Fiery®en EFI™zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Electronics For
Imaging, Inc.
Macintosh®en Mac OS®zijn handelsmerkenofgeregistreerdehandelsmerken van Apple
Computer, Inc., geregistreerd in de VS en andere landen.
Microsoft, Microsoft Windows en Internet Explorer zijn geregistreerde handelsmerken
van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Netware®is een geregistreerd handelsmerk van Novell, Inc.
Solaris®is een geregistreerd handelsmerk van Sun Microsystems, Inc.
Kerberos®is een handelsmerk van het Massachusetts Institute of Technology.
BR4002
®
Inhoudsopgave
1 Aan de slag..................................................................................................1-1
De systeembeheerdersmodus starten / beëindigen..............................................1-1
Het IP-adres van de pers achterhalen.........................................................................1-1
De gebruikersinterface aanpassen................................................................................1-2
Een toepassing toewijzen....................................................................................1-2
Het standaard beginscherm wijzigen.............................................................1-2
Scherm na automatisch herstel standaardinstellingen
Problemen met SMB oplossen.....................................................................................11-1
Problemen met CentreWare Internet Services oplossen...................................11-2
Problemen met de scanner oplossen........................................................................11-4
Problemen met Xerox Remote Print Services oplossen .....................................11-5
Handleiding voor de systeembeheerder
ixXerox®Versant®180 Press
Inhoudsopgave
Xerox®Versant®180 Pressx
Handleiding voor de systeembeheerder
1
Aan de slag
De systeembeheerdersmodus starten /
beëindigen
1. Druk op de knop Aanmelden/afmelden van de gebruikersinterface op de pers.
2. Voer de toegangscode van de systeembeheerder in via het numerieke toetsenblok
en selecteer Enter.
De standaardtoegangscode is admin.
OPMERKING
Het gebruik van toegangscodes is niet standaard ingeschakeld. Wij raden u aan de
standaardtoegangscode zo snel mogelijk na de installatie van de pers te wijzigen,
om te voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot de beheerdersmodus.
3. Voor toegang tot systeemfuncties drukt u op de gebruikersinterface op de knop
Apparaatstatus.
4. Als u de instellingen wilt wijzigen, selecteert u het tabblad Hulpprogramma's.
5. Selecteer de toepasselijke modus, groep en functie.
6. Druk op de knop Aan-/afmelden om u af te melden.
7. Wanneer het scherm Afmelden verschijnt, selecteert u Afmelden.
Het IP-adres van de pers achterhalen
Het IP-adres van de pers vindt u in het configuratierapport dat u via het aanraakscherm
van de pers verkrijgt. Dit adres wordt echter alleen gebruikt voor het mogelijk maken
van communicatie en verbinding via het netwerk tussen de pers en de printserver.
Het IP-adres van de pers verkrijgen:
1. Druk op de gebruikersinterface van de pers op de knop Apparaatstatus.
2. Selecteer het tabblad Apparaatinformatie. Het IP-adres wordt weergegeven.
1-1Xerox®Versant®180 Press
Handleiding voor de systeembeheerder
Aan de slag
De gebruikersinterface aanpassen
De beheerder kan de volgende functies aanpassen:
• Of bepaalde schermen op de gebruikersinterface van de pers worden weergegeven.
• wanneer de schermen kunnen worden weergegeven, bijvoorbeeld als de pers wordt
ingeschakeld of als deze uit de modus Energiespaarstand komt,
• De helderheid van de schermen als deze op de gebruikersinterfacevan de pers worden
weergegeven.
• De snelheid van de bladerknoppen naast het scherm.
• De standaardtaal die moet worden gebruikt.
Een toepassing toewijzen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Voor toegang tot systeemfuncties drukt u op de gebruikersinterface op de knop
Apparaatstatus.
3. Als u de instellingen wilt wijzigen, selecteert u het tabblad Hulpprogramma's.
5. Selecteer Instellingen schermen/knoppen. Selecteer de functie die u wilt instellen
of wijzigen in de lijst.
6. Selecteer Instellingen wijzigen.
7. Selecteer de gewenste instelling voor de functie.
8. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
9. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
10. Sluit de beheerdersmodus.
Het standaard beginscherm wijzigen
Volg deze procedure om het scherm te wijzigen dat wordt weergegeven wanneer het
apparaat wordt aangezet of wanneer de energiespaarstand wordt uitgeschakeld.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Selecteer Home Functies in de weergegeven lijst.
7. Selecteer Instellingen wijzigen.
8. In de weergegeven lijst selecteert u de positie waar u de functie Opgeslagen
programmering wilt toewijzen.
9. In het scherm Selectie hoofdfunctie selecteert u de functie Opgeslagen
programmering.
10. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
11. Selecteer nogmaals Opslaan.
Het venster Instellingen scherm/knoppen wordt nu weergegeven.
12. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
13. Sluit de beheerdersmodus.
Energiespaarstand
Dankzij de Energiespaarstand kan de pers overschakelen op een stand waarin minder
energie wordtverbruiktnadatalle afdrukopdrachtenzijn voltooiden er momenteel geen
opdrachten worden verwerkt. Er zijn twee energiespaarstanden: Laag stroomverbruik
en Slaapstand.
• Laag stroomverbruik: na een vooraf ingestelde periode van inactiviteit wordt de pers
in de modus Laag stroomverbruik gezet.
• Slaapstand: na nog een vooraf ingestelde periode van inactiviteit in de modus Laag
stroomverbruik wordt de pers in de slaapstand gezet.
De pers schakeltautomatisch over op de stand Laag stroomverbruik wanneer er 1 minuut
lang geen activiteit heeft plaatsgevonden. De pers schakelt over op de slaapstand als
er 1 minuut lang geen activiteit heeft plaatsgevonden. Deze beide intervallen kunnen
worden gewijzigd door de systeembeheerder.
Zie onderstaand voorbeeld:
• Laag stroomverbruik is ingesteld op 1 minuut.
• Slaapstand is ingesteld op 10 minuten.
• De slaapstand wordt geactiveerd na 10 minuten van volledige inactiviteit en niet 10
minuten nadat is overgeschakeld op de modus Laag stroomverbruik.
Xerox®Versant®180 Press1-4
Handleiding voor de systeembeheerder
Aan de slag
Voor informatie over het veranderen van de tijdsintervallen raadpleegt u De
tijdsintervallen van de energiespaarstand instellen / wijzigen.
Modus Laag stroomverbruik
In deze stand wordt energie bespaard door minder stroom te gebruiken voor de
gebruikersinterface en de fusereenheid. Het scherm gaat uit en de knop
Energiespaarstand in de gebruikersinterface gaat branden. Druk op de knop
Energiespaarstand als u de pers wilt gebruiken. De knop Energiespaarstand brandt niet
meer om aan te geven dat de functie Energiespaarstand is uitgeschakeld.
Slaapstand
In deze stand wordt het energieverbruik nog verder teruggebracht dan in de modus
Laag stroomverbruik. Het scherm gaat uit en de knop Energiespaarstand in de
gebruikersinterface gaat branden. Druk op de knop Energiespaarstand als u de pers
wilt gebruiken. De knop Energiespaarstand brandt niet meer om aan te geven dat de
functie Energiespaarstand is uitgeschakeld.
De energiespaarstand verlaten
De pers verlaat de energiespaarstand in de volgende gevallen:
• U drukt op de gebruikersinterface van de pers op de knop Energiespaarstand
• Er worden afdrukgegevens ontvangen voor een binnenkomende opdracht die moet
worden uitgevoerd of
• U programmeert een kopieer- of scanopdracht en voert deze uit.
Hulpprogramma's(in Beheerdersmodus)
Hieronder vindt u een samenvatting van de verschillende opties voor de knop
Apparaatstatus > Hulpprogramma’s op de gebruikersinterface van de pers die u kunt
instellen of gebruiken als u als beheerder bent aangemeld.
Als u in de beheerdersmodus op het tabblad Hulpprogramma’sdrukt, kunt u de volgende
functies selecteren:
• Fusereenheid reinigen: voer indien nodig deze afdrukkwaliteitsprocedure uit voor
reiniging en voor het verwijderen van tonerafval dat op de achterkant van afdrukken
kan voorkomen.
• DFA-afwerkeenheidprofiel: als de pers met inline DFA-afwerkeenheden van derden
is uitgerust, is deze functie ingeschakeld voor het maken van een profiel van de
afwerkeenheid en het toevoegen/bewerken/verwijderen van de kenmerken ervan.
• Eenvoudige aanpassing afdrukkwaliteit (SIQA) - Hulpprogramma's: dit is een set
procedures die worden gebruikt voor het corrigeren en aanpassen van uitlijning,
uniformiteitvan dichtheid en de afdrukkwaliteit van de beeldoverdrachtop afdrukken.
Raadpleeg het SIQA-hoofdstuk voor gedetailleerde informatie en aanwijzingen.
• Hulpprogramma's: selecteer het tabbladHulpprogramma's in de gebruikersinterface
voor toegang tot andere gebieden waarin u systeemfuncties kunt instellen en
beveiligingsinstellingen kunt opgeven, zoals:
Handleiding voor de systeembeheerder
1-5Xerox®Versant®180 Press
Aan de slag
Systeeminstellingen: Raadpleeg Systeeminstellingen voor gedetailleerde
informatie en procedures.
- Instellingen en kalibratie: Raadpleeg Instellingen en kalibratie voor
gedetailleerde informatie en procedures.
- Accountadministratie: Raadpleeg Accountadministratie voor gedetailleerde
informatie en procedures.
Verificatie-/beveiligingsinstellingen voor uitgebreide informatie en procedures.
OPMERKING
Gebruik de bladerknoppen omhoog/omlaag op de schermen voor het weergeven van
de hele lijst met opties.
Essentiële procedures in Hulpprogramma's
Hierna volgt een lijst met enkele essentiële procedures in Hulpprogramma's:
• Voor Afwerkeenheidaanpassen > Vouwpositie aanpassen raadpleegt u Vouwpositie
aanpassen
• Voor Afwerkeenheid aanpassen > DFA-afwerkeenheidprofielen, raadpleegt u
DFA-afwerkeenheidprofielen gebruiken
• Voor het corrigeren/aanpassen van papierkrulling raadpleegt u Papierkrul aanpassen
• Voor HFSI-tellers raadpleegt u HFSI-tellers (High Frequency Service Items) opnieuw
instellen
• Voor Auto-uitlijning, Gelijkmatige densiteit en Beeldoverdracht raadpleegt u het
gedeelte Eenvoudige aanpassing van de afdrukkwaliteit(SIQA) van deze handleiding
• De pers kalibreren voor kopieer- en scanopdrachten
• De fusereenheid reinigen
Menu Hulpprogramma's
Hoofdmenu Hulpprogramma's
De pers heeft vele standaardinstellingen die in de fabriek zijn geconfigureerd. Deze
instellingen kunnen worden aangepast. In de onderstaande tabellen vindt u een snelle
verwijzing naar de toepassingen/opties die kunnen worden ingesteld of gewijzigd als u
bent aangemeld als beheerder. De toepassingen/opties variëren afhankelijk van de
configuratie van de pers en eventuele optionele geïnstalleerde hardware of software.
Gereedschap
Systeeminstellingen
Instellingen en kalibratie
Accounting
Verificatie-/beveiligingsinstellingen
Documenten opgehaald door client
Standaardinstelling bestandsweergave
Bevestigingsscherm Afdrukken en verwijderen
Kwaliteit/bestandsgrootte voor ophalen
Map maken
Opgeslagen programmering
Een opdrachtstroomschema maken
Trefwoorden opdrachtstroomschema
Adresboekvermelding toevoegen
Kenmerken papierlade
Modus Facturering van afdrukken
KopieeropdrachtKalibratie
Menulijst voor Accountadministratie
Accounting
Gebruikersaccounts maken/weergeven
Gebruikersaccounts opnieuw instellen
Teller systeembeheerder (kopieeropdr.)
Type accountadministratie
Factureringsgegevens van gebruiker automatisch op nul zetten
Instellingen accountadmin-/ factureringsapparaat
Kopieeractiviteitenrapport
Xerox®Versant®180 Press1-8
Handleiding voor de systeembeheerder
Menulijst Verificatie-/beveiligingsinstellingen
Aan de slag
Verificatie/beveiligingsinstellingen
Instellingen systeembeheerder
Verificatie
Gebr. toestaan actieve instell. uit te sch.
Standaardwaarde opdrachtstatus
Harde schijf overschrijven
Handleiding voor de systeembeheerder
1-9Xerox®Versant®180 Press
Aan de slag
Xerox®Versant®180 Press1-10
Handleiding voor de systeembeheerder
2
Systeeminstellingen
U kunt de oorspronkelijke waarden vanuit Systeeminstellingen instellen of wijzigen. De
opties in Systeeminstellingen bestaan zijn onder meer:
• Instellingen veelgebruikte functies
• Instellingen Kopiëren
• Connectiviteit en netwerkinstellingen
• Instellingen Scannen
• Instellingen E-mail
• Instellingen Adresboek
• Instellingen Map
• Instellingen opdrachtstroom
• Instellingen opgeslagen documenten
Procedure voor systeeminstellingen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op de knop Apparaatstatus op het bedieningspaneel.
3. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's op de gebruikersinterface.
4. Selecteer Systeeminstellingen.
5. Selecteer een modus, groep en toepassing.
6. Configureer of wijzig de opties van de toepassing naar wens.
7. Selecteer Opslaan.
8. Sluit de systeembeheermodus.
Instellingen veelgebruikte functies
Gebruik Instellingen veelgebruikte diensten om de standaardinstellingen te selecteren
die van invloed zijn op de pers zelf. Instellingen veelgebruikte diensten betreffen de
volgende toepassingen:
2-1Xerox®Versant®180 Press
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Systeemklok/timers
Gebruik deze toepassing om de tijd en intervallen voor de apparaatklok in te stellen
voor allerlei timers.
Instellingen energiespaarstand
De tijdintervallen voor zowel de modus Laag stroomverbruik als de slaapstand kunt u
wijzigen tot een waarde van 1-30 minuten voor elke modus.
Audiotonen
Gebruik deze toepassing om te kiezen of er een waarschuwingstoon klinkt voor
verscheidene apparaatfuncties, bijvoorbeeld wanneer een opdracht eindigt of als er
een storing optreedt.
Instellingen scherm/knoppen
Gebruik deze toepassing om specifieke schermen en knoppen in te stellen die worden
weergegeven als de stroom wordt ingeschakeld of wanneer het apparaat de
energiespaarstand verlaat.
Instellingen papierladen
Gebruik deze toepassing om items in te stellen met betrekking tot papier en laden.
Aanpassing afdrukkwaliteit
Gebruik deze toepassing om de verwerkingsmethode voor afdrukkwaliteit in te stellen
die wordt gebruikt wanneer het apparaat een origineel scant.
Rapporten
Gebruik deze toepassing om de opties voor afdrukbare overzichten in te stellen. Als u
bijvoorbeeld een bepaalde optie selecteert, drukt het apparaat automatisch een
overzicht af nadat een opgegeven aantal opdrachten is verwerkt.
Onderhoud
Gebruik deze toepassing om de apparaatinstellingen verder aan te passen (zoals een
uitlijningsaanpassing voor een bepaalde papiervariant), het initialiseren van de harde
schijf van het apparaat of om gegevens te verwijderen.
Watermerk
Gebruik deze toepassing om standaardinstellingen voor veelgebruikte watermerken te
configureren.
Notities forceren
Gebruik deze toepassing voor het creëren en opslaan van notitiesjablonen die kunnen
worden gebruikt voor kopieer-, scan- en afdrukopdrachten.
Universele unieke ID afdrukken
Gebruik deze toepassing voor het selecteren of er al dan niet universele unieke ID's op
elke opdracht worden afgedrukt. Universele unieke ID's kunnen met bepaalde
toepassingen worden gebruikt als zoekcode om loggegevens over het afdrukken op te
halen.
Xerox®Versant®180 Press2-2
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Opdrachtvoltooiingsbericht via e-mail
Gebruik deze toepassing om in te stellen of een gebruiker al dan niet een e-mailbericht
ontvangt met de opdrachtresultaten (kopiëren, scannen en afdrukken) die door de pers
werden uitgevoerd.
Plugin-instellingen
Gebruik deze toepassing om eventuele invoegtoepassingen, indien van toepassing, te
selecteren en in te stellen.
Overige instellingen
Gebruik deze toepassing om verschillende instellingen aan veelgebruikte toepassingen
toe te wijzen (zoals standaard papierformaten).
Systeemklok/timers
Gebruik de toepassing Systeemklok/timersom de tijd en intervallen voorde apparaatklok
in te stellen voor allerlei opties:
Datum
Hiermee stelt u de datum van de apparaatklok in. De datum die u hier instelt wordt
afgedrukt op lijsten en rapporten. Kies uit drie opties voor de datumnotatie:
• Jaar/maand/dag
• Maand/dag/jaar
• Dag/maand/jaar
Tijd
Hiermee stelt u de tijd van de apparaatklok in. De hier ingestelde tijd wordt op lijsten
en rapporten afgedrukt. Selecteer 12-uurs- of 24-uursweergave.
Automatisch wissen
Hiermee stelt u de periode in waarna het apparaat terugkeert naar het standaard
scherm; met andere woorden, als een bepaalde periode verstrijkt zonder dat er een
handeling wordt uitgevoerd, keert het apparaat automatisch terug naar het
oorspronkelijke (standaard ) scherm. Als deze optie wordt ingesteld op Aan, selecteer
dan een periode met een waarde tussen 10-900 seconden, met intervallen van één
seconde.
OPMERKING
Zelfs als Uit wordt geselecteerd, worden net gestarte opdrachten en opdrachten in de
wachtrij verwerkt na één minuut van inactiviteit.
Automatisch taken vrijgeven
U specificeert met deze instelling de tijd die verstrijkt voordat de huidige opdracht
automatisch wordt gewist als er tijdens een kopieer- of scanopdracht een foutoptreedt.
Zo kan de volgende opdracht worden voltooid. Als de optie wordt ingesteld op Aan,
selecteer dan een waarde voor de periode van tussen de 4 en 99 minuten, in stappen
van 1 minuut. Selecteer Uit als u deze toepassing niet wilt gebruiken.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-3Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Automatisch drukken
Stel de tijd in van het einde van de ene afdrukopdracht tot de uitvoering van de
volgende.Als u Aan hebt geselecteerd, selecteert u een periode tussen 1-240 seconden
in stappen van één seconde. Als Uit is geselecteerd, kan met afdrukken worden
begonnen zodra het apparaat gereed is.
Vergrendelduur pers
Als Aan is geselecteerd, selecteer dan de tijd vanaf het begin tot aan het einde van de
printeruitschakeling. De waarden liggen tussen 0 en 23 uur en 0 tot 59 minuten Als u
Uit selecteert, wordt de printer niet uitgeschakeld.
Tijdzone
Hiermee stelt u het tijdverschil in ten opzichte van Greenwich Mean Time (GMT).
Zomertijd
Wanneer deze toepassing is ingeschakeld, stelt het apparaat automatisch de juiste
tijd in wanneer de zomertijd begint en eindigt. Dit zijn de opties:
• Bijstelling uit: selecteer deze optie als u de functie Zomertijd niet wilt gebruiken.
• Aanpassen op maand, dag en tijd: selecteer deze optie voor het instellen van de
start van de zomertijd op maand, dag en tijd.
• Aanpassen op maand, week, dag van de week en tijd: selecteer deze optie voor
het instellen van de start van de zomertijd op maand, week, dag van de week en tijd.
De klok/timers van het systeem instellen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Selecteer Instellingen wijzigen.
8. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
9. Selecteer Opslaan.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Xerox®Versant®180 Press2-4
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Instellingen energiespaarstand
Tijdsintervallen voor energiebesparing instellen/wijzigen
OPMERKING
De tijdintervallen voor zowel de modus Laag stroomverbruik als de slaapstand kunt u
wijzigen tot een waarde van 1-30 minuten voor elke modus. Via de systeeminstellingen
kunt u tevens andere opties wijzigen of instellen, zoals het uitschakelen van de functie
of energiebesparing nadat het drukken voltooid is.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
8. Specificeer het tijdsinterval voor zowel de modus voor laag stroomverbruik als de
slaapstand.
a) Van laatste handeling tot modus Laag stroomverbruik: De standaardtijd is 1
minuut. Voer de wachttijd na de laatste handeling in, waarna de modus voor
laag stroomverbruik wordt geactiveerd. Voer 1 tot 30 minuten in, in stappen van
1 minuut.
De tijd tussen de laatste handeling en de modus Laag stroomverbruik mag niet
groter zijn dan de tijd tussen de laatste handeling en de slaapstand.
b) Van laatste handeling tot slaapstand: De standaardtijd is 1 minuut. Voer de
wachttijd na de laatste handeling in, waarna de slaapstand wordt geactiveerd.
Voer 1 tot 30 minuten in, in stappen van 1 minuut.
Zorg ervoor dat het slaapstandinterval dat u instelt langer is dan de tijd voor de
modus Laag stroomverbruik.
9. Selecteer Opslaan.
10. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
11. Sluit de beheerdersmodus.
Audiotonen
Met de functie Audiotonen kunt u kiezen of er een waarschuwingstoon klinkt voor
verscheidene apparaatfuncties, bijvoorbeeld wanneer een opdrachteindigt of als er een
storing optreedt.
OPMERKING
Alle opties bestaan onder meer uit volumeselecties van Luid, Normaal en Zacht. U
schakelt het geluid voor een optie uit door Uit te selecteren.
Dit zijn de opties:
Handleiding voor de systeembeheerder
2-5Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Selectietoon bedieningspaneel
Selecteer het volumeniveau dat te horen is wanneer een knop op de gebruikersinterface
op de juiste manier wordt geselecteerd.
Alarmtoon bedieningspaneel
Selecteer de geluidssterkte voor het geluid dat wordt weergegeven als er een
uitgeschakelde knop wordt geselecteerd of als er een fout optreedt.
Basistoon
Selecteer de geluidssterkte voor het geluid dat wordt weergegeven als een schakelknop
(waarmee u een instelling wijzigt telkens als u erop drukt) in de beginstand (eerste
stand) staat. Dit is het geluid dat wordt gemaakt wanneer de knop Onderbrekenwordt
losgelaten.
Toon apparaat gereed
Stel in welk volumeniveau te horen is wanneer het apparaat gereed is om te kopiëren
of afdrukken of nadat het apparaat is ingeschakeld.
Toon 1 'Opdracht voltooid'
Selecteer welk volumeniveau te horen is wanneer het apparaat de specifieke cyclus
heeft voltooid, zoals een kopieeropdracht. De standaardinstelling is Kopiëren.
Toon 2 'Opdracht voltooid'
Selecteer welk volumeniveau te horen is wanneer het apparaat de specifieke cyclus
heeft voltooid,zoals een kopieeropdracht. De standaardinstelling is Overzicht afdrukken.
Storingstoon
Selecteer de geluidssterkte voor het geluid dat wordt weergegeven als door een fout
wordt afgebroken.
Alarmtoon automatisch wissen
Selecteer de geluidssterkte voor het geluid dat wordt weergegeven als automatisch
wissen ingeschakeld is.
Alarmtoon
Selecteer de geluidssterkte voor het geluid dat wordt weergegeven als er een storing
optreedt, zoals vastgelopen papier, en de storing niet wordt verholpen.
Waarschuwingstoon papier op
Selecteer de geluidssterkte voor het geluid dat wordt weergegeven als er geen papier
in de papierlade is en de taak onbeheerd is achtergelaten.
Alarmtoon toner bijna op
Selecteer de geluidssterkte voor het geluid dat wordt weergegeven als het tijd is de
trommeltonercartridge te vervangen.
Opgeslagen programmering
Selecteer welk volumeniveaute horen is wanneer de functie Opgeslagen programmering
wordt ingeschakeld.
Xerox®Versant®180 Press2-6
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Audiotonen instellen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Selecteer Instellingen wijzigen.
8. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
9. Selecteer Opslaan.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Instellingen scherm/knoppen
Gebruik de toepassing Instellingen scherm/knop om specifieke schermen en knoppen
in te stellen die worden weergegeven als bijvoorbeeld de stroom wordt ingeschakeld of
wanneer het apparaat de energiespaarstand verlaat. Dit zijn de opties:
Standaardinstelling scherm
Wijs een standaardscherm toe dat moet verschijnen wanneer het apparaat wordt
ingeschakeld; de opties zijn onder andere Functies, Kopiëren, Opdrachtstatus of
Wijs een standaardinstelling toe aan het functiescherm; de keuzemogelijkheden zijn
Home Functies, Kopiëren of Opgeslagen programmering.
Functiescherm na Auto herstel stand.inst
Wijs een standaard functiescherm toe dat moet verschijnen nadat Auto wissen heeft
plaatsgevonden; selecteer Home Functies of Scherm Laatste selectie.
Aanmeldscherm automatisch weergeven
Als de functie Verificatie wordt gebruikt, selecteer dan of het aanmeldingsscherm
automatisch moet worden geopend nadat het apparaat is aangezet of nadat de
Energiespaarstand is beëindigd.
Alle services
Stel de opmaak van de functieknoppenin die op het scherm Home Functies verschijnen
wanneer er op de knop Home Functies op het bedieningspaneel wordt gedrukt.
Standaardinstell. scherm Home Functies
Selecteer of op het scherm Home Functies een functionele beschrijving van de
geselecteerde knop moet worden weergegeven.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-7Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Opdrachttype op scherm Opdrachtstatus
Selecteer de opdrachttypen die op het tabblad Voltooide opdrachten van het scherm
Opdrachtstatus worden weergegeven wanneer op de knop Opdrachtstatus van het
bedieningspaneel wordt gedrukt.
Aangepaste knoppen 1-3
Wijs functies toe aan de drie aangepaste knoppen op het bedieningspaneel. Zo kan
één knop worden toegewezen aan de functie Kopiëren, en de andere twee aan
Opgeslagen programmering en Taal.
Standaardtaal
Stel de standaardtaal voor het apparaat in; deze taal wordt gebruikt voor de
gebruikersinterface.
Toetsenbordtoetsen aanpassen
Gebruik deze optie om veelgebruikte informatie in te voeren en op te slaan en om een
aangepaste knop te maken op het toetsenbordscherm van de gebruikersinterface.
Veelgebruikte gegevens zijn bijvoorbeeld domeinnamen, IP-adressen en andere
gerelateerde gegevens, zoals www.xerox.com. U kunt slechts één toetsenbordknop in
de gebuikersinterface aanpassen.
Instellingen scherm/knoppen toewijzen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Selecteer Instellingen wijzigen.
8. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
9. Selecteer Opslaan.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Instellingen papierladen
Gebruik Instellingen papierlade om items in te stellen met betrekking tot het papier
en de laden, met inbegrip van de volgende componenten:
Instellingen aangepast papier
Gebruik deze toepassing om specifieke papierkenmerken toe te wijzen aan aangepast
papier en deze kenmerken in te stellen. Raadpleeg Instellingen aangepast papier voor
meer informatie.
Xerox®Versant®180 Press2-8
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Kenmerken papierlade
Gebruik deze toepassing om de instellingen voor specifieke papierkenmerken voor het
papier dat in iedere lade is geplaatst te configureren; de opties zijn onder meer:
• Papierformaat
• Papiersoort (zoals gewoon, gecoat of ongecoat)
• Papiergewicht
• Papierkleur
• Aanpassing uitlijning: Gebruik deze toepassing om het beeld aan te passen op basis
van de uitlijning van de afdruk.De volgende eigenschappen kunnen worden gewijzigd:
registratie, loodrechte stand, scheef en uitvergroting.
• Papierkrul aanpassen: Gebruik deze toepassing als de afdrukkente veel krul vertonen.
• Auto ventilatorwaarden:Gebruik deze toepassing om ventilatoren in een papierlade
in- of uit te schakelen ter voorkoming van verkeerd ingevoerd papier, multi-invoer,
vastgelopen papier of andere papierinvoerproblemen.
• Vouwpositie aanpassen: Gebruik deze toepassing om de vouwpositie aan te passen
voor verschillende papiersoorten en aanpassingswaarden in te stellen voor
verschillende standaardsoorten. Deze optie is alleen beschikbaar als de optionele
standaardafwerkeenheid, de katernmodule of de standaardafwerkeenheid plus op
het apparaat is aangesloten.
Instellingen aangepaste papierkleur
Gebruik deze toepassing om een aangepaste naam toe te wijzen aan de kleur van het
papier dat in het apparaat is geplaatst. U kunt maximaal twaalf tekens voorelke naam
van een aangepaste papierkleur invoeren.
Kenmerken papierlade in scherm Instellingen
De selectie die u in dit scherm maakt bepaalt of de optie Kenmerken papier in lade
op het tabblad Hulpprogramma's wordt weergegeven.
Kenmerken papier in lade tijdens het plaatsen van het papier
Met deze toepassing bepaalt u of het scherm Kenmerken papier in lade op de
gebruikersinterface wordt weergegeven wanneer er een papierlade wordt geopend of
gesloten.
Papierladeprioriteit
Gebruik deze toepassing om de prioriteit van de papierladen voor automatische selectie
van laden in te stellen. De laden worden automatisch geselecteerd wanneer een lade
met het relevante papier automatisch door het apparaat wordt geselecteerd voor
kopiëren of afdrukken.
Lade 5/handmatige invoer papierformaat
Gebruik deze toepassing om specifiekepapierformaten aan lade 5 (handmatige invoer)
toe te wijzen. Hierdoor kunt u gemakkelijker kopiëren wanneer u gebruik maakt van
lade 5 (handmatige invoer). U kunt maximaal twintig papierformaten aan de selecties
voor lade 5 (handmatige invoer) toewijzen.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-9Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Automatische ladewisseling
Gebruik deze toepassing om de methode voorAutomatisch lade wisselen te selecteren
en op welkemanier documenten met gemengde formatenmoeten worden gekopieerd.
Instellingen papierlade selecteren of wijzigen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Selecteer Instellingen wijzigen.
8. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
9. Selecteer Opslaan.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Instellingen aangepast papier
Gebruik deze toepassing om specifieke papierkenmerken toe te wijzen aan aangepast
papier en deze kenmerken in te stellen. U kunt maximaal 40 aangepaste
papierinstellingen maken. Aangepaste papierinstellingen bevatten de volgende opties.
Naam
Wijs een naam toe aan de nieuwe aangepaste papierinstelling. Gebruik alfanumerieke
tekens en symbolen wanneer u een naam opgeeft. Elke naam mag maximaal 60 tekens
bevatten.
Papiersoort en -gewicht
Selecteer de gewenste papiersoort, bijvoorbeeld gewoon, gecoat of ongecoat papier en
het papiergewicht voor het aangepaste papier.
Aanpassing uitlijning
Gebruik deze toepassing om het beeld aan te passen op basis van de uitlijning van de
afdruk. De volgende eigenschappen kunnen worden gewijzigd: registratie, loodrechte
stand, scheef en uitvergroting. Raadpleeg Uitlijning handmatig aanpassen voor meer
informatie.
OPMERKING
Voer voor het uitvoeren van een handmatige uitlijning altijd eerst een automatische
uitlijning uit; zie Automatisch uitlijning aanpassen voor meer informatie.
Xerox®Versant®180 Press2-10
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Papierkrul aanpassen
Gebruik deze toepassing als de afdrukken te veel krul vertonen. Kies een optie uit:
Standaardwaarde, Type A, Type B of Type C of Type 1 – Type 10.
Standaardwaarde, Type A, Type B en Type C zijn voorgeregistreerde aanpassingen die
zijn afgestemd op de kenmerken van de standaardpapiersoorten voor de pers.
Type 1 – Type 10 zijn aangepaste opties aan de hand waarvan u het juiste
aanpassingstype kunt selecteren in overeenstemming met de kenmerken van het
geselecteerde papier en het afleveringsformaat.
OPMERKING
Raadpleeg Papierkrul aanpassen voor meer informatie.
Auto ventilatorwaarden
Gebruik deze toepassing om ventilatoren in een papierlade in- of uit te schakelen ter
voorkoming van verkeerd ingevoerd papier, multi-invoer, vastgelopen papier of andere
papierinvoerproblemen.
Met de ventilatorfunctie wordt lucht tussen de vellen geblazen om problemen met
meerdere ingevoerde vellen en papierstoringen te voorkomen. Gebruik deze optie om
het volumevan de luchtstroom aan te passen voor bepaalde aangepaste papiersoorten.
Selecteer een van de volgende opties:
• Automatisch: Dit is de standaardinstelling. Wanneer Automatisch is geselecteerd,
past de pers het luchtstroomvolume aan afgestemd op de soort en het gewicht van
het geselecteerde papier.
• Standaardtabel: Met deze optie wordt het luchtstroomvolume ingesteld in
overeenstemming met systeeminstellingen die zijn geoptimaliseerd voor Xerox
papiersoorten.
• Ondersteuningstabel multi-invoer: Selecteer deze optie als er meerdere vellen
tegelijkertijd worden ingevoerd. Hiermee verlaagt de ventilatorfunctie van de
papierlade het luchtstroomvolume, zodat het papier niet uitzet of er zoveel vellen
papier tegelijkertijd worden ingevoerd. Dit is een vooraf ingesteld lager volume dat
al in het NVM (NonVolatile Memory) van het apparaat is opgeslagen.
• Ondersteuningstabel foutieve invoer: Selecteer deze optie als er vellen verkeerd
worden ingevoerd. Hiermee verlaagt de ventilatorfunctie van de papierlade het
luchtstroomvolume, zodat er minder papierstoringen optreden. Dit is ook een vooraf
ingesteld lager volume dat in het NVM van het apparaat is opgeslagen.
• Foceren Uit: Selecteer deze optie als geen van bovenstaande opties een verandering
in de afdrukken teweegbrengt. Met deze optie worden alle ventilatorfuncties
uitgeschakeld.
• Aangepast 1-4: Dit zijn standaard lege NVM-opslaginstellingen. Deze opties moeten,
indien nodig, uitsluitend door de Xerox-technicus worden ingesteld.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-11Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Beeldoverdracht aanpassen
Wanneer het tonerbeeld dat op het papier is overgedragen niet optimaal is, kunt u met
deze optie een optimale transferspanning voor aangepast papier instellen. Kies een
optie uit: Auto, Percentage invoeren en Proefnummer selecteren.
• Automatisch: Wanneer Auto is geselecteerd,wordt de transferspanningautomatisch
aangepast.
• Percentage invoeren: Wanneer Percentage invoeren is geselecteerd, stelt u de
toegepaste spanning als relatief percentage in op de referentiespanningwaarde
tussen 10 en 300%. Voor zijde 1 en zijde 2 kunnen verschillende waarden worden
ingesteld. U kunt de transferspanning ook aanpassen door het scannen van een
proefafdruk die voor aanpassing is afgedrukt via Proefnummer selecteren.
• Selecteer Proefnummer selecteren.Wanneer Proefnummer selecteren is geselecteerd,
kiest u een vooringestelde aanpassingswaarde tussen -5 en 10.
Testcyclus registratie afstellen
Gebruik deze optie voor het aanpassen en corrigeren van scheeftrekking in de
invoerrichting van het vel die tijdens het doorvoeren door de papierbaan optreedt. Door
de lus aan te passen, verandert de hoeveelheid papierbuiging tegen de registratiepoort,
waardoor de correctie van scheeftrekking in de invoerrichting wordt geoptimaliseerd.
Stel de aanpassingswaarde voor de pre-registratieinvoer in op een waarde tussen -9 en
9 mm in stappen van 0,3 mm.
Testcyclus registratie afstellen bij zijwaartse verschuiving
Als zijwaartse verschuiving optreedt tijdens de papierinvoer, kunt u met deze optie
zijwaartse verschuiving en scheve invoer corrigeren. Kies een optie uit Automatisch,
Correctievan zijverschuiving en scheve invoer, Alleen zijverschuiving,Alleen correctie
van scheve invoer en Uit.
Selecteer Automatisch om een automatische correctie voor zijwaartse verschuiving en
scheve invoer toe te passen. Selecteer Uit als u geen automatische correctie wilt.
Vouwpositie aanpassen
Gebruik deze toepassing om de vouwpositie aan te passen voor verschillende
papiersoorten en aanpassingswaardenin te stellen voor verschillende standaardsoorten.
Raadpleeg Vouwpositie aanpassen voor meer informatie.
OPMERKING
Deze optie is beschikbaar als de pers is uitgerust met een van deze optionele
afwerkingsapparaten: PR afwerkeenheid, PR AVH-module of PR afwerkeenheid Plus.
Beeldoverdracht aanpassen voor de achterrand
Met deze optie verhoogt of verlaagt u de transferspanningtiming op de tweede
transferrol, om wissingen aan de achterrand van de aflevering te verminderen.
Xerox®Versant®180 Press2-12
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
OPMERKING
Deze bijstelling moet niet worden gebruikt voor omslagproblemen met de achterrand,
die door zwaargewicht papier worden veroorzaakt.
Wanneer er bij gebruik van zwaar papier een afwijkende kleur aan de achterrand
verschijnt,moet u de spanning van de tweede transferrolin de transfermoduleaanpassen;
op dit punt wordt het beeld van de afdrukband overgedragen op het papier. Het
aanpassen van de spanning kan helpen om de aflevering te verbeterenen het probleem
te verhelpen. Stel een percentage voor de aanpassing in tussen 0 en 100% in stappen
van 1%.
OPMERKING
Wanneer de spanningsratio bij de tweede transferrol te hoog of te laag is voor het te
gebruiken papier, treden er fouten in de beeldoverdracht op. Als er fouten in de
beeldoverdracht zijn, past u de spanning dienovereenkomstig aan.
Papiersnelheid bij de transfermodule bijstellen
Deze optie wordt zeer zelden gebruikt. In de drukpers is de afstand tussen de tweede
overdrachten de fusereenheid erg klein. Bij het invoeren van grote papierformatenwordt
het papier tegelijk door zowel de tweede overdracht als de fusereenheid geknepen
(vastgegrepen). Soms wordt het papier tussen de tweedeoverdracht en de fusereenheid
getrokken, wat het papier kan beschadigen en/of een beelddefect op de uitvoer kan
veroorzaken. Als dit gebeurt, kunt u met deze optie zeer kleine bijstellingen maken voor
het goed doorvoeren van het papier door de gebieden van de tweede overdracht en de
fusereenheid, zonder schade of defecten. Het bijstellingsbereik is -0,5% tot maximaal
Deze bijstelling is bedoeld om specifieke afdrukkwaliteitsproblemen op de afdrukken te
verhelpen, zoals:
• Zwarte (K) streepvorming aan de invoerrand van afdrukken; deze strepen treden
ongeveer 10 mm van de invoerrandop. Zwarte (K) lijnen of strepen kunt u corrigeren
door de primaire (eerste) overdrachtstroom te verhogen. Deze streepvorming treedt
voornamelijk op met zwart (K).
• Restbeelden: Het beeld is wazig of er treden witte lijnen of spookbeelden op als
defecten bij de overdracht. Voor het corrigeren van deze problemen kunt u ook de
andere kleuren, cyaan (C), magenta (M) en geel (Y), bijstellen.
Verhoog de spanning wanneer het beeld wazig is aan de voorrand van het papier (het
gebied binnen de eerste 10 mm).
Verlaag de spanning wanneer er witte lijnen of spookbeelden optreden in het
halftoongebied.
OPMERKING
Als de spanning te veel verhoogd wordt, kunnen er kleurdefecten optreden. Als de
spanning te veel verlaagd wordt, kunnen er problemen met lage tonerdichtheid of
wazigheid optreden.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-13Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Fusertemperatuur bijstellen
Met deze optie kan de gebruiker de fusertemperatuur aanpassen voor specifieke
mediatypen. In de meeste gevallen wordt de fusertemperatuurwaar nodig automatisch
aangepast door de pers. Soms kan het echter nodig zijn dat de gebruiker de
fusertemperatuur enigszins moet aanpassen voor specifieke papiergewichten of voor
een specifieke opdrachtenstroom.
• Voorbeeld: Het drukresultaat heeft tekenen van verschuiving of vlekken van toner.
Dit kan door specifieke afdrukmaterialen/papiersoorten worden veroorzaakt (zoals
gecoat of silk) en de fusertemperatuur kan te laag of hoog zijn.
• De Temperatuur van de fusereenheid kan worden bijgesteld binnen een bereik van
-10° tot +10° Celsius.
• De standaardinstellingis 0 (nul). Wij raden u aan deze optie op de standaardinstelling
te laten staan, totdat u testpagina's gaat afdrukken en beoordelen.
• Wijzig de standaardinstelling alleen als tijdelijke oplossing, aangezien de
omstandigheden van dag tot dag verschillen. Wij raden u aan de optie terug te zetten
op de standaardinstelling als u klaar bent met de afdrukopdracht.
Fusersnelheid bijstellen
Met deze optie kande gebruiker de fusersnelheid aanpassen voor specifieke mediatypen.
In de meeste gevallen wordt de fusersnelheid waar nodig automatisch aangepast door
de pers. Soms kan het echter nodig zijn dat de gebruiker de fusersnelheid enigszins moet
aanpassen voor specifieke papiergewichten of voor een specifieke opdrachtenstroom.
Deze aanpassing is een tegenmaatregel voor de streepvorming die optreedt op afdrukken
op 208 mm van de invoerrand. Deze lijnen of strepen worden veroorzaakt door een
snelheidsverschil tussen de invoerrand van het papier in de fixeerknijper en het midden
van het papier in de tweede overdrachtknijper.
Als deze streepvorming op de afdrukken optreedt (op 208 mm van de invoerrand), kunt
u de fixeersnelheid verhogen (tot +2 of 3%). Dit zou dit probleem moeten corrigeren.
Ladeverwarmer
Met deze toepassing kunt u de juiste interne temperatuur van de papierlade behouden
door de vereiste luchtaanvoernaar de papierstapelte regelen om zodoende multi-invoer
of foutieve invoer te voorkomen. Afhankelijk van de temperatuur en vochtigheid buiten
het apparaat, geeft de verwarmer informatie door aan de ladeventilatoren. De
ladeventilatoren worden vervolgens ingeschakeld en blazen de benodigde lucht in de
richting van de papierstapel, zodat multi-invoer of foute invoer wordt voorkomen. Deze
optie werkt in combinatie met de optie Auto ventilatorwaarden.
Herkenning multi-invoer
OPMERKING
Gebruik deze optie alleen met laden 6, 7, 8 en 9. De optie werkt niet met laden 1-3.
Gebruik deze toepassing om te detecteren en te voorkomen dat er meerdere vellen
tegelijk uit de lade worden gehaald.
Xerox®Versant®180 Press2-14
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Selecteer Aan of Uit. Als deze optie is ingesteld op Aan, detecteert en voorkomt de pers
dat er meerdere vellen tegelijk uit de lade worden gehaald.
Als deze optie Uit is, wordt de doorvoer van meerdere vellen tegelijk door de papierbaan
genegeerd door de pers.
Schakel deze optie alleen uit als tijdelijke maatregel om de werkstroom te blijven
gebruiken tot een servicemedewerker van Xerox het probleem oplost.
Instellingen aangepast papier selecteren of wijzigen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
7. Selecteer de gewenste optie die u wilt instellen of wijzigen.
8. Selecteer Instellingen wijzigen.
9. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
10. Selecteer Opslaan.
11. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
12. Selecteer Sluiten.
Blijf zo nodig Sluiten selecteren totdat het hoofdscherm Hulpprogramma's verschijnt.
13. Sluit de beheerdersmodus.
Aanpassing afdrukkwaliteit
Selecteer de verwerkingsmethode voor afdrukkwaliteit die wordt gebruikt wanneer het
apparaat een origineel scant. De opties voor afdrukkwaliteit omvatten:
Foto- en tekstherkenning
Gebruik deze optie om het standaard niveau voor alle kopieeropdrachten met foto en
tekst in testellen. Fotoen tekst wordt gebruikt met Origineeltype bij kopieeropdrachten.
Afdrukkleurherkenning
Gebruik deze optie om de herkenningsinstellingen te wijzigen die worden gebruikt
wanneer Automatische herkenning in het gedeelte Afdrukkleurop het tabblad Kopiëren
wordt geselecteerd.
U kunt kiezen tussen Meer zwart/wit, Zwart/wit, Normaal, Kleur en Meer kleur.
Fotoreproductieniveau
Gebruik deze optie om de reproductie-instelling te wijzigen die wordt gebruikt wanneer
Automatisch is geselecteerd in het scherm Origineeltype. U kunt kiezen tussen Meer
tekst, Normaal en Meer foto.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-15Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Achtergrondonderdrukking (kleurenkopie)
Gebruik deze optie om de instelling voor achtergrondonderdrukking te wijzigen die
wordt gebruikt wanneer Auto-onderdrukking op het scherm Beeldverbetering wordt
geselecteerd. U kunt kiezen tussen Hoge kwaliteit en Hoge snelheid.
Achtergrondonderdrukking (zwart/wit-kopie)
Gebruik deze optie om de instelling voor achtergrondonderdrukking te wijzigen die
wordt gebruikt wanneer Auto-onderdrukking op het scherm Beeldverbetering wordt
geselecteerd. U kunt kiezen tussen Hoge kwaliteit en Hoge snelheid.
Achtergrondonderdrukking (scanopdrachten)
Gebruik deze optie om de instelling voor achtergrondonderdrukking te wijzigen die
wordt gebruikt wanneer Auto-onderdrukking op het scherm Beeldverbetering wordt
geselecteerd. U kunt kiezen tussen Hoge kwaliteit en Hoge snelheid.
Beeldverbetering
Gebruik deze optie om te kiezen of er beeldverbetering wordt uitgevoerd. Als u Aan
kiest, worden de kopieergegevens vloeiend gemaakt, zodat de afdruk er mooier uitziet.
Als u Uit kiest, voert het apparaat geen beeldverbetering uit.
6. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Selecteer Instellingen wijzigen.
8. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
9. Selecteer Opslaan.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Rapporten
Gebruik deze toepassing om de opties voor afdrukbare overzichten in te stellen, dit zijn:
Knop Rapporten drukken
Als deze optie is ingeschakeldverschijnt de toets Overzichten afdrukkenop het tabblad
Apparaatinformatie. Er is geen aanmeldings-ID van de systeembeheerder nodig om
overzichten af te drukken.
Xerox®Versant®180 Press2-16
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Rapport taakgeschiedenis
Selecteer Overzicht afdrukken om automatisch een Opdrachtenhistorieoverzicht af
te drukken nadat er in totaal vijftig opdrachten zijn verwerkt.
Verzendingsoverzicht scanbestand
Selecteer of er al dan niet een overzicht wordt afgedrukt voor de resultaten van de
gegevensverzending wanneer de gescande gegevens zijn overgebracht naar een
computer op het netwerk of verzonden via e-mail. U kunt Uit, Aan of Afdrukken
wanneer levering mislukt selecteren.
Dubbelzijdig rapport
Wanneer u een overzicht afdrukt, selecteert u of dit overzicht 1- of 2-zijdig wordt
afgedrukt.
Foutenoverzicht opdrachtstroom
Selecteer of er al dan niet automatisch een Foutenoverzicht opdrachtstroom moet
worden afgedrukt. Selecteer Aan of Uit.
Overzichtopties instellen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Selecteer Instellingen wijzigen.
8. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
9. Selecteer Opslaan.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Onderhoud
Gebruik de toepassing Onderhoud voor het verder aanpassen van de persinstellingen
voor de volgende opties:
Snelle thuisset-up
Gebruik deze optie voor het creëren van een snelpagina die kan worden gebruikt als
Home-scherm.
Vaste schijf initialiseren
Gebruik deze optie om de harde schijf op het apparaat te initialiseren. Hiermee wist u
alle huidige gegevens op de vaste schijf. Raadpleeg Harde schijf initialiseren.
2-17Xerox®Versant®180 Press
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
USB-sleutel
Als de functie ingeschakeld is, biedt deze de mogelijkheid softwarepakketopties te
laden met een USB-apparaat dat op het systeem is aangesloten, in plaats van met een
pincode.
Alle gegevens verwijderen
Gebruik deze optie om Opdracht verwijderen of Opdracht uitvoeren te selecteren
wanneer het geheugen van het apparaat vol is.
Verwijdert alle certificaten die op de pers zijn opgeslagen en initialiseerde de
beveiligingsinstellingen die aan de certificaten zijn gekoppeld. Deze toepassing is
ontworpen voor gebruik wanneer u geen certificaatgegevens op de pers kunt gebruiken,
vanwege een afwijking in het certificaatbestand, zelfs als het certificaat is ingesteld
op ingeschakeld bij SSL/TLS-instellingen onder Connectiviteiten netwerkinstellingen >
Beveiligingsinstellingen.
Opstartzelftest
Selecteer of na het inschakelen/starten van het apparaat een zelftest moet worden
uitgevoerd. Als er afwijkende omstandigheden worden gevonden, zoals een bedoelde
modificatie van een programma, stopt het apparaat en legt de informatie in het
auditlog vast. Als het apparaat niet start, neemt u contact op met het Xerox Welcome
Centre. Raadpleeg Zelftest bij aanzetten uitvoeren.
Softwareopties
Deze functieis alleen voor gebruik door servicevertegenwoordigers. Voormeer informatie
neemt u contact op met de klantenondersteuning van Xerox.
NVM lezen/schrijven
Deze functie wordt door de Xerox-servicevertegenwoordiger gebruikt voor het wijzigen
van bepaalde systeeminstellingen.
Modus Facturering van afdrukken
Identificeert de factureringmogelijkheid die op de drukpers wordt gebruikt en hoe op
de drukpers het gemaakte aantal afdrukken op grote vellen wordt bijgehouden, zoals
A3. Er zijn twee instellingen. De standaardinstelling is de A3-afdrukmodus, waarmee
alle afdrukken gelijk worden geteld. Het systeem kan ook op de A4-afdrukmodus worden
ingesteld, waarmee grote afdrukken worden geteld (afhankelijk van de klant en de
marktregio). Hiermee kunnen normale afdruktellers met twee worden verhoogd als er
een grote afdruk wordt gemaakt.
Activeringscode verbruiksartikelen
Ondersteund het omzetten van de pers van facturering met tellers naar facturering
van verkoop.
Xerox®Versant®180 Press2-18
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Optionele lade 5
Lade 5 wordt niet automatisch door het systeem gedetecteerd. Als lade 5 geïnstalleerd
is, gebruikt u deze functie voorhet weergeven (inschakelen) of verbergen (uitschakelen)
van lade 5 in de systeemtekening die op het aanraakscherm van de pers en in
papierbibliotheekbeheer wordt weergegeven.
Geleiderbijstelling lade 5
Hiermee kalibreert u de papiergeleiders van lade 5 op hun minimale en maximale
breedte. Gebruik deze routine voor het kalibreren van de papierformaatdetectie voor
lade 5 als de ladeformaatsensor vervangen is. Raadpleeg De geleiderbijstelling voor
lade 5 instellen.
Technisch hoofdbediener
Open dit gebied voor het nulstellen van de teller voor hoogfrequenteverbruiksartikelen
(HFV) voor een pasvervangen door de klant vervangbaar onderdeel (KVO), zoals het
aanvoerluchtfilter achterop de drukpers. De HFV-teller voor het geselecteerde
vervangbare onderdeel wordt op 0 gesteld. Hiermee wordt bijgehouden wanneer het
verbruiksartikel weer moet worden vervangen. Raadpleeg HFSI-teller op nul zetten.
Uniformiteit dichtheid aanpassen
Raadpleeg het hoofdstuk Eenvoudige aanpassing van de afdrukkwaliteit voor
uitgebreide informatie en procedures.
Aanpassing uitlijning
Kies Automatisch uitlijnen aanpassen (SIQA-hoofdstuk) of Uitlijning handmatig
aanpassen.
Papierkrul aanpassen
Gebruik deze toepassing om de papierkrulinstellingen te wijzigen waar dat nodig is of
om papierkrulprofielen te maken voor specifieke papiersoorten, -gewichten en -laden.
Raadpleeg Corrigeren van de papierkrul voor uitgebreide informatie en procedures.
Aanpassing afwerkeenheid (optioneel)
Deze toepassing is alleen beschikbaar als een van de volgende afwerkeenheden op de
pers is aangesloten:
• Standaardafwerkeenheid
• Afwerkeenheid met katernmodule
• Standaardafwerkeenheid plus
Gebruik de toepassing Afwerkeenheid aanpassen voorhet selecteren van de instellingen
voor de volgende opties:
• Vouwpositie aanpassen
• Gebruik van DFA-afwerkeenheidprofielen (afwerkeenheden van derden)
Productiviteitsmodus
Zie De optie voor de productiviteitsmodus instellen.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-19Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Fusereenheid reinigen
Zie De fusereenheid reinigen.
Toner reinigen
Zie Procedure Toner reinigen.
Procedure voor basisonderhoud
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Als u de harde schijf op het apparaat wilt initialiseren, selecteer dan Harde schijf
initialiseren.
a) Selecteer op het scherm Vaste schijf initialiseren de partitie die opnieuw moet
worden geformatteerd.
b) Selecteer Start.
c) Selecteer Ja.
Als het herformatteren succesvol is voltooid, wordt er een meldingsscherm
weergegeven.
d) Selecteer Bevestigen.
e) Selecteer Sluiten. Het scherm Onderhoud wordt weer geopend.
7. Als u de gegevens op het apparaat wilt verwijderen, selecteer dan Alle gegevens
verwijderen.
a) Selecteer Start op het scherm Alle gegevens verwijderen.
Xerox®Versant®180 Press2-20
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
BELANGRIJK
Gebruik deze functie alleen als u hiertoe bevoegd bent en navraag hebt gedaan
bij de servicemedewerker van Xerox. Als u Start selecteert, worden alle gegevens
die op het apparaat zijn vastgelegd verwijderd. Dit omvat alle
gebruikersinstellingen en alle gegevens die automatisch door het systeem zijn
vastgelegd.
b) Selecteer na voltooiing Sluiten. Het scherm Onderhoud wordt weer geopend.
8. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
9. Sluit de beheerdersmodus.
Zelftest bij aanzetten uitvoeren
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
7. Selecteer Aan of Uit om te bepalen of er een zelftest wordt afgedrukt wanneer de
printer wordt aangezet.
8. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
9. Sluit de beheerdersmodus.
De geleiderbijstelling voor lade 5 instellen
Als de lade voor handmatige invoergeïnstalleerd is en er een papierformaatdetectiefout
optreedt, gebruikt u deze procedure voor het kalibreren van de papiergeleiderposities.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Selecteer Geleiderbijstelling lade 5 op het onderhoudsscherm.
7. Druk de papiergeleiders naar hun minimumbreedte.
8. Selecteer Minimumstand en druk op het bedieningspaneel op Start.
Als de sensoruitvoerwaarde binnen het opgegeven bereik valt, wordt er OK in het
resultaatvak weergegeven. Als de waarde buiten het opgegeven bereik valt, wordt
er NG weergegeven. Controleer de geleiderpositie en probeer het opnieuw/
9. Druk de papiergeleiders naar hun maximumbreedte.
10. Selecteer Maximumstand en druk op het bedieningspaneel op Start.
Als de sensoruitvoerwaarde binnen het opgegeven bereik valt, wordt er OK in het
resultaatvak weergegeven. Als de waarde buiten het opgegeven bereik valt, wordt
er NG weergegeven. Controleer de geleiderpositie en probeer het opnieuw/
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-21Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
12. Sluit de beheerdersmodus.
HFSI-teller (High Frequency Service Items) opnieuw instellen
Veel van de onderdelen van de pers moeten na ingestelde drukintervallen worden
vervangen. Elk onderdeel dat regelmatig onderhoud of vervanging behoeft, heeft een
eigen teller en een aanbevolen maximumaantal afdrukkentussen de onderhoudsbeurten.
Als een teller de gebruikslimiet heeft bereikt, wordt er door het systeem een melding
weergegeven dat het onderdeel moet worden vervangen. De status van het
verbruiksartikelwordt tevens op het verbruiksartikelenscherm van de gebruikersinterface
op de pers weergegeven, via de toets Apparaatstatus.
Nadat u het door de klant te vervangen onderdeel (CRU) hebt vervangen, moet de
systeembeheerder het onderhoud vastleggen door de HFSI-teller ervoor opnieuw in te
stellen op de gebruikersinterface van de pers.
OPMERKING
Deze handmatige HFSI-instelling hoeft niet te worden uitgevoerd na het vervangen van
de afdrukmodules, tonercassettes / tonerafvalcontainer. De HFSI-teller voor deze CRU's
wordt automatisch door het systeem bijgewerkt.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
4. Gebruik de bladerpijlen omhoog/omlaag om naar de volgende paar
onderhoudsschermen te gaan.
5. Selecteer het pictogram Technisch hoofdbediener.
6. Selecteer op het scherm dat wordt weergegeven de rij met het onderdeelnummer
van het verbruiksartikel dat met het zojuist vervangen onderdeel overeenkomt.
7. Selecteer Huidige waarde opnieuw instellen.
De HFSI wordt door het systeem op 0 gesteld en de nieuwe waarde wordt in het
logboek vastgelegd.
8. Controleer of het verbruiksartikelenscherm opnieuw is ingesteld en de status van het
onderdeel nu 100% is.
9. Sluit de beheerdersmodus.
Uitlijning handmatig aanpassen
TIP
Voer de procedure Automatisch uitlijnen aanpassen (SIQA-hoofdstuk) uit voordat u
eventuele handmatige aanpassingen uitvoert. De procedure voor de automatische
uitlijning corrigeert de meeste problemen met uitlijning.
Op basis van de uitlijningsuitvoer van een document kunnen er aanpassingen in het
beeld worden aangebracht. Er kunnen diverse aanpassingen worden gemaakt, zoals:
beeldpositie, schalen en verschuiven U kunt dit bereiken door middel van de twintig
standaard aanpassingstypen. Daarnaast kunt u een specifieke papierlade aan een
specifiek aanpassingstype toewijzen.
Xerox®Versant®180 Press2-22
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
U kunt aanpassingen maken wanneer de positie van het beeld op de afdrukken verkeerd
is uitgelijnd of scheef staat. Dit kan veroorzaakt worden door uitgezet of gekrompen
papier, onnauwkeurig snijden of door omstandigheden bij het opslaan van papier. U
kunt deze problemen verhelpen met de toepassing Uitlijning handmatig aanpassen om
de beelduitlijning aan te passen.
De positie van het beeld op de afdruk kan als volgt worden aangepast:
• Horizontale aanpassing (scheef horizontaal): Past een scheef beeld aan
• Schaalaanpassing: Wanneer de grootte (schaal) van het afgedrukte beeld afwijkt
• Aanpassing afdrukpositie: Gebruik deze optie voor het maken van aanpassingen in
de voorste rand van het beeld (X-richting) en de zijrand van het beeld (Y-richting).
Gebruik dit bijvoorbeeld wanneer de beelden op zijde 1 en 2 verkeerd zijn uitgelijnd.
Procedure Handmatige aanpassing uitlijning
Voer de procedure Automatisch uitlijnen aanpassen (SIQA-hoofdstuk) uit voordat u
eventuele handmatige aanpassingen uitvoert.
1. Plaats papier in een lade.
2. Meld u aan als beheerder.
3. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
9. Selecteer Instellingen Type Uitlijning aanpassen en druk op Instellingen wijzigen.
10. Selecteer het type uitlijning aanpassen dat u wilt instellen of aanpassen en druk op
Instellingen wijzigen.
11. Selecteer Naam en daarna Instellingen wijzigen.
12. Wijs een type naam toe en druk op Opslaan.
OPMERKING
Het wordt aanbevolen een naam te gebruiken zoals "A4 normaal", zodat u weet wat
de inhoud van het papiertype is.
13. Druk op Proefafdruk.
14. Selecteer de papierlade waarin u in stap 1 papier hebt geplaatst en selecteer dan
1-zijdig of 2-zijdig, gevolgd door het benodigde aantal vellen in het deel Aantal
vellen.
OPMERKING
Bij het gebruik van de optie voor horizontale aanpassing selecteert u A3 als
papierformaat. Bij het gebruik van de optie Aantal vellen bevelen we aan ongeveer
10 vellen af te drukken om te berekenen wat de gemiddelde waarde van de variaties
is.
15. Druk op de knop Start.
De huidige proefafdruk wordt nu gemaakt.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-23Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Als de proefafdruk goed in positie is, wordt er een lijn gedrukt op 10 mm van de rand
van het papier. Als de positie van de lijn op de proefafdruk verkeerd is uitgelijnd, voert
u de relevante aanpassingen uit.
OPMERKING
Er worden ter indicatie van de invoerrichting twee lijnen gedrukt op het beeld van
zijde 1 en één lijn op het beeld van zijde 2 van de proefafdruk die u met Proefafdruk
hebt gemaakt.
16. Druk op Opslaan.
17. Controleer de proefafdruk en pas de positie aan als de uitlijning niet goed is.
18. Als u klaar bent met het maken van aanpassingen, drukt u nog een proefafdruk afdoor Proefafdruk aan te raken en controleer de resultaten van de aanpassing,
19. Maak zo nodig nogmaals aanpassingen en druk op Opslaan.
20. Druk op Opslaan.
21. Druk op Sluiten.
22. Selecteer de lade waaraan u het ingestelde type wilt toewijzen (de lade waarin u hetpapier in stap 1 hebt geplaatst) en druk op Instellingen wijzigen.
23. Selecteer het aangepaste type en druk op Opslaan.
24. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
25. Sluit de beheerdersmodus.
Papierkrul aanpassen
Overzicht papierontkrulling
Met deze functie kunt u de gewenste instelling voor papierontkrulling selecteren, om te
voorkomen dat uw afdrukken gaan krullen.
Wanneer het papier wordt blootgesteld aan warmte, verliest het papier vocht en krult
het in de richting van de warmtebron. Papier dat met veel toner wordt bedrukt, krult
sneller door het plastificeringseffect van de toner op het papier.
Papierkrulling kan verschillende oorzaken hebben, waaronder:
• Het papiergewicht en of het papier gecoat of ongecoat is
• De hoeveelheid gebruikte toner en de oppervlakte die is bedrukt: hoe groter de
bedrukte oppervlakte, des te groter de kans dat het papier gaat krullen.
• Hoe het papier in de lade wordt geplaatst: plaats het papier zoals aangeduid op de
verpakking van het pak.
• De luchtomstandigheden van de ruimte waar het papier is opgeslagen, in het bijzonder
de luchtvochtigheid en de temperatuur.
• De hitte die wordt ontwikkeld tijdens het fixeerproces
TIP
De papierontkrulling is per dag anders. De instelling die de ene dag goed is, kan de
andere dag onvoldoende zijn. Dit geldt met name als de temperatuur en vochtigheid in
de ruimte waarin de drukpers staat nogal eens veranderen.
Xerox®Versant®180 Press2-24
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Automatische papierontkrulling
Uw pers is voorzien van een automatische instelling om de krulling in de hand te houden.
Voor deze automatische instelling hoeft u geen instellingen van Papierontkrulling te
selecteren. Door de pers wordt het papier automatisch door de juiste ontkruller gevoerd,
en wordt automatisch de druk bepaald die door de verschillende ontkrullers moet worden
uitgeoefend om het krullen van de afdrukken te verminderen.
Bij sommige druktaken zijn de afdrukken mogelijk nog steeds meer gekruld dan u wilt,
zelfs als u de automatische instelling van het systeem gebruikt. Er zijn mogelijk andere
manieren om papierkrulling te verhelpen, voordat u de optie Papierkrul aanpassen
gebruikt. Dit is afhankelijk van uw pers en de daarop aangesloten optionele apparatuur,
zoals de interfacemodule van de ontkruller.
OPMERKING
Zie voor informatie over het aanpassen van de papierkrul via de interfacemodule van
de ontkruller de Xerox 180 Press Optional Devices Guide (Handleiding voor optionele
apparaten bij de Xerox 180 pers) en het gedeelte over de interfacemodule van deontkruller.
Ontkrullen via Papierkrul aanpassen
Als de papierkrulling niet door de pers of de interfacemodule van de ontkruller (indien
van toepassing) wordt verholpen, gebruikt u de toepassing Papierkrul aanpassen om
de papierkrulling te compenseren. De opties voor Papierkrul aanpassen zijn gebaseerd
op het type opdracht en de beelddichtheidsverhouding.
OPMERKING
Raadpleeg altijd de meest recente lijst met aanbevolen materialen van de pers voor de
aanbevolen papiersoorten en -gewichten en de standaard ontkrullerinstellingen die
daarbij moeten worden gebruikt. Deze lijst kan worden gedownload vanaf
www.xerox.com.
Typen aanpassing papierkrul
Er zijn drie typen voorgedefinieerde aanpassing op de pers. Selecteer Type B om eerst
de afdrukresultaten te controleren en selecteer vervolgens Type A of Type C.
BeschrijvingType aanpassing
Type A
Type B
Gebruik deze instelling wanneer de afdrukken
papierkrulling omhoog vertonen.
Dit is de standaardinstelling van de pers en is
het standaardtype voor aanpassing van de
papierkrul.
Type C
Handleiding voor de systeembeheerder
Gebruik deze instelling wanneer de afdrukken
papierkrulling omlaag vertonen.
2-25Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Als een voorgedefinieerde optie (Type A, Type B of Type C) niet de juiste aanpassing
van de papierkrul oplevert, selecteert u het juiste type aanpassing op basis van de
kenmerken van het geselecteerde papier en het afleveringsformaat. U kunt maximaal
10 configuraties maken voor het corrigeren van papierkrul.
Hieronder volgt een voorbeeld van een handmatige aanpassing van papierkrul.
Raadpleeg onderstaande tabel voor informatie over de items die in het scherm voor
handmatige aanpassing van de papierkrul voorkomen.
BeschrijvingOnderdeel
Naam
1-zijdig afdrukken
2-zijdig afdrukken
Auto
Voer de gewenste naam in voor het type aanpassing van de
papierkrul.
Bedrukte zijde
omhoog
Bedrukte zijde
omlaag
Bij 2-zijdig afdrukken wordt in de pers de achterzijde van een vel
omhoog geplaatst om de status van de papierkrul te bepalen en
daarna de papierkrulaanpassing in te stellen.
• Schakel dit selectievakje in om de papierkrul automatisch aan te
passen aan de hand van de papierkenmerken.
• Schakel dit selectievakje uit om de aanpassingsschaal aan de
linkerkant in te schakelen.
Wanneer Bedrukte zijde omhoog
bij 1-zijdig afdrukken is ingesteld,
wordt in de pers ingesteld dat de
te bedrukken zijde omhoog ligt en
wordt vervolgens de
papierkrulaanpassing ingesteld.
WanneerBedrukte zijde omlaag bij
1-zijdig afdrukken is ingesteld,
wordt in de pers ingesteld dat de
te bedrukken zijde omlaag ligt en
wordt vervolgens de
papierkrulaanpassing ingesteld.
Schaalaanpassingswaarden
• Selecteer een aanpassingswaarde afhankelijk van de mate van
papierkrul van de afdrukken. Verwijder het vinkje uit het
selectievakje Auto om de schaal in te schakelen.
Xerox®Versant®180 Press2-26
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
BeschrijvingOnderdeel
• Verplaats de schuifbalk één streepje tegelijk naar rechts om
papierkrul omhoog te corrigeren en controleer daarna de
papierkrul van afdrukken.
• Verplaats de schuifbalk één streepje tegelijk naar links om
papierkrul omlaag te corrigeren en controleer daarna de
papierkrul van afdrukken.
• Wanneer 0 is geselecteerd, wordt er geen papierkrulaanpassing
toegepast.
• Voor zowel papierkrul omhoog als omlaag, is de mate van
aanpassing evenredig aan de waarde die op de aanpassingsbalk
is geselecteerd.
De papierkrul aanpassen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
9. Wijs de gewenste parameters toe aan papierkruloptie Type (1-10).
a) Selecteer het veld Naam.
b) Voer met het toetsenbord een naam in.
c) Selecteer de juiste instellingen voor1-zijdig beeldzijde omhoog, 1-zijdig beeldzijde
omlaag en 2-zijdige aflevering.
d) Selecteer met de pijltoetsen de juiste hoeveelheid krulling.
Als u Auto selecteert, laat u de papierkrulling automatisch door het systeem
corrigeren.
e) Selecteer Proefafdruk.
f) Beoordeel de proefafdruk op papierkrulling.
Als de proefafdruk nog steeds te veel gekruld is, stelt u de
papierkrullingsparameters verder bij en maakt u opnieuw een proefafdruk.
10. Een van de volgende handelingen uitvoeren:
• Ga zo nodig door met het aanpassen van de papierkrullingsparameters tot u
tevreden bent met de proefafdrukken.
• Selecteer Opslaan als u een bevredigende afdruk hebt gemaakt.
11. Selecteer twee keer Sluiten.
Het hoofdtabbladscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-27Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Bijstelling afwerkeenheid
De toepassing Afwerkeenheid aanpassen is beschikbaar wanneer optionele
afwerkeenheden op de pers worden aangesloten, zoals de volgende:
• Standaardafwerkeenheid (met of zonder optionele C-/Z-vouweenheid)
• Katernmodule (met of zonder C/Z-vouweenheid)
• Standaardafwerkeenheid plus (met of zonder C-/Z-vouweenheid) plus een
DFA-afwerkeenheid van derden (aangesloten op de standaardafwerkeenheid plus)
Een of beide van de volgende opties zijn beschikbaar:
• Vouwpositie aanpassen: Gebruik deze optie voor het bijstellen van de vouwpositie
van de aflevering.U kunt de vouwpositie voorverschillende papiersoorten aanpassen,
alsmede de aanpassingswaarden instellen voor maximaal 10 standaardtypen.
Bovendien kan een ingesteld type aan elke invoerlade worden toegewezen.
Aanpassingen van de vouwpositie kunnen worden ingesteld voor een enkele vouw
en katern. Daarnaast kunt u de vouwposities instellen voor een C-vouw, Z-vouw of
Z-vouw half vel als de optionele C/Z-vouweenheid is aangesloten.
• DFA-afwerkeenheidprofielen (voor afwerkeenheden van derden): Gebruik deze optie
voor het creëren van een nieuw DFA-profiel of het maken van wijzigen/toevoegingen
in een bestaand DFA-profiel voor het aangesloten apparaat van derden.
OPMERKING
Raadpleeg voor informatie over de DFA-instellingen die u voor het apparaat moet
invoeren de documentatie bij de DFA-afwerkeenheid van derden.
Vouwpositie aanpassen
Gebruik deze optie voor het bijstellen van de vouwpositie van de aflevering. U kunt de
vouwpositievoor verschillende papiersoorten aanpassen, alsmede de aanpassingswaarden
instellen voor maximaal 10 standaardtypen. Bovendien kan een ingesteld type aan elke
invoerlade worden toegewezen. Aanpassingen van de vouwpositie kunnen worden
ingesteld voor een enkele vouw en katern. Daarnaast kunt u de vouwposities instellen
voor een C-vouw, Z-vouw of Z-vouw half vel als de optionele C/Z-vouweenheid is
aangesloten.
Vouwpositie aanpassen
1. Plaats papier in de gewenste lade.
2. Meld u aan als beheerder.
3. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
8. Selecteer Type vouwpositie instellen en selecteer Instellingen wijzigen.
9. Selecteer C-vouw-A4 of C-vouw-8,5x11 inch en selecteer Instellingen wijzigen.
10. Druk op Proefafdruk.
11. Selecteer de lade waarin u papier hebt geplaatst en druk op Start.
Er wordt nu een proefafdruk gemaakt.
12. Selecteer Sluiten.
13. Controleer de proefafdruk en meet de verplaatsing van de A- en B-vouw.
14. Voer de bij Waarden Waarde A en B voor aanpassing verkregen meetwaarde in en
bij Gewenste waarde A en B de definitieve waarde die u na de aanpassing wilt.
TIP
Stel waarde A en B zodanig in dat de rand van het papier niet over een vouwpositie
heengaat. Als een papierrand over een vouwpositie heengaat, kan er een papierstoring
optreden.
15. Selecteer nogmaals Proefafdruk om een proefafdruk te maken en controleer de
resultaten van de aanpassing.
16. Maak zo nodig nogmaals aanpassingen.
17. Selecteer Opslaan.
18. Selecteer Sluiten tot het scherm Vouwpositie aanpassen wordt weergegeven.
19. Selecteer de lade waarin u in stap 1 papier hebt geplaatst en druk op Start.
20. Selecteer het bijgestelde vouwpositietype en selecteer Opslaan.
21. Ga verder met het selecteren van Opslaan of Sluiten tot het hoofdtabblad van
Hulpprogramma’s wordt weergegeven.
22. Sluit de beheerdersmodus.
Positie Z-vouw aanpassen
1. Plaats papier in de gewenste lade.
2. Meld u aan als beheerder.
3. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
8. Selecteer Type vouwpositie instellen en selecteer Instellingen wijzigen.
9. Selecteer Z-vouw-A4 of Z-vouw-8,5x11 inch en selecteer Instellingen wijzigen.
10. Selecteer Proefafdruk.
11. Selecteer de lade waarin u papier hebt geplaatst en druk op Start.
Er wordt nu een proefafdruk gemaakt.
12. Selecteer Opslaan.
13. Controleer de proefafdruk en meet de verplaatsing van de A- en B-vouw.
14. Voer de in de vorige stap verkregen meetwaarde in bij WaardeA en B vóór aanpassing
en bij Gewenste waarden A en B de definitieve waarde die u na de aanpassing wilt.
TIP
Stel waarde A en B zodanig in dat de rand van het papier niet over een vouwpositie
heengaat. Als een papierrand over een vouwpositie heengaat, kan er een papierstoring
optreden.
15. Selecteer nogmaals Proefafdruk om een proefafdruk te maken en controleer de
resultaten van de aanpassing.
16. Maak zo nodig nogmaals aanpassingen.
17. Selecteer Opslaan.
18. Selecteer Sluiten tot het scherm Vouwpositie aanpassen wordt weergegeven.
19. Selecteer de lade waarin u in stap 1 papier hebt geplaatst en druk op Start.
20. Selecteer het bijgestelde vouwpositietype en selecteer Opslaan.
21. Ga verder met het selecteren van Opslaan of Sluiten tot het hoofdtabblad van
Hulpprogramma’s wordt weergegeven.
22. Sluit de beheerdersmodus.
Positie Z-vouw half vel aanpassen
1. Plaats papier in de gewenste lade.
2. Meld u aan als beheerder.
3. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
8. Selecteer Type vouwpositie instellen en selecteer Instellingen wijzigen.
9. Selecteer Z-vouw half vel - A3, Z-vouw half vel - B4, Z-vouw half vel -11x17 inch
of Z-vouw half vel - 8K en selecteer Instellingen wijzigen.
10. Selecteer Proefafdruk.
11. Selecteer de lade waarin u papier hebt geplaatst en druk op Start.
Er wordt nu een proefafdruk gemaakt.
12. Selecteer Opslaan.
Xerox®Versant®180 Press2-32
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
13. Controleer de proefafdruk en meet de verplaatsing van de A- en B-vouw.
14. Voer de in de vorige stap verkregen meetwaarde in bij WaardeA en B vóór aanpassing
en bij Gewenste waarden A en B de definitieve waarde die u na de aanpassing wilt.
TIP
Stel de waarde B zodanig in dat de rand van het papier niet over een vouwpositie
heengaat. Als een papierrand over een vouwpositie heengaat, kan er een papierstoring
optreden.
15. Selecteer nogmaals Proefafdruk om een proefafdruk te maken en controleer de
resultaten van de aanpassing.
16. Maak zo nodig nogmaals aanpassingen.
17. Selecteer Opslaan.
18. Selecteer Sluiten tot het scherm Vouwpositie aanpassen wordt weergegeven.
19. Selecteer de lade waarin u in stap 1 papier hebt geplaatst en druk op Start.
20. Selecteer het bijgestelde vouwpositietype en selecteer Opslaan.
21. Ga verder met het selecteren van Opslaan of Sluiten tot het hoofdtabblad van
Hulpprogramma’s wordt weergegeven.
22. Sluit de beheerdersmodus.
Gebruik van DFA-afwerkeenheidprofielen (afwerkeenhedenvan derden)
Gebruik de functie DFA-afwerkingseenheidprofiel voor het maken van een profiel voor
het gespecificeerde DFA-apparaat en voeg kenmerken aan het apparaat toe, zoals
timingwaarden, of bewerk of verwijder deze.
OPMERKING
Raadpleeg voor informatie over de DFA-instellingen die u voor het apparaat moet
invoeren de documentatie bij de DFA-afwerkeenheid van derden.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Doorloop de lijst en selecteer Bijstelling afwerkeenheid en
DFA-afwerkingseenheidprofielen.
7. Op het scherm DFA-afwerkingseenheidprofiel doet u het volgende:
a) Als u een nieuwe afwerkeenheid van derden toevoegt,selecteert u een beschikbare
rij en selecteert u Maken/bewerken. Voer de naam en andere kenmerken voor
het apparaat in.
b) Als u informatie over een bestaand apparaat wijzigt, selecteert u de rij van die
afwerkeenheid en selecteert u Maken/bewerken voor het bewerken van het
profiel.
c) Als u een afwerkeenheid van derden verwijdert, selecteert u de rij van die
afwerkeenheid en selecteert u Verwijderen.
8. Selecteer Opslaan.
9. Selecteer Sluiten.
10. Selecteer nogmaals Sluiten.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-33Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
11. Sluit de Beheerdersmodus af.
De optie voor de productiviteitsmodus instellen
Met deze toepassing kunt u de productiviteitsmodus van de pers instellen. Kies een van
de volgende twee opties:
• Afdrukkwaliteit optimaliseren:
Als deze optie is geselecteerd, worden de fuserinstellingenvan de pers voor elk papier
dat in de opdracht wordt gebruikt aangepast.
• Optimaliseren voor snelheid:
Als deze optie is geselecteerd, vertraagt de pers alleen om de fuser op te warmen of
af te koelen afhankelijk van de gebruikte media.
OPMERKING
Deze opties voor productiviteitsmodus zijn ook beschikbaar op de printserver. Als op de
printserver een optie is geselecteerd, krijgt deze optie voorrang op de selectie die op de
pers is gemaakt.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op de knop Apparaatstatus op de gebruikersinterface van de pers.
5. Ga omlaag op de pagina en selecteer Productiviteitsmodus.
6. Selecteer de gewenste optie.
• Afdrukkwaliteit optimaliseren
• Optimaliseren voor snelheid
7. Selecteer Opslaan.
8. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
9. Sluit de beheerdersmodus.
Procedure Toner reinigen
Voer de procedure Toner reinigen uit indien na het uitvoeren van een opdracht met een
lage dekkingsgraad gevolgd door een opdracht met een hoge dekkingsgraad hierna
opeenhoping van toner en tonerklompjes op de afdrukken zijn waargenomen. Op de
pers wordt een paginagroot halftoonbeeld afgedrukt om vuilafzetting en eventuele
tonerresten uit het systeem te verwijderen.
OPMERKING
Het wordt aanbevolen dat u een paar testpagina's afdrukt voordat u de
reinigingsprocedure uitvoert. Na selectie van de knop Reinigen start genereert het
systeem automatisch een testpagina. Hiermee kunt u de afdrukken voor en na de
reiniging met elkaar vergelijken voor wat betreft afdrukkwaliteit.
1. Meld u aan als beheerder.
Xerox®Versant®180 Press2-34
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
2. Druk op de knop Apparaatstatus op de gebruikersinterface van de pers.
5. Ga omlaag op de pagina en selecteer Toner reinigen.
6. Selecteer de gewenste tonerkleur(en) die u wilt reinigen.
U kunt desgewenst alle tonerkleuren selecteren.
7. Druk op Start.
Nadat de reinigingspagina is afgedrukt, verschijnt het bericht Voltooid.
8. Selecteer Proefafdruk en controleer of het probleem is verholpen.
9. Blijf Sluiten selecteren totdat het hoofdscherm Hulpprogramma's verschijnt.
10. Sluit de beheerdersmodus.
Watermerk
Gebruik deze toepassing om standaardinstellingen voor veelgebruikte watermerken te
configureren; de opties zijn onder andere:
Datumnotatie
Hiermee stelt u de standaard datumnotatie in, zoals deze verschijnt in de schermen
Notities en Watermerk op het tabblad Afleveringsopmaak (kopieerfunctie). Wanneer
deze optie wordt geselecteerd, wordt de datum in standaard notatie op de kopieën
afgedrukt wanneer Aan wordt gekozen bij de functie Notities/datum of wanneer de
datumoptie in de watermerkfunctie wordt geselecteerd.
• Kies uit de volgende opties in het menu Datumnotatie: 20jj/mm/dd, mm/dd/20jj,
dd/mm/20jj of 20jj-mm-dd.
• De optie die u hier selecteert wordt de standaardinstelling voor zowel Notities als
Watermerk.
Standaardwatermerkeffect
Hiermee selecteert u de standaardinstelling voor het teksteffect.Deze standaardwaarde
verschijntin het scherm Watermerkop het tabblad Afleveringsopmaak (kopieerfunctie):
Deze instelling bepaalt hoe de achtergrondtekst (het watermerk) op de afdrukken
verschijnt. Opties voor teksteffecten zijn onder andere: Uit, Met reliëf en Outline.
Standaardwatermerk
Selecteer het standaardwatermerk in de weergegeven lijst.
Fontgrootte
Selecteer een van de vier opties: 48 punten, 64 punten, 80 punten of een aangepast
formaat tussen de 24 en 80 punten.
Achtergrondpatroon
Hiermee selecteert u het achtergrondpatroon dat wordt gebruikt bij de watermerkoptie
op het tabblad Afleveringsopmaak(kopieerfunctie).Maak een keuze uit acht patronen:
golf, cirkel, strepen, keten, balk, ruitvormig, zonnebloem en waaier.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-35Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Fontkleur
Selecteer de fontkleur voor het afdrukken van de watermerktekst op de achtergrond.
U kunt kiezen uit Zwart, Magenta of Cyaan.
Densiteit
Selecteer de densiteit voor het afdrukken van de watermerktekst op de achtergrond.
U kunt kiezen uit drie niveaus: Lichter, Normaal of Donkerder.
Contrast watermerk/achtergrond
Selecteer het contrast van de tekst/achtergrond voor het afdrukken van de
watermerktekst. U kunt kiezen uit contrastniveau 1 tot en met 9.
Watermerk forceren - kopieeropdracht
Selecteer Aan om alle kopieeropdrachten met een watermerk af te drukken. Selecteer
Uit als u niet wilt dat alle kopieeropdrachten met een watermerk worden afgedrukt.
Aangepast watermerk 1-3
Maak uw eigen watermerk.
Watermerkopties selecteren
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
9. Sluit de beheerdersmodus.
Universele unieke ID afdrukken
Gebruik van Universele unieke ID afdrukken
Gebruik deze toepassing voor het selecteren of er al dan niet universele unieke ID's op
elke opdracht worden afgedrukt. Universele unieke ID's kunnen met bepaalde
toepassingen worden gebruikt als zoekcode om loggegevens over het afdrukken op te
halen.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Selecteer de gewenste instelling voor de toepassing Universele unieke ID afdrukken.
7. Selecteer Opslaan; u keert nu terug naar het scherm Universele unieke ID afdrukken.
8. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
9. Sluit de beheerdersmodus.
Opdrachtvoltooiingsbericht via e-mail
Gebruik van Opdrachtvoltooiingsbericht via e-mail
Gebruik deze toepassing om in te stellen of een gebruiker al dan niet een e-mailbericht
ontvangt met de opdrachtresultaten (kopiëren, scannen en afdrukken) die door de pers
werden uitgevoerd.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
Gebruik deze toepassing om verschillende instellingen aan veelgebruikte toepassingen
toe te wijzen; de opties zijn onder andere:
Staffelen (middelste opvangbak rechts)
Deze toepassing is alleen beschikbaar als de optionele standaardafwerkeenheid of
AVH-module op het apparaat is aangesloten. Selecteer de standaardstaffeloptie voor
de afwerkingseenheidlade:
• None (Geen): als u deze optie selecteert, wordt er geen uitvoer door de
afwerkingseenheidlade verschoven.
• Verschuivenper set: Als deze optie is geselecteerd, wordt iedere set van een kopieerof afdrukopdracht gestaffeld. Met deze optie verschuift u ook elke taak.
• Verschuiven per taak: als u deze optie selecteert, worden alle sets van een taak op
één stapel in het uitvoergebiedafgeleverd.Als de volgende taak wordt gestart, wordt
deze ten opzichte van de vorigetaak in de lade verschoven. Met deze optie verschuift
u niet elke set van een taak.
Xerox®Versant®180 Press2-38
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Staffelen (Uitlegtafel/Wagen uitlegtafel)
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de uitlegtafel is aangesloten op het
apparaat. Staffelen betekent dat iedere set kopieën wordt afgeleverd in de middelste
opvangbak en enigszins ten opzichte van de vorige set is verschoven, zodat ze
gescheiden zijn. Als de ene set kopieën wordt afgeleverd aan de voorzijde van de bak,
wordt de volgende set afgeleverd aan de achterzijde van de bak. Opties voor de
staffelfunctie voor de uitlegtafel zijn onder meer:
• None (Geen): als u deze optie selecteert, wordt er geen uitvoer door de
afwerkingseenheidlade verschoven.
• Verschuivenper set: Als deze optie is geselecteerd, wordt iedere set van een kopieerof afdrukopdracht gestaffeld. Met deze optie verschuift u ook elke taak.
• Verschuiven per taak: als u deze optie selecteert, worden alle sets van een taak op
één stapel in het uitvoergebiedafgeleverd.Als de volgende taak wordt gestart, wordt
deze ten opzichte van de vorigetaak in de lade verschoven. Met deze optie verschuift
u niet elke set van een taak.
Als Staffelen per set of Staffelen per opdracht is geselecteerd, wordt de
afleveringspositie enigszins verschoven door het apparaat, respectievelijk per set of
per afdrukopdracht.
Verzamelaar met hoge capaciteit uitladen
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de uitlegtafel is aangesloten op het
apparaat. Hiermee kunt u vaststellen op welk tijdstip u het apparaat moet stopzetten
wanneer er op de knop Afdrukken verwijderen wordt gedrukt. Selecteer Stoppen als
huidige set is voltooid of Onmiddellijk stoppen.
Automatisch opdracht voorrang geven
Met deze optie in Overige instellingenstelt u het apparaatin op het automatisch geven
van voorrang aan een afdruk-/kopieeropdracht als het apparaat een eerdere opdracht
niet kan starten. Het apparaat kan een bewerking bijvoorbeeld niet starten, omdat er
zich geen papier in de lade bevindt (aan het begin van een kopieer- of afdrukbewerking).
Als deze toepassing is ingeschakeld, kan het apparaat de huidige opdracht negeren
en overige opdrachten starten.
TIP
De overige opdrachten mogen niet dezelfde kopieer-/afdrukvereisten hebben als de
opdracht waarvoor de storing is opgetreden. Als de overige opdrachten andere
kopieer-/afdrukvereistenhebben, wordt voorrangaan deze andere opdrachten gegeven
en worden ze gekopieerd/afgedrukt.
OPMERKING
Opgeslagen documenten als beveiligde afdrukken en proefafdrukken worden
uitgesloten. Aan dat soort opdrachtenkan niet automatisch voorrang worden gegeven.
Standaarddrukpapierformaat
Stel het standaard formaat (A4 of 8,5 × 11 inch ) in van het paper waarop overzichten
en /of lijsten moeten worden afgedrukt.
2-39Xerox®Versant®180 Press
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Papierformaatinstellingen
Specificeer het formaat van het papier dat automatisch herkend moet worden als u
standaard formaten gebruikt voor een document of als het apparaat zo is ingesteld
dat het formaten van documenten herkent. Selecteer een van de volgende opties:
• A/B-serie (8 x 13 inch)
• A/B-serie
• A/B-serie (8K/16K)
• A/B-serie (8 x 13 inch / 8 x 14 inch)
• Inchserie
Millimeter/inch
Selecteer de maateenheid die op het scherm wordt weergegeven.Selecteer Millimeters
of Inches.
Toetsenbordinvoer beperken
Selecteer of de weergave van het virtuele toetsenbord op de gebruikersinterface van
het apparaat moet worden beperkt. Om te voorkomen dat tekens door elkaar lopen
als van tekenset wordt gewisseld, kunt u de invoer beperken tot ACSII-tekens. Als u
Aan (alleen ASCII) selecteert, bevat het weergegeven toetsenbord alleen ASCII-tekens.
Werking knoppen omhoog/omlaag
Selecteer of u continu schuiven bij het drukken op de schuifblokjes wilt inschakelen.
Scherm Verbruiksartikelen weergeven
Selecteer of de status van verbruiksartikelen moet worden weergegeven als deze aan
vervanging toe zijn; de opties zijn:
• Uit: Het verbruiksartikelenstatusscherm wordt niet weergegeven.
• Bij inschakeling: het verbruiksartikelenstatusscherm wordt tijdens het opstarten
weergegeven.
• Als Automatisch wissen wordt geactiveerd: het verbruiksartikelenstatusscherm
wordt weergegeven wanneer Automatisch wissen wordt uitgevoerd.
Gegevensversleuteling
Als u de op de vaste schijf vastgelegde gegevens wilt versleutelen, selecteert u Aan als
standaardinstelling voor deze functie. Door gegevensversleuteling in te schakelen,
worden alle gegevens die naar de vaste schijf worden geschreven automatisch
versleuteld. Met codering voorkomt u ongeoorloofde toegang tot op de schijf
opgeslagen gegevens. Als codering is ingeschakeld, moet een coderingssleutel worden
ingesteld.
OPMERKING
Dit is een optionele toepassing en deze is misschien niet beschikbaar op het apparaat;
het is een onderdeel van de optionele Data Security Kit (gegevensbeveiligingspakket).
Neem voor meer informatie contact op met het Xerox Welcome Centre.
Raadpleeg Opties voor gegevenscodering instellen.
Xerox®Versant®180 Press2-40
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Coderingssleutel voor vertrouwelijke gegevens
Met deze optionele toepassing stelt u een coderingssleutel in om vertrouwelijke
gegevens te coderen zoals de toegangscode van de systeembeheerder. Door
vertrouwelijke informatie te versleutelen, voorkomt u het hacken van het netwerk en
ongeoorloofdetoegang tot de informatie.Voer een coderingssleutel van 4 tot 12 tekens
in met alfanumerieke tekens.
BELANGRIJK
Als u de bestaande coderingssleutel wijzigt, kunt u wellicht vertrouwelijke informatie
uit een reservekopie niet herstellen. De fabrieksinstelling voor de coderingssleutel is
x-admin.
OPMERKING
Dit is een optionele toepassing en deze is misschien niet beschikbaar op het apparaat;
het is een onderdeel van de optionele Data Security Kit (gegevensbeveiligingspakket).
Neem voor meer informatie contact op met het Xerox Welcome Centre. Daarnaast
kan een servicemedewerker van Xerox veranderingen in de instellingen van deze
toepassing blokkeren.
Raadpleeg Coderingssleutel voor vertrouwelijke gegevens instellen.
Beperkte bediening voor servicevertegenwoordiger
Selecteer of de toegang door de servicemedewerker moet worden beperkt om de
beveiligingsinstellingente beschermen, zodat deze niet veranderdkunnen worden door
iemand die zich uitgeeft voor een servicemedewerker; de opties zijn:
• Uit: De servicemedewerker wordt niet beperkt in zijn handelingen op het apparaat.
• Aan: de servicevertegenwoordiger kan de volgende instellingen niet wijzigen: Alle
gegevensverwijderen Beveiligd watermerk, Gegevenscodering, Coderingssleutel voor
vertrouwelijke gegevens, Beperkte toegang Xerox-technicus, Instellingen
systeembeheerder, Max. aantal aanmeldingspogingen systeembeheerder, Harde
schijf overschrijven en Gebruikersaanmaken/wijzigen met systeembeheerdersrechten.
Als u Aan hebt ingesteld, stelt u op het scherm Onderhoudstoegangscode een
onderhoudstoegangscode van 4 tot 12 cijfers in. De toegangscode moet worden
ingevoerd als de servicemedewerker onderhoud wil gaan uitvoeren.
BELANGRIJK
Als Aan is ingesteld, en u vergeet of verliest de gebruikers-ID en toegangscode van de
systeembeheerder,kunnen de items die vanwege de servicemedewerker ontoegankelijk
zijn gemaakt niet worden veranderd of weer worden hersteld (toegankelijk worden
gemaakt).
Software downloaden
Deze toepassing wordt niet ondersteund, deze kan echter wel nog steeds toegankelijk
zijn. Deze toepassing is alleen bestemd voor servicemedewerkers. Neem contact op
met het Xerox Welcome Centre. Selecteer Uitgeschakeld als standaardinstelling.
2-41Xerox®Versant®180 Press
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Verhoging AOD-invoerlade
Stel wanneer het document in de AOD is geplaatst het tijdstip in waarop de invoerbak
van de AOD omhoog moet komen. Selecteer Bij het invoeren van originelen of
Wanneer op Start wordt gedrukt.
• Bij het plaatsen van originelen: Selecteer deze optie als u wilt dat de invoerbak
omhoog komt als u documenten in de AOD plaatst.
• Wanneer er op Start wordt gedrukt: Selecteer deze optie als u wilt dat de bak van
de AOD omhoog komt als u op de knop Start op het bedieningspaneel drukt.
Geschatte tijd opdracht
Selecteer de standaardinstelling die wordt weergegeven voor de geschatte
opdrachtvoltooiingstijd.
Selectiemethode ontvanger beperken
Selecteer de standaardinstelling die wordt weergegeven voor de ontvangerselectie.
Selecteer Ja of Nee.
Gebr. toestaan adresboek te bewerken
Met deze toepassing kunt u opgeven of de gebruiker de informatie in het adresboek
mag bewerken. Selecteer Ja of Nee.
Preventie doordrukken van inkt
Zie Optie voor doordrukpreventie van inkt instellen.
Overige instellingen uitvoeren/ wijzigen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
9. Selecteer Toetsenbord en voer in het scherm Toetsenbord het gewenste
coderingssleutelwachtwoord.
Voer een coderingssleutel van 12 tekens in. De standaardcoderingssleutel is 12 enen
(111111111111).
10. Selecteer Opslaan.
Het scherm Gegevenscodering wordt weergegeven.
11. Selecteer nogmaals Toetsenbord.
12. Voer in het scherm Toetsenbord nogmaals hetzelfde coderingssleutelwachtwoord in.
13. Selecteer Opslaan.
Het scherm Gegevenscodering wordt weergegeven.
14. Selecteer Opslaan.
Het scherm Overige instellingen wordt weergegeven.
15. Selecteer Sluiten.
Het hoofdtabbladscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
16. Sluit de beheerdersmodus.
Coderingssleutel voor vertrouwelijke gegevens instellen
BELANGRIJK
Vergeet de coderingssleutel niet! De gegevens kunnen niet worden hersteld als u de
coderingssleutel vergeet.
TIP
Een servicemedewerker van Xerox kan veranderingen in de instellingen van deze
toepassing blokkeren. Voor meer informatie over instellingen, raadpleegt u Beperkte
toegang servicemedewerker.
Als de optionele toepassing Gegevenscoderingvoor uw apparaat beschikbaar is, gebruikt
u de volgende procedure voor het creëren van een coderingssleutel.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Selecteer Coderingssleutel voor vertrouwelijke gegevens.
7. Selecteer Toetsenbord en voer een coderingssleutel van 12 tekens in.
OPMERKING
De standaardwaarde voor de coderingssleutel is 111111111111 (twaalf enen).
8. Selecteer Opslaan.
9. Selecteer Volgende.
10. Voer met behulp van dezelfde procedure de coderingssleutel nogmaals in.
11. Selecteer Opslaan.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-43Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
12. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
13. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
14. Sluit de beheerdersmodus.
Gegevensherstel De gecodeerde gegevens kunnen niet worden hersteld als een van de
volgende situaties zich voordoet:
• Wanneer er een fysieke fout met de harde schijf optreedt
• Wanneer u de coderingssleutel bent vergeten
• Wanneer u probeert toegang tot de toepassing Beperkte toegang servicemedewerker
te krijgen, maar u de gebruikers-ID en toegangscode van de systeembeheerder bent
vergeten
Optie voor doordrukpreventie van inkt instellen
Wanneer op hoge snelheid wordt afgedrukt, kan er soms “blokkering” in afgeleverde
stapels optreden. Dit houdt in dat vellen papier aan elkaar blijven plakken in de
afgeleverde stapel omdat de inkt nog niet droog is. Met de optie voordoordrukpreventie
van inkt wordt dit probleem verholpen door het afdrukmechanismein wezen te vertragen
zodat de inkt de tijd krijgt om te drogen.
Overhet algemeen is de optie Doordrukpreventie van inkt niet nodig, maar in de volgende
omstandigheden kan deze worden gebruikt:
• In omgevingen met hoge temperaturen/hoge vochtigheidsgraad
• Bij bepaalde papiersoorten, zoals 140 g/m² gecoat papier
• Wanneer ofwel de Business Ready (BR) afwerkeenheid of de staffelopvangbak wordt
gebruikt bij op hoge snelheid afdrukken in stapels
Wanneer de optie is ingesteld op Aan, wordt bij het afdrukken overgeschakeld op een
lagere pitch zodat vellen langer kunnen afkoelen voordat ze worden gestapeld. De
standaardinstelling is Uit.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
Xerox®Versant®180 Press2-44
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
11. Sluit de beheerdersmodus.
Instellingen Kopiëren
Gebruik Instellingen Kopiëren om de standaardinstellingente selecteren die van invloed
zijn op de kopieertoepassing. Instellingen Kopiëren bestaat onder meer uit de volgende
toepassingen:
Voorinstellingstoetsen
Gebruik deze toepassing voor het instellen van de standaardwaarden bij de vaakst
gebruikte opties zoals papierlade of vergrotingspercentage.
Standaardinstellingen Kopiëren
Gebruik deze toepassing om de standaardinstellingen voor de kopieertoepassingen te
selecteren.
Kopieerbeheer
Met deze toepassing stelt u de standaardwaarden in die verband houden met de
kopieerbewerking,zoals auto opdracht vrijgeven en originelen van gemengde formaten.
Standaardinstellingen origineelformaat
Gebruik deze toepassing voor het instellen van de origineelformaten die worden
weergegeven in Opmaakaanpassing > Origineelformaat.
Voorinstellingen Verkleinen/vergroten
Gebruik deze toepassing voor het instellen van maximaal 12 standaard
vergrotingsniveaus.
Aangepaste kleuren
Gebruik deze toepassing voor het instellen van maximaal zes aangepaste kleuren.
Procedure voor de basisinstellingen van Kopiëren
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
7. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
8. Selecteer Opslaan.
9. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
10. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
11. Sluit de beheerdersmodus.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-45Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Voorinstellingstoetsen
Selecteer de standaardinstellingen voor de Voorinstellingstoetsen, zoals de meest
gebruikte papierlade en het vergrotingspercentage. Door standaardwaarden aan deze
toetsen toe te wijzen beperkt u het aantal selecties bij het kiezen van toepassingen voor
het kopieerproces. De opties zijn onder andere:
Toetsen 2 - 5 Papierinvoer
Selecteer de standaardlade-instelling voor de toetsen Papierinvoer 2, 3, 4 en 5. Deze
toetsen verschijnen in de kolom Papiertoevoerop het tabblad Kopiëren (kopieerfunctie).
Verkleinen/vergroten - Toetsen 3, 4, 5
Selecteer de standaardvergrotingsinstelling voor de toetsen Verkleinen/vergroten 2,
3, 4 en 5. Deze toetsen verschijnen in de kolom Verkleinen/vergroten op het tabblad
Kopiëren (kopieerfunctie).
Voorinstellingstoetsen Beeldverschuiving 1, 2 en 3
Selecteer de standaardinstelling voor de Voorinstellingstoetsen Beeldverschuiving
1, 2 en 3. Deze toetsen verschijnen in het scherm Beeldverschuiving, dat u vindt via de
functie Kopiëren en tabblad Opmaakaanpassing.
Lade vooromslagen - Toetsen 1-3
Stel de standaardwaarde in van de lade die wordt weergegeven in Papiertoevoer
wanneer de optie Vooromslagwordt geselecteerd uit Afleveringsopmaak> Omslagen.
Lade achteromslagen - Toetsen 1-3
Stel de standaardwaarde in van de lade die wordt weergegeven in Papiertoevoer
wanneer de optie Achteromslag wordt geselecteerd uit Afleveringsopmaak >
Omslagen.
Lade voor transparanten - Toetsen 1-3
Stel de standaardwaarde in van de transparantenlade die wordt weergegeven in
Afleveringsopmaak > Opties voor transparanten.
Lade scheid.-vellen/handouts - Toetsen 1-3
Stel de standaardwaarde in van de lade voor scheidingsvellen en handouts die wordt
weergegeven in Afleveringsopmaak > Opties voor transparanten.
Voorinstellingstoetsen selecteren
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
8. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
Xerox®Versant®180 Press2-46
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
9. Selecteer Opslaan.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Standaardinstellingen Kopiëren
Gebruik deze toepassing om de standaardinstellingen voor de kopieertoepassingen te
selecteren. De selecties die u hier maakt worden weergegeven op het scherm Kopiëren.
Wanneerhet apparaat wordt aangezet of wanneer het apparaat de Energiespaarstand
verlaat of wanneer de knop Alles wissen wordt ingedrukt, worden deze
standaardinstellingen weergegeven. Door standaardwaarden aan vaak gebruikte
toepassingen toe te wijzen beperkt u het aantal selecties bij het kiezen van toepassingen
voorhet kopieerproces. Standaardinstellingen Kopiëren kunnen worden opgegeven voor
de volgende opties:
8. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
9. Selecteer Opslaan.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Kopieerbeheer
Met deze opties kunt u de standaardinstellingen selecteren voor de kopieerfunctie,
waaronder:
Procedure bij vol geheugen
Als er tijdens het scannen/kopiëren van een origineel onvoldoende ruimte op de harde
schijf van het apparaat beschikbaar is, verschijnt er een scherm. In dit scherm wordt
de gebruiker gevraagd hoe de gedeeltelijk opgeslagen gegevens moeten worden
verwerkt.
Als de gebruiker niets doet met dit scherm binnen een voorafingestelde tijd, annuleert
het apparaat de opdracht of voert de gedeeltelijke scan/kopieeropdracht uit. De
instelling die u hier opgeeft bepaalt hoe het apparaat de gedeeltelijke
scan/kopieeropdracht verwerkt. Selecteer een van de volgende twee opties:
• Opdracht verwijderen: De opgeslagen gegevens worden van de harde schijf van
het apparaat verwijderd.
• Opdracht uitvoeren: De scan-/kopiegegevens worden behandeld als geldig en
volledig en de opdracht wordt als zodanig uitgevoerd.
De tijd die verstrijkt tussen een fout en de verwerking van de gedeeltelijke
scan/kopieeropdracht door het apparaat kan worden ingesteld met de optie
Automatisch opdracht vrijgeven (Apparaatklok/-timers).
Maximum opgeslagen pagina's
Stel het maximumaantal pagina's in dat voor een origineel van een kopieeropdracht
moet worden opgeslagen. U kunt kiezen uit 1 t/m 2000.
Xerox®Versant®180 Press2-48
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Auto-papier uit
Selecteer de standaardwaarde die wordt gebruikt wanneer Auto (Kopiëren >
Papierinvoer) wordt geannuleerd, omdat Auto% of de optie Onafhankelijk X-Y%
(Kopiëren > Verkleinen / vergroten) is geselecteerd.
Originelen van gemengde formaten
Selecteer de standaardinstelling die van invloed is op de 2-zijdige originelen. Selecteer
Kopiëren op nieuw vel of Kopiëren op zijde 2.
Fijnafstemming 100%
De waarde voor fijnafstemming wordt toegepast op documenten die voor kopiëren
op de glasplaat worden gelegd en als Kopiëren > Verkleinen/vergroten > 100% ofVerkleinen/vergroten > Voorinstelling % is geselecteerd. Stel de waarde in de
X/Y-richting in binnen het bereik van 98 tot 102% in stappen van 0,1%.
ID-kaart kopiëren - Vergroten/verkleinen
Stel het vergrotingspercentage bij standaardkopiëren in wanneer er ID-kaartenworden
gekopieerd.Als u Wijzigingen toegestaan selecteert, kunt u het percentage selecteren
tussen 25 en 400 procent, in stappen van 1 procent.
Achtergrondonderdrukking (foto en tekst)
Met deze optie geeft u aan of het niveau Achtergrondonderdrukking Normaal of Hoger
is voor de toepassing Foto en tekst.
Niveau achtergrondonderdrukking (tekst)
Met deze optie geeft u aan of het niveau Achtergrondonderdrukking Normaal of Hoger
is voor de toepassing Tekst.
Foto en tekst/Gerasterde foto
Met deze optie geeft u aan of de optie Gerasterde foto Normaal, Inkjet-originelen
of Gemarkeerde originelen is voor de toepassing Foto en tekst.
Origineelsoort - Doorschijnend papier
Selecteer de standaardinstelling voor Doorschijnend papier. De keuze die u hier maakt
wordt weergegeven op Afdrukkwaliteit > Origineelsoort. Selecteer Ingeschakeld of
8. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
9. Selecteer Opslaan.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Standaardinstellingen origineelformaat
Stel de origineelformaten die worden weergegeven in Opmaakaanpassing >
Origineelformaat in. U kunt origineelformaten toewijzen aan de knoppen (behalve de
knop Automatische herkenning).
Als u regelmatig kopieën maakt op papier met een afwijkend formaat, kunt u extra
handelingen tijdens het gebruik van het apparaat voorkomen door die afwijkende
papierformaten als een standaard in te stellen. De opties voor Standaardinstellingen
origineelformaten zijn onder meer:
Formaat serie A/ B
Selecteer een formaat uit de formaatseries A en B.
Xerox®Versant®180 Press2-50
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Formaat in inches
Selecteer een formaat uit de formaatseries Inch.
Overige
Selecteer een formaat uit de groep van andere formaten.
Aangepast formaat
Voer een formaat in. Stel de breedte (X) in op een waarde tussen 15 en 432 mm en de
hoogte (Y) op een waarde tussen 15 en 297 mm in stappen van 1 mm.
Standaardinstellingen origineelformaat selecteren
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
Het scherm Standaardinstellingen origineelformaat wordt weergegeven.
6. Selecteer het item dat u wilt instellen.
7. Selecteer Instellingen wijzigen.
8. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
9. Selecteer Opslaan.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Voorinstellingen Verkleinen/vergroten
Voorinstellingen Verkleinen/vergroten selecteren
Selecteer maximaal 12 standaard vergrotingsniveaus. De selecties die u hier maakt
verschijnen op Kopiëren > Verkleinen/vergroten > Meer > Voorinstelling %.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
8. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
9. Selecteer Opslaan.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Connectiviteit en netwerkinstellingen
In Connectiviteit en netwerkinstellingen selecteert u de standaard netwerkinstellingen
aan de hand waarvan de pers is aangesloten op en communiceert met de client-pc's en
de parameters die zijn benodigd voor de communicatie tussen de pers en de clients op
het netwerk.
OPMERKING
Als u gebruik maakt van CentreWare Internet Services, zijn er meer gedetailleerde
instellingen beschikbaar.
De toepassingen Connectiviteit en netwerkinstellingen omvatten onder meer het
volgende:
Xerox®Versant®180 Press2-52
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Poortinstellingen
Selecteer de interface aan de hand waarvan de pers op de client is aangesloten. In
Poortinstellingen kunt u de volgende items instellen:
• USB
• SMB
• Port9100
• SNMP
• FTP-client
• E-mail verzenden
• E-mailmeldingsservice
• Web Services on Devices (WSD)
• Internet Services (HTTP)
• SOAP
• WebDAV
Protocolinstellingen
Selecteer de parameters die nodig zijn voor communicatie tussen de pers en
clientwerkstations. In Protocolinstellingen kunt u de volgende opties instellen.
• Ethernet - Nominale snelheid
• TCP/IP - IP-modus
• IPv4 - Resolutie IP-adres
• IPv4 - IP-adres
• IPv4 - Subnetmasker
• IPv4 - Gateway-adres
• IPv4 - Instellingen DNS-server
• IPv4 - IP-filter
• Handmatige configuratie IPv6-adres
• Handmatig geconfigureerd IPv6-adres
• Handm. geconfig. voorvoegsel IPv6-adres
• Handmatig geconfigureerde IPv6-gateway
• IPv6 - Instellingen DNS-server
• Automatisch geconfigureerd IPv6-adres
• IPv6 - IP-filter
Handleiding voor de systeembeheerder
2-53Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
E-mailadres/hostnaam apparaat
Selecteer het e-mailadres en de hostnaam voor dit apparaat.In E-mailadres/hostnaam
apparaat kunt u de volgende opties instellen:
Procedure van Connectiviteit en netwerkinstellingen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op de knop Apparaatstatus op het bedieningspaneel.
3. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's op de gebruikersinterface.
4. Selecteer Systeeminstellingen.
5. Selecteer Connectiviteit en netwerkinstellingen
6. Selecteer de functie die u wilt instellen of wijzigen.
• Poortinstellingen
• Protocolinstellingen
• E-mailadres/hostnaam apparaat
• Instellingen proxyserver
• Instellingen externe verificatieserver
• Beveiligingsinstellingen
• Overige instellingen
7. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen.
8. Selecteer Instellingen wijzigen.
9. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
10. Selecteer Opslaan.
11. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
12. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
13. Sluit de beheerdersmodus.
Ping-verbindingstest
Gebruik deze toepassing om te controleren of de ethernetverbinding met de pers werkt.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op de knop Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de gebruikersinterface
van de pers.
3. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's op de gebruikersinterface.
4. Selecteer Systeeminstellingen > Connectiviteit en netwerkinstellingen >
Protocolinstellingen.
5. Selecteer de knop Ping-verbindingstest.
6. Voer in het venster Ping-verbindingstest het IP-adres of de hostnaam van de printer
in.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-55Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
7. Selecteer Start.
Wanneer de test is voltooid, verschijnt er een bericht dat de test is geslaagd. Als de
test is geslaagd, werkt de ethernetverbinding met de printer correct. Als de test niet
is geslaagd, neemt u contact op met de IT-afdeling.
8. Blijf Sluiten selecteren totdat het hoofdscherm Hulpprogramma's verschijnt.
9. Sluit de beheerdersmodus.
Instellingen externe verificatieserver selecteren
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op de knop Apparaatstatus op het bedieningspaneel.
3. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's op de gebruikersinterface.
4. Selecteer Systeeminstellingen.
5. Selecteer Connectiviteit en netwerkinstellingen
11. Voor Instellingen Kerberos-server voert u het volgende uit:
a) Selecteer een Kerberos-server.
b) Selecteer Instellingen wijzigen.
c) In de Instellingen Kerberos-server kunt u de volgende items instellen:
• Naam/IP-adres primaire server
• Poortnummer primaire server
• Naam/IP-adres secundaire server
• Poortnummer secundaire server
• Domeinnaam
d) Herhaal de voorgaande stappen voor aanvullende Kerberos-servers.
e) Ga naar Stap 13.
12. Voor Instellingen SMB-server voert u het volgende uit:
a) Selecteer Instellingen SMTP-server.
b) Selecteer Op domeinnaam of Op domein- en servernaam/IP-adres.
c) Selecteer Opslaan.
d) Selecteer een SMB-server.
e) Selecteer Instellingen wijzigen.
f) In Instellingen SMB-server kunt u de Domeinnaam en Servernaam / IP-adres
instellen.
g) Herhaal de voorgaande stappen voor aanvullende SMB-servers.
h) Ga naar Stap 13.
13. Selecteer zo nodig Opslaan.
Xerox®Versant®180 Press2-56
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
14. Selecteer Sluiten totdat het hoofdscherm Hulpprogramma's verschijnt.
15. Sluit de beheerdersmodus.
Beveiligingsinstellingen selecteren
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op de knop Apparaatstatus op het bedieningspaneel.
3. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's op de gebruikersinterface.
4. Selecteer Systeeminstellingen.
5. Selecteer Connectiviteit en netwerkinstellingen
6. Selecteer Beveiligingsinstellingen.
7. Selecteer een van de volgende opties en ga dan verder met de volgende stap:
• SSL/TLS-instellingen
• IPsec-instellingen
• S/MIME-instellingen
• Instellingen IEEE 802.1x
• PDF-/XPS-handtekeninginstellingen
• Instellingen Certificaatintrekking ophalen
• Overige instellingen: FIPS140-validatiemodus
8. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen.
9. Selecteer Instellingen wijzigen.
10. Selecteer de gewenste instelling of voer de gewenste waarde in.
11. Selecteer Opslaan.
12. Selecteer Sluiten om terug te keren naar het scherm Beveiligingsinstellingen.
13. Selecteer een andere optie voor Beveiligingsinstellingen voor instellen of wijzigen en
herhaal indien nodig de voorgaande stappen.
14. Selecteer Sluiten totdat het hoofdscherm Hulpprogramma's verschijnt.
15. Sluit de beheerdersmodus.
Opties voor Overige instellingen selecteren voor Connectiviteit en
netwerkinstellingen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op de knop Apparaatstatus op het bedieningspaneel.
3. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's op de gebruikersinterface.
4. Selecteer Systeeminstellingen.
5. Selecteer Connectiviteit en netwerkinstellingen
6. Selecteer Overige instellingen.
7. Selecteer een van de volgende opties:
• Domeinnaam aan gebruikersnaam toevoegen: Doe het volgende:
1. Selecteer Uit (voor uitschakelen) of Aan (voor inschakelen).
2. Als Aan wordt geselecteerd, voert u de Domeinnaam en Gebruikersnaam
in.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-57Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
• Aanmeldingsnaam FTP-server: Voer als deze optie wordt geselecteerd de
FTP-servernaam via het toetsenbord op de gebruikersinterface in.
• Afleveringsbestemming voor e-mail: Doe het volgende:
1. Selecteren
• Domeinfiltering
8.
9. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen en selecteer Instellingen
wijzigen.
10. Selecteer de optie die u wilt wijzigen.
11. Selecteer Opslaan.
12. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
13. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
14. Sluit de beheerdersmodus.
Instellingen Scannen
Gebruik Instellingen scannen om de standaardinstellingen te selecteren die van invloed
zijn op de verschillende scanfuncties. Instellingen Scannen bevat de volgende opties:
• Standaardwaarden scherm
• Standaardinstellingen voor scannen
• Standaardinstellingen Scan naar PC
• Standaardinstellingen origineelformaat
• Standaardinstellingen afdrukformaten
• Voorinstellingen Verkleinen/vergroten
• Voorinstellingstoetsen
• Overige instellingen
Standaardwaarden scherm
Gebruik Standaardwaarden scherm voor het instellen van het hoofdscherm (eerste
tabblad) dat wordt weergegeven wanneer een van de volgende scanfuncties wordt
geselecteerd:
• E-mail
• Netwerkscannen
• Scan naar PC
• Opslaan in map
• Opslaan op USB-medium
• Koppeling Opslaan en verzenden (verzenden naar map)
Xerox®Versant®180 Press2-58
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Selecteer de toepassingen die verschijnen in de tweede kolom aan de onderkant van
het eerste tabblad; kies uit:
• 2-zijdig scannen
• Resolutie
• Lichter/donkerder
• Verkleinen/vergroten:Als deze optie is geselecteerd, kunt u het vergrotingspercentage
voor de verschillende voorinstellingen Verkleinen/vergroten instellen.
Standaardwaarden scherm selecteren
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op de knop Apparaatstatus op het bedieningspaneel.
3. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's op de gebruikersinterface.
4. Selecteer Systeeminstellingen.
5. Selecteer Instellingen Scannen.
6. Selecteer Standaardwaarden scherm.
7. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen en selecteer Instellingen
wijzigen.
8. Selecteer de gewenste standaardinstelling voor het item.
9. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
10. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
11. Sluit de beheerdersmodus.
Standaardinstellingen voor scannen
Gebruik Standaardinstellingen voor scannen om de standaardinstellingen voor de
verschillendescanfuncties te selecteren.Deze standaardinstellingen worden weergegeven
wanneer een van de volgende situaties optreedt:
• De stroom naar de pers wordt ingeschakeld
• De pers verlaat de energiespaarstand of
• Er wordt op de knop Alles wissen gedrukt
De opties zijn onder andere:
• Kleurenscannen: Selecteer de standaardwaarde voor Kleurenscannen. Selecteer een
van de onderstaande opties: Auto-herkenning, Kleur, Grijsschaal of Zwart/wit.
• Origineeltype: Selecteer de standaardwaarde voor Origineeltype dat wordt
weergegeven op het eerste tabblad van het scanscherm. Selecteer een van de
onderstaande opties: Tekst en foto, Tekst of Foto.
• Bestandsindeling: Selecteer de standaard bestandsindeling. Selecteer een van de
onderstaande opties: TIFF/JPEG automatisch selecteren, TIFF, PDF, PDF/A of XPS.
• PDF optimalis. voor snelle webweergaveMet de optie PDF optimaliseren voor snellewebweergave kan de gebruiker de eerste pagina van een PDF-document dat uit
meerdere pagina's bestaat in een webbrowser openen en bekijken, terwijl de rest
van het document op de achtergrond verderwordt geladen. De totale bestandsgrootte
kan hierdoor toenemen. Met Snelle webweergavewordt de structuur van een Adobe
®
Handleiding voor de systeembeheerder
2-59Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
PDF®-document aangepast, zodat dit pagina-voor-pagina van de webserver kan
worden gedownload. De webserver verzendt dan alleen de aangevraagde pagina in
plaats van het hele PDF-document. Dit is met name belangrijk bij grote documenten,
waarvoor het downloaden vanaf een server lang kan duren.
• Miniatuur - Uitgaande e-mail: Selecteer Uit of Aan.
• Miniatuur - Scan naar PC: Selecteer Uit of Aan.
• Lichter/donkerder: Selecteer een van de volgende opties als standaardoptie bij Lichter
/ donkerder: Lichter (+3), Lichter (+2), Lichter (+1), Normaal, Donkerder (+1),
Donkerder (+2) of Donkerder (+3).
• Contrast: Maak een keuze uit: Hoger, Hoog, Normaal, Laag of Lager.
• Scherpte: Selecteer een van de onderstaande opties: Scherper +2, Scherper +1,
Normaal, Zachter +1 of Zachter +2.
• Achtergrondonderdrukking: Selecteer Uit of Automatische onderdrukking.
• Schaduwonderdrukking: Selecteer Uit of Aan.
• Kleursysteem: Selecteer sRGB of Apparaatkleursysteem.
• Origineelrichting: Selecteer Staande beelden of Liggende beelden (van bovennaarlinks).
• Resolutie: Selecteer een van de onderstaande opties: 200 dpi, 300 dpi, 400 dpi of
600 dpi.
• Originelen van gemengde formaten: Selecteer Uit of Aan.
• Randen wissen: Selecteer Alle randen of Afzonderlijke randen:
• Randen wissen - boven & onder: Selecteer de standaardwaarde voor de hoeveelheid
rand (boven en onder) die van het origineel moet worden gewist in Randen wissen
(zoals weergegeven op het scherm Standaardinstellingen Scannen). Selecteer een
waarde tussen 0-50 mm, in stappen van 1 mm.
• Randen wissen - links & rechts: Selecteer de standaardwaarde voor de hoeveelheid
rand (links en rechts) die van het origineel moet worden gewist in Randen wissen
(zoals weergegeven op het scherm Standaardinstellingen Scannen). Selecteer een
waarde tussen 0-50 mm, in stappen van 1 mm.
• Midden wissen / Randen wissen: Selecteer een standaardwaarde tussen 0-50 mm, in
stappen van 1 mm.
• Kwaliteit/bestandsformaat: Selecteer de kwaliteit en bestandsgrootte uit vier opties
die variëren van Kwaliteit: Normaal, Bestandsgrootte:Klein tot Kwaliteit: Maximum,Bestandsgrootte: Grootst.
• Onderwerp van e-mail: Er kunnen maximaal 128 tekens worden gebruikt.
• Koppeling Opslaan en verz. - Onderwerp e-mail Er kunnen maximaal 128 tekens
worden gebruikt.
• Doorzoekbare tekst: Selecteer Alleen beelden of Doorzoekbaar.
• Taal van het origineel: Selecteer Auto of, indien van toepassing, een specifieke taal
(indien beschikbaar).
• Doorzoekbaar - tekstcompressie: Selecteer Uitgeschakeld of Ingeschakeld
(Flate-compressie).
Standaardinstellingen voor scannen selecteren
1. Meld u aan als beheerder.
Handleiding voor de systeembeheerder
Xerox®Versant®180 Press2-60
Systeeminstellingen
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Selecteer Instellingen wijzigen.
8. Selecteer de standaardinstellingen voor het geselecteerde item.
9. Selecteer Opslaan.
Het scherm Standaardinstellingen scannen verschijnt.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Standaardinstellingen Scan naar PC
Gebruik de Standaardinstellingen Scan naar PC voor het selecteren van de
standaardwaarden voor de toepassing Scan naar PC; de opties bestaan onder meer uit:
• Overdr.protocol: Selecteer een van de drie protocollen: FTP, SMB of SMB(UNC-indeling).
• Aanmeldingsgegev. toegang bestemming: Selecteer de standaardwaarde voor de
aanmeldingsgegevens. Selecteer Geen of Extern geverifieerde gebruiker.
• Gebruikersnaam voor FTP-scannen: Selecteer Geen of Extern geverifieerdegebruiker.
Standaardinstellingen Scan naar PC selecteren
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Selecteer Instellingen wijzigen.
8. Selecteer de standaardinstellingen voor het geselecteerde item.
9. Selecteer Opslaan.
Het scherm Stand.inst. Scan naar PC verschijnt.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-61Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Standaardinstellingen origineelformaat
Gebruik Standaardinstellingen origineelformaat voor het selecteren van de
standaardinstellingen van het origineelformaat (zoals weergegeven in de optie
Origineelformaat op het tabblad Opmaakaanpassing). Wijs aan elk van de veertien
knoppen een origineelformaat toe. Als u veelvuldig originelen van een
niet-standaardformaat scant, elimineert u door het vooraf instellen van een
niet-standaard formaat de noodzaak om telkens bij het maken van een scan het
origineelformaat in te voeren.
Standaardinstellingen origineelformaat bevat de volgende opties:
• Serie A/B: Kies uit 10 verschillende formaatseries A en B.
• Formaat in inch: Als u deze optie selecteert, kunt u vervolgens kiezen uit 11
verschillende formaten uit de Serie in inch.
• Overig: Selecteer uit veertien andere formaten.
• Aangepast formaat: Voer een formaat in. Stel de breedte in tussen 15 en 432 mm
en de hoogte tussen 15 en 297 mm in stappen van 1 mm.
Standaardinstellingen origineelformaat selecteren
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Selecteer Instellingen wijzigen.
8. Selecteer de standaardinstellingen voor het geselecteerde item.
9. Selecteer Opslaan.
Het scherm Standaardinstellingen origineelformaat wordt weergegeven.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Standaardinstellingen afdrukformaten
Selecteer de formaten die worden weergegeven als Afdrukformaat bij het selecteren
van Auto % wanneer er documenten worden gescand. Elk afdrukformaat kan aan
afdrukformaatknoppen 1-14 worden toegewezen. Door het selecteren van veelgebruikte
formaten reduceert u het aantal selectiebewerkingen dat voor een scanopdracht nodig
is.
Standaardinstellingen afdrukformaten bestaat onder meer uit de volgende opties:
• Serie A/B: Kies uit 10 verschillende formaatseries A en B.
• Formaat in inch: Als u deze optie selecteert, kunt u vervolgens kiezen uit 11
verschillende formaten uit de Serie in inch.
Xerox®Versant®180 Press2-62
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
• Overig: Selecteer uit veertien andere formaten.
Standaardinstellingen afdrukformaten selecteren
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Selecteer Instellingen wijzigen.
8. Selecteer de standaardinstellingen voor het geselecteerde item.
9. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Voorinstellingen Verkleinen/vergroten
Selecteer de vergrotingsniveaus zoals weergegevenin de optie Voorinstellingen % (zoals
weergegeven in de toepassing Verkleinen/vergroten in het scherm Scanopties). Wijs
eventuele vergroting toe aan knoppen 1-9 van Voorinstellingen Verkleinen/vergroten.
U kunt 100% niet selecteren.
Dit zijn de opties:
• Vooringesteld percentage: Kies uit 25 standaard vergrotingspercentages.
• Variabel percentage: Selecteer een vergrotingsniveau. Specificeer een waarde van
25% tot 400% in stappen van 1%.
Voorinstellingen Verkleinen/Vergroten selecteren
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Selecteer Instellingen wijzigen.
8. Selecteer de standaardinstellingen voor het geselecteerde item.
9. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
2-63Xerox®Versant®180 Press
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
12. Sluit de beheerdersmodus.
Voorinstellingstoetsen
Voorinstellingstoetsen selecteren
Selecteer de standaardinstellingen voor de Voorinstellingstoetsen, zoals de meest
gebruikte papierlade en het vergrotingspercentage. Door standaardwaarden aan deze
knoppen toe te wijzen beperkt u het aantal selecties bij het kiezen van toepassingen
voor het scanproces.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Selecteer Instellingen wijzigen.
8. Selecteer de gewenste instelling voor het item.
9. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Overige instellingen (Instellingen Scannen)
Dit zijn de opties:
• Procedure Geheugen vol: Selecteer Opdracht verwijderen of Opdracht uitvoeren als
standaardinstelling Deze standaardinstelling verschijnt tijdens het scannen van een
origineel als er onvoldoende ruimte op de harde schijf aanwezig is voor de scanner.
Als er onvoldoende ruimte op de harde schijf wordt vastgesteld, verschijnt er een
bevestigingsscherm waarin wordt gevraagd op welke manier de gedeeltelijk
opgeslagen gegevens moeten worden verwerkt (opdracht annuleren of uitvoeren).
Aanvullende mogelijkheden zijn onder meer:
- Opdracht verwijderen: De opgeslagen gegevens worden weggegooid.
- Opdracht uitvoeren: De gedeeltelijk opgeslagen gegevens worden behandeld als
geldig en volledig en de opdracht wordt uitgevoerd.
• Maximum opgeslagen pagina's: Selecteer het maximale aantal opgeslagen pagina's
van een scanorigineel. Selecteer een waarde van 1 tot 999 pagina's.
• Achtergrondonderdrukking: Selecteer Uit of Automatische onderdrukking.
• Schaduwonderdrukking: Selecteer Uit of Aan.
• Kleursysteem: Selecteer of de functie voor het kleursysteem moet worden
weergegeven.
Xerox®Versant®180 Press2-64
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
• TIFF-indeling: Selecteer de TIFF-indeling voor scangegevens. Selecteer TIFF V6 of
TTN2.
• Beeldoverdrachtscherm: Selecteer of er een bericht moet worden weergegeven
wanneer het scanproces is voltooid.
- Uitgeschakeld: Bericht niet tonen.
- Bericht aan einde scannen weergeven: Toont het bericht na het voltooien van
de scan.
- Scan- en overdrachtschermen weergeven: Toont een scherm tijdens het scannen
van een origineel en na het voltooien van het scanproces.
- Bericht tonen na overdracht
• Doorzoekbaar - Afdrukstand: Selecteer Automatisch Staand of Net alsorigineelrichting.
• URL-bestand vervallen: Stel de bewaarperiode voor opgeslagen bestanden vast met
de toepassing Koppeling Opslaan en verzenden. U kunt een waarde opgeven tussen
1 en 168 uur in stappen van 1 uur. De standaardwaarde is 3 uur.
• Maken van URL-link: Stel de indeling in van URL's die zijn gegenereerd met de
toepassing Koppeling Opslaan en verzenden. Selecteer IP-adres gebruikenof FQDNgebruiken.
• Link Opsl. & verz. - Max. bestandsgrootte: Stel in wat de maximale gegevensgrootte
mag zijn voor bestanden die u opslaat met de toepassing Koppeling Opslaan en
verzenden. U kunt een waarde opgeven tussen 1 en 200 MB in stappen van 1 MB.
De standaardwaarde is 200 MB.
• Aanmeld.naam afdrukken bij PDF-best.: Selecteer Nee of Ja.
6. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Selecteer Instellingen wijzigen.
8. Selecteer de gewenste instelling voor het item.
9. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-65Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Instellingen E-mail
Gebruik Instellingen E-mail voor het configureren van instellingen die verband houden
met de e-mailfunctie. Instellingen E-mail bevat de toepassing E-mailbeheer.
E-mailbeheer bevat de volgende opties:
Maximum aantal adresvermeldingen
Stel het maximumaantal geadresseerden in die bij het verzenden van een e-mail kunnen
worden opgegeven. Het aantal geadresseerden is het totaal aantal in de velden Aan:
, Cc: en Bcc: . Stel het maximale aantal geadresseerden in tussen 1 en 100. Als het
maximale aantal geadresseerden wordt overschreden, wordt de e-mailverzending
afgebroken.
Afdrukopties binnenkomende e-mail
Wanneerop het e-mailadres van het apparaat een e-mail wordt ontvangen, kunt u het
type afdrukbewerking selecteren:
• Alleen bijlage afdrukken: Alleen het bijgevoegde document wordt afgedrukt.
• Alle kopregels en bericht: De e-mailkoptekst en het hoofdgedeelte van de e-mail
worden afgedrukt.
• Bijlage, belangrijkste kopregels en bericht: De bijlage, e-mailkoptekst
(Van/Aan/Onderwerp/Datum) en het hoofdgedeelte van de e-mail worden afgedrukt.
Leesbevestigingen
Wanneer er een e-mail vanaf het apparaat wordt verzonden, selecteert u of er een
dialoogvenster moet worden geopend waarin de ontvanger wordt gevraagd de
lees-status mee te delen:
• Uit: De toepassing Leesbevestigingen kan niet worden gebruikt.
• Aan: Alle gebruikers mogen de toepassing Leesbevestigingen gebruiken.
Methode Gesplitst verzenden
Selecteer Splitsen in pagina's of Splitsen op gegevensomvang.
Maximumgrootte gegevens per e-mail
Selecteer een cijfer tussen de 512 en 20.480 kilobyte (KB).
Maximale totale gegevensomvang
Selecteer een waarde tussen 512 en 200.000 KB.
Maximum aantal splitsingen
Selecteer Niet splitsen of Aantal splitsingen opgeven.
Gebr. toestaan veld Van te bewerken
Selecteer of het gebruikers al dan niet is toegestaan het veld Van te bewerken. Kies Ja
of Nee.
Xerox®Versant®180 Press2-66
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Gastgebr. toestaan veld Van te bew.
Selecteer of het gastgebruikers al dan niet is toegestaan het veld Van te bewerken.
Kies Ja of Nee.
Gevonden? Bewerking Van toestaan
Selecteer of het veld Vanmag worden bewerkt wanneer het gezochte item is gevonden;
Kies Ja of Nee.
Niet gevonden? Bewerking Van toestaan
Selecteer of het veld Van mag worden bewerkt wanneer het gezochte item niet is
gevonden; Kies Ja of Nee.
Niet gevonden? E-mail verzenden
Selecteer of er automatisch een e-mail wordt verzonden wanneer het gezochte item
niet is gevonden; Kies Ja of Nee.
Mij toevoegen aan veld [Aan]
Selecteer of u automatisch aan een e-mail wordt toegevoegd in het veld Aan. Kies Ja
of Nee.
Mij toevoegen aan veld [Cc]
Selecteer of u automatisch aan een e-mail wordt toegevoegd in het veld CC. Kies Ja
of Nee.
E-mailontvangers bewerken
Selecteer of het bewerken van e-mailontvangers wel of niet is toegestaan. Kies Ja of
Nee.
Instellingen E-mail selecteren
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
7. Selecteer Openbare vermeldingen of Netwerkvermeldingen.
Openbare vermeldingen is de standaardinstelling van het systeem.
8. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
9. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
10. Sluit de beheerdersmodus.
Instellingen Map
Bij Instellingen Map stelt u de instellingen in voor de verwerking van documenten die
in mappen zijn opgeslagen. Instellingen Map bestaat uit de volgende toepassingen:
Verzenden uit map
Selecteer Kopieer- & afdrukopdracht. of Scan- en andere opdrachten.
Standaardinstelling bestandsweergave
Selecteer Lijst of Miniatuur voor het weergeven van bestanden in mappen.
Richting voor opgeslagen afdrukopdrachten
Selecteer Portret of Landschap als richting voor opgeslagen afdrukopdrachten met
de instelling voor een aangepast paginaformaat.
Documenten opgehaald door client
Kies of een in de mailbox opgeslagen bestand na ophalen door de client moet worden
verwijderd.
Bevestigingsscherm Afdrukken en verwijderen
Selecteer of een document in de mailbox moet worden afgedrukt en verwijderd door
te kiezen tussen Ingeschakeld of Uitgeschakeld.
Kwaliteit/bestandsgrootte voor ophalen
Selecteer de kwaliteit en bestandsgrootte uit vier opties die variëren van Kwaliteit:
Normaal, Bestandsgrootte:Klein tot Kwaliteit: Maximum, Bestandsgrootte: Grootst.
Xerox®Versant®180 Press2-68
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Instellingen Map selecteren
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
5. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen.
6. Selecteer Instellingen wijzigen.
7. Selecteer de gewenste instelling voor het item.
8. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
9. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
10. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
11. Sluit de beheerdersmodus.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-69Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Instellingen opgeslagen documenten
Gebruik Instellingen opgeslagen documenten voor het configureren van de
standaardinstellingenvoor de verwerking van bestanden die in mappen zijn opgeslagen.
Instellingen opgeslagen documenten bevat onder meer de volgende opties:
Verloopdatum bestanden in map
Selecteer Uit of Aan.
• Als u Aan selecteert, stelt u de opslagperiode en de tijd van verwijdering met behulp
van het numerieke toetsenbord in.
• In het veld Bestanden bewaard stelt u de documentopslagperiode in op een aantal
dagen tussen 1 en 14.
• In het veld Bestanden verwijderd op: stelt u in hoe lang het na het verstrijken van
de opslagperiode duurt voordat het document wordt verwijderd. Kies een periode
van 0 tot 23 uur en 00 tot 59 minuten.
OPMERKING
Wanneer een opslagperiode is ingesteld, moet u zorgen dat de maptoepassing
Documenten met vervaldatum verwijderen is ingeschakeld.
Verloopdatum opgeslagen opdracht
Opties:
• Uit
• Aan: Als u Aan selecteert, stelt u de opslagperiode en de tijd van verwijdering met
behulp van het numerieke toetsenbord in. Stel de opslagperiode van de documenten
in het veld Bestanden bewaard: in op een periode tussen 4 en 23 uur.
• Dezelfde datum als bestanden in map: Wanneer u deze optie hebt geselecteerd,
worden bestanden die op de pers zijn opgeslagen verwijderd in overeenstemming
met de instelling in Verloopdatum bestanden in map.
Opdrachten verwijderen bij uitzetten apparaat: Met deze optie kunt u instellen of
opgeslagen bestanden worden verwijderd wanneer de pers wordt uit- en ingeschakeld.
Als u Ja selecteert, worden alle opgeslagen bestanden verwijderd. Wanneer u Nee
selecteert, verwijdert de pers alleen vervallen opgeslagen bestanden.
Scherm bevestiging afdrukopdracht
Selecteer of u een bevestigingsscherm wilt weergevenvoordatde opgeslagen bestanden
worden verwijderd (nadat ze zijn afgedrukt).WanneerIngeschakeld wordt geselecteerd,
verschijnt er een bevestigingsbericht. Wanneer Uitgeschakeld wordt geselecteerd,
worden bestanden automatisch verwijderd na het afdrukken en verschijnt hierover
geen bevestigingsbericht.
Minimumlengte toegangscode voor opgeslagen opdrachten
Selecteer als minimale lengte van de toegangscode een waarde van tussen 1 en 12
cijfers.
Xerox®Versant®180 Press2-70
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Afdrukvolgorde v. alle geselecteerde bestanden
Selecteer een van de onderstaande opties:
• Datum en tijd: oudste eerst
• Datum en tijd: nieuwste eerst
• Bestandsnaam: Oplopend
• Bestandsnaam: Aflopend
Instellingen opgeslagen documenten selecteren
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
5. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen.
6. Selecteer Instellingen wijzigen.
7. Selecteer de gewenste instelling voor het item.
8. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
9. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
10. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
11. Sluit de beheerdersmodus.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-71Xerox®Versant®180 Press
Systeeminstellingen
Xerox®Versant®180 Press2-72
Handleiding voor de systeembeheerder
3
Eenvoudige aanpassingvan
de afdrukkwaliteit
Eenvoudigeaanpassing van de afdrukkwaliteitis een set onderhoudsmiddelen waarmee
u aanpassingen maakt in de kwaliteit van de afgedruktebeelden die door de pers worden
gegenereerd. SIQA voert drie soorten aanpassingen uit:
• Uitlijning: De procedure voor uitlijning genereert een individueel uitlijningsprofiel
voor elke papier-/ladecombinatie die wordt geselecteerd bij het uitvoeren van de
procedure. Deze profielen zorgen dat de beelden op de juiste wijze op het medium
worden geplaatst. U kunt maximaal 50 profielen maken. Elk profiel dat wordt gemaakt
wordt vervolgens automatisch gebruikt. als het bijbehorende papier wordt gebruikt,
• Gelijkmatige densiteit: De procedure voor gelijkmatige densiteit zorgt voor
aanpassing van de tabellen in de afdrukmodule om te waarborgen dat de inkt
gelijkmatig wordt afgezet en voor elke afdruk over het volledige oppervlak van een
pagina wordt verdeeld.
• Beeldoverdracht: Met dit hulpprogramma corrigeert u ongelijkmatige
tonerverspreiding en kleurverschuiving door de beeldoverdracht naar de transferrol
in de pers aan te passen. De aanpassing wordt gemaakt en opgeslagen voorspecifieke
papiersoorten en kan worden geselecteerd voor elke willekeurige lade wanneer u op
dat papier afdrukt.
Dit zijn de drie sets met stappen die worden uitgevoerd bij het kalibreren van de pers
met de SIQA-hulpprogramma's:
1. De SIQA-doelen afdrukken.
2. De doelen scannen via de AOD of op de glasplaat.
3. De gegevens van de aanpassing opslaan in een bestand op de pers en dit bestand
een unieke naam geven.
Het aanpassingsprofiel is dan voltooid en kan door gebruikers worden geselecteerd voor
afdrukken, als en wanneer dat nodig is.
3-1Xerox®Versant®180 Press
Handleiding voor de systeembeheerder
Eenvoudige aanpassing van de afdrukkwaliteit
Automatisch aanpassing uitlijning
De procedure voor automatische uitlijning genereert een individueel uitlijningsprofiel
voor elke papier-/ladecombinatie die wordt geselecteerd bij het uitvoeren van de
procedure. Deze profielen zorgen dat de beelden op de juiste wijze op het medium
worden geplaatst. U kunt maximaal 50 profielen aanmaken. Elk profiel dat wordt gemaakt
wordt vervolgens automatisch gebruikt. als het bijbehorende papier wordt gebruikt,
De SIQA-doelen afdrukken
1. Als u dit nog niet hebt gedaan, moet u een patroon afdrukken dat tijdens deze
procedure wordt gebruikt. Druk de PDF met de naam Black Background Sheet (Zwart
achtergrondblad) af. U vindt dit op www.xerox.com bij de documentatie voor de
Versant-pers.
U hebt het zwarte achtergrondblad nodig voor het maken van profielen voor media
zwaarder dan 220 g/m² en/of groter dan 11x17/A3.
2. U kunt het bestand dubbelzijdig afdrukken op media van 11x17 of A3-papier,
afhankelijk van uw regio.
Het gewicht (g/m²) is niet belangrijk, maar een hogere g/m² resulteert in een langere
gebruiksduur van het vel. Na het afdrukken kunt u het vel opnieuw gebruiken totdat
het is afgesleten, zodat u het niet steeds hoeft af te drukken.
3. Druk bij de gebruikersinterface van de pers op de knop Aan-/afmelden.
4. Voer de toegangscode van de systeembeheerder in via het numerieke toetsenblok
en selecteer Enter.
De standaardtoegangscode is admin.
OPMERKING
Het gebruik van toegangscodes is niet standaard ingeschakeld.
5. Selecteer de knop Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's.
7. Selecteer vanuit het hoofdscherm Hulpprogramma's Instellingen en aanpassen >
Instellingen Uitlijning aanpassen.
U hebt ook toegang tot deze functie via Systeeminstellingen > Instellingen
veelgebruikte functies > Onderhoud > Instellingen Uitlijning aanpassen.
Xerox®Versant®180 Press3-2
Handleiding voor de systeembeheerder
Eenvoudige aanpassing van de afdrukkwaliteit
8. Selecteer Automatisch aanpassing uitlijning.
9. Selecteer Kalibratietabel afdrukken.
10. Selecteer Papiertoevoer.
11. Selecteer de Papiertoevoerladevoor de aanpassing/het profiel die/dat u nodig hebt.
12. Selecteer Opslaan.
13. Stel de dekking zo nodig in. Met de dekking bedoelt men de hoeveelheid toner die
de pagina bedekt.
Dekking 1 is voor zijde 1 en dekking 2 is voor zijde 2 van de pagina. Doorgaans kunt
u de dekking ingesteld laten op 1. Als u echter vaak problemen met de uitlijning
ervaart bij afdrukopdrachten met een hoge dekking, kunt u deze waarde stapsgewijs
verhogen tot en met 10.
14. Stel het aantal af te drukken vellen in.
Bij meerdere vellen gebruikt de software de gemiddelde waarden van alle vellen voor
het maken van aanpassingen. Het is daarom het beste om minimaal 5 vellen in te
stellen, zodat de variatie tussen de vellen wordt verminderd.
15. Selecteer Afdrukken.
16. Na aflevering van de afdrukken raakt u Bevestigen aan.
17. Haal de afgedrukte doelen uit de afleveringszone van de pers.
Ga door met Scannen van de doelen.
Scannen van de doelen
Als u de afgedrukte doelen uit de afleveringszone van de pers hebt opgehaald, moet u
ze nakijken en kiezen welke scanoptie het beste kan worden gebruikt voor het scannen
van de doelen: de AOD of de glasplaat
• Glasplaat: Selecteer deze optie als het doelmedium groter is dan 11 x 17 inch (A3)
of zwaarder dan 220 g/m².
• AOD: Deze optie biedt een sneller en gemakkelijkerscanproces; de glasplaat is echter
nauwkeuriger. De nauwkeurigheid van de AOD ligt binnen 0,2 mm, terwijl de
nauwkeurigheid van de glasplaat binnen 0,1 mm ligt.
De doelen scannen met de AOD/ADDO
1. Plaats alle doelvellen in de AOD. De richting van een doelvel is niet belangrijk wanneer
u gebruik maakt van de ADDO.
3-3Xerox®Versant®180 Press
Handleiding voor de systeembeheerder
Eenvoudige aanpassing van de afdrukkwaliteit
2. Selecteer de knop Tabel scannen via documentinvoer op de gebruikersinterface.
3. Selecteer Scannen.
4. Wanneer het scannen is voltooid, selecteert u Start.
5. Ga naar Profiel opslaan om door te gaan.
De doelen scannen via de glasplaat
1. Selecteer de knop Tabel scannen via glasplaat op de gebruikersinterface.
In de hiernavolgende stappen scant u de kalibratietabel 4 keer, 2 keer per zijde. Voor
elke scan moet u de positie van de grafiek wijzigen.
Controleervoordat u gaat scannen of het doel niet tegen de registratierandligt, houd
minimaal 20 mm tot de rand van het glas vrij. Zorg ook dat het doel niet meer dan
15 graden is verschoven.
2. Open de klep van de AOD. Merk op dat op het bedieningspaneel nu het scherm
Automatisch uitlijning aanpassen wordt weergegeven. De instructies op dit scherm
helpen u bij het uitvoeren van de volgende stappen. Aan de rechteronderkant van
het scherm ziet u het volgende: Scan pagina('s): 0.
De volgende serie stappen wordt 4 keer uitgevoerd, twee keer per zijde van de
kalibratietabel voor het aanpassen van de uitlijning die u hebt afgedrukt.
3. Voor de positionering van de kalibratietabel en de achtergrondplaat op de glasplaat
doet u het volgende:
a) Plaats de achtergrondplaat op de glasplaat en lijn deze uit met de
linkerachterhoek, zoals op de gebruikersinterface wordt weergegeven.
De geheel zwarte zijde van het document moet met de beeldzijde omlaag op de
glasplaat worden gelegd. De zijde van het document met de
instructiepictogrammen moet omhoog zijn gericht. Merk op dat deze
pictogrammen identiek zijn aan de pictogrammen die op de gebruikersinterface
worden weergegeven.
b) Selecteer een van de vijf kalibratietabellen die u hebt afgedrukt.
c) Zoek in de kalibratietabel de zijde van het document waarop een enkel zwart
vierkant in de linkermarge is afgedrukt.
d) Richt het document zodanig dat dit enkele zwarte vierkant zich in het
linkeronderkwadrant van de pagina bevindt terwijl u het document vasthoudt..
e) Schuif de tabel onder de achtergrondplaat die u hiervoor op de glasplaat hebt
gelegd.
Xerox®Versant®180 Press3-4
Handleiding voor de systeembeheerder
Eenvoudige aanpassing van de afdrukkwaliteit
TIP
Het is belangrijk dat u een zwarte marge rondom de kalibratietabel voor het
aanpassen van de uitlijning handhaaft.
f) Lijn de tabel lateraal (van links naar rechts) uit, zodat er minimaal 20 mm ruimte
overblijft tussen de rechterkant van de plaat en de linkerrand van de glasplaat
en zorg dat er niet meer dan 15 graden verschuiving optreedt.
g) Lijn de tabel verticaal (van voren naar achteren) uit , zodat de horizontale lijn
net boven het zwarte vierkant ligt en is uitgelijnd met de onderrand van de
achtergrondplaat.
4. Sluit de documentklep en selecteer Scannen.
Er wordt nu een gescand beeld gegenereerd dat op de pers wordt opgeslagen voor
later gebruik. Tijdens het scannen wordt op de gebruikersinterface een statusscherm
weergegeven.
Het scherm Automatisch uitlijning aanpassen verschijnt weer wanneer de scan is
voltooid. Merk op dat linksonder op de gebruikersinterface het volgende wordt
weergegeven:Scan pagina('s): 1, waarmee wordt aangeduid dat een scan is voltooid.
5. Schuif de kalibratietabel voor het aanpassen van de uitlijning onder de
achtergrondplaat uit en draai deze 180 graden.
Merk op dat het linkeronderkwadrant van het document nu twee zwarte vierkanten
in de marge bevat.
6. Verplaats de tabel onder de achtergrondplaat zoals u dat in stap 3 hebt gedaan, met
dien verstande dat er nu 2 zwarte vierkanten zichtbaar moeten zijn.
7. Sluit de documentklep en selecteer Scannen.
Merk op dat het volgende linksonder op het scherm wordt weergegeven: Scan
pagina('s): 2, waarmee wordt aangeduid dat er twee scans zijn voltooid.
8. Schuif de kalibratietabel voor het aanpassen van de uitlijning onder de
achtergrondplaat uit en draai hem om.
3-5Xerox®Versant®180 Press
Handleiding voor de systeembeheerder
Eenvoudige aanpassing van de afdrukkwaliteit
Merk op dat het linkeronderkwadrant van het document nu een grijs vierkant in de
marge bevat. Verplaats de tabel onder de achtergrondplaat zoals u dat in stap 3 hebt
gedaan, met dien verstande dat er nu een grijs vierkant zichtbaar zou moeten zijn.
9. Sluit de documentklep en selecteer Scannen.
10. Merk op dat het volgende linksonder op het scherm wordt weergegeven: Scan
pagina('s): 3, waarmee wordt aangeduid dat er drie scans zijn voltooid.
11. Schuif de kalibratietabel voor het aanpassen van de uitlijning onder de
achtergrondplaat uit en draai deze 180 graden rechtsom Merk op dat het
linkeronderkwadrant van het document nu twee grijze vierkantenin de marge bevat.
Verplaats de tabel onder de achtergrondplaat zoals u dat in stap 3 hebt gedaan, met
dien verstande dat er nu twee grijze vierkanten zichtbaar zouden moeten zijn.
12. Sluit de documentklep en selecteer Scannen.
Merk op dat het volgende linksonder op het scherm wordt weergegeven: Scan
pagina('s): 4, waarmee wordt aangeduid dat er vier scans zijn voltooid. Merk ook op
dat de knop Start nu zichtbaar is.
13. Selecteer Start.
14. Verwijder de tabel en het zwarte achtergrondvel uit de scanner.
15. Selecteer Bevestigen.
Hiermee is het scannen van de kalibratietabel voor het aanpassen van de uitlijning
voltooid. Ga naar Profiel opslaan om door te gaan.
Profiel opslaan
1. Kies een van de volgende opties:
• Bij gebruik van de AOD selecteert u de lijn die zichtbaar is naast het blauwe vinkje
op de gebruikersinterface.
• Bij gebruik vande glasplaat selecteert u een Beschikbare regel (bijvoorbeeld type
1, zoals weergegeven). Dit wordt de locatie voor de opgeslagen aanpassingen.
2. Selecteer Instellingen wijzigen.
Het profiel wordt voor u geopend, zodat u informatie kunt invoeren.
3. Selecteer de Naamregel.
4. Selecteer Instellingen wijzigen.
5. Gebruik het toetsenbord op de gebruikersinterface voor het invoeren van een
profielnaam, zodat gebruikers het profiel voor afdrukopdrachten kunnen selecteren.
Zorgdat u het ladenummer, het papierformaat en -gewicht in de naam van het profiel
opneemt. Bijvoorbeeld lade 2_11x17_90 gsm.
6. Selecteer Opslaan.
7. Als u de resultaten van de aanpassing wilt bekijken, selecteert u Proefafdruk.
8. Bij 2-zijdig afdrukken selecteert u 1-zijdig als het profiel voor slechts één zijde isopgebouwd, of 2-zijdig als het profiel is bedoeld voor beide zijden van het papier.
9. Druk op de groene knop Start van het bedieningspaneel.
Xerox®Versant®180 Press3-6
Handleiding voor de systeembeheerder
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.