EPSON XP-352 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
NPD5906-00 NL
Gebruikershandleiding

Copyright

Copyright
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande Corporation. Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding. Evenmin wordt aansprakelijkheid aanvaard voor schade die voortvloeit uit het gebruik van de informatie in deze publicatie. De informatie in dit document is uitsluitend bestemd voor gebruik met dit Epson­product. Epson is niet verantwoordelijk voor gebruik van deze informatie in combinatie met andere producten.
Seiko Epson Corporation noch haar lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit product of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan niet foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering van de V.S.) het zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschrien van Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation en haar dochterondernemingen kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen kenbaar als Original Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson.
schrielijke
toestemming van Seiko Epson
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit elektromagnetische interferentie als gevolg van het gebruik van andere interfacekabels die door Seiko Epson Corporation worden aangeduid als Epson Approved Products.
© 2017 Seiko Epson Corporation
De inhoud van deze handleiding en de specicaties van dit product kunnen zonder aankondiging worden gewijzigd.
2
Gebruikershandleiding

Handelsmerken

Handelsmerken
EPSON® is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is
een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
PRINT Image Matching™ en het PRINT Image Matching-logo zijn handelsmerken van Seiko Epson
Corporation.Copyright © 2001 Seiko Epson Corporation. All rights reserved.
Epson Scan 2 soware is based in part on the work of the Independent JPEG Group.
libti
Copyright © 1988-1997 Sam
Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this soware and its documentation for any purpose is hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in all copies of the soware and related documentation, and (ii) the names of Sam Leer and Silicon Graphics may not be used in any advertising or publicity relating to the soware without the specic, prior written permission of Sam Leer and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS, IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL, INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT ADVISED OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.
Leer
SDXC Logo is a trademark of SD-3C, LLC.
Microso®, Windows®, and Windows Vista® are registered trademarks of Microso Corporation.
Apple, Macintosh, Mac OS, OS X, Bonjour, Safari, iPad, iPhone, iPod touch, and iTunes are trademarks of Apple
Inc., registered in the U.S. and other countries. AirPrint and the AirPrint logo are trademarks of Apple Inc.
Google Cloud Print, Chrome, Chrome OS, and Android are trademarks of Google Inc.
QR Code is a registered trademark of DENSO WAVE INCORPORATED in Japan and other countries.
Adobe and Adobe Reader are either registered trademarks or trademarks of Adobe Systems Incorporated in the
United States and/or other countries.
Intel
Algemene opmerking: andere productnamen vermeld in deze uitgave, dienen uitsluitend als identicatie en
is a registered trademark of Intel Corporation.
®
kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars.Epson maakt geen enkele aanspraak op enige rechten op deze handelsmerken.
3
Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
Copyright
Handelsmerken
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................8
Informatie zoeken in de handleiding.............8
Markeringen en symbolen...................10
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding. . . . . . 10
Referenties voor besturingssystemen............10
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................11
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 12
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 12
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van geheugenkaarten.....................13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het display..........................13
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........14
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............15
Bedieningspaneel..........................17
Knoppen..............................17
Uitleg bij het LCD-scherm.................17
Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
De status van de netwerkverbinding controleren. . . 28
De netwerkstatus controleren met het
netwerkpictogram.......................28
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . . 29
Een netwerkstatusvel afdrukken.............35
Toegangspunten vervangen of toevoegen.........35
De verbindingsmethode met een computer
wijzigen.................................35
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel. . . . . . .36
Een Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) verbreken vanaf het
conguratiescherm........................ 37
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel..........................37
congureren
....... 27
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking. . . . . 38
Beschikbaar papier en capaciteiten.............39
Lijst met papiertypes.....................40
Papier in de Papiertoevoer achter laden..........40
Originelen plaatsen
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen. . . . . . . 45
Verschillende originelen plaatsen.............. 46
Originelen plaatsen voor lay-out 2-op-1....... 46
Een dubbele pagina plaatsen voor lay-out 2-
op-1.................................46
Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te
scannen...............................47
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen..................22
Wi-Fi-verbinding........................22
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt)..........................22
Een computer verbinden.................... 23
Een smart device verbinden..................24
Wi - F i - i n s t e l l i n g e n
Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren. . . . .25
Wi-Fi-instellingen congureren via de
drukknopinstelling.......................26
Wi-Fi-instellingen congureren via de PIN
code-instelling (WPS).................... 27
congureren
op de printer. . . . . 24
Een geheugenkaart plaatsen
Ondersteunde geheugenkaarten...............48
Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen. . . . . . .48
Afdrukken
Afdrukken via het bedieningspaneel............50
Foto's afdrukken door ze te selecteren op een
geheugenkaart..........................50
Gelinieerd papier, kalenders en origineel
briefpapier afdrukken.....................51
Afdrukken met DPOF.................... 52
Menuopties voor de modus Foto's afdrukken. . . .52
4
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Afdrukken vanaf een computer................53
Basisprincipes van printer — Windows........53
Basisprincipes voor afdrukken — Mac OS......54
Dubbelzijdig afdrukken (alleen voor Windows). . 57
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 58
Afdruk aanpassen aan papierformaat. . . . . . . . . 59
Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen
voor Windows)......................... 61
Eén aeelding afdrukken op meerdere vellen om een poster te maken (alleen voor Windows). . 62
Geavanceerde functies gebruiken voor
afdrukken.............................68
Foto's afdrukken met Epson Easy Photo Print. . . 70
Afdrukken met Smart Devices................71
Epson iPrint gebruiken....................71
AirPrint gebruiken.......................73
Afdrukken annuleren.......................73
Afdrukken annuleren — Printertoets......... 73
Afdrukken annuleren - Windows............ 74
Afdrukken annuleren — Mac OS............ 74
Kopiëren
Menuopties voor de modus Kopiëren........... 75
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel..............78
Scannen naar een computer................78
Scannen naar een computer (WSD).......... 79
Scannen vanaf een computer................. 81
Scannen met Epson Scan 2.................81
Scannen met smart-apparaten................ 88
Epson iPrint installeren...................88
Scannen met Epson iPrint................. 88
Inktpatronen vervangen
Het inktpeil controleren.....................90
Het inktpeil controleren — Bedieningspaneel. . . 90
Het inktpeil controleren - Windows...........90
Het inktniveau controleren — Mac OS........90
Codes van de cartridges.....................90
Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen........91
Cartridges vervangen.......................94
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken.............96
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken - Windows. . 98 Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS. . 99
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op
is (uitsluitend voor Windows)................100
De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen...........101
De printkop controleren en schoonmaken —
bedieningspaneel.......................101
De printkop controleren en schoonmaken -
Windows.............................102
De printkop controleren en reinigen — Mac OS 102
De printkop uitlijnen......................103
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel. . . . .103
De printkop uitlijnen — Windows...........104
De printkop uitlijnen — Mac OS............104
Het papiertraject reinigen...................104
De Scannerglasplaat reinigen................ 105
Het doorschijnende folie reinigen.............106
Stroom besparen......................... 108
Stroom besparen - Bedieningspaneel.........108
Stroom besparen - Windows...............108
Stroom besparen — Mac OS...............109
Menuopties voor de modus Instellingen
Menuopties voor Inktniveaus................110
Menuopties voor Onderhoud................110
Menuopties voor Printerinstallatie............ 111
Papierbroninst.:........................111
Stille modus:..........................111
Uitschakelingstimer:.....................111
Taal/Language:.........................111
Slaaptimer:........................... 111
Menuopties voor Netwerkinstellingen..........112
Menuopties voor Epson Connect- services.......112
Menuopties voor Google Cloud Print-services. . . . 113
Menuopties voor Bestanden delen.............113
Menuopties voor Firmware-update............114
Menuopties voor Herstel standaard instellingen. . . 114
Netwerkservice en softwareinformatie
De service van Epson Connect............... 115
Web Cong.............................115
Web Cong uitvoeren op een browser........116
Web Cong uitvoeren op Windows..........116
We b
Windows-printerdriver.....................117
Uitleg bij de printerdriver voor Windows. . . . . . 118
uitvoeren op Mac OS...........117
Cong
5
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Bedieningsinstellingen voor Windows­printerdriver
Mac OS-printerstuurprogramma..............120
Uitleg bij het printerstuurprogramma voor
Mac OS..............................121
Bedieningsinstellingen voor Mac OS-
printerdriver congureren................ 123
Epson Scan 2 (scannerstuurprogramma)........123
Epson Event Manager......................124
Epson Easy Photo Print.................... 124
E-Web Print (alleen voor Windows)........... 125
Easy Photo Scan..........................125
EPSON Soware Updater...................126
Toepassingen verwijderen...................126
Toepassingen verwijderen - Windows........126
Toepassingen verwijderen — Mac OS........127
Toepassingen installeren....................128
Toepassingen en rmware bijwerken...........128
De
printerrmware
bedieningspaneel.......................129
congureren
................ 120
bijwerken via het
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................130
Foutcodes op het display bekijken...........130
De printerstatus controleren - Windows.......131
De printerstatus controleren — Mac OS...... 132
Vastgelopen papier verwijderen...............132
Vastgelopen papier verwijderen uit de
Papiertoevoer achter.....................132
Vastgelopen papier uit de uitvoerlade
verwijderen...........................133
Vastgelopen papier binnen in de printer
verwijderen...........................133
Papier wordt niet goed ingevoerd.............134
Papier loopt vast........................135
Papier wordt schuin ingevoerd.............135
Er worden meerdere vellen papier tegelijk
uitgevoerd............................135
Foutmelding papier op verschijnt........... 135
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................136
De stroom wordt niet ingeschakeld..........136
De stroom wordt niet uitgeschakeld......... 136
Het display wordt donker.................136
Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 136
De verbinding controleren (USB)...........136
De verbinding controleren (netwerk).........137
De soware en gegevens controleren.........138
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Windows)....................140
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Mac OS).....................141
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten
terwijl de netwerkinstellingen correct zijn. . . . . 141
De SSID controleren waarmee de printer is
verbonden............................143
De SSID voor de computer controleren.......143
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad. . . . . 144
Het afdrukken is gepauzeerd.................144
Afdrukproblemen........................ 144
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren. . . 144 Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren. .145 Gekleurde streepvorming zichtbaar met een
tussenafstand van ongeveer 2.5 cm..........145
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of
verkeerde uitlijning..................... 146
Afdrukkwaliteit is slecht..................146
Papier vertoont vlekken of is bekrast.........147
Afgedrukte foto's zijn plakkerig.............148
Aeeldingen of foto's worden afgedrukt met
de verkeerde kleuren.................... 148
De kleuren verschillen van wat u op het
scherm ziet........................... 148
Kan niet afdrukken zonder marges..........148
Randen van de aeelding vallen weg bij het
randloos afdrukken..................... 149
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 149
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 149
De afgedrukte aeelding is omgekeerd. . . . . . . 150
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken. . . . .150
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen................................150
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde
aeelding............................150
De achterkant van het origineel is te zien op
de gekopieerde aeelding.................150
Het probleem kon niet worden opgelost.......151
Overige afdrukproblemen...................151
Afdrukken verloopt te traag...............151
Afdrukken vertraagt aanzienlijk tijdens het
continu afdrukken......................151
Kan het afdrukken niet annuleren vanaf een
computer met Mac OS X 10.6.8.............152
Kan niet beginnen met scannen.............. 152
............................ 141
6
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Kan scannen niet starten via bedieningspaneel. .153
Problemen met gescande
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort worden weergegeven bij scannen vanaf de
glasplaat van de scanner..................153
De
aeeldingskwaliteit
De oset schijnt door in de achtergrond van
aeeldingen.......................... 153
De tekst is onscherp.....................154
Moiré-patronen (webachtige schaduwen)
verschijnen........................... 154
Kan het juiste gebied niet scannen op de
glasplaat............................. 155
Kan geen voorbeeld weergeven in Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik
opsla als een Searchable PDF...............155
Problemen in gescande aeelding kunnen
niet worden opgelost.................... 156
Andere scanproblemen.....................156
Scannen verloopt te traag.................156
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/
Multi-TIFF........................... 157
Overige problemen........................157
Lichte elektrische schok wanneer u de printer
aanraakt............................. 157
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 157
Kan gegevens niet opslaan op een
geheugenkaart.........................157
Soware
(alleen Windows).......................158
'?' wordt weergegeven in het fotoselectiescherm 158
wordt geblokkeerd door een
aeeldingen
is ruw..............153
......... 153
umbnail
rewall
.. 155
De printer vervoeren...................... 166
Een geheugenkaart benaderen vanaf een computer 167
Hulp vragen.............................168
Technische ondersteuning (website)......... 168
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................169
Bijlage
Technische specicaties.................... 159
Printer specicaties..................... 159
Scannerspecicaties.....................160
Interface-specicaties....................160
Lijst met netwerkfuncties.................161
Wi-Fi-specicaties......................161
Beveiligingsprotocol.....................162
Ondersteunde services van derden.......... 162
Specicaties externe opslagapparaten. . . . . . . . 162
Dimensies............................163
Elektrische specicaties.................. 163
Omgevingsspecicaties...................164
Systeemvereisten.......................164
Regelgevingsinformatie.................... 165
Normen en goedkeuringen voor Europees
model...............................165
Beperkingen op het kopiëren.............. 165
7
Gebruikershandleiding

Over deze handleiding

Over deze handleiding

Introductie tot de handleidingen

De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Raadpleeg naast de handleidingen, ook de Help in de verschillende Epson-sowaretoepassingen.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer, het installeren van de soware, het gebruik van de printer, het oplossen van problemen enzovoort.
Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Biedt algehele informatie en instructies voor het gebruik van de printer, voor netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt en voor het oplossen van problemen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
Digitale handleiding
Start EPSON Soware Updater op uw computer. EPSON Soware Updater controleert of er updates beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie downloaden.
Gerelateerde informatie
& “EPSON Soware Updater” op pagina 126

Informatie zoeken in de handleiding

In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan met behulp van de bladwijzers.U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt.Dit gedeelte bevat uitleg over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe Reader X is geopend op de computer.
8
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken.Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die u zoekt en klik vervolgens op Zoeken.Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst.Klik op een van de weergegeven zoekresultaten om naar de
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
betreende
pagina te gaan.
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan.Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat gedeelte.Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
Wi n dow s: h ou d de Alt-toets ingedrukt en druk op ←.
Mac OS: houd de command-toets ingedrukt en druk op ←.
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken.Klik op Afdrukken in het menu Bestand en geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voor be eld : 20 -2 5
Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
9
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding

Markeringen en symbolen

Let op:
!
Instructies die zorgvuldig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
Belangrijk:
c
Instructies die moeten worden gevolgd om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende informatie en referentiegegevens.
&
Gerelateerde informatie
Koppelingen naar de verwante paragrafen.

Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding

Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of
macOS High Sierra. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de situatie.
Aeeldingen verschillen tussen elk model, maar de gebruiksmethode
Sommige menu-items op de display variëren naargelang het model en de instellingen.
van de printer gebruikt in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine
hetzelfde.
blij

Referenties voor besturingssystemen

Windows
In deze handleiding verwijzen termen zoals "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows Vista", en "Windows XP" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te duiden.
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Wi n dow s® 10 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 8.1 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 8 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 7 besturingssysteem
®
Wi n dow s Vi s ta® besturingssysteem
®
Wi n dow s® XP besturingssysteem
®
Wi n dow s® XP Professional x64 Edition besturingssysteem
®
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS High Sierra, macOS Sierra, OS X El Capitan, OS X Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X v10.6.8.
10
Gebruikershandleiding

Belangrijke instructies

Belangrijke instructies

Veiligheidsinstructies

Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken. Bewaar deze handleiding voor latere raadplegingen. Let ook op alle waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen van het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Neem contact op met uw leverancier als het lcd-scherm beschadigd is. Als u vloeistof uit het scherm op uw
handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het scherm in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Haal de cartridge niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.
Schud de cartridges niet te hard en laat ze niet vallen. Wees ook voorzichtig dat u ze niet ineendrukt of hun
etiket scheurt. Omdat hierdoor inkt kan lekken.
Houd cartridges buiten het bereik van kinderen.
11
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies

Printeradviezen en waarschuwingen

Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.

Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de printer

Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.
Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het etiket van de printer.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden beschadigd raken.
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.
Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
12
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
P
Zet de printer altijd uit met de knop
stopcontact niet af zolang het lampje
Controleer voordat u de printer vervoert of de printkop zich in de uitgangspositie bevindt (uiterst rechts) en of
de cartridges aanwezig zijn.
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
P
nog knippert.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een draadloze verbinding

Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken.Wanneer u deze printer gebruikt in een medische instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de buurt van automatisch aangestuurde apparaten.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van geheugenkaarten

Verwijder een geheugenkaart niet en schakel de printer niet uit wanneer het lampje van de geheugenkaart
knippert.
Het gebruik van geheugenkaarten verschilt per type kaart. Raadpleeg de documentatie die bij de geheugenkaart
is geleverd voor meer informatie.
Gebruik alleen geheugenkaarten die compatibel zijn met het apparaat.
Gerelateerde informatie
& “Ondersteunde geheugenkaartspecicaties” op pagina 162

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het display

Het display kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder. Dit
is normaal en wil geenszins zeggen dat het display beschadigd is.
Maak het display alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
De buitenkant van de display kan breken als deze een grote weerslag krijgt. Neem contact op met uw
wederverkoper als het oppervlak van het scherm barst of splintert. Raak de gebroken stukken nooit aan en verwijder ze niet.
13
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies

Uw persoonlijke gegevens beschermen

Als u de printer aan iemand anders Instellingen > Herstel standaard instellingen > Alle instellingen op het bedieningspaneel.
of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer
gee
14
Gebruikershandleiding

Basisprincipes van printer

Basisprincipes van printer

Namen en functies van onderdelen

Zijgeleider Zorgen ervoor dat het papier recht in de printer wordt ingevoerd. Schuif ze
A
naar de randen van het papier.
Papiertoevoer achter Laadt papier.
B
Papiersteun Ondersteuning voor geladen papier.
C
Invoerbescherming Voorkomt dat ongewenste zaken in de printer terechtkomen. Laat deze
D
bescherming over het algemeen dicht.
Uitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt. Zet vóór het afdrukken de
E
stop omhoog om te voorkomen dat het uitgeworpen papier van de lade valt.
Bedieningspaneel Voor bediening van de printer.
F
B
A
15
Gebruikershandleiding
Geheugenkaartsleuf Plaats een geheugenkaart in het apparaat.
A
Cartridgehouder Installeer de cartridges. Aan de onderkant komt inkt uit de spuitkanaaltjes van
B
Basisprincipes van printer
de printkop.
Documentdeksel Houdt het licht van buitenaf tegen tijdens het scannen.
A
Scannerglasplaat Plaats de originelen.
B
Scannereenheid Scant de originelen die u hebt geplaatst. Open dit om cartridges te vervangen
C
of papier dat in de printer is vastgelopen, te verwijderen.
A
B
Netaansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
A
USB-poort Aansluiting voor een USB-kabel.
B
16
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer

Bedieningspaneel

U kunt het bedieningspaneel in een andere hoek zetten.
Als u het bedieningspaneel lager wilt zetten, moet u de hendel aan de achterkant van het paneel induwen, zoals hieronder getoond.

Knoppen

A
B
C
D
u d l r
Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Niet uitschakelen zolang het aan-uitlampje knippert (wanneer de printer bezig is of gegevens verwerkt).
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan-uitlampje gedoofd is.
Hiermee opent u het startscherm.
OK Met de knoppen u d l r selecteert u een menu en met een druk op de knop OK opent u het
geselecteerde menu.
Hiermee stopt u de huidige taak of keert u terug naar het vorige scherm.
E
Hiermee start u een taak, zoals afdrukken of kopiëren.

Uitleg bij het LCD-scherm

Op het LCD-scherm worden menu's en berichten weergegeven. Selecteer een menu of instelling door te drukken
op de knoppen
u d l r
.
17
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Uitleg bij het startscherm
De volgende pictogrammen en menu's worden weergegeven op het startscherm.
Hier staan pictogrammen die de netwerkstatus aangeven.
A
Duidt op een probleem met de draadloze netwerkverbinding (Wi-Fi) van de printer of geeft aan dat de printer zoekt naar een draadloze netwerkverbinding (Wi-Fi).
Geeft aan dat de printer verbonden is met een draadloos netwerk (Wi-Fi).
Het aantal balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer. Hoe meer balkjes, des te sterker de verbinding is.
Geeft aan dat een draadloos netwerk (Wi-Fi) is uitgeschakeld of dat de printer bezig is met het tot stand brengen van een draadloze netwerkverbinding.
Geeft aan dat Wi-Fi Direct is ingeschakeld.
Geeft aan dat Wi-Fi Direct is uitgeschakeld.
B
Wanneer l en r worden weergegeven, kunt u naar rechts of links bladeren door te drukken op de knop l of r.
18
Gebruikershandleiding
Functiepictogrammen en namen worden weergegeven als moduspictogrammen.
C
Basisprincipes van printer
Kopiëren
Foto's afdrukken
Scannen
Mijn briefpapier
Stille modus
Instellingen
Wi-Fi instellen Hiermee geeft u menu's weer voor het instellen van de printer voor gebruik in een draadloos
Hier staan de knoppen die u kunt gebruiken. In dit voorbeeld kunt u naar het geselecteerde menu gaan door op OK
D
te drukken.
Hiermee activeert u de modus Kopiëren, waarmee u een document kunt kopiëren.
Hiermee activeert u de modus Foto's afdrukken, waarmee u foto's kunt afdrukken die op een geheugenkaart staan.
Hiermee activeert u de modus Scannen, waarmee u een document of foto kunt scannen.
Hiermee activeert u de modus Mijn briefpapier, waarmee u allerlei originele dingen kunt afdrukken, zoals lijntjespapier en kalenders, op basis van foto's op uw geheugenkaart.
Hiermee geeft u de instelling Stille modus weer, waarmee u ervoor zorgt dat de printer minder geluid maakt. Als u deze optie inschakelt, kan de afdruksnelheid minder zijn. Afhankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.
Dit is een snelkoppeling naar het volgende menu.
Instellingen > Printerinstallatie > Stille modus
Hiermee activeert u de modus Instellingen, waarmee u onderhoud kunt uitvoeren en printer­en netwerkinstellingen kunt opgeven.
netwerk. Dit is een snelkoppeling naar het volgende menu.
Instellingen > Netwerkinstellingen > Instellingen Wi-Fi
Tekens invoeren
Als u via het bedieningspaneel tekens en symbolen wilt invoeren voor de netwerkinstellingen, gebruik dan de
knoppen
knop
u, d, l
r
om de cursor te verplaatsen naar de volgende invoerpositie. Druk na aoop van het tekens invoeren op de
knop OK.
Hoe het weergegeven scherm eruitziet, hangt af van de gekozen instellingen. Dit is het scherm voor het invoeren van het wachtwoord voor het Wi-Fi-netwerk.
en r. Druk op de knop u of d om het gewenste teken te selecteren en druk vervolgens op de
19
Gebruikershandleiding
Pictogrammen Beschrijving
Hiermee schakelt u tussen tekentypes.
ABC: hoofdletters
abc: kleine letters
123: cijfers en symbolen
Basisprincipes van printer
u d
r
l
OK Hiermee voert u de geselecteerde tekens in.
Hiermee selecteert u het teken dat u wilt invoeren.
Hiermee verplaatst u de cursor naar rechts.
Hiermee wist u het teken links van de cursor (Backspace).
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
De tekenreeks "13By" invoeren als oefening
1. Druk tweemaal op de knop om het tekentype om te schakelen naar 123.
2. Druk tweemaal op de knop u om "1" te selecteren.
3. Druk eenmaal op de knop
r
om de cursor te verplaatsen en druk vervolgens viermaal op de knop u om "3" te
selecteren.
20
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
4. Druk eenmaal op de knop r om de cursor te verplaatsen en druk vervolgens op de knop om het tekentype
u
te veranderen in ABC. Druk tweemaal op de knop
5. Druk eenmaal op de knop r om de cursor te verplaatsen en druk vervolgens op de knop om het tekentype
te veranderen in abc. Druk tweemaal op de knop
om "B" te selecteren.
d
om "y" te selecteren.
6. Druk op de knop OK.
21
Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Netwerkinstellingen

Typen netwerkverbindingen

U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.

Wi-Fi-verbinding

Sluit de printer en de computer of het smart device aan op het toegangspunt. Dit is de meest gebruikelijke manier van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een toegangspunt.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 23 & “Een smart device verbinden” op pagina 24 & “Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 24

Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)

Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als toegangspunt en kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een apart toegangspunt nodig hebt. Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de printer.
22
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Opmerking:
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) is een verbindingsmodus die is ontwikkeld als vervanging voor de ad­hocmodus.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee via Wi-Fi, wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Gerelateerde informatie
& “Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 27

Een computer verbinden

Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer.U kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een computer met een schijfstation.)
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.
23
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Vo l ge n d e.
Volg de instructies op het scherm.

Een smart device verbinden

U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Opmerking:
Als u tegelijkertijd een computer en een smart device met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de computer te verbinden.
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen congureren.Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als u beschikt over de informatie voor het toegangspunt, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de instellingen handmatig congureren.
Als het toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de instellingen
Nadat de printer verbinding hee gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.)
Congureer
geavanceerde netwerkinstellingen om een statisch IP-adres te gebruiken.
congureren
24
met drukknopinstellingen.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Gerelateerde informatie
& “Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren” op pagina 25 & “Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling” op pagina 26 & “Wi-Fi-instellingen congureren via de PIN code-instelling (WPS)” op pagina 27 & “Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 27
Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren
U kunt de gegevens die voor de verbinding met een toegangspunt nodig zijn handmatig opgeven op het bedieningspaneel van de printer. Voor het handmatig instellen hebt u de SSID en het wachtwoord van een toegangspunt nodig.
Opmerking:
Als u een toegangspunt met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID die en het wachtwoord dat op het label vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neem dan contact op met de persoon die het toegangspunt ingesteld of raadpleeg de documentatie van het toegangspunt.
hee
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2. Selecteer Wi- Fi (a an be vo le n) en druk vervolgens op de knop OK.
3. Druk op de knop OK.
4. Selecteer Wi-Fi instelwizard en druk vervolgens op de knop OK.
5.
Selecteer de SSID voor het toegangspunt op het bedieningspaneel van de printer en druk op de knop OK.
Opmerking:
Als de SSID waarmee u wilt verbinden, niet wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer, selecteert u
Nogm. zoeken om de lijst te vernieuwen. Als deze nog steeds niet wordt weergegeven, selecteert u Andere SSID's en voert u de SSID rechtstreeks in.
Als u de SSID niet kent, controleer dan of deze vermeld staat op het label van het toegangspunt. Als u het
toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u de SSID die op het label staat.
6. Voer het wachtwoord in en druk op de knop OK.
Selecteer of u al dan niet een netwerkverbindingsrapport wilt afdrukken na het voltooien van de instellingen.
25
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Opmerking:
Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.
Als u het wachtwoord niet kent, controleer dan of het vermeld staat op het label van het toegangspunt. Als u het
toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u het wachtwoord dat op het label staat. Het wachtwoord kan ook een sleutel of wachtwoordzin worden genoemd.
Als u het wachtwoord voor het toegangspunt niet kent, raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is
geleverd of neemt u contact op met de persoon die dit hee ingesteld.
Als u geen verbinding kunt maken, laadt u papier en drukt u vervolgens op de knop
netwerkverbindingsrapport af te drukken.
om een
Gerelateerde informatie
& “Tekens invoeren” op pagina 19 & “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 28 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 141
Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op het toegangspunt te drukken. Als aan de volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
Het toegangspunt is compatibel met WPS (Wi-Fi Protected Setup).
De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op het toegangspunt te drukken.
Opmerking:
Als u de knop niet kunt vinden of als u instelt met behulp van de soware, raadpleeg dan de documentatie van het toegangspunt.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2. Selecteer Wi- Fi (a an be vo le n) en druk vervolgens op de knop OK.
3. Druk op de knop OK.
4. Selecteer Drukknopinstelling (WPS) en druk vervolgens op de knop OK.
5. Houd de knop [WPS] op het toegangspunt ingedrukt tot het beveiligingslampje knippert.
26
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Als u niet weet waar de [WPS]-knop zit, of als het toegangspunt geen knoppen hee, raadpleeg dan de documentatie van het toegangspunt voor meer informatie.
6. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer. Volg de instructies op het scherm die worden weergegeven.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 28 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 141
Wi-Fi-instellingen
U kunt verbinding maken met een toegangspunt door gebruik te maken van een pincode. U kunt deze methode gebruiken als uw toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. Gebruik een computer om een pincode in te voeren in het toegangspunt.
1. Selecteer Instellingen op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2. Selecteer Netwerkinstellingen en druk vervolgens op de knop OK.
3. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
Selecteer PIN-code (WPS) en druk vervolgens op de knop OK.
4.
5. Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven in te voeren in het toegangspunt. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
6.
Druk op de knop OK.
Het instellen is voltooid wanneer dit wordt gemeld in een bericht.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een verbindingsrapport af en controleer de oplossing.
congureren
via de PIN code-instelling (WPS)
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 28 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren
” op pagina 141
Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) congureren
Deze methode maakt het mogelijk om de printer rechtstreeks, dus zonder toegangspunt, te verbinden met een computer of smart device. De printer fungeert zelf als toegangspunt.
27
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Belangrijk:
c
Wanneer u een computer of smart device verbindt met de printer met de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt), is de printer verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als de computer of het smart device en vindt communicatie tussen de beide apparaten plaats. Omdat de computer of het smart device automatisch wordt verbonden met het andere verbindbare Wi-Fi-netwerk als de printer wordt uitgeschakeld, wordt niet opnieuw verbinding gemaakt met het vorige Wi-Fi-netwerk als de printer wordt ingeschakeld. Maak vanuit de computer of het smart device opnieuw verbinding met de SSID van de printer voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt). Als u niet steeds opnieuw verbinding wilt maken wanneer u de printer in- of uitschakelt, wordt aangeraden een Wi-Fi-netwerk te gebruiken door de printer te verbinden met een toegangspunt.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2. Selecteer Wi- Fi Di re ct en druk vervolgens op de knop OK.
3. Druk op de knop OK.
4. Druk op de knop OK om de installatie te starten.
5. Druk op de knop OK.
6. Kijk op het bedieningspaneel van de printer welke SSID en welk wachtwoord worden weergegeven. Selecteer in het scherm Netwerkverbinding van de computer of het smart device de SSID die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer om verbinding te maken.
7.
Voer op de computer of het smart device het wachtwoord in dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
8.
Nadat de verbinding is gemaakt, drukt u op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
9. Druk op de knop OK.
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 28 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 141

De status van de netwerkverbinding controleren

U kunt de netwerkstatus als volgt controleren.

De netwerkstatus controleren met het netwerkpictogram

U kunt de status van de netwerkverbinding controleren aan de hand van het netwerkpictogram op het startscherm van de printer. Het pictogram verandert volgens verbindingstype en signaalsterkte.
Gerelateerde informatie
& “Uitleg bij het startscherm” op pagina 18
28
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen

Een netwerkverbindingsrapport afdrukken

U kunt een netwerkverbindingsrapport afdrukken om de status tussen de printer en het toegangspunt te controleren.
1. Papier laden.
2. Selecteer Instellingen op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
3. Selecteer Netwerkinstellingen > Ve rb i n di n g sc o n tr o l e.
De verbindingscontrole wordt gestart.
4.
Druk op de knop
Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en volg de afgedrukte oplossingen.
x
om het netwerkverbindingsrapport af te drukken.
Gerelateerde informatie
& “Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport” op pagina 29
Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport
Controleer de berichten en foutcodes op het netwerkverbindingsrapport en volg dan de oplossingen.
a. Foutcode
29
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
b. Berichten over de netwerkomgeving
Gerelateerde informatie
& “E-1” op pagina 30 & “E-2, E-3, E-7” op pagina 30 & “E-5” op pagina 31 & “E-6” op pagina 32 & “E-8” op pagina 32 & “E-9” op pagina 32 & “E-10” op pagina 33
“E-11” op pagina 33
&
“E-12” op pagina 33
& & “E-13” op pagina 34 & “Bericht over de netwerkomgeving” op pagina 35
E-1
Bericht:
Controleer of de netwerkkabel is aangesloten en of uw netwerkapparaten (een hub, router of toegangspunt bijvoorbeeld) aanstaan.
Oplossingen:
Controleer of de ethernetkabel op de printer en op een hub of een ander netwerkapparaat is aangesloten.
Controleer of de hub of het andere netwerkapparaat is ingeschakeld.
Als u de printer via Wi-Fi wilt aansluiten,
aangezien deze zijn uitgeschakeld.
congureert
u de Wi-Fi-instellingen voor de printer opnieuw,
E-2, E-3, E-7
Bericht:
Geen namen van draadloze netwerken (SSID) gevonden. Controleer of de router of het toegangspunt aan- staat en of het draadloze netwerk (SSID) goed is ingesteld. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Geen namen van draadloze netwerken (SSID) gevonden. Controleer of de naam van het draadloze netwerk (SSID) goed is ingesteld op de computer die u wilt gebruiken. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
De ingevoerde beveiligingssleutel of het wachtwoord stemt niet overeen met de sleutel of het wachtwoord van de router of het toegangspunt. Controleer sleutel of wachtwoord. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
Controleer of de computer of het apparaat correct is verbonden met het toegangspunt.
Schakel het toegangspunt uit. Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
Plaats de printer dichter bij het toegangspunt en verwijder eventuele obstakels ertussen.
30
Loading...
+ 139 hidden pages