Sharp XE-A303 User Manual [nl]

ELECTRONIC CASH REGISTER ELEKTRONISCHE REGISTRIERKASSE CAISSE ENREGISTREUSE ELECTRONIQUE CAJA REGISTRADORA ELECTRONICA ELEKTRONISCHE KASSA
MODEL MODELL MODELE MODELO MODEL
XE
-A303
INSTRUCTION MANUAL BEDIENUNGSANLEITUNG MANUEL D’INSTRUCTIONS
MANUAL DE INSTRUCCIONES GEBRUIKSAANWIJZING
XE-A303
With Quick Start Guide Mit Schnellstartanleitung Avec Guide de démarrage rapide Con Guía de inicio rápido Met Gids voor snel starten
CAUTION:
The cash register should be securely fitted to the supporting platforms to avoid instability when the drawer is open.
CAUTION:
The socket-outlet shall be installed near the equipment and shall be easily accessible.
VORSICHT:
Die Netzsteckdose muß nahe dem Gerät angebracht und leicht zugänglich sein.
ATTENTION:
La prise de courant murale devra être installée à proximité de l’équipement et devra être facilement accessible.
AVISO:
El tomacorriente debe estar instalado cerca del equipo y debe quedar bien accesible.
VARNING:
Det matande vägguttaget skall placeras nära apparaten och vara lätt åtkomligt.
LET OP:
Het stopcontact dient in de buurt van de kassa en gemakkelijk toegangbaar te zijn.
CAUTION:
For a complete electrical disconnection pull out the mains plug.
VORSICHT:
Zur vollständigen elektrischen Trennung vom Netz den Netzstecker ziehen.
ATTENTION:
Pour obtenir une mise hors-circuit totale, débrancher la prise de courant secteur.
AVISO:
Para una desconexión eléctrica completa, desenchufar el enchufe de tomacorriente.
VARNING:
För att helt koppla från strömmen, dra ut stickproppen.
LET OP:
Trek de stekker uit het stopcontact indien u de stroom geheel wilt uitschakelen.
Warning
This is a Class A product. In a domestic environment this product may cause radio interference in which case the user may be required to take adequate measures.
Warnung
Dies ist eine Einrichtung der Klasse A. Diese Einrichtung kann im Wohnbereich Funkstörungen verursachen; in diesem Fall kann vom Betreiber verlangt werden, angemessene Maßnahmen durchzuführen und dafür aufzukommen.
Avertissement
Ceci est un produit de Classe A. Dans un environnement domestique ce produit risque de provoquer une interférence radio, auquel cas l’utilisateur sera obligé d’observer les mesures adéquates.
Advertencia
Este es un producto de la clase A. En un ambiente doméstico es posible que este producto cause radiointerferencia. En este caso se solicita al usuario que tome medidas adecuadas.
Contact the following for the CE mark.
Helpdesk Nederland 0900-742 7747
INTRODUCTIE
Dank u voor de aanschaf van de SHARP elektronische kassa, model XE-A303. Lees deze gebruiksaanwijzing alvorens de kassa in gebruik te nemen goed door zodat u alle functies en mogelijkheden goed begrijpt. Bewaar deze gebruiksaanwijzing ter referentie. U heeft de gebruiksaanwijzing mogelijk nodig indien u later problemen met de werking heeft.
LET OP!
Initialiseer de kassa beslist alvorens de kassa in gebruik te nemen. Het geheugen van de kassa zal
anders in de war raken en de kassa zal dan niet juist functioneren. Zie bladzijde 9 voor details.
BELANGRIJK
Wees uitermate voorzichtig bij het verwijderen en terugplaatsen van de printerafdekking. De
papiersnijder op deze afdekking is namelijk zeer scherp.
Installeer de kassa op een plaats die niet onderhevig is aan het directe zonlicht, extreme
temperatuurswisselingen, hoge vochtigheid of spatten van water.
Het installeren op dergelijke plaatsen kan de behuizing en de elektronische componenten namelijk beschadigen.
Bedien de kassa nooit met natte handen. Vocht van uw handen zou namelijk in de kassa kunnen komen met beschadiging van componenten tot gevolg.
Gebruik een droge, zachte doek om de kassa schoon te maken. Gebruik beslist geen oplosmiddelen
als bijvoorbeeld benzine en/of thinner.
Het gebruik van dergelijke chemische middelen kan de behuizing vervormen of verkleuren.
De kassa kan worden aangesloten op een standaard stopcontact (officieel (nominaal) voltage). Sluit geen andere elektrische apparaten op hetzelfde stopcontact aan, daar de kassa anders mogelijk onjuist functioneert.
• Trek de stekker uit het stopcontact indien u de stroom geheel wilt uitschakelen.
English
VOORZORGEN
Deze elektronische kassa heeft een ingebouwd circuit voor bescherming van het geheugen. Dit circuit wordt ondersteund door oplaadbare batterijen.
Batterijen raken na verloop van tijd uitgeput, zelfs wanneer u de kassa niet gebruikt. Om te verzekeren dat de batterijen voor het ondersteunen van het geheugen goed zijn opgeladen zodat het geheugen beslist bewaard blijft, dient u de batterijen in iedere kassa alvorens gebruik ongeveer 24 tot 48 uren op te laden. Vergeet niet dat de kassa automatisch wordt geïnitialiseerd bij het inschakelen van de stroom indien de oplaadbare batterijen geheel ontladen zijn. Voor het opladen van de batterijen dient de stekker van het netsnoer van de kassa in een stopcontact te zijn gestoken en de functieschakelaar in een andere stand dan “ ” te zijn gesteld. Laad de batterijen beslist op zodat onnodig initialiseren en de hulp van een onderhoudsmonteur wordt voorkomen.
Nederlands
1
INHOUDSOPGAVE
INTRODUCTIE...............................................................................................................................................1
BELANGRIJK ................................................................................................................................................1
VOORZORGEN..............................................................................................................................................1
INHOUDSOPGAVE........................................................................................................................................2
Deel 1 GIDS VOOR SNEL STARTEN
STAP 1 ONDERDELEN EN FUNCTIES......................................................................................................5
1 Exterieur ................................................................................................................................................5
2 Printer....................................................................................................................................................5
3 Functieschakelaar en functiesleutels ....................................................................................................6
4 Toetsenbord ..........................................................................................................................................6
5 Displays.................................................................................................................................................7
6 Ladeslot en sleutel ................................................................................................................................7
STAP 2 VOORBEREIDING VOOR DE KASSA .........................................................................................8
1 Installeren van de kassa........................................................................................................................8
2 Initialiseren van de kassa ......................................................................................................................9
3 Plaatsen van de papierrollen...............................................................................................................10
STAP 3 PROGRAMMEREN VAN BASISFUNCTIES................................................................................12
1 Afkortingen en termen .........................................................................................................................12
2 Alvorens te programmeren..................................................................................................................12
Procedure voor programmeren ....................................................................................................12
Beschrijving van speciale toetsen ................................................................................................12
Belegeiding voor programmeren van tekst...................................................................................13
3 Taalkeuze............................................................................................................................................14
4 Programmeren van de datum en tijd ...................................................................................................14
5 Programmeren van belasting ..............................................................................................................15
6 Programmeren van afdeling ................................................................................................................16
7 Programmeren van PLU (“Price Look-Up”) en subafdeling.................................................................22
8 Programmeren van tekst .....................................................................................................................25
Namen van winkelbediendes........................................................................................................25
Logo-mededelingen......................................................................................................................25
9 Programmeren van andere nodige onderdelen...................................................................................27
STAP 4 INVOEREN VAN EENVOUDIGE VERKOPEN ............................................................................28
1 Voorbeeld voor invoeren van eenvoudige verkopen ...........................................................................28
2 Invoeren van PLU................................................................................................................................29
STAP 5 CORRECTIES ..............................................................................................................................30
1 Annuleren van een ingevoerd cijfer.....................................................................................................30
2 Corrigeren van de laatste invoer (direct annuleren) ............................................................................30
3 Corrigeren van de voorlaatste of eerdere invoer (indirect annuleren).................................................31
4 Annuleren van subtotaal......................................................................................................................32
5 Corrigeren van fouten die niet direct of indirect kunnen worden geannuleerd ....................................32
STAP 6 VOLLEDIG VERKOOPOVERZICHT (Z OVERZICHT) ................................................................33
2
Deel 2 VOOR DE WINKELBEDIENDE
INFORMATIE VOOR INVOEREN VAN EENVOUDIGE VERKOPEN.........................................................36
1 Extra informatie voor INVOEREN VAN EENVOUDIGE VERKOPEN .................................................36
2 Foutmelding.........................................................................................................................................36
3 Invoeren van onderdelen.....................................................................................................................37
Invoeren van enkele onderdelen ..................................................................................................37
Invoeren van herhalingen .............................................................................................................38
Invoer met vermenigvuldiging.......................................................................................................39
Invoer afwijkende hoeveelheden ..................................................................................................39
Invoeren van contante verkoop van één artikel (SICS) ................................................................40
4 Tonen van subtotaal............................................................................................................................40
5 Voltooien van een transactie ...............................................................................................................41
Contante betaling of cheque.........................................................................................................41
Verkoop tegen contante betaling of cheque zonder invoeren van ontvangen bedrag .................41
Verkoop op krediet .......................................................................................................................42
Verkoop met gemengde betaling..................................................................................................42
6 Berekenen van BTW (belasting toegevoegde waarde)/belasting .......................................................42
BTW/belastingsysteem.................................................................................................................42
EXTRA FUNCTIES ......................................................................................................................................44
1 Invoeren van extra opties ....................................................................................................................44
Berekenen van percentage (premie of korting) ............................................................................44
Invoeren van korting .....................................................................................................................44
Invoeren van terugbetalingen .......................................................................................................45
Invoeren en afdrukken van een “niet-toevoegen” codenummer...................................................45
2 Andere betalingswijze en betalingen...................................................................................................46
Buitenlands geld ...........................................................................................................................46
Invoeren van ontvangen-op-rekening...........................................................................................47
Invoeren van uitbetalingen ...........................................................................................................47
Geen verkoop (wisselen)..............................................................................................................47
Contant voor een cheque .............................................................................................................47
3 Invoeren van automatische handelingen (met de
4 Invoer door overlappende winkelbediendes........................................................................................48
en ]toetsen) ..............................................48
[
Deel 3 VOOR DE MANAGER
ALVORENS TE PROGRAMMEREN ..........................................................................................................49
Procedure voor programmeren ....................................................................................................49
Begeleidingsmededelingen ..........................................................................................................49
Invoeren van tekencodes met gebruik van de cijfertoetsen op het toetsenbord
Tabel met codes voor tekens, letters, cijfers en symbolen...........................................................51
PROGRAMMEREN VAN EXTRA FUNCTIES.............................................................................................52
1 Programmeren van diverse toetsen ....................................................................................................52
Programmeren van
Programmeren van
Programmeren van
Programmeren van
Functieparameters voor
2 Programmeren van overige tekst ........................................................................................................64
Symbool voor buitenlandse valuta................................................................................................64
Symbool voor nationale valuta .....................................................................................................64
Tekst voor trainingfunctie .............................................................................................................65
Tekst voor functies .......................................................................................................................65
.................................................................................................................52
-
en &.....................................................................................................55
%
.................................................................................................................58
V r, R, X, Y, c
....................................................................................................63
A
en b......................................................................60
..........................50
3
PROGRAMMEREN VAN GEAVANCEERDE FUNCTIES...........................................................................67
1 Programmeren van kassanummer en volgnummer ............................................................................67
2 Diverse Functies Programmeren 1......................................................................................................68
Functiekeuze voor diverse toetsen...............................................................................................68
Printformaat ..................................................................................................................................69
Bon printformaat ...........................................................................................................................69
Overige programmering................................................................................................................70
3 Diverse Functies Programmeren 2......................................................................................................75
Energiebesparingsfunctie .............................................................................................................75
Printformaat voor afdrukken van logo...........................................................................................76
Toewijzing winkelbediende-code..................................................................................................76
Invoeren limiet aantal cijfers voor contant geld in lade (CID) (bewaking).....................................76
Invoeren limiet aantal cijfers voor uitbetaling cheque...................................................................77
Invoeren limiet aantal cijfers voor wisselen cheque .....................................................................77
Dichtheid thermische printer.........................................................................................................77
Specificatie voor training bediende...............................................................................................77
Programmeren van de AUTO toets - Toets voor automatisch opeenvolgende handelingen .......78
4 Programmering voor de EURO ...........................................................................................................79
5 Lezen van vastgelegde programma’s .................................................................................................80
TRAININGSFUNCTIE ..................................................................................................................................83
LEZEN (X) EN TERUGSTELLEN (Z) VAN VERKOOPTOTALEN..............................................................84
VERPLICHTE MELDING CONTANT GELD/CHEQUE (CCD)....................................................................89
OVERSCHRIJVEN VAN INVOER ...............................................................................................................90
CORRECTIE NA HET VOLTOOIEN VAN EEN TRANSACTIE (Annuleerfunctie)....................................90
FUNCTIE VOOR EURO-MODIFICATIE ......................................................................................................91
ONDERHOUD VOOR BEDIENING .............................................................................................................94
1 Bij een stroomonderbreking ................................................................................................................94
2 Bij een printerfout ................................................................................................................................94
3 Voorzorgen voor het behandelen van de printer en het papier ...........................................................94
4 Vervangen van de papierrol ................................................................................................................95
5 Verwijderen van vastgelopen papier ...................................................................................................96
6 Reinigen van de printer (afdrukkop / sensor / roller) ...........................................................................96
7 Verwijderen van de lade en ladehouder van de kassa........................................................................97
8 Handmatig openen van de lade ..........................................................................................................97
9 Voordat u voor reparatie belt...............................................................................................................98
Foutcodetabel...............................................................................................................................98
TECHNISCHE GEGEVENS.........................................................................................................................99
4
Deel 1 GIDS VOOR SNEL STARTEN
Oprolspoel
Binnenafdekking
Papiergeleiders
Afdrukroller­ontgrendelhendel (aan de kassabon-kant)
Afdrukrollerarm (aan de kassabon-kant)
Ruimte voor papierrol (aan de kassabon-kant)
Ruimte voor papierrol (aan de overzicht-kant)
Afdrukroller­ontgrendelhendel (aan de overzicht-kant)
Afdrukrollerarm (aan de overzicht-kant)
XE-A
303
Bediendedisplay
Kassabon
Ladeslot
Lade
Printerafdekking
Klantdisplay (Omhoog-klap type)
Functieschakelaar
Netsnoer
Toetsenbord
Overzicht papier
STAP
1
Exterieur
1
ONDERDELEN EN FUNCTIES
Vooraanzicht Achteraanzicht
Printer
2
De printer voor het afdrukken van kassabonnen/overzichten is van het thermische, dual-type en heeft dus geen inktlint of inktpatroon nodig.
Til de achterkant van de printerafdekking omhoog om te verwijderen. Voor het weer terugplaatsen, haakt u de haakjes op de behuizing en sluit u de afdekking.
Let op: De papiersnijder is op de printerafdekking gemonteerd. Voorkom
dat u zich bezeert en wees derhalve voorzichtig.
Probeer de papierrol niet te verwijderen met de afdrukrollerarm nog vergrendeld. U zou anders de printer en afdrukkop beschadigen.
5
RA
ESC
RCPT
/PO
TL /NS
#/TM/ST
Ontvangen op rekening toets
Afdrukken bon/Betaald toets
Annuleertoets
Escape-toets
Vermenigvuldigtoets
Decimale punt toets
Wistoets
Afdelingscode invoertoets
PLU/Subafdelingtoets
Afdeling shift-toets
Winkelbediende-code invoertoets
Afdelingtoetsen
~
Totaal/Geen verkoop toets
~
Cijfertoetsen
9
00
0
CL
RF
Terugbetaling-toets
%1
%2
Percent 1 en 2 toetsen
Kortingtoets
PLU
/SUB
DEPT
#
DEPT SHIFT
Niet-toevoegen code/ Tijddisplay/ Subtotaal toets
CLK
#
Cheque 1 en 2 toetsen
CH1 CH2
BTW-toets
VAT
21
1
40
20
CR1 CR2
Krediet 1 en 2 toetsen
Wisselen buitenlandse valuta toets
EX
Toets voor automatische handelingen
AUTO1AUTO
2
Kassabon papiertoevoer­toets
Overzicht papiertoevoer­toets
RECEIPT
JOURNAL
Functieschakelaar en functiesleutels
1
21
6
26
11
31
16
36
2
22
7
27
12
32
17
37
3
23
8
28
13
33
18
38
4
24
9
29
14
34
19
39
5
25
10
30
15
35
20
40
3
De functieschakelaar kan worden gebruikt door één van de twee bijgeleverde functiesleutels – manager (MA) en winkelbediende (OP) sleutels – in te steken. Deze sleutels kunnen uitsluitend worden ingestoken of verwijderd in de “REG” of “ ” stand.
De functieschakelaar heeft de volgende standen:
: Met deze stand zijn alle kassabedieningen vergrendeld. (De stroom
wordt uitgeschakeld.) Geregistreerde data worden niet veranderd.
OP X/Z: Voor het krijgen van individuele winkelbediende X of Z overzichten,
en het maken van snelle overzichtsrapporten. U kunt tussen “ON” en “OFF” voor de kassabon schakelen door op de
R
toets te
drukken.
Managersleutel (MA)
MA
REG: Voor het invoeren van verkopen. PGM: Voor het programmeren van diverse onderdelen.
: Voor het invoeren van de annuleerfunctie. Met deze functie kunt u
na het invoeren van een verkoop een correctie maken. Tijdens
Winkelbediendesleutel (OP)
OP
MGR: Voor het invoeren door de manager. De manager kan deze functie
deze functie licht het bedieningsdisplay rood op.
gebruiken om een invoer te overschrijven.
X1/Z1:
Voor het maken van X/Z overzichten voor diverse dagelijkse totalen.
X2/Z2: Voor het maken van X/Z overzichten voor periodieke (wekelijks of
maandelijks) overzichten.
Toetsenbord
4
Overzicht van toetsenbord
Namen van toetsen
6
Deel1
GIDS VOOR SNEL STARTEN
Deel2 Deel3
Displays
Functiemededeling displaygebied
Winkelbediende-code of functienaam
Cijferinvoer displaygebied
Kassabon uit indicator
Herhalen/Identificatieteken/Energiebesparing-markering
SK1-1
Vergrendelen
Ontgrendelen
5
Winkelbediende-display
Winkelbediende-code of functienaam
De geactiveerde functie wordt getoond. Indien een winkelbediende voor een kassa is geregistreerd, zal de winkelbediende-code tijdens de REG of OP X/Z functie worden getoond. “?01?” wordt bijvoorbeeld getoond indien winkelbediende 01 is geregistreerd.
Herhalingen
Het aantal herhalingen wordt getoond, beginnend met “2”, en wordt bij iedere volgende herhaling
verhoogd. Indien u tien keer heeft geregistreerd, toont het display “0”. (2 3 ......9 0 1 2...)
Identificatieteken
Indien de hoeveelheid in de kassalade het door u voorgeprogrammeerde bedrag heeft bereikt, zal het “X” identificatieteken verschijnen ten teken dat u het geld uit de kassa moet halen en op een veilige plaats moet opbergen.
Energiebesparing-markering
De energiebesparing-markering (decimale punt) licht op wanneer de energiebesparing-functie voor de kassa wordt geactiveerd.
Functiemededeling displaygebied
Onderdeellabels van afdelingen en PLU/subafdelingen en door u gebruikte functietekst, bijvoorbeeld %1, (-) en CASH worden getoond. Zie bladzijde 66 voor details aangaande functietekst. “AMOUNT” wordt getoond wanneer een bedrag moet worden ingevoerd of is ingevoerd: Indien een bedrag moet worden ingevoerd, verschijnt ------- bij het cijferinvoer displaygebied met “AMOUNT”. Indien een unit-prijs die met “ vastgelegd, is ingesteld, wordt de vooraf ingestelde prijs bij het cijferinvoer displaygebied getoond met “AMOUNT.
Cijferinvoer displaygebied
Cijfers die met de cijfertoetsen worden ingevoerd, zullen hier verschijnen.
Display voor tijd en datum
De datum en tijd verschijnen tijdens de OP X/Z, REG of MGR functie. Druk op de REG of MGR functie om de datum en tijd te tonen.
Foutmelding
In geval van een fout wordt de overeenkomende foutmelding in het functiemededeling displaygebied getoond. Zie “Foutcodetabel” op bladzijde 98 voor details.
Open en vooraf-ingesteld” gekozen bij het programmeren van afdelingen is
toets tijdens de
s
Klantdisplay (Omhoog-klap type)
Ladeslot en sleutel
6
Met deze sleutel wordt de lade vergrendeld en ontgrendeld. Draai 90 graden naar links om te vergrendelen. Draai 90 graden naar rechts om te ontgrendelen.
7
VOORBEREIDING VOOR DE KASSA
STAP
2
A
B
Pak de kassa uit en controleer dat alle accessoires aanwezig zijn. Zie “Technische gegevens” op bladzijde 99 voor details aangaande de bijgeleverde accessoires.
Bepaal een stabiele plaats in de buurt van een stopcontact en waar de kassa niet aan water, vocht en het directe zonlicht wordt blootgesteld.
Voer de volgende drie hierna beschreven stappen uit ter voorbereiding voor het gebruik van de kassa; “1 Installeren van de kassa” op bladzijde 8, “2 Initialiseren van de kassa” op bladzijde 9 en "3 Plaatsen van de papierrollen" op bladzijde 10.
Installeren van de kassa
1
Installeer de kassa volgens de volgende stappen met gebruik van de bij de kassa geleverde bevestigingsbeugel. Deze bevestigingsbeugel voorkomt dat de kassa bij het openen van de lade verplaatst. Haak de kassa aan de beugel vast zodat de kassa goed op zijn plaats blijft.
Installeren met gebruik van de bevestigingsbeugel
1. Reinig het oppervlak waar de bevestigingsbeugel (B) moet
worden geplaatst goed.
2. Verwijder het plakband van de bevestigingsbeugel.
3. Haak de uitsparing in de beugel aan het haakje (A) op de
onderkant van de kassa.
4. Plak de bevestigingsbeugel vervolgens stevig op het hiervoor
gereinigde oppervlak.
Verwijderen van de kassa van de bevestigingsbeugel
1. Til de voorkant van de kassa op en trek de kassa naar u toe.
8
Deel1
GIDS VOOR SNEL STARTEN
Deel2 Deel3
Initialiseren van de kassa
REG
OPX/Z
MGR
PGM
X1/Z1
X2/Z2
2
Voor een juiste werking van de kassa moet u deze initialiseren alvorens voor het eerst in gebruik te nemen. Volg de volgende stappen.
1. Controleer dat de stekker van het netsnoer niet in een stopcontact is gestoken.
2. Steek de manager (MA) sleutel in de functieschakelaar en draai naar de PGM
stand.
3. Houd zowel de
het netsnoer in een stopcontact. U hoort drie keer een pieptoon en “??? MRS. ???” wordt getoond.
toets als de ltoets ingedrukt en steek de stekker van
}
4. De kassa is nu geïnitialiseerd. Het kassadisplay toont “0.00” met “PGM”.
Indien u geen pieptoon hoort wanneer de stekker in het stopcontact werd gestoken, is de kassa niet juist geïnitialiseerd. (Dit kan bijvoorbeeld komen door een hoog voltage omdat u de kassa bedient voordat het initialiseren werd gestart.) Wacht tenminste tien seconden nadat de stekker uit het stopcontact werd getrokken en intialiseer de kassa vervolgens opnieuw.
Deze kassa heeft een ingebouwd circuit voor bescherming van het geheugen. Dit circuit wordt ondersteund door oplaadbare batterijen. De oplaadbare batterijen zijn bij het verlaten van de fabriek niet opgeladen. Laad derhalve de batterijen gedurende één of twee dagen voordat u de kassa in gebruik neemt op. Voor het opladen van de batterijen draait u de functieschakelaar in een andere stand dan “”met de stekker van het netsnoer in een stopcontact gestoken.
Alle geprogrammeerde data en verkoopdata blijven niet in het geheugen bewaard indien de batterijen niet zijn opgeladen.
Een foutmelding als bijvoorbeeld “HEAD UP” of “PAPER EMPTY” wordt mogelijk getoond indien u per ongeluk op een verkeerde toets drukt. Druk op de u papierrollen heeft geplaatst.
toets om de foutmelding te wissen nadat
l
*** MRS. ***
_
PGM
0.00
9
Naar de printer
Fout
Naar de printer
Juist
Papiergeleiders
Plaatsen van de papierrollen
Juist Onjuist
3
Voorzorg: De papiersnijder is op de printerafdekking gemonteerd. Wees voorzichtig bij het plaatsen en
verwijderen van de afdekking.
De kassa kan bonnen en overzichten afdrukken. Voor de printer moet u de bij de kassa geleverde papierrollen (papierrollen voor kassabonnen en overzichten) plaatsen. Plaats de papierrol volgens de hieronder aangegeven manier met de stekker van het netsnoer in een stopcontact gestoken en de functieschakelaar naar de REG stand gedraaid:
1. Knip ongeveer een wenteling van iedere papierrol af.
Controleer dat het papieruiteinde is afgeknipt op de in de afbeelding getoonde wijze.
2. Druk de afdrukroller-ontgrendelhendel
aan de kassabon-kant (met “PULL” gemarkeerd) omhoog om te ontgrendelen en open de afdrukrollerarm.
Afdrukroller­ontgrendelhendel (aan de kassabon-kant)
3. Plaats een papierrol in de papierrolhouder aan de
kassabon-kant op de in de afbeelding getoonde wijze.
4. Plaats het uiteinde van het papier
langs de papiergeleiders op de in de afbeelding getoonde wijze.
Afdrukrollerarm (aan de kassabon-kant)
5. Houd het papier omlaag gedrukt en sluit de afdrukrollerarm
voorzichtig aan de kassabon-kant en druk de arm omlaag totdat u een klik hoort ten teken dat de arm is vergrendeld. Zorg dat u beslist op het midden van het vleugelgedeelte van de arm drukt, zoals in de afbeelding wordt getoond. Het papier wordt automatisch verder getrokken.
Juist afdrukken is onmogelijk indien de afdrukrollerarm niet goed is vergrendeld. Indien dit het geval is moet u de arm weer openen en
10
vervolgens zoals hierboven beschreven weer juist sluiten.
Deel1
GIDS VOOR SNEL STARTEN
Deel2 Deel3
6. Snijd overtollig papier met de rand van de binnenafdekking af.
7. Druk de afdrukroller-ontgrendelhendel
aan de overzicht-kant (met “PULL” gemarkeerd) omhoog om te ontgrendelen en open de afdrukrollerarm. Plaats een papierrol vervolgens in de papierrolhouder aan de overzicht-kant op de in de afbeelding getoonde wijze.
Afdrukroller­ontgrendelhendel (aan de overzicht-kant)
8. Houd het papier omlaag gedrukt en sluit de afdrukrollerarm
voorzichtig aan de overzicht-kant en druk de arm omlaag totdat u een klik hoort ten teken dat de arm is vergrendeld. Zorg dat u beslist op het midden van het vleugelgedeelte van de arm drukt, zoals in de afbeelding wordt getoond. Het papier wordt automatisch verder getrokken.
9. Steek het uiteinde van het papier in de
gleuf van de spoel. (Druk op de om indien nodig meer papier toe te voeren.)
}
toets
10.Spoel het papier twee of drie keer rond de
spoelas.
Afdrukrollerarm (aan de overzicht-kant)
11.Plaats de spoel op de lager en druk op de
strak te trekken.
12.Plaats de printerafdekking weer terug.
13.Druk op de
komt en schoon papier zichtbaar is.
toets om het papier
}
toets totdat het papieruiteinde uit de printerafdekking
{
11
STAP
REG
OPX/Z
MGR
PGM
X1/Z1
X2/Z2
3
PROGRAMMEREN VAN BASISFUNCTIES
U moet bepaalde vereiste instellingen programmeren zodat de kassa naar uw behoeften en verkopen functioneert alvorens het invoeren van verkopen te starten. Deze gebruiksaanwijzing heeft drie gedeelten: PROGRAMMEREN VAN BASISFUNCTIES (bladzijden 12-27), dat de onderdelen beschrijft die geprogrammeerd moeten worden; PROGRAMMEREN VAN EXTRA FUNCTIES (bladzijden 52-66), waarmee u kunt programmeren voor een handiger gebruik van de toetsen op het toetsenbord; en PROGRAMMEREN VAN GEAVANCEERDE FUNCTIES (bladzijden 67-82), waarmee u diverse optionele functies kunt programmeren. Zoek de voor u benodigde functies en programmeer de vereiste gegevens.
Afkortingen en termen
1
Afd. (Dept.): Afdeling (Department); een categorie voor het classificeren van artikelen. Ieder artikel moet tot
een afdeling behoren.
PLU: Price Look Up, oftewel prijs-opzoeken; een categorie voor het classificeren van artikelen. PLU’s
worden gebruikt voor het oproepen van vooraf-ingestelde prijzen door een code in te voeren. BTW (VAT): Belasting toegevoegde waarde (Value Added Tax). X-overzicht: Overzicht voor het lezen van verkoopdata. Z-overzicht: Overzicht voor het lezen en terugstellen van verkoopdata.
Alvorens te programmeren
2
Procedure voor programmeren
1. Controleer dat zowel de papierrollen voor overzichten als kassabonnen in de kassa is geplaatst. Plaats een
nieuwe rol indien er niet genoeg papier op een rol is (zie “Vervangen van de papierrol” op bladzijde 95 voor het vervangen).
2. Steek de manager-sleutel in de functieschakelaar en draai naar de PGM stand.
3. Programmeer de vereiste onderdelen en gegevens in de kassa.
Na het programmeren van een onderdeel, drukt de kassa de gemaakte instelling af. Controleer aan de hand van de gegeven afdrukvoorbeelden in de betreffende gedeeltes.
4. Druk indien nodig programmeerrapporten ter referentie af.
• Op de voorbeelden voor toetsbedieningen bij de beschrijvingen voor het programmeren, tonen nummers als “22082007” de parameter die moet worden ingevoerd met gebruik van de overeenkomende cijfertoetsen.
• Sterretjes in de tabels bij de beschrijvingen voor het programmeren, tonen de fabrieksinstellingen die bij het verlaten van de fabriek zijn geactiveerd.
Beschrijving van speciale toetsen
t/m 9Cijfertoetsen Gebruik voor het invoeren van cijfers.
Dubbele nul toets Gebruik voor het invoeren van parameters en tekencodes. Wistoets Gebruik voor het wissen van een invoer. Punt-toets Gebruik voor het invoeren van de decimale punt en als rechter-
cursortoets (naar rechts verplaatsen). Vermenigvuldig-toets Gebruik als linker-cursortoets (naar links verplaatsen). Subtotaal-toets Gebruik voor het bevestigen van ingevoerde data. Voltooi-toets Gebruik voor het voltooien van het programmeren.
12
0,1 : l P
@ s A
Deel1
GIDS VOOR SNEL STARTEN
Deel2 Deel3
Begeleiding voor programmeren van tekst
Wg
W
H
hijk
N01
=C_ 01 W 032
=C_ 01 032
=C_ 01 a 032
=Clerk_ 01 a 032
=Clerk01_ 01 a1 032
ABCD_ 01 Wa1 032
Cursor
Tekencode
Afdelingscode, PLU code, functienummer, winkelbediendecode of aantal regels logo wordt hier getoond.
Met de tekentoetsen ingevoerde tekens worden hier getoond.
Met de kassa kunt u tekst voor bijvoorbeeld de namen van onderdelen van afdelingen (bladzijde 16), onderdelen van een PLU/subafdeling (bladzijde 22), functietekst (bladzijde 65), winkelbedienden (bladzijde 25), logo’s (bladzijde 25), buitenlandse en nationale valutasymbolen (bladzijde 64) en trainingsfunctietekst (bladzijde 65) indien gewenst programmeren. Er zijn twee manieren voor het programmeren van tekst; met gebruik van de tekentoetsen op het toetsenbord of door middel van het invoeren van tekencodes met de cijfertoetsen van het toetsenbord. Zie “Invoeren van tekencodes met de cijfertoetsen van het toetsenbord” op bladzijde 50 voor details aangaande deze laatste methode.
Met gebruik van de tekentoetsen op het toetsenbord
U kunt in overeenstemming met de kleine afbeeldingen rechtsonder op de toetsen de gewenste tekens of letters (symbolen en nummers) invoeren. Zie het “Toetsenbord” gedeelte op bladzijde 6 voor de plaats van de diverse toetsen.
De volgende toetsen worden voor het programmeren van tekst gebruikt.
Voor het afwisselend kiezen van kleine letters of hoofdletters. Met de fabrieksinstelling is hoofdletters
H
gekozen. Na een druk op de verschijnt indien u voor kleine letters heeft gekozen zoals in het bediendedisplay-voorbeeld hieronder wordt getoond.
Druk op de
N
“1” in te voeren. Indien u op de functie voor het invoeren van tekens door middel van codes. Na een druk op de u voor cijfers heeft gekozen.
Met deze toets wordt afwisselend tussen enkel-formaat en dubbel-formaat tekens geschakeld. Met de
W
fabrieksinstelling is enkel-formaat tekens gekozen. Na een druk op de invoeren van dubbel-formaat tekens vergrendeld. “W” verschijnt indien u voor dubbel-formaat tekens heeft gekozen zoals in het bediendedisplay-voorbeeld hieronder wordt getoond.
Voor het terugzetten van de cursor waarbij het linkerteken wordt gewist.
B
toets om cijfers (symbolen) in te voeren. Druk bijvoorbeeld op de
N
toets is de functie voor het invoeren van cijfers vergrendeld. “1” verschijnt indien
N
toets is de functie voor het invoeren van kleine letters vergrendeld. “a”
H
en 1toets om
N
toets drukt zonder een druk op de
1
toets, schakelt de kassa in de
N
toets is de functie voor het
W
Bediendedisplay (voorbeeld)
Programmeren van “Clerk01” met dubbel-formaat voor de letter “C”.
Letter “C” dubbel-formaat maken
Terug naar normaal-formaat gaan
Veranderen naar kleine letters
Invoeren van cijfers
13
Tijd
PGM 1430
PGM
0.00
Tijd (max. 4 cijfers met het 24-uur formaat)
s
Datum (DD/MM/YYYY)
s
*Taal (0-3)
Instellen van 0
A
s88@
Taalkeuze
3
*Taal: 0: Engels 1: Duits 2: Frans 3: Spaans
Engels is de fabrieksinstelling.
AfdrukBediendedisplayToetsbediening voorbeeld
88
s
Teksten als bijvoorbeeld de winkelbediende-naam (bladzijde 25), logo-mededeling (bladzijde 25) en functietekst (bladzijde 65) die u heeft geprogrammeerd, worden naar de fabrieksinstellingen teruggesteld indien u de taal verandert. U moet derhalve de taal kiezen alvorens winkelbediende­namen, logo-mededelingen en functietekst te programmeren.
Programmeren van de datum en tijd
4
0
A
@
LANGUAGE CHANGE 88
THANK YOU 0
Datum
Voer de datum met 8 cijfers in met het dag-maand-jaar (DD/MM/YYYY) formaat. Druk vervolgens op de toets.
AfdrukBediendedisplayToetsbediening voorbeeld
22082007
(22 augustus, 2007)
s
PGM
22082007
PGM
0.00
s
Datum
Tijd
Voer de tijd met maximaal 4 cijfers met gebruik van het 24-uur formaat in. Voer bijvoorbeeld 230 in indien het 2:30 AM (’s morgens) is; voer 1430 in indien het 2:30 PM (’s middags) is.
AfdrukBediendedisplayToetsbediening voorbeeld
1430
s
14
Deel1
GIDS VOOR SNEL STARTEN
Deel2 Deel3
Indien het laagste belastbare bedrag nul is
Programmeren van andere belasting
Programmeren van 0.0000
Belastingnummer (1 t/m 4)
Teken en belastingvoet
Laagste belastbare bedrag
(0.01 t/m 999.99)
*
*Teken en belastingvoet: X YYY.YYYY
Belastingvoet=0.0000 t/m 100.0000
Teken -/+ = 1/0
s@9
@
@
s
A
Programmeren van belasting
5
Indien u de BTW/belasting heeft geprogrammeerd, zal de kassa automatisch de BTW (belasting toegevoegde waarde) berekenen. Met het BTW-systeem is de belasting in de prijs die u in de kassa invoert inbegrepen en wordt het bedrag van de belasting berekend in overeenstemming met de geprogrammeerde BTW-waarde. Met het belastingsysteem wordt de belasting berekend in overeenstemming met de geprogrammeerde belastingvoet en aan de prijs toegevoegd. Deze kassa beschikt over 6 verschillende systemen voor de BTW/belasting (automatisch BTW 1-4, automatisch belasting 1-4, handmatig BTW 1-4, handmatig BTW 1, handmatig belasting 1-4 en automatisch BTW1, en automatisch belasting 2-4) en vier belastingvoeten. Het automatisch BTW1-4 systeem is bij het verlaten van de fabriek als fabrieksinstelling voor de kassa ingesteld.
Na het programmeren van de belastingvoet(en) en de belastingstatus voor ieder afdeling (als fabrieksinstelling is BTW1/belasting1 als belastbaar gesteld), wordt de belasting automatisch aan de verkopen van onderdelen die tot de overeenkomende afdeling behoren toegevoegd. De belasting wordt dan in overeenstemming met de geprogrammeerde belastingstatus voor de afdeling en de overeenkomende belastingvoet(en) berekend.
Zie het “Berekenen van BTW (belasting toegevoegde waarde)/belasting” gedeelte op bladzijde 42 voor details aangaande de belastingsystemen. Zie “Overige Programmering” van het “Diverse Functies Programmeren 1” gedeelte (Taak-code 69) op bladzijde 74 voor het veranderen van het belastingsysteem.
Programmeren van belastingvoet
Het hier gespecificeerde percentage wordt voor het berekenen van de belasting voor belastbare subtotalen gebruikt.
Voor het invoeren van een belastingnummer, teken en belastingvoet en laagst belastbare bedrag, toont de kassa respectievelijk “ENTER TAX NO., “ENTER TAX RATE” en “ENTER LOWER TAX” als begeleidingsmededelingen.
s9 @
TAX RATE PROG. 9
ENTER TAX NO.
0.00
2
@
7
@
s
A
ENTER TAX RATE 2 0.00
ENTER LOWER TAX 2 0.00
ENTER TAX NO.
0.00
PGM
0.00
AfdrukBediendedisplayToetsbediening voorbeeld
15
• Het laagste belastbare bedrag is uitsluitend geldig indien u het “toevoegen” belastingsysteem
Belastingnummer (1 t/m 4)
s @9 Av@
heeft gekozen. Dit bedrag wordt genegeerd indien u het BTW-systeem kiest.
• Bij het maken van een fout voordat u bij het programmeren van een belastingvoet op de derde toets drukt, kunt u de fout met een druk op lannuleren.
• U hoeft de laatste nullen van de belastingvoet (na de decimale punt) niet in te voeren, maar u moet wel de decimalen voor breuken invoeren.
• Indien u het BTW-systeem heeft gekozen, wordt het door u geprogrammeerde teken genegeerd.
Voer de volgende procedure uit voor het annuleren van een belastingvoet:
Programmeren van afdeling
6
Artikelen kunnen in maximaal 99 afdelingen worden geclassificeerd. U kunt later van artikelen die met de afdelingtoetsen werden verkocht een overzicht afdrukken waarop de verkochte hoeveelheden en verkoopbedragen per afdeling zijn geclassificeerd. De data van het overzicht kunt u bijvoorbeeld gebruiken voor het nabestellen van artikelen of het bepalen van het verkoopbeleid. Iedere afdeling moet tevens aan een van de volgende groepen worden toegewezen. De plus- of minstatus van een afdeling wordt bepaald door aan welke groep de afdeling behoort.
@
Groepnummer
Groepen 1 t/m 9: Positieve (+) normale afdeling Groep 10: Negatieve (-) normale afdeling Groep 11: Positieve (+) gemengde afdeling Groep 12: Negatieve (-) gemengde afdeling
*Gemengde afdeling
Voor gemengde afdelingen kunnen speciale verkopen van de normale verkopen worden gescheiden. De verkopen van gemengde afdelingen hebben geen invloed op de uiteindelijke verkooptotalen. Hieronder ziet u de fabrieksinstelling voor BTW/gemengde statussen en groepnummers.
Afdelingscode: BTW/belastingstatus: Groepnummer:
Afdeling 1-10 BTW 1 1 Afdeling 11-20 BTW 2 1 Afdeling 21 BTW 1 10 Afdeling 22-99 BTW 1 1
• Voor het behouden van de huidige instelling voor iedere programmering, drukt u op de toets wanneer de overeenkomende begeleidingsmededeling voor het eerst wordt getoond.
• Indien u tijdens het programmeren op de de laatste data alvorens de druk op de
• Indien u tweemaal op de gestopt en de laatste data alvorens de druk op de
• Indien u tijdens de procedure op de PLU, drukt, tijdens het invoeren van tekst of prijzen, zal naar de procedure voor het programmeren van de volgende toets worden gegaan.
toets drukt tijdens het programmeren, wordt het programmeren
l
A
toets drukt, wordt het programmeren gestopt en
A
toets vastgelegd.
toets NIET vastgelegd.
l
, %, &,V, r, R, X, Y, cofbtoets
-
16
s
Deel1
GIDS VOOR SNEL STARTEN
Deel2 Deel3
1. Voer de afdelingscode in.
PRICE 06 0.00
BOOK _ 06 032
ENTER TEXT 06 0.00
DEPT.06 06 068
DEPT.06 06 0.00
ENTER[00]KEY 06 0.00
(1)
Voor afdelingen 1 t/m 20, druk op de overeenkomende afdelingtoets. Voor afdelingen 21 t/m 40, druk op de en druk vervolgens op de overeenkomende afdelingtoets, of voer de afdelingscode met de cijfertoets in en druk vervolgens op de Na het verschijnen van de huidige tekstdata, wordt direct de begeleidingsmededeling voor de volgende stap op de bovenste regel van het display getoond. Op de onderste regel van het display wordt de code van de door u ingevoerde afdelingtoets getoond.
D
d
BediendedisplayToetsbediening
§
toets
toets.
2. Programmeren van tekst (Druk op
s
beëindigen.)
(1) Druk op de :toets voor het programmeren van
tekst. Na het verschijnen van de begeleidingsmededeling, worden direct de huidige tekstdata op de bovenste regel van het display getoond. Op de onderste regel van het display wordt de tekencode van het eerst ingevoerde teken van de tekstdata getoond.
(2) Voer een artikelnaam in.
U kunt maximaal 16 tekens invoeren. Zie “Begeleiding voor het programmeren van tekst” op bladzijde 13 voor het invoeren van een artikelnaam. Door het starten van het invoeren van een teken, worden de huidige tekstdata door de nieuwe data overschreven. Gebruik de onnodige tekstdata. Door een druk op de de cursor respectievelijk naar rechts en links.
(3) Druk op de
registreren. Op de bovenste regel van het display wordt de begeleidingsmededeling voor de volgende stap getoond. Op de onderste regel van het display wordt de huidige instelling getoond.
en Btoetsen voor het wissen van
S
en @toetsen, verplaatst
P
toets om de artikelnaam te
s
om deze stap over te slaan. / Druk op
:
BOOK
SSS
s
A
om te
17
3. Programmeren van unit-prijs (Druk op
SELECT OF TAX1 TAX1 YES
DEPT ENTRY TYPE 06 PRESET
DEPT ENTRY TYPE 06 OPEN & PRESET
PRICE 06 300
beëindigen.)
(1) Voer een unit-prijs met de cijfertoetsen in.
U kunt maximaal 6 cijfers invoeren. De fabrieksinstelling is 0.
om deze stap over te slaan. / Druk op
s
300
A
om te
(2) Druk op de
leggen. Op de bovenste regel van het display wordt de begeleidingsmededeling voor de volgende stap getoond. Op de onderste regel van het display wordt de huidige instelling getoond.
s
toets om de unit-prijs vast te
4. Programmeren van het invoertype (Druk op om te beëindigen.)
(1) Druk 3 keer op de :toets zodat “PRESET” wordt
getoond. Door iedere druk op de achtereenvolgend “INHIBITED”, “OPEN”, “PRESET” en “OPEN & PRESET” op het display getoond. De fabrieksinstelling is “OPEN”. Indien de unit-prijs in stap 3 vanaf de fabrieksinstelling (“0”) wordt veranderd, verschijnt eerst "OPEN & PRESET". Indien de fabrieksinstelling echter niet werd veranderd, zal “OPEN” als eerste verschijnen.
(2) Druk op de
registreren. Op de bovenste regel van het display wordt de begeleidingsmededeling voor de volgende stap getoond. Op de onderste regel van het display wordt de huidige instelling getoond.
s
toets om het invoertype te
toets wordt
:
s
s
om deze stap over te slaan. / Druk op
:::
s
A
5. Programmeren van BTW/belasting 1 status (Druk op op
(1) Ga naar stap (2) indien de BTW/belasting 1 status
18
om te beëindigen.)
A
niet van “TAX1 YES” hoeft te worden veranderd. Druk anders op de wordt getoond. Door iedere druk op de verschijnt afwisselend “TAX1 NO” en “TAX1 YES” op het display. Kies “YES” voor belastbaar en “NO” voor niet-belastbaar. De fabrieksinstelling is “YES” voor afdelingscode 1 t/m 10 en 21 t/m 99 en “NO” voor afdelingscode 11 t/m 20. Indien een artikel voor een belastbare afdeling wordt ingevoerd tijdens een transactie, wordt de belasting automatisch berekend op basis van de overeenkomende belastingvoet zodra de transactie wordt voltooid.
toets zodat “TAX1 NO”
:
:
toets
s
om deze stap over te slaan. / Druk
Deel1
GIDS VOOR SNEL STARTEN
Deel2 Deel3
REGIST. TYPE 06 NORMAL
SELECT OF TAX4 TAX4 NO
SELECT OF TAX3 TAX3 NO
SELECT OF TAX2 TAX2 NO
(2) Druk op de
registreren. Op de bovenste regel van het display wordt de begeleidingsmededeling voor de volgende stap getoond. Op de onderste regel van het display wordt de huidige instelling getoond.
toets om de instelling te
s
s
6. Programmeren van BTW/belasting 2 status (Druk op
op
A
(1) Ga naar stap (2) indien de BTW/belasting 2 status
niet van “TAX2 NO” hoeft te worden veranderd. Druk anders op de wordt getoond. Door iedere druk op de verschijnt afwisselend “TAX2 YES” en “TAX2 NO” op het display. De fabrieksinstelling is “NO” voor afdelingscode 1 t/m 10 en 21 t/m 99 en “YES” voor afdelingscode 11 t/m 20.
(2) Druk op de
registreren. Op de bovenste regel van het display wordt de begeleidingsmededeling voor de volgende stap getoond. Op de onderste regel van het display wordt de huidige instelling getoond.
om te beëindigen.)
toets zodat "TAX2 YES"
:
toets om de instelling te
s
:
toets
7. Programmeren van BTW/belasting 3 status (Druk op
op
A
(1) Ga naar stap (2) indien de BTW/belasting 3 status
niet van “TAX3 NO” hoeft te worden veranderd. Druk anders op de wordt getoond. Door iedere druk op de verschijnt afwisselend “TAX3 YES” en “TAX3 NO” op het display. De fabrieksinstelling is “NO”.
(2) Druk op de
registreren. Op de bovenste regel van het display wordt de begeleidingsmededeling voor de volgende stap getoond. Op de onderste regel van het display wordt de huidige instelling getoond.
om te beëindigen.)
toets zodat "TAX3 YES"
:
toets om de instelling te
s
:
toets
s
s
om deze stap over te slaan. / Druk
s
om deze stap over te slaan. / Druk
s
8. Programmeren van BTW/belasting 4 status (Druk op
op
A
(1) Ga naar stap (2) indien de BTW/belasting 4 status
niet van “TAX4 NO” hoeft te worden veranderd. Druk anders op de wordt getoond. Door iedere druk op de verschijnt afwisselend “TAX4 YES” en “TAX4 NO” op het display. De fabrieksinstelling is “NO”.
(2) Druk op de
registreren. Op de bovenste regel van het display wordt de begeleidingsmededeling voor de volgende stap getoond. Op de onderste regel van het display wordt de huidige instelling getoond.
om te beëindigen.)
toets zodat “TAX4 YES”
:
toets om de instelling te
s
:
toets
s
om deze stap over te slaan. / Druk
s
19
9. Programmeren van registratietype (Druk op
LIMIT DIGITS 06 7
LIMIT DIGITS 06 8
GROUP NO. 06 1
GROUP NO. 06 01
om te beëindigen.)
(1) Ga naar stap (2) indien het registratietype niet van
“NORMAL” hoeft te worden veranderd. Druk anders op de iedere druk op de “SICS” en “NORMAL” op het display. Kies “SICS” voor contacte verkoop van enkel artikel (“Single Item Cash Sale”) en “NORMAL” voor een normale verkoop. De fabrieksinstelling is “NORMAL”. Indien "SICS” voor een afdeling is geprogrammeerd, wordt de verkoop direct na een druk op de afdelingtoets als contacte verkoop voltooid. Indien u een artikel invoert voor een afdeling waarvoor "SICS" niet is geprogrammeerd, wordt de verkoop pas voltooid nadat u op de
toets zodat "SICS" wordt getoond. Door
:
toets verschijnt afwisselend
:
toets heeft gedrukt.
A
s
om deze stap over te slaan. / Druk op
A
(2) Druk op de
registreren. Op de bovenste regel van het display wordt de begeleidingsmededeling voor de volgende stap getoond. Op de onderste regel van het display wordt de huidige instelling getoond.
s
toets om de instelling te
10. Programmeren van groepnummer (Druk op
om te beëindigen.)
(1) Voer met de cijfertoetsen een groepnummer voor
de afdeling in. Kies een groep uit groepen 1 t/m 9 voor een positieve, normale afdeling, groep 10 voor een negatieve, normale afdeling, groep 11 voor een positieve, gemengde afdeling en groep 12 voor een negatieve, gemengde afdeling. De fabrieksinstelling voor groep 1 is afdelingscode 1 t/m 20 en 22 t/m 99 en groep 10 voor afdelingscode 21.
(2) Druk op de
registreren. Op de bovenste regel van het display wordt de begeleidingsmededeling voor de volgende stap getoond. Op de onderste regel van het display wordt de huidige instelling getoond.
s
toets om de instelling te
s
s
om deze stap over te slaan. / Druk op
1
s
A
11. Programmeren van invoerlimiet voor cijfers (Druk op
Druk op
(1) Voer de limiet voor cijfers met de cijfertoetsen in.
U kunt de limiet tot 8 instellen. De fabrieksinstelling is 8.
om te beëindigen.)
A
20
s
om deze stap over te slaan. /
7
Deel1
GIDS VOOR SNEL STARTEN
Deel2 Deel3
Groep­nummer
Vanaf links, ABC
Onderdeel­naam
Belasting­status
Unit-prijs
PGM
0.00
DEPT.07 07 0.00
ENTER[00]KEY 07 0.00
(2) Druk op de
toets om de instelling te
s
s
registreren. Na het verschijnen van de huidige tekstdata voor de volgende afdeling, wordt direct de begeleidingsmededeling op de bovenste regel van het display getoond. Op de onderste regel van het display wordt de overeenkomende afdelingscode getoond. De afdelingscode wordt automatisch verhoogd voor het programmeren van de volgende afdelingtoets en u kunt tekst voor deze verhoogde afdelingscode gaan invoeren.
Ga terug naar stap 2 voor het programmeren van onderdelen voor deze verhoogde afdelingscode. Ga terug naar stap 1 indien u voor een andere afdelingscode wilt gaan programmeren.
12. Beëindig het programmeren
(1) Druk op de
toets om het programmeren voor
A
A
afdelingscodes te stoppen.
Afdruk
Onderdeel: Keuze: Afdruk:
A SICS/Normaal Normaal* 0
SICS 1
B Limiet voor invoer cijfers 0-8 (fabrieksinstelling:8) C Type invoer unit-prijs Open en vooraf-ingesteld 3
Alleen vooraf-ingesteld 2 Alleen open* 1 Onderdrukken afdelingtoets 0
21
MELON _ 0071 032
ENTER TEXT 0071 0.00
PLU.0071 0071 080
PLU.0071 0071 0.00
ENTER[00]KEY 0071 0.00
Programmeren van PLU (Price Look-Up) en subafdeling
7
Met de PLU functie kunnen verkopen snel worden ingevoerd en wordt de prijs automatisch door het invoeren van een code opgeroepen. Een subafdeling is een soort van “open PLU” waarvoor een prijs moet worden ingevoerd nadat de PLU-code is ingevoerd. U kunt maximaal 1800 instellingen voor PLU/subafdelingen maken. Iedere instelling behoort tot een afdeling en krijgt de diverse parameters (belastingstatus, SICS en limiet aantal ingevoerde cijfers) van de afdeling toegewezen. Bij het verlaten van de fabriek is de kassa voorgeprogrammeerd zodat alle 1800 codes als positieve PLU’s zijn toegewezen, overeenkomend met afdeling 1 en een vooraf-ingestelde prijs van “0”.
• Voor het behouden van de huidige instelling voor iedere programmering, drukt u op de toets wanneer de overeenkomende begeleidingsmededeling voor het eerst wordt getoond.
• Indien u tijdens het programmeren op de de laatste data alvorens de druk op de
• Indien u tweemaal op de gestopt en de laatste data alvorens de druk op de
• Indien u tijdens de procedure op de afdelingtoets, toets drukt, tijdens het invoeren van tekst of prijzen, zal naar de procedure voor het programmeren van de volgende toets worden gegaan.
1. Voer de PLU-code in.
(1) Voer de PLU-code met de cijfertoets in en druk
vervolgens op de Na het verschijnen van de huidige tekstdata, wordt direct de begeleidingsmededeling op de bovenste regel van het display getoond. Op de onderste regel van het display wordt de door u ingevoerde PLU-code getoond.
p
toets.
2. Programmeren van tekst (Druk op beëindigen.)
(1) Druk op de :toets voor het programmeren van
tekst. Na het verschijnen van de begeleidingsmededeling, worden direct de huidige tekstdata op de bovenste regel van het display getoond. Op de onderste regel van het display wordt de tekencode van het eerst ingevoerde teken van de tekstdata getoond.
(2) Voer een artikelnaam in.
U kunt maximaal 16 tekens invoeren. Zie “Begeleiding voor het programmeren van tekst”
22
op bladzijde 13 voor het invoeren van een artikelnaam. Door het starten van het invoeren van een teken, worden de huidige tekstdata door de nieuwe data overschreven. Gebruik de onnodige tekstdata. Door een druk op de de cursor respectievelijk naar rechts en links.
en Btoetsen voor het wissen van
S
en @toetsen, verplaatst
P
A
A
toets drukt tijdens het programmeren, wordt het programmeren
l
toets drukt, wordt het programmeren gestopt en
toets vastgelegd.
toets NIET vastgelegd.
l
, %, &,V, r, R, X, Y, cof
-
BediendedisplayToetsbediening
71 p
s
om deze stap over te slaan. / Druk op
A
:
MELON
SSS
s
b
om te
Deel1
GIDS VOOR SNEL STARTEN
Deel2 Deel3
ENTER PLU TYPE 0071 PLU
SIGN 0071 (+)
ENTER DEPT# 0071 1
ENTER DEPT# 0071 01
PRICE 0071 500
PRICE 0071 0.00
(3) Druk op de
registreren. Op de bovenste regel van het display wordt de begeleidingsmededeling voor de volgende stap getoond. Op de onderste regel van het display wordt de huidige instelling getoond.
toets om de artikelnaam te
s
s
3. Programmeren van unit-prijs (Druk op
s
om deze stap over te slaan. / Druk op
beëindigen.)
(1) Voer een unit-prijs met de cijfertoetsen in.
U kunt maximaal 6 cijfers invoeren. Voor een subafdeling moet u de limiet voor het bedrag voor het invoeren van een prijs instellen. De fabrieksinstelling is 0.
(2) Druk op de
leggen. Op de bovenste regel van het display wordt de begeleidingsmededeling voor de volgende stap getoond. Op de onderste regel van het display wordt de huidige instelling getoond.
toets om de unit-prijs vast te
s
4. Programmeren van overeenkomende afdeling (Druk op
Druk op
(1) Voer een overeenkomende afdeling met de
(2) Druk op de
A
cijfertoetsen in. De fabrieksinstelling is afdeling 1. Voor het wissen van PLU, voert u 0 in plaats van de overeenkomende afdelingscode in.
afdelingscode te registreren. Op de bovenste regel van het display wordt de begeleidingsmededeling voor de volgende stap getoond. Op de onderste regel van het display wordt de huidige instelling getoond.
om te beëindigen.)
toets om de overeenkomende
s
500
s
om deze stap over te slaan. /
s
1
s
A
om te
5. Programmeren van teken (Druk op
beëindigen.)
(1) Ga naar stap (2) indien het teken niet van “(+)” hoeft
te worden veranderd. Druk anders op de zodat "(-)" wordt getoond. Door iedere druk op de afwisselend “(-)” en “(+)” op het display. Kies “(+)” voor positief en “(-)” voor negatief. De fabrieksinstelling is “(+)” voor alle 1800 PLU­codes.
(2) Druk op de
registreren. De begeleidingsmededeling voor de volgende stap wordt op de bovenste regel van het display getoond. Op de onderste regel van het display wordt de huidige instelling getoond.
:
toets om de instelling te
s
s
toets verschijnt
om deze stap over te slaan. / Druk op
toets
:
s
A
om te
23
6.
Unit-prijs
PLU/subafd. 1/0
PLU-code
Artikelnaam
Overeenkomende afd.
PGM
0.00
PLU.0072 0072 0.00
ENTER[00]KEY 0072 0.00
Programmeren van functie (Druk op
s
beëindigen.)
(1) Ga naar stap (2) indien de functie niet van “PLU”
hoeft te worden veranderd. Druk anders op de toets zodat “SUBDEP” wordt getoond. Door iedere druk op de afwisselend “SUBDEPT” en “PLU” op het display. Kies “PLU” voor gebruik van de PLU-code als PLU en “SUBDEPT” voor gebruk van de PLU-code als subafdeling. De fabrieksinstelling is “PLU”.
toets verschijnt
:
om deze stap over te slaan. / Druk op
A
:
om te
(2) Druk op de
registreren. Na het verschijnen van de huidige tekstdata voor de volgende PLU, wordt direct de begeleidingsmededeling op de bovenste regel van het display getoond. Op de onderste regel van het display wordt de overeenkomende PLU-code getoond. De PLU-code wordt automatisch verhoogd voor het programmeren van een nieuwe PLU en u kunt tekst voor deze verhoogde PLU-code gaan invoeren.
Ga terug naar stap 2 voor het programmeren van onderdelen voor deze verhoogde PLU-code. Ga terug naar stap 1 indien u voor een andere PLU-code wilt gaan programmeren.
s
toets om de instelling te
s
7. Beëindig het programmeren
(1) Druk op de
PLU te stoppen.
A
toets om het programmeren voor
A
Afdruk
Teken
• Indien negatief is geprogrammeerd voor een PLU/subafdeling waarvan de overeenkomende afdeling een positieve afdeling is, werkt de PLU/subafdeling als een coupon PLU/subafdeling en is het invoeren van een prijs voor een afwijkende hoeveelheid niet voor de PLU/subafdeling toegestaan. Positief kan niet voor een PLU/subafdeling worden geprogrammeerd indien de overeenkomende afdeling negatief is.
24
Deel1
GIDS VOOR SNEL STARTEN
Deel2 Deel3
Programmeren van tekst
Programmeren van een andere bediende
Tekentoetsen
(max. 12 tekens)
Winkelbediende-
code (1-25)
Behouden van huidige instelling
s
@
A
s5P
*1
*Regelnummer
(1-6)
Tekentoetsen
(max. 30 tekens)
Behouden van huidige instelling
Programmeren van een andere regel
@
As
s4P
8
Zie “Begeleiding voor het programmeren van tekst” op bladzijde 13 voor details aangaande het invoeren van tekens.
De kassa is automatisch gereed voor het invoeren van tekst wanneer u op een juiste cijfertoets (taak­codenummer) en de Iets later verschijnt een begeleidingsmededeling die u vertelt wat er geprogrammeerd kan worden. De mededeling vraagt, afhankelijk van het betreffende onderdeel, u de eerste parameter in te voeren. Zie de overeenkomende “Procedure”, voer een parameter in en start het invoeren van tekens.
toets drukt nadat u het programmeren heeft gestart door een druk op de
P
s
toets.
Namen van winkelbediendes (12 tekens)
AfdrukBediendedisplayToetsbediening voorbeeld
s5 P
CLERK NAME PROG. 5
ENTER CLERK NO.
0.00
CLERK 01 01 067
DAVID _ 01 032
CLERK NAME PROG.
0.00
DAVID
1
SSS
s
@
2
*
ENTER CLERK NO.
0.00
A
*1
Voor winkelbediendes 1 t/m 4 worden met de fabrieksinstelling automatisch de namen “CLERK 01” t/m “CLERK 04” geregistreerd. U moet tevens voor iedere winkelbediende een winkelbediende-code registeren. Met de fabrieksinstelling worden winkelbediende-codes 1 t/m 4 voor winkelbediendes 1 t/m 4 geprogrammeerd. Zie “Toewijzen van een winkelbediende-code” op bladzijde 76 voor winkelbediendes 5 t/m 25.
*2 Gebruik de Sen Btoetsen voor het wissen van onnodige tekstdata.
PGM
0.00
Logo-mededelingen (6 regels en 30 tekens voor iedere regel)
De kassa kan geprogrammeerde mededelingen op iedere bon afdrukken. Met het standaardmodel, wordt een logo van 6 regels op iedere bon afgedrukt. Indien u met een ander logo-mededelingenformaat wilt afdrukken, moet u het formaat veranderen. Zie bladzijde 76 voor details aangaande het programmeren. Hierna ziet u de mogelijkheden:
* Kop met 3-regels: 1 t/m 3
Voetnoot met 3-regels: 4 t/m 6 Kop met 6-regels: 1 t/m 6 Kop met 3-regels en voetnoot met 3-regels: 1 t/m 6 (1 t/m 3 voor kop en 4 t/m 6 voor voetnoot)
25
Printformaat voor logo-mededeling (6 types)
Grafisch logo
Kop 2de regel
Grafisch logoGrafisch logo
Kop 3de regel
Kop 1ste regel
Kop met 3-regels en voetnoot met 3-regels (Fabrieksinstelling)
Kop met 3-regels Voetnoot met
3-regels
Kop met 6-regels
Voetnoot 5de regel
Voetnoot 6de regel
Voetnoot 4de regel
Kop 2de regel
Kop 3de regel
Kop 1ste regel
Kop 2de regel
Kop 3de regel
Kop 1ste regel
Kop 2de regel
Kop 3de regel
Kop 1ste regel
Kop 5de regel
Kop 6de regel
Kop 4
de regel
Voetnoot 5de regel
Voetnoot 6de regel
Voetnoot 4de regel
Voorbeeld voor het afdrukken van “THANK YOU” als logo met gebruik van dubbel-formaat tekens en gecentreerd op de derde regel.
AfdrukBediendedisplayToetsbediening voorbeeld
s4 P
LOGO TEXT PROG. 4
ENTER LINE NO.
0.00 _
3
@
=X=E=-=A
3 032
SSSSSS
_ =X=E=-=A 3 032
W
_ =X=E=-=A 3 W 032
THANK SYOU
H=A=N=K= =Y=O=U
_
3 W 032
W
H=A=N=K= =Y=O=U
_
3 032
SSSSSS
K= =Y=O=U
_
3
s
LOGO TEXT PROG.
0.00
ENTER LINE NO.
0.00
A
PGM
0.00
• Bij het verlaten van de fabriek is een logo-mededeling voor 6-regels voorgeprogrammeerd. Start het invoeren vanaf de eerste regel indien u voor het eerst een logo-mededeling programmeert.
• De voorgeprogrammeerde mededelingen worden op iedere regel getoond tijdens het programmeren van logo-mededelingen. In het voorbeeld hierboven wordt “XE-A303” getoond. Overschijf de voorgeprogrammeerde mededelingen door de gewenste logo-mededelingen.
26
Deel1
GIDS VOOR SNEL STARTEN
Deel2 Deel3
Programmeren van andere nodige onderdelen
9
Instelling voor decimale punt (komma) voor de nationale valuta
“2” is de fabrieksinstelling. Indien u echter de decimale punt of komma op een andere plaats gebruikt, moet u deze instelling veranderen. Zie “Overige Programmering” van “Diverse Functies Programmeren 1” (Taak-code
61) op bladzijde 70.
Afrondsysteem
Indien in uw land een speciaal afrondsysteem wordt gebruikt, zoals bijvoorbeeld in Australië, Zwitserland, Noorwegen, Zweden, Denemarken en Zuid-Afrika, moet u de instelling veranderen. Zie “Overige Programmering” in het “Diverse Functies Programmeren 1” (Taak-code 67) op bladzijde 72 voor de instelling voor Australië, Zwitserland, Noorwegen en Zuid-Afrika. Zie “Overige Programmering” in het “Diverse Functies Programmeren 1” (Taak-code 69) op bladzijde 74 voor de instelling voor Zweden en Denemarken.
27
INVOEREN VAN EENVOUDIGE VERKOPEN
Logo-mededeling (Kop)
Datum/Tijd/Bediendecode Kassanummer/Volgnummer/
Naam van bediende Onderdelen
Prijs
Wordt niet afgedrukt indien uitsluitend niet-belastbare onderdelen worden verkocht.
Totaal bedrag Overhandigd contant/
Ontvangen bedrag Wisselgeld
Totaal hoeveelheid
Logo-mededeling (Voetnoot)
DAVID *01*
-01-
DEPT.01 *01*
15.00
DEPT.02 *01*
23.00
SUBTOTAL *01*
38.00
*01* 4000
CHANGE *01*
2.00
1 L
1500 ¡
2300
s
4000
A
Invoeren van artikelen
Invoeren van winkelbediende­code
Tonen van subtotaal
Ontvangen bedrag
Voltooien van de transactie
STAP
4
REG
OPX/Z
MGR
PGM
X1/Z1
X2/Z2
Voorbeeld voor invoeren van eenvoudige verkopen
1
Hieronder is een voorbeeld voor het invoeren van eenvoudige, contant te betalen verkopen. Zie “Extra informattie voor het INVOEREN VAN EENVOUDIGE VERKOPEN” op bladzijde 36 voor details aangaande de diverse bedieningen.
Stand van functieschakelaar
1. Draai de functieschakelaar naar de REG stand.
Invoeren van winkelbediende-code
2. Voer uw winkelbediende-code in. (Voor bijvoorbeeld winkelbediende-code 1,
drukt u achtereenvolgend op de worden als fabrieksinstelling toegewezen.
Invoeren van onderdelen
3. Voer de prijs voor het eerste artikel of onderdeel van een afdeling in. (Voor bijvoorbeeld 15.00, drukt u op de
15:
en vervolgens op de vereiste afdelingtoets.)
Voor afdeling 21 t/m 40, drukt u eerst op de Voor afdeling 41 of hoger, voert u eerst de afdelingscode in met de cijfertoetsen en drukt u vervolgens op de
toets. Voer daarna de prijs in en druk nogmaals op de dtoets.
d
4. Herhaal stap 3 voor alle andere artikelen van afdelingen.
Tonen van subtotaal
5. Druk op de
Voltooien van de transactie
s
toets om het totale bedrag van de verkopen te tonen.
6. Voer het van de klant ontvangen bedrag in. (U kunt deze stap overslaan indien het ontvangen bedrag gelijk
is aan het subtotaal.)
7. Druk op de
A
toets en het terug te geven wisselgeld wordt getoond en de lade opent.
8. Scheur de bon af en geef met het wisselgeld aan de klant.
9. Sluit de lade.
en Ltoets.) Winkelbediende-codes 1 t/m 4
1
toets en dan op de vereiste afdelingtoets.
D
Toetsbediening voorbeeld
(In dit voorbeeld is het belastingsysteem op BTW 1 automatisch en de belastingvoet op 16,00% gesteld.)
28
BonBediendedisplay
Loading...
+ 74 hidden pages