Roland FP-7 User Manual

Introductie
Gefeliciteerd met uw keuze voor de FP-7. Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig, om ervoor te zorgen dat u optimaal van de FP-7 geniet, en de mogelijkheden van het apparaat optimaal benut.

Over de handleiding

U dient eerst de sectie ‘Voor het spelen’ (p. 18) van deze gebruikershandleiding te lezen. Hierin wordt uitgelegd, hoe de adapter moet worden aangesloten, en hoe u de stroom aanzet.

Afspraken in deze handleiding

Om de bewerkingen zo duidelijk mogelijk uit te leggen, kent deze handleiding de volgende gebruiken.
• Tekst tussen vierkante haakjes [ ] wijst op de naam van een toets of een knop, zoals de [Display] toets.
• Regels die beginnen me of een asterisk *, zijn waarschuwingen die u zeker moet lezen.
• De paginanummers die u kunt raadplegen voor gerelateerde informatie, worden aangegeven als: (p. **).
• In deze handleiding gebruiken we schermafbeeldingen, om verschillende functies mee uit te leggen. Wees u er echter van bewust, dat de getoonde instellingen mogelijk niet overeenkomen met de fabrieksinstellingen (zoals klank namen).
NOTE
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan u de volgende secties zorgvuldig door te
lezen: ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p. 8) en ‘BELANGRIJKE
OPMERKINGEN’ (p. 11). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het juiste gebruik van het
apparaat. Daarnaast dient deze gebruikershandleiding in zijn geheel gelezen te worden, zodat u een
goed beeld krijgt van alle mogelijkheden, die uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze
handleiding om er later aan te kunnen refereren.
Copyright © 2007 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag zonder schriftelijke toestemming van
ROLAND CORPORATION op enigerlei wijze gereproduceerd worden.
3
4

Hoofdkenmerken

Pianospel van hoge kwaliteit
De FP-7 levert het geluid van een grand concert piano van hoge kwaliteit. Daarbij geeft het PHA II klavier een meer piano-achtig gevoel, aangezien het lage bereik zwaarder speelt dan het hoge. Het apparaat is voorzien van drie pedaal jacks, en wordt geleverd met een pedaal met een half-damper. Hiermee kunt u de diepte van de langgerekte trillingen wijzigen, en op die manier genieten van de subtiele nuances van pianospel van hoge kwaliteit.
Hoge kwaliteit speakers en pianogeluiden
De FP-7 beschikt over multi-gesamplede pianogeluiden, verdeeld over 88 toetsen. Elke noot van een grand piano met 88 toetsen is gesampled, om natuurgetrouw het tonale karakter te reproduceren, en dynamische expressie over het volledige bereik van nuances mogelijk te maken. Van delicate pianissimo, tot krachtige fortissimo. De rijke resonanties en de levensechte kwaliteit van deze geluiden worden natuurgetrouw gereproduceerd door de uitstekende speakers van de FP-7.
Audio Key maakt het mogelijk, om tijdens uw spel een muziekbestand te spelen
U kunt uw eigen audiobestand klaarzetten, en dit op het gewenste moment met uw optreden laten meespelen. Op deze manier kunt u menselijke stemmen of korte frasen aan uw spel toevoegen, waardoor uw optreden met een ‘live’ atmosfeer wordt verrijkt. Daarnaast kunt u aan elke toets een andere audio song toekennen, en spelen met deze songs op de achtergrond.
Session Partner laat u genieten van sessie-achtig spel
U kunt op de piano meespelen met realistische ‘ritmes’, om te genieten van ‘sessie-achtig’ spel. Aangezien aan elk ritme geschikte akkoord progressies zijn toegekend, hoeft u slechts een ritme te selecteren, waarmee vanzelf de geschikte akkoord progressie wordt gekozen.
Piano Designer laat u het pianogeluid aan uw smaak aanpassen
Deze functie geeft u een nog groter expressief bereik, door u de gelegenheid te geven om een simulatie van de trillingen van pianosnaren te laten aanpassen. Ook is het mogelijk, om het effect van een geopende, dan wel gesloten klep van een grand piano te simuleren. Of denk aan de manier waarop de demper zich beweegt vanaf de snaren, als u op het demper pedaal drukt. Met deze aanpassingen kunt u uw persoonlijke pianogeluid samenstellen.
Registrations maken het mogelijk om uw favoriete uitvoerings­instellingen op te slaan
Uw uitrvoerings-instellingen, zoals geluiden selecties, instellingen van Session Partner, en klavier reactie instellingen, kunnen als ‘Registration’ worden opgeslagen. Zo kunt u deze oproepen op elk gewenst moment.
Wat u met USB geheugen kunt doen
De FP-7 is voorzien van een aansluiting voor extern geheugen. Als u daar USB geheugen (los verkrijgbaar) op aansluit, kunt u van daaruit SMF muziekbestanden of audio bestanden afspelen. Dit is ook handig, om een opgenomen uitvoering of registratie data op te bewaren.
Inhoud
Introductie .................................................. 3
Over de handleiding...................................................3
Afspraken in deze handleiding.................................3
Hoofdkenmerken ........................................ 4
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER
GEBRUIKEN ................................................ 8
Belangrijke opmerkingen .......................... 11
Namen van dingen en wat ze doen ........... 14
Voor het spelen......................................... 18
Voorbereiden op het spelen.......................................18
Adapter aansluiten ...............................................18
De stroom aan/uitzetten........................................19
Het volume regelen...............................................20
Bladmuziek steun bevestigen..................................20
De pedalen aansluiten...............................................21
Met een koptelefoon luisteren.....................................22
Het contrast van het scherm regelen............................22
USB geheugen gebruiken ..........................................23
USB geheugen aansluiten......................................23
Songs beluisteren...................................... 24
Demo songs beluisteren.............................................24
Interne songs beluisteren............................................26
Het volume van de song regelen ............................28
Alle songs doorlopend afspelen (All Song Play)........29
Elk part afzonderlijk beluisteren (Track Mute) ...........30
Het volume van een gemute Track bepalen..............31
Songs vanuit intern geheugen beluisteren ....................32
Songs vanuit USB geheugen beluisteren ......................33
Spelen ...................................................... 35
Spelen met een variëteit aan geluiden.........................35
De manier waarop geluiden op een orgel ontstaan
nabootsen (Tone Wheel)............................................36
SPELEN met twee gelaagde klanken (Dual Play) ...........41
De klank variaties wijzigen....................................42
Spelen met verschillende klanken aan de linker- en
rechterkant van het klavier (Split Play) .........................43
Klank groepen en klank variaties wisselen ...............45
Het splitspunt van het klavier wijzigen.....................46
De volume balans van Dual Play en Split Play wijzigen .47
De aanslag gevoeligheid regelen (Key Touch).............. 48
Galm aan geluiden toevoegen (Reverb Effect)..............49
De diepte van het galm effect wijzigen ...................49
Verschillende effecten aan het geluid toekennen
(Effects) ................................................................... 50
Een roterend effect toevoegen aan orgel klanken
(Rotary Effect)........................................................... 51
De toonsoort van het klavier of song spelen
transponeren (Transpose) ..........................................52
Spelen met de metronoom ......................................... 54
Het tempo wijzigen ..............................................55
Het volume van de metronoom wijzigen.................. 55
Levendigheid aan het geluid toevoegen
(Sound Control)........................................................56
De klank kwaliteit wijzigen (Equalizer)........................ 57
Het Equalizer type wijzigen...................................58
Spelen met audiobestanden (Audio Key) ..................... 59
SPELEN met audiobestanden van het
USB geheugen.....................................................59
Spelen met audiobestanden die in de FP-7 zijn
ingebouwd..........................................................62
Het volume van de audiobestanden regelen ............62
Een pianogeluid naar uw smaak creëren
(Piano Designer)....................................................... 63
De Piano Designer instellingen opslaan...................65
Met ritmes meespelen ................................ 66
Wat is Session Partner?............................................. 66
Met Session Partner mee spelen .................................67
Het volume van de Session Partner uitvoering
wijzigen..............................................................69
Parts selecteren ....................................................69
Een ritme selecteren..................................................70
Het tempo van een ritme wijzigen ..............................71
De akkoordprogressie van een ritme selecteren............72
Spelen met de akkoordprogressie aan de linkerhand
(Chord Progression Off) ............................................73
Het ritme patroon wijzigen (Original/Variation)...........75
De akkoordprogressie opnemen.................................76
Het aantal maten van de akkoordprogressie die u
opneemt wijzigen................................................. 77
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan...78
Over ‘Registrations’ ..................................................78
Uw uitvoeringsinstellingen vastleggen (Registration) ...... 80
Een Registration oproepen.........................................82
Een Registration Set opslaan......................................83
Een vastgelegde Registration Set laden .......................85
5
Inhoud
Een opgeslagen Registration Set wissen.......................87
Een Registration Set kopiëren .....................................89
Registrations wisselen met een pedaal.........................91
Opnemen ................................................. 92
Een nieuwe song opnemen ........................................93
Uw spel samen met een song opnemen.......................95
Uw uitvoering met Session Partner opnemen ................98
Geselecteerde Track toetsen opnemen.......................100
Opgenomen uitvoeringen wissen..............................103
Een uitvoering opslaan............................ 104
Over opslaan en kopiëren .......................................104
De songs die u opneemt opslaan..............................105
USB geheugen gebruiken ........................................107
USB geheugen initialiseren ..................................107
Een opgeslagen song wissen ...................................109
Een song kopiëren..................................................111
Een song van het interne geheugen naar
USB geheugen kopiëren......................................111
Een song van het USB geheugen naar i
ntern geheugen kopiëren.....................................113
Diverse instellingen ................................. 115
Instellingen stemapparaat ........................................115
Toonhoogte afstemmen op andere instrumenten
(Master Tune).....................................................115
Afstemming regelen (Temperatuur)........................116
Pedaal instellingen..................................................117
Wijzigen hoe de pedaal effecten worden
toegepast ..........................................................117
Wijzigen hoe de pedalen werken.........................118
Effect instellingen....................................................119
Het effect type wijzigen.......................................119
Instellen aan welk part effecten worden
toegevoegd .......................................................120
Systeem instellingen ................................................120
Automatische selectie van VIMA TUNES
aanbevolen klanken uitschakelen..........................120
Songtekst weergave aan/uitzetten........................121
De taal van songtekst weergave wijzigen ..............121
Sound Control instelling bij aanzetten opgeven......122
Equalizer Control instelling bij aanzetten opgeven..122
Het volume regelen (Master Gain) ........................123
Equalizer instellingen ..............................................123
De equalizer instellingen wijzigen ........................123
Klavier instellingen..................................................124
Opgeven wat de Transpose toets beïnvloedt
(Transpose)........................................................ 124
De aanslag gevoeligheid wijzigen
(Key Touch) .......................................................125
De aanslag gevoeligheid nauwkeurig afstellen....... 125
De snelheid wijzigen als de aanslag gevoeligheid
is ingesteld op ‘Off’............................................126
De toonhoogte van de ondertoon wijzigen in
stappen van een octaaf (Octave Shift).................. 126
Audio Key instellingen ............................................127
Een audiobestanden set selecteren .......................127
De audiobestanden instellingen veranderen...........127
Session Partner instellingen......................................129
Intro en einde aan of uitzetten.............................. 129
Een akkoordprogressie patroon selecteren............. 129
De grondtoon van de akkoordprogressie
selecteren..........................................................130
Een akkoordprogressie vastzetten.........................130
Instellingen voor het afspelen van songs.................... 131
Een specifiek part muten (Part Mute) .....................131
De parts wisselen die tijdens het afspelen van SMF muziekbestanden aan de Track toetsen zijn
toegekend (Track Assign) ....................................132
Geheugen initialiseren (formatteren) .........................132
Intern geheugen initialiseren ................................ 132
USB geheugen initialiseren.................................. 133
Metronoom instellingen ........................................... 134
De beat van de metronoom wijzigen ....................134
De manier waarop de metronoom de beat
markeert wijzigen............................................... 134
Overige instellingen................................................ 135
Terug naar fabrieksinstellingen (Factory Reset) .......135
Toetsen uitschakelen (Panel Lock).......................... 135
De V-LINK functie gebruiken ................................136
De extern geheugen instelling wijzigen ................. 136
Overige apparatuur aansluiten ................ 137
Audio apparatuur aansluiten.................................... 138
Het geluid naar externe speakers sturen................138
Een CD beluisteren via de speakers van de FP-7 ....139
Een uitvoering van de FP-7 opnemen op een extern
apparaat...............................................................140
Een uitvoering van de FP-7 opnemen op CD of
cassette, etc.......................................................140
Met uw computer een CD maken .........................141
Het USB geheugen aansluiten (los verkrijgbaar) ......... 142
Op een computer aansluiten....................................143
6
Aansluiten op een computer via de USB (MIDI)
aansluiting.........................................................143
Een CD drive aansluiten (los verkrijgbaar) .................144
Aansluiten .........................................................144
Songs van een CD afspelen.................................145
Met een muziek CD meespelen (Center Cancel) .....146
Spelen terwijl u naar de melodie van de
muziekbestanden luistert......................................146
Aansluiten op MIDI apparatuur ................................147
Wat is MIDI? .....................................................147
Aansluiten .........................................................147
De FP-7 gebruiken om een andere MIDI
geluidsmodule te laten spelen ..............................148
MIDI instellingen.................................................148
Appendix
Problemen oplossen ................................................153
Foutmeldingen........................................................157
Klanken lijst ...........................................................158
Ritmelijst................................................................163
Akkoordprogressie patronen lijst...............................164
Akkoord vingerzetting lijst........................................167
Interne song lijst .....................................................169
Muziekbestanden die de FP-7 kan gebruiken .............170
Registration lijst ......................................................171
Effecten lijst............................................................172
Opgeslagen instellingen..........................................176
MIDI Implementatiekaart..........................................177
Specificaties...........................................................178
Index ....................................................................180
Inhoud
7

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
WAARSCHUWING
Niet openen of wijzigen
002c
Maak het apparaat niet open, en voer geen interne modificaties uit. Dit geldt tevens voor de adapter.
......................................................................................
Niet repareren of onderdelen vervangen
003
Tracht het apparaat niet te repareren, of onder­delen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum, of een erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.
......................................................................................
Gebruik, of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die:
004
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes of natte vloeren hebben of die
• aan regen worden blootgesteld of die
• stoffig zijn of die
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
......................................................................................
Gebruik alleen een aanbevolen standaard
005
Dit apparaat behoort uitsluitend te worden gebruikt met een standaard die wordt aanbevolen door Roland.
......................................................................................
VOORZICHTIG opmerkingen
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Niet plaatsen op een instabiel oppervlak
002c
Wanneer het apparaat met een standaard wordt gebruikt die wordt aanbevolen door Roland, moet deze zorgvuldig worden opgesteld; zodat het instrument recht staat en niet om kan vallen. Wanneer er geen gebruik wordt gemaakt van een standaard dient u er nog steeds voor te zorgen dat het te gebruiken oppervlak gelijkmatig en stabiel is zodat het instrument voldoende wordt ondersteund en wiebelen wordt voorkomen.
......................................................................................
Sluit de adapter aan op een stopcontact met het juiste voltage
008c
Gebruik alleen de bijgeleverde adapter. Ook moet het voltage van de installatie overeenkomen met het ingangsvoltage dat op de behuizing van adapter wordt vermeld. Andere adapters kunnen een andere polariteit hebben of op een ander voltage ontworpen zijn, waardoor gebruik van dergelijke adapters tot beschadiging, storing of elektrische schok kan leiden.
......................................................................................
Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer
008e
Gebruik alleen het netsnoer dat bij het apparaat wordt geleverd. Gebruik het bijgeleverde netsnoer niet voor andere apparaten.
......................................................................................
Buig het netsnoer niet en plaats er geen zware objecten op
009
Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor kortsluiting kan optreden. Beschadigde snoeren vormen een risico op brand en het krijgen van een elektrische schok!
......................................................................................
8
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Deel geen stopcontact met een buitensporig aantal andere apparaten
015
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact, waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verleng­snoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de toegestane belasting (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige belasting kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.
......................................................................................
Vermijd langdurig gebruik op hoog volume
010
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
......................................................................................
Voorkom dat objecten in het apparaat terecht­komen
011
Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terecht­komen. Dit kan leiden tot kortsluiting en andere storing.
......................................................................................
Zet de stroom uit, als er iets vreemds gebeurt of als er storing optreedt
012b
Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtst­bijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de “Informatie” pagina, indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functio­neren of een duidelijke verandering in werking laat zien.
......................................................................................
Laat kinderen het apparaat niet zonder toezicht gebruiken
013
In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat op te volgen.
......................................................................................
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
Niet laten vallen en niet blootstellen aan zware schokken
014
Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
......................................................................................
Niet in het buitenland gebruiken
016
Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur.
......................................................................................
Gebruik een CD-ROM niet in een conventionele CD- of DVD speler
023
Speel geen CD-ROM disk op een conventionele CD- of DVD speler af. Het geluidsniveau, dat geproduceerd wordt, kan permanent gehoors­verlies of schade aan luidsprekers veroorzaken.
......................................................................................
Plaats geen voorwerpen met water op het apparaat
026
Plaats geen voorwerpen met water (zoals vazen) of drinken op het apparaat. Gebruik ook geen insec­ticiden, parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen, enz. nabij het apparaat. Veeg op het apparaat gemorste vloeistoffen direct weg met een droge, zachte doek.
......................................................................................
9
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Plaats op een goed geventileerde locatie
101b
Het apparaat dient op een zodanige wijze geplaatst te worden, dat er voldoende venti­latieruimte beschikbaar is.
..........................................................................................................
Houd de stekker vast bij het insteken of ontkoppelen
102c
Wanneer de stekker in het stopcontact, of in het apparaat word gestoken, of eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker zelf vast.
..........................................................................................................
Veeg regelmatig het stof van de adapter
103b
Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en maak deze met een droge doek schoon om stof en andere opeenhopingen te verwijderen. Haal de adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het apparaat langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden en brand veroorzaken.
..........................................................................................................
Werk kabels op een veilige manier weg
104
Zorg ervoor, dat de aangesloten kabels op een veilige manier zijn weggewerkt. Houd ze in het bijzonder buiten bereik van kinderen.
..........................................................................................................
Niet op staan of zware voorwerpen op plaatsen
106
Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
Haal voor het schoonmaken de adapter uit het stopcontact
109b
Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de stroom uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact (p. 18).
..........................................................................................................
Bij mogelijke blikseminslag de adapter uit het stopcontact halen
110b
Indien er onweer in uw omgeving wordt verwacht, haalt u het netsnoer uit het stopcontact
..........................................................................................................
Houd kleine voorwerpen buiten bereik van kinderen
118c
Om te voorkomen, dat voorwerpen als de volgende per ongeluk door kinderen worden ingeslikt, bewaart u deze buiten bereik van kinderen.
• Bijgeleverde onderdelen
• Bevestigingsschroeven van de bladmuziek steun
..........................................................................................................
..........................................................................................................
Adapter niet aansluiten of loskoppelen als uw handen nat zijn
107c
Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat wordt gestoken of eruit wordt gehaald, mogen uw handen nooit nat zijn.
..........................................................................................................
Voorzichtig met verplaatsen
108d: Selection
Controleer het volgende, voordat u het apparaat verplaatst. Zorg er vervolgens voor, dat er minimaal 2 personen samenwerken bij het optillen en vervoeren van het apparaat – en dat het apparaat recht wordt gehouden. Voorkom ook dat uw handen klem komen te zitten, of dat u het apparaat op uw voeten laat vallen.
• Controleer of de moeren waarmee het apparaat vast staat op zijn standaard, zijn losgeraakt. Als dat zo is, draai ze dan stevig vast.
• Ontkoppel het netsnoer.
• Ontkoppel externe apparaten.
• Verwijder de bladmuziek steun.
......................................................................................
10

Belangrijke opmerkingen

Naast de onderdelen die onder “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” op pagina 8 worden genoemd, raden wij u aan het volgende te lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening
• Verbind dit apparaat niet een stopcontact dat tevens wordt gebruikt voor elektrische apparatuur die is voorzien van inverter (zoals een koelkast, wasmachine, magnetron, of airconditioner) of die gebruik maakt van een motor. Afhankelijk van hoe deze apparatuur wordt gebruikt kan stroomruis leiden tot storing of een hoorbare ruis. Als het praktisch gezien onmogelijk is om een ander stopcontact te kiezen dan plaatst u een stroomruisfilter tussen het stopcontact en dit instrument.
• De adapter zal na vele uren opeenvolgend gebruik warmte gaan genereren. Dit is normaal en niets om u zorgen over te maken.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal storing en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten voorkomen.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van versterkers (of andere apparatuur, die grote transformators bevat) kan tot een brom leiden. Om dit probleem op te heffen, verandert u de richting van dit apparaat of zet het verder van de storingsbron weg.
• Dit apparaat kan de ontvangst van radio of televisie storen. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
• Er kan ruis geproduceerd worden, wanneer draadloze communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden tijdens bellen of gebeld worden. Als u dit soort problemen ondervindt, moet u de draadloze apparaten op grotere afstand van dit apparaat plaatsen of deze uitzetten.
• Stel dit apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet bij apparaten, die warmte verspreiden, laat het niet in een afgesloten voertuig achter, en stel het niet aan extreme temperaturen bloot. Door overmatige hitte kan het apparaat misvormen of verkleuren.
• Wanneer het apparaat naar een andere locatie wordt verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid verschilt van de vorige locatie, kunnen binnen het apparaat waterdruppels (condensatie) gevormd worden. Als u het apparaat in deze staat gebruikt, kunnen schade of storing ontstaan. Voordat u het apparaat op de nieuwe locatie gaat gebruiken, laat u het enige uren acclimatiseren, totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Laat rubber, vinyl of gelijksoortige materialen niet lang op het apparaat staan. Zulke voorwerpen kunnen de afwerkingslaag verkleuren of anderszins beschadigen.
• Laat objecten niet op het klavier staan. Dit kan leiden tot storing, zoals vervorming van het geluid.
• Plak geen stickers op dit instrument. Het verwijderen ervan kan de afwerkingslaag schadelijk beïnvloeden.
• Afhankelijk van het materiaal en temperatuur van de ondergrond, kunnen de rubberen voetjes van het apparaat het oppervlak doen verkleuren of anderszins aantasten.
•U kunt een stukje vilt of doek onder de rubberen voetjes plaatsen om dit te voorkomen. Als u dat doet, let er dan op dat het apparaat niet per ongeluk wegglijdt of verplaatst.
Onderhoud
• Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil, gebruikt u een doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek goed af. Als dit apparaat houten onderdelen bevat, veeg dan het hele gebied in de richting van de nerf af. De afwerkingslaag kan beschadigen, als u langdurig op één plek wrijft.
• Als er waterdruppels op het apparaat blijven liggen, veeg deze dan meteen weg met een zachte, droge doek.
• Gebruik nooit wasbenzine, thinner, alcohol of oplosmiddelen om kans op verkleuring en/of misvorming te voorkomen.
Reparatie en data
• Wees er op bedacht dat de inhoud van het geheugen verloren kan gaan als u het apparaat laat repareren. Van belangrijke gegevens moet u altijd een reservekopie maken in USB geheugen, of opschrijven op papier (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt getracht het verlies van data te vermijden. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer het schakelsysteem van het geheugen zelf niet meer werkt) kan data helaas niet meer hersteld worden. Roland is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies, of de gevolgen daarvan.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen door storing of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van belangrijke gegevens te beschermen, raden wij u aan om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke gegevens, die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen, te maken.
• De inhoud van data die in het interne geheugen of in USB geheugen is opgeslagen, kan helaas niet meer hersteld worden, wanneer deze verloren is gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies, of de gevolgen daarvan.
11
Belangrijke opmerkingen
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storing leiden.
• Sla nooit op het beeldscherm, en voer er geen hoge druk op uit.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
• Geniet van uw muziek, op een manier die niet storend is voor personen in uw naaste omgeving. Let ’s avonds in het bijzonder op het volume. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken.
• Wanneer u het apparaat moet vervoeren, verpakt u het in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten gebruiken.
• Als u de bladmuziek steun gebruikt, voer er dan geen hoge druk op uit.
• Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (EV-5, apart verkrijgbaar). Als u andere expressiepedalen aansluit, riskeert u storing en/of schade aan het apparaat.
• Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels met weerstanden. Bij gebruik van dit soort kabels, kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
Alvorens de extern geheugen aansluiting te gebruiken
Omgaan met de extern geheugen aansluiting
• Als u USB geheugen aansluit, druk dit dan stevig op zijn plaats.
• Raak het uiteinde van de USB geheugen aansluiting niet aan, en voorkom dat deze vies wordt.
• USB geheugen bestaat uit precisie componenten, let goed op de volgende punten.
• Om schade door statische elektriciteit te voorkomen,
ontlaadt u alle statische elektriciteit van uw lichaam, voor u het USB geheugen aanraakt.
• Voorkom, dat metaal in aanraking komt met de
contacten van het USB geheugen, en raak deze niet aan.
• Buig USB geheugen niet, laat het niet vallen, en stel het
niet bloot aan sterke trillingen.
• Bewaar USB geheugen niet in direct zonlicht, in
afgesloten voertuigen, of op soortgelijke plaatsen (bewaartemperatuur: 0 tot 50 graden C).
• Laat USB geheugen niet nat worden.
• Wijzig USB geheugen niet, en haal het niet uit elkaar.
• Sluit USB geheugen aan, door het horizontaal te plaatsen ten opzichte van de extern geheugen aansluiting, en het opzijn plaats te brengen zonder overmatige kracht te gebruiken. De extern geheugen aansluiting kan beschadigen, als u overmatige kracht gebruikt bij het plaatsen van het USB geheugen.
• Duw niets anders (zoals draden, munten, andere apparaten) dan USB geheugen in de extern geheugen aansluiting. Door dat toch te doen, beschadigt u de extern geheugen aansluiting.
• Oefen geen grote kracht uit op het geplaatste USB geheugen.
• Als u voor langere tijd geen USB geheugen gebruikt, sluit dan de USB geheugen bedekking.
12
Omgaan met CD’s
Vermijd het aanraken of krassen van de glanzende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disk. Beschadigde of vuile CD-ROM’s kunnen niet goed gelezen worden. Zorg dat uw disks schoon blijven, met een in de winkel verkrijgbaar CD reinigingsproduct.
Belangrijke opmerkingen
* GS ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Roland Corporation.
* XG lite ( )is een geregistreerd handelsmerk van
Yamaha Corporation.
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
* Windows® staat officieel bekend als: “Microsoft®
Windows® besturingssysteem”.
* Afbeeldingen in dit document zijn herdrukken, met
toestemming van Microsoft Corporation.
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde
handelsmerken van Apple Computer Inc.
* MacOS is een handelsmerk van Apple Computer Inc. * Alle in dit document genoemde productnamen zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
13

Namen van dingen en wat ze doen

78910111213
Voorpaneel
1
2
1
[Power] schakelaar
Zet de stroom aan/uit (p. 19).
2
[Volume] knop
Regelt het algehele volume van de FP-7 (p. 20). Als er een koptelefoon is aangesloten, regelt deze knop daar het volume van (p. 22).
3
[Balance] knop
Regelt bij Dual Play en Split Play (p. 47) de volume balans tussen de boventonen en de ondertonen.
4
[Function] toets
Met deze toets legt u verschillende instellingen vast. Door deze ingedrukt te houden en op de [Transpose]
toets te drukken, kunt u de demo song (p. 24) beluisteren.
5
[Transpose] toets
Met deze toets kunt u het klavier of de song transponeren (p. 52). Door deze toets ingedrukt te houden, en op de [Function] toets te drukken, kunt u de demo song (p. 24) beluisteren.
6
[Audio Key] toets
Met deze toets kunt u audiobestanden afspelen, door op de toetsen B 0--B1(p. 59) te drukken.
3 4 5 6 10 11 12987
[Session Partner] toets
Deze toets zet de Session Partner functie (p. 67) aan/uit. Door Session Partner aan te zetten, kunt u in verschillende stijlen een ritme produceren.
Track toetsen
Deze toetsen wisselen de uitvoering part bij het afspelen van een song (p. 30). Deze toetsen wisselen ook de uitvoering parts van Session Partner, akkoordprogressie partonen, en ritme patronen (p. 69, p. 72, p. 75).
[Play] toets
Start en stopt het afspelen van interne songs, en opgenomen uitvoeringen (p. 26).
Gebruikt voor het starten van de opname van uitvoeringen (p. 92).
[Rec] oets
U kunt uw eigen spel met de FP-7 opnemen (p. 92).
[Metronome] toets
Zet de interne metronoom aan en uit (p. 54).
Scherm
Dit toont informatie, over de songs (klank nummer en naam), song informatie (song nummer, song titel, aantal maten), Session Partner instellingen (ritme nummer, ritme naam, akkoordprogressie), tempo, en overige instellingen.
14
[Contrast] knop
Deze knop regelt het contrast van het scherm (p. 22).
1718192021
22
13
Namen van dingen en wat ze doen
17 18
14 15 16
14
[Display] toets
Druk op deze toets, als u de klank, de af te spelen song, het ritme, of het tempo wilt wijzigen. Elke keer dat u op deze toets drukt, zal het scherm wisselen tussen klank informatie (klank nummer en naam), song informatie (song nummer, naam, en aantal maten), Session Partner informatie (ritme nummer, ritme naam, en akkoordprogressie), en tempo.
In Function modus kunt u verschillende instellingen vastleggen, door deze toets ingedrukt te houden, en tegelijkertijd de [-] en [+] toetsen te gebruiken (p. 115).
15
[-] [+] toetsen
Met deze twee toetsen wijzigt u de waarden van verschillende instellingen. Door tegelijkertijd op de [-] en [+] toetsen te drukken, keert de instelling van een bepaald item of een bepaalde functie terug naar haar oorspronkelijke waarde.
Als u de song afspeelt, terwijl het song selectie scherm wordt weergegeven, dan kunt u deze toetsen ingedrukt houden om terug te spoelen of door te spoelen.
16
Tone toetsen
Deze worden gebruikt, om de verschillende soorten klanken (klank groepen) te kiezen, die met het klavier gespeeld worden (p. 35).
Als de [Registration] toets oplicht, kunnen de Tone toetsen [1]-[7] gebruikt worden, om registraties mee te selecteren.
19 20 21 22
[Registration] toets
Met deze toets kunt u uw favoriete uitvoeringsinstellingen vastleggen, zoals die voor de selectie van klanken, Session Partner (p. 78).
[Split] toets
Hiermee kunt u verschillende klanken aan de linker- en rechterkant van het klavier spelen (p. 43).
[Multi Effects] toets
Met deze toets kunt u verschillende effecten aan het geluid toekennen (p. 50).
[Reverb] toets
Hiermee kunt u de karakteristieke galm van een concertzaal aan uw spel toevoegen (p. 49).
[Sound Control] toets
Met deze toets geeft u het geluid een expressiever bereik (p. 56).
Door deze ingedrukt te houden, en op de [Equalizer] toets te drukken, kunt u V-LINK (p. 136) aan en uit zetten.
[Equalizer] toets
Schakelt de equalizer in of uit (p. 57). U kunt de equalizer gebruiken, om het tonale karakter te regelen, door uitsluitend de hoge en lage frequentie regionen af te zwakken (mute) of te versterken.
Door deze toets ingedrukt te houden, en tegelijkertijd op de [Sound Control] toets te drukken, kunt u V-LINK (p. 136) aan en uit zetten.
15
Namen van dingen en wat ze doen
282930
31
23
24
25
26 27 28
30 3129
Achterpaneel
23
MIDI aansluitingen
Deze kunt u op externe MIDI apparaten aansluiten, om uitvoeringsdata over te zetten (p. 147).
24
USB (MIDI) aansluiting
Deze kunt u op uw computer aansluiten, om uitvoeringsdata over te zetten (p. 143).
25
Pedal jacks
Hierop kunt u het bijgeleverde pedaal (DP Serie), of andere geschikte pedalen op aansluiten (p. 21).
26
Input jacks
Hier kunt u een audio apparaat of ander elektronisch muziekinstrument op aansluiten, en het aangesloten apparaat met de speakers van de FP-7 beluisteren (p. 139).
Speaker schakelaar
Hiermee zet u de interne speaker aan/uit (p. 138).
Randaarde schroef (p. 18)
DC In jack
Sluit hier de bijgeleverde adapter op aan (p. 18).
Draad haak
Zet hier het snoer van de bijgeleverde adapter mee vast (p. 18).
27
Output jacks
Hier kunt u externe speakers op aansluiten, om het geluid van de FP-7 mee over te brengen (p. 138, p. 140).
16
32
Namen van dingen en wat ze doen
33
32
Phones jacks
Hier kunt u een koptelefoon op aansluiten. U kunt twee koptelefoons tegelijkertijd op de FP-7
aansluiten (p. 22).
33
Extern geheugen aansluiting
U kunt USB geheugen op deze aansluiting aansluiten. Zo kunt u songs vanuit USB geheugen afspelen (p. 33), of met de FP-7 opgenomen songs opslaan in het USB geheugen (p. 105).
U kunt tevens een registratie set opslaan in het USB geheugen, of een opgeslagen set in de FP-7 laden.
17

Voor het spelen

Voorbereiden op het spelen

Adapter aansluiten

1. Zorg ervoor, dat de [Power] schakelaar, aan
de rechterkant van het klavier, uit staat (niet ingedrukt).
fig.PowerOn.eps
Niet ingedrukt
Uit
Power
2. Draai de [Volume] knop geheel naar links, om
het volume te minimaliseren.
3. Sluit het bijgeleverde netsnoer aan, op de
bijgeleverde adapter.
Adapter
Netsnoer
Stopcontact
4. Sluit de adapter aan op de DC In jack van de
FP-7, en steek de stekker in het stopcontact.
5. Draai het snoer van de adapter om de draad
haak, om het vast te zetten.
Randaarde schroef
Draad haak
(Adapter) netsnoer
Zet het snoer van de adapter vast met de draad haak, zoals op de illustratie wordt getoond. U voorkomt daarmee dat uw apparaat plotseling zonder stroom komt te staan (door het losraken van de adapter), en dat er kracht op de adapter jack komt te staan.
Zelfs als het snoer is vastgezet, kan het beschadigen of breken als er kracht op wordt uitgeoefend. Let er goed op dat u er niet per ongeluk aan trekt, of er kracht op uitoefent.
Afhankelijk van de omstandigheden van een opstelling, kunt u een oncomfortabel gevoel krijgen, of het idee krijgen dat het oppervlak van dit apparaat, de aangesloten microfoons, of metalen delen van andere objecten, vreemd aanvoelen. Dit komt door een minieme elektrische lading, die absoluut ongevaarlijk is. Als u zich hier echter zorgen om maakt, verbind dan de aardingsklem met een externe randaarde. Als het apparaat geaard is, kan een zachte brom optreden, afhankelijk van uw installatie. Als u twijfelt over de methode van aansluiten, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde Roland Service Center, of een geautoriseerde Roland distributeur, zoals te vinden is op de ‘Informatie’ pagina.
18
Ongeschikte aansluit plaatsen
• Waterleidingen (kunnen leiden tot schokken of elektrokutie)
• Gasleidingen (kunnen leiden tot brand of explosie)
• Telefoonlijn randaarde of bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn bij onweer)

De stroom aan/uitzetten

Voor het spelen
De stroom uitzetten
NOTE
Als u alles op de juiste manier heeft aangesloten, dan kunt u volgens onderstaande procedure de stroom aanzetten. Als u dit niet in de juiste volgorde doet, dan riskeert u schade aan de speakers.
De stroom aanzetten
1. Draai de [Volume] knop geheel naar links, om
het volume te minimaliseren.
fig.VolumeMin.eps
1. Draai de [Volume] knop geheel naar links, om
het volume te minimaliseren.
fig.VolumeMin.eps
2. Druk op de [Power] schakelaar.
Het scherm raakt leeg, en de stroom wordt uitgeschakeld.
ig.PowerOn.eps
Niet ingedrukt
Uit
Power
2. Druk op de [Power] schakelaar.
fig.PowerOn.eps
Ingedrukt
Aan
De stroom gaat aan, en de [Piano] toets, en de overige toetsen, lichten op.
Power
3. Regel het volume, met de [Volume] knop
(p. 20).
Het apparaat kan worden bediend, en het klavier bespelen produceert geluid.
NOTE
Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Er is daarom na het aanzetten een korte interval (enkele seconden), voordat het apparaat normaal functioneert.
19
Voor het spelen

Het volume regelen

Hier leest u hoe u het volume regelt, dat betrekking heeft op het klavierspel, en op het afspelen van ingebouwde songs of songs uit het USB geheugen.
Als er een koptelefoon is aangesloten, dan regelt u het volume ervan met de [Volume] knop.
1. Draai aan de [Volume] knop, om het algehele
volume te regelen.
Wijzig het volume terwijl u het klavier bespeelt, om geluid te produceren.
Door met de klok mee te draaien neemt het volume toe, tegen de klok in neemt het af.
fig.MasterVolume.eps
fig.MusicRestScrew.eps
3. Houd met één hand de bladmuziek steun vast,
en draai met de andere hand de schroeven vast (op twee plaatsen), zodat de bladmuziek steun stevig vast komt te zitten.
fig.MusicRest.eps

Bladmuziek steun bevestigen

U bevestigt de bladmuziek steun als volgt.
1. Plaats de bijgeleverde schroeven in de
achterkant van het apparaat (op twee plaatsen), zoals in de illustratie hieronder wordt getoond.
fig.MusicRest.eps
2. Plaats de bladmuziek steun tussen de
schroeven en het chassis.
Bij het bevestigen van de bladmuziek steun, dient u deze met de hand stevig te ondersteunen, zodat de steun niet valt. Pas op, dat uw hand niet klem komt te zitten.
Om de bladmuziek steun te verwijderen, ondersteunt u deze met één hand, terwijl u de schroeven losdraait. Verwijder de bladmuziek steun, en draai de schroeven weer stevig vast.
NOTE
NOTE
Oefen geen grote kracht op de geplaatste bladmuziek steun uit.
U dient de bijgeleverde schroeven te gebruiken, om de bladmuziek steun te bevestigen.
20

De pedalen aansluiten

Sluit het bijgeleverde pedaal aan op een van de Pedal jacks. De werking van het pedaal is afhankelijk van de jack waarop
deze is aangesloten.
fig.pedals-e.eps
Voor het spelen
Demper pedaal
Gebruik dit pedaal, om het geluid vast te houden (te laten doorklinken).
Als dit pedaal is ingedrukt, zullen noten door blijven klinken, zelfs als u de toetsen loslaat.
Het bij de FP-7 geleverde pedaal werkt als half-demper pedaal, waarmee u de mate van resonantie kunt regelen.
Op een akoestische piano leidt het ingedrukt houden van het demper pedaal ertoe, dat de snaren van andere noten dan u speelt gaan meetrillen met het gespeelde geluid. Dit leidt tot een rijke resonantie. De FP-7 simuleert dit soort trillingen (demper resonantie).
Zet de schakelaar van het bijgeleverde pedaal op ‘Continuous’, als het pedaal is aangesloten.
Sostenuto pedaal
De noten die u speelt terwijl dit pedaal niet is ingedrukt, worden vastgehouden.
Pedaal
Aangesloten jack Werking
Damper jack Het pedaal werkt als demper pedaal.
Het pedaal werkt als sostenuto
Sostenuto / (FC1) jack
Soft / (FC2) jack
NOTE
Een pedaalkabel loskoppelen terwijl de stroom aan staat, kan ertoe leiden dat het pedaal effect onophoudelijk wordt toegepast. De stroom van de FP-7 moet uit zijn, voor u een pedaalkabel plaatst of verwijdert.
Door een tweede en derde pedaal te plaatsen, kunt u drie pedalen tegelijk gebruiken. Als u het optionele pedaal (DP serie) wilt aanschaffen, neem dan contact op met de winkel waar u de FP-7 heeft gekocht.
pedaal. Tevens kunt u een andere functie toekennen (p. 91, p. 118).
Het pedaal werkt als soft pedaal. Tevens kunt u een andere functie toekennen (p. 91, p. 118).
Als het pedaal is aangesloten op de Sostenuto / (FC1) jack, dan kunnen er tevens andere functies aan worden toegekend. Raadpleeg ‘Wijzigen hoe de pedalen werken’ (p. 118), ‘Registraties wisselen met een pedaal’ (p. 91).
Soft pedaal
Dit pedaal wordt gebruikt, om het geluid zachter te maken. Spelen met het soft pedaal ingedrukt, produceert een geluid
dat minder krachtig is dan wanneer er zonder gebruik van dit pedaal wordt gespeeld. Dit is dezelfde functie als het linker pedaal van een akoestische piano.
De zachtheid van de klank kan subtiel worden gevarieerd, door de diepte tot waar het pedaal wordt ingedrukt te wijzigen.
Als het pedaal is aangesloten op de Soft / (FC2) jack, dan kunnen er tevens andere functies aan worden toegekend. Raadpleeg ‘Wijzigen hoe de pedalen werken’ (p. 118), ‘Registraties wisselen met een pedaal’ (p. 91).
NOTE
U kunt het expressiepedaal op de Sostenuto/ (FC 1) jack of op de Soft (FC2) jack aansluiten, om het volume te regelen. Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (EV-5; los verkrijgbaar). Door andere expressiepedalen aan te sluiten, riskeert u storing en/of schade aan het apparaat.
21
Voor het spelen

Met een koptelefoon luisteren

U kunt door een koptelefoon te gebruiken van de FP-7 genieten, zonder uw omgeving te storen. Aangezien de FP-7 twee koptelefoon jacks heeft, kunnen twee mensen tegelijkertijd een koptelefoon gebruiken.
Als u slechts één koptelefoon gebruikt, dan maakt het niet uit op welke koptelefoon jack u deze aansluit.
fig.Headphones.eps
Koptelefoon
1. Steek de koptelefoon plug in de Phones jack.
Als er een koptelefoon is aangesloten, klinkt er geen geluid uit de speakers van de FP-7.

Het contrast van het scherm regelen

U kunt de helderheid van het scherm van de FP-7 regelen.
fig.
1. Draai aan de [Contrast] knop, om het contrast
van het scherm te regelen.
Opmerkingen omtrent het LCD scherm
• Mogelijk ziet u verticale strepen op het scherm, dit wordt veroorzaakt door de structuur van een scherm met vloeibare kristallen, en wijst niet op een storing. Door met de [Contrast] knop het constrast van het scherm te regelen, kunt u deze strepen beperken.
2. Gebruik de [Volume] knop van de FP-7 (p. 20),
om het koptelefoon volume te regelen.
Voorzichtig bij gebruik van een koptelefoon
• Om schade aan de interne geleiders van het snoer te voorkomen, dient u voorzichtig met het snoer om te gaan. Pak een koptelefoon vooral vast aan de plug of aan de headset zelf.
• Uw koptelefoon kan beschadigen, als het volume van het betreffende apparaat bij het aansluiten al verhoogd is. Minimaliseer het volume, voordat u de koptelefoon aansluit.
• Een buitensporig volume zal niet alleen uw gehoor beschadigen, maar kan ook gevolgen hebben voor de koptelefoon. Geniet van muziek op een redelijk volume.
• Gebruik een koptelefoon die is voorzien van een stereo 1/4” plug.
• Het contrast van het scherm wordt mogelijk beïnvloed door de temperatuur.
22

USB geheugen gebruiken

Songs die u met de FP-7 heeft opgenomen, of uitvoerings­instellingen die u heeft aangemaakt (Registration Sets), kunnen veiligheidshalve worden gekopieerd naar los verkrijgbaar USB geheugen (p. 89, p. 111).
Tevens kunt u SMF muziekbestanden (p. 33), en audiobestanden (p. 59), afspelen vanaf USB geheugen.
Voor het spelen
NOTE
Gebruik USB geheugen dat afkomstig is van Roland. Deugdelijk functioneren kan niet worden gegarandeerd bij gebruik van andere externe soorten geheugen.

USB geheugen aansluiten

1. Sluit uw USB geheugen aan op de extern
geheugen aansluiting, zoals hieronder wordt getoond.
fig.
NOTE
USB geheugen
(los verkrijgbaar)
Als u voor de eerste keer USB geheugen gebruikt, dan dient u dit met de FP-7 te initialiseren (formatteren).
Raadpleeg ‘USB geheugen initialiseren’ (p. 107).
23

Songs beluisteren

Demo songs beluisteren

Probeer nu demo songs te beluisteren. De FP-7 wordt geleverd met tien demo songs. De zeven Tone toetsen, de [Audio Key] toets, de [Session Partner] toets, en de [Play]
toets, zijn elk toegekend aan een demo song.
Toets Indicatie Composer/Copyright
Piano Piano Masasi & Kazuko Hirashita / © 2006 Roland Corporation E. Piano E.Piano Masasi & Kazuko Hirashita / © 2006 Roland Corporation Organ Organ Masasi & Kazuko Hirashita / © 2006 Roland Corporation Strings/Pad Strings/Pad Masasi & Kazuko Hirashita / © 2006 Roland Corporation Guitar/Bass Guitar/Bass Masasi & Kazuko Hirashita / © 2006 Roland Corporation Voice/GM2 Voice/GM2 Masasi & Kazuko Hirashita / © 2006 Roland Corporation TW Organ TW Organ © 2006 Roland Corporation
fig.Panel-Demo.eps
Audio Key Audio Key © 2006 Roland Corporation Session Partner Session Partner © 2006 Roland Corporation Play Song Masasi & Kazuko Hirashita / © 2006 Roland Corporation
NOTE
NOTE
Alle rechten voorbehouden. Ongeautoriseerd gebruik van dit materiaal, voor andere dan privé doeleinden dan is een overtreding van de wet.
Er worden geen MIDI gegevens van de afgespeelde muziek uitgevoerd.
24
1.
fig.d-Demo.eps
Songs beluisteren
Houd de [Function] toets ingedrukt, en druk op de [Transpose] toets.
De indicators knipperen van de [Function], [Transpose], [Audio Key], [Session Partner], [Play], en de zeven Tone toetsen.
Het volgende verschijnt op het scherm.
2.
fig.d-DemoSongName.eps
3.
NOTE
U kunt de demo songs niet afspelen, als uw opgenomen uitvoering niet is opgeslagen. Wis uw uitvoering (p. 31), of sla uw uitvoering op (p. 105).
Druk op een van de zeven Tone toetsen, de [Audio Key] toets, de [Session Partner] toets of de [Play] toets.
De songs spelen dan achtereenvolgens, beginnend bij de demo song die u heeft geselecteerd. De toets van de song die momenteel wordt afgespeeld, zal knipperen.
Als het afspelen het eind van de laatste song heeft bereikt, dan begint het afspelen opnieuw bij de eerste song.
Het scherm toont de naam van de demo song die wordt gespeeld.
Druk op de knipperende toets, om het afspelen te stoppen.
Druk op de [Function] en de [Transpose] toetsen, om Demo modus te
4.
verlaten.
De indicators keren terug naar hun oorspronkelijke staat.
Een demo song speelt niet, als u op een toets drukt die niet oplicht.
25
Songs beluisteren

Interne songs beluisteren

De FP-7 bevat 65 ingebouwde songs. U selecteert en speelt een van deze songs, als volgt.
Voor informatie over de naam van een song, raadpleegt u ‘Interne song lijst’ (p. 169).
fig.Panel-Internal.eps
Een song selecteren
Druk meerdere malen op de [Display] toets, zodat deze groen oplicht.
1.
Druk op de [-] of [+] toets, om de gewenste song te selecteren.
2.
Als er een ingebouwde preset song is geselecteerd, dan geeft het scherm ‘Preset’ aan.
fig.d-SongPreset.eps
fig.d-SongInternal.eps
Het scherm geeft ‘Internal’ aan bij songs in het interne geheugen, en ‘External’ bij songs in extern geheugen, zoals USB geheugen.
De song afspelen
Druk op de [Play] toets.
3.
De geselecteerde song begint te spelen. De geselecteerde song wordt tot het eind afgespeeld, waarna het afspelen stopt.
26
Songs beluisteren
Als er een song speelt, terwijl het song selectie scherm wordt getoond, dan kunt u de song terugspoelen door de [-] toets ingedrukt te houden, of doorspoelen door de [+] toets ingedrukt te houden.
Druk nogmaals op de [Play] toets, om het afspelen te stoppen. De volgende keer dat u op de [Play] toets drukt, wordt het afspelen hervat vanaf het punt waar u
stopte. Als het afspelen is gestopt aan het eind van de song, dan start het afspelen vanaf het begin van de song.
Als het song selectie scherm wordt getoond, dan keert u met een druk op de [-] toets terug naar het begin van de song. Door nogmaals op de [-] toets te drukken, keert u terug naar de voorgaande song.
Over het song selectie scherm
Het song selectie scherm verandert als volgt.
fig.SongDisplay-e.eps
Nieuw op te nemen song
USB geheugen songs
Intern
geheugen songs
Preset songs
Song tempo
Maat nummer Song nummer Song naam
Door de [Display] toets ingedrukt te houden, en op de [-] [+] toetsen te drukken, kunt u snel de eerste song in de song groep selecteren (zoals ‘eerste song in intern geheugen’, ‘eerste song in USB geheugen’, of ‘eerste song in intern geheugen’).
NOTE
De aanduidingen ‘Internal’ en ‘External’ verschijnen niet, als het interne geheugen geen song bevat of als er geen USB geheugen is aangesloten.
27
Songs beluisteren

Het volume van de song regelen

Wanneer er een song speelt, regelt u het volume als volgt. Als u meespeelt met een song, kunt u aldus de volume balans regelen tussen de song en
de geluiden die het klavier produceert.
fig.Panel-Internal.eps
1.
fig.d-SPvolume.eps
Houd de [Play] toets ingedrukt, en druk op de [-] of [+] toets.
Het song volume kan worden ingesteld op elke waarde van 0 tot 127.
Terwijl u de [Play] toets ingedrukt houdt, toont het scherm het volume van de song.
NOTE
U kunt het volume van de demo song niet wijzigen.
U kunt het volume van de song ook regelen, door aan de [Balance] knop te draaien, terwijl u de [Play] toets ingedrukt houdt.
28

Alle songs doorlopend afspelen (All Song Play)

De interne songs, alsmede de songs in het interne geheugen of USB geheugen, kunnen herhaaldelijk achter elkaar worden afgespeeld. Deze functie heet ‘All Song Play’.
fig.Panel-AllSong.eps
De eerste song opgeven
Songs beluisteren
Druk meerdere malen op de [Display] toets, zodat deze groen oplicht.
1.
Druk op de [-] of [+] toets, om de song te selecteren.
2.
De songs achtereenvolgens afspelen
Druk op de [Play] toets, terwijl u de [Display] toets ingedrukt houdt.
3.
Het scherm zal ‘ ’ aangeven. Als u preset songs heeft geselecteerd, dan zullen deze achtereenvolgens afspelen.
De intern geheugen songs zullen achtereenvolgens spelen als u een intern geheugen song heeft geselecteerd. De USB geheugen songs worden afgespeeld als u een USB geheugen song heeft geselecteerd.
fig.d-AllSong.eps
De songs zullen achtereenvolgens afspelen, beginnend met de geselecteerde song. Als het afspelen het eind van de laatste song heeft bereikt, dan begint het afspelen opnieuw bij
de eerste song.
Afspelen stoppen
Druk op de [Play] toets, zodat deze niet langer oplicht.
4.
All Song Play wordt verlaten, als de uitvoering is gestopt. De volgende keer dat u op de [Play] toets drukt, begint het afspelen vanaf het punt waar u bent
gestopt.
29
Songs beluisteren

Elk part afzonderlijk beluisteren (Track Mute)

Bij de interne songs kunt u de uitvoering part selecteren, dat moet worden afgespeeld. Tevens kunt u met elke hand afzonderlijk het met de song meespelen oefenen.
fig.Panel-TrackMute.eps
De uitvoeringsdata wordt als volgt aan de Track toetsen toegekend.
fig.TrackButtons-e.eps
Bij de interne songs wordt de linkerhand uitvoering toegekend aan de Track [1] toets, en de rechterhand uitvoering wordt toegkend aan de Track [2] toets.
Overige uitvoering wordt aan de Track [R] toets toegekend.
‘Tracks’ zijn gebieden waarin muziek data wordt bewaard, en de toetsen [1], [2], en [R] worden de ‘Track toetsen’ genoemd.
Ritme/ begeleiding part
Rechterhand part
Linkerhand part
30
Selecteer de song die u wilt afspelen (p. 26, p. 32, p. 33).
1.
Druk op de [Play] toets, om de song af te spelen.
2.
Selecteer het part, dat u niet wilt afspelen.
3.
Druk op de Track [1] toets, de Track [2] toets, of de Track [R] toets. De ingedrukte toets gaat uit, en het bijbehorende part klinkt niet meer. Het op deze manier tijdelijk laten zwijgen van een part heet ‘muting’.
Als u bijvoorbeeld het rechterhand part wilt oefenen, dan drukt u op de Track [2] toets, zodat die niet langer oplicht. Als u dan de song afspeelt, speelt het rechterhand part niet mee.
Als u nogmaals op de toets drukt die u bij stap 3 heeft geselecteerd, zodat de toets oplicht, dan zal het geluid van dat part klinken.
Zelfs als de song gestopt is, kunt u op de Track toetsen drukken, om het geluid al dan niet te laten zwijgen.
Druk op de [Play] toets, om het afspelen te stoppen.
4.
NOTE
NOTE
Mute instellingen verdwijnen, als u songs wisselt. Interne songs 6-65 beschikken niet over een uitvoering in het ritme/begeleiding part
(Track [R] toets). Als u op een Track toets drukt, die geen uitvoering bevat, dan zal deze niet oplichten.
Songs beluisteren
Als het volgende op het scherm verschijnt
Als u een song heeft opgenomen zonder deze op te slaan, dan verschijnt het volgende scherm als u een song selecteert.
fig.d-SongDelete.eps
U kunt geen preset song afspelen, als er een song is die u niet heeft opgeslagen. Als u uw uitvoering wilt wissen, en de preset song wilt afspelen, dan houdt u de [Display]
toets ingedrukt, en drukt u op de [+] toets, om ‘OK’ te selecteren. Daarna drukt u op de [Rec] toets.
Als u uw uitvoering niet wilt wissen, dan houdt u de [-] toets ingedrukt om ‘Cancel’ te selecteren. Daarna drukt u op de [Rec] toets.
Voor meer informatie over het opslaan van een opgenomen uitvoering raadpleegt u ‘De songs die u opneemt opslaan’ (p. 105).

Het volume van een gemute Track bepalen

Terwijl u een song speelt, regelt u als volgt het volume dat een part heeft na het drukken op een Track toets om het afspelen te muten.
De FP-7 maakt het mogelijk, om een specifiek part met verminderd volume af te spelen. Zo kunt u dat part gebruiken als ‘gids’ bij uw eigen spelen.
Selecteer de song die u wilt afspelen (p. 26, p. 32, p. 33).
1.
Houd een Track toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om op te
2.
geven welk volume de Track zal hebben als deze wordt gemute.
Als u de Track toets ingedrukt houdt, wordt het volume getoond dat de Track heeft als het afspelen ervan wordt gemute.
fig.d-MuteVol-0.eps
Het Track mute volume kan worden ingesteld op elke waarde, van 0 tot 80.
NOTE
Als u de stroom uitzet, keert de Track mute volume instelling terug naar ‘0’.
U kunt het Track mute volume ook regelen door de Track toets ingedrukt te houden, en tegelijkertijd aan de [Balance] knop te draaien.
31
Songs beluisteren

Songs vanuit intern geheugen beluisteren

Hier leest u hoe u songs vanuit het interne geheugen speelt.
U kunt de songs die u heeft opgenomen, en songs van het USB geheugen, opslaan in het interne geheugen. Raadpleeg voor meer informatie ‘De songs die u opneemt opslaan’ (p. 105) en ‘Een song van het USB geheugen naar intern geheugen kopiëren’
fig.Panel-Internal.eps
(p. 113).
Een song selecteren
Druk meerdere malen op de [Display] toets, zodat deze groen oplicht.
1.
Druk op de [-] of [+] toets, om de song te selecteren.
2.
Als u een in het interne geheugen opgeslagen song heeft geselecteerd, dan geeft het scherm ‘Internal’ aan.
fig.d-SongInternal.eps
NOTE
De song afspelen
Druk op de [Play] toets.
3.
De geselecteerde song begint te spelen. De geselecteerde song wordt tot het eind afgespeeld, waarna het afspelen stopt.
Als u geen songs in het interne geheugen heeft opgeslagen, dan verschijnt de ‘Internal’ indicatie niet.
32
Druk nogmaals op de [Play] toets, om het afspelen te stoppen. De volgende keer dat u op de [Play] toets drukt, wordt het afspelen hervat vanaf het punt waar u stopte.
Als het afspelen is gestopt aan het eind van de song, dan start het afspelen vanaf het begin van de song.
Als het song selectie scherm wordt getoond, dan keert u met een druk op de [-] toets terug naar het begin van de song. Door nogmaals op de [-] toets te drukken, keert u terug naar de voorgaande song.

Songs vanuit USB geheugen beluisteren

Hier leest u hoe u songs vanuit USB geheugen (los verkrijgbaar) speelt. U kunt tevens het klavier gebruiken, om met de song mee te spelen.
fig.Panel-Internal.eps
Songs beluisteren
Een song selecteren
Sluit het USB geheugen (los verkrijgbaar), met de song die u wilt
1.
beluisteren, aan op de extern geheugen aansluiting (p. 23).
Druk meerdere malen op de [Display] toets, zodat deze groen oplicht.
2.
Druk op de [-] of [+] toets, om de song te selecteren.
3.
Als u een in het USB geheugen opgeslagen song heeft geselecteerd, dan geeft het scherm ‘External’ aan.
fig.d-SongExternal.eps
Als er geen songs in het externe geheugen zijn opgeslagen, dan verschijnt de ‘External’ indicatie niet. Als het USB geheugen mappen bevat, dan verschijnen de namen van de mappen.
De song afspelen
Druk op de [Play] toets.
4.
De geselecteerde song begint te spelen. De geselecteerde song wordt tot het eind afgespeeld, waarna het afspelen stopt.
Als u een CD drive (los verkrijgbaar) op de extern geheugen aansluiting heeft aangesloten, en een CD song heeft geselecteerd, dan geeft het scherm ‘CD’ of ‘Music CD’, in plaats van ‘External’, aan.
33
Songs beluisteren
Druk nogmaals op de [Play] toets, om het afspelen te stoppen. De volgende keer dat u op de [Play] toets drukt, wordt het afspelen hervat vanaf het punt waar u stopte.
Als het afspelen is gestopt aan het eind van de song, dan start het afspelen vanaf het begin van de song.
Als het song selectie scherm wordt getoond, dan keert u met een druk op de [-] toets terug naar het begin van de song. Door nogmaals op de [-] toets te drukken, keert u terug naar de voorgaande song.
Een song in een map selecteren
Druk meerdere malen op de [Display] toets, zodat deze groen oplicht.
1.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de gewenste map te selecteren.
2.
Druk op de [Play] toets.
3.
Na enkele seconden worden de songs in de map weergegeven.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de gewenste song te selecteren.
4.
Om de map te verlaten, en naar het eerstvolgende hogere niveau terug te keren, gebruikt u de [-] [+] toetsen, selecteert u ‘Up’, en vervolgens drukt u op de [Play] toets.
Over audiobestanden
Audiobestanden met het volgende formaat kunnen worden afgespeeld:
• Wav formaat
• 16-bits lineair
• Sampling ratio van ’44.1 kHz’
• Stereo/Mono
De volgende functies zijn bij het afspelen van audiobestanden niet beschikbaar.
• Opslaan in intern geheugen (p. 105)
• Tempo wijzigen (p. 55)
• Maat indicatie in het song selectie scherm (p. 27)
• Opnemen (p. 92)
NOTE
Als er een song is die u wilt oefenen, of waar uw voorkeur naar uitgaat, dan kunt u deze, om de song snel te kunnen selecteren, opslaan in het interne geheugen.
‘Een song van het USB geheugen naar intern geheugen kopiëren’ (p. 113)
Opslaan of het uitvoeren van andere bewerkingen tijdens het afspelen van audiobestanden, kan ertoe leiden dat de song stopt.
34

Spelen

Spelen met een variëteit aan geluiden

De FP-7 beschikt over 300 verschillende interne geluiden (klanken), waardoor u kunt spelen met een scala aan geluiden, geschikt voor vele verschillende soorten muziek.
Deze onboard geluiden heten ‘klanken’. De klanken zijn verdeeld over zeven verschillende groepen, en elke groep is aan een verschillende Tone toets toegekend.
De klank ‘Grand Piano 1’ wordt geselecteerd, zodra de stroom van het instrument wordt aangezet.
fig.Panel-ToneSelect.eps
fig.d-1.eps
fig.d-12.eps
Als de [Registration] toets oplicht, kunnen de Tone (klank) toetsen ([1]-[7]) worden ingedrukt, om registraties te selecteren. Als u een klank wilt selecteren, drukt u op de [Registration] toets, zodat de toets dooft.
Druk op een Tone toets, om een klank groep te selecteren.
1.
Probeer het klavier te bespelen. U hoort dan een klank uit de geselecteerde klank groep. Het scherm geeft de naam en het nummer van de geselecteerde klank aan.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om een variatie klank van de klank groep te
2.
selecteren.
De klank die u heeft geselecteerd, klinkt als u het klavier bespeelt. De volgende keer dat u deze Tone toets selecteert, klinkt de klank die u hier heeft geselecteerd.
Raadpleeg ‘Klanken lijst’ (p. 158), voor informatie over klank namen.
35
Spelen

De manier waarop geluiden op een orgel ontstaan nabootsen (Tone Wheel)

De FP-7 maakt het mogelijk, om uw eigen orgel geluiden te maken. Met de Tone toets [TW Organ] (Tone Wheel Organ) kunt u klanken produceren die de
manier simuleren waarop geluiden op een Tone Wheel Organ ontstaan.
Op een zogenoemd Tone Wheel Organ kunt u geluiden creëren, door negen harmonische schuifregelaars omhoog of omlaag te bewegen, om hun onderlinge balans te regelen. Elke schuifregelaar heeft een eigen sequentiële stap, deze sequentie bepaalt de toonhoogte van het geluid.
8’ (8 voet) is de lengte die de basis toonhoogte van het geluid vormt; om dit midden heen creëert u de klank.
Aan elke harmonische schuifregelaar is een sinusgolf (een pure toonhoogte zonder boventonen) van een unieke toonhoogte toegekend. Door deze toonhoogtes te combineren kunt u een brede verscheidenheid aan geluiden maken.
Tijd
8' volume: 8
Tijd
Tijd
4' volume: 5
U kunt het ontstaan van klanken simuleren, door met de harmonische schuifregelaars een andere footage aan de Tone toetsen toe te kennen.
De FP-7 beschikt hiervoor over twee schermen: het ‘Tone Wheel Organ scherm’, en het ‘TW Edit (Tone Wheel Edit) scherm’. In deze schermen worden grafieken getoond, die de stand van de harmonische schuifregelaars aangeven.
Het Tone Wheel Organ scherm TW Edit (Tonewheel Edit) scherm
36
Wat wordt er met ‘Feet’ bedoeld?
‘Feet’ is een term, die begon als maatvoering voor de lengte van de pijpen van een pijporgel. De pijpen die de basis (fundamentele) toonhoogte van elke noot produceren, worden beschouwd een lengte van 8 feet te hebben.
Om deze reden zal een pijp, die een toonhoogte produceert die een octaaf lager ligt dan dat van de referentie van 8’ (8 feet), 16’ lang zijn. Bij een octaaf boven de referentie zou de lengte van de pijp uitkomen op 4’. Als de toonhoogte nog een octaaf zou stijgen, dan zou de pijp lengte worden verkort tot 2’.
De toonhoogtes van de harmonische schuifregelaars staan als volgt met elkaar in verband.
Als de midden C (C4) toets wordt ingedrukt, produceert elke
harmonische schuifregelaar de volgende noten.
Spelen
16' 8' 4' 2' 1'51/3'2
een octaaf
lager
5de root 8ste 12de
8' =
2
/3'1
15de
3
/5'11/3'
17de 19de 22ste
Feet met hoge toonhoogtes worden op Tone Wheel Organs in het hogere bereik van het klavier “omgeven” door een lagere octaaf.
Door het hoogfrequente deel terug te schroeven, wordt voorkomen dat de hoogfrequente geluiden onaangenaam schel worden. Door het laagfrequente deel terug te schroeven, wordt voorkomen dat het geluid dof wordt.
De FP-7 bootst deze karakteristieken natuurgetrouw na.
37
Spelen
Als de [Registration] toets oplicht, kunnen de Tone toetsen ([1]-[7]) worden ingedrukt, om registraties te selecteren.
Als u een klank wilt selecteren, drukt u op de [Registration] toets, zodat de toets dooft.
Het type Tone Wheel Organ selecteren
Druk op de [TW Organ] toets, zodat deze oplicht.
1.
Het Tone Wheel Organ scherm verschijnt.
Tone Wheel Organ klank nummer
Harmonische schuifregelaar (sequentie) status
Percussie instellingen
Gebruik de [-] [+] toetsen, om een variatie te selecteren.
2.
Het type Tone Wheel Organ verandert.
38
Spelen
De footage (lengte van de orgelpijp) selecteren om het volume te regelen
Houd de [Display] toets ingedrukt, en druk op de [+] toets, om naar het
3.
volgende scherm te gaan.
Houd de [Display] toets ingedrukt, en druk meerdere malen op de [-] [+]
4.
toetsen, om de footage te selecteren, waarvan u het volume wilt regelen.
Sequentie
Als het TW Edit (Tone Wheel Edit) scherm wordt getoond, kunt u met de Tone toetsen, de [Registration] toets, en de [Split] toets de gewenste footage selecteren. Na het selecteren van een footage, kunt u met de [-] [+] toetsen het volume ervan regelen.
16' 8' 4' 2' 1'51/3'2
16' 8' 4' 2'51/3'2
2
/3'13/5' 11/3'1'
2
/3'1
Het volume van een footage regelen
Gebruik de [-] [+] toetsen, om het volume van de geselecteerde footage te
5.
regelen.
3
/5'11/3'
Het scherm geeft het volume aan, terwijl u het regelt.
Volume van elke sequentie
39
Spelen
Sprankel aan het geluid toevoegen (Percussion)
Percussion voegt een attack-achtig geluid toe aan het begin van de noot, om het geluid meer helderheid mee te geven. Het attack geluid verandert aan de hand van de waarde.
Percussion op tone wheel organs was niet op alle gespeelde noten van toepassing. Als noten legato werden gespeeld (soepel en verbonden), dan werd Percussion alleen toegepast op de eerst gespeelde noot. Als noten staccato werden gespeeld (waarbij elke noot afzonderlijk wordt benadrukt), dan was Percussion op alle noten van toepassing. Deze methode staat bekend als enkelvoudig trigger algoritme, en vormt een belangrijk element van orgel uitvoering. De FP-7 bootst deze karakteristiek natuurgetrouw na.
Houd de [Display] toets ingedrukt, en druk meerdere malen op de [-] [+]
6.
toetsen, om het Percussion type te selecteren.
NOTE
NOTE
Instelling Beschrijving
Off Percussion klinkt niet.
2nd
3rd
Percussion klinkt bij een toonhoogte die een octaaf hoger ligt dan die van de ingedrukte toets.
Percussion klinkt bij een toonhoogte die een octaaf en een vijfde hoger ligt dan die van de ingedrukte toets.
Percussion wordt alleen toegepast op de boventoon.
Als Percussion actief is, wordt de 1’ toonhoogte niet geproduceerd.
De mate regelen waarin Percussion wegsterft
Houd de [Display] toets ingedrukt, en druk op de [-] [+] toetsen, om de
7.
snelheid waarbij Percussion wegsterft te selecteren.
40
Instelling Beschrijving
Slow
Fast
Als Fast is geselecteerd Als Slow is geselecteerd
Volume
Korte wegsterf tijd Lange wegsterf tijd
Het Percussion geluid sterft langzaam weg. Percussion heeft een geleidelijkere attack.
Het Percussion geluid verdwijnt snel. Percussion heeft een scherpere attack.
Volume
Volume van Percussion
Volume van harmonische schuifregelaar
Tijd
Volume van Percussion
Volume van harmonische schuifregelaar
Tijd

SPELEN met twee gelaagde klanken (Dual Play)

U kunt twee verschillende klanken tegelijkertijd met dezelfde toets spelen. Deze uitvoering methode heet ‘Dual Play’.
Laten we als voorbeeld piano en snaargeluiden over elkaar heen leggen.
fig.Panel-ToneSelect.eps
Spelen
Als de [Registration] toets oplicht, kunnen Tone toetsen ([1]-[7]) worden ingedrukt, om registraties te selecteren. Als u een klank wilt selecteren, drukt u op de [Registration] toets, zodat de toets dooft.
Houd de [Piano] toets ingedrukt, en druk op de [Strings/Pad] toets.
1.
De indicators van beide toetsen lichten op. Probeer het klavier te bespelen. Zowel de piano als de snaargeluiden klinken. Door tegelijkertijd twee Tone toetsen op deze manier in te drukken, wordt Dual Play geactiveerd.
Van deze twee geselecteerde klanken is de klank van de eerst ingedrukte Tone toets de ‘boventoon’, en de klank van de Tone toets die als tweede werd ingedrukt de ‘ondertoon’.
fig.d-1.eps
In dit voorbeeld is de piano klank de boventoon, en de snaargeluiden klank is de ondertoon.
Dual Play uitschakelen
Druk op een willekeurige Tone toets
1.
Nu hoort u alleen de klank van de toets die u heeft ingedrukt.
U kunt de toonhoogte van de ondertoon wijzigen in stappen van een octaaf. Raadpleeg ‘De toonhoogte van de ondertoon wijzigen in stappen van een octaaf (Octave Shift)’ (p. 126).
U kunt de volume niveau balans tussen de twee klanken aanpassen. Raadpleeg ‘De volume balans van Dual Play en Split Play wijzigen’ (p. 47).
41
Spelen
Als de boventoon en de ondertoon beide verschillende effectinstellingen hebben, dan kunt u aangeven welk part voorrang heeft bij Dual Play. Raadpleeg ‘Instellen aan welk part effecten worden toegevoegd’ (p. 120).
U kunt instellen, op welk part de pedaalfunctie van toepassing is. Raadpleeg ‘Wijzigen hoe de pedaal effecten worden toegepast’ (p. 117).
Als u Split Play gebruikt, dan schakelt u niet over naar Dual Play als u twee Tone toetsen indrukt.

De klank variaties wijzigen

De boventoon wijzigen
Druk op de [-] of [+] toets.
1.
De ondertoon wijzigen
Houd de Tone toets van de ondertoon ingedrukt, en druk op de [-] of [+]
1.
toets.
Het scherm toont de klank naam en het nummer van de ondertoon.
42
Spelen

Spelen met verschillende klanken aan de linker- en rechterkant van het klavier (Split Play)

Spelen waarbij het klavier vanaf een bepaalde toets is opgedeeld in een linkerkant en een rechterkant, heet ‘Split Play’. Het punt waarop het klavier is opgedeeld, heet het ‘splitspunt’.
Bij Split Play kunt u de linker- en rechterkant elk een andere klank meegeven. Als het instrument wordt aangezet, staat het splitspunt ingesteld op ‘F#3’. De splitspunt toets
is opgenomen aan de linkerkant. In Split Play heet een geluid dat aan de rechterkant wordt gespeeld een ‘boventoon’, en
geluid dat aan de linkerkant wordt gespeeld een ‘ondertoon’.
fig.SplitPoint-e.eps
Splitspunt (Standaard bij aanzetten: F 3)
C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1A0 B0 C2 C3 C4 C5 C8B7
fig.Panel-Split-4.eps
Ondertoon Boventoon
Als voorbeeld: hoe u de klank van de [Piano] toets als onderdeel van een Split Play speelt.
43
Spelen
fig.d-1.eps
Als de [Registration] toets oplicht, kunnen de Tone toetsen ([1]-[7]) worden ingedrukt om registraties te selecteren. Als u een klank wilt selecteren, drukt u op de [Registration] toets, zodat de toets dooft.
Druk op de [Piano] toets.
1.
Nu is de piano klank geselecteerd.
Druk op de [Split] toets, waardoor de indicator ervan oplicht.
2.
Het klavier wordt opgedeeld in een linker- en een rechterkant. De F#3 toets vormt de scheiding tussen de linker- en rechterkant van het klavier.
De rechterhand sectie van het klavier speelt de piano klank, en de linkerhand zijde speelt de ‘A. Bass+Cymbl’ (Acoustic Bass + Cymbal) klank.
U kunt een klank voor de rechterkant (de boventoon) spelen, alvorens het klavier te splitsen.
Split Play uitschakelen
Druk op de [Split] toets, zodat deze niet langer oplicht.
1.
De indicator van de [Split] toets gaat uit, en de boventoon wordt de klank van het gehele klavier.
U kunt de volumeniveau balans tussen de twee klanken aanpassen. Kijk eens naar ‘De volume balans van Dual Play en Split Play wijzigen’ (p. 47).
Als u van Dual Play (p. 41) overschakelt naar Split Play, dan wordt de bij Dual Play gebruikte boventoon geselecteerd als boventoon bij Split Play.
Als de boventoon en de ondertoon beide verschillende effectinstellingen hebben, dan kunt u aangeven welk onderdeel voorrang heeft bij Dual Play. Raadpleeg ‘Instellen aan welk part effecten worden toegevoegd’ (p. 120).
44

Klank groepen en klank variaties wisselen

De boventoon wijzigen
Druk op de Tone toets, om een klank groep te kiezen.
1.
Druk op de [-] of [+] toets, om een klank variatie te selecteren.
2.
De ondertoon wijzigen
Spelen
Houd de [Split] toets ingedrukt, en druk op de Tone toets, om een klank
1.
groep te kiezen.
Houd de [Split] toets ingedrukt, en druk op de [-] of [+] toets, om een klank
2.
variatie te selecteren.
U kunt de toonhoogte van de ondertoon in stappen van een octaaf wijzigen. Raadpleeg ‘De toonhoogte van de ondertoon wijzigen in stappen van een octaaf (Octave Shift)’ (p. 126).
45
Spelen

Het splitspunt van het klavier wijzigen

U kunt het splitspunt (de toets vanaf waar het klavier wordt gescheiden) veranderen. Het splitspunt kan op elke waarde tussen B1 en B6 worden ingesteld. Deze is ingesteld op ‘F#3’, als het instrument wordt aangezet. Deze instelling blijft van kracht, tot u de stroom uitzet.
fig.SplitPoint-3-e.eps_77
Splitspunt (Standaard bij aanzetten: F 3)
C1 B1 B6A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
Bereik waarin u het splitspunt kunt toekennen (B1-B6)
fig.Panel-Split-4.eps
1.
fig.d-spltpoint.eps
Houd de [Split] toets ingedrukt, en druk op een toets, om deze als splitspunt te selecteren.
De toets die u indrukt wordt het splitspunt, en verschijnt op het scherm.
De toets die als splitspunt wordt gebruikt, hoort bij het linkerkant van het klavier. Het scherm keert terug in haar vorige staat, als u de [Split] toets loslaat.
De naam van de ondertoon wordt getoond, zolang u de [Split] toets ingedrukt houdt.
46

De volume balans van Dual Play en Split Play wijzigen

U kunt bij Dual Play (p. 41) en Split Play (p. 43) de volume balans tussen de boventoon en de ondertoon wijzigen.
fig.Panel-Balance.eps
Spelen
Gebruik de [Balance] knop, om de volume balans te regelen.
1.
Door de knop naar links te draaien (richting ‘Lower’), neemt het volume van de ondertoon toe. Door de knop naar rechts te draaien (richting ‘Upper’), neemt het volume van de boventoon toe.
47
Spelen

De aanslag gevoeligheid regelen (Key Touch)

U kunt de aanslag gevoeligheid, of reactiesnelheid van de toetsen wijzigen. U kunt dit aanslag gevoel aanpassen aan de speelsterkte van degene die gaat spelen.
fig.Panel-KeyTouch.eps
Houd de [Reverb] toets ingedrukt, en druk op de [Sound Control] toets.
1.
Het Key Touch scherm verschijnt.
fig.d-M-.eps
Druk op de [-] of [+] toets, om het aanslag gevoel te selecteren.
2.
Instelling Beschrijving
Off
Super Light Deze instelling produceert het lichtste aanslag gevoel.
Light
Medium
Heavy
Super Heavy Deze instelling produceert het zwaarste aanslag gevoel.
Houd de [Reverb] toets ingedrukt, en druk op de [Sound Control] toets.
3.
U kunt de geluidssterkte van noten instellen als ‘Off’ is geselecteerd als aanslag gevoel. Raadpleeg ‘De snelheid wijzigen als de aanslag gevoeligheid is ingesteld op ‘Off’’ (p. 126).
Het geluid speelt op een vastgesteld volume, ongeacht de kracht waarmee de toetsen worden bespeeld.
U kunt fortissimo (ff) spel bereiken, met een minder krachtige aanslag dan gebruikelijk. Het klavier voelt dus lichter. Met deze instelling is spelen eenvoudig, zelfs voor kinderen.
Dit stelt het standaard aanslag gevoel in. Hierbij kunt u met het meest natuurgetrouwe gevoel spelen. Dit komt het dichtst bij het aanslag gevoel van een akoestische piano.
U dient het klavier krachtiger dan gebruikelijk te bespelen om fortissimo (ff) spel te bereiken. Het klavier voelt dus zwaarder. Dynamisch vingerspel voegt nog meer gevoel toe aan wat u speelt.
48
U kunt de klavier aanraak gevoeligheid regelen in het Function scherm (p. 125). U kunt zelfs het aanslag gevoel nog fijner afstellen. Raadpleeg ‘De aanslag gevoeligheid nauwkeurig afstellen’ (p. 125).

Galm aan geluiden toevoegen (Reverb Effect)

U kunt een galm effect toekennen aan de noten die u op het klavier speelt. Met het galm effect verkrijgt u een aangename galm, waarmee het lijkt alsof u in een concertzaal of soortgelijke omgeving aan het spelen bent.
fig.Panel-Reverb.eps
Spelen
Druk op de [Reverb] toets, zodat deze oplicht.
1.
Probeer het klavier te bespelen. Het galm effect wordt toegepast op de gehele klank.
Het galm effect uitschakelen
Druk op de [Reverb] toets, zodat deze niet langer oplicht.
1.

De diepte van het galm effect wijzigen

U kunt het galm effect op tien niveaus instellen.
Houd de [Reverb] toets ingedrukt, en druk op de [-] of [+] toets.
1.
De diepte van het galm effect verschijnt op het scherm.
fig.d-2.eps
NOTE
NOTE
U kunt het galm effect niet voor elke klank afzonderlijk instellen. Alle klanken beschikken over dezelfde mate van galm.
U kunt het galm effect van Session Partner, de Demo songs, en interne songs niet wijzigen.
49
Spelen

Verschillende effecten aan het geluid toekennen (Effects)

In navolging van galm, kunt u verschillende effecten aan de geluiden van de FP-7 toevoegen.
Deze worden ‘effecten’ genoemd. U kunt met de FP-7 kiezen uit 62 verschillende effect typen.
Als fabrieksinstelling is een effect geselecteerd dat past bij elke klank.
fig.Panel-Effects.eps
Druk op de [Multi Effects] toets, zodat deze oplicht.
1.
Probeer het klavier te bespelen. Het effect wordt toegepast op de geselecteerde klank.
Bij sommige klanken wordt standaard een effect toegepast. Het selecteren van zo’n klank zorgt ervoor, dat de [Multi Effects] toets vanzelf oplicht.
U kunt het effect type wijzigen. Raadpleeg ‘Het effect type wijzigen’ (p. 119).
Effecten uitschakelen
Druk op de [Multi Effects] toets, zodat deze niet langer oplicht.
1.
Als de boventoon en de ondertoon beide verschillende effectinstellingen hebben, dan kunt u aangeven welk part voorrang heeft bij Dual Play. Raadpleeg ‘Instellen aan welk part effecten worden toegevoegd’ (p. 120).
U kunt de effect instellingen nauwkeurig aanpassen, zoals het regelen van de effect diepte. Raadpleeg ‘De effect instellingen nauwkeurig bijwerken’ (p. 119).
50
De effect instellingen worden getoond, terwijl u de [Multi Effects] toets ingedrukt houdt. U kunt de effect instellingen wijzigen, door de [Multi Effects] toets ingedrukt te houden, en de [-] [+] toetsen te gebruiken.
Spelen

Een roterend effect toevoegen aan orgel klanken (Rotary Effect)

Het Rotary effect wordt toegepast op sommige Organ klanken, die u met de [Organ] toets kunt selecteren. Als een van deze klanken is geselecteerd, kunt u met de [Multi Effects] toets de snelheid van het rotatie-effect wijzigen.
Wat is het Rotary effect?
Het rotatie-effect voegt een ‘roterend’ effect toe, dat lijkt op het geluid van een orgel met een draaiende speaker.
Bij de meeste roterende speakers draaien de hoogfrequente speaker, en de laagfrequente speaker op verschillende snelheden. De FP-7 kan deze complexe modulatie nabootsen.
fig.Panel-Rotaty.eps
Druk op de [Organ] toets, en druk vervolgens op de [-] of [+] toets, om de
1.
orgel klank te selecteren.
Als er een klank wordt geselecteerd die het rotatie-effect heeft, dan knippert de [Multi Effects] toets.
Met elke druk op de [Multi Effects] toets, schakelt de snelheid van het
2.
rotatie-effect tussen snelle en langzame rotatie.
Door op de [Multi Effects] toets te drukken, schakelt het rotatie-effect tussen snelle en langzame rotatie.
Als de [Multi Effects] toets snel knippert, dan wordt het rotatie-effect met snelle rotatie toegepast. Als de [Multi Effects] toets langzaam knippert, dan wordt het rotatie-effect met langzame rotatie toegepast.
NOTE
Als u niet wilt dat het rotatie-effect wordt toegepast, selecteer dan een ander effect type dan het rotatie-effect (p. 119), en zet vervolgens het effect uit (p. 50).
51
Spelen

De toonsoort van het klavier of song spelen transponeren (Transpose)

Met de ‘Transpose’ functie, kunt u het klavier of de toonsoort waarmee een song afspeelt transponeren. Dit is handig als u met de song meezingt, aangezien u het afspelen kunt omzetten naar een toonsoort die comfortabel is voor uw stembereik. Als u een zanger begeleidt, kunt u de Transpose functie gebruiken, om de toonhoogte om te zetten naar een toonsoort die past bij de zanger, terwijl u doorspeelt in dezelfde bekende toonsoort (vingerzetting). U kunt deze functie tevens gebruiken, om de toonhoogte van uw spel te transponeren, zonder uw vingerzetting op het klavier te veranderen. Als een song zich in een moeilijke toonsoort bevindt, met vele kruizen ( ) of mollen ( ), dan kunt u naar een toonsoort transponeren die voor u makkelijker te spelen is.
fig.Panel-Transpose.eps
fig.d--3.eps
Met de FP-7 kunt u de toonsoort (toonhoogte) transponeren van het klavier, van de song, of van het klavier en de song samen. Als u alleen de toonsoort van het klavier, of alleen de toonsoort van de song wilt transponeren, dan dient u dit vooraf te regelen (p. 124). Volgens de fabrieksinstelling transponeert de Transpose functie het klavier en de song tegelijk.
Houd de [Transpose] toets ingedrukt, en druk op de toets die overeenkomt
1.
met het gewenste basisakkoord.
De Transpose waarde blijft op het scherm staan, zolang de [Transpose] toets ingedrukt wordt.
Als u de [Transpose] toets ingedrukt houdt, kunt u de waarde wijzigen, zelfs door gebruik te maken van de [-] of [+] toets.
Het beschikbare bereik is -6–0–+5. Als de ‘Key Transpose’ waarde geen ‘0’ is, kunt u de [Transpose] toets gebruiken om de Key Transpose functie aan of uit te zetten.
Als u de [Transpose] toets loslaat, keert u terug naar het vorige scherm.
52
NOTE
Door de [Transpose] toets ingedrukt te houden, en tegelijkertijd op de [-] en [+] toetsen te drukken, keert de instelling terug naar de oorspronkelijke waarde (0).
U kunt de toonsoort van demo songs niet transponeren.
Voorbeeld: Een song in E majeur spelen na transpositie naar C majeur
Houd de [Transpose] toets ingedrukt, en druk op de E toets (aangezien E het basisakkoord is). Tellend vanaf C als referentiepunt, stijgt men vier toetsen, inclusief de zwarte toetsen, en dus
verschijnt er ‘+4’ op het scherm.
fig.d-4.eps/fig.Transpose.eps
Als u speelt C E G klinkt dat als E G# B
Spelen
53
Spelen

Spelen met de metronoom

U kunt spelen terwijl de metronoom klinkt. De FP-7 beschikt over een veelzijdige metronoom functie. U kunt het volume of de
maatsoort van de metronoom regelen, en de manier waarop de tikken worden gemarkeerd veranderen.
Als er een song speelt, dan klinkt de metronoom op het tempo en de maatsoort die bij de song passen. Als er een ritme speelt, dan klinkt de metronoom op het tempo en de maatsoort die bij het ritme passen.
fig.Panel-Metronome.eps
Druk op de [Metronome] toets, zodat deze oplicht.
1.
De [Metronome] toets knippert in rood en groen, op het tempo van de op dat moment geselecteerde beat. De indicator licht rood op bij de eerste tel, en groen bij de zwakke beats.
Druk meerdere malen op de [Display] toets, om het metronoom scherm op te roepen.
De metronoom functie stoppen
Druk op de [Metronoom] toets, zodat de toets dooft.
1.
U kunt de beat van de metronoom wijzigen. Raadpleeg ‘De beat van de metronoom wijzigen’ (p. 134).
U kunt de metronoom zo instellen, dat elke beat duidelijker wordt. Raadpleeg ‘De manier waarop de metronoom de beat markeert wijzigen’ (p. 134).
54

Het tempo wijzigen

Druk meerdere malen op de [Display] toets, zodat deze oranje oplicht.
1.
Het tempo wordt weergegeven.
fig.d-Tempo.eps
Druk op de [-] of [+] toets, om het tempo te regelen.
2.
Het tempo wordt ingesteld in stappen van de waarde van een kwartnoot, met mogelijke waarden van 10 tot 500.
Spelen

Het volume van de metronoom wijzigen

Het volume van de metronoom kan in tien volume niveau’s geregeld worden. Dit niveau is bij het aanzetten van het instrument ingesteld op ‘5’.
Druk, terwijl u de [Metronome] toets ingedrukt houdt, op de [-] of [+] toets
1.
om het volume te regelen.
Het scherm geeft het volume van de metronoom aan.
fig.d-MetroVol.eps
NOTE
Als het volume van de metronoom is ingesteld op ‘0’, klinkt het geluid ervan niet.
U kunt het volume van de metronoom ook aanpassen, door aan de [Balance] knop te draaien, terwijl u de [Metronome] toets ingedrukt houdt.
55
Spelen

Levendigheid aan het geluid toevoegen (Sound Control)

U kunt levendigheid aan het geluid toevoegen, om het helderheid en karakter te geven.
fig.Panel-SoundControl.eps
Druk op de [Sound Control] toets, zodat deze oplicht.
1.
De Sound Control functie schakelt in, waardoor het geluid verlevendigt.
Druk, terwijl u de [Sound Control] toets ingedrukt houdt, op de [-] of [+]
2.
toets, om het type te veranderen.
fig.d-1.eps
Instelling Beschrijving
Sharp Creëert een geluid met versterkte bas en treble. Clear Produceert een geluid met heldere en onderscheidende akkoorden in de lage
registers.
Power Creëert een geluid met versterkte bas.
Sound Control uitschakelen
56
Druk op de [Sound Control] toets, zodat de toets dooft.
1.
U kunt opgeven welke Sound Control instelling wordt geselecteerd als de stroom aan gaat. Raadpleeg ‘Sound Control instelling bij aanzetten opgeven’ (p. 122).
NOTE
NOTE
Bij sommige geluiden, kan er vervorming optreden. Als het geluid verstoort, raadpleegt u ‘Het volume regelen (Master Gain)’ (p. 123).
De Sound Control functie wordt niet toegepast op geluiden van externe apparaten, die zijn aangesloten op de Input jacks.

De klank kwaliteit wijzigen (Equalizer)

U kunt de equalizer gebruiken om de kwaliteit van de klanken te regelen. Zo kunt u het tonale karakter aanpassen, door de laagfrequente of hoogfrequente
gedeelten te versterken of te verzwakken.
fig.Panel-Equalizer.eps
Spelen
Druk op de [Equalizer] toets, zodat deze oplicht.
1.
De equalizer wordt ingeschakeld, en het tonale karakter verandert.
De equalizer uitschakelen
Druk op de [Equalizer] toets, zodat de toets dooft.
1.
57
Spelen

Het Equalizer type wijzigen

U kunt de equalizer instellingen wisselen, om verschillende veranderingen op het tonale karakter toe te passen.
De FP-7 beschikt over vier equalizer instellingen.
Druk, terwijl u de [Equalizer] toets ingedrukt houdt, op de [-] of [+] toets,
1.
om het equalizer type te selecteren.
Een scherm als het volgende wordt getoond, terwijl u de [Equalizer] toets ingedrukt houdt.
Instelling Beschrijving
1
2 De hoge frequenties worden beperkt, wat leidt tot een getemperd geluid.
3
4 Deze instelling is geschikt voor piano solo’s.
U kunt ingrijpendere wijzigingen aanbrengen in de equalizer instellingen. Raadpleeg ‘De equalizer instellingen wijzigen’ (p. 123).
U kunt opgeven welke equalizer instelling wordt geselecteerd als de stroom aan gaat. Raadpleeg ‘Equalizer instelling bij aanzetten opgeven’ (p. 122).
De hoge frequenties worden versterkt, wat leidt tot een helder, sprankelend geluid.
De lage tot midden frequenties worden versterkt, wat leidt tot een krachtig geluid.
58

Spelen met audiobestanden (Audio Key)

Met de FP-7 kunt u tijdens het spelen audiobestanden afspelen, die zijn opgeslagen in USB geheugen (los verkrijgbaar). Dit heet de ‘Audio Key’ functie.
De Audio Key functie maakt het mogelijk, om een audiobestand aan elke B 0–B1 toets toe te kennen, en deze audiobestanden met een druk op de bijbehorende toets te spelen. U kunt verschillende frasen aan de toetsen toekennen, en deze op gewenste momenten in uw uitvoering spelen.
U kunt ook instellen dat een audiobestand herhaaldelijk speelt, of opgeven welk audiobestand als volgende gespeeld moet worden.
Als u de Audio Key functie inschakelt, terwijl er geen USB geheugen met audiobestanden is aangesloten, dan wordt een audiobestand dat in de FP-7 is ingebouwd geselecteerd.
Hier zijn enkele manieren waarop u van de Audio Key functie kunt genieten.
• Door audiobestanden tijdens het afspelen van de song te wisselen tussen secties als intro, refrein, rust en einde, kunt u tijdens het spelen de structuur van de song naar wens aanpassen.
Spelen
• Ken aan elke toets een andere audio song toe, en gebruik het klavier om songs te wisselen, zodat u met begeleiding van een audio song kunt spelen.
fig.Panel-Equalizer.eps

SPELEN met audiobestanden van het USB geheugen

Hier wordt uitgelegd hoe u kunt spelen terwijl u audiobestanden afspeelt die zijn opgeslagen in het USB geheugen (los verkrijgbaar).
Installeer, voor u begint, de bijgeleverde ‘Audio Key Utility’ op uw computer. Bereid tevens de audiobestanden set voor, die u met de FP-7 wilt afspelen.
De bijgeleverde CD-ROM bevat als voorbeeld een audiobestanden set, die u naar USB geheugen kunt kopiëren en kunt gebruiken.
Sluit het USB geheugen met audiobestanden sets op de extern geheugen
1.
aansluiting aan (p. 23).
59
Spelen
Houd de [Audio Key] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om een
2.
audiobestanden set te selecteren.
Als u uw vinger van de toets haalt, verschijnt een scherm als hieronder.
De Audio Key functie wordt geactiveerd, waardoor u audiobestanden met een druk op een toets kunt spelen.
Indicatie Beschrijving
One-Shot
O
O-W
L
L-W
STOP Als u op deze toets drukt, stopt het afspelen van het audiobestand.
NOTE
Als er geen audiobestanden aan toetsen zijn toegekend, dan wordt er niets in de klavierafbeelding op het scherm getoond.
Als u op een toets drukt, speelt het audiobestand slechts eenmaal. Het audiobestand speelt direct wanneer u op de toets drukt.
One-Shot Wait Als u op een toets drukt, speelt het audiobestand slechts eenmaal. Als u bij deze instelling op de toets drukt terwijl er nog een ander audiobestand speelt, dan wordt het audiobestand in wachtrij geplaatst om aansluitend te spelen. Als het op dat moment spelende audiobestand is afgelopen, dan start het audiobestand dat in de wachtrij stond.
Loop Now Als u op de toets drukt, wordt het audiobestand herhaaldelijk afgespeeld. Het audiobestand speelt direct, bij het indrukken van de toets.
Loop Wait Als u op de toets drukt, wordt het audiobestand herhaaldelijk afgespeeld. Als u bij deze instelling op de toets drukt terwijl er nog een ander audiobestand speelt, dan wordt het audiobestand in wachtrij geplaatst om aansluitend te spelen. Als het op dat moment spelende audiobestand is afgelopen, dan start het audiobestand dat in de wachtrij stond.
60
Speel een toets van B 0–B1.
3.
Het audiobestand dat aan de toets is toegekend wordt afgespeeld.
B 0–B1
Spelen
Als u de B 0 toets speelt, verschijnt een scherm als het volgende. Als een toets is aangewezen om een audiobestand te spelen, dan verandert de kleur van de toets
op het scherm. De naam en de resterende speelduur van het op dat moment spelende audiobestand worden ook op het scherm getoond.
De toets die een audio bestand speelt
Naam van het audio bestand Resterende speelduur van het audio bestand
Toetsen die zijn ingesteld op ‘O-W’ of ‘L-W’ laten u het audiobestand in wachtrij plaatsen, dat zal worden gespeeld zodra het op dat moment spelende audiobestand is afgelopen. Als u op de B0 toets heeft gedrukt, en vervolgens met de E1 toets een audiobestand in wachtrij plaatst om als eerstvolgende gespeeld te worden, dan ziet het scherm er als volgt uit.
Toets van het momenteel spelende audio bestand
Toets van het eerstvolgende te spelen audio bestand
* Het in wachtrij geplaatste audio bestand wordt op het scherm voorzien van een dikke rand.
Speel de A0 toets.
4.
Het afspelen van het audiobestand stopt.
A0
Raadpleeg de ‘Audio Key Utility quick guide’, voor meer informatie over het op uw computer installeren van de bijgeleverde ‘Audio Key Utility’.
Als er op de FP-7 geen USB geheugen (los verkrijgbaar) wordt aangesloten dat audiobestanden bevat, dan kunt u audiobestanden afspelen die in de FP-7 zijn ingebouwd (zie de volgende sectie).
Als het aangesloten USB geheugen geen audiobestanden set bevat die door de ‘Audio Key Utility’ is gemaakt, dan kunt u audiobestanden van het USB geheugen aan elke toets toekennen, en ze afspelen. Tevens kunt u de instellingen wijzigen van de audiobestanden die zijn toegekend aan de toetsen. Daarnaast kunt u de instellingen wijzigen die bepalen hoe de audiobestanden worden herhaald (p. 127). De gemaakte wijzigingen worden onthouden, totdat u de stroom uitzet. De gemaakte wijzigingen gaan echter verloren als u een andere audiobestanden set selecteert.
Naam van het momenteel spelende audio bestand Resterende speelduur van het momenteel spelende audio bestand
61
Spelen

Spelen met audiobestanden die in de FP-7 zijn ingebouwd

Als er op de FP-7 geen USB geheugen (los verkrijgbaar) wordt aangesloten dat audiobestanden bevat, dan kunt u audiobestanden afspelen die in de FP-7 zijn ingebouwd.
De audiobestanden set die in de FP-7 is ingebouwd, wordt getoond als ‘Internal Demo’.
Zelfs als u de audiobestanden set gebruikt die is ingebouwd in de FP-7, kunt u de instellingen wijzigen van de audiobestanden die zijn toegekend aan de toetsen. Daarnaast kunt u de instellingen wijzigen die bepalen hoe de audiobestanden worden herhaald (p. 127). De gemaakte wijzigingen worden onthouden, totdat u de stroom uitzet. Zelfs als u de stroom niet uitzet, gaan de instellingen verloren als u USB geheugen aansluit en een andere audiobestanden set selecteert.
NOTE
Als u een audiobestand gebruikt dat in de FP-7 is ingebouwd, dan kunt u de wijzigingen niet in USB geheugen vastleggen.

Het volume van de audiobestanden regelen

Bij gebruik van de Audio Key functie en het afspelen van audiobestanden (p. 34), kunt u het volume regelen.
U kunt het volume van de audiobestanden aanpassen, om de volume balans tussen uw klavierspel en het afspelen van audiobestanden te wijzigen.
Houd de [Audio Key] toets ingedrukt, en draai aan de [Balance] knop.
1.
Het volume kan in elke waarde tussen 0 en 127 gewijzigd worden.
62

Een pianogeluid naar uw smaak creëren (Piano Designer)

Met de FP-7 kunt u uw eigen pianogeluid creëren, door instellingen zoals de sympathische resonantie van de pianosnaren aan te passen. Deze functie heet ‘Piano Designer’.
Als u een geluid heeft gemaakt dat u bevalt, dan kunt u dit tevens opslaan.
Als de [Registration] toets oplicht, kunnen Tone toetsen ([1]-[7]) worden ingedrukt om registraties te selecteren. Als u een klank wilt selecteren, drukt u op de [Registration] toets, zodat de toets dooft.
Druk op de [Display] toets, zodat deze niet langer oplicht.
1.
De naam van de geselecteerde klank wordt op het scherm getoond.
Selecteer het ‘Grand Piano 1’ geluid.
2.
Druk op de [Piano] toets, om de Piano klank groep te selecteren. Druk meerdere malen op de [-] toets, om ‘Grand Piano 1’ te selecteren.
Spelen
Houd de [Display] toets ingedrukt, en druk op de [+] toets.
3.
Het Piano Designer scherm verschijnt. Er zijn vier Piano Designer schermen. Om tussen deze schermen te schakelen, houdt u de
[Display] toets ingedrukt, en gebruikt u de [-] [+] toetsen.
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen om het item
4.
te selecteren dat u wilt aanpassen.
63
Spelen
Indicatie Item Beschrijving
Regelt hoe ver het deksel van de Grand Piano geopend is.
Lid Lid *
Damper Noise *
Duplex Scale *
Resonance
String Resonance
Key Off Resonance
Hammer Response
Keyboard
Hammer Noise
Prset (Preset)
Stretch Tuning
-50–0–+50
Door het deksel van de op het scherm getoonde piano te sluiten, ontstaat een getemperde klank. Door het deksel te openen verheldert de klank.
Regelt het demper geluid van een akoestische piano (het geluid van de snaren die worden losgelaten, als u op het demper pedaal drukt).
Regelt de sympathische trillingen, die door de Duplex Scale van een akoestische piano worden geproduceerd. Hogere waarden laten het volume van de sympathische trilling toenemen.
Regelt de snaar resonantie van een akoestische piano (het geluid van de sympathiek trillende snaren van toetsen, die u al ingedrukt houdt terwijl u een andere toets aanslaat). Hogere waarden laten het volume van de sympathische trilling toenemen.
Regelt de sympathische trillingen, die door het loslaten van een toets van een akoestische piano worden geproduceerd. Hogere waarden laten het volume van de sympathische trilling toenemen.
Dit regelt, hoe uw speelsterkte van invloed is op de timing waarmee de noot klinkt. Op een akoestische piano leidt het indrukken van een toets tot het bewegen van een hamer, die een snaar aanslaat om geluid te produceren. Als u de toets zacht indrukt, beweegt de hamer langzaam, en duurt het verhoudingsgewijs iets langer voor er geluid wordt geproduceerd. Als de Hammer Response functie actief is, verschilt de tijd tussen het moment van indrukken en aanslaan, afhankelijk van de kracht waarmee u speelt. Als u zachter speelt, wordt de tijd langer.
Regelt het geluid van de hamer die de snaren raakt op een akoestische piano. Hogere waarden leiden tot een luidere hamer aanslag.
Past het ‘Stretched Tuning’ systeem toe, dat kenmerkend is voor een piano, waarbij het hoge bereik iets scherper is afgestemd dan gebruikelijk, en het lage bereik wordt iets platter afgestemd. Als u Prset (Preset) selecteert, wordt de gebruikelijke preset afstemboog van de FP-7 gebruikt.
U kunt de Stretch Tuning instelling naar wens aanpassen. Speel de toets waarvan u de toonhoogte wilt aanpassen, en gebruik de [-] [+] toetsen, om de toonhoogte ervan te regelen.
64
• Deze instellingen zijn alleen van toepassing, als de [Multi Effects] toets aan is (oplicht), en het effect type is ingesteld op ‘Damper Resonance’.
Gebruik de [-] [+] toets, om de instelling te wijzigen.
5.
Wat is Duplex Scale?
De Duplex Scale is een systeem van sympathiek trillende snaren, dat soms wordt gebruikt in Grand Piano’s. Deze sympathiek trillende snaren worden niet rechtstreeks met hamers bespeeld, maar klinken door mee te trillen met de trilling van andere snaren. Door met de boventonen te resoneren, voegen deze snaren volheid en helderheid aan het geluid toe. Deze sympathische snaren worden alleen aan het hoge register toegevoegd, ongeveer boven C4. Aangezien ze geen demper hebben (een mechanisme dat klank stopt), blijven ze klinken, zelfs als u een noot speelt, en die loslaat om het geluid van de daadwerkelijk aangeslagen snaar te stoppen.

De Piano Designer instellingen opslaan

Als u met Piano Designer een pianogeluid heeft gemaakt dat u bevalt, dan kunt u dit opslaan in het interne geheugen. Instellingen die u op deze manier vastlegt blijven behouden, ook als u de stroom uitschakelt.
Ga naar het Piano Designer scherm (p. 63).
1.
Houd de [Display] toets ingedrukt, en druk meerdere malen op de [+]
2.
toets, om naar het volgende scherm te gaan.
Spelen
Houd de [Display] toets ingedrukt, en druk nogmaals op de [+] toets, om
3.
‘OK’ te selecteren.
Als u besluit de Piano Designer instellingen niet op te slaan, dan drukt u op de [Display] toets.
Druk op de [Rec] toets.
4.
De Piano Designer instellingen worden opgeslagen.
65

Met ritmes meespelen

Wat is Session Partner?

‘Session Partner’ laat u genieten van spelen met een sessie-achtig gevoel
‘Session Partner’ is een eenvoudig te gebruiken functie, die ritme in verschillende muzikale stijlen speelt. Door met de realistische geluiden van deze begeleiding mee te spelen, krijgt u het gevoel dat u live met een achtergrond band speelt.
U kunt bijvoorbeeld de piano op een andere manier oefenen dan gebruikelijk, door met Session Partner mee te spelen, in plaats van met een metronoom.
Tevens kunt u de begeleiding naar wens aanpassen, zodat deze aansluit bij hetgeen u op dat moment speelt. Door de akkoorden en ritmes te wijzigen, zelfs bij het spelen van dezelfde melodie, kunt u makkelijk allerlei soorten nieuwe arrangementen maken.
We nodigen u uit om heerlijk te genieten van de verscheidenheid aan speelmogelijkheden waarover u met ‘Session Partner’ beschikt.
Wat u met ‘Session Partner’ kunt doen
Met ‘Session Partner’ kunt u hoofdzakelijk het volgende doen.
• Piano spelen met een sessie-achtig gevoel met ritmes terwijl de akkoordprogressie vanzelf voortgaat (p. 67).
• De piano bespelen om voor uw eigen begeleiding te zorgen, waarbij u akkoorden specificeert met de linkerhand (linkerkant van het klavier) (p. 73).
• Genieten van vrijere piano uitvoeringen, met gebruik van uw eigen akkoordprogressies (p. 76).
‘Session Partner’ maakt het mogelijk om begeleiding toe te voegen, met de ‘ritmes’ en uitvoering parts die u selecteert.
U kunt intro’s, eindes en fill-ins (korte frasen die op transitiepunten in de song worden toegevoegd) spelen, door toetsen in te drukken terwijl u het klavier bespeelt.
Wat zijn de ‘ritmes’ van de FP-7?
De FP-7 beschikt over interne ‘ritmes’, die bestaan uit Pop, Jazz, en andere muzikale genres.
66
Ritmes staan bekend als combinaties van muzikale elementen van een muzikaal genre, die de sfeer of het kenmerkende geluid van een bepaalde stijl nabootsen. Ze vormen de basis van de begeleiding van ‘Session Partner’.
Een ‘ritme’ is opgebouwd uit de volgende drie items.
Drum part Bas part Begeleiding part (zonder drum en bas part)

Met Session Partner mee spelen

Laten we nu proberen, om met Session Partner mee te spelen. Aangezien er vele muzikale genres tot uw beschikking staan, dient u een ritme te
gebruiken dat het beste past bij de song die u aan het spelen bent.
Raadpleeg ‘Een ritme selecteren’ (p. 70).
fig.Panel-Session-1.eps
Met ritmes meespelen
fig.d-C.eps
Druk op de [Session Partner] toets.
1.
De [Session Partner] toets licht op, en de uitvoering begint vanaf de intro. Tijdens de intro knippert de Track [R] toets. Het akkoord wordt op het scherm getoond. De akkoordprogressie vervolgt vanzelf, waardoor u de melodie kunt spelen.
Tempo
De akkoord naam indicatie zal, vlak voor het akkoord wijzigt, oplichten.
Ritme naam
Ritme
nummer
Het akkoord dat nu speelt
Het akkoord dat als volgende wordt gespeeld
67
Met ritmes meespelen
De Session Partner uitvoering stoppen
Druk op de [Session Partner] toets.
1.
Als u op de [Session Partner] toets drukt, wordt een einde gespeeld, waarna Session Partner zal stoppen.
De Track [R] toets knippert, terwijl het einde gespeeld wordt. Als Session Partner stopt, gaat de [Session Partner] toets uit.
Als u tijdens de intro of het einde nogmaals op de [Session Partner] toets drukt, dan stopt de uitvoering direct.
U kunt het ritme dat zal klinken, wijzigen. ’Ritme lijst’ (p. 163)
U kunt ook opgeven, welke akkoorden er in een ritme gespeeld moeten worden. ’Spelen met de akkoordprogressie aan de linkerhand (Chord Progression Off)’ (p. 73)
U kunt de akkoordprogressie patronen wijzigen. ’Akkoordprogressie van een ritme selecteren’ (p. 72)
U kunt spelen zonder een intro of einde toe te voegen. ’Intro en einde aan of uitzetten’ (p. 129)
68

Het volume van de Session Partner uitvoering wijzigen

U wijzigt het volume als volgt, wanneer Session Partner speelt.
Houd de [Session Partner] toets ingedrukt, en druk op de [-] of [+] toets.
1.
fig.d-SPvolume.eps
Terwijl u de [Session Partner] toets ingedrukt houdt, toont het scherm het volume van Session Partner.
U kunt het volume van Session Partner ook aanpassen, door de [Session Partner] toets ingedrukt te houden, en aan de [Balance] knop te draaien.
Met ritmes meespelen

Parts selecteren

U kunt het part selecteren, dat gespeeld moet worden.
Druk op de [Session Partner] toets, zodat Session Partner begint te spelen.
1.
Druk op de Track [1] toets.
2.
Het part of de groep parts die is geselecteerd voor uitvoering wijzigt bij elke druk op de Track [1] toets, zoals hieronder wordt getoond.
Track [1] toets De parts die zullen spelen
Licht rood op Drum, bas, begeleiding Licht oranje op Drum, bas Licht groen op Drum
De Session Partner uitvoering stoppen
Druk op de [Session Partner] toets.
1.
Als u op de [Session Partner] toets drukt, wordt een einde gespeeld, waarna Session Partner zal stoppen.
69
Met ritmes meespelen

Een ritme selecteren

Probeer nu het ritme van de uitvoering te wijzigen. Laten we proberen, om het ritme aan te passen aan de song die u wilt spelen.
fig.Panel-Session-2.eps
Druk op de [Display] toets, zodat de indicator ervan rood oplicht.
1.
Het Session Partner scherm verschijnt. Het scherm toont het ritme nummer en de ritme naam.
fig.d-r01.eps
Druk op de [-] of [+] toets, om het ritme te selecteren.
2.
Raadpleeg, voor meer informatie over de verschillende ritme soorten, ‘Ritme lijst’ (p. 163).
Tijdens het spelen van ritme veranderen
Als u van ritme verandert terwijl er een ritme speelt, dan begint het geselecteerde ritme na de fill-in te spelen.
70
Wat is een ‘fill-in’?
Een korte geïmproviseerde frase, die aan de bar line is ingevoegd, heet een ‘fill-in’. De frase die het beste bij het geselecteerde ritme past, wordt afgespeeld.
De Track [R] toets knippert, terwijl de fill-in wordt afgespeeld.

Het tempo van een ritme wijzigen

De FP-7 heeft voor elk ritme een ideaal tempo. U kunt het tempo van het geselecteerde ritme wijzigen.
Daarnaast kunt u, terwijl het ritme wordt gespeeld, het tempo wijzigen.
fig.Panel-Session-2.eps
Met ritmes meespelen
1.
fig.d-Tempo.eps
2.
Druk op de [Display] toets, zodat de indicator oranje oplicht.
Het tempo wordt getoond.
Druk op de [-] of [+] toetsen, om het tempo te regelen.
Het tempo wordt ingesteld in stappen van de waarde van een kwartnoot, met mogelijke waarden van 10 tot 500.
Als de [Session Partner] toets wordt ingedrukt, dan wordt het ritme op het geselecteerde tempo afgespeeld.
NOTE
Als u het ritme verandert terwijl Session Partner speelt, dan verandert het tempo niet. Druk meerdere malen op de [Display] toets, om naar het Metronome scherm te gaan. Gebruik vervolgens de [-] [+] toetsen, om het tempo te wijzigen.
71
Met ritmes meespelen

De akkoordprogressie van een ritme selecteren

De FP-7 heeft voor elk ritme een optimaal akkoordprogressie patroon. Als u wilt, kunt u het akkoordprogressie patroon wijzigen.
Raadpleeg, voor meer informatie over akkoordprogressie patronen, ‘Akkoordprogressie patronen lijst’ (p. 164).
fig.Panel-Session-3.eps
Druk op de [Session Partner] toets, zodat Session Partner begint te spelen.
1.
Houd de Track [2] toets ingedrukt, en druk op de [-] of [+] toets, om het
2.
akkoordprogressie patroon te wijzigen.
Als u de Track [2] toets ingedrukt houdt, wordt het patroon nummer van het geselecteerde akkoordprogressie patroon getoond.
fig.d-12.eps
Als u tijdens de uitvoering van akkoordprogressie patroon verandert, dan wordt er een fill-in gespeeld, waarna de uitvoering het geselecteerde akkoordprogressie patroon zal gaan gebruiken.
De Session Partner uitvoering stoppen
Druk op de [Session Partner] toets.
1.
72
Als u op de [Session Partner] toets drukt, wordt een einde gespeeld, waarna Session Partner zal stoppen.
U kunt de grondtoon van het akkoord veranderen. Raadpleeg ‘De grondtoon van de akkoordprogressie selecteren’ (p. 130).

Spelen met de akkoordprogressie aan de linkerhand (Chord Progression Off)

Spelen, terwijl het klavier vanaf een bepaalde toets is opgedeeld in een linkerkant en een rechterkant, heet ‘Split Play’. In Split Play, kunt u de linkerkant gebruiken om akkoorden mee aan te geven, in plaats van er de ondertoon mee te spelen.
Met ritmes meespelen
fig.Panel-Session-4.eps
1.
2.
NOTE
Als u met de linkerkant van het klavier akkoorden aangeeft, dan is Dual Play (p. 41) voor de rechterkant uitgeschakeld.
Druk op de [Session Partner] toets, zodat Session Partner begint te spelen.
Druk op de Track [2] toets, zodat de toets dooft.
De [Split] toets licht op. De linkerkant van het klavier produceert geen geluid meer.
3.
fig.ChordProgOff.eps
Gebruik de linkerkant van het klavier om een akkoord aan te geven, en speel aan de rechterkant een melodie.
Splitspunt * U kunt het splitspunt veranderen.
C1 B1 B6A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
Gebied om akkoorden mee aan te geven
Het is niet noodzakelijk, om aan de linkerkant toetsen voor akkoorden ingedrukt te houden. Zelfs als u de toets loslaat wordt hetzelfde akkoord vastgehouden, totdat het volgende akkoord wordt gespeeld.
U kunt akkoorden eenvoudig met uw vinger aangeven, zelfs zonder de toetsen van alle losse noten van het akkoord te spelen. Raadpleeg, voor meer informatie over akkoord vingerzetting, ‘Akkoord vingerzetting lijst’ (p. 167).
73
Met ritmes meespelen
Het punt waarop het klavier wordt verdeeld heet het ‘splitspunt’; u kunt dit splitspunt wijzigen. Raadpleeg voor meer informatie ‘Het splitspunt van het klavier wijzigen’ (p. 46).
Aan de linkerkant van het klavier kunt u akkoorden aangeven, terwijl u de ondertoon speelt. Druk op de [Split] toets zodat de toets dooft, en druk deze vervolgens weer in, zodat hij weer oplicht. De ondertoon klinkt, als u de linkerkant van het klavier bespeelt.
Terugkeren naar automatische wisseling van akkoordprogressie
Druk op de Track [2] toets, zodat deze oplicht.
4.
U keert terug naar het automatisch van akkoordprogressie wisselen.
De Session Partner uitvoering stoppen
Druk op de [Session Partner] toets.
5.
De uitvoering stopt aan het einde. De [Session Partner] toets gaat uit.
U kunt de uitvoeringsinstellingen wijzigen, door met uw linkerhand een akkoord aan te geven, voordat Session Partner begint te spelen.
1. Houd de [Session Partner] toets ingedrukt, en druk op de Track [2] toets, zodat die niet langer oplicht.
De [Split] toets licht op. De [Session Partner] toets knippert, en het instrument wacht tot de uitvoering begint.
2. Gebruik de linkerkant van het klavier om een akkoord aan te geven, en speel aan de rechterkant een melodie.
3. Druk op de [Session Partner] toets om het afspelen te stoppen.
Als u op de [Session Partner] toets drukt, wordt een einde gespeeld, waarna Session Partner stopt. De [Session Partner] toets knippert, en het instrument wacht tot de uitvoering begint. Om de instelling, die bepaalt dat u met uw linkerhand tijdens het spelen de akkoorden aangeeft, terug te draaien, houdt u nogmaals de [Session Partner] toets ingedrukt, en drukt u op de Track [2] toets, zodat de indicator ervan oplicht.
74

Het ritme patroon wijzigen (Original/Variation)

Elk ritme kent twee verschillende begeleidingspatronen; het oorspronkelijke begeleidingspatroon, en een speelsere variatie op dat patroon.
Een fill-in (korte frase) wordt tussen wijzigingen in het begeleidingspatroon geplaatst, wat een zeker contrast aan de song toevoegt.
Het is bijvoorbeeld handig, om het rustige Original patroon in de eerste helft van de song te gebruiken, en voor de tweede helft over te schakelen naar het Variation patroon, om de spanning op te bouwen.
fig.Panel-Session-5.eps
Met ritmes meespelen
Druk op de [Session Partner] toets, zodat Session Partner begint te spelen.
1.
Druk op de Track [R] toets, om deze te laten oplichten of uit te laten gaan.
2.
Track [R] toets Beschrijving
Unlit Het oorspronkelijke begeleidingspatroon zal spelen. Lit Het variatie begeleidingspatroon zal spelen.
De Track [R] toets knippert, terwijl de fill-in speelt.
De Session Partner uitvoering stoppen
Druk op de [Session Partner] toets.
1.
Als u op de [Session Partner] toets drukt, wordt een einde gespeeld, waarna Session Partner zal stoppen.
75
Met ritmes meespelen

De akkoordprogressie opnemen

U kunt een aangegeven akkoordprogressie opslaan, met gebruik van de linkerhand sectie van het klavier.
ffig.Panel-Session-6.eps
1.
fig.d-UserChordProg.eps
2.
3.
Houd de [Session Partner] toets ingedrukt, en druk op de [Rec] toets.
De [Session Partner] en de [Rec] toetsen knipperen, en de FP-7 staat standby voor opname. Het volgende scherm verschijnt.
Druk op de [Session Partner] toets, of op de [Rec] toets, om de opname standby stand te verlaten.
Gebruik de linkerkant van het klavier, om een akkoord aan te geven, en de opname van de akkoordprogressie te starten.
Het scherm toont het gespeelde akkoord. De intro speelt niet op dit moment. U kunt tot zestien akkoorden opnemen.
Druk op de [Session Partner] toets, om het opnemen van de akkoordprogressie te stoppen.
76
De akkoordprogressie die u opneemt, wordt opgenomen als ‘User Chord’. Als u de opgenomen akkoordprogressie wilt selecteren, dan kiest u ‘User Chord’ (p. 72).
U kunt een akkoordprogressie van maximaal zestien maten opnemen. Het instrument in de fabriek echter ingesteld op het opnemen van maximaal acht maten. Het opnemen stopt automatisch, als u het aangegeven aantal maten bereikt. U kunt tot zestien akkoorden vastleggen. Als u het aantal maten dat u bij een akkoordprogressie kunt opnemen wilt veranderen, dan raadpleegt u ‘Het aantal maten van de akkoordprogressie die u opneemt wijzigen’ (p. 77).
U kunt vastleggen dat het akkoordprogressie patroon niet verandert bij wijziging van het ritme. Raadpleeg ‘Een akkoordprogressie vastzetten’ (p. 130).
De song speelt mogelijk niet correct af, als de uitvoering met een andere beat wordt gespeeld dan die welke werd gebruikt bij het opnemen van de oorspronkelijke akkoordprogressie.
De opgenomen akkoordprogressie verdwijnt, zodra de stroom wordt uitgeschakeld. Als u hem wilt behouden, dient u de registratie op te slaan (p. 80).

Het aantal maten van de akkoordprogressie die u opneemt wijzigen

Als u uw eigen akkoordprogressie patroon creëert, kunt u het aantal maten ervan opgeven.
Als u de stroom aanzet, is dit aantal ingesteld op acht maten.
fig.Panel-Session-7.eps
Met ritmes meespelen
1.
fig.d-UserChordProg.eps
2.
fig.d-RhythmMeasure.eps
3.
Houd de [Session Partner] toets ingedrukt, en druk op de [Rec] toets.
Het volgende scherm verschijnt.
Druk op de [+] toets.
Het ‘Select Measure’ scherm verschijnt. Het scherm toont het aantal maten, waarvoor u een akkoordprogressie opneemt.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om het gewenste aantal maten te selecteren.
U kunt kiezen uit 4, 8, 12, of 16 maten.
Gebruik de linkerkant van het klavier, om een akkoord aan te geven en de
4.
opname te starten.
Druk op de [Session Partner] toets om de opname te stoppen.
77

Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan

Over ‘Registrations’

U kunt uw favoriete combinatie van uitvoeringsinstellingen, inclusief de klank selectie, de Dual/Split Play instelling, en Session Partner instellingen, als ‘Registrations’ vastleggen.
U kunt met de [Registration] toets achtentwintig sets met uw favoriete uitvoerings­instellingen opslaan. Deze achtentwintig Registrations worden gezamenlijk een ‘Registration Set’ genoemd.
De Registrations worden aan de toetsen [1] tot [7] toegekend, waarbij aan elke toets vier Registrations worden toegekend.
Variatie
1
4
De Registration Set kan worden opgeslagen in het interne geheugen van de FP-7, en in USB geheugen (los verkrijgbaar).
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1
1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 6-2 7-2
1-3 2-3 3-3 4-3 5-3 6-3 7-3
1-4 2-4 3-4 4-4 5-4 6-4 7-4
78
fig.Registration.eps
Registration
(Favoriete performance instellingen)
Toon instelling, Session Partner instelling, etc.
Write
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
Variation
1
4
Registrations die u met
toetsen kunt oproepen
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1 1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 6-2 7-2 1-3 2-3 3-3 4-3 5-3 6-3 7-3 1-4 2-4 3-4 4-4 5-4 6-4 7-4
28 Registrations
1 Registration set
Opslaan
Laden
Opslaan
Laden
Intern geheugen
FP-7
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1
1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 6-2 7-2
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1
1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 6-2 7-2
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1
1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 6-2 7-2
1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 6-2 7-2
1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 6-2 7-2
1-3 2-3 3-3 4-3 5-3 6-3 7-3
1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 6-2 7-2
1-3 2-3 3-3 4-3 5-3 6-3 7-3
1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 6-2 7-2
1-3 2-3 3-3 4-3 5-3 6-3 7-3
1-3 2-3 3-3 4-3 5-3 6-3 7-3
1-3 2-3 3-3 4-3 5-3 6-3 7-3
1-4 2-4 3-4 4-4 5-4 6-4 7-4
1-3 2-3 3-3 4-3 5-3 6-3 7-3
1-4 2-4 3-4 4-4 5-4 6-4 7-4
1-3 2-3 3-3 4-3 5-3 6-3 7-3
1-4 2-4 3-4 4-4 5-4 6-4 7-4
1-4 2-4 3-4 4-4 5-4 6-4 7-4
1-4 2-4 3-4 4-4 5-4 6-4 7-4
1-4 2-4 3-4 4-4 5-4 6-4 7-4
1-4 2-4 3-4 4-4 5-4 6-4 7-4
Registration sets
Kopiëren Kopiëren
USB geheugen
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1
1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 6-2 7-2
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1
1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 6-2 7-2
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1
1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 6-2 7-2
1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 6-2 7-2
1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 6-2 7-2
1-3 2-3 3-3 4-3 5-3 6-3 7-3
1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 6-2 7-2
1-3 2-3 3-3 4-3 5-3 6-3 7-3
1-2 2-2 3-2 4-2 5-2 6-2 7-2
1-3 2-3 3-3 4-3 5-3 6-3 7-3
1-3 2-3 3-3 4-3 5-3 6-3 7-3
1-3 2-3 3-3 4-3 5-3 6-3 7-3
1-4 2-4 3-4 4-4 5-4 6-4 7-4
1-3 2-3 3-3 4-3 5-3 6-3 7-3
1-4 2-4 3-4 4-4 5-4 6-4 7-4
1-3 2-3 3-3 4-3 5-3 6-3 7-3
1-4 2-4 3-4 4-4 5-4 6-4 7-4
1-4 2-4 3-4 4-4 5-4 6-4 7-4
1-4 2-4 3-4 4-4 5-4 6-4 7-4
1-4 2-4 3-4 4-4 5-4 6-4 7-4
1-4 2-4 3-4 4-4 5-4 6-4 7-4
.....
.....
Registration sets
Voor meer informatie over de instellingen die als Registration worden opgeslagen, raadpleegt u ‘Instellingen die in een Registration worden vastgelegd’ (p. 176).
79
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan

Uw uitvoeringsinstellingen vastleggen (Registration)

U kunt met de [Registration] toets de geselecteerde toetsen en Session Partner instellingen vastleggen. Ook kunt u met de [Registration] toets en de [1]-[7] toetsen de vastgelegde instellingen oproepen. Als u bepaalde combinaties van veelgebruikte Session Partner instellingen en klanken heeft, dan is het handig om deze als Registrations op te slaan. Met de FP-7 kunt u achtentwintig verschillende sets met uitvoeringsinstellingen vastleggen.
De aanbevolen instellingen zijn als fabrieksinstellingen in de FP-7 vastgelegd. Registrations van 7-1 tot 7-4 bevatten de ‘Basic Registration’. Gebruik deze, als u een geheel nieuwe Registration aanmaakt.
Voor meer informatie over de instellingen die als Registration worden opgeslagen, raadpleegt u ‘Instellingen die in een Registration worden vastgelegd’ (p. 176).
fig.Panel-RegistSave.eps
Aangeven waar de Registration moet worden opgeslagen
Leg de gewenste Session Partner en klank instellingen vast.
1.
Houd de [Registration] toets ingedrukt, druk op een toets van [1]-[7], en
2.
druk vervolgens op de [-] [+] toetsen waaraan u de instellingen wilt toekennen.
Een scherm als het volgende verschijnt, als u uw vinger van de [Registration] toets af haalt.
fig.d-Regist.eps
Terwijl dit scherm wordt getoond, kunt u de [Display] toets ingedrukt houden, en met de [-] toets het Registration nummer van de schrijfbestemming selecteren. Op dit moment kunt u met de [-] [+] toetsen ook Registration nummer van de schrijfbestemming wijzigen.
80
De naam van een Registration wijzigen
Houd de [Display] toets ingedrukt, en selecteer met de [-] [+] toetsen het
3.
karakter dat u wilt wijzigen.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om het gewenste karakter te selecteren.
4.
Als u de Registration niet wilt opslaan, dan drukt u op een [1]-[7] toets.
De Registration vastleggen
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
Druk op de [Registration] toets.
5.
Uw uitvoeringsinstellingen worden opgeslagen. De [Registration] toets verandert van knipperend naar brandend.
NOTE
Om de vastgelegde uitvoeringsinstellingen te selecteren, raadpleegt u ‘Een Registration oproepen’ (p. 82).
Zet de stroom nooit uit, als er instellingen worden opgeslagen. Als u dit doet, wordt het interne geheugen van de FP-7 vernietigd, waardoor het onbruikbaar wordt.
U kunt de inhoud, die bij een [Registration] toets is vastgelegd, herstellen naar de fabrieksinstellingen. Raadpleeg ‘Fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)’ (p.
135).
81
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan

Een Registration oproepen

Instellingen die u met de [Registration] toets heeft vastgelegd, kunnen rechtstreeks worden opgeroepen.
De aanbevolen instellingen zijn als fabrieksinstellingen in de FP-7 vastgelegd. Registrations van 7-1 tot 7-4 bevatten de ‘Basic Registration’. Gebruik deze, als u een geheel nieuwe Registration aanmaakt.
Voor meer informatie over de instellingen die als Registration worden opgeslagen, raadpleegt u ‘Instellingen die in een Registration worden vastgelegd’ (p. 176).
fig.Panel-RegistSave.eps
1.
2.
fig.d-RegistVar.eps
3.
fig.d-RegistVar2.eps
Druk op de [Registration] toets.
Selecteer de gewenste Registration, door op een van de [1]-[7] toetsen te drukken, waaronder u de Registration heeft opgeslagen.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de Registration variatie te selecteren.
82
De uitvoeringsinstellingen wijzigen aan de hand hiervan.

Een Registration Set opslaan

Hier leest u hoe de achtentwintig Registrations die met de [Registration] toets zijn vastgelegd, als enkele set in het interne geheugen of in USB geheugen kunnen worden vastgelegd.
Als u een Registration Set in USB geheugen wilt opslaan, sluit dan uw USB geheugen op de extern geheugen aansluiting aan.
Raadpleeg, voor meer informatie over omgaan met USB geheugen, ‘USB geheugen gebruiken’ (p. 23).
fig.Panel-RegistLoad.eps
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
Druk op de [Function] toets.
1.
Druk op de Track [R] toets.
2.
Het Registration File scherm verschijnt.
Houd de [Registration] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om
3.
‘Save’ te selecteren.
Druk op de [Display] toets.
4.
De naam van een Registration Set wijzigen
Houd de [Display] toets ingedrukt, en selecteer met de [-] [+] toetsen het
5.
karakter dat u wilt wijzigen.
83
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
Gebruik de [-] [+] toetsen, om het gewenste karakter te selecteren.
6.
Selecteren waar u Registration Sets wilt opslaan
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om
7.
‘Media’ te selecteren.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om te selecteren op welk medium moet worden
8.
opgeslagen.
fig.d-001+.eps
Instelling Beschrijving
Internal Intern geheugen External USB geheugen
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om
9.
‘Destination’ te selecteren.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om te selecteren waar u wilt opslaan.
10.
Als er achter een nummer een Registration Set naam wordt getoond, dan is bij dat nummer al een Registration Set opgeslagen.
Als u een nummer selecteert waar al een Registration Set is opgeslagen, en er een Registration Set opslaat, dan wordt de eerder opgeslagen set gewist. Als u een eerder opgeslagen Registration Set niet wilt wissen, selecteer dan een nummer waar ‘(Not Used)’ achter staat.
De Registration Set opslaan
Druk op de [Rec] toets.
11.
De Registration Set wordt opgeslagen.
NOTE
84
Zet de stroom nooit uit, als er instellingen worden opgeslagen. Als u dit doet, wordt het interne geheugen van de FP-7 vernietigd, waardoor het onbruikbaar wordt.
U kunt de inhoud, die bij een [Registration] toets is vastgelegd, herstellen naar de fabrieksinstellingen. Raadpleeg ‘Fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)’ (p. 135).
Om de vastgelegde Registration Set te selecteren, raadpleegt u ‘Een vastgelegde Registration Set laden’ (p. 85).

Een vastgelegde Registration Set laden

Hier leest u hoe u een complete Registration Set, die u in het interne geheugen of in USB geheugen heeft opgeslagen, naar de [Registration] toets kunt terugladen.
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
fig.Panel-RegistLoad.eps
NOTE
NOTE
Let er op, dat bij het laden van een Registration Set alle bij de [Registration] toets vastgelegde instellingen worden overschreven en dus verloren gaan.
Als u een Registration Set wilt laden die in USB geheugen is opgeslagen, sluit dan uw USB geheugen op de extern geheugen aansluiting aan. Raadpleeg, voor meer informatie over omgaan met USB geheugen, ‘USB geheugen gebruiken’ (p. 23).
1.
2.
3.
fig.d-Registload.eps
4.
Druk op de [Function] toets.
Druk op de Track [R] toets.
Het Registration File scherm verschijnt.
Houd de [Registration] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om ‘Load’ te selecteren.
Als er geen Registration Set in het interne geheugen is opgeslagen, of als er geen USB geheugen is aangesloten, dan wordt het ‘ ’ icoon bij het Load veld aangegeven.
Druk op de [Display] toets.
Het Load Registration scherm verschijnt.
85
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om
5.
‘Media’ te selecteren.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om te selecteren op welk medium de
6.
Registration Set is opgeslagen.
Instelling Beschrijving
Internal Intern geheugen External USB geheugen
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om ‘File’ te
7.
selecteren.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de Registration Set te selecteren, die u wilt
8.
laden.
De Registration Set laden
Druk op de [Rec] toets.
9.
De Registration Set wordt naar de [Registration] toets geladen.
NOTE
Zet de stroom nooit uit, als er instellingen worden opgeslagen. Als u dit doet, wordt het interne geheugen van de FP-7 vernietigd, waardoor het onbruikbaar wordt.
86

Een opgeslagen Registration Set wissen

Hier leest u hoe u een complete Registration Set kunt wissen, die in het interne geheugen, of in USB geheugen, is opgeslagen.
Raadpleeg, voor meer informatie over omgaan met USB geheugen, 'USB geheugen gebruiken' (p. 23).
fig.Panel-RegistLoad.eps
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
1.
2.
3.
4.
fig.d-Registload.eps
5.
Als u een Registration Set van het USB geheugen wilt wissen, sluit dan uw USB geheugen op de extern geheugen aansluiting aan (p. 23).
Druk op de [Function] toets.
Druk op de Track [R] toets.
Het Registration File scherm verschijnt.
Houd de [Registration] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om ‘Delete’ te selecteren.
Als er geen Registration Set in het interne geheugen is opgeslagen, of als er geen USB geheugen is aangesloten, dan wordt het “ ” icoon bij het Delete veld aangegeven.
Druk op de [Display] toets.
Het Delete Registration scherm verschijnt.
87
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om
6.
‘Media’ te selecteren.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om te selecteren van welk medium u een
7.
Registration Set wilt wissen.
Instelling Beschrijving
Internal Intern geheugen External USB geheugen
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om ‘File’ te
8.
selecteren.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de Registration Set te selecteren, die u wilt
9.
wissen.
De Registration Set wissen
Druk op de [Rec] toets.
10.
De geselecteerde Registration Set wordt gewist.
NOTE
Zet de stroom nooit uit, als er instellingen worden opgeslagen. Als u dit doet, wordt het interne geheugen van de FP-7 vernietigd, waardoor het onbruikbaar wordt.
88

Een Registration Set kopiëren

Registration Sets die u in het interne geheugen heeft opgeslagen, kunnen naar USB geheugen gekopieerd worden.
Andersom kunnen Registration Sets die in USB geheugen zijn opgeslagen, ook naar het interne geheugen gekopieerd worden.
Raadpleeg, voor meer informatie over omgaan met USB geheugen, ‘USB geheugen gebruiken’ (p. 23).
fig.Panel-RegistLoad.eps
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
1.
2.
3.
4.
fig.d-Registload.eps
5.
Sluit uw USB geheugen op de extern geheugen aansluiting aan (p. 23).
Druk op de [Function] toets.
Druk op de Track [R] toets.
Het Registration File scherm verschijnt.
Houd de [Registration] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om ‘Copy’ te selecteren.
Als er geen Registration Set in het interne geheugen is opgeslagen, of als er geen USB geheugen is aangesloten, dan wordt het “ ” icoon bij het Copy veld aangegeven.
Druk op de [Display] toets.
Het Copy Registration scherm verschijnt.
89
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om ‘Type’
6.
te selecteren.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de richting van de kopieer bewerking te
7.
selecteren.
Instelling Beschrijving
Int –> Ext Kopieert Registration Sets van intern geheugen naar USB geheugen. Ext –> Int Kopieert Registration Sets van het USB geheugen naar intern geheugen.
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om ‘Int’
8.
(intern geheugen) te selecteren.
Als het kopieer type ‘Int -> Ext’ is, geeft dit het nummer van de te kopiëren Registration Set aan. Als het kopieer type ‘Ext -> Int’ is, geeft dit de kopieerbestemming van de Registration Set aan.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de instelling naar wens te wijzigen.
9.
Als u ‘All’ selecteert, worden alle Registration Sets gekopieerd. Als u een nummer selecteert waar al een Registration Set is vastgelegd, en dat als kopieerbestemming
kiest, dan wordt de eerder opgeslagen Registration Set gewist. Als u de opgeslagen Registration Set niet wilt wissen, selecteert u een nummer waar ‘Not Used’ achter staat. U kunt het kopiëren niet uitvoeren, als het geheugen van de bestemming vol is. Wis overbodige data, voor u de kopie uitvoert.
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om ‘Ext’
10.
(USB geheugen) te selecteren.
Als het kopieer type ‘Int -> Ext’ is, geeft dit de bestemming van de Registration Set kopie aan. Als het kopieer type ‘Ext -> Int’ is, geeft dit het nummer van de te kopiëren Registration Set aan.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de instelling naar wens te wijzigen.
11.
De Registration Set(s) kopiëren
Druk op de [Rec] toets.
12.
De Registration Set(s) worden gekopieerd.
NOTE
90
Zet de stroom nooit uit, als er instellingen worden opgeslagen. Als u dit doet, wordt het interne geheugen van de FP-7 vernietigd, waardoor het onbruikbaar wordt.

Registrations wisselen met een pedaal

U kunt een pedaal aanwijzen om opeenvolgende Registrations mee te wisselen. Elke keer dat u op het pedaal drukt, schakelt u naar de volgende Registration. Voor de aanvang van een concert of optreden, kunt u de benodigde Registrations opslaan in de volgorde waarin u ze gaat gebruiken. Tijdens het spelen kunt u ze dan soepel met de voet doorlopen.
Raadpleeg, voor meer informatie over omgaan met USB geheugen, 'USB geheugen gebruiken' (p. 23).
fig.Panel-RegistPedal.eps
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
Druk op de [Function] toets.
1.
Druk op de [Registration] toets.
2.
Het Registration scherm verschijnt.
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om 'Shift'
3.
te selecteren.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de instelling te wijzigen.
4.
Instelling Beschrijving
Door op een pedaal te drukken dat op de FC2 of FC1 aansluiting is aangesloten,
Off
FC 2
wisselen de Registrations niet. De functies die zijn toegekend aan de FC2 en FC1 jack zijn beschikbaar (p. 118).
Het pedaal dat is aangesloten op de FC2 jack, kan alleen voor het wisselen van Registrations worden gebruikt. In dit geval kan de functie die aan de FC2 jack is toegekend, niet worden gebruikt.
FC 1
Het pedaal dat is aangesloten op de FC1 jack, kan alleen voor het wisselen van Registrations worden gebruikt. In dit geval kan de functie die aan de FC2 jack is toegekend, niet worden gebruikt.
91

Opnemen

U kunt uw uitvoeringen eenvoudig opnemen. U kunt een opgenomen uitvoering afspelen om te beluisteren wat, en hoe, u gespeeld heeft. Tevens kunt u, met gebruik van Rhythm, met een vooraf opgenomen begeleiding meespelen.
Memo
• De song die u opneemt, verdwijnt als u de FP-7 uitzet.
• Met tweede of latere opnames, wordt de eerder opgenomen song gewist terwijl het
• Over de Track toetsen
Track toetsen Beschrijving
Knipperend
Oplichtend
Uit
U dient uw belangrijke uitvoeringen in het interne geheugen, of in extern geheugen, zoals los verkrijgbaar USB geheugen, op te slaan.
’De songs die u opneemt opslaan’ (p. 105)
nieuwe materiaal wordt opgeslagen. Het is bij het opnemen van een nieuwe uitvoering misschien een goed idee, om de eerder opgenomen uitvoering eerst te wissen (p. 103).
De uitvoering wordt opgenomen. Als er al uitvoeringsdata bestaat, wordt de bestaande uitvoering gewist terwijl de nieuwe opname wordt opgeslagen.
De uitvoering wordt niet opgenomen. Tijdens het opnemen, speelt de uitvoering van deze Track toets.
De uitvoering wordt niet opgenomen. Dit spoor bevat geen uitvoeringsdata.
fig.d-dEL.eps
Als het volgende scherm verschijnt
Als er een song is die u wel heeft opgenomen, maar nog niet heeft opgeslagen, dan verschijnt er, wanneer u een andere song probeert te selecteren, een scherm als het volgende.
U kunt geen interne preset song of song van het USB geheugen afspelen, als u de opgenomen song nog niet heeft opgeslagen. Als de song gewist mag worden, houd de [Display] toets dan ingedrukt, druk vervolgens op de [+] toets om ‘OK’ te selecteren, en besluit met een druk op de [Rec] toets. Als u de song niet wilt wissen, selecteer dan ‘Cancel’, en druk op de [Rec] toets. Sla de song op in USB geheugen, of in het interne geheugen (p. 105).
92

Een nieuwe song opnemen

Hier leest u hoe u uitsluitend uw eigen klavierspel opneemt, zonder gebruik te maken van Session Partner of een interne song.
fig.Panel-RecNew.eps
Opnemen
Instellingen voor opname
Als er al een song is opgenomen, wis deze dan voor u verder gaat (p. 103).
Druk meerdere malen op de [Display] toets, zodat deze groen oplicht.
1.
Druk meerdere malen op de [-] toets, om ‘New song’ te selecteren.
2.
fig.d-USr.eps
Druk op de [Rec] toets.
3.
De [Rec] toets licht op, de [Play] toets begint te knipperen, en de FP-7 schakelt naar opname standby.
Als u besluit niet op te nemen, druk dan nogmaals op de [Rec] toets.
Het opnemen starten
Druk op de [Play] toets.
4.
Na twee maten aftelgeluid, begint het opnemen. Het opnemen begint, als u het klavier bespeelt (zonder op de [Play] toets te drukken). In dit geval
klinkt er geen aftelgeluid. Als het opnemen begint, lichten de [Rec] toets en de [Play] toets op.
Tijdens het aftellen, wordt de tel maat op het scherm aangegeven als ‘-2’, en vervolgens ‘-1’.
93
Opnemen
Het opnemen stoppen
Druk op de [Play] toets.
5.
Het opnemen stopt. Als u het opnemen stopt, verandert de ‘Song’ indicatie in het song selectie scherm in ‘Modified’. De ‘Modified’ indicatie wijst op een eerder opgenomen uitvoering.
De opgenomen uitvoering beluisteren
Druk op de [Play] toets.
6.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
Druk nogmaals op de [Play] toets, om het afspelen te stoppen.
7.
NOTE
De opgenomen uitvoering verdwijnt als u de stroom uitzet. Als u de opgenomen uitvoering wilt behouden, dan dient u deze in het interne geheugen of in USB geheugen op te slaan. Raadpleeg ’De songs die u opneemt opslaan’ (p. 105).
U kunt de klank wijzigen, die bij het opnemen wordt gebruikt. ’Spelen met een variëteit aan geluiden’ (p. 35)
U kunt het tempo en de beat van de song wijzigen.
’Het tempo wijzigen’ (p. 55)’De beat van de metronoom wijzigen’ (p. 134)
U kunt de metronoom functie van de FP-7 gebruiken. In dit geval wordt het metronoom geluid niet opgenomen. ’Spelen met de metronoom’ (p. 54)
Track toets toekenningen bij de opgenomen uitvoering
Als u alleen een klavierspel uitvoering opneemt, wordt de uitvoering als volgt aan de Track toetsen toegekend.
Normale uitvoering (een enkel geluid van het gehele klavier spelen)
Dual uitvoering (p. 41) De uitvoering is opgenomen naar de Track [2] toets.
Split uitvoering (p. 43)
De uitvoering is opgenomen naar de Track [2] toets.
De ondertoon is opgenomen naar de Track [1] toets, en de boventoon naar de Track [2] toets.
94

Uw spel samen met een song opnemen

Hier wordt uitgelegd hoe u met een interne song meespeelt en uw uitvoering opneemt. De afgespeelde song wordt samen met uw klavierspel opgenomen. De FP-7 kan uw
klavierspel samen met een interne piano song opnemen. U kunt bijvoorbeeld de linkerhand part beluisteren, terwijl u het rechterhand part opneemt.
Als u een Track toets selecteert en vervolgens opneemt, is het geluid van de geselecteerde Track toets tijdens opname niet te horen.
fig.Panel-RecSong.eps
Opnemen
Instellingen van de uitvoering
Selecteer een song.
1.
Raadpleeg, voor meer informatie over het selecteren van een song, ‘Songs beluisteren’ (p. 24). Als u met een song van het USB geheugen wilt opnemen, dan dient u het USB geheugen vooraf aan te sluiten (p. 23). U kunt de in uitvoeringen gebruikte klank wijzigen (p. 35). Ook kunt u het tempo waarmee songs worden afgespeeld wijzigen (p. 55). U kunt ook het metronoom geluid tijdens het opnemen afspelen (p. 54).
Instellingen voor opname
Druk op de [Rec] toets.
2.
Het volgende scherm verschijnt.
Als u uw spel, al meespelend met de song, wilt opnemen, druk dan op de [Rec] toets. Als u een nieuwe song wilt opnemen, druk dan op de [Play] toets.
95
Opnemen
Druk nogmaals op de [Rec] toets.
3.
Het volgende scherm verschijnt.
Druk op de Track toets van het spoor dat u wilt opnemen, zodat de toets
4.
knippert.
Met deze instelling kunt u opnemen, terwijl u naar de geselecteerde song luistert. De [Rec] toets licht op, de [Play] toets begint te knipperen, en het instrument schakelt naar opname
standby modus. Als u besluit niet op te nemen, druk dan nogmaals op de [Rec] toets.
Track toets Beschrijving
De uitvoering wordt opgenomen.
Knipperend
Als er al uitvoeringsdata bestaat, wordt de bestaande uitvoering gewist terwijl de nieuwe opname wordt opgeslagen.
Oplichtend
Uit
Hoe de Track toetsen corresponderen met de uitvoering parts van een interne song
Track toets Performance part
Track [1] toets Linkerhand part Track [2] toets Rechterhand part
Track [R] toets
Het opnemen starten
Druk op de [Play] toets.
5.
Na twee maten aftelgeluid, begint het opnemen. Het opnemen begint, als u het klavier bespeelt (zonder op de [Play] toets te drukken). In dit geval
klinkt er geen aftelgeluid. Als het opnemen begint, lichten de [Rec] toets en de [Play] toets op.
De uitvoering wordt niet opgenomen. Tijdens het opnemen, speelt de uitvoering van deze Track toets.
De uitvoering wordt niet opgenomen. Dit spoor bevat geen uitvoeringsdata.
Bij de interne song nummers 1-5 bevat dit spoor andere uitvoeringsdata dan het rechterhand part en het linkerhand part. Bij de interne song nummers 6-65 bevat dit spoor geen uitvoeringsdata.
96
Tijdens het aftellen, wordt de tel maat op het scherm aangegeven als ‘-2’, en vervolgens ‘-1’.
Het opnemen stoppen
Druk op de [Play] toets.
6.
Het opnemen stopt.
De opgenomen uitvoering beluisteren
Druk op de [-] toets, om terug te keren naar het begin van de opgenomen
7.
song.
Druk op de [Play] toets.
8.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
Druk nogmaals op de [Play] toets, om het afspelen te stoppen.
9.
Opnemen
NOTE
De opgenomen uitvoering verdwijnt als u de stroom uitzet. Als u de opgenomen uitvoering wilt behouden, dan dient u deze in het interne geheugen of in USB geheugen op te slaan. Raadpleeg ’De songs die u opneemt opslaan’ (p. 105).
Het tempo van de opgenomen uitvoering wordt vastgelegd als het tempo van de song die u tijdens opname heeft geselecteerd. Als u uw uitvoering opneemt terwijl u met een song meespeelt, dan wordt deze opgenomen met de maatsoort van die song.
97
Opnemen

Uw uitvoering met Session Partner opnemen

U kunt uw uitvoeringen met Session Partner eenvoudig opnemen.
fig.Panel-RecSession.eps
De Session Partner uitvoering kan alleen naar de Track [R] toets worden opgenomen.
Performance instellingen
Selecteer de te spelen klank (p. 35).
1.
Leg de gewenste instellingen voor Session Partner vast (p. 66).
2.
Instellingen voor opnemen
Als er al een opgenomen song is, wis deze dan voor u verder gaat (p. 103).
Selecteer ‘New Song’.
3.
Druk meerdere malen op de [Display] toets, zodat deze groen oplicht, om het Song Select scherm weer te geven.
Druk meerdere malen op de [-] toets, om ‘New Song’ te selecteren.
fig.d-USr.eps
98
Druk op de [Rec] toets.
4.
De [Rec] toets licht op, de [Play] toets begint te knipperen, en de FP-7 schakelt naar opname standby modus.
Als u besluit niet op te nemen, druk dan nogmaals op de [Rec] toets.
Het opnemen starten
Start de Session Partner uitvoering (p. 67, p. 73).
5.
Rhythm begint te spelen, terwijl het opnemen tegelijkertijd begint. Als het opnemen begint, lichten de [Rec] toets en de [Play] toets op.
Raadpleeg, voor meer informatie over de verschillende ritme en akkoordprogressie patronen, de ‘Ritme lijst’ (p. 163), en de ‘Akkoordprogressie patronen lijst’ (p. 164).
Als u met de opgegeven akkoordprogressie (p. 73) wilt opnemen, dan wordt het akkoord aangegeven met een toets aan de linkerkant van het klavier, waarna de opname begint.
Het opnemen stoppen
Druk op de [Play] toets.
6.
Het opnemen stopt. Als u het opnemen stopt, verandert de ‘Song’ indicatie in het song selectie scherm in ‘Modified’. De ‘Modified’ indicatie wijst op een eerder opgenomen uitvoering.
Opnemen
De opgenomen uitvoering beluisteren
Druk op de [-] toets, om naar het begin van de opgenomen song terug te
7.
keren.
Druk op de [Play] toets.
8.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
Druk nogmaals op de [Play] toets, om het afspelen te stoppen.
9.
NOTE
De opgenomen uitvoering verdwijnt als u de stroom uitzet. Als u de opgenomen uitvoering wilt behouden, dan dient u deze in het interne geheugen of in USB geheugen op te slaan. Raadpleeg ’De songs die u opneemt opslaan’ (p. 105).
Track toets toekenningen voor de opgenomen uitvoering
Session Partner uitvoering De uitvoering wordt opgenomen naar de Track [R] toets. Normale uitvoering (een
enkelvoudig geluid van het gehele klavier spelen)
Dual uitvoering (p. 41) De uitvoering wordt opgenomen naar de Track [2] toets.
Split uitvoering (p. 43)
De uitvoering wordt opgenomen naar de Track [2] toets.
De ondertoon wordt opgenomen naar de Track [1] toets, en de boventoon naar de Track [2] toets.
99
Opnemen

Geselecteerde Track toetsen opnemen

De recorder van de FP-7 beschikt over drie Track toetsen. U kunt elke hand van uw uitvoering afzonderlijk spelen, door bijvoorbeeld het linkerhand
part naar de Track [1] toets op te nemen, en het rechterhand part naar de Track [2] toets. U kunt ook een specifiek part van een eerder opgenomen uitvoering opnieuw opnemen.
fig.Panel-RecTrack.eps
Als u een nieuwe song opneemt, selecteer dan ‘New Song’ zoals wordt beschreven bij stappen 1-2 van ‘Een nieuwe song opnemen’ (p. 93). Als u besluit een bestaande song opnieuw op te nemen, selecteer die song dan.
Performance instellingen
Druk op de [Rec] toets.
1.
Het volgende scherm verschijnt.
Als u met de song of een opgenomen uitvoering wilt opnemen, druk dan op de [Rec] toets. Als u een nieuwe song wilt opnemen, druk dan op de [Play] toets.
Druk nogmaals op de [Rec] toets.
2.
Het volgende scherm verschijnt.
100
Druk op de Track toets van het spoor dat u wilt opnemen, zodat de toets
3.
knippert.
Met deze instelling kunt u opnemen, terwijl u naar de geselecteerde song luistert.
Track toetsen Beschrijving
De uitvoering wordt opgenomen.
Knipperend
Als er al uitvoeringsdata bestaat, wordt de bestaande uitvoering gewist terwijl de nieuwe opname wordt opgeslagen.
Opnemen
Oplichtend
Uit
De [Rec] toets licht op, de [Play] toets begint te knipperen, en de FP-7 schakelt naar opname standby.
Als u besluit niet op te nemen, druk dan nogmaals op de [Rec] toets.
Het opnemen starten
Druk op de [Play] toets.
4.
Na twee maten aftelgeluid, begint het opnemen. Het opnemen begint, als u het klavier bespeelt (zonder op de [Play] toets te drukken). In dit geval
klinkt er geen aftelgeluid. Als het opnemen begint, lichten de [Rec] toets en de [Play] toets op.
Tijdens het aftellen, wordt de tel maat op het scherm aangegeven als ‘-2’, en vervolgens ‘-1’.
Het opnemen stoppen
De uitvoering wordt niet opgenomen. Tijdens het opnemen, speelt de uitvoering van deze Track toets.
De uitvoering wordt niet opgenomen. Dit spoor bevat geen uitvoeringsdata.
Druk op de [Play] toets.
5.
Het opnemen stopt.
NOTE
Als u opneemt zonder de bestaande song te wissen, dan blijven het song tempo, de maatsoort, en metronoom instellingen zoals ze waren bij de eerste opname.
De opgenomen uitvoering beluisteren
Druk op de [-] toets, om naar het begin van de opgenomen song terug te
6.
keren.
Druk op de [Play] toets.
7.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
Druk nogmaals op de [Play] toets, om het afspelen te stoppen.
8.
NOTE
De opgenomen uitvoering verdwijnt als u de stroom uitzet. Als u de opgenomen uitvoering wilt behouden, dan dient u deze in het interne geheugen of in USB geheugen op te slaan. Raadpleeg ’De songs die u opneemt opslaan’ (p. 105).
101
Opnemen
Verhouding tussen de opgenomen uitvoering en de Track toetsen
Een opgenomen uitvoering wordt als volgt aan de Track toetsen toegekend.
Session Partner uitvoeringen, en boven en ondertonen tijdens Split uitvoering
Track toets Performance recorded
Track [R] toets Session Partner (p. 66) Track [1] toets Ondertoon bij Split Play (p. 43) Track [2] button Boventoon bij Split Play (p. 43)
Normale uitvoering (een enkelvoudig geluid van het gehele klavier spelen) en Dual uitvoering
• Als u opneemt zonder een opname spoor aan te geven
Als geen van de Track toetsen ([R] [1] [2] toetsen) over uitvoeringsdata beschikt, dan wordt de data opgenomen naar toets [2]. Als sommige Track toetsen uitvoeringsdata hebben, dan wordt de data opgenomen naar de volgorde toets [2] toets [1] toets [R].
• Als u met een specifiek opname spoor opneemt
Uw uitvoering wordt opgenomen op het door u aangegeven spoor.
102
Loading...