Aeg 47686GT-MN, 47686GT-WN, CKB64400BX User Manual

0 (0)

47686GT-MN 47686GT-WN CKB64400BX

USER MANUAL

NL

Gebruiksaanwijzing

2

FR

Fornuis

 

Notice d'utilisation

38

 

Cuisinière

 

2 www.aeg.com

INHOUDSOPGAVE

1.

VEILIGHEIDSINFORMATIE.........................................................................................

3

2.

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................

5

3.

MONTAGE ..................................................................................................................

8

4.

BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT......................................................................

14

5.

VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT....................

15

6.

KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK......................................................................

15

7.

KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS...............................................................

17

8.

KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING.......................................................

17

9.

OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK .................................................................................

18

10.

OVEN - KLOKFUNCTIES........................................................................................

20

11.

OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES...........................................................

22

12.

OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS........................................................................

23

13.

OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING................................................................

31

14.

PROBLEEMOPLOSSING.........................................................................................

34

15.

ENERGIEZUINIGHEID.............................................................................................

35

VOOR PERFECTE RESULTATEN

Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.

Ga naar onze website voor:

Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhoudsen reparatie-informatie:

www.aeg.com/support

Registreer uw product voor een betere service: www.registeraeg.com

Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:

www.aeg.com/shop

KLANTENSERVICE

Gebruik altijd originele onderdelen.

Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.

De informatie staat op het typeplaatje.

Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie

Algemene informatie en tips Milieu informatie

Wijzigingen voorbehouden.

NEDERLANDS 3

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

WAARSCHUWING!

Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.

Laat kinderen niet met het apparaat spelen.

Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg.

Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.

Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.

1.2Algemene veiligheid

Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren en de kabel vervangen.

Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum van 2000 m boven zeeniveau.

Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen, boten of vaartuigen.

Installeer het apparaat ter voorkoming van oververhitting niet achter een decoratieve deur.

4www.aeg.com

Installeer het apparaat niet op een platform.

Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem.

WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.

Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam bijv. met een deksel of blusdeken.

LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet onder constant toezicht staan.

WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.

Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.

Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe metalen schrapers om de glazen deur of de glazen afdekplaat van de kookplaat schoon te maken. Deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.

Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.

Verwijder voedselresten van het deksel voordat u het opent. Laat de kookplaat afkoelen voordat u het deksel sluit.

WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht.

Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei te plaatsen of verwijderen.

Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te plegen.

NEDERLANDS 5

Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.

Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.

Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze kan heet worden.

Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden. Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.

WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.

2.VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Dit apparaat is geschikt voor de volgende markten: FR NL

2.1 Installatie

WAARSCHUWING!

Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.

Verwijder alle verpakkingsmaterialen.

Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.

Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.

Wees altijd voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat omdat het zwaar is. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.

Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.

De afmetingen van de keukenkast en de uitsparing moeten kloppen.

Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.

Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.

Delen van het apparaat staan onder stroom. Sluit het apparaat met meubel om te voorkomen dat de gevaarlijke delen worden aangeraakt.

De zijkanten van het apparaat moeten naast apparaten of units staan van dezelfde hoogte.

Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend.

6www.aeg.com

Installeer een stabilisator om te voorkomen dat het apparaat kantelt. Raadpleeg de installatiegids.

2.2 Aansluiting aan het elektriciteitsnet

WAARSCHUWING!

Gevaar voor brand en elektrische schokken.

Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.

Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.

Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.

Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.

Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.

Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat, met name niet als deze heet is.

De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.

Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.

Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting.

Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.

Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.

De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.

Sluit de deur van het apparaat volledig voordat u de stekker in het stopcontact steekt.

2.3 Gasaansluiting

Alle gasaansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.

Controleer vóór de installatie of de plaatselijke distributieomstandigheden (gassoort en -druk) en de afstelling van het apparaat met elkaar te combineren zijn.

Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig is.

Op het typeplaatje staat informatie over de gastoevoer.

Dit apparaat mag niet aangesloten worden op een inrichting dat producten afvoert voor verbranding. Sluit het apparaat aan volgens de geldende installatieregels. Let op de vereisten voor voldoende ventilatie.

2.4 Gebruik

WAARSCHUWING!

Risico op letsel en brandwonden.

Gevaar voor elektrische schokken!

Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik.

De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.

Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn.

Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.

Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.

Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat als het apparaat aan staat. Er kan hete lucht ontsnappen.

Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.

Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.

WAARSCHUWING!

Risico op brand en explosie

Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt.

De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken.

Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.

Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.

Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.

Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan.

WAARSCHUWING!

Risico op schade aan het apparaat.

Om schade of verkleuring van het email te voorkomen:

zet geen kookgerei of andere voorwerpen direct op de bodem van het apparaat.

plaats geen water direct in het hete apparaat.

haal vochthoudende schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.

wees voorzichtig bij het verwijderen of bevestigen van accessoires.

Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet van invloed op de werking van het apparaat.

Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten. Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.

Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel.

Laat kookgerei niet droogkoken.

Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.

NEDERLANDS 7

Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop.

Leg geen aluminiumfolie op het apparaat of direct op de bodem van het apparaat.

Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op de kookplaat.

Zorg voor een goede ventilatie in de ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd.

Gebruik alleen stabiel kookgerei met de juiste vorm en een diameter groter dan de afmetingen van de branders.

Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de knop snel van de maximale stand naar de minimale stand draait.

Gebruik alleen de accessoires die zijn meegeleverd met het apparaat.

Plaats geen vlamverdeler op de brander.

Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer.

2.5 Reiniging en onderhoud

WAARSCHUWING!

Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat.

Schakel het apparaat voor onderhoud uit.

Trek de stekker uit het stopcontact.

Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.

Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met de erkende servicedienst.

Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat verwijdert. De deur is zwaar!

Achterblijvend vet of voedsel in het apparaat kan brand veroorzaken.

Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.

Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen

8 www.aeg.com

schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.

Raadpleeg als u een ovenspray gebruikt eerst de aanwijzingen op de verpakking.

Reinig niet het katalytisch email (indien van toepassing) met een schoonmaakmiddel.

De branders niet in de afwasautomaat reinigen.

2.6 Deksel

De specificatie van de deksel mag niet worden veranderd.

Maak de deksel regelmatig schoon.

Open de deksel niet als er is geknoeid op het oppervlak.

Schakel alle branders uit voordat u de deksel sluit.

Sluit het deksel niet tot de kookplaat en de oven volledig zijn afgekoeld.

Glazen deksels kunnen breken als ze warm worden (indien van toepassing).

2.7 Binnenverlichting

De gloeilampen of halogeenlampen in dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet voor andere doeleinden.

3.MONTAGE

WAARSCHUWING!

Raadpleeg de hoofdstukken

Veiligheid.

3.1 Locatie van het apparaat

U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten aan een of twee zijden en in de hoek plaatsen.

WAARSCHUWING!

Gevaar voor elektrische schokken!

Voordat u het lampje vervangt, dient u de stekker van het apparaat uit het stopcontact te halen.

Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties.

2.8 Verwijdering

WAARSCHUWING!

Gevaar voor letsel of verstikking.

Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat.

Haal de stekker uit het stopcontact.

Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.

Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in het apparaat vast komen te zitten.

Maak de externe gasleidingen plat.

2.9 Servicedienst

Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.

Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.

Houd een afstand van ongeveer 1 cm tussen het apparaat en de achterwand zodat de deksel open kan.

Zie voor minimale afstanden de tabel.

NEDERLANDS 9

B

C

A

Minimum afstanden

Afmetingen

mm

 

 

A

400

 

 

B

650

 

 

Afmetingen

mm

 

 

C

150

 

3.2 Technische gegevens

 

 

Spanning (Voltage)

220 - 240 V

 

 

Frequentie

50 - 60 Hz

 

 

Apparaatklasse

1

 

 

 

 

Afmeting

mm

 

 

Hoogte

857

 

 

Breedte

600

 

 

Diepte

600

 

 

3.3 Overige technische gegevens

Categorie apparaat:

II2E+3+

 

 

 

Gas origineel:

G20/G25 (2E+) 20/25 mbar

 

 

 

Gasvervanging:

G30 (3+)

28-30 mbar

 

G31 (3+)

37 mbar

 

 

 

3.4 Bypassdiameters

BRANDER

 

Ø BYPASS1) 1/100 mm

Sudderbrander

 

29 / 30

 

 

 

 

 

Medium brander

 

32

 

 

 

 

 

Multikroon

 

67

 

 

 

 

1) Type bypass is afhankelijk van het model.

 

 

3.5 Gasbranders voor AARDGAS G20 20 mbar

 

 

 

 

 

BRANDER

NORMAAL VER-

BEPERKT VERMOGEN

INSPUITERMARKE-

 

MOGEN kW1)

kW1)

RING 1/100 mm

Multikroon

4,0

1,80

146

 

 

 

 

Medium brander

2,0 - 1,9

0,43 - 0,45

96

 

 

 

 

Sudderbrander

1,0

0,35

70

1) Kraantype is afhankelijk van het model.

10www.aeg.com

3.6Gasbranders voor AARDGAS G25 25 mbar

BRANDER

NORMAAL VERBEPERKT VERMOGEN

INSPUITERMARKE-

 

MOGEN kW1)

kW1)

RING 1/100 mm

Multikroon

3,8

 

1,7

146

 

 

 

 

Medium brander

2,0 - 1,75

0,43 - 0,45

96

 

 

 

 

Sudderbrander

0,95 - 0,9

0,35

70

 

 

 

1) Kraantype is afhankelijk van het model.

 

 

3.7 Gasbranders voor LPG G30 28-30 mbar

 

 

 

 

 

 

BRANDER

NORMAAL

BEPERKT VER-

INSPUITERMAR-

NOMINALE GAS-

 

VERMOGEN

MOGEN kW

KERING 1/100

STROMING g/h

 

kW

 

mm

 

 

 

 

 

 

Multikroon

3.2

1.80

90x

233

 

 

 

 

 

Medium

2.0

0.43

71

145

brander

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Extra brander

1.0

0.35

50

73

 

 

3.8 Gasbranders voor LPG G31 37 mbar

 

 

 

 

 

BRANDER

NORMAAL

BEPERKT VERMOINSPUITER-

NOMINALE GAS-

VERMOGEN

GEN kW1)

MARKERING

STROMING g/h

 

kW1)

 

1/100 mm

 

Multikroon

4,0

1,8

101

286

 

 

 

 

 

Medium

2,0

0,43

71

143

brander

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sudderbran-

1,0

0,35

50

71

der

 

 

 

 

1) Type bypass is afhankelijk van het model.

3.9 Gasaansluiting

Kies vaste aansluitingen of gebruik een flexibele leiding van roestvrij staal, in overeenstemming met de voorschriften die van kracht zijn. Als u flexibele metalen leidingen gebruikt, moet u opletten dat deze niet in aanraking komen met bewegende onderdelen, of dat ze niet vastgeklemd worden.

WAARSCHUWING!

De gasleiding mag het deel van het apparaat niet raken zoals getoond in de afbeelding.

3.10 Aansluiting van flexibele niet-metalen leidingen

Als u eenvoudig toegang heeft tot de aansluiting, dan kunt u een flexibele leiding gebruiken. De flexibele leiding moet goed worden aangespannen door klemmen.

Gebruik bij montage altijd de leidinghouder en de pakking. De flexibele pijp is correct als:

ze niet meer kan worden opgewarmd dan kamertemperatuur, hoger dan 30 °C;

niet langer is dan 1.500 mm;

nergens nauw is;

niet gedraaid is;

niet in aanraking komt met scherpe randen of hoeken;

de staat eenvoudig kan worden gecontroleerd.

Zorg er bij het controleren van de flexibele pijp voor dat:

de leiding geen barsten, sneden, vlekken of brandsporen vertoont op de twee uiteinden en over de volledige lengte;

het materiaal niet gehard is, maar de juiste elasticiteit vertoont;

de bevestigingsklemmen niet verroest zijn;

de vervaldatum niet is verstreken.

Als er één of meerdere defecten waarneembaar zijn, mag de leiding niet worden gerepareerd, maar moet deze worden vervangen.

WAARSCHUWING!

Controleer waneer de installatie is voltooid of elke leidingfitting goed is afgedicht. Gebruik een zeepoplossing, geen vlam.

De gastoevoer bevindt zich aan de achterkant van het bedieningspaneel.

WAARSCHUWING!

Trek voordat u het gas aansluit eerst de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering uit.Sluit de primaire klep van de gastoevoer.

NEDERLANDS 11

3.11 Aanpassing aan verschillende types gas

Alleen bevoegde personen mogen de afstelling aan verschillende types gas uitvoeren.

Als het apparaat is ingesteld voor aardgas, dan kunt u dit met de geschikte injectors wijzigen naar vloeibaar gas. De hoeveelheid gas wordt aangepast.

WAARSCHUWING!

Voordat u de injectors vervangt, moet u ervoor zorgen dat de gasknoppen zich in de UIT-stand bevinden. Trek de stekker uit het stopcontact. Laat het apparaat afkoelen. U kunt letsel oplopen.

Het apparaat is ingesteld op standaardgas. Om de instelling te wijzigen moet u altijd de afdichtpakking gebruiken.

C

B

A

D

A.Gasaansluitingspunt (er is slechts één punt geschikt voor het apparaat)

B.Pakking

C.Instelbare aansluiting

D.LPG leidinghouder

3.12Vervangen van kookplaatinjectors

Vervang de injectors wanneer u het gastype wijzigt.

1. Verwijder de pannendrager.

12www.aeg.com

2.Verwijder de branderkappen en - kronen.

3.Maak de injectors los met een sleutel van 7 mm en verwijder deze.

4.Vervang ze door de injectors die nodig zijn voor het type gas dat u gebruikt.

5.Vervang het typeplaatje (naast de gastoevoerleiding) door het plaatje voor het nieuwe type gastoevoer.

U kunt het plaatje vinden in de zak die bij het apparaat geleverd is.

Als de druk van de gastoevoer niet constant is of verschilt van de vereiste druk, moet u een geschikte drukregelaar op de gastoevoerleiding monteren.

3.13 Aanpassen van de minimale gasstand op de fornuisbrander

1.Haal de stekker uit het stopcontact.

2.Verwijder de knop voor de kookplaat. Demonteer als de bypass-schroef niet toegankelijk is eerst het bedieningspaneel voor de afstelling.

3.Stel de stand van de bypass-schroef A af met een dunne en platte schroevendraaier.

Het model bepaalt de positie van de bypass-schroef A.

A

A

Omzetten van aardgas naar vloeibaar gas

1.Draai de bypass-schroef volledig vast.

2.Doe de knop terug.

Omzetten van vloeibaar gas naar aardgas

1.Draai de stand van de bypass-schroef A één draai los.

2.Plaats de knop voor de kookplaat terug.

3.Sluit het apparaat aan op het stopcontact.

WAARSCHUWING!

Steek de stekker pas in het stopcontact wanneer alle onderdelen terug op hun oorspronkelijke plaats zitten. U kunt letsel oplopen.

4.Steek de brander aan.

Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat - Dagelijks gebruik'.

5.Draai de knop voor de kookplaat naar een laagste stand.

6.Verwijder de knop voor de kookplaat weer.

7.Draai de bypass-schroef langzaam vast tot de vlam klein en stabiel wordt.

8.Plaats de knop voor de kookplaat weer terug.

3.14 Het apparaat waterpas zetten

Gebruik kleine pootjes aan de onderkant van het apparaat om het kookoppervlak aan de bovenkant waterpas met andere oppervlakken te brengen.

3.15 Anti-kantelbescherming

Stel de correcte hoogte in en bepaal waar op het apparaat u de antikantelbescherming gaat plaatsen.

LET OP!

Zorg dat u de antikantelbescherming op de correcte hoogte installeert.

Zorg ervoor dat het oppervlak achter het apparaat glad is.

U moet de anti-kantelbescherming installeren. Als u dat niet doet, kan het apparaat kantelen.

Uw apparaat is voorzien van het symbool weergegeven in de afbeelding (indien van toepassing) om u te herinneren aan de montage van de antikantelbescherming.

1.Installeer de anti-kantelbescherming 232-237 mm onder het bovenvlak van het apparaat en 110-115 mm van de zijkant van het apparaat in de ronde opening op een steun. Schroef de beveiliging stevig in solide materiaal of gebruik geschikte versteviging (muur).

NEDERLANDS

13

110-115

 

MM

 

232237

 

MM

 

2.U vindt het gat aan de linkerachterkant van het apparaat. Til de voorkant van het apparaat op en plaats dit in het midden van de ruimte tussen de kastjes. Als de afstand tussen de aanrechtkastjes groter is dan de breedte van het apparaat, moet u de zijmaten aanpassen als u het apparaat wilt centreren.

Als u de afmetingen van het fornuis hebt gewijzigd, dan moet u de antikantelbescherming correct uitlijnen.

LET OP!

Als de afstand tussen de aanrechtkastjes groter is dan de breedte van het apparaat, moet u de zijmaten aanpassen als u het apparaat wilt centreren.

3.16 Elektrische installatie

WAARSCHUWING!

De fabrikant is niet verantwoordelijk indien u deze veiligheidsmaatregelen uit hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie' niet opvolgt.

Dit apparaat wordt geleverd met stekker en netsnoer.

WAARSCHUWING!

De stroomkabel mag het onderdeel van het apparaat dat getoond wordt in de illustratie niet raken.

Aeg 47686GT-MN, 47686GT-WN, CKB64400BX User Manual

14 www.aeg.com

4.BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

4.1Algemeen overzicht

1

2

3

4

Toetsen voor de kookplaat

 

 

 

 

 

 

 

5

Elektronische tijdschakelklok

 

 

 

 

Knop voor de temperatuur

 

 

 

6

Temperatuurindicator / symbool

 

 

 

Knop voor de ovenfuncties

4

 

 

7

 

 

 

 

 

 

Verwarmingselement

3

 

 

8

10

 

 

Lampje

 

 

 

2

 

 

 

 

1

 

 

 

Ventilator

 

 

 

9

Verwijderbare inschuifrail

Roosterhoogtes

4.2 Indeling kookplaat

1 2 3

Hulpbrander

Stoomuitlaat - nummer en positie afhankelijk van het model

Medium brander

Medium brander Multikroonbrander

5 4

4.3 Accessoires

Voor kookgerei, baken

• Bakrooster

braadvormen.

• Bakplaat

NEDERLANDS 15

Voor gebak en koekjes.

Grill-/braadpan

Voor braden en roosteren of als schaal om vet op te vangen.

Bewaarlade

Onder de ovenruimte bevindt zich een bewaarlade.

Optionele telescopische geleiders

Voor roosters en bakplaten. Ze zijn apart te bestellen.

5.VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT

 

WAARSCHUWING!

Activeer om de tijd te wijzigen het

 

apparaat en druk op

en

 

Raadpleeg de hoofdstukken

 

 

Veiligheid.

 

 

 

 

tegelijkertijd of

 

.

 

 

 

 

5.1 Eerste reiniging

Druk als de puntjes tussen de uren en

minuten knipperen op of om de

Verwijder all accessoires en verwijderbare

nieuwe tijd in te stellen.

inschuifrails uit de oven.

5.3 Voorverwarmen

 

Zie het hoofdstuk

 

 

 

 

 

 

 

 

'Onderhoud en reiniging'.

Warm de lege oven voor het eerste

Reinig de oven en accessoires voor het

gebruik voor.

 

 

 

 

 

 

 

eerste gebruik.

1.

Stel de functie

 

en de

Zet de accessoires en verwijderbare

 

maximumtemperatuur in.

inschuifrails terug in de beginstand.

2.

Laat het apparaat een uur werken.

5.2 Tijd instellen

3.

Stel de functie

en stel de

 

maximumtemperatuur in. Maximale

U moet de tijd instellen voordat u de

 

temperatuur voor deze functie is

oven bedient.

4.

210 °C.

 

Na aansluiting van het apparaat op het

Laat de oven 15 minuten werken.

5.

Stel de functie

en stel de

stopcontact en na een stroomstoring

 

maximumtemperatuur in.

knippert het display automatisch.

6.

Laat de oven 15 minuten werken.

 

 

 

 

1. Druk op de selectieknop

 

.

7.

Zet de oven uit en laat deze

 

Het symbool timer actief gaat branden.

 

afkoelen.

 

2. Druk op de of om de correcte

Accessoires kunnen heter worden dan

tijd in te stellen.

normaal. De oven kan een vreemde geur

en rook afgeven. Zorg dat er voldoende

Na ongeveer 5 seconden stopt het

luchtcirculatie in de ruimte is.

knipperen en geeft de klok de ingestelde

 

tijd van de dag weer.

 

6. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!

Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

6.1 Ontsteking van de fornuisbrander

Ontvlam de brander altijd vóór u het kookgerei erop plaatst.

16 www.aeg.com

WAARSCHUWING!

Ga voorzichtig te werk bij het gebruik van branders (open vuur) in de keuken. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden in geval van onjuist gebruik van de vlam.

1.Draai de knop voor de kookplaat linksom naar de maximale gasstand

en druk de knop in om de brander aan te steken.

2.Houd de knop voor de kookplaat ingedrukt gedurende 10 seconden of minder om het thermokoppel voor te verwarmen. Als u dat niet doet, wordt de gastoevoer onderbroken.

3.Stel de vlam af zodra deze regelmatig brandt.

WAARSCHUWING!

Houd de knop niet langer dan 15 seconden ingedrukt. Als de brander na 15 seconden nog niet brandt, de knop loslaten en minstens 1 minuut wachten voordat u opnieuw probeert de vlam te ontsteken.

Als de brander na enkele pogingen niet aan gaat, controleer dan of de kroon en het branderdeksel goed op hun plaats zitten.

Als er geen elektriciteit is kunt u de brander zonder de elektrische voorziening aansteken. Breng een vlam dichtbij de brander, druk de bijbehorende knop in en draai de knop naar de maximale stand. Houd de controleknop ingedrukt gedurende 10 seconden of minder om het thermokoppel voor te verwarmen.

Draai als de brander per ongeluk uit gaat de knop naar de uit stand en probeer na minimaal 1 minuut de brander weer aan te steken.

De vonkontsteking kan automatisch starten wanneer u de stekker in het stopcontact steekt, na de installatie of na een stroomonderbreking. Dat is normaal.

6.2 Branderoverzicht

A

B

C

D

A

B

C

D

A.Branderkap

B.Branderkroon

C.Ontstekingsbougie

D.Thermokoppel

6.3 De brander uitschakelen

Om de vlam te doven, de knop naar de off-positie draaien .

NEDERLANDS 17

WAARSCHUWING!

Draai de vlam altijd lager of schakel hem uit voordat u de pan van de brander haalt

7. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!

Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

7.1 Kookgerei

WAARSCHUWING!

Zet één pan niet op twee branders.

WAARSCHUWING!

Zet geen instabiele of beschadigde pannen op de brander om morsen en letsel te voorkomen.

LET OP!

Zorg dat de handvaten van de pot niet boven de voorste rand van het werkblad komen.

LET OP!

Zorg dat de potten zich in het midden van de brander bevinden, voor een maximum aan stabiliteit en lager gasverbruik.

7.2 Diameters van kookgerei

WAARSCHUWING!

Gebruik alleen kookgerei met een bodemdiameter die geschikt is voor de afmeting van de branders.

Brander

Diameter van het

 

kookgerei (mm)

 

 

Extra brander

120 - 180

 

 

Medium brander

140 - 220/2401)

Multikroon

160 - 240/2601)

1) Als er maar één pan op de kookplaat wordt gebruikt.

8. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!

Raadpleeg de hoofdstukken

Veiligheid.

8.1 Algemene informatie

Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon.

Gebruik altijd pannen met een schone bodem.

Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat.

Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat.

Was de onderdelen van roestvrij staal af met water en droog ze vervolgens met een zachte doek.

8.2 De kookplaat schoonmaken

Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten folie, suiker en suikerhoudende gerechten. Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen. Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen.

18www.aeg.com

Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalken waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek.

Was de geëmailleerde delen, deksel en kroon met een warm sopje en laat ze goed drogen alvorens ze terug te plaatsen.

8.3 Reinigen van de ontstekingsknop

Dit onderdeel is uitgerust met een keramische ontstekingsbougie met een metalen elektrode. Reinig deze onderdelen altijd grondig, om moeilijkheden bij het aansteken te voorkomen, en controleer of de branderkroonopeningen niet verstopt zijn.

1.U kunt de pansteunen verwijderen voor een gemakkelijke reiniging van het kookplaat.

Ga zeer voorzichtig te werk bij het vervangen van de pannendrager, dit om schade aan het oppervlak van de kookplaat te vermijden.

2.Zorg er na het reinigen van de pansteunen voor dat u ze in de juiste stand terugplaatst.

3.Om ervoor te zorgen dat de brander goed werkt, moeten de armen van de pannendrager in het midden van de brander worden geplaatst.

8.5 Periodiek onderhoud

Raadpleeg regelmatig uw lokale serviceafdeling, om de staat van de gastoevoerleiding en de drukregelaar (indien gemonteerd) te controleren.

8.4 Pannendragers

De pansteunen zijn niet bestand tegen afwassen in een afwasautomaat. Ze moeten met de hand worden afgewassen.

9. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!

Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

9.1 Het apparaat aanen uitzetten

Het hangt van het model of uw apparaat knopsymbolen, indicatielampjes of lampjes heeft:

Het lampje gaat aan als het apparaat in werking is.

Het symbool geeft aan of de knop de kookzones, de ovenfuncties of de temperatuur bedient.

Het indicatielampje gaat aan wanneer de oven opwarmt.

1.Zet de functieknop van de oven op een ovenfunctie.

2.Draai de temperatuurknop om een temperatuur te kiezen.

3.Draai om het apparaat uit te schakelen, de knop voor de ovenfuncties en de knop voor de temperatuur naar de uit-stand.

NEDERLANDS 19

gevaarlijke oververhitting veroorzaken. Om dit te voorkomen is de oven voorzien van een veiligheidsthermostaat die de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingeschakeld.

9.2 Veiligheidsthermostaat

Een onjuiste bediening van het apparaat of defecte componenten kunnen

9.3 Ovenfuncties

Sym-

 

Ovenfuncties

Applicatie

bool

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uit-stand

De oven staat uit.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ovenlampje

Het lampje activeren zonder een bereidingsfunctie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Boven- /onderwarmte

Voor het bakken en braden op één ovenniveau.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onderwarmte

Voor het bakken van taarten met een knapperige bo-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

dem en het inmaken van voedsel.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Warme lucht

Voor het braden of bakken van gerechten waarvoor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op meer-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

dere roosterhoogten, zonder dat er smaken worden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

overgebracht van het ene naar het andere gerecht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bereiding met hete lucht

Om op 2 rekstanden te bakken en tegelijk voedsel te

 

 

 

 

 

 

 

 

 

drogen.Stel de temperatuur 20 - 40 °C lager in dan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

voor Boven- /onderwarmte.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20 www.aeg.com

Sym-

Ovenfuncties

Applicatie

bool

 

 

 

 

 

 

 

 

Vochtig bakken

Deze functie is ontworpen om tijdens de bereiding

 

 

 

energie te besparen. Zie het hoofdstuk 'Hints and

 

 

 

tips’ voor bereidingsinstructies Vochtig bakken. De

 

 

 

ovendeur dient tijdens de bereiding gesloten te zijn,

 

 

 

zodat de functie niet wordt onderbroken en om er-

 

 

 

voor te zorgen dat de oven op de hoogst mogelijke

 

 

 

energie-efficiëntie functioneert. Bij het gebruik van

 

 

 

deze functie kan de temperatuur in de ruimte ver-

 

 

 

schillen van de ingestelde temperatuur. Het verwar-

 

 

 

mingsvermogen kan worden verminderd. Zie voor al-

 

 

 

gemene aanbevelingen voor energiebesparing het

 

 

 

hoofdstuk `Energie-efficiëntie’, Oven - Energiebespa-

 

 

 

ring. Deze functie wordt gebruikt om de energie-effi-

 

 

 

ciëntieklasse vast te stellen overeenkomstig EN

 

 

 

60350-1.

 

 

 

 

 

 

Turbogrill

Voor het braden van grotere stukken vlees of gevo-

 

 

 

 

 

gelte met botten op één niveau. Voor gratineren en

 

 

 

bruinen.

 

 

 

 

 

 

Pizza-stand

Voor het bakken van pizza. Voor intensieve bruining

 

 

 

en een knapperige bodem.

 

 

 

 

 

 

Ontdooien

Om voedsel te ontdooien (groenten en fruit). De ont-

 

 

 

dooitijd hangt af van de hoeveelheid en dikte van

 

 

 

het voedsel.

 

 

 

 

10.OVEN - KLOKFUNCTIES

10.1Display

A B C D

A.Lampje voor de TIJDSDUUR en de EINDTIJD

B.Tijdweergave

C.Timer actief lampje

D.KOOKWEKKER-lampje

10.2 Toetsen

Knop

Functie

Beschrijving

 

 

 

 

MIN

Om de tijd in te stellen.

 

 

 

 

KLOK

De klokfunctie instellen.

 

 

 

 

 

PLUS

Om de tijd in te stellen.

 

 

 

 

 

NEDERLANDS 21

10.3 Tabel met klokfuncties

 

 

 

 

Klokfunctie

 

Applicatie

 

 

 

00:00

DAGTIJD

Met deze functie kunt u de dagtijd instel-

 

 

len, wijzigen of controleren.

 

 

 

dur

BEREIDINGSDUUR

Instellen hoelang het apparaat in werking

 

 

is (1 min. - 10 uur).

 

 

 

End

EINDE

Instellen wanneer het apparaat wordt uit-

 

 

geschakeld (1 min. - 10 uur).

 

 

 

dur + End

VERTRAGINGSTIJD

Om de functies BEREIDINGSDUUR en

 

 

EINDE te combineren.

 

 

 

 

KOOKWEKKER

Om de tijd af te tellen (1 min - 23 uur 59

 

 

minuten). Deze functie heeft geen invloed

 

 

op de werking van het apparaat.

 

 

 

10.4 De BEREIDINGSDUUR instellen

1.Stel een ovenfunctie en de temperatuur in.

2.Druk herhaaldelijk op totdat dur begint te knipperen.

3.Druk op of om de tijd voor de BEREIDINGSDUUR in te stellen.

Het display toont dur en symbool A.

4.Wanneer de tijd is verlopen, knippert dur en weerklinkt er gedurende 7 minuten een geluidssignaal. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.

5.Druk op een willekeurige toets om het geluidsignaal uit te zetten.

6.Draai de knop voor de ovenfuncties en de knop voor de temperatuur naar de uitstand.

10.5 Het EINDE instellen

1.Stel een ovenfunctie en de temperatuur in.

2.Druk herhaaldelijk op totdat End begint te knipperen.

3.Druk op of om de tijd in te stellen.

Het display toont End en symbool A.

4.Wanneer de tijd is verlopen, knippert End en weerklinkt er gedurende 7 minuten een geluidssignaal. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.

5.Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te zetten.

6.Draai de knop voor de ovenfuncties en de knop voor de temperatuur naar de uitstand.

10.6 De functie TIJDVERTRAGING instellen

1.Stel een ovenfunctie en de temperatuur in.

2.Druk herhaaldelijk op totdat dur begint te knipperen.

3.Druk op of om de BEREIDINGSDUUR in te stellen.

4.Druk op .

5.Druk op of om de tijd voor EINDE in te stellen.

6.Druk ter bevestiging op .

Het apparaat gaat later automatisch aan, werkt voor de ingestelde BEREIDINGSDUUR en stopt op de ingestelde EINDTIJD. Op de ingestelde tijd, weerklinkt er gedurende 7 minuten een geluidssignaal. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.

7.Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te zetten.

8.Draai de knop voor de ovenfuncties en de knop voor de temperatuur naar de uitstand.

22www.aeg.com

10.7De KOOKWEKKER instellen

1.Blijf op drukken totdat begint te knipperen.

2.Druk op of om de gewenste tijd in te stellen.

3.Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende 7 minuten een geluidssignaal. Druk op een willekeurige toets om het geluidsignaal uit te zetten.

10.8 De klokfuncties annuleren

1.Blijf op drukken tot het symbool voor de benodigde ovenfunctie knippert.

2.Houd de knoppen en tegelijkertijd ingedrukt.

De klokfunctie gaat na een paar seconden uit.

10.9 Het geluidssignaal wijzigen

1.Houd om het huidige geluidssignaal te horen de toets ingedrukt.

2.Druk herhaaldelijk op om het signaal te veranderen.

3.Laat de knop los.

Het laatste geluid dat u instelt is het nieuwe geluid.

4.Wacht 5 seconden tot de instelling automatisch wordt bevestigd.

Als het apparaat uit het stopcontact wordt getrokken of na een stroomstoring is het geluidssignaal weer ingesteld op het standaardgeluid.

11. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES

WAARSCHUWING!

Raadpleeg de hoofdstukken

Veiligheid.

11.1 De accessoires plaatsen

Bakrooster:

Duw de bakplaat niet helemaal tot de achterwand van de oven. Dit zal voorkomen dat de warmte rondom de bakplaat kan circuleren. Het gerecht kan verbranden, vooral aan de achterzijde van de bakplaat.

Schuif het rooster tussen de geleidestangen van het ovenniveau.

Plaat:

Plaats het blik of de diepe plaat tussen de geleidestangen van de inschuifrail. Zorg ervoor dat het de achterwand van de oven niet raakt.

Bakrooster en braadpan samen:

Schuif de braadpan tussen de geleidestangen van de roostersteun en het rooster op de roostersteun er boven.

NEDERLANDS 23

12. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!

Raadpleeg de hoofdstukken

Veiligheid.

De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.

12.1 Algemene informatie

Het apparaat heeft vier inzetniveaus. Tel de inzetniveaus vanaf de bodem van het apparaat.

Het apparaat heeft een speciaal systeem dat de lucht circuleert en voor doorlopende recycling van stoom zorgt. Dankzij dit systeem is het mogelijk om voedsel te bereiden in een atmosfeer met stoom en worden de gerechten zacht van binnen en knapperig van buiten. Bovendien worden de bereidingstijd en het energieverbruik tot een minimum beperkt.

Vocht kan in het apparaat of op de glazen deurpanelen condenseren. Dit is normaal. Ga altijd iets terug staan van het apparaat als u de deur van het apparaat tijdens de werking opent. Om de condens te verminderen, dient u het apparaat 10 minuten te laten voorverwarmen.

Veeg na elk gebruik het vocht van het apparaat.

Plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek de

bodem tijdens de bereiding niet met aluminiumfolie. Dit kan de bakresultaten veranderen en de emaillelaag beschadigen.

12.2 Bakken

Uw oven kan anders bakken of roosteren dan de oven die u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen zoals temperatuur, gaartijd en ovenniveau aan de tabelwaarden aan.

Gebruik de eerste keer de laagste temperatuur.

Als u voor een speciaal recept de instelling niet kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk recept.

Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn.

Als de cake niet overal even hoog is, wordt de cake in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces.

Tijdens het bakken kunnen bakplaten in de oven vervormen. Wanneer de bakplaten afkoelen, verdwijnt de vervorming.

12.3 Voor de bereiding van gebak

De ovendeur mag pas worden geopend als driekwart van de baktijd is verstreken.

24www.aeg.com

Als u twee bakplaten tegelijkertijd gebruikt, dient u één niveau ertussen leeg te laten.

De functie boven + onderwarmte is samen met de standaard temperatuur ideaal voor het bakken van brood.

12.4 Voor de bereiding van vlees en vis

Gebruik een diepe bak voor erg vet voedsel om te oven te behoeden voor blijvende vetvlekken.

Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten voordat u het aansnijdt, zodat het vleessap er niet uit stroomt.

Om te veel rook tijdens het braden in de oven te vermijden, kunt u een

beetje water in de lekbak gieten. Om rook te vermijden, voegt u water toe wanneer het is opgedroogd.

12.5 Bereidingstijden

De bereidingsduur is afhankelijk van het soort voedsel, de samenstelling en het volume.

Houd in eerste instantie het bereidingsproces in de gaten. Zoek bij het gebruik van dit apparaat de beste instellingen (temperatuur, bereidingsduur, etc.) voor uw kookgerei, recepten en hoeveelheden.

12.6 Boven- /onderwarmte

Gerecht

Hoeveel-

Temperatuur

Tijd (min.)

Rek-

Accessoires

 

heid (g)

(°C)

 

 

stand

 

 

 

 

 

 

 

 

Platte taart1)

1000

160 - 170

30

- 35

2

bakblik

Koffiebroodjes

2000

170 - 190

40

- 50

3

bakblik

met appel en

 

 

 

 

 

 

gist

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pannenkoek

1500

160 - 170

45

- 552)

2

bakblik

Hele kip

1350

200 - 220

60

- 70

2

bakrooster

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

bakblik

 

 

 

 

 

 

 

Halve kip

1300

190 - 210

35

+ 30

3

bakrooster

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

bakblik

 

 

 

 

 

 

 

Gebraden var-

600

190 - 210

30

- 35

3

bakrooster

kenskotelet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

bakblik

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Broodtaart1)

800

230 - 250

10

- 15

2

bakblik

Gevulde gistca-

1200

170 - 180

25

- 35

2

bakblik

ke1)

 

 

 

 

 

 

Kwarktaart

2600

170 - 190

60

- 70

2

bakblik

 

 

 

 

 

 

 

Zwitserse appel-

1900

200 - 220

30

- 40

1

bakblik

flan1)

 

 

 

 

 

 

Kerstcake1)

2400

170 - 180

55

- 653)

2

bakblik

Loading...
+ 56 hidden pages