for choosing one of its products. We have drawn up this booklet to provide a comprehensive overview of your vehicle's quality features. Please read it
carefully before riding the vehicle for the first time. It contains information, tips and precautions for using your vehicle. It also describes features, details
and devices to assure you that you have made the right choice. We believe that if you follow our suggestions, you will soon get to know your new vehicle
well and will use it for a long time at full satisfaction. This booklet is an integral part of the vehicle, and should the vehicle be sold, it must be transferred
to the new owner.
APRILIA WIL U BEDANKEN
omdat u één van haar producten heeft gekozen. Wij hebben deze handleiding opgesteld opdat u de kwaliteiten ervan ten volle kan waarderen. Wij
raden aan om deze handleiding geheel door te lezen, voordat u met het voertuig gaat rijden. Het bevat informatie, raadgevingen en waarschuwingen
in verband met het gebruik van uw voertuig; daarnaast zal u eigenschappen, bijzonderheden en handigheidjes ontdekken die u ervan zullen overtuigen
dat u een juiste keuze heeft gemaakt. Wij zijn er zeker van dat indien u hier rekening mee zal houden, u makkelijk zal wennen aan uw nieuw voertuig,
waar u lang naar volle tevredenheid gebruik van zal kunnen maken. Deze uitgave is een integrerend deel van het voertuig, en bij verkoop van dit laatste
moet het worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar.
SCARABEO 125 i.e - 200 i.e.
Ed. 05 2010
The instructions in this booklet have been compiled primarily to offer a simple and clear guide to using the vehicle; it also describes routine maintenance
procedures and regular checks that should be carried out on the vehicle at an Aprilia Dealer or Authorised Workshop. This booklet also contains
instructions for simple repairs. Any operations not specifically described in this booklet require the use of special tools and/or particular technical
knowledge; for these operations, please take your vehicle to an Aprilia Dealer or Authorised Workshop.
De instructies in deze handleiding zijn voorbereid om vooral een eenvoudige en duidelijke leidraad te zijn voor het gebruik; men vindt eveneens de
handelingen van het klein onderhoud en van de periodieke controles die bij een Dealer of Erkende Aprilia Garage moeten uitgevoerd worden. De
handleiding bevat tevens instructies voor een aantal eenvoudige herstellingen. De herstellingen die niet uitgebreid in deze uitgave zijn beschreven,
vereisen dat men over speciale gereedschappen en/of specifieke technische kennis beschikt; voor het uitvoeren van deze herstellingen raadt men aan
om zich te wenden tot een Dealer of Erkende Aprilia Garage.
2
Personal safety
Persoonlijke veiligheid
Failure to completely observe these instructions will
result in serious risk of personal injury.
Safeguarding the environment
Sections marked with this symbol indicate the correct
use of the vehicle to prevent damaging the environ-
ment.
Vehicle intactness
The incomplete or non-observance of these regula-
tions leads to the risk of serious damage to the vehicle
and sometimes even the invalidity of the guarantee.
The symbols illustrated above are very important.
They are used to highlight parts of the booklet that
should be read with particular care. The different symbols are used to make each topic in the manual simple
and quick to locate. Before starting the engine, read
this booklet carefully, particularly the "SAFE RIDING"
section. Your safety as well as other's does not only
depend on the quickness of your reflexes and agility,
but also on how well you know your vehicle, the state
of maintenance of the vehicle itself and your knowledge of the rules for SAFE RIDING. For your safety,
get to know your vehicle well so as to safely ride and
master it given any riding condition. IMPORTANT
This booklet is an integral part of the vehicle, and must
be handed to the new owner in the event of sale.
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd, kan dit ernstig letsel aan personen tot ge-
volg hebben.
Bescherming van
Geeft het juiste gedrag aan dat u aan moet houden
zodat het gebruik van het voertuig geen schade aan-
richt aan de natuur.
Staat van het voertuig
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd kan dit ernstige schade aan het voertuig,
en eventueel het vervallen van deze garantie tot ge-
volg hebben.
Bovengenoemde signalen zijn erg belangrijk. Ze hebben namelijk tot doel om de delen van het boekje aan
te geven die u aandachtig door moet lezen. Zoals u
ziet, bestaat ieder teken uit een ander grafisch symbool, zodat de bijbehorende onderwerpen meteen
duidelijk kunnen worden gevonden in de verschillende delen. Vooraleer men de motor start, leest men
aandachtig deze handleiding, en vooral de paragraaf
"VEILIG RIJDEN". Uw veiligheid en die van anderen
hangt niet enkel af van uw reflexen en vlugheid, maar
ook van de kennis en de efficiëntie van het voertuig,
en van de kennis van de fundamentele regels voor het
VEILIG RIJDEN. We raden daarom aan om vertrouwd
te raken met het voertuig, zodat u zich in alle situaties
veilig en beheersd kan bewegen. BELANGRIJK Deze
handleiding moet beschouwd worden als integrerend
deel van het voertuig, en moet worden overhandigd
bij de verkoop ervan.
6. Schakelaar van de ontsteking / stuurslot (ON - OFF - LOCK) / opening zadel
1 Vehicle / 1 Voertuing
7. Instruments and gauges7. Instrumenten en indicators
Analogue instrument panel
(01_04)
KEY
1. Blue high-beam warning light
Analoog instrumentenpaneel
(01_04)
01_04
Legende
1. Blauwe controlelamp van het groot
licht
13
2. Green turn indicator warning light
3. Fuel gauge
4. Orange low fuel warning light
5. Speedometer
6. Coolant temperature warning light
7. Coolant temperature gauge
8. Red oil pressure warning light
9. Multifunction indicator: total odometer
(ODO) / two trip odometers (ODO I - ODO
II) / battery voltage / external temperature
with ice indication (ice icon illuminates at
temperatures below 4°C (39.2°F))
10. Service indicator
11. Digital clock
12. Electronic fuel injection check warn-
ing light (red)
2. Groene controlelamp van de richtingaanwijzers
3. Indicator van het brandstofpeil
4. Oranje controlelamp van de brandstof-
reserve
5. Snelheidsmeter
6. Controlelamp van de hoge tempera-
tuur van de koelvloeistof
7. Indicator van de temperatuur van de
koelvloeistof
8. Rode controlelamp van de oliedruk
9. Multifunctionele indicator: kilometertel-
ler totaal (ODO) / twee kilometertellers
partieel (ODO I - ODO II) / accuspanning /
externe tempertuur met ijsaanduiding
(oplichting van de ijsicoon bij temperaturen van minder dan 4°C (39.2°F)
10. Indicator servicebeurt
11. Digitale klok
12. Controlelamp van de elektronische
benzineinjectie (rood)
INSTRUMENT AND GAUGE DESCRIPTION
NOTE
WITH THE KEY SET TO «ON», ALL
THE PRE-INSTALLED WARNING
LIGHTS, INSTRUMENT PANEL LIGHTING AND ALL THE INDICATORS IN
14
BESCHRIJVING VAN DE INSTRUMENTEN EN DE INDICATOREN
N.B.
MET DE SLEUTEL IN DE «ON» POSI-
TIE, LICHTEN ALLE VOORZIENE
CONTROLELAMPEN, DE VERLICHTING VAN HET DASHBOARD EN DE
1 Vehicle / 1 Voertuing
DIGITAL DISPLAY TURN ON FOR THE
FIRST THREE SECONDS FOR AN INITIAL INSTRUMENT CHECK.
INDICATOREN VAN HET DIGITAAL
DISPLAY OP VOOR DRIE SECONDEN,
VOOR EEN BEGINCHECK VAN HET
INSTRUMENT.
High-beam warning light «1»
Turns on when the front headlamp highbeam bulb is activated or when the highbeam light is flashed (PASSING).
Turn indicator warning light«2»
Flashes when in right or left turning
mode.
If the turn indicator breaks down, the
warning light flashing frequency doubles.
Replace light bulb if this occurs.
Fuel gauge «3»
Shows the approximate fuel level in the
tank.
Low fuel warning light«4»
Turns on when there is a 2-litre fuel re-
serve in the tank.
Controlelamp van het groot licht «1»
Deze licht op wanneer het lampje van het
groot licht van het voorlicht geactiveerd
is, of wanneer men het groot licht doet
knipperen (PASSING).
Controlelamp van de richtingaanwijzers «2»
Knippert wanneer het signaal voor het
rechts of links afslaan in functie is.
Wanneer een richtingaanwijzer stukgaat,
verdubbelt de snelheid van het knipperen
van de controlelamp. In dit geval moet het
lampje vervangen worden.
Indicator van het brandstofpeil «3»
Duidt bij benadering het brandstofpeil in
de tank aan.
Controlelamp van de brandstofreserve «4»
Deze licht op wanneer er in de brandstoftank ongeveer 2 liter brandstof overblijft.
15
If this occurs, refill the tank as soon as
possible.
In dit geval moet men zo vlug mogelijk
tanken.
Speedometer «5»
Shows riding speed.
Coolant high temperature warning
light «6»
Turns on when the coolant temperature
indicator reaches very high values. Stop
the engine at once and check the coolant
level.
Coolant temperature gauge «7»
Shows the approximate temperature of
the coolant in the engine. The normal operating temperature is reached when the
needle is at central area of the scale. If it
is not at the central area, do not over demand the scooter. If the needle reaches
the last segment, stop the engine and
check the coolant level.
CAUTION
Snelheidsmeter «5»
Duidt de rijsnelheid aan.
Controlelamp van de hoge temperatuur van de koelvloeistof «6»
Deze licht op wanneer de indicator van
de temperatuur van de koelvloeistof te
hoge waarden bereikt. Leg onmiddellijk
de motor stil en controleer het peil van de
koelvloeistof.
Indicator van de temperatuur van de
koelvloeistof «7»
Duidt bij benadering de temperatuur aan
van de koelvloeistof in de motor. Wanneer het wijzertje zich in de centrale zone
van de schaal bevindt, is de werkingstemperatuur normaal. Wanneer de
streep zich niet in de centrale positie bevindt, mag het voertuig niet excessief belast worden. Wanneer de wijzer de laatste streep bereikt, legt men de motor stil
en controleert men het peil van de koelvloeistof.
IF THE TEMPERATURE EXCEEDS
THE MAXIMUM ALLOWED FOR A
16
1 Vehicle / 1 Voertuing
LONG TIME, THE ENGINE CAN BE SERIOUSLY DAMAGED.
LET OP
WANNEER DE MAXIMUM TOEGESTANE TEMPERATUUR VOOR EEN LANGE PERIODE WORDT OVERSCHREDEN, KAN DE MOTOR ERNSTIG
WORDEN BESCHADIGD.
Engine oil pressure warning light «8»
Displayed to indicate low engine oil pressure. If this occurs, stop the engine at
once and contact an Official aprilia Dealer.
With engine off, the warning light is always on. If it turns off, there is a failure in
the sensor or the connections.
The warning light must go off after the
engine starts.
Multifunction indicator «9»
It displays the total odometer (ODO) or
the two trip odometers (ODO I - ODO II),
the battery voltage or the ambient temperature.
17
Controlelamp van de druk van de motorolie «8»
Deze verschijnt om te melden dat de druk
van de motorolie onvoldoende is. In dit
geval legt men onmiddellijk de motor stil,
en wendt men zich tot een Officiële apri-lia Dealer.
Wanneer de motor uitstaat is de controlelamp steeds aan; wanneer ze uit blijkt,
is er een onregelmatigheid aanwezig aan
de sensor of aan de verbindingen.
De controlelamp moet uitgaan nadat de
motor wordt gestart.
Multifunctionele indicator «9»
Geeft de totaal afgelegde afstand (ODO)
of de twee partiële hodogrammen (ODO
I-ODO II) of de accuspanning of de omgevingstemperatuur weer.
Service icon «10»
When the vehicle is started and right after
the initial check, there are less than 300
km (186mi) left to the next service, the
specific icon flashes for 5 seconds and
turns off.
The icon illuminates at 1,000 km (621 mi);
10,000 km (6,215 mi); 20,000 km (12,430
mi) and afterwards at multiples of 10,000
km (6,215 mi).
Once the service mileage has been
reached, the icon remains steadily on until it is reset.
Icoon service «10»
Wanneer het voertuig wordt gestart, na
de ontstekingscheck en wanneer minder
dan 300 Km (186 mijl) ontbreekt tot de
volgende servicebeurt, begint de relatieve icoon onmiddellijk te knipperen voor 5
seconden, en moet ze daarna uitgaan.
De icoon licht op bij 1.000 Km (621 mi),
10.000 Km (6,215 mi), 20.000 Km
(12,430 mi) en bij de volgende veelvouden van 10.000 Km (6,215 mi).
Wanneer de kilometerstand van de servicebeurt wordt bereikt, blijft de icoon
vast oplichten tot de nulstelling ervan
wordt uitgevoerd.
Turns on for about three seconds every
time the ignition switch is set to «ON» and
the engine does not start; this tests the
injection system operation. The warning
light should turn off as soon as the engine
is started.
18
Digitale klok «11»
Geeft de uren en de minuten weer.
Controlelamp van de elektronische
benzine-injectie «12»
Deze licht op voor ongeveer drie seconden, elke keer de ontstekingsschakelaar
op «ON» geplaatst wordt en de motor niet
gestart heeft, om zo een test uit te voeren
van de werking van het injectiesysteem.
De controlelamp moet uitgaan wanneer
de motor wordt gestart.
1 Vehicle / 1 Voertuing
CAUTION
IF THE WARNING LIGHT TURNS ON
WHILE THE ENGINE IS WORKING
PROPERLY, THIS MEANS THAT
THERE IS A FAILURE IN THE ELECTRONIC FUEL INJECTION SYSTEM. IF
THIS OCCURS, STOP THE ENGINE AT
ONCE AND CONTACT AN aprilia Official Dealer.
LET OP
WANNEER DE CONTROLELAMP OPLICHT TIJDENS DE NORMALE WERKING VAN DE MOTOR, DUIDT DIT OP
EEN PROBLEEM VAN HET ELEKTRONISCH INJECTIESYSTEEM VAN DE
BENZINE. IN DIT GEVAL LEGT MEN
ONMIDDELLIJK DE MOTOR STIL, EN
WENDT MEN ZICH TOT EEN Officiële
aprilia Dealer.
01_05
Digital lcd display (01_05,
01_06)
Clock adjustment
NOTE
FOR SAFETY REASONS, ADJUST
THE CLOCK ONLY WHEN YOUR VEHICLE IS STOPPED.
19
Digitaal display (01_05, 01_06)
Regeling van de klok
N.B.
VOOR VEILIGHEIDSREDENEN IS HET
ENKEL MOGELIJK OM DEZE HANDELING UIT TE VOEREN WANNEER HET
VOERTUIG STILSTAAT.
01_06
When the total odometer (ODO) is shown
on the multifunction display «1», press
the MODE button «2» for more than three
seconds. The colon dividing hours-minutes starts flashing.
Each time the MODE button «2» is pressed, the hour value is increased for adjustment.
Pressing the MODE button «2» again
longer than three seconds activates the
minutes adjustment. The value displayed
increases each time the MODE button
«2» is pressed.
Press the MODE button «2» longer than
three seconds to go back to the hour adjustment.
If no button is pressed within three seconds, the displays automatically exits the
clock adjustment function.
Wanneer op het multifunctioneel display
«1» de functie van de kilometers totaal
(ODO) wordt weergegeven, moet voor
langer dan drie seconden op de toets
MODE «2» gedrukt worden. De twee
puntjes die de uren en de minuten scheiden, beginnen te knipperen.
Voer de regeling van de uren uit door de
aangeduide waarde te verhogen bij elke
druk op de toets MODE «2».
Druk weer op de toets MODE «2» voor
langer dan drie seconden om over te
gaan naar de regeling van de minuten.
De aangeduide waarde wordt verhoogd
bij elke druk op de toets MODE «2».
Door op de toets MODE «2» te drukken
voor langer dan drie seconden, wordt teruggekeerd naar de regeling van de uren.
Wanneer geen enkele toets wordt geactiveerd voor drie seconden, verlaat het
display automatisch de functie van de regeling van de klok.
20
“MODE” button (01_07)
1 Vehicle / 1 Voertuing
MODE- toets (01_07)
01_07
01_08
Press the MODE button «2» to shift the
instrument panel display.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
Key switch (01_08, 01_09)
The ignition switch «1» is located on the
right-hand side, near the headstock.
NOTE
KEY «2» ACTIVATES THE IGNITION
SWITCH / STEERING LOCK AND THE
SADDLE LOCK. TWO KEYS ARE SUPPLIED WITH THE VEHICLE (ONE IS A
SPARE KEY).
NOTE
KEEP THE SPARE KEY IN DIFFERENT
PLACE, NOT WITH THE VEHICLE.
Door de drukknop MODE «2» te drukken,
wordt de switch van het dashboard uitgevoerd.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
Sleutelschakelaar (01_08,
01_09)
De ontstekingsschakelaar «1» bevindt
zich op de rechter kant, nabij de kop van
de stuurinrichting.
N.B.
DE SLEUTEL «2» ACTIVEERT DE
SCHAKELAAR VAN DE ONTSTEKING / HET STUURSLOT EN HET
SLOT VAN HET ZADEL. BIJ HET
VOERTUIG WORDEN TWEE SLEUTELS GELEVERD (ÉÉN RESERVESLEUTEL).
N.B.
BEWAAR DE RESERVESLEUTEL
NIET OP HET VOERTUIG.
21
01_09
SWITCH POSITIONS
ON «A»: The engine and lights can be set
to work. The key cannot be extracted.
OFF «B»: The engine and lights cannot
be set to work. The key can be extracted.
OPEN «C»: The engine and lights cannot
be set to work. The helmet compartment
can be opened.
LOCK «D»: The steering is locked. It is
not possible to start the engine or switch
on the lights. The key can be extracted.
POSITIE VAN DE SCHAKELAAR
ON «A»: De motor en de lichten kunnen
in werking worden gesteld. Het is niet
mogelijk om de sleutel te verwijderen.
OFF «B»: De motor en de lichten kunnen
niet in werking worden gesteld. Het is
mogelijk om de sleutel te verwijderen.
OPEN «C»: De motor en de lichten kunnen niet in werking gesteld worden. De
helmruimte kan geopend worden.
LOCK «D»: Het stuur is geblokkeerd. Het
is niet mogelijk om de motor te starten en
om de lichten te activeren. Het is mogelijk
om de sleutel te verwijderen.
Locking the steering wheel
(01_10)
CAUTION
AVOIDING LOSING CONTROL OF THE
VEHICLE - NEVER TURN THE KEY TO
«LOCK» WHILE RIDING.
To lock the steering:
•
Turn the handlebar fully leftwards.
•
Turn and set the key «2» to
«OFF»
22
Inschakeling van het stuurslot
(01_10)
LET OP
DRAAI DE SLEUTEL NOOIT IN POSI-
TIE «LOCK» TIJDENS HET RIJDEN,
ZODAT MEN DE CONTROLE OVER
HET VOERTUIG NIET VERLIEST.
Om de stuurinrichting te blokkeren:
•
Drai het stuur volledig naar
links.
•
Draai de sleutel «2» in positie
«OFF»
1 Vehicle / 1 Voertuing
NOTE
TURN THE KEY AND MOVE THE HAN-
DLEBAR AT THE SAME TIME.
N.B.
DRAAI DE SLEUTEL EN DRAAI TEGE-
LIJKERTIJD AAN HET STUUR.
01_10
01_11
•
Press and turn the key «2» anticlockwise (to the left), move
the handlebar slowly until the
key «2» is set to «LOCK».
•
Extract the key.
Switch direction indicators
(01_11)
Move the switch «3» to the left, to indicate
a left turn; move the switch «3» to the
right, to indicate a right turn. Press the
central part of the switch 3 to deactivate
the turn indicator.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
•
Druk op de sleutel «2» en draai
hem in tegenwijzerszin (naar
links), draai traag aan het stuur
tot de sleutel «2» op «LOCK»
wordt geplaatst.
•
Verwijder de sleutel.
Schakelaar richtingaanwijzers
(01_11)
Verplaats schakelaar «3» naar links, om
aan te duiden dat men naar links draait;
verplaats schakelaar «3» naar rechts, om
aan te duiden dat men naar rechts draait;
Druk centraal op de schakelaar «3» om
de richtingaanwijzer te desactiveren.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
23
Horn button (01_12)
Drukknop claxon (01_12)
01_12
01_13
To action the horn, press button «2».
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
Light switch (01_13)
If the light switch «4» is set to «A», the
high-beam light is activated; if it is set to
«B», the low-beam light is activated.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
PASSING button «C»
Press the PASSING button and the highbeam light is flashed.
NOTE
RELEASING THE BUTTON «C» DEAC-
TIVATES THE HIGH-BEAM FLASH.
Door op drukknop «2» te drukken, activeert men de akoestische melder.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
Koplampschakelaar (01_13)
Wanneer de omleider van de lichten «4»
zich in positie «A» bevindt, wordt het
groot licht geactiveerd; in positie «B»
wordt het dimlicht geactiveerd.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
Drukknop PASSING «C»
Door op de drukknop PASSING te drukken, wordt de knippering van het groot
licht geactiveerd.
N.B.
WANNEER DE DRUKKNOP «C»
WORDT LOSGELATEN, WORDT HET
24
1 Vehicle / 1 Voertuing
KNIPPEREN VAN HET GROOT LICHT
GEDESACTIVEERD.
01_14
01_15
Start-up button (01_14)
Press the button and the starter motor
spins the engine.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
Mapping selection (01_15)
The control unit may have two different
"mappings":
- ECO is for a low engine performance
mapping to obtain low fuel consumption.
- SPORT is for a maximum engine performance mapping to the detriment of
fuel consumption.
Mapping can be changed at any time.
CAUTION
DO NOT CHANGE MAPPING WHILE
YOU ARE RIDING ALONG VERY BUSY
Startknop (01_14)
Door op de drukknop te drukken doet de
startmotor de motor draaien.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
Selectie lokalisaties (01_15)
De centrale heeft twee verschillende "lokalisaties":
- ECO is een lokalisatie met mindere
prestaties van de motor om het brandstofverbruik te beperken.
- SPORT is een lokalisatie met maximale
prestaties van de motor ten koste van het
brandstofverbruik.
De omschakeling van een lokalisatie
naar de andere kan op elk ogenblik uitgevoerd worden.
25
STREETS OR WHEN GRIP CONDITIONS ARE NOT OPTIMUM.
LET OP
WIJZIG DE LOKALISATIE NIET WAN-
NEER OP DRUKKE WEGEN OF OP
WEGEN MET EEN SLECHTE WEGLIGGING WORDT GEREDEN.
01_16
Power supply socket (01_16)
•
There is a 12V socket «4» inside
the helmet compartment.
•
The socket can be used to feed
appliances with power below
180 W (mobile phones, hand
lamp, etc.).
CAUTION
USING THIS SOCKET FOR A LONG
PERIOD CAN RESULT IN A FULLY
DISCHARGED BATTERY.
26
Stopcontact (01_16)
•
Binnenin de helmruimte is een
stroomstopcomntact van 12V
«4» voorzien.
•
Het stroomstopcontact kan gebruikt worden voor het voeden
van gebruiksvoorwrpen met een
maximum vermogen van 180 W
(GSM, inspectielamp, enz.).
LET OP
EEN LANG GEBRUIK VAN HET STOPCONTACT WANEER DE MOTOR UITSTAAT, KAN DE ACCU VOLLEDIG
DOEN ONTLADEN.
Opening the saddle (01_17,
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_18)
Opening van het zadel (01_17,
01_18)
01_17
01_18
To unlock the saddle:
•
Park the vehicle on its centre
stand.
•
Insert the key in the key switch.
•
Turn the key «4» anticlockwise.
•
Lift the saddle «5».
•
To lock the saddle, lower and
press it (without forcing it) to trip
the lock.
CAUTION
BEFORE RIDING, MAKE SURE THAT
THE SADDLE IS CORRECTLY
LOCKED INTO POSITION.
Identification (01_19, 01_20)
Write down the chassis and engine numbers in the specific space in this manual.
The chassis number can be used to order
spare parts.
Om het zadel te blokkeren:
•
Plaats het voertuig op de centrale standaard.
•
Plaats de sleutel in de sleutelschakelaar.
•
Draai de sleutel «4» in tegenwijzerszin.
•
Hef het zadel «5» op.
•
Om het zadel te blokkeren, doet
men het dicht en drukt men er op
(zonder te forceren), en laat
men het slot klikken.
LET OP
VOORALEER MEN GAAT RIJDEN,
CONTROLEERT MEN OF HET ZADEL
CORRECT GEBLOKKEERD IS.
Identificatie (01_19, 01_20)
Het is goed om het framenummer en het
motornummer op de speciale plaats in dit
boekje te schrijven.
Het framenummer kan gebruikt worden
voor het aanschaffen van reserveonderdelen.
27
NOTE
N.B.
01_19
ALTERING IDENTIFICATION NUMBERS CAN BE SERIOUSLY PUNISHED BY LAW, PARTICULARLY MODIFYING THE CHASSIS NUMBER WILL
IMMEDIATELY INVALIDATE THE
WARRANTY.
Chassis number
The chassis number is stamped on the
chassis central bar. Remove the cover
indicated to read it.
HET WIJZIGEN VAN DE IDENTIFICATIENUMMERS KAN LEIDEN TOT ERNSTIGE STRAFRECHTELIJKE EN ADMINISTRATIEVE SANCTIES, VOORAL
HET WIJZIGEN VAN HET FRAMENUMMER DOET DE GARANTIE ONMIDDELLIJK VERVALLEN.
Framenummer
Het framenummer is gedrukt op de centrale buis van het frame. Voor de lezing
is het nodig om het aangeduide dopje te
verwijderen.
Located below the handlebar, in the internal shield; to reach it:
•
Insert the key «1» in the lock.
•
Turn the key clockwise, pull it
and open the cover «2».
NOTE
BEFORE LOCKING THE COVER,
MAKE SURE THAT THE KEY HAS NOT
BEEN LEFT INSIDE THE GLOVE-BOX.
Penen van de koffer voor
(01_21)
Dit bevindt zich onder het stuur, intern de
beschermingsplaat; Om het te bereiken
moet het volgende uitgevoerd worden:
•
Plaats de sleutel «1» in het slot.
•
Draai de sleutel in wijzerszin,
trek er aan, en open het deurtje
«2».
N.B.
VOORALEER MEN HET DEURTJE
BLOKKEERT, CONTROLEERT MEN
OF MEN DE SLEUTEL NIET HEEFT
VERGETEN IN DE OPBERGRUIMTE.
01_22
Bag clip (01_22)
The bag hook «1» is under the saddle in
the front part.
CAUTION
DO NOT HANG BULKY BAGS OR
PACKAGES ON THE HOOK TO AVOID
OBSTRUCTING VEHICLE HANDLING
AND FEET MOVEMENT.
Characteristic
Maximum weight allowed:
29
Tassenhaak (01_22)
De lasthaak «1» bevindt zich vooraan onder het zadel.
LET OP
HANG GEEN TE GROTE TASSEN OF
PAKKEN AAN DE LASTHAAK, OMDAT DE HANDELBAARHEID VAN HET
VOERTUIG OF DE BEWEGING VAN
DE VOETEN ZOU KUNNEN GEHINDERD WORDEN.
1.5 kg.
Technische kenmerken
Maximum toegestaan gewicht:
1,5 kg.
30
Loading...
+ 427 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.