Aprilia RS125 User Manual [nl]

8104935
© 2006 Piaggio & C. S.p.A. - Noale (VE)
H
Eerste editie: December 2005
Herdruk: Juni 2006
Opgesteld en gedrukt door:
Ravenna , Modena, Torino
DECA S.r.l. Hoofd- en Administratiekantoor Via Vincenzo Giardini, 11 48022 Lugo (RA) - Italië ­Tel. 0545-216611 Fax 0545-216610 www.vftis.com deca@vftis.spx.com
in opdracht van :
Piaggio & C. S.p.A.
via G. Galilei, 1 - 30033 Noale (VE) - Italië Tel. +39 - 041 58 29 111 Fax +39 - 041 44 10 54 www.aprilia.com

WAARSCHUWINGSBOODSCHAPPEN

De volgende waarschuwingen worden in heel deze handleiding gebruikt om de volgende boodschappen over te brengen:
Veiligheidswaarschuwing. Wanneer u dit symbool aantreft op de motorfiets of in de
handleiding, dient u rekening te houden met potentieel gevaar voor persoonlijk letsel. Niet-naleving van de aanwijzingen die worden gegeven in de boodschappen voorafgegaan door dit symbool kan resulteren in ernstige risico’s voor de veiligheid van uzelf en anderen en voor de motorfiets!
Aanwijzingen om handelingen te vergemakkelijken. Technische
informatie.

INFORMATIE

Bewerkingen voorafgegaan door dit symbool dienen aan de andere
kant van de motorfiets te worden herhaald. Indien niet expliciet anders vermeld, moet
u voor de montage van de onderdelen de stappen voor demontage in omgekeerde volgorde herhalen.
Daar waar de termen “rechts” en “links” worden gebruikt, wordt ervan uitgegaan dat de rijder in normale rijhouding op de motorfiets zit.
WAARSCHUWINGEN ­VOORZORGSMAATREGELEN ­ALGEMENE OPMERKINGEN
Voordat u de motor start, dient u aandachtig dit boekje te lezen, in het bijzonder het gedeelte “VEILIG RIJDEN”.
Uw veiligheid en die van anderen hangt niet alleen af van de snelheid van uw reflexen en uw behendigheid, maar ook van de kennis van de motorfiets, van de staat van onderhoud en van de basisregels voor VEILIG RIJDEN.
Daarom is het belangrijk de motorfiets goed te leren kennen, zodat u er zich veilig mee in het verkeer kunt begeven.
2
gebruik en onderhoud RS 125
Dit boekje hoort onlosmakelijk bij de motorfiets en moet in geval van verkoop worden overgedragen.
aprilia heeft bij de samenstelling van dit boekje de grootste zorg aan de dag gelegd, teneinde de gebruiker correcte en actuele informatie te verschaffen. Daar aprilia echter voortdurend het ontwerp van zijn producten verbetert, kunnen de kenmerken van uw motorfiets lichtjes afwijken van de in dit boekje beschreven kenmerken.
Indien u vragen heeft met betrekking tot de informatie in dit boekje, aarzel dan niet om contact op te nemen met uw officiële aprilia-dealer.
Voor controles en reparaties die niet expliciet in deze publicatie staan beschreven, de aanschaf van originele aprilia-reserveonderdelen, accessoires en andere producten, alsook specifieke adviezen, dient u zich uitsluitend te wenden tot de officiële aprilia-dealers en onderhoudscentra, die een betrouwbare en snelle service garanderen.
Wij danken u omdat u voor aprilia heeft gekozen en wensen u veel rijplezier.
Alle rechten voor wat betreft elektronische opslag, reproductie en volledige of gedeeltelijke aanpassing, op welke manier ook, zijn voorbehouden voor alle landen.
In sommige landen vereisen de van kracht zijnde milieuwetgeving en geluidsvoorschriften periodieke
inspecties.
In deze landen moet de gebruiker van het voertuig:
– contact opnemen met een officiële
aprilia-dealer om de niet­goedgekeurde onderdelen te laten vervangen door onderdelen die goedgekeurd zijn in het betreffende land;
– voer de vereiste periodieke inspecties uit.
die op het IDENTIFICATIE-ETIKET VERVANGINGSONDERDELEN STAAN. Het etiket bevindt zich onder het zadel van de rijder, zie pag. 56 (DEMONTEREN VAN HET ZADEL VAN DE RIJDER).
Dit zijn identificatiegegevens van: – YEAR = bouwjaar (Y, 1, 2, ...);
– I.M. = wijzigingscode (A, B, C, ...); – LANDENCODES = land van
Ze dienen te worden doorgegeven aan de officiële aprilia-dealer bij de aankoop van vervangingsonderdelen of accessoires die specifiek zijn voor uw model.
Bij aankoop van deze motorfiets dient u in de navolgende figuur de identificatiegegevens te vermelden
homologatie (I, UK, A, ...).
In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt om de verschillende versies aan te duiden:
k
Full Power versie
optie
J
versie met katalysator
L
VERSIE VOOR:
+
4
>
M
(
$
A
C
'
)
/
6
&
,
Italië
Verenigd Koninkrijk
Oostenrijk
Portugal
Finland
België
Duitsland
Frankrijk
Spanje
Griekenland
Nederland
Zwitserland
Denemarken
Japan
Singapore
2
Slovenië
P
Israël
F
Zuid-Korea
e
Maleisië
-
Chili
@
Kroatië
*
Australië
#
Verenigde Staten
R
Brazilië
g
Zuid-Afrika
1
Nieuw-Zeeland
K
Canada
%
gebruik en onderhoud RS 125
3
ALGEMENE INHOUD
WAARSCHUWINGSBOODSCHAPPEN ............. 2
INFORMATIE ....................................................... 2
WAARSCHUWINGEN ­VOORZORGSMAATREGELEN -
ALGEMENE OPMERKINGEN ............................. 2
BASISREGELS VOOR DE VEILIGHEID....... 6
KLEDING ....................................................... 8
ACCESSOIRES............................................. 8
LADING ......................................................... 9
PLAATSING VAN DE HOOFDELEMENTEN .... 10
PLAATSING VAN DE INSTRUMENTEN/BEDIENINGSELEMENTEN . 12
INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES ... 13
LEGENDA.................................................... 13
TABEL INSTRUMENTEN EN
CONTROLELAMPJES ................................ 14
MULTIFUNCTIONELE COMPUTER ........... 16
BELANGRIJKSTE ONAFHANKELIJKE
BEDIENINGSELEMENTEN ............................... 21
BEDIENINGSELEMENTEN OP DE
LINKERSTUURHELFT ................................ 21
BEDIENINGSELEMENTEN OP DE
RECHTERSTUURHELFT............................ 21
CONTACTSCHAKELAAR ........................... 22
STUURSLOT............................................... 22
HULPUITRUSTING............................................ 23
HANDSCHOEN-/
GEREEDSCHAPSSETKASTJE .................. 23
SPECIAAL GEREEDSCHAP J ............... 24
BELANGRIJKSTE ONDERDELEN ................... 25
BRANDSTOF............................................... 25
TRANSMISSIEOLIE .................................... 25
REMVLOEISTOF - aanbevelingen.............. 26
SCHIJFREMMEN ........................................ 26
VOORREM .................................................. 27
ACHTERREM .............................................. 28
OLIERESERVOIR ....................................... 29
AFSTELLEN VAN DE SCHAKELHENDEL .. 29
AFSTELLEN VAN DE ACHTERREM........... 30
AFSTELLEN VAN DE KOPPELING............. 30
KOELVLOEISTOF........................................ 32
BANDEN ...................................................... 33
KATALYTISCHE
GELUIDDEMPER......................................... 34
RICHTLIJNEN VOOR GEBRUIK ....................... 34
CONTROLES VOORAF............................... 35
STARTEN..................................................... 36
VERTREKKEN EN RIJDEN......................... 38
INRIJDEN..................................................... 41
STOPPEN .................................................... 41
PARKEREN.................................................. 42
RAADGEVINGEN TER VOORKOMING VAN
DIEFSTAL .................................................... 42
ONDERHOUD..................................................... 43
ONDERHOUDSSCHEMA............................ 44
IDENTIFICATIEGEGEVENS........................ 46
DE MOTORFIETS OP DE ACHTERSTE
STANDAARD ZETTEN J......................... 47
DE MOTORFIETS OP DE VOORSTE
STANDAARD ZETTEN J......................... 47
CONTROLEREN VAN HET TRANSMISSIEOLIEPEIL EN BIJVULLEN... 48 VERVERSEN VAN DE
TRANSMISSIEOLIE..................................... 49
VOORWIEL.................................................. 50
ACHTERWIEL.............................................. 52
TRANSMISSIEKETTING ............................. 54
DEMONTEREN VAN HET ZADEL VAN DE
RIJDER ........................................................ 56
VERWIJDEREN
VAN DE ZIJMOTORSCHERMEN................ 56
VERWIJDERING ONDERAANKLEDING..... 57
OMHOOG ZETTEN
VAN DE BRANDSTOFTANK ....................... 57
LUCHTFILTER............................................. 58
ACHTEROPHANGING................................. 59
CONTROLEREN VAN DE SLIJTAGE VAN DE
REMBLOKJES............................................. 60
AFSTELLING VAN HET STATIONAIRE
TOERENTAL ............................................... 61
AFSTELLEN VAN DE GASHENDEL........... 62
AFSTELLEN
VAN DE CHOKEHENDEL () .................... 62
BOUGIE....................................................... 63
ACCU........................................................... 64
NA LANGE INACTIVITEIT
VAN DE ACCU ............................................ 64
CONTROLEREN EN REINIGEN
VAN DE ACCU-AANSLUITINGEN .............. 65
DEMONTEREN VAN DE ACCU.................. 65
CONTROLEREN VAN HET
ELEKTROLYTPEIL...................................... 66
OPLADEN VAN DE ACCU .......................... 66
MONTEREN VAN DE ACCU....................... 66
VERVANGEN VAN DE ZEKERINGEN........ 67
CONTROLEREN
VAN DE SCHAKELAARS............................ 68
DE LICHTBUNDEL VERTICAAL
AFSTELLEN ................................................ 69
GLOEILAMPEN ........................................... 69
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN
VAN DE KOPLAMP ..................................... 70
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMP VAN HET
ACHTERLICHT............................................ 71
VERVOER .......................................................... 72
REINIGING......................................................... 73
LANGE PERIODE VAN STILSTAND .......... 74
TECHNISCHE GEGEVENS ............................... 75
SMEERMIDDELENTABEL .......................... 78
OFFICIËLE DEALERS EN
SERVICECENTRA ...................................... 80
gebruik en onderhoud RS 125
4
veilig rijden
BASISREGELS VOOR DE
VEILIGHEID
Om de motorfiets te mogen besturen is het nodig dat u aan alle wettelijke verplichtingen voldoet (rijbewijs, geestelijke en lichamelijke gezondheid, verzekering, wegenbelasting, registratie motorfiets, nummerplaat, enz.). U wordt aangeraden zich de motorfiets geleidelijk eigen te maken, daar waar weinig verkeer is of op terreinen die privé­eigendom zijn. Het gebruik van bepaalde medicijnen, alcohol en verdovende middelen benadeelt in aanzienlijke mate de rijveiligheid. Verzekert u zich ervan dat u geestelijk en lichamelijk goed in staat bent te rijden, en rijd vooral niet bij vermoeidheid en slaperigheid.
gebruik en onderhoud RS 125
6
Het merendeel van de ongelukken is te wijten aan onervarenheid van de rijder.
Leen de motorfiets NOOIT uit aan beginners en overtuigt u zich er in ieder geval van dat de rijder in het bezit is van de wettelijke vereisten voor het rijden.
Volg nauwgezet de verkeersaanwijzingen en houd u aan de nationale en plaatselijke verkeersregels.
Vermijd plotselinge manoeuvres die gevaar opleveren voor uzelf en voor anderen (bijvoorbeeld: steigeren, te hard rijden enz.), en houd altijd rekening met de toestand van het wegdek, het zicht, enz.
Bots niet tegen obstakels die schade aan het voertuig kunnen toebrengen of de controle over het voertuig kunnen doen verliezen.
Rijd niet vlak achter andere voertuigen om u mee te laten “zuigen”.
Houd altijd beide handen aan het stuur en de voeten op de pedalen (of de voetplanken) en neem een
correcte rijhouding aan.
Vermijd absoluut rechtop te gaan staan tijdens het rijden of uw ledematen te strekken.
ONLY ORIGINALS
De rijder moet zich nooit af laten leiden of laten beïnvloeden door personen of handelingen (niet roken, eten, drinken, lezen, enz.) tijdens het rijden.
Gebruik de voorgeschreven koelvloeistof en olie, zoals beschreven in het “SMEER ­SCHEMA”; controleer regelmatig of de olie en de koelvloeistof de voorgeschreven niveaus hebben.
Controleer, als de motorfiets bij een ongeluk betrokken is geweest, of de bedieningsknoppen, -kabels, -slangen, het remsysteem en de vitale delen niet beschadigd zijn.
Laat de motorfiets eventueel nakijken door een officiële aprilia dealer, met speciale aandacht voor het frame, het stuur, de vering, de veiligheidsonderdelen en de onderdelen waarvan de gebruiker zelf niet in staat is te beoordelen of ze beschadigd zijn.
Meld elk mankement bij het functioneren aan de technici/mecaniciens opdat de reparatiewerkzaamheden vergemakkelijkt worden.
Rijd absoluut niet met de motorfiets wanneer de beschadiging de rijveiligheid in gevaar brengt.
Verander nooit de plaats, de stand of de kleur van: de kentekenplaat, de richting­aanwijzers, de lichten en de claxon.
Modificaties aan de motorfiets doen de garantie onherroepelijk vervallen.
Elke eventuele verandering die aangebracht wordt aan de motorfiets of de verwijdering van originele delen kunnen de prestaties negatief beïnvloeden en de veiligheid in gevaar brengen of zelfs de motorfiets onwettig maken.
U wordt geadviseerd om zich altijd te houden aan alle nationale en plaatselijke wettelijke voorschriften en regels op het punt van de uitrusting van de motorfiets.
In het bijzonder moeten technische veranderingen vermeden worden die de prestaties beïnvloeden of in ieder geval de oorspronkelijke eigenschappen van de motorfiets veranderen.
Houd absoluut geen snelheidswedstrijden met andere voertuigen.
Vermijd het rijden op een andere ondergrond dan het wegdek.
gebruik en onderhoud RS 125
7

KLEDING

Voordat u gaat rijden dient u eraan te denken dat u altijd de helm op hebt; deze moet op de juiste wijze gedragen worden. Controleer of de helm gekeurd is, niet-beschadigd is, de juiste maat heeft en of het vizier schoon is.
Draag beschermende kleding; mogelijkerwijs met een heldere en/of reflecterende kleur. Zodoende bent u goed zichtbaar voor de andere weggebruikers en beperkt u hiermee het risico aangereden te worden. Bij een val hebt u zodoende ook een betere bescherming.
De kleding moet goed passen en aan de uiteinden gesloten zijn. Koorden, ceintuur en das mogen niet los hangen; voorkom dat deze of andere objecten het rijden kunnen beïnvloeden doordat ze verstrikt raken in bewegende delen of bedieningselementen.
gebruik en onderhoud RS 125
8
Zorg ervoor dat u geen voorwerpen in uw zakken hebt die mogelijk gevaar opleveren bij een val, zoals puntige objecten als sleutels, pennen, glazen voorwerpen (hetzelfde geldt voor de eventuele passagier).

ACCESSOIRES

De gebruiker is persoonlijk verantwoordelijk voor de keuze van de installatie en het gebruik van de accessoires. Denkt u er tijdens de montage aan dat geen onderdelen zoals de lichten of onderdelen die dienen voor het aangeven van de richting of voor geluidssignalen bedekt worden, waardoor deze onderdelen geheel of gedeeltelijk hun functie verliezen; belemmer ook niet de uitslag van de vering en de stuurhoek en de werking van de bedieningselementen. Vermijd het gebruik van accessoires die de toegang tot de bedieningselementen belemmeren, omdat zo de reactietijd in noodgevallen langer kan worden. De gestroomlijnde accessoires en de grotere windschermen kunnen als ze op de motorfiets gemonteerd zijn de windgevoeligheid ervan vergroten en zodoende de stabiliteit tijdens het rijden verminderen.
Controleer of de accessoires op degelijke wijze bevestigd zijn aan de motorfiets en geen gevaar opleveren tijdens het rijden. Niets toevoegen aan de elektrische installatie of hier iets aan veranderen, waardoor het maximale vermogen van de motorfiets overschreden zou kunnen worden. Hierdoor zou de motorfiets tijdens het rijden plotseling kunnen stoppen of er zou zich een gevaarlijk stroomtekort kunnen voordoen, zodat de claxon en de lichten niet meer functioneren.
aprilia raadt het gebruik van originele accessoires aan (originele aprilia accessoires).

LADING

Wees voorzichtig bij het opladen van bagage en vervoer niet te veel lading.
De bagage moet zich zo dicht mogelijk bij het zwaartepunt van de motorfiets bevinden en evenwichtig verdeeld zijn naar beide zijden van de motorfiets zodat er een optimale balans is.
Zorg er verder voor dat de lading goed is vastgemaakt op de motorfiets, vooral voor een lange rit.
Bevestig absoluut geen grote, zware en/of gevaarlijke voorwerpen aan het stuur, de spatborden en de vorken; dit vertraagt de reactiesnelheid van de motorfiets in de bochten en hindert de controle tijdens het rijden.
Bevestig niet teveel ruimte innemende bagage aan de zijkant van de motorfiets en voer ook niet de helm aan de daarvoor bestemde haak mee. Deze zaken zouden tegen personen of voorwerpen kunnen stoten, waardoor de rijder de controle over de motorfiets zou kunnen verliezen.
Vervoer geen bagage die niet goed bevestigd is aan de motorfiets.
Vervoer geen bagage die te ver uit de bagagedrager steekt of die de lichten, de claxon of de controlelampjes bedekt.
Vervoer geen dieren of kinderen op het handschoenkastje of op de bagagedrager.
Overschrijd niet de limiet voor vervoer die geldt voor iedere zijtas.
Teveel lading beïnvloedt de stabiliteit en de manoeuvreerbaarheid van de motorfiets.
gebruik en onderhoud RS 125
9

PLAATSING VAN DE HOOFDELEMENTEN

LEGENDA
1) Dashboard
2) Linker achteruitkijkspiegel
3) Contactslot/stuurslot
4) Accu
5) Zekeringkastje
6) Zadelslot
1
2
15
1416
7) Oliereservoir
8) Dop oliereservoir
9) Handschoen-/gereedschapssetkastje
10) Linker voetsteun duopassagier (klikwerking, ingeklapt/uitgeklapt)
11) Linker voetsteun rijder (met veer, altijd
uitgeklapt)
75
83 6
94
10
111213
12) Schakelpedaal
13) Zijstandaard
14) Onderste aankleding
15) Claxon
16) Linker zijaankleding
gebruik en onderhoud RS 125
10
LEGENDA
1) Rechter voetsteun duopassagier (klikwerking, ingeklapt/uitgeklapt)
2) Houvast passagier
3) Zadel van rijder
4) Luchtfilter
5) Achterremvloeistofreservoir
6) Tankdop
2
3
5 61 4 7 8
14 13 12 11
7) Dop expansietank koelvloeistof
8) Expansietank
9) Rechter achteruitkijkspiegel
10) Voorremvloeistofreservoir
11) Achterrempomp
12) Rempedaal achterrem
10
9
13) Rechter voetsteun rijder (met veer, altijd uitgeklapt)
14) Transmissieketting
gebruik en onderhoud RS 125
11

PLAATSING VAN DE INSTRUMENTEN/BEDIENINGSELEMENTEN

LEGENDA
1) Contactschakelaar/stuurslot (
2) Choke-hendel (
3) Schakelaar richtingaanwijzers (
4) Drukknop claxon (
5) MODE-drukknop
6) Dimlichtschakelaar ( - )
7) Drukknop grootlichtsignaal (
)
)
 -  - +)
)
()
8) Koppelingshendel
9) Instrumenten en controlelampjes
10) Voorremhendel
11) Gashendel
12) Startknop (
13) Motorstopschakelaar (
)
 - )
gebruik en onderhoud RS 125
12

INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES

1 2 3
7 6

LEGENDA

1) Toerenteller
2) Controlelampje richtingaanwijzers ( ) groen
3) Controlelampje groot licht ( ) blauw
4) Digitaal multifunctioneel display (temperatuur koelvloeistof­timer-accuspanning-chronometer-diagnostica oliemotordruk ( )
5) Lampje benzinereserve ( ) ambergeel
5 4
6) Controlelampje neutrale stand versnelling ( ) groen
7) Lampje algemene warning ( ) rood
gebruik en onderhoud RS 125
13

TABEL INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES

Iedere keer dat de startschakelaar op " " staat en de motor niet aanstaat, gaan alle lampjes voor ongeveer 2 seconden aan om zo de test van de functie van de LED uit te voeren.In het geval één of meer controlelampjes niet gaat branden gedurende deze fase, wendt u zich dan tot een officiële aprilia-dealer.
Beschrijving Functie
Toerenteller (tpm/rpm)
Waarschuwingslampje richtingaanwijzers
Waarschuwingslampje grootlicht Gaat branden als het grootlicht aan is of als er met het grootlicht geknippert wordt.
Waarschuwingslampje laag brandstofpeil
Waarschuwingslampje neutraalstand Licht op wanneer de versnelling in neutraal staat.
Signaleringslampje storing
Duidt het aantal toeren per minuut van de motor aan.
OPGELET
Knippert wanneer de richtingaanwijzers aan staan.
Gaat branden wanneer er in de benzinetank een hoeveelheid van 3,5
Vul in dit geval de tank zo snel mogelijk bij, zie pag. 25 (BRANDSTOF).
Deze gaat branden wanneer de startschakelaar op " " staat en de motor niet aanstaat, om zo de test van de functie van het lampje uit te voeren.
In het geval één of meer controlelampjes niet gaat branden gedurende deze fase, wendt u zich dan tot een officiële
aprilia-dealer.
OPGELET
de menger te laag is, of dat de koelvloeistof een te hoge temperatuur heeft bereikt.
Controleer en/of herstel in dit geval de voorgeschreven niveaus en wendt u zich eventueel tot een officiële
aprilia-dealer.
Overschrijd nooit het maximale toerental van de motor, zie pag. 41 (INRIJDEN).
b benzine overblijft.
Als het lampje aanblijft na de start of aangaat tijdens het normaal functioneren van de motor, betekent dit dat het niveau in de tank en in
gebruik en onderhoud RS 125
14
Beschrijving Functie
Visualiseer de snelheid die u op het moment rijdt of de minimum of maximum snelheid (in kilometer of mijl) aan de hand van de instellingen, zie pag. 16 (MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Visualiseer het gedeeltelijk of totaal aantal afgelegde Km of mijl
Reproduceer op schaal de temperatuur van de koelvloeistof in de motor, zie pag. 16 (MULTIFUNCTIONELE COMPUTER). Als u de gevaarlijke zone betreedt, gaan op het display alle zes de segmenten van de schaal en het alarmlampje aan en het logo van de koelventilators.
koelvloeistof en, in dit geval, zou de temperatuur stijgen.
Draai de startsleutel op “” en controleer het niveau van de koelvloeistof, zie pag. 32 (KOELVLOEISTOF). Neem contact op met een officiële
schade oplopen.
Gaat branden zodra er in de tank 0,60 liter olie zit.
geval vult u de olie in de oliemenger bij, zie pag. 29 (OLIERESERVOIR).
Toont de tijd in uren en minuten op basis van de instelling, zie pag. 16 (MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Toont de verschillend tijdmetingen op basis van de instellingen, zie pag. 16 (MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Digitaal multi­functioneel scherm
Snelheidsmeter (km/h ­MPH)
Kilometerteller/Mijlent eller ( KM - Mi)
Temperatuur koelvloeistof (°C/°F)
Reserve oliemenger op het multifunctionele display
Klok
Accuspanning Toont de accuspanning in Volt, zie pag. 16 (MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Lap timer
OPGELET
OPGELET
OPGELET
knippert en wacht op het uitgaan
Laat de startschakelaar niet op “ ” omdat de koelventilatoren stoppen onafhankelijk van de
aprilia-dealer.
Als de maximaal toegestane temperatuur wordt overschreden (115 °C - 239 °F), kan de motor ernstige
Als het logo reserveolie aangaat, betekent dit dat het niveau van de oliemenger in reserve staat; in dit
Om de visualise­ring af te wisse­len, zie pag. 16 (MULTIFUNC­TIONELE COM­PUTER)
gebruik en onderhoud RS 125
15
A D
B
1

MULTIFUNCTIONELE COMPUTER

BESTURING
1) Knop MODE: een lichte druk op de knop verwisselt de
functies; een langere druk op de knop (meer dan
drie seconden, voert de reguleringen uit.
gebruik en onderhoud RS 125
16
2
Als u de startsleutel in de positie " " draait, gaat voor twee seconden hetvolgende branden op het dashboard:
– Alle lampjes – De achterverlichting – Op het display gaan alle segmenten
aan. De wijzer van de toerenteller (2) bereikt het limiet en gaat terug naar de beginpositie.
C
Na de begincheck zullen alle instrumenten gelijk de huidige waarde van de gemeten grootten aangeven en de standaard waarden op het display zijn:
– Alarmiconen, (zone A); – Ogenblikkelijke snelheid, (zone B); – Totale odometer / gedeeltelijke
odometer / klok/ accuspanning /
chronometer (zone C) (*); – Temperatuur koelvloeistof, (zone D). (*) De functie die u ziet is de functie die u als laatste heeft ingevoerd bij het uihalen van de sleutel.
Beschrijving van de functies
Wanneer u de knop MODE opeenvolgend indrukt, ziet u, in zone C van het display, opeenvolgend de volgende functies:
– ODOMETER (ODO) -
TOTALE ODOMETER (ODO)
– TRIP METER (TRIP) -
GEDEELTELIJKE ODOMETER (TRIP) – CLOCK - KLOK – BATTERY VOLTAGE -
ACCUSPANNING – LAP TIMER
ODOMETER (ODO) ­TOTALE ODOMETER (ODO)
Het gegeven dat u op het display ziet, wijst de totaal afgelegde afstand van het voertuig aan.
Het gegeven kan niet op nul gezet worden.
TRIP METER (TRIP) ­GEDEELTELIJKE ODOMETER (TRIP)
Wanneer u de functie ODO ziet en een korte druk op de knop MODE geeft, zal het display de gedeeltelijke afstand van de reis weergeven.
Wanneer u de waarde TRIP ziet, drukt u dan langer op de knop MODE om de waarde op nul te zetten.
CLOCK - KLOK
Wanneer u de functie TRIP voor u heeft en een korte druk op de knop MODE geeft, zal het display de klok weergeven.
Regulering van de klok Als de motor stilstaat en u de klok ziet,
houdt u voor langere tijd de knop MODE ingedrukt. Zo komt u in de modaliteit voor de regulering van de klok.Op het display ziet u de twee cijfers die de waarde van de klok aangeven, bij iedere druk op de knop MODE zal deze met één omhoog gaan, wanneer u 12 heeft bereikt, gaat u met een druk op de knop MODE weer terug naar 1.
Een langere druk op de knop MODE zorgt ervoor dat het gegeven opgeslagen wordt en gaat over op de regulering van de minuten, op het display blijven alleen de cijfers van de minuten zichtbaar, bij iedere druk op de knop MODE zal het gegeven met één omhoog gaan, wanneer u 59
gebruik en onderhoud RS 125
17
bereikt heeft, gaat u met een druk op de knop MODE weer terug naar 0.
De procedure beëindigd met ledigheid voor drie seconden, het display geeft het ingevoerde uur aan.
LAP TIMER
Wanneer u de functie Klok voor u heeft, zal een korte druk op de knop MODE op het display de functie Lap timer aangeven. Met een langere druk op de knop MODE, met de motor aan, zal u in de modaliteit van de metingen komen, met de motor stil, zal u toestaan de modalieit van de visualisering van de metingen binnen te treden.
gebruik en onderhoud RS 125
18
Verwerven van de metingen
Wanneer het voertuig in beweging is, zal de start van de lap timer uitgevoerd worden door een korte druk op de knop MODE.De eerste druk zorgt ervoor dat de teller start, als u in de eerste tien seconden meerdere drukken op de knop geeft, zullen deze de lap timer weer op nul zetten.Na deze periode zal het gegeven opgeslagen worden na de eerste druk op de knop en zal de volgende meting starten.Voor de eerste tien seconden zal het zojuist opgeslagen gegeven tevoorschijn komen en hieruit wordt de huidige meting aangegeven.
Met een langere druk op de knop MODE, zal de meting gestopt worden, op het display verschijnt het laatst opgeslagen gegeven, de sessie start weer zoals hiervoor beschreven.
Na 16 tellen zal het display FULL aangeven, de nieuwe metingen zullen niet opgeslagen worden.
Bij het loshalen van de accu zullen de geworven metingen verloren gaan.
Visualisatie metingen
Wanneer u de functie lap timer binnentreedt, met voertuig in de stilstand, zult u in de modaliteit van de visualisering van de geworven metingen binnentreden.
Op het display in de centrale zone, waar normaal gesproken de huidige snelheid aangegeven wordt, verschijnt een sessienummer LAP en aan de onderkant de relatieve metingen.
Wanneer de motor weer start of bij een langere druk op de knop MODE, gaat de visualisering van de metingen uit de modaliteit.
Verwijdering metingen
Met de functie ODO voor u, geeft u een langere druk op de knop MODE die ervoor zorgt alle verworven metingen te verwijderen.
BATTERY VOLTAGE - ACCUSPANNING
Met de functie Klok voor u, geeft u een korte druk op de knop MODE en het display laat het icoon van de accu en de stand van de lading zien.
Als het systeem een afwijkende spanning tegenkomt (niet tussen de 10 en 16 Volt) verschijnt op het display het symbool " " knipperend.
gebruik en onderhoud RS 125
19
Servicebeurt
Wanneer de voorziene afstand voor het onderhoud dichterbij komt, zal op het display voor vijf seconden het icoon met de engelse sleutel knipperen.
Wanneer de afstand bereikt is, zal het icoon permament blijven branden.
Eerste start 1.000 km (625 mijl) Daaropvolgende starten: iedere 4000 km
(1,700 mijl) Na het uitgevoerde onderhoud,
geprogrammeerd door de Dealer en de Geauthoriseerde Apriliagarage, zal dit icoon verdwijnen.
gebruik en onderhoud RS 125
20
Selectie kilometers of mijl
Bij het aansluiten van de accu met de sleutel op " ", houdt u de knop MODE voor meer dan tien seconden ingedrukt. Zo zullen de kilometers (km) of de mijl (mi) ingeschakeld worden, zowel voor de odometer (ODO) als voor de tachometer.
Gedurende de eerste vijf seconden geeft het instrumentenpaneel geen enkele melding, hierna zal het opschrift van de huidige meting knipperen.Als de knop MODE losgelaten wordt voordat de tien seconden voorbij zijn, blijft de meting zoals hij was.

BELANGRIJKSTE ONAFHANKELIJKE BEDIENINGSELEMENTEN

6
4
1

BEDIENINGSELEMENTEN OP DE LINKERSTUURHELFT

De elektrische onderdelen werken
contactschakelaar in de stand “
enkel wanneer de
1) DRUKKNOP CLAXON (
De claxon treedt in werking wanneer de drukknop wordt ingedrukt.
2) SCHAKELAAR
RICHTINGAANWIJZERS (
De schakelaar naar links zetten om aan te geven dat u links gaat afslaan; de schakelaar naar rechts drukken om aan te geven dat u rechts gaat afslaan. Op het midden van de schakelaar drukken om de richtingaanwijzer uit te zetten.
” staat.
)
()
3) DIMLICHTSCHAKELAAR (
In de stand “” branden de parkeerlichten, de dashboardverlichting en het dimlicht altijd. In de stand “
5
4) KNOP MODE
Staat het gebruik van de multifuncionele computer toe.
3
COMPUTER).
5) CHOKE-HENDEL (
2
6) DRUKKNOP GROOTLICHTSIGNAAL

BEDIENINGSELEMENTEN OP DE RECHTERSTUURHELFT

contactschakelaar in de stand “
7) MOTORSTOPSCHAKELAAR (
Voor het instellen van de functies, zie pag. 16 (MULTIFUNCTIONELE
De choke voor het koud starten van de motor wordt in werking gesteld door de hendel “ Breng de hendel “ oorspronkelijke stand om de choke uit te schakelen.
(
)
U kan het grootlicht gebruiken om tegenliggers te verwittigen wanneer u inhaalt, bij gevaar of in een noodsituatie.
De elektrische onderdelen werken enkel wanneer de
” brandt het grootlicht.
)
” omlaag te draaien.
” weer in zijn
Bedien de motorstopschakelaar “ niet tijdens gewoon rijden.
 - )
” staat.
 - )
 - 
7
8
Dit is een veiligheids- of noodschakelaar. Met de schakelaar in de stand “ motor worden gestart; de motor wordt gestopt door de schakelaar in de stand “ te zetten.
Bij gestopte motor en met de contactschakelaar in de stand “
Wanneer de motorfiets tot stilstand is gekomen nadat de motor is gestopt, moet u de contactschakelaar in de stand “
8) STARTKNOP (
Wanneer de startknop “ ingedrukt, doet de startmotor de motor draaien. Voor het starten, zie pag. 36 (STARTEN).
”, kan de accu ontladen
worden.
” zetten.
)
” kan de
” wordt
gebruik en onderhoud RS 125
21
Stand Functie
Uittrekken
sleutel

CONTACTSCHAKELAAR

De contactschakelaar (1) bevindt zich op de stuurkolomplaat.
De sleutel bedient de
contactschakelaar/het stuurslot, het zadelslot en het brandstoftankslot. Bij de motorfiets worden twee sleutels geleverd (één reservesleutel).

STUURSLOT

Draai de sleutel nooit in de stand “ + ” terwijl u rijdt, om te vermijden dat u de controle over
de motorfiets verliest.
BEDIENING
Om het stuur te vergrendelen:
u
Draai het stuur volledig naar links.
u
Draai de sleutel in de stand “”.
u
Druk de sleutel in en draai hem in de
+”.
stand “
u
Trek de sleutel uit het contact.
+
Stuurslot
Het stuur is vergrendeld. De motor kan niet worden gestart.
De motor kan niet worden gestart.
De motor kan worden gestart.
De sleutel kan uit het contact worden getrokken.
De sleutel kan uit het contact worden getrokken.
De sleutel kan niet uit het contact worden getrokken.
22
gebruik en onderhoud RS 125

HULPUITRUSTING

4

HANDSCHOEN-/ GEREEDSCHAPSSETKASTJE

Het handschoen-/gereedschapssetkastje bevindt zich onder het zadel van de rijder; u kunt er als volgt bij komen:
u
Zet de motorfiets op de standaard.
u
Demonteer het zadel van de rijder, zie pag. 56 (DEMONTEREN VAN HET ZADEL VAN DE RIJDER).
u
Verwijder het waterdichte plastic.
De gereedschapsset (4) bevat: – Inbussleutels van 3, 5 mm
– Steeksleutel van 10-13 mm – Steeksleutel 8 mm – Bougiesleutel van 17-21 mm – Dubbele kruiskop-/4 mm inbussleutel – Speciale pijpsleutel voor de regulering
van de speling van koppeling.
– Gereedschapstasje
Max. toegestaan gewicht: 1,5 kg
gebruik en onderhoud RS 125
23
SPECIAAL GEREEDSCHAP J
Voor het uitvoeren van specifieke werkzaamheden is het raadzaam het volgende speciaal gereedschap te gebruiken (verkrijgbaar bij een officiële aprilia-dealer):
Gereedschap Werkzaamheden Pag.
Achterste standaard (2)
Voorste standaard (3)
Koppelingspennen achterstandaard (4)
Demonteren van achterwiel.
Afstellen van de transmissieketting.
Demonteren van voorwiel.
De motorfiets op de achterstandaard zetten.
52
54
50
47
gebruik en onderhoud RS 125
24
Loading...
+ 56 hidden pages