Gefeliciteerd met uw keuze voor de FP-7. Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig,
om ervoor te zorgen dat u optimaal van de FP-7 geniet, en de mogelijkheden van het
apparaat optimaal benut.
Over de handleiding
U dient eerst de sectie ‘Voor het spelen’ (p. 18) van deze gebruikershandleiding te lezen.
Hierin wordt uitgelegd, hoe de adapter moet worden aangesloten, en hoe u de stroom
aanzet.
De gebruikershandleiding legt de basis bewerkingen uit, die u moet kennen om van de
uitvoering functies van de FP-7 gebruik te maken. Ook kunt u dan aan de slag met de
geavanceerdere bewerkingen, zoals het met de FP-7 opnemen van een song.
Afspraken in deze handleiding
Om de bewerkingen zo duidelijk mogelijk uit te leggen, kent deze handleiding de
volgende gebruiken.
• Tekst tussen vierkante haakjes [ ] wijst op de naam van een toets of een knop, zoals de
[Display] toets.
• Regels die beginnen me of een asterisk *, zijn waarschuwingen die u zeker moet
lezen.
• De paginanummers die u kunt raadplegen voor gerelateerde informatie, worden aangegeven
als: (p. **).
• In deze handleiding gebruiken we schermafbeeldingen, om verschillende functies mee uit te
leggen. Wees u er echter van bewust, dat de getoonde instellingen mogelijk niet
overeenkomen met de fabrieksinstellingen (zoals klank namen).
NOTE
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan u de volgende secties zorgvuldig door te
lezen: ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p. 8) en ‘BELANGRIJKE
OPMERKINGEN’ (p. 11). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het juiste gebruik van het
apparaat. Daarnaast dient deze gebruikershandleiding in zijn geheel gelezen te worden, zodat u een
goed beeld krijgt van alle mogelijkheden, die uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag zonder schriftelijke toestemming van
ROLAND CORPORATION op enigerlei wijze gereproduceerd worden.
3
4
Hoofdkenmerken
Pianospel van hoge kwaliteit
De FP-7 levert het geluid van een grand concert piano van hoge kwaliteit. Daarbij geeft het PHA II klavier een meer
piano-achtig gevoel, aangezien het lage bereik zwaarder speelt dan het hoge.
Het apparaat is voorzien van drie pedaal jacks, en wordt geleverd met een pedaal met een half-damper. Hiermee kunt u
de diepte van de langgerekte trillingen wijzigen, en op die manier genieten van de subtiele nuances van pianospel van
hoge kwaliteit.
Hoge kwaliteit speakers en pianogeluiden
De FP-7 beschikt over multi-gesamplede pianogeluiden, verdeeld over 88 toetsen.
Elke noot van een grand piano met 88 toetsen is gesampled, om natuurgetrouw het tonale karakter te reproduceren, en
dynamische expressie over het volledige bereik van nuances mogelijk te maken. Van delicate pianissimo, tot krachtige
fortissimo.
De rijke resonanties en de levensechte kwaliteit van deze geluiden worden natuurgetrouw gereproduceerd door de
uitstekende speakers van de FP-7.
‘Audio Key’ maakt het mogelijk, om tijdens uw spel een
muziekbestand te spelen
U kunt uw eigen audiobestand klaarzetten, en dit op het gewenste moment met uw optreden laten meespelen. Op deze
manier kunt u menselijke stemmen of korte frasen aan uw spel toevoegen, waardoor uw optreden met een ‘live’
atmosfeer wordt verrijkt. Daarnaast kunt u aan elke toets een andere audio song toekennen, en spelen met deze songs
op de achtergrond.
‘Session Partner’ laat u genieten van sessie-achtig spel
U kunt op de piano meespelen met realistische ‘ritmes’, om te genieten van ‘sessie-achtig’ spel.
Aangezien aan elk ritme geschikte akkoord progressies zijn toegekend, hoeft u slechts een ritme te selecteren, waarmee
vanzelf de geschikte akkoord progressie wordt gekozen.
‘Piano Designer’ laat u het pianogeluid aan uw smaak aanpassen
Deze functie geeft u een nog groter expressief bereik, door u de gelegenheid te geven om een simulatie van de trillingen
van pianosnaren te laten aanpassen. Ook is het mogelijk, om het effect van een geopende, dan wel gesloten klep van
een grand piano te simuleren. Of denk aan de manier waarop de demper zich beweegt vanaf de snaren, als u op het
demper pedaal drukt. Met deze aanpassingen kunt u uw persoonlijke pianogeluid samenstellen.
‘Registrations’ maken het mogelijk om uw favoriete uitvoeringsinstellingen op te slaan
Uw uitrvoerings-instellingen, zoals geluiden selecties, instellingen van Session Partner, en klavier reactie instellingen,
kunnen als ‘Registration’ worden opgeslagen. Zo kunt u deze oproepen op elk gewenst moment.
Wat u met USB geheugen kunt doen
De FP-7 is voorzien van een aansluiting voor extern geheugen. Als u daar USB geheugen (los verkrijgbaar) op aansluit,
kunt u van daaruit SMF muziekbestanden of audio bestanden afspelen. Dit is ook handig, om een opgenomen uitvoering
of registratie data op te bewaren.
Index ....................................................................180
Inhoud
7
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
WAARSCHUWING
Niet openen of wijzigen
002c
Maak het apparaat niet open, en voer geen interne
modificaties uit. Dit geldt tevens voor de adapter.
Tracht het apparaat niet te repareren, of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve
wanneer daartoe specifieke instructies in de
handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar
uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service
Centrum, of een erkende Roland distributeur, die u
op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.
Gebruik, of berg het apparaat nooit op, op
plaatsen die:
004
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn
(bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten
voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop
warmte genererende apparatuur of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers,
wasruimtes of natte vloeren hebben of die
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Niet plaatsen op een instabiel oppervlak
002c
Wanneer het apparaat met een standaard wordt
gebruikt die wordt aanbevolen door Roland, moet
deze zorgvuldig worden opgesteld; zodat het
instrument recht staat en niet om kan vallen.
Wanneer er geen gebruik wordt gemaakt van een
standaard dient u er nog steeds voor te zorgen dat
het te gebruiken oppervlak gelijkmatig en stabiel is
zodat het instrument voldoende wordt ondersteund
en wiebelen wordt voorkomen.
Sluit de adapter aan op een stopcontact met het
juiste voltage
008c
Gebruik alleen de bijgeleverde adapter. Ook moet
het voltage van de installatie overeenkomen met
het ingangsvoltage dat op de behuizing van
adapter wordt vermeld. Andere adapters kunnen
een andere polariteit hebben of op een ander
voltage ontworpen zijn, waardoor gebruik van
dergelijke adapters tot beschadiging, storing of
elektrische schok kan leiden.
Buig het netsnoer niet en plaats er geen zware
objecten op
009
Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats
er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan
het snoer beschadigen, waardoor kortsluiting kan
optreden. Beschadigde snoeren vormen een risico
op brand en het krijgen van een elektrische schok!
Deel geen stopcontact met een buitensporig aantal
andere apparaten
015
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een
stopcontact, waar een buitensporig aantal andere
apparaten gebruik van maakt. Wees in het
bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die door
alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag
nooit de toegestane belasting (watts/ampères) van
het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige
belasting kan de isolatie van het snoer verhit
raken, en uiteindelijk smelten.
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie
met een versterker en koptelefoon of luidsprekers,
kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn
permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk
nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of
oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een
bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in
de oren bemerkt, moet u het apparaat direct
uitzetten en een oorarts consulteren.
Voorkom dat objecten in het apparaat terechtkomen
011
Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar
materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen
(water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
Dit kan leiden tot kortsluiting en andere storing.
Zet de stroom uit, als er iets vreemds gebeurt of als
er storing optreedt
012b
Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het
stopcontact en breng het apparaat voor
onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend
Roland distributeur, te vinden op de “Informatie”
pagina, indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht
zijn gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
andere wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of een duidelijke verandering in werking
laat zien.
Laat kinderen het apparaat niet zonder toezicht
gebruiken
013
In huishoudens met kleine kinderen moet een
volwassene toezicht houden, totdat het kind in
staat is de regels die essentieel zijn voor een
veilige bediening van het apparaat op te volgen.
Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat
gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper,
het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een
erkend Roland distributeur.
Gebruik een CD-ROM niet in een conventionele
CD- of DVD speler
023
Speel geen CD-ROM disk op een conventionele
CD- of DVD speler af. Het geluidsniveau, dat
geproduceerd wordt, kan permanent gehoorsverlies of schade aan luidsprekers veroorzaken.
Plaats geen voorwerpen met water (zoals vazen) of
drinken op het apparaat. Gebruik ook geen insecticiden, parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen,
enz. nabij het apparaat. Veeg op het apparaat
gemorste vloeistoffen direct weg met een droge,
zachte doek.
Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en
maak deze met een droge doek schoon om stof en
andere opeenhopingen te verwijderen. Haal de
adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het
apparaat langere tijd niet zult gebruiken.
Ophoping van stof tussen de stekker en het
stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden en
brand veroorzaken.
Controleer het volgende, voordat u het apparaat
verplaatst. Zorg er vervolgens voor, dat er
minimaal 2 personen samenwerken bij het optillen
en vervoeren van het apparaat – en dat het
apparaat recht wordt gehouden. Voorkom ook dat
uw handen klem komen te zitten, of dat u het
apparaat op uw voeten laat vallen.
• Controleer of de moeren waarmee het apparaat
vast staat op zijn standaard, zijn losgeraakt. Als
dat zo is, draai ze dan stevig vast.
Naast de onderdelen die onder “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” op pagina 8 worden genoemd, raden wij
u aan het volgende te lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening
• Verbind dit apparaat niet een stopcontact dat tevens wordt
gebruikt voor elektrische apparatuur die is voorzien van
inverter (zoals een koelkast, wasmachine, magnetron, of
airconditioner) of die gebruik maakt van een motor.
Afhankelijk van hoe deze apparatuur wordt gebruikt kan
stroomruis leiden tot storing of een hoorbare ruis. Als het
praktisch gezien onmogelijk is om een ander stopcontact te
kiezen dan plaatst u een stroomruisfilter tussen het stopcontact
en dit instrument.
• De adapter zal na vele uren opeenvolgend gebruik warmte
gaan genereren. Dit is normaal en niets om u zorgen over te
maken.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt
aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal
storing en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten
voorkomen.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van versterkers
(of andere apparatuur, die grote transformators bevat) kan tot
een brom leiden. Om dit probleem op te heffen, verandert u
de richting van dit apparaat of zet het verder van de
storingsbron weg.
• Dit apparaat kan de ontvangst van radio of televisie storen.
Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort
ontvangers.
• Er kan ruis geproduceerd worden, wanneer draadloze
communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt
van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden
tijdens bellen of gebeld worden. Als u dit soort problemen
ondervindt, moet u de draadloze apparaten op grotere
afstand van dit apparaat plaatsen of deze uitzetten.
• Stel dit apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet
bij apparaten, die warmte verspreiden, laat het niet in een
afgesloten voertuig achter, en stel het niet aan extreme
temperaturen bloot. Door overmatige hitte kan het apparaat
misvormen of verkleuren.
• Wanneer het apparaat naar een andere locatie wordt
verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid verschilt
van de vorige locatie, kunnen binnen het apparaat
waterdruppels (condensatie) gevormd worden. Als u het
apparaat in deze staat gebruikt, kunnen schade of storing
ontstaan. Voordat u het apparaat op de nieuwe locatie gaat
gebruiken, laat u het enige uren acclimatiseren, totdat de
condensatie volledig is verdampt.
• Laat rubber, vinyl of gelijksoortige materialen niet lang op het
apparaat staan. Zulke voorwerpen kunnen de afwerkingslaag
verkleuren of anderszins beschadigen.
• Laat objecten niet op het klavier staan. Dit kan leiden tot
storing, zoals vervorming van het geluid.
• Plak geen stickers op dit instrument. Het verwijderen ervan kan
de afwerkingslaag schadelijk beïnvloeden.
• Afhankelijk van het materiaal en temperatuur van de
ondergrond, kunnen de rubberen voetjes van het apparaat het
oppervlak doen verkleuren of anderszins aantasten.
•U kunt een stukje vilt of doek onder de rubberen voetjes
plaatsen om dit te voorkomen. Als u dat doet, let er dan op
dat het apparaat niet per ongeluk wegglijdt of verplaatst.
Onderhoud
• Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt u
een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is. Voor
het verwijderen van hardnekkig vuil, gebruikt u een doek met
een mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Daarna veegt u
het apparaat met een zachte, droge doek goed af. Als dit
apparaat houten onderdelen bevat, veeg dan het hele gebied
in de richting van de nerf af. De afwerkingslaag kan
beschadigen, als u langdurig op één plek wrijft.
• Als er waterdruppels op het apparaat blijven liggen, veeg
deze dan meteen weg met een zachte, droge doek.
• Gebruik nooit wasbenzine, thinner, alcohol of oplosmiddelen
om kans op verkleuring en/of misvorming te voorkomen.
Reparatie en data
• Wees er op bedacht dat de inhoud van het geheugen verloren
kan gaan als u het apparaat laat repareren. Van belangrijke
gegevens moet u altijd een reservekopie maken in USB
geheugen, of opschrijven op papier (indien mogelijk). Tijdens
reparaties wordt getracht het verlies van data te vermijden.
Echter, in bepaalde gevallen (wanneer het schakelsysteem van
het geheugen zelf niet meer werkt) kan data helaas niet meer
hersteld worden. Roland is niet verantwoordelijk voor dit soort
dataverlies, of de gevolgen daarvan.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen door
storing of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar
verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van
belangrijke gegevens te beschermen, raden wij u aan om van
tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke gegevens, die u
in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen, te
maken.
• De inhoud van data die in het interne geheugen of in USB
geheugen is opgeslagen, kan helaas niet meer hersteld
worden, wanneer deze verloren is gegaan. Roland
Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies,
of de gevolgen daarvan.
11
Belangrijke opmerkingen
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars
van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook
voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe
behandeling kan tot storing leiden.
• Sla nooit op het beeldscherm, en voer er geen hoge druk op
uit.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels,
houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de
kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan
de interne elementen van de kabel.
• Geniet van uw muziek, op een manier die niet storend is voor
personen in uw naaste omgeving. Let ’s avonds in het
bijzonder op het volume. U kunt ervoor kiezen om een
koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de
personen in uw naaste omgeving hoeft te maken.
• Wanneer u het apparaat moet vervoeren, verpakt u het in de
originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal). Anders
zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten gebruiken.
• Als u de bladmuziek steun gebruikt, voer er dan geen hoge
druk op uit.
• Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (EV-5,
apart verkrijgbaar). Als u andere expressiepedalen aansluit,
riskeert u storing en/of schade aan het apparaat.
• Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik voor
het aansluiten van dit apparaat geen kabels met weerstanden.
Bij gebruik van dit soort kabels, kan het geluidsniveau extreem
laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over
kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel
verkrijgen.
Alvorens de extern geheugen
aansluiting te gebruiken
Omgaan met de extern geheugen aansluiting
• Als u USB geheugen aansluit, druk dit dan stevig op zijn
plaats.
• Raak het uiteinde van de USB geheugen aansluiting niet aan,
en voorkom dat deze vies wordt.
• USB geheugen bestaat uit precisie componenten, let goed op
de volgende punten.
• Om schade door statische elektriciteit te voorkomen,
ontlaadt u alle statische elektriciteit van uw lichaam,
voor u het USB geheugen aanraakt.
• Voorkom, dat metaal in aanraking komt met de
contacten van het USB geheugen, en raak deze niet
aan.
• Buig USB geheugen niet, laat het niet vallen, en stel het
niet bloot aan sterke trillingen.
• Bewaar USB geheugen niet in direct zonlicht, in
afgesloten voertuigen, of op soortgelijke plaatsen
(bewaartemperatuur: 0 tot 50 graden C).
• Laat USB geheugen niet nat worden.
• Wijzig USB geheugen niet, en haal het niet uit elkaar.
• Sluit USB geheugen aan, door het horizontaal te plaatsen ten
opzichte van de extern geheugen aansluiting, en het opzijn
plaats te brengen zonder overmatige kracht te gebruiken. De
extern geheugen aansluiting kan beschadigen, als u
overmatige kracht gebruikt bij het plaatsen van het USB
geheugen.
• Duw niets anders (zoals draden, munten, andere apparaten)
dan USB geheugen in de extern geheugen aansluiting. Door
dat toch te doen, beschadigt u de extern geheugen
aansluiting.
• Oefen geen grote kracht uit op het geplaatste USB geheugen.
• Als u voor langere tijd geen USB geheugen gebruikt, sluit dan
de USB geheugen bedekking.
12
Omgaan met CD’s
•
Vermijd het aanraken of krassen van de glanzende onderkant
(gecodeerd oppervlak) van de disk. Beschadigde of vuile
CD-ROM’s kunnen niet goed gelezen worden. Zorg dat uw
disks schoon blijven, met een in de winkel verkrijgbaar CD
reinigingsproduct.
Belangrijke opmerkingen
* GS () is een geregistreerd handelsmerk van
Roland Corporation.
* XG lite ()is een geregistreerd handelsmerk van
Yamaha Corporation.
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
* Windows® staat officieel bekend als: “Microsoft®
Windows® besturingssysteem”.
* Afbeeldingen in dit document zijn herdrukken, met
toestemming van Microsoft Corporation.
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde
handelsmerken van Apple Computer Inc.
* MacOS is een handelsmerk van Apple Computer Inc.
* Alle in dit document genoemde productnamen zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van
hun respectievelijke eigenaars.
13
Namen van dingen en wat ze doen
78910111213
Voorpaneel
1
2
1
[Power] schakelaar
Zet de stroom aan/uit (p. 19).
2
[Volume] knop
Regelt het algehele volume van de FP-7 (p. 20). Als er
een koptelefoon is aangesloten, regelt deze knop daar
het volume van (p. 22).
3
[Balance] knop
Regelt bij Dual Play en Split Play (p. 47) de volume
balans tussen de boventonen en de ondertonen.
4
[Function] toets
Met deze toets legt u verschillende instellingen vast.
Door deze ingedrukt te houden en op de [Transpose]
toets te drukken, kunt u de demo song (p. 24)
beluisteren.
5
[Transpose] toets
Met deze toets kunt u het klavier of de song
transponeren (p. 52). Door deze toets ingedrukt te
houden, en op de [Function] toets te drukken, kunt u de
demo song (p. 24) beluisteren.
6
[Audio Key] toets
Met deze toets kunt u audiobestanden afspelen, door op
de toetsen B 0--B1(p. 59) te drukken.
345610 1112987
[Session Partner] toets
Deze toets zet de Session Partner functie (p. 67) aan/uit.
Door Session Partner aan te zetten, kunt u in
verschillende stijlen een ritme produceren.
Track toetsen
Deze toetsen wisselen de uitvoering part bij het afspelen
van een song (p. 30). Deze toetsen wisselen ook de
uitvoering parts van Session Partner, akkoordprogressie
partonen, en ritme patronen (p. 69, p. 72, p. 75).
[Play] toets
Start en stopt het afspelen van interne songs, en
opgenomen uitvoeringen (p. 26).
Gebruikt voor het starten van de opname van
uitvoeringen (p. 92).
[Rec] oets
U kunt uw eigen spel met de FP-7 opnemen (p. 92).
[Metronome] toets
Zet de interne metronoom aan en uit (p. 54).
Scherm
Dit toont informatie, over de songs (klank nummer en
naam), song informatie (song nummer, song titel, aantal
maten), Session Partner instellingen (ritme nummer, ritme
naam, akkoordprogressie), tempo, en overige
instellingen.
14
[Contrast] knop
Deze knop regelt het contrast van het scherm (p. 22).
1718192021
22
13
Namen van dingen en wat ze doen
17 18
141516
14
[Display] toets
Druk op deze toets, als u de klank, de af te spelen song,
het ritme, of het tempo wilt wijzigen. Elke keer dat u op
deze toets drukt, zal het scherm wisselen tussen klank
informatie (klank nummer en naam), song informatie
(song nummer, naam, en aantal maten), Session Partner
informatie (ritme nummer, ritme naam, en
akkoordprogressie), en tempo.
In Function modus kunt u verschillende instellingen
vastleggen, door deze toets ingedrukt te houden, en
tegelijkertijd de [-] en [+] toetsen te gebruiken (p. 115).
15
[-] [+] toetsen
Met deze twee toetsen wijzigt u de waarden van
verschillende instellingen. Door tegelijkertijd op de [-] en
[+] toetsen te drukken, keert de instelling van een
bepaald item of een bepaalde functie terug naar haar
oorspronkelijke waarde.
Als u de song afspeelt, terwijl het song selectie scherm
wordt weergegeven, dan kunt u deze toetsen ingedrukt
houden om terug te spoelen of door te spoelen.
16
Tone toetsen
Deze worden gebruikt, om de verschillende soorten
klanken (klank groepen) te kiezen, die met het klavier
gespeeld worden (p. 35).
Als de [Registration] toets oplicht, kunnen de Tone
toetsen [1]-[7] gebruikt worden, om registraties mee te
selecteren.
19 20 21 22
[Registration] toets
Met deze toets kunt u uw favoriete uitvoeringsinstellingen
vastleggen, zoals die voor de selectie van klanken,
Session Partner (p. 78).
[Split] toets
Hiermee kunt u verschillende klanken aan de linker- en
rechterkant van het klavier spelen (p. 43).
[Multi Effects] toets
Met deze toets kunt u verschillende effecten aan het
geluid toekennen (p. 50).
[Reverb] toets
Hiermee kunt u de karakteristieke galm van een
concertzaal aan uw spel toevoegen (p. 49).
[Sound Control] toets
Met deze toets geeft u het geluid een expressiever
bereik (p. 56).
Door deze ingedrukt te houden, en op de [Equalizer]
toets te drukken, kunt u V-LINK (p. 136) aan en uit
zetten.
[Equalizer] toets
Schakelt de equalizer in of uit (p. 57). U kunt de
equalizer gebruiken, om het tonale karakter te regelen,
door uitsluitend de hoge en lage frequentie regionen af
te zwakken (mute) of te versterken.
Door deze toets ingedrukt te houden, en tegelijkertijd op
de [Sound Control] toets te drukken, kunt u V-LINK
(p. 136) aan en uit zetten.
15
Namen van dingen en wat ze doen
282930
31
23
24
25
262728
303129
Achterpaneel
23
MIDI aansluitingen
Deze kunt u op externe MIDI apparaten aansluiten, om
uitvoeringsdata over te zetten (p. 147).
24
USB (MIDI) aansluiting
Deze kunt u op uw computer aansluiten, om
uitvoeringsdata over te zetten (p. 143).
25
Pedal jacks
Hierop kunt u het bijgeleverde pedaal (DP Serie), of
andere geschikte pedalen op aansluiten (p. 21).
26
Input jacks
Hier kunt u een audio apparaat of ander elektronisch
muziekinstrument op aansluiten, en het aangesloten
apparaat met de speakers van de FP-7 beluisteren
(p. 139).
Speaker schakelaar
Hiermee zet u de interne speaker aan/uit (p. 138).
Randaarde schroef (p. 18)
DC In jack
Sluit hier de bijgeleverde adapter op aan (p. 18).
Draad haak
Zet hier het snoer van de bijgeleverde adapter mee vast
(p. 18).
27
Output jacks
Hier kunt u externe speakers op aansluiten, om het
geluid van de FP-7 mee over te brengen (p. 138,
p. 140).
16
32
Namen van dingen en wat ze doen
33
32
Phones jacks
Hier kunt u een koptelefoon op aansluiten.
U kunt twee koptelefoons tegelijkertijd op de FP-7
aansluiten (p. 22).
33
Extern geheugen aansluiting
U kunt USB geheugen op deze aansluiting aansluiten.
Zo kunt u songs vanuit USB geheugen afspelen (p. 33),
of met de FP-7 opgenomen songs opslaan in het USB
geheugen (p. 105).
U kunt tevens een registratie set opslaan in het USB
geheugen, of een opgeslagen set in de FP-7 laden.
17
Voor het spelen
Voorbereiden op het spelen
Adapter aansluiten
1. Zorg ervoor, dat de [Power] schakelaar, aan
de rechterkant van het klavier, uit staat (niet
ingedrukt).
fig.PowerOn.eps
Niet ingedrukt
Uit
Power
2. Draai de [Volume] knop geheel naar links, om
het volume te minimaliseren.
3. Sluit het bijgeleverde netsnoer aan, op de
bijgeleverde adapter.
Adapter
Netsnoer
Stopcontact
4. Sluit de adapter aan op de DC In jack van de
FP-7, en steek de stekker in het stopcontact.
5. Draai het snoer van de adapter om de draad
haak, om het vast te zetten.
Randaarde schroef
Draad haak
(Adapter)
netsnoer
Zet het snoer van de adapter vast met de draad haak,
zoals op de illustratie wordt getoond. U voorkomt
daarmee dat uw apparaat plotseling zonder stroom
komt te staan (door het losraken van de adapter), en dat
er kracht op de adapter jack komt te staan.
Zelfs als het snoer is vastgezet, kan het beschadigen of
breken als er kracht op wordt uitgeoefend. Let er goed
op dat u er niet per ongeluk aan trekt, of er kracht op
uitoefent.
Afhankelijk van de omstandigheden van een opstelling,
kunt u een oncomfortabel gevoel krijgen, of het idee
krijgen dat het oppervlak van dit apparaat, de
aangesloten microfoons, of metalen delen van andere
objecten, vreemd aanvoelen. Dit komt door een minieme
elektrische lading, die absoluut ongevaarlijk is. Als u
zich hier echter zorgen om maakt, verbind dan de
aardingsklem met een externe randaarde. Als het
apparaat geaard is, kan een zachte brom optreden,
afhankelijk van uw installatie. Als u twijfelt over de
methode van aansluiten, neem dan contact op met het
dichtstbijzijnde Roland Service Center, of een
geautoriseerde Roland distributeur, zoals te vinden is op
de ‘Informatie’ pagina.
18
Ongeschikte aansluit plaatsen
• Waterleidingen (kunnen leiden tot schokken of
elektrokutie)
• Gasleidingen (kunnen leiden tot brand of explosie)
• Telefoonlijn randaarde of bliksemafleider (kan
gevaarlijk zijn bij onweer)
De stroom aan/uitzetten
Voor het spelen
De stroom uitzetten
NOTE
Als u alles op de juiste manier heeft aangesloten,
dan kunt u volgens onderstaande procedure de
stroom aanzetten. Als u dit niet in de juiste volgorde
doet, dan riskeert u schade aan de speakers.
De stroom aanzetten
1. Draai de [Volume] knop geheel naar links, om
het volume te minimaliseren.
fig.VolumeMin.eps
1. Draai de [Volume] knop geheel naar links, om
het volume te minimaliseren.
fig.VolumeMin.eps
2. Druk op de [Power] schakelaar.
Het scherm raakt leeg, en de stroom wordt
uitgeschakeld.
ig.PowerOn.eps
Niet ingedrukt
Uit
Power
2. Druk op de [Power] schakelaar.
fig.PowerOn.eps
Ingedrukt
Aan
De stroom gaat aan, en de [Piano] toets, en de overige
toetsen, lichten op.
Power
3. Regel het volume, met de [Volume] knop
(p. 20).
Het apparaat kan worden bediend, en het klavier
bespelen produceert geluid.
NOTE
Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit.
Er is daarom na het aanzetten een korte interval
(enkele seconden), voordat het apparaat normaal
functioneert.
19
Voor het spelen
Het volume regelen
Hier leest u hoe u het volume regelt, dat betrekking heeft op
het klavierspel, en op het afspelen van ingebouwde songs of
songs uit het USB geheugen.
Als er een koptelefoon is aangesloten, dan regelt u het volume
ervan met de [Volume] knop.
1. Draai aan de [Volume] knop, om het algehele
volume te regelen.
Wijzig het volume terwijl u het klavier bespeelt, om
geluid te produceren.
Door met de klok mee te draaien neemt het volume toe,
tegen de klok in neemt het af.
fig.MasterVolume.eps
fig.MusicRestScrew.eps
3. Houd met één hand de bladmuziek steun vast,
en draai met de andere hand de schroeven
vast (op twee plaatsen), zodat de bladmuziek
steun stevig vast komt te zitten.
fig.MusicRest.eps
Bladmuziek steun bevestigen
U bevestigt de bladmuziek steun als volgt.
1. Plaats de bijgeleverde schroeven in de
achterkant van het apparaat (op twee
plaatsen), zoals in de illustratie hieronder
wordt getoond.
fig.MusicRest.eps
2. Plaats de bladmuziek steun tussen de
schroeven en het chassis.
Bij het bevestigen van de bladmuziek steun, dient u deze
met de hand stevig te ondersteunen, zodat de steun niet
valt. Pas op, dat uw hand niet klem komt te zitten.
Om de bladmuziek steun te verwijderen, ondersteunt u
deze met één hand, terwijl u de schroeven losdraait.
Verwijder de bladmuziek steun, en draai de schroeven
weer stevig vast.
NOTE
NOTE
Oefen geen grote kracht op de geplaatste
bladmuziek steun uit.
U dient de bijgeleverde schroeven te gebruiken, om
de bladmuziek steun te bevestigen.
20
De pedalen aansluiten
Sluit het bijgeleverde pedaal aan op een van de Pedal jacks.
De werking van het pedaal is afhankelijk van de jack waarop
deze is aangesloten.
fig.pedals-e.eps
Voor het spelen
Demper pedaal
Gebruik dit pedaal, om het geluid vast te houden (te laten
doorklinken).
Als dit pedaal is ingedrukt, zullen noten door blijven klinken,
zelfs als u de toetsen loslaat.
Het bij de FP-7 geleverde pedaal werkt als half-demper
pedaal, waarmee u de mate van resonantie kunt regelen.
Op een akoestische piano leidt het ingedrukt houden van het
demper pedaal ertoe, dat de snaren van andere noten dan u
speelt gaan meetrillen met het gespeelde geluid. Dit leidt tot
een rijke resonantie. De FP-7 simuleert dit soort trillingen
(demper resonantie).
Zet de schakelaar van het bijgeleverde pedaal op
‘Continuous’, als het pedaal is aangesloten.
Sostenuto pedaal
De noten die u speelt terwijl dit pedaal niet is ingedrukt,
worden vastgehouden.
Pedaal
Aangesloten jackWerking
Damper jackHet pedaal werkt als demper pedaal.
Het pedaal werkt als sostenuto
Sostenuto / (FC1)
jack
Soft / (FC2) jack
NOTE
Een pedaalkabel loskoppelen terwijl de stroom aan
staat, kan ertoe leiden dat het pedaal effect
onophoudelijk wordt toegepast. De stroom van de
FP-7 moet uit zijn, voor u een pedaalkabel plaatst of
verwijdert.
Door een tweede en derde pedaal te plaatsen, kunt
u drie pedalen tegelijk gebruiken. Als u het optionele
pedaal (DP serie) wilt aanschaffen, neem dan
contact op met de winkel waar u de FP-7 heeft
gekocht.
pedaal.
Tevens kunt u een andere functie
toekennen (p. 91, p. 118).
Het pedaal werkt als soft pedaal.
Tevens kunt u een andere functie
toekennen (p. 91, p. 118).
Als het pedaal is aangesloten op de Sostenuto /
(FC1) jack, dan kunnen er tevens andere functies
aan worden toegekend. Raadpleeg ‘Wijzigen hoe
de pedalen werken’ (p. 118), ‘Registraties wisselen
met een pedaal’ (p. 91).
Soft pedaal
Dit pedaal wordt gebruikt, om het geluid zachter te maken.
Spelen met het soft pedaal ingedrukt, produceert een geluid
dat minder krachtig is dan wanneer er zonder gebruik van dit
pedaal wordt gespeeld. Dit is dezelfde functie als het linker
pedaal van een akoestische piano.
De zachtheid van de klank kan subtiel worden gevarieerd,
door de diepte tot waar het pedaal wordt ingedrukt te
wijzigen.
Als het pedaal is aangesloten op de Soft / (FC2)
jack, dan kunnen er tevens andere functies aan
worden toegekend. Raadpleeg ‘Wijzigen hoe de
pedalen werken’ (p. 118), ‘Registraties wisselen met
een pedaal’ (p. 91).
NOTE
U kunt het expressiepedaal op de Sostenuto/ (FC 1)
jack of op de Soft (FC2) jack aansluiten, om het
volume te regelen. Gebruik alleen het
gespecificeerde expressiepedaal (EV-5; los
verkrijgbaar). Door andere expressiepedalen aan te
sluiten, riskeert u storing en/of schade aan het
apparaat.
21
Voor het spelen
Met een koptelefoon luisteren
U kunt door een koptelefoon te gebruiken van de FP-7
genieten, zonder uw omgeving te storen. Aangezien de FP-7
twee koptelefoon jacks heeft, kunnen twee mensen
tegelijkertijd een koptelefoon gebruiken.
Als u slechts één koptelefoon gebruikt, dan maakt het niet uit
op welke koptelefoon jack u deze aansluit.
fig.Headphones.eps
Koptelefoon
1. Steek de koptelefoon plug in de Phones jack.
Als er een koptelefoon is aangesloten, klinkt er geen
geluid uit de speakers van de FP-7.
Het contrast van het scherm
regelen
U kunt de helderheid van het scherm van de FP-7 regelen.
fig.
1. Draai aan de [Contrast] knop, om het contrast
van het scherm te regelen.
Opmerkingen omtrent het LCD scherm
• Mogelijk ziet u verticale strepen op het scherm, dit wordt
veroorzaakt door de structuur van een scherm met
vloeibare kristallen, en wijst niet op een storing. Door met
de [Contrast] knop het constrast van het scherm te
regelen, kunt u deze strepen beperken.
2. Gebruik de [Volume] knop van de FP-7 (p. 20),
om het koptelefoon volume te regelen.
Voorzichtig bij gebruik van een
koptelefoon
• Om schade aan de interne geleiders van het snoer te
voorkomen, dient u voorzichtig met het snoer om te gaan.
Pak een koptelefoon vooral vast aan de plug of aan de
headset zelf.
• Uw koptelefoon kan beschadigen, als het volume van het
betreffende apparaat bij het aansluiten al verhoogd is.
Minimaliseer het volume, voordat u de koptelefoon
aansluit.
• Een buitensporig volume zal niet alleen uw gehoor
beschadigen, maar kan ook gevolgen hebben voor de
koptelefoon. Geniet van muziek op een redelijk volume.
• Gebruik een koptelefoon die is voorzien van een stereo
1/4” plug.
• Het contrast van het scherm wordt mogelijk beïnvloed
door de temperatuur.
22
USB geheugen gebruiken
Songs die u met de FP-7 heeft opgenomen, of uitvoeringsinstellingen die u heeft aangemaakt (Registration Sets), kunnen
veiligheidshalve worden gekopieerd naar los verkrijgbaar
USB geheugen (p. 89, p. 111).
Tevens kunt u SMF muziekbestanden (p. 33), en
audiobestanden (p. 59), afspelen vanaf USB geheugen.
Voor het spelen
NOTE
Gebruik USB geheugen dat afkomstig is van Roland.
Deugdelijk functioneren kan niet worden
gegarandeerd bij gebruik van andere externe
soorten geheugen.
USB geheugen aansluiten
1. Sluit uw USB geheugen aan op de extern
geheugen aansluiting, zoals hieronder wordt
getoond.
fig.
NOTE
USB geheugen
(los verkrijgbaar)
Als u voor de eerste keer USB geheugen gebruikt,
dan dient u dit met de FP-7 te initialiseren
(formatteren).
Raadpleeg ‘USB geheugen initialiseren’ (p. 107).
23
Songs beluisteren
Demo songs beluisteren
Probeer nu demo songs te beluisteren.
De FP-7 wordt geleverd met tien demo songs.
De zeven Tone toetsen, de [Audio Key] toets, de [Session Partner] toets, en de [Play]
Alle rechten voorbehouden. Ongeautoriseerd gebruik van dit materiaal, voor andere
dan privé doeleinden dan is een overtreding van de wet.
Er worden geen MIDI gegevens van de afgespeelde muziek uitgevoerd.
24
1.
fig.d-Demo.eps
Songs beluisteren
Houd de [Function] toets ingedrukt, en druk op de [Transpose] toets.
De indicators knipperen van de [Function], [Transpose], [Audio Key], [Session Partner], [Play], en
de zeven Tone toetsen.
Het volgende verschijnt op het scherm.
2.
fig.d-DemoSongName.eps
3.
NOTE
U kunt de demo songs niet afspelen, als uw opgenomen uitvoering niet is opgeslagen.
Wis uw uitvoering (p. 31), of sla uw uitvoering op (p. 105).
Druk op een van de zeven Tone toetsen, de [Audio Key] toets, de [Session
Partner] toets of de [Play] toets.
De songs spelen dan achtereenvolgens, beginnend bij de demo song die u heeft geselecteerd.
De toets van de song die momenteel wordt afgespeeld, zal knipperen.
Als het afspelen het eind van de laatste song heeft bereikt, dan begint het afspelen opnieuw bij
de eerste song.
Het scherm toont de naam van de demo song die wordt gespeeld.
Druk op de knipperende toets, om het afspelen te stoppen.
Druk op de [Function] en de [Transpose] toetsen, om Demo modus te
4.
verlaten.
De indicators keren terug naar hun oorspronkelijke staat.
Een demo song speelt niet, als u op een toets drukt die niet oplicht.
25
Songs beluisteren
Interne songs beluisteren
De FP-7 bevat 65 ingebouwde songs. U selecteert en speelt een van deze songs, als volgt.
Voor informatie over de naam van een song, raadpleegt u ‘Interne song lijst’ (p. 169).
fig.Panel-Internal.eps
Een song selecteren
Druk meerdere malen op de [Display] toets, zodat deze groen oplicht.
1.
Druk op de [-] of [+] toets, om de gewenste song te selecteren.
2.
Als er een ingebouwde preset song is geselecteerd, dan geeft het scherm ‘Preset’ aan.
fig.d-SongPreset.eps
fig.d-SongInternal.eps
Het scherm geeft ‘Internal’ aan bij songs in het interne geheugen, en ‘External’ bij
songs in extern geheugen, zoals USB geheugen.
De song afspelen
Druk op de [Play] toets.
3.
De geselecteerde song begint te spelen.
De geselecteerde song wordt tot het eind afgespeeld, waarna het afspelen stopt.
26
Songs beluisteren
Als er een song speelt, terwijl het song selectie scherm wordt getoond, dan kunt u de
song terugspoelen door de [-] toets ingedrukt te houden, of doorspoelen door de [+]
toets ingedrukt te houden.
Druk nogmaals op de [Play] toets, om het afspelen te stoppen.
De volgende keer dat u op de [Play] toets drukt, wordt het afspelen hervat vanaf het punt waar u
stopte. Als het afspelen is gestopt aan het eind van de song, dan start het afspelen vanaf het begin
van de song.
Als het song selectie scherm wordt getoond, dan keert u met een druk op de [-] toets terug naar
het begin van de song. Door nogmaals op de [-] toets te drukken, keert u terug naar de
voorgaande song.
Over het song selectie scherm
Het song selectie scherm verandert als volgt.
fig.SongDisplay-e.eps
Nieuw op te nemen song
USB geheugen songs
Intern
geheugen songs
Preset songs
Song tempo
Maat nummer
Song nummer
Song naam
Door de [Display] toets ingedrukt te houden, en op de [-] [+] toetsen te drukken, kunt u
snel de eerste song in de song groep selecteren (zoals ‘eerste song in intern geheugen’,
‘eerste song in USB geheugen’, of ‘eerste song in intern geheugen’).
NOTE
De aanduidingen ‘Internal’ en ‘External’ verschijnen niet, als het interne
geheugen geen song bevat of als er geen USB geheugen is aangesloten.
27
Songs beluisteren
Het volume van de song regelen
Wanneer er een song speelt, regelt u het volume als volgt.
Als u meespeelt met een song, kunt u aldus de volume balans regelen tussen de song en
de geluiden die het klavier produceert.
fig.Panel-Internal.eps
1.
fig.d-SPvolume.eps
Houd de [Play] toets ingedrukt, en druk op de [-] of [+] toets.
Het song volume kan worden ingesteld op elke waarde van 0 tot 127.
Terwijl u de [Play] toets ingedrukt houdt, toont het scherm het volume van de song.
NOTE
U kunt het volume van de demo song niet wijzigen.
U kunt het volume van de song ook regelen, door aan de [Balance] knop te draaien,
terwijl u de [Play] toets ingedrukt houdt.
28
Alle songs doorlopend afspelen (All Song Play)
De interne songs, alsmede de songs in het interne geheugen of USB geheugen, kunnen
herhaaldelijk achter elkaar worden afgespeeld. Deze functie heet ‘All Song Play’.
fig.Panel-AllSong.eps
De eerste song opgeven
Songs beluisteren
Druk meerdere malen op de [Display] toets, zodat deze groen oplicht.
1.
Druk op de [-] of [+] toets, om de song te selecteren.
2.
De songs achtereenvolgens afspelen
Druk op de [Play] toets, terwijl u de [Display] toets ingedrukt houdt.
3.
Het scherm zal ‘’ aangeven. Als u preset songs heeft geselecteerd, dan zullen deze
achtereenvolgens afspelen.
De intern geheugen songs zullen achtereenvolgens spelen als u een intern geheugen song heeft
geselecteerd. De USB geheugen songs worden afgespeeld als u een USB geheugen song heeft
geselecteerd.
fig.d-AllSong.eps
De songs zullen achtereenvolgens afspelen, beginnend met de geselecteerde song.
Als het afspelen het eind van de laatste song heeft bereikt, dan begint het afspelen opnieuw bij
de eerste song.
Afspelen stoppen
Druk op de [Play] toets, zodat deze niet langer oplicht.
4.
All Song Play wordt verlaten, als de uitvoering is gestopt.
De volgende keer dat u op de [Play] toets drukt, begint het afspelen vanaf het punt waar u bent
gestopt.
29
Songs beluisteren
Elk part afzonderlijk beluisteren (Track Mute)
Bij de interne songs kunt u de uitvoering part selecteren, dat moet worden afgespeeld.
Tevens kunt u met elke hand afzonderlijk het met de song meespelen oefenen.
fig.Panel-TrackMute.eps
De uitvoeringsdata wordt als volgt aan de Track toetsen toegekend.
fig.TrackButtons-e.eps
Bij de interne songs wordt de linkerhand uitvoering
toegekend aan de Track [1] toets, en de rechterhand
uitvoering wordt toegkend aan de Track [2] toets.
Overige uitvoering wordt aan de Track [R] toets
toegekend.
‘Tracks’ zijn gebieden waarin muziek data wordt
bewaard, en de toetsen [1], [2], en [R] worden de
‘Track toetsen’ genoemd.
Ritme/
begeleiding part
Rechterhand part
Linkerhand part
30
Selecteer de song die u wilt afspelen (p. 26, p. 32, p. 33).
1.
Druk op de [Play] toets, om de song af te spelen.
2.
Selecteer het part, dat u niet wilt afspelen.
3.
Druk op de Track [1] toets, de Track [2] toets, of de Track [R] toets.
De ingedrukte toets gaat uit, en het bijbehorende part klinkt niet meer.
Het op deze manier tijdelijk laten zwijgen van een part heet ‘muting’.
Als u bijvoorbeeld het rechterhand part wilt oefenen, dan drukt u op de Track [2] toets,
zodat die niet langer oplicht. Als u dan de song afspeelt, speelt het rechterhand part niet
mee.
Als u nogmaals op de toets drukt die u bij stap 3 heeft geselecteerd, zodat de toets oplicht, dan
zal het geluid van dat part klinken.
Zelfs als de song gestopt is, kunt u op de Track toetsen drukken, om het geluid al dan niet te laten
zwijgen.
Druk op de [Play] toets, om het afspelen te stoppen.
4.
NOTE
NOTE
Mute instellingen verdwijnen, als u songs wisselt.
Interne songs 6-65 beschikken niet over een uitvoering in het ritme/begeleiding part
(Track [R] toets). Als u op een Track toets drukt, die geen uitvoering bevat, dan zal
deze niet oplichten.
Songs beluisteren
Als het volgende op het scherm verschijnt
Als u een song heeft opgenomen zonder deze op te slaan, dan verschijnt het volgende
scherm als u een song selecteert.
fig.d-SongDelete.eps
U kunt geen preset song afspelen, als er een song is die u niet heeft opgeslagen.
Als u uw uitvoering wilt wissen, en de preset song wilt afspelen, dan houdt u de [Display]
toets ingedrukt, en drukt u op de [+] toets, om ‘OK’ te selecteren. Daarna drukt u op de
[Rec] toets.
Als u uw uitvoering niet wilt wissen, dan houdt u de [-] toets ingedrukt om ‘Cancel’ te
selecteren. Daarna drukt u op de [Rec] toets.
Voor meer informatie over het opslaan van een opgenomen uitvoering raadpleegt u ‘De
songs die u opneemt opslaan’ (p. 105).
Het volume van een gemute Track bepalen
Terwijl u een song speelt, regelt u als volgt het volume dat een part heeft na het drukken
op een Track toets om het afspelen te muten.
De FP-7 maakt het mogelijk, om een specifiek part met verminderd volume af te spelen.
Zo kunt u dat part gebruiken als ‘gids’ bij uw eigen spelen.
Selecteer de song die u wilt afspelen (p. 26, p. 32, p. 33).
1.
Houd een Track toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om op te
2.
geven welk volume de Track zal hebben als deze wordt gemute.
Als u de Track toets ingedrukt houdt, wordt het volume getoond dat de Track heeft als het afspelen
ervan wordt gemute.
fig.d-MuteVol-0.eps
Het Track mute volume kan worden ingesteld op elke waarde, van 0 tot 80.
NOTE
Als u de stroom uitzet, keert de Track mute volume instelling terug naar ‘0’.
U kunt het Track mute volume ook regelen door de Track toets ingedrukt te houden, en
tegelijkertijd aan de [Balance] knop te draaien.
31
Songs beluisteren
Songs vanuit intern geheugen beluisteren
Hier leest u hoe u songs vanuit het interne geheugen speelt.
U kunt de songs die u heeft opgenomen, en songs van het USB geheugen, opslaan in
het interne geheugen. Raadpleeg voor meer informatie ‘De songs die u opneemt
opslaan’ (p. 105) en ‘Een song van het USB geheugen naar intern geheugen kopiëren’
fig.Panel-Internal.eps
(p. 113).
Een song selecteren
Druk meerdere malen op de [Display] toets, zodat deze groen oplicht.
1.
Druk op de [-] of [+] toets, om de song te selecteren.
2.
Als u een in het interne geheugen opgeslagen song heeft geselecteerd, dan geeft het scherm
‘Internal’ aan.
fig.d-SongInternal.eps
NOTE
De song afspelen
Druk op de [Play] toets.
3.
De geselecteerde song begint te spelen.
De geselecteerde song wordt tot het eind afgespeeld, waarna het afspelen stopt.
Als u geen songs in het interne geheugen heeft opgeslagen, dan verschijnt de ‘Internal’
indicatie niet.
32
Druk nogmaals op de [Play] toets, om het afspelen te stoppen. De volgende keer dat u op de [Play]
toets drukt, wordt het afspelen hervat vanaf het punt waar u stopte.
Als het afspelen is gestopt aan het eind van de song, dan start het afspelen vanaf het begin van
de song.
Als het song selectie scherm wordt getoond, dan keert u met een druk op de [-] toets terug naar
het begin van de song. Door nogmaals op de [-] toets te drukken, keert u terug naar de
voorgaande song.
Songs vanuit USB geheugen beluisteren
Hier leest u hoe u songs vanuit USB geheugen (los verkrijgbaar) speelt. U kunt tevens het klavier
gebruiken, om met de song mee te spelen.
fig.Panel-Internal.eps
Songs beluisteren
Een song selecteren
Sluit het USB geheugen (los verkrijgbaar), met de song die u wilt
1.
beluisteren, aan op de extern geheugen aansluiting (p. 23).
Druk meerdere malen op de [Display] toets, zodat deze groen oplicht.
2.
Druk op de [-] of [+] toets, om de song te selecteren.
3.
Als u een in het USB geheugen opgeslagen song heeft geselecteerd, dan geeft het scherm
‘External’ aan.
fig.d-SongExternal.eps
Als er geen songs in het externe geheugen zijn opgeslagen, dan verschijnt de ‘External’
indicatie niet. Als het USB geheugen mappen bevat, dan verschijnen de namen van de
mappen.
De song afspelen
Druk op de [Play] toets.
4.
De geselecteerde song begint te spelen.
De geselecteerde song wordt tot het eind afgespeeld, waarna het afspelen stopt.
Als u een CD drive (los verkrijgbaar) op de extern geheugen aansluiting heeft
aangesloten, en een CD song heeft geselecteerd, dan geeft het scherm ‘CD’ of ‘Music
CD’, in plaats van ‘External’, aan.
33
Songs beluisteren
Druk nogmaals op de [Play] toets, om het afspelen te stoppen. De volgende keer dat u op de [Play]
toets drukt, wordt het afspelen hervat vanaf het punt waar u stopte.
Als het afspelen is gestopt aan het eind van de song, dan start het afspelen vanaf het begin van
de song.
Als het song selectie scherm wordt getoond, dan keert u met een druk op de [-] toets terug naar
het begin van de song. Door nogmaals op de [-] toets te drukken, keert u terug naar de
voorgaande song.
Een song in een map selecteren
Druk meerdere malen op de [Display] toets, zodat deze groen oplicht.
1.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de gewenste map te selecteren.
2.
Druk op de [Play] toets.
3.
Na enkele seconden worden de songs in de map weergegeven.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de gewenste song te selecteren.
4.
Om de map te verlaten, en naar het eerstvolgende hogere niveau terug te keren,
gebruikt u de [-] [+] toetsen, selecteert u ‘Up’, en vervolgens drukt u op de [Play]
toets.
Over audiobestanden
Audiobestanden met het volgende formaat kunnen worden afgespeeld:
• Wav formaat
• 16-bits lineair
• Sampling ratio van ’44.1 kHz’
• Stereo/Mono
De volgende functies zijn bij het afspelen van audiobestanden niet beschikbaar.
• Opslaan in intern geheugen (p. 105)
• Tempo wijzigen (p. 55)
• Maat indicatie in het song selectie scherm (p. 27)
• Opnemen (p. 92)
NOTE
Als er een song is die u wilt oefenen, of waar uw voorkeur naar uitgaat, dan kunt u deze,
om de song snel te kunnen selecteren, opslaan in het interne geheugen.
→ ‘Een song van het USB geheugen naar intern geheugen kopiëren’ (p. 113)
Opslaan of het uitvoeren van andere bewerkingen tijdens het afspelen van
audiobestanden, kan ertoe leiden dat de song stopt.
34
Spelen
Spelen met een variëteit aan geluiden
De FP-7 beschikt over 300 verschillende interne geluiden (klanken), waardoor u kunt
spelen met een scala aan geluiden, geschikt voor vele verschillende soorten muziek.
Deze onboard geluiden heten ‘klanken’. De klanken zijn verdeeld over zeven
verschillende groepen, en elke groep is aan een verschillende Tone toets toegekend.
De klank ‘Grand Piano 1’ wordt geselecteerd, zodra de stroom van het instrument wordt
aangezet.
fig.Panel-ToneSelect.eps
fig.d-1.eps
fig.d-12.eps
Als de [Registration] toets oplicht, kunnen de Tone (klank) toetsen ([1]-[7]) worden ingedrukt, om
registraties te selecteren. Als u een klank wilt selecteren, drukt u op de [Registration] toets, zodat
de toets dooft.
Druk op een Tone toets, om een klank groep te selecteren.
1.
Probeer het klavier te bespelen. U hoort dan een klank uit de geselecteerde klank groep.
Het scherm geeft de naam en het nummer van de geselecteerde klank aan.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om een variatie klank van de klank groep te
2.
selecteren.
De klank die u heeft geselecteerd, klinkt als u het klavier bespeelt.
De volgende keer dat u deze Tone toets selecteert, klinkt de klank die u hier heeft geselecteerd.
Raadpleeg ‘Klanken lijst’ (p. 158), voor informatie over klank namen.
35
Spelen
De manier waarop geluiden op een orgel ontstaan nabootsen
(Tone Wheel)
De FP-7 maakt het mogelijk, om uw eigen orgel geluiden te maken.
Met de Tone toets [TW Organ] (Tone Wheel Organ) kunt u klanken produceren die de
manier simuleren waarop geluiden op een Tone Wheel Organ ontstaan.
Op een zogenoemd Tone Wheel Organ kunt u geluiden creëren, door negen
harmonische schuifregelaars omhoog of omlaag te bewegen, om hun onderlinge balans
te regelen. Elke schuifregelaar heeft een eigen sequentiële stap, deze sequentie bepaalt
de toonhoogte van het geluid.
8’ (8 voet) is de lengte die de basis toonhoogte van het geluid vormt; om dit midden heen
creëert u de klank.
Aan elke harmonische schuifregelaar is een sinusgolf (een pure toonhoogte zonder
boventonen) van een unieke toonhoogte toegekend. Door deze toonhoogtes te
combineren kunt u een brede verscheidenheid aan geluiden maken.
Tijd
8' volume: 8
Tijd
Tijd
4' volume: 5
U kunt het ontstaan van klanken simuleren, door met de harmonische schuifregelaars een
andere footage aan de Tone toetsen toe te kennen.
De FP-7 beschikt hiervoor over twee schermen: het ‘Tone Wheel Organ scherm’, en het
‘TW Edit (Tone Wheel Edit) scherm’. In deze schermen worden grafieken getoond, die
de stand van de harmonische schuifregelaars aangeven.
Het Tone Wheel Organ schermTW Edit (Tonewheel Edit) scherm
36
Wat wordt er met ‘Feet’ bedoeld?
‘Feet’ is een term, die begon als maatvoering voor de lengte van de pijpen van een
pijporgel. De pijpen die de basis (fundamentele) toonhoogte van elke noot produceren,
worden beschouwd een lengte van 8 feet te hebben.
Om deze reden zal een pijp, die een toonhoogte produceert die een octaaf lager ligt
dan dat van de referentie van 8’ (8 feet), 16’ lang zijn. Bij een octaaf boven de referentie
zou de lengte van de pijp uitkomen op 4’. Als de toonhoogte nog een octaaf zou stijgen,
dan zou de pijp lengte worden verkort tot 2’.
De toonhoogtes van de harmonische schuifregelaars staan als volgt met elkaar in
verband.
Als de midden C (C4) toets wordt ingedrukt, produceert elke
harmonische schuifregelaar de volgende noten.
Spelen
16'8'4'2'1'51/3'2
een octaaf
lager
5deroot8ste12de
8' =
2
/3'1
15de
3
/5'11/3'
17de19de22ste
Feet met hoge toonhoogtes worden op Tone Wheel Organs in het hogere bereik van het
klavier “omgeven” door een lagere octaaf.
Door het hoogfrequente deel terug te schroeven, wordt voorkomen dat de hoogfrequente
geluiden onaangenaam schel worden. Door het laagfrequente deel terug te schroeven,
wordt voorkomen dat het geluid dof wordt.
De FP-7 bootst deze karakteristieken natuurgetrouw na.
37
Spelen
Als de [Registration] toets oplicht, kunnen de Tone toetsen ([1]-[7]) worden ingedrukt, om
registraties te selecteren.
Als u een klank wilt selecteren, drukt u op de [Registration] toets, zodat de toets dooft.
Het type Tone Wheel Organ selecteren
Druk op de [TW Organ] toets, zodat deze oplicht.
1.
Het Tone Wheel Organ scherm verschijnt.
Tone Wheel Organ klank nummer
Harmonische schuifregelaar
(sequentie) status
Percussie instellingen
Gebruik de [-] [+] toetsen, om een variatie te selecteren.
2.
Het type Tone Wheel Organ verandert.
38
Spelen
De footage (lengte van de orgelpijp) selecteren om het volume te regelen
Houd de [Display] toets ingedrukt, en druk op de [+] toets, om naar het
3.
volgende scherm te gaan.
Houd de [Display] toets ingedrukt, en druk meerdere malen op de [-] [+]
4.
toetsen, om de footage te selecteren, waarvan u het volume wilt regelen.
Sequentie
Als het TW Edit (Tone Wheel Edit) scherm wordt getoond, kunt u met de Tone toetsen, de
[Registration] toets, en de [Split] toets de gewenste footage selecteren. Na het selecteren van een
footage, kunt u met de [-] [+] toetsen het volume ervan regelen.
16'8'4'2'1'51/3'2
16'8' 4'2'51/3'2
2
/3'13/5' 11/3'1'
2
/3'1
Het volume van een footage regelen
Gebruik de [-] [+] toetsen, om het volume van de geselecteerde footage te
5.
regelen.
3
/5'11/3'
Het scherm geeft het volume aan, terwijl u het regelt.
Volume van elke sequentie
39
Spelen
Sprankel aan het geluid toevoegen (Percussion)
Percussion voegt een attack-achtig geluid toe aan het begin van de noot, om het geluid meer
helderheid mee te geven. Het attack geluid verandert aan de hand van de waarde.
Percussion op tone wheel organs was niet op alle gespeelde noten van toepassing. Als noten
legato werden gespeeld (soepel en verbonden), dan werd Percussion alleen toegepast op de eerst
gespeelde noot. Als noten staccato werden gespeeld (waarbij elke noot afzonderlijk wordt
benadrukt), dan was Percussion op alle noten van toepassing. Deze methode staat bekend als
enkelvoudig trigger algoritme, en vormt een belangrijk element van orgel uitvoering. De FP-7
bootst deze karakteristiek natuurgetrouw na.
Houd de [Display] toets ingedrukt, en druk meerdere malen op de [-] [+]
6.
toetsen, om het Percussion type te selecteren.
NOTE
NOTE
InstellingBeschrijving
OffPercussion klinkt niet.
2nd
3rd
Percussion klinkt bij een toonhoogte die een octaaf hoger ligt dan die van de ingedrukte
toets.
Percussion klinkt bij een toonhoogte die een octaaf en een vijfde hoger ligt dan die van
de ingedrukte toets.
Percussion wordt alleen toegepast op de boventoon.
Als Percussion actief is, wordt de 1’ toonhoogte niet
geproduceerd.
De mate regelen waarin Percussion wegsterft
Houd de [Display] toets ingedrukt, en druk op de [-] [+] toetsen, om de
7.
snelheid waarbij Percussion wegsterft te selecteren.
40
InstellingBeschrijving
Slow
Fast
Als Fast is geselecteerdAls Slow is geselecteerd
Volume
Korte wegsterf tijdLange wegsterf tijd
Het Percussion geluid sterft langzaam weg.
Percussion heeft een geleidelijkere attack.
Het Percussion geluid verdwijnt snel.
Percussion heeft een scherpere attack.
Volume
Volume van
Percussion
Volume van harmonische
schuifregelaar
Tijd
Volume van
Percussion
Volume van harmonische
schuifregelaar
Tijd
SPELEN met twee gelaagde klanken (Dual Play)
U kunt twee verschillende klanken tegelijkertijd met dezelfde toets spelen. Deze
uitvoering methode heet ‘Dual Play’.
Laten we als voorbeeld piano en snaargeluiden over elkaar heen leggen.
fig.Panel-ToneSelect.eps
Spelen
Als de [Registration] toets oplicht, kunnen Tone toetsen ([1]-[7]) worden ingedrukt, om registraties
te selecteren. Als u een klank wilt selecteren, drukt u op de [Registration] toets, zodat de toets
dooft.
Houd de [Piano] toets ingedrukt, en druk op de [Strings/Pad] toets.
1.
De indicators van beide toetsen lichten op.
Probeer het klavier te bespelen. Zowel de piano als de snaargeluiden klinken.
Door tegelijkertijd twee Tone toetsen op deze manier in te drukken, wordt Dual Play geactiveerd.
Van deze twee geselecteerde klanken is de klank van de eerst ingedrukte Tone toets de
‘boventoon’, en de klank van de Tone toets die als tweede werd ingedrukt de ‘ondertoon’.
fig.d-1.eps
In dit voorbeeld is de piano klank de boventoon, en de snaargeluiden klank is de ondertoon.
Dual Play uitschakelen
Druk op een willekeurige Tone toets
1.
Nu hoort u alleen de klank van de toets die u heeft ingedrukt.
U kunt de toonhoogte van de ondertoon wijzigen in stappen van een octaaf.
Raadpleeg ‘De toonhoogte van de ondertoon wijzigen in stappen van een octaaf
(Octave Shift)’ (p. 126).
U kunt de volume niveau balans tussen de twee klanken aanpassen. Raadpleeg ‘De
volume balans van Dual Play en Split Play wijzigen’ (p. 47).
41
Spelen
Als de boventoon en de ondertoon beide verschillende effectinstellingen hebben, dan
kunt u aangeven welk part voorrang heeft bij Dual Play. Raadpleeg ‘Instellen aan welk
part effecten worden toegevoegd’ (p. 120).
U kunt instellen, op welk part de pedaalfunctie van toepassing is. Raadpleeg
‘Wijzigen hoe de pedaal effecten worden toegepast’ (p. 117).
Als u Split Play gebruikt, dan schakelt u niet over naar Dual Play als u twee Tone
toetsen indrukt.
De klank variaties wijzigen
De boventoon wijzigen
Druk op de [-] of [+] toets.
1.
De ondertoon wijzigen
Houd de Tone toets van de ondertoon ingedrukt, en druk op de [-] of [+]
1.
toets.
Het scherm toont de klank naam en het nummer van de ondertoon.
42
Spelen
Spelen met verschillende klanken aan de linker- en rechterkant
van het klavier (Split Play)
Spelen waarbij het klavier vanaf een bepaalde toets is opgedeeld in een linkerkant en een
rechterkant, heet ‘Split Play’. Het punt waarop het klavier is opgedeeld, heet het ‘splitspunt’.
Bij Split Play kunt u de linker- en rechterkant elk een andere klank meegeven.
Als het instrument wordt aangezet, staat het splitspunt ingesteld op ‘F#3’. De splitspunt toets
is opgenomen aan de linkerkant.
In Split Play heet een geluid dat aan de rechterkant wordt gespeeld een ‘boventoon’, en
geluid dat aan de linkerkant wordt gespeeld een ‘ondertoon’.
fig.SplitPoint-e.eps
Splitspunt (Standaard bij aanzetten: F 3)
C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1A0 B0C2C3C4C5C8B7
fig.Panel-Split-4.eps
OndertoonBoventoon
Als voorbeeld: hoe u de klank van de [Piano] toets als onderdeel van een Split Play speelt.
43
Spelen
fig.d-1.eps
Als de [Registration] toets oplicht, kunnen de Tone toetsen ([1]-[7]) worden ingedrukt om
registraties te selecteren. Als u een klank wilt selecteren, drukt u op de [Registration] toets, zodat
de toets dooft.
Druk op de [Piano] toets.
1.
Nu is de piano klank geselecteerd.
Druk op de [Split] toets, waardoor de indicator ervan oplicht.
2.
Het klavier wordt opgedeeld in een linker- en een rechterkant.
De F#3 toets vormt de scheiding tussen de linker- en rechterkant van het klavier.
De rechterhand sectie van het klavier speelt de piano klank, en de linkerhand zijde speelt de ‘A.
Bass+Cymbl’ (Acoustic Bass + Cymbal) klank.
U kunt een klank voor de rechterkant (de boventoon) spelen, alvorens het klavier te splitsen.
Split Play uitschakelen
Druk op de [Split] toets, zodat deze niet langer oplicht.
1.
De indicator van de [Split] toets gaat uit, en de boventoon wordt de klank van het gehele klavier.
U kunt de volumeniveau balans tussen de twee klanken aanpassen. Kijk eens naar ‘De
volume balans van Dual Play en Split Play wijzigen’ (p. 47).
Als u van Dual Play (p. 41) overschakelt naar Split Play, dan wordt de bij Dual Play
gebruikte boventoon geselecteerd als boventoon bij Split Play.
Als de boventoon en de ondertoon beide verschillende effectinstellingen hebben, dan
kunt u aangeven welk onderdeel voorrang heeft bij Dual Play. Raadpleeg ‘Instellen
aan welk part effecten worden toegevoegd’ (p. 120).
44
Klank groepen en klank variaties wisselen
De boventoon wijzigen
Druk op de Tone toets, om een klank groep te kiezen.
1.
Druk op de [-] of [+] toets, om een klank variatie te selecteren.
2.
De ondertoon wijzigen
Spelen
Houd de [Split] toets ingedrukt, en druk op de Tone toets, om een klank
1.
groep te kiezen.
Houd de [Split] toets ingedrukt, en druk op de [-] of [+] toets, om een klank
2.
variatie te selecteren.
U kunt de toonhoogte van de ondertoon in stappen van een octaaf wijzigen.
Raadpleeg ‘De toonhoogte van de ondertoon wijzigen in stappen van een octaaf
(Octave Shift)’ (p. 126).
45
Spelen
Het splitspunt van het klavier wijzigen
U kunt het splitspunt (de toets vanaf waar het klavier wordt gescheiden) veranderen.
Het splitspunt kan op elke waarde tussen B1 en B6 worden ingesteld.
Deze is ingesteld op ‘F#3’, als het instrument wordt aangezet.
Deze instelling blijft van kracht, tot u de stroom uitzet.
fig.SplitPoint-3-e.eps_77
Splitspunt (Standaard bij aanzetten: F 3)
C1B1B6A0C2C3C4C5C6C7C8
Bereik waarin u het splitspunt kunt toekennen (B1-B6)
fig.Panel-Split-4.eps
1.
fig.d-spltpoint.eps
Houd de [Split] toets ingedrukt, en druk op een toets, om deze als
splitspunt te selecteren.
De toets die u indrukt wordt het splitspunt, en verschijnt op het scherm.
De toets die als splitspunt wordt gebruikt, hoort bij het linkerkant van het klavier. Het
scherm keert terug in haar vorige staat, als u de [Split] toets loslaat.
De naam van de ondertoon wordt getoond, zolang u de [Split] toets ingedrukt houdt.
46
De volume balans van Dual Play en Split Play wijzigen
U kunt bij Dual Play (p. 41) en Split Play (p. 43) de volume balans tussen de boventoon
en de ondertoon wijzigen.
fig.Panel-Balance.eps
Spelen
Gebruik de [Balance] knop, om de volume balans te regelen.
1.
Door de knop naar links te draaien (richting ‘Lower’), neemt het volume van de ondertoon toe.
Door de knop naar rechts te draaien (richting ‘Upper’), neemt het volume van de boventoon toe.
47
Spelen
De aanslag gevoeligheid regelen (Key Touch)
U kunt de aanslag gevoeligheid, of reactiesnelheid van de toetsen wijzigen.
U kunt dit aanslag gevoel aanpassen aan de speelsterkte van degene die gaat spelen.
fig.Panel-KeyTouch.eps
Houd de [Reverb] toets ingedrukt, en druk op de [Sound Control] toets.
1.
Het Key Touch scherm verschijnt.
fig.d-M-.eps
Druk op de [-] of [+] toets, om het aanslag gevoel te selecteren.
2.
InstellingBeschrijving
Off
Super LightDeze instelling produceert het lichtste aanslag gevoel.
Light
Medium
Heavy
Super HeavyDeze instelling produceert het zwaarste aanslag gevoel.
Houd de [Reverb] toets ingedrukt, en druk op de [Sound Control] toets.
3.
U kunt de geluidssterkte van noten instellen als ‘Off’ is geselecteerd als aanslag gevoel.
Raadpleeg ‘De snelheid wijzigen als de aanslag gevoeligheid is ingesteld op ‘Off’’ (p. 126).
Het geluid speelt op een vastgesteld volume, ongeacht de kracht waarmee de
toetsen worden bespeeld.
U kunt fortissimo (ff) spel bereiken, met een minder krachtige aanslag dan
gebruikelijk. Het klavier voelt dus lichter. Met deze instelling is spelen eenvoudig,
zelfs voor kinderen.
Dit stelt het standaard aanslag gevoel in. Hierbij kunt u met het meest
natuurgetrouwe gevoel spelen. Dit komt het dichtst bij het aanslag gevoel van een
akoestische piano.
U dient het klavier krachtiger dan gebruikelijk te bespelen om fortissimo (ff) spel
te bereiken. Het klavier voelt dus zwaarder. Dynamisch vingerspel voegt nog
meer gevoel toe aan wat u speelt.
48
U kunt de klavier aanraak gevoeligheid regelen in het Function scherm (p. 125).
U kunt zelfs het aanslag gevoel nog fijner afstellen. Raadpleeg ‘De aanslag gevoeligheid
nauwkeurig afstellen’ (p. 125).
Galm aan geluiden toevoegen (Reverb Effect)
U kunt een galm effect toekennen aan de noten die u op het klavier speelt. Met het galm
effect verkrijgt u een aangename galm, waarmee het lijkt alsof u in een concertzaal of
soortgelijke omgeving aan het spelen bent.
fig.Panel-Reverb.eps
Spelen
Druk op de [Reverb] toets, zodat deze oplicht.
1.
Probeer het klavier te bespelen.
Het galm effect wordt toegepast op de gehele klank.
Het galm effect uitschakelen
Druk op de [Reverb] toets, zodat deze niet langer oplicht.
1.
De diepte van het galm effect wijzigen
U kunt het galm effect op tien niveaus instellen.
Houd de [Reverb] toets ingedrukt, en druk op de [-] of [+] toets.
1.
De diepte van het galm effect verschijnt op het scherm.
fig.d-2.eps
NOTE
NOTE
U kunt het galm effect niet voor elke klank afzonderlijk instellen. Alle klanken
beschikken over dezelfde mate van galm.
U kunt het galm effect van Session Partner, de Demo songs, en interne songs niet
wijzigen.
49
Spelen
Verschillende effecten aan het geluid toekennen (Effects)
In navolging van galm, kunt u verschillende effecten aan de geluiden van de FP-7
toevoegen.
Deze worden ‘effecten’ genoemd. U kunt met de FP-7 kiezen uit 62 verschillende effect
typen.
Als fabrieksinstelling is een effect geselecteerd dat past bij elke klank.
fig.Panel-Effects.eps
Druk op de [Multi Effects] toets, zodat deze oplicht.
1.
Probeer het klavier te bespelen.
Het effect wordt toegepast op de geselecteerde klank.
Bij sommige klanken wordt standaard een effect toegepast. Het selecteren van zo’n
klank zorgt ervoor, dat de [Multi Effects] toets vanzelf oplicht.
U kunt het effect type wijzigen. Raadpleeg ‘Het effect type wijzigen’ (p. 119).
Effecten uitschakelen
Druk op de [Multi Effects] toets, zodat deze niet langer oplicht.
1.
Als de boventoon en de ondertoon beide verschillende effectinstellingen hebben, dan
kunt u aangeven welk part voorrang heeft bij Dual Play. Raadpleeg ‘Instellen aan welk
part effecten worden toegevoegd’ (p. 120).
U kunt de effect instellingen nauwkeurig aanpassen, zoals het regelen van de effect
diepte. Raadpleeg ‘De effect instellingen nauwkeurig bijwerken’ (p. 119).
50
De effect instellingen worden getoond, terwijl u de [Multi Effects] toets ingedrukt houdt.
U kunt de effect instellingen wijzigen, door de [Multi Effects] toets ingedrukt te houden,
en de [-] [+] toetsen te gebruiken.
Spelen
Een roterend effect toevoegen aan orgel klanken (Rotary Effect)
Het Rotary effect wordt toegepast op sommige Organ klanken, die u met de [Organ]
toets kunt selecteren. Als een van deze klanken is geselecteerd, kunt u met de [Multi
Effects] toets de snelheid van het rotatie-effect wijzigen.
Wat is het Rotary effect?
Het rotatie-effect voegt een ‘roterend’ effect toe, dat lijkt op het geluid van een orgel met
een draaiende speaker.
Bij de meeste roterende speakers draaien de hoogfrequente speaker, en de
laagfrequente speaker op verschillende snelheden. De FP-7 kan deze complexe
modulatie nabootsen.
fig.Panel-Rotaty.eps
Druk op de [Organ] toets, en druk vervolgens op de [-] of [+] toets, om de
1.
orgel klank te selecteren.
Als er een klank wordt geselecteerd die het rotatie-effect heeft, dan knippert de [Multi Effects]
toets.
Met elke druk op de [Multi Effects] toets, schakelt de snelheid van het
2.
rotatie-effect tussen snelle en langzame rotatie.
Door op de [Multi Effects] toets te drukken, schakelt het rotatie-effect tussen snelle en langzame
rotatie.
Als de [Multi Effects] toets snel knippert, dan wordt het rotatie-effect met snelle rotatie toegepast.
Als de [Multi Effects] toets langzaam knippert, dan wordt het rotatie-effect met langzame rotatie
toegepast.
NOTE
Als u niet wilt dat het rotatie-effect wordt toegepast, selecteer dan een ander effect type
dan het rotatie-effect (p. 119), en zet vervolgens het effect uit (p. 50).
51
Spelen
De toonsoort van het klavier of song spelen transponeren
(Transpose)
Met de ‘Transpose’ functie, kunt u het klavier of de toonsoort waarmee een song afspeelt
transponeren. Dit is handig als u met de song meezingt, aangezien u het afspelen kunt
omzetten naar een toonsoort die comfortabel is voor uw stembereik. Als u een zanger
begeleidt, kunt u de Transpose functie gebruiken, om de toonhoogte om te zetten naar
een toonsoort die past bij de zanger, terwijl u doorspeelt in dezelfde bekende toonsoort
(vingerzetting).
U kunt deze functie tevens gebruiken, om de toonhoogte van uw spel te transponeren,
zonder uw vingerzetting op het klavier te veranderen. Als een song zich in een moeilijke
toonsoort bevindt, met vele kruizen ( ) of mollen ( ), dan kunt u naar een toonsoort
transponeren die voor u makkelijker te spelen is.
fig.Panel-Transpose.eps
fig.d--3.eps
Met de FP-7 kunt u de toonsoort (toonhoogte) transponeren van het klavier, van de song, of van
het klavier en de song samen. Als u alleen de toonsoort van het klavier, of alleen de toonsoort van
de song wilt transponeren, dan dient u dit vooraf te regelen (p. 124). Volgens de fabrieksinstelling
transponeert de Transpose functie het klavier en de song tegelijk.
Houd de [Transpose] toets ingedrukt, en druk op de toets die overeenkomt
1.
met het gewenste basisakkoord.
De Transpose waarde blijft op het scherm staan, zolang de [Transpose] toets ingedrukt wordt.
Als u de [Transpose] toets ingedrukt houdt, kunt u de waarde wijzigen, zelfs door
gebruik te maken van de [-] of [+] toets.
Het beschikbare bereik is -6–0–+5. Als de ‘Key Transpose’ waarde geen ‘0’ is, kunt u de
[Transpose] toets gebruiken om de Key Transpose functie aan of uit te zetten.
Als u de [Transpose] toets loslaat, keert u terug naar het vorige scherm.
52
NOTE
Door de [Transpose] toets ingedrukt te houden, en tegelijkertijd op de [-] en [+] toetsen
te drukken, keert de instelling terug naar de oorspronkelijke waarde (0).
U kunt de toonsoort van demo songs niet transponeren.
Voorbeeld: Een song in E majeur spelen na transpositie naar C majeur
Houd de [Transpose] toets ingedrukt, en druk op de E toets (aangezien E het basisakkoord is).
Tellend vanaf C als referentiepunt, stijgt men vier toetsen, inclusief de zwarte toetsen, en dus
verschijnt er ‘+4’ op het scherm.
fig.d-4.eps/fig.Transpose.eps
Als u speelt C E Gklinkt dat als E G# B
Spelen
53
Spelen
Spelen met de metronoom
U kunt spelen terwijl de metronoom klinkt.
De FP-7 beschikt over een veelzijdige metronoom functie. U kunt het volume of de
maatsoort van de metronoom regelen, en de manier waarop de tikken worden
gemarkeerd veranderen.
Als er een song speelt, dan klinkt de metronoom op het tempo en de maatsoort die bij
de song passen. Als er een ritme speelt, dan klinkt de metronoom op het tempo en de
maatsoort die bij het ritme passen.
fig.Panel-Metronome.eps
Druk op de [Metronome] toets, zodat deze oplicht.
1.
De [Metronome] toets knippert in rood en groen, op het tempo van de op dat moment
geselecteerde beat. De indicator licht rood op bij de eerste tel, en groen bij de zwakke beats.
Druk meerdere malen op de [Display] toets, om het metronoom scherm op te roepen.
De metronoom functie stoppen
Druk op de [Metronoom] toets, zodat de toets dooft.
1.
U kunt de beat van de metronoom wijzigen. Raadpleeg ‘De beat van de metronoom
wijzigen’ (p. 134).
U kunt de metronoom zo instellen, dat elke beat duidelijker wordt. Raadpleeg ‘De
manier waarop de metronoom de beat markeert wijzigen’ (p. 134).
54
Het tempo wijzigen
Druk meerdere malen op de [Display] toets, zodat deze oranje oplicht.
1.
Het tempo wordt weergegeven.
fig.d-Tempo.eps
Druk op de [-] of [+] toets, om het tempo te regelen.
2.
Het tempo wordt ingesteld in stappen van de waarde van een kwartnoot, met mogelijke waarden
van 10 tot 500.
Spelen
Het volume van de metronoom wijzigen
Het volume van de metronoom kan in tien volume niveau’s geregeld worden.
Dit niveau is bij het aanzetten van het instrument ingesteld op ‘5’.
Druk, terwijl u de [Metronome] toets ingedrukt houdt, op de [-] of [+] toets
1.
om het volume te regelen.
Het scherm geeft het volume van de metronoom aan.
fig.d-MetroVol.eps
NOTE
Als het volume van de metronoom is ingesteld op ‘0’, klinkt het geluid ervan niet.
U kunt het volume van de metronoom ook aanpassen, door aan de [Balance] knop te
draaien, terwijl u de [Metronome] toets ingedrukt houdt.
55
Spelen
Levendigheid aan het geluid toevoegen (Sound Control)
U kunt levendigheid aan het geluid toevoegen, om het helderheid en karakter te geven.
fig.Panel-SoundControl.eps
Druk op de [Sound Control] toets, zodat deze oplicht.
1.
De Sound Control functie schakelt in, waardoor het geluid verlevendigt.
Druk, terwijl u de [Sound Control] toets ingedrukt houdt, op de [-] of [+]
2.
toets, om het type te veranderen.
fig.d-1.eps
InstellingBeschrijving
SharpCreëert een geluid met versterkte bas en treble.
ClearProduceert een geluid met heldere en onderscheidende akkoorden in de lage
registers.
PowerCreëert een geluid met versterkte bas.
Sound Control uitschakelen
56
Druk op de [Sound Control] toets, zodat de toets dooft.
1.
U kunt opgeven welke Sound Control instelling wordt geselecteerd als de stroom aan
gaat. Raadpleeg ‘Sound Control instelling bij aanzetten opgeven’ (p. 122).
NOTE
NOTE
Bij sommige geluiden, kan er vervorming optreden. Als het geluid verstoort, raadpleegt
u ‘Het volume regelen (Master Gain)’ (p. 123).
De Sound Control functie wordt niet toegepast op geluiden van externe apparaten, die
zijn aangesloten op de Input jacks.
De klank kwaliteit wijzigen (Equalizer)
U kunt de equalizer gebruiken om de kwaliteit van de klanken te regelen.
Zo kunt u het tonale karakter aanpassen, door de laagfrequente of hoogfrequente
gedeelten te versterken of te verzwakken.
fig.Panel-Equalizer.eps
Spelen
Druk op de [Equalizer] toets, zodat deze oplicht.
1.
De equalizer wordt ingeschakeld, en het tonale karakter verandert.
De equalizer uitschakelen
Druk op de [Equalizer] toets, zodat de toets dooft.
1.
57
Spelen
Het Equalizer type wijzigen
U kunt de equalizer instellingen wisselen, om verschillende veranderingen op het tonale
karakter toe te passen.
De FP-7 beschikt over vier equalizer instellingen.
Druk, terwijl u de [Equalizer] toets ingedrukt houdt, op de [-] of [+] toets,
1.
om het equalizer type te selecteren.
Een scherm als het volgende wordt getoond, terwijl u de [Equalizer] toets ingedrukt houdt.
InstellingBeschrijving
1
2De hoge frequenties worden beperkt, wat leidt tot een getemperd geluid.
3
4Deze instelling is geschikt voor piano solo’s.
U kunt ingrijpendere wijzigingen aanbrengen in de equalizer instellingen. Raadpleeg
‘De equalizer instellingen wijzigen’ (p. 123).
U kunt opgeven welke equalizer instelling wordt geselecteerd als de stroom aan gaat.
Raadpleeg ‘Equalizer instelling bij aanzetten opgeven’ (p. 122).
De hoge frequenties worden versterkt, wat leidt tot een helder, sprankelend
geluid.
De lage tot midden frequenties worden versterkt, wat leidt tot een krachtig
geluid.
58
Spelen met audiobestanden (Audio Key)
Met de FP-7 kunt u tijdens het spelen audiobestanden afspelen, die zijn opgeslagen in
USB geheugen (los verkrijgbaar). Dit heet de ‘Audio Key’ functie.
De Audio Key functie maakt het mogelijk, om een audiobestand aan elke B 0–B1 toets
toe te kennen, en deze audiobestanden met een druk op de bijbehorende toets te spelen.
U kunt verschillende frasen aan de toetsen toekennen, en deze op gewenste momenten
in uw uitvoering spelen.
U kunt ook instellen dat een audiobestand herhaaldelijk speelt, of opgeven welk
audiobestand als volgende gespeeld moet worden.
Als u de Audio Key functie inschakelt, terwijl er geen USB geheugen met
audiobestanden is aangesloten, dan wordt een audiobestand dat in de FP-7 is
ingebouwd geselecteerd.
Hier zijn enkele manieren waarop u van de Audio Key functie kunt genieten.
• Door audiobestanden tijdens het afspelen van de song te wisselen tussen secties als
intro, refrein, rust en einde, kunt u tijdens het spelen de structuur van de song naar
wens aanpassen.
Spelen
• Ken aan elke toets een andere audio song toe, en gebruik het klavier om songs te
wisselen, zodat u met begeleiding van een audio song kunt spelen.
fig.Panel-Equalizer.eps
SPELEN met audiobestanden van het USB geheugen
Hier wordt uitgelegd hoe u kunt spelen terwijl u audiobestanden afspeelt die zijn
opgeslagen in het USB geheugen (los verkrijgbaar).
Installeer, voor u begint, de bijgeleverde ‘Audio Key Utility’ op uw computer. Bereid
tevens de audiobestanden set voor, die u met de FP-7 wilt afspelen.
De bijgeleverde CD-ROM bevat als voorbeeld een audiobestanden set, die u naar USB
geheugen kunt kopiëren en kunt gebruiken.
Sluit het USB geheugen met audiobestanden sets op de extern geheugen
1.
aansluiting aan (p. 23).
59
Spelen
Houd de [Audio Key] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om een
2.
audiobestanden set te selecteren.
Als u uw vinger van de toets haalt, verschijnt een scherm als hieronder.
De Audio Key functie wordt geactiveerd, waardoor u audiobestanden met een druk op een toets
kunt spelen.
IndicatieBeschrijving
One-Shot
O
O-W
L
L-W
STOPAls u op deze toets drukt, stopt het afspelen van het audiobestand.
NOTE
Als er geen audiobestanden aan toetsen zijn toegekend, dan wordt er niets in de
klavierafbeelding op het scherm getoond.
Als u op een toets drukt, speelt het audiobestand slechts eenmaal.
Het audiobestand speelt direct wanneer u op de toets drukt.
One-Shot Wait
Als u op een toets drukt, speelt het audiobestand slechts eenmaal.
Als u bij deze instelling op de toets drukt terwijl er nog een ander
audiobestand speelt, dan wordt het audiobestand in wachtrij geplaatst om
aansluitend te spelen. Als het op dat moment spelende audiobestand is
afgelopen, dan start het audiobestand dat in de wachtrij stond.
Loop Now
Als u op de toets drukt, wordt het audiobestand herhaaldelijk afgespeeld.
Het audiobestand speelt direct, bij het indrukken van de toets.
Loop Wait
Als u op de toets drukt, wordt het audiobestand herhaaldelijk afgespeeld.
Als u bij deze instelling op de toets drukt terwijl er nog een ander
audiobestand speelt, dan wordt het audiobestand in wachtrij geplaatst om
aansluitend te spelen. Als het op dat moment spelende audiobestand is
afgelopen, dan start het audiobestand dat in de wachtrij stond.
60
Speel een toets van B 0–B1.
3.
Het audiobestand dat aan de toets is toegekend wordt afgespeeld.
B 0–B1
Spelen
Als u de B 0 toets speelt, verschijnt een scherm als het volgende.
Als een toets is aangewezen om een audiobestand te spelen, dan verandert de kleur van de toets
op het scherm. De naam en de resterende speelduur van het op dat moment spelende
audiobestand worden ook op het scherm getoond.
De toets die een audio bestand speelt
Naam van het audio bestand
Resterende speelduur van het audio bestand
Toetsen die zijn ingesteld op ‘O-W’ of ‘L-W’ laten u het audiobestand in wachtrij plaatsen, dat
zal worden gespeeld zodra het op dat moment spelende audiobestand is afgelopen. Als u op de
B0 toets heeft gedrukt, en vervolgens met de E1 toets een audiobestand in wachtrij plaatst om
als eerstvolgende gespeeld te worden, dan ziet het scherm er als volgt uit.
Toets van het momenteel spelende audio bestand
Toets van het eerstvolgende te
spelen audio bestand
* Het in wachtrij geplaatste audio
bestand wordt op het scherm
voorzien van een dikke rand.
Speel de A0 toets.
4.
Het afspelen van het audiobestand stopt.
A0
Raadpleeg de ‘Audio Key Utility quick guide’, voor meer informatie over het op uw
computer installeren van de bijgeleverde ‘Audio Key Utility’.
Als er op de FP-7 geen USB geheugen (los verkrijgbaar) wordt aangesloten dat
audiobestanden bevat, dan kunt u audiobestanden afspelen die in de FP-7 zijn
ingebouwd (zie de volgende sectie).
Als het aangesloten USB geheugen geen audiobestanden set bevat die door de ‘Audio
Key Utility’ is gemaakt, dan kunt u audiobestanden van het USB geheugen aan elke
toets toekennen, en ze afspelen.
Tevens kunt u de instellingen wijzigen van de audiobestanden die zijn toegekend aan
de toetsen. Daarnaast kunt u de instellingen wijzigen die bepalen hoe de
audiobestanden worden herhaald (p. 127).
De gemaakte wijzigingen worden onthouden, totdat u de stroom uitzet. De gemaakte
wijzigingen gaan echter verloren als u een andere audiobestanden set selecteert.
Naam van het momenteel spelende audio bestand
Resterende speelduur van het momenteel spelende audio bestand
61
Spelen
Spelen met audiobestanden die in de FP-7 zijn ingebouwd
Als er op de FP-7 geen USB geheugen (los verkrijgbaar) wordt aangesloten dat
audiobestanden bevat, dan kunt u audiobestanden afspelen die in de FP-7 zijn
ingebouwd.
De audiobestanden set die in de FP-7 is ingebouwd, wordt getoond als ‘Internal Demo’.
Zelfs als u de audiobestanden set gebruikt die is ingebouwd in de FP-7, kunt u de
instellingen wijzigen van de audiobestanden die zijn toegekend aan de toetsen.
Daarnaast kunt u de instellingen wijzigen die bepalen hoe de audiobestanden worden
herhaald (p. 127).
De gemaakte wijzigingen worden onthouden, totdat u de stroom uitzet. Zelfs als u de
stroom niet uitzet, gaan de instellingen verloren als u USB geheugen aansluit en een
andere audiobestanden set selecteert.
NOTE
Als u een audiobestand gebruikt dat in de FP-7 is ingebouwd, dan kunt u de
wijzigingen niet in USB geheugen vastleggen.
Het volume van de audiobestanden regelen
Bij gebruik van de Audio Key functie en het afspelen van audiobestanden (p. 34), kunt
u het volume regelen.
U kunt het volume van de audiobestanden aanpassen, om de volume balans tussen uw
klavierspel en het afspelen van audiobestanden te wijzigen.
Houd de [Audio Key] toets ingedrukt, en draai aan de [Balance] knop.
1.
Het volume kan in elke waarde tussen 0 en 127 gewijzigd worden.
62
Een pianogeluid naar uw smaak creëren (Piano Designer)
Met de FP-7 kunt u uw eigen pianogeluid creëren, door instellingen zoals de sympathische
resonantie van de pianosnaren aan te passen. Deze functie heet ‘Piano Designer’.
Als u een geluid heeft gemaakt dat u bevalt, dan kunt u dit tevens opslaan.
Als de [Registration] toets oplicht, kunnen Tone toetsen ([1]-[7]) worden ingedrukt om registraties
te selecteren. Als u een klank wilt selecteren, drukt u op de [Registration] toets, zodat de toets
dooft.
Druk op de [Display] toets, zodat deze niet langer oplicht.
1.
De naam van de geselecteerde klank wordt op het scherm getoond.
Selecteer het ‘Grand Piano 1’ geluid.
2.
Druk op de [Piano] toets, om de Piano klank groep te selecteren.
Druk meerdere malen op de [-] toets, om ‘Grand Piano 1’ te selecteren.
Spelen
Houd de [Display] toets ingedrukt, en druk op de [+] toets.
3.
Het Piano Designer scherm verschijnt.
Er zijn vier Piano Designer schermen. Om tussen deze schermen te schakelen, houdt u de
[Display] toets ingedrukt, en gebruikt u de [-] [+] toetsen.
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen om het item
4.
te selecteren dat u wilt aanpassen.
63
Spelen
IndicatieItemBeschrijving
Regelt hoe ver het deksel van de Grand Piano geopend is.
LidLid *
Damper Noise *
Duplex Scale *
Resonance
String
Resonance
Key Off
Resonance
Hammer
Response
Keyboard
Hammer Noise
Prset (Preset)
Stretch
Tuning
-50–0–+50
Door het deksel van de op het scherm getoonde piano te sluiten, ontstaat
een getemperde klank. Door het deksel te openen verheldert de klank.
Regelt het demper geluid van een akoestische piano (het geluid van de
snaren die worden losgelaten, als u op het demper pedaal drukt).
Regelt de sympathische trillingen, die door de Duplex Scale van een
akoestische piano worden geproduceerd.
Hogere waarden laten het volume van de sympathische trilling toenemen.
Regelt de snaar resonantie van een akoestische piano (het geluid van de
sympathiek trillende snaren van toetsen, die u al ingedrukt houdt terwijl u
een andere toets aanslaat).
Hogere waarden laten het volume van de sympathische trilling toenemen.
Regelt de sympathische trillingen, die door het loslaten van een toets van
een akoestische piano worden geproduceerd.
Hogere waarden laten het volume van de sympathische trilling toenemen.
Dit regelt, hoe uw speelsterkte van invloed is op de timing waarmee de noot
klinkt.
Op een akoestische piano leidt het indrukken van een toets tot het bewegen
van een hamer, die een snaar aanslaat om geluid te produceren. Als u de
toets zacht indrukt, beweegt de hamer langzaam, en duurt het
verhoudingsgewijs iets langer voor er geluid wordt geproduceerd.
Als de Hammer Response functie actief is, verschilt de tijd tussen het
moment van indrukken en aanslaan, afhankelijk van de kracht waarmee u
speelt. Als u zachter speelt, wordt de tijd langer.
Regelt het geluid van de hamer die de snaren raakt op een akoestische
piano.
Hogere waarden leiden tot een luidere hamer aanslag.
Past het ‘Stretched Tuning’ systeem toe, dat kenmerkend is voor een piano,
waarbij het hoge bereik iets scherper is afgestemd dan gebruikelijk, en het
lage bereik wordt iets platter afgestemd.
Als u Prset (Preset) selecteert, wordt de gebruikelijke preset afstemboog van
de FP-7 gebruikt.
U kunt de Stretch Tuning instelling naar wens aanpassen.
Speel de toets waarvan u de toonhoogte wilt aanpassen, en gebruik de [-]
[+] toetsen, om de toonhoogte ervan te regelen.
64
• Deze instellingen zijn alleen van toepassing, als de [Multi Effects] toets aan is (oplicht), en het
effect type is ingesteld op ‘Damper Resonance’.
Gebruik de [-] [+] toets, om de instelling te wijzigen.
5.
Wat is Duplex Scale?
De Duplex Scale is een systeem van sympathiek trillende snaren, dat soms wordt gebruikt
in Grand Piano’s.
Deze sympathiek trillende snaren worden niet rechtstreeks met hamers bespeeld, maar
klinken door mee te trillen met de trilling van andere snaren. Door met de boventonen te
resoneren, voegen deze snaren volheid en helderheid aan het geluid toe. Deze
sympathische snaren worden alleen aan het hoge register toegevoegd, ongeveer boven
C4. Aangezien ze geen demper hebben (een mechanisme dat klank stopt), blijven ze
klinken, zelfs als u een noot speelt, en die loslaat om het geluid van de daadwerkelijk
aangeslagen snaar te stoppen.
De Piano Designer instellingen opslaan
Als u met Piano Designer een pianogeluid heeft gemaakt dat u bevalt, dan kunt u dit
opslaan in het interne geheugen. Instellingen die u op deze manier vastlegt blijven
behouden, ook als u de stroom uitschakelt.
Ga naar het Piano Designer scherm (p. 63).
1.
Houd de [Display] toets ingedrukt, en druk meerdere malen op de [+]
2.
toets, om naar het volgende scherm te gaan.
Spelen
Houd de [Display] toets ingedrukt, en druk nogmaals op de [+] toets, om
3.
‘OK’ te selecteren.
Als u besluit de Piano Designer instellingen niet op te slaan, dan drukt u op de [Display] toets.
Druk op de [Rec] toets.
4.
De Piano Designer instellingen worden opgeslagen.
65
Met ritmes meespelen
Wat is Session Partner?
‘Session Partner’ laat u genieten van spelen met een sessie-achtig gevoel
‘Session Partner’ is een eenvoudig te gebruiken functie, die ritme in verschillende
muzikale stijlen speelt. Door met de realistische geluiden van deze begeleiding mee te
spelen, krijgt u het gevoel dat u live met een achtergrond band speelt.
U kunt bijvoorbeeld de piano op een andere manier oefenen dan gebruikelijk, door met
Session Partner mee te spelen, in plaats van met een metronoom.
Tevens kunt u de begeleiding naar wens aanpassen, zodat deze aansluit bij hetgeen u
op dat moment speelt. Door de akkoorden en ritmes te wijzigen, zelfs bij het spelen van
dezelfde melodie, kunt u makkelijk allerlei soorten nieuwe arrangementen maken.
We nodigen u uit om heerlijk te genieten van de verscheidenheid aan
speelmogelijkheden waarover u met ‘Session Partner’ beschikt.
Wat u met ‘Session Partner’ kunt doen
Met ‘Session Partner’ kunt u hoofdzakelijk het volgende doen.
• Piano spelen met een sessie-achtig gevoel met ritmes terwijl de akkoordprogressie vanzelf
voortgaat (p. 67).
• De piano bespelen om voor uw eigen begeleiding te zorgen, waarbij u akkoorden
specificeert met de linkerhand (linkerkant van het klavier) (p. 73).
• Genieten van vrijere piano uitvoeringen, met gebruik van uw eigen akkoordprogressies
(p. 76).
‘Session Partner’ maakt het mogelijk om begeleiding toe te voegen, met de ‘ritmes’ en
uitvoering parts die u selecteert.
U kunt intro’s, eindes en fill-ins (korte frasen die op transitiepunten in de song worden
toegevoegd) spelen, door toetsen in te drukken terwijl u het klavier bespeelt.
Wat zijn de ‘ritmes’ van de FP-7?
De FP-7 beschikt over interne ‘ritmes’, die bestaan uit Pop, Jazz, en andere muzikale
genres.
66
Ritmes staan bekend als combinaties van muzikale elementen van een muzikaal genre,
die de sfeer of het kenmerkende geluid van een bepaalde stijl nabootsen. Ze vormen de
basis van de begeleiding van ‘Session Partner’.
Een ‘ritme’ is opgebouwd uit de volgende drie items.
Drum part
Bas part
Begeleiding part (zonder drum en bas part)
Met Session Partner mee spelen
Laten we nu proberen, om met Session Partner mee te spelen.
Aangezien er vele muzikale genres tot uw beschikking staan, dient u een ritme te
gebruiken dat het beste past bij de song die u aan het spelen bent.
Raadpleeg ‘Een ritme selecteren’ (p. 70).
fig.Panel-Session-1.eps
Met ritmes meespelen
fig.d-C.eps
Druk op de [Session Partner] toets.
1.
De [Session Partner] toets licht op, en de uitvoering begint vanaf de intro.
Tijdens de intro knippert de Track [R] toets.
Het akkoord wordt op het scherm getoond.
De akkoordprogressie vervolgt vanzelf, waardoor u de melodie kunt spelen.
Tempo
De akkoord naam indicatie zal, vlak voor het akkoord wijzigt, oplichten.
Ritme
naam
Ritme
nummer
Het akkoord dat nu speelt
Het akkoord dat als volgende wordt gespeeld
67
Met ritmes meespelen
De Session Partner uitvoering stoppen
Druk op de [Session Partner] toets.
1.
Als u op de [Session Partner] toets drukt, wordt een einde gespeeld, waarna Session Partner zal
stoppen.
De Track [R] toets knippert, terwijl het einde gespeeld wordt. Als Session Partner stopt, gaat de
[Session Partner] toets uit.
Als u tijdens de intro of het einde nogmaals op de [Session Partner] toets drukt, dan stopt de
uitvoering direct.
U kunt het ritme dat zal klinken, wijzigen.
→’Ritme lijst’ (p. 163)
U kunt ook opgeven, welke akkoorden er in een ritme gespeeld moeten worden.
→’Spelen met de akkoordprogressie aan de linkerhand (Chord Progression Off)’ (p. 73)
U kunt de akkoordprogressie patronen wijzigen.
→’Akkoordprogressie van een ritme selecteren’ (p. 72)
U kunt spelen zonder een intro of einde toe te voegen.
→’Intro en einde aan of uitzetten’ (p. 129)
68
Het volume van de Session Partner uitvoering wijzigen
U wijzigt het volume als volgt, wanneer Session Partner speelt.
Houd de [Session Partner] toets ingedrukt, en druk op de [-] of [+] toets.
1.
fig.d-SPvolume.eps
Terwijl u de [Session Partner] toets ingedrukt houdt, toont het scherm het volume van
Session Partner.
U kunt het volume van Session Partner ook aanpassen, door de [Session Partner] toets
ingedrukt te houden, en aan de [Balance] knop te draaien.
Met ritmes meespelen
Parts selecteren
U kunt het part selecteren, dat gespeeld moet worden.
Druk op de [Session Partner] toets, zodat Session Partner begint te spelen.
1.
Druk op de Track [1] toets.
2.
Het part of de groep parts die is geselecteerd voor uitvoering wijzigt bij elke druk op de Track [1]
toets, zoals hieronder wordt getoond.
Als u op de [Session Partner] toets drukt, wordt een einde gespeeld, waarna Session
Partner zal stoppen.
69
Met ritmes meespelen
Een ritme selecteren
Probeer nu het ritme van de uitvoering te wijzigen.
Laten we proberen, om het ritme aan te passen aan de song die u wilt spelen.
fig.Panel-Session-2.eps
Druk op de [Display] toets, zodat de indicator ervan rood oplicht.
1.
Het Session Partner scherm verschijnt.
Het scherm toont het ritme nummer en de ritme naam.
fig.d-r01.eps
Druk op de [-] of [+] toets, om het ritme te selecteren.
2.
Raadpleeg, voor meer informatie over de verschillende ritme soorten, ‘Ritme lijst’
(p. 163).
Tijdens het spelen van ritme veranderen
Als u van ritme verandert terwijl er een ritme speelt, dan begint het geselecteerde ritme
na de fill-in te spelen.
70
Wat is een ‘fill-in’?
Een korte geïmproviseerde frase, die aan de bar line is ingevoegd, heet een ‘fill-in’.
De frase die het beste bij het geselecteerde ritme past, wordt afgespeeld.
De Track [R] toets knippert, terwijl de fill-in wordt afgespeeld.
Het tempo van een ritme wijzigen
De FP-7 heeft voor elk ritme een ideaal tempo.
U kunt het tempo van het geselecteerde ritme wijzigen.
Daarnaast kunt u, terwijl het ritme wordt gespeeld, het tempo wijzigen.
fig.Panel-Session-2.eps
Met ritmes meespelen
1.
fig.d-Tempo.eps
2.
Druk op de [Display] toets, zodat de indicator oranje oplicht.
Het tempo wordt getoond.
Druk op de [-] of [+] toetsen, om het tempo te regelen.
Het tempo wordt ingesteld in stappen van de waarde van een kwartnoot, met mogelijke waarden
van 10 tot 500.
Als de [Session Partner] toets wordt ingedrukt, dan wordt het ritme op het geselecteerde tempo
afgespeeld.
NOTE
Als u het ritme verandert terwijl Session Partner speelt, dan verandert het tempo niet.
Druk meerdere malen op de [Display] toets, om naar het Metronome scherm te gaan.
Gebruik vervolgens de [-] [+] toetsen, om het tempo te wijzigen.
71
Met ritmes meespelen
De akkoordprogressie van een ritme selecteren
De FP-7 heeft voor elk ritme een optimaal akkoordprogressie patroon.
Als u wilt, kunt u het akkoordprogressie patroon wijzigen.
Raadpleeg, voor meer informatie over akkoordprogressie patronen,
‘Akkoordprogressie patronen lijst’ (p. 164).
fig.Panel-Session-3.eps
Druk op de [Session Partner] toets, zodat Session Partner begint te spelen.
1.
Houd de Track [2] toets ingedrukt, en druk op de [-] of [+] toets, om het
2.
akkoordprogressie patroon te wijzigen.
Als u de Track [2] toets ingedrukt houdt, wordt het patroon nummer van het geselecteerde
akkoordprogressie patroon getoond.
fig.d-12.eps
Als u tijdens de uitvoering van akkoordprogressie patroon verandert, dan wordt er een fill-in
gespeeld, waarna de uitvoering het geselecteerde akkoordprogressie patroon zal gaan
gebruiken.
De Session Partner uitvoering stoppen
Druk op de [Session Partner] toets.
1.
72
Als u op de [Session Partner] toets drukt, wordt een einde gespeeld, waarna Session Partner zal
stoppen.
U kunt de grondtoon van het akkoord veranderen. Raadpleeg ‘De grondtoon van de
akkoordprogressie selecteren’ (p. 130).
Spelen met de akkoordprogressie aan de linkerhand
(Chord Progression Off)
Spelen, terwijl het klavier vanaf een bepaalde toets is opgedeeld in een linkerkant en
een rechterkant, heet ‘Split Play’. In Split Play, kunt u de linkerkant gebruiken om
akkoorden mee aan te geven, in plaats van er de ondertoon mee te spelen.
Met ritmes meespelen
fig.Panel-Session-4.eps
1.
2.
NOTE
Als u met de linkerkant van het klavier akkoorden aangeeft, dan is Dual Play (p. 41)
voor de rechterkant uitgeschakeld.
Druk op de [Session Partner] toets, zodat Session Partner begint te spelen.
Druk op de Track [2] toets, zodat de toets dooft.
De [Split] toets licht op.
De linkerkant van het klavier produceert geen geluid meer.
3.
fig.ChordProgOff.eps
Gebruik de linkerkant van het klavier om een akkoord aan te geven, en
speel aan de rechterkant een melodie.
Splitspunt* U kunt het splitspunt veranderen.
C1B1B6A0C2C3C4C5C6C7C8
Gebied om akkoorden mee aan te geven
Het is niet noodzakelijk, om aan de linkerkant toetsen voor akkoorden ingedrukt te houden. Zelfs
als u de toets loslaat wordt hetzelfde akkoord vastgehouden, totdat het volgende akkoord wordt
gespeeld.
U kunt akkoorden eenvoudig met uw vinger aangeven, zelfs zonder de toetsen van alle
losse noten van het akkoord te spelen. Raadpleeg, voor meer informatie over akkoord
vingerzetting, ‘Akkoord vingerzetting lijst’ (p. 167).
73
Met ritmes meespelen
Het punt waarop het klavier wordt verdeeld heet het ‘splitspunt’; u kunt dit splitspunt
wijzigen. Raadpleeg voor meer informatie ‘Het splitspunt van het klavier wijzigen’
(p. 46).
Aan de linkerkant van het klavier kunt u akkoorden aangeven, terwijl u de ondertoon
speelt. Druk op de [Split] toets zodat de toets dooft, en druk deze vervolgens weer in,
zodat hij weer oplicht. De ondertoon klinkt, als u de linkerkant van het klavier bespeelt.
Terugkeren naar automatische wisseling van akkoordprogressie
Druk op de Track [2] toets, zodat deze oplicht.
4.
U keert terug naar het automatisch van akkoordprogressie wisselen.
De Session Partner uitvoering stoppen
Druk op de [Session Partner] toets.
5.
De uitvoering stopt aan het einde.
De [Session Partner] toets gaat uit.
U kunt de uitvoeringsinstellingen wijzigen, door met uw linkerhand een akkoord aan te
geven, voordat Session Partner begint te spelen.
1.Houd de [Session Partner] toets ingedrukt, en druk op de Track [2]
toets, zodat die niet langer oplicht.
De [Split] toets licht op.
De [Session Partner] toets knippert, en het instrument wacht tot de uitvoering begint.
2.Gebruik de linkerkant van het klavier om een akkoord aan te
geven, en speel aan de rechterkant een melodie.
3.Druk op de [Session Partner] toets om het afspelen te stoppen.
Als u op de [Session Partner] toets drukt, wordt een einde gespeeld, waarna Session
Partner stopt.
De [Session Partner] toets knippert, en het instrument wacht tot de uitvoering begint.
Om de instelling, die bepaalt dat u met uw linkerhand tijdens het spelen de akkoorden
aangeeft, terug te draaien, houdt u nogmaals de [Session Partner] toets ingedrukt, en drukt
u op de Track [2] toets, zodat de indicator ervan oplicht.
74
Het ritme patroon wijzigen (Original/Variation)
Elk ritme kent twee verschillende begeleidingspatronen; het oorspronkelijke
begeleidingspatroon, en een speelsere variatie op dat patroon.
Een fill-in (korte frase) wordt tussen wijzigingen in het begeleidingspatroon geplaatst,
wat een zeker contrast aan de song toevoegt.
Het is bijvoorbeeld handig, om het rustige Original patroon in de eerste helft van de song
te gebruiken, en voor de tweede helft over te schakelen naar het Variation patroon, om
de spanning op te bouwen.
fig.Panel-Session-5.eps
Met ritmes meespelen
Druk op de [Session Partner] toets, zodat Session Partner begint te spelen.
1.
Druk op de Track [R] toets, om deze te laten oplichten of uit te laten gaan.
2.
Track [R] toetsBeschrijving
UnlitHet oorspronkelijke begeleidingspatroon zal spelen.
LitHet variatie begeleidingspatroon zal spelen.
De Track [R] toets knippert, terwijl de fill-in speelt.
De Session Partner uitvoering stoppen
Druk op de [Session Partner] toets.
1.
Als u op de [Session Partner] toets drukt, wordt een einde gespeeld, waarna Session Partner zal
stoppen.
75
Met ritmes meespelen
De akkoordprogressie opnemen
U kunt een aangegeven akkoordprogressie opslaan, met gebruik van de linkerhand
sectie van het klavier.
ffig.Panel-Session-6.eps
1.
fig.d-UserChordProg.eps
2.
3.
Houd de [Session Partner] toets ingedrukt, en druk op de [Rec] toets.
De [Session Partner] en de [Rec] toetsen knipperen, en de FP-7 staat standby voor opname.
Het volgende scherm verschijnt.
Druk op de [Session Partner] toets, of op de [Rec] toets, om de opname standby stand
te verlaten.
Gebruik de linkerkant van het klavier, om een akkoord aan te geven, en
de opname van de akkoordprogressie te starten.
Het scherm toont het gespeelde akkoord. De intro speelt niet op dit moment.
U kunt tot zestien akkoorden opnemen.
Druk op de [Session Partner] toets, om het opnemen van de
akkoordprogressie te stoppen.
76
De akkoordprogressie die u opneemt, wordt opgenomen als ‘User Chord’. Als u de opgenomen
akkoordprogressie wilt selecteren, dan kiest u ‘User Chord’ (p. 72).
U kunt een akkoordprogressie van maximaal zestien maten opnemen. Het instrument in
de fabriek echter ingesteld op het opnemen van maximaal acht maten. Het opnemen
stopt automatisch, als u het aangegeven aantal maten bereikt. U kunt tot zestien
akkoorden vastleggen.
Als u het aantal maten dat u bij een akkoordprogressie kunt opnemen wilt veranderen,
dan raadpleegt u ‘Het aantal maten van de akkoordprogressie die u opneemt
wijzigen’ (p. 77).
U kunt vastleggen dat het akkoordprogressie patroon niet verandert bij wijziging van
het ritme. Raadpleeg ‘Een akkoordprogressie vastzetten’ (p. 130).
De song speelt mogelijk niet correct af, als de uitvoering met een andere beat wordt
gespeeld dan die welke werd gebruikt bij het opnemen van de oorspronkelijke
akkoordprogressie.
De opgenomen akkoordprogressie verdwijnt, zodra de stroom wordt uitgeschakeld.
Als u hem wilt behouden, dient u de registratie op te slaan (p. 80).
Het aantal maten van de akkoordprogressie die u opneemt wijzigen
Als u uw eigen akkoordprogressie patroon creëert, kunt u het aantal maten ervan
opgeven.
Als u de stroom aanzet, is dit aantal ingesteld op acht maten.
fig.Panel-Session-7.eps
Met ritmes meespelen
1.
fig.d-UserChordProg.eps
2.
fig.d-RhythmMeasure.eps
3.
Houd de [Session Partner] toets ingedrukt, en druk op de [Rec] toets.
Het volgende scherm verschijnt.
Druk op de [+] toets.
Het ‘Select Measure’ scherm verschijnt.
Het scherm toont het aantal maten, waarvoor u een akkoordprogressie opneemt.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om het gewenste aantal maten te selecteren.
U kunt kiezen uit 4, 8, 12, of 16 maten.
Gebruik de linkerkant van het klavier, om een akkoord aan te geven en de
4.
opname te starten.
Druk op de [Session Partner] toets om de opname te stoppen.
77
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
Over ‘Registrations’
U kunt uw favoriete combinatie van uitvoeringsinstellingen, inclusief de klank selectie, de
Dual/Split Play instelling, en Session Partner instellingen, als ‘Registrations’ vastleggen.
U kunt met de [Registration] toets achtentwintig sets met uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan. Deze achtentwintig Registrations worden gezamenlijk een
‘Registration Set’ genoemd.
De Registrations worden aan de toetsen [1] tot [7] toegekend, waarbij aan elke toets vier
Registrations worden toegekend.
Variatie
1
4
De Registration Set kan worden opgeslagen in het interne geheugen van de FP-7, en in
USB geheugen (los verkrijgbaar).
Voor meer informatie over de instellingen die als Registration worden opgeslagen,
raadpleegt u ‘Instellingen die in een Registration worden vastgelegd’ (p. 176).
U kunt met de [Registration] toets de geselecteerde toetsen en Session Partner instellingen
vastleggen. Ook kunt u met de [Registration] toets en de [1]-[7] toetsen de vastgelegde
instellingen oproepen. Als u bepaalde combinaties van veelgebruikte Session Partner
instellingen en klanken heeft, dan is het handig om deze als Registrations op te slaan.
Met de FP-7 kunt u achtentwintig verschillende sets met uitvoeringsinstellingen
vastleggen.
De aanbevolen instellingen zijn als fabrieksinstellingen in de FP-7 vastgelegd.
Registrations van 7-1 tot 7-4 bevatten de ‘Basic Registration’. Gebruik deze, als u een
geheel nieuwe Registration aanmaakt.
Voor meer informatie over de instellingen die als Registration worden opgeslagen,
raadpleegt u ‘Instellingen die in een Registration worden vastgelegd’ (p. 176).
fig.Panel-RegistSave.eps
Aangeven waar de Registration moet worden opgeslagen
Leg de gewenste Session Partner en klank instellingen vast.
1.
Houd de [Registration] toets ingedrukt, druk op een toets van [1]-[7], en
2.
druk vervolgens op de [-] [+] toetsen waaraan u de instellingen wilt
toekennen.
Een scherm als het volgende verschijnt, als u uw vinger van de [Registration] toets af haalt.
fig.d-Regist.eps
Terwijl dit scherm wordt getoond, kunt u de [Display] toets ingedrukt houden, en met
de [-] toets het Registration nummer van de schrijfbestemming selecteren. Op dit
moment kunt u met de [-] [+] toetsen ook Registration nummer van de schrijfbestemming
wijzigen.
80
De naam van een Registration wijzigen
Houd de [Display] toets ingedrukt, en selecteer met de [-] [+] toetsen het
3.
karakter dat u wilt wijzigen.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om het gewenste karakter te selecteren.
4.
Als u de Registration niet wilt opslaan, dan drukt u op een [1]-[7] toets.
De Registration vastleggen
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
Druk op de [Registration] toets.
5.
Uw uitvoeringsinstellingen worden opgeslagen.
De [Registration] toets verandert van knipperend naar brandend.
NOTE
Om de vastgelegde uitvoeringsinstellingen te selecteren, raadpleegt u ‘Een Registration
oproepen’ (p. 82).
Zet de stroom nooit uit, als er instellingen worden opgeslagen. Als u dit doet, wordt het
interne geheugen van de FP-7 vernietigd, waardoor het onbruikbaar wordt.
U kunt de inhoud, die bij een [Registration] toets is vastgelegd, herstellen naar de
fabrieksinstellingen. Raadpleeg ‘Fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)’ (p.
135).
81
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
Een Registration oproepen
Instellingen die u met de [Registration] toets heeft vastgelegd, kunnen rechtstreeks
worden opgeroepen.
De aanbevolen instellingen zijn als fabrieksinstellingen in de FP-7 vastgelegd.
Registrations van 7-1 tot 7-4 bevatten de ‘Basic Registration’. Gebruik deze, als u een
geheel nieuwe Registration aanmaakt.
Voor meer informatie over de instellingen die als Registration worden opgeslagen,
raadpleegt u ‘Instellingen die in een Registration worden vastgelegd’ (p. 176).
fig.Panel-RegistSave.eps
1.
2.
fig.d-RegistVar.eps
3.
fig.d-RegistVar2.eps
Druk op de [Registration] toets.
Selecteer de gewenste Registration, door op een van de [1]-[7] toetsen te
drukken, waaronder u de Registration heeft opgeslagen.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de Registration variatie te selecteren.
82
De uitvoeringsinstellingen wijzigen aan de hand hiervan.
Een Registration Set opslaan
Hier leest u hoe de achtentwintig Registrations die met de [Registration] toets zijn
vastgelegd, als enkele set in het interne geheugen of in USB geheugen kunnen worden
vastgelegd.
Als u een Registration Set in USB geheugen wilt opslaan, sluit dan uw USB geheugen op
de extern geheugen aansluiting aan.
Raadpleeg, voor meer informatie over omgaan met USB geheugen, ‘USB geheugen
gebruiken’ (p. 23).
fig.Panel-RegistLoad.eps
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
Druk op de [Function] toets.
1.
Druk op de Track [R] toets.
2.
Het Registration File scherm verschijnt.
Houd de [Registration] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om
3.
‘Save’ te selecteren.
Druk op de [Display] toets.
4.
De naam van een Registration Set wijzigen
Houd de [Display] toets ingedrukt, en selecteer met de [-] [+] toetsen het
5.
karakter dat u wilt wijzigen.
83
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
Gebruik de [-] [+] toetsen, om het gewenste karakter te selecteren.
6.
Selecteren waar u Registration Sets wilt opslaan
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om
7.
‘Media’ te selecteren.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om te selecteren op welk medium moet worden
8.
opgeslagen.
fig.d-001+.eps
InstellingBeschrijving
InternalIntern geheugen
ExternalUSB geheugen
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om
9.
‘Destination’ te selecteren.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om te selecteren waar u wilt opslaan.
10.
Als er achter een nummer een Registration Set naam wordt getoond, dan is bij dat nummer al een
Registration Set opgeslagen.
Als u een nummer selecteert waar al een Registration Set is opgeslagen, en er een Registration Set
opslaat, dan wordt de eerder opgeslagen set gewist. Als u een eerder opgeslagen Registration Set
niet wilt wissen, selecteer dan een nummer waar ‘(Not Used)’ achter staat.
De Registration Set opslaan
Druk op de [Rec] toets.
11.
De Registration Set wordt opgeslagen.
NOTE
84
Zet de stroom nooit uit, als er instellingen worden opgeslagen. Als u dit doet, wordt het
interne geheugen van de FP-7 vernietigd, waardoor het onbruikbaar wordt.
U kunt de inhoud, die bij een [Registration] toets is vastgelegd, herstellen naar de
fabrieksinstellingen. Raadpleeg ‘Fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)’ (p. 135).
Om de vastgelegde Registration Set te selecteren, raadpleegt u ‘Een vastgelegde
Registration Set laden’ (p. 85).
Een vastgelegde Registration Set laden
Hier leest u hoe u een complete Registration Set, die u in het interne geheugen of in USB
geheugen heeft opgeslagen, naar de [Registration] toets kunt terugladen.
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
fig.Panel-RegistLoad.eps
NOTE
NOTE
Let er op, dat bij het laden van een Registration Set alle bij de [Registration] toets
vastgelegde instellingen worden overschreven en dus verloren gaan.
Als u een Registration Set wilt laden die in USB geheugen is opgeslagen, sluit dan uw
USB geheugen op de extern geheugen aansluiting aan. Raadpleeg, voor meer
informatie over omgaan met USB geheugen, ‘USB geheugen gebruiken’ (p. 23).
1.
2.
3.
fig.d-Registload.eps
4.
Druk op de [Function] toets.
Druk op de Track [R] toets.
Het Registration File scherm verschijnt.
Houd de [Registration] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om
‘Load’ te selecteren.
Als er geen Registration Set in het interne
geheugen is opgeslagen, of als er geen USB
geheugen is aangesloten, dan wordt het ‘’
icoon bij het Load veld aangegeven.
Druk op de [Display] toets.
Het Load Registration scherm verschijnt.
85
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om
5.
‘Media’ te selecteren.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om te selecteren op welk medium de
6.
Registration Set is opgeslagen.
InstellingBeschrijving
InternalIntern geheugen
ExternalUSB geheugen
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om ‘File’ te
7.
selecteren.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de Registration Set te selecteren, die u wilt
8.
laden.
De Registration Set laden
Druk op de [Rec] toets.
9.
De Registration Set wordt naar de [Registration] toets geladen.
NOTE
Zet de stroom nooit uit, als er instellingen worden opgeslagen. Als u dit doet, wordt het
interne geheugen van de FP-7 vernietigd, waardoor het onbruikbaar wordt.
86
Een opgeslagen Registration Set wissen
Hier leest u hoe u een complete Registration Set kunt wissen, die in het interne geheugen,
of in USB geheugen, is opgeslagen.
Raadpleeg, voor meer informatie over omgaan met USB geheugen, 'USB geheugen
gebruiken' (p. 23).
fig.Panel-RegistLoad.eps
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
1.
2.
3.
4.
fig.d-Registload.eps
5.
Als u een Registration Set van het USB geheugen wilt wissen, sluit dan uw
USB geheugen op de extern geheugen aansluiting aan (p. 23).
Druk op de [Function] toets.
Druk op de Track [R] toets.
Het Registration File scherm verschijnt.
Houd de [Registration] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om
‘Delete’ te selecteren.
Als er geen Registration Set in het interne
geheugen is opgeslagen, of als er geen USB
geheugen is aangesloten, dan wordt het “”
icoon bij het Delete veld aangegeven.
Druk op de [Display] toets.
Het Delete Registration scherm verschijnt.
87
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om
6.
‘Media’ te selecteren.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om te selecteren van welk medium u een
7.
Registration Set wilt wissen.
InstellingBeschrijving
InternalIntern geheugen
ExternalUSB geheugen
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om ‘File’ te
8.
selecteren.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de Registration Set te selecteren, die u wilt
9.
wissen.
De Registration Set wissen
Druk op de [Rec] toets.
10.
De geselecteerde Registration Set wordt gewist.
NOTE
Zet de stroom nooit uit, als er instellingen worden opgeslagen. Als u dit doet, wordt het
interne geheugen van de FP-7 vernietigd, waardoor het onbruikbaar wordt.
88
Een Registration Set kopiëren
Registration Sets die u in het interne geheugen heeft opgeslagen, kunnen naar USB
geheugen gekopieerd worden.
Andersom kunnen Registration Sets die in USB geheugen zijn opgeslagen, ook naar het
interne geheugen gekopieerd worden.
Raadpleeg, voor meer informatie over omgaan met USB geheugen, ‘USB geheugen
gebruiken’ (p. 23).
fig.Panel-RegistLoad.eps
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
1.
2.
3.
4.
fig.d-Registload.eps
5.
Sluit uw USB geheugen op de extern geheugen aansluiting aan (p. 23).
Druk op de [Function] toets.
Druk op de Track [R] toets.
Het Registration File scherm verschijnt.
Houd de [Registration] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om
‘Copy’ te selecteren.
Als er geen Registration Set in het interne
geheugen is opgeslagen, of als er geen USB
geheugen is aangesloten, dan wordt het “”
icoon bij het Copy veld aangegeven.
Druk op de [Display] toets.
Het Copy Registration scherm verschijnt.
89
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om ‘Type’
6.
te selecteren.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de richting van de kopieer bewerking te
7.
selecteren.
InstellingBeschrijving
Int –> ExtKopieert Registration Sets van intern geheugen naar USB geheugen.
Ext –> IntKopieert Registration Sets van het USB geheugen naar intern geheugen.
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om ‘Int’
8.
(intern geheugen) te selecteren.
Als het kopieer type ‘Int -> Ext’ is, geeft dit het nummer van de te kopiëren Registration Set aan.
Als het kopieer type ‘Ext -> Int’ is, geeft dit de kopieerbestemming van de Registration Set aan.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de instelling naar wens te wijzigen.
9.
Als u ‘All’ selecteert, worden alle Registration Sets gekopieerd.
Als u een nummer selecteert waar al een Registration Set is vastgelegd, en dat als kopieerbestemming
kiest, dan wordt de eerder opgeslagen Registration Set gewist. Als u de opgeslagen Registration Set
niet wilt wissen, selecteert u een nummer waar ‘Not Used’ achter staat. U kunt het kopiëren niet
uitvoeren, als het geheugen van de bestemming vol is. Wis overbodige data, voor u de kopie
uitvoert.
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om ‘Ext’
10.
(USB geheugen) te selecteren.
Als het kopieer type ‘Int -> Ext’ is, geeft dit de bestemming van de Registration Set kopie aan.
Als het kopieer type ‘Ext -> Int’ is, geeft dit het nummer van de te kopiëren Registration Set aan.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de instelling naar wens te wijzigen.
11.
De Registration Set(s) kopiëren
Druk op de [Rec] toets.
12.
De Registration Set(s) worden gekopieerd.
NOTE
90
Zet de stroom nooit uit, als er instellingen worden opgeslagen. Als u dit doet, wordt het
interne geheugen van de FP-7 vernietigd, waardoor het onbruikbaar wordt.
Registrations wisselen met een pedaal
U kunt een pedaal aanwijzen om opeenvolgende Registrations mee te wisselen. Elke keer
dat u op het pedaal drukt, schakelt u naar de volgende Registration. Voor de aanvang van
een concert of optreden, kunt u de benodigde Registrations opslaan in de volgorde waarin
u ze gaat gebruiken. Tijdens het spelen kunt u ze dan soepel met de voet doorlopen.
Raadpleeg, voor meer informatie over omgaan met USB geheugen, 'USB geheugen
gebruiken' (p. 23).
fig.Panel-RegistPedal.eps
Uw favoriete uitvoeringsinstellingen opslaan
Druk op de [Function] toets.
1.
Druk op de [Registration] toets.
2.
Het Registration scherm verschijnt.
Houd de [Display] toets ingedrukt, en gebruik de [-] [+] toetsen, om 'Shift'
3.
te selecteren.
Gebruik de [-] [+] toetsen, om de instelling te wijzigen.
4.
InstellingBeschrijving
Door op een pedaal te drukken dat op de FC2 of FC1 aansluiting is aangesloten,
Off
FC 2
wisselen de Registrations niet.
De functies die zijn toegekend aan de FC2 en FC1 jack zijn beschikbaar (p. 118).
Het pedaal dat is aangesloten op de FC2 jack, kan alleen voor het wisselen van
Registrations worden gebruikt.
In dit geval kan de functie die aan de FC2 jack is toegekend, niet worden gebruikt.
FC 1
Het pedaal dat is aangesloten op de FC1 jack, kan alleen voor het wisselen van
Registrations worden gebruikt.
In dit geval kan de functie die aan de FC2 jack is toegekend, niet worden gebruikt.
91
Opnemen
U kunt uw uitvoeringen eenvoudig opnemen.
U kunt een opgenomen uitvoering afspelen om te beluisteren wat, en hoe, u gespeeld
heeft. Tevens kunt u, met gebruik van Rhythm, met een vooraf opgenomen begeleiding
meespelen.
Memo
• De song die u opneemt, verdwijnt als u de FP-7 uitzet.
• Met tweede of latere opnames, wordt de eerder opgenomen song gewist terwijl het
• Over de Track toetsen
Track toetsenBeschrijving
Knipperend
Oplichtend
Uit
U dient uw belangrijke uitvoeringen in het interne geheugen, of in extern geheugen,
zoals los verkrijgbaar USB geheugen, op te slaan.
→’De songs die u opneemt opslaan’ (p. 105)
nieuwe materiaal wordt opgeslagen. Het is bij het opnemen van een nieuwe
uitvoering misschien een goed idee, om de eerder opgenomen uitvoering eerst te
wissen (p. 103).
De uitvoering wordt opgenomen.
Als er al uitvoeringsdata bestaat, wordt de bestaande uitvoering gewist
terwijl de nieuwe opname wordt opgeslagen.
De uitvoering wordt niet opgenomen.
Tijdens het opnemen, speelt de uitvoering van deze Track toets.
De uitvoering wordt niet opgenomen.
Dit spoor bevat geen uitvoeringsdata.
fig.d-dEL.eps
Als het volgende scherm verschijnt
Als er een song is die u wel heeft opgenomen, maar nog niet heeft opgeslagen, dan
verschijnt er, wanneer u een andere song probeert te selecteren, een scherm als het
volgende.
U kunt geen interne preset song of song van het USB geheugen afspelen, als u de
opgenomen song nog niet heeft opgeslagen. Als de song gewist mag worden, houd de
[Display] toets dan ingedrukt, druk vervolgens op de [+] toets om ‘OK’ te selecteren, en
besluit met een druk op de [Rec] toets. Als u de song niet wilt wissen, selecteer dan
‘Cancel’, en druk op de [Rec] toets. Sla de song op in USB geheugen, of in het interne
geheugen (p. 105).
92
Een nieuwe song opnemen
Hier leest u hoe u uitsluitend uw eigen klavierspel opneemt, zonder gebruik te maken van
Session Partner of een interne song.
fig.Panel-RecNew.eps
Opnemen
Instellingen voor opname
Als er al een song is opgenomen, wis deze dan voor u verder gaat (p. 103).
Druk meerdere malen op de [Display] toets, zodat deze groen oplicht.
1.
Druk meerdere malen op de [-] toets, om ‘New song’ te selecteren.
2.
fig.d-USr.eps
Druk op de [Rec] toets.
3.
De [Rec] toets licht op, de [Play] toets begint te knipperen, en de FP-7 schakelt naar opname
standby.
Als u besluit niet op te nemen, druk dan nogmaals op de [Rec] toets.
Het opnemen starten
Druk op de [Play] toets.
4.
Na twee maten aftelgeluid, begint het opnemen.
Het opnemen begint, als u het klavier bespeelt (zonder op de [Play] toets te drukken). In dit geval
klinkt er geen aftelgeluid.
Als het opnemen begint, lichten de [Rec] toets en de [Play] toets op.
Tijdens het aftellen, wordt de tel maat op het scherm aangegeven als ‘-2’, en
vervolgens ‘-1’.
93
Opnemen
Het opnemen stoppen
Druk op de [Play] toets.
5.
Het opnemen stopt.
Als u het opnemen stopt, verandert de ‘Song’ indicatie in het song selectie scherm in ‘Modified’.
De ‘Modified’ indicatie wijst op een eerder opgenomen uitvoering.
De opgenomen uitvoering beluisteren
Druk op de [Play] toets.
6.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
Druk nogmaals op de [Play] toets, om het afspelen te stoppen.
7.
NOTE
De opgenomen uitvoering verdwijnt als u de stroom uitzet. Als u de opgenomen
uitvoering wilt behouden, dan dient u deze in het interne geheugen of in USB
geheugen op te slaan. Raadpleeg ’De songs die u opneemt opslaan’ (p. 105).
U kunt de klank wijzigen, die bij het opnemen wordt gebruikt.
→’Spelen met een variëteit aan geluiden’ (p. 35)
U kunt het tempo en de beat van de song wijzigen.
→’Het tempo wijzigen’ (p. 55)
→’De beat van de metronoom wijzigen’ (p. 134)
U kunt de metronoom functie van de FP-7 gebruiken.
In dit geval wordt het metronoom geluid niet opgenomen.
→’→’Spelen met de metronoom’ (p. 54)
Track toets toekenningen bij de opgenomen uitvoering
Als u alleen een klavierspel uitvoering opneemt, wordt de uitvoering als volgt aan de
Track toetsen toegekend.
Normale uitvoering (een enkel geluid
van het gehele klavier spelen)
Dual uitvoering (p. 41)De uitvoering is opgenomen naar de Track [2] toets.
Split uitvoering (p. 43)
De uitvoering is opgenomen naar de Track [2] toets.
De ondertoon is opgenomen naar de Track [1] toets,
en de boventoon naar de Track [2] toets.
94
Uw spel samen met een song opnemen
Hier wordt uitgelegd hoe u met een interne song meespeelt en uw uitvoering opneemt.
De afgespeelde song wordt samen met uw klavierspel opgenomen. De FP-7 kan uw
klavierspel samen met een interne piano song opnemen. U kunt bijvoorbeeld de
linkerhand part beluisteren, terwijl u het rechterhand part opneemt.
Als u een Track toets selecteert en vervolgens opneemt, is het geluid van de
geselecteerde Track toets tijdens opname niet te horen.
fig.Panel-RecSong.eps
Opnemen
Instellingen van de uitvoering
Selecteer een song.
1.
Raadpleeg, voor meer informatie over het selecteren van een song, ‘Songs beluisteren’ (p. 24).
Als u met een song van het USB geheugen wilt opnemen, dan dient u het USB geheugen vooraf
aan te sluiten (p. 23).
U kunt de in uitvoeringen gebruikte klank wijzigen (p. 35). Ook kunt u het tempo waarmee songs
worden afgespeeld wijzigen (p. 55). U kunt ook het metronoom geluid tijdens het opnemen
afspelen (p. 54).
Instellingen voor opname
Druk op de [Rec] toets.
2.
Het volgende scherm verschijnt.
Als u uw spel, al meespelend met de song, wilt opnemen, druk dan op de [Rec] toets.
Als u een nieuwe song wilt opnemen, druk dan op de [Play] toets.
95
Opnemen
Druk nogmaals op de [Rec] toets.
3.
Het volgende scherm verschijnt.
Druk op de Track toets van het spoor dat u wilt opnemen, zodat de toets
4.
knippert.
Met deze instelling kunt u opnemen, terwijl u naar de geselecteerde song luistert.
De [Rec] toets licht op, de [Play] toets begint te knipperen, en het instrument schakelt naar opname
standby modus.
Als u besluit niet op te nemen, druk dan nogmaals op de [Rec] toets.
Track toetsBeschrijving
De uitvoering wordt opgenomen.
Knipperend
Als er al uitvoeringsdata bestaat, wordt de bestaande uitvoering gewist terwijl de
nieuwe opname wordt opgeslagen.
Oplichtend
Uit
Hoe de Track toetsen corresponderen met de uitvoering parts van een interne
song
Track toetsPerformance part
Track [1] toetsLinkerhand part
Track [2] toetsRechterhand part
Track [R] toets
Het opnemen starten
Druk op de [Play] toets.
5.
Na twee maten aftelgeluid, begint het opnemen.
Het opnemen begint, als u het klavier bespeelt (zonder op de [Play] toets te drukken). In dit geval
klinkt er geen aftelgeluid.
Als het opnemen begint, lichten de [Rec] toets en de [Play] toets op.
De uitvoering wordt niet opgenomen.
Tijdens het opnemen, speelt de uitvoering van deze Track toets.
De uitvoering wordt niet opgenomen.
Dit spoor bevat geen uitvoeringsdata.
Bij de interne song nummers 1-5 bevat dit spoor andere uitvoeringsdata dan het
rechterhand part en het linkerhand part.
Bij de interne song nummers 6-65 bevat dit spoor geen uitvoeringsdata.
96
Tijdens het aftellen, wordt de tel maat op het scherm aangegeven als ‘-2’, en
vervolgens ‘-1’.
Het opnemen stoppen
Druk op de [Play] toets.
6.
Het opnemen stopt.
De opgenomen uitvoering beluisteren
Druk op de [-] toets, om terug te keren naar het begin van de opgenomen
7.
song.
Druk op de [Play] toets.
8.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
Druk nogmaals op de [Play] toets, om het afspelen te stoppen.
9.
Opnemen
NOTE
De opgenomen uitvoering verdwijnt als u de stroom uitzet. Als u de opgenomen
uitvoering wilt behouden, dan dient u deze in het interne geheugen of in USB
geheugen op te slaan. Raadpleeg ’De songs die u opneemt opslaan’ (p. 105).
Het tempo van de opgenomen uitvoering wordt vastgelegd als het tempo van de song
die u tijdens opname heeft geselecteerd.
Als u uw uitvoering opneemt terwijl u met een song meespeelt, dan wordt deze
opgenomen met de maatsoort van die song.
97
Opnemen
Uw uitvoering met Session Partner opnemen
U kunt uw uitvoeringen met Session Partner eenvoudig opnemen.
fig.Panel-RecSession.eps
De Session Partner uitvoering kan alleen naar de Track [R] toets worden opgenomen.
Performance instellingen
Selecteer de te spelen klank (p. 35).
1.
Leg de gewenste instellingen voor Session Partner vast (p. 66).
2.
Instellingen voor opnemen
Als er al een opgenomen song is, wis deze dan voor u verder gaat (p. 103).
Selecteer ‘New Song’.
3.
Druk meerdere malen op de [Display] toets, zodat deze groen oplicht, om het Song Select scherm
weer te geven.
Druk meerdere malen op de [-] toets, om ‘New Song’ te selecteren.
fig.d-USr.eps
98
Druk op de [Rec] toets.
4.
De [Rec] toets licht op, de [Play] toets begint te knipperen, en de FP-7 schakelt naar opname
standby modus.
Als u besluit niet op te nemen, druk dan nogmaals op de [Rec] toets.
Het opnemen starten
Start de Session Partner uitvoering (p. 67, p. 73).
5.
Rhythm begint te spelen, terwijl het opnemen tegelijkertijd begint.
Als het opnemen begint, lichten de [Rec] toets en de [Play] toets op.
Raadpleeg, voor meer informatie over de verschillende ritme en akkoordprogressie
patronen, de ‘Ritme lijst’ (p. 163), en de ‘Akkoordprogressie patronen lijst’ (p. 164).
Als u met de opgegeven akkoordprogressie (p. 73) wilt opnemen, dan wordt het
akkoord aangegeven met een toets aan de linkerkant van het klavier, waarna de
opname begint.
Het opnemen stoppen
Druk op de [Play] toets.
6.
Het opnemen stopt.
Als u het opnemen stopt, verandert de ‘Song’ indicatie in het song selectie scherm in ‘Modified’.
De ‘Modified’ indicatie wijst op een eerder opgenomen uitvoering.
Opnemen
De opgenomen uitvoering beluisteren
Druk op de [-] toets, om naar het begin van de opgenomen song terug te
7.
keren.
Druk op de [Play] toets.
8.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
Druk nogmaals op de [Play] toets, om het afspelen te stoppen.
9.
NOTE
De opgenomen uitvoering verdwijnt als u de stroom uitzet. Als u de opgenomen
uitvoering wilt behouden, dan dient u deze in het interne geheugen of in USB
geheugen op te slaan. Raadpleeg ’De songs die u opneemt opslaan’ (p. 105).
Track toets toekenningen voor de opgenomen uitvoering
Session Partner uitvoeringDe uitvoering wordt opgenomen naar de Track [R] toets.
Normale uitvoering (een
enkelvoudig geluid van het
gehele klavier spelen)
Dual uitvoering (p. 41)De uitvoering wordt opgenomen naar de Track [2] toets.
Split uitvoering (p. 43)
De uitvoering wordt opgenomen naar de Track [2] toets.
De ondertoon wordt opgenomen naar de Track [1] toets, en
de boventoon naar de Track [2] toets.
99
Opnemen
Geselecteerde Track toetsen opnemen
De recorder van de FP-7 beschikt over drie Track toetsen.
U kunt elke hand van uw uitvoering afzonderlijk spelen, door bijvoorbeeld het linkerhand
part naar de Track [1] toets op te nemen, en het rechterhand part naar de Track [2] toets.
U kunt ook een specifiek part van een eerder opgenomen uitvoering opnieuw opnemen.
fig.Panel-RecTrack.eps
Als u een nieuwe song opneemt, selecteer dan ‘New Song’ zoals wordt beschreven bij stappen
1-2 van ‘Een nieuwe song opnemen’ (p. 93). Als u besluit een bestaande song opnieuw op te
nemen, selecteer die song dan.
Performance instellingen
Druk op de [Rec] toets.
1.
Het volgende scherm verschijnt.
Als u met de song of een opgenomen uitvoering wilt opnemen, druk dan op de [Rec] toets.
Als u een nieuwe song wilt opnemen, druk dan op de [Play] toets.
Druk nogmaals op de [Rec] toets.
2.
Het volgende scherm verschijnt.
100
Druk op de Track toets van het spoor dat u wilt opnemen, zodat de toets
3.
knippert.
Met deze instelling kunt u opnemen, terwijl u naar de geselecteerde song luistert.
Track toetsenBeschrijving
De uitvoering wordt opgenomen.
Knipperend
Als er al uitvoeringsdata bestaat, wordt de bestaande uitvoering gewist terwijl
de nieuwe opname wordt opgeslagen.
Opnemen
Oplichtend
Uit
De [Rec] toets licht op, de [Play] toets begint te knipperen, en de FP-7 schakelt naar opname
standby.
Als u besluit niet op te nemen, druk dan nogmaals op de [Rec] toets.
Het opnemen starten
Druk op de [Play] toets.
4.
Na twee maten aftelgeluid, begint het opnemen.
Het opnemen begint, als u het klavier bespeelt (zonder op de [Play] toets te drukken). In dit geval
klinkt er geen aftelgeluid.
Als het opnemen begint, lichten de [Rec] toets en de [Play] toets op.
Tijdens het aftellen, wordt de tel maat op het scherm aangegeven als ‘-2’, en
vervolgens ‘-1’.
Het opnemen stoppen
De uitvoering wordt niet opgenomen.
Tijdens het opnemen, speelt de uitvoering van deze Track toets.
De uitvoering wordt niet opgenomen.
Dit spoor bevat geen uitvoeringsdata.
Druk op de [Play] toets.
5.
Het opnemen stopt.
NOTE
Als u opneemt zonder de bestaande song te wissen, dan blijven het song tempo, de
maatsoort, en metronoom instellingen zoals ze waren bij de eerste opname.
De opgenomen uitvoering beluisteren
Druk op de [-] toets, om naar het begin van de opgenomen song terug te
6.
keren.
Druk op de [Play] toets.
7.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
Druk nogmaals op de [Play] toets, om het afspelen te stoppen.
8.
NOTE
De opgenomen uitvoering verdwijnt als u de stroom uitzet. Als u de opgenomen
uitvoering wilt behouden, dan dient u deze in het interne geheugen of in USB
geheugen op te slaan. Raadpleeg ’De songs die u opneemt opslaan’ (p. 105).
101
Opnemen
Verhouding tussen de opgenomen uitvoering en de Track toetsen
Een opgenomen uitvoering wordt als volgt aan de Track toetsen toegekend.
●Session Partner uitvoeringen, en boven en ondertonen tijdens Split uitvoering
Track toetsPerformance recorded
Track [R] toetsSession Partner (p. 66)
Track [1] toetsOndertoon bij Split Play (p. 43)
Track [2] buttonBoventoon bij Split Play (p. 43)
●Normale uitvoering (een enkelvoudig geluid van het gehele klavier spelen) en Dual
uitvoering
• Als u opneemt zonder een opname spoor aan te geven
Als geen van de Track toetsen ([R] [1] [2] toetsen) over uitvoeringsdata beschikt, dan
wordt de data opgenomen naar toets [2]. Als sommige Track toetsen uitvoeringsdata
hebben, dan wordt de data opgenomen naar de volgorde toets [2] → toets [1] →
toets [R].
• Als u met een specifiek opname spoor opneemt
Uw uitvoering wordt opgenomen op het door u aangegeven spoor.
102
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.