Voordat u begint met de montage en het gebruik van het navigatiesysteem, maakt u zich
a.u.b. eerst vertrouwd met de bedieningselementen. Lees ook de veiligheidsinstructies aandachtig door, om eventuele schade voor u of andere verkeersdeelnemers te vermijden.
Het gebruik van het navigatiesysteem vrijwaart de bestuurder in geen geval van zijn
eigen verantwoordelijkheid. De geldende verkeersregels en de actuele verkeerssituatie hebben te allen tijde voorrang.
Het plaatsen van het beeldscherm en het invoeren van gegevens in het navigatiesysteem dient u wegens de verkeersveiligheid uitsluitend vóór de rit of bij een stilstaand voertuig uit te voeren.
Als u het beeldscherm op een bevestigingssysteem in uw voertuig aanbrengt, dan
dient u op volgende punten te letten: In geen geval mag het in positie brengen van
het beeldscherm door het bewegen van het navigatiesysteem zelf worden uitgevoerd.
Plaats het beeldscherm zo, dat u snel en eenvoudig op het beeldscherm kunt kijken en
geen last heeft van hinderlijke spiegelingen en niet verblind kunt raken. Het beeldscherm mag niet op een plek worden aangebracht, waar het zicht wordt belemmerd
op zaken die belangrijk zijn voor een veilig rijgedrag (bijv. op de straat of op het instrumentenpaneel). Het beeldscherm mag ook niet worden aangebracht in het opblaasbereik van de airbags. Bevestig het navigatiesysteem op een veilige wijze, zodat
het zelfs bij plotseling afremmen in een noodsitiuatie of een botsing niet weg kan slingeren.
Kijk alleen op het beeldscherm, indien dit zonder risico's mogelijk is. Als u langere tijd
op het beeldscherm moet kijken, stopt u dan op een hiervoor geschikte plaats.
Waarden van de statusregel worden voor de actuele snelheid, resterende reistijd en
resterende reisafstand berekend. De juistheid van deze waarden kan echter niet in elk
geval worden gegarandeerd. De echte snelheid kan altijd door het af te trekken worden vastgesteld.
De hoofdtelefoon – de regulatie van het volume: het grote volume kan uw gehoor beschadigen of reduceren.
Het systeem houdt geen rekening met de relatieve veiligheid van de geadviseerde
routes. Met wegversperringen, wegwerkzaamheden, hoogte- of gewichtsbeperkingen, verkeers- of weersomstandigheden of overige factoren, die de veiligheid of de
benodigde rijtijd voor de route kunnen beïnvloeden, wordt bij de geadviseerde routes
geen rekening gehouden. Controleer de geschiktheid van de geadviseerde routes
volgens uw eigen inschattingen. Gebruik de functie „Wijziging route” (Change Route)
om andere routevoorstellen te krijgen, of volg gewoon de route van uw keuze en laat
de automatische routeberekening een nieuwe route plannen.
In bepaalde gebieden is het mogelijk dat doodlopende wegen, éénrichtingsverkeerssituaties (bijv. bij een voetgangersgebied) niet zijn opgenomen in de navigatie. Let
hier bijzonder op de actuele verkeersborden en het wegenverkeersreglement.
Als u in een geval van nood een hulpdienst (politie, brandweer, etc.) zoekt, vertrouwt
u dan niet uitsluitend op het navigatiesysteem. Handelt u altijd naar uw eigen inschattingen en mogelijkheden om in zo'n situatie hulp te krijgen.
Page 4
Algemene opmerkingen
Stel het navigatiesysteem niet bloot aan grote hitte of extreme zonnestraling. Temperaturen boven 50 °C kunnen het navigatiesysteem zelf en in het bijzonder de hierin
gebruikte lithium-ionen-accu zwaar beschadigen. Het opladen van de lithium-ionenaccu is uitsluitend bij een temperatuur tussen 0-45 °C mogelijk. Let u a.u.b. op de veiligheidsaanwijzingen voor het gebruik van de accu! In veel landen mogen lege batterijen en accu's niet samen met het normale huisvuil worden verwijderd. Informeert u
zich a.u.b. over de plaatselijke voorschriften voor het opslaan van verbruikte batterijen.
De accu mag alleen onder toezicht worden geladen. Accu niet met geweld openen, er
kan buitend zuur naar buiten lopen. Beschadigde of uitgelopen accu's mogen niet
meer worden gebruikt. Zorgt u a.u.b. dat deze op vakkundige wijze worden verwijderd.
Stel het navigatiesysteem nooit bloot aan vochtigheid, het kan daardoor worden beschadigd. In het bijzonder tijdens het gebruik op een motorfiets, fiets of in een cabrio
dient het navigatiesysteem tegen vochtigheid te worden beschermd, omdat het geen
bescherming heeft tegen opspattend water.
Vermijd absoluut dat het beeldscherm in contact komt met scherpe of scherpkantige
voorwerpen, het gevoelige TouchScreen kan anders worden beschadigd.
GPS (Global Positioning System) is een op satellieten gebaseerd systeem dat positie- en
tijdgegevens om de gehele aarde ondersteunt. Het GPS wordt door de Verenigde Staten beheerd en gecontroleerd. Deze zijn tevens verantwoordelijk voor de beschikbaarheid en de nauwkeurigheid van het systeem. Alle wijzigingen in de GPSbeschikbaarheid en nauwkeurigheid of ook andere factoren uit de omgeving kunnen
de werking van het navigatiesysteem beinvloeden. De leverancier van het systeem garanteert de bereikbaarheid en de nauwkeurigheid van GPS niet.
Zorgt u er a.u.b. voor, dat iedereen die het navigatiesysteem gebruikt, deze informatie en de aanbevelingen voor het gebruik van het systeem voor het gebruik leest.
Vóór de montage van de bevestigingssysteem aan de voorruit reinigt u de voorruit op
de plaats waar u de zuignap wilt bevestigen grondig, zodat vet en stof worden verwijderd.
Door de temperatuursverschillen tussen dag en nacht of door vocht kan het vacuum
van de zuignap van de bevestigingssysteem worden verminderd. Bevestig het navigatiesysteem daarom zo, dat het niet wordt beschadigd, wanneer het eventueel naar onderen valt. Om diefstal te voorkomen, dient het navigatiesysteem 's nachts te worden
gedemonteerd.
Het navigatiesysteem dient bij het verlaten van het voertuig te worden meegenomen
om diefstal te verhinderen.
147
Onderhoud en reiniging
Neemt u voor het reinigen van het beeldscherm en de behuizing a.u.b. geen
reinigingsmiddel. Het best geschikt is een vochtige, zachte doek.
Page 5
148
Overzicht apparaat
Leverpakket
Bij het navigatiesysteem worden volgende onderdelen meegeleverd:
1: Navigatiesysteem (inclusief lithium-ionen-accu)
2: Bevestigingssysteem met zuignap voor het bevestigen aan de voorruit.
3: Gelijkstroom-aansluitkabel 12V/ 24 V voor stroomvoorziening van het navigatiesysteem
in het voertuig (adapter voor sigarettenaansteker)
Voor de stroomvoorziening en het opladen van de accu mag uitsluitend de wisselstroomvoeding (optionaal) of de gelijkstroom-aansluitkabel worden gebruikt!
4: QuickStart-handleiding
5: TMC werpantenne
6: De SD-kaart bevat de data van mappen en de navigatiestemmen
1
3
Wat kunt u als toevoeging krijgen (optionaal)
•Extra accu
•100-240 V netvoeding (wisselspanning)
2
6
4
5
Page 6
Overzicht apparaat
Bedieningselementen en aansluitingen
149
1
PN 1000
De bovenkant
1: Aan-/uit-schakelaar
•Kort aantippen: het navigatiesysteem schakelt in de stand-by-modus.
•Door nogmaals kort aantippen wordt het systeem weer ingeschakeld.
•Druk nu ongeveer 3 seconden op de knop om het navigatiesysteem uit te schakelen.
•Om de inrichting weer aan te doen, tip kort op deze schakelaar aan. Het navigatiesysteem start helemaal opnieuw.
3
2
PN 1000
Voorzijde
2: Beeldscherm / TouchScreen
3: Status-LED: De status-LED kan in de volgende kleuren branden:
Groen Het navigatieapparaat werkt op de externe stroom-voorziening, de accu is 95%
opgeladen.
Rood Het navigatieapparaat werkt op de externe stroom-voorziening, de accu wordt
opgeladen.
UitgeschakeldHet navigatieapparaat werkt niet op de externe stroom-voorziening.
Page 7
150
Overzicht apparaat
PN 1000
5
4
6
Achterzijde
4: Accuvakje voor lithium-ionen-akku (afdekkapje)
5: Luidspreker
6: Bevestigingsgroeven voor de bevestigingssysteem
PN 1000
6
7
9
8
Linkerzijd
7: Sleuf voor SD-kaart
8: Aansluiting voor hoofdtelefoon of voor TMC werpantenne
9: Aansluiting voor 100V-240V-voeding (optionaal), resp. 12V/24V sigarettenaansteker
Rechterzijd
Page 8
Overzicht apparaat
151
PN 1000
10
Onderzijde
10: Reset: als het navigatiesysteem niet meer reageert op uw ingave, kunt u hier met bijv.
een omgebogen paperclip of een balpen een reset van het systeem uitvoeren. Reeds
opgeslagen gegevens gaan hierbij niet verloren!
13
12
11
Bevestigingssysteem
11: Voet
12: Zuigvoet
13: Zuigvoetomhoog
Houder met zuignopje kan afwijken van de afbeelding!
14: Passive cradle
14
Page 9
152
Ingebruikstelling en montage
Eerste ingebruikstelling
Voordat u de navigatieinstelling voor de
eerste keer kunt inschakelen, moet u de
datadrager met de data van de kaart en
de accu vastzetten. Daarvoor moet u de
volgende stappen uitvoeren:
•Zet de bijgevoegde memory kaart in
het vakje op de linkerkant van de
toestel.
•Open het accuvakje.
•Sluit de kabel van de accu bij de contacdoos aan, volgens de afbeelding.
Zorg daarvoor dat de connector in de
juiste richting wordt gezet. Zet de
accu in het accuvakje en leg de kabels
in de voeg oberkant van het vakje. Nu
kunt u het deksel van het accuvakje
dichtdoen.
•Sluit het navigatiesysteem aan met de
adapter van de sigarettenaansteker
op de stroombron van 12V/24V in uw
voertuig. De accu begint dan op te laden. Het duurt ca. 5 huur voordat de accu helemaal
geladen is. De duur van de accu zonder voeding is ca. 3 huur, afhankelijk van gekozen
applicaties en de astemming van de helderheid van het scherm.
Montage
De montage in het voertuig kunt u op volgende wijze uitvoeren:
•Zoek voor de montage van de zuignap een geschikte plaats
in het voertuig, die vanuit de bestuurdersstoel goed te zien
is, maar het zicht niet belemmert.
•Steek de houderplaat (pasieve cradle) zo op de houder dat
de klauwen van de houder in de twee verlagingen aan de
achterkant van de plaat zitten. Schuif de rasterplaat vervolgens naar de zijkant totdat deze vastklikt.
•Houdt u hierbij absoluut rekening met de veiligheidsaanwijzingen pagina 146.
•Druk het zuignopje zo tegen de ruit, dat de houder in de
richting van de hemel staat en dat er niets in de weg is, en duw het hendeltje net zolang
tegen de ruit aan, tot het invalt.
•Bevestig het navigatiesysteem zo dat het er veilig op het cradle vastklikt.
In geen geval mag het in positie brengen van het beeldscherm door het bewegen van
het navigatiesysteem zelf worden uitgevoerd.
Demontage: voor de demontage klapt u de vergrendelingshendel in tegenovergestelde richting en trekt u voorzichtig aan de doorzichtige rubberen lus van de zuignap,
zodat u de zuignap van de voorruit kunt losmaken.
Page 10
Configuratie
153
Configuratie
•Na het inschakelen van het navigatiesysteem
verschijnt het scherm van het doen van de
rechtsafstand.
•Raak na het lezen van het scherm de OK aan.
•Op het moment dat het systeem klaar is, verschijnt op het scherm het hoofdmenu.
Aanraakdisplay Navigatiesysteem is met
een aanraakdisplay uitgerust. De toetsen op
het scherm kunt u met uw vinger aanraken.
Raak het scherm nooit aan met scherpe voorwerpen of voorwerpen met ruwe randen,
daar zulke voorwerpen de gevoelige aanraakdisplay kunnen beschadigen.
Hoofdmenu (Main menu)
In het Hoofdmenu (Main menu) zijn de volgende
functies ter beschikking:
Reisdoel (Destination) (pagina 162)
Raak de toets Reisdoel (Destination) aan en kies
het reisdoel, als u wilt dat het navigatiesysteem u
vanaf de plaats waar u zicht bevindt naar het bepaalde reisdoel leidt.
Thuis (Home)
Een kortere weg. Zodra u Thuis (Home) instelt,
kunt u, door eenvoudig de toets Thuis (Home) in
het hoofdkeuzemenu aan te raken, het systeem
vragen om u naar dat adres te navigeren.
Werk (Work)
Een kortere weg. Zodra u Werk (Work) instelt, kunt u, door eenvoudig de toets Werk
(Work) in het hoofdkeuzemenu aan te raken, het systeem vragen om u naar dat adres te
navigeren.
Kaart display (Map Display) (pagina 154)
Als u het navigatiescherm wilt zien, raak de toets Kaart display (Map Display) aan.
Instellingen (Settings) (pagina 154)
Als u de basisinstelling wilt wijzigen, bijv. taal, volume, helderheid, meeteenheid (kilometers
of mijlen), raak de toets Instellingen (Settings) aan.
Functiebalk (Toolbar)
Functiebalk is een snellere weg naar verschillende functies en informaties, (bijv. navigatie
zonder geluid (Mute), instellen van de volume (Volume), dag of nacht (Day or Night),
route wijzigen (Change route) of informatie
krijgen (Information). Functiebalk kan geopend en afgesloten worden door het logo op
het scherm rechts onderaan aan te raken.
Page 11
154
Instellingen
Instellingen (Settings)
Als de basisinstelling moet worden gewijzigd, raak de toets Instellingen
(Settings) aan, in het hoofdmenu.
•Raak de Instellingen (Settings) aan. U komt in het deelmenu. Druk op de
toets met pijltje rechts onderaan op het scherm, om zo achter elkaar op de
overige pagina’s van het deelmenu te komen.
Als u het keuzeoverzicht wilt verlaten, zonder de wijzigingen op te slaan, raak de toets
Terug (Back) aan. Daarmee keert u terug naar het vorige menu. Als u een keuze in het
menu maakt of als u op de OK drukt, wordt uw keuze bevestigd en de weergave keert
terug naar het vorige menu.
U kunt verschillende systeemparameters instellen:
Kaart display (Map display), Scherm (Screen), Regionaal (Regional), Adresboek (Addressbook), Informatie (Information), Geluid (Sound), Wijziging route (Change route), Simulatie (Simulation), TMC Kanaal verkeersberichten, Gevaarlijke plaatsen (Alert points), Positie en snelheid (Position & Speed), Kies kaart (Select map) en Systeem ID (System ID).
Kaart display (Map display)
Deze parameter maakt de toegang naar de instelling van kaartweergave mogelijk, bijv.:
Rijrichting (Heading up) Als u uw geprefereerde oriëntatie wilt instellen, kies
deze mogelijkheid. Parameter kan worden ingesteld naar Rijrichting aan of Rijrichting uit (Heading up On of Heading up Off). Als de rijrichting aan is (On),
staat de auto met de voorkant in de rijrichting (kaart is in de rijrichting georiënteerd). Als de rijrichting uit is (Off), is de kaart georiënteerd met het noorden
naar boven (auto beweegt in alle richtingen).
POI-iconen (Categoriën)
Kies deze iconen (symbolen),die op de kaart afgebeeld zouden worden.
Infopunten op de kaart afbeelden (Alert Points)
Plaatsen met de infopunten kunnen op de kaart worden afgebeeld (die zijn beschikbaar alleen in de landen waar deze informatie wordt aangeboden).
De functie van de afbeelding van infopunten kan in het POI (Points-of-interest) menu worden geactiveerd doordat u de keuze Alert (waarschuwing) activeert. Na het openen van het
POI menu tip de volgende knoppen aan:
Hoofdmenu (Main Menu) > Afstelling (Settings) > Kaart display (Map display) >
Volgende (1/3) (Next) > Volgende (2/3) (Next) > Iconen (categoriën) van info-
punten (POI Icons / categories).
Scherm (Screen)
Kies deze mogelijkheid als u bijv. Dag of Nacht (Day or night) wilt instellen,
Kleurenschema (Colour scheme) en Helderheid (Brightness).
Statusregel (Status bar) Statusregel is onderaan het scherm weergegeven.
In het menu Instelling statusregel (Settings status bar) kunnen geprefereerde
waarden worden ingesteld (bijv. plaatselijke tijd, resterende reistijd, GPS status,
actuele snelheid). Door u gekozen afstemmingen worden als de symbolen in de
statusregel afgebeeld. De vooraftemming voor de statusregel kunt u direct door
het aantippen van de behorend knop veranderen.
Page 12
Instellingen
155
Keuze van kleuren (Colour selection)
Behalve de kleuren van het menu kunt u ook kleuren voor de afbeelding van de
kaart kiezen.
Aanbieding van kleuren heeft volgende mogelijkheden:
Dagkleur van menu kiezenDagkleur van de kaart kiezen
Nachtkleur van menu kiezenNachtkleur van de kaart kiezen
Alleen dagkleur kiezen
Als de keuze Alleen dagkleur kiezen actief is, is er geen verschil tussen de dagregime en de
nachtregime – Nachtkleur van het menu en Nachtkleur van de kaart zijn dan gelijk als Da-
gkleur van het menu en Dagkleur van de kaart. In dit geval zijn de knoppen Nachtkleur van
het menu en Nachtkleur van de kaart inactief.
De schakeling tussen de Dag kleur en de Nacht kleur wordt met de knop Nacht/
Dag of op de Functiebalk uitgevoerd. Tip de volgende knoppen aan: Hoofdmenu
(Main Menu) > Instellingen (Settings) > Scherm (Screen).
Als de functie van de Automatische instellingen van helderheid uitgeschakeld is,
dan wordt ook de omschakeling van de helderheid van het scherm uitgevoerd.
Regionaal (Regional)
Deze parameter maakt de toegang naar de regionale instellingen mogelijk, bijv.:
•Taal (Language) Mogelijkheid om geprefereerde taal te kiezen.
•Stem (Voice) Mogelijkheid om het gewenste stemtype te kiezen. (Toevoe-
gende stembestanden worden op de SD-kaart opgenomen.)
•Km/mijl (Km/miles) Mogelijkheid de meeteenheid te kiezen.
•Klok (Clock 12/24) Mogelijkheid de tijdweergave te kiezen, of met 12 uur of
24 uur.
Page 13
156
Instellingen
Adresboek (Address book)
Adressen kunt u in het Adresboek (Address book) opslaan, als voorkeurreisdoelen. In dit menu kunt u ook reisdoelen verwijderen. De ingestelde adressen kunt
u later altijd voor navigatie gebruiken.
Naast de gepersonaliseerde instellingen kunt u ook uw adresboek op de SD kaart exporteren
en een ander adresboek uit de SD kaart importeren. Op deze manier kunt u heel makkelijk
het adresboek naar een andere PN 1000 / PN 2050 / PN 3000 overdragen. Als u het adresboek
wilt importeren of exporteren, pas op of de SD kaart in de behorende SD kaart slot word
geschakeld.
Om het adresboek op de SD kaart te exporteren ga naar het Hoofdmenu (Main
Menu) > Instellingen (Settings) > Adresboek (Address book) en tip de knop
Export aan. Na de afloop van het exporteren wordt een bevestiging afgebeeld.
Om het adresboek uit de SD kaart importen ga naar het Hoofdmenu (Main
Menu) > Instellingen (Settings) > Adresboek (Address book) en tip de knop Ver-plaatsen aan (Import / Replace.) Als op de SD kaart een geexporteerd adresboek
beschikbaar is verplaatst dit het adresboek in de navigatiesysteem. Voor de eigen
verplaatsing van het actuele adresboek wordt u gevraagd om deze stap te bevestigen.
* "Secure Digital Card" en het logo "Secure Digital" zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken van SD Card Association.
Geluid (Sound)
Kies deze mogelijkheid, als u de afstemming van de reproductie wilt veranderen
(b.v. geluid uitschakelen, de volumeregulatie, de toon van het toetsenboord).
Wijziging route (Change route)
U kunt een korte, middellange of lange omleiding kiezen. Als u TMC gebruikt,
dan kunt u de data van uw weg actualiseren of voor het systeem verkeersinformatie registreren.
Simulatie (Simulation)
In dit menu kunt u simulatie van uw route instellen. U kunt bijv. de vertrekplaats
instellen en het navigatiesysteem gaat voor u de reis naar het gewenste reisdoel
en terug simuleren.
Gedurende navigatie volgt het systeem op de achtergrond in regelmatige intervals de recente informatie over het verkeer (TMC), op voorwaarde dat dergelijke
informaties in het landgedeelte, waar u zich bevindt, ter beschikking zijn.
Gevaarlijke plaatsen (Alert points)
Gevaarlijke plaatsen (Alert points) kunnen in beeld of in geluid waarschuwingen geven.
Page 14
Instellingen
157
Positie en snelheid (Position & speed)
In dit menu kunt u de actuele positie wijzigen.
Kies kaart (Select map)
Deze parameter maakt de toegang tot het keuzemenu, waarin één van de geïnstalleerde kaarten kan worden gekozen.
Systeem ID (System ID)
Kies het in het geval, wanneer u de versie van het programmaproduct en kaartdatabase wilt weten.
Originele instellingen (Factory defaults)
Tip in dit menu de knop adressen verwijderen (Clear addresses) aan als u alle
adressen in de adresboek (Adress book) opslaan wilt. Als u het system in de
oorspronkelijke staat wilt terugbrengen, tip de originele instellingen (Factory Defaults) aan.
U kunt uw keuze, die u hier instelt, altijd wijzigen. In de geactualiseerde versies van
het programmaproduct kan de structuur van het menu zijn gewijzigd.
Gebruikers (Users)
De personalisatie maakt de keuze van persoonlijke instellingen en informatie mogelijk voor
de gebruikers van het navigatiesystem. In het navigatiesysteem kunnen ook deze gegevens
gepersonaliseerd worden:
•laatst gekozen taken
•kleur van het menu
•kleur van de kaart
•mogelijkheden van de kaart display
•instellingen van helderheid
•taal van het menu
•geprefereerde taal
•geluidsinstellingen
•route criteria
•instellingen van stimulatiemodus
•tijdzone en overgang naar winter/zomer tijd
•keuze van zichtbare en hoorbare infopunte
Als er nog geen gebruikers in het system staan, sla het systeem de gekozen instellingen als
standaard instellingen op. Na de creëren van de eerste user account worden deze nieuwe
instellingen naar deze nieuwe user account gecopieerd.
Gebruiker scherm
Op het scherm kunt u andere user accounts creëren, snel van de ene gebruiker
naar de andere overgaan, gebruikers accounts vestigen, uitwissen, back-up creëren en de user accounts vernieuwen.
Van de ene gebruiker naar de andere overgaan
Na het omschakellen van de gebruiker worden de instellingen en de informatie
(als kleur van het menu en geprefereerde taal) die tot de door u gekozen user
account behoren opgeladen.
Page 15
158
Een nieuwe gebruiker creëren
Op het scherm toetsenboord vul de gebruikersnaam in en tip de knop OK aan.
Als de gebruiker deze user account op het gebruiker scherm kiest, zullen de volgende gekozen instellingen als de uitgangsinstellingen worden geactiveerd.
Gebruiker uitwissen
Kies de gerbuiker die u uit de lijst van gebruikers wilt uitwissen. Een actueel actieve user account kan niet worden uitgewist.
Data back-up
Creër een back-up voor het adresboek en de instellingen van actueel actieve
gebruiker op de ingeschakelde SD* kaart .
Back-up data opladen
Laad de back-up van het adresboek en de instellingen van de actueel actieve
gebruiker uit de ingeschakelde SD kaart. Het opladen van de back-up data is
mogelijk alleen in het geval dat de back-up data van de actueel actieve gebruiker
op de ingeschakelde SD kaart beschikbaar zijn.
Het scherm voor de keuze van gebruiker bij de systeemstart afbeelden
Deze functie is handig bovendien in geval dat het navigatiesysteem vaak door
twee of medere gebruikers wordt gebruikt.
Instellingen
Route criteria (Route criteria)
Deze gegeven vermeldt welke Route criteria op dit moment actief zijn.
Om deze gegeven te kiezen tip een van de symbolen op de statusregel naar beneden
van het scherm aan, en kies Route criteria uit de lijst.
Op de statusregel worden volgende symbolen als route criteria afgebeeld:
Trajecten niet ingrijpenSnelste route
Tolwegen niet ingrijpenKortste route
Tunellen niet ingrijpenVoorkeur aan snelwegen
Verkeersinformatie ingreijpenSnelwegen niet ingrijepen
Motorfiets
Page 16
GPS en TMC
159
Status en kwaliteit GPS
Na het eerst opstarten van de navigatie kan het enkele minuten duren voordat het GPS signaal een voldoend niveau bereikt en uw actuele positie bepaalt. Als het niet mogelijk is een
voldoend GPS signaal te krijgen, gelieve het hoofdstuk „Foutoplossing“ te lezen, waar mogelijke oplossingen van het probleem zijn opgenomen.
Om een beter GPS signaal te krijgen, houd het navigatiesysteem verticaal.
Als u het navigatiesysteem in stedelijke gebieden gebruikt, kan de actualisatie van details op de map iets langer duren. Het komt door een grote hoeveelheid wegen en
overige informaties (bijv. hotels, restaurants), alsook door de grote dichtheid van de
bewoonde gebieden. Bovendien kan ook de instelling van de ontvangst van het GPS
signaal langer duren in het geval, wanneer u ondergrondse garages of een ander gebouwtype, waar de GPS signalen geblokkeerd zijn, net verlaat.
Ontvangst van het GPS signaal kan worden gecontroleerd als volgt
Controleer de GPS status (GPS Status) op de statusregel.
Als de statusregel de GPS status niet weergeeft, druk in de regel op de GPS status en kies in
het menu de GPS status (GPS Status).
Er wordt het aantal van de GPS satellieten weergegeven. De kwaliteit van het GPS signaal
wordt door de vorm en kleur van het controlemerk weergegeven:
Rood Geen ontvangst
Geel Aanvang of een onvoldoende kwaliteit van het signaal,
het aantal gevonden satellieten is minder dan 3
Geel Voldoende signaalkwaliteit, maar de positie is niet precies
Groen Goede signaalkwaliteit, precieze positie
Page 17
160
GPS en TMC
Status en kwaliteit TMC
Het gebruik van de TMC biedt nog een andere functie aan, die het voor u mogelijk maakt om de files op de weg dynamisch te ontwijken. Gedurende navigatie
verkrijgt het systeem op de achtergrond vanuit TMC in regelmatige intervals de
recente informatie over het verkeer, op voorwaarde dat een dergelijke informatie in het gedeelte van het land, waar u zich bevindt, ter beschikking is.
Ontvangst van de TMC gegevens geeft de statusregel zichtbaar weer.
Ontvangst van de TMC kan worden aangezet of uitgezet (On of Off) door op de
Instellingen (Settings) te drukken en daarna op de TMC.
Verkeersberichten hangen van enkele voorwaarden af, bijv. dat de TMC aanstaat
(On), verkeersberichten bekend zijn en dat de verschaffer daarvan deze uitzendt en
gegevens te ontvangen zijn.
Als de TMC aangezet wordt (On), maar er geen ontvangst is, verschijnt een rood controlemerk. Zodra de TMC ontvangen worden, de naam van de verschaffer verschijnt in de statusregel in het groen. Als de TMC uitstaat (Off), verschijnt geen verschaffer en men ziet een
smalle streep.
Als de TMC aanstaat (On) en de verkeersberichten ontvangen zijn, verschijnt in de statusregel ook de vertragingstijd, veroorzaakt bijvoorbeeld door files of werk aan de
weg. Dit wordt in kleur in de zandloper weergegeven:
Rood TMC gegevens zijn met vertraging ontvangen
Groen TMC gegevens zijn zonder vertraging ontvangen
Grijs TMC gegevens zijn niet beschikbaar of de ontvangst staat uit
(alleen bij de verkeersversie van het product)
Als de TMC aanstaat (On) en op uw route een verkeersfile is, verschijnt in de linkerhoek op het kaartscherm een operationele icoon. Bij indrukken van de icoon verschijnt
een overzicht met gedetailleerde gegevens.
Page 18
GPS en TMC
161
Manuele keuze van de TMC zender*
De keuze van de TMC zender gebeurt automatisch (standaard instelling). U kunt ook geprefereerde TMC zender manueel kiezen.
Om het manueel keuze te doen ga over naar het scherm om de TMC zender te
kiezen. In de lijst worden alle TMC zenders genoemd die de signaalonvangst op
het moment van het openen van het scherm voor de keuze van de TMC zender
mogelijk maken.
Als u de automatische keuze van de zender vraagt, kies de zender afgebeeld op de eerste
positie in de lijst of kies een van de genoemde TMC zenders in geval dat u de gegeven zender
manueel wilt kiezen.
Het symbool van de signaalsterkte geeft aan de kwaliteit van de onvanst van de
TMC zenders die in de lijst genoemd zijn.
Bij de afbeelding van de verkeersinformatie wordt ook naar rechts in het bovendeel van het scherm de naam van de TMC zender die deze informatie heeft gestuurd afgebeeld.
Verkeersinformatie tijdens de reis afbeelden (Route regel)*
De route regel geeft overzicht van alle verkeersobstakels die zich op de gekozen route tussen uw actuele positie en uw bestemming vinden.
Als de functie van de Verkeersinformatie actief is verschijnt er op de linkerkant
van de kaart een Route regel, als er op de door u gekozen route een of meer
verkeersobstakels verschijnt.
De roode streep op de Route regel merkt de plaats waar de verkeersobstakel
zich op de route vindt. De lengte van de roode streep geeft de lengte van de
verkeersobstakel.
* Die zijn alleen ter beschikking voor PN1000 en PN2050 / PN3000, en als deze in
de cradle MA3000T of MA3000TB worden vastgezet.
Page 19
162
Navigatie
Navigation
Het doel van het navigatiesysteem is om u vanuit uw actuele locatie naar de gewenste doelplaats te leiden. De navigatiefunctie stelt automatisch met behulp van het signaal vanuit de
GPS uw actuele positie vast. Het enige wat u moet doen, is uw doelplaats eenvoudig in het
systeem in te voeren en het navigatieproces start op en begint de gesproken en visuele instructies te geven.
Alle stappen die vanaf het invoeren van het adres tot het bereiken van uw doelplaats gedaan moeten worden, zijn in het volgende gedeelte uitgelegd.
Voer uw doelplaats in
Kies als eerst de doelplaats uit. Druk op de Doelplaats (Destination) in het Hoofdmenu (Mainmenu). In dit menu ziet u verschillende mogelijkheden: Adres (Address), Adresboek (Addressbook), Historie (History) en Speciale bestemmingen – POI (Point of interest – POI).
Voor uw gemak zijn de functies Thuis (Home)
en Werk (Work) direct vanuit het hoofdmenu
toegankelijk. Door het aanraken van Thuis
(Home) en Werk (Work) op het scherm
wordt u naar deze doelplaatsen genavigeerd.
U kunt ook een Adres invoeren (Address) of een
adres vanuit het Adresboek kiezen (Addressbook), uit het overzicht van uw voorafgaande
doelplaatsen Historie (History), of van het overzicht van bijzondere doelplaatsen Speciale bestemmingen – POI (Point of Interest – POI, bijv.
restaurant, pompstation of autodealer).
U kunt ook geografische coördinaten (Geo-graphi-cal co-ordinates) invoeren. Als u de navigatie wilt
beëindigen, tip de knop navigatie stoppen (Stopguidance) aan.
Adres (Address)
•Raak op het scherm de Adres (Address) toets.
•Raak de toets Land invoeren, loop in de lijst om-
laag en omhoog en kies het gewenste land.
•Raak de toets Plaatsnaam invoeren en voer de
naam van de stad, waar u naartoe wil.
•Raak de toets Straat invoeren en voer de ge-
wenste straatnaam in.
•Vul dan als laatst het huisnummer in en raak
de OK.
Voor het invoeren van het doeladres op een
alternatieve wijze kunt u ook de schakeltoet-
sen in het Adres (Address) gebruiken. U kunt
tussen de Stad (City) en Postcode (ZIP Code) (Nodig alleen bij sommige landen), het
Nummer (Number) en Kruispunt (Crossing) overschakelen.
Quick Tap: Op het scherm Adres (Address) kunt u de knop POI aantippen. Zo kunt u
uit de lijst van speciale delen (bv. restauraties, hotels, luchthavens, tankstations, auto-
verkopers) die door u gewenst kiezen.
Page 20
Intelligente schrijfmachine Navigatiesysteem is met een intelligente schrijfmachine
uitgerust, waar slechts de mogelijke tekens
kunnen worden ingevoerd.
Lijst toets (List-Button) Na het opschrijven van enkele letters kunt u de „Lijst“
aanraken. Er verschijnt een lijst met resultaten.
Met de toetsenbordschakelaar kunt u
tussen het intoetsen van letters, cijfers
of letters met diacritische tekens omschakelen.
De onjuist ingevoerde gegevens (hele woorden of enkele letters) kunnen met
behulp van de „backspace“ toets worden gewist.
Adresboek (Address book)
Na het aanraken van het Adresboek (Address book) verschijnt op het scherm de
lijst met alle eerder gebruikte en opgeslagen adressen. Als u een adres wilt toevoegen, andere naam geven of naam verwijderen, druk op Adresboek (Address book) in Instellingen (Settings).
Historie (History)
Na het aanraken van de Historie (History) verschijnt op het scherm de lijst met
de (recent gebruikte) doelplaatsen.
Navigatie
163
Speciale bestemmingen – POI menu (POI menu)
POI zijn aparte doelplaatsen. Als u een POI (POI) wilt kiezen, raak de Speciale bestemmingen – POI (Point of Interest) aan. Als u een bepaalde Plaats van belangstelling wilt kiezen, moet u weten, waar u wilt zoeken: in de omgeving van uw
Actuele positie (Current Position) of van uw Doelplaats (Destination).
U wilt bijv. een hotel vinden dichtbij uw actuele positie. Door op de POI (POI) toets te drukken, maakt u het menu POI (POI) open. Raak daarin de Actuele positie (Current position)
aan. Het navigatiesysteem zal u dan een overzicht met alle bekende Categorieën POI (POIcategories) laten zien. Na Hotel te kiezen laat het navigatiesysteem een lijst met alle bekende hotels in het gebied zien. Het hotel, welk het dichtst bij uw actuele positie ligt, staat
op de lijst op de eerste plaats. U kunt een hotel kiezen door de hotelnaam op de lijst aan te
raken. Daarmee kiest u het hotel en uw doelplaats. Het systeem berekent nu automatisch de
route en weergeeft die op de kaart. U start de navigatie met de OK toets op het scherm Bevestiging (Confirmation) op.
Als u coördinaten intoetst, moet u eerst de zuidelijke of de noordelijke hemisfeer
kiezen.
Navigatie stoppen (Stop guidance)
Het aantippen van de navigatie stoppen (Stop Guidance) zal de actuele naviga-
tie beëindigen.
Page 21
164
Navigatie
Bevestiging (Confirmation)
Na het invoeren van de doelplaats verschijnen alle
elementen van de gewenste doelplaats op het
scherm Bevestiging (Confirmation) en het systeem
zal uw keuze bevestigen. Bovendien kunt u de
doelplaats in het Adresboek (Address book) opslaan of met behulp van een kortere weg onder
Thuis (Home) en Werk (Work). U kunt de instelling
van de navigatie aanpassen (bijv. door een korte of
snelle route te plannen). Tip de OK knop aan, of
wacht een moment: het kaart display (MapDisplay) verschijnt automatisch. Het scherm kaart
display (Map Display) verschijnt en het navigatieproces start op, samen met de gesproken en visuele
instructies.
Elke doelplaats wordt automatisch opgeslagen in de Historie (History).
Kaart display (Map Display)
Zodra men een doelplaats invoert, wordt de betreffende route automatisch berekend en verschijnt op
de kaart. Op dat moment kunt u vertrekken en het
navigatiesysteem zal u naar de door u gekozen
doelplaats leiden.
Met de toets Kaart display (Map Display) in het
Hoofdmenu (Main Menu) wordt de kaart direct
weergegeven.
Kaart vergroten/verkleinen (Zoom in/out)
De schaal van de kaart kan met behulp van en toetsen worden aangepast. Deze
knoppen zijn onzichtbaar als de automatische maatbepaling wordt geactiveerd.
•Verkleinen van de kaart vindt plaats door herhaaldelijk op te drukken,
tot het bereiken van het gewenste niveau.
•Vergroten van de kaart vindt plaats door herhaaldelijk op te drukken,
tot het bereiken van het gewenste niveau.
Kompas (Compass): Aanraking van het kompas verandert de oriëntatie van de kaart
van met het noorden naar boven naar de rijrichting of omgekeerd.
Onder het rijden via de route kunt u altijd een nieuw adres instellen. Het navigatiesysteem herberekent de route en de navigatie loopt door.
Met aanraking van de kaart kunt u gemakkelijk van een tweedimensionale naar driedimensionale weergave overschakelen.
Page 22
Navigatie
Opmerking
De duidelijk zichtbare kolom rechts op
de kaart geeft zichtbare instructies
weer (bijv. uitgestippelde route met
pijltje betekent „Rij over deze weg“. De
kaart zelf geeft andere elementen
weer, die herhaaldelijk aan en uitgezet
kunnen worden.
Dat kan door de Kaart display (Map dis-play) in Functiebalk (Toolbar) of in de
Instellingen (Settings) aan te raken.
Functiebalk (Toolbar)
Functiebalk (Toolbar), als kortere weg voor de toegang tot verschillende functies en informatie,
wordt geopend door het indrukken van het logo
rechts onderaan het scherm.
Voorbeeld: Informatie (Information)
Met aanraking van deze icoon verschijnt het deelmenu Informatie
(Information) in de Instellingen (Settings).
165
Simulatie (Simulation)
De routes kunnen gesimuleerd worden. Na het invoeren van de doelplaats maakt het systeem het
voor u mogelijk de route vooraf te zien. U kunt zelfs
de route vanuit een andere vertrekplaats laten simuleren, dan uw actuele positie is. Het simulatieproces Simulatie (Simulation) start op na de
aanraking van de Instellingen (Settings) op het
hoofdmenu. Hier wordt een reeks instellingen
weergegeven, inclusief de Startlocatie (Start loca-tion) en Simulatie (Simulation).
Page 23
166
Foutoplossing
Foutoplossing
FoutOplossing
Geen GPS-ontvangst in het voertuigVoorruitverwarmingen, resp. gekleurde ge-
deelten van de voorruit met aangebracht metaal, stoten het GPS-signaal af.
Geen GPS-ontvangstControleer of de GPS-antenne op de bovenzij-
de van het navigatiesysteem niet wordt bedekt
door voorwerpen.
Slechte GPS-ontvangstHoud het navigatiesysteem altijd loodrecht.
Het navigatiesysteem reageert niet meer
op aantippen, resp. laat zich niet meer
uitschakelen.
Systeem start niet, beeldscherm blijft donker
Na korte tijd te werken, schakelt het systeem automatisch uit.
Geen gesproken instructies bij de bestemmingsgeleiding te horen.
De bestemmingsgeleiding is onnauwkeurig.
Rij-instructies komen niet overeen met de
daadwerkelijke verkeerssituatie.
Geen geluid In dit geval kan de uitschakeling van het geluid
De stem is alleen in EngelsAlle stemmen worden in de SD-kaart opge-
Als het navigatiesysteem niet meer reageert,
wanneer u gegevens invoert, kan de reset-knop
worden ingedrukt met bijv. een omgebogen
paperclip of een balpen. Reeds opgeslagen ge-
gevens gaan hierbij niet verloren! Start het na-
vigatiesysteem opnieuw met de aan-/uit-
schakelaar.
Controleer of de accu opgeladen is, resp. de
stroomtoevoer gegarandeerd is. Controleer of
bij een aansluiting met de gelijkstroomkabel in
het voertuig de stekker in de sigarettenaanste-
ker vast zit en contact maakt.
Bij extreem lage of hoge temperaturen, wordt
het systeem door de bescherming tegen be-
schadigingen tijdelijk uitgeschakeld. Het sys-
teem schakelt zich weer in, zodra de
temperatuur weer normaal is. De onverwachte
uitschakeling is mogelijk ook als de accu leeg is.
Controleer, of in de basisinstellingen, resp. in
het navigatie-submenu het volume correct is in-
gesteld.
Een onnauwkeurigheid van 50 m ligt binnen de
tolerantiegrenzen. Indien vaker grotere on-
nauwkeurigheden optreden, neemt u dan con-
tact op met een geautoriseerde vakhandel.
Mogelijkerwijze is de door het navigatiesys-
teem bepaalde positie op dit tijdstip incorrect.
De verkeerssituatie werd eventueel gewijzigd
en komt niet overeen met de informatie op de
kaart.
worden geactiveerd of het volume te laag
wordt ingesteld.
slaan. Als de SD-kaart in het vakje van de navi-
gatieinstelling wordt geplaatst, alle stemmen
zijn ter beschikking. Als de SD-kaart wordt ver-
wijderd alleen de Engelse stem is ter beschik-
king.
Page 24
Meer informatie
Technische gegevens
PN 1000
3,5"-kleuren-TFT-LCD met een resolutie van 320 x 240 pixels,
touchscreen, anti-reflectielaag
Processor met 300MHz
64MB flash-ROM en 64MB SD-RAM
20-kanaals GPS-ontvanger
Lithion-ionen-accu met een capaciteit van 1000 mAh
Afmetingen: ca. 105 mm breedte x 79 mm hoogte x 23 mm diepte
Gewicht: ca. 189 g
Bedrijfstemperatuur: -20 °C tot +60 °C
De tijdelijke temperatuur van de opslag: van -30 °C t/m + 60 °C
Ladetemperatuur voor lithium-ionen-accu: 0 °C tot +45 °C
De support van SD-kaarten met de geheugencapaciteit max. 2 GB