Aprilia Scarabeo 125 200 Street 2007 Owner's manual

APRILIA WOULD LIKE TO THANK YOU
for choosing one of its products. We have compiled this booklet to provide a comprehensive overview of your vehicle's quality features. Please, read it carefully before riding the vehicle for the first time. It contains information, tips and precautions for using your vehicle. It also describes features, details and devices to assure you that you have made the right choice. We believe that if you follow our suggestions, you will soon get to know your new vehicle well and that it will continue to give you satisfactory service for many years to come. This booklet is an integral part of the vehicle and must be handed over to the new owner in the event of sale.
APRILIA WIL U BEDANKEN
omdat u één van haar producten heeft gekozen. Wij hebben deze handleiding opgesteld opdat u de kwaliteiten ervan ten volle kan waarderen. Wij raden aan om deze handleiding geheel door te lezen, voordat u met het voertuig gaat rijden. Het bevat informatie, raadgevingen en waarschuwingen in verband met het gebruik van uw voertuig; daarnaast zal u eigenschappen, bijzonderheden en handigheidjes ontdekken die u ervan zullen overtuigen dat u een juiste keuze heeft gemaakt. Wij zijn er zeker van dat indien u hier rekening mee zal houden, u makkelijk zal wennen aan uw nieuw voertuig, waar u lang naar volle tevredenheid gebruik van zal kunnen maken. Deze uitgave is een integrerend deel van het voertuig, en bij verkoop van dit laatste moet het worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar.
SCARABEO 125 STREET SCARABEO 200 STREET
Ed. 10 2007
The instructions in this booklet have been compiled primarily to offer a simple and clear guide to using the vehicle; it also describes routine maintenance procedures and regular checks that should be carried out on the vehicle at an Aprilia Dealer or Authorised Workshop. This booklet also contains instructions for simple repairs. Any operations not specifically described in this booklet require the use of special tools and/or particular technical knowledge; for these operations, please take your vehicle to an Aprilia Dealer or Authorised Workshop.
De instructies in deze handleiding zijn voorbereid om vooral een eenvoudige en duidelijke leidraad te zijn voor het gebruik; men vindt eveneens de handelingen van het klein onderhoud en van de periodieke controles die bij een Dealer of Erkende aprilia Garage moeten uitgevoerd worden. De handleiding bevat tevens instructies voor een aantal eenvoudige herstellingen. De herstellingen die niet uitgebreid in deze uitgave zijn beschreven, vereisen dat men over speciale gereedschappen en/of specifieke technische kennis beschikt; voor het uitvoeren van deze herstellingen raadt men aan om zich te wenden tot een Dealer of Erkende aprilia Garage.
2
Personal safety
Persoonlijke veiligheid
Failure to completely observe these instructions will
result in serious risk of personal injury.
Safeguarding the environment
Sections marked with this symbol indicate the correct
use of the vehicle to prevent damaging the environ-
ment.
Vehicle intactness
The incomplete or non-observance of these regula-
tions leads to the risk of serious damage to the vehicle
and sometimes even the invalidity of the guarantee.
The symbols shown above are very important. They are used to highlight those parts of the booklet that should be read with particular care. As you can see, each sign consists of a different graphic symbol, mak­ing it quick and easy to locate the various topics. Before starting the engine, read this booklet thorough­ly and the "SAFE RIDING" section in particular. Your safety as well as other's does not only depend on the quickness of your reflexes and agility, but also on how well you know your vehicle, the state of maintenance of the vehicle itself and your knowledge of the rules for SAFE RIDING. For your safety, get to know your vehicle well so as to safely ride and master it in road traffic IMPORTANT This booklet is an integral part of the vehicle, and must be handed to the new owner in the event of sale.
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden opgevolgd, kan dit ernstig letsel aan personen tot ge-
volg hebben.
Bescherming van
Geeft het juiste gedrag aan dat u aan moet houden
zodat het gebruik van het voertuig geen schade aan-
richt aan de natuur.
Staat van het voertuig
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd kan dit ernstige schade aan het voertuig, en eventueel het vervallen van deze garantie tot ge-
volg hebben.
Bovengenoemde signalen zijn erg belangrijk. Ze heb­ben namelijk tot doel om de delen van het boekje aan te geven die u aandachtig door moet lezen. Zoals u ziet, bestaat ieder teken uit een ander grafisch sym­bool, zodat de bijbehorende onderwerpen meteen duidelijk kunnen worden gevonden in de verschillen­de delen. Vooraleer men de motor start, leest men aandachtig deze handleiding, en vooral de paragraaf "VEILIG RIJDEN". Uw veiligheid en die van anderen hangt niet enkel af van uw reflexen en vlugheid, maar ook van de kennis en de efficiëntie van het voertuig, en van de kennis van de fundamentele regels voor het VEILIG RIJDEN. We raden daarom aan om vertrouwd te raken met het voertuig, zodat u zich veilig en be­heersd kan bewegen in het verkeer. BELANGRIJK Deze handleiding moet beschouwd worden als inte­grerend deel van het voertuig, en moet worden over­handigd bij de verkoop ervan.
3
4
INDEX INDEX
VEHICLE......................................................................................... 7
Arrangement of the main components......................................... 10
Dashboard................................................................................... 11
Analogue instrument panel.......................................................... 13
Clock............................................................................................ 18
Key switch.................................................................................... 19
Locking the steering wheel....................................................... 20
Switch direction indicators........................................................... 21
Horn button.................................................................................. 22
Light switch.................................................................................. 22
Start-up button............................................................................. 23
Engine stop button....................................................................... 23
The saddle................................................................................... 24
Identification................................................................................. 25
Saddle opening button................................................................. 27
Rear top box opening.................................................................. 28
Bag clip........................................................................................ 29
Antitheft hook............................................................................... 30
USE................................................................................................. 31
Checks......................................................................................... 32
Refuelling..................................................................................... 34
Shock absorber adjustment......................................................... 36
Running in.................................................................................... 38
Starting up the engine.................................................................. 40
Difficult start up............................................................................ 50
Stopping the engine..................................................................... 50
Catalytic silencer.......................................................................... 53
Stand........................................................................................... 54
Suggestions to prevent theft........................................................ 55
Safe driving.................................................................................. 56
Rear rack..................................................................................... 63
VOERTUING..................................................................................... 7
Plaats van de hoofdcomponenten................................................. 10
Legenda......................................................................................... 11
Analoog instrumentenpaneel......................................................... 13
Klok................................................................................................ 18
Sleutelschakelaar........................................................................... 19
Inschakeling van het stuurslot.................................................... 20
Schakelaar richtingaanwijzers....................................................... 21
Drukknop claxon............................................................................ 22
Koplampschakelaar....................................................................... 22
Startknop........................................................................................ 23
Stopschakelaar motor.................................................................... 23
Het zadel........................................................................................ 24
Identificatie..................................................................................... 25
Knop voor het openen van het zadel............................................. 27
Penen van de koffer voor............................................................... 28
Tassenhaak................................................................................... 29
Antidiefstalhaak.............................................................................. 30
GEBRUIK.......................................................................................... 31
Controles........................................................................................ 32
Tanken........................................................................................... 34
Regeling van de schokdempers..................................................... 36
Inrijden........................................................................................... 38
Starten des motors......................................................................... 40
Moeilijke start................................................................................. 50
Het stilleggen van de motor........................................................... 50
Katalysator..................................................................................... 53
Standaard...................................................................................... 54
Tips tegen diefstal.......................................................................... 55
Het veilig rijden.............................................................................. 56
Bagagedrager................................................................................ 63
5
MAINTENANCE.............................................................................. 65
Engine oil level............................................................................. 66
Engine oil level check............................................................... 68
Engine oil top-up...................................................................... 69
Engine oil change..................................................................... 70
Tyres............................................................................................ 71
Spark plug dismantlement........................................................... 74
Removing the air filter.................................................................. 78
Air filter cleaning.......................................................................... 79
Cooling fluid level......................................................................... 81
Checking the brake oil level......................................................... 86
Battery......................................................................................... 90
Use of a new battery................................................................ 95
Checking the electrolyte level.................................................. 96
Long periods of inactivity............................................................. 98
Fuses........................................................................................... 100
Lamps.......................................................................................... 103
Front light group........................................................................... 106
Headlight adjustment............................................................... 108
Front direction indicators............................................................. 109
Rear optical unit........................................................................... 111
Number plate light........................................................................ 112
Idle adjustment............................................................................ 112
Front and rear disc brake............................................................. 115
Periods of inactivity...................................................................... 117
Cleaning the vehicle.................................................................... 119
Transport..................................................................................... 122
TECHNICAL DATA......................................................................... 129
Kit equipment............................................................................... 135
SPARE PARTS AND ACCESSORIES........................................... 137
PROGRAMMED MAINTENANCE.................................................. 139
Scheduled maintenance table..................................................... 140
SPECIAL FITTINGS....................................................................... 147
ONDERHOUD................................................................................... 65
Peil van de motorolie..................................................................... 66
Controle van het peil van de motorolie....................................... 68
Het bijvullen van motorolie......................................................... 69
Vervanging van de motorolie...................................................... 70
Banden........................................................................................... 71
Demonteren van de bougie............................................................ 74
Demonteren van het luchtfilter....................................................... 78
Reiniging van de luchtfilter............................................................. 79
Peil van de koelvloeistof................................................................ 81
Controle van het oliepeil van de remmen...................................... 86
Accu............................................................................................... 90
Inwerkingstelling van een nieuwe accu...................................... 95
Controle van het elektrolytpeil.................................................... 96
Lange stilstand............................................................................... 98
Zekeringen..................................................................................... 100
Lampen.......................................................................................... 103
Voorste optische groep.................................................................. 106
Regeling van de koplamp........................................................... 108
Voorste richtingaanwijzers............................................................. 109
Achterste optische groep............................................................... 111
Nummerplaatlicht........................................................................... 112
Regeling van het minimum toerental............................................. 112
Schijfrem vooraan en achteraan.................................................... 115
Stilstand van het voertuig............................................................... 117
Reinigen van het voertuig.............................................................. 119
Vervoer.......................................................................................... 122
TECHNISCHE GEGEVENS.............................................................. 129
Bijgeleverde gereedschappen....................................................... 135
ONDERDELEN EN ACCESSOIRES................................................ 137
GEPLAND ONDERHOUD................................................................ 139
Tabel van het geprogrammeerd onderhoud.................................. 140
SPECIALE UITRUSTINGEN............................................................. 147
6
SCARABEO 125 STREET SCARABEO 200 STREET
Chap. 01
Vehicle
Hst. 01
Voertuing
7
03_01
8
1 Vehicle / 1 Voertuing
03_02
9
Arrangement of the main components (03_02)
Plaats van de hoofdcomponenten (03_02)
KEY
1. Fuse box
2. Battery
3. Left rear-view mirror
4. Rear brake fluid reservoir
5. Bag hook
6. Coolant expansion tank cap
7. Expansion tank
8. Air filter
9. Antitheft hook (for aprilia "Body-Guard" armoured cable OPTIONAL)
10. Centre stand
11. Side stand
12. Left passenger footrest
13. Engine oil refill cap
14. Engine oil cap access cover
15. Front inspection cover
16. Helmet case
17. Passenger handgrip
18. Passenger saddle
19. Fuel tank
20. Fuel tank cap
Legende
1. Zekeringenhouder
2. Accu
3. Linker achteruitkijkspiegeltje
4. Vloeistoftank van de achterrem
5. Lasthaak
6. Dop van het expansievat van de koel-
vloeistof
7. Expansievat
8. Luchtfilter
9. Antidiefstlhaak (voor de pantserkabel "Body-Guard" aprilia OPT)
10. Centrale standaard
11. Laterale standaard
12. Linker voetensteun van de passagier
13. Vuldop van de motorolie
14. Deksel voor de toegang tot de dop
van de motorolie
15. Voorste inspectiedeksel
16. Koffertje voor de helm
17. Handgreep van de passagier
18. Zadeltje van de passagier
19. Brandstoftank
10
1 Vehicle / 1 Voertuing
21. Front brake liquid tank
22. Ignition switch/steering lock/saddle
unlocking
23. Glove compartment
24. Central inspection cover
25. Right rear-view mirror
26. Horn
27. Spark plug
28. Central fairing
29. Left passenger footrest
30. Case opening lock
20. Dop van de brandstoftank
21. Vloeistoftank van de voorrem
22. Schakelaar ontsteking/stuurslot/de-
blokkering van het zadel
23. Opbergruimte
24. Centraal inspectiedeksel
25. Rechter achteruitkijkspiegeltje
26. Akoestische melder
27. Bougie
28. Centrale bekleding
29. Rechter voetensteun van de passa-
gier
30. Blokje voor de opening van het kof­fertje
Dashboard (03_03)
KEY
1. Electrical controls on the left-hand side
of the handlebars
2. Combined brake lever (front + rear)
3. Front brake lever
4. Throttle grip
5. Electrical controls on the right-hand
side of the handlebars
11
Legenda (03_03)
Legende
1. Elektrische commando's op de linker
kant van het stuur
2. Hendel van de gecombineerde rem (voorrem + achterrem)
3. Hendel van de voorrem
4. Gashandvat
5. Elektrische commando's op de rechter
kant van het stuur
6. Instruments and gauges
7. Ignition switch/steering lock (ON-OFF-
LOCK) /saddle unlocking (OPEN)
6. Instrumenten en indicators
7. Schakelaar ontsteking / stuurslot ( ON-
OFF-LOCK) / deblokkering van het zadel (OPEN)
12
03_03
1 Vehicle / 1 Voertuing
03_04
Analogue instrument panel (03_04)
KEY
1. Fuel gauge
2. Total odometer
3. Digital clock
4. Functions and digital clock adjustment
buttons
5. Speedometer
13
Analoog instrumentenpaneel (03_04)
Legende
1. Indicator van het brandstofpeil
2. Kilometerteller totaal
3. Digitale kok
4. Drukknoppen voor de selectie van de
functies en de regeling van de digitale klok
5. Snelheidsmeter
6. Coolant temperature gauge
7. Green right turn indicator warning light
8. Green low-beam warning light
9. Blue high-beam warning light
10. Red engine oil pressure warning light
11. Yellow amber low fuel warning light
12. Green left turn indicator warning light
6. Indicator van de temperatuur van de
koelvloeistof
7. Groene controlelamp van de rechter richtingaanwijzers
8. Groene controlelamp van het dimlicht
9. Blauwe controlelamp van het groot
licht
10. Rode controlelamp van de druk van de motorolie
11. Ambergele controlelamp van de brandstofreserve
12. Groene controlelamp van de linker richtingaanwijzers
INSTRUMENTS AND GAUGES DE­SCRIPTION
Right turn indicator warning light «7»
Flashes when in right turning mode.
Left turn indicator warning light «12»
Flashes when in left turning mode.
14
BESCHRIJVING VAN DE INSTRUMEN­TEN EN DE INDICATORS
Controlelamp van de rechter richting­aanwijzers «7»
Knippert wanneer het signaal voor het rechts afslaan in functie is.
Controlelamp van de linker richting­aanwijzers «12»
Knippert wanneer het signaal voor het links afslaan in functie is.
1 Vehicle / 1 Voertuing
Engine oil pressure warning light «10»
Turns on every time the ignition switch is set to ON and the engine has not been started, thus testing the bulb correct func­tioning. Replace the bulb if it does not turn on during this phase.
The warning light should turn off as soon as the engine is started.
CAUTION
IF THE WARNING LIGHT TURNS ON WHILE THE ENGINE IS WORKING PROPERLY, THIS MEANS THAT THE OIL PRESSURE IN THE CIRCUIT IS NOT ENOUGH. IF THIS OCCURS, STOP THE ENGINE AT ONCE AND CONTACT AN aprilia Official Dealer.
Controlelamp van de druk van de mo­torolie «10»
Deze wordt aangeschakeld elke keer de ontstekingsschakelaar op ON wordt ge­plaatst en de motor wordt niet gestart, en voert zo de werkingstest van het lampje uit. Wanneer het lampje tijdens deze fase niet aangaat, moet het vervangen wor­den.
De controlelamp moet uitgaan wanneer de motor wordt gestart.
LET OP
WANNEER DE CONTROLELAMP OP­LICHT TIJDENS DE NORMALE WERK­ING VAN DE MOTOR, IS DE DRUK VAN DE MOTOROLIE IN HET CIRCUIT ON­VOLDOENDE. IN DIT GEVAL LEGT MEN ONMIDDELLIJK DE MOTOR STIL, EN WENDT MEN ZICH TOT EEN Officiële aprilia Dealer.
Total odometer «2»
Shows the total number of kilometres covered.
Speedometer «5»
Shows riding speed.
15
Kilometerteller totaal «2»
Duidt het totaal aantal afgelegde kilome­ters aan.
Snelheidsmeter «5»
Duidt de rijsnelheid aan.
High-beam warning light «9»
Turns on when the front headlamp high­beam bulb is activated or when the high­beam light is flashed (Passing).
Controlelamp van het groot licht «9»
Deze licht op wanneer het lampje van het groot licht van het voorlicht geactiveerd is, of wanneer men het groot licht doet knipperen (Passing).
Low-beam warning light «8»
Turns on when the front headlamp low­beam bulb is activated.
Low fuel warning light «11»
Turns on when there is a 2-litre fuel re­serve in the tank.
Fuel gauge «1»
Shows the approximate fuel level in the tank.
When the needle reaches the red area, there are about 2 litres of fuel left in the tank. If this occurs, refill the tank as
soon as possible.
Digital clock «3» Digitale klok «3»
Controlelamp van het dimlicht «8»
Deze licht op wanneer het lampje van het dimlicht van de voorste koplamp geacti­veerd wordt.
Controlelamp van de brandstofreser­ve «11»
Deze licht op wanneer er in de brandstof­tank 2 liter brandstof overblijft.
Indicator van het brandstofpeil «1»
Duidt bij benadering het brandstofpeil in de tank aan.
Wanneer het wijzertje de rode zone be­reikt, blijft er 2 liter brandstof over in de tank. In dit geval moet men zo vlug mo-
gelijk tanken.
Op het display kan het uur, de datum en de seconden gevisualiseerd worden.
16
1 Vehicle / 1 Voertuing
View time, date and seconds in this dis­play.
Coolant temperature gauge «6»
Shows the approximate temperature of the coolant in the engine.
When the needle starts to move away from the "min" mark, the temperature is adequate to ride the scooter.
The normal operational temperature is when the needle is at central area of the scale.
If the needle enters the red area, stop the engine and check the coolant level.
CAUTION
IF THE TEMPERATURE EXCEEDS THE MAXIMUM ALLOWED «MAX» RED AREA OF THE SCALE), THE EN­GINE CAN BE SERIOUSLY DAM­AGED.
Indicator van de temperatuur van de koelvloeistof «6»
Duidt bij benadering de temperatuur aan van de koelvloeistof in de motor.
Wanneer het wijzertje zich naar het "min" peil begint te verplaatsen, is de temperatuur voldoende om met het voer­tuig te kunnen rijden.
Wanneer het wijzertje zich in de centrale zone van de schaal bevindt, is de wer­kingstemperatuur normaal.
Wanneer het wijzertje de rode zone be­reikt, legt men de motor stil en controleert men het peil van de koelvloeistof.
LET OP
WANNEER DE MAXIMUM TOEGESTA­NE TEMPERATUUR WORDT OVER­SCHREDEN (DE RODE ZONE «MAX» VAN DE SCHAAL), KAN DE MOTOR ERNSTIG WORDEN BESCHADIGD.
17
Clock (03_05, 03_06)
Klok (03_05, 03_06)
03_05
03_06
Description of functions:
Standard display: hours and mi­nutes.
Date display: pressing the but­ton «1» shows month and day numbers.
Seconds display: press the but­ton «1» twice.
NOTE CONTACT AN OFFICIAL APRILIA
DEALER TO HAVE THE CLOCK BAT­TERY REPLACED.
Adjustment:
Pressing the button «2» once displays date and time alterna­tively.
Month: pressing «2» again dis­plays the month on the left (the rest disappears). Pressing the button «1» sets the desired month.
Day: pressing «2» again dis­plays the day on the right. Pressing the button «1» sets the desired day.
Time: pressing the button «2» displays the time on the left with the letter «A» or «P» (A= am, P= pm). Pressing the button «1» sets the desired time.
Beschrijving van de functies:
Normale visualisering: uren en minuten.
Visualisering van de datum: druk op de toets «1», en het nummer van de maand en de dag verschijnen.
Visualisering van de seconden: druk twee keer op de toets «1».
N.B. VOOR DE VERVANGING VAN DE BAT-
TERIJ VAN DE KLOK, WENDT MEN ZICH TOT EEN OFFICIËLE APRILIA DEALER.
Regeling:
Druk één keer op de toets «2», en de datum en het uur worden afwisselend gevisualiseerd.
Maand: druk nogmals op «2», en de maand zal links verschij­nen (de rest verdwijnt). Druk op de toets «1» om de gewenste maand in te stellen.
Dag: druk nogmaals op «2», en de dag zal rechts verschijnen. Druk op de toets «1» om de ge- wenste dag in te stellen.
Uur: druk nogmaals op de toets «2» en links zal het uur met de letter «A» of «P» verschijnen (A= antimeridiaan, P= postme­ridiaan). Druk op de toets «1»
18
1 Vehicle / 1 Voertuing
Minutes: pressing the button «2» displays the day to the right of the display. Pressing the but­ton «1» sets the desired mi­nutes.
So the digital clock has been adjusted. Press the button «2» and then button
«1» to return to regular operation.
om het gewenste uur in te stel­len.
Minuten: druk nogmals op de toets «2», om rechts op het dis­play de minuten te verkrijgen. Druk op de toets «1» om de ge- wenste minuten in te stellen.
De klok wordt op deze manier geregeld. Druk nogmaals op de toets «2», en ver-
volgens op de toets «1» om terug te ke­ren naar de normale werking.
03_07
Key switch (03_07)
The ignition switch «1» is found on the right side, near the headstock.
NOTE THE KEY«2» ACTIVATES THE IGNI-
TION SWITCH/ STEERING LOCK, THE SADDLE LOCK AND THE GLOVEBOX LATCH.
The vehicle is supplied with two keys (one is the spare key).
19
Sleutelschakelaar (03_07)
Ontstekingsschakelaar «1» vindt men op de rechter kant, nabij de kop van de stuurinrichting.
N.B. DE SLEUTEL «2» ACTIVEERT DE
SCHAKELAAR VAN DE ONTSTE­KING / STUURSLOT, HET SLOT VAN HET ZADEL EN HET SLOT VAN DE OPBERGRUIMTE.
Bij het voertuig worden twee sleutels bij­geleverd (één reservesleutel).
N.B. BEWAAR DE RESERVESLEUTEL
NIET OP HET VOERTUIG.
NOTE KEEP THE SPARE KEY IN DIFFERENT
PLACE, NOT WITH THE VEHICLE.
03_08
SWITCH POSITION ON «C»: The engine and lights can be set
to work. It is not possible to withdraw the key.
OFF «B» : The engine and lights cannot be set to work. It is possible to remove the key.
LOCK «A» : The steering is locked. It is impossible to start the engine or switch on the lights. It is possible to remove the key.
Locking the steering wheel (03_08)
To lock the steering:
Turn the handlebar completely to the left.
Turn the key «2» to «OFF».
Press and turn the key «2» an­ticlockwise (to the left), move the handlebar slowly until the key «2» is set to «LOCK».
Extract the key.
POSITIE VAN DE SCHAKELAAR ON «C»: De motor en de lichten kunnen
in werking worden gesteld. Het is niet mogelijk om de sleutel te verwijderen.
OFF «B» : De motor en de lichten kunnen niet in werking worden gesteld. Het is mogelijk om de sleutel te verwijderen.
LOCK «A» : De stuurinrichting is geblok­keerd. Het is niet mogelijk om de motor te starten en om de lichten te activeren. Het is mogelijk om de sleutel te verwijderen.
Inschakeling van het stuurslot (03_08)
Om de stuurinrichting te blokkeren:
Draai het stuur volledig naar links.
Draai de sleutel «2» in positie «OFF».
Druk op de sleutel «2» en draai hem in tegenwijzerszin (naar links), draai traag aan het stuur tot de sleutel «2» op «LOCK» wordt geplaatst.
Verwijder de sleutel.
20
1 Vehicle / 1 Voertuing
CAUTION
AVOIDING LOSING CONTROL OF THE VEHICLE, NEVER TURN THE KEY TO "LOCK" WHILE RIDING.
NOTE TURNING, WITHOUT PRESSING, THE
KEY ACTIVATES THE SADDLE LOCK BUT NOT THE STEERING LOCK.
NOTE TURN THE KEY AND MOVE THE HAN-
DLEBAR AT THE SAME TIME.
LET OP
DRAAI DE SLEUTEL NOOIT IN POSI­TIE «LOCK» TIJDENS HET RIJDEN, ZODAT MEN DE CONTROLE OVER HET VOERTUIG NIET VERLIEST.
N.B. WANNEER ER ENKEL AAN DE SLEU-
TEL WORDT GEDRAAID ZONDER ER OP TE DRUKKEN, WORDT HET SLOT VAN HET ZADEL GEACTIVEERD, EN HET STUURSLOT NIET.
N.B. DRAAI DE SLEUTEL EN DRAAI TEGE-
LIJKERTIJD AAN HET STUUR.
03_09
Switch direction indicators (03_09)
Move the switch «2» to the left, to indicate a left turn; move the switch to the right, to indicate a right turn. Pressing the central part of the switch deactivates the turn in­dicator.
NOTE ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY IS SET TO "ON"
21
Schakelaar richtingaanwijzers (03_09)
Verplaats schakelaar «2» naar links, om aan te duiden dat men naar links draait; verplaats de schakelaar naar rechts, om aan te duiden dat men naar rechts draait; Druk centraal op de schakelaar, om de richtingaanwijzer te desactiveren.
N.B. DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT-
STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN PO­SITIE «ON» BEVINDT
03_10
03_11
Horn button (03_10)
Pressing the button "1" activates the horn.
NOTE ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY IS SET TO "ON"
Light switch (03_11)
If the light switch «3» is set to «A», the high-beam light is activated; if it is set to «B», the low-beam light is activated.
Turning the light switch to «C» the high­beam light flashes.
NOTE ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY IS SET TO "ON"
NOTE ONCE THE LIGHT SWITCH IS RE-
LEASED FROM THE PASSING MODE
Drukknop claxon (03_10)
Door op drukknop «1» te drukken, acti­veert men de akoestische melder.
N.B. DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT­STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN PO­SITIE «ON» BEVINDT
Koplampschakelaar (03_11)
Wanneer de omleider van de lichten « zich in positie «A» bevindt, wordt het groot licht geactiveerd; wanneer hij zich in positie «B» bevindt, wordt het dimlicht geactiveerd.
Door op de omleider van de lichten te drukken in positie «C», activeert men het knipperen van het groot licht.
N.B. DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT­STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN PO­SITIE «ON» BEVINDT
22
1 Vehicle / 1 Voertuing
IN "C"THE HIGH-BEAM LIGHT STOPS FLASHING.
N.B. WANNEER MEN DE OMLEIDER VAN
DE LICHTEN IN MODALITEIT KNIPPE­REN «C» LOSLAAT, WORDT HET KNIPPEREN VAN HET GROOT LICHT GEDEACTIVEERD.
03_12
03_13
Start-up button (03_12)
By pressing the starter button «2», the starter motor makes the engine rotate.
NOTE ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY IS SET TO "ON"
Engine stop button (03_13)
It acts as an engine cut-off or emergency stop switch. With the switch «1» in «A» «ON» , it is possible to start the engine; when it is in «B» «OFF» , the engine stops.
NOTE ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY IS SET TO "ON"
23
Startknop (03_12)
Door op drukknop «2» te drukken, doet het startmotortje de motor draaien.
N.B. DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT­STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN PO­SITIE «ON» BEVINDT
Stopschakelaar motor (03_13)
Dit is een veiligheidsschakelaar of een noodstopschakelaar. Met de schakelaar «1» in positie «A» «ON», is het mogelijk om de motor te starten; in positie «B»
«OFF» , wordt de motor stilgelegd. N.B. DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT­STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN PO­SITIE «ON» BEVINDT
CAUTION
LET OP
03_14
DO NOT ACTIVATE THE ENGINE STOP SWITCH WHILE RIDING THE VEHICLE.
CAUTION
WITH THE ENGINE OFF AND THE IG­NITION SWITCH SET TO "ON" THE BATTERY MAY DISCHARGE. WITH THE ENGINE OFF AND AFTER IT STOPS TURN THE IGNITION SWITCH TO "OFF".
The saddle (03_14)
ADJUSTABLE PASSENGER SADDLE
The passenger saddle «3» can be adjus­ted lengthways, to three different posi­tions:
- fully forwards «A»;
- standard «B»;
- fully backwards «C». To adjust:
RAAK DE STOPSCHAKELAAR VAN DE MOTOR NIET AAN TIJDENS HET RIJDEN.
LET OP
MET DE MOTOR STIL EN DE ONTSTE­KINGSSCHAKELAAR MET SLEUTEL IN POSITIE «ON», KAN DE ACCU ONT­LADEN. WANNEER HET VOERTUIG STILSTAAT NADAT MEN DE MOTOR HEEFT STILGELEGD, DRAAIT MEN DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR IN POSITIE «OFF».
Het zadel (03_14)
REGELBAAR ZADELTJE VAN DE PASSAGIER
Het zadeltje van de passagier «3» kan in de lengte in drie verschillende posities geregeld worden:
- helemaal vooruit «A»;
- standaard «B»;
- helemaal achteruit «C». Voor de regeling:
24
1 Vehicle / 1 Voertuing
Lift the saddle.
Loosen the screws «4».
Move the saddle «3» to the de­sired position.
Tighten the screws «4».
Hef het zadel op.
Los de bouten «4».
Verplaats het zadeltje «3» naar de gewenste positie.
Sluit de bouten «4».
UNDER NO CIRCUMSTANCES LOOS­EN THE SPECIAL SCREWS «5». TAM­PERING WITH THESE SCREWS MAY JEOPARDISE SAFETY.
Identification (03_15, 03_16, 03_17)
Write down the chassis and engine num­bers in the specific space in this manual.
The chassis number can be used to order spare parts.
NOTE
ALTERING IDENTIFICATION NUM­BERS CAN BE SERIOUSLY PUNISH­ED BY LAW, PARTICULARLY MODI­FYING THE CHASSIS NUMBER WILL IMMEDIATELY INVALIDATE THE WARRANTY.
HANDEL VOOR GEEN ENKELE RE­DEN OP DE SPECIALE BOUT «5». GE­KNOEI AAN DEZE BOUT SCHAADT DE VEILIGHEID.
Identificatie (03_15, 03_16, 03_17)
Het is goed om het framenummer en het motornummer op de speciale plaats in dit boekje te schrijven.
Het framenummer kan gebruikt worden voor het aanschaffen van reserveonder­delen.
N.B.
HET WIJZIGEN VAN DE IDENTIFICA­TIENUMMERS KAN LEIDEN TOT ERN­STIGE STRAFRECHTELIJKE EN AD­MINISTRATIEVE SANCTIES, VOORAL HET WIJZIGEN VAN HET FRAMENUM-
25
MER DOET DE GARANTIE ONMID­DELLIJK VERVALLEN.
03_15
03_16
Chassis number
The chassis number is stamped on the central chassis bar. For readings:
Open the glove compartment.
Unscrew and remove the screw «1».
Remove the front inspection cover «2».
Chassis
No.: ...............................................
NOTE
UPON REFITTING, INSERT THE FITTING TABS CORRECTLY IN
THEIR SLOTS.
Framenummer
Het framenummer is gedrukt op de cen­trale buis van het frame. Om het te lezen, moet het volgende uitgevoerd worden:
Open de opbergruimte.
Draai de bout «1» los en verwij­der ze.
Verwijder het voorste inspectie­dekseltje «2».
Framenum-
mer: ................................................
N.B.
BIJ DE HERMONTAGE PLAATST MEN HET KLEMLIPJE CORRECT IN DE
SPECIALE ZITTEN.
26
1 Vehicle / 1 Voertuing
03_17
Engine number
The engine number is stamped near the rear shock absorber lower support.
Engine
No.: ...............................................
Motornummer
Het motornummer is gedrukt in de nabij­heid van de onderste steun van de ach­terste schokdemper.
Motornum-
mer: ................................................
Saddle opening button (03_18)
To unlock the saddle:
Rest the scooter on its centre stand.
Insert the key in the steering lock ignition switch.
NOTE TURN BUT DO NOT PRESS THE KEY
«3».
27
Knop voor het openen van het zadel (03_18)
Om het zadel te blokkeren:
Plaats het voertuig op de cen­trale standaard.
Plaats de sleutel in de schake­laar van de ontsteking/stuurslot.
N.B. DRAAI AAN DE SLEUTEL «3» ZON-
DER ER OP TE DRUKKEN.
03_18
Turn the key «3» anticlockwise until a clicking sound indicates the lock is open.
Turn the key back to OFF.
Lift the saddle «4».
To lock the saddle, lower and press it (but do not force it), re­leasing the lock.
CAUTION
BEFORE RIDING, MAKE SURE THAT THE SADDLE IS CORRECTLY LOCKED INTO POSITION.
Draai de sleutel «3» in tegenwij­zerszin tot men de klik hoort die aanduidt dat het slot geopend is.
Plaats de sleutel weer in OFF.
Hef het zadel op «4».
Om het zadel te blokkeren, plaatst men het omlaag en drukt men er op (zonder te forceren) zodat het slot klikt.
LET OP
VOORALEER MEN GAAT RIJDEN, CONTROLEERT MEN OF HET ZADEL CORRECT GEBLOKKEERD IS.
03_19
Rear top box opening (03_19)
It is located under the handlebar, in the internal shield. To access:
Insert the key «1» in the lock.
Turn the key clockwise, pull it and open the cover «2».
Lift and press the cover «2» to lock it. The key is not needed.
NOTE BEFORE LOCKING THE COVER,
MAKE SURE THAT THE KEY HAS NOT BEEN LEFT INSIDE THE GLOVE-BOX.
28
Penen van de koffer voor (03_19)
Deze bevindt zich onder het stuur, in de interne beschermingsplaat, en om deze te bereiken handelt men als volgt:
Plaats de sleutel «1» in het slot.
Draai de sleutel in wijzerszin, trek er aan, en open het deurtje «2».
Om het deurtje «2» te blokkeren, heft men het op en drukt men er op. Hiervoor hoeft men de sleutel niet te gebruiken.
1 Vehicle / 1 Voertuing
Characteristic
Maximum weight allowed:
1.5 kg.
N.B. VOORALEER MEN HET DEURTJE
BLOKKEERT, CONTROLEERT MEN OF MEN DE SLEUTEL NIET HEEFT VERGETEN IN DE OPBERGRUIMTE.
Technische kenmerken
Maximum toegestaan gewicht:
1,5 kg.
03_20
Bag clip (03_20)
The bag hook «3» is located at the front of the internal shield.
CAUTION
DO NOT HANG BULKY BAGS OR PACKAGES ON THE HOOK TO AVOID OBSTRUCTING VEHICLE HANDLING AND FEET MOVEMENT.
Characteristic
Maximum allowed weight
1.5 kg
29
Tassenhaak (03_20)
De lasthaak «3» bevindt zich op de inter­ne beschermingsplaat, in de voorkant.
LET OP
HANG GEEN TE GROTE TASSEN OF PAKKEN AAN DE LASTHAAK, OM­DAT DE HANDELBAARHEID VAN HET VOERTUIG OF DE BEWEGING VAN DE VOETEN ZOU KUNNEN GEHIN­DERD WORDEN.
Technische kenmerken
Maximum toegestaan gewicht
1,5 kg
Antitheft hook (03_21)
Antidiefstalhaak (03_21)
03_21
The antitheft hook «1» is placed on the left side of the scooter, near the passen­ger footrests.
To prevent possible thefts, it is advisable to secure the scooter with the aprilia "Body Guard" armoured cable «2» (OP­TIONAL) available at any Official aprilia Dealers.
NOTE DO NOT USE THE HOOK TO LIFT THE
VEHICLE, OR FOR OTHER PURPO­SES, SINCE IT HAS BEEN DESIGNED ONLY TO SECURE THE SCOOTER ONCE PARKED.
De antidiefstalhaak «1» bevindt zich aan de linker kant van het voertuig, nabij de voetensteun van de passagier.
Om de eventuele diefstal van het voertuig te voorkomen, raadt men aan om het vast te maken met de pantserkabel "Body­Guard" aprilia (OPT) «2», die men vindt bij de Officiële aprilia Dealers.
N.B. GEBRUIK DE HAAK NIET OM HET
VOERTUIG OP TE HEFFEN OF VOOR ANDERE DOELEINDEN, OMDAT DE­ZE ENKEL ONTWORPEN IS OM HET VOERTUIG VAST TE MAKEN WAN­NEER HET GEPARKEERD WORDT.
30
Loading...
+ 123 hidden pages