Texas instruments TI-15 User Manual [nl]

TIN15
g
y
g
ging
g
g
!
"
g
g
ging
Rekenmachine en Rekentrainer
Texas Instruments 7800 Banner Dr. Dallas, TX 75251 U.S.A.
Wissen, corrigeren en resetten
w
| |É
en
Wist het teken links van de cursor. Bij breuken wist hij van rechtsonder naar linksboven.
Wist het display en de foutconditie. (Wist de waarde uit het geheugen niet.)
Wist de waarde uit het geheugen. Om te resetten moeten − en
tegelijkertijd een paar seconden ingedrukt
ehouden en weer losgelaten worden. MEM CLEARED displa rekenmachine en slaat alle standaard instellin
en op. U kunt ook resetten met behulp van het Modusmenu (zie verderop).
s. Dit wist de hele
w
¾
www.ti.com/calc
Copyright NLD 15
Algemene informatie
De TI-15 heeft twee krachtbronnen, zonlicht. In goedverlichte omgevingen werkt hij met de zonnecel, in andere lichtomstandigheden op de batterij.
Voorbeelden
voorkomende problemen en de volgorde van het indrukken van de toetsen, die u de vele functies en mogelijkheden van de TI-15 laten zien. Reset de rekenmachine voordat u elk vraagstuk start door tegelijkertijd om er zeker van te zijn dat uw displays dezelfde zijn als die in de voorbeelden te zien zijn. In de oplossen van vraagstukken zullen de displays afwijken van hetgeen getoond wordt, omdat deze problemen willekeurig gekozen zijn.
Basisoperaties
Om de TI-15 aan te zetten, druk op −. Druk, als de rekenmachine aan staat, op
schakelen. APD
automatisch uit als er ongeveer 5 minuten geen enkele toets wordt ingedrukt. Druk op aan te zetten; het display, de operaties die nog uitgevoerd moesten worden, de instellingen en het geheugen zijn bewaard.
Display en scrollen
De TI-15 heeft een tweeregelige display, elke regel heeft plaat s voor 11 tekens. Invoer die niet op de eerste r egel past, gaat ov er naar de tweede, en scrollen vervolgens wanneer de tw eede regel vol is. TI-15 maar één regel weer, die scrolt wanneer een vr aagstuk de capaciteit van de regel overschrijdt.
Een invoer kan bestaan uit maximaal 88 tekens. bij opgeslagen operaties is er een limiet van 44 tekens. In de
Man
invoer mag niet langer zijn dan 11 tekens. Als een resultaat langer is dan de capaciteit van het scher m,
wordt het weergegeven in de wetenschappelijke notatie. Als het resultaat groter is dan 10^99 of minder dan 10^ respectievelijk een
Scrol met
¦
Druk op " en ! om door de invoer te scrollen of om de onderstreping binnen een menulijst te verplaatsen.
¦
Druk op # en $ om door de history te scrollen of, binnen een menu, om naar het volgende niveau van de menulijst te gaan.
1999 Texas Instruments Incorporated
àRGà
1E9àA
-
een batterij en
: zie de bladzijde
(Automatic Power Down) schakelt de TI-15
voorbeelden
na APD om het apparaat weer
voor veel
en ” in te drukken,
Auto
modus voor het
om hem uit te
" ! # $
Uitzondering
modus gaat de invoer niet over op de tweede regel; de
", !, #
: bij het rekenen met breuken geeft de
Uitzonderingen
L
overflow error
, en $.
of
underflow error
99, krijgt u
.
:
-1-
Display-aanduidingen
Aan-duiding Definitie
ƒ
Fix
4
M
M
Op1, Op2
Auto
I
n
P
d N
n
"
D
d
º »
! "
De rekenmachine is in de modus voor het oplossen van vraagstukken.
De rekenmachine is in de positiewaardemodus.
De rekenmachine rondt de resultaten af.
z
is ingedrukt.
Er is een andere waarde dan nul in het geheugen.
De functie van de opgeslagen operaties is actief.
In de rekenmachinemodus vereenvoudi staat de functie voor het oplossen van problemen in de
De functie van het delen van gehele
etallen is actief (verschijnt alleen als de
cursor boven het deelteken staat). Resultaten van delingen zullen in
breukenformaat worden weergegeven. Het resultaat in breuken kan vereenvoudi
worden. Er zijn meer invoerhistory of menu's
beschikbaar. Druk op toegang te krijgen.
Een invoer of een menu gaat verder dan de capaciteit van het scherm. Druk op om te scrollen.
van breuken actief. In
Auto
Auto
is de
modus.
#
of $ om hiertoe
of
Menu's voor modusinstelling‡ ¢ ‹
Toets Getoonde menukeuzes
‡$
‡$$ ‡$$$ ¢
¢$
‹‡ ‹‡$ ‹‡$$ ‹‡"
®$
Druk op onderstreepte punt te selecteren, druk op
om de functie te verlaten.
. n/d
of breuk)
+1 ?
verbergen in Op)
OP1 OP2 N Y
U n/d n/d
breuken selecteren)
Man Auto
procedure)
Auto Man 1 2 3 + - Q P ? 11-. -1-
!
of " om een menupunt te onderstrepen. Om het
(Weer
ave van decimalen
(Weer
even of
(Wissen opgeslagen Op)
(Reset selecteren of afwijzen)
(Formaat van de
(Vereenvoudi
(Automatisch of handmatig)
(moeilijkheidsgraad)
(Type operatie)
(Positiewaardefunctie)
®
. Druk op
d
Œ
s
Volgorde van de operaties
De TI-15 maakt gebruik van het Equation Operating System
é
(EOS
) om uitdrukkingen te berekenen.
1e Uitdrukkingen binnen haakjes. 2e Functies die een ) nodig hebben en aan het
argument vooraf gaan. 3e Breuken. 4e Machtsverheffing (^) en worteltrekken ( 5e Tekenomkering (L). 6e Vermenigvuldiging, impliciete vermenigvuldiging, deling. 7e Optellen en Aftrekken. 8e Conversies (U n/d/n/d, F/D, 4%).
®
9th
Basisrekenkunde
q, h, i, j k, l, m, n o, p
T, U, V, W r M
X, Y
®
voltooit alle operaties.
T U V W r « ®
,
Voert cijfers in van 0 tot en met 9.
,
Telt op, trekt af, vermenigvuldigt, deelt. Voegt het decimaalteken in. Voert een minusteken in. (Handelt niet
als een operator.) Opent, sluit een uitdrukking tussen
haakjes. Voltooit alle operaties.
Deling van een geheel getal
Als u een positief, geheel getal deelt door een positief, geheel getal met de vorm
Als u het resultaat van een deling van hele getallen bij een volgende berekening gebruikt, gebruikt de TI-15 alleen het quotiënt; de rest laat hij achterwege.
Breuken
Ÿ
Druk op  nadat u een cijfer heeft ingevoerd, om de teller van een breuk aan te geven.
Druk op noemer van een breuk aan te geven.
Zowel de teller als de noemer moeten hele getallen zijn. Als u een noemer invoert die groter is dan 1000, of als een berekening een noemer oplevert die groter is dan 1000, geeft de TI-15 de resultaten weer in decimaal formaat.
U kunt ofwel de teller ofwel de noemer als eerste invoeren.
scheidt het hele getal van de breuk in een gemengd
getal.
¢
geeft een menu weer waarin u moet specificeren hoe
breukresultaten worden weergegeven.
¦
U n/d (standaard) geeft resultaten als gemengde getallen weer.
¦
geeft resultaten als enkelvoudige (onechte) br euken weer.
n/d
¢$
geeft een menu weer waarin u de
vereenvoudigingsmethode moet specificeren.
¦
(standaard) vraagt om handmatige vereenvoudiging
Man
van breuken.
¦
reduceert de breuk automatisch tot de eenvoudigste
Auto
breuk.
"
N/D
n/d
vereenvoudigd.
¤
stelt u in staat een breuk handmatig te vereenvoudigen.
§
geeft de factor weer die gebruikt is om een breuk te vereenvoudigen bij de laatste handmatige vereenvoudigingsstap. Druk weer op het scherm terug te laten komen.
¦
converteert een gemengd cijfer in een onechte breuk
of een onechte breuk in een gemengd getal.
£
, wordt het resultaat weergegeven in
, waarbij Q het quotiënt is en R de rest.
Q r R
 ¥  ¢ ¦ ¤ §
¥
nadat u een cijfer heeft ingevoerd, om de
geeft aan dat de resulterende breuk kan worden
§
).
£
om de breuk op
Ÿ
converteert een breuk in een decimaal, of converteert
een decimaal in een breuk, als dat mogelijk is. Als een vraagstuk zowel breuken als decimalen bevat,
worden de resultaten weergegeven in het decimale formaat. Als u echter op resultaten van de deling worden weergegeven in breukenformaat, als dat mogelijk is.
Procenten
Druk op ª na de invoer van een waarde om een percentage te berekenen.
Druk op in procenten.
Wortels en machtsverheffingen¨
¬
geeft u de vierkantswortel van een getal. Na invoer van
het getal moet u er op letten dat de haakjes gesloten worden.
¨
verheft een getal tot een door u aangegeven macht.
©
Pi
voert de waarde p in, die intern wordt opgeslagen tot
©
maximaal 13 tekens (3.141592653590). In sommige gevallen worden resultaten weergegeven met het symbolische andere gevallen als een numerieke waarde.
Geheugen
Druk na een berekening op resultaat op te slaan in het geheugen. Als het geheugen al een waarde bevat, zal dat worden vervangen door de nieuwe waarde. Als het geheugen een andere waarde bevat dan 0, verschijnt er een M op het scherm.
Om een waarde uit het geheugen op te roepen voor gebruik bij een berekening, drukt u één keer op
Om het geheugen te wissen, druk op
Opgeslagen operaties
en
Op1
constante waarde, die u kunt herhalen door maar op één toets te drukken, zo vaak u maar wilt.
1. Druk op
2. Voer eerst de operator in (+, -, getal.
3. Druk op
4. Begin met een startwaarde.
5. Elke keer dat u vervolgens op operatie met de constante toegepast.
De berekening met de opslagen operatie verschijnt op de eerste displayregel, en het resultaat verschijnt op de tweede. Als u de berekeningsregel niet wilt laten weergeven, druk op Als de uitdrukking niet op de regel past, zal hij niet worden weergegeven. Als de ruimte het toelaat, geeft een teller in de tweede regel aan hoe vaak u op heeft.
Om de inhoud van
‡$$
vervolgens op display van het resultaat.
Afronden
U kunt resultaten afronden met Š in combinatie met positiewaardetoetsen om een bepaald aantal plaatsen te specificeren. (De intern opgeslagen waarde wordt niet afgerond.) De berekende waarde wordt aangevuld met nullen, als dat nodig is. U moet opnieuw op telkens wanneer u het aantal plaatsen verandert.
drukt en
y
om een decimaal of een breuk te converteren
kunnen elke een operatie opslaan met een
Op2
œ
of
.
œ
of
.
‡$"®
of
Op1
, selecteer
Op1
om terug te keren naar het laatste
Š  ‘ ’ “ ˜ ™ š
selecteert, zullen de
n/d
om het weergegeven
|
||
Q, P
, IntP, of ^) en dan het
œ
of
om deze te verbergen.
of œ gedrukt
te wissen, druk op
Op2
of
, en druk op ®. Druk
Op2
ª y
¬
, en in
p
z |
.
.
› œ
drukt, wordt de
Š
drukken,
-2-
Toetsen Actie
Š  Š ‘ Š ’ Š “ Š ˜
Š ™
Š š
Š r
Deze positiewaardetoetsen werken ook met
Vraagstukken oplossen
Met de ‹ functie kunt u uw rekenkundige vaardigheden oefenen en testen. U kunt ofwel de kiezen.
In de vraagstukken waaraan één element ontbreekt (bijvoorbeeld, 5+2=? of 5+?=7 of 5?2=7). U kunt het type vraagstuk selecteren en uit drie moeilijkheidsgraden kiezen. Standaard is optellen op niveau 1.
Moeilijkheidsgraad
menulijst te openen en druk op moeilijkheidsgraad te selecteren (1, 2, of 3). Druk vervolgens op presenteren op het geselecteerde niveau.
Type vraagstuk
de menulijst te openen, en druk op gewenste type vraagstuk te selecteren (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, of het vinden van de operator). Druk vervolgens op vraagstukken presenteren van het geselecteerde type.
1. Voer een antwoord in.
2. Als het antwoord correct is, verschijnt er "Yes" op het scherm, en wordt er een ander vraagstuk gepresenteerd.
3. Als uw antwoord niet goed is, verschijnt er "No" op het display en geeft het aan of de juiste oplossing groter of kleiner is dan het antwoord dat u heeft ingevoerd.
4. Het onjuiste antwoord wordt van het display gewist, en u voert een ander antwoord op hetzelfde vraagstuk in.
5. Als u drie onjuiste antwoorden invoert op een bepaald vraagstuk, laat de TI-15 het juiste antwoord zien, wist hij het vraagstuk en presenteert hij een nieuw vraagstuk.
Scorebord
scorebord. Voor elk correct antwoord dat u heeft ingevoerd wordt een "Yes" geregistreerd op het scorebord, en voor drie onjuiste antwoorden een "No". Na 100 registraties keert het scorebord terug op nul.
Als u eerst het scorebord een ogenblik voordat er vraagstukken worden gepresenteerd of voordat het menu wordt weergegeven.
In de vraagstukken samen. Terwijl u in de menulijst te openen, en druk op selecteren. Druk vervolgens op gereed voor de invoer van uw vraagstuk en uw oplossing. In deze modus accepteert hij alleen niet-negatieve, gehele getallen. U geeft een ontbrekend element aan met
In de voeren dat één oplossing, meerdere oplossingen, of geen oplossing heeft. De TI-15 vertelt u hoeveel oplossingen het vraagstuk heeft.
¦
Problemen waaraan één element ontbreekt hebben over het algemeen één oplossing. U mag drie keer proberen. Na drie onjuiste antwoorden geeft de rekenmachine het juiste antwoord weer en wist hij het display, zodat u een nieuw probleem kunt invoeren.
¦
Problemen waaraan twee elementen ontbreken hebben meerdere oplossingen. Bijvoorbeeld, ?+?=5 heeft 6
Wordt afgerond op duizendtallen. Wordt afgerond op honderdtallen. Wordt afgerond op tientallen. Wordt afgerond op hele getallen. Wordt afgerond op de dichtstbijzijnde
tiende. Wordt afgerond op de dichtstbijzijnde
honderdste. Wordt afgerond op de dichtstbijzijnde
duizendste. Verwijdert de vaste decimale instelling.
Œ
(zie verderop).
‹  
of de
Auto
modus (standaard) presenteert de TI-15
Auto
. Als u in ‹ bent, druk op
®‡
. Terwijl u in ‹ bent, druk op
®‡
. Om de vijf vraagstukken toont de TI-15 een
invoert en op ‡ drukt, toont het display
(handmatige) modus, stelt u uw eigen
Man
modus is het mogelijk een vraagstuk in te
Man
"
of ! om de gewenste
, en de TI-15 zal vraagstukken
"
of ! om het
, en de TI-15 zal
bent, druk op ‡ om
"
om
®‡
, en de TI-15 is
Man
‡$
‡$$
te
Man
modus
om de
om
.
-3-
oplossingen; ?x?=24 heeft 8 oplossingen. (Bij dit type vraagstuk vervangen de vraagtekens de operanda; zij mogen niet verschijnen in plaats van de operator of het antwoord.) Deze vraagstukken worden niet gewist na een juiste oplossing of na drie onjuiste antwoorden; het vraagstuk blijft zodat u andere oplossingen kunt invoeren, totdat u het vraagstuk handmatig wist door op drukken.
¦
Als het antwoord op een vraagstuk geen positief, geheel getal (zoals 9 zijn. Maar als u antwoorden invoert, zal hij u vertellen of zij groter of kleiner zijn dat het juiste antwoord.
Ongelijkheden
kunt u een ongelijkheid testen met behulp van maar één keer proberen, omdat het antwoord op een ongelijkheid ofwel waar, ofwel niet waar is. Bij ongelijkheden kunt u decimalen invoeren. Druk eenmaal op druk tweemaal op
Om het oplossen van vraagstukken te verlaten, druk weer
op
P
2), geeft de TI-15 aan dat er nul oplossingen
. In plaats van een vergelijking in te voeren,
voor >.
.
Positiewaarde Œ  ‘ ’ “ ˜ ™
Terwijl u in de ‹, positiewaarde van een teken bepalen; u kunt bepalen hoeveel eenheden, tientallen, honderdtallen, duizendtallen, tienden, honderdsten en duizendsten een getal bevat; of bepalen welk teken van een bepaald getal op welke positie staat.
¦
Een positiewaarde bepalen:
¦
Na invoer van een getal kunt u de positie van het gehele getal of de decimale positie van een bepaald cijfer definiëren door op cijfer in kwestie in te drukken.
¦
Als u een getal heeft met een herhaald cijfer, analyseert de TI-15 de meest rechtse plaats waarop dit cijfer voorkomt als u op deze toets drukt. Om de positiewaarde van de tekens links te bepalen, drukt u opnieuw op het bepaalde cijfer voordat het antwoord verschijnt. Telkens wanneer u het gegeven cijfer achtereenvolgens indrukt, verschuift het display naar de volgende positie waarop dit cijfer voorkomt aan de linkerkant en geeft het de positiewaarde hiervan aan.
Als u in de positiewaardenmenu openen door op
¦
Stel vast hoeveel eenheden, tientallen, honderdtallen, duizendtallen, tienden, honderdsten, of duizendsten een getal bevat (standaard): druk indien nodig op
‡"®$ ®‡
in, druk op
¦
Stel vast welk cijfer van een bepaald getal zich op een gespecificeerde positie bevindt: druk op selecteer de -1- instelling, en druk op getal in dat moet worden geanalyseerd, druk op vervolgens op
Het antwoord verschijnt kort en wordt vervolgens gewist, zodat u een ander cijfer of positiewaardetoets kunt indrukken. Als de toets in te drukken voor elk teken of elke positie die u wilt bekijken voor een bepaald getal. U moet op voordat u een nieuw getal invoert voor analyse en vervolgens
Om de
,
. Voer het getal dat geanalyseerd moet worden
Œ
, of š.
Œ
Œ
functie te verlaten, druk op ”.
modus bent, kunt u de
Man
Œ
te drukken en vervolgens het
modus bent, kunt u het
Man
, selecteer de
, en vervolgens op “, ’, ‘, , ˜,
“, ’, ‘, , ˜, ™
Œ
functie actief is, is het niet nodig deze
weer activeren.
‡$
instelling en druk op
11-
. U mag
voor <, en
te drukken.
‡"®$
®‡
. Voer het
Œ
, of š.
drukken
te
š
,
, en
Loading...
+ 5 hidden pages