Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw keuze van de FP-4. Lees deze handleiding
aandachtig door om volop te kunnen genieten van de FP-4 en al zijn functies te leren
kennen.
Over de handleiding
Lees eerst het hoofdstuk “Voor het spelen” (p. 15) van de handleiding (dit document).
Daarin verneemt u hoe u de adapter aansluit en de stroom inschakelt.
In de handleiding vindt u uitleg over alle basisfuncties die u nodig hebt voor uw
uitvoeringen met de FP-4. Daarnaast krijgt u uitleg over de geavanceerde functies, zoals
de FP-4 gebruiken om een song op te nemen.
Conventies in deze handleiding
Om alle handelingen zo duidelijk mogelijk uit te leggen, worden in de handleiding de
volgende conventies gebruikt.
• Tekst tussen vierkante haken [ ] geeft de naam van een knop of een regelaar aan, zoals de
[Display] knop.
• Regels die beginnen met of een sterretje *, zijn waarschuwingen die u zeker moet
lezen.
• De nummers van de pagina’s waar u extra informatie kunt vinden, worden als volgt
weergegeven: (p. **).
• Dit document bevat schermafbeeldingen ter informatie. De instellingen in deze informatieve
schermafbeeldingen kunnen verschillen van de feitelijke fabrieksinstellingen (Tonenamen, enz.).
NOTE
Lees eerst aandachtig de volgende pagina's voor u het toestel gebruikt: “HET TOESTEL VEILIG
GEBRUIKEN” (p. 7) en “Belangrijke opmerkingen” (p. 10). Die rubrieken bevatten belangrijke
informatie over de correcte bediening van het toestel. Verder verdient het aanbeveling om de
handleiding eerst volledig door te lezen, zodat u vertrouwd bent met alle mogelijkheden van het
toestel. Bewaar de handleiding binnen handbereik zodat u ze naar believen kunt raadplegen.
Alle rechten voorbehouden. Niets in deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, worden gereproduceerd
zonder voorafgaande geschreven toestemming van ROLAND CORPORATION.
3
Voornaamste eigenschappen
Voornaamste eigenschappen
Authentieke piano-uitvoeringen.
De FP-4 combineert de superieure klanken van een echte concertvleugel met het PHA alpha II-klavier. Dat heeft een realistischere
pianoaanslag door een zwaarder gevoel in het lagere gedeelte en een lichter gevoel in de hogere noten.
Hij is uitgerust met drie pedaaljacks welke ook een half ingedrukte pedaal detecteren waarmee de diepte van de resonantie kan
worden aangepast. Zo kunt u van de subtiele nuances van authentieke piano-uitvoeringen genieten.
Hoogwaardige luidsprekers en pianoklanken.
De FP-4 heeft multi-sampled pianoklanken van alle 88 toetsen.
Elke noot van een concertvleugel met 88 toetsen is gesampled voor een getrouwe reproductie van klankkleur en voor een
dynamische expressie van het volledige palet klanknuances, van een delicaat pianissimo tot een krachtig fortissimo.
De rijke resonanties en de levensechte impact van deze klanken worden getrouw gereproduceerd via de hoogwaardige luidsprekers
van de FP-4.
Met “Session Partner” spelen geeft u een sessiegevoel.
Speel mee met realistische ritmes en ontdek het echte sessiegevoel.
Aangezien aan elk ritme geschikte akkoordprogressies worden toegekend, zorgt de selectie van een ritme automatisch voor de
gepaste akkoordprogressie.
“Registrations” laat u toe om uw favoriete speelinstellingen op te slaan.
Al uw speelinstellingen, zoals klankkeuze, instellingen voor Session Partner en instellingen voor de klavieraanslag, kunnen worden
opgeslagen als een “registration”, die u naar wens meteen kunt oproepen.
Klanken voor allerhande muziekgenres en hoogwaardige effecten.
Naast de pianoklanken is de FP-4 voorzien van meer dan 300 verschillende klanken die voor bijna elke denkbare muziekstijl
kunnen worden gebruikt. U kunt met het instrument eveneens drumsets spelen.
Bovendien kunt u tweeënzestig hoogwaardige effecten toepassen voor nog meer expressieve mogelijkheden.
Probeer dit toestel nooit te herstellen of onderdelen
ervan te vervangen. Neem voor eventuele
herstellingen of vervanging van onderdelen contact
op met uw leverancier of een Roland Service Center.
Wanneer u het toestel met een door Roland
aanbevolen standaard gebruikt, moet u de
standaard met zorg plaatsen, zodat het toestel
waterpas en stabiel staat. Ook als u geen
standaard gebruikt, moet u zorgen dat het toestel
op een stevig en waterpas oppervlak staat, dat
voldoende steun biedt en het toestel niet doet
wankelen.
Het -pictogram maakt de gebruiker attent op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het
pictogram wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het
links getoonde pictogram wordt gebruikt voor algemene
waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Het -pictogram maakt de gebruiker attent op dingen die
nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). Wat nooit
mag worden gedaan, wordt aangegeven door de tekening in de
cirkel. Het links getoonde pictogram wordt gebruikt om aan te
geven dat het apparaat nooit uit elkaar mag worden gehaald.
Het ● -pictogram maakt de gebruiker attent op dingen die
moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan,
wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links
getoonde pictogram betekent dat de stekker van de
stroomkabel uit het stopcontact moet worden gehaald.
IN ACHT
Sluit de adapter aan op een stopcontact met het
juiste voltage
008c
Gebruik uitsluitend de adapter die bij het toestel
wordt geleverd. Zorg bovendien dat het voltage bij
de installatie overeenkomt met het voltage van of
de adapter. Andere adapters kunnen een
afwijkende polariteit gebruiken of ontworpen zijn
voor een ander voltage. Het gebruik van die
adapters kan resulteren in schade, defecten of
elektrische schokken.
Buig de stroomkabel niet en plaats er geen zware
voorwerpen op
009
Buig de stroomkabel niet te veel en plaats geen
zware voorwerpen op de kabel. Dat kan de
stroomkabel beschadigen en kortsluiting
veroorzaken. Beschadigde stroomkabels kunnen
ook brand of elektrische schokken veroorzaken.
Sluit niet te veel toestellen aan op hetzelfde
stopcontact. Wees vooral voorzichtig met het
gebruik van verlengsnoeren. Overschrijd nooit het
toegelaten vermogen (watt/ampère) van het
verlengsnoer. Een te hoge belasting produceert
warmte en kan de kabel doen smelten.
Dit toestel kan, alleen of in combinatie met een
hoofdtelefoon, een versterker en/of luidsprekers,
een geluidsniveau produceren dat permanente
gehoorschade kan veroorzaken. Als u
gehoorverlies of suizende oren ervaart, staak dan
onmiddellijk het gebruik van dit toestel en
raadpleeg een gehoorspecialist.
Zet onmiddellijk de stroom uit bij afwijkingen of
storingen
012b
Zet onmiddellijk de stroom uit, verwijder de
adapter uit het stopcontact en neem contact op met
uw leverancier of een service center voor een
onderhoudsbeurt.
• De adapter, de stroomkabel of de stekker
werden beschadigd
• Het apparaat produceert rook of een ongewone
geur
• Er raakt een voorwerp of vloeistof in het toestel
• Het toestel wordt nat (door regen, enz.)
• Het toestel vertoont een afwijking of een storing
Gezinnen met kinderen moeten bijzonder opletten
voor gepruts. Als kinderen het toestel gebruiken,
moeten dat steeds onder toezicht of begeleiding
van een volwassene zijn.
Plaats geen houders met water (zoals vazen) of
dranken op het toestel. Plaats ook geen houders
met insecticide, parfum, alcoholische dranken,
nagellak of spuitbussen op het toestel.
Vloeistoffen die in het toestel terechtkomen kunnen
storingen veroorzaken, met kortsluiting of een
slechte werking tot gevolg.
Verwijder regelmatig het stof van de
adapterstekker
103b
Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact en
reinig hem met een droge doek om stof en ander
vuil weg te vegen. Trek de stekker uit het
stopcontact als u het toestel lange tijd niet gebruikt.
Stofophoping tussen de stekker en het stopcontact
kan resulteren in slechte isolatie en brand
veroorzaken.
Volg onderstaande richtlijnen wanneer u het toestel
moet verplaatsen. Zorg steeds dat ten minste twee
personen het toestel samen optillen en dragen,
terwijl ze ervoor zorgen dat het waterpas blijft.
Wees daarbij voorzichtig dat uw handen niet
bekneld raken of dat het toestel op uw voeten valt.
1
• Controleer of de bouten die het toestel op de
standaard bevestigen, niet los zijn gekomen. Zet
ze zonodig opnieuw stevig vast.
Lees naast de rubriek "HET TOESTEL VEILIG GEBRUIKEN" op pagina 7 ook de volgende punten, en neem ze in acht:
Stroomvoorziening
301
• Sluit dit toestel niet aan op hetzelfde stopcontact als toestellen
met een omvormer zoals ijskasten, microgolfovens of
airconditioners, of apparaten met een elektrische motor.
Afhankelijk van het gebruik van het andere toestel kan de
stroombron storingen in dit toestel of een hoorbaar gebrom
veroorzaken. Kunt u geen apart stopcontact gebruiken, sluit dit
toestel dan aan via een ontstoringsfilter.
302
• De adapter wordt warm bij langdurig gebruik. Dat is normaal
en mag geen reden geven tot ongerustheid.
307
• Zet de stroom van alle toestellen voor u ze op elkaar aansluit.
Zo voorkomt u storingen en/of schade aan luidsprekers.
Plaatsing
351
• Gebruik van dit toestel in de buurt van apparatuur met grote
stroomtransformators, zoals versterkers, kan brom
veroorzaken. Om dat probleem op te lossen, zet u het toestel
verder weg of oriënteert u het anders.
352a
• Het gebruik van dit toestel in de nabijheid van een televisie of
radio, kan kleurvervorming in het beeldscherm en ruis in de
radio veroorzaken. Zet het toestel in dat geval verder weg.
352b
• Laat uw mobiele telefoon uitgeschakeld of houd hem
voldoende verwijderd van dit toestel. Binnenkomende en
uitgaande oproepen of gesprekken vlakbij dit toestel kunnen
ruis veroorzaken.
354b
• Stel dit toestel niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet in
de buurt van apparaten die warmte uitstralen en laat het niet
achter in een afgesloten voertuig. Laat geen
verlichtingstoestellen vlakbij het toestel (zoals een pianolamp)
of krachtige schijnwerpers langdurig op dezelfde delen van
dit toestel schijnen. Overmatige hitte kan het toestel doen
vervormen of verkleuren.
355b
• Als u dit toestel verplaatst tussen locaties met een groot
verschil in temperatuur en/of luchtvochtigheid, kunnen zich
waterdruppels (condens) in het toestel vormen. Als u het toestel
in die toestand gebruikt, kan dat leiden tot storingen. Laat het
daarom enkele uren staan tot de condens volledig is
verdampt.
356
• Laat voorwerpen van rubber of vinyl niet te lang op het toestel
liggen. Die kunnen het toestel doen vervormen of verkleuren.
358
• Laat geen voorwerpen op het klavier liggen. Dat kan storingen
veroorzaken, zoals toetsen die geen klank meer geven.
359
• Kleef geen stickers op dit toestel. Wanneer u die van het
toestel probeert te verwijderen, kan dat de externe afwerking
beschadigen.
360
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van de
ondergrond waarop u het toestel plaatst, kunnen de rubber
voetjes het oppervlak doen verkleuren of beschadigen.
U kunt een stuk vilt of doek onder de rubber voetjes plaatsen
om dat te voorkomen. Let daarbij wel op dat het toestel niet
kan verschuiven.
Onderhoud
401b
• Voor de alledaagse schoonmaak reinigt u het toestel zachte,
droge doek. Hardnekkig vuil kunt u verwijderen met een goed
uitgewrongen natte doek. Als dit toestel houten onderdelen
bevat, moet u het volledige oppervlak in de nerfrichting
schoonvegen. U kunt de afwerking beschadigen als u te hard
blijft wrijven op één plaats.
Toevoeging
• Veeg eventuele waterdruppels die aan het toestel hangen,
onmiddellijk weg met een zachte, droge doek.
402
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of andere
oplosmiddelen, aangezien die vervorming of verkleuring
kunnen veroorzaken.
Reparaties
452
• Houd er rekening mee dat alle data in het geheugen van het
toestel bij reparaties verloren kunnen gaan. Maak daarom
altijd een back-up van belangrijke gegevens in een ander
MIDI-apparaat (bijv. een sequencer) of schrijf ze neer (als dat
mogelijk is). Er wordt bij het repareren voorzichtig
omgesprongen met de gegevens om verlies ervan te
vermijden. In bepaalde gevallen (met name wanneer het
geheugen zelf beschadigd is) kunnen we de eventueel gewiste
gegevens niet meer herstellen. Roland kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor dit soort gegevensverlies.
Andere waarschuwingen
• Opgeslagen gegevens kunnen door een storing in het toestel
of door een onbedoelde handeling verloren gaan. Maak
daarom altijd een back-up van belangrijke gegevens in een
ander MIDI-apparaat (bijv. een sequencer) als voorzorg tegen
een dergelijk verlies.
552
• Wij kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor het
recupereren van verloren gegevens uit het interne geheugen of
voor de gevolgen van een dergelijk gegevensverlies.
553
• Oefen geen overdreven kracht uit op (draai)knoppen,
regelaars, jacks en aansluitingen, omdat dat storingen kan
veroorzaken.
556
• Bij het in- en uitpluggen van kabels moet u ze steeds bij de
stekker (niet de kabel) vastnemen om kortsluiting of verbroken
verbindingen te voorkomen.
557
• Dit toestel kan warmte produceren, maar dat is geen defect.
10
558a
• Geniet van uw muziek op een manier die de mensen in uw
omgeving niet stoort. Let vooral ’s nachts op het geluidsniveau.
Met een hoofdtelefoon kunt u van uw muziek genieten zonder
dat anderen te hinderen.
559a
• Gebruik steeds de oorspronkelijke verpakking (inclusief
vulling), als u het toestel moet verplaatsen. Zorg anders voor
een gelijksoortige verpakking.
560
• Als u de muziekstandaard gebruikt, oefen er dan niet te veel
druk op uit.
561
• Gebruik alleen het aangegeven expressiepedaal (EV-5; los
verkrijgbaar). Als u een expressiepedaal van een andere
fabrikant aansluit, kunt u dit toestel beschadigen.
562
• Sommige aansluitingskabels hebben weerstanden. Gebruik
dergelijke kabels nooit voor dit toestel. Doet u dat toch, dan
kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs onhoorbaar zijn.
Gebruik aansluitingskabels die geen weerstanden hebben.
Belangrijke opmerkingen
11
203
* GS () is een geregistreerd handelsmerk van
Roland Corporation.
Toevoeging
* XG lite () is een geregistreerd handelsmerk van
Yamaha Corporation.
204
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
206j
* Windows® is officieel bekend als: “Microsoft®
Windows® operating system”.
207
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde
handelsmerken van Apple Computer, Inc.
* Mac OS is een handelsmerk van Apple
Computer, Inc.
220
* Alle productnamen die in dit document worden
vermeld, zijn de handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van hun respectieve eigenaren.
Namen en functies van dingen
678910
Voorpaneel
1
1
[Volume] knop
Met deze draaiknop regelt u het globale volume van de
FP-4 (p. 17).
Als u een hoofdtelefoon hebt aangesloten, wordt het
hoofdtelefoonvolume geregeld (p. 19).
2
[Balance] knop
Met deze draaiknop regelt u de balans tussen de Upper
en Lower Tones in Dual Play en Split Play (p. 34).
3
[Function] knop
Met deze knop maakt u allerhande instellingen.
Wanneer u de knop ingedrukt houdt terwijl u op de
[Transpose] knop drukt, kunt u naar de demosong
luisteren (p. 20).
2
345610987
Track-knoppen
Deze knoppen wisselen de performance part,
akkoordprogressiepatronen en ritmepatronen van
Session Partner (p. 47, p. 50, p. 53). Deze knoppen
wisselen ook de uitvoeringspartij wanneer een song
wordt afgespeeld (p. 25).
[Play] knop
Hiermee start en stopt u de weergave van interne songs
en opgenomen muziek (p. 22).
Wordt tevens gebruikt om het opnemen te starten
(p. 65).
[Rec] knop
Hiermee neemt u uw eigen muziekspel op de FP-4 op
(p. 65).
4
[Transpose] knop
Hiermee transponeert u het klavier (p. 39). Wanneer u
de knop ingedrukt houdt terwijl u op de [Function] knop
drukt, kunt u naar de demosong luisteren (p. 20).
5
[Session Partner] knop
Met deze knop schakelt u de Session Partner-functie in/
uit (p. 45). Door Session Partner in te schakelen, kunt u
een begeleiding in verschillende stijlen produceren.
12
[Metronome] knop
Hiermee schakelt u de interne metronoom in en uit
(p. 40).
Display
Hierop verschijnt informatie zoals de klanknummers, de
songnummers, de begeleidingsnummers, het tempo,
maar ook de waarden van bepaalde instellingen.
1516171819
14 15
Namen en functies van dingen
1112
11
[Display] knop
Druk deze knop in wanneer u de klank, de weer te
geven song, het tempo of het ritme wilt wijzigen. Elke
keer dat u deze knop indrukt, wordt beurtelings het
toonnummer, het songnummer, het ritmenummer en het
tempo weergegeven.
12
[-] [+] knoppen
Met deze twee knoppen wijzigt u de waarden van
verschillende parameters. Druk de [-] en [+] knoppen
tegelijkertijd in om de gewijzigde waarde opnieuw op
het oorspronkelijke niveau in te stellen.
Als u de song afspeelt terwijl het Song Select-scherm
wordt weergegeven, dan kunt u deze knoppen
ingeduwd houden om snel vooruit of achteruit te
spoelen.
13
Tone-knoppen
Met deze knoppen kiest u het soort geluiden (Tonegroepen) dat u met het klavier wilt spelen (p. 28).
13
17 18
16
19
[Split] knop
Hiermee kunt u verschillende klanken gebruiken in het
linker- en de rechtergedeelte van het klavier (p. 31).
[Multi Effects] knop
Met deze knop past u verschillende effecten op het
geluid toe (p. 37).
[Reverb] knop
Hiermee voegt u de karakteristieke galm van een
concertzaal toe aan uw muziekspel (p. 36).
[Sound Control] knop
Met deze knop geeft u het geluid een expressiever
bereik (p. 42).
Door de knop ingedrukt te houden terwijl u op de
[Equalizer] knop drukt, kunt u V-LINK in- en uitschakelen
(p. 92).
14
[Registration] knop
Met deze knop slaat u uw favoriete
uitvoeringsinstellingen op, zoals die voor de selectie van
klanken, Session Partner (p. 56).
[Equalizer] knop
Hiermee schakelt u de equalizer in en uit (p. 43). Met de
equalizer kunt u de klankkleur beïnvloeden door enkel
het hoge of het lage frequentiegebied te benadrukken of
weg te filteren.
Door de knop ingedrukt te houden terwijl u op de
[Sound Control] knop drukt, kunt u V-LINK in- en
uitschakelen (p. 92).
13
Namen en functies van dingen
2526272829
29
202728
21
Achterpaneel
Op het achterpaneel vindt u de volgende aansluitingen.
20
USB (MIDI)-aansluiting
Verbind deze aansluiting met uw computer voor de
overdracht van performance data (p. 98).
21
MIDI-aansluiting
Verbind deze aansluiting met externe MIDI-apparaten
voor de overdracht van uitvoeringsgegevens (p. 99).
22
Pedaalaansluitingen
Geschikt voor het aansluiten van het meegeleverde
pedaal (DP-serie) of van andere geschikte pedalen
(p. 18).
23
Ingangen (Input)
Hierop kunt u een audio-apparaat of een ander
elektronisch muziekinstrument aansluiten, en het
aangesloten apparaat beluisteren via de luidsprekers
van de FP-4 (p. 95).
22
23
2425
26
Luidsprekerschakelaar (Speaker)
Hiermee schakelt u de interne luidspreker in en uit
(p. 94).
[Power] schakelaar
Hiermee schakelt u het toestel in en uit (p. 16).
Stroomaansluiting (DC In)
Hierop sluit u de meegeleverde wisselstroomadapter aan
(p. 15).
Kabelhaak
Gebruik deze haak om het snoer van de bijgeleverde
wisselstroomadapter vast te zetten (p. 15).
Hoofdtelefoonuitgangen (Phones)
Hierop kunt u hoofdtelefoons aansluiten. U kunt op de
FP-4 twee hoofdtelefoons tegelijk aansluiten (p. 19).
24
Uitgangen (Output)
Hierop kunt u externe luidsprekers aansluiten om het
geluid van de FP-4 weer te geven (p. 94).
14
Voor het spelen
g
Voorbereiding
De adapter aansluiten
1. Zorg dat de [Power] schakelaar op het
achterpaneel van het klavier uit staat (hoogste
positie).
fig.PowerOn.eps
Hoogste
positie
Uit
2. Draai de [Volume] knop helemaal naar links
om het volume laag te zetten.
3. Sluit de bijgeleverde stroomkabel aan op de
bijgeleverde wisselstroomadapter.
Adapter
Stroomkabel
Wisselstroomuitgan
4. Sluit de wisselstroomadapter aan op de
stroomaansluiting (DC In) van de FP-4 en steek
de stekker van de stroomkabel in een
stopcontact.
5. Wikkel de adapterkabel om de kabelhaak om
hem op zijn plaats te houden.
AardterminalKabelhaak
(adapter)
Stroomkabel
Om de ongewenste verstoring van de stroomvoorziening
aan het toestel (in het geval dat de stroomkabel per
ongeluk wordt losgetrokken) en onnodige kracht op de
stroomaansluiting te voorkomen, verankert u de
adapterkabel aan de kabelhaak, zoals in de afbeelding.
Afhankelijk van de speelomstandigheden kunt u een
onprettig gevoel krijgen tijdens het spelen of kan het
oppervlak van het apparaat korrelig aanvoelen. Dat
komt door een minieme elektrische lading, die volkomen
ongevaarlijk is. Als u zich daar toch zorgen over maakt,
kunt u het aardingspunt (zie afbeelding) met een externe
aarding verbinden. Wanneer het toestel geaard is, kan
een licht gezoem hoorbaar zijn, afhankelijk van uw
installatie. Als u niet zeker weet of de aansluiting goed
is, neem dan contact op met een erkend Roland Service
Center. U vindt de gegevens op de pagina “Informatie”.
Ongeschikte plaatsen voor de aansluiting
• Waterleidingen (gevaar voor elektrische schokken of
elektrocutie)
• Gasleidingen (brand- en ontploffingsgevaar)
• Een telefoonaarding of een bliksemafleider (kan
gevaarlijk zijn bij bliksem)
15
Voor het spelen
De stroom aan- en uitzetten
De stroom uitzetten
NOTE
Zodra u alles correct hebt aangesloten, kunt u de
stroom aanzetten volgens de volgende procedure.
Als u de stappen niet in de juiste volgorde uitvoert,
kunt u defecten of schade aan de luidsprekers
veroorzaken.
De stroom aanzetten
1. Draai de [Volume] knop helemaal naar links
om het volume laag te zetten.
fig.VolumeMin.eps
2. Druk op de [Power] schakelaar
fig.PowerOn.eps
1. Draai de [Volume] knop helemaal naar links
om het volume laag te zetten.
fig.VolumeMin.eps
2. Druk op de [Power] schakelaar.
Het scherm gaat uit en de stroom wordt uitgezet.
ig.PowerOn.eps
Hoogste
positie
Uit
Laagste
positie
Aan
De stroom wordt aangezet en de [Piano] en andere
knoppen lichten op.
3. Gebruik de [Volume] knop om het volume te
regelen (p. 17).
U kunt het toestel nu gebruiken en als u het klavier
aanslaat, hoort u geluid.
NOTE
Omdat dit toestel is voorzien van een
circuitbeveiliging, duurt het enkele tellen na het
aanzetten voor u het toestel normaal kunt gebruiken.
16
Voor het spelen
Het volume regelenDe muziekstandaard bevestigen
Zo kunt u het volume regelen wanneer u het klavier bespeelt of
wanneer u voorgeprogrammeerde of in het geheugen
opgeslagen songs afspeelt.
Als u een hoofdtelefoon hebt aangesloten, kunt u met de
[Volume] knop het hoofdtelefoonvolume regelen.
1. Draai aan de [Volume] knop om het globale
volume te regelen.
Het volume regelen terwijl u op het klavier speelt om
geluid te produceren.
Draai de volumeknop met de klok mee om het volume te
verhogen; draai de knop tegen de klok in om het volume
te verlagen.
fig.MasterVolume.eps
U kunt de bijgeleverde muziekstandaard als volgt bevestigen.
1. Draai de bijgeleverde schroeven in de
achterkant van het instrument (twee plaatsen),
zoals in de afbeelding.
fig.MusicRestScrew.eps
2. Plaats de muziekstandaard tussen de
schroeven en het frame.
fig.MusicRest.eps
3. Ondersteun de muziekstandaard met één
hand en draai de schroeven aan (op twee
plaatsen) zodat de standaard stevig vastzit.
Ondersteun de muziekstandaard tijdens het bevestigen
goed met één hand zodat hij niet valt. Let op dat uw
vingers niet bekneld raken.
Om de muziekstandaard te verwijderen ondersteunt u
hem met één hand, terwijl u de schroeven losdraait.
Verwijder de muziekstandaard en draai de schroeven
opnieuw vast.
NOTE
NOTE
Oefen geen onnodige druk uit op de geïnstalleerde
muziekstandaard.
Zet de muziekstandaard enkel vast met de
bijgeleverde schroeven.
17
Voor het spelen
Pedalen aansluiten
Sluit het bijgeleverde pedaal aan op een van de
pedaalingangen.
De werking van het pedaal verschilt naargelang de ingang
waarop hij werd aangesloten.
fig.pedals-e.eps
Demperpedaal
Gebruik dit pedaal om het geluid door te laten klinken.
Wanneer u dit pedaal ingedrukt houdt, blijven de noten
geruime tijd doorklinken, zelfs als u uw vingers van het klavier
haalt.
Het pedaal bij de FP-4 werkt als een halfdempend pedaal,
wat de gebruiker in staat stelt de resonantie aan te passen.
Wanneer u op een akoestische piano het demperpedaal
indrukt, laat u andere snaren meetrillen met de noten die u
speelt, zodat een rijke resonantie ontstaan. De FP-4 simuleert
dit meetrillen (demperresonantie).
Zet de schakelaar op het bijgeleverde pedaal op
“Continuous” zodra het is aangesloten.
Sostenutopedaal
De noten die u speelt wanneer dit pedaal is ingedrukt, worden
aangehouden.
Pedaal
Aangesloten ingangWerking
Demperaansluiting
(Damper)
Sostenuto/(FC1)aansluiting
Soft/(FC2)aansluiting
NOTE
NOTE
Wanneer u een pedaalkabel loskoppelt terwijl het
apparaat ingeschakeld is, kan de functie van het
pedaal onafgebroken worden uitgevoerd. U moet de
FP-4 eerst uitschakelen, voor u een pedaalkabel
inplugt of loskoppelt.
Door nog een tweede en derde pedaal aan te
schaffen, kunt u drie pedalen tegelijk gebruiken.
Voor de aankoop van het optionele pedaal
(DP-serie) neemt u het best contact op met de
handelaar bij wie u de FP-4 hebt gekocht.
Gebruik enkel het opgegeven expressiepedaal
(EV-5; apart verkrijgbaar). Met andere
expressiepedalen riskeert u defecten en/of schade
aan het toestel.
Het pedaal fungeert als een
demperpedaal.
Het pedaal fungeert als een
sostenutopedaal.
U kunt hieraan eventueel ook een
andere functie toekennen
(p. 64, p. 82).
Het pedaal fungeert als een
softpedaal.
U kunt hieraan eventueel ook een
andere functie toekennen
(p. 64, p. 82).
Als u het pedaal op de Sostenuto/(FC1)-ingang
aansluit, kunt u er ook andere functies aan
toewijzen. Raadpleeg “Het functioneren van de
pedalen wijzigen” (p. 82), “Een pedaal gebruiken
om registraties te wisselen” (p. 64).
Softpedaal
Dit pedaal wordt gebruikt om het geluid zachter te maken.
Als u speelt met het softpedaal ingedrukt, produceert u een
geluid dat minder luid klinkt dan het geluid zonder softpedaal
met dezelfde aanslag. Dit is dezelfde functie als het
linkerpedaal van een akoestische piano.
U kunt de zachtheid van de klank subtiel variëren door de
diepte waarmee u het pedaal indrukt.
Als u het pedaal op de Soft/(FC2)-ingang aansluit,
kunt u er ook andere functies aan toewijzen. Zie
“Het functioneren van de pedalen wijzigen” (p. 82),
“Een pedaal gebruiken om registraties te wisselen”
(p. 64).
18
Luisteren via een
hoofdtelefoon
U kunt een hoofdtelefoon gebruiken, om van de FP-4 te
genieten zonder dat u, ’s nachts bijvoorbeeld, uw omgeving
stoort. Aangezien de FP-4 twee hoofdtelefoonuitgangen heeft,
kunnen twee mensen tegelijkertijd een hoofdtelefoon
gebruiken.
Als u maar één hoofdtelefoon gebruikt, kunt u die op gelijk
welke van deze uitgangen aansluiten.
fig.Headphones.eps
Voor het spelen
Hoofdtelefoon
1. Sluit de hoofdtelefoon aan op de
hoofdtelefoonaansluiting.
Als een koptelefoon is aangesloten, is er geen geluid
hoorbaar via de luidsprekers van de FP-4.
2. Gebruik de [Volume] knop van de FP-4 (p. 17)
om het hoofdtelefoonvolume te regelen.
Waarschuwingen bij het gebruik van
een hoofdtelefoon
• Behandel de kabel met zorg om schade aan de interne
geleiders te voorkomen. Probeer de hoofdtelefoon bij
gebruik enkel bij de stekker of de headset vast te houden.
•U kunt uw hoofdtelefoon beschadigen als het volume van
een apparaat al luid staat, wanneer u hem inplugt. Zet
het volume lager voor u de hoofdtelefoon inplugt.
• Een buitensporig luide invoer kan niet alleen uw gehoor
beschadigen, maar ook uw hoofdtelefoon. Beluister
muziek op een aangepast volume.
• Gebruik hoofdtelefoons met een 1/4” stereostekker.
19
Songs beluisteren
Demosongs beluisteren
Luister nu naar demosongs.
De FP-4 wordt met acht demosongs geleverd.
De zes Tone-knoppen, de [Session Partner] knop en de [Play] knop zijn elk aan één
Alle rechten voorbehouden. Oneigenlijk gebruik van dit materiaal voor andere dan
privédoeleinden of persoonlijk plezier, is in overtreding met de daarop van toepassing
zijnde wetten.
Van de gespeelde muziek worden geen MIDI-gegevens uitgestuurd.
20
1.
fig.d-dEM.eps
Songs beluisteren
Houd de [Function] knop ingedrukt en druk op de [Transpose] knop.
De indicators voor de Tone- en [Function], [Transpose], [Session Partner] en [Play] knoppen
knipperen.
Op de display verschijnt het volgende.
fig.d-Pno.eps
NOTE
Druk op een van de zes Tone-knoppen, de [Session Partner] knop of de
2.
U kunt de demosongs niet afspelen, als u uw opgenomen uitvoering niet hebt
opgeslagen. Verwijder uw uitvoering (p. 26) of bewaar uw opgenomen uitvoering
(p. 76).
[Play] knop.
De songs worden herhaaldelijk afgespeeld, beginnend bij de demosong die u hebt geselecteerd.
De knop voor de song die op dat moment wordt afgespeeld, knippert aan en uit.
Op het einde van de laatste song keert de weergave terug naar de eerste song en begint
opnieuw.
Op de display verschijnt de naam van de song die wordt afgespeeld.
Druk op de knipperende knop om de weergave te stoppen.
3.
Druk op de [Function] knop of de [Transpose] knop om de demofunctie te
4.
verlaten.
De indicators keren terug naar hun eerdere toestand.
Als een knop niet knippert, betekent het dat die geen demosong heeft.
21
Songs beluisteren
Interne songs beluisteren
De FP-4 wordt met 65 interne songs geleverd. U kunt de demosongs als volgt selecteren
en beluisteren.
Zie “Lijst van de interne songs” (p. 124) voor meer informatie over de namen van
interne songs.
fig.Panel-Internal.eps
Een song selecteren
Druk meermaals op de [Display] knop, zodat de indicator groen oplicht.
1.
Op de display verschijnt het volgende.
fig.d-USr.eps
Elke keer dat u op de [Display] knop drukt, wisselt de display tussen de weergave van het
geselecteerde Tone-nummer, het geselecteerde songnummer (een “U” of “P” wordt voor het
nummer weergegeven), het geselecteerde ritmenummer (een “r” wordt voor het nummer
weergegeven) en het tempo.
Als u op de [Display] knop drukt terwijl u Session Partner gebruikt, zullen achtereenvolgens het
ritmenummer, het tempo en het toonnummer worden weergegeven.
Druk op de [+] of [-] knop om een song te selecteren.
2.
De letter “P” wordt weergegeven voor de interne (vooraf ingestelde) songnummers.
De song afspelen
Druk op de [PLAY] knop.
3.
De geselecteerde song wordt gespeeld.
De geselecteerde song wordt tot het einde gespeeld, waarna de weergave stopt.
Druk nogmaals op de [Play] knop om de weergave te stoppen.
De volgende keer dat u op de [Play] knop drukt, wordt de weergave hervat vanaf het punt waar
u bent gestopt.
Over de Song Select-display
De Song Select-display verandert als volgt.
fig.SongDisplay-e.eps
De song die u
nieuw opneemt
Songs beluisteren
Tijdens het afspelen van de song kunt u de [-] knop ingedrukt houden om de song terug
te spoelen, of de [+] knop om de song vooruit te spoelen.
Song uit het
interne geheugen
Interne song
Door de [Display] knop ingedrukt te houden en op de [-] [+] knoppen te drukken,
selecteert u snel de eerste song in de songgroep (bv. “eerste song in het interne
geheugen” of “eerste interne song”).
NOTE
“U.**” verschijnt niet als het interne geheugen geen song bevat.
Het volume van de song wijzigen
Tijdens de weergave van de song kunt u het volume als volgt wijzigen.
Houd de [Play] knop ingedrukt en druk op de [-] of [+] knop.
1.
fig.d-SPvolume.eps
U kunt het songvolume op een waarde van 0 tot 127 instellen.
Terwijl u de [Play] knop ingedrukt houdt, verschijnt op de display het volume van de
song.
NOTE
Het volume van de demosong kunt u niet wijzigen.
U kunt het volume van de song ook wijzigen door aan de [Balance] draaiknop te
draaien terwijl u de [Play] knop ingedrukt houdt.
23
Songs beluisteren
Alle songs herhaaldelijk afspelen (All Song Play)
De interne songs en de songs in het interne geheugen kunnen herhaaldelijk na elkaar
worden afgespeeld. Die functie wordt “All Song Play” genoemd.
fig.Panel-AllSong.eps
De eerste song opgeven
Druk meermaals op de [Display] knop, zodat de indicator groen oplicht.
1.
Druk op de [+] of [-] knop om een song te selecteren.
2.
De songs herhaaldelijk afspelen
Houd de [Display] knop ingedrukt en druk op de [Play] knop.
3.
De [Play] knop knippert.
fig.d-P01.eps
De songs worden herhaaldelijk afgespeeld, te beginnen bij de geselecteerde song.
Wanneer de laatste song is afgespeeld, keert het instrument terug naar de eerste song en gaat
het afspelen voort. Als u een interne song selecteerde, keert het instrument terug naar interne song
nummer 1. Als u een song in het interne geheugen selecteerde, keert het instrument terug naar het
interne geheugen nummer 1.
De weergave stoppen
Druk op de [Play] knop zodat de indicator uit gaat.
4.
All Song Play wordt verlaten wanneer de uitvoering is gestopt.
De volgende keer dat u op de [Play] knop drukt, wordt de weergave hervat vanaf het punt waar
u bent gestopt.
24
Elke partij afzonderlijk beluisteren (Track Mute)
g
Bij de interne songs kunt u de af te spelen Performance Part selecteren.
U kunt, terwijl u met de song meespeelt, ook elke hand afzonderlijk oefenen.
fig.Panel-TrackMute.eps
De muziekdata zijn als volgt aan de Track-knoppen toegewezen.
fig.TrackButtons-e.eps
Bij de interne songs wordt de partij voor de linkerhand
toegewezen aan de Track [1] knop en de partij voor de
rechterhand toegewezen aan de Track [2] knop.
Songs beluisteren
Andere partijen worden aan de Track [R] knop
toegewezen.
“Tracks” zijn locaties waar muziekgegevens worden
opgeslagen en de knoppen [1], [2] en [R] worden “Trackknoppen” genoemd.
Selecteer de song die u wilt afspelen (p. 22, p. 27).
1.
Druk op de [Play] knop om de song af te spelen.
2.
Selecteer de partij die u niet wilt afspelen.
3.
Druk op de Track [1] knop, de Track [2] knop of de [R] knop.
De knop die u hebt ingedrukt, wordt gedoofd en de overeenkomstige partij is niet meer hoorbaar.
Een specifieke partij op deze manier tijdelijk uit zetten, wordt “muting” genoemd.
Als u bijvoorbeeld het rechterhandgedeelte wilt oefenen, drukt u op de Track [2] knop
zodat de indicator wordt gedoofd. Wanneer u de song afspeelt, wordt het
rechterhandgedeelte niet afgespeeld.
Drukt u nogmaals op de knop die u in stap 3 selecteerde, zodat de knop oplicht, dan is die partij
wel hoorbaar.
Zelfs als de song gestopt is, kunt u de Track-knoppen indrukken om het geluid te dempen of te
ontdempen.
ritme
RechterhandgedeelteBegeleiding/
Linkerhand
edeelte
Druk op de [Play] knop om het afspelen te stoppen.
4.
NOTE
Als u van song wisselt, worden de Mute-instellingen geannuleerd.
25
Songs beluisteren
Wanneer het volgende op de display verschijnt
Als u een uitvoering hebt opgenomen, maar nog niet opgeslagen, dan verschijnt het
volgende op de display wanneer u een song probeert te selecteren.
fig.d-dEL.eps
U kunt geen interne presetsong afspelen als het geheugen een niet-opgeslagen song
bevat.
Druk op de [Rec] knop om uw uitvoering te verwijderen en de interne song af te spelen.
Druk op de [Play] knop als u uw uitvoering niet wilt verwijderen. Zie “Opgenomen songs
opslaan” (p. 76) om uw opgenomen uitvoering te bewaren.
Het volume van een muted track bepalen
1.
2.
fig.d-Guide30.eps
Ga als volgt tewerk om het volume in te stellen dat een partij zal hebben nadat u een
Track-knop hebt ingedrukt om de weergave te dempen (Mute) bij het afspelen van een
song.
De FP-4 biedt u de mogelijkheid om een specifiek gedeelte op een lager geluidsniveau
af te spelen zodat u dat gedeelte als “richtsnoer” voor uw eigen spel kunt gebruiken.
Selecteer de song die u wilt afspelen (p. 22, p. 27).
Houd een Track-knop ingedrukt en gebruik de [-] [+] knoppen om het
volume te bepalen dat de Track zal hebben wanneer zijn weergave wordt
gedempt.
Het geluidsniveau voor wanneer de weergave wordt gedempt, wordt weergegeven terwijl u de
Track-knop ingedrukt houdt.
U kunt het Track Mute-volume op een waarde van 0 tot 80 instellen.
26
NOTE
Wanneer u het toestel uitschakelt, wordt het Track Mute-volume weer op “0” ingesteld.
U kunt het Track Mute-volume ook wijzigen door aan de [Balance] draaiknop te
draaien terwijl u de Track-knop ingedrukt houdt.
Songs opgeslagen in het interne geheugen beluisteren
Als u songs die u in het interne geheugen hebt opgeslagen, wilt afspelen, gaat u als volgt
tewerk.
U kunt de interne (voorgeprogrammeerde) songs en de songs (user songs) die u in het
interne geheugen hebt opgenomen, opslaan. Zie “Opgenomen songs opslaan” (p. 76)
voor meer informatie.
fig.Panel-Internal.eps
Songs beluisteren
Een song selecteren
Druk meermaals op de [Display] knop, zodat de indicator groen oplicht.
1.
Druk op de [+] of [-] knop om een song te selecteren.
2.
Als een song die u in het interne geheugen hebt opgeslagen, is geselecteerd, verschijnt “U.**”
(user) op de display.
fig.d-U01.eps
NOTE
Als u geen songs in het interne geheugen hebt opgeslagen, zal de “U.**” indicatie
niet verschijnen.
De song afspelen
Druk op de [Play] knop.
3.
De geselecteerde song wordt afgespeeld.
De geselecteerde song wordt tot het einde gespeeld, waarna de weergave stopt.
Druk nogmaals op de [Play] knop om de weergave te stoppen.
De volgende keer dat u op de [Play] knop drukt, wordt de weergave hervat vanaf het punt waar
u bent gestopt.
27
Het klavier bespelen
Spelen met een ruime keuze aan klanken
De FP-4 bevat meer dan 300 verschillende interne klanken, waardoor u klanken kunt
spelen die voor vele verschillende soorten muziek geschikt zijn.
Deze interne klanken worden “Tones” genoemd. De Tones zijn onderverdeeld in zes
verschillende groepen, die elk aan een andere Tone-knop zijn toegewezen.
De Tone “Grand Piano 1” is geselecteerd wanneer het toestel wordt aangezet.
fig.Panel-ToneSelect.eps
fig.d-1.eps
fig.d-12.eps
Als de [Registration] knop brandt, moet u op de [Registration] knop drukken zodat de indicator
uit gaat.
Druk op een Tone-knop om een Tone-groep te selecteren.
1.
U zult de Tone horen die in de geselecteerde Tone-groep aan Tone-nummer 1 is toegewezen.
Speel op het klavier.
Op de display verschijnt het nummer van de geselecteerde toon.
Gebruik de [-] [+] knoppen om uit de Tone-groep een toon te selecteren.
2.
De toon die u hebt geselecteerd, weerklinkt wanneer u het klavier bespeelt.
De eerstvolgende keer dat u deze Tone-knop kiest, wordt de toon gespeeld die u hier hebt
geselecteerd.
28
Zie “Lijst van de Tones” (p. 111) voor meer informatie over de Tone-naam.
Spelen met twee gelaagde klanken (Dual Play)
U kunt met één enkele toets twee verschillende klanken tegelijkertijd spelen. Deze
speelmethode wordt “Dual Play” genoemd.
Laten we als voorbeeld piano- en strijkersklanken proberen te lagen.
fig.Panel-ToneSelect.eps
Het klavier bespelen
Houd de [Piano] knop ingedrukt en druk op de [Strings/Pad] knop.
1.
De indicators voor beide knoppen lichten op.
Speel op het klavier. Zowel de piano als de strijkersklank is hoorbaar.
Door op een dergelijke wijze twee Tone-knoppen tegelijkertijd in te drukken, wordt Dual play
geactiveerd.
Van deze twee geselecteerde tonen wordt diegene waarvan u de Tone-knop als eerste indrukte,
de “Upper Tone” genoemd, en diegene waarvan u de Tone-knop daarna indrukte, de “Lower
Tone”.
Op de display verschijnt het toonnummer van de Upper Tone.
fig.d-1.eps
Hier is de pianoklank de Upper Tone en de strijkersklank de Lower Tone.
Dual Play uitschakelen
Druk op een van de Tone-knoppen.
1.
Nu hoort u alleen de klank van de knop die u hebt ingedrukt.
U kunt de toonhoogte van de Lower Tone wijzigen met stappen van een octaaf. Zie
“De toonhoogte van de Lower Tone wijzigen in stappen van een octaaf (Octave Shift)”
(p. 87).
U kunt de volumebalans van de twee klanken wijzigen. Zie “In Dual play en Split play
de volumebalans wijzigen” (p. 34).
U kunt aangeven welke partij prioriteit krijgt wanneer de effecten die aan de Upper
Tone en de Lower Tone zijn toegewezen, verschillen in Dual Play. Zie “Het toepassen
van de pedaaleffecten wijzigen” (p. 81).
29
Het klavier bespelen
Klankvariaties kiezen
De Upper Tone wijzigen
Druk op de [-] of [+] knop.
1.
De Lower Tone wijzigen
Houd de Tone-knop voor de Lower Tone ingedrukt en druk op de [-] of [+]
1.
knop.
Op de display verschijnt het Tone-nummer van de Lower Tone.
30
Loading...
+ 110 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.