Brother MFC-9140CDN, MFC-9330CDW, MFC-9340CDW User Guide [nl]

Page 1
Basis gebruikershandleiding
MFC-9140CDN MFC-9330CDW MFC-9340CDW
Niet alle modellen zijn verkrijgbaar in alle landen.
Versie 0
DUT/BEL-DUT
Page 2
klantenservice
Vul de volgende gegevens in om deze later eenvoudig te kunnen raadplegen:
Modelnummer:
MFC-9140CDN / MFC-9330CDW / MFC-9340CDW
(Omcirkel uw modelnummer)
1
Serienummer: Aankoopdatum: Aankoopplaats:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het toestel. Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
© 2012 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Page 3

Gebruikershandleidingen en waar kan ik ze vinden?

Welke handleiding? Wat bevatten ze? Waar?
Handleiding product veiligheid
Installatiehandleiding Volg de inst ructi es v oor het inst ellen van uw
Basis gebruikershandleiding
Geavanceerde gebruikershandleiding
Softwarehandleiding Volg deze instruc ti e s voor afdrukken,
Lees deze handleidi ng eerst. Lees de veiligheidsinstructies vo or u de machine installeert. Raadpleeg deze gids voor handelsmerken en wettelijke beperkingen.
machine en instal leren van de drivers en software voor het bestur ingssys te em en het type verbinding dat u gebruikt.
Hier vindt u meer inform atie over de basis-, fax-, kopieer-, scan- en Direct Print- functies en over het vervangen van de verbruiksartikelen. Zie tips voor het oplossen van probl em en.
Hier vindt u meer informatie over geavanceerde functies: faxen, kopiëren, beveiliging, afdrukrapporten en het uitvoeren van routineonderhoud.
scannen, netwerks cannen, externe installatie, PC-Fax en het gebruik van Brother ControlCent er.
Gedrukt / in de verpakking
Gedrukt / in de verpakking
Gedrukt / in de verpakking Voor
Tsjechië, Hongarije, Bulgarije, Polen, Roemenië, Slowakije: PDF-bestand / cd-rom / in de verpakking
PDF-bestand / cd-rom / in de verpakking
HTML-bestand / cd-rom / in de verpakking
Netwerkhandleiding Deze handleiding biedt u nuttige informatie
over bedrade en draadl oze netwerkinstellingen en beveiligingsinstelling en bij het gebruik van de Brother-machine. U kunt er eveneens informatie vinden over ondersteunde protocollen voor uw machine en gedetailleerde tips voor het oplossen van problemen.
Wi-Fi Direct™ handleiding
(MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
Google cloud print handleiding
Deze handleidi ng biedt u inf ormatie over het configureren van uw Brother-machine voor rechtstreek s draadloos afdrukken vanaf een mobiel apparaat dat de standaard Wi-Fi Direct™ ondersteunt.
Deze handleidi ng biedt u inf ormatie over het configureren van uw Brother-machine voor een Google-account en het gebruik van Google Cloud Print-services om af te drukken via het internet.
PDF-bestand / cd-rom / in de verpakking
PDF-bestand / Brother Solutions Center
PDF-bestand / Brother Solutions Center
1
1
i
Page 4
Welke handleiding? Wat bevatten ze? Waar?
Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iPrint&Scan
In deze handleiding vindt u nuttige informatie over het afdrukken vanaf een mobiel apparaat en scannen vanaf uw Brother-machi ne naar een mobiel apparaat bij verbinding met een Wi-Fi-netwerk.
Handleiding Web Connect
In deze handleid ing vindt u meer informatie over het configureren en gebruiken van uw Brother-machi ne voor het scannen, laden en bekijken van beel den en bestanden op bepaalde websit es die deze services aanbieden.
AirPrint handleiding Deze handleiding geeft inform atie over het
gebruik van AirPrint om af te drukken van OS X v10.7.x, 10. 8.x en uw iPhone, iPod touch, iPad of ande r iOS- apparaat naar uw Brother-machi ne zonder een print erdriver te installeren.
1
Kijk op http://solutions.brother.com/.
PDF-bestand / Brother Solutions Center
1
PDF-bestand / Brother Solutions Center
1
PDF-bestand / Brother Solutions Center
1
ii
Page 5

Inhoudsopgave

(Basis gebruikershandleiding)
1 Algemene informatie 1
Gebruik van de docu men ta tie................. ................. ......... ................. ................ ....1
Symbolen en conventies in de documenta ti e...... .......... ................ ................. .1
Hulpprogramma voor Brother oproepen (Window s De geavanceerde gebruikershandleiding, de software-geb ruikershandleiding
en de netwerk-gebruikershandleiding openen....................................................3
Documentatie bekijken .................................................................................... 3
Gebruikershandleidingen voor geavanc eerde functies openen.............................5
Ondersteuning voor Brother oproepen (Windows
Ondersteuning voor Brother oproepen (Macintosh) ..............................................7
Overzicht bedieningspaneel . . ................................................................................8
LCD-aanraakscherm ..................................................................................... 10
Het scherm Gereed instellen.........................................................................14
Basishandelingen ..........................................................................................14
Instelli n gen vo or snelkoppelin gen.............. ................ ................. ......... ................15
Kopieersnelkoppelingen toevoegen ..............................................................15
Fax-snelkoppelingen toevoegen....................................................................16
Scan-snelko p pelingen toevoe gen.......................... ......... ................. ......... ....18
Snelkoppelingen voor Web Connect toevoegen .................................. ....... ..20
Snelkoppelingen wijzigen.............................................................................. 21
Namen van snelkoppelingen bewerken.........................................................22
Snelkoppelingen verwijderen......................................................................... 22
Snelkoppelingen opnieuw oproepen .............................................................22
Volume-instellingen .............................................................................................23
Belvolume......................................................................................................23
Volume van de waarschuwingstoon..............................................................23
Luidsprekervolume........................................................................................24
®
8)................ ................. ........2
®
)..............................................6
2 Papie r plaatse n 25
Papier en afdrukmedia plaatsen........ .......... ................. ......... ................. .............25
Papier in de papierlade plaatsen...................................................................25
Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer ......................................27
Onscanbare en onbedrukbare gedeeltes......................................................31
Papierinstellingen ................................................................................................32
Papierformaat................................................................................................32
Papiersoort....................................................................................................32
Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia. ....................................................33
Aanbevolen papier en afdrukmedia...............................................................33
Soort en formaat van het papier....................................................................33
Speciaal papier hanteren en gebruiken.........................................................35
3 Documenten plaatsen 38
Hoe documenten pla at se n... ................. ................ .......... ................ .......... ...........38
De automatisch documentinvoer (ADF) gebruiken........................................ 38
De glasplaat gebruiken..................................................................................39
iii
Page 6
4 Een fax verzenden 40
Hoe een fax verzenden.. ......................................................................................40
Faxen onderbre ke n............................ ................ .......... ................ .......... .......41
Documenten in Letter-formaat faxen vanaf de glasplaat...............................42
Een lopende fax annuleren............................................................................42
Verzendrapport..............................................................................................42
5 Een fax ontvangen 44
Ontvangstmodi .....................................................................................................44
De ontvangstmodus kiezen ...........................................................................44
Ontvangstmodi gebruiken.................................................................................... 46
Alleen fax........... ................ ................. ......... ................. ................ .......... .......46
Fax/Tel...........................................................................................................46
Handmatig .....................................................................................................46
Extern antwoordapparaat ..............................................................................46
Instellingen ontvangstmodus...............................................................................47
Belvertraging .................................................................................................47
F/T-beltijd (alleen Fax/Tel-modus).................................................................47
Fax waarnemen............................................................................................. 48
Faxvoorbeeld (alleen zwart-wit)...........................................................................49
Een afdrukvoorbeeld van een ontvangen fax bekijken..................................49
Faxvoorbeeld uitschakelen............................................................................51
6 PC-FAX gebruiken 52
Hoe PC-FAX gebruiken.......................................................................................52
PC-Fax ontvangen (alleen voor Windows
Een PC-FAX verzenden ............................................................... ..... ....... .....53
®
)..................................................52
7 Telefoon en externe apparaten 54
Telefoonlijndiensten.............................................................................................54
Het telefoonlijntype instellen..........................................................................54
Een extern antwoordapparaat verbinden ............................................................ 55
Verbindingen .................................................................................................55
Een uitgaand bericht opnemen (OGM)..........................................................56
Aansluit ing op meerd er e lijnen (PBX) ............................................................ 56
Externe en tweede toestellen ..............................................................................57
Een extern of tweede toestel verbinden ........................................................57
Bediening op extern of tweede toestel .......................................................... 57
Alleen voor Fax/T e l-modus................... ................. ................ .......... ..............58
Een draadloze externe handset gebruiken die niet van Brother is................58
Codes voor afstandsbediening gebruiken .....................................................58
iv
Page 7
8 Nummers kiezen en opslaan 61
Hoe kiezen...... ................. ......... ................. ................ .......... ................ ................61
Handmatig kiezen..........................................................................................61
Kiezen vanuit het adresboek ......................................................................... 61
Faxnummer opnieuw kiezen .......................................................................... 61
Nummers opslaan................................................. .......... ....... ......... .......... ....... ....62
Een pauze opslaan........................................................................................62
Nummers in het adresboek opslaan............................................................ ..62
Namen of nummers in het adresboek wijzigen..............................................63
9 Kopieën maken 64
Hoe kopiëren.......................... ................ .......... ................ .......... ................ .........64
Kopiëren onder b r e ke n...... ......... ................. ......... ................. ................ .........64
Voorgeprogrammeerde kopieerinstellingen........ ..................... ..................... .64
Kopieeropties.................................................................................................65
10 Gegevens afdrukken vanaf een USB-flashstation of
digitale camera met ondersteuning voor massaopslag (Voor MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) 66
Een PRN-bestand aanmaken voor rechtstreeks afdrukken.................................66
Gegevens afdrukken vanaf het USB-flashstat ion of digitale camera met
ondersteuning voor massaopslag.....................................................................67
De standaardinstellingen voor rechtstreeks afdrukken wijzigen. ...................69
11 Afdrukken vanaf een computer 70
Een document afdrukken.....................................................................................70
12 Hoe scannen naar een computer 71
Voor het scannen ................................................................................................71
Een document als PDF-bestand scannen m et ControlCen ter4 (Windows
Een document als PDF-bestand scannen met het aanraakscherm ....................74
®
).......71
v
Page 8
A Routinematig onderhoud 76
Verbruiksartikelen vervangen ..............................................................................76
De tonercartridges vervangen .......................................................................80
De drumeenheden vervangen .......................................................................87
De riemeenheid vervangen ...........................................................................94
De tonerbak vervangen .................................................................................98
De machine reinigen en controle re n......... ................ .......... ................ ...............103
De buitenzijde van de machine reinigen......................................................104
De LED-koppen reinigen .............................................................................105
De glasplaat reinigen...................................................................................106
De coronadraden reinigen...........................................................................108
De drumeenheid reinigen ............................................................................111
De papierinvoerrollen reinigen . ....................................................................117
Kalibratie......................................................................................................118
Automatische registratie..............................................................................119
Frequent ie ( kleurcorrectie) ...................... ................ .......... ................ ..........119
B Problemen oplossen 120
Uw probleem identificeren.................................................................................120
Fout- en onderhoudsberichten... ........................................................................122
Uw faxen of faxjournaal overbrengen.......................................................... 130
Vastgelopen documenten..................................................................................132
Document vastgelopen in de bovenzijde van de ADF
(automatische documentin vo er) ....... .......... ................ .......... ................ ...132
Document vastge l o pen onder het documentde kse l....... .......... ................ ...132
Kleine documenten verwijderen die zijn vastgelopen in de ADF
(automatische documentin vo er) ....... .......... ................ .......... ................ ...133
Document vastge l o pen in de uitvoerlade ................ .......... ................ ..........133
Vastgelopen papier............................................................................................134
Papier vastgelopen in de sleuf voor handmatige invoer.............................. 134
Het papier is vastg e lopen in de papierl a d e ................ ................ .......... .......134
Het papier is vastg e lopen in de uitvoer l ade.... ......... ................. ................ ...135
Papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine..........................136
Papier is vastgelopen in de machine........................................................... 138
Het papier is vastg e lopen onder de papier lade.......................... .................141
Als u problemen hebt met de machine............ ................. ......... ................. .......143
Kiestoondetectie instellen............................................................................155
Storing op de telefoonlijn / VoIP ..................................................................155
De afdrukkwaliteit verbeteren............................................................................157
Informati e over d e machi n e..... .......... ................ ................. ......... ................. .....167
Het serienum me r controleren........................... .......... ................ .................167
De firmwareversie controleren.....................................................................167
Resetfuncties...............................................................................................168
De machine resetten ...................................................................................168
vi
Page 9
C Instellings- en functietabellen 170
De instellingstabellen gebruiken........................................................................170
Instellingstabellen. ..... ........................................................................................171
Functietabellen..................................................................................................196
Tekst invoeren................................................................................................... 225
D Specificaties 226
Algemeen ..........................................................................................................226
Document grootte..............................................................................................228
Afdrukmedia.......................................................................................................229
Fax..................................................................................................................... 230
Kopiëren............................................................................................................ 231
Scanner .............................................................................................................232
Printer................................................................................................................233
Interfaces...........................................................................................................234
Netwerk..............................................................................................................235
Functie Recht streeks afdrukken................ ................ .......... ................ ..............236
Computervereisten............................................................................................237
Verbruiksartikelen..............................................................................................238
E Index 239
vii
Page 10
Inhoudsopgave
(Geavanceerde gebruikershandleiding)
U kunt de Geavanceerde gebruikershandleiding raadplegen op de cd-rom. De Geavanceerde gebruikershandleid ing biedt u meer informatie over de volgende functies.
1 Algemene instelling
Opslag in het geheugen Automat is c h zo me r t ijd in s t e llen Ecologische functies Aanraakscherm
2 Beveiligingsfuncties
Secure Function Lock 2.0 Instelslot Kiesbeperking
3 Een fax verze nd en
Aanvullende verzendopties Aanvullende verzendbewerkingen Pollen
4 Een fax ontvan gen
Opties voor Ontvangst uit het geheugen
7Kopiëren
Kopieerinstellingen
A Routineonderhoud
De machine controleren Periodieke onderhoudsonderdelen
vervangen De machine inpakken en vervoeren
B Verklarende woordenlijst
CIndex
Afstandsbediening Aanvullende ontvangstfuncties Pollen
5 Kiezen en nummers opslaan
Aanvullende kiesfuncties Bijkomende manieren om nummers
op te slaan
6 Rapporten afdrukken
Faxrapporten Rapporten
viii
Page 11
1
1
OPMERKING

Algemene informatie 1

Gebruik van de documentatie

Dank u voor de aanschaf van een Brother­machine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine.

Symbole n en conventi es in de documentatie 1

De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING geeft een mogelijk gevaa rlijk e s it ua ti e aa n d ie, al s dez e n iet wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig of fataal letsel.
BELANGRIJK
BELANGRIJK geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in schade aan eigendommen, storingen of een niet-werkend product.
OPMERKING
De aanduidingen Opmerkingen geven aan hoe u moet reageren in een bepaalde situatie of geven informatie over hoe de huidige functie werkt met andere functies.
De pictogrammen Elektrisch Gevaar
1
Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product worden aangegeven.
waarschuwen u voor een mogelijke elektrische schok.
Pictogrammen voor brandgevaar wijzen u op een risico op brand.
De pictogrammen Heet oppervlak waarschuwen u voor hete delen van de machine.
Verbodspictogrammen wijzen op handelingen die niet mogen worden uitgevoerd.
Vet Vetgedrukte tekst geeft de
kiestoetsen van het aanraakpaneel of op het computerscherm aan.
Cursief Cursief gedruk te tekst legt de
nadruk op een belangrijk punt of verwijst naar een verwant onderwerp.
Courier New
De meeste illustraties in deze Gebruikershandleiding tonen de MFC-9340CDW.
Het lettertype Courier New geeft de meldingen aan die worden weergegeven op het aanraakscherm van de machine.
1
Page 12
Hoofdstuk 1

Hulpprogramma voor Brother oproepen (Windows® 8) 1

Als u een tablet met Windows® 8 gebruikt, kunt u uw selecties maken door ofwel op het scherm te tikken of door met uw muis te klikken.
Zodra de printerdriver is geïnstalleerd, verschijnt op zowel het beginscherm als het bureaublad.
a Tik of klik op Brother Utilities op ofwel het beginscherm of het bureaublad.
b Selecteer uw machine.
c Kies de functie die u wilt gebruiken.
2
Page 13
Algemene informatie
1
OPMERKING
De geavanceerde gebruikershandleiding, de software­gebruikershandleiding en de netwerk­gebruikershandleiding openen
Deze Basis gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine zoals hoe u de geavanceerde functies voor fax, kopie, printer, scanner, PC-Fax en netwerk gebruikt. Wanneer u klaar bent voor gedetailleerdere informatie over deze functies, kunt u de
Geavanceerde geb ruikershandleiding, Softwarehandleiding in HTML-formaat en Netwerkhandleidin g die u terugvindt op de
cd-rom raadplegen.

Documentatie bekijken 1

Documentatie bekijken (Windows®) 1
(Windows Klik op (Brother Utilities) en klik
vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien dit nog niet is gebeurd). Klik in de linkernavigatiebalk op
Ondersteuning en daarna op Gebruikershandleidingen.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt u de documentatie op de cd-rom vinden door
1
deze stappen te volgen:
®
8 / Windows Server® 2012)
a Zet de computer aan. Plaats de cd-rom
in het cd-romstation.
Als het Brotherscherm niet verschijnt, gaat u naar Computer (Deze computer).
(Voor Windows op het pictogram (File Explorer) en
ga vervolgens naar Computer.) Dubbelklik op het pictogram van de cd-rom en dubbelklik vervolgens op start.exe.
®
8: klik op het de taakbalk
b Als de modelnaam op het scherm wordt
weergegeven, klikt u op de modelnaam.
(Windows® 7 / Windows Vista® / Windows Windows Server Windows Server
Om de documentatie te zien, selecteert u in het (Starten)-menu Alle programma's >
Brother > MFC-XXXX (waarbij XXXX de naam is van uw model) uit de programmalijst en kiest u vervolgens Gebruikershandleidingen.
®
XP / Windows Server ® 2008 R2 /
®
2008 /
®
2003)
c Als het scherm voor de taalkeuze wordt
weergegeven, klikt u op de gewenste taal. Het bovenste menu van de cd-rom wordt geopend.
d Klik op Gebrui kershandleidingen.
3
Page 14
Hoofdstuk 1
OPMERKING
e Klik op PDF/HTML-documenten. Als
het scherm voor de landenkeuze wordt weergegeven, selecteert u het gewenste land. Als de lijst van Gebruikershandleidingen wordt weergegeven, selecteert u de gewenste handleiding.
Documentatie be ki j ken (Mac intosh) 1
a Zet uw Macintosh aan. Plaats de cd-rom
in het cd-romstation. Dubbelklik op het pictogram BROTHER. Het volgende venster verschijnt.
Instructies vinden om te scannen 1
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Sc annenControlCenterNetwerk s ca nnen
Nuance™ PaperPort™ 12S E procedurehandleidingen
(Windows
De complete Nuance™ PaperPort™
12SE procedurehandleidingen kunt u bekijken in het Helpgedeelte in de Nuance™ PaperPort™ 12S E-toepassin g.
Gebruikershandleiding Presto! PageManager
(Macintosh-gebruikers)
®
-gebruikers)
b Dubbelklik op het pictogram
Gebruikershandleidin gen.
c Selecteer indien nodig uw model en
taal.
d Klik op Gebruikershandleidingen. e Als de lijst van Gebruikershandleidingen
wordt weergegeven, selecteert u de gewenste handleiding.
Presto! PageManager moet gedownload en geïnstalleerd worden voor gebruik (zie
Ondersteuning voor Brother oproepen (Macintosh) uu pagina 7 voor meer
instructies).
U kunt de complete Presto! PageManager
Gebruikershandleiding bekijken via het Helpgedeelte in Presto! PageMa nager.
4
Page 15
Algemene informatie
1
Instructies vinden voor het instellen van een netw e rk
U kunt uw machine aansluiten op een draadloos (alleen MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) of een bedraad netwerk.
St andaa rdinstructies vo or het instellen:
(uuInstallatiehandleiding.)
Verbi nding m et een draadloos
toegangspunt of een draadloze router Wi­Fi Protected Setup of AOSS™: (uuInstallatiehandleiding.)
Meer informatie over het instellen van een
netwerk: (uuNetwerkhandleiding.)

Gebruikershandleiding en voor geavanceerde functies openen

U kunt deze handleidingen bekijken en downloaden in het Brother Solutions Center op:
http://solutions.brother.com/ Klik op Handleidingen op de pagina van uw
model om de documentatie te downloaden.
Wi-Fi Direct™ handleiding 1
(MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Deze handleiding biedt informatie over het
configureren en gebruiken van uw Brother­machine voor rechtstreeks draadloos afdrukken vanaf een mobiel apparaat dat de standaard Wi-Fi Direct™ ondersteunt.
Google cloud print handleiding 1
1
Deze handleiding biedt informatie over het configureren van uw Brother-machine voor een Google-account en het gebruik van Google Cloud Print-services om af te drukken via het internet.
Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iPrint&Scan 1
In deze handleiding vindt u nuttige informatie over het afdrukken vanaf een mobiel apparaat en scannen vanaf uw Brother­machine naar een mobiel apparaat bij verbinding met een Wi-Fi-netwerk.
Handleiding Web Connect 1
In deze handleiding vindt u informatie over het configureren en gebruiken van uw Brother-machine voor het scannen, laden en bekijken van beelden en bestanden op bepaalde websites die deze services aanbieden.
5
Page 16
Hoofdstuk 1
AirPrint handleiding 1
Deze handleiding geeft informatie over het gebruik van AirPrint om af te drukken van OS X v10.7.x, 10.8.x en uw iPhone, iPod touch, iPad of ander iOS-apparaat naar uw Brother-machine zonder een printerdriver te installeren.
Ondersteuning voor Brother oproepen
®
(Windows
U kunt alle benodigde contactgegevens vinden, zoals voor webondersteuning (Brother Solutions Center), op de cd-rom.
K lik op Brother-support op het
Hoofdmenu. Het Brother Support-scherm
verschijnt.
Om onz e website
(http://www.brother.com/ u op Brother-startpagina.
) 1
) te openen, klikt
Voor het laatste nieuws en
productondersteuningsinforma tie (http://solutions.brother.com/ Brother Solutions Center.
Wa nneer u onze website wilt bezoeken
voor originele Brother-onderdelen (http://www.brother.com/original/ op Informatie over verbruiksartikelen .
Om naar Brother Creat iveCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/ te gaan voor GRATIS fotoprojecten en afdrukbare downloads, klikt u op Brother CreativeCenter.
Wa nneer u wilt terugkeren naar het
Hoofdmenu, klikt u op Terug. Als u klaar bent, klikt u op Afsluiten.
6
), klikt u op
), klikt u
)
Page 17
1
Ondersteuning voor Brother oproepen
Algemene informatie
(Macintosh)
U kunt alle benodigde contactgegevens vinden, zoals voor webondersteuning (Brother Solutions Center), op de cd-rom.
Du bbelklik op het pictogra m
Brother-support. Kies eventueel uw model. Het Brother Support-scherm verschijnt.
Klik op Presto! PageManager om Presto!
PageManager te downloaden en te installeren.
O m de webpagina van de toepas sing
Brother Web Connect te openen, klikt u op
Brother Web Connect.
1
O m uw machine te registreren op de
registratiepagina voor Brother-producten (http://www.brother.com/registration/ klikt u op On line registratie.
Voor het laatste nieuws en
productondersteuningsinform atie (http://solutions.brother.com/ klikt u op BrotherSolutions Center.
W anneer u onze website wilt bezoeken
voor originele Brother-onderdelen (http://www.brother.com/original/ klikt u op Informatie over verbruiksartikelen.
),
),
),
7
Page 18
Hoofdstuk 1
OPMERKING
1

Overzicht bedieningspaneel 1

De MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW hebben een LCD-aanraa kscherm en
1
aanraakpaneel van 3,7 in. (93,4 mm)
1
Dit is een LCD-aanraakscherm met een elektrostatisch aanraakpaneel dat alleen de LED's aangeeft die kunnen worde n ge bru ikt.
.
De illustraties zijn gebaseerd op MFC-9340CDW
1 3,7 in. (93,4 mm) LCD-aanraakscherm
(Liquid Crystal Display)
Dit is een LCD-aanraakscherm. U kunt de menu's en opties openen door erop te drukken wanneer ze op het scherm worden weergegeven.
8
Page 19
1
3
2
4
Algemene informatie
2 Aanraakpaneel:
De LED's op het aanraakpaneel lichten alleen op wanneer ze beschikbaar zijn voor gebruik.
Terug
Druk op deze toets om terug te keren naar het vorige menuniveau.
Home
Druk op deze toets om terug te keren naar het Home-scherm. In de fabrieksinstellingen worden de datum en tijd getoond, maar u kunt de standaardinstelling van het Home­scherm wijzigen (zie Het scherm Gereed instellen uu pagina 14).
Annuleren
Druk op deze toets om een bewerking te annuleren wanneer de toets rood is verlicht.
Kiestoetsen
Druk op de cijfers op het aanraakpaneel om telefoon- en faxnummers te vormen of om het aantal kopieën in te voeren.
3 Aan/uit
Druk op om de machine in te schakelen.
Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen. Het LCD-aanraakscherm geeft
Afsluiten weer en blijft enkele seconden aan voor het uitgaat.
4
(MFC-9330CDW en MFC-9340C DW)
Het Wi-Fi-lampje is aan wanneer de netwerkinterface WLAN is.
9
Page 20
Hoofdstuk 1
21
5
3
4
21
67
3 4
8
31
9
4
2

LCD-aanraakscherm 1

U kunt drie soorten schermen selecteren voor het Home-scherm. Wanneer het Home-scherm wordt weergegeven, kunt u het weergegeven scherm wijzigen door naar links of naar rechts te vegen of door op d of c te drukken.
De volgende schermen geven de machinestatus weer wannee r de machine inactief is.
Home-scherm
Het Home-scherm toont de datum en tijd en biedt toegang tot het scherm Fax, Kopiëren, Scannen, Wi-Fi­instelling, Tonerniveaus en Instelling.
Wanneer het Home-scherm wordt weergegeven, bevindt de machine zich in de stand Gereed. Wanneer
Secu re Func tion Lo ck pictogram weerg egeven.
1
uuGeavanceerde gebruikershandleiding, Secure Functio n Lock 2.0 .
Meer-scherm
Het Meer-scherm biedt toegang tot bijkomende functies, zoa ls Afdruk be veilige n, web-snelk oppeling en USB.
Snelkoppelingsschermen
U kunt heel eenvoudi g een snelkoppeling maken voor vaak gebruikte functies, zoals verzenden van een fax, maken van een kopie, scannen en Web Connect (zie Instellingen voor snelkoppeli ngen uu pagina 15 voor meer informatie).
1
wordt ingeschakeld, wordt een
10
Page 21
1
OPMERKING
Vegen is een handeling van de gebruiker
OPMERKING
op het aanraakscherm, waarbij u uw vinger over het scherm wrijft om de volgende pagina of het volgende item weer te geven.
1 Modi:
Algemene informatie
Als u bovenaan het scherm ziet, kunt u de draadloze instellingen eenvoudig
configureren door op deze knop te drukken (voor meer informatie, uuInstallatiehandleiding).
3 (Toner)
Bekijk de resterende levensduur van de toner.
Druk hierop om het menu Toner te openen.
De aanduiding van de resterende levensduur van de toner verschilt naargelang de soort afgedrukte documenten en het gebruik van de klant.
4 (Instell.)
Fax
Hiermee opent u de faxmodus.
Kopiëren
Hiermee opent u de kopieermodus.
Scannen
Hiermee opent u de scanmodus.
2 Draadloze status
(MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Wanneer u gebruik maakt van een
draadloze verbinding, wordt de sterkte van het draadloze signaal weergegeven via een aanduiding met vier niveaus op het scherm van de stand Gereed.
0Max
Druk hierop om de hoofdinstellingen te openen (zie Instellingenscherm uu pagina 13 voor meer informatie).
5 Datum en tijd
Bekijk de datum en tijd die in de machine zijn ingesteld.
6 Beveiligd Afdrukken
Hiermee kunt u het menu voor beveiligd afdrukken openen.
7 Web
Druk hierop om de Brother-machine te verbinden met een internetservice (voor meer inf or matie, uuHandleiding Web Connect).
8 USB
Druk hierop om de menu Rechtstreeks afdrukken en Scannen naar USB te openen.
11
Page 22
Hoofdstuk 1
OPMERKING
OPMERKING
10
䎱䏌䏈䏘䏚䏈䎃䏉䏄䏛䎝䎓䎔
11
9 Snelkoppelingen
Druk hierop om snelkoppelingen in te stellen.
U kunt snel kopiëren, scannen, een fax verzenden en verbinding maken met een webservice met behulp van de als snelkoppelingen ingestelde opties.
• Er zijn drie snelkoppelingsschermen. U kunt tot zes snelkoppelingen instellen in elk snelkoppelingsscherm. In totaal zijn er dus 18 snelkoppelingen beschikbaar.
• Veeg naar links of naar rechts, of druk op d of c, om de andere snelkoppelingsschermen te bekijken.
10 Nieuwe fax
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan, kunt u zien hoeveel nieuwe faxen u in het geheugen heeft ontvangen.
11 Waarschuwingspictogram
Het waarschuwingspictogram verschijnt als er een fout- of
onderhoudsbericht is; druk op Detail om deze te bekijken en druk vervolgens op
om terug te keren naar het scherm
Gereed. Zie Fout- en onderhoudsberichten
uu pagina 122 voor meer informatie.
• Dit product maakt gebruik van het lettertype van ARPHIC TECHNOLOGY CO., LTD.
12
• MascotCapsule UI Framework en MascotCapsule Tangiblet ontwikkeld door HI CORPORATION worden gebruikt. MascotCapsule is een gedeponeerd handelsmerk van HI CORPORATION in Japan.
Page 23
Algemene informatie
1
1
5
8 7
6
3
4
2
13
5
4
10 9
6
2
Instellingenscherm 1
Het aanraakscherm geeft de status van de machine aan wanneer u op drukt.
U kunt alle instellingen van de machine controleren en openen in het volgende scherm.
(MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
(MFC-9140CDN)
Ext. TEL/ANTHandmatig
3 Netwerk
Druk hierop om een netwerkaansluiting tot stand te brengen.
(MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Wanneer u gebruik maakt van een draadloze verbinding, wordt de sterkte van het draadloze signaal weergegeven via een aanduiding met vier niveaus.
4 Datum en tijd
Bekijk de datum en tijd. Druk hierop om het menu
Datum en tijd te openen.
5 Faxvoorbeeld
Bekijk de status Faxvoorbeeld. Druk hierop om de instelling Faxvoorbeeld
te openen.
6 Alle instell.
Druk hierop om het volledige instellingenmenu te openen.
1 Toner
Bekijk de resterende levensduur van de toner.
Druk hierop om het menu Toner te openen.
2 Ontvangstmodus
Bekijk de huidige ontvangstmodu s.
FaxFax/tel.
7 Lade-instelling
(MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Bekijk het geselecteerde papierformaat.
Druk hierop om indien nodig de instellingen voor papierformaat en papiertype te wijzigen.
8 Wi-Fi Direct
(MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Druk hierop om een Wi-Fi Direct™-
netwerkaansluiting tot stand te brengen.
9 Papierformaat
(MFC-9140CDN) Hiermee kunt u het huidige papierformaat
controleren. U kunt ook de instelling Papierformaat openen.
10 Papiersoort
(MFC-9140CDN) Hiermee kunt u het huidige papiertype
controleren. U kunt ook de instelling Type papier openen.
13
Page 24
Hoofdstuk 1
BELANGRIJK

Het scherm Gereed instellen 1

Stel het scherm Gereed in op Beginscherm, Meer, Snelkoppelingen 1, Snelkoppelingen 2 of Snelkoppelingen 3.
Wanneer de machine inactief is of u op drukt, keert het aanraakscherm terug naar het door u ingestelde scherm.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Knopinstellingen weer te geven en druk er dan op.
f Druk op Knopinstellingen
beginscherm.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b om Beginscherm, Meer, Snelkoppelingen 1, Snelkoppelingen 2 of Snelkoppelingen 3 weer te geven.

Basishandelingen 1

Druk met uw vinger op het aanraakscherm om het te bedienen. Om alle schermmenu's of opties weer te geven en te openen, veegt u naar links, rechts, omhoog, omlaag, of drukt u op d c of a b om er doorheen te bladeren.
Druk NIET op het aanraakscherm met een scherp voorwerp, zoals een pen of stylus. De machine kan erdoor beschadigd worden.
Aan de hand van de volgende stappen kunt u zien hoe u een instelling van de machine wijzigt. In dit voorbeeld wordt de instelling voor de achtergrondverlichting van het aanraakscherm gewijzigd van Licht naar Half.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te geven.
h Druk op .
De machine gaat naar het door u gekozen Home-scherm.
14
d Druk op Standaardinst..
Page 25
Algemene informatie
1
OPMERKING
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om LCD instell. weer te geven.
f Druk op LCD instell.. g Druk op Schermverlicht.
h Druk op Half.

Instellingen voor snelkoppelingen 1

U kunt de instellingen voor faxen, kopiëren, scannen en Web Connect die u het vaakst gebruikt, toevoegen door ze als snelkoppelingen in te stellen. Later kunt u deze instellingen snel en eenvoudig opnieuw oproepen en toepassen. U kunt maximaal 18 snelkoppelingen toevoegen.

Kopieersnelkoppelingen toevoegen 1

De volgende inste lling en ku nnen w orden opgenomen in een kopieersnelkoppeli ng:
KwaliteitVergroten/verkleinenDichtheidContrastStapel/SorteerPagina layout
Druk op om terug te keren naar het vorige niveau.
i Druk op .
Kleur aanpassen2-zijdige kopie2-zijdige kopie pagina-opmaak
(MFC-9340CDW)
Achtergr.kleur verwijderen
a Als het weergegeven scherm het Home-
of Meer-scherm is, veegt u naar links of naar rechts, of drukt u op d of c, om een snelkoppelingsscherm weer te geven.
b Druk op op een plaats waar u nog
geen snelkoppeling heeft toegevoegd.
c Druk op Kopiëren. d Lees de informatie op het
aanraakscherm en bevestig deze door op OK te drukken.
15
Page 26
Hoofdstuk 1
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare voorgeprogrammeerde kopieerinstellingen weer te geven, en druk dan op de gewenste instelling.
f Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare instellingen weer te geven, en druk dan op de gewenste instelling.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare opties voor de instelling weer te geven, en druk dan op de gewenste optie. Herhaal stappen f en g tot u alle instellingen voor dez e s ne lk op peling heeft geselecteerd.
h Wanneer u klaar bent met het wijzigen
van de instellingen, drukt u op Opslaan als snelkoppeling.
i Lees en bevestig de weergegeven lijst
van door u geselecteerde instellingen, en druk op OK.

Fax-snelkoppelingen toevoegen 1

De volgende instellingen kunnen worden opgenomen in een fax-snelkoppeling:
Faxresolutie2-zijdige fax (MFC-9340CDW)ContrastDirect verzendenVoorpagina instellenInternationaalScanformaat glas
a Als het weergegeven scherm het Home-
of Meer-scherm is, veegt u naar links of naar rechts, of drukt u op d of c, om een snelkoppelingsscherm weer te geven.
b Druk op op een plaats waar u nog
geen snelkoppeling heeft toegevoegd.
c Druk op Fax.
j Voer een naam voor de snelkoppeling in
met het toetsenbord op het aanraakscherm. (Raadpleeg Tekst invoeren uu pagina 225 voor hulp bij het invoeren van letters.) Druk op OK.
k Druk op OK om uw snelkoppeling op te
slaan.
d Lees de informatie op het
aanraakscherm en bevestig deze door op OK te drukken.
e Voer het fax- of telefoonnummer in met
de kiestoetsen op het aanraakscherm, het adresboek of de oproephistoriek op het aanraakscherm. Wanneer u klaar bent, gaat u naar stap f.
16
Page 27
1
OPMERKING
• U kunt tot 20 tekens invoeren voor een faxnummer.
• Als de snelkoppeling moeten worden gebruikt voor groepsverzenden, drukt u op Opties en selecteert u Rondsturen in stap g voor u het fax- of telefoonnummer invoert in stap e.
• U kunt tot 20 faxnummers invoeren als de snelkoppeling bedoeld is voor groepsverzenden. De faxnummers kunnen worden ingevoerd in elke gewenste combinatie van groepsnummers uit het adresboek, individuele faxnummers uit het adresboek of handmatig worden ingevoerd (uuGeavanceerde gebruikershandleiding, Groepsverzenden).
• Wanneer u een faxnummer in een snelkoppeling invoert, wordt het automatisch toegevoegd aan het adresboek. De naam in het adresboek is de naam van de snelkoppeling plus een volgnummer.
f Druk op Opties.
Algemene informatie
k Voer een naam voor de snelkoppeling in
met het toetsenbord op het aanraakscherm. (Raadpleeg Tekst invoeren uu pagina 225 voor hulp bij het invoeren van letters.) Druk op OK.
l Druk op OK om uw snelkoppeling op te
slaan.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
h Druk op de optie die u wenst.
i Wanneer u klaar bent met het wijzigen
j Lees en bevestig de weergegeven lijst
a of b, om de beschikbare instellingen weer te geven, en druk dan op de gewenst e in s te lling.
Herhaal stappen g en h tot u alle instellingen voor deze snelkoppeling heeft geselecteerd. Druk op OK.
van de instellingen, drukt u op Opslaan als snelkoppeling.
van door u geselecteerde instellingen, en druk op OK.
17
Page 28
Hoofdstuk 1
OPMERKING

Scan-snelkoppelingen toevoegen 1

De volgende instellingen kunnen worden opgenomen in een scan-snelkoppel ing:
naar USB
2-zijdige scan (MFC-9340CDW)ScantypeResolutieBestandstypeScanformaat glasBestandsnaamBestandsgrootteAchtergrondkleur verwijderen
nr e-mailserver (Beschikbaar nadat IFAX werd gedownload)
2-zijdige scan (MFC-9340CDW)ScantypeResolutieBestandstypeScanformaat glasBestandsgrootte
c Druk op Scannen. d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om het gewenste scantype weer te geven, en druk er dan op.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u op naar USB heeft gedrukt,
leest u de informatie op het aanraakscherm, waarna u op OK drukt om te bevestigen. Ga naar stap h.
Als u op nr e-mailserver heeft
gedrukt, leest u de informatie op het aanraakscherm, waarna u op OK drukt om te bevestigen. Ga naar stap f.
Als u op naar OCR,
naar bestand, naar afbeelding of naar e-mail heeft gedrukt, leest u
de informatie op het aanraakscherm, waarna u op OK drukt om te bevestigen. Ga naar stap g.
Als u op naar FTP of
naar netwerk heeft gedrukt, leest
u de informatie op het aanraakscherm, waarna u op OK drukt om te bevestigen.
naar OCR / naar bestand / naar afbeelding / naar e-mail
PC Select
naar FTP / naar netwerk
Profielnaam
a Als het weergegeven scherm het Home-
of Meer-scherm is, veegt u naar links of naar rechts, of drukt u op d of c, om een snelkoppelingsscherm weer te geven.
b Druk op op een plaats waar u nog
geen snelkoppeling heeft toegevoegd.
18
Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b, om de profielnaam weer te geven en druk er dan op.
Druk op OK om de profielnaam die u heeft geselecteerd, te bevestigen. Ga naar stap m.
Om een snelkoppeling voor naar netwerk en naar FTP toe te voegen, dient u de profielnaam vooraf toe te voegen.
Page 29
Algemene informatie
1
OPMERKING
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een e-mailadres handmatig in te
voeren, drukt u op Handmatig. Voer het e-mailadres in met het toetsenbord op het aanraakscherm. (Raadpleeg Tekst invoeren uu pagina 225 voor hulp bij het invoeren van letters.)
Druk op OK.
Om een e-mai ladres in te voeren uit
het Adresboek, drukt u op Adresboek. Veeg omhoog of
omlaag, of druk op a of b, om het gewenste e-mailadres weer te geven, en druk er dan op.
Druk op OK.
Als u het door u ingevoerde e-mailadres heeft bevestigd, druk u op OK. Ga naar stap h.
Druk op Details om de lijst weer te geven van door u ingevoerde adressen.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer de machine verbonden is
met een computer door middel van een USB-verbinding:
Druk op OK om te bevestigen dat USB is geselecteerd als de pc-naam. Ga naar stap m.
i Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare instellingen weer te geven, en druk dan op de gewenst e in s te llin g.
j Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare opties voor de instelling weer te geven, en druk dan op de gewenste optie. Herhaal stappen i en j tot u alle instellingen voor deze snelkoppeling heeft geselecteerd. Druk op OK.
k Controle er de ins tellingen die u h ee ft
geselecteerd:
Als u nog wijzigingen dient aan te
brengen, keert u terug naar stap h.
Als u tevreden bent over uw
wijzigingen, drukt u op Opslaan als snelkoppeling.
l Controleer uw instellingen op het
aanraakscherm en druk dan op OK.
m Voer een naam voor de snelkoppeling in
met het toetsenbord op het aanraakscherm. (Raadpleeg Tekst invoeren uu pagina 225 voor hulp bij het invoeren van letters.) Druk op OK.
n Lees de informatie op het
aanraakscherm en druk dan op OK om uw snelkoppeling op te slaan.
h Druk op Opties.
Wanneer de machine is aangesloten
op een netwerk: Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de pc-naam weer te geven en druk er dan op. Druk op OK om de door u geselecteerde pc-naam te bevestigen. Ga naar stap m.
19
Page 30
Hoofdstuk 1
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING

Snelkoppelingen voor Web Connec t to evo eg en 1

De instellingen voor deze services kunnen worden opgenomen in een Web Connect­snelkoppeling:
Picasa Web Albums™Google Drive™
FlickrFacebookEvernoteDropbox
• Webservices kunnen toegevoegd zijn
• Om een snelkoppeling voor Web Connect
®
en/of servicenamen kunnen gewijzigd zijn door de provider sinds het document werd gepubliceerd.
toe te voegen, dient u over een account bij de gewenste service te beschikken (voor meer informatie, uuHandleiding Web Connect).
a Als het weergegeven scherm het Home-
of Meer-scherm is, veegt u naar links of naar rechts, of drukt u op d of c, om een snelkoppelingsscherm weer te geven.
f Druk op uw account.
Als een PIN-code voor uw account vereist is, voert u de PIN-code voor de account in met het toetsenbord op het aanraakscherm. Druk op OK.
g Druk op de functie die u wenst.
De functies die kunnen worden ingesteld, zijn afhankelijk van de geselecteerde service.
h Lees en bevestig de weergegeven lijst
van door u geselecteerde functies, en druk dan op OK.
i Druk op OK om uw snelkoppeling op te
slaan.
De naam van de snelkoppeling wordt automatisch toegewezen. Als u de naam van de snelkoppeling wilt wijzigen, drukt u op Namen van snelkoppelingen bewerken uu pagina 22.
b Druk op op een plaats waar u nog
geen snelkoppeling heeft toegevoegd.
c Druk op Web. d Als informatie over de
internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en bevestigt u deze door op OK te drukken.
e Veeg naar links of naar rechts, of druk
op d of c om de beschikbare services weer te geven, en druk dan op uw gewenste service.
20
Page 31
Algemene informatie
1
OPMERKING

Snelkoppelingen wijzigen 1

U kunt de instellingen in een snelkoppeling wijzigen.
U kunt een snelkoppeling voor Web Connect niet wijzigen. Als u de snelkoppeling wilt wijzigen, dient u deze te verwijderen en een nieuwe snelkoppeling toe te voegen.
(Zie Snelkoppelingen verwijderen
uu pagina 22 en Snelkoppelin gen voor Web Connect toevoegen uu pagina 20
voor meer informatie.)
a Druk op de snelkoppeling die u wenst.
De instellin gen voor de gek o z en snelkoppeling worden weergegeven.
b Wijzig de instellingen voor de
snelkoppeling die u heeft gekozen in stap a (zie Instellingen voor snelkoppelingen uu pagina 15 voor meer informatie).
f Om een nieuwe snelkoppeling te
maken, houdt u ingedrukt om de huidige naam te verwijderen, waarna u een nieuwe naam invoert met het toetsenbord op het aanraakscherm. (Raadpleeg Tekst invoeren uu pagina 225 voor hulp bij het invoeren van letters.) Druk op OK.
g Druk op OK om te bevestigen.
c Wanneer u klaar bent met het wijzigen
van de instellingen, drukt u op Opslaan als snelkoppeling.
d Druk op OK om te bevestigen. e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de sne lkoppel ing te
overschrijven, drukt u op Ja. Ga naar stap g.
Als u de snelkoppeling niet wilt
overschrijven, drukt u op Nee om een nieuwe naam voor de snelkoppeling in te voeren. Ga naar stap f.
21
Page 32
Hoofdstuk 1
OPMERKING
OPMERKING

Name n va n sne l ko p pe li n ge n bewerken 1

U kunt de naam van een snelkoppeling bewerken.
a Houd de snelkoppeling ingedrukt tot het
dialoogvenster verschijnt.
U kunt ook op , Alle instell. en Instellingen snelkoppelingen
drukken.
b Druk op Naam snelkoppeling
bewerken.
c Om de naam te bewerken, houdt u
ingedrukt om de huidige naam te verwijderen, waarna u een nieuwe naam invoert met het toetsenbord op het aanraakscherm. (Raadpleeg Tekst invoeren uu pagina 225 voor hulp bij het invoeren van letters.) Druk op OK.

Snelkoppelingen verwijderen 1

U kunt een snelkoppeling verwijderen.
a Houd de snelkoppeling ingedrukt tot het
dialoogvenster verschijnt.
U kunt ook op , Alle instell. en Instellingen snelkoppelingen
drukken.
b Druk op Verwijder om de
snelkoppeling te verwijderen die u in stap a heeft gekozen.
c Druk op Ja om te bevestigen.

Snelkoppelingen opnieuw oproepen 1

De instellingen van de snelkoppeling worden weergegeven in het snelkoppelingsscherm. Om een snelkoppeling opnieuw op te roepen, drukt u gewoon op de naam van de snelkoppeling.
22
Page 33
Algemene informatie
1

Volume-instellingen 1

Belvolume 1

U kunt kiezen uit een aantal belvolumeniveaus.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Volume weer te geven.
f Druk op Volume. g Druk op Belvolume. h Druk op Uit, Laag, Half of Hoog.

Volume van de waarschuwingstoon 1

Wanneer de waarschuwingstoon aanstaat zal de machine een geluidssignaal geven, wanneer u een toets indrukt, een vergissing maakt of een fax verzendt of ontvangt. U kunt kiezen uit een aantal volumeniveaus.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Volume weer te geven.
f Druk op Volume. g Druk op Toon.
i Druk op .
h Druk op Uit, Laag, Half of Hoog.
i Druk op .
23
Page 34
Hoofdstuk 1

Luidsprekervolume 1

U kunt kiezen uit een aantal luidsprekervolumeniveaus.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Volume weer te geven.
f Druk op Volume. g Druk op Luidspreker. h Druk op Uit, Laag, Half of Hoog.
i Druk op .
24
Page 35
2
2
OPMERKING

Papier plaatsen 2

Papier en afdrukmedia plaatsen

De machine kan papier laden vanuit de papierlade of de sleuf voor handmatige invoer.
Als het afdrukmenu van uw toepassingssoftware een optie biedt voor het opgeven van het papierformaat, kunt u dit via de toepassingssoftware doen. Als deze optie niet door de toepassingssoftware geboden wordt, kunt u het papierformaat opgeven in de printerdriver of door op de knoppen op het aanraakscherm te drukken.

Papier in de papierlade plaatsen 2

U kunt tot 250 vellen in de papierlade plaatsen. Het papier kan tot aan de maximummarkering ( ) aan de rechterzijde van de papierlade worden geplaatst (voor aanbevolen papier, zie Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia uu pagina 33).
Afdrukken op normaal papier, dun papier of kringlooppapier vanuit de
2
papierlade 2
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Druk op de groene
ontgrendelingshendels van de papiergeleiders (1) en stel de papiergeleiders af op het papier dat u in de lade plaatst. Zorg dat de geleiders goed in de sleuven zitten.
25
Page 36
Hoofdstuk 2
1
1
c Waaier de stapel papier goed door om
vastlopen van papier en storingen te voorkomen.
d Plaats papier in de lade en zorg ervoor
dat:
De stapel papier niet uitsteekt boven
de maximummarkering ( ) (1), aangezien teveel papier in de papierlade tot papierstoringen kan leiden.
De zijde waarop u wilt afdrukken,
naar beneden gericht is.
De papiergeleiders de zijkanten van
het papier raken zodat het correct ingevoerd wordt.
f Til de steunklep (1) op om te vermijden
dat het papier van de neerwaarts gerichte uitvoerlade glijdt, of verwijder iedere pagina zodra deze uit de machine komt.
e Plaats de papierlade stevig terug in de
machine. Zorg ervoor dat de lade geheel in de machine zit.
26
Page 37
Papier plaatsen
2
OPMERKING
1

Papie r plaat se n i n de sleu f voor handmatige invoer 2

U kunt enveloppen en speciale afdrukmedia een voor een in deze sleuf plaatsen. Gebruik de sleuf voor handmatige invoer om te drukken of te kopiëren op etiketten, enveloppen, dik papier of glanzend papier (zie Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia uu pagina 33 voor het aanbevolen papier).
De machine schakelt de modus voor handmatige invoer in wanneer u papier in de sleuf voor handmatige invoer plaatst.
Afdrukken op normaal papier, dun papier, kringlooppapier en bankpostpapier vanuit de sleuf voor handmatige invoer
a Til de steunklep (1) op om te vermijden
dat het papier van de neerwaarts gerichte uitvoerlade glijdt, of verwijder iedere pagina zodra deze uit de machine komt.
b Open het deksel van de sleuf voor
handmatige invoer.
c Gebruik beide handen om de
papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer in te stellen op de breedte van het papier dat u wilt gebruiken.
2
27
Page 38
Hoofdstuk 2
OPMERKING
d Gebruik beide handen om één vel
papier stevig in de sleuf voor handmatige invoer te duwen tot de bovenrand van het papier tegen de papierinvoerrollen duwt. Blijf het papier ongeveer twee seconden tegen de rollen duwen of tot de machine het papier vastneemt en verder in de machine trekt.
• Als de foutmelding Handm. vastgel. op het aanraakscherm verschijnt, kan de machine het papier niet vastnemen en intrekken. Reset de machine door het papier te verwijderen en daarna op Start op het aanraakpaneel te drukken. Plaats het papier opnieuw en zorg ervoor dat het goed tegen de rollen duwt.
• Om een kleine afdruk gemakkelijk uit de documentuitvoer te verwijderen, gebruikt u beide handen om het scannerdeksel op te tillen, zoals aangegeven in de afbeelding.
• U kunt de machine nog steeds gebruiken terwijl het scann erdek se l omh oog staat . Om het scannerdeksel te sluiten, duwt u het met beide handen omlaag.
• Plaats het papier in de sleuf voor handmatige invoer met de te bedrukken zijde naar boven gericht.
• Zorg ervoor dat het papier recht en in de correcte positie in de sleuf voor handmatige invoer is geplaatst. Als dit niet het geval is, kan het papier niet goed worden ingevoerd, wat leidt tot een slechte afdruk of vastgelopen papier.
• Plaats nooit meer dan één vel papier tegelijk in de sleuf voor handmatige invoer, want anders zou het papier vastlopen.
28
e Als het aanraakscherm Handinvoer
weergeeft, keert u terug naar stap d om het volgende vel papier te plaatsen. Herhaal dit voor elke pagina die u wilt afdrukken.
Page 39
Papier plaatsen
2
Afdrukken op dik papier, etiketten, enveloppen en glanzend papie r vanuit de sleuf voor handmatige invoer 2
Wanneer het achterdeksel (documentuitvoer met bedrukte zijde omhoog) omlaag wordt getrokken, heeft de machine een recht papierpad vanaf de sleuf voor handmatige invoer tot aan de achterzijde van de machine. Gebruik deze methode voor papierinvoer en ­uitvoer om op dik papier, etiketten, enveloppen of glanzend papier te drukken.
a Maak het achterdeksel (opwaarts
gerichte uitvoerlade) open.
c Open het deksel van de sleuf voor
handmatige invoer.
d Gebruik beide handen om de
papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer te verschuiven volgens de breedte van het papier dat u wilt gebruiken.
b (Alleen om op enveloppen te drukken)
Trek de twee grijze hendels, een aan de linkerkant en een aan de rechterkant, naar beneden zoals aangegeven in de afbeelding.
29
Page 40
Hoofdstuk 2
OPMERKING
OPMERKING
e Gebruik beide handen om één vel
papier of één enveloppe stevig in de sleuf voor handmatige invoer te duwen tot de bovenrand van het papier tegen de papierinvoerrollen duwt. Blijf het papier ongeveer twee seconden tegen de rollen duwen of tot de machine het papier vastneemt en verder in de machine trekt.
• Wanneer Label is ges electeerd in de printerdriver, haalt de machine het papier uit de sleuf voor handmatige invoer, zelf als Handmatig niet als papierbron is geselecteerd.
• Zorg ervoor dat het papier of de enveloppe recht en in de correcte positie in de sleuf voor handmatige invoer is geplaatst. Als dit niet het geval is, kan het papier of de enveloppe niet goed worden ingevoerd, wat leidt tot een slechte afdruk of vastgelopen papier.
• Trek het papier of de enveloppe volledig uit wanneer u het papier opnieuw in de sleuf voor handmatige invoer wilt plaatsen.
• Plaats nooit meer dan één vel papier of één enveloppe tegelijk in de sleuf voor handmatige invoer, want daardoor zou het papier of de enveloppe vastlopen.
f Stuur de afdrukgegevens naar de
machine.
• Als de foutmelding Handm. vastgel. op het aanraakscherm verschijnt, kan de machine het papier of de enveloppe niet vastnemen en intrekken. Reset de machine door het papier te verwijderen en daarna op Start op het aanraakpaneel te drukken. Voer het papier of de enveloppe opnieuw in en zorg ervoor dat deze stevig tegen de rollen duwt.
• Plaats het papier of de enveloppe in de sleuf voor handmatige invoer met de te bedrukken zijde naar boven gericht.
Verwijder iedere afgedrukte pagina of enveloppe onmiddellijk, om vastgelopen papier te vermijden.
g Als het aanraakscherm Handinvoer
weergeeft, keert u terug naar stap e om het volgende vel papier te plaatsen. Herhaal dit voor elke pagina die u wilt afdrukken.
h (Om op enveloppen te drukken)
Wanneer u klaar bent met drukken, zet u de twee grijze hendels, die u in stap b omlaag heeft gezet, weer in hun originele positie.
i Sluit het achterdeksel (documentuitvoer
met bedrukte zijn naar boven) tot het deksel in de gesloten positie vergrendelt.
30
Page 41
Papier plaatsen
2

Onscanbare en onbedrukbare gedeeltes 2

De cijfers in de tabel geven de maximale onscanbare en onbedrukbare gedeeltes aan. Deze gedeeltes kunnen variëren afhankelijk van het papierformaa t of de instellingen van het programma dat u gebruikt.
1
Gebruik Document
Fax (verzenden)
24
3
Kopiëren
*
één kopie of een 1 op 1­kopie
Scannen Letter 3 mm 3 m m
*
Bovenkant (1)
grootte
Letter 3 mm 4 mm
A4 3 mm (ADF
Legal 3 mm 4 mm
Letter 4 mm 4 mm
A4 4 mm 3 mm
Legal 4 mm 4 mm
Onderkant (3 )
Links (2) Rechts (4)
(automatische documentinvoer)) 1mm (Glasplaat) 3mm
A4 3 mm 3 mm
Legal (ADF (automatische documentinvoer))
Afdrukken Letter 4,2 mm 4,2 mm
A4 4,2 mm 4,2 mm
Legal 4,2 mm 4,2 mm
3 mm 3 mm
31
Page 42
Hoofdstuk 2
OPMERKING

Papierinstellingen 2

Papierformaat 2

U kunt de volgende papierformaten gebruiken voor het afdrukken van faxen: A4, Letter, Legal of Folio.
Als u een ander papierformaat in de lade plaatst, dient u ook de instelling van het papierformaat te wijzigen zodat de machine het document of een binnenkomende fax passend op de pagina kan plaatsen.
U kunt de volgende papierformaten gebruiken.
Voor het afdrukken van kopieën: A4, Letter, Legal, Executive, A5, A5 L (Lange zijde), A6 en Folio (215,9 mm × 330,2 mm)
• Wanneer er geen geschikt formaat in de lade zit, worden ontvangen faxen opgeslagen in het geheugen van de machine en verschijnt Formaat onjuist op het aanraakscherm (zie Fout- en onderhoudsberichten uu pagina 122 voor meer informatie).
• Als er geen papier meer aanwezig is in de lade en er zich ontvangen faxen bevinden in het geheugen van de machine, wordt Geen papier weergegev en op het aanraakscherm. Plaats papier in de lege lade.

Papiersoort 2

Voor het afdrukken van faxen:
A4, Letter, Legal of Folio (215,9 mm × 330,2 mm)
a Druk op .
b (MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
Druk op Lade-instelling.
c Druk op Papierformaat. d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om A4, Letter, Legal, EXE, A5, A5 L, A6 of Folio weer te geven,
en druk dan op de gewenste optie.
e Druk op .
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen, stelt u de machine in voor het type papier dat u gebruikt.
a Druk op .
b (MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
Druk op Lade-instelling.
c Druk op Papiersoort. d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Dun, Normaal pap., Dik, Dikker of Kringlooppapier weer te
geven, en druk op de gewenste optie.
e Druk op .
32
Page 43
Papier plaatsen
2

Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia2

De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende afdrukmedia gebruiken: normaal papier, dun papier, dik papier, dikker papier, bankpostpapier, kringlooppapier, etiketten, enveloppen of glanzend papier (zie Afdrukmedia uu pagina 229).
Voor de beste resultaten volgt u deze instructies:
Pla ats NOO IT verschillende typen papier
tegelijk in de papierlade, anders kan het papier vastlopen of verkeerd worden ingevoerd.
Voor een correct afdrukresultaat moet u in
uw softwaretoepassing het papierformaat instellen van het papier dat zich in de lade bevindt.
Raak de bedrukte zijde van het papier niet
aan vlak na het afdrukken.
Co ntroleer voordat u een grote
hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is voor de machine.

Aanbevolen papier en afdrukmedia 2

Papiersoort Item
Normaal papier
Kringlooppapier Xerox Recycled Supreme
Etiketten Avery laser label L7163 Enveloppen Antalis River-serie (DL) Glanzend pa pier Xerox Colotech+ Gloss
Xerox Premier TCF 80 g/m Xerox Business 80 g/m
2
80 g/m
Coated 120 g/m
2
2
2

Soort en formaat van het papier 2

De machine voert papier toe uit de geïnstalleerde papierlade of uit de sleuf voor handmatige invoer.
De namen van de papierladen in de printerdriver en in deze gids zijn als volgt: 2
G ebruik etiketten die geschikt zijn voor
laserprinters.
Lade en optionele accessoires
Papierlade Lade 1 Sleuf voor handmatige invoer Handmatig
Naam
33
Page 44
Hoofdstuk 2
Papiercapaciteit van de papierladen 2
Papierformaat Papiersoorten Aantal vellen
Papierlade (Lade 1)
Sleuf voor handmatige invoer
A4, Letter, Legal , B5 (JIS), Executive, A5,
A5 L, A6, Folio
1
Breedte: 76,2 tot 215,9 mm
Lengte: 116,0 tot 355,6 mm
Normaal papier, dun papier, kringlooppapier
Normaal papier, dun papier, dik papier , dikker papier, bankpostpapier, kringlooppapier, enveloppen, etiketten,
max. 250 (80 g/m
1 vel 1 enveloppe
2
)
glanzend papier
1
Het Folio-formaat is 215,9 mm × 330,2 mm.
Aanbevolen papierspecificaties 2
De volgende papierspecificaties zijn geschikt voor deze machine.
Standaardgewicht
75-90 g/m
2
Dikte 80-110 μm Ruwheid Hoger dan 20 sec. Stijfheid
90-150 cm
3
/100 Vezelrichting Langvezelig Soortelijke volumeweerstand
Soortelijke weer stand aan oppervlakte
Vulmiddel
9
-10e11 ohm
10e
9
10e
-10e12 ohm-cm
CaCO
(Neutraal)
3
Asgehalte Minder dan 23 wt% Helderheid Hoger dan 80 % Ondoorzichtigheid Hoger dan 85%
Gebruik normaal papier dat geschikt is voor laser-/LED-machines om kopieën te maken.
2
Gebruik papier met een gewicht van 75 tot 90 g/m
.
Gebruik langvezelig papier met een neutrale pH-waarde en een vochtigheidspercentage van
circa 5%.
In deze machine kan kringlooppapier worden gebruikt dat voldoet aan de specificatie DIN
19309.
34
Page 45
Papier plaatsen
2
BELANGRIJK
1
1

Speciaal papier hanteren en gebruiken 2

De machine functioneert goed met de meeste typen xerografisch en bankpostpapier. Sommige typen papier kunnen echte r van invloed zijn op de afdrukkwaliteit of bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u papier aanschaft om zeker te zijn van het gewenste resultaat. Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en uit de buurt van vocht, direct zonlicht en warmte.
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen van papier:
Gebruik GEEN inkjetpapier, omdat
hierdoor het papier kan vastlopen of de machine kan worden beschadigd.
Voor voorgedrukt papier moet inkt worden
gebruikt dat bestand is tegen de temperatuur van 200 °C van het fuseerproces van de machine.
Als u bankpostpapier, papier met een ruw
oppervlak of papier dat is gekreukeld of gevouwen gebruikt, kan het afdrukresultaat tegenvallen.
Te vermijden papiersoorten 2
Sommige typen papier bieden niet het gewenste resultaat of kunnen schade veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
• met een gr ove tex tuur
• dat extreem glad of glanzend is
• dat gekruld of scheef is
1 Papier dat meer dan 2 mm opkrult,
kan vastlopen.
• dat gecoat is of een chemische deklaag heeft
• dat beschadigd, gekreukeld of gevouwen is
• dat het in deze handleiding aanbevolen gewicht overschrijdt
• met tabs en nietjes
• met een briefhoofd dat thermografisch gedrukt is of met inkt die niet tegen hoge temperaturen bestand is
• dat uit meerdere delen bestaat of zonder carbon
• dat is bedoeld voor inkjetprinters
De hierboven vermelde papiersoorten kunnen uw machine beschadigen. Deze schade wordt niet gedekt door enige garantie- of service-overeenkomst met Brother.
35
Page 46
Hoofdstuk 2
BELANGRIJK
Enveloppen 2
De machine functioneert goed met de meeste enveloppen. Sommige vormen env eloppe n kunnen echter mogelijk problemen met de toevoer en de afdrukkwaliteit veroorzaken. Enveloppen hebben randen met rechte, scherpe vouwen. Enveloppen moeten vlak liggen en mag niet zakachtig of flodderig zijn. Koop enveloppen van hoge kwaliteit bij een leverancier die weet dat u de enveloppen gaat gebruiken in een lasermachine.
Enveloppen kunt u enkel invoeren via de sleuf voor handmatige invoer.
Wij raden u aan een proefenveloppe te drukken zodat u zeker weet dat u het gewenste resultaat krijgt.
Te vermijden soorten enveloppen 2
Gebruik GEEN enveloppen:
• die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vo rm hebben
• die extreem glanzend zijn of een grove structuur hebben
• met vensters, gaten, uitsparingen of perforaties
• met lijm op het oppervlak zoals hieronder getoond
• met dubbele flappen zoals hieronder getoond
• met flappen die niet zijn gevouwen bij aankoop
• met beide zijden gevouwen zoals hieronder getoond
• met klemmetjes, nietjes of dichtbinders
• met een zelfklevende plakrand
• die zakachtig zij n
• die niet scherp gevouwen zijn
• die van reliëf zijn voorzien
• die eerder zijn bedrukt door een laser­of LED-machine
• die aan de binnenkant zijn voorbedrukt
• die niet netjes op elkaar kunnen worden gestapeld
• die gemaakt zijn van papier dat zwaarder is dan het gespecificeerde papiergewicht voor de machine
• met randen die niet recht of regelmatig zijn
36
Als u een van de bovenstaande typen enveloppen gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Deze schade wordt wellicht niet gedekt door enige garantie- of serviceovereenkomst met Brother.
De dikte, het formaat en de flapvorm van de enveloppen die u gebruikt, kunnen tot invoerproblemen leiden.
Page 47
Papier plaatsen
2
BELANGRIJK
Etiketten 2
De machine kan afdrukken op de meeste typen etiketten die bedoeld zijn voor een lasermachine. Etiketten dienen een plaklaag op basis van acryl te hebben omdat dit materiaal beter bestand is tegen de hoge temperaturen in de fuser unit. De plaklaag dient niet in contact te komen met enig deel van de machine, omdat de etiketten dan aan de drumeenheid of rollen blijven kleven waardoor papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit kunnen optreden. Er mag geen plaklaag open liggen tussen de etiketten. Etiketten moeten zo gerangschikt worden dat de volledige lengte en breedte van het vel bedekt zijn. Het gebruik van ruimten tussen de etiketten kan leiden tot het loslaten van etiketten waardoor ernstige papierstoringen of afdrukproblemen kunnen ontstaan.
Alle etiketten die met deze machine worden afgedrukt, moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200 °C gedurende 0,1 seconden.
Etiketten kunt u enkel invoeren via de sleuf voor handmatige invoer.
Te vermijden soorten etiketten 2
Gebruik geen etiketten die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben.
• Voer GEEN gedeeltelijk gebruikte etiketvellen toe. Het onbedekte draagvel kan schade toebrengen aan de machine.
• U mag etiketten NIET hergebruiken en u mag GEEN etiketblad invoeren waarop een aantal etiketten ontbreekt.
• Etikettenvellen mogen niet zwaarder zijn dan het gewicht dat in deze gebruikershandleiding is gespecificeerd. Etiketten die deze specificatie overschrijden worden mogelijk niet correct ingevoerd of afgedrukt en kunnen schade veroorzaken aan de machine.
37
Page 48
3
BELANGRIJK
OPMERKING
1
2

Documenten plaatsen 3

Hoe documenten plaatsen

U kunt een fax verzenden, kopieën maken en scannen via de ADF (automatische documentinvoer) en de glasplaat.

De automatisch documentinvoer (ADF) gebruiken 3

De ADF (automatische documentinvoer) kan maximaal 35 pagina's bevatten en voert elk vel afzonderlijk in. We raden aan dat u standaardpapier met een gewicht van
80 g/m doorwaaiert voordat u deze in de ADF (automatische documentinvoer) plaatst.
Ondersteunde documentgroottes 3
2
gebruikt en eerst de vellen papier
Lengte: 147,3 tot 355,6 mm Breedte: 147,3 tot 215,9 mm Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
• Om te voorkomen dat u uw machine beschadigt terwijl u de ADF (automatische
3
documentinvoer) gebruikt, mag u NIET aan het document trekken terwijl het wordt ingevoerd.
•Zie De glasplaat gebruiken uu pagina 39 om documenten te scannen die niet geschikt zijn voor de ADF (automatische documentinvoer).
• Het is eenvoudiger om de ADF (automatische documentinvoer) te gebruiken voor een document met meerdere pagina's.
• Laat documenten met correctievloeistof of inkt eerst volledig drogen.
a Vouw de ADF-documentsteun
(automatische documentinvoer) (1) uit. Hef de ADF-documentuitvoersteunklep (automatische documentinvoer) (2) op en vouw deze uit.
Hoe documenten plaatsen 3
• Laat dikke documenten NIET op de glasplaat liggen. Hierdoor kan een papierstoring in de ADF (automatische documentinvoer) optreden.
• Gebruik GEEN papier dat gekruld, gekreukeld, gevouwen, gescheurd of geplakt is, of nietjes, paperclips of plakband bevat.
• Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof.
38
b Waaier de stapel goed door. c Waaier de pagina's van uw document uit
en leg ze met de bedrukte kant naar boven en de bovenrand eerst in de ADF
(automatische documentinvoer) tot ADF gereed op het aanraaks cherm verschijnt en u voelt dat de bovenste pagina de invoerrollen raakt.
Page 49
Documenten plaatsen
3
OPMERKING
OPMERKING
BELANGRIJK
1
d Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van het document.
Raadpleeg De glasplaat gebruiken uu pagina 39 om niet­standaarddocumenten te scannen.

De glasp laat gebr uiken 3

a Til het documentdeksel op. b Leg met behulp van de
documentgeleiders links en boven het document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.
U kunt de glasplaat gebruiken om de pagina's van een boek één voor één te faxen, te kopiëren of te scannen.
Ondersteunde documentgroottes 3
Lengte: Tot 300,0 mm Breedte: Tot 215,9 mm Gewicht: Tot 2,0 kg
Hoe documenten plaatsen 3
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF (automatische documentinvoer) leeg zijn.
c Sluit het documentdeksel.
Als u een boek of een lijvig document wilt scannen, laat het deksel dan niet dichtvallen en druk er niet op.
39
Page 50
4
OPMERKING

Een fax verzenden 4

Hoe een fax verzenden4

De volgende stappen tonen u hoe u een fax kunt verzenden. Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) om meerdere pagina's te versturen.
a Voer een van de volgende handelingen
uit om uw document te laden:
Plaats het docume nt met de
bedrukte zijde naar boven in de ADF
(automatische documentinvoer) (zie
De automatisch documentinvoer (ADF) gebruiken uu pagina 38).
Plaats het docume nt met de
bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat (zie De glasplaat gebruiken
uu pagina 39).
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanne er Faxvoorbeeld is ingesteld
op Uit, drukt u op Fax.
Wanne er Faxvoorbeeld is ingesteld
op Aan, drukt u op Fax en Faxen verzenden.
c U kunt de volgende opties om faxen te
verzenden wijzigen. Druk op Opties. Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b, om door de faxopties te bladeren. Wanneer de gewenste instelling wordt weergegeven, drukt u er op kiest u uw nieuwe optie. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de opties, drukt u op OK.
Voor meer informatie over de volgende geavanceerde handelingen voor het versturen van faxen en instellingen, uuGeavanceerde gebruikershandleiding:Een fax
verzenden
2-zijdige fax (MFC-9340CDW)
Contrast
Faxresolutie
Rondsturen
Direct verzenden
Internationaal
Tijdklok
Verzamelen
Voorblad Opm.
Op het aanraaks cherm verschijnt:
40
Voorpagina instellen
Verzend Pollen
Page 51
Een fax verzenden
4
OPMERKING
d (MFC-9340CDW)
Kies een van de onderstaande opties:
Als u een enkelzijdig document wilt
versturen, gaat u naar stap e.
Om een dubbelzijdig document te
versturen, kiest u het dubbelzijdig scanformaat voor uw dubbelzijdig document als volgt:
Druk op Opties. Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om 2-zijdige fax weer te geven en druk op 2-zijdige fax.
Druk op 2-zijdige scan: lange
zijde of 2-zijdige scan: korte zijde.
Druk op OK.
U kunt dubbelzijdige documenten verzenden vanaf de ADF (automatische documentinvoer).
e Voer het faxnummer in.
Met de kiestoetsen
f Druk op Fax Start.
Faxen vanaf de ADF (automatische documentinvoer)
De machine begint het docum ent te
scannen.
Faxen vanaf de glasplaat
Als Direct verzenden ingesteld is op Aan, zal de machine het document verzenden zonder te vragen of er nog bijkomende pagina's gescand moeten worden.
Wanneer Direct verzenden is Uit:
Als u op Fax Start drukt, scant de
machine de eerste pagina. Wanneer het aanraakscherm
Volgende Pagina? weergee ft, voert u een van de volgende handelingen uit:
• Om één pagina te verzenden, drukt u op Nee. De machine begint het document te verzenden.
Met het adresboek
Adresboek
Met de op roephistoriek
Oproepoverz
(Zie Hoe kiezen uu pagina 61 voor meer informatie.)
• Om meer dan één pagina te verzenden, drukt u op Ja en plaatst u de volgende pagina op de glasplaat. Druk op OK. De machine begint de pagina te scannen. (Herhaal deze stap voor elke extra pagina.)

Faxen on derbreken 4

Druk op om het faxen te onderbreken.
41
Page 52
Hoofdstuk 4

Documenten in Letter-formaat faxen vanaf de glasplaat 4

Wanneer u documenten in Letter-formaat faxt, moet u de glasplaat instellen op Letter; als u dit niet doet, zal een gedeelte van de fax ontbreken.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanne er Faxvoorbeeld is ingesteld
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanne er Faxvoorbeeld is ingesteld
op Aan, drukt u op (Fax) en Faxen verzenden.
b Druk op Opties. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Scanformaat glas weer te geven.
d Druk op Scanformaat glas. e Druk op Letter.

Verzendrapport 4

U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. Dit rapport bevat de naam of het faxnummer van de ontvanger, de datum en de tijd van het verzenden, de duur van het verzenden, het aantal verzonden pagina's en informatie of de fax al dan niet succesvol werd verzonden.
Voor het verzendrapport zijn verschillende instellingen beschikbaar:
Aan: na elke verzonden fax wordt een
rapport afgedrukt.
Aan+Beeld: na elke verzonden fax wordt
een rapport afgedrukt. Een gedeelte van de eerste pagina van de fax wordt op het rapport afgedrukt.
Uit: als de fax niet is verzonden door een
storing wordt een rapport afgedrukt. Uit is de fabrieksinstelling.
Uit+Beeld: als de fax niet is verzonden
door een storing wordt een rapport afgedrukt. Een gedeelte van de eerste pagina van de fax wordt op het rapport afgedrukt.
f Druk op OK.

Een lopende fax annuleren 4

Druk op om de fax te annuleren. Als u op
drukt wanneer de machine kiest of verzendt, wordt Taak annuleren? weergegeven op het aanraakscherm.
Druk op Ja om de fax te annuleren.
42
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax. e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Kies rapport weer te geven.
f Druk op Kies rapport. g Druk op Verzendrapp.. h Druk op Aan, Aan+Beeld, Uit of
Uit+Beeld.
Page 53
4
i Druk op .
OPMERKING
•Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest, wordt het beeld niet op het verzendrapport afgedrukt als Direct verzenden is ingesteld op Aan. (uuG eav anc eerde gebruikershandleiding, Direct verzenden).
• Als de fax goed is verzonden, wordt OK naast RESULT weergegeven op het verzendrapport. Als de fax niet is verzonden, wordt FOUT naast RESULT weergegeven.
Een fax verzenden
43
Page 54

Een fax ontvangen 5

Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de machine?
Ja
Fax
Nee
Nee
Nee
Handmatig
Ja
Ext. TEL/ANT
Fax/Telefoon
Gebruikt u de functie voor voicemail van een extern antwoordapparaat?
Wilt u dat de machine faxoproepen en telefoongesprekken automatisch opneemt?
Ja
5

Ontvangstmodi 5

U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoond iensten die op uw lijn aanwezig zijn.

De ontvangstmodus kiezen 5

Uw machine ontvangt standaard automatisch faxen die ernaar worden verzon den. Met behulp van onderstaand schema kunt u de juiste stand kiezen. (Zie O ntvang stmodi gebrui ken uu pagina 46 voor meer informatie over de ontvangs tstanden .)
44
Page 55
Een fax ontvangen
5
Volg onderstaande instructies om de ontvangststand in te stellen.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b, om Fax weer te geven. d Druk op Fax. e Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b, om Ontvangstmenu weer te geven. f Druk op Ontvangstmenu. g Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b, om Ontvangstmodus weer te geven. h Druk op Ontvangstmodus. i Druk op Fax, Fax/Telefoon, Ext. TEL/ANT of Handmatig.
j Druk op .
45
Page 56
Hoofdstuk 5

Ontvangstmodi gebruiken 5

In sommige ontvangststanden worden oproepen automatisch beantwoord (Fax en Fax/Telefoon). Mogelijk wilt u de belvertraging wijzigen voordat u deze modi gebruik t ( z ie Belvertraging uu pagina 47).

Alleen fax 5

In de stand Fax wordt elke oproep automatisch beantwoord alsof het een faxbericht betreft.

Fax/Tel 5

De stand Fax/Telefoon helpt u inkomende oproepen te beheren, door te herkennen of het faxen of telefoongesprekken zijn en deze op een van de volgende manieren te verwerken:
Faxen worden automatisch ontvangen.Voicemail activeert het F/T-belsignaal om
aan te geven dat u de oproep moet aannemen. Het F/T-belsignaal is een snel dubbel belsignaal afkomstig van uw machine.

Handmatig 5

De Handmatig-modus schakelt alle automatische antwoordfuncties uit.
Om een fax te ontvangen als de machine in de handmatige stand staat, pakt u de hoorn van de externe telefoon op. Wanneer u faxtonen hoort (korte repetitieve pieptonen), drukt u op Fax Start en daarna op Ontvangen om een fax te ontvangen. U kunt ook de functie Fax waarnemen gebruiken om faxen te ontvangen door de hoorn op te nemen van een toestel op dezelfde lijn als die van de machine.
(Zie ook Fax waarnemen uu pagina 48.)

Extern an twoo rd ap p ar aa t 5

In de stand Ext. TEL/ANT handelt een extern antwoordapparaat de inkomende oproepen af. Inkomende oproepen kunnen op één van de volgende manieren worden afgehandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.Bell ers kunnen een bericht inspreken op
het externe antwoordapparaat.
(Zie Een extern ant woordapparaat verbinden uu pagina 55 voor meer informatie.)
(Zie ook F/T-beltijd (alleen Fax/Tel-modus)
uu pagina 47 en Belvertraging uu pagina 47.)
46
Page 57
Een fax ontvangen
5

Instellingen ontvangstmodus 5

Belvertraging 5

De belvertraging bepaalt het aantal keren dat de machine overgaat voordat deze antwoordt in de standen Fax en Fax/Telefoon.
Als een extern of tweede toestel dezelfde lijn als de machine gebruikt, kiest u het maximaal aantal keren dat de machine over moet gaan (zie Fax waarnemen uu pagina 48 en Bediening op extern of tweede toestel uu pagina 57).
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
F/T-beltijd (alleen Fax/Tel­modus) 5
Wanneer iemand uw machine belt, horen u en de beller het geluid van normale telefoontonen. Het aantal keren dat de telefoon overgaat wordt bepaald door de instelling van de belvertraging.
Als de oproep een fax is, ontvangt de machine deze; als het echter een normale oproep is, laat de machine het F/T-belsignaal horen (een dubbel belsignaal) gedurende de tijd die u hebt bepaald in de instelling van de F/T-beltijd. Als u het F/T-belsignaal hoort, betekent dit dat u een normale oproep op de lijn ontvangt.
Omdat het F/T-belsignaal van uw machine afkomstig is, rinkelen de tweede en externe toestellen niet; u kunt de oproep echter nog wel op iedere telefoon beantwoorden (zie Codes voor afstandsbediening gebruiken uu pagina 58 voor meer informatie).
d Druk op Fax. e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te geven.
f Druk op Ontvangstmenu. g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Belvertraging weer te geven.
h Druk op Belvertraging. i Druk om te kiezen hoe vaak de machine
over moet gaan voordat de machine antwoordt.
j Druk op .
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax. e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te geven.
f Druk op Ontvangstmenu. g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om F/T Beltijd weer te geven.
h Druk op F/T Beltijd. i Druk op de tijdsduur dat de machine
over gaat om u op een normaal telefoongesprek te attenderen (20, 30, 40 of 70 seconden).
47
Page 58
Hoofdstuk 5
OPMERKING
OPMERKING
j Druk op .
Zelfs als de beller inhaakt tijdens het dubbele belsignaal, blijft de machine gedurende de ingestelde tijd overgaan.

Fax waarnemen 5

Als Fax waarnemen is ingesteld op Aan: 5
De machine kan een fax automatisch ontvangen, zelfs als u de oproep beantwoordt. Als Ontvangst op het aanraakscherm wordt weergegeven of als u een klik op de telefoonlijn hoort via de hoorn die u hebt opgepakt, plaatst u de hoorn gewoon terug. Uw machine doet de rest.
Als Fax waarnemen is ingesteld op Uit: 5
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax. e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te geven.
f Druk op Ontvangstmenu. g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax Waarnemen weer te geven.
h Druk op Fax Waarnemen. i Druk op Aan (of Uit).
j Druk op .
Als u in de buurt van de machine bent en een faxoproep eerst aanneemt door de hoorn van de externe telefoon op te pakken, drukt u op Fax Start en dan op Ontvangen om de fax te ontvangen.
Als u de oproep beantwoordt vanaf een tweede toestel, drukt u op l51 (zie Bediening op extern of tweede toestel uu pagina 57).
• Als deze functie op Aan staat maar uw machine de faxoproep niet overneemt wanneer u de hoorn van een tweede toestel opneemt, drukt u op de faxontvangstcode l51.
• Als u faxen via een computer op dezelfde telefoonlijn verzendt en de machine deze opvangt, stelt u Fax waarnemen in op Uit.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
48
Page 59
Een fax ontvangen
5
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING

Faxvoorbeeld (alleen zwart-wit) 5

Een afdruk voorbeeld va n ee n ontvangen fax bekijken 5

U kunt ontvangen faxen weergeven op het aanraakscherm door op (Fax) en
daarna op (Ontvangen faxen) te drukken. Wanneer de machine in de modus
Gereed staat, verschijnt een pop-up bericht op het aanraakscherm om u te wijzen op nieuwe faxen.
Faxvoorbeeld instellen 5
a Druk op .
b Druk op (Faxvoorbeeld).
c Druk op Aan (of Uit). d Druk op Ja.
Faxvoorbeeld gebruiken 5
Wanneer u een fax ontvangt, verschijnt een pop-up bericht op het aanraakscherm. (Bijvoorbeeld: Nieuwe fax:01 [Voorb.])
a Druk op Voorb..
Het aanraakscherm toont de faxlijst.
• Hoewel afgedrukte faxen de ontvangstdatum en -tijd tonen wanneer Fax Ontvangen Stempel is ingeschakeld, zal het faxvoorbeeldscherm de ontvangstdatum en -tijd niet tonen.
• De faxlijst omvat de oude faxen en de nieuwe fax. De nieuwe fax is met een blauw merkteken naast de fax aangegeven.
• Om een fax te zien waarvan u reeds een voorbeeld heeft bekeken, drukt u op Fax en Ontvangen faxen.
b Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om het faxnummer weer te geven van de gewenste fax.
c Druk op de fax die u wenst.
e Het aanraakscherm geeft aan dat
f Druk op .
Wanneer Faxvoorbeeld is ingeschak eld , wordt een reservekopie van ontvangen faxen niet afgedrukt voor de functies Fax doorzenden en PC-Fax ontvangen, zelfs als reserveafdruk is ingesteld op Aan.
toekomstige faxen niet worden afgedrukt wanneer u ze ontvangt. Druk op Ja.
• Als uw fax groot is, kan het even duren voor hij wordt weergegeven.
• Het aanraakscherm toont het huidige paginanummer en het totale aantal pagina's van het faxbericht. Wanneer uw faxbericht groter is dan 99 pagina's, wordt het totale aantal pagina's weergegeven als "XX."
49
Page 60
Hoofdstuk 5
Druk op het aanraakscherm of het aanraakpaneel om de volgende bewerkingen uit te voeren.
Omschrijving
of of
Start De fax afdrukken.
De fax vergroten. De fax verkleinen. Verticaal bladeren.
Horizontaal bladeren. De fax rechtsom draaien.
De fax verwijderen. Druk op Ja om te bevesti gen. Terugkeren naar de vorige
pagina. Naar de volgende pagina
gaan. Terugkeren naar de faxlijst.
Hoe een fax afdrukken 5
a Druk op (Fax).
b Druk op Ontvangen faxen. c Druk op de fax die u wenst. d Druk op Start.
e Druk op .
d Druk op .
50
Page 61
Een fax ontvangen
5
Alle faxen in de lijst afdrukken 5
a Druk op (Fax).
b Druk op Ontvangen faxen. c Druk op Afdr./verw.. d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Alles afdrukken
(nieuwe faxen) om alle
ongelezen faxen af te drukken.
Druk op Alles afdrukken (oude
faxen) om alle gelezen faxen af te
drukken.
e Druk op .
Alle faxen in de lijst verwijderen 5
a Druk op (Fax).
b Druk op Ontvangen faxen. c Druk op Afdr./verw.. d Ga op een van de volgende manieren te
werk:

Faxvoorbeeld uitschakelen 5

a Druk op .
b Druk op (Faxvoorbeeld).
c Druk op Uit. d Druk op Ja om te bevestigen. e Als er faxen opgeslagen zijn in het
geheugen, voert u een van de volgende handelingen uit:
Als u de opgeslagen faxen niet wilt
afdrukken, drukt u op Doorgaan. Druk op Ja om te bevestigen. Uw
faxen worden verwijderd.
Om alle opgesl agen faxen af te
drukken, drukt u op Alle faxen afdrukken vóór het verwijderen.
Als u Faxvoo rbeeld niet wilt
uitschakelen, drukt u op Annuleren.
f Druk op .
Druk op Alles verwijderen
(nieuwe faxen) om alle
ongelezen faxen af te wissen.
Druk op Alles verwijderen
(oude fax) om alle gelezen faxen
af te wissen.
e Druk op Ja om te bevestigen.
f Druk op .
51
Page 62
6

PC-FAX ge bru i ken 6

Hoe PC-FAX gebruiken6

PC-Fax ontvangen (alleen voor Windows®) 6

Wanneer u de functie PC-Fax ontvangen inschakelt, slaat uw MFC ontvangen faxen automatisch op in het geheugen om deze door te sturen naar de computer. U kunt vervolgens uw computer gebruiken voor het weergeven en het opslaan van deze faxen.
Ook wanneer u de computer uitschakelt (bijvoorbeeld 's nachts of in het weekend), ontvangt uw MFC faxen om ze op te slaan in het geheugen. Het aantal ontvangen faxen dat opgeslagen is in het geheugen wordt weergegeven op het aanraakscherm.
Als u uw computer opstart en de software voor PC-Fax ontvangen actief is, brengt uw MFC automatisch uw faxen over naar uw computer.
Wanneer u de ontvangen faxen wilt overbrengen, moet de software voor PC-FAX ontvangen op uw pc actief zijn.
Volg de instructies voor het besturingssysteem dat u gebruikt.
(Windows
Windows In het menu (Starten) selecteert u
Alle programma's > Brother > MFC-XXXX > PC-Fax Ontvangst > Ontvangen. (XXXX is uw modelnaam.)
®
XP, Windows Vista® en
®
7)
(Windows
Klik op (Brother Utilities) en klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en
selecteer uw modelnaam (indien dit nog niet is gebeurd). Klik in de linkernavigatiebalk op
PC-FAX Ontvangen en daarna op Ontvangen.
Voer op uw machine de volgende stappen uit:
®
8)
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax. e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te geven.
f Druk op Ontvangstmenu. g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Geheugenontv. weer te geven.
h Druk op Geheugenontv.. i Druk op PC-Fax ontv.. j Op het aanraakscherm wordt een
herinnering weergegeven voor het starten van het programma PC-FAX ontvangen op uw computer. Als u het programma PC-Fax ontvangen hebt gestart, drukt u op OK. Voor meer informatie over het starten van het programma PC-FAX ontvangen, uuSoftwarehandleiding.
52
Page 63
PC-FAX gebruiken
6
BELANGRIJK
OPMERKING
k Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of
b, om <USB> weer te geven of de naam
van uw computer als de machine is aangesloten op een netwerk. Druk op <USB> of op de naam van uw computer. Druk op OK.
l Druk op Backup Print: Aan of
Backup Print: Uit.
Als u Backup Print: Aan kiest, drukt de machine de fax ook af op uw machine, zodat u over een kopie beschikt.
m Druk op .
• Voordat u PC-Fax ontvangen kunt instellen, moet u de software MFL-Pro Suite op uw computer installeren. Controleer of uw computer is aangesloten en ingeschakeld (uuSoftwarehandleiding).
• Als er zich een fout voordoet op de machine en deze faxen in het geheugen niet kan a f dr uk ken, kunt u dez e ins t e lling gebruiken om de faxen naar een computer over te brengen (zie Uw faxen of faxjournaal overbrengen uu pagina 130).
• Mac OS ondersteunt PC-Fax ontva ngen niet.

Een PC-FAX verzenden 6

Met Brother PC-Fax kunt u vanaf uw computer een document vanuit een applicatie als standaardfax verzenden. U kunt een bestand aangemaakt met om het even welk programma op uw computer verzenden als een PC-Fax. U kunt ook een voorblad toevoegen (voor meer informatie uuSoftwarehandleiding).
Hoe een PC-FAX verzenden: 6
Contacteer de verkoper van de toepassing voor verdere ondersteuning.
a Selecteer Bestand en vervolgens
Afdrukken in de toepassing.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven. (Afhankelijk v an de toepassing kunnen de stappen variëren.)
b Selecteer d e Brother PC-FAX v.3. c Klik op OK.
De gebruikersinterface Brother P C-FAX wordt weergegeven.
d Voer het faxnummer van de ontvanger
in met behulp van het toetsenbord van uw computer of door te klikken op het numerieke toetsenbord van de Brother P C-FAX-gebruikersinterfac e. U kunt ook een opgeslagen nummer selecteren in het Adresboek.
e Klik op wanneer u het
toetsenbord van uw computer of het numerieke toetsenbord gebruikt.
f Klik op start.
Uw document wordt verzonden naar de Brother-machine en vervolgens gefaxt naar de ontvanger.
53
Page 64
7
OPMERKING
OPMERKING

Telefoon en externe apparaten 7

Telefoonlijndiensten 7

Het telefoonlijntype instellen 7

Als u de machine aansluit op een lijn met PBX of ISDN voor het verzenden en ontvangen van faxe n , m oe t u he t typ e telefoonlijn dienovereenkomstig wijzigen aan de hand van de volgende stappen. Als u een lijn gebruikt waarop een PBX is aangesloten, kunt u ook instellen dat de machine altijd toegang krijgt tot een buitenlijn (met het netnummer dat u hebt ingevoerd) of toegang krijgt tot een buitenlijn wanneer R wordt ingedrukt.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Stand.instel. weer te geven.
d Druk op Stand.instel.. e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Tel lijn inst weer te geven.
i Druk op Aan of Altijd.
•Als u Aan kiest, drukt u op R om toegang te krijgen tot een buitenlijn.
•Als u Altijd kiest, hebt u toegang tot een buitenlijn zonder op R te drukken.
j Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u het huidige netnummer
wilt veranderen, drukt u op Buitenlijn en gaat u naar stap k.
Wanneer u het huidige netnummer
niet wilt veranderen, gaat u naar stap
l.
k Voer het netnummer (maximaal 5
cijfers) in via de kiestoetsen. Druk op OK.
U kunt de cijfers 0 tot en met 9 en de symbolen #, l en ! gebruiken. (Het is niet mogelijk om ! te gebruiken in combinatie met cijfers of andere symbolen.)
l Druk op .
f Druk op Tel lijn inst. g Druk op PBX, ISDN (of Normaal). h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u ISDN of Normaal hebt
Als u PBX hebt gekozen, gaat u
54
gekozen, gaat u naar l.
verder naar stap i.
PBX en OVERBRENGEN 7
De machine is in eerste instantie ingesteld op Normaal, om te worden aangesloten op een standaard openbaar telefoonnetwerk (PSTN). De meeste kantoren gebruiken echter een centraal telefo o nsysteem oftewel een Private Branch Exchange (PBX). Uw machine kan op de meeste PBX­telefoonsyst e men worden aangesl ote n . De oproepfunctie van de machine ondersteunt alleen Timed Break Recall (TBR). TBR werkt met de meeste PBX-systemen, zodat u toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken naar een andere lijn kunt doorverbinden. De functie werkt wanneer u op R hebt gedrukt.
Page 65
Telefoon en externe apparaten
7
OPMERKING
1
1
1
1
(voor Nederland)
(voor België)

Een extern antwoordapparaat verbinden

U kunt een extern antwoordapparaat aanslu it en o p d ez e lf de lijn als uw ma chine. Wanneer het antwoordapparaat een oproep beantwoordt, "hoort" uw machine de faxtonen afkomstig van een verzendende faxmachine. Als er faxtonen klinken, neemt de machine de oproep over en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen klinken, laat de machine een voicemail registreren door uw antwoordapparaat en wordt op het display Telefoon weergegeven.
Het externe antwoordapparaat moet binnen vier belsignalen antwoorden (wij raden u aan om twee belsignalen in te stellen). De reden hiervoor is dat uw machine de faxtonen niet kan horen, totdat het externe antwoordapparaat de oproep heeft aangenomen. De verzendende ma ch ine zendt slechts nog acht tot tien seconden langer faxtonen. Het wordt afgeraden om op uw externe antwoordapparaat de functie bespaarstand te gebruiken, als er meer dan vier belsignalen nodig zijn om die te activeren.
Als u problemen hebt met het ontvangen van fax en , die nt u d e in s te llin g belvertraging op uw externe antwoordapparaat te verlagen.

Verbindingen 7

Het externe antwoordapparaat moet zijn aangesloten zoals aangegeve n in
7
onderstaande afbeelding.
1 Antwoordapparaat
a Stel uw externe antwoordapparaat in op
een of twee keer over gaan. (De instellin g voor de be lv er t r ag ing van de machine is niet van toepassing.)
b Het uitgaand bericht op uw externe
antwoordapparaat opnemen.
c Stel het antwoordapparaat in om
oproepen aan te nemen.
d Stel de ontvangstmodus op de machine
in op Ext. TEL/ANT (zie De ontvangstmodus kiezen uu pagina 44).
55
Page 66
Hoofdstuk 7
OPMERKING

Een uitgaand bericht opnemen (OGM) 7

a Neem 5 seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. Dit geeft uw machine de tijd om naar faxtonen te luisteren.
b Wij adviseren u het bericht te beperken
tot 20 seconden.
c Het is handig om aan het einde van het
uitgaande bericht van 20 seconden de code voor activeren op afstand te vermelden, zodat men ook handmatig faxberichten kan sturen. Bijvoorbeeld: "Spreek een bericht in na de toon of druk op l51 om een fax te verzenden."
• U moet de instelling Codes voor afstandsbediening instellen op Aan om de code voor activeren op afstand l51 te gebruiken (zie Codes voor afstandsbediening gebruiken uu pagina 58).

Aans luiting op meerde re lijne n (PB X ) 7

Wij raden u aan contact op te nemen met het bedrijf dat uw PBX geïnstal leerd heef t om uw machine aan te sluiten. Als u beschikt over een systeem met meerdere lijnen, vraagt u uw installateur dan om de machine op de laatste lijn in het systeem aan te sluiten. Zo voorkomt u dat de machine wordt geactiveerd wanneer er telefoongesprekken worden ontvangen door het systeem. Als alle inkomende oproepen door een telefonist(e) worden beantwoord, adviseren wij u om de ontvangststand in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine onder alle omstandigheden correct werkt bij aansluiting op een PBX. Neem bij problemen met het verzenden of ontvangen van faxen in eerste instantie contact op met het bedrijf dat uw centrale verzorgt.
• Wij raden u aan om aan het begin van uw uitgaand bericht eerst een stilte van 5 seconden op te nemen, omdat de machine geen faxtonen kan horen bij een luide stem. U kunt proberen om deze pauze weg te laten, maar als uw machine problemen heeft met de ontvangst, dient u het uitgaand bericht opnieuw op te nemen en deze pauze in te lassen.
56
Page 67
Telefoon en externe apparaten
7
OPMERKING
OPMERKING
(voor Nederland)
(voor België)
1
2
1
2

Externe en tweede toestellen 7

U moet de instelling Codes voor afstandsbediening inschakel en om de code voor activeren op afstand l51 en de code voor deactiveren op afstand #51 te kunnen gebruiken (zie Codes voor afstandsbediening gebruiken uu pagina 58).

Een extern of tweede toestel verbinden 7

U kunt een apart toestel rechtstreeks op uw machine aansluiten, zoals in onderstaande afbeelding.

Bediening op extern of tweede toestel 7

Als u een faxoproep op een tweede toestel beantwoordt of op een externe telefoon die correct is aangesloten op de machine via de aansluiting met T-stuk, kunt u de machine de oproep laten aannemen via de code voor activeren op afstand. Als u de code voor Activeren op afstand l51 into e tst, za l d e fa x op de machine worden ontvangen.
Als u een oproep beantwoordt en er niemand aan de lijn is:
U dient dan aan te nemen dat het gaat om het ontvangen van een handmatige fax.
Druk op l51 en wacht op de faxtonen of tot op het aanraakscherm Ontvangst wordt weergegeven en hang dan op.
U kunt ook de functie Fax waarnemen gebruiken zodat uw machine de oproep automatisch beantwoordt (zie Fax waarnemen uu pagina 48).
1 Tweede toestel 2 Extern toestel
57
Page 68
Hoofdstuk 7

Alleen voor Fax/Tel-modus 7

Als de machine in de Fax/Tel-modus staat, wordt het snelle dubbele belsignaal gebruikt om aan te geven dat het een normale oproep betreft.
Neem de hoorn van het externe toestel op en druk op Ophalen om de oproep te beantwoorden.
Als u zich bij een tweede toestel bevindt, moet u de hoorn tijdens de F/T-beltijd opnemen en tussen de snelle dubbele belsignalen in op #51 drukken. Als niemand aan het toestel is of wanneer iemand u een fax wil verzenden, stuurt u de oproep terug naar de machine door op l51 te drukken.

Een draadloze externe handse t gebruiken die niet van Brother is 7

Als uw draadloze telefoon (niet Brother) verbonden is met het telefoonsnoer (zie pagina 57) en u de draadloze handset vaak ergens anders mee naartoe neemt, is het eenvoudiger oproepen te beantwoorden tijdens de belvertraging.
Als u de machine eerst laat antwoorden, moet u naar de machine gaan om op Ophalen te drukken om de oproep over te zetten naar de draadloze handset.

Codes voor afstandsbediening gebruiken 7

Code voor activeren op afstand 7
Als u een faxoproep aanneemt op een extern of tweede toestel, kunt u uw machine opdragen om deze te ontvangen door de code voor activeren op afstand l51 in te voeren. Wacht tot u faxtonen hoort en plaats dan de hoorn terug (zie Fax wa arnemen uu pagina 48). De beller moet op Start drukken om de fax te verzenden.
Als u een faxoproep op de externe telefoon beantwoordt, kunt u de machine opdragen om de fax te ontvangen door op Fax Start te drukken en vervolgens te drukken op Ontvangen.
Code voor deactiveren op afstand 7
Als u een telefoonoproep ontvangt en de machine in de stand F/T staat, wordt het F/T belsignaal (snel dubbel belsignaal) gebruikt na de aanvankelijke belvertraging. Als u de oproep op een tweede toestel aanneemt, kunt u het F/T-belsignaal uitschakelen door op #51 te drukken (zorg ervoor dat u hierop drukt tussen de belsignalen in).
Als de machine een oproep beantwoordt en het snelle dubbel belsignaal overgaat voordat u de oproep aan kunt nemen, kunt u de oproep overzetten op de externe telefoon door op Ophalen te drukken.
58
Page 69
Telefoon en externe apparaten
7
Codes voor afstandsbediening inschakelen 7
U moet de instelling Codes voor afstandsbediening inschakelen op Aan om de code voor activeren op afstand en de code voor deactiveren op afstand te gebruiken.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax. e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te geven.
f Druk op Ontvangstmenu. g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Act.Op Afst. weer te geven.
De codes voor afstandsbediening wijzigen 7
De voorgeprogrammeerde code voor activeren op afstand is l51. De voorgeprogrammeerde code voor deactiveren op afstand is #51. Als de verbinding telkens wordt verbroken wanneer u probeert om toegang te krijgen tot uw externe antwoordapparaat, is het raadzaam om de codes van drie cijfers voor afstandsbediening te wijzigen, bijvoorbeeld ### en 555.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax. e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te geven.
h Druk op Act.Op Afst.. i Druk op Act.Op Afst.. j Druk op Aan.
k Als u de code voor activeren op afstand
niet wilt wijzigen, drukt u op op het aanraakscherm.
l Druk op .
f Druk op Ontvangstmenu. g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Act.Op Afst. weer te geven.
h Druk op Act.Op Afst..
59
Page 70
Hoofdstuk 7
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de code voor activeren op
afstand wilt wijzigen, drukt u op Afstandscode. Voer de nieuwe code in en druk dan op OK.
Als u de code voor deactiveren op
afstand wilt wijzigen, drukt u op Deactiveren. Voer de nieuwe code in en druk dan op OK.
Wanne er u de codes niet wilt
veranderen, gaat u naar stap j.
Als u de codes voor
afstandsbediening Aan of Uit wilt wij zig en, dr ukt u op Act.Op Afst.. Druk op Aan of Uit.
j Druk op .
60
Page 71
8
8

Nummers kiezen en opslaan 8

Hoe kiezen 8

U kunt op de volgende manieren een nummer kiezen.

Handmatig kiezen 8

a Plaats het document. b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld
op Aan, drukt u op (Fax) en Faxen verzenden.
c Druk op alle cijfers van het faxnummer.

Kiezen vanuit het adresboek 8

a Plaats het document.
b Druk op (Fax).
c Druk op Adresboek. d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Veeg omh oog of omlaag, of druk op
a of b, om het nummer weer te geven dat u wilt gebruiken.
Druk op en voer de eerste letter
van de naam in, en druk dan op OK.
e Druk op het gewenste nummer of de
gewenste naam.
f Om een fax te verzenden, drukt u op
Toepassen.
g Druk op Fax Start.
De machine scant en verzendt de fax.

Faxnummer opnieuw kiezen 8

Als u een fax automatisch wilt verzenden en het nummer in gesprek is, zal de machine het nummer iedere vijf minuten automatisch drie keer opnieuw proberen.
d Druk op Fax Start.
Herkies werkt alleen als u het nummer op
de machine hebt gekozen.
61
Page 72
Hoofdstuk 8
OPMERKING
OPMERKING

Nummers opslaan 8

U kunt uw machine instellen om op de volgende manieren snel te kiezen: adresboek en groepsnummers voor het groepsverzenden van faxen. Wanneer u een nummer uit het adresboek kiest, verschijnt het nummer op het aanraakscherm.
De nummers die in het adresboek zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de stroom uitvalt.

Een pauze opslaan 8

Druk op Pauze om een pauze van 3,5 seconden tussen de nummers in te voegen. U kunt zo vaak als nodig is op Pauze drukken om de pauze langer te maken.

Nummers in het adresboek opslaan 8

U kunt tot 200 adressen met een naam opslaan.
a Druk op (Fax).
b Druk op Adresboek. c Druk op Bewerken. d Druk op Nw adres toev.. e Druk op Naam. f Voer de naam in met het toetsenbord op
het aanraakscherm (max. 15 tekens). (Raadpleeg Teks t invoeren uu pagina 225 voor hulp bij het invoeren van letters.) Druk op OK.
g Druk op Adres. h Voer het fax- of telefoonnummer in met
het toetsenbord op het aanraakscherm (max. 20 tekens). Druk op OK.
Als u Internetfaxen heeft gedownload:
Als u een e-mailadres wilt opslaan om dit te gebruiken voor internetfaxen of scannen naar e-mailserver, drukt u op
en voert u het e-mailadres in (zie
Tekst invoeren uu pagina 225), waarna u op OK drukt.
i Druk op OK. j Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een ander nummer in het
adresboek op te slaan, herhaalt u stappen c - j.
Om het opslaan van numm ers te
beëindigen, drukt u op .
62
Page 73
Nummers kiezen en opslaan
8
OPMERKING

Namen of nummers in het adresboek wijzigen 8

U kunt een reeds in het adresboek opgeslagen naam of nummer wijzigen of verwijderen.
Als het opgeslagen nummer een geplande taak heeft, zoals een uitgestelde fax of een nummer voor fax doorzenden, dan wordt het gedimd op het aanraakscherm. U kunt het nummer niet selecteren om het te wijzigen of te verwijderen tenzij u eerst de geplande taak annuleert (uuGeavanceerde gebruikershandleiding, Taken in de wachtrij controleren en annuleren).
a Druk op (Fax).
b Druk op Adresboek. c Druk op Bewerken. d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Wijzigen om de namen of
nummers te bewerken. Ga naar stap e.
Druk op Verwijder om
Verwijder weer te geven.
Verwijder nummers door erop te drukken om een rood vinkje weer te geven.
g Doe het volgende:
Om de naam te wijzigen, drukt u op
Naam. Voer de nieuwe naam in (max. 15 tekens) met het toetsenbord op het aanraakscherm. (Raadpleeg Tekst invoeren uu pagina 225 voor hulp bij het invoeren van letters).
Druk op OK.
Om het fax - of telefoonnummer te
wijzigen, drukt u op Adres. Voer het nieuwe fax- of telefoonnummer (max. 20 tekens) in met het toetsenbord op het aanraakscherm.
Druk op OK.
Opgeslagen naam of nummer wijzigen:
Om een teken te wijzigen, drukt u op d of c om de cursor op het verkeerde teken te
plaatsen, en druk dan op . Voer het nieuwe teken of nummer in.
h Druk op OK om te voltooien.
Om een ander nummer in het adresboek te wijzigen, herhaalt u stappen c - h.
i Druk op .
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
f Druk op het nummer dat u wenst.
Druk op OK. Druk op Ja om te bevestigen. Ga
naar stap i.
a of b, om het nummer weer te geven dat u wilt gebruiken.
63
Page 74
9
1

Kopi eën maken 9

Hoe kopiëren 9

De volgende stappen beschrijven de basiskopieerhandelingen.
a Voer een van de volgende handelingen
uit om uw document te laden:
Plaats het docume nt met de
bedrukte zijde naar boven in de ADF
(automatische documentinvoer) (zie
De automatisch documentinvoer (ADF) gebruiken uu pagina 38).
Plaats het docume nt met de
bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat (zie De glasplaat gebruiken
uu pagina 39).
b Druk op de knop Kopiëren op het
aanraakscherm.

Kopiëren onderbreken 9

Druk op om het kopiëren te onderbreken.

Voorgeprogrammeerde kopieerinstellingen 9

U kunt kopiëren met diverse instellingen die reeds voor u in de machine geprogrammeerd zijn, door er gewoon op te drukken.
De volgende voorgeprogrammeerde instellingen zijn beschikbaar.
BonNormaal2op1(id)2op12-zijdig (12) 2-zijdig (22)
(MFC-9340CDW)
Papier opslaan
Op het aanraaks cherm verschijnt
1 Aantal kopieën
U kunt het aantal kopieën invoeren met de kiestoetsen.
c Voor meerdere kopieën voert u het getal
met twee cijfers in (max. 99).
d Druk op Kleur Start of
Mono start.
64
a Plaats het document.
b Druk op (Kopiëren).
c Veeg naar links of recht om Bon,
Normaal, 2op1(id), 2op1, 2-zijdig (12), 2-zijdig (22) of Papier opslaan weer te geven.
d Voer het gewenste aantal kopieën in. e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om meer inste llingen te wijzigen
gaat u naar stap f.
Wanneer u klaar bent met het
wijzigen van de instellingen, gaat u naar stap i.
Page 75
Kopieën maken
9
OPMERKING
f Druk op Opties. g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare instellingen weer te geven, en druk dan op de gewenst e in s te lling.
h Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare opties weer te geven, en druk dan op uw nieuwe optie. Herhaal stap g en h voor elke instelling die u wilt wijzigen. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op OK.
Sla de instellingen op als een snelkoppeling door op Opslaan als snelkoppeling te drukken.
i Druk op Kleur Start of
Mono start.

Kopieeropties 9

U kunt de volgende kopieerinstellingen wijzigen. Druk op Kopiëren en druk vervolgens op Opties. Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b, om door de kopieerinstellingen te bladeren. Wanneer de gewenste instelling wordt weergegeven, drukt u er op kiest u de optie. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de opties, drukt u op OK.
(Geavanceerde gebruikershandleiding)
Voor meer informatie over het wijzigen van de volgende instellingen, uuGeavanceerde gebruikershandleiding: Kopieerinstellingen:
KwaliteitVergroten/verkleinenDichtheidContrastStapel/SorteerPagina layout2op1(id)Kleur aanpassen2-zijdige kopie2-zijdige kopie pagina-opmaak
(MFC-9340CDW)
Achtergr.kleur verwijderenOpslaan als snelkoppeling
65
Page 76
OPMERKING
OPMERKING
Gegevens afdrukken vanaf een
10
USB-flashstation of digitale camera met ondersteunin g vo or massaopslag (Voor MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
Met de functie Rechtstreeks afdrukken hebt u geen computer nodig om data af te drukken. U kunt afdrukken door eenvoudigweg uw USB-flashstation aan te sluiten op de USB­direct interface van de machine. U kunt ook een camera aansluiten en rechtstreeks vanaf de camera afdrukken als deze is ingesteld op USB Mass Storage.
U kunt gebruik maken van een USB­flashgeheugenstation met de volgende specificaties:
USB-klasse USB-klasse voor
massaopslag
USB-subklasse v oor massaopslag
Overdrachtsprotocol Alleen bulkt ransfer Formaat
Sectorformaat Max. 4.096 bytes Versleuteling Versleutelde apparaten
1
SCSI of SFF-8070i
FAT12/FAT16/FAT32
worden niet ondersteund.

Een PRN-bestand aanmaken voor rechtstreeks afdrukken

De schermen in dit gedeelte kunnen afwijken, afhankelijk van uw toepassing en uw besturingssysteem.
a Klik in de menubalk van een programma
op Bestand en daarna op Afdrukken.
b Selecteer Brother MFC-XXXX Printer
(1) en vink het vakje Naar bestand aan (2). Klik op Afdrukken.
10
10
1
1
Het NTFS-formaat wordt niet ondersteund.
• Niet alle USB-fla shstations z ijn compatibel met de machine.
• Als uw camera in de stand PictBridge staat, kunt u geen gegevens afdrukken. Raadpleeg de handleiding van uw camera om over te schakelen van de stand PictBridge naar de stand Mass Storage.
66
2
Page 77
Gegeve ns afdruk ken van af een U SB-fla shstation of digitale came ra met ond ersteu ning voor m assaop slag (V oor MF C-9330 CDW e n MFC-9 340CDW)
10
OPMERKING
c Kies de map waarin u het bestand wilt
opslaan en voer de bestandsnaam in als u daarom wordt gevraagd.
Als u alleen om een bestandsnaam wordt gevraagd, kunt u ook de map opgeven waarin u het bestand wilt opslaan door een naam van een map in te voeren. Bijvoorbeeld: C:\Temp\Bestandsnaam.prn
Als op uw computer een USB­flashstation is aangesloten, kunt u het bestand rechtstreeks op het USB­flashstation opslaan.
Gegevens afdrukken vanaf het USB­flashstation of digitale camera met ondersteuning voor massaopslag
• Controleer of de digitale camera is ingeschakeld.
• U moet uw camera overschakelen van de stand PictBridge naar de stand Mass Storage.
10
67
Page 78
Hoofdstuk 10
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
1
1
a Steek het USB-flashgeheugen of de
digitale camera in de USB-poort (1) aan de voorkant van de machine. Het aanraakscherm toont automatisch het USB-geheugenmenu om het gebruik van de USB-apparaten te bevestigen.
• Als er zich een fout voordoet, wordt het menu van het USB-geheugen niet weergegeven op het aanraakscherm.
• Wanneer de stand Diepe Slaap geactiveerd is op de machine, wordt er geen informatie weergegeven op het aanraakscherm, zelfs niet wanneer u een USB-flashgeheugen aansluit op de USB­direct interface. Druk op het aanraakscherm om de machine opnieuw te activeren .
b Druk op Direct afdrukken.
Als uw machine is ingesteld op Secure Func tion Lock Aan, kunt u Rechtstreeks afdrukken moge lijk niet gebruik en (uuGeavance erde gebruikershandleiding: Gebruikers omschakelen).
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of
b, om de gewenste mapnaam en
bestandsnaam te kiezen. Als u de mapnaam heeft geselecteerd, veegt u omhoog of omlaag, of drukt op a of b, om de gewenste bestandsnaam te kiezen.
68
Als u een index van de bestanden wilt afdrukken, drukt u op Indexafdruk op het aanraakscherm. Druk op Kleur Start of Mono start om de gegevens af te drukken.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Afdrukinstell.. Ga naar
stap e.
Als u de huidige instellingen niet wilt
wijzigen, gaat u naar stap h.
Page 79
Gegeve ns afdruk ken van af een U SB-fla shstation of digitale came ra met ond ersteu ning voor m assaop slag (V oor MF C-9330 CDW e n MFC-9 340CDW)
10
OPMERKING
BELANGRIJK
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de gewenste instelling weer te geven.
f Druk op de optie die u wenst.
• U kunt de volgende instellingen kiezen:
Papiersoort Papierformaat Meerdere pagina's Orientatie Tweezijdig Sorteren Printkwaliteit PDF-optie
• Niet alle instellingen zijn beschikbaar voor elke type bestand.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een andere instelling te wijzigen,
herhaalt u stap e.
Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op OK en gaat u naar stap h.

De standaardinstellingen voor rechtstreeks afdrukken wijzigen 10

U kunt de standaardinstellingen voor rechtstreeks afdrukken wijzigen.
a Steek het USB-flashgeheugen of de
digitale camera in de USB-poort aan de voorkant van de machine.
b Druk op Direct afdrukken. c Druk op Standaardinst.. d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de gewenste instelling weer te geven. Druk op de instelling.
e Druk op de nieuwe optie die u wenst.
Herhaal stappen d en e voor elke instelling die u wilt wijzigen.
f Druk op OK.
g Druk op .
h Voer het gewenste aantal kopieën in
i Druk op Kleur Start of Mono start
j Druk op .
• Sluit GEEN ander apparaat dan een digitale camera of een USB-flashstation aan op de USB-direct interface om beschadiging van uw machine te voorkomen.
• Verwijder het USB-flashstation of de digitale camera NIET uit de USB-direct interface als de machine nog bezig is met afdrukken.
met behulp van het aanraakpaneel.
om de gegevens af te drukken.
69
Page 80

Afdrukken vanaf een computer 11

11

Een document afdrukken

De machine kan gegevens van uw computer ontvangen en deze afdrukken. Om af te drukken vanaf een computer, moet u de printerdriver installeren.
(Voor meer informatie over instellingen van de printerdriver, uuSoftwarehandleiding)
a Installeer de Brother-printerdriver die u
terugvindt op de cd-rom (uuInstallatiehandleiding).
b Kies in uw applicatie de opdracht
Afdrukken.
c Kies de naam van uw machine in het
dialoogvenster Afdrukken en klik op Eigenschappen (of Voorkeursinstellingen, afhankelijk van
de gebruikte toepassing).
d Kies de instellingen die u wilt wijzigen in
het dialoogvenster Eigenschappen en klik vervolgens op OK.
11
PapierformaatAfdrukstandAantalMediatypeAfdrukkwaliteitKleur / MonoDocumenttypeMeerdere pag. afdrukkenTweezijdig/boekjePapierbron
e Klik op Afdrukken om het afdrukken te
starten.
70
Page 81
12
OPMERKING

Hoe scannen naar een computer12

12

Voor het scannen 12

Om de machine als een scanner te gebruiken, installeert u een scannerdriver. Als de machine zich op een netwerk bevindt, configureert u deze met een TCP/IP-adres.
Installeer de scannerdrivers van de cd-rom (uuInstallatiehandleiding: MFL-Pro Suite
installeren).
Configureer de machine met een TCP/IP-adres als netwerkscannen niet werkt
(uuSoftwarehandleiding).
Een document als PDF-bestand scannen met
®
ControlCenter4 (Windows
(Voor Macintosh-gebruikers uuSoftwarehandleiding.)
De schermen op uw computer kunnen er anders uitzien afhankelijk van uw model.
ControlCenter4 is een softwareprogramma waarmee u snel en eenvoudig toegang hebt tot de toepassingen die u het vaakst gebruikt. Met ControlCenter4 worden specifieke toepassingen automatisch geladen. U kunt ControlCenter4 gebruiken op uw computer.
) 12
a Plaats het document (zie Hoe document en plaatsen uu pagina 38). b Volg de instructies voor het besturingssysteem dat u gebruikt.
(Windows®XP, Windows Vista® en Windows® 7)
Open ControlCenter4 door te klikken op (Starten) > Alle programma's > Brother > XXX-XXXX (waarbij XXX-XXXX uw modelnaam is) > ControlCenter4. De toepa ssing
ControlCenter4 wordt geopend.
(Windows
Klik op (Brother Utilities) en klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien dit nog niet is gebeurd). Klik in de linkernavigatiebalk op SCANNEN
en daarna op ControlCenter4. De toepassing ControlCenter4 wordt geopend.
®
8)
71
Page 82
Hoofdstuk 12
c Als het scherm voor ControlCenter4 verschijnt, kiest u de Geavanceerde modus en klikt u
op OK.
d Zorg ervoor dat de machine die u wilt gebruiken, geselecteerd is in de Model
vervolgkeuzelijst.
e Klik op Bestand.
72
Page 83
Hoe scannen naar een computer
12
f Druk op S can.
De machine begint met scannen. De map waar de gescande gegevens opgeslagen worden, wordt automatisch geopend.
73
Page 84
Hoofdstuk 12

Een document als PDF-bestand scan nen met het aanraakscherm 12

a Plaats het document (zie Hoe documenten plaatsen uu pagina 38). b Druk op Scannen.
c Veeg naar links of naar rechts om naar bestand weer te geven.
wordt in het midden van het aanraakscherm blauw weergegeven.
d Druk op OK.
Wanneer de machine verbonden is met een netwerk, drukt u op de computernaam. Ga op een van de volgende manieren te werk:
 Als u de standaardinstellingen wilt gebruiken, gaat u naar stap i.  Als u de standaardinstellingen wijzig en, gaat u naar stap e.
e Druk op Opties. f Druk op Ingesteld op aanraakscherm.
Druk op Aan.
g Kies volgens uw behoefte de instellingen voor 2-zijdige scan
Resolutie, Bestandstype, Afmeting scan en Achtergrondkleur verwijderen.
1
, Scantype,
h Druk op OK. i Druk op Start.
De machine begint met scannen.
1
MFC-9340CDW
74
Page 85
Hoe scannen naar een computer
12
OPMERKING
De volgende scanmodi zijn beschikbaar.
naar USB (MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
®
naar netwerk (Windows
)
naar FTP
nr e-mailserver
naar e-mail
naar afbeelding
naar OCR
naar bestand
1
WS Scan
1
Alleen Windows®-gebruikers (Windows Vista® SP2 of recenter, Windows® 7 en Windows® 8) (uuSoftwarehandleiding.)
(Web Services-scan)
75
Page 86
OPMERKING
Routinematig onderhoud A
A

Verbruiksartikelen vervangen A

U dient de verbruiksartikelen te vervangen wanneer de machine aangeeft dat de levensduur van de gebruiksartikelen verstreken is. U kunt de volgende verbruiksartikelen zelf vervangen:
Wanneer u verbruiksartikelen gebruikt die niet afkomstig zijn van Brother, kan dit invloed hebben op de afdrukkwaliteit, de prestaties van de hardware en de betrouwbaarheid van de machine.
De drumeenheid en tonercartridge zijn twee aparte verbruiksartikelen. Zorg ervoor dat deze als een module geïnstalleerd zijn. Als de tonercartridge zonder de drumeenheid in de machine wordt geplaatst, worden mogelijk het bericht Drumeenheid ! weergegeven.
Tonercartridge Drumeenheid
Zie De tonercartridges vervangen uu pagina 80. Modelnaam: TN-241BK, TN-241C, TN-241M,
TN-241Y, TN-245C, TN-245M, TN- 245Y
Zie De drumeenheden vervangen uu pagina 87. Modelnaam: DR-241CL (4- delige drumkit) of
DR-241CL-BK, DR-241CL-CMY (enkele drum)
Zie De riemeenheid vervangen uu pagina 94. Modelnaam: BU-220CL
76
Riemeenheid Tonerbak
Zie De tonerbak vervangen uu pagina 98. Modelnaam: WT-220CL
Page 87
Routinematig onderhoud
A
De meldingen in de tabel worden op het aanraakscherm weergegeven in de modus Gereed. Deze meldingen waarschuwen tijdig dat verbruiksartikelen moeten worden vervangen voordat het einde van de gebruiksduur wordt bereikt. Het is raadzaam om reserveverbruiksartikelen aan te schaffen voordat de machine stopt met afdrukken.
Berichten op aanraakscherm
Toner bi jn a op Prepareer nieuwe
toner- cassette.
Voor te bereiden verbruiksartikelen
Tonercartridge
BK = Zwart C = Cyaan M = Magenta Y = Geel
Gemiddelde gebruiksduur
<Zwart>
2.500 pagina's
125
<Cyaan, Magenta, Geel>
Hoe te vervangen Modelnaam
Zie pagina80.
1.400 pagina's
125
2.200
126
Zie pagina89. 4 drumeenheden:
134
Drum bijna opX
1 drumeenheid X = BK, C, M, Y
pagina's
15.000 pagina's
BK = Zwart C = Cyaan M = Magenta Y = Geel
1
Riem bijna op Riemeenheid Tnrbak bijna vol
1
Enkelz ijdige pagina's van formaat A4 of Letter.
2
De geschatte cartridgeopb rengst wor dt verme ld in over eenstemmi ng met ISO/IEC 19798.
3
1 pagina per taak
4
De gebru iksduur van de drum is een gemid delde waarde en kan verschillen met het so ort gebruik.
5
Normale tonercartridge
6
Tonercartridge met hoge capaciteit
Tonerbak
50.000 pagina' s
50.000 pagina' s
Zie pagina94. BU-220CL
1
Zie pagina98. WT-220CL
TN-241BK TN-241C TN-241M TN-241Y TN-245C TN-245M TN-245Y
5
5
5
5
6
6
6
DR-241CL
1 drumeenheid: DR-241CL-BK DR-241CL-CMY
77
Page 88
U moet de machine regelmatig reinigen en bepaalde onderdelen vervangen wanneer de berichten in de tabel op het aanraakscherm verschijnen.
Berichten op aanraakscherm
Toner vervangen
Te vervangen verbruiksartikelen
Tonercartridge Het aanraakscher m
toont de kleur van de tonercartridge aan die u moet vervangen.
BK = Zwart C = Cyaan M = Magenta Y = Geel
Drum vervangenX
Drumeenheid
X = BK, C, M, Y BK = Zwart C = Cyaan M = Magenta Y = Geel
Stop
Drumeenheid
drumeenheid Riemeenheid
Riemeenheid
vervangen Tonerafvalbakje
Tonerbak
vervangen Fuser ve rva ng en Fuseereenheid
Vervan g PF- se t Papiertoevoerset
Gemiddelde gebruiksduur
<Zwart>
2.500 pagina's
125
<Cyaan, Magenta, Geel>
1.400 pagina's
2.200 pagina's
125
126
15.000 pagina's
50.000 pagina's
50.000 pagina's
50.000 pagina's
50.000 pagina's
134
1
1
1
1
Hoe te vervangen Modelnaam
Zie p agina 80 .
TN-241BK TN-241C TN-241M TN-241Y TN-245C TN-245M TN-245Y
5
5
5
5
6
6
6
Zie pagina 89. 4 drumeenheden:
DR-241CL
1 drumeenheid: DR-241CL-BK DR-241CL-CMY
Zie pagina 94. BU-220CL
Zie pagina 98. WT-220CL
Neem contact op met de Klantenservice v an Brother of uw lokale Brother-leveranciers voor een vervangende fusereenheid.
Neem contact op met de Klantenservice v an Brother of uw lokale Brother-leveranciers voor een vervangende papiertoevoerset.
1
Enkelzijdige pagina's van formaat A4 of Letter.
2
De geschatte cartridgeopbrengst wordt vermeld in overeenstemming met ISO/IEC 19798.
3
1 pagina per taak
4
De gebruiksduur van de drum is een gemiddelde waarde en kan verschillen met het soort gebruik.
5
Normale tonercartridge
6
Tonercartridge met hoge capaciteit
78
Page 89
Routinematig onderhoud
A
OPMERKING
• Ga naar http://www.brother.com/original/index.html voor instructies over het retourneren van gebruikte verbruiksartikelen aan het recyclingprogramma van Brother. Als u de gebruikte items niet retourneert, dient u het gebruikte verbruiksartikel te verwijderen conform de plaatselijke voorschriften, en dit niet als huishoudelijk afval te behandelen. Voor meer informatie neemt u contact op met de lokale afvalmaatschappij (uuHandleiding product veiligheid: Recyclinginformatie in overeenstemming m et de WEEE- en Batterijrichtlijnen).
• We raden u aan het gebruikte verbruiksartikel op een stuk papier te plaatsen om te voorkomen dat het materiaal dat zich erin bevindt per ongeluk wordt gemorst.
• Als u papier gebruikt dat niet overeenkomt met het aanbevolen papier, wordt de levensduur van verbruiksartikelen en machineonderdelen mogelijk verkort.
• De aangegeven gebruiksduur voor elk van de tonercartridges is gebaseerd op ISO/IEC 19798. Hoe vaak u verbruiksartikelen moet vervangen is afhankelijk van het afdrukvolume, de dekkingsgraad, het gebruikte mediatype en hoe vaak de ma chine aan en uit wordt gezet.
• Hoe vaak u verbruiksartikelen behalve tonercartridges moet vervangen, is afhankelijk van het afdrukvolume, het gebruikte mediatype en hoe vaak de mac hine aan en uit wordt gezet.
79
Page 90

De toner cartr idges ve rvange nA

OPMERKING
Modelnaam: TN-241BK1, TN-241C1, TN-241M TN-245M
Met een Standaard tonercartridge kunt u ongeveer 2.500 pagina's ongeveer 1.400 pagina's
geel) afdrukken. Een tonercartridge met hoge capaciteit kan ongeveer 2.200 pagina's
(cyaan, magenta, geel) afdrukken. De daadwerkelijke paginatelling hangt af van het type document dat u over het algemeen gebruikt.
Op het aanraakscherm wordt Toner bijna op weergegeven als een tonercartridge bijna op is.
De tonercartridges die bij de machine worden geleverd, dienen na ongeveer 1.000
pagina's
1 2 3
1
, TN-241Y1, TN-245C2,
2
, TN-245Y
3
te worden vervangen.
Normale tonercartridge Tonercartridge met hoge capaciteit De geschatte cartridgeopbrengst wordt vermeld in
overeenstemming met ISO/IEC 19798 .
2
3
(zwart) of
3
(cyaan, magenta,
3
• De aanduiding van de resterende levensduur van de toner verschilt naargelang de soort afgedrukte documenten en het gebruik van de klant.
• Wij adviseren u een nieuwe tonercartridge klaar te houden wanneer u de waarschuwing Toner bijna op ziet.
• Wij raden het gebruik van originele tonercartridges van Brother aan voor een hoge afdrukkwaliteit. Wanneer u tonercartridges wilt aankopen, verwittigt u de Klantenservice van Brother of uw lokale Brother-leveranciers.
• Wij raden u aan om de machine te reinigen wanneer u een tonercartridge vervangt (zie De machine reinigen en controleren uu pagina 103).
• Pak de nieuwe tonercartridge NOOIT uit voor u klaar bent om de tonercartridge te installeren.
Toner Laag A
Als het aanraakscherm Toner bijna op aangeeft, koopt u een nieuwe tonercartridge voor de op het aanraakscherm aangegeven kleur, en zorg ervoor dat u deze bij de hand heeft voor het bericht Toner vervangen verschijnt.
80
Toner vervangen A
Wanneer Toner vervangen weergegeven wordt op het aanraakscherm, stopt de machine met afdrukken tot u de tonercartridge vervangt.
Het aanraakscherm toont de kleur van de tonercartridge aan die u moet vervangen. (BK=Zwart, C=Cyaan, M= Magenta, Y=Geel).
Door een nieuwe originele tonercartridge van Brother te plaatsen, wordt het bericht Toner vervangen gereset.
Page 91
A
De tonercartridges vervangen A
WAARSCHUWING
a Zorg ervoor dat de machine
ingeschakeld is.
Routinematig onderhoud
HEET
b Open het bovendeksel tot het in de
geopende positie vergrendelt.
c Verwijder de module met de
tonercartridge en de drumeenheid voor de op het aanraakscherm aangegeven kleur.
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht tot de machine is afgekoeld voordat u interne onderdelen aanraakt.
81
Page 92
BELANGRIJK
• We raden u aan de module met de drumeenheid en tonercartridge op wegwerppapier op een propere, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, om schade aan de machine door statische elektriciteit te vermijden.
d Druk de groene vergrendelhendel naar
beneden en neem de tonercartridge uit de drumeenheid.
82
Page 93
Routinematig onderhoud
A
WAARSCHUWING
BELANGRIJK
• Werp een tonercartridge of een module met drumeenheid en tonercartridge NIET in het vuur. Deze kan ontploffen en verwondingen veroorzaken.
• Gebruik bij het schoonmaken van de binnen- of buitenzijde van het product GEEN ontvlambare stof fen , sp ra ys of biologische oplosmiddelen/vloeistoffen met alcohol of ammoniak. U kunt dan namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Gebruik uitsluitend een droge, pluisvrije doek.
(uuHandleiding product veiligheid: Algemene voorschriften.)
• Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding, dient u de vlekken te verwijderen met koud water.
• Raak de grijze delen in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.
<Tonercartridge>
<Drumeenheid>
• We raden u aan de tonercartridge op wegwerppapier op een propere, vlakke en stabiele ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
83
Page 94
OPMERKING
• Dicht de gebruikte tonercartridge goed af
BELANGRIJK
in een zak, zodat er geen tonerstof uit de cartridge kan worden gemorst.
• Ga naar http://www.brother.com/original/ index.html voor instructies over het retourneren van gebruikte verbruiksartikelen aan het recyclingprogramma van Brother. Als u de gebruikte items niet retourneert, dient u het gebruikte verbruiksartikel te verwijderen conform de plaatselijke voorschriften, en dit niet als huishoudelijk afval te behandelen. Voor meer informatie neemt u contact op met de lokale afvalmaatschappij (uuHandleiding product veiligheid:
Recyclinginformatie in overeenstemming met de WEEE- en Batte rijrichtli jnen).
e Pak de nieuwe tonercartridge uit. Houd
de cartridge met beide handen vast en schud deze enkele keren heen en weer om de toner gelijkmatig in de cartridge te verdelen.
• Pak de tonercartridge pas uit op het ogenblik dat u deze in de machine wilt plaatsen. Als de tonercartridge lang voor die tijd is uitgepakt, gaat de toner minder lang mee.
• Wanneer u een uitgepakte drumeenheid in direct zonlicht (of gedurende lange tijd in kamerverlichting) plaatst, kan de eenheid beschadigd worden.
• Brother-machines zijn ontworpen voor gebruik met toner van een bepaalde specificatie en werken optimaal wanneer ze worden gebruikt met originele Brother­tonercartridges. Brother kan deze optimale prestaties niet garanderen indien toner of tonercartridges van andere specificaties worden gebruikt. Het gebruik van andere cartridges dan die van Brother of het gebruik van cartridges die met inkt van andere merken zijn gevuld, wordt derhalve afgeraden in combinatie met deze machine. Indien de drumee nheid of andere onderdelen van deze machine worden beschadigd als gevolg van het gebruik van toner of tonercartridges anders dan originele Brother-producten, vallen de als gevolg hiervan benodigde reparaties niet onder de garantie; deze producten zijn namelijk incompatibel of ongeschikt voor deze machine.
84
Page 95
Routinematig onderhoud
A
BELANGRIJK
OPMERKING
f Verwijder de bescherming.
Plaats de nieuwe tonercartridge direct in de drumeenheid nadat u de bescherming hebt verwijderd. Raak de grijze delen aangegeven in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.
g Plaats de nieuwe tonercartridge stevig
in de drumeenheid tot u deze op zijn plaats hoort vastklikken. Wanneer u de cartridge correct plaatst, komt de groene vergrendelhendel op de drumeenheid automatisch omhoog.
Zorg ervoor dat u de tonercartridge op de juiste wijze plaatst, anders komt deze los van de drumeenheid.
85
Page 96
h Reinig de primaire corona in de
OPMERKING
OPMERKING
1
BK C
M Y
drumeenheid door het groene lipje voorzichtig een paar keer van links naar rechts en weer terug te schuiven.
j Schuif elke module met de drumeenheid
en tonercartridge terug in de machine. Zorg ervoor dat de kleur van de tonercartridge overeenkomt met het label van dezelfde kleur op de machine.
Zorg ervoor dat u het lipje weer terugzet in de oorspronkelijke stand (a) (1). De pijl op het lipje moet uitgelijnd zijn met de pijl op de drumeenheid. Als u dit niet doet, verschijnt mogelijk een verticale streep op de afdrukken.
i Herhaal stap c en stap h om de drie
andere coronadraden te reinigen.
Om de coronadraden te reinigen, hoeft u de tonercartridge niet uit de drumeenheid te halen.
86
BK = zwart, C = cyaan, M = magenta, Y= geel
Page 97
Routinematig onderhoud
A
OPMERKING
k Sluit het bovendeksel van de machine.
Zorg dat u na het vervangen van de tonercartridge de machine NIET uitschakelt of het bovendeksel opent tot het bericht Even geduld. verdwijnt van het aanraakscherm en het apparaat terugkeert naar de modus Gereed.

De drumeenheden vervangenA

Modelnaam: DR-241CL 4-delig. Drumkit of enkele drumeenheden DR-241CL-BK, DR-241CL-CMY
Een nieuwe drumeenheid kan ongevee r
15.000 enkelzijdige pagina's van A4- of Letter-formaat bedrukken.
DR-241CL Drumkit bevat vier drumeenheden, een zwarte (DR-241CL-BK) en drie in kleur (DR-241CL-CMY).
DR-241CL-BK bevat één zwarte drum. DR-241CL-CMY bevat één kleurendrum.
De drums verslijten door het algemeen gebruik, de rotatie van de drums en de interactie met papier, toner en andere materialen in het papierpad. Bij het ontwerp van dit product heeft Brother ervoor gekozen het aantal rotaties van de drum als doorslaggevend element te hanteren voor de gebruiksduur van de drum. Wanneer een drum de in de fabriek vastgelegde rotatielimiet voor het nominale aantal pagina's bereikt, verschijnt op het LCD­aanraakscherm het advies om de relevante drum(s) te vervangen. Het product blijft werken, maar de afdrukkwaliteit zal niet optimaal zijn.
Omdat de drums tijdens de diverse werkingsfasen unisono draaien (ongeacht of er toner op de pagina wordt afgezet) en omdat schade aan slechts één drumeenheid niet waar s c hijnlijk is, dient u alle drums tegelijk te vervangen (tenzij u een individuele drum [DR-241CL-BK voor zwart en DR-241CL-CMY voor kleur] vervangt om andere redenen dan het bereiken van de nominale levensduur). Brother verkoopt de drumeenheden daarom in een kit van vier (DR-241CL).
87
Page 98
BELANGRIJK
Drum vervangenX A
Gebruik alleen originele drumeenheden en tonereenheden van Brother voor de beste prestaties. Door af te drukken met een drum- of tonereenheid van een ander merk kan niet alleen de afdrukkwaliteit minder zijn, maar kunnen ook de prestaties en de levensduur van de machine afnemen. Problemen die worden veroorzaakt door het gebruik van een drumeenheid of een tonereenheid van een ander merk, vallen niet onder de garantie.
Drum! A
De coronadraden zijn vuil. Maak de coronadraden in de vier drumeenheden schoon (zie De coronadraden reinigen uu pagina 108).
Als u de coronadraden gereinigd hebt en de fout Drumeenheid ! nog steeds op het aanraakscherm wordt weergegeven, moet de drumeenheid worden vervangen. Vervang de drumeenheden door een nieuwe kit.
Drum bijna vervangenX A
Als slechts één bepaalde drum bijna het einde van zijn levensduur heeft bereikt, verschijnt het bericht Drum bijna opX op het aanraakscherm. De X geeft de kleur van de drumeenheid aan die bijna het einde van haar levensduur heeft bereikt. (BK=Zwart, C=Cyaan, M=Magenta, Y=Geel). Het is aan te bevelen originele Brother-drumeenheden klaar te houden voor installatie. Koop een nieuwe drumeenheid DR-241CL-BK (voor zwart) of een DR-241CL-CMY (voor de kleur C, M, Y) en zorg ervoor dat u deze bij de hand heeft voor het bericht Drum vervangenX verschijnt.
Als slechts één bepaalde drum moet worden vervangen, verschijnt het bericht Drum vervangenX op het aanraakscherm. De X geeft de kleur van de drumeenheid aan die u moet vervangen. (BK=Zwart, C=Cyaan, M=Magenta, Y=Geel)
De drumeenheid heeft de geschatte gebruiksduur overschreden. Vervang de drumeenheid door een nieuwe. Het verdient aanbeveling nu een originele Brother­drumeenheid te installeren.
Wanneer u de drumeenheid vervangt en een nieuwe drumeenheid plaatst, moet u de drumteller resetten. De instructies daartoe vindt u in de doos waarin uw nieuwe drumeenheid werd geleverd.
Drumstop A
We kunnen de afdrukkwaliteit niet garanderen. Vervang de drumeenheid door een nieuwe. Het verdient aanbeveling nu een originele Brother-drumeenheid te installeren.
Wanneer u de drumeenheid vervangt en een nieuwe drumeenheid plaatst, moet u de drumteller resetten. De instructies daartoe vindt u in de doos waarin uw nieuwe drumeenheid werd geleverd.
88
Page 99
Routinematig onderhoud
A
BELANGRIJK
WAARSCHUWING
BELANGRIJK
De drumeenheden vervangen A
• Verwijder de drumeenheid voorzichtig, deze kan toner bevatten. Knoeit u toner op uw handen of uw kleren, veeg deze dan onmiddellijk af of was ze onmiddellijk in koud water.
• Reinig de binnenzijde van de machine als u de drumeenheid vervangt (zie De machine reinigen en controleren uu pagina 103).
• Pak de nieuwe drumeenheid NOOIT uit tot u klaar bent om de drumeenheid te installeren. Blootstelling aan direct zonlicht (of gedurende lange tijd aan kamerverlichting) kan de drumeenheid beschadigen.
a Zorg ervoor dat de machine
ingeschakeld is.
b Open het bovendeksel tot het in de
geopende positie vergrendelt.
c Verwijder de module met de
tonercartridge en de drumeenheid voor de op het aanraakscherm aangegeven kleur.
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht tot de machine is afgekoeld voordat u interne onderdelen aanraakt.
• We raden u aan de module met de drumeenheid en tonercartridge op wegwerppapier op een propere, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
89
Page 100
• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
WAARSCHUWING
afbeelding ziet, om schade aan de machine door statische elektriciteit te vermijden.
• Werp een tonercartridge of een module met drumeenheid en tonercartridge NIET in het vuur. Deze kan ontploffen en verwondingen veroorzaken.
• Gebruik bij het schoonmaken van de binnen- of buitenzijde van het product GEEN ontvlambare stoffen, sprays of biologische oplosmiddelen/vloeistoffen met alcohol of ammoniak. U kunt dan namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Gebruik uitsluitend een droge, pluisvrije doek.
(uuHandleiding product veiligheid: Algemene voorschriften.)
d Druk de groene vergrendelhendel naar
beneden en neem de tonercartridge uit de drumeenheid.
90
Loading...