Whirlpool AMD 003, AMD 001 INSTRUCTION FOR USE [nl]

Page 1
GEBRUIKSAANWIJZING
KLEIN MODEL ENKELVOUDIG GESPLITSTE AIRCONDITIONER OP ECOLOGISCH GAS
VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK VEILIGHEIDSMAATREGELEN AANDUIDING VAN DE ONDERDELEN AFSTANDSBEDIENING BEDIENINGSINSTRUCTIES ONDERHOUD OPSPOREN VAN STORINGEN BESCHERMING INSTALLATIE-INSTRUCTIES
KLEIN MODEL
Afdanken van oude apparaten
Dit apparaat is gemerkt volgens de Europese richtlijn 2002/96/EC m.b.t. Afval van elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier als afval wordt aangeboden, helpt u mogelijk negatieve consequenties voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen, die veroorzaakt zouden kunnen worden bij een verkeerde afvalverwerking van het product.
Het symbool op het product, of op de begeleidende documentatie bij het product, geeft aan dat dit apparaat niet behandeld mag worden als huishoudelijk afval. In plaats daarvan dient het overhandigd te worden bij een speciaal verzamelpunt voor de recyling van elektrische en elektronische apparatuur. Afdanking moet uitgevoerd worden in overeenstemming met de plaatselijke milieuvoorschriften voor het aanbieden van afval. Voor gedetailleerdere informatie over behandeling, terugwinning en recycling van dit product neemt u contact op met de betreffende instantie in uw woonplaats, uw vuilophaaldienst of de winkel waar u het product heeft gekocht.
58
Page 2
VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK
Voordat u de airconditioner in gebruik neemt, dient u de volgende punten te controleren en in te stellen.
• Voorinstelling afstandsbediening
Telkens wanneer de batterijen van de afstandsbediening vervangen worden, wordt de afstandsbediening vooraf ingesteld op Verwarmingspomp. Als de door u aangeschafte airconditioner een model met Alleen koelen is, dan brengt de voorinstelling op Verwarmingspomp geen veranderingen met zich mee.
• Achterverlichtingsfunctie (optioneel)
Door gedurende 2 seconden op een willekeurige toets te drukken wordt de achterverlichting ingeschakeld. Als de toets wordt losgelaten, wordt deze automatisch uitgeschakeld na 10 seconden.
Opmerking: Achterverlichting is een optionele functie.
• Instellen van de Auto Restart-functie
De automatische herstartfunctie is niet ingesteld door de fabrikant. Om de automatische herstartfunctie in te s tellen drukt u gedurende tenminste 5 seconden op de noodknop (ON/OFF) op de binnenunit. Een zoemtoon geeft aan dat de automatische herstartfunctie is ingesteld en dat de airconditioner in de standby staat. Om de automatische herstartfunctie te annuleren drukt u gedurende tenminste 5 seconden op de noodknop (ON/ OFF) op de binnenunit. Een zoemtoon geeft aan dat de automatische herstartfunctie is geannuleerd en de airconditioner in de standby staat.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Zorg ervoor dat u het volgende niet doet.
Het is aan te raden om de luchtstroom in de gehele kamer te laten blazen.
Zorg ervoor dat de luchtstroom gasbranders en fornuis niet bereikt.
Raak de bedieningstoetsen niet aan met natte handen.
Wees voorzichtig in een dergelijke situatie.
Repareer het apparaat niet zelf; neem bij problemen altijd contact op met een gekwalificeerde monteur.
Volg deze instructie te allen tijde.
Plaats geen voorwerpen op de buitenunit.
Aarding is zeer belangrijk.
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker dat het apparaat geaard wordt volgens de plaatselijke voorschriften, door een gekwalificeerd technicus.
Waarschuwing:
Gebruik de juiste netvoeding zoals vereist op het typeplaatje. Gebruik geen verlengsnoer voor de netvoeding.
Bescherm de stroomonderbreker van de netvoeding of de stekker tegen vuil. Sluit het netsnoer stevig en op de juiste manier aan.
Gebruik de stroomonderbreker van de netvoeding niet of trek de stekker niet uit het stopcontact terwijl het apparaat in werking is.
Draai, trek of druk niet op het netsnoer, zodat het netsnoer niet kan scheuren.
Steek nooit een stokje of ander voorwerp in de unit. Aangezien de ventilator op hoge snelheid draait, kan dit verwonding veroorzaken.
Schakel het apparaat eerst uit met de afstandsbediening voordat u het loskoppelt van de netvoeding als er een storing is opgetreden.
Voor modellen met R410a: Dit product bevat fluor-broeikasgassen, die onder het Kyoto -protocol vallen; het koelgas bevindt zich in een hermetisch afgesloten systeem.
Koelgas: R410a heeft een Global Warming Potential (GWP) 1975.
59
Page 3
AANDUIDING VAN DE ONDERDELEN
A
B
I M
L
Buitenunit
G
D
R U N
CO M
P .
C
T I M E R
S L E E P
H
H ig
h
hr
lo
w
SW
I NG
M
O
D E
F AN
S L
E E
P
T I M
E
E
F
Binnenunit
C
N
O
P
Q
Binnenunit A
- Luchtaanzuiging
B
- Voorpaneel
C
- Noodknop
D
- Display-paneel
E
- Luchtuitblazing
F
- Jaloezie voor verticale afstelling
G
- Jaloezie voor horizontale afstelling
H
- Lichtkatalysator-filter (optioneel)
I
- Elektrostatisch filter (optioneel)
L
- Afstandsbediening
M
- Luchtfilter
OPMERKING: De bovenstaande afbeelding is een vereenvoudigde weergave van de unit; het kan daarom zijn dat deze niet overeenkomt met de unit die u aangeschaft heeft.
60
Buitenunit N
- Luchtaanzuiging
O
- Leidingen en netsnoer
P
- Afvoerslang
Opmerking: Condenswater wordt afgevoerd bij KOELEN en DROGEN.
Q
- Luchtuitblazing
Page 4
2
3
4
RUN
COMP. SLEEP
1
1. Indicatielampje compressor
Dit brandt als de compressor draait.
2. Indicatielampje “Apparaat in werking”
Dit brandt als het apparaat in werking is. Dit knippert tijdens ontdooien.
3. Temperatuurdisplay
Geeft de ingestelde temperatuur weer.
4. Indicatielampje Sleep-stand
Gaat branden wanneer de unit in de sleep-stand staat.
5. Indicatielampje timer
Dit brandt tijdens de ingestelde tijd.
C
TIM ER
5
De vorm en plaats van de schakelaars en indicatielampjes kan variëren bij de verschillende modellen, maar hun functie is hetzelfde.
61
Page 5
H
A
F B
E C
D
I
G
De afstandsbediening zendt signalen uit naar het systeem. A. ON/OFF-toets
Als u op deze toets drukt, wordt het apparaat ingeschakeld als het op het elektriciteitsnet is aangesloten of wordt het uitgeschakeld als het in werking is.
B. MODE-toets
Wordt gebruikt om de bedieningsmodus te selecteren.
C. FAN-toets (ventilator)
Wordt gebruikt om de ventilatiesnelheid te selecteren op au tomatisch, hoog, gemiddeld of laag.
D. Toetsen voor het INSTELLEN VAN DE KAMERTEMPERATUUR
Worden gebruikt om de kamertemperatuur te selecteren. Wordt gebruikt om de tijd in de TIMER-mode in te stelle n.
E. SWING-toets
wordt gebruikt om het kantelen van de verticale jaloezie te stoppen of te starten en de gewenste op/neergaande richting van de luchtstroom in te stellen.
F. 6th Sense-toets
Wordt gebruikt om de fuzzy logic-werking rechtstreeks in te schakelen, ongeacht of de unit aan of uit is.
G. Toets voor INSTELLEN/ANNULEREN VAN DE TIMER
Wordt gebruikt om de timer in te stellen of te annuleren.
H. SLEEP-toets
wordt gebruikt om de Sleep-mode in te stellen of te annuleren.
I. JET-toets
Wordt gebruikt om de snelle koeling te start en of te stoppen. (Snelle koeling werkt met hoge ventilatiesnelheid en een automatisch ingestelde temperatuur van 18°C).
Indicatiesymbolen op het LCD-display:
Indicatielampje Jet-modus Indicatielampje 6th Sense-modus Indicatielampje Sleep-stand Signaaluitzending
OPMERKING: Het display van de afstandsbediening blijft functies aangeven, ook als de unit uitgeschakeld is.
Plaatsen van de batterijen
Verwijder het batterijklepje in de richting van de pijl.
Leg nieuwe batterijen in de afstandsbediening en zorg ervoor dat de (+) en (-) van de batterij op de juiste manier geplaatst zijn.
Schuif het klepje op zijn plaats terug.
OPMERKING:
Gebruik 2 LR03 AAA (1,5 V)-batterijen. Gebruik geen oplaadbare batterijen. Vervang de batterijen door nieuwe van hetzelfde type als het display zwak wordt.
Bewaren van de afstandsbediening en tips voor het gebruik
De afstandsbediening kan bewaard worden in een houder die aan de wand is gemonteerd.
OPMERKING: De afstandsbediening gebruiken
Om de airconditioner aan te zetten richt u de afstandsbediening op de signaalontvanger. De afstandsbediening bestuurt de airconditioner vanaf een afstand van maximaal 7 m wanneer u deze richt op de signaalontvanger van de binnenunit.
Achterverlichtingsfunctie (optioneel) Zie pagina 59 “Voorbereiding voor gebruik” voor meer informatie.
De houder voor de afstandsbediening is een optioneel onderdeel.
Indicatielampje Koelen Indicatielampje Drogen Indicatielampje Alleen ventilatie *Indicatielampje Verwarmen
Automatische ventilatiesnelheid Hoge ventilatiesnelheid Gemiddelde ventilatiesnelheid Lage ventilatiesnelheid Display ingestelde temperatuur Display ingestelde timer
Houder voor afstandsbediening
Wordt gebruikt om de
High
temperatuur in de 6th Sense-modus of de droogmodus te regelen (zie pagina 64 “6th Sense-modus” voor
Low
meer informatie)
Signaalontvanger
62
Page 6
BEDIENINGSINSTRUCTIES
Werkingsmodi
1. Selecteren van de modus
Iedere keer dat de werkingsmodus achtereenvolgens in:
KOELEN DROGEN ALLEEN VENTILATIE VERWARMEN
BELANGRIJK:
De verwarmingsmodus is NIET beschikbaar op de modellen met alleen koelen.
2. “FAN”-modus (ventilatie)
Iedere keer dat de “FAN”-toets ingedrukt wordt, verandert de ventilatiesnelheid achtereenvolgens in:
AUTO HIGH MEDIUM LOW
MODE
-toets wordt ingedrukt, verandert de
High
hr
low
BELANGRIJK:
In de mode “ALLEEN VENTILATIE” zijn alleen “High”, “Medium” en “Low” beschikbaar.
In de modus “DROGEN” is de luchtstroom automatisch op “Laag”
5
SWING
MODE
ingesteld; de “FAN”-toets werkt in dit geval niet.
SLEEP
3. Instellen van de temperatuur
2
FAN
TIM E
Druk eenmaal om de ingestelde temperatuur te verhogen met 1 °C Druk eenmaal om de ingestelde temperatuur met 1 °C te verlagen
Beschikbare temperatuurinstellingen: *VERWARMEN, KOELEN 18 °C ~ 32 °C DROGEN kamertemperatuur ± 2 °C ALLEEN VENTILATIE kan niet ingesteld worden
*OPMERKING: Verwarmen is NIET beschikbaar bij airconditioners met alleen koelen.
4. Inschakelen
Druk op de -toets. Zodra het apparaat het signaal ontvangen heeft, gaat de het indicatielampje “apparaat in werking” van de binnenunit branden.
De bedieningsmodi SWING, 6th Sense, TIMER, SLEEP en JET zullen op de volgende pagina's nader toegelicht worden.
BELANGRIJK:
• Als u de modus verandert terwijl de airconditioner in werking is, reageert de unit soms niet onmiddellijk. Wacht 3 minuten.
• Tijdens verwarming wordt er in het begin geen luchtstroom afgegeven. Na 2-5 minuten wordt de luchtstroom afgegeven tot de temperatuur van de binnenwarmtewisselaar stijgt.
• Wacht 3 minuten voordat u het apparaat opnieuw start.
Regeling van de luchtstroomrichting
5. Regeling van de luchtstroomrichting
De verticale luchtstroom wordt automatisch afgesteld op een bepaalde hoek, in overeenstemming met de bedieningsmode nadat de unit is ingeschakeld. U kunt de richting van de luchtstroom ook naar uw eigen persoonlijke behoefte afstellen door op de “SWING”-toets op de afstandsbediening te drukken.
werkingsmodus richting van de luchtstroom
KOELEN, DROGEN
*VERWARMEN, ALLEEN
VENTILA TIE
*De verwarmingsmode is alleen beschikbaar voor modellen met een verwarmingspomp.
Bediening van de verticale luchtstroom (met de afstandbediening)
Gebruik de afstandsbediening om de hoek voor de luchtstroom in te stellen.
Kantelen van de luchtstroom.
Door eenmaal op de “SWING”-toets te drukken wordt de verticale jaloezie automatisch omhoog of omlaag gekanteld.
Gewenste richting van de luchtstroom.
Druk nogmaals op de “SWING”-toets tot de jaloezieën in de gewenste hoek gekanteld zijn.
horizontaal naar beneden
3
1
4
63
Page 7
Bediening van de horizontale luchtstroom (handmatig)
FAN
GNIWS
ù
Draai de bedieningsroedes van de horizontale jaloezieën om de horizontale luchtstroom te veranderen, zoals aangegeven wordt.
Opmerking: De vorm van de unit kan er anders uitzien dan de airconditioner die u gekocht heeft.
Bedieningsroedes van de horizontale jaloezie
Belangrijk:
• Draai de verticale jaloezieën niet handmatig; anders kan er storing optreden. Als dit gebeurt, zet dan eerst de unit uit en koppel het apparaat los van de elektriciteit; sluit het vervolgens opnieuw aan.
• Het is beter om de verticale jaloezie niet te lang schuin naar beneden te laten staan in de modi KOELEN of DROGEN om te voorkomen dat er condenswater naar beneden druppelt.
6th Sense-modus
Door op de 6th Sense-toets te drukken wordt de fuzzy logic-werking rechtstreeks ingeschakeld, ongeacht of de unit aan of uit is. In deze modus worden temperatuur en ventilatiesnelheid automatisch ingesteld in overeenstemming met de actuele kamertemperatuur.
De werkingsmodus en temperatuur worden bepaald door de binnentemperatuur Modellen met verwarmingspomp
Binnentemperatuur Werkingsmodus Doeltemperatuur
21 °C of lager VERWARMEN 22 °C
De kamertemperatuur neemt af
21 °C - 26 °C DROGEN
met 1,5 °C nadat de airconditioner
3 minuten heeft gewerkt
Hoger dan 26 KOELEN 26 °C
Modellen met alleen koelen
Binnentemperatuur Werkingsmodus Doeltemperatuur
De kamertemperatuur neemt af
26 °C of lager DROGEN
met 1,5 °C nadat de airconditioner
3 minuten heeft gewerkt
High
low
SWING
MODE
SLEEP
TIME
FAN
Hoger dan 26 KOELEN 26 °C
Belangrijk: 6th Sense-toets werkt niet in de JET-modus. Opmerking: Temperatuur, luchtstroom en richting worden automatisch geregeld in de 6th Sense-modus. Als u de temperatuur desondanks nog niet aangenaam vindt, kunt u een verhoging of verlaging van maximaal 2 °C instellen met de afstandsbediening. Er kan een verhoging of verlaging van maximaal 2 °C worden ingesteld in de 6th Sense-modus
Gevoel Toets Afstellingsprocedure
Beetje te warm
Er kan een verlaging van maximaal
2 °C ingesteld worden
Beetje te koud
Er kan een verhoging van maximaal
2 °C ingesteld worden
Onaangenaam vanwege ongeschikt
volume van luchtstroom.
FAN
Onaangenaam vanwege ongeschikte richting van
luchtstroom.
64
Druk eenmaal om de temperatuurinstelling met 1 °C te verlagen
Druk tweemaal om de ingestelde temperatuur te verlagen met 2 °C
Eenmaal indrukken om de ingestelde temperatuur met 1°C te verhogen
Druk tweemaal om de ingestelde temperatuur te verhogen met 2 °C
De snelheid van de binnenventilator wisselt tussen hoog, gemiddeld en laag, iedere keer dat de toets wordt ingedrukt.
Als u eenmaal op deze toets drukt, kantelt de verticale jaloezie om de richting van de verticale luchtstroom te veranderen. Als u nogmaals
GNIWS
op deze toets drukt, stopt het kantelen. Voor de richting van de horizontale luchtstroom raadpleegt u de vorige pagina voor details.
Page 8
Timer-mode
Het is handig om de timer in te schakelen via de TIMER-toets wanneer u 's morgens weggaat, zodat u een aangename kamertemperatuur aantreft als u thuiskomt. U kunt de timer 's nachts ook uitschakelen om een goede nachtrust te genieten.
Instelling van de timer
Stel een inschakeltimer in als het apparaat uitstaat.
Stel een uitschakeltimer in als het apparaat aanstaat.
Naarmate de tijd verstrijkt, wordt op het LCD van de afstandsbediening de resterende tijd weergegeven, niet de ingestelde temperatuur.
De eerder ingestelde tijd wordt opgeslagen en de volgende tijdsinstelling begint met de eerdere instelling.
De inschakel- en uitschakeltimer kunnen niet tegelijkertijd worden ingesteld.
Het kan zijn dat de door u gewenste temperatuur niet bereikt wordt in de kamer binnen de vooraf ingestelde tijd; dit is afhankelijk van de grootte van de kamer.
1. Voorbeeld: de volgende inschakeling instellen na 9,5 uur
Stel de gewenste bedieningsmode, temperatuur en snelheid van de binnenventilator in, en druk op de TIMER-toets (1); op het LCD begint “h” te knipperen.
High
Low
hr
2
2
SWING
MODE
SLEEP
TIME
FAN
hr
1
High
Low
2. Voorbeeld: de volgende inschakeling instellen na 9,5 uur
Richt de afstandsbediening op de signaalontvanger op de binnenunit, en druk op de of -toets (2) als “h” knippert. Kies de gewenste tijd en druk op de TIMER-toets. Er klinkt een “piep”:
de timer-indicator op de binnenunit gaat branden.
“h” stopt met knipperen.
Belangrijk: Druk op de TIMER-toets, “h” begint te knipperen op het LCD, en vervolgens kunt u de tijd instellen. Iedere keer dat de of -toets wordt ingedrukt geldt:
als de gewenste tijd 10 uur of minder is, wordt de ingestelde tijd vermeerderd of verminderd met 0,5 uur.
als de gewenste tijd meer dan 10 uur is, wordt de ingestelde tijd vermeerderd of verminderd met 1 uur. De tijd die ingesteld kan worden loopt van 0,5 tot 24 uur.
3. Voorbeeld: de inschakeltijd na 9,5 uur annuleren
De inschakeltijd annuleren: druk opnieuw op de TIMER-toets; er klinkt een “piep” en de timer-indicator op de binnenunit gaat uit.
JET-modus
De JET-modus wordt gebruikt om snelle koeling te starten of te stoppen. Snelle koeling werkt op hoge ventilatiesnelheid en verandert de ingestelde temperatuur automatisch in 18 °C.
De JET-modus kan worden ingesteld wanneer het apparaat werkt of is aangesloten op de netvoeding.
In de JET-modus kunt u de richting van de luchtstroom en de timer instellen. Als u de JET-modus uit wilt zetten, druk dan op de JET-, MODE­, FAN-, ON/OFF- of TEMPERATUURINSTELLING-toets; het display keert dan terug naar de de oorspronkelijke modus.
Opmerking: De toetsen SLEEP en 6th Sense zijn niet beschikbaar in de JET-modus. De JET-toets werkt niet in de VERWARMINGS-modus.
High
Low
hr
High
Low
SW ING
MODE
SLEEP
TI ME
FAN
65
Page 9
Sleep-modus
SLEEP-modus kan ingesteld worden in de modi KOELEN of VERWARMEN. Deze functie zorgt voor een aangenamere omgeving om in te slapen. In de SLEEP-modus
stopt het apparaat automatisch na 8 uur.
De ventilatiesnelheid wordt automatisch ingesteld op lage snelheid.
*De ingestelde temperatuur wordt met max. 1 °C vehoogd als het apparaat langer dan twee uur in de koelingsmodus werkt; daarna blijft de temperatuur constant.
De ingestelde temperatuur wordt met max. 3 °C verlaagd als het apparaat langer dan drie uur in de verwarmingsmodus werkt; daarna blijft de temperatuur constant.
In de koelingsmodus verandert de ingestelde temperatuur niet als de kamertemperatuur 26 °C of hoger is.
Verwarmen is NIET beschikbaar bij airconditioners met alleen koelen.
SW ING
MODE
SLEEP
FAN
TI ME
66
Page 10
ONDERHOUD
Onderhoud van het apparaat
Trek de stekker uit het stopcontact
Zet het apparaat uit voordat u de stekker uit het stopcontact trekt.
Om het voorpaneel te verwijderen trekt u het naar buiten, zoals te zien is in afbeelding (a)
Veeg het apparaat af met een zachte, droge doek
Gebruik lauwwarm water (kouder dan 40 °C) om het apparaat te reinigen als het zeer vuil is.
Gebruik een droge en zachte doek om het te reinigen.
Gebruik nooit vluchtige stoffen zoals wasbenzine of poetsmiddel om de unit te reinigen.
Sprenkel nooit water op de binnenunit
Gevaar! Elektrische schokken!
Plaats het voorpaneel terug en sluit het
Plaats het voorpaneel terug en sluit het door het naar beneden te duwen, zoals te zien is in afbeelding (b).
Reinigen van het luchtfilter
Geadviseerd wordt om het luchtfilter na ongeveer 100 werkuren te reinigen.
Schakel het apparaat uit en verwijder het luchtfilter
1.
Open het voorpaneel.
2.
Druk zachtjes op de handgreep van het luchtfilter; het filter komt naar buiten.
3.
Trek het filter eruit.
Plaats het filter terug in de oorspronkelijke positie na reiniging
Als het filter erg vuil is, reinig het dan met een oplossing van lauwwarm water en een neutraal reinigingsmiddel, en laat het aan de lucht drogen.
Sluit het voorpaneel. BELANGRIJK: Reinig het luchtfilter iedere twee weken als de airconditioner in een
stoffige omgeving wordt gebruikt.
OPSPOREN VAN STORINGEN
Probleem Analyse
Apparaat werkt niet
Geen koele of warme lucht
Bediening is niet effectief
Apparaat werkt niet onmiddellijk
Er is een eigenaardige geur
Er is een geluid van stromend
water te horen
Er kan een “knars”-geluid
gehoord worden
Er komt damp uit de uitgang
Het indicatielampje voor de compressor (rood) gaat continu branden, en de binnenventilator
stopt met draaien.
Is het beveiligingsapparaat of de zekering gesprongen?
Soms stopt het met functioneren om het apparaat te beschermen.
Zijn de batterijen van de afstandsbediening bijna leeg?
Is de stekker uit het stopcontact getrokken?
Is het luchtfilter vuil?
Zijn de openingen voor luchtaanzuiging en luchtuitgang verstopt.
Is de temperatuur goed ingesteld.
Als er een sterke interferentie aanwezig is (zoals zeer grote statische elektriciteit of een abnormale netspanning), dan zal het apparaat niet op de normale wijze functioneren. Trek in dit geval de stekker uit het stopcontact en steek deze er na 2-3 seconden weer in.
Als u de bedieningsmode verandert, kan er een vertraging optreden van 3 minuten.
Deze geur kan afkomstig zijn van een andere bron zoals meubels of andere voorwerpen.
Dit wordt veroorzaakt door de stroom van de koelvloeistof in de airconditioner; dit is geen storing.
Dit wordt veroorzaakt door uitzetting of inkrimping van het voorpaneel door temperatuursverandering; het is geen storing.
Damp verschijnt als de lucht in de kamer erg koud wordt als het apparaat werkt in de modi “KOELEN” of “DROGEN”.
De unit schakelt over van de verwarmingsmode naar ontdooien. Het indicatielampje wordt binnen tien minuten uitgeschakeld en keert terug naar de verwarmingsmode.
67
Page 11
BESCHERMING
Functioneringscondities
Het beveiligingsapparaat kan in de volgende gevallen losschieten en het apparaat stilzetten.
Temperatuur van de buitenlucht is hoger dan 24 °C
*VERWARMEN
KOELEN
DROGEN Kamertemperatuur is lager dan 18 °C
*Bij modellen voor tropisch (T3) klimaat, is het temperatuurpunt 52 °C in plaats van 43°C.
Als de airconditioner in de modi “KOELEN” of “DROGEN” werkt met de deur en/of raam geopend en de relatieve vochtigheid is hoger dan 80%, dan druppelt er dauw naar beneden uit de luchtuitgang.
Functies van de beveiligingsinrichting
• De beveiligingsinrichting treedt in de volgende gevallen in werking:
-
Als u de unit opnieuw probeert te starten direct nadat deze is gestopt of nadat u de modus hebt gewijzigd terwijl het apparaat in werking was; u moet 3 minuten wachten.
-
Als u het apparaat op de netvoeding heeft aangesloten en het onmiddellijk aanzet, kan er een vertraging van 20 seconden optreden voordat het apparaat begint te werken.
-
Als de werking van het apparaat volledig gestopt is, drukt u op de ON/OFF-to ets om het opnieuw te starten. De timer moet opnieuw ingesteld worden als deze geannuleerd is.
Geluidshinder
Installeer de airconditioner op een plaats die het gewicht van het apparaat kan houden, zodat het rustiger kan werken.
Installeer de buitenunit op een plaats waar de uitgeblazen lucht en het geluid van het apparaat in werking geen hinder voor uw buren geven.
Plaats geen obstakels voor de luchtuitgang van de buitenunit, omdat deze de werking van de airconditioner kunnen beïnvloeden en het geluidsniveau kunnen verhogen.
Temperatuur van de buitenlucht is lager dan -7 °C Kamertemperatuur is hoger dan 27 °C Temperatuur van de buitenlucht is hoger dan* 43 °C Kamertemperatuur is lager dan 21 °C
Functies van de VERWARMINGS-modus
Voorverwarming
Het duurt 2-5 minuten om het verdampingstoetsel voor te verwarmen aan het begin van de functie VERWARMEN, zodat er geen koude lucht uitgeblazen wordt.
Ontdooien
In de modus VERWARMEN ontdooit het apparaat automatisch om de doelmatigheid te verhogen. Deze procedure duurt gewoonlijk 2-10 minuten. Tijdens het ontdooien stoppen de ventilatoren. Nadat het ontdooien voltooid is, keert het apparaat automatisch terug naar VERWARMEN.
Opmerking: Verwarming is NIET beschikbaar bij airconditioners van het model Alleen koelen.
68
Page 12
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
Afstand van de wand moet meer dan 50 mm zijn
Afstand van de luchtaanzuigingsopening van de wand moet meer dan 250 mm zijn
Afstand van het plafond moet meer dan 50 mm zijn
Installatiediagram
Afstand van de wand moet meer dan 50 mm zijn
Afstand van de vloer moet meer dan 2000 mm zijn
Afstand van de luchtaanzuigingsopening van de wand moet meer dan 250 mm zijn
A
f
s
t
a
n
v
d
a
n
v
a
d
n
e
d
w
e
a
n
l
u
d
c
h
m
t
u
o
i
e
t
b
t
l
m
a
z
e
i
n
e
g
r
s
d
o
a
p
n
e
n
5
i
0
n
0
g
m
m
z
i
j
n
OPMERKING: De bovenstaande afbeelding is een vereenvoudigde weergave van de unit; het kan daarom zijn dat deze niet overeenkomt met de unit die u aangeschaft heeft. De installatie mag alleen uitgevoerd worden door bevoegd personeel, in overeenstemming met de plaatselijke bedradingsvoorschriften.
Meer dan 250 mm
69
Page 13
Kiezen van de beste plaats voor installatie
Plaats voor het installeren van de binnenunit
Kies een plaats waar geen obstakels zijn bij de luchtuitgang, en de lucht gemakkelijk in iedere hoek geblazen kan worden.
Kies een plaats waar gemakkelijk leidingen aangelegd en gaten in de wand gemaakt kunnen worden.
Houd u aan de vereiste afstand van het plafond en de wand volgens het bedradingsdiagram.
Het luchtfilter moet gemakkelijk verwijderd kunnen worden.
Houd de unit en de afstandsbediening tenminste 1 m van de televisie, radio enz. vandaan.
Om de effecten van een TL-buis te voorkomen, dient u de unit zo ver mogelijk weg te houden.
Plaats geen voorwerpen nabij de luchtaanzuigingsopening die deze zouden kunnen blokkeren.
Plaats de unit op een plaats die het gewicht ervan kan dragen en die geluid en trillingen van de unit in werking niet versterkt.
Plaats voor het installeren van de buitenunit
Installeer de buitenunit op een handige en goed geventileerde plaats; installeer het apparaat niet waar vloeibaar gas zou kunnen lekken.
Houd u aan de vereiste afstand van de wand.
De leiding mag maximaal 15 meter lang zijn. Als deze langer is dan 5 meter, dan is er een extra hoeveelheid koelvloeistof van 20 gram per meter nodig. Het hoogteverschil tussen de binnen- en buitenunit mag maximaal 5 meter zijn. Als de buitenunit zich op een hogere plaats bevindt dan de indoorunit, is een elleboogstuk in de leiding voordat de leiding naar binnen loopt noodzakelijk.
Installeer de buitenunit niet op een vuile of vette plaats, bij een uitgang van vulkanisatiegas of bij een zeer zout strand.
Vermijd het het apparaat te installeren aan de kant van de weg, waar het bevuild zou kunnen worden met modderwater.
Installeer de unit op een vast draagvlak waar het geluid van het apparaat in werking niet versterkt wordt.
Installeer de unit op een plaats waar de luchtuitgang niet geblokkeerd wordt.
Hoogte moet
minder zijn dan 5 m
Leidinglengte max 15 m
Binnenunit
Binnenunit
Leidinglengte max 15 m
Buitenunit
Buitenunit
Hoogte moet
minder zijn dan 5 m
Model Volume van geladen
koelvloeistof in unit voor
max. leidinglengte
7K~24K 5 15 5 20
Maximale
leidinglengte
(m)
Maximaal
hoogteverschil H
(m)
Vereiste hoeveelheid
extra koelvloeistof
(g/m)
Installatie van de buitenunit
1. Installeren van de afvoerpoort en de afvoerslang (alleen voor model met verwarmingspomp)
Het condenswater wordt afgevoerd vanuit de buitenunit wanneer de unit in de verwarmingsmode werkt. Om uw buren niet te hinderen en het milieu te beschermen, dient u een afvoerpoort en een afvoerslang te installeren om het condenswater af te voeren. Het is voldoende om de afvoerpoort en de rubberen afsluitring op het frame van de buitenunit te installeren, en vervolgens een afvoerslang aan te sluiten op de poort, zoals te zien is in de afbeelding rechts.
2. Installeren en bevestigen van de buitenunit
Bevestig de unit met bouten en moeren stevig op een vlakke en sterke vloer. Als de unit aan de muur of op het dak wordt geïnstalleerd, zorg er dan voor dat u de steun goed bevestigt om te voorkomen dat de unit gaat schudden bij hevige trillingen of harde wind.
3. Leidingaansluiting van de buitenunit
Verwijder de doppen van de 2-wegs- en 3-wegsklep. Sluit de leidingen apart op de 2-wegs- en 3-wegskleppen aan, in overeenstemming met de vereiste torsie.
4. Kabelaansluiting van de buitenunit (zie pagina 74)
70
Afvoerpoort
Afsluitring
Afvoerslang (te prepareren door de gebruiker)
Page 14
Installatie van de binnenunit
1. Installeren van de montageplaat
Kies een plaats om de montageplaat te installeren in overeenstemming met de plaats van de binnenunit en de richting van de leidingen.
Stel de montageplaat perfect horizontaal af met behulp van een waterpas of loodlijn.
Boor gaten van 32 mm diep in de wand om de plaat te bevestigen.
Steek de plastic pluggen in de gaten en bevestig de montageplaat met tapschroeven.
Controleer of de montageplaat goed bevestigd is. Boor vervolgens een gat voor de leiding.
OPMERKING: De vorm van uw montageplaat kan afwijken van die op de afbeelding, maar de installatiemethode is gelijk.
2. Een gat boren voor de leiding
Bepaal de positie van het gat voor de leiding in overeenstemming met de plaats van de montageplaat.
Boor een gat in de wand. Het gat moet licht naar beneden lopen naar buiten.
Installeer een schuifmof in het gat in de wand om deze netjes en schoon te houden.
Haak de lijn hier vast
Montage
plaat
Binnen
Buiten
Lijn valt vanaf hier
Loodlijn
Gaten voor bevestiging
Schuifmof voor wandgat (harde polyethyleenbuis die geprepareerd is door de gebruiker)
5 mm (omlaaglopend)
3. Installatie van de leiding van de binnenunit
Bevestig de leidingen (leidingen voor vloeistof en gas) en de kabels door het gat in de wand vanaf de buitenkant, of bevestig deze vanaf de binnenkant nadat u de binnenleidingen en kabelaansluitingen tot stand heeft gebracht, zodat de buitenunit erop aangesloten kan worden.
Bepaal of het plastic gedeelte afgezaagd moet worden, in overeenstemming met de richting van de leidingen (zie onder).
OPMERKING: Als u de leiding langs richting 1, 2 of 4 bevestigt, zaag dan het corresponderende plastic deel af van de binnenunit.
Nadat u de leiding op de juiste manier hebt aangesloten, installeert u de afvoerslang. Sluit vervolgens de netsnoeren aan. Verpak de leidingen, snoeren en afvoerslang samen in thermisch isolatiemateriaal.
BELANGRIJK: Warmte-isolatie van de verbindingsstukken van de leidingen: Omwikkel de verbindingsstukken van de leidingen met thermisch
isolatiemateriaal en dek ze af met vinyltape.
Richting leiding
Goot
Plastic deel
Zaag het plastic deel af langs de goot
Warmte-isolatie
Omwikkeld met vinyltape
71
Page 15
Warmte-isolatie van de leidingen:
Plaats de afvoerslang onder de leiding.
Isolatiemateriaal: polyethyleenschuim van meer dan 6 mm dik.
OPMERKING: De afvoerslang moet geprepareerd worden door de gebruiker.
De afvoerleiding moet naar beneden lopen voor een gemakkelijke afvoerstroom.
Draai de afvoerleiding niet, laat haar niet uitsteken of rondzwaaien, en dompel het uiteinde niet onder in water. Als er een verlengde afvoerslang wordt aangesloten op het afvoerleiding, zorg er dan voor dat deze thermisch geïsoleerd is wanneer u deze naar de binnenunit leidt.
Als de leiding naar rechts gericht is, moeten de leiding, het netsnoer en de afvoerleiding thermisch geïsoleerd worden en aan de achterkant van de unit bevestigd worden met een leidingklem.
1. Steek de leidingklem in de sleuf.
2. Druk om de leidingklem op het ondervlak te bevestigen.
Leidingaansluiting:
Sluit de leidingen van de binnenunit aan met behulp van twee moersleutels. Let speciaal op de toegestane torsie zoals hieronder weergegeven wordt, om te voorkomen dat de leidingen, aansluitingen en moeren vervormd en beschadigd worden.
Draai ze eerst met de hand vast, en gebruik vervolgens de moersleutels.
Model Afmeting leiding Torsie Moerbree dte
Min.
dikte
7-9-12 K Vloeistofzijde (ø 6 of ¼ inch) 1,8 kg/m 17 mm 0,6 mm
18,24 K Vloeisto f z i j de ( ø 10 o f 3 / 8 in c h ) 3,5 kg/m 22 mm 0,6 mm
7,9 K Gaszijde (ø 10 of 3/8 inch) 3,5 kg/m 22 mm 0,6 mm
12 K Gaszijde (ø 12 of ½ inch) 5,5 kg/m 24 mm 0,6 mm
18,24 K Gaszijde (ø 16 of 5/8 inch) 7,5 kg/m 27 mm 0,6 mm
Voor de klimaatvriendelijke modellen T3 is de vloeistofzijde van 18 K en 24 K (ø 6of ¼ inch) en is de gaszijde (Ø 16 of 5/8 inch).
Netsnoer
Netsnoer (voor verwar­mingspomp)
Ontdooiingskabel (voor verwarmingspomp)
Ondervlak
Groteleiding
Ondervlak
Afvoer-
Hier insteken
Grote
leiding
Kleine
slang
leiding
Leidingklem
Thermisch
geïsoleerde buis
Kleine leiding
Afvoerslang (te prepareren door de gebruiker)
Leidingklem
Hier vasthaken
Zuiveren van de luchtbuizen
Draai de doppen van de 2- en 3-wegskleppen los en verwijder ze.
Draai de dop van de serviceklep los en verwijder deze.
Sluit de flexibele slang van de vacuümpomp aan op de serviceklep.
Start de vacuümpomp en laat deze 10-15 minuten draaien, totdat de pomp een absoluut vacuüm van 10 mm Hg bereikt.
Sluit terwijl de vacuümpomp nog draait de lage-drukknop op het spruitstuk van de vacuümpomp. Stop de vacuümpomp vervolgens.
Open de 2-wegsklep ¼ slag, en sluit deze weer na 10 seconden. Controleer de sluitendheid van alle verbindingen met behulp van vloeibare zeep of een elektronische lekdetector.
Draai de steel van de 2- en 3-wegsklep. Koppel de flexibele slang van de vacuümpomp los.
Plaats de doppen van alle kleppen terug en draai ze stevig vast.
OPMERKINGEN:
Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt.
Zorg ervoor dat er geen lucht in het koelsysteem komt en dat er geen koelvloeistof lekt wanneer u de airconditioner verplaatst.
Laat de airconditioner na installatie proefdraaien, en onthoud details van de werking.
Het type zekering dat gebruikt wordt bij de bediening van de binnenunit is 50 T, met een nominale waarde van 2,5 A,T,250 V.
De zekering voor de gehele unit moet verschaft worden door de gebruiker in overeenstemming met de stroom bij maximale invoer van elektrische energie; of gebruik in plaats van een zekering een ander beveiligingsapparaat tegen overstroom.
De stroomaansluiting voor de airconditioner moet tot stand gebracht worden bij de hoofdstroomverdeling, die van een lage impedantie moet zijn. Om de geschiktheid van de apparatuur voor aansluiting te garanderen moet de gebruiker indien nodig contact opnemen met de energieleverancier, om te controleren of de stroomcapaciteit op het interface-punt voldoende voor de apparatuur is. Raadpleeg het typeplaatje op de apparatuur voor informatie over het stroomverbruik. Als het netsnoer beschadigd is, moet het vervangen worden door de fabrikant, een servicevertegenwoordiger of gekwalificeerd personeel om risico's te voorkomen. Wanneer u het systeem vult met R407C of R410a koelvloeistof, zorg er dan voor dat u deze in vloeibare staat in het systeem giet. Anders kan de chemische samenstelling van de koelvloeistof binnen het systeem veranderen en zo de werking van de airconditioner beïnvloeden. Door de aard van de koelvloeistof (R410a) is de druk in de leiding zeer hoog, dus wees voorzichtig bij het installeren en repareren van het apparaat.
De stekker moet altijd toegankelijk blijven, ook na installatie, om deze indien nodig te kunnen loskoppelen. Als dit niet mogelijk is, sluit het apparaat dan aan op een tweepolige schakelaar met een afstand tussen de contacten van tenminste 3 mm, die geplaatst wordt op een toegankelijk plaats na installatie.
72
Page 16
4. De kabel aansluiten
• Binnenunit
Sluit het netsnoer op de binnenunit aan door de draden één voor één op de aansluitklemmen op het schakelbord aan te sluiten in overeenstemming met de aansluiting van de buitenunit.
Voorpaneel
Aansluitklem (binnenin)
OPMERKING:
Om de aansluitingen met de aansluitklem van de binnenunit uit
Binnenunit
Frame
Kast
te voeren moet de kast verwijderd worden.
• Buitenunit
-
Verwijder de toegangsdeur van de buitenunit door de schroef los te draaien. Sluit de draden één voor één als volgt aan op de aansluitklemmen op het schakelbord.
-
Bevestig het netsnoer op het schakelbord met een kabelklem.
-
Plaats de toegangsdeur terug in de oorspronkelijke positie en draai de schroef vast.
-
Gebruik een erkende stroomonderbreker voor het model 24 K tussen de stroombron en de unit. Er moet een stroomverbreker aangebracht worden die alle voedingslijnen adequaat kan afsluiten.
WAARSCHUWING:
Buitenunit
Toegangsdeur aansluitklem (binnen)
1. Gebruik een afzonderlijk stroomcircuit specifiek voor de airconditioner. Voor de bedradingsmethode wordt verwezen naar het schakelingsdiagram op de binnenkant van de toegangsdeur.
2. Controleer of de dikte van de kabel overeenkomt met de specificatie van de stroombron. (Zie de tabel met kabelspecificaties hieronder)
3. Controleer de draden en zorg ervoor dat deze allemaal stevig vastzitten nadat u de kabel hebt aangesloten.
4. Zorg ervoor dat u een aardlekschakelaar installeert in een natte of vochtige omgeving.
Kabelspecificaties
Capaciteit
(Btu/h)
7 K-9 K-12 K H05VV-F
18 K H05VV-F
24 K H07RN-F
Netvoedingskabel Netsnoer
Type
Normale
- doorsnede
1,0-1,5 mm 1,5-2,0 mm
2,5 mm
2
2
2
X 3
X 3 X 3
Type
H07RN-F H07RN-F
H07RN-F
1,5 mm
2,5 mm
2
Normale
- doorsnede
1,5 mm2 X 3 1,5 mm2 X 3
X 3 (verwarmingspomp)
2
X 4 (alleen koelen)
Attentie: De stekker moet altijd toegankelijk blijven, ook na installatie, om deze indien nodig te kunnen loskoppelen. Als dit niet mogelijk is, sluit het apparaat dan aan op een tweepolige schakelaar met een afstand tussen de contacten van tenminste 3 mm
2
die op een toegankelijke plaats aangebracht is na de installatie.
Netsnoer (voor
verwarmingspomp)
Type
H05RN-F H05RN-F
H05RN-F
Normale
- doorsnede
0,75 mm2 X 2 0,75 mm2 X 2
0,75 mm
2
X 3
Netvoeding
Naar binnen Naar binnen
Naar buiten
73
Page 17
Bedradingsdiagram
Zorg ervoor dat de kleur van de draden van de buitenunit en het nummer van de aansluitklem dezelfde zijn als die van de binnenunit.
Modellen 7 K,9 K,12 K,18 K
VERWARMINGSPOMP ALLEEN KOELEN
Binnenunit Binnenunit
Aansluitklem
Bruin
Blauw Blauw
Netsnoer I
Bruin Bruin
Buitenunit
Aansluitklem
Bruin
Aansluitklem Aansluitklem
Bruin Bruin
Blauw Blauw
Buitenunit
Blauw
Netsnoer
Blauw
Geel/GroenGeel/Groen
Geel/Groen Geel/Groen
Netsnoer
Model 24 K
Bij het model 24 K is de netvoeding aangesloten vanaf de buitenunit door middel van een stroomonderbreker. Bij de andere modellen gebeurt dit vanaf de binnenunit.
VERWARMINGSPOMP ALLEEN KOELEN
Binnenunit Binnenunit BuitenunitBuitenunit
G
e
Netvoeding
el/G
Grijs
Zwart
Bruin
r
BlauwBlauw
oen
Grijs
Zwart Bruin
Bruin Bruin
/Groen
l
Gee
Netsnoer I
Netsnoer
AansluitklemAansluitklem
Aansluitklem Aansluitklem
Grijs
Aansluit­klem
Zwart Bruin
Geel/Groen Geel/Groen
Netsnoer
Bruin
Netvoeding
Grijs Zwart
Aansluit­klem
Ontdooiingskabel (alleen voor de airconditioner met verwarmingspomp, verkrijgbaar als optioneel onderdeel)
Ontdooiingsdraad (binnen)
Ontdooiingsdraad
(buiten)
Ontdooiingskabel (alleen voor de airconditioner met verwarmingspomp)
Na aansluiting moet de ontdooiingsdraad goed ingepakt worden met verpakkingstape en moet de connector in de unit worden gestoken.
Ionisator (De ionisator is een optioneel onderdeel)
ionisatordraad (binnen)
Na aansluiting werkt de ionisator automatisch goed.
74
Page 18
Luchtzuivering
Vochtige lucht in de koelcyclus kan een storing in de compressor veroorzaken. Nadat u de binnen- en buitenunit geïnstalleerd heeft, dient u lucht en vocht uit de koelcyclus te verwijderen met behulp van een vacuümpomp, zoals hieronder weergegeven is.
Vacuümpomp
Binne-
nunit Richting koelvloeistof 3-wegsklep
(7) Draaien om de Service poort
(2) Draaien (8) Vastdraaien
Opmerking: In verband met de in het systeem heersende hoge druk en ter bescherming van het milieu, dient u
ervoor te zorgen dat u de koelvloeistof niet rechtstreeks in de lucht laat vrijkomen.
klep volledig te openen
(1) Draaien
Klepdop
2-wegsklep
(6) 1/4 slag openen
(7) Draaien om de klep volledig te openen
(8) Vastdraaien
Klepdop
(1) Draaien
(8) Vastdraaien
Aansluiten op buitenunit
Diagram 3-wegsklep
Aansluiten op de binnenunit
Open positie
Kern klep
Dop servicepoort
Spil
Naald
75
Loading...