Vdo dayton PN 1000 User Manual [nl]

Page 1
Page 2
Inhoud
145
Inhoud
Algemene opmerkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146
Voor uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .146
Onderhoud en reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .147
Overzicht apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Bedieningselementen en aansluitingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
Ingebruikstelling en montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .152
Eerste ingebruikstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
Montage. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
Configuratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
Navigatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162
Foutoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 166
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
Page 3
146
Algemene opmerkingen
Voor uw veiligheid
Voordat u begint met de montage en het gebruik van het navigatiesysteem, maakt u zich a.u.b. eerst vertrouwd met de bedieningselementen. Lees ook de veiligheidsinstructies aan­dachtig door, om eventuele schade voor u of andere verkeersdeelnemers te vermijden.
Het gebruik van het navigatiesysteem vrijwaart de bestuurder in geen geval van zijn eigen verantwoordelijkheid. De geldende verkeersregels en de actuele verkeerssitua­tie hebben te allen tijde voorrang.
Het plaatsen van het beeldscherm en het invoeren van gegevens in het navigatie­systeem dient u wegens de verkeersveiligheid uitsluitend vóór de rit of bij een stil­staand voertuig uit te voeren.
Als u het beeldscherm op een bevestigingssysteem in uw voertuig aanbrengt, dan dient u op volgende punten te letten: In geen geval mag het in positie brengen van het beeldscherm door het bewegen van het navigatiesysteem zelf worden uitgevoerd. Plaats het beeldscherm zo, dat u snel en eenvoudig op het beeldscherm kunt kijken en geen last heeft van hinderlijke spiegelingen en niet verblind kunt raken. Het beeld­scherm mag niet op een plek worden aangebracht, waar het zicht wordt belemmerd op zaken die belangrijk zijn voor een veilig rijgedrag (bijv. op de straat of op het in­strumentenpaneel). Het beeldscherm mag ook niet worden aangebracht in het op­blaasbereik van de airbags. Bevestig het navigatiesysteem op een veilige wijze, zodat het zelfs bij plotseling afremmen in een noodsitiuatie of een botsing niet weg kan slin­geren.
Kijk alleen op het beeldscherm, indien dit zonder risico's mogelijk is. Als u langere tijd op het beeldscherm moet kijken, stopt u dan op een hiervoor geschikte plaats.
Waarden van de statusregel worden voor de actuele snelheid, resterende reistijd en resterende reisafstand berekend. De juistheid van deze waarden kan echter niet in elk geval worden gegarandeerd. De echte snelheid kan altijd door het af te trekken wor­den vastgesteld.
De hoofdtelefoon – de regulatie van het volume: het grote volume kan uw gehoor be­schadigen of reduceren.
Het systeem houdt geen rekening met de relatieve veiligheid van de geadviseerde routes. Met wegversperringen, wegwerkzaamheden, hoogte- of gewichtsbeperkin­gen, verkeers- of weersomstandigheden of overige factoren, die de veiligheid of de benodigde rijtijd voor de route kunnen beïnvloeden, wordt bij de geadviseerde routes geen rekening gehouden. Controleer de geschiktheid van de geadviseerde routes volgens uw eigen inschattingen. Gebruik de functie „Wijziging route” (Change Route) om andere routevoorstellen te krijgen, of volg gewoon de route van uw keuze en laat de automatische routeberekening een nieuwe route plannen.
In bepaalde gebieden is het mogelijk dat doodlopende wegen, éénrichtingsverkeers­situaties (bijv. bij een voetgangersgebied) niet zijn opgenomen in de navigatie. Let hier bijzonder op de actuele verkeersborden en het wegenverkeersreglement.
Als u in een geval van nood een hulpdienst (politie, brandweer, etc.) zoekt, vertrouwt u dan niet uitsluitend op het navigatiesysteem. Handelt u altijd naar uw eigen inschat­tingen en mogelijkheden om in zo'n situatie hulp te krijgen.
Page 4
Algemene opmerkingen
Stel het navigatiesysteem niet bloot aan grote hitte of extreme zonnestraling. Tempe­raturen boven 50 °C kunnen het navigatiesysteem zelf en in het bijzonder de hierin gebruikte lithium-ionen-accu zwaar beschadigen. Het opladen van de lithium-ionen­accu is uitsluitend bij een temperatuur tussen 0-45 °C mogelijk. Let u a.u.b. op de vei­ligheidsaanwijzingen voor het gebruik van de accu! In veel landen mogen lege batte­rijen en accu's niet samen met het normale huisvuil worden verwijderd. Informeert u zich a.u.b. over de plaatselijke voorschriften voor het opslaan van verbruikte batterij­en.
De accu mag alleen onder toezicht worden geladen. Accu niet met geweld openen, er kan buitend zuur naar buiten lopen. Beschadigde of uitgelopen accu's mogen niet meer worden gebruikt. Zorgt u a.u.b. dat deze op vakkundige wijze worden ver­wijderd.
Stel het navigatiesysteem nooit bloot aan vochtigheid, het kan daardoor worden be­schadigd. In het bijzonder tijdens het gebruik op een motorfiets, fiets of in een cabrio dient het navigatiesysteem tegen vochtigheid te worden beschermd, omdat het geen bescherming heeft tegen opspattend water.
Vermijd absoluut dat het beeldscherm in contact komt met scherpe of scherpkantige voorwerpen, het gevoelige TouchScreen kan anders worden beschadigd.
GPS (Global Positioning System) is een op satellieten gebaseerd systeem dat positie- en tijdgegevens om de gehele aarde ondersteunt. Het GPS wordt door de Verenigde Sta­ten beheerd en gecontroleerd. Deze zijn tevens verantwoordelijk voor de beschik­baarheid en de nauwkeurigheid van het systeem. Alle wijzigingen in de GPS­beschikbaarheid en nauwkeurigheid of ook andere factoren uit de omgeving kunnen de werking van het navigatiesysteem beinvloeden. De leverancier van het systeem ga­ranteert de bereikbaarheid en de nauwkeurigheid van GPS niet.
Zorgt u er a.u.b. voor, dat iedereen die het navigatiesysteem gebruikt, deze informa­tie en de aanbevelingen voor het gebruik van het systeem voor het gebruik leest.
Vóór de montage van de bevestigingssysteem aan de voorruit reinigt u de voorruit op de plaats waar u de zuignap wilt bevestigen grondig, zodat vet en stof worden verwij­derd.
Door de temperatuursverschillen tussen dag en nacht of door vocht kan het vacuum van de zuignap van de bevestigingssysteem worden verminderd. Bevestig het naviga­tiesysteem daarom zo, dat het niet wordt beschadigd, wanneer het eventueel naar on­deren valt. Om diefstal te voorkomen, dient het navigatiesysteem 's nachts te worden gedemonteerd.
Het navigatiesysteem dient bij het verlaten van het voertuig te worden meegenomen om diefstal te verhinderen.
147
Onderhoud en reiniging
Neemt u voor het reinigen van het beeldscherm en de behuizing a.u.b. geen reinigingsmiddel. Het best geschikt is een vochtige, zachte doek.
Page 5
148
Overzicht apparaat
Leverpakket
Bij het navigatiesysteem worden volgende onderdelen meegeleverd:
1: Navigatiesysteem (inclusief lithium-ionen-accu) 2: Bevestigingssysteem met zuignap voor het bevestigen aan de voorruit. 3: Gelijkstroom-aansluitkabel 12V/ 24 V voor stroomvoorziening van het navigatiesysteem
in het voertuig (adapter voor sigarettenaansteker)
Voor de stroomvoorziening en het opladen van de accu mag uitsluitend de wissel­stroomvoeding (optionaal) of de gelijkstroom-aansluitkabel worden gebruikt!
4: QuickStart-handleiding 5: TMC werpantenne 6: De SD-kaart bevat de data van mappen en de navigatiestemmen
1
3
Wat kunt u als toevoeging krijgen (optionaal)
Extra accu
100-240 V netvoeding (wisselspanning)
2
6
4
5
Page 6
Overzicht apparaat
Bedieningselementen en aansluitingen
149
1
PN 1000
De bovenkant
1: Aan-/uit-schakelaar
Kort aantippen: het navigatiesysteem schakelt in de stand-by-modus.
Door nogmaals kort aantippen wordt het systeem weer ingeschakeld.
Druk nu ongeveer 3 seconden op de knop om het navigatiesysteem uit te schakelen.
Om de inrichting weer aan te doen, tip kort op deze schakelaar aan. Het navigatie­systeem start helemaal opnieuw.
3
2
PN 1000
Voorzijde
2: Beeldscherm / TouchScreen 3: Status-LED: De status-LED kan in de volgende kleuren branden:
Groen Het navigatieapparaat werkt op de externe stroom-voorziening, de accu is 95%
opgeladen.
Rood Het navigatieapparaat werkt op de externe stroom-voorziening, de accu wordt
opgeladen.
UitgeschakeldHet navigatieapparaat werkt niet op de externe stroom-voorziening.
Page 7
150
Overzicht apparaat
PN 1000
5
4
6
Achterzijde
4: Accuvakje voor lithium-ionen-akku (afdekkapje) 5: Luidspreker 6: Bevestigingsgroeven voor de bevestigingssysteem
PN 1000
6
7
9
8
Linkerzijd
7: Sleuf voor SD-kaart 8: Aansluiting voor hoofdtelefoon of voor TMC werpantenne 9: Aansluiting voor 100V-240V-voeding (optionaal), resp. 12V/24V sigarettenaansteker
Rechterzijd
Page 8
Overzicht apparaat
151
PN 1000
10
Onderzijde
10: Reset: als het navigatiesysteem niet meer reageert op uw ingave, kunt u hier met bijv.
een omgebogen paperclip of een balpen een reset van het systeem uitvoeren. Reeds opgeslagen gegevens gaan hierbij niet verloren!
13
12
11
Bevestigingssysteem
11: Voet 12: Zuigvoet 13: Zuigvoetomhoog
Houder met zuignopje kan afwijken van de afbeelding! 14: Passive cradle
14
Page 9
152
Ingebruikstelling en montage
Eerste ingebruikstelling
Voordat u de navigatieinstelling voor de eerste keer kunt inschakelen, moet u de datadrager met de data van de kaart en de accu vastzetten. Daarvoor moet u de volgende stappen uitvoeren:
Zet de bijgevoegde memory kaart in het vakje op de linkerkant van de toestel.
Open het accuvakje.
Sluit de kabel van de accu bij de con­tacdoos aan, volgens de afbeelding. Zorg daarvoor dat de connector in de juiste richting wordt gezet. Zet de accu in het accuvakje en leg de kabels in de voeg oberkant van het vakje. Nu kunt u het deksel van het accuvakje dichtdoen.
Sluit het navigatiesysteem aan met de adapter van de sigarettenaansteker op de stroombron van 12V/24V in uw voertuig. De accu begint dan op te laden. Het duurt ca. 5 huur voordat de accu helemaal geladen is. De duur van de accu zonder voeding is ca. 3 huur, afhankelijk van gekozen applicaties en de astemming van de helderheid van het scherm.
Montage
De montage in het voertuig kunt u op volgende wijze uit­voeren:
Zoek voor de montage van de zuignap een geschikte plaats in het voertuig, die vanuit de bestuurdersstoel goed te zien is, maar het zicht niet belemmert.
Steek de houderplaat (pasieve cradle) zo op de houder dat de klauwen van de houder in de twee verlagingen aan de achterkant van de plaat zitten. Schuif de rasterplaat vervol­gens naar de zijkant totdat deze vastklikt.
Houdt u hierbij absoluut rekening met de veiligheidsaan­wijzingen pagina 146.
Druk het zuignopje zo tegen de ruit, dat de houder in de richting van de hemel staat en dat er niets in de weg is, en duw het hendeltje net zolang tegen de ruit aan, tot het invalt.
Bevestig het navigatiesysteem zo dat het er veilig op het cradle vastklikt.
In geen geval mag het in positie brengen van het beeldscherm door het bewegen van het navigatiesysteem zelf worden uitgevoerd.
Demontage: voor de demontage klapt u de vergrendelingshendel in tegenoverge­stelde richting en trekt u voorzichtig aan de doorzichtige rubberen lus van de zuignap, zodat u de zuignap van de voorruit kunt losmaken.
Page 10
Configuratie
153
Configuratie
Na het inschakelen van het navigatiesysteem verschijnt het scherm van het doen van de rechtsafstand.
Raak na het lezen van het scherm de OK aan.
Op het moment dat het systeem klaar is, ver­schijnt op het scherm het hoofdmenu.
Aanraakdisplay Navigatiesysteem is met een aanraakdisplay uitgerust. De toetsen op het scherm kunt u met uw vinger aanraken. Raak het scherm nooit aan met scherpe voor­werpen of voorwerpen met ruwe randen, daar zulke voorwerpen de gevoelige aan­raakdisplay kunnen beschadigen.
Hoofdmenu (Main menu)
In het Hoofdmenu (Main menu) zijn de volgende functies ter beschikking:
Reisdoel (Destination) (pagina 162)
Raak de toets Reisdoel (Destination) aan en kies het reisdoel, als u wilt dat het navigatiesysteem u vanaf de plaats waar u zicht bevindt naar het be­paalde reisdoel leidt.
Thuis (Home)
Een kortere weg. Zodra u Thuis (Home) instelt, kunt u, door eenvoudig de toets Thuis (Home) in het hoofdkeuzemenu aan te raken, het systeem vragen om u naar dat adres te navigeren.
Werk (Work)
Een kortere weg. Zodra u Werk (Work) instelt, kunt u, door eenvoudig de toets Werk (Work) in het hoofdkeuzemenu aan te raken, het systeem vragen om u naar dat adres te navigeren.
Kaart display (Map Display) (pagina 154)
Als u het navigatiescherm wilt zien, raak de toets Kaart display (Map Display) aan.
Instellingen (Settings) (pagina 154)
Als u de basisinstelling wilt wijzigen, bijv. taal, volume, helderheid, meeteenheid (kilometers of mijlen), raak de toets Instellingen (Settings) aan.
Functiebalk (Toolbar)
Functiebalk is een snellere weg naar verschil­lende functies en informaties, (bijv. navigatie zonder geluid (Mute), instellen van de volu­me (Volume), dag of nacht (Day or Night), route wijzigen (Change route) of informatie krijgen (Information). Functiebalk kan geo­pend en afgesloten worden door het logo op het scherm rechts onderaan aan te raken.
Page 11
154
Instellingen
Instellingen (Settings)
Als de basisinstelling moet worden gewijzigd, raak de toets Instellingen (Settings) aan, in het hoofdmenu.
Raak de Instellingen (Settings) aan. U komt in het deelmenu. Druk op de toets met pijltje rechts onderaan op het scherm, om zo achter elkaar op de overige pagina’s van het deelmenu te komen.
Als u het keuzeoverzicht wilt verlaten, zonder de wijzigingen op te slaan, raak de toets Terug (Back) aan. Daarmee keert u terug naar het vorige menu. Als u een keuze in het menu maakt of als u op de OK drukt, wordt uw keuze bevestigd en de weergave keert terug naar het vorige menu.
U kunt verschillende systeemparameters instellen: Kaart display (Map display), Scherm (Screen), Regionaal (Regional), Adresboek (Address book), Informatie (Information), Geluid (Sound), Wijziging route (Change route), Simu­latie (Simulation), TMC Kanaal verkeersberichten, Gevaarlijke plaatsen (Alert points), Po­sitie en snelheid (Position & Speed), Kies kaart (Select map) en Systeem ID (System ID).
Kaart display (Map display)
Deze parameter maakt de toegang naar de instelling van kaartweergave moge­lijk, bijv.:
Rijrichting (Heading up) Als u uw geprefereerde oriëntatie wilt instellen, kies deze mogelijkheid. Parameter kan worden ingesteld naar Rijrichting aan of Rij­richting uit (Heading up On of Heading up Off). Als de rijrichting aan is (On), staat de auto met de voorkant in de rijrichting (kaart is in de rijrichting georiën­teerd). Als de rijrichting uit is (Off), is de kaart georiënteerd met het noorden naar boven (auto beweegt in alle richtingen).
POI-iconen (Categoriën)
Kies deze iconen (symbolen),die op de kaart afgebeeld zouden worden.
Infopunten op de kaart afbeelden (Alert Points)
Plaatsen met de infopunten kunnen op de kaart worden afgebeeld (die zijn beschikbaar al­leen in de landen waar deze informatie wordt aangeboden).
De functie van de afbeelding van infopunten kan in het POI (Points-of-interest) menu wor­den geactiveerd doordat u de keuze Alert (waarschuwing) activeert. Na het openen van het POI menu tip de volgende knoppen aan:
Hoofdmenu (Main Menu) > Afstelling (Settings) > Kaart display (Map display) > Volgende (1/3) (Next) > Volgende (2/3) (Next) > Iconen (categoriën) van info-
punten (POI Icons / categories).
Scherm (Screen)
Kies deze mogelijkheid als u bijv. Dag of Nacht (Day or night) wilt instellen, Kleurenschema (Colour scheme) en Helderheid (Brightness).
Statusregel (Status bar) Statusregel is onderaan het scherm weergegeven. In het menu Instelling statusregel (Settings status bar) kunnen geprefereerde waarden worden ingesteld (bijv. plaatselijke tijd, resterende reistijd, GPS status, actuele snelheid). Door u gekozen afstemmingen worden als de symbolen in de statusregel afgebeeld. De vooraftemming voor de statusregel kunt u direct door het aantippen van de behorend knop veranderen.
Page 12
Instellingen
155
Keuze van kleuren (Colour selection)
Behalve de kleuren van het menu kunt u ook kleuren voor de afbeelding van de kaart kiezen.
Aanbieding van kleuren heeft volgende mogelijkheden:
Dagkleur van menu kiezen Dagkleur van de kaart kiezen
Nachtkleur van menu kiezen Nachtkleur van de kaart kiezen
Alleen dagkleur kiezen
Als de keuze Alleen dagkleur kiezen actief is, is er geen verschil tussen de dagregime en de nachtregime – Nachtkleur van het menu en Nachtkleur van de kaart zijn dan gelijk als Da-
gkleur van het menu en Dagkleur van de kaart. In dit geval zijn de knoppen Nachtkleur van het menu en Nachtkleur van de kaart inactief.
De schakeling tussen de Dag kleur en de Nacht kleur wordt met de knop Nacht/ Dag of op de Functiebalk uitgevoerd. Tip de volgende knoppen aan: Hoofdmenu
(Main Menu) > Instellingen (Settings) > Scherm (Screen). Als de functie van de Automatische instellingen van helderheid uitgeschakeld is, dan wordt ook de omschakeling van de helderheid van het scherm uitgevoerd.
Regionaal (Regional)
Deze parameter maakt de toegang naar de regionale instellingen mogelijk, bijv.:
Taal (Language) Mogelijkheid om geprefereerde taal te kiezen.
•Stem (Voice) Mogelijkheid om het gewenste stemtype te kiezen. (Toevoe- gende stembestanden worden op de SD-kaart opgenomen.)
Km/mijl (Km/miles) Mogelijkheid de meeteenheid te kiezen.
•Klok (Clock 12/24) Mogelijkheid de tijdweergave te kiezen, of met 12 uur of 24 uur.
Page 13
156
Instellingen
Adresboek (Address book)
Adressen kunt u in het Adresboek (Address book) opslaan, als voorkeurreisdoe­len. In dit menu kunt u ook reisdoelen verwijderen. De ingestelde adressen kunt u later altijd voor navigatie gebruiken.
Naast de gepersonaliseerde instellingen kunt u ook uw adresboek op de SD kaart exporteren en een ander adresboek uit de SD kaart importeren. Op deze manier kunt u heel makkelijk het adresboek naar een andere PN 1000 / PN 2050 / PN 3000 overdragen. Als u het adresboek wilt importeren of exporteren, pas op of de SD kaart in de behorende SD kaart slot word geschakeld.
Om het adresboek op de SD kaart te exporteren ga naar het Hoofdmenu (Main Menu) > Instellingen (Settings) > Adresboek (Address book) en tip de knop Export aan. Na de afloop van het exporteren wordt een bevestiging afgebeeld.
Om het adresboek uit de SD kaart importen ga naar het Hoofdmenu (Main Menu) > Instellingen (Settings) > Adresboek (Address book) en tip de knop Ver- plaatsen aan (Import / Replace.) Als op de SD kaart een geexporteerd adresboek beschikbaar is verplaatst dit het adresboek in de navigatiesysteem. Voor de eigen verplaatsing van het actuele adresboek wordt u gevraagd om deze stap te beves­tigen.
* "Secure Digital Card" en het logo "Secure Digital" zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van SD Card Association.
Geluid (Sound)
Kies deze mogelijkheid, als u de afstemming van de reproductie wilt veranderen (b.v. geluid uitschakelen, de volumeregulatie, de toon van het toetsenboord).
Wijziging route (Change route)
U kunt een korte, middellange of lange omleiding kiezen. Als u TMC gebruikt, dan kunt u de data van uw weg actualiseren of voor het systeem verkeersinfor­matie registreren.
Simulatie (Simulation)
In dit menu kunt u simulatie van uw route instellen. U kunt bijv. de vertrekplaats instellen en het navigatiesysteem gaat voor u de reis naar het gewenste reisdoel en terug simuleren.
Kanaal verkeersberichten (TMC) Traffic Message Channel
Gedurende navigatie volgt het systeem op de achtergrond in regelmatige inter­vals de recente informatie over het verkeer (TMC), op voorwaarde dat dergelijke informaties in het landgedeelte, waar u zich bevindt, ter beschikking zijn.
Gevaarlijke plaatsen (Alert points)
Gevaarlijke plaatsen (Alert points) kunnen in beeld of in geluid waarschuwin­gen geven.
Page 14
Instellingen
157
Positie en snelheid (Position & speed)
In dit menu kunt u de actuele positie wijzigen.
Kies kaart (Select map)
Deze parameter maakt de toegang tot het keuzemenu, waarin één van de geïn­stalleerde kaarten kan worden gekozen.
Systeem ID (System ID)
Kies het in het geval, wanneer u de versie van het programmaproduct en kaart­database wilt weten.
Originele instellingen (Factory defaults)
Tip in dit menu de knop adressen verwijderen (Clear addresses) aan als u alle adressen in de adresboek (Adress book) opslaan wilt. Als u het system in de oorspronkelijke staat wilt terugbrengen, tip de originele instellingen (Factory Defaults) aan.
U kunt uw keuze, die u hier instelt, altijd wijzigen. In de geactualiseerde versies van het programmaproduct kan de structuur van het menu zijn gewijzigd.
Gebruikers (Users)
De personalisatie maakt de keuze van persoonlijke instellingen en informatie mogelijk voor de gebruikers van het navigatiesystem. In het navigatiesysteem kunnen ook deze gegevens gepersonaliseerd worden:
laatst gekozen taken
kleur van het menu
kleur van de kaart
mogelijkheden van de kaart display
instellingen van helderheid
taal van het menu
geprefereerde taal
geluidsinstellingen
route criteria
instellingen van stimulatiemodus
tijdzone en overgang naar winter/zomer tijd
keuze van zichtbare en hoorbare infopunte
Als er nog geen gebruikers in het system staan, sla het systeem de gekozen instellingen als standaard instellingen op. Na de creëren van de eerste user account worden deze nieuwe instellingen naar deze nieuwe user account gecopieerd.
Gebruiker scherm
Op het scherm kunt u andere user accounts creëren, snel van de ene gebruiker naar de andere overgaan, gebruikers accounts vestigen, uitwissen, back-up creë­ren en de user accounts vernieuwen.
Van de ene gebruiker naar de andere overgaan
Na het omschakellen van de gebruiker worden de instellingen en de informatie (als kleur van het menu en geprefereerde taal) die tot de door u gekozen user account behoren opgeladen.
Page 15
158
Een nieuwe gebruiker creëren
Op het scherm toetsenboord vul de gebruikersnaam in en tip de knop OK aan. Als de gebruiker deze user account op het gebruiker scherm kiest, zullen de vol­gende gekozen instellingen als de uitgangsinstellingen worden geactiveerd.
Gebruiker uitwissen
Kies de gerbuiker die u uit de lijst van gebruikers wilt uitwissen. Een actueel ac­tieve user account kan niet worden uitgewist.
Data back-up
Creër een back-up voor het adresboek en de instellingen van actueel actieve gebruiker op de ingeschakelde SD* kaart .
Back-up data opladen
Laad de back-up van het adresboek en de instellingen van de actueel actieve gebruiker uit de ingeschakelde SD kaart. Het opladen van de back-up data is mogelijk alleen in het geval dat de back-up data van de actueel actieve gebruiker op de ingeschakelde SD kaart beschikbaar zijn.
Het scherm voor de keuze van gebruiker bij de systeemstart afbeelden
Deze functie is handig bovendien in geval dat het navigatiesysteem vaak door twee of medere gebruikers wordt gebruikt.
Instellingen
Route criteria (Route criteria)
Deze gegeven vermeldt welke Route criteria op dit moment actief zijn.
Om deze gegeven te kiezen tip een van de symbolen op de statusregel naar beneden van het scherm aan, en kies Route criteria uit de lijst.
Op de statusregel worden volgende symbolen als route criteria afgebeeld:
Trajecten niet ingrijpen Snelste route
Tolwegen niet ingrijpen Kortste route
Tunellen niet ingrijpen Voorkeur aan snelwegen
Verkeersinformatie ingreijpen Snelwegen niet ingrijepen
Motorfiets
Page 16
GPS en TMC
159
Status en kwaliteit GPS
Na het eerst opstarten van de navigatie kan het enkele minuten duren voordat het GPS sig­naal een voldoend niveau bereikt en uw actuele positie bepaalt. Als het niet mogelijk is een voldoend GPS signaal te krijgen, gelieve het hoofdstuk „Foutoplossing“ te lezen, waar mo­gelijke oplossingen van het probleem zijn opgenomen.
Om een beter GPS signaal te krijgen, houd het navigatiesysteem verticaal.
Als u het navigatiesysteem in stedelijke gebieden gebruikt, kan de actualisatie van de­tails op de map iets langer duren. Het komt door een grote hoeveelheid wegen en overige informaties (bijv. hotels, restaurants), alsook door de grote dichtheid van de bewoonde gebieden. Bovendien kan ook de instelling van de ontvangst van het GPS signaal langer duren in het geval, wanneer u ondergrondse garages of een ander ge­bouwtype, waar de GPS signalen geblokkeerd zijn, net verlaat.
Ontvangst van het GPS signaal kan worden gecontroleerd als volgt
Controleer de GPS status (GPS Status) op de statusregel.
Als de statusregel de GPS status niet weergeeft, druk in de regel op de GPS status en kies in het menu de GPS status (GPS Status).
Er wordt het aantal van de GPS satellieten weergegeven. De kwaliteit van het GPS signaal wordt door de vorm en kleur van het controlemerk weergegeven:
Rood Geen ontvangst Geel Aanvang of een onvoldoende kwaliteit van het signaal,
het aantal gevonden satellieten is minder dan 3
Geel Voldoende signaalkwaliteit, maar de positie is niet precies Groen Goede signaalkwaliteit, precieze positie
Page 17
160
GPS en TMC
Status en kwaliteit TMC
Het gebruik van de TMC biedt nog een andere functie aan, die het voor u moge­lijk maakt om de files op de weg dynamisch te ontwijken. Gedurende navigatie verkrijgt het systeem op de achtergrond vanuit TMC in regelmatige intervals de recente informatie over het verkeer, op voorwaarde dat een dergelijke informa­tie in het gedeelte van het land, waar u zich bevindt, ter beschikking is.
Ontvangst van de TMC gegevens geeft de statusregel zichtbaar weer.
Ontvangst van de TMC kan worden aangezet of uitgezet (On of Off) door op de Instellingen (Settings) te drukken en daarna op de TMC.
Verkeersberichten hangen van enkele voorwaarden af, bijv. dat de TMC aanstaat (On), verkeersberichten bekend zijn en dat de verschaffer daarvan deze uitzendt en gegevens te ontvangen zijn.
Als de TMC aangezet wordt (On), maar er geen ontvangst is, verschijnt een rood controle­merk. Zodra de TMC ontvangen worden, de naam van de verschaffer verschijnt in de status­regel in het groen. Als de TMC uitstaat (Off), verschijnt geen verschaffer en men ziet een smalle streep.
Als de TMC aanstaat (On) en de verkeersberichten ontvangen zijn, verschijnt in de sta­tusregel ook de vertragingstijd, veroorzaakt bijvoorbeeld door files of werk aan de weg. Dit wordt in kleur in de zandloper weergegeven:
Rood TMC gegevens zijn met vertraging ontvangen Groen TMC gegevens zijn zonder vertraging ontvangen Grijs TMC gegevens zijn niet beschikbaar of de ontvangst staat uit
(alleen bij de verkeersversie van het product)
Als de TMC aanstaat (On) en op uw route een verkeersfile is, verschijnt in de linker­hoek op het kaartscherm een operationele icoon. Bij indrukken van de icoon verschijnt een overzicht met gedetailleerde gegevens.
Page 18
GPS en TMC
161
Manuele keuze van de TMC zender*
De keuze van de TMC zender gebeurt automatisch (standaard instelling). U kunt ook gepre­fereerde TMC zender manueel kiezen.
Om het manueel keuze te doen ga over naar het scherm om de TMC zender te kiezen. In de lijst worden alle TMC zenders genoemd die de signaalonvangst op het moment van het openen van het scherm voor de keuze van de TMC zender mogelijk maken.
Als u de automatische keuze van de zender vraagt, kies de zender afgebeeld op de eerste positie in de lijst of kies een van de genoemde TMC zenders in geval dat u de gegeven zender manueel wilt kiezen.
Het symbool van de signaalsterkte geeft aan de kwaliteit van de onvanst van de TMC zenders die in de lijst genoemd zijn. Bij de afbeelding van de verkeersinformatie wordt ook naar rechts in het boven­deel van het scherm de naam van de TMC zender die deze informatie heeft ge­stuurd afgebeeld.
Verkeersinformatie tijdens de reis afbeelden (Route regel)*
De route regel geeft overzicht van alle verkeersobstakels die zich op de gekozen route tus­sen uw actuele positie en uw bestemming vinden.
Als de functie van de Verkeersinformatie actief is verschijnt er op de linkerkant van de kaart een Route regel, als er op de door u gekozen route een of meer verkeersobstakels verschijnt.
De roode streep op de Route regel merkt de plaats waar de verkeersobstakel zich op de route vindt. De lengte van de roode streep geeft de lengte van de verkeersobstakel.
* Die zijn alleen ter beschikking voor PN1000 en PN2050 / PN3000, en als deze in de cradle MA3000T of MA3000TB worden vastgezet.
Page 19
162
Navigatie
Navigation
Het doel van het navigatiesysteem is om u vanuit uw actuele locatie naar de gewenste doel­plaats te leiden. De navigatiefunctie stelt automatisch met behulp van het signaal vanuit de GPS uw actuele positie vast. Het enige wat u moet doen, is uw doelplaats eenvoudig in het systeem in te voeren en het navigatieproces start op en begint de gesproken en visuele in­structies te geven.
Alle stappen die vanaf het invoeren van het adres tot het bereiken van uw doelplaats ge­daan moeten worden, zijn in het volgende gedeelte uitgelegd.
Voer uw doelplaats in
Kies als eerst de doelplaats uit. Druk op de Doel­plaats (Destination) in het Hoofdmenu (Main menu). In dit menu ziet u verschillende mogelijk­heden: Adres (Address), Adresboek (Address book), Historie (History) en Speciale bestemmin­gen – POI (Point of interest – POI).
Voor uw gemak zijn de functies Thuis (Home) en Werk (Work) direct vanuit het hoofdmenu toegankelijk. Door het aanraken van Thuis (Home) en Werk (Work) op het scherm
wordt u naar deze doelplaatsen genavigeerd. U kunt ook een Adres invoeren (Address) of een adres vanuit het Adresboek kiezen (Address book), uit het overzicht van uw voorafgaande
doelplaatsen Historie (History), of van het over­zicht van bijzondere doelplaatsen Speciale bestem­mingen – POI (Point of Interest – POI, bijv. restaurant, pompstation of autodealer). U kunt ook geografische coördinaten (Geo-graphi- cal co-ordinates) invoeren. Als u de navigatie wilt beëindigen, tip de knop navigatie stoppen (Stop guidance) aan.
Adres (Address)
Raak op het scherm de Adres (Address) toets.
Raak de toets Land invoeren, loop in de lijst om-
laag en omhoog en kies het gewenste land.
Raak de toets Plaatsnaam invoeren en voer de
naam van de stad, waar u naartoe wil.
Raak de toets Straat invoeren en voer de ge-
wenste straatnaam in.
Vul dan als laatst het huisnummer in en raak
de OK.
Voor het invoeren van het doeladres op een
alternatieve wijze kunt u ook de schakeltoet-
sen in het Adres (Address) gebruiken. U kunt
tussen de Stad (City) en Postcode (ZIP Code) (Nodig alleen bij sommige landen), het
Nummer (Number) en Kruispunt (Crossing) overschakelen.
Quick Tap: Op het scherm Adres (Address) kunt u de knop POI aantippen. Zo kunt u
uit de lijst van speciale delen (bv. restauraties, hotels, luchthavens, tankstations, auto-
verkopers) die door u gewenst kiezen.
Page 20
Intelligente schrijfmachine Navigatiesys­teem is met een intelligente schrijfmachine uitgerust, waar slechts de mogelijke tekens kunnen worden ingevoerd.
Lijst toets (List-Button) Na het opschrij­ven van enkele letters kunt u de „Lijst“ aanraken. Er verschijnt een lijst met re­sultaten.
Met de toetsenbordschakelaar kunt u tussen het intoetsen van letters, cijfers of letters met diacritische tekens om­schakelen.
De onjuist ingevoerde gegevens (hele woorden of enkele letters) kunnen met behulp van de „backspace“ toets worden gewist.
Adresboek (Address book)
Na het aanraken van het Adresboek (Address book) verschijnt op het scherm de lijst met alle eerder gebruikte en opgeslagen adressen. Als u een adres wilt toe­voegen, andere naam geven of naam verwijderen, druk op Adresboek (Address book) in Instellingen (Settings).
Historie (History)
Na het aanraken van de Historie (History) verschijnt op het scherm de lijst met de (recent gebruikte) doelplaatsen.
Navigatie
163
Speciale bestemmingen – POI menu (POI menu)
POI zijn aparte doelplaatsen. Als u een POI (POI) wilt kiezen, raak de Speciale be­stemmingen – POI (Point of Interest) aan. Als u een bepaalde Plaats van belang­stelling wilt kiezen, moet u weten, waar u wilt zoeken: in de omgeving van uw
Actuele positie (Current Position) of van uw Doelplaats (Destination). U wilt bijv. een hotel vinden dichtbij uw actuele positie. Door op de POI (POI) toets te druk­ken, maakt u het menu POI (POI) open. Raak daarin de Actuele positie (Current position) aan. Het navigatiesysteem zal u dan een overzicht met alle bekende Categorieën POI (POI categories) laten zien. Na Hotel te kiezen laat het navigatiesysteem een lijst met alle be­kende hotels in het gebied zien. Het hotel, welk het dichtst bij uw actuele positie ligt, staat op de lijst op de eerste plaats. U kunt een hotel kiezen door de hotelnaam op de lijst aan te raken. Daarmee kiest u het hotel en uw doelplaats. Het systeem berekent nu automatisch de route en weergeeft die op de kaart. U start de navigatie met de OK toets op het scherm Be­vestiging (Confirmation) op.
Geografische coördinaten (Geographical co-ordinates)
Als u coördinaten intoetst, moet u eerst de zuidelijke of de noordelijke hemisfeer
kiezen.
Navigatie stoppen (Stop guidance)
Het aantippen van de navigatie stoppen (Stop Guidance) zal de actuele naviga-
tie beëindigen.
Page 21
164
Navigatie
Bevestiging (Confirmation)
Na het invoeren van de doelplaats verschijnen alle elementen van de gewenste doelplaats op het scherm Bevestiging (Confirmation) en het systeem zal uw keuze bevestigen. Bovendien kunt u de doelplaats in het Adresboek (Address book) op­slaan of met behulp van een kortere weg onder Thuis (Home) en Werk (Work). U kunt de instelling van de navigatie aanpassen (bijv. door een korte of snelle route te plannen). Tip de OK knop aan, of wacht een moment: het kaart display (Map Display) verschijnt automatisch. Het scherm kaart display (Map Display) verschijnt en het navigatie­proces start op, samen met de gesproken en visuele instructies.
Elke doelplaats wordt automatisch opgeslagen in de Historie (History).
Kaart display (Map Display)
Zodra men een doelplaats invoert, wordt de betref­fende route automatisch berekend en verschijnt op de kaart. Op dat moment kunt u vertrekken en het navigatiesysteem zal u naar de door u gekozen doelplaats leiden.
Met de toets Kaart display (Map Display) in het Hoofdmenu (Main Menu) wordt de kaart direct weergegeven.
Kaart vergroten/verkleinen (Zoom in/out)
De schaal van de kaart kan met behulp van en toetsen worden aangepast. Deze knoppen zijn onzichtbaar als de automatische maatbepaling wordt geactiveerd.
Verkleinen van de kaart vindt plaats door herhaaldelijk op te drukken, tot het bereiken van het gewenste niveau.
Vergroten van de kaart vindt plaats door herhaaldelijk op te drukken, tot het bereiken van het gewenste niveau.
Kompas (Compass): Aanraking van het kompas verandert de oriëntatie van de kaart van met het noorden naar boven naar de rijrichting of omgekeerd.
Onder het rijden via de route kunt u altijd een nieuw adres instellen. Het navigatie­systeem herberekent de route en de navigatie loopt door.
Met aanraking van de kaart kunt u gemakkelijk van een tweedimensionale naar drie­dimensionale weergave overschakelen.
Page 22
Navigatie
Opmerking
De duidelijk zichtbare kolom rechts op de kaart geeft zichtbare instructies weer (bijv. uitgestippelde route met pijltje betekent „Rij over deze weg“. De kaart zelf geeft andere elementen weer, die herhaaldelijk aan en uitgezet kunnen worden.
Dat kan door de Kaart display (Map dis- play) in Functiebalk (Toolbar) of in de Instellingen (Settings) aan te raken.
Functiebalk (Toolbar)
Functiebalk (Toolbar), als kortere weg voor de toe­gang tot verschillende functies en informatie, wordt geopend door het indrukken van het logo rechts onderaan het scherm.
Voorbeeld: Informatie (Information)
Met aanraking van deze icoon verschijnt het deelmenu Informatie (Information) in de Instellingen (Settings).
165
Simulatie (Simulation)
De routes kunnen gesimuleerd worden. Na het in­voeren van de doelplaats maakt het systeem het voor u mogelijk de route vooraf te zien. U kunt zelfs de route vanuit een andere vertrekplaats laten si­muleren, dan uw actuele positie is. Het simulatie­proces Simulatie (Simulation) start op na de aanraking van de Instellingen (Settings) op het hoofdmenu. Hier wordt een reeks instellingen weergegeven, inclusief de Startlocatie (Start loca- tion) en Simulatie (Simulation).
Page 23
166
Foutoplossing
Foutoplossing
Fout Oplossing
Geen GPS-ontvangst in het voertuig Voorruitverwarmingen, resp. gekleurde ge-
deelten van de voorruit met aangebracht me­taal, stoten het GPS-signaal af.
Geen GPS-ontvangst Controleer of de GPS-antenne op de bovenzij-
de van het navigatiesysteem niet wordt bedekt
door voorwerpen. Slechte GPS-ontvangst Houd het navigatiesysteem altijd loodrecht. Het navigatiesysteem reageert niet meer
op aantippen, resp. laat zich niet meer uitschakelen.
Systeem start niet, beeldscherm blijft don­ker
Na korte tijd te werken, schakelt het sys­teem automatisch uit.
Geen gesproken instructies bij de bestem­mingsgeleiding te horen.
De bestemmingsgeleiding is onnauwkeu­rig.
Rij-instructies komen niet overeen met de daadwerkelijke verkeerssituatie.
Geen geluid In dit geval kan de uitschakeling van het geluid
De stem is alleen in Engels Alle stemmen worden in de SD-kaart opge-
Als het navigatiesysteem niet meer reageert,
wanneer u gegevens invoert, kan de reset-knop
worden ingedrukt met bijv. een omgebogen
paperclip of een balpen. Reeds opgeslagen ge-
gevens gaan hierbij niet verloren! Start het na-
vigatiesysteem opnieuw met de aan-/uit-
schakelaar.
Controleer of de accu opgeladen is, resp. de
stroomtoevoer gegarandeerd is. Controleer of
bij een aansluiting met de gelijkstroomkabel in
het voertuig de stekker in de sigarettenaanste-
ker vast zit en contact maakt.
Bij extreem lage of hoge temperaturen, wordt
het systeem door de bescherming tegen be-
schadigingen tijdelijk uitgeschakeld. Het sys-
teem schakelt zich weer in, zodra de
temperatuur weer normaal is. De onverwachte
uitschakeling is mogelijk ook als de accu leeg is.
Controleer, of in de basisinstellingen, resp. in
het navigatie-submenu het volume correct is in-
gesteld.
Een onnauwkeurigheid van 50 m ligt binnen de
tolerantiegrenzen. Indien vaker grotere on-
nauwkeurigheden optreden, neemt u dan con-
tact op met een geautoriseerde vakhandel.
Mogelijkerwijze is de door het navigatiesys-
teem bepaalde positie op dit tijdstip incorrect.
De verkeerssituatie werd eventueel gewijzigd
en komt niet overeen met de informatie op de
kaart.
worden geactiveerd of het volume te laag
wordt ingesteld.
slaan. Als de SD-kaart in het vakje van de navi-
gatieinstelling wordt geplaatst, alle stemmen
zijn ter beschikking. Als de SD-kaart wordt ver-
wijderd alleen de Engelse stem is ter beschik-
king.
Page 24
Meer informatie
Technische gegevens
PN 1000
3,5"-kleuren-TFT-LCD met een resolutie van 320 x 240 pixels, touchscreen, anti-reflectielaag
Processor met 300MHz 64MB flash-ROM en 64MB SD-RAM 20-kanaals GPS-ontvanger Lithion-ionen-accu met een capaciteit van 1000 mAh Afmetingen: ca. 105 mm breedte x 79 mm hoogte x 23 mm diepte Gewicht: ca. 189 g Bedrijfstemperatuur: -20 °C tot +60 °C De tijdelijke temperatuur van de opslag: van -30 °C t/m + 60 °C Ladetemperatuur voor lithium-ionen-accu: 0 °C tot +45 °C De support van SD-kaarten met de geheugencapaciteit max. 2 GB
167
Impressum
© 2007 Siemens VDO Trading GmbH Alle rechten voorbehouden. Deze bedieningshandleiding is door copyright beschermd. Technische en optische wijzigingen en drukfouten voorbehouden. De informatie in dit document kan te allen tijde zonder aankondiging worden gewijzigd. Siemens VDO Trading GmbH behoudt zich het recht voor om producten te veranderen of verbeteringen en wijzigingen aan te brengen in de inhoud, zonder verplicht te zijn dit welke personen of instanties ook vooraf te moeten meededelen. De specificaties van de apparaten
en de levering kunnen van de hier gemaakte specificaties afwijken.
Service
Voor de meest actuele informatie over VDO Dayton multimediasystemen, serviceadressen, updates van software bezoekt u onze homepage:
www.vdodayton.com
of neemt u contact op met een VDO Dayton dealer. Technische wijzigingen en verissingen voorbehouden.
Page 25
168
Loading...