Olivetti ECR 3550 T User Manual [nl]

PINLEIDING
Deze Handleiding bediende geeft u een overzicht van de talrijke kenmerken die het kasregister u te bieden heeft. Dit elektronisch kasregister is ontworpen om optimaal aan uw bedrijfsbehoeften te voldoen door in doeltreffende bewerkingen te voorzien. Onderstaand worden slechts enkele van de zeer talrijke eigenschappen van het kasregister opgesomd:
40 afdelingen en 1000 Prijsraadplegingen (PLU);
PLU-met-PLU koppeling, zodat de PLU’s bij het activeren automatisch andere PLU’s kunnen registreren;
mogelijkheid tot aansluiting op een Personal Computer;
mogelijkheid tot aansluiting op een streepjescodelezer;
programmeren van het toetsenbord, zodat de standaard functies van de toetsen op grond van de behoeften gepersonaliseerd kunnen worden;
met een bepaalde programmering van het toetsenbord, de mogelijkheid gebruik te maken van de functies Afhalen, Huis, Prijsopvraag en Tray subtotaal;
26 bediendenummers met de mogelijkheid om aan individuele bediendetransacties een driecijferige, geheime code toe te kennen ter voorkoming van onbevoegd toetreden;
thermische printer met 2 stations, voor het uitprinten van informatie op twee aparte rollen papier voor het ontvangstbewiijs van de klant en het transactieregister;
mogelijkheid tot personaliseren van de uit 7 regels bestaande koptitel van het klantontvangstbewijs en van een uit 5 regels bestaande reclameboodschap op het klantontvangstbewijs;
toetsen voor betaalwijze: cash, cheque, kredietkaart en pinkaart;
mogelijkheid gebruik te maken van wisselkoersen voor 4 verschillende soorten valuta;
numeriek display met 10 schrijftekens op een draaibaar voetstuk voor de klant, voor een overzicht van de verkooptransactie;
alfanumeriek display voor de operator, met een uit 10 tekens bestaande regel met een melding bovenin beeld en een uit 10 tekens bestaande regel met de transactie onderin beeld;
automatische berekening van belasting voor 8 verschillende programmeerbare BTW en Toegevoegde Belastingtarieven;
opties voor het invoeren van afdelingsgebonden gegevens voor het sneller verlopen van het afhandelen van de bewerkingen;
display met tijdstip en datum, uitgeprint op klantontvangstbewijs en registerrecords;
uitprinten van klantontvangstbewijs in een van de zes verschillende talen (Engels, Frans, Duits, Spaans, Nederlands en Portugees);
mogelijkheid copieën van een ontvangstbewijs te maken.
NEDERLANDS
NL-I
INHOUDSOPGAVE
VERTROUWD RAKEN MET UW KASREGISTER ................................................... 1
STANDAARD ACCESSOIRES ........................................................................................................................... 1
GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING ............................................................................................................... 2
ONDERHOUD VAN HET KASREGISTER ......................................................................................................... 2
HET TOETSENBORD ................................................................................................ 3
FUNCTIES VAN TOETSENBORD ...................................................................................................................... 3
OPTIONELE FUNCTIES, TOE TE WIJZEN AAN DE TOETSEN VAN HET TOETSENBORD ............................ 5
HET CONTROLESYSTEEM ...................................................................................... 6
BEDIENINGSSLOT ............................................................................................................................................ 6
KASSALADE MET VERWIJDERBARE GELDBAK ............................................................................................ 6
KLANTEN- EN OPERATORDISPLAY ................................................................................................................. 7
DATUM- EN TIJDDISPLAY ................................................................................................................................. 7
SPECIALE SYMBOLEN ..................................................................................................................................... 7
FOUTVOORWAARDEN ............................................................................................. 7
FOUTMELDINGEN EN -CODES ....................................................................................................................... 7
FOUTALARM ...................................................................................................................................................... 8
WISSEN VAN EEN FOUT .................................................................................................................................. 8
ALGEMENE NULINSTELLING .......................................................................................................................... 8
WISFOUTEN ...................................................................................................................................................... 9
RESERVEBATTERIJ VOOR GEHEUGEN ................................................................ 9
PRINTERRUIMTE ...................................................................................................... 9
PAPIERROLLEN ................................................................................................................................................ 9
AANBRENGEN VAN PAPIERROL ONTVANGSTBEWIJS KLANT .................................................................. 10
AANBRENGEN VAN PAPIERROL REGISTER ................................................................................................ 11
TRANSACTIEVOORBEELDEN .............................................................................. 13
TOETREDEN TOT REGISTERMODUS ........................................................................................................... 13
VERLATEN VAN REGISTERMODUS .............................................................................................................. 13
WISSEN VAN FOUTEN ................................................................................................................................... 13
ONTVANGSTBEWIJS TER DEMONSTRATIE ................................................................................................. 13
OPNIEUW PRINTEN VAN ONTVANGSTBEWIJS ........................................................................................... 14
STANDAARD TRANSACTIES .......................................................................................................................... 14
MIN (-) TOETS TRANSACTIES ........................................................................................................................ 19
PLUS (+) TOETS TRANSACTIES .................................................................................................................... 20
TRANSACTIE MET KORTINGSPERCENTAGE (-%) ....................................................................................... 21
TRANSACTIES MET TOESLAG (+%) PERCENTAGE ..................................................................................... 24
PLU CODES ..................................................................................................................................................... 26
WISSEN EN VERGOEDEN ............................................................................................................................. 29
OVERIGE TRANSACTIES ................................................................................................................................ 31
TRANSACTIES MET GEBRUIK VAN DE OPTIONEEL TOEGEKENDE TOETSEN ......................................... 34
TRANSACTIES MET BUITENLANDSE VALUTA.................................................................................... 34
SPECIFICATIES EN VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN KASREGISTER ........................................................ 41
NL-II
VERTROUWD RAKEN MET UW KASREGISTER
Onderstaande afbeelding geeft een overzicht van uw kasregister weer.
11
12
10
9
8
7
6
4
1
4
2
3
5
1. Display Klant 8. Printergleuf
2. Controleslot Bewerkingen 9. Registerrol Displayvenster
3. Seriële interface voor aansluiting op PC 10. Gleuf Ontvangstbewijs Klant
4. Seriële interface voor aansluiting op 11. Deksel Printerruimte
een streepjescodelezer 12. Display Operator
5. Slot Geldlade
6. Geldlade
7. Toetsenbord
STANDAARD ACCESSOIRES
Uw kasregister wordt geleverd met onderstaande accessoires:
• Een zwarte, tweedelige kunststof oprolspil voor register
• Twee rollen thermisch standaard papier van 37.5 + 0.5 mm, een voor de ontvangstbewijzen voor de klant en
een voor de registerrapporten
• Deze Handleiding Bediende, de Handleiding Systeemconfiguratie en Handleiding Software
• Een set Programmasleutels (PGR) om toe te treden tot de functies voor programmering van het kasregister
• Een set Registersleutels (REG) om toe te treden tot de kasregisterfuncties
• Een set Z sleutels om toe te treden tot X en Z functies
• Een set sleutels om de kassalade en het deksel van de printerruimte af te sluiten
• Een seriële interfacekabel om het kasregister aan te sluiten op een Personal Computer
• Op de Personal Computer te installeren software voor de configuratie van het Kasregister.
NEDERLANDS
NL-1
GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING
De Handleiding Bediende van uw kasregister is heel eenvoudig te raadplegen. Het eerste gedeelte geeft een algemeen overzicht van het kasregister en verschaft informatie omtrent alle beschikbare kenmerken en functies. Daarna treft u transactievoorbeelden aan, die u een indruk geven van het bedienen van het kasregister. Deze transactievoorbeelden beschrijven de verschillende fasen van het bedienen van de toetsen en bevatten ontvangstbewijzen ter demonstratie. Achterin de handleiding treft u de technische specificaties en veiligheidsaanwijzingen aan. Raadpleeg de Inhoudsopgave voor het opzoeken van een bepaald onderwerp.
Alvorens te beginnen
Lees alvorens het kasregister te gebruiken eerst aandachtig de paragrafen Functies Toetsenbord, het Controlesysteem en Operator- en Klantendisplay door, teneinde vertrouwd te raken met de bewerkingen.
Wanneer de gewenste programma-opties door de Bedrijfsleider ingesteld zijn, kunt u de REG controlesleutel in het slot steken en hem in de stand REG 1 of REG 2 draaien, zodat u met het uitvoeren van verkooptransacties kunt beginnen. In de stand REG 2 print het kasregister het klantontvangstbewijs pas uit nadat, na afloop van de transactie, de toets [ST] ingedrukt wordt.
ONDERHOUD VAN HET KASREGISTER
Onderstaand worden aanwijzingen beschreven omtrent het onderhoud van het kasregister.
OPMERKING: Controleer alvorens het kasregister te reinigen of het uitgeschakeld is en/of de stekker uit het
stopcontact is getrokken. In het kasregister zijn programmeergegevens en transactie-informatie voor bedrijfsrapporten opgeslagen. Een in het kasregister aangebrachte reservebatterij zorgt ervoor dat deze informatie niet verloren gaat in geval van stroomonderbreking of wanneer de stekker niet in het stopcontact is gestoken.
1. Zorg ervoor dat het kasregister niet in aanraking komt met vloeistof, want dat kan schade aan de elektronische componenten veroorzaken.
2. Schakel het kasregister uit en/of trek de stekker uit het stopcontact alvorens met reinigen te beginnen en gebruik hiervoor een vochtige doek. Maak geen gebruik van bijtende stoffen zoals oplosmiddelen, alcohol, petroleum of schuurmiddelen.
3. Wordt het kasregister gebruikt bij zeer hoge of lage temperatuursomstandigheden (onder de 32 graden en boven de 104 graden Fahrenheit) zorg er dan voor dat de binnentemperatuur van het kasregister eerst de omgevingstemperatuur bereikt alvorens het in te schakelen.
4. Trek NIET aan de papierrol wanneer het kasregister aan het printen is of tijdens het aanbrengen van een
nieuwe rol. Maak altijd gebruik van de toets [R Feed] of [J Feed] om papier door te voeren.Door aan het papier te trekken kan het printsysteem beschadigd raken.
NL-2
HET TOETSENBORD
Uw kasregister is uitgerust met een uit 53 toetsen bestaand toetsenbord, waarmee u alle kasregisterfuncties kunt bedienen.
Onderstaand treft u een afbeelding van het toetsenbord aan.
4
8
9
10
11
12
13
24 23 22
21 20
19
1
18
17
2
3 5 6 7
15
14
16
FUNCTIES VAN TOETSENBORD
1. [R Feed] (Papierdoorvoer Ontvangstbewijs) – Voert het ontvangstbewijs door met een regel; door de toets ingedrukt te houden wordt het papier continu doorgevoerd.
2. [J Feed] (Doorvoer Registerrapport) – Voert het registerpapier door met een regel; door de toets ingedrukt te houden wordt het papier continu doorgevoerd.
3. [Dept Shift] (Afdeling Shift) – Voor het invoeren van prijzen voor afdeling 21-40. Druk deze toets in alvorens de toetsen 21-40 voor de betreffende afdelingen in te drukken.
4. [0 - 9/00] – Invoeren van bedragen, aangeven van het aantal keren dat een bepaald artikel herhaald wordt, bepalen van percentages of bedragen die toegevoegd of afgetrokken moeten worden. Gebruikt voor het invoeren van nummers ter herkenning van de Bediende. Met de toets met twee nullen kunnen getallen met meer dan twee nullen snel ingevoerd worden.
5. [1-40 (A-Z)] (Afdeling 1 tot 40, letters A tot Z) – Registreren van invoer van prijs voor afdeling 1 tot 40. Druk voor het registreren van een ingevoerde prijs voor afdeling 21 tot 40 eerst de toets [Dept Shift] in en daarna de toets met het cijfer voor de betreffende afdeling.
6. [#/NS] - (NS: Geen Verkoop) – Wanneer hij gebruikt wordt als Geen-Verkoop toets gaat de kassalade open zonder enig bedrag te registreren, zoals wanneer er contant geld wordt gewisseld voor een geen-verkoop transactie. Gebruikt voor het registreren van een transactienummer van een transactie of van de verkoop van afzonderlijke artikelen.
7. [Price 2] – Registreert een alternatieve prijs, die geprogrammeerd is voor hetzelfde product of dezelfde afdeling.
8. [Check] – Totale verkoop betaald met cheque.
9. [Charge] – Totaal van gedebiteerde verkoop.
10. [ST] – Brengt in beeld en print op het ontvangstbewijs voor de klant en op het transactieregister het subtotaal af met het belastingtarief, indien dat van toepassing is. Het berekent het subtotaal van een transactie, dat bestaat uit een aantal artikelen, die afzonderlijk verminderd of vermeerderd worden met een bepaald percentage en print dit op het ontvangstbewijs voor de klant en het transactieregister. De toets wordt tevens gebruikt om een copie te printen van de zojuist afgegeven verkoopbon (de copie wordt niet vastgelegd op het transactieregister).
NEDERLANDS
NL-3
11. [Credit] – Voor het totaal aan gedebiteerde verkoop, d.m.v. pinkaart of kredietkaart, hetgeen een alternatief is.
12. [Amt Tend/Total] (Betaald Bedrag/Totaal) – Voot het totaal aan cash transacties en het berekenen van het wisselgeld.
13. [.] (Decimaalteken) – Gebruikt voor het invoeren van gebroken hoeveelheden van te verkopen artikelen. Voor alle verschillende modi geldt dat het decimaalteken niet gebruikt moet worden bij het invoeren
van een prijs.
14. [Qty/Time] (Tweevoudige functie: Vermenigvuldigen en datum/tijdstip display) – Voor het vermenigvuldigen van [department] of [PLU] toets invoer; met deze toets wordt tevens overgeschakeld naar het display met de huidige datum en tijd in de REG modus. Door deze toets in te drukken tijdens een transactie worden alfanumerieke opschriften in beeld gebracht, die langer zijn dan de ruimte voor 10 schrijftekens die het display biedt. In geval van een opschrift dat bijvoorbeeld een lengte heeft van 18 tekens, worden deze in twee stappen verdeeld.
15. [Void/EC] (Tweevoudige functie: Wissen en EC) – Voor het wissen van het laatst ingevoerde artikel en voor het corrigeren van een bepaalde invoer nadat deze bewerkt en geprint is.
16. [Clerk] – Bevestigt een ingevoerd Bediendenummer.
17. [Return] – Maakt vergoedingen op of registreert de prijs van geretourneerde waar.
18. [Clear] – Voor het wissen van een gegeven dat werd ingevoerd via het toetsenbord op met de toets [Qty/Time] alvorens een transactie te voltooien met een Afdelings- of functietoets. Deze toets wordt tevens gebruikt om foutvoorwaarden te wissen.
19. [PLU] (Prijsraadpleging) – Registreert een vooringestelde prijs van een artikel in de betreffende afdeling.
20. [PLU Price] – Schrijft tijdelijk over een prijs heen, die werd toegekend aan een PLU nummer.
21. [-] – Voor het aftrekken van een bedrag.
22. [+] – Voor het optellen van een bedrag.
23. [+%/PO] (Tweevoudige functie: Plus Percentage en Uitbetaald) – Wanneer de toets gebruikt wordt als +% toets wordt er een percentage aan een artikel of aan het totaal toegevoegd. Wanneer de toets gebruikt wordt als Uitbetaald registreert hij alle uitbetaalde bedragen.
24. [-%/RA] (Tweevoudige functie: Percentage Korting en Ontvangen) – Wanneer de toets gebruikt wordt als -% toets wordt er een percentage afgetrokken van een artikel of van het verkooptotaal. Wanneer de toets wordt gebruikt als Ontvangen, registreert hij elke betaling in de kassalade.
NL-4
OPTIONELE FUNCTIES, TOE TE WIJZEN AAN DE TOETSEN VAN HET TOETSENBORD
Het kasregister biedt standaardfuncties, die opgeroepen kunnen worden door op de betreffende toets van het toetsenbord te drukken (raadpleeg de paragraaf Het Toetsenbord), maar de toetsen die u minder vaak dan de andere gebruikt kunnen tevens opnieuw geprogrammeerd worden, zodat er andere functies die het kasregister u te bieden heeft opgeroepen kunnen worden. Onderstaand treft u de optionele functies aan, die aan specifieke toetsen van het toetsenbord toegekend kunnen worden:
1. [Non tax] – Deze wordt gebruikt wanneer er geen belasting geregistreerd hoeft te worden voor een afdeling of PLU, waar wél belasting voor geprogrammeerd is.
2. [Tax 1] – Bewerkingen voor het wijzigen van belasting; heft een vooraf ingesteld belastingtarief op en vervangt het door het voor Belasting 1 bepaalde tarief.
3. [Tax 2] – Bewerkingen voor het wijzigen van belasting; heft een vooraf ingesteld belastingtarief op en vervangt het door het voor Belasting 2 bepaalde tarief.
4. [000] – Functie voor het invoeren van drie nullen, voor het sneller werken met hoge bedragen.
5. [Currency] – Toets voor het omrekenen van valuta. Wanneer er voor een buitenlandse valutasoort een wisselkoers is geprogrammeerd wordt door deze toets in te drukken, nadat de prijs voor een product geregistreerd is, de artikelprijs afgebeeld in de geprogrammeerde valuta. De alfanumerieke descriptor van de valuta wordt, indien geprogrammeerd, afgebeeld op de bovenste regel van het operatordisplay. Door nogmaals deze toets in te drukken gaat het display weer terug naar de basisvaluta.
6. [Price Inq.] – Functies voor het opvragen van PLU (prijsraadpleging). Door deze toets in te drukken alvorens een PLU in te voeren wordt de geprogrammeerde prijs van die specifieke PLU afgebeeld.
7. [Take out] – Door deze toets in te drukken wordt er een alternatief belastingtarief geregistreerd, dat van toepassing is op restauratie-producten die afgehaald worden en onderhevig zijn aan een belastingtarief, dat verschilt van dat van hetzelfde product indien dat ter plekke wordt geconsumeerd
8. [House] – Voor het registreren van een geprijsd artikel dat de klant kostenloos wordt aangeboden, met andere woorden “van het huis”.
9. [Tray Subtotal] – De bediende kan in gevallen waarin de klant een artikel vergeten is de volledige transactie opslaan en die later weer oproepen in plaats van deze te annuleren of onderweg te onderbreken om de klant in staat te stellen het vergeten artikel te gaan halen. Het betreffend subtotaal wordt opgeslagen in het geheugen van het kasregister. Gedurende het tijdelijk opslaan van de transactie kan de transactie van een volgende klant begonnenen afgewerkt worden. Terughalen van subtotaal tray, toevoegen van artikelen en daarna beëindigen van onderbroken verkooptransactie.
NEDERLANDS
NL-5
HET CONTROLESYSTEEM
BEDIENINGSSLOT
Het slot bevindt zich rechtsboven naast het toetsenbord. De REG sleutel dient correct in het Controleslot gestoken te worden, zodat het kasregister bediend kan worden. Onderstaand staat het Slot afgebeeld en worden de verschillende functies beschreven:
Afhankelijk van de gewenste bewerking, kan door de betreffende sleutel in het Controleslot te steken, toegang verkregen worden tot de volgende posities:
OFF Het kasregister is uitgeschakeld en kan dus niet gebruikt worden.
PRG Gebruikt om het kasregister te programmeren.
REG 1 Het kasregister kan de standaard verkooptransacties uitvoeren; deze worden opgenomen zowel op
het ontvangstbewijs van de klant als op de registerrol. In deze modus wordt de vooraf ingestelde of de geprogrammeerde koptitel op het ontvangstbewijs van de klant uitgeprint. Deze wordt ook wel met Ontvangstmodus aangeduid
REG 2 Hetzelfde als REG 1, behalve dat het transactierecord uitsluitend uitgeprint wordt op de registerrol.
Het ontvangstbewijs voor de klant wordt niet uitgeprint of afgegeven, mits er verzocht wordt om herdruk van het ontvangstbewijs door op de toets [ST] te drukken (copie niet opgenomen in transactieregister). Deze wordt ook wel met Registermodus aangeduid.
X Voor het uitprinten van de X bedrijfsrapporten en periodieke financiële rapporten.
Z Voor het uitprinten van de Z bedrijfsrapporten en periodieke financiële rapporten, waarbij het totaal
echter op nul wordt gesteld (met uitzondering van het eindbedrag).
Controlesleutels
Niet alleen onderstaande sleutelset wordt meegeleverd, maar tevens een sleutel voor het openen van de kassalade en de printerruimte:
REG De REGISTER sleutel kan gebruikt worden in OFF, REG 1, REG 2 en X modus, waarbij zowel
Bediende als Chef toegang hebben tot de functies van het kasregister (mits de driecijferige geheime code voor de Bediende wordt ingevoerd, indien geprogrammeerd).
PRG De PROGRAMMA sleutel werkt in alle modi (PRG, OFF, REG 1, REG 2, X en Z) en wordt over het
algemeen gebruikt om het kasregister te programmeren en X en Z bedrijfsrapporten uit te printen.
Z De Z sleutel kan gebruikt worden in de modi OFF, REG 1, REG 2, X en Z, waarbij er toegang verkregen
wordt tot een hoger niveau dan met de REG sleutel.
KASSALADE MET VERWIJDERBARE GELDBAK
De kassalade is voorzien van een bak met vakjes voor bankbiljetten en vakjes voor munten. Door op de toets [#/NS] te drukken met de controlesleutel in de stand REG 1 of REG 2 gaat de kassalade open. Is er een bediendenummer of een geheime code ingesteld, dan moet eerst dit nummer en deze code gespecificeerd worden voordat de kassalade opengemaakt kan worden. Deze lade kan voor de veiligheid afgesloten worden, zodat ze niet per ongeluk opengaat wanneer er gebruik wordt gemaakt van de sleutel voor toegang tot de printerruimte.
In noodgevallen beschikt u over een verborgen hendeltje onder het kasregister om de lade open te maken wanneer de machine uitgeschakeld is (mits de kassalade niet met de sleutel is afgesloten).
De kassalade kan naar wens volledig verwijderd worden. Til de lade voorzichtig op en verwijder deze uit het kasregister.
NL-6
KLANTEN- EN OPERATORDISPLAY
Uw kasregister beschikt over twee displays, waarmee zowel de klant als de operator een goed overzicht hebben tijdens de verkooptransactie. Op het klantendisplay staan ingevoerde bedragen en betreffende informatie afgebeeld met behulp van cijfers en speciale symbolen. Op het operatordisplay zijn op de bovenste regel met 10 tekens specifieke operatormeldingen te zien en op de onderste regel met 10 tekens dezelfde transactiegegevens als op het klantendisplay. Beide displays worden van links naar rechts afgelezen.
DATUM- EN TIJDDISPLAY
Door op de toets [Qty/Time] te drukken met het kasregister in modus REG 1 of REG 2 wordt afwisselend de huidige tijd en datum afgebeeld.
SPECIALE SYMBOLEN
Helemaal aan de linkerkant van de displays verschijnen speciale symbolen in beeld tijdens het functioneren van het kasregister. Met deze hieronder beschreven symbolen worden machinevoorwaarden beschreven:
C (Change) Geeft aan dat het afgebeelde bedrag het aan de klant verschuldigde wisselgeld betreft.
S (Subtotal) Geeft aan dat het afgebeelde bedrag het subtotaal van een transactie betreft, inclusief het
belastingstarief, indien van toepassing.
= (Total) Geeft aan dat het afgebeelde bedrag de volledige transactie betreft en dat de betaling cash, met
cheque, pin- of kredietkaart werd uitgevoerd.
- (Minus) Geeft een negatief ingevoerd bedrag weer. Het wordt tevens afgebeeld wanneer het subtotaal of
cash betaald totaal een negatief bedrag betreft dat afkomstig is van ruiling of vergoeding.
Afgebeeld afhankelijk van de ingestelde basisvaluta wanneer de toets [Currency] (Valuta) wordt ingedrukt om aan te geven dat het bedrag afgebeeld wordt in de geprogrammeerde buitenlandse valuta.
Deze symbolen worden automatisch geannuleerd wanneer het volgende gegeven wordt ingevoerd of door op de toets [Clear] te drukken.
FOUTVOORWAARDEN
FOUTMELDINGEN EN -CODES
Foutmeldingen en -codes verschijnen in beeld wanneer er een verkeerd gegeven is ingevoerd of het kasregister zich in een status bevindt, die tot foutvoorwaarden kan leiden of reeds in foutvoorwaarde is. De foutmeldingen verschijnen op de bovenste regel van het operatordisplay, terwijl foutcodes afgebeeld worden op de onderste regel van het operatordisplay en op het klantendisplay. Onderstaand volgt een overzicht:
FOUTMELDING FOUTCODE BESCHRIJVING
OPT. RAM E04 Fout in optionele RAM.
PRINTER E05 Printerfout.
FUNCTIE E11 Tijdens bewerking of programmering van kasregister is er een
fout gemaakt.
NEDERLANDS
VERKOPER E12 Er wordt verzocht om identificatiesequentie Bediende.
CTRL LOCK E13 Het controleslot werd in de verkeerde stand gezet.
RAPPORT E16 Er wordt verzocht een rapport op te maken.
NL-7
FOUTMELDING FOUTCODE BESCHRIJVING
PAP BON 2 E22 Papier voor klantontvangstbewijs op; papier aanbrengen.
P KOP OMH E23 Drukkop bij station klantontvangstbewijs omhoog; druk
de hendel omlaag.
PAP J 2 E25 Papier voor register op; papier aanbrengen.
J KOP OMH E26 Drukkop bij registerstation omhoog; druk de hendel omlaag.
Druk op de toets [Clear] voor het annuleren van een foutvoorwaarde.
FOUTALARM
Het foutalarm is te horen tengevolge van een operatorfout (gewoonlijk een voor het invoeren van een gegeven verkeerd ingedrukte toets) of tijdens het programmeren van het kasregister. Het foutalarm kan tevens duiden op het feit dat het Controleslot zich voor de huidige bewerking in de verkeerde stand bevindt. Wanneer zich een fout voordoet is het geluidsalarm te horen en wordt de specifieke foutcode afgebeeld op het klantendisplay en rechts naast de onderste regel van het operatordisplay; de betreffende foutmelding wordt afgebeeld op de bovenste regel van het operatordisplay en het toetsenbord wordt vergrendeld.
WISSEN VAN EEN FOUT
Druk voor het wissen van een fout op de toets [Clear]. Het geluidsalarm gaat uit, de displays worden gewist en het toetsenbord ontgrendeld, zodat u weer verder kunt gaan met de transactie of het programma opnieuw kunt starten.
Lukt het wissen van de foutvoorwaarde niet, voer dan algemene nulinstelling uit.
OPMERKING: Met de toets [Clear] wordt tevens een verkeerd ingevoerd gegeven op het display gewist alvorens
een registratietoets wordt ingedrukt. Is een ingevoerd gegeven eenmaal uitgeprint dan moet er gebruik worden gemaakt van de toets [Void/EC] voor het corrigeren van een fout.
ALGEMENE NULINSTELLING
Wanneer het kasregister niet werkt, bijvoorbeeld wanneer het foutsignaal niet gestopt kan worden door de toets [Clear] in te drukken, moet algemene nulinstelling uitgevoerd worden. Er zijn twee manieren voorhanden om algemene nulinstelling uit te voeren:
1. Draai de Controlesleutel in de OFF stand.
2. Trek de stekker van het kasregister uit het stopcontact.
3. Wacht tien seconden en steek de stekker weer in het stopcontact.
Mocht de foutvoorwaarde van het kasregister niet opgeheven zijn, maak dan gebruik van de tweede methode voor algemene nulinstelling:
1. Draai de Controlesleutel in de OFF stand.
2. Laat de stekker in het stopcontact zitten, maak het deksel van de printerruimte open en druk op de Reset knop links achterin deze ruimte. Onderstaande afbeelding geeft de Reset knop weer.
NL-8
WISFOUTEN
Wanneer een ingevoerd gegeven eenmaal uitgeprint is kan niet van de [Clear] toets gebruik worden gemaakt voor het wissen van een fout. Druk voor het corrigeren van een reeds geregistreerde fout op de toets [Void/EC].
Wissen van Zojuist Voltooide Invoer
U hoeft alleen maar de toets [Void/EC] in te drukken. Het ingevoerd gegeven wordt opnieuw geprint, voorzien van het symbool “-” gevolgd door het bedrag en het wordt uit de transactie gewist.
Wissen van Voorheen Voltooide Invoer
Voor het wissen van een reeds eerder ingevoerd gegeven moet het eerst opnieuw geregistreerd worden en daarna gewist worden met de toets [Void/EC]. Ga na het voltooien van de transactie inclusief de fout, als volgt te werk om de fout te wissen.
1. Voer het foute gegeven precies hetzelfde opnieuw in en druk op de toets [Void/EC].
2. Voer het juiste bedrag in.
3. Totaliseer de transactie door de toets [Amt Tend/Total] in te drukken.
RESERVEBATTERIJ VOOR GEHEUGEN
Tijdens het functioneren van het kasregister worden alle transactiegegevens opgeslagen in het geheugen van het kasregister. Dit geheugen bevat tevens alle programmeergegevens van het kasregister. De reservebatterij in het kasregister zorgt ervoor dat de opgeslagen informatie behouden blijft wanneer de stekker uit het stopcontact wordt getrokken of wanneer zich een stroomonderbreking voordoet.
NEDERLANDS
Voor het activeren van het reservesysteem moet de reservebatterij opgeladen worden door de stekker van het kasregister minimaal 48 uur in een geaard stopcontact te steken.Tijdens deze periode kan het kasregister normaal gebruikt worden.
PRINTERRUIMTE
Deze ruimte bevindt zich aan de linker zijkant van het kasregister. Hierin zijn de papierrollen voor het ontvangstbewijs van de klant en van het register aangebracht, de tweedelige oprolspil voor het register, de thermische printer en de Reset knop.
PAPIERROLLEN
Dit kasregister maakt gebruik van twee rollen standaardpapier van 37.5 + 0.5 mm. Een rol is bestemd voor het ontvangstbewijs voor de klant, de andere voor het registerrapport. Het kasregister geeft te kennen dat het papier voor ontvangstbewijs of register op is. Het papier moet vervangen worden wanneer er een rode streep op de papierrol zichtbaar is.
NL-9
AANBRENGEN VAN PAPIERROL ONTVANGSTBEWIJS KLANT
Ga voor het aanbrengen van de papierrol voor het ontvangstbewijs van de klant als volgt te werk:
1. Zorg ervoor dat het kasregister aangesloten is op een geaard stopcontact en dat de Controlesleutel zich in een van beide REG standen bevindt.
2. Verwijder het deksel van de printerruimte door de achterkant ervan stevig vast te grijpen en de voorkant voorzichting naar u toe te trekken, zodat het losklikt.
3. Knip met een schaar een stuk van de nieuwe papierrol af, zodat het uiteinde recht en glad is en dus probleemloos in het printsysteem doorgevoerd kan worden.
4. Schuif de papierrol voor het ontvangstbewijs van de klant in de betreffende gleuf links achterin de printerruimte, zodat het papier aan de onderkant van de rol wordt doorgevoerd. Bevestig het papieruiteinde in de betreffende gleuf, zoals weergegeven in onderstaande afbeelding.
A
5. Druk op de toets [R Feed] en steek het papier met de hand in de gleuf, todat het vastgrijpt en ongeveer 6 tot 10 inches uit het printsysteem steekt.
OPMERKING: Wordt het papier niet correct doorgevoerd, controleer dan of de rol goed in de gleuf is aangebracht
en of het uiteinde recht is afgeknipt. Mocht u de rol verwijderen en opnieuw willen aanbrengen, beweeg dan de kunststof ontkoppelhendel (A) aan de rechterkant van de printer naar voren en maak de rol los uit de gleuf. Zet vervolgens de hendel weer in de oorspronkelijke stand.
6. Steek het uiteinde van de rol voor het ontvangstbewijs door de opening in het deksel, bevestig het deksel en sluit het af.
NL-10
AANBRENGEN VAN PAPIERROL REGISTER
Ga voor het aanbrengen van de papierrol voor het register als volgt te werk:
1. Zorg ervoor dat het kasregister aangesloten is op een geaard stopcontact en dat de Controlesleutel zich in een van beide REG standen bevindt.
2. Ontgrendel en verwijder het deksel van de printerruimte zoals beschreven staat in Aanbrengen van Papierrol Ontvangstbewijs Klant.
3. Til voor het vervangen van de registerrol de 2-delige oprolspil uit de twee steunen en beweeg indien noodzakelijk de kunststof papierontkoppelhefboom (A) naar voren, die zich rechts van de gleuf voor het aanbrengen van de registerrol bevindt, zodat eventueel in het printsysteem aanwezig papier loskomt en verwijderd kan worden.
4. Knip met een schaar een stuk van de nieuwe papierrol af, zodat het uiteinde recht en glad is en dus probleemloos in het printsysteem doorgevoerd kan worden.
5. Schuif de papierrol voor het register in de betreffende gleuf rechts achterin de printerruimte, zodat het papier aan de onderkant van de rol wordt doorgevoerd. Bevestig het papieruiteinde in de betreffende gleuf, zoals weergegeven in onderstaande afbeelding.
A
6. Druk op de toets [J Feed] en steek het papier met de hand in de gleuf, todat het vastgrijpt en ongeveer 6 tot 10 inches uit het printsysteem steekt.
OPMERKING: Wordt het papier niet correct doorgevoerd, controleer dan of de rol goed in de gleuf is aangebracht
en of het uiteinde recht is afgeknipt. Mocht u de rol verwijderen en opnieuw willen aanbrengen, beweeg dan de kunststof ontkoppelhendel (A) aan de rechterkant van de printer naar voren en maak de rol los uit de gleuf.
7. Houd het hoofdelement van de tweedelige resgisteroprolspil met de twee wieltjes naar rechts, schuif het papieruiteinde door een van beide gleuven op de kunststof oprolspil (1) en rol met de hand naar de achterkant van het kasregister (2) toe, zodat het papier beter gespannen wordt.
1
2
NEDERLANDS
NL-11
8. Maak het tweede deel (3) van de tweedelige, kunststof oprolspil vast aan het eerste, zoals weergegeven in onderstaande afbeelding.
3
9. Plaats de tweedelige registeroprolspil weer op de twee steunen, die in onderstaande afbeelding met pijltjes staan aangegeven.
10. Breng het deksel weer aan, doe het dicht en sluit het af.
NL-12
TRANSACTIEVOORBEELDEN
Deze paragraaf voorziet in het geven van voorbeelden van hoe de verschillende soorten transactie uitgevoerd moeten worden. Er worden ter demonstratie ontvangstbewijzen bijgevoegd, die sommige van de in de Handleiding Systeemconfiguratie gebruikte programmeervoorbeelden weergeven.
TOETREDEN TOT REGISTERMODUS
Het kasregister beschikt over twee registermodi, die gebruikt kunnen worden om alledaagse verkooptransacties op te nemen: de zgn. modus REG 1 en REG 2, die alleen van elkaar verschillen op grond van het feit dat het kasregister in modus REG 1 automatisch op alle klantontvangstbewijzen en registerrecords de geprogrammeerde koptitel uitprint, terwijl in REG 2 modus deze geheel niet uitgeprint wordt. In REG 2 modus wordt het klantontvangstbewijs pas uitgeprint na het indrukken van de toets [ST] na afloop van de transactie.
Ga als volgt te werk om toe te treden tot de modus REG 1:
1. Steek de Controlesleutel in het Controleslot en draai hem in de stand REG 1.
2. Het cijfer “0” verschijnt nu in beeld, waarbij u gevraagd wordt om een identificatiesequentie Bediende in te voeren. Toets een Bediendenummer [1 tot 26] in en druk daarna op de toets [Clerk]: het kasregister gaat nu over naar de REG modus, indien er geen geheime code geprogrammeerd is. Wordt de letter “o” echter driemaal achter elkaar afgebeeld, dan wordt u gevraagd de geheime code in te voeren, die voorheen met het ingevoerde Bediendenummer geassocieerd werd. Toets de [3-cijferige] code in, waarna het kasregister overgaat naar de modus REG.
VERLATEN VAN REGISTERMODUS
Voor het verlaten van de registermodus hoeft u de controlesleutel alleen maar in de stand OFF te draaien.
WISSEN VAN FOUTEN
In de paragraaf Foutvoorwaarden aan het begin van de handleiding treft u gedetailleerde aanwijzingen aan omtrent het wissen van allerlei soorten fouten, die kunnen optreden tijdens het bedienen van het kasregister.
ONTVANGSTBEWIJS TER DEMONSTRATIE
Het volgende ontvangsbewijs laat zien waar de algemene transactie-informatie wordt uitgeprint op het klantontvangstbewijs.
Machinenummer
Identificatie bediende
Afdeling
Geprogrammeerde PLU, gelezen met streepjescodelezer, met betreffende prijs e nummer
Gepersonaliseerde koptitel van 7 regels op ontvangstbewijs
Volgnummer ontvangstbewijs
Artikelprijs met BTW-tarief afdeling
Geprogrammeerde PLU naam, nummer en prijs
Artikelprijs zonder belasting
NEDERLANDS
Afdeling
Totaal BTW
Geprogrammeerde reclameboodschap
Datum
Subtotaal transactie
Totaal verschuldigd bedrag
Contante betaling
Verschuldigd wisselgeld
Artikelteller
Tijd
NL-13
OPNIEUW PRINTEN VAN ONTVANGSTBEWIJS
Uw kasregister stelt u altijd in staat opnieuw een exacte copie uit te printen van het ontvangstbewijs na afloop van de huidige, in REG 1 uitgevoerde transactie of een transactie-ontvangstbewijs uit te printen in REG 2 modus. Op het opnieuw uitgeprinte bewijs staat geen nieuw volgnummer vermeld en dit opnieuw uitgeprinte bewijs wordt niet opgenomen in het registerrecord.
Deze functie is in het bijzonder handig wanneer er in REG 2 modus gewerkt wordt, aangezien er op verzoek een ontvangstbewijs opgemaakt kan worden. Denk eraan dat het enige verschil tussen modus REG 1 en modus REG 2 bestaat in het feit dat er in REG 2 modus geen ontvangstbewijs wordt opgemaakt noch uitgeprint.
Wat deze functie betreft kan het Ram (Direct Toegankelijk Geheugen) van het kasregister een ontvangstbewijs met maximaal 60 regels opslaan. Wordt er verzocht om een ontvangstbewijs uit te printen, dan worden er maximaal 60 regels uitgeprint; bij het overschrijden van deze drempel wordt uitsluitend het totaalbedrag uitgeprint.
Ga als volgt te werk om een ontvangstbewijs uit te printen of opnieuw uit te printen:
1. Voer een verkooptransactie met betaling uit in modus REG 1 of REG 2. Raadpleeg de transactievoorbeelden verderop in dit hoofdstuk.
2. Druk op de toets [ST].
STANDAARD TRANSACTIES
Registreren van Verkoop Afzonderlijk Artikel met Wisselgeld
Er kunnen maximaal 9 tekens gebruikt worden voor het ingevoerde bedrag.
Voorbeeld: Registreren van artikel van Euro 1,00 op Afdeling 1. Berekenen van wisselgeld van Euro 5,00 betaling.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [100] in en druk daarna op de toets [department 1/21].
2. Toets het betaalde bedrag [500] in en druk vervolgens op de toets [Amt Tend/Total]. De transactie is nu voltooid en het aan de klant verschuldigde wisselgeld wordt afgebeeld.
Registreren van Verkoop Meerdere Artikelen met Gepast Geld
Voorbeeld: Registreren van artikel van Euro 2,50 op
Afdeling 1, een artikel van Euro 0,50 op Afdeling 5 en een artikel van Euro 1,65 op Afdeling 8, met gepast geldbedrag van Euro 4,65.
Wisselgeld bij contante betaling
Ga als volgt te werk:
1. Toets [250] in en druk daarna op de toets [department 1/21].
2. Toets [50] in en druk daarna op de toets [department 5/25].
3. Toets [165] in en druk daarna op de toets [department 8/28].
4. Druk op de toets [ST] voor het afsluiten van de betaling.
5. Druk op de toets [Amt Tend/Total] om de transactie te voltooien.
NL-14
Totaal transactie
Contante betaling met gepast geld
Registreren van Verkoop Meerdere Artikelen tegen Dezelfde Prijs
Er kunnen maximaal drie tekens gebruikt worden voor de vermenigvuldigde hoeveelheid.
Voorbeeld: Vermenigvuldigen van twee artikelen met een prijs van Euro 1,50 en registreren van de verkoop op Afdeling 1. Berekenen van wisselgeld van Euro 5,00 betaling.
Ga als volgt te werk:
Aantal artikelen met dezelfde prijs, vermenigvuldigd met eenheidsprijs
1. Toets het aantal artikelen [2] in en druk op de toets [Qty/Time].
2. Toets de kostprijs [150] in en druk daarna op de toets [department 1/21].
3. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
4. Toets het betaalde bedrag [500] in en druk vervolgens op de toets [Amt Tend/Total]. De verkooptransactie wordt voltooid en het aan de klant verschuldigde wisselgeld wordt afgebeeld.
Registreren van Verkoop Afzonderlijke Artikelen, Behorend tot een Enkele Produktverpakking (Gescheiden Prijsregistratie).
Voorbeeld: Berekenen van prijs van 3 artikelen uit een
doos van 12 die Euro 10,00 kost. Registreren van verkoop op afdeling 3 met gepast bedrag.
Ga als volgt te werk:
Totaal kostprijs met BTW
Artikelteller
Drie artikelen uit een doos van 12
Eenheidsprijs
1. Toets het aantal uit de doos genomen artikelen [3] in en druk daarna op de toets [Qty/Time].
2. Toets het oorspronkelijke aantal artikelen dat een nieuwe doos heeft [12] in en druk daarna op de toets [Qty/Time].
3. Toets de kostprijs van een nieuwe doos [1000] in en druk op de toets [department 3/23].
4. Druk op de toets [Amt Tend/Total] voor gepast geld. De transactie is nu voltooid.
Totale kostprijs van de drie artikelen
NL-15
NEDERLANDS
Registreren van Verkoop op Meerdere Afdelingen met Betaling en Wisselgeld
Voorbeeld: Registreren van artikel van Euro 69,00 op
Afdeling 1, artikel van Euro 5,00 op Afdeling 4 en artikel van Euro 3,50 op Afdeling 5. Berekenen van wisselgeld bij betaling van Euro 100,00.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [6900] in en druk daarna op de toets [department 1/21].
2. Toets [500] in en druk daarna op de toets [department 4/24].
3. Toets [350] in en druk daarna op de toets [department 5/25].
4. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
5. Toets het betaalde bedrag [10000] in en druk daarna op de toets [Amt Tend/Total]. De transactie is nu voltooid en het aan de klant verschuldigde wisselgeld wordt afgebeeld.
Contante betaling
Uitbetaald wisselgeld
Registreren van Herhaalde Invoer voor Dezelfde Afdeling
Voorbeeld: Registreren van verkoop van twee keer een
artikel van Euro 20,00 op Afdeling 3. Berekenen van subtotaal verkoop en wisselgeld bij betaling van Euro 50,00.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [2000] in en druk daarna op de toets [department 3/23].
2. Druk op de toets [department 3/23].
3. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
4. Toets [5000] in en druk daarna op de toets [Amt Tend/ Total]. De transactie is nu voltooid en het aan de klant verschuldigde wisselgeld wordt afgebeeld.
Verkoop herhaalde invoer
Subtotaal
Contante betaling met wisselgeld
NL-16
Registreren van Kredietkaart Transactie
Transacties met kredietkaart worden meegerekend en geregistreerd in het totaal kredietbetalingen van het financiële rapport.
Voorbeeld: Registreren van kredietkaart-transactie voor verkoop van artikel van Euro 2,50 op Afdeling 1 en artikel van Euro 3,00 op Afdeling.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [250] in en druk daarna op de toets [department 1/21].
2. Toets [300] in en druk daarna op de toets [department 2/22].
3. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
4. Druk vervolgens op de toets [Charge] om de transactie te voltooien.
Deels Contant/Deels Kredietkaart Betaling
Bedrag met pinkaart
Voorbeeld: Registreren van artikel van Euro 10,00 en van Euro 15,00 op Afdeling 2. Onderverdelen van het betaalde bedrag in Euro 20,00 contant en Euro 5,00 kredietkaart.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [1000] in en druk daarna op de toets [department 2/22].
2. Toets [1500] in en druk daarna op de toets [department 2/22].
3. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
4. Toets het contant betaalde bedrag [2000] in en druk vervolgens op de toets [Amt Tend/Total]. Het verschuldigde resterende bedrag wordt nu afgebeeld.
5. Druk op de toets [Charge] om de transactie te voltooien.
Betaling met Kredietkaart
Voorbeeld: Registreren van artikel van Euro 70,00 met
kredietkaart betaald op Afdeling 21.
Verkooptotaal
Contante betaling
Betaling met pinkaart
NEDERLANDS
Ga als volgt te werk:
1. Toets [7000] in en druk eerst op de toets [Dept Shift] en daarna op de toets [department 1/21].
2. Druk op de toets [Credit] voor het succesvol afsluiten van de transactie.
Bedrag betaald met kredietkaart
NL-17
Betaling met Cheque
Voorbeeld: Registreren van artikel van £70.00 betaald
met cheque op Afdeling 21.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [7000] in en druk eerst op de toets [Dept Shift] en daarna op de toets [department 1/21].
2. Druk op de toets [Check] voor het succesvol afsluiten van de transactie.
Cheque Betaling met Wisselgeld
Example: Registreren van artikel van £19.50 op Afdeling
22, artikel van £2.50 op Afdeling 5 en artikel van £5.00 op Afdeling 22. Berekenen van wisselgeld bij betaling met cheque van £30.00.
Betaling met cheque
Ga als volgt te werk:
1. Toets [1950] in en druk daarna op de toets [department 4/24].
2. Toets [250] in en druk daarna op de toets [department 5/25].
3. Toets [500] in en druk daarna eerst op de toets [Dept Shift] en dan op [department 2/22].
4. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
5. Toets het met de cheque betaalde bedrag [3000] in en druk vervolgens op de toets [Check]. Het aan de klant verschuldigde wisselgeld verschijnt nu in beeld, waarmee de transactie succesvol is verlopen.
Subtotaal transactie
Betaling met cheque Uitbetaald wisselgeld
NL-18
Deels Cheque/Deels Contante Betaling
Voorbeeld: Registreren van artikel van Euro 24,00 op
Afdeling 1, artikel van Euro 36,00 op Afdeling 3 en artikel van Euro 4,00 op Afdeling 4. Onderverdelen van betaling in Euro 60,00 met cheque en Euro 4,00 contant.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [2400] in en druk daarna op de toets [department 1/21].
2. Toets [3600] in en druk daarna op de toets [department 3/23].
3. Toets [400] in en druk daarna op de toets [department 4/24].
4. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
5. Toets het met de cheque betaalde bedrag [6000] in en druk daarna op de toets [Check]. Het resterende verschuldigde bedrag wordt nu afgebeeld.
6. Druk op de toets [Amt Tend/Total] wanneer het verschuldigde bedrag contant wordt afgerekend. De transactie is nu succesvol verlopen.
Totaal BTW
Betaling met cheque
Contante betaling
MIN (-) TOETS TRANSACTIES
Registreren van (-) Reductie (Bon)
Voor het bedrag van de transactie kunnen maximaal negen tekens gebruikt worden.
Voorbeeld: Registreren van een reductie (bon) van Euro 0,50 voor een artikel van Euro 2,00 op Afdeling 2. Beëindigen van de transactie met contante betaling met gepast geld.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [200] in en druk daarna op de toets [department 2/22].
2. Toets het af te trekken bedrag [50] in en druk daarna op de [-] toets.
3. Druk op de toets [Amt Tend/Total] om de transactie te voltooien.
Artikelprijs
Korting met hand en min-toets ingevoerd
Contante betaling met gepast geld
NEDERLANDS
NL-19
Registreren van Meervoudige (-) Reductie
Voorbeeld: Registreren van Euro 0,50 reductie voor een
artikel van Euro 2,50 op Afdeling 1, van een artikel van Euro 2,60 op Afdeling 3, van Euro 0,60 reductie voor een artikel van Euro 4,50 op Afdeling 21, een korting van Euro 0,50 op een meervoudig verkoopartikel van Euro 3,00 op Afdeling 5 en een reductie van Euro 1,00 voor een artikel van Euro 5,00 op Afdeling 22. Berekenen van wisselgeld van een afgerekend bedrag van Euro 30,00.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [250] in en druk daarna op de toets [department 1/21].
2. Toets de korting van Euro 0,50 [50] in en druk daarna op de [-] toets.
3. Toets [260] in en druk daarna op de toets [department 3/23].
Invoer artikelprijs
Met hand ingevoerde korting
Verkoop meervoudig artikel, vermenigvuldigd met eenheidsprijs
Totaal
Met hand ingevoerde korting
4. Toets [450] in en druk eerst op [Dept Shift] en dan op de toets [department 1/21].
5. Toets de korting van Euro 0,60 [60] in en druk daarna op de [-] toets.
6. Toets het aantal artikelen van de meervoudige verkoop [3] in en druk op de toets [Qty/Time]: voer vervolgens de eenheidsprijs [300] in en druk daarna op de toets [department 5/25].
7. Toets [500] in, druk eerst op de toets [Dept Shift] en daarna op [department 2/22].
8. Toets de korting van Euro 1,00 [100] in en druk daarna op de [-] toets.
9. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
10. Toets het betaalde bedrag [3000] in en druk daarna op de toets [Amt Tend/Total] om het aan de klant verschuldigde bedrag af te beelden, waarmee de transactie succesvol verlopen is.
PLUS (+) TOETS TRANSACTIES
Totaal BTW
Contante betaling
Verschuldigd wisselgeld
Registreren van (+) Toeslag
Voor het bedrag van de transactie kunnen maximaal negen tekens gebruikt worden.
Voorbeeld: Registreren van toeslag van Euro 1,00 voor artikel van Euro 5,00 op Afdeling 2. Beëindigen van transactie met contante betaling met gepast geld.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [500] in en druk daarna op de toets [department 2/22].
2. Toets het toe te voegen bedrag [100] in en druk daarna op de [+] toets.
3. Druk op de toets [Amt Tend/Total] om de transactie te voltooien.
NL-20
Invoer prijs
Met de hand toegevoegd
Registreren van Geprogrammeerde (+) Toeslag
Om deze bewerking te kunnen uitvoeren, moet de [(+)] toets met een toeslagwaarde geprogrammeerd zijn.
Voorbeeld: Registreren van geprogrammeerde toeslag van Euro 1,00 voor artikel van Euro 3,00 op Afdeling 2 en afsluiten van de transactie met contante betaling met gepast geld.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [300] in en druk daarna op de toets [department
1/21].
2. Druk op de [(+)] toets.
3. Druk op de toets [Amt Tend/Total].
TRANSACTIE MET KORTINGSPERCENTAGE (-%)
Invoer prijs
Geprogrammeerde toevoeging
Korting op Verkooptotaal
U kunt tijdens de transactie een geprogrammeerd kortingspercentage oproepen door de toets [-%/RA] in te drukken. Is er geen kortingspercentage geprogrammeerd, toets dit dan in alvorens op de toets [-%/RA] te drukken. Voor het kortingspercentage kan er maximaal van vier tekens gebruik gemaakt worden (0-99.99%).
Voorbeeld: Registreren van 15% korting op de volledige verkooptransactie. Berekenen van het uit te betalen wisselgeld
Ga als volgt te werk:
1. Toets [250] in en druk daarna op de toets [department 5/25].
2. Toets [99] in en druk daarna op de toets [department 3/23].
3. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
4. Druk op de [-%/RA] toets om de geprogrammeerde korting toe te passen. Het bedrag met de toegepaste korting verschijnt nu in beeld.
5. Druk op de toets [ST] voor het nieuwe, verschuldigde bedrag.
Subtotaal transactie
Geprogrammeerd kortingspercentage
Korting
Subtotaal transactie
Contante betaling
Verschuldigd wisselgeld
NEDERLANDS
6. Toets het betaalde bedrag [500] in en druk daarna op de toets [Amt Tend/Total]. Het aan de klant verschuldigde bedrag verschijnt nu in beeld, waarmee de transactie succesvol verlopen is.
NL-21
Willekeurig KortingsPercentage op Verkooptotaal
Voorbeeld: Registreren van 9.5% korting op
verkooptransactie. Berekenen van uit te betalen wisselgeld.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [300] in en druk daarna op de toets [department 1/21].
2. Toets [200] in en druk daarna op de toets [department 2/22].
3. Druk op de toets [ST] voor het subtotaal.
4. Toets de toe te passen korting [9.5] in en druk daarna op de toets [-%/RA]. Het bedrag met de toegepaste korting verschijnt nu in beeld.
5. Druk op de toets [ST] voor het nieuwe, verschuldigde bedrag.
6. Toets het betaalde bedrag [500] in en druk daarna op de toets [Amt Tend/Total]. Het aan de klant verschuldigde wisselgeld verschijnt vervolgens in beeld, waarmee de transactie succesvol is verlopen.
Korting (-%) op Afzonderlijke Artikelen met Gebruik van Geprogrammeerd Kortingspercentage
Er kunnen maximaal vier cijfers gebruikt worden voor het kortingspercentage (0-99.99).
Subtotaal transactie
Met hand ingevoerde korting
Korting
Totaal transactie
Voorbeeld: Registreren van geprogrammeerde korting van 15% op een artikel van Euro 3,00 op Afdeling 5 en op een artikel van Euro 2,50 op Afdeling 4. Berekenen van uit te betalen wisselgeld.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [300] in en druk daarna op de toets [department 5/25].
2. Druk op de toets [-%/RA] om de geprogrammeerde korting toe te passen. Het bedrag met de toegepaste korting verschijnt nu in beeld.
3. Toets [250] in en druk daarna op de toets [department 4/24].
4. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
5. Toets het betaalde bedrag [600] in en druk daarna op de toets [Amt Tend/Total]. Het aan de klant verschuldigde bedrag verschijnt nu in beeld, waarmee de transactie succesvol is verlopen.
Geprogrammeerd kortingspercentage
Korting
NL-22
Korting op Afzonderlijke Artikelen met Gebruik van Geprogrammeerd en Willekeurig Kortingspercentage
Voorbeeld: Registreren van artikel van Euro 2,50 op
Afdeling 1, toepassen van geprogrammeerde korting op artikel van Euro 3,50 op Afdeling 25 en toepassen van korting van 3% op artikel van Euro 5,00 op Afdeling 2. Berekenen van uit te betalen wisselgeld.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [250] in en druk daarna op de toets [department 1/21].
2. Toets [350] in en druk dan eerst op de toets [Dept Shift] en daarna op [department 5/25].
3. Druk op de toets [-%/RA] om de geprogrammeerde korting toe te passen. Het bedrag met de toegepaste korting verschijnt nu in beeld.
4. Toets [500] in en druk daarna op de toets [department 2/22].
5. Toets het kortingspercentage [3] in en druk daarna op de toets [-%/RA]. Het bedrag met de toegepaste korting verschijnt nu in beeld.
Geprogrammeerd kortingspercentage
Willekeurig kortingspercentage
6. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
7. Toets het contant betaalde bedrag in [1100] en druk op de toets [Amt Tend/Total]. Het aan de klant verschuldigde wisselgeld wordt nu afgebeeld, waarmee de transactie succesvol is verlopen.
Korting (-%) op Een Artikel met Gebruik van Geprogrammeerd en Willekeurig Kortingspercentage
Er kunnen maximaal vier cijfers gebruikt worden voor het kortingspercentage (0-99.99%).
Voorbeeld: Registreren van geprogrammeerde korting van 15% op een contante betaling van Euro 0,99 voor Afdeling 7.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [99] in en druk daarna op de toets [department 7/27].
Geprogrammeerd kortingspercentage
Korting
NEDERLANDS
2. Druk op de toets [-%/RA] om de geprogrammeerde korting toe te passen. Het bedrag met de toegepaste korting verschijnt nu in beeld.
3. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
4. Druk op de toets [Amt Tend/Total] om de transactie te voltooien met contante betaling met gepast geld.
NL-23
TRANSACTIES MET TOESLAG (+%) PERCENTAGE
Toepassen van Geprogrammeerd Toeslagpercentage op Verkooptotaal
U kunt tijdens de transactie een geprogrammeerd toeslagpercentage oproepen door op de toets [+%/PO] te drukken.Is er geen toeslagpercentage geprogrammeerd, toets dan eerst het kortingspercentage in alvorens op de toets [+%/PO] te drukken. Er kunnen maximaal vier cijfers gebruikt worden voor het toeslagpercentage (0-99.99%).
Voorbeeld: Registreren van geprogrammeerd toeslagpercentage van 6,5% op het totaal van de transactie. Berekenen van uit te betalen wisselgeld.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [250] in en druk daarna op de toets [department 7/27].
2. Toets [99] in en druk daarna op de toets [department 3/23].
3. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
4. Druk op de toets [+%/PO] om de geprogrammeerde toeslag toe te passen. Het bedrag met de toeslag verschijnt nu in beeld.
Subtotaal transactie
Geprogrammeerd plus­percentage
Toegevoegd bedrag
5. Druk nogmaals op de toets [ST] om het nieuwe, verschuldigde bedrag af te beelden.
6. Toets het betaalde bedrag [500] in en druk daarna op de toets [Amt Tend/Total]. Het aan de klant verschuldigde wisselgeld verschijnt nu in beeld, waarmee de transactie succesvol is verlopen.
Toepassen van Willekeurig Toeslagpercentage op Verkooptotaal
Voorbeeld: Registreren van toeslagpercentage van 20%
op een verkooptransactie. Berekenen van uit te betalen wisselgeld.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [300] in en druk daarna op de toets [department 1/21].
2. Toets [250] in en druk daarna op de toets [department 2/22].
3. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
4. Toets het toe te passen toeslagpercentage [20] in en druk daarna op de toets [+%/PO]. Het bedrag met de toeslag verschijnt nu in beeld.
Subtotaal transactie
Willekeurig plus-percentage
Toegevoegd bedrag
5. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
6. Toets het betaalde bedrag [1000] in en druk daarna op de toets [Amt Tend/Total]. Het aan de klant verschuldigde wisselgeld verschijnt nu in beeld, waarmee de transactie succesvol verlopen is.
NL-24
Toevoegen van Toeslag op Afzonderlijke Artikelen met Gebruik van Geprogrammeerd Percentage
Er kunnen maximaal vier cijfers gebruikt worden voor het toeslagpercentage (0-99.99%).
Voorbeeld: Registreren van geprogrammeerd toeslagpercentage van 6,5% op een artikel van Euro 3,00 op Afdeling 5 en een artikel van Euro 2,50 op Afdeling 4. Berekenen van uit te betalen wisselgeld.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [300] in en druk daarna op de toets [department 5/25].
2. Druk op de toets [+%/PO] om het geprogrammeerde toeslagpercentage toe te passen. Het bedrag met de toeslag verschijnt nu in beeld.
3. Toets [250] in en druk daarna op de toets [department 4/24].
4. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
5. Toets het betaalde bedrag [600] in en druk daarna op de toets [Amt Tend/Total]. Het aan de klant verschuldigde wisselgeld wordt nu afgebeeld, waarmee de transactie succesvol is verlopen.
Geprogrammeerd plus-percentage
Toegevoegd bedrag
Toepassen van Geprogrammeerd en Willekeurig Toeslagpercentage op Afzonderlijke Artikelen
Voorbeeld: Registreren van artikel van Euro 2,50 op
Afdeling 1, toepassen van geprogrammeerd toeslagpercentage op artikel van Euro 3,50 op Afdeling 25 en toepassen van willekeurig toeslagpercentage van 5% op artikel van Euro 5,00 op Afdeling 2. Berekenen van uit te betalen wisselgeld.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [250] in en druk daarna op de toets [department 1/21].
2. Toets [350] in en druk dan eerst op de toets [Dept Shift] en daarna op [department 5/25].
3. Druk op de toets [+%/PO] om het geprogrammeerde toeslagpercentage toe te passen. Het bedrag met de toeslag wordt nu afgebeeld.
4. Toets [500] in en druk daarna op de toets [department 2/22].
5. Toets het willekeurige toeslagpercentage [5] in en druk daarna op de toets [+%/PO]. Het bedrag met de toeslag verschijnt nu in beeld.
Geprogrammeerd plus-percentage
Willekeurig plus-percentage
NEDERLANDS
6. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
7. Toets het contant betaalde bedrag [1200] in en druk daarna op de toets [Amt Tend/Total]. Het aan de klant verschuldigde wisselgeld verschijnt nu in beeld, waarmee de transactie succesvol verlopen is.
NL-25
Toevoegen van Geprogrammeerd Toeslagpercentage (+%) op Een Artikel
Er kunnen maximaal vier cijfers gebruikt worden voor het toeslagpercentage (0-99.99%).
Voorbeeld: Registreren van geprogrammeerde toeslag van 6,5% op een contante betaling van Euro 0,50 op Afdeling 7.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [50] in en druk daarna op de toets [department 7/27].
2. Druk op de toets [+%/PO] om het geprogrammeerd toeslagpercentage toe te passen. Het bedrag met de toeslag wordt nu afgebeeld.
3. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
4. Druk op de toets [Amt Tend/Total] om de transactie te voltooien met contante betalling met gepast geld.
PLU CODES
Registreren van Verkooptransactie met Gebruik van Vooraf Ingestelde PLU Codes
Geprogrammeerd plus-percentage
Toegevoegd bedrag
Om van dit kenmerk gebruik te kunnen maken moeten de PLU codes eerst ingesteld worden.
Voorbeeld: Gebruik maken van vooraf ingestelde PLU codes voor het registreren van een volledige transactie: registreren van PLU 17 en vermenigvuldigen van PLU 24 met 3. Berekenen van wisselgeld bij contante betaling.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [17] in en druk daarna op de toets [PLU].
2. Toets [3] in en druk daarna op de toets [Qty/Time]; toets [24] in en druk daarna op de toets [PLU]. Het vermenigvuldigde bedrag wordt nu afgebeeld.
3. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
4. Toets het betaalde bedrag [1000] in en druk daarna op de toets [Amt Tend/Total]. Het aan de klant verschuldigde wisselgeld wordt nu afgebeeld, waarmee de transactie succesvol is verlopen.
Geprogrammeerde PLU identificator
Vooraf ingestelde PLU prijs
Meervoudige verkoop met dezelfde vooraf ingestelde PLU
NL-26
Overschrijven van Vooraf Ingestelde PLU Prijs
Voorbeeld: Overschrijven van vooraf ingestelde PLU 31
met Euro 10,00. Berekenen van uit te betalen wisselgeld bij betaling van Euro 5,00.
Ga als volgt te werk:
1. Toets de nieuwe prijs [1000] in en druk daarna op de toets [PLU Price]. Op het operatordisplay verschijnt de melding PRICE.
2. Toets [31] en druk daarna op de toets [PLU] om te bepalen welke PLU overgeschreven moet worden.
3. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
4. Toets het contant betaalde bedrag [1000] in en druk daarna op de toets [Amt Tend/Total]. Het aan de klant verschuldigde wisselgeld wordt nu afgebeeld, waarmee de transactie succesvol is verlopen.
Overgeschreven PLU descriptor
Ingevoerde PLU prijs (met de hand ingevoerd)
Registreren van Verkooptransactie door Streepjescode op Productetiket Af te lezen met een Streepjescodelezer
Om van dit kenmerk gebruik te kunnen maken moeten de met de streepjescode op het etiket overeenkomende prijzen eerst aan een PLU toegewezen zijn.
Voorbeeld: Met behulp van de streepjescodelezer aflezen van een prijs van Euro 3,50 van de streepjescode op het etiket van het product. Berekenen van uit te betalen wisselgeld bij contante betaling van Euro 5,00.
Ga als volgt te werk:
1. Scan met behulp van de streepjescodelezer de streepjescode op het etiket van het product. De voorheen in het kasregister geprogrammeerde productprijs wordt automatisch geregistreerd in de geprogrammeerde afdeling.
2. Toets het betaalde bedrag [500] in en druk daarna op de toets [Amt Tend/Total]. Het aan de klant verschuldigde wisselgeld wordt afgebeeld, waarmee de transactie succesvol verlopen is.
Geprogrammeerde PLU naam met streepjescodenummer en geassocieerde prijs
NEDERLANDS
NL-27
Registreren van Verkooptransactie door Handmatig Intoetsen van Cijfers van Streepjescode Productetiket
Om van dit kenmerk gebruik te kunnen maken moeten de met de streepjescode op het etiket overeenkomende prijzen eerst aan een PLU toegewezen zijn.
Voorbeeld: Registreren van verkoop van een artikel door met de hand streepjescode nummer 9770307123610 van het etiket op het numerieke toetsenbord in te toetsen. Voltooien van de transactie met contante betaling met gepast geld.
1. Toets het streepjescodenummer [9770307123610] in op het numerieke toetsenbord van het kasregister.
2. Druk op de toets [PLU]. De met het ingevoerde streepjescodenummer overeenkomende PLU wordt nu geregistreerd en de productnaam (indien bepaald) en de ermee samenhangende prijs worden afgebeeld.
3. Druk op de toets [Amt Tend/Total] om de transactie te voltooien bij contante betaling met gepast geld.
Geprogrammeerde PLU naam met streepjescodenummer en geassocieerde prijs
Registreren van PLU-aan-PLU Koppeling
Om van deze bewerking gebruik te kunnen maken moeten de koppelbare PLU’s eerst aan een specifieke PLU gekoppeld zijn. Is het kasregister zodanig geprogrammeerd, dan kunt u door het nummer van een gekoppelde PLU op te roepen de verkoop van de PLU en van alle koppelbare, eraan toegewezen PLU’s registreren. Tijdens de transactie wordt de verkoopprijs van de PLU en van de eraan gekoppelde PLU’s bij elkaar opgeteld.
Voorbeeld: Registreren van verkoop van PLU 55, genaamd Ter-Plekke Maaltijd, geprogrammeerd met een servicetoeslag van Euro 1,00, met de eraan te koppelen PLU’s Softdrink, hamburger en frites. Voltooien van de transactie bij contante betaling met gepast geld.
1. Toets [55] in en druk daarna op de toets [PLU].
2. Druk op de toets [Amt tend/Total] om de transactie te voltooien met contante betaling met gepast geld.
Geprogrammeerde PLU naam met nummer en geassocieerde prijs
Geprogrammeerde koppelbare PLU’s met naam, nummer, prijs en gekoppeld aan PLU 55
NL-28
Prijs 2 Transacties
Van Prijs 2 transacties kan gebruik worden gemaakt om de verkoop van een afzonderlijk product op een afdeling of een PLU verkoop te registreren met de alternatieve prijs (Prijs 2), die aan de betreffende afdeling of PLU toegekend is. U hoeft hiertoe alleen maar de Prijs 2-toets in te drukken, die voorheen toegewezen is aan de afdeling of PLU.
Het kasregister kan zodanig geprogrammeerd worden dat Prijs 2 tijdelijk of blijvend is.
PLU 17 prijs 1
Voorbeeld: Registreren van verkoop PLU 17 met normale prijs van Euro 1,50 en daarna registreren van verkoop van PLU 1 met de alternatieve prijs van Euro 1,00 (Prijs 2). Voltooien van transactie bij contante betaling met gepast geld.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [17] in en druk daarna op de toets [PLU].
2. Druk op de toegewezen [Price 2] toets.
3. Toets [17] in en druk daarna op de toets [PLU].
4. Druk op de toets [Amt Tend/Total]. De transactie wordt met succes afgesloten, waarbij de alternatieve prijs voor PLU artikel 17 geregistreerd is.
WISSEN EN VERGOEDEN
Wissen van Voorgaande Invoer Tijdens Verkooptransactie
Voorbeeld: Wissen van verkeerd ingevoerd gegeven van Euro 2,50 voor Afdeling 2. Registreren van artikel van Euro 3,00 voor dezelfde Afdeling. Voltooien van de transactie met contante betaling met gepast geld.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [250] in en druk daarna op de toets [department 2/22].
PLU 17 prijs 2
Wissen verkeerde artikelprijs
Juiste artikelprijs
2. Druk op de toets [Void/EC] om het in de vorige stap ingevoerde gegeven te wissen. Het gewiste bedrag wordt afgebeeld en uitgeprint.
3. Toets [300] in en druk daarna op de toets [department 2/22].
4. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
5. Druk op de toets [Amt Tend/Total] om de transactie te voltooien bij contante betaling met gepast geld.
NEDERLANDS
NL-29
Wissen van Voorgaande Invoer aan het Einde van Verkooptransactie
Voorbeeld: Registreren van artikel van Euro 1,50 op
Afdeling 1, artikel van Euro 3,50 op Afdeling 4, artikel van Euro 5,00 op Afdeling 3. Daarna wissen van verkeerde artikelprijs van Euro 1,50 op Afdeling 1 en die vervangen door prijs van Euro 1,00 voor dezelfde Afdeling. Berekenen van wisselgeld bij contante betaling.
Ga als volgt te werk:
Verkeerde prijsinvoer
1. Toets [150] in en druk daarna op de toets [department 1/21].
2. Toets [350] in en druk daarna op de toets [department 4/24].
3. Toets [500] in en druk daarna op de toets [department 3/23].
4. Druk op de toets [Clear].
5. Toets [150] in, druk op de toets [Void/EC] en daarna op de toets [department 1/21]. Het gewiste bedrag wordt nu afgebeeld en uitgeprint.
6. Toets [100] in en druk daarna op de toets [department 1/21].
7. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag.
8. Toets het betaalde bedrag [1000] in en druk daarna op de toets [Amt Tend/Total]. Het aan de klant verschuldigde wisselgeld wordt vervolgens afgebeeld, waarmee de transactie succesvol is verlopen.
Wissen verkeerde artikelprijs
Invoer correcte artikelprijs
Vergoeden van Afzonderlijk Artikel
Voorbeeld: Vergoeden van artikel van Euro 1,00 op
Afdeling 1.
Ga als volgt te werk:
1. Druk op de toets [Return].
2. Toets het te vergoeden bedrag [100] in en druk daarna op de toets [department 1/21]. Het te vergoeden bedrag verschijnt nu in beeld.
3. Druk op de toets [Amt Tend/Total] om de transactie af te sluiten.
NL-30
Los artikel, geretourneerd en vergoed
Totaal vergoeding
Vergoeden van Meerdere Artikelen
Voorbeeld: Vergoeden van artikel van Euro 5,00 op
Afdeling 4 en drie artikelen van Euro 2,00 op Afdeling 8.
Ga als volgt te werk:
1. Druk op de toets [Return]
2. Toets [500] in en druk daarna op de toets [department 4/24]. De afdeling van het artikel en het vergoede bedrag verschijnen nu in beeld.
3. Druk nogmaals op de toets [Return].
4. Toets het aantal te vergoeden artikelen [3] in, druk op de toets [Qty/Time], voer de eenheidsprijs ervan [200] in en druk dan op de toets voor de betreffende afdeling [department 8/28]. Het afdelingsnummer en het aantal vergoede artikelen verschijnen nu in beeld.
5. Druk op de toets [ST] voor het totaal te vergoeden bedrag.
6. Druk op de toets [Amt Tend/Total] om de transactie af te sluiten.
Vergoeding los artikel
Vergoeding meerdere artikelen
Totaal vergoeding
OVERIGE TRANSACTIES
Registreren van Ontvangen Geld
Voorbeeld: Registreren van ontvangst van Euro 100,00.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [10000] in en druk daarna op de toets [-%/RA].
2. Druk op de toets [Amt Tend/Tender].
De kassalade gaat automatisch open, hetgeen het einde van de transactie aangeeft. Denk eraan dat Kredietkaart betaling niet op rekening ontvangen kan worden.
Uitbetalen van Geld
Voorbeeld: Uitbetalen van Euro 250,00.
Ga als volgt te werk:
1. Toets het uit te betalen bedrag [25000] in en druk daarna op de toets [+%/PO].
2. Druk op de toets [Amt Tend/Total].
De kassalade gaat automatisch open, hetgeen het einde van de transactie aangeeft. Denk eraan dat Uitbetalingen niet uitgevoerd kunnen worden wanneer de totaalwaarde van Betaalwijzen-in-Lade negatief is.
Ontvangen bedrag
NEDERLANDS
Uitbetaald bedrag
NL-31
Registreren van Identificatienummer voor een Transactie
Voor het identificatienummer kunnen maximaal 13 cijfers gebruikt worden. Deze kunnen ingevoerd worden vòòr een bewerking. Het identificatienummer wordt niet toegevoegd aan het bedrijfsleiderrapport of aan de totaalbedragen.
Voorbeeld: Toewijzen van identificatienummer 3456 aan verkoop van Euro 1,00 op Afdeling 4. Invoeren van verkoop bij contante betaling met gepast geld.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [3456] in en druk daarna op de toets [#/NS].
2. Toets [100] in en druk daarna op de toets [department 4/24].
3. Druk op de toets [Amt Tend/Total] voor contante betaling met gepast geld.
Registreren van Identificatienummer voor Verkoop Artikel
U kunt tevens een identificatienummer van maximaal 13 cijfers toekennen aan de verkoop van een artikel.
Voorbeeld: Toekennen van identificatienummer 78910 aan verkoop artikel van Euro 2,00 voor Afdeling 4 en nummer 111213 voor verkoop PLU 48. Voltooien van transactie bij contante betaling met gepast geld.
Ga als volgt te werk:
Transactienummer
Identificatienummer artikelverkoop
1. Toets [200] in en druk daarna op de toets [department 4/24].
2. Toets [78910] in en druk daarna op de toets [#/NS].
3. Toets [48] in en druk daarna op de toets [PLU].
4. Toets [111213] in en druk daarna op de toets [#/NS].
5. Druk op de toets [Amt Tend/Total] voor contante betaling met gepast geld.
Registreren van Geen Verkoop
Tijdens deze bewerking gaat de kassalade open en wordt er een ontvangstbewijs “geen verkoop” uitgeprint. Dit wordt geregistreerd door de activiteitenteller in het financiële rapport.
Ga als volgt te werk:
1. Druk op de toets [#/NS].
NL-32
Registreren van Negatieve Invoer
Om deze bewerking te kunnen uitvoeren moet de status negatieve verkoop voor afdeling geprogrammeerd zijn. Wenst u PLU’s te registreren met een negatieve verkoopwaarde, dan moet tevens de betreffende PLU een negatieve statusprogrammering hebben.
Voorbeeld: Registreren van Euro 3,00 en Euro 5,00 op Afdeling 16, geprogrammeerd met negatieve verkoopstatus.
1. Toets [300] in en druk daarna op de toets [department 16/36].
2. Toets [500] in en druk daarna op de toets [department 16/36].
3. Druk op de toets [Amt Tend/Total] om de transactie te voltooien.
Registreren van Geretourneerde Goederen
Geretourneerde goederen kunnen geregistreerd worden op afdelingen, die geprogrammeerd zijn met een negatieve verkoopstatus.
Invoer op afdeling met negatieve status
Voorbeeld: Teruggeven van artikel met een prijs van Euro 20,00 en registreren ervan op Afdeling 16, geprogrammeerd met negatieve verkoopstatus.
1. Druk op de toets [Return].
2. Toets [2000] in en druk daarna op de toets [department 16/36].
3. Druk op de toets [Amt tend/Total] om de transactie te voltooien.
Goederen geretourneerd op afdeling met negatieve status
NEDERLANDS
NL-33
TRANSACTIES MET GEBRUIK VAN DE OPTIONEEL TOEGEKENDE TOETSEN
Deze paragraaf voorziet in het geven van voorbeelden van de bewerkingen, die uitgevoerd kunnen worden via de optionele toetsfuncties (overzicht aan het begin van deze handleiding), indien deze toegewezen zijn aan specifieke toetsen op het toetsenbord.
TRANSACTIES MET BUITENLANDSE VALUTA
Om transacties met buitenlandse valuta te kunnen uitvoeren, moet de valutafunctie aan een van de functietoetsen van het toetsenbord toegewezen zijn.
OPMERKING: Als eerste vereiste voor het voorbeeld van
de valuta omrekentransacties in deze sectie, moet de wisselkoers van de buitenlandse valuta in het kasregister geprogrammeerd worden. In deze voorbeelden is de USD geprogrammeerd als buitenlandse valuta met een wisselkoers van 1 Euro = 0.9061 USD (met het kasregister op de Euro gebaseerde valuta manier vermenigvul­digt het het subtotaal van de prijsre­gistratie of transactie bepaald door de wisselkoers).
OPMERKING: De voorbeelden in deze sectie maken
gebruik van de eerste van de vier wisselkoersen die geprogram-meerd kunnen worden. Indien u één van de andere drie wisselkoersen die gepro­grammeerd kunnen worden wenst te gebruiken, druk dan op de betreffende genummerde toets [2,3 of 4] gevolgd door de toegewezen [Currency].
Registreren van Verkoop Meerdere Artikelen met Gepast Geld in US$
Om deze transactie te kunnen uitvoeren moet de US$ wisselkoers eerst geprogrammeerd zijn.
Voorbeeld: Registreren van artikel van Euro 10,00 op Afdeling 1, artikel van Euro 20,00 op Afdeling 2, met gepast geldbedrag in US$.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [1000] in en druk daarna op de toets [department 1/21].
2. Toets [2000] in en druk daarna op de toets [department 2/22].
3. Druk op de toets [ST] voor de betaling in Plaatselijke valuta.
4. Druk op de toegewezen [Currency] toets voor het afbeelden van de betaling in US$.
5. Druk op de toets [Amt Tend/Total] om de transactie te voltooien.
Transactietotaal in plaatselijke valuta
Contante betaling met gepast geld in buitenlandse valuta
Contante betaling omgerekend in plaatselijke valuta
NL-34
Registreren van Verkoop op Meerdere Afdelingen met Betaling in US$ en Wisselgeld in Plaatselijke Valuta
Voor het uitvoeren van deze transactie moet de wisselkoers van de US$ eerst geprogrammeerd zijn.
Voorbeeld: Registreren van artikel van Euro 69,00 op Afdeling 1, artikel van Euro 5,00 op Afdeling 4 en artikel van Euro 3,50 op Afdeling 5. Berekenen van wisselgeld bij betaling van 100,00 US$.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [6900] in en druk daarna op de toets [department 1/21].
2. Toets [500] in en druk daarna op de toets [department 4/24].
3. Toets [350] in en druk daarna op de toets [department 7/27].
4. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag in Plaatselijke valuta.
5. Druk op de toegewezen [Currency] toets om het verschuldigde bedrag in US$ af te beelden.
Contante betaling in buitenlandse valuta
Uitbetaald wisselgeld in plaatselijke valuta
6. Toets het betaalde bedrag [10000] in US$ in en druk vervolgens op de toets [Amt Tend/Total]. De transactie is voltooid en het aan de klant verschuldigde wisselgeld wordt afgebeeld.
Deels Contant/Deels Kredietkaart Betaling in US$
Om deze transactie te kunnen uitvoeren moet de wisselkoers van de Euro eerst geprogrammeerd zijn.
Voorbeeld: Registreren van artikel van Euro 8,00 en artikel van Euro 12,00 op Afdeling 3. Onderverdelen van betaald bedrag in 10,00 US$ contant en US$ met kredietkaart.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [800] in en druk daarna op de toets [department 3/23].
2. Toets [1200] in en druk daarna op de toets [department 3/23].
3. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag in Plaatselijke valuta.
4. Druk op de toegewezen [Currency] toets om het verschuldigde bedrag in US$ af te beelden.
5. Toets het contant betaalde bedrag in US$ [1000] in en druk daarna op de toets [Amt Tend/Total]. Het resterende verschuldigde bedrag wordt nu in Plaatselijke valuta afgebeeld.
6. Druk de toegewezen [Currency] toets nogmaals in. Het resterende verschuldigde bedrag wordt nu in US$ afgebeeld.
7. Druk op de toets [Charge] om de transactie te voltooien.
Verkooptotaal in plaatselijke valuta
Contante betaling in buitenlandse valuta
Betaling met pinkaart in buitenlandse valuta
NEDERLANDS
NL-35
Cheque Betaling in US$ met Wisselgeld in Plaatselijke Valuta
Om deze transactie te kunnen uitvoeren moet de wisselkoers van de US$ eerst geprogrammeerd zijn.
Voorbeeld: Registreren van artikel van Euro 19,50 op Afdeling 4, artikel van Euro 2,50 op Afdeling 5 en artikel van Euro 5,00 op Afdeling 23. Berekenen van wisselgeld in Plaatselijke valuta bij een betaling met cheque van 50,00 US$.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [1950] in en druk daarna op de toets [department 4/24].
2. Toets [250] in en druk daarna op de toets [department 5/25].
3. Toets [500] in en druk eerst op de toets [Dept Shift] en daarna op [department 3/23].
4. Druk op de toets [ST] voor het verschuldigde bedrag in Plaatselijke valuta.
5. Druk op de toegewezen [Currency] toets voor het verschuldigde bedrag in US$.
6. Toets het met de cheque betaalde bedrag in US$ [5000] in en druk daarna op de toets [Check]. Het aan de klant verschuldigde wisselgeld wordt afgebeeld in Plaatselijke valuta, waarmee de transactie succesvol is verlopen.
Verkooptotaal in plaatselijke valuta
Betaling met cheque in buitenlandse valuta
Uitbetaald wisselgeld in plaatselijke valuta
Deels Cheque Betaling in Plaatselijke Valuta/Deels Contante Betaling in US$
Om deze transactie te kunnen uitvoeren moet de wisselkoers van de US$ eerst geprogrammeerd zijn.
Voorbeeld: Registreren van artikel van Euro 18,00 op Afdeling 2, artikel van Euro 24,00 op Afdeling 3 en artikel van Euro 2,50 op Afdeling 4. Onderverdelen van betaling in Euro 20,00 met cheque en US$ contant.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [1800] in en druk daarna op de toets [department 2/22].
2. Toets [2400] in en druk daarna op de toets [department 3/23].
3. Toets [250] in en druk daarna op de toets [department 4/24].
4. Druk op de toets [ST] voor het subtotaal in plaatselijke valuta.
5. Toets het in plaatselijke valuta met de cheque te betalen bedrag [2000] in en druk daarna op de toets [Check]. Het resterende verschuldigde bedrag wordt nu in Plaatselijke valuta afgebeeld.
6. Druk op de toegewezen [Currency] toets om het resterende verschuldigde bedrag in US$ af te beelden.
7. Druk op de toets [Amt Tend/Total] wanneer het verschuldigde bedrag contant in US$ wordt afgerekend. De transactie is nu succesvol verlopen.
Betaling met cheque in plaatselijke valuta
Contante betaling in buitenlandse valuta
NL-36
TRANSACTIES AFHAALTOETS
Om Afhaaltransacties te kunnen uitvoeren moet de Afhaalfunctie toegewezen zijn aan een van de functietoetsen van het toetsenbord.
Afhaaltransacties zijn heel handig voor het bepalen van het belastingtarief voor een product, dat meegenomen wordt en dat dus afwijkt van hetzelfde product, indien het ter plekke wordt verbruikt.
Voorbeeld: Wijzigen van drie producten, geregistreerd op Afdeling 1, 2 en 3, geprogrammeerd met drie verschillende belastingtarieven (respectievelijk 3%, 4% en 4,5%), die meegenomen worden.
1. Toets [200] in en druk daarna op de toets [department 1/21].
2. Toets [500] in en druk daarna op de toets [department 2/22].
3. Toets [400] in en druk daarna op de toets [department 3/33].
4. Druk op de toegewezen [Take-out] toets.
5. Druk op de toets [Amt tend/Total] om de transactie succesvol af te sluiten.
Normaal BTW-totaal
Bewerkingen Toets Belasting 1, Belasting 2 en Geen Belasting
Het kasregister kan zodanig geprogrammeerd worden dat de functies Belasting 1, Belasting 2 en Geen Belasting toegewezen worden aan de functietoetsen van het toetsenbord. Wanneer deze functies geactiveerd zijn, kunt u de geprogrammeerde belastingstatus van afdelingen en PLU’s tijdelijk opheffen en vervangen door de vastgestelde Belasting 1, de vastgestelde Belasting 2 of de status Geen-Belasting, door de op het toetsenbord toegewezen Belasting 1-toets, Belasting 2-toets en Geen­Belasting-toets in te drukken. U hoeft alleen maar de belastingtoets in te drukken, die voorheen toegewezen is aan de afdeling of de PLU waarvan u de belastingstatus wenst te wijzigen.
BTW-totaal met afhaaltoeslag
NEDERLANDS
NL-37
Overschrijven van Vooraf Ingesteld Belastingtarief voor Verkoop op Afdeling met Geen-Belasting Status
Voorbeeld: Registreren van artikel van Euro 5,00 op
afdeling 3, geprogrammeerd met Belastingtarief 3 en daarna registereren van niet-belastbaar artikel op dezelfde afdeling. De Geen-Belasting toetsfunctie moeten geprogrammeerd zijn voor een van de functietoetsen op het toetsenbord. Voltooien van de transactie bij contante betaling met gepast geld.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [500] in en druk daarna op de toets [department 3/23].
2. Druk op de toegewezen [No tax] toets.
3. Toets [200] in en druk daarna op de toets [department 3/23].
4. Druk op de toets [Amt Tend/Total]. De transactie wordt met succes afgesloten, zonder dat er belasting is berekend voor het op afdeling 3 geregistreerde artikel, geprogrammeerd met belastingstatus 3.
Afdeling geprogrammeerd met BTW-tarief 3
Dezelfde afdeling zonder belasting
Overschrijven van Vooraf Ingesteld Belastingtarief met Geprogrammeerd Belastingtarief 1
Voorbeeld: Registreren van artikel van Euro 4,00 op
Afdeling 2 en daarna registreren van artikel van Euro 2,00, met geprogrammeerd belastingtarief 1 op Afdeling 2, geprogrammeerd met belastingtarief T2. Voltooien van transactie bij contante betaling met gepast geld.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [400] in en druk daarna op de toets [department 2/22].
2. Druk op de toegewezen [Tax 1] toets.
3. Toets [200] in en druk daarna op de toets [department 2/22].
4. Druk op de toets [Amt Tend/Total]. De transactie wordt met succes afgesloten, waarbij belastingtarief 1 toegewezen is aan het artikel geregistreerd op afdeling 2, geprogrammeerd met belastingtarief 2.
Afdeling geprogrammeerd met BTW-tarief 2
Dezelfde afdeling met BTW-tarief 1
NL-38
Huis Sleutel Transacties
Om Huis-transacties te kunnen uitvoeren moet de Huis-functie toegekend zijn aan een van de functietoetsen van het toetsenbord.
Huis-transacties kunnen gebruikt worden wanneer u de klant een belastingvrij product wenst aan te bieden. U hoeft hiertoe alleen maar de toegewezen Huis-toets in te drukken, die voorheen aan de afdeling of aan te bieden PLU toegekend is. Het totaal van de aan de klant aangeboden artikelen is nul.
Voorbeeld: Registreren van verkoop van PLU 55, geprogrammeerd voor Ter-Plekke maaltijd en daarna gratis aanbieden van dezelfde maaltijd. Voltooien van de transactie bij contante betaling met gepast geld.
Ga als volgt te werk:
1. Toets [55] in en druk daarna op de toets [PLU].
2. Druk op de toegewezen [House] toets.
3. Toets [55] in en druk daarna op de toets [PLU].
4. Druk op de toets [Amt Tend/Total]. De transactie wordt met succes afgesloten, waarbij de eerste maaltijd berekend wordt en de tweede door de zaak wordt aangeboden.
PLU met geassocieerde koppelbare PLU’s, normale aankoop
Dezelfde PLU met koppelbare PLU’s, aangeboden door de zaak
Totaal transactie
Prijsopvraag Functies
Om prijzen te kunnen opvragen moet de Prijsopvraagfunctie toegewezen zijn aan een van de functietoetsen op het toetsenbord.
Dit kenmerk is heel handig wanneer u de prijs van een gekozen PLU of de prijs die samenhangt met de streepjescode van een artikel wilt weten.
Voorbeeld: Opzoeken van de prijs, die geregistreerd is voor PLU 31 en verbonden is met de streepjescode op een etiket.
1. Druk op de toegewezen [Price Inq.] toets.
2. Toets het PLU nummer [31] in en druk daarna op de toets [PLU]. De prijs wordt vervolgens afgebeeld met de aan de PLU toegewezen naam.
3. Druk op de toegewezen [Price Inq.] toets.
4. Scan het etiket met de streepjescode. De prijs wordt vervolgens afgebeeld met de aan de streepjescode toegewezen naam.
NEDERLANDS
NL-39
Tray Subtotaal Systeem
Om het Systeem Tray Subtotaal te kunnen gebruiken moet de functie Tray Subtotaal toegewezen zijn aan een van de functietoetsen op het toetsenbord.
Het Systeem Tray Subtotaal is handig wanneer een klant bijvoorbeeld een artikel in de winkel is vergeten te pakken en de verkooptransactie bijna afgesloten is. In plaats van te wachten tot de klant het vergeten artikel gevonden heeft om dan de transactie af te sluiten, kunt u de transactiegegevens in het geheugen van het kasregister opslaan en intussen met de volgende klant verdergaan door een geheel nieuwe transactie te beginnen en af te sluiten. Wanneer de vorige klant weer terugkomt, kunt u de transactiegegevens weer uit het geheugen oproepen (tray subtotaal) en de transactie afsluiten.
Voorbeeld: Registreren van verkoop artikel van Euro 5,00 op Afdeling 2 en artikel van Euro 14,00 op Afdeling 1. Plaatsen van het totaalbedrag van de transactie in het tray subtotaal, oproepen van het tray subtotaal, registreren van verkoop vergeten artikel van Euro 6,00 op Afdeling 4 en afsluiten van de transactie met kredietkaart-betaling.
Totaal van onderbroken transactie
Subtotaal tray
1. Toets [500] in en druk daarna op de toets [department 2/22].
2. Toets [1400] in en druk daarna op de toets [department 1/21].
3. Druk op de toegewezen [Tray subtotal] toets. Er wordt een klantontvangstbewijs opgemaakt, waarop staat dat de transactiegegevens en het totaalbedrag opgeslagen zijn in het tray subtotaal.
4. Druk op de toets [Tray subtotal] om de gegevens weer uit het tray subtotaal op te roepen. De waarde van het bedrag van het tray subtotaal wordt uitgeprint op het klantontvangstbewijs.
5. Toets [600] in en druk daarna op de toets
[department 4/24].
6. Druk op de toets [Charge] om de transactie af te sluiten.
Transactie met opgeroepen subtotaal tray
Aan verkooptransactie toegevoegd artikel
Totaal transactie
NL-40
SPECIFICATIES EN VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN KASREGISTER
Technische Kenmerken
Onderstaand worden de technische gegevens van dit model kasregister beschreven.
Type: Elektronisch kasregister met alfanumerieke printer en de volgende eigenschappen: 40
afdelingen, instelling van 1000 PLU’s, 26 bediendes, 8 belastingstarieven, 99 PLU groepen, 9 Afdelingsgroepen en mogelijkheid tot koppelen van PLU’s met andere PLU’s.
Displays: numeriek, groen fluorescentiedisplay met 10-cijfers voor de klant en een alfanumeriek
display met 2 rijen met 10 tekens voor de operator.
Vermogen: 10-tekens input en 10-tekens printout
Printer: thermische printer met 2 stations, 20 schrijftekens per regel en een printsnelheid van
13 regels per seconde.
Benodigd papier: Twee rollen papier met een breedte van 37.5 ± 0.5 mm (1 rol voor klantontvangstbewijs
en 1 rol voor registerrecords)
Technologie: CMOS RAM
Stroomverbruik. (tijdens bewerking): Raadpleeg het plaatje met gegevens achterop de machine
Elektrische voeding: Raadpleeg het plaatje met gegevens achterop de machine
Bedrijfstemperatuur: 0 graden C - 40 graden C (32-104 graden F)
Afmetingen: Lenge: 410 mm
Diepte: 430 mm Hoogte: 270 mm
Gewicht: 9,0 Kg
Veiligheidsvoorschriften
• Het stopcontact moet zich in de buurt van het kasregister bevinden en makkelijk bereikbaar zijn.
• Steek de stekker van het kasregister in een stopcontact waarop geen andere elektrische apparaten zijn aangesloten.
• Gebruik het kasregister niet in de buitenlucht of in een vochtige omgeving.
• Zorg ervoor dat het kasregister niet afgedekt is tijdens het gebruik, zodat de elektronische componenten op afdoende wijze kunnen afkoelen.
NEDERLANDS
NL-41
Loading...