Olympus C-60 ZOOM User Manual [nl]

NL
DIGITALE CAMERA
C-60 ZOOM
BEKNOPTE HANDLEIDING
INHOUD
NL2
Deze beknopte handleiding dient als eerste kennismaking met uw camera. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de hier beschreven functies raadpleegt u de “Reference Manual“ op de bij de camera geleverde CD-ROM.
Voorbereidingen ................................................................................................... 4
Gebruik van de menu’s........................................................................................ 16
Fotograferen.......................................................................................................... 22
Fotofuncties........................................................................................................ 22
Stilstaande beelden fotograferen met de monitor.............................................. 26
Uitschakelen van de monitor ............................................................................. 27
Filmbeelden fotograferen ................................................................................... 28
Inzoomen op een onderwerp (optisch zoomen) ................................................ 28
Gebruik van de flitser......................................................................................... 29
Fotograferen met diafragmavoorkeuze.............................................................. 31
Fotograferen met sluitertijdvoorkeuze................................................................ 31
Fotograferen met handinstelling ........................................................................ 31
Selecteren van het lichtmeetvlak ....................................................................... 32
Macro-opnamen – Dichtbij-opnamen................................................................. 33
Belichting............................................................................................................ 33
Beelden weergeven .............................................................................................. 34
Stilstaande beelden weergeven......................................................................... 34
Filmbeelden weergeven..................................................................................... 34
Beelden beveiligen............................................................................................. 36
Een enkel beeld wissen ..................................................................................... 36
Alle beelden wissen ........................................................................................... 36
Formatteren (CARD SETUP)................................................................................ 37
Afdrukreserveringen / Rechtstreeks printen ..................................................... 38
Afdrukreserveringen (DPOF) ............................................................................. 38
Rechtstreeks printen (PictBridge) ...................................................................... 39
Beelden overbrengen naar een computer ......................................................... 40
Foutcodes.............................................................................................................. 42
Technische gegevens........................................................................................... 44
Veiligheidsmaatregelen........................................................................................ 45
Batterijlaadapparaat LI-10C ................................................................................. 52
xD-Picture Card..................................................................................................... 58
Belangrijk Geachte Koopster/Koper
Zorg ervoor dat het Nederlandse garantiebewijs geheel is ingevuld en afgestempeld door uw leverancier. Bewaar de aankoopbon zeer zorgvuldig. Als u onverhoopt gebruik moet maken van de garantievoorwaarden, dient u deze bescheiden te overleggen.
NL 3
Voor klanten in Noord en Zuid-Amerika
Voor klanten in Europa
Het waarmerk “CE“ garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de Europese Unie voor wat betreft veiligheid, gezondheid, milieubehoud en persoonlijke veiligheid van de gebruiker. Camera’s met het waarmerk “CE“ zijn bedoeld voor de Europese markt.
Handelsmerken
• IBM is een wettig gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Microsoft en Windows zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
• Macintosh is een handelsmerk van Apple Computer Inc.
• Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn wettig gedeponeerde handelsmerken en/of handelsmerken van de betreffende rechthebbenden.
• De in deze handleiding genoemde normen voor camera bestandssystemen zijn de door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) opgestelde “Design Rule for Camera File System / DCF“-normen.
Voor klanten in de Ver. Staten van Noord-Amerika
Overeenstemmingsverklaring Typenummer : C-60 ZOOM
RM-2 (Afstandsbediening) Handelsnaam : OLYMPUS Verantwoordelijke partij : Olympus America Inc. Adres : 2 Corporate Center Drive, Melville, New York
11747-3157 USA Telefoon : 1-631-844-5000
Getest en gebleken te voldoen aan de FCC-normen VOOR HUIS OF KANTOORGEBRUIK
Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC Rules. Het apparaat werd getest op de volgende aspecten: (1) Het apparaat mag geen schadelijke stoorsignalen afgeven. (2) Het apparaat moet ongevoelig zijn voor eventuele ontvangen stoorsignalen,
met inbegrip van stoorsignalen die aanleiding kunnen geven tot ongewenste werking.
Voor klanten in Canada
Dit digitale apparaat volgens Class B voldoet aan alle eisen zoals die zijn vast­gelegd in de Canadian Interference Causing Equipment Regulations.
Lees voordat u de camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van
het juiste gebruik ervan te verzekeren.
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet er goed aan eerst enkele
testopnamen te maken
Deze beknopte handleiding dient als eerste kennismaking met uw camera. Voor een
meer gedetailleerde beschrijving van de hier beschreven functies raadpleegt u de “Reference Manual“ op de bij de camera geleverde CD-ROM.
Voorbereidingen
NL4
De verschillende onderdelen
Flitser Indicatie-LED Zelfontspanner /
Afstandsbediening
Functieknop
Ontspanknop
Microfoon
Sensor afstandsbediening
Lenskap Lens
Luidspreker
Bevestigingspunt camerariem
Indicatie-LED Camera ingeschakeld
AF-sensor
Zoomknop (W G / T U)
SCENE
Voorbereidingen
NL 5
Zoeker
Groene LED
Oranje LED
# Keuzeknop Flitserfunctie S Knop Wissen
( Knop Macro / Spot 0 Knop Beveiligen
Monitor
OK/MENU-knop (e)
Indicatie-LED Dataverkeer
q Knop Weergeven
AF-teken
Pendelknop a, c, b, d)
Gelijkspanningsconnector DC-IN
Connector A/V-OUT
USB-connector
Klepje over de connectors
Statiefaansluiting
Deksel batterijcompartiment / kaartsleuf
Voorbereidingen
NL6
P 1/800 F2.8 +0.3
HQ
2816x2112
1
5
6
789
23 4
P 1/800 F2.8 +0.3
+2.0
HQ
2816x2112
10
12
13
11
22
15
14
16
18
19
17
21
20
NR
ISO 100
Indicaties in de stand Fotograferen
Met de informatieweergave INFO
uitgeschakeld (OFF)
Met de informatieweergave INFO
ingeschakeld (ON)
Met de informatieweergave INFO
uitgeschakeld (OFF)
Met de informatieweergave INFO
ingeschakeld (ON)
Met de informatieweergave INFO
uitgeschakeld (OFF)
Met de informatieweergave INFO
ingeschakeld (ON)
Indicaties in de stand Stilstaande beelden weergeven
Indicaties in de stand Filmbeelden weergeven
HQ
’04.07.01 16:00
00:00/00:20
31 2530
27
28
32
100-0015
6
HQ
SIZE: 320x240
+
0.3
WB AUTO
’04.07.01 16:00
00:00/00:20
6 7 4 22
100-0015
100-0018 HQ
’04.07.01 12:30
18
10 23 2524
6
28
29
27
26
30
4 22 21
7
2
3
100-0018 HQ
SIZE: 2816x2112
F2.8 1/800 +0.3
ISO100
’04.07.01 12:30
18
Indicaties in de monitor
Voorbereidingen
NL 7
1
h
, P, A, S, M, r, i, k, l, m, j,
o, N
2 8 – 1/1000 3 F2.8 – F8.0 4 –2.0 – +2.0
–3.0 – +3.0
5
[ ]
6 TIFF, SHQ, HQ, SQ1, SQ2 7 2816 x 2112, 2560 x 1920, 1600 x 1200, enz. 8 24 (stillstaande beelden)
00:24 (minuten: seconden) (filmbeelden)
9
10 e, f 11 12 # 13 14 &
%
15 $, !, #, #SLOW, HSLOW 16 w –2.0 – +2.0 17 o, j, l, BKT 18 Y
<
19 R 20 n
,,,
Functie
Fotofunctie
Sluitertijd Diafragmawaarde Belichtingscompensatie
Belichtingsafwijking AF-teken Beeldkwaliteit Resolutie Aantal beelden dat nog
kan worden opgeslagen Nog beschikbare opnametijd
Geheugenindicator
Batterijlading Ruisonderdrukking Paraatindicatie flitser Groene LED Macro
Supermacro Flitserfunctie Lichtopbrengst flitser Sluiterfunctie Zelfontspanner /
Afstandsbediening Geluidsopname Spotmeting
Indicaties
Voorbereidingen
NL8
21 ISO 64, ISO 100, ISO 200, ISO 400
22 5, 3, 1, > 23 < 24 x2 – x10 25 9 26 100-0018 27 ’04.07.01 28 07:15, 12:30, 17:45 29 18 30 H 31 n 32 00:00/00:20
00:00 / 00:20
Totale opnametijd
Verstreken weergavetijd
• Welke functies in de monitor worden aangegeven, is afhankelijk van de camera-instellingen.
• De hoeveelheid informatie die in de monitor wordt aangegeven kunt u zelf instellen.
g
Functie Indicaties
ISO-equivalente gevoeligheid
Witbalans Afdruk reservering Aantal afdrukken Beveiligd Bestandsnummer Datum Tijd Beeldnummer Geluidsopname Filmbeelden Weergavetijd
(filmbeelden)
Opmerkin
Voorbereidingen
NL 9
Als het door u gefotografeerde stilstaande beeld wordt opgeslagen op het geheugenkaartje, licht de geheugenindicator op. Afhankelijk van de opnamestatus verandert de geheugenindicator als hieronder afgebeeld. Tijdens het fotograferen van filmbeelden licht de geheugenindicator niet op.
Geheugenindicator
Fotograferen
Wachten
Fotograferen
Wachten
Fotograferen
Wachten
Vóór de opname
(Indicator is
gedoofd)
Batterijcontrole
Brandt (groen)
Beschikbare lading: Hoog.
Brandt (rood)
Beschikbare lading: Gering. Bent u van plan nog enige tijd door te gaan met foto­graferen, dan moet u de batterij zo spoedig mogelijk opladen.
ee
Geen indicatie De groene LED en de oranje LED, naast de zoeker, knipperen.
Beschikbare lading: Batterij uitgeput. Vervang de batterij door een opgeladen exemplaar.
Naarmate de lading van de batterij verder afneemt verandert bij het inschakelen van de camera, of als de camera in gebruik is, de indicatie van de batterijlading in de monitor als volgt:
Eén opname
gemaakt
(Brandt)
Tijdens het fotograferen van stilstaande beelden
U kunt geen opnamen meer maken. (Indicator licht helemaal op.) Voordat u de volgende opname kunt maken moet u wachten tot de indicator weer de status heeft zoals uiterst links is aangegeven.
* Het energieverbruik van uw digitale camera is sterk afhankelijk van de wijze waarop
u de camera gebruikt en de bedrijfscondities. Onder bepaalde bedrijfscondities is het mogelijk dat de camera uitschakelt zonder u eerst te waarschuwen dat de batterij bijna uitgeput is. Als dat gebeurt moet u de batterij opnieuw opladen.
Geheugenindicator
Voorbereidingen
NL10
Bevestigen van de camerariem
Bevestigingspunt camerariem
• Let goed op als u de camera met u meedraagt, omdat de camerariem makkelijk ergens achter kan blijven haken, wat letsel of schade tot gevolg kan hebben.
• Bevestig de riem vooral op de juiste wijze, zoals afgebeeld, zodat de camera niet kan vallen. Bevestigt u de riem niet goed aan de camera en valt de camera van de riem, dan aanvaardt Olympus geen enkele aansprakelijkheid voor enige schade.
g
1
Steek de kleine lus van de camerariem door het bevestigings­punt voor de camerariem.
2
Steek het lange uiteinde van de camerariem door de kleine lus die u al door het bevestigingspunt gestoken heeft.
3
Trek de riem strak en overtuig u ervan dat u de riem stevig bevestigd heeft en niet los kan raken.
Opmerkin
Voorbereidingen
NL 11
Batterij en het geheugenkaartje in de camera zetten en eruit halen
Over de batterij:
Deze camera werkt met een Olympus lithium-ion­batterij (LI-10B / 12B). Deze batterij werd speciaal voor deze camera ontwikkeld en met andere batterijen werkt de camera niet. Op het moment van aankoop van de camera is de batterij niet volledig opgeladen. Voordat u de camera gaat gebruiken moet u de batterij met het voorgeschreven laadapparaat LI-10C eerst helemaal opladen Gebruik daarvoor geen andere laadapparaten. Voor de details daarvan raadpleegt u de bij het laadapparaat geleverde handleiding.
In de apparaat­stekker
Netsnoer
Lithium-ionbatterij
Laadapparaat
Stopcontact
Over het geheugenkaartje:
Overal waar in deze handleiding het woord “kaartje“ wordt gebruikt, wordt een xD-Picture Card bedoeld. De camera heeft dit kaartje nodig om er de beelden op op te slaan.
1
Overtuig u ervan dat:
• De lenskap gesloten is.
• De monitor uitgeschakeld is.
• De groene LED gedoofd is.
• De indicatie-LED Camera ingeschakeld gedoofd is.
2
Schuif het deksel van het batterij­compartiment / kaartsleuf in de richting van pijl (
A
).
• Het deksel van het batterijcompartiment / kaartsleuf wordt ontgrendeld en kan in de richting van pijl (
B
) open worden geklapt.
• Schuif het deksel open met uw vinger en niet met uw nagel, omdat u zich dan kunt bezeren.
A
Deksel batterijcompartiment / kaartsleuf
Attention: xD-Picture Card – refer to page 58.
B
NL12
Voorbereidingen
3
Batterij in de camera zetten
Steek de batterij in de juiste stand in het batterijcompartiment / kaartsleuf.
• Overtuig u ervan dat de batterij in het com­partiment door de pal op zijn plaats wordt gehouden. Is dat niet het geval, dan kan de batterij uit het compartiment springen als u het deksel opent.
Batterij uit de camera halen
Druk de pal in de richting van de pijl. Als de batterij omhoog veert, pakt u hem vast en trekt hem helemaal uit het batterij­compartiment.
Pal van de batterij
Geheugenkaartje in de camera zetten
Houd het kaartje in de juiste stand vast en steek het in het batterijcompartiment / kaartsleuf.
• Houd het kaartje vooral recht tegenover de kaartsleuf.
• Steekt u het kaartje verkeerd om of schuin in de kaartsleuf, dan kunt u het contactvlak beschadigen of kan het kaartje beklemd raken.
• Steekt u het kaartje niet helemaal in de kaartsleuf, dan is het mogelijk dat geen beelden op het kaartje worden opgeslagen.
Geheugenkaartje uit de camera halen
Om het kaartje uit de camera te trekken, drukt u het kaartje iets verder naar binnen tot het vrijkomt en laat het dan voorzichtig los.
• Het kaartje veert iets omhoog en stopt dan. Pak het kaartje vast en trek het recht helemaal uit de kaartsleuf.
4
Sluit het deksel van het batterijcomparti­ment / kaartsleuf in de richting van pijl (
C
) en schuif het dan dicht in de richting van pijl (
D
).
D
C
Schrijfruimte
NL 13
Voorbereidingen
Camera in- en uitschakelen
In de stand Fotograferen
Inschakelen: Schuif de lenskap helemaal open. Daarmee schakelt u de
camera in in de stand Fotograferen en wordt ook de monitor ingeschakeld (de indicatie-LED Camera ingeschakeld licht op).
Uitschakelen: Schuif de lenskap voorzichtig dicht, tot ongeveer halverwege
de lenstubus. Wacht tot de monitor gedoofd is en de lens zich helemaal teruggetrokken heeft en schuif dan de lenskap helemaal dicht. De camera wordt nu uitgeschakeld en de indicatie-LED Camera ingeschakeld dooft.
In de stand Weergeven
Inschakelen: Druk met de lenskap gesloten op de knop q (Weergeven).
Daarmee schakelt u de camera in in de stand Weergeven en wordt ook de monitor ingeschakeld.
Uitschakelen: Druk op de knop q (Weergeven). Daarmee schakelt u
monitor en camera uit.
Taal instellen W
Voor de taal waarin de teksten in de monitor gesteld zijn kunt u kiezen uit diverse talen. Welke talen beschikbaar zijn is afhankelijk van het land waar u deze camera kocht. In deze handleiding zijn de teksten in de afbeeldingen in het Engels gesteld.
1
Schuif de lenskap open.
• Zet de functieknop in een van de mogelijke standen, behalve h.
2
Open het hoofdmenu door op de knop e (OK/MENU) te drukken.
3
Selecteer MODE MENU (Functiemenu) door op d van de pendelknop te drukken.
MODE MENU
MONITOR OFF
Hoofdmenu
Beschikbare functies
Voorbereidingen
NL14
4
Selecteer het tabblad SETUP (Instellen) door op a of c te drukken en druk dan op d.
5
Selecteer de functie W (Taal) door op a of c te drukken en druk dan op d.
6
Selecteer de gewenste taal door op a of c te drukken en druk dan op de knop e (OK/MENU).
7
Sluit het menu door opnieuw op de knop e (OK/MENU) te drukken
8
Schakel de camera uit door de lenskap te sluiten.
SETUP
CAMCAM
CARD
PIC
ENGLISH
REC VIEW
ALL RESET
ON
ON
LOW
PW
ONON
/
OFFOFF
SETUP
Datum en tijd instellen
Omdat datum en tijd samen met het gefotografeerde beeld worden opgeslagen, moet u er voor zorgen dat u datum en tijd goed instelt.
Voorbeelden van de instellingen vindt u in de functie h. Bij de andere functies stelt u datum en tijd in vanuit het functiemenu MODE MENU.
1
Zet de functieknop in de stand h (AUTO) en schuif de lenskap open.
• De indicatie-LED Camera ingeschakeld licht op en de lens schuift naar
voren.
• Schuift de lens niet naar voren, dan heeft u de lenskap niet voldoende
ver open geschoven.
• De monitor wordt automatisch ingeschakeld.
2
Open het hoofdmenu door op de knop e (OK/MENU) te drukken.
3
Selecteer de functie (Datum en tijd) door op c van de pendelknop te drukken.
SETUP
CAM
CARD
PIC
ENGLISH
REC VIEW
ALL RESET
ON
ON
LOW
PW
ONON
/
OFFOFF
SETUP
Tabblad SETUP
Beschikbare functies
Voorbereidingen
NL 15
4
Is in de monitor het functiepictogram geselecteerd, dan kiest u de gewenste datumnotatie door op a of c te drukken.
• Voor de datumnotatie kunt u kiezen uit de volgende vormen:
D-M-Y (Dag / Maand / Jaar). M-D-Y (Maand / Dag / Jaar) Y-M-D (Jaar / Maand / Dag)
• De nu volgende stappen laten zien hoe u datum en tijd instelt voor de
datumnotatie Y-M-D (Jaar / Maand / Dag).
5
Kies de cijfergroep van het jaartal door op d te drukken.
6
Stel het jaartal in door op a of c te drukken en kies daarna de cijfergroep voor de maand door op d te drukken.
• Herhaal deze stappen tot u de cijfergroepen van datum en tijd volledig
heeft ingesteld.
• Wilt u naar de voorgaande cijfergroep terugkeren, dan drukt u op b.
• De camera kan de tijd uitsluitend in het 24-uurs systeem aangeven, de
zogenaamde militaire tijd. Het tijdstip “2 p.m“ wordt dus aangegeven als “14:00“ uur (12:00 uur + 2:00 uur = 14:00 uur).
7
Druk op de knop e (OK/MENU).
• Wilt u de klok nauwkeurig gelijkzetten, dan drukt u op de knop e
(OK/MENU) op het moment dat de klok 00 seconden aanwijst (het radiotijdsein klinkt). De klok in de camera begint te lopen op het moment dat u de knop e (OK/MENU) indrukt.
8
Schakel de camera uit door de lenskap te sluiten.
Gebruik van de menu’s
NL16
Menufuncties
Wanneer u de camera inschakelt en op de knop e (OK/MENU) drukt, verschijnt het hoofdmenu in de monitor. De functies van deze camera worden ingesteld vanuit menu’s. Dit hoofdstuk beschrijft aan de hand van het functiemenu P hoe de menu’s werken.
MODE MENU
MONITOR OFF
Snelmenu’s
Functiemenu
• Hiermee opent u meteen het instelscherm.
• Toont onderin het scherm de bedieningsknoppen die u moet gebruiken.
• In alle functies, behalve h
(AUTO), n (Filmbeelden) en q (Weergeven), kunt u de snelmenu’s vervangen.
Hoofdmenu
• Open de snelmenu’s of het MODE MENU (Functiemenu) door op de pendelknop te drukken.
• In het functiemenu selecteert u de functies, bijvoorbeeld om de ISO-equivalente gevoeligheid, enzovoort in te stellen.
• Binnen het functiemenu zijn de instellingen verdeeld over vier (4) tabbladen: CAMERA, PICTURE, CARD en SETUP.
• Met a of c selecteert u een tabblad dat de bijbehorende menufuncties toont.
Gebruik van de menu’s
NL 17
Gebruik van de menu’s
Onderstaande aanwijzingen tonen u het gebruik van de menu’s vanuit het functiemenu P.
1
Open het hoofdmenu door op de knop e (OK/MENU) te drukken en druk dan op d.
2
Selecteer het gewenste tabblad door op a of c te drukken en druk dan op d.
3
Selecteer de gewenste functie door op a of c te drukken en druk dan op d.
4
Selecteer de gewenste instelling door op a of c te drukken. Druk, om de instelling af te sluiten, op de knop e (OK/MENU).
• Om het menu te sluiten en terug te keren naar de stand fotograferen,
drukt u opnieuw op de knop e (OK/MENU).
Y
/<
Met deze functie stelt u de camera in op fotograferen met de zelfontspanner of met de afstandsbediening.
Met deze functie stelt u datum en tijd in.
K Met deze functie kiest u de beeldkwaliteit.
CARD SETUP Met deze functie formatteert u het kaartje. MONITOR OFF Met deze functie kiest u of de monitor in of uitgeschakeld
(MONITOR ON) moet worden.
• Is de monitor ingeschakeld, dan verschijnt de tekst MONITOR OFF en is de monitor uitgeschakeld, dan de tekst MONITOR ON.
m Deze functie geeft alle op het kaartje opgeslagen beelden
een voor een weer.
MOVIE PLAY Met deze functie geeft u filmbeelden weer. Ook kunt u
indexbeelden maken van de afzonderlijke beelden van een reeks filmbeelden.
INFO Met deze functie bepaalt u hoeveel informatie die in de
monitor moet worden getoond.
u Deze functie toont in de monitor een histogram dat de
helderheidverdeling van een stilstaand beeld laat zien.
Stand Fotograferen
Stand Weergeven
Snelmenu’s (Fotograferen / Weergeven)
Gebruik van de menu’s
NL18
Het functiemenu MODE MENU (Fotograferen)
Tabblad CAMERA
PICSET
CARD
ISO
CAMERA
DRIVE
SCENE
OFF
AUTO
0.0
Het functiemenu MODE MENU bestaat uit vier (4) tabbladen. Om een tabblad te selecteren en de daarbij behorende functies weer te geven, drukt u op a of c.
SCENE * Uit dit functiemenu kiest u de fotofunctie die u wilt gebruiken: (Motiefprogramma) l, k, o of j.
Y
/<
Met deze functie stelt u de camera in of u de sluiter door de zelf­ontspanner of door de afstandsbediening wilt laten ontspannen.
DRIVE Bij deze functie kiest u uit o (enkelbeeldopname), (Sluiterfunctie) j (repeterende opnamen), k (repeterende opnamen
met autofocus) en BKT (auto bracketing = automatische proefbelichting).
ISO Met deze functie stelt u de ISO-equivalente gevoeligheid van de
camera in.
w Met deze functie stelt u de lichtopbrengst van de flitser in.
NOISE REDUCTION Deze functie vermindert de ruis in beelden die ontstaat bij (Ruisonderdrukking)
lange belichtingen wanneer u bij weinig licht fotografeert.
DIGITAL ZOOM Met deze functie kunt u het optische zoombereik tot maximaal (Digitaal zoomen) circa 12x vergroten.
FULLTIME AF Deze functie houdt het beeld doorlopend scherp, zonder dat u (Continu AF) daarvoor de ontspanknop half hoeft in te drukken.
ACCESSORY Deze functie moet u activeren wanneer u een onderwater (Accessoire) camerahuis gaat gebruiken.
R Door deze functie te activeren kunt u geluid bij stilstaande
beelden opnemen.
% Met deze functie kunt u onderwerpen op slechts 4 cm afstand
van de camera fotograferen.
Tabblad CAMERA
Tabblad CARD (Kaartje)
Tabblad PICTURE (Beeld)
Tabblad SETUP (Instellen
* De functie SCENE kunt u alleen selecteren door de functieknop in de stand SCENE te zetten.
Deze instructies dienen uitsluitend als snelle en beknopte naslag. Voor meer details van de in deze handleiding beschreven camerafuncties raadpleegt u de “Reference Manual“ van de camera, op de bij de camera geleverde CD-ROM.
Gebruik van de menu’s
NL 19
Tabblad CARD
CARD SETUP Deze functie heeft u nodig om een kaartje te formatteren.
Tabblad SETUP
ALL RESET Hiermee stelt u in of de huidige camera instellingen opgeslagen (Alles annuleren) moeten worden als u de camera uitschakelt.
W Met deze functie stelt u de taal in voor de tekst in het scherm.
PW ON / Met deze functie stelt u in of het inschakel / uitschakel scherm OFF SETUP in de monitor moet worden weergegeven of stelt u het volume (Inschakel / in van het geluid dat klinkt wanneer u de camera in of Uitschakel instelling)
uitschakelt.
REC VIEW Met deze functie stelt u in of het beeld in de monitor moet (Beeldweergave) verschijnen tijdens het opslaan ervan.
8 Met deze functie schakelt u het pieptoontje (voor waarschu
wingen, enzovoort) in en uit of stelt u het volume in.
SHUTTER SOUND Met deze functie stelt u het geluid in dat de camera laat horen (Sluitergeluid) wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt en stelt u het volume
in.
Tabblad PIC(TURE)
K Met deze functie stelt u beeldkwaliteit in.
WB (Witbalans) Met deze functie stelt u de witbalans in op de lichtbron. SHARPNESS Met deze functie stelt u de scherpte van het beeld in.
(Beeldscherpte) CONTRAST Met deze functie stelt u het contrast van het beeld in.
(Beeldcontrast)
PANORAMA Bij gebruik van geheugenkaartjes van het merk Olympus (Panoramaopnamen)
CAMEDIA kunt u met deze functie panoramaopnamen samenstellen.
2 IN 1 Hiermee kunt u twee achtereenvolgens gefotografeerde
stilstaande beelden tot één beeld combineren.
FUNCTION (Functie) Met deze functie stelt u in welk effect aan beelden wordt
meegegeven – BLACK & WHITE (Zwart-wit), SEPIA.
INFO Met deze functie geeft u aan of alle fotografische informatie, (Informatieweergave)
zoals sluitertijd en witbalans, of alleen de minimale informatie moet worden getoond.
u Met deze functie kan bij stilstaande beelden een histogram in
het monitorbeeld worden getoond dat de helderheidverdeling laat zien.
Gebruik van de menu’s
NL20
De tijdens het weergeven van stilstaande beelden in het functiemenu MODE MENU beschikbare functies wijken af van de functies die beschikbaar zijn tijdens het weergeven van filmbeelden. Om een tabblad te selecteren en de daarbij behorende functies weer te geven, drukt u op a of c.
CARD
SET
CARD SETUP
SET
0
PLAY
EDIT
CARD
Tijdens weergeven van filmbeelden
Tijdens weergeven van stilstaande beelden
Tabblad PLAY
y Met deze functie draait u het beeld 90 graden met de wijzers
van de klok mee (+90°) of tegen de wijzers van de klok in (–90°) en geeft u het gedraaide beeld weer.
< Met deze functie slaat u afdrukgegevens op op het kaartje. R Met deze functie voegt u geluid toe aan reeds gefotografeerde
stilstaande beelden.
SLEEP Met deze functie stelt u de tijd in die moet verstrijken voordat (Sluimerfunctie) de camera de sluimerstand aanneemt.
MY MODE SETUP Met deze functie legt u uw voorkeursinstellingen vast. (Voorkeursfunctie instellen)
FILE NAME Met deze functie bepaalt u hoe bestanden en mappen met (Bestandsnaam) beelden wordt opgeslagen.
PIXEL MAPPING Deze functie controleert de CCD en de beeldbewerkingfuncties (CCD controle) op fouten.
s Met deze functie stelt u de helderheid van de monitor in.
Met deze functie stelt u datum en tijd in.
VIDEO OUT (Video Met deze functie kiest u als televisiesysteem NTSC of PAL in, uitgangssignaal) overeenkomstig het ter plaatse gebruikte soort TV-signaal.
SHORT CUT Met deze functie neemt u door u te selecteren functies op in (Snelmenu) de snelmenu’s van het hoofdmenu.
Het functiemenu MODE MENU (Weergeven)
NL 21
Gebruik van de menu’s
Tabblad SETUP
ALL RESET Met deze functie stelt u in of de actuele camera-instellingen (Alles annuleren) wel of niet bewaard moeten blijven als u de camera uitschakelt.
W Met deze functie stelt u de taal in voor de tekst in het scherm.
PW ON/OFF SETUP Met deze functie stelt u in of het inschakel / uitschakel scherm (Inschakel / in de monitor moet worden weergegeven of stelt u het volume Uitschakel instelling)
in van het geluid dat klinkt wanneer u de camera in of uitschakelt.
8 Met deze functie schakelt u het pieptoontje (voor waarschuwin-
gen, enzovoort) in en uit of stelt u het volume in.
VOLUME Met deze functie stelt u het volume in van het weergegeven
geluid.
s Met deze functie stelt u de helderheid van de monitor in.
Met deze functie stelt u datum en tijd in.
VIDEO OUT (Video- Met deze functie kiest u als televisiesysteem NTSC of PAL in, ouitgangssignaal) overeenkomstig het ter plaatse gebruikte soort TV-signaal.
G Met deze functie stelt u het aantal beelden in waaruit het
indexbeeld moet bestaan.
Tabblad CARD
CARD SETUP Met deze functie wist u alle op het kaartje opgeslagen beeldma-
teriaal of formatteert u het kaartje.
Tabblad EDIT
Q Met deze functie maakt u het beeld kleiner en slaat dat kleinere
beeld op als een nieuw beeld.
h (Volautomatisch fotograferen)
Bij deze makkelijk te gebruiken auto­matische functie kiest de camera de optimale belichting en scherpstelling. Speciale functies zoals lichtopbrengst van de flitser of sluiterfuncties kunt u niet instellen. Dit is de eenvoudigste van alle fotofuncties.
i (Portret)
Met deze functie maakt u portretfoto’s van personen waarbij het onderwerp scherp wordt afgebeeld tegen een wazige achtergrond. De camera kiest automatisch de optimale fotografische instellingen.
m (Nachtscène)
Deze functie is speciaal bedoeld voor het ’s avonds of ’s nachts fotograferen van scènes buitenshuis. Fotografeert u bijvoorbeeld ’s nachts een straat met een van de andere functies, dan levert dat door gebrek aan licht een donker beeld met wat lichtpuntjes van de straatverlichting op. Maar gebruikt u deze functie, dan wordt die straat herkenbaar vastgelegd. De camera kiest automatisch de voor dit soort opname optimale fotografische instellingen. Omdat een lange sluitertijd wordt ingesteld, moet u de camera stil houden door hem op een statief te zetten.
Fotograferen
NL22
Fotofuncties
Afhankelijk van de lichtomstandigheden en het effect dat u tijdens het fotograferen van stilstaande beelden wilt bereiken, kiest u de gewenste functie door verdraaien van de functieknop (en voor zover nodig ook door instellen van de functies van het functiemenu MODE MENU).
• Het is mogelijk dat door verdraaien van de functieknop van bepaalde instellingen de instellingen af fabriek worden hersteld; ook al heeft u voor de functie ALL RESET (Alles annuleren) de optie OFF (Uit) geselecteerd.
g
SCENE
Functieknop
Opmerkin
SCENE (Motiefprogramma’s)
Vanuit deze functie kunt u een van de onderstaande beschikbare fotofuncties kiezen.
• In het MODE MENU kunt u de functie SCENE alleen kiezen als de functieknop in de stand SCENE staat.
• Het is handig om SCENE toe te kennen aan het snelmenu, u kunt de functie dan snel activeren.
l Landschap + Motiefprogramma
Deze functie is geschikt voor het fotograferen van landschappen en andere scènes buitenshuis. Deze functie, die heldere, scherpe en uitstekend gedetailleerde beelden levert, is bij uitstek geschikt voor natuurlijk ogende landschappen.
k Landschap + Portret
Deze functie is bijzonder geschikt om er zowel uw onderwerp als de achtergrond mee vast te leggen. In de opname die u ermee maakt wordt zowel de achtergrond als het onderwerp op de voorgrond scherp afgebeeld. De camera kiest automatisch de optimale fotografische instellingen.
o Zelfportret
Met deze functie kunt u een zelfportret maken waarbij u zelf de camera vasthoudt. Richt u de camera op uzelf, dan stelt hij zich scherp op uw persoon. De camera kiest automatisch de voor dit soort opnamen optimale fotografische instellingen. Zoomen is met deze functie niet mogelijk.
j Sport
Met deze functie fotografeert u snel bewegende actie zonder bewegingsonscherpte. Hierbij kiest de camera automatisch de optimale fotografische instellingen.
Fotograferen
NL 23
Fotograferen
NL24
Kleinere diafragmawaarde (F-getal)
Grotere diafragmawaarde
(F-getal)
n Filmbeelden fotograferen
Deze functie gebruikt u voor het vastleggen van bewegende beelden. De camera stelt daarbij diafragma en sluitertijd automatisch in.
r My Mode (Mijn voorkeurfunctie)
Met deze functie kunt u de instellingen die u met de hand maakt vastleggen in de functie r van de functieknop, zodat u op elk gewenst moment weer uw eigen voorkeurfuncties kunt activeren. Ook kunt u, als u dat wilt, de actuele instellingen die u in de fotofuncties
P, A, S en M gebruikt
overbrengen naar de functie r om ze daarin vast te leggen.
P Programmagestuurd fotograferen
Met deze functie fotografeert u stilstaande beelden waarbij de camera diafragma en sluitertijd instelt. Andere functies, zoals flitserfuncties en witbalans, kunt u met de hand instellen.
A Diafragmavoorkeuze
Bij deze functie stelt u het diafragma met de hand in. De camera kiest daarbij automatisch de juiste sluitertijd. Verlaagt u de diafragmawaarde (het F-getal), dan stelt de camera zich over een kleinere afstand scherp en krijgt het gefotografeerde beeld een wazige achtergrond. Stelt u daarentegen een grotere diafragmawaarde in, dan stelt de camera zich scherp over een grotere afstand, die zich zowel vóór als achter het onderwerp uitstrekt, zodat in het gefotografeerde beeld zowel het onderwerp als de achtergrond scherp wordt afgebeeld.
S Sluitertijdvoorkeuze
Bij deze functie stelt u de sluitertijd met de hand in. De camera kiest daarbij automatisch het juiste diafragma. De sluitertijd kiest u aan de hand van de onderwerp en het effect dat u in uw opname wilt bereiken.
M Handinstelling
Bij deze functie stelt u diafragma en sluitertijd met de hand in. Om de belichting te controleren, volgt u de aanwijzingen van de belichtingsafwijking. Met deze functie heeft u volledige creatieve controle over de belichting, zodat u exact die instellingen kunt maken die u nodig heeft om het nagestreefde soort effect te realiseren, onverschillig of dat bij de optimale belichting gebeurt of niet.
Fotograferen
NL 25
Door een kortere sluitertijd in te stellen, legt u snel bewegende acties vast zonder bewegingsonscherpte. Het onderwerp wordt helder en scherp afgebeeld, alsof het niet beweegt.
Stelt u een langere sluitertijd in, dan wordt het onderwerp wazig afgebeeld, wat voor een bewegingsimpressie in de opname zorgt.
P 1/800 F2.8 +0.3
HQ
2816x2112
Fotograferen
NL26
AF-teken
Aantal stilstaande beelden dat nog kan worden opgeslagen
Geheugen-
indicator
Stilstaande beelden fotograferen met de monitor
Tijdens het fotograferen ziet u in de monitor exact het beeld zoals de camera dat daadwerkelijk vastlegt. Ook kunt u de opnamestatus, zoals diafrag­mawaarde en sluitertijd controleren.
1
Schuif de lenskap helemaal open.
• De indicatie-LED Camera ingeschakeld licht op en de monitor wordt ingeschakeld. Schakelt de monitor niet in, dan opent u het hoofdmenu door op de OK/MENU-knop e te drukken en selecteert u de optie MONITOR ON.
2
Richt het AF-teken op uw onderwerp terwijl u naar het beeld in de monitor kijkt.
3
Stel scherp op uw onderwerp door de ontspanknop rustig half in te drukken.
• Op het moment dat de groene LED constant blijft branden worden scherpstelling en belichting vastgehouden.
• Oplichten van het functiepictogram # betekent dat de flitser ontsteekt.
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
• Het onderste segment van de geheugen­indicator licht op, de indicatie-LED Dataverkeer knippert en de camera slaat de beelden op op het kaartje.
Ontspanknop
Indicatie-LED Dataverkeer
Indicatie-LED Camera ingeschakeld
Gebruikt u de camera met ingeschakelde monitor, dan betekent dat dat de gebruiksduur van de batterij korter is. U doet er dan ook goed aan de monitor uit te schakelen als u die niet nodig heeft.
SCENE
Beschikbare functies
Fotograferen
NL 27
Uitschakelen van de monitor
U kunt de camera zo instellen dat de monitor wordt ingeschakeld of uitgeschakeld als u de camera inschakelt in de stand Fotografen.
1
Open het hoofdmenu door op de knop e (OK/MENU) te drukken.
2
Druk op de knop c.
3
De monitor wordt uitgeschakeld (MONITOR OFF).
• Om de monitor weer in te schakelen, opent u het hoofdmenu door op de knop e (OK/MENU) te drukken en selecteert vervolgens de functie MONITOR ON met c. Als de monitor is uitgeschakeld, wisselt de functie in het hoofdmenu naar MONITOR ON.
P 1/800 F2.8 +0.3
HQ
2816x2112
P 1/800 F2.8 +0.3
HQ
2816x2112
Gebruik van het autofocusgeheugen
Wilt u een onderwerp fotograferen waarop de camera zich moeilijk kan scherpstellen, dan richt u de camera op een onderwerp op ongeveer dezelfde afstand als het gewenste onderwerp en drukt u de ontspanknop half in. Vervolgens kadert u, met de ontspanknop half ingedrukt en zonder die los te laten, uw opname opnieuw af en drukt daarna de ontspanknop helemaal in.
Fotograferen
NL28
1
Zet de functieknop in de stand Filmbeelden n.
• In de monitor wordt de nog beschikbare opnametijd aangegeven.
2
Kader uw beeldcompositie af terwijl u naar het beeld in de monitor kijkt.
• Met de zoomknop kunt u uw onderwerp vergroten.
3
Start de opname door de ontspanknop helemaal in te drukken.
• Gemeten scherpstelling en belichting worden vastgehouden.
• De oranje LED naast de zoeker licht op.
• Tijdens het fotograferen van filmbeelden, licht het functiepictogram N rood op.
4
Om het fotograferen van filmbeelden te stoppen, drukt u opnieuw op de ontspanknop.
• Wanneer de beschikbare opnametijd verstreken is, stopt het fotograferen van filmbeelden automatisch.
Inzoomen op een onderwerp (optisch zoomen)
Groothoek: Om uit te zoomen, drukt u de zoomknop naar de W Tele: Om in te zoomen drukt u de zoomknoop naar de T.
Filmbeelden fotograferen
n
Samen met de beelden wordt ook geluid opgenomen. Scherpstelling en zoominstelling worden vastgehouden. Verandert de afstand tot het onderwerp, dan kan dat de scherpstelling nadelig beïnvloeden. Optisch zoomen is niet mogelijk.
Beschikbare functies
Beschikbare functies
Fotograferen
NL 29
1
Druk zo vaak op flitserfunctieknop # tot het functiepictogram van de gewenste flitserfunctie verschijnt.
2
Maak de opname.
• Als de oranje LED en het functiepictogram # (flitser paraat) constant branden, is de flitser gebruiksklaar.
• Drukt u gedurende twee (2) seconden niet op de flitserfunctieknop #,
dan verdwijnt het selectiescherm.
Gebruik van de flitser
Mode indication
Invulflitsen #
Met deze functie ontsteekt de flitser altijd, ongeacht het beschikbare licht. Deze functie is vooral van belang om schaduwen op het gelaat van personen weg te werken of om door kunstlicht (en dan speciaal TL-licht) veroorzaakte kleurverschuivingen te corrigeren.
Flitsen met onderdrukken van rode ogen !
Het felle flitslicht is er de oorzaak van dat de ogen van het onderwerp in de uiteindelijke opname rood gekleurd worden. Deze flitserfunctie vermindert dit verschijnsel aanzienlijk door, voordat de hoofdflits ontsteekt, een aantal inleidende flitsen af te geven. Daardoor kunnen de ogen zich instellen op het felle flitslicht en wordt het verschijnsel rode ogen tot een minimum teruggebracht.
Autoflitsen (Geen functiepictogram)
Bij weinig licht en tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch.
Autoflitsen
!
#$
H SLOW # SLOW
Beschikbare functies
Fotograferen
NL30
Synchronisatie met lange sluitertijd: #SLOW
De flitser ontsteekt, ongeacht de ingestelde sluitertijd, vlak nadat de sluiter volledig geopend is.
Synchronisatie met lange sluitertijd met onderdrukken van rode ogen: HSLOW
Deze functie gebruikt u als u een lange synchronisatietijd wilt gebruiken en tevens rode ogen wilt onderdrukken. Bijvoorbeeld wanneer u een per­soon tegen een helder verlichte nachtelijke achtergrond, fotografeert. Een gewone flitser zou de ogen van de gefotografeerde persoon rood kleuren, maar met de functie Synchronisatie met lange sluitertijd en onderdrukken van rode ogen wordt de achtergrond correct vastgelegd en wordt tegelijk­ertijd het verschijnsel rode ogen verminderd.
Synchronisatie met lange sluitertijd #SLOW HSLOW
De functie synchronisatie met lange sluitertijd werd opgenomen om ook met lange sluitertijden flitsopnamen te kunnen maken. Normaal kunnen bij flits­opnamen, om bewegen van de camera te voorkomen, geen sluitertijden langer dan een bepaalde tijd worden gebruikt. Maar fotografeert u een nachtelijke achtergrond, dan kan een lange sluitertijd het beeld te donker maken. Met synchronisatie met lange sluitertijd is het mogelijk zowel de achtergrond met een lange sluitertijd als het onderwerp met de flitser te fotograferen. Doordat een lange sluitertijd wordt gebruikt moet u ervoor zorgen dat u de camera stil houdt door hem op een statief te zetten. Doet u dat niet dan kan het beeld door bewegen van de camera onscherp worden. Met de camera in de stand
S en M ontsteekt de flitser bij de ingestelde
sluitertijd.
Flitser uit $
De flitser ontsteekt nooit, ook niet bij weinig licht. Deze functie gebruikt u in situaties waarin flitsen niet gewenst of zelfs verboden is. Ook kunt u deze functie gebruiken als u natuurlijk ogende schemeringen of nachtscènes wilt fotograferen.
Fotograferen
NL 31
1
Zet de functieknop in de stand S.
2
Stel de sluitertijd in.
3
Maak de opname.
Voor een kortere sluitertijd, drukt u op a.
Voor een langere sluitertijd, drukt u op c.
1
Zet de functieknop in de stand A.
2
Stel de diafragmawaarde in.
3
Maak de opname.
Voor een hogere diafragmawaarde (F-getal), drukt u op a.
Voor een lagere diafragmawaarde (F-getal), drukt u op c.
Fotograferen met diafragmavoorkeuze – A
Fotograferen met sluitertijdvoorkeuze – S
1
Zet de functieknop in de stand M.
2
Stel diafragmawaarde en sluitertijd in.
3
Maak de opname.
Voor een hogere diafragma-
waarde (F-getal) drukt u op b.
Voor een lagere diafragma­waarde (F-getal) drukt u op d.
Voor een kortere sluitertijd drukt u op a.
Voor een langere sluitertijd drukt u op c.
Fotograferen met handinstelling – M
A
S
M
Beschikbare functies
Beschikbare functies
Beschikbare functies
Fotograferen
NL32
Met deze camera kunt u de helderheid van een onderwerp op twee manieren meten: met een gemiddelde waardemeting met nadruk op het beeldmidden en met een spotmeting.
Gemiddelde waardemeting met nadruk op het beeldmidden
Deze functie meet de helderheid aan een groot beeldvlak en legt daarbij de nadruk op het beeldmidden. Deze methode gebruikt u wanneer u wilt dat ook het omringende beeldvlak de helderheid van het gefotografeerde beeld beïnvloedt.
Spotmeting
Deze meettechniek bepaalt de helderheid van het onderwerp door de lichtmeting binnen het vlak van het AF-teken te verrichten. Met deze functie fotografeert u het onderwerp met optimale belichting, ongeacht de achtergrond verlichting, bijvoorbeeld wanneer het onderwerp te donker wordt afgebeeld als gevolg van tegenlicht. Kiest u als lichtmeetfunctie n& dan kunt u een spotmeting verrichten wanneer u een onderwerp van dichtbij fotografeert.
Selecteren van het lichtmeetvlak
n
1
Druk zo vaak op de knop ( (macro / spot) tot in de monitor het functiepictogram n (spotmeting) of n& (spotmeting + macro-opname) verschijnt.
• Drukt u gedurende twee (2) seconden niet op de knop (, dan verdwijnt het selectiescherm.
2
Maak de opname.
Beschikbare functies
Fotograferen
NL 33
Met de functie Macro-opname kunt u, door de zoomknop tot in de uiterste T-stand te drukken, onderwerpen op een afstand van slechts 30 cm fotograferen. Op die manier fotografeert u kleine voorwerpen beeldvullend. Omdat de lichtmeting aan het beeldmidden (binnen het AF-teken) wordt uitgevoerd en een optimale belichting wordt verkregen als de functie n& wordt ingesteld, bent u van geslaagde opnamen verzekerd.
Macro-opnamen – Dichtbij-opnamen
&
1
Druk zo vaak op de knop ( (macro / spot) tot in de monitor het functiepictogram & (spotmeting) of n& (spotmeting + macro­opname) verschijnt.
• Drukt u gedurende twee (2) seconden niet op de knop (, dan verdwijnt het selectiescherm.
2
Maak de opname terwijl u in de monitor naar uw onderwerp kijkt.
Normale opname
Macro-opname
Compenseert de belichting in positieve ( + ) zin (het beeld wordt helderder).
Compenseert de belichting
in negatieve ( – ) zin
(het beeld wordt donkerder).
1
Stel de belichtingscompensatie waarde met b of d.
Soms bereikt u betere resultaten wanneer u de door de camera ingestelde belichting met de hand bijstelt (compenseert). U kunt de belichting compenseren door de gewenste compensatiewaarde te selecteren. Nadat u de belichting gecompenseerd heeft, kunt u de belichting controleren in de monitor.
Belichting
Beschikbare functies
Beschikbare functies
Beelden weergeven
NL34
Stilstaande beelden weergeven
1
Druk, met de lenskap gesloten, op de knop q (Weergeven).
• De monitor wordt ingeschakeld met daarin het laatst gefotografeerde beeld (Enkelbeeldweergave).
• Drukt u met de camera in de stand Fotograferen op de knop q (Weergeven), dan zet u de camera daarmee meteen in de stand Weergeven.
2
Wilt u andere beelden weergeven, dan kiest u die met de pendelnop.
• Filmbeelden zijn gemarkeerd met het functiepictogram n.
3
Om de functie Weergeven uit te schakelen drukt u op de knop q (Weergeven).
• Daarmee schakelt u monitor en camera uit.
• Zet u, zoals beschreven in stap 1, de camera vanuit het stand Fotograferen in de stand Weergeven dan kunt u de camera weer in de stand Fotograferen zetten door op de knop q (Weergeven) te drukken. Dat kunt u overigens ook doen door de ontspanknop half in te drukken.
Filmbeelden weergeven
1
Zet het filmbeeld (gemarkeerd met het functiepictogram n) dat u wilt weergeven in de monitor.
2
Selecteer in het hoofdmenu de functie MOVIE PLAY (Filmbeelden weergeven).
3
Selecteer MOVIE PLAYBACK (Filmbeelden weergeven) door op a of a te drukken. MOVIE PLAYBACK: Geeft de hele reeks filmbeelden opnieuw weer. INDEX : Geeft de reeks filmbeelden weer in de vorm van
indexbeelden die uit negen (9) stilstaande beelden bestaan.
Toont het volgende beeld.
Springt naar het tiende beeld vóór het huidige beeld.
Springt naar het tiende beeld na het huidige beeld.
Toont het voorgaande beeld.
Beelden weergeven
NL 35
4
Start de weergave door op de knop e (OK/MENU) te drukken.
• Aan het einde van de weergegeven reeks filmbeelden verschijnt weer het eerste beeld van de reeks.
• Tijdens de weergave kunt u snel vooruit en achteruit in de beelden
bladeren. d : Snel vooruit Met elke druk op de knop verandert de snelheid in de volgorde: x2
T x20 T x1
b : Snel achteruit Met elke druk op de knop verandert de snelheid in de volgorde: x2
T x20 T x1
5
Aan het einde van de weergave wordt het functiemenu MOVIE PLAY­BACK geopend. De functies daarvan selecteert u met a of c. PLAYBACK (Weergeven):
Geeft de hele reeks filmbeelden opnieuw weer.
FRAME BY FRAME: Geeft de reeks filmbeelden handbediend beeld (Beeld voor beeld) voor beeld weer. EXIT (Afsluiten): Stopt het weergeven van filmbeelden.
6
Start de functie van uw keuze door op de knop e (OK/MENU) te drukken.
• Selecteert u de functie EXIT, dan verschijnt weer de functie MOVIE PLAY. Om de betreffende functie te sluiten, drukt u op de knop b.
Als u de functie FRAME BY FRAME selecteert.
: Geeft het eerste beeld van de reeks filmbeelden weer.
: Geeft het laatste beeld van de reeks filmbeelden weer.
: Met elke druk op de knop geeft u het volgende beeld weer. Houdt u de
knop ingedrukt, dan lopen de filmbeelden constant door.
: Met elke druk op de knop geeft u het voorgaande beeld weer. Houdt u
de knop ingedrukt, dan lopen de filmbeelden constant achteruit door.
: Opent weer het functiemenu MOVIE PLAYBACK (Filmbeelden
weergeven).
a c d
b
e
Beelden weergeven
NL36
1
Zet met de pendelknop het beeld dat u wilt beveiligen in de monitor.
2
Beveilig het beeld door op de knop 0 (Beveiligen) te drukken.
• Het beveiligde beeld is gemarkeerd met het functiepictogram 0.
• Wilt u de beveiliging van een beeld opheffen, dan drukt u opnieuw op de knop 0 (Beveiligen).
Om onbedoeld wissen van belangrijke beelden te voorkomen, doet u er goed aan die beelden te beveiligen. Met de functies Enkelbeeld wissen en Alle beelden wissen kunt u beveiligde beelden niet wissen.
Beelden beveiligen 0
1
Zet met de pendelknop het beeld dat u wilt wissen in de monitor.
2
Druk op de knop S (Wissen).
• In de monitor verschijnt nu het functievenster S ERASE (Wissen).
3
Selecteer de optie YES (Ja) door op a te drukken.
• Wilt u het beeld toch niet wissen, dan annuleert u deze bewerking door op NO (Nee) en dan op de OK/MENU-knop e te drukken.
4
Wis het beeld door op de OK/MENU-knop e te drukken.
• Nu wordt het beeld gewist en het menu verdwijnt uit het beeld.
Met deze functie wist u uitsluitend het in de monitor getoonde beeld. Wilt u nog meer beelden wissen, dan moet u deze functie voor elk van die beelden opnieuw gebruiken.
Een enkel beeld wissen S
1
Selecteer in het hoofdmenu de optie MODE MENU T CARD T CARD SETUP en druk dan op de knop d.
2
Selecteer de functie R ALL ERASE (Alles wissen) door op a te drukken en druk dan op de knop e (OK/MENU).
3
Selecteer de optie YES (Ja) door op a te drukken en druk dan op de knop e (OK/MENU).
• Terwijl alle beelden gewist worden geeft de voortgangsbalk BUSY (Bezig) aan hoever het wissen gevorderd is.
Alle beelden wissen R
NL 37
1
Selecteer in het hoofdmenu de optie CARD SETUP.
1
Selecteer in het hoofdmenu de functie MODE MENU T CARD T CARD SETUP en druk dan op de knop d.
1
Selecteer in het hoofdmenu de functie MODE MENU T CARD T CARD SETUP en druk dan op de knop d. De functie I FORMAT (Formatteren) selecteert u met c, waarna u op de OK/MENU-knop e drukt.
2
Selecteer de optie YES (Ja) door op a te drukken.
3
Start het formatteren door op de OK/MENU-knop e te drukken.
• De voortgangsbalk BUSY (Bezig) geeft aan hoever het wissen gevorderd is.
Met deze functie formatteert u een geheugenkaartje. Door te formatteren bereidt u het geheugenkaartje voor op het opslaan van beeldmateriaal. Voor deze camera verdient het gebruik van Olympus CAMEDIA kaartjes de voorkeur. Voordat u andere dan Olympus kaartjes, of kaartjes die geformatteerd werden op een personal computer, kunt gebruiken moet u ze eerst in deze camera formatteren.
Tijdens het formatteren van het kaartje gaan alle daarop opgeslagen beelden verloren, ook beveiligde beelden. Voordat u een gebruikt kaartje gaat formatteren moet u zich ervan overtuigen dat daarop geen beelden zijn opgeslagen die u eigenlijk wilt bewaren.
Formatteren (CARD SETUP)
Beschikbare functies
Beschikbare functies
Beschikbare functies
Afdrukreserveringen / Rechtstreeks printen
NL38
DPOF is de afkorting van Digital Print Order Format en is de norm die
gebruikt wordt voor het vanuit digitale camera’s opslaan van automatische printinformatie. Als u specificeert welke beelden geprint moeten worden, kan dat op eenvoudige wijze gebeuren door een fotospeciaalzaak die over DPOF-faciliteiten beschikt. Overigens kunt u dat ook doen op een eigen DPOF-compatibele printer.
Alle beelden reserveren
Deze optie selecteert u als u alle op het kaartje opgeslagen beelden wilt printen. Daarvoor selecteert u het gewenste aantal kopieën en of de datum wel of niet geprint moet worden.
Enkel beeld reserveren
Deze optie kiest u wanneer u alleen geselecteerde beelden wilt printen. Ook kunt u met deze functie het gewenste aantal kopieën en de datum/tijd instellingen wijzigen. Zet het beeld dat u wilt printen in de monitor en selecteer het gewenste aantal kopieën.
Printgegevens opheffen
Met deze functie kunt u alle op het kaartje opgeslagen printgegevens voor beelden opheffen.
Afdrukreserveringen (DPOF)
Afdrukreserveringen / Rechtstreeks printen
Door de camera met het USB-kabeltje op een PictBridge-compatibele printer aan te sluiten, kunt u de door u gefotografeerde beelden rechtstreeks, en zonder tussenkomst van een computer, printen. PictBridge is de norm voor het aansluiten van digitale camera’s en printers van diverse fabrikaten en voor het rechtstreeks printen van foto’s.
Daarbij kunt u uit de volgende functies kiezen:
PRINT Print het geselecteerde beeld. ALL PRINT Print alle op het kaartje opgeslagen beelden. MULTIPRINT Print een beeld in een meervoudige bladindeling. ALL INDEX Print een index van alle op het kaartje opgeslagen beelden. PRINT ORDER Print de beelden aan de hand van op het kaartje
opgeslagen afdruk reserveringsgegevens. Zijn geen kopieën gereserveerd, dan is deze optie niet beschikbaar.
Rechtstreeks afdrukken (PictBridge)
NL 39
Beschikbare printfuncties en instellingen
Welke printfuncties en printer instellingen, zoals het papierformaat, beschikbaar zijn is afhankelijk van het type printer. Raadpleeg voor meer details de handleiding van de printer.
Voor meer details van de in deze handleiding beschreven camerafuncties raadpleegt u de “Reference Manual“ op de bij deze camera geleverde CD-ROM.
NL40
Beelden overbrengen naar een computer
* Ook als uw computer over een USB-connector beschikt, is het mogelijk dat het
overbrengen van beeldbestanden niet goed functioneert als u een van de hieronder genoemde besturingssystemen gebruikt of wanneer in de computer een USB-uitbrei­dingskaart, enzovoort is ingebouwd.
• Windows 95 / NT 4.0
• Windows 98 / 98 SE opgewaardeerd vanuit Windows 95.
• Mac OS 8.6 of vroeger (met uitzondering van Mac OS 8.6 uitgerust met door de fabriek geïnstalleerd USB MASS Storage Support 1.3.5).
• Het overbrengen van beeldmateriaal is ook niet gegarandeerd voor zelf gebouwde PC’s of PC’s waarin het besturingssysteem niet door de fabriek werd geïnstalleerd.
Sluit u de camera met het bij de camera geleverde USB-kabeltje aan op een computer, dan kunt u de op het kaartje opgeslagen beelden overbrengen naar een computer. Bij sommige besturingssystemen moeten speciale instellingen gemaakt worden voordat u de camera voor de eerste keer op een computer kunt aansluiten. Raadpleeg daarvoor onderstaand schema. Voor details van de in het schema geschetste procedures raadpleegt u de “Reference Manual“ en de “Software Installation Guide“ op de bij de camera geleverde software-CD.
Welk soort besturingssysteem gebruikt u?
Windows 98 / 98 SE
(Second Edition)
Windows 2000
Professional / Me / XP
Mac OS 9.0 – 9.2 / OS X
* Zie hieronder voor OS 8.6
Sluit de camera aan op de computer met het bij de camera geleverde USB-kabeltje
Installeer de USB-driver (stuur-
programma) voor Windows 98
Overtuig u ervan dat de computer de camera herkent
Breng beeldbestanden over naar de computer
Koppel het USB-kabeltje af
• De beelden kunt u bekijken met grafische toepassingen die het bestand­stype JPEG ondersteunen (Paint Shop Pro, Photoshop, enzovoort); Internet browsers (Netscape Communicator, Microsoft Internet Explorer, enzovoort); CAMEDIA Master software of andere software. Raadpleeg voor meer details over het gebruik van in de handel verkrijgbare grafis­che toepassingen de daarbij behorende handleiding.
• Om filmbeelden weer te geven heeft u het programma QuickTime nodig zoals dat voorkomt op de bij de camera geleverde software-CD.
g
Opmerkin
Beelden overbrengen naar een computer
NL 41
• Om beelden te bewerken, moet u die eerst naar uw computer overbrengen. Bewerkt u beelden (door ze te draaien, enzovoort) terwijl ze op een kaartje opgeslagen zijn, dan is het, bepaald door de software, mogelijk dat die beelden verloren gaan.
Voor gebruikers van andere besturingssystemen
Gebruikers van andere besturingssystemen kunnen het bij de camera geleverde USB-kabeltje niet gebruiken om de camera rechtstreeks op een computer aan te sluiten.
• Windows 95 • Windows NT • Mac OS, eerder dan OS 9
Met een optionele PC-kaartadapter kunt u beelden rechtstreeks naar uw computer overbrengen.
Nee
Ja
¥
ß
å
Ja
Nee
¥
Nee
¥
å
Ja
å
Is uw computer voorzien van een USB-interface? USB-connectors zijn gemarkeerd met het pictogram .
Beschikt uw computer over een ingebouwde kaartsleuf?
Raadpleeg uw Olympus leverancier.
Sluit de camera rechtstreeks aan op uw computer met het bij de camera geleverde USB-kabeltje
Gebruik de optionele USB SmartMedia Reader/Writer.
* Bepaalde Card Readers zijn mogelijk
niet compatibel met Mac OS X.
Bezoek voor de meeste recente informatie over de compatibiliteit de Olympus website.
Gebruik de optionele PC-kaartadapter.
* Niet geschikt voor Windows NT 4.0 of
vroeger.
Voor meer details van de in deze handleiding beschreven camerafuncties raadpleegt u de “Reference Manual“op de bij deze camera geleverde CD-ROM. Raadpleeg voor de details van het aansluiten op een PC ook de “Software Installation Guide“ op de software-CD.
Gebruikt u een van de volgende be­sturingssystemen?
• Windows 98
• Windows 2000
• Windows Me
• Windows XP
• Mac OS 9/X
NL42
Foutcodes
Indicaties in de
monitor
NO CARD
U heeft geen kaartje in de camera gezet of het kaartje wordt niet herkend.
Mogelijke oorzaak
Steek het kaartje of een ander kaartje in de camera. Blijft het probleem bestaan, dan moet u het kaartje formatteren. Lukt het niet het kaartje te formatteren, dan kunt u dat kaartje niet meer gebruiken.
CARD ERROR
Er heeft zich een probleem met het kaartje voorgedaan.
Dit kaartje kunt u niet gebruiken. Steek een nieuw kaartje in de camera.
NO PICTURE
Op het kaartje zijn geen foto’s opgeslagen.
Het kaartje bevat geen foto’s. Zet een kaartje met foto’s in de camera.
WRITE PROTECT
Opslaan op het kaartje is niet toegestaan.
Voor het op het kaartje opgeslagen beeld is met een PC de eigenschap Alleen lezen ingesteld. Breng het beeld over naar een computer en hef de instelling Alleen lezen op.
CARD FULL
Er is geen ruimte meer op het kaartje, zodat u geen nieuwe beelden, filmbeelden of informatie zoals formaatwijzigingen, kunt opslaan.
Vervang het kaartje door een ander of wis overbodige beelden. Breng belangrijk beeldmateriaal, voordat u gaat wissen, over naar uw computer.
Oplossing
CARD SETUP
POWER OFF
FORMAT
Indicaties in de
monitor
PICTURE ERROR
Er heeft zich een probleem met het geselecteerde beeld voorgedaan zodat het met deze camera niet weergegeven kan worden.
Mogelijke oorzaak
Breng het beeld over naar een PC en bekijk het beeld met beeldbewerking software. Lukt dat niet, dan is het beeldbestand (gedeeltelijk) beschadigd.
CARD COVER
OPEN
Het deksel van het batterijcompartiment / kaartsleuf staat open.
Sluit het deksel van het batterijcompartiment / kaartsleuf.
Het kaartje is niet geformatteerd.
Formatteer het kaartje. Alle op het kaartje opgeslagen informatie gaat verloren.
Y/ M / D
Als de camera voor het eerst wordt gebruikt of wanneer de camera lange tijd zonder batterij is geweest, worden de standaard datum en tijd af fabriek hersteld.
Stel datum en tijd in.
Oplossing
NL 43
Foutcodes
NL44
Technische gegevens
Soort camera Digitale camera voor het fotograferen en weergeven van beelden. Opslagsysteem
Stilstaande beelden Digitaal opslagsysteem, JPEG (in overeenstemming met Design
Rule for Camera File system – DCF), TIFF (niet gecomprimeerd).
Voldoet aan de Exif 2.2, Digital Print Order Format (DPOF), normen PRINT Image Matching II, PictBridge.
Geluid bij stilstaande Bestandstype Wave. beelden
Filmbeelden QuickTime Motion, JPEG ondersteund. Opslagmedium xD-Picture Cards, 16 MB – 512 MB Resolutie / 2816 x 2112 pixels (TIFF / SHQ / HQ)
Beeldkwaliteit van de 2560 x 1920 pixels (TIFF / SQ1) opgeslagen beelden 2272 x 1704 pixels (TIFF / SQ1)
2048 x 1536 pixels (TIFF / SQ1) 1600 x 1200 pixels (TIFF / SQ1) 1280 x 960 pixels (TIFF / SQ2) 1024 x 768 pixels (TIFF / SQ2)
640 x 480 pixels (TIFF / SQ2)
Aantal beelden dat op Circa 1 beeld (TIFF: 2816 x 2112 pixels) een 32 MB kaartje kan Circa 7 beelden (SHQ: 2816 x 2112 pixels) worden opgeslagen Circa 21 beelden (HQ: 2816 x 2112 pixels) (zonder geluid) Circa 66 beelden (SQ1: 1600 x 1200 pixels, NORMAL)
Circa 398 beelden (SQ2: 640 x 480 pixels, NORMAL)
Aantal effectieve pixels 6.070.000 pixels Beeldopneemelement 15 mm CCD vastestof beeldopneemelement,
6.370.000 pixels (bruto).
Lens Olympus-lens, 7,8 mm – 23,4 mm; f2,8 – f4,8;
7 elementen in 6 groepen (komt overeen met een 38 mm – 114 mm lens van een kleinbeeldcamera).
Lichtmeetsysteem Gemiddelde waardemeting met nadruk op het beeldmidden,
spotmeting
Diafragma W (groothoek): f2,8 – f8,0
T (tele): f4,8 – f8,0
Sluitertijd In combinatie met mechanische sluiter
Stilstaande beelden 1 s – 1/1000 s (In de stand M: 8 s – 1/1000 s.
Met de camera in de stand Nachtscène of bij Synchronisatie met lange sluitertijd: 4 s – 1/1000 s).
Filmbeelden 1/30 s – 1/8000 s. Scherpstelbereik Normaal: 0,5 m – (oneindig).
Macro: 0,2 m – 0,5 m. Supermacro: 0,04 m – 0,2 m.
Zoeker Optische reëelbeeld zoeker. Monitor 45 mm TFT LCD-kleurenmonitor. Circa 134.000 pixels. Autofocus Dubbel autofocussysteem (contrastdetectiesysteem, passief
autofocussysteem).
NL 45
Technische gegevens
Connectors Gelijkspanningsconnector DC-IN; USB-connector (Mini B),
uitgangsconnector A/V OUT.
Automatische kalender Tot en met het jaar 2099. systeem
Bedrijfscondities
Temperatuur Tijdens bedrijf: 0 °C tot 40 °C
Tijdens opslag: – 20 °C tot 60 °C
Relatieve Tijdens bedrijf: 30 % tot 90 %
vochtigheid Tijdens opslag: 10 % tot 90 % Elektrische voeding Uitsluitend geschikt voor OLYMPUS lithium-ionbatterij LI-10B/12B.
Door OLYMPUS voorgeschreven lichtnetadapter (optioneel).
Afmetingen 99,5 mm x 58,5 mm x 41,5 mm (b x h x d).
Niet gemeten over uitstekende delen.
Massa (gewicht) 194 g (zonder batterij / kaartje).
Wijzigingen in technische gegevens en uitvoering voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving of enige verplichting van de zijde van de fabrikant.
Voor uw eigen veiligheid
Om u van jarenlange betrouwbare en plezierige werking van uw nieuwe camera te verzekeren, leest u deze handleiding aandachtig door. Berg deze handleiding op een zodanige plaats op, dat u hem later altijd nog eens kunt raadplegen.
In het geval van problemen
• Gebruik de camera niet meer als deze niet correct werkt. Haal de batterijen er onmiddellijk uit of
trek de lichtnetadapter uit het stopcontact en neem contact op met uw leverancier of een erkend Olympus Service Center.
• Wijzigingen in deze publicatie voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
• Heeft u vragen of treft u fouten of weglatingen aan, aarzel dan niet contact met ons op te nemen.
Juridische en andere kanttekeningen
• Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid betreffende enigerlei schade of derving van
verwachte inkomsten uit het gebruik van dit product conform de wet, of verzoeken van derden, welke voortvloeien uit oneigenlijk gebruik van dit product.
• Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid betreffende enigerlei schade of derving van
verwachte inkomsten uit het gebruik van dit product conform de wet, welke voortvloeien uit het verloren gaan van beeldmateriaal.
Garantiebepalingen
• Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid, noch uitdrukkelijk noch stilzwijgend, voor of
betreffende enig deel van de inhoud van deze tekst of van de software, en kan op generlei wijze aansprakelijk worden gesteld voor enige daarin veronderstelde garantie voor wat betreft de verkoopbaarheid of de geschiktheid voor enig specifiek doel of voor enige daaruit voortvloeiende, bijkomende of indirecte schade (met inbegrip van maar niet beperkt tot derving van zakelijke inkomsten, onderbreking van zakelijke activiteiten en verlies van zakelijke informatie) die zouden kunnen voortvloeien uit het gebruik van of niet kunnen gebruiken van deze teksten, van software of apparatuur. Bepaalde landen aanvaarden niet de uitsluiting of beperking van de aansprake­lijkheid voor volgschade of bijkomstige schade zodat de hierboven genoemde beperkingen daar niet van toepassing zijn.
• Alle rechten op deze handleiding voorbehouden door Olympus.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
NL46
LET OP
GEVAARLIJKE ELEKTRISCHE
SPANNING NIET OPENEN
LET OP: VERWIJDER, OM HET GEVAAR VAN EEN ELEKTRISCHE SCHOL TE VERMIJDEN NIET
DE KAP (OF DE ACHTERWAND). IN HET INWENDIGE BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DE GEBRUIKER KAN REPAREREN. RAADPLEEG ERKEND OLYMPUS SERVICE PERSONEEL, VOOR HET UITVOEREN VAN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN.
Een driehoek met daarin een bliksemschicht met pijlpunt, wijst de gebruiker op de aanwezigheid van ”gevaarlijke open spanningen” die zo hoog kunnen zijn dat ze gevaarlijke elektrische schokken veroorzaken.
Een driehoek met daarin een uitroepteken wijst de gebruiker op de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhouds­instructies (service) in de bij dit apparaat behorende litteratuur.
WAARSCHUWING:
STEL HET APPARAAT, OM HET GEVAAR VAN BRAND
ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMIJDEN, NOOT BLOOT AAN WATER
EN GEBRUIK HET OOK NIET IN EEN VOCHTIGE OMGEVING.
Waarschuwing
Zonder vooraf verkregen toestemming fotograferen of gebruiken van materiaal waarop het auteurs­recht van toepassing is, kan schending van het auteursrecht tot gevolg hebben. Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor zonder vooraf verkregen toestemming fotograferen,
gebruiken
of van andere handelingen die de rechten van de houders van het auteursrecht schenden.
Iets over het auteursrecht
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze handleiding of van de software mag zonder vooraf verkregen schriftelijke toestemming van Olympus op enigerlei wijze of langs welke elektronische of mechanische weg dan ook, met inbegrip van fotokopiëren, het langs elektronische weg vastleggen en het gebruik van informatieopslag en informatiezoeksystemen, worden gebruikt of gereproduceerd. Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de in deze handleiding of in de software besloten informatie, of voor schade die kan voortvloeien uit het gebruik van de in deze handleiding of in de software besloten informatie. Olympus behoudt zich het recht voor de uitvoering en de inhoud van deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving of enige verplichting.
Voor klanten in Europa
Het waarmerk “CE“ garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de Europese Unie voor wat betreft veiligheid, gezondheid, milieubehoud en persoonlijke veiligheid van de gebruiker.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Lees de hele handleiding – Lees voordat u het apparaat gaat gebruiken, de hele handleiding
door. Voor meer informatie over accessoires zoals de lithium-ion batterij, laadapparaat en lichtnetadapter raadpleegt u de bij deze producten geleverde gebruiksaanwijzingen.
Bewaar de handleiding – Bewaar de veiligheidsinstructies en gebruiksaanwijzingen, zodat u ze
later nog eens kunt raadplegen.
Besteed aandacht aan waarschuwingen – Lees alle waarschuwingsstickers op het apparaat en
volg de aanwijzingen en die in de handleiding ook daadwerkelijk op.
Volg de aanwijzingen op – Volg alle bij het apparaat gegeven aanwijzingen op.
Algemene voorzorgsmaatregelen
NL 47
Reinigen – Trek altijd de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u het apparaat
schoonmaakt. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek. Gebruik nooit vloeistoffen, spuitbussen of organische oplosmiddelen om het apparaat te reinigen.
Accessoires – Gebruik voor uw eigen veiligheid en om beschadiging van het apparaat te
voorkomen, uitsluitend de door Olympus geadviseerde accessoires.
Water en vocht – Gebruik dit apparaat nooit in de buurt van water (in de buurt van het bad,
het keukenaanrecht, de wasmachine, in vochtige kelders, bij het zwembad of in de regen). Raadpleeg voor voorzorgsmaatregelen met betrekking tot producten met een waterbestendig ontwerp ook de gedeeltes over de weersbestendigheid in de betreffende handleiding.
Plaats – Plaat het apparaat, om beschadiging ervan en persoonlijk letsel te voorkomen, nooit op
een instabiel vlak, statief, schap, tafel of wagentje. Gebruik uitsluitend een stevig statief, vlak of schap. Volg de aanwijzingen op die beschrijven hoe het apparaat moet worden opgesteld en gebruik uitsluitend het door de fabrikant geadviseerde bevestigingsmateriaal.
Voedingsbronnen – Sluit dit apparaat uitsluitend aan op de voor dit apparaat beschreven
voedingsspanning. Kent u de voedingsspanning bij u thuis niet, raadpleeg dan de elektriciteits­maatschappij. Raadpleeg de handleiding als u het apparaat op batterijen wilt laten werken.
Aarde, polarisatie – Als dit apparaat met een optionele lichtnetadapter kan worden gebruikt, dan
is die adapter mogelijk voorzien van een gepolariseerde netstekker (een stekker waarvan een pen iets dikker of breder is dan de andere). Een dergelijke stekker past maar op één manier in het stopcontact. Lukt het niet de stekker in het stopcontact te steken, dan keert u de stekker om en probeert het nog eens. Lukt het ook dan niet, neem dan contact op met een elektro­monteur en laat het stopcontact vervangen.
Bescherming van het netsnoer – Leg het netsnoer zo dat er niet overheen gelopen kan worden.
Zet nooit zware voorwerpen op het netsnoer en wikkel het snoer ook niet om de poot van een stoel of tafel. Houd de ruimte rond het stopcontact en rond de netaansluiting van het apparaat vrij van andere lichtnetadapters en andere netsnoeren.
Onweer – Begint het te onweren terwijl u de lichtnetadapter gebruikt, trek dan de lichtnetadapter
onmiddellijk uit het stopcontact. Trek om beschadiging van de lichtnetadapter door onver­wachte spanningspieken te voorkomen, altijd de lichtnetadapter uit het stopcontact en koppel hem ook af van de camera als die niet wordt gebruikt.
Overbelasting – Zorg ervoor dat u nooit stopcontacten, verlengsnoeren, verdeeldozen of andere
aansluitpunten overbelast door er te veel apparaten op aan te sluiten.
Vreemde voorwerpen, gemorste vloeistoffen – Om persoonlijk letsel als gevolg van brand of
elektrische schokken als gevolg van aanraking van interne hoge spanningen te voorkomen, mogen nooit metalen voorwerpen in het apparaat worden gestoken. Gebruik het apparaat ook niet als de kans bestaat dat er vloeistof over gemorst wordt.
Warmte – Gebruik en berg het apparaat niet op in de buurt van warmtebronnen zoals radiotoren,
warmtebuffers, kachels of andere soorten apparatuur of huishoudelijke apparaten, waaronder ook stereoversterkers, die warmte produceren.
Service – Laat servicewerkzaamheden uitsluitend verrichten door erkend servicepersoneel.
Door het huis van het apparaat te openen of het te demonteren, stelt u zich mogelijk bloot aan gevaarlijke hoge spanningen.
Schade die service nodig maakt – Gebruikt u de optionele lichtnetadapter en constateert u een
van de hieronder vermelde situaties, trek dan de lichtnetadapter uit het stopcontact en laat de vereiste service verrichten door erkend servicepersoneel: a) Als vloeistof over het apparaat is gemorst of als er een of ander voorwerp op is gevallen. b) Het apparaat is blootgesteld geweest aan water. c) In weerwil van het feit dat de gebruiksaanwijzingen nauwgezet werden opgevolgd, werkt het
apparaat niet normaal. Gebruik uitsluitend de in de gebruiksaanwijzing beschreven bedienings­organen omdat onjuist instellen van andere bedieningsorganen het apparaat kan beschadigen
en ingrijpende reparaties door een erkend service technicus nodig kunnen maken. d) Het apparaat is gevallen of op een of andere manier beschadigd geraakt. e) Het apparaat vertoont een duidelijk afwijkende werking.
Vervangende onderdelen – Zijn vervangende onderdelen nodig, overtuig u er dan van dan het
servicecenter uitsluitend onderdelen gebruikt met dezelfde karakteristieke eigenschappen als de originele en door de fabrikant aanbevolen onderdelen.
Veiligheidscontrole – Vraag de servicetechnicus die de service of reparatie heeft uitgevoerd een
veiligheidscontrole uit te voeren, teneinde vast te stellen dat het apparaat weer naar behoren functioneert.
NL48
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Wordt dit apparaat gebruikt zonder acht te slaan op de onder dit pictogram verstrekte informatie, dan kan dat ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
GEVAAR
Wordt dit apparaat gebruikt zonder acht te slaan op de onder dit pictogram verstrekte informatie, dan kan dat letsel, of de dood tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
Wordt dit apparaat gebruikt zonder acht te slaan op de onder dit pictogram verstrekte informatie, dan kan dat licht persoonlijk letsel, beschadiging van de apparatuur of verlies van waardevol beeldmateriaal tot gevolg hebben.
LET OP
WAARSCHUWING
Omgang met de camera
Gebruik de camera niet in de buurt van brandbare of explosieve gassen.
• Gebruik, om brand of explosies te voorkomen, de camera niet in de buurt van brandbare of explosieve gassen.
Maak geen flitsopnamen van personen (kinderen, kleine kinderen, enzovoort) van dichtbij.
• Let op als u flitsopnamen van dichtbij maakt. Bij het maken van flitsopnamen moet u een afstand tot het gelaat van de gefoto-grafeerde persoon van minstens 1 meter aanhouden, zeker wanneer u baby’s en kleine kinderen fotografeert. De flitser te dicht bij de ogen van de gefotografeerde persoon ontsteken, kan tijdelijk verlies van het gezichtsvermogen tot gevolg hebben.
Houd de camera uit het bereik van kleine kinderen.
• Gebruik en berg de camera altijd op buiten het bereik van kleine kinderen, teneinde onderstaande gevaarlijke situaties en mogelijk ernstig letsel te voorkomen: – Verstrikt raken in de camerariem, wat verstikking tot gevolg kan hebben. – Onbedoeld inslikken van een batterij of van andere kleine onderdelen. – Onbedoeld ontsteken van de flitser voor de eigen ogen of van die van andere kinderen. – Verwond raken door bewegende delen van de camera.
Kijk niet door de zoeker naar de zon of naar andere sterke lichtbronnen.
• Richt de camera, om beschadiging van uw ogen te voorkomen, nooit direct op de zon of op andere extreem heldere lichtbronnen.
Raak de batterij of het laadapparaat tijdens het opladen niet eerder aan dan wanneer het
laden voltooid is en de batterij afgekoeld is.
• Tijdens het opladen worden batterij en laadapparaat heet. Ook de voorgeschreven lichtnetadapter wordt tijdens langdurig gebruik warm. Is dat het geval, dan kunt u oppervlakkige brandplekken oplopen.
Gebruik en berg de camera niet op in stoffige of vochtige ruimten.
• Gebruiken en opbergen van de camera in stoffige of vochtige ruimten kan brand veroorzaken of het gevaar van een elektrische schok opleveren.
Dek de flitser op het moment van ontsteken niet af met de hand.
• Dek de flitser op het moment van ontsteken niet af met de hand en raak hem ook vlak na het ontsteken niet aan. De flitser kan heet zijn en lichte verbrandingen veroorzaken. Vermijd langdurig ononderbroken gebruik van de flitser.
Demonteer de flitser nooit zelf een probeer ook niet de camera aan te passen.
• Probeer nooit de camera te demonteren. In het inwendige ervan bevinden zich hoogspannings­schakelingen die ernstige verbrandingen en elektrische schokken kunnen veroorzaken.
Zorg dat geen water of vreemde voorwerpen in de camera binnendringen.
• Heeft u de camera per ongeluk in het water laten vallen of is er water over gemorst, gebruik de camera dan niet meer, maar laat hem eerst drogen en haal dan pas de batterij eruit. Neem contact op met het dichtstbijzijnde erkende Olympus Service Center.
NL 49
Stop het gebruik van de camera onmiddellijk als u bemerkt dat die een ongewone geur
verspreidt, een ongewoon geluid maakt of als er rook uit komt.
• Als u tijdens gebruik van de camera een ongewone geur of een ongewoon geluid bemerkt of dat er rook uit komt, schakel de camera dan onmiddellijk uit en koppel de lichtnetadapter af (als die is aan-gesloten). Laat de camera enige tijd afkoelen. Neem hem mee naar buiten, uit de buurt van brandbare objecten, en haal de batterij er voorzichtig uit. Haal de batterij in dat geval nooit met de blote hand uit de camera, omdat u in het geval van brand uw handen kunt branden. Neem onmiddellijk contact op met het dichtstbijzijnde Olympus Service Center.
Gebruik de camera niet met natte handen.
• Om gevaarlijke elektrische schokken te vermijden, pakt u de camera nooit vast en bedient u hem niet met natte handen.
Laat de camera niet achter op plaatsen waar hij blootgesteld kan worden aan extreem
hoge temperaturen.
• Doet u dat toch, dan kunnen onderdelen vervormd raken wat onder bepaalde omstandigheden tot gevolg kan hebben dat de camera in brand vliegt. Gebruik het laadapparaat of de lichtnet­adapter niet als die afgedekt is, bijvoorbeeld met een deken. Daardoor kan oververhitting en brand ontstaan.
Behandel de camera met zorg om te voorkomen dat u oppervlakkige brandplekken oploopt.
• Bevat de camera metalen onderdelen, dan kan oververhitting tot gevolg hebben dat u opper­vlakkige brandplekken oploopt. Let ook op de volgende punten: – Bij langdurig ononderbroken gebruik wordt de camera warm. Pakt u de camera in deze
toestand vast, dan kunt u oppervlakkige brandplekken oplopen.
– In ruimten met extreem lage temperaturen kan de temperatuur van het camerahuis lager zijn
dan de omgevingstemperatuur. Draag waar mogelijk handschoenen als u de camera bij lage temperaturen hanteert.
Wees voorzichtig met de camerariem.
• Wees voorzichtig met de camerariem als u de camera met u meedraagt. De riem kan makkelijk ergens achter blijven haken en ernstige schade veroorzaken.
Gebruik uitsluitend de door Olympus voorgeschreven lichtnetadapter.
• Gebruik nooit een willekeurige lichtnetadapter, maar altijd de door Olympus voorgeschreven lichtnet-adapter. Gebruik van een afwijkend type lichtnetadapter kan de camera of de voedingsschakelingen ervan beschadigen of brand veroorzaken. Overtuig u ervan dat de te gebruiken lichtnetadapter geschikt is voor de in uw land gebruikte netspanning. Neem voor meer informatie contact op met het dichtstbijzijnde Olympus Service Center of met de leverancier van uw camera. Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit het gebruik van andere dan door Olympus voorgeschreven lichtnetadapters.
Beschadig niet het netsnoer van de lichtnetadapter
• Trek nooit aan het netsnoer van de lichtnetadapter of van andere accessoires, en pas het snoer ook niet aan. Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u de lichtnetadapter uit het stopcontact trekt. Gebruik de camera onmiddellijk niet meer en neem contact op met het dichtstbijzijnde Olympus Service Center of de leverancier van uw camera: – Het netsnoer heet wordt of rook of een ongewone geur verspreidt. – Het netsnoer doorgesneden of beschadigd is, of de stekkerpennen beschadigd zijn.
LET OP
• Om de hoogtechnologische componenten in deze camera te beschermen, laat u de camera niet achter op onderstaande plaatsen, niet tijdens gebruik van de camera, maar ook niet tijdens opslag. – Plaatsen waar hoge temperaturen en vochtigheden optreden of waar extreme schommelingen
optreden. In het volle zonlicht, aan het strand, in afgesloten auto’s of in de buurt van andere
warmtebronnen (kachels, radiatoren, enzovoort) of luchtbevochtigers. – In zandige of stoffige omgevingen. – In de buurt van brandbare voorwerpen of explosieven.
LET OP DE WERKOMGEVING
NL50
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
– In natte ruimten, zoals badkamers of in de regen. Raadpleeg ook de bijbehorende handleiding
wanneer u producten gebruikt met een waterbestendig ontwerp. – Op plaatsen waar sterke trillingen optreden.
• Laat de camera niet vallen en stel hem niet bloot aan zware schokken of trillingen.
• Verdraai een op een statief geplaatste camera alleen met het balhoofd van het statief. Draai niet aan de camera zelf.
• Raak nooit de elektrische contactpunten aan op de camera’s en uitwisselbare objectieven. Plaats de stofkap wanneer u het objectief verwijdert.
• Leg de camera nooit zo neer dat deze direct naar de zon is gericht. Dit kan beschadigingen tot gevolg hebben van de lens en het sluitergordijn. Andere mogelijke gevolgen zijn kleurverlies, een waas op de CCD-sensor en zelfs brandgevaar.
• Oefen geen overmatig grote druk- of trekkrachten op de lens uit.
• Voordat u de camera voor langere tijd opbergt, haalt u de batterijen er uit. Berg de camera op een koele droge plaats op om condens- en schimmelvorming in het inwendige van de camera te voorkomen. Na een langere bewaarperiode test u de camera door hem in te schakelen en de ontspanknop in te drukken om u ervan te overtuigen dat de camera normaal werkt.
• Houd u altijd aan de bedrijfscondities zoals die gespecificeerd zijn in het handleiding van de camera.
• Bij deze camera heeft u de door Olympus voorgeschreven lithium-ion batterij nodig. Laad de batterijen op met het voorgeschreven type laadapparaat. Gebruik nooit andere laadapparaten.
• Probeer nooit batterijen te verhitten of te verbanden.
• Zorg er voor dat batterijen, wanneer u die opbergt of met u meedraagt, niet in aanraking komen met metalen voorwerpen zoals sieraden, haarpennen, paperclips, enzovoort.
• Leg batterijen nooit op plaatsen waar ze worden blootgesteld aan direct zonlicht of aan hoge temperaturen, zoals in een afgesloten auto, in de buurt van een warmtebron, enzovoort.
• Om te voorkomen dat batterijen gaan lekken of de contacten beschadigd raken, volgt u de aanwijzingen betreffende het gebruik van de batterijen zorgvuldig op. Probeer nooit batterijen uit elkaar te halen of ze op een of andere manier aan te passen, bijvoorbeeld door ze aan elkaar te solderen, enzovoort.
• Als batterijvloeistof in uw ogen terecht is gekomen, wrijf uw ogen dan niet uit maar spoel ze onmiddellijk uit met stromend, schoon water en zoek zo snel mogelijk medische hulp.
• Houd batterijen buiten het bereik van kleine kinderen. Heeft een kind per ongeluk een batterij doorgeslikt, zoek dan onmiddellijk medische hulp.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van batterijen
GEVAAR
Om te voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit raken, ontbranden, exploderen of elektrische schokken of verbrandingen veroorzaken, volgt u de volgende belangrijke richtlijnen op.
• Houd batterijen te allen tijde droog. Breng ze vooral niet in aanraking met zoet of zout water.
• Gebruik uitsluitend de voor dit apparaat aanbevolen batterijen, om te voorkomen dat de batterijen gaan lekken, oververhit raken, brand veroorzaken of exploderen.
• Steek de batterijen altijd zorgvuldig in de camera, zoals dat is beschreven in de gebruiks­aanwijzing. Zet nooit de batterij verkeerd om (met de +/– polen verwisseld) in de camera. Oefen nooit overmatig grote kracht uit als u de batterijen in het batterijcompartiment zet.
• Als de batterij niet binnen de opgegeven tijd is geladen, moet U stoppen.
• Gebruik nooit een batterij die gebarsten of gebroken is.
WAARSCHUWING
NL 51
• Controleer batterijen altijd zorgvuldig op lekken, verkleuringen, vervormingen of andere afwijkingen, voordat u ze in de camera zet.
• Olympus lithium-ion batterijen zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in digitale Olympus-camera’s. Als u wilt weten of u deze batterijen in uw camera kunt gebruiken, raadpleegt u de handleiding van de camera.
• Lithium-ion batterijen moet u altijd laden als u ze voor het eerst gaat gebruiken of als u ze lange tijd achtereen niet gebruik heeft.
• Tijdens langdurig ononderbroken gebruik kan de batterij warm worden. Om oppervlakkige brand­plekken te voorkomen haalt u ze niet onmiddellijk na gebruik uit de camera, maar wacht u even.
• Wordt de camera met batterijen als voedingsbron bij lage temperaturen gebruikt, probeer dan de batterijen en reservebatterijen zo goed mogelijk warm te houden. Batterijen die het bij lage temperaturen laten afweten, herstellen zich weer als de temperatuur weer tot kamertemperatuur stijgt.
• Haal altijd de batterijen uit de camera als u hem voor langere tijd opbergt.
• Lees, voordat u NiMH- of NiCd-batterijen gaat gebruiken, altijd de bijgesloten aanwijzingen.
• Het aantal opnamen dat u kunt maken, is afhankelijk van de opnamecondities en van de batterij.
• Schaf u, voordat u een lange reis gaat maken of naar het buitenland gaat, een ruime voorraad, reservebatterijen aan. Als u op reis bent kan de juiste soort batterij wel eens moeilijk verkrijgbaar blijken.
LET OP
• Bestaat de zoeker van uw camera uit een LCD-monitor, richt hem dan niet op sterke lichtbronnen, zoals de zon, omdat daarbij het inwendige van de zoeker beschadigd kan raken.
• Druk niet met kracht op de LCD-monitor, omdat het beeld wazig kan worden wat resulteert in onjuiste werking tijdens Weergeven of in beschadiging van de monitor.
• Langs de bovenrand en de onderrand van de monitor kan een heldere strook verschijnen, maar dat wijst niet op een defect.
• Wordt in de LCD-monitor van de camera een onderwerp diagonaalsgewijs bekeken, dan kunnen de randen er getrapt uitzien. Dat wijst niet op een defect. In de stand Weergeven valt dit minder op.
• Op plaatsen met een lage temperatuur kan het enige tijd duren voor de LCD-monitor wordt geactiveerd. Ook kan de kleurweergave tijdelijk onjuist zijn. Wanneer u de camera gebruikt onder extreem koude omstandigheden, is het raadzaam om deze zo nu en dan even op een warmere plaats te leggen. Een LCD-monitor die slecht functioneert als gevolg van koude herstelt automatisch bij een normale temperatuur.
• De LCD-monitor is uitgevoerd in hoge precisie technologie. Het is mogelijk dat in de LCD­monitor constant zwarte of lichte stipjes zichtbaar zijn. Als gevolg van de karakteristieke eigenschappen of van de hoek waaronder de monitor bekeken wordt, is het mogelijk dat dergelijke stipjes niet gelijkmatig van kleur en helderheid zijn. Dat wijst niet op onjuiste werking.
LCD-monitor
• Als een batterij tijdens gebruik gaat lekken, verkleurt of vervormd raakt of een of andere andere afwijking gaat vertonen, gebruik de camera dan niet meer, maar neem contact op met uw leverancier of een erkend Olympus Service Center. Voortgezet gebruik kan brand veroorzaken of het gevaar van een elektrische schok opleveren.
• Is weggelekte batterijvloeistof op uw kleding terecht gekozen, dan trekt u het kledingstuk uit en spoelt dat onder stromend, schoon water grondig uit. Komt uw huid in aanraking met batterij­vloeistof, zoek dan onmiddellijk medische hulp.
• Probeer nooit het batterijcompartiment van de camera aan te passen, steek nooit vreemde voorwerpen (anders dan de aanbevolen batterij) in het batterijcompartiment.
• Stel batterijen nooit bloot aan zware schokken of voortdurende trillingen.
NL52
BATTERIJLAADAPPARAAT LI-10C
Het waarmerk “CE“ garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de Europese Unie voor wat betreft veiligheid, gezondheid, milieubehoud en persoonlijke veiligheid van de gebruiker.
Voor klanten in Europa
Belangrijke veiligheidsmaatregelen
In deze gebruiksaanwijzing zijn een aantal pictogrammen afgebeeld. Deze pictogrammen moeten er toe bijdragen dat de gebruikers, hun werkomgeving en eigendommen worden beschermd tegen mogelijk letsel of schade. U doet er goed aan, voordat u deze veiligheidsmaatregelen leest, uzelf vertrouwd te maken met de volgende definities en de betekenis van de diverse pictogrammen.
GEVAAR
Wijst op een gevaarlijke situaties die ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg kan hebben.
WAARSCHUWING
Wijst op situaties of handelingen die ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg kan hebben.
LETOP
Wijst op situaties of handelingen die schade of persoonlijk letsel tot gevolg kunnen hebben.
Pictogrammen die een specifieke handeling verbieden
Pictogrammen die een specifieke handeling vereisen
Verboden Niet demonteren Verplicht
Stekker uit het stopcontact trekken
Kanttekeningen bij het gebruik van het batterijlaadapparaat LI-10C
GEVAAR
• Probeer vooral niet andere dan Olympus lithium-ionbatterijen van het type LI-10B met dit laadapparaat op te laden. Gebruikt u dit laadapparaat voor het opladen van andere batterijen, dan kan dat brand, explosie, lekken van batterijvloeistof of oververhitting tot gevolg hebben.
• Dompel het laadapparaat niet onder in water. Gebruik van het laadapparaat in een natte ruimte of in een vochtige omgeving (bijvoorbeeld in een badkamer) kan brand, oververhitting of een elektrische schok tot gevolg hebben.
• Steek geen metalen draden of soortgelijke objecten in het laadapparaat. Dat kan brand, oververhitting of een elektrische schok tot gevolg hebben.
• Probeer niet de batterij op te laden met plus- en mincontacten verwisseld.
Wij zijn u erkentelijk voor de aanschaf van dit product. Lees voordat u dit product gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van het juiste gebruik ervan te verzekeren. Bewaar deze handleiding als u hem hebt gelezen, op een zodanige plaats dat hem later altijd nog eens kunt raadplegen. Dit apparaat is speciaal bedoeld voor gebruik met een Olympus lithium-ionbatterij van het type LI-10B. Het apparaat is geschikt voor gebruik op de normale netspanning. Wilt u het apparaat in het buitenland gebruiken, dan heeft u waarschijnlijk een verloopstekker nodig. Raadpleeg hiervoor, voordat u op reis gaat, uw reisbureau.
NL 53
• Gebruik of bewaar het laadapparaat niet op zeer warme plaatsen die recht­streeks worden blootgesteld aan zonlicht of aan warmtebronnen in de nabijheid. Dat kan brand, explosie, lekkage, oververhitting of schade tot gevolg hebben.
• Gebruik het laadapparaat niet als dat is afgedekt (bijvoorbeeld met een deken). Dat kan brand, oververhitting of schade tot gevolg hebben.
• Probeer nooit het laadapparaat te modificeren of te demonteren. Beschadiging van de isolatie of van andere veiligheidsvoorzieningen kan brand, oververhitting, een elektrische schok of letsel tot gevolg hebben.
• Let op dat u het laadapparaat met de juiste netspanning (100 – 240 V wissel­spanning) gebruikt. Gebruikt u het laadapparaat op andere netspanningen dan kan dat brand, explosie, oververhitting, elektrische schok of letsel tot gevolg hebben.
• Uit veiligheidsoverwegingen dient u zich ervan te overtuigen dat u de stekker uit het stopcontact getrokken heeft voordat u het laadapparaat gaat onder­houden of reinigen. Steek ook nooit de stekker in het stopcontact met natte handen en trek hem er dan ook niet uit. Dat kan een elektrische schok of letsel tot gevolg hebben.
• Gebruik dit laadapparaat niet als bron voor gelijkspanningen, omdat dat brand of oververhitting tot gevolg kan hebben.
GEVAAR
Niet de­monteren
Stekker uit het stopcontact trekken.
WAARSCHUWING
• Houd het laadapparaat tijdens gebruik niet langdurig vast, omdat dat lichte verbrandingsverschijnselen kan veroorzaken.
• Probeer niet de batterij op te laden als die er op de een of andere manier abnormaal uitziet (bijvoorbeeld vervormingen of lekkage). Dat kan explosie of oververhitting tot gevolg hebben.
• Houd het laadapparaat buiten het bereik van kinderen. Zorg ervoor dat kinderen dit apparaat niet zonder toezicht gebruiken.
• Gebruik het laadapparaat niet tijdens onweer. De door bliksem geïnduceerde spanningen kunnen brand, oververhitting, elektrische schok of schade tot gevolg hebben.
LETOP
• Gebruik het laadapparaat niet als de netstekker beschadigd is of de netstekker niet goed in het stopcontact is gestoken. Dat kan brand, oververhitting, een elektrische schok, kortsluiting of schade tot gevolg hebben.
• Trek de stekker van het laadapparaat uit het stopcontact als u het niet gebuikt om een batterij op te laden. Doet u dat niet, dan kan dat brand, oververhitting of een elektrische schok tot gevolg hebben.
• Maak er een gewoonte van om de stekker vast te pakken als u de stekker uit het stopcontact trekt. Probeer niet het snoer te knikken en zet er ook geen zware voorwerpen op. Dat kan brand, oververhitting, een elektrische schok of schade tot gevolg hebben.
• Gebruik het laadapparaat niet als dat op de een of andere manier niet in orde lijkt. Trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw FUJI­FILM-dealer. Gebruik van het laadapparaat kan brand, oververhitting, een elektrische schok of letsel tot gevolg hebben.
Stekker uit het stopcon­tact trekken.
Stekker uit het stopcon­tact trekken.
Stekker uit het stopcon­tact trekken.
NL54
• Schud het laadapparaat niet als u daar een batterij in gestoken heeft, omdat de batterij er dan uit kan vallen.
• Probeer niet batterijen langer dan 24 uur achtereen op te laden. Dat kan brand, explosie, lekkage of oververhitting tot gevolg hebben.
• Gebruik het laadapparaat uitsluitend binnen het temperatuurbereik van 0 °C tot 40 °C. Doet u dat niet, dan kan dat explosie, lekkage, oververhitting, schade, geringere ladingsgraad of kortere gebruiksduur tot gevolg hebben.
• Zet geen zware voorwerpen op het laadapparaat en leg het ook niet op een instabiel vlak of in een vochtige of stoffige ruimte. Dat kan brand, explosie, lekkage, oververhitting, elektrische schok of letsel tot gevolg hebben.
• Is het opladen van de batterij niet binnen de daarvoor gestelde tijd voltooid (de laadindicator brandt niet groen) dan is er iets niet in orde met het laad­apparaat. In dat geval trekt u de stekker onmiddellijk uit het stopcontact en raadpleegt u de dealer waar u het laadapparaat kocht, of het dichtstbijzijnde serviceagentschap.
• Gebruik of berg het laadapparaat niet op in een instabiele positie. Als het laadapparaat valt, kan dat breken of letsel veroorzaken.
LETOP
BATTERIJLAADAPPARAAT LI-10C
Kanttekeningen bij het gebruik van de lithium-ionbatterij LI-10B
GEVAAR
• Houd de batterij buiten het bereik van kinderen, zodat ze geen batterij kunnen inslikken. Raadpleeg, als per ongeluk een batterij werd ingeslikt, onmiddellijk een arts.
• Kom met de batterij niet te dicht bij open vuur en gooi hem ook niet in het vuur.
• Gebruik of bewaar de batterij niet op hete plaatsen (bijvoorbeeld in het volle zonlicht of in de buurt van warmtebronnen).
• Probeer geen draden aan de batterijcontacten of rechtstreeks aan het huis van de batterij te solderen of de batterij op een andere manier te modificeren.
• Verbindt nooit de plus- en mincontacten van de batterij met elkaar en vermijd aanrakingscontact van de batterijcontacten met metalen voorwerpen, zoals sleutelringen.
• Verbindt de batterij nooit rechtstreeks met een stopcontact of de sigarettenaansteker van de auto.
• Zet de batterij nooit met plus- en mincontacten verwisseld in het laadapparaat. Als de batterij niet makkelijk in het laadapparaat past, forceer dan niets.
• Is weggelekte batterijvloeistof in uw ogen terecht gekomen, spoel die dan onmiddellijk uit met schoon water en raadpleeg onmiddellijk een arts. Doet u dat niet, dan kan de batterijvloeistof blindheid veroorzaken.
WAARSCHUWING
• Stel de batterij niet bloot aan water. Zorg dat de batterijcontacten niet in aanraking komen met water.
• Sla niet op de batterij en gooi er ook niet mee.
• Verwijder niet de batterijomhulling en beschadig die ook niet.
• Gebruik de batterij niet als die er vreemd uitziet, lekt, verkleurd of vervormd is.
• Is weggelekte batterijvloeistof op uw huid of kleding terecht gekomen, was die plaat(sen) dan onmiddellijk af met schoon water. Doet u dat niet, dan kan de vloeistof uw huid aantasten of uw kleding beschadigen.
NL 55
LET OP
• Lithium-ionbatterijen van het type LI-10B zijn speciaal bedoeld voor gebruik in digitale camera’s van Olympus. Gebruik ze vooral niet in combinatie met andere apparaten.
• Overtuig u ervan dat de batterijcontacten schoon zijn voordat u de batterij gaat gebruiken. Vuil op de batterijcontacten kan de stroomdoorgang belemmeren.
• Raak de batterij niet aan als u die zojuist lang achtereen gebruikt heeft. De batterij zal heet zijn, zodat u zich daaraan kunt branden.
Inhoud van het pakket/De verschillende onderdelen
Laadindicator
• Tijdens het opladen brandt de laadindicator rood.
• Als de batterij opgeladen is, wisselt de laadindicator naar groen.
Apparaatstop­contact
Netsnoer
• Het soort netstekker kan per land verschillen.
Handleiding (Dit boekje)
Batterij in het laadapparaat zetten
Let er op dat u de batterij, als afgebeeld, in de juiste stand helemaal in het laadapparaat drukt. De batterij wordt niet opgeladen wanneer plus- en mincontacten van de batterij geen contact maken met die in het laadapparaat, of als de batterijcontacten geen goed elektrisch contact maken. Overtuig u ervan dat de batterij niet schuin omhoog uit het laadapparaat steekt.
Opladen van de batterij
Q Steek de apparaatstekker van het netsnoer in het laadapparaat. W Steek de batterij in het laadapparaat, zoals beschreven in “Batterij in het
laadapparaat zetten“.
E Steek de netstekker in het stopcontact (100 – 240 V, wisselspanning).
De laadindicator licht nu rood op en de batterij wordt opgeladen.
R Wanneer de batterij volledig opgeladen is, wisselt de kleur van de laadindicator
naar groen. Vergeet niet de stekker uit het stopcontact te trekken als de batterij opgeladen is. Haal vervolgens de batterij uit het laadapparaat.
* Het gebruikte soort netstekker is afhankelijk van het land waar u het
laadapparaat kocht.
NL56
Iets over heroplaadbare batterijen
Dit apparaat is speciaal bedoeld voor gebruik met digitale camera’s van Olympus. Sla er de handleiding van de camera op na of de LI-10B geschikt is voor uw camera. Gebruik het laadapparaat nooit in combinatie met andere apparatuur.
Gebruik gloednieuwe batterijen
• Ook als de batterij niet gebruikt wordt, verliest die geleidelijk zijn lading, zodat u een nieuwe batterij moet opladen voordat u hem kunt gebruiken. Ook als de batterij lange tijd niet werd gebruik moet u hem opladen.
Temperatuur
• Gebruik de batterij binnen hetzelfde temperatuurbereik waarbinnen ook de camera gebruikt moet worden. Doet u dat niet, dan kan dat ladingsverlies veroorzaken en de gebruiksduur van de batterij bekorten.
• Het is normaal dat de batterijlading ook binnen dit temperatuurbereik soms afneemt. Het is een karakteristieke eigenschap van batterijen dat de batterijlading bij lage temperaturen afneemt.
• U doet er dan ook goed aan de batterij op de een of andere manier warm te houden
(bijvoorbeeld in uw jaszak), tot het moment dat u hem gaat gebruiken.
Opbergen
• Laat de batterij niet in de camera of in het laadapparaat zitten, als u hem niet gebruikt. Ook als u de batterij niet gebruikt zal er toch altijd een geringe elektrische stroom vloeien, waardoor de lading afneemt. Denkt u de batterij gedurende langere tijd niet te gebruiken, haal hem dan uit het apparaat en berg hem op een koelde droge plaats op.
• Zorg ervoor dat plus- en mincontacten elkaar niet kunnen maken, als u de batterij opbergt. Daardoor zou kortsluiting kunnen ontstaan die oververhitting, verbrandingen of ander letsel tot gevolg kan hebben.
Gebruiksduur
• Naarmate de batterij ouder wordt zal de gebruiksduur na het opladen ervan korter worden. Als u dat vaststelt, kunt u beter een nieuwe batterij kopen.
Recycling
Gebruikte batterijen zijn bronnen van waardevolle grondstoffen. Plak plus- en mincontacten af met isolatieband en lever de batterij in voor recycling. Wilt u een uitgeputte batterij afvoeren, plak de plus- en mincontacten van de batterij dan af met isolatieband, om kortsluiting ervan te voorkomen.
BATTERIJLAADAPPARAAT LI-10C
Opmerkingen:
• Hoewel Olympus het opladen van de batterij garandeert bij luchttemperaturen van 0 °C tot 40°C, doet u er voor het beste resultaat goed aan de batterij op te laden bij temperaturen tussen 10 °C en 30 °C.
• Als de laadindicator rood begint te knipperen, is het mogelijk dat de batterij defect is of niet goed in het laadapparaat werd gestoken.
• Tijdens het opladen wordt de batterij warm, maar dat is normaal en wijst niet op een defect.
• Heeft u het laadapparaat op hetzelfde stopcontact aangesloten als andere elektronische apparatuur (bijvoorbeeld een radio of een TV-ontvanger), dan is het mogelijk dat de apparaten elkaar storen. Als dat gebeurt, sluit u het laadapparaat aan op een stopcontact van een andere elektrische groep.
NL 57
Gebruik van het laadapparaat LI-10C in het buitenland
• Wilt u het laadapparaat in het buitenland gebruiken, dan heeft u waarschijnlijk een verloopstekker nodig in verband met afwijkende vormen van de stopcontactbussen. Raadpleeg daarvoor uw reisbureau, voordat u op reis gaat.
• Gebruik het laadapparaat niet tezamen met een verhuistransformator, omdat het laadapparaat daardoor defect kan raken.
Belangrijk
Geachte Koopster/Koper, De batterijen welke in dit product worden gebruikt, bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het milieu.
Gooi daarom nooit batterijen bij het gewone huisvuil.
Laat bij voorkeur de batterijen door uw vakhandelaar vervangen of lever de batterijen in bij de chemokar of het chemo-inleverpunt in uw gemeente indien u de batterijen zelf verwisselt.
Technische gegevens
Batterijlaadapparaat LI-10C
Lithium-ionbatterij LI-10B
* Wijzigingen in uitvoering en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
Netspanning 100 – 240 V; 50 – 60 Hz wisselspanning Uitgangsspanning 4,2 V gelijkspanning, 700 mA Oplaadtijd Circa 120 minuten Afmetingen 46,0 mm x 37,5 mm x 86,0 mm Massa Circa 75 g. Aanbevolen werktemperatuurbereik Tijdens bedrijf: 0 °C – 40 °C
Tijdens opslag: –20 °C – 60°C
Type Heroplaadbare lithium-ionbatterij Nominale uitgangsspanning 3,7 V gelijkspanning Nominale capaciteit 1090 mAh Gebruiksduur Circa 300 x volledig op te laden Aanbevolen werktemperatuurbereik Tijdens opladen: 0 °C – 40 °C
Tijdens bedrijf: –10 °C – 60°C Tijdens opslag: 0 °C – 30°C
Afmetingen 31,9 mm x 45,8 mm x 10,0 mm Massa Circa 35 g.
Onderhoud
Om defect raken van het laadapparaat te voorkomen, verwijdert u vuil en stof met een zachte, droge doek. Gebruik van vochtige doeken kan het laadapparaat beschadigen. Gebruik vooral ook geen alcohol, verfverdunner, benzine of reinigingsmiddelen omdat die het plastic huis van het laadapparaat kunnen aantasten. Wrijf plus- en mincontacten van laadapparaat en batterij regel­matig schoon met een droge doek. Opeenhopingen van vuil kunnen verhinderen dat batterijen wordt opgeladen.
NL58
xD-PICTURE CARD – STANDAARD GEHEUGENKAARTJE (met panoramafunctie)
GEBRUIKSAANWIJZING Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het geheugenkaartje gaat gebruiken.
Het gaat hierbij om een verwisselbaar geheugenkaartje, waarop beelden opgeslagen en gewist en opnieuw opgeslagen kunnen worden. Dit geheugenkaartje, dat speciaal ontwikkeld werd voor gebruik in digitale camera’s die geschikt zijn voor xD-kaartjes, is al geformatteerd zodat u het onmiddellijk in uw digitale camera kunt gebruiken. Met een los verkrijgbare PC-kaartadapter kunt u het kaartje ook als PCMCIA ATA-flashgeheugenkaart gebruiken. Opmerkingen: • Hoewel in dit kaartje een niet-vluchtig halfgeleidergeheugen is ingebouwd, kan het opgeslagen beeldmateriaal bij onoordeelkundig gebruik van het kaartje verloren gaan. Dit kaartje is uitsluitend geschikt voor gebruik in voor xD-kaartjes geschikte apparatuur. Lees vooral ook de gebruiksaanwijzing van het apparaat waarin u dit kaartje wilt gebruiken. • Dit kaartje is niet voorzien van een beveiliging tegen overschrijven (wisbeveiliging).
Schrijfvlak:
Hier kunt u de inhoud van het kaartje noteren.
Geheugencapaciteit:
Geeft de opslagcapaciteit van het kaartje aan (16/32/64/128/256/512 MB).
Contactvlak:
Via deze contacten leest de camera de inhoud van het kaartje. Niet aanraken.
De verschillende onderdelen
64
MB
1
2
3
xD-Picture Card (1) Gebruiksaanwijzing
(dit vouwblad)
Inhoud
64
MB
1
3
2
Technische gegevens
Type xD-Picture Card Soort geheugen NAND Flash EEP-ROM Geheugencapaciteit 16 MB (M-XD16P), 32 MB (M-XD32P), 64 MB (M-XD64P),
128 MB (M-XD128P), 256 MB (M-XD256P), 512 MB (M-XD512P)
Voedingsspanning 3V (3,3 volt) Afmetingen (l x b x h) 20,0 mm x 25,0 mm x 1,7 mm
Veiligheidsaanwijzing
Dit pictogram wijst op een verboden handeling die, in de vorm van een afbeelding of onderschrift, in of naast de cirkel vermeld wordt.
Dit symbool wijst op handelingen die uitgevoerd moeten worden en die, in de vorm van afbeeldingen of onderschriften, in of naast de cirkel vermeld worden.
Symbool Betekenis
NL 59
WAARSCHUWING
Uit de buurt van kinderen houden.
Gevaar voor inslikken. Neem, indien een kaartje doorgeslikt werd, onmiddellijk contact op met een arts of een eerstehulppost.
xD-kaartjes behoren tot de elektronische precisiecomponenten. Behandel ze met zorg, buig ze niet en stel ze niet bloot aan mechanische schokken. Bij onoordeelkundig gebruik kan het opgeslagen beeldmateriaal verloren gaan, ook al is het beeldmateriaal opgeslagen in een niet vluchtig halfgeleidergeheugen. Om abusievelijk wissen te voorkomen, moet u het opgeslagen beeldmateriaal regelmatig naar andere media kopiëren, bijvoorbeeld naar de harde schijf van een computer, naar een CD of naar een magneto-optische schijf. Overtuig u er bij het formatteren van het kaartje van dat het geen belangrijk beeldmateriaal bevat.
Formatteren van het kaartje wist alle op het kaartje opgeslagen beeld­materiaal.
De panoramafunctie wordt bij het formatteren niet gewist. Het formatteren moet in de camera gebeuren.
Stel het xD-kaartje niet bloot aan water of stof. Stel het xD-kaartje niet bloot aan hoge temperaturen of vocht. Gebruik het xD-kaartje niet in de buurt van brand­baar materiaal. Raak de elektrische contacten van het xD-kaartje niet aan en breng ze niet aanraking met metalen voorwerpen, omdat het opgeslagen beeld­materiaal door statische elektriciteit verloren kan gaan. Reinig het kaartje door het af te wrijven met een zachte, droge doek. Gebruik geen alcohol.
Onderbreek tijdens opslaan of lezen van beeldmateriaal nooit de voedings­panning, stel het xD-kaartje niet bloot aan zware schokken en haal het kaartje niet uit de camera. Gebeurt dat toch, dan kan het beeldmateriaal verloren gaan.
• Net als alle flashgeheugens heeft het xD-kaartje een beperkte levensduur en zal uiteindelijk zijn eigenschappen verliezen om beeldmateriaal op te slaan en weer te geven. Als dat punt bereikt wordt, moet u het geheugenkaartje vervangen door een nieuw exemplaar. • Bij het opslaan of wissen van bestanden met een personal computer (door middel van een PC-kaartadapter) kan het minimum aantal beschikbare beelden afnemen. Voor een optimaal gebruik van het xD-kaartje moet u het in de camera formatteren of wissen. Daarmee herstelt u weer het juiste aantal beelden. • Gebruikt u dit kaartje met een camera van een ander merk, dan moet u het in die camera formatteren. Doet u dat niet, dan is het mogelijk dat de camera niet goed werkt.
• Niet opvolgen van bovenstaande aanwijzingen kan kortsluiting, rookontwikkeling of brand tot gevolg hebben.
• Olympus kan op generlei wijze aansprakelijk worden gesteld voor verlies van op het xD-kaartje opgeslagen beeldmateriaal, of voor beschadiging van beeldmateriaal dat is opgeslagen op andere media.
BEDRIJFSCONDITIES
Bedrijfstemperatuur 0 °C – 55 °C Opslagtemperatuur –20°C – 65 °C Relatieve vochtigheid (Bedrijf/Opslag) 95% of minder
• Stel xD-kaartjes niet bloot aan temperatuurveranderingen waarbij condensvorming kan ontstaan, zelfs binnen het hierboven genoemde temperatuurbereik. Berg het kaartje, bij het te vervoeren of opbergen ervan, op in het beschermende etui.
http://www.olympus.com/
© 2004 OLYMPUS CORPORATION
Printed in Germany · OE · 7.5 · 3/2004 · Hab. · E0415774
OLYMPUS AMERICA INC.
Two Corporate Center Drive, Melville, NY 11747-3157, U.S.A. Tel. 1-631-844-5000
Technical Support (USA)
24/7 online automated help: http://www.olympusamerica.com/support Phone customer support: Tel. 1-888-553-4448 (Toll-free)
Our phone customer support is available from 8 am to 10 pm (Monday to Friday) ET E-Mail: distec@olympus.com Olympus software updates can be obtained at: http://olympus.com/digital
OLYMPUS EUROPA GMBH
Premises/Goods delivery: Wendenstrasse 14-18, 20097 Hamburg, Germany
Tel. +49 40 - 23 77 3-0 / Fax +49 40 - 23 07 61
Letters: Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Germany
European Technical Customer Support:
Bezoek ook onze homepage http://www.olympus-europa.com Of bel ons gratis nummer* 008800 – 67 10 83 00
voor België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland. * Sommige (mobiele) telefoon services / providers geven geen toegang of
hebben een extra voorvoegsel voor +800 nummers nodig.
Voor alle niet genoemde Europese landen en is het geval geen verbinding tot stand kan worden gebracht met het bovenstaande nummer, belt u een van de volgende NIET GRATIS nummers: +49(0)1805-67 10 83 of +49(0)40-23 77 38 99 Onze Hotline is van maandag tot en met vrijdag bereikbaar tussen 09.00 uur en
18.00 uur.
OLYMPUS CORPORATION
Shinjuku Monolith, 3-1 Nishi-Shinjuku 2-chome, Shinjuku-ku, Tokyo, Japan
Loading...