Aprilia RSV4 FACTORY User Manual

APRILIA WOULD LIKE TO THANK YOU
for choosing one of its products. We have compiled this booklet to provide a comprehensive overview of your vehicle's quality features. Please, read it carefully before riding the vehicle for the first time. It contains information, tips and precautions for using your vehicle. It also describes features, details and devices to assure you that you have made the right choice. We believe that if you follow our suggestions, you will soon get to know your new vehicle well and that it will continue to give you satisfactory service for many years to come. This booklet is an integral part of the vehicle and must be handed over to the new owner in the event of sale.
APRILIA WIL U BEDANKEN
omdat u één van haar producten heeft gekozen. Wij hebben deze handleiding opgesteld opdat u de kwaliteiten ervan ten volle kan waarderen. Wij raden aan om deze handleiding geheel door te lezen, voordat u met het voertuig gaat rijden. Het bevat informatie, raadgevingen en waarschuwingen in verband met het gebruik van uw voertuig; daarnaast zal u eigenschappen, bijzonderheden en handigheidjes ontdekken die u ervan zullen overtuigen dat u een juiste keuze heeft gemaakt. Wij zijn er zeker van dat indien u hier rekening mee zal houden, u makkelijk zal wennen aan uw nieuw voertuig, waar u lang naar volle tevredenheid gebruik van zal kunnen maken. Deze uitgave is een integrerend deel van het voertuig, en bij verkoop van dit laatste moet het worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar.
RSV4 FACTORY
Ed. 05 2009
The instructions in this booklet have been compiled primarily to offer a simple and clear guide to using the vehicle; it also describes routine maintenance procedures and regular checks that should be carried out on the vehicle at an Aprilia Dealer or Authorised Workshop. This booklet also contains instructions for simple repairs. Any operations not specifically described in this booklet require the use of special tools and/or particular technical knowledge; for these operations, please take your vehicle to an Aprilia Dealer or Authorised Workshop.
De instructies in deze handleiding zijn voorbereid om vooral een eenvoudige en duidelijke leidraad te zijn voor het gebruik; men vindt eveneens de handelingen van het klein onderhoud en van de periodieke controles die bij een Dealer of Erkende aprilia Garage moeten uitgevoerd worden. De handleiding bevat tevens instructies voor een aantal eenvoudige herstellingen. De herstellingen die niet uitgebreid in deze uitgave zijn beschreven, vereisen dat men over speciale gereedschappen en/of specifieke technische kennis beschikt; voor het uitvoeren van deze herstellingen raadt men aan om zich te wenden tot een Dealer of Erkende aprilia Garage.
2
Personal safety
Persoonlijke veiligheid
Failure to completely observe these instructions will
result in serious risk of personal injury.
Safeguarding the environment
Sections marked with this symbol indicate the correct
use of the vehicle to prevent damaging the environ-
ment.
Vehicle intactness
The incomplete or non-observance of these regula-
tions leads to the risk of serious damage to the vehicle
and sometimes even the invalidity of the guarantee.
The symbols shown above are very important. They are used to highlight those parts of the booklet that should be read with particular care. As you can see, each sign consists of a different graphic symbol, mak­ing it quick and easy to locate the various topics. Before starting the engine, read this booklet thorough­ly and the "SAFE RIDING" section in particular. Your safety as well as other's does not only depend on the quickness of your reflexes and agility, but also on how well you know your vehicle, the state of maintenance of the vehicle itself and your knowledge of the rules for SAFE RIDING. For your safety, get to know your vehicle well so as to safely ride and master it in road traffic IMPORTANT This booklet is an integral part of the vehicle, and must be handed to the new owner in the event of sale.
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden opgevolgd, kan dit ernstig letsel aan personen tot ge-
volg hebben.
Bescherming van
Geeft het juiste gedrag aan dat u aan moet houden
zodat het gebruik van het voertuig geen schade aan-
richt aan de natuur.
Staat van het voertuig
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd kan dit ernstige schade aan het voertuig, en eventueel het vervallen van deze garantie tot ge-
volg hebben.
Bovengenoemde signalen zijn erg belangrijk. Ze heb­ben namelijk tot doel om de delen van het boekje aan te geven die u aandachtig door moet lezen. Zoals u ziet, bestaat ieder teken uit een ander grafisch sym­bool, zodat de bijbehorende onderwerpen meteen duidelijk kunnen worden gevonden in de verschillen­de delen. Vooraleer men de motor start, leest men aandachtig deze handleiding, en vooral de paragraaf "VEILIG RIJDEN". Uw veiligheid en die van anderen hangt niet enkel af van uw reflexen en vlugheid, maar ook van de kennis en de efficiëntie van het voertuig, en van de kennis van de fundamentele regels voor het VEILIG RIJDEN. We raden daarom aan om vertrouwd te raken met het voertuig, zodat u zich veilig en be­heersd kan bewegen in het verkeer. BELANGRIJK Deze handleiding moet beschouwd worden als inte­grerend deel van het voertuig, en moet worden over­handigd bij de verkoop ervan.
3
4
INDEX INDEX
GENERAL RULES.......................................................................... 9
Foreword.................................................................................. 10
Carbon monoxide..................................................................... 10
Fuel.......................................................................................... 11
Hot components....................................................................... 12
Coolant..................................................................................... 12
Used engine oil and gearbox oil............................................... 13
Brake and clutch fluid............................................................... 14
Battery hydrogen gas and electrolyte....................................... 15
Stand........................................................................................ 16
Reporting of defects that affect safety...................................... 17
VEHICLE......................................................................................... 19
Arrangement of the main components......................................... 21
Dashboard................................................................................... 23
Analog instrument panel.............................................................. 24
Light unit...................................................................................... 26
Digital lcd display......................................................................... 26
Alarms...................................................................................... 30
Mapping selection.................................................................... 32
Control buttons......................................................................... 36
Advanced functions.................................................................. 39
Ignition switch........................................................................... 48
Locking the steering wheel....................................................... 49
Horn button.................................................................................. 50
Switch direction indicators........................................................... 50
High/low beam selector............................................................... 51
Passing button............................................................................. 52
Start-up button............................................................................. 52
Engine stop switch....................................................................... 53
Immobilizer system operation.................................................. 53
Fairings........................................................................................ 54
ALGEMENE NORMEN..................................................................... 9
Vooronderstelling....................................................................... 10
Koolmonoxide............................................................................. 10
Brandstof.................................................................................... 11
Warme onderdelen..................................................................... 12
Koelvloeistof............................................................................... 12
Gebruikte motorolie en koppelingsolie....................................... 13
Rem- en koppelingsvloeistof...................................................... 14
Elektrolyt en waterstofgas van de accu...................................... 15
Standaard................................................................................... 16
Communicatie van de defecten die invloed hebben op de vei-
ligheid......................................................................................... 17
VOERTUING..................................................................................... 19
Plaats van de hoofdcomponenten................................................. 21
Legenda......................................................................................... 23
Analoog instrumentenpaneel......................................................... 24
Groep controlelampjes................................................................... 26
Digitaal display............................................................................... 26
Alarmen...................................................................................... 30
Selectie lokalisaties.................................................................... 32
Commandoknoppen................................................................... 36
Geavanceerde functies.............................................................. 39
Startschakelaar.......................................................................... 48
Stuurslot vergrendelen............................................................... 49
Drukknop claxon............................................................................ 50
Schakelaar richtingaanwijzers....................................................... 50
Lichtschakelaar.............................................................................. 51
Knop die knippert voor groot licht.................................................. 52
Startknop........................................................................................ 52
Stopschakelaar motor.................................................................... 53
De werking van het immobilizersysteem.................................... 53
5
Opening the saddle.................................................................. 55
Glove/tool kit compartment...................................................... 58
Identification................................................................................. 58
USE................................................................................................. 61
Checks......................................................................................... 62
Refuelling..................................................................................... 65
Rear shock absorbers adjustment............................................... 67
Rear shock absorbers setting.................................................. 71
Front fork adjustment................................................................... 73
Front fork setting...................................................................... 76
Steering shock absorber adjustment........................................... 78
Justering af greb til forbremse..................................................... 80
Clutch lever adjustment............................................................... 80
Running in.................................................................................... 81
Starting up the engine.................................................................. 82
Moving off / riding........................................................................ 87
Stopping the engine..................................................................... 95
Parking......................................................................................... 96
Catalytic silencer.......................................................................... 97
Stand........................................................................................... 100
Suggestion to prevent theft.......................................................... 101
Basic safety rules......................................................................... 102
MAINTENANCE.............................................................................. 109
Foreword...................................................................................... 110
Engine oil level check............................................................... 110
Engine oil top-up...................................................................... 113
Tyres............................................................................................ 113
Cooling fluid level......................................................................... 117
Coolant check.......................................................................... 119
Coolant top-up.......................................................................... 119
Checking the brake oil level......................................................... 120
Braking system fluid top up...................................................... 121
Battery removal........................................................................ 125
Use of a new battery................................................................ 126
Checking the electrolyte level.................................................. 127
Charging the battery................................................................. 128
Long periods of inactivity............................................................. 129
Fuses........................................................................................... 130
Lamps.......................................................................................... 133
Stroomlijnpanelen.......................................................................... 54
Zadel openen............................................................................. 55
Documentenvakje/gereedschapskit........................................... 58
Identificatie..................................................................................... 58
GEBRUIK.......................................................................................... 61
Controles........................................................................................ 62
Tanken........................................................................................... 65
Regulering achterdempers............................................................. 67
Instelling achterste schokdempers............................................. 71
Regulering voorvorken................................................................... 73
Instelling voorvork...................................................................... 76
Regeling stuurdemper.................................................................... 78
Regulering voorremhendel............................................................. 80
Regulering schakelhendel.............................................................. 80
Inrijden........................................................................................... 81
Starten des motors......................................................................... 82
Start / besturing.............................................................................. 87
Stoppen van de motor.................................................................... 95
Parkeren........................................................................................ 96
Katalysator..................................................................................... 97
Standaard...................................................................................... 100
Tips tegen diefstal.......................................................................... 101
Basis veiligheidsnormen................................................................ 102
ONDERHOUD................................................................................... 109
Premisse........................................................................................ 110
Controle van het peil van de motorolie....................................... 110
Het bijvullen van motorolie......................................................... 113
Banden........................................................................................... 113
Peil koelvloeistof............................................................................ 117
Controle van de koelvloeistof..................................................... 119
Bijvulling van de koelvloeistof..................................................... 119
Controle van het oliepeil van de remmen...................................... 120
Bijvullen van de remvloeistof...................................................... 121
Verwijdering van de accu........................................................... 125
Inwerkingstelling van een nieuwe accu...................................... 126
Controle van het elektrolytpeil.................................................... 127
Opladen van de accu................................................................. 128
Länger stillegen.............................................................................. 129
Zekeringen..................................................................................... 130
6
Headlight adjustment............................................................... 136
Front direction indicators............................................................. 138
Rear optical unit........................................................................... 138
Rear turn indicators..................................................................... 139
Number plate light........................................................................ 139
Brake light.................................................................................... 140
Rear-view mirrors........................................................................ 140
Front and rear disc brake............................................................. 141
Cleaning the vehicle.................................................................... 143
Transport..................................................................................... 148
Chain backlash check.............................................................. 149
Chain backlash adjustment...................................................... 150
Checking wear of chain, front and rear sprockets.................... 151
Chain lubrication and cleaning................................................. 152
TECHNICAL DATA......................................................................... 155
Kit equipment............................................................................... 165
PROGRAMMED MAINTENANCE.................................................. 167
Scheduled maintenance table..................................................... 168
Lampjes......................................................................................... 133
Afstellen van de koplamp........................................................... 136
Richtingaanwijzers voor................................................................. 138
Lampenset achter.......................................................................... 138
Richtingaanwijzers achter.............................................................. 139
Kentekenverlichting........................................................................ 139
Remlicht......................................................................................... 140
Achteruitkijkspiegels...................................................................... 140
Schijfrem voor en achter................................................................ 141
Reinigen van het voertuig.............................................................. 143
Vervoer.......................................................................................... 148
Controle van de speling van de ketting...................................... 149
Regeling van de speling van de ketting...................................... 150
Controle van het gebruik van de ketting, het tandrad en kroon
................................................................................................... 151
Smering en reiniging van de ketting........................................... 152
TECHNISCHE GEGEVENS.............................................................. 155
Bijgeleverd gereedschap............................................................... 165
GEPLAND ONDERHOUD................................................................ 167
Tabel gepland onderhoud.............................................................. 168
7
8
RSV4 FACTORY
Chap. 01
General rules
Hst. 01
Algemene
normen
9
Foreword
Vooronderstelling
NOTE CARRY OUT THE MAINTENANCE OP-
ERATIONS AT HALF THE INTERVALS SPECIFIED IF THE VEHICLE IS USED IN WET OR DUSTY AREAS, OFF ROAD OR FOR SPORTING APPLICA­TIONS.
Carbon monoxide
If you need to keep the engine running in order to perform a procedure, please en­sure that you do so in an open or very well ventilated area. Never let the engine run in an enclosed area. If you do work in an enclosed area, make sure to use a smoke-extraction system.
CAUTION
EXHAUST EMISSIONS CONTAIN CARBON MONOXIDE, A POISONOUS GAS WHICH CAN CAUSE LOSS OF CONSCIOUSNESS AND EVEN DEATH.
N.B. WANNEER HET VOERTUIG WORDT
GEBRUIKT IN REGENACHTIGE OF STOFFIGE ZONES, OP SLECHTE WE­GEN, OF WANNEER MEN SPORTIEF RIJDT, MOETEN DE ONDERHOUDS­HANDELINGEN AAN DE HELFT VAN HET AANGEDUIDE TIJDSINTERVAL UITGEVOERD WORDEN.
Koolmonoxide
Wanneer het nodig is om de motor te doen werken om een handeling uit te voeren, controleert men of dit in een open ruimte of in een goed geventileerd lokaal gebeurt. Laat de motor nooit werken in een gesloten ruimte. Wanneer men in een gesloten ruimte werkt, gebruikt men een evacuatiesysteem voor de uitlaat­gassen.
LET OP
DE UITLAATGASSEN BEVATTEN KOOLMONOXIDE, EEN GIFTIG GAS DAT BEWUSTELOOSHEID EN OOK DE DOOD KAN VEROORZAKEN.
10
Fuel
1 General rules / 1 Algemene normen
Brandstof
CAUTION
THE FUEL USED TO POWER INTER­NAL COMBUSTION ENGINES IS HIGH­LY FLAMMABLE AND MAY BE EX­PLOSIVE UNDER CERTAIN CONDI­TIONS. IT IS THEREFORE RECOM­MENDED TO CARRY OUT REFUEL­LING AND MAINTENANCE PROCE­DURES IN A VENTILATED AREA WITH THE ENGINE SWITCHED OFF. DO NOT SMOKE DURING REFUELLING OR NEAR FUEL VAPOUR. AVOID ANY CONTACT WITH NAKED FLAME, SPARKS OR OTHER HEAT SOURCES WHICH MAY CAUSE IGNITION OR EX­PLOSION.
DO NOT ALLOW FUEL TO DISPERSE INTO THE ENVIRONMENT.
KEEP OUT OF REACH OF CHILDREN
LET OP
DE BRANDSTOF DIE WORDT GE­BRUIKT VOOR DE AANDRIJVING VAN DE ONTPLOFFINGSMOTOR IS UI­TERST BRANDBAAR EN KAN EXPLO­SIEF WORDEN IN BEPAALDE OM­STANDIGHEDEN. VOER HET TANKEN EN DE ONDERHOUDSHANDELINGEN UIT IN EEN GEVENTILEERDE ZONE EN MET DE MOTOR UIT. ROOK NIET TIJDENS HET TANKEN EN IN DE NA­BIJHEID VAN BRANDSTOFDAMPEN, EN VERMIJDT ABSOLUUT CONTACT MET VRIJE VLAMMEN, VONKEN EN EENDER WELKE ANDER BRON DIE HET VLAM VATTEN OF EXPLODEREN ERVAN KAN VEROORZAKEN.
LOOS DE BRANDSTOF NIET IN HET MILIEU.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN
VEHICLE FALL OR EXCESSIVE INCLI­NATION CAN CAUSE FUEL OUT­FLOW.
11
HET VALLEN OF DE EXCESSIEVE IN­CLINATIE VAN HET VOERTUIG KUN-
NEN HET UITSTROMEN VAN BRAND­STOF VEROORZAKEN.
Hot components
The engine and the exhaust system com­ponents get very hot and remain in this condition for a certain time interval after the engine has been switched off. Before handling these components, make sure that you are wearing insulating gloves or wait until the engine and the exhaust sys­tem have cooled down.
Coolant
The coolant contains ethylene glycol which, under certain conditions, can be­come flammable. When ethylene glycol burns, it produces an invisible flame which can nevertheless cause burns.
CAUTION
TAKE CARE NOT TO SPILL COOLANT ONTO HOT ENGINE OR EXHAUST SYSTEM COMPONENTS; THE FLUID MAY IGNITE AND BURN WITH AN IN­VISIBLE FLAME. WHEN CARRYING OUT MAINTENANCE, IT IS ADVISA­BLE TO WEAR LATEX GLOVES. EVEN THOUGH IT IS TOXIC, COOLANT HAS
Warme onderdelen
De motor en de onderdelen van de uit­laatinstallatie worden zeer warm en blij­ven lang warm, ook nadat de motor wordt uitgezet. Vooraleer men deze onderde­len hanteert, draagt men isolerende handschoenen, of wacht men tot de mo­tor en de uitlaatinstallatie zijn afgekoeld.
Koelvloeistof
De koelvloeistof bevat ethyleenglycol, wat in sommige omstandigheden ont­vlambaar is. Wanneer het brandt, produ­ceert ethylglycol onzichtbare vlammen, die toch brandwonden veroorzaken.
LET OP
LET OP OM GEEN KOELVLOEISTOF TE MORSEN OP DE HETE DELEN VAN DE MOTOR EN DE UITLAATINSTAL­LATIE; DEZE ZOU BRAND KUNNEN VATTEN MET ONZICHTBARE VLAM­MEN. BIJ ONDERHOUDSHANDELIN­GEN RAADT MEN AAN OM LATEX HANDSCHOENEN TE GEBRUIKEN.
12
1 General rules / 1 Algemene normen
A SWEET FLAVOUR WHICH MAKES IT VERY ATTRACTIVE TO ANIMALS. NEVER LEAVE THE COOLANT IN OPEN CONTAINERS IN AREAS AC­CESSIBLE TO ANIMALS AS THEY MAY DRINK IT.
KEEP OUT OF REACH OF CHILDREN DO NOT REMOVE THE RADIATOR
CAP WHEN THE ENGINE IS STILL HOT. THE COOLANT IS PRESSUR­ISED AND MAY CAUSE SCALDING.
DE KOELVLOEISTOF IS GIFTIG, MAAR HEEFT TOCH EEN ZOETE SMAAK, WAT HEM UITERST AAN­TREKKELIJK MAAKT VOOR DIEREN. LAAT DE KOELVLOEISTOF NOOIT IN GEOPENDE VERPAKKINGEN OF IN POSITIES DIE BEREIKBAAR ZIJN VOOR DIEREN, DIE ER ZOUDEN VAN KUNNEN DRINKEN.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN
VERWIJDER DE RADIATORDOP NIET WANNEER DE MOTOR NOG WARM STAAT. DE KOELVLOEISTOF STAAT ONDER DRUK, EN ZOU BRANDWON­DEN KUNNEN VEROORZAKEN.
Used engine oil and gearbox oil
CAUTION
IT IS ADVISABLE TO WEAR LATEX GLOVES WHEN SERVICING THE VE­HICLE.
THE ENGINE OR GEARBOX OIL MAY CAUSE SERIOUS INJURIES TO THE SKIN IF HANDLED FOR PROLONGED PERIODS OF TIME AND ON A REGU­LAR BASIS.
13
Gebruikte motorolie en koppelingsolie
LET OP
BIJ ONDERHOUDSHANDELINGEN RAADT MEN AAN OM LATEX HAND­SCHOENEN TE GEBRUIKEN.
DE OLIE VAN DE MOTOR OF DE VER­SNELLINGSBAK KAN ERNSTIGE SCHADE VEROORZAKEN AAN DE HUID, WANNEER HET LANG EN DA­GELIJKS WORDT GEBRUIKT.
WASH YOUR HANDS CAREFULLY AFTER HANDLING OIL.
HAND THE OIL OVER TO OR HAVE IT COLLECTED BY THE NEAREST USED OIL RECYCLING COMPANY OR THE SUPPLIER.
DO NOT DISPOSE OF OIL IN THE EN­VIRONMENT
KEEP OUT OF REACH OF CHILDREN
MEN RAADT AAN OM DE HANDEN ZORGVULDIG TE WASSEN NA HET HANTEREN VAN OLIE.
BEZORG HEM AAN OF LAAT HEM OP­HALEN DOOR HET DICHTSTBIJZIJN­DE RECYCLINGBEDRIJF VAN GE­BRUIKTE OLIES OF DOOR DE LEVERANCIER.
LOOS DE OLIE NIET IN HET MILIEU. BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN
Brake and clutch fluid
BRAKE FLUID MAY BE HARMFUL TO PAINTWORK, PLASTIC AND RUB­BER. WHEN SERVICING THE BRAK­ING SYSTEM PROTECT THESE COM­PONENTS WITH A CLEAN CLOTH. ALWAYS WEAR PROTECTIVE GOG­GLES WHEN SERVICING THESE SYS­TEMS. BRAKE FLUID IS EXTREMELY HARMFUL TO THE EYES. IN THE EVENT OF ACCIDENTAL CONTACT WITH THE EYES, RINSE THEM IMME­DIATELY WITH ABUNDANT COLD, CLEAN WATER AND SEEK MEDICAL ADVICE.
14
Rem- en koppelingsvloeistof
DE REMVLOEISTOF KAN GELAKTE, PLASTIC OF RUBBEREN OPPER­VLAKKEN BESCHADIGEN. WAN­NEER MEN HET ONDERHOUD VAN DE REMINSTALLATIE UITVOERT, BE­SCHERMT MEN DEZE ONDERDELEN MET EEN SCHONE DOEK. DRAAG STEEDS EEN BESCHERMENDE BRIL WANNEER MEN HET ONDERHOUD VAN DE INSTALLATIES UITVOERT. DE REMVLOEISTOF IS UITERST SCHADELIJK VOOR DE OGEN. IN GE­VAL VAN TOEVALLIG CONTACT MET DE OGEN, SPOELT MEN ONMIDDEL­LIJK MET OVERVLOEDIG KOUD EN REIN WATER, EN RAADPLEEGT MEN ONMIDDELLIJK EEN ARTS.
1 General rules / 1 Algemene normen
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL­DREN
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN
Battery hydrogen gas and electrolyte
CAUTION
THE BATTERY ELECTROLYTE IS TOXIC, CORROSIVE AND, AS IT CON­TAINS SULPHURIC ACID, MAY CAUSE BURNING IF IT COMES INTO CONTACT WITH THE SKIN. WHEN HANDLING BATTERY ELECTRO­LYTE, WEAR TIGHT-FITTING GLOVES AND PROTECTIVE APPAREL. IN THE EVENT OF SKIN CONTACT WITH THE ELECTROLYTIC FLUID, RINSE WELL WITH PLENTY OF CLEAN WATER. IT IS PARTICULARLY IMPORTANT TO PROTECT YOUR EYES BECAUSE EVEN TINY AMOUNTS OF BATTERY ACID MAY CAUSE BLINDNESS. IN THE EVENT OF CONTACT WITH THE EYES, RINSE WITH PLENTY OF WA­TER FOR FIFTEEN MINUTES AND CONSULT AN EYE SPECIALIST IMME­DIATELY. IF THE FLUID IS ACCIDEN­TALLY SWALLOWED, DRINK LARGE QUANTITIES OF WATER OR MILK, FOLLOWED BY MILK OF MAGNESIA OR VEGETABLE OIL AND SEEK MED­ICAL ADVICE IMMEDIATELY. THE
Elektrolyt en waterstofgas van de accu
LET OP
DE ELEKTROLYT VAN DE ACCU IS GIFTIG EN BIJTEND, EN IN CONTACT MET DE HUID KAN HET BRANDWON­DEN VEROORZAKEN OMDAT HET ZWAVELZUUR BEVAT. DRAAG NAUWSLUITENDE HANDSCHOENEN EN BESCHERMENDE KLEDING WAN­NEER MEN HET ELEKTROLYT VAN DE ACCU HANTEERT. WANNEER DE ELEKTROLYTVLOEISTOF IN CON­TACT ZOU KOMEN MET DE HUID, MOET MEN OVERVLOEDIG WASSEN MET KOUD WATER. HET IS ZEER BE­LANGRIJK OM DE OGEN TE BE­SCHERMEN, OMDAT OOK EEN ZEER KLEINE HOEVEELHEID ZUUR VAN DE ACCU BLINDHEID KAN VEROORZA­KEN. WANNEER HET IN CONTACT ZOU KOMEN MET DE OGEN, MOET MEN VIJFTIEN MINUTEN LANG OVER­VLOEDIG WASSEN MET WATER EN ONMIDDELLIJK EEN OOGARTS RAADPLEGEN. WANNEER HET TOE­VALLIG ZOU WORDEN INGESLIKT, MOET MEN VEEL WATER OF MELK
15
BATTERY RELEASES EXPLOSIVE GASES; KEEP IT AWAY FROM FLAMES, SPARKS, CIGARETTES OR ANY OTHER HEAT SOURCES. EN­SURE ADEQUATE VENTILATION WHEN SERVICING OR RECHARGING THE BATTERY.
KEEP OUT OF REACH OF CHILDREN BATTERY LIQUID IS CORROSIVE. DO
NOT POUR OR SPILL ON PLASTIC COMPONENTS IN PARTICULAR. EN­SURE THAT THE ELECTROLYTIC ACID IS COMPATIBLE WITH THE BAT­TERY BEING ACTIVATED.
DRINKEN, DAARNA MAGNESIUM­MELK OF PLANTAARDIGE OLIE DRINKEN, EN ONMIDDELLIJK EEN ARTS RAADPLEGEN. DE ACCU VER­SPREIDT EXPLOSIEVE GASSEN EN MOET DUS UIT DE BUURT WORDEN GEHOUDEN VAN VLAMMEN, VON­KEN, SIGARETTEN EN ELKE ANDERE WARMTEBRON. VOORZIE EEN GE­PASTE VERLUCHTING WANNEER MEN ONDERHOUD OF HET OPLADEN VAN DE ACCU UITVOERT.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN
DE VLOEISTOF VAN DE ACCU IS CORROSIEF. GIET ZE NIET UIT EN VERSPREIDT ZE NIET, VOORAL NIET OP DE PLASTIC DELEN. CONTRO­LEER OF HET ELEKTROLYTZUUR SPECIFIEK VOOR DE TE ACTIVEREN ACCU IS.
Stand
BEFORE SETTING OFF, MAKE SURE THE STAND HAS BEEN COMPLETELY RETRACTED TO ITS POSITION.
DO NOT REST THE RIDER OR PAS­SENGER WEIGHT ON THE SIDE STAND.
16
Standaard
VÓÓR HET VERTREK CONTROLEERT MEN OF DE STANDAARD VOLLEDIG INGEKLAPT IS.
BELAST DE LATERALE STANDAARD NIET MET UW GEWICHT OF DAT VAN DE PASSAGIER.
1 General rules / 1 Algemene normen
Reporting of defects that affect safety
Unless otherwise specified in this Use and Maintenance Booklet, do not remove any mechanical or electrical component.
CAUTION SOME OF THE VEHICLE'S CONNEC-
TORS ARE INTERCHANGEABLE AND IF MOUNTED INCORRECTLY CAN JEOPARDISE REGULAR FUNCTION­ING OF THE VEHICLE AND/OR DAM­AGE PARTS OF IT IRREPARABLY.
Communicatie van de defecten die invloed hebben op de veiligheid
Behalve waar gespecificeerd wordt in dit Gebruiks- en onderhoudsboekje, mag geen enkel mechanisch of elektrisch on­derdeel gedemonteerd worden.
LET OP SOMMIGE CONNECTOREN VAN HET
VOERTUIG KUNNEN ONDERLING VERWISSELBAAR ZIJN, EN ALS ZE VERKEERD GEMONTEERD WORDEN KUNNEN ZE DE NORMALE WERKING VAN HET VOERTUIG SCHADEN EN/ OF ONHERSTELBARE SCHADE AAN DE DELEN ZELF VEROORZAKEN.
17
18
RSV4 FACTORY
Chap. 02
Vehicle
Hst. 02
Voertuing
19
20
02_01
2 Vehicle / 2 Voertuing
02_02
Arrangement of the main components (02_02)
Key:
1. Left side fairing
2. Horn
3. Left front headlight
4. Windshield
5. Left hand rear view mirror and turn indicator
6. Steering damper
7. Clutch lever
8. Left hand switch
9. Fuel tank cap
21
Plaats van de hoofdcomponenten (02_02)
Legende:
1. Linker zijbekleding
2. Akoestische melder
3. Linker voorlicht
4. Kapje
5. Linker achteruitkijkspiegel en richtingaanwijzer
6. Stuurdemper
7. Koppelingshendel
8. Linker schakelaar
9. Dop van de brandstoftank
10. Fuel tank
11. Left side fairing
12. Battery
13. Auxiliary fuses
14. Main fuses
15. Rear light
16. License plate light
17. Rear left turn indicator
18. Saddle / glovebox / toolkit com­partment lock
19. Left hand rider footrest
20. Side stand
21. Gear lever
22. Left hand fairing lug
23. Engine oil radiator
24. Coolant radiator
25. Tail fairing
26. Right side fairing
27. Rear shock absorber
28. Air filter
29. ECU
30. Right hand switch
31. Starter button
32. Front brake fluid reservoir
33. Instrument/indicator light panel
34. Right hand rear view mirror and turn indicator
35. Front right headlamp
36. Right side fairing
37. Expansion tank cap
38. Coolant expansion tank
39. Oil filter
40. Engine oil plug
41. Right hand fairing lug
42. Engine oil level
43. Gear lever
44. Right hand rider footrest
10. Brandstoftank
11. Linker zijplaatje
12. Accu
13. Secundaire zekeringen
14. Hoofdzekeringen
15. Achterlicht
16. Nummerplaatlicht
17. Linker richtingaanwijzer achter­aan
18. Slot van het zadel / documen­tenvakje / gereedschapskit
19. Linker voetsteun bestuurder
20. Laterale standaard
21. Versnellingshendel
22. Beslag linkerzijbekleding
23. Olieradiator motor
24. Koelvloeistofradiator
25. Achterspatbord
26. Rechter zijplaatje
27. Achterste schokdemper
28. Luchtfilter
29. ECU Unit
30. Rechter schakelaar
31. Startknop
32. Vloeistoftank van de voorrem
33. Instrumenten/aanwijzersgroep
34. Rechter achteruitkijkspiegel en richtingaanwijzer
35. Rechter koplamp
36. Rechter zijbekleding
37. Dop van het expansievat
38. Expansievat koelvloeistof
39. Oliefilter
40. Dop van de motorolie
41. Beslag rechterzijbekleding
42. Peil van de motorolie
43. Versnellingshendel
44. Rechter voetsteun bestuurder
22
2 Vehicle / 2 Voertuing
45. Rear brake pump and fluid res­ervoir
46. Rear right turn indicator
45. Pomp en remvloeistof tank ach­teraan
46. Rechter richtingaanwijzer ach­teraan
02_03
Dashboard (02_03)
key:
1. Horn button
2. Turn indicator control
3. MODE Control
23
Legenda (02_03)
Legende:
1. Drukknop van de akoestische melder
4. Clutch control lever
5. HIGH-BEAM FLASH SWITCH
6. Ignition switch /steering lock
7. Instruments and gauges
8. Throttle grip
9. Engine stop button
10. Starter button
11. Front brake lever
2. Commando van de richtingaan­wijzers
3. Commando MODE
4. Commandohendel van de kop­peling
5. DRUKKNOP VOOR HET KNIP­PEREN VAN HET GROOT LICHT
6. Schakelaar van de ontsteking / stuurslot
7. Instrumenten en indicatoren
8. Gashandvat
9. Drukknop voor het stilleggen van de motor
10. Startknop
11. Hendel van de voorrem
02_04
Analog instrument panel (02_04)
key:
1. Rpm indicator
2. Multifunctional digital display
3. Warning lights
The instrument panel has an immobilizer system which prevents start-up in case the system does not identify a key which has been stored before.
24
Analoog instrumentenpaneel (02_04)
Legende:
1. Toerenteller
2. Digitaal multifunctioneel display
3. CONTROLELAMPEN
Het dashboard heeft een immobilizersys­teem dat de start belet wanneer het sys­teem de sleutel niet herkent die eerder werd opgeslagen.
2 Vehicle / 2 Voertuing
The vehicle is supplied with two keys al­ready programmed. The instrument pan­el accepts a maximum of four keys at the same time: contact an Official aprilia Dealer to enable these keys or to disable a key that has been lost. When the vehi­cle is delivered and approximately ten seconds after the key is set to ON, the instrument panel requests a personal five-digit code to be entered. This request is no longer displayed once the personal code is entered. For code entering pro­cedure, see the CODE MODIFICATION section
It is important to remember the per­sonal code because:
the vehicle can be started if the immobilizer system is faulty
the instrument panel need not be replaced should the igni­tion switch be changed
new keys can be programmed
Bij het voertuig worden twee reeds opge­slagen sleutels geleverd. Het dashboard aanvaardt tegelijkertijd maximum vier sleutels: voor hun activering of voor het desactiveren van een verloren sleutel, moet men zich wenden tot een Officiële aprilia Dealer. Wanneer het voertuig wordt overhandigd, zal ongeveer 10 se­conden lang na het draaien van de sleutel in positie ON het dashboard vragen om een persoonlijke code van vijf cijfers in te voeren. Deze vraag zal niet meer worden weergegeven nadat de persoonlijke code werd ingevoerd. Voor de procedure van het invoeren van de code moet de para­graaf WIJZIGING VAN DE CODE ge­raadpleegd worden
Het is belangrijk om de persoonlijke code te herinneren, omdat deze dient voor het volgende:
het starten van het voertuig wanneer de werking van het immobilizersysteem defect is
het vermijdt de vervanging van het dashboard wanneer de ontstekingsschakelaar moet vervangen worden
het opslaan van nieuwe sleu­tels
25
02_05
Light unit (02_05)
key:
1. General warning light, red
2. Gear in neutral warning light, green
3. Side stand lowered warning light, orange
4. Low fuel warning light, orange
5. Right turn indicator warning light, green
6. ABS warning light (not enabled)
7. Gear shift warning light, red
8. Left turn indicator warning light, green
9. High beam indicator light, blue.
Groep controlelampjes (02_05)
Legende:
1. Controlelamp algemene War­ning, rood
2. Controlelamp van de versnelling in vrij, groen
3. Controlelamp van de laterale standaard uitgeklapt, oranje
4. Oranje controlelamp van de brandstofreserve
5. Controlelamp van de rechter richtingaanwijzer, groen
6. Controlelamp ABS (niet actief)
7. Controlelamp schakelen, rood
8. Controlelamp van de linker rich­tingaanwijzer, groen
9. Controlelamp groot licht, blauw
02_06
Digital lcd display (02_06, 02_07, 02_08, 02_09, 02_10, 02_11, 02_12)
By turning the ignition key to 'KEY ON', the following indica­tors on the instrument panel are lit for two seconds:
- The 'RSV4' logo
- All warning lights
26
Digitaal display (02_06, 02_07, 02_08, 02_09, 02_10, 02_11, 02_12)
Door de ontstekingssleutel in positie 'KEY ON' te draaien, wordt op het dashboard het vol­gende twee seconden lang weergegeven:
- Het logo 'RSV4'
- Alle controlelampen
2 Vehicle / 2 Voertuing
02_07
The rpm indicator pointer moves to then go back to its initial po­sition.
De wijzer van de toerenteller verplaatst zich en keert daarna terug naar de beginpositie.
02_08
02_09
The following functions are dis­played at the top of the instru­ment panel:
MODE 1
- Gear engaged;
- clock (displayed in 24 or 12 hours mode without AM / PM indication)
- water temperature (displayed in °C or ° F)
MODE 2
- Gear engaged;
- time on rev;
- water temperature measurement.
The following functions are dis­played in the central area:
- speed (speedometer)
- map selected (top left);
27
Bovenaan het dashboard wor­den de volgende functies weer­gegeven:
MODALITEIT 1
- Versnelling ingeschakeld;
- klok (bruikbaar in de modaliteit H24, en in de modaliteit H12 zonder aanduiding AM / PM);
- meting van de watertemperatuur (in °C of in °F)
MODALITEIT 2
- Versnelling ingeschakeld;
- chronometer;
- meting van de watertemperatuur.
Op het centrale deel worden de volgende functies getoond:
- snelheid (snelheidsmeter);
- map geselecteerd (bovenaan links);
- any indication about mapping in the ECU (bottom left).
The following functions are dis­played at the bottom:
- total odometer;
- trip computer data;
- active alarms.
- eventuele aanduiding van de lokalisatie van de centrale (onderaan links).
Op het onderste deel worden de volgende functies getoond:
- hodometer totaal;
- gegevens van de boordcomputer;
- eventuele alarmen.
02_10
Two kilometres after the low fuel warning light turns on, the kilometres travelled with low fuel are shown on the digital dis­play.
Pressing the centre button of the MODE control while the low fuel warning light is active temporarily deactivates the warn­ing light for 60 seconds.
At "KEY-ON" the indication of reserve can have a delay of 60 seconds.
28
2 km na de aanschakeling van de con­trolelamp van de brandstofreserve ver­schijnt op het digitaal display de aandui­ding van het aantal afgelegde km in reserve.
Wanneer de controlelamp van de brand­stofreserve oplicht, gaat deze door op het commando MODE te drukken uit en na 60 seconden weer aan.
Bij "KEY-ON" kan de aanduiding van de reserve 60 seconden later aangeduid worden.
2 Vehicle / 2 Voertuing
02_11
The instrument panel can display instan­taneous fuel consumption
The instrument panel can display aver­age fuel consumption since the last jour­ney log reset
Upon entering reserve, the distance in Km (or mi) travelled since entering re­serve state is displayed instead of the trip counter
Het dashboard kan momentele verbruik weergeven.
Het dashboard kan het gemiddelde ver­bruik vanaf de laatste reset van het reis­verslag weergeven.
Bij aanvang van het reserveverbruik, ver­schijnt in plaats van de hodometer het aantal km (mi) dat vanaf het begin van de reserve is afgelegd.
02_12
When a maintenance interval threshold is exceeded, an icon with a spanner is shown. This indicator may be reset once the scheduled service has been comple­ted by an authorised aprilia Dealership or service centre.
The "spanner" icon flashes for five sec­onds when the key is turned to "KEY ON" when there is less than 300 Km (186 mi) remaining before the next scheduled maintenance interval.
With the key set to "KEY OFF" the gen­eral alarm warning light flashes to indi­cate the activation of the locking system. To minimise battery consumption the light stops flashing after 48 hours.
29
Wanneer de limieten van de onderhouds­intervals worden overschreden, ver­schijnt een icoon met het symbool van de Engelse sleutel. Wanneer de geprogram­meerde onderhoudshandelingen bij de
Dealers en Geautoriseerde aprilia Ga­rages worden uitgevoerd, kan deze aan-
duiding geëlimineerd worden. Wanneer de sleutel in de positie "KEY
ON" wordt gedraaid en er ontbreken min­der dan 300 km (186 mi) tot het uitvoeren van het geprogrammeerd onderhoud, knippert de icoon "Engelse sleutel" vijf seconden lang.
Met de sleutel in positie "KEY OFF" knip­pert de controlelamp van het algemeen alarm om de activering van het immobili­zersysteem te melden. Om het verbruik van de accu te veminderen houdt het knipperen op na 48 uren.
Alarms (02_13, 02_14, 02_15, 02_16, 02_17)
Alarmen (02_13, 02_14, 02_15, 02_16, 02_17)
02_13
02_14
In case of failure, a different icon is dis­played according to the cause at the bot­tom of the display.
Take your vehicle as soon as possible to an Official aprilia Dealer.
SERVICE ALARM
In case of failure found in the instrument panel or in the electronic control unit, the instrument panel signals the failure by displaying the SERVICE icon and the red general warning light comes on.
If there is an immobilizer failure at igni­tion, the instrument panel requests you to enter a user code. If the code is entered correctly, the instrument panel signals the failure by displaying the SERVICE icon and the red general warning light comes on.
URGENT SERVICE ALARM
A serious failure is signalled by a fast flashing (two flashes per second) of the general warning light and by the UR­GENT and SERVICE words alternately being shown on the digital display. Take your vehicle as soon as possible to an Official aprilia Dealer. In these cases, the control unit activates a safety procedure
Wanneer een onregelmatigheid gedetec­teerd wordt, wordt op het onderste deel van het display een icoon weergegeven die verschilt afhankelijk van de oorzaak.
Men moet zich onmiddellijk tot een Offi­ciële aprilia Dealer wenden.
ALARM SERVICE
Wanneer een onregelmatigheid gedetec­teerd wordt door het dashboard of de elektronische centrale, meldt het dash­board de onregelmatigheid door de icoon SERVICE weer te geven en door het op­lichten van de rode controlelamp van het algemeen alarm
Wanneer bij de ontsteking een onregel­matigheid van de immobilizer wordt ge­detecteerd, vraagt het dashboard om de code van de gebruiker in te voeren Wan­neer de code correct wordt ingevoerd, meldt het dashboard de onregelmatig­heid door het symbool SERVICE weer te geven en door het oplichten van de rode controlelamp van het algemeen alarm.
ALARM URGENT SERVICE
Een ernstige onregelmatigheid wordt ge­meld door het snel knipperen (twee knip­peringen per seconde) van de controle­lamp van het algemeen alarm, en door de afwisselende weergave van de opschrif­ten URGENT en SERVICE op het digitaal
30
Loading...
+ 151 hidden pages