Deze Handleiding bediende geeft u een overzicht van de talrijke kenmerken die het kasregister u te bieden heeft.
Dit elektronisch kasregister is ontworpen om optimaal aan uw bedrijfsbehoeften te voldoen door in doeltreffende
bewerkingen te voorzien. Onderstaand worden slechts enkele van de zeer talrijke eigenschappen van het
kasregister opgesomd:
•40 afdelingen en 1000 Prijsraadplegingen (PLU);
•9 hoofdcategorieën met afdelingsgroepen en 99 hoofdcategorieën met PLU groepen;
•PLU-met-PLU koppeling, zodat de PLU’s bij het activeren automatisch andere PLU’s kunnen registreren;
•mogelijkheid tot aansluiting op een Personal Computer;
•mogelijkheid tot aansluiting op een streepjescodelezer;
•programmeren van het toetsenbord, zodat de standaard functies van de toetsen op grond van de behoeften
gepersonaliseerd kunnen worden;
•met een bepaalde programmering van het toetsenbord, de mogelijkheid gebruik te maken van de functies
Afhalen, Huis, Prijsopvraag en Tray subtotaal;
•26 bediendenummers met de mogelijkheid om aan individuele bediendetransacties een driecijferige, geheime
code toe te kennen ter voorkoming van onbevoegd toetreden;
•thermische printer met 2 stations, voor het uitprinten van informatie op twee aparte rollen papier voor het
ontvangstbewiijs van de klant en het transactieregister;
•mogelijkheid tot personaliseren van de uit 7 regels bestaande koptitel van het klantontvangstbewijs en van
een uit 5 regels bestaande reclameboodschap op het klantontvangstbewijs;
•toetsen voor betaalwijze: cash, cheque, kredietkaart en pinkaart;
•mogelijkheid gebruik te maken van wisselkoersen voor 4 verschillende soorten valuta;
•numeriek display met 10 schrijftekens op een draaibaar voetstuk voor de klant, voor een overzicht van de
verkooptransactie;
•alfanumeriek display voor de operator, met een uit 10 tekens bestaande regel met een melding bovenin beeld
en een uit 10 tekens bestaande regel met de transactie onderin beeld;
•automatische berekening van belasting voor 8 verschillende programmeerbare BTW en Toegevoegde
Belastingtarieven;
•opties voor het invoeren van afdelingsgebonden gegevens voor het sneller verlopen van het afhandelen van
de bewerkingen;
•display met tijdstip en datum, uitgeprint op klantontvangstbewijs en registerrecords;
•uitprinten van klantontvangstbewijs in een van de zes verschillende talen (Engels, Frans, Duits, Spaans,
Nederlands en Portugees);
•mogelijkheid copieën van een ontvangstbewijs te maken.
NEDERLANDS
NL-I
INHOUDSOPGAVE
VERTROUWD RAKEN MET UW KASREGISTER ................................................... 1
KASSALADE MET VERWIJDERBARE GELDBAK ............................................................................................ 6
KLANTEN- EN OPERATORDISPLAY ................................................................................................................. 7
DATUM- EN TIJDDISPLAY ................................................................................................................................. 7
WISSEN VAN EEN FOUT .................................................................................................................................. 8
TOETREDEN TOT REGISTERMODUS ........................................................................................................... 13
VERLATEN VAN REGISTERMODUS .............................................................................................................. 13
WISSEN VAN FOUTEN ................................................................................................................................... 13
ONTVANGSTBEWIJS TER DEMONSTRATIE ................................................................................................. 13
OPNIEUW PRINTEN VAN ONTVANGSTBEWIJS ........................................................................................... 14
MIN (-) TOETS TRANSACTIES ........................................................................................................................ 19
PLUS (+) TOETS TRANSACTIES .................................................................................................................... 20
TRANSACTIE MET KORTINGSPERCENTAGE (-%) ....................................................................................... 21
TRANSACTIES MET TOESLAG (+%) PERCENTAGE ..................................................................................... 24
PLU CODES ..................................................................................................................................................... 26
WISSEN EN VERGOEDEN ............................................................................................................................. 29
3. Seriële interface voor aansluiting op PC10. Gleuf Ontvangstbewijs Klant
4. Seriële interface voor aansluiting op11. Deksel Printerruimte
een streepjescodelezer12. Display Operator
5. Slot Geldlade
6. Geldlade
7. Toetsenbord
STANDAARD ACCESSOIRES
Uw kasregister wordt geleverd met onderstaande accessoires:
• Een zwarte, tweedelige kunststof oprolspil voor register
• Twee rollen thermisch standaard papier van 37.5 + 0.5 mm, een voor de ontvangstbewijzen voor de klant en
een voor de registerrapporten
• Deze Handleiding Bediende, de Handleiding Systeemconfiguratie en Handleiding Software
• Een set Programmasleutels (PGR) om toe te treden tot de functies voor programmering van het kasregister
• Een set Registersleutels (REG) om toe te treden tot de kasregisterfuncties
• Een set Z sleutels om toe te treden tot X en Z functies
• Een set sleutels om de kassalade en het deksel van de printerruimte af te sluiten
• Een seriële interfacekabel om het kasregister aan te sluiten op een Personal Computer
• Op de Personal Computer te installeren software voor de configuratie van het Kasregister.
NEDERLANDS
NL-1
GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING
De Handleiding Bediende van uw kasregister is heel eenvoudig te raadplegen. Het eerste gedeelte geeft een
algemeen overzicht van het kasregister en verschaft informatie omtrent alle beschikbare kenmerken en functies.
Daarna treft u transactievoorbeelden aan, die u een indruk geven van het bedienen van het kasregister. Deze
transactievoorbeelden beschrijven de verschillende fasen van het bedienen van de toetsen en bevatten
ontvangstbewijzen ter demonstratie. Achterin de handleiding treft u de technische specificaties en
veiligheidsaanwijzingen aan. Raadpleeg de Inhoudsopgave voor het opzoeken van een bepaald onderwerp.
Alvorens te beginnen
Lees alvorens het kasregister te gebruiken eerst aandachtig de paragrafen Functies Toetsenbord, het
Controlesysteem en Operator- en Klantendisplay door, teneinde vertrouwd te raken met de bewerkingen.
Wanneer de gewenste programma-opties door de Bedrijfsleider ingesteld zijn, kunt u de REG controlesleutel in
het slot steken en hem in de stand REG 1 of REG 2 draaien, zodat u met het uitvoeren van verkooptransacties
kunt beginnen. In de stand REG 2 print het kasregister het klantontvangstbewijs pas uit nadat, na afloop van de
transactie, de toets [ST] ingedrukt wordt.
ONDERHOUD VAN HET KASREGISTER
Onderstaand worden aanwijzingen beschreven omtrent het onderhoud van het kasregister.
OPMERKING: Controleer alvorens het kasregister te reinigen of het uitgeschakeld is en/of de stekker uit het
stopcontact is getrokken. In het kasregister zijn programmeergegevens en transactie-informatie
voor bedrijfsrapporten opgeslagen. Een in het kasregister aangebrachte reservebatterij zorgt
ervoor dat deze informatie niet verloren gaat in geval van stroomonderbreking of wanneer de
stekker niet in het stopcontact is gestoken.
1. Zorg ervoor dat het kasregister niet in aanraking komt met vloeistof, want dat kan schade aan de elektronische
componenten veroorzaken.
2. Schakel het kasregister uit en/of trek de stekker uit het stopcontact alvorens met reinigen te beginnen en
gebruik hiervoor een vochtige doek. Maak geen gebruik van bijtende stoffen zoals oplosmiddelen, alcohol,
petroleum of schuurmiddelen.
3. Wordt het kasregister gebruikt bij zeer hoge of lage temperatuursomstandigheden (onder de 32 graden en
boven de 104 graden Fahrenheit) zorg er dan voor dat de binnentemperatuur van het kasregister eerst de
omgevingstemperatuur bereikt alvorens het in te schakelen.
4. Trek NIET aan de papierrol wanneer het kasregister aan het printen is of tijdens het aanbrengen van een
nieuwe rol. Maak altijd gebruik van de toets [R Feed] of [J Feed] om papier door te voeren.Door aan het
papier te trekken kan het printsysteem beschadigd raken.
NL-2
HET TOETSENBORD
Uw kasregister is uitgerust met een uit 53 toetsen bestaand toetsenbord, waarmee u alle kasregisterfuncties
kunt bedienen.
Onderstaand treft u een afbeelding van het toetsenbord aan.
4
8
9
10
11
12
13
24
23
22
21
20
19
1
18
17
2
3567
15
14
16
FUNCTIES VAN TOETSENBORD
1. [R Feed] (Papierdoorvoer Ontvangstbewijs) – Voert het ontvangstbewijs door met een regel; door de toets
ingedrukt te houden wordt het papier continu doorgevoerd.
2. [J Feed] (Doorvoer Registerrapport) – Voert het registerpapier door met een regel; door de toets ingedrukt
te houden wordt het papier continu doorgevoerd.
3. [Dept Shift] (Afdeling Shift) – Voor het invoeren van prijzen voor afdeling 21-40. Druk deze toets in alvorens
de toetsen 21-40 voor de betreffende afdelingen in te drukken.
4. [0 - 9/00] – Invoeren van bedragen, aangeven van het aantal keren dat een bepaald artikel herhaald wordt,
bepalen van percentages of bedragen die toegevoegd of afgetrokken moeten worden. Gebruikt voor het
invoeren van nummers ter herkenning van de Bediende. Met de toets met twee nullen kunnen getallen met
meer dan twee nullen snel ingevoerd worden.
5. [1-40 (A-Z)] (Afdeling 1 tot 40, letters A tot Z) – Registreren van invoer van prijs voor afdeling 1 tot 40. Druk
voor het registreren van een ingevoerde prijs voor afdeling 21 tot 40 eerst de toets [Dept Shift] in en daarna
de toets met het cijfer voor de betreffende afdeling.
6. [#/NS] - (NS: Geen Verkoop) – Wanneer hij gebruikt wordt als Geen-Verkoop toets gaat de kassalade open
zonder enig bedrag te registreren, zoals wanneer er contant geld wordt gewisseld voor een geen-verkoop
transactie. Gebruikt voor het registreren van een transactienummer van een transactie of van de verkoop
van afzonderlijke artikelen.
7. [Price 2] – Registreert een alternatieve prijs, die geprogrammeerd is voor hetzelfde product of dezelfde
afdeling.
8. [Check] – Totale verkoop betaald met cheque.
9. [Charge] – Totaal van gedebiteerde verkoop.
10. [ST] – Brengt in beeld en print op het ontvangstbewijs voor de klant en op het transactieregister het
subtotaal af met het belastingtarief, indien dat van toepassing is. Het berekent het subtotaal van een
transactie, dat bestaat uit een aantal artikelen, die afzonderlijk verminderd of vermeerderd worden met een
bepaald percentage en print dit op het ontvangstbewijs voor de klant en het transactieregister. De toets
wordt tevens gebruikt om een copie te printen van de zojuist afgegeven verkoopbon (de copie wordt niet
vastgelegd op het transactieregister).
NEDERLANDS
NL-3
11. [Credit] – Voor het totaal aan gedebiteerde verkoop, d.m.v. pinkaart of kredietkaart, hetgeen een alternatief
is.
12. [Amt Tend/Total] (Betaald Bedrag/Totaal) – Voot het totaal aan cash transacties en het berekenen van het
wisselgeld.
13. [.] (Decimaalteken) – Gebruikt voor het invoeren van gebroken hoeveelheden van te verkopen artikelen.
Voor alle verschillende modi geldt dat het decimaalteken niet gebruikt moet worden bij het invoeren
van een prijs.
14. [Qty/Time] (Tweevoudige functie: Vermenigvuldigen en datum/tijdstip display) – Voor het vermenigvuldigen
van [department] of [PLU] toets invoer; met deze toets wordt tevens overgeschakeld naar het display met
de huidige datum en tijd in de REG modus. Door deze toets in te drukken tijdens een transactie worden
alfanumerieke opschriften in beeld gebracht, die langer zijn dan de ruimte voor 10 schrijftekens die het
display biedt. In geval van een opschrift dat bijvoorbeeld een lengte heeft van 18 tekens, worden deze in
twee stappen verdeeld.
15. [Void/EC] (Tweevoudige functie: Wissen en EC) – Voor het wissen van het laatst ingevoerde artikel en voor
het corrigeren van een bepaalde invoer nadat deze bewerkt en geprint is.
16. [Clerk] – Bevestigt een ingevoerd Bediendenummer.
17. [Return] – Maakt vergoedingen op of registreert de prijs van geretourneerde waar.
18. [Clear] – Voor het wissen van een gegeven dat werd ingevoerd via het toetsenbord op met de toets
[Qty/Time] alvorens een transactie te voltooien met een Afdelings- of functietoets. Deze toets wordt tevens
gebruikt om foutvoorwaarden te wissen.
19. [PLU] (Prijsraadpleging) – Registreert een vooringestelde prijs van een artikel in de betreffende afdeling.
20. [PLU Price] – Schrijft tijdelijk over een prijs heen, die werd toegekend aan een PLU nummer.
21. [-] – Voor het aftrekken van een bedrag.
22. [+] – Voor het optellen van een bedrag.
23. [+%/PO] (Tweevoudige functie: Plus Percentage en Uitbetaald) – Wanneer de toets gebruikt wordt als +%
toets wordt er een percentage aan een artikel of aan het totaal toegevoegd. Wanneer de toets gebruikt wordt
als Uitbetaald registreert hij alle uitbetaalde bedragen.
24. [-%/RA] (Tweevoudige functie: Percentage Korting en Ontvangen) – Wanneer de toets gebruikt wordt als -%
toets wordt er een percentage afgetrokken van een artikel of van het verkooptotaal. Wanneer de toets
wordt gebruikt als Ontvangen, registreert hij elke betaling in de kassalade.
NL-4
OPTIONELE FUNCTIES, TOE TE WIJZEN AAN DE TOETSEN VAN HET TOETSENBORD
Het kasregister biedt standaardfuncties, die opgeroepen kunnen worden door op de betreffende toets van het
toetsenbord te drukken (raadpleeg de paragraaf Het Toetsenbord), maar de toetsen die u minder vaak dan de
andere gebruikt kunnen tevens opnieuw geprogrammeerd worden, zodat er andere functies die het kasregister
u te bieden heeft opgeroepen kunnen worden. Onderstaand treft u de optionele functies aan, die aan specifieke
toetsen van het toetsenbord toegekend kunnen worden:
1. [Non tax] – Deze wordt gebruikt wanneer er geen belasting geregistreerd hoeft te worden voor een afdeling
of PLU, waar wél belasting voor geprogrammeerd is.
2. [Tax 1] – Bewerkingen voor het wijzigen van belasting; heft een vooraf ingesteld belastingtarief op en
vervangt het door het voor Belasting 1 bepaalde tarief.
3. [Tax 2] – Bewerkingen voor het wijzigen van belasting; heft een vooraf ingesteld belastingtarief op en
vervangt het door het voor Belasting 2 bepaalde tarief.
4. [000] – Functie voor het invoeren van drie nullen, voor het sneller werken met hoge bedragen.
5. [Currency] – Toets voor het omrekenen van valuta. Wanneer er voor een buitenlandse valutasoort een
wisselkoers is geprogrammeerd wordt door deze toets in te drukken, nadat de prijs voor een product
geregistreerd is, de artikelprijs afgebeeld in de geprogrammeerde valuta. De alfanumerieke descriptor van
de valuta wordt, indien geprogrammeerd, afgebeeld op de bovenste regel van het operatordisplay. Door
nogmaals deze toets in te drukken gaat het display weer terug naar de basisvaluta.
6. [Price Inq.] – Functies voor het opvragen van PLU (prijsraadpleging). Door deze toets in te drukken
alvorens een PLU in te voeren wordt de geprogrammeerde prijs van die specifieke PLU afgebeeld.
7. [Take out] – Door deze toets in te drukken wordt er een alternatief belastingtarief geregistreerd, dat van
toepassing is op restauratie-producten die afgehaald worden en onderhevig zijn aan een belastingtarief, dat
verschilt van dat van hetzelfde product indien dat ter plekke wordt geconsumeerd
8. [House] – Voor het registreren van een geprijsd artikel dat de klant kostenloos wordt aangeboden, met
andere woorden “van het huis”.
9. [Tray Subtotal] – De bediende kan in gevallen waarin de klant een artikel vergeten is de volledige transactie
opslaan en die later weer oproepen in plaats van deze te annuleren of onderweg te onderbreken om de klant
in staat te stellen het vergeten artikel te gaan halen. Het betreffend subtotaal wordt opgeslagen in het
geheugen van het kasregister. Gedurende het tijdelijk opslaan van de transactie kan de transactie van een
volgende klant begonnenen afgewerkt worden. Terughalen van subtotaal tray, toevoegen van artikelen en
daarna beëindigen van onderbroken verkooptransactie.
NEDERLANDS
NL-5
HET CONTROLESYSTEEM
BEDIENINGSSLOT
Het slot bevindt zich rechtsboven naast het toetsenbord. De REG sleutel dient correct in het Controleslot
gestoken te worden, zodat het kasregister bediend kan worden. Onderstaand staat het Slot afgebeeld en
worden de verschillende functies beschreven:
Afhankelijk van de gewenste bewerking, kan door de betreffende sleutel in het Controleslot te steken, toegang
verkregen worden tot de volgende posities:
OFFHet kasregister is uitgeschakeld en kan dus niet gebruikt worden.
PRGGebruikt om het kasregister te programmeren.
REG 1Het kasregister kan de standaard verkooptransacties uitvoeren; deze worden opgenomen zowel op
het ontvangstbewijs van de klant als op de registerrol. In deze modus wordt de vooraf ingestelde of de
geprogrammeerde koptitel op het ontvangstbewijs van de klant uitgeprint. Deze wordt ook wel met
Ontvangstmodus aangeduid
REG 2Hetzelfde als REG 1, behalve dat het transactierecord uitsluitend uitgeprint wordt op de registerrol.
Het ontvangstbewijs voor de klant wordt niet uitgeprint of afgegeven, mits er verzocht wordt om
herdruk van het ontvangstbewijs door op de toets [ST] te drukken (copie niet opgenomen in
transactieregister). Deze wordt ook wel met Registermodus aangeduid.
XVoor het uitprinten van de X bedrijfsrapporten en periodieke financiële rapporten.
ZVoor het uitprinten van de Z bedrijfsrapporten en periodieke financiële rapporten, waarbij het totaal
echter op nul wordt gesteld (met uitzondering van het eindbedrag).
Controlesleutels
Niet alleen onderstaande sleutelset wordt meegeleverd, maar tevens een sleutel voor het openen van de
kassalade en de printerruimte:
REGDe REGISTER sleutel kan gebruikt worden in OFF, REG 1, REG 2 en X modus, waarbij zowel
Bediende als Chef toegang hebben tot de functies van het kasregister (mits de driecijferige geheime
code voor de Bediende wordt ingevoerd, indien geprogrammeerd).
PRGDe PROGRAMMA sleutel werkt in alle modi (PRG, OFF, REG 1, REG 2, X en Z) en wordt over het
algemeen gebruikt om het kasregister te programmeren en X en Z bedrijfsrapporten uit te printen.
ZDe Z sleutel kan gebruikt worden in de modi OFF, REG 1, REG 2, X en Z, waarbij er toegang verkregen
wordt tot een hoger niveau dan met de REG sleutel.
KASSALADE MET VERWIJDERBARE GELDBAK
De kassalade is voorzien van een bak met vakjes voor bankbiljetten en vakjes voor munten. Door op de toets
[#/NS] te drukken met de controlesleutel in de stand REG 1 of REG 2 gaat de kassalade open. Is er een
bediendenummer of een geheime code ingesteld, dan moet eerst dit nummer en deze code gespecificeerd
worden voordat de kassalade opengemaakt kan worden. Deze lade kan voor de veiligheid afgesloten worden,
zodat ze niet per ongeluk opengaat wanneer er gebruik wordt gemaakt van de sleutel voor toegang tot de
printerruimte.
In noodgevallen beschikt u over een verborgen hendeltje onder het kasregister om de lade open te maken
wanneer de machine uitgeschakeld is (mits de kassalade niet met de sleutel is afgesloten).
De kassalade kan naar wens volledig verwijderd worden. Til de lade voorzichtig op en verwijder deze uit het
kasregister.
NL-6
KLANTEN- EN OPERATORDISPLAY
Uw kasregister beschikt over twee displays, waarmee zowel de klant als de operator een goed overzicht
hebben tijdens de verkooptransactie. Op het klantendisplay staan ingevoerde bedragen en betreffende informatie
afgebeeld met behulp van cijfers en speciale symbolen. Op het operatordisplay zijn op de bovenste regel met 10
tekens specifieke operatormeldingen te zien en op de onderste regel met 10 tekens dezelfde transactiegegevens
als op het klantendisplay. Beide displays worden van links naar rechts afgelezen.
DATUM- EN TIJDDISPLAY
Door op de toets [Qty/Time] te drukken met het kasregister in modus REG 1 of REG 2 wordt afwisselend de
huidige tijd en datum afgebeeld.
SPECIALE SYMBOLEN
Helemaal aan de linkerkant van de displays verschijnen speciale symbolen in beeld tijdens het functioneren
van het kasregister. Met deze hieronder beschreven symbolen worden machinevoorwaarden beschreven:
C (Change) Geeft aan dat het afgebeelde bedrag het aan de klant verschuldigde wisselgeld betreft.
S (Subtotal) Geeft aan dat het afgebeelde bedrag het subtotaal van een transactie betreft, inclusief het
belastingstarief, indien van toepassing.
= (Total)Geeft aan dat het afgebeelde bedrag de volledige transactie betreft en dat de betaling cash, met
cheque, pin- of kredietkaart werd uitgevoerd.
- (Minus)Geeft een negatief ingevoerd bedrag weer. Het wordt tevens afgebeeld wanneer het subtotaal of
cash betaald totaal een negatief bedrag betreft dat afkomstig is van ruiling of vergoeding.
Afgebeeld afhankelijk van de ingestelde basisvaluta wanneer de toets [Currency] (Valuta) wordt
ingedrukt om aan te geven dat het bedrag afgebeeld wordt in de geprogrammeerde buitenlandse
valuta.
Deze symbolen worden automatisch geannuleerd wanneer het volgende gegeven wordt ingevoerd of door op de
toets [Clear] te drukken.
FOUTVOORWAARDEN
FOUTMELDINGEN EN -CODES
Foutmeldingen en -codes verschijnen in beeld wanneer er een verkeerd gegeven is ingevoerd of het kasregister
zich in een status bevindt, die tot foutvoorwaarden kan leiden of reeds in foutvoorwaarde is. De foutmeldingen
verschijnen op de bovenste regel van het operatordisplay, terwijl foutcodes afgebeeld worden op de onderste
regel van het operatordisplay en op het klantendisplay. Onderstaand volgt een overzicht:
FOUTMELDINGFOUTCODEBESCHRIJVING
OPT. RAME04Fout in optionele RAM.
PRINTERE05Printerfout.
FUNCTIEE11Tijdens bewerking of programmering van kasregister is er een
fout gemaakt.
NEDERLANDS
VERKOPERE12Er wordt verzocht om identificatiesequentie Bediende.
CTRL LOCKE13Het controleslot werd in de verkeerde stand gezet.
RAPPORTE16Er wordt verzocht een rapport op te maken.
NL-7
FOUTMELDINGFOUTCODEBESCHRIJVING
PAP BON 2E22Papier voor klantontvangstbewijs op; papier aanbrengen.
P KOP OMHE23Drukkop bij station klantontvangstbewijs omhoog; druk
de hendel omlaag.
PAP J 2E25Papier voor register op; papier aanbrengen.
J KOP OMHE26Drukkop bij registerstation omhoog; druk de hendel omlaag.
Druk op de toets [Clear] voor het annuleren van een foutvoorwaarde.
FOUTALARM
Het foutalarm is te horen tengevolge van een operatorfout (gewoonlijk een voor het invoeren van een gegeven
verkeerd ingedrukte toets) of tijdens het programmeren van het kasregister. Het foutalarm kan tevens duiden op
het feit dat het Controleslot zich voor de huidige bewerking in de verkeerde stand bevindt. Wanneer zich een
fout voordoet is het geluidsalarm te horen en wordt de specifieke foutcode afgebeeld op het klantendisplay en
rechts naast de onderste regel van het operatordisplay; de betreffende foutmelding wordt afgebeeld op de
bovenste regel van het operatordisplay en het toetsenbord wordt vergrendeld.
WISSEN VAN EEN FOUT
Druk voor het wissen van een fout op de toets [Clear]. Het geluidsalarm gaat uit, de displays worden gewist en
het toetsenbord ontgrendeld, zodat u weer verder kunt gaan met de transactie of het programma opnieuw kunt
starten.
Lukt het wissen van de foutvoorwaarde niet, voer dan algemene nulinstelling uit.
OPMERKING: Met de toets [Clear] wordt tevens een verkeerd ingevoerd gegeven op het display gewist alvorens
een registratietoets wordt ingedrukt. Is een ingevoerd gegeven eenmaal uitgeprint dan moet er
gebruik worden gemaakt van de toets [Void/EC] voor het corrigeren van een fout.
ALGEMENE NULINSTELLING
Wanneer het kasregister niet werkt, bijvoorbeeld wanneer het foutsignaal niet gestopt kan worden door de toets
[Clear] in te drukken, moet algemene nulinstelling uitgevoerd worden. Er zijn twee manieren voorhanden om
algemene nulinstelling uit te voeren:
1. Draai de Controlesleutel in de OFF stand.
2. Trek de stekker van het kasregister uit het stopcontact.
3. Wacht tien seconden en steek de stekker weer in het stopcontact.
Mocht de foutvoorwaarde van het kasregister niet opgeheven zijn, maak dan gebruik van de tweede methode
voor algemene nulinstelling:
1. Draai de Controlesleutel in de OFF stand.
2. Laat de stekker in het stopcontact zitten, maak het deksel van de printerruimte open en druk op de Reset
knop links achterin deze ruimte. Onderstaande afbeelding geeft de Reset knop weer.
NL-8
WISFOUTEN
Wanneer een ingevoerd gegeven eenmaal uitgeprint is kan niet van de [Clear] toets gebruik worden gemaakt
voor het wissen van een fout. Druk voor het corrigeren van een reeds geregistreerde fout op de toets [Void/EC].
Wissen van Zojuist Voltooide Invoer
U hoeft alleen maar de toets [Void/EC] in te drukken. Het ingevoerd gegeven wordt opnieuw geprint, voorzien
van het symbool “-” gevolgd door het bedrag en het wordt uit de transactie gewist.
Wissen van Voorheen Voltooide Invoer
Voor het wissen van een reeds eerder ingevoerd gegeven moet het eerst opnieuw geregistreerd worden en
daarna gewist worden met de toets [Void/EC]. Ga na het voltooien van de transactie inclusief de fout, als volgt
te werk om de fout te wissen.
1. Voer het foute gegeven precies hetzelfde opnieuw in en druk op de toets [Void/EC].
2. Voer het juiste bedrag in.
3. Totaliseer de transactie door de toets [Amt Tend/Total] in te drukken.
RESERVEBATTERIJ VOOR GEHEUGEN
Tijdens het functioneren van het kasregister worden alle transactiegegevens opgeslagen in het geheugen van
het kasregister. Dit geheugen bevat tevens alle programmeergegevens van het kasregister. De reservebatterij
in het kasregister zorgt ervoor dat de opgeslagen informatie behouden blijft wanneer de stekker uit het stopcontact
wordt getrokken of wanneer zich een stroomonderbreking voordoet.
NEDERLANDS
Voor het activeren van het reservesysteem moet de reservebatterij opgeladen worden door de stekker van het
kasregister minimaal 48 uur in een geaard stopcontact te steken.Tijdens deze periode kan het kasregister
normaal gebruikt worden.
PRINTERRUIMTE
Deze ruimte bevindt zich aan de linker zijkant van het kasregister. Hierin zijn de papierrollen voor het
ontvangstbewijs van de klant en van het register aangebracht, de tweedelige oprolspil voor het register, de
thermische printer en de Reset knop.
PAPIERROLLEN
Dit kasregister maakt gebruik van twee rollen standaardpapier van 37.5 + 0.5 mm. Een rol is bestemd voor het
ontvangstbewijs voor de klant, de andere voor het registerrapport. Het kasregister geeft te kennen dat het
papier voor ontvangstbewijs of register op is. Het papier moet vervangen worden wanneer er een rode streep
op de papierrol zichtbaar is.
NL-9
AANBRENGEN VAN PAPIERROL ONTVANGSTBEWIJS KLANT
Ga voor het aanbrengen van de papierrol voor het ontvangstbewijs van de klant als volgt te werk:
1. Zorg ervoor dat het kasregister aangesloten is op een geaard stopcontact en dat de Controlesleutel zich in
een van beide REG standen bevindt.
2. Verwijder het deksel van de printerruimte door de achterkant ervan stevig vast te grijpen en de voorkant
voorzichting naar u toe te trekken, zodat het losklikt.
3. Knip met een schaar een stuk van de nieuwe papierrol af, zodat het uiteinde recht en glad is en dus
probleemloos in het printsysteem doorgevoerd kan worden.
4. Schuif de papierrol voor het ontvangstbewijs van de klant in de betreffende gleuf links achterin de printerruimte,
zodat het papier aan de onderkant van de rol wordt doorgevoerd. Bevestig het papieruiteinde in de betreffende
gleuf, zoals weergegeven in onderstaande afbeelding.
A
5. Druk op de toets [R Feed] en steek het papier met de hand in de gleuf, todat het vastgrijpt en ongeveer 6 tot
10 inches uit het printsysteem steekt.
OPMERKING: Wordt het papier niet correct doorgevoerd, controleer dan of de rol goed in de gleuf is aangebracht
en of het uiteinde recht is afgeknipt. Mocht u de rol verwijderen en opnieuw willen aanbrengen,
beweeg dan de kunststof ontkoppelhendel (A) aan de rechterkant van de printer naar voren en
maak de rol los uit de gleuf. Zet vervolgens de hendel weer in de oorspronkelijke stand.
6. Steek het uiteinde van de rol voor het ontvangstbewijs door de opening in het deksel, bevestig het deksel en
sluit het af.
NL-10
AANBRENGEN VAN PAPIERROL REGISTER
Ga voor het aanbrengen van de papierrol voor het register als volgt te werk:
1. Zorg ervoor dat het kasregister aangesloten is op een geaard stopcontact en dat de Controlesleutel zich in
een van beide REG standen bevindt.
2. Ontgrendel en verwijder het deksel van de printerruimte zoals beschreven staat in Aanbrengen van Papierrol
Ontvangstbewijs Klant.
3. Til voor het vervangen van de registerrol de 2-delige oprolspil uit de twee steunen en beweeg indien
noodzakelijk de kunststof papierontkoppelhefboom (A) naar voren, die zich rechts van de gleuf voor het
aanbrengen van de registerrol bevindt, zodat eventueel in het printsysteem aanwezig papier loskomt en
verwijderd kan worden.
4. Knip met een schaar een stuk van de nieuwe papierrol af, zodat het uiteinde recht en glad is en dus
probleemloos in het printsysteem doorgevoerd kan worden.
5. Schuif de papierrol voor het register in de betreffende gleuf rechts achterin de printerruimte, zodat het
papier aan de onderkant van de rol wordt doorgevoerd. Bevestig het papieruiteinde in de betreffende gleuf,
zoals weergegeven in onderstaande afbeelding.
A
6. Druk op de toets [J Feed] en steek het papier met de hand in de gleuf, todat het vastgrijpt en ongeveer 6 tot
10 inches uit het printsysteem steekt.
OPMERKING: Wordt het papier niet correct doorgevoerd, controleer dan of de rol goed in de gleuf is aangebracht
en of het uiteinde recht is afgeknipt. Mocht u de rol verwijderen en opnieuw willen aanbrengen,
beweeg dan de kunststof ontkoppelhendel (A) aan de rechterkant van de printer naar voren en
maak de rol los uit de gleuf.
7. Houd het hoofdelement van de tweedelige resgisteroprolspil met de twee wieltjes naar rechts, schuif het
papieruiteinde door een van beide gleuven op de kunststof oprolspil (1) en rol met de hand naar de achterkant
van het kasregister (2) toe, zodat het papier beter gespannen wordt.
1
2
NEDERLANDS
NL-11
Loading...
+ 30 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.