De volgende waarschuwingen worden in
heel deze handleiding gebruikt om de
volgende boodschappen over te brengen:
Veiligheidswaarschuwing.
Wanneer u dit symbool aantreft op
a
de motorfiets of in de handleiding, dient
u rekening te houden met potentieel
gevaar voor persoonlijk letsel. Nietnaleving van de aanwijzingen die worden
gegeven in de boodschappen
voorafgegaan door dit symbool kan
resulteren in ernstige risico’s voor de
veiligheid van uzelf en anderen en voor
de motorfiets!
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
2
WAARSCHUWING
Duidt op een potentieel gevaar dat kan
resulteren in ernstig letsel of zelfs de
dood.
OPGELET
Duidt op een potentieel gevaar dat kan
resulteren in licht persoonlijk letsel of
schade aan de motorfiets.
OPMERKING Het woord
“OPMERKING” in deze handleiding gaat
vooraf aan belangrijke informatie of
richtlijnen.
TECHNISCHE INFORMATIE
Bewerkingen voorafgegaan door dit
kant van de motorfiets herhaald te worden.
Indien niet expliciet anders vermeld, moet
u voor de montage van de onderdelen de
stappen voor demontage in omgekeerde
volgorde herhalen.
Daar waar de termen “rechts” en “links”
worden gebruikt, wordt ervan uitgegaan
dat de rijder in normale rijhouding op de
motorfiets zit.
De motorfiets is ontworpen als
eenzitter (uitsluitend voor het vervoeren
van de bestuurder).
Het is verboden om met de motorfiets
een passagier, bagage of anderszins te
vervoeren.
Elke verwijzing in deze handleiding naar
het vervoer van een passagier, bagage of
symbool dienen ook aan de andere
anderszins heeft uitsluitend betrekking op
de motorfiets .
Is er een sluiting voor het handschoen/gereedschapssetkastje aanwezig (in
plaats van het passagierszadel), dan is het
ook bij verboden een passagier,
bagage of anderszins te vervoeren.
WAARSCHUWING
Afstellingen voor races dienen alleen te
geschieden ter gelegenheid van
georganiseerde wedstrijden of
sportevenementen. Deze mogen alleen
worden gehouden op speciale circuits en
met goedkeuring van de bevoegde
autoriteiten.
Het is ten strengste verboden om de
motorfiets af te stellen voor races en er
zo mee op de gewone weg of autosnelweg
te rijden.
Voordat u de motor start dient u dit boekje
aandachtig te lezen, in het bijzonder het
gedeelte “VEILIG RIJDEN”.
Uw veiligheid en die van anderen hangt
niet alleen af van de snelheid van uw
reflexen en uw behendigheid, maar ook
van de kennis van de motorfiets, van de
staat van onderhoud en van de basisregels
voor VEILIG RIJDEN.
Daarom is het belangrijk de motorfiets goed
te leren kennen, zodat u er zich veilig mee
in het verkeer kunt begeven.
OPMERKING Dit boekje hoort
onlosmakelijk bij de motorfiets en moet in
geval van verkoop worden overgedragen.
aprilia heeft bij de samenstelling van dit
boekje de grootste zorg aan de dag
gelegd, teneinde de gebruiker correcte en
actuele informatie te verschaffen. Daar
aprilia echter voortdurend het ontwerp van
zijn producten verbetert, kunnen de
kenmerken van uw motorfiets lichtjes
afwijken van de in dit boekje beschreven
kenmerken.
Indien u vragen heeft met betrekking tot de
informatie in dit boekje, aarzel dan niet om
contact op te nemen met uw officiële apri-lia-dealer.
Voor controles en reparaties die niet
expliciet in deze publicatie staan
beschreven, de aanschaf van originele
aprilia-reserveonderdelen, accessoires en
andere producten, alsook specifieke
adviezen, dient u zich uitsluitend te wenden
tot de officiële aprilia-dealers en
onderhoudscentra, die een betrouwbare en
snelle service garanderen.
Wij danken u omdat u voor aprilia heeft
gekozen en wensen u veel rijplezier.
Alle rechten voor wat betreft elektronische
opslag, reproductie en volledige of
gedeeltelijke aanpassing, op welke manier
ook, zijn voorbehouden voor alle landen.
OPMERKING In sommige landen
vereisen de van kracht zijnde
milieuwetgeving en geluidsvoorschriften
periodieke inspecties.
In deze landen moet de gebruiker van de
motorfiets:
– contact opnemen met een officiële apri-
lia-dealer om de niet-goedgekeurde
onderdelen te laten vervangen door
onderdelen die goedgekeurd zijn in het
betreffende land;
– de vereiste periodieke inspecties
uitvoeren.
OPMERKING Bij aankoop van deze
motorfiets dient u in de navolgende figuur
de identificatiegegevens te vermelden die
op het IDENTIFICATIE-ETIKET
VERVANGINGSONDERDELEN STAAN.
Dit etiket bevindt zich aan de linkerzijde
van het frame; om het te kunnen lezen,
dient u het bestuurderszadel te
verwijderen, zie pag. 75 (DEMONTEREN
VAN HET ZADEL VAN DE RIJDER).
Dit zijn identificatiegegevens van:
– YEAR = bouwjaar (Y, 1, 2, ...);
– I.M. = wijzigingscode (A, B, C, ...);
– LANDENCODES = land van
homologatie (I, UK, A, ...).
Ze dienen te worden doorgegeven aan de
officiële aprilia-dealer bij de aankoop van
vervangingsonderdelen of accessoires die
specifiek zijn voor uw model.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
In deze handleiding worden de volgende
symbolen gebruikt om de verschillende
versies aan te duiden:
RSV TUONO mille R .................................. 120
LEGENDA ELEKTRISCH SCHEMA RSV TUONOmille -
RSV TUONOmille R ................................... 121
veilig rijden
BASISREGELS VOOR DE
VEILIGHEID
Om de motorfiets te mogen besturen is het
nodig dat u aan alle wettelijke
verplichtingen voldoet (rijbewijs, minimum
leeftijd, geestelijke en lichamelijke
gezondheid, verzekering,
belastingheffingen van overheidswege,
registratie, nummerplaat enz.).
U wordt aangeraden zich de motorfiets
geleidelijk eigen te maken, daar waar
weinig verkeer is of op terreinen die privéeigendom zijn.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
6
Het gebruik van bepaalde medicijnen,
alcohol en verdovende middelen benadeelt
in aanzienlijke mate de rijveiligheid.
Verzekert u zich ervan dat u geestelijk en
lichamelijk goed in staat bent te rijden, en
rijd vooral niet bij vermoeidheid en
slaperigheid.
Het merendeel van de ongelukken is te
wijten aan onervarenheid van de rijder.
Leen de motorfiets NOOIT uit aan
beginners en overtuigt u zich er in ieder
geval van dat de rijder in het bezit is van de
wettelijke vereisten voor het rijden.
Volg de verkeersaanwijzingen nauwgezet
op en houd u aan de nationale en
plaatselijke verkeersregels.
Vermijd plotselinge manoeuvres die
gevaar opleveren voor uzelf en voor
anderen (bijvoorbeeld: steigeren, te hard
rijden enz.), en houd altijd rekening met de
toestand van het wegdek, het zicht, enz.
Bots niet tegen obstakels die schade aan
de motorfiets kunnen toebrengen of de
controle over de motorfiets kunnen doen
verliezen.
Rijd niet vlak achter andere voertuigen om
u mee te laten “zuigen”.
Houd altijd beide handen aan het stuur en
de voeten op de pedalen (of de
voetplanken) en neem een correcte
rijhouding aan.
Vermijd absoluut rechtop te gaan staan
tijdens het rijden of uw ledematen te
strekken.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
7
OIL
COOLER
De rijder moet zich nooit af laten leiden of
laten beïnvloeden door personen of
handelingen (niet roken, eten, drinken,
lezen, enz.) tijdens het rijden.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
8
Gebruik de voorgeschreven koelvloeistof
en olie, zoals beschreven in de
"SMEERMIDDELENTABEL"; controleer
steeds of de niveaus van de brandstof, de
olie en de koelvloeistof de voorgeschreven
niveaus hebben.
Controleer, als de motorfiets bij een
ongeluk betrokken is geweest, of de
bedieningsknoppen, -kabels, -slangen, het
remsysteem en de vitale delen niet
beschadigd zijn.
Laat de motorfiets eventueel nakijken door
een officiële aprilia-dealer, met speciale
aandacht voor het frame, het stuur, de
vering, de veiligheidsonderdelen en de
onderdelen waarvan de gebruiker zelf niet
in staat is te beoordelen of ze beschadigd
zijn.
Meld elk mankement bij het functioneren
aan de technici/monteurs opdat de
reparatiewerkzaamheden vergemakkelijkt
worden.
Rijd absoluut niet met de motorfiets
wanneer de beschadiging de rijveiligheid in
gevaar brengt.
A12
345
ONLY ORIGINALS
Verander nooit de plaats, de stand of de
kleur van: de kentekenplaat, de richtingaanwijzers, de lichten en de claxon.
Door veranderingen aan de motorfiets
komt de garantie onherroepelijk te
vervallen.
Elke eventuele verandering die
aangebracht wordt aan de motorfiets of de
verwijdering van originele delen kan de
prestaties negatief beïnvloeden en de
veiligheid in gevaar brengen of de
motorfiets onwettig maken.
U wordt geadviseerd om zich altijd te
houden aan alle nationale en plaatselijke
wettelijke voorschriften en regels op het
punt van de uitrusting van de motorfiets.
In het bijzonder moeten technische
veranderingen vermeden worden die de
prestaties beïnvloeden of in ieder geval de
oorspronkelijke eigenschappen van de
motorfiets veranderen.
Houd geen snelheidswedstrijden met
andere voertuigen.
Rijd uitsluitend op het wegdek.
KLEDING
Voordat u gaat rijden dient u eraan te
denken dat u altijd de helm op hebt; deze
moet op de juiste wijze gedragen worden.
Controleer of de helm gekeurd is, niet
beschadigd is, de juiste maat heeft en of
het vizier schoon is.
Draag beschermende kleding;
mogelijkerwijs met een heldere en/of
reflecterende kleur. Zodoende bent u goed
zichtbaar voor de andere weggebruikers
en beperkt u hiermee het risico
aangereden te worden. Bij een val hebt u
zodoende ook een betere bescherming.
De kleding moet goed passen en aan de
uiteinden gesloten zijn; Koorden, ceintuur
en das mogen niet los hangen; voorkom
dat deze of andere voorwerpen het rijden
kunnen beïnvloeden doordat ze verstrikt
raken in bewegende delen of
bedieningselementen.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
9
Zorg ervoor dat u geen voorwerpen in uw
zakken hebt die mogelijk gevaar opleveren
bij een val, zoals puntige objecten als
sleutels, pennen, glazen voorwerpen
(hetzelfde geldt voor de eventuele
passagier).
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
10
ACCESSOIRES
De gebruiker is persoonlijk
verantwoordelijk voor de keuze van de
installatie en het gebruik van de
accessoires.
Denkt u er tijdens de montage aan dat
geen onderdelen zoals de lichten of
onderdelen die dienen voor het aangeven
van de richting of voor geluidssignalen
bedekt worden, waardoor deze onderdelen
geheel of gedeeltelijk hun functie verliezen;
belemmer ook niet de uitslag van de vering
en de stuurhoek en de werking van de
bedieningselementen.
Vermijd het gebruik van accessoires die de
toegang tot de bedieningselementen
belemmeren, omdat zo de reactietijd in
noodgevallen langer kan worden.
De grote kappen en windschermen van de
motorfiets kunnen aërodynamische
krachten doen ontstaan die de stabiliteit
van de motorfiets tijdens het rijden
beïnvloeden, vooral bij hoge snelheid.
Controleer of de accessoires op degelijke
wijze bevestigd zijn aan de motorfiets en
geen gevaar opleveren tijdens het rijden.
Niets toevoegen aan de elektrische
installatie of hier iets aan veranderen,
waardoor het maximale vermogen van de
motorfiets overschreden zou kunnen
worden. Hierdoor zou de motorfiets tijdens
het rijden plotseling kunnen stoppen of er
zou zich een gevaarlijk stroomtekort
kunnen voordoen, zodat de claxon en de
lichten niet meer functioneren.
aprilia raadt het gebruik van originele
accessoires aan (originele aprilia
accessoires).
LADING
Wees voorzichtig bij het laden van bagage
en vervoer niet te veel lading. De bagage
moet zich zo dicht mogelijk bij het
KG!
zwaartepunt van de motorfiets bevinden en
gelijk verdeeld zijn aan beide zijden van de
motorfiets zodat er een optimale balans is.
Zorg er verder voor dat de lading goed is
vastgemaakt op de motorfiets, vooral voor
een lange rit.
Bevestig absoluut geen grote, zware en/of
gevaarlijke voorwerpen aan het stuur, de
spatborden en de vorken: dit vertraagt de
reactiesnelheid van de motorfiets in de
bochten en hindert de controle tijdens het
rijden.
Bevestig niet teveel ruimte innemende
bagage aan de zijkant van de motorfiets,
aangezien deze tegen personen of
voorwerpen zou kunnen stoten, waardoor
u de controle over de motorfiets zou
kunnen verliezen.
Vervoer geen bagage die niet goed is
vastgemaakt op de motorfiets.
Vervoer geen bagage die teveel uitsteekt
buiten de bagagedrager of die voor of over
de verlichting, de akoestische en visuele
signalering hangt.
Vervoer geen dieren of kinderen op het
handschoenkastje of op de bagagedrager.
Overschrijd de limiet van het gewicht dat
vervoerd kan worden die voor iedere zijtas
geldt niet.
Teveel lading beïnvloedt de stabiliteit en
de manoeuvreerbaarheid van de
motorfiets.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
11
PLAATSING VAN DE HOOFDELEMENTEN
LEGENDA
1) Linker achteruitkijkspiegel
2) Motoroliefilter
3) Linker zijkap
4) Zadel van rijder
5) Accu
6) Hoofdzekeringhouder (30A)
7) Passagierszadelslot
8) Linker voetsteun
duopassagier (klikwerking,
ingeklapt/uitgeklapt)
9) Aandrijfketting
10) Achtervork
11) Linker voetsteun rijder
12) Zijstandaard
13) Schakelpedaal
14) Motoroliereservoir
15) Motoroliepeil
16) Dop motoroliereservoir
17) Valstootblok
18) Linker afdekking radiateur
19) Linker motorscherm
20) Linker luchtgeleider
21) Niet-afstelbare
stuurdemper (afstelbare
stuurdemper )
22) Koplamp
23) Voorste scherm
24) Koppelingsvloeistofreservoir
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
17
TABEL INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES
BeschrijvingFunctie
Waarschuwingslampje
richtingaanwijzers
Waarschuwingslampje grootlicht
Toerenteller (tpm/rpm)
LED-waarschuwingslampje
overtoerental
Waarschuwingslampje laag
brandstofpeil
Waarschuwingslampje zijstandaard
neergelaten
LED-waarschuwingslampje
motoroliedruk
Waarschuwingslampje
neutraalstand
Multifunctionel
e digitale
display
(linkerzijde)
Snelheidsmeter (km/h MPH)
Dagteller (km - mi)
Knippert wanneer de richtingaanwijzers in werking zijn.
Licht op wanneer de gloeilampen van het grootlicht branden of wanneer het lichtsignaal wordt
gebruikt.
Geeft het aantal toeren per minuut van de motor aan.
OPGELET
Knippert wanneer het door de gebruiker ingestelde max. toerental is bereikt, zie pag. 22
[INSTELLEN VAN DE OVERTOERENTALGRENS (ALLEEN BIJ AFGEZETTE MOTOR)].
Licht op wanneer de maximumgrens van het motortoerental wordt bevestigd, zie pag. 22
max
[INSTELLEN VAN DE OVERTOERENTALGRENS (ALLEEN BIJ AFGEZETTE MOTOR)] en
telkens wanneer de contactschakelaar gedurende ongeveer drie seconden in de stand “
wordt gedraaid, zie pag. 20 (MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Licht op als er in de brandstoftank nog ongeveer 4,5 ± 1 l brandstof over is.
Vul in dit geval de tank zo snel mogelijk bij, zie pag. 32 (BRANDSTOF).
Licht op wanneer de zijstandaard is neergeklapt.
Licht op wanneer de contactschakelaar in de stand “” staat en de motor niet draait, om de
goede werking van het lampje te controleren.
Als het LED-lampje niet oplicht onder deze omstandigheden, neem dan contact op met uw
officiële aprilia-dealer.
OPGELET
de motor, betekent dit dat de motoroliedruk in het circuit te laag is.
Zet in dit geval de motor onmiddellijk af en neem contact op met een officiële aprilia-dealer.
Licht op wanneer de versnelling in neutraal staat.
Geeft de momentele, gemiddelde of maximale rijsnelheid aan (in
kilometer of mijl) overeenkomstig de voorinstelling, zie pag. 20
(MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Geeft het aantal kilometers of mijl van een traject aan of het totale
aantal kilometers/mijl
Overschrijd nooit het maximale toerental van de motor, zie
pag. 55 (INRIJDEN).
Als het waarschuwingslampje van de motoroliedruk “
branden na het starten of oplicht tijdens de normale werking van
Voor het afwisselen
tussen de getoonde
gegevens, zie pag. 20
(MULTIFUNCTIONELE
.
COMPUTER).
” blijft
”
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
18
BeschrijvingFunctie
Geeft de temperatuur van de koelvloeistof in de motor aan, zie pag. 20
(MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
stoppen, ongeacht de hoogte van de koelvloeistoftemperatuur; dit zou een
verdere stijging van de temperatuur veroorzaken.
Als een temperatuur van 115 – 120 °C (239 – 248 °F) wordt aangegeven, moet u
de motor afzetten, de contactsleutel in de stand “
koelventilatoren worden uitgekoppeld.
Koelvloeistoftemperatuur (°C/°F)
Multifunctionel
e digitale
display
(rechterzijde)
Klok
Accuspanning
V BATT
Chronometer
Diagnose
Draai op dat moment de contactsleutel in de stand “
koelvloeistofpeil, zie pag. 39 (KOELVLOEISTOF).
Als de aanduiding "
stilstand en laat de motor ongeveer twee minuten lang draaien met een toerental
van 3000 tpm (rpm), zodat de koelvloeistof normaal kan circuleren in het
systeem; druk daarna de motorstopschakelaar in de stand "
het koelvloeistofpeil, zie pag. 39 (KOELVLOEISTOF). Als de aanduiding “
nog steeds wordt getoond nadat het koelvloeistofpeil is gecontroleerd, neem dan
contact op met een officiële
ernstige schade oplopen.
Geeft het uur en de minuten aan, afhankelijk van de voorinstelling, zie pag. 20
(MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Geeft de accuspanning aan in volt, zie pag. 20 (MULTIFUNCTIONELE
COMPUTER).
Geeft de diverse tijden aan, afhankelijk van de voorinstelling, zie pag. 20
(MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Telkens wanneer de contactschakelaar in de stand “” wordt gedraaid, verschijnt de aanduiding “
de rechterzijde van het multifunctionele display gedurende ongeveer drie seconden.
onregelmatigheid heeft vastgesteld. In vele gevallen blijft de motor werken met een beperkt
vermogen; neem onmiddellijk contact op met een officiële aprilia-dealer.
OPGELET
OPGELET
OPGELET
Laat de contactschakelaar niet in de stand “”
staan, aangezien de koelventilatoren dan zouden
” draaien en wachten tot de
” en controleer het
LLL
" op de display verschijnt, breng dan de motorfiets tot
" en controleer
aprilia
-dealer.
Als de maximum toegelaten temperatuur wordt
overschreden (120°C - 248°F), kan de motor
Als de aanduiding “
werking van de motor, betekent dit dat de elektronische eenheid een
efi
” op de display verschijnt tijdens de normale
Voor het afwisselen
tussen de getoonde
gegevens, zie pag. 20
(MULTIFUNCTIONELE
LLL
”
COMPUTER).
efi
” op
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
19
MULTIFUNCTIONELE COMPUTER
Wanneer de contactschakelaar (1) in de stand
“
” wordt gedraaid, gaan de volgende
waarschuwingslampjes op het dashboard
branden:
– (rood) LED-waarschuwingslampje
overtoerental “
– (rood) LED-waarschuwingslampje
motoroliedruk “
de motor start.
De wijzer (4) van de toerenteller verplaatst zich
naar de door de gebruiker ingestelde
maximumwaarde (tpm). Na ongeveer drie
seconden gaat het rode LEDwaarschuwingslampje van het overtoerental
"
max
" (2) uit; de wijzer (4) van de toerenteller
keert naar zijn beginpositie terug.
De aanduiding “
seconden getoond op de rechterzijde van de
multifunctionele display.
Op die manier wordt de werking van de
onderdelen getest.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
20
max
” (2);
” (3), dat blijft branden tot
EFI
” (5) wordt gedurende drie
OPGELET
Na de eerste 1000 km (625 mi) en daarna
telkens om de 7500 km (4687 mi) verschijnt
de aanduiding “SERVICE” (5a) op de
rechterdisplay.
Neem in dat geval contact op met een
officiële aprilia-dealer, die de
onderhoudswerken zal verrichten die zijn
aangegeven in het onderhoudsschema, zie
pag. 59 (ONDERHOUDSSCHEMA). Om de
aanduiding “SERVICE” te doen verdwijnen,
moet u op de “LAP”-drukknop (6) drukken
en daarna op de drukknop
knoppen ongeveer 5 seconden lang
ingedrukt houden.
Met de contactschakelaar (1) in de stand “”
gedraaid, zijn de standaardinstellingen op het
dashboard de volgende:
Bij de installatie van de accu of van de
hoofdzekeringen van 30A:
– de wijzer van de toerenteller (4) draait 12
maal rechtsom (klikt 12 maal) om de werking
van de toerenteller zelf te controleren;
– de momentele, maximale en gemiddelde
snelheid is ingesteld in "
– de koelvloeistoftemperatuur is ingesteld in °C;
– de digitale klok is ingesteld op nul;
– het overtoerental is ingesteld op 6000 tpm
(rpm) en wordt aangegeven door het
oplichten van het (rode) overtoerental LEDwaarschuwingslampje “
OPMERKING
gewenste afstellingen uit.
CONTROLE VAN DE WERKING VAN DE
SEGMENTEN
◆
Druk de drukknoppen en gelijktijdig in.
◆
Draai de contactsleutel (1) van de stand “”
in de stand “
Alle segmenten (13) (13a) blijven ingeschakeld
tot de drukknoppen
losgelaten.
”.
km/h
";
max
” (2).
Voer indien nodig de
en worden
OVERSCHAKELEN van km op mi (van km/h
op MPH) EN OMGEKEERD (LINKERDISPLAY)
◆
Druk op de drukknop tot na ongeveer 5
seconden alle aanduidingen (12) op de
linkerdisplay beginnen te knipperen.
◆
Laat drukknop los.
◆
Druk op drukknop om de maateenheid te
veranderen van "
MPH
") en omgekeerd.
"
◆
Druk, om de instelling te bevestigen, op
drukknop
km
" in "mi" (van "
gedurende ongeveer 5
km/h
" in
seconden.
INSTELLEN VAN DE MOMENTELE,
MAXIMALE EN GEMIDDELDE SNELHEID
(LINKERDISPLAY)
OPMERKING
Twee seconden nadat
de motorfiets is beginnen te rijden, verschijnt
automatisch de momentele snelheid op de
display, ook als een andere functie is ingesteld.
Wanneer de contactsleutel in de stand “
“
wordt gedraaid, verschijnen de momentele
snelheid (9) en de dagteller (traject 1) (10) op
de display.
Terugstellen van “traject 1” (10): druk terwijl de
dagteller is ingesteld op de momentele snelheid
drukknop
◆
ongeveer 2 seconden lang in.
Om de maximale snelheid (14) en de afstand
van “traject 1” (10) weer te geven, moet u
drukknop
indrukken. De aanduiding “
ongeveer 1 seconde lang
V max
” (15), de
maximale snelheid (14) en de afstand van
“traject 1” (10) worden getoond.
Terugstellen van de maximale snelheid (14):
druk terwijl de dagteller is ingesteld op de “
max
” functie drukknop ongeveer 2 seconden
V
lang in.
OPMERKING
De maximale snelheid
wordt berekend op basis van de afstand die is
afgelegd sinds de teller werd teruggesteld op
nul voor de maximale snelheid zelf. De
"deelafstand 1" (10) die op de display wordt
getoond, geeft het aantal verreden
kilometers/mijl weer sinds de "deelafstand 1"
voor het laatst op nul is gezet.
◆
Om de gemiddelde snelheid (16) en de
afstand van “traject 2” (17) weer te geven,
moet u de drukknop
ongeveer 1 seconde
lang indrukken.
De aanduiding “
AVS
” (18), de gemiddelde
snelheid (16) en de afstand van “traject 2” (17)
worden getoond.
Terugstellen van de gemiddelde snelheid (16)
en de afstand van “traject 2” (17): druk terwijl de
dagteller is ingesteld op de “
drukknop
in gedurende ongeveer 1 seconde.
OPMERKING
AVS
” functie de
De gemiddelde snelheid
wordt berekend op basis van de afstand van
“traject 2” (dagteller).
De "deelafstand 2" (17) die op de display wordt getoond, geeft het aantal verreden kilometers weer
sinds de laatste nulterugstelling.
Als meer dan 1000 km (625 mi) zijn afgelegd
zonder dat “traject 2” is teruggesteld op nul, zal
de meting van de gemiddelde snelheid verkeerd zijn.
◆
Om de momentele snelheid (13) en de
afstand van “traject 1” (10) weer te geven,
moet u nogmaals de drukknop
indrukken.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
21
INSTELLEN VAN DE
OVERTOERENTALGRENS (ALLEEN BIJ
AFGEZETTE MOTOR)
Wanneer het ingestelde maximale
toerental is overschreden, begint het
(rode) LED-waarschuwingslampje
“max” van het overtoerental (2) op het
dashboard te knipperen.
Wanneer de drukknop gedurende
minder dan één seconde wordt ingedrukt,
verplaatst de wijzer (4) van de toerenteller
zich naar het ingestelde overtoerental en
blijft 3 seconden in die positie staan,
waarna hij terugkeert naar zijn
beginpositie.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
22
Het instellen gebeurt als volgt:
◆ Druk de drukknop in, laat hem los en
druk hem nogmaals in binnen de 3
seconden. De wijzer (4) gaat bij elke klik
met 1000 rpm (tpm) omhoog zolang
ingedrukt blijft; wanneer de wijzer de
maximumwaarde heeft bereikt, begint hij
weer van voor af aan.
◆ DrukDruk de drukknop in tot het
gewenste toerental is ingesteld en laat
hem daarna los.
◆ Wanneer de drukknop wordt
losgelaten en binnen de 3 seconden
opnieuw wordt ingedrukt in fasen, gaat
de wijzer (4) per klik met 100 rpm (tpm)
omhoog; wanneer de wijzer de
maximumwaarde heeft bereikt, begint hij
weer van voor af aan.
OPMERKING Het overtoerental kan
niet worden ingesteld op waarden kleiner
dan 2000 tpm of groter dan 12000 tpm.
OPGELET
Overschrijd nooit het aanbevolen
toerental, zie pag. 55 (INRIJDEN).
◆ Laat de drukknop los om te
bevestigen. Na 3 seconden wordt de
instelling van de overtoerentalgrens
bewaard.
OPMERKING De instelling wordt
bevestigd door het oplichten van het rode
LED-waarschuwingslampje “max” van het
overtoerental (2).
MULTIFUNCTIONELE COMPUTER
(RECHTERDISPLAY)
De rechter (multifunctionele) display geeft
standaard de koelvloeistoftemperatuur in
°C (of °F) (8) en de digitale klok (7) weer.
OPMERKING Wanneer de motor
koud is, knippert de aanduiding “”.
Door het indrukken van knop kunnen
achtereenvolgens de volgende functies
worden ingesteld:
Standaardinstelling: temperatuur in °C
en digitale klok
Accuspanning (V BATT)
Instelling van het uur
Instelling van de minuten
Instelling van °C of °F
STANDAARDINSTELLING:
KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR EN
DIGITALE KLOK
De koelvloeistoftemperatuur (8) wordt
getoond in de bovenste helft van de
rechterdisplay. Het is mogelijk om over te
schakelen van °C op °F en omgekeerd, zie
pag. 24 (INSTELLING VAN °C OF °F).
– Wanneer de temperatuur onder 35°C
(95°F) is, knippert de aanduiding “”
(8) op de rechterdisplay.
– Wanneer de temperatuur boven 115°C
(239°F) is, knippert de waarde (8) op de
rechterdisplay, ook als een andere functie
dan de standaardinstelling is ingesteld.
– Wanneer de temperatuur boven 130°C
(266°F) is, verschijnt de aanduiding “
(8) op de rechterdisplay.
LLL”
OPGELET
Als de aanduiding “
verschijnt bij een temperatuur van minder
dan 130°C (266°F), is er mogelijk een
LLL
” op de display
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
defect in het elektrisch circuit. Neem in
dit geval contact op met een officiële aprilia-dealer.
Thermometerbereik op de display: 35–
130°C (95–266 °F).
De digitale klok (7) verschijnt in de onderste
helft van de rechterdisplay. Voor het
instellen en veranderen van uur en minuten,
zie pag. 24 (INSTELLING VAN HET UUR)
en (INSTELLING VAN DE MINUTEN).
ACCUSPANNING - V BATT
◆ Wanneer de druktoets eenmaal wordt
ingedrukt, verschijnt de accuspanning
uitgedrukt in volt (19) in de onderste helft
van de rechterdisplay, terwijl de
koelvloeistoftemperatuur (8) in de
bovenste helft wordt aangegeven. De
aanduiding "V BATT" (20) wordt getoond.
Het oplaadcircuit werkt zoals het hoort als
bij 4000 tpm (rpm) de accuspanning met
ingeschakeld dimlicht tussen 13 en 15 V
ligt.
23
INSTELLING VAN HET UUR
◆ Wanneer de drukknop voor de tweede
maal wordt ingedrukt, beginnen de
uursegmenten (21) te knipperen in de
onderste helft van de rechterdisplay
(digitale klok).
◆ Om de uurinstelling te veranderen, moet
u de “LAP” drukknop (6) op de
linkerstuurhelft indrukken.
◆ Druk knop in om de uurinstelling te
bevestigen.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
24
INSTELLING VAN DE MINUTEN
◆ Wanneer de drukknop voor de derde
maal wordt ingedrukt, beginnen de
minutensegmenten (22) te knipperen in
de onderste helft van de rechterdisplay
(digitale klok).
◆ Om de minuteninstelling te veranderen,
moet u de “LAP” drukknop (6) op de
linkerstuurhelft indrukken.
◆ Druk knop in om de minuteninstelling
te bevestigen.
INSTELLING VAN °C OF °F
◆ Wanneer de drukknop voor de vierde
maal wordt ingedrukt, beginnen de
segmenten van de
koelvloeistoftemperatuur in °C of °F (8)
te knipperen in de bovenste helft van de
display.
◆ Om de instelling °C met °F en
omgekeerd te veranderen, moet u de
“LAP” drukknop (6) op de linkerstuurhelft
indrukken.
◆ Druk knop in om de instelling te
bevestigen.
CHRONOMETER (RECHTERDISPLAY)
Met de chronometer kunt u de tijd per ronde
opmeten wanneer u met de motorfiets op
een circuit rijdt en de gegevens zo opslaan,
dat u ze nadien kunt raadplegen.
Wanneer de “CHRONOMETER” functie is
ingesteld, kunnen de volgende functies niet
worden opgeroepen:
Om de chronometer in werking te stellen,
moet u de “LAP” drukknop (6) en
vervolgens binnen de 7 seconden de
drukknop
◆
Om de tijdopname te starten, moet u de
“LAP” drukknop (6) indrukken en
onmiddellijk loslaten.
◆
Om de geregistreerde tijd op te slaan,
moet u de “LAP” drukknop (6) indrukken.
De “LAP” drukknop (6) is niet bruikbaar
gedurende 10 seconden en de laatst
indrukken.
V max
AVS
”;
”;
opgeslagen tijd (23) wordt getoond op de
display.
Daarna wordt de chronometer met de
huidige tijdopname (24) getoond,
beginnend vanaf 10 seconden.
◆
Om de eerst opgeslagen tijd (25) weer te
geven, moet u de drukknop
◆
Om de andere opgeslagen tijden in
volgorde te bekijken, moet u de “LAP”
drukknop (6) indrukken. De aanduidingen
L1, L2, L3, L4
◆
Druk de drukknop in om de tijdopname
opnieuw te starten.
OPMERKING
opslaan. Daarna is de “LAP” drukknop (6)
niet langer bruikbaar.
◆
Om het geheugen op nul te zetten, moet
u de drukknop
(6) tegelijk indrukken gedurende 2
seconden.
◆
Om de chronometerfunctie te annuleren,
moet u de “LAP” drukknop (6) en de
, enz. (26) worden getoond.
U kunt max. 40 tijden
en de “LAP” drukknop
indrukken.
drukknop indrukken.
De koelvloeistoftemperatuur (8) en de
digitale klok (7) verschijnen op de rechter
(multifunctionele) display.
OPMERKING
koud is, knippert de aanduiding “
DIAGNOSE
Wanneer de contactschakelaar in de stand
“
” wordt gedraaid, wordt de aanduiding
EFI
” ongeveer drie seconden lang op de
“
display getoond.
Wanneer de motor
OPGELET
Als de aanduiding “
verschijnt tijdens de normale werking
van de motor, betekent dit dat de
elektronische eenheid een
onregelmatigheid heeft vastgesteld.
In vele gevallen blijft de motor werken
met een beperkt vermogen; neem
onmiddellijk contact op met een officiële
aprilia-dealer.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
EFI
” op de display
”.
25
BELANGRIJKSTE ONAFHANKELIJKE BEDIENINGSELEMENTEN
3) DIMLICHTSCHAKELAAR ( - )
Wanneer de lichtschakelaar in de stand "" staat: als de
dimlichtschakelaar in de stand "" staat, brandt het
grootlicht; als hij in de stand "" staat, brandt het dimlicht.
3) DIMLICHTSCHAKELAAR ( - )
In de stand ““ branden de parkeerlichten, de
dashboardverlichting en het dimlicht altijd.
In de stand "" brandt het grootlicht.
4) KOPLAMPSCHAKELAAR ( - -
versie)
Wanneer de lichtschakelaar in de stand "
lichten uit; in de stand "" zijn de positielichten en de
dashboardverlichting aan; in de stand "" zijn de
positielichten, de dashboardverlichting en het dimlicht aan.
BEDIENINGSELEMENTEN OP DE
LINKERSTUURHELFT
OPMERKING De elektrische onderdelen werken enkel
wanneer de contactschakelaar in de stand “” staat.
1) DRUKKNOP CLAXON ()
De claxon treedt in werking wanneer de drukknop wordt
ingedrukt.
2) SCHAKELAAR RICHTINGAANWIJZERS ()
Druk de schakelaar naar links om aan te geven dat u links
gaat afslaan; druk de schakelaar naar rechts om aan te geven
dat u rechts gaat afslaan.
Druk op het midden van de schakelaar om de
richtingaanwijzer uit te zetten.
Het grootlicht kan wordt bediend met de dimlichtschakelaar.
5) DRUKKNOP GROOTLICHTSIGNAAL ()/LAP (multifunc-
tioneel)
OPMERKING Voor het instellen van de functies, zie pag.
20 (MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Met deze drukknop kan het grootlichtsignaal worden bediend
in geval van gevaar of een noodsituatie of kunnen de diverse
vooringestelde functies worden weergegeven op de rechter
multifunctionele display:
– uur en minuten;
– koelvloeistoftemperatuur (°C of °F);
– chronometer.
) (niet voorzien op
•
•" staat, zijn de
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
26
Het grootlichtsignaal wordt bediend door het indrukken van
de drukknop, ongeacht de stand van de lichtschakelaar ( - - •).
OPMERKING Laat de knop los om het grootlichtsignaal uit
te schakelen.
6) CHOKE-HENDEL ()
De choke voor het koud starten van de motor wordt in
werking gesteld door de hendel “” omlaag te draaien.
Breng de hendel “” weer in zijn oorspronkelijke stand om de
choke uit te schakelen.
BEDIENINGSELEMENTEN OP DE
RECHTERSTUURHELFT
OPMERKING De elektrische onderdelen werken enkel
wanneer de contactschakelaar in de stand “” staat.
7) MOTORSTOPSCHAKELAAR ( - )
WAARSCHUWING
Bedien de motorstopschakelaar " - " niet tijdens
gewoon rijden.
Dit is een veiligheids- of noodschakelaar.
Met de schakelaar in de stand " " kan de motor worden
gestart; de motor wordt gestopt door de schakelaar in de
stand " " te zetten.
OPGELET
Bij gestopte motor en met de contactschakelaar in de stand
"", kan de accu ontladen worden.
Wanneer de motorfiets tot stilstand is gekomen nadat de
motor is gestopt, moet u de contactschakelaar in de stand
"" zetten.
8) STARTKNOP ()
Wanneer de startknop "" wordt ingedrukt, doet de
startmotor de motor draaien. Voor het starten, zie pag. 49
(STARTEN).
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
27
CONTACTSCHAKELAAR
De contactschakelaar (1) bevindt zich op
de stuurkolomplaat.
OPMERKING De sleutel bedient de
contactschakelaar/het stuurslot, het
brandstoftankslot en het slot van het
handschoen-/gereedschapssetkastje.
Bij de motorfiets worden twee sleutels
geleverd (één reservesleutel).
OPMERKING Bewaar de
reservesleutel op een andere plaats dan
de motorfiets.
STUURSLOT
WAARSCHUWING
Draai de sleutel nooit in de stand “”
terwijl u rijdt, om te vermijden dat u de
controle over de motorfiets verliest.
BEDIENING
Om het stuur te vergrendelen:
◆ Draai het stuur volledig naar links.
◆ Draai de sleutel in de stand “”.
◆ Druk de sleutel in en draai hem in de
stand “”.
◆ Trek de sleutel uit het contact.
StandFunctie
Het stuur is
vergrendeld.
Het is
Stuurslot
G
onmogelijk
de motor te
starten en
de lichten te
ontsteken.
De motor
kan niet
worden
gestart en
de lichten
kunnen niet
worden
ontstoken.
De motor
kan worden
gestart en
de lichten
kunnen
worden
ontstoken.
Uittrekken
sleutel
De sleutel
kan uit het
contact
worden
getrokken.
De sleutel
kan uit het
contact
worden
getrokken.
De sleutel
kan niet uit
het contact
worden
getrokken.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
28
Ga als volgt te werk om het zadel (2) te
vergrendelen:
◆ Steek het voorste deel van het zadel
onder het passagiershandvat (3).
◆ Breng het zadel op zijn plaats en druk
erop tot het slot vastklikt.
WAARSCHUWING
Controleer voor u gaat rijden of het zadel
(2) goed is vergrendeld.
ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN
VAN HET PASSAGIERSZADEL
◆ Zet de motorfiets op de standaard, zie
pag. 57 (DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD ZETTEN).
◆ Steek de sleutel (1) in het zadelslot.
◆ Draai de sleutel (1) linksom, til het zadel
(2) op en verwijder het via de achterkant.
OPMERKING Controleer voor het
omlaag zetten en vergrendelen van het
zadel (2) of u de sleutel niet in het
handschoenen-/gereedschapssetkastje
heeft laten liggen.
HANDSCHOEN/GEREEDSCHAPSSETKASTJE
Doe het volgende om bij het
handschoen-/gereedschapssetkastje te
komen:
◆ Verwijder het passagierszadel.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
29
De gereedschapsset (1) bevat:
– gebogen inbussleutels van 3, 4, 5, 6 mm
(2);
– dubbele steeksleutel van 8 – 10 mm (3);
– dubbele steeksleutel van 11 – 13 mm (4);
– enkele ringsleutel van 22 mm (5);
– enkele ringsleutel van 32 mm (6);
– verlengstuk voor enkele ringsleutels (7);
– dubbele pijpsleutel van 6 – 7 mm (8);
– dubbele pijpsleutel van 8 – 10 mm (9);
– dopsleutel van 16 mm voor bougie (10);
– dubbele kruiskop-/platte schroevendraaier
(11);
– gereedschapstasje (12).
BEVESTIGINGSHAKEN VAN DE
BAGAGEDRAGER
Op het passagierszadel kan kleine bagage
worden vastgemaakt door middel van
snelbinders aan de twee
bevestigingshaken (13).
Maximaal toegestaan gewicht: 9 kg.
WAARSCHUWING
De bagage moet beperkt van omvang
zijn en stevig vastgemaakt worden.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
30
Maximaal toegestaan gewicht: 1,5 kg.
SPECIAAL GEREEDSCHAP
Voor het uitvoeren van specifieke
werkzaamheden is het raadzaam het
volgende speciaal gereedschap te
gebruiken (verkrijgbaar bij een officiële
aprilia-dealer):
GereedschapWerkzaamheden
Pennen (1) voor de
achterste
steunstandaard, zie
pag. 66 (DE
PENNEN VOOR DE
ACHTERSTE
STANDAARD
MONTEREN ).
Achterste standaard
(2), zie pag. 66 (DE
MOTORFIETS OP
DE VOORSTE
STANDAARD
ZETTEN ).
Voorste standaard
(3), zie pag. 66 (DE
MOTORFIETS OP
DE VOORSTE
STANDAARD
ZETTEN ).
Om de motorfiets op de
achterste standaard te
plaatsen.
Verversing van
motorolie en vervanging
van motoroliefilter.
Demontage van het
achterwiel.
Afstelling van de
aandrijfketting.
Verwijdering van het
onderste motorscherm.
Demonteren van
voorwiel.
Montage klikklemmen.
ACCESSOIRES
De volgende accessoires:
– “R”-voorvork;
– “R”-achterschokdemper;
– niet-afstelbare stuurdemper voor model
RSV mille TUONO, afstelbare
stuurdemper voor model RSV mille R
TUONO,
standaard op de RSV mille R, maar ook te
installeren op de RSV mille (wend u tot een
officiële aprilia-dealer).
VERLENGSTUK VOOR
KENTEKENPLAATHOUDER
Het verlengstuk voor kentekenplaathouder
(5) kan worden gebruikt wanneer op een
nat wegdek wordt gereden, om het
opspatten van het water door het
achterwiel te beperken.
OPMERKING Het verlengstuk voor
kentekenplaathouder (5) wordt standaard
geleverd in landen waar dit onderdeel
wettelijk verplicht is.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
31
BELANGRIJKSTE ONDERDELEN
◆
BRANDSTOF
WAARSCHUWING
De brandstof die gebruikt wordt voor
verbrandingsmotoren is uiterst
ontvlambaar en kan in bepaalde
omstandigheden explosief worden.
Het is belangrijk dat het tanken en de
onderhoudswerkzaamheden in een goed
geventileerde ruimte gebeuren en met
afgezette motor.
Niet roken gedurende het tanken of in de
nabijheid van
geval absoluut contact mijden met open
vuur, vonken en elke andere warmtebron,
om te voorkomen dat de brandstof vlam
vat of explodeert.
Verder moet u ook voorkomen dat er
brandstof uit de tankopening stroomt,
aangezien ze vlam kan vatten bij contact
met de gloeiende delen van de motor.
Voor het geval per ongeluk brandstof
buiten de tank terechtkomt, moet u
controleren of de plek waar de benzine
is terechtgekomen geheel droog is voor
u gaat rijden.
Brandstof zet uit onder invloed van
zonnewarmte en zonnestraling. Vul de
tank daarom nooit tot de rand.
Draai na het tanken de tankdop goed
dicht.
Mijd contact van brandstof met de huid
en inademing van dampen, slik geen
brandstof in en hevel de brandstof niet
over van één vat in een ander met
behulp van een slang.
brandstofdampen
; in elk
LOOS DE BRANDSTOF NIET IN HET
MILIEU.
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN.
Gebruik uitsluitend loodvrije superbenzine
met min. octaangetal 95 (N.O.R.M.) en 85
(N.O.M.M.).
Ga als volgt te werk om te tanken:
◆ Til de klep (1) op.
◆ Steek de sleutel (2) in het slot op de
tankdop (3).
◆ Draai de sleutel rechtsom, trek eraan en
open de brandstofklep.
INHOUD BRANDSTOFTANK (reserve
inbegrepen): 18
TANKRESERVE: 4,5 ± 1 l
l
OPGELET
Voeg geen additieven of andere
substanties toe aan de brandstof.
Als u een trechter of soortgelijke
voorwerpen gebruikt, zorg er dan voor
dat ze perfect schoon zijn.
WAARSCHUWING
Vul de tank niet volledig; het
brandstofpeil mag maximaal tot de
onderste rand van de vulhals reiken (zie
afbeelding).
◆ Tank bij.
Na het bijtanken:
OPMERKING De dop kan enkel
worden gesloten als u de sleutel (2) erin
steekt.
◆ Steek de sleutel (2) in de dop en sluit
hem door te drukken.
WAARSCHUWING
Zorg dat de dop goed dichtgedraaid is.
◆ Trek de sleutel (2) eruit.
◆ Sluit de klep (1).
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
32
REMVLOEISTOF AANBEVELINGEN
OPMERKING Deze motorfiets is
uitgerust met schijfremmen vooraan en
achteraan, met afzonderlijke hydraulische
circuits.
De volgende informatie heeft betrekking op
slechts één remsysteem, maar geldt voor
beide.
WAARSCHUWING
Plotselinge weerstand of verschillen in
speling op de remhendel kunnen te
wijten zijn aan onregelmatigheden in
het hydraulische systeem.
In geval van twijfel met betrekking tot
het goed functioneren van het
remsysteem en als u niet in staat bent
de normale controles zelf uit te voeren,
moet u te rade gaan bij uw officiële aprilia-dealer.
WAARSCHUWING
Zie er goed op toe dat de remschijven
niet vettig of smerig zijn, in het
bijzonder na uitvoering van
onderhoudswerkzaamheden of
controles.
Controleer of de remleidingen niet
gedraaid of versleten zijn.
Let op dat er geen water of stof per
ongeluk in het circuit terechtkomt.
Het wordt aangeraden latex
handschoenen te gebruiken om
onderhoudswerken uit te voeren.
Als de remvloeistof in contact komt met
de huid of de ogen, kan dit leiden tot
ernstige irritatie.
WAARSCHUWING
Spoel de lichaamsdelen die in contact
komen met de vloeistof goed af.
Raadpleeg een oogarts of een gewone
arts als de vloeistof in contact komt met
de ogen.
LOOS DE VLOEISTOF NIET IN HET
MILIEU.
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN.
OPGELET
Wanneer u de remvloeistof gebruikt,
moet u erop letten dat u er niet mee morst
op de plastic of gelakte delen, omdat deze
door de vloeistof kunnen worden
aangetast.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
33
1
2
SCHIJFREMMEN
WAARSCHUWING
De remmen zijn de belangrijkste
onderdelen voor uw veiligheid, dus
moeten zij te allen tijde in perfecte staat
verkeren; controleer ze voor elke rit.
Een vuile schijf verontreinigt de
remblokjes, wat zal resulteren in een
verminderde remkracht.
Vuile remblokjes moeten worden
vervangen; vuile schijven moeten
worden gereinigd met een
ontvettingsmiddel van hoge kwaliteit.
De remvloeistof moet om de twee jaar
ververst worden door een officiële aprilia-dealer.
Gebruik remvloeistof van het type dat is
aangegeven in het smeerschema, zie
pag. 113 (SMEERMIDDELENTABEL).
OPMERKING Deze motorfiets is
uitgerust met schijfremmen en heeft twee
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
34
remsystemen, voor en achter, met
afzonderlijke hydraulische circuits.
Het voorste remsysteem heeft twee schijven (één rechts en één links).
Het achterste remsysteem heeft één schijf
(rechts).
De volgende informatie heeft betrekking op
slechts één remsysteem, maar geldt voor
beide.
Naarmate de remblokjes afslijten, neemt
het vloeistofpeil af om de slijtage automatisch te compenseren.
Het voorremvloeistofreservoir (1) bevindt
zich op de rechterstuurhelft, naast de bevestiging van de voorremhendel.
Het achterremvloeistofreservoir (2) bevindt
zich rechtsonder de motorfiets in de buurt
van het koelvloeistofreservoir.
OPMERKING
onderhoudswerkzaamheden dubbel zo
vaak uit als de motorfiets wordt gebruikt in
regenachtige of stoffige gebieden, op
oneffen oppervlakken of op racecircuits.
Laat na de eerste 1000 km (625 mi) en
vervolgens om de 7500 km (4687 mi) de
staat van de remschijven controleren en
wend u daartoe tot een officiële
dealer.
Controleer voor u vertrekt het
remvloeistofpeil in de reservoirs, zie pag. 35
(VOORREM), pag. 36 (ACHTERREM) en de
slijtage van de remblokjes, zie pag. 87
(CONTROLEREN VAN DE SLIJTAGE VAN
DE REMBLOKJES).
Laat de remvloeistof om de twee jaar
verversen door een officiële
Voer de
aprilia
aprilia
-dealer.
WAARSCHUWING
Rijd niet met de motorfiets als er
vloeistof uit het remsysteem lekt.
-
VOORREM
CONTROLE
◆
Zet de motorfiets op de standaard, zie
pag. 57 (DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD ZETTEN).
◆
Draai het stuur volledig naar rechts.
◆
Controleer of het vloeistofpeil boven het
“
MIN
”-streepje staat.
MIN
= minimumniveau
MAX
= maximumniveau
Als de vloeistof niet minstens tot het “
streepje reikt:
MIN
”-
OPGELET
Naarmate de remblokjes afslijten, neemt
het vloeistofpeil af om de slijtage
automatisch te compenseren.
◆
Controleer de slijtage van de remblokjes,
zie pag. 87 (CONTROLEREN VAN DE
SLIJTAGE VAN DE REMBLOKJES) en
van de schijf.
Als de remblokjes en/of de schijf niet moet
worden vervangen, moet u vloeistof
bijvullen.
BIJVULLEN
Lees aandachtig pag. 33
(REMVLOEISTOF - aanbevelingen).
OPGELET
De remvloeistof kan uit het reservoir
lopen. Bedien de voorremhandel niet
wanneer de schroeven (1) los zijn en
zeker niet wanneer het deksel van het
remvloeistofreservoir is verwijderd.
◆
Schroef de twee schroeven (1) van het
remvloeistofreservoir (2) los met een korte
kruiskopschroevendraaier.
WAARSCHUWING
Vermijd langdurige blootstelling van de
remvloeistof aan lucht.
De remvloeistof is hygroscopisch, d.w.z.
het neemt bij contact met lucht het in de
lucht aanwezige vocht op.
Laat
het remvloeistofreservoir
langer openstaan dan nodig tijdens het
bijvullen.
niet
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
◆
Zet het deksel (3) omhoog en verwijder het
samen met de schroeven (1) en de
pakking (4).
OPGELET
Schud niet met de motorfiets terwijl u het
remvloeistofreservoir vult, om te
vermijden dat vloeistof wordt gemorst.
Voeg geen additieven of andere
substanties toe aan de vloeistof.
Als u een trechter of soortgelijke
voorwerpen gebruikt, zorg er dan voor
dat ze perfect schoon zijn.
◆
Vul het reservoir (2) bij met remvloeistof,
zie pag. 113 (SMEERMIDDELENTABEL),
tot het juiste niveau tussen de “
de “
MAX”-merkstrepen
is bereikt.
MIN
”- en
OPGELET
Vul nooit bij tot boven het “MAX”-niveau.
Enkel wanneer nieuwe remblokjes
worden gebruikt,
het reservoir tot het “MAX”-niveau te
vullen.
Vul het reservoir niet tot het “MAX”niveau wanneer de remblokjes versleten
zijn, om te vermijden dat de vloeistof naar
buiten stroomt wanneer de remblokjes
worden vervangen.
Controleer de werking van de remmen.
Neem in geval van overmatige speling van
de remhendel of een verminderde werking
van de remmen contact op met een
officiële aprilia-dealer, aangezien in dit
geval het systeem mogelijk moet worden
ontlucht.
wordt het aangeraden
35
ACHTERREM
CONTROLE
◆ Laat de motorfiets rechtop staan, zodat
de vloeistof in het reservoir (1)
evenwijdig blijft met de dop (2).
◆ Controleer of de vloeistof in het reservoir
boven de aanduiding “MIN” staat.
MIN= minimumniveau
MAX= maximumniveau
Als de vloeistof niet minstens tot het “MIN”-
streepje reikt:
OPGELET
Naarmate de remblokjes afslijten, neemt
het vloeistofpeil af om de slijtage
automatisch te compenseren.
◆ Controleer de slijtage van de remblokjes,
zie pag. 87 (CONTROLEREN VAN DE
SLIJTAGE VAN DE REMBLOKJES) en
van de schijf.
Als de remblokjes en/of de schijf niet moet
worden vervangen, moet u vloeistof bijvullen.
BIJVULLEN
Lees aandachtig pag. 33
(REMVLOEISTOF - aanbevelingen).
OPGELET
De remvloeistof kan uit het reservoir
lopen. Bedien de achterremhendel niet
als de dop van het remvloeistofreservoir
los is of is verwijderd.
WAARSCHUWING
Vermijd langdurige blootstelling van de
remvloeistof aan lucht.
De remvloeistof is hygroscopisch,
d.w.z. het neemt bij contact met lucht
het in de lucht aanwezige vocht op.
Laat het remvloeistofreservoir niet
langer openstaan dan nodig tijdens het
bijvullen.
◆ Schroef de schroef (3) volledig los.
◆ Trek het hele reservoir (1) een beetje
naar buiten.
◆ Schroef de dop (2) los en verwijder hem.
OPGELET
Zorg dat de vloeistof in het reservoir
evenwijdig met de rand blijft staan (in
horizontale stand), zodat tijdens het
bijvullen geen remvloeistof wordt
gemorst.
Voeg geen additieven of andere
substanties toe aan de vloeistof.
Als u een trechter of soortgelijke
voorwerpen gebruikt, zorg er dan voor
dat ze perfect schoon zijn.
◆ Verwijder de pakking (4).
◆ Vul het reservoir (1) bij met remvloeistof,
zie pag. 113
(SMEERMIDDELENTABEL), tot het
juiste niveau tussen de “MIN”- en de
“MAX”-merkstrepen is bereikt.
OPGELET
Enkel wanneer nieuwe remblokjes
worden gebruikt,
het reservoir tot het “MAX”-niveau te
vullen. Vul het reservoir niet tot het
“MAX”-niveau wanneer de remblokjes
versleten zijn, om te vermijden dat de
vloeistof naar buiten stroomt wanneer de
remblokjes worden vervangen.
Controleer de werking van de remmen.
Neem in geval van overmatige speling
van de remhendel of een verminderde
werking van de remmen contact op met
een officiële aprilia-dealer, aangezien in
dit geval het systeem mogelijk moet
worden ontlucht.
wordt het aangeraden
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
36
KOPPELINGSVLOEISTOF AANBEVELINGEN
OPMERKING Deze motorfiets is
uitgerust met een hydraulische koppeling.
OPGELET
Plotselinge weerstand of verschillen in
speling op de koppelingshendel kunnen
te wijten zijn aan onregelmatigheden in
het hydraulische systeem.
In geval van twijfel met betrekking tot het
goed functioneren van het systeem en als
u niet in staat bent de normale controles
zelf uit te voeren, moet u te rade gaan bij
uw officiële aprilia-dealer.
OPGELET
Controleer of de leiding niet gedraaid of
versleten is.
Let op dat er geen water of stof per
ongeluk in het circuit terechtkomt.
Het wordt aangeraden latex
handschoenen te gebruiken om
onderhoudswerken uit te voeren.
Als de vloeistof in contact komt met de
huid of de ogen, kan dit leiden tot
ernstige irritatie.
Spoel de lichaamsdelen die in contact
komen met de vloeistof goed af;
raadpleeg een oogarts of een gewone
arts als de vloeistof in contact komt met
de ogen.
LOOS DE VLOEISTOF NIET IN HET
MILIEU.
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN.
Mors geen vloeistof op de plastic en
gelakte delen om te vermijden dat deze
worden beschadigd.
De koppelingsvloeistof moet om de twee
jaar worden ververst door een officiële
aprilia-dealer.
Gebruik het type vloeistof dat in het
smeerschema wordt aangegeven, zie
pag. 113 (SMEERMIDDELENTABEL).
1
Het reservoir voor de koppelingsvloeistof
(1) bevindt zich op de linkerstuurhelft,
vlakbij de bevestiging van de
koppelingshendel.
OPMERKING Voer de
onderhoudswerkzaamheden dubbel zo
vaak uit als de motorfiets wordt gebruikt in
regenachtige of stoffige gebieden, op
oneffen oppervlakken of op racecircuits.
Controleer vóór u vertrekt het vloeistofpeil
in de tank, zie pag. 38 (KOPPELING); laat
de vloeistof om de twee jaar verversen
door een officiële aprilia-dealer.
WAARSCHUWING
Gebruik de motorfiets niet als u
vaststelt dat er vloeistof uit het
koppelingssysteem lekt.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
37
KOPPELING
OPMERKING Voer de
onderhoudswerkzaamheden dubbel zo
vaak uit als de motorfiets wordt gebruikt in
regenachtige of stoffige gebieden, op
oneffen oppervlakken of op racecircuits.
Laat om de 7500 km (4687 mi) de
koppeling controleren en wend u daartoe
tot een officiële aprilia-dealer.
Bij een sportief rijgedrag:
laat om de 3750 km (2343 mi) de koppeling
controleren en wend u daartoe tot een
officiële aprilia-dealer.
OPMERKING De motor is uitgerust
met een hydraulische koppeling die met
behulp van het exclusieve, gepatenteerde
PPC-systeem (Pneumatic Power Clutch)
voorkomt dat het achterwiel plotseling
omhoog springt.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
38
CONTROLE
◆ Zet de motorfiets op de standaard, zie
pag. 57 (DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD ZETTEN).
◆ Draai het stuur volledig naar rechts.
◆ Controleer of het vloeistofpeil boven het
“MIN”-streepje staat.
MIN= minimumniveau
MAX= maximumniveau
◆ Als de vloeistof niet tot aan het “MIN”-
streepje reikt, moet u bijvullen.
BIJVULLEN
Lees aandachtig pag. 37
(KOPPELINGSVLOEISTOF aanbevelingen).
OPGELET
De vloeistof kan naar buiten stromen.
Bedien de koppelingshendel niet als de
dop van het reservoir loszit of is
verwijderd.
WAARSCHUWING
Vermijd langdurige blootstelling van de
koppelingsvloeistof aan lucht.
De koppelingsvloeistof is hygroscopisch,
d.w.z. het neemt bij contact met lucht het
in de lucht aanwezige vocht op.
Laat het koppelingsvloeistofreservoir niet
langer openstaan dan nodig tijdens het
bijvullen.
◆
Schroef de dop (2) los en verwijder hem.
OPGELET
Schud niet met de motorfiets om te
vermijden dat vloeistof wordt gemorst
tijdens het bijvullen.
Voeg geen additieven of andere
substanties toe aan de vloeistof.
Als u een trechter of soortgelijke
voorwerpen gebruikt, zorg er dan voor dat
ze perfect schoon zijn.
◆
Verwijder de pakking (3).
◆
Vul het reservoir (1) bij met
koppelingsvloeistof, zie pag. 113
(SMEERMIDDELENTABEL), tot het juiste
peil is bereikt. Dit peil ligt tussen
merkstrepen
"
MIN
" en "
MAX
de twee
".
OPGELET
Vul nooit bij tot boven het “MAX”-niveau.
Controleer of de koppeling goed werkt.
Als de speling van de koppelingshendel te
groot is of als het koppelingssysteem niet
goed werkt, neem dan contact op met uw
officiële aprilia-dealer, omdat mogelijk het
systeem moet worden ontlucht.
KOELVLOEISTOF
OPGELET
Gebruik de motorfiets niet als het
koelvloeistofpeil onder het
voorgeschreven minimum ligt (LOW).
OPMERKING
onderhoudswerkzaamheden dubbel zo
vaak uit als
regenachtige of stoffige gebieden, op
oneffen oppervlakken of op racecircuits.
Controleer voor u vertrekt het
koelvloeistofpeil, zie pag. 40
(CONTROLEREN EN BIJVULLEN); laat de
koelvloeistof om de twee jaar verversen
door een officiële
de motorfiets
Voer de
wordt gebruikt in
aprilia
-dealer.
WAARSCHUWING
De koelvloeistof is giftig: slik de
vloeistof niet in; als de koelvloeistof in
contact komt met de huid of de ogen,
kan dit leiden tot ernstige irritatie.
Als de vloeistof in contact komt met de
huid of de ogen, overvloedig spoelen
met water en een arts raadplegen. Als de
koelvloeistof wordt ingeslikt, het braken
opwekken, mond en keel overvloedig
spoelen met water en onmiddellijk een
arts raadplegen.
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN.
LOOS DE VLOEISTOF NIET IN HET
MILIEU.
Let op dat u geen koelvloeistof morst op
de hete onderdelen van de motor: de
vloeistof kan vlam vatten en onzichtbare
vlammen veroorzaken.
Het wordt aangeraden latex
handschoenen te gebruiken om
onderhoudswerken uit te voeren.
OPGELET
Laat de koelvloeistof verversen door een
officiële aprilia-dealer.
De koelvloeistof is samengesteld uit 50%
water en 50% antivries.
Dit mengsel is ideaal voor de meeste
motortemperaturen en garandeert een
goede bescherming tegen roest.
Het is handig hetzelfde mengsel ook in de
zomer te gebruiken, aangezien zo het
verlies ten gevolge van verdamping tot een
minimum wordt beperkt, zodat het niet
nodig is vaak bij te vullen.
1
Op die manier neemt de aanwezigheid van
minerale zoutresten in de radiateur
veroorzaakt door verdampt water af en is de
goede werking van het koelsysteem
verzekerd.
Als de buitentemperatuur minder dan 0°C
bedraagt, moet u het koelcircuit regelmatig
controleren en zo nodig de concentratie van
antivries verhogen (tot maximum 60%).
Gebruik voor de koeloplossing gedistilleerd
water, om schade aan de motor te
voorkomen.
WAARSCHUWING
Verwijder de radiatordop niet als de
motor nog heet is (1), aangezien de
koelvloeistof onder druk staat en zeer
warm is.
Contact met de huid of met kleding kan
ernstige brandwonden en/of schade
veroorzaken.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
39
1
CONTROLEREN EN BIJVULLEN
WAARSCHUWING
Controleer het koelvloeistofpeil en vul
de expansietank bij koude motor.
◆ Zet de motor af en wacht tot hij is
afgekoeld.
◆ Laat de motorfiets rechtop staan met de
twee wielen op de grond.
◆ Kijk door de gleuf die in het rechter
motorscherm is voorzien om te
controleren of het koelvloeistofpeil in de
expansietank (1) zich tussen de “FULL”-
en “LOW”-markeringen bevindt.
FULL = maximumniveau
LOW= minimumniveau
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
40
In het andere geval:
◆ Schroef de vuldop (2) los en verwijder
hem.
WAARSCHUWING
De koelvloeistof is giftig: slik de
vloeistof niet in; als de koelvloeistof in
contact komt met de huid of de ogen,
kan dit leiden tot ernstige irritatie.
Gebruik nooit uw vingers of een ander
voorwerp om het koelvloeistofpeil te
controleren.
OPGELET
Voeg geen additieven of andere
substanties toe aan de vloeistof.
Als u een trechter of soortgelijke
voorwerpen gebruikt, zorg er dan voor
dat ze perfect schoon zijn.
◆ Vul de expansietank bij met
koelvloeistof, zie pag. 113
(SMEERMIDDELENTABEL), tot het
“FULL”-niveau bijna is bereikt. Vul niet
bij tot boven dit niveau, anders zal de
vloeistof naar buiten stromen terwijl de
motor draait.
◆ Plaats de vuldop (2) terug.
OPGELET
In geval van overmatig verbruik van
koelvloeistof of wanneer de tank leeg
blijft, moet u controleren of er geen
lekken zijn in het circuit. Laat eventuele
lekken herstellen door een officiële aprilia-dealer.
BANDEN
Deze motorfiets is uitgerust met banden
zonder binnenband.
OPMERKING Voer de
onderhoudswerkzaamheden dubbel zo
vaak uit als de motorfiets wordt gebruikt in
regenachtige of stoffige gebieden, op
oneffen oppervlakken of op racecircuits.
WAARSCHUWING
Controleer eens per twee weken de
bandenspanning bij kamertemperatuur.
Controleer na de eerste 1000 km (625
mi) en vervolgens om de 7500 km (4687
mi) de staat van de banden en de
bandenspanning bij kamertemperatuur,
zie pag. 108 (TECHNISCHE
GEGEVENS).
Als de banden warm zijn, is de meting
niet correct.
In het bijzonder moet de
bandenspanning vóór en na iedere
lange rit gemeten worden.
Als de bandenspanning te hoog is,
worden de oneffenheden in de weg
waarop u rijdt niet opgevangen en
daardoor overgebracht op het stuur,
waardoor het rijcomfort in het gedrang
komt en de wegligging in bochten
afneemt.
Als daarentegen de bandenspanning te
laag is, komen de zijkanten van de
banden (1) onder grotere druk te staan
en bestaat het gevaar dat de band over
de rand van de velg glijdt of loskomt,
waardoor u de controle over de
motorfiets verliest.
Ingeval u plotseling remt zouden de
banden van de velg kunnen afschuiven.
Bovendien zou de motorfiets uit de
bocht kunnen raken.
WAARSCHUWING
Controleer de staat van het
bandenoppervlak en de slijtage, want
als de banden in slechte staat zijn,
hebben ze minder grip en neemt de
bestuurbaarheid van de motorfiets af.
Sommige voor deze motorfiets
goedgekeurde bandensoorten zijn
voorzien van slijtage-indicators.
Er zijn verschillende soorten slijtageindicators. Neem contact op met uw
dealer voor meer informatie over het
controleren van slijtage.
Controleer visueel of de banden
versleten zijn en vervang ze als dit het
geval is.
Vervang de band als hij versleten is of
als er een gat van meer dan 5 mm groot
in het loopvlak zit.
Laat na het herstellen van een band de
wielen uitbalanceren.
WAARSCHUWING
Als de banden worden vervangen, moet
u het door de fabrikant aanbevolen type
en model van banden gebruiken, zie
pag. 108 (TECHNISCHE GEGEVENS);
het gebruik van andere dan de
voorgeschreven banden kan een
nadelige invloed hebben op de
bestuurbaarheid van de motorfiets.
Monteer geen banden met binnenband
op velgen voor tubeless banden en vice
versa.
Zorg dat de ventielen altijd voorzien zijn
van ventieldopjes (2), om te vermijden
dat de banden plotseling leeglopen.
Vervanging, herstelling, onderhoud en
uitbalancering zijn van het grootste
belang en moeten daarom door ervaren
vakmensen met het juiste gereedschap
worden uitgevoerd.
Om die reden is het raadzaam
bovenstaande handelingen te laten
uitvoeren door een officiële apriliadealer.
Nieuwe banden zijn mogelijk bedekt
met een gladde laag: rijd voorzichtig
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
41
tijdens de eerste kilometers. Smeer de
banden niet in met vloeistoffen die
daarvoor ongeschikt zijn. Als de
banden oud zijn, kunnen ze zelfs als ze
niet volledig afgesleten zijn hard
worden en is het mogelijk dat een
goede wegligging niet langer is
verzekerd.
In dit geval moet u de banden
vervangen.
MINIMALE DIEPTE BANDENPROFIEL
(3):
voor en achter 2 mm ( 3 mm) en in
ieder geval niet minder dan
voorgeschreven door de voorschriften die
in het land waar de motorfiets wordt
gebruikt van kracht zijn.
MOTOROLIE
WAARSCHUWING
Motorolie kan leiden tot ernstige
beschadiging van de huid bij dagelijkse
en langdurige aanraking.
Was na gebruik van motorolie uw
handen goed.
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN.
LOOS DE OLIE NIET IN HET MILIEU.
Bewaar de olie in een afgesloten vat en
breng afgewerkte olie naar het
benzinestation of naar een gemeentelijk
verzamelpunt.
Het wordt aangeraden latex
handschoenen te gebruiken om
onderhoudswerken uit te voeren.
OPGELET
Als het LED-waarschuwingslampje van
de motoroliedruk “
normale werking van de motor, betekent
dit dat de oliedruk in het circuit
onvoldoende is.
Controleer in dit geval het
motoroliepeil, zie pag. 61
(CONTROLEREN VAN HET
MOTOROLIEPEIL EN BIJVULLEN); als
het peil niet correct is, zet de motor dan
onmiddellijk af en neem contact op met
een officiële aprilia-dealer.
” oplicht tijdens de
OPGELET
Ga voorzichtig te werk.
Mors geen olie!
Let op dat onderdelen, de plaats waar u
werkt of de onmiddellijke omgeving niet
worden besmeurd. Veeg oliesporen
zorgvuldig op.
Neem in geval van lekkages of defecten
contact op met een officiële apriliadealer.
Controleer regelmatig het motoroliepeil, zie
pag. 61 (CONTROLEREN VAN HET
MOTOROLIEPEIL EN BIJVULLEN).
Voor het verversen van de motorolie, zie
pag. 59 (ONDERHOUDSSCHEMA) en
pag. 63 (VERVERSEN VAN DE
MOTOROLIE EN VERVANGEN VAN HET
OLIEFILTER).
OPMERKING Gebruik 15W – 50 olie
van goede kwaliteit, zie pag. 113
(SMEERMIDDELENTABEL).
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
42
AFSTELLEN VAN DE
VOORREMHENDEL EN DE
KOPPELINGSHENDEL
De afstand tussen het uiteinde van de
hendel (1) en het handvat (2) kan worden
afgesteld door de stelmoer (3)te
verdraaien.
De standen “1” en “4 ” komen
respectievelijk overeen met een afstand
van ongeveer 105 en 75 mm tussen het
uiteinde van de hendel en het handvat.
De standen "2" en "3 " zijn
tussenafstanden.
Zet de bedieningshendel (1) naar vo-
ren en verdraai de instelschijf (3) tot het
gewenste nummer tegenover het pijlmerkteken staat.
AFSTELLEN VAN DE SPELING VAN
HET ACHTERREMPEDAAL
Het achterrempedaal is ergonomisch
geplaatst tijdens de constructie van de
motorfiets.
Indien nodig kan de speling van de
remhendel worden aangepast:
◆ Verwijder het onderste motorscherm, zie
pag. 76 (VERWIJDEREN VAN HET
ONDERSTE MOTORSCHERM).
◆ Draai de borgmoer (4) los.
◆ Schroef de pompregelstang (5) los om
een minimale speling van 0,5 – 1 mm te
verkrijgen tussen de stang en de
pompzuiger.
OPGELET
Zorg dat er een zekere speling is in de
beweging van het pedaal (6), om te
voorkomen dat de rem aangetrokken
blijft, met vroegtijdige slijtage van de
remonderdelen als gevolg.
Speling van het pedaal (6): 4 mm
(gemeten op het uiteinde van de
hendel).
◆ Zet de pompregelstang (5) vast met de
borgmoer (4).
OPGELET
Controleer na het afstellen of het wiel vrij
ronddraait bij niet-aangetrokken rem.
Controleer de werking van de remmen.
Neem zo nodig contact op met een
officiële aprilia-dealer.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
43
AFSTELLEN VAN HET
ACHTERREMPEDAAL EN HET
VERSNELLINGSPEDAAL
De bedieningspedalen zijn ergonomisch
geplaatst tijdens de constructie van de
motorfiets.
De positie van het pedalen kan indien
nodig worden aangepast.
◆ Zet de motorfiets op de standaard, zie
pag. 57 (DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD ZETTEN).
◆ Schroef de schroef (1) gedeeltelijk los.
◆ Verdraai de excentriek (2) om de
optimale positie van het pedaal (3) te
vinden.
◆ Draai de schroef (1) vast en controleer of
de excentriek stabiel is in zijn positie.
VERSIE MET AUTOMATISCHE
LICHTONTSTEKING
Motorfietsen die met dit systeem zijn
uitgerust, zijn onmiddellijk herkenbaar,
aangezien de lichten automatisch worden
ontstoken zodra de contactschakelaar in
de stand “” wordt gedraaid.
Daarom is geen lichtschakelaar voorzien.
De lichten kunnen alleen worden gedoofd
door de contactschakelaar in de stand “”
te draaien.
Controleer voor u de motorfiets start of de
dimlichtschakelaar in de stand " "
(voorste dimlicht) staat.
UITLAATDEMPER/UITLAATPIJP
WAARSCHUWING
Het is verboden te knoeien met het
geluiddempingssysteem.
Eigenaars worden er op attent gemaakt
dat de wet het volgende kan verbieden:
– het verwijderen of buiten werking stellen
door welke persoon ook, tenzij voor
onderhoud, het herstellen of vervangen
van enig onderdeel of element van het
ontwerp dat in een nieuwe motorfiets is
geïntegreerd met het oog op
geluiddemping vóór verkoop of levering
aan de uiteindelijke koper of terwijl de
motorfiets in gebruik is;
– het gebruik van de motorfiets nadat
dergelijk onderdeel of element van het
ontwerp is verwijderd of buiten werking
gesteld door welke persoon ook.
Controleer de uitlaatdemper en de
uitlaatdemperpijpen om u ervan te
vergewissen dat ze geen tekenen van
roest of gaten vertonen en dat het
uitlaatsysteem goed functioneert.
Als het door het uitlaatsysteem
voortgebrachte geluid toeneemt, neem dan
onmiddellijk contact op met uw officiële
aprilia-dealer.
OPGELET
Neem contact op met een officiële apriliadealer als het versnellingspedaal verder
moet worden afgesteld.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
44
RICHTLIJNEN VOOR GEBRUIK
`
OP- EN AFSTAPPEN
De navolgende aanwijzingen verdienen
bijzondere aandacht. Ze zijn opgesteld in
verband met de veiligheid en ter
voorkoming van schade aan personen en
zaken en aan de motorfiets, die ontstaan is
doordat de rijder of de passagier is komen
te vallen of doordat de motorfiets is
gevallen of omgeslagen.
WAARSCHUWING
Gevaar van vallen en omslaan.
Ga voorzichtig te werk.
Zorg ervoor dat u bij het op- en afstappen
nergens door wordt gehinderd en de
handen vrij heeft (houd geen voorwerpen,
helm, handschoenen of bril vast).
Stap altijd aan de linkerzijde van de
motorfiets op en af terwijl de zijstandaard is
uitgeklapt.
OPGELET
Laat uw gewicht of dat van de passagier
niet op de zijstandaard rusten.
De standaard is ontworpen om het gewicht
van de motorfiets en een beperkte lading
te dragen, zonder rijder en passagier.
De rijder mag alleen op de op de
zijstandaard rustende motorfiets stappen
om vallen of omslaan te voorkomen. Het is
niet de bedoeling het gewicht van de rijder
en de passagier op de zijstandaard te laten
rusten.
Bij het op- en afstappen kan het
motorfietsgewicht ervoor zorgen dat u uit
evenwicht raakt, met vallen en omslaan tot
gevolg.
OPMERKING De rijder dient altijd
als eerste op de motorfiets te stappen en
als laatste af te stappen. Hij dient de
motorfiets in evenwicht en stabiel te
houden terwijl de passagier op- of afstapt.
Overigens dient de passagier voorzichtig
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
45
op en af te stappen, om de motorfiets en
de rijder niet uit evenwicht te brengen.
OPMERKING De rijder dient de
passagier te instrueren over hoe op en af
te stappen.
Voor het op- en afstappen van de
passagier beschikt de motorfiets over
speciale voetsteunen. De passagier dient
altijd via de linkervoetsteun van de
motorfiets op en af te stappen.
Tracht nooit van de motorfiets af te
springen of met één voet op de grond af te
stappen. In beide gevallen raakt de
motorfiets uit evenwicht en wordt die
instabiel.
OPMERKING Bagage of andere
zaken die achterop de motorfiets zijn
bevestigd, kunnen een belemmering
vormen bij het op- en afstappen.
Voer in elk geval een gecontroleerde
beweging met het rechterbeen uit, dat over
de achterzijde van de motorfiets of de
bagage dient te worden getild, zonder dat
de motorfiets uit evenwicht raakt.
OPSTAPPEN
◆ Pak het stuur op de juiste wijze vast en
stap op de motorfiets zonder uw gewicht
op de zijstandaard te laten rusten.
OPMERKING Mocht u niet met
beide voeten de grond raken, zet dan
alleen de rechtervoet op de grond (raakt u
uit evenwicht, dan bevindt zich links in elk
geval de zijstandaard) en houd de
linkervoet klaar om op de grond te zetten.
◆ Zet beide voeten op de grond en plaats
de motorfiets in de rijpositie, terwijl u
hem recht houdt.
OPMERKING De rijder mag de
voetsteunen voor de duopassagier niet
uitklappen of hier een poging toe doen
vanaf de bestuurderspositie. De motorfiets
kan dan uit evenwicht raken en instabiel
worden.
◆ Laat de passagier de twee voetsteunen
uitklappen.
◆ Laat de passagier zien hoe op de
motorfiets te stappen.
◆ Klap de zijstandaard met de linkervoet
helemaal op.
AFSTAPPEN
◆ Zoek een parkeerplaats, zie pag. 56
(PARKEREN).
◆ Stop de motorfiets, zie pag. 56
(STOPPEN).
WAARSCHUWING
Controleer of de parkeerplaats vrij,
stevig en vlak is.
◆ Druk met de hak van uw linkervoet op de
standaardhendel en klap de zijstandaard
helemaal uit.
OPMERKING Mocht u niet met
beide voeten de grond raken, zet dan
alleen de rechtervoet op de grond (raakt u
uit evenwicht, dan bevindt zich links in elk
geval de zijstandaard) en houd de
linkervoet klaar om op de grond te zetten.
◆ Zet beide voeten op de grond en houd
de motorfiets recht in de rijpositie.
◆ Laat de passagier zien hoe van de
motorfiets af te stappen.
OPGELET
Gevaar van vallen en omslaan.
Controleer of de passagier daadwerkelijk
is afgestapt.
Laat uw gewicht niet op de zijstandaard
rusten.
◆ Kantel de motorfiets tot de standaard op
de grond rust.
◆ Pak het stuur op de juiste wijze vast en
stap van de motorfiets af.
◆ Draai het stuur volledig naar links.
◆ Klap de voetsteunen op.
OPGELET
Zorg dat de motorfiets stabiel staat.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
46
CONTROLES VOORAF
OPGELET
Voer voor het vertrek steeds een
voorafgaande controle uit om na te gaan
of de motorfiets juist en veilig
functioneert (zie de “TABEL MET
CONTROLES VOORAF” hierna).
Het niet uitvoeren van deze controles
kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel
of schade aan de motorfiets.
Aarzel niet raad te vragen aan uw officiële
aprilia-dealer ingeval u iets niet begrijpt
i.v.m. de werking van bepaalde
bedieningselementen of als u bepaalde
onregelmatigheden vermoedt of vaststelt.
Een controle vergt weinig tijd en verhoogt
de veiligheid aanzienlijk.
OPMERKING Elke
onregelmatigheid wordt door de
elektronische eenheid van deze motorfiets
direct herkend en opgeslagen.
Telkens wanneer de contactschakelaar in
de stand “” wordt gedraaid, verschijnt de
aanduiding “
de multifunctionele display gedurende ongeveer drie seconden.
efi” (1) op de rechterzijde van
OPGELET
Als de aanduiding “
verschijnt tijdens de normale werking van
de motor, betekent dit dat de
elektronische eenheid een
onregelmatigheid heeft vastgesteld.
In vele gevallen blijft de motor werken
met een beperkt vermogen; neem
onmiddellijk contact op met een
officiële aprilia-dealer.
EFI
” (1) op de display
OPGELET
Na de eerste 1000 km (625 mi) en
vervolgens om de 7500 km (4687 mi)
verschijnt op de rechterdisplay de tekst
"SERVICE" (2).
Neem in dat geval contact op met een
officiële aprilia-dealer, die de
onderhoudswerken zal verrichten die
zijn aangegeven in het
onderhoudsschema, zie pag. 59
(ONDERHOUDSSCHEMA). Om de
aanduiding “SERVICE” te doen
verdwijnen, moet u op de “LAP”drukknop (3) drukken en daarna op de
drukknop (4) en beide knoppen
ongeveer 5 seconden lang ingedrukt
houden.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
47
TABEL MET CONTROLES VOORAF
OnderdeelControlePagina
Voorste en achterste
schijfremmen
Gashendel
MotorolieControleren en/of zo nodig bijvullen.42, 61
Wielen/banden
Remhendels
Koppeling
StuurControleer of het stuur soepel draait, zonder speling.
Zijstandaard
BevestigingselementenControleer of de bevestigingselementen niet loszitten. Stel ze zo nodig af of draai ze aan.
AandrijfkettingControleer de speling.74, 75
Brandstoftank
Koelvloeistof
Motorstopschakelaar ( )
Lichten,
waarschuwingslampjes, claxon
en elektrische onderdelen
Controleer de werking, de stationaire speling van de bedieningshendels en het vloeistofpeil en
kijk of er geen lekken zijn.
Controleer de slijtage van de remblokjes.
Vul indien nodig bij met vloeistof.
Controleer of hij soepel werkt en of hij volledig kan worden open- en dichtgedraaid, bij alle
standen van het stuur. Zo nodig bijstellen en/of smeren.
Controleer het loopvlak van de banden, de bandenspanning, slijtage en eventuele
beschadiging.
Verwijder indien nodig vuil uit de groeven van het loopvlak.
Controleer of ze soepel werken.
Smeer indien nodig de scharnierpunten en stel de speling af.
Controleer de werking, de stationaire speling van de bedieningshendel en het vloeistofpeil en
kijk of er geen lekken zijn.
Vul indien nodig bij met vloeistof; de koppeling moet werken zonder te schokken en/of te
slippen.
33, 34, 35,
36, 88
89, 89
41
43
37, 38
–
Controleer of deze goed werkt. Controleer of de standaard zonder wrijving kan worden op- en
neergeklapt en of de veer de standaard weer naar zijn oorspronkelijke positie doet terugkeren.
Zo nodig scharnierpunten en draaiende delen smeren.
Controleer of de veiligheidsschakelaar op de zijstandaard correct werkt.
92, 97
–
Controleer het peil en vul zo nodig bij.
Controleer het circuit op lekkage.
Controleer of de brandstofdop goed is dichtgedraaid.
Het koelvloeistofpeil in de expansietank moet zich tussen de “LOW”- en “FULL”-markeringen
bevinden.
Controleer of hij goed werkt.27
Controleer de goede werking van akoestische en visuele voorzieningen. In geval van een
defect de lampjes vervangen of het defect repareren.
32, 76
39, 40
– 105
93
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
48
STARTEN
WAARSCHUWING
Deze motorfiets is een bijzonder
krachtige machine en moet geleidelijk
aan en met de grootste zorg worden
ingereden.
Plaats geen voorwerp aan de
binnenkant van het voorste scherm
(tussen het stuur en het dashboard), om
te vermijden dat de draaibewegingen
van het stuur en het zicht op het
dashboard zouden worden belemmerd.
OPMERKING Lees alvorens de
motor te starten aandachtig het hoofdstuk
"veilig rijden", zie pag. 5 (VEILIG RIJDEN).
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide,
dat uiterst giftig is bij inademing.
Start de motorfiets niet in een gesloten of
slecht geventileerde ruimte.
Het niet opvolgen van deze raadgevingen
kan leiden tot bewusteloosheid of zelfs
tot de dood door verstikking.
OPMERKING Met de motorfiets op
de zijstandaard kan de motor enkel worden
gestart als de versnelling in neutraal staat;
als u in dit geval de versnellingen probeert
in te schakelen, stopt de motor.
Met de zijstandaard opgeklapt kan de motor
worden gestart met de versnelling in
neutraal of met de versnelling ingeschakeld
en de koppelingshendel aangetrokken.
◆ Ga op de bestuurderspositie zitten, zie
pag. 45 (OP- EN AFSTAPPEN).
◆ Controleer of de standaard volledig is
opgeklapt.
◆ Niet voorzien op versie. Zorg dat
de lichtschakelaar (1) in de stand "•"
staat.
◆ Zorg dat de dimlichtschakelaar (2) in de
stand " " staat.
◆ Zet de motorstopschakelaar (3) in de
stand " ".
◆ Verdraai de sleutel (4) en zet de
contactschakelaar in de stand “”.
Op dat moment:
– op het dashboard licht het rode
waarschuwingslampje van de
motoroliedruk "" (5) op, dat blijft
branden tot de motor is gestart;
– het (rode) overtoerental LED-
waarschuwingslampje “max” (6) licht
ongeveer drie seconden lang op op het
dashboard en de wijzer van de
toerenteller (7) verplaatst zich naar de
vooringestelde overtoerentalgrens;
– op de linkerdisplay verschijnen de
momentele snelheid (8), de dagteller (9)
en de totaalteller (10);
– de koelvloeistoftemperatuur (11) en de
digitale klok (12) verschijnen op de
rechter (multifunctionele) display.
OPMERKING Wanneer de
motor koud is, knippert de aanduiding
"" (11a).
Wanneer de contactschakelaar in de
stand “” wordt gedraaid, wordt de
aanduiding “
seconden lang op de display getoond.
– de brandstofpomp zet het
brandstoftoevoercircuit onder druk en
brengt een zoemend geluid voort dat
ongeveer drie seconden duurt.
EFI” (11b) ongeveer drie
OPGELET
Als op het dashboard het
waarschuwingslampje van de
brandstofreserve "" (13) oplicht, tank
dan zo snel mogelijk brandstof, zie pag.
32 (BRANDSTOF).
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
49
OPMERKING Het is mogelijk om de
maateenheid van de snelheidsmeter (km
of mi) en van de koelvloeistoftemperatuur
(°C of °F), de overtoerentalgrens, de
klokfuncties en zo nodig de chronometer in
te stellen, zie pag. 20
(MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
WAARSCHUWING
De overtoerentalgrens is door aprilia
ingesteld op 6000 t.p.m. (rpm). Verhoog
de grens geleidelijk naarmate u beter
vertrouwd raakt met de motorfiets.
Overschrijd tijdens het inrijden nooit het
voorgeschreven toerental, zie pag. 55
(INRIJDEN).
◆ Blokkeer minstens één wiel door een van
de remhendels aan te trekken.
◆ Trek de koppelingshendel (14) helemaal
in en plaats de versnellingsschakelaar
(15) in de vrijstand [groene
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
50
waarschuwingslampje "" (16) brandt].
◆ Als de motorfiets wordt gestart met
koude motor, draai dan de choke-hendel
“” (17) omlaag.
OPGELET
Om de accu niet nodeloos te belasten,
mag u de startknop “
vijftien seconden ingedrukt houden.
Als de motor binnen deze tijdspanne
niet start, wacht dan tien seconden en
druk de startknop “” nogmaals in.
◆ Druk de startknop “” (18) in zonder gas
te geven en laat hem los zodra de motor
start.
” niet langer dan
OPGELET
Druk de startknop “” (18) niet in terwijl
de motor draait, want zo kunt u de
startmotor beschadigen.
Blijft het waarschuwingslampje van de
motoroliedruk "" (5) branden, of gaat
het branden terwijl de motorfiets in
gebruik is, dan is er onvoldoende
oliedruk.
Zet in dit geval de motor onmiddellijk af
en neem contact op met een officiële
aprilia-dealer.
◆ Houd minstens één remhendel
aangetrokken en geef geen gas vóór u
vertrekt.
OPGELET
Rijd niet weg met een koude motor.
Om de uitstoot van vervuilende stoffen en
het brandstofverbruik te beperken, moet
u de motor eerst laten warm draaien door
gedurende de eerste kilometers
snelheid
te rijden.
op lage
◆ Draai de choke-hendel “” (17) omhoog
wanneer de motor is warmgedraaid.
OPGELET
Als de aanduiding “
(multifunctionele) rechterdisplay
verschijnt tijdens de normale werking van
de motor, betekent dit dat de
elektronische eenheid een
onregelmatigheid heeft vastgesteld.
In vele gevallen blijft de motor werken
met een beperkt vermogen; neem
onmiddellijk contact op met een officiële
aprilia-dealer.
EFI
” op de
STARTEN MET KOUDE MOTOR
Wanneer de omgevingstemperatuur laag
is (rond de 0°C/32°F of lager), is het soms
moeilijk de motor bij de eerste poging te
starten.
In dit geval:
◆ Draai de choke-hendel “” (17) omlaag.
◆ Blijf minstens tien seconden lang op de
startknop "" (18) drukken en draai
tegelijk zachtjes aan de gashendel (19).
Als de motor start:
◆ Laat de startknop “” (18) en de
gashendel (19) los.
◆ Draai de choke-hendel “” (17) omhoog.
◆ Als het stationaire toerental onstabiel is,
moet u regelmatig zachtjes aan de
gashendel (19) draaien.
Als de motor niet start:
Wacht enkele seconden en herhaal de
procedure voor koud starten.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
51
VERTREKKEN EN RIJDEN
WAARSCHUWING
Deze motorfiets is een bijzonder
krachtige machine en moet geleidelijk
aan en met de grootste zorg worden
ingereden.
Plaats geen voorwerp aan de binnenkant
van het voorste scherm (tussen het stuur
en het dashboard), om te vermijden dat
de draaibewegingen van het stuur en het
zicht op het dashboard zouden worden
belemmerd.
OPMERKING Lees voor u vertrekt
aandachtig het hoofdstuk “veilig rijden”, zie
pag. 5 (VEILIG RIJDEN).
OPGELET
Als het waarschuwingslampje voor laag
brandstofpeil “” (1) op het dashboard
oplicht tijdens het rijden, betekent dit dat
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
52
l
er nog 4,5 ± 1
Tank zo snel mogelijk bij, zie pag. 32
(BRANDSTOF).
brandstof in de tank zit.
WAARSCHUWING
Wanneer u zonder duopassagier rijdt,
moeten de voetsteunen van de
passagier ingeklapt zijn.
Houd tijdens het rijden uw handen aan de
handvatten en uw voeten op de
voetsteunen.
NEEM NOOIT EEN ANDERE DAN DE
AANGEGEVEN RIJHOUDINGEN AAN.
WAARSCHUWING
Als u een duopassagier meeneemt, zeg
hem/haar dan dat hij/zij niet in de weg
gaat zitten tijdens het manoeuvreren.
Zorg dat de standaard volledig is
opgeklapt vóór u vertrekt.
Vertrekken:
◆ Start de motor, zie pag. 49 (STARTEN).
◆ Stel de hoek van de achteruitkijkspiegels
juist in.
OPGELET
Tracht uzelf vertrouwd te maken met het
gebruik van de achteruitkijkspiegels met
de motorfiets in rusttoestand. De spiegel
is convex, waardoor voorwerpen verder
weg lijken dan ze in werkelijkheid zijn. De
spiegels geven een “breedhoekbeeld” en
enkel door ervaring kunt u de afstand tot
achteropkomende voertuigen correct
inschatten.
◆ Laat de gashendel (2) los (Pos.A) en trek
bij stationaire motor de koppelingshendel
(3) volledig aan.
◆ Schakel de eerste versnelling door het
schakelpedaal (4) omlaag te drukken.
◆ Laat de remhendel los (aangetrokken
tijdens het starten).
WAARSCHUWING
Bij het vertrek kan het abrupt of te snel
loslaten van de koppelingshendel ertoe
leiden dat de motor afslaat of dat de
motorfiets gaat schokken.
Nooit plotseling of te sterk versnellen
wanneer u de koppelingshendel loslaat,
om te voorkomen dat de koppeling gaat
“slippen” (trage ontkoppeling) of dat
het voorwiel van de grond komt,
“steigeren” (snelle ontkoppeling).
◆ Laat de koppelingshendel (3) langzaam
los en geef tegelijk gas door zachtjes
aan de gashendel (2) te draaien (Pos.B).
De motorfiets zet zich in beweging.
◆ Rijd de eerste kilometers op gematigde
snelheid, zodat de motor warm kan
draaien.
OPGELET
Overschrijd nooit het aanbevolen
toerental, zie pag. 55 (INRIJDEN).
◆ Verhoog de snelheid door zachtjes aan
de gashendel (2) te draaien (Pos.B),
zonder het aanbevolen toerental te
overschrijden, zie pag. 55 (INRIJDEN).
Schakel als volgt de tweede versnelling
in:
OPGELET
Ga snel te werk.
Rijd nooit met een te laag toerental.
◆ Laat de gashendel (2) los (Pos.A), trek
de koppelingshendel (3) aan en zet de
schakelhendel (4) omhoog. Laat de
koppelingshendel (3) los en versnel.
◆ Herhaal de laatste twee handelingen en
schakel de hogere versnellingen in.
OPGELET
Als het LED-waarschuwingslampje van
de motoroliedruk “” (5) oplicht tijdens
de normale werking van de motor,
betekent dit dat de oliedruk in het circuit
onvoldoende is.
Zet in dit geval de motor onmiddellijk af
en neem contact op met een officiële
aprilia-dealer.
Terugschakelen moet gebeuren in de
volgende situaties:
◆ Wanneer u een helling afrijdt of wanneer
u remt, om het remeffect te versterken
door de compressie van de motor.
◆ Wanneer u een helling oprijdt, als de
ingeschakelde versnelling niet is
aangepast aan de snelheid (hoge
versnelling, gematigde snelheid) en het
toerental van de motor daalt.
OPGELET
Schakel de versnellingen één voor één in;
wanneer met meer dan één versnelling
tegelijk wordt teruggeschakeld, is het
mogelijk dat het maximale toerental
(wegrijsnelheid) wordt overschreden.
Laat vóór en tijdens het terugschakelen
de gashendel los om “overtoerental” te
vermijden.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
53
Schakel als volgt terug:
◆ Laat de gashendel (2) los (Pos.A).
◆ Trek zo nodig de remhendels geleidelijk
aan en vertraag de snelheid van de
motorfiets.
◆ Trek de koppelingshendel (3) aan en
druk het schakelpedaal (4) omlaag om
terug te schakelen.
◆ Laat de remhendels los indien u ze heeft
aangetrokken.
◆ Laat de koppelingshendel los en versnel
geleidelijk.
OPGELET
Als de aanduiding "
rechterzijde van de multifunctionele
display, breng dan de motorfiets tot
stilstand en laat de motor ongeveer twee
minuten lang draaien met een toerental
van 3000 tpm (rpm), zodat de koelvloeistof
normaal kan circuleren in het systeem;
druk daarna de motorstopschakelaar in
de stand "
koelvloeistofpeil, zie pag. 39
LLL
" verschijnt op de
" en controleer het
(KOELVLOEISTOF).
Als de aanduiding “
getoond nadat het koelvloeistofpeil is
gecontroleerd, neem dan contact op met
een officiële aprilia-dealer.
Draai de contactschakelaar niet in de
stand “
koelventilatoren stilvallen, ongeacht de
koelvloeistoftemperatuur, met een
verdere stijging van de temperatuur tot
gevolg.
Als de aanduiding “
(multifunctionele) rechterdisplay
verschijnt tijdens de normale werking van
de motor, betekent dit dat de
elektronische eenheid een
onregelmatigheid heeft vastgesteld.
In vele gevallen blijft de motor werken met
een beperkt vermogen; neem onmiddellijk
contact op met een officiële aprilia-dealer.
Om oververhitting van de koppeling te
vermijden, laat u de motor gedurende zo
kort mogelijke tijd draaien terwijl
motorfiets
versnellingen zijn ingeschakeld en de
koppelingshendel is aangetrokken.
”, want dan zouden de
LLL
” nog steeds wordt
EFI
” op de
in ruststand staat, de
de
WAARSCHUWING
Draai de gashendel niet herhaaldelijk en
zonder onderbreking open en dicht om te
vermijden dat u per ongeluk de controle
over de motorfiets verliest. Als u moet
remmen, laat u de gashendel los trekt u
beide remmen aan, zodat de druk op de
remdelen gelijkmatig wordt verdeeld en
de snelheid zonder stoten vermindert.
Door enkel de voorrem of enkel de
achterrem aan te trekken neemt de
remkracht
gevaar dat één wiel blokkeert, waardoor
de motorfiets zijn grip op de weg verliest.
Als u op een helling stopt, moet u de
gashendel volledig loslaten en enkel de
remmen gebruiken om de motorfiets stil
te houden.
Als u de motor gebruikt om de motorfiets
stabiel te houden, bestaat het risico dat de
koppeling oververhit raakt.
Voor u een bocht neemt, moet u
snelheid
bocht met matige en constante snelheid
nemen of lichtjes versnellen; rem niet op
het laatste moment: de motorfiets raakt
dan heel waarschijnlijk aan het slippen.
Door voortdurend gebruik van de remmen
in afdalingen, kunnen de wrijvingsvlakken
oververhit raken, waardoor de remkracht
afneemt. Maak gebruik van de
motorcompressie en schakel terug door
beide remmen afwisselend te gebruiken.
Rijd nooit met afgezette motor van een
helling af
Bij onvoldoende zicht moet u de
dimlichten ook overdag ontsteken om uw
motorfiets beter zichtbaar te maken. Bij
nat wegdek of een slechte grip (sneeuw,
ijs, modder, enz.) moet u op matige
snelheid rijden en plotseling remmen of
manoeuvres die kunnen leiden tot het
verlies van de grip op de weg of tot een
val vermijden.
aanzienlijk
minderen of remmen en de
!
af en bestaat het
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
54
WAARSCHUWING
Let zeer goed op ieder obstakel of een
verandering in het wegdek.
Oneffen wegen, wielsporen, putdeksels,
wegmarkeringen, metalen platen ter
aanduiding van wegenwerken kunnen
bij regen uiterst glad worden. Om die
reden moeten al deze obstakels zeer
voorzichtig worden omzeild, ervoor
zorgend dat u zonder schokken rijdt en
de motorfiets niet onnodig laat
overhellen.
Gebruik bij verandering van rijstrook of
rijrichting altijd tijdig de
richtingaanwijzers en vermijd bruuske
en gevaarlijke manoeuvres.
Schakel de richtingaanwijzers uit zodra
u van richting bent veranderd.
Wees uiterst voorzichtig wanneer u
andere voertuigen inhaalt of zelf
ingehaald wordt.
Bij regenval kan het watergordijn
veroorzaakt door grote voertuigen het
zicht verminderen; door de
luchtverplaatsing kunt u de controle
over de motorfiets verliezen.
INRIJDEN
Het inrijden van de motor is van het
grootste belang voor een lange levensduur
en een goede werking ervan.
Rijd zo mogelijk op heuvelachtige wegen
en/of wegen met veel bochten, zodat de
motor, de vering en de remmen goed
kunnen worden ingereden.
Rijd tijdens het inrijden op wisselende
snelheid.
Op die manier worden de onderdelen eerst
“belast” en dan “ontlast” en kunnen de
motoronderdelen afkoelen.
Hoewel het belangrijk is dat tijdens het
inrijden de motoronderdelen worden
belast, mag u hierin niet overdrijven.
OPMERKING Pas na een
inrijperiode van 1500 km (937 mi) mag u
optimale prestaties verwachten van de
motorfiets.
Houd u aan de volgende regels:
◆ De gashendel niet plotseling volledig
opendraaien bij lage snelheid; dit geldt
zowel tijdens als na de inrijperiode.
◆ Tijdens de eerste 100 km (62 mi)
voorzichtig remmen en bruusk en
langdurig remmen vermijden. Op die
manier kunnen de blokjes op de
remschijf rustig inlopen.
◆ Tijdens de eerste 1000 km (625 mi) nooit
met een toerental van meer dan 6000
tpm (rpm) rijden.
WAARSCHUWING
Laat na de eerste 1000 km (625 mi) door
een officiële aprilia-dealer de controles
uitvoeren die zijn aangegeven in de
kolom “Na het inrijden” van het
onderhoudsschema, zie pag. 59
(ONDERHOUDSSCHEMA), om letsels
bij uzelf of anderen en/of schade aan de
motorfiets te voorkomen.
◆ Tussen de eerste 1000 km (625 mi) en
1500 km (937 mi) mag u sportiever
rijden, de snelheid variëren en slechts
enkele seconden de maximale
acceleratie gebruiken, om zo een beter
inlopen van de onderdelen te
verzekeren; rijd nooit met een toerental
van meer dan 7500 tpm (rpm) (zie tabel).
◆ Na de eerste 1500 km (937 mi) mag u
betere prestaties verwachten van de
motor; overschrijd evenwel nooit het
maximaal toegestane toerental [10500
tpm (rpm)].
Voorgeschreven maximum
motortoerental
Aantal km (mi)tpm (rpm)
0 – 1000 (0 – 625)6000
1000 – 1500 (625 – 937)7500
meer dan 1500 (937)10500
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
55
STOPPEN
WAARSCHUWING
Vermijd indien mogelijk bruusk
stoppen, plotseling vertragen en
remmen op het laatste moment.
◆ Laat de gashendel (1) los (Pos.A), trek
de remmen geleidelijk aan en schakel
tegelijk terug om snelheid te minderen,
zie pag. 52 (VERTREKKEN EN
RIJDEN).
Ga, zodra de snelheid is geminderd, als
volgt te werk vóór u de motorfiets stopt:
◆ Trek de koppelingshendel (2) aan om te
voorkomen dat de motor afslaat.
Wanneer de motorfiets tot stilstand is
gekomen:
◆ Zet de motor in de neutrale stand (groen
waarschuwingslampje “” licht op).
◆ Laat de koppelingshendel (2) los.
◆ Houd in geval van kortstondig halt
houden minstens één rem
aangetrokken.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
56
PARKEREN
Het kiezen van de juiste parkeerplaats is
erg belangrijk. Let daarbij op de
verkeersborden en de navolgende
aanwijzingen.
WAARSCHUWING
Parkeer de motorfiets op een stevige en
effen ondergrond om te voorkomen dat
hij omvalt.
Zet de motorfiets niet tegen een muur
aan en leg de motorfiets ook niet op de
.
grond
Zorg dat de motorfiets en in het bijzonder
de gloeiende delen ervan geen gevaar
vormen voor personen en kinderen. Laat
de motorfiets niet onbeheerd achter met
de motor aan of met het sleuteltje nog in
de contactschakelaar.
Kom niet te dicht bij de koelventilatoren,
zelfs niet als ze stilstaan, daar deze
plotseling in beweging kunnen komen en
randen van kledingstukken, haar, e.d.
kunnen aanzuigen.
OPGELET
Als de motorfiets valt of overmatig helt,
kan de brandstof wegstromen.
De brandstof die gebruikt wordt voor
verbrandingsmotoren is uiterst
ontvlambaar en kan in bepaalde
omstandigheden explosief worden.
WAARSCHUWING
Laat uw gewicht of dat van de passagier
niet op de zijstandaard rusten.
Parkeer de motorfiets als volgt:
◆ Kies een parkeerplaats.
◆ Stop de motorfiets, zie pag. 56
(STOPPEN).
◆ Zet de motorstopschakelaar (3) in de
stand " ".
◆ Draai de sleutel (4) en zet de
contactschakelaar (5) in de stand “”.
WAARSCHUWING
Volg nauwgezet de aanwijzingen voor
het op- en afstappen, zie pag. 45 (OPEN AFSTAPPEN).
◆ Laat overeenkomstig de aanwijzingen de
passagier afstappen (indien aanwezig)
en stap vervolgens zelf af.
◆ Vergrendel het stuur, zie pag. 28
(STUURSLOT) en trek de sleutel (4) uit
het contact.
WAARSCHUWING
Zorg dat de motorfiets stabiel staat.
DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD ZETTEN
ZIJSTANDAARD
Om de motorfiets vanaf de
bestuurderspositie op de zijstandaard te
plaatsen, zie pag. 45 (OP- EN
AFSTAPPEN).
Wanneer de motorfiets is verplaatst en de
standaard moet worden opgeklapt om de
motorfiets weer op de standaard te kunnen
plaatsen, doe dan het volgende:
◆ Druk met uw rechtervoet tegen de
zijstandaard en klap hem volledig uit (3).
◆ Kantel de motorfiets tot de standaard op
de grond rust.
◆ Draai het stuur volledig naar links.
WAARSCHUWING
Zorg dat de motorfiets stabiel staat.
RAADGEVINGEN TER
VOORKOMING VAN DIEFSTAL
Laat het sleuteltje NOOIT in het contact
zitten en gebruik altijd het stuurslot.
Parkeer de motorfiets op een veilige
plaats, indien mogelijk in een garage of op
een bewaakte plaats.
Gebruik indien mogelijk een extra antidiefstalvoorziening.
Zorg dat alle documenten in orde zijn en
dat u uw kentekenbewijs op zak heeft.
Noteer uw persoonlijke gegevens en uw
telefoonnummer op dit blad, om de
identificatie van de eigenaar te
vergemakkelijken ingeval de motorfiets na
diefstal wordt teruggevonden.
worden gestolen motorfietsen
geïdentificeerd aan de hand van de
gegevens in het gebruik- en
onderhoudsboekje.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
57
ONDERHOUD
WAARSCHUWING
Brandgevaar.
Houd brandstof en andere ontvlambare
substanties uit de buurt van de
elektrische onderdelen.
Voor u begint met om het even welke
vorm van onderhoud of inspectie van de
motorfiets, moet u de motor afzetten, de
sleutel uit het contact trekken, wachten
tot de motor en de uitlaat zijn afgekoeld
en indien mogelijk de motorfiets op een
stevige en effen ondergrond optillen met
speciaal daartoe bestemd gereedschap.
Controleer vóór u begint of de ruimte
waarin u werkt goed geventileerd is.
Blijf uit de buurt van de gloeiende delen
van de motor en van het uitlaatsysteem,
om brandwonden te vermijden.
Ondersteun geen mechanische
onderdelen of ander onderdeel van de
motorfiets met de mond: geen van de
onderdelen is voor consumptie
geschikt; sommige zijn schadelijk voor
de gezondheid of zelfs giftig.
OPGELET
Indien niet expliciet anders vermeld, moet
u voor de montage van de onderdelen de
stappen voor demontage in omgekeerde
volgorde herhalen.
Het wordt aangeraden latex
handschoenen te gebruiken om
onderhoudswerken uit te voeren.
Routineonderhoud kan gewoonlijk worden
uitgevoerd door de gebruiker, maar vereist
soms specifiek gereedschap en specifieke
technische kennis.
Neem voor periodiek onderhoud, hulp of
technisch advies contact op met een
officiële aprilia-dealer, die u een snelle en
degelijke service garandeert.
Vraag uw officiële aprilia-dealer om de
motorfiets op de weg te testen na een
reparatie of periodiek onderhoud.
Voer in ieder geval zelf de “Controles
vooraf” uit na een onderhoudsbeurt, zie
pag. 48 (TABEL MET CONTROLES
VOORAF).
OPMERKING Elke
onregelmatigheid wordt door de
elektronische eenheid van deze motorfiets
direct herkend en opgeslagen.
Telkens wanneer de contactschakelaar in
de stand “” wordt gedraaid, verschijnt de
aanduiding “
de multifunctionele display gedurende ongeveer drie seconden.
efi” (1) op de rechterzijde van
OPGELET
Als de aanduiding “
verschijnt tijdens de normale werking van
de motor, betekent dit dat de
elektronische eenheid een
onregelmatigheid heeft vastgesteld.
In vele gevallen blijft de motor werken
met een beperkt vermogen; neem
onmiddellijk contact op met een
EFI
” (1) op de display
officiële aprilia-dealer.
OPGELET
Na de eerste 1000 km (625 mi) en
vervolgens om de 7500 km (4687 mi)
verschijnt op de rechterdisplay de tekst
"SERVICE" (2).
Neem in dat geval contact op met een
officiële aprilia-dealer, die de
onderhoudswerken zal verrichten die
zijn aangegeven in het
onderhoudsschema, zie pag. 59
(ONDERHOUDSSCHEMA). Om de
aanduiding “SERVICE” te doen
verdwijnen, moet u op de “LAP”drukknop (3) drukken en daarna op de
drukknop (4) en beide knoppen
ongeveer 5 seconden lang ingedrukt
houden.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
58
ONDERHOUDSSCHEMA
WERKZAAMHEDEN UIT TE VOEREN
DOOR DE OFFICIËLE aprilia-DEALER
(DIE OOK KUNNEN WORDEN
UITGEVOERD DOOR DE GEBRUIKER).
Legenda
! = controleren en schoonmaken,
afstellen, smeren of indien nodig
vervangen;
" = schoonmaken;
# = vervangen;
$ = afstellen.
OPMERKING Voer de
onderhoudswerkzaamheden dubbel zo
vaak uit als de motorfiets wordt gebruikt in
regenachtige of stoffige gebieden, op
oneffen oppervlakken of op racecircuits.
(*) = Bij gebruik op racecircuits, vervangen
om de 3750 km (2343 mi).
(**) = Eens per twee weken of op de
aangegeven termijnen controleren.
Onderdeel
Bougies (*)
Luchtfilter
Motoroliefilter (*)
Motoroliefilter (op oliereservoir)
Vork
Werking/richting van de lampen
Lichtsysteem
Veiligheidsschakelaars
Koppelingsvloeistof
Remvloeistof
Na het inrij-
den [1000 km
(625 mi)]
##
""
!!
!!
Om de 7500
km (4687 mi)
of 12 maan-
den
!#
!#
!
!
!
Om de 15000
km (9375 mi)
of 24 maan-
Koelvloeistof
Motorolie
Banden
Bandenspanning (**)
Stationair toerental
#
!!
$$
$$
(*)
#
LED-waarschuwingslampje motoroliedruktelkens bij het starten: !
Spanning en smering aandrijfkettingom de 1000 km (625 mi): !
Slijtage van de remblokjes
!
voor elke rit en om de 2000
km (1250 mi): !
den
!
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
59
WERKZAAMHEDEN UIT TE VOEREN
DOOR DE OFFICIËLE aprilia-DEALER.
Legenda
! = controleren en schoonmaken,
afstellen, smeren of indien nodig
vervangen;
" = schoonmaken;
# = vervangen;
$ = afstellen.
OPMERKING Voer de
onderhoudswerkzaamheden dubbel zo
vaak uit als de motorfiets wordt gebruikt in
regenachtige of stoffige gebieden, op
oneffen oppervlakken of op racecircuits.
(*) = Bij een sportief rijgedrag elke 3750
km (2343 mi) controleren.
(**) = Met een “R”-vork ( ),
moet de verversing om de 10.000
km (6250 mi) gebeuren.
(***) = Alleen in het volgende geval:
– intensief gebruik op de baan;
– deelname aan wedstrijden.
Na het inrijden
Onderdeel
Achterste schokdemper!
Bedieningskabels en bedieningselementen!!
Lagers van stangenstelsel achterwielophanging!
Stuurlagers en stuurspeling!!
Wiellagers!
Remschijven
Algemene werking van de motorfiets
Afstellen klepspeling$$
Remsystemen!!
Koelsysteem!
Koppelingsvloeistof
Koelvloeistof
Vorkolie (**)
Vorkoliepakkingen
Remblokjesindien versleten: #
Wielen/Banden
Aanhaalkoppel moeren, bouten, schroeven
Synchronisatie van de cilinders!!
Ophangingen en rijgedrag!!
Eindoverbrenging (ketting, kroonwiel en pignon)!
Brandstofleidingen!om de 4 jaar: #
Koppelingslijtage (*)!
Zuigers (***)om de 5000 km (3125 mi): !
[1000 km (625
mi)]
!!
na de eerste 7500 km (4687 mi) en vervolgens om
na de eerste 30000 km (18750 mi) en vervolgens
om de 22500 km (14000 mi): #
!!
Om de 7500
km (4687 mi) of
12 maanden
om de 2 jaar: #Remvloeistof
de 22500 km (14000 mi): #
Om de 15000
km (9375 mi) of
24 maanden
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
60
IDENTIFICATIEGEGEVENS
Het is aan te raden het frame- en het
motornummer te noteren in de daarvoor
bestemde ruimte in dit boekje.
Het framenummer kan van pas komen bij
de aankoop van reserveonderdelen.
OPMERKING Het veranderen van
de identificatienummers kan leiden tot
zware straffen en administratieve sancties.
Met name het veranderen van het
framenummer leidt tot een onmiddellijke
nietigverklaring van het kenteken.
FRAMENUMMER
Het framenummer (1) is op de rechterkant
van het balhoofd ingeslagen.
Framenr.
MOTORNUMMER
Het motornummer (2) is op het achterste deel
van de motor, naast de schokbreker,
ingeslagen.
Motornr.
KOPPELINGEN MET
KLIKKLEMMEN EN
SLANGKLEMMEN MET SCHROEF
OPGELET
Verwijder ALLEEN de in de
onderhoudsprocedure aangegeven
klemmen.
De volgende tekst houdt niet in dat
willekeurige klemmen van het voertuig
mogen worden verwijderd.
WAARSCHUWING
Ga alvorens een klem te verwijderen na
of hierdoor geen vloeistoflekkage kan
optreden. Is dat wel het geval, voorkom
dan lekkage en bescherm de
onderdelen rondom de koppeling.
KLIKKLEMMEN
Voor de demontage kan een gewone tang
worden gebruikt, maar voor de montage is
speciaal gereedschap nodig (zie
hieronder).
Zorg dat u over alle benodigdheden voor
een juiste montage beschikt, alvorens tot
demontage over te gaan.
OPMERKING Zorg dat u in het bezit
bent van het speciale gereedschap :
– montagetang klemmen, zie pag. 31
(SPECIAAL GEREEDSCHAP ).
OPGELET
Vervang de verwijderde klikklem bij de
hermontage door een nieuwe klikklem
van vergelijkbare afmetingen. Deze zijn
verkrijgbaar bij een officiële apriliadealer.
Monteer nooit een gebruikte klikklem.
Eenmaal verwijderd, is de klem
onbruikbaar.
Vervang een klikklem nooit door een
slangklem met een schroef of door een
ander type klem.
OPGELET
Ga voorzichtig te werk om geen
koppelingonderdelen te beschadigen.
◆ Druk met de tang op de klemkop totdat
die opent.
SLANGKLEMMEN MET SCHROEF
Voor de demontage en montage kan een
gewone schroevendraaier worden
gebruikt.
OPGELET
Controleer de staat van de klem en
vervang hem indien nodig door een
nieuwe van hetzelfde type en dezelfde
afmetingen. Deze zijn verkrijgbaar bij
een officiële aprilia-dealer.
Let bij het vastdraaien van de klem op
de afdichting van de koppeling.
CONTROLEREN VAN HET
MOTOROLIEPEIL EN BIJVULLEN
Lees aandachtig pag. 42 (MOTOROLIE)
en pag. 58 (ONDERHOUD).
OPMERKINGVoer de onder-
houdswerkzaamheden dubbel zo vaak uit
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
61
als de motorfiets wordt gebruikt in regenachtige of stoffige gebieden, op oneffen
oppervlakken of op racecircuits.
Controleer regelmatig het motoroliepeil,
ververs de olie na de eerste 1000 km (625
mi) en daarna telkens om de 7500 km (4687
mi), zie pag. 63 (VERVERSEN VAN DE
MOTOROLIE EN VERVANGEN VAN HET
OLIEFILTER).
OPGELET
Ververs de olie bij een sportief rijgedrag
om de 3750 km (2343 mi).
Als de motorfiets in een stoffige
omgeving wordt gebruikt, moet de olie
vaker worden ververst.
Controleer als volgt:
OPGELET
Het motoroliepeil moet worden
gecontroleerd bij warme motor.
Als de controle wordt uitgevoerd bij
koude motor, kan het oliepeil tijdelijk
onder het merkteken “MIN” zakken.
Dit is geen probleem, op voorwaarde
dat het waarschuwingslampje van de
motoroliedruk “” (A) niet oplicht, zie
pag. 18 (TABEL INSTRUMENTEN EN
CONTROLELAMPJES).
OPMERKING Laat de motor niet
stationair draaien terwijl de motorfiets
stilstaat om de motor warm te laten draaien
en de motorolie op bedrijfstemperatuur te
brengen. De juiste procedure is een
controle uitvoeren na een reis of na een rit
van ongeveer 15 km (10 mi) buiten de stad
(voldoende om de motorolie op
temperatuur te brengen).
◆ Zet de motor af, zie pag. 56 (STOPPEN).
◆ Laat de motorfiets rechtop staan met de
twee wielen op de grond.
◆ Controleer het oliepeil in de transparante
leiding (3).
MAX = maximumniveau.
MIN= minimumniveau.
Het verschil tussen “MAX” en “MIN”
bedraagt ongeveer 500 cm
◆ Het peil is correct wanneer de olie bijna
tot de "MAX"-markering reikt.
3
.
OPGELET
Vul nooit bij tot boven het “MAX”streepje en zorg er ook voor dat het peil
nooit tot onder het “MIN”-streepje zakt,
anders kan ernstige schade aan de
motor ontstaan.
Vul indien nodig motorolie bij op de
volgende manier:
◆ Verwijder het linker zijscherm, zie pag.
76 (VERWIJDEREN VAN DE
ZIJMOTORSCHERMEN).
◆ Schroef de vuldop (4) los en verwijder
hem.
OPGELET
Voeg geen additieven of andere
substanties toe aan de olie.
Als u een trechter of soortgelijke
voorwerpen gebruikt, zorg er dan voor
dat ze perfect schoon zijn.
OPMERKING Gebruik 15W – 50 olie
van goede kwaliteit, zie pag. 113
(SMEERMIDDELENTABEL).
◆ Vul de tank bij tot het juiste peil is bereikt,
zie pag. 113
(SMEERMIDDELENTABEL).
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
62
VERVERSEN VAN DE MOTOROLIE EN
VERVANGEN VAN HET OLIEFILTER
OPGELET
Het verversen van de motorolie en het
vervangen van het oliefilter kan
moeilijkheden opleveren voor onervaren
gebruikers.
Neem zo nodig contact op met een
officiële
Volg de aanwijzingen hieronder als u dit
zelf wil doen.
Lees aandachtig pag. 42 (MOTOROLIE) en
pag. 58 (ONDERHOUD).
OPMERKING
onderhoudswerkzaamheden dubbel zo vaak
uit als
regenachtige of stoffige gebieden, op oneffen
oppervlakken of op racecircuits.
Controleer regelmatig het motoroliepeil, zie
pag. 61 (CONTROLEREN VAN HET
MOTOROLIEPEIL EN BIJVULLEN), ververs
de olie na de eerste 1000 km (625 mi) en
daarna telkens om de 7500 km (4687 mi).
aprilia
de motorfiets
-dealer.
Voer de
wordt gebruikt in
soms
OPGELET
Ververs de olie bij een sportief rijgedrag
om de 3750 km (2343 mi).
Als de motorfiets in een stoffige
omgeving wordt gebruikt, moet de olie
vaker worden ververst.
Voor het verversen van de olie
OPMERKING
en zonder problemen naar buiten wanneer hij
warm en dus vloeibaarder is: laat daarom de
motor ongeveer twintig minuten lang draaien.
De olie stroomt volledig
:
OPGELET
Wanneer de motor
bevat hij hete olie; daarom moet u, om
brandwonden te vermijden, zeer
voorzichtig zijn tijdens het uitvoeren van
de hierna beschreven stappen.
◆
Verwijder het onderste motorscherm, zie
pag. 76 (VERWIJDEREN VAN HET
ONDERSTE MOTORSCHERM).
◆
Plaats een opvangbak (1) met een inhoud
van meer dan 4000 cm
aftapplug (2) van het reservoir.
◆
Schroef de aftapplug (2) op het reservoir
los en verwijder hem.
◆
Schroef de vuldop (3) los en verwijder
hem.
◆
Tap de olie af en laat hem gedurende
enkele minuten in de opvangbak (1)
druppelen.
◆
Controleer de afdichtring van de
aftapplug (2) op het reservoir en vervang
hem indien nodig.
◆
Schroef de aftapplug (2) op het reservoir
en draai hem vast.
Aanhaalmoment aftapplug (2): 15 Nm
(1,5 kgm).
◆ Haal de opvangbak (1) weg en zet de bak
onder het motorblok, precies onder de
aftapplug op de motor (4)
◆
Draai de aftapplug op de motor (4) los en
verwijder hem.
◆
Tap de olie af en laat hem gedurende
enkele minuten in de opvangbak (1)
druppelen.
is warmgedraaid
3
onder de
.
,
OPGELET
Loos de olie niet in het milieu. Bewaar de
olie in een afgesloten vat en breng
afgewerkte olie naar het benzinestation
of naar een gemeentelijk verzamelpunt.
◆
Verwijder de metaalresten van de
magneet van de aftapplug (4).
◆
Schroef de aftapplug (4) erin en draai
hem vast.
Aanhaalmoment aftapplug (4) op de
motor: 12 Nm (1,2 kgm).
VERVANGEN VAN HET
MOTOROLIEFILTER
OPMERKING
onderhoudswerkzaamheden dubbel zo
vaak uit als
regenachtige of stoffige gebieden, op
oneffen oppervlakken of op racecircuits.
Vervang het motoroliefilter na de eerste
1000 km (625 mi) en daarna om de 7500
km (4687 mi) (of bij elke olieverversing).
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
de motorfiets
Voer de
wordt gebruikt in
63
◆ Maak de klikklem (11) los.
◆ Maak de leiding (12) los.
◆ Schroef het motoroliefilter (9) op het
reservoir los en verwijder het en maak
het schoon met een persluchtstraal.
◆ Controleer de afdichting van het
motoroliefilter (9) op het reservoir;
schroef het filter op het reservoir en draai
aan.
Aanhaalmoment motoroliefilter (9) op
het reservoir: 30 Nm (3 kgm).
◆ Sluit de leiding (12) aan en monteer een
nieuwe klikklem.
◆ Draai de twee schroeven (5) los en
verwijder het deksel (6).
◆ Verwijder het motoroliefilter (7).
OPGELET
Gebruik geen filters die reeds zijn
gebruikt.
◆ Breng een olielaag aan op de
afdichtingsring (8) van het nieuwe
motoroliefilter.
◆ Monteer het nieuwe motoroliefilter.
◆ Plaats het deksel (6) terug en schroef de
twee schroeven (5) erin en draai ze vast.
SCHOONMAKEN VAN HET
MOTOROLIEFILTER OP HET
RESERVOIR
OPMERKING Voer de
onderhoudswerkzaamheden dubbel zo
vaak uit als de motorfiets wordt gebruikt in
regenachtige of stoffige gebieden, op
oneffen oppervlakken of op racecircuits.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
64
Reinig het motoroliefilter (9) op de tank
na de eerste 1000 km (625 mi) en daarna
telkens om de 15000 km (9375 mi) (of om
de twee olieverversingen).
OPMERKING Zorg dat u in het bezit
bent van het speciale gereedschap :
– montagetang klemmen, zie pag. 32
(SPECIAAL GEREEDSCHAP ).
OPGELET
Vervang de verwijderde klikklem bij de
hermontage door een nieuwe klikklem
van vergelijkbare afmetingen. Deze zijn
verkrijgbaar bij een officiële
dealer.
Monteer nooit een gebruikte klikklem.
Eenmaal verwijderd, is de klem
onbruikbaar.
Vervang een klikklem nooit door een
slangklem met schroef (10) of door een
ander type klem.
aprilia
OPGELET
Voeg geen additieven of andere
substanties toe aan de olie.
Als u een trechter of soortgelijke
voorwerpen gebruikt, zorg er dan voor
dat ze perfect schoon zijn.
OPMERKING Gebruik 15W – 50 olie
van goede kwaliteit, zie pag. 113
(SMEERMIDDELENTABEL).
◆ Giet ongeveer 3500 cm
de vulopening (13), zie pag. 113
(SMEERMIDDELENTABEL).
◆ Draai de vuldop (3) vast.
-
◆ Start de motor, zie pag. 49 (STARTEN)
en laat hem gedurende ongeveer één
minuut stationair draaien, zodat het
motoroliecircuit zich kan vullen.
◆ Controleer het oliepeil en vul indien
nodig bij, zie pag. 61 (CONTROLEREN
VAN HET MOTOROLIEPEIL EN
BIJVULLEN).
3
motorolie door
LUCHTFILTER
OPMERKING Voer de
onderhoudswerkzaamheden dubbel zo
vaak uit als de motorfiets wordt gebruikt in
regenachtige of stoffige gebieden, op
oneffen oppervlakken of op racecircuits.
Controleer het luchtfilter om de 7500 km
(4687 mi) of 12 maanden, vervang het om de
15000 km (9375 mi) of vaker als de motorfiets
wordt gebruikt op stoffige of natte wegen.
In dat geval mag het luchtfilter gedeeltelijk
worden gereinigd nadat met de motorfiets
op dergelijke wegen heeft gereden.
OPGELET
Een gedeeltelijke reiniging van het filter
houdt niet in dat de vervanging van het
filter zelf kan worden overgeslagen of
uitgesteld. Start de motor niet als het
luchtfilter is verwijderd. Maak het
filterelement niet schoon met benzine of
oplosmiddelen, aangezien deze brand in
het brandstoftoevoersysteem kunnen
veroorzaken, met ernstig gevaar voor de
omstanders en voor de motorfiets als
gevolg.
LAAT GEEN VERVUILENDE STOFFEN
OF ONDERDELEN IN HET MILIEU
TERECHTKOMEN.
◆ Verwijder om de 7500 km (4687 mi) de
dop (1), laat de inhoud in een vat lopen
en geef het af bij een inzamelingspunt.
VERWIJDEREN
◆ Zet de brandstoftank omhoog, zie pag.
75 (OMHOOG ZETTEN VAN DE
BRANDSTOFTANK).
◆ Draai de zeven schroeven (2) van het
filterhuisdeksel (3) los en verwijder ze.
◆ Verwijder het filterhuisdeksel (3).
◆ Trek het luchtfilter (4) uit.
◆ Controleer de pakking (5) op
beschadigingen en vervang hem indien
nodig.
OPGELET
Dicht de opening af met een schone doek
om het binnendringen van
vreemde voorwerpen
aanzuigleidingen te voorkomen.
Controleer bij de hermontage, alvorens
het filterhuisdeksel (3) terug te
plaatsen, of in het filterhuis (6) geen
doek of ander voorwerp is
achtergebleven.
Plaats het filterelement correct terug,
zodat geen ongefilterde lucht kan
binnendringen.
Denk eraan dat vroegtijdige slijtage van
de zuigerveren en de cilinder te wijten
kan zijn aan een defect of verkeerd
geplaatst filterelement.
GEDEELTELIJKE REINIGING
eventuele
in de
OPGELET
Druk niet op het metaalgaas van het
luchtfilter (4) en sla er niet op.
Gebruik geen schroevendraaiers en
dergelijke op het filter.
◆ Houd het luchtfilter (4) in verticale stand
vast en klop er enkele keren mee op een
schoon oppervlak.
◆ Reinig zo nodig het filter (4) met
perslucht (richt de straal van de binnennaar de buitenkant van het filter).
OPGELET
Controleer het filterelement op scheuren
terwijl u het schoonmaakt.
Als het filterelement scheuren vertoont,
moet het worden vervangen.
◆ Reinig de buitenkant van het filter (4)
met een schone doek.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
65
VERVANGEN
OPGELET
Gebruik geen filters die reeds zijn
gebruikt.
◆ Vervang het luchtfilter (4) door een filter
van hetzelfde type.
DE PENNEN VOOR DE ACHTERSTE
STANDAARD MONTEREN
◆ Zet de motorfiets op de standaard, zie
pag. 57 (DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD ZETTEN).
Plaats de pen (7) in de daartoe
voorziene zitting op de achtervork.
Schroef de schroef (8) in het voorziene
draadgat in de achtervork en draai hem
aan.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
66
DE MOTORFIETS OP DE ACHTERSTE
STANDAARD ZETTEN
◆ Monteer de twee pinnen (7), zie pag. 66
(DE PENNEN VOOR DE ACHTERSTE
STANDAARD MONTEREN ).
OPMERKING Roep de hulp in van
een andere persoon om de motorfiets in
verticale stand te houden met de twee
wielen op de grond.
Draai de knop (9) los.
Verplaats de vorksteun (10) zodanig
dat de breedte overeenstemt met de
afstand tussen de twee pennen (7) op de
achtervork.
Draai de knop (9) vast.
◆ Steek tegelijkertijd de twee vorkvormige
zittingen (10) van de standaard (11)
onder de twee pennen (7) op de
motorfiets.
◆ Steun met één voet op de achterkant
van de standaard (11).
◆ Druk de standaard (11) omlaag tot het
einde van zijn slag.
OPGELET
Controleer of de motorfiets stabiel staat.
DE MOTORFIETS OP DE VOORSTE
STANDAARD ZETTEN
◆ Zet de motorfiets op de achterste
standaard, zie pag. 66 (DE PENNEN
VOOR DE ACHTERSTE STANDAARD
MONTEREN ).
◆ Lijn de twee uiteinden van de standaard
(12) uit met de twee gaten (13) in de
onderste stukken van de voorvork.
◆ Steun met één voet op de voorkant van
de standaard (14).
◆ Druk de standaard (14) omlaag tot het
einde van zijn slag.
OPGELET
Controleer of de motorfiets stabiel staat.
VOORWIEL
OPGELET
Het demonteren en opnieuw monteren
van het voorwiel kan een probleem zijn
voor personen zonder enige ervaring
terzake.
Neem zo nodig contact op met een
officiële aprilia-dealer.
Volg de aanwijzingen hieronder als u dit
zelf wil doen.
Lees aandachtig pag. 58
(ONDERHOUD).
Let op dat u tijdens het demonteren en
monteren van het wiel de remleidingen,
de schijven en de remblokjes niet
beschadigt.
WAARSCHUWING
Het rijden met beschadigde velgen kan
de veiligheid van de rijder, van anderen
en van de motorfiets in gevaar brengen.
Controleer de staat waarin de velg
verkeert. Vervang hem indien nodig.
DEMONTEREN
◆ Verwijder de voorremklauwen, zie pag.
69 (VOORREMKLAUWEN).
◆ Plaats een steun (1) onder de band,
zodat het wiel in positie blijft nadat het is
losgemaakt.
OPGELET
Controleer of de motorfiets stabiel staat.
◆ Vraag aan iemand om het stuur recht te
houden in de rijpositie, zodat het stuur
geblokkeerd is.
Knijp na het monteren de voorrem
herhaaldelijk dicht om te zien of het
remsysteem goed werkt.
Laat het aanhaalmoment, de uitlijning
en de uitbalancering van het wiel
nakijken door uw officiële aprilia-
dealer, om ongelukken te voorkomen
die ernstige letsels bij uzelf of bij
anderen zouden kunnen veroorzaken.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
68
VOORREMKLAUWEN
Lees aandachtig pag. 58
(ONDERHOUD).
WAARSCHUWING
Een vuile schijf verontreinigt de
remblokjes, wat zal resulteren in een
verminderde remkracht. Vuile
remblokjes moeten worden vervangen;
vuile schijven moeten worden gereinigd
met een ontvettingsmiddel van hoge
kwaliteit.
OPGELET
Let op dat u tijdens het demonteren en
monteren van het wiel de remleidingen,
de schijven en de remblokjes niet
beschadigt.
OPMERKING Maak bij het
demonteren van de voorremklauwen
gebruik van daarvoor geschikte steunen
voor en achter .
DEMONTEREN
◆ Zet de motorfiets op de voorste standaard,
zie pag. 66 (DE MOTORFIETS OP DE
VOORSTE STANDAARD ZETTEN ).
OPGELET
Controleer of de motorfiets stabiel staat.
◆ Draai het wiel met de hand, zodat de
remklauw zich tussen twee spaken in
bevindt.
◆ Vraag aan iemand om het stuur recht te
houden in de rijpositie, zodat het stuur
geblokkeerd is.
Aanhaalmoment remklauwschroef (1):
50 Nm (5 kgm).
◆✱ Draai de twee schroeven van de rem-
klauw (1) los en verwijder ze.
OPGELET
Trek nooit de remhendel aan nadat de
remklauw is gedemonteerd; anders
kunnen de remklauwzuigers uit hun
houders schieten, waardoor de
remvloeistof zou wegstromen.
Neem als dit gebeurt contact op met
een officiële aprilia-dealer, die het
nodige onderhoud zal verrichten.
◆✱ Trek de remklauw (2) los van de schijf,
maar laat hem op de leiding (3) zitten.
Werkzaamheden aan de tweede
remklauw:
◆ Herhaal de handelingen die zijn
aangegeven met
✱.
OPNIEUW MONTEREN
OPGELET
Ga voorzichtig te werk, om beschadiging
van de remblokjes te voorkomen.
◆✖ Breng de remklauw (2) over de schijf
aan en plaats hem zodanig dat de bevestigingsgaten van de remklauw en de
gaten in de steun op één lijn staan.
WAARSCHUWING
Bij het hermonteren van de remtang
moet u de borgschroeven van de tang
vervangen door twee schroeven (1) van
hetzelfde type.
◆✖ Schroef de twee bevestigingsschroe-
ven (1) van de remklauw in en draai ze
vast.
Aanhaalmoment remklauwschroef:
50 Nm (5 kgm).
Werkzaamheden aan de tweede
remklauw:
◆ Herhaal de handelingen die zijn
aangegeven met ✖.
◆ Verwijder de voorste steun , zie pag.
66 (DE MOTORFIETS OP DE
VOORSTE STANDAARD ZETTEN ).
OPGELET
Knijp na het monteren de rem
herhaaldelijk dicht om te zien of het
remsysteem goed werkt.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
69
ACHTERWIEL
OPGELET
Het demonteren en opnieuw monteren
van het achterwiel kan een probleem zijn
voor personen zonder enige ervaring
terzake.
Neem zo nodig contact op met een
officiële aprilia-dealer.
Volg de aanwijzingen hieronder als u dit
zelf wil doen.
Lees aandachtig pag. 58
(ONDERHOUD).
Laat vóór het uitvoeren van
onderstaande handelingen de motor en
de uitlaatdemper afkoelen tot
kamertemperatuur, om brandwonden te
vermijden.
Let op dat u tijdens het demonteren en
opnieuw monteren van het wiel de
remleiding, de schijf en de remblokjes
niet beschadigt.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
70
WAARSCHUWING
Het rijden met beschadigde velgen kan
de veiligheid van de rijder, van anderen
en van de motorfiets in gevaar brengen.
Controleer de staat waarin de velg
verkeert. Vervang hem indien nodig.
OPMERKING Gebruik voor het
demonteren van het achterwiel de
daarvoor bestemde achterste standaard
.
DEMONTEREN
◆ Zet de motorfiets op de achterste
standaard (1), zie pag. 66 (DE
MOTORFIETS OP DE ACHTERSTE
STANDAARD ZETTEN ).
◆ Plaats een steun (2) onder de band,
zodat het wiel in positie blijft nadat het is
losgemaakt.
Aanhaalmoment voor wielmoer (3): 120
Nm (12 kgm).
◆ Draai de wielmoer (3) los en verwijder
hem. Vang de ring (4) op.
OPMERKING Til het wiel lichtjes op
om het uittrekken van de wielas te
vergemakkelijken.
◆ Trek de wielas (5) uit vanaf de linkerzijde.
OPMERKING Controleer de positie
van de rechter (6) en linker (7)
kettingspanners, om ze nadien correct te
kunnen hermonteren.
◆ Neem de rechter (6) en linker (7)
kettingspanners los.
OPMERKING Haal de aandrijfketting
(8) van het kettingwiel (9).
◆ Draai het wiel door en haal de
aandrijfketting (8) van het kettingwiel (9).
◆ Trek het wiel van achteren uit de
achtervork en trek hierbij voorzichtig de
schijf uit de remklauw.
OPGELET
Bedien de achterremhendel niet nadat het
wiel is gedemonteerd, aangezien de
pennen dan uit hun zittingen kunnen
schieten, met lekkage van remvloeistof
tot gevolg. Neem als dit gebeurt contact
op met uw officiële
nodige onderhoud zal verrichten.
aprilia
-dealer, die het
OPGELET
De linkerafstandsring (10) en de
rechterafstandsring (11) blijven in de
betreffende wieldragers zitten; mochten
deze ringen loslaten, plaats ze dan op de
juiste wijze terug (zie OPNIEUW
MONTEREN).
OPMERKING De steunplaat (12)
van de remklauw (13) blijft aan de
rechterzijde van de vork zitten.
Ga voorzichtig te werk. Indien de
eindoverbrengingsgroep (14) is
aangebracht op de houder van de flexibele
koppeling (15), kantel of draai het
achterwiel dan niet met het kroonwiel naar
beneden (A). De eindoverbrengingsgroep
kan dan vallen, waardoor de tandkrans (9)
kan beschadigen.
OPMERKING De
eindoverbrengingsgroep hoeft niet te worden
verwijderd als het wiel in de rijstand
(verticaal) wordt geplaatst of horizontaal met
de tandkrans naar boven. In beide gevallen
dient ervoor te worden gezorgd dat het wiel
niet kan omdraaien.
OPMERKING Draai in geen geval
de vijf moeren (16) los. De
eindoverbrengingsgroep wordt volledig uit
de houder van de flexibele koppeling
genomen.
◆ Pak met beide handen (B) de tandkrans
(9) aan de buitenzijde vast en neem de
eindoverbrengingsgroep evenwijdig aan
de wielas uit.
OPNIEUW MONTEREN
Doe het volgende als de
eindoverbrengingsgroep (14) is
verwijderd:
OPMERKING Steek de
eindoverbrengingsgroep evenwijdig aan
de wielas in, door de rubberinzetstukken
van de flexibele koppeling in de daarvoor
bestemde houders op de flexibelekoppelinghouder (15) te steken.
◆ Pak met beide handen (C) de tandkrans
(9) aan de buitenzijde vast en steek de
eindoverbrengingsgroep in de houder
van de flexibele koppeling (15).
OPMERKING Doe het volgende
alleen als de linkerafstandsring (10) en/of
de rechterafstandsring (11) uit hun dragers
zijn losgeraakt.
◆ Plaats de linkerafstandsring (10) en/of
de rechterafstandsring (11) met de grote
diameter naar de buitenzijde van de
motorfiets gericht in hun dragers.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
71
◆ Breng de ring aan en draai de wielmoer
(3) met de hand vast.
◆ Controleer de kettingspanning, zie pag.
73 (AANDRIJFKETTING).
◆ Draai de wielmoer (3) vast.
Aanhaalmoment wielmoer (3): 120 Nm
(12 kgm).
◆ Vergewis u ervan dat de volgende
onderdelen niet vuil zijn:
– band;
– wiel;
– remschijven.
OPGELET
Controleer alvorens het wiel opnieuw te
monteren of de steunplaat (12) van de
remklauw (13) correct geplaatst is; de
gleuf van de plaat moet in de voorziene
aanslagpen (17) aan de binnenkant van
de rechterpoot van de achtervork passen.
Breng de schijf voorzichtig in de
remklauw.
◆ Plaats het wiel tussen de
achtervorkpoten op de steun (2).
WAARSCHUWING
Steek uw vingers niet tussen de ketting
en het kettingwiel.
◆ Draai het wiel door en haal de
aandrijfketting (8) van het kettingwiel (9).
◆ Plaats de rechter (6) en linker (7)
kettingspanners in de juiste positie in
hun zittingen op de vork.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
72
◆ Breng gelijkmatig een geringe
hoeveelheid vet aan op de wielas (5), zie
pag. 113 (SMEERMIDDELENTABEL).
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel.
Gebruik nooit uw vingers om de gaten
uit te lijnen.
◆ Beweeg het wiel naar achteren tot het
gat in het midden van het wiel en de
gaten in de achtervork op één lijn staan.
◆ Draai de steunplaat (12), met de
remklauw (13) en de draaipen op de
aanslagpen (17), tot hij is uitgelijnd met
de gaten.
◆ Steek de wielas (5) volledig in vanaf de
linkerzijde.
OPMERKING Controleer of de
wielas (5) volledig in het wiel steekt, met de
kop in de voorziene houder op de linker
kettingspanner (7).
OPGELET
Trek na het hermonteren enkele malen de
achterremhendel aan en controleer of het
remsysteem goed werkt.
Laat het aanhaalmoment, de uitlijning
en de uitbalancering van het wiel
nakijken door uw officiële aprilia-
dealer, om ongelukken te voorkomen
die ernstige letsels bij uzelf of bij
anderen zouden kunnen veroorzaken.
AANDRIJFKETTING
Lees aandachtig pag. 58
(ONDERHOUD).
De motorfiets is voorzien van een ketting
uit één stuk, waarin de hoofdschakel niet
wordt gebruikt.
OPGELET
Een te slappe ketting kan geluiden
veroorzaken of de ketting doen
rammelen, met slijtage van de schoen en
van de kettinggeleideplaat tot gevolg.
Controleer regelmatig de speling en regel
eventueel bij, zie pag. 73 (REGELEN).
Laat indien nodig de ketting vervangen
door een officiële aprilia-dealer, die zal
zorgen voor een degelijke en snelle
service.
Als de onderhoudswerkzaamheden niet
correct worden uitgevoerd, kan dit
leiden tot voortijdige slijtage van de
ketting en/of schade aan de tandwielen.
OPMERKING Voer de
onderhoudswerkzaamheden dubbel zo
vaak uit als de motorfiets wordt gebruikt in
regenachtige of stoffige gebieden, op
oneffen oppervlakken of op racecircuits.
CONTROLEREN VAN DE SPELING
Controleer de speling als volgt:
◆ Zet de motor af.
◆ Zet de motorfiets op de standaard, zie
pag. 57 (DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD ZETTEN).
◆ Zet de schakelhendel in neutraal.
◆ Controleer of de verticale speling, op een
punt in het midden tussen het voor - en
achtertandwiel in het onderste deel van
de ketting, ongeveer 25 mm bedraagt.
◆ Verrijd de motorfiets, om de verticale
speling van de ketting ook te kunnen
controleren wanneer het wiel draait; de
speling moet constant blijven tijdens alle
draaibewegingen van het wiel.
OPGELET
Als er op bepaalde delen van de ketting
een grotere speling is, wijst dit erop dat
sommige schakels beschadigd of
vastgevreten zijn; neem in dit geval
contact op met een officiële
dealer. Om het risico op vastgevreten
schakels te vermijden, moet de ketting
regelmatig worden gesmeerd, zie pag. 74
(REINIGING EN SMERING).
Als de speling overal even groot is, maar
meer of minder dan 25 mm bedraagt, moet
u dit afstellen, zie pag. 73 (REGELEN).
aprilia
REGELEN
OPMERKING Gebruik voor het
afstellen van de ketting de achterste
standaard .
Als na controle blijkt dat de kettingspanning
moet worden geregeld, doe dit dan als volgt:
◆ Zet de motorfiets op de achterste
standaard, zie pag. 66 (DE
MOTORFIETS OP DE ACHTERSTE
STANDAARD ZETTEN ).
◆ Draai de moer (1) volledig los.
OPMERKING Voor de centrering
van het wiel zijn vaste merktekens (2-3)
voorzien, die zichtbaar zijn aan de
binnenkant van de kettingspannerzittingen
-
op de achtervorkarmen, voor de wielas.
◆ Draai de twee borgmoeren (4) los.
◆ Draai aan de stelmoeren (5) en regel de
kettingspanning, ervoor zorgend dat de
merktekens (2-3) correct geplaatst zijn
op beide zijden van de motorfiets.
◆ Draai de twee borgmoeren (4) vast.
◆ Draai de moer (1) vast.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
73
Aanhaalmoment wielmoer (1): 120 Nm
(12 kgm).
◆ Controleer de speling van de ketting, zie
pag. 73 (CONTROLEREN VAN DE
SPELING).
CONTROLEREN VAN DE SLIJTAGE
VAN DE KETTING, HET VOOR- EN
ACHTERTANDWIEL
Controleer bovendien om de 7500 km
(4687 mi), de volgende onderdelen en ga
na of bij de ketting, de pignon en het
kroonwiel geen sprake is van:
vastgevreten schakels;
– extreme slijtage;
– ontbrekende O-ringen;
– extreme slijtage of beschadiging van de
tanden van de tandwielen.
OPGELET
Indien de kettingrollen beschadigd zijn,
de bouten loszitten en/of de O-ringen
beschadigd zijn of ontbreken, moet het
volledige kettingelement worden
vervangen (voor- en achtertandwiel en
ketting).
Smeer de ketting regelmatig, vooral als
bepaalde delen droog of roestig zijn.
De beschadigde of vastgevreten
schakels moeten gesmeerd en
gerepareerd worden.
Als dat niet mogelijk is, moet u contact
opnemen met een officiële aprilia-
dealer, die de ketting zal vervangen.
◆ Controleer op slijtage van de
kettinggeleider (6).
◆ Controleer ten slotte op slijtage van de
beschermslof van de vork (7).
REINIGING EN SMERING
OPGELET
De transmissieketting is voorzien van Oringen tussen de schakels, die dienen om
het vet vast te houden.
Wees uiterst voorzichtig bij het
afstellen, smeren, reinigen en
vervangen van de ketting.
Reinig de ketting nooit met een waterspuit,
stoom, water onder druk en licht
ontvlambare oplosmiddelen.
◆ Was de ketting af met nafta of kerosine.
Voer het onderhoud vaker uit als de
ketting de neiging heeft snel te roesten.
Smeer de ketting om de 1000 km (625 mi)
en telkens wanneer nodig.
◆ Laat na het wassen de ketting drogen,
smeer hem met spuitvet voor kettingen
met afdichtringen, zie pag. 113
(SMEERMIDDELENTABEL).
OPGELET
De in de handel verkrijgbare
smeermiddelen voor kettingen kunnen
substanties bevatten die gevaarlijk zijn
voor de rubberen afdichtringen van de
ketting.
OPMERKING
motorfiets kort nadat de ketting is gesmeerd,
om te voorkomen dat het smeermiddel door
centrifugaalkracht naar buiten wordt
gespoten en de buurt bevuilt.
Rijd niet met de
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
74
DEMONTEREN VAN HET ZADEL
VAN DE RIJDER
◆ Zet de motorfiets op de standaard, zie
pag. 57 (DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD ZETTEN).
Til de zijrand van het zadel achteraan
gedeeltelijk op.
Schroef de schroef (1) los en verwijder
hem en neem de borgring vast (2).
Aanhaalmoment schroef (1): 12 Nm (1,2
kgm).
◆ Zet het zadel (3) omhoog en verwijder
het.
OPMERKING Steek bij het
hermonteren het voorste lipje van het
zadel in de voorziene zitting.
OPGELET
Controleer alvorens te vertrekken of het
zadel (3) goed op zijn plaats zit en is
vergrendeld.
OMHOOG ZETTEN VAN DE
BRANDSTOFTANK
Lees aandachtig pag. 32 (BRANDSTOF)
en pag. 58 (ONDERHOUD).
WAARSCHUWING
Brandgevaar.
Wacht tot de motor en de uitlaatdemper
volledig zijn afgekoeld.
Brandstofdampen zijn schadelijk voor
uw gezondheid.
Controleer vóór u begint of de ruimte
waarin u werkt goed geventileerd is.
Adem geen brandstofdampen in.
Rook niet en gebruik geen open vuur.
LOOS DE BRANDSTOF NIET IN HET
MILIEU.
Verwijder het passagierszadel, zie
pag. 29 (ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN VAN HET PASSAGIERSZADEL
).
◆ Demonteer het zadel van de rijder, zie
pag. 75 (DEMONTEREN VAN HET
ZADEL VAN DE RIJDER).
◆ Schroef de twee schroeven (4) waarmee
het voorste deel van de brandstoftank (5)
is bevestigd los en verwijder ze.
◆ Verwijder de steunstang (8) van de
brandstoftank uit zijn verankeringszittingen
(6-7).
OPMERKING Het met rubber
bedekte uiteinde van de stang (8) moet in
het middelste gat van de stuurpen worden
gestoken.
◆ Zet het voorste deel van de
brandstoftank (5) omhoog en steek de
stang (8) erin zoals getoond op de
afbeelding.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
75
2
2
2
3
1
5
4
4
7
7
6
8
VERWIJDEREN VAN DE
ZIJMOTORSCHERMEN
Lees aandachtig pag. 58
(ONDERHOUD).
WAARSCHUWING
Wacht tot de motor en de uitlaatdemper
volledig zijn afgekoeld.
◆ Zet de motorfiets op de standaard, zie
pag. 57 (DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD ZETTEN).
◆ Verwijder het valstootblok (3).
◆ Schroef de drie bevestigingsschroeven
(2) los.
OPGELET
Behandel de plastic en gelakte delen
voorzichtig, om te vermijden dat deze
worden bekrast of beschadigd.
◆ Verwijder het zijmotorscherm (1).
OPMERKING
te werk om het andere zijmotorscherm te
verwijderen.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
76
Ga op dezelfde manier
VERWIJDEREN VAN HET
ONDERSTE MOTORSCHERM
Lees aandachtig pag. 58
(ONDERHOUD).
OPMERKING Voor het verwijderen
van het onderste motorscherm is het
gebruik van de speciale achterste
standaard noodzakelijk.
◆ Zet de motorfiets op de achterste
standaard, zie pag. 66 (DE
MOTORFIETS OP DE ACHTERSTE
STANDAARD ZETTEN ).
◆ Schroef de twee voorste schroeven (4)
los en verwijder ze.
◆ Schroef de twee achterste schroeven
aan de zijkant (5) los en verwijder ze.
◆ Verwijder het onderste motorscherm (6).
VERWIJDEREN VAN DE
ZIJKAPPEN
◆ Demonteer het zadel van de rijder, zie
pag. 75 (DEMONTEREN VAN HET
ZADEL VAN DE RIJDER).
◆ Schroef de twee schroeven (8) los en
verwijder ze.
OPGELET
Behandel de plastic en gelakte delen
voorzichtig, om te vermijden dat deze
worden bekrast of beschadigd.
◆ Verwijder de zijkap (8).
OPMERKING Zorg bij het
hermonteren ervoor dat de achterste
koppeling correct is geplaatst.
Ga op dezelfde manier te werk om de
andere zijkap te verwijderen.
3
2
1
VERWIJDEREN VAN DE
ACHTERUITKIJKSPIEGELS
◆ Zet de motorfiets op de standaard, zie
pag. 57 (DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD ZETTEN).
◆ Schroef de moer (1) en de betreffende
contramoer (2) met speciale sleutels los.
OPGELET
Behandel de plastic en gelakte delen
voorzichtig, om te vermijden dat deze
worden bekrast of beschadigd.
◆ Verwijder de achteruitkijkspiegel (3).
OPMERKING Ga op dezelfde
manier te werk om de andere
achteruitkijkspiegel te verwijderen.
OPGELET
Stel na het hermonteren de
achteruitkijkspiegels correct af en draai
de moeren goed vast om hun stabiliteit te
verzekeren.
Na de voltooiing van de hermontage:
◆ Stel de hoek van de achteruitkijkspiegels
juist in.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
77
2
4
1
3
VERWIJDEREN VAN HET
VOORSTE MOTORSCHERM
◆ Zet de motorfiets op de standaard, zie
pag. 57 (DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD ZETTEN).
◆ Draai de contactschakelaar in de stand
“”.
◆ Schroef de twee schroeven aan de
zijkant (1) los en verwijder ze.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
78
Schroef de twee bovenste schroeven
(2) los en verwijder ze.
OPGELET
Draai bij het hermonteren de schroef (2)
niet te stevig aan, aangezien deze
bevestigd is op plastic.
◆ Beweeg het voorste motorscherm (3)
lichtjes naar voren.
◆ Maak de stekker (4) van de koplamp los.
◆ Verwijder het voorste motorscherm (3)
volledig, samen met de koplamp.
OPGELET
Sluit bij het hermonteren de stekker (4)
weer correct aan.
OPGELET
Behandel de plastic en gelakte delen
voorzichtig, om te vermijden dat deze
worden bekrast of beschadigd.
VERWIJDEREN VAN DE
ZIJSTANDAARD
Lees aandachtig pag. 58
(ONDERHOUD).
Wij raden aan de standaard (1) alleen te
verwijderen als met het voertuig op een
racebaan moet worden gereden, samen
met:
– de veren (2);
– de steun (3);
– de veiligheidsschakelaar (4).
OPMERKING Wanneer de
veiligheidsschakelaar (4) wordt verwijderd,
wordt het stroomcircuit uitgeschakeld; om
het circuit opnieuw in te schakelen, sluit u
de bedrading (6) (aprilia onderdeel #
8124943), verkrijgbaar bij iedere officiële
aprilia-dealer, aan op de connector (5).
OPGELET
Zet de motorfiets niet tegen een muur
aan en leg de motorfiets ook niet op de
grond
. Om
zonder de standaard (verwijderen van de
standaard is enkel toegelaten wanneer
motorfiets
moet u steeds en uitsluitend de achterste
standaard
de motorfiets
op racebanen wordt gebruikt),
gebruiken.
te parkeren
de
WAARSCHUWING
Het is verboden de
veiligheidsschakelaar (4) afzonderlijk te
verwijderen, d.w.z. zonder dat de
standaard wordt verwijderd.
Wanneer de veiligheidsschakelaar (4)
afzonderlijk wordt losgekoppeld of
verwijderd, kan men de motorfiets
starten en vertrekken met de standaard
naar beneden, wat kan leiden tot een
val, ernstige verwonding van de rijder of
andere personen of beschadiging van
de motorfiets zelf.
Ga als volgt te werk om de standaard te
verwijderen:
◆ Verwijder het linker zijkap, zie pag. 76
(VERWIJDEREN VAN DE ZIJKAPPEN).
◆ Verwijder het onderste motorscherm, zie
pag. 76 (VERWIJDEREN VAN HET
ONDERSTE MOTORSCHERM).
◆ Zet de brandstoftank omhoog, zie pag.
75 (OMHOOG ZETTEN VAN DE
BRANDSTOFTANK).
OPMERKING Gebruik een klem (7)
bij het hermonteren.
OPGELET
Trek nooit met geweld aan kabels,
leidingen, connectors of draden.
◆ Snij de klem (8) door en maak de kabel
(9) los.
◆ Maak de stekker (10) los van de
connector (5).
◆ Sluit [in plaats van de stekker (10)] de
bedrading (6) aan (aprilia onderdeel #
8124943).
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
79
◆ Trek de kabel (9) er volledig uit.
◆ Plaats de brandstoftank terug, zie pag.
75 (OMHOOG ZETTEN VAN DE
BRANDSTOFTANK).
◆ Hermonteer het linker zijkap, zie pag. 76
(VERWIJDEREN VAN DE ZIJKAPPEN).
OPMERKING Ondersteun de
standaard, om te voorkomen dat hij per
ongeluk zou vallen.
Aanhaalmoment schroeven (11): 40 Nm
(4 kgm).
◆ Schroef de schroeven (11) los en verwijder
ze en neem de afdichtringen (12) weg.
◆ Verwijder de complete standaard (1),
samen met:
– de veren (2);
– de steun (3);
– de veiligheidsschakelaar (4).
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
80
OPMERKING Bewaar de volgende
elementen bij elkaar: de complete
standaard, de schroeven (11) en de
afdichtingsringen (12), zodat u ze nadien
correct kunt terugplaatsen wanneer de
motorfiets op de weg wort gebruikt.
◆ Plaats het onderste scherm (en de twee
zijschermen) terug, zie pag. 76
(VERWIJDEREN VAN HET ONDERSTE
MOTORSCHERM).
CONTROLEREN VAN DE VOOR- EN
DE ACHTERWIELOPHANGING
Lees aandachtig pag. 58
(ONDERHOUD).
OPMERKING Laat het verversen
van de olie van de voorvork over aan een
officiële aprilia-dealer, die een snelle en
degelijke service garandeert.
OPMERKING Voer de
onderhoudswerkzaamheden dubbel zo
vaak uit als de motorfiets wordt gebruikt in
regenachtige of stoffige gebieden, op
oneffen oppervlakken of op racecircuits.
Laat de vorkolie verversen na de eerste
7500 km (4687 mi) en daarna telkens om de
22500 km (14000 mi).
Met de “R”-vork ( ) moet u de olie
om de 10000 km (6250 mi) laten verversen.
Voer na de eerste 1000 km (625 mi) en
vervolgens om de 15000 km (9375 mi) de
volgende controles uit:
◆ Pomp de vork herhaaldelijk op en neer
door met dichtgeknepen voorrem op het
stuur te drukken. De vering moet soepel
zijn en er mogen geen oliesporen op de
vorkpoten te zien zijn.
◆ Controleer de bevestiging van alle delen
en de goede staat van de verbindingen
van de voor- en de achterophanging.
OPGELET
Neem in geval van mankementen of als u
de hulp van een specialist wenst, contact
op met een officiële
aprilia
-dealer.
VOORWIELOPHANGING
Laat na de eerste 30000 km (1875 mi) en
vervolgens om de 22500 km (14000 mi) de
vorkoliepakkingen vervangen en wend u
daartoe tot een officiële aprilia-dealer.
De voorophanging bestaat uit een
hydraulische vork die is verbonden met de
stuurkolom door middel van twee platen.
Voor het afstellen van het weggedrag van
de motorfiets is elke poot van de vork
voorzien van een bovenste schroef (1),
voor het afstellen van de uitgaande
demping, een onderste schroef (2), voor
het afstellen van de ingaande demping, en
een bovenste moer (3), voor het afstellen
van de voorbelasting van de veer.
AFSTELLEN VAN DE VOORVORK
OPGELET
Draai de stelschroeven (1-2) niet verder
dan het einde van hun slag in beide
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
81
richtingen, om beschadiging te
voorkomen. Stel voor beide poten
dezelfde veerbelasting en hydraulische
demping af: in geval van een
verschillende instelling voor elke vork
vermindert de stabiliteit van de motorfiets
tijdens het rijden. Wanneer de
voorbelasting van de veer wordt
verhoogd, moet ook de hydraulische
demping worden verhoogd, om
plotselinge schokken tijdens het rijden te
voorkomen.
De standaardinstelling van de voorvork is
geschikt voor de meeste rijcondities bij
lage en hoge snelheid, met beperkte of
met maximale belasting.
Ook is een op het gebruik van de
motorfiets afgestemde afstelling mogelijk.
OPGELET
Vertrek bij het afstellen steeds vanuit de
meest starre instelling [stelinrichtingen
(1-2) volledig rechtsom gedraaid].
Gebruik de twee inkepingen (1-2) op de
stelmoeren als merktekens voor het
afstellen van ingaande en uitgaande
demping.
Draai de stelinrichtingen (1-2)
geleidelijk telkens 1/8 slag verder.
en met goedkeuring van de bevoegde
WAARSCHUWING
Afstellingen voor races dienen alleen te
geschieden ter gelegenheid van
georganiseerde wedstrijden of
sportevenementen. Deze mogen alleen
autoriteiten.
Het is ten strengste verboden om de
motorfiets af te stellen voor races en er
zo mee op de gewone weg of
autosnelweg te rijden.
worden gehouden op speciale circuits
VoorwielophangingStandaardinstelling
Instelling van hydraulische
demping bij uitgerekte
schokdemper, schroef (1)
Instelling van hydraulische
demping bij samengedrukte
schokdemper, schroef (2)
Voorbelasting van veer, moer
(3)
Uitstekend deel van de stangen
(A) (***) uit de bovenste plaat
(exclusief plug)
(*) = rechtsom
van helemaal gesloten (*)
openen (**)
1,25 slag
van helemaal gesloten (*) (H)
openen (**) (S)
1 slag
van helemaal gesloten (*)
openen (**)
4 – 5 uitsteeksels
2 uitsteeksels2 – 4 uitsteeksels
(***) = Laat deze afstelling uitsluitend uit-
(**) = linksom
Mogelijke afstellingen
van helemaal gesloten (*)
openen (**)
0,5 – 1,5 slag
van helemaal gesloten (*) (H)
openen (**) (S)
0,5 – 2 slagen
van helemaal gesloten (*)
openen (**)
3 – 5 uitsteeksels
voeren door een officiële aprilia-
dealer
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
82
“R”-VORK ( )
De standaardinstelling van de voorvork is
geschikt voor het rijden op racecircuits.
De instelling kan evenwel ook worden
aangepast aan het specifieke gebruik van
de motorfiets.
OPGELET
Vertrek bij het tellen van het aantal
klikken van de stelinrichtingen (1-2)
steeds van de meest starre instelling
(stelinrichting volledig rechtsom
gedraaid).
Gebruik als referentie voor het afstellen
van de hydraulische remmen bij in- en
uitveren de regelaars (1-2).
Draai de stelinrichtingen (1-2) één groef
per keer verder.
WAARSCHUWING
Afstellingen voor races dienen alleen te
geschieden ter gelegenheid van
georganiseerde wedstrijden of
sportevenementen. Deze mogen alleen
worden gehouden op speciale circuits
en met goedkeuring van de bevoegde
autoriteiten.
Het is ten strengste verboden om de
motorfiets af te stellen voor races en er
zo mee op de gewone weg of
autosnelweg te rijden.
De achterwielophanging bestaat uit een
veerschokdemper, die aan het frame is
bevestigd door middel van een
kogelgewricht en aan de achtervork door
middel van hefboomsystemen.
Voor de instelling van het rijgedrag van de
motorfiets is de schokdemper voorzien van
een metalen ring (1), waarmee de
hydraulische demping bij uitgerekte
schokdemper wordt afgesteld en een
afstelknop (2), waarmee de hydraulische
demping bij samengedrukte schokdemper
wordt afgesteld; een vleugelmoer voor het
afstellen van de voorbelasting van de veer
(3) en een borgringmoer (4).
OPMERKING De hoogte van het
achterste deel van de motorfiets kan
worden geregeld om het rijgedrag van de
motorfiets aan individuele behoeften aan te
passen.
AFSTELLEN VAN DE ACHTERSTE
SCHOKBREKER
OPMERKING Voer de
onderhoudswerkzaamheden dubbel zo
vaak uit als de motorfiets wordt gebruikt in
regenachtige of stoffige gebieden, op
oneffen oppervlakken of op racecircuits.
Controleer om de 15000 km (9375 mi) de
achterschokbreker en stel deze eventueel
af.
De standaardinstelling van de
achterwielschokdemper is geschikt voor
het rijden op racecircuits.
De instelling kan evenwel ook worden
aangepast aan het specifieke gebruik van
de motorfiets.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
OPGELET
Vertrek bij het tellen van het aantal
klikken van de stelinrichtingen (1-2)
steeds van de meest starre instelling
(stelinrichting volledig rechtsom
gedraaid).
Draai de stelschroeven (1-2) niet verder
dan het einde van hun slag in beide
richtingen, om beschadiging te
voorkomen.
◆ Schroef de metalen borgring (4) los met
de juiste moersleutel.
◆ Stel de voorbelasting van de veer (B) af
met de stelschroef (3) (zie tabel).
◆ Draai na het afstellen de metalen ring (4)
weer vast.
◆ Verdraai de metalen ring (1) om de
hydraulische demping bij uitgerekte
schokdemper af te stellen (zie tabel).
◆ Verdraai de knop (2) om de hydraulische
demping bij samengedrukte
schokdemper af te stellen (zie tabel).
Ga als volgt te werk om het rijgedrag
van de motorfiets te veranderen:
◆ Draai de borgmoer (5) iets los.
◆ Stel de hartafstand van de schokbreker
(A) af met de regelaar (6) (zie tabel).
OPGELET
De borgmoer (5) moet worden
aangedraaid met het voorgeschreven
aanhaalmoment
◆ Draai na het afstellen de borgmoer (5)
weer vast.
Aanhaalmoment borgmoer (5): 40 Nm (4
kgm).
.
85
OPGELET
Stel de voorbelasting van de veer en de
hydraulische demping af overeenkomstig
de gebruiksomstandigheden van de
motorfiets.
Wanneer de voorbelasting van de veer
wordt verhoogd, moet ook de uitgaande
demping worden verhoogd, om plotselinge
schokken tijdens het rijden te voorkomen.
Neem zo nodig contact op met een
officiële aprilia-dealer.
OPGELET
Het is absoluut verboden de schroef
(7) los te draaien of te verwijderen, omdat
anders stikstof weglekt. Dit heeft een
slechte werking van de demper tot gevolg
en vergroot de kans op ongevallen.
Veerlengte (voorbelast) (B)147 mmvan 143 tot 149 mm
Instelling bij uitgerekte
schokdemper, metalen ring
(1)
Instelling bij samengedrukte
schokdemper, knop (2)
(*) = rechtsom
(**) = linksom
321 ±1,5 mmvan 320 tot 323 mm
van helemaal gesloten (*)
van helemaal gesloten (*)
(
schokbreker niet in gevaar te brengen,
mag de schroef (8) niet worden
losgedraaid en mag niets aan het
onderliggende membraan worden
gedaan, omdat anders stikstof vrijkomt;
gevaar van ongevallen.
Afstellingen voor races dienen alleen te
geschieden ter gelegenheid van
georganiseerde wedstrijden of
sportevenementen. Deze mogen alleen
worden gehouden op speciale circuits en
met goedkeuring van de bevoegde
autoriteiten.
Het is ten strengste verboden om de
motorfiets af te stellen voor races en er
zo mee op de gewone weg of
autosnelweg te rijden.
openen (**)
20 klikken
openen (**)
12 klikken
OPGELET
) Om de werking van de
OPGELET
van helemaal gesloten (*)
openen (**)
10 – 20 klikken
van helemaal gesloten (*)
openen (**)
5 – 15 klikken
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
informatie heeft betrekking op één
remsysteem, maar geldt voor beide.
OPMERKING Voer de
onderhoudswerkzaamheden dubbel zo
vaak uit als de motorfiets wordt gebruikt in
regenachtige of stoffige gebieden, op
oneffen oppervlakken of op racecircuits.
Controleer op slijtage van de remblokjes
na de eerste 1000 km (625 mi) en
vervolgens om de 2000 km (1250 mi).
Controleer ze in elk geval voor elke reis.
De slijtage van de remblokjes hangt af van
het gebruik, de rijstijl en de staat van het
wegdek.
WAARSCHUWING
Controleer de slijtage van de remblokjes in
het bijzonder voor elke rit.
Voor een snelle controle van de slijtage van
de remblokjes gaat u als volgt te werk:
◆ Zet de motorfiets op de standaard, zie
pag. 57 (DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD ZETTEN).
OPMERKING De voorremklauwen
(rechts en links) zijn beide voorzien van vier
remblokjes. De achterremklauw is voorzien
van twee remblokjes.
◆ Voer een visuele controle uit door tussen
de schijf en de remblokjes te kijken. Ga
als volgt te werk:
– van bovenachter voor de
voorremklauwen (1);
– vanaf de onderzijde, op de achterkant,
voor de achterremklauw (2).
OPGELET
Overmatige slijtage van de remvoering
zou contact van het metalen steunvlak
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
van de remblokjes met de schijf
veroorzaken, met een metaalachtig geluid
en vonkvorming door de remklauw tot
gevolg; de efficiëntie van de remmen, de
veiligheid en de staat van de remschijf
zouden daardoor negatief worden
beïnvloed.
Doe het volgende als de dikte van het
wrijvingsmateriaal [zelfs bij een remblokje
voor (3) of achter (4)] is afgenomen tot
ongeveer 1,5 mm (of als een van de
slijtage-indicators niet meer zichtbaar is):
– laat bij de voorremklauwen (rechts
en links) alle remblokjes van beide
voorremklauwen vervangen.
– laat bij de achterremklauw beide
remblokjes van de achterremklauw
vervangen.
WAARSCHUWING
Laat de remblokjes vervangen door een
officiële aprilia-dealer.
87
AFSTELLEN VAN DE CHOKEHENDEL ()
OPGELET
Het afstellen van de choke-hendel “”
vereist een specifieke technische kennis
en moet daarom gebeuren door een
officiële
AFSTELLING VAN HET
STATIONAIRE TOERENTAL
Lees aandachtig pag. 58
(ONDERHOUD).
Stel het stationaire toerental af telkens
wanneer er onregelmatigheden optreden.
Ga hiervoor als volgt te werk:
◆ Rijd enkele kilometers tot de normale
◆ Zet de motor in de neutrale stand (groen
◆ Controleer het stationaire toerental van
Het stationaire toerental van de motor
moet ongeveer 1250 ± 100 tpm (rpm)
bedragen.
Indien nodig:
◆ Verdraai de afstelknop (1).
– DOOR HEM VASTER TE SCHROEVEN
– DOOR HEM LOSSER TE SCHROEVEN
◆ Draai de gashendel een paar maal open
aprilia
-dealer.
rijtemperatuur is bereikt, zie pag. 19
(Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “”).
waarschuwingslampje “” licht op).
de motor op de toerenteller.
(rechtsom) verhoogt u het toerental;
(linksom) verlaagt u het toerental;
en dicht om de juiste werking te
controleren en om na te gaan of het
stationaire toerental constant is.
OPMERKING Neem zo nodig
contact op met een officiële aprilia-dealer.
AFSTELLEN VAN DE GASHENDEL
Lees aandachtig pag. 58
(ONDERHOUD).
OPMERKING Voer de
onderhoudswerkzaamheden dubbel zo
vaak uit als de motorfiets wordt gebruikt in
regenachtige of stoffige gebieden, op
oneffen oppervlakken of op racecircuits.
Laat na de eerste 1000 km (625 mi) en
vervolgens om de 7500 km (4687 mi) de
gashendelkabels vervangen en wend u
daartoe tot een officiële aprilia-dealer.
De speling van de gashendel moet 2–3 mm
zijn, gemeten op het uiteinde van de greep.
Zo niet:
◆ Zet de motorfiets op de standaard, zie
pag. 57 (DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD ZETTEN).
◆ Trek het beschermingselement (2) weg.
◆ Draai de borgmoer (3) los.
◆ Verdraai de stelschroef (4) zo dat de
voorgeschreven waarde wordt bereikt.
◆ Draai na het afstellen de borgmoer (3)
vast en controleer de speling opnieuw.
◆ Plaats het beschermingselement (2)
terug.
OPGELET
Controleer na het afstellen of de rotatie
van het stuur geen verandering van het
stationaire toerental tot gevolg heeft en of
de gashendel vlot en automatisch naar
zijn beginpositie terugkeert wanneer hij
wordt losgelaten.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
88
BOUGIES
Lees aandachtig pag. 58
(ONDERHOUD).
OPMERKING Voer de
onderhoudswerkzaamheden dubbel zo
vaak uit als de motorfiets wordt gebruikt in
regenachtige of stoffige gebieden, op
oneffen oppervlakken of op racecircuits.
OPGELET
Controleer, reinig of vervang een voor
een alle bougies.
Controleer de bougies om de 7500 km
(4687 mi) en vervang ze om de 15000 km
(9375 mi).
Wanneer de motorfiets op racecircuits
wordt gebruikt, dient u de bougies om de
3750 km (2343 mi) te vervangen.
Verwijder af en toe de bougies en maak ze
grondig schoon, zodat geen koolstofresten
meer zichtbaar zijn; vervang ze zo nodig.
OPGELET
Zelfs als slechts een van de bougies
hoeft te worden vervangen, vervang
dan altijd alle bougies.
Om bij de bougies te komen:
OPGELET
Laat vóór het uitvoeren van
onderstaande handelingen de motor en
de uitlaatdemper afkoelen tot
kamertemperatuur, om brandwonden te
vermijden.
◆ Zet de brandstoftank omhoog, zie pag.
75 (OMHOOG ZETTEN VAN DE
BRANDSTOFTANK).
OPMERKING Per cilinder (A) en (B)
is de motorfiets uitgerust met twee
bougies.
De volgende handelingen hebben
betrekking op de twee bougies van één
cilinder, maar gelden voor beide cilinders.
OPGELET
Voer de beschreven handelingen uit bij
de eerste bougie en vervolgens bij de
tweede bougie van de betreffende
cilinder.
Ga als volgt te werk om de bougie te
verwijderen:
OPGELET
Verwissel de positie van de twee
bougiekappen niet.
Verwijder de twee bougiekappen niet
gelijktijdig
◆ Verwijder de kap (1) van de bougie (2).
◆ Verwijder alle vuilsporen van de voet van
de bougie.
◆ Steek de speciale sleutel, die u vindt in
de gereedschapsset, in de bougie.
◆ Steek de vorksleutel van 13 mm, die u
vindt in de gereedschapsset, in de
zeskantige zitting van de bougiesleutel.
◆
Schroef de bougie los en trek hem uit zijn
.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
89
zitting, ervoor zorgend dat er geen stof of
ander vreemd materiaal in de cilinder
terechtkomt.
Controle en reiniging van de bougie
:
OPGELET
De bougie-elektroden op deze motorfiets
zijn van platina.
Maak bij het reinigen geen gebruik van
metaalborstels en/of schuurproducten,
maar uitsluitend van perslucht.
Controleer of de elektroden en de isolator
van de bougie geen koolstofaanslag of
roestvlekken vertonen; maak deze
onderdelen eventueel schoon met
perslucht.
Als de bougie scheurtjes vertoont in de
isolator, als de elektroden verroest zijn, als er
sprake is van overmatige koolstofaanslag of
als de top (6) van de middenelektrode (3)
rond is geworden, dan dient de bougie te
worden vervangen.
OPGELET
Let bij het vervangen van de bougie op de
draadgang en de lengte van de
schroefdraad.
Als de schroefdraad te kort is, kan
koolstofaanslag neerslaan op de zitting
van de schroefdraad. Als vervolgens een
juiste bougie wordt gemonteerd, bestaat
de kans dat de motor wordt beschadigd.
Gebruik uitsluitend het aanbevolen type
van bougie, zie pag. 108 (TECHNISCHE
GEGEVENS) om de prestaties en de
levensduur van de motor niet in het
gedrang te brengen.
Gebruik voor het controleren van de
elektrodenafstand een diktemeter met
draad (7) om te voorkomen dat de
platinabekleding beschadigt.
◆
Controleer de elektrodenafstand met een
diktemeter met draad (7).
OPGELET
Tracht nooit de elektrodenafstand bij te
stellen.
De elektrodenafstand moet
zijn; is dat niet het geval, vervang de
bougie dan.
◆
Controleer of de sluitring (8) in goede staat is.
Installeren van de bougie:
◆
Is de sluitring (8) gemonteerd, draai dan
met de hand de bougie in om beschadiging
van de schroefdraad te voorkomen.
◆
Zet de bougie vast door deze met de
bougiesleutel in de gereedschapsset een
halve slag aan te draaien om de sluitring
aan te drukken.
Aanhaalmoment bougie: 20 Nm (2 kgm).
0,6 – 0,7 mm
OPGELET
De bougie moet goed aangedraaid zijn;
anders kan de motor oververhitten en
ernstig worden beschadigd.
◆
Breng de
aan, zodat hij niet kan loskomen ten
gevolge van motortrillingen.
OPMERKING
handelingen ook bij de tweede bougie van
dezelfde cilinder uit en vervolgens bij de twee
bougies van de andere cilinder.
◆
Plaats de brandstoftank terug, zie pag. 75
(OMHOOG ZETTEN VAN DE
BRANDSTOFTANK).
kap (1) van de bougie (2)
Voer de beschreven
goed
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
90
CONTROLEREN VAN DE
ZIJSTANDAARD EN DE
VEILIGHEIDSSCHAKELAAR
Lees aandachtig pag. 58 (ONDERHOUD)
en pag. 96 (CONTROLEREN VAN DE
SCHAKELAARS).
De zijstandaard (1) heeft twee posities:
– normaal of opgeklapt (rust) (Pos.A);
– uitgeklapt (gebruikt) (Pos.B).
De rijder dient de standaard zelf uit- en op
te klappen.
De zijstandaard (1) moet zonder beletsel
kunnen draaien.
De veren (2) houden de standaard in
positie (uitgeklapt of opgeklapt).
Voer de volgende controles uit:
◆ Zet de motorfiets op de achterste
standaard, zie pag. 66 (DE
MOTORFIETS OP DE ACHTERSTE
STANDAARD ZETTEN ).
◆ De veren (2) mogen niet beschadigd,
versleten, verroest of zwak zijn.
◆ Controleer of de standaard in beide
posities (uitgeklapt en opgeklapt) geen
speling vertoont.
◆ Klap de standaard uit en controleer of de
veren de standaard uitklappen.
◆ Klap de standaard op en laat deze
halverwege los. Controleer of de veren
ervoor zorgen dat de standaard
helemaal in de normale positie
terugkeert.
◆ De zijstandaard moet ongehinderd
kunnen draaien; smeer zo nodig de
geleiding met vet in, zie pag. 113
(SMEERMIDDELENTABEL).
De zijstandaard (1) is voorzien van een
veiligheidsschakelaar (3) die dient om de
rotatie van de motor te beletten of te
onderbreken bij ingeschakelde versnelling
en met de zijstandaard (1) omlaag.
Ga als volgt te werk om te controleren
of de veiligheidsschakelaar (3) werkt
zoals het hoort:
◆ Verwijder de achterste steun, zie pag. 66
(DE MOTORFIETS OP DE
ACHTERSTE STANDAARD ZETTEN
).
◆ Ga in de rijhouding op de motorfiets
zitten.
◆ Klap de zijstandaard (1) uit.
◆ Start de motor, zie pag. 49 (STARTEN).
◆ Laat de gashendel (4) los (Pos.C) en
trek bij stationair draaiende motor de
koppelingshendel (2) volledig aan.
◆ Schakel de eerste versnelling in door het
schakelpedaal (6) omlaag te drukken.
◆ Laat de zijstandaard (1) zakken, zodat
de veiligheidsschakelaar (3) in werking
treedt.
Op dat moment:
– moet de motor stoppen;
– moet het waarschuwingslampje
zijstandaard neer “” oplichten.
OPGELET
Wanneer de motor niet stopt, neem dan
contact op met een officiële aprilia-
dealer.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
91
32
2
3
ACCU
Lees aandachtig pag. 58
(ONDERHOUD).
WAARSCHUWING
Brandgevaar.
Houd brandstof en andere ontvlambare
substanties uit de buurt van de
elektrische onderdelen.
Draai nooit de aansluiting van de
accukabels om.
Bij het aan- en loskoppelen van de accu
dient de contactschakelaar in de stand
“ ” te staan, om te vermijden dat
sommige onderdelen worden
beschadigd.
Sluit eerst de positieve kabel (+) aan,
daarna de negatieve (–).
Loskoppelen gebeurt in omgekeerde
volgorde.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
92
OPMERKING Deze motorfiets is
uitgerust met een onderhoudsvrije accu,
die met uitzondering van occasionele
controles en opladen wanneer nodig, geen
onderhoud vereist.
CONTROLEREN EN REINIGEN VAN
DE ACCU-AANSLUITINGEN
Lees aandachtig pag. 92 (ACCU).
◆ Controleer of het contactslot in de stand
“” staat.
◆ Demonteer het zadel van de rijder, zie
pag. 75 (DEMONTEREN VAN HET
ZADEL VAN DE RIJDER).
◆ Verwijder het rode
beschermingselement (1).
◆ Controleer of de kabelaansluitingen (2)
en de accupolen (3):
– in goede staat zijn (niet verroest of
bedekt met koolresten);
– ingesmeerd met neutraal vet of
vaseline.
Indien nodig:
◆ Demonteer de accu, zie pag. 93
(DEMONTEREN VAN DE ACCU).
◆ Borstel de kabeleinden (2) en de
klemmen (3) van de accu af met een
staalborstel om roest te verwijderen.
◆ Installeer de accu; zie pag. 95
(MONTEREN VAN DE ACCU).
DEMONTEREN VAN DE ACCU
OPGELET
Alvorens de accu te demonteren, moeten
de digitale klok en de instelling van het
overtoerental op nul worden gezet. Voor
het terugstellen van deze functies, zie
pag. 20 (MULTIFUNCTIONELE
COMPUTER).
Lees aandachtig pag. 92 (ACCU).
◆ Zorg dat de contactschakelaar in de
stand “” staat.
◆ Demonteer het zadel van de rijder, zie
pag. 75 (DEMONTEREN VAN HET
ZADEL VAN DE RIJDER).
◆ Draai de schroef (1) van de negatieve
klem (–) los en verwijder hem.
◆ Beweeg de negatieve kabel (2)
zijwaarts.
◆ Verwijder het rode
beschermingselement (3).
◆ Draai de schroef (4) van de positieve
klem (+) los en verwijder hem.
◆ Beweeg de positieve kabel (5) zijwaarts.
◆ Schroef de schroef (6) los en verwijder
hem.
◆ Verwijder de beugel (7) die de accu
vergrendelt.
◆ Neem de accu (8) stevig vast en
verwijder hem uit de accuhouder door
hem op te tillen.
WAARSCHUWING
Zodra de accu is gedemonteerd, moet
hij op een veilige plaats buiten het
bereik van kinderen worden bewaard.
◆ Plaats de accu op een effen oppervlak in
een koele en droge ruimte.
◆ Plaats het rijderszadel terug, zie pag. 75
(DEMONTEREN VAN HET ZADEL VAN
DE RIJDER).
OPMERKING Voor de installatie van
de accu, zie pag. 95 (MONTEREN VAN
DE ACCU).
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
93
OPLADEN VAN DE ACCU
Lees aandachtig pag. 92 (ACCU).
OPGELET
Verwijder de accudoppen niet: zonder de
doppen kan de accu worden beschadigd.
◆ Demonteer de accu, zie pag. 93
(DEMONTEREN VAN DE ACCU).
◆ Zorg voor een geschikte acculader.
◆ Stel de lader in op het gewenste type
oplading (zie tabel).
◆ Sluit de accu aan op de acculader.
CONTROLEREN VAN HET
ELEKTROLYTPEIL
Lees aandachtig pag. 92 (ACCU).
De motorfiets is uitgerust met een
onderhoudsvrije accu, waarbij het
elektrolytpeil niet hoeft te worden
gecontroleerd.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
94
WAARSCHUWING
Tijdens opladen of gebruik van de accu
moet de ruimte goed geventileerd zijn
en moet u inademing van de tijdens het
opladen vrijgekomen gassen vermijden.
◆ Schakel de acculader in.
Opladen
Normaal 121,28 – 10
Snel 12120,5
Normaal 121,08 – 10
Snel 121,00,5
Spanning
(V)
Spanning
(A)
Tijd
(uren)
WAARSCHUWING
Wacht 5/10 minuten na het loskoppelen
van de lader alvorens de accu opnieuw
te monteren, aangezien de accu nog
een korte tijd gas blijft produceren.
MONTEREN VAN DE ACCU
Lees aandachtig pag. 92 (ACCU).
◆ Zorg dat de contactschakelaar in de
stand “” staat.
◆ Demonteer het zadel van de rijder, zie
pag. 75 (DEMONTEREN VAN HET
ZADEL VAN DE RIJDER).
OPMERKING De accu (1) moet in
het accuvak worden geplaatst met de
accuklemmen naar de achterkant van de
motorfiets gericht.
◆ Plaats de accu (1) in de accuhouder.
◆ Plaats de beugel (2) die de accu
vergrendelt terug.
◆ Schroef de schroef (3) in en draai hem
aan.
WAARSCHUWING
Sluit bij het hermonteren eerst de
positieve (+) en dan de negatieve kabel
(–) aan.
◆ Sluit de positieve klem (+) aan met de
schroef (4).
◆ Sluit de negatieve klem (–) aan met de
schroef (5).
◆ Smeer de aansluitklemmen van de
kabels en van de accu in met neutraal
vet of vaseline.
◆ Plaats het rode beschermingselement
(6) terug.
◆ Plaats het rijderszadel terug, zie pag. 75
(DEMONTEREN VAN HET ZADEL VAN
DE RIJDER).
OPGELET
Alvorens de accu te demonteren, moeten
de digitale klok en de instelling van het
overtoerental op nul worden gezet. Voor
het terugstellen van deze functies, zie
pag. 20 (MULTIFUNCTIONELE
COMPUTER).
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
95
NA LANGE INACTIVITEIT VAN DE
ACCU
OPGELET
Als de motorfiets langer dan twintig
dagen ongebruikt blijft, moeten de
zekeringen van 30 A worden uitgetrokken
om slijtage van de accu als gevolg van
stroomverbruik van de multifunctionele
computer te vermijden.
OPMERKING Voordat de
zekeringen van 30A worden uitgetrokken,
moeten de volgende functies op nul
worden gezet: digitale klok en
overtoerentalinstelling. Voor het
terugstellen van deze functies, zie pag. 20
(MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Als de motorfiets langer dan vijftien dagen
ongebruikt blijft, moet de accu worden
opgeladen, om sulfatering van de accu te
voorkomen, zie pag. 94 (OPLADEN VAN
DE ACCU).
◆ Demonteer de accu, zie pag. 93
(DEMONTEREN VAN DE ACCU) en
bewaar hem op een koele en droge
plaats.
Het is belangrijk de lading van tijd tot tijd te
controleren (ongeveer één keer per
maand) in de winter of wanneer de
motorfiets niet gebruikt wordt om
kwaliteitsverlies van de accu te
voorkomen.
◆ Laad de accu volledig op door middel
van een normale oplading, zie pag. 94
(OPLADEN VAN DE ACCU).
Als de accu op de motorfiets blijft zitten,
moet u kabels van de klemmen
loskoppelen.
CONTROLEREN VAN DE
SCHAKELAARS
Lees aandachtig pag. 58
(ONDERHOUD).
De motorfiets is uitgerust met vier
schakelaars:
1) Remlichtschakelaar op het
achterrempedaal.
2) Remlichtschakelaar op de voorremhendel.
3) Veiligheidsschakelaar op de zijstandaard.
4) Schakelaar op de koppelingshendel.
◆ Controleer of de schakelaar vrij is van
vuil of modder; de pen moet
onbelemmerd kunnen bewegen en
automatisch terugkeren naar de
beginpositie.
◆ Controleer of de kabels correct zijn
aangesloten.
◆ Controleer de veer (5): hij mag niet
beschadigd, versleten of verzwakt zijn.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
96
3
1
VERVANGEN VAN DE
ZEKERINGEN
Lees aandachtig pag. 58
(ONDERHOUD).
OPGELET
Tracht geen defecte zekeringen te
herstellen.
Gebruik nooit andere dan de
aanbevolen zekeringen.
Het gebruik van ongeschikte
zekeringen kan schade aan het
elektrische systeem of, in geval van een
kortsluiting, zelfs brand veroorzaken.
OPMERKING Als een zekering
regelmatig doorbrandt, is er waarschijnlijk
een kortsluiting of een overbelasting in het
elektrische systeem.
In dit geval wordt aangeraden een officiële
aprilia-dealer te raadplegen.
Als een elektrisch onderdeel niet werkt of
onregelmatigheden vertoont of als de
1
2
motor niet start, moeten de zekeringen
gecontroleerd worden.
Controleer eerst de hulpzekeringen van 15A
en daarna de hoofdzekeringen van 30A.
Controleer als volgt:
◆ Draai de contactschakelaar naar “” om
kortsluiting te vermijden.
◆ Draai de schroeven (1) los.
◆ Verschuif het veiligheidskapje (2).
◆ Open het deksel van het kastje (3) met
de hulpzekeringen.
◆ Trek de zekeringen een voor een uit en
controleer of de smeltdraad (4) is
doorgebrand.
◆ Probeer voor u een zekering vervangt te
achterhalen wat de oorzaak van het
probleem was.
◆ Vervang de beschadigde zekering door
een nieuwe met dezelfde ampèresterkte.
OPMERKING Als u een van de
reservezekeringen gebruikt, moet u een
nieuwe zekering in de juiste houder
steken.
◆ Demonteer het zadel van de rijder, zie
pag. 75 (DEMONTEREN VAN HET
ZADEL VAN DE RIJDER).
◆ Voer de voordien beschreven
bewerkingen voor de hulpzekeringen
ook uit voor de hoofdzekeringen.
OPMERKING Voordat de
zekeringen van 30A worden uitgetrokken,
moeten de volgende functies op nul
worden gezet: digitale klok en
overtoerentalinstelling.
Voor het terugstellen van deze functies, zie
pag. 20 (MULTIFUNCTIONELE
COMPUTER).
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
98
PLAATSING VAN DE
HOOFDZEKERINGEN VAN 30A
F) Van de accu naar: contact.
G) Van de accu naar: contact.
OPMERKING Eén zekering is een
reservezekering.
AFSTELLEN VAN DE VERTICALE
LICHTBUNDEL VAN DE KOPLAMP
OPMERKING Het controleren van
de richting van de lichtbundel van de
koplamp moet volgens specifieke
procedures gebeuren, in
overeenstemming met de voorschriften die
in het land waar de motorfiets wordt
gebruikt van kracht zijn.
De afstelling van de lichtbundel van de
koplamp gebeurt als volgt:
◆ Zet de motorfiets op de standaard, zie
pag. 57 (DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD ZETTEN).
◆ Regel vanaf de linker achterzijde van het
voorste stuk van de kuip de betreffende
schroef (1) met behulp van een korte
kruiskopschroevendraaier.
– Door hem AAN TE DRAAIEN
(rechtsom), richt u de bundel omhoog.
– Door hem LOSSER TE DRAAIEN
(linksom), richt u de bundel omlaag.
Doe na het afstellen het volgende:
WAARSCHUWING
Controleer of de lichtbundel op de juiste
hoogte schijnt.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
99
PUSH
GLOEILAMPEN
Lees aandachtig pag. 58
(ONDERHOUD).
WAARSCHUWING
Brandgevaar.
Houd brandstof en andere ontvlambare
substanties uit de buurt van de
elektrische onderdelen.
gebruik en onderhoud RSV mille TUONO - RSV mille R TUONO
100
OPGELET
Draai, alvorens een gloeilamp te
vervangen, de contactschakelaar naar de
stand “” en wacht enkele minuten,
zodat de gloeilamp kan afkoelen.
Vervang de lampen met schone
handschoenen of met behulp van een
schone droge doek.
Laat geen vingerafdrukken achter op de
lampen, want daardoor kunnen de
lampen oververhit raken en kapot gaan.
Als u een lamp met de blote hand
aanraakt, moet u vingerafdrukken
wegvegen met alcohol, om te vermijden
dat de lamp snel defect raakt.
WEES VOORZICHTIG DAT U DE
ELEKTRISCHE KABELS NIET
BESCHADIGT.
OPMERKING Controleer de
zekeringen voor u een gloeilamp vervangt,
zie pag. 97 (VERVANGEN VAN DE
ZEKERINGEN).
VERVANGEN VAN DE LAMPJES
VAN HET DASHBOARD
Indien u hulp of technisch advies nodig
heeft, raadpleeg dan een officiële aprilia-
dealer, die een snelle en degelijke service
garandeert.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.