INSTALLEREN EN AANSLUITEN 15
Plaats het apparaat nadat het uitgepakt is op
een stevige ondergrond en controleer of deze
het gewicht kan dragen. Vervolgens dient het
apparaat aangesloten te worden op de overige
audio- en videoapparatuur.
Aansluiten audioapparatuur
Wij raden u aan uitsluitend signaalkabels van
goede kwaliteit te gebruiken om achteruitgang
van het signaal te voorkomen.
Het is een goede gewoonte om bij het maken of
veranderen van de verbindingen tussen audioapparatuur of luidsprekers altijd de stekker uit
het stopcontact te nemen. Daarmee wordt voorkomen dat er onbedoeld een schakelpuls o.i.d.
naar de luidsprekers gaat, waardoor deze
beschadigd zouden kunnen worden.
1. Sluit de analoge uitgang van een CD-speler
op de CD-ingang
aan.
Opmerking: als de CD-speler zowel een vaste
als variabele audio-uitgang heeft, kunt u het
beste de vaste uitgang gebruiken, tenzij het
signaal om wat voor reden dan ook in niveau
aangepast dient te worden aan dat van andere
bronnen.
2. Verbind de analoge uitgangen PLAY/OUT van
en cassettedeck, MD, CD-R of andere audiorecorder met de tape ingang
. Verbind de
analoge ingangen RECORD/IN met de uitgangen Tape uitgang
op de AVR 5000.
3. Verbind de digitale uitgang van de bronnen
met de juiste ingangen op voor- of achterzijde
van de AVR 5000. Let erop dat de Optische en
Coax digitale ingangen
#%
kunnen
worden gebruikt met een Dolby Digital of DTSbron, dan wel met een PCM-signaal (S/P-DIF)
van een traditionele CD-, MD- of LD-speler.
4. Verbind de Coax of Optische digitale uit-
gangen
$
op de achterzijde van de AVR met
de overeenkomstige digitale ingangen van een
CD-R of MiniDisc recorder.
5. Installeer de bij het apparaat geleverde MG
kamerantenne als hieronder aangegeven. Sluit
deze aan op de schroefklemmen AM en GND
.
6. Sluit de bijgeleverde FM-antenne aan op FM
(75 ohm) ingang. De FM-antenne kan een
externe dakantenne, een draadantenne binnenshuis zijn, of een aansluiting op het kabelsysteem. Als de antenne is aangesloten via een
lintkabel van 300 ohm, dient een 300 ohm/75
ohm adapter gebruikt te worden.
7. Sluit de luidsprekers aan op de front, centrum
en surround luidsprekeruitgangen
. Voor
een optimale signaaloverdracht naar de luidsprekers, adviseren wij luidsprekerkabels van
goede kwaliteit te gebruiken. Er zijn vele merken
kabels leverbaar en de keuze van een kabel kan
worden beïnvloed door de afstand tussen uw
luidsprekers en de receiver, het type luidsprekers
dat u gebruikt, uw persoonlijke voorkeur en
andere factoren. Uw leverancier of installateur
kan u helpen bij het kiezen van de juiste kabel.
Een kabel met een doorsnede van 1,5 mm
2
kan
voor korte afstanden (minder dan 4 m) worden
gebruikt. Wij raden aan om geen kabels met een
doorsnede van 1 mm
2
of minder te gebruiken,
vanwege vermogensverlies en de teruggang in
prestatie die zich zal voordoen.
Kabel die door een muur gaat dient van een
keurmerk voorzien te zijn, ten teken dat deze aan
alle eisen voldoet. Wend u zonodig tot uw installateur of een erkend elektriciën die op de hoogte
is van de plaatselijke bouwvoorschriften met vragen over kabel die door de muur wordt gevoerd.
Bij het aansluiten van de luidsprekers vooral
goed letten op de juiste polariteit. Verbind de
"negatieve" / "zwarte" draad met dezelfde aansluiting op zowel de receiver als de luidspreker.
Op dezelfde manier verbindt u de "positieve" /
"rode" draad met de aansluitingen van dezelfde
kleur op de AVR 5000 en luidsprekers.
Opmerking: hoewel de meeste luidsprekerfabrikanten zich houden aan de industriële standaard
waarbij zwarte aansluitingen voor de negatieve
draad en rode voor de positieve draad worden
gebruikt, kunnen sommige fabrikanten van deze
configuratie afwijken. Om een goede fase en
optimale prestaties te verzekeren, het typeplaatje
op uw luidspreker of de handleiding van de luidsprekers controleren op de polariteit.Als u niet
weet wat de polariteit van uw luidspreker is,
vraag dan uw leverancier om advies voordat u
verder gaat met de aansluiting, of raadpleeg de
fabrikant/importeur van de luidsprekers.
Gebruik ook bij voorkeur identieke kabellengten
voor het aansluiten van de luidsprekerparen.
Gebruik bijvoorbeeld dezelfde lengte voor de luidsprekers linksvoor en rechtsvoor en voor surround
links en surround rechts, ook als de luidsprekers op
verschillende afstanden van de AVR 5000 staan.
8. De subwoofers worden gewoonlijk aangesloten via een lijnniveau audio aansluiting van
de subwooferuitgang
met een subwoofer
met een ingebouwde versterker. Als er een passieve subwoofer wordt gebruikt, gaat de uitgang
naar een eindversterker, waarop dan één of
meer subwoofers worden aangesloten. Gebruikt
u een actieve subwoofer zonder lijnniveau
ingangen, lees dan de instructies die bij de
luidspreker zijn gevoegd voor informatie over de
aansluiting.
Opmerking: een luidsprekerset met twee satellieten en een passieve subwoofer wordt aangesloten op de uitgangen front luidsprekers
,
en NIET op de subwooferuitgang.
Aansluitingen van videoapparatuur
Videoapparatuur wordt op dezelfde manier aangesloten als audiocomponenten. Het gebruik van
signaalkabel van goede kwaliteit is belangrijk
voor het behoud van de signaalkwaliteit.
1. Verbind de audio- en video Play/Out uitgan-
gen met de Video 1 of Video 2 In ingangen
"
op de achterzijde. De audio en
video Record/In ingangen van de VCR worden
verbonden met de Video 1 of Video 2 Out
uitgangen
!
van de AVR 5000.
2. Verbind de analoge audio- en video-ingangen
van een satellietontvanger, kabelconverter, televisie of andere videobron met de Video 2
"
(indien niet in gebruik) of Video 3
#
ingan-
gen.
3. Verbind de analoge audio- en video-uitgangen van een DVD- of laserdiscspeler met de
DVD-ingang
.
4. Verbind de digitale audio uitgangen van een
CD- of DVD-speler, satellietontvanger, kabel- of
HDTV-converter aan op de juiste Optische of
Coaxiale digitale ingangen
#%
.
5. Verbind de aansluitingen Video Monitor
out
van de receiver met de composiet- en
S-video ingang van de televisiemonitor of
videoprojector.
6. Indien u DVD-speler en monitor beide component video aansluitingen hebben, sluit de component video uitgangen van de DVD-speler
dan aan op de Component video videoingangen
. Merk op dat zelfs wanneer de
component video-aansluitingen gebruikt worden, de audio-aansluitingen nog steeds gemaakt
moeten worden op de analoge DVD audio-
ingangen
of op de Coaxiale of Optische
digitale ingangen
.
7. Indien u een ander component video-apparaat ter beschikking hebt, sluit het dan aan op
de Video 2 component video-ingangen
De audio-aansluitingen voor dit apparaat dienen
te worden gemaakt op de Video 2 ingangen
"
of op de Coaxiale of Optische digitale
ingangen
.
8. Indien de component video-ingangen gebruikt
worden, sluit dan de Component video-uit-
gangen
aan op de component video-ingan-
gen van uw TV, projector of weergave-apparaat.
Installeren en aansluiten