Yamaha MU100R User Manual [nl]

TOONGENERATOR
GENERAL
POWER
ON/ OFF
DATA BOEK
SPECIALE MEDEDELINGEN
Dit produkt maakt gebruik van batterijen of een externe voeding (een adaptor). Sluit dit produkt NIET aan op een andere adaptor dan die, die omschreven staat in de handleiding, op het naamplaatje of in het bijzonder is aangeraden door Yamaha.
WAARSCHUWING: Plaats dit produkt niet op een plaats waar iemand er op zou kunnen stappen/over zou kunnen vallen, of iemand iets over het stroomsnoer of de kabels kan rollen. Het gebruik van een verlengkabel wordt afgeraden! Als dit niet te vermijden is, hou er dan rekening mee dat de minimum snoergrootte van een 25’ snoer (of minder) 18AWG is. N.B.: des te kleiner het AWG nummer, des te groter de capaciteit. Raadpleeg de plaatselijke elektricien voor langere verlengsnoeren.
Dit produkt kunt u het beste alleen gebruiken met de meegeleverde componenten, of een kar, rack of standaard die wordt aangeraden door Yamaha. Als u zo’n component gebruikt, let dan goed op alle veiligheidsmarkeringen en instructies die het component vergezellen.
SPECIFICATIES KUNNEN ZICH WIJZIGEN:
Wij geloven dat de informatie in deze handleiding correct is ten tijde van printen. Yamaha behoudt zich echter het recht voor om specificaties te wijzigen of aan te passen, zonder hier vantevoren melding van te maken op bestaande apparatuur te update’n.
Dit produkt, alleen of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, is in staat geluidsniveaus te produceren die gehoorverlies op kunnen leveren. WERK NIET te lang op te hoge volumes, of op oncomfortabele niveaus. Als u gehoorverlies ervaart of gering in uw oren moet u onmiddelijk contact opnemen met een sonoloog. BELANGRIJK: Des te harder het geluid des te sneller schade optreedt.
Sommige Yamaha produkten zijn vergezeld van krukjes en/of accessoires die bevestigd moeten worden. Een aantal van deze accessoires moeten door de dealer worden bevestigd of geïnstalleerd. Zorg er a.u.b. voor dat krukjes stabiel zijn en te bevestigen accessoires stevig bevestigd zijn VOORDAT u er gebruik van maakt.
OPMERKING:
Reparaties die te wijten zijn aan gebrek aan kennis met hoe een functie of een effect werkt (als het apparaat naar behoren functioneert), worden niet gedekt door de garantie, en zijn derhalve de verantwoording van de eigenaar. Bestudeer deze handleiding a.u.b. goed en raadpleeg uw dealer alvorens om service te verzoeken
zijn ervan overtuigd dat onze produkten en produktiemethodes hieraan voldoen. Overeenkomstig de letter en de geest van de wet willen we u van het volgende op de hoogte brengen:
BATTERIJ: Dit artikel KAN een kleine, niet vervangbare batterij bevatten, die (indien van toepassing) is vast gesoldeerd. De gemiddelde levensduur van een dergelijke batterij is ongeveer vijf jaar. Wanneer u aan vervanging toe bent, neem dan contact op met een erkend servicebedrijf om de vervanging uit te voeren.
Dit produkt kan ook “huishoud” type batterijen bevatten. Sommige van dit type batterij kan opgeladen worden. Zorg er voor dat batterij die opgeladen wordt inderdaad opgeladen kan worden en dat de oplader bedoeld is voor de batterij die u op wil laden.
Als u de batterijen wilt vervangen meng dan nooit oude- en nieuwe batterijen of verschillende soorten batterijen. Batterijen MOETEN goed vervangen worden. Gemaakte fouten bij het vervangen van de batterijen kunnen leiden tot oververhitting en ontploffende batterijen.
WAARSCHUWING: Probeer oude batterijen niet te demonteren of te verbranden. Houd ze weg bij kinderen. Gooi oude batterijen volgens voorschrift weg.
N.B. Vraag bij uw leverancier waar u batterijen naar toe kan brengen.
AFVAL VOORSCHRIFT: Wanneer dit artikel beschadigt raakt en niet meer te repareren is, gooi het dan weg volgens de geldende wettelijke voorschriften voor produkten die lood, batterijen, plastic e.d. bevatten. Kan uw leverancier u niet helpen, neem dan direct contact op met Yamaha.
NAAMPLAATJE:
Het naamplaatje zit boven op het instrument. Op dit plaatje staat het model nummer, serienummer, voeding vereisten enz. Hieronder zou u het model nummer, serienummer en de datum van aanschaf in moeten vullen, en de handleiding goed bewaren als een permanent ‘bewijs’ van aanschaf.
POWER
ON/ OFF
MILIEUPROBLEMATIEK: Yamaha streeft naar produkten die zowel veilig in het gebruik als milieuvriendelijk zijn. We zijn ervan overtuigd dat onze produkten en produktiemethodes hieraan voldoen. Overeenkomstig de letter en de geest van de wet willen we u van het volgende op de hoogte brengen:
MILIEUPROBLEMATIEK: Yamaha streeft naar produkten die zowel veilig in het gebruik als milieuvriendelijk zijn. We
Model
Serienummer.
Datum van aanschaf
BEWAAR DEZE HANDLEIDING GOED!
VOORZORGSMAATREGELEN
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT
* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor later.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modificeer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de gebruiker te vervangen onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te zijn, stop dan met het gebruiken van het instrument en laat het nakijken door gekwalificeerd Yamaha personeel.
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of natte omstandigheden, plaats geen voorwerpen op het instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
• Als het snoer van de adaptor beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling geluidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of rook uit het instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument na laten kijken door gekwalificeerd Yamaha personeel.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Plaats het stroomsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming en kachels, verbuig of beschadig het snoer niet, plaats geen zware voorwerpen op het snoer, leg het snoer uit de weg, zodat niemand er op trapt, er over kan struikelen en zodat er geen zware voorwerpen over heen kunnen rollen.
• Als u de stekker uit het stopcontact haalt moet u altijd aan de stekker trekken, nooit aan het snoer. Aan het snoer trekken kan het beschadigen.
• Sluit het instrument niet aan op een stopcontact die een T-Plug bevat. Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.
• Haal het instrument uit het stopcontact als u het lange tijd niet gebruikt, of tijdens onweer.
• Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aanzet moet u alle volumes op minimum zetten.
• Stel het instrument niet bloot aan overdreven schokken of stof, extreme koude of warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming of in de auto) om verkleuren te voorkomen aan het paneel of schade aan de interne elektronica.
• Gebruik het instrument niet in de buurt van elektrische produkten zoals televisies, radio's of speakers, aangezien deze interferentie kunnen veroorzaken die de prestaties van de andere apparatuur kunnen beïnvloeden.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar deze kan vallen.
• Verwijder alle kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
• Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een droge, schone doek. Gebruik geen oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes. Plaats daarbij geen voorwerpen van vinyl op het instrument aangezien deze het paneel en het toetsenbord kunnen verkleuren.
• Gebruik alleen de gespecificeerde adaptor (PA-3B of aanverwante, door Yamaha aangeraden) adaptor. Het gebruik van een verkeerde adaptor kan schade veroorzaken aan het instrument, te wijten aan oververhitting.
• Haal altijd de stekker uit het stopcontact voor u het instrument schoonmaakt. Haal nooit een stekker uit het stopcontact als u natte handen hebt.
• Controleer zo nu en dan de stroomstekker, en verwijder stof en viezigheid die zich verzamelt op de stekker.
• Leun niet op, en plaats geen zware voorwerpen op het instrument, ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument niet te lang op een niet comfortabel geluidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies op kan leveren. Als u gehoorverlies constateert of geruis in uw oren, neem dan contact op met een K.N.O.-arts.
n DE BACKUP BATTERIJ VERVANGEN
• Dit instrument bevat een niet oplaadbare interne backup batterij, waardoor de gegevens bewaard blijven, zelfs als het instrument uitstaat. Als deze vervangen moet worden verschijnt de melding “Battery Low” in de display. Als dit gebeurd moet u onmiddellijk uw data backuppen (op een extern opslagmedium zoals de op floppy-disk gebaseerde Yamaha MIDI Data Filer MDF2), waarna de batterij vervangen moet worden door gekwalificeerd Yamaha personeel.
• Probeer de batterij niet zelf te vervangen, daar dit gevaarlijk is. Laat de batterij altijd vervangen door gekwalificeerd Yamaha personeel.
• Leg de batterij niet op een plek die toegankelijk is voor kinderen, aangezien een kind de batterij in zou kunnen slikken. Als dit echter toch gebeurd moet u onmiddellijk contact opnemen met een arts.
• USER DATA OPSLAAN
Bewaar frequent gegevens op floppy disk, om te voorkomen dat u belangrijke
data kwijtraakt door een bedieningsfout of stuk gaan van het apparaat.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die is te
wijten aan onzorgvuldig gebruik of modificaties die zijn aangebracht
aan het instrument, of data die kwijt is geraakt of vernietigd.
Doe het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
PRECAUTIONS
i
Welkom bij de MU100R
Welkom bij de MU100R
Gefeliciteerd en dank u voor de aanschaf van de Yamaha MU100R Toon­generator!
De MU100R is een geavanceerde toongenerator die een verbazing­wekkend totaal van 1523 hoge kwaliteit Voices biedt, volledige General
MIDI compatibiliteit — inclusief Yamaha’s nieuwe XG-MIDI (Extended General MIDI) — plus eenvoudige aansluiting op een compu-
ter, alles in één compact, eenvoudig te gebruiken 19” apparaat.
Onder de 1523 Voices vallen 256 buitengewoon realistische en expressieve VL Voices — meegeleverd in een aparte, maar toch geïntegreerde Virtual Acoustic Synthese toongenerator.
Met de handige ingebouwde to-host computer interface en MIDI aan- sluitingen, is de MU100R ideaal voor ieder computer muzieksysteem — van het aansluiten op een eenvoudige laptop tot integratie in een complete MIDI studio. De grote LCD en de intuïtieve grafische bedienings­elementen (controls) op de display, maken de MU100R ontzetten eenvou­dig in het gebruik.
De MU100R is tevens uitgerust met twee volledig onafhankelijke MIDI
ingangen, is 32-voudig multi-timbraal, en volledig 64-stemmig poly­foon, zodat zelfs de meest ingewikkelde songdata moeiteloos afge­speeld kan worden. Een speciale Performance mode biedt u flexibele
vier-Voice mogelijkheden, voor bijvoorbeeld een live optreden. Tevens zijn er zes digitale multi-effecten en twee EQ gedeeltes ingebouwd (één per part, en één algemene), hetgeen het mogelijk maakt om op allerlei ma­nieren het geluid aan uw eigen smaak aan te passen. Daarnaast biedt de MU100R een grote hoeveelheid uitgebreide, maar toch eenvoudig te ge­bruiken functies om het geluid dat u wilt te verkrijgen.
De MU100R bevat tevens handige A/D ingangen waarop u een micro- foon, elektrische gitaar of ander instrument aan kunt sluiten, en deze mixen met de Voices van de MU100R. Met het aparte Harmony effect ge­deelte kunt u automatisch twee-, drie- of viervoudige harmonieën aan uw A/D ingang toevoegen, en deze - afhankelijk van de akkoorden die u op een aangesloten MIDI toetsenbord aanslaat - laten wijzigen.
* Bedrijfsnamen en productnamen in deze handleidingen zijn handels-
kenmerken of geregistreerde handelskenmerken van de bewuste bedrijven.
ii
Welcome to the MU100R
Uitpakken
De verpakking van de MU100R zou onderstaande onderdelen moeten bevatten. Zorg ervoor dat u alles heeft. Schrijf tevens het serienummer van uw MU100R voor later gebruik, in de tabel hieronder.
MU100R Serienummer:
PA-5B AC Adaptor
Nederlandstalige Handleiding
Floppy Disk
Uitpakken
Unpacking
iii
INHOUDSOPGAVE
Inhoudsopgave
Welkom bij de MU100R........................................................................................................ ii
Uitpakken...............................................................................................................................iii
Inhoudsopgave ........................................................................................................................ iv
Hoe deze Handleiding te Gebruiken ................................................................................. viii
VOORZORGMAATREGELEN ......................................................................................... ix
De Knoppen van deMU100R ................................................................................................ 1
Front Paneel .................................................................................................................. 1
Achter Paneel................................................................................................................ 3
De MU100R — Wat is het en Wat kan hij........................................................................... 4
Wat is het........................................................................................................................... 4
Over General MIDI ...................................................................................................... 4
Over XG-MIDI ............................................................................................................ 5
Wat kan hij allemaal........................................................................................................ 5
Gebruik van een MIDI Keyboard................................................................................. 5
Gebruik van een Computer of Sequencer .................................................................... 5
Over de Modes van de MU100R..................................................................................... 6
Afspeel Modes en de Part Parameters.......................................................................... 7
Part Wijzig Mode.......................................................................................................... 7
Utility Mode ................................................................................................................. 7
Modes en Functie hiërarchie................................................................................................. 8
RONDLEIDING
Uw MU100R Opstellen .................................................................................................. 12
Wat u Nodig Heeft ...................................................................................................... 12
De Aansluitingen maken ............................................................................................ 12
MU100R Aanzetten ........................................................................................................ 14
De Demo Song Afspelen................................................................................................. 15
De MU100R Opstellen in Uw Muzieksysteem............................................................. 17
Aansluiten op MIDI Apparaten.................................................................................. 17
Direct op een Computer Aansluiten ........................................................................... 19
Macintosh en Compatibelen ................................................................................. 19
IBM PC/AT en Compatibelen............................................................................... 21
De Performances Selecteren en Bespelen .................................................................... 23
De Performance Afspeel Mode Oproepen en de Performances Bespelen................. 23
Individuele Voice Selecteren en Bespelen .................................................................... 26
De XG Mode Oproepen.............................................................................................. 26
Voice Banken en Voices Vanaf het Paneel Selecteren ............................................... 27
Voices Vanaf een MIDI Toetsenbord Selecteren........................................................ 31
Wijzingen maken in Multi Mode.................................................................................. 32
Single Part Parameters................................................................................................ 33
De Volume en Pan instellingen van ee Part Wijzigen .......................................... 34
Zelf Proberen................................................................................................... 35
iv
Table of Contents
INHOUDSOPGAVE
Wijzig Menu Parameters ............................................................................................ 36
De Filter en EG Instellingen van een Part wijzigen ............................................. 36
Zelf Proberen................................................................................................... 38
Drum Kits Wijzigen — met de Drum Setup Parameters........................................... 39
Individuele Drumgeluiden wijzigen — de "Drum" Parameters .......................... 40
Zelf Proberen................................................................................................... 42
Wijzigingen in de Performance Mode.......................................................................... 43
All Part Parameters..................................................................................................... 44
De Algehele toonhoogte van een Performance Transponeren................................... 45
Single Part Parameters — Verschillende Voices voor de Performance Selecteren ... 46
Zelf Proberen................................................................................................... 47
Wijzig Menu Parameters — Een twee-laags Voice Creëeren.................................... 48
Een Toetsenbord Split Instellen.................................................................................. 50
Zelf Proberen................................................................................................... 51
De Toewijsbare Controller in een Performance Gebruiken....................................... 51
Uw Originele Performance Opslaan .......................................................................... 52
Toewijsbare Controller (AC1)....................................................................................... 53
Controllers en Control Nummers ............................................................................... 53
Control Nummers en het Daadwerkelijke Geluid...................................................... 54
De T oewijsbare Controller Toewijzen ........................................................................ 55
De Toewijsbare Controller Gebruiken — Opstellen.................................................. 56
De Toewijsbare Controller Gebruiken — Enkele Mogelijkheden............................. 57
De Brightness van een Piano Voice Wijzigen ...................................................... 57
Expressieve Volume Besturing van een Part ........................................................ 59
Expressieve Besturing van Individuele Drumgeluiden........................................ 59
Zelf Proberen................................................................................................... 61
VL Voices Wijzigen en bespelen.................................................................................... 62
Over het VL Voice Gedeelte....................................................................................... 62
Virtual Acoustic Synthese..................................................................................... 63
VA Voordelen................................................................................................... 63
VL Toongenerator Model................................................................................ 63
Voice Structuur...................................................................................................... 67
VL Voice banken en VL Voices Selecteren ................................................................ 69
Een VL Voice Wijzigen .............................................................................................. 71
Effecten............................................................................................................................ 73
Reverb en Chorus Gebruiken ..................................................................................... 73
Distortion aan een Part Toevoegen— Gebruik van de Variation Effecten ................ 75
Harmony Effect .............................................................................................................. 77
Het Harmony Effect Gebruiken ................................................................................. 77
Zelf Proberen................................................................................................... 79
Equalizer (EQ)................................................................................................................ 80
De Toon van een Specifieke Part Wijzigen — Part EQ ............................................. 80
De Algehele Toon Wijzigen — Main EQ................................................................... 82
Individuele Uitgangen.................................................................................................... 83
De Individuele Uitgangen Gebruiken ........................................................................ 83
Table of Contents
v
INHOUDSOPGAVE
Mute/Solo ........................................................................................................................ 85
Mute/Solo Gebruiken ................................................................................................. 85
A/D Ingangen .................................................................................................................. 87
De A/D Ingangen Gebruiken...................................................................................... 87
Datastroom Blokdiagram .............................................................................................. 91
MIDI/Computer Aansluitkabels ................................................................................... 92
Multi Mode...................................................................................................................... 95
Part Parameters ........................................................................................................... 95
Multi Edit Mode ....................................................................................................... 100
REFERENTIE
Single Part Parameters .......................................................................................... 96
All Part Parameters ............................................................................................... 98
Filter (FIL) .......................................................................................................... 100
Envelope Generator (EG) ................................................................................... 102
Equalizer (EQ) .................................................................................................... 105
Vibrato................................................................................................................. 106
Anderen ............................................................................................................... 107
Drum Setup Parameters ...................................................................................... 114
VL Voice Part Parameters (Plugin)..................................................................... 119
Performance Mode....................................................................................................... 127
Performance Part Parameters ................................................................................... 128
Alle Parts............................................................................................................. 128
Single (Enkele) Part ............................................................................................ 129
Performance Edit Mode............................................................................................ 131
Common.............................................................................................................. 131
Part ...................................................................................................................... 134
Copy en Store Handelingen...................................................................................... 137
Copy (Kopiëren) ................................................................................................. 137
Store (Opslaan) ................................................................................................... 138
Recall Functie ..................................................................................................... 140
Effect Wijzig Mode....................................................................................................... 141
Reverb (REV) ........................................................................................................... 142
Chorus (CHO)........................................................................................................... 143
Variation (VAR)........................................................................................................ 144
Insertion 1, 2 (INS 1, 2)............................................................................................ 146
Plugin (PLG) — Harmony Parameters .................................................................... 147
Over de Effect Aansluitingen — System en Insertion............................................. 152
Equalizer (EQ) Wijzigen ............................................................................................. 155
vi
Table of Contents
INHOUDSOPGAVE
Utility Mode .................................................................................................................. 156
System Functies (SYS)............................................................................................. 157
Dump Out Functies (DUMP) ................................................................................... 161
Data via MIDI Wegschrijven en Oproepen ........................................................ 161
Data via TO HOST Wegschrijven en Oproepen................................................. 161
Initializeer Functies (INIT) ......................................................................................165
Demo Song Afspelen (DEMO) ................................................................................ 168
VL Voice en Harmony Systeem Parameters (PLUGIN).......................................... 169
VL Voice Systeem Parameters............................................................................ 169
Harmony Systeem Parameters............................................................................ 171
Sound Module Mode (MODE).................................................................................... 172
Diverse Functies ........................................................................................................... 173
Toon Control Change ............................................................................................... 173
Toon Exclusive ......................................................................................................... 175
APPENDIX
Troubleshooting (In de Problemen ?)......................................................................... 178
Fourmeldingen.............................................................................................................. 180
Specificaties................................................................................................................... 181
Woordenlijst.................................................................................................................. 183
Index .............................................................................................................................. 185
Table of Contents
vii
Hoe deze Handleiding te Gebruiken
Hoe deze Handleiding te Gebruiken
U staat waarschijnlijk te popelen om uw nieuwe MU100R Toongenerator uit te proberen en te luisteren naar wat hij allemaal kan, in plaats van eerst ellenlange instructies te lezen voordat u ook maar één geluid gehoord hebt. De structuur van de handleiding is vrij recht-door-zee. U kunt hem vanaf het begin tot einde doorlezen, of alleen de bepaalde hoofdstukken die voor u van belang zijn. Hoe dan ook, wilt u het meeste uit uw MU100R halen, raden wij sterk aan om de volgende gedeelten goed door te lezen:
1) Voorzorgsmaatregelen
Dit geeft u belangrijke informatie over hoe u uw nieuwe MU100R moet be­handelen, kunt voorkomen dat het beschadigt, en hoe u er nog lang en be­trouwbaar mee kunt werken.
2) De MU100R — Wat is het en wat kan hij
Dit geeft een kort overzicht van de functies en kenmerken van de MU100R en geeft u een aantal belangrijke hints hoe u het effectief kunt gebruiken. Het biedt tevens handige paginareferenties zodat u makkelijk de functies en ken­merken die u interessant vind op kunt zoeken.
3) De Knoppen van de MU100R
Dit gedeelte legt alle paneelknoppen en -aansluitingen uit.
4) Rondleiding
Dit is waarschijnlijk het belangrijkste en waardevolste gedeelte van de hand­leiding. Het laat u beginnen met het aansluiten en werken met uw MU100R — en legt tevens bijna alle belangrijke functies en kermerken uit. De handen­aan-de-knoppen ervaring die u in dit gedeelte opdoet, helpen u bij het sneller begrijpen van het instrument en leidt u ook door de gedetailleerde gedeelten van de handleiding.
5) Uw MU100R opstellen in uw Muzieksysteem; De MU100R met een Computer of Sequencer Gebruiken
Dit gedeelte (binnen de Tutorial) biedt u alles wat u moet weten over het effec- tief integreren van de MU100R in uw huidige muzieksysteem.
6) Referentie
Als u eenmaal bekend bent met al het bovenstaande, kunt u in deze uitge­breide gids alle wijzig functies opzoeken. U hoeft (of wilt) niet alles in één keer te lezen, het is bedoelt als referentie als u later de bij een functie ho­rende informatie nog eens rustig na wilt lezen.
7) Appendix
U kunt naar wens de gedeelten in de Appendix doorlezen. De Index is bij­voorbeeld erg handig als u snel informatie over een bepaald onderwerp op wilt zoeken. Andere gedeelten, zoals de Woordenlijst, Troubleshooting (In de Problemen/) en Foutmeldingen bieden andere nuttige informatie.
8) Sound Lijst & MIDI Data gedeelte
Dit gedeelte (achterin de handleiding) bevat lijsten van Performances, Voices, drumgeluiden, effect typen en parameters, en details over alle relevante MIDI boodschappen en data.
viii
How to Use This Manual
De Knoppen van de MU100R
Front Paneel
1324 58
1 PHONES jack
Voor het aansluiten van een stereo hoofdtelefoon (1/4” plug).
De Knoppen van de MU100R
7
9
6
0
2 VOLUME knop
Voor het aanpassen van het algehele volume van de MU100R.
3 A/D INPUT 1, 2 jacks
Voor het aansluiten van een microfoon, elektrische gitaar of andere elektroni­sche instrumenten (mono 1/4” pluggen).
4 A/D INPUT VOLUME knop
Voor het afregelen van het niveau van de A/D ingangen.
5 PLAY knop
Geeft toegang tot de Play mode en schakelt tussen verschillende Play displays. (Zie pag. 24.)
6 UTIL (UTILITY) knop
Geeft toegang tot de Utility mode. (Zie pag. 15.)
7 MODE knop
Geeft toegang tot de Sound Module mode. (Zie pag. 23.)
8 EDIT knop
Geeft toegang tot de Edit mode. (Zie pag. 36.)
9 EFFECT knop
Geeft toegang tot de Effect Edit mode. (Zie pag. 74.)
: EQ knop
Geeft toegang tot de EQ Edit mode. (Zie pag. 82.)
The Controls of the MU90R
1
De Knoppen van de MU100R
GHA
D
POWER
ON/ OFF
C
B
E
F
A MUTE/SOLO knop
Met deze knop kunt u de geselecteerde Part op mute of op solo zetten. (Zie pag. 85.)
B ENTER knop
Voor het oproepen van menu items in de display en het uitvoeren van bepaalde functies en handelingen. Als u hierop dubbelklikt (twee keer snel achter elkaar indrukken) krijgt u toegang tot de Show Exclusive functie (Zie pag. 175).
C EXIT knop
Voor het verlaten van verscheiden display pagina’s en terug te keren naar vorige displays. Wordt ook gebruikt om bepaalde functies en handelingen te annuleren.
D PART -/+ knoppen
Voor het selecteren van Parts. In de Effect Edit mode, schakelt u met deze knop tussen de verschillende effecten. Als u deze tegelijk indrukt kunt u tussen All Part en Single Part besturing schakelen. (Zie pag. 48.)
E SELECT </> knoppen
Voor het selecteren van diverse menu onderdelen, parameters en functies in de display.
F VALUE -/+ knoppen
Voor het wijzigen van de waarde van de geselecteerde parameter of functie.
Hint
U kunt snel door de waarden scrollen door één van de [VALUE drukt te houden. U kunt nóg sneller scrollen door één knop ingedrukt te houden en daarna de andere ingedrukt te houden. Als u bijvoorbeeld snel een waarde wilt verho-
+
gen, houdt u de [VALUE houdt deze zolang als gewenst ingedrukt.
] knop ingedrukt en drukt u de [VALUE -] knop in en
-/+
] knoppen inge-
G Data dial
Voor het snel aanpassen/wijzigen van de waarde van de geselecteerde functie of parameter. Draai deze met de klok mee om de waarde te verhogen.
H POWER (aan/uit) schakelaar
Als u hierop drukt wordt het instrument aan- of uitgezet.
2
Achter Paneel
1 MIDI THRU, MIDI OUT en MIDI IN A/B aansluitingen
Voor het aansluiten van andere MIDI apparaten, zoals een MIDI toetsenbord, toongenerator, sequencer , of een computer die met een MIDI interface is uitge­rust. MIDI IN A en B zijn onafhankelijke MIDI poorten, waardoor een volle­dige 32-kanaals MIDI ingang ontstaat. MIDI OUT is voor data dumps naar een ander MIDI apparaat, en de MIDI THRU is om “daisy-chain’ s” mee te maken naar andere MU100R’s of andere MIDI instrumenten. (Zie pag. 17 voor meer informatie over MIDI aansluitingen.)
De Knoppen van de MU100R
543216
2 HOST SELECT schakelaar
Voor het selecteren van het type host computer. (Zie pag.19.)
3 TO HOST aansluiting
Voor het aansluiten op een host computer die geen MIDI interface heeft. (Zie pag. 19.)
4 DC IN jack
Voor het aansluiten van de PA-5B AC adaptor.
5 OUTPUT R, L/MONO jacks (Right, Left/Mono)
V oor het aansluiten op een stereo versterker/luidsprekersysteem. Als u een mono systeem gebruikt, gebruikt u de L/MONO jack.
6 INDIV. (Individuele) OUTPUT 1, 2 jacks
Voor onafhankelijke uitsturing van geselecteerde Parts (1/4” jack). Parts die voor uitsturing door deze jacks geselecteerd zijn, worden niet door de main OUTPUT of PHONES jacks uitgestuurd. (Zie pag. 113, 118.)
The Controls of the MU90R
3
De MU100R — Wat Is het en Wat kan hij Allemaal
De MU100R — Wat is het en Wat kan hij?
Wat is het...
De MU100R is een volledige en eenvoudig te gebruiken toongenerator, die een nog nooit eerder vertoonde hoeveelheid Voices en expressieve manieren om het geluid te besturen biedt. Hij is volledige General MIDI Level 1 compatibel met 128 General MIDI Voices en 9 drumkits. Het biedt tevens de nieuwe XG-MIDI (Extended General MIDI) compatibiliteit, met een ongelofelijk totaal van 1074 Voices en 36 drumkits. Daarnaast, is het uitgerust met een geïntegreerde VL toongenerator dat 256 verbazing­wekkende monofone V oices biedt, dat gebruik maakt van Y amaha’ s geavanceerde V irtual Acoustic Synthese systeem.
De MU100R is 64-stemmig polyfoon en is 32-voudig multi-timbraal. Met an­dere woorden, de MU100R heeft 32 verschillende Parts (onderdelen), iedere met zijn eigen Voice, zodat er tot 32 verschillende Voices tegelijk ten gehore gebracht kunnen worden. Aangezien de MU100R twee MIDI ingangen (A en B) bevat, kunt u 16 Parts (onderdelen) vanaf de ene MIDI poort bespelen en de overblijvende 16 vanaf de andere poort.
U kunt op de extra A/D Parts (onderdelen) tot twee externe signalen aansluiten — zoals een microfoon, elektrische gitaar of CD speler — en deze mengen met de Voices van de MU100R.
De MU100R is tevens uitgerust met een TO HOST aansluiting voor het direct aan­sluiten van een computer, waardoor u de Voices vanaf u favoriete muzieksoftware kunt bespelen. Hier komt de geavanceerde multi-timbrale capaciteit pas echt tot zijn recht, u kunt namelijk geavanceerde arrangementen afspelen met maximaal 32 verschillende voices tegelijk.
Hoewel Voices niet direct gewijzigd kunnen worden, bieden de diverse Part parame­ters en Edit mode u de gereedschappen die u nodig heeft om het geluid van de Voices te transformeren of aan te passen. Daarnaast is de MU100R uitgerust met een ingebouwde multi-effect processor, bestaande uit zeven onafhankelijke digitale effect “units”, waar­mee u het geluid kunt verrijken. Hierin zit tevens een krachtig Harmony gedeelte waar­mee u realistische harmonieën met uw daadwerkelijk voice kunt genereren (door gebruik te maken van de A/D Parts).
De MU100R bevat tevens een speciale Performance mode, waarin vier part tegelijk over één MIDI kanaal bespeeld worden. Aangesloten op een MIDI toetsenbord, biedt dit effectief vier toongenerators in één. De MU100R biedt u 100 voorgeprogrammeerde Preset Performances en 100 Internal Performance lokaties waarin u uw eigen Performances op kunt slaan.
Over General MIDI
General MIDI is een nieuwe toevoeging aan de wereldwijde MIDI standaard. MIDI, die zoals u wellicht weet, staat voor Musical Instrument Digital Interface, en het mogelijk maakt dat verscheidene elektronische muziekinstrumenten en andere ap-
4
De MU100r, wat is het en wat kan hij?
paraten met elkaar kunnen communiceren. Als u bijvoorbeeld een sequencer op de MIDI IN aansluiting van de MU100R aansluit, kunt u de song in de sequencer afspelen met de Voices van de MU100R.
W aar komt General MIDI hier tot zijn recht? Een van de belangrijkste kenmerken van General MIDI is in de standaardisatie van Voices. Dit betekent dat een song die in het General MIDI formaat is opgenomen, afgespeeld kan worden op een andere General MIDI compatibele toongenerator, en exact klinkt zoals de auteur het bedoelde. Als er bijvoorbeeld een alt sax solo in de song speelt, speelt het op de General MIDI toon­generator daadwerkelijk af met een altsax Voice (en niet een door een tuba of harpsichord!). Aangezien de MU100R volledig compatibel is met General MIDI, kunt u uw voordeel halen uit de grote hoeveelheid muzikaal materiaal dat op dit formaat opgenomen is.
Over XG-MIDI
Het nieuwe XG formaat is een uitbreiding op General MIDI, en biedt een aantal belang­rijke verbeteringen en uitbreidingen. XG-compatibele song data haalt voordeel uit de uitgebreide MIDI besturing en ingebouwde effecten van de MU100R (en andere instru­menten uit de MU-serie).
Wij raden u aan, om het meeste voordeel uit de krachtige mogelijkheden van XG­MIDI te halen, gebruik te maken van XG-compatibele instrumenten en software. XG­compatibele toetsenborden zoals bijvoorbeeld het Y amaha CBX-K1 toetsenbord bieden u directe toegang tot functies en parameters van de volledige expressiviteit van de XG Voi­ces van de MU100R en XG-gerelateerde parameters.
De MU100R — Wat Is het en Wat kan hij Allemaal
Wat kan hij ...
Hier zijn enkele dingen waar u de MU100R allemaal voor kunt gebruiken. De lijst is niet zo uitgebreid, aangezien deze bedoeld is als algemene gids voor de mogelijkheden, en biedt tevens een beginpunt of springplank voor uw eigen creatieve ideeën en onder­zoek.
Gebruik van een MIDI Toetsenbord
U kunt de MU100R als extra toongenerator gebruiken met uw MIDI toetsenbord om zo de Voices van beide instrument op elkaar gestapeld te bespelen. Of u kunt de Performance mode gebruiken, en vier Voices van de MU100R tegelijk bespelen. U kunt de vier Voices over het toetsenbord verdelen (split), en iedere op een ander gedeelte van het toetsenbord bespelen. Of u kunt geavanceerde aanslaggevoeligheid­splits gebruiken, waar u afhankelijk van hoe hard u het toetsenbord bespeeld een andere Voice hoort. Of een combinatie van splits en aanslaggevoeligheidsplit tege­lijk, voor een nóg uitgebreider flexibiliteit.
Gebruik van een Computer of Sequencer
Home Studio Setup
De MU100r, wat is het en wat kan hij?
5
De MU100R — Wat Is het en Wat kan hij Allemaal
De MU100R integreert zich direct en eenvoudig in een willekeurige bestaande setup. Als u een MIDI toetsenbord, computer en sequencing software bezit, kunnen de hoge-kwaliteits Voices en multi-timbrale capaciteiten van de MU100R uw home studio setup behoorlijk uitbreiden.
Neem het met u Mee
Als u een laptop computer bezit (met sequencersoftware), sluit u simpelweg de MU100R aan, sluit een hoofdtelefoon aan en u heeft een compleet, krachtig muzieksysteem dat u overal mee naar toe kunt nemen. Gebruik het om te componeren, arrangeren, oefenen of om demo’s te maken/spelen voor uw band.
Gebruik het bij een Optreden
Op een vergelijkbare manier kunt u een laptop of een MIDI data filer aansluiten en songdata met de MU100R voices afspelen. Sluit een microfoon op één van de A/D ingangen aan en een gitaar op de andere, en u kunt uw eigen live optreden mixen met de sequencer sporen. U kunt zelfs automatische vocale harmonieën genereren met het Harmony effect — bestuurt vanaf een toetsenbord of direct uit één van de sequencer sporen!
Multimedia
Omdat de MU100R compatibel is met General MIDI en XG, is de MU100R een natuur­talent als het gaat om multimedia. Neem hem mee naar een presentatie— omdat de com­puter interface in de MU100R is ingebouwd, sluit u deze direct en eenvoudig aan op de seriële - of printerpoort van de computer aan, zonder dat hier extra apparatuur nodig is.
Over de Modes van de MU100R
De MU100R bevat twee belangrijke werkmodes: Multi en Performance. In Multi mode, is de MU100R een 32-Part multi-timbrale toongenerator; in Performance mode, werkt de MU100R effectief als vier toongenerators die via één MIDI kanaal bestuurd wordt.
In welke mode de MU100R staat is afhankelijk van de geselecteerde Sound Module mode. Als XG, TG300B of C/M geselecteerd is, zet de MU100R zichzelf automatisch op Multi mode. Als PFM geselecteerd is, staat de MU100R in de Performance mode. (Zie pagina 172 voor meer informatie over het selecteren van de Sound Module mode.)
Iedere mode biedt compatibiliteit met andere muzieksoftware en hardware.
XG: Dit staat voor Extended General MIDI en biedt u alles wat de MU100R
bevat, en geeft u toegang tot de 1074 XG Voices en de VL Voices.
TG300B: Deze mode biedt compatibiliteit met de GM-B mode van de TG300
Toongenerator.
C/M: Deze mode biedt compatibiliteit met de meeste computer muziek-
software die niet de andere twee modes ondersteunt.
PFM: Met deze mode (Performance) kunt u vier Voices tegelijkertijd over
één MIDI kanaal bespelen. (Zie pagina 43 voor meer informatie over het gebruik van de Performance mode.)
6
De MU100r, wat is het en wat kan hij?
De MU100R — Wat Is het en Wat kan hij Allemaal
De huidig geselecteerde Sound Module mode wordt rechtsonder in de display ge­toond.
Geselecteerd Sound Module mode.
N.B.
Als de TG300B mode geselecteerd is, kan het voorkomen dat de MU100R sommige TG300-specifieke songdata niet naar behoren afspeelt. MIDI data die echter voor andere computermuziek toongenerators is ontworpen is wél compatibel met de MU100R.
Afspeel Modes en de Part Parameters
Als de operating mode van de MU100R eenmaal is ingesteld (Multi of Performance), zijn er twee manieren waarop u de MU100R kunt gebruiken: bespelen of wijzigen. In de Afspeel modes, kunt u de Voices bespelen; in de verschillende W ijzig modes, kunt u de instellingen wijzigen.
De Part parameters zitten in de Afspeel modes. Hiermee kunt u de algemene instellingen van de Parts wijzigen. Met de Single Part parameters kunt u de instel­lingen van iedere part onafhankelijk wijzigen, en met de All Part parameters kunt u de algehele instellingen van alle parts wijzigen. (Zie pagina’s 96 en 98 voor meer informatie.) De MU100R bevat verschillende Wijzig modes, ieder met verschillende menu’s en handelingen:
XG TG300B C/M PERFORM
Part Wijzig Mode
Met de Part Wijzig mode kunt u bepaalde instellingen van iedere individuele part wijzigen, zoals die van de Filter, EG (Envelope Generator), en vele andere instel­lingen. U kunt de interne Voices tijdens het wijzigen beluisteren, waardoor u de resultaten van uw wijzigingen kunt beluisteren.
Utility Mode
Met de Utility mode kunt u functies instellen die te maken hebben met de algehele werking van de MU100R, zoals Master Tune, display Contrast en ontvangst van bepaalde MIDI boodschappen die het totale instrument beïnvloeden. Hieronder vallen verschillende handelingen, zoals het versturen van bulk data naar een data opslagmedium, het initializeren van de MU100R instellingen, en het afspelen van de speciale Demo song.
De MU100r, wat is het en wat kan hij?
7
Modes en Funktie Hiërarchie
Modes en Funktie Hiërarchie
Multi Afspeel Mode
[PLAY]
[PLAY]
Performance Afspeel Mode (
( Als de sound module mode op “XG”, “TG300B”, of “C/M” staat)
[SELECT </>] Multi Part Parameters
[PART++-]
[SELECT </>] Multi All Part Parameters
[EDIT]
Multi Part Wijzig Mode
[SELECT <] Filter Wijzigen [ENTER]
[SELECT </>] EG Wijzigen [ENTER]
[SELECT </>] EQ Wijzigen (Alleen als Normal of VL Part geselecteerd is.) [ENTER]
[SELECT </>] Drum Setup Wijzigen (Alleen als Drum Part geselecteerd is )
[SELECT </>] Vibrato Wijzigen [ENTER]
[SELECT </>] Others Wijzigen [ENTER]
[SELECT >] Plugin Wijzigen (Alleen als VL Part geselecteerd is.)
Als de sound module mode ”PFM” is)
[SELECT </>] Performance Parameters
[ENTER]
[ENTER]
P. 95
P. 96
P. 98
P. 100
P. 100
P. 102
P. 105
P. 114
P. 106
P. 107
P. 119
P. 127
P. 128
[PART++-]
[SELECT </>] Performance Part Parameters
[EDIT]
Performance Wijzig Mode
[SELECT <] Common Wijzigen [ENTER]
[SELECT </>] Part Wijzigen [ENTER]
[SELECT <] Filter Wijzigen [ENTER]
[SELECT </>] EG Wijzigen [ENTER]
[SELECT </>] EQ Wijzigen [ENTER]
[SELECT </>] Vibrato Wijzigen [ENTER]
[SELECT </>] Others Wijzigen [ENTER]
[SELECT >] Plugin Wijzigen (Alleen bij
[SELECT </>] Copy [ENTER]
[SELECT </>] Store [ENTER]
[SELECT >] Recall [ENTER]
8
De MU100R — Wat is het en wat kan hij?
VL Part.
) [ENTER]
P. 129
P. 131
P. 131
P. 134
P. 135
P. 135
P. 135
P. 135
P. 135
P. 136
P. 137
P. 138
P. 140
Modes en Funktie Hiërarchie
[UTIL]
[MODE]
[EFFECT]
Utility Mode
[SELECT <] Systeem Setup [ENTER]
[SELECT </>] Dump Out [ENTER]
[SELECT </>] Initializeren [ENTER]
[SELECT </>] Demo Song Afspelen [ENTER]
[SELECT >] Plugin [ENTER]
Sound Module Mode
[SELECT <] of [VALUE-] XG
[SELECT </>] of [VALUE+/-] TG300
[SELECT </>] of [VALUE+/-] C/M
[SELECT >] of [VALUE+] PFM
Effect Mode
[SELECT <] Reverb Wijzigen [ENTER]
[SELECT </>] Chorus Wijzigen [ENTER]
[SELECT </>] Variation Wijzigen [ENTER]
P. 156
P. 157
P. 161
P. 165
P. 168
P. 169
P. 172
P. 172
P. 172
P. 172
P. 172
P. 141
P. 142
P. 143
P. 144
[SELECT </>] Insertion 1 Wijzigen [ENTER]
[SELECT </>] Insertion 2 Wijzigen [ENTER]
[SELECT >] Plugin Wijzigen [ENTER]
[EQ]
Equalizer Mode
: Mode
: Submode
Druk op de < of > SELECT knoppen voor SELECT < / >.
Druk tegelijkertijd op de PART + en - knoppen voor PART ++ -.
P. 146
P. 146
P. 147
P. 155
De MU100R — Wat is het en wat kan hij?
9
10
De MU100R — Wat is het en wat kan hij?
RONDLEIDING
Lees, als u uw MU100R voor het eerst gebruikt, het volgende gedeelte van de handleiding goed door. Het leidt u stap voor stap door veel van de basis handelingen: het instrument op­stellen, het aansluiten op andere apparatuur, en - het belang­rijkste - het bespelen. Het geeft tevens een inleiding tot de meeste andere, geavanceerde functies en handelingen van het instrument — zodat u snel en effectief het meeste uit uw MU100R kunt halen.
Uw MU100R Opstellen
Uw MU100R Opstellen
In dit gedeelte, leert u hoe u:
© De MU100R in de meest standaard opstelling aansluit — met een MIDI
toetsenbord en een externe versterker/luidsprekersysteem.
In latere gedeelten bespreken we andere opstelling voorbeelden; op pagina 19 staat bijvoorbeeld hoe u de MU100R moet aansluiten bij het gebruik van een computer. Als u eenmaal de MU100R opgesteld heeft, kunt u de Demosong afspelen (pag. 15) om te luisteren naar wat allemaal met het in­strument mogelijk is.
Wat u Nodig Heeft
De MU100R en de meegeleverde PA-5B adaptor.Een MIDI toetsenbord, elektronische piano, of een ander instrument dat
MIDI data uit kan sturen.
Een versterker/luidsprekersysteem, liefst stereo. Als alternatief kunt u een
stereo hoofdtelefoon gebruiken.
Audio aansluitkabels.Een MIDI kabel.
De Aansluitingen maken
PAS OP!
Zet, voordat u aansluitingen maakt, alle bewuste apparatuur uit, en let er op de MU100R adaptor niet in een stopcontact zit.
Handeling
1 Sluit de MIDI kabel aan.
Sluit de MIDI OUT aansluiting van het MIDI toetsenbord aan op de MIDI IN-A van de MU100R (zoals in de illustratie getoond wordt).
2 Sluit de audio kabels aan.
Sluit de R en L/MONO OUTPUT jacks van de MU100R aan op de juiste ingangen van de versterker/luidsprekersysteem (zoals in de illustratie getoond wordt).
•Gebruik, als de versterker maar één ingang heeft, de L/MONO jack op de MU100R. Als u een stereo hoofdtelefoon gebruikt, sluit u deze aan op de PHONES jack op het front paneel.
12
Rondleiding
Uw MU100R Opstellen
3 Stel de HOST SELECT schakelaar in.
Zet deze schakelaar op het achterpaneel op MIDI (zie illustra­tie).
4 Sluit de AC adaptor aan.
Sluit de DC output kabel van de PA-5B aan op de DC IN aan­sluiting op het achterpaneel, en steek daarna de adaptor in het stopcontact.
•Bevestig de DC uitgangkabel van de adaptor om de kabelclip (zoals hieronder getoond), om het per ongeluk losgaan van de kabel te voorkomen.
PAS OP!
• Probeer geen andere adaptor te gebruiken dan de PA-5B. Het gebruik van een incompatibele adaptor kan resulteren in onherroepelijke schade aan de MU100R, en kan zelfs een grote stroomschok afgeven.
• Zorg ervoor dat u de adaptor uit het stopcontact haalt als u de MU100R niet gebruikt.
PHONES
Versterker/
Luidsprekersysteem
R
Adaptor
DC INL/MONO
OCTAVE SHIFT
MIDI IN-A
POWER
ON/ OFF
MIDI OUT
DRUM NUMBER
(RPN) 120 PITCH BEND SENSITIVITY 121 FINE TUNING 122 COARSE TUNING (NRPN) 123 VIBRATO RATE 124 VIBRATO DEPTH 125 VIBRATO DELAY
TRANSPOSE
IN MIDI OUT
126 FILTER CUTOFF FREQUENCY 127 FILTER RESONANCE 128 EG ATTACK TIME 129 EG DECAY TIME 130 EG RELEASE TIME 131 DRUM FILTER CUTOFF FREQUENCY 132 DRUM FILTER RESONANCE 133 DRUM EG ATTACK RATE
134 DRUM EG DECAY RATE 135 DRUM PITCH COARSE 136 DRUM PITCH FINE 137 DRUM LEVEL 138 DRUM PAN 139 DRUM REVERB DEPTH 140 DRUM CHORUS DEPTH 141 DRUM VARIATION DEPTH
CONTROLLER NUMBER LIST
CONTROL CHANGE
1 MODULATION DEPTH 2 BREATH CONTROL 4 FOOT CONTROL 5 PORTAMENTO TIME 6 DATA ENTRY 7 MAIN VOLUME
ASSIGNABLE
STOP CONTINUE START
8 BALANCE CONTROL 10 PANPOT
PROGRAM RESET SYSTEM WHEEL ASSIGNSEQUENCER
PROGRAM
BANK
CHANGE
TEMPO
SELECT
PITCH
SHIFT
OCTAVE
OCTAVE
RESET
73 ATTACK TIME
11 EXPRESSION
74 BRIGHTNESS
64 HOLD1(DAMPER)
84 PORTAMENTO CONTROL
65 PORTAMENTO
91 REVERB DEPTH
66 SOSTENUTO(CHORD HOLD)
92 TREMOLO DEPTH
67 SOFT PEDAL
93 CHORUS DEPTH
69 HOLD2 (FREEZE)
94 VARIATION DEPTH
71 HARMONIC CONTENT
95 PHASER DEPTH
72 RELEASE TIME
MIDI
GMONXG
SOUND
MERGE
FIXED
CONTROLLER
NRPN
RPN
CH
ON
OFF
ON/OFF 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D E F 0
VELOCITY
MIDI KABEL
DC IN
POWER ON OFF
OTHERS
142 CHANNEL PRESSURE 143 POLYPHONIC KEY PRESSURE 144 MASTER VOLUME 145 MASTER BALANCE 146 MASTER TUNING 147 VELOCITY 148 TEMPO
MIDI KEYBOARD CBX-K1
ENTER
HEXA
DECIMAL
DECIMAL
MIDI Toetsenbord
Nu u uw MU100R opgesteld heeft, raden wij u aan door te gaan naar het volgende gedeelte, het instrument aanzetten en de Demo song afspelen (pag.
15) om te luisteren naar wat met het instrument allemaal mogelijk is. Als u informatie nodig heeft over het opstellen van de MU100R in een ander type systeem, kijk dan naar “De MU100R Opstellen in Uw MuziekSysteem” op pag. 17.
Rondleiding
13
MU100R Aanzetten
MU100R Aanzetten
Dit is in feite een simpele handeling, maar u kunt zich toch beter aan onder­staande instructies te houden, om mogelijke schade aan uw apparatuur en luidsprekers te voorkomen.
Handeling
1 Zet uw MIDI toetsenbord aan.
2 Zet de MU100R aan.
Druk op de POWER schakelaar.
Na de geanimeerde begroeting verschijnt de volgende display:
3 Zet alle volumes op minimum.
Dit geldt voor de MU100R en andere aangesloten apparatuur.
4 Zet de versterker/luidsprekersysteem aan.
5 Stel het volume in.
Laten we eerst het volume van de MU100R op ongeveer het midden zetten, en daarna het volume van de versterker op een toepasselijk niveau.
Uitzetten
Als u de stroom uit wilt zetten, moet u dat in de volgende volgorde doen:
1) Versterker/Luidsprekersysteem
2) MU100R
3) Andere aangesloten apparatuur (MIDI toetsenbord, enz..)
Dit voorkomt mogelijk schade aan de luidsprekers.
14
Rondleiding
De Demo Song Afspelen
Nu alles goed opgesteld is, kunnen we de ingebouwde Demo song afspelen. Deze laat de hoge kwaliteit Voices en het AWM2 klankopwekkingssysteem van de MU100R horen. Het is tevens een prima demonstratie van de 32­voudige multi-timbrale mogelijkheden en diverse expressieve parameters en effecten die tegelijk gebruikt kunnen worden. Het belangrijkste, de Demo song geeft u een idee hoe krachtig de MU100R in uw MIDI/computer mu­ziek opstelling kan worden.
Handeling 1 Druk op de [UTIL] knop.
De Demo Song Afspelen
2 Selecteer en open het DEMO menu.
Selecteer met de [SELECT -/>] knoppen “DEMO” (het menu icoon knippert), en druk op de [ENTER] knop.
3 Start de Demo song.
Druk op de [ENTER] knop. De Demo Song begint direct te spe­len en blijft herhalen totdat u het stopt (in stap 4 hieronder). Het afspelen van de individuele Parts van de song worden grafisch door de “niveau meter” balken in de display weergegeven.
N.B.
Tijdens de Demo Song, kunt u geen paneel knoppen gebruiken (behalve de [EXIT] knop en de VOLUME knop).
Rondleiding
15
De Demo Song Afspelen
4 Stop het afspelen van de song. Druk op de [EXIT] knop.
5 Stop met de Demo Song functie.
Druk nogmaals op de [EXIT] knop — twee keer om naar Afspeel mode terug te keren. (Of kunt simpelweg op de [PLAY] knop drukken.)
16
Rondleiding
De MU100R in Uw Muzieksysteem Opstellen
De MU100R in Uw Muzieksysteem Opstellen
Zoals u heeft gelezen in het gedeelte “De MU100R — Wat is het en Wat kan hij” op pag. 4, kan de MU100R in een groot aantal verschillende op-
stellingen geïntegreerd worden. Het is onmogelijk om alle aansluit­mogelijkheden te tonen in een korte handleiding zoals dit. Onderstaande gedeelte helpt u bij het opstellen en gebruiken van de MU100R in uw sys­teem.
Aansluiten op MIDI Apparaten
De MU100R is uitgerust met MIDI IN, OUT , en THRU aansluitingen, waar­door u het in alle MIDI systemen kunt gebruiken. Daarnaast zijn de twee MIDI IN aansluitingen onafhankelijke 16-kanaals poorten, hetgeen u effec­tief twee toongenerators in één biedt. Onderstaand zijn enkele veel voorko­mende aansluitvoorbeelden waar van de ingebouwde MIDI interface ge­bruik wordt gemaakt. Zoek het voorbeeld dat het meest lijkt op uw opstel­ling, en lees dan de Handeling stappen aan het eind van dit gedeelte.
• MIDI toetsenbord
In deze opstelling, kunt u de geluiden van de MU100R vanaf het aangeslo­ten toetsenbord bespelen.
MIDI KABEL
MIDI OUT
DC IN
IN MIDI OUT
CONTROLLER NUMBER LIST
CONTROL CHANGE
73 ATTACK TIME
(RPN)
11 EXPRESSION 1 MODULATION DEPTH 2 BREATH CONTROL 4 FOOT CONTROL 5 PORTAMENTO TIME 6 DATA ENTRY 7 MAIN VOLUME 8 BALANCE CONTROL
PITCH
ASSIGNABLE
10 PANPOT
PROGRAM RESET SYSTEM WHEEL ASSIGNSEQUENCER
PROGRAM
GMONXG
BANK
CHANGE
STOP CONTINUE START
TEMPO
SELECT
SHIFT
OCTAVE
OCTAVE SHIFT
OCTAVE
RESET
120 PITCH BEND SENSITIVITY
74 BRIGHTNESS
64 HOLD1(DAMPER)
121 FINE TUNING
84 PORTAMENTO CONTROL
65 PORTAMENTO
122 COARSE TUNING
91 REVERB DEPTH
66 SOSTENUTO(CHORD HOLD)
(NRPN)
92 TREMOLO DEPTH
67 SOFT PEDAL
123 VIBRATO RATE
93 CHORUS DEPTH
69 HOLD2 (FREEZE)
124 VIBRATO DEPTH
94 VARIATION DEPTH
71 HARMONIC CONTENT
95 PHASER DEPTH
72 RELEASE TIME
125 VIBRATO DELAY
TRANSPOSE
MIDI
SOUND
MERGE
FIXED
DRUM
CONTROLLER
NRPN
RPN
CH
ON
OFF
ON/OFF 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D E F 0
VELOCITY
NUMBER
MIDI Toetsenbord
126 FILTER CUTOFF FREQUENCY 127 FILTER RESONANCE 128 EG ATTACK TIME 129 EG DECAY TIME 130 EG RELEASE TIME 131 DRUM FILTER CUTOFF FREQUENCY 132 DRUM FILTER RESONANCE 133 DRUM EG ATTACK RATE
134 DRUM EG DECAY RATE 135 DRUM PITCH COARSE 136 DRUM PITCH FINE 137 DRUM LEVEL 138 DRUM PAN 139 DRUM REVERB DEPTH 140 DRUM CHORUS DEPTH 141 DRUM VARIATION DEPTH
POWER ON OFF
OTHERS
142 CHANNEL PRESSURE 143 POLYPHONIC KEY PRESSURE 144 MASTER VOLUME 145 MASTER BALANCE 146 MASTER TUNING 147 VELOCITY 148 TEMPO
MIDI KEYBOARD CBX-K1
ENTER
HEXA
DECIMAL
DECIMAL
MIDI IN-A of B
• Hardware sequencer
In deze opstelling wordt een hardware sequencer gebruikt (zoals de Yamaha QY700). Het belangrijkste voordeel van zo’n opstelling is draagbaarheid.
MIDI KABEL
MIDI OUT
IN A
OUT BOUT A
FOOT SWRL/MONO
IN B
MIDI
PITCH ASSIGNABLE
SONG
VOICE
MAX
VOLUME
SHIFT
CAPS
OCT
OCT DOWN
UP
ON BASS
BASS
_
E
A
SECTION
ORG
FGABC
B C D E F G H
OUTPUT
PATTERN
UTILITY
EFFECT
DISK
SHIFT F1 F2 F3 F4 F5 F6 SHIFT EXIT
CONTRAST
PLAYREC
JOB
EDIT
LOC 2LOC 1
(
#
#
E)D
#
CBA
A
F
C#D
G
b
b
b
B
G
A
DbE
c
S
%
?
! MLK
D
MUSIC SEQUENCER
TRACK DOWN
REST
#
#
(
5) 7
b
b
(
5) 7
&
(9)
(9)
add9
M7
6 6
M7
M
OUT BOUT AIN B
IN A
MIDI
-1 +1
TRACK
789
YESNO
UP
456
SOLOMUTE
TIE
123
DEL
SPACE
a
#
b
13
)
(
HGF
JI
9)
(
(11)
-
0
7
7
7
sus4
m7
OCT
OCT
3
3
#
DOWN
UP
b
(
11)
(
9) (13)
7
7
7
sus4
c
_
/
ZWV
YX
UTSRQPO#N
(9)
(9)
dim
mM7
add9
7
m7
aug
(b5
)
7
m
m6
m7
m7
MIDI IN-A
Rondleiding
17
De MU100R in Uw Muzieksysteem Opstellen
• MIDI data opslag medium
Deze opstelling wordt gebruikt voor het maken van een backup van uw be­langrijke data — inclusief uw originele Performances die u gecreëerd heeft, en instellingen die u in de Part Wijzig, Effect, EQ, of Utility modes gewij­zigd heeft.
In dit voorbeeld gebruiken we de Yamaha MDF2 MIDI Data Filer. Sluit, om data te backupen, de MIDI IN van de MDF2 aan op de MIDI OUT van de MU100R. Sluit, om data in de MU100R in te laden, de MIDI OUT van de MDF2 aan op de MIDI IN van de MU100R. Refereer aan de handleiding van de MDF2 (of uw eigen bewuste data opslag medium) voor specifieke instructies over het versturen of ontvangen van data.
MIDI IN
MDF2
MIDI KABEL
MIDI OUT
U kunt ook direct met de MDF2 compatibele song data op de MU100R afspelen, zonder dat u daarbij een sequencer nodig heeft. In dit geval, moet de MIDI OUT van de MDF2 aangesloten worden op de MIDI IN van de MU100R.
• Computer die uitgerust is met een MIDI interface
In deze opstelling, kunt u de MU100R vanaf een computer besturen (met een sequencer of andere song afspeel software). In een variatie hierop, sluit u de computer aan op MIDI-A en een toetsenbord op MIDI-B. Hierdoor kunt u live parts spelen terwijl de sequencer afspeelt — zelfs als de sequencer alle 16 MIDI kanalen gebruikt.
MIDI OUT
Computer
MIDI KABEL
MIDI IN-A
18
Rondleiding
Setting Up the MU100R in Your Music System
Handeling
1 Zet de HOST SELECT schakelaar op MIDI.
2 Sluit de MU100R aan op het bewuste MIDI apparaat.
Refereer aan bovenstaande illustraties. Gebruik een standaard MIDI kabel (zie pag. 92).
3 Zet het aangesloten apparaat aan, dan de MU100R.
4 Als u een computer gebruikt, start de muzieksoftware, en stel de
juiste opties in de software in om deze met de MU100R te ge­bruiken.
Direct op een Computer Aansluiten
De MU100R is uitgerust met een ingebouwde host computer interface, waar­door u deze direct op uw computer aan kunt sluiten — en u geen speciale aparte MIDI interface op uw computer nodig heeft. U kunt de MU100R met de volgende computers gebruiken: Apple Macintosh en compatibel, IBM PC/AT en compatibel.
Als uw computer een MIDI interface bevat kunt u de MU100R daar op
aansluiten, in plaats van de host computer interface van de MU100R. (Zie het gedeelte “Aansluiten op MIDI Apparaten” op pag. 17.)
Zet, afhankelijk van de computer en interface die u gebruikt, de HOST
SELECT schakelaar op de juiste instelling: MIDI, PC-1, PC-2 (IBM en compatibel), of Mac (Macintosh compatibel). Voor informatie over de typen aansluitkabels, zie het gedeelte “MIDI/Computer Aansluitkabels” op pag.
92.
Macintosh Compatibel
Volg deze instructies als u een Apple Macintosh heeft dat geen externe MIDI interface bevat. Sluit de TO HOST aansluiting van de MU100R aan op de Modem of Printer port op de Macintosh.
Modem of Printer Poort
Macintosh
Rondleiding
19
De MU100R in Uw Muzieksysteem Opstellen
Handeling
1 Zet de HOST SELECT schakelaar op Mac.
2 Sluit de MU100R aan op de host computer.
Zie bovenstaande illustratie. Gebruik een standaard Macintosh kabel (8-pin Mini DIN aan beide kanten; zie pag. 92).
3 Zet de host computer aan, dan de MU100R.
4 Start uw muzieksoftware op.
Stel, indien nodig, de juiste opties in de software in voor gebruik met de MU100R. U kunt de relevante instellingen vinden in de menu(s) genaamd “Studio Setup,” “System Setup,” of “MIDI Setup.”
In dit menu, kunt u - als het goed is - aparte MIDI uitgangen instellen om toegang tot de twee MIDI poorten van de MU100R te krijgen. Het apparaat voor MIDI OUT 1 moet bijvoorbeeld op “Yamaha MU100” (of “MU80,” als “MU100” niet beschikbaar is).
Andere opties die u wellicht in moet stellen: MIDI Interface Type MIDI Time Piece
g
Standaard MIDI Interface
g
Aan (voor het aansturen van alle 32 Parts van de MU100R) Clock
g
1 MHz (De specifieke menu/parameter namen kunnen - afhankelijk van de door u gebruikte software - verschillen. Refereer voor gedetailleerde instructies aan de handleiding of help functie in de software.)
Hint
Als u een tweede multi-timbrale toongenerator bezit (zoals de MU50), kunt u deze aan de MIDI OUT aansluiting van de MU100R aansluiten, zodat u drie onafhanke­lijke MIDI poorten heeft (voor 48-kanalen). De software instellingen hierboven gel­den ook hiervoor: Stel het apparaat voor MIDI OUT 3 in op “Yamaha MU50” (of vergelijkbaar). (Zie pag. 159 voor meer informatie.)
20
Rondleiding
IBM PC/AT Compatibel
Volg deze instructies als u een IBM PC/A T of compatibel computer bezit die geen externe MIDI interface bevat. Sluit de TO HOST aansluiting van de MU100R aan op één van de seriële poorten, COM 1 of COM 2.
Seriële Poort
IBM PC/AT en Compatibel
Onderstaande instructie gaan ervan uit dat u Windows 95 op uw PC ge­bruikt. Raadpleeg, voor het gebruik van de TO HOST aansluiting met an­dere software en operating systemen, uw Yamaha dealer. Als uw computer en muzieksoftware de TO HOST aansluiting niet herkend, kunt u de MU100R nog steeds gebruiken door op de computer een MIDI interface te installeren (interne kaart of extern).
De MU100R in Uw Muzieksysteem Opstellen
Handeling
1 Installeer de meegeleverde driver software.
Voor Windows95 Installeer de meegeleverde Yamaha CBX Driver voor Windows95. De driver software staat op de met de MU100R meegeleverde floppy disk. Lees ZORGVULDIG de “A:\MIDIDRV\README_E.TXT” file op de disk. Dit bevat belangrijke informatie over het installeren en in­stellen van de driver op uw computer.
Voor Windows3.1 Installeer de meegeleverde Yamaha CBX Driver voor Windows3.1. De driver software staat op de met de MU100R meegeleverde floppy disk. Lees ZORGVULDIG de “A:\IBMPC\ CBXT3.WRI” file op de disk. Dit bevat belangrijke informatie over het instal­leren en instellen van de driver op uw computer.
2 Zet de HOST SELECT schakelaar op PC-2.
3 Sluit de MU100R aan op de host computer.
Refereer aan bovenstaande illustratie. Gebruik een standaard computer kabel (8-pin Mini DIN naar 9-pin D-SUB; zie pag. 92).
Rondleiding
21
De MU100R in Uw Muzieksysteem Opstellen
4 Zet de host computer aan, daarna de MU100R.
5 Start uw muzieksoftware.
Stel, indien nodig, de juiste opties in de software in voor gebruik met de MU100R. U kunt de relevante instellingen vinden in de menu(s) genaamd “Studio Setup,” “System Setup,” of “MIDI Setup.”
In dit menu, kunt u - als het goed is - aparte MIDI uitgangen instellen om toegang tot de twee MIDI poorten van de MU100R te krijgen. De MIDI OUT 1 moet ingesteld worden op “Yamaha CBX A Driver” (of “Windows MIDI, Output 1”). Vergelijkbaar moet MIDI OUT 2 ingesteld worden op “Yamaha CBX B Driver” (of “Windows MIDI, Output 2”). (De specifieke menu/parameter namen kunnen - afhankelijk van de door u gebruikte software - verschillen. Refereer voor gedetailleerde instructies aan de handleiding of help functie in de software.)
Hint
Als u een tweede multi-timbrale toongenerator bezit (zoals de MU50), kunt u deze aan de MIDI OUT aansluiting van de MU100R aansluiten, zodat u drie onafhanke­lijke MIDI poorten heeft (voor 48-kanalen). De software instellingen hierboven gel­den ook hiervoor: MIDI OUT 3 moet staan op “Yamaha CBX C Driver” (of “Windows MIDI, Output 3”). (Zie pag. 159 voor meer informatie.)
Controleer, als u de MU100R in uw systeem opgesteld heeft, of de MU100R op juiste manier data ontvangt.
22
Rondleiding
Performance Selecteren en Bespelen
Performances Selecteren en Bespelen
Zoals op pagina 43 gedetailleerd uitgelegd wordt, kunt u met de Performances van de MU100R vier Voices tegelijk over één MIDI kanaal bespelen. Deze speciaal geprogrammeerde Performances (100 Preset en 100 Interne) ma­ken volledig gebruik van de dynamische Voices en flexibele wijzig functies van de MU100R — wat resulteert in onwaarschijnlijk krachtige en expres­sieve geluiden, prima geschikt voor live optredens.
In dit gedeelte leert u hoe u:
© De Performance mode oproept. © Performances Selecteert en bespeelt.
De Performance Afspeel Mode Selecteren en de Performances Bespelen
Handeling
1 Druk op de [MODE] knop.
2 Selecteer “PFM” (PERFORMANCE) in de display.
Gebruik de [SELECT -/>] knoppen, [VALUE -/+] knoppen of data dial.
XG TG300B C/M PERFORM
Geeft de Performance mode weer.
De Performance mode instelling wordt ook getoond door een pijltje rechtsonder in de display.
N.B.
Zie pag. 6 voor meer informatie over de sound module modes.
Rondleiding
23
De Performances Selecteren en Bespelen
3 Druk op de [PLAY] knop om naar de Performance Afspeel mode
te gaan. U kunt hiervoor ook de [EXIT] knop gebruiken.
“All” en het toetsenist icoon geven All Part display of Performance Play mode weer.
Als de All Part display hierboven (met het toetsenist icoon) niet getoond wordt, moet u beide [PART-/+] knoppen tegelijk indrukken.
4 Selecteer de gewenste Performancebank — Preset of Intern.
Selecteer met de [SELECT </>] knoppen de Bank parameter, en selecteer met de [VALUE -/+] knoppen de gewenste bank, Preset (Pre) of Intern (Int).
• Preset bank
Het bovenste gedeelte van de toetsenist is zwart, het­geen de Preset bank aangeeft.
• Interne bank
Het bovenste gedeelte van de toetsenist is wit, hetgeen de Interne bank aangeeft.
24
Rondleiding
De Performances Selecteren en Bespelen
5 Selecteer de gewenste Performance.
Selecteer met de [SELECT </>] knoppen de Program Nummer parameter, en selecteer met de [VALUE -/+] knoppen of data dial het gewenste Performance nummer.
Performance nummer
6 Speel op het aangesloten MIDI toetsenbord.
Let er op dat uw toetsenbord uitstuurt over MIDI kanaal 1. (Re­fereer, indien nodig, naar de handleiding van het instrument.) Als u de instructies tot nu toe goed opgevolgd heeft, bewegen de “niveau meter” balken in de display — en zou u het geluid van de MU100R moeten horen als u speelt.
De “niveau meter” balken geven de “niveau” (aanslaggevoelig­heid) van de binnenkomende MIDI data weer. Deze nummers tonen de vier parts in de Performance.
Ga uw gang en selecteer nog enkele Performances in dezelfde bank en bespeel deze ook eens. Probeer de Performances in de andere bank, ga terug naar stap #4 hierboven.
Rondleiding
25
Individuele Voices Selecteren en Bespelen
Individuele Voices Selecteren en Bespelen
De MU100R heeft een verbijsterende hoeveelheid Voices — 1267 in totaal. In dit gedeelte, selecteert en bespeelt u Voices en de XG mode, dat 1074 verschillende Voices bevat. De MU100R is tevens uitgerust met een inge­bouwde VL toongenerator dat 256 Voices biedt, en maakt gebruik van het geavanceerde Virtual Acoustic Synthese systeem (pag. 63).
In dit gedeelte leert u hoe u:
© De XG mode oproept. © Voice banken en Voices met de paneel knoppen selecteert. © De Afspeel mode display naar wens wijzigt. © Voices vanaf een MIDI toetsenbord selecteert en bespeelt.
De XG Mode Oproepen
Handeling
1 Druk op de [MODE] knop.
2 Selecteer “XG” in de display.
Gebruik hiervoor de [SELECT </>] knoppen, [VALUE -/+] knoppen of data dial.
XG TG300B C/M PERFORM
Geeft de XG mode aan.
De XG mode instelling wordt ook aangegeven door het pijltje rechtsonder in de display.
26
3 Druk op de [PLAY] knop om naar de Afspeel mode te gaan.
U kunt hiervoor ook de [EXIT] knop gebruiken.
Rondleiding
Individuele Voices Selecteren en Bespelen
Over de Modes — Multi en Performance
De MU100R bevat twee basis werkingsmodes: Multi en Performance. U heeft de Performance mode eerder gebruikt om de Performances te bespelen— vier Voices over één MIDI kanaal. De Multi mode wordt voornamelijk gebruikt bij het gebruik van een sequencer en computer muziekprogramma’s, omdat het de mogelijkheid biedt alle 32 Parts onafhankelijk over verschillende MIDI ka­nalen te bespelen.
Op welke mode de MU100R staat is afhankelijk van de geselecteerde Sound Module mode. De XG, TG300B en C/M instellingen zijn alle Multi mode. Als PFM geselecteerd is, staat de MU100R in de Performance mode.
Voice Banks en Voices Vanaf het Paneel Selecteren
Handeling
1 Selecteer een Part.
Gebruik hiervoor de [PART -/+] knoppen. Afhankelijk van de geselecteerde Part, verschijnt één van de volgende displays:
• Voor Parts 1 – 16 en de A/D Parts:
• Voor Parts 17 – 32:
Selecteer in dit voorbeeld Part 1. Druk op de juiste knop totdat “01” in het PART gedeelte van de display verschijnt.
Rondleiding
27
Individuele Voices Selecteren en Bespelen
2 Selecteer het bank nummer.
Selecteer met de [SELECT </>] knoppen de bank nummer pa­rameter (zie hieronder).
Instrument icoon. Pijltje links­boven het icoon toont dat bank nummer geselecteerd is.
Bank nummer. Donkere pijltje toont dat bank num­mer geselecteerd is.
Program nummer.
3 Wijzig het bank nummer.
Gebruik hiervoor de [VALUE -/+] knoppen of data dial. Kijk hoe de bank nummers “verspringen” zodra ze geselecteerd wor­den — de MU100R slaat bank numbers die dezelfde Voice heb­ben als bank “000” over.
In XG mode, zijn diverse banken met Voices beschikbaar. Iedere bank bestaat uit maximaal 128 verschillende Voices, wat een totaal van 1074 Voices biedt.
28
4 Selecteer het program (Voice) nummer.
Selecteer met de [SELECT </>] knoppen de program nummer parameter (zie volgende pag.).
Rondleiding
Individuele Voices Selecteren en Bespelen
Instrument icoon, dat het type Voice aanduidt. Pijltje rechtsboven toont dat program nummer geselecteerd is.
Bank nummer.
Program nummer. Donker pijl­tje toont dat program nummer geselecteerd is.
5 Wijzig het program nummer.
Gebruik hiervoor de [VALUE -/+] knoppen of data dial. In on- derstaande voorbeeld is Voice nummer 25 geselecteerd.
6 Bespeel de Voice.
Bespeel deze nieuwe Voice vanaf het aangesloten MIDI toetsen­bord. (Zorg ervoor dat het toetsenbord op MIDI kanaal 1 ver­stuurt.) Als u alle instructies tot nu goed opgevolgd heeft, be­weegt de “niveau meter” van de Part — en zou u het geluid van de MU100R moeten horen als u speelt. Probeer ook een andere Voice banken en Voices te selecteren en bespelen. Iedere Voice bank bevat enkele verschillende Voices, waarvan sommige va­riaties, en sommige uniek zijn.
Details
• De Voices en program nummers van de MU100R volgen het GM (General MIDI) formaat. Dit betekent dat u een Voice type kunt selecteren op zijn nummer, en per bank de Voice variaties kunt selecteren. De nylon gitaar Voices staan bij­voorbeeld op program nummer 25.
• In XG mode, zijn de Voices handig georganiseerd in banken, corresponderend aan hun type. Voices die bijvoorbeeld stereo variaties of heldere (bright) varia­ties hebben, vind u in respectievelijk de “Stereo” en “Bright” banken. (Zie het “Sound Lijst & MIDI Data” gedeelte.)
• Banken MSB 48, 46 en daarboven bevatten Voices die niet zomaar variaties zijn, maar andere instrument samples gebruikt. (Zie het “Sound Lijst & MIDI Data” gedeelte.)
Rondleiding
29
Individuele Voices Selecteren en Bespelen
• Kijk hoe, als u het bank nummer verhoogt, op een bepaald punt in de XG Voice banken (boven bank 127) het bank nummer terugkeert naar “000” en het vol­gende icoon in de display verschijnt:
Banken die dit icoon tonen zijn MU100 Exclusive Voice banken, en zijn anders dan de hetzelfde genummerde XG Voice banken. (Zie het “Sound Lijst & MIDI Data” gedeelte.)
• VL Voice banken kunnen ook geselecteerd worden als VL Voice selectie voor de Part aangezet is. (Zie pag. 69.)
• Hoewel de MU100R over bank nummers met identiek Voices heen “sprint” (zie stap #3 hierboven), kan ook ingesteld worden dat hij dit niet doet. (Zie pag. 160: Utility mode/Systeem/Toon Bank Select.)
De Afspeel Mode Display Wijzigen
U kunt met de MU100R de Parts op drie manieren bekijken, afhankelijk van uw wensen.
Druk meerdere malen op de [PLAY] knop. Iedere druk op de [PLAY] knop schakelt tussen de drie onderstaande displays.
1) Volledige niveau meters
Dit toont de niveau meters op hun maximale hoogte, maar toont de helft van de Parts.
2) Alle Parts, met halve niveau meters
Dit toont alle Parts, maar de helft van de niveau meters.
3) Alle Parts, met volledige niveau meters
30
Dit toont alle Parts met de niveau meters op maximale hoogte. De Voice naam en nummer worden niet getoond.
Rondleiding
Individuele Voices Selecteren en Bespelen
Voices vanaf een MIDI Toetsenbord Selecteren
U kunt de Voices ook op afstand van een aangesloten MIDI toetsenbord selecteren. Hoewel de daadwerkelijke handeling afhankelijk is van het ge­bruikte toetsenbord, is de algemene procedure hetzelfde. Deze instructies gelden ook bij gebruik van een computer. (Refereer aan de handleiding van uw specifieke instrument of software voor gedetailleerde instructies.)
Handeling
1 Maak de benodigde instellingen op het toetsenbord.
Zorg ervoor dat het toetsenbord ingesteld staat om over het ge­wenste MIDI kanaal te versturen (dezelfde als dat van de gese­lecteerde Part), en dat het ingesteld is om Program Change boodschappen te versturen.
2 Selecteer een program nummer op het toetsenbord.
Het Voice nummer en naam wijzigen op de MU100R, en wordt hetzelfde als het program nummer dat u op uw toetsenbord ge­selecteerd heeft.
Details
• Afhankelijk van het toetsenbord dat u gebruikt om de MU100R aan te sturen, kan het zijn dat u goed op moet letten bij het selecteren van program nummers. De program nummers van de MU100R beginnen bij “001,” maar sommige toet­senborden gebruiken andere systemen. Sommige beginnen bijvoorbeeld bij “0” — hetgeen betekent dat als u “25” op het toetsenbord selecteert, op de MU100R Voice 026 geselecteerd wordt.
• Part 10 is gereserveerd voor het spelen van drumkits. Dit is de default (stan­daard) fabrieksinstellen voor alle Multi modes (XG, TG300B, en C/M). Zie pa­gina 39 voor meer informatie over drum Parts.
Rondleiding
31
Wijzigingen maken in de Multi Mode
Wijzigingen maken in de Multi Mode
Dit gedeelte loopt stap voor stap met u door een voorbeeld van het maken van wijzigingen in de Multi mode. Met de handelingen en technieken die u hier leert kunt u allerlei wijzigingen maken in de Multi Mode.
Er zijn twee aparte gedeelten van de Multi mode die gespitst zijn op het
wijzigen van parameters : de Single/All Part parameters, en de Edit menu’s.
In dit gedeelte leert u hoe u:
© Een Part voor het maken van wijzigingen Selecteert. © De Single Part parameters gebruikt — om het MIDI kanaal van een Part
te wijzigen, en de Volume en Pan instellingen wijzigt.
© De Edit menu parameters gebruikt — om de filter en EG (Envelope
Generator) instellingen van een Part wijzigt.
© De Drum Setup parameters gebruikt — om de Part instellingen van een
drumkit wijzigt.
Hints
• Parts wijzigen, niet de Voices
Het is belangrijk om te onthouden dat u bij het wijzigen van de parameters niet de Voice zelf wijzigt, maar de Part waar de Voice aan toegewezen is. Dit bete­kent dat als u de Voice van een Part wijzigt, de gewijzigde instellingen ook in­vloed hebben op de nieuwe voice, of deze hiervoor geschikt zijn of niet. U kunt hier uw voordeel uit halen door alle Multi instellingen in uw sequencer op te nemen, vóór de daadwerkelijke songdata. Hierdoor wordt de MU100R direct met alle bijbehorende instellingen voor iedere song ingesteld.
• Uw wijzigingen opslaan
Onthoud dat alle wijzigingen die u in de Multi mode maakt, automatisch als standaard instellingen (power on default) weggeschreven worden. In andere woorden, de volgende keer dat u de MU100R aanzet, worden de laatst gemaakte instellingen van alle Parts gebruikt. Als u een “set” wijzigingen op wilt slaan (voor gebruik met bijv. een specifieke song) voordat u een andere set creëert, moet u eerst de huidige setup in een sequencer of MIDI data filer opslaan. (Zie pag. 161 voor details.)
32
Rondleiding
Wijzigingen maken in de Multi Mode
Single (Enkele) Part Parameters
U kunt met de Single (Enkele) Part Parameters wijzingen aan iedere indivi­duele Part maken. Deze worden in de Multi Afspeel mode getoond, en tonen u in één blik bevestiging en besturing over de belangrijkste instellingen van de geselecteerde Part. Als de Multi mode actief was toen u de MU100R de laatste keer uitzette, worden de volgende keer dat u deze weer aanzet, auto­matisch de Single Part parameters opgeroepen.
Laten we nogmaals naar de Afspeel display kijken:
Voicenaam, banknummer en program nummer.
PART MIDI
Part nummer. (Wijzig deze met de [PART -/+] knoppen.)
BANK/PGM# VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
Chorus Send.
Reverb Send.
Pan (stereo positie).
MIDI ontvangst kanaal.
Expressie.
Volume.
Note Shift (transponeren).
Variation Send.
U kunt al deze instellingen voor iedere Part onafhankelijk instellen. Iedere Part kan bijvoorbeeld een andere Volume instelling hebben, of andere Pan instelling. Probeer aan de hand van de volgende gedeelten zelf wijzigingen aan de Part parameters te maken.
Rondleiding
33
Wijzigingen maken in de Multi Mode
De Volume en Pan instellingen van een Part Wijzigen
Hieronder wijzigen we de Volume en Pan instellingen van de Voice van een Part.
Handeling
1 Selecteer de gewenste Part.
Selecteer met de [PART -/+] knoppen Part 1.
2 Selecteer de gewenste parameters.
Selecteer met de [SELECT </>] knoppen de Volume parameter.
Huidige Volume instellingen.
3 Wijzig de instelling.
Gebruik hiervoor de [VALUE -/+] knoppen of data dial, en speel op het toetsenbord zodat u de wijzigingen kunt beluisteren.
Laten we nu de Pan instelling van de Part wijzigen:
4 Selecteer de gewenste parameter.
Selecteer met de [SELECT </>] knoppen de Pan parameter.
Huidige Pan instelling.
5 Wijzig de instelling.
Wijzig de instelling met de [VALUE -/+] knoppen of data dial, en bespeel terwijl u wijzigingen aanbrengt op het toetsenbord.
6 Keer terug naar de “thuisbasis.”
Als u vanuit ieder van de Single Part parameters op de [EXIT] knop drukt, keert u automatisch terug naar de Voice naam/pro­gram nummer display. Dit is een handige manier om direct naar het thuisbasis terug te keren vanuit een “genestelde” parameter.
34
Rondleiding
Wijzigingen maken in de Multi Mode
Zelf Proberen...
Als u wilt, kunt u proberen enkele ander Part parameters te wijzigen. De procedure is hetzelfde:
1) Selecteer een Part met de [PART -/+] knoppen.
2) Selecteer de te wijzigen parameter met de [SELECT </>] knoppen.
3) Wijzig de instelling met de [VALUE -/+] knoppen of data dial.
4) Gebruik de [EXIT] knop als u naar de “thuisbasis” terug wilt keren —
Voice naam en nummer.
Hint
• U kunt eenvoudig dezelfde parameter voor verschillende Parts wijzigen. Druk
hiervoor simpelweg op de [PART -/+] knoppen, maar verander niet van para­meter, en wijzig de parameter voor deze Part.
• Als u verschillende Parts op hetzelfde MIDI kanaal zet, kunt u “vette” ruimtelijk klinkende geluiden creëren — net als de vier-Voice geluiden van de Performance mode. Het voordeel van deze methode is dat er geen limiet van vier Voices is. Het nadeel hiervan is dat u maar één van deze “monster” geluiden tegelijk kunt creëren en gebruiken. (Maar u kunt uw Multi mode instellingen wel opslaan/ inladen naar/van een computer of data filer; zie pag. 17.)
Om dit te doen:
-/+
1) Selecteer de gewenste Part (met de [PART
2) Selecteer de Ontvangst kanaal (“Rcv CH”) parameter (met de [SELECT knoppen).
3) Stel de Ontvangstkanaal waarde in (met de [VALUE -/+] knoppen of data dial).
4) Selecteer, met het Ontvangstkanaal geselecteerd, een andere Part (met de [PART
-/+
] knoppen), en stel het in op dezelfde waarde als de andere Part.
5) Herhaal stappen #4 hierboven voor het aantal Parts uw wens te wijzigen.
] knoppen).
</>
]
Als u bijvoorbeeld zowel Part 1 als 2 op MIDI kanaal 1 heeft gezet, bewegen beide “niveau meters” als u speelt. En als op de twee Parts verschillende Voices ingesteld staan, hoort u twee verschillende Voices tegelijk. (Zie “Individuele Voices Selecte- ren en Bespelen” op pagina 26 voor instructies over het wijzigen van de Voice van een Part.)
Zie pagina 96 voor meer informatie over de specifieke Part parameters.
All Part parameters
De instructies in dit gedeelte tonen u hoe u de instellingen voor individuele Parts kunt wijzigen; dit zijn de Single Part parameters. Met de All Part parame­ters, daarentegen, kunt u bepaalde algemene instellingen instellen die op alle Parts invloed hebben. Druk, om de All Part parameters te selecteren, tegelijkertijd op de [PART -/ +] knoppen. (Zie pag. 98 voor meer informatie over de All Part parameters.)
Rondleiding
35
Wijzigingen maken in de Multi Mode
Wijzig Menu Parameters
De Wijzig menu parameters bieden meer details en geavanceerde parame­ters voor de Parts. Dit zijn krachtige “gereedschappen” waarmee u het ge­luid van een Voice subtiel kunt wijzigen — of radicale wijzigingen aan de karakteristieke kenmerken kunt aanbrengen, voor wilde en unieke geluiden.
De Filter en EG Instellingen van een Part Wijzigen
Handeling
1 Selecteer de gewenste Part.
Gebruik hiervoor de [PART -/+] knoppen. Gebruik bij dit voorbeeld Voice #081, “SquareLd”. (Zie pag. 27.)
2 Roep het Wijzig menu op.
Druk op de [EDIT] knop.
36
3 Selecteer “FILTER” in de display.
Gebruik hiervoor de [SELECT </>] knoppen. Het Wijzig menu bevat vijf items: FILTER, EG (Envelope Generator), EQ (Equalizer), VIBRATO, en OTHERS. Het “vlaggetje” naast het item gaat knipperen als deze geselecteerd wordt.
Details
• Als een drum Part geselecteerd is, wordt het EQ menu item vervangen door “DRUM.” (Zie pag. 114 voor informatie over het wijzigen van drum Parts.)
• Als een VL Voice Part geselecteerd is, verschijnt tevens het “PLUGIN” menu item in de display.
4 Roep de Filter parameters op.
Druk op de [ENTER] knop.
Rondleiding
Wijzigingen maken in de Multi Mode
5 Selecteer de “LPF Cutoff” parameter.
Gebruik hiervoor de [SELECT </>] knoppen.
geselecteerde Part knippert.
Geeft aan dat er (links) geen andere parameters beschikbaar zijn).
De balken tonen grafisch de para­meter waarden voor iedere Part.
Geeft aan dat er (rechts) nog pa­rameters beschikbaar zijn.
6 Wijzig de waarde terwijl u naar het geluid luistert.
Houd een toets op het toetsenbord ingedrukt en draai aan de data dial om de waarde te wijzigen, tussen de maximale (+63) en mini­male (-64) waarde. Luister hoe het timbre van het geluid verandert. Zet, voordat u naar de volgende stap gaat, LPF Cutoff op “+63.”
7 Selecteer “LPF Reso” en wijzig de waarde.
Gebruik hiervoor de [SELECT </>] knoppen. Doe dan hetzelfde als in de vorige stap, houd een toets ingedrukt en wijzig de waarde met de data dial.
Hint
• Probeer noten en akkoorden in verschillende octaven van het toetsenbord te spelen als u de parameters wijzigt, aangezien de Filter effecten afhankelijk zijn van de toonhoogte of frequentie van het geluid.
Details
• Het effect van de Filter parameters hangt ook af van de geselecteerde Voice. (Zie pag. 100 voor meer informatie over de Filter parameters.)
Laten we nu één van de EG parameters wijzigen:
8 Ga terug naar het Wijzig menu.
Druk op de [EXIT] knop.
9 Selecteer “EG” en roep deze op.
Selecteer met de [SELECT </>] knoppen “EG,” en druk op de [ENTER] knop.
; Selecteer de “Attack Time” parameter.
Gebruik hiervoor de [SELECT </>] knoppen.
Rondleiding
37
Wijzigingen maken in de Multi Mode
a Wijzig de waarde terwijl u het geluid beluistert.
Probeer deze op ongeveer “+30” te zetten en bespeel het toet­senbord. Luister hoe de attack van het geluid langzamer wordt.
b Selecteer en wijzig de “Release Time” parameter.
Zet deze met de [SELECT </>] knoppen op ongeveer “+50.”
Speel enkele noten op het toetsenbord en laat het toetsenbord los. Luister hoe het geluid doorklinkt nadat u de toets loslaat.
Details
• Het effect van de EG parameters hangt af van de geselecteerde Voice. (zie pag. 102 voor meer informatie over de EG parameters.)
Zelf Proberen...
Laten we, nu u toch bezig bent, enkele andere Wijzig parameters wijzigen. De procedure is hetzelfde:
1) Selecteer de gewenste Part met de [PART -/+] knoppen.
2) Roep de Wijzig menu’s op met de [EDIT] knop.
3) Selecteer het gewenste menu met de [SELECT </>] knoppen, en druk op [ENTER].
4) Selecteer de gewenste parameter met de [SELECT </>] knoppen, en wijzig de waarde met de [VALUE -/+] knoppen of data dial.
5) Gebruik de [EXIT] knop als u naar het Wijzig menu terug wilt keren.
Hint
U kunt tijdens het wijzigen ten alle tijden andere Parts selecteren (met de
/+]
knoppen), onafhankelijk van het huidig geselecteerde Wijzig menu of parame­ter. Hierdoor kunt u snel tussen de diverse parts “wandelen” en effectief de ge­wenste parameters selecteren. Het geselecteerde Part wordt altijd linksonder in de display getoond.
Zie pag. 100 voor meer informatie over de specifieke Wijzig parameters.
[PART -
38
Rondleiding
Wijzigingen maken in de Multi Mode
Drumkits Wijzigen— met de Drum Setup Parameters
De Drum Setup parameters bieden een uitgebreide set “gereedschappen” om de drumkit Voices te besturen en wijzigen. Veel van deze parameters kunt u individueel voor ieder geluid in een Drum Part instellen. U kunt tot vier originele setups opslaan.
Tenzij u deze anders ingesteld heeft, worden Parts 10 en 26 automatisch ingesteld als Drum Part en de MIDI kanalen staan beide op 10. (General MIDI song data is gestandardiseerd voor het spelen van drum/percussie ge­luiden over kanaal 10.)
In dit voorbeeld selecteren we Part 10 en wijzigen we de bestaande Drum Part. U kunt echter extra Drum Parts aan andere Part nummers toewijzen; refereer aan onderstaande gedeelte hieronder.
Onthoud dat als eenmaal een Part als Drum Part toegewezen is, er andere drumkit Voices geselecteerd kunnen worden. (Refereer aan het “Sound Lijst & MIDI Data” gedeelte.)
Een Drum Part Toewijzen
Met deze handeling kunt u een Part als Drum Part toewijzen — waardoor u
twee of meer verschillende drumkits in dezelfde song kunt gebruiken.
1. Selecteer de gewenste Part.
Gebruik hiervoor de [PART -/+] knoppen.
2. Roep het Wijzig menu op.
Druk op de [EDIT] knop.
3. Selecteer het OTHERS menu en roep het op.
Gebruik hiervoor de [SELECT </>] knoppen, en druk op [ENTER].
4. Selecteer de Part Mode parameter.
Gebruik hiervoor de [SELECT </>] knoppen.
5. Stel de parameter in op “drumS1.”
Gebruik hiervoor de [VALUE -/+] knoppen of data dial. Zolang u één van de “drum sets” (drumS1 – drumS4) selecteert, worden alle wijzigingen die u maakt automatisch in de geselecteerde set opgeslagen.
Details
• De “normal” instelling is voor normale Voices; de “drum” instelling selec­teert de Drum Part, maar kan niet gewijzigd worden. (Zie pag. 108 voor meer informatie over de Part Mode.)
6. Druk op de [EXIT] knop.
Druk hier één keer op om naar de Wijzig menu’s terug te keren, twee keer om naar de Afspeel display terug te keren.
Rondleiding
39
Wijzigingen maken in de Multi Mode
Individuele Drumgeluiden wijzigen — de “Drum” Parameters
De Drum parameters bieden buitengewone flexibiliteit, aangezien u hiermee onafhankelijk instellingen voor de individuele drum/percussiegeluiden in een Drum Part kunt wijzigen. We onderzoeken hier een aantal mogelijkheden:
Handeling 1 Selecteer “DRUM” vanuit de Wijzig menu’s (met de [SELECT
</>] knoppen) en druk op [ENTER].
2 Selecteer “E3: Conga L.”
Speel E3 op het aangesloten MIDI toetsenbord, of selecteer met de [PART -/+] knoppen “E3.”
Details
• U kunt bij de Drum parameters de een Part te selecteren; deze zijn gereserveerd om noten/geluiden te selecteren.
[PART -/+]
knoppen niet gebruiken om
3 Selecteer de Pitch Coarse parameter, en zet deze op “-22.”
Selecteer met de [SELECT </>] knoppen de parameter, en wij­zig deze met de [VALUE -/+] knoppen of data dial. Deze in- stelling creëert een diepe laag drumgeluid.
4 Selecteer de Velocity Pitch Sensitivity parameter (VelPchSens)
(Toonhoogte Aanslaggevoeligheid) , en zet deze op “+12.” Gebruik wederom de [SELECT </>] knoppen, daarna de [VALUE -/+] knoppen of data dial. Speel de toets hard en zacht en luister hoe de toonhoogte verandert, afhankelijk van hoe hard u de toetsen aanslaat.
40
Rondleiding
Wijzigingen maken in de Multi Mode
5 Selecteer “F#3: Timbale L.”
Speel F#3 op het aangesloten toetsenbord, of gebruik de [PART
-/+] knoppen om “F#3” te selecteren
6 Selecteer de LPF Cutoff parameter, en zet deze op –40.
7 Selecteer de LPF Resonance (LPF Reso) parameter, en zet deze
op +63.
8 Selecteer de Velocity LPF Sensitivity parameter (VelLPFSens), en
zet deze op +16. Speel de toetsen hard en zacht en luister hoe het timbre, afhan­kelijk van de aanslag, een “wah-wah” effect krijgt.
Meer Drum Wijzigingen
Probeer zelf ook eens andere parameters in de wijzig menu’s (FILTER, EG, VI­BRATO, OTHERS) te wijzigen en luister hoe deze de drumgeluiden beïnvloe­den. Onthoud dat deze op de gehele Part toegepast worden, en niet indivi­dueel per geluid ingesteld kunnen worden.
Probeer, als springplank voor verder onderzoek, ook de volgende parameters in de OTHERS menu een te wijzigen:
1. Roep, terwijl een drum Part geselecteerd is, de OTHERS parameters op.
Druk op [EDIT], selecteer “OTHERS,” en druk op [ENTER].
2. Selecteer “PitBndCtrl” en zet de waarde op +24. Speel met het pitch bend wheel op het aangesloten toetsenbord terwijl u verschillende noten speelt.
3. Selecteer “MW LFOPMod” en zet de waarde op 090. Speel met het modulation wheel op het aangesloten toetsenbord terwijl u verschillende noten speelt.
Selecteer en wijzig ander parameters op dezelfde manier.
N.B.
Sommige parameters (zoals Release Time in het EG menu) kunnen geen effect hebben op de drumgeluiden. Het effect van een parameter kan afhankelijk van het gespecificeerde drumgeluid tevens ander zijn. (Zie pag. 114 voor meer informatie over het wijzigen van Drum Parts.)
Rondleiding
41
Wijzigingen maken in de Multi Mode
Zelf Proberen...
1) Selecteer een Drum Part met de [PART -/+] knoppen.
2) Roep de Wijzig menu’s op met de [EDIT] knop.
3) Selecteer het “DRUM” menu met de [SELECT </>] knoppen, en druk op [ENTER].
4) Selecteer het gewenste drumgeluid, druk op de corresponderende toets op het MIDI toetsenbord of met de [PART -/+] knoppen.
5) Selecteer de gewenste parameter met de [SELECT </>] knoppen, en wijzig de waarde met de [VALUE -/+] knoppen of data dial.
6) Gebruik de [EXIT] knop om naar het Wijzig menu terug te keren.
Hint
Het gebruik van een aangesloten MIDI toetsenbord is een snelle en gemakkelijke manier om Drum Parts te wijzigen. Het laat u niet alleen snel door de verschillende geluiden “wandelen” tijdens het editten, u kunt het geluid dat gewijzigd wordt ho­ren en ziet u de naam van het geluid.
Zie pag. 114 voor meer informatie over de specifieke Drum parameters.
42
Rondleiding
Wijzigingen in de Performance Mode
Wijzigingen in de Performance Mode
De Performance mode is een buitengewoon krachtige en flexibele mode waarmee u vier verschillende Voices kunt combineren (inclusief beide A/D ingangen) en deze over één MIDI kanaal kunt bespelen.
De mogelijkheden zijn enorm, en we bekijken hier een paar van. Zoals de naam al aangeeft, is de Performance mode voornamelijk bedoeld voor live optredens. U kunt de vier Voices tegelijkertijd bespelen, in een breed, “vet” gelayerd geluid, of u kunt deze in verschillende zones over het toet­senbord verdelen, en deze vervolgens afhankelijk van aanslaggevoeligheid bespelen.
Er zijn totaal 200 Performances beschikbaar: 100 Presets, die gereser­veerd zijn voor fabrieksinstellingen, en 100 Interne, waarin u uw eigen Performances op kunt slaan.
Dit gedeelte leidt u stap voor stap door een aantal wijziging die u in de Performance mode kunt maken. Met de handelingen en technieken die u hier leert kunt u alle wijzigingen in de Performance mode maken.
Zoals bij de Multi mode, bevat de Performance mode ook twee aparte gedeelten die toegespitst zijn op het wijzigen van parameters: de Single/All Part parameters, en de Edit menu’s.
In dit gedeelte leert u hoe u:
© De All Part parameters gebruikt — om de algehele toonhoogte van een
Performance te transponeren. © De Single Part parameters gebruikt — om verschillende Voices voor de
Performance te selecteren. © De Edit menu parameters gebruikt om een “vette” uit twee Voices bestaand
geluid te creëren.
© De Mute/Solo knop gebruikt voor effectief wijzigen. © Een keyboard split instelt — waar u individuele Voices op verschillende
gedeelte van het toetsenbord kunt bespelen. © Een Performance instelt voor het “bespelen” van filter sweeps met het
modulation wheel op uw toetsenbord. © Uw originele Performance opslaat.
Rondleiding
43
Wijzigingen in de Performance Mode
All Part Parameters
U kunt met de All Part parameters wijzigingen in de algehele Performance maken. Deze worden in de Performance Play mode getoond, en bieden u in één oogopslag bevestiging en besturing over enkele belangrijke instellingen van de geselecteerde Performance.
In de Performance mode worden de All Part parameters automatisch op-
geroepen als u het instrument aanzet of de Performance mode selecteert.
Laten we de All Part Performance Play display eens bekijken:
Performance naam, bank (Preset of Intern), en program nummer.
PART MIDI
Geeft aan dat All Part parameters geselecteerd is.
BANK/PGM# VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
Systeem Transpose (toonhoogte transpose instelling voor gehele Performance).
Variation Return.
Chorus Return.
Reverb Return.
Performance Pan (stereo positie van gehele Performance).
Expression (niet beschikbaar; altijd op maximum).
Performance Volume.
Systeem Kanaal (MIDI ontvangstkanaale voor gehele Performance).
Zie pag. 128 voor meer informatie over de All Part parameters.
44
Rondleiding
Wijzigingen in de Performance Mode
Algehele toonhoogte van een Performance transponeren
In dit voorbeeld wijzigt u de Systeem Transpose instelling van de “Rich Piano” Performance. Met deze All Part parameters kunt u directe de toon­hoogte wijzigen om deze aan het bereik van de zanger aan te passen, of voor gemak als u moeilijke toonhoogte speelt.
Handeling
1 Selecteer de “Rich Piano” Performance.
Selecteer eerst de Preset bank (“Pre”), en selecteer Performance nummer 002 (“Stereo Grand”). (Zie stappen #4 en #5 op pagina 24 voor instructies over het selecteren van Performances.)
2 Selecteer de Systeem Transpose parameter.
Beweeg de cursor met de [SELECT >] knoppen naar de juiste parameter. (“SysTran” verschijnt in de display.)
Huidige Systeem transpose instelling (in halve tonen).
3 Wijzig naar wens de Systeem Transpose instelling.
Gebruik hiervoor de [VALUE -/+] knoppen of data dial. (De “+00” instelling is normal; ±“12” is één octaaf omhoog/omlaag.)
Speel op het aangesloten toetsenbord en probeer ook eens andere transpose instellingen uit terwijl u speelt.
Rondleiding
45
Wijzigingen in de Performance Mode
Single Part Parameters — Verschillende Voices
in de Performance Selecteren
In dit gedeelte kunt u met de Single Part parameters Voice instellingen van de Performance te wijzigen.
Handeling
1 Roep de Single Part parameters op.
Druk beide [PART -/+] knoppen tegelijkertijd in.
Toont de aktieve Part(s) van de Performance.
PART MIDI
(Niet beschikbaar in Single Part.)
Geselecteerde Part nummer. (Wijzig deze met de [PART -/+] knoppen.)
Performance naam, bank (Preset of Intern), en program nummer.
BANK/PGM# VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
Variation Send.
Chorus Send.
Reverb Send.
Part Pan (stereo positie van geselecteerde Part).
Expressie (niet beschikbaar; altijd op maximum).
Part Volume.
Note Shift (toonhoogte transpose insteling van de geselec­teerde Part).
46
Zie pagina 129 voor meer informatie over de Single Part parameters. 2 Selecteer de gewenste Part.
Gebruik hiervoor de [PART -/+] knoppen.
Onthoud dat u alleen vanaf de actieve parts zou moeten selecte­ren— diegene met een donkere balk in de display. Andere Parts kunnen wel geselecteerd en gewijzigd worden, maar deze hoort u niet in de Performance.
3 Selecteer de gewenste bank en Voice.
Die dit op dezelfde manier als in de Multi mode. (Zie stappen #2 en #3 op pagina 28.)
Rondleiding
Wijzigingen in de Performance Mode
Details
• Drum Parts zijn niet beschikbaar in de Performance mode. U kunt daarentegen wel percussie Voices (nummers 113 – 120) selecteren.
Als u een Performance wijzigt:
• Bepaal hoeveel Parts u wilt.
Kies, als u een Performance wilt creëren, een preset dat hetzelfde aantal Parts (Voices) gebruikt dat u wilt. (U kunt eenvoudig zien hoeveel Parts een Performance bevat door naar de “niveau meters” te kijken; een donkere balk verschijnt boven de actieve Part nummers.)
Twee aktieve Parts
• Start met een vergelijkbaar geluid.
Als u gaat wijzigen, is het een goed idee om te beginnen met een geluid dat redelijk vergelijkbaar is met het geluid dat u wilt creëren. Als u bijvoorbeeld een zwoele, etherische strings pad wilt creëren, zou u eigenlijk niet moeten beginnen vanaf een brass preset zoals “Dance Chord”! Dit is geen vaststaande regel, want iedere preset is slechts en basis “sjabloon”, waarin u eenvoudig Voices kunt wijzigen en een compleet ander geluid kunt creëren.
Zelf Proberen...
Als u wilt, kunt u proberen enkele andere Part parameters te wijzigen. De procedure is hetzelfde:
1) Selecteer een Part met de [PART -/+] knoppen.
2) Selecteer de parameter die u wilt wijzigen met de [SELECT </>]
knoppen-.
3) Wijzig de instelling met de [VALUE -/+] knoppen.
4) Gebruik de [EXIT] knop om naar de “thuisbasis” terug te keren. (Als u
in Single Part wijzigingen maakt, keert u met één druk hierop terug naar de Voice naam en nummer; nogmaals keert u terug naar All Part.)
Zie pag. 96 voor meer informatie over de specifieke Part parameters.
Rondleiding
47
Wijzigingen in de Performance Mode
Wijzig Menu Parameters — Een tweevoudige Voice Creë­ren
Een Performance wijzigen is vrijwel gelijk aan het wijzigen van Parts in de Multi mode. De Wijzig menu hiërarchie is iets anders, en andere parameters zijn ook anders. (Zie pagina 131 voor een volledige lijst en omschrijving van de Performance Wijzig parameters.) In de opvolgende instructies, ge­bruiken we de Wijzig menu parameters om een tweevoudige Voice Performance te creëren en het geluid met Detune (ontstemmen) “vetter” te maken.
Handeling
1 Selecteer de gewenste Performance.
In dit voorbeeld selecteert u de Preset bank, en Performance nummer 027, “Jump-off.”
2 Selecteer Part 1.
Roep de Single Part parameters op (druk tegelijkertijd op beide [PART -/+] knoppen-), en selecteer Part 1.
3 Solo de geselecteerde Part.
Druk twee keer (of herhaaldelijk tot onderstaande display ver­schijnt) op de [MUTE/SOLO] knop- om de geselecteerde Part op solo te zetten.
Donkere regel geeft aan dat Part op solo staat.
Gebruik Mute/Solo om effectief wijzigingen te maken:
De [MUTE/SOLO] knop is een handig hulpmiddel, in het bijzonder bij het wijzigen van de Performances. Let erop dat de Single Part parameters geselec­teerd zijn, en gebruik de [MUTE/SOLO] knop om tussen de volgende drie standen te schakelen. (In All Part, zet de [MUTE/SOLO] knop simpelweg alle Parts op/van mute.)
Mute: Laat u horen hoe de andere Parts van de Performance klinken,
zonder de geselecteerde Part.
Solo: Laat u horen hoe de geselecteerde Part op zichzelf klinkt. Normal: Laat u alle Parts bij elkaar horen.
Gebruik deze functie terwijl u het geluid wijzigt. Zet de Part op solo tijdens het wijzigen, zodat u de wijzigingen goed hoort. Gebruik regelmatig de Normal stand om het geheel te beluisteren.
48
Rondleiding
Wijzigingen in de Performance Mode
Zie pagina 85 voor meer over Mute/Solo.
4 Selecteer Part 1 en selecteer een nieuwe Voice: “HeavySyn”
(082).
5 Selecteer voor Part 2 ook de “HeavySyn” Voice. 6 Selecteer de “OTHERS” parameters.
Druk op de [EDIT] knop. Selecteer vanuit het eerste Wijzig menu “Part” en roep deze op, en selecteer “OTHERS” en roep deze op.
Eerste Edit menu.
Tweede Edit menu.
7 Selecteer en stel de Detune parameter van Part 2 in.
Gebruik de [SELECT <] knoppen om de parameter te selecte­ren, daarna de [VALUE -/+] knoppen of data dial. Wijzig, met Part 2 geselecteerd, deze naar “+2.2.”
8 Stel de Detune parameter van Part 1 in.
Laat de display op de Detune parameter staan en selecteer Part
1. Zet deze waarde op “–2.2.”
Dit genereert een “vet” gelaagd geluid. U kunt controleren in hoeverre dit het geluid wijzigt, door naar de Single Part display te gaan en met de [MUTE/SOLO] knop naar de individuele Parts en gezamenlijk te luisteren.
Laten we enkele andere parameters wijzigen.
9 Ga uit het tweede Wijzig menu roep de “VIBRATO” parameters
op. Druk éénmaal op de [EXIT] knop, selecteer de “VIBRATO” para­meters en roep deze op.
Rondleiding
49
Wijzigingen in de Performance Mode
; Wijzig de Vibrato Ratio, Depth (sterkte), en Delay instellingen.
Selecteer één van de Parts en stel de Vibrato parameters als volgt in:
Rate (Ratio) : +15 Depth (Sterkte) : +04 Delay (Vertraging) : +15
Dit genereert een vertraagde vibrato voor Part 1; met andere woorden, het vibrato effect begint als de toetsen al een tijdje in­gedrukt zijn. Staccato gespeelde noten hebben geen vibrato.
a Keer terug naar de Single Part parameter display.
Druk op de [PLAY] knop.
Een Toetsenbord Split Instellen
In de volgende stappen gaat u twee verschillende Parts aan aparte gedeelten van het toetsenbord toewijzen.
Handeling
1 Selecteer Part 2 en selecteer een nieuwe Voice: “NewAgePd” (089).
Gebruik, vanuit de Single Part display, de [PART -/+] knop- pen om Part 2 te selecteren. Selecteer daarna Voice 089 op de gebruikelijke manier. (Houdt de Voice van Part 1 op “HeavySyn,” 082, zoals u in stap #4 van “Een tweevoudige Voice Creëren” hierboven heeft gedaan.)
2 Wijzig de Note Limit High (Hoge Nootlimiet) voor Part 1.
De Note Limit parameters bepalen het bereik noten waarover de Part hoorbaar is. Om dit te doen:
1) Roep in het Wijzig menu het “PART” menu op, en doe het­zelfde met het “OTHERS” menu.
2) Selecteer Part 1.
3) Selecteer en wijzig de “NoteLimitH” waarde naar “B2.” (Laat de “NoteLimitL” instelling ongewijzigd.)
3 Wijzig de Note Limit Low instelling van Part 2.
1) Selecteer Part 2.
2) Selecteer en wijzig de “NoteLimitL” waarde op “C3.” (Laat de “NoteLimitH” instelling ongewijzigd.)
Als u nu noten onder de middelste C op het toetsenbord speelt, hoort u het synth bas geluid, en boven de middelste C het “New Age” pad.
Hint
• U kunt de octaaf instelling van Part 1 verhogen als u dat wilt. Ga hiervoor uit Single Part, en selecteer Part 1, en selecteer met de Note Shift parameter. Voor een hoger gestemde “HeavySyn” Voice, zet u deze op “+00.”) Als u deze nieuwe Performance op wilt slaan, kijk dan bij “Uw Originele Performance opslaan” op pag. 52.
[SELECT >]
knoppen de
50
Rondleiding
Wijzigingen in de Performance Mode
Zelf Proberen...
Probeer, nu u toch bezig bent, ook eens enkele andere Wijzig (part) parame­ters te wijzigen. De procedure is hetzelfde:
1) Roep de Wijzig menu’s op met de [EDIT] knop.
2) Selecteer “PART” met de [SELECT </>] knoppen, en druk op
[ENTER].
3) Selecteer het gewenste menu met de [SELECT </>] knoppen, en druk
op [ENTER].
4) Selecteer de gewenste Part met de [PART -/+] knoppen.
5) Selecteer de gewenste parameter met de [SELECT </>] knoppen-, en
wijzig de waarde met de [VALUE -/+] knoppen of data dial.
6) Gebruik de [EXIT] knop om naar het Wijzig menu terug te keren.
De Toewijsbare Controller in een Performance
In dit gedeelte, stelt u een Performance samen waarin u met het modulation wheel van uw aangesloten toetsenbord dynamische filter sweeps teweeg kunt brengen. Dit doen we met de T oewijsbare Controller functies. Hier tonen we alleen de stappen die u moet uitvoeren; zie pagina 59 voor gedetailleerde informatie over het gebruik van de T oewijsbare Controller in de Multi mode.
Handeling
1 Selecteer de “Dark Pad” Performance (Preset #025).
2 Selecteer en roep de “COM” (Common=Algemeen) op vanuit
het eerste Wijzig menu.
3 Selecteer vanuit het Common menu, de “AC1 CC No.” parame-
ter en zet deze op “01.” Gebruik hiervoor de [SELECT </>] knoppen, en daarna de [VALUE -/+] knoppen of data dial.
4 Selecteer de “AC1FilCtrl” parameter en zet deze op “+63.”
5 Selecteer Part 1 en wijzig enkele Filter instellingen hiervan.
De Filter instellingen bepalen hoe de Part regaeert op boven­staande “AC1FilCtrl” instelling. Om deze in te stellen:
1) Selecteer in het Wijzig menu het “PART” menu en roep deze op, en doe hetzelfde met het “FILTER” menu.
2) Selecteer Part 1.
3) Selecteer en wijzig deze parameters:
Rondleiding
51
Wijzigingen in de Performance Mode
LPF Cutoff: –64 LPF Reso: +50
Als uw toetsenbord uitgerust is met een modulation wheel (de meeste wel), en alle ander instellingen juist zijn, kunt u brede, dynamische filter sweeps creëren door toetsen ingedrukt te houden en het modulation wheel te bewegen.
Uw Originele Performance Opslaan
Als u een Performance gewijzigd heeft, kunt u deze een andere naam geven, zodat u deze later eenvoudig terug kunt vinden. De MU100R bevat 100 Interne geheugenlokaties voor uw originele Performances.
Zie pagina 132 voor instructies over het benoemen van een Performance.
Handeling
1 Druk op de [EDIT] knop.
2 Selecteer “STORE.”
Zowel Preset als Interne Performances kunnen gewijzigd worden, maar deze kunnen alleen in de interne bank opgeslagen worden.
3 Selecteer een indien gewenst een ander Interne nummer.
Gebruik hiervoor de [VALUE -/+] knoppen of data dial.
4 Druk op de [ENTER] knop om de Performance op te slaan, of op
de [EXIT] knop om te annuleren. Het opslaan van de nieuwe Performance wist de oude. De in de fabriek geprogrammeerde Interne Performances staan op de meegeleverde floppy disk.
52
Rondleiding
Toewijsbare Controller (AC1)
Toewijsbare Controller (AC1)
De Toewijsbare Controller (AC1) is één van de krachtigere kenmerken van de MU100R — het biedt buitengewoon flexibele en expressieve realtime besturing over de Voices.
In dit gedeelte leert u:
© Over MIDI controllers en control nummers, en hoe zij de Voices kunnen
beïnvloeden.
© U systeem instelt voor gebruik met de Toewijsbare Controller. © Enkele specifieke controller voorbeelde, zoals:
* Het variëren van de brightness (Helderheid) van een Part * Filter sweep en “wah” effecten * “Expressie pedaal” besturing van het volume * Variabele filter besturing van specifieke drumgeluiden
Hint
Een goede manier om uwzelf bekend te maken met de mogelijkheden van de Toewijsbare Controller is het onderzoeken van de Performances — veel hiervan bevatten Toewijsbare Controller instellingen waarmee u sommige aspecten van het geluid (meestal met het modulatie wheel op het toetsenbord) kunt besturen. (Zie het “Sound Lijst & MIDI Data” gedeelte, en selecteer/bespeel Performances waar “MW” in het “Omschrijving” gedeelte van de lijsten staat.)
Controllers en Control Nummers
In de MIDI wereld, worden “controllers” gebruikt om enkele aspecten van het geluid te besturen. In dit gedeelte, werken we met “continuous”(continue) controllers — zo genoemd omdat u hiermee continu muzikale, expressieve effecten kunt toevoegen, die soepel met de muziek meelopen (zoals crescendos en decrescendos).
Onderstaande illustratie toont hoe enkele continuous controllers op een
MIDI toetsenbord er uit kunnen zien.
Data ingave schuif
Modulation wheel
N.B.
Uw MIDI instrument hoeft niet alle bovenstaande controllers te bevatten.
MIDI toetsenbord
Breath controller
Voet controller
Volume pedaal
Rondleiding
53
Toewijsbare Controller (AC1)
De daadwerkelijke controller zélf (zoals voet pedalen, modulation wheels, enz. op een aangesloten toetsenbord) worden toegewezen aan specifieke “virtuele” control nummers. Een aantal voorbeelden hiervan zijn het modulation wheel (op control nummer 1), voet controller (control nummer
4), en volume pedaal (control nummer 7).*
“Virtuele” controller: control nummer 7 (MIDI Volume)
Physieke controller (volume pedaal)
OCTAVE SHIFT
MIDI OUT
DC IN
IN MIDI OUT
CONTROLLER NUMBER LIST
CONTROL CHANGE
11 EXPRESSION
1 MODULATION DEPTH 2 BREATH CONTROL 4 FOOT CONTROL 5 PORTAMENTO TIME 6 DATA ENTRY 7 MAIN VOLUME 8 BALANCE CONTROL
PITCH
ASSIGNABLE
10 PANPOT
PROGRAM RESET SYSTEM WHEEL ASSIGNSEQUENCER
BANK
STOP CONTINUE START
TEMPO
SELECT
SHIFT
OCTAVE
OCTAVE RESET
73 ATTACK TIME
64 HOLD1(DAMPER)
74 BRIGHTNESS
65 PORTAMENTO
84 PORTAMENTO CONTROL
66 SOSTENUTO(CHORD HOLD)
91 REVERB DEPTH
67 SOFT PEDAL
92 TREMOLO DEPTH
69 HOLD2 (FREEZE)
93 CHORUS DEPTH
71 HARMONIC CONTENT
94 VARIATION DEPTH
72 RELEASE TIME
95 PHASER DEPTH
PROGRAM
MIDI
GMONXG
FIXED
SOUND
MERGE
CHANGE
CONTROLLER
RPN
CH
ON
VELOCITY
OFF
ON/OFF 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D E F 0
126 FILTER CUTOFF FREQUENCY
(RPN)
127 FILTER RESONANCE
120 PITCH BEND SENSITIVITY
128 EG ATTACK TIME
121 FINE TUNING
129 EG DECAY TIME
122 COARSE TUNING (NRPN)
130 EG RELEASE TIME 131 DRUM FILTER CUTOFF FREQUENCY
123 VIBRATO RATE
132 DRUM FILTER RESONANCE
124 VIBRATO DEPTH
133 DRUM EG ATTACK RATE
125 VIBRATO DELAY
TRANSPOSE
DRUM
NRPN
NUMBER
134 DRUM EG DECAY RATE 135 DRUM PITCH COARSE 136 DRUM PITCH FINE 137 DRUM LEVEL 138 DRUM PAN 139 DRUM REVERB DEPTH 140 DRUM CHORUS DEPTH 141 DRUM VARIATION DEPTH
POWER ON OFF
OTHERS
142 CHANNEL PRESSURE
143 POLYPHONIC KEY PRESSURE 144 MASTER VOLUME 145 MASTER BALANCE 146 MASTER TUNING 147 VELOCITY 148 TEMPO
MIDI KEYBOARD CBX-K1
ENTER
HEXA
DECIMAL
DECIMAL
MIDI Toetsenbord
* Op sommige instrumenten staat het control nummer voor de fysieke
controllers vast; bij sommige instrumenten kunt u een ander control nummer aan de bestaande controller toewijzen. (Zie de handleiding van het instrument voor details. Zie de lijst op pag. 126 van deze handleiding voor meer over control nummers, en het “Sound Lijst & MIDI Data” gedeelte.)
Control Nummers en het Daadwerkelijke Geluid
De hierboven beschreven control nummers zijn toegewezen aan sommige specifieke aspecten van het geluid van de aangesloten toongenerator (bij­voorbeeld aan het volume, pitch modulatie, dry/wet balans van een effect, enz.). Zoals u waarschijnlijk verwacht, beïnvloedt control nummer 7 (Vo­lume) het volume van de aangesloten toongenerator.
54
OCTAVE SHIFT
MIDI OUT
DC IN
IN MIDI OUT
CONTROLLER NUMBER LIST
CONTROL CHANGE
11 EXPRESSION
73 ATTACK TIME
(RPN)
1 MODULATION DEPTH
64 HOLD1(DAMPER)
2 BREATH CONTROL 4 FOOT CONTROL 5 PORTAMENTO TIME 6 DATA ENTRY 7 MAIN VOLUME 8 BALANCE CONTROL
PITCH
ASSIGNABLE
10 PANPOT
PROGRAM RESET SYSTEM WHEEL ASSIGNSEQUENCER
PROGRAM
BANK
STOP CONTINUE START
TEMPO
SHIFT
OCTAVE
OCTAVE RESET
SELECT
74 BRIGHTNESS
65 PORTAMENTO
84 PORTAMENTO CONTROL
66 SOSTENUTO(CHORD HOLD)
91 REVERB DEPTH
67 SOFT PEDAL
92 TREMOLO DEPTH
69 HOLD2 (FREEZE)
93 CHORUS DEPTH
71 HARMONIC CONTENT
94 VARIATION DEPTH
72 RELEASE TIME
95 PHASER DEPTH
MIDI
GMONXG
FIXED
SOUND
MERGE
CHANGE
CONTROLLER
RPN
CH
ON
VELOCITY
OFF
ON/OFF 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D E F 0
126 FILTER CUTOFF FREQUENCY
120 PITCH BEND SENSITIVITY
127 FILTER RESONANCE
121 FINE TUNING
128 EG ATTACK TIME 129 EG DECAY TIME
122 COARSE TUNING (NRPN)
130 EG RELEASE TIME 131 DRUM FILTER CUTOFF FREQUENCY
123 VIBRATO RATE
132 DRUM FILTER RESONANCE
124 VIBRATO DEPTH
133 DRUM EG ATTACK RATE
125 VIBRATO DELAY
TRANSPOSE
DRUM
NRPN
NUMBER
134 DRUM EG DECAY RATE 135 DRUM PITCH COARSE 136 DRUM PITCH FINE 137 DRUM LEVEL 138 DRUM PAN 139 DRUM REVERB DEPTH 140 DRUM CHORUS DEPTH 141 DRUM VARIATION DEPTH
POWER ON OFF
OTHERS
142 CHANNEL PRESSURE 143 POLYPHONIC KEY PRESSURE 144 MASTER VOLUME 145 MASTER BALANCE 146 MASTER TUNING 147 VELOCITY 148 TEMPO
MIDI KEYBOARD CBX-K1
DECIMAL
ENTER
HEXA
DECIMAL
MIDI IN
MU100R
POWER
ON/ OFF
MIDI Toetsenbord
In dit voorbeeld bestuurt de voetcontroller van een toetsenbord het volume op de MU100R.
Rondleiding
Toewijsbare Controller (AC1)
De Assignable (toewijsbare) Controller Toewijzen
Met de Toewijsbare Controller op de MU100R kunt u het control nummer specificeren die gebruikt moet worden, en bepalen welk aspect of aspecten van het geluid worden beïnvloedt. U kunt ook bepalen in welke mate de controller het geluid beïnvloedt.
Fysieke Controllers Controller Parameters
Modulatie wheel,
Voetcontroller,
Breath controller, enz.
Filter Control Amplitude (level) Control Variation Effect Control Insertion 1 Effect Control Insertion 2 Effect Control
(In Performance mode:) Filter Control Amplitude Control LFO Filter Modulation Depth
De beste manier om dit allemaal te begrijpen is door een aantal voorbeelden te bekijken, om dan pas verder te gaan met het volgende gedeelte en het instellen van uw systeem:
Rondleiding
55
Toewijsbare Controller (AC1)
De Toewijsbare Controller Gebruiken — Opstellen
Handeling
1 Stel het MIDI toetsenbord of instrument op.
Sluit de voetcontroller aan op de juiste jack, en let er op de het instrument ingesteld staat op het versturen op MIDI kanaal 1. (Als uw instrument geen voetcontroller heeft, kunt u een andere controller gebruiken, zie volgende stap.)
PHONES L/MONO
R DC IN POWER
FOOT
FOOT
FOOT
TO HOSTHOST SELECT IN OUT
THRU
SWITCH
MIDI
YZ'8&
VWX
*
PERFORMANCE STORE
7
9
MULTI
UTILITY
MNO4PQR5STU
HOLD SHIFT
ARPEGGIO
+
OCTAVE
PART/LAYER/
PRESET USER
+
PROGRAM
PRESETUSER ARPEGGIATOR
DEF1GHI2JKL
ABC0SPACE
6
DEMO
3
PERFORMANCE MULTI
ENTER
STORE UTILITY
NO/
YES
QUICK PC
ARPEGGIATOR PERFORM
TYPE
TEMPO
SUB
LEVEL
DIVIDE
P BEND
MW FMOD
CUTOFF
RANGE
PMOD
TUNE
NOTE
LIMIT
LIMIT
NOTE
DETUNE
LOW
HIGH
SFT
AEG
REL
ATK
DCY
DCY
TIME
TIME
LEVEL
TIME
FEG
REL
ATK
DCY
DCY
TIME
TIME
LEVEL
TIME
PAN
BANK
PROGRAM
VOLUME
SYSTEM MIDI ASSIGN
VEL
MASTER
VEL
KBD
FIX
TUNE
CURVE
TRANS
PERFORM
EFECT
NAME
VARI
VARI
VARI
REV
CHO
TYPE
PARAM
DATA
TYPE
TYPE
COMMON
ASSIGN1
FC PORTA
PARAM
SWITCH
TIME
FMOD
CUTOFF
VARI EF
VEL ASSIGN2
DATA
LIMIT
LIMIT
OFFSET
DEPTH
PARAM
LOW
HIGH
LFO
PHASE
AMOD
PMOD
FMOD
WAVE
SPEED
INIT
LAYER
PEG
REL
INIT
ATK
ATK
DCY
REL
LEVEL
LEVEL
TIME
LEVEL
TIME
TIME
POLY/
FILTER
EFFECT
MONO
REV
CHO
VARI
CUTOFF
REZ
SEND
SEND
SEND
UTILITY
CTRL
TRANS
RCV
DEVICE
LOCAL
BULK
NO
CH
CH
NO
DUMP
CS1X
PITCH MODULATION
VOLUME
CONTROLLER
OUTPUT
AMP EG
ATTACK
RELEASE ASSIGN 1/DATAVOLUME
2
MW/FC
1
FILTER
CUTOFF
RESONANCE ASSIGN 2
SCENE
2 Selecteer de gewenste Part.
Gebruikt, vanuit de Multi Afspeel mode, de [PART -/+] knoppen. Selecteer voor deze instructies Part 1.
3 Stel het Toewijsbare Controller nummer in.
Het control nummer van de controller op uw instrument moet gelijk zijn aan het control nummer van de Toewijsbare Control­ler. In dit en alle volgende instructies gebruiken w een voetcontroller. Omdat de voetcontroller control nummer 4 is, moet de Toewijsbare Controller op “04” gezet worden.
Om dit te doen:
1) Druk op de [EDIT] knop.
2) Selecteer met de [SELECT </>] knoppen “OTHERS,” en druk op [ENTER].
3) Selecteer met de [SELECT </>] knoppen “AC1 CC No.”
4) Zet met de [VALUE -/+] knoppen of data
dial de waarde op “04.”
Als u geen voetcontroller heeft, kunt u een andere controller gebruiken, zoals het modulation wheel (01) of volume pedaal (07) — let erop dat de Toewijsbare Controller nummer overeenkomt. Onthoud dat de instellingen die u hier maakt alleen voor de geselecteerde Part gelden. Andere Parts kunnen aparte control nummer instellingen bevatten.
56
Rondleiding
Toewijsbare Controller (AC1)
Modulation Wheel
Het modulation wheel is de meest voorkomende controller, en komt op bijna elk MIDI toetsenbord voor. Het wordt gebruikt om LFO effecten te generen (sinusbeweging in het geluid, zoals vibrato en tremolo). Aangezien het zo algemeen is, bevat de MU100R diverse parameters die alleen gereserveerd zijn voor het modulation wheel.
In de Multi mode, kan het modulation wheel de Pitch LFO besturen. De Performance mode bevat zpwel Pitch LFO als Filter LFO. Zie pag. 132 voor meer informatie over deze parameters.
De Toewijsbare Controller Gebruiken—
Enkele Mogelijkheden
De Brightness (Helderheid) van een Piano Voice Wijzigen
Hoewel u met de Equalizer (pag. 80) de brightness (helderheid) van een Part’s Voice kunt wijzigen, kunt u het makkelijker vinden om het karakter van het geluid “terwijl u speelt” te wijzigen. Gebruik hiervoor de AC1 Filter Control parameter. Probeer dit met de Grand Piano Voice (001:GrandP #).
Handeling
1 Roep het Wijzig menu op.
Druk, vanuit de Multi Play mode, op de [EDIT] knop.
2 Selecteer “OTHERS” en roep deze op.
Gebruik de [SELECT </>] knoppen, en druk op [ENTER].
3 Selecteer “AC1FilCtrl” en zet deze op “+63.”
Selecteer met de [SELECT </>] knoppen de Filter Control pa­rameter, en stel de waarde in met de [VALUE -/+] knoppen of data dial. Als u de Part op de minimale pedaalpositie bespeelt resulteer dat in een mellow “lounge” piano geluid; de maximale positie resulteert in en heldere “rock’n’roll” piano.
Minimale positie —
mellow geluid.
Maximale positie —
helder geluid.
Rondleiding
57
Toewijsbare Controller (AC1)
4 Probeer de instelling uit op andere Voices.
Ga uit de Multi Afspeel mode display (druk op de [PLAY] knop) en selecteer andere Voices, probeer de nieuwe instelling uit, en beweeg de voetcontroller terwijl u speelt. Probeer de volgende Voices eens uit, en let op hoe het geluid wijzigt:
SynBass2 (040), Saw Ld (082), Warm Pad (090) — voor een
“wah” filter sweep effect.
SynVoice (055), NewAgePd (089) — voor het langzaam
uitfaden naar een ademachtig geluid.
Zie pag. voor details over de AC1 Filter Control parameter.
Details
• Onthoud dat de hoeveelheid en karakter van de AC1 Filter Control afhankelijk is van de Filter parameter instelling van de Part (zie pag. 112). Sommige Voices may wijzigen totaal niet tenzij deze parameters juist ingesteld zijn. De voorbeeld Voice hierboven zouden echter duidelijk moeten veranderen door de AC1 (als de Filter parameters alle op de standaard instelling 00 staan).
De parameterwaarden resetten
Met onderstaande eenvoudige handeling kunt u direct de in de fabriek ingesteld waarden oproepen. Aangezien het automatisch alle wijzigingen die u gemaakt heeft annuleert, moet u hiermee erg oppassen.
1. Druk op de [MODE] knop.
2. Selecteer een andere mode, en herselecteer de oorspronkelijk toon.
Als u bijvoorbeeld in XG mode aan het wijzigen was, gebruikt u de [SE- LECT </>] knoppen om de cursor naar “TG300” en weer terug op “XG” te zetten.
Als u dit doet worden alle Part instellingen naar de in de fabriek geprogrammeerde instellingen gereset, en worden uw wijzigingen in de Multi mode ongedaan gemaakt (inclusief welke Voice u geselecteerd had).
58
Rondleiding
Toewijsbare Controller (AC1)
Expressieve Volume besturing van een Part
Dit voorbeeld toont hoe u de voetcontroller als expressie pedaal kunt ge­bruiken. Dit kan handig zijn als MIDI Volume (#7) of Expression (#11) niet beschikbaar is.
Handeling
1 Selecteer de gewenste Part en Voice.
Onthoud de instellingen die u van Part 1 heeft gewijzigd (in het laatste voorbeeld), en selecteer een nieuwe Part/Voice voor dit voorbeeld. Selecteer, vanuit de Multi Afspeel mode, Part 2 met de [PART -/+] knoppen. (Deze zou op MIDI kanaal 2 moet staan; stel het MIDI kanaal van het aangeslotten toetsenbord hetzelfde in.) Een goede Voice bij dit voorbeeld is PercOrg# (018); selecteer deze met de [VALUE -/+] knoppen of data dial.
2 Stel het Toewijsbare Controller nummer van de Part in.
Zet deze op “04.” (Zie stap #3 in “De Toewijsbare Controller Gebruiken — Opstellen” hierboven.)
3 Selecteer, vanaf de “OTHERS” parameters, “AC1AmpCtrl” en zet
deze op “+63.” Selecteer met de [SELECT </>] knoppen de Amplitude (niveau) Control parameter, en stel deze met de [VALUE -/+] knoppen of data dial in.
Bespeel nu het orgelgeluid en gebruik de voetcontroller om volume zwellingen te spelen. Zie pag. 113 voor details over de AC1 Ampli­tude Control parameter.
Expressieve Besturing van Individuele Drumgeluiden
In dit voorbeeld gebruiken de voetcontroller om - met behulp van de Filter Control parameter - expressieve timbre wijzigingen en filter sweeps op ge­selecteerde drumgeluiden te creëren.
Handeling
1 Selecteer een Drum Part.
Selecteer Part 10 met de [PART -/+] knoppen, en stel het aangesloten toetsenbord in dat het verstuurd over MIDI kanaal 10.
2 Stel het Toewijsbare Controller nummer van de Part in.
Zet deze op “04.” (Zie stap #3 in “De Toewijsbare Controller Gebruiken— Opstellen” hierboven.)
Rondleiding
59
Toewijsbare Controller (AC1)
3 Stel de AC1 Filter Parameters in op “+63.”
Aangezien u de “OTHERS” parameters in de vorige stap gebruikt heeft, selecteert u “AC1FilCtrl” (met de [SELECT </>] knoppen) en zet u deze op “+63” (met de [VALUE -/+] knoppen of data dial).
4 Selecteer de “DRUM” parameters.
Roep het Wijzig menu op, selecteer “DRUM” (met de [SELECT </>] knoppen) en druk op [ENTER].
5 Selecteer “A3: Cabasa.”
Speel A3 op het aangesloten toetsenbord, of selecteer met de [PART -/+] knoppen “A3.”
6 Stel enkele filter parameters van het Cabasa geluid in.
Selecteer met de [SELECT </>] knop de volgende twee param­eters en stel deze als volgt in:
LPF Cutoff: –40 LPF Reso: +60
Speel nu het geluid en beweeg de voetcontroller terwijl u speelt. Let op hoe dit u dynamische, expressieve besturing over de timbre van het geselecteerde geluid bied— zonder daarmee de andere geluiden in de drumkit te beïnvloeden.
Hints
• Aangezien bijna alle sequencers controller data én nootdata opnemen, kunt u deze expressieve geluidswijzigingen in uw song sporen opnemen— terwijl u de noten zelf opneemt, of in een apart spoor.
• U kunt met de negatieve waarden van de AC1 parameters het geluid besturen door de controller in tegengestelde richting te bewegen. Als u bijvoorbeeld de voetcontroller naar de minimale positie beweegt resulteert dat in de grootste wijziging in het geluid.
Een mogelijkheid hiermee is het creëren van een pedaalgestuurde fade tussen
twee Parts.
Om dit te doen:
1) Stel de twee Parts in op hetzelfde MIDI kanaal. (Zie pag. 96.)
2) Geef iedere Part een andere Voice.
3) Stel de “AC1AmpCtrl” parameter voor één Part in op “–64,” en dezelfde parameter voor de andere Part op “+64.”
• U kunt Toewijsbare Controller ook gebruiken om een parameters van een geselecteerd effect te besturen.
60
Rondleiding
Toewijsbare Controller (AC1)
Zelf Proberen...
Nu u toch bezig bent, kunt u zelf nog andere instellingen wijzigen. De pro­cedure is hetzelfde:
1) Selecteer de gewenste Part en Voice.
2) Roep de Wijzig menu’s op met de [EDIT] knop.
3) Selecteer “OTHERS” met de [SELECT </>] knoppen, en druk op [ENTER].
4) Stel het Toewijsbare Controller nummer voor de Part in.
5) Selecteer de juiste parameters met de [SELECT </>] knoppen.
•Als u de AC1 Filter Parameter gebruikt, let er op om de andere filter instellingen juist in te stellen (in “FILTER” parameters, pag. 100, en/of “DRUM” parameters, pag. 114).
• Selecteer de AC1 parameters bij de “OTHERS” parameters. (In de Performance mode, deze zitten in de “COMMON” parameters; zie pag.
133.)
•Selecteer, als u een Drum Part gebruikt, het gewenste drumgeluid door op de corresponderende toets te drukken, of met de [PART -/+] knoppen.
6) Wijzig de waarde met de [VALUE -/+] knoppen of data dial.
7) Gebruik de [EDIT] knop opm terug te keren naar het Wijzig menu.
Rondleiding
61
VL Voices Bespelen en Wijzigen
VL Voices Bespelen en Wijzigen
Het VL gedeelte van de MU100R is een toongenerator die gebruikt maakt van de revolutionaire nieuwe “Virtual Acoustic Synthese” van Y amaha. Ge­baseerd op geavanceerde computer physical modeling technologie, Virtual Acoustic Synthesis produceert geluid dat realistischer, expressiever en mu­zikaler is dat wat voor systeem dan ook heden ten dage.
Het VL gedeelte is een monofone* toongenerator, met een eigen verza­meling parameters, maar is wel volkomen geïntegreerd met de andere on­derdelen in de MU100R. VL Voices kunnen alleen worden gebruikt in de XG en Performance modes, en de VL Voice kan slechts door één part tege­lijk worden gebruikt.
Zie voor meer details over VL Voices, het “Over het VL Voice Gedeelte,” hieronder.
* Een “monofone” toongenerator kan slechts één noot tegelijk voortbrengen.
In dit gedeelte kunt u leren hoe u:
© De VL in elkaar zit. © VL Voice banken en VL Voices selecteert. © VL Voices wijzigt.
Over het VL Voice Gedeelte
Belangrijkste Kenmerken
• Het is mogelijk songdata af te spelen die is voorgeprogrammeerd met
de VL-XG Voice data.
• Het is mogelijk het geluid van akoestische instrumenten te creëren door
de VL parameters direct op de MU100R te wijzigen (pag. 119).
• Het is mogelijk de VL Voices te bespelen met een WX11 Wind MIDI
Controller (via BT7) aangesloten op de MIDI in van de MU100R.
VL Voice Edit (wijzigen)
• VL-XG Voices Wijzigen
Als u de bestaande MIDI files wilt wijzigen met behulp van de VL Voices in het VL toongeneratorgedeelte, moet u gebruik maken van een externe sequencer die system exclusive gegevens kan editten, en deze data kan ver­sturen naar het VL toongenerator gedeelte. Zie MIDI Data Formaat voor meer informatie over system exclusive gegevens.
62
Rondleiding
Virtual Acoustic Synthesis
In tegenstelling tot vroegere toongenerators die gebruik maken van oscillators, functiegenerators, preset golfvormen of samples om geluid te produceren, past Yamaha Virtual Acoustic (“VA”) Synthese geavanceerde, computer gebaseerde “physical modeling” technologie toe op muzikale geluids­synthese. Op dezelfde manier dat computer “modellen” worden gebruikt om weersystemen of de vluchtkarakteristieken van een vliegtuig na te boot­sen in de ontwerpfase, simuleert het VL toongenerator gedeelte de bijzonder complexe vibraties, resonanties, reflecties en andere akoestische fenome­nen die optreden in een echt blaas- of strijkinstrument.
VA Voordelen
Het VL toongenerator gedeelte biedt vele voordelen tijdens het bespelen. Niet alleen qua geluid, maar ook qua ‘gedrag’, hetgeen akoestische instrumenten
zo.... wel, muzikaal maakt! Yamaha Virtual Acoustic Synthese is gewoon de
meest muzikale toongeneratiesysteem dat ooit is ontwikkeld.
VL Voices Bespelen en Wijzigen
• Het VL toongeneratorgedeelte klinkt beter, heeft meer diepgang en is realistischer - muzikaal gesproken - dan ieder ander toongenerator­systeem.
• Het simpelweg, op dezelfde manier, aanslaan van een toets produceert niet altijd hetzelfde geluid. Het instrument reageert en “leeft”.
• Noot-op-noot overgangen vertonen dezelfde continuïteit die akoestische instrumenten vertonen. Wat gebeurt tussen de noten is muzikaal gezien net zo belangrijk de noten zelf.
• Hij is enorme expressief. In plaats van het simpelweg besturen van pa­rameters zoals volume of toonhoogte, kunt u ook de karakteristieken zo­als breath en reed pressure besturen, waardoor de juiste complex effec­ten ontstaan met het timbre van het geluid.
VL Toongenerator Model
Het algemene VL T oongenerator model of “algorithm” bestaat uit drie hoofd­blokken: het instrument, de controllers (bestuurders) en de modifiers (lett. wijzigers). In schematische vorm zijn deze blokken op de volgende manier gerangschikt:
Controllers (ook envelopes)
Instrument Modifiers
Rondleiding
Geluid uit
63
VL Voices Bespelen en Wijzigen
Het Instrument
Het belangrijkste blok in dit algorithm is het instrument, aangezien hier de fundamentele toon ofwel het “timbre” van het geluid wordt bepaald. Het instrumentmodel bestaat voornamelijk uit een driver — het riet/mondstuk, lip/mondstuk, of strijkstok/snaarsysteem — en een resonator die correspon­deert met de buis en de luchtkolom of de snaar.
Rietvibratie
Lipvibratie
Luchtvibratie
In al deze instrumenten zorgt pressure (‘druk’) die hier wordt uitgeoefend (het ‘drive’ punt) voor vibratie die resulteert in geluid.
Snaarvibratie
Één van de opvallende kenmerken van Virtual Acoustic Synthese is dat ie­dere willekeurige driver kan worden gebruikt bij een pijp of een snaar.
Drivers Pipes/String
OPMERKINGEN
• het geluid wat alszodanig wordt geproduceerd wordt versterkt en gesustained door body van het instrument.
• De toonhoogte van het geluid wordt bepaald door de lengte van luchtkolom of snaar, en het timbre is een complex produkt van de ‘drive’ bron (riet, lip, lucht, snaar), de vorm van het resonantie-gat, de materialen waarvan het instrument is gemaakt, enz.
64
Rondleiding
VL Voices Bespelen en Wijzigen
De Controllers
De input van een akoestisch blaasinstrument komt van de longen van de speler, de trachea, mondholte en lippen, Bij een snaarinstrument komt deze door de beweging van de arm van de speler, verstuurd naar de snaar via de strijkstok. Deze elementen vormen daadwerkelijk een belangrijk onderdeel van het geluidsgeneratiesysteem en vallen, in het VL toongenerator gedeelte, onder het controllerblok. De speler beïnvloedt ook het geluid van het instru­ment door het spelen op de toetsen, toongaten, of frets, en dit aspect van besturing vormt een ander onderdeel in het controllerblok. Deze en andere control parameters aanwezig in het VL toongeneratorgedeelte worden ge­toond in de onderstaande illustratie. Feitelijk bepalen de controllerparameters hoe het instrument “speelt”. Al deze parameters kunnen worden toegewezen aan een externe controller die gebruikt kan worden met de het VL toon­generatorgedeelte: breath controller, voetcontroller, modulatie wheel, enz. De pressure parameter, bijvoorbeeld, wordt normaal gesproken toegewezen aan een breath controller zodat de speler de dynamiek van het instrument kan besturen met de mate van breath pressure die wordt uitgeoefend op de controller — een natuurlijk, instinctieve manier om blaasinstrumenten te be­spelen. Daarbij kunnen growl (grom) en throat (keel) parameters worden toe­gewezen aan de breath controller om natuurlijk respons en effecten te creëren.
Embouchure
De kracht van de lippen tegen het riet of tegen elkaar, of de kracht van de strijkstok tegen de snaar.
Tonguing (tong)
Simuleert de halve-tong techniek zo vaak gebruikt door saxofonisten, door het wijzigen van de “opening” in het riet.
Toonhoogte
Wijzigt de lengte van de luchtkolom of snaar, en daardoor de toonhoogte van het geluid.
Demping & Absorptie
Simuleert het effect van de luchtwrijving in de pijp of op de snaar, en van verlies van hoge frequenties aan het eind van de pijp of de snaar.
Throat (keel)
Bestuurt de karakteristiek van de keel of strijkarm van de “speler”.
Pressure (druk)
De hoeveelheid breath pressure (druk) die wordt uitgeoefend op het riet of het mondstuk, of strijk­kracht die wordt uitgeoe­fend op de snaar.
Growl (grom)
A periodieke pressure (strijkstokaanslag­gevoeligheid) modulatie die het “growl (=grom)” effect produceert die zo vaak hoorbaar is bij blaas­instrumenten.
Scream
Stuurt het gehele systeem in chaotische oscillatie, waarmee effecten worden gecreëerd die alleen konden worden bereikt via physical modeling techno­logie.
Rondleiding
65
VL Voices Bespelen en Wijzigen
De Modifiers (lett. ‘wijzigers’)
Het modifierblok bestaat, zoals blijkt uit het diagram, uit 4 gedeelten. Al­hoewel het lijkt alsof dit slechts simpele effecten zijn, staan ze intiem in realtime met het geluidproducerende model van de VL, en hebben ze een aanzienlijk effect op het geluid.
Harmonic Enhancer
De Harmonic Enhancer bepaalt de har­monische structuur van het geluid, in zoverre dat deze in staat is radicale timbrale variaties voort te brengen bin­nen een instrument “familie” (bijvoor­beeld de saxofoonfamilie).
Harmonic
Enhancer
Dynamic
Filter
Dynamic Filter
Frequency
Equalizer
Dit gedeelte is gelijk aan de dynamische filters die u kunt vinden op vele conven­tionele synthesizers, met high-pass,
Resonator
bandpass, band elimination en and low­pass modes. Sommige filter parameters zijn beschikbaar via het VL toon­generatorgedeelte knoppen.
Frequency Equalizer
Dit is een 5-band parametrische equalizer met frequentie, Q (bandbreedte), en niveau parameters. De equalizer is ook uitgerust met pre-EQ high- en low-pass filters, alsook key scaling, voor exacte respons over het gehele bereik van het instrument.
Resonator
De Resonator maakt gebruik van gesimuleerde “resonator” pijpen of snaren en voegt een “houten” resonantie effect toe — Alhoewel het weinig of geen effect heeft op sommige Voices. De Resonator ingezet als één van de preset Voice parameters.
66
Rondleiding
Voice Structuur
De VL Voices hebben allemaal een uniek programnummer en zijn onderge­bracht in 13 banken. Zie de Voice lijst in het “GeluidenLijst & MIDI Data” gedeelte achterin deze handleiding.
VL Voices Bespelen en Wijzigen
• Banks 112 t/m 1 19: VL-XG Banken
(Bank Select MSB: 81 of 97)
De Voices van de PRESET 1 en PRESET 2 banken zijn toegewezen aan MIDI banken program change nummers komen overeen met het Yamaha XG formaat.
IMPORTANT
Aangezien het VL toongeneratorgedeelte niet is uitgerust met een volledige set XG­compatibel Voices, worden sommige Voice nummers overgeslagen (22, 23, 25, 27, enz.). Als het overgeslagen nummer wordt toegewezen, is er geen geluid (als Bank Select MSB is 81) of het geluid van de XG Voice in bank 1 klinkt in plaats hiervan (als Bank Select MSB is 97).
• Bank 000: PRESET 1
De PRESET 1 bank bevat 128 preset Voices die bedoeld zijn om bespeeld te worden met een toetsenbord.
• Bank 001: PRESET 2
De PRESET 2 bank bevat 128 preset Voices die maximaal expressief zijn als ze bespeeld worden met een breath controller of WX Wind MIDI Controller .
• Bank 002: CUSTOM
De CUSTOM bank bevat 6 geheugenlokaties (programnummers 001 - 006) waarin u de Voices kunt laden die zijn gecreëerd met de Yamaha VL70-m. De geladen Voices kunnen niet worden gebackupped. Als de MU100R wordt aangezet, worden de Voices gereset in standaard instellingen, de sound-ef­fect type Voices in de PRESET banken.
• Bank 003: INTERNAL
De interne Voices van de VL70-m kunnen ontvangen en geladen worden (bulk data). De Interne bank bevat 64 gehuegenlokaties waarin de Voices die u hebt gewijzigd tijdelijk kunnen worden opgeslagen. De geladen Voi­ces kunnen niet worden gebackupped. Als de MU100R wordt aangezet, worden de Voices gereset in standaard instellingen, de Voices in de Preset banken, die zijn ingesteld op bespeeld te worden met een WX Wind MIDI Controller.
BELANGRIJK
De gewijzigde Voices kunnen niet worden opgeslagen in de Interne Voice bank. Als u de gewijzigde Voice wilt bewaren, moet u deze opslaan als songdata onderdeel met sequence software die in staat is System Exclusive te wijzigen en te versturen.
Rondleiding
67
VL Voices Bespelen en Wijzigen
N.B.
• Als u MU100R Performance mengt en stapelt met een VL Voice, wordt het VL Voice nummer en de op het MU100R paneel gewijzigde VL parameters opgesla­gen.
• Houd er rekening mee dat de “programnummers” hier 001~128 zijn, en de “MIDI program change nummers” lopen van 000~127. Bij het selecteren van Voices (pro­grams) met een extern MIDI instrument moet u de waarde “1” aftrekken van het “programnummer” om gelijk te zijn aan de “MIDI program change nummers.”
Banken Selecteren
• Maak gebruik van de MIDI bank MSB (control number 00) en LSB
(control number 32) nummers die staan opgesomd aan de rechterkant, om VL banken te selecteren via een extern MIDI instrument.
BANK MSB LSB
BANK 112 97 or 81 112 BANK 113 97 or 81 113 BANK 114 97 or 81 114 BANK 115 97 or 81 115 BANK 116 97 or 81 116 BANK 117 97 or 81 117 BANK 118 97 or 81 118 BANK 119 97 or 81 119 PRESET 1 33 0 PRESET 2 33 1 CUSTOM 33 2 INTERNAL 33 3
68
Rondleiding
VL Voices Bespelen en Wijzigen
VL Voice banken en VL Voices Selecteren
De VL Voices worden op dezelfde manier geselecteerd als de XG Voices.
VL Voices Selecteren op een Extern Instrument
Als de MU100R, inclusief het VL toongeneratorgedeelte, wilt besturen met sequence software en/of gebruik wilt maken van de toongenerator zonder paneelknoppen (als geluidskaart), moet u de MIDI boodschappen zoals XG System On, Bank Select MSB/LSB en program change naar de MU100R ver­sturen m.b.v. sequence software die in staat is system exclusive te versturen en te wijzigen. Zie MIDI Data Formaat in het “GeluidsLijst & MIDI Data” gedeelte achterin deze handleiding.
Bediening
1 Zorg er voor dat de XG of Performance mode is geselecteerd.
Zie pag. 172 voor meer informatie over het selecteren van de Sound Module mode.
2 Wijs één van de parts toe aan het spelen van VL Voices.
Slechts één Part kan worden gebruikt voor de VL Voices, en deze moet juist zijn toegewezen.
Om dit te doen:
1) Druk op de [UTIL] knop.
2) Selecteer “PLUGIN” (met de [SELECT >] knop) en druk op de [ENTER] knop.
3) Selecteer “PLG100-VL” (VL Voices) met de [SELECT <] knop, en druk nogmaals op [ENTER].
4) Selecteer de Part Assign parameter (met de [SELECT <] knop).
5) Stel het gewenste Partnummer in (01– 16 voor XG, 01 – 04 voor Performance) met de [VALUE -/+] knoppen of data dial.
Rondleiding
69
VL Voices Bespelen en Wijzigen
3 Keer terug naar de Afspeelmode, en selecteer de gewenste Part.
Druk op [PLAY] knop, en selecteer met de [PART -/+] knop- pen hetzelfde Part dat u heeft toegewezen in stap #2 hiervoor.
4 Selecteer één van de VL banknummers.
Licht de banknummer parameter op met de [SELECT </>] knoppen, en selecteer met de [VALUE -/+] knoppen of data dial één van de VL Voice banken. (De VL Voice bank volgt na de “SFX” bank. Selecteer bijvoorbeeld VL bank 000.)
VL Voice icoon.
Banknummer. Programnummer.
5 Selecteer de gewenste Voice.
Licht met de [SELECT </>] knoppen de programnummer pa­rameter op, en selecteer met de [VALUE -/+] knoppen of data dial één van de VL Voices.
6 Bespeel de Voice.
Bespeel deze nieuwe Voice via het aangesloten MIDI toetsen­bord. Ga door en selecteer andere VL Voices in deze bank, en van andere banken. Zie pag. 68 voor meer details over de be­schikbare VL Voice banken.
70
Rondleiding
Een VL Voice Wijzigen
Dit gedeelte toont de algemene stappen bij het wijzigen van VL Voices. De VL parameters wijken volkomen af van de die van de normale Voices, die u gewijzigd hebt op pag. 36. (Zie pag. 119 voor meer informatie over de VL Edit parameters.)
Onthoud dat bij het wijzigen van de VL Voices, u de V oice zelf niet echt wijzigt, maar meer de Part waaraan de Voice is toegewezen. Dit betekent dat bij het selecteren van een andere VL Voice voor de Part, de gewijzigde instellingen gelden voor de nieuwe Voice, of dit nu wel of niet ‘past’.
U kunt hiervan gebruik maken door alle VL Part instellingen op te nemen in uw sequencer, voor de daadwerkelijk songdata. Dit zor gt er voor dat het VL Part precies zo wordt afgespeeld als bedoeld was voor iedere song.
Onthoud ook dat wijzigingen die u maakt in de VL Part automatisch worden opgeslagen als standaard bij het aanzetten van het instrument. Met andere woorden, als u het instrument de volgende keer aanzet, wordt de VL part automatisch in de­zelfde hoedanigheid opgeroepen. Als u één “set” van wijzigingen wilt opslaan (bij­voorbeeld voor één specifieke song) alvorens het creëren van een andere set, moet u eerst de huidige setup opslaan in een sequencer of MIDI data filer. (Zie pag. 18 voor meer details.)
VL Voices Bespelen en Wijzigen
N.B.
De VL Wijzig parameters zijn niet beschikbaar in de normale Voices of Drumvoices.
Bediening
1 Selecteer het VL Part.
Om de VL Voice te wijzigen moet u eerst de Part selecteren waaraan de VL Voice is toegewezen. Daarbij moet u er ook voor zorgen dat er een VL Voice is geselecteerd voor die Part. (Zie “VL Voice banken en VL Voices Selecteren” hiervoor.)
2 Roep het Wijzig menu op.
Druk op de [EDIT] knop.
3 Roep het VL Wijzig menu op.
Selecteer met de [SELECT >] knop “PLUGIN” in de display, en druk vervolgens op [ENTER].
Rondleiding
71
VL Voices Bespelen en Wijzigen
4 Selecteer de gewenste parameter.
Selecteer met de [SELECT </>] knoppen de parameter die u wilt wijzigen. Zie pag. 119 voor complete beschrijvingen en de­tails van alle VL Edit parameters.
5 Wijzig de parameter waarde of instelling.
Wijzig met de [VALUE -/+] knoppen of data dial de waarde of instelling.
6 Keer terug naar de Speelmode als u klaar bent met wijzigen.
Druk op de [PLAY] knop om terug te keren naar de Speelmode.
N.B.
Er zijn meer VL-gerelateerde parameters in de Utility mode. Zie pag. 169 voor meer informatie over deze parameters.
Om deze parameters op te roepen:
1. Druk op de [UTIL] knop.
2. Selecteer met de [SELECT
3. Selecteer, als dit nog niet gebeurd is, “PLG100-VL” met de [SELECT
en druk op [ENTER].
4. Selecteer en wijzig de parameters op de normale manier, met de [SELECT </
>
] knoppen, en de [VALUE -/+] knoppen of data dial.
>
] knop “PLUGIN,” en druk op [ENTER].
<
] knop,
72
Rondleiding
Effecten
Om de grote hoeveelheid Voices en de 32-Part multitimbrale capaciteit te complementeren is de MU100R ook uitgerust met een ingebouwde multi­effect processor met zeven onafhankelijke digitale effecten: Reverb, Chorus, Variation, Insertion 1 en 2, Harmony en and EQ. (In dit gedeelte onderzoe­ken we eerst de eerste vijf; Harmony en EQ op pag. 77 en 80, respectieve­lijk.)
Deze hoge kwaliteit effecten zijn enorm flexibel en kunnen het geluid op indringende wijze veranderen. Combineer deze met de Part parameters in de Multi mode, en u heeft een “virtuele” 34-kanaals mixer tot uw beschik­king, met EQ per kanaal, master EQ, en zes effect sends — compleet met zes onafhankelijke effect units!
Bij de volgende instructies nemen we aan dat de XG mode is geselec­teerd (pag. 26). Gebruik maken van de effecten in de Performance mode en de andere modes is echter praktisch hetzelfde.
In dit gedeelte kunt u leren hoe:
© Het Reverb Type wordt ingesteld en hoeveel u aan een Part kunt geven. © Het Chorus Type wordt ingesteld en hoeveel u aan een Part kunt geven. © Gebruik kunt maken van de Variation effecten om distortion te geven aan
een Part.
Effecten
Reverb en Chorus Gebruiken
V erstandig gebruik van Reverb creëert een bepaalde breedte, en ver groot het realisme van de Voices. Het geselecteerde Reverb T ype geldt voor alle Parts; de hoeveelheid Reverb van iedere Part kan echter worden afgesteld. Hier­door kunt u speciale ‘textures’ toevoegen aan de mix van een song, zoals het “verzuipen” van een Part in Reverb terwijl een andere Part “droog” blijft.
Het Chorus effect gedeelte bevat een groot aantal pitch modulatie effecten. Met deze effecten kunt u op subtiele wijze het geluid verrijken of “vetter” maken, of deze volledig transformeren op wilde en unieke wijze. Net als bij Reverb, kunt u slechts één Chorus Type gebruiken voor alle Parts; de hoe­veelheid van iedere Part is echter instelbaar.
Rondleiding
73
Effecten
Handeling
1 Zet eerst de Send en Return parameters op het juiste niveau.
Alvorens daadwerkelijk de Reverb of Chorus instellingen te wij­zigen, zou u eerst de Send en Return parameters in moeten stel­len, om het effect en te wijzigen goed te kunnenbeluisteren.
Om dit te doen:
1) Selecteer de gewenste Part in de Multi Speelmode Single
Part display. (Met de [PART -/+] knoppen.)
2) Selecteer “RevSend” (Reverb Send) of “ChoSend” (Chorus
Send) met de [SELECT </>] knoppen, en zet deze op “40” of hoger.
3) Selecteer de All Part display (door op beide [PART -/+]
knoppen te drukken).
4) Selecteer “RevRtn” (Reverb Return) of “ChoRth” (Chorus
Return) met de [SELECT </>] knoppen, en zet deze op “60” of hoger.
2 Roep de Effect Edit mode op.
Druk op de [EFFECT] knop.
3 Selecteer en roep het gewenste effect gedeelte op.
Selecteer “REV” (Reverb) of “CHO” (Chorus) met de [SELECT </>] knoppen.
4 Selecteer en wijzig de Type parameter.
Selecteer met de [SELECT <] knop “Type,” en wijzig de instel­ling met de [VALUE -/+] knoppen of data dial.
5 Wijzig naar wens andere parameters.
Als u eenmaal een Reverb of Chorus Type hebt geselecteerd kunt u de andere parameters wijzigen. Bij Reverb moet u een de Reverb Time en HPF Cutoff wijzigen en dan luisteren hoe het Reverb geluid wijzigt. Bij Chorus han­gen de parameters af van het geselecteerde Chorus Type. Selec­teer met de [SELECT </>] knoppen de parameter, en wijzig de waarde met de [VALUE -/+] knoppen of data dial.
Zie pag. 142 voor een lijst van Reverb Types en andere informatie over Reverb. Zie voor een opsomming van de beschikbare parame­ters voor ieder Reverb Type het “Sound Lijst & MIDI Data” gedeelte.
Zie pag. 143 voor een lijst van Reverb Types en andere informatie over Reverb. Zie voor een opsomming van de beschikbare parame­ters voor ieder Reverb Type het “Sound Lijst & MIDI Data” gedeelte.
74
Rondleiding
Distortion Geven aan een Part —
De Variation Effecten Gebruiken
Het Variation effect gedeelte zit vol met extra effecten. Met een totaal van 70 verschillende Typen, bevat het sommige effecten die u ook vind in de Reverb, Chorus en Insertion gedeelten. Dit is niet overbodig, hierdoor is het mogelijk om Typen Reverb of Chorus te gebruiken op verschillende Voices. Als u bijvoor­beeld een Symphonic effect wilt op de ene Voice en Phaser op de andere. V ariation bevat echter ook vele speciale effecten die u niet kunt vinden in de Reverb en Chorus gedeelten, zoals Delay , Gate Reverb, Wah en Pitch Change.
Het Variation effect kan worden gebruikt op alle Parts (zoals Reverb en Chorus), of op één enkele Part (zoals hieronder wordt omschreven).
Handeling
1 Zet Variation Connection op “INS” (Insertie).
Om Variation toe te passen op één Part moet u de Variation Connectie parameter op Insertie zetten.
Om dit te doen:
1) Druk op de [EFFECT] knop.
2) Selecteer “VAR” (met de [SELECT </>] knoppen) en druk op [ENTER].
3) Selecteer “VarConnect” (met de [SELECT >] knop), en wijzig de instelling in “INS” (met de [VALUE -/+] knop- pen of data dial).
Effects
2 Selecteer de gewenste Part en zet Variation Send op “on.”
Om dit te doen:
1) Keer terug naar de Multi Speelmode Single Part display (druk op de [PLAY] knop), en selecteer de gewenste Part (met de [PART -/+] knoppen).
2) Selecteer “VarSend” (met de [SELECT </>] knoppen), en zet deze op “on” (met de [VALUE-/+] knoppen of data dial).
3 Keer terug naar de Variation parameters, selecteer het Distortion
Type en wijzig andere belangrijke instellingen.
Om dit te doen:
1) Druk op de [EFFECT] knop.
2) Selecteer “VAR” (met de [SELECT -/+] knoppen) en druk [ENTER].
3) Selecteer “Type” (met de [SELECT <] knop), en wijzig de instelling in “DISTORTION” (met de [VALUE -/+] knop- pen of data dial).
Rondleiding
75
Effecten
4) Als het Distortion effect niet goed hoorbaar is moet u de
“Dry/Wet” parameter selecteren (met de [SELECT </>] knoppen) en deze afstellen (met de [VALUE -/+] knop- pen of data dial) tot het geluid naar wens is.
5) Met dezelfde methode als in stap #4 kunt u andere Distortion parameters selecteren en wijzigen, zoals de “Drive” en het “OutputLvl” (Output Niveau).
Bespeel nu de Part en luister naar het Distortion effect in het geluid. Selecteer andere Typen en speel ook eens met andere typen. De Variation parameters wijken af per geselecteerd Variation Type. Zie pag. 144 voor een lijst van Variation Types en andere informatie over Variation. Zie voor een lijst van beschikbare parameters van de Variation Typen het “Sound Lijst & MIDI Data” gedeelte.
Details
• Als Variation staat ingesteld om gebruikt te worden met één enkele Part (Insertie), is alleen Variation Send beschikbaar. (De Dry/Wet parameter in Variation Edit voert in dit geval feitelijk dezelfde functie uit als Variation Return; zie pag. 145.) Daarbij kan Variation Send ook slechts voor één Part op “on” worden gezet.
• Als Variation is ingesteld om gebruikt te worden op alle Parts (System), moeten zowel Variation Send en Return op juiste waarden gezet worden. (De handeling is hetzelfde als in stap #1 in “Reverb Gebruiken” en “Chorus Gebruiken” hierboven.)
Zie voor meer informatie “Over de Effect Aansluitingen — Systeem en Insertie” op pag. 152.
Insertie 1 en 2 Effect Gedeelten
De Insertie 1 en 2 gedeelten bieden extra signaal processing. Beide Insertie gedeelten kunnen worden toegepast op één enkele Part, en elk bevatten 43 effect Typen.
Zie pag. 146 voor een opsomming van Insertie Typen en andere informatie over Insertie. Zie voor een opsomming van de beschikbare parameters van de verschillende Insertion Typen het “Sound Lijst & MIDI Data” gedeelte.
76
Rondleiding
Harmony Effect
Met dit geavanceerde effect wordt het geluid van uw stem (via een micro­foon en één van de A/D inputs) gereproduceerd als een harmonie-stem, waar ­bij max. vier harmonieën geboden kunnen worden (inclusief uw originele voice).
U kunt de toonhoogte interval van de harmonie programmeren, of “spe­len” op het aangesloten MIDI toetsenbord (of sequencer), en de harmonieën wijzigen aan de hand van de akkoorden die u speelt. Als uw eigen stem op de juiste toonhoogte is en u de juiste akkoorden aanslaat, zorgt de MU100R er voor dat de harmonie “voices” harmonisch correct blijven en in toon­hoogte blijven met de akkoordwijzigingen van de song.
Alhoewel ieder Part voorzien kan worden van het Harmonie effect is deze eigenlijk bedoeld voor vocale input. Het effect kan ook het “geslacht” veranderen, waarmee een mannenstem verandert in een vrouwenstem (en vice versa), en bevat ook een vibrato effect die automatisch een warme, natuurlijke vibrato toevoegt aan uw stem.
Harmonie Effect
In dit gedeelte kunt u leren hoe u:
© Het systeem en de MU100R instelt voor het Harmony effect. © Een Harmony Type en Mode selecteert. © Vocale harmonieën “speelt” vanaf een aangesloten MIDI toetsenbord,
om overeen te komen met de melodie die u zingt.
Het Harmony Effect Gebruiken
Handeling
1 Stel het MIDI toetsenbord in.
Sluit een MIDI toetsenbord aan (zoals omschreven op pag. 17) en zet het MIDI verstuurkanaal op 1.
Hint
• Een andere manier is het instellen van een sequencer in deze stap zodat u met de songdata van de sequencer het Harmony effect bestuurt en bepaalde harmo­nie noten selecteert. Op deze manier worden alle ondersteunende harmonieën automatisch voortgebracht als u meezingt bij het afspelen van de song.
2 Sluit een microfoon aan op de MU100R en stel de A/D Part in.
Sluit een microfoon aan op de A/D INPUT 1 jack, selecteer Part “A1,” en selecteer de “Mic” preset (bank #000, program #002). (Zie het gedeelte “Gebruik maken van de A/D Inputs” op pag. 87, voor meer instructies.)
Rondleiding
77
Harmony Effect
3 Roep het Harmony System menu op (in the Utility mode).
Om dit te doen:
1) Druk op de [UTIL] knop.
2) Selecteer “PLUGIN” met de [SELECT </>] knoppen, en druk op de [ENTER] knop.
3) Selecteer “PLG100-VH” (Harmony) met de [SELECT >] knop en druk op de [ENTER] knop.
4 Zet het Harmonie Kanaal op 1.
Selecteer met de [SELECT <] knop “Harmony Ch” (Harmonie Kanaal), en zet de parameter op “01” om overeen te komen met het verstuurkanaal van het aangesloten MIDI toetsenbord.
5 Roep het Harmony Edit menu op.
Om dit te doen:
1) Druk op de [EFFECT] knop.
2) Selecteer “PLG” (met de [SELECT >] knop) en druk op de [ENTER] knop.
3) Bij het “PLG100-VH” (Harmonie) menu aangekomen, moet u nog een keer op [ENTER] drukken.
6 Zet de Harmony Insert Part op het corresponderende A/D Part.
Selecteer met de [SELECT >] knop “Ins Part” (Insert Part), en zet de parameter op “AD01”.
78
Rondleiding
Harmonie Effect
7 Zet het Harmony Type op Chordal.
Selecteer “Type” (met de [SELECT <] knop), en zet de parameter op “CHORDAL HM” (met de [VALUE -/+] knoppen of data dial). Als deze op Chordal staat bepalen akkoorden via het MIDI toetsenbord de noten van het Harmonie effect. (Zie pag. 147 voor meer informatie over Chordal en andere Typen.)
8 Zet de Harmony Mode op “trio above”.
Selecteer “Mode” (met de [SELECT </>] knoppen), en zet de parameter op “trio above” (met de [VALUE -/+] knoppen of data dial).
9 Zing in de microfoon en sla akkoorden aan op het MIDI toetsenbord.
De Harmonie functie herkent 34 verschillende akkoordtypen. Ak­koorden kunnen overal op het toetsenbord worden aangeslagen en resulteren in dezelfde harmonieën. Experimenteer met verschil­lende akkoorden (majeur, mineur, septiem, enz.) en luister naar de harmonie wijzigingen — zelfs met dezelfde stemtoonsoort.
Hints
• Onthoud dat u het akkoord niet ingedrukt hoeft te houden — sla één keer aan op het punt waar de harmonie moet wijzigen, laat dan los en zing door tot de volgende akkoordwijziging.
• Als een andere Part op MIDI kanaal 1 staat, kunt u zijn Voice het akkoord horen afspelen. Om er voor te zorgen dat deze Voice niet hoorbaar is moet u met de [MUTE/SOLO] knop de part mute’n, of het Volume heel laag zetten.
Zelf Proberen...
Hier is een opsomming van de stappen die u moet volgen bij het gebruik van het Harmonie effect:
1) Stel één van de A/D input Parts in en selecteer één van de presets.
Doe dit als u Harmonie wilt toepassen op een externe bron (zoals een microfoon of een gitaar). (Zie pag. 87.)
2) Stel het Harmonie Kanaal zo in dat deze overeenkomt met het verstuurkanaal van een aangesloten MIDI toetsenbord.
Doe dit als u het Harmonie effect wilt besturen via MIDI. Pad: UTILITY
3) Zet het Insert Part op het corresponderende Part.
De A/D inputs kunnen het beste op “AD01” of “AD02” gezet worden. Pad: EFFECT
4) Stel andere belangrijke instellingen in in het “PLG100-VH” menu (opgeroepen in stap #3 hierboven).
De meest belangrijke zijn Harmony Type, Harmonie Mode en Lead/ Harmonie Balans. (Zie page 147.)
g
“PLUGIN” g “PLG100-VH” g “Harmony Ch”
g
“PLG” g “PLG100-VH”g “Ins Part”
Rondleiding
79
Equalizer (EQ)
Equalizer (EQ)
De MU100R bevat een uitgebreide verzameling equalizer parameters waar­mee u de klankkleur kunt aanpassen — zowel de individuele Parts als het gehele instrumentale geluid.
In dit gedeelte kunt u leren hoe u:
© Met de Part EQ edit parameters de klank van een bepaalde Part af stelt. © Met de hoofd EQ de algemene klank van de MU100R afstelt.
De Klank van een Bepaalde Part Afstellen — Part EQ
De Part EQ parameters bieden twee-bands (lage en hoge frequenties) para­meters voor het geluid van de individuele Parts. Deze kunnen worden ge­bruikt in de Multi mode en de Performance mode.
N.B.
Als een Drum Part is geselecteerd, is het EQ menu niet beschikbaar. Dezelfde EQ parameters kunnen echter worden gewijzigd voor ieder individueel drumgeluid in het “DRUM” menu. (Zie pag. 117.)
Handeling
1 Selecteer de gewenste Part.
In de Multi mode Single Part display kunt u met de [PART -/ +] knoppen het gewenste Part selecteren (behalve Drum Parts).
2 Roep de EQ parameters op.
Druk op de [EDIT] knop, selecteer “EQ” (met de [SELECT </ >] knoppen) en druk op de [ENTER] knop.
3 Selecteer het algemene frequentiebereik — laag of hoog.
In dit voorbeeld gaan we de bas van het Part boosten, dus moet u “Low Freq” (Lage Frequentie) selecteren met de [SELECT </
>] knoppen.
80
Rondleiding
Equalizer (EQ)
4 Stel de frequentie in die afgesteld moet worden. In dit voorbeeld
moet u de Low Frequency waarde op “315” (Hz) zetten.
5 Selecteer de Low Gain parameter en wijzig de waarde.
In dit voorbeeld moet u de Low Gain waarde op “+35” zetten. Bespeel de Voice (in het bijzonder in de lagere octaven) en luis­ter naar de klankwijziging.
N.B.
Afhankelijk van de Voice die is geselecteerd voor de Part (en afhankelijk van het octaaf waarin u de Voice bespeelt), hoort u wel of niet een grote verandering in bepaalde frequenties.
Als u wilt kunt u ook proberen de Hoge Frequentie/Gain parame­ters af te stellen.
EQ in de Performance Mode
De EQ instellingen van individuele Parts in de Performance mode kunnen op dezelfde manier worden afgesteld:
1) Selecteer een Part (in de Single Part parameters).
2) Druk op de [EDIT] knop.
3) Selecteer “PART”, en druk op de [ENTER] knop.
4) Selecteer “EQ”, en druk op de [ENTER] knop, en wijzig de parameters op
de manier die staat omschreven in stappen #3 – #5 hierboven.
Rondleiding
81
Equalizer (EQ)
De Algemene Klankkleur Afstellen — Main EQ
In het EQ hoofdgedeelte staan vijf bandparameters (op specifieke frequen­ties) tot uw beschikking voor het gehele geluid van de MU100R. Ook zijn er speciale presets beschikbaar voor het onmiddellijk wijzigen van de klank voor een bepaalde soort muziek.
Handeling
1 Roep de “EQ TYPE” parameter op en selecteer de gewenste EQ
preset. Druk eerst op de [EQ] knop en selecteer de parameter met de
[SELECT </>] knoppen. Selecteer vervolgens met de [VALUE
-/+] knoppen of data dial de gewenste preset.
2 Indien gewenst kunt u de waarde van de vijf verschillende ban-
den wijzigen. Selecteer met de [SELECT </>] knoppen de pa­rameter, en wijzig de waarde met de [VALUE -/+] knoppen of data dial.
82
1) In de grafische EQ display wordt de EQ curve getoond.
2) De sliders van het EQ icoon geven de huidige instellingen aan en bewegen als de waarde wordt gewijzigd.
De wijzigingen die u maakt in een geselecteerde EQ preset blijven bewaard zelfs als u het instrument uitzet. Het selecteren van een an­dere preset annuleert echter automatisch uw originele instellingen.
Zie pag. 155 voor meer informatie over de Equalizer effecten. Zie ook de Multi Mode Equalizer Lock parameter (pag. 158).
Rondleiding
Individuele Outputs
Met deze handige functie kunt u de output van een geselecteerde Part of Parts naar de INDIV. OUTPUT jacks sturen. Bij Drum Parts kunt u zelfs specifieke drumgeluiden selecteren en uitsturen via deze jacks.
In het algemeen bieden de uitgebreide ingebouwde effecten en andere
Part parameters van de MU100R alles wat u nodig heeft bij het processeren en mixen van ingewikkelde multi-Part songs. Het kan echter voorkomen (bij studio opnamen bijvoorbeeld) dat u een bepaalde Voice of geluid wilt op­knappen of wilt voorzien van effect via een favoriete externe effect unit, of een Part wilt opnemen op een aparte track van een tape recorder. Hiervoor zijn de individuele outputs ontwikkeld.
In dit gedeelte kunt u leren hoe u:
© De MU100R zo in kunt stellen dat twee Parts onafhankelijk worden geroute
naar de twee INDIV. OUTPUT jacks.
Individuele Outputs
Gebruik Maken van de Individuele Outputs
Handeling
1 Maak de noodzakelijke audio aansluitingen.
In de voorbeeld illustratie hieronder is de INDIV. OUTPUT 1 jack aangesloten op de input van een effect unit. De output van de effect unit is aangesloten op een kanaal van een mengpaneel, samen met de algemene OUTPUT jacks van de MU100R.
Effect unit MU100R
(4) OUTPUT L en R(2) In(1) Out
(3) INDIV. OUTPUT
Mengpaneel
Een variatie van dit voorbeeld is het direct aansluiten van INDIV. OUTPUT 1 op een apart inputkanaal van het mengpaneel, waar het signaal voorzien kan worden van effect van een externe effect unit via de send/return aansluitingen op het mengpaneel.
Hint
Als u geen extern mengpaneel hebt, maar toch gebruik wilt maken van de indivi­duele output en een extern effect voor een Part, is dit mogelijk door de output van het effectapparaat terug te sturen naar de MU100R via één van de A/D inputs. (Zie pag. 87 voor meer informatie over het gebruik van de A/D inputs.)
Rondleiding
83
Individuele Outputs
2 Selecteer het gewenste Part.
3 Zet de Output Select parameter op de gewenste instelling.
De geselecteerde Part wordt nu alleen uitgestuurd via de INDIV. OUTPUT 1 jack. (Er wordt niets meer uitgestuurd via de hoofd OUTPUT jacks en PHONES jack.)
u stappen #2 en #3 hierboven herhalen. U kunt extra Parts door de­zelfde jack sturen, en “ind2” selecteren om een Part of Parts door INDIV. OUTPUT 2 te sturen.
Selecteer, in de Multi mode Single Part display, met de [PART
-/+] knoppen het gewenste Part voor individuele output.
In dit voorbeeld sturen we de geselecteerde Part output naar de INDIV. OUTPUT 1 jack.
Om dit te doen:
1) Moet u op de [EDIT] knop drukken.
2) Selecteer “OTHERS” met de [SELECT >] knop, en druk op de [ENTER] knop.
3)
Selecteer “OutPtSel” (Output Select) met de [SELECT >] knop.
4) Zet de parameter op “ind1” met de [VALUE -/+] knop­pen of data dial.
Om een andere Part te selecteren voor individuele output, moet
Zie voor meer informatie over de individuele outputs, de Output Se­lect parameter (pag. 113) en de Output Select Lock parameter (pag.
158).
Drum Sounds routen naar de Individuele Outputs
Individuele drumgeluiden kunnen ook worden geroute naar de individuele outputs.
Om dit te doen:
1) Selecteer een Drum Part.
2) Druk op de [EDIT] knop.
3) Selecteer “DRUM,” en druk op de [ENTER] knop.
4) Selecteer het gewenste drumgeluid (met het aangesloten MIDI toetsenbord
of met de [PART -/+] knoppen).
5) Roep de Output Select parameter op (met de [SELECT >] knop) en maak de gewenste instelling (met de [VALUE -/+] knoppen of data dial).
Zie, voor meer informatie over het gebruik van Drum Parts met de individuele outputs, de Output Select parameter (pag. 118).
84
Rondleiding
Mute/Solo
De MU100R is uitgerust met handige Mute en Solo functies voor het selec­tief mute’n of solo’en van de 32 normale Parts en de A1 en A2 A/D Parts. Dit is handig bij het afspelen van verschillende Parts via een computer of sequencer. Met mute kunt u één Part tijdelijk uitzetten om te horen hoe de andere Parts klinken zonder de betreffende Part. Met Solo kunt u een enkele Part isoleren om te horen hoe de Part alleen klinkt. In de Performance mode zijn Mute en bijzonder effectieve hulpmiddelen bij het wijzigen van de Parts, aangezien u beter kunt horen hoe instellingen bepaalde Voices en het alge­mene geluid van de Performance wijzigen.
Gebruik Maken van Mute/Solo
Handeling
Mute/Solo
1 Selecteer de gewenste Part.
Zorg er voor dat de Single Part mode actief is (zie pag. 108), en selecteer de Part met de [PART -/+] knoppen.
Geselecteerde Part nummer.
2 Druk op de [MUTE/SOLO] knop.
Tijdens het bespelen van het toetsenbord (of tijdens het afspelen van een song vanaf een sequencer), moet u op de [MUTE] knop drukken. Ieder druk op de knop gaat door de verschillende func­ties: Mute, Solo en Normal.
De geselecteerde Part is gemute, andere Parts klinken normaal.
Rondleiding
85
Mute/Solo
De geselecteerde Part wordt gesolo’d, andere Parts gemute.
Alle Parts klinken normaal.
86
Rondleiding
A/D Inputs
De MU100R is uitgerust met een speciale A/D (Analog-to-Digital) input functie waarmee u twee verschillende externe signalen (microfoon, elektri­sche gitaar, CD player , enz.), kunt mengen met de signalen van de MU100R Voices. A/D input is perfect voor het meezingen met hetgeen u speelt op het toetsenbord, aangezien u de twee signalen kunt mengen zonder gebruik te maken van een extern mengpaneel. Ook kunt u meezingen, of gitaar spelen, met de begeleidingstracks die afgespeeld worden door een MIDI sequencer . Er zijn twee A/D Parts (A1 en A2) en ze kunnen op dezelfde manier worden behandeld als de andere parts — ze kunnen bijvoorbeeld onafhankelijke Volume, Pan en effect send instellingen bevatten. Afgezien daarvan kunt u bepaalde parameters automatisch aansturen via een aangesloten MIDI sequencer. (Zie pag. 17.) De twee A/D Parts bevatten meerdere speciaal voorgeprogrammeerde presets, compleet met bijpassende gain instellingen en geschikte effecten — gebruik makend van de ingebouwde effecten van de MU100R.
A/D Inputs
In dit gedeelte kunt u leren hoe u:
© De MU100R moet instellen voor gebruik met de A/D inputs. © De A/D input presets op moet roepen.
Gebruik Maken van de A/D Inputs
Handeling
1 Draai de A/D INPUT VOLUME knop op het frontpaneel dicht.
PAS OP!
Draai altijd de VOLUME knop dicht alvorens een externe input aan te sluiten.
2 Sluit de microfoon of het instrument aan op één van de A/D IN-
PUT jacks. Sluit in dit voorbeeld de A/D INPUT 1 jack aan. (Afhankelijk van de gebruikte apparatuur moet gebruik gemaakt worden van de juiste conversie adaptors; de A/D INPUT jacks werken met 1/4” hoofdstelefoon pluggen.)
Rondleiding
87
A/D Inputs
3 Selecteer de corresponderende Part met de [PART -/+] knop-
pen. Aangezien u bent aangesloten op de A/D INPUT 1 jack, moet u in deze stap Part A1 selecteren.
4 Selecteer de gewenste presetbank.
Doe dit op de normale manier door met de [SELECT </>] knoppen de bank nummer parameter op te lichten, en wijzig de bank met de [VALUE -/+] knoppen.
De geselecteerde bank bepaalt het type input en stelt het juiste gain ni­veau in. Ieder bank/type wordt aangegeven met een icoon in de LCD:
Bank 000
88
Input van een microfoon (of ander mic niveau instrument).
Rondleiding
Bank 001
Bank 002
A/D Inputs
Input van een elektrische- of elektrisch/akoestische gitaar (of ander mic niveau instrument).
Bank 003
Bank 018
Input van een keyboard (pf ander lijnniveau instrument, zoals een toongenerator, drumcomputer enz.).
Input van audioapparatuur (zoals CD spelers, cassettedecks, enz.).
Input van een stereo keyboard (of andere stereo signalen van lijnniveau instrumenten, zoals toongenerators, drumcomputers enz.).
Rondleiding
89
A/D Inputs
Bank 019
Input van stereo audioapparatuur (zoals CD spelers, cassettedecks, enz.).
PAS OP!
Maak geen gebruik van lijnniveau signalen (zoals van keyboards e.d.) in de mic niveau banken. Het signaal kan te hoog zijn, resulterend in schade aan de MU100R.
5 Selecteer de gewenste preset.
Doe dit op de normale manier (alsof u Voices selecteert), door met de [SELECT </>] knoppen de program nummer parame­ter op te lichten, en met de [VALUE -/+] knoppen de preset te selecteren.
De beschikbare presets zijn speciaal geprogrammeerd om te passen bij het type input dat is geselecteerd. De presets voor Mic input bevatten Karaoke en Vocal; Gitaar input presets be­vatten Tube, Stack en Phaser. Onderzoek zelf een aantal van deze instellingen met een microfoon en verschillende instru­menten. (Zie, voor een opsomming van alle beschikbare A/D in­put presets, het “Sound Lijst & MIDI Data” gedeelte.)
6 Draai het niveau omhoog.
Als de aangesloten bron een volumeknop heeft moet u deze eerst op een geschikt niveau zetten, en vervolgens de A/D IN­PUT VOLUME knop op de MU100R omhoog draaien, tijdens het afspelen van het instrument (of het zingen in de microfoon), tot het niveau geschikt is.
90
Rondleiding
Loading...