van de loopwerk­functies ongedaan wilt maken zodat de bevelen voor het transport weer conform de standaard instelling plaatsvinden, volgt u de stappen hier­boven, behalve dat u in de stappen 4 en 5 het­zelfde apparaat kiest voor het actieve apparaat
DEVICE IN USE, links op de onderste regel, als
voor het apparaat waarnaar wordt doorgeschakeld
PUNCH-TROUGH. In het voor-
beeld de display om de afstandsbediening naar het standaard apparaat terug te zetten is die van afbeelding 73.
Afbeelding 73
Herbenoemen
Hoewel de namen van de toetsen en ingangen op de AVR herkenbaar zijn als audio/video pro­ducten, kan de bediening toch handiger zijn wan­neer de display van de afstandsbediening aan de persoonlijke wensen zijn aangepast en bijvoor­beeld de specifieke eigenschappen van een bron aangeven, merknaam of een nieuwe functie. Zo kan een toets de naam van een bepaalde functie worden gegeven en in de AVR worden gepro­grammeerd. De AVR afstandsbediening biedt de mogelijkheid de naam van een hoofdcomponent of elke willekeurige toets te veranderen.
Herbenoemen van een Apparaat
Om een bepaald apparaat of een toets te herbe­noemen gaat u als volgt te werk. In het voor­beeld geven we aan hoe Device/Input Selector (apparaat/ingangskeuze) dat normaal als “TV” wordt aangeduid, wordt veranderd in “HDTV TUNER”.
1. Druk op Program seconden vast terwijl de aanwijzing van afbeeld­ing 25 in de display zodra het rode lichtje onder Set
MAIN MENU (hoofdmenu – afbeelding
2. Het
26) verschijnt in de display en Set oplichten. Druk op benoemen) in de onderste regel van de display verschijnt, als in afbeelding 74.
Afbeelding 74
3. In het volgende menu drukt u op ⁄¤E tot RENAME DEVICE (apparaat herbenoemen) in de onderste regel van de display verschijnt, als in afbeelding 75. Druk op Set benoemen te starten.
Afbeelding 75
en houd deze ca. drie
2
staat. Laat de toets los
⁄¤
E
tot RENAME (her-
F
F
oplicht.
F
blijft rood
om het her-
NEDERLANDS
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 59
DISC SKIP
SELECT A KEY
SELECT A DEVICE DVD
RENAME RENAME KEY
RENAME DEVICE TV
Programmeren afstandsbediening
4. In het volgende menu (afbeelding 76) kiest u het apparaat dat wordt herbenoemd. In het voor­beeld is dat de TV toets. Druk op
⁄¤
E
tot
de naam van dat apparaat verschijnt en druk op
Set
F
.
Afbeelding 76
5. In het volgende menu ziet u de naam van het apparaat op de onderste regel van de display met rechts daarnaast een knipperende cursor.
Druk op
E
om de knipperende cursor geheel naar links te verplaatsen op de regel. Voer vervol­gens de naam van het apparaat in als aangegeven in de volgende stap.
6. Om de nieuwe naam in te voeren gebruikt u op de Cijfertoetsen
H
. De letters boven de cijfertoetsen geven aan welk karakter verschijnt wanneer de toets bij het herbenoemen wordt ingedrukt. De eerste keer dat u een toets indrukt verschijnt de eerste aangegeven letter, herhaald indrukken van dezelfde toets gaat steeds in de display een letter verder van de aangegeven let­ters.Voorbeeld: de eerste letter die we nodig hebben om “HDTB TUNER” te ‘schrijven’ is een “H” die u vindt boven toets “4”. Deze toets dient dus tweemaal te worden ingedrukt. De eerste keer verschijnt een “G” en de tweede maal een “H”. Raadpleeg de lijst aan het einde van deze paragraaf om te zien welke letters u kri­jgt bij het indrukken van een specifieke toets.
7. Nadat u de eerste letter van het nieuwe appa­raat heeft ingevoerd zijn er drie mogelijkheden om naar het volgende karakter te gaan:
a. Om een letter in te voeren die op een andere
toets staat, drukt u simpelweg die andere toets in. De cursor gaat naar de volgende posi­tie en de eerste letter van die toets verschijnt. Volgens ons voorbeeld is de volgende letter een “D”, druk daarvoor eenmaal op “3”.
b. Om een letter in te voeren die op dezelfde
cijfertoets zit, drukt u eerst op
E
om de cursor naar de volgende positie te verplaatsen. Druk dan op de gewenste cijfertoets
H
voor de volgende letter.
c. Om een spatie aan te brengen drukt u
E
tweemaal op
. Bij de eerste keer gaat de cursor één stap naar de volgende positie en bij de tweede keer nogmaals, zodat een spatie ontstaat tussen de laatste letter en de vol­gende.
8. Herhaal stap 7 zo vaak als nodig is om alle let­ters, cijfers en spaties in te voeren.
9. Wanneer de tekst compleet is drukt u op Set
F
. De display knippert driemaal DEVICE
RENAMED
en keert terug naar normaal gebruik.
Eenmaal herbenoemd ziet u de nieuwe naam in de bovenste regel van de display, telkens wan­neer Input/Device Keuze
4
(ingangskeuze), of wanneer een andere functietoets op de afs­tandsbediening wordt ingedrukt nadat de ingangskeuze is gebruikt. Denk er aan dat het herbenoemen van een apparaat in de afstands­bediening niet de naam van de ingang verandert in het in-beeld menusysteem van de AVR.
Opmerkingen bij Herbenoemen:
• Om de cursor in de display naar links of rechts
te verplaatsen bij herbenoemen drukt u zo
‹/›
vaak op
E
als nodig.
• In de tabel vindt u de letters, cijfers en karak-
ters die u kunt oproepen met de cijfertoetsen:
Toets Karakter Toets Karakter
1 [,],/,1 6 M,N,O,6 2 A,B,C,2 7 P,Q,R,S,7 3 D,E,F,3 8 T,U,V,8 4 G,H,I,4 9 W,X,Y,Z,9 5 J,K,L,5 0 -,.,#,0
• Het herbenoemen van een apparaat wijzigt
alleen de naam van dat apparaat, niet de indi­viduele functies van de toetsen binnen de geheugengroep. Om de naam van een afzon­derlijk apparaat te wijzigen, volgt u de aanwi­jzingen in de volgende paragraaf.
Herbenoemen Individuele Toetsen
Dankzij de flexibele programmering van de AVR afstandsbediening kan een afzonderlijke toets op de afstandsbediening worden toegewezen aan een functie die afwijkt van de standaard fabrieksin­stelling. Met de herbenoemfunctie voor toetsen kan vrijwel elke toets op de afstandsbediening een andere naam krijgen zodat u een voor duidelijkere of praktischer naam in de display te zien krijgt.
Om een specifieke toets op de afstandsbediening te herbenoemen gaat u als volgt te werk. In het voorbeeld wordt de Tone Control
die nor­maal niet gebruikt wordt wanneer DVD is gekozen, gewijzigd in ZOOM in de display van de afstandsbediening.
1. Druk op Program
en houd deze ca. drie seconden vast terwijl de aanwijzing van afbeeld­ing 25 in de display zodra het rode lichtje onder Set
MAIN MENU (hoofdmenu – afbeelding
2. Het
26) verschijnt in de display en Set oplichten. Druk op
2
staat. Laat de toets los
⁄¤
E
tot RENAME (her-
F
F
oplicht.
blijft rood
benoemen) in de onderste regel van de display verschijnt, als in afbeelding 74.
3. In het volgende menu drukt u op ⁄¤E
RENAME KEY (toets herbenoemen) in de onderste
tot
regel van de display verschijnt, als in afbeelding 77. Druk op Set
F
om verder te gaan.
Afbeelding 77
4. In het volgende menu (afbeelding 78) kiest u het apparaat waarin de functie die u wilt herbe­noemen zich bevindt. Druk op
⁄¤
E
tot de naam van dat apparaat verschijnt. In ons voor­beeld willen we een toets in het DVD geheugen veranderen en schakelen tot DVD in de onderste regel van de display verschijnt. Zodra de gewen­ste naam in de display staat drukt u op Set
F
Afbeelding 78
5. In het volgende menu kiest u de eerste toets voor het apparaat die u wilt wijzigen als aangegeven in de display van afbeelding 79. Kies de toets door deze op de afstandsbediening in te drukken:
SELECT A KEY – kies een toets.
Afbeelding 79
6. Afhankelijk van de vraag of de ingedrukte toets wel of niet al een naam heeft, zijn er twee mogelijkheden:
a. Is de toets al geprogrammeerd of eerder al van
een naam voorzien in het geheugen van de afstandsbediening, dan ziet u die naam in de bovenste regel van de display en een knip­perende vierkante cursor verschijnt geheel links in de onderste regel van de display, als in afbeelding 80.
b.Wanneer de toets die herbenoemd wordt geen
functie heeft in het gekozen apparaat blijft de bovenste regel in de display leeg en een knip­perende vierkante cursor verschijnt geheel links in de onderste regel van de display, als in afbeelding 81.
Afbeelding 80
Afbeelding 81
7. Om een nieuwe naam voor de toets in te voeren drukt u op Cijfertoetsen
H
. De letters boven de cijfertoetsen geven aan welke letters of symbol­en verschijnen wanneer een toets tijdens het her­benoemen wordt ingedrukt. De eerste keer dat u een toets indrukt verschijnt de eerste aangegeven letter, herhaald indrukken van dezelfde toets gaat steeds in de display een letter verder van de aangegeven letters.Voorbeeld: de eerste letter die we nodig hebben om “Tone”te veranderen in ZOOM is een “Z” die u vindt boven toets “9”. Deze toets dient dus vier maal te worden inge­drukt. De eerste keer verschijnt een “W”, en u drukt dus zo vaak tot de “Z” verschijnt. Raadpleeg
.
60 PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING
BACK LIGHT ON FULL
MAIN MENU BACK LIGHT
REMOTE RESET COMPLETE
RESETTING...
MAIN MENU USER RESET
Programmeren afstandsbediening
de tabel op de vorige pagina om te zien welke karakters op de verschillende toetsen beschik­baar zijn.
8. Nadat de eerste letter van de nieuwe naam is ingevoerd, zijn er drie mogelijkheden om de vol­gende in te voeren:
a. Om een letter in te voeren die op een andere
toets staat, drukt u simpelweg die andere toets in. De cursor gaat naar de volgende posi­tie en de eerste letter van die toets verschijnt. Volgens ons voorbeeld is de volgende letter een “O”, druk daarvoor vier maal op “6”.
b. Om een letter in te voeren die op dezelfde
cijfertoets zit, drukt u eerst op
E
om de cursor naar de volgende positie te verplaatsen. Druk dan op de gewenste cijfertoets
H
voor de volgende letter. In het voorbeeld is de volgende letter een “O” en u drukt dus eenmaal op “6” en tenslotte eenmaal voor de “M”.
c. Om een spatie aan te brengen drukt u
tweemaal op
E
. Bij de eerste keer gaat de cursor één stap naar de volgende positie en bij de tweede keer nogmaals, zodat een spatie ontstaat tussen de laatste letter en de vol­gende.
9. Herhaal de stappen 7 en 8 zo vaak als nodig voor de benodigde letters, cijfers, karakters en spaties.
10. Zodra de naam compleet is drukt u op Set
F
. De nieuwe naam wordt in het geheugen van de afstandsbediening opgeslagen en ver­vangt de standaard naam.
11. Op dit moment heeft u twee mogelijkheden:
a. Wilt u nog een toets programmeren voor het-
zelfde apparaat, druk dan op SetFals aangegeven in de onderste regel van de LC display met de aanwijzing
ANOTHER KEY –
andere toets. De afstandsbediening keert terug naar het
SELECT A KEY menu van stap 6.
Herhaal de aanwijzingen van stap 6 tot 11 om de volgende toets te herbenoemen.
b.Wilt u nog andere toetsen herbenoemen, druk
dan eenmaal op onderste regel van de display Druk op Set
E
zodat het menu in de
EXIT aangeeft.
F
om de afstandsbediening
naar normaal gebruik te laten terugkeren.
Opmerkingen over het Herbenoemen van Toetsen
• Het herbenoemen van een toets verandert de
functie niet. U kunt de functie van elke toets veranderen door een nieuwe code in de afs­tandsbediening op te slaan. Zie pagina 54 voor meer informatie.
• Wanneer een toets herbenoemd is geldt dat
alleen voor het specifieke apparaat dat in stap 4 wordt gekozen. Dezelfde toets kan worden herbenoemd voor elk afzonderlijk apparaat waarmee deze wordt gebruikt.
Resetten van de Afstandsbediening
Afhankelijk van de manier waarop de afstands­bediening is herbenoemd kan er een situatie zijn waarin u alle wijzigingen die zijn geprogram­meerd ongedaan wilt maken en terug wilt keren naar de fabrieksinstelling. U kunt dat doen via onderstaande stappen, maar bedenk we dat dan ALLE veranderingen die zijn gemaakt, inclusief programmering voor gebruik met andere appa­raten, geprogrammeerde toetsen, macro’s doorschakelingen en toetsnamen worden gewist en alle instellingen die gemaakt waren opnieuw geprogrammeerd moeten worden.
Om alle instellingen ongedaan te maken en de afstandsbediening terug te zetten in de fab­rieksinstelling gaat u als volgt te werk:
1. Druk op Program seconden vast terwijl de aanwijzing van afbeeld­ing 25 in de display zodra het rode lichtje onder Set
MAIN MENU (hoofdmenu – afbeelding
2. Het
26) verschijnt in de display en Set oplichten. Druk op (resetten) in de onderste regel van de display ver­schijnt, als in afbeelding 82.
Afbeelding 82
3. Druk op SetFom de afstandsbediening te resetten. Denk er aan dat het proces nadat de Set toets is ingedrukt niet kan worden gestopt. Terwijl het geheugen van de afstandsbediening wordt gewist verschijnt resetten) in de bovenste regel van de display als in afbeelding 83.
Het kan een paar minuten duren voordat het proces is afgerond en de duur wordt bepaald door het aantal geprogrammeerde functies in de afstandsbediening. Wees geduldig; zolang als de boodschap in de display staat verloopt alles cor­rect.
Afbeelding 83
4. Wanneer de afstandsbediening geheel gereset is en weer in de standaard fabriekinstelling staat, verschijnt kortstondig een aanwijzing
RESET COMPLETE
tandsbediening keert terug naar normaal gebruik.
Afbeelding 84
en houd deze ca. drie
2
staat. Laat de toets los
F
oplicht.
F
blijft rood
⁄¤
E
tot USER RESET
RESETTING (aan het
REMOTE
(afbeelding 84) en de afs-
Inwendige Verlichting
De afstandsbediening van de AVR 645 heeft een inwendige verlichting waardoor deze gemakkelijk bruikbaar is in een schemerig verlichte kamer bij een home theater sessie. Om de inwendige ver­lichting in te schakelen drukt u simpelweg op
Licht
Q
. Deze toets is van een speciaal licht­gevend materiaal gemaakt waardoor het gemakkelijk te vinden is in het donker. Dit oplichten kost geen energie en verdwijnt langza­am wanneer de afstandsbediening voor langere tijd in een donkere omgeving blijft. U kunt het weer laten oplichten door de afstandsbediening een aantal uren in een lichte omgeving te laten.
Nadat op Licht ge verlichting ca. 7 seconden aan; telkens wan­neer op een toets wordt gedrukt begint deze 7 seconden opnieuw. Deze functie heeft een beveiliging om de batterijen te sparen die de dis­play en de verlichting uitschakelt wanneer een toets langer dan 30 seconden wordt vastge­houden.
U kunt de afstandsbediening ook zo program­meren dat de inwendige verlichting inschakelt telkens wanneer een toets wordt ingedrukt. Ga als volgt te werk:
1. Druk op Programmeren 3 seconden terwijl de aanwijzing in afbeelding 25 in de display van de afstandsbediening staat. Laat de toets los zodra de rode indicatie onder
Set
F
2. Wanneer het hoofdmenu (MAIN MENU) (afbeelding 26) in de display verschijnt en Set
F
rood blijft oplichten drukt u op tot BACK LIGHT onderin de display verschijnt als aangegeven in afbeelding 85.
Figure 85
3. Druk op SetFen dan nogmaals op
E
zodat ON FULL onderin de display verschi­jnt als in afbeelding 86.
Figure 86
4. Druk nogmaals op SetF. De display geeft nu gedurende 2 seconden de bovenste regel aan en knippert dan vier maal
SAVED (opgeslagen) in de onderste regel als
teken dat de instelling in de afstandsbediening is opgeslagen.
5. De verlichting van de afstandsbediening wordt nu ingeschakeld telkens wanneer een toets wordt ingedrukt. Om de oorspronkelijke instelling te herstellen volgt u dezelfde werkwijze als hier­voor, maar in stap 3 kiest u de optie de onderste regel van de display.
oplicht.
Q
is gedrukt blijft de inwendi-
gedurende ca.
⁄¤
SAVING (opslaan) in
NORMAL in
E
⁄¤
NEDERLANDS
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 61
AVR LOW BATTERY
TIME OUT OR CLR KEY PRESSED
Programmeren afstandsbediening
Opmerkingen over het Configureren en Gebruik van de Afstandsbediening
• Tijdens het programmeren van de afstandsbe­diening, schakelt de afstandsbediening uit wanneer er gedurende dertig seconden geen toets wordt ingedrukt. De aanwijzing in afbeelding 87 verschijnt kort en de afstandsbe­diening verlaat dan het programmeren en alle data die waren ingevoerd gaan verloren.
Afbeelding 87
• Het programmeren of configureren kan ook op elk gewenst moment worden gestopt door op
CLEAR
(wissen) te drukken. De aanwijz­ing in afbeelding 87 verschijnt en ingevoerde data gaan verloren en de afstandsbediening keert terug naar normaal gebruik. Elke proce­dure die in uitvoering was dient opnieuw te worden ingevoerd.
• Uitgebreide programmering en configureren van de afstandsbediening verbruikt aanzienlijk meer stroom dan normaal gebruik van de afs­tandsbediening. Terwijl de batterijen vier tot zes maanden meegaan tijdens normaal gebruik, kan het zijn dat ze na uitgebreide pro­grammering aanzienlijk eerder vervangen moeten worden.
• Bereiken de batterijen een niveau waarop de afstandsbediening niet meer zal werken, geeft de display
LOW BATTERY (zwakke batterij)
aan, zie afbeelding 88.Wij raden u aan de bat­terijen te vervangen zodra deze aanwijzing ver­schijnt om verloren gaan van instellingen en configuratie te voorkomen. Deze gaan niet ver­loren wanneer de batterijen snel worden ver­vangen.
Afbeelding 88
• De afstandsbediening heeft een inwendige ver­lichting die geactiveerd kan worden met Light
Q
(licht). Deze toets is van een speciaal ‘glimmend’ materiaal zodat deze ook bij schemerlicht gemakkelijk te vinden is. Deze functie verbruikt geen stroom maar de gloed vermindert wanneer de afstandsbediening voor langere tijd op een donkere plaats blijft. Het glimmen wordt hersteld wanneer de afstands­bediening gedurende enige uren in normaal dag- of kunstlicht wordt gelegd.
• De verlichting van de afstandsbediening blijft na het indrukken van Light
Q
gedurende ongeveer vijf seconden actief en blijft nog eens vijf seconden actief wanneer tijdens het bran­den op een willekeurige toets wordt gedrukt. U kunt de verlichting aan houden door de toets Light vast te houden, maar vaak gebruik van deze functie reduceert de levensduur van de batterijen.
• De LC display blijft na het indrukken van een toets tien seconden verlicht en schakelt dan uit om de batterij te sparen.
• Wordt een toets langer dan dertig seconden vastgehouden, dan schakelt de display uit en de afstandsbediening stopt met het doorgeven van codes om de batterij te sparen.
62 PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING
Problemen
SYMPTOOM OORZAAK OPLOSSING
Apparaat werkt niet wanneer de • Geen netspanning • Controleer lichtnetaansluiting
netschakelaar1wordt ingedrukt • Controleer of er spanning op het stopcontact staat
Display licht op maar geen • Onderbroken ingangssignaal • Controleer alle aansluitingen geluid en geen beeld • Muting ingeschakeld • Druk op muting
• Volume is geheel teruggedraaid • Draai het volume omhoog
Apparaat schakelt in maar • Display helderheid uitgeschakeld • Volg de aanwijzingen over de helderheid van de de display licht niet op display VFD FULL op pagina 47
Geen enkele luidspreker werkt; • Versterker beveiliging actief, kortsluiting • Controleer luidsprekerverbindingen op kortsluiting lichtnetindicatie rood • Versterker beveiliging actief, intern probleem • Neem contact op met uw leverancier
Geen geluid van de surround of • Verkeerde surround functie • Kies een andere functie dan stereo centrum luidsprekers • Monosignaal • Er is geen surround informatie bij mono bronnen
• Verkeerd geconfigureerd • Controleer de luidsprekerconfiguratie.
• Stereo of mono signaal • Sommige surround functies creëren geen achter
Apparaat reageert niet op • Zwakke batterijen in afstandsbediening • Vervang batterijen de afstandsbediening • Verkeerde apparaat gekozen • Druk op AVR B
• Sensor afstandsbediening
¯
geblokkeerd • Controleer of de sensor op de voorzijde niet wordt afgedekt
(uitgezonderd de Theater en Hall surround functies).
kanaal informatie van niet-gecodeerde programma’s.
door een voorwerp of meubel
K
NEDERLANDS
Intermitterende brom in de tuner • Lokale interferentie • Verplaats het apparaat of de antenne, uit de buurt van
Indicatie in kanaalaanduiding knippert display en audio stopt • Controleer of een digitaal signaal naar de ingang
Processor resetten
In het zeldzame geval dat de werking van het apparaat en/of de display niet normaal lijkt kan de oorzaak liggen in een foutieve werking van het geheugen of de microprocessor.
Om dat te corrigeren neemt u de stekker van het apparaat uit het stopcontact en wacht minimaal drie minuten voordat u deze weer in het stop­contact steekt. Controleer nu de werking van het apparaat. Werkt het nog steeds niet goed, dan kan een reset noodzakelijk zijn.
Ú
; • Digitale audiosignaal pauzeert • Hervat weergave DVD
Daarmee wordt het gehele systeemgeheugen van de AVR inclusief alle instellingen van de tuner, uitgangsniveaus (componentenniveaus) en de gegevens voor luidsprekercombinaties, verwi­jderd. Vervolgens drukt u op Surround Functie
5
en op RDS^en houdt beide drie seconden
vast.
Het systeem zal nu automatisch activeren met de melding RESET in de display˜. Denk er aan dat na deze handeling alle instellingen van het systeem en de tuner opnieuw moeten worden gemaakt.
computers,TL-buizen, motoren of andere elektrische apparaten
wordt gestuurd
Opmerking: het resetten van de processor zal alle instellingen die u heeft gemaakt wissen: uit­gangsniveaus van de luidsprekers, de uit­gangsniveaus, surroundfuncties, toewijzing van de digitale ingangen en de opgeslagen radiozen­ders. Na het resetten keert het apparaat terug in de fabrieksinstelling en moeten alle instellingen opnieuw worden gemaakt.
Functioneert het systeem nu nog steeds niet goed, dan kan een elektrische ontlading er ver­antwoordelijk voor zijn dat de processor en/of het geheugen is vernield.
Raadpleeg in dat geval de Harman Kardon technische dienst.
PROBLEMEN 63
Appendix
Standaard Systeem Instellingen
De twee tabellen in dit aanhangsel geven de standaard fabrieksinstellingen voor de Video Ingangen, Video Bronnen en Video Monitor Formaten. Deze tabellen bieden een volledig overzicht van alle AVR 645 instellingen. U kunt zelf beslissen of u de standaard instellingen voor uw specifieke installatie wilt veranderen. Alle instellingen kunnen worden veranderd als beschreven op de pagina’s over de Systeem Configuratie in deze handleiding (pagina 23-37).
Tabel 1 – Standaard Instellingen Video Ingangen
INGANG AUDIO VIDEO COMPONENT OPNAME
INGANG INGANG VIDEO INGANG UITGANG Video 1 ANALOOG AUTO COMPONENT 1 ANALOOG Video 2 ANALOOG AUTO COMPONENT 2 ANALOOG Video 3 OPTISCH 1 AUTO COMPONENT 1 ANALOOG Video 4 OPTISCH 4 AUTO COMPONENT 2 ANALOOG DVD COAX 1 AUTO COMPONENT 3 ANALOOG HDMI 1 HDMI 1 HDMI 1 DSP MIX HDMI 2 HDMI 2 HDMI 2 DSP MIX Tuner ANALOOG AUTO COMPONENT 1 ANALOOG CD ANALOOG AUTO COMPONENT 3 ANALOOG Tape ANALOOG AUTO COMPONENT 1 ANALOOG DMP/The Bridge ANALOOG HDMI 1 COMPONENT 1 ANALOOG 6/8 Kan. Direct ANALOOG HDMI 1 COMPONENT 1 ANALOOG USB --- HDMI 1 COMPONENT 3 DSP MIX
Standaard Instellingen en Persoonlijke Instellingen
De werkbladen in deze paragraaf laten de standaard systeeminstellingen zien van uw AVR 645. Wanneer uw systeem door u is geconfigureerd, met of zonder EzSet/EQ raden we u aan alle instellingen in de kolom “Mijn instellingen” te noteren zodat u ze gemakkelijk kunt herstellen wanneer instellingen verloren gaan door een onderbreking van de netspanning, systeem opwaardering, processor reset of een belangrijke reparatie. Extra kopieën van deze werkbladen vindt u op de site van Harman Kardon www.harmankardon.com
64 APPENDIX
Appendix
Werkblad B – Standaard Surround Configuratie en Instellingen
Eigenschap Systeem Standaard Uw Instelling Logic 7 Global Aan Standaard Surround Origineel Dolby Pro Logic II Music Center Breedte 3 Dolby Pro Logic II Music Dimension 0 Dolby Pro Logic II Panorama Uit Dolby Pro Logic IIx Music Center Breedte 3 Dolby Pro Logic II Music Dimension 0 Dolby Pro Logic IIx Panorama Uit Nachtfunctie Uit
Werkblad C – Standaard Vertraging en Instellingen
Eigenschap Systeem Standaard Uw Instelling Front Links 3,5 meter Center 3,5 meter Front Rechts 3,5 meter Surround Rechts 3,5 meter Surround Achter Rechts 3,5 meter Surround Achter Links 3,5 meter Surround Links 3,5 meter Subwoofers 3,5 meter
NEDERLANDS
Werkblad D – Standaard en Eigen Systeeminstellingen
Eigenschap Systeem Standaard Uw Instelling Front L/R Luidsprekergrootte & Crossover Klein – 100 Hz Center Luidsprekergrootte & Crossover Klein – 100 Hz Surround L/R Luidsprekergrootte & Crossover Klein – 100 Hz Surround Achter Luidsprekergrootte & Crossover Geen LFE LP Filter 100 Hz Sub Functie Sub L/R + LFE Kanaal Correctie Global Sub Grootte 250 mm VFD Uitfade Tijd Uit VFD Helderheid Volledig Volume Standaard Uit Volume Standaard Instelling -25 dB Semi OSD Tijd 5 sec Volledig OSD Tijd 20 sec DMP Auto Inschakelen Uit HDMI Video Auto Aan Surround Achter Versterkers Hoofd Draaggolf Uit Zone II
APPENDIX 65
Appendix
FUNCTIE DVD Video 1 Video 2 Video 3 Video 4 HDMI 1 HDMI 2 CD Tape Tuner The Bridge USB 6/8 Kan Direct
Naam Ingang
Surround Functie
Audio In Poort
Werkblad E – Instellingen Ingangen
Audio Auto Doorschakelen
66 APPENDIX
Video In Poort
Component Video Ingang
Video Bewerking
A/V Sync Vertraging
Opname Uitgang
Auto Doorschakelen
Ingangbron Type
ADC Sampling
Klankregeling In/Uit
Bas
Hoog
Technische gegevens
The
Bridge
TM
Audio gedeelte
Stereo Continu nominaal vermogen (FTC)
90 watt per kanaal, 20 Hz – 20 kHz, @ <0,07% THD, beide kanalen uitgestuurd in 8 ohm
5/7 kanaals surroundfuncties Vermogen per kanaal
Front L&R kanalen: 75 watt per kanaal, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Centrum kanaal: 75 watt, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Surround (L & R Zijkant, L & R Achter) kanalen: 75 watt per kanaal, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Ingangsgevoeligheid/impedantie
Lineair (lijnniveau) 200 mV/47 kohm
Signaal/ruis-afstand (IHF-A) 95 dB
Surround overspraak
Analoge opname 40 dB (Pro Logic, enz.) Dolby Digital (AC-3) 55 dB DTS 55 dB
Frequentiebereik
@1W (+0 dB, -3 dB) 10 Hz – 130 kHz
High Instantaneous Current Capability (HCC) ± 50 A
Transiënt Intermodulatie
Vervorming (TIM) Onmeetbaar
Stijgtijd 16 µsec
Slew rate 40 V/µsec**
FM tuner
Afstembereik 87,5 – 108 MHz Bruikbare gevoeligheid IHF 1,3 µV / 13,2 dBf Signaal/ruis-afstand Mono/stereo: 70/68 dB (DIN) Vervorming Mono/stereo: 0,15/0,3% Stereo kanaalscheiding 40 dB @ 1 kHz Selectiviteit ±400 kHz: 70 dB Spiegelonderdrukking 80 dB MF onderdrukking 90 dB
MG tuner
Afstembereik 520 – 1710 kHz Signaal/ruis-afstand 45 dB Bruikbare gevoeligheid kamerantenne: 500 µV Vervorming 1 kHz, 50% mod.: 0,8% Selectiviteit ±10 kHz: 30 dB
Video gedeelte
Videosysteem PAL/NTSC Ingangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm Uitgangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm
Video Frequentiebereik (Composiet en S-Video) 10Hz–8MHz (–3dB) Video Frequentiebereik (Component) 10Hz-50MHz (-3dB)
HDMI Versie 1.1
Algemeen
Lichnetspanning AC 220 – 240 V / 50 Hz Opgenomen vermogen 120 W zonder signaal, 1180 W maximum
(7 kanalen uitgestuurd)
Afmetingen (max)
Breedte 440 mm Hoogte 165 mm Diepte 435 mm Gewicht 19,9 kg
NEDERLANDS
Diepte inclusief knoppen, toetsen en aansluitingen. Hoogte inclusief voetjes en chassis. Alle technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. “Harman Kardon” en “Power for the Digital Revolution” zijn geregistreerde handelsmerken van Harman International Industries, Incorporated.
en zijn handelsmerken van Harman Kardon International Industries, Incorporated. (Patent nr. 5.386.478) * Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby,”“Pro Logic,” “Pro Logic II,”"Pro Logix IIx" en het dubbele D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Confidential Unpublished Works.©1992-1999 Dolby Laboratories, Inc. Alle rechten voorbehouden. DTS en DTS Surround, DTS-ES en DTS Neo:6 zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Logic 7 is een geregistreerd handelsmerk van Harman International Industries, Incorporated. A-BUS en A-BUS/ Australië. TiVo is een geregistreerd handelsmerk van TiVo, Inc. SACD is een handelsmerk van Sony Corporation. iPod is een geregistreerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. DLP en Texas Instruments zijn handelsmerken van Texas Instruments. HD-DVD is een handelsmerk van de DVD Format/Logo Licensing Corporation (DVD FLLC). HDMI, het HDMI logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gereg­istreerde handelsmerken van HDMI Licensing, LLC. Microsoft, Windows en Windows Media zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. ** Zonder ingangscompensatie en uitgangsisolatie netwerken.
®
READY
zijn geregistreerde handelsmerken van Leisure Tech Electronics Pty. Ltd.
TECHNISCHE GEGEVENS 67
250 Crossways Park Drive,Woodbury, New York 11797 www.harmankardon.com Harman Consumer Group, Inc.: 2, route de Tours, 72500 Château-du-Loir, France © 2006 Harman Kardon, Incorporated Best.nr.: ZKD3001HA00-R
Loading...